ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 218

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

65e jaargang
23 augustus 2022


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1416 van de Commissie van 16 augustus 2022 tot inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Finocchio di Isola Capo Rizzuto (BGA))

1

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1417 van de Commissie van 22 augustus 2022 tot verlening van een vergunning voor een preparaat van Lactobacillus acidophilus CECT 4529 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle pluimveesoorten en -categorieën, met uitzondering van leg- en mestkippen, en voor siervogels en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2275 (vergunninghouder: Centro Sperimentale del Latte S.r.l.) ( 1 )

3

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1418 van de Commissie van 22 augustus 2022 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 wat betreft de bestrijding van Trichinella in verband met het uitsnijden van karkassen en alternatieve analysemethoden ( 1 )

7

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1419 van de Commissie van 22 augustus 2022 tot verlening van een vergunning voor etherische olie van buchublad van Agathosma betulina (P.J. Bergius) Pillans als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten ( 1 )

12

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1420 van de Commissie van 22 augustus 2022 tot verlening van een vergunning voor L-glutaminezuur en mononatriumglutamaat geproduceerd door Corynebacterium glutamicum NITE BP-01681 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten ( 1 )

17

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1421 van de Commissie van 22 augustus 2022 tot verlening van een vergunning voor geperste etherische sinaasappelolie, gedistilleerde etherische sinaasappelolie en gefractioneerde, geconcentreerde sinaasappelolie van Citrus sinensis (L.) Osbeck als toevoegingsmiddelen voor diervoeding voor alle diersoorten ( 1 )

27

 

 

HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN

 

*

Aanbeveling Nr. 1/2022 van de Associatieraad EU-Georgië van 16 augustus 2022 inzake de associatieagenda EU-Georgië 2021-2027 [2022/1422]

40

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

23.8.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 218/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/1416 VAN DE COMMISSIE

van 16 augustus 2022

tot inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (“Finocchio di Isola Capo Rizzuto” (BGA))

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 52, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 is de aanvraag van Italië tot registratie van de benaming “Finocchio di Isola Capo Rizzuto” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (2).

(2)

Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012, moet de benaming “Finocchio di Isola Capo Rizzuto” worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De benaming “Finocchio di Isola Capo Rizzuto” (BGA) wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.

Met de in de eerste alinea vermelde naam wordt een product aangeduid van categorie 1.6 (Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt) als opgenomen in bijlage XI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie (3).

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 augustus 2022.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Janusz WOJCIECHOWSKI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.

(2)  PB C 179 van 2.5.2022, blz. 19.

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie van 13 juni 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 36).


23.8.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 218/3


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/1417 VAN DE COMMISSIE

van 22 augustus 2022

tot verlening van een vergunning voor een preparaat van Lactobacillus acidophilus CECT 4529 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle pluimveesoorten en -categorieën, met uitzondering van leg- en mestkippen, en voor siervogels en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2275 (vergunninghouder: Centro Sperimentale del Latte S.r.l.)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de gronden en procedures voor het verlenen van dergelijke vergunningen, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003.

(2)

Er is voor een periode van tien jaar een vergunning verleend voor een preparaat van Lactobacillus acidophilus CECT 4529 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor legkippen bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/38 van de Commissie (2), voor mestkippen bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2275 van de Commissie (3) en voor katten en honden bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1558 van de Commissie (4).

(3)

Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is een aanvraag tot verlening van een vergunning voor nieuwe toepassingen van het preparaat van Lactobacillus acidophilus (CECT 4529) ingediend. De krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste nadere gegevens en documenten waren bij de aanvraag gevoegd.

(4)

De aanvraag betreft de verlening van een vergunning voor het preparaat van Lactobacillus acidophilus CECT 4529 als toevoegingsmiddel voor diervoeding in diervoeders en in drinkwater voor alle pluimveesoorten en -categorieën en voor siervogels, in te delen in de categorie “zoötechnische toevoegingsmiddelen”.

(5)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar advies van 26 januari 2022 (5) geconcludeerd dat het preparaat van Lactobacillus acidophilus CECT 4529 onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden geen ongunstige gevolgen heeft voor de diergezondheid, de consumentenveiligheid of het milieu. De EFSA heeft ook geconcludeerd dat dit preparaat irriterend is voor de ogen/de huid en huid- en inhalatieallergeen is. De Commissie is daarom van mening dat passende beschermende maatregelen moeten worden genomen om negatieve gevolgen voor de menselijke gezondheid — en met name de gezondheid van de gebruikers van het toevoegingsmiddel — te voorkomen. De EFSA heeft tevens geconcludeerd dat het preparaat werkzaam kan zijn als zoötechnisch toevoegingsmiddel in diervoeders. Specifieke eisen voor monitoring na het in de handel brengen acht de EFSA niet nodig. Zij heeft ook het verslag over de analysemethode voor het toevoegingsmiddel voor diervoeding gecontroleerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was ingediend.

(6)

Met het oog op de duidelijkheid, met name met betrekking tot de etiketteringsvoorschriften, moet Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2275 daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

Uit de beoordeling van het preparaat van Lactobacillus acidophilus CECT 4529 blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning is voldaan. Het gebruik van dat preparaat, zoals gespecificeerd in de bijlage bij deze verordening, moet daarom worden toegestaan.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor het in bijlage I beschreven preparaat, dat behoort tot de categorie “zoötechnische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “darmflorastabilisatoren”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning verleend voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding.

Artikel 2

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2275 wordt vervangen door bijlage II bij deze verordening.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 augustus 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/38 van de Commissie van 13 januari 2015 tot verlening van een vergunning voor het preparaat van Lactobacillus acidophilus CECT 4529 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor legkippen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1520/2007 (vergunninghouder Centro Sperimentale del Latte) (PB L 8 van 14.1.2015, blz. 4).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2275 van de Commissie van 8 december 2017 tot verlening van een vergunning voor een nieuw gebruik van het preparaat van Lactobacillus acidophilus (CECT 4529) als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen (vergunninghouder Centro Sperimentale del Latte) (PB L 326 van 9.12.2017, blz. 47).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1558 van de Commissie van 17 oktober 2018 tot verlening van een vergunning voor een nieuw gebruik van het preparaat van Lactobacillus acidophilus (CECT 4529) als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor katten en honden (vergunninghouder Centro Sperimentale del Latte) (PB L 261 van 18.10.2018, blz. 13).

(5)  EFSA Journal 2022;20(3):7150.


BIJLAGE I

Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Naam van de vergunninghouder

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

Kve/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Kve/l drinkwater

Categorie: zoötechnische toevoegingsmiddelen.

Functionele groep: darmflorastabilisatoren.

4b1715

Centro Sperimentale del Latte S.r.l.

Lactobacillus acidophilus CECT 4529

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Preparaat van Lactobacillus acidophilus CECT 4529 met ten minste: 5 × 1010 kve/g

Vaste vorm

Alle pluimveesoorten en -categorieën met uitzondering van leg- en mestkippen

1 × 109

5 × 108

1.

In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslagomstandigheden en de stabiliteit bij warmtebehandeling worden vermeld.

2.

Voor gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de exploitanten van diervoederbedrijven operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen om mogelijke risico’s bij gebruik te voorkomen. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder beschermingsmiddelen voor de ogen, de huid en de luchtwegen.

12.9.2032

Karakterisering van de werkzame stof

Levensvatbare cellen van Lactobacillus acidophilus CECT 4529

Siervogels

Analysemethode  (1)

Telling:

spreidplaatmethode met gebruikmaking van MRS-agar (EN 15787)

Identificatie:

pulsed-field-gelelektroforese (PFGE) of DNA-sequentiemethoden


(1)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en


BIJLAGE II

“BIJLAGE

Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Naam van de vergunninghouder

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

Kve/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Kve/l drinkwater

Categorie: zoötechnische toevoegingsmiddelen.

Functionele groep: darmflorastabilisatoren

4b1715

Centro Sperimentale del Latte

Lactobacillus acidophilus CECT 4529

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Preparaat van Lactobacillus acidophilus CECT 4529 met ten minste: 5 × 1010 kve/g

Vaste vorm

Mestkippen

1 × 109

1.

In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslagomstandigheden en de stabiliteit bij warmtebehandeling worden vermeld.

2.

Voor gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de exploitanten van diervoederbedrijven operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen om mogelijke risico’s bij gebruik te voorkomen. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder beschermingsmiddelen voor de ogen, de huid en de luchtwegen.

29.12.2027

Karakterisering van de werkzame stof

Levensvatbare cellen van Lactobacillus acidophilus CECT 4529

Mestkippen

5 × 108

12.9.2032

Analysemethode  (1)

Telling:

spreidplaatmethode met gebruikmaking van MRS-agar (EN 15787)

Identificatie:

pulsed-field-gelelektroforese (PFGE) of DNA-sequentiemethoden


(1)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en


23.8.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 218/7


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/1418 VAN DE COMMISSIE

van 22 augustus 2022

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 wat betreft de bestrijding van Trichinella in verband met het uitsnijden van karkassen en alternatieve analysemethoden

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (1), en met name artikel 18, lid 8, punt a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) 2017/625 bevat voorschriften voor de uitvoering van officiële controles en voor de maatregelen die de bevoegde autoriteiten moeten nemen met betrekking tot de productie van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong.

(2)

Trichinella is een parasiet die aanwezig kan zijn in het vlees van vatbare soorten, zoals varkens, en die door voedsel overgedragen ziekten bij de mens veroorzaakt wanneer besmet vlees wordt geconsumeerd. Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 van de Commissie (2) bevat specifieke voorschriften voor de officiële controles op Trichinella in vlees, met inbegrip van laboratoriumonderzoek van vleesmonsters van gedomesticeerde varkens.

(3)

In Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 is bepaald dat karkassen in meer dan zes stukken worden verdeeld voordat de uitslag van het Trichinella-onderzoek bekend is, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Een van de voorwaarden is dat warm uitsnijden noodzakelijk is voor de productie van specifieke producten.

(4)

Er is aangetoond dat de beperking tot de productie van specifieke producten geen wetenschappelijke basis heeft. Bovendien is een dergelijke beperking betreffende warm uitsnijden niet opgenomen in Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad (3) (betreffende hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong). Die beperking moet derhalve uit Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 worden geschrapt.

(5)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1478 van de Commissie (4) is Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 gewijzigd, waarbij in hoofdstuk I van bijlage I de gedetailleerde referentiemethode voor het onderzoek van monsters op Trichinella is vervangen door een verwijzing naar ISO 18743:2015. Hoofdstuk II van bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 bevat gelijkwaardige alternatieve methoden die verwijzingen bevatten naar specifieke aspecten van de vroegere referentiemethoden. Deze verwijzingen moeten daarom worden bijgewerkt en vervangen door verwijzingen naar ISO 18743:2015.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 3, lid 5, punt b), ii), wordt vervangen door:

“ii)

uitsnijden of uitbenen vóór het bereiken van de in sectie I, hoofdstuk V, punt 2, b), van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 bedoelde temperatuur wordt uitgevoerd overeenkomstig sectie I, hoofdstuk V, punt 4, van bijlage III bij die verordening;”.

2)

Hoofdstuk II van bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt A.1 wordt als volgt gewijzigd:

i)

punt k) wordt vervangen door:

“k)

thermometer, nauwkeurig tot op 0,5 °C in het meetgebied 20-70 °C;”;

ii)

punt o) wordt vervangen door:

“o)

petrischalen, diameter van ongeveer 90 mm, gerasterd met vierkante mazen van ongeveer 1 cm, of een gelijkwaardig instrument voor het tellen van larven zoals in punt 6.14 van ISO 18743:2015;”;

iii)

punt q) wordt vervangen door:

“q)

pepsine, gehalte:

indien in poeder- of korrelvorm: 1:10 000 NF (US National Formulary), overeenkomend met 1:12 500 BP (British Pharmacopoeia), oftewel 2 000 FIP (Fédération Internationale de Pharmacie), of

indien in vloeibare vorm: gestabiliseerde vloeibare pepsine met minimaal 660 eenheden van de Europese Farmacopee/ml.

Er kunnen andere pepsineactiviteiten worden gebruikt, mits de uiteindelijke activiteit in de digestievloeistof gelijk is aan de activiteit van 10 g van 1:10 000 NF, zoals bepaald in punt 5.3 van ISO 18743:2015.”;

iv)

punt s) wordt vervangen door:

“s)

gekalibreerde balans, voor het wegen van monsters en/of pepsine (nauwkeurig tot op ± 0,1 g).”;

b)

punt A.2 wordt vervangen door:

“2.   Monsterneming en benodigde hoeveelheid monster

Zoals bepaald in punt 4.2 van ISO 18743:2015 (zie ook de bijlagen A en B bij die norm voor nadere bijzonderheden).”;

c)

punt A.3, III en IV worden vervangen door:

“III.   Isolatie van de larven door middel van sedimentatie

Voeg aan de digestievloeistof zoveel ijs (300-400 g, blokjes of schilfers) toe dat het totaalvolume ongeveer 2 liter is. Roer het mengsel tot het ijs is gesmolten. Neem bij kleinere pools (zie punt II, b)), evenredig minder ijs.

Breng de gekoelde digestievloeistof over in een scheitrechter van 2 liter die voorzien is van een trilapparaat in een afzonderlijke klem.

Laat de inhoud van de scheitrechter 30 minuten bezinken, waarbij een minuut trillen steeds wordt afgewisseld met een minuut rust.

Laat na 30 minuten 60 ml van het sediment snel uitlopen in een maatcilinder van 100 ml (spoel de trechter na gebruik met een reinigingsmiddel).

Laat de 60 ml gedurende ten minste tien minuten bezinken, zuig dan zoveel van de bovenstaande vloeistof af dat 15 ml overblijft, die wordt onderzocht op de aanwezigheid van larven.

Voor het afzuigen kan een wegwerpspuit worden gebruikt, voorzien van een kunststofslang, van een zodanige lengte dat wanneer de flenzen van de spuit op de rand van de maatcilinder rusten nog 15 ml in de maatcilinder overblijft.

Giet de overblijvende 15 ml in een petrischaal of een gelijkwaardig instrument voor het tellen van larven en bekijk deze met een trichinoscoop dan wel een stereomicroscoop.

Spoel de maatcilinder met 5-10 ml leidingwater en voeg het spoelwater bij het monster.

Onderzoek de verteerde monsters zodra zij gereed zijn. Het onderzoek mag onder geen voorwaarde worden uitgesteld tot de volgende dag.

Indien de monsters niet helder, worden ze als volgt geklaard.

Het uiteindelijke monster van 60 ml wordt overgebracht in een maatcilinder en daarin tien minuten met rust gelaten. Daarna wordt 45 ml van de bovenstaande vloeistof door afzuigen verwijderd en wordt de overblijvende 15 ml met leidingwater aangevuld tot 45 ml.

Na nogmaals tien minuten bezinken wordt 30 ml van de bovenstaande vloeistof door afzuigen verwijderd en wordt de resterende 15 ml voor onderzoek in een petrischaal of een gelijkwaardig instrument voor het tellen van larven gegoten en onderzocht met een trichinoscoop dan wel een stereomicroscoop.

De maatcilinder wordt nagespoeld met maximaal 10 ml leidingwater en deze spoelingen worden vervolgens gevoegd bij de inhoud van petrischaal of een gelijkwaardig instrument voor het tellen van larven en onderzocht met een trichinoscoop dan wel een stereomicroscoop.

IV.   Positieve of twijfelachtige uitslagen

Bij een positieve of twijfelachtige uitslag van een verzamelmonster wordt van elk varken nogmaals een monster van 20 g genomen, zoals bepaald in punt 4.2 van ISO 18743:2015 (zie ook de bijlagen A en B bij die norm voor nadere bijzonderheden). Deze monsters van 20 g worden per vijf varkens samengevoegd en volgens de in dit hoofdstuk beschreven werkwijze onderzocht. Aldus worden monsters van twintig groepen van vijf varkens onderzocht. Wanneer in een verzamelmonster van vijf varkens Trichinella wordt aangetoond, worden van alle varkens in de groep nogmaals monsters van 20 g genomen, die elk afzonderlijk volgens de in dit hoofdstuk beschreven werkwijze worden onderzocht. Parasietmonsters worden in ethanol 70-90 % (eindconcentratie) geconserveerd voor de identificatie van de soort in het EU- of nationale referentielaboratorium. Voor de ontsmettingsprocedure, zie punt 12 van ISO 18743:2015.”;

d)

punt B.2 wordt vervangen door:

“2.   Monsterneming

Zoals bepaald in punt 4.2 van ISO 18743:2015 (zie ook de bijlagen A en B bij die norm voor nadere bijzonderheden).”;

e)

punt B.3 wordt als volgt gewijzigd:

i)

punt III, h), wordt vervangen door:

“h)

Neem na drie minuten de kunststofzak met filterschijf en rennilaseoplossing uit de Stomacher en knip hem met een schaar open. Giet de vloeibare inhoud in een petrischaal of een gelijkwaardig instrument voor het tellen van larven. Was de zak met 5-10 ml water, voeg dat bij de overige vloeistof in de petrischaal of een gelijkwaardig instrument voor het tellen van larven en onderzoek het met een trichinoscoop dan wel een stereomicroscoop.”;

ii)

punt IV wordt vervangen door:

“IV.   Positieve of twijfelachtige uitslagen

Zoals vastgesteld in punt A.3, IV.”;

f)

punt C.1 wordt als volgt gewijzigd:

i)

punt f) wordt vervangen door:

“f)

pepsine, gehalte:

indien in poeder- of korrelvorm: 1:10 000 NF (US National Formulary), overeenkomend met 1:12 500 BP (British Pharmacopoeia), oftewel 2 000 FIP (Fédération Internationale de Pharmacie), of

in vloeibare vorm: gestabiliseerde vloeibare pepsine met minimaal 660 eenheden van de Europese Farmacopee/ml.

Er kunnen andere pepsineactiviteiten worden gebruikt, mits de uiteindelijke activiteit in de digestievloeistof gelijk is aan de activiteit van 10 g van 1:10 000 NF zoals bepaald in punt 5.3 van ISO 18743:2015.”;

ii)

punt g) wordt vervangen door:

“g)

gekalibreerde balans, voor het wegen van monsters en/of pepsine (nauwkeurig tot op ± 0,1 g).”;

iii)

punt m) wordt vervangen door:

“m)

een thermometer, nauwkeurig tot op 0,5 °C in het meetgebied 20-70 °C”;

g)

punt C.2 wordt vervangen door:

“2.   Monsterneming

Zoals bepaald in punt 4.2 van ISO 18743:2015 (zie ook de bijlagen A en B bij die norm voor nadere bijzonderheden).”;

h)

punt C.3, VI, wordt vervangen door:

“VI.   Positieve of twijfelachtige uitslagen

Zoals vastgesteld in punt A.3, IV.”;

i)

punt D.1 wordt als volgt gewijzigd:

i)

punt m) wordt vervangen door:

“m)

pepsine, gehalte:

indien in poeder- of korrelvorm: 1:10 000 NF (US National Formulary), overeenkomend met 1:12 500 BP (British Pharmacopoeia), oftewel 2 000 FIP (Fédération Internationale de Pharmacie), of

in vloeibare vorm: gestabiliseerde vloeibare pepsine met minimaal 660 eenheden van de Europese Farmacopee/ml.

Er kunnen andere pepsineactiviteiten worden gebruikt, mits de uiteindelijke activiteit in de digestievloeistof gelijk is aan de activiteit van 10 g van 1:10 000 NF zoals bepaald in punt 5.3 van ISO 18743:2015.”;

ii)

punt o) wordt vervangen door:

“o)

gekalibreerde balans, voor het wegen van monsters en/of pepsine (nauwkeurig tot op ± 0,1 g).”;

iii)

punt u) wordt vervangen door:

“u)

een thermometer, nauwkeurig tot op 0,5 °C in het meetgebied 20-70 °C”;

j)

punt D.2 wordt vervangen door:

“2.   Monsterneming

Zoals bepaald in punt 4.2 van ISO 18743:2015 (zie ook de bijlagen A en B bij die norm voor nadere bijzonderheden).”;

k)

punt D.3, II en III worden vervangen door:

“II.   Pools van minder dan 100 g zoals bedoeld in punt 8 van ISO 18743:2015

Indien nodig kan maximaal 15 g worden toegevoegd aan een pool van 100 g totaal en tegelijk met deze monsters worden onderzocht volgens de procedure zoals beschreven onder punt I. Meer dan 15 g moet als een complete pool worden onderzocht. Voor pools tot 50 g kan voor de bereiding van de digestievloeistof worden volstaan met 1 liter water, 8 ml zoutzuur en 5 g pepsine.

III.   Positieve of twijfelachtige uitslagen

Bij een positieve of twijfelachtige latexagglutinatie-uitslag van een verzamelmonster wordt van elk varken nogmaals een monster van 20 g genomen, zoals bepaald in punt 4.2 van ISO 18743:2015 (zie ook de bijlagen A en B bij die norm voor nadere bijzonderheden). De 20 g monsters van vijf varkens worden gepoold en onderzocht volgens de in punt I beschreven methode. Monsters van twintig groepen van vijf varkens dienen te worden onderzocht.

Wanneer een positieve latexagglutinatie wordt verkregen van een groep van vijf varkens, worden van alle varkens in de groep nogmaals monsters van 20 g genomen, die elk afzonderlijk volgens de in punt I beschreven methode worden onderzocht.

Bij een positieve of twijfelachtige latexagglutinatie-uitslag moet minstens 20 g varkensspier naar het nationale referentielaboratorium worden gestuurd voor bevestiging met gebruikmaking van ISO 18743:2015 of een van de hierboven bedoelde equivalente methoden.

Parasietmonsters worden in ethanol 70-90 % (eindconcentratie) geconserveerd voor de identificatie van de soort in het EU- of nationale referentielaboratorium.

Na verzameling van de parasieten moeten positieve vloeistoffen worden gedecontamineerd door ze tot minimaal 60 °C te verhitten.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 augustus 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 van de Commissie van 10 augustus 2015 tot vaststelling van specifieke voorschriften voor de officiële controles op Trichinella in vlees (PB L 212 van 11.8.2015, blz. 7).

(3)  Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong. (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1478 van de Commissie van 14 oktober 2020 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 wat de bemonstering, de referentiemethode voor detectie en de invoervoorwaarden in verband met controles op Trichinella betreft (PB L 338 van 15.10.2020, blz. 7).


23.8.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 218/12


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/1419 VAN DE COMMISSIE

van 22 augustus 2022

tot verlening van een vergunning voor etherische olie van buchublad van Agathosma betulina (P.J. Bergius) Pillans als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de gronden en procedures voor het verlenen van dergelijke vergunningen, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003. Artikel 10, lid 2, van die verordening voorziet in de herbeoordeling van toevoegingsmiddelen waarvoor een vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG van de Raad (2).

(2)

Voor olie van buchublad (of buccoblad) is overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG een vergunning zonder tijdsbeperking verleend als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten. Vervolgens is dat toevoegingsmiddel overeenkomstig artikel 10, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 1831/2003 als bestaand product opgenomen in het repertorium van toevoegingsmiddelen voor diervoeding.

(3)

Overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 in samenhang met artikel 7 van die verordening is een aanvraag ingediend voor de herbeoordeling van een etherische olie van de bladeren van Agathosma betulina (P.J. Bergius) Pillans (etherische olie van buchublad) voor alle diersoorten.

(4)

De aanvrager heeft verzocht om het toevoegingsmiddel in te delen in de categorie “sensoriële toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “aromatische stoffen”. De krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste nadere gegevens en documenten waren bij de aanvraag gevoegd.

(5)

De aanvrager heeft ook verzocht om een vergunning te verlenen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel in drinkwater. Verordening (EG) nr. 1831/2003 voorziet echter niet in de verlening van een vergunning voor het gebruik van “aromatische stoffen” in drinkwater. Daarom mag het gebruik van etherische olie van buchublad van Agathosma betulina (P.J. Bergius) Pillans in drinkwater niet worden toegestaan.

(6)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar advies van 27 januari 2022 (3) geconcludeerd dat etherische olie van buchublad van Agathosma betulina (P.J. Bergius) Pillans onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden geen ongunstige gevolgen heeft voor de diergezondheid, de gezondheid van de consument of het milieu. De EFSA heeft ook geconcludeerd dat etherische olie van buchublad van Agathosma betulina (P.J. Bergius) Pillans moet worden beschouwd als irriterend voor de huid en de ogen en als huid- en inhalatieallergeen. De Commissie is daarom van mening dat passende beschermende maatregelen moeten worden genomen om negatieve gevolgen voor de menselijke gezondheid — en met name de gezondheid van de gebruikers van het toevoegingsmiddel — te voorkomen.

(7)

De EFSA heeft voorts geconcludeerd dat de werkzaamheid van etherische olie van buchublad van Agathosma betulina (P.J. Bergius) Pillans niet meer hoeft te worden aangetoond aangezien het toevoegingsmiddel is erkend als aromatische stof in levensmiddelen en de functie ervan in diervoeders in wezen dezelfde is als in levensmiddelen. Zij heeft ook het verslag over de analysemethoden voor het toevoegingsmiddel voor diervoeding gecontroleerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was ingediend.

(8)

Uit de beoordeling van etherische olie van buchublad van Agathosma betulina (P.J. Bergius) Pillans blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning is voldaan. Het gebruik van die stof, zoals gespecificeerd in de bijlage bij deze verordening, moet daarom worden toegestaan.

(9)

Om een betere controle mogelijk te maken, moeten bepaalde voorwaarden worden vastgesteld. Het is met name van belang dat er een aanbevolen gehalte op het etiket van het toevoegingsmiddel wordt vermeld. Indien dat gehalte wordt overschreden, moet bepaalde informatie op het etiket van de voormengsels worden vermeld.

(10)

Het feit dat etherische olie van buchublad van Agathosma betulina (P.J. Bergius) Pillans niet als aromatische stof in drinkwater mag worden gebruikt, sluit het gebruik ervan in mengvoeders die via water worden toegediend niet uit.

(11)

Aangezien er geen veiligheidsredenen zijn die de onmiddellijke toepassing van de wijzigingen van de vergunningsvoorwaarden voor de betrokken stof vereisen, moet een overgangsperiode worden vastgesteld om de belanghebbende partijen in staat te stellen zich voor te bereiden om aan de nieuwe eisen van de vergunning te voldoen.

(12)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verlening van een vergunning

Voor de in de bijlage gespecificeerde stof, die behoort tot de categorie “sensoriële toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “aromatische stoffen”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning verleend voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding.

Artikel 2

Overgangsmaatregelen

1.   De in de bijlage gespecificeerde stof en voormengsels die deze stof bevatten, en die vóór 12 maart 2023 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 12 september 2022 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput.

2.   De mengvoeders en voedermiddelen die de in de bijlage gespecificeerde stof bevatten, en die vóór 12 september 2023 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 12 september 2022 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput, wanneer zij bestemd zijn voor voedselproducerende dieren.

3.   De mengvoeders en voedermiddelen die de in de bijlage gespecificeerde stof bevatten, en die vóór 12 september 2024 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 12 september 2022 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput, wanneer zij bestemd zijn voor niet-voedselproducerende dieren.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 augustus 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.

(2)  Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de veevoeding (PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1).

(3)  EFSA Journal 2022;20(3):7160.


BIJLAGE

Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

mg toevoegingsmiddel/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: sensoriële toevoegingsmiddelen. Functionele groep: aromatische stoffen.

2b85c-eo

Etherische olie van buchublad

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Etherische olie van buchublad verkregen uit de bladeren van Agathosma betulina (P.J. Bergius) Pillans

Vloeibare vorm

Methyleugenol ≤ 0,17 %

Karakterisering van de werkzame stof

Etherische olie van buchublad verkregen door stoomdestillatie van de bladeren van Agathosma betulina (P.J. Bergius) Pillans, zoals gedefinieerd door de Raad van Europa (1).

d,l-Isomenthon: 19 — 27 %

d-Limoneen: 19 — 26 %

2-Hydroxypiperiton (of diosfenol): 8 — 17 %

p-Menthaan-3-on: 5 — 12 %

Pulegon: 1,5 — 8 %

CAS-nummer: 68650-46-4

RvE-nr.: 85c

FEMA-nummer: 2169

Analysemethode  (2)

Voor de bepaling van d-limoneen en d,l-isomenthon (fytochemische merkers) in het toevoegingsmiddel voor diervoeding (etherische olie van buchublad):

gaschromatografie in combinatie met vlamionisatiedetectie (GC-FID) (op basis van ISO 11024)

Alle diersoorten met uitzondering van katten

-

-

-

1.

Het toevoegingsmiddel moet als voormengsel in het diervoeder worden verwerkt.

2.

In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslagomstandigheden en de stabiliteit bij warmtebehandeling worden vermeld.

3.

Mengsels met andere additieven die methyleugenol bevatten, zijn niet toegestaan.

4.

Op het etiket van het toevoegingsmiddel moet het volgende worden vermeld:

“Aanbevolen maximumgehalte van de werkzame stof/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %:

mestkippen en andere minder gangbare pluimvee-soorten gehouden voor mestdoeleinden: 0,1 mg;

legkippen en andere minder gangbare pluimveesoorten voor leg- en fokdoeleinden, mestkalkoenen en konijnen: 0,15 mg;

biggen van alle Suidae-soorten: 0,20 mg;

alle voor mestdoeleinden bestemde Suidae: 0,25 mg;

zeugen en melkgevende herkauwers: 0,30 mg;

voor mestdoeleinden gehouden herkauwers en paarden: 0,45 mg;

kalveren (melkvervanger), honden, vissen en siervissen: 0,5 mg;

andere soorten, met uitzondering van katten: 0,1 mg.”.

5.

Indien de op het etiket van het voormengsel vermelde gebruiksconcentraties zouden leiden tot een overschrijding van de in punt 4 vermelde concentratie, moeten de functionele groep, het identificatienummer, de naam en de toegevoegde hoeveelheid van de werkzame stof op het etiket van het voormengsel worden vermeld.

6.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met de mogelijke risico’s bij inademing, contact met de huid of contact met de ogen om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder beschermingsmiddelen voor de luchtwegen, de ogen en de huid.

12.9.2032

Katten

-

-

0,2


(1)  Natural sources of flavourings — Verslag nr. 2 (2007).

(2)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en


23.8.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 218/17


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/1420 VAN DE COMMISSIE

van 22 augustus 2022

tot verlening van een vergunning voor L-glutaminezuur en mononatriumglutamaat geproduceerd door Corynebacterium glutamicum NITE BP-01681 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de gronden en procedures voor het verlenen van dergelijke vergunningen, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003.

(2)

Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is een aanvraag ingediend voor de verlening van een vergunning voor L-glutaminezuur en mononatriumglutamaat geproduceerd door Corynebacterium glutamicum NITE BP-01681. De krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste nadere gegevens en documenten waren bij de aanvraag gevoegd.

(3)

De aanvraag betreft de verlening van een vergunning voor L-glutaminezuur en mononatriumglutamaat geproduceerd door Corynebacterium glutamicum NITE BP-01681 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten, in te delen in de categorieën “nutritionele toevoegingsmiddelen” en “sensoriële toevoegingsmiddelen”.

(4)

De aanvrager heeft ook verzocht om een vergunning te verlenen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel voor diervoeding in drinkwater. Verordening (EG) nr. 1831/2003 voorziet echter niet in de verlening van een vergunning voor het gebruik van “aromatische stoffen” in drinkwater. Daarom kan het gebruik van mononatriumglutamaat geproduceerd door Corynebacterium glutamicum KCCM 80188 als toevoegingsmiddel voor drinkwater niet worden toegestaan. Het feit dat het toevoegingsmiddel niet als aromatische stof in drinkwater mag worden gebruikt, sluit het gebruik ervan in mengvoeders die via water worden toegediend, niet uit.

(5)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar advies van 26 januari 2022 (2) geconcludeerd dat L-glutaminezuur en mononatriumglutamaat geproduceerd door Corynebacterium glutamicum NITE BP-01681, onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden, geen ongunstige gevolgen hebben voor de diergezondheid, de consumentenveiligheid of het milieu. De EFSA heeft ook geconcludeerd dat deze stoffen niet als irriterend voor de huid of de ogen, noch als huidallergeen worden beschouwd, maar wel als een risico bij inademing. De Commissie is daarom van mening dat passende beschermende maatregelen moeten worden genomen om negatieve gevolgen voor de menselijke gezondheid — en met name de gezondheid van de gebruikers van het toevoegingsmiddel — te voorkomen. De EFSA heeft ook geconcludeerd dat deze stoffen werkzaam kunnen zijn als nutritionele toevoegingsmiddelen en als aromatische stoffen in diervoeders. Specifieke eisen voor monitoring na het in de handel brengen acht de EFSA niet nodig. Zij heeft ook het verslag over de analysemethode voor het toevoegingsmiddel voor diervoeding gecontroleerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was ingediend.

(6)

Uit de beoordeling van L-glutaminezuur en mononatriumglutamaat geproduceerd door Corynebacterium glutamicum NITE BP-01681, blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning is voldaan. Het gebruik van deze stoffen zoals gespecificeerd in de bijlage bij deze verordening moet daarom worden toegelaten.

(7)

Om een betere controle mogelijk te maken, moeten beperkingen en voorwaarden worden vastgelegd. Het is vooral van belang dat op het etiket van het toevoegingsmiddel een aanbevolen gehalte wordt vermeld. Indien dat gehalte wordt overschreden, moet bepaalde informatie op het etiket van de voormengsels worden vermeld.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Voor de in de bijlage beschreven stoffen, die behoren tot de categorie “nutritionele toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “aminozuren, de zouten en de analogen daarvan”, wordt onder de in de bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.

2.   Voor de in de bijlage beschreven stoffen, die behoren tot de categorie “sensoriële toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “aromatische stoffen”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddelen voor diervoeding verleend.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 augustus 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.

(2)  EFSA Journal 2022;20(3):7156.


BIJLAGE

Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

mg werkzame stof/kg volledig voeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: nutritionele toevoegingsmiddelen.

Functionele groep: aminozuren, de zouten en de analogen daarvan

2b620i

L-glutaminezuur

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

L-glutaminezuur

Karakterisering van de werkzame stof

L-glutaminezuur geproduceerd door Corynebacterium glutamicum NITE BP-01681

Zuiverheid: ≥ 98 %

Chemische formule: C5H9O4N

CAS-nummer: 56-86-0

Einecs-nummer: 200-293-7

Analysemethode  (1)

Voor de identificatie van L-glutaminezuur in het toevoegingsmiddel voor diervoeding:

monografieën van de Food Chemical Codex over: “L-Glutaminezuur”

Voor de kwantificering van L-glutaminezuur in het toevoegingsmiddel voor diervoeding:

ionenwisselingschromatografie met nakolomsderivatisering en detectie door middel van zichtbaar licht of fluorescentie (IEC-VIS/FLD) of

ionenwisselingschromatografie met nakolomsderivatisering en fotometrische detectie (IEC-VIS)

Voor de kwantificering van L-glutaminezuur in voormengsels:

ionenwisselingschromatografie met nakolomsderivatisering en detectie door middel van zichtbaar licht of fluorescentie (IEC-VIS/FLD) of

ionenwisselingschromatografie met nakolomsderivatisering en fotometrische detectie (IEC-VIS), zoals beschreven in Verordening (EG) nr. 152/2009 van de Commissie (deel F van bijlage III)

Voor de kwantificering van L-glutaminezuur in diervoeders:

ionenwisselingschromatografie met nakolomsderivatisering en fotometrische detectie (IEC-VIS), zoals beschreven in Verordening (EG) nr. 152/2009 van de Commissie (deel F van bijlage III)

Alle diersoorten

-

-

-

1.

In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en het voormengsel moeten de opslagomstandigheden en de stabiliteit bij warmtebehandeling worden vermeld.

2.

Het toevoegingsmiddel mag via het drinkwater worden toegediend.

3.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met mogelijke risico’s bij inademing en contact met de huid om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels passende persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder bescherming van de luchtwegen.

4.

Op de etikettering van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de volgende verklaringen worden aangebracht: “Bij de toevoeging van L-glutaminezuur met name via het drinkwater, moet rekening worden gehouden met alle essentiële en voorwaardelijk essentiële aminozuren om onevenwichtigheden te voorkomen.”

12 september 2032


Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

mg werkzame stof/kg volledig voeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: sensoriële toevoegingsmiddelen.

Functionele groep: aromatische stoffen.

2b620i

L-glutaminezuur

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

L-glutaminezuur

Karakterisering van de werkzame stof

L-glutaminezuur geproduceerd door Corynebacterium glutamicum NITE BP-01681

Zuiverheid: ≥ 98 %

Chemische formule: C5H9O4N

CAS-nummer: 56-86-0

Einecs-nummer: 200-293-7

Analysemethode  (2)

Voor de identificatie van L-glutaminezuur in het toevoegingsmiddel voor diervoeding:

monografieën van de Food Chemical Codex over: “L-Glutaminezuur”

Voor de kwantificering van L-glutaminezuur in het toevoegingsmiddel voor diervoeding:

ionenwisselingschromatografie met nakolomsderivatisering en detectie door middel van zichtbaar licht of fluorescentie (IEC-VIS/FLD) of

ionenwisselingschromatografie met nakolomsderivatisering en fotometrische detectie (IEC-VIS)

Voor de kwantificering van L-glutaminezuur in voormengsels:

ionenwisselingschromatografie met nakolomsderivatisering en detectie door middel van zichtbaar licht of fluorescentie (IEC-VIS/FLD) of

ionenwisselingschromatografie met nakolomsderivatisering en fotometrische detectie (IEC-VIS), zoals beschreven in Verordening (EG) nr. 152/2009 van de Commissie (deel F van bijlage III)

Alle diersoorten

-

-

-

1.

Het toevoegingsmiddel moet als voormengsel in het diervoeder worden verwerkt.

2.

In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en het voormengsel moeten de opslagomstandigheden en de stabiliteit bij warmtebehandeling worden vermeld.

3.

Op het etiket van het toevoegingsmiddel moet het volgende worden vermeld: “Aanbevolen maximumgehalte van de werkzame stof in volledig voeder met een vochtgehalte van 12 %: 25 mg/kg.”

4.

Indien de op het etiket van het voormengsel vermelde gebruiksconcentraties zouden leiden tot een overschrijding van de in punt 3 vermelde concentratie van de werkzame stof in volledig voeder, moeten de functionele groep, het identificatienummer, de naam en de toegevoegde hoeveelheid van de werkzame stof op het etiket van het voormengsel worden vermeld.

5.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met mogelijke risico’s bij inademing en contact met de huid om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels passende persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder bescherming van de luchtwegen.

12 september 2032


Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

mg werkzame stof/kg volledig voeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: nutritionele toevoegingsmiddelen.

Functionele groep: aminozuren, de zouten en de analogen daarvan

2b621ii

Mononatriumglutamaat

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Mononatriumglutamaat

Karakterisering van de werkzame stof

Mononatriumglutamaat geproduceerd door Corynebacterium glutamicum NITE BP-01681

Zuiverheid: ≥ 99 %

Chemische formule: C5H8NaNOH2O

CAS-nummer: 6106-04-3

Einecs-nummer: 205-538-1

Analysemethode  (3)

Voor de identificatie van mononatrium-L-glutamaat-monohydraat in het toevoegingsmiddel voor diervoeding:

monografieën van de Food Chemical Codex over: “Mononatrium-L-glutamaat”

Voor de kwantificering van mononatriumglutamaat in het toevoegingsmiddel voor diervoeding:

ionenwisselingschromatografie met nakolomsderivatisering en detectie door middel van zichtbaar licht of fluorescentie (IEC-VIS/FLD) of

ionenwisselingschromatografie met nakolomsderivatisering en fotometrische detectie (IEC-VIS)

Voor de kwantificering van mononatriumglutamaat in voormengsels:

ionenwisselingschromatografie met nakolomsderivatisering en detectie door middel van zichtbaar licht of fluorescentie (IEC-VIS/FLD) of

ionenwisselingschromatografie met nakolomsderivatisering en fotometrische detectie (IEC-VIS), zoals beschreven in Verordening (EG) nr. 152/2009 van de Commissie (deel F van bijlage III)

Voor de kwantificering van mononatriumglutamaat in diervoeders:

ionenwisselingschromatografie met nakolomsderivatisering en fotometrische detectie (IEC-VIS), zoals beschreven in Verordening (EG) nr. 152/2009 van de Commissie (deel F van bijlage III)

Alle diersoorten

-

-

-

1.

In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en het voormengsel moeten de opslagomstandigheden en de stabiliteit bij warmtebehandeling worden vermeld.

2.

Het toevoegingsmiddel mag via het drinkwater worden toegediend.

3.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met mogelijke risico’s bij inademing en contact met de huid om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels passende persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder bescherming van de luchtwegen.

4.

Op de etikettering van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de volgende verklaringen worden aangebracht: “Bij de toevoeging van mononatriumglutamaat, met name via het drinkwater, moet rekening worden gehouden met alle essentiële en voorwaardelijk essentiële aminozuren om onevenwichtigheden te voorkomen.”

12 september 2032


Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

mg werkzame stof/kg volledig voeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: sensoriële toevoegingsmiddelen.

Functionele groep: aromatische stoffen.

2b621ii

Mononatriumglutamaat

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Mononatriumglutamaat

Karakterisering van de werkzame stof

Mononatriumglutamaat geproduceerd door Corynebacterium glutamicum NITE BP-01681

Zuiverheid: ≥ 99 %

Chemische formule: C5H8NaNOH2O

CAS-nummer: 6106-04-3

Einecs-nummer: 205-538-1

Analysemethode  (4)

Voor de identificatie van mononatrium-L-glutamaat-monohydraat in het toevoegingsmiddel voor diervoeding:

monografieën van de Food Chemical Codex over: “Mononatrium-L-glutamaat”

Voor de kwantificering van mononatriumglutamaat in het toevoegingsmiddel voor diervoeding:

ionenwisselingschromatografie met nakolomsderivatisering en detectie door middel van zichtbaar licht of fluorescentie (IEC-VIS/FLD) of

ionenwisselingschromatografie met nakolomsderivatisering en fotometrische detectie (IEC-VIS)

Voor de kwantificering van mononatriumglutamaat in voormengsels:

ionenwisselingschromatografie met nakolomsderivatisering en detectie door middel van zichtbaar licht of fluorescentie (IEC-VIS/FLD) of

ionenwisselingschromatografie met nakolomsderivatisering en fotometrische detectie (IEC-VIS), zoals beschreven in Verordening (EG) nr. 152/2009 van de Commissie (deel F van bijlage III)

Alle diersoorten

-

-

-

1.

Het toevoegingsmiddel moet als voormengsel in het diervoeder worden verwerkt.

2.

In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en het voormengsel moeten de opslagomstandigheden en de stabiliteit bij warmtebehandeling worden vermeld.

3.

Op het etiket van het toevoegingsmiddel moet het volgende worden vermeld: “Aanbevolen maximumgehalte van de werkzame stof in volledig voeder met een vochtgehalte van 12 %: 25 mg/kg.”

4.

Indien de op het etiket van het voormengsel vermelde gebruiksconcentraties zouden leiden tot een overschrijding van de in punt 3 vermelde concentratie van de werkzame stof in volledig voeder, moeten de functionele groep, het identificatienummer, de naam en de toegevoegde hoeveelheid van de werkzame stof op het etiket van het voormengsel worden vermeld.

5.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met mogelijke risico’s bij inademing en contact met de huid om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels passende persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder bescherming van de luchtwegen.

12 september 2032


(1)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en

(2)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en

(3)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en

(4)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en


23.8.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 218/27


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/1421 VAN DE COMMISSIE

van 22 augustus 2022

tot verlening van een vergunning voor geperste etherische sinaasappelolie, gedistilleerde etherische sinaasappelolie en gefractioneerde, geconcentreerde sinaasappelolie van Citrus sinensis (L.) Osbeck als toevoegingsmiddelen voor diervoeding voor alle diersoorten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de redenen en procedures voor het verlenen van dergelijke vergunningen, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003. Artikel 10, lid 2, van die verordening voorziet in de herbeoordeling van toevoegingsmiddelen waarvoor een vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG van de Raad (2).

(2)

Voor geperste etherische sinaasappelolie, gedistilleerde etherische sinaasappelolie en gefractioneerde, geconcentreerde sinaasappelolie is overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG een vergunning zonder tijdsbeperking verleend als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten. Vervolgens zijn deze toevoegingsmiddelen overeenkomstig artikel 10, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 1831/2003 als bestaande producten opgenomen in het repertorium van toevoegingsmiddelen voor diervoeding.

(3)

Overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 in samenhang met artikel 7 van die verordening is een aanvraag ingediend voor de herbeoordeling van geperste etherische sinaasappelolie, gedistilleerde etherische sinaasappelolie en gefractioneerde, geconcentreerde sinaasappelolie van Citrus sinensis (L.) Osbeck voor alle diersoorten.

(4)

De aanvrager heeft verzocht om het toevoegingsmiddel in de categorie “sensoriële toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “aromatische stoffen” in te delen. De krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste nadere gegevens en documenten waren bij de aanvraag gevoegd.

(5)

De aanvrager heeft ook verzocht om een vergunning voor gebruik van die toevoegingsmiddelen in drinkwater. Verordening (EG) nr. 1831/2003 voorziet echter niet in de verlening van een vergunning voor het gebruik van “aromatische stoffen” in drinkwater. Daarom mag het gebruik van deze toevoegingsmiddelen in drinkwater niet worden toegestaan.

(6)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar advies van 29 september 2021 (3) geconcludeerd dat geperste etherische sinaasappelolie, gedistilleerde etherische sinaasappelolie en gefractioneerde, geconcentreerde sinaasappelolie van Citrus sinensis (L.) Osbeck onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden geen ongunstige gevolgen hebben voor de diergezondheid, de gezondheid van de consument of het milieu. Er konden echter geen conclusies worden getrokken voor honden, katten, siervissen en siervogels die gewoonlijk niet aan bijproducten van citrusvruchten worden blootgesteld. De EFSA heeft ook geconcludeerd dat geperste etherische sinaasappelolie, gedistilleerde etherische sinaasappelolie en gefractioneerde, geconcentreerde sinaasappelolie van Citrus sinensis (L.) Osbeck als irriterend voor de huid en de ogen en als huid- en inhalatieallergeen moeten worden beschouwd. De Commissie is daarom van mening dat passende beschermende maatregelen moeten worden genomen om ongunstige gevolgen voor de menselijke gezondheid te voorkomen, met name wat de gebruikers van de toevoegingsmiddelen betreft.

(7)

De EFSA heeft geconcludeerd dat geperste etherische sinaasappelolie, gedistilleerde etherische sinaasappelolie en gefractioneerde, geconcentreerde sinaasappelolie van Citrus sinensis (L.) Osbeck algemeen worden gebruikt als aroma in levensmiddelen en de functie ervan in diervoeders in wezen dezelfde zou zijn als in levensmiddelen, zodat de werkzaamheid ervan niet meer hoeft te worden aangetoond. De EFSA heeft ook het verslag over de analysemethoden voor het toevoegingsmiddel voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium is ingediend.

(8)

Uit de beoordeling van geperste etherische sinaasappelolie, gedistilleerde etherische sinaasappelolie en gefractioneerde, geconcentreerde sinaasappelolie van Citrus sinensis (L.) Osbeck blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning is voldaan. Daarom moet een vergunning worden verleend voor het gebruik van deze stoffen zoals gespecificeerd in de bijlage bij de onderhavige verordening.

(9)

Om een betere controle mogelijk te maken, moeten bepaalde voorwaarden worden vastgesteld. Het is met name van belang dat er een aanbevolen gehalte op het etiket van het toevoegingsmiddel wordt vermeld. Indien dat gehalte wordt overschreden, moet bepaalde informatie op het etiket van de voormengsels worden vermeld.

(10)

Het feit dat er geen vergunning is verleend om de toevoegingsmiddelen als aromatische stoffen in drinkwater te gebruiken, sluit het gebruik ervan in mengvoeders die via water worden toegediend, niet uit.

(11)

Aangezien er geen veiligheidsredenen zijn die de onmiddellijke toepassing van de wijzigingen van de vergunningsvoorwaarden voor de betrokken stoffen vereisen, moet een overgangsperiode worden vastgesteld om de belanghebbende partijen in staat te stellen zich voor te bereiden om aan de nieuwe eisen van de vergunning te voldoen.

(12)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Vergunningverlening

Voor de in de bijlage beschreven stoffen, die behoren tot de categorie “sensoriële toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “aromatische stoffen”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddelen voor diervoeding verleend.

Artikel 2

Overgangsmaatregelen

1.   De in de bijlage gespecificeerde stoffen en de voormengsels die deze stoffen bevatten en die vóór 12 maart 2023 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 12 september 2022 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput.

2.   De mengvoeders en voedermiddelen die de in de bijlage gespecificeerde stoffen bevatten, en die vóór 12 september 2023 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 12 september 2022 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput, wanneer zij bestemd zijn voor voedselproducerende dieren.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 augustus 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.

(2)  Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de veevoeding (PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1).

(3)  EFSA Journal 2021;19(11):6891.


BIJLAGE

Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

mg toevoegingsmiddel/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: sensoriële toevoegingsmiddelen. Functionele groep: aromatische stoffen.

2b143-eo

Geperste etherische sinaasappelolie

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Geperste etherische sinaasappelolie uit de schil van Citrus sinensis (L.) Osbeck (1).

Vloeibare vorm

Karakterisering van de werkzame stof

Geperste etherische olie, verkregen door koude persing van de schil van Citrus sinensis (L.) Osbeck zoals gedefinieerd door de Raad van Europa (2).

In de vluchtige fractie:

 

d-limoneen: 93-97 %

 

myrceen: 1,5-3,5 %

 

sabineen: 0,1-1,0 %

 

α-pineen: 0,4-0,8 %

 

linalool: 0,1-0,7 %

 

decanal: 0,1-0,7 %

 

octanal: 0,1-0,6 %

 

perillaldehyde: < 0,05 %

 

CAS-nummer: 8028-48-6

 

Einecs-nummer: 232-433-8

 

FEMA-nummer: 2825

 

RvE-nummer: 143

Analysemethode  (3)

Voor de bepaling van d-imoneen (fytochemische marker) in het toevoegingsmiddel voor diervoeding:

gaschromatografie in combinatie met vlamionisatiedetectie (GC-FID) (op basis van ISO 3140).

Mestkippen en andere minder gangbare pluimveesoorten voor mestdoeleinden

Legkippen en andere minder gangbare pluimveesoorten voor leg- en fokdoeleinden

Mestkalkoenen

80

1.

Het toevoegingsmiddel moet als voormengsel in het diervoeder worden verwerkt.

2.

In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslagomstandigheden en de stabiliteit bij warmtebehandeling worden vermeld.

3.

Vermenging met andere botanische toevoegingsmiddelen is toegestaan, mits de hoeveelheden perillaldehyde die door dergelijke mengsels aan voedermiddelen worden toegevoegd, kleiner zijn dan de hoeveelheid die het gevolg is van het gebruik van één toevoegingsmiddel met het maximumgehalte of het aanbevolen gehalte voor de diersoort of -categorie.

4.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met mogelijke risico’s bij inademing, contact met de huid of contact met de ogen om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder beschermingsmiddelen voor de luchtwegen, de ogen en de huid.

12.9.2032

Alle Suidae voor mestdoeleinden

172

Biggen van alle Suidae-soorten

144

Zeugen

200

Herkauwers

130

Paarden

230

Konijnen

Vis, met uitzondering van siervissen

50

Andere soorten

50


Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Naam van de vergunninghouder

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

mg toevoegingsmiddel/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: sensoriële toevoegingsmiddelen. Functionele groep: aromatische stoffen.

2b143-di

Gedistilleerde etherische sinaasappelolie

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Destillaat (vluchtige fractie) van etherische sinaasappelolie, verkregen uit de schil van Citrus sinensis (L.) Osbeck.

Vloeibare vorm

Karakterisering van de werkzame stof

Vluchtige fractie die wordt verkregen uit de distillatie van etherische sinaasappelolie, geperst (koud geperst), die wordt verkregen uit de schil van Citrus sinensis (L.) Osbeck zoals gedefinieerd door de Raad van Europa (4).

 

d-limoneen: 93-97,5 %

 

myrceen: 1,5-3,5 %

 

sabineen: 0,2-1,0 %

 

α-pineen: 0,3-0,8 %

 

linalool: 0,05-0,5 %

 

octanal: 0,05-0,4 %

 

perillaldehyde: < 0,005 %

 

CAS-nummer: 8028-48-6

 

RvE-nummer: 143

Analysemethode  (5)

Voor de bepaling van d-limoneen (fytochemische marker) in het toevoegingsmiddel voor diervoeding:

gaschromatografie in combinatie met vlamionisatiedetectie (GC-FID) (op basis van ISO 3140).

Mestkippen en andere minder gangbare pluimveesoorten voor mestdoeleinden

Legkippen en andere minder gangbare pluimveesoorten voor leg- en fokdoeleinden

Mestkalkoenen

80

1.

Het toevoegingsmiddel moet als voormengsel in het diervoeder worden verwerkt.

2.

In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslagomstandigheden en de stabiliteit bij warmtebehandeling worden vermeld.

3.

Vermenging met andere botanische toevoegingsmiddelen is toegestaan, mits de hoeveelheden perillaldehyde die door dergelijke mengsels aan voedermiddelen worden toegevoegd, kleiner zijn dan de hoeveelheid die het gevolg is van het gebruik van één toevoegingsmiddel met het maximumgehalte of het aanbevolen gehalte voor de diersoort of -categorie.

4.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met mogelijke risico’s bij inademing, contact met de huid of contact met de ogen om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder beschermingsmiddelen voor de luchtwegen, de ogen en de huid.

12.9.2032

Suidae

200

Herkauwers

130

Paarden

225

Konijnen

Vis, met uitzondering van siervissen

80

Andere soorten

80


Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Naam van de vergunninghouder

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

mg toevoegingsmiddel/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: sensoriële toevoegingsmiddelen. Functionele groep: aromatische stoffen.

2b143-f

Gefractioneerde, geconcentreerde sinaasappelolie

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Gefractioneerde, geconcentreerde sinaasappelolie uit de schil van Citrus sinensis (L.) Osbeck.

Vloeibare vorm

Karakterisering van de werkzame stof

Gefractioneerde, geconcentreerde olie die wordt geproduceerd door de gefractioneerde distillatie van een geperste etherische sinaasappelolie die is verkregen uit de schil van Citrus sinensis (L.) Osbeck zoals gedefinieerd door de Raad van Europa (6).

 

Niet-vluchtige fractie: 10,5 %

 

In de vluchtige fractie:

 

d-limoneen: 89-96 %

 

decanal: 0,5-2 %

 

linalool: 0,7-1,7 %

 

myrceen: 0,1-1,0 %

 

geranial: 0,1-1,0 %

 

perillaldehyde: < 0,3 %

 

CAS-nummer: 8028-48-6

 

FEMA-nummer: 2822

Analysemethode  (7)

Voor de bepaling van d-limoneen (fytochemische marker) in het toevoegingsmiddel voor diervoeding:

gaschromatografie in combinatie met vlamionisatiedetectie (GC-FID) (op basis van ISO 3140).

Mestkippen en andere minder gangbare pluimveesoorten voor mestdoeleinden

15,5

1.

Het toevoegingsmiddel moet als voormengsel in het diervoeder worden verwerkt.

2.

In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslagomstandigheden en de stabiliteit bij warmtebehandeling worden vermeld.

3.

Vermenging met andere botanische toevoegingsmiddelen is toegestaan, mits de hoeveelheden perillaldehyde die door dergelijke mengsels aan voedermiddelen worden toegevoegd, kleiner zijn dan de hoeveelheid die het gevolg is van het gebruik van één toevoegingsmiddel met het maximumgehalte of het aanbevolen gehalte voor de diersoort of -categorie.

4.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met mogelijke risico’s bij inademing, contact met de huid of contact met de ogen om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder beschermingsmiddelen voor de luchtwegen, de ogen en de huid.

12.9.2032

Legkippen en andere minder gangbare pluimveesoorten voor leg- en fokdoeleinden

23,5

Mestkalkoenen

21

Alle Suidae voor mestdoeleinden

34

Biggen van alle Suidae-soorten

28,5

Zeugen

41,5

Kalveren (melkvervanger)

66,5

Herkauwers voor mestdoeleinden

62,5

Melkgevende herkauwers

40,5

Paarden

62,5

Konijnen

25

Vis, met uitzondering van siervissen

70

Andere soorten

15,5


Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Naam van de vergunninghouder

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

mg toevoegingsmiddel/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: sensoriële toevoegingsmiddelen. Functionele groep: aromatische stoffen.

2b143-f-i

Gefractioneerde, geconcentreerde sinaasappelolie

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Gefractioneerde, geconcentreerde sinaasappelolie uit de schil van Citrus sinensis (L.) Osbeck.

Vloeibare vorm

Karakterisering van de werkzame stof

Gefractioneerde, geconcentreerde olie die wordt geproduceerd door de gefractioneerde distillatie van een geperste etherische sinaasappelolie die is verkregen uit de schil van Citrus sinensis (L.) Osbeck zoals gedefinieerd door de Raad van Europa (8).

Niet-vluchtige fractie: 20,9 %

In de vluchtige fractie:

 

d-limoneen: 79-89 %

 

decanal: 3,0-5,0 %

 

linalool: 2,0-5,0 %

 

myrceen: 0,1-1,0 %

 

geranial: 0,5-1,8 %

 

perillaldehyde: < 0,6 %

 

CAS-nummer: 8028-48-6

 

FEMA-nummer: 2822

Analysemethode  (9)

Voor de bepaling van d-limoneen (fytochemische marker) in het toevoegingsmiddel voor diervoeding:

gaschromatografie in combinatie met vlamionisatiedetectie (GC-FID) (op basis van ISO 3140).

Mestkippen en andere minder gangbare pluimveesoorten voor mestdoeleinden

5,5

1.

Het toevoegingsmiddel moet als voormengsel in het diervoeder worden verwerkt.

2.

In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslagomstandigheden en de stabiliteit bij warmtebehandeling worden vermeld.

3.

Vermenging met andere botanische toevoegingsmiddelen is toegestaan, mits de hoeveelheden perillaldehyde die door dergelijke mengsels aan voedermiddelen worden toegevoegd, kleiner zijn dan de hoeveelheid die het gevolg is van het gebruik van één toevoegingsmiddel met het maximumgehalte of het aanbevolen gehalte voor de diersoort of -categorie.

4.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met mogelijke risico’s bij inademing, contact met de huid of contact met de ogen om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder beschermingsmiddelen voor de luchtwegen, de ogen en de huid.

12.9.2032

Legkippen en andere minder gangbare pluimveesoorten voor leg- en fokdoeleinden

8

Mestkalkoenen

7

Alle Suidae voor mestdoeleinden

11,5

Biggen van alle Suidae-soorten

9,5

Zeugen

14

Kalveren (melkvervanger)

23

Herkauwers voor mestdoeleinden

21,5

Melkgevende herkauwers

14

Paarden

21,5

Konijnen

8,5

Vis, met uitzondering van siervissen

24,5

Andere soorten

5,5


Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

mg toevoegingsmiddel/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: sensoriële toevoegingsmiddelen. Functionele groep: aromatische stoffen.

2b143-f-ii

Gefractioneerde, geconcentreerde sinaasappelolie

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Gefractioneerde, geconcentreerde sinaasappelolie uit de schil van Citrus sinensis (L.) Osbeck.

Vloeibare vorm

Karakterisering van de werkzame stof

Gefractioneerde, geconcentreerde olie die wordt geproduceerd door de gefractioneerde distillatie van een geperste etherische sinaasappelolie die is verkregen uit de schil van Citrus sinensis (L.) Osbeck zoals gedefinieerd door de Raad van Europa (10).

Niet-vluchtige fractie: 18 %

In de vluchtige fractie:

 

d-limoneen: 85-95 %

 

linalool: 0,5-4 %

 

CAS-nummer: 8028-48-6

 

FEMA-nummer: 2822

Analysemethode  (11)

Voor de bepaling van d-limoneen (fytochemische marker) in het toevoegingsmiddel voor diervoeding:

gaschromatografie in combinatie met vlamionisatiedetectie (GC-FID) (op basis van ISO 3140).

Alle diersoorten

1.

Het toevoegingsmiddel moet als voormengsel in het diervoeder worden verwerkt.

2.

In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslagomstandigheden en de stabiliteit bij warmtebehandeling worden vermeld.

3.

Op het etiket van het toevoegingsmiddel moet het volgende worden vermeld:

“Aanbevolen maximumgehalte van de werkzame stof/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %:

mestkippen en andere minder gangbare pluimveesoorten voor mestdoeleinden, legkippen en andere minder gangbare pluimveesoorten voor leg- en fokdoeleinden, mestkalkoenen, Suidae: 50 mg;

kalveren (melkvervanger): 70 mg;

herkauwers met uitzondering van schapen en geiten: 60 mg;

schapen en geiten: 70 mg;

vis, siervissen: 2 mg;

andere landdieren: 50 mg”.

4.

De functionele groep, het identificatienummer, de naam en de toegevoegde hoeveelheid van de werkzame stof moeten worden vermeld op het etiket van het voormengsel indien de op het etiket van het voormengsel vermelde gebruiksconcentraties zouden leiden tot een overschrijding van de in punt 3 vermelde concentratie.

5.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om met mogelijke risico’s bij inademing, contact met de huid of contact met de ogen om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder beschermingsmiddelen voor de luchtwegen, de ogen en de huid.

12.9.2032


(1)  Synoniemen: Citrus sinensis (L.) Pers., Citrus aurantium (L.) Dulcis.

(2)  Natural sources of flavourings — Verslag nr. 2 (2007).

(3)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en

(4)  Natural sources of flavourings — Verslag nr. 2 (2007).

(5)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en

(6)  Natural sources of flavourings — Verslag nr. 2 (2007).

(7)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en

(8)  Natural sources of flavourings — Verslag nr. 2 (2007).

(9)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en

(10)  Natural sources of flavourings — Verslag nr. 2 (2007).

(11)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en


HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN

23.8.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 218/40


AANBEVELING Nr. 1/2022 VAN DE ASSOCIATIERAAD EU-GEORGIË

van 16 augustus 2022

inzake de associatieagenda EU-Georgië 2021-2027 [2022/1422]

DE ASSOCIATIERAAD EU-GEORGIË,

Gezien de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds (1) (de “overeenkomst”) werd op 27 juni 2014 ondertekend en trad op 1 juli 2016 in werking.

(2)

Op grond van artikel 406, lid 1, van de overeenkomst heeft de Associatieraad de bevoegdheid aanbevelingen vast te stellen om de doelstellingen van de overeenkomst te bereiken.

(3)

Op grond van artikel 420, lid 1, van de overeenkomst treffen de partijen alle algemene of bijzondere maatregelen die nodig zijn om aan hun verplichtingen krachtens de overeenkomst te voldoen en verzekeren zij dat de in de overeenkomst beschreven doelstellingen worden bereikt.

(4)

Op grond van artikel 11 van het reglement van orde kan de Associatieraad besluiten vaststellen en aanbevelingen doen via schriftelijke procedure, als beide partijen daarmee instemmen.

(5)

De Unie en Georgië hebben afgesproken hun partnerschap te bestendigen door een aantal prioriteiten overeen te komen voor de periode 2021-2027 (de “associatieagenda EU-Georgië 2021-2027”) voor de gezamenlijke werkzaamheden ter verwezenlijking van de doelstellingen van politieke associatie en economische integratie, zoals vastgelegd in de overeenkomst.

(6)

De partijen bij de overeenkomst hebben overeenstemming bereikt over de tekst van de associatieagenda EU-Georgië 2021-2027, die zal bijdragen tot de uitvoering van de overeenkomst en de nadruk legt op de samenwerking inzake gedeelde belangen die in overleg zijn geïdentificeerd,

HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:

Artikel 1

De Associatieraad beveelt aan dat de partijen de in de bijlage opgenomen associatieagenda EU-Georgië 2021-2027 uitvoeren.

Artikel 2

De in de bijlage opgenomen associatieagenda EU-Georgië 2021-2027 vervangt de associatieagenda EU-Georgië die werd vastgesteld op 20 november 2017.

Artikel 3

Deze aanbeveling wordt van kracht op de dag waarop zij wordt vastgesteld.

Gedaan te Tbilisi, 16 augustus 2022.

Voor de Associatieraad

De voorzitter

Irakli GARIBASHVILI


(1)  PB L 261 van 30.8.2014, blz. 4.


BIJLAGE

ASSOCIATIEAGENDA TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN GEORGIË (2021-2027)

Inhoudsopgave

Inleiding

1.

Beginselen, instrumenten en middelen voor de uitvoering van de associatieagenda

2.

Prioriteiten van de associatieagenda

A.

Kernprioriteiten

1.

Op het gebied van veerkrachtige, duurzame en geïntegreerde economieën

2.

Op het gebied van verantwoordingsplichtige instellingen, de rechtsstaat en veiligheid

3.

Op het gebied van milieu- en klimaatbestendigheid

4.

Op het gebied van een veerkrachtige digitale transformatie

5.

Op het gebied van veerkrachtige, eerlijke en inclusieve samenlevingen

6.

Op het gebied van buitenlands en veiligheidsbeleid

B.

Prioriteiten voor de korte en middellange termijn van de associatieagenda

1.

Democratie, mensenrechten en goed bestuur

2.

Buitenlands en veiligheidsbeleid

3.

Justitie, vrijheid en veiligheid

4.

Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden

5.

Economische en sectorale samenwerking

6.

Connectiviteit, energie, milieu, klimaatactie en civiele bescherming

7.

Mobiliteit en interpersoonlijke contacten

INLEIDING

Op 27 juni 2014 hebben de Europese Unie, haar lidstaten en Georgië (hierna “de partijen” genoemd) een ambitieuze en innovatieve associatieovereenkomst ondertekend, met inbegrip van een diepe en brede vrijhandelsruimte (DCFTA, Deep and Comprehensive Free Trade Area). De overeenkomst bevat bindende, op regels gebaseerde bepalingen en voorziet in een nauwere samenwerking. De DCFTA wordt sinds 1 september 2014 voorlopig toegepast. Na voltooiing van het ratificatieproces werd de associatieovereenkomst op 1 juli 2016 volledig van toepassing.

De vervolgens tussen de EU en Georgië overeengekomen associatieagenda's zijn bedoeld ter voorbereiding op en vergemakkelijking van de uitvoering van de associatieovereenkomst. De prioriteiten van de associatieagenda dienen ter aanvulling van de verplichtingen van de EU en Georgië om de bepalingen van de associatieovereenkomst en de DCFTA volledig uit te voeren. Het beperkte aantal prioriteiten van de associatieagenda doet niet af aan de omvang of de opdracht van de bestaande dialoog in het kader van andere relevante overeenkomsten of in het kader van het multilaterale traject van het Oostelijk Partnerschap. De associatieagenda loopt bovendien niet vooruit op de uitvoering van de verbintenissen die in het kader van de associatieovereenkomst/DCFTA zijn aangegaan sinds de inwerkingtreding ervan, en steunt het beginsel van een dynamische aanpassing.

Het visumvrije reizen naar de Schengenlanden voor Georgische burgers met een biometrisch paspoort, wat op 28 maart 2017 mogelijk werd, heeft bovendien geleid tot een aanzienlijke verbetering van de mobiliteit en interpersoonlijke contacten tussen de twee kanten, in een veilige en goed beheerde omgeving. Deze bijgewerkte associatieagenda is er derhalve ook op gericht te waarborgen dat ononderbroken wordt voldaan aan de voorwaarden voor het visumvrije reizen, in lijn met de verbintenissen die zijn aangegaan in het kader van het visumliberaliseringsproces en de aanbevelingen in de regelmatige verslagen van de Commissie in het kader van het visumopschortingsmechanisme. De omgang met aan migratie gerelateerde kwesties, waaronder op het gebied van irreguliere migratie, ongegronde asielverzoeken van Georgische burgers en uitdagingen op het gebied van de openbare orde en veiligheid, blijft een belangrijke prioriteit voor de samenwerking EU-Georgië in de context van de visumliberalisering. De vergemakkelijking van wegen voor legale migratie zou verder kunnen worden onderzocht.

Met dit document wordt de associatieagenda 2017-2020 bijgewerkt en geheroriënteerd en worden nieuwe prioriteiten vastgesteld voor gezamenlijke werkzaamheden met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen van politieke associatie en economische integratie, zoals vastgelegd in de associatieovereenkomst voor de periode 2021-2027. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen prioriteiten op de korte termijn (die moeten zijn verwezenlijkt of waarmee aanzienlijke vooruitgang moet zijn geboekt binnen drie tot vier jaar) en prioriteiten op middellange termijn (die moeten zijn verwezenlijkt of waarmee aanzienlijke vooruitgang moet zijn geboekt binnen zeven jaar). De Associatieraad houdt toezicht op de toepassing en uitvoering van de associatieovereenkomst en evalueert de werking van deze overeenkomst periodiek in het licht van de doelstellingen ervan, met ondersteuning van het Associatiecomité en de subcomités die krachtens de associatieovereenkomst zijn opgericht.

Deze associatieagenda is van toepassing vanaf het moment van de vaststelling ervan tot eind 2027. De associatieagenda kan op elk moment worden gewijzigd of geactualiseerd met instemming van de Associatieraad EU-Georgië.

1.   BEGINSELEN, INSTRUMENTEN EN MIDDELEN VOOR DE UITVOERING VAN DE ASSOCIATIEAGENDA

De volgende algemene beginselen zullen bij de uitvoering van deze associatieagenda als richtsnoer blijven dienen:

de in het kader van de associatieagenda genomen maatregelen moeten worden uitgevoerd met volledige inachtneming van de associatieovereenkomst/DCFTA, met inbegrip van de preambule;

de associatieagenda moet worden uitgevoerd met volledige inachtneming van de beginselen van transparantie, verantwoordingsplicht en inclusiviteit;

de associatieagenda vereist de inzet van beide zijden en een dialoog over de hervormingen die verband houden met de associatie;

de associatieagenda heeft tot doel tastbare en duidelijk afgebakende resultaten te behalen via de geleidelijke uitvoering van praktische maatregelen;

de partijen erkennen het belang van ondersteuning van de overeengekomen prioriteiten door passende en toereikende politieke, technische en financiële middelen ter beschikking te stellen;

de uitvoering van de associatieagenda is onderworpen aan monitoring, een jaarlijkse rapportage, met inbegrip van de algemene vooruitgang, en evaluatie. De vooruitgang wordt geëvalueerd, inclusief die welke is geboekt in het kader van de institutionele structuren zoals uiteengezet in de associatieovereenkomst. Het maatschappelijk middenveld wordt ook aangemoedigd om zijn toezichtsactiviteiten toe te spitsen op de associatieagenda;

de Europese Unie ondersteunt Georgië bij de verwezenlijking van de in de associatieagenda opgenomen doelstellingen en prioriteiten. Hiertoe zal de EU gebruikmaken van alle beschikbare bronnen van EU-bijstand. Daarnaast zal de EU een beroep doen op deskundigheid en advies, beste praktijken en knowhow, de uitwisseling van informatie, de ondersteuning van capaciteitsopbouw, institutionele versterking en de ontwikkeling van nieuwe bijstandsinstrumenten. De Europese Unie benadrukt dat de EU-bijstand gebonden is aan gezamenlijk overeengekomen voorwaarden met betrekking tot de vooruitgang met de hervormingen. De EU zal ook samenwerken met andere partners om de coördinatie van de steun van andere partners van Georgië te waarborgen en de gecoördineerde aanpak van de steun van Team Europa versterken, waarbij middelen van de EU, haar lidstaten en financiële instellingen worden gecombineerd. Voorts zal een beroep kunnen worden gedaan op de relevante financiële instrumenten van de EU om de uitvoering van de associatieagenda te ondersteunen. De associatieagenda is evenwel geen document voor financiële programmering, en evenmin een vervanging van de programmerings- of formuleringsexercities die door de partijen worden ondernomen.

Aangezien de associatieagenda een primair instrument voor de uitvoering van de associatieovereenkomst/DCFTA is, weerspiegelen de in de associatieagenda gedefinieerde prioriteiten ook de beleidsdoelstellingen op de lange termijn die zijn uiteengezet in de gezamenlijke mededeling over “het beleid inzake het Oostelijk Partnerschap na 2020: de weerbaarheid versterken — een Oostelijk Partnerschap dat iedereen ten goede komt” (1) en de gezamenlijke verklaring van de top van het Oostelijk Partnerschap (2), die de basis zullen vormen voor de prioriteiten van het Oostelijk Partnerschap na 2020. Deze prioriteiten zullen ten grondslag liggen aan de EU-bijstand aan Georgië, zoals uiteengezet in het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking en de bijbehorende programmeringsdocumenten na 2020. De EU kan ook steun verlenen uit andere instrumenten van de EU. Elke vorm van steun wordt verleend met volledige inachtneming van de uitvoeringsvoorschriften en procedures voor externe steunverlening van de EU. De steun van de EU zal een afspiegeling zijn van haar op conditionaliteit en stimulansen gebaseerde aanpak en afhankelijk zijn van de uitvoering van afgesproken hervormingen.

2.   PRIORITEITEN VAN DE ASSOCIATIEAGENDA

De EU en Georgië overwegen de associatieovereenkomst en de associatieagenda als kernprioriteit uit te voeren ter consolidering en bevordering van gedeelde waarden en beginselen, zoals overeengekomen door de EU en Georgië. Bij de associatieovereenkomst is voorzien in versnelde politieke associatie en economische integratie met de Europese Unie.

Sinds de ondertekening van de associatieovereenkomst heeft Georgië stappen genomen en aanzienlijke hervormingen doorgevoerd met het oog op de doeltreffende uitvoering ervan. Beide partijen erkennen de door Georgië geboekte vooruitgang op weg naar een diepere politieke associatie en economische integratie met de EU, alsook de uitdagingen op gebieden als gemeenschappelijke fundamentele waarden, de rechtsstaat en de hervorming van justitie, en herhalen dat nog steeds verdere stappen nodig zijn om aanzienlijke en duurzame vooruitgang te boeken om burgers in staat te stellen ten volle te profiteren van de Associatieovereenkomst EU-Georgië.

De bevordering van de agenda van Georgië voor democratie en rechtsstatelijkheid door middel van ambitieuze hervormingen op het gebied van de politiek, het gerechtelijk apparaat en corruptiebestrijding in het kader van een breed en inclusief proces is van essentieel belang voor de samenwerking tussen de EU en Georgië tijdens de looptijd van deze associatieagenda.

De effectieve uitvoering van de associatieovereenkomst en de daarbij behorende diepe en brede vrijhandelsruimte, in samenhang met het bredere proces van aanpassing van de regelgeving en de daarmee verband houdende noodzakelijke hervormingen, schept mede de voorwaarden voor nauwere economische en handelsbetrekkingen met de EU, hetgeen leidt tot verdere geleidelijke economische integratie van Georgië in de interne markt van de Europese Unie, zoals beoogd in de associatieovereenkomst.

De EU spreekt eens te meer haar krachtige steun uit voor de soevereiniteit en de territoriale integriteit van Georgië binnen zijn internationaal erkende grenzen, met inbegrip van haar beleid van niet-erkenning en betrokkenheid bij Georgië, evenals haar krachtige inzet voor vrede, stabiliteit en conflictoplossing in Georgië. De EU erkent daarnaast de belangrijke bijdrage van Georgië aan het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid van de EU, onder meer door middel van de deelname aan door de EU geleide crisisbeheersingsoperaties. De EU is bereid haar samenwerking met Georgië op het gebied van veiligheidskwesties voort te zetten met het oog op de uitvoering van haar strategische prioriteiten in de nabuurschap.

De samenwerking tussen de EU en Georgië, ook binnen het Oostelijk Partnerschap, is ook gericht op het ondersteunen van de verwezenlijking van veel mondiale beleidsdoelstellingen, waaronder de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering en de uitvoering van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling en de 17 duurzameontwikkelingsdoelstellingen ervan waartoe beide partijen zich hebben verbonden. De samenwerking zal de internationale, op regels gebaseerde orde versterken en bijdragen tot de opbouw van een sterker Europa in de wereld.

In dit verband dienen de volgende hervormingsmaatregelen als prioriteit te worden doorgevoerd.

A.   Kernprioriteiten

1.    Op het gebied van veerkrachtige, duurzame en geïntegreerde economieën

1.1.   Economische ontwikkeling, ondernemings- en investeringsklimaat

De partijen werken samen om de economische ontwikkeling en economische integratie tussen Georgië en de EU te bevorderen ten voordele van de Georgische burgers en hun welzijn. Dit zal leiden tot een beperking van de ongelijkheden op sociaal-economisch en onderwijsgebied en tot een verbetering van de arbeidsomstandigheden, terwijl het stapsgewijs decarboniseren en klimaatneutraal maken van de economie wordt gewaarborgd. Gezien de omstandigheden is het van cruciaal belang de sociaal-economische gevolgen van de COVID-19-pandemie aan te pakken en tegelijkertijd de veerkracht op korte en lange termijn te vergroten. Dit moet worden vertaald naar inspanningen om te waarborgen dat het herstel na COVID-19 groen is en dat de milieu- en klimaatstreefdoelen worden behaald. Het handhaven van arbeidsbescherming en het bevorderen van fatsoenlijk werk zullen ook van cruciaal belang zijn voor een duurzaam en billijk herstel.

De aandacht zal in het bijzonder uitgaan naar de verbetering van het ondernemings- en investeringsklimaat, waarbij een gelijk speelveld voor alle ondernemers wordt gecreëerd door middel van rechtsstatelijkheid, rechtszekerheid en voortdurende inspanningen voor corruptiebestrijding. Dit zal ook de verdere ontwikkeling van bemiddeling tussen ondernemingen en de handhaving van gerechtelijke uitspraken omvatten. Het zal belangrijk zijn om te zorgen voor rechtstreekse steun voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) — onder meer door middel van de uitvoering van de kmo-strategie — ondernemerschap te bevorderen (met inbegrip van ondernemerschap van vrouwen en jongeren), de toegang tot financiering te waarborgen en coöperaties in de plattelandsgebieden van Georgië te versterken. De uitvoering van de nieuwe strategie voor landbouw en plattelandsontwikkeling voor de periode 2021-2027 zal bijdragen tot de ontwikkeling van efficiënte waardeketens, de verbetering van de werkgelegenheid in plattelandsgebieden en de ondersteuning van kmo's teneinde hun concurrentievermogen in bepaalde sectoren met een hoge uitvoerwaarde te vergroten. Dit zal ook bijdragen tot de verdere internationalisering van de economie en de integratie in de waardeketens van de EU. De werkzaamheden op weg naar de toetreding tot de gemeenschappelijke betalingsruimte voor de euro zullen een belangrijk onderdeel van de agenda voor economische samenwerking zijn en bieden een belangrijke stimulans aan ondernemingen en een tastbaar voordeel voor de bevolking van Georgië. De uitvoering van het beleid voor regionale ontwikkeling moet bijdragen aan een evenwichtigere territoriale ontwikkeling, de ongelijkheden terugdringen en nieuwe centra creëren naast Tbilisi en Batumi.

Het is tegelijkertijd belangrijk om het succesvolle traject van een sterk economisch en budgettair bestuur te blijven volgen om economische en financiële stabiliteit te waarborgen en de modernisering van de financiële sector voort te zetten door middel van bijvoorbeeld hervormingen van de bankensector, de bevordering van kapitaalmarkten en de ontwikkeling van microkredieten.

Een verdere harmonisering van de regelgeving met de EU-normen zal belangrijk zijn om vooruitgang te boeken met de volledige uitvoering van de toezeggingen in het kader van de diepe en brede vrijhandelsruimte, die een voorwaarde vormt voor de economische integratie tussen Georgië en de EU. Er zal bijzondere aandacht worden besteed aan de uitvoering van technische voorschriften, markttoezicht en sanitaire en fytosanitaire maatregelen, waaronder voedselveiligheid en de afstemming op de Europese normen. De uitvoering van het strategische kader voor douanesamenwerking, de handhaving van de intellectuele-eigendomsrechten en de volledige uitvoering van de wetgeving inzake geografische aanduidingen zijn essentieel voor de uitbreiding van de handel.

De partijen erkennen het initiatief van het trio van geassocieerde partners om de samenwerking met de EU te verbeteren en nemen terdege nota van de versterkte coördinatie tussen hen met betrekking tot zaken van gemeenschappelijk belang in verband met de uitvoering van de associatieovereenkomsten en DCFTA's en met betrekking tot de samenwerking binnen het Oostelijk Partnerschap.

1.2.   De connectiviteit versterken

De partijen werken samen om de (vervoers-, energie- en digitale) connectiviteit tussen de EU en Georgië te versterken, met name via de Zwarte Zee.

Op het gebied van vervoer zullen zij wederzijds voordelige strategische projecten uitvoeren — ook binnen het Oostelijk Partnerschap — en het uitgebreide indicatieve TEN-T-netwerk stapsgewijs voltooien en multimodale vervoersoplossingen bevorderen. De partijen werken verder samen met het oog op de uitvoering van het EU-acquis voor alle vervoerswijzen (luchtvaart, weg-, zee- en spoorvervoer) met als doel de fysieke connectiviteit en de hieraan gerelateerde normen te verbeteren, evenals regelgevings- en veiligheidsaspecten (met name de verkeersveiligheid), terwijl zij ook een grotere nadruk op groene vervoersoplossingen bevorderen.

De naleving van de verplichtingen voortvloeiend uit de toetreding van Georgië tot de Energiegemeenschap wordt cruciaal, met name door middel van regelgevingshervormingen en investeringen in de energiezekerheid en -efficiëntie, de versterking en ontwikkeling van nieuwe netwerken en onderlinge verbindingen voor energie-infrastructuur en de verbetering van de transparantie en goede werking van de elektriciteits- en gasmarkten.

1.3.   Onderwijs en inzetbaarheid van jongeren, onderzoek en innovatie

De partijen werken samen om te investeren in mensen, met name jongeren, om hun inzetbaarheid te verbeteren, waarbij zij tegelijkertijd fatsoenlijke banen en een doeltreffende arbeidsbescherming waarborgen. Georgië verbetert zijn prestaties op het gebied van onderwijs en onderzoek door middel van een uitgebreide hervorming van onderwijs en onderzoek, met de nadruk op de efficiëntie en een gelijke toegang tot en kwaliteit van alle onderwijsniveaus. De Europese school van het Oostelijk Partnerschap in Georgië kan dienen als rolmodel voor hoogwaardig onderwijs in lijn met de internationale normen.

Het wordt bovendien cruciaal om te waarborgen dat het leerplan aansluit op de behoeften van de arbeidsmarkt om tekorten aan vaardigheden te beperken en vaardigheden en banen beter op elkaar af te stemmen. Een betere toegang tot de arbeidsmarkt — ook voor vrouwen en personen die in een kwetsbare situatie verkeren — zal een prioriteit zijn. Tegelijkertijd zullen het werkgelegenheidsbeleid en de diensten voor arbeidsvoorziening verder worden verbeterd.

De partijen blijven de uitvoering van beleid voor onderzoek en innovatie (O&I) ondersteunen; zij blijven ernaar streven om investeringen in sterkere ecosystemen voor onderzoek en innovatie aan te moedigen door middel van beleidshervormingen, zodat de bruto-uitgaven voor O&I toenemen, en blijven de groene en de digitale transitie bevorderen door waar relevant gebruik te maken van slimme-specialisatiestrategieën en technologieoverdracht.

2.    Op het gebied van verantwoordingsplichtige instellingen, de rechtsstaat en veiligheid

2.1.   Rechtsstaat, hervorming van justitie en de aanpak van corruptie

De partijen werken samen om de beginselen van de rechtsstaat te verdedigen, met bijzondere aandacht voor de justitiële sector en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. De volledige uitvoering van de derde en vierde golf van justitiële hervormingen is van cruciaal belang om de onafhankelijkheid en verantwoordingsplicht van de rechterlijke macht te versterken, onder meer door de institutionele opzet en praktijken van de Hoge Raad van Justitie en andere belangrijke justitiële instellingen te versterken en de transparantie en selectie- en promotieprocessen op basis van verdiensten te verbeteren in lijn met de aanbevelingen van de Commissie van Venetië en het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE).

Georgië voert verdere justitiële hervormingen door, onder meer als prioriteit van de Hoge Raad van Justitie, en keurt een ambitieuze strategie voor justitiële hervormingen voor de periode na 2021 goed aan de hand van een breed inclusief en partijoverschrijdend hervormingsproces, met inbegrip van een beoordeling van de doeltreffendheid van de derde en vierde golf van justitiële hervormingen. Georgië blijft prioritair inspanningen leveren om de wet op de gewone rechtbanken in overeenstemming te brengen met de desbetreffende aanbevelingen van de Commissie van Venetië (3) en past de herziene wet volledig toe op alle toekomstige benoemingen.

Daarnaast moeten hoogwaardige motiveringen worden gepubliceerd voor rechterlijke benoemingen en moet de wetgeving inzake de bekendmaking van rechterlijke beslissingen worden aangenomen.

Georgië evalueert het benoemingsproces voor de procureur-generaal om de onafhankelijkheid van het bureau/de functie van de procureur te versterken. Hiertoe wordt een stemming met gekwalificeerde meerderheid in het parlement ingevoerd, de belangrijkste aanbeveling van de Commissie van Venetië in dit opzicht. Dit zal een doeltreffend mechanisme tegen patstellingen omvatten dat breed wordt gesteund door de partijen en in lijn is met het advies van de Commissie van Venetië. Er zullen aanvullende waarborgen worden ingevoerd om ervoor te zorgen dat het selectie- en benoemingsproces transparant is en gebaseerd is op criteria van integriteit, onafhankelijkheid, onpartijdigheid en vaardigheid.

De verantwoording van en het democratische toezicht op rechtshandhavingsinstanties moeten verder worden versterkt.

Georgië blijft streven naar ambitieuze vooruitgang in de strijd tegen corruptie en economische misdaad, met inbegrip van alle vormen van corruptie, en versterkt de mechanismen voor corruptiepreventie, ook op het gebied van overheidsopdrachten.

3.    Op het gebied van milieu- en klimaatbestendigheid

3.1.   Milieu en klimaatactie

De partijen streven samen naar het verwezenlijken van een veerkrachtig milieu en klimaat door — ook in het kader van de herstelinspanningen na COVID-19 — een moderne, hulpbronnenefficiënte, schone en circulaire economie te bevorderen, leidend tot de vergroening van de economie en een duurzamer gebruik van natuurlijke hulpbronnen in lijn met de Europese Green Deal. Dit zal onder andere worden bereikt door de administratieve hervormingen voort te zetten en de administratieve capaciteit op te bouwen om de hoofdstukken inzake milieu en klimaatactie van de associatieovereenkomst uit te voeren. Bovendien wordt de dialoog tussen de EU en Georgië over milieu en klimaat bevorderd in het kader van bestaande structuren van de associatieovereenkomst. In dit opzicht zal nauw overleg worden gepleegd met het maatschappelijk middenveld.

De doelstellingen inzake emissiereductie en klimaatveerkracht in lijn met de Overeenkomst van Parijs worden opgenomen in het algemene economische en vervoersbeleid om de impact van de klimaatverandering te beperken en het leven van de burgers te verbeteren. In deze context dient Georgië een ontwikkelingsstrategie voor de lange termijn voor lage broeikasgasemissies in bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering en werkt het zijn nationaal bepaalde bijdrage bij in lijn met de Overeenkomst van Parijs.

Er wordt een grotere nadruk gelegd op het mogelijk maken en bevorderen van een duurzame landbouw en visserij, onder meer in het kader voor de blauwe economie van de gemeenschappelijke maritieme agenda voor de Zwarte Zee (4), en op het behoud van de biodiversiteit en ecosystemen, ook in het Zwarte Zeegebied.

Het milieubeheer wordt versterkt via de uitvoering van wetgeving inzake milieueffectbeoordelingen en strategische milieubeoordelingen, de goedkeuring en uitvoering van de nieuwe wetgeving inzake milieuaansprakelijkheid en het waarborgen van de toegang van het publiek tot milieu-informatie en de publieke deelname aan de besluitvorming. Het verbeteren van de lucht- en waterkwaliteit en een beter afvalbeheer in lijn met de Europese normen zullen niet alleen bijdragen tot de verbetering van het milieu, maar ook een aanzienlijke impact hebben op de volksgezondheid. Tegen deze achtergrond wordt de samenwerking op het gebied van volksgezondheid tussen de partijen versterkt.

3.2.   Volksgezondheid

De partijen werken samen om de verlening van betaalbare medische zorg mogelijk te maken en de toegang voor mensen in de gehele samenleving te bevorderen, onder meer door de dekking van het programma algemene gezondheidszorg te verbeteren en aan de hand van e-gezondheid. Preventie op gezondheidsgebied en tabaksontmoediging zullen centraal staan. Gezondheidszorginstellingen en hun verantwoording worden versterkt, door middel van de vaststelling van kwaliteitsindicatoren, inkoop op basis van waarde en andere processen voor kwaliteitsbeheer. Het zal essentieel zijn om overdraagbare en niet-overdraagbare ziekten op doeltreffende wijze aan te pakken en om het gezondheidszorgstelsel in het algemeen beter bestand te maken tegen externe schokken zoals pandemieën.

4.    Op het gebied van een veerkrachtige digitale transformatie

4.1.   Ontwikkeling van digitale infrastructuur

De partijen werken samen om mogelijkheden te bieden voor groei en de duurzame ontwikkeling van Georgië door de uitrol van digitale infrastructuur verder te bevorderen en de digitale transformatie te ondersteunen op basis van de uitvoering van de nationale strategie voor de ontwikkeling van breedband en in lijn met de EU-wetgeving en beste praktijken, met name in verband met de beveiliging van digitale infrastructuur. De COVID-19-pandemie heeft de digitale kloof in samenlevingen aan het licht gebracht en duidelijk gemaakt dat de digitale transformatie dringend moet worden ondersteund. Oplossingen voor e-gezondheid, afstandsonderwijs, telegeneeskunde, het opsporen van virussen en het voorkomen van desinformatie zullen niet alleen helpen tijdens de pandemie, maar zullen de veerkracht en ontwikkeling van alle partners van de EU de komende jaren ondersteunen. Het zal essentieel zijn om de digitale economie en innovatie te stimuleren door middel van passend beleid, dat niet alleen de IT-sector, maar ook de creatieve sectoren zal bevorderen en verder zal diversifiëren en hun concurrentiepositie zal versterken, de groei en het voortbestaan van startende ondernemingen zal stimuleren en waardeketens zal digitaliseren.

4.2.   E-overheids- en digitale diensten

Tegelijkertijd moeten e-overheids- en digitale diensten verder worden ontwikkeld om de efficiëntie, transparantie en verantwoordingsplicht van het overheidsapparaat te verbeteren. Dit moet hand in hand gaan met de ontwikkeling van digitale vaardigheden en e-geletterdheid onder de bredere bevolking. Daartoe moeten mensen overal in Georgië betaalbare toegang tot internet en andere elektronischecommunicatiediensten hebben. De partijen werken samen om de administratieve capaciteit en de onafhankelijkheid van de nationale regelgevende instantie voor elektronische communicatie van Georgië verder te verbeteren, een essentiële voorwaarde voor de goede werking van de desbetreffende markt. De EU ondersteunt bovendien de uitvoering van roaming- en spectrumovereenkomsten tussen Georgië en de andere oostelijke partnerlanden en, waar passend, met de EU.

4.3.   Cyberveerkracht

De partijen werken samen om de cyberveerkracht te verbeteren en te zorgen voor robuuste wettelijke, beleids- en operationele kaders voor cyberbeveiliging op basis van de EU-wetgeving en beste praktijken, met inbegrip van het kader voor cyberbeveiligingscertificering van de EU. Binnen dit kader blijven de partijen werken aan de verdere afstemming van de Georgische wetgeving op de richtlijn netwerk- en informatiebeveiliging.

De partijen werken samen aan de goedkeuring door Georgië van wettelijke kaders voor elektronische-identificatiestelsels en elektronische vertrouwensdiensten, in lijn met de EU-wetgeving en beste praktijken, met het oog op een mogelijke overeenkomst inzake wederzijdse erkenning voor vertrouwensdiensten.

5.    Op het gebied van veerkrachtige, eerlijke en inclusieve samenlevingen

5.1.   Mainstreaming van mensenrechten en empowerment van het maatschappelijk middenveld en jongeren

Beide partijen zetten zich in voor goed bestuur, mensenrechten, de rechtsstaat, non-discriminatie en fatsoenlijk werk, alsook voor fundamentele waarden en humanitaire beginselen bij de respons op de COVID-19-pandemie en het herstel ervan.

Georgië waarborgt de vrijheid, de onafhankelijkheid en het pluralisme van de media, waarbij het de EU- en internationale normen eerbiedigt en zorgt voor een vrije, professionele, pluralistische, onafhankelijke en gezonde mediaomgeving. De partijen werken ook aan betere samenwerking op het gebied van strategische communicatie, met inbegrip van de strijd tegen desinformatie, en aan de bevordering van mediageletterdheid.

Beide partijen werken samen om de verbeterde uitvoering van de antidiscriminatiewetgeving te waarborgen, een nieuwe nationale mensenrechtenstrategie en het daaropvolgende nationale actieplan voor mensenrechten te ontwikkelen en uit te voeren en het pluralisme en de onafhankelijkheid van de media, alsook de eerbiediging van het recht op de vrijheid van vergadering, mogelijk te maken. Georgië zorgt voor de toewijzing van de nodige budgettaire en personele middelen om strafbare feiten doeltreffend en snel te onderzoeken waarvan wordt beweerd dat zij zijn gepleegd door rechtshandhavers en controleert de verwerking van persoonsgegevens op efficiënte wijze.

Het verbeteren van de gendergelijkheid en het waarborgen van een gelijke behandeling in het maatschappelijke, politieke en economische leven, een betere integratie en non-discriminatie, ook wat betreft personen met een handicap en LGBTI-personen, zullen belangrijke prioriteiten zijn. Er zal ook aandacht uitgaan naar maatregelen om kinderen te beschermen tegen alle vormen van geweld. De inspanningen om te zorgen voor een hoog niveau van bescherming van persoonsgegevens worden voortgezet.

De EU en Georgië leggen ook de nadruk op de participatie en het leiderschap van jongeren door middel van empowerment. De partijen werken verder samen om de voordelen voor Georgië van zijn associatie met de programma’s Horizon 2020 en Horizon Europa te maximaliseren en om zijn reeds actieve deelname aan Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps, alsook aan andere programma's en initiatieven voor vrijwilligerswerk, samenwerking en uitwisseling, verder te bevorderen, in overeenstemming met de uitkomst van de onderhandelingen en de goedkeuring van desbetreffende programma's.

Georgië zet de ontwikkeling van de jeugdsector en op bewijs en rechten gebaseerd jeugdbeleid voort met het oog op het creëren van een duurzaam ecosysteem voor de ontwikkeling van jongeren, dat jongeren in staat stelt hun potentieel volledig te ontsluiten en actief deel te nemen op alle gebieden van het openbare leven, dat het begrip van jongeren van de democratische waarden en beginselen verbetert en hen steunt bij het uitoefenen van hun eigen rechten, en dat zorgt voor volledige en gelijke economische empowerment, de bescherming van de gezondheid en het welzijn en een gelijke toegang tot informatie en middelen voor alle jongeren in Georgië.

Georgië bevordert daarnaast een veilig, inclusief en gunstig klimaat voor activiteiten van maatschappelijke organisaties, met inbegrip van de aanpassing van beleid ter ondersteuning van hun financiële duurzaamheid en de verdere ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld, en met name van de organisaties die op lokaal niveau werkzaam zijn. Georgië bevordert ook het maatschappelijk verantwoord ondernemerschap en sociaal ondernemerschap teneinde te voorzien in oplossingen voor sociale en milieuproblemen, met bijzondere nadruk op de werkgelegenheid voor mensen in kwetsbare situaties, onder wie personen met een handicap, en het versterken van de financiële duurzaamheid van maatschappelijke organisaties.

Georgië waarborgt de hoogste democratische normen in het gehele verkiezingsproces, alsook een eerlijke, transparante en rigoureuze afhandeling van klachten en beroepen, blijft volledig gevolg geven aan de prioritaire aanbevelingen van het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten van de OVSE (ODIHR) en aanzienlijke vooruitgang boeken bij het uitvoeren van zijn overige aanbevelingen (5), door middel van een inclusieve dialoog. Georgië waarborgt ook het partijpluralisme en ziet af van beperkingen die in strijd zijn met de internationale normen, met name in termen van de registratie en financiering, in lijn met de adviezen van de Commissie van Venetië (6).

5.2.   Versterking van het overheidsapparaat

Het bevorderen van de hervorming van het overheidsapparaat aan de hand van mechanismen voor de openbaarheid van bestuur blijft een belangrijke prioriteit. De EU en Georgië werken samen om de Europese beginselen en normen inzake overheidsbestuur te handhaven en te bevorderen. Daartoe zullen de partijen de krachten bundelen om een verantwoordelijk, efficiënt, doeltreffend, open en transparant bestuur te bevorderen, een professioneel ambtenarenapparaat op basis van verdiensten op te bouwen en hoogwaardige openbare diensten en een sterk lokaal zelfbestuur te waarborgen.

De partijen werken samen om, prioritair, een verantwoordelijk, efficiënt, doeltreffend en transparant overheidsbestuur te bevorderen waarin burgers centraal staan, een professioneel ambtenarenapparaat op basis van verdiensten op te bouwen en hoogwaardige openbare diensten overal op het grondgebied en een sterk lokaal zelfbestuur te waarborgen.

5.3.   Mobiliteit, met inbegrip van de visumvrije regeling

Georgië neemt aanhoudende maatregelen en volgt de aanbevelingen van de verslagen in het kader van het visumopschortingsmechanisme op om ervoor te zorgen dat de criteria van het actieplan voor visumliberalisering (7) continu worden behaald, wat noodzakelijk is om het visumvrije reizen naar de EU in stand te houden. De jaarverslagen van de Europese Commissie in het kader van het visumopschortingsmechanisme zullen blijven voorzien in richtsnoeren voor verdere maatregelen die moeten worden genomen om de bestendigheid van de geboekte vooruitgang te waarborgen. Georgië voert de migratiestrategie 2021-2030 en de overheidsstrategie voor geïntegreerd grensbeheer 2021-2025 uit.

6.    Op het gebied van buitenlands en veiligheidsbeleid

6.1.   Vreedzame conflictoplossing

De partijen blijven doeltreffend samenwerken om Georgië te ondersteunen bij zijn inspanningen om vooruitgang te boeken bij de vreedzame en duurzame oplossing van het conflict op basis van de beginselen van het internationaal recht en om een blijvende vrede en veiligheid in Georgië mogelijk te maken. Zij zullen zich verder inspannen voor een vreedzame conflictoplossing in Georgië, met inbegrip van de uitvoering van de door de EU bemiddelde staakt-het-vuren-overeenkomst van 12 augustus 2008. Georgië blijft werken aan een strategische visie voor vreedzame conflictoplossing, door een inclusief, landelijk proces te leiden. De partijen voeren de inspanningen op om tastbare resultaten te behalen binnen het kader van het door de EU, de VN en de OVSE gezamenlijk voorgezeten internationaal overleg van Genève om duurzame oplossingen te vinden voor veiligheids- en humanitaire problemen die voortvloeien uit het onopgeloste conflict. De diverse EU-actoren die ter plaatse werkzaam zijn, de EU-delegatie in Georgië, de speciale vertegenwoordiger van de EU voor de zuidelijke Kaukasus en de crisis in Georgië en de waarnemingsmissie van de EU blijven bijdragen aan de stabiliteit, de normalisatie, het opbouwen van vertrouwen en de conflictoplossing. Er zullen passende stappen worden genomen om de handel, het vrije verkeer en de economische banden tussen de administratieve gebieden aan te moedigen, met inbegrip van een evaluatie van de wetgeving, waar nodig, en door middel van het vredesinitiatief “A Step to a Better Future”; het bevorderen van interpersoonlijke contacten, het opbouwen van vertrouwen en verzoening tussen de gescheiden gemeenschappen. De partijen blijven samenwerken en blijven preventieve maatregelen nemen om het beleid van niet-erkenning op het internationale podium verder te consolideren.

6.2.   Samenwerking op het gebied van veiligheid en defensie

De partijen verdiepen de bilaterale dialoog over veiligheids- en defensiekwesties om zaken van gemeenschappelijk belang aan te pakken, waaronder conflictpreventie en crisisbeheersing, terrorismebestrijding, de bestrijding van het witwassen van geld en de strijd tegen georganiseerde misdaad en drugsmisdrijven. Op basis van de aanbevelingen van de enquête naar hybride bedreigingen wordt de samenwerking in de strijd tegen hybride dreigingen versterkt. De partijen werken samen om ervoor te zorgen dat de hervorming in de veiligheidssector wordt doorgevoerd en dat de relevante kaders en procedures worden goedgekeurd op het gebied van cyberveerkracht en bescherming van kritieke infrastructuur. De samenwerking tussen justitie en de rechtshandhavingsinstanties wordt verder versterkt. De EU blijft ook de deelname van Georgië aan de crisisbeheersingsoperaties van de EU en aan opleidings- en raadplegingsactiviteiten in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) faciliteren.

B.   Prioriteiten voor de korte en middellange termijn van de associatieagenda

1.    Democratie, mensenrechten en goed bestuur

De politieke dialoog en samenwerking met het oog op hervormingen in het kader van deze associatieagenda zijn gericht op het versterken van de eerbiediging van de democratische beginselen, zoals politiek pluralisme, inclusieve besluitvorming, machtenscheiding, samenwerking met de oppositie, de rechtsstaat en goed bestuur, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. Dit omvat het bevorderen van de rechten van personen die tot een minderheid behoren, zoals verankerd in de kernverdragen van de VN en de Raad van Europa en de hieraan gerelateerde protocollen, het daadwerkelijk uitvoeren van de uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en het bijdragen tot de consolidatie van binnenlandse politieke hervormingen, met name door middel van de afstemming op het EU-acquis.

De versterking van de stabiliteit, onafhankelijkheid, doeltreffendheid en adequate financiering van de instellingen die de democratie, de rechtsstaat en de eerbiediging van de mensenrechten alsook gendergelijkheid en non-discriminatie garanderen, omvat met name:

Prioriteiten voor de korte termijn

Blijven waarborgen dat transparante, inclusieve en geloofwaardige verkiezingen plaatsvinden, ook door alle tekortkomingen aan te pakken die door de OVSE/het ODIHR zijn vastgesteld.

Waarborgen dat voor wetswijzigingen die gevolgen hebben voor belangrijke onderdelen van de rechtsstaat, zoals de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, uitgebreide en inclusieve raadplegingen worden gevoerd en dat deze wetswijzigingen in overeenstemming worden gebracht met de Europese normen, alsook met de door internationale organen, zoals de Commissie van Venetië, Greco en de OVSE/het ODIHR gedane aanbevelingen.

De continuïteit en de doeltreffende uitvoering van de hervormingen inzake het overheidsapparaat en de openbaarheid van bestuur waarborgen, afgestemd op de Europese beginselen en beste praktijken in verband met het openbaar bestuur; de participatie en open dialoog tussen het maatschappelijk middenveld en de overheid bevorderen en het proces van cocreatie en de betrokkenheid van meerdere belanghebbenden bij de beleidsvorming, monitoring en beoordeling versterken; innovatieve benaderingen bevorderen door middel van de uitwisseling van kennis en ervaringen, intensiever intercollegiaal leren en een vaste samenwerking op zowel politiek als deskundigenniveau.

Zorgen dat de dialoog en de samenwerking ook de versterking van de justitiële sector omvatten aan de hand van voortgezette hervormingen van de justitiële sector, waarbij met name de volledige externe en interne onafhankelijkheid van rechters en de eerbiediging van de mensenrechten en fundamentele vrijheden worden gewaarborgd, ook door middel van een uitgebreide samenwerking.

Prioriteiten voor de middellange termijn

De continue versterking van het mensenrechtenkader waarborgen door middel van harmonisatie en de praktische uitvoering van het internationaal en Europees recht en de internationale en Europese praktijken inzake de mensenrechten.

1.1.   Justitiële sector

Prioriteiten voor de korte termijn

Alle aspecten van de derde en vierde golf van justitiële hervormingen op doeltreffende wijze uitvoeren.

Alle aspecten van de strategie voor de rechterlijke macht 2017-2021 en de actieplannen ervan op doeltreffende wijze uitvoeren en een ambitieuze strategie voor justitiële hervormingen voor de periode na 2021 goedkeuren op basis van een breed, inclusief, partijoverschrijdend hervormingsproces en een beoordeling van de doeltreffendheid van de derde en vierde golf van justitiële hervormingen.

De institutionele opzet en praktijken van de Hoge Raad van Justitie en andere belangrijke justitiële instellingen versterken en wezenlijk hervormen om de transparantie, integriteit en verantwoording met betrekking tot de normen en beslissingen die zij goedkeuren, op doeltreffende wijze te vergroten, ook in verband met beslissingen over benoemingen, beoordelingen, promoties, overplaatsingen en disciplinaire maatregelen. De hervormingsvoorstellen ter advies indienen bij de Commissie van Venetië en het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten van de OVSE en hun aanbevelingen uitvoeren.

In het bijzonder een transparant en meritocratisch rechtskader en transparante en meritocratische praktijken waarborgen voor de benoeming en promotie van rechters door dit volledig in overeenstemming te brengen met de Europese normen en de aanbevelingen van de Commissie van Venetië, met inbegrip van benoemingen voor de hoogste rechterlijke instantie.

Schriftelijke motiveringen publiceren voor benoemingen van rechters waarin wordt verwezen naar integriteit en criteria in verband met vaardigheden.

De opleiding van sollicitanten voor het gerechtelijk apparaat, rechters en personeel van de rechtbanken verbeteren door de aanbevelingen uit te voeren die zijn gedaan door de EU en de Raad van Europa.

De administratie van justitie moderniseren door elektronische indieningen en communicatie met de rechtbanken, alsook elektronisch zakenbeheer, verder mogelijk te maken; de toepassing van de willekeurige elektronische toewijzing van zaken uitbreiden.

De hervorming van het openbaar ministerie en de opsporingsdiensten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en andere agentschappen voortzetten met het oog op een verdere waarborging van de onafhankelijkheid en de professionaliteit van de rechtsvervolgings- en opsporingswerkzaamheden, zonder ongepaste inmenging en met meer transparantie en verantwoording.

Georgië evalueert het benoemingsproces voor de procureur-generaal om de onafhankelijkheid van het bureau/de functie van de procureur te versterken. Hiertoe zal een stemming met gekwalificeerde meerderheid in het parlement worden ingevoerd, de belangrijkste aanbeveling van de Commissie van Venetië in dit opzicht. Dit zal een doeltreffend mechanisme tegen patstellingen omvatten dat breed wordt gesteund door de partijen en in lijn is met het advies van de Commissie van Venetië. Er zullen aanvullende waarborgen worden ingevoerd om ervoor te zorgen dat het selectie- en benoemingsproces transparant is en gebaseerd is op criteria van integriteit, onafhankelijkheid, onpartijdigheid en vaardigheid.

De hervorming van het wetboek van strafrecht goedkeuren met het oog op de modernisering van het recht en het waarborgen van de overeenstemming ervan met relevante EU- en internationale verplichtingen en normen; de strafrechtelijke procedures afstemmen op die van de EU-lidstaten:

het gebruik van en juridische waarborgen bij onderhandelingen over strafvermindering evalueren;

de procedurele rechten van daders en slachtoffers in strafprocedures waarborgen en de toepassing van de beginselen van het herstelrecht voor zowel volwassen als minderjarige daders verbeteren;

verder waarborgen dat slachtoffers, onder wie slachtoffers van haatmisdrijven, een doeltreffende toegang tot de rechter en compensatie hebben en volledige steun en bescherming krijgen;

de procedurele rechten versterken en juridische waarborgen verzekeren van personen in bewaring in de administratieve procedures.

De toegang tot hoogwaardige gratis rechtsbijstand uitbreiden.

Het gebruik en de kwaliteit van bemiddeling verbeteren; tekortkomingen bij bemiddeling in consumentenzaken aanpakken en de voorwaarden scheppen voor een toename van het gebruik van bemiddeling tussen ondernemingen.

De uitvoering van de misdaadpreventie- en penitentiaire strategie opvoeren, met name door benaderingen voor rehabilitatie en resocialisatie toe te passen in de penitentiaire, misdaadpreventie- en proeftijdsystemen en na de vrijlating.

Prioriteiten voor de middellange termijn

Alleen in naar behoren gerechtvaardigde gevallen gebruikmaken van administratieve detentie. De procedurele rechten van een administratieve gedetineerde waarborgen, in overeenstemming met de mensenrechtenbeginselen, met inbegrip van het recht op een eerlijk proces. De wet inzake administratieve overtredingen in dit opzicht wijzigen.

De wetgeving op commercieel, civiel en administratief gebied moderniseren in lijn met nationale strategieën en door middel van de aanpassing aan het EU-acquis.

Inclusieve toegang tot de rechter waarborgen door middel van een naar behoren gefinancierde rechtsbijstand met voldoende personele middelen.

De taken van aanklagers en opsporingsambtenaren naar behoren scheiden en evenwichtige samenwerkingsmechanismen vaststellen in de wetgeving en in de praktijk.

De openbare orde en veiligheid waarborgen terwijl de bescherming van de mensenrechten wordt verzekerd.

1.2.   Corruptiebestrijding, fraudebestrijding, hervorming van de overheidsdiensten en openbare dienstverlening

Prioriteiten voor de korte termijn

Een nieuwe nationale strategie voor corruptiebestrijding en het desbetreffende actieplan voor de periode na 2020 ontwikkelen en de doeltreffende uitvoering ervan waarborgen om alle vormen van corruptie te voorkomen, op te sporen en aan te pakken.

Aan integriteit gerelateerde instellingen ondersteunen bij hun toezichtstaken: het overheidsbureau voor vermogensverklaringen; de nationale rekenkamer met betrekking tot audits van de nationale en subnationale uitgaven en inkomsten; het agentschap voor mededinging; het toezicht en de monitoring van het parlement versterken door de capaciteit van de sectorale comités te verbeteren; het secretariaat voor corruptiebestrijding onder auspiciën van de Georgische regering; de burgerlijke adviesraden op lokaal niveau.

Corruptie verder aanpakken met gebruik van zowel repressieve als preventieve middelen, d.w.z. door de efficiëntie en capaciteiten voor het onderzoeken van corruptie verder te versterken; de verificatie van de vermogens- en inkomensverklaringen van alle desbetreffende ambtenaren opvoeren, waarbij potentiële belangenconflicten worden aangepakt, en de doeltreffendheid van de maatregelen monitoren en evalueren.

Ervoor zorgen dat er efficiënte mechanismen bestaan om eventuele risico's en kwetsbaarheden in verband met COVID-19 in de strijd tegen corruptie op gebieden met een hoog risico, zoals openbare aanbestedingen en gezondheid, te voorkomen en op te sporen.

De mechanismen voor de preventie en de bestrijding van corruptie verder versterken op belangrijke risicogebieden zoals:

het waarborgen van open en concurrerende openbare-aanbestedingsprocessen, met een vermindering van het aantal directe gunningen en de vaststelling van een onafhankelijk, onpartijdig en transparant orgaan voor de evaluatie van openbare aanbestedingen;

het verhogen van de normen voor verantwoording en integriteit in de veiligheidssector en het versterken van het democratische toezicht, ook door afwijkingen daarvan (waaronder met betrekking tot de financiële rapportage) te beperken en de relevante wetgeving waar passend te wijzigen;

fraude met belastingen en de belasting over de toegevoegde waarde (btw) op te nemen als integraal onderdeel van de bestrijding van economische delicten, corruptie en het witwassen van geld, alsook de bescherming van de overheidsfinanciën;

zorgen voor een doeltreffende samenwerking met en bijstand aan de betrokken instellingen en organen van de EU, waaronder het Europees Bureau voor fraudebestrijding, bij onderzoeken naar fraude en illegale activiteiten die de financiële belangen van de Unie schaden, en het Europees Openbaar Ministerie bij zijn onderzoeken en vervolgingen met betrekking tot strafbare feiten die de financiële belangen van de Unie schaden, overeenkomstig de geldende regels en procedures.

De aanpassing van de wetgeving van Georgië aan het EU-acquis op het gebied van fraudebestrijding blijven waarborgen en de bepalingen van de EU-wetgeving zoals bedoeld in de desbetreffende bijlagen bij de associatieovereenkomst uitvoeren.

De rechten en mogelijkheden van burgers in verband met de toegang tot informatie en de deelname aan bestuur op nationaal en subnationaal niveau bevorderen, onder meer via het maatschappelijk middenveld en de monitoring van vrije en veilige media.

De nieuwe hervormingsstrategie voor de overheidsdiensten en het desbetreffende actieplan voor de periode na 2020 ontwikkelen en op doeltreffende wijze uitvoeren.

De uitvoering van de hervorming van de overheidsdiensten op zowel politiek als administratief niveau bevorderen, onder meer door de coördinatie, monitoring en rapportage van de bijbehorende actieplannen te versterken.

De openheid, transparantie en verantwoording van het overheidsbestuur verbeteren door het uitvoeren van hervormingen op het gebied van “open overheid”.

Een uniform beleid uitwerken voor de ontwikkeling, verlening en kwaliteitsborging van openbare diensten teneinde de tevredenheid van burgers en hun vertrouwen in de overheid te verbeteren.

Robuuste voorlichting ontwikkelen over de positieve gevolgen van de hervorming van de overheidsdiensten.

Het juridische kader voor het ambtenarenapparaat uitvoeren om te zorgen voor een professioneler en op verdiensten gebaseerd ambtenarenapparaat.

De uitvoering van en vooruitgang in verband met de benchmarks voor de rechtsstaat en corruptiebestrijding als onderdeel van het visumopschortingsmechanisme voortzetten.

Prioriteiten voor de middellange termijn

Voortgaan met corruptiebestrijding, en zorgen voor de effectieve uitvoering van internationale rechtsinstrumenten op dit gebied, zoals het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie, het Verdrag inzake de strafrechtelijke bestrijding van corruptie en het aanvullend protocol daarbij, alsmede de aanbevelingen van de Groep van Staten tegen Corruptie (Greco) van de Raad van Europa, en de aanbevelingen van het anti-corruptienetwerk van de OESO voor Oost-Europa en Centraal-Azië.

Een doeltreffend onderzoek van vermeende gevallen van corruptie blijven waarborgen en een doeltreffend systeem creëren voor de preventie van belangenconflicten.

Een verantwoordelijk, efficiënt, doeltreffend, transparant overheidsbestuur bevorderen en een op verdiensten gebaseerd en professioneel ambtenarenapparaat opbouwen, ook met betrekking tot het systeem voor selectie, promotie en ontslag en gespecialiseerde opleidingen op basis van behoeften.

De kwaliteit, efficiëntie en toegankelijkheid van de overheidsdiensten in de regio's van Georgië verbeteren.

Het beheer en de verantwoording van de overheidsfinanciën verbeteren, rekening houdend met genderaspecten in de programmagebaseerde budgettering, en de strategische planning en uitvoering op de middellange termijn versterken.

De betrokkenheid en capaciteiten van belanghebbenden, met inbegrip van niet-gouvernementele organisaties, lokale zelfbesturen, jongeren en academici, verbeteren; voorzien in een doeltreffend instrument voor een bredere betrokkenheid van het publiek bij de besluitvorming en de controle van de prestaties in verband met de hervormingen van de overheidsdiensten.

Een betrouwbaar, verantwoordelijk, transparant en resultaatgericht lokaal zelfbestuur waarborgen, voorzien van nieuwe taken, verantwoordelijkheden en middelen, in lijn met de Europese normen.

1.3.   Mensenrechten en fundamentele vrijheden

Prioriteiten voor de korte termijn

Een nieuwe nationale mensenrechtenstrategie 2021-2030 en respectievelijke actieplannen voor de periode na 2020 ontwikkelen, waarin de specifieke aanbevelingen van de VN-organen, de OVSE/het ODIHR, de Raad van Europa, de Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie en internationale mensenrechtenorganisaties worden opgenomen, in het bijzonder met betrekking tot de uitvoering van het antidiscriminatiebeleid, de bescherming van personen die tot een minderheid behoren, en de privacy en het waarborgen van de vrijheid van godsdienst of overtuiging; de strategie en actieplannen uitvoeren in nauwe samenwerking met nationale en internationale actoren.

De uitvoering van de antidiscriminatiewetgeving voortzetten om de doeltreffende bescherming tegen discriminatie te waarborgen en daarbij niemand achter te laten; bijdragen tot de verhoging van de tolerantie en het geweld beperken.

De pluriformiteit, de transparantie en de onafhankelijkheid van de media blijven versterken overeenkomstig de aanbevelingen van de Raad van Europa.

De uitvoering van maatregelen versterken om beroepsbeoefenaren in de media te beschermen en doeltreffende en efficiënte onderzoeken te waarborgen naar alle gevallen van geweld tegen beroepsbeoefenaren in de media en de daders voor de rechter te brengen.

Een nieuwe nationale strategie voor burgerlijke gelijkheid en integratie en een actieplan voor de periode na 2020 ontwikkelen dat gericht is op het waarborgen van een gelijke en volledige participatie van vertegenwoordigers van etnische minderheden in alle aspecten van het openbare leven en de verdere ondersteuning van de culturele diversiteit.

Vooruitgang boeken met de uitvoering van het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld — het zogenaamde Verdrag van Istanbul — door de nationale institutionele capaciteiten te versterken ter ondersteuning van kwesties in verband met gendergelijkheid en gendergebaseerd geweld. Maatregelen blijven verbeteren om gevallen van geweld tegen vrouwen en meisjes, met inbegrip van seksueel geweld, te voorkomen en te onderzoeken, slachtoffers te beschermen en de rehabilitatie van daders te ondersteunen. Werken aan de sociale transformatie en verandering van bestaande discriminerende houdingen en praktijken, ook ten aanzien van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld.

De maatregelen ter bestrijding van discriminatie van LGBTI-personen opvoeren en ervoor zorgen dat zij ten volle kunnen genieten van alle mensenrechten — burgerrechten en politieke, economische, sociale en culturele rechten — met inbegrip van het recht op vrije vergadering.

De toegang tot reproductieve en seksuele gezondheid voor personen van alle leeftijden, informatie en preventie versterken en de strijd tegen schadelijke praktijken tegen vrouwen en meisjes, waaronder genitale verminking, kind-, vroege en gedwongen huwelijken en andere vormen van mensenrechtenschendingen en vernederende behandelingen, voortzetten, met bijzondere aandacht voor plattelandsgebieden. De ondersteunende gezondheidszorg voor zwangere vrouwen uitbreiden.

Speciale maatregelen nemen gericht op personen die tot minderheden behoren teneinde bij te dragen tot de verbetering van de gelijkheid op politiek, economisch en sociaal gebied.

De wetgeving harmoniseren met het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap en het facultatief protocol erbij en een coördinerend orgaan oprichten voor kwesties in verband met de rechten van personen met een handicap.

Maatregelen opvoeren om de inclusie van personen met een handicap in het openbare en economische leven te versterken en een betere toegang tot openbare ruimten waarborgen. De omstandigheden voor personen met geestelijke gezondheidsproblemen verbeteren.

De inspanningen ter bestrijding van geweld tegen kinderen opvoeren door bevordering van goede ouderschapspraktijken, meer steun in het onderwijsstelsel en een verbeterd verwijzingsmechanisme.

Inspanningen verbeteren voor het identificeren en bestrijden van geweld tegen ouderen, de economische en zorgondersteuning voor ouderen voortzetten en bijdragen tot een uitgebreidere sociale inclusie van ouderen.

De capaciteit vergroten en kennis opbouwen onder ambtenaren met betrekking tot mensenrechtenkwesties.

Prioriteiten voor de middellange termijn

Doeltreffende mechanismen in stand houden voor zowel geschillenbeslechting als de bescherming van de mensenrechten, voorafgaande aan of als alternatief voor gerechtelijke mechanismen.

De bevordering, opleiding en bewustmaking met betrekking tot mensenrechten en discriminatiebestrijding bij de rechterlijke macht, de rechtshandhavingsinstanties en alle overheidsinstanties, ook in de regio's, voortzetten.

De aanbevelingen van het bureau van de ombudsman, onder meer in discriminatiezaken, verder uitvoeren en de doeltreffende werking van het institutionele mechanisme waarin in de antidiscriminatiewetgeving is voorzien, verder waarborgen.

De controlecapaciteiten opbouwen van de parlementaire commissie inzake mensenrechten en inburgering, evenals inzake juridische aangelegenheden die verband houden met de uitvoering van de mensenrechtenstrategie en het actieplan.

Met de maatschappelijke organisaties en in het bijzonder de representatieve sociale partners (vakbonden en werkgeversorganisaties) als belanghebbenden en waakhonden blijven samenwerken op de terreinen die in de Associatieovereenkomst EU-Georgië als prioritair worden beschouwd, waaronder arbeidsrechten, privacy, rechten van personen die tot minderheden behoren en andere personen in kwetsbare situaties, en mediavrijheid.

Stappen nemen om het bewustzijn te vergroten en werken aan een verdere naleving van de geldende bepalingen van het Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden van de Raad van Europa.

Gendergebaseerd geweld blijven bestrijden en werken aan de preventie ervan en daarnaast aandacht besteden aan het veranderen van genderstereotypen, een grotere betrokkenheid van mannen en jongens, het ondersteunen van de politieke participatie van vrouwen, de economische en financiële onafhankelijkheid door middel van ondernemerschap en een betere toegang tot de arbeidsmarkt.

1.4.   Mishandeling en foltering

Prioriteiten voor de korte termijn

De uitvoering van de relevante actieplannen tegen foltering waarborgen en verdere maatregelen ter bestrijding van mishandeling en foltering voortzetten en de inspanningen ter bestrijding van straffeloosheid intensiveren.

De onafhankelijkheid van de toezichthoudende autoriteit die verantwoordelijk is voor het onderzoeken van klachten tegen rechtshandhavers, zowel op wetgevings- als praktijkniveau blijven ondersteunen en verder uitbreiden teneinde gevallen van mishandeling en foltering op efficiënte wijze te onderzoeken, in lijn met de internationale normen.

Een grondig, transparant en onafhankelijk onderzoek waarborgen naar elke beschuldiging van het gebruik van foltering en mishandeling in het gevangeniswezen, bij de politie, bij het leger en in andere detentiefaciliteiten via de bovengenoemde verantwoordelijke toezichthoudende autoriteit.

Het nationaal preventiemechanisme onder het bureau van de ombudsman blijven ondersteunen en hiermee samenwerken ter voorkoming van misbruik, door de doeltreffende werking ervan te waarborgen, onder meer door middel van de toereikende financiering ervan en door de bescherming van de vertrouwelijkheid van het proces.

De detentieomstandigheden en omstandigheden in instellingen voor de geestelijke gezondheidszorg verder verbeteren.

Prioriteiten voor de middellange termijn

De inspanningen voortzetten om de penitentiaire gezondheidszorg en de toegang van gevangenen tot gezondheidszorg, met inbegrip van de geestelijke gezondheidszorg, verder te verbeteren, op een wijze die vergelijkbaar is met de civiele sector. De capaciteitsopbouw en de uitbreiding van de inspraak van medisch personeel dat werkzaam is in of voor gesloten instellingen op het gebied van het melden van mishandeling voortzetten.

De programma's voor rehabilitatie, schadebeperking en gezondheidszorg binnen het gevangeniswezen blijven versterken.

De doeltreffendheid van het lopende interne en externe toezicht op het gevangeniswezen, de politie, het leger en andere gesloten instellingen verder versterken teneinde misbruik en mishandeling snel op te sporen en te voorkomen.

1.5.   Gelijke behandeling

Prioriteiten voor de korte termijn

De gendergelijkheid versterken en zorgen voor gelijke behandeling van mannen en vrouwen, evenals van personen die tot een minderheid behoren, ongeacht godsdienst of overtuiging, etnische of nationale afkomst, ras, taal, gender, seksuele gerichtheid, genderidentiteit, bekwaamheid of andere aspecten in het sociale, politieke en economische leven.

Verdere maatregelen nemen om de uitvoering te versterken van wetgeving tegen gendergerelateerd geweld, met voorlichting voor zowel de brede bevolking als specifieke beroepsgroepen, zoals de politiediensten, en met bijzondere inspanningen voor de uitvoering in plattelandsgebieden. De toegang van slachtoffers tot adviesdiensten, huisvesting en opvangtehuizen uitbreiden.

De toegang van slachtoffers, onder wie personen die tot een minderheid behoren, tot adviesdiensten en opvangtehuizen, alsook de programma's voor het economisch mondig maken van slachtoffers na de opvangperiode, uitbreiden.

De gegevensverzameling, -analyse en -rapportage op het gebied van gendergebaseerd geweld verbeteren. De strijd tegen gendergebaseerd geweld op lokaal niveau ondersteunen door middel van een grotere betrokkenheid van lokale actoren, zoals gemeenten, maatschappelijk werkers en maatschappelijke organisaties.

Als onderdeel van de mensenrechtenstrategie en het actieplan een uitgebreid gelijkheidsbeleid ontwikkelen en uitvoeren dat waarborgt dat alle personen, ook personen die in kwetsbare situaties verkeren, hun mensenrechten volledig kunnen uitoefenen.

Het standpunt van de EU zal, onder meer in het licht van het EU-actieplan inzake mensenrechten en democratie 2020-2024, gericht zijn op het versterken van het internationale rechts- en beleidskader en de handhaving daarvan om te streven naar een gelijke, volledige, effectieve en volwaardige participatie van vrouwen en jongeren, in al hun diversiteit, in alle domeinen en niveaus van het openbare en politieke leven, onder meer door ervoor te pleiten hen op verkiesbare plaatsen te zetten op kandidatenlijsten van politieke partijen en door capaciteitsopbouw voor kandidaten.

Prioriteiten voor de middellange termijn

De regelgeving inzake veiligheids- en gezondheidsnormen, moederschapsbescherming en de regelingen die het werkende ouders gemakkelijker moeten maken hun beroeps- en gezinstaken te combineren, afstemmen op de Europese normen, zoals beoogd door de associatieovereenkomst.

Actief maatregelen nemen om een volwaardige participatie en vertegenwoordiging van vrouwen en personen die tot een minderheid behoren, in fora voor de politieke besluitvorming, op de arbeidsmarkt en bij economische activiteiten, ook op het lokale niveau van vertegenwoordiging (d.w.z. gemeenten), te bevorderen.

Non-discriminatie op de arbeidsmarkt en de uitvoering van het beginsel van gelijk loon voor arbeid van gelijke waarde ondersteunen.

Bijdragen tot een grotere sociale en economische inclusie en participatie van personen die tot een etnische minderheid behoren, onder meer door middel van toegang tot informatie en onderwijs, alsook Georgisch taalonderwijs.

Door middel van kennisopbouw en bewustmaking de acceptatie en tolerantie onder de bredere bevolking vergroten.

1.6.   Rechten van het kind

Prioriteiten voor de korte termijn

Het wetboek inzake de rechten van het kind uitvoeren door alle noodzakelijke wetgeving af te stemmen en de nationale instrumenten te versterken om kinderen te beschermen tegen alle vormen van geweld, waaronder kind-, vroege en gedwongen huwelijken.

De behoeften van alle kinderen aanpakken, met inbegrip van kinderen die zich in de meest gemarginaliseerde en kwetsbare situaties bevinden, kinderen met een handicap en straatkinderen, ook door verbetering en uitbreiding van de mechanismen voor sociale bescherming, alsook door ondersteuning van de territoriale toegang tot habilitatie- en revalidatieprogramma's voor kinderen met een handicap, en het nemen van maatregelen voor de volledige afschaffing van kinderarbeid.

De wet inzake maatschappelijk werk uitvoeren en zorgen voor middelen voor de aanwerving en capaciteitsopbouw van groepen beroepsbeoefenaren die omgaan met kwetsbare kinderen, met inbegrip van kinderen met een handicap.

Het bewustzijn vergroten en de kennis van beroepsbeoefenaren opbouwen die met kinderen en het bredere publiek werken met betrekking tot het voorkomen en bestrijden van geweld tegen kinderen.

Blijven werken aan de de-institutionalisering van kinderen, een poortwachtersmechanisme toepassen en de ontwikkeling van alternatieve zorg voortzetten.

Prioriteiten voor de middellange termijn

De hervorming van het jeugdrecht voortzetten.

Stappen zetten in de richting van de maatschappelijke en gedragsmatige transformatie bij de bestrijding van geweld tegen kinderen.

De de-institutionalisering van de kinderzorg afronden.

1.7.   Vakbondsrechten en fundamentele arbeidsvoorwaarden

Prioriteiten voor de korte termijn

Het juridische kader vaststellen en uitvoeren waarin de toezichtstaken van het arbeidsinspectiesysteem zijn vastgesteld voor alle wetgeving inzake arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden, en alle beperkingen op de bevoegdheden van inspecteurs in de bestaande wetgeving wegnemen, in overeenstemming met de normen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO).

De arbeidswet en andere relevante wetgeving blijven aanpassen om deze verder in overeenstemming te brengen met de IAO-normen.

Een doeltreffend arbeidsinspectiesysteem blijven waarborgen dat over toereikende bevoegdheden en capaciteiten en (financiële, personele en administratieve) middelen beschikt voor het uitvoeren van inspecties van de arbeidsomstandigheden en arbeidsrelaties, overeenkomstig de IAO-normen.

Prioriteiten voor de middellange termijn

De arbeidswetgeving schragen met procedures voor het beslechten van arbeidsgeschillen, onder meer door middel van het systeem voor arbeidsbemiddeling.

De methode van de evaluatie/meting van gelijk werk en loon uitwerken.

De doeltreffende werking van de trilaterale commissie voor sociale partnerschappen en haar regionale tak waarborgen en de sociale dialoog blijven verbeteren door middel van samenwerking met de IAO en Europese organisaties van sociale partners.

2.    Buitenlands en veiligheidsbeleid

De dialoog en samenwerking op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid (GBVB) van de EU zal verder worden versterkt, waarbij er wordt gestreefd naar een stapsgewijze convergentie, inclusief op het gebied van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB). De aandacht wordt in het bijzonder toegespitst op vraagstukken in verband met conflictpreventie en crisisbeheersing, regionale stabiliteit, wapenbeheersing, ontwapening, non-proliferatie, cyberbeveiliging en hybride dreigingen. De samenwerking wordt gebaseerd op gemeenschappelijke waarden, waaronder de gehechtheid aan de beginselen van respect voor soevereiniteit en territoriale integriteit, onschendbaarheid van de grenzen en onafhankelijkheid, en wederzijdse belangen, en is gericht op meer samenhang en doeltreffendheid van het beleid, waarbij gebruik wordt gemaakt van bilaterale, multilaterale en regionale fora, en de internationale, op regels gebaseerde orde wordt gehandhaafd.

2.1.   GVDB-samenwerking, afstemming, hybride dreigingen en cyberbeveiliging, strategische communicatie en regionale samenwerking

Prioriteiten voor de korte termijn

De inspanningen versterken om Georgië meer in overeenstemming te brengen met de GBVB-verklaringen en -besluiten van de EU, onder meer in overeenstemming met de beginselen van soevereiniteit en territoriale integriteit, zoals verankerd in de associatieovereenkomst tussen de EU en Georgië, en het optreden van de EU in multilaterale fora.

De samenwerking bij de bestrijding van hybride dreigingen verbeteren, waarbij de cyberbeveiliging wordt versterkt, onder meer via de uitvoering van de aanbevelingen op basis van de enquête naar hybride dreigingen.

De samenwerking op het gebied van strategische communicatie versterken om de weerbaarheid van de staat en de samenleving tegen desinformatie te consolideren; de kaders voor praktische samenwerking met maatschappelijke actoren en andere gelijkgestemde statelijke actoren en instellingen uitbreiden en diversifiëren.

De inspanningen voortzetten om een doeltreffende hervorming van de veiligheidssector in Georgië door te voeren.

De praktische samenwerking op het gebied van conflictpreventie en crisisbeheersing versterken door de deelname van Georgië aan civiele en militaire operaties inzake crisisbeheersing onder leiding van de EU te bevorderen, evenals aan overleg en opleiding op het gebied van het GVDB op basis van de in november 2013 ondertekende kaderovereenkomst inzake deelname, en aan het multilaterale kader van het Oostelijk Partnerschap inzake veiligheid, het GVDB en civiele bescherming, en samenwerking met EU-agentschappen op het gebied van GVDB-kwesties.

De regionale samenwerking inzake veiligheidsvraagstukken bevorderen, zoals migratie, beter grensbeheer, bescherming van kritieke infrastructuur, exportcontrole, risicobeperking bij rampen en rampenbeheersing, met inbegrip van reacties op noodsituaties, civiele bescherming, bestrijding van smokkel en illegale handel (bijvoorbeeld in bio- en nucleaire materialen) en de opleiding van deskundig personeel, met name ook door middel van het CBRN (chemisch, biologisch, radiologisch en nucleair)-kenniscentrum van de EU en zijn regionale secretariaat voor Zuidoost- en Oost-Europa, dat in Georgië gevestigd is.

Prioriteiten voor de middellange termijn

Vreedzame conflictoplossing en internationale stabiliteit en veiligheid bevorderen om de internationale, op regels gebaseerde orde te handhaven op basis van doeltreffend multilateralisme.

De gezamenlijke naleving van de beginselen van onafhankelijkheid, soevereiniteit, territoriale integriteit en onschendbaarheid van de grenzen bevorderen, zoals die zijn omschreven in het VN-Handvest en de Slotakte van Helsinki van de OVSE, ook in overeenstemming met GBVB-besluiten en -verklaringen van de EU.

2.2.   Terrorismebestrijding, non-proliferatie van massavernietigingswapens en illegale wapenuitvoer

Prioriteiten voor de korte termijn

Samenwerken aan de bestrijding van de proliferatie van massavernietigingswapens en hun overbrengingsmiddelen, door de volledige naleving en de uitvoering op nationaal niveau van de bestaande verbintenissen die de partijen zijn aangegaan in het kader van de internationale verdragen en overeenkomsten op het gebied van ontwapening en non-proliferatie, alsmede van hun andere internationale verplichtingen op dit gebied.

De operationele overeenkomst tussen Georgië en Europol ten volle gebruiken om de uitwisseling van informatie over terroristische organisaties, groeperingen, hun activiteiten en de hen ondersteunende netwerken te vergemakkelijken.

Prioriteiten voor de middellange termijn

Samenwerken ter verdieping van de internationale consensus over een op de mensenrechten gebaseerde strijd tegen het terrorisme, met inbegrip van de wettelijke definitie van terroristische daden, met name door te streven naar een overeenkomst over het Alomvattend Verdrag betreffende internationaal terrorisme.

Voortgaan met de uitvoering van Resolutie 2396 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, en met name uitwisselen van informatie over verdachten van terrorisme, teneinde buitenlandse terroristische strijders te identificeren, op te sporen en te vervolgen.

Samenwerken aan een op een risico-inschatting gebaseerde douanecontrole, waardoor de veiligheid en beveiliging kunnen worden gewaarborgd van de goederen die worden geïmporteerd, geëxporteerd of doorgevoerd.

De illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens en bijbehorende munitie bestrijden, in het kader van internationale overeenkomsten en resoluties van de VN-Veiligheidsraad en verbintenissen in het kader van andere internationale instrumenten op dit gebied.

Blijven samenwerken op het gebied van de controle op de uitvoer van conventionele wapens, in het licht van het gemeenschappelijk standpunt van de EU inzake de controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie. Blijven samenwerken op het gebied van de strijd tegen wapenhandel en de vernietiging van voorraden.

Blijven bijdragen tot de uitvoering van de wapenbeheersing en relevante regelingen voor het scheppen van vertrouwen, van alle drie de pijlers van het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens, van het Verdrag inzake chemische wapens, het Verdrag biologische wapens en van andere bestaande verplichtingen in het kader van de desbetreffende internationale overeenkomsten en andere internationale verplichtingen.

2.3.   Vreedzame conflictoplossing

Prioriteiten voor de korte termijn

Een doeltreffende samenwerking handhaven tussen de EU en Georgië met het oog op een oplossing van het conflict in de daartoe overeengekomen gremia, ook met het oog op de waarborging van de volledige uitvoering van de door de EU bemiddelde staakt-het-vuren-overeenkomst van 12 augustus 2008 en een veilige, vrijwillige en waardige terugkeer van intern ontheemden en vluchtelingen naar hun huizen, alsook de vaststelling van manieren om de Georgische gebieden Abchazië en Tshkinvali/Zuid-Ossetië op een passende wijze te betrekken bij de uitdieping van de betrekkingen tussen de EU en Georgië.

Een doeltreffende samenwerking en coördinatie handhaven tussen de EU en Georgië met betrekking tot de vreedzame conflictoplossing, onder meer door een regelmatige politieke dialoog, en de kwestie van vredesopbouw en veiligheid hoog op de agenda van de EU houden.

De inspanningen coördineren om de uitvoering van de door de EU bemiddelde staakt-het-vuren-overeenkomst van 12 augustus 2008 te vergemakkelijken, onder meer door de ontwikkeling en bevordering van de daaropvolgende uitvoeringsmaatregelen bij de follow-up van de oorspronkelijke overeenkomst.

De inspanningen opvoeren om zinvolle onderhandelingen te waarborgen en tastbare resultaten te behalen binnen het kader van het door de EU, de VN en de OVSE gezamenlijk voorgezeten internationaal overleg van Genève op basis van de door de EU bemiddelde staakt-het-vuren-overeenkomst van 12 augustus 2008 om duurzame oplossingen te vinden voor veiligheids- en humanitaire problemen die voortvloeien uit het onopgeloste conflict.

De kantoren van de EU-waarnemingsmissie in Georgië volledig en doeltreffend gebruiken om bij te dragen tot stabiliteit, normalisering, met inbegrip van het mogelijk maken van een veilig en normaal leven voor lokale gemeenschappen aan beide zijden van de administratieve grenzen, en het scheppen van vertrouwen.

Blijven werken aan de hervatting en doeltreffende werking van de mechanismen voor preventie van en respons bij incidenten in Gali en Ergneti en de inspanningen verdubbelen om veiligheids- en humanitaire behoeften van de door het conflict getroffen bevolking aan te pakken.

De inspanningen voortzetten om schendingen van de mensenrechten in de Georgische gebieden Abchazië en Tshkinvali/Zuid-Ossetië aan te pakken.

De inspanningen ondersteunen om te komen tot een vreedzame conflictoplossing, onder meer door contacten te leggen met de bevolking van de Georgische gebieden Abchazië en Tshkinvali/Zuid-Ossetië in het licht van het Georgische beleid voor verzoening en betrokkenheid (met inbegrip van het vredesinitiatief) en het beleid van niet-erkenning en toenadering van de EU, dat de EU en Georgië samen uitvoeren.

Samenwerken om de bevolking aan beide zijden te laten delen in de voordelen en mogelijkheden die voortvloeien uit de politieke associatie van de EU en Georgië en het proces van economische integratie, met inbegrip van de visumvrije regeling voor kort verblijf in het Schengengebied.

Het vrije verkeer, de handel, de economische banden en de onderwijsmogelijkheden over de administratieve grenzen heen blijven bevorderen, onder meer door middel van het vredesinitiatief “A Step to a Better Future” en, waar nodig, een evaluatie van de wetgeving.

In samenwerking maatregelen nemen om de contacten van mens tot mens en de inspanningen op het gebied van vertrouwensopbouw en verzoening tussen door conflict verscheurde samenlevingen te bevorderen.

Verdere stappen ondernemen ter bevordering van de duurzame integratie van intern ontheemden (eigendomsrecht, werkgelegenheid en gerichte steun).

Zorgen voor een doeltreffende uitvoering van het nationale actieplan voor 2022-2024 inzake de uitvoering van de resoluties van de VN-Veiligheidsraad over vrouwen, vrede en veiligheid (UNSCR 1325+).

De volwaardige deelname van vrouwen aan de vreedzame conflictoplossing en vredesopbouw versterken en waarborgen dat vrouwen en het maatschappelijk middenveld die door het conflict zijn getroffen, actief worden geraadpleegd als onderdeel van alle inspanningen voor conflictoplossing.

De gezamenlijke inspanningen voortzetten en doeltreffende preventieve maatregelen nemen om het beleid van niet-erkenning op het internationale podium verder te consolideren.

Prioriteiten voor de middellange termijn

Stappen zetten naar een duurzame oplossing van het conflict en zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de bestaande gremia voor overleg over conflictgerelateerde vraagstukken, waarbij de vreedzame geschillenbeslechting een van de kernpunten zal zijn op de agenda van de politieke dialoog tussen de partijen, alsook in de dialoog met andere betrokken internationale actoren.

De gezamenlijke inspanningen voortzetten om de vaststelling van internationale veiligheidsmechanismen in de Georgische gebieden Abchazië en Tshkinvali/Zuid-Ossetië, de toegang van internationale mensenrechtenorganisaties tot deze gebieden en de volledige uitvoering van het mandaat van de waarnemingsmissie van de Europese Unie in Georgië in heel Georgië te bevorderen.

Blijven streven naar de veilige, waardige en vrijwillige terugkeer van intern ontheemden en vluchtelingen naar hun plaatsten van herkomst, overeenkomstig de beginselen van het internationaal recht.

Blijven samenwerken met het Internationaal Strafhof (ICC) door het Statuut van Rome en de hieraan gerelateerde instrumenten uit te voeren, waarbij erop wordt toegezien dat de integriteit van dat statuut gehandhaafd blijft. Blijven samenwerken met het ICC met betrekking tot de onderzoeken in het kader van de oorlog van augustus 2008.

3.    Justitie, vrijheid en veiligheid

In maart 2017 werd visumvrij reizen naar de EU mogelijk voor Georgische burgers. In het kader hiervan moet Georgië blijven voldoen aan de criteria voor de visumliberalisering en de aanbevelingen van de regelmatige verslagen van de Commissie in het kader van het visumopschortingsmechanisme opvolgen om de duurzaamheid van de visumvrije regeling te waarborgen en zo bij te dragen tot de mobiliteit en interpersoonlijke contacten tussen de EU en Georgië.

De context voor de versterkte samenwerking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken wordt bovendien omkaderd door de overnameovereenkomst, het mobiliteitspartnerschap tussen de EU en Georgië en de samenwerkingsregelingen en -overeenkomsten, zoals passend, met verschillende EU-agentschappen op het gebied van justitie en binnenlandse zaken, zoals het Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex), het Europees migratienetwerk, Europol, Cepol en Eurojust.

3.1.   Bescherming van persoonsgegevens

Prioriteiten voor de korte termijn

Een hoog niveau van bescherming van persoonsgegevens waarborgen en wetgeving aannemen in overeenstemming met de Europese normen, en praktische maatregelen nemen met het oog op de naleving van het recht op de bescherming van persoonsgegevens in de publieke en private sector, waaronder op het gebied van het strafrecht.

De capaciteit van de gegevensbeschermingsautoriteit versterken om ervoor te zorgen dat deze hedendaagse technologische uitdagingen op het gebied van gegevensbescherming het hoofd kan bieden en de uitvoering van de Europese normen in Georgië kan waarborgen.

Prioriteiten voor de middellange termijn

De capaciteit van de gegevensbeschermingsautoriteit blijven versterken en de toepassing van gegevensbeschermingsnormen opvolgen.

3.2.   Migratie, asiel en geïntegreerd grensbeheer

Prioriteiten voor de korte termijn

Ervoor zorgen dat alle criteria voor de visumliberalisering en de aanbevelingen van de Commissie in de verslagen over het visumopschortingsmechanisme constant worden nageleefd.

De doeltreffende uitvoering van de overnameovereenkomsten, met inbegrip van de overnameovereenkomst tussen de EU en Georgië, voortzetten.

De operationele samenwerking versterken om te komen tot een snelle afname van het aantal ongegronde asielverzoeken dat wordt ingediend door Georgische onderdanen in het Schengen+-gebied.

De wijzigingen van de Georgische wet inzake regels en procedures voor Georgische burgers die Georgië verlaten en binnenkomen, op doeltreffende wijze uitvoeren, met volledige eerbiediging van de mensenrechten en de gegevensbeschermingsvereisten.

Voorlichtingscampagnes blijven organiseren over de rechten en plichten bij visumvrij reizen.

Het grensbeheer verder versterken en de hoge kwaliteit van de grenscontroles en het grenstoezicht in stand houden.

Verslag uitbrengen over verbeteringen in de analyse van migratiegegevens en de beoordeling van risico's.

Op gezette tijden (ten minste om de twee jaar) het Georgische migratieprofiel actualiseren.

De operationele samenwerking met Frontex blijven versterken, met inbegrip van samenwerking op het gebied van geïntegreerd grensbeheer, de uitwisseling van personeel, opleiding, waarnemers uit de regio bij gezamenlijke operaties en informatie-uitwisseling via het netwerk voor risicoanalyse van het Oostelijk Partnerschap (Eastern Partnership-RAN).

De Georgische strategie voor geïntegreerd grensbeheer 2021-2025 en het bijbehorende actieplan voltooien en op doeltreffende wijze uitvoeren.

Prioriteiten voor de middellange termijn

De Georgische migratiestrategie 2021-2030 en de eraan gerelateerde actieplannen op doeltreffende wijze uitvoeren.

Ontwikkelen van doeltreffendere manieren om circulaire en legale migratie aan te bieden, met inbegrip van regelingen voor arbeidsmigratie, met inachtneming van de bestaande nationale wetgeving en bevoegdheden en met volledige eerbiediging van de mensenrechten van alle migrerende werknemers.

De Georgische strategie voor geïntegreerd grensbeheer 2021-2025 en de bijbehorende actieplannen op doeltreffende wijze uitvoeren.

Een hoge kwaliteit van grenscontroles en grenstoezicht in stand houden.

De afbakening van de staatsgrenzen met de buurlanden bevorderen.

De doeltreffende uitvoering van het statelijke re-integratieprogramma en de activiteiten voor re-integratie voortzetten.

3.3.   Rechtshandhaving

Prioriteiten voor de korte termijn

De volledige operationele capaciteit waarborgen van de toezichtsinstantie die verantwoordelijk is voor onafhankelijke onderzoeken naar klachten tegen rechtshandhavers. Klachten tegen de politiediensten vereisen een professioneel en doeltreffend mechanisme voor een geloofwaardige respons, ook via de interne algemene inspectie.

De doeltreffende werking van de afdeling Mensenrechtenbescherming en Onderzoekskwaliteitsbewaking van het Ministerie van Binnenlandse Zaken voortzetten, onder meer door de verlening van professionele opleidingen voor rechtshandhavers op het gebied van mensenrechten te ondersteunen, zoals gewaarborgd door het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.

De toepassing van alternatieven voor gevangenisstraf verder uitbreiden door het gebruik van bestaande alternatieven voor vrijheidsstraffen te verbeteren, nieuwe alternatieven voor vrijheidsstraffen in te voeren en de capaciteit van de reclassering uit te breiden.

Onderzoeksprocessen en -technieken voor de strijd tegen georganiseerde, ernstige en alle andere misdaad moderniseren.

3.4.   Bestrijding van de georganiseerde misdaad

Prioriteiten voor de korte termijn

De voorgezette uitvoering van de relevante actieplannen ter bestrijding van mensenhandel waarborgen en de ontwikkeling voortzetten van de capaciteit van de overheidsdiensten om gevallen van mensensmokkel proactief op te sporen en op efficiënte wijze te onderzoeken.

Toezien op en verslag uitbrengen over de doeltreffendheid van het proactief opsporen en onderzoeken van mensenhandel.

Een nieuwe nationale strategie voor de bestrijding van georganiseerde misdaad en een bijbehorend actieplan ontwikkelen en de doeltreffende uitvoering ervan waarborgen.

Volledig gebruikmaken van de overeenkomst over operationele en strategische samenwerking met Europol, onder meer door operationele en strategische informatie te verstrekken en door middel van een sterkere betrokkenheid bij de EU-beleidscyclus/het Europees multidisciplinair platform tegen criminaliteitsdreiging (Empact).

De samenwerking met Cepol met het oog op de opleiding van politieambtenaren voortzetten.

De verdere ontwikkeling van het inlichtingengestuurde politiewerk en een uniform systeem voor misdaadanalyse voortzetten, ook door de goedkeuring en uitvoering van de strategie voor inlichtingengestuurd politiewerk.

Prioriteiten voor de middellange termijn

De inspanningen op het gebied van de preventie en de bestrijding van georganiseerde misdaad voortzetten, met name in het kader van de EU-beleidscyclus tegen georganiseerde en ernstige internationale misdaad/Empact.

De samenwerking bij de aanpak van cybercriminaliteit verbeteren en relevante opleiding op het gebied van rechtshandhaving aan de Georgische autoriteiten leveren.

De inspanningen ter bestrijding van cybercriminaliteit opvoeren, onder meer door een alomvattend juridisch en institutioneel kader in overeenstemming met het Verdrag van Boedapest tot stand te brengen.

De samenwerking op het gebied van grensoverschrijdende rechtshandhaving in de strijd tegen Georgische misdaadorganisaties verder versterken.

3.5.   Bestrijding van drugs

Prioriteiten voor de korte termijn

De samenwerking op het gebied van drugspreventie voortzetten door middel van de volledige afstemming van het drugsbeleid op de EU-standpunten en door de preventiemechanismen verder te bevorderen middels de uitvoering van de nationale strategie voor de preventie van drugsmisbruik 2021-2026 en de bijbehorende actieplannen.

Nauw blijven samenwerken met het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving teneinde de capaciteit van het Georgische nationale waarnemingscentrum voor drugs (NDO) te versterken en relevante en geldige informatie uit te wisselen.

De uitvoering van de nationale strategieën ter bestrijding van drugs en daaropvolgende actieplannen waarborgen.

Prioriteiten voor de middellange termijn

Blijven streven naar een evenwichtige en geïntegreerde aanpak van drugskwesties teneinde de systemen te versterken om de gevolgen voor de gezondheid en de maatschappelijke consequenties van drugsgebruik aan te pakken, alsook zorgen voor een meer doeltreffende preventie, en inspanningen leveren om het aanbod aan, de handel in en de vraag naar drugs te beperken.

De regelmatige dialoog in het kader van de Drugsdialoog van het Oostelijk Partnerschap voortzetten.

3.6.   Bestrijding van witwassen van geld en van de financiering van terrorisme

Prioriteiten voor de korte termijn

De Georgische wetgeving in overeenstemming brengen met de vierde en vijfde antiwitwasrichtlijn van de EU.

Toezien op en verslag uitbrengen over het aantal beslissingen tot bevriezing en confiscatie en over de geraamde waarde van de bevroren en geconfisqueerde goederen, teneinde te zorgen voor de doeltreffende uitvoering van de Georgische wetgeving inzake de confiscatie van crimineel vermogen.

Prioriteiten voor de middellange termijn

Verdere inspanningen leveren voor de oprichting van het wettelijke en institutionele kader voor het voorkomen en bestrijden van witwaspraktijken en terrorismefinanciering, onder meer door afstemming op de EU-wetgeving op deze gebieden.

De uitvoering voortzetten van de normen in de aanbevelingen betreffende terrorismefinanciering van de Financiële-Actiegroep (FATF).

De samenwerking met de FATF, de Raad van Europa, Moneyval en de relevante autoriteiten in de EU-lidstaten op het gebied van witwaskwesties voortzetten.

De operationele samenwerking inzake de confiscatie en ontneming van vermogensbestanddelen en activabeheer blijven verbeteren door middel van doeltreffende communicatie en uitwisseling van beste praktijken tussen de Georgische autoriteiten en de bureaus voor de ontneming van vermogensbestanddelen van de EU.

3.7.   Juridische samenwerking

Prioriteiten voor de korte termijn

De uitvoering van de overeenkomst inzake operationele samenwerking met Eurojust voortzetten.

Prioriteiten voor de middellange termijn

De justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken versterken door het Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken van 1965 en het Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken van 1970 uit te voeren.

Toetreden tot, en uitvoering geven aan, de belangrijkste verdragen van de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht op het gebied van justitiële samenwerking, alsook op het gebied van de bescherming van kinderen, zoals het Verdrag inzake bedingen van forumkeuze van 2005 en het Verdrag inzake de internationale inning van levensonderhoud voor kinderen en andere familieleden van 2007 en het protocol daarbij over het recht dat van toepassing is op onderhoudsverplichtingen.

De justitiële samenwerking in strafzaken opvoeren door de toetreding tot en de uitvoering van de desbetreffende verdragen, in het bijzonder die van de Raad van Europa.

4.    Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden

De partijen zullen de integratie verder verdiepen op basis van de associatieovereenkomst en de diepe en brede vrijhandelsruimte (DCFTA). De partijen beseffen dat het volledige potentieel van deze Overeenkomst nog niet is bereikt en werken samen om te zorgen voor de naleving van het EU-acquis, zoals vermeld in de relevante bijlagen bij de associatieovereenkomst/DCFTA, en met name op de aan de handel gerelateerde gebieden, zoals hieronder uiteengezet.

De effectieve uitvoering van de associatieovereenkomst en de bijbehorende DCFTA, in samenhang met het bredere proces van aanpassing van de regelgeving en de daarmee verband houdende noodzakelijke hervormingen, schept mede de voorwaarden voor nauwere economische en handelsbetrekkingen met de EU, hetgeen leidt tot verdere geleidelijke economische integratie van Georgië in de interne markt van de Europese Unie, zoals beoogd in de associatieovereenkomst. De partijen werken samen om alle bepalingen van de associatieovereenkomst/DCFTA uit te voeren. Beide partijen werken op regelmatige basis samen, ook via de bilaterale structuren die zijn vastgesteld in het kader van de Associatieovereenkomst EU-Georgië en binnen multilaterale kaders.

Georgië versterkt het nationale institutionele kader om een onpartijdige uitvoering, handhaving en monitoring van de nieuwe wetgeving die op elk relevant gebied is vastgesteld, te waarborgen.

Georgië informeert de EU regelmatig over de stand van zaken ten aanzien van de aanpassing via de gespecialiseerde subcomités en in het kader van het jaarlijkse Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken. In voorkomend geval en met instemming van beide partijen verleent de EU bijstand en deskundigheid om de Georgische autoriteiten bij dit proces te helpen.

4.1.   Handel in goederen

Prioriteiten voor de korte termijn

Zorgen voor verdere verbeteringen op het gebied van handelsstatistieken.

Samenwerken om de exportstructuur van Georgië verder te diversifiëren, met inbegrip van de uitvoer van nieuwe producten naar de EU-markt.

Prioriteiten voor de middellange termijn

Nauw samenwerken om het antiontwijkingsmechanisme op doeltreffende wijze toe te passen.

Steun verlenen aan Georgië bij het opstellen en uitvoeren van de wetgeving die het zou willen voorbereiden inzake markttoegang en andere hieraan gerelateerde kwesties (bv. handelsmaatregelen).

Informatie uitwisselen over ontwikkelingen op het gebied van markttoegang en het beleid inzake markttoegang.

4.2.   Technische voorschriften, normalisatie en hieraan gerelateerde infrastructuur

Prioriteiten voor de korte termijn

Wetgeving ontwikkelen die Georgië heeft toegezegd uit te voeren op basis van de associatieovereenkomst, zoals omschreven in de Georgische strategie inzake technische handelsbelemmeringen.

Infrastructuur verder ontwikkelen met betrekking tot het beheer van normen, technische voorschriften, metrologie, markttoezicht, accreditatie en conformiteitsbeoordelingsprocedures, onder meer via EU-steun.

De voorbereiding en aanpassing van belanghebbenden, met inbegrip van marktdeelnemers, voor de uitvoering van aangepaste wetgeving vergemakkelijken.

De markttoezichtstrategie voor industriële goederen verder uitvoeren.

Op het gebied van markttoezicht de administratieve capaciteiten van de relevante Georgische statelijke instellingen en organen voor markttoezicht versterken.

Voorzien in een verdere opleiding van personeel voor de administratie van overheidsorganen en -agentschappen die werkzaam zijn op het gebied van technische voorschriften, metrologie en normalisatie en accreditatie.

Informatie uitwisselen over alle relevante aspecten van de Georgische strategieën voor technische handelsbelemmeringen en markttoezicht, met inbegrip van, in voorkomend geval, tijdschema's.

4.3.   Sanitaire en fytosanitaire maatregelen

Prioriteiten voor de korte termijn

Een systeem voor vroegtijdige waarschuwing voor levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid en gezondheid en veiligheid van planten ondersteunen.

Voorlichtingscampagnes organiseren met de desbetreffende agentschappen, ondernemingen en niet-gouvernementele organisaties inzake de vereisten voor toegang tot de EU-markt en met het maatschappelijk middenveld inzake de relevante consumentenbeschermingsaspecten van veiligheid van levensmiddelen en diervoeders.

Verder technisch advies en bijstand op EU-niveau verstrekken aan Georgië bij het opstellen en uitvoeren van de wetgeving inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen, onder meer door te voorzien in opleidingen van het desbetreffende personeel en capaciteitsopbouw bij de bevoegde autoriteit en de verbetering van de laboratoriumcapaciteit te ondersteunen, overeenkomstig de EU-vereisten.

Georgië ondersteunen bij de succesvolle uitvoering van de aangepaste wetgeving op het gebied van sanitaire en fytosanitaire maatregelen.

De aanpassingscapaciteit van Georgische ondernemingen voor de uitvoering van de aangepaste wetgeving verbeteren. De steun met het oog de aanpassingscapaciteit specifiek richten op micro-, kleine en middelgrote levensmiddelenbedrijven.

Prioriteiten voor de middellange termijn

Georgië ondersteunen om de risicoanalyse op sanitair en fytosanitair gebied te versterken; ervoor zorgen dat veterinaire en fytosanitaire controles en de controles inzake voedselveiligheid aan de grensinspectieposten worden uitgevoerd; de aanpassing van Georgische ondernemingen voor de uitvoering van de aangepaste wetgeving vergemakkelijken; vooruitgang boeken op het gebied van de toelating van aanvullende voedselproducten op de EU-markt.

Samenwerken op het gebied van dierenwelzijn en het beperkte gebruik van antibiotica in de veeteelt ter bestrijding van resistentie tegen antibiotica.

4.4.   Douane en vereenvoudiging van het handelsverkeer

Prioriteiten voor de korte termijn

De samenwerking in verband met lopende werkzaamheden voortzetten voor de afstemming van de wetgeving van Georgië op het EU-acquis en de internationale normen die zijn opgenomen in de desbetreffende bijlage bij de associatieovereenkomst, zoals het nieuwe douanewetboek.

De uitvoering waarborgen van het strategische kader voor douanesamenwerking, met, waar nodig, een follow-upevaluatie en bijwerking.

De uitvoering blijven steunen van de Georgische wetgeving inzake douanehandhaving van intellectuele-eigendomsrechten conform het EU-acquis, zoals voorzien in de associatieovereenkomst.

Regelmatig informatie verstrekken over de uitvoering van het douanewetboek.

Steun verlenen aan Georgië in het kader van zijn toetreding tot de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer.

Samenwerken op het gebied van maatregelen in verband met initiatieven en platforms voor de digitalisering van de douane waaraan Georgië kan deelnemen.

Prioriteiten voor de middellange termijn

De Georgische douaneautoriteiten verder moderniseren.

De douaneprocedures verder vereenvoudigen en moderniseren.

Samenwerken op het gebied van douanecontroles op basis van risico en relevante informatie uitwisselen die bijdraagt tot verbeteringen op het gebied van risicobeheer, veiligheid van de toeleveringsketens, facilitering van de legale handel en veiligheid en beveiliging van ingevoerde, uitgevoerde of doorgevoerde goederen.

De dialoog intensiveren inzake de bestrijding van fraude om illegale handel — inclusief die in accijnsproducten — te voorkomen, in het bijzonder door een versterkte samenwerking in het kader van het protocol inzake wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken.

Capaciteit opbouwen om de uitvoering van de digitale douaneomgeving te verbeteren.

Streven naar de wederzijdse erkenning van een stelsel van geautoriseerde marktdeelnemers als bedoeld in de associatieovereenkomst.

4.5.   Oorsprongsregels

Prioriteiten voor de korte termijn

De bepalingen van de pan-Euro-mediterrane conventie uitvoeren, met name op het gebied van bewijzen van oorsprong (afgifte en verificatie, naleving van de oorsprongsregels) en douanesamenwerking.

4.6.   Vestiging, handel in diensten en elektronische handel

Voorzien in opleiding en toereikende administratieve capaciteit opbouwen om de geplande aanpassing van de wetgeving uit te voeren.

Informatie en ervaring uitwisselen met betrekking tot de ontwikkeling van interoperabele handelsplatformen voor e-handel.

Informatie en ervaring uitwisselen op het gebied van bewustmaking bij de belanghebbenden over de uitvoering en handhaving van de belangrijkste bepalingen van de EU-richtlijn postdiensten, met name de universeledienstverplichting, alsook ander relevant beleid van de postsector.

4.7.   Overheidsopdrachten

Prioriteiten voor de korte termijn

Het aandeel onderhandse gunningen (zonder open oproep tot het indienen van voorstellen) verminderen door middel van strengere secundaire wetgeving en een strengere toepassing van de regels, met name met betrekking tot onderhandse gunningen als gevolg van een dringende noodzaak en evenementen met een beperkt tijdskader.

Een onafhankelijk en onpartijdig controleorgaan voor overheidsopdrachten oprichten, in lijn met het herziene wettelijke kader.

Het verstrekken van nauwkeurige en tijdige informatie over het geplande wetgevingswerk inzake het beleid betreffende overheidsopdrachten en de uitvoering ervan, zowel voor de afstemming van de wetgeving als voor het opzetten van instellingen op het gebied van overheidsopdrachten.

Goedkeuring van het desbetreffende gezamenlijke besluit inzake het verlenen van markttoegang door de Associatieraad in overeenstemming met de afronding van de eerste fase van het stappenplan voor het hoofdstuk inzake overheidsopdrachten.

Prioriteiten voor de middellange termijn

Een nadere bespreking van de uitvoering van de verplichtingen die voortvloeien uit de associatieovereenkomst door de partijen.

Het opstellen en goedkeuren van de nieuwe wetgeving inzake overheidsopdrachten door Georgië met steun van de EU voortzetten, in lijn met het aanpassingsproces en het in de Assocatieovereenkomst vastgestelde tijdschema.

4.8.   Intellectuele-eigendomsrechten

Prioriteiten voor de korte termijn

De werking ondersteunen van het nationale centrum voor de intellectuele eigendom van Georgië “Sakpatenti” om de bescherming van industriële-eigendomsrechten en auteursrechten te waarborgen. De samenwerking met autoriteiten van derde landen en brancheverenigingen uitbreiden.

De handhavingscapaciteit versterken van de desbetreffende overheidsorganen of uitvoerende agentschappen, evenals zorgen voor de behoorlijke werking van het justitiële stelsel om de toegang tot de rechter voor de houders van de rechten en de daadwerkelijke uitvoering van straffen te garanderen.

Doeltreffende maatregelen nemen met het oog op de bestrijding van namaak en piraterij, met inbegrip van het produceren van statistische informatie over die activiteiten die tussen de partijen wordt uitgewisseld.

Samenwerken met betrekking tot de toepassing van een stelsel van uitputting op het gebied van intellectuele eigendom.

Prioriteiten voor de middellange termijn

Ervoor zorgen dat de houders van rechten van beide partijen kunnen rekenen op een hoog beschermingsniveau van hun intellectuele-eigendomsrechten en op handhaving ervan.

Maatregelen nemen om het publiek meer bewust te maken van de bescherming en het gebruik van intellectuele- en industriële-eigendomsrechten en zorgen voor een effectieve dialoog met de houders van de rechten.

4.9.   Mededinging

Prioriteiten voor de middellange termijn

Samenwerken aan de uitvoering van het hoofdstuk Mededinging van de associatieovereenkomst en de hieraan gerelateerde hervormingen. Met de samenwerking worden het institutionele kader en de relevante administratieve capaciteiten van de Georgische mededingingsautoriteit aangepakt teneinde een doeltreffende uitvoering van de desbetreffende mededingingswetgeving te waarborgen.

Samenwerken op het gebied van een versterkte dialoog over handhavingsactiviteiten in verband met mededinging en subsidies.

4.10.   Transparantie

Prioriteiten voor de korte termijn

De nakoming van verbintenissen op het gebied van transparantie in de handelsgerelateerde beleidsvorming verder versterken.

Overleg plegen over de beste praktijken en de respectieve ervaringen op het gebied van transparante beleidsvorming, informatie uitwisselen en voorzien in passende opleidingen, inclusief communicatiemethoden en overleg met belanghebbenden, en seminars en andere evenementen organiseren voor het bredere publiek, met het oog op toelichting van de uitvoering van de associatieovereenkomst en het afstemmingsproces.

4.11.   Handel en duurzame ontwikkeling

Prioriteiten voor de korte termijn

Een passend systeem voor handhaving en toezicht vaststellen voor alle arbeidsnormen en -rechten, en met name voor het uitbannen van kinderarbeid, in lijn met de internationale en EU-beginselen en -praktijken.

Samenwerken ten aanzien van de uitvoering van de bijgewerkte nationaal bepaalde bijdrage en de ontwikkeling van de langetermijnstrategie voor een op lage uitstoot gebaseerde ontwikkeling in lijn met de Overeenkomst van Parijs.

De doeltreffendheid van de uitvoering van het Cites-systeem verder versterken, met name voor soorten die in grote hoeveelheden in de EU worden verhandeld, zoals Galanthus spp.

Beste praktijken blijven verbeteren en uitwisselen in het kader van het hoofdstuk over de betrokkenheid van belanghebbenden en de dialoog met het maatschappelijk middenveld.

De dialoog voortzetten over de nakoming van de verbintenissen in verband met handel en duurzame ontwikkeling.

Prioriteiten voor de middellange termijn

Informatie blijven uitwisselen over de doeltreffende uitvoering van arbeidsnormen en over het in stand houden van arbeidsbescherming, met inbegrip van een doeltreffend toezicht en een doeltreffende handhaving.

De uitvoering bespreken van multilaterale milieuovereenkomsten waarbij een van beide zijden partij is.

Samen streven naar een ambitieus mondiaal kader voor biodiversiteit in het kader van het Biodiversiteitsverdrag.

5.    Economische en sectorale samenwerking

De partijen werken samen om de economische ontwikkeling en economische integratie te bevorderen, onder meer door de sectorale samenwerking te verdiepen, de ontwikkeling van kmo's te ondersteunen en de nadruk te leggen op het verwezenlijken van een duurzame, groene, inclusieve en digitale economische groei. De partijen werken samen om de sociaal-economische gevolgen van de COVID-19-pandemie aan te pakken en tegelijkertijd de veerkracht op korte en lange termijn te vergroten. De partijen werken samen om fatsoenlijk werk en eerlijke arbeidsvoorwaarden voor iedereen te waarborgen, gelijke kansen en toegang tot de arbeidsmarkt te versterken en armoede en sociale uitsluiting te bestrijden. Georgië zorgt voor een verdere harmonisering van zijn regelgeving met het EU-acquis in lijn met de toezeggingen in het kader van de associatieovereenkomst. Georgië versterkt bovendien het nationale institutionele kader om een onpartijdige uitvoering, handhaving en monitoring van de nieuwe wetgeving die op elk relevant gebied is vastgesteld, te waarborgen. Georgië informeert de EU regelmatig over de stand van zaken met betrekking tot de afstemming via de gespecialiseerde subcomités en de EU verleent, in voorkomend geval, en met instemming van beide partijen, bijstand en deskundigheid om de Georgische autoriteiten bij dit proces te helpen.

5.1.   Economische ontwikkeling en marktkansen

Prioriteiten voor de middellange termijn

Samenwerken om Georgië te ondersteunen bij de totstandbrenging van een volledig functionerende markteconomie, waarbij de nadruk wordt gelegd op het zorgen voor duurzame, groene en inclusieve economische groei, en de geleidelijke aanpassing van zijn beleid aan het beleid van de EU, overeenkomstig de leidende beginselen van macro-economische stabiliteit, gezonde overheidsfinanciën, een robuust financieel systeem en een houdbare betalingsbalans.

Bewaken van de macro-economische ontwikkelingen, bespreken van de belangrijkste beleidsuitdagingen en uitwisselen van informatie over beste praktijken, door het versterken van de reguliere macro-economische dialoog, teneinde de kwaliteit van de economische beleidsvorming te verbeteren.

De onafhankelijkheid en regelgevende capaciteit van de Georgische nationale bank versterken en ervaringen van de EU op het gebied van monetair en wisselkoersbeleid delen, ook met betrekking tot de internationale rol van de euro, om de competenties van Georgië op deze gebieden verder te ontwikkelen.

De houdbaarheid en het beheer van de overheidsfinanciën verder verbeteren door de hervormingen op het gebied van de begroting te blijven verbeteren.

De efficiëntie van staatsbedrijven verbeteren en de gerelateerde fiscale risico's verder beperken door normen inzake corporate governance goed te keuren.

Een duurzaam, alomvattend en doelgericht sociaal vangnet ontwikkelen.

Een bredere inclusie van vrouwen op de arbeidsmarkt en in het bedrijfsleven bevorderen om de economische groei te stimuleren.

5.2.   Landbouw en plattelandsontwikkeling

Prioriteiten voor de korte termijn

De uitvoering van de strategie voor landbouw en plattelandsontwikkeling (ARDS) 2021-2027 en desbetreffende actieplannen waarborgen.

Uiterlijk in 2021 het strategische document voor de voedselveiligheidscomponent van de ARDS 2021-2027 goedkeuren en uitvoeren.

De institutionele hervorming op het gebied van plattelandsontwikkeling uitvoeren.

De ontwikkeling van efficiënte waardeketens ondersteunen en kmo's ondersteunen om hun concurrentievermogen in bepaalde sectoren met een hoge uitvoerwaarde te verhogen. De samenhang tussen de selectie van prioritaire waardeketens en handelsprioriteiten versterken.

Zorgen voor mogelijkheden voor vrouwen in gediversifieerde plattelandseconomieën.

De verlening van alle openbare diensten in plattelandsgebieden waarborgen, met bijzondere aandacht voor de meest afgelegen plattelandsgebieden teneinde niemand achter te laten.

Prioriteiten op middellange termijn

De instellingen die verantwoordelijk zijn voor de landbouw- en plattelandsontwikkeling moderniseren en hun efficiëntie verbeteren, onder meer door de deelname van alle belanghebbende partijen uit de sector aan dit proces. Het coördinatiemechanisme tussen de overheid en maatschappelijke organisaties verder versterken.

Een klimaatvriendelijke landbouw, energie-efficiënte technologieën en andere goede landbouwpraktijken bevorderen en faciliteren. De productie, verwerking en opslag van landbouwproducten moderniseren en verbeteren om de productiviteit te doen toenemen en de toegevoegde waarde en het concurrentievermogen van de Georgische landbouw te verbeteren.

De geleidelijke goedkeuring van marktnormen voor landbouwproducten vergemakkelijken om een betere voedselveiligheid te ondersteunen en de uitvoering van kwaliteitsregelingen voortzetten, met inbegrip van de biologische landbouw en biologische producten met een geografische aanduiding.

Verbetering van het concurrentievermogen en de duurzaamheid van de landbouwproductie, door schaalvoordelen na te streven via marktgerichte landbouwcoöperaties, door adviesverlening en voorlichting met het oog op verhoging van de productie en de export, en door een vlottere toegang te verschaffen tot levensvatbare kredietverstrekking en financiële middelen voor landbouw.

Overgaan op de stapsgewijze harmonisering en uitvoering van doeltreffend beleid voor landbouw en plattelandsontwikkeling op basis van bewezen EU-modellen.

De werkgelegenheid en de levensomstandigheden in de plattelandsgebieden verbeteren door middel van beter beheer van natuurlijke hulpbronnen, betere diensten en infrastructuur en diversificatie van de plattelandseconomie.

5.3.   Interne financiële controle bij de overheid en externe audit

Prioriteiten voor de korte termijn

Het interne controlesysteem onder een gedecentraliseerde beheersbevoegdheid, inclusief functioneel onafhankelijke interne audits bij overheidsinstanties, verder ontwikkelen door een harmonisatie met algemeen aanvaarde internationale normen en methoden en goede praktijken in de EU tot stand te brengen.

Prioriteiten voor de middellange termijn

Het systeem voor interne controle en interne audit in de publieke sector verder verbeteren in overeenstemming met een beoordeling van de kloof tussen de huidige praktijk en algemeen aanvaarde internationale normen, kaders en goede praktijken in de EU.

De externe audit van de Rekenkamer (nationale auditdienst van Georgië) verder ontwikkelen, overeenkomstig de algemeen aanvaarde internationale normen (Intosai).

5.4.   Volksgezondheid

Prioriteiten voor de korte termijn

Het EU-acquis inzake gezondheid verder uitvoeren, zoals vermeld in de desbetreffende bijlagen bij de associatieovereenkomst, in het bijzonder op het gebied van de veiligheid van bloed, tabaksontmoediging, kwaliteit en veiligheid van stoffen van menselijke oorsprong (bloedweefsel, organen en cellen), overdraagbare ziekten en de paraatheid voor pandemieën, tevens in overstemming met de internationale verplichtingen van Georgië uit hoofde van het Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging en de Internationale Gezondheidsregeling.

Het programma algemene gezondheidszorg een groter bereik geven en de eigen bijdrage van patiënten verlagen. De digitalisering (e-gezondheid) uitbreiden.

De kwaliteit en de toegankelijkheid van primaire gezondheidszorg verbeteren, gericht op preventie van ziekten en verbetering van de levenskwaliteit.

De nationale gezondheidsstrategie en de bijbehorende actieplannen afronden en goedkeuren en de uitvoering ervan starten.

De nationale multisectorale actie ter bestrijding van antimicrobiële resistentie versterken, onder meer door versterking van de bewaking, het verstandig gebruik van antimicrobiële stoffen en de bestrijding van besmetting in de gezondheidszorg.

Voorbereidingen treffen voor de uitvoering van de Internationale Raad voor de harmonisatie van de technische voorschriften voor de registratie van geneesmiddelen voor menselijk gebruik in het kader van de afstemming op het farmaceutisch acquis van de EU. Dit zou Georgië een goede basis bieden om de kwaliteit, veiligheid en werkzaamheid van geneesmiddelen (voornamelijk voor de invoer of de lokale productie/consumptie) te waarborgen.

Prioriteiten voor de middellange termijn

De inclusiviteit van de zorg- en preventieve diensten verbeteren, bijvoorbeeld door gezonde leefgewoonten aan te moedigen door middel van de betrokkenheid van maatschappelijke organisaties en lokale overheden.

De beleidsvorming en de controle van de instellingen voor gezondheidszorg versterken, alsook de patiëntenrechten en de afdwingbaarheid ervan.

De instellingen voor gezondheidszorg — waarvan de meeste in particuliere handen zijn — en hun verantwoordingsplicht versterken door de instelling van kwaliteitsindicatoren, op waarde gebaseerde aankopen en andere processen voor kwaliteitsbeheer, met inbegrip van erkenning van de accreditatie van gezondheidszorginstellingen door internationale accreditatie-instanties.

5.5.   Belastingheffing

Prioriteiten voor de korte termijn

De belastingwetgeving verbeteren en vereenvoudigen.

Goed bestuur op het gebied van belastingzaken bevorderen, de internationale samenwerking verbeteren en de beginselen van goed bestuur op fiscaal gebied uitvoeren, waaronder de mondiale normen inzake transparantie en uitwisseling van informatie, billijke belastingheffing en de minimumnormen tegen grondslaguitholling en winstverschuiving (BEPS).

De capaciteit van de belastingdienst verbeteren, in het bijzonder door in te zetten op een doelgerichter risicogebaseerd systeem voor belastingcontrole en btw-teruggave.

De samenwerking met het Europees Bureau voor fraudebestrijding bij het voorkomen en bestrijden van fraude met en de smokkel van accijnsproducten versterken.

Maatregelen nemen om het beleid inzake het voorkomen en bestrijden van fraude met en smokkel van accijnsproducten te harmoniseren, ook op belangrijke beleidsgebieden.

Samenwerken met Georgië in verband met de toetreding tot en succesvolle uitvoering van het Protocol tot uitbanning van illegale handel in tabaksproducten van de Wereldgezondheidsorganisatie.

De samenwerking met de belastingdiensten van de EU-lidstaten ontwikkelen door nieuwe ervaringen en trends op het gebied van de belastingheffing uit te wisselen, met inbegrip van het verkennen van mogelijkheden om de Georgische belastingdienst te betrekken bij het Fiscalis-programma van de EU.

Prioriteiten voor de middellange termijn

De nationale accijnstarieven voor tabaksproducten (uiterlijk in 2026) geleidelijk afstemmen op de EU-belastingtarieven.

De Georgische wetgeving geleidelijk afstemmen op Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit.

5.6.   Statistieken

Prioriteiten voor de korte termijn

Statistische discrepanties bij het meten van de bilaterale handelsgegevens EU-Georgië aanpakken.

Naar geslacht opgesplitste gegevens ontwikkelen en deze gebruiken voor analyse- en rapportagedoeleinden.

Prioriteiten voor de middellange termijn

De afstemming op het desbetreffende EU-acquis waarborgen.

Een bevolkingsregister invoeren in Georgië.

Regionale statistieken produceren in lijn met de NUTS-classificatie.

De toegang tot en het gebruik van administratieve gegevens voor statistische doeleinden uitbreiden.

De beschikbaarheid van statistieken en gegevens voor onderzoekers, journalisten en het grote publiek blijven waarborgen.

De methodologie voor bedrijfsstatistieken aanpassen aan de EU-normen en de bedrijfsstatistieken richten op de toekomstige eisen inzake gegevensverstrekking, zoals vervat in de kaderverordening voor de integratie van bedrijfsstatistieken (FRIBS). Het delen van de ervaringen van de EU-landen bij de uitvoering van FRIBS bevorderen met het oog op het aanpassingsproces.

5.7.   Consumentenbeleid

De geleidelijke afstemming van de Georgische wetgeving op de desbetreffende EU-wetgeving en internationale instrumenten voortzetten.

De consumentenbescherming in Georgië versterken, onder meer door opleidingen te verstrekken aan overheidsambtenaren en andere behartigers van consumentenbelangen over de afstemming van de Georgische wetgeving op de EU-wetgeving en de daaropvolgende uitvoering.

5.8.   Vennootschapsrecht, boekhouding en boekhoudkundige controle en corporate governance

Prioriteiten voor de korte termijn

De Georgische wet inzake ondernemers uitvoeren in lijn met de vereisten van de bijlage bij de associatieovereenkomst.

Prioriteiten voor de middellange termijn

De administratieve capaciteit van relevante overheidsinstanties ontwikkelen.

Internationale auditnormen op nationaal niveau verder uitvoeren en de toepassing van deze normen door alle wettelijke auditors op nationaal niveau bevorderen.

Tijdig relevante en nauwkeurige informatie uitwisselen over de stand van de bestaande wetgeving en de overeenstemming daarvan met de EU-wetgeving, op basis van de door de partijen overeengekomen formule, om de EU-wetgeving uit te voeren overeenkomstig het overeengekomen tijdschema.

5.9.   Financiële diensten

Prioriteiten voor de korte termijn

Een wet goedkeuren en uitvoeren tot vaststelling van de verplichte verzekering voor motorvoertuigen.

De werkterreinen vaststellen waarvoor moet worden voorzien in opleidingen en capaciteitsopbouw.

Tijdige, relevante en nauwkeurige informatie uitwisselen over de stand van zaken en de ontwikkeling van de bestaande Georgische wetgeving.

Prioriteiten voor de middellange termijn

Het toezicht- en regelgevingskader verder ontwikkelen in overeenstemming met internationaal overeengekomen reguleringsnormen, met inbegrip van een nieuwe toezichthoudende aanpak, tools en instrumenten.

De administratieve capaciteit van toezichthoudende instanties verbeteren.

De diversifiëring van de financiële markten bevorderen door middel van de ontwikkeling van markten voor verzekeringen, kapitaal, pensioenen en niet-bancaire financiële diensten. De financiële infrastructuur verbeteren en de financiële duurzaamheid en inclusiviteit bevorderen.

De inspanningen van Georgië ondersteunen om te voldoen aan de criteria om uiteindelijk toe te treden tot de gemeenschappelijke eurobetalingsruimte (SEPA).

5.10.   Industrie- en ondernemingsbeleid en mijnbouw

Prioriteiten voor de korte termijn

De Georgische kmo-strategie en de bijbehorende actieplannen uitvoeren.

Een begrote opvolgende kmo-strategie ontwikkelen die een kader voor prestatiemeting omvat. De raadpleging van de particuliere sector waarborgen. Kmo-agentschappen de opdracht geven duidelijke doelstellingen na te streven (met inbegrip van kernprestatie-indicatoren) en tegelijkertijd zorgen voor operationele onafhankelijkheid en continuïteit.

Prioriteiten voor de middellange termijn

Het landspecifieke stappenplan en de aanbevelingen van de Small Business Act, voor zover mogelijk, uitvoeren.

De ontwikkeling van kmo's koppelen aan de mogelijkheden die worden gecreëerd door de DCFTA, onder meer door middel van (ondersteunende) netwerken en clusters van bedrijven (zoals het Enterprise Europe Network).

De publiek-private dialoog versterken om ondernemingen van uiteenlopende omvang en de organisaties hiervan meer te betrekken bij de voorbereiding van regelgevingsmaatregelen en hen tijdig te informeren over uitvoeringsmaatregelen, zodat ondernemingen — en met name kmo's — zich kunnen aanpassen aan de nieuwe maatregelen.

Mogelijkheden voor Georgische startende ondernemingen ontwikkelen om toegang te krijgen tot de markten van de EU en Georgië.

Het bereik van en de toegang tot financiering voor kmo's verbeteren. Niet-bancaire financiering voor zakelijke activiteiten ontwikkelen, zoals durfkapitaal, crowdfunding en sociale ondernemingen.

De gendergelijkheid en gendermainstreaming bij de ontwikkeling van kmo's in Georgië ondersteunen door steun te verlenen voor de toename van het aandeel vrouwelijke ondernemers, met name binnen kleine en middelgrote ondernemingen, hun toegang tot financiering enz.

Ondernemerschap onder jongeren bevorderen en jongeren opnemen in het ecosysteem voor ondernemerschap en startende ondernemingen.

Een verbeterde samenwerking tussen ondernemingen mogelijk maken door middel van de ontwikkeling en versterking van zakelijke clusters die gericht zijn op duurzame, groene en inclusieve economische groei en rekening houdend met de mogelijkheden die worden geboden door de transitie naar een meer circulaire economie.

De productiviteit verhogen door bijvoorbeeld de economie verder te digitaliseren en innovatieve praktijken in de publieke en private sector uit te voeren. Prioriteit verlenen aan de digitalisering van waardeketens die van strategisch belang zijn.

Via het specifieke subcomité informatie uitwisselen over mijnbouw en metalen om een beter inzicht te krijgen in het beleid van Georgië en de EU, met inbegrip van de uitvoering van het EU-grondstoffeninitiatief, het actieplan inzake kritieke grondstoffen, het onderzoeksprogramma Horizon 2020 en het vervolgprogramma daarvan, Horizon Europa, en het Europees innovatiepartnerschap inzake grondstoffen.

5.11.   Toerisme

Onder andere via het specifieke subcomité informatie uitwisselen over de ontwikkeling van het toerisme in Georgië en in de EU, onder meer over relevante gebeurtenissen en beste praktijken, en Georgië steunen bij de uitvoering van zijn toerismestrategie.

5.12.   Werkgelegenheid, sociaal beleid en gelijke kansen

Prioriteiten voor de korte termijn

De afstemming van de Georgische wetgeving op het EU-acquis voortzetten op de gebieden gezondheid en veiligheid op het werk, arbeidsrecht, gendergelijkheid en antidiscriminatie, in lijn met de tijdschema's van de desbetreffende bijlage bij de associatieovereenkomst.

Het wettelijke kader vaststellen en uitvoeren voor een doeltreffend systeem voor handhaving en toezicht voor alle arbeidswetgeving en arbeidsomstandigheden, in lijn met de internationale en EU-beginselen, en de capaciteit van de sociale partners, de rechterlijke macht en andere relevante belanghebbenden opbouwen op het gebied van de aangepaste wetgeving.

De wet inzake de bevordering van de werkgelegenheid uitvoeren en een doeltreffende werking waarborgen van het nieuwe staatsbureau voor werkgelegenheidsondersteuning en met name de personele en begrotingsmiddelen ervan garanderen.

De arbeidsmarktstrategie 2020-2023 en de bijbehorende actieplannen uitvoeren.

De capaciteiten van het Ministerie van Intern Ontheemden uit de Bezette Gebieden, Werkgelegenheid, Volksgezondheid en Sociale Zaken en van andere diensten verder verbeteren.

De actieve steun voor de overgang van jongeren naar werk verbeteren door alle jongeren gelijke kansen te bieden om de noodzakelijke vaardigheden te ontwikkelen en praktische ervaring op te doen om de overgang van onderwijs naar de arbeidsmarkt te versoepelen.

Ervoor zorgen dat het socialebeschermingsstelsel arbeidsmarktparticipatie stimuleert (activering) en de toereikendheid en houdbaarheid van sociale bijstand en pensioenregelingen waarborgen.

Prioriteiten voor de middellange termijn

Blijven zorgen voor een doeltreffend arbeidsinspectiesysteem overeenkomstig de internationale en EU-praktijken om de administratieve en handhavingscapaciteiten te waarborgen op het gebied van gezondheid en veiligheid op het werk en de arbeidswetgeving, en de capaciteiten van de desbetreffende gerechtelijke instanties en belanghebbenden versterken.

De capaciteiten van het nieuwe staatsbureau voor werkgelegenheidsondersteuning verder versterken in lijn met de praktijken van de Europese openbare diensten voor arbeidsbemiddeling en toegankelijke en doeltreffende diensten voor arbeidsbemiddeling waarborgen.

Nieuwe benaderingen toepassen om de overgang van jongeren naar werk te ondersteunen.

De uitvoering en de resultaten van de arbeidsmarktstrategie 2020-2023 monitoren.

Een goede sociale dialoog handhaven via de doeltreffende werking van de tripartiete commissie voor sociale partnerschappen en de regionale tak ervan en de capaciteitsopbouw van de sociale partners.

Transversale maatregelen ondersteunen om de toegang tot een baan voor personen in een kwetsbare situatie te verbeteren.

De sociale code ontwikkelen met het oog op de verbetering van het stelsel van werkgelegenheid, sociale uitkeringen en gezondheidszorg vanuit een breder perspectief van sociaal welzijn (werkgelegenheid, sociale mobiliteit, gezondheidszorg, sociale zekerheid en sociale bijstand).

Stappen nemen om “informele arbeid”/“zwartwerk” aan te pakken in samenwerking met de sociale partners en internationale organisaties.

5.13.   Digitale Economie en Samenleving

Prioriteiten voor de middellange termijn

Samenwerking van de partijen om de Georgische wetgeving verder te harmoniseren met de richtlijn netwerk- en informatiebeveiliging en de cyberveerkracht van kritieke infrastructuursectoren en openbare organisaties te verbeteren, op basis van de relevante ervaring, praktijken en normen van de EU.

Zorgen voor afstemming op het EU-acquis op het gebied van elektronische communicatie, en met name de onafhankelijkheid en administratieve capaciteit van de nationale regelgevende instantie voor elektronische communicatie verder versterken.

De regionale roamingovereenkomst (die naar verwachting begin 2022 zal worden ondertekend) uitvoeren.

De regionale overeenkomst inzake spectrumcoördinatie (die naar verwachting begin 2022 zal worden ondertekend) uitvoeren.

De nationale strategie voor de ontwikkeling van breedband en het bijbehorende actieplan uitvoeren, rekening houdend met de EU-wetgeving en beste praktijken.

Georgië ondersteunen bij digitale connectiviteit via de Zwarte Zee.

De partijen werken samen aan de goedkeuring door Georgië van wettelijke kaders voor elektronische-identificatiestelsels en elektronische vertrouwensdiensten, in lijn met de EU-wetgeving en beste praktijken, met het oog op een mogelijke overeenkomst inzake wederzijdse erkenning voor vertrouwensdiensten.

De digitale economie van Georgië verbeteren op het gebied van digitale vaardigheden, digitale innovatie en ecosystemen voor startende ondernemingen, cyberbeveiliging en e-diensten voor burgers en ondernemingen en het gebruik van ruimtegebaseerde gegevens en diensten.

5.14.   Visserij en maritiem beleid

Prioriteiten voor de korte termijn

Een geïntegreerde aanpak van maritieme aangelegenheden bevorderen, in het bijzonder door bij te dragen tot de ontwikkeling van sectoroverschrijdende en regionale initiatieven op maritiem gebied door het vaststellen van een coördinatiemechanisme, en door gebieden van gemeenschappelijk belang af te bakenen en actief samen te werken met kuststaten en maritieme belanghebbenden in het Zwarte Zeegebied in het kader van de gemeenschappelijke maritieme agenda voor de Zwarte Zee.

Het toezicht op en de controle van visserijactiviteiten en de handel in visserijproducten en de traceerbaarheid ervan en de capaciteiten van de bevoegde autoriteiten verbeteren en versterken met het oog op de doeltreffende bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij).

De ontwikkelingen en genomen maatregelen binnen de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee (GFCM) volgen en de opwaardering van zijn status als volwaardig lid van de GFCM afronden.

De uitvoering van het bestuur op het gebied van visserij en aquacultuur voortzetten, in lijn met de GFCM-strategie 2030, met het oog op de duurzaamheid van de visserij in de Zwarte Zee en een duurzame ontwikkeling van de aquacultuur.

Het lopende proces van de goedkeuring van een wettelijk kader inzake visserij en aan visserij gerelateerde activiteiten van de Georgische verrezeevloot en instrumenten voor de uitvoering van dat wettelijke kader voortzetten teneinde IOO-visserij op doeltreffende wijze te bestrijden.

Prioriteiten voor de middellange termijn

De nodige maatregelen nemen om duurzame visserij in de Zwarte Zee te bereiken, zowel in bilaterale als multilaterale kaders op basis van een ecosysteembenadering voor het visserijbeheer.

De wetenschappelijke en technische samenwerking op regionaal en bilateraal niveau uitbreiden met het oog op het waarborgen van de capaciteit voor de monitoring van de visserijactiviteiten, de gegevensverzameling en enquêtes op zee en het verbeteren van de evaluatie van de toestand van de visbestanden en van de wisselwerking tussen de visserij en de mariene omgeving.

Gebruikmaken van mogelijkheden voor technische bijstand voor de visserij met het oog op de monitoring van de verdere ontwikkeling van de controle en het toezicht ter ondersteuning van het waarnemingscentrum voor de visserij en van het systeem van elektronische monitoring voor vissersvaartuigen.

De nodige maatregelen nemen om te zorgen voor de goede uitvoering van het wettelijke kader dat de visserij- en aan visserij gerelateerde activiteiten van de Georgische verrezeevloot zal beslaan, met inbegrip van instrumenten voor monitoring en controle van en toezicht op deze activiteiten teneinde IOO-visserij op doeltreffende wijze te bestrijden.

De uitvoering van de gemeenschappelijke maritieme agenda voor de Zwarte Zee en de vaststelling van rendabele projecten actief ondersteunen.

De omstandigheden voor de ontwikkeling van de kleinschalige visserij en aquacultuur, de gegevensverzameling, de toegang tot lokale markten en tot de toeleveringsketen en de voedselveiligheidsnormen voor visserij- en aquacultuurproducten verbeteren en de oprichting van producentenorganisaties aanmoedigen.

6.    Connectiviteit, energie, milieu, klimaatactie en civiele bescherming

De partijen werken samen om de uitvoering van het EU-acquis voor alle vervoerswijzen te bevorderen, evenals de gerelateerde normen en regelgevings- en veiligheidsaspecten, met het oog op de verbetering van de fysieke connectiviteit. Zij streven samen naar het verwezenlijken van een veerkrachtig milieu en klimaat door — ook in het kader van de herstelinspanningen na COVID-19 — een moderne, hulpbronnenefficiënte, schone en circulaire economie te bevorderen, leidend tot de vergroening van de economie en een duurzamer gebruik van natuurlijke hulpbronnen. De energie-efficiëntie en het gebruik van hernieuwbare energie worden bevorderd en ondersteund, wat zal leiden tot een verdere beperking van de emissies. De samenwerking op het gebied van rampenpreventie, -bereidheid en -respons wordt verder versterkt.

6.1.   Vervoer

Prioriteiten voor de middellange termijn

De uitvoering van het EU-luchtvaartacquis nastreven om ten volle baat te hebben bij de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke luchtvaartruimte tussen de EU en Georgië.

De veiligheid in de verschillende vervoerswijzen (luchtvaart, weg-, zee- en spoorvervoer) verbeteren.

Georgië ondersteunen bij het opzetten van een uitgebreide databank voor verkeersveiligheid om te voorzien in de noodzakelijke gegevens over de huidige situatie met betrekking tot de verkeersveiligheid (gegevens over ongelukken/ernstig letsel) om efficiëntere beleidsgerelateerde maatregelen mogelijk te maken.

Gezien het belang van de verkeersveiligheid, verdere steun verlenen aan Georgië voor de harmonisatie van zijn verkeersveiligheidswetgeving met het EU-acquis, met inbegrip van verkeersveiligheidsbeheer en capaciteitsopbouw.

De hervorming van de spoorwegsector van Georgië ondersteunen die met name zou kunnen bijdragen tot een duurzamer vervoer door het vrachtvervoer te verplaatsen van de weg naar het spoor.

De infrastructuur verder ontwikkelen, met name door de projecten uit te voeren die zijn opgenomen in het indicatieve TEN-T-investeringsactieplan, om de voltooiing van het uitgebreide TEN-T-kernnetwerk in Georgië tegen 2030 te ondersteunen. De verdere ontwikkeling van de brugfunctie van het Zwarte Zeebekken op het gebied van connectiviteit overwegen.

Georgië steunen bij de ontwikkeling van plannen voor duurzame stedelijke mobiliteit en bij activiteiten om het publiek bewust te maken van alternatieven voor stedelijke mobiliteit (ten opzichte van de auto) teneinde de beschikbaarheid, veiligheid, efficiëntie en duurzaamheid van het openbaar vervoer in de stad te verbeteren.

6.2.   Energiesamenwerking

Prioriteiten voor de korte termijn

De nakoming van verbintenissen als overeenkomstsluitende partij bij de Energiegemeenschap waarborgen.

De betreffende wetgeving op het gebied van elektriciteit, hernieuwbare energie, energie-efficiëntie, olie, gas, energiestatistiek, prospectie van koolwaterstoffen en energiegerelateerde milieubepalingen uitvoeren, in overeenstemming met de voorwaarden van het protocol van toetreding tot het Energiegemeenschapsverdrag en van de associatieovereenkomst.

Het institutionele kader voor het beleid inzake energie-efficiëntie afronden en uitvoeren.

Het nationale energie- en klimaatplan van het land opstellen en de uitvoering ervan starten.

Prioriteiten voor de middellange termijn

Stappen nemen op weg naar de integratie van de energiemarkt van Georgië met die van de EU en de energiezekerheid en harmonisering van de regelgeving van Georgië versterken door middel van de uitvoering van de desbetreffende EU-wetgeving, met inbegrip van gerelateerde secundaire wetgeving, in lijn met de verbintenissen in het kader van de Energiegemeenschap.

Samenwerken op het gebied van het aantrekken van internationale steun voor de ontwikkeling van duurzame energie, met inbegrip van internationale klimaatfondsen en andere financiële instrumenten.

Het Georgische infrastructuurnetwerk voor energie en de interconnecties versterken, met name:

wat betreft elektriciteit, de grensoverschrijdende handel en interconnecties met buurlanden bevorderen, en het transmissienet van Georgië versterken; de haalbaarheid van een project voor een transmissieleiding in de Zwarte Zee nader beoordelen, evenals andere projecten die de voorzieningszekerheid en algemene energiezekerheid in de regio ten goede komen;

wat betreft aardgas, de voortdurende goede werking van de belangrijkste gaspijpleidingen ondersteunen, met inbegrip van het deel van de zuidelijke gascorridor dat zich op Georgisch grondgebied bevindt, alsmede andere projecten voor de gas- en oliedoorvoer die van regionaal belang zijn, ondersteunen of bevorderen, om te zorgen voor het vervoer van Kaspische energievoorraden naar westerse markten, en het faciliteren van de ontwikkeling van ondergrondse gasopslag ter vergroting van de energiezekerheid in Georgië, waarbij de EU-doelstelling van klimaatneutraliteit tegen 2050 wordt erkend.

6.3.   Milieu

Prioriteiten voor de korte termijn

Goed bestuur op milieugebied verbeteren door in Georgië wetgeving uit te voeren inzake milieueffectbeoordeling en strategische milieueffectbeoordeling, door wetgeving aan te nemen en uit te voeren inzake milieuaansprakelijkheid, door te zorgen voor toegang van het publiek tot milieu-informatie en inspraak in besluitvorming, door alle belanghebbenden te betrekken, alsook door de integratie van het milieu in andere beleidsterreinen en door verbetering van de uitwisseling van milieu-informatie overeenkomstig de beginselen van het gemeenschappelijk milieu-informatiesysteem.

De uitvoering van de nationale strategie voor het beheer van radioactief afval voortzetten.

Het duurzame gebruik van watervoorraden waarborgen door middel van de goedkeuring en het begin van de uitvoering van de wet inzake het beheer van watervoorraden.

Het nieuwe bosbouwwetboek uitvoeren en subsidiaire wetgeving aannemen. Een economisch levensvatbare instantie voor staatsbosbeheer oprichten. De nationale bosinventaris voltooien en de databank bijhouden.

Het derde nationale milieuactieprogramma van Georgië (2017-2021) uitvoeren, volgens het bijbehorende tijdschema van NEAP 3.

Het vierde nationale milieuactieprogramma van Georgië ontwikkelen, met inbegrip van het vijfjarenprogramma voor watervoorraden, dat zowel strategische benaderingen als een actieplan omvat.

De nationale strategie voor afvalbeheer en maatregelen waarin is voorzien in het actieplan voor de periode 2016-2020, en de daaropvolgende plannen uitvoeren.

Zorgen voor een goede beoordeling van de operationele kosten van faciliteiten voor afvalbeheer en een passend tariefstelsel vaststellen voor het verhalen hiervan.

Prioriteiten voor de middellange termijn

Het economische potentieel van een groene en circulaire economie aanboren en uitgebreid beleid voor groene groei in alle relevante sectoren ontwikkelen, bijvoorbeeld door een groen imago van Georgië als concurrentievoordeel te zien, door beginselen van de circulaire economie op te nemen in het nationale systeem voor afvalbeheer enz.

De aanpassing van de wetgeving van Georgië aan het EU-acquis voortzetten en de bepalingen van de EU-richtlijnen en -verordeningen, zoals voorzien in de desbetreffende bijlagen bij de associatieovereenkomst, uitvoeren.

Maatregelen goedkeuren en invoeren voor het beperken van de water- en luchtverontreiniging en voor het beschermen van de biodiversiteit, ook in de Zwarte Zee.

De Georgische wet inzake de biodiversiteit goedkeuren en subsidiaire wetgeving ontwikkelen om onder meer te voorzien in een solide rechtsgrondslag voor het vaststellen en beheren van de Emerald-gebieden, biosfeerreservaten en de nationale rode lijst van bedreigde soorten. Het beheer van beschermde gebieden verder versterken en zorgen voor een toereikende financiering uit de overheidsbegroting.

De ontwikkeling van een monitoringskader voor de luchtkwaliteit in belangrijke gemeenten en de meest vervuilde gebieden voortzetten. Maatregelen goedkeuren om verontreiniging te voorkomen en te beheersen in de meest vervuilde gebieden (luchtkwaliteitsplannen). De wet inzake industriële emissies goedkeuren en uitvoeren.

Zorgen voor een goede beoordeling van de operationele kosten van faciliteiten voor waterbeheer en passende economische instrumenten voor het verhalen hiervan ontwikkelen.

Een stappenplan opstellen voor het ratificeren en uitvoeren van multilaterale milieuovereenkomsten, waaronder het Verdrag inzake de bescherming en het gebruik van grensoverschrijdende waterlopen en internationale meren van de VN/ECE, de protocollen bij het Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand (het Protocol inzake vermindering van verzuring, eutrofiëring en ozon op leefniveau, het Protocol inzake persistente organische verontreinigende stoffen en het Protocol inzake zware metalen) en het Verdrag inzake de grensoverschrijdende gevolgen van industriële ongevallen van de VN/ECE. Vooruitgang boeken bij de voorbereidingen om partij te worden bij het Verdrag van Espoo en het daaraan gehechte Protocol inzake strategische milieubeoordeling.

6.4.   Klimaatverandering

Prioriteiten voor de korte termijn

De Raad klimaatverandering operationaliseren om het beleid inzake klimaatverandering in Georgië te coördineren.

Een ontwikkelingsstrategie voor de lange termijn voor lage broeikasgasemissies voor het midden van de eeuw voor Georgië voltooien en goedkeuren.

Een nationaal aanpassingsplan uitwerken en goedkeuren.

Beginnen met de uitvoering van de nationaal bepaalde bijdrage, in lijn met de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering.

Ervoor zorgen dat COVID-19-herstelmaatregelen inspanningen omvatten om de economie te vergroenen en de milieu- en klimaatstreefdoelen niet in het gedrang brengen.

Prioriteiten voor de middellange termijn

De Georgische wetgeving aanpassen aan het EU-acquis en internationale instrumenten zoals beoogd in de associatieovereenkomst, in overeenstemming met de desbetreffende bijlagen daarvan.

De tijdige uitvoering van de verbintenissen van Georgië op het gebied van klimaatactie uit hoofde van de Energiegemeenschap ondersteunen.

Klimaatactie integreren in sectoraal beleid en sectorale maatregelen, en de capaciteit van de verschillende autoriteiten versterken om klimaatactie in alle sectoren uit te voeren.

Het transparantiekader van Georgië voor klimaatactie verbeteren, met name door middel van een robuust nationaal systeem voor de monitoring van en verslaglegging over het klimaatbeleid, klimaatmaatregelen en de uitstoot van broeikasgassen, in lijn met het Rulebook van Katowice en de Overeenkomst van Parijs.

6.5.   Civiele bescherming

Prioriteiten voor de korte termijn

In het verlengde van de administratieve overeenkomst die in juli 2018 werd ondertekend, manieren verkennen om de passendste elementen van de samenwerking te definiëren in verband met het risicoprofiel en het wettelijke en organisatorische kader van Georgië, als onderdeel van de regionale benadering van de EU.

Prioriteiten voor de middellange termijn

Zorgen voor doeltreffende communicatie de klok rond, inclusief de uitwisseling van vroegtijdige waarschuwingen en informatie over grootschalige noodsituaties waarmee de EU en Georgië worden geconfronteerd, alsook derde landen waar de partijen een rol spelen in de crisisrespons.

In voorkomend geval en afhankelijk van de beschikbaarheid van afdoende middelen, de wederzijdse en regionale bijstand bevorderen in het geval van ernstige noodsituaties.

De uitvoering bevorderen van de EU-richtsnoeren inzake gastlandsteun. Doeltreffende interinstitutionele coördinatie en sectoroverschrijdende koppelingen aanmoedigen om de internationale bijstand bij rampenbestrijdingsoperaties te vergemakkelijken. Het vermogen om internationale bijstand te ontvangen en te verlenen verder vergroten.

De kennis over de risico's op rampen verbeteren door een verbetering van de samenwerking inzake de toegankelijkheid en vergelijkbaarheid van gegevens.

Een geïntegreerd rampenrisicobeheer bevorderen op basis van beoordelingen van de risico's op meervoudige rampen.

Zo nodig de ontwikkeling en versterking van systemen voor vroegtijdige waarschuwing op nationaal niveau ondersteunen.

Het gebruik van het Europees waarschuwingssysteem voor overstromingen in het kader van Copernicus en het Europees Bosbrandinformatiesysteem door Georgië vergemakkelijken, in samenwerking met het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Europese Commissie.

Zorgen voor een betere preventie van en paraatheid voor industriële rampen en natuurrampen die tot technologierampen leiden.

De rampenpreventie, -paraatheid en -respons versterken in lijn met het kader van Sendai voor rampenrisicovermindering en de Europese Green Deal aan de hand van een uitwisseling van beste praktijken, gezamenlijke opleidingen, oefeningen, studiebezoeken, workshops en vergaderingen over lessen die zijn getrokken uit echte noodsituaties of oefeningen. Goede praktijken delen met betrekking tot het opnemen van klimaatveranderingsscenario's in de risicobeoordeling en -planning.

7.    Mobiliteit en interpersoonlijke contacten

De EU en Georgië leggen ook de nadruk op de participatie en het leiderschap van jongeren door middel van empowerment. De partijen werken verder samen om de voordelen voor Georgië van zijn associatie met de programma's Horizon Europa en Creatief Europa optimaal te benutten en om zijn reeds actieve deelname aan Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps, alsook aan andere programma's en initiatieven voor vrijwilligerswerk, samenwerking en uitwisseling, verder te bevorderen.

De partijen zullen een strategische benadering van beroepsonderwijs en -opleiding aanmoedigen. De geïntegreerde territoriale ontwikkeling in Georgië zal ook een prioriteit zijn voor de samenwerking tussen de EU en Georgië. Beide partijen waarborgen een goed geïnformeerde discussie met de Georgische burgers over de mogelijkheden en gevolgen van de associatie van Georgië met de EU, door een jongerenbeleid uit te werken waarmee wordt gestreefd naar het creëren van een duurzaam ecosysteem voor de ontwikkeling van jongeren.

7.1.   Onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie

Prioriteiten voor de korte termijn

De nieuwe strategie inzake onderwijs en wetenschap voor de periode 2022-2032 goedkeuren en uitvoeren, waarbij beleidsmakers, de academische wereld en onderzoeksgemeenschap, het bedrijfsleven en leidende actoren van het maatschappelijk middenveld betrokken zijn.

De ontwikkeling en uitvoering van het innovatiebeleid, met inbegrip van de herziening van het regelgevingskader en de infrastructuur voor onderzoek en innovatie, ondersteunen.

Een betere coördinatie en complementariteit onder belangrijke belanghebbenden (ministeries en agentschappen) waarborgen. De kennisoverdracht verbeteren (via een bemiddelingsnetwerk en een gunstige regeling voor intellectuele-eigendomsrechten). Cocreatie stimuleren via expertisecentra. Financieringsregelingen afstemmen op de behoeften van collectief onderzoek en innovatie (O&I). De mobiliteit van werknemers tussen onderzoek en het bedrijfsleven verbeteren.

Zorgen voor de associatie van Georgië met Horizon Europa.

Prioriteiten voor de middellange termijn

De voordelen voor Georgië van zijn associatie met het programma Horizon Europa maximaliseren teneinde bij te dragen tot de bevordering van het concurrentievermogen en de economische groei van het land.

De deelname aan het programma voor onderzoek en opleiding van Euratom, dat een aanvulling vormt op Horizon Europa, bevorderen, met name wat betreft nucleaire veiligheid en stralingsbescherming, op basis van vergelijkende oproepen.

Voorzien in meer personele, materiële en institutionele middelen om de capaciteiten op het gebied van onderzoek en innovatie te verbeteren.

Een goed werkend informatiesysteem voor O&I ontwikkelen dat de versnippering vermindert (door O&I-centra op te richten) en zorgen dat O&I-prioriteiten consistent zijn met de economische prioriteiten.

Een toereikende basisfinanciering invoeren ter ondersteuning van openbare onderzoeksorganisaties en de vaststelling van een gelijk speelveld tussen deze organisaties.

Gunstige omstandigheden creëren die ondernemingen aanmoedigen en stimuleren om te investeren in onderzoek en innovatie.

De strategische agenda voor onderzoek en innovatie voor het Zwarte Zeegebied, een regionale agenda van de Synergie voor het Zwarte Zeegebied, uitvoeren.

7.2.   Onderwijs, opleiding en jeugdzaken

Prioriteiten voor de middellange termijn

Het recht op onderwijs voor iedereen waarborgen, met inbegrip van personen met een kansarme achtergrond. Verdere stappen nemen om inclusief onderwijs en inclusieve opleiding te bevorderen.

Een strategische aanpak voor beroepsonderwijs en -opleiding (VET) aanmoedigen om het Georgische VET-systeem in overeenstemming te brengen met de modernisering van de VET-structuren van de EU, zoals die worden nagestreefd in het kader van het Proces van Kopenhagen en de instrumenten ervan, zulks met inachtneming van de beginselen van gelijke kansen.

De actieve betrokkenheid van de particuliere sector bij VET aanmoedigen teneinde de relevantie en doeltreffendheid ervan te vergroten en de particuliere sector uiteindelijk betere toegang te bieden tot geschoolde arbeidskrachten.

De kwaliteit van het onderwijs, gelijke toegang en duurzaamheid (met inbegrip van een efficiënte financiering voor alle onderwijsniveaus) verder verbeteren en het niet-formele onderwijs en een leven lang leren stimuleren.

De actieve deelname van Georgië aan Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps bevorderen.

Gezamenlijke werkzaamheden en uitwisselingen uitvoeren met het oog op de bevordering van de hervorming van het Georgische onderwijs- en opleidingsstelsel en de verdere integratie in de Europese hogeronderwijsruimte, de verbetering van de kwaliteit van het onderwijsaanbod, de modernisering van de onderwijs- en leerpraktijken en de bevordering van de ontwikkeling van vaardigheden voor een betere inzetbaarheid en burgerlijke betrokkenheid van afgestudeerden.

De gezamenlijke inspanningen verder versterken om te zorgen voor een doeltreffende, volledige uitvoering van de Europese school van het Oostelijk Partnerschap in Georgië.

Een strategische aanpak van het jeugdbeleid versterken via het Georgische Ministerie van Cultuur, Jeugdzaken en Sport en uitwisselingen en samenwerking op het gebied van niet-formeel onderwijs voor jongeren en jongerenwerkers verbeteren, onder meer via de jeugdlijn van Erasmus+, teneinde een duurzaam ecosysteem voor de ontwikkeling van jongeren te creëren.

Een strategische aanpak van jongerenwerk aanmoedigen om de uitdagingen waarmee jongeren te maken hebben doeltreffender aan te pakken en de ontwikkeling van kerncompetenties en de verwezenlijking van het potentieel van jongeren te bevorderen.

7.3.   Samenwerking op cultureel gebied

De uitvoering van het Unesco-Verdrag betreffende de bescherming en de bevordering van de diversiteit van cultuuruitingen van 2005 bevorderen.

Samenwerken bij de ontwikkeling van een inclusief cultuurbeleid in Georgië, en bij het behouden en benutten van het natuurlijke en culturele erfgoed, in verband met de cultuur- en creatieve sectoren teneinde de sociaal-economische ontwikkeling, inclusie en burgerparticipatie te bevorderen.

De deelname bevorderen van de Georgische culturele en audiovisuele actoren op het gebied van culturele/audiovisuele samenwerking, met name Creatief Europa.

De interculturele dialoog en de ontwikkeling van een democratische cultuur bevorderen door middel van jeugdwerk.

De mobiliteit van kunstenaars aanmoedigen.

Samenwerken bij de ontwikkeling van het sportbeleid in Georgië door beste praktijken uit te wisselen. De deelname van Georgische belanghebbenden op sportgebied aan sportacties van Erasmus, alsook aan andere initiatieven zoals de Europese week van sport zonder grenzen en de #BeActive Awards, bevorderen.

Goede praktijken uitwisselen op het gebied van de strijd tegen bedreigingen voor de sport, zoals geweld in de sport, alle soorten discriminatie, manipulatie van sportwedstrijden en doping.

De bevordering van gendergelijkheid in de sport, de ontwikkeling van sportethiek en beginselen van sociale inclusie en goed bestuur aanmoedigen.

7.4.   Samenwerking op audiovisueel en mediagebied

Prioriteiten voor de middellange termijn

Streven naar de versterking van de onafhankelijkheid en het professionalisme van de media, in overeenstemming met de desbetreffende Europese normen, en afstemming van de wetgeving voor de audiovisuele sector op het EU-acquis als bedoeld in de associatieovereenkomst, onder meer door van gedachten te wisselen over het audiovisueel beleid, de desbetreffende internationale normen, inclusief samenwerking op het gebied van de bestrijding van aansporing tot haat, racisme en vreemdelingenhaat.

Beste praktijken inzake de vrijheid van de media, het pluralisme in de media, de decriminalisering van laster, de bescherming van journalistieke bronnen en culturele diversiteit in de media uitwisselen door middel van een regelmatige dialoog. De capaciteit en onafhankelijkheid van regelgevende instanties/organen voor de media versterken.

7.5.   Regionale ontwikkeling en samenwerking op regionaal niveau

Prioriteiten voor de korte termijn

De uitvoering van het Georgische programma voor regionale ontwikkeling voor de periode 2018-2021 op succesvolle wijze afronden, onder meer door doeltreffende mechanismen in te stellen voor interinstitutionele coördinatie en partnerschap tussen nationale en subnationale autoriteiten.

Het geïntegreerde proefprogramma voor regionale ontwikkeling voor de periode 2020-2022 (PIRDP) op succesvolle wijze uitvoeren, waarbij de nadruk ligt op “centrale regio's” van de EU, met inbegrip van potentiële investeringen op gebieden zoals innovatie en kmo's, met het oog op het creëren van nieuwe centra in Georgië.

De werkzaamheden met betrekking tot de opdracht inzake regionale slimme specialisatie bevorderen, onder meer door middel van opleiding en capaciteitsopbouw voor belanghebbenden.

Verdere stappen identificeren voor een toekomstige geleidelijke invoering van de EU-NUTS-methode en -classificatie in Georgië.

Proactief deelnemen aan de ontwikkeling van het programma Interreg NEXT Black Sea Basin 2021-2027 om de risico's van klimaatverandering en van door mensen veroorzaakte en natuurrampen aan te pakken en de samenwerking bij de bescherming van het natuurlijk erfgoed en de biodiversiteit te verbeteren. De capaciteiten van de noodzakelijke beheers- en controlestructuren verbeteren.

Prioriteiten voor de middellange termijn

Autoriteiten verder ondersteunen bij het versterken van partnerschappen tussen nationale en subnationale administraties, inspanningen voor capaciteitsopbouw en andere instrumenten voor regionale ontwikkeling, terwijl zij het PIRDP 2020-2022 en de opvolger(s) hiervan, alsook de Georgische decentralisatiestrategie voor de periode 2020-2025 op doeltreffende wijze uitvoeren.

Geïntegreerde acties voor meerdere belanghebbenden ondersteunen waar het gaat om de Georgische territoriale ontwikkeling, zoals ruimtelijke ordening, water- en afvalbeheer, wegen, elektriciteit en andere basisinfrastructuur, diversificatie van de plattelandseconomie, toerisme en bedrijfsontwikkeling, infrastructuur en faciliteiten voor onderwijs, brownfieldondernemingen, energie-efficiëntie, sociale activering en betrokkenheid.

Institutionele regelingen verbeteren en een toereikende capaciteit opbouwen op nationaal/ regionaal/lokaal niveau om deel te nemen aan het programma Interreg NEXT Black Sea Basin 2021-2027.

Slimme specialisatie ontwikkelen en operationaliseren als basis voor het nemen van investeringsbeslissingen op het gebied van onderzoek en innovatie teneinde het innovatiepotentieel van regio's en het land als geheel te vergroten.

Prioritaire gebieden selecteren voor de economische transformatie, op basis van concurrentievoordelen en een inclusieve dialoog onder lokale autoriteiten, de academische wereld, het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld.

De geleidelijke toepassing van de EU-NUTS-methodologie en -classificatie in het Georgische systeem voor de nationale statistiek ondersteunen.

7.6.   Deelname in agentschappen en programma's van de Unie

Prioriteiten voor de middellange termijn

De uitvoering van het protocol betreffende de deelname aan EU-programma's herzien op basis van de huidige deelname van Georgië aan specifieke EU-programma's.

7.7.   Publieksvoorlichting en zichtbaarheid

Een goed geïnformeerde discussie waarborgen, onder meer met een breder publiek en met de Georgische bevolking, over de kansen en gevolgen van toenadering van Georgië tot de EU, met inbegrip van de associatieagenda en met name de DCFTA.

De communicatiecapaciteiten verbeteren teneinde de zichtbaarheid van de EU te versterken, gedeelde waarden te bevorderen en de positieve gevolgen van de politieke associatie en economische integratie met de EU uit te leggen.

Zorgen voor een toereikende zichtbaarheid van alle EU-projecten en -programma's en van de impact ervan, in lijn met artikel 2.6 van de prioriteiten van het Oostelijk Partnerschap na 2020 en de overkoepelende regels en richtsnoeren inzake EU-communicatie en zichtbaarheid.


(1)  JOIN(2020) 7.

(2)  https://www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases/2021/12/15/eastern-partnership-summit-joint-declaration/

(3)  Het dringende advies van de Europese Commissie voor democratie middels het recht (Commissie van Venetië) van de Raad van Europa over de selectie en benoeming van rechters van de hoogste rechterlijke instantie van Georgië, goedgekeurd door de Commissie van Venetië op 21-22 juni 2019, en het dringende advies van de Europese Commissie voor democratie middels het recht (Commissie van Venetië) van de Raad van Europa over de wijzigingen van de organieke wet op de gewone rechtbanken, goedgekeurd door de Commissie van Venetië op 2-3 juli 2021.

(4)  Ministeriële verklaring van Boekarest van 21 mei 2019 over een gemeenschappelijke maritieme agenda voor de Zwarte Zee — Zwarte Zee (europa.eu).

(5)  Bv. https://www.osce.org/files/f/documents/1/4/480500.pdf en https://www.osce.org/odihr/elections/georgia/496309

(6)  Bv. Gezamenlijk advies over ontwerpartikel 791 van het Kieswetboek van 20 maart 2021, Advies nr. 1019/2021 van de Commissie van Venetië, Advies nr. ELE-GEO/407/2020 van het ODIHR; Dringend gezamenlijk advies over herziene ontwerpwijzigingen van het kieswetboek van 5 juli 2021, Advies nr. 1043/2021 van de Commissie van Venetië, Advies nr. ELE-GEO/417/2021 van het ODIHR.

(7)  https://ec.europa.eu/home-affairs/policies/international-affairs/collaboration-countries/visa-liberalisation-moldova-ukraine-and-georgia_en