ISSN 1977-0758 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 235 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
64e jaargang |
Inhoud |
|
II Niet-wetgevingshandelingen |
Bladzijde |
|
|
INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN |
|
|
* |
||
|
* |
||
|
|
BESLUITEN |
|
|
* |
||
|
* |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1084 van de Commissie van 30 juni 2021 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 betreffende bepaalde noodmaatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2021) 4947) ( 1 ) |
|
|
|
AANBEVELINGEN |
|
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN
2.7.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 235/1 |
BESLUIT nr. 3 VAN HET HANDELSCOMITÉ EU-KOREA
van 29 april 2021
met betrekking tot de wijziging van de aanhangsels 2-C-2 en 2-C-3 van bijlage 2-C bij de Vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Korea
[2021/1082]
HET HANDELSCOMITÉ,
Gezien de Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie (“EU”) en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea (“Korea”), anderzijds, (hierna respectievelijk de “overeenkomst” en de “partijen” genoemd), en met name artikel 15.1, lid 4, onder c), en artikel 15.5, lid 2, en artikel 3, onder d), van bijlage 2-C,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens artikel 15.1, lid 4, onder c), van de overeenkomst kan het door de partijen opgerichte Handelscomité van gedachten wisselen over wijziging van de overeenkomst of wijzigingen in de overeenkomst aanbrengen, in gevallen waarin in de overeenkomst is voorzien. |
(2) |
Bij artikel 15.5, lid 2, van de overeenkomst is bepaald dat een besluit van het Handelscomité om de bijlagen, aanhangsels, protocollen en aantekeningen bij de overeenkomst te wijzigen door de partijen kan worden goedgekeurd volgens hun respectieve toepasselijke wettelijke vereisten en procedures. |
(3) |
Krachtens artikel 3, onder d), van bijlage 2-C bij de overeenkomst moeten de partijen na de inwerkingtreding van de overeenkomst ten minste om de drie jaar de aanhangsels 2-C-2 en 2-C-3 van bijlage 2-C onderzoeken teneinde de in punt a) van hetzelfde artikel bedoelde aanvaarding van producten te bevorderen, daarbij rekening houdend met eventuele ontwikkelingen van de regelgeving op internationaal niveau of in de partijen. Daarnaast is in dat artikel bepaald dat het Handelscomité besluit over eventuele wijzigingen van de aanhangsels 2-C-2 en 2-C-3. |
(4) |
De EU en Korea hebben de technische regelgeving aangepast teneinde hetzelfde niveau van markttoegang als bedoeld in artikel 1.2 van bijlage 2-C bij de overeenkomst te handhaven. Bovendien moeten de verwijzingen naar “VN/ECE-Regl.” in de aanhangsels 2-C-2 en 2-C-3 nu worden vervangen door verwijzingen naar “VN-Regl.” ingevolge de Overeenkomst betreffende het aannemen van geharmoniseerde technische reglementen van de Verenigde Naties voor wielvoertuigen en voor uitrustingsstukken en onderdelen die kunnen worden aangebracht en/of gebruikt op wielvoertuigen, en betreffende de voorwaarden voor wederzijdse erkenning van goedkeuringen die krachtens die reglementen van de Verenigde Naties zijn verleend (herziening 3) (1) van 20 oktober 2017. |
(5) |
Tabel 1 van aanhangsel 2-C-2 is op de volgende wijze gewijzigd:
|
(6) |
Tabel 2 van aanhangsel 2-C-2 blijft ongewijzigd. |
(7) |
Tabel 1 van aanhangsel 2-C-3 is op de volgende wijze gewijzigd:
|
(8) |
Tabel 2 van aanhangsel 2-C-3 blijft ongewijzigd. |
(9) |
Krachtens artikel 12.2 van de bijlage bij Besluit nr. 1 van het Handelscomité EU-Korea van 23 december 2011 over de vaststelling van het reglement van orde van het Handelscomité kan het comité in de periode tussen zijn vergaderingen via schriftelijke procedure besluiten vaststellen indien beide partijen daarmee instemmen. De schriftelijke procedure bestaat in een uitwisseling van nota’s tussen de voorzitters van het Handelscomité. |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Tabel 1 van aanhangsel 2-C-2 van bijlage 2-C bij de overeenkomst wordt vervangen door tabel 1 van bijlage 1 bij dit besluit.
Artikel 2
Tabel 1 van aanhangsel 2-C-3 van bijlage 2-C bij de overeenkomst wordt vervangen door tabel 1 van bijlage 2 bij dit besluit.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de partijen langs diplomatieke weg schriftelijke kennisgevingen hebben gewisseld waarin zij verklaren dat zij volledig aan hun respectieve toepasselijke wettelijke vereisten en procedures die noodzakelijk zijn voor de inwerkingtreding van dit besluit hebben voldaan.
(1) E/ECE/TRANS/505/Rev.3.
BIJLAGE 1
Aanhangsel 2-C-2
Tabel 1
In artikel 3, onder a) i), van bijlage 2-C bedoelde lijst
Omschrijving |
Reglementen/regelgeving |
Overeenkomstige technische regelgeving EU (indien bestaand) (1) |
Toelaatbaar geluidsniveau |
VN-Regl (2). 51 |
Richtlijn 70/157/EEG, Verordening (EU) nr. 540/2014 |
Vervangingsdempersystemen |
VN-Regl. 59 |
Richtlijn 70/157/EEG, Verordening (EU) nr. 540/2014 |
Emissies lichte voertuigen |
VN-Regl. 83 |
Verordeningen (EG) nr. 715/2007, (EG) nr. 692/2008, (EU) nr. 459/2012, (EU) 2016/427, (EU) 2016/646, (EU) 2017/1151, (EU) 2017/1154, (EU) 2018/1832 |
Vervangingskatalysatoren |
VN-Regl. 103 |
Verordeningen (EG) nr. 715/2007 en (EG) nr. 692/2008 |
Brandstoftanks |
VN-Regl. 34 |
|
LPG-tanks |
VN-Regl. 67 |
|
CNG-tanks |
VN-Regl. 110 |
|
Beschermingsinrichtingen aan de achterzijde |
VN-Regl. 58 |
|
Stuurinrichting |
VN-Regl. 79 |
|
Deursloten en scharnieren |
VN-Regl. 11 |
|
Geluidssignaalinrichtingen |
VN-Regl. 28 |
|
Inrichtingen voor indirect zicht |
VN-Regl. 46 |
|
Reminrichting zware voertuigen |
VN-Regl. 13 |
|
Reminrichting lichte voertuigen |
VN-Regl. 13H |
|
Remvoeringen |
VN-Regl. 90 |
|
Radiostoring (elektromagnetische compatibiliteit) |
VN-Regl. 10 |
|
Rook van dieselmotoren |
VN-Regl. 24 |
Verordening (EG) nr. 692/2008 |
Binneninrichting |
VN-Regl. 21 |
|
Diefstalbeveiliging |
VN-Regl. 18 |
|
Diefstalbeveiligings- en alarmsystemen |
VN-Regl. 116 |
|
Alarmsystemen |
VN-Regl. 97 VN-Regl. 116 |
|
Stuurinrichting bij botsingen |
VN-Regl. 12 |
|
Sterkte zitplaatsen |
VN-Regl. 17 |
|
Sterkte zitplaatsen (bussen en toerbussen) |
VN-Regl. 80 |
|
Naar buiten uitstekende delen |
VN-Regl. 26 |
|
Snelheidsmeter |
VN-Regl. 39 |
|
Bevestigingspunten veiligheidsgordels |
VN-Regl. 14 |
|
Installatie van verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen |
VN-Regl. 48 |
|
Retroflectoren |
VN-Regl. 3 |
|
Markerings-, breedte-, achter-, stop- en zijmarkeringslichten |
VN-Regl. 7 |
|
Dagrijlichten |
VN-Regl. 87 |
|
Zijmarkeringslichten |
VN-Regl. 91 |
|
Richtingaanwijzers |
VN-Regl. 6 |
|
Achterkentekenplaatverlichting |
VN-Regl. 4 |
|
Koplichten (R2 en HS1) |
VN-Regl. 1 |
|
Koplichten (sealed beam) |
VN-Regl. 5 |
|
Koplichten (H1, H2, H3, HB3, HB4, H7 en/of H8. H9, HIR1, HIR2 en/of H11) |
VN-Regl. 8 |
|
Koplichten (H4) |
VN-Regl. 20 |
|
Koplichten (halogeen sealed beam) |
VN-Regl. 31 |
|
Gloeilampen voor gebruik in goedgekeurde verlichtingseenheden |
VN-Regl. 37 |
|
Koplichten met gasontladingslichtbronnen |
VN-Regl. 98 |
|
Gasontladingslichtbronnen voor gebruik in goedgekeurde gasontladingsverlichtingseenheden |
VN-Regl. 99 |
|
Koplichten (met asymmetrisch dimlicht) |
VN-Regl. 112 |
|
Adaptieve koplichtsystemen |
VN-Regl. 123 |
|
Mistlichten voor |
VN-Regl. 19 |
|
Mistachterlichten |
VN-Regl. 38 |
|
Achteruitrijlichten |
VN-Regl. 23 |
|
Parkeerlichten |
VN-Regl. 77 |
|
Veiligheidsgordels en beveiligingssystemen |
VN-Regl. 16 |
|
Kinderbeveiligingssystemen |
VN-Regl. 44 |
|
Gezichtsveld naar voren |
VN-Regl. 125 |
|
Identificatie van bedieningsorganen, verklikkerlichten en meters |
VN-Regl. 121 |
|
Verwarmingssystemen |
VN-Regl. 122 |
|
Hoofdsteunen (met zitplaatsen gecombineerd) |
VN-Regl. 17 |
|
Hoofdsteunen |
VN-Regl. 25 |
|
CO2-emissie — Brandstofverbruik personenwagens met niet meer dan acht zitplaatsen, de bestuurdersplaats niet meegerekend |
VN-Regl. 101 |
Verordening (EG) nr. 692/2008 |
Motorvermogen |
VN-Regl. 85 |
Verordeningen (EG) nr. 692/2008 en (EU) nr. 582/2011 |
Emissies zware voertuigen |
VN-Regl. 49 |
Verordeningen (EG) nr. 595/2009, (EU) nr. 582/2011, (EU) 2016/1718 |
Zijdelingse bescherming |
VN-Regl. 73 |
|
Veiligheidsruiten |
VN-Regl. 43 |
|
Banden (motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan) |
VN-Regl. 30 |
|
Banden (bedrijfsvoertuigen en aanhangwagens daarvan) |
VN-Regl. 54 |
|
Reservewielen/-banden voor tijdelijk gebruik |
VN-Regl. 64 |
|
Rolgeluid |
VN-Regl. 117 |
|
Snelheidsbegrenzers |
VN-Regl. 89 |
|
Koppelinrichtingen |
VN-Regl. 55 |
|
Kortkoppelinrichtingen |
VN-Regl. 102 |
|
Brandbestendigheid |
VN-Regl. 118 |
|
Bussen en toerbussen |
VN-Regl. 107 |
|
Sterkte van de bovenbouw (bussen en toerbussen) |
VN-Regl. 66 |
|
Bescherming bij frontale botsing |
VN-Regl. 94 |
|
Bescherming bij zijdelingse botsing |
VN-Regl. 95 |
|
Voertuigen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen |
VN-Regl. 105 |
|
Bescherming aan de voorzijde tegen klemrijden |
VN-Regl. 93 |
|
(1) Indien de derde kolom (Overeenkomstige technische regelgeving EU) leeg is, betekent dit dat de overeenkomstige regelgeving dezelfde is als de VN-regelgeving in de tweede kolom (Reglementen/regelgeving).
(2) Afkorting van “VN-reglement”, voorheen aangeduid als “VN/ECE-Regl.”.
BIJLAGE 2
Aanhangsel 2-C-3
Tabel 1
In artikel 3, onder a) ii), van bijlage 2-C bedoelde lijst
Omschrijving |
Reglementen/regelgeving |
Overeenkomstige technische regelgeving Korea |
|
Bescherming van de inzittenden bij botsingen |
Frontaal |
VN-Regl. 94 |
KMVSS (1), artikel 102, leden 1 en 3 |
Zijdelings |
VN-Regl. 95 |
KMVSS, artikel 102, lid 1 |
|
Stuurinrichting — achterwaartse verplaatsing |
VN-Regl. 12 |
KMVSS, artikel 89, lid 1, punt 2 |
|
Beveiliging van de bestuurder m.b.t. de stuurinrichting bij botsingen |
VN-Regl. 12 |
KMVSS, artikel 89, lid 1, punt 1 |
|
Zitplaatsen |
VN-Regl. 17 |
KMVSS, artikel 97 |
|
Hoofdsteunen |
VN-Regl. 17, VN-Regl. 25, GTR 7 |
KMVSS, artikelen 26 en 99 |
|
Deursloten en deurbevestigingsonderdelen |
VN-Regl. 11, GTR 1 |
KMVSS, artikel 104, lid 2 |
|
Dashboard bij botsingen |
VN-Regl. 21 |
KMVSS, artikel 88 |
|
Rugleuning bij botsingen |
VN-Regl. 21 |
KMVSS, artikel 98 |
|
Armleuning bij botsingen |
VN-Regl. 21 |
KMVSS, artikel 100 |
|
Zonneklep bij botsingen |
VN-Regl. 21 |
KMVSS, artikel 101 |
|
Achteruitkijkspiegel bij botsingen |
VN-Regl. 46 |
KMVSS, artikel 108 |
|
Sleepvoorzieningen |
Verordening (EU) nr. 1005/2010 |
KMVSS, artikel 20, lid 1 |
|
Beschermingsinrichting aan de achterzijde tegen klemrijden |
VN-Regl. 58 |
KMVSS, artikel 19, lid 4, en artikel 96 |
|
Verlichtings- en lichtsignaalsystemen |
Installatie |
VN-Regl. 48 |
KMVSS, artikelen 38, 38-2, 38-3, 38-4, 38-5, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 44-2, 45, 45-2, 47 en 49 |
Koplichten |
VN-Regl. 1, 2, 5, 8, 20, 31, 37, VN-Regl. 98, 99, 112, 113, 123 |
KMVSS, artikel 38, artikel 48, lid 3 |
|
|
Mistlichten voor |
VN-Regl. 19 |
KMVSS, artikel 38-2, lid 1 |
Dagrijlichten |
VN-Regl. 87 |
KMVSS, artikel 38-4 |
|
Hoeklichten |
VN-Regl. 119 |
KMVSS, artikel 38-5 |
|
Achteruitrijlichten |
VN-Regl. 23 |
KMVSS, artikel 39 |
|
Markeringslichten |
VN-Regl. 7 |
KMVSS, artikel 40 |
|
Kentekenplaatverlichting |
VN-Regl. 4 |
KMVSS, artikel 41 |
|
Achterlichten |
VN-Regl. 7 |
KMVSS, artikel 42 |
|
Stoplichten |
VN-Regl. 7 |
KMVSS, artikel 43, lid 1 |
|
Stoplicht, hoog in het midden |
VN-Regl. 7 |
KMVSS, artikel 43, lid 2 |
|
Richtingaanwijzer |
VN-Regl. 6 |
KMVSS, artikel 44 |
|
Supplementaire richtingaanwijzer |
VN-Regl. 7 |
KMVSS, artikel 44 |
|
Zijmarkeringslichten |
VN-Regl. 91 |
KMVSS, artikel 44-2 |
|
Mistachterlichten |
VN-Regl. 38 |
KMVSS, artikel 38-2, lid 2 |
|
Retroflectoren |
VN-Regl. 70, VN-Regl. 3 |
KMVSS, artikel 49 |
|
Zicht van de bestuurder |
VN-Regl. 46 |
KMVSS, artikel 50, artikel 94 |
|
Motorvermogen |
VN-Regl. 85 |
KMVSS, artikel 111 |
|
Inrichtingen om de bestuurder goed zicht te geven |
Ruitenwissers voorruit |
Verordening (EU) nr. 1008/2010 |
KMVSS, artikel 51, lid 2, artikel 109, punt 1 |
Ontdooi-inrichting |
Verordening (EU) nr. 672/2010 |
KMVSS, artikel 109, punt 2 |
|
Ontwaseminrichting |
Verordening (EU) nr. 672/2010 |
KMVSS, artikel 109, punt 3 |
|
Ruitensproeier voorruit |
Verordening (EU) nr. 1008/2010 |
KMVSS, artikel 109, punt 4 |
|
Reminrichting voor personenwagens |
VN-Regl. 13H |
KMVSS, artikel 15, artikel 90, punt 1 |
|
Reminrichting, m.u.v. voor personenwagens en aanhangwagens |
VN-Regl. 13 |
KMVSS, artikel 15, artikel 90, punt 2 |
|
Reminrichting voor aanhangwagens |
VN-Regl. 13 |
KMVSS, artikel 15, artikel 90, punt 3 |
|
Antiblokkeersysteem, m.u.v. voor aanhangwagens |
VN-Regl. 13 |
KMVSS, artikel 15, artikel 90, punt 4 |
|
Antiblokkeersysteem voor aanhangwagens |
VN-Regl. 13 |
KMVSS, artikel 15, artikel 90, punt 5 |
|
Stuurinrichting |
VN-Regl. 79 |
KMVSS, artikel 14, Artikel 89, lid 2 |
|
Snelheidsbegrenzer |
VN-Regl. 89 |
KMVSS, artikel 110-2 |
|
Snelheidsmeter |
VN-Regl. 39 |
KMVSS, artikel 110, |
|
Elektromagnetische compatibiliteit |
VN-Regl. 10 |
KMVSS, artikel 111-2 |
|
Brandstoflekkage bij botsingen |
VN-Regl. 34, VN-Regl. 94, VN-Regl. 95 |
KMVSS, artikel 91 |
|
Bumper bij botsingen |
VN-Regl. 42 |
KMVSS, artikel 93 |
|
Bevestigingspunten veiligheidsgordels |
VN-Regl. 14, VN-Regl. 16 |
KMVSS, artikel 27, leden 1, 2, 3, 4; artikel 103 |
|
Bevestigingspunten kinderzitje |
VN-Regl. 14 |
KMVSS, artikel 27-2, artikel 103-2 |
|
Claxongeluid, stationair geluid en geluiddemper voor voertuigen (4 wielen) |
VN-Regl. 28, VN-Regl. 51 |
KMVSS, artikelen 35, 53, Geluidshinderwet, artikel 30, en bijbehorende ordonnantie van het MOE (2), artikel 29 |
|
Emissies en lawaai door motorrijwielen (m.u.v. lawaai voorbijgaand verkeer op 3 of 4 wielen) |
VN-Regl. 40, VN-Regl. 41, VN-Regl. 47, Verordeningen (EU) nr. 168/2013 en (EU) nr. 134/2014 |
Emissiewet (3), artikel 46, en bijbehorende ordonnantie van het MOE, artikel 62; Geluidshinderwet, artikel 30, en bijbehorende ordonnantie van het MOE, artikel 29 |
|
Emissies diesel (incl. OBD) |
Voertuigen <3,5 t |
VN-Regl. 83, VN-Regl. 24, Verordeningen (EG) nr. 715/2007, (EU) nr. 692/2008, (EU) nr. 459/2012 |
Emissiewet, artikel 46, en bijbehorende ordonnantie van het MOE, artikel 62 |
Voertuigen >3,5 t |
VN-Regl. 49, Verordeningen (EG) nr. 595/2009 en (EU) nr. 582/2011 |
||
Banden |
VN-Regl. 30, 54, 75, 106, 117, 108, 109 |
Wet veiligheidscontrole elektrische apparaten en consumentenproducten, artikelen 15, 18 en 19; uitvoeringsreglement Wet veiligheidscontrole elektrische apparaten en consumentenproducten, artikel 3, lid 4, artikel 26; KMVSS, artikel 12, lid 1 |
(1) Voorheen “Korea Motor Vehicle Safety Standards” genaamd, vanaf 1 juli 2014“Rules on the Performances and Standards of Korean Motor Vehicles and Parts”
(2) Ministerie van Milieu van Korea.
(3) Clean Air Conservation Act (CACA) van Korea.
2.7.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 235/11 |
Kennisgeving betreffende de datum van inwerkingtreding van de wijzigingen van de aanhangsels 2-C-2 en 2-C-3 van bijlage 2-C bij de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en Korea
De wijzigingen van de aanhangsels 2-C-2 en 2-C-3 van bijlage 2-C bij de op 6 oktober 2010 in Brussel ondertekende vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en Korea (1) treden in werking op 1 juli 2021.
BESLUITEN
2.7.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 235/12 |
BESLUIT VAN HET POLITIEK EN VEILIGHEIDSCOMITÉ (GBVB) 2021/1083
van 23 juni 2021
tot benoeming van de commandant van de EU-missiestrijdkrachten voor de militaire missie van de Europese Unie om de Malinese strijdkrachten te helpen opleiden (EUTM Mali) en tot intrekking van Besluit (GBVB) 2021/6 (EUTM Mali/1/2021)
HET POLITIEK EN VEILIGHEIDSCOMITÉ,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 38,
Gezien Besluit 2013/34/GBVB van de Raad van 17 januari 2013 betreffende een militaire missie van de Europese Unie om de Malinese strijdkrachten te helpen opleiden (EUTM Mali) (1), en met name artikel 5,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op grond van artikel 5, lid 1, van Besluit 2013/34/GBVB heeft de Raad het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) gemachtigd om besluiten over de politieke controle op en de strategische leiding van EUTM Mali te nemen, met inbegrip van besluiten betreffende de benoeming van de volgende commandanten van de EU-missiestrijdkrachten. |
(2) |
Het PVC heeft op 15 december 2020 Besluit (GBVB) 2021/6 (2) vastgesteld, waarbij brigadegeneraal Fernando Luis GRACIA HERREIZ tot commandant van de EU-missiestrijdkrachten van EUTM Mali werd benoemd. |
(3) |
Duitsland heeft op 12 april 2021 voorgesteld brigadegeneraal Jochen DEUER met ingang van 7 juli 2021 te benoemen tot commandant van de EU-missiestrijdkrachten van EUTM Mali, ter vervanging van brigadegeneraal Fernando Luis GRACIA HERREIZ. |
(4) |
Het Militair Comité van de EU heeft op 12 mei 2021 zijn steun voor dat voorstel uitgesproken. |
(5) |
Er moet een besluit worden genomen over de benoeming van brigadegeneraal Jochen DEUER tot commandant van de EU-missiestrijdkrachten van EUTM Mali met ingang van 7 juli 2021. |
(6) |
Besluit (GBVB) 2021/6 moet worden ingetrokken. |
(7) |
Overeenkomstig artikel 5 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de uitwerking en de uitvoering van besluiten en acties van de Europese Unie die gevolgen hebben op defensiegebied. Denemarken neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit, dat bijgevolg niet bindend is voor, noch van toepassing is op deze lidstaat, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Brigadegeneraal Jochen DEUER wordt met ingang van 7 juli 2021 benoemd tot commandant van de militaire missie van de Europese Unie om de Malinese strijdkrachten te helpen opleiden (EUTM Mali).
Artikel 2
Besluit (GBVB) 2021/6 wordt ingetrokken.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 7 juli 2021.
Gedaan te Brussel, 23 juni 2021.
Voor het Politiek en Veiligheidscomité
De voorzitter
S. FROM-EMMESBERGER
(1) PB L 14 van 18.1.2013, blz. 19.
(2) Besluit van het Politiek en Veiligheidscomité (GBVB) 2021/6 van 15 december 2020 betreffende de benoeming van de commandant van de EU-missiestrijdkrachten voor de militaire missie van de Europese Unie om de Malinese strijdkrachten te helpen opleiden (EUTM Mali) en tot intrekking van Besluit (GBVB) 2020/603 (EUTM Mali/2/2020) (PB L 4 van 7.1.2021, blz. 10).
2.7.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 235/14 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2021/1084 VAN DE COMMISSIE
van 30 juni 2021
tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 betreffende bepaalde noodmaatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2021) 4947)
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) (1), en met name artikel 259, lid 1, punt c),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Hoogpathogene aviaire influenza (HPAI) is een besmettelijke virale ziekte bij vogels die ernstige gevolgen kan hebben voor de rentabiliteit van pluimveehouderijen en die de handel binnen de Unie en de uitvoer naar derde landen verstoort. HPAI-virussen kunnen trekvogels besmetten, die deze virussen vervolgens tijdens hun trek in de herfst en in de lente over lange afstanden kunnen verspreiden. De aanwezigheid van HPAI-virussen bij wilde vogels vormt derhalve een voortdurende bedreiging wat betreft de directe en indirecte insleep van deze virussen in bedrijven waar pluimvee of in gevangenschap levende vogels worden gehouden. Bij een uitbraak van HPAI bestaat het risico dat de ziekteverwekker wordt verspreid naar andere bedrijven waar pluimvee of in gevangenschap levende vogels worden gehouden. |
(2) |
Bij Verordening (EU) 2016/429 is een nieuw wetgevingskader vastgesteld voor de preventie en bestrijding van ziekten die kunnen worden overgedragen op dieren of mensen. HPAI valt onder de definitie van een in de lijst van die verordening opgenomen ziekte en is onderworpen aan de daarin vastgestelde regels inzake ziektepreventie en -bestrijding. Daarnaast vormt Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 van de Commissie (2) een aanvulling op Verordening (EU) 2016/429 wat betreft de regels voor de preventie en bestrijding van bepaalde in de lijst opgenomen ziekten, met inbegrip van ziektebestrijdingsmaatregelen voor HPAI. |
(3) |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 van de Commissie (3) is vastgesteld in het kader van Verordening (EU) 2016/429 en bevat ziektebestrijdingsmaatregelen in verband met uitbraken van HPAI. |
(4) |
Meer in het bijzonder is in Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 bepaald dat de naar aanleiding van uitbraken van HPAI door de lidstaten overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 ingestelde beschermings- en bewakingszones ten minste de gebieden moeten omvatten die in de lijst van de bijlage bij dat uitvoeringsbesluit als beschermings- en bewakingszones zijn opgenomen. |
(5) |
Naar aanleiding van bijkomende uitbraken van HPAI bij pluimvee of in gevangenschap levende vogels in Nederland en Polen die in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 moesten worden weerspiegeld, is die bijlage onlangs bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/989 van de Commissie (4) gewijzigd. |
(6) |
Sinds de datum waarop Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/989 is vastgesteld, heeft Polen de Commissie in kennis gesteld van een nieuwe uitbraak van HPAI van het subtype H5N8 in een bedrijf waar pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels werden gehouden in het woiwodschap Klein-Polen van die lidstaat. |
(7) |
Verder heeft Duitsland de Commissie in kennis gesteld van een nieuwe uitbraak van HPAI van het subtype H5N8 in een bedrijf waar pluimvee of in gevangenschap levende vogels werden gehouden in de deelstaat Nedersaksen van die lidstaat. |
(8) |
De nieuwe uitbraken in Duitsland en Polen liggen buiten de gebieden die momenteel zijn opgenomen in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641, en de bevoegde autoriteiten van die lidstaten hebben de nodige ziektebestrijdingsmaatregelen genomen overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687, waaronder de instelling van beschermings- en bewakingszones rond die nieuwe uitbraken. |
(9) |
De Commissie heeft de door Duitsland en Polen genomen ziektebestrijdingsmaatregelen in samenwerking met die lidstaten bestudeerd en heeft geconstateerd dat de grenzen van de door de bevoegde autoriteiten van Duitsland en Polen ingestelde beschermings- en bewakingszones op voldoende afstand liggen van de bedrijven waar de recente uitbraken van HPAI zijn bevestigd. |
(10) |
Om te voorkomen dat de handel in de Unie onnodig wordt verstoord en om te vermijden dat derde landen ongerechtvaardigde handelsbelemmeringen opwerpen, moeten de door Duitsland en Polen overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 ingestelde nieuwe beschermings- en bewakingszones in samenwerking met die lidstaten snel worden vastgesteld op het niveau van de Unie. |
(11) |
Daarom moeten de in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 opgenomen beschermings- en bewakingszones voor Duitsland en Polen worden gewijzigd. |
(12) |
De bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 moet derhalve worden gewijzigd om de regionalisering op het niveau van de Unie bij te werken om rekening te houden met de nieuwe, overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 door de bevoegde autoriteiten van Duitsland en Polen ingestelde beschermings- en bewakingszones en de duur van de daarin geldende beperkingen aan te geven. |
(13) |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(14) |
Gezien de urgentie van de epidemiologische situatie in de Unie wat de verspreiding van HPAI betreft, is het belangrijk dat de wijzigingen die bij dit besluit in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 worden aangebracht, zo spoedig mogelijk in werking treden. |
(15) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 30 juni 2021.
Voor de Commissie
Stella KYRIAKIDES
Lid van de Commissie
(1) PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1.
(2) Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat regels voor de preventie en bestrijding van bepaalde in de lijst opgenomen ziekten betreft (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 64).
(3) Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 van de Commissie van 16 april 2021 betreffende bepaalde noodmaatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 134 van 20.4.2021, blz. 166).
(4) Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/989 van de Commissie van 17 juni 2021 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 betreffende bepaalde noodmaatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 218 van 18.6.2021, blz. 41).
BIJLAGE
“BIJLAGE
DEEL A
Beschermingszones als bedoeld in de artikelen 1 en 2:
Lidstaat: Duitsland
|
Lidstaat: Frankrijk
|
Lidstaat: Litouwen
|
Lidstaat: Nederland
|
Lidstaat: Polen
|
DEEL B
Bewakingszones als bedoeld in de artikelen 1 en 3:
Lidstaat: Duitsland
|
Lidstaat: Frankrijk
|
Lidstaat: Litouwen
|
Lidstaat: Nederland
|
Lidstaat: Polen
|
AANBEVELINGEN
2.7.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 235/27 |
AANBEVELING (EU) 2021/1085 VAN DE RAAD
van 1 juli 2021
tot wijziging van Aanbeveling (EU) 2020/912 over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 77, lid 2, punten b) en e), en artikel 292, eerste en tweede zin,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 30 juni 2020 heeft de Raad een aanbeveling aangenomen over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking (1). |
(2) |
Sindsdien heeft de Raad Aanbevelingen (EU) 2020/1052 (2), (EU) 2020/1144 (3), (EU) 2020/1186 (4), (EU) 2020/1551 (5), (EU) 2020/2169 (6), (EU) 2021/89 (7), (EU) 2021/132 (8), (EU) 2021/767 (9) (EU) 2021/892 (10) en (EU) 2021/992 (11) tot wijziging van Aanbeveling (EU) 2020/912 van de Raad over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking, aangenomen. |
(3) |
Op 20 mei 2021 heeft de Raad Aanbeveling (EU) 2021/816 tot wijziging van Aanbeveling (EU) 2020/912 over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking aangenomen (12), met als doel de criteria te actualiseren die worden gehanteerd om te beoordelen of niet-essentiële reizen vanuit derde landen veilig zijn en moeten worden toegestaan. |
(4) |
De aanbeveling van de Raad stelt dat de lidstaten voor de ingezetenen van de in bijlage I bij de aanbeveling van de Raad genoemde derde landen de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU vanaf 1 juli 2020 op gecoördineerde wijze geleidelijk zouden moeten opheffen. Voorts zou de Raad de lijst van derde landen in bijlage I om de twee weken na nauw overleg met de Commissie en de ter zake bevoegde EU-agentschappen en -diensten moeten evalueren — en zo nodig actualiseren — aan de hand van een algehele beoordeling op basis van de in de aanbeveling van de Raad bedoelde methodiek, criteria en informatie. |
(5) |
Sindsdien heeft de Raad in nauw overleg met de Commissie en de ter zake bevoegde EU-agentschappen en -diensten besprekingen gehouden over de evaluatie van de lijst van derde landen in bijlage I bij de aanbeveling van de Raad en daarbij de criteria en de methodiek van de aanbeveling van de Raad (als gewijzigd bij Aanbeveling (EU) 2021/816) gebruikt. Uitkomst van deze besprekingen is dat de lijst van derde landen in bijlage I zou moeten worden gewijzigd. Meer bepaald zouden Armenië, Azerbeidzjan, Bosnië en Herzegovina, Brunei Darussalam, Canada, Jordanië, Montenegro, Qatar, de Republiek Moldavië en Saudi-Arabië daarop moeten worden opgenomen, evenals Kosovo (*), en wel in de categorie van territoriale entiteiten en autoriteiten die door ten minste één lidstaat niet als staat worden erkend. |
(6) |
Grenstoezicht is niet alleen in het belang van de lidstaat aan de buitengrenzen waarvan het toezicht wordt uitgeoefend, maar ook in het belang van alle lidstaten die de controles aan de binnengrenzen hebben afgeschaft. De lidstaten zouden er daarom voor moeten zorgen dat de maatregelen aan de buitengrenzen worden gecoördineerd om zo de goede werking van het Schengengebied te garanderen. Daartoe zouden de lidstaten vanaf 1 juli 2021 voor de ingezetenen van de derde landen die worden genoemd in bijlage I bij de aanbeveling van de Raad — speciale administratieve regio’s en andere territoriale entiteiten en autoriteiten — als gewijzigd bij deze aanbeveling, de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU op gecoördineerde wijze en geleidelijk moeten opheffen. |
(7) |
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het VWEU, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van deze aanbeveling; deze is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. Aangezien deze aanbeveling voortbouwt op het Schengenacquis, beslist Denemarken overeenkomstig artikel 4 van het bovengenoemde protocol binnen een termijn van zes maanden nadat de Raad heeft beslist over deze aanbeveling, of het deze zal uitvoeren. |
(8) |
Deze aanbeveling vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad (13). Ierland neemt derhalve niet deel aan de aanneming van deze aanbeveling en deze is niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. |
(9) |
Wat IJsland en Noorwegen betreft, vormt deze aanbeveling een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (14). |
10) |
Wat Zwitserland betreft, vormt deze aanbeveling een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (15), in samenhang met artikel 3 van Besluit 2008/146/EG van de Raad (16). |
(11) |
Wat Liechtenstein betreft, vormt deze aanbeveling een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG (17), in samenhang met artikel 3 van Besluit 2011/350/EU van de Raad (18), |
HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:
Aanbeveling (EU) 2020/912, zoals gewijzigd bij Aanbevelingen (EU) 2020/1052, (EU) 2020/1144, (EU) 2020/1186, (EU) 2020/1551, (EU) 2020/2169, (EU) 2021/89, (EU) 2021/132, (EU) 2021/767, (EU) 2021/816, (EU) 2021/892 en (EU) 2021/992 over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking, wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In punt 1 van de aanbeveling van de Raad wordt de eerste alinea vervangen door:
|
2) |
Bijlage I bij de aanbeveling wordt vervangen door: “BIJLAGE I Derde landen, speciale administratieve regio’s en andere territoriale entiteiten en autoriteiten waarvan de ingezetenen niet zouden mogen vallen onder de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU aan de buitengrenzen: I. STATEN
II. SPECIALE ADMINISTRATIEVE REGIO’S VAN DE VOLKSREPUBLIEK CHINA
III. TERRITORIALE ENTITEITEN EN AUTORITEITEN DIE DOOR TEN MINSTE ÉÉN LIDSTAAT NIET ALS STAAT WORDEN ERKEND
(*1) Onder voorbehoud van wederkerigheid." (*) Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo." |
Gedaan te Brussel, 1 juli 2021.
Voor de Raad
De voorzitter
G. DOVŽAN
(1) PB L 208 I van 1.7.2020, blz. 1.
(2) PB L 230 van 17.7.2020, blz. 26.
(3) PB L 248 van 31.7.2020, blz. 26.
(4) PB L 261 van 11.8.2020, blz. 83.
(5) PB L 354 van 26.10.2020, blz. 19.
(6) PB L 431 van 21.12.2020, blz. 75.
(7) PB L 33 van 29.1.2021, blz. 1.
(8) PB L 41 van 4.2.2021, blz. 1.
(9) PB L 165 I van 11.5.2021, blz. 66.
(10) PB L 198 van 4.6.2021, blz. 1.
(11) PB L 221 van 21.6.2021, blz. 12.
(12) PB L 182 van 21.5.2021, blz. 1.
(*) Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
(13) Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20).
(14) PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31.
(15) PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.
(16) Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).
(17) PB L 160 van 18.6.2011, blz. 21.
(18) Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).