ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 116

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

65e jaargang
13 april 2022


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) 2022/625 van de Raad van 13 april 2022 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 269/2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen

1

 

*

Verordening (EU) 2022/626 van de Raad van 13 april 2022 tot wijziging van Verordening (EU) 2022/263 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de erkenning van de niet onder het gezag van de regering vallende gebieden in de oblasten Donetsk en Loehansk van Oekraïne en het bevel aan de Russische strijdkrachten om die gebieden binnen te trekken

3

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (GBVB) 2022/627 van de Raad van 13 april 2022 tot wijziging van Besluit 2014/145/GBVB betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen

6

 

*

Besluit (GBVB) 2022/628 van de Raad van 13 april 2022 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2022/266 betreffende beperkende maatregelen in antwoord op de erkenning van de niet onder regeringsgezag vallende gebieden van de oblasten Donetsk en Luhansk van Oekraïne en het sturen van Russische strijdkrachten naar die gebieden

8

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

13.4.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 116/1


VERORDENING (EU) 2022/625 VAN DE RAAD

van 13 april 2022

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 269/2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit (GBVB) 2022/627 van de Raad van 13 april 2022 tot wijziging van Besluit 2014/145/GBVB betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (1),

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad (2) geeft uitvoering aan bepaalde maatregelen van Besluit 2014/145/GBVB van de Raad (3), waaronder de bevriezing van tegoeden en economische middelen van bepaalde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, of met hen geassocieerde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

(2)

Gezien de humanitaire crisis als gevolg van de niet-uitgelokte inval in Oekraïne door de strijdkrachten van de Russische Federatie heeft de Raad op 13 april 2022 Besluit (GBVB) 2022/627 vastgesteld, waarbij Besluit 2014/145/GBVB werd gewijzigd om er uitzonderingen in op te nemen met betrekking tot de bevriezing van tegoeden van, en de beperkingen op het beschikbaar stellen van tegoeden en economische middelen voor, in de lijst opgenomen personen, entiteiten en lichamen, en wel voor bepaalde duidelijk omschreven categorieën van lichamen, personen, entiteiten, organisaties en agentschappen, voor uitsluitend humanitaire doeleinden in Oekraïne.

(3)

Verordening (EU) nr. 269/2014 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In Verordening (EU) nr. 269/2014 wordt het volgende artikel ingevoegd:

“Artikel 2 bis

1.   Artikel 2, lid 2, geldt niet voor tegoeden of economische middelen die beschikbaar worden gesteld door organisaties en agentschappen die op basis van een pijleranalyse door de Unie worden beoordeeld en waarmee de Unie een kaderovereenkomst inzake financieel partnerschap heeft ondertekend op basis waarvan die organisaties en agentschappen optreden als humanitaire partners van de Unie, op voorwaarde dat die tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor uitsluitend humanitaire doeleinden in Oekraïne.

2.   In gevallen die niet onder lid 1 van dit artikel vallen en in afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten, onder de algemene of specifieke voorwaarden die zij passend achten, specifieke of algemene toestemmingen verlenen om bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen vrij te geven of om bepaalde tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, op voorwaarde dat die tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor uitsluitend humanitaire doeleinden in Oekraïne.

3.   Indien de bevoegde autoriteit binnen vijf werkdagen na ontvangst van een verzoek om toestemming uit hoofde van lid 2, geen negatief besluit heeft genomen, geen verzoek om informatie heeft ingediend of niet heeft laten weten dat ze meer tijd nodig heeft, wordt de vergunning geacht te zijn verleend.

4.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie binnen twee weken na het verlenen van de toestemming in kennis van elke uit hoofde van de leden 2 en 3 verleende toestemming.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 april 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

J.-Y. LE DRIAN


(1)  PB L 116 van 13.4.2022.

(2)  Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PB L 78 van 17.3.2014, blz. 6).

(3)  Besluit 2014/145/GBVB van de Raad van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PB L 78 van 17.3.2014, blz. 16).


13.4.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 116/3


VERORDENING (EU) 2022/626 VAN DE RAAD

van 13 april 2022

tot wijziging van Verordening (EU) 2022/263 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de erkenning van de niet onder het gezag van de regering vallende gebieden in de oblasten Donetsk en Loehansk van Oekraïne en het bevel aan de Russische strijdkrachten om die gebieden binnen te trekken

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit (GBVB) 2022/628 van de Raad van 13 april 2022 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2022/266 betreffende beperkende maatregelen in antwoord op de erkenning van de niet onder regeringsgezag vallende gebieden van de oblasten Donetsk en Luhansk van Oekraïne en het sturen van Russische strijdkrachten naar die gebieden (1),

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) 2022/263 van de Raad (2) geeft uitvoering aan verscheidene maatregelen van Besluit (GBVB) 2022/266 van de Raad (3), waaronder bepaalde beperkingen op het handelsverkeer in de niet onder regeringsgezag vallende oblasten Donetsk en Luhansk van Oekraïne.

(2)

Gezien de humanitaire crisis als gevolg van de niet-uitgelokte inval in Oekraïne door de strijdkrachten van de Russische Federatie heeft de Raad op 13 april 2022 Besluit (GBVB) 2022/628 vastgesteld, waarbij Besluit (GBVB) 2022/226 werd gewijzigd om er uitzonderingen in op te nemen op grond waarvan duidelijk omschreven categorieën van lichamen, personen, entiteiten, organisaties en agentschappen goederen en technologie voor gebruik in bepaalde sectoren kunnen verstrekken, alsook bepaalde beperkte diensten en bijstand in verband met dergelijke goederen en technologie kunnen verlenen, aan personen, entiteiten en lichamen in de niet onder regeringsgezag vallende gebieden van de oblasten Donetsk en Luhansk van Oekraïne of voor gebruik in die gebieden, indien dat noodzakelijk is voor humanitaire doeleinden. Evenzo kunnen op grond van de uitzonderingen specifieke beperkte diensten en bijstand worden verleend die rechtstreeks verband houden met bepaalde infrastructuur in de niet onder regeringsgezag vallende gebieden van de oblasten Donetsk en Luhansk van Oekraïne, indien dat noodzakelijk is voor humanitaire doeleinden.

(3)

Verordening (EU) 2022/263 van de Raad moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In Verordening (EU) 2022/263 worden de volgende artikelen ingevoegd:

“Artikel 4 bis

1.   De in artikel 4 opgenomen verbodsbepalingen gelden niet voor:

a)

de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van in bijlage II vermelde goederen of technologie;

b)

het direct of indirect verlenen van technische bijstand of tussenhandeldiensten in verband met in bijlage II vermelde goederen en technologie of in verband met de levering, de vervaardiging, het onderhoud en het gebruik van dergelijke goederen; of

c)

het direct of indirect verlenen van financiering of financiële steun in verband met de in bijlage II vermelde goederen en technologie, aan natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in de genoemde gebiedsdelen of voor gebruik in de genoemde gebiedsdelen, door:

overheidsinstanties, of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die worden gefinancierd door de Unie of haar lidstaten, op voorwaarde dat die goederen, technologie, diensten en bijstand noodzakelijk zijn voor louter humanitaire doeleinden in de genoemde gebiedsdelen;

organisaties en agentschappen die op basis van een pijleranalyse door de Unie worden beoordeeld en waarmee de Unie een kaderovereenkomst inzake financieel partnerschap heeft ondertekend op basis waarvan die organisaties en agentschappen optreden als humanitaire partners van de Unie, op voorwaarde dat die goederen, technologie, diensten en bijstand noodzakelijk zijn voor louter humanitaire doeleinden in de genoemde gebiedsdelen;

organisaties en agentschappen waaraan de Unie het certificaat van humanitair partnerschap heeft verleend of die door een lidstaat overeenkomstig nationale procedures gecertificeerd of erkend zijn, op voorwaarde dat die goederen, technologie, diensten en bijstand noodzakelijk zijn voor louter humanitaire doeleinden in de genoemde gebiedsdelen, of

gespecialiseerde agentschappen van de lidstaten, op voorwaarde dat die goederen, technologie, diensten en bijstand noodzakelijk zijn voor louter humanitaire doeleinden in de genoemde gebiedsdelen.

2.   In afwijking van artikel 4 kunnen de bevoegde autoriteiten in gevallen die niet onder lid 1 van dit artikel vallen, onder de door hen passend geachte algemene en bijzondere voorwaarden specifieke of algemene toestemmingen verlenen voor:

a)

de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van in bijlage II vermelde goederen of technologie;

b)

het direct of indirect verlenen van technische bijstand of tussenhandeldiensten in verband met in bijlage II vermelde goederen en technologie of in verband met de levering, de vervaardiging, het onderhoud en het gebruik van dergelijke goederen; of

c)

het direct of indirect verlenen van financiering of financiële steun in verband met de in bijlage II vermelde goederen en technologie,

aan natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in de genoemde gebiedsdelen of voor gebruik in de genoemde gebiedsdelen, op voorwaarde die goederen, technologie, diensten en bijstand noodzakelijk zijn voor louter humanitaire doeleinden in de genoemde gebiedsdelen.

3.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie binnen twee weken na het verlenen van de toestemming in kennis van elke uit hoofde van lid 2 verleende toestemming.

4.   Dit artikel doet geen afbreuk aan de naleving van Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad (*1).

Artikel 5 bis

1.   De in artikel 5, lid 1, opgenomen verbodsbepalingen gelden niet voor het verlenen van technische bijstand, tussenhandeldiensten, bouwdiensten of ingenieursdiensten die rechtstreeks verband houden met infrastructuur in de genoemde gebiedsdelen in de in artikel 4, lid 1, bedoelde sectoren, als omschreven op basis van bijlage II, ongeacht de oorsprong van de goederen of technologie, door

a)

overheidsinstanties, of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die worden gefinancierd door de Unie of haar lidstaten, op voorwaarde dat die bijstand en diensten noodzakelijk zijn voor louter humanitaire doeleinden in de genoemde gebiedsdelen;

b)

organisaties en agentschappen die op basis van een pijleranalyse door de Unie worden beoordeeld en waarmee de Unie een kaderovereenkomst inzake financieel partnerschap heeft ondertekend op basis waarvan die organisaties en agentschappen optreden als humanitaire partners van de Unie, op voorwaarde dat die bijstand en diensten noodzakelijk zijn voor louter humanitaire doeleinden in de genoemde gebiedsdelen;

c)

organisaties en agentschappen waaraan de Unie het certificaat van humanitair partnerschap heeft verleend of die door een lidstaat overeenkomstig nationale procedures gecertificeerd of erkend zijn, op voorwaarde dat die bijstand en diensten noodzakelijk zijn voor louter humanitaire doeleinden in de genoemde gebiedsdelen, of

d)

gespecialiseerde agentschappen van de lidstaten, op voorwaarde dat die bijstand en diensten noodzakelijk zijn voor louter humanitaire doeleinden in de genoemde gebiedsdelen.

2.   In afwijking van artikel 5, lid 1, kunnen de bevoegde autoriteiten in gevallen die niet onder lid 1 van dit artikel vallen, onder de door hen passend geachte algemene en specifieke voorwaarden specifieke of algemene toestemmingen verlenen voor het verlenen van technische bijstand, tussenhandeldiensten, bouwdiensten of ingenieursdiensten die rechtstreeks verband houden met infrastructuur in de in artikel 4, lid 1, bedoelde sectoren, als omschreven op basis van bijlage II, ongeacht de oorsprong van de goederen en technologie, op voorwaarde dat die bijstand en diensten noodzakelijk zijn voor louter humanitaire doeleinden in de genoemde gebiedsdelen.

3.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie binnen twee weken na het verlenen van de toestemming in kennis van elke uit hoofde van lid 2 verleende toestemming.

4.   Dit artikel doet geen afbreuk aan de naleving van Verordening (EU) nr. 269/2014.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 april 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

J.-Y. LE DRIAN


(1)  PB L 116 van 13.4.2022.

(2)  Verordening (EU) 2022/263 van de Raad van 23 februari 2022 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de erkenning van de niet onder het gezag van de regering vallende gebieden in de oblasten Donetsk en Loehansk van Oekraïne en het bevel aan de Russische strijdkrachten om die gebieden binnen te trekken (PB L 42 I van 23.2.2022, blz. 77).

(3)  Besluit (GBVB) 2022/266 van de Raad van 23 februari 2022 betreffende beperkende maatregelen in antwoord op de erkenning van de niet onder regeringsgezag vallende gebieden van de oblasten Donetsk en Luhansk van Oekraïne en het sturen van Russische strijdkrachten naar die gebieden (PB L 42 I van 23.2.2022, blz. 109).


BESLUITEN

13.4.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 116/6


BESLUIT (GBVB) 2022/627 VAN DE RAAD

van 13 april 2022

tot wijziging van Besluit 2014/145/GBVB betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 17 maart 2014 Besluit 2014/145/GBVB (1) vastgesteld.

(2)

Op 21 februari 2022 ondertekende de president van de Russische Federatie een decreet waarin de “onafhankelijkheid en soevereiniteit” van de niet onder regeringsgezag vallende gebieden van de oblasten Donetsk en Luhansk van Oekraïne werden erkend en gaf hij de Russische strijdkrachten de opdracht die gebieden binnen te trekken.

(3)

Op 24 februari 2022 kondigde de president van de Russische Federatie een militaire operatie in Oekraïne aan, waarna de Russische strijdkrachten een aanval begonnen op Oekraïne.

(4)

Met zijn illegale militaire acties schendt Rusland op grove wijze de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne, alsook het internationaal recht en de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties.

(5)

Gezien de humanitaire crisis als gevolg van de niet-uitgelokte inval in Oekraïne door de strijdkrachten van de Russische Federatie, is de Raad van oordeel dat, in overeenstemming met het internationaal humanitair recht, principieel humanitair optreden door onpartijdige humanitaire actoren voor de leniging van de humanitaire noden van de Oekraïense burgerbevolking, moet worden voortgezet.

(6)

De Raad is derhalve van oordeel dat bepaalde organisaties en agentschappen die optreden als humanitaire partners van de Unie, vrijgesteld moeten worden van het verbod om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen van op de lijst opgenomen personen, entiteiten en lichamen, voor uitsluitend humanitaire doeleinden in Oekraïne.

(7)

Daarnaast is de Raad van oordeel dat een afwijkingsmechanisme voor uitsluitend humanitaire doeleinden in Oekraïne ingesteld moet worden met betrekking tot de bevriezing van de vermogensbestanddelen van, en met betrekking tot de beperkingen op het beschikbaar stellen van tegoeden en economische middelen voor, op de lijst opgenomen personen, entiteiten en lichamen.

(8)

Besluit 2014/145/GBVB moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Aan artikel 2 van Besluit 2014/145/GBVB worden de volgende leden toegevoegd:

“11.   De verbodsbepaling in lid 2 geldt niet voor organisaties en agentschappen die op basis van een pijleranalyse door de Unie worden beoordeeld en waarmee de Unie een kaderovereenkomst inzake financieel partnerschap heeft ondertekend op basis waarvan die organisaties en agentschappen optreden als humanitaire partners van de Unie, op voorwaarde dat de in lid 2 bedoelde tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor uitsluitend humanitaire doeleinden in Oekraïne.

12.   In gevallen die niet onder lid 11 vallen en in afwijking van de leden 1 en 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat onder de algemene of specifieke voorwaarden die zij passend achten, specifieke of algemene toestemmingen verlenen om bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen vrij te geven of om bepaalde tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, op voorwaarde dat die tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor uitsluitend humanitaire doeleinden in Oekraïne.

Indien de bevoegde autoriteit binnen vijf werkdagen na ontvangst van een verzoek om toestemming geen negatief besluit heeft genomen, geen verzoek om informatie heeft ingediend of niet heeft laten weten dat ze meer tijd nodig heeft, wordt de toestemming geacht te zijn verleend.

De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie binnen twee weken na het verlenen van de toestemming in kennis van elke uit hoofde van dit lid verleende toestemming.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 april 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

J.-Y. LE DRIAN


(1)  Besluit 2014/145/GBVB van de Raad van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PB L 78 van 17.3.2014, blz. 16).


13.4.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 116/8


BESLUIT (GBVB) 2022/628 VAN DE RAAD

van 13 april 2022

tot wijziging van Besluit (GBVB) 2022/266 betreffende beperkende maatregelen in antwoord op de erkenning van de niet onder regeringsgezag vallende gebieden van de oblasten Donetsk en Luhansk van Oekraïne en het sturen van Russische strijdkrachten naar die gebieden

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 23 februari 2022 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2022/266 (1) vastgesteld.

(2)

Op 24 februari 2022 kondigde de president van de Russische Federatie een militaire operatie in Oekraïne aan, waarna de Russische strijdkrachten een aanval begonnen op Oekraïne.

(3)

Met zijn illegale militaire acties schendt Rusland op grove wijze de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne, alsook het internationaal recht en de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties.

(4)

Gezien de humanitaire crisis als gevolg van de niet-uitgelokte inval in Oekraïne door de strijdkrachten van de Russische Federatie, is de Raad van oordeel dat, in overeenstemming met het internationaal humanitair recht, principieel humanitair optreden door onpartijdige humanitaire actoren voor de leniging van de humanitaire noden van de Oekraïense burgerbevolking moet worden voortgezet in Oekraïne, ook in de niet onder regeringsgezag vallende gebieden van de oblasten Donetsk en Luhansk van Oekraïne.

(5)

De Raad is derhalve van oordeel dat bepaalde duidelijk omschreven categorieën van lichamen, personen, entiteiten, organisaties en agentschappen moeten worden vrijgesteld van de beperkingen op de handel in goederen en technologie voor gebruik in bepaalde sectoren, op het verlenen van bepaalde diensten en bijstand in verband met die goederen en technologie, en op het verlenen van diensten in verband met infrastructuur in bepaalde sectoren, indien dat noodzakelijk is voor louter humanitaire doeleinden in de niet onder regeringsgezag vallende gebieden van de oblasten Donetsk en Luhansk van Oekraïne.

(6)

Voorts is de Raad van oordeel dat er voor hetzelfde doel een afwijkingsmechanisme moet worden ingevoerd voor humanitaire activiteiten die niet onder bovengenoemde vrijstelling vallen.

(7)

Besluit (GBVB) 2022/266 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit (GBVB) 2022/266 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 6 worden de volgende leden ingevoegd:

“2 bis.   De in de leden 1 en 2 opgenomen verbodsbepalingen gelden niet voor:

a)

overheidsinstanties, of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die worden gefinancierd door de Unie of haar lidstaten, op voorwaarde dat de in de leden 1 en 2 bedoelde goederen, technologie, diensten en bijstand noodzakelijk zijn voor louter humanitaire doeleinden in de niet onder regeringsgezag vallende gebieden van de oblasten Donetsk en Luhansk van Oekraïne;

b)

organisaties en agentschappen die op basis van een pijleranalyse door de Unie worden beoordeeld en waarmee de Unie een kaderovereenkomst inzake financieel partnerschap heeft ondertekend op basis waarvan die organisaties en agentschappen optreden als humanitaire partners van de Unie, op voorwaarde dat de in de leden 1 en 2 bedoelde goederen, technologie, diensten en bijstand noodzakelijk zijn voor louter humanitaire doeleinden in de niet onder regeringsgezag vallende gebieden van de oblasten Donetsk en Luhansk van Oekraïne;

c)

organisaties en agentschappen waaraan de Unie het certificaat van humanitair partnerschap heeft verleend of die door een lidstaat overeenkomstig nationale procedures gecertificeerd of erkend zijn, op voorwaarde dat de in de leden 1 en 2 bedoelde goederen, technologie, diensten en bijstand noodzakelijk zijn voor louter humanitaire doeleinden in de niet onder regeringsgezag vallende gebieden van de oblasten Donetsk en Luhansk van Oekraïne, of

d)

gespecialiseerde agentschappen van de lidstaten, op voorwaarde dat de in de leden 1 en 2 bedoelde goederen, technologie, diensten en bijstand noodzakelijk zijn voor louter humanitaire doeleinden in de niet onder regeringsgezag vallende gebieden van de oblasten Donetsk en Luhansk van Oekraïne.

2 ter.   In gevallen die niet onder lid 2 bis vallen en in afwijking van de leden 1 en 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat onder de door hen passend geachte algemene en specifieke voorwaarden specifieke of algemene toestemmingen verlenen voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van in lid 1 bedoelde goederen of technologie en voor het verlenen van in lid 2 bedoelde diensten en bijstand, nadat zij hebben vastgesteld dat die goederen, technologie, diensten en bijstand noodzakelijk zijn voor louter humanitaire doeleinden in de niet onder regeringsgezag vallende gebieden van de oblasten Donetsk en Luhansk van Oekraïne.

De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie binnen twee weken na het verlenen van de toestemming in kennis van elke uit hoofde van dit lid verleende toestemming.”.

2)

In artikel 7 worden de volgende leden ingevoegd:

“1 bis.   De in lid 1 opgenomen verbodsbepalingen gelden niet voor:

a)

overheidsinstanties, of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die worden gefinancierd door de Unie of haar lidstaten, op voorwaarde dat de in lid 1 bedoelde bijstand en diensten noodzakelijk zijn voor louter humanitaire doeleinden in de niet onder regeringsgezag vallende gebieden van de oblasten Donetsk en Luhansk van Oekraïne;

b)

organisaties en agentschappen die op basis van een pijleranalyse door de Unie worden beoordeeld en waarmee de Unie een kaderovereenkomst inzake financieel partnerschap heeft ondertekend op basis waarvan die organisaties en agentschappen optreden als humanitaire partners van de Unie, op voorwaarde dat de in lid 1 bedoelde bijstand en diensten noodzakelijk zijn voor louter humanitaire doeleinden in de niet onder regeringsgezag vallende gebieden van de oblasten Donetsk en Luhansk van Oekraïne;

c)

organisaties en agentschappen waaraan de Unie het certificaat van humanitair partnerschap heeft verleend of die door een lidstaat overeenkomstig nationale procedures gecertificeerd of erkend zijn, op voorwaarde dat de in lid 1 bedoelde bijstand en diensten noodzakelijk zijn voor louter humanitaire doeleinden in de niet onder regeringsgezag vallende gebieden van de oblasten Donetsk en Luhansk van Oekraïne, of

d)

gespecialiseerde agentschappen van de lidstaten, op voorwaarde dat de in lid 1 bedoelde bijstand en diensten noodzakelijk zijn voor louter humanitaire doeleinden in de niet onder regeringsgezag vallende gebieden van de oblasten Donetsk en Luhansk van Oekraïne;

1 ter.   In gevallen die niet onder lid 1 bis vallen en in afwijking van lid 1 kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat onder door hen passend geachte algemene en specifieke voorwaarden specifieke of algemene toestemmingen verlenen voor het verstrekken van de in lid 1 bedoelde bijstand en diensten, nadat zij hebben vastgesteld dat die bijstand en diensten noodzakelijk zijn voor louter humanitaire doeleinden in de niet onder regeringsgezag vallende gebieden van de oblasten Donetsk en Luhansk van Oekraïne.

De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie binnen twee weken na het verlenen van de toestemming in kennis van elke uit hoofde van dit lid verleende toestemming.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 april 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

J.-Y. LE DRIAN


(1)  Besluit (GBVB) 2022/266 van de Raad van 23 februari 2022 betreffende beperkende maatregelen in antwoord op de erkenning van de niet onder regeringsgezag vallende gebieden van de oblasten Donetsk en Luhansk van Oekraïne en het sturen van Russische strijdkrachten naar die gebieden (PB L 42 I van 23.2.2022, blz. 109).