ISSN 1977-0758 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 164 |
|
![]() |
||
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
65e jaargang |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
20.6.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 164/1 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/939 VAN DE COMMISSIE
van 13 juni 2022
tot inschrijving van een naam in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (“Giresun Tombul Fındığı” (BOB))
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 52, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 is de door Turkije ingediende aanvraag tot registratie van de naam “Giresun Tombul Fındığı” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (2). |
(2) |
Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012, moet de naam “Giresun Tombul Fındığı” worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De naam “Giresun Tombul Fındığı” (BOB) wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.
Met de in de eerste alinea vermelde naam wordt een product aangeduid van categorie 1.6 (Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt) als opgenomen in bijlage XI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie (3).
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 13 juni 2022.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Janusz WOJCIECHOWSKI
Lid van de Commissie
(1) PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.
(2) PB C 69 van 10.2.2022, blz. 15.
(3) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie van 13 juni 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 36).
20.6.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 164/2 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/940 VAN DE COMMISSIE
van 13 juni 2022
tot inschrijving van een naam in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (“Maranho da Sertã” (BGA))
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 52, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 is de door Portugal ingediende aanvraag tot registratie van de naam “Maranho da Sertã” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (2). |
(2) |
Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012, moet de naam “Maranho da Sertã” worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De naam “Maranho da Sertã” (BGA) wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.
Met de in de eerste alinea vermelde naam wordt een product aangeduid van categorie 1.2. (Vleesproducten (verhit, gepekeld, gerookt enz.)) als opgenomen in bijlage XI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie (3).
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 13 juni 2022.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Janusz WOJCIECHOWSKI
Lid van de Commissie
(1) PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.
(2) PB C 63 van 7.2.2022, blz. 15.
(3) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie van 13 juni 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 36).
20.6.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 164/3 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/941 VAN DE COMMISSIE
van 13 juni 2022
tot inschrijving van een naam in het register van gegarandeerde traditionele specialiteiten
(“Sopa da Pedra de Almeirim” (GTS))
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 52, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt b), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 is de door Portugal ingediende aanvraag tot registratie van de naam “Sopa da Pedra de Almeirim” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (2). |
(2) |
Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012, moet de naam “Sopa da Pedra de Almeirim” worden ingeschreven in het register van gegarandeerde traditionele specialiteiten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De naam “Sopa da Pedra de Almeirim” (GTS) wordt ingeschreven in het register van gegarandeerde traditionele specialiteiten.
Met de in de eerste alinea vermelde naam wordt een product aangeduid van categorie 2.21. (Kant-en-klaargerechten) als opgenomen in bijlage XI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie (3).
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 13 juni 2022.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Janusz WOJCIECHOWSKI
Lid van de Commissie
(1) PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.
(2) PB C 70 van 11.2.2022, blz. 23.
(3) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie van 13 juni 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 36).
20.6.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 164/4 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/942 VAN DE COMMISSIE
van 13 juni 2022
tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van het productdossier van een naam die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (“Arroz del Delta del Ebro/Arròs del Delta de l’Ebre” (BOB))
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 52, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 53, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 heeft de Commissie zich gebogen over de aanvraag van Spanje tot goedkeuring van een wijziging van het productdossier van de beschermde oorsprongsbenaming “Arroz del Delta del Ebro/Arròs del Delta de l’Ebre”, die is geregistreerd bij Verordening (EG) nr. 1059/2008 van de Commissie (2), zoals gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 563/2013 (3). |
(2) |
Aangezien de betrokken wijziging niet minimaal is in de zin van artikel 53, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1151/2012, heeft de Commissie de wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van die verordening bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (4). |
(3) |
Aangezien de Commissie geen enkel bezwaar overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 heeft ontvangen, moet de wijziging van het productdossier worden goedgekeurd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte wijziging van het productdossier met betrekking tot de naam “Arroz del Delta del Ebro/Arròs del Delta de l’Ebre” (BOB) wordt goedgekeurd.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 13 juni 2022.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Janusz WOJCIECHOWSKI
Lid van de Commissie
(1) PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.
(2) Verordening (EG) nr. 1059/2008 van de Commissie van 27 oktober 2008 houdende inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Arroz del Delta del Ebro of Arròs del Delta de l’Ebre (BOB)) (PB L 283 van 28.10.2008, blz. 34).
(3) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 563/2013 van de Commissie van 14 juni 2013 tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van het productdossier van een benaming die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Arroz del Delta del Ebro/Arròs del Delta de l’Ebre (BOB)) (PB L 167 van 19.6.2013, blz. 15).
20.6.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 164/6 |
VERORDENING (EU) 2022/943 VAN DE COMMISSIE
van 17 juni 2022
tot rectificatie van bepaalde taalversies van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2195/2002 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de gemeenschappelijke woordenlijst overheidsopdrachten (CPV)
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 2195/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende de gemeenschappelijke woordenlijst overheidsopdrachten (CPV) (1), en met name artikel 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Estse en Kroatische taalversies van Verordening (EG) nr. 2195/2002 bevatten een fout in bijlage I, in de tabel “Basiswoordenlijst”, tweede kolom, wat betreft CPV-code 79530000-8. |
(2) |
De Estse en Kroatische taalversies van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2195/2002 moeten daarom dienovereenkomstig worden gerectificeerd. Deze rectificatie heeft geen betrekking op de overige taalversies. |
(3) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Raadgevend Comité inzake overheidsopdrachten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
(heeft geen betrekking op het Nederlands)
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 juni 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
20.6.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 164/7 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/944 VAN DE COMMISSIE
van 17 juni 2022
tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) 2017/746 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de taken van en de criteria voor referentielaboratoria van de Europese Unie op het gebied van medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2017/746 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2017 betreffende medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek en tot intrekking van Richtlijn 98/79/EG en Besluit 2010/227/EU van de Commissie (1), en met name artikel 100, lid 8, punt a),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) 2017/746 bevat voorschriften voor referentielaboratoria van de Europese Unie (hierna “EU-referentielaboratoria” genoemd). |
(2) |
De criteria waaraan de EU-referentielaboratoria moeten voldoen, zijn vastgesteld in artikel 100, lid 4, van Verordening (EU) 2017/746. De Commissie stelt gedetailleerde regels vast om te waarborgen dat aan deze criteria wordt voldaan. |
(3) |
Om te waarborgen dat aan het criterium betreffende adequaat en naar behoren geschoold personeel van artikel 100, lid 4, punt a), van Verordening (EU) 2017/746 wordt voldaan, moeten de EU-referentielaboratoria over voldoende technisch en wetenschappelijk personeel beschikken. Voor dat personeel en de directeur van het EU-referentielaboratorium moet een minimumniveau van opleiding en beroepservaring worden vastgesteld. Om te waarborgen dat de kwalificaties, kennis en ervaring van het personeel op peil blijven, moeten de EU-referentielaboratoria een programma voor permanente opleiding en bijscholing invoeren. |
(4) |
Om te waarborgen dat aan het criterium betreffende uitrusting en referentiemateriaal van artikel 100, lid 4, punt b), van Verordening (EU) 2017/746 wordt voldaan, moeten de EU-referentielaboratoria documentatie bijhouden waaruit blijkt dat zij over de uitrusting, met inbegrip van specimens en controlematerialen, en referentiematerialen beschikken die zij nodig hebben voor de uitvoering van hun taken zoals vastgesteld in Verordening (EU) 2017/746. Aangezien specimens, controlematerialen en referentiematerialen mogelijk een korte levensduur hebben, moeten de EU-referentielaboratoria over een inkoopplan beschikken om de continue beschikbaarheid ervan te waarborgen. |
(5) |
Om te waarborgen dat aan het criterium betreffende de kennis van internationale normen en beste praktijken van artikel 100, lid 4, punt c), van Verordening (EU) 2017/746 wordt voldaan, en gezien de verscheidenheid en de voortdurende ontwikkeling van dergelijke internationale normen en beste praktijken, moeten de EU-referentielaboratoria bepalen welke normen en praktijken op de activiteiten binnen de reikwijdte van hun aanwijzing van toepassing zijn, zodat deze in hun operationele procedures kunnen worden opgenomen. |
(6) |
Om te waarborgen dat EU-referentielaboratoria als organisaties de wettelijke verantwoordelijkheid voor de in artikel 100, lid 2, van Verordening (EU) 2017/746 genoemde taken op zich kunnen nemen, moeten zij als juridische entiteit zijn opgericht. Om de continuïteit van de werkzaamheden te waarborgen, moeten EU-referentielaboratoria economisch levensvatbaar zijn en over financieringsbronnen beschikken. |
(7) |
Aangezien aan EU-referentielaboratoria overeenkomstig artikel 100, lid 6, van Verordening (EU) 2017/746 een bijdrage van de Unie kan worden toegekend, moet hun administratieve organisatie voldoen aan de in Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (2) vastgestelde voorwaarden voor ontvangers van middelen van de Unie. |
(8) |
Om te waarborgen dat aan het criterium betreffende een goede administratieve organisatie en structuur van artikel 100, lid 4, punt d), van Verordening (EU) 2017/746 wordt voldaan, moeten de EU-referentielaboratoria over voldoende administratief personeel beschikken en moeten zij documentatie bijhouden waaruit hun structuur en organisatorische procedures blijken, alsmede archiefstukken van de in rekening gebrachte kosten en vergoedingen en een jaarlijks overzicht van de verrichte taken. |
(9) |
Om te waarborgen dat aan het criterium betreffende vertrouwelijkheid van artikel 100, lid 4, punt e), van Verordening (EU) 2017/746 wordt voldaan, moeten de EU-referentielaboratoria ervoor zorgen dat hun personeel vertrouwelijke informatie en gegevens op passende wijze behandelt, opslaat en verwerkt, en moeten zij maatregelen nemen om onrechtmatige openbaarmaking van dergelijke informatie te voorkomen, in overeenstemming met Richtlijn (EU) 2016/943 van het Europees Parlement en de Raad (3). |
(10) |
Om te waarborgen dat aan het criterium betreffende het algemeen belang en onafhankelijk handelen van artikel 100, lid 4, punt f), van Verordening (EU) 2017/746 wordt voldaan, moet een bevoegde autoriteit bevestigen dat een laboratorium waarvoor een lidstaat of het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Commissie een aanvraag voor aanwijzing als EU-referentielaboratorium heeft ingediend, taken van algemeen belang vervult binnen de voorgestelde reikwijdte van de aanwijzing. |
(11) |
Om te waarborgen dat aan het criterium van artikel 100, lid 4, punt g), van Verordening (EU) 2017/746 betreffende de onpartijdigheid van het personeel wordt voldaan, moeten de EU-referentielaboratoria worden verplicht een beleid te voeren waarmee op permanente basis belangenconflicten van hun personeel met betrekking tot de vervulling van de taken van de EU-referentielaboratoria kunnen worden vastgesteld en voorkomen. |
(12) |
Gezien de omvang en de specifieke aard van de laboratoriumtests die van de EU-referentielaboratoria in het kader van hun aanwijzing kunnen worden verlangd, en de mogelijkheid dat deze tests nieuw zijn, moeten deze laboratoria het recht hebben om, wat uitrusting en personeel betreft, ondersteuning voor laboratoriumtestactiviteiten van nationale referentielaboratoria en andere in een lidstaat gevestigde laboratoria (gezamenlijk “externe laboratoria” genoemd) of van andere EU-referentielaboratoria te vragen. In deze verordening moeten de regels voor het verrichten van dergelijke uitbestede diensten worden vastgesteld die nodig zijn om de naleving van de criteria van artikel 100, lid 4, van Verordening (EU) 2017/746 te waarborgen. Ongeacht de ondersteuning die een ander laboratorium verleent, moet het EU-referentielaboratorium dat wordt verzocht de taak uit te voeren, de verantwoordelijkheid voor de definitieve adviezen, bevindingen of aanbevelingen dragen. |
(13) |
De eisen van de geharmoniseerde norm NEN-EN ISO/IEC 17025 (Algemene eisen voor de competentie van test- en kalibratielaboratoria) zijn geschikt voor EU-referentielaboratoria. Daarom moet accreditatie overeenkomstig die norm, waarvan de referentie in het Publicatieblad van de Europese Unie is bekendgemaakt, door een nationale accreditatie-instantie die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad (4) werkt, een middel zijn waarmee laboratoria kunnen aantonen dat zij aan de desbetreffende eisen van deze verordening voldoen. |
(14) |
Aangezien de Commissie alleen laboratoria waarvoor een lidstaat of het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Commissie een aanvraag tot aanwijzing heeft ingediend, als EU-referentielaboratorium mag aanwijzen, moeten de lidstaten worden verplicht om vóór de indiening van de aanvraag na te gaan of het laboratorium waarvoor zij een aanvraag willen indienen, aan de criteria van artikel 100, lid 4, van Verordening (EU) 2017/746 voldoet, zoals nader gespecificeerd in deze verordening. Het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Commissie moet nagaan of het aan de criteria voldoet als het van plan is een aanvraag tot aanwijzing ervan als EU-referentielaboratorium in te dienen. |
(15) |
De taken die de EU-referentielaboratoria in het kader van hun aanwijzing moeten uitvoeren, zijn vastgesteld in artikel 100, lid 2, van Verordening (EU) 2017/746. De Commissie moet gedetailleerde regels vaststellen om de toepassing van deze bepaling te vergemakkelijken. |
(16) |
Met het oog op duidelijkheid, zekerheid en transparantie moeten de door aangemelde instanties en lidstaten aan EU-referentielaboratoria gevraagde taken overeenkomstig vooraf vastgestelde voorwaarden worden uitgevoerd. Daarom moet voor dergelijke activiteiten een contract worden gesloten tussen de verzoekende partij en het EU-referentielaboratorium. Wat betreft de verificatie van de prestaties, de verificatie van de naleving van gemeenschappelijke specificaties of andere door de fabrikant gekozen oplossingen en de in artikel 100, lid 2, punten a) en b), van Verordening (EU) 2017/746 bedoelde tests op monsters of partijen, mag de aangemelde instantie voor een bepaalde taak en hulpmiddel bij slechts één EU-referentielaboratorium een verzoek indienen, om parallelle beoordelingen van hetzelfde hulpmiddel door verschillende EU-referentielaboratoria te voorkomen. |
(17) |
Voor de verificatie van de prestaties, de verificatie van de naleving van gemeenschappelijke specificaties of van andere door de fabrikant gekozen oplossingen en de in artikel 100, lid 2, punten a) en b), van Verordening (EU) 2017/746 bedoelde tests op monsters of partijen hebben de EU-referentielaboratoria specifieke informatie over het te testen hulpmiddel nodig. De aangemelde instantie, die de opdrachtgever van de taak is, moet die informatie verstrekken. Indien het EU-referentielaboratorium die informatie moet verduidelijken, moet alle communicatie tussen het EU-referentielaboratorium en de aangemelde instantie worden gedocumenteerd om de onafhankelijkheid van het EU-referentielaboratorium en de traceerbaarheid te waarborgen. |
(18) |
Om het testen mogelijk te maken van hulpmiddelen waarvoor de fabrikant specifieke uitrusting of referentiematerialen heeft ontwikkeld of voorgeschreven, moeten de aangemelde instanties ervoor zorgen dat de EU-referentielaboratoria kosteloos toegang hebben tot dergelijke uitrusting en materialen. Om te waarborgen dat de uitrusting en de materialen correct worden gebruikt, moet het personeel van het EU-referentielaboratorium toegang hebben tot opleidingen op dat gebied. |
(19) |
Om de toegang tot de markt voor veilige en goed functionerende hulpmiddelen te waarborgen, mogen de EU-referentielaboratoria verzoeken van aangemelde instanties om een contract voor de uitvoering van de in artikel 100, lid 2, punten a) en b), van Verordening (EU) 2017/746 bedoelde taken die onder de reikwijdte van hun aanwijzing vallen, niet afwijzen. |
(20) |
Om de onafhankelijkheid bij de controle van de prestaties, de verificatie van de naleving van gemeenschappelijke specificaties of van andere door de fabrikant gekozen oplossingen als bedoeld in artikel 100, lid 2, punt a), van Verordening (EU) 2017/746 te waarborgen, moeten de EU-referentielaboratoria besluiten welke tests nodig zijn, rekening houdend met de door de fabrikant geclaimde en naar behoren gemotiveerde prestaties. |
(21) |
Met het oog op de rechtszekerheid moet het beginpunt van de periode van zestig dagen waarover de EU-referentielaboratoria beschikken voor het uitbrengen van het advies als bedoeld in punt 4.9 van bijlage IX bij Verordening (EU) 2017/746 en punt 3, j), en punt 5.4, van bijlage X bij die verordening worden verduidelijkt. |
(22) |
Om op transparante wijze te kunnen functioneren, moeten de EU-referentielaboratoria hun conclusies betreffende de verificatie van de prestaties, de verificatie van de naleving van gemeenschappelijke specificaties of van andere door de fabrikant gekozen oplossingen en de in artikel 100, lid 2, punten a) en b), van Verordening (EU) 2017/746 bedoelde tests op monsters of partijen voldoende motiveren. Deze motivatie moet in de adviezen of bevindingen van de EU-referentielaboratoria worden opgenomen. |
(23) |
Om consistente beoordelingen van hulpmiddelen te waarborgen en latere tests op monsters of partijen door EU-referentielaboratoria te vergemakkelijken, moet het in punt 4.9 van bijlage IX bij Verordening (EU) 2017/746 en in punt 3, j), en punt 5.4, van bijlage X bij die verordening bedoelde advies aanbevelingen bevatten voor latere tests op monsters of partijen die door hetzelfde EU-referentielaboratorium of door andere EU-referentielaboratoria moeten worden uitgevoerd. |
(24) |
De aangemelde instanties moeten een plan voor het testen van monsters of partijen opstellen om een passende productkeuring te waarborgen. Om de aangemelde instanties in staat te stellen gebruik te maken van de deskundigheid van de EU-referentielaboratoria in het kader van de in artikel 100, lid 2, punt b), van Verordening (EU) 2017/746 bedoelde tests op monsters of partijen, moet het EU-referentielaboratorium in de gelegenheid worden gesteld wijzigingen in het plan van de aangemelde instantie voor het testen van monsters of partijen voor te stellen, met inbegrip van de redenen voor dergelijke wijzigingen. Om de samenhang bij de beoordeling van het hulpmiddel te waarborgen, moet in het door de aangemelde instantie opgestelde definitieve plan rekening worden gehouden met alle relevante informatie, met inbegrip van de aanbevelingen betreffende tests op monsters of partijen die in het advies van het EU-referentielaboratorium als bedoeld in punt 4.9 van bijlage IX bij Verordening (EU) 2017/746 en punt 3, j), en punt 5.4 van bijlage X bij die verordening zijn opgenomen, en van de resultaten van eventuele eerdere tests op monsters of partijen die op het hulpmiddel zijn uitgevoerd. |
(25) |
Gezien punt 4.13 van bijlage IX bij Verordening (EU) 2017/746 en punt 5.2 van bijlage XI bij die verordening moeten logistieke regelingen worden getroffen om ervoor te zorgen dat het EU-referentielaboratorium voldoende tijd heeft om de tests uit te voeren en zijn bevindingen aan de aangemelde instantie te verstrekken, rekening houdend met het feit dat de aangemelde instantie een eventueel besluit aan de fabrikant mee moet delen binnen de met de fabrikant overeengekomen termijn, doch niet later dan dertig dagen na ontvangst van de monsters. |
(26) |
De in artikel 100, lid 2, punten c), d), f), g), h) en i), van Verordening (EU) 2017/746 bedoelde taken kunnen betrekking hebben op horizontale aangelegenheden die op geharmoniseerde wijze moeten worden behandeld. Wanneer een taak binnen de reikwijdte van de aanwijzing van meer dan één EU-referentielaboratorium valt, moeten daarom al die EU-referentielaboratoria bij de uitvoering van die taak worden betrokken. |
(27) |
Wanneer verzoeken van aangemelde instanties voor de in artikel 100, lid 2, punten c), d) en g), van Verordening (EU) 2017/746 bedoelde taken betrekking hebben op meer dan één aangemelde instantie, moeten zij met elkaar samenwerken om consistente conformiteitsbeoordelingen van hulpmiddelen in de hele Unie te waarborgen. |
(28) |
Om de EU-referentielaboratoria in staat te stellen een netwerk van nationale referentielaboratoria als bedoeld in artikel 100, lid 2, punt e), van Verordening (EU) 2017/746 op te zetten en te beheren, moet worden gespecificeerd hoe die nationale referentielaboratoria moeten worden geïdentificeerd en hoe de netwerken moeten worden opgezet en beheerd. |
(29) |
Met het oog op de in artikel 100, lid 2, punt h), van Verordening (EU) 2017/746 bedoelde taak, namelijk aanbevelingen over geschikte referentiematerialen en referentiemeetprocedures van een hogere metrologische orde te verstrekken, moeten de EU-referentielaboratoria een openbare lijst van dergelijke materialen en procedures in het kader van hun aanwijzing bijhouden, aangezien dergelijke informatie voor de betrokken actoren in de hele Unie van algemeen belang is. |
(30) |
De door de EU-referentielaboratoria verstrekte bijstand, adviezen, bijdragen en aanbevelingen moeten aan relevante normen voldoen. Mocht dit niet het geval zijn, bijvoorbeeld als gevolg van de beperkte beschikbaarheid van materialen die aan relevante normen voldoen, dan moeten de EU-referentielaboratoria, met het oog op transparantie, een passende motivering geven voor het gebruik van methoden, praktijken en materialen die van die normen afwijken. |
(31) |
Om hun taken op geharmoniseerde wijze uit te voeren, is het van essentieel belang dat de EU-referentielaboratoria ervaringen over gespecialiseerde onderwerpen uitwisselen. Daartoe moeten de EU-referentielaboratoria binnen het netwerk van EU-referentielaboratoria, zoals bedoeld in artikel 100, lid 5, van Verordening (EU) 2017/746 (het “EU-referentielaboratoriumnetwerk”), subnetwerken voor een specifiek hulpmiddel, een specifieke categorie of groep hulpmiddelen of een specifiek gevaar in verband met een categorie of groep hulpmiddelen of voor andere specifieke onderwerpen vormen. De subnetwerken moeten geregeld testresultaten vergelijken om de consistentie van die resultaten van de EU-referentielaboratoria te waarborgen. |
(32) |
Om te waarborgen dat de EU-referentielaboratoria hun taken op geharmoniseerde wijze uitvoeren, moet in overleg met de Commissie een gemeenschappelijk reglement van orde voor alle EU-referentielaboratoria worden vastgesteld. Dit gemeenschappelijk reglement van orde moet met het oog op de transparantie openbaar worden gemaakt en geregeld worden herzien om te waarborgen dat het efficiënt en actueel blijft. |
(33) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor medische hulpmiddelen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I
CRITERIA VOOR EU-REFERENTIELABORATORIA
Artikel 1
Personeel
1. De EU-referentielaboratoria documenteren en motiveren de kennis- en ervaringsvereisten voor het personeel — met inbegrip van de directeur, het wetenschappelijk en het technisch personeel — dat nodig is voor de uitvoering van de taken van het EU-referentielaboratorium op het gebied van specifieke hulpmiddelen, categorieën of groepen hulpmiddelen, of specifieke gevaren in verband met een categorie of groep hulpmiddelen waarvoor de EU-referentielaboratoria zijn aangewezen (“reikwijdte van de aanwijzing”).
2. De EU-referentielaboratoria moeten over personeel beschikken dat aan de in lid 1 bedoelde vereisten voldoet en documenteren hoe aan die vereisten wordt voldaan.
3. In verhouding tot de omvang van de taken die de EU-referentielaboratoria in het kader van hun aanwijzing moeten uitvoeren, moeten zij over voldoende personeel als bedoeld in lid 2 beschikken.
4. De EU-referentielaboratoria moeten een programma voor permanente opleiding en bijscholing voor hun personeel invoeren.
Artikel 2
Uitrusting en referentiematerialen
De EU-referentielaboratoria moeten documentatie bijhouden met:
a) |
een toelichting betreffende de benodigde uitrusting, met inbegrip van specimens en controlematerialen, en referentiematerialen voor de uitvoering van de binnen de reikwijdte van hun aanwijzing toegewezen taken; |
b) |
het bewijs dat zij de uitrusting en voldoende referentiematerialen als bedoeld in punt a) bezitten; |
c) |
een plan voor de inkoop van de in punt a) bedoelde specimens, controlematerialen en referentiematerialen. |
De EU-referentielaboratoria moeten de in de eerste alinea bedoelde documentatie op verzoek ter beschikking van de Commissie stellen.
Artikel 3
Internationale normen en beste praktijken
De EU-referentielaboratoria moeten documentatie bijhouden met:
a) |
een lijst van internationale normen en beste praktijken, met inbegrip van gemeenschappelijke specificaties, die van toepassing zijn op de binnen de reikwijdte van hun aanwijzing toegewezen taken, en een motivering van de relevantie van dergelijke normen en praktijken wanneer dat niet duidelijk is; |
b) |
het bewijs dat zij de in punt a) bedoelde internationale normen en beste praktijken in de operationele procedures voor de desbetreffende taken hebben geïntegreerd. |
De EU-referentielaboratoria moeten de in de eerste alinea bedoelde documentatie op verzoek ter beschikking van de Commissie stellen.
Artikel 4
Administratieve organisatie en structuur
1. De EU-referentielaboratoria moeten binnen hun management ten minste één persoon aanwijzen die de algemene verantwoordelijkheid draagt voor de uitvoering van de in artikel 100, lid 2, van Verordening (EU) 2017/746 vastgestelde taken.
2. De EU-referentielaboratoria moeten over voldoende administratief personeel beschikken om de nodige administratieve ondersteuning voor de uitvoering van de in artikel 100, lid 2, van Verordening (EU) 2017/746 bedoelde taken te verlenen, met het oog op de omvang van die taken.
3. De EU-referentielaboratoria moeten documentatie opstellen en bijhouden met:
a) |
bewijs van hun hoedanigheid als rechtspersoon; |
b) |
indien zij deel uitmaken van een grotere organisatie, een beschrijving van de activiteiten, de organisatiestructuur en de governance van die organisatie; |
c) |
indien zij direct of indirect onder zeggenschap van een andere entiteit staan, de identiteit en de zeggenschapspositie van die entiteit; |
d) |
een beschrijving van de interne organisatiestructuur met duidelijk toegewezen verantwoordelijkheden en rapportagelijnen; |
e) |
een beschrijving van hun operationele procedures, met inbegrip van het beheer en de uitvoering van taken, personeelsbeheer, een plan voor personeelsvervanging, alsmede registratie van documentatie en correspondentie met externe entiteiten; |
f) |
een verklaring dat geen van de in artikel 136 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 genoemde uitsluitingssituaties op hen van toepassing is; |
g) |
bewijs van financieringsbronnen en economische levensvatbaarheid zonder financiële steun van de Unie; |
h) |
gedetailleerde gegevens over de berekening van de kosten en de overeenkomstige vergoedingen die voor elke taak die zij moeten uitvoeren, in rekening worden gebracht; |
i) |
een jaarlijks overzicht van de uitgevoerde taken. |
De EU-referentielaboratoria moeten de in de eerste alinea bedoelde documentatie op verzoek ter beschikking van de Commissie stellen.
Artikel 5
Vertrouwelijkheid
1. Het vertrouwelijkheidsbeleid van de EU-referentielaboratoria moet het volgende omvatten:
a) |
het soort informatie dat als vertrouwelijk moet worden beschouwd; |
b) |
regels voor een passende veilige behandeling, opslag en verwerking van vertrouwelijke informatie en maatregelen om onrechtmatige openbaarmaking te voorkomen; |
c) |
regels voor het delen van vertrouwelijke en niet-vertrouwelijke informatie met het personeel en het publiek; |
d) |
regels voor het in het kader van markttoezicht- of bewakingsactiviteiten van de bevoegde autoriteit op verzoek verlenen van toegang tot vertrouwelijke informatie aan een bevoegde autoriteit van een lidstaat; |
e) |
regels voor het delen van vertrouwelijke informatie, op initiatief van het EU-referentielaboratorium, met een bevoegde autoriteit van een lidstaat en met de Commissie wanneer het EU-referentielaboratorium redenen heeft om aan te nemen dat deze uitwisseling in het belang van de bescherming van de volksgezondheid is. |
2. Om ervoor te zorgen dat het personeel zich aan het in lid 1 bedoelde vertrouwelijkheidsbeleid houdt, voeren de EU-referentielaboratoria maatregelen in en documenteren zij deze.
Artikel 6
Openbaar belang, onafhankelijkheid en belangenconflicten
1. De lidstaten moeten bevestigen dat de laboratoria waarvoor zij overeenkomstig artikel 100, lid 1, van Verordening (EU) 2017/746 een aanvraag tot aanwijzing hebben ingediend, hun taken als EU-referentielaboratoria in het algemeen belang en op onafhankelijke wijze binnen de door hen voorgestelde reikwijdte van de aanwijzing zullen uitvoeren. Deze bevestiging wordt in de aanvraag opgenomen.
2. EU-referentielaboratoria moeten over een beleid beschikken om te waarborgen dat hun personeelsleden geen financiële of andere belangen in de sector medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek hebben die hun onpartijdigheid bij de uitvoering van hun taken in het gedrang zou kunnen brengen.
Het in de eerste alinea bedoelde beleid omvat maatregelen om belangenconflicten te voorkomen, op te sporen en op te lossen en wordt op verzoek ter beschikking van de Commissie gesteld.
3. Een EU-referentielaboratorium mag niet de ontwerper, fabrikant, leverancier, installateur, koper, eigenaar of onderhouder van hulpmiddelen zijn die binnen de reikwijdte van zijn aanwijzing vallen, noch de gemachtigde vertegenwoordiger van een van deze partijen en het mag niet betrokken zijn bij het ontwerp, de fabricage, de bouw, het in de handel brengen, de installatie, het gebruik of het onderhoud van de hulpmiddelen die binnen de reikwijdte van zijn aanwijzing vallen.
Een EU-referentielaboratorium mag niet als aangemelde instantie optreden voor hulpmiddelen die binnen de reikwijdte van zijn aanwijzing vallen.
Binnen de reikwijdte van zijn aanwijzing mag een EU-referentielaboratorium op verzoek van een aangemelde instantie geen andere taken in verband met de conformiteitsbeoordeling uit hoofde van Verordening (EU) 2017/746 verrichten dan de in artikel 100, lid 2, van Verordening (EU) 2017/746 bedoelde taken.
4. Een EU-referentielaboratorium mag niet met een fabrikant van hulpmiddelen of een aangemelde instantie samenwerken in het kader van een gezamenlijke commerciële exploitatie indien deze samenwerking binnen de reikwijdte van zijn aanwijzing valt.
Artikel 7
Uitbesteding van tests en toegang tot uitrusting van andere laboratoria
1. Indien de omvang van de laboratoriumtests voor een aan een EU-referentielaboratorium toegewezen taak binnen de reikwijdte van zijn aanwijzing dit vereist, mag een EU-referentielaboratorium de tests of een deel daarvan door middel van een contract uitbesteden aan nationale referentielaboratoria en andere in een lidstaat gevestigde laboratoria (gezamenlijk “externe laboratoria” genoemd) of aan een ander EU-referentielaboratorium.
2. Indien de omvang of de specifieke aard van een aan een EU-referentielaboratorium toegewezen taak of het feit dat deze taak nieuw is, dit vereisen, mag het EU-referentielaboratorium een contract met een extern laboratorium of een ander EU-referentielaboratorium sluiten om toegang te krijgen tot specifieke aanvullende uitrusting of materialen die voor de uitvoering van de taak nodig zijn.
3. Een EU-referentielaboratorium mag alleen een als in lid 1 bedoeld contract afsluiten met externe laboratoria die aan de volgende voorwaarden voldoen:
a) |
zij zijn bekwaam voor de uitvoering van de taken die onder het contract vallen, met inbegrip van personeel en uitrusting, overeenkomstig de door het EU-referentielaboratorium gestelde eisen; |
b) |
zij voeren de in artikel 5, lid 2, bedoelde maatregelen in en documenteren deze om ervoor te zorgen dat het personeel dat betrokken is bij de uitvoering van de taken die onder het contract vallen, het in artikel 5, lid 1, bedoelde vertrouwelijkheidsbeleid naleeft; |
c) |
zij bevestigen dat er geen sprake is van belangenconflicten overeenkomstig het in artikel 6, lid 2, bedoelde beleid van het EU-referentielaboratorium met betrekking tot de activiteiten waarop het contract betrekking heeft. |
4. De EU-referentielaboratoria moeten de in de eerste alinea bedoelde contracten op verzoek ter beschikking van de Commissie stellen.
5. Het EU-referentielaboratorium heeft de algemene verantwoordelijkheid voor de testresultaten en de uitvoering van de taken die binnen de reikwijdte van zijn aanwijzing vallen, ongeacht eventuele ondersteuning die overeenkomstig dit artikel door externe laboratoria of andere EU-referentielaboratoria is geboden.
Artikel 8
Accreditatie
1. Lidstaten of de Commissie mogen ervan uitgaan dat laboratoria die overeenkomstig geharmoniseerde norm EN ISO/IEC 17025, waarvan de referentie in het Publicatieblad van de Europese Unie is bekendgemaakt, door een nationale accreditatie-instantie die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 765/2008 opereert, zijn geaccrediteerd, in overeenstemming zijn met de eisen van de volgende bepalingen van deze verordening:
a) |
artikel 1; |
b) |
artikel 2, lid 1, punt b); |
c) |
artikel 4, leden 1 en 2, en lid 3, punten a), d), en e); |
d) |
artikel 5, lid 1, punten a), b) en c), en lid 2; |
e) |
artikel 6, lid 2; |
f) |
artikel 7, lid 3, punten a) tot en met c). |
2. Het toepassingsgebied van de in lid 1 bedoelde accreditatie:
a) |
omvat de methoden voor laboratoriumanalyses of -tests die relevant zijn voor de reikwijdte van de aanwijzing van het EU-referentielaboratorium; |
b) |
kan een of meer methoden voor laboratoriumanalyses of -tests omvatten, dan wel groepen methoden; |
c) |
kan op flexibele wijze worden bepaald, zodat het toepassingsgebied van de accreditatie ook kan gelden voor gewijzigde versies van de door het laboratorium op het moment van accreditatie toegepaste methoden of voor nieuwe methoden ter aanvulling van die methoden, op basis van de eigen valideringen door het laboratorium, zonder dat de nationale accreditatie-instantie voorafgaand aan de toepassing van die gewijzigde of nieuwe methoden een specifieke beoordeling moet verrichten. |
Artikel 9
Controle op de naleving van de criteria
1. Alvorens overeenkomstig artikel 100, lid 1, van Verordening (EU) 2017/746 een aanvraag tot aanwijzing van een laboratorium in te dienen, controleren de lidstaten of het laboratorium voldoet aan de criteria van artikel 100, lid 4, van die verordening, zoals nader gespecificeerd in de artikelen 1 tot en met 7 van deze verordening.
2. Alvorens overeenkomstig artikel 100, lid 1, van Verordening (EU) 2017/746 een aanvraag om te worden aangewezen, in te dienen, vergewist het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Commissie zich ervan dat het voldoet aan de criteria van artikel 100, lid 4, van die verordening, zoals nader gespecificeerd in de artikelen 1 tot en met 7 van deze verordening.
3. De lidstaten of het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Commissie documenteren de in de leden 1 en 2 bedoelde verificatie en het resultaat daarvan in de aanvraag.
HOOFDSTUK II
TAKEN VAN DE EU-REFERENTIELABORATORIA
Artikel 10
Contracten tussen de EU-referentielaboratoria en verzoekende partijen
1. Voor taken op verzoek van een aangemelde instantie of een lidstaat sluiten de EU-referentielaboratoria een contract met de verzoekende partij voordat de taak wordt uitgevoerd. Dit contract bevat de voorwaarden voor de uitvoering van de opdracht, met inbegrip van het tijdschema. Dit contract wordt gesloten met:
a) |
de aangemelde instanties voor de in artikel 100, lid 2, punten a), b), c), d) of g), van Verordening (EU) 2017/746 bedoelde taken; |
b) |
de lidstaat voor de in artikel 100, lid 2, punten c) en d), van Verordening (EU) 2017/746 bedoelde taken. |
2. Een EU-referentielaboratorium mag verzoeken van aangemelde instanties om een contract te sluiten voor de uitvoering van de in artikel 100, lid 2, punt a) of b), van Verordening (EU) 2017/746 bedoelde taken, alleen weigeren als die taken buiten de reikwijdte van zijn aanwijzing vallen.
3. Wanneer een aangemelde instantie en een EU-referentielaboratorium een contract hebben gesloten, stelt de aangemelde instantie het contract op verzoek ter beschikking van de voor de aangemelde instantie verantwoordelijke autoriteit.
Artikel 11
Verzoeken van aangemelde instanties voor de in artikel 100, lid 2, punten a) en b), van Verordening (EU) 2017/746 bedoelde taken
1. Voor elk hulpmiddel en elke taak als bedoeld in artikel 100, lid 2, punten a) en b), van Verordening (EU) 2017/746 mag een aangemelde instantie met slechts één EU-referentielaboratorium een contract als bedoeld in artikel 10, lid 1, punt a), van deze verordening sluiten.
2. De aangemelde instantie verstrekt het EU-referentielaboratorium alle documentatie betreffende het hulpmiddel en andere relevante informatie waarover zij beschikt die nodig is om de in lid 1 bedoelde taak te vervullen. Die documentatie moet beschikbaar zijn in elke officiële taal van de Unie die voor het EU-referentielaboratorium aanvaardbaar is.
3. Het EU-referentielaboratorium kan de aangemelde instantie verzoeken de ingediende documentatie en informatie te verduidelijken. Het EU-referentielaboratorium legt deze verzoeken vast.
4. De aangemelde instantie zorgt ervoor dat de fabrikant het EU-referentielaboratorium kosteloos alle uitrusting en referentiematerialen verstrekt die de fabrikant voor een bepaald hulpmiddel heeft ontwikkeld of voorgeschreven met het oog op het testen van dat hulpmiddel, op voorwaarde dat het EU-referentielaboratorium nog niet over dergelijke uitrusting beschikt. Wanneer de fabrikant het gebruik van het hulpmiddel toestaat met uitrusting die door verschillende fabrikanten ter beschikking is gesteld, zorgt de aangemelde instantie ervoor dat de fabrikant het EU-referentielaboratorium uitrusting van ten minste één van deze fabrikanten verstrekt, vergezeld van een motivering voor de gemaakte keuze. De fabrikant mag voor het testen van zijn hulpmiddel ook kosteloos andere in de handel verkrijgbare uitrusting of referentiematerialen aan het EU-referentielaboratorium verstrekken.
De in de eerste alinea bedoelde uitrusting of referentiematerialen worden naar het EU-referentielaboratorium gestuurd of, in naar behoren gerechtvaardigde omstandigheden, in de bedrijfsruimten van de fabrikant ter beschikking van het EU-referentielaboratorium gesteld.
De aangemelde instantie zorgt ervoor dat de fabrikant het personeel van het EU-referentielaboratorium opleidt in het gebruik van de in de eerste alinea bedoelde uitrusting, indien een dergelijke opleiding door het EU-referentielaboratorium noodzakelijk wordt geacht om de uitrusting te kunnen bedienen.
5. De aangemelde instantie stelt het EU-referentielaboratorium onmiddellijk in kennis van alle nieuwe informatie betreffende het hulpmiddel waarvan zij kennis heeft gekregen en die gevolgen kan hebben voor de uitvoering van de in lid 1 bedoelde taak.
Artikel 12
Controle van de prestaties en naleving van gemeenschappelijke specificaties of van andere door de fabrikant gekozen oplossingen
1. Met het oog op de in artikel 100, lid 2, punt a), van Verordening (EU) 2017/746 bedoelde taak verifiëren de EU-referentielaboratoria de prestaties van een hulpmiddel en de naleving van de toepasselijke gemeenschappelijke specificaties of van andere door de fabrikant gekozen oplossingen aan de hand van de prestatieclaims die in het verslag over de prestatie-evaluatie door de fabrikant naar behoren zijn gestaafd.
2. De EU-referentielaboratoria beslissen welke laboratoriumtests nodig zijn om de prestaties van het hulpmiddel te verifiëren en na te gaan of het aan de gemeenschappelijke specificaties of andere door de fabrikant gekozen oplossingen als bedoeld in lid 1 voldoet. In het advies vermelden de EU-referentielaboratoria de redenen aan voor de keuze van de tests.
3. Op basis van de resultaten van de in lid 2 bedoelde laboratoriumtests verifiëren de EU-referentielaboratoria de prestaties van het hulpmiddel en gaan zij na of het hulpmiddel aan gemeenschappelijke specificaties of aan andere door de fabrikant gekozen oplossingen als bedoeld in lid 1 voldoet.
4. De EU-referentielaboratoria brengen hun advies uit binnen zestig dagen na de laatste van de volgende data:
a) |
de datum van ondertekening van het in artikel 10, lid 1, punt a), bedoelde contract door alle contractpartijen; |
b) |
de datum van ontvangst van alle noodzakelijke documentatie en informatie van de aangemelde instantie als bedoeld in artikel 11, lid 2, en verduidelijkingen als bedoeld in artikel 11, lid 3; |
c) |
de datum van ontvangst van de uitrusting van de fabrikant en de datum van voltooiing van opleidingen van de fabrikant als bedoeld in artikel 11, lid 4; |
d) |
de datum van ontvangst van de monsters van het te testen hulpmiddel. |
5. De EU-referentielaboratoria moeten een uitvoerig advies geven en hierin de conclusies en aanbevelingen motiveren.
Het in de eerste alinea bedoelde advies bevat aanbevelingen voor de in artikel 100, lid 2, punt b), van Verordening (EU) 2017/746 bedoelde tests, met inbegrip van de te testen specimens, het aantal monsters van het hulpmiddel en de frequentie voor het testen van monsters of partijen door een EU-referentielaboratorium, indien er geen voorschriften overeenkomstig artikel 48, lid 13, punt c), van Verordening (EU) 2017/746 zijn vastgesteld.
Artikel 13
Testen van monsters of partijen
1. Met het oog op de in artikel 100, lid 2, punt b), van Verordening (EU) 2017/746 bedoelde taak stelt de aangemelde instantie het EU-referentielaboratorium een plan voor het testen van monsters en partijen van het hulpmiddel voor, waarbij in voorkomend geval rekening wordt gehouden met de aanbevelingen van het EU-referentielaboratorium als bedoeld in artikel 12, lid 5, tweede alinea, van deze verordening.
Het EU-referentielaboratorium kan wijzigingen van het in de eerste alinea bedoelde testplan voorstellen. Het EU-referentielaboratorium motiveert dergelijke voorstellen.
De aangemelde instantie en het EU-referentielaboratorium bereiken overeenstemming over de definitieve versie van het in de eerste alinea bedoelde testplan. Dat plan voldoet aan de toepasselijke gemeenschappelijke specificaties en eventuele eisen die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 48, lid 13, punt c), van Verordening (EU) 2017/746.
2. De aangemelde instantie stelt het EU-referentielaboratorium dat de tests op monsters of partijen uitvoert, de volgende documentatie ter beschikking:
a) |
indien van toepassing, het advies van het EU-referentielaboratorium dat is uitgebracht na de uitvoering van de in artikel 100, lid 2, punt a), van Verordening (EU) 2017/746 bedoelde taak, indien die taak door een ander EU-referentielaboratorium is uitgevoerd; |
b) |
de bevindingen van eerdere tests op monsters of partijen die door andere EU-referentielaboratoria op het hulpmiddel zijn uitgevoerd overeenkomstig artikel 100, lid 2, punt b), van Verordening (EU) 2017/746. |
Wanneer het EU-referentielaboratorium wijzigingen voorstelt of overeenstemming bereikt over de definitieve versie van het in lid 1 bedoelde plan, houdt het rekening met het advies en de bevindingen als in de eerste alinea bedoeld.
3. De aangemelde instantie treft, in overleg met de fabrikant, logistieke regelingen met het EU-referentielaboratorium om te waarborgen dat het EU-referentielaboratorium na ontvangst van de monsters voldoende tijd heeft om de tests uit te voeren en zijn bevindingen aan de aangemelde instantie te verstrekken. Bij deze regelingen wordt rekening gehouden met de tijd die de aangemelde instantie nodig heeft om binnen de overeengekomen termijn, doch niet later dan dertig dagen na ontvangst van de monsters, een eventueel besluit aan de fabrikant mee te delen.
4. De bevindingen van het EU-referentielaboratorium betreffende de resultaten van de tests op monsters of partijen moeten gedetailleerd zijn en hierin moeten de getrokken conclusies worden gemotiveerd.
Artikel 14
Verzoeken om uitvoering van de in artikel 100, lid 2, punten c), d), f), g) en i), van Verordening (EU) 2017/746 bedoelde taken
1. De Commissie kan op eigen initiatief of op verzoek van de Coördinatiegroep voor medische hulpmiddelen (MDCG) een verzoek indienen om de in artikel 100, lid 2, punt c), d), f) of i), van Verordening (EU) 2017/746 bedoelde taken uit te voeren bij een EU-referentielaboratorium of, indien het verzoek binnen de reikwijdte van de aanwijzing van meer dan één EU-referentielaboratorium valt, bij het netwerk van EU-referentielaboratoria als bedoeld in artikel 100, lid 5, van Verordening (EU) 2017/746 (het EU-referentielaboratoriumnetwerk) of bij een relevant subnetwerk als bedoeld in artikel 17, lid 1, van deze verordening.
De lidstaten kunnen een verzoek tot uitvoering van een taak als bedoeld in artikel 100, lid 2, punt c) of d), van Verordening (EU) 2017/746 indienen bij een EU-referentielaboratorium of, indien het verzoek binnen de reikwijdte van de aanwijzing van meer dan één EU-referentielaboratorium valt, bij het netwerk van EU-referentielaboratoria of een relevant subnetwerk.
2. Aangemelde instanties kunnen een verzoek tot uitvoering van een taak als bedoeld in artikel 100, lid 2, punt c), d) of g), van Verordening (EU) 2017/746 indienen bij een EU-referentielaboratorium of, indien het verzoek binnen de reikwijdte van de aanwijzing van meer dan één EU-referentielaboratorium valt, bij het netwerk van EU-referentielaboratoria of een relevant subnetwerk. Wanneer het onderwerp van het verzoek betrekking heeft op meer dan één aangemelde instantie, coördineren die aangemelde instanties het verzoek.
3. Het EU-referentielaboratorium, het netwerk van EU-referentielaboratoria of het subnetwerk kunnen bij de uitvoering van de taak samenwerken met relevante nationale referentielaboratoria.
4. Wanneer in antwoord op verzoeken uit hoofde van dit artikel de bijstand, het advies of de bijdrage van de EU-referentielaboratoria elementen bevat die afwijken van de desbetreffende normen, moeten het EU-referentielaboratorium, het netwerk van EU-referentielaboratoria of het subnetwerk in de documenten waarin de bijstand, het advies of de bijdrage wordt beschreven, de redenen daarvoor vermelden.
Artikel 15
Opzetten van een netwerk van nationale referentielaboratoria
1. De bevoegde autoriteiten moeten de betrokken EU-referentielaboratoria in kennis stellen van elk laboratorium dat overeenkomstig het nationale recht als nationaal referentielaboratorium is aangewezen en waarvan de reikwijdte van de aanwijzing binnen de reikwijdte van de aanwijzing van die EU-referentielaboratoria valt.
2. Wanneer de reikwijdte van de aanwijzing van een nationaal referentielaboratorium binnen de reikwijdte van de aanwijzing van een EU-referentielaboratorium of een subnetwerk valt, maakt dat nationale referentielaboratorium deel uit van het overeenkomstige netwerk van nationale referentielaboratoria.
3. De EU-referentielaboratoria of de subnetwerken moeten binnen hun netwerken van nationale referentielaboratoria relevante informatie delen en het gebruik van gemeenschappelijke testmethoden bevorderen.
4. De EU-referentielaboratoria moeten op hun website lijsten van de nationale referentielaboratoria bekendmaken die deel uitmaken van hun in lid 2 bedoelde netwerk, alsmede een lijst van de taken van die nationale referentielaboratoria.
Artikel 16
Aanbevelingen over geschikte referentiematerialen en referentiemeetprocedures van een hogere metrologische orde
1. De EU-referentielaboratoria evalueren de beschikbare referentiematerialen en referentiemeetprocedures van een hogere metrologische orde die binnen de reikwijdte van hun aanwijzing vallen, en maken op hun website aanbevelingen over geschikte referentiematerialen en referentiemeetprocedures van een hogere metrologische orde bekend.
2. Wanneer referentiematerialen of referentiemeetprocedures van een hogere metrologische orde voor meer dan één EU-referentielaboratorium relevant zijn, coördineert het EU-referentielaboratoriumnetwerk of subnetwerk de evaluatie en bereikt het overeenstemming over gemeenschappelijke aanbevelingen.
3. Wanneer er nieuwe referentiematerialen of nieuwe referentiemeetprocedures van een hogere metrologische orde beschikbaar komen, actualiseren de EU-referentielaboratoria de aanbevelingen.
4. Wanneer de EU-referentielaboratoria referentiematerialen of referentiemeetprocedures van een hogere metrologische orde aanbevelen die van de desbetreffende normen afwijken, motiveren zij die afwijking in hun aanbevelingen.
Artikel 17
Subnetwerken van EU-referentielaboratoria
1. Wanneer voor een specifiek hulpmiddel, een specifieke categorie of groep hulpmiddelen of een specifiek gevaar in verband met een categorie of groep hulpmiddelen meer dan één EU-referentielaboratorium is aangewezen, vormen die EU-referentielaboratoria een subnetwerk van het netwerk van EU-referentielaboratoria.
2. De EU-referentielaboratoria kunnen voor specifieke onderwerpen andere subnetwerken vormen.
3. De subnetwerken stellen gemeenschappelijke procedures op voor de uitvoering van de in artikel 100, lid 2, punten a) en b), van Verordening (EU) 2017/746 bedoelde taken en houden deze actueel.
4. Ten minste om de twee jaar bepalen de subnetwerken voor welke methoden en materialen, die voor de uitvoering van de in artikel 100, lid 2, punten a) of b), van Verordening (EU) 2017/746 bedoelde taken worden gebruikt, bekwaamheidstests noodzakelijk zijn om te waarborgen dat in de EU-referentielaboratoria in het gehele subnetwerk dezelfde resultaten worden behaald.
De subnetwerken ontwikkelen een methodologie voor de bekwaamheidstests. De leden van een subnetwerk voeren de bekwaamheidstests uit in overeenstemming met de door dat subnetwerk ontwikkelde methodologie en:
a) |
rapporteren de resultaten van de bekwaamheidstests aan het subnetwerk; |
b) |
zorgen voor een passende follow-up van de bekwaamheidstests, met inbegrip van, indien nodig, corrigerende maatregelen om de in de eerste alinea bedoelde methoden en materialen aan te passen om consistentie in het gehele subnetwerk te waarborgen. |
Het subnetwerk stelt het netwerk van EU-referentielaboratoria in kennis van de resultaten van en de follow-up van de bekwaamheidstests.
Artikel 18
Gemeenschappelijk reglement van orde
1. Op voorstel van en in overleg met de Commissie stellen de EU-referentielaboratoria met gewone meerderheid een gemeenschappelijk reglement van orde voor alle EU-referentielaboratoria vast dat ten minste betrekking heeft op de uitvoering van de in artikel 100, lid 2, van Verordening (EU) 2017/746 vermelde taken.
2. De EU-referentielaboratoria leven het in lid 1 bedoelde gemeenschappelijke reglement van orde na en maken dit op hun website openbaar.
3. Ten minste om de drie jaar evalueren de EU-referentielaboratoria, in overleg met de Commissie, het in lid 1 bedoelde gemeenschappelijk reglement van orde en actualiseren zij dit om te waarborgen dat het reglement van orde efficiënt is en in overeenstemming met de stand van de techniek.
HOOFDSTUK III
SLOTBEPALING
Artikel 19
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 juni 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 117 van 5.5.2017, blz. 176.
(2) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).
(3) Richtlijn (EU) 2016/943 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende de bescherming van niet-openbaar gemaakte knowhow en bedrijfsinformatie (bedrijfsgeheimen) tegen het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken en openbaar maken daarvan (PB L 157 van 15.6.2016, blz. 1).
(4) Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30).
20.6.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 164/20 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/945 VAN DE COMMISSIE
van 17 juni 2022
tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) 2017/746 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de vergoedingen die EU-referentielaboratoria op het gebied van medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek in rekening mogen brengen
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2017/746 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2017 betreffende medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek en tot intrekking van Richtlijn 98/79/EG en Besluit 2010/227/EU van de Commissie (1), en met name artikel 100, lid 8, eerste alinea, punt b),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Wanneer een aangemelde instantie of een lidstaat overeenkomstig Verordening (EU) 2017/746 om wetenschappelijke of technische bijstand of om een wetenschappelijk advies van een EU-referentielaboratorium verzoekt, kan dat laboratorium een vergoeding vragen om de bij de uitvoering van de gevraagde taak gemaakte kosten geheel of gedeeltelijk te dekken. |
(2) |
Om de structuur van de vergoeding te specificeren, moet worden vastgesteld welke kostencategorieën door die vergoeding kunnen worden gedekt. |
(3) |
Wanneer de testactiviteit aan een nationaal referentielaboratorium of een ander laboratorium wordt uitbesteed, maken de door dat laboratorium gemaakte kosten deel uit van de kosten van de gevraagde taak. De EU-referentielaboratoria moeten daarom dergelijke kosten met de in rekening gebrachte vergoeding kunnen dekken. |
(4) |
Gezien de grote verscheidenheid aan medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek op de markt van de Unie en de verschillende taken die aan een EU-referentielaboratorium kunnen worden toegewezen, moet de berekening van de exacte vergoeding voor elke taak door het desbetreffende EU-referentielaboratorium worden bepaald. |
(5) |
De berekening van vergoedingen op basis van de gemaakte kosten is de meest transparante methode om het niveau van de vergoeding voor een specifieke taak te bepalen; daarom moet voor een dergelijke berekening die methode worden gebruikt. Wanneer het onredelijk belastend is de daadwerkelijke gemaakte kosten in een bepaalde kostencategorie te bepalen, moet het EU-referentielaboratorium de vergoeding kunnen berekenen op basis van de geraamde gemiddelde kosten in die categorie. Om een dergelijke berekening mogelijk te maken, moeten de EU-referentielaboratoria ramingen maken van de gemiddelde kosten voor de overeenkomstige kostencategorieën. |
(6) |
Aangezien het praktisch niet mogelijk is de gemaakte kosten voor de algemene werking van het laboratorium voor elke taak nauwkeurig te berekenen, moeten de EU-referentielaboratoria dergelijke kosten in rekening brengen door een percentage van alle andere kosten bij elkaar te berekenen. Om de kosteneffectiviteit en voorspelbaarheid te waarborgen, moet voor dat percentage een maximum worden vastgesteld. |
(7) |
Met het oog op de transparantie van de structuur en van de hoogte van de vergoedingen moeten de EU-referentielaboratoria de regels vaststellen volgens welke de vergoedingen worden berekend, met inbegrip van de regels voor de raming van de kosten op basis van gemiddelde kosten, en deze openbaar maken. |
(8) |
Om te waarborgen dat de vergoedingen de kosten van de uitvoering van de gevraagde taken adequaat weerspiegelen, moeten de EU-referentielaboratoria de regels voor de berekening van de vergoedingen regelmatig herzien. |
(9) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor medische hulpmiddelen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Structuur van de vergoeding
1. De volgende kostencategorieën mogen worden gedekt door de vergoedingen die de EU-referentielaboratoria vragen:
a) |
personeelskosten, met inbegrip van reiskosten en de bijbehorende verblijfkosten; |
b) |
de kosten voor apparatuur, wanneer deze niet door de fabrikant van het te testen hulpmiddel wordt verstrekt; |
c) |
kosten van verbruiksgoederen, testmonsters en referentiematerialen; |
d) |
verzendkosten van monsters; |
e) |
vertaalkosten; |
f) |
algemene kosten van de werking van het laboratorium. |
2. Onverminderd lid 1 kan, wanneer het EU-referentielaboratorium overeenkomstig artikel 7, lid 1 of lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2022/944 van de Commissie (2) een schriftelijk contract met een ander laboratorium heeft, de door het EU-referentielaboratorium gevraagde vergoeding het bedrag dekken dat dit laboratorium overeenkomstig dat schriftelijke contract voor de uitvoering van de gevraagde taak aan dat laboratorium heeft betaald.
Artikel 2
Hoogte van de vergoeding
1. De door de EU-referentielaboratoria gevraagde vergoedingen moeten niet-discriminerend, billijk en redelijk zijn en in verhouding staan tot de verleende diensten.
2. De EU-referentielaboratoria stellen de vergoedingen vast op basis van de gemaakte kosten.
Wanneer het onredelijk belastend is de gemaakte kosten voor een bepaalde kostencategorie als bedoeld in artikel 1, lid 1, punten a) tot en met e) te berekenen, mogen de EU-referentielaboratoria de gemaakte kosten ramen op basis van de gemiddelde kosten voor die categorie.
Het bedrag van de vergoeding voor de in artikel 1, lid 1, punt f), bedoelde kosten wordt bepaald door een percentage van de in artikel 1, lid 1, punten a) tot en met e), bedoelde gecombineerde kosten te berekenen, en bedraagt niet meer dan 7 % van die kosten.
Artikel 3
Regels voor de berekening van de vergoeding
1. De EU-referentielaboratoria stellen de regels vast volgens welke zij de vergoedingen voor de uitvoering van de gevraagde taken berekenen, met inbegrip van de regels voor de raming van de gemaakte kosten op basis van gemiddelde kosten, en maken deze op hun website openbaar.
2. De EU-referentielaboratoria evalueren de in lid 1 bedoelde regels ten minste om de twee jaar en passen deze zo nodig aan.
Artikel 4
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 juni 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 117 van 5.5.2017, blz. 176.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) 2022/944 van de Commissie van 17 juni 2022 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) 2017/746 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de taken van en de criteria voor referentielaboratoria van de Europese Unie op het gebied van medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek (zie bladzijde 7 van dit Publicatieblad).
20.6.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 164/23 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/946 VAN DE COMMISSIE
van 17 juni 2022
tot wijziging van bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) (1), en met name artikel 71, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Afrikaanse varkenspest is een infectieuze virale ziekte bij gehouden en in het wild levende varkens en kan ernstige gevolgen hebben voor de betrokken dierpopulatie en de rentabiliteit van de landbouw, waardoor de verplaatsingen van zendingen van die dieren en producten daarvan binnen de Unie en de uitvoer naar derde landen worden verstoord. |
(2) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 van de Commissie (2) is vastgesteld in het kader van Verordening (EU) 2016/429 en bevat bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest die door de in bijlage I bij die verordening vermelde lidstaten (de “betrokken lidstaten”) gedurende een beperkte periode in de in die bijlage vermelde beperkingszones I, II en III moeten worden toegepast. |
(3) |
De in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 als beperkingszones I, II en III opgenomen gebieden zijn opgenomen op basis van de epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest in de Unie. Bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 is laatstelijk gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2022/917 van de Commissie (3), naar aanleiding van veranderingen in de epidemiologische situatie ten aanzien van die ziekte in Duitsland en Polen. |
(4) |
Bij eventuele wijzigingen van de beperkingszones I, II en III in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 moet worden uitgegaan van de epidemiologische situatie met betrekking tot Afrikaanse varkenspest in de gebieden die door die ziekte zijn getroffen en de algemene epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest in de desbetreffende lidstaat, het risiconiveau ten aanzien van de verdere verspreiding van die ziekte, de wetenschappelijk gefundeerde beginselen en criteria voor de geografische vaststelling van zones ten aanzien van Afrikaanse varkenspest en de met de lidstaten in het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders overeengekomen richtsnoeren van de Unie, die openbaar beschikbaar zijn op de website van de Commissie (4). Bij dergelijke wijzigingen moet ook rekening worden gehouden met internationale normen, zoals de Gezondheidscode voor landdieren (5) van de Wereldorganisatie voor diergezondheid en de door de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten verstrekte motiveringen voor de zonering. |
(5) |
Er heeft zich een uitbraak van Afrikaanse varkenspest voorgedaan bij gehouden varkens in Italië. |
(6) |
In juni 2022 is een uitbraak van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij gehouden varkens in de gemeente Rome in Italië, in een gebied dat momenteel in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 als beperkingszone II is opgenomen. Door deze nieuwe uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden varkens verhoogt het risiconiveau, wat in die bijlage moet worden weerspiegeld. Bijgevolg moet dit momenteel als beperkingszone II in die bijlage opgenomen gebied van Italië dat door deze recente uitbraak van Afrikaanse varkenspest is getroffen, nu in die bijlage worden opgenomen als beperkingszone III in plaats van als beperkingszone II, en moeten de huidige grenzen van beperkingszone II ook opnieuw worden bepaald om rekening te houden met die recente uitbraak. |
(7) |
Naar aanleiding van deze recente uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij gehouden varkens in Italië, en rekening houdend met de huidige epidemiologische situatie in de Unie wat Afrikaanse varkenspest betreft, is de zonering in die lidstaat opnieuw geëvalueerd en geactualiseerd. Bovendien zijn de bestaande risicobeheersmaatregelen ook opnieuw geëvalueerd en geactualiseerd. Deze wijzigingen moeten worden weerspiegeld in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605. |
(8) |
Om rekening te houden met recente ontwikkelingen in de epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest in de Unie, en met het oog op de proactieve bestrijding van de met de verspreiding van die ziekte samenhangende risico’s, moeten voor Italië nieuwe beperkingszones van voldoende omvang worden afgebakend en in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 als beperkingszones II en III worden opgenomen. Aangezien de situatie met betrekking tot Afrikaanse varkenspest in de Unie zeer dynamisch is, is bij de afbakening van die nieuwe beperkingszones rekening gehouden met de situatie in de omliggende gebieden. |
(9) |
Gezien de urgentie van de epidemiologische situatie in de Unie wat de verspreiding van Afrikaanse varkenspest betreft, is het belangrijk dat de wijzigingen die door middel van deze uitvoeringsverordening worden aangebracht in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605, zo spoedig mogelijk in werking treden. |
(10) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 juni 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 van de Commissie van 7 april 2021 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest (PB L 129 van 15.4.2021, blz. 1).
(3) Uitvoeringsverordening (EU) 2022/917 van de Commissie van 13 juni 2022 tot wijziging van bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest (PB L 159 van 14.6.2022, blz. 3).
(4) Werkdocument SANTE/7112/2015/Rev. 3 “Principles and criteria for geographically defining ASF regionalisation” (Beginselen en criteria voor de geografische vaststelling van een regionalisering ten aanzien van Afrikaanse varkenspest). https://ec.europa.eu/food/animals/animal-diseases/control-measures/asf_en
(5) Gezondheidscode voor landdieren van de OIE, 28e editie, 2019. ISBN van volume I: 978-92-95108-85-1; ISBN van volume II: 978-92-95108-86-8. https://www.oie.int/standard-setting/terrestrial-code/access-online/
BIJLAGE
Bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 wordt vervangen door:
“BIJLAGE I
BEPERKINGSZONES
DEEL I
1. Duitsland
De volgende beperkingszones I in Duitsland:
Bundesland Brandenburg:
— |
Landkreis Dahme-Spreewald:
|
— |
Landkreis Märkisch-Oderland:
|
— |
Landkreis Barnim:
|
— |
Landkreis Uckermark:
|
— |
Landkreis Oder-Spree:
|
— |
Landkreis Spree-Neiße:
|
— |
Landkreis Oberspreewald-Lausitz:
|
— |
Landkreis Elbe-Elster:
|
— |
Landkreis Prignitz:
|
Bundesland Sachsen:
— |
Landkreis Bautzen
|
— |
Stadt Dresden:
|
— |
Landkreis Meißen:
|
— |
Landkreis Sächsische Schweiz-Osterzgebirge:
|
Bundesland Mecklenburg-Vorpommern:
— |
Landkreis Vorpommern Greifswald
|
— |
Landkreis Ludwigslust-Parchim:
|
2. Estland
De volgende beperkingszones I in Estland:
— |
Hiiu maakond. |
3. Griekenland
De volgende beperkingszones I in Griekenland:
— |
in the regional unit of Drama:
|
— |
in the regional unit of Xanthi:
|
— |
in the regional unit of Rodopi:
|
— |
in the regional unit of Evros:
|
— |
in the regional unit of Serres:
|
4. Letland
De volgende beperkingszones I in Letland:
— |
Dienvidkurzemes novada, Grobiņas pagasts, Nīcas pagasta daļa uz ziemeļiem no apdzīvotas vietas Bernāti, autoceļa V1232, A11, V1222, Bārtas upes, Otaņķu pagasts, Grobiņas pilsēta, |
— |
Ropažu novada Stopiņu pagasta daļa, kas atrodas uz rietumiem no autoceļa V36, P4 un P5, Acones ielas, Dauguļupes ielas un Dauguļupītes. |
5. Litouwen
De volgende beperkingszones I in Litouwen:
— |
Kalvarijos savivaldybė, |
— |
Klaipėdos rajono savivaldybė: Agluonėnų, Dovilų, Gargždų, Priekulės, Vėžaičių, Kretingalės ir Dauparų-Kvietinių seniūnijos, |
— |
Marijampolės savivaldybė, |
— |
Palangos miesto savivaldybė, |
— |
Vilkaviškio rajono savivaldybė. |
6. Hongarije
De volgende beperkingszones I in Hongarije:
— |
Békés megye 950950, 950960, 950970, 951950, 952050, 952750, 952850, 952950, 953050, 953150, 953650, 953660, 953750, 953850, 953960, 954250, 954260, 954350, 954450, 954550, 954650, 954750, 954850, 954860, 954950, 955050, 955150, 955250, 955260, 955270, 955350, 955450, 955510, 955650, 955750, 955760, 955850, 955950, 956050, 956060, 956150 és 956160 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Bács-Kiskun megye 600150, 600850, 601550, 601650, 601660, 601750, 601850, 601950, 602050, 603250, 603750 és 603850 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Budapest 1 kódszámú, vadgazdálkodási tevékenységre nem alkalmas területe, |
— |
Csongrád-Csanád megye 800150, 800160, 800250, 802220, 802260, 802310 és 802450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Fejér megye 400150, 400250, 400351, 400352, 400450, 400550, 401150, 401250, 401350, 402050, 402350, 402360, 402850, 402950, 403050, 403450, 403550, 403650, 403750, 403950, 403960, 403970, 404650, 404750, 404850, 404950, 404960, 405050, 405750, 405850, 405950, |
— |
406050, 406150, 406550, 406650 és 406750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Győr-Moson-Sopron megye 100550, 100650, 100950, 101050, 101350, 101450, 101550, 101560 és 102150 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Jász-Nagykun-Szolnok megye 750150, 750160, 750260, 750350, 750450, 750460, 754450, 754550, 754560, 754570, 754650, 754750, 754950, 755050, 755150, 755250, 755350 és 755450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Komárom-Esztergom megye 250150, 250250, 250450, 250460, 250550, 250650, 250750, 251050, 251150, 251250, 251350, 251360, 251650, 251750, 251850, 252250, kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Pest megye 571550, 572150, 572250, 572350, 572550, 572650, 572750, 572850, 572950, 573150, 573250, 573260, 573350, 573360, 573450, 573850, 573950, 573960, 574050, 574150, 574350, 574360, 574550, 574650, 574750, 574850, 574860, 574950, 575050, 575150, 575250, 575350, 575550, 575650, 575750, 575850, 575950, 576050, 576150, 576250, 576350, 576450, 576650, 576750, 576850, 576950, 577050, 577150, 577350, 577450, 577650, 577850, 577950, 578050, 578150, 578250, 578350, 578360, 578450, 578550, 578560, 578650, 578850, 578950, 579050, 579150, 579250, 579350, 579450, 579460, 579550, 579650, 579750, 580250 és 580450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe. |
7. Polen
De volgende beperkingszones I in Polen:
w województwie kujawsko - pomorskim:
— |
powiat rypiński, |
— |
powiat brodnicki, |
— |
powiat grudziądzki, |
— |
powiat miejski Grudziądz, |
— |
powiat wąbrzeski, |
w województwie warmińsko-mazurskim:
— |
gminy Wielbark i Rozogi w powiecie szczycieńskim, |
w województwie podlaskim:
— |
gminy Wysokie Mazowieckie z miastem Wysokie Mazowieckie, Czyżew i część gminy Kulesze Kościelne położona na południe od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie wysokomazowieckim, |
— |
gminy Miastkowo, Nowogród, Śniadowo i Zbójna w powiecie łomżyńskim, |
— |
gminy Szumowo, Zambrów z miastem Zambrów i część gminy Kołaki Kościelne położona na południe od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie zambrowskim, |
— |
gminy Grabowo, Kolno i miasto Kolno, Turośl w powiecie kolneńskim, |
w województwie mazowieckim:
— |
powiat ostrołęcki, |
— |
powiat miejski Ostrołęka, |
— |
gminy Bielsk, Brudzeń Duży, Bulkowo, Drobin, Gąbin, Łąck, Nowy Duninów, Radzanowo, Słupno, Staroźreby i Stara Biała w powiecie płockim, |
— |
powiat miejski Płock, |
— |
powiat ciechanowski, |
— |
gminy Baboszewo, Dzierzążnia, Joniec, Nowe Miasto, Płońsk i miasto Płońsk, Raciąż i miasto Raciąż, Sochocin w powiecie płońskim, |
— |
powiat sierpecki, |
— |
gmina Bieżuń, Lutocin, Siemiątkowo i Żuromin w powiecie żuromińskim, |
— |
część powiatu ostrowskiego niewymieniona w części II załącznika I, |
— |
gminy Dzieżgowo, Lipowiec Kościelny, Mława, Radzanów, Strzegowo, Stupsk, Szreńsk, Szydłowo, Wiśniewo w powiecie mławskim, |
— |
powiat przasnyski, |
— |
powiat makowski, |
— |
powiat pułtuski, |
— |
część powiatu wyszkowskiego niewymieniona w części II załącznika I, |
— |
część powiatu węgrowskiego niewymieniona w części II załącznika I, |
— |
część powiatu wołomińskiego niewymieniona w części II załącznika I, |
— |
gminy Mokobody i Suchożebry w powiecie siedleckim, |
— |
gminy Dobre, Jakubów, Kałuszyn, Stanisławów w powiecie mińskim, |
— |
gminy Bielany i gmina wiejska Sokołów Podlaski w powiecie sokołowskim, |
— |
powiat gostyniński, |
w województwie podkarpackim:
— |
powiat jasielski, |
— |
powiat strzyżowski, |
— |
część powiatu ropczycko – sędziszowskiego niewymieniona w części II i II załącznika I, |
— |
gminy Pruchnik, Rokietnica, Roźwienica, w powiecie jarosławskim, |
— |
gminy Fredropol, Krasiczyn, Krzywcza, Przemyśl, część gminy Orły położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 77, część gminy Żurawica na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 77 w powiecie przemyskim, |
— |
powiat miejski Przemyśl, |
— |
gminy Gać, Jawornik Polski, Kańczuga, część gminy Zarzecze położona na południe od linii wyznaczonej przez rzekę Mleczka w powiecie przeworskim, |
— |
powiat łańcucki, |
— |
gminy Trzebownisko, Głogów Małopolski, część gminy Świlcza położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 94 i część gminy Sokołów Małopolski położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 875 w powiecie rzeszowskim, |
— |
gmina Raniżów w powiecie kolbuszowskim, |
— |
gminy Brzostek, Jodłowa, Pilzno, miasto Dębica, część gminy Czarna położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr A4, część gminy Żyraków położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr A4, część gminy wiejskiej Dębica położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr A4 w powiecie dębickim, |
w województwie świętokrzyskim:
— |
gminy Nowy Korczyn, Solec–Zdrój, Wiślica, Stopnica, Tuczępy, Busko Zdrój w powiecie buskim, |
— |
powiat kazimierski, |
— |
powiat skarżyski, |
— |
część powiatu opatowskiego niewymieniona w części II załącznika I, |
— |
część powiatu sandomierskiego niewymieniona w części II załącznika I, |
— |
gminy Bogoria, Osiek, Staszów i część gminy Rytwiany położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 764, część gminy Szydłów położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 756 w powiecie staszowskim, |
— |
gminy Pawłów, Wąchock, część gminy Brody położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 9 oraz na południowy - zachód od linii wyznaczonej przez drogi: nr 0618T biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania w miejscowości Lipie, drogę biegnącą od miejscowości Lipie do wschodniej granicy gminy i część gminy Mirzec położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 744 biegnącą od południowej granicy gminy do miejscowości Tychów Stary a następnie przez drogę nr 0566T biegnącą od miejscowości Tychów Stary w kierunku północno - wschodnim do granicy gminy w powiecie starachowickim, |
— |
powiat ostrowiecki, |
— |
gminy Fałków, Ruda Maleniecka, Radoszyce, Smyków, Słupia Konecka, część gminy Końskie położona na zachód od linii kolejowej, część gminy Stąporków położona na południe od linii kolejowej w powiecie koneckim, |
— |
gminy Bodzentyn, Bieliny, Łagów, Morawica, Nowa Słupia, część gminy Raków położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogi nr 756 i 764, część gminy Chęciny położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 762, część gminy Górno położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od wschodniej granicy gminy łączącą miejscowości Leszczyna – Cedzyna oraz na południe od linii wyznaczonej przez ul. Kielecką w miejscowości Cedzyna biegnącą do wschodniej granicy gminy, część gminy Daleszyce położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 764 biegnącą od wschodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą łączącą miejscowości Daleszyce – Słopiec – Borków, dalej na północ od linii wyznaczonej przez tę drogę biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 764 do przecięcia z linią rzeki Belnianka, następnie na północ od linii wyznaczonej przez rzeki Belnianka i Czarna Nida biegnącej do zachodniej granicy gminy w powiecie kieleckim, |
— |
gminy Działoszyce, Michałów, Pińczów, Złota w powiecie pińczowskim, |
— |
gminy Imielno, Jędrzejów, Nagłowice, Sędziszów, Słupia, Sobków, Wodzisław w powiecie jędrzejowskim, |
— |
gminy Moskorzew, Radków, Secemin, część gminy Włoszczowa położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 742 biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Konieczno, i dalej na zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Konieczno – Rogienice – Dąbie – Podłazie, część gminy Kluczewsko położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od wschodniej granicy gminy i łączącą miejscowości Krogulec – Nowiny - Komorniki do przecięcia z linią rzeki Czarna, następnie na północ od linii wyznaczonej przez rzekę Czarna biegnącą do przecięcia z linią wyznaczoną przez drogę nr 742 i dalej na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 742 biegnącą od przecięcia z linią rzeki Czarna do południowej granicy gminy w powiecie włoszczowskim, |
w województwie łódzkim:
— |
gminy Łyszkowice, Kocierzew Południowy, Kiernozia, Chąśno, Nieborów, część gminy wiejskiej Łowicz położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 92 biegnącej od granicy miasta Łowicz do zachodniej granicy gminy oraz część gminy wiejskiej Łowicz położona na wschód od granicy miasta Łowicz i na północ od granicy gminy Nieborów w powiecie łowickim, |
— |
gminy Cielądz, Rawa Mazowiecka z miastem Rawa Mazowiecka w powiecie rawskim, |
— |
gminy Bolimów, Głuchów, Godzianów, Lipce Reymontowskie, Maków, Nowy Kawęczyn, Skierniewice, Słupia w powiecie skierniewickim, |
— |
powiat miejski Skierniewice, |
— |
gminy Mniszków, Paradyż, Sławno i Żarnów w powiecie opoczyńskim, |
— |
powiat tomaszowski, |
— |
powiat brzeziński, |
— |
powiat łaski, |
— |
powiat miejski Łódź, |
— |
powat łódzki wschodni, |
— |
powiat pabianicki, |
— |
powiat wieruszowski, |
— |
gminy Aleksandrów Łódzki, Stryków, miasto Zgierz w powiecie zgierskim, |
— |
gminy Bełchatów z miastem Bełchatów, Drużbice, Kluki, Rusiec, Szczerców, Zelów w powiecie bełchatowskim, |
— |
powiat wieluński, |
— |
powiat sieradzki, |
— |
powiat zduńskowolski, |
— |
gminy Aleksandrów, Czarnocin, Grabica, Moszczenica, Ręczno, Sulejów, Wola Krzysztoporska, Wolbórz w powiecie piotrkowskim, |
— |
powiat miejski Piotrków Trybunalski, |
— |
gminy Masłowice, Przedbórz, Wielgomłyny i Żytno w powiecie radomszczańskim, |
w województwie śląskim:
— |
gmina Koniecpol w powiecie częstochowskim, |
w województwie pomorskim:
— |
gminy Ostaszewo, miasto Krynica Morska oraz część gminy Nowy Dwór Gdański położona na południowy - zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 55 biegnącą od południowej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 7, następnie przez drogę nr 7 i S7 biegnącą do zachodniej granicy gminy w powiecie nowodworskim, |
— |
gminy Lichnowy, Miłoradz, Malbork z miastem Malbork, część gminy Nowy Staw położna na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 55 w powiecie malborskim, |
— |
gminy Mikołajki Pomorskie, Stary Targ i Sztum w powiecie sztumskim, |
— |
powiat gdański, |
— |
Miasto Gdańsk, |
— |
powiat tczewski, |
— |
powiat kwidzyński, |
w województwie lubuskim:
— |
gmina Lubiszyn w powiecie gorzowskim, |
— |
gmina Dobiegniew w powiecie strzelecko – drezdeneckim, |
w województwie dolnośląskim:
— |
gminyDziadowa Kłoda, Międzybórz, Syców, Twardogóra, część gminy wiejskiej Oleśnica położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr S8, część gminy Dobroszyce położona na wschód od linii wyznaczonej przez linię kolejową biegnącą od północnej do południowej granicy gminy w powiecie oleśnickim, |
— |
gminy Jordanów Śląski, Kobierzyce, Mietków, Sobótka, część gminy Żórawina położona na zachód od linii wyznaczonej przez autostradę A4, część gminy Kąty Wrocławskie położona na południe od linii wyznaczonej przez autostradę A4 w powiecie wrocławskim, |
— |
część gminy Domaniów położona na południowy zachód od linii wyznaczonej przez autostradę A4 w powiecie oławskim, |
— |
gmina Wiązów w powiecie strzelińskim, |
— |
część powiatu średzkiego niewymieniona w części II załącznika I, |
— |
miasto Świeradów - Zdrój w powiecie lubańskim, |
— |
gmina Krotoszyce w powiecie legnickim, |
— |
gminy Pielgrzymka, Świerzawa, Złotoryja z miastem Złotoryja, miasto Wojcieszów w powiecie złotoryjskim, |
— |
część powiatu lwóweckiego niewymieniona w części II załącznika I, |
— |
gminy Bolków, Męcinka, Mściwojów, Paszowice, miasto Jawor w powiecie jaworskim, |
— |
gminy Dobromierz, Jaworzyna Śląska, Marcinowice, Strzegom, Żarów w powiecie świdnickim, |
— |
gminy Dzierżoniów, Pieszyce, miasto Bielawa, miasto Dzierżoniów w powiecie dzierżoniowskim, |
— |
gminy Głuszyca, Mieroszów w powiecie wałbrzyskim, |
— |
gmina Nowa Ruda i miasto Nowa Ruda w powiecie kłodzkim, |
— |
gminy Kamienna Góra, Marciszów i miasto Kamienna Góra w powiecie kamiennogórskim, |
w województwie wielkopolskim:
— |
gminy Koźmin Wielkopolski, Rozdrażew, miasto Sulmierzyce, część gminy Krotoszyn położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogi: nr 15 biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 36, nr 36 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 15 do skrzyżowana z drogą nr 444, nr 444 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 36 do południowej granicy gminy w powiecie krotoszyńskim, |
— |
gminy Brodnica, część gminy Dolsk położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 434 biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 437, a nastęnie na wschód od drogi nr 437 biegnącej od skrzyżowania z drogąnr 434 do południowej granicy gminy, część gminy Śrem położóna na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 310 biegnącą od zachodniej granicy gminy do miejscowości Śrem, następnie na wschód od drogi nr 432 w miejscowości Śrem oraz na wschód od drogi nr 434 biegnącej od skrzyżowania z drogą nr 432 do południowej granicy gminy w powiecie śremskim, |
— |
gminy Borek Wielkopolski, Piaski, Pogorzela, w powiecie gostyńskim, |
— |
gmina Grodzisk Wielkopolski i część gminy Kamieniec położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 308 w powiecie grodziskim, |
— |
gminy Czempiń, Kościan i miasto Kościan w powiecie kościańskim, |
— |
gminy Kleszczewo, Kostrzyn, Kórnik, Tarnowo Podgórne, Pobiedziska, Mosina, miasto Puszczykowo, część gminy Rokietnica położona na południowy zachód od linii kolejowej biegnącej od północnej granicy gminy w miejscowości Krzyszkowo do południowej granicy gminy w miejscowości Kiekrz oraz część gminy wiejskiej Murowana Goślina położona na południe od linii kolejowej biegnącej od północnej granicy miasta Murowana Goślina do północno-wschodniej granicy gminy w powiecie poznańskim, |
— |
gmina Kiszkowo i część gminy Kłecko położona na zachód od rzeki Mała Wełna w powiecie gnieźnieńskim, |
— |
powiat czarnkowsko-trzcianecki, |
— |
gmina Kaźmierz, część gminy Duszniki położona na południowy – wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 306 biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Duszniki, a następnie na południe od linii wyznaczonej przez ul. Niewierską oraz drogę biegnącą przez miejscowość Niewierz do zachodniej granicy gminy, część gminy Ostroróg położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 186 i 184 biegnące od granicy gminy do miejscowości Ostroróg, a następnie od miejscowości Ostroróg przez miejscowości Piaskowo – Rudki do południowej granicy gminy, część gminy Wronki położona na północ od linii wyznaczonej przez rzekę Wartę biegnącą od zachodniej granicy gminy do przecięcia z droga nr 182, a następnie na wschód od linii wyznaczonej przez drogi nr 182 oraz 184 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 182 do południowej granicy gminy, miasto Szamotuły i część gminy Szamotuły położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 306 i drogę łączącą miejscowości Lipnica - Ostroróg do linii wyznaczonej przez wschodnią granicę miasta Szamotuły i na południe od linii kolejowej biegnącej od południowej granicy miasta Szamotuły, do południowo-wschodniej granicy gminy oraz część gminy Obrzycko położona na zachód od drogi nr 185 łączącej miejscowości Gaj Mały, Słopanowo i Obrzycko do północnej granicy miasta Obrzycko, a następnie na zachód od drogi przebiegającej przez miejscowość Chraplewo w powiecie szamotulskim, |
— |
gmina Budzyń w powiecie chodzieskim, |
— |
gminy Mieścisko, Skoki i Wągrowiec z miastem Wągrowiec w powiecie wągrowieckim, |
— |
powiat pleszewski, |
— |
gmina Zagórów w powiecie słupeckim, |
— |
gmina Pyzdry w powiecie wrzesińskim, |
— |
gminy Kotlin, Żerków i część gminy Jarocin położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogi nr S11 i 15 w powiecie jarocińskim, |
— |
powiat ostrowski, |
— |
powiat miejski Kalisz, |
— |
powiat kaliski, |
— |
powiat turecki, |
— |
gminy Rzgów, Grodziec, Krzymów, Stare Miasto, Rychwał w powiecie konińskim, |
— |
powiat kępiński, |
— |
powiat ostrzeszowski, |
w województwie opolskim:
— |
gminy Domaszowice, Pokój, część gminy Namysłów położona na północ od linii wyznaczonej przez linię kolejową biegnącą od wschodniej do zachodniej granicy gminy w powiecie namysłowskim, |
— |
gminy Wołczyn, Kluczbork, Byczyna w powiecie kluczborskim, |
— |
gminy Praszka, Gorzów Śląski część gminy Rudniki położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 42 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 43 i na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 43 biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 42 w powiecie oleskim, |
— |
gmina Grodkóww powiecie brzeskim, |
— |
gminy Komprachcice, Łubniany, Murów, Niemodlin, Tułowice w powiecie opolskim, |
— |
powiat miejski Opole, |
w województwie zachodniopomorskim:
— |
gminy Nowogródek Pomorski, Barlinek, Myślibórz, część gminy Dębno położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 126 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 23 w miejscowości Dębno, następnie na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 23 do skrzyżowania z ul. Jana Pawła II w miejscowości Cychry, następnie na północ od ul. Jana Pawła II do skrzyżowania z ul. Ogrodową i dalej na północ od linii wyznaczonej przez ul. Ogrodową, której przedłużenie biegnie do wschodniej granicy gminy w powiecie myśliborskim, |
— |
gmina Stare Czarnowo w powiecie gryfińskim, |
— |
gmina Bielice, Kozielice, Pyrzyce w powiecie pyrzyckim, |
— |
gminy Bierzwnik, Krzęcin, Pełczyce w powiecie choszczeńskim, |
— |
część powiatu miejskiego Szczecin położona na zachód od linii wyznaczonej przez rzekę Odra Zachodnia biegnącą od północnej granicy gminy do przecięcia z drogą nr 10, następnie na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 10 biegnącą od przecięcia z linią wyznaczoną przez rzekę Odra Zachodnia do wschodniej granicy gminy, |
— |
gminy Dobra (Szczecińska), Kołbaskowo, Police w powiecie polickim, |
w województwie małopolskim:
— |
powiat brzeski, |
— |
powiat gorlicki, |
— |
powiat proszowicki, |
— |
część powiatu nowosądeckiego niewymieniona w części II załącznika I, |
— |
gminy Czorsztyn, Krościenko nad Dunajcem, Ochotnica Dolna w powiecie nowotarskim, |
— |
powiat miejski Nowy Sącz, |
— |
powiat tarnowski, |
— |
powiat miejski Tarnów, |
— |
część powiatu dąbrowskiego niewymieniona w części III załącznika I. |
8. Slowakije
De volgende beperkingszones I in Slowakije:
— |
in the district of Nové Zámky, Sikenička, Pavlová, Bíňa, Kamenín, Kamenný Most, Malá nad Hronom, Belá, Ľubá, Šarkan, Gbelce, Bruty, Mužla, Obid, Štúrovo, Nána, Kamenica nad Hronom, Chľaba, Leľa, Bajtava, Salka, Malé Kosihy, |
— |
in the district of Veľký Krtíš, the municipalities of Ipeľské Predmostie, Veľká nad Ipľom, Hrušov, Kleňany, Sečianky, |
— |
in the district of Levice, the municipalities of Keť, Čata, Pohronský Ruskov, Hronovce, Želiezovce, Zalaba, Malé Ludince, Šalov, Sikenica, Pastovce, Bielovce, Ipeľský Sokolec, Lontov, Kubáňovo, Sazdice, Demandice, Dolné Semerovce, Vyškovce nad Ipľom, Preseľany nad Ipľom, Hrkovce, Tupá, Horné Semerovce, Hokovce, Slatina, Horné Turovce, Veľké Turovce, Šahy, Tešmak, Plášťovce, Ipeľské Uľany, Bátovce, Pečenice, Jabloňovce, Bohunice, Pukanec, Uhliská, |
— |
in the district of Krupina, the municipalities of Dudince, Terany, Hontianske Moravce, Sudince, Súdovce, Lišov, |
— |
the whole district of Ružomberok, |
— |
in the region of Turčianske Teplice, municipalties of Turček, Horná Štubňa, Čremošné, Háj, Rakša, Mošovce, |
— |
in the district of Martin, municipalties of Blatnica, Folkušová, Necpaly, |
— |
in the district of Dolný Kubín, the municipalities of Kraľovany, Žaškov, Jasenová, Vyšný Kubín, Oravská Poruba, Leštiny, Osádka, Malatiná, Chlebnice, Krivá, |
— |
in the district of Tvrdošín, the municipalities of Oravský Biely Potok, Habovka, Zuberec, |
— |
in the district of Žarnovica, the municipalities of Rudno nad Hronom, Voznica, Hodruša-Hámre, |
— |
the whole district of Žiar nad Hronom, except municipalities included in zone II. |
9. Italië
De volgende beperkingszones I in Italië:
Piedmont Region:
— |
in the province of Alessandria, the municipalities of Casalnoceto, Oviglio, Tortona, Viguzzolo, Ponti, Frugarolo, Bergamasco, Castellar Guidobono, Berzano Di Tortona, Castelletto D’erro, Cerreto Grue, Carbonara Scrivia, Casasco, Carentino, Frascaro, Paderna, Montegioco, Spineto Scrivia, Villaromagnano, Pozzolo Formigaro, Momperone, Merana, Monleale, Terzo, Borgoratto Alessandrino, Casal Cermelli, Montemarzino, Bistagno, Castellazzo Bormida, Bosco Marengo, Spigno Monferrato, Castelspina, Denice, Volpeglino, Alice Bel Colle, Gamalero, Volpedo, Pozzol Groppo, Montechiaro D’acqui, Sarezzano, |
— |
in the province of Asti, the municipalities of Olmo Gentile, Nizza Monferrato, Incisa Scapaccino, Roccaverano, Castel Boglione, Mombaruzzo, Maranzana, Castel Rocchero, Rocchetta Palafea, Castelletto Molina, Castelnuovo Belbo, Montabone, Quaranti, Mombaldone, Fontanile, Calamandrana, Bruno, Sessame, Monastero Bormida, Bubbio, Cassinasco, Serole, |
Liguria Region:
— |
in the province of Genova, the Municipalities of Rovegno, Rapallo, Portofino, Cicagna, Avegno, Montebruno, Santa Margherita Ligure, Favale Di Malvaro, Recco, Camogli, Moconesi, Tribogna, Fascia, Uscio, Gorreto, Fontanigorda, Neirone, Rondanina, Lorsica, Propata; |
— |
in the province of Savona, the municipalities of Cairo Montenotte, Quiliano, Dego, Altare, Piana Crixia, Mioglia, Giusvalla, Albissola Marina, Savona, |
Emilia-Romagna Region:
— |
in the province of Piacenza, the municipalities of Ottone, Zerba, |
Lombardia Region:
— |
in the province of Pavia, the municipalities of Rocca Susella, Montesegale, Menconico, Val Di Nizza, Bagnaria, Santa Margherita Di Staffora, Ponte Nizza, Brallo Di Pregola, Varzi, Godiasco, Cecima, |
Lazio Region:
— |
in the province of Rome, North: the municipalities of Riano, Castelnuovo di Porto, Capena, Fiano Romano, Morlupo, Sacrofano, Magliano Romano, Formello, Campagnano di Roma, Anguillara; West: the municipality of Fiumicino; South: the municipality of Rome between the boundaries of the municipality of Fiumicino (West), the limits of Zone 3 (North), the Tiber river up to the intersection with the Grande Raccordo Anulare GRA Highway, the Grande Raccordo Anulare GRA Highway up to the intersection with A24 Highway, A24 Highway up to the intersection with Viale del Tecnopolo, viale del Tecnopolo up to the intersection with the boundaries of the municipality of Guidonia Montecelio; East: the municipalities of Guidonia Montecelio, Montelibretti, Palombara Sabina, Monterotondo, Mentana, Sant’Angelo Romano, Fonte Nuova. |
DEEL II
1. Bulgarije
De volgende beperkingszones II in Bulgarije:
— |
the whole region of Haskovo, |
— |
the whole region of Yambol, |
— |
the whole region of Stara Zagora, |
— |
the whole region of Pernik, |
— |
the whole region of Kyustendil, |
— |
the whole region of Plovdiv, excluding the areas in Part III, |
— |
the whole region of Pazardzhik, excluding the areas in Part III, |
— |
the whole region of Smolyan, |
— |
the whole region of Dobrich, |
— |
the whole region of Sofia city, |
— |
the whole region of Sofia Province, |
— |
the whole region of Blagoevgrad excluding the areas in Part III, |
— |
the whole region of Razgrad, |
— |
the whole region of Kardzhali, |
— |
the whole region of Burgas, |
— |
the whole region of Varna excluding the areas in Part III, |
— |
the whole region of Silistra, |
— |
the whole region of Ruse, |
— |
the whole region of Veliko Tarnovo, |
— |
the whole region of Pleven, |
— |
the whole region of Targovishte, |
— |
the whole region of Shumen, |
— |
the whole region of Sliven, |
— |
the whole region of Vidin, |
— |
the whole region of Gabrovo, |
— |
the whole region of Lovech, |
— |
the whole region of Montana, |
— |
the whole region of Vratza. |
2. Duitsland
De volgende beperkingszones II in Duitsland:
Bundesland Brandenburg:
— |
Landkreis Oder-Spree:
|
— |
Landkreis Dahme-Spreewald:
|
— |
Landkreis Spree-Neiße:
|
— |
Landkreis Märkisch-Oderland:
|
— |
Landkreis Barnim:
|
— |
Landkreis Uckermark:
|
— |
Kreisfreie Stadt Frankfurt (Oder), |
— |
Landkreis Prignitz:
|
— |
Landkreis Oberspreewald-Lausitz:
|
Bundesland Sachsen:
— |
Landkreis Bautzen:
|
— |
Stadt Dresden:
|
— |
Landkreis Görlitz, |
— |
Landkreis Meißen:
|
Bundesland Mecklenburg-Vorpommern:
— |
Landkreis Ludwigslust-Parchim:
|
3. Estland
De volgende beperkingszones II in Estland:
— |
Eesti Vabariik (välja arvatud Hiiu maakond). |
4. Letland
De volgende beperkingszones II in Letland:
— |
Aizkraukles novads, |
— |
Alūksnes novads, |
— |
Augšdaugavas novads, |
— |
Ādažu novads, |
— |
Balvu novads, |
— |
Bauskas novads, |
— |
Cēsu novads, |
— |
Dienvidkurzemes novada Aizputes, Cīravas, Lažas, Kalvenes, Kazdangas, Durbes, Dunalkas, Tadaiķu, Vecpils, Bārtas, Sakas, Bunkas, Priekules, Gramzdas, Kalētu, Virgas, Dunikas, Embūtes, Vaiņodes, Gaviezes, Rucavas, Vērgales, Medzes pagasts, Nīcas pagasta daļa uz dienvidiem no apdzīvotas vietas Bernāti, autoceļa V1232, A11, V1222, Bārtas upes, Aizputes, Durbes, Pāvilostas, Priekules pilsēta, |
— |
Dobeles novads, |
— |
Gulbenes novads, |
— |
Jelgavas novads, |
— |
Jēkabpils novads, |
— |
Krāslavas novads, |
— |
Kuldīgas novads, |
— |
Ķekavas novads, |
— |
Limbažu novads, |
— |
Līvānu novads, |
— |
Ludzas novads, |
— |
Madonas novads, |
— |
Mārupes novads, |
— |
Ogres novads, |
— |
Olaines novads, |
— |
Preiļu novads, |
— |
Rēzeknes novads, |
— |
Ropažu novada Garkalnes, Ropažu pagasts, Stopiņu pagasta daļa, kas atrodas uz austrumiem no autoceļa V36, P4 un P5, Acones ielas, Dauguļupes ielas un Dauguļupītes, Vangažu pilsēta, |
— |
Salaspils novads, |
— |
Saldus novads, |
— |
Saulkrastu novads, |
— |
Siguldas novads, |
— |
Smiltenes novads, |
— |
Talsu novads, |
— |
Tukuma novads, |
— |
Valkas novads, |
— |
Valmieras novads, |
— |
Varakļānu novads, |
— |
Ventspils novads, |
— |
Daugavpils valstspilsētas pašvaldība, |
— |
Jelgavas valstspilsētas pašvaldība, |
— |
Jūrmalas valstspilsētas pašvaldība, |
— |
Rēzeknes valstspilsētas pašvaldība. |
5. Litouwen
De volgende beperkingszones II in Litouwen:
— |
Alytaus miesto savivaldybė, |
— |
Alytaus rajono savivaldybė, |
— |
Anykščių rajono savivaldybė, |
— |
Akmenės rajono savivaldybė, |
— |
Birštono savivaldybė, |
— |
Biržų miesto savivaldybė, |
— |
Biržų rajono savivaldybė, |
— |
Druskininkų savivaldybė, |
— |
Elektrėnų savivaldybė, |
— |
Ignalinos rajono savivaldybė, |
— |
Jonavos rajono savivaldybė, |
— |
Joniškio rajono savivaldybė, |
— |
Jurbarko rajono savivaldybė, |
— |
Kaišiadorių rajono savivaldybė, |
— |
Kauno miesto savivaldybė, |
— |
Kauno rajono savivaldybė, |
— |
Kazlų rūdos savivaldybė, |
— |
Kelmės rajono savivaldybė, |
— |
Kėdainių rajono savivaldybė, |
— |
Klaipėdos rajono savivaldybė: Judrėnų, Endriejavo ir Veiviržėnų seniūnijos, |
— |
Kupiškio rajono savivaldybė, |
— |
Kretingos rajono savivaldybė, |
— |
Lazdijų rajono savivaldybė, |
— |
Mažeikių rajono savivaldybė, |
— |
Molėtų rajono savivaldybė, |
— |
Pagėgių savivaldybė, |
— |
Pakruojo rajono savivaldybė, |
— |
Panevėžio rajono savivaldybė, |
— |
Panevėžio miesto savivaldybė, |
— |
Pasvalio rajono savivaldybė, |
— |
Radviliškio rajono savivaldybė, |
— |
Rietavo savivaldybė, |
— |
Prienų rajono savivaldybė, |
— |
Plungės rajono savivaldybė, |
— |
Raseinių rajono savivaldybė, |
— |
Rokiškio rajono savivaldybė, |
— |
Skuodo rajono savivaldybės, |
— |
Šakių rajono savivaldybė, |
— |
Šalčininkų rajono savivaldybė, |
— |
Šiaulių miesto savivaldybė, |
— |
Šiaulių rajono savivaldybė, |
— |
Šilutės rajono savivaldybė, |
— |
Širvintų rajono savivaldybė, |
— |
Šilalės rajono savivaldybė, |
— |
Švenčionių rajono savivaldybė, |
— |
Tauragės rajono savivaldybė, |
— |
Telšių rajono savivaldybė, |
— |
Trakų rajono savivaldybė, |
— |
Ukmergės rajono savivaldybė, |
— |
Utenos rajono savivaldybė, |
— |
Varėnos rajono savivaldybė, |
— |
Vilniaus miesto savivaldybė, |
— |
Vilniaus rajono savivaldybė, |
— |
Visagino savivaldybė, |
— |
Zarasų rajono savivaldybė. |
6. Hongarije
De volgende beperkingszones II in Hongarije:
— |
Békés megye 950150, 950250, 950350, 950450, 950550, 950650, 950660, 950750, 950850, 950860, 951050, 951150, 951250, 951260, 951350, 951450, 951460, 951550, 951650, 951750, 952150, 952250, 952350, 952450, 952550, 952650, 953250, 953260, 953270, 953350, 953450, 953550, 953560, 953950, 954050, 954060, 954150, 956250, 956350, 956450, 956550, 956650 és 956750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Borsod-Abaúj-Zemplén megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe, |
— |
Fejér megye 403150, 403160, 403250, 403260, 403350, 404250, 404550, 404560, 404570, 405450, 405550, 405650, 406450 és 407050 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Hajdú-Bihar megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe, |
— |
Heves megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe, |
— |
Jász-Nagykun-Szolnok megye 750250, 750550, 750650, 750750, 750850, 750970, 750980, 751050, 751150, 751160, 751250, 751260, 751350, 751360, 751450, 751460, 751470, 751550, 751650, 751750, 751850, 751950, 752150, 752250, 752350, 752450, 752460, 752550, 752560, 752650, 752750, 752850, 752950, 753060, 753070, 753150, 753250, 753310, 753450, 753550, 753650, 753660, 753750, 753850, 753950, 753960, 754050, 754150, 754250, 754360, 754370, 754850, 755550, 755650 és 755750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Komárom-Esztergom megye: 250350, 250850, 250950, 251450, 251550, 251950, 252050, 252150, 252350, 252450, 252460, 252550, 252650, 252750, 252850, 252860, 252950, 252960, 253050, 253150, 253250, 253350, 253450 és 253550 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Nógrád megye valamennyi vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Pest megye 570150, 570250, 570350, 570450, 570550, 570650, 570750, 570850, 570950, 571050, 571150, 571250, 571350, 571650, 571750, 571760, 571850, 571950, 572050, 573550, 573650, 574250, 577250, 580050 és 580150 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe, |
— |
Szabolcs-Szatmár-Bereg megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe. |
7. Polen
De volgende beperkingszones II in Polen:
w województwie warmińsko-mazurskim:
— |
gminy Kalinowo, Stare Juchy, Prostki oraz gmina wiejska Ełk w powiecie ełckim, |
— |
powiat elbląski, |
— |
powiat miejski Elbląg, |
— |
powiat gołdapski, |
— |
powiat piski, |
— |
powiat bartoszycki, |
— |
powiat olecki, |
— |
powiat giżycki, |
— |
powiat braniewski, |
— |
powiat kętrzyński, |
— |
powiat lidzbarski, |
— |
gminy Dźwierzuty Jedwabno, Pasym, Świętajno, Szczytno i miasto Szczytno w powiecie szczycieńskim, |
— |
powiat mrągowski, |
— |
powiat węgorzewski, |
— |
powiat olsztyński, |
— |
powiat miejski Olsztyn, |
— |
powiat nidzicki, |
— |
gminy Kisielice, Susz, Zalewo w powiecie iławskim, |
— |
część powiatu ostródzkiego niewymieniona w części III załącznika I, |
— |
gmina Iłowo – Osada, część gminy wiejskiej Działdowo położona na południe od linii wyznaczonej przez linię kolejową biegnącą od wchodniej do zachodniej granicy gminy, część gminy Płośnica położona na południe od linii wyznaczonej przez linię kolejową biegnącą od wchodniej do zachodniej granicy gminy, część gminy Lidzbark położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 544 biegnącą od wschodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 541 oraz na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 541 biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 544 w powiecie działdowskim, |
w województwie podlaskim:
— |
powiat bielski, |
— |
powiat grajewski, |
— |
powiat moniecki, |
— |
powiat sejneński, |
— |
gminy Łomża, Piątnica, Jedwabne, Przytuły i Wizna w powiecie łomżyńskim, |
— |
powiat miejski Łomża, |
— |
powiat siemiatycki, |
— |
powiat hajnowski, |
— |
gminy Ciechanowiec, Klukowo, Szepietowo, Kobylin-Borzymy, Nowe Piekuty, Sokoły i część gminy Kulesze Kościelne położona na północ od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie wysokomazowieckim, |
— |
gmina Rutki i część gminy Kołaki Kościelne położona na północ od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie zambrowskim, |
— |
gminy Mały Płock i Stawiski w powiecie kolneńskim, |
— |
powiat białostocki, |
— |
powiat suwalski, |
— |
powiat miejski Suwałki, |
— |
powiat augustowski, |
— |
powiat sokólski, |
— |
powiat miejski Białystok, |
w województwie mazowieckim:
— |
gminy Domanice, Korczew, Kotuń, Mordy, Paprotnia, Przesmyki, Siedlce, Skórzec, Wiśniew, Wodynie, Zbuczyn w powiecie siedleckim, |
— |
powiat miejski Siedlce, |
— |
gminy Ceranów, Jabłonna Lacka, Kosów Lacki, Repki, Sabnie, Sterdyń w powiecie sokołowskim, |
— |
powiat łosicki, |
— |
powiat sochaczewski, |
— |
powiat zwoleński, |
— |
powiat kozienicki, |
— |
powiat lipski, |
— |
powiat radomski |
— |
powiat miejski Radom, |
— |
powiat szydłowiecki, |
— |
gminy Lubowidz i Kuczbork Osada w powiecie żuromińskim, |
— |
gmina Wieczfnia Kościelna w powicie mławskim, |
— |
gminy Bodzanów, Słubice, Wyszogród i Mała Wieś w powiecie płockim, |
— |
powiat nowodworski, |
— |
gminy Czerwińsk nad Wisłą, Naruszewo, Załuski w powiecie płońskim, |
— |
gminy: miasto Kobyłka, miasto Marki, miasto Ząbki, miasto Zielonka, część gminy Tłuszcz ograniczona liniami kolejowymi: na północ od linii kolejowej biegnącej od wschodniej granicy gminy do miasta Tłuszcz oraz na wschód od linii kolejowej biegnącej od północnej granicy gminy do miasta Tłuszcz, część gminy Jadów położona na północ od linii kolejowej biegnącej od wschodniej do zachodniej granicy gminy w powiecie wołomińskim, |
— |
powiat garwoliński, |
— |
gminy Boguty – Pianki, Brok, Zaręby Kościelne, Nur, Małkinia Górna, część gminy Wąsewo położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 60, część gminy wiejskiej Ostrów Mazowiecka położona na południe od miasta Ostrów Mazowiecka i na południe od linii wyznaczonej przez drogę 60 biegnącą od zachodniej granicy miasta Ostrów Mazowiecka do zachodniej granicy gminy w powiecie ostrowskim, |
— |
część gminy Sadowne położona na północny- zachód od linii wyznaczonej przez linię kolejową, część gminy Łochów położona na północny – zachód od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie węgrowskim, |
— |
gminy Brańszczyk, Długosiodło, Rząśnik, Wyszków, część gminy Zabrodzie położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr S8 w powiecie wyszkowskim, |
— |
gminy Cegłów, Dębe Wielkie, Halinów, Latowicz, Mińsk Mazowiecki i miasto Mińsk Mazowiecki, Mrozy, Siennica, miasto Sulejówek w powiecie mińskim, |
— |
powiat otwocki, |
— |
powiat warszawski zachodni, |
— |
powiat legionowski, |
— |
powiat piaseczyński, |
— |
powiat pruszkowski, |
— |
powiat grójecki, |
— |
powiat grodziski, |
— |
powiat żyrardowski, |
— |
powiat białobrzeski, |
— |
powiat przysuski, |
— |
powiat miejski Warszawa, |
w województwie lubelskim:
— |
powiat bialski, |
— |
powiat miejski Biała Podlaska, |
— |
gminy Batorz, Godziszów, Janów Lubelski, Modliborzyce w powiecie janowskim, |
— |
powiat puławski, |
— |
powiat rycki, |
— |
powiat łukowski, |
— |
powiat lubelski, |
— |
powiat miejski Lublin, |
— |
powiat lubartowski, |
— |
powiat łęczyński, |
— |
powiat świdnicki, |
— |
gminy Aleksandrów, Biszcza, Józefów, Księżpol, Łukowa, Obsza, Potok Górny, Tarnogród w powiecie biłgorajskim, |
— |
gminy Dołhobyczów, Mircze, Trzeszczany, Uchanie i Werbkowice w powiecie hrubieszowskim, |
— |
powiat krasnostawski, |
— |
powiat chełmski, |
— |
powiat miejski Chełm, |
— |
powiat tomaszowski, |
— |
część powiatu kraśnickiego niewymieniona w części III załącznika I, |
— |
powiat opolski, |
— |
powiat parczewski, |
— |
powiat włodawski, |
— |
powiat radzyński, |
— |
powiat miejski Zamość, |
— |
gminy Adamów, Grabowiec, Komarów – Osada, Krasnobród, Łabunie, Miączyn, Nielisz, Sitno, Skierbieszów, Stary Zamość, Zamość w powiecie zamojskim, |
w województwie podkarpackim:
— |
część powiatu stalowowolskiego niewymieniona w części III załącznika I, |
— |
gminy Cieszanów, Horyniec - Zdrój, Narol, Stary Dzików, Oleszyce, Lubaczów z miastem Lubaczów w powiecie lubaczowskim, |
— |
gminy Medyka, Stubno, część gminy Orły położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 77, część gminy Żurawica na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 77 w powiecie przemyskim, |
— |
gminy Chłopice, Jarosław z miastem Jarosław, Pawłosiów i Wiązownice w powiecie jarosławskim, |
— |
gmina Kamień w powiecie rzeszowskim, |
— |
gminy Cmolas, Dzikowiec, Kolbuszowa, Majdan Królewski i Niwiska powiecie kolbuszowskim, |
— |
powiat leżajski, |
— |
powiat niżański, |
— |
powiat tarnobrzeski, |
— |
gminy Adamówka, Sieniawa, Tryńcza, Przeworsk z miastem Przeworsk, Zarzecze w powiecie przeworskim, |
— |
część gminy Sędziszów Małopolski położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr A4, część gminy Ostrów nie wymieniona w części III załącznika I w powiecie ropczycko – sędziszowskim, |
w województwie małopolskim:
— |
gminy Nawojowa, Piwniczna Zdrój, Rytro, Stary Sącz, część gminy Łącko położona na południe od linii wyznaczonej przez rzekę Dunajec w powiecie nowosądeckim, |
— |
gmina Szczawnica w powiecie nowotarskim, |
w województwie pomorskim:
— |
gminy Dzierzgoń i Stary Dzierzgoń w powiecie sztumskim, |
— |
gmina Stare Pole, część gminy Nowy Staw położna na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 55 w powiecie malborskim, |
— |
gminy Stegny, Sztutowo i część gminy Nowy Dwór Gdański położona na północny - wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 55 biegnącą od południowej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 7, następnie przez drogę nr 7 i S7 biegnącą do zachodniej granicy gminy w powiecie nowodworskim, |
w województwie świętokrzyskim:
— |
gmina Tarłów i część gminy Ożarów położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 74 biegnącą od miejscowości Honorów do zachodniej granicy gminy w powiecie opatowskim, |
— |
część gminy Brody położona wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 9 i na północny - wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 0618T biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania w miejscowości Lipie oraz przez drogę biegnącą od miejscowości Lipie do wschodniej granicy gminy i część gminy Mirzec położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 744 biegnącą od południowej granicy gminy do miejscowości Tychów Stary a następnie przez drogę nr 0566T biegnącą od miejscowości Tychów Stary w kierunku północno – wschodnim do granicy gminy w powiecie starachowickim, |
— |
gmina Gowarczów, część gminy Końskie położona na wschód od linii kolejowej, część gminy Stąporków położona na północ od linii kolejowej w powiecie koneckim, |
— |
gminy Dwikozy i Zawichost w powiecie sandomierskim, |
w województwie lubuskim:
— |
gminy Bogdaniec, Deszczno, Kłodawa, Kostrzyn nad Odrą, Santok, Witnica w powiecie gorzowskim, |
— |
powiat miejski Gorzów Wielkopolski, |
— |
gminy Drezdenko, Strzelce Krajeńskie, Stare Kurowo, Zwierzyn w powiecie strzelecko – drezdeneckim, |
— |
powiat żarski, |
— |
powiat słubicki, |
— |
gminy Brzeźnica, Iłowa, Gozdnica, Wymiarki i miasto Żagań w powiecie żagańskim, |
— |
powiat krośnieński, |
— |
powiat zielonogórski |
— |
powiat miejski Zielona Góra, |
— |
powiat nowosolski, |
— |
część powiatu sulęcińskiego niewymieniona w części III załącznika I, |
— |
część powiatu międzyrzeckiego niewymieniona w części III załącznika I, |
— |
część powiatu świebodzińskiego niewymieniona w części III załącznika I, |
— |
powiat wschowski, |
w województwie dolnośląskim:
— |
powiat zgorzelecki, |
— |
gminy Gaworzyce, Grębocice, Polkowice i Radwanice w powiecie polkowickim, |
— |
część powiatu wołowskiego niewymieniona w części III załącznika I, |
— |
powiat lubiński, |
— |
gmina Malczyce, Miękinia, Środa Śląska, część gminy Kostomłoty położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr A4, część gminy Udanin położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr A4 w powiecie średzkim, |
— |
gmina Wądroże Wielkie w powiecie jaworskim, |
— |
powiat miejski Legnica, |
— |
część powiatu legnickiego niewymieniona w części I i III załącznika I, |
— |
gmina Oborniki Śląskie, Wisznia Mała, Trzebnica, Zawonia w powiecie trzebnickim, |
— |
gminy Leśna, Lubań i miasto Lubań, Olszyna, Platerówka, Siekierczyn w powiecie lubańskim, |
— |
powiat miejski Wrocław, |
— |
gminy Czernica, Długołęka, Siechnice, część gminy Żórawina położona na wschód od linii wyznaczonej przez autostradę A4, część gminy Kąty Wrocławskie położona na północ od linii wyznaczonej przez autostradę A4 w powiecie wrocławskim, |
— |
gminy Jelcz - Laskowice, Oława z miastem Oława i część gminy Domaniów położona na północny wschód od linii wyznaczonej przez autostradę A4 w powiecie oławskim, |
— |
gmina Bierutów, miasto Oleśnica, część gminy wiejskiej Oleśnica położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr S8, część gminy Dobroszyce położona na zachód od linii wyznaczonej przez linię kolejową biegnącą od północnej do południowej granicy gminy w powiecie oleśnickim, |
— |
gmina Cieszków, Krośnice, część gminy Milicz położona na wschód od linii łączącej miejscowości Poradów – Piotrkosice – Sulimierz – Sułów - Gruszeczka w powiecie milickim, |
— |
część powiatu bolesławieckiego niewymieniona w części III załącznika I, |
— |
powiat głogowski, |
— |
gmina Niechlów w powiecie górowskim, |
— |
gmina Zagrodno w powiecie złotoryjskim, |
— |
gmina Gryfów Śląski w powiecie lwóweckim, |
— |
gminy Czarny Bór, Stare Bogaczowice, Walim, miasto Boguszów - Gorce, miasto Jedlina – Zdrój, miasto Szczawno – Zdrój w powiecie wałbrzyskim, |
— |
powiat miejski Wałbrzych, |
— |
gmina Świdnica, miasto Świdnica, miasto Świebodzice w powiecie świdnickim |
w województwie wielkopolskim:
— |
gminy Siedlec, Wolsztyn, część gminy Przemęt położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Borek – Kluczewo – Sączkowo – Przemęt – Błotnica – Starkowo – Boszkowo – Letnisko w powiecie wolsztyńskim, |
— |
gmina Wielichowo, Rakoniewice, Granowo, część gminy Kamieniec położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 308 w powiecie grodziskim, |
— |
część powiatu międzychodzkiego niewymieniona w części III załącznika I, |
— |
część powiatu nowotomyskiego niewymieniona w części III załącznika I, |
— |
powiat obornicki, |
— |
część gminy Połajewo na położona na południe od drogi łączącej miejscowości Chraplewo, Tarnówko-Boruszyn, Krosin, Jakubowo, Połajewo - ul. Ryczywolska do północno-wschodniej granicy gminy w powiecie czarnkowsko-trzcianeckim, |
— |
powiat miejski Poznań, |
— |
gminy Buk, Czerwonak, Dopiewo, Komorniki, Stęszew, Swarzędz, Suchy Las, część gminy wiejskiej Murowana Goślina położona na północ od linii kolejowej biegnącej od północnej granicy miasta Murowana Goślina do północno-wschodniej granicy gminy oraz część gminy Rokietnica położona na północ i na wschód od linii kolejowej biegnącej od północnej granicy gminy w miejscowości Krzyszkowo do południowej granicy gminy w miejscowości Kiekrz w powiecie poznańskim, |
— |
część gminy Ostroróg położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 186 i 184 biegnące od granicy gminy do miejscowości Ostroróg, a następnie od miejscowości Ostroróg przez miejscowości Piaskowo – Rudki do południowej granicy gminy, część gminy Wronki położona na południe od linii wyznaczonej przez rzekę Wartę biegnącą od zachodniej granicy gminy do przecięcia z droga nr 182, a następnie na zachód od linii wyznaczonej przez drogi nr 182 oraz 184 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 182 do południowej granicy gminy, część gminy Pniewy położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Lubosinek – Lubosina – Buszewo biegnącą od południowej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 187 i na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 187 biegnącą od wschodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą łączącą miejscowości Lubosinek – Lubosina – Buszewo część gminy Duszniki położona na północny – zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 306 biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Duszniki, a następnie na północ od linii wyznaczonej przez ul. Niewierską oraz drogę biegnącą przez miejscowość Niewierz do zachodniej granicy gminy, część gminy Szamotuły położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 306 i drogę łączącą miejscowości Lipnica – Ostroróg oraz część położona na wschód od wschodniej granicy miasta Szamotuły i na północ od linii kolejowej biegnącej od południowej granicy miasta Szamotuły do południowo-wschodniej granicy gminy oraz część gminy Obrzycko położona na wschód od drogi nr 185 łączącej miejscowości Gaj Mały, Słopanowo i Obrzycko do północnej granicy miasta Obrzycko, a następnie na wschód od drogi przebiegającej przez miejscowość Chraplewo w powiecie szamotulskim, |
— |
gmina Pępowo w powiecie gostyńskim, |
— |
gminy Kobylin, Zduny, część gminy Krotoszyn położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogi: nr 15 biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 36, nr 36 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 15 do skrzyżowana z drogą nr 444, nr 444 biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 36 do południowej granicy gminy w powiecie krotoszyńskim, |
w województwie łódzkim:
— |
gminy Białaczów, Drzewica, Opoczno i Poświętne w powiecie opoczyńskim, |
— |
gminy Biała Rawska, Regnów i Sadkowice w powiecie rawskim, |
— |
gmina Kowiesy w powiecie skierniewickim, |
w województwie zachodniopomorskim:
— |
gmina Boleszkowice i część gminy Dębno położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 126 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 23 w miejscowości Dębno, następnie na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 23 do skrzyżowania z ul. Jana Pawła II w miejscowości Cychry, następnie na południe od ul. Jana Pawła II do skrzyżowania z ul. Ogrodową i dalej na południe od linii wyznaczonej przez ul. Ogrodową, której przedłużenie biegnie do wschodniej granicy gminy w powiecie myśliborskim, |
— |
gminy Banie, Cedynia, Chojna, Gryfino, Mieszkowice, Moryń, Trzcińsko – Zdrój, Widuchowa w powiecie gryfińskim, |
w województwie opolskim:
— |
gminy Brzeg, Lubsza, Lewin Brzeski, Olszanka, Skarbimierz w powiecie brzeskim, |
— |
gminy Dąbrowa, Dobrzeń Wielki, Popielów w powiecie opolskim, |
— |
gminy Świerczów, Wilków, część gminy Namysłów położona na południe od linii wyznaczonej przez linię kolejową biegnącą od wschodniej do zachodniej granicy gminy w powiecie namysłowskim. |
8. Slowakije
De volgende beperkingszones II in Slowakije:
— |
the whole district of Gelnica except municipalities included in zone III, |
— |
the whole district of Poprad |
— |
the whole district of Spišská Nová Ves, |
— |
the whole district of Levoča, |
— |
the whole district of Kežmarok |
— |
in the whole district of Michalovce except municipalities included in zone III, |
— |
the whole district of Košice-okolie, |
— |
the whole district of Rožnava, |
— |
the whole city of Košice, |
— |
the whole district of Sobrance, |
— |
the whole district of Vranov nad Topľou, |
— |
the whole district of Humenné except municipalities included in zone III, |
— |
the whole district of Snina, |
— |
the whole district of Prešov except municipalities included in zone III, |
— |
the whole district of Sabinov except municipalities included in zone III, |
— |
the whole district of Svidník, except municipalities included in zone III, |
— |
the whole district of Stropkov, except municipalities included in zone III, |
— |
the whole district of Bardejov, |
— |
the whole district of Stará Ľubovňa, |
— |
the whole district of Revúca, |
— |
the whole district of Rimavská Sobota except municipalities included in zone III, |
— |
in the district of Veľký Krtíš, the whole municipalities not included in part I, |
— |
the whole district of Lučenec, |
— |
the whole district of Poltár, |
— |
the whole district of Zvolen, |
— |
the whole district of Detva, |
— |
the whole district of Krupina, except municipalities included in zone I, |
— |
the whole district of Banska Stiavnica, |
— |
in the district of Žiar nad Hronom the municipalities of Hronská Dúbrava, Trnavá Hora, |
— |
the whole district of Banska Bystica, |
— |
the whole district of Brezno, |
— |
the whole district of Liptovsky Mikuláš. |
9. Italië
De volgende beperkingszones II in Italië:
Piedmont Region:
— |
in the Province of Alessandria, the municipalities of Cavatore, Castelnuovo Bormida, Cabella Ligure, Carrega Ligure, Francavilla Bisio, Carpeneto, Costa Vescovato, Grognardo, Orsara Bormida, Pasturana, Melazzo, Mornese, Ovada, Predosa, Lerma, Fraconalto, Rivalta Bormida, Fresonara, Malvicino, Ponzone, San Cristoforo, Sezzadio, Rocca Grimalda, Garbagna, Tassarolo, Mongiardino Ligure, Morsasco, Montaldo Bormida, Prasco, Montaldeo, Belforte Monferrato, Albera Ligure, Bosio, Cantalupo Ligure, Castelletto D’orba, Cartosio, Acqui Terme, Arquata Scrivia, Parodi Ligure, Ricaldone, Gavi, Cremolino, Brignano-Frascata, Novi Ligure, Molare, Cassinelle, Morbello, Avolasca, Carezzano, Basaluzzo, Dernice, Trisobbio, Strevi, Sant’Agata Fossili, Pareto, Visone, Voltaggio, Tagliolo Monferrato, Casaleggio Boiro, Capriata D’orba, Castellania, Carrosio, Cassine, Vignole Borbera, Serravalle Scrivia, Silvano D’orba, Villalvernia, Roccaforte Ligure, Rocchetta Ligure, Sardigliano, Stazzano, Borghetto Di Borbera, Grondona, Cassano Spinola, Montacuto, Gremiasco, San Sebastiano Curone, Fabbrica Curone, |
Liguria Region:
— |
in the province of Genova, the municipalities of Bogliasco, Arenzano, Ceranesi, Ronco Scrivia, Mele, Isola Del Cantone, Lumarzo, Genova, Masone, Serra Riccò, Campo Ligure, Mignanego, Busalla, Bargagli, Savignone, Torriglia, Rossiglione, Sant’Olcese, Valbrevenna, Sori, Tiglieto, Campomorone, Cogoleto, Pieve Ligure, Davagna, Casella, Montoggio, Crocefieschi, Vobbia; |
— |
in the province of Savona, the municipalities of Albisola Superiore, Celle Ligure, Stella, Pontinvrea, Varazze, Urbe, Sassello, |
Lazio Region:
— |
the Area of the Municipality of Rome having the following limits: South: from the intersection of Tiber River with Circonvallazione Clodia, Circonvallazione Clodia, Via di San Tommaso D’Acquino, Via Arturo Labriola, Via Simone Simoni, Via Pietro De Cristofaro, Via Anastasio II, Via Baldo Degli Ubaldi up to the intersection with Via di Boccea South-West: Via di Boccea up to the intersection with Via della Storta West-North West: Via della Storta, Via Cassia (SS2) up to the intersection with boundaries of Rome municipality North-North East: from the intersection between Via Cassia (SS2) and boundaries of Rome municipality -– administrative boundaries of Rome municipality East: administrative boundaries of Rome municipality up to the intersection with Via Nomentana (Sp22a) South-East: Via Nomentana (Sp22a) up to the intersection with Viale Sora Lella – Viale Sora Lella –Viale Ave Ninchi - Via Ugo Ojetti – Viale Jonio – Via dei Prati Fiscali crossing Via Salaria up to Via Marciana Marina – Via Marciana Marina up to the intersection with Tiber River. |
DEEL III
1. Bulgarije
De volgende beperkingszones III in Bulgarije:
— |
in Blagoevgrad region:
|
— |
the Pazardzhik region:
|
— |
in Plovdiv region
|
— |
in Varna region:
|
2. Italië
De volgende beperkingszones III in Italië:
— |
Sardinia Region: the whole territory |
— |
Lazio Region: the Area of the Municipality of Rome within the administrative boundaries of the Local Heatlh Unit “ASL RM1”. |
3. Polen
De volgende beperkingszones III in Polen:
w województwie warmińsko-mazurskim:
— |
część powiatu działdowskiego niewymieniona w części II załącznika I, |
— |
część powiatu iławskiego niewymieniona w części II załącznika I, |
— |
powiat nowomiejski, |
— |
gminy Dąbrówno, Grunwald i Ostróda z miastem Ostróda w powiecie ostródzkim, |
w województwie lubelskim:
— |
gminy Radecznica, Sułów, Szczebrzeszyn, Zwierzyniec w powiecie zamojskim, |
— |
gminy Biłgoraj z miastem Biłgoraj, Goraj, Frampol, Tereszpol i Turobin w powiecie biłgorajskim, |
— |
gminy Horodło, Hrubieszów z miastem Hrubieszów w powiecie hrubieszowskim, |
— |
gminy Dzwola, Chrzanów i Potok Wielki w powiecie janowskim, |
— |
gminy Gościeradów i Trzydnik Duży w powiecie kraśnickim, |
w województwie podkarpackim:
— |
powiat mielecki, |
— |
gminy Radomyśl nad Sanem i Zaklików w powiecie stalowowolskim, |
— |
część gminy Ostrów położona na północ od drogi linii wyznaczonej przez drogę nr A4 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 986, a następnie na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 986 biegnącą od tego skrzyżowania do miejscowości Osieka i dalej na zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Osieka_- Blizna w powiecie ropczycko – sędziszowskim, |
— |
część gminy Czarna położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr A4, część gminy Żyraków położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr A4, część gminy wiejskiej Dębica położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr A4 w powiecie dębickim |
— |
gmina Wielkie Oczy w powiecie lubaczowskim, |
— |
gminy Laszki, Radymno z miastem Radymno, w powiecie jarosławskim, |
w województwie lubuskim:
— |
gminy Małomice, Niegosławice, Szprotawa, Żagań w powiecie żagańskim, |
— |
gmina Sulęcin w powiecie sulęcińskim, |
— |
gminy Bledzew, Międzyrzecz, Pszczew, Trzciel w powiecie międzyrzeckim, |
— |
część gminy Lubrza położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 92, część gminy Łagów położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 92, część gminy Świebodzin położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 92 w powiecie świebodzińskim, |
w województwie wielkopolskim:
— |
powiat leszczyński, |
— |
powiat miejski Leszno, |
— |
gminy Krzywiń, Śmigiel w powiecie kościańskim, |
— |
część gminy Dolsk położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 434 biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 437, a następnie na zachód od drogi nr 437 biegnącej od skrzyżowania z drogą nr 434 do południowej granicy gminy, część gminy Śrem położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 310 biegnącą od zachodniej granicy gminy do miejscowości Śrem, następnie na zachód od drogi nr 432 w miejscowości Śrem oraz na zachód od drogi nr 434 biegnącej od skrzyżowania z drogą nr 432 do południowej granicy gminy w powiecie śremskim, |
— |
gminy Gostyń, Krobia i Poniec w powiecie gostyńskim, |
— |
część gminy Przemęt położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Borek – Kluczewo – Sączkowo – Przemęt – Błotnica – Starkowo – Boszkowo – Letnisko w powiecie wolsztyńskim, |
— |
gminy Krobia i Poniec w powiecie gostyńskim, |
— |
powiat rawicki, |
— |
gminy Kuślin, Lwówek, Miedzichowo, Nowy Tomyśl w powiecie nowotomyskim, |
— |
gminy Chrzypsko Wielkie, Kwilcz w powiecie międzychodzkim, |
— |
część gminy Pniewy położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Lubosinek – Lubosina – Buszewo biegnącą od południowej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 187 i na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 187 biegnącą od wschodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą łączącą miejscowości Lubosinek – Lubosina – Buszewo w powiecie szamotulskim, |
w województwie dolnośląskim:
— |
część powiatu górowskiego niewymieniona w części II załącznika I, |
— |
gminy Prusice i Żmigród w powiecie trzebnickim, |
— |
gminy Gromadka i Osiecznica w powiecie bolesławieckim, |
— |
gminy Chocianów i Przemków w powiecie polkowickim, |
— |
gmina Chojnów i miasto Chojnów w powiecie legnickim, |
— |
część gminy Wołów położona na północ od linii wyznaczonej prze drogę nr 339 biegnącą od wschodniej granicy gminy do miejscowości Pełczyn, a następnie na północny - wschód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 339 i łączącą miejscowości Pełczyn – Smogorzówek, część gminy Wińsko polożona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 36 biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Wińsko, a nastęnie na wschód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 36 w miejscowości Wińsko i łączącą miejscowości Wińsko_- Smogorzów Wielki – Smogorzówek w powiecie wołowskim, |
— |
część gminy Milicz położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Poradów – Piotrkosice - Sulimierz-Sułów - Gruszeczka w powiecie milickim, |
w województwie świętokrzyskim:
— |
gminy Gnojno, Pacanów w powiecie buskim, |
— |
gminy Łubnice, Oleśnica, Połaniec, część gminy Rytwiany położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 764, część gminy Szydłów położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 756 w powiecie staszowskim, |
— |
gminy Chmielnik, Masłów, Miedziana Góra, Mniów, Łopuszno, Piekoszów, Pierzchnica, Sitkówka-Nowiny, Strawczyn, Zagnańsk, część gminy Raków położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogi nr 756 i 764, część gminy Chęciny położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 762, część gminy Górno położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od wschodniej granicy gminy łączącą miejscowości Leszczyna – Cedzyna oraz na północ od linii wyznczonej przez ul. Kielecką w miejscowości Cedzyna biegnącą do wschodniej granicy gminy, część gminy Daleszyce położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 764 biegnącą od wschodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą łączącą miejscowości Daleszyce – Słopiec – Borków, dalej na południe od linii wyznaczonej przez tę drogę biegnącą od skrzyżowania z drogą nr 764 do przecięcia z linią rzeki Belnianka, następnie na południe od linii wyznaczonej przez rzeki Belnianka i Czarna Nida biegnącej do zachodniej granicy gminy w powiecie kieleckim, |
— |
powiat miejski Kielce, |
— |
gminy Krasocin, część gminy Włoszczowa położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 742 biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Konieczno, i dalej na wschód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Konieczno – Rogienice – Dąbie – Podłazie, część gminy Kluczewsko położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od wschodniej granicy gminy i łączącą miejscowości Krogulec – Nowiny - Komorniki do przecięcia z linią rzeki Czarna, następnie na południe od linii wyznaczonej przez rzekę Czarna biegnącą do przecięcia z linią wyznaczoną przez drogę nr 742 i dalej na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 742 biegnącą od przecięcia z linią rzeki Czarna do południowej granicy gminyw powiecie włoszczowskim, |
— |
gmina Kije w powiecie pińczowskim, |
— |
gminy Małogoszcz, Oksa w powiecie jędrzejowskim, |
w województwie małopolskim:
— |
gminy Dąbrowa Tarnowska, Radgoszcz, Szczucin w powiecie dąbrowskim. |
4. Roemenië
De volgende beperkingszones III in Roemenië:
— |
Zona orașului București, |
— |
Județul Constanța, |
— |
Județul Satu Mare, |
— |
Județul Tulcea, |
— |
Județul Bacău, |
— |
Județul Bihor, |
— |
Județul Bistrița Năsăud, |
— |
Județul Brăila, |
— |
Județul Buzău, |
— |
Județul Călărași, |
— |
Județul Dâmbovița, |
— |
Județul Galați, |
— |
Județul Giurgiu, |
— |
Județul Ialomița, |
— |
Județul Ilfov, |
— |
Județul Prahova, |
— |
Județul Sălaj, |
— |
Județul Suceava |
— |
Județul Vaslui, |
— |
Județul Vrancea, |
— |
Județul Teleorman, |
— |
Judeţul Mehedinţi, |
— |
Județul Gorj, |
— |
Județul Argeș, |
— |
Judeţul Olt, |
— |
Judeţul Dolj, |
— |
Județul Arad, |
— |
Județul Timiș, |
— |
Județul Covasna, |
— |
Județul Brașov, |
— |
Județul Botoșani, |
— |
Județul Vâlcea, |
— |
Județul Iași, |
— |
Județul Hunedoara, |
— |
Județul Alba, |
— |
Județul Sibiu, |
— |
Județul Caraș-Severin, |
— |
Județul Neamț, |
— |
Județul Harghita, |
— |
Județul Mureș, |
— |
Județul Cluj, |
— |
Județul Maramureş. |
5. Slowakije
De volgende beperkingszones III in Slowakije:
— |
The whole district of Trebišov’, |
— |
The whole district of Vranov and Topľou, |
— |
In the district of Humenné: Lieskovec, Myslina, Humenné, Jasenov, Brekov, Závadka, Topoľovka, Hudcovce, Ptičie, Chlmec, Porúbka, Brestov, Gruzovce, Ohradzany, Slovenská Volová, Karná, Lackovce, Kochanovce, Hažín nad Cirochou, Závada, Nižná Sitnica, Vyšná Sitnica, Rohožník, Prituľany, Ruská Poruba, Ruská Kajňa, |
— |
In the district of Michalovce: Strážske, Staré, Oreské, Zbudza, Voľa, Nacina Ves, Pusté Čemerné, Lesné, Rakovec nad Ondavou, Petríkovce, Oborín, Veľké Raškovce, Beša, |
— |
In the district of Rimavská Sobota: Jesenské, Gortva, Hodejov, Hodejovec, Širkovce, Šimonovce, Drňa, Hostice, Gemerské Dechtáre, Jestice, Dubovec, Rimavské Janovce, Rimavská Sobota, Belín, Pavlovce, Sútor, Bottovo, Dúžava, Mojín, Konrádovce, Čierny Potok, Blhovce, Gemerček, Hajnáčka, |
— |
In the district of Gelnica: Hrišovce, Jaklovce, Kluknava, Margecany, Richnava, |
— |
In the district Of Sabinov: Daletice, |
— |
In the district of Prešov: Hrabkov, Krížovany, Žipov, Kvačany, Ondrašovce, Chminianske Jakubovany, Klenov, Bajerov, Bertotovce, Brežany, Bzenov, Fričovce, Hendrichovce, Hermanovce, Chmiňany, Chminianska Nová Ves, Janov, Jarovnice, Kojatice, Lažany, Mikušovce, Ovčie, Rokycany, Sedlice, Suchá Dolina, Svinia, Šindliar, Široké, Štefanovce, Víťaz, Župčany, |
— |
the whole district of Medzilaborce, |
— |
In the district of Stropkov: Havaj, Malá Poľana, Bystrá, Mikové, Varechovce, Vladiča, Staškovce, Makovce, Veľkrop, Solník, Korunková, Bukovce, Krišľovce, Jakušovce, Kolbovce, |
— |
In the district of Svidník: Pstruša. |
BESLUITEN
20.6.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 164/63 |
BESLUIT (EU) 2022/947 VAN DE COMMISSIE
van 1 maart 2022
tot goedkeuring van de afwikkelingsregeling voor Sberbank banka d.d.
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2022) 1402)
(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 (1), en met name artikel 18, lid 7, tweede alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 1 maart 2022 om 17.26 uur heeft de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR) een afwikkelingsregeling voor Sberbank banka d.d., gevestigd in Slovenië, aan de Commissie doen toekomen overeenkomstig artikel 18, lid 7, van Verordening (EU) nr. 806/2014. |
(2) |
De GAR stelt in de afwikkelingsregeling vast dat aan alle in artikel 18, lid 1, van Verordening (EU) nr. 806/2014 vastgestelde voorwaarden voor afwikkeling is voldaan wat betreft Sberbank banka d.d., en beoordeelt waarom een afwikkelingsmaatregel noodzakelijk is in het algemeen belang. |
(3) |
Bij de afwikkelingsregeling wordt Sberbank banka d.d. overeenkomstig artikel 18, lid 6, van Verordening (EU) nr. 806/2014 in afwikkeling geplaatst en wordt vastgesteld dat het instrument van verkoop van de onderneming wordt toegepast op de instelling in afwikkeling. In de afwikkelingsregeling wordt ook gemotiveerd waarom al die elementen adequaat zijn. |
(4) |
De Commissie stemt in met de afwikkelingsregeling. Met name stemt zij in met de door de GAR opgegeven redenen ter motivering van de noodzaak van een afwikkeling in het algemeen belang overeenkomstig artikel 18, lid 5, van Verordening (EU) nr. 806/2014. |
(5) |
De door de GAR ingediende afwikkelingsregeling moet derhalve worden goedgekeurd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De afwikkelingsregeling voor Sberbank banka d.d. wordt goedgekeurd.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad.
Gedaan te Brussel, 1 maart 2022.
Voor de Commissie
Mairead MCGUINNESS
Lid van de Commissie
(1) Bekendgemaakt in het Publicatieblad van 30 juli 2014 — L225, blz. 1: http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32014R0806&from=EN
20.6.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 164/65 |
BESLUIT (EU) 2022/948 VAN DE COMMISSIE
van 1 maart 2022
tot goedkeuring van de afwikkelingsregeling voor Sberbank d.d.
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2022) 1403)
(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 (1), en met name artikel 18, lid 7, tweede alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 1 maart 2022 om 17.26 uur heeft de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR) een afwikkelingsregeling voor Sberbank d.d., gevestigd in Kroatië, aan de Commissie doen toekomen overeenkomstig artikel 18, lid 7, van Verordening (EU) nr. 806/2014. |
(2) |
De GAR stelt in de afwikkelingsregeling vast dat aan alle in artikel 18, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 806/2014 vastgestelde voorwaarden voor afwikkeling is voldaan wat betreft Sberbank d.d., en beoordeelt waarom een afwikkelingsmaatregel noodzakelijk is in het algemeen belang. |
(3) |
Bij de afwikkelingsregeling wordt Sberbank d.d. overeenkomstig artikel 18, lid 6, van Verordening (EU) nr. 806/2014 in afwikkeling geplaatst en wordt vastgesteld dat het instrument van verkoop van de onderneming wordt toegepast op de instelling in afwikkeling. In de afwikkelingsregeling wordt ook gemotiveerd waarom al die elementen adequaat zijn. |
(4) |
De Commissie stemt in met de afwikkelingsregeling. Met name stemt zij in met de door de GAR opgegeven redenen ter motivering van de noodzaak van een afwikkeling in het algemeen belang overeenkomstig artikel 18, lid 5 van Verordening (EU) nr. 806/2014. |
(5) |
De door de GAR ingediende afwikkelingsregeling moet derhalve worden goedgekeurd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De afwikkelingsregeling voor Sberbank d.d. wordt goedgekeurd.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad.
Gedaan te Brussel, 1 maart 2022.
Voor de Commissie
Mairead MCGUINNESS
Lid van de Commissie
(1) Bekendgemaakt in het Publicatieblad van 30 juli 2014, L 225, blz. 1: http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32014R0806&from=EN