ISSN 1977-0758 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 26 |
|
![]() |
||
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
65e jaargang |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
7.2.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 26/1 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/158 VAN DE COMMISSIE
van 4 februari 2022
tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1641 betreffende de invoer van voor menselijke consumptie bestemde levende, gekoelde, ingevroren of verwerkte tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en mariene buikpotigen uit de Verenigde Staten van Amerika
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (1), en met name artikel 129, lid 1,
Gezien Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) (2), en met name artikel 238, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) 2017/625 stelt algemene voorschriften vast voor de uitvoering van officiële controles op de naleving van de voorschriften die zijn gericht op het voorkomen, wegnemen of tot een aanvaardbaar niveau terugbrengen van de risico’s waaraan mensen en dieren hetzij direct, hetzij via het milieu worden blootgesteld. |
(2) |
In Verordening (EU) 2017/625 zijn met name algemene voorwaarden vastgesteld voor de binnenkomst in de Unie van dieren en goederen uit derde landen of regio’s daarvan, met inbegrip van voor menselijke consumptie bestemde levensmiddelen. Bij artikel 129 van Verordening (EU) 2017/625 is aan de Commissie de bevoegdheid verleend om te erkennen dat maatregelen die in een derde land of regio daarvan worden toegepast, gelijkwaardig zijn aan de voorschriften van de in artikel 1, lid 2, van die verordening vastgestelde regels, indien de derde landen in dit verband objectief bewijs leveren. Ook is in dat artikel aan de Commissie de bevoegdheid verleend om de voorwaarden vast te stellen voor de binnenkomst in de Unie van dergelijke dieren en goederen uit die derde landen of regio’s daarvan, met name wat betreft de aard en de inhoud van de officiële certificaten of verklaringen waarvan die producten vergezeld moeten gaan. |
(3) |
Overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1641 van de Commissie (3) zijn de in de staten Massachusetts en Washington van de Verenigde Staten toegepaste maatregelen ter bescherming van de volksgezondheid in verband met de productie en het in de handel brengen van voor menselijke consumptie bestemde levende, gekoelde, ingevroren of verwerkte tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en mariene buikpotigen gelijkwaardig aan de voorschriften van de regels inzake voedselveiligheid als bedoeld in artikel 1, lid 2, punt a), van Verordening (EU) 2017/625. |
(4) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1641 is een model van officieel certificaat vastgesteld voor de invoer uit de Verenigde Staten van Amerika van voor menselijke consumptie bestemde levende, gekoelde, ingevroren of verwerkte tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en mariene buikpotigen. Volgens dat model van officieel certificaat moet een officiële inspecteur certificeren dat de maatregelen die worden toegepast op de productie en het in de handel brengen van die goederen gelijkwaardig zijn aan de voorschriften van de regels inzake voedselveiligheid als bedoeld in artikel 1, lid 2, punt a), van Verordening (EU) 2017/625. |
(5) |
Overeenkomstig de maatregelen die zijn overeengekomen met het departement van de Amerikaanse inspectie van voedings- en geneesmiddelen (Food and Drug Administration) dat verantwoordelijk is voor de uitvoer naar de Unie van voor menselijke consumptie bestemde levende, gekoelde, ingevroren of verwerkte tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en mariene buikpotigen, moet het in Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1641 vastgestelde model van officieel certificaat worden aangepast aan het geëigende formaat voor de uitvoer van die goederen naar de Unie. In het bijzonder moet in het model van officieel certificaat gevraagd worden naar de datum van vertrek van de zendingen. Voorts moet worden gevraagd of de goederen gecertificeerd zijn voor menselijke consumptie of voor de eindverbruiker. |
(6) |
In aanvulling op de volksgezondheidsvoorschriften van het in Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1641 vastgestelde model van officieel certificaat moet gelden dat voor menselijke consumptie bestemde levende tweekleppige weekdieren van in Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van de Commissie (4) vermelde soorten en voor verdere verwerking in de Unie vóór menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong van die weekdieren alleen de Unie mogen binnenkomen als zij vergezeld gaan van een officieel certificaat dat de passende diergezondheidsverklaringen bevat. Om te waarborgen dat wordt voldaan aan diergezondheidsvoorschriften welke garanties bieden die gelijkwaardig zijn aan die van de wetgeving van de Unie, moet het model van officieel certificaat bijgevolg de algemene diergezondheidsvoorschriften voor binnenkomst in de Unie omvatten, zoals vastgesteld in artikel 6, lid 1, punten a) en b), artikel 6, lid 2, artikel 7, lid 1, en artikel 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie (5), alsmede de specifieke diergezondheidsvoorschriften voor binnenkomst in de Unie van die goederen, zoals vastgesteld in artikel 167, punt a), punt c), ii) en iii), en punt d), en artikel 169, leden 1 en 2, van die verordening. |
(7) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1641 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(8) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1641 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 4 februari 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1.
(2) PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1.
(3) Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1641 van de Commissie van 5 november 2020 betreffende de invoer van voor menselijke consumptie bestemde levende, gekoelde, ingevroren of verwerkte tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en mariene buikpotigen uit de Verenigde Staten van Amerika (PB L 370 van 6.11.2020, blz. 4).
(4) Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van de Commissie van 3 december 2018 betreffende de toepassing, op de categorieën in de lijst opgenomen ziekten, van bepaalde regels voor de preventie en bestrijding van ziekten en tot vaststelling van een lijst van soorten en groepen soorten die een aanzienlijk risico vormen in verband met de verspreiding van die ziekten (PB L 308 van 4.12.2018, blz. 21).
(5) Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
BIJLAGE
MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE LEVENDE, GEKOELDE, INGEVROREN OF VERWERKTE TWEEKLEPPIGE WEEKDIEREN, STEKELHUIDIGEN, MANTELDIEREN EN MARIENE BUIKPOTIGEN UIT DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA
Verenigde Staten (US) |
Veterinair certificaat voor de invoer in de EU |
Deel II: Certificering |
|
|
II.b. |
||||||||||||||||||||||
Toelichting In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland. |
|||||||||||||||||||||||||
Deel I:
Deel II:
|
|||||||||||||||||||||||||
[Officiële dierenarts] (5)/[Certificerend functionaris] (5) Naam (in hoofdletters) _______________________________ Hoedanigheid en titel _______________________________ Datum _______________________________ Handtekening _______________________________ Stempel |
(1) Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(2) Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55).
(3) Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van de Commissie van 3 december 2018 betreffende de toepassing, op de categorieën in de lijst opgenomen ziekten, van bepaalde regels voor de preventie en bestrijding van ziekten en tot vaststelling van een lijst van soorten en groepen soorten die een aanzienlijk risico vormen in verband met de verspreiding van die ziekten (PB L 308 van 4.12.2018, blz. 21).
7.2.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 26/7 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/159 VAN DE COMMISSIE
van 4 februari 2022
tot goedkeuring van de werkzame stof met een laag risico Bacillus amyloliquefaciens stam IT-45, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 13, lid 2, in samenhang met artikel 22, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 26 juni 2017 hebben Danstar Ferment AG en Comercial Quimica Masso overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bij Frankrijk een aanvraag voor de goedkeuring van de werkzame stof Bacillus amyloliquefaciens stam IT-45 ingediend. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 9, lid 3, van die verordening heeft Frankrijk, als lidstaat-rapporteur, de aanvragers, de andere lidstaten, de Commissie en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) op 1 december 2017 in kennis gesteld van de ontvankelijkheid van de aanvraag. |
(3) |
Op 15 mei 2019 heeft de lidstaat-rapporteur een ontwerpbeoordelingsverslag ingediend bij de Commissie, met kopie aan de EFSA, waarin werd geconcludeerd dat de werkzame stof Bacillus amyloliquefaciens stam IT-45 naar verwachting aan de goedkeuringscriteria zoals bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 zou voldoen. |
(4) |
Overeenkomstig artikel 12, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 heeft de EFSA de aanvragers een termijn opgelegd voor het verstrekken van aanvullende informatie aan de lidstaten, de Commissie en de EFSA. |
(5) |
Na een intercollegiale toetsing van de risicobeoordeling van het bestrijdingsmiddel heeft de EFSA geconcludeerd dat de werkzame stof Bacillus amyloliquefaciens stam IT-45 naar verwachting aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 zal beantwoorden; de EFSA heeft die conclusie overeenkomstig artikel 12, lid 2, van die verordening meegedeeld aan de aanvragers, de lidstaten en de Commissie. De EFSA heeft haar conclusie openbaar gemaakt (2). |
(6) |
Op 21-22 oktober 2021 heeft de Commissie haar evaluatieverslag over de werkzame stof Bacillus amyloliquefaciens stam IT-45 en een ontwerp van deze verordening betreffende Bacillus amyloliquefaciens stam IT-45 aan het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders voorgelegd. |
(7) |
De aanvragers hebben de mogelijkheid gekregen om opmerkingen over het evaluatieverslag in te dienen. |
(8) |
Voor één representatief gebruiksdoel van minstens één gewasbeschermingsmiddel dat de werkzame stof bevat, dat is onderzocht en in het evaluatieverslag is opgenomen, is vastgesteld dat aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 is voldaan. |
(9) |
Aangezien de Commissie van oordeel is dat Bacillus amyloliquefaciens stam IT-45 een werkzame stof met een laag risico is in de zin van artikel 22 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en aangezien gewasbeschermingsmiddelen die deze stof bevatten naar verwachting slechts een laag risico voor de gezondheid van mens en dier en voor het milieu zullen inhouden, mag die stof voor een periode van ten hoogste 15 jaar worden goedgekeurd. Er zijn voor mens, dier en milieu geen kritische aandachtsgebieden vastgesteld. |
(10) |
Bacillus amyloliquefaciens stam IT-45 is een micro-organisme dat ook voldoet aan de voorwaarden van artikel 22, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1107/2009, in samenhang met punt 5.2 van bijlage II bij die verordening. Daarom moet Bacillus amyloliquefaciens stam IT-45 als stof met een laag risico worden goedgekeurd. |
(11) |
Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 moet Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (3) daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(12) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Goedkeuring van de werkzame stof
De in bijlage I gespecificeerde werkzame stof Bacillus amyloliquefaciens stam IT-45 wordt goedgekeurd.
Artikel 2
Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij de onderhavige verordening.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 4 februari 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1).
(2) Conclusion on the Peer review of the pesticide risk assessment of the active substance Bacillus amyloliquefaciens strain IT-45. EFSA Journal 2021;19(5):6594, https://doi.org/10.2903/j.efsa.2021.6594
(3) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1).
BIJLAGE I
Benaming, identificatienummers |
IUPAC-benaming |
Zuiverheid (1) |
Datum van goedkeuring |
Geldigheidsduur |
Specifieke bepalingen |
Bacillus amyloliquefaciens IT-45 |
n.v.t. |
De nominale concentratie van Bacillus amyloliquefaciens IT-45 in het technische product en de formulering is: minimaal: 2 × 1013 kve/kg, maximaal: 6 × 1014 kve/kg. Geen relevante onzuiverheden |
27 februari 2022 |
27 februari 2037 |
Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het verslag over Bacillus amyloliquefaciens IT-45. |
(1) Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.
BIJLAGE II
Aan deel D van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt de volgende vermelding toegevoegd:
Nr. |
Benaming, identificatienummers |
IUPAC-benaming |
Zuiverheid (1) |
Datum van goedkeuring |
Geldigheidsduur |
Specifieke bepalingen |
“35 |
Bacillus amyloliquefaciens IT-45 |
n.v.t. |
De nominale concentratie van Bacillus amyloliquefaciens IT-45 in het technische product en de formulering is: minimaal: 2 × 1013 kve/kg, maximaal: 6 × 1014 kve/kg. Geen relevante onzuiverheden |
27 februari 2022 |
27 februari 2037 |
Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het verslag over Bacillus amyloliquefaciens IT-45. |
(1) Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.”.
7.2.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 26/11 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/160 VAN DE COMMISSIE
van 4 februari 2022
tot vaststelling van eenvormige minimumfrequenties van bepaalde officiële controles ter verifiëring van de naleving van diergezondheidsvoorschriften van de Unie overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 1082/2003 en (EG) nr. 1505/2006
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (1), en met name artikel 20, lid 3, eerste alinea, punt a),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) 2017/625 bevat algemene regels voor officiële controles die bevoegde autoriteiten op basis van een risicoanalyse en met een passende frequentie verrichten om de naleving van regels op verschillende gebieden, waaronder diergezondheid, te verifiëren. In die verordening zijn ook methoden en technieken vastgesteld voor officiële controles, onder andere inspecties van gebouwen, dieren en goederen waarover exploitanten zeggenschap hebben. |
(2) |
Op grond van Verordening (EU) 2017/625 moeten wat eenvormige minimumfrequenties van officiële controles betreft eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles worden vastgesteld, indien dat noodzakelijk is om de specifieke gevaren en risico’s voor de diergezondheid aan te pakken en de naleving van maatregelen voor de preventie en bestrijding van ziekten te verifiëren. |
(3) |
Voor Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad (2) van toepassing was, bevatten een aantal rechtshandelingen inzake diergezondheid regels betreffende minimumfrequenties voor officiële controles, en met name inspecties. Die rechtshandelingen zijn met ingang van 21 april 2021 bij Verordening (EU) 2016/429 ingetrokken. |
(4) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035 van de Commissie (3) bevat voorschriften voor de erkenning van onder andere broederijen en inrichtingen waar pluimvee wordt gehouden, inrichtingen voor het verzamelen van hoefdieren en pluimvee, verzamelcentra voor honden, katten en fretten, dierenasielen voor honden, katten en fretten, controleposten, van de omgeving geïsoleerde productie-inrichtingen voor hommels, quarantaine-inrichtingen en geconsigneerde inrichtingen voor landdieren. |
(5) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686 van de Commissie (4) bevat voorschriften voor de erkenning van inrichtingen voor levende producten voor runderen, varkens, schapen, geiten en paardachtigen van waaruit levende producten van die dieren naar een andere lidstaat mogen worden verplaatst. |
(6) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/691 van de Commissie (5) bevat voorschriften voor de erkenning van bepaalde aquacultuurinrichtingen en groepen aquacultuurinrichtingen waar waterdieren worden gehouden die een significant risico voor de diergezondheid inhouden. |
(7) |
Het is belangrijk dat de bevoegde autoriteit door middel van regelmatige officiële controles, en met name door middel van inspecties zoals bedoeld in artikel 14, punt b), van Verordening (EU) 2017/625, verifieert dat de dieren en levende producten verder worden gehouden en geproduceerd in overeenstemming met de eenvormige voorwaarden voor de erkenning van inrichtingen, die bedoeld zijn om de risico’s en gevaren die voortvloeien uit de in de lijst in Verordening (EU) 2016/429 opgenomen ziekten en nieuwe ziekten, te beperken. Om de uit die ziekten voortvloeiende eenvormige gevaren en risico’s voor de volks- en de diergezondheid aan te pakken, moeten in deze verordening eenvormige minimumfrequenties voor inspecties in bepaalde erkende inrichtingen worden vastgesteld. |
(8) |
Bij de vaststelling van eenvormige minimumfrequenties voor inspecties in erkende inrichtingen voor levende producten moet er rekening mee worden gehouden dat de winning van sperma van runderen en varkens niet seizoensgebonden is. |
(9) |
Bij de vaststelling van eenvormige minimumfrequenties voor inspecties in bepaalde erkende aquacultuurinrichtingen en erkende groepen aquacultuurinrichtingen moet rekening worden gehouden met de risicoclassificatie van die inrichting of groep inrichtingen overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 van de Commissie (6). |
(10) |
Wat de identificatie en registratie van bepaalde dieren betreft, is in de Verordeningen (EG) nr. 1082/2003 (7) en (EG) nr. 1505/2006 (8) van de Commissie bepaald welke controles elk jaar minimaal moeten worden verricht in inrichtingen waar runderen, schapen en geiten worden gehouden en hoeveel dieren in elke inrichting moeten worden geïnspecteerd. |
(11) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035 bevat ook nadere voorschriften voor de identificatie en registratie van runderen, schapen en geiten om de traceerbaarheid van die dieren te waarborgen. |
(12) |
Runderen, schapen of geiten die niet zijn geïdentificeerd of geregistreerd overeenkomstig de voorschriften van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035, kunnen een rol spelen bij de verspreiding van in de lijst in Verordening (EU) 2016/429 opgenomen ziekten en van nieuwe ziekten. Om die eenvormige gevaren en risico’s voor de volks- en de diergezondheid te beperken, om regelmatig te verifiëren of exploitanten de voorschriften van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035 naleven en om de eenvormige uitvoering van Verordening (EU) 2017/625 te waarborgen, moeten eenvormige minimumfrequenties voor inspecties in het kader van officiële controles van de identificatie en registratie van runderen, schapen en geiten worden vastgesteld. |
(13) |
De Verordeningen (EG) nr. 1082/2003 en (EG) nr. 1505/2006 zijn niet uitdrukkelijk ingetrokken bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035. Omwille van de rechtszekerheid moeten die verordeningen bij deze verordening worden ingetrokken. |
(14) |
Overeenkomstig artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, moeten de in deze verordening vastgestelde regels ook op het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland van toepassing zijn. |
(15) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Onderwerp en toepassingsgebied
In deze verordening worden eenvormige minimumfrequenties vastgesteld voor officiële controles, en met name inspecties, van dieren en levende producten en van de omstandigheden waarin zij worden gehouden of geproduceerd in de volgende inrichtingen:
a) |
erkende inrichtingen voor gehouden landdieren en broedeieren zoals bedoeld in artikel 1, lid 1, punt a), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035; |
b) |
erkende inrichtingen voor levende producten zoals bedoeld in artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686; |
c) |
bepaalde aquacultuurinrichtingen die op grond van artikel 176, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 zijn erkend en groepen aquacultuurinrichtingen die op grond van artikel 177 van die verordening zijn erkend; |
d) |
geregistreerde inrichtingen voor gehouden landdieren zoals bedoeld in artikel 1, lid 1, punt a), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035 waar runderen, schapen of geiten worden gehouden. |
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende in Verordening (EU) 2016/429, Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035, Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686, Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/688 (9) en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/990 (10) vastgestelde definities:
a) |
“inrichting”: zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 27, van Verordening (EU) 2016/429; |
b) |
“broederij”: zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 47, van Verordening (EU) 2016/429; |
c) |
“verzameling”: zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 49, van Verordening (EU) 2016/429; |
d) |
“verzamelcentrum voor honden, katten en fretten”: zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035; |
e) |
“dierenasiel”: zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 8, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035; |
f) |
“controlepost”: zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035; |
g) |
“van de omgeving geïsoleerde productie-inrichting”: zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 10, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035; |
h) |
“erkende quarantaine-inrichting”: zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/688; |
i) |
“geconsigneerde inrichting”: zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 48, van Verordening (EU) 2016/429; |
j) |
“erkende inrichting voor levende producten”: zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686; |
k) |
“erkende aquacultuurinrichting”: zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 10, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/990; |
l) |
“erkende groep aquacultuurinrichtingen”: zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 11, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/990. |
Artikel 3
Eenvormige minimumfrequentie van inspecties in bepaalde erkende inrichtingen
De bevoegde autoriteit van een lidstaat (11) verricht ten minste eenmaal per kalenderjaar officiële controles, en met name inspecties, van dieren en broedeieren en van de omstandigheden waarin die dieren en broedeieren worden gehouden of geproduceerd in de volgende typen inrichtingen op het grondgebied van de lidstaat die door de bevoegde autoriteit zijn erkend:
a) |
broederijen en inrichtingen waar pluimvee wordt gehouden; |
b) |
inrichtingen voor het verzamelen van hoefdieren en pluimvee; |
c) |
verzamelcentra voor honden, katten en fretten; |
d) |
dierenasielen voor honden, katten en fretten; |
e) |
controleposten; |
f) |
van de omgeving geïsoleerde productie-inrichtingen voor hommels; |
g) |
erkende quarantaine-inrichtingen; |
h) |
geconsigneerde inrichtingen. |
Artikel 4
Eenvormige minimumfrequentie van inspecties in erkende inrichtingen voor levende producten
De bevoegde autoriteit van een lidstaat verricht elk kalenderjaar officiële controles, en met name inspecties, van levende producten, met uitzondering van broedeieren, en van de omstandigheden waarin die levende producten worden geproduceerd in de volgende typen inrichtingen op het grondgebied van de lidstaat die door de bevoegde autoriteit zijn erkend:
a) |
ten minste tweemaal per kalenderjaar: spermawinningscentra voor runderen en varkens; |
b) |
ten minste eenmaal per kalenderjaar:
|
Artikel 5
Eenvormige minimumfrequentie van inspecties in bepaalde erkende aquacultuurinrichtingen en in bepaalde erkende groepen aquacultuurinrichtingen
De bevoegde autoriteit van een lidstaat verricht officiële controles, en met name inspecties, van aquacultuurdieren en van de omstandigheden waarin die dieren worden gehouden in bepaalde erkende aquacultuurinrichtingen en erkende groepen aquacultuurinrichtingen op het grondgebied van de lidstaat. Bij die officiële controles wordt als volgt rekening gehouden met de door de bevoegde autoriteit op grond van deel I, hoofdstuk 1, punt 1.2, van bijlage VI bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 bepaalde risicoclassificatie van de erkende aquacultuurinrichting of de erkende groep aquacultuurinrichtingen of met de risicoclassificatie van de inrichtingen in afhankelijke compartimenten zoals bedoeld in artikel 73, lid 3, punt b), van die verordening:
a) |
inrichtingen met een hoog risico worden ten minste eenmaal per kalenderjaar geïnspecteerd; |
b) |
inrichtingen met een middelgroot risico worden ten minste eenmaal per twee kalenderjaren geïnspecteerd; |
c) |
inrichtingen met een laag risico worden ten minste eenmaal per drie kalenderjaren geïnspecteerd. |
Artikel 6
Eenvormige minimumfrequentie van inspecties in inrichtingen waar runderen, schapen en geiten worden gehouden
De bevoegde autoriteit van een lidstaat verricht elk kalenderjaar officiële controles, en met name inspecties, van de identificatie en registratie van runderen, schapen en geiten in ten minste 3 % van de inrichtingen op het grondgebied van de lidstaat waar die dieren worden gehouden.
Artikel 7
Intrekkingen
1. De Verordeningen (EG) nr. 1082/2003 en (EG) nr. 1505/2006 worden ingetrokken.
2. Verwijzingen naar de ingetrokken verordeningen gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in de bijlage.
Artikel 8
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 4 februari 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1.
(2) Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) (PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1).
(3) Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035 van de Commissie van 28 juni 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor inrichtingen waar landdieren worden gehouden en broederijen, alsmede voor de traceerbaarheid van bepaalde gehouden landdieren en broedeieren (PB L 314 van 5.12.2019, blz. 115).
(4) Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/686 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de erkenning van inrichtingen voor levende producten en de traceerbaarheids- en diergezondheidsvoorschriften voor verplaatsingen binnen de Unie van levende producten van bepaalde gehouden landdieren (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 1).
(5) Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/691 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor aquacultuurinrichtingen en vervoerders van waterdieren (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 345).
(6) Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor bewaking, uitroeiingsprogramma’s en de ziektevrije status voor bepaalde in de lijst opgenomen ziekten en nieuwe ziekten (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 211).
(7) Verordening (EG) nr. 1082/2003 van de Commissie van 23 juni 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad inzake de minimaal te verrichten controles overeenkomstig de identificatie- en registratieregeling voor runderen (PB L 156 van 25.6.2003, blz. 9).
(8) Verordening (EG) nr. 1505/2006 van de Commissie van 11 oktober 2006 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad wat betreft de minimaal te verrichten controles in verband met de identificatie en registratie van schapen en geiten (PB L 280 van 12.10.2006, blz. 3).
(9) Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/688 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de diergezondheidsvoorschriften voor verplaatsingen binnen de Unie van landdieren en broedeieren (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 140).
(10) Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/990 van de Commissie van 28 april 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de diergezondheids- en certificeringsvoorschriften voor verplaatsingen binnen de Unie van waterdieren en producten van dierlijke oorsprong van waterdieren (PB L 221 van 10.7.2020, blz. 42).
(11) Voor de toepassing van deze verordening wordt, overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, bij verwijzingen naar de lidstaten ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland bedoeld.
BIJLAGE
Concordantietabellen zoals bedoeld in artikel 7, lid 2
1. Verordening (EG) nr. 1082/2003
Verordening (EG) nr. 1082/2003 |
Deze verordening |
Artikel 1 |
– |
Artikel 2, lid 1 |
Artikel 6 |
Artikel 2, lid 2 |
– |
Artikel 2, lid 3 |
– |
Artikel 2, lid 4 |
– |
Artikel 2, lid 5 |
– |
Artikel 2, lid 6 |
– |
Artikel 3 |
– |
Artikel 4 |
– |
Artikel 5 |
– |
Bijlage I |
– |
2. Verordening (EG) nr. 1505/2006
Verordening (EG) nr. 1505/2006 |
Deze verordening |
Artikel 1 |
– |
Artikel 2 |
– |
Artikel 3 |
– |
Artikel 4 |
– |
Artikel 5, lid 1, eerste alinea |
Artikel 6 |
Artikel 5, lid 1, tweede alinea |
– |
Artikel 5, lid 2, eerste alinea |
– |
Artikel 5, lid 2, tweede alinea |
– |
Artikel 6 |
– |
Artikel 7 |
– |
Bijlage |
– |
BESLUITEN
7.2.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 26/17 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2022/161 VAN DE COMMISSIE
van 3 februari 2022
tot beëindiging van de onderzoeksprocedure betreffende belemmeringen voor het handelsverkeer in de zin van Verordening (EU) 2015/1843 die door de Verenigde Mexicaanse Staten zijn ingesteld in de vorm van maatregelen die gevolgen hebben voor de invoer van “Tequila”
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2015/1843 van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 2015 tot vaststelling van procedures van de Unie op het gebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek met het oog op de handhaving van de rechten die de Unie ontleent aan internationale regelingen voor het handelsverkeer, in het bijzonder die welke onder auspiciën van de Wereldhandelsorganisatie werden vastgesteld (1), en met name artikel 5, lid 2, en artikel 12, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
1. PROCEDURE
(1) |
Op 23 juli 2020 heeft de Europese Commissie door middel van de bekendmaking van een bericht van inleiding in het Publicatieblad van de Europese Unie een onderzoeksprocedure ingeleid betreffende belemmeringen voor het handelsverkeer die door de Verenigde Mexicaanse Staten zijn ingesteld in de vorm van de weigering om uitvoercertificaten voor “Tequila” af te geven (2). |
(2) |
Het onderzoek werd geopend naar aanleiding van een klacht die was ingediend door de Brewers of Europe Association namens de bedrijfstak van de Unie. Het bij de klacht gevoegde bewijsmateriaal inzake beperking van de handel en de als gevolg daarvan geleden schade werd voldoende geacht om het onderzoek te openen. |
(3) |
Op 16 april 2021 hebben de diensten van de Commissie het bij artikel 7, lid 1, van Verordening (EU) 2015/1843 ingestelde comité in kennis gesteld van de resultaten van de onderzoeksprocedure. In het desbetreffende verslag werd geconcludeerd dat de EU er weliswaar geen onmiddellijk belang bij had om de kwestie aan geschillenbeslechting te onderwerpen, maar dat de procedure open moest blijven staan en de verdere ontwikkelingen in de Verenigde Mexicaanse Staten in het oog moesten worden gehouden. |
2. INTREKKING VAN DE KLACHT EN BEËINDIGING VAN DE PROCEDURE
(4) |
Op 6 oktober 2021 heeft de Brewers of Europe Association de Commissie meegedeeld dat zij de klacht wenst in te trekken. |
(5) |
Overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EU) 2015/1843 kan de procedure worden beëindigd wanneer de klacht wordt ingetrokken, tenzij beëindiging niet in het belang van de Unie is. Overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EU) 2015/1843 wordt de procedure beëindigd wanneer het belang van de Unie geen maatregelen vereist. |
(6) |
Uit het onderzoek zijn geen aanwijzingen naar voren gekomen dat beëindiging van de procedure niet in het belang van de Unie zou zijn. In het bijzonder is de uitvoer van “Tequila” naar de getroffen Europese brouwerij hervat en heeft de betrokken maatregel geen systemisch effect op andere ondernemingen in de EU. |
(7) |
De Commissie heeft derhalve geconcludeerd dat de onderzoeksprocedure betreffende belemmeringen voor het handelsverkeer die door de Verenigde Mexicaanse Staten zijn ingesteld in de vorm van de weigering om uitvoercertificaten voor de gedistilleerde drank “Tequila” af te geven, moet worden beëindigd. |
(8) |
Het besluit is in overeenstemming met het advies van het bij artikel 7, lid 1, van Verordening (EU) 2015/1843 ingestelde comité, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De onderzoeksprocedure met betrekking tot de weigering van de Verenigde Mexicaanse Staten om uitvoercertificaten voor de gedistilleerde drank “Tequila” af te geven, wordt beëindigd.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 3 februari 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
7.2.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 26/19 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2022/162 VAN DE COMMISSIE
van 4 februari 2022
tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Richtlijn (EU) 2019/904 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de berekening, verificatie en rapportage van de consumptievermindering van bepaalde kunststofproducten voor eenmalig gebruik en van de daartoe door de lidstaten getroffen maatregelen
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn (EU) 2019/904 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de vermindering van de effecten van bepaalde kunststofproducten op het milieu (1), en met name artikel 4, lid 2, en artikel 13, lid 4, eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De lidstaten zijn bij Richtlijn (EU) 2019/904 verplicht de maatregelen te treffen die nodig zijn om tot een ambitieuze en aanhoudende consumptievermindering te komen van de in deel A van de bijlage bij die richtlijn opgenomen kunststofproducten voor eenmalig gebruik. De Commissie moet de methode voor de berekening en de verificatie van die consumptievermindering vaststellen. |
(2) |
De lidstaten zijn krachtens Richtlijn (EU) 2019/904 eveneens verplicht gegevens over de kunststofproducten voor eenmalig gebruik die elk jaar in de handel zijn gebracht en informatie over de getroffen maatregelen om de consumptie van dergelijke producten te verminderen, met inbegrip van een kwaliteitscontroleverslag, bij de Commissie in te dienen. De Commissie moet het formaat van die rapportage vaststellen. |
(3) |
De lidstaten hebben overeenkomstig Richtlijn (EU) 2019/904 een ruime beoordelingsmarge om te beslissen welke maatregelen zij nemen om tot een ambitieuze en aanhoudende consumptievermindering van kunststofproducten voor eenmalig gebruik te komen. Die maatregelen kunnen verschillen afhankelijk van de effecten op het milieu van die kunststofproducten voor eenmalig gebruik gedurende hun levenscyclus, ook wanneer ze als zwerfafval eindigen, en moeten evenredig en niet-discriminerend zijn. |
(4) |
Het meten van de consumptievermindering op basis van het gewicht van de hoeveelheid kunststof in kunststofproducten voor eenmalig gebruik die in de handel worden gebracht, is een passende meetmethode, aangezien daarmee de milieueffecten van dergelijke producten als gevolg van milieuverontreiniging door kunststof zwerfvuil worden weergegeven. Met deze meetmethode wordt ook rekening gehouden met de meetmethoden en rapportageformaten voor verpakkingen en verpakkingsafval van Beschikking 2005/270/EG van de Commissie (2), die op gewicht en materiaalfractie zijn gebaseerd. |
(5) |
Ook het meten van de consumptievermindering op basis van het aantal kunststofproducten voor eenmalig gebruik dat in de handel is gebracht, is een passende methode om op productniveau het effect van consumptievermindering op afvalpreventie en dus op de mogelijke vermindering van de kunststofverontreiniging in het milieu te meten. |
(6) |
Gezien de ruime beoordelingsmarge waarover de lidstaten overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn (EU) 2019/904 beschikken, moeten de lidstaten de keus krijgen of zij de consumptievermindering berekenen op basis van het totale gewicht van de hoeveelheid kunststof van de in de handel gebrachte kunststofproducten voor eenmalig gebruik of op basis van het aantal van dergelijke producten. Aangezien beide methoden gegevens opleveren die geschikt zijn om de consumptietrends, de gevolgen van de getroffen maatregelen voor afvalpreventie en de vervanging van kunststofproducten voor eenmalig gebruik door herbruikbare of kunststofvrije alternatieven te monitoren, moeten de lidstaten uit de twee methoden de methode kunnen kiezen die verenigbaar is met hun beleid voor consumptievermindering en met hun daartoe uit hoofde van artikel 4 van Richtlijn (EU) 2019/904 getroffen maatregelen. |
(7) |
Indien het aantal in een bepaalde lidstaat in de handel gebrachte kunststofproducten voor eenmalig gebruik of het gewicht daarvan vanwege aanzienlijke verplaatsingen binnen de Unie van kunststofproducten voor eenmalig gebruik op groothandelsniveau niet representatief is voor de consumptie van kunststofproducten voor eenmalig gebruik in die lidstaat, moet die lidstaat de mogelijkheid hebben het gewicht of het aantal aan te passen om rekening te houden met dergelijke verplaatsingen. |
(8) |
Als een lidstaat ervoor kiest de op gewicht gebaseerde methode te gebruiken, moet deze ook gegevens rapporteren over het totale gewicht van in de handel gebrachte producten voor eenmalig gebruik die gedeeltelijk uit kunststof bestaan, aangezien dergelijke informatie bijdraagt tot de vergelijkbaarheid van de gegevens en het mogelijk maakt een breder overzicht van het effect van de consumptievermindering uit hoofde van Richtlijn (EU) 2019/904 te verkrijgen. |
(9) |
Opdat de Commissie een beter overzicht krijgt van de door de lidstaten getroffen maatregelen om overeenkomstig Richtlijn (EU) 2019/904 tot een consumptievermindering van kunststofproducten voor eenmalig gebruik te komen, moet het rapportageformaat een indicatieve lijst van verschillende categorieën van dergelijke maatregelen bevatten. De lidstaten moeten alle genomen maatregelen echter rapporteren, ook als die niet expliciet in de indicatieve lijst zijn vermeld. |
(10) |
Om de nauwkeurigheid en verificatie van de gegevens te waarborgen, moet er met het rapportageformaat voor worden gezorgd dat alle parameters die relevant zijn voor de berekening en verificatie van de consumptie van kunststofproducten voor eenmalig gebruik en voor de rapportage van de getroffen maatregelen om de consumptievermindering te verwezenlijken worden geïdentificeerd, en dat de toe te passen methode voor de berekening en verificatie van de consumptievermindering wordt vastgesteld. |
(11) |
De in artikel 4, lid 2, van Richtlijn (EU) 2019/904 bedoelde methode voor de berekening en verificatie van de consumptievermindering van kunststofproducten voor eenmalig gebruik, de formaten voor de rapportage van gegevens over in de handel gebrachte kunststofproducten voor eenmalig gebruik en de in artikel 13, lid 4, van die richtlijn bedoelde informatie over door de lidstaten getroffen maatregelen, hangen inhoudelijk nauw met elkaar samen. Het is derhalve passend deze handeling op basis van beide bepalingen vast te stellen om te zorgen voor samenhang tussen de regels inzake de berekening, verificatie en rapportage van de consumptievermindering van kunststofproducten voor eenmalig gebruik en om de toegang tot die regels te vergemakkelijken. |
(12) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 39 van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) ingestelde comité, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Methode voor de berekening van de consumptievermindering van kunststofproducten voor eenmalig gebruik
1. De lidstaten berekenen de consumptievermindering van kunststofproducten voor eenmalig gebruik op basis van een van de volgende parameters:
a) |
het totale gewicht van de hoeveelheid kunststof in de kunststofproducten voor eenmalig gebruik die in een kalenderjaar in een lidstaat in de handel zijn gebracht; |
b) |
het aantal kunststofproducten voor eenmalig gebruik dat in een kalenderjaar in een lidstaat in de handel is gebracht. |
2. De lidstaten berekenen de consumptievermindering van kunststofproducten voor eenmalig gebruik die in een lidstaat in een kalenderjaar in de handel zijn gebracht overeenkomstig de formules in bijlage I.
3. Indien er sprake is van een aanzienlijke uit- of invoer, of van andere verplaatsingen binnen de Unie, van kunststofproducten voor eenmalig gebruik voordat deze aan de uiteindelijke consument of gebruiker worden aangeboden, kunnen de lidstaten het gewicht of het aantal van in de handel gebrachte kunststofproducten voor eenmalig gebruik, zoals bedoeld in lid 1, aanpassen om rekening te houden met dergelijke verplaatsingen.
Artikel 2
Rapportage van gegevens
1. De lidstaten rapporteren de in artikel 13, lid 1, punt a), van Richtlijn (EU) 2019/904 bedoelde gegevens over in de handel gebrachte kunststofproducten voor eenmalig gebruik, zoals berekend overeenkomstig artikel 1 van dit besluit, in het in bijlage II bij dit besluit vastgestelde formaat.
2. De lidstaten rapporteren de in artikel 13, lid 1, punt b), van Richtlijn (EU) 2019/904 bedoelde informatie over maatregelen ter vermindering van de consumptie in het in bijlage III bij dit besluit vastgestelde formaat.
3. De lidstaten rapporteren het kwaliteitscontroleverslag met betrekking tot de in dit artikel bedoelde gegevens en informatie in het in bijlage IV vastgestelde formaat.
4. De Commissie maakt de door de lidstaten verschafte gegevens bekend, tenzij een lidstaat met betrekking tot de informatie in het kwaliteitscontroleverslag een gemotiveerd verzoek om niet-bekendmaking van bepaalde gegevens indient.
5. De lidstaten gebruiken, voor zover mogelijk, elektronische registers om gegevens te verzamelen en bij de Commissie te rapporteren.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 4 februari 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 155 van 12.6.2019, blz. 1.
(2) Beschikking 2005/270/EG van de Commissie van 22 maart 2005 tot vaststelling van de tabellen voor het databanksysteem overeenkomstig Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende verpakking en verpakkingsafval (PB L 86 van 5.4.2005, blz. 6), zoals gewijzigd bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/665 van de Commissie van 17 april 2019 (PB L 112 van 26.4.2019, blz. 26).
(3) Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3).
BIJLAGE I
Formules voor de berekening van de consumptievermindering van kunststofproducten voor eenmalig gebruik
Voor kunststof drinkbekers voor eenmalig gebruik, met inbegrip van de deksels daarvan, als bedoeld in deel A, punt 1, van de bijlage bij Richtlijn (EU) 2019/904 (“drinkbekers”):
Voor kunststof voedselverpakkingen voor eenmalig gebruik, als bedoeld in deel A, punt 2, van de bijlage bij Richtlijn (EU) 2019/904 (“voedselverpakkingen”):
waarbij:
CfB = drinkbekers (“cups for beverages”);
FC = voedselverpakkingen (“food containers”);
ConRed = consumptievermindering (“consumption reduction”) in een lidstaat per kalenderjaar;
PoMCfB =
a) |
indien de in artikel 1, lid 1, punt a), bedoelde methode voor de berekening van de consumptievermindering is toegepast: het totale gewicht aan kunststof (in ton) in drinkbekers die in een lidstaat in een bepaald kalenderjaar in de handel zijn gebracht, in voorkomend geval aangepast overeenkomstig artikel 1, lid 3, of |
b) |
indien de in artikel 1, lid 1, punt b), bedoelde methode voor de berekening van de consumptievermindering is toegepast: het totale aantal kunststof drinkbekers voor eenmalig gebruik die in een lidstaat in een bepaald kalenderjaar in de handel zijn gebracht, in voorkomend geval aangepast overeenkomstig artikel 1, lid 3; |
PoMFC =
i) |
indien de in artikel 1, lid 1, punt a), bedoelde methode voor de berekening van de consumptievermindering is toegepast: het totale gewicht aan kunststof (in ton) in voedselverpakkingen die in een lidstaat in een bepaald kalenderjaar in de handel zijn gebracht, in voorkomend geval aangepast overeenkomstig artikel 1, lid 3, of |
ii) |
indien de in artikel 1, lid 1, punt b), bedoelde methode voor de berekening van de consumptievermindering is toegepast: het totale aantal voedselverpakkingen die in een lidstaat in een bepaald kalenderjaar in de handel zijn gebracht, in voorkomend geval aangepast overeenkomstig artikel 1, lid 3; |
t2022 = het referentiejaar, te weten het kalenderjaar 2022;
t = het referentiejaar (het jaar waarvoor de gegevens worden verzameld en gerapporteerd).
BIJLAGE II
Formaat voor de rapportage van gegevens over in de handel gebrachte kunststofproducten voor eenmalig gebruik
|
Gewicht van de hoeveelheid kunststof (1) (ton) |
Totaal gewicht (2) (ton) |
Producten (3) (duizend stuks) |
Kunststof drinkbekers voor eenmalig gebruik, met inbegrip van de deksels daarvan, als bedoeld in deel A, punt 1, van de bijlage bij Richtlijn (EU) 2019/904, die volledig uit kunststof bestaan |
|
|
|
Kunststof voedselverpakkingen voor eenmalig gebruik, als bedoeld in deel A, punt 2, van de bijlage bij Richtlijn (EU) 2019/904, die volledig uit kunststof bestaan |
|
|
|
Kunststof drinkbekers voor eenmalig gebruik, met inbegrip van de deksels daarvan, als bedoeld in deel A, punt 1, van de bijlage bij Richtlijn (EU) 2019/904, die gedeeltelijk uit kunststof bestaan |
|
|
|
Kunststof voedselverpakkingen voor eenmalig gebruik, als bedoeld in deel A, punt 2, van de bijlage bij Richtlijn (EU) 2019/904, die gedeeltelijk uit kunststof bestaan |
|
|
|
(1) De gegevens moeten worden verstrekt als een lidstaat de in artikel 1, lid 1, punt a), bedoelde methode gebruikt en kan overeenkomstig artikel 1, lid 3, worden aangepast. Het indienen van de gegevens is vrijwillig als een lidstaat de in artikel 1, lid 1, punt b), bedoelde methode gebruikt.
(2) De gegevens moeten worden verstrekt als een lidstaat de in artikel 1, lid 1, punt a), bedoelde methode gebruikt en kan overeenkomstig artikel 1, lid 3, worden aangepast. Het indienen van de gegevens is vrijwillig als een lidstaat de in artikel 1, lid 1, punt b), bedoelde methode gebruikt.
(3) De gegevens moeten worden verstrekt als een lidstaat de in artikel 1, lid 1, punt b), bedoelde methode gebruikt en kan overeenkomstig artikel 1, lid 3, worden aangepast. Het indienen van de gegevens is vrijwillig als een lidstaat de in artikel 1, lid 1, punt a), bedoelde methode gebruikt.
BIJLAGE III
Formaat voor de rapportage van informatie over maatregelen ter vermindering van de consumptie
1. Maatregelen om tot een consumptievermindering van kunststof drinkbekers voor eenmalig gebruik, met inbegrip van de deksels daarvan, als bedoeld in deel A, punt 1, van de bijlage bij Richtlijn (EU) 2019/904 te komen
Maatregelen ter vermindering van de consumptie |
Specificatie van de maatregel (subcategorieën) |
Kwantitatieve/kwalitatieve beschrijving van de maatregel |
Inwerkingtreding van de maatregel |
Juridische aard van de maatregel (vrijwillig/verplicht) |
Toepassingsgebied van de maatregel (lokaal, regionaal, nationaal, anders) |
Doelgroep van de maatregel (producenten, importeurs, verkopers, consumenten) |
||||||||||||
Kwantitatieve doelstellingen |
|
|
|
|
|
|
||||||||||||
Bevordering van duurzame alternatieven voor kunststof drinkbekers voor eenmalig gebruik (met inbegrip van herbruikbare kunststof drinkbekers) |
|
|
|
|
|
|
||||||||||||
Economische instrumenten |
|
|
|
|
|
|
||||||||||||
Markt- en gebruiksbeperkingen |
|
|
|
|
|
|
||||||||||||
Overeenkomsten tussen bevoegde autoriteiten en economische sectoren uit hoofde van artikel 17, lid 3, van Richtlijn (EU) 2019/904 |
|
|
|
|
|
Desbetreffende sector en aantal ondertekenende actoren van de overeenkomsten |
||||||||||||
Bewustmakingsmaatregelen [gericht op kunststof drinkbekers voor eenmalig gebruik] |
|
|
|
|
|
|
||||||||||||
Andere maatregelen |
Gelieve te specificeren |
|
|
|
|
|
Voeg zo nodig rijen toe.
|
2. Maatregelen om tot een consumptievermindering van kunststof voedselverpakkingen voor eenmalig gebruik als bedoeld in deel A, punt 2, van de bijlage bij Richtlijn (EU) 2019/904 te komen
Maatregel ter vermindering van de consumptie |
Specificatie van de maatregel (subcategorieën) |
Kwantitatieve/kwalitatieve beschrijving van de maatregel |
Inwerkingtreding van de maatregel |
Juridische aard van de maatregel (vrijwillig/verplicht) |
Toepassingsgebied van de maatregel (lokaal, regionaal, nationaal, anders) |
Doelgroep van de maatregel (producenten, importeurs, verkopers, consumenten) |
||||||||||
Kwantitatieve doelstelling |
|
|
|
|
|
|
||||||||||
Bevordering van duurzame alternatieven voor kunststof voedselverpakkingen voor eenmalig gebruik (met inbegrip van herbruikbare kunststof) |
|
|
|
|
|
|
||||||||||
Economische instrumenten |
|
|
|
|
|
|
||||||||||
Markt- en gebruiksbeperkingen |
|
|
|
|
|
|
||||||||||
Overeenkomsten tussen bevoegde autoriteiten en economische sectoren uit hoofde van artikel 17, lid 3, van Richtlijn (EU) 2019/904 |
|
|
|
|
|
Desbetreffende sector en aantal ondertekenende actoren van de overeenkomsten |
||||||||||
Bewustmakingsmaatregelen [gericht op kunststof voedselverpakkingen voor eenmalig gebruik] |
|
|
|
|
|
|
||||||||||
Andere maatregelen |
Gelieve te specificeren |
|
|
|
|
|
Voeg zo nodig rijen toe.
|
BIJLAGE IV
Formaat voor het kwaliteitscontroleverslag
1. Algemene informatie
1.1. |
Lidstaat: |
1.2. |
Organisatie die de gegevens en de beschrijving indient: |
1.3. |
Contactpersoon/contactgegevens: |
1.4. |
Referentiejaar: |
1.5. |
Datum van indiening/versie: |
1.6. |
Link naar de bekendmaking van gegevens door de lidstaat (indien van toepassing): |
2. Beschrijving van de partijen die bij de gegevensverzameling betrokken zijn
Naam van de instelling |
Beschrijving van de belangrijkste verantwoordelijkheden |
|
|
Voeg zo nodig rijen toe. |
3. Beschrijving van de gebruikte methoden
a. Gegevensbronnen voor berekeningsgegevens over kunststof drinkbekers voor eenmalig gebruik, met inbegrip van de deksels daarvan, als bedoeld in deel A, punt 1, van de bijlage bij Richtlijn (EU) 2019/904, die in een lidstaat in de handel worden gebracht
Gegevensbronnen |
Gegevensbron gebruikt? (ja/nee) |
Beschrijving van de gebruikte methoden |
Aandeel in alle gegevens |
Gegevens van statiegeldregelingen |
|
|
|
Gegevens van regelingen inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid Gegevens van producenten of van organisaties die de verplichtingen inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid namens die producenten uitvoeren |
|
|
|
Gegevens van centrale registers over in de handel gebrachte kunststof drinkbekers voor eenmalig gebruik |
|
|
|
Gegevens van gemeenten |
|
|
|
Enquêtes |
|
|
|
Elektronisch register |
|
|
|
Administratieve verslaglegging |
|
|
|
Productiestatistieken — nationale codes |
|
|
|
Belastingstatistieken |
|
|
|
Statistieken van de industrie |
|
|
|
Andere bronnen (nader toelichten) |
|
|
|
b. Gegevensbronnen voor berekeningsgegevens over kunststof voedselverpakkingen voor eenmalig gebruik als bedoeld in deel A, punt 2, van de bijlage bij Richtlijn (EU) 2019/904, die in een lidstaat in de handel worden gebracht
Gegevensbronnen |
Gegevensbron gebruikt? (ja/nee) |
Beschrijving van de gebruikte methoden |
Aandeel in alle gegevens |
Gegevens van statiegeldregelingen |
|
|
|
Gegevens van regelingen inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid Gegevens van producenten of van organisaties die de verplichtingen inzake uitgebreide producentenverantwoordelijkheid namens die producenten uitvoeren |
|
|
|
Gegevens van centrale registers over in de handel gebrachte kunststof voedselverpakkingen voor eenmalig gebruik |
|
|
|
Gegevens van gemeenten |
|
|
|
Enquêtes |
|
|
|
Analysen van de samenstelling |
|
|
|
Elektronisch register |
|
|
|
Administratieve verslaglegging |
|
|
|
Productiestatistieken — nationale codes |
|
|
|
Belastingstatistieken |
|
|
|
Statistieken van de industrie |
|
|
|
Andere bronnen (nader toelichten) |
|
|
|
c. Indien de gegevens op basis van gewicht worden gerapporteerd met de methodologie als bedoeld in artikel 1, lid 1, punt a), en indien de gegevensverzameling niet de hele markt bestrijkt: gelieve te vermelden of een schatting is gemaakt van het totale gewicht van kunststofproducten voor eenmalig gebruik die in een lidstaat in de handel zijn gebracht en van het gewicht van het kunststof daarin. Indien dat het geval is: gelieve het toegevoegde gewicht van kunststoffen als percentage van het totale gerapporteerde gewicht te vermelden
In overweging genomen specifieke kwesties |
Beschrijving van de gebruikte methoden voor het maken van de schattingen (5) |
% |
|
Freeriders (1) |
|
|
|
Particuliere verplaatsingen binnen de Unie, invoer/uitvoer (2) |
|
|
|
Onlineverkoop (3) |
|
|
|
De-minimisregels (4) |
|
|
|
Andere (specificeren) |
|
|
|
d. Indien de gegevens op basis van het aantal producten worden gerapporteerd met de methodologie als bedoeld in artikel 1, lid 1, punt b), en indien de gegevensverzameling niet de hele markt bestrijkt: gelieve te vermelden of een schatting is gemaakt van het aantal kunststofproducten voor eenmalig gebruik die in een lidstaat in de handel zijn gebracht. Indien dat het geval is: gelieve het aantal producten als percentage van het totale gerapporteerde aantal te vermelden
In overweging genomen specifieke kwesties |
Beschrijving van de gebruikte methoden voor het maken van de schattingen (5) |
% |
Freeriders (5) |
|
|
Particuliere verplaatsingen binnen de EU, invoer/uitvoer (6) |
|
|
Onlineverkoop (7) |
|
|
De-minimisregels (8) |
|
|
Andere (specificeren) |
|
|
4. Gegevensverificatie- en controlesysteem
a. Verificatie van gegevens over kunststofproducten voor eenmalig gebruik die in een lidstaat in de handel worden gebracht
Verificatie- en controleprocedures |
Toegepast voor alle relevante gegevens over |
Aanvullende opmerkingen, indien van toepassing |
|
Kunststof drinkbekers voor eenmalig gebruik, met inbegrip van de deksels daarvan, als bedoeld in deel A, punt 1, van de bijlage bij Richtlijn (EU) 2019/904, in de handel gebracht? (ja/nee) |
Kunststof voedselverpakkingen voor eenmalig gebruik, als bedoeld in deel A, punt 2, van de bijlage bij Richtlijn (EU) 2019/904, in de handel gebracht? (ja/nee) |
||
Controles van de volledigheid van de gegevens |
|
|
|
Kruiscontroles |
|
|
|
Tijdreekscontroles |
|
|
|
Auditcontroles |
|
|
|
Andere (specificeren) |
|
|
|
b. Beschrijving van de belangrijkste factoren die van invloed zijn op de nauwkeurigheid van de gegevens over kunststofproducten voor eenmalig gebruik die in een lidstaat in de handel worden gebracht
Factoren die van invloed kunnen zijn op de betrouwbaarheid [nauwkeurigheid] van gegevens |
Factoren die relevant zijn voor gegevens over |
Beschrijving van de wijze waarop de nauwkeurigheid van de gegevens wordt beïnvloed en van de methoden die zijn toegepast om die impact tot een minimum te beperken |
|
Kunststof drinkbekers voor eenmalig gebruik, met inbegrip van de deksels daarvan, als bedoeld in deel A, punt 1, van de bijlage bij Richtlijn (EU) 2019/904, in de handel gebracht? (ja/nee) |
Kunststof voedselverpakkingen voor eenmalig gebruik, als bedoeld in deel A, punt 2, van de bijlage bij Richtlijn (EU) 2019/904, in de handel gebracht? (ja/nee) |
||
Steekproeffouten (9) (bv. variatiecoëfficiënten) |
|
|
|
Dekkingsfouten (10) (bv. de-minimisregels, regionale dekking) |
|
|
|
Meetfouten (11) |
|
|
|
Testinstrumenten voor gegevensverzameling (12) (bv. enquêtes) |
|
|
|
Verwerkingsfouten (13) |
|
|
|
Fouten door niet-respons (14) |
|
|
|
Fouten als gevolg van modellering (15) |
|
|
|
Andere (gelieve te specificeren) |
|
|
|
|
c. Toelichting over de reikwijdte en het nut van enquêtes om gegevens over kunststofproducten voor eenmalig gebruik die in een lidstaat in de handel worden gebracht te verzamelen
Voeg zo nodig rijen toe. |
d. Verschillen met de voor de voorgaande jaren gerapporteerde gegevens
Belangrijke methodologische verschillen, in voorkomend geval, tussen de manier waarop gegevens voor het huidige referentiejaar en voor de voorgaande referentiejaren zijn berekend (gelieve met name herzieningen met terugwerkende kracht en de aard daarvan te vermelden, alsook of onderbrekingen voor een bepaald jaar moeten worden aangegeven).
Voeg zo nodig rijen toe. |
e. Indien het totale gewicht van kunststofproducten voor eenmalig gebruik die in een lidstaat in de handel zijn gebracht en van het gewicht van het kunststof daarin, of het aantal van dergelijke producten dat in een lidstaat in de handel is gebracht, met meer dan 10 % is toegenomen ten opzichte van het vorige gerapporteerde jaar: de redenen voor die verschillen
In de handel gebrachte kunststofproducten voor eenmalig gebruik |
Variatie (%) |
Voornaamste reden voor variatie |
|
|
|
Voeg zo nodig rijen toe.
5. Vertrouwelijkheid
Motivering van het niet-bekendmaken van dit kwaliteitscontroleverslag overeenkomstig artikel 2, lid 4, en lijst van de delen waarvan wordt verzocht deze niet bekend te maken.
Voeg zo nodig rijen toe. |
6. Belangrijkste nationale websites, referentiedocumenten en publicaties
Gelieve de naam en URL van de belangrijkste websites, referentiedocumenten en publicaties met betrekking tot deze gegevensverzameling te verstrekken.
|
Voeg zo nodig rijen toe.
(1) Met “freerider” wordt een producent of distributeur bedoeld die kunststofproducten voor eenmalig gebruik in de handel brengt, maar zijn verantwoordelijkheden op het gebied van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid niet zelf of in samenwerking met andere producenten vervult.
(2) Verplaatsingen binnen de Unie en invoer/uitvoer van producten nadat deze aan de eindgebruikers zijn verkocht.
(3) De gegevens over het in de handel brengen moeten ook betrekking hebben op verkoop via communicatie op afstand.
(4) De-minimisregels voor rapportage over in de handel gebrachte kunststofproducten voor eenmalig gebruik.
(5) Met “freerider” wordt een producent of distributeur bedoeld die kunststofproducten voor eenmalig gebruik in de handel brengt, maar zijn verantwoordelijkheden op het gebied van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid niet zelf of in samenwerking met andere producenten vervult.
(6) Verplaatsingen binnen de Unie en invoer/uitvoer van producten nadat deze aan de eindgebruikers zijn verkocht.
(7) De gegevens over het in de handel brengen moeten ook betrekking hebben op verkoop via communicatie op afstand.
(8) De-minimisregels voor rapportage over in de handel gebrachte kunststofproducten voor eenmalig gebruik.
(9) Beschrijf de geschatte variatiecoëfficiënten en de methoden die zijn toegepast voor de raming van de variantie.
(10) Beschrijf het type en de omvang van de dekkingsfouten.
(11) Beschrijf de instrumenten om potentiële risico’s te verminderen en fouten te voorkomen.
(12) Beschrijf de instrumenten en methoden die zijn toegepast om de kwaliteit veilig te stellen en te zorgen voor relevante instrumenten voor gegevensverzameling.
(13) Beschrijf de verwerkingsstappen tussen het verzamelen van gegevens en het produceren van statistieken en geef een overzicht van de vastgestelde verwerkingsfouten en de omvang daarvan.
(14) Beschrijf de non-responspercentages voor de belangrijkste variabelen en de verrekeningsmethoden (indien van toepassing).
(15) Beschrijf het type en de omvang van de fouten als gevolg van modellering.