ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 131

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

64e jaargang
16 april 2021


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2021/614 van de Commissie van 7 april 2021 tot inschrijving van een naam in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen Bayramiç Beyazı (BOB)

1

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2021/615 van de Commissie van 7 april 2021 tot inschrijving van een naam in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen Taşköprü Sarımsağı (BOB)

3

 

*

Verordening (EU) 2021/616 van de Commissie van 13 april 2021 tot wijziging van de bijlagen II, III en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen van benalaxyl, benalaxyl-M, dichlobenil, fluopicolide, proquinazid en pyridalyl in of op bepaalde producten ( 1 )

4

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2021/617 van de Commissie van 14 april 2021 tot wijziging van de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2020/2235 en (EU) 2020/2236 wat betreft modellen van diergezondheidscertificaten en modellen van diergezondheids-/officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde waterdieren en producten van dierlijke oorsprong ( 1 )

41

 

*

Verordening (EU) 2021/618 van de Commissie van 15 april 2021 tot wijziging van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen van diclofop, fluopyram, ipconazool en terbutylazine in of op bepaalde producten ( 1 )

55

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2021/619 van de Commissie van 15 april 2021 tot wijziging van de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2020/2235, (EU) 2020/2236 en (EU) 2021/403 wat betreft overgangsbepalingen voor het gebruik van diergezondheidscertificaten, diergezondheids-/officiële certificaten en officiële certificaten ( 1 )

72

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2021/620 van de Commissie van 15 april 2021 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de goedkeuring van de ziektevrije en non-vaccinatiestatus van bepaalde lidstaten of zones of compartimenten daarvan ten aanzien van bepaalde in de lijst opgenomen ziekten en de goedkeuring van uitroeiingsprogramma’s voor die in de lijst opgenomen ziekten ( 1 )

78

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2021/621 van de Commissie van 15 april 2021 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 37/2010 betreffende de indeling van de stof imidacloprid wat de maximumwaarde voor residuen ervan in levensmiddelen van dierlijke oorsprong betreft ( 1 )

120

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2021/622 van de Commissie van 15 april 2021 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor de toepassing van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft eenvormige rapportagetemplates, eenvormige instructies en een eenvormige methodologie voor de rapportage van het minimumvereiste voor eigen vermogen en in aanmerking komende passiva ( 1 )

123

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2021/623 van de Commissie van 15 april 2021 tot wijziging van bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest ( 1 )

137

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (EU) 2021/624 van de Raad van 12 april 2021 betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Gemengde Commissie die is ingesteld bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland, de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer, met betrekking tot wijzigingen van de aanhangsels I en III van die overeenkomst

168

 

*

Besluit (EU, Euratom) 2021/625 van de Commissie van 14 april 2021 inzake de oprichting van het netwerk van primary dealers en de vaststelling van criteria om in aanmerking te komen voor opdrachten als lead manager of co-lead manager voor gesyndiceerde transacties ten behoeve van de leningsactiviteiten van de Commissie namens de Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

170

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/626 van de Commissie van 14 april 2021 tot instelling van het InvestEU-portaal en tot vaststelling van de bijbehorende technische specificaties

183

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/627 van de Commissie van 15 april 2021 tot vaststelling van regels betreffende het bijhouden van en de toegang tot de logbestanden in het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) uit hoofde van Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad

187

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

16.4.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 131/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/614 VAN DE COMMISSIE

van 7 april 2021

tot inschrijving van een naam in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen “Bayramiç Beyazı” (BOB)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 52, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 is de door Turkije ingediende aanvraag tot registratie van de naam “Bayramiç Beyazı” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (2).

(2)

Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012, moet de naam “Bayramiç Beyazı” worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De naam “Bayramiç Beyazı” (BOB) wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.

Met de in de eerste alinea vermelde naam wordt een product aangeduid van categorie 1.6. (Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt) als opgenomen in bijlage XI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie (3).

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 april 2021.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Janusz WOJCIECHOWSKI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.

(2)  PB C 435 van 16.12.2020, blz. 14.

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie van 13 juni 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 36).


16.4.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 131/3


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/615 VAN DE COMMISSIE

van 7 april 2021

tot inschrijving van een naam in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen “Taşköprü Sarımsağı” (BOB)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 52, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 is de door Turkije ingediende aanvraag tot registratie van de naam “Taşköprü Sarımsağı” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (2).

(2)

Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012, moet de naam “Taşköprü Sarımsağı” worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De naam “Taşköprü Sarımsağı” (BOB) wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.

Met de in de eerste alinea vermelde naam wordt een product aangeduid van categorie 1.6. (Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt) als opgenomen in bijlage XI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie (3).

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 april 2021.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Janusz WOJCIECHOWSKI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.

(2)  PB C 436 van 17.12.2020, blz. 25.

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie van 13 juni 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 36).


16.4.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 131/4


VERORDENING (EU) 2021/616 VAN DE COMMISSIE

van 13 april 2021

tot wijziging van de bijlagen II, III en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen van benalaxyl, benalaxyl-M, dichlobenil, fluopicolide, proquinazid en pyridalyl in of op bepaalde producten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 14, lid 1, onder a), artikel 18, lid 1, onder b), en artikel 49, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Voor benalaxyl en benalaxyl-M zijn maximumresidugehalten (MRL’s) vastgesteld in bijlage II en bijlage III, deel B, bij Verordening (EG) nr. 396/2005. Voor fluopicolide, proquinazid en pyridalyl zijn MRL’s vastgesteld in bijlage III, deel A, bij Verordening (EG) nr. 396/2005. Voor dichlobenil zijn MRL’s vastgesteld in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 396/2005.

(2)

Voor benalaxyl en benalaxyl-M heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 (2) een met redenen omkleed advies over de herziening van de bestaande MRL’s uitgebracht. Daarbij is rekening gehouden met een eerdere evaluatie voor benalaxyl (3). Voor bepaalde producten heeft de EFSA aanbevolen de bestaande MRL’s te verhogen of te handhaven. De MRL’s voor deze producten moeten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het door de EFSA vastgestelde niveau. De EFSA heeft geconcludeerd dat met betrekking tot de MRL’s voor tafeldruiven, aardappelen, knoflook, uien, sjalotten, sla en preien bepaalde informatie niet beschikbaar was en dat er behoefte was aan verder onderzoek door risicomanagers. Aangezien er geen risico is voor de consumenten, moeten de MRL’s in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het door de EFSA vastgestelde gehalte. Deze MRL’s zullen opnieuw worden beoordeeld; daarbij zal rekening worden gehouden met de informatie die binnen twee jaar na de bekendmaking van deze verordening beschikbaar komt.

(3)

Voor dichlobenil heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 (4) een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL’s uitgebracht. Aangezien dichlobenil niet langer in de EU is goedgekeurd en alle toelatingen voor deze stof zijn ingetrokken, moeten de MRL’s in bijlage V op de bepaalbaarheidsgrens (LOD) worden gehandhaafd.

(4)

Voor fluopicolide heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 (5) een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL’s uitgebracht. Zij heeft aanbevolen het MRL voor sla te verlagen. Voor bepaalde andere producten heeft zij aanbevolen de bestaande MRL’s te verhogen of te handhaven. De MRL’s voor deze producten moeten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het door de EFSA vastgestelde niveau. De EFSA heeft geconcludeerd dat met betrekking tot de MRL’s voor andijvie, hop, varkens (spier, vet, lever, nier), runderen (spier, vet, lever, nier), schapen (spier, vet, lever, nier), geiten (spier, vet, lever, nier), paardachtigen (spier, vet, lever, nier), pluimvee (spier, vet, lever, nier), andere gekweekte landdieren (spier, vet, lever, nier), melk (runderen, schapen, geiten, paarden) en vogeleieren bepaalde informatie niet beschikbaar was en dat er behoefte was aan verder onderzoek door risicomanagers. Aangezien er geen risico is voor consumenten, moeten de MRL’s in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het huidige gehalte of op het door de EFSA vastgestelde gehalte. Deze MRL’s zullen opnieuw worden beoordeeld; daarbij zal rekening worden gehouden met de informatie die binnen twee jaar na de bekendmaking van deze verordening beschikbaar komt.

(5)

Voor proquinazid heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 (6) een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL’s uitgebracht. Zij heeft voorgesteld de residudefinitie voor producten van dierlijke oorsprong te wijzigen en heeft aanbevolen de bestaande MRL’s voor bepaalde producten te verhogen of te handhaven. De MRL’s voor deze producten moeten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het door de EFSA vastgestelde niveau. Zij heeft geconcludeerd dat met betrekking tot de MRL’s voor gerst, haver, runderen (spier, vet, lever, nier), schapen (spier, vet, lever, nier), geiten (spier, vet, lever, nier), paardachtigen (spier, vet, lever, nier) en melk (runderen, schapen, geiten, paarden) bepaalde informatie niet beschikbaar was en dat er behoefte was aan verder onderzoek door risicomanagers. Aangezien er geen risico is voor consumenten, moeten de MRL’s in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het huidige gehalte of op het door de EFSA vastgestelde gehalte. Deze MRL’s zullen opnieuw worden beoordeeld; daarbij zal rekening worden gehouden met de informatie die binnen twee jaar na de bekendmaking van deze verordening beschikbaar komt.

(6)

Voor pyridalyl heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 (7) een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL’s uitgebracht. Zij heeft aanbevolen het MRL voor paprika’s te verlagen. Voor andere producten heeft de EFSA aanbevolen de bestaande MRL’s te verhogen of te handhaven. De MRL’s voor deze producten moeten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het bestaande niveau of op het door de EFSA vastgestelde niveau.

(7)

Met betrekking tot producten waarop het gebruik van het betrokken gewasbeschermingsmiddel niet is toegelaten, en waarvoor geen invoertoleranties of Codex-grenswaarden (CXL’s) bestaan, moeten de MRL’s worden vastgesteld op de specifieke bepaalbaarheidsgrens of moet het standaard-MRL overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 396/2005 van toepassing zijn.

(8)

De Commissie heeft de referentielaboratoria van de Europese Unie voor bestrijdingsmiddelenresiduen geraadpleegd over de noodzaak van de aanpassing van bepaalde bepaalbaarheidsgrenzen. Die laboratoria kwamen tot de conclusie dat in verband met de technische ontwikkeling voor bepaalde goederen specifieke bepaalbaarheidsgrenzen voor een aantal stoffen moeten worden vastgesteld.

(9)

Op grond van de met redenen omklede adviezen van de EFSA en rekening houdend met de ter zake relevante factoren voldoen de wijzigingen van de MRL’s aan de vereisten van artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 396/2005.

(10)

De handelspartners van de Unie zijn via de Wereldhandelsorganisatie over de nieuwe MRL’s geraadpleegd en er is rekening gehouden met hun opmerkingen.

(11)

Verordening (EG) nr. 396/2005 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(12)

Deze verordening moet voorzien in een overgangsregeling voor producten die vóór de wijziging van de MRL’s rechtmatig werden vervaardigd en waarvoor uit de informatie is gebleken dat een hoog niveau van consumentenbescherming wordt gehandhaafd, zodat deze op een normale wijze in de handel gebracht, verwerkt en geconsumeerd kunnen worden.

(13)

Er moet worden voorzien in een redelijke termijn voordat de gewijzigde MRL’s van toepassing worden, zodat de lidstaten, derde landen en de exploitanten van levensmiddelenbedrijven zich kunnen voorbereiden op de nieuwe eisen die uit de wijziging van de MRL’s zullen voortvloeien.

(14)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen II, III en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Verordening (EG) nr. 396/2005 blijft in de versie die vóór de wijziging uit hoofde van deze verordening van kracht was, van toepassing op producten die vóór 6 november 2021 in de Unie zijn geproduceerd of ingevoerd.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 6 november 2021.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 april 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1.

(2)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid: Reasoned opinion on the review of the existing maximum residue levels for benalaxyl-M according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2019;17(9):5818.

(3)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid; Reasoned opinion on the review of the existing maximum residue levels for benalaxyl according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2013;11(10):3405.

(4)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid; Reasoned opinion on the review of the existing maximum residue levels for dichlobenil according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2013;11(5):3218.

(5)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid; Reasoned opinion on the review of the existing maximum residue levels for fluopicolide according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2019;17(7):5748.

(6)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid; Reasoned opinion on the review of the existing maximum residue levels for proquinazid according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2020;18(1):5987.

(7)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid; Reasoned opinion on the review of the existing maximum residue levels for pyridalyl according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2019;17(9):5814.


BIJLAGE

De bijlagen II, III en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

a)

de kolom voor benalaxyl en benalaxyl-M wordt vervangen door:

„Bestrijdingsmiddelenresiduen en maximumresidugehalten (mg/kg)

Codenummer

Groepen en voorbeelden van afzonderlijke producten waarvoor de MRL’s gelden  (1)

Benalaxyl, inclusief andere mengsels van de samenstellende isomeren, waaronder benalaxyl-M (som van de isomeren)

0100000

FRUIT, VERS of BEVROREN; NOTEN

 

0110000

Citrusvruchten

0,01  (*1)

0110010

Grapefruits/pompelmoezen

 

0110020

Sinaasappelen

 

0110030

Citroenen

 

0110040

Limoenen/lemmetjes

 

0110050

Mandarijnen

 

0110990

Overige (2)

 

0120000

Noten

0,01  (*1)

0120010

Amandelen

 

0120020

Paranoten

 

0120030

Cashewnoten

 

0120040

Kastanjes

 

0120050

Kokosnoten

 

0120060

Hazelnoten

 

0120070

Macadamianoten

 

0120080

Pecannoten

 

0120090

Pijnboompitten

 

0120100

Pistaches

 

0120110

Walnoten

 

0120990

Overige (2)

 

0130000

Pitvruchten

0,01  (*1)

0130010

Appelen

 

0130020

Peren

 

0130030

Kweeperen

 

0130040

Mispels

 

0130050

Loquats/Japanse mispels

 

0130990

Overige (2)

 

0140000

Steenvruchten

0,01  (*1)

0140010

Abrikozen

 

0140020

Kersen (zoet)

 

0140030

Perziken

 

0140040

Pruimen

 

0140990

Overige (2)

 

0150000

Besvruchten en kleinfruit

 

0151000

a)

druiven

 

0151010

Tafeldruiven

0,7 (+)

0151020

Wijndruiven

0,3

0152000

b)

aardbeien

0,01  (*1)

0153000

c)

rubussoorten

0,01  (*1)

0153010

Bramen/braambessen

 

0153020

Dauwbramen

 

0153030

Frambozen (geel en rood)

 

0153990

Overige (2)

 

0154000

d)

ander kleinfruit en besvruchten

0,01  (*1)

0154010

Blauwe bessen

 

0154020

Veenbessen

 

0154030

Aalbessen (rood, wit en zwart)

 

0154040

Kruisbessen (geel, groen en rood)

 

0154050

Rozenbottels

 

0154060

Moerbeien (wit en zwart)

 

0154070

Azaroles/Middellandse Zeemispels

 

0154080

Vlierbessen

 

0154990

Overige (2)

 

0160000

Diverse vruchten met

0,01  (*1)

0161000

a)

eetbare schil

 

0161010

Dadels

 

0161020

Vijgen

 

0161030

Tafelolijven

 

0161040

Kumquats

 

0161050

Carambola’s

 

0161060

Kaki’s/Japanse persimoenen

 

0161070

Jambolans/djamblangs

 

0161990

Overige (2)

 

0162000

b)

niet-eetbare schil, klein

 

0162010

Kiwi’s (geel, groen, rood)

 

0162020

Lychees

 

0162030

Passievruchten/maracuja’s

 

0162040

Woestijnvijgen/cactusvruchten

 

0162050

Sterappelen

 

0162060

Noord-Amerikaanse persimoenen

 

0162990

Overige (2)

 

0163000

c)

niet-eetbare schil, groot

 

0163010

Avocado’s

 

0163020

Bananen

 

0163030

Mango’s

 

0163040

Papaja’s

 

0163050

Granaatappels

 

0163060

Cherimoya’s

 

0163070

Guaves

 

0163080

Ananassen

 

0163090

Broodvruchten

 

0163100

Doerians

 

0163110

Zuurzakken/doerian blanda

 

0163990

Overige (2)

 

0200000

GROENTEN, VERS of BEVROREN

 

0210000

Wortel- en knolgewassen

 

0211000

a)

aardappelen

0,02  (*1) (+)

0212000

b)

tropische wortel- en knolgewassen

0,01  (*1)

0212010

Cassave/maniok

 

0212020

Bataten (zoete aardappelen)

 

0212030

Yams

 

0212040

Arrowroot/pijlwortel

 

0212990

Overige (2)

 

0213000

c)

andere wortel- en knolgewassen, behalve suikerbiet

0,01  (*1)

0213010

Rode bieten

 

0213020

Wortels

 

0213030

Knolselderij

 

0213040

Mierikswortels

 

0213050

Aardperen/topinamboers

 

0213060

Pastinaken

 

0213070

Wortelpeterselie

 

0213080

Radijzen

 

0213090

Schorseneren

 

0213100

Koolrapen

 

0213110

Rapen

 

0213990

Overige (2)

 

0220000

Bolgewassen

 

0220010

Knoflook

0,02  (*1) (+)

0220020

Uien

0,02  (*1) (+)

0220030

Sjalotten

0,02  (*1) (+)

0220040

Bosuien/groene uien en stengeluien

0,01  (*1)

0220990

Overige (2)

0,01  (*1)

0230000

Vruchtgroenten

 

0231000

a)

Solanaceae en Malvaceae

 

0231010

Tomaten

0,5

0231020

Paprika’s

0,01  (*1)

0231030

Aubergines

0,5

0231040

Okra’s, okers

0,01  (*1)

0231990

Overige (2)

0,01  (*1)

0232000

b)

Cucurbitaceae met eetbare schil

0,01  (*1)

0232010

Komkommers

 

0232020

Augurken

 

0232030

Courgettes

 

0232990

Overige (2)

 

0233000

c)

Cucurbitaceae met niet-eetbare schil

 

0233010

Meloenen

0,3

0233020

Pompoenen

0,01  (*1)

0233030

Watermeloenen

0,15

0233990

Overige (2)

0,01  (*1)

0234000

d)

suikermais

0,01  (*1)

0239000

e)

andere vruchtgroenten

0,01  (*1)

0240000

Koolsoorten (met uitzondering van wortels en babyleafgewassen van Brassica)

0,01  (*1)

0241000

a)

bloemkoolachtigen

 

0241010

Broccoli

 

0241020

Bloemkolen

 

0241990

Overige (2)

 

0242000

b)

sluitkoolachtigen

 

0242010

Spruitjes

 

0242020

Sluitkolen

 

0242990

Overige (2)

 

0243000

c)

bladkoolachtigen

 

0243010

Chinese kool/petsai

 

0243020

Boerenkolen

 

0243990

Overige (2)

 

0244000

d)

koolrabi’s

 

0250000

Bladgroenten, kruiden en eetbare bloemen

 

0251000

a)

slasoorten

 

0251010

Veldsla

0,01  (*1)

0251020

Sla

3 (+)

0251030

Andijvie

0,01  (*1)

0251040

Tuinkers en andere kiemen en scheuten

0,01  (*1)

0251050

Winterkers

0,01  (*1)

0251060

Raketsla/rucola

0,01  (*1)

0251070

Rode amsoi

0,01  (*1)

0251080

Babyleafgewassen (met inbegrip van Brassica-soorten)

0,01  (*1)

0251990

Overige (2)

0,01  (*1)

0252000

b)

spinazie en dergelijke bladgroente

0,01  (*1)

0252010

Spinazie

 

0252020

Postelein

 

0252030

Snijbiet

 

0252990

Overige (2)

 

0253000

c)

druivenbladeren en bladeren van dergelijke soorten

0,01  (*1)

0254000

d)

waterkers

0,01  (*1)

0255000

e)

witlof/witloof/Brussels lof

0,01  (*1)

0256000

f)

kruiden en eetbare bloemen

0,02  (*1)

0256010

Kervel

 

0256020

Bieslook

 

0256030

Bladselderij/snijselder

 

0256040

Peterselie

 

0256050

Salie

 

0256060

Rozemarijn

 

0256070

Tijm

 

0256080

Basilicum en eetbare bloemen

 

0256090

Laurierblad

 

0256100

Dragon

 

0256990

Overige (2)

 

0260000

Peulgroenten

0,01  (*1)

0260010

Bonen (met peul)

 

0260020

Bonen (zonder peul)

 

0260030

Erwten (met peul)

 

0260040

Erwten (zonder peul)

 

0260050

Linzen

 

0260990

Overige (2)

 

0270000

Stengelgroenten

 

0270010

Asperges

0,01  (*1)

0270020

Kardoenen

0,01  (*1)

0270030

Bleekselderij

0,01  (*1)

0270040

Knolvenkel

0,01  (*1)

0270050

Artisjokken

0,01  (*1)

0270060

Preien

0,02  (*1) (+)

0270070

Rabarber

0,01  (*1)

0270080

Bamboescheuten

0,01  (*1)

0270090

Palmharten

0,01  (*1)

0270990

Overige (2)

0,01  (*1)

0280000

Paddenstoelen, mossen en korstmossen

0,01  (*1)

0280010

Gekweekte paddenstoelen

 

0280020

Wilde paddenstoelen

 

0280990

Mossen en korstmossen

 

0290000

Algen en prokaryote organismen

 

0300000

PEULVRUCHTEN

0,01  (*1)

0300010

Bonen

 

0300020

Linzen

 

0300030

Erwten

 

0300040

Lupinen/lupinebonen

 

0300990

Overige (2)

 

0400000

OLIEHOUDENDE ZADEN EN VRUCHTEN

0,01  (*1)

0401000

Oliehoudende zaden

 

0401010

Lijnzaad

 

0401020

Pinda’s/aardnoten

 

0401030

Papaverzaad/maanzaad

 

0401040

Sesamzaad

 

0401050

Zonnebloemzaad

 

0401060

Koolzaad

 

0401070

Sojabonen

 

0401080

Mosterdzaad

 

0401090

Katoenzaad

 

0401100

Pompoenzaad

 

0401110

Saffloerzaad

 

0401120

Bernagiezaad

 

0401130

Huttentutzaad

 

0401140

Hennepzaad

 

0401150

Wonderbonen

 

0401990

Overige (2)

 

0402000

Oliehoudende vruchten

 

0402010

Olijven voor oliewinning

 

0402020

Palmpitten

 

0402030

Palmvruchten

 

0402040

Kapok

 

0402990

Overige (2)

 

0500000

GRANEN

0,01  (*1)

0500010

Gerst

 

0500020

Boekweit en andere pseudogranen

 

0500030

Mais

 

0500040

Gierst/pluimgierst

 

0500050

Haver

 

0500060

Rijst

 

0500070

Rogge

 

0500080

Sorghum

 

0500090

Tarwe

 

0500990

Overige (2)

 

0600000

THEE, KOFFIE, KRUIDENTHEE, CACAO EN CAROB

0,05  (*1)

0610000

Thee

 

0620000

Koffiebonen

 

0630000

Kruidenthee van

 

0631000

a)

bloemen

 

0631010

Kamille

 

0631020

Hibiscus/roselle

 

0631030

Roos

 

0631040

Jasmijn

 

0631050

Lindebloesem

 

0631990

Overige (2)

 

0632000

b)

bladeren en kruiden

 

0632010

Aardbei

 

0632020

Rooibos

 

0632030

Maté

 

0632990

Overige (2)

 

0633000

c)

wortels

 

0633010

Valeriaan

 

0633020

Ginseng

 

0633990

Overige (2)

 

0639000

d)

alle andere delen van de plant

 

0640000

Cacaobonen

 

0650000

Carob/johannesbrood

 

0700000

HOP

0,05  (*1)

0800000

SPECERIJEN

0,05  (*1)

0810000

Als specerij gebruikte zaden

 

0810010

Anijs

 

0810020

Zwarte komijn

 

0810030

Selderij

 

0810040

Koriander

 

0810050

Komijn

 

0810060

Dille

 

0810070

Venkel

 

0810080

Fenegriek

 

0810090

Nootmuskaat

 

0810990

Overige (2)

 

0820000

Als specerij gebruikte vruchten

 

0820010

Piment

 

0820020

Szechuanpeper/anijspeper

 

0820030

Karwij

 

0820040

Kardemom

 

0820050

Jeneverbes

 

0820060

Peperkorrel (groen, wit en zwart)

 

0820070

Vanille

 

0820080

Tamarinde

 

0820990

Overige (2)

 

0830000

Als specerij gebruikte bast

 

0830010

Kaneel

 

0830990

Overige (2)

 

0840000

Als specerij gebruikte wortels en wortelstokken

 

0840010

Zoethout

 

0840020

Gember (10)

 

0840030

Geelwortel/kurkuma/koenjit

 

0840040

Mierikswortel (11)

 

0840990

Overige (2)

 

0850000

Als specerij gebruikte knoppen

 

0850010

Kruidnagels

 

0850020

Kappertjes

 

0850990

Overige (2)

 

0860000

Als specerij gebruikte stampers

 

0860010

Saffraan

 

0860990

Overige (2)

 

0870000

Als specerij gebruikte zaadrokken

 

0870010

Foelie

 

0870990

Overige (2)

 

0900000

SUIKERGEWASSEN

0,01  (*1)

0900010

Suikerbiet

 

0900020

Suikerriet

 

0900030

Wortelcichorei

 

0900990

Overige (2)

 

1000000

PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG - LANDDIEREN

 

1010000

Producten afkomstig van

 

1011000

a)

varkens

 

1011010

Spier

0,02  (*1)

1011020

Vet

0,01  (*1)

1011030

Lever

0,01  (*1)

1011040

Nier

0,01  (*1)

1011050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,01  (*1)

1011990

Overige (2)

0,01  (*1)

1012000

b)

runderen

 

1012010

Spier

0,02  (*1)

1012020

Vet

0,01  (*1)

1012030

Lever

0,01  (*1)

1012040

Nier

0,01  (*1)

1012050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,01  (*1)

1012990

Overige (2)

0,01  (*1)

1013000

c)

schapen

 

1013010

Spier

0,02  (*1)

1013020

Vet

0,01  (*1)

1013030

Lever

0,01  (*1)

1013040

Nier

0,01  (*1)

1013050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,01  (*1)

1013990

Overige (2)

0,01  (*1)

1014000

d)

geiten

 

1014010

Spier

0,02  (*1)

1014020

Vet

0,01  (*1)

1014030

Lever

0,01  (*1)

1014040

Nier

0,01  (*1)

1014050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,01  (*1)

1014990

Overige (2)

0,01  (*1)

1015000

e)

paardachtigen

 

1015010

Spier

0,02  (*1)

1015020

Vet

0,01  (*1)

1015030

Lever

0,01  (*1)

1015040

Nier

0,01  (*1)

1015050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,01  (*1)

1015990

Overige (2)

0,01  (*1)

1016000

f)

pluimvee

 

1016010

Spier

0,02  (*1)

1016020

Vet

0,01  (*1)

1016030

Lever

0,01  (*1)

1016040

Nier

0,01  (*1)

1016050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,01  (*1)

1016990

Overige (2)

0,01  (*1)

1017000

g)

andere gekweekte landdieren

 

1017010

Spier

0,02  (*1)

1017020

Vet

0,01  (*1)

1017030

Lever

0,01  (*1)

1017040

Nier

0,01  (*1)

1017050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,01  (*1)

1017990

Overige (2)

0,01  (*1)

1020000

Melk

0,02  (*1)

1020010

Runderen

 

1020020

Schapen

 

1020030

Geiten

 

1020040

Paarden

 

1020990

Overige (2)

 

1030000

Vogeleieren

0,02  (*1)

1030010

Kippen

 

1030020

Eenden

 

1030030

Ganzen

 

1030040

Kwartels

 

1030990

Overige (2)

 

1040000

Honing en andere producten van de bijenteelt (7)

0,05  (*1)

1050000

Amfibieën en reptielen

0,02  (*1)

1060000

Ongewervelde landdieren

0,02  (*1)

1070000

In het wild levende gewervelde landdieren

0,02  (*1)

1100000

PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG - VIS, VISPRODUCTEN EN ANDERE PRODUCTEN VAN ZOUT- EN ZOETWATERDIEREN (8)

 

1200000

UITSLUITEND VOOR DIERVOEDER GEBRUIKTE PRODUCTEN OF DELEN VAN PRODUCTEN (8)

 

1300000

VERWERKTE VOEDINGSMIDDELEN (9)

 

Benalaxyl, inclusief andere mengsels van de samenstellende isomeren, waaronder benalaxyl-M (som van de isomeren)

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot de residuproeven en het metabolisme in de gewassen ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op [Publicatiebureau: gelieve de datum in te voegen: twee jaar na bekendmaking] is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0151010 Tafeldruiven

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot het metabolisme in de gewassen ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op [Publicatiebureau: gelieve de datum in te voegen: twee jaar na bekendmaking] is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0211000 a) aardappelen

0220010 Knoflook

0220020 Uien

0220030 Sjalotten

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot het metabolisme in de gewassen en residuproeven ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op [Publicatiebureau: gelieve de datum in te voegen: twee jaar na bekendmaking] is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0251020 Sla

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot het metabolisme in de gewassen ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op [Publicatiebureau: gelieve de datum in te voegen: twee jaar na bekendmaking] is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0270060 Preien

b)

de volgende kolommen voor fluopicolide, proquinazid en pyridalyl worden toegevoegd:

„Bestrijdingsmiddelenresiduen en maximumresidugehalten (mg/kg)

Code-nummer

Groepen en voorbeelden van afzonderlijke producten waarvoor de MRL’s gelden  (2)

Fluopicolide

Proquinazid (F) (R)

Pyridalyl

0100000

FRUIT, VERS of BEVROREN; NOTEN

 

 

0,01 (*2)

0110000

Citrusvruchten

0,01 (*2)

0,01  (*2)

 

0110010

Grapefruits/pompelmoezen

 

 

 

0110020

Sinaasappelen

 

 

 

0110030

Citroenen

 

 

 

0110040

Limoenen/lemmetjes

 

 

 

0110050

Mandarijnen

 

 

 

0110990

Overige (2)

 

 

 

0120000

Noten

0,01 (*2)

0,02 (*2)

 

0120010

Amandelen

 

 

 

0120020

Paranoten

 

 

 

0120030

Cashewnoten

 

 

 

0120040

Kastanjes

 

 

 

0120050

Kokosnoten

 

 

 

0120060

Hazelnoten

 

 

 

0120070

Macadamianoten

 

 

 

0120080

Pecannoten

 

 

 

0120090

Pijnboompitten

 

 

 

0120100

Pistaches

 

 

 

0120110

Walnoten

 

 

 

0120990

Overige (2)

 

 

 

0130000

Pitvruchten

0,01 (*2)

 

 

0130010

Appelen

 

0,08

 

0130020

Peren

 

0,08

 

0130030

Kweeperen

 

0,01  (*2)

 

0130040

Mispels

 

0,01  (*2)

 

0130050

Loquats/Japanse mispels

 

0,01  (*2)

 

0130990

Overige (2)

 

0,01  (*2)

 

0140000

Steenvruchten

0,01 (*2)

0,01  (*2)

 

0140010

Abrikozen

 

 

 

0140020

Kersen (zoet)

 

 

 

0140030

Perziken

 

 

 

0140040

Pruimen

 

 

 

0140990

Overige (2)

 

 

 

0150000

Besvruchten en kleinfruit

 

 

 

0151000

a)

druiven

2

0,5

 

0151010

Tafeldruiven

 

 

 

0151020

Wijndruiven

 

 

 

0152000

b)

aardbeien

0,01 (*2)

2

 

0153000

c)

rubussoorten

 

0,01  (*2)

 

0153010

Bramen/braambessen

3

 

 

0153020

Dauwbramen

0,01 (*2)

 

 

0153030

Frambozen (geel en rood)

0,01 (*2)

 

 

0153990

Overige (2)

0,01 (*2)

 

 

0154000

d)

ander kleinfruit en besvruchten

0,01 (*2)

 

 

0154010

Blauwe bessen

 

0,01  (*2)

 

0154020

Veenbessen

 

0,01  (*2)

 

0154030

Aalbessen (rood, wit en zwart)

 

1,5

 

0154040

Kruisbessen (geel, groen en rood)

 

1,5

 

0154050

Rozenbottels

 

0,01  (*2)

 

0154060

Moerbeien (wit en zwart)

 

0,01  (*2)

 

0154070

Azaroles/Middellandse Zeemispels

 

0,01  (*2)

 

0154080

Vlierbessen

 

0,01  (*2)

 

0154990

Overige (2)

 

0,01  (*2)

 

0160000

Diverse vruchten met

0,01 (*2)

 

 

0161000

a)

eetbare schil

 

 

 

0161010

Dadels

 

0,01  (*2)

 

0161020

Vijgen

 

0,01  (*2)

 

0161030

Tafelolijven

 

0,02 (*2)

 

0161040

Kumquats

 

0,01  (*2)

 

0161050

Carambola’s

 

0,01  (*2)

 

0161060

Kaki’s/Japanse persimoenen

 

0,01  (*2)

 

0161070

Jambolans/djamblangs

 

0,01  (*2)

 

0161990

Overige (2)

 

0,01  (*2)

 

0162000

b)

niet-eetbare schil, klein

 

0,01  (*2)

 

0162010

Kiwi’s (geel, groen, rood)

 

 

 

0162020

Lychees

 

 

 

0162030

Passievruchten/maracuja’s

 

 

 

0162040

Woestijnvijgen/cactusvruchten

 

 

 

0162050

Sterappelen

 

 

 

0162060

Noord-Amerikaanse persimoenen

 

 

 

0162990

Overige (2)

 

 

 

0163000

c)

niet-eetbare schil, groot

 

 

 

0163010

Avocado’s

 

0,02 (*2)

 

0163020

Bananen

 

0,01  (*2)

 

0163030

Mango’s

 

0,01  (*2)

 

0163040

Papaja’s

 

0,01  (*2)

 

0163050

Granaatappels

 

0,01  (*2)

 

0163060

Cherimoya’s

 

0,01  (*2)

 

0163070

Guaves

 

0,01  (*2)

 

0163080

Ananassen

 

0,01  (*2)

 

0163090

Broodvruchten

 

0,01  (*2)

 

0163100

Doerians

 

0,01  (*2)

 

0163110

Zuurzakken/doerian blanda

 

0,01  (*2)

 

0163990

Overige (2)

 

0,01  (*2)

 

0200000

GROENTEN, VERS of BEVROREN

 

 

 

0210000

Wortel- en knolgewassen

 

0,01  (*2)

0,01 (*2)

0211000

a)

aardappelen

0,03

 

 

0212000

b)

tropische wortel- en knolgewassen

0,01  (*2)

 

 

0212010

Cassave/maniok

 

 

 

0212020

Bataten (zoete aardappelen)

 

 

 

0212030

Yams

 

 

 

0212040

Arrowroot/pijlwortel

 

 

 

0212990

Overige (2)

 

 

 

0213000

c)

andere wortel- en knolgewassen, behalve suikerbiet

0,2

 

 

0213010

Rode bieten

 

 

 

0213020

Wortels

 

 

 

0213030

Knolselderij

 

 

 

0213040

Mierikswortels

 

 

 

0213050

Aardperen/topinamboers

 

 

 

0213060

Pastinaken

 

 

 

0213070

Wortelpeterselie

 

 

 

0213080

Radijzen

 

 

 

0213090

Schorseneren

 

 

 

0213100

Koolrapen

 

 

 

0213110

Rapen

 

 

 

0213990

Overige (2)

 

 

 

0220000

Bolgewassen

 

0,01  (*2)

0,01 (*2)

0220010

Knoflook

0,3

 

 

0220020

Uien

1

 

 

0220030

Sjalotten

0,3

 

 

0220040

Bosuien/groene uien en stengeluien

10

 

 

0220990

Overige (2)

0,01 (*2)

 

 

0230000

Vruchtgroenten

 

 

 

0231000

a)

Solanaceae en Malvaceae

1

 

 

0231010

Tomaten

 

0,15

1,5

0231020

Paprika’s

 

0,01  (*2)

0,9

0231030

Aubergines

 

0,15

1,5

0231040

Okra’s, okers

 

0,01  (*2)

0,01 (*2)

0231990

Overige (2)

 

0,01  (*2)

0,01 (*2)

0232000

b)

Cucurbitaceae met eetbare schil

0,5

0,05

0,01 (*2)

0232010

Komkommers

 

 

 

0232020

Augurken

 

 

 

0232030

Courgettes

 

 

 

0232990

Overige (2)

 

 

 

0233000

c)

Cucurbitaceae met niet-eetbare schil

0,5

0,01  (*2)

0,01  (*2)

0233010

Meloenen

 

 

 

0233020

Pompoenen

 

 

 

0233030

Watermeloenen

 

 

 

0233990

Overige (2)

 

 

 

0234000

d)

suikermais

0,01 (*2)

0,01  (*2)

0,01 (*2)

0239000

e)

andere vruchtgroenten

0,01 (*2)

0,01  (*2)

0,01 (*2)

0240000

Koolsoorten (met uitzondering van wortels en babyleafgewassen van Brassica)

 

0,01  (*2)

0,01 (*2)

0241000

a)

bloemkoolachtigen

2

 

 

0241010

Broccoli

 

 

 

0241020

Bloemkolen

 

 

 

0241990

Overige (2)

 

 

 

0242000

b)

sluitkoolachtigen

 

 

 

0242010

Spruitjes

0,2

 

 

0242020

Sluitkolen

0,3

 

 

0242990

Overige (2)

0,01 (*2)

 

 

0243000

c)

bladkoolachtigen

2

 

 

0243010

Chinese kool/petsai

 

 

 

0243020

Boerenkolen

 

 

 

0243990

Overige (2)

 

 

 

0244000

d)

koolrabi’s

0,03

 

 

0250000

Bladgroenten, kruiden en eetbare bloemen

 

 

 

0251000

a)

slasoorten

 

0,01  (*2)

0,01  (*2)

0251010

Veldsla

30

 

 

0251020

Sla

6

 

 

0251030

Andijvie

2 (+)

 

 

0251040

Tuinkers en andere kiemen en scheuten

30

 

 

0251050

Winterkers

30

 

 

0251060

Raketsla/rucola

30

 

 

0251070

Rode amsoi

30

 

 

0251080

Babyleafgewassen (met inbegrip van Brassica-soorten)

30

 

 

0251990

Overige (2)

0,01  (*2)

 

 

0252000

b)

spinazie en dergelijke bladgroente

6

0,01  (*2)

0,01 (*2)

0252010

Spinazie

 

 

 

0252020

Postelein

 

 

 

0252030

Snijbiet

 

 

 

0252990

Overige (2)

 

 

 

0253000

c)

druivenbladeren en bladeren van dergelijke soorten

30

0,01  (*2)

0,01 (*2)

0254000

d)

waterkers

30

0,01  (*2)

0,01 (*2)

0255000

e)

witlof/witloof/Brussels lof

0,01 (*2)

0,01  (*2)

0,01 (*2)

0256000

f)

kruiden en eetbare bloemen

 

0,02 (*2)

0,02  (*2)

0256010

Kervel

30

 

 

0256020

Bieslook

9

 

 

0256030

Bladselderij/snijselder

9

 

 

0256040

Peterselie

9

 

 

0256050

Salie

9

 

 

0256060

Rozemarijn

9

 

 

0256070

Tijm

9

 

 

0256080

Basilicum en eetbare bloemen

9

 

 

0256090

Laurierblad

9

 

 

0256100

Dragon

9

 

 

0256990

Overige (2)

0,02  (*2)

 

 

0260000

Peulgroenten

0,01 (*2)

0,01  (*2)

0,01 (*2)

0260010

Bonen (met peul)

 

 

 

0260020

Bonen (zonder peul)

 

 

 

0260030

Erwten (met peul)

 

 

 

0260040

Erwten (zonder peul)

 

 

 

0260050

Linzen

 

 

 

0260990

Overige (2)

 

 

 

0270000

Stengelgroenten

 

0,01  (*2)

0,01 (*2)

0270010

Asperges

0,01 (*2)

 

 

0270020

Kardoenen

0,01 (*2)

 

 

0270030

Bleekselderij

0,01 (*2)

 

 

0270040

Knolvenkel

0,01 (*2)

 

 

0270050

Artisjokken

0,01 (*2)

 

 

0270060

Preien

1,5

 

 

0270070

Rabarber

0,01 (*2)

 

 

0270080

Bamboescheuten

0,01 (*2)

 

 

0270090

Palmharten

0,01 (*2)

 

 

0270990

Overige (2)

0,01 (*2)

 

 

0280000

Paddenstoelen, mossen en korstmossen

0,01 (*2)

0,01  (*2)

0,01 (*2)

0280010

Gekweekte paddenstoelen

 

 

 

0280020

Wilde paddenstoelen

 

 

 

0280990

Mossen en korstmossen

 

 

 

0290000

Algen en prokaryote organismen

0,01 (*2)

0,01  (*2)

0,01 (*2)

0300000

PEULVRUCHTEN

0,01 (*2)

0,01  (*2)

0,01 (*2)

0300010

Bonen

 

 

 

0300020

Linzen

 

 

 

0300030

Erwten

 

 

 

0300040

Lupinen/lupinebonen

 

 

 

0300990

Overige (2)

 

 

 

0400000

OLIEHOUDENDE ZADEN EN VRUCHTEN

0,01 (*2)

0,02 (*2)

0,01  (*2)

0401000

Oliehoudende zaden

 

 

 

0401010

Lijnzaad

 

 

 

0401020

Pinda’s/aardnoten

 

 

 

0401030

Papaverzaad/maanzaad

 

 

 

0401040

Sesamzaad

 

 

 

0401050

Zonnebloemzaad

 

 

 

0401060

Koolzaad

 

 

 

0401070

Sojabonen

 

 

 

0401080

Mosterdzaad

 

 

 

0401090

Katoenzaad

 

 

 

0401100

Pompoenzaad

 

 

 

0401110

Saffloerzaad

 

 

 

0401120

Bernagiezaad

 

 

 

0401130

Huttentutzaad

 

 

 

0401140

Hennepzaad

 

 

 

0401150

Wonderbonen

 

 

 

0401990

Overige (2)

 

 

 

0402000

Oliehoudende vruchten

 

 

 

0402010

Olijven voor oliewinning

 

 

 

0402020

Palmpitten

 

 

 

0402030

Palmvruchten

 

 

 

0402040

Kapok

 

 

 

0402990

Overige (2)

 

 

 

0500000

GRANEN

0,01 (*2)

 

0,01 (*2)

0500010

Gerst

 

0,04 (+)

 

0500020

Boekweit en andere pseudogranen

 

0,01  (*2)

 

0500030

Mais

 

0,01  (*2)

 

0500040

Gierst/pluimgierst

 

0,01  (*2)

 

0500050

Haver

 

0,04 (+)

 

0500060

Rijst

 

0,01  (*2)

 

0500070

Rogge

 

0,02

 

0500080

Sorghum

 

0,01  (*2)

 

0500090

Tarwe

 

0,02

 

0500990

Overige (2)

 

0,01  (*2)

 

0600000

THEE, KOFFIE, KRUIDENTHEE, CACAO EN CAROB

 

0,05 (*2)

0,05  (*2)

0610000

Thee

0,05  (*2)

 

 

0620000

Koffiebonen

0,05  (*2)

 

 

0630000

Kruidenthee van

 

 

 

0631000

a)

bloemen

0,05  (*2)

 

 

0631010

Kamille

 

 

 

0631020

Hibiscus/roselle

 

 

 

0631030

Roos

 

 

 

0631040

Jasmijn

 

 

 

0631050

Lindebloesem

 

 

 

0631990

Overige (2)

 

 

 

0632000

b)

bladeren en kruiden

0,05  (*2)

 

 

0632010

Aardbei

 

 

 

0632020

Rooibos

 

 

 

0632030

Maté

 

 

 

0632990

Overige (2)

 

 

 

0633000

c)

wortels

7

 

 

0633010

Valeriaan

 

 

 

0633020

Ginseng

 

 

 

0633990

Overige (2)

 

 

 

0639000

d)

alle andere delen van de plant

0,05  (*2)

 

 

0640000

Cacaobonen

0,05  (*2)

 

 

0650000

Carob/johannesbrood

0,05  (*2)

 

 

0700000

HOP

0,15 (+)

0,05  (*2)

0,05  (*2)

0800000

SPECERIJEN

 

 

 

0810000

Als specerij gebruikte zaden

0,05  (*2)

0,05 (*2)

0,05  (*2)

0810010

Anijs

 

 

 

0810020

Zwarte komijn

 

 

 

0810030

Selderij

 

 

 

0810040

Koriander

 

 

 

0810050

Komijn

 

 

 

0810060

Dille

 

 

 

0810070

Venkel

 

 

 

0810080

Fenegriek

 

 

 

0810090

Nootmuskaat

 

 

 

0810990

Overige (2)

 

 

 

0820000

Als specerij gebruikte vruchten

0,05  (*2)

0,05 (*2)

0,05  (*2)

0820010

Piment

 

 

 

0820020

Szechuanpeper/anijspeper

 

 

 

0820030

Karwij

 

 

 

0820040

Kardemom

 

 

 

0820050

Jeneverbes

 

 

 

0820060

Peperkorrel (groen, wit en zwart)

 

 

 

0820070

Vanille

 

 

 

0820080

Tamarinde

 

 

 

0820990

Overige (2)

 

 

 

0830000

Als specerij gebruikte bast

0,05  (*2)

0,05 (*2)

0,05  (*2)

0830010

Kaneel

 

 

 

0830990

Overige (2)

 

 

 

0840000

Als specerij gebruikte wortels en wortelstokken

 

 

 

0840010

Zoethout

0,05  (*2)

0,05 (*2)

0,05  (*2)

0840020

Gember (10)

 

 

 

0840030

Geelwortel/kurkuma/koenjit

0,05  (*2)

0,05 (*2)

0,05  (*2)

0840040

Mierikswortel (11)

 

 

 

0840990

Overige (2)

0,05  (*2)

0,05 (*2)

0,05  (*2)

0850000

Als specerij gebruikte knoppen

0,05  (*2)

0,05 (*2)

0,05  (*2)

0850010

Kruidnagels

 

 

 

0850020

Kappertjes

 

 

 

0850990

Overige (2)

 

 

 

0860000

Als specerij gebruikte stampers

0,05  (*2)

0,05 (*2)

0,05  (*2)

0860010

Saffraan

 

 

 

0860990

Overige (2)

 

 

 

0870000

Als specerij gebruikte zaadrokken

0,05  (*2)

0,05 (*2)

0,05  (*2)

0870010

Foelie

 

 

 

0870990

Overige (2)

 

 

 

0900000

SUIKERGEWASSEN

 

0,01  (*2)

0,01 (*2)

0900010

Suikerbiet

0,15

 

 

0900020

Suikerriet

0,01 (*2)

 

 

0900030

Wortelcichorei

0,01 (*2)

 

 

0900990

Overige (2)

0,01 (*2)

 

 

1000000

PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG - LANDDIEREN

 

 

 

1010000

Producten afkomstig van

 

0,02  (*2)

0,01 (*2)

1011000

a)

varkens

 

 

 

1011010

Spier

0,02  (*2) (+)

 

 

1011020

Vet

0,05  (*2) (+)

 

 

1011030

Lever

0,05  (*2) (+)

 

 

1011040

Nier

0,05  (*2) (+)

 

 

1011050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,05  (*2)

 

 

1011990

Overige (2)

0,05  (*2)

 

 

1012000

b)

runderen

 

 

 

1012010

Spier

0,02  (*2) (+)

(+)

 

1012020

Vet

0,05  (*2) (+)

(+)

 

1012030

Lever

0,05  (*2) (+)

(+)

 

1012040

Nier

0,05  (*2) (+)

(+)

 

1012050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,05  (*2)

 

 

1012990

Overige (2)

0,05  (*2)

 

 

1013000

c)

schapen

 

 

 

1013010

Spier

0,02  (*2) (+)

(+)

 

1013020

Vet

0,05  (*2) (+)

(+)

 

1013030

Lever

0,05  (*2) (+)

(+)

 

1013040

Nier

0,05  (*2) (+)

(+)

 

1013050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,05  (*2)

 

 

1013990

Overige (2)

0,05  (*2)

 

 

1014000

d)

geiten

 

 

 

1014010

Spier

0,02  (*2) (+)

(+)

 

1014020

Vet

0,05  (*2) (+)

(+)

 

1014030

Lever

0,05  (*2) (+)

(+)

 

1014040

Nier

0,05  (*2) (+)

(+)

 

1014050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,05  (*2)

 

 

1014990

Overige (2)

0,05  (*2)

 

 

1015000

e)

paardachtigen

 

 

 

1015010

Spier

0,02  (*2) (+)

(+)

 

1015020

Vet

0,05  (*2) (+)

(+)

 

1015030

Lever

0,05  (*2) (+)

(+)

 

1015040

Nier

0,05  (*2) (+)

(+)

 

1015050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,05  (*2)

 

 

1015990

Overige (2)

0,05  (*2)

 

 

1016000

f)

pluimvee

 

 

 

1016010

Spier

0,02  (*2) (+)

 

 

1016020

Vet

0,05  (*2) (+)

 

 

1016030

Lever

0,05  (*2) (+)

 

 

1016040

Nier

0,05  (*2) (+)

 

 

1016050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,05  (*2)

 

 

1016990

Overige (2)

0,05  (*2)

 

 

1017000

g)

andere gekweekte landdieren

 

 

 

1017010

Spier

0,02  (*2) (+)

 

 

1017020

Vet

0,05  (*2) (+)

 

 

1017030

Lever

0,05  (*2) (+)

 

 

1017040

Nier

0,05  (*2) (+)

 

 

1017050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,05  (*2)

 

 

1017990

Overige (2)

0,05  (*2)

 

 

1020000

Melk

0,02

0,02  (*2)

0,01 (*2)

1020010

Runderen

(+)

(+)

 

1020020

Schapen

(+)

(+)

 

1020030

Geiten

(+)

(+)

 

1020040

Paarden

(+)

(+)

 

1020990

Overige (2)

 

 

 

1030000

Vogeleieren

0,01 (*2)

0,02  (*2)

0,01 (*2)

1030010

Kippen

(+)

 

 

1030020

Eenden

(+)

 

 

1030030

Ganzen

(+)

 

 

1030040

Kwartels

(+)

 

 

1030990

Overige (2)

 

 

 

1040000

Honing en andere producten van de bijenteelt (7)

0,05 (*2)

0,05 (*2)

0,05  (*2)

1050000

Amfibieën en reptielen

0,01 (*2)

0,02  (*2)

0,01 (*2)

1060000

Ongewervelde landdieren

0,01 (*2)

0,02  (*2)

0,01 (*2)

1070000

In het wild levende gewervelde landdieren

0,01 (*2)

0,02  (*2)

0,01 (*2)

1100000

PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG - VIS, VISPRODUCTEN EN ANDERE PRODUCTEN VAN ZOUT- EN ZOETWATERDIEREN (8)

 

 

 

1200000

UITSLUITEND VOOR DIERVOEDER GEBRUIKTE PRODUCTEN OF DELEN VAN PRODUCTEN (8)

 

 

 

1300000

VERWERKTE VOEDINGSMIDDELEN (9)

 

 

 

(F) =vetoplosbaar

Fluopicolide

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot de residuproeven ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op [Publicatiebureau: gelieve de datum in te voegen: twee jaar na de bekendmaking] is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0251030 Andijvie

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot de analysemethoden ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op [Publicatiebureau: gelieve de datum in te voegen: twee jaar na de bekendmaking] is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0700000 HOP

1011010 Spier

1011020 Vet

1011030 Lever

1011040 Nier

1012010 Spier

1012020 Vet

1012030 Lever

1012040 Nier

1013010 Spier

1013020 Vet

1013030 Lever

1013040 Nier

1014010 Spier

1014020 Vet

1014030 Lever

1014040 Nier

1015010 Spier

1015020 Vet

1015030 Lever

1015040 Nier

1016010 Spier

1016020 Vet

1016030 Lever

1016040 Nier

1017010 Spier

1017020 Vet

1017030 Lever

1017040 Nier

1020010 Runderen

1020020 Schapen

1020030 Geiten

1020040 Paarden

1030010 Kippen

1030020 Eenden

1030030 Ganzen

1030040 Kwartels

Proquinazid (F) (R)

(R) =voor de volgende combinaties van bestrijdingsmiddel en codenummer geldt een andere residudefinitie:

proquinazid - code 1000000 behalve 1040000: som van proquinazid en metaboliet 3-[(6-jood-4-oxo-3-propyl-3,4-dihydrochinazoline-2-yl)oxy]propaanzuur (IN-MU210), uitgedrukt als proquinazid

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot de residuproeven ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op [Publicatiebureau: gelieve de datum in te voegen: twee jaar na de bekendmaking] is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0500010 Gerst

0500050 Haver

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot residuproeven op gras (belangrijk onderdeel van het dieet van vee) ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op [Publicatiebureau: gelieve de datum in te voegen: twee jaar na de bekendmaking] is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

1012010 Spier

1012020 Vet

1012030 Lever

1012040 Nier

1013010 Spier

1013020 Vet

1013030 Lever

1013040 Nier

1014010 Spier

1014020 Vet

1014030 Lever

1014040 Nier

1015010 Spier

1015020 Vet

1015030 Lever

1015040 Nier

1020010 Runderen

1020020 Schapen

1020030 Geiten

1020040 Paarden

2)

Bijlage III wordt als volgt gewijzigd:

a)

in deel A worden de kolommen voor fluopicolide, proquinazid en pyridalyl geschrapt;

b)

in deel B wordt de kolom voor benalaxyl geschrapt.

3)

In bijlage V wordt de kolom voor dichlobenil toegevoegd:

„Bestrijdingsmiddelenresiduen en maximumresidugehalten (mg/kg)

Codenummer

Groepen en voorbeelden van afzonderlijke producten waarvoor de MRL’s gelden  (3)

Dichlobenil

0100000

FRUIT, VERS of BEVROREN; NOTEN

0,01  (*3)

0110000

Citrusvruchten

 

0110010

Grapefruits/pompelmoezen

 

0110020

Sinaasappelen

 

0110030

Citroenen

 

0110040

Limoenen/lemmetjes

 

0110050

Mandarijnen

 

0110990

Overige (2)

 

0120000

Noten

 

0120010

Amandelen

 

0120020

Paranoten

 

0120030

Cashewnoten

 

0120040

Kastanjes

 

0120050

Kokosnoten

 

0120060

Hazelnoten

 

0120070

Macadamianoten

 

0120080

Pecannoten

 

0120090

Pijnboompitten

 

0120100

Pistaches

 

0120110

Walnoten

 

0120990

Overige (2)

 

0130000

Pitvruchten

 

0130010

Appelen

 

0130020

Peren

 

0130030

Kweeperen

 

0130040

Mispels

 

0130050

Loquats/Japanse mispels

 

0130990

Overige (2)

 

0140000

Steenvruchten

 

0140010

Abrikozen

 

0140020

Kersen (zoet)

 

0140030

Perziken

 

0140040

Pruimen

 

0140990

Overige (2)

 

0150000

Besvruchten en kleinfruit

 

0151000

a)

druiven

 

0151010

Tafeldruiven

 

0151020

Wijndruiven

 

0152000

b)

aardbeien

 

0153000

c)

rubussoorten

 

0153010

Bramen/braambessen

 

0153020

Dauwbramen

 

0153030

Frambozen (geel en rood)

 

0153990

Overige (2)

 

0154000

d)

ander kleinfruit en besvruchten

 

0154010

Blauwe bessen

 

0154020

Veenbessen

 

0154030

Aalbessen (rood, wit en zwart)

 

0154040

Kruisbessen (geel, groen en rood)

 

0154050

Rozenbottels

 

0154060

Moerbeien (wit en zwart)

 

0154070

Azaroles/Middellandse Zeemispels

 

0154080

Vlierbessen

 

0154990

Overige (2)

 

0160000

Diverse vruchten met

 

0161000

a)

eetbare schil

 

0161010

Dadels

 

0161020

Vijgen

 

0161030

Tafelolijven

 

0161040

Kumquats

 

0161050

Carambola’s

 

0161060

Kaki’s/Japanse persimoenen

 

0161070

Jambolans/djamblangs

 

0161990

Overige (2)

 

0162000

b)

niet-eetbare schil, klein

 

0162010

Kiwi’s (geel, groen, rood)

 

0162020

Lychees

 

0162030

Passievruchten/maracuja’s

 

0162040

Woestijnvijgen/cactusvruchten

 

0162050

Sterappelen

 

0162060

Noord-Amerikaanse persimoenen

 

0162990

Overige (2)

 

0163000

c)

niet-eetbare schil, groot

 

0163010

Avocado’s

 

0163020

Bananen

 

0163030

Mango’s

 

0163040

Papaja’s

 

0163050

Granaatappels

 

0163060

Cherimoya’s

 

0163070

Guaves

 

0163080

Ananassen

 

0163090

Broodvruchten

 

0163100

Doerians

 

0163110

Zuurzakken/doerian blanda

 

0163990

Overige (2)

 

0200000

GROENTEN, VERS of BEVROREN

 

0210000

Wortel- en knolgewassen

0,01 (*3)

0211000

a)

aardappelen

 

0212000

b)

tropische wortel- en knolgewassen

 

0212010

Cassave/maniok

 

0212020

Bataten (zoete aardappelen)

 

0212030

Yams

 

0212040

Arrowroot/pijlwortel

 

0212990

Overige (2)

 

0213000

c)

andere wortel- en knolgewassen, behalve suikerbiet

 

0213010

Rode bieten

 

0213020

Wortels

 

0213030

Knolselderij

 

0213040

Mierikswortels

 

0213050

Aardperen/topinamboers

 

0213060

Pastinaken

 

0213070

Wortelpeterselie

 

0213080

Radijzen

 

0213090

Schorseneren

 

0213100

Koolrapen

 

0213110

Rapen

 

0213990

Overige (2)

 

0220000

Bolgewassen

0,01  (*3)

0220010

Knoflook

 

0220020

Uien

 

0220030

Sjalotten

 

0220040

Bosuien/groene uien en stengeluien

 

0220990

Overige (2)

 

0230000

Vruchtgroenten

0,01 (*3)

0231000

a)

Solanaceae en Malvaceae

 

0231010

Tomaten

 

0231020

Paprika’s

 

0231030

Aubergines

 

0231040

Okra’s, okers

 

0231990

Overige (2)

 

0232000

b)

Cucurbitaceae met eetbare schil

 

0232010

Komkommers

 

0232020

Augurken

 

0232030

Courgettes

 

0232990

Overige (2)

 

0233000

c)

Cucurbitaceae met niet-eetbare schil

 

0233010

Meloenen

 

0233020

Pompoenen

 

0233030

Watermeloenen

 

0233990

Overige (2)

 

0234000

d)

suikermais

 

0239000

e)

andere vruchtgroenten

 

0240000

Koolsoorten (met uitzondering van wortels en babyleafgewassen van Brassica)

0,01 (*3)

0241000

a)

bloemkoolachtigen

 

0241010

Broccoli

 

0241020

Bloemkolen

 

0241990

Overige (2)

 

0242000

b)

sluitkoolachtigen

 

0242010

Spruitjes

 

0242020

Sluitkolen

 

0242990

Overige (2)

 

0243000

c)

bladkoolachtigen

 

0243010

Chinese kool/petsai

 

0243020

Boerenkolen

 

0243990

Overige (2)

 

0244000

d)

koolrabi’s

 

0250000

Bladgroenten, kruiden en eetbare bloemen

 

0251000

a)

slasoorten

0,01 (*3)

0251010

Veldsla

 

0251020

Sla

 

0251030

Andijvie

 

0251040

Tuinkers en andere kiemen en scheuten

 

0251050

Winterkers

 

0251060

Raketsla/rucola

 

0251070

Rode amsoi

 

0251080

Babyleafgewassen (met inbegrip van Brassica-soorten)

 

0251990

Overige (2)

 

0252000

b)

spinazie en dergelijke bladgroente

0,01 (*3)

0252010

Spinazie

 

0252020

Postelein

 

0252030

Snijbiet

 

0252990

Overige (2)

 

0253000

c)

druivenbladeren en bladeren van dergelijke soorten

0,01 (*3)

0254000

d)

waterkers

0,01 (*3)

0255000

e)

witlof/witloof/Brussels lof

0,01 (*3)

0256000

f)

kruiden en eetbare bloemen

0,02 (*3)

0256010

Kervel

 

0256020

Bieslook

 

0256030

Bladselderij/snijselder

 

0256040

Peterselie

 

0256050

Salie

 

0256060

Rozemarijn

 

0256070

Tijm

 

0256080

Basilicum en eetbare bloemen

 

0256090

Laurierblad

 

0256100

Dragon

 

0256990

Overige (2)

 

0260000

Peulgroenten

0,01 (*3)

0260010

Bonen (met peul)

 

0260020

Bonen (zonder peul)

 

0260030

Erwten (met peul)

 

0260040

Erwten (zonder peul)

 

0260050

Linzen

 

0260990

Overige (2)

 

0270000

Stengelgroenten

0,01 (*3)

0270010

Asperges

 

0270020

Kardoenen

 

0270030

Bleekselderij

 

0270040

Knolvenkel

 

0270050

Artisjokken

 

0270060

Preien

 

0270070

Rabarber

 

0270080

Bamboescheuten

 

0270090

Palmharten

 

0270990

Overige (2)

 

0280000

Paddenstoelen, mossen en korstmossen

0,01 (*3)

0280010

Gekweekte paddenstoelen

 

0280020

Wilde paddenstoelen

 

0280990

Mossen en korstmossen

 

0290000

Algen en prokaryote organismen

0,01 (*3)

0300000

PEULVRUCHTEN

0,01 (*3)

0300010

Bonen

 

0300020

Linzen

 

0300030

Erwten

 

0300040

Lupinen/lupinebonen

 

0300990

Overige (2)

 

0400000

OLIEHOUDENDE ZADEN EN VRUCHTEN

0,01  (*3)

0401000

Oliehoudende zaden

 

0401010

Lijnzaad

 

0401020

Pinda’s/aardnoten

 

0401030

Papaverzaad/maanzaad

 

0401040

Sesamzaad

 

0401050

Zonnebloemzaad

 

0401060

Koolzaad

 

0401070

Sojabonen

 

0401080

Mosterdzaad

 

0401090

Katoenzaad

 

0401100

Pompoenzaad

 

0401110

Saffloerzaad

 

0401120

Bernagiezaad

 

0401130

Huttentutzaad

 

0401140

Hennepzaad

 

0401150

Wonderbonen

 

0401990

Overige (2)

 

0402000

Oliehoudende vruchten

 

0402010

Olijven voor oliewinning

 

0402020

Palmpitten

 

0402030

Palmvruchten

 

0402040

Kapok

 

0402990

Overige (2)

 

0500000

GRANEN

0,01 (*3)

0500010

Gerst

 

0500020

Boekweit en andere pseudogranen

 

0500030

Mais

 

0500040

Gierst/pluimgierst

 

0500050

Haver

 

0500060

Rijst

 

0500070

Rogge

 

0500080

Sorghum

 

0500090

Tarwe

 

0500990

Overige (2)

 

0600000

THEE, KOFFIE, KRUIDENTHEE, CACAO EN CAROB

0,05 (*3)

0610000

Thee

 

0620000

Koffiebonen

 

0630000

Kruidenthee van

 

0631000

a)

bloemen

 

0631010

Kamille

 

0631020

Hibiscus/roselle

 

0631030

Roos

 

0631040

Jasmijn

 

0631050

Lindebloesem

 

0631990

Overige (2)

 

0632000

b)

bladeren en kruiden

 

0632010

Aardbei

 

0632020

Rooibos

 

0632030

Maté

 

0632990

Overige (2)

 

0633000

c)

wortels

 

0633010

Valeriaan

 

0633020

Ginseng

 

0633990

Overige (2)

 

0639000

d)

alle andere delen van de plant

 

0640000

Cacaobonen

 

0650000

Carob/johannesbrood

 

0700000

HOP

0,05 (*3)

0800000

SPECERIJEN

 

0810000

Als specerij gebruikte zaden

0,05 (*3)

0810010

Anijs

 

0810020

Zwarte komijn

 

0810030

Selderij

 

0810040

Koriander

 

0810050

Komijn

 

0810060

Dille

 

0810070

Venkel

 

0810080

Fenegriek

 

0810090

Nootmuskaat

 

0810990

Overige (2)

 

0820000

Als specerij gebruikte vruchten

0,05 (*3)

0820010

Piment

 

0820020

Szechuanpeper/anijspeper

 

0820030

Karwij

 

0820040

Kardemom

 

0820050

Jeneverbes

 

0820060

Peperkorrel (groen, wit en zwart)

 

0820070

Vanille

 

0820080

Tamarinde

 

0820990

Overige (2)

 

0830000

Als specerij gebruikte bast

0,05 (*3)

0830010

Kaneel

 

0830990

Overige (2)

 

0840000

Als specerij gebruikte wortels en wortelstokken

 

0840010

Zoethout

0,05 (*3)

0840020

Gember (10)

 

0840030

Geelwortel/kurkuma/koenjit

0,05 (*3)

0840040

Mierikswortel (11)

 

0840990

Overige (2)

0,05 (*3)

0850000

Als specerij gebruikte knoppen

0,05 (*3)

0850010

Kruidnagels

 

0850020

Kappertjes

 

0850990

Overige (2)

 

0860000

Als specerij gebruikte stampers

0,05 (*3)

0860010

Saffraan

 

0860990

Overige (2)

 

0870000

Als specerij gebruikte zaadrokken

0,05 (*3)

0870010

Foelie

 

0870990

Overige (2)

 

0900000

SUIKERGEWASSEN

0,01 (*3)

0900010

Suikerbiet

 

0900020

Suikerriet

 

0900030

Wortelcichorei

 

0900990

Overige (2)

 

1000000

PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG - LANDDIEREN

 

1010000

Producten afkomstig van

0,01 (*3)

1011000

a)

varkens

 

1011010

Spier

 

1011020

Vet

 

1011030

Lever

 

1011040

Nier

 

1011050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

 

1011990

Overige (2)

 

1012000

b)

runderen

 

1012010

Spier

 

1012020

Vet

 

1012030

Lever

 

1012040

Nier

 

1012050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

 

1012990

Overige (2)

 

1013000

c)

schapen

 

1013010

Spier

 

1013020

Vet

 

1013030

Lever

 

1013040

Nier

 

1013050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

 

1013990

Overige (2)

 

1014000

d)

geiten

 

1014010

Spier

 

1014020

Vet

 

1014030

Lever

 

1014040

Nier

 

1014050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

 

1014990

Overige (2)

 

1015000

e)

paardachtigen

 

1015010

Spier

 

1015020

Vet

 

1015030

Lever

 

1015040

Nier

 

1015050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

 

1015990

Overige (2)

 

1016000

f)

pluimvee

 

1016010

Spier

 

1016020

Vet

 

1016030

Lever

 

1016040

Nier

 

1016050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

 

1016990

Overige (2)

 

1017000

g)

andere gekweekte landdieren

 

1017010

Spier

 

1017020

Vet

 

1017030

Lever

 

1017040

Nier

 

1017050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

 

1017990

Overige (2)

 

1020000

Melk

0,01 (*3)

1020010

Runderen

 

1020020

Schapen

 

1020030

Geiten

 

1020040

Paarden

 

1020990

Overige (2)

 

1030000

Vogeleieren

0,01 (*3)

1030010

Kippen

 

1030020

Eenden

 

1030030

Ganzen

 

1030040

Kwartels

 

1030990

Overige (2)

 

1040000

Honing en andere producten van de bijenteelt (7)

0,05  (*3)

1050000

Amfibieën en reptielen

0,01 (*3)

1060000

Ongewervelde landdieren

0,01 (*3)

1070000

In het wild levende gewervelde landdieren

0,01 (*3)

1100000

PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG - VIS, VISPRODUCTEN EN ANDERE PRODUCTEN VAN ZOUT- EN ZOETWATERDIEREN (8)

 

1200000

UITSLUITEND VOOR DIERVOEDER GEBRUIKTE PRODUCTEN OF DELEN VAN PRODUCTEN (8)

 

1300000

VERWERKTE VOEDINGSMIDDELEN (9)

 


(*1)  Bepaalbaarheidsgrens

(1)  Voor de volledige lijst van producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor de MRL’s gelden, zie bijlage I.

(*2)  Bepaalbaarheidsgrens

(2)  Voor de volledige lijst van producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor de MRL’s gelden, zie bijlage I.

(*3)  Bepaalbaarheidsgrens

(3)  Voor de volledige lijst van producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor de MRL’s gelden, zie bijlage I.”


16.4.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 131/41


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/617 VAN DE COMMISSIE

van 14 april 2021

tot wijziging van de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2020/2235 en (EU) 2020/2236 wat betreft modellen van diergezondheidscertificaten en modellen van diergezondheids-/officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde waterdieren en producten van dierlijke oorsprong

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (1), en met name artikel 7, lid 2, punt a),

Gezien Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) (2), en met name artikel 213, lid 2, en artikel 224, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Uitvoeringsverordeningen (EU) 2020/2235 (3) en (EU) 2020/2236 (4) van de Commissie bevatten regels voor de toepassing van de Verordeningen (EU) 2016/429 en (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (5) wat betreft modellen van diergezondheidscertificaten en modellen van diergezondheids-/officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde waterdieren en producten van dierlijke oorsprong.

(2)

De binnenkomst in de Unie van zendingen voor menselijke consumptie bestemde levende waterdieren is alleen toegestaan als de zendingen aan de regels van Verordening (EG) nr. 853/2004 voldoen. De bewoording van bepaalde delen van de toelichting in de modellen van diergezondheids-/officiële certificaten voor levende vis, levende schaaldieren, levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren, mariene buikpotigen en producten van dierlijke oorsprong van die dieren in de hoofdstukken 28 en 31 van bijlage III bij Verordening (EU) 2020/2235 is mogelijk dubbelzinnig wat de voorschriften inzake de volksgezondheid betreft. Om misverstanden te voorkomen en omwille van de coherentie tussen de voorschriften inzake de volksgezondheid en inzake de diergezondheid voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde levende waterdieren, moet de toelichting in de modellen van diergezondheids-/officiële certificaten voor levende vis, levende schaaldieren, levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren, mariene buikpotigen en producten van dierlijke oorsprong van die dieren in de hoofdstukken 28 en 31 van bijlage III derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(3)

Om absolute duidelijkheid te waarborgen van de toelichting in de in bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 vastgestelde modellen van diergezondheids-/officiële certificaten voor levende vis, levende schaaldieren, levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren, mariene buikpotigen en producten van dierlijke oorsprong van die dieren, moet expliciet worden gesteld dat de binnenkomst in de Unie van zendingen voor menselijke consumptie bestemde levende waterdieren alleen is toegestaan als de zendingen voldoen aan Verordening (EG) nr. 853/2004.

(4)

Omwille van de coherentie tussen de voorschriften inzake de volksgezondheid en inzake de diergezondheid voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde levende waterdieren, moeten bepaalde wijzigingen worden aangebracht in de titel en de toelichting van het in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2236 vastgestelde model van diergezondheidscertificaat voor waterdieren bestemd voor bepaalde aquacultuurinrichtingen, vrijlating in het wild of andere doeleinden. Deze wijzigingen zijn nodig om ervoor te zorgen dat het expliciet duidelijk is dat dit certificaat niet mag worden gebruikt voor zendingen van waterdieren die voor menselijke consumptie bestemd zijn. Hoewel zuiveringscentra en verzendingscentra overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 aquacultuurinrichtingen zijn, is de binnenkomst in de Unie van waterdieren op grond van de regels inzake de volksgezondheid verboden als die waterdieren bestemd zijn voor zuiveringscentra of, in bepaalde omstandigheden, voor verzendingscentra.

(5)

Omwille van de duidelijkheid en om misverstanden te voorkomen, moet het model van diergezondheidscertificaat voor de binnenkomst in de Unie van waterdieren bestemd voor bepaalde aquacultuurinrichtingen, vrijlating in het wild of andere doeleinden, met uitzondering van menselijke consumptie, dat in bijlage II bij Verordening (EU) 2020/2236 is vastgesteld, worden gewijzigd om ervoor te zorgen dat het duidelijk is dat de binnenkomst in de Unie van zendingen voor menselijke consumptie bestemde levende waterdieren alleen is toegestaan als de zendingen voldoen aan Verordening (EG) nr. 853/2004.

(6)

Aangezien de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2020/2235 en (EU) 2020/2236 van toepassing zijn met ingang van 21 april 2021, moet deze verordening met ingang van dezelfde datum van toepassing zijn.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 wordt als volgt gewijzigd:

1.

In hoofdstuk 28 wordt het model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde levende vis, levende schaaldieren en producten van dierlijke oorsprong van die dieren (MODEL FISH- CRUST-HC) als volgt gewijzigd:

a)

punt II.2.3.1 wordt vervangen door:

(4)(6)[II.2.3.1. de voorschriften van deel II.2.4 zijn erop van toepassing en zij zijn afkomstig uit een (4)[land] (4)[gebied] (4)[zone] (4)[compartiment] met de (5)code: _ — __ die op de datum van afgifte van dit certificaat vermeld staat in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden voor de binnenkomst in de Unie van (3)[waterdieren] (3)[andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren];]”;

b)

de toelichting wordt vervangen door:

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

“Waterdieren” zijn dieren zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 3, van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad. “Aquacultuurdieren” zijn waterdieren die het voorwerp zijn van aquacultuur zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 7, van Verordening (EU) 2016/429.

Alle waterdieren en andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren waarop deel II.2.4 van dit certificaat van toepassing is, moeten afkomstig zijn uit een land/gebied/zone/compartiment dat/die is vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

Deel II.2.4 van het certificaat is niet van toepassing op de volgende schaaldieren en vissen, en zij mogen derhalve afkomstig zijn uit een land/gebied of een deel daarvan dat door de Commissie is opgenomen in een lijst overeenkomstig artikel 127, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625:

a)

schaaldieren die voor menselijke consumptie zijn verpakt en geëtiketteerd overeenkomstig de specifieke voorschriften voor die dieren in Verordening (EG) nr. 853/2004 en die niet langer als levende dieren zouden kunnen overleven als zij zouden worden teruggezet in het aquatisch milieu;

b)

schaaldieren die bestemd zijn voor menselijke consumptie zonder verdere verwerking en die zijn verpakt voor de detailverkoop overeenkomstig de voorschriften voor die verpakkingen in Verordening (EG) nr. 853/2004;

c)

schaaldieren die voor menselijke consumptie zijn verpakt en geëtiketteerd overeenkomstig de specifieke voorschriften voor die dieren in Verordening (EG) nr. 853/2004 en die bestemd zijn voor verdere verwerking zonder tijdelijke opslag op de plaats van verwerking;

d)

vis die vóór de verzending wordt gedood en gekaakt.

Dit certificaat is van toepassing op producten van dierlijke oorsprong en op levende waterdieren, met inbegrip van die welke bestemd zijn voor een ziektebestrijdende inrichting voor aquatische levensmiddelen zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 52, van Verordening (EU) 2016/429, die bestemd zijn voor menselijke consumptie overeenkomstig bijlage III, sectie VII, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 van de Commissie.

Deel I:

Vak I.20:

Vink “Conservenindustrie” aan voor hele vissen die aanvankelijk in pekel worden ingevroren bij — 9 °C of een temperatuur hoger dan — 18 °C en die bestemd zijn voor de bereiding van conserven overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, punt II.7, bij Verordening (EG) nr. 853/2004. Vink “Producten voor menselijke consumptie” of “Verdere verwerking” aan voor de andere gevallen.

Vak I.27:

Voeg de toepasselijke code(s) van het geharmoniseerd systeem (GS) in met gebruik van posten zoals: 0301 , 0302 , 0303 , 0304 , 0305 , 0306 , 0307 , 0308 , 0511 , 1504 , 1516 , 1518 , 1603 , 1604 , 1605 of 2106 .

Vak I.27:

Beschrijving van de zending:

 

Aard van de goederen”: vermeld of het product afkomstig is van aquacultuur of uit het wild;

 

Soort behandeling”: geef aan: levend, gekoeld, ingevroren of verwerkt;

 

Verwerkingsbedrijf”: omvat fabrieksvaartuig, vriesvaartuig, reeferschip, koelhuis en verwerkingsinstallatie.

Deel II:

(1)

Deel II.1 van dit certificaat is niet van toepassing op landen met speciale certificeringsvoorschriften in verband met de volksgezondheid die zijn vastgelegd in gelijkwaardigheidsovereenkomsten of andere wetgeving van de Unie.

(2)

Deel II.2 van dit certificaat is niet van toepassing en moet worden geschrapt wanneer de zending bestaat uit: a) andere soorten dan die welke in de lijst in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 (*1) van de Commissie zijn opgenomen, of b) wilde waterdieren en producten van dierlijke oorsprong van die waterdieren die uit vissersvaartuigen worden aangeland voor menselijke consumptie, of c) andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren die bij binnenkomst in de Unie klaar zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie.

(3)

In de derde en vierde kolom van de tabel in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 opgenomen soorten. In de vierde kolom van die tabel opgenomen soorten worden alleen als vector beschouwd als zij aan de voorwaarden van artikel 171 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 voldoen.

(4)

Doorhalen wat niet van toepassing is.

(5)

De code van het (de) derde land/gebied/zone/compartiment zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(6)

De delen II.2.3.1, II.2.3.2 en II.2.4 van dit certificaat zijn niet van toepassing en moeten worden geschrapt indien de zending uitsluitend de volgende schaaldieren of vis bevat:

a)

schaaldieren die voor menselijke consumptie zijn verpakt en geëtiketteerd overeenkomstig de specifieke voorschriften voor die dieren in Verordening (EG) nr. 853/2004 en die niet langer als levende dieren zouden kunnen overleven als zij zouden worden teruggezet in het aquatisch milieu;

b)

schaaldieren die bestemd zijn voor menselijke consumptie zonder verdere verwerking en die zijn verpakt voor de detailverkoop overeenkomstig de voorschriften voor die verpakkingen in Verordening (EG) nr. 853/2004;

c)

schaaldieren die voor menselijke consumptie zijn verpakt en geëtiketteerd overeenkomstig de specifieke voorschriften voor die dieren in Verordening (EG) nr. 853/2004 en die bestemd zijn voor verdere verwerking zonder tijdelijke opslag op de plaats van verwerking;

d)

vis die vóór de verzending wordt gedood en gekaakt.

(7)

Van toepassing indien de lidstaat van bestemming in de Unie hetzij de ziektevrije status heeft ten aanzien van een ziekte van categorie C als gedefinieerd in artikel 1, punt 3), van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882, hetzij is onderworpen aan een overeenkomstig artikel 31, lid 2, van Verordening (EU) 2016/429 vastgesteld optioneel uitroeiingsprogramma, anders schrappen.

(8)

Van toepassing indien in de lidstaat van bestemming in de Unie door de Commissie overeenkomstig artikel 226 van Verordening (EU) 2016/429 goedgekeurde nationale maatregelen gelden ten aanzien van een specifieke ziekte, anders schrappen.

(9)

Soorten die in de tweede kolom van de tabel in bijlage XXIX bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 betreffende ziekten waarvoor in lidstaten nationale maatregelen bestaan, zoals bedoeld in artikel 226 van Verordening (EU) 2016/429, zijn opgenomen.

(10)

Te ondertekenen door:

een officiële dierenarts, wanneer deel II.2 (Verklaring inzake de diergezondheid) niet wordt geschrapt;

een certificerend functionaris of een officiële dierenarts, wanneer deel II.2 (Verklaring inzake de diergezondheid) wordt geschrapt.”.

(*1)  Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van de Commissie van 3 december 2018 betreffende de toepassing, op de categorieën in de lijst opgenomen ziekten, van bepaalde regels voor de preventie en bestrijding van ziekten en tot vaststelling van een lijst van soorten en groepen soorten die een aanzienlijk risico vormen in verband met de verspreiding van die ziekten (PB L 308 van 4.12.2018, blz. 21).;"

2.

In hoofdstuk 31, in het model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren, mariene buikpotigen en producten van dierlijke oorsprong van die dieren (MODEL MOL-HC), wordt de toelichting vervangen door:

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

“Waterdieren” zijn dieren zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 3, van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad. “Aquacultuurdieren” zijn waterdieren die het voorwerp zijn van aquacultuur zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 7, van Verordening (EU) 2016/429.

Alle waterdieren en andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren waarop deel II.2.4 van dit certificaat van toepassing is, moeten afkomstig zijn uit een land/gebied/zone/compartiment dat/die is vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

Deel II.2.4 van het certificaat is niet van toepassing op de volgende waterdieren, en zij mogen derhalve afkomstig zijn uit een land of een regio daarvan dat/die door de Commissie is opgenomen in een lijst overeenkomstig artikel 127, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625:

a)

weekdieren die voor menselijke consumptie zijn verpakt en geëtiketteerd overeenkomstig de specifieke voorschriften voor die dieren in Verordening (EG) nr. 853/2004 en die niet langer als levende dieren zouden kunnen overleven als zij zouden worden teruggezet in het aquatisch milieu;

b)

weekdieren die bestemd zijn voor menselijke consumptie zonder verdere verwerking en die zijn verpakt voor de detailverkoop overeenkomstig de voorschriften voor die verpakkingen in Verordening (EG) nr. 853/2004;

c)

weekdieren die voor menselijke consumptie zijn verpakt en geëtiketteerd overeenkomstig de specifieke voorschriften voor die dieren in Verordening (EG) nr. 853/2004 en die bestemd zijn voor verdere verwerking zonder tijdelijke opslag op de plaats van verwerking.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 van de Commissie.

Deel I:

Vak I.8:

Regio van oorsprong: vermeld het productiegebied en de indeling ervan ten tijde van het verzamelen.

Deel II:

(1)

Deel II.1 is niet van toepassing op landen met speciale certificeringsvoorschriften in verband met de volksgezondheid die zijn vastgelegd in gelijkwaardigheidsovereenkomsten of andere wetgeving van de Unie.

(2)

Deel II.2 is niet van toepassing en moet worden geschrapt wanneer de zending bestaat uit: a) andere soorten dan die welke in de lijst in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 (*2) van de Commissie zijn opgenomen, of b) wilde waterdieren en producten van dierlijke oorsprong van die wilde waterdieren die uit vissersvaartuigen worden aangeland voor menselijke consumptie, of c) andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren die bij binnenkomst in de Unie klaar zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie.

(3)

In de derde en vierde kolom van de tabel in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 opgenomen soorten. In de vierde kolom van die tabel opgenomen soorten worden alleen als vector beschouwd als zij aan de voorwaarden van artikel 171 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 voldoen.

(4)

Doorhalen wat niet van toepassing is.

(5)

De code van het (de) derde land/gebied/zone/compartiment zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(6)

De delen II.2.3.1, II.2.3.2 en II.2.4 zijn niet van toepassing en moeten worden geschrapt indien de zending uitsluitend de volgende waterdieren bevat:

a)

weekdieren die voor menselijke consumptie zijn verpakt en geëtiketteerd overeenkomstig de specifieke voorschriften voor die dieren in Verordening (EG) nr. 853/2004 en die niet langer als levende dieren zouden kunnen overleven als zij zouden worden teruggezet in het aquatisch milieu;

b)

weekdieren die bestemd zijn voor menselijke consumptie zonder verdere verwerking en die zijn verpakt voor de detailverkoop overeenkomstig de voorschriften voor die verpakkingen in Verordening (EG) nr. 853/2004;

c)

weekdieren die voor menselijke consumptie zijn verpakt en geëtiketteerd overeenkomstig de specifieke voorschriften voor die dieren in Verordening (EG) nr. 853/2004 en die bestemd zijn voor verdere verwerking zonder tijdelijke opslag op de plaats van verwerking.

(7)

Alleen van toepassing indien de lidstaat/de zone/het compartiment van bestemming in de Unie hetzij de ziektevrije status heeft ten aanzien van een ziekte van categorie C als gedefinieerd in artikel 1, punt 3), van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van de Commissie, hetzij is onderworpen aan een overeenkomstig artikel 31, lid 2, van Verordening (EU) 2016/429 vastgesteld optioneel uitroeiingsprogramma, anders schrappen.

(8)

Van toepassing indien in de lidstaat van bestemming in de Unie door de Commissie overeenkomstig artikel 226 van Verordening (EU) 2016/429 goedgekeurde nationale maatregelen gelden ten aanzien van een specifieke ziekte, anders schrappen.

(9)

Soorten die in de tweede kolom van de tabel in bijlage XXIX bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 betreffende ziekten waarvoor in lidstaten nationale maatregelen bestaan, zoals bedoeld in artikel 226 van Verordening (EU) 2016/429, zijn opgenomen.

(10)

Te ondertekenen door:

een officiële dierenarts, wanneer deel II.2 (Verklaring inzake de diergezondheid) niet wordt geschrapt;

een certificerend functionaris of een officiële dierenarts, wanneer deel II.2 (Verklaring inzake de diergezondheid) wordt geschrapt.”.

(*2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van de Commissie van 3 december 2018 betreffende de toepassing, op de categorieën in de lijst opgenomen ziekten, van bepaalde regels voor de preventie en bestrijding van ziekten en tot vaststelling van een lijst van soorten en groepen soorten die een aanzienlijk risico vormen in verband met de verspreiding van die ziekten (PB L 308 van 4.12.2018, blz. 21)."

Artikel 2

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2236 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel 7 wordt vervangen door:

“Artikel 7

Modeldiergezondheidscertificaat voor de binnenkomst in de Unie van waterdieren die bestemd zijn voor aquacultuurinrichtingen, vrijlating in het wild of andere doeleinden, met uitzondering van menselijke consumptie

Het in artikel 1, lid 2, punt b), bedoelde diergezondheidscertificaat dat moet worden gebruikt bij de binnenkomst in de Unie van zendingen van waterdieren die bestemd zijn voor aquacultuurinrichtingen, vrijlating in het wild of andere doeleinden, met uitzondering van menselijke consumptie, komt overeen met het model AQUA-ENTRY-ESTAB/RELEASE/OTHER, opgesteld volgens het model in bijlage II.”.

2.

Bijlage II wordt vervangen door de bijlage bij deze verordening.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 21 april 2021.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 14 april 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55.

(2)  PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1.

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 van de Commissie van 16 december 2020 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van de Verordeningen (EU) 2016/429 en (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft modellen van diergezondheidscertificaten, modellen van officiële certificaten en modellen van diergezondheids-/officiële certificaten, voor de binnenkomst in de Unie en verplaatsingen binnen de Unie van zendingen van bepaalde categorieën dieren en goederen, en officiële certificering met betrekking tot dergelijke certificaten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 599/2004, Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 636/2014 en (EU) 2019/628, Richtlijn 98/68/EG en de Beschikkingen 2000/572/EG, 2003/779/EG en 2007/240/EG (PB L 442 van 30.12.2020, blz. 1).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2236 van de Commissie van 16 december 2020 tot vaststelling van regels voor de toepassing van de Verordeningen (EU) 2016/429 en (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft modellen van diergezondheidscertificaten voor de binnenkomst in de Unie en verplaatsingen binnen de Unie van zendingen van waterdieren en bepaalde producten van dierlijke oorsprong van waterdieren, officiële certificering van dergelijke certificaten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1251/2008 (PB L 442 van 30.12.2020, blz. 410).

(5)  Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1).


BIJLAGE

“BIJLAGE II

Bijlage II bevat het volgende model van diergezondheidscertificaat:

Model

AQUA-ENTRY-ESTAB/RELEASE/OTHER

Model van diergezondheidscertificaat voor de binnenkomst in de Unie van waterdieren bestemd voor bepaalde aquacultuurinrichtingen, vrijlating in het wild of andere doeleinden, met uitzondering van menselijke consumptie

MODEL VAN DIERGEZONDHEIDSCERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN WATERDIEREN BESTEMD VOOR BEPAALDE AQUACULTUURINRICHTINGEN, VRIJLATING IN HET WILD OF ANDERE DOELEINDEN, MET UITZONDERING VAN MENSELIJKE CONSUMPTIE (MODEL “AQUA-ENTRY-ESTAB/RELEASE/OTHER”)

Image 1

LAND

Modelcertificaat AQUA-ENTRY-ESTAB/RELEASE/OTHER

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart het volgende:

II.1.

Volgens officiële informatie voldoen de in vak I.27 van deel I beschreven waterdieren aan de volgende diergezondheidsvoorschriften:

II.1.1.

de waterdieren zijn afkomstig uit (1)[een inrichting] (1)[een habitat] die niet valt onder nationale beperkende maatregelen om diergezondheidsredenen of vanwege het zich voordoen van abnormale sterftegevallen met onbekende oorzaak, met inbegrip van de relevante in de lijst opgenomen ziekten als bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie en nieuwe ziekten;

II.1.2.

de waterdieren zijn niet bestemd om te worden gedood in het kader van een nationaal programma voor de uitroeiing van ziekten, met inbegrip van de relevante in de lijst opgenomen ziekten als bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 en nieuwe ziekten.

(1)[II.2.

De aquacultuurdieren zoals bedoeld in vak I.27 van deel I voldoen aan de volgende voorschriften:

II.2.1.

zij zijn afkomstig uit een aquacultuurinrichting die is (1)[geregistreerd] (1)[erkend] door en onder toezicht staat van de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied van oorsprong en beschikt over een systeem om gedurende een periode van ten minste drie jaar actuele gegevens te bewaren en bij te houden die de volgende informatie omvatten:

i)

de soorten, categorieën en aantallen aquacultuurdieren in de aquacultuurinrichting;

ii)

de verplaatsingen van waterdieren naar, en aquacultuurdieren uit, de betrokken aquacultuurinrichting;

iii)

het sterftecijfer in de aquacultuurinrichting;

II.2.2.

zij zijn afkomstig uit een aquacultuurinrichting waar regelmatig diergezondheidsinspecties worden uitgevoerd door een dierenarts met het oog op het opsporen van, en de informatievoorziening over, tekenen die wijzen op de aanwezigheid van de in de lijst opgenomen ziekten zoals vermeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie en van nieuwe ziekten, met een frequentie die evenredig is aan het door de aquacultuurinrichting gevormde risico.]

II.3.

Algemene gezondheidsvoorschriften

De in vak I.27 van deel I beschreven waterdieren voldoen aan de volgende diergezondheidsvoorschriften:

II.3.1.

de waterdieren zijn afkomstig uit een (1)[land] (1)[gebied] (1)[zone] (1)[compartiment] met de (2)code __ __ — __ die op de datum waarop dit certificaat wordt afgegeven in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde soorten waterdieren vermeld staat;

II.3.2.

zij zijn binnen een periode van 72 uur vóór het tijdstip van het laden aan een klinische inspectie door een officiële dierenarts onderworpen. Bij de inspectie vertoonden de waterdieren geen klinische symptomen van een overdraagbare ziekte en volgens de relevante gegevens van de aquacultuurinrichting waren er geen aanwijzingen van ziekteproblemen;

II.3.3.

zij worden rechtstreeks uit de inrichting van oorsprong naar de Unie verzonden;

II.3.4.

zij zijn niet in contact geweest met waterdieren met een lagere gezondheidsstatus.

hetzij (1) [II.4.

Specifieke gezondheidsvoorschriften

II.4.1.

Voorschriften voor (3)in de lijst opgenomen soorten voor epizoötische hematopoëtische necrose, infectie met Mikrocytos mackini, infectie met Perkinsus marinus, infectie met het taurasyndroomvirus en infectie met het yellowheadvirus

De in vak I.27 van deel I bedoelde waterdieren zijn afkomstig uit een (1)[land] (1)[gebied] (1)[zone] (1)[compartiment] die/dat overeenkomstig voorschriften die ten minste even streng zijn als die van artikel 66 of artikel 73, lid 1, en artikel 73, lid 2, punt a), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 van de Commissie vrij van (1)[epizoötische hematopoëtische necrose] (1)[infectie met Mikrocytos mackini] (1)[infectie met Perkinsus marinus] (1)[infectie met het taurasyndroomvirus] (1)[infectie met het yellowheadvirus] is verklaard en waar alle (3)voor de desbetreffende ziekte(n) in de lijst opgenomen soorten:

i)

worden binnengebracht uit een ander(e) (1)[land] (1)[gebied] (1)[zone] (1)[compartiment] dat/die vrij van diezelfde ziekte(n) is verklaard;

ii)

niet tegen die (1)[ziekte] (1)[ziekten] worden ingeënt.

(1)(4) [II.4.2.

Voorschriften voor ten aanzien van virale hemorragische septikemie (VHS), infectieuze hematopoëtische necrose (IHN), infectie met zalmanemievirus met deletie in de hypervariabele regio (ISAV met HPR-deletie), infectie met Marteilia refringens, infectie met Bonamia exitiosa, infectie met Bonamia ostreae en infectie met het wittevlekkensyndroomvirus (3)in de lijst opgenomen soorten

De in vak I.27 van deel I bedoelde waterdieren zijn afkomstig uit een (1)[land] (1)[gebied] (1)[zone] (1)[compartiment] die/dat overeenkomstig deel II, hoofdstuk 4, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 van de Commissie vrij van (1)[virale hemorragische septikemie (VHS)] (1)[infectieuze hematopoëtische necrose (IHN)] (1)[infectie met zalmanemievirus met deletie in de hypervariabele regio (ISAV met HPR-deletie)] (1)[infectie met Marteilia refringens] (1)[infectie met Bonamia exitiosa] (1)[infectie met Bonamia ostreae] (1)[infectie met het wittevlekkensyndroomvirus] is verklaard en waar alle voor de desbetreffende ziekte(n) (3)in de lijst opgenomen soorten:

i)

worden binnengebracht uit een ander(e) (1)[land] (1)[gebied] (1)[zone] (1)[compartiment] dat/die vrij van diezelfde ziekte(n) is verklaard;

ii)

niet tegen die (1)[ziekte] (1)[ziekten] worden ingeënt.]

(1)(5) [II.4.3.

Voorschriften voor (6)soorten die vatbaar zijn voor infectie met het virus van voorjaarsviremie van de karper (SVC), bacterial kidney disease (BKD), infectie met het virus van infectieuze pancreatische necrose (IPN), infectie met Gyrodactylus salaris (GS), infectie met salmonid alphavirus (SAV) en infectie met ostreid herpesvirus 1 μνar (OsHV-1μνar) en (3)soorten die vatbaar zijn voor koiherpesvirusziekte (KHV)

De in vak I.27 van deel I bedoelde waterdieren zijn afkomstig uit een (1)[land] (1)[gebied] (1)[zone] (1)[compartiment] die/dat voldoet aan de nodige gezondheidsgaranties wat betreft (1)[SVC] (1)[BKD] (1)[IPN] (1)[GS] (1)[SAV] (1)[OsHV-1 μνar] (1)[KHV] voor de naleving van de in de lidstaat van bestemming toepasselijke nationale maatregelen, overeenkomstig door de Commissie krachtens artikel 226, lid 3, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde uitvoeringshandelingen.]

(1)hetzij [II.4.

Specifieke gezondheidsvoorschriften

De in vak I.27 van deel I bedoelde waterdieren zijn waterdieren die, voor zover zij voor onderzoek moeten worden gebruikt, bestemd zijn voor een geconsigneerde inrichting die voldoet aan de voorschriften van artikel 9 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/691 van de Commissie.]

(1)hetzij [II.4.

Specifieke gezondheidsvoorschriften

De in vak I.27 van deel I bedoelde waterdieren zijn wilde waterdieren die (1)[in een daartoe door de bevoegde autoriteit in het (1)[land] (1)[gebied] van oorsprong overeenkomstig artikel 15 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/691 van de Commissie erkende inrichting in quarantaine zijn gehouden.] (1)[in een daartoe overeenkomstig artikel 15 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/691 van de Commissie erkende inrichting in quarantaine zullen worden gehouden.]

II.5.

Voor zover ondergetekende weet en zoals verklaard door de exploitant, vertonen de dieren van de zending geen ziektesymptomen en zijn zij afkomstig uit (1)[een inrichting] (1)[een habitat] waar:

i)

geen abnormale sterftegevallen met onbekende oorzaak voorkwamen, en

ii)

de waterdieren niet in contact zijn geweest met gehouden dieren van (3)in de lijst opgenomen soorten die niet aan de in punt II.1 bedoelde voorschriften voldeden.

II.6.

Vervoersvoorschriften

Er zijn regelingen getroffen voor het vervoer van de waterdieren zoals bedoeld in vak I.27 van deel I overeenkomstig de voorschriften van de artikelen 167 en 168 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie, met name om te zorgen dat:

II.6.1.

de waterdieren rechtstreeks uit de inrichting van oorsprong naar de Unie worden verzonden en tijdens het vervoer door de lucht, over zee, per spoor of over de weg niet uit hun laadkisten worden gehaald;

II.6.2.

het water waarin zij worden vervoerd, niet wordt vervangen in een derde land of gebied, zone of compartiment dat/die voor de binnenkomst in de Unie van de specifieke soort en categorie waterdieren niet in de lijst is opgenomen;

II.6.3.

de dieren niet worden vervoerd onder omstandigheden die hun gezondheidsstatus in gevaar brengen, en met name:

i)

wanneer de dieren worden vervoerd in water, wordt hierdoor hun gezondheidsstatus niet gewijzigd;

ii)

worden de vervoermiddelen en de laadkisten zodanig geconstrueerd dat de gezondheidsstatus van de waterdieren tijdens het vervoer niet in gevaar wordt gebracht;

iii)

moet (1)[de laadkist] (1)[het schip met leeftank] niet eerder gebruikt zijn of vóór het laden voor de verzending naar de Unie gereinigd en ontsmet zijn volgens een protocol dat en met producten die door de bevoegde autoriteit van het (1)[derde land] (1)[gebied] van oorsprong zijn goedgekeurd;

II.6.4.

de dieren in de zending vanaf het tijdstip van het laden in de inrichting van oorsprong tot het tijdstip van aankomst in de Unie niet in hetzelfde water of (1)[dezelfde laadkist] (1)[hetzelfde schip met leeftank] zijn vervoerd als waterdieren die een lagere gezondheidsstatus hebben of die niet voor binnenkomst in de Unie bestemd zijn;

II.6.5.

wanneer het nodig is het water te verversen in een (1)[derde land] (1)[gebied] (1)[zone] (1)[compartiment] dat/die is opgenomen in de lijst de voor binnenkomst in de Unie van de specifieke soort en categorie waterdieren, wordt dit alleen gedaan (1)[in het geval van vervoer over land, in waterverversingspunten die door de bevoegde autoriteit van het (1)[derde land] (1)[gebied] waar het verversen van het water plaatsvindt, zijn goedgekeurd.] (1)[in het geval van vervoer per schip met leeftank, op een afstand van ten minste 10 km van alle aquacultuurinrichtingen die langs de route van de plaats van oorsprong naar de plaats van bestemming in de Unie zijn gelegen.]

II.7.

Etiketteringsvoorschriften

Er zijn regelingen getroffen om (1)[het vervoermiddel] (1)[de laadkisten] overeenkomstig artikel 169, leden 1 en 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie te identificeren en te etiketteren, met name om te zorgen dat:

II.7.1.

de zending wordt geïdentificeerd aan de hand van (1)[een leesbaar en zichtbaar etiket aan de buitenkant van de laadkist] (1)[een vermelding in het scheepsmanifest, in het geval van vervoer met een schip met leeftank] waarmee de zending duidelijk aan dit diergezondheidscertificaat wordt gelinkt;

II.7.2.

het leesbare en zichtbare etiket ten minste de volgende gegevens bevat:

a)

het aantal laadkisten in de zending;

b)

de naam van de soort in elke laadkist;

c)

het aantal dieren in elke laadkist voor elk van de aanwezige soorten;

d)

het doel waarvoor de dieren zijn bestemd.

II.8.

Geldigheid van het diergezondheidscertificaat

Dit diergezondheidscertificaat is tien dagen geldig vanaf de datum van afgifte. Voor het vervoer over binnenwateren/zee van waterdieren kan deze periode van tien dagen worden verlengd met de duur van de reis over binnenwateren/zee.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

“Waterdieren” zijn dieren zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 3, van Verordening (EU) 2016/429. “Aquacultuurdieren” zijn waterdieren die het voorwerp zijn van aquacultuur zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 7, van Verordening (EU) 2016/429.

Dit modelcertificaat is bedoeld voor de binnenkomst in de Unie van waterdieren voor de in de titel van het certificaat vermelde doeleinden, ook als de Unie niet de eindbestemming van die dieren is.

Dit modelcertificaat wordt niet gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van waterdieren die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 853/2004 en Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie voor menselijke consumptie bestemd zijn, met inbegrip van dieren die voor de volgende aquacultuurinrichtingen bestemd zijn:

i)

een ziektebestrijdende inrichting voor aquatische levensmiddelen zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 52, van Verordening (EU) 2016/429, of

ii)

een verzendingscentrum zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/691 van de Commissie,

waarvoor naargelang het geval het modelcertificaat FISH-CRUST-HC, zoals vastgesteld in hoofdstuk 28 van bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 van de Commissie, of MOL-HC, zoals vastgesteld in hoofdstuk 31 van diezelfde bijlage, moet worden gebruikt.

Dit diergezondheidscertificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 van de Commissie.

Deel II:

(1)

Doorhalen wat niet van toepassing is.

(2)

Code van het derde land/het gebied/de zone/het compartiment zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde soorten waterdieren.

(3)

In de lijst opgenomen soorten als vermeld in de derde en vierde kolom van de tabel in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van de Commissie. In de vierde kolom van die tabel vermelde vectorsoorten worden alleen als vector beschouwd als zij aan de voorwaarden van bijlage XXX bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie voldoen.

(4)

Alleen van toepassing wanneer waterdieren in de Unie in het wild zullen worden vrijgelaten of wanneer de lidstaat van bestemming hetzij de ziektevrije status heeft ten aanzien van een ziekte van categorie C als gedefinieerd in artikel 1, punt 3), van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van de Commissie, hetzij onderworpen is aan een overeenkomstig artikel 31, lid 2, van Verordening (EU) 2016/429 opgesteld optioneel uitroeiingsprogramma.

(5)

Alleen van toepassing indien in de lidstaat van bestemming ten aanzien van een specifieke ziekte nationale maatregelen zijn getroffen, die door de Commissie zijn goedgekeurd overeenkomstig artikel 226 van Verordening (EU) 2016/429.

(6)

In de tweede kolom van de tabel in bijlage XXIX bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie vermelde soorten.

 

Officiële dierenarts

Naam (in hoofdletters)

 

 

 

Datum

 

Hoedanigheid en titel

 

Stempel

 

Handtekening

 

”.

16.4.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 131/55


VERORDENING (EU) 2021/618 VAN DE COMMISSIE

van 15 april 2021

tot wijziging van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen van diclofop, fluopyram, ipconazool en terbutylazine in of op bepaalde producten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 14, lid 1, onder a), en artikel 49, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Voor diclofop, fluopyram, ipconazool en terbutylazine zijn maximumresidugehalten (MRL’s) vastgesteld in bijlage III, deel A, bij Verordening (EG) nr. 396/2005.

(2)

Voor diclofop heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 (2) een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL’s uitgebracht. Zij heeft voorgesteld de residudefinitie te wijzigen. De EFSA heeft geconcludeerd dat met betrekking tot de MRL’s voor gerst en tarwe bepaalde informatie niet beschikbaar was en dat er behoefte was aan verder onderzoek door risicomanagers. Aangezien er geen risico is voor de consument, moeten de MRL’s voor die producten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het bestaande niveau of op het door de EFSA vastgestelde niveau. Deze MRL’s zullen opnieuw worden beoordeeld; daarbij zal rekening worden gehouden met de informatie die binnen twee jaar na de bekendmaking van deze verordening beschikbaar komt.

(3)

Voor fluopyram heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 (3) een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL’s uitgebracht. Zij heeft aanbevolen de MRL’s voor moerbeien (wit en zwart), vlierbessen, cassave/maniok, arrowroot/pijlwortel, rode bieten, knoflook, uien, sjalotten, kervel, bieslook, bladselderij/snijselder, peterselie, salie, rozemarijn, tijm, laurierblad, dragon, linzen, boekweit en andere pseudogranen en kruidenthee van wortels te verlagen. Voor andere producten heeft de EFSA aanbevolen de bestaande MRL’s te verhogen of te handhaven. Op basis van studies over wisselgewassen en rekening houdend met het feit dat de opname van residuen in volggewassen niet volledig kan worden vermeden, zijn specifieke MRL’s afgeleid waarin rekening is gehouden met de opname van residuen uit de bodem voor cassave/maniok, bataten (zoete aardappelen), yams, arrowroot/pijlwortel, andere wortel- en knolgewassen, behalve suikerbiet, wortelcichorei, broccoli, bloemkolen, spruitjes, sluitkolen, boerenkolen, koolrabi’s, waterkers, kruidenthee van wortels, als specerij gebruikte wortels en wortelstokken, suikerbiet, suikermais, mais, boekweit en andere pseudogranen en gierst/pluimgierst. De MRL’s voor deze producten moeten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het bestaande niveau of op het door de EFSA vastgestelde niveau. De EFSA heeft voorts geconcludeerd dat met betrekking tot de MRL’s voor citroenen, mandarijnen, bananen, bosuien/groene uien en stengeluien, tomaten, meloenen, watermeloenen, Chinese kool/petsai, andijvie, winterkers, rode amsoi, spinazie, snijbiet, artisjokken en preien bepaalde informatie niet beschikbaar was en dat er behoefte was aan verder onderzoek door risicomanagers. Aangezien er geen risico is voor de consument, moeten de MRL’s voor die producten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het bestaande niveau of op het door de EFSA vastgestelde niveau. Deze MRL’s zullen opnieuw worden beoordeeld; daarbij zal rekening worden gehouden met de informatie die binnen twee jaar na de bekendmaking van deze verordening beschikbaar komt.

(4)

Voor ipconazool heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 (4) een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL’s uitgebracht. Zij heeft aanbevolen de bestaande MRL’s te handhaven. De MRL’s voor deze producten moeten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het bestaande niveau of op het door de EFSA vastgestelde niveau.

(5)

Voor terbutylazine heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 (5) een met redenen omkleed advies over de bestaande MRL’s uitgebracht. De EFSA heeft voorgesteld om de residudefinitie voor melk te wijzigen. Zij heeft aanbevolen de MRL’s voor mais en sorghum te verlagen. De MRL’s voor deze producten moeten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het door de EFSA vastgestelde niveau. De EFSA heeft voorts geconcludeerd dat met betrekking tot de MRL’s voor suikermais, lupinen/lupinebonen, zonnebloemzaad, katoenzaad, runderen (spier, vet, lever, nier, melk) en paardachtigen (spier, vet, lever, nier, melk) bepaalde informatie niet beschikbaar was en dat er behoefte was aan verder onderzoek door risicomanagers. Aangezien er geen risico is voor de consument, moeten de MRL’s voor die producten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het door de EFSA vastgestelde gehalte. Deze MRL’s zullen opnieuw worden beoordeeld; daarbij zal rekening worden gehouden met de informatie die binnen twee jaar na de bekendmaking van deze verordening beschikbaar komt.

(6)

In de met redenen omklede adviezen van de EFSA is rekening gehouden met de bestaande Codex-grenswaarden (CXL’s). CXL’s die veilig zijn voor de consumenten in de Unie werden voor de vaststelling van de MRL’s in overweging genomen.

(7)

Met betrekking tot producten waarop het gebruik van het betrokken gewasbeschermingsmiddel niet is toegelaten in de EU en waarvoor geen invoertoleranties of CXL’s bestaan, moeten de MRL’s worden vastgesteld op de specifieke bepaalbaarheidsgrens of moet het standaard-MRL overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 396/2005 van toepassing zijn.

(8)

De Commissie heeft de referentielaboratoria van de Europese Unie voor bestrijdingsmiddelenresiduen geraadpleegd over de noodzaak van de aanpassing van bepaalde bepaalbaarheidsgrenzen. Die laboratoria kwamen tot de conclusie dat in verband met de technische ontwikkeling voor bepaalde producten specifieke bepaalbaarheidsgrenzen voor alle onder deze verordening vallende stoffen zijn vereist.

(9)

Op grond van de met redenen omklede adviezen van de EFSA en rekening houdend met de ter zake relevante factoren voldoen de wijzigingen van de MRL’s aan de vereisten van artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 396/2005.

(10)

De handelspartners van de Unie zijn via de Wereldhandelsorganisatie over de nieuwe MRL’s geraadpleegd en er is rekening gehouden met hun opmerkingen.

(11)

Verordening (EG) nr. 396/2005 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(12)

Deze verordening moet voorzien in een overgangsregeling voor producten die vóór de wijziging van de MRL’s rechtmatig werden vervaardigd en waarvoor uit de informatie is gebleken dat een hoog niveau van consumentenbescherming wordt gehandhaafd, zodat deze op een normale wijze in de handel gebracht, verwerkt en geconsumeerd kunnen worden.

(13)

Er moet worden voorzien in een redelijke termijn voordat de gewijzigde MRL’s van toepassing worden, zodat de lidstaten, derde landen en de exploitanten van levensmiddelenbedrijven zich kunnen voorbereiden op de nieuwe eisen die uit de wijziging van de MRL’s zullen voortvloeien.

(14)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Verordening (EG) nr. 396/2005 blijft in de versie die vóór de wijziging uit hoofde van deze verordening van kracht was, van toepassing op producten die vóór 6 november 2021 in de Unie zijn geproduceerd of ingevoerd.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 6 november 2021.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 april 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1.

(2)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid; Reasoned opinion on the review of the existing maximum residue levels for diclofop according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2020; 18(1): 5981.

(3)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid; Reasoned opinion on the review of the existing maximum residue levels for fluopyram according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2020; 18(4): 6059.

(4)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid; Reasoned opinion on the review of the existing maximum residue levels for ipconazole according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2020; 18(1): 5961.

(5)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid; Reasoned opinion on the review of the existing maximum residue levels for terbuthylazine according to Article 12 of Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Journal 2020; 18(1): 5980.


BIJLAGE

De bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden als volgt gewijzigd:

1)

In bijlage II worden de volgende kolommen voor diclofop, fluopyram, ipconazool en terbutylazine toegevoegd:

Bestrijdingsmiddelenresiduen en maximumresidugehalten (mg/kg)

Codenummer

Groepen en voorbeelden van afzonderlijke producten waarvoor de MRL’s gelden (a)  (1)

Som van diclofop-methyl, diclofopzuur en zouten daarvan, uitgedrukt als diclofop-methyl (som van de isomeren)

Fluopyram (R)

Ipconazool (F)

Terbutylazine (F), (R)

0100000

FRUIT, VERS of BEVROREN; NOTEN

0,02  (*1)

 

0,01 (*1)

0,01  (*1)

0110000

Citrusvruchten

 

 

 

 

0110010

Grapefruits/pompelmoezen

 

0,5

 

 

0110020

Sinaasappelen

 

0,5

 

 

0110030

Citroenen

 

0,9 (+)

 

 

0110040

Limoenen/lemmetjes

 

0,01  (*1)

 

 

0110050

Mandarijnen

 

0,9 (+)

 

 

0110990

Overige (2)

 

0,01 (*1)

 

 

0120000

Noten

 

0,03

 

 

0120010

Amandelen

 

 

 

 

0120020

Paranoten

 

 

 

 

0120030

Cashewnoten

 

 

 

 

0120040

Kastanjes

 

 

 

 

0120050

Kokosnoten

 

 

 

 

0120060

Hazelnoten

 

 

 

 

0120070

Macadamianoten

 

 

 

 

0120080

Pecannoten

 

 

 

 

0120090

Pijnboompitten

 

 

 

 

0120100

Pistaches

 

 

 

 

0120110

Walnoten

 

 

 

 

0120990

Overige (2)

 

 

 

 

0130000

Pitvruchten

 

0,8

 

 

0130010

Appelen

 

 

 

 

0130020

Peren

 

 

 

 

0130030

Kweeperen

 

 

 

 

0130040

Mispels

 

 

 

 

0130050

Loquats/Japanse mispels

 

 

 

 

0130990

Overige (2)

 

 

 

 

0140000

Steenvruchten

 

 

 

 

0140010

Abrikozen

 

1,5

 

 

0140020

Kersen (zoet)

 

2

 

 

0140030

Perziken

 

1,5

 

 

0140040

Pruimen

 

0,6

 

 

0140990

Overige (2)

 

0,01 (*1)

 

 

0150000

Besvruchten en kleinfruit

 

 

 

 

0151000

a)

druiven

 

 

 

 

0151010

Tafeldruiven

 

2

 

 

0151020

Wijndruiven

 

1,5

 

 

0152000

b)

aardbeien

 

2

 

 

0153000

c)

rubussoorten

 

5

 

 

0153010

Bramen/braambessen

 

 

 

 

0153020

Dauwbramen

 

 

 

 

0153030

Frambozen (geel en rood)

 

 

 

 

0153990

Overige (2)

 

 

 

 

0154000

d)

ander kleinfruit en besvruchten

 

 

 

 

0154010

Blauwe bessen

 

7

 

 

0154020

Veenbessen

 

4

 

 

0154030

Aalbessen (rood, wit en zwart)

 

4

 

 

0154040

Kruisbessen (geel, groen en rood)

 

4

 

 

0154050

Rozenbottels

 

3

 

 

0154060

Moerbeien (wit en zwart)

 

4

 

 

0154070

Azaroles/Middellandse Zeemispels

 

0,01  (*1)

 

 

0154080

Vlierbessen

 

4

 

 

0154990

Overige (2)

 

3

 

 

0160000

Diverse vruchten met

 

 

 

 

0161000

a)

eetbare schil

 

0,01 (*1)

 

 

0161010

Dadels

 

 

 

 

0161020

Vijgen

 

 

 

 

0161030

Tafelolijven

 

 

 

 

0161040

Kumquats

 

 

 

 

0161050

Carambola’s

 

 

 

 

0161060

Kaki’s/Japanse persimoenen

 

 

 

 

0161070

Jambolans/djamblangs

 

 

 

 

0161990

Overige (2)

 

 

 

 

0162000

b)

niet-eetbare schil, klein

 

0,01 (*1)

 

 

0162010

Kiwi’s (geel, groen, rood)

 

 

 

 

0162020

Lychees

 

 

 

 

0162030

Passievruchten/maracuja’s

 

 

 

 

0162040

Woestijnvijgen/cactusvruchten

 

 

 

 

0162050

Sterappelen

 

 

 

 

0162060

Noord-Amerikaanse persimoenen

 

 

 

 

0162990

Overige (2)

 

 

 

 

0163000

c)

niet-eetbare schil, groot

 

 

 

 

0163010

Avocado’s

 

0,01 (*1)

 

 

0163020

Bananen

 

0,8 (+)

 

 

0163030

Mango’s

 

0,01  (*1)

 

 

0163040

Papaja’s

 

0,01 (*1)

 

 

0163050

Granaatappels

 

0,01 (*1)

 

 

0163060

Cherimoya’s

 

0,01 (*1)

 

 

0163070

Guaves

 

0,01 (*1)

 

 

0163080

Ananassen

 

0,01 (*1)

 

 

0163090

Broodvruchten

 

0,01 (*1)

 

 

0163100

Doerians

 

0,01 (*1)

 

 

0163110

Zuurzakken/doerian blanda

 

0,01 (*1)

 

 

0163990

Overige (2)

 

0,01 (*1)

 

 

0200000

GROENTEN, VERS of BEVROREN

 

 

 

 

0210000

Wortel- en knolgewassen

0,02  (*1)

 

0,01 (*1)

0,01  (*1)

0211000

a)

aardappelen

 

0,08

 

 

0212000

b)

tropische wortel- en knolgewassen

 

 

 

 

0212010

Cassave/maniok

 

0,06 (+)

 

 

0212020

Bataten (zoete aardappelen)

 

0,15 (+)

 

 

0212030

Yams

 

0,15 (+)

 

 

0212040

Arrowroot/pijlwortel

 

0,06 (+)

 

 

0212990

Overige (2)

 

0,01  (*1)

 

 

0213000

c)

andere wortel- en knolgewassen, behalve suikerbiet

 

 

 

 

0213010

Rode bieten

 

0,2 (+)

 

 

0213020

Wortels

 

0,4 (+)

 

 

0213030

Knolselderij

 

0,4 (+)

 

 

0213040

Mierikswortels

 

0,4 (+)

 

 

0213050

Aardperen/topinamboers

 

0,4 (+)

 

 

0213060

Pastinaken

 

0,4 (+)

 

 

0213070

Wortelpeterselie

 

0,4 (+)

 

 

0213080

Radijzen

 

0,4 (+)

 

 

0213090

Schorseneren

 

0,4 (+)

 

 

0213100

Koolrapen

 

0,4 (+)

 

 

0213110

Rapen

 

0,4 (+)

 

 

0213990

Overige (2)

 

0,4

 

 

0220000

Bolgewassen

0,02  (*1)

 

0,01 (*1)

0,01  (*1)

0220010

Knoflook

 

0,07

 

 

0220020

Uien

 

0,07

 

 

0220030

Sjalotten

 

0,07

 

 

0220040

Bosuien/groene uien en stengeluien

 

3 (+)

 

 

0220990

Overige (2)

 

0,07

 

 

0230000

Vruchtgroenten

0,02  (*1)

 

0,01 (*1)

0,01  (*1)

0231000

a)

Solanaceae en Malvaceae

 

 

 

 

0231010

Tomaten

 

0,5 (+)

 

 

0231020

Paprika’s

 

2

 

 

0231030

Aubergines

 

0,4

 

 

0231040

Okra’s, okers

 

0,01 (*1)

 

 

0231990

Overige (2)

 

0,01 (*1)

 

 

0232000

b)

Cucurbitaceae met eetbare schil

 

0,6

 

 

0232010

Komkommers

 

 

 

 

0232020

Augurken

 

 

 

 

0232030

Courgettes

 

 

 

 

0232990

Overige (2)

 

 

 

 

0233000

c)

Cucurbitaceae met niet-eetbare schil

 

 

 

 

0233010

Meloenen

 

0,9 (+)

 

 

0233020

Pompoenen

 

0,4

 

 

0233030

Watermeloenen

 

0,4 (+)

 

 

0233990

Overige (2)

 

0,01  (*1)

 

 

0234000

d)

suikermais

 

0,02 (+)

 

(+)

0239000

e)

andere vruchtgroenten

 

0,01 (*1)

 

 

0240000

Koolsoorten (met uitzondering van wortels en babyleafgewassen van Brassica)

0,02  (*1)

 

0,01 (*1)

0,01  (*1)

0241000

a)

bloemkoolachtigen

 

 

 

 

0241010

Broccoli

 

0,5 (+)

 

 

0241020

Bloemkolen

 

0,3 (+)

 

 

0241990

Overige (2)

 

0,3

 

 

0242000

b)

sluitkoolachtigen

 

 

 

 

0242010

Spruitjes

 

0,4 (+)

 

 

0242020

Sluitkolen

 

0,3 (+)

 

 

0242990

Overige (2)

 

0,3

 

 

0243000

c)

bladkoolachtigen

 

 

 

 

0243010

Chinese kool/petsai

 

2 (+)

 

 

0243020

Boerenkolen

 

0,15 (+)

 

 

0243990

Overige (2)

 

2

 

 

0244000

d)

koolrabi’s

 

0,15 (+)

 

 

0250000

Bladgroenten, kruiden en eetbare bloemen

 

 

 

 

0251000

a)

slasoorten

0,02  (*1)

 

0,01 (*1)

0,01  (*1)

0251010

Veldsla

 

20

 

 

0251020

Sla

 

15

 

 

0251030

Andijvie

 

2 (+)

 

 

0251040

Tuinkers en andere kiemen en scheuten

 

20

 

 

0251050

Winterkers

 

2 (+)

 

 

0251060

Raketsla/rucola

 

20

 

 

0251070

Rode amsoi

 

2 (+)

 

 

0251080

Babyleafgewassen (met inbegrip van Brassica-soorten)

 

20

 

 

0251990

Overige (2)

 

0,01  (*1)

 

 

0252000

b)

spinazie en dergelijke bladgroente

0,02  (*1)

 

0,01 (*1)

0,01  (*1)

0252010

Spinazie

 

2 (+)

 

 

0252020

Postelein

 

20

 

 

0252030

Snijbiet

 

2 (+)

 

 

0252990

Overige (2)

 

0,01  (*1)

 

 

0253000

c)

druivenbladeren en bladeren van dergelijke soorten

0,02  (*1)

0,01 (*1)

0,01 (*1)

0,01  (*1)

0254000

d)

waterkers

0,02  (*1)

0,15 (+)

0,01 (*1)

0,01  (*1)

0255000

e)

witlof/witloof/Brussels lof

0,02  (*1)

0,3

0,01 (*1)

0,01  (*1)

0256000

f)

kruiden en eetbare bloemen

0,05 (*1)

 

0,02  (*1)

0,02  (*1)

0256010

Kervel

 

6

 

 

0256020

Bieslook

 

6

 

 

0256030

Bladselderij/snijselder

 

6

 

 

0256040

Peterselie

 

6

 

 

0256050

Salie

 

6

 

 

0256060

Rozemarijn

 

6

 

 

0256070

Tijm

 

6

 

 

0256080

Basilicum en eetbare bloemen

 

60

 

 

0256090

Laurierblad

 

6

 

 

0256100

Dragon

 

6

 

 

0256990

Overige (2)

 

0,01  (*1)

 

 

0260000

Peulgroenten

0,02  (*1)

 

0,01 (*1)

0,01  (*1)

0260010

Bonen (met peul)

 

3

 

 

0260020

Bonen (zonder peul)

 

0,15

 

 

0260030

Erwten (met peul)

 

3

 

 

0260040

Erwten (zonder peul)

 

0,15

 

 

0260050

Linzen

 

0,15

 

 

0260990

Overige (2)

 

0,01  (*1)

 

 

0270000

Stengelgroenten

0,02  (*1)

 

0,01 (*1)

0,01  (*1)

0270010

Asperges

 

0,01 (*1)

 

 

0270020

Kardoenen

 

0,01 (*1)

 

 

0270030

Bleekselderij

 

20

 

 

0270040

Knolvenkel

 

0,01 (*1)

 

 

0270050

Artisjokken

 

4 (+)

 

 

0270060

Preien

 

0,8 (+)

 

 

0270070

Rabarber

 

0,01 (*1)

 

 

0270080

Bamboescheuten

 

0,01 (*1)

 

 

0270090

Palmharten

 

0,01 (*1)

 

 

0270990

Overige (2)

 

0,01 (*1)

 

 

0280000

Paddenstoelen, mossen en korstmossen

0,02  (*1)

0,01 (*1)

0,01 (*1)

0,01  (*1)

0280010

Gekweekte paddenstoelen

 

 

 

 

0280020

Wilde paddenstoelen

 

 

 

 

0280990

Mossen en korstmossen

 

 

 

 

0290000

Algen en prokaryote organismen

0,02  (*1)

0,01 (*1)

0,01 (*1)

0,01  (*1)

0300000

PEULVRUCHTEN

0,02  (*1)

0,5

0,01 (*1)

0,01  (*1)

0300010

Bonen

 

 

 

 

0300020

Linzen

 

 

 

 

0300030

Erwten

 

 

 

 

0300040

Lupinen/lupinebonen

 

 

 

(+)

0300990

Overige (2)

 

 

 

 

0400000

OLIEHOUDENDE ZADEN EN VRUCHTEN

0,02  (*1)

 

0,01 (*1)

0,01  (*1)

0401000

Oliehoudende zaden

 

 

 

 

0401010

Lijnzaad

 

0,01  (*1)

 

 

0401020

Pinda’s/aardnoten

 

0,02

 

 

0401030

Papaverzaad/maanzaad

 

0,4

 

 

0401040

Sesamzaad

 

0,01  (*1)

 

 

0401050

Zonnebloemzaad

 

0,7

 

(+)

0401060

Koolzaad

 

1

 

 

0401070

Sojabonen

 

0,08

 

 

0401080

Mosterdzaad

 

0,4

 

 

0401090

Katoenzaad

 

0,8

 

(+)

0401100

Pompoenzaad

 

0,01  (*1)

 

 

0401110

Saffloerzaad

 

0,01  (*1)

 

 

0401120

Bernagiezaad

 

0,01  (*1)

 

 

0401130

Huttentutzaad

 

0,01  (*1)

 

 

0401140

Hennepzaad

 

0,01  (*1)

 

 

0401150

Wonderbonen

 

0,01  (*1)

 

 

0401990

Overige (2)

 

0,01  (*1)

 

 

0402000

Oliehoudende vruchten

 

0,01  (*1)

 

 

0402010

Olijven voor oliewinning

 

 

 

 

0402020

Palmpitten

 

 

 

 

0402030

Palmvruchten

 

 

 

 

0402040

Kapok

 

 

 

 

0402990

Overige (2)

 

 

 

 

0500000

GRANEN

0,02  (*1)

 

0,01 (*1)

0,01  (*1)

0500010

Gerst

(+)

0,2

 

 

0500020

Boekweit en andere pseudogranen

 

0,02 (+)

 

 

0500030

Mais

 

0,02 (+)

 

 

0500040

Gierst/pluimgierst

 

0,02 (+)

 

 

0500050

Haver

 

0,2

 

 

0500060

Rijst

 

0,02

 

 

0500070

Rogge

 

0,07

 

 

0500080

Sorghum

 

4

 

 

0500090

Tarwe

(+)

0,9

 

 

0500990

Overige (2)

 

0,01 (*1)

 

 

0600000

THEE, KOFFIE, KRUIDENTHEE, CACAO EN CAROB

0,1  (*1)

 

0,05  (*1)

0,05 (*1)

0610000

Thee

 

0,05 (*1)

 

 

0620000

Koffiebonen

 

0,05 (*1)

 

 

0630000

Kruidenthee van

 

 

 

 

0631000

a)

bloemen

 

40

 

 

0631010

Kamille

 

 

 

 

0631020

Hibiscus/roselle

 

 

 

 

0631030

Roos

 

 

 

 

0631040

Jasmijn

 

 

 

 

0631050

Lindebloesem

 

 

 

 

0631990

Overige (2)

 

 

 

 

0632000

b)

bladeren en kruiden

 

40

 

 

0632010

Aardbei

 

 

 

 

0632020

Rooibos

 

 

 

 

0632030

Maté

 

 

 

 

0632990

Overige (2)

 

 

 

 

0633000

c)

wortels

 

1

 

 

0633010

Valeriaan

 

(+)

 

 

0633020

Ginseng

 

(+)

 

 

0633990

Overige (2)

 

 

 

 

0639000

d)

alle andere delen van de plant

 

0,05 (*1)

 

 

0640000

Cacaobonen

 

0,05 (*1)

 

 

0650000

Carob/johannesbrood

 

0,05 (*1)

 

 

0700000

HOP

0,1  (*1)

60

0,05  (*1)

0,05  (*1)

0800000

SPECERIJEN

 

 

 

 

0810000

Als specerij gebruikte zaden

0,1  (*1)

 

0,05  (*1)

0,05  (*1)

0810010

Anijs

 

0,05 (*1)

 

 

0810020

Zwarte komijn

 

0,05 (*1)

 

 

0810030

Selderij

 

0,05 (*1)

 

 

0810040

Koriander

 

0,05 (*1)

 

 

0810050

Komijn

 

0,05 (*1)

 

 

0810060

Dille

 

70

 

 

0810070

Venkel

 

0,05 (*1)

 

 

0810080

Fenegriek

 

0,05 (*1)

 

 

0810090

Nootmuskaat

 

0,05 (*1)

 

 

0810990

Overige (2)

 

0,05 (*1)

 

 

0820000

Als specerij gebruikte vruchten

0,1  (*1)

0,05 (*1)

0,05  (*1)

0,05 (*1)

0820010

Piment

 

 

 

 

0820020

Szechuanpeper/anijspeper

 

 

 

 

0820030

Karwij

 

 

 

 

0820040

Kardemom

 

 

 

 

0820050

Jeneverbes

 

 

 

 

0820060

Peperkorrel (groen, wit en zwart)

 

 

 

 

0820070

Vanille

 

 

 

 

0820080

Tamarinde

 

 

 

 

0820990

Overige (2)

 

 

 

 

0830000

Als specerij gebruikte bast

0,1  (*1)

0,05 (*1)

0,05  (*1)

0,05 (*1)

0830010

Kaneel

 

 

 

 

0830990

Overige (2)

 

 

 

 

0840000

Als specerij gebruikte wortels en wortelstokken

 

 

 

 

0840010

Zoethout

0,1  (*1)

1 (+)

0,05  (*1)

0,05 (*1)

0840020

Gember (10)

 

 

 

 

0840030

Geelwortel/kurkuma/koenjit

0,1  (*1)

1 (+)

0,05  (*1)

0,05 (*1)

0840040

Mierikswortel (11)

 

 

 

 

0840990

Overige (2)

0,1  (*1)

1

0,05  (*1)

0,05 (*1)

0850000

Als specerij gebruikte knoppen

0,1  (*1)

0,05 (*1)

0,05  (*1)

0,05 (*1)

0850010

Kruidnagels

 

 

 

 

0850020

Kappertjes

 

 

 

 

0850990

Overige (2)

 

 

 

 

0860000

Als specerij gebruikte stampers

0,1  (*1)

0,05 (*1)

0,05  (*1)

0,05 (*1)

0860010

Saffraan

 

 

 

 

0860990

Overige (2)

 

 

 

 

0870000

Als specerij gebruikte zaadrokken

0,1  (*1)

0,05 (*1)

0,05  (*1)

0,05 (*1)

0870010

Foelie

 

 

 

 

0870990

Overige (2)

 

 

 

 

0900000

SUIKERGEWASSEN

0,02  (*1)

 

0,01 (*1)

0,01  (*1)

0900010

Suikerbiet

 

0,1 (+)

 

 

0900020

Suikerriet

 

0,01 (*1)

 

 

0900030

Wortelcichorei

 

0,1 (+)

 

 

0900990

Overige (2)

 

0,01 (*1)

 

 

1000000

PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG - LANDDIEREN

 

 

 

 

1010000

Producten afkomstig van

0,01  (*1)

 

0,01  (*1)

0,01  (*1)

1011000

a)

varkens

 

 

 

 

1011010

Spier

 

0,1

 

 

1011020

Vet

 

0,09

 

 

1011030

Lever

 

0,5

 

 

1011040

Nier

 

0,08

 

 

1011050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

 

0,5

 

 

1011990

Overige (2)

 

0,02 (*1)

 

 

1012000

b)

runderen

 

 

 

 

1012010

Spier

 

0,15

 

(+)

1012020

Vet

 

0,15

 

(+)

1012030

Lever

 

0,8

 

(+)

1012040

Nier

 

0,15

 

(+)

1012050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

 

0,8

 

 

1012990

Overige (2)

 

0,02 (*1)

 

 

1013000

c)

schapen

 

 

 

 

1013010

Spier

 

0,15

 

 

1013020

Vet

 

0,15

 

 

1013030

Lever

 

0,8

 

 

1013040

Nier

 

0,15

 

 

1013050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

 

0,8

 

 

1013990

Overige (2)

 

0,02 (*1)

 

 

1014000

d)

geiten

 

 

 

 

1014010

Spier

 

0,15

 

 

1014020

Vet

 

0,15

 

 

1014030

Lever

 

0,8

 

 

1014040

Nier

 

0,15

 

 

1014050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

 

0,8

 

 

1014990

Overige (2)

 

0,02 (*1)

 

 

1015000

e)

paardachtigen

 

 

 

 

1015010

Spier

 

0,15

 

(+)

1015020

Vet

 

0,15

 

(+)

1015030

Lever

 

0,8

 

(+)

1015040

Nier

 

0,15

 

(+)

1015050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

 

0,8

 

 

1015990

Overige (2)

 

0,02 (*1)

 

 

1016000

f)

pluimvee

 

 

 

 

1016010

Spier

 

0,07

 

 

1016020

Vet

 

0,07

 

 

1016030

Lever

 

0,3

 

 

1016040

Nier

 

0,02  (*1)

 

 

1016050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

 

0,3

 

 

1016990

Overige (2)

 

0,02 (*1)

 

 

1017000

g)

andere gekweekte landdieren

 

 

 

 

1017010

Spier

 

0,15

 

 

1017020

Vet

 

0,15

 

 

1017030

Lever

 

0,8

 

 

1017040

Nier

 

0,15

 

 

1017050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

 

0,8

 

 

1017990

Overige (2)

 

0,02 (*1)

 

 

1020000

Melk

0,01 (*1)

 

0,01  (*1)

0,02  (*1)

1020010

Runderen

 

0,07

 

(+)

1020020

Schapen

 

0,06

 

 

1020030

Geiten

 

0,06

 

 

1020040

Paarden

 

0,07

 

(+)

1020990

Overige (2)

 

0,02  (*1)

 

 

1030000

Vogeleieren

0,01 (*1)

0,15

0,01  (*1)

0,01  (*1)

1030010

Kippen

 

 

 

 

1030020

Eenden

 

 

 

 

1030030

Ganzen

 

 

 

 

1030040

Kwartels

 

 

 

 

1030990

Overige (2)

 

 

 

 

1040000

Honing en andere producten van de bijenteelt (7)

0,05  (*1)

0,05 (*1)

0,05  (*1)

0,05  (*1)

1050000

Amfibieën en reptielen

0,01 (*1)

0,02 (*1)

0,01  (*1)

0,01  (*1)

1060000

Ongewervelde landdieren

0,01 (*1)

0,02 (*1)

0,01  (*1)

0,01  (*1)

1070000

In het wild levende gewervelde landdieren

0,01 (*1)

0,02  (*1)

0,01  (*1)

0,01  (*1)

1100000

PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG - VIS, VISPRODUCTEN EN ANDERE PRODUCTEN VAN ZOUT- EN ZOETWATERDIEREN (8)

 

 

 

 

1200000

UITSLUITEND VOOR DIERVOEDER GEBRUIKTE PRODUCTEN OF DELEN VAN PRODUCTEN (8)

 

 

 

 

1300000

VERWERKTE VOEDINGSMIDDELEN (9)

 

 

 

 

Som van diclofop-methyl, diclofopzuur en zouten daarvan, uitgedrukt als diclofop-methyl (som van de isomeren)

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot residuproeven en toxicologische gegevens over conjugaten van diclofopzuur, conjugaten Mx en metaboliet 6a ontbreken. In afwachting van de indiening en evaluatie van bevestigende gegevens mag vee niet worden gevoed met stro van behandelde gerst. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op [Publicatiebureau: gelieve de datum in te voegen: twee jaar na de bekendmaking] is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0500010 Gerst

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot residuproeven en toxicologische gegevens over conjugaten van diclofopzuur, conjugaten Mx en metaboliet 6a ontbreken. In afwachting van de indiening en evaluatie van bevestigende gegevens mag vee niet worden gevoed met stro van behandelde tarwe. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op [Publicatiebureau: gelieve de datum in te voegen: twee jaar na de bekendmaking] is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0500090 Tarwe

Fluopyram (R)

(R) = voor de volgende combinaties van bestrijdingsmiddel en codenummer geldt een andere residudefinitie:

fluopyram — code 1000000 met uitzondering van 1040000: som van fluopyram en fluopyram-benzamide (M25) uitgedrukt als fluopyram

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot de residuproeven ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op [Publicatiebureau: gelieve de datum in te voegen: twee jaar na de bekendmaking] is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0110030 Citroenen

0110050 Mandarijnen

0163020 Bananen

(+)

MRL afgeleid van wisselgewassen.

0212010 Cassave/maniok

(+)

MRL afgeleid van wisselgewassen.

0212020 Bataten (zoete aardappelen)

0212030 Yams

0212040 Arrowroot/pijlwortel

0213010 Rode bieten

0213020 Wortels

0213030 Knolselderij

0213040 Mierikswortels

0213050 Aardperen/topinamboers

0213060 Pastinaken

0213070 Wortelpeterselie

0213080 Radijzen

0213090 Schorseneren

0213100 Koolrapen

0213110 Rapen

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot de residuproeven ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op [Publicatiebureau: gelieve de datum in te voegen: twee jaar na de bekendmaking] is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0220040 Bosuien/groene uien en stengeluien

0231010 Tomaten

0233010 Meloenen

0233030 Watermeloenen

(+)

MRL afgeleid van wisselgewassen.

0234000 d) suikermais

0241010 Broccoli

0241020 Bloemkolen

0242010 Spruitjes

0242020 Sluitkolen

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot de residuproeven ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op [Publicatiebureau: gelieve de datum in te voegen: twee jaar na de bekendmaking] is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0243010 Chinese kool/petsai

(+)

MRL afgeleid van wisselgewassen.

0243020 Boerenkolen

0244000 d) koolrabi’s

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot de residuproeven ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op [Publicatiebureau: gelieve de datum in te voegen: twee jaar na de bekendmaking] is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0251030 Andijvie

0251050 Winterkers

0251070 Rode amsoi

0252010 Spinazie

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot de residuproeven ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op [Publicatiebureau: gelieve de datum in te voegen: twee jaar na de bekendmaking] is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0252030 Snijbiet

(+)

MRL afgeleid van wisselgewassen.

0254000 d) waterkers

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot de residuproeven ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op [Publicatiebureau: gelieve de datum in te voegen: twee jaar na de bekendmaking] is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0270050 Artisjokken

0270060 Preien

(+)

MRL afgeleid van wisselgewassen.

0500020 Boekweit en andere pseudogranen

0500030 Mais

0500040 Gierst/pluimgierst

0633010 Valeriaan

0633020 Ginseng

0840010 Zoethout

0840030 Geelwortel/kurkuma/koenjit

0900010 Suikerbiet

0900030 Wortelcichorei

Ipconazool (F)

(F) = vetoplosbaar

Terbutylazine (F), (R)

(F) = vetoplosbaar

(R) = voor de volgende combinaties van bestrijdingsmiddel en codenummer geldt een andere residudefinitie: terbutylazine — code 1020000: som van terbutylazine en desethyl-terbutylazine, uitgedrukt als terbutylazine (F)

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot de stabiliteit bij opslag ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op [Publicatiebureau: gelieve de datum in te voegen: twee jaar na de bekendmaking] is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0234000 d) suikermais

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot de residuproeven en de stabiliteit bij opslag ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op [Publicatiebureau: gelieve de datum in te voegen: twee jaar na de bekendmaking] is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0300040 Lupinen/lupinebonen

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot de residuproeven ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op [Publicatiebureau: gelieve de datum in te voegen: twee jaar na de bekendmaking] is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0401050 Zonnebloemzaad

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot de residuproeven ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op [Publicatiebureau: gelieve de datum in te voegen: twee jaar na de bekendmaking] is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

0401090 Katoenzaad

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot het metabolisme bij vee en de vervoederingsstudies ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op [Publicatiebureau: gelieve de datum in te voegen: twee jaar na de bekendmaking] is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

1012010 Spier

1012020 Vet

1012030 Lever

1012040 Nier

1015010 Spier

1015020 Vet

1015030 Lever

1015040 Nier

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot de stabiliteit bij opslag ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op [Publicatiebureau: gelieve de datum in te voegen: twee jaar na de bekendmaking] is ingediend of, als die informatie niet op die datum is ingediend, met het ontbreken ervan.

1020010 Runderen

1020040 Paarden

2)

In bijlage III, deel A, worden de kolommen voor diclofop, fluopyram, ipconazool en terbuthylazine geschrapt.


(*1)  Bepaalbaarheidsgrens

(1)  Voor de volledige lijst van producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor de MRL’s gelden, zie bijlage I.


16.4.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 131/72


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/619 VAN DE COMMISSIE

van 15 april 2021

tot wijziging van de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2020/2235, (EU) 2020/2236 en (EU) 2021/403 wat betreft overgangsbepalingen voor het gebruik van diergezondheidscertificaten, diergezondheids-/officiële certificaten en officiële certificaten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) (1), en met name artikel 146, lid 2, artikel 156, lid 2, eerste alinea, onder a), artikel 162, lid 5, artikel 168, lid 4, artikel 213, lid 2, artikel 224, lid 4, artikel 238, lid 3, en artikel 239, lid 3,

Gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (2), en met name artikel 90, artikel 126, lid 3, en artikel 134, eerste alinea, onder f),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Uitvoeringsverordeningen (EU) 2020/2235 (3), (EU) 2020/2236 (4) en (EU) 2021/403 (5) van de Commissie bevatten modellen van diergezondheidscertificaten, diergezondheids-/officiële certificaten en officiële certificaten die vereist zijn voor verplaatsingen binnen de Unie en voor binnenkomst in de Unie van zendingen dieren en goederen.

(2)

Om de overgang naar het gebruik van de nieuwe diergezondheidscertificaten en diergezondheids-/officiële certificaten voor verplaatsingen van zendingen binnen de Unie en tussen lidstaten te vergemakkelijken en om exploitanten en het personeel van de bevoegde autoriteiten in alle lidstaten de kans te geven zich bij te scholen, moet een overgangsperiode worden ingesteld waarin de bevoegde autoriteiten in de lidstaten gebruik moeten kunnen maken van certificaten die zijn afgegeven overeenkomstig de wetgeving die van toepassing was voor de datum van toepassing van de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2020/2235, (EU) 2020/2236 en (EU) 2021/403.

(3)

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 voorziet in een overgangsperiode voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van producten van dierlijke oorsprong, samengestelde producten, kiemgroenten bestemd voor menselijke consumptie en zaden bestemd voor de productie van kiemgroenten voor menselijke consumptie die vergezeld gaan van het passende certificaat dat overeenkomstig de modellen in Verordening (EU) nr. 28/2012 van de Commissie (6) en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/628 van de Commissie (7) is afgegeven. Omwille van de rechtszekerheid moet de duur van de overgangsperiode waarin die certificaten mogen worden gebruikt, worden verduidelijkt.

(4)

Verordening (EG) nr. 599/2004 van de Commissie (8) wordt met ingang van 21 april 2021 bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 ingetrokken. Die verordening bevat het geharmoniseerde model voor certificaten voor verplaatsingen binnen de Unie van zendingen dieren en goederen. Daarnaast voorziet die verordening in de compatibiliteit van het geharmoniseerde model voor certificaten met het Trade Control and Expert System (Traces) en in een vereenvoudiging van het certificerings- en kennisgevingssysteem voor verplaatsingen binnen de Unie van dergelijke zendingen. Om het verdere gebruik in Traces van overeenkomstig de voor 21 april 2021 toepasselijke wetgeving afgegeven certificaten mogelijk te maken, moet de intrekkingsdatum van die verordening worden gewijzigd rekening houdend met de einddatum van de in de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2020/2236 en (EU) 2021/403 vastgestelde overgangsperioden, zoals gewijzigd bij deze verordening.

(5)

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2236 voorziet in een overgangsperiode voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van waterdieren en producten van dierlijke oorsprong van waterdieren die vergezeld gaan van het passende diergezondheidscertificaat dat overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1251/2008 van de Commissie (9) is afgegeven. Omwille van de rechtszekerheid moet de duur van de overgangsperiode waarin die certificaten mogen worden gebruikt, worden verduidelijkt.

(6)

Om de bevoegde autoriteiten in staat te stellen de nodige regelingen te treffen om de naleving van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2236 te waarborgen wat betreft verplaatsingen binnen de Unie van zendingen van waterdieren en producten van dierlijke oorsprong van waterdieren, moet een overgangsperiode worden ingesteld waarin zendingen vergezeld mogen gaan van het passende, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1251/2008 afgegeven diergezondheidscertificaat.

(7)

Uitvoeringsverordening (EU) 2021/403 voorziet in een overgangsperiode voor de binnenkomst in de Unie van zendingen landdieren en levende producten daarvan die vergezeld gaan van het passende certificaat dat is afgegeven overeenkomstig de modellen in de Verordeningen (EG) nr. 798/2008 (10) en (EU) nr. 206/2010 (11) van de Commissie, de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 139/2013 (12) en (EU) 2018/659 (13) van de Commissie, Beschikking 2006/168/EG van de Commissie (14) en Besluit 2010/472/EU van de Commissie (15) alsook overeenkomstig de Uitvoeringsbesluiten 2011/630/EU (16), 2012/137/EU (17) en (EU) 2019/294 (18) van de Commissie. Omwille van de rechtszekerheid moet de duur van de overgangsperiode waarin die certificaten mogen worden gebruikt, worden verduidelijkt.

(8)

Om de bevoegde autoriteiten in staat te stellen de nodige regelingen te treffen om de naleving van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/403 te waarborgen wat betreft verplaatsingen tussen lidstaten van zendingen landdieren en levende producten daarvan, moet een overgangsperiode worden ingesteld waarin zendingen vergezeld mogen gaan van het passende certificaat dat is afgegeven overeenkomstig de Richtlijnen 64/432/EEG (19), 88/407/EEG (20), 89/556/EEG (21), 90/429/EEG (22), 91/68/EEG (23), 92/65/EEG (24), 2009/156/EG (25) en 2009/158/EG (26) van de Raad alsook overeenkomstig Besluit 2010/470/EU van de Commissie (27).

(9)

Aangezien de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2020/2235, (EU) 2020/2236 en (EU) 2021/403 van toepassing zijn met ingang van 21 april 2021, moet deze verordening met ingang van dezelfde datum van toepassing zijn.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235

Artikel 35 van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 wordt vervangen door:

“Artikel 35

Overgangsbepalingen

1.   De binnenkomst in de Unie van zendingen van producten van dierlijke oorsprong, samengestelde producten, kiemgroenten bestemd voor menselijke consumptie en zaden bestemd voor de productie van kiemgroenten voor menselijke consumptie die vergezeld gaan van het passende certificaat dat overeenkomstig de modellen in Verordening (EU) nr. 28/2012 en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/628 is afgegeven, wordt tot en met 20 oktober 2021 toegestaan op voorwaarde dat het certificaat vóór 21 augustus 2021 door de overeenkomstig die verordening en uitvoeringsverordening tot ondertekening van het certificaat gemachtigde persoon is ondertekend.

2.   Het in Verordening (EG) nr. 599/2004 vastgestelde geharmoniseerde model voor certificaten voor verplaatsingen binnen de Unie wordt tot en met 17 oktober 2021 aanvaardt voor verplaatsingen binnen de Unie.

3.   Verwijzingen naar bepalingen van ingetrokken handelingen in de certificaten en in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 599/2004 gelden als verwijzingen naar de overeenkomstige vervangende bepalingen en worden in voorkomend geval gelezen volgens de concordantietabellen.”.

Artikel 2

Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2236

Artikel 10 van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2236 wordt vervangen door:

“Artikel 10

Overgangsbepalingen

1.   De binnenkomst in de Unie van zendingen van waterdieren en producten van dierlijke oorsprong van waterdieren die vergezeld gaan van het passende diergezondheidscertificaat dat overeenkomstig het model in Verordening (EG) nr. 1251/2008 is afgegeven, is tot en met 20 oktober 2021 toegestaan op voorwaarde dat het diergezondheidscertificaat vóór 21 augustus 2021 door een officiële inspecteur is ondertekend.

2.   De verplaatsing binnen de Unie van zendingen van waterdieren en producten van dierlijke oorsprong van waterdieren die vergezeld gaan van het passende diergezondheidscertificaat dat overeenkomstig het model in Verordening (EG) nr. 1251/2008 is afgegeven, is tot en met 17 oktober 2021 toegestaan.

3.   Verwijzingen naar bepalingen van ingetrokken handelingen in de certificaten gelden als verwijzingen naar de overeenkomstige vervangende bepalingen en worden in voorkomend geval gelezen volgens de concordantietabellen.”.

Artikel 3

Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/403

Artikel 27 van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/403 wordt vervangen door:

“Artikel 27

Overgangsbepalingen

1.   De binnenkomst in de Unie van zendingen landdieren en levende producten daarvan die vergezeld gaan van het passende certificaat dat is afgegeven overeenkomstig de modellen in de Verordeningen (EG) nr. 798/2008 en (EU) nr. 206/2010, de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 139/2013 en (EU) 2018/659, Beschikking 2006/168/EG en Besluit 2010/472/EU alsook overeenkomstig de Uitvoeringsbesluiten 2011/630/EU, 2012/137/EU en (EU) 2019/294, is tot en met 20 oktober 2021 toegestaan op voorwaarde dat het certificaat voor 21 augustus 2021 is ondertekend door de persoon die overeenkomstig die verordeningen, die uitvoeringsverordeningen, die beschikking, dat besluit en die uitvoeringsbesluiten gemachtigd is om het certificaat te ondertekenen.

2.   De verplaatsing tussen lidstaten van zendingen van bepaalde categorieën hoefdieren die vergezeld gaan van het passende certificaat dat is afgegeven overeenkomstig de modellen in de Richtlijnen 64/432/EEG (*1), 91/68/EEG (*2), 92/65/EEG en 2009/156/EG (*3) van de Raad, is toegestaan tot en met 17 oktober 2021.

3.   De verplaatsing tussen lidstaten van zendingen van bepaalde categorieën vogels en levende producten daarvan die vergezeld gaan van het passende certificaat dat is afgegeven overeenkomstig het model in Richtlijn 2009/158/EG van de Raad (*4), is toegestaan tot en met 17 oktober 2021.

4.   De verplaatsing tussen lidstaten van zendingen van bepaalde typen levende producten van runderen die vergezeld gaan van het passende certificaat dat is afgegeven overeenkomstig de modellen in de Richtlijnen 88/407/EEG en 89/556/EEG, is toegestaan tot en met 17 oktober 2021.

5.   De verplaatsing tussen lidstaten van zendingen van bepaalde typen levende producten van schapen en geiten die vergezeld gaan van het passende certificaat dat is afgegeven overeenkomstig het model in Besluit 2010/470/EU, is toegestaan tot en met 17 oktober 2021.

6.   De verplaatsing tussen lidstaten van zendingen van bepaalde typen levende producten van varkens die vergezeld gaan van het passende certificaat dat is afgegeven overeenkomstig de modellen in Richtlijn 90/429/EEG en Besluit 2010/470/EU, is toegestaan tot en met 17 oktober 2021.

7.   De verplaatsing tussen lidstaten van zendingen van bepaalde typen levende producten van paardachtigen die vergezeld gaan van het passende certificaat dat is afgegeven overeenkomstig het model in Besluit 2010/470/EU, is toegestaan tot en met 17 oktober 2021.

8.   De verplaatsing tussen lidstaten van zendingen van bepaalde categorieën bijen die vergezeld gaan van het passende certificaat dat is afgegeven overeenkomstig het model in Richtlijn 92/65/EEG, is toegestaan tot en met 17 oktober 2021.

9.   De verplaatsing tussen lidstaten van zendingen van bepaalde categorieën landdieren en bepaalde levende producten daarvan die vergezeld gaan van het passende certificaat dat is afgegeven overeenkomstig het model in Richtlijn 92/65/EEG, is toegestaan tot en met 17 oktober 2021.

10.   Verwijzingen naar bepalingen van ingetrokken handelingen in de certificaten gelden als verwijzingen naar de overeenkomstige vervangende bepalingen en worden in voorkomend geval gelezen volgens de concordantietabellen.

Artikel 4

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 21 april 2021.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 april 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1.

(2)  PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1.

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 van de Commissie van 16 december 2020 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van de Verordeningen (EU) 2016/429 en (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft modellen van diergezondheidscertificaten, modellen van officiële certificaten en modellen van diergezondheids-/officiële certificaten, voor de binnenkomst in de Unie en verplaatsingen binnen de Unie van zendingen van bepaalde categorieën dieren en goederen, en officiële certificering met betrekking tot dergelijke certificaten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 599/2004, Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 636/2014 en (EU) 2019/628, Richtlijn 98/68/EG en de Beschikkingen 2000/572/EG, 2003/779/EG en 2007/240/EG (PB L 442 van 30.12.2020, blz. 1).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2236 van de Commissie van 16 december 2020 tot vaststelling van regels voor de toepassing van de Verordeningen (EU) 2016/429 en (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft modellen van diergezondheidscertificaten voor de binnenkomst in de Unie en verplaatsingen binnen de Unie van zendingen van waterdieren en bepaalde producten van dierlijke oorsprong van waterdieren, officiële certificering van dergelijke certificaten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1251/2008 (PB L 442 van 30.12.2020, blz. 410).

(5)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/403 van de Commissie van 24 maart 2021 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van de Verordeningen (EU) 2016/429 en (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft modellen van diergezondheidscertificaten en modellen van diergezondheids-/officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie en verplaatsingen tussen lidstaten van zendingen van bepaalde categorieën landdieren en levende producten daarvan, en officiële certificering van dergelijke certificaten, en tot intrekking van Besluit 2010/470/EU (PB L 113 van 31.3.2021, blz. 1).

(6)  Verordening (EU) nr. 28/2012 van de Commissie van 11 januari 2012 tot vaststelling van voorschriften voor de certificering van de invoer in en de doorvoer door de Unie van bepaalde samengestelde producten en tot wijziging van Beschikking 2007/275/EG en Verordening (EG) nr. 1162/2009 (PB L 12 van 14.1.2012, blz. 1).

(7)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/628 van de Commissie van 8 april 2019 betreffende modellen van officiële certificaten voor bepaalde dieren en goederen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 wat deze modelcertificaten betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 101).

(8)  Verordening (EG) nr. 599/2004 van de Commissie van 30 maart 2004 tot vaststelling van een geharmoniseerd model voor een certificaat en inspectieverslag voor het intracommunautaire handelsverkeer in dieren en producten van dierlijke oorsprong (PB L 94 van 31.3.2004, blz. 44).

(9)  Verordening (EG) nr. 1251/2008 van de Commissie van 12 december 2008 ter uitvoering van Richtlijn 2006/88/EG van de Raad wat betreft de voorwaarden en certificeringsvoorschriften voor het in de handel brengen en de invoer in de Gemeenschap van aquacultuurdieren en producten daarvan en tot vaststelling van een lijst van vectorsoorten (PB L 337 van 16.12.2008, blz. 41).

(10)  Verordening (EG) nr. 798/2008 van de Commissie van 8 augustus 2008 tot vaststelling van een lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit pluimvee en pluimveeproducten mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Gemeenschap, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 226 van 23.8.2008, blz. 1).

(11)  Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie van 12 maart 2010 tot vaststelling van lijsten van derde landen en gebieden, of delen daarvan, waaruit bepaalde dieren en vers vlees in de Europese Unie mogen worden binnengebracht, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 73 van 20.3.2010, blz. 1).

(12)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 139/2013 van de Commissie van 7 januari 2013 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer van bepaalde vogels in de Unie en de desbetreffende quarantainevoorschriften (PB L 47 van 20.2.2013, blz. 1).

(13)  Uitvoeringsverordening (EU) 2018/659 van de Commissie van 12 april 2018 betreffende de voorschriften voor het binnenbrengen in de Unie van levende paardachtigen en sperma, eicellen en embryo’s van paardachtigen (PB L 110 van 30.4.2018, blz. 1).

(14)  Beschikking 2006/168/EG van de Commissie van 4 januari 2006 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften en de voorschriften inzake veterinaire certificering voor de invoer van runderembryo’s in de Gemeenschap en tot intrekking van Beschikking 2005/217/EG (PB L 57 van 28.2.2006, blz. 19).

(15)  Besluit 2010/472/EU van de Commissie van 26 augustus 2010 inzake de invoer van sperma, eicellen en embryo’s van schapen en geiten in de Unie (PB L 228 van 31.8.2010, blz. 74).

(16)  Uitvoeringsbesluit 2011/630/EU van de Commissie van 20 september 2011 betreffende de invoer van rundersperma in de Unie (PB L 247 van 24.9.2011, blz. 32).

(17)  Uitvoeringsbesluit 2012/137/EU van de Commissie van 1 maart 2012 betreffende de invoer van sperma van varkens in de Unie (PB L 64 van 3.3.2012, blz. 29).

(18)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/294 van de Commissie van 18 februari 2019 tot vaststelling van de lijst van gebieden en derde landen waaruit honden, katten en fretten in de Unie mogen worden ingevoerd, en van het modeldiergezondheidscertificaat voor die invoer (PB L 48 van 20.2.2019, blz. 41).

(19)  Richtlijn 64/432/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens (PB 121 van 29.7.1964, blz. 1977).

(20)  Richtlijn 88/407/EEG van de Raad van 14 juni 1988 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften van toepassing op het intracommunautaire handelsverkeer in sperma van runderen en de invoer daarvan (PB L 194 van 22.7.1988, blz. 10).

(21)  Richtlijn 89/556/EEG van de Raad van 25 september 1989 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in embryo’s van als huisdier gehouden runderen en de invoer daarvan uit derde landen (PB L 302 van 19.10.1989, blz. 1).

(22)  Richtlijn 90/429/EEG van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften van toepassing op het intracommunautaire handelsverkeer in sperma van varkens en de invoer daarvan (PB L 224 van 18.8.1990, blz. 62).

(23)  Richtlijn 91/68/EEG van de Raad van 28 januari 1991 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in schapen en geiten (PB L 46 van 19.2.1991, blz. 19).

(24)  Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo’s waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt (PB L 268 van 14.9.1992, blz. 54).

(25)  Richtlijn 2009/156/EG van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het verkeer van paardachtigen en de invoer van paardachtigen uit derde landen (PB L 192 van 23.7.2010, blz. 1).

(26)  Richtlijn 2009/158/EG van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van pluimvee en broedeieren (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 74).

(27)  Besluit 2010/470/EU van de Commissie van 26 augustus 2010 tot vaststelling van modellen van gezondheidscertificaten voor de handel binnen de Unie in sperma, eicellen en embryo’s van paardachtigen, schapen en geiten en in eicellen en embryo’s van varkens (PB L 228 van 31.8.2010, blz. 15).


16.4.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 131/78


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/620 VAN DE COMMISSIE

van 15 april 2021

tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de goedkeuring van de ziektevrije en non-vaccinatiestatus van bepaalde lidstaten of zones of compartimenten daarvan ten aanzien van bepaalde in de lijst opgenomen ziekten en de goedkeuring van uitroeiingsprogramma’s voor die in de lijst opgenomen ziekten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) (1), en met name artikel 31, lid 3, artikel 36, lid 4, en artikel 37, lid 4, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) 2016/429 is een nieuw wetgevingskader vastgesteld voor de preventie en bestrijding van ziekten die kunnen worden overgedragen op dieren of mensen. Verordening (EU) 2016/429 bevat met name ziektespecifieke voorschriften voor de overeenkomstig artikel 5, lid 1, van die verordening in de lijst opgenomen ziekten (in de lijst opgenomen ziekten), en artikel 9 van die verordening voorziet in de toepassing van die regels op verschillende categorieën van in de lijst opgenomen ziekten. Verordening (EU) 2016/429 voorziet ook in de vaststelling door de lidstaten van verplichte uitroeiingsprogramma’s voor in de lijst opgenomen ziekten als bedoeld in artikel 9, lid 1, onder b), en in optionele uitroeiingsprogramma’s voor in de lijst opgenomen ziekten als bedoeld in artikel 9, lid 1, onder c), en in de goedkeuring van dergelijke programma’s door de Commissie. Voorts voorziet de verordening in de goedkeuring door de Commissie van de ziektevrije of non-vaccinatiestatus van lidstaten of zones of compartimenten daarvan ten aanzien van bepaalde in de lijst opgenomen ziekten als bedoeld in artikel 9, lid 1, onder a), b) en c), van Verordening (EU) 2016/429.

(2)

In Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van de Commissie (2) worden de ziektecategorieën A tot en met E gedefinieerd en is bepaald dat de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 bedoelde regels voor de preventie en bestrijding van in de lijst opgenomen ziekten van toepassing zijn op de categorieën in de lijst opgenomen ziekten voor de in de lijst opgenomen soorten en voor groepen van in de lijst opgenomen soorten zoals vermeld in de tabel in de bijlage bij die verordening. In deze verordening moeten regels worden vastgesteld die betrekking hebben op ziekten van categorie A, B of C.

(3)

Op grond van Verordening (EU) 2016/429 worden de volgende ziekten als in de lijst opgenomen ziekten beschouwd: infectie met Brucella abortus, B. melitensis en B. suis, infectie met het Mycobacterium tuberculosis-complex (MTBC), infectie met het rabiësvirus (RABV), enzoötische boviene leukose (EBL), infectie met het bluetonguevirus (serotypen 1-24) (infectie met BTV), boviene virusdiarree (BVD), infectieuze boviene rinotracheïtis/infectieuze pustuleuze vulvovaginitis (IBR/IPV), infectie met het virus van de ziekte van Aujeszky (ADV), infestatie met Varroa spp., infectie met het virus van de ziekte van Newcastle, infectie met hoogpathogene aviaire influenza (HPAI), virale hemorragische septikemie (VHS), infectieuze hematopoëtische necrose (IHN), infectie met zalmanemievirus met HPR-deletie (deletie in de hypervariabele regio) (ISAV met HPR-deletie), infectie met Marteilia refringens, infectie met Bonamia exitiosa, infectie met Bonamia ostreae, en infectie met het wittevlekkensyndroomvirus (WSSV). Al die in de lijst opgenomen ziekten vallen onder de in Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 vastgestelde definities van ziekten van categorie A, B of C en zijn opgenomen in de tabel in de bijlage bij die uitvoeringsverordening.

(4)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 van de Commissie (3) vormt een aanvulling op de regels inzake uitroeiingsprogramma’s en de ziektevrije status voor bepaalde in de lijst opgenomen ziekten van landdieren, waterdieren en andere dieren, zoals bedoeld in Verordening (EU) 2016/429. Met name zijn in Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 criteria voor het verlenen van de ziektevrije status aan lidstaten of zones of compartimenten daarvan vastgesteld, evenals de voorschriften voor de goedkeuring van uitroeiingsprogramma’s voor lidstaten of zones of compartimenten daarvan.

(5)

In artikel 85 van Verordening (EU) 2020/689 is bepaald dat de lidstaten of zones daarvan die vóór de datum van toepassing van die verordening een goedgekeurd uitroeiingsprogramma of een goedgekeurd bewakingsprogramma voor ziekten van categorie C hebben, moeten worden geacht gedurende een periode van zes jaar, te rekenen vanaf de datum van toepassing van die verordening, een goedgekeurd uitroeiingsprogramma overeenkomstig die verordening te hebben. Deze beperking moet derhalve worden vermeld in de desbetreffende bijlagen bij deze verordening.

(6)

Artikel 280 van Verordening (EU) 2016/429 voorziet in de regels voor de handhaving van de bestaande ziektevrije status of goedgekeurde uitroeiings- en bewakingsprogramma’s van lidstaten of zones of compartimenten daarvan voor bepaalde in de lijst opgenomen ziekten die zijn goedgekeurd bij handelingen van de Commissie die overeenkomstig de Richtlijnen 64/432/EEG (4), 91/68/EEG (5), 92/65/EEG (6), 2005/94/EG (7), 2006/88/EG (8) of 2009/158/EG (9) van de Raad zijn vastgesteld. Daarnaast worden door de artikelen 84 en 85 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 de desbetreffende voorschriften van Verordening (EU) 2016/429 aangevuld, door overgangsmaatregelen ten aanzien van bestaande ziektevrije statussen en bestaande goedgekeurde uitroeiings- en bewakingsprogramma’s met betrekking tot die in de lijst opgenomen ziekten, vast te stellen.

(7)

Omwille van de vereenvoudiging en transparantie moeten bij deze verordening de lijsten van bestaande ziektevrije lidstaten, zones en compartimenten en bestaande goedgekeurde uitroeiings- en bewakingsprogramma’s zoals vastgesteld in de handelingen van de Commissie die zijn vastgesteld op grond van de in artikel 280 van Verordening (EU) 2016/429 genoemde richtlijnen en in bepaalde in de artikelen 84 en 85 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 genoemde richtlijnen, worden vervangen door lijsten in de bijlagen bij deze verordening.

(8)

Voor bepaalde in de lijst opgenomen ziekten bevat Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 voor het eerst regels voor de goedkeuring van de ziektevrije status van lidstaten of zones of compartimenten daarvan en daarom zijn de bepalingen van artikel 280 van Verordening (EU) 2016/429 niet van toepassing op dergelijke situaties. Dit is het geval bij infectie met het rabiësvirus (RABV), infectie met het bluetonguevirus (serotypen 1-24) (infectie met BTV), boviene virusdiarree (BVD) en infectie met Bonamia exitiosa. Verscheidene lidstaten hebben bij de Commissie aanvragen ingediend om de ziektevrije status voor die in de lijst opgenomen ziekten te verkrijgen. Uit de beoordeling door de Commissie is gebleken dat die aanvragen voldoen aan de criteria van deel II, hoofdstuk 4, afdelingen 1 en 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689, waarin voorschriften zijn vastgesteld voor het verlenen van de ziektevrije status aan lidstaten of zones of compartimenten daarvan. Daarom moet de ziektevrije status aan die lidstaten of de desbetreffende zones of compartimenten daarvan worden verleend en moeten zij in de bijlagen bij deze verordening worden vermeld.

(9)

Voor bepaalde in de lijst opgenomen ziekten bevat Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 regels voor de goedkeuring van uitroeiingsprogramma’s voor lidstaten of zones of compartimenten daarvan die niet onderworpen zijn aan de bepalingen van artikel 280 van Verordening (EU) 2016/429. Dit is het geval bij infectie met Brucella abortus, B. melitensis en B. suis, infectie met het Mycobacterium tuberculosis-complex (MTBC), infectie met het rabiësvirus (RABV), enzoötische boviene leukose (EBL), infectie met het bluetonguevirus (serotypen 1-24) (infectie met BTV), boviene virusdiarree (BVD) of infectie met Bonamia exitiosa. Verscheidene lidstaten hebben bij de Commissie aanvragen ingediend om uitroeiingsprogramma’s voor die in de lijst opgenomen ziekten te laten goedkeuren. Uit de beoordeling door de Commissie is gebleken dat die aanvragen voldoen aan deel II, hoofdstukken 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689, waarin criteria zijn vastgesteld waaraan moet worden voldaan voor de goedkeuring van uitroeiingsprogramma’s voor ziekten van categorie B en categorie C bij respectievelijk land- en waterdieren. Daarom moeten die uitroeiingsprogramma’s worden goedgekeurd en moeten de lidstaten of zones of compartimenten daarvan worden vermeld in de bijlagen bij deze verordening.

(10)

Voor bepaalde in de lijst opgenomen ziekten zijn de aanvragen van lidstaten om de ziektevrije status te verkrijgen of om uitroeiingsprogramma’s te laten goedkeuren nog niet ontvangen door de Commissie, of is de beoordeling ervan nog niet afgerond. Zodra de aanvragen zijn ontvangen en de beoordelingen zijn afgerond, kunnen de betrokken lidstaten, zones of compartimenten in de bijlagen bij deze verordening worden opgenomen.

(11)

Bovendien heeft een lidstaat met betrekking tot infectie met Brucella abortus, B. melitensis en B. suis onlangs bij de Commissie een aanvraag ingediend om de ziektevrije status ten aanzien van infectie met Brucella abortus, B. melitensis en B. suis voor een zone te verkrijgen. Uit de beoordeling door de Commissie is gebleken dat de aanvraag voldoet aan de criteria van artikel 71 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689, waarin voorschriften zijn vastgesteld voor de erkenning van de ziektevrije status op basis van uitroeiingsprogramma’s. Daarom moet de ziektevrije status van die zone worden verleend en moet deze in de bijlagen bij deze verordening worden vermeld.

(12)

Wat aviaire influenza betreft, voorziet Verordening (EG) nr. 616/2009 van de Commissie (10), die krachtens Richtlijn 2005/94/EG is vastgesteld, in de goedkeuring door de lidstaten van compartimenten voor pluimvee en compartimenten voor andere in gevangenschap levende vogels. De lijst van goedgekeurde compartimenten is openbaar toegankelijk en de website van de Commissie bevat links naar de informatiepagina’s van de lidstaten op internet. Compartimenten voor pluimvee en compartimenten voor andere in gevangenschap levende vogels die op grond van Verordening (EG) nr. 616/2009) ten aanzien van aviaire influenza zijn goedgekeurd, moeten hun ziektevrije status overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 behouden en moeten worden vermeld in de bijlagen bij deze verordening.

(13)

Beschikking 2003/467/EG van de Commissie (11) bevat lijsten van lidstaten en delen van lidstaten die overeenkomstig Richtlijn 64/432/EEG de ziektevrije status hebben ten aanzien van tuberculose, brucellose en EBL. Die lidstaten en delen van lidstaten moeten in de bijlagen bij deze verordening worden vermeld.

(14)

Beschikking 93/52/EG van de Commissie (12) bevat lijsten van lidstaten en gebieden van lidstaten die overeenkomstig Richtlijn 91/68/EEG officieel vrij van brucellose (B. melitensis) zijn. Die lidstaten en gebieden van lidstaten moeten in de bijlagen bij deze verordening worden vermeld.

(15)

Uitvoeringsbesluit 2013/503/EU van de Commissie (13) bevat de lijst van lidstaten of gebieden daarvan die overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG als vrij van varroase zijn erkend. Die lidstaten of gebieden daarvan moeten in de bijlagen bij deze verordening worden vermeld.

(16)

Bij de Beschikkingen 94/963/EG (14) en 95/98/EG (15) van de Commissie wordt overeenkomstig Richtlijn 2009/158/EG de status van Finland en Zweden als “niet-vaccinerend” ten aanzien van de ziekte van Newcastle vastgesteld. Die lidstaten moeten in de bijlagen bij deze verordening worden vermeld.

(17)

Beschikking 2004/558/EG van de Commissie (16) bevat de lijsten van de regio’s van lidstaten die de status vrij van IBR hebben en de regio’s van lidstaten die een goedgekeurd IBR-uitroeiingsprogramma hebben overeenkomstig Richtlijn 64/432/EEG. De regio’s met de status vrij van IBR moeten worden vermeld in de bijlagen bij deze verordening, terwijl de regio’s met goedgekeurde uitroeiingsprogramma’s voor IBR hun programma overeenkomstig Verordening (EU) 2020/689 gedurende een beperkte periode moeten handhaven en in de bijlagen bij deze verordening moeten worden opgenomen.

(18)

Beschikking 2008/185/EG van de Commissie (17) bevat de lijsten van lidstaten of regio’s daarvan die de ziektevrije status hebben ten aanzien van de ziekte van Aujeszky en van de regio’s met een goedgekeurd programma voor de uitroeiing van de ziekte van Aujeszky overeenkomstig Richtlijn 64/432/EEG. De lidstaten of regio’s daarvan die de ziektevrije status hebben ten aanzien van de ziekte van Aujeszky, moeten in de bijlagen bij deze verordening worden opgenomen, terwijl de regio’s met goedgekeurde programma’s voor de uitroeiing van de ziekte van Aujeszky deze gedurende een beperkte periode overeenkomstig Verordening (EU) 2020/689 moeten handhaven en moeten worden opgenomen in de bijlagen bij deze verordening.

(19)

Bij Beschikking 2009/177/EG van de Commissie (18) zijn lijsten vastgesteld van lidstaten en bepaalde gebieden en compartimenten die overeenkomstig Richtlijn 2006/88/EG de ziektevrije status hebben of onderworpen zijn aan goedgekeurde bewakingsprogramma’s of uitroeiingsprogramma’s met betrekking tot in de lijst opgenomen ziekten van waterdieren. De ziektevrije status van die lidstaten, gebieden en compartimenten moet in de bijlagen bij deze verordening worden opgenomen, terwijl de goedgekeurde programma’s gedurende een beperkte periode overeenkomstig artikel 85 van Verordening (EU) 2020/689 moeten worden gehandhaafd en moeten worden opgenomen in de bijlagen bij deze verordening.

(20)

Wat de in de lijst opgenomen ziekten van waterdieren betreft, zijn er bepaalde ziektevrije gebieden en compartimenten en goedgekeurde bewakingsprogramma’s die niet in Beschikking 2009/177/EG zijn opgenomen, maar waarvan de lijsten overeenkomstig Richtlijn 2006/88/EG openbaar toegankelijk zijn op de informatiepagina’s van de lidstaten op internet. Die gebieden en compartimenten moeten hun ziektevrije status behouden, terwijl de programma’s overeenkomstig artikel 85 van Verordening (EU) 2020/689 gedurende een beperkte periode moeten worden gehandhaafd. Actuele informatie over de inrichtingen die zich bevinden in die ziektevrije gebieden en compartimenten, of waarvoor die programma’s gelden, wordt vermeld op de openbaar toegankelijke internetpagina die is opgezet en wordt bijgehouden overeenkomstig artikel 185, lid 3, van Verordening (EU) 2016/429 en artikel 21, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/691 van de Commissie (19).

(21)

Aangezien de lijsten in de Beschikkingen 93/52/EEG, 94/963/EG, 95/98/EG, 2003/467/EG, 2004/558/EG, 2008/185/EG en 2009/177/EG, Verordening (EG) nr. 616/2009 en Uitvoeringsbesluit 2013/503/EU worden vervangen door de lijsten in de bijlagen bij deze verordening, moeten die handelingen worden ingetrokken en door deze verordening worden vervangen.

(22)

Overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (het terugtrekkingsakkoord), en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, zijn Verordening (EU) 2016/429 en de daarop gebaseerde handelingen van de Commissie na het einde van de in het terugtrekkingsakkoord bedoelde overgangsperiode van toepassing op en in het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland. Indien dit relevant is voor Noord-Ierland moet daarom het Verenigd Koninkrijk (Noord-Ierland) in de bijlagen bij deze verordening worden opgenomen.

(23)

Aangezien Verordening (EU) 2016/429 van toepassing is met ingang van 21 april 2021, moet de onderhavige verordening met ingang van dezelfde datum van toepassing worden.

(24)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

1.   Bij deze verordening worden uitvoeringsbepalingen vastgesteld voor de in de lijst opgenomen ziekten van dieren als bedoeld in artikel 9, lid 1, onder a), b) en c), van Verordening (EU) 2016/429 wat betreft de ziektevrije en non-vaccinatiestatus van bepaalde lidstaten (20) of zones of compartimenten daarvan en de goedkeuring van uitroeiingsprogramma’s voor die in de lijst opgenomen ziekten.

2.   In de bijlagen bij deze verordening worden zowel de lidstaten of zones of compartimenten daarvan vermeld waarvan de ziektevrije status of uitroeiingsprogramma’s overeenkomstig artikel 280 van Verordening (EU) 2016/429 geacht worden te zijn goedgekeurd als die waarvan de ziektevrije status en uitroeiingsprogramma’s bij deze verordening worden goedgekeurd en ook in de bijlagen worden vermeld.

3.   In de bijlagen bij deze verordening worden de volgende lidstaten, zones en compartimenten vermeld:

a)

de lidstaten of zones of compartimenten daarvan met goedgekeurde verplichte uitroeiingsprogramma’s voor ziekten van categorie B en optionele uitroeiingsprogramma’s voor ziekten van categorie C;

b)

de lidstaten of zones daarvan met een goedgekeurde ziektevrije status en non-vaccinatiestatus;

c)

de compartimenten van lidstaten met een erkende ziektevrije status.

Artikel 2

Infectie met Brucella abortus, B. melitensis en B. suis

1.   De lidstaten of zones daarvan met de ziektevrije status ten aanzien van infectie met Brucella abortus, B. melitensis en B. suis in runderpopulaties worden opgenomen in de lijst in bijlage I, deel I, hoofdstuk 1.

2.   De lidstaten of zones daarvan met de ziektevrije status ten aanzien van infectie met Brucella abortus, B. melitensis en B. suis in schapen- en geitenpopulaties worden opgenomen in de lijst in bijlage I, deel I, hoofdstuk 2.

3.   De lidstaten of zones daarvan met een goedgekeurd verplicht uitroeiingsprogramma voor infectie met Brucella abortus, B. melitensis en B. suis worden opgenomen in de lijst in bijlage I, deel II.

Artikel 3

Infectie met het Mycobacterium tuberculosis-complex (M. bovis, M. caprae en M. tuberculosis) (MTBC)

1.   De lidstaten of zones daarvan met de ziektevrije status ten aanzien van infectie met het Mycobacterium tuberculosis-complex (Mycobacterium bovis, M.caprae en M. tuberculosis) (MTBC) worden opgenomen in de lijst in bijlage II, deel I.

2.   De lidstaten of zones daarvan met een goedgekeurd verplicht uitroeiingsprogramma voor infectie met MTBC worden opgenomen in de lijst in bijlage II, deel II.

Artikel 4

Infectie met het rabiësvirus (RABV)

1.   De lidstaten of zones daarvan met de ziektevrije status ten aanzien van infectie met het rabiësvirus (RABV) worden opgenomen in de lijst in bijlage III, deel I.

2.   De lidstaten of zones daarvan met een goedgekeurd verplicht uitroeiingsprogramma voor infectie met RABV worden opgenomen in de lijst in bijlage III, deel II.

Artikel 5

Enzoötische boviene leukose (EBL)

1.   De lidstaten of zones daarvan met de ziektevrije status ten aanzien van enzoötische boviene leukose (EBL) worden opgenomen in de lijst in bijlage IV, deel I.

2.   De lidstaten of zones daarvan met een goedgekeurd optioneel uitroeiingsprogramma voor EBL worden opgenomen in de lijst in bijlage IV, deel II.

Artikel 6

Infectieuze boviene rinotracheïtis/infectieuze pustuleuze vulvovaginitis (IBR/IPV)

1.   De lidstaten of zones daarvan met de ziektevrije status ten aanzien van infectieuze boviene rinotracheïtis/infectieuze pustuleuze vulvovaginitis (IBR/IPV) worden opgenomen in de lijst in bijlage V, deel I.

2.   De lidstaten of zones daarvan met een goedgekeurd optioneel uitroeiingsprogramma voor IBR/IPV worden opgenomen in de lijst in bijlage V, deel II.

Artikel 7

Infectie met het virus van de ziekte van Aujeszky (ADV)

1.   De lidstaten of zones daarvan met de ziektevrije status ten aanzien van infectie met het virus van de ziekte van Aujeszky (ADV) worden opgenomen in de lijst in bijlage VI, deel I.

2.   De lidstaten of zones daarvan met een goedgekeurd optioneel uitroeiingsprogramma voor infectie met ADV worden opgenomen in de lijst in bijlage VI, deel II.

Artikel 8

Boviene virusdiarree (BVD)

1.   De lidstaten of zones daarvan met de ziektevrije status ten aanzien van Boviene virusdiarree (BVD) worden opgenomen in de lijst in bijlage VII, deel I.

2.   De lidstaten of zones daarvan met een goedgekeurd optioneel uitroeiingsprogramma voor infectie met BVD worden opgenomen in de lijst in bijlage VII, deel II.

Artikel 9

Infectie met het bluetonguevirus (serotypen 1-24) (infectie met BTV)

1.   De lidstaten of zones daarvan met de ziektevrije status ten aanzien van infectie met het bluetonguevirus (serotypen 1-24) (infectie met BTV) worden opgenomen in de lijst in bijlage VIII, deel I.

2.   De lidstaten of zones daarvan met een goedgekeurd optioneel uitroeiingsprogramma voor infectie met BTV worden opgenomen in de lijst in bijlage VIII, deel II.

Artikel 10

Infestatie met Varroa spp.

De lidstaten of zones daarvan met de ziektevrije status ten aanzien infestatie met Varroa spp. worden opgenomen in de lijst in bijlage IX.

Artikel 11

Infectie met het virus van de ziekte van Newcastle

De lidstaten of zones daarvan met de ziektevrije status ten aanzien van infectie met het virus van de ziekte van Newcastle zonder vaccinatie worden opgenomen in de lijst in bijlage X.

Artikel 12

Infectie met hoogpathogene aviaire influenza (HPAI)

De compartimenten van lidstaten die vrij zijn van HPAI, worden opgenomen in de lijst in bijlage XI.

Artikel 13

Virale hemorragische septikemie (VHS)

1.   De volgende lidstaten, zones en compartimenten worden opgenomen in de lijst in bijlage XII, deel I:

a)

lidstaten waarvan het gehele grondgebied de ziektevrije status ten aanzien van virale hemorragische septikemie (VHS) heeft;

b)

zones of compartimenten van lidstaten waarvan meer dan 75 % van het grondgebied de ziektevrije status ten aanzien van VHS heeft, en

c)

zones of compartimenten van lidstaten met de ziektevrije status ten aanzien van VHS waar het stroomgebied waardoor die zones of compartimenten worden gevoed, wordt gedeeld met een andere lidstaat of een derde land.

2.   De volgende lidstaten, zones en compartimenten worden opgenomen in de lijst in bijlage XII, deel II:

a)

lidstaten waarvan het gehele grondgebied een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor VHS heeft;

b)

zones of compartimenten van lidstaten waarvan meer dan 75 % van het grondgebied een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor VHS heeft, en

c)

zones of compartimenten van lidstaten met een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor VHS waar het stroomgebied waardoor die zones of compartimenten worden gevoed, wordt gedeeld met een andere lidstaat of een derde land.

Artikel 14

Infectieuze hematopoëtische necrose (IHN)

1.   De volgende lidstaten, zones en compartimenten worden opgenomen in de lijst in bijlage XIII, deel I:

a)

lidstaten waarvan het gehele grondgebied de ziektevrije status ten aanzien van infectieuze hematopoëtische necrose (IHN) heeft;

b)

zones of compartimenten van lidstaten waarvan meer dan 75 % van het grondgebied de ziektevrije status ten aanzien van IHN heeft, en

c)

zones of compartimenten van lidstaten met de ziektevrije status ten aanzien van IHN waar het stroomgebied waardoor die zones of compartimenten van de lidstaat worden gevoed, wordt gedeeld met een andere lidstaat of een derde land.

2.   De volgende lidstaten, zones en compartimenten worden opgenomen in de lijst in bijlage XIII, deel II:

a)

lidstaten waarvan het gehele grondgebied een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor IHN heeft;

b)

zones of compartimenten van lidstaten waarvan meer dan 75 % van het grondgebied een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor IHN heeft, en

c)

zones of compartimenten van lidstaten met een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor IHN waar het stroomgebied waardoor die zones of compartimenten van de lidstaat worden gevoed, wordt gedeeld met een andere lidstaat of een derde land.

Artikel 15

Infectie met zalmanemievirus met HPR-deletie (deletie in de hypervariabele regio) (ISAV met HPR-deletie)

1.   De volgende lidstaten, zones en compartimenten worden opgenomen in de lijst in bijlage XIV, deel I:

a)

lidstaten waarvan het gehele grondgebied de ziektevrije status ten aanzien van infectie met zalmanemievirus met HPR-deletie (deletie in de hypervariabele regio) (ISAV met HPR-deletie) heeft;

b)

zones of compartimenten van lidstaten waarvan meer dan 75 % van het grondgebied de ziektevrije status ten aanzien van infectie met ISAV met HPR-deletie heeft, en

c)

zones of compartimenten van lidstaten met de ziektevrije status ten aanzien van infectie met ISAV met HPR-deletie waar het stroomgebied waardoor die zones of compartimenten worden gevoed, wordt gedeeld met een andere lidstaat of een derde land.

2.   De volgende lidstaten, zones en compartimenten worden opgenomen in de lijst in bijlage XIV, deel II:

a)

lidstaten waarvan het gehele grondgebied een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor ISAV met HPR-deletie heeft;

b)

zones of compartimenten van lidstaten waarvan meer dan 75 % van het grondgebied een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor ISAV met HPR-deletie heeft, en

c)

zones of compartimenten van lidstaten met een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met ISAV met HPR-deletie waar het stroomgebied waardoor die zones of compartimenten worden gevoed, wordt gedeeld met een andere lidstaat of een derde land.

Artikel 16

Infectie met Marteilia refringens

1.   De volgende lidstaten, zones en compartimenten worden opgenomen in de lijst in bijlage XV, deel I:

a)

lidstaten waarvan het gehele grondgebied de ziektevrije status ten aanzien van infectie met Marteilia refringens heeft;

b)

zones of compartimenten van lidstaten waarvan meer dan 75 % van het grondgebied de ziektevrije status ten aanzien van infectie met Marteilia refringens heeft, en

c)

zones of compartimenten van lidstaten met de ziektevrije status ten aanzien van infectie met Marteilia refringens waar het stroomgebied waardoor die zones of compartimenten worden gevoed, wordt gedeeld met een andere lidstaat of een derde land.

2.   De volgende lidstaten, zones en compartimenten worden opgenomen in de lijst in bijlage XV, deel II:

a)

lidstaten waarvan het gehele grondgebied een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met Marteilia refringens heeft;

b)

zones of compartimenten van lidstaten waarvan meer dan 75 % van het grondgebied een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met Marteilia refringens heeft, en

c)

zones of compartimenten van lidstaten met een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met Marteilia refringens waar het stroomgebied waardoor die zones of compartimenten worden gevoed, wordt gedeeld met een andere lidstaat of een derde land.

Artikel 17

Infectie met Bonamia exitiosa

1.   De volgende lidstaten, zones en compartimenten worden opgenomen in de lijst in bijlage XVI, deel I:

a)

lidstaten waarvan het gehele grondgebied de ziektevrije status ten aanzien van infectie met Bonamia exitiosa heeft;

b)

zones of compartimenten van lidstaten waarvan meer dan 75 % van het grondgebied de ziektevrije status ten aanzien van infectie met Bonamia exitiosa heeft, en

c)

zones of compartimenten van lidstaten met de ziektevrije status ten aanzien van infectie met Bonamia exitiosa waar het stroomgebied waardoor die zones of compartimenten worden gevoed, wordt gedeeld met een andere lidstaat of een derde land.

2.   De volgende lidstaten, zones en compartimenten worden opgenomen in de lijst in bijlage XVI, deel II:

a)

lidstaten waarvan het gehele grondgebied een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met Bonamia exitiosa heeft;

b)

zones of compartimenten van lidstaten waarvan meer dan 75 % van het grondgebied een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met Bonamia exitiosa heeft, en

c)

zones of compartimenten van lidstaten met een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met Bonamia exitiosa waar het stroomgebied waardoor die zones of compartimenten worden gevoed, wordt gedeeld met een andere lidstaat of een derde land.

Artikel 18

Infectie met Bonamia ostreae

1.   De volgende lidstaten, zones en compartimenten worden opgenomen in de lijst in bijlage XVII, deel I:

a)

lidstaten waarvan het gehele grondgebied de ziektevrije status ten aanzien van infectie met Bonamia ostreae heeft;

b)

zones of compartimenten van lidstaten waarvan meer dan 75 % van het grondgebied de ziektevrije status ten aanzien van infectie met Bonamia ostreae heeft, en

c)

zones of compartimenten van lidstaten met de ziektevrije status ten aanzien van infectie met Bonamia ostreae waar het stroomgebied waardoor die zones of compartimenten worden gevoed, wordt gedeeld met een andere lidstaat of een derde land.

2.   De volgende lidstaten, zones en compartimenten worden opgenomen in de lijst in bijlage XVII, deel II:

a)

lidstaten waarvan het gehele grondgebied een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met Bonamia ostreae heeft;

b)

zones of compartimenten van lidstaten waarvan meer dan 75 % van het grondgebied een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met Bonamia ostreae heeft, en

c)

zones of compartimenten van lidstaten met een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met Bonamia ostreae waar het stroomgebied waardoor die zones of compartimenten worden gevoed, wordt gedeeld met een andere lidstaat of een derde land.

Artikel 19

Infectie met het wittevlekkensyndroomvirus (WSSV)

1.   De volgende lidstaten, zones en compartimenten worden opgenomen in de lijst in bijlage XVIII, deel I:

a)

lidstaten waarvan het gehele grondgebied de ziektevrije status ten aanzien van infectie met het wittevlekkensyndroomvirus (WSSV) heeft;

b)

zones of compartimenten van lidstaten waarvan meer dan 75 % van het grondgebied de ziektevrije status ten aanzien van infectie met WSSV heeft, en

c)

zones of compartimenten van lidstaten met de ziektevrije status ten aanzien van infectie met WSSV waar het stroomgebied waardoor die zones of compartimenten worden gevoed, wordt gedeeld met een andere lidstaat of een derde land.

2.   De volgende lidstaten, zones en compartimenten worden opgenomen in de lijst in bijlage XVIII, deel II:

a)

lidstaten waarvan het gehele grondgebied een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met WSSV heeft;

b)

zones of compartimenten van lidstaten waarvan meer dan 75 % van het grondgebied een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met WSSV heeft, en

c)

zones of compartimenten van lidstaten met een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met WSSV waar het stroomgebied waardoor die zones of compartimenten worden gevoed, wordt gedeeld met een andere lidstaat of een derde land.

Artikel 20

Intrekking

De volgende handelingen worden ingetrokken:

Beschikking 93/52/EEG;

Beschikking 94/963/EG;

Beschikking 95/98/EG;

Beschikking 2003/467/EG;

Beschikking 2004/558/EG;

Beschikking 2008/185/EG;

Beschikking 2009/177/EG;

Verordening (EG) nr. 616/2009;

Uitvoeringsbesluit 2013/503/EU.

Artikel 21

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 21 april 2021.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 april 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van de Commissie van 3 december 2018 betreffende de toepassing, op de categorieën in de lijst opgenomen ziekten, van bepaalde regels voor de preventie en bestrijding van ziekten en tot vaststelling van een lijst van soorten en groepen soorten die een aanzienlijk risico vormen in verband met de verspreiding van die ziekten (PB L 308 van 4.12.2018, blz. 21).

(3)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor bewaking, uitroeiingsprogramma’s en de ziektevrije status voor bepaalde in de lijst opgenomen ziekten en nieuwe ziekten (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 211).

(4)  Richtlijn 64/432/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens (PB 121 van 29.7.1964, blz. 1977/64).

(5)  Richtlijn 91/68/EEG van de Raad van 28 januari 1991 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in schapen en geiten (PB L 46 van 19.2.1991, blz. 19).

(6)  Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo’s waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt (PB L 268 van 14.9.1992, blz. 54).

(7)  Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40/EEG (PB L 10 van 14.1.2006, blz. 16).

(8)  Richtlijn 2006/88/EG van de Raad van 24 oktober 2006 betreffende veterinairrechtelijke voorschriften voor aquacultuurdieren en de producten daarvan en betreffende de preventie en bestrijding van bepaalde ziekten bij waterdieren (PB L 328 van 24.11.2006, blz. 14).

(9)  Richtlijn 2009/158/EG van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van pluimvee en broedeieren (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 74).

(10)  Verordening (EG) nr. 616/2009 van de Commissie van 13 juli 2009 houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 2005/94/EG wat betreft de goedkeuring van compartimenten voor pluimvee en compartimenten voor andere in gevangenschap levende vogels ten aanzien van aviaire influenza en aanvullende voorzorgsmaatregelen op het gebied van de bioveiligheid in dergelijke compartimenten (PB L 181 van 14.7.2009, blz. 16).

(11)  Beschikking 2003/467/EG van de Commissie van 23 juni 2003 houdende erkenning van bepaalde lidstaten en delen van lidstaten als officieel tuberculosevrij, officieel brucellosevrij en officieel vrij van enzoötische boviene leukose ten aanzien van de rundveebeslagen (PB L 156 van 25.6.2003, blz. 74).

(12)  Beschikking 93/52/EEG van de Commissie van 21 december 1992 houdende constatering dat bepaalde lidstaten of gebieden aan de voorwaarden voldoen om te worden erkend als officieel brucellosevrij (Br. melitensis) (PB L 13 van 21.1.1993, blz. 14).

(13)  Uitvoeringsbesluit 2013/503/EU van de Commissie van 11 oktober 2013 tot erkenning van delen van de Unie als zijnde vrij van varroase bij bijen en tot vaststelling van aanvullende garanties die bij de handel binnen en de invoer naar de EU nodig zijn om hun varroasevrije toestand te kunnen behouden (PB L 273 van 15.10.2013, blz. 38).

(14)  Beschikking 94/963/EG van de Commissie van 28 december 1994 tot vaststelling van de status van Finland ten aanzien van Newcastle disease (pseudo-vogelpest) (PB L 371 van 31.12.1994, blz. 29).

(15)  Beschikking 95/98/EG van de Commissie van 13 maart 1995 tot vaststelling van de status van Zweden ten aanzien van Newcastle disease (pseudo-vogelpest) (PB L 75 van 4.4.1995, blz. 28).

(16)  Beschikking 2004/558/EG van de Commissie van 15 juli 2004 tot uitvoering van Richtlijn 64/432/EEG van de Raad voor wat betreft aanvullende garanties voor het intracommunautaire handelsverkeer in runderen ten aanzien van infectieuze boviene rhinotracheïtis en de goedkeuring van de door sommige lidstaten ingediende uitroeiingsprogramma’s (PB L 249 van 23.7.2004, blz. 20).

(17)  Beschikking 2008/185/EG van de Commissie van 21 februari 2008 betreffende aanvullende garanties ten aanzien van de ziekte van Aujeszky voor het intracommunautaire handelsverkeer van varkens, en betreffende criteria voor de over deze ziekte te verstrekken gegevens (PB L 59 van 4.3.2008, blz. 19).

(18)  Beschikking 2009/177/EG van de Commissie van 31 oktober 2008 houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 2006/88/EG van de Raad wat betreft bewakings- en uitroeiingsprogramma’s en de ziektevrije status van lidstaten, gebieden en compartimenten (PB L 63 van 7.3.2009, blz. 15).

(19)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/691 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor aquacultuurinrichtingen en vervoerders van waterdieren (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 345).

(20)  Voor de toepassing van deze verordening wordt, overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, bij verwijzingen naar de lidstaten ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland bedoeld.


BIJLAGE I

INFECTIE MET BRUCELLA ABORTUS, B. MELITENSIS EN B. SUIS

DEEL I

Ziektevrije status ten aanzien van infectie met Brucella abortus, B. melitensis en B. suis

HOOFDSTUK 1

Lidstaten of zones daarvan met de ziektevrije status ten aanzien van infectie met Brucella abortus, B. melitensis en B. suis in runderpopulaties

Lidstaat (*1)

Gebied

België

Het gehele grondgebied

Tsjechië

Het gehele grondgebied

Denemarken

Het gehele grondgebied

Duitsland

Het gehele grondgebied

Estland

Het gehele grondgebied

Ierland

Het gehele grondgebied

Spanje

Comunidad Autónoma de Andalucía

Comunidad Autónoma de Aragón

Comunidad Autónoma de Asturias

Comunidad Autónoma de Islas Baleares

Comunidad Autónoma de Canarias

Comunidad Autónoma de Cantabria

Comunidad Autónoma de Castilla-La Mancha

Comunidad Autónoma de Castilla y León

Comunidad Autónoma de Cataluña

Comunidad Autónoma de Extremadura: provincia de Badajoz

Comunidad Autónoma de Galicia

Comunidad Autónoma de La Rioja

Comunidad Autónoma de Madrid

Comunidad Autónoma de Murcia

Comunidad Autónoma de Navarra

Comunidad Autónoma del País Vasco

Comunidad Autónoma de Valencia

Frankrijk

Het gehele grondgebied

Italië

Regione Abruzzo: provincia di Pescara

Regione Campania: province di Avellino, Benevento, Napoli

Regione Emilia-Romagna

Regione Friuli Venezia Giulia

Regione Lazio

Regione Liguria

Regione Lombardia

Regione Marche

Regione Molise: provincia di Campobasso

Regione Piemonte

Regione Puglia: province di Bari, Barletta-Andria-Trani, Brindisi, Lecce

Regione Sardegna

Regione Toscana

Regione Trentino — Alto Adige

Regione Umbria

Regione Valle d’Aosta

Regione Veneto

Cyprus

Het gehele grondgebied

Letland

Het gehele grondgebied

Litouwen

Het gehele grondgebied

Luxemburg

Het gehele grondgebied

Malta

Het gehele grondgebied

Nederland

Het gehele grondgebied

Oostenrijk

Het gehele grondgebied

Polen

Het gehele grondgebied

Portugal

Região Algarve: alle distritos

Região Autónoma dos Açores: Ilhas de Corvo, Faial, Flores, Graciosa, Pico, Santa Maria

Região Centro: distritos Aveiro, Viseu, Guarda, Coimbra, Leiria, Castelo Branco

Roemenië

Het gehele grondgebied

Slovenië

Het gehele grondgebied

Slowakije

Het gehele grondgebied

Finland

Het gehele grondgebied

Zweden

Het gehele grondgebied

Verenigd Koninkrijk (Noord-Ierland)

Noord-Ierland

HOOFDSTUK 2

Lidstaten of zones daarvan met de ziektevrije status ten aanzien van infectie met Brucella abortus, B. melitensis en B. suis in schapen- en geitenpopulaties

Lidstaat (*2)

Gebied

België

Het gehele grondgebied

Tsjechië

Het gehele grondgebied

Denemarken

Het gehele grondgebied

Duitsland

Het gehele grondgebied

Estland

Het gehele grondgebied

Ierland

Het gehele grondgebied

Spanje

Het gehele grondgebied

Frankrijk

Région Auvergne et Rhône-Alpes

Région Bourgogne-Franche-Comté

Région Bretagne

Région Centre-Val de Loire

Région Corse

Région Grand Est

Région Hauts-de-France

Région Ile-de-France

Région Normandie

Région Nouvelle-Aquitaine

Région Occitanie

Région Pays de la Loire

Région Provence-Alpes-Côte d’Azur

Italië

Regione Abruzzo

Regione Calabria: province di Catanzaro, Cosenza

Regione Campania: provincia di Benevento

Regione Emilia-Romagna

Regione Friuli Venezia Giulia

Regione Lazio

Regione Liguria

Regione Lombardia

Regione Marche

Regione Molise

Regione Piemonte

Regione Puglia: province di Bari, Barletta-Andria-Trani, Brindisi en Taranto

Regione Sardegna

Regione Toscana

Regione Trentino — Alto Adige

Regione Umbria

Regione Valle d’Aosta

Regione Veneto

Cyprus

Het gehele grondgebied

Letland

Het gehele grondgebied

Litouwen

Het gehele grondgebied

Luxemburg

Het gehele grondgebied

Hongarije

Het gehele grondgebied

Nederland

Het gehele grondgebied

Oostenrijk

Het gehele grondgebied

Polen

Het gehele grondgebied

Portugal

Região Autónoma dos Açores

Roemenië

Het gehele grondgebied

Slovenië

Het gehele grondgebied

Slowakije

Het gehele grondgebied

Finland

Het gehele grondgebied

Zweden

Het gehele grondgebied

Verenigd Koninkrijk (Noord-Ierland)

Noord-Ierland

DEEL II

Lidstaten of zones daarvan met een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor Brucella abortus, B. melitensis en B. suis

Op dit moment geen.


(*1)  Voor de toepassing van deze bijlage wordt, overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, bij verwijzingen naar de lidstaten ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland bedoeld.

(*2)  Voor de toepassing van deze bijlage wordt, overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, bij verwijzingen naar de lidstaten ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland bedoeld.


BIJLAGE II

INFECTIE MET HET MYCOBACTERIUM TUBERCULOSIS-COMPLEX (M. BOVIS, M. CAPRAE EN M. TUBERCULOSIS) (MTBC)

DEEL I

Lidstaten of zones daarvan met de ziektevrije status ten aanzien van MTBC

Lidstaat

Gebied

België

Het gehele grondgebied

Tsjechië

Het gehele grondgebied

Denemarken

Het gehele grondgebied

Duitsland

Het gehele grondgebied

Estland

Het gehele grondgebied

Spanje

Comunidad Autónoma de Canarias

Comunidad Autónoma de Galicia: provincia de Pontevedra

Frankrijk

Het gehele grondgebied

Italië

Regione Abruzzo: provincia di Pescara

Regione Basilicata: provincia di Matera

Regione Emilia-Romagna

Regione Friuli Venezia Giulia

Regione Lazio: province di Frosinone, Rieti, Viterbo

Regione Liguria

Regione Lombardia

Regione Marche: province di Ancona, Ascoli Piceno, Fermo, Pesaro-Urbino

Regione Molise

Regione Piemonte

Regione Sardegna: città metropolitana di Cagliari, provincia di Oristano, provincia del Sud Sardegna

Regione Toscana

Regione Trentino — Alto Adige

Regione Umbria

Regione Valle d’Aosta

Regione Veneto

Letland

Het gehele grondgebied

Litouwen

Het gehele grondgebied

Luxemburg

Het gehele grondgebied

Hongarije

Het gehele grondgebied

Nederland

Het gehele grondgebied

Oostenrijk

Het gehele grondgebied

Polen

Het gehele grondgebied

Portugal

Região Algarve: alle distritos

Região Autónoma dos Açores behalve Ilha de São Miguel

Slovenië

Het gehele grondgebied

Slowakije

Het gehele grondgebied

Finland

Het gehele grondgebied

Zweden

Het gehele grondgebied

DEEL II

Lidstaten of zones daarvan met een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met MTBC

Op dit moment geen.


BIJLAGE III

INFECTIE MET HET RABIËSVIRUS (RABV)

DEEL I

Lidstaten of zones daarvan met de ziektevrije status ten aanzien van infectie met RABV

Lidstaat (*1)

Gebied

België

Het gehele grondgebied

Bulgarije

Het gehele grondgebied

Tsjechië

Het gehele grondgebied

Denemarken

Het gehele grondgebied

Duitsland

Het gehele grondgebied

Estland

Het gehele grondgebied

Ierland

Het gehele grondgebied

Griekenland

Het gehele grondgebied

Spanje

Het gehele grondgebied van het schiereiland

Comunidad Autónoma de Islas Baleares

Comunidad Autónoma de Canarias

Frankrijk

Région Auvergne et Rhône-Alpes

Région Bourgogne-Franche-Comté

Région Bretagne

Région Centre-Val de Loire

Région Corse

Région Grand Est

Région Hauts-de-France

Région Ile-de-France

Région Normandie

Région Nouvelle-Aquitaine

Région Occitanie

Région Pays de la Loire

Région Provence-Alpes-Côte d’Azur

Région Guadeloupe

Région La Réunion

Région Martinique

Région Mayotte

Kroatië

Het gehele grondgebied

Italië

Het gehele grondgebied

Cyprus

Het gehele grondgebied

Letland

Het gehele grondgebied

Litouwen

Het gehele grondgebied

Luxemburg

Het gehele grondgebied

Hongarije

Het gehele grondgebied

Malta

Het gehele grondgebied

Nederland

Het gehele grondgebied

Oostenrijk

Het gehele grondgebied

Polen

Woiwodschap Dolnośląskie: alle powiaty

Woiwodschap Kujawsko-Pomorskie: alle powiaty

Woiwodschap Lubelskie, de volgende powiaty: Lubartowski, Lubelski, m. Lublin, Łęczyński, Łukowski, Opolski, Parczewski, Puławski, Radzyński, Rycki, Świdnicki

Woiwodschap Lubuskie: alle powiaty

Woiwodschap Łódzkie: alle powiaty

Woiwodschap Małopolskie: alle powiaty

Woiwodschap Mazowieckie, de volgende powiaty: Ciechanowski, Gostyniński, Lipski, Makowski, Mławski, Ostrołęcki, m. Ostrołęka, Płocki, m. Płock, Płoński, Przasnyski, Przysuski, Radomski, m. Radom, Sierpecki, Sochaczewski, Szydłowiecki, Zwoleński, Żuromiński, Żyrardowski

Woiwodschap Opolskie: alle powiaty

Woiwodschap Podlaskie: alle powiaty

Woiwodschap Pomorskie: alle powiaty

Woiwodschap Śląskie: alle powiaty

Woiwodschap Świętokrzyskie: alle powiaty

Woiwodschap Warmińsko-mazurskie: alle powiaty

Woiwodschap Wielkopolskie: alle powiaty

Woiwodschap Zachodniopomorskie: alle powiaty

Portugal

Het gehele grondgebied

Slovenië

Het gehele grondgebied

Slowakije

Het gehele grondgebied

Finland

Het gehele grondgebied

Zweden

Het gehele grondgebied

Verenigd Koninkrijk (Noord-Ierland)

Noord-Ierland

DEEL II

Lidstaten of zones daarvan met een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met RABV

Op dit moment geen.


(*1)  Voor de toepassing van deze bijlage wordt, overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, bij verwijzingen naar de lidstaten ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland bedoeld.


BIJLAGE IV

ENZOÖTISCHE BOVIENE LEUKOSE (EBL)

DEEL I

Lidstaten of zones daarvan met de ziektevrije status ten aanzien van EBL

Lidstaat (*1)

Gebied

België

Het gehele grondgebied

Tsjechië

Het gehele grondgebied

Denemarken

Het gehele grondgebied

Duitsland

Het gehele grondgebied

Estland

Het gehele grondgebied

Ierland

Het gehele grondgebied

Spanje

Het gehele grondgebied

Frankrijk

Région Auvergne et Rhône-Alpes

Région Bourgogne-Franche-Comté

Région Bretagne

Région Centre-Val de Loire

Région Corse

Région Grand Est

Région Hauts-de-France

Région Ile-de-France

Région Normandie

Région Nouvelle-Aquitaine

Région Occitanie

Région Pays de la Loire

Région Provence-Alpes-Côte d’Azur

Région Guadeloupe

Région Guyane

Région Martinique

Région Mayotte

Italië

Het gehele grondgebied

Cyprus

Het gehele grondgebied

Letland

Het gehele grondgebied

Litouwen

Het gehele grondgebied

Luxemburg

Het gehele grondgebied

Nederland

Het gehele grondgebied

Oostenrijk

Het gehele grondgebied

Polen

Het gehele grondgebied

Portugal

Região Algarve: alle distritos

Região Alentejo: alle distritos

Região Centro: alle distritos

Região Lisboa e Vale do Tejo: alle distritos

Região Norte: distritos: Braga, Bragança, Viana do Castelo en Vila Real

Região Autónoma dos Açores

Slovenië

Het gehele grondgebied

Slowakije

Het gehele grondgebied

Finland

Het gehele grondgebied

Zweden

Het gehele grondgebied

Verenigd Koninkrijk (Noord-Ierland)

Noord-Ierland

DEEL II

Lidstaten of zones daarvan met een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor EBL

Op dit moment geen.


(*1)  Voor de toepassing van deze bijlage wordt, overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, bij verwijzingen naar de lidstaten ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland bedoeld.


BIJLAGE V

INFECTIEUZE BOVIENE RINOTRACHEÏTIS/INFECTIEUZE PUSTULEUZE VULVOVAGINITIS (IBR/IPV)

DEEL I

Lidstaten of zones daarvan met de ziektevrije status ten aanzien van IBR/IPV

Lidstaat

Gebied

Tsjechië

Het gehele grondgebied

Denemarken

Het gehele grondgebied

Duitsland

Het gehele grondgebied

Italië

Regione Valle d’Aosta

Regione Trentino — Alto Adige: provincia autonoma di Bolzano — Alto Adige

Oostenrijk

Het gehele grondgebied

Finland

Het gehele grondgebied

Zweden

Het gehele grondgebied

DEEL II

Lidstaten of zones daarvan met een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met IBR/IPV

Lidstaat

Gebied

Datum van eerste goedkeuring als bedoeld in artikel 15, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689

België

Het gehele grondgebied

21 april 2021

Frankrijk

Région Auvergne et Rhône-Alpes

Région Bourgogne-Franche-Comté

Région Bretagne

Région Centre-Val de Loire

Région Grand Est

Région Hauts-de-France

Région Ile-de-France

Région Normandie

Région Nouvelle-Aquitaine

Région Occitanie

Région Pays de la Loire

Région Provence-Alpes-Côte d’Azur

21 april 2021

Italië

Regione Friuli Venezia Giulia

Regione Trentino — Alto Adige: provincia autonoma di Trento

21 april 2021

Luxemburg

Het gehele grondgebied

21 april 2021


BIJLAGE VI

INFECTIE MET HET VIRUS VAN DE ZIEKTE VAN AUJESZKY (ADV)

DEEL I

Lidstaten of zones daarvan met de ziektevrije status ten aanzien van infectie met ADV

Lidstaat  (*1)

Gebied

België

Het gehele grondgebied

Tsjechië

Het gehele grondgebied

Denemarken

Het gehele grondgebied

Duitsland

Het gehele grondgebied

Estland

Het gehele grondgebied

Ierland

Het gehele grondgebied

Frankrijk

De departementen Ain, Aisne, Allier, Alpes-de-Haute-Provence, Alpes-Maritimes, Ardèche, Ardennes, Ariège, Aube, Aude, Aveyron, Bas-Rhin, Bouches-du-Rhône, Calvados, Cantal, Charente, Charente-Maritime, Cher, Corrèze, Côte-d’Or, Côtes-d’Armor, Creuse, Deux-Sèvres, Dordogne, Doubs, Drôme, Essonne, Eure, Eure-et-Loir, Finistère, Gard, Gers, Gironde, Hautes-Alpes, Hauts-de-Seine, Haute-Garonne, Haute-Loire, Haute-Marne, Hautes-Pyrénées, Haut-Rhin, Haute-Saône, Haute-Savoie, Haute-Vienne, Hérault, Ille-et-Vilaine, Indre, Indre-et-Loire, Isère, Jura, Landes, Loire, Loire-Atlantique, Loir-et-Cher, Loiret, Lot, Lot-et-Garonne, Lozère, Maine-et-Loire, Manche, Marne, Mayenne, Meurthe-et-Moselle, Meuse, Morbihan, Moselle, Nièvre, Nord, Oise, Orne, Paris, Pas-de-Calais, Pyrénées-Atlantiques, Pyrénées-Orientales, Puy-de-Dôme, Réunion, Rhône, Sarthe, Saône-et-Loire, Savoie, Seine-et-Marne, Seine-Maritime, Seine-Saint-Denis, Somme, Tarn, Tarn-et-Garonne, Territoire de Belfort, Val-de-Marne, Val-d’Oise, Var, Vaucluse, Vendée, Vienne, Vosges, Yonne en Yvelines

Italië

Regione Friuli Venezia Giulia

Regione Trentino — Alto Adige: provincia autonoma di Bolzano — Alto Adige

Cyprus

Het gehele grondgebied

Luxemburg

Het gehele grondgebied

Hongarije

Het gehele grondgebied

Nederland

Het gehele grondgebied

Oostenrijk

Het gehele grondgebied

Polen

Woiwodschap Podlaskie, de volgende powiaty: Augustowski, Białostocki, Białystok, Bielski, Hajnowski, Moniecki, Sejneński, Siemiatycki, Sokólski, Suwalski, Suwałki

Slovenië

Het gehele grondgebied

Slowakije

Het gehele grondgebied

Finland

Het gehele grondgebied

Zweden

Het gehele grondgebied

Verenigd Koninkrijk (Noord-Ierland)

Noord-Ierland

DEEL II

Lidstaten of zones daarvan met een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met ADV

Lidstaat

Gebied

Datum van eerste goedkeuring als bedoeld in artikel 15, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689

Spanje

Het gehele grondgebied

21 april 2021

Italië

Regione Abruzzo

Regione Apulia

Regione Basilicata

Regione Calabria

Regione Campania

Regione Emilia-Romagna

Regione Lazio

Regione Liguria

Regione Lombardia

Regione Marche

Regione Molise

Regione Piemonte

Regione Sicilia

Regione Trentino — Alto Adige: provincia autonoma di Trento

Regione Toscana

Regione Valle d’Aosta

Regione Umbria

Regione Veneto

21 april 2021

Litouwen

Het gehele grondgebied

21 april 2021

Polen

Woiwodschap Dolnośląskie: alle powiaty

Woiwodschap Kujawsko-Pomorskie: alle powiaty

Woiwodschap Lubelskie: alle powiaty

Woiwodschap Lubuskie: alle powiaty

Woiwodschap Lódzkie: alle powiaty

Woiwodschap Małopolskie: alle powiaty

Woiwodschap Mazowieckie: alle powiaty

Woiwodschap Opolskie: alle powiaty

Woiwodschap Podkarpackie: alle powiaty

Woiwodschap Podlaskie, de volgende powiaty: Grajewski, Kolneński, Łomżyński, Łomża, Wysokomazowiecki, Zambrowski

Woiwodschap Pomorskie: alle powiaty

Woiwodschap Śląskie: alle powiaty

Woiwodschap Swiętokrzyskie: alle powiaty

Woiwodschap Warmińsko-mazurskie: alle powiaty

Woiwodschap Wielkopolskie: alle powiaty

Woiwodschap Zachodniopomorskie: alle powiaty

21 april 2021

Portugal

Het gehele grondgebied van het schiereiland

21 april 2021


(*1)  Voor de toepassing van deze bijlage wordt, overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, bij verwijzingen naar de lidstaten ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland bedoeld.


BIJLAGE VII

BOVIENE VIRUSDIARREE (BVD)

DEEL I

Lidstaten of zones daarvan met de ziektevrije status ten aanzien van infectie met BVD

Op dit moment geen.

DEEL II

Lidstaten of zones daarvan met een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor BVD

Op dit moment geen.


BIJLAGE VIII

INFECTIE MET HET BLUETONGUEVIRUS (BTV)

DEEL I

Lidstaten of zones daarvan met de ziektevrije status ten aanzien van infectie met BTV

Lidstaat (*1)

Gebied

Tsjechië

Het gehele grondgebied

Denemarken

Het gehele grondgebied

Duitsland

Bundesland Bayern:

Stadt München,

Stadt Rosenheim,

Landkreis Altötting,

Landkreis Berchtesgadener Land,

Landkreis Bad Tölz-Wolfratshausen,

Landkreis Ebersberg,

Landkreis Erding,

Landkreis Freising,

Landkreis Garmisch-Partenkirchen,

Landkreis Miesbach,

Landkreis Mühldorf a. Inn,

Landkreis München, Landkreis Rosenheim,

Landkreis Starnberg,

Landkreis Traunstein,

Landkreis Weilheim-Schongau,

Gemeinden im Landkreis Dachau: Bergkirchen, Dachau, Haimhausen, Hebertshausen, Karlsfeld, Petershausen, Röhrmoos, Schwabhausen, Vierkirchen, Weichs,

Gemeinden im Landkreis Eichstätt: Altmannstein, Großmehring, Mindelstetten, Oberdolling, Pförring,

Gemeinden im Landkreis Fürstenfeldbruck: Eichenau, Emmering, Germering, Gröbenzell, Olching, Puchheim,

Gemeinden im Landkreis Pfaffenhofen a. d. Ilm: Baar-Ebenhausen, Ernsgaden, Geisenfeld, Hettenshausen, Ilmmünster, Jetzendorf, Manching, Münchsmünster, Pfaffenhofen a.d. Ilm, Pörnbach, Reichertshausen, Reichertshofen, Rohrbach, Scheyern, Schweitenkirchen, Vohburg a. d. Donau, Wolnzach,

Stadt Landshut,

Stadt Passau,

Stadt Straubing,

Landkreis Deggendorf,

Landkreis Freyung-Grafenau,

Landkreis Kelheim,

Landkreis Landshut,

Landkreis Passau,

Landkreis Regen,

Landkreis Rottal-Inn,

Landkreis Straubing-Bogen,

Landkreis Dingolfing-Landau,

Stadt Amberg,

Stadt Regensburg,

Stadt Weiden i. d. Oberpfalz,

Landkreis Amberg-Sulzbach,

Landkreis Cham,

Landkreis Neustadt a.d. Waldnaab,

Landkreis Regensburg,

Landkreis Schwandorf,

Landkreis Tirschenreuth,

Gemeinden im Landkreis Neumarkt i.d. Oberpfalz: Berg b. Neumarkt i.d. Opf., Breitenbrunn, Deining, Dietfurt a.d. Altmühl, Hohenfels, Lauterhofen, Lupburg, Neumarkt i.d. Opf., Parsberg, Pilsach, Seubersdorf i.d. Opf., Velburg,

Stadt Bamberg,

Stadt Bayreuth,

Stadt Coburg,

Stadt Hof,

Landkreis Bayreuth,

Landkreis Coburg,

Landkreis Hof,

Landkreis Kronach,

Landkreis Kulmbach,

Landkreis Lichtenfels,

Landkreis Wunsiedel i. Fichtelgebirge,

Gemeinden im Landkreis Bamberg: Altendorf, Baunach, Bischberg, Breitengüßbach, Buttenheim, Gerach, Gundelsheim, Hallstadt, Heiligenstadt i. Ofr., Hirschaid, Kemmern, Königsfeld, Lauter, Litzendorf, Memmelsdorf, Oberhaid, Pettstadt, Rattelsdorf, Reckendorf, Scheßlitz, Stadelhofen, Strullendorf, Viereth-Trunstadt, Wattendorf, Zapfendorf, Eichwald, Geisberger Forst, Hauptsmoor, Semberg, Zückshuter Forst,

Gemeinden im Landkreis Forchheim: Ebermannstadt, Eggolsheim, Egloffstein, Gößweinstein, Gräfenberg, Hiltpoltstein, Igensdorf, Kirchehrenbach, Kunreuth, Leutenbach, Obertrubach, Pinzberg, Pretzfeld, Unterleinleiter, Weilersbach, Weißenohe, Wiesenthau, Wiesenttal,

Gemeinden im Landkreis Nürnberger Land: Alfeld, Engelthal, Happurg, Hartenstein, Henfenfeld, Hersbruck, Kirchensittenbach, Neuhaus a.d. Pegnitz, Neunkirchen a. Sand, Offenhausen, Ottensoos, Pommelsbrunn, Reichenschwand, Schnaittach, Simmelsdorf, Velden, Vorra, Engelthaler Forst,

Landkreis Rhön-Grabfeld,

Gemeinden im Landkreis Haßberge: Aidhausen, Breitbrunn, Bundorf, Burgpreppach, Ebelsbach, Ebern, Haßfurt, Hofheim i. Ufr., Riedbach, Kirchlauter, Königsberg i. Bay., Maroldsweisach, Pfarrweisach, Rentweinsdorf, Stettfeld, Untermerzbach, Zeil a. Main, Ermershausen,

Gemeinden im Landkreis Ostallgäu: Eisenberg, Füssen, Hopferau, Lechbruck am See, Lengenwang, Nesselwang, Pfronten, Rieden am Forggensee, Roßhaupten, Rückholz, Schwangau, Seeg, Stötten a. Auerberg, Halblech, Rettenbach a. Auerberg

Bundesland Berlin

Bundesland Brandenburg

Bundesland Bremen

Bundesland Hamburg

Bundesland Hessen:

Stadt Kassel,

Werra-Meißner-Kreis,

Landkreis Kassel,

Landkreis Hersfeld-Rotenburg,

Folgende Gemeinden des Landkreises Waldeck-Frankenberg: Twistetal, Edertal, Diemelstadt, Volkmarsen, Waldeck, Willingen (Upland), Bad Arolsen, Bad Wildungen, Diemelsee, Frankenau, Korbach, Lichtenfels, Vöhl,

Folgende Gemeinden des Schwalm-Eder-Kreises: Wabern, Borken (Hessen), Felsberg, Homberg (Efze), Malsfeld, Edermünde, Oberaula, Ottrau, Bad Zwesten, Frielendorf, Fritzlar, Gudensberg, Guxhagen, Jesberg, Knüllwald, Körle, Melsungen, Morschen, Neuental, Neukirchen, Niedenstein, Schwarzenborn, Spangenberg,

Folgende Gemeinden des Landkreises Fulda: Dipperz, Petersberg, Künzell, Poppenhausen (Wasserkuppe), Ebersburg, Ehrenberg (Rhön), Eichenzell, Eiterfeld, Hilders, Fulda, Gersfeld (Rhön), Nüsttal, Burghaun, Hofbieber, Hünfeld, Rasdorf, Tann (Rhön),

Folgende Gemeinden des Vogelsbergkreises: Schlitz, Grebenau, Alsfeld nur die Gemarkungen Berfa und Lingelbach

Bundesland Mecklenburg-Vorpommern

Bundesland Niedersachsen

Bundesland Nordrhein-Westfalen:

Landkreis Borken,

Landkreis Coesfeld,

Landkreis Gütersloh,

Landkreis Herford,

Landkreis Höxter,

Folgende Gemeinde und Städte im Landkreis Kleve: Bedburg-Hau, Emmerich am Rhein, Geldern, Goch, Issum, Kalkar, Kerken, Kevelaer, Kleve, Kranenburg, Rees, Rheurdt, Uedem, Weeze,

Landkreis Lippe,

Landkreis Minden-Lübbecke,

Landkreis Paderborn,

Landkreis Recklinghausen,

Landkreis Soest,

Landkreis Steinfurt,

Landkreis Unna,

Landkreis Warendorf,

Landkreis Wesel,

Stadt Bielefeld,

Stadt Bochum,

Stadt Bottrop,

Stadt Dortmund,

Stadt Duisburg,

Stadt Essen,

Stadt Gelsenkirchen,

Stadt Hamm,

Stadt Herne,

Stadt Mülheim an der Ruhr,

Stadt Münster (Westfalen),

Stadt Oberhausen

Bundesland Sachsen

Bundesland Sachsen-Anhalt

Bundesland Schleswig-Holstein

Bundesland Thüringen

Estland

Het gehele grondgebied

Ierland

Het gehele grondgebied

Spanje

Comunidad autónoma de Andalucía:

De provincie Almería

De provincie Córdoba, de volgende regio’s: Baena, Guadajoz y Campiña Este, Hinojosa del Duque (Pedroches II), Lucena (Subbética), Montilla (Campiña Sur), Montoro (Alto del Guadalquivir), Peñarroya-Pueblonuevo (Valle del Guadiato), Pozoblanco (Pedroches I), Villanueva de Córdoba (Pedroches III)

De provincie Granada, de volgende regio’s: Alhama de Granada (Alhama/Temple), Baza (Altiplanicie Sur), Guadix (Hoya-Altiplanicie de Guadix), Huescar (Altiplanicie Norte), Iznalloz (Montes Orientales), Loja (Vega/Montes Occ.), Orgiva (Alpujarra/Valle de Lecrin), Santa Fe (Vega de Granada)

De provincie Huelva, de volgende regio’s: Aracena (Sierra Oriental) en Cortegana (Sierra Occidental)

De provincie Jaén

De provincie Sevilla, de volgende regio: Cazalla de la Sierra (Sierra Norte)

Comunidad Autónoma de Aragón

De provincie Huesca, de volgende regio’s: Binéfar, Fraga, Grañén, Monzón, Sariñena, Tamarite de Litera en Bujaraloz; de volgende gemeenten in Ayerbe: Agüero, Ayerbe, Biscarrués, Loarre, Loscorrales, Lupiñén-Ortilla en La Sotonera; de volgende gemeenten in Barbastro: Azara, Azlor, Barbastro, Barbuñales, Berbegal, Castejón del Puente, Castillazuelo, Estada, Estadilla, El Grado, Hoz y Costean, Ilche, Laluenga, Laperdiguera, Lascellas-Ponzano, Olvena, Peralta de Alcofea, Peraltilla, Pozán de Vero, Salas Altas, Salas Bajas, Santa María de Dulcis en Torres de Alcanadre; de volgende gemeenten in Castejón de Sos: Benasque, Bisauri, Bonansa, Laspaúles en Montanuy; de volgende gemeenten in Graus: Arén, Benabarre, Beranuy, Capella, Castigaleu, Estopiñán del Castillo, Graus, Isábena, Lascuarre, Monesma y Cajigar, Perarrúa, La Puebla de Castro, Puente de Montañana, Santaliestra y San Quílez, Secastilla, Sopeira, Tolva, Torre La Ribera, Valle de Lierp en Viacamp y Litera; de volgende gemeenten in Huesca: Albero Alto, Alcalá de Gurrea, Alcalá del Obispo, Alerre, Almudévar, Angüés, Antillón, Argavieso, Banastás, Blecua y Torres, Chimillas, Gurrea de Gállego, Huesca, Monflorite-Lascasas, Novales, Pertusa, Piracés, Quicena, Salillas, Sesa, Tierz, Tramaced en Vicién

De provincie Teruel

De provincie Zaragoza, de volgende regio’s: Alagón, La Almunia de Doña Godina, Ariza, Belchite, Borja, Bujaraloz, Calatayud, Cariñena, Caspe, Daroca, Ejea de los caballeros, Épila, Fraga, Illueca, Quinto, Sos del Rey Católico, Tarazona, Tauste, Zaragoza en Zuera; de volgende gemeenten in de regio Ayerbe: Murillo de Gállego en Santa Eulalia de Gállego

Comunidad Autónoma de Asturias

Comunidad Autónoma de Islas Baleares

Comunidad Autónoma de Canarias

Comunidad Autónoma de Cantabria

Comunidad Autónoma de Castilla-La Mancha

Comunidad Autónoma de Castilla y León

Comunidad Autónoma de Cataluña

Comunidad Autónoma de Extremadura

Comunidad Autónoma de Galicia

Comunidad Autónoma de La Rioja

Comunidad Autónoma de Madrid

Comunidad Autónoma de Murcia

Comunidad Autónoma de Navarra, de volgende regio’s: Tafalla en Tudela; de volgende gemeenten in de regio Estella: Abáigar, Aberin, Aguilar de Codés, Allo, Ancín/Antzin, Aras, Los Arcos, Arellano, Armañanzas, Arróniz, Ayegui/Aiegi, Azuelo, Barbarin, Bargota, El Busto, Cabredo, Desojo, Dicastillo, Espronceda, Estella-Lizarra, Etayo, Genevilla, Igúzquiza, Lana, Lapoblación, Lazagurría, Legaria, Lerín, Luquin, Marañón, Mendavia, Mendaza, Metauten, Mirafuentes, Morentín, Mues, Murieta, Nazar, Oco, Olejua, Oteiza, Piedramillera, Sansol, Sesma, Sorlada, Torralba del Río, Torres del Río, Viana, Villamayor de Monjardín, Villatuerta en Zuñiga; de volgende gemeenten in de regio Sangüesa: Aibar/Oibar, Cáseda, Eslava, Ezprogui, Gallipienzo/Galipentzu, Javier, Leache/Leatxe, Lerga, Liédena, Petilla de Aragón, Sada, Sangüesa/Zangoza en Yesa

Comunidad Autónoma del País Vasco

De provincie Álava, de volgende gemeenten: Agurain/Salvatierra, Alegría-Dulantzi, Amurrio, Añana, Armiñón, Arraia-Maeztu, Arratzua-Ubarrundia, Artziniega, Asparrena, Ayala/Aiara, Baños de Ebro/Mañueta, Barrundia, Berantevilla, Bernedo, Campezo/Kanpezu, Elburgo/Burgelu, Elciego, Elvillar/Bilar, Erriberabeitia, Erriberagoitia/Ribera Alta, Harana/Valle de Arana, Iruña Oka/Iruña de Oca, Iruraiz-Gauna, Kripan, Kuartango, Labastida/Bastida, Lagrán, Laguardia, Lanciego/Lantziego, Lantarón, Lapuebla de Labarca, Laudio/Llodio, Legutio, Leza, Moreda de Álava/Moreda Araba, Navaridas, Okondo, Oyón-Oion, Peñacerrada-Urizaharra, Samaniego, San Millán/Donemiliaga, Urkabustaiz, Valdegovia/Gaubea, Villabuena de Álava/Eskuernaga, Vitoria-Gasteiz, Yécora/Iekora, Zalduondo, Zambrana, Zigoitia en Zuia

Comunidad Autónoma de Valencia

Italië

Provincia autonoma di Bolzano — Alto Adige

Regione Valle d’Aosta

Letland

Het gehele grondgebied

Hongarije

Het gehele grondgebied

Nederland

Het gehele grondgebied

Oostenrijk

Het gehele grondgebied

Polen

Het gehele grondgebied

Slovenië

Het gehele grondgebied

Slowakije

Het gehele grondgebied

Finland

Het gehele grondgebied

Zweden

Het gehele grondgebied

Verenigd Koninkrijk (Noord-Ierland)

Noord-Ierland

DEEL II

Lidstaten of zones daarvan met een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met BTV

Op dit moment geen.


(*1)  Voor de toepassing van deze bijlage wordt, overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, bij verwijzingen naar de lidstaten ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland bedoeld.


BIJLAGE IX

INFESTATIE MET VARROA SPP.

Lidstaten of zones daarvan met de ziektevrije status ten aanzien van infestatie met Varroa spp.

Lidstaat

Gebied

Portugal

Het eiland Corvo

Het eiland Graciosa

Het eiland São Jorge

Het eiland Santa Maria

Het eiland São Miguel

Het eiland Terceira

Finland

De Ålandeilanden


BIJLAGE X

INFECTIE MET HET VIRUS VAN DE ZIEKTE VAN NEWCASTLE

Lidstaten of zones daarvan met de ziektevrije status ten aanzien van infectie met het virus van de ziekte van Newcastle zonder vaccinatie

Lidstaat

Gebied

Finland

Het gehele grondgebied

Zweden

Het gehele grondgebied


BIJLAGE XI

HOOGPATHOGENE AVIAIRE INFLUENZA (HPAI)

Compartimenten die vrij zijn van HPAI

Lidstaat

Naam

Frankrijk

Compartiment ISA Bretagne, bestaande uit de inrichtingen met de codes EDE 22080055, 22277180, 22203429, 22059174 en 22295000.

Compartiment SASSO Sabres, bestaande uit de inrichting met code EDE 40246082.

Compartiment SASSO Soulitré, bestaande uit de inrichting met code EDE 72341105.

Nederland

Verbeek’s Poultry International B.V. met erkenningsnummer 1122.

Institut de Sélection Animale B.V. met erkenningsnummer 2338.

Cobb Europe B.V. met erkenningsnummer 2951.


BIJLAGE XII

VIRALE HEMORRAGISCHE SEPTIKEMIE (VHS)

DEEL I

Lidstaten waarvan gehele grondgebied de ziektevrije status ten aanzien van VHS heeft;

zones of compartimenten van lidstaten waarvan meer dan 75 % van het grondgebied de ziektevrije status ten aanzien van VHS heeft, en

zones of compartimenten van lidstaten met de ziektevrije status ten aanzien van VHS waar het stroomgebied waardoor die zones of compartimenten worden gevoed, wordt gedeeld met een andere lidstaat of een derde land

Lidstaat (*1)

Gebied

Denemarken

Het gehele continentale grondgebied

Ierland

Het gehele grondgebied

Cyprus

Het gehele continentale grondgebied

Finland

Het gehele grondgebied, met uitzondering van de provincie Åland

Zweden

Het gehele grondgebied

Verenigd Koninkrijk (Noord-Ierland)

Noord-Ierland

DEEL II

Lidstaten waarvan het gehele grondgebied een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor VHS heeft;

zones of compartimenten van lidstaten waarvan meer dan 75 % van het grondgebied een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor VHS heeft, en

zones of compartimenten van lidstaten met een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor VHS waar het stroomgebied waardoor die zones of compartimenten worden gevoed, wordt gedeeld met een andere lidstaat of een derde land

Lidstaat

Gebied

Datum van eerste goedkeuring als bedoeld in artikel 49, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689

Estland

Het gehele grondgebied

21 april 2021


(*1)  Voor de toepassing van deze bijlage wordt, overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, bij verwijzingen naar de lidstaten ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland bedoeld.


BIJLAGE XIII

INFECTIEUZE HEMATOPOËTISCHE NECROSE (IHN)

DEEL I

Lidstaten waarvan het gehele grondgebied de ziektevrije status ten aanzien van IHN heeft;

zones of compartimenten van lidstaten waarvan meer dan 75 % van het grondgebied de ziektevrije status ten aanzien van IHN heeft, en

zones of compartimenten van lidstaten met de ziektevrije status ten aanzien van IHN waar het stroomgebied waardoor die zones of compartimenten worden gevoed, wordt gedeeld met een andere lidstaat of een derde land

Lidstaat (*1)

Gebied

Denemarken

Het gehele grondgebied

Ierland

Het gehele grondgebied

Cyprus

Het gehele continentale grondgebied

Finland

Het gehele grondgebied, met uitzondering van het kustcompartiment in Ii, Kuivaniemi, en de volgende stroomgebieden: 14.72 Virmasvesi, 14.73 Nilakka, 4.74 gebied Saarijärvi en 4.41 gebied Pielinen

Zweden

Het gehele grondgebied

Verenigd Koninkrijk (Noord-Ierland)

Noord-Ierland

DEEL II

Lidstaten waarvan het gehele grondgebied een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor IHN heeft;

zones of compartimenten van lidstaten waarvan meer dan 75 % van het grondgebied een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor IHN heeft, en

zones of compartimenten van lidstaten met een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor IHN waar het stroomgebied waardoor die zones of compartimenten worden gevoed, wordt gedeeld met een andere lidstaat of een derde land

Lidstaat

Gebied

Datum van eerste goedkeuring als bedoeld in artikel 49, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689

Estland

Het gehele grondgebied

21 april 2021


(*1)  Voor de toepassing van deze bijlage wordt, overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, bij verwijzingen naar de lidstaten ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland bedoeld.


BIJLAGE XIV

INFECTIE MET ZALMANEMIEVIRUS MET HPR-DELETIE (DELETIE IN DE HYPERVARIABELE REGIO) (ISAV MET HPR-DELETIE)

DEEL I

Lidstaten waarvan het gehele grondgebied de ziektevrije status ten aanzien van infectie met ISAV met HPR-deletie heeft;

zones of compartimenten van lidstaten waarvan meer dan 75 % van het grondgebied de ziektevrije status ten aanzien van infectie met ISAV met HPR-deletie heeft, en

zones of compartimenten van lidstaten met de ziektevrije status ten aanzien van infectie met ISAV met HPR-deletie waar het stroomgebied waardoor die zones of compartimenten worden gevoed, wordt gedeeld met een andere lidstaat of een derde land

Lidstaat (*1)

Gebied

België

Het gehele grondgebied

Bulgarije

Het gehele grondgebied

Tsjechië

Het gehele grondgebied

Denemarken

Het gehele grondgebied

Duitsland

Het gehele grondgebied

Estland

Het gehele grondgebied

Ierland

Het gehele grondgebied

Griekenland

Het gehele grondgebied

Spanje

Het gehele grondgebied

Frankrijk

Het gehele grondgebied

Kroatië

Het gehele grondgebied

Italië

Het gehele grondgebied

Cyprus

Het gehele grondgebied

Letland

Het gehele grondgebied

Litouwen

Het gehele grondgebied

Luxemburg

Het gehele grondgebied

Hongarije

Het gehele grondgebied

Malta

Het gehele grondgebied

Nederland

Het gehele grondgebied

Oostenrijk

Het gehele grondgebied

Polen

Het gehele grondgebied

Portugal

Het gehele grondgebied

Roemenië

Het gehele grondgebied

Slovenië

Het gehele grondgebied

Slowakije

Het gehele grondgebied

Finland

Het gehele grondgebied

Zweden

Het gehele grondgebied

Verenigd Koninkrijk (Noord-Ierland)

Noord-Ierland

DEEL II

Lidstaten waarvan het gehele grondgebied een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met ISAV met HPR-deletie heeft;

zones of compartimenten van lidstaten waarvan meer dan 75 % van het grondgebied een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met ISAV met HPR-deletie heeft;

en zones of compartimenten van lidstaten met een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met ISAV met HPR-deletie waar het stroomgebied waardoor die zones of compartimenten worden gevoed, wordt gedeeld met een andere lidstaat of een derde land

Op dit moment geen.


(*1)  Voor de toepassing van deze bijlage wordt, overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, bij verwijzingen naar de lidstaten ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland bedoeld.


BIJLAGE XV

INFECTIE MET MARTEILIA REFRINGENS

DEEL I

Lidstaten waarvan het gehele grondgebied de ziektevrije status ten aanzien van infectie met Marteilia refringens heeft;

zones of compartimenten van lidstaten waarvan meer dan 75 % van het grondgebied de ziektevrije status ten aanzien van infectie met Marteilia refringens heeft, en

zones of compartimenten van lidstaten met de ziektevrije status ten aanzien van infectie met met Marteilia refringens waar het stroomgebied waardoor die zones of compartimenten worden gevoed, wordt gedeeld met een andere lidstaat of een derde land

Lidstaat (*1)

Gebied

Ierland

Het gehele grondgebied

Verenigd Koninkrijk (Noord-Ierland)

De gehele kustlijn van Noord-Ierland, met uitzondering van Belfast Lough en Dundrum Bay

DEEL II

Lidstaten waarvan het gehele grondgebied een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met Marteilia refringens heeft;

zones of compartimenten van lidstaten waarvan meer dan 75 % van het grondgebied een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met Marteilia refringens heeft, en

zones of compartimenten van lidstaten met een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met Marteilia refringens waar het stroomgebied waardoor die zones of compartimenten worden gevoed, wordt gedeeld met een andere lidstaat of een derde land

Op dit moment geen.


(*1)  (*)Voor de toepassing van deze bijlage wordt, overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, bij verwijzingen naar de lidstaten ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland bedoeld.


BIJLAGE XVI

INFECTIE MET BONAMIA EXITIOSA

DEEL I

Lidstaten waarvan het gehele grondgebied de ziektevrije status ten aanzien van infectie met Bonamia exitiosa heeft;

zones of compartimenten van lidstaten waarvan meer dan 75 % van het grondgebied de ziektevrije status ten aanzien van infectie met Bonamia exitiosa heeft, en

zones of compartimenten van lidstaten met de ziektevrije status ten aanzien van infectie met Bonamia exitiosa waar het stroomgebied waardoor die zones of compartimenten worden gevoed, wordt gedeeld met een andere lidstaat of een derde land

Lidstaat

Gebied

Estland

Het gehele grondgebied

DEEL II

Lidstaten waarvan het gehele grondgebied een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met Bonamia exitiosa heeft;

zones of compartimenten van lidstaten waarvan meer dan 75 % van het grondgebied een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met Bonamia exitiosa heeft, en

zones of compartimenten van lidstaten met een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met Bonamia exitiosa waar het stroomgebied waardoor die zones of compartimenten worden gevoed, wordt gedeeld met een andere lidstaat of een derde land

Op dit moment geen.


BIJLAGE XVII

INFECTIE MET BONAMIA OSTREAE

DEEL I

Lidstaten waarvan het gehele grondgebied de ziektevrije status ten aanzien van infectie met Bonamia ostreae heeft;

zones of compartimenten van lidstaten waarvan meer dan 75 % van het grondgebied de ziektevrije status ten aanzien van infectie met Bonamia ostreae heeft, en

zones of compartimenten van lidstaten met de ziektevrije status ten aanzien van infectie met Bonamia ostreae waar het stroomgebied waardoor die zones of compartimenten worden gevoed, wordt gedeeld met een andere lidstaat of een derde land

Lidstaat (*1)

Gebied

Estland

Het gehele grondgebied

Ierland

De gehele kustlijn van Ierland, met uitzondering van: Cork Harbour; Galway Bay; Ballinakill Harbour; Clew Bay; Achill Sound; Loughmore, Blacksod Bay; Lough Foyle; Lough Swilly; en Kilkieran Bay

Verenigd Koninkrijk (Noord-Ierland)

De gehele kustlijn van Noord-Ierland, met uitzondering van: Lough Foyle en Strangford Lough

DEEL II

Lidstaten waarvan het gehele grondgebied een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met Bonamia ostreae heeft;

zones of compartimenten van lidstaten waarvan meer dan 75 % van het grondgebied een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met Bonamia ostreae heeft, en

zones of compartimenten van lidstaten met een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met Bonamia ostreae waar het stroomgebied waardoor die zones of compartimenten worden gevoed, wordt gedeeld met een andere lidstaat of een derde land

Op dit moment geen.


(*1)  (*)Voor de toepassing van deze bijlage wordt, overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, bij verwijzingen naar de lidstaten ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland bedoeld.


BIJLAGE XVIII

INFECTIE MET HET WITTEVLEKKENSYNDROOMVIRUS (WSSV)

DEEL I

Lidstaten waarvan het gehele grondgebied de ziektevrije status ten aanzien van infectie met WSSV heeft;

zones of compartimenten van lidstaten waarvan meer dan 75 % van het grondgebied de ziektevrije status ten aanzien van infectie met WSSV heeft, en

zones of compartimenten van lidstaten met de ziektevrije status ten aanzien van infectie met WSSV waar het stroomgebied waardoor die zones of compartimenten worden gevoed, wordt gedeeld met een andere lidstaat of een derde land

Op dit moment geen.

DEEL II

Lidstaten waarvan het gehele grondgebied een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met WSSV heeft;

zones of compartimenten van lidstaten waarvan meer dan 75 % van het grondgebied een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met WSSV heeft, en

zones of compartimenten van lidstaten met een goedgekeurd uitroeiingsprogramma voor infectie met WSSV waar het stroomgebied waardoor die zones of compartimenten worden gevoed, wordt gedeeld met een andere lidstaat of een derde land

Op dit moment geen.


16.4.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 131/120


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/621 VAN DE COMMISSIE

van 15 april 2021

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 37/2010 betreffende de indeling van de stof imidacloprid wat de maximumwaarde voor residuen ervan in levensmiddelen van dierlijke oorsprong betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 470/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot vaststelling van communautaire procedures voor het vaststellen van grenswaarden voor residuen van farmacologisch werkzame stoffen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad (1), en met name artikel 14 in samenhang met artikel 17,

Gezien het advies van het Europees Geneesmiddelenbureau dat op woensdag 9 september 2020 is opgesteld door het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EG) nr. 470/2009 moet de maximumwaarde voor residuen (“MRL”) van farmacologisch werkzame stoffen die bestemd zijn om in de Unie te worden gebruikt in diergeneesmiddelen voor voedselproducerende dieren of in biociden die in de veehouderij worden gebruikt, in een verordening worden vastgesteld.

(2)

In tabel 1 van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie (2) zijn de farmacologisch werkzame stoffen en de indeling daarvan op basis van MRL’s in levensmiddelen van dierlijke oorsprong opgenomen.

(3)

De stof imidacloprid is niet in die tabel opgenomen.

(4)

Er is bij het Europees Geneesmiddelenbureau (“EMA”) een aanvraag ingediend voor het vaststellen van een MRL van imidacloprid in zalmachtigen.

(5)

Het EMA heeft op basis van het advies van het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik de vaststelling aanbevolen van een MRL voor imidacloprid in spier en huid in natuurlijke verhoudingen in zalmachtigen.

(6)

Overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 470/2009 moet het EMA overwegen MRL’s van een farmacologisch werkzame stof die voor een bepaald levensmiddel zijn vastgesteld, toe te passen op een ander levensmiddel dat afkomstig is van dezelfde diersoort, of MRL’s van een farmacologisch werkzame stof die voor een of meer diersoorten zijn vastgesteld, toe te passen op andere diersoorten.

(7)

Het EMA heeft geoordeeld dat de MRL voor imidacloprid van zalmachtigen moet worden geëxtrapoleerd naar alle vissen.

(8)

Gezien het advies van het EMA is het passend het aanbevolen MRL voor vissen vast te stellen.

(9)

Verordening (EU) nr. 37/2010 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Verordening (EU) nr. 37/2010 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 april 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 152 van 16.6.2009, blz. 11.

(2)  Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie van 22 december 2009 betreffende farmacologisch werkzame stoffen en de indeling daarvan op basis van maximumwaarden voor residuen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 15 van 20.1.2010, blz. 1).


BIJLAGE

In tabel 1 van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 37/2010 wordt de volgende stof in alfabetische volgorde ingevoegd:

Farmacologisch werkzame stof

Indicatorresidu

Diersoorten

Maximumwaarden voor residuen

Te onderzoeken weefsels

Overige bepalingen (overeenkomstig artikel 14, lid 7, van Verordening (EG) nr. 470/2009)

Therapeutische klassen

“Imidacloprid

Imidacloprid

Vissen

600 μg/kg

Spier en huid in natuurlijke verhoudingen

GEEN

Antiparasitaire middelen/Geneesmiddelen tegen ectoparasieten”


16.4.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 131/123


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/622 VAN DE COMMISSIE

van 15 april 2021

tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor de toepassing van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft eenvormige rapportagetemplates, eenvormige instructies en een eenvormige methodologie voor de rapportage van het minimumvereiste voor eigen vermogen en in aanmerking komende passiva

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (1), en met name artikel 45 undecies, lid 2, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De afwikkelingsautoriteiten zijn belast met de vaststelling van het minimumvereiste voor eigen vermogen en in aanmerking komende passiva (“MREL”) in overeenstemming met de voorschriften en procedures die in de artikelen 45 tot en met 45 decies van Richtlijn 2014/59/EU zijn vastgelegd. Om de Europese Bankautoriteit (EBA) te helpen bij het bevorderen van convergentie in de Unie wat betreft de vaststelling van het MREL, worden de afwikkelingsautoriteiten op grond van artikel 45 undecies van die verordening verplicht om de EBA, in coördinatie met de bevoegde autoriteiten, in kennis te stellen van het MREL dat zij hebben vastgesteld.

(2)

In Uitvoeringsverordening (EU) 2018/308 van de Commissie (2) worden formats en templates voor de toezending door de afwikkelingsautoriteiten aan de EBA van de informatie over hun besluiten tot vaststelling van het MREL nader bepaald. Sinds die uitvoeringsverordening is vastgesteld, zijn de vereisten ten aanzien van de verliesabsorptie- en herkapitalisatiecapaciteit, en met name de in Richtlijn 2014/59/EU vastgelegde aspecten van en methodologieën voor het vaststellen van het MREL van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, gewijzigd en verder ingevuld door Richtlijn (EU) 2019/879 van het Europees Parlement en de Raad (3).

(3)

Om de monitoring van MREL-besluiten door de EBA te faciliteren en een zinvolle beoordeling van de convergentie in de gehele Unie bij de vaststelling van het MREL te borgen, moeten de formats en templates voor de identificatie en doorgifte van MREL-informatie door de afwikkelingsautoriteiten aan de EBA worden aangepast om rekening te houden met de wijzigingen van Richtlijn 2014/59/EU, die met name betrekking hebben op de MREL-achterstellingsniveaus en op het voor entiteiten die zelf geen af te wikkelen entiteiten zijn, toe te passen MREL.

(4)

Wat betreft groepen die op geconsolideerde basis aan het MREL onderworpen zijn, moet worden verduidelijkt welke afwikkelingsautoriteit de MREL-informatie aan de EBA moet doorgeven. Daarom moeten de voor dochterondernemingen van groepen bevoegde afwikkelingsautoriteiten, in coördinatie met de bevoegde autoriteiten, de EBA in kennis stellen van het MREL dat voor elke instelling in hun jurisdictie is vastgesteld. Die informatie moet het MREL omvatten dat is vastgesteld op basis van een besluit dat gezamenlijk is genomen door de afwikkelingsautoriteit van de af te wikkelen entiteit, de afwikkelingsautoriteit op groepsniveau (indien deze verschilt van eerstgenoemde) en de afwikkelingsautoriteit die op individuele basis voor de dochteronderneming bevoegd is. Bij gebreke van een gezamenlijk besluit moet die informatie ook besluiten tot vaststelling van het MREL omvatten die door de afwikkelingsautoriteit van de dochteronderneming zijn genomen overeenkomstig (in voorkomend geval) het besluit dat de EBA eventueel, overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (4), heeft genomen.

(5)

Ter bevordering van de convergentie van de werkwijzen met betrekking tot MREL-besluiten en ter versterking van de monitoring door de EBA moeten de rapportageperiodes en aanleverdata om informatie volgens de volledige en de vereenvoudigde rapportage door de afwikkelingsautoriteiten aan de EBA door te geven, worden afgestemd.

(6)

Om de datakwaliteit te verbeteren en de vergelijkbaarheid te garanderen, moeten de data-items in de rapportagetemplates voldoen aan het gemeenschappelijke Data Point Model (DPM), zoals bij rapportage voor toezichtdoeleinden gebruikelijk is. Het gemeenschappelijke Data Point Model dient de vorm aan te nemen van een gestructureerde representatie van de data-items, dient alle relevante bedrijfsconcepten weer te geven om tot een eenvormige rapportage over MREL-besluiten te komen en dient alle relevante specificaties te bevatten die voor een verdere ontwikkeling van eenvormige IT-rapportageoplossingen zijn vereist. Om diezelfde reden moet als format voor data-uitwisseling het rapportagesysteem van de EBA (EUCLID) worden gebruikt.

(7)

Om de kwaliteit, consistentie en nauwkeurigheid van gerapporteerde data-items te verzekeren, moeten voor de data-items gemeenschappelijke validatievoorschriften gelden.

(8)

Gezien de omvang van de vereiste aanpassingen in Uitvoeringsverordening (EU) 2018/308 dient deze, ter wille van de helderheid, transparantie en rechtszekerheid, te worden ingetrokken en te worden vervangen door een nieuwe uitvoeringsverordening.

(9)

Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen die de EBA bij de Commissie heeft ingediend.

(10)

De EBA heeft openbare raadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, heeft de mogelijke daaraan verbonden kosten en baten geanalyseerd en heeft de bij artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 opgerichte Stakeholdergroep bankwezen om advies verzocht,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Aan de EBA te verstrekken informatie

De afwikkelingsautoriteiten verstrekken, in coördinatie met de bevoegde autoriteiten, aan de EBA de in de templates in de bijlagen I en II bij deze verordening gevraagde informatie wat betreft de vaststelling van het MREL overeenkomstig de artikelen 45 tot en met 45 nonies en artikel 45 quaterdecies van Richtlijn 2014/59/EU.

Artikel 2

Vereenvoudigd rapportagevereiste voor instellingen waarvoor ontheffingen gelden en voor instellingen waarvoor het herkapitalisatiebedrag gelijk is aan nul

1.   Voor instellingen die overeenkomstig artikel 45 septies, lid 3, artikel 45 septies, lid 4, of artikel 45 octies van Richtlijn 2014/59/EU ontheffing van het MREL hebben gekregen, verstrekken de afwikkelingsautoriteiten aan de EBA alleen de in de kolommen 0010 tot en met 0100 en kolom 0270 van bijlage I gevraagde informatie bij deze verordening.

2.   Voor instellingen waarvoor het herkapitalisatiebedrag overeenkomstig artikel 45 quater, lid 2, van Richtlijn 2014/59/EU op nul is vastgesteld, en indien overeenkomstig dat lid geen aanpassingen van het verliesabsorptiebedrag plaatsvinden, verstrekken de afwikkelingsautoriteiten aan de EBA alleen de in de kolommen 0010 tot en met 0080 en kolom 0270 van bijlage I gevraagde informatie bij deze verordening.

Artikel 3

Rapporterende autoriteit en te rapporteren informatie voor groepen

Voor groepen die overeenkomstig artikel 45 sexies, artikel 45 septies, lid 1, derde alinea, en artikel 45 septies, lid 4, punt b), van Richtlijn 2014/59/EU op geconsolideerde basis aan het MREL onderworpen zijn, wordt de in de artikelen 1 en 3 bedoelde informatie door de volgende autoriteiten en op de volgende wijze aangeleverd:

(a)

de afwikkelingsautoriteit op groepsniveau stelt, in coördinatie met de toezichtautoriteit op groepsniveau, de EBA in kennis van het op geconsolideerde basis vastgestelde MREL van de EU-moederonderneming;

(b)

de afwikkelingsautoriteiten die de besluiten tot vaststelling van het MREL nemen, stellen, in coördinatie met de bevoegde autoriteit, de EBA in kennis van het MREL dat op geconsolideerde basis van de af te wikkelen groep en op individuele basis, al naargelang, van toepassing is op de onder hun jurisdictie vallende dochterondernemingen van de groep.

Artikel 4

Rapportageperiodes en aanleverdata

De afwikkelingsautoriteiten verstrekken tegen 31 mei van elk jaar de in de artikelen 1 en 2 bedoelde informatie over het per 1 mei van dat jaar toepasselijke MREL.

Artikel 5

Formats voor data-uitwisseling en bij de aanlevering van data te voegen informatie

1.   De afwikkelingsautoriteiten leveren de in de artikelen 1 en 2 bedoelde informatie aan in het format voor data-uitwisseling en volgens de technische specificaties en representaties in het rapportagesysteem van de EBA (EUCLID).

2.   Bij het aanleveren van de in de artikelen 1 en 2 bedoelde informatie nemen de afwikkelingsautoriteiten de definities van de datapunten van het Data Point Model en de validatievoorschriften in acht die in bijlage III zijn vastgesteld, alsmede de volgende specificaties:

(a)

bij het aanleveren van data wordt niet-gevraagde of niet-toepasselijke informatie achterwege gelaten;

(b)

numerieke waarden worden als volgt aangeleverd:

i)

datapunten van het datatype “Monetair” worden met een minimale nauwkeurigheid van eenheden van duizend gerapporteerd;

ii)

datapunten van het datatype “Percentage” worden met een nauwkeurigheid van eenheden met minimaal vier cijfers achter de komma uitgedrukt;

iii)

datapunten van het datatype “Geheel getal” worden zonder cijfers achter de komma en tot op de eenheid nauwkeurig gerapporteerd;

(c)

instellingen, verzekeringsondernemingen en rechtspersonen worden (voor zover beschikbaar) geïdentificeerd met hun identificatiecode voor juridische entiteiten (Legal Entity Identifier — LEI-code).

Artikel 6

Intrekking

Uitvoeringsverordening (EU) 2018/308 wordt ingetrokken.

Artikel 7

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 april 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 173 van 12.6.2014, blz. 190.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2018/308 van de Commissie van 1 maart 2018 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de formats, templates en definities voor de identificatie en doorgifte van informatie door afwikkelingsautoriteiten met het oog op de kennisgeving aan de Europese Bankautoriteit van het minimumvereiste voor eigen vermogen en in aanmerking komend vreemd vermogen (PB L 60 van 2.3.2018, blz. 7).

(3)  Richtlijn (EU) 2019/879 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot wijziging van Richtlijn 2014/59/EU met betrekking tot de verliesabsorptie- en herkapitalisatiecapaciteit van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en Richtlijn 98/26/EG (PB L 150 van 7.6.2019, blz. 296).

(4)  Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).


BIJLAGE I

M 20.00 – Rapportage over MREL-besluiten


INSTELLING

CODE ENTITEIT

TYPE CODE

CODE AF TE WIKKELEN ENTITEIT

TYPE CODE

CONSOLIDATIEKRING

TYPE INSTELLING

INTERN OF EXTERN MREL

VEREENVOUDIGDE RAPPORTAGE

ONTHEFFING

REDEN VOOR ONTHEFFING

AFWIKKELINGSSTRATEGIE EN -INSTRUMENTEN

AFWIKKELINGSSTRATEGIE

BELANGRIJKSTE AFWIKKELINGSINSTRUMENT (VOORKEURSTRATEGIE)

TWEEDE AFWIKKELINGSINSTRUMENT (VOORKEURSTRATEGIE)

BELANGRIJKSTE AFWIKKELINGSINSTRUMENT (ALTERNATIEVE STRATEGIE)

TWEEDE AFWIKKELINGSINSTRUMENT (ALTERNATIEVE STRATEGIE)

0010

0020

0030

0040

0050

0060

0070

0080

0090

0100

0110

0120

0130

0140

0150

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


INSTELLING

BALANSDATA GEBRUIKT VOOR KALIBREREN MREL

AANVULLEND-EIGENVERMOGENSVEREISTE EN GECOMINBEERD BUFFERVEREISTE

REFERENTIEDATUM

VÓÓR AFWIKKELING

NA AFWIKKELING

REFERENTIEDATUM

AANVULLEND-EIGENVERMOGENSVEREISTE ALS % TREA

GECOMBINEERD BUFFERVEREISTE

WAARVAN: CONTRACYCLISCHE KAPITAALBUFFER

TREA

TLOF

TEM

TREA

TLOF

TEM

0160

0170

0180

0190

0200

0210

0220

0230

0240

0250

0260

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


MREL-BESLUIT

DATUM BESLUIT

DATUM INACHTNEMING

VEREISTE ALS % TREA

WAARVAN: KAN MET GARANTIES WORDEN VOLDAAN

VEREISTE ALS % TEM

WAARVAN: KAN MET GARANTIES WORDEN VOLDAAN

TOTAAL ACHTERSTELLING ALS % TREA

TOTAAL ACHTERSTELLING ALS % TEM

TEGEMOETKOMING NIET-ACHTERGESTELDE SCHULD

DE-MINIMIS-TEGEMOETKOMING

VERPLICHT ACHTERSTELLINGSVEREISTE

DISCRETIONAIR ACHTERSTELLINGSVEREISTE

VERPLICHT ACHTERSTELLINGSVEREISTE

DISCRETIONAIR ACHTERSTELLINGSVEREISTE

0270

0280

0290

0300

0310

0320

0330

0340

0350

0360

0370

0380

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


AANPASSINGEN

OVERGANGSPERIODE

AANPASSINGEN OM VERLIESABSORPTIEBEDRAG TE KALIBREREN

AANPASSINGEN OM HERKAPITALISATIEBEDRAG TE KALIBREREN ALS % TREA

AANPASSINGEN OM HERKAPITALISATIEBEDRAG TE KALIBREREN ALS % TEM

TUSSENTIJDS STREEFNIVEAU

AANPASSINGEN AANVULLEND-EIGENVERMOGENSVEREISTE

AANPASSINGEN MARKTVERTROUWENBUFFER

AANPASSINGEN ALS GEVOLG VAN BALANSMUATIES NA AFWIKKELING

AANPASSINGEN ALS GEVOLG VAN BALANSMUATIES NA AFWIKKELING

ALS % TREA

ALS % TEM

ALS % TREA

ALS % TEM

OPWAARTS

NEERWAARTS

OPWAARTS

NEERWAARTS

OPWAARTS

NEERWAARTS

OPWAARTS

NEERWAARTS

MREL-NIVEAU

ACHTERSTELLING

TOEPASSINGSDATUM

MREL-NIVEAU

ACHTERSTELLING

TOEPASSINGSDATUM

0390

0400

0410

0420

0430

0440

0450

0460

0470

0480

0490

0500

0510

0520

0530

0540

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


BIJLAGE II

INSTRUCTIES VOOR HET INVULLEN VAN RAPPORTAGE OVER MREL-BESLUITEN

DEEL I

ALGEMENE INSTRUCTIES

1.

Deze bijlage bevat de instructies voor rapportage overeenkomstig artikel 45 undecies van Richtlijn 2014/59/EU over het door de afwikkelingsautoriteiten vastgestelde minimumvereiste voor eigen vermogen en in aanmerking komende passiva (MREL).

2.

Elke afwikkelingsautoriteit stelt, in coördinatie met de bevoegde autoriteiten, de EBA in kennis van het MREL voor elke instelling die onder haar jurisdictie valt. Wat af te wikkelen groepen betreft, de afwikkelingsautoriteit op groepsniveau geeft de desbetreffende informatie voor de EU-moederonderneming op geconsolideerde basis door. Elke afwikkelingsautoriteit geeft de informatie over het voor af te wikkelen groepen en dochterondernemingen vastgestelde MREL door.

3.

Voor groepen gevestigd in of met dochterondernemingen in de bankunie zal de gemeenschappelijke afwikkelingsraad rapporteren over besluiten met betrekking tot alle entiteiten die overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad (1) onder zijn jurisdictie vallen.

4.

Indien de onderliggende data in een andere valuta dan de euro luiden, gebruiken de autoriteiten de referentiewisselkoersen van de Europese Centrale Bank (ECB) (https://www.ecb.europa.eu/stats/policy_and_exchange_rates/euro_reference_exchange_rates/html/index.en.html) per de datum van het MREL-besluit en rapporteren zij alle bedragen in euro.

5.

Indien een instelling van het MREL is vrijgesteld, wordt dit vermeld in kolom 0090, en de afwikkelingsautoriteit kan opteren voor vereenvoudigde rapportage waarbij alleen de informatie in de kolommen 0010 tot en met 0100 wordt gerapporteerd. Indien voor een instelling een herkapitalisatiebedrag nul geldt en er geen aanpassingen plaatsvinden aan het verliesabsorptiebedrag, kan de afwikkelingsautoriteit opteren voor vereenvoudigde rapportage en alleen de informatie in de kolommen 0010 tot en met 0080 rapporteren.

1.   Toepassingsgebied van de kennisgeving

6.

Instellingen (daaronder begrepen beleggingsondernemingen in de zin van artikel 2, lid 1, punt 23, van Richtlijn 2014/59/EU) en de in artikel 1, lid 1, punten b), c) en d), van Richtlijn 2014/59/EU bedoelde entiteiten die aan artikel 45, lid 1, van die richtlijn onderworpen zijn, met uitzondering van door gedekte obligaties gefinancierde instellingen voor hypothecair krediet die overeenkomstig artikel 45 bis van Richtlijn 2014/59/EU van het MREL zijn vrijgesteld.

2.   Consolidatiekring

7.

De onderliggende data worden voor elke entiteit op individuele basis binnen elke lidstaat gerapporteerd, of op een van de volgend niveaus:

a)

de EU-moederonderneming op geconsolideerde basis, indien de consolidatiekring voor de EU-moederonderneming dezelfde is als de consolidatiekring van de af te wikkelen groep;

b)

in andere gevallen dan onder punt a): voor elke af te wikkelen entiteit op het geconsolideerde niveau van de af te wikkelen groep overeenkomstig artikel 45 sexies van Richtlijn 2014/59/EU;

c)

in voorkomend geval, voor een moederonderneming op geconsolideerde basis overeenkomstig artikel 45 septies, lid 4, punt b), van Richtlijn 2014/59/EU of artikel 45 septies, lid 1, derde alinea, van die richtlijn.

3.   Termijn voor het aanleveren van data

8.

De afwikkelingsautoriteiten geven de informatie over het MREL dat per 1 mei van toepassing is, jaarlijks tegen 31 mei van dat jaar door.

DEEL II

INSTRUCTIES MET BETREKKING TOT DE TEMPLATES

4.   M 20.00 — Rapportage over MREL-besluiten

4.1.   Instructies voor specifieke kolommen

Kolom

Verwijzingen naar wetgeving en instructies

0010

CODE ENTITEIT

Code van de entiteit waarvoor het MREL-besluit is genomen. Voor instellingen is deze code een alfanumerieke identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI) met twintig cijfers. Voor andere entiteiten is de code de alfanumerieke LEI-code met twintig cijfers of, wanneer die niet beschikbaar is, een code volgens een eenvormige codering van toepassing in de Unie of, wanneer die niet beschikbaar is, een nationale code.

Deze code is consistent met de code die voor dezelfde instelling op grond van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1624 van de Commissie (2) wordt gerapporteerd. De code heeft steeds een waarde. Die code is de unieke identificatiecode voor elke kolom voor de betrokken entiteit.

0020

TYPE CODE

De rapporterende autoriteit identificeert het in kolom 0010 gerapporteerde type code als “LEI-code” of “niet-LEI-code”. Het type code wordt steeds gerapporteerd.

0030

CODE AF TE WIKKELEN ENTITEIT

Code van de af te wikkelen entiteit waartoe de entiteit behoort. Deze code is dezelfde als in kolom 0010 indien het gerapporteerde besluit een groep betreft. Voor instellingen is de code een alfanumerieke LEI-code met twintig cijfers. Voor andere entiteiten is de code de alfanumerieke LEI-code met twintig cijfers of, wanneer die niet beschikbaar is, een code volgens een eenvormige codering van toepassing in de Unie of, wanneer die niet beschikbaar is, een nationale code.

Deze code is consistent met de code die voor dezelfde instelling op grond van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1624 is gerapporteerd.

0040

TYPE CODE

De rapporterende autoriteit identificeert het in kolom 0030 gerapporteerde type code als “LEI-code” of “niet-LEI-code”. Het type code wordt steeds gerapporteerd.

0050

CONSOLIDATIEKRING

De rapporterende autoriteiten rapporteren over het MREL binnen een van de volgende consolidatiekringen:

a)

de af te wikkelen groep;

b)

geconsolideerd op het niveau van de moederonderneming overeenkomstig artikel 45 septies, lid 4, punt b), of artikel 45 septies, lid 1, derde alinea, van Richtlijn 2014/59/EU;

c)

individueel.

0060

TYPE INSTELLING

De rapporterende autoriteiten rapporteren een van de volgende types:

a)

mondiaal systeemrelevante instelling (MSI) in de zin van artikel 4, lid 1, punt 133, van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3);

b)

af te wikkelen entiteit als bedoeld in artikel 45 quater, lid 5, van Richtlijn 2014/59/EU die deel uitmaakt van een af te wikkelen groep waarvan de totale activa op het niveau van de af te wikkelen groep meer dan 100 miljard EUR bedragen;

c)

af te wikkelen entiteit als bedoeld in artikel 45 quater, lid 6, van Richtlijn 2014/59/EU die deel uitmaakt van een af te wikkelen groep waarvan de totale activa minder dan 100 miljard EUR bedragen en die volgens de afwikkelingsautoriteit redelijk waarschijnlijk een systeemrisico oplevert in het geval van diens falen;

d)

andere kredietinstelling;

e)

beleggingsonderneming

f)

een andere in artikel 1, lid 1, punten b), c) of d), van Richtlijn 2014/59/EU bedoelde entiteit.

0070

INTERN OF EXTERN

De rapporterende autoriteiten rapporteren een van de volgende categorieën:

a)

intern: MREL van toepassing op entiteiten die zelf geen af te wikkelen entiteiten overeenkomstig artikel 45 septies van Richtlijn 2014/59/EU zijn, of in artikel 45 septies, lid 1, vierde alinea, van die richtlijn bedoelde af te wikkelen entiteiten die niet aan artikel 45 sexies, lid 3, van die richtlijn onderworpen zijn;

b)

extern: MREL van toepassing op entiteiten die zelf geen af te wikkelen entiteiten overeenkomstig artikel 45 sexies van Richtlijn 2014/59/EU zijn.

0080

VEREENVOUDIGDE RAPPORTAGE

De rapporterende autoriteiten geven aan of vereenvoudigde rapportage is toegepast voor instellingen waarvoor het herkapitalisatiebedrag nul is en indien geen aanpassing van het verliesabsorptiebedrag heeft plaatsgevonden:

Ja

Nee

0090

ONTHEFFING

De rapporterende autoriteiten geven aan of de ontheffing is verleend op grond van de volgende bepalingen van Richtlijn 2014/59/EU, dan wel dat geen ontheffing is verleend:

a)

Artikel 45 septies, lid 3;

b)

Artikel 45 septies, lid 4;

c)

Artikel 45 octies;

d)

Geen ontheffing.

0100

REDEN VOOR DE ONTHEFFING

Indien in kolom 0090 een andere optie dan “Geen ontheffing” is gerapporteerd, beschrijven de rapporterende autoriteiten de reden om de ontheffing toe te passen.

0110—0150

AFWIKKELINGSSTRATEGIE EN -INSTRUMENTEN

0110

AFWIKKELINGSSTRATEGIE

De rapporterende autoriteiten rapporteren een van de volgende elementen:

a)

single point of entry (SPE);

b)

multiple point of entry (MPE);

c)

liquidatie.

0120

BELANGRIJKSTE AFWIKKELINGSINSTRUMENT (VOORKEURSTRATEGIE)

De rapporterende autoriteiten rapporteren een van de volgende elementen:

a)

open bank bail-in;

b)

overbruggingsinstelling;

c)

afsplitsing van activa;

d)

verkoop van activiteiten;

e)

n.v.t.

Indien kolom 0110 als “liquidatie” is gerapporteerd, wordt kolom 0120 gerapporteerd als “n.v.t.”.

00130

TWEEDE AFWIKKELINGSINSTRUMENT (VOORKEURSTRATEGIE)

De rapporterende autoriteiten rapporteren een van de volgende elementen:

a)

open bank bail-in;

b)

overbruggingsinstelling;

c)

afsplitsing van activa;

d)

verkoop van activiteiten;

e)

n.v.t.

Indien kolom 0110 als “liquidatie” is gerapporteerd of indien er geen alternatieve strategie is bepaald, wordt deze kolom gerapporteerd als “n.v.t.”.

0140

BELANGRIJKSTE AFWIKKELINGSINSTRUMENT (ALTERNATIEVE STRATEGIE)

De rapporterende autoriteiten rapporteren een van de volgende elementen (voor zover van toepassing):

a)

open bank bail-in;

b)

overbruggingsinstelling;

c)

afsplitsing van activa;

d)

verkoop van activiteiten;

e)

n.v.t.

Indien kolom 0110 als “liquidatie” is gerapporteerd, wordt deze kolom gerapporteerd als “n.v.t.”.

0150

TWEEDE AFWIKKELINGSINSTRUMENT (ALTERNATIEVE STRATEGIE)

De rapporterende autoriteiten rapporteren een van de volgende elementen:

a)

open bank bail-in;

b)

overbruggingsinstelling;

c)

afsplitsing van activa;

d)

verkoop van activiteiten;

e)

n.v.t.

Indien kolom 0110 als “liquidatie” is gerapporteerd of indien er geen alternatieve strategie is bepaald, wordt deze kolom gerapporteerd als “n.v.t.”.

0160—0190

AANVULLEND-EIGENVERMOGENSVEREISTE EN GECOMINBEERD BUFFERVEREISTE

De informatie over het als input voor het kalibreren van het MREL gebruikte aanvullend-eigenvermogensvereiste overeenkomstig artikel 104 bis van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (4) is gebaseerd op de recentst beschikbare eigenvermogensvereisten die door de bevoegde autoriteit op het tijdstip van de kalibratie van het MREL zijn meegedeeld.

0160

REFERENTIEDATUM

De datum waarop de bevoegde autoriteit de aanvullend-eigenvermogensvereisten en het gecombineerde buffervereiste aan de instelling heeft meegedeeld.

0170

VEREISTE ALS PERCENTAGE TOTALE RISICOPOSTEN (TREA)

Het aanvullend-eigenvermogensvereiste overeenkomstig artikel 104 bis van Richtlijn 2013/36/EU dat is gebruikt voor het kalibreren van het MREL of dat is geschat overeenkomstig de op grond van artikel 45 quater, lid 4, van Richtlijn 2014/59/EU vastgestelde technische reguleringsnormen.

0180

GECOMBINEERD BUFFERVEREISTE

Het gecombineerd buffervereiste als bedoeld in artikel 128, lid 1, punt 6, van Richtlijn 2013/36/EU. Het gerapporteerde bedrag is het bedrag aan eigen vermogen dat nodig is om aan de respectieve kapitaalbuffervereisten te voldoen of dat is geschat overeenkomstig de op grond van artikel 45 quater, lid 4, van Richtlijn 2014/59/EU vastgestelde technische reguleringsnormen.

0190

WAARVAN: CONTRACYCLISCHE KAPITAALBUFFER

Artikel 128, punt 2, artikel 130 en de artikelen 135 tot en met 140 van Richtlijn 2013/36/EU. Het gerapporteerde bedrag vertegenwoordigt het bedrag aan eigen vermogen dat nodig is om aan de desbetreffende voor het kalibreren van het MREL gebruikte kapitaalbuffervereisten te voldoen.

0200—0260

BALANSDATA GEBRUIKT VOOR KALIBREREN MREL

0200

REFERENTIEDATUM

Referentiedatum van de in de kolommen 0210 tot en met 0260 gerapporteerde data.

0210—0230

VÓÓR AFWIKKELING

Balansdata gebruikt voor het kalibreren van het MREL vóór afwikkeling.

0240—0260

NA AFWIKKELING

Balansdata gebruikt voor het kalibreren van het MREL na afwikkeling.

0210 , 0240

TREA

Totaal van de risicoposten overeenkomstig artikel 45, lid 2, punt a), van Richtlijn 2014/59/EU en artikel 92, lid 3, van Verordening (EU) nr. 575/2013.

0220, 0250

TOTAAL PASSIVA EN EIGEN VERMOGEN (TLOF)

Som van alle passiva en eigen vermogen van de rapporterende entiteit. Voor derivaten is de gebruikte waarde de som van nettopassiefposities, rekening houdende met regels inzake prudentiële netting.

Dit item stemt overeen met de informatie gerapporteerd in rij 0600 van template Z 02.00 van bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1624.

0230, 0260

TOTALE BLOOTSTELLINGSMAATSTAF (TEM)

Totale blootstellingsmaatstaf overeenkomstig artikel 45, lid 2, onder b), van Richtlijn 2014/59/EU en artikel 429, lid 4, en artikel 429 bis van Verordening (EU) nr. 575/2013.

0270—0380

MREL-BESLUIT

0270

DATUM BESLUIT

Datum waarop de afwikkelingsautoriteit beslist heeft over het MREL of een ontheffingsbesluit heeft vastgesteld.

0280

DATUM INACHTNEMING

Datum vanaf wanneer de instelling het MREL of het ontheffingsbesluit in acht moet nemen.

0290

VEREISTE ALS TREA-PERCENTAGE

De rapporterende autoriteiten rapporteren het MREL als TREA-percentage berekend overeenkomstig artikel 92, lid 3, van Verordening (EU) nr. 575/2013.

0300

WAARVAN: KAN MET GARANTIES WORDEN VOLDAAN

Het gedeelte van het in kolom 0290 gerapporteerde vereiste waaraan, overeenkomstig artikel 45 septies, lid 5, van Richtlijn 2014/59/EU, met toestemming van de betrokken afwikkelingsautoriteit mag worden voldaan met een door de af te wikkelen entiteit afgegeven garantie, uitgedrukt als TREA-percentage berekend overeenkomstig artikel 92, lid 3, van Verordening (EU) nr. 575/2013.

0310

VEREISTE ALS TEM-PERCENTAGE

Het MREL van de entiteit als TEM-percentage berekend overeenkomstig artikel 429, lid 4, en artikel 429 bis van Verordening (EU) nr. 575/2013.

0320

WAARVAN: KAN MET GARANTIES WORDEN VOLDAAN

Het gedeelte van het in kolom 0310 gerapporteerde vereiste waaraan, overeenkomstig artikel 45 septies, lid 5, van Richtlijn 2014/59/EU, met toestemming van de betrokken afwikkelingsautoriteit mag worden voldaan met een door de af te wikkelen entiteit afgegeven garantie, uitgedrukt als TEM-percentage berekend overeenkomstig artikel 429, lid 4, en artikel 429 bis van Verordening (EU) nr. 575/2013.

0330—0340

TOTAAL ACHTERSTELLING ALS TREA-PERCENTAGE

De rapporterende autoriteiten rapporteren de vereiste niveaus van achterstelling als TREA-percentage (100 % voor interne MREL).

0350—0360

TOTAAL ACHTERSTELLING ALS TEM-PERCENTAGE

De rapporterende autoriteiten rapporteren de vereiste niveaus van achterstelling als TEM-percentage (100 % voor interne MREL).

0330, 0350

VERPLICHT ACHTERSTELLINGSVEREISTE

De rapporterende autoriteiten rapporteren de vereiste niveaus van achterstelling overeenkomstig artikel 45 quater, leden 5 en 6, en artikel 45 quinquies, lid 2, punt a), van Richtlijn 2014/59/EU, met inbegrip van eventuele gevolgen van de toepassing van artikel 45 ter, lid 4, van Richtlijn 2014/59/EU.

0340, 0360

DISCRETIONAIR ACHTERSTELLINGSVEREISTE

De rapporterende autoriteiten rapporteren de vereiste niveaus van achterstelling overeenkomstig artikel 45 ter, lid 5 of 7, van Richtlijn 2014/59/EU.

0370

TEGEMOETKOMING NIET-ACHTERGESTELDE SCHULD

Voor MSI’s rapporteren de rapporterende autoriteiten het aandeel van de passiva die als in aanmerking komende passiva-instrumenten mogen worden aangemerkt, tot een totaalbedrag dat niet hoger is dan 3,5 % van het TREA berekend overeenkomstig artikel 92, leden 3 en 4, van Verordening (EU) nr. 575/2013.

0380

DE-MINIMIS-TEGEMOETKOMING

Voor MSI’s rapporteren de rapporterende autoriteiten het aandeel van de in artikel 72 bis, lid 2, van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde uitgesloten passiva die, overeenkomstig artikel 72 ter, lid 4, van Verordening (EU) nr. 575/2013, bij insolventie dezelfde rang als of een lagere rang dan in aanmerking komende passiva van de instelling mogen hebben.

0390—0480

AANPASSINGEN

0390—0400

AANPASSINGEN OM VERLIESABSORPTIEBEDRAG TE KALIBREREN ALS TREA- EN TEM-PERCENTAGES

Aanpassingen van het verliesabsorptiebedrag overeenkomstig artikel 45 quater, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2014/59/EU, als TREA- en TEM-percentage.

0410—0460

AANPASSINGEN OM HERKAPITALISATIEBEDRAG TE KALIBREREN ALS TREA-PERCENTAGE

Aanpassingen van het herkapitalisatiebedrag overeenkomstig artikel 45 quater, lid 3, eerste alinea, punt a), ii), of artikel 45 quater, lid 7, eerste alinea, punt a), ii), van Richtlijn 2014/59/EU, als TREA-percentage.

0410—0420

AANPASSINGEN AANVULLEND-EIGENVERMOGENSVEREISTE

Hier alle aanpassingen vermelden van het in artikel 104 bis van Richtlijn 2013/36/EU bedoelde aanvullend-eigenvermogensvereiste overeenkomstig artikel 45 quater, lid 3, vijfde alinea, punt b), of artikel 45 quater, lid 7, vijfde alinea, punt b), van Richtlijn 2014/59/EU.

0430—0440

AANPASSINGEN MET BETREKKING TOT MARKTVERTROUWENBUFFER

Aanpassingen overeenkomstig artikel 45 quater, lid 3, zesde alinea, of artikel 45 quater, lid 7, zesde alinea, van Richtlijn 2014/59/EU.

0450—0460

AANPASSINGEN ALS GEVOLG VAN BALANSMUATIES NA AFWIKKELING

Aanpassingen overeenkomstig artikel 45 quater, lid 3, vijfde alinea, punt a), of artikel 45 quater, lid 7, vijfde alinea, punt a), van Richtlijn 2014/59/EU.

0470—0480

AANPASSINGEN OM HET HERKAPITALISATIEBEDRAG TE KALIBREREN ALS TEM-PERCENTAGE

Aanpassingen van het herkapitalisatiebedrag als gevolg van balansmutaties na afwikkeling overeenkomstig artikel 45 quater, lid 3, eerste alinea, punt b), ii), of artikel 45 quater, lid 7, eerste alinea, punt b), ii), van Richtlijn 2014/59/EU, als percentage van het totaal van de risicoposten.

0410 , 0430, 0450, 0470

OPWAARTS

0420, 0440, 0460, 0480

NEERWAARTS

0490—0540

OVERGANGSPERIODE

De rapporterende autoriteiten vermelden tussentijdse streefniveaus die zij eventueel hebben vastgesteld voor de jaren na rapportagedatum. Het streefniveau wordt uitgedrukt als TREA-percentage en als TEM-percentage.

0490, 0520

MREL-NIVEAU

De rapporterende autoriteiten vermelden het totale MREL-niveau dat instellingen op de tussentijdse datum moeten bereiken.

0500, 0530

ACHTERSTELLING

De rapporterende autoriteiten vermelden het totale achtergestelde niveau dat instellingen op de tussentijdse datum moeten bereiken.

0510 , 0540

TOEPASSINGSDATUM

De rapporterende autoriteiten vermelden de overgangsdata op het traject naar inachtneming van het MREL.


(1)  Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 (PB L 225 van 30.7.2014, blz. 1).

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1624 van de Commissie van 23 oktober 2018 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot procedures, standaardformulieren en templates ten behoeve van de informatieverstrekking voor de opstelling en uitvoering van afwikkelingsplannen voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen overeenkomstig Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1066 van de Commissie (PB L 277 van 7.11.2018, blz. 1).

(3)  Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).

(4)  Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338).


BIJLAGE III

Gemeenschappelijk Data Point Model en validatievoorschriften

DEEL EEN

Gemeenschappelijk Data Point Model (DPM)

Alle in de bijlagen I en II vermelde data worden omgezet in een gemeenschappelijk Data Point Model dat als basis dient voor uniforme IT-systemen van afwikkelingsautoriteiten.

Het gemeenschappelijke Data Point Model voldoet aan de volgende criteria:

a)

het geeft een gestructureerde representatie van alle data-items in de bijlagen I en II;

b)

het identificeert alle in de bijlagen I en II beschreven bedrijfsconcepten;

c)

het geeft een data dictionary met tabellabels, ordinaatlabels, aslabels, domeinlabels, dimensielabels en member-labels;

d)

het geeft maatstaven die de eigenschap of omvang van datapunten aangeven;

e)

het geeft definities van datapunten die zijn uitgedrukt als een samenstel van kenmerken die het financiële concept eenduidig identificeren;

f)

het bevat alle noodzakelijke technische specificaties voor de ontwikkeling van IT-rapportageoplossingen die eenvormige data voor de afwikkelingsrapportage opleveren.

DEEL TWEE

Validatievoorschriften

Voor de in de bijlagen I en II vermelde data gelden validatievoorschriften die de kwaliteit en de consistentie van de data verzekeren.

De validatievoorschriften voldoen aan de volgende criteria:

a)

zij definiëren de logische relaties tussen de betrokken datapunten;

b)

zij bevatten filters en voorwaarden die een dataset definiëren waarop een validatievoorschrift van toepassing is;

c)

zij controleren de consistentie van de gerapporteerde data;

d)

zij controleren de nauwkeurigheid van de gerapporteerde data;

e)

zij stellen standaardwaarden vast die worden gehanteerd ingeval de desbetreffende informatie niet is gerapporteerd.


16.4.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 131/137


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/623 VAN DE COMMISSIE

van 15 april 2021

tot wijziging van bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) (1), en met name artikel 71, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Afrikaanse varkenspest is een infectieuze virale ziekte bij gehouden en in het wild levende varkens en kan ernstige gevolgen hebben voor de betrokken dierpopulatie en de rentabiliteit van de landbouw, waardoor de verplaatsingen van zendingen van die dieren en producten daarvan binnen de Unie en de uitvoer naar derde landen worden verstoord.

(2)

Bij Verordening (EU) 2016/429 is een nieuw wetgevingskader vastgesteld voor de preventie en bestrijding van ziekten die kunnen worden overgedragen op dieren of mensen. Afrikaanse varkenspest valt in die verordening onder de definitie van een in de lijst opgenomen ziekte en is onderworpen aan de regels van die verordening voor de preventie en bestrijding van ziekten.

(3)

Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 van de Commissie (2) is vastgesteld in het kader van Verordening (EU) 2016/429 en bevat bijzondere ziektebestrijdingsmaatregelen in verband met Afrikaanse varkenspest die gedurende een beperkte periode moeten worden toegepast door de in bijlage I bij die verordening vermelde lidstaten in de in die bijlage vermelde beperkingszones. De gebieden die als beperkingszones I, II en III in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 zijn opgenomen, zijn echter gebaseerd op de epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest in de Unie zoals die was in de aanloop naar de vaststelling van die handeling. Zowel Verordening (EU) 2016/429 als Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 zijn van toepassing met ingang van 21 april 2021.

(4)

De epidemiologische situatie in de Unie met betrekking tot Afrikaanse varkenspest is dynamisch en verandert voortdurend. Als gevolg daarvan is de epidemiologische situatie met betrekking tot die ziekte in de Unie in de aanloop naar de vaststelling van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 veranderd. Bijlage I bij die uitvoeringsverordening moet dienovereenkomstig worden gewijzigd zodat de gebieden die zijn opgenomen als beperkingszones I, II en III, de huidige epidemiologische situatie van die ziekte in de Unie weerspiegelen.

(5)

Voorts zijn bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU van de Commissie (3) maatregelen op het gebied van de diergezondheid vastgesteld in verband met Afrikaanse varkenspest in de lidstaten of gebieden daarvan als vermeld in de bijlage bij dat besluit, en dat besluit is tot en met 21 april 2021 van toepassing. De bijlage bij dat uitvoeringsbesluit is laatstelijk gewijzigd bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/544 van de Commissie (4), naar aanleiding van veranderingen in de epidemiologische situatie ten aanzien van die ziekte in Polen. Bijgevolg wordt de huidige epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest in de Unie weerspiegeld in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU, zoals recentelijk gewijzigd bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/544.

(6)

Daarom moeten de beperkingszones I, II en III die zijn opgenomen in de lijst in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605, worden bijgewerkt om rekening te houden met de gebieden die momenteel zijn opgenomen in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU, zoals recentelijk gewijzigd bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/544. Dit is ook noodzakelijk voor continuïteit en consistentie na het verstrijken van Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU en het begin van de toepassing van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605.

(7)

Bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 moet daarom worden gewijzigd om rekening te houden met de huidige epidemiologische situatie van Afrikaanse varkenspest in de Unie en met het oog op de proactieve bestrijding van de met de verspreiding van die ziekte samenhangende risico’s door te zorgen voor een soepele overgang naar het nieuwe wetgevingskader dat vanaf 21 april 2021 van toepassing is.

(8)

Gezien de urgentie van de epidemiologische situatie in de Unie wat de verspreiding van Afrikaanse varkenspest betreft en rekening houdend met het feit dat Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 met ingang van 21 april 2021 van toepassing is, moeten de bij deze verordening in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 aan te brengen wijzigingen ook vanaf die datum van toepassing zijn.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 21 april 2021.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 april 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 van 7 april 2021 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest (PB L 129 1).

(3)  Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU van de Commissie van 9 oktober 2014 betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met Afrikaanse varkenspest in sommige lidstaten en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit 2014/178/EU (PB L 295 van 11.10.2014, blz. 63).

(4)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/544 van de Commissie van 25 maart 2021 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met Afrikaanse varkenspest in sommige lidstaten (PB L 110 van 30.3.2021, blz. 1).


BIJLAGE

Bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/605 wordt vervangen door:

“BIJLAGE I

BEPERKINGSZONES

DEEL I

1.   Duitsland

De volgende beperkingszones I in Duitsland:

Bundesland Brandenburg:

Landkreis Dahme-Spreewald:

Gemeinde Alt Zauche-Wußwerk,

Gemeinde Byhleguhre-Byhlen,

Gemeinde Märkische Heide, mit den Gemarkungen Alt Schadow, Neu Schadow, Pretschen, Plattkow, Wittmannsdorf, Schuhlen-Wiese, Bückchen, Kuschkow, Gröditsch, Groß Leuthen, Leibchel, Glietz, Groß Leine, Dollgen, Krugau, Dürrenhofe, Biebersdorf und Klein Leine,

Gemeinde Neu Zauche,

Gemeinde Schwielochsee mit den Gemarkungen Groß Liebitz, Guhlen, Mochow und Siegadel,

Gemeinde Spreewaldheide,

Gemeinde Straupitz,

Landkreis Märkisch-Oderland:

Gemeinde Lietzen,

Gemeinde Falkenhagen (Mark),

Gemeinde Zeschdorf,

Gemeinde Treplin,

Gemeinde Fichtenhöhe mit den Gemarkungen Niederjesar, Alt Mahlisch und Carzig — westlich der B 167,

Gemeinde Lindendorf mit den Gemarkungen Neu Mahlisch, Libbenichen und Dolgelin — westlich der B 167,

Gemeinde Müncheberg mit den Gemarkungen Müncheberg, Eggersdorf bei Müncheberg und Hoppegarten bei Müncheberg,

Gemeinde Neulewin,

Gemeinde Bliesdorf mit den Gemarkungen Kunersdorf und Bliesdorf,

Gemeinde Neutrebbin mit den Gemarkungen Neutrebbin und Alttrebbin westlich der L 34 und Altelewin westlich und nordöstlich der L 33,

Gemeinde Märkische Höhe mit den Gemarkungen Reichenberg und Batzlow,

Gemeinde Wriezen mit den Gemarkungen Haselberg, Frankenfelde, Schulzendorf, Lüdersdorf, Biesdorf, Rathsdorf, Wriezen, Altwriezen, Beauregard, Eichwerder und Jäckelsbruch,

Gemeinde Oderaue mit den Gemarkungen Neuranft, Neuküstrinchen, Neurüdnitz, Altwustrow, Neuwustrow und Zäckericker Loose, Altreetz, Altmädewitz und Neumädewitz,

Gemeinde Buckow (Märkische Schweiz),

Gemeinde Strausberg mit den Gemarkungen Hohenstein und Ruhlsdorf,

Gemeine Garzau-Garzin,

Gemeinde Waldsieversdorf,

Gemeinde Rehfelde mit der Gemarkung Werder,

Gemeinde Reichenow-Mögelin,

Gemeinde Prötzel mit den Gemarkungen Harnekop, Sternebeck und Prötzel östlich der B 168 und der L35,

Gemeinde Oberbarnim.

Landkreis Oder-Spree:

Gemeinde Storkow (Mark),

Gemeinde Wendisch Rietz,

Gemeinde Reichenwalde,

Gemeinde Diensdorf-Radlow,

Gemeinde Bad Saarow,

Gemeinde Rietz-Neuendorf mit den Gemarkungen Buckow, Glienicke, Behrensdorf, Ahrensdorf, Herzberg, Görzig, Pfaffendorf, Sauen, Wilmersdorf (G), Neubrück, Drahendorf, Alt Golm,

Gemeinde Tauche mit den Gemarkungen Briescht, Kossenblatt, Werder, Görsdorf (B), Giesendorf, Wulfersdorf, Falkenberg (T), Lindenberg,

Gemeinde Steinhöfel mit den Gemarkungen Demnitz, Steinhöfel, Hasenfelde, Ahrensdorf, Heinersdorf, Tempelberg,

Gemeinde Langewahl,

Gemeinde Berkenbrück,

Gemeinde Briesen (Mark),

Gemeinde Jacobsdorf,

Landkreis Spree-Neiße:

Gemeinde Jänschwalde,

Gemeinde Peitz,

Gemeinde Tauer,

Gemeinde Turnow-Preilack,

Gemeinde Drachhausen,

Gemeinde Schmogrow-Fehrow,

Gemeinde Drehnow,

Gemeinde Guben mit der Gemarkung Schlagsdorf,

Gemeinde Schenkendöbern mit den Gemarkungen Grabko, Kerkwitz, Groß Gastrose,

Gemeinde Teichland,

Gemeinde Dissen-Striesow,

Gemeinde Heinersbrück,

Gemeinde Briesen,

Gemeinde Forst mit den Gemarkungen Briesníg, Weißagk, Bohrau, Naundorf, Mulknitz, Klein Jamno, Forst (Lausitz) und Groß Jamno,

Gemeinde Wiesengrund,

Gemeinde Groß Schacksdorf-Simmersdorf mit der Gemarkung Simmersdorf,

Gemeinde Neiße-Malxetal mit den Gemarkungen Jocksdorf, Klein Kölzig und Groß Kölzig,

Gemeinde Tschernitz mit der Gemarkung Wolfshain,

Gemeinde Felixsee,

Gemeinde Spremberg mit den Gemarkungen Lieskau, Schönheide, Graustein, Türkendorf, Groß Luja, Wadelsdorf, Hornow, Sellessen, Spremberg, Bühlow,

Gemeinde Neuhausen/Spree mit den Gemarkungen Kathlow, Haasow, Sergen, Roggosen, Gablenz, Komptendorf, Laubsdorf, Koppatz, Neuhausen, Drieschnitz, Kahsel, Bagenz,

Stadt Cottbus mit den Gemarkungen Dissenchen, Döbbrick, Merzdorf, Saspow, Schmellwitz, Sielow, Willmersdorf.

Bundesland Sachsen:

Landkreis Bautzen

Gemeinde Großdubrau: Ortsteile Commerau, Göbeln, Jetscheba, Kauppa, Särchen, Spreewiese,

Gemeinde Hochkirch: Ortsteile Kohlwesa, Niethen, Rodewitz, Wawitz, Zschorna,

Gemeinde Königswartha: Ortsteil Oppitz,

Gemeinde Lohsa: Ortsteile Dreiweibern, Driewitz, Friedersdorf, Hermsdorf/Spree, Lippen, Litschen, Lohsa, Riegel, Tiegling, Weißkollm,

Gemeinde Malschwitz: Ortsteile Baruth, Brießnitz, Brösa, Buchwalde, Cannewitz, Dubrauke, Gleina, Guttau, Halbendorf/Spree, Kleinsaubernitz, Lieske, Lömischau, Neudorf/Spree, Preititz, Rackel, Ruhethal, Wartha,

Gemeinde Radibor: Ortsteile Droben, Lippitsch, Milkel, Teicha, Wessel,

Gemeinde Spreetal,

Gemeinde Weißenberg.

Landkreis Görlitz:

Gemeinde Boxberg/O.L., sofern nicht bereits Teil des gefährdeten Gebietes,

Gemeinde Görlitz südlich der Bundesautobahn A4 mit den Ortsteilen Biesnitz, Deutsch Ossig, Historische Altstadt, Innenstadt, Klein Neundorf, Klingewalde, Königshufen, Kunnerwitz, Ludwigsdorf, Nikolaivorstadt, Rauschwalde, Schlauroth, Südstadt, Weinhübel,

Gemeinde Groß Düben, sofern nicht bereits Teil des gefährdeten Gebietes,

Gemeinde Hohendubrau, sofern nicht bereits Teil des gefährdeten Gebietes,

Gemeinde Kodersdorf, sofern nicht bereits Teil des gefährdeten Gebietes,

Gemeinde Königshain,

Gemeinde Löbau: Ortsteile Altcunnewitz, Bellwitz, Dolgowitz, Glossen, Kittlitz, Kleinradmeritz, Krappe, Lautitz, Mauschwitz, Neucunnewitz, Neukittlitz, Oppeln, Rosenhain,

Gemeinde Markersdorf: Ortsteile Holtendorf, Markersdorf, Pfaffendorf,

Gemeinde Mücka, sofern nicht bereits Teil des gefährdeten Gebietes,

Gemeinde Reichenbach/O.L.: Ortsteile Biesig, Borda, Dittmannsdorf, Feldhäuser, Goßwitz, Krobnitz, Lehnhäuser, Löbensmüh, Mengelsdorf, Meuselwitz, Oehlisch, Stadt Reichenbach/O.L., Reißaus, Schöps, Zoblitz,

Gemeinde Schleife, sofern nicht bereits Teil des gefährdeten Gebietes,

Gemeinde Schöpstal, sofern nicht bereits Teil des gefährdeten Gebietes,

Gemeinde Trebendorf, sofern nicht bereits Teil des gefährdeten Gebietes,

Gemeinde Vierkirchen, sofern nicht bereits Teil des gefährdeten Gebietes,

Gemeinde Waldhufen, sofern nicht bereits Teil des gefährdeten Gebietes,

Gemeinde Weißwasser/O.L., sofern nicht bereits Teil des gefährdeten Gebietes.

2.   Estland

De volgende beperkingszones I in Estland:

Hiiu maakond.

3.   Griekenland

De volgende beperkingszones I in Griekenland:

in the regional unit of Drama:

the community departments of Sidironero and Skaloti and the municipal departments of Livadero and Ksiropotamo (in Drama municipality),

the municipal department of Paranesti (in Paranesti municipality),

the municipal departments of Kokkinogeia, Mikropoli, Panorama, Pyrgoi (in Prosotsani municipality),

the municipal departments of Kato Nevrokopi, Chrysokefalo, Achladea, Vathytopos, Volakas, Granitis, Dasotos, Eksohi, Katafyto, Lefkogeia, Mikrokleisoura, Mikromilea, Ochyro, Pagoneri, Perithorio, Kato Vrontou and Potamoi (in Kato Nevrokopi municipality),

in the regional unit of Xanthi:

the municipal departments of Kimmerion, Stavroupoli, Gerakas, Dafnonas, Komnina, Kariofyto and Neochori (in Xanthi municipality),

the community departments of Satres, Thermes, Kotyli, and the municipal departments of Myki, Echinos and Oraio and (in Myki municipality),

the community department of Selero and the municipal department of Sounio (in Avdira municipality),

in the regional unit of Rodopi:

the municipal departments of Komotini, Anthochorio, Gratini, Thrylorio, Kalhas, Karydia, Kikidio, Kosmio, Pandrosos, Aigeiros, Kallisti, Meleti, Neo Sidirochori and Mega Doukato (in Komotini municipality),

the municipal departments of Ipio, Arriana, Darmeni, Archontika, Fillyra, Ano Drosini, Aratos and the Community Departments Kehros and Organi (in Arriana municipality),

the municipal departments of Iasmos, Sostis, Asomatoi, Polyanthos and Amvrosia and the community department of Amaxades (in Iasmos municipality),

the municipal department of Amaranta (in Maroneia Sapon municipality),

in the regional unit of Evros:

the municipal departments of Kyriaki, Mandra, Mavrokklisi, Mikro Dereio, Protokklisi, Roussa, Goniko, Geriko, Sidirochori, Megalo Derio, Sidiro, Giannouli, Agriani and Petrolofos (in Soufli municipality),

the municipal departments of Dikaia, Arzos, Elaia, Therapio, Komara, Marasia, Ormenio, Pentalofos, Petrota, Plati, Ptelea, Kyprinos, Zoni, Fulakio, Spilaio, Nea Vyssa, Kavili, Kastanies, Rizia, Sterna, Ampelakia, Valtos, Megali Doxipara, Neochori and Chandras (in Orestiada municipality),

the municipal departments of Asvestades, Ellinochori, Karoti, Koufovouno, Kiani, Mani, Sitochori, Alepochori, Asproneri, Metaxades, Vrysika, Doksa, Elafoxori, Ladi, Paliouri and Poimeniko (in Didymoteixo municipality),

in the regional unit of Serres:

the municipal departments of Kerkini, Livadia, Makrynitsa, Neochori, Platanakia, Petritsi, Akritochori, Vyroneia, Gonimo, Mandraki, Megalochori, Rodopoli, Ano Poroia, Katw Poroia, Sidirokastro, Vamvakophyto, Promahonas, Kamaroto, Strymonochori, Charopo, Kastanousi and Chortero and the community departments of Achladochori, Agkistro and Kapnophyto (in Sintiki municipality),

the municipal departments of Serres, Elaionas and Oinoussa and the community departments of Orini and Ano Vrontou (in Serres municipality),

the municipal departments of Dasochoriou, Irakleia, Valtero, Karperi, Koimisi, Lithotopos, Limnochori, Podismeno and Chrysochorafa (in Irakleia municipality).

4.   Letland

De volgende beperkingszones I in Letland:

Pāvilostas novada Vērgales pagasts,

Stopiņu novada daļa, kas atrodas uz rietumiem no autoceļa V36, P4 un P5, Acones ielas, Dauguļupes ielas un Dauguļupītes,

Grobiņas novada Medzes, Grobiņas un Gaviezes pagasts. Grobiņas pilsēta,

Rucavas novada Rucavas pagasts,

Nīcas novads.

5.   Litouwen

De volgende beperkingszones I in Litouwen:

Klaipėdos rajono savivaldybė: Agluonėnų, Dovilų, Gargždų, Priekulės, Vėžaičių, Kretingalės ir Dauparų-Kvietinių seniūnijos,

Palangos miesto savivaldybė.

6.   Hongarije

De volgende beperkingszones I in Hongarije:

Békés megye 950950, 950960, 950970, 951950, 952050, 952750, 952850, 952950, 953050, 953150, 953650, 953660, 953750, 953850, 953960, 954250, 954260, 954350, 954450, 954550, 954650, 954750, 954850, 954860, 954950, 955050, 955150, 955250, 955260, 955270, 955350, 955450, 955510, 955650, 955750, 955760, 955850, 955950, 956050, 956060, 956150 és 956160 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Bács-Kiskun megye 600150, 600850, 601550, 601650, 601660, 601750, 601850, 601950, 602050, 603250, 603750 és 603850 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Budapest 1 kódszámú, vadgazdálkodási tevékenységre nem alkalmas területe,

Csongrád-Csanád megye 800150, 800160, 800250, 802220, 802260, 802310 és 802450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Fejér megye 400150, 400250, 400351, 400352, 400450, 400550, 401150, 401250, 401350, 402050, 402350, 402360, 402850, 402950, 403050, 403250, 403350, 403450, 403550, 403650, 403750, 403950, 403960, 403970, 404570, 404650, 404750, 404850, 404950, 404960, 405050, 405750, 405850, 405950, 406050, 406150, 406550, 406650 és 406750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Jász-Nagykun-Szolnok megye 750150, 750160, 750260, 750350, 750450, 750460, 754450, 754550, 754560, 754570, 754650, 754750, 754950, 755050, 755150, 755250, 755350 és 755450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Komárom-Esztergom megye 250150, 250250, 250350, 250450, 250460, 250550, 250650, 250750, 250850, 250950, 251050, 251150, 251250, 251350, 251360, 251450, 251550, 251650, 251750, 251850, 252150 és 252250, kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Pest megye 571550, 572150, 572250, 572350, 572550, 572650, 572750, 572850, 572950, 573150, 573250, 573260, 573350, 573360, 573450, 573850, 573950, 573960, 574050, 574150, 574350, 574360, 574550, 574650, 574750, 574850, 574860, 574950, 575050, 575150, 575250, 575350, 575550, 575650, 575750, 575850, 575950, 576050, 576150, 576250, 576350, 576450, 576650, 576750, 576850, 576950, 577050, 577150, 577350, 577450, 577650, 577850, 577950, 578050, 578150, 578250, 578350, 578360, 578450, 578550, 578560, 578650, 578850, 578950, 579050, 579150, 579250, 579350, 579450, 579460, 579550, 579650, 579750, 580250 és 580450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe.

7.   Polen

De volgende beperkingszones I in Polen:

w województwie warmińsko-mazurskim:

gminy Wielbark i Rozogi w powiecie szczycieńskim,

gminy Janowiec Kościelny, Janowo i część gminy Kozłowo położona na południe od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie nidzickim,

gminy Iłowo — Osada, Lidzbark, Płośnica, miasto Działdowo, część gminy Rybno położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę kolejową, część gminy wiejskiej Działdowo położona na południe od linii wyznaczonej przez linie kolejowe biegnące od wschodniej do zachodniej granicy gminy w powiecie działdowskim,

gminy Kisielice, Susz i część gminy wiejskiej Iława położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 521 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą łączącą miejscowości Szymbark — Ząbrowo — Segnowy — Laseczno — Gulb, a następnie na zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Szymbark — Ząbrowo — Segnowy — Laseczno — Gulb biegnącą do południowej granicy gminy w powiecie iławskim,

gminy Biskupiec, Kurzętnik, część gminy wiejskiej Nowe Miasto Lubawskie położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od zachodniej granicy gminy do miejscowości Lekarty, a następnie na południowy — zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Lekarty — Nowy Dwór Bratiański biegnącą do północnej granicy gminy miejskiej Nowe Miasto Lubawskie oraz na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 538, część gminy Grodziczno położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 538 w powiecie nowomiejskim.

w województwie podlaskim:

gminy Wysokie Mazowieckie z miastem Wysokie Mazowieckie, Czyżew i część gminy Kulesze Kościelne położona na południe od linii wyznaczonej przez linię koleją w powiecie wysokomazowieckim,

gminy Miastkowo, Nowogród, Śniadowo i Zbójna w powiecie łomżyńskim,

gminy Szumowo, Zambrów z miastem Zambrów i część gminy Kołaki Kościelne położona na południe od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie zambrowskim,

w województwie mazowieckim:

powiat ostrołęcki,

powiat miejski Ostrołęka,

gminy Bielsk, Brudzeń Duży, Bulkowo, Drobin, Gąbin, Łąck, Nowy Duninów, Radzanowo, Słupno, Staroźreby i Stara Biała w powiecie płockim,

powiat miejski Płock,

gmina Grudusk w powiecie ciechanowskim,

gminy Baboszewo, Dzierzążnia, Raciąż i miasto Raciąż w powiecie płońskim,

powiat sierpecki,

powiat żuromiński,

gminy Andrzejewo, Brok, Stary Lubotyń, Szulborze Wielkie, Wąsewo, Ostrów Mazowiecka z miastem Ostrów Mazowiecka, część gminy Małkinia Górna położona na północ od rzeki Brok w powiecie ostrowskim,

gminy Dzierzgowo, Lipowiec Kościelny, miasto Mława, Radzanów, Szreńsk, Szydłowo, Stupsk, Wiśniewo i Wieczfnia Kościelna, w powiecie mławskim,

powiat przasnyski,

powiat makowski,

powiat pułtuski,

gminy wyszkowski,

gminy Jadów, Strachówka i Tłuszcz w powiecie wołomińskim,

gminy Korytnica, Liw, Łochów, Miedzna, Sadowne, Stoczek i miasto Węgrów w powiecie węgrowskim,

gminy Kowala, Wierzbica, część gminy Wolanów położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 12 w powiecie radomskim,

powiat miejski Radom,

gminy Jastrząb, Mirów, Orońsko w powiecie szydłowieckim,

powiat gostyniński,

w województwie podkarpackim:

gminy Pruchnik, Rokietnica, Roźwienica, w powiecie jarosławskim,

gminy Fredropol, Krasiczyn, Krzywcza, Medyka, Orły, Żurawica, Przemyśl w powiecie przemyskim,

powiat miejski Przemyśl,

gminy Gać, Jawornik Polski, Kańczuga, część gminy Zarzecze położona na południe od linii wyznaczonej przez rzekę Mleczka w powiecie przeworskim,

powiat łańcucki,

gminy Trzebownisko, Głogów Małopolski i część gminy Sokołów Małopolski położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 875 w powiecie rzeszowskim,

gminy Dzikowiec, Kolbuszowa, Niwiska i Raniżów w powiecie kolbuszowskim,

gminy Borowa, Czermin, Gawłuszowice, Mielec z miastem Mielec, Padew Narodowa, Przecław, Tuszów Narodowy w powiecie mieleckim,

w województwie świętokrzyskim:

powiat opatowski,

powiat sandomierski,

gminy Bogoria, Łubnice, Oleśnica, Osiek, Połaniec, Rytwiany i Staszów w powiecie staszowskim,

gminy Bliżyn, Skarżysko — Kamienna, Suchedniów i Skarżysko Kościelne w powiecie skarżyskim,

gmina Wąchock, część gminy Brody położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 9 oraz na południowy — zachód od linii wyznaczonej przez drogi: nr 0618T biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania w miejscowości Lipie, drogę biegnącą od miejscowości Lipie do wschodniej granicy gminy oraz na północ od drogi nr 42 i część gminy Mirzec położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 744 biegnącą od południowej granicy gminy do miejscowości Tychów Stary a następnie przez drogę nr 0566T biegnącą od miejscowości Tychów Stary w kierunku północno — wschodnim do granicy gminy w powiecie starachowickim,

powiat ostrowiecki,

gminy Fałków, Ruda Maleniecka, Radoszyce, Smyków, część gminy Końskie położona na zachód od linii kolejowej, część gminy Stąporków położona na południe od linii kolejowej w powiecie koneckim,

gminy Mniów i Zagnańsk w powiecie kieleckim,

w województwie łódzkim:

gminy Łyszkowice, Kocierzew Południowy, Kiernozia, Chąśno, Nieborów, część gminy wiejskiej Łowicz położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 92 biegnącej od granicy miasta Łowicz do zachodniej granicy gminy oraz część gminy wiejskiej Łowicz położona na wschód od granicy miasta Łowicz i na północ od granicy gminy Nieborów w powiecie łowickim,

gminy Cielądz, Rawa Mazowiecka z miastem Rawa Mazowiecka w powiecie rawskim,

gminy Bolimów, Głuchów, Godzianów, Lipce Reymontowskie, Maków, Nowy Kawęczyn, Skierniewice, Słupia w powiecie skierniewickim,

powiat miejski Skierniewice,

gminy Mniszków, Paradyż, Sławno i Żarnów w powiecie opoczyńskim,

gminy Czerniewice, Inowłódz, Lubochnia, Rzeczyca, Tomaszów Mazowiecki z miastem Tomaszów Mazowiecki i Żelechlinek w powiecie tomaszowskim,

gmina Aleksandrów w powiecie piotrkowskim,

w województwie pomorskim:

gminy Ostaszewo, miasto Krynica Morska oraz część gminy Nowy Dwór Gdański położona na południowy — zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 55 biegnącą od południowej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 7, następnie przez drogę nr 7 i S7 biegnącą do zachodniej granicy gminy w powiecie nowodworskim,

gminy Lichnowy, Miłoradz, Nowy Staw, Malbork z miastem Malbork w powiecie malborskim,

gminy Mikołajki Pomorskie, Stary Targ i Sztum w powiecie sztumskim,

powiat gdański,

Miasto Gdańsk,

powiat tczewski,

powiat kwidzyński,

w województwie lubuskim:

gminy Przytoczna, Pszczew, Skwierzyna i część gminy Trzciel położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 92 w powiecie międzyrzeckim,

gminy Lubniewice i Krzeszyce w powiecie sulęcińskim,

gminy Bogdaniec, Deszczno, Lubiszyn i część gminy Witnica położona na północny — wschód od drogi biegnącej od zachodniej granicy gminy od miejscowości Krześnica, przez miejscowości Kamień Wielki — Mościce -Witnica — Kłopotowo do południowej granicy gminy w powiecie gorzowskim,

w województwie dolnośląskim:

gminy Bolesławiec z miastem Bolesławiec, Gromadka i Osiecznica w powiecie bolesławieckim,

gmina Węgliniec w powiecie zgorzeleckim,

gmina Chocianów i część gminy Przemków położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 12 w powiecie polkowickim,

gmina Góra, Wąsosz, część gminy Niechlów położona na północny — wschód od linii wyznaczonej przez rzekę Barycz i część gminy Jemielno położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 323 w powiecie górowskim,

gmina Wińsko w powiecie wołowskim,

gminy Ścinawa i Lubin z miastem Lubin w powiecie lubińskim,

w województwie wielkopolskim:

gminy Krzemieniewo, Rydzyna, część gminy Święciechowa położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 12w powiecie leszczyńskim,

część gminy Kwilcz położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 24, część gminy Międzychód położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 24 w powiecie międzychodzkim,

gminy Lwówek, Kuślin, Opalenica, część gminy Miedzichowo położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 92, część gminy Nowy Tomyśl położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 305 w powiecie nowotomyskim,

gminy Granowo, Grodzisk Wielkopolski i część gminy Kamieniec położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 308 w powiecie grodziskim,

gmina Czempiń, miasto Kościan, część gminy wiejskiej Kościan położona na północny — zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 5 oraz na wschód od linii wyznaczonej przez kanał Obry, część gminy Krzywiń położona na wschód od linii wyznaczonej przez kanał Obry w powiecie kościańskim,

powiat miejski Poznań,

gminy Buk, Dopiewo, Komorniki, Tarnowo Podgórne, Stęszew, Swarzędz, Pobiedziska, Czerwonak, Mosina, miasto Luboń, miasto Puszczykowo i część gminy Kórnik położona na zachód od linii wyznaczonych przez drogi: nr S11 biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 434 i drogę nr 434 biegnącą od tego skrzyżowania do południowej granicy gminy, część gminy Rokietnica położona na południowy zachód od linii kolejowej biegnącej od północnej granicy gminy w miejscowości Krzyszkowo do południowej granicy gminy w miejscowości Kiekrz oraz część gminy wiejskiej Murowana Goślina położona na południe od linii kolejowej biegnącej od północnej granicy miasta Murowana Goślina do północno-wschodniej granicy gminy w powiecie poznańskim,

gmina Kiszkowo i część gminy Kłecko położona na zachód od rzeki Mała Wełna w powiecie gnieźnieńskim,

gminy Lubasz, Czarnków z miastem Czarnków, część gminy Połajewo na położona na północ od drogi łączącej miejscowości Chraplewo, Tarnówko-Boruszyn, Krosin, Jakubowo, Połajewo — ul. Ryczywolska do północno-wschodniej granicy gminy oraz część gminy Wieleń położona na południe od linii kolejowej biegnącej od wschodniej granicy gminy przez miasto Wieleń i miejscowość Herburtowo do zachodniej granicy gminy w powiecie czarnkowsko-trzcianeckim,

gminy Duszniki, Kaźmierz, Pniewy, Ostroróg, Wronki, miasto Szamotuły i część gminy Szamotuły położona na zachód od zachodniej granicy miasta Szamotuły i na południe od linii kolejowej biegnącej od południowej granicy miasta Szamotuły, do południowo-wschodniej granicy gminy oraz część gminy Obrzycko położona na zachód od drogi nr 185 łączącej miejscowości Gaj Mały, Słopanowo i Obrzycko do północnej granicy miasta Obrzycko, a następnie na zachód od drogi przebiegającej przez miejscowość Chraplewo w powiecie szamotulskim,

gmina Budzyń w powiecie chodzieskim,

gminy Mieścisko, Skoki i Wągrowiec z miastem Wągrowiec w powiecie wągrowieckim,

powiat pleszewski,

gmina Zagórów w powiecie słupeckim,

gmina Pyzdry w powiecie wrzesińskim,

gminy Kotlin, Żerków i część gminy Jarocin położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogi nr S11 i 15 w powiecie jarocińskim,

gmina Rozdrażew, część gminy Koźmin Wielkopolski położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 15, część gminy Krotoszyn położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 15 oraz na wschód od granic miasta Krotoszyn w powiecie krotoszyńskim,

gminy Nowe Skalmierzyce, Raszków, Ostrów Wielkopolski z miastem Ostrów Wielkopolski w powiecie ostrowskim,

powiat miejski Kalisz,

gminy Blizanów, Stawiszyn, Żelazków, Ceków — Kolonia, Godziesze Wielkie, Koźminek, Lisków, Mycielin, Opatówek, Szczytniki w powiecie kaliskim,

gmina Malanów i część gminy Tuliszków położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 72 w powiecie tureckim,

gminy Rychwał, Rzgów, Grodziec, część gminy Stare Miasto położona na południe od linii wyznaczonej przez autostradę nr A2 w powiecie konińskim,

w województwie zachodniopomorskim:

część gminy Dębno położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 126 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 23 w miejscowości Dębno, następnie na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 23 do skrzyżowania z ul. Jana Pawła II w miejscowości Cychry, następnie na północ od ul. Jana Pawła II do skrzyżowania z ul. Ogrodową i dalej na północ od linii wyznaczonej przez ul. Ogrodową, której przedłużenie biegnie do wschodniej granicy gminy w powiecie myśliborskim,

gminy Chojna, Trzcińsko — Zdrój oraz część gminy Cedynia położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 124 biegnącą od zachodniej granicy gminy do miasta Cedynia, a następnie na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 125 biegnącą od miasta Cedynia do wschodniej granicy gminy w powiecie gryfińskim.

8.   Slowakije

De volgende beperkingszones I in Slowakije:

the whole district of Vranov nad Topľou, except municipalities included in part II,

the whole district of Humenné, except municipalities included in part II,

the whole district of Snina,

the whole district of Medzilaborce,

the whole district of Stropkov,

the whole district of Svidník, except municipalities included in part II,

the whole district of Stará Ľubovňa, except municipalities included in part II,

the whole district of whole Kežmarok,

the whole district of Poprad,

in the district of Rimavská Sobota the whole municipalities of Jesenské, Ožďany, Sútor, Rimavské Janovce, Belín, Pavlovce, Gortva, Bizovo, Čenice, Hodejovec, Blhovce, Hodejov, Čierny Potok, Gemerček, Konrádovce, Dolné Zahorany, Husiná, Rimavská Sobota, Hajnáčka, Stará Bašta, Nová Bašta, Večelkov, Studená, Tachty,

the whole district of Lučenec, except municipalities included in part II,

the whole district of Veľký Krtíš, except municipalities included in part II,

in the district of Zvolen, the whole municipality of Lešť,

the whole district of Detva,

the whole district of Brezno.

DEEL II

1.   Bulgarije

De volgende beperkingszones II in Bulgarije:

the whole region of Haskovo,

the whole region of Yambol,

the whole region of Stara Zagora,

the whole region of Pernik,

the whole region of Kyustendil,

the whole region of Plovdiv,

the whole region of Pazardzhik,

the whole region of Smolyan,

the whole region of Dobrich,

the whole region of Sofia city,

the whole region of Sofia Province,

the whole region of Blagoevgrad,

the whole region of Razgrad,

the whole region of Kardzhali,

the whole region of Burgas excluding the areas in Part III,

the whole region of Varna excluding the areas in Part III.

2.   Duitsland

De volgende beperkingszones II in Duitsland:

Bundesland Brandenburg:

Landkreis Oder-Spree:

Gemeinde Grunow-Dammendorf,

Gemeinde Mixdorf,

Gemeinde Schlaubetal,

Gemeinde Neuzelle,

Gemeinde Neißemünde,

Gemeinde Lawitz,

Gemeinde Eisenhüttenstadt,

Gemeinde Vogelsang,

Gemeinde Ziltendorf,

Gemeinde Wiesenau,

Gemeinde Friedland,

Gemeinde Siehdichum,

Gemeinde Müllrose,

Gemeinde Groß Lindow,

Gemeinde Brieskow-Finkenheerd,

Gemeinde Ragow-Merz,

Gemeinde Beeskow,

Gemeinde Rietz-Neuendorf mit den Gemarkungen Groß Rietz und Birkholz,

Gemeinde Tauche mit den Gemarkungen Stremmen, Ranzig, Trebatsch, Sabrodt, Sawall, Mitweide und Tauche,

Landkreis Dahme-Spreewald:

Gemeinde Jamlitz,

Gemeinde Lieberose,

Gemeinde Schwielochsee mit den Gemarkungen Goyatz, Jessern, Lamsfeld, Ressen, Speichrow und Zaue,

Landkreis Spree-Neiße:

Gemeinde Schenkendöbern mit den Gemarkungen Stakow, Reicherskreuz, Groß Drewitz, Sembten, Lauschütz, Krayne, Lübbinchen, Grano, Pinnow, Bärenklau, Schenkendöbern und Atterwasch,

Gemeinde Guben mit den Gemarkungen Bresinchen, Guben und Deulowitz,

Gemeinde Forst (Lausitz) mit den Gemarkungen Groß Bademeusel und Klein Bademeusel,

Gemeinde Groß Schacksdorf-Simmersdorf mit der Gemarkung Groß Schacksdorf,

Gemeinde Neiße-Malxetal mit den Gemarkungen Preschen und Jerischke,

Gemeinde Döbern,

Gemeinde Jämlitz-Klein Düben,

Gemeinde Tschernitz mit der Gemarkung Tschernitz,

Landkreis Märkisch-Oderland:

Gemeinde Zechin,

Gemeinde Bleyen-Genschmar,

Gemeinde Neuhardenberg,

Gemeinde Golzow,

Gemeinde Küstriner Vorland,

Gemeinde Alt Tucheband,

Gemeinde Reitwein,

Gemeinde Podelzig,

Gemeinde Letschin,

Gemeinde Gusow-Platkow,

Gemeinde Seelow,

Gemeinde Vierlinden,

Gemeinde Lindendorf mit den Gemarkungen Sachsendorf, Libbenichen und Dolgelin — östlich der B 167,

Gemeinde Fichtenhöhe mit der Gemarkung Carzig — östlich der B 167,

Gemeinde Lebus,

Gemeinde Müncheberg mit den Gemarkungen Jahnsfelde, Trebnitz, Obersdorf, Münchehofe und Hermersdorf,

Gemeinde Märkische Höhe mit der Gemarkung Rindenwalde,

Gemeinde Bliesdorf mit der Gemarkung Metzdorf,

Gemarkung Neutrebbin mit den Gemarkungen Wuschewier, Altbarnim, Neutrebbin, Alttrebbin östlich der L 34 und Altlewin östlich der L 34 und südwestlich der L 33,

kreisfreie Stadt Frankfurt (Oder),

Bundesland Sachsen:

Landkreis Görlitz:

Gemeinde Bad Muskau,

Gemeinde Boxberg/O.L. östlich des Straßenverlaufes K8472 bis Kaschel — S121 — Jahmen —Dürrbacher Straße — K8472 — Eselsberg — S131 — Boxberg — K 8481,

Gemeinde Gablenz,

Gemeinde Görlitz nördlich der Bundesautobahn A4,

Gemeinde Groß Düben südlich des Straßenverlaufes S126 — Halbendorf — K8478,

Gemeinde Hähnichen,

Gemeinde Hohendubrau östlich des Straßenverlaufes der Verbindungsstraße Buchholz-Gebelzig — S55,

Gemeinde Horka,

Gemeinde Kodersdorf nördlich der Bundesautobahn A4,

Gemeinde Krauschwitz i.d. O.L.,

Gemeinde Kreba-Neudorf,

Gemeinde Mücka östlich des Straßenverlaufes S55 — K8471 — Förstgen — K8472,

Gemeinde Neißeaue,

Gemeinde Niesky,

Gemeinde Quitzdorf am See,

Gemeinde Rietschen,

Gemeinde Rothenburg/O.L.,

Gemeinde Schleife östlich des Straßenverlaufes S130 — S126,

Gemeinde Schöpstal nördlich der Bundesautobahn A4,

Gemeinde Trebendorf östlich der K8481,

Gemeinde Vierkirchen nördlich der Bundesautobahn A4 und östlich der Verbindungsstraße Buchholz-Gebelzig,

Gemeinde Waldhufen nördlich der Bundesautobahn A4,

Gemeinde Weißkeißel,

Gemeinde Weißwasser/O.L. östlich der K8481.

3.   Estland

De volgende beperkingszones II in Estland:

Eesti Vabariik (välja arvatud Hiiu maakond).

4.   Letland

De volgende beperkingszones II in Letland:

Ādažu novads,

Aizputes novada Aizputes, Cīravas un Lažas pagasts, Kalvenes pagasta daļa uz rietumiem no ceļa pie Vārtājas upes līdz autoceļam A9, uz dienvidiem no autoceļa A9, uz rietumiem no autoceļa V1200, Kazdangas pagasta daļa uz rietumiem no ceļa V1200, P115, P117, V1296, Aizputes pilsēta,

Aglonas novads,

Aizkraukles novads,

Aknīstes novads,

Alojas novads,

Alsungas novads,

Alūksnes novads,

Amatas novads,

Apes novads,

Auces novads,

Babītes novads,

Baldones novads,

Baltinavas novads,

Balvu novads,

Bauskas novads,

Beverīnas novads,

Brocēnu novads,

Burtnieku novads,

Carnikavas novads,

Cēsu novads

Cesvaines novads,

Ciblas novads,

Dagdas novads,

Daugavpils novads,

Dobeles novads,

Dundagas novads,

Durbes novads,

Engures novads,

Ērgļu novads,

Garkalnes novads,

Grobiņas novada Bārtas pagasts,

Gulbenes novads,

Iecavas novads,

Ikšķiles novads,

Ilūkstes novads,

Inčukalna novads,

Jaunjelgavas novads,

Jaunpiebalgas novads,

Jaunpils novads,

Jēkabpils novads,

Jelgavas novads,

Kandavas novads,

Kārsavas novads,

Ķeguma novads,

Ķekavas novads,

Kocēnu novads,

Kokneses novads,

Krāslavas novads,

Krimuldas novads,

Krustpils novads,

Kuldīgas novada, Laidu pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa V1296, Padures, Rumbas, Rendas, Kabiles, Vārmes, Pelču, Ēdoles, Īvandes, Kurmāles, Turlavas, Gudenieku un Snēpeles pagasts, Kuldīgas pilsēta,

Lielvārdes novads,

Līgatnes novads,

Limbažu novads,

Līvānu novads,

Lubānas novads,

Ludzas novads,

Madonas novads,

Mālpils novads,

Mārupes novads,

Mazsalacas novads,

Mērsraga novads,

Naukšēnu novads,

Neretas novads,

Ogres novads,

Olaines novads,

Ozolnieku novads,

Pārgaujas novads,

Pāvilostas novada Sakas pagasts, Pāvilostas pilsēta,

Pļaviņu novads,

Preiļu novads,

Priekules novads,

Priekuļu novads,

Raunas novads,

republikas pilsēta Daugavpils,

republikas pilsēta Jelgava,

republikas pilsēta Jēkabpils,

republikas pilsēta Jūrmala,

republikas pilsēta Rēzekne,

republikas pilsēta Valmiera,

Rēzeknes novads,

Riebiņu novads,

Rojas novads,

Ropažu novads,

Rucavas novada Dunikas pagasts,

Rugāju novads,

Rundāles novads,

Rūjienas novads,

Salacgrīvas novads,

Salas novads,

Salaspils novads,

Saldus novads,

Saulkrastu novads,

Sējas novads,

Siguldas novads,

Skrīveru novads,

Skrundas novada Raņķu pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa V1272 līdz robežai ar Ventas upi, Skrundas pagasta daļa no Skrundas uz ziemeļiem no autoceļa A9 un austrumiem no Ventas upes,

Smiltenes novads,

Stopiņu novada daļa, kas atrodas uz austrumiem no autoceļa V36, P4 un P5, Acones ielas, Dauguļupes ielas un Dauguļupītes,

Strenču novads,

Talsu novads,

Tērvetes novads,

Tukuma novads,

Vaiņodes novada Vaiņodes pagasts un Embūtes pagasta daļa uz dienvidiem autoceļa P116, P106,

Valkas novads,

Varakļānu novads,

Vārkavas novads,

Vecpiebalgas novads,

Vecumnieku novads,

Ventspils novads,

Viesītes novads,

Viļakas novads,

Viļānu novads,

Zilupes novads.

5.   Litouwen

De volgende beperkingszones II in Litouwen:

Alytaus miesto savivaldybė,

Alytaus rajono savivaldybė,

Anykščių rajono savivaldybė,

Akmenės rajono savivaldybė,

Birštono savivaldybė,

Biržų miesto savivaldybė,

Biržų rajono savivaldybė,

Druskininkų savivaldybė,

Elektrėnų savivaldybė,

Ignalinos rajono savivaldybė,

Jonavos rajono savivaldybė,

Joniškio rajono savivaldybė,

Jurbarko rajono savivaldybė: Eržvilko, Girdžių, Jurbarko miesto, Jurbarkų, Raudonės, Šimkaičių, Skirsnemunės, Smalininkų, Veliuonos ir Viešvilės seniūnijos,

Kaišiadorių rajono savivaldybė,

Kalvarijos savivaldybė,

Kauno miesto savivaldybė,

Kauno rajono savivaldybė: Akademijos, Alšėnų, Batniavos, Ežerėlio, Domeikavos, Garliavos, Garliavos apylinkių, Karmėlavos, Kulautuvos, Lapių, Linksmakalnio, Neveronių, Raudondvario, Ringaudų, Rokų, Samylų, Taurakiemio, Vandžiogalos, Užliedžių, Vilkijos, ir Zapyškio seniūnijos, Babtų seniūnijos dalis į rytus nuo kelio A1, ir Vilkijos apylinkių seniūnijos dalis į vakarus nuo kelio Nr. 1907,

Kazlų rūdos savivaldybė,

Kelmės rajono savivaldybė,

Kėdainių rajono savivaldybė: Dotnuvos, Gudžiūnų, Kėdainių miesto, Krakių, Pelėdnagių, Surviliškio, Šėtos, Truskavos, Vilainių ir Josvainių seniūnijos dalis į šiaurę ir rytus nuo kelio Nr. 229 ir Nr. 2032,

Klaipėdos rajono savivaldybė: Judrėnų, Endriejavo ir Veiviržėnų seniūnijos,

Kupiškio rajono savivaldybė,

Kretingos rajono savivaldybė,

Lazdijų rajono savivaldybė,

Marijampolės savivaldybė,

Mažeikių rajono savivaldybė,

Molėtų rajono savivaldybė,

Pagėgių savivaldybė,

Pakruojo rajono savivaldybė,

Panevėžio rajono savivaldybė,

Panevėžio miesto savivaldybė,

Pasvalio rajono savivaldybė,

Radviliškio rajono savivaldybė,

Rietavo savivaldybė,

Prienų rajono savivaldybė,

Plungės rajono savivaldybė: Žlibinų, Stalgėnų, Nausodžio, Plungės miesto, Šateikių ir Kulių seniūnijos,

Raseinių rajono savivaldybė: Betygalos, Girkalnio, Kalnujų, Nemakščių, Pagojukų, Paliepių, Raseinių miesto, Raseinių, Šiluvos, Viduklės seniūnijos,

Rokiškio rajono savivaldybė,

Skuodo rajono savivaldybės: Aleksandrijos, Ylakių, Lenkimų, Mosėdžio, Skuodo ir Skuodo miesto seniūnijos,

Šakių rajono savivaldybė,

Šalčininkų rajono savivaldybė,

Šiaulių miesto savivaldybė,

Šiaulių rajono savivaldybė,

Šilutės rajono savivaldybė,

Širvintų rajono savivaldybė,

Šilalės rajono savivaldybė,

Švenčionių rajono savivaldybė,

Tauragės rajono savivaldybė,

Telšių rajono savivaldybė,

Trakų rajono savivaldybė,

Ukmergės rajono savivaldybė,

Utenos rajono savivaldybė,

Varėnos rajono savivaldybė,

Vilniaus miesto savivaldybė,

Vilniaus rajono savivaldybė,

Vilkaviškio rajono savivaldybė,

Visagino savivaldybė,

Zarasų rajono savivaldybė.

6.   Hongarije

De volgende beperkingszones II in Hongarije:

Békés megye 950150, 950250, 950350, 950450, 950550, 950650, 950660, 950750, 950850, 950860, 951050, 951150, 951250, 951260, 951350, 951450, 951460, 951550, 951650, 951750, 952150, 952250, 952350, 952450, 952550, 952650, 953250, 953260, 953270, 953350, 953450, 953550, 953560, 953950, 954050, 954060, 954150, 956250, 956350, 956450, 956550, 956650 és 956750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Borsod-Abaúj-Zemplén megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe,

Fejér megye 403150, 403160, 403260, 404250, 404550, 404560, 405450, 405550, 405650, 406450 és 407050 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Hajdú-Bihar megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe,

Heves megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe,

Jász-Nagykun-Szolnok megye 750250, 750550, 750650, 750750, 750850, 750970, 750980, 751050, 751150, 751160, 751250, 751260, 751350, 751360, 751450, 751460, 751470, 751550, 751650, 751750, 751850, 751950, 752150, 752250, 752350, 752450, 752460, 752550, 752560, 752650, 752750, 752850, 752950, 753060, 753070, 753150, 753250, 753310, 753450, 753550, 753650, 753660, 753750, 753850, 753950, 753960, 754050, 754150, 754250, 754360, 754370, 754850, 755550, 755650 és 755750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Komárom-Esztergom megye: 251950, 252050, 252350, 252450, 252460, 252550, 252650, 252750, 252850, 252860, 252950, 252960, 253050, 253150, 253250, 253350, 253450 és 253550 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Nógrád megye valamennyi vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Pest megye 570150, 570250, 570350, 570450, 570550, 570650, 570750, 570850, 570950, 571050, 571150, 571250, 571350, 571650, 571750, 571760, 571850, 571950, 572050, 573550, 573650, 574250, 577250, 580050 és 580150 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Szabolcs-Szatmár-Bereg megye valamennyi vadgazdálkodási egységének teljes területe.

7.

Polen

De volgende beperkingszones II in Polen:

w województwie warmińsko-mazurskim:

gminy Kalinowo, Stare Juchy, Prostki oraz gmina wiejska Ełk w powiecie ełckim,

powiat elbląski,

powiat miejski Elbląg,

powiat gołdapski,

powiat piski,

powiat bartoszycki,

gminy Biskupiec, Jeziorany, Kolno, część gminy Olsztynek położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr S51 biegnącą od wschodniej granicy gminy do miejscowości Ameryka oraz na zachód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od skrzyżowania z drogą S51 do północnej granicy gminy, łączącej miejscowości Mańki — Mycyny — Ameryka w powiecie olsztyńskim,

gminy Dąbrówno, Grunwald, część gminy Małdyty położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr S7, część gminy Miłomłyn położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr S7, część gminy wiejskiej Ostróda położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr S7 oraz na południe od drogi nr 16, część miasta Ostróda położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr S7 w powiecie ostródzkim,

powiat giżycki,

powiat braniewski,

powiat kętrzyński,

gminy Lubomino i Orneta w powiecie lidzbarskim,

gmina Nidzica i część gminy Kozłowo położona na północ od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie nidzickim,

gminy Dźwierzuty, Jedwabno, Pasym, Szczytno i miasto Szczytno i Świętajno w powiecie szczycieńskim,

powiat mrągowski,

gminy Lubawa, miasto Lubawa, Zalewo, miasto Iława i część gminy wiejskiej Iława położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 521 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą łączącą miejscowości Szymbark — Ząbrowo — Segnowy — Laseczno — Gulb, a następnie na wschód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Szymbark — Ząbrowo — Segnowy — Laseczno — Gulb biegnącą do południowej granicy gminy w powiecie iławskim,

część gminy wiejskiej Nowe Miasto Lubawskie położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od zachodniej granicy gminy do miejscowości Lekarty, a następnie na północny -wschód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Lekarty — Nowy Dwór Bratiański biegnącą do północnej granicy gminy miejskiej Nowe Miasto Lubawskie oraz na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 538, część gminy Grodziczno położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 538 w powiecie nowomiejskim,

powiat węgorzewski,

część gminy Rybno położona na północ od linii kolejowej, część gminy wiejskiej Działdowo położona na północ od linii wyznaczonej przez linie kolejowe biegnące od wschodniej do zachodniej granicy gminy w powiecie działdowskim,

w województwie podlaskim:

powiat bielski,

powiat grajewski,

powiat moniecki,

powiat sejneński,

gminy Łomża, Piątnica, Jedwabne, Przytuły i Wizna w powiecie łomżyńskim,

powiat miejski Łomża,

powiat siemiatycki,

powiat hajnowski,

gminy Ciechanowiec, Klukowo, Szepietowo, Kobylin-Borzymy, Nowe Piekuty, Sokoły i część gminy Kulesze Kościelne położona na północ od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie wysokomazowieckim,

gmina Rutki i część gminy Kołaki Kościelne położona na północ od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie zambrowskim,

powiat kolneński z miastem Kolno,

powiat białostocki,

gminy Filipów, Jeleniewo, Przerośl, Raczki, Rutka-Tartak, Suwałki, Szypliszki Wiżajny oraz część gminy Bakałarzewo położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę 653 biegnącej od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą 1122B oraz na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 1122B biegnącą od drogi 653 w kierunku południowym do skrzyżowania z drogą 1124B i następnie na północny — wschód od drogi nr 1124B biegnącej od skrzyżowania z drogą 1122B do granicy z gminą Raczki w powiecie suwalskim,

powiat miejski Suwałki,

powiat augustowski,

powiat sokólski,

powiat miejski Białystok,

w województwie mazowieckim:

powiat siedlecki,

powiat miejski Siedlce,

gminy Bielany, Ceranów, Jabłonna Lacka, Kosów Lacki, Repki, Sabnie, Sterdyń i gmina wiejska Sokołów Podlaski w powiecie sokołowskim,

gminy Grębków i Wierzbno w powiecie węgrowskim,

powiat łosicki,

gminy Ciechanów i miasto Ciechanów, Glinojeck, Gołymin — Ośrodek, Ojrzeń, Opinogóra Górna, Regimin i Sońsk w powiecie ciechanowskim,

powiat sochaczewski,

gminy Policzna, Przyłęk, Tczów i Zwoleń w powiecie zwoleńskim,

powiat kozienicki,

gminy Chotcza i Solec nad Wisłą w powiecie lipskim,

gminy Gózd, Jastrzębia, Jedlnia Letnisko, Pionki z miastem Pionki, Skaryszew, Jedlińsk, Przytyk, Zakrzew, część gminy Iłża położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 9, część gminy Wolanów położona na północ od drogi nr 12 w powiecie radomskim,

gminy Bodzanów, Słubice, Wyszogród i Mała Wieś w powiecie płockim,

powiat nowodworski,

gminy Czerwińsk nad Wisłą, Joniec, Naruszewo, Nowe Miasto, Sochocin, Załuski, Płońsk i miasto Płońsk w powiecie płońskim,

gminy Dębówka, Klembów, Poświętne, Radzymin, Wołomin, miasto Kobyłka, miasto Marki, miasto Ząbki, miasto Zielonka w powiecie wołomińskim,

gminy Borowie, Garwolin z miastem Garwolin, Miastków Kościelny, Parysów, Pilawa, część gminy Wilga położona na północ od linii wyznaczonej przez rzekę Wilga biegnącą od wschodniej granicy gminy do ujścia do rzeki Wisły, część gminy Górzno położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Łąki i Górzno biegnącą od wschodniej granicy gminy, następnie od miejscowości Górzno na północ od drogi nr 1328W biegnącej do drogi nr 17, a następnie na północ od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od drogi nr 17 do zachodniej granicy gminy przez miejscowości Józefów i Kobyla Wola w powiecie garwolińskim,

gminy Boguty — Pianki, Zaręby Kościelne, Nur i część gminy Małkinia Górna położona na południe od rzeki Brok w powiecie ostrowskim,

gmina Strzegowo w powiecie mławskim,

gminy Chlewiska i Szydłowiec w powiecie szydłowieckim,

powiat miński,

powiat otwocki,

powiat warszawski zachodni,

powiat legionowski,

powiat piaseczyński,

powiat pruszkowski,

powiat grójecki,

powiat grodziski,

powiat żyrardowski,

powiat białobrzeski,

powiat przysuski,

powiat miejski Warszawa,

w województwie lubelskim:

powiat bialski,

powiat miejski Biała Podlaska,

gminy Batorz, Godziszów, Janów Lubelski, Modliborzyce i Potok Wielki w powiecie janowskim,

gminy Janowiec, Kazimierz Dolny, Końskowola, Kurów, Markuszów, Nałęczów, Puławy z miastem Puławy, Wąwolnica i Żyrzyn w powiecie puławskim,

gminy Nowodwór, miasto Dęblin i część gminy Ryki położona na południe od linii wyznaczonej przez linię kolejową powiecie ryckim,

gminy Adamów, Krzywda, Stoczek Łukowski z miastem Stoczek Łukowski, Wola Mysłowska, Trzebieszów, Stanin, Wojcieszków, gmina wiejska Łuków i miasto Łuków w powiecie łukowskim,

powiat lubelski,

powiat miejski Lublin,

gminy Niedźwiada, Ostrówek, Ostrów Lubelski, Serniki, Uścimów i Lubartów z miastem Lubartów w powiecie lubartowskim,

powiat łęczyński,

powiat świdnicki,

gminy Fajsławice, Gorzków, Izbica, Krasnystaw z miastem Krasnystaw, Kraśniczyn, Łopiennik Górny, Siennica Różana i część gminy Żółkiewka położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 842 w powiecie krasnostawskim,

gminy Chełm, Ruda — Huta, Sawin, Rejowiec, Rejowiec Fabryczny z miastem Rejowiec Fabryczny, Siedliszcze, Wierzbica, Żmudź, Dorohusk, Dubienka, Kamień, Leśniowice, Wojsławice w powiecie chełmskim,

powiat miejski Chełm,

powiat kraśnicki,

powiat opolski,

powiat parczewski,

powiat włodawski,

powiat radzyński,

powiat miejski Zamość,

gminy Sitno, Skierbieszów, Stary Zamość, Zamość w powiecie zamojskim

w województwie podkarpackim:

powiat stalowowolski,

gminy Oleszyce, Lubaczów z miastem Lubaczów, Wielkie Oczy w powiecie lubaczowskim,

część gminy Kamień położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 19, część gminy Sokołów Małopolski położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 875 w powiecie rzeszowskim,

gminy Cmolas i Majdan Królewski w powiecie kolbuszowskim,

gminy Grodzisko Dolne, część gminy wiejskiej Leżajsk położona na południe od miasta Leżajsk oraz na zachód od linii wyznaczonej przez rzekę San, w powiecie leżajskim,

gmina Jarocin, część gminy Harasiuki położona na północ od linii wyznaczona przez drogę nr 1048 R, część gminy Ulanów położona na północ od linii wyznaczonej przez rzekę Tanew, część gminy Nisko położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 19 oraz na północ od linii wyznaczonej przez linię kolejową biegnącą od wschodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 19, część gminy Jeżowe położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 19 w powiecie niżańskim,

powiat tarnobrzeski,

część gminy wiejskiej Przeworsk położona na zachód od miasta Przeworsk i na zachód od linii wyznaczonej przez autostradę A4 biegnącą od granicy z gminą Tryńcza do granicy miasta Przeworsk, część gminy Zarzecze położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 1594R biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Zarzecze oraz na południe od linii wyznaczonej przez drogi nr 1617R oraz 1619R biegnącą do południowej granicy gminy oraz na północ od linii wyznaczonej przez rzekę Mleczka w powiecie przeworskim,

w województwie pomorskim:

gminy Dzierzgoń i Stary Dzierzgoń w powiecie sztumskim,

gmina Stare Pole w powiecie malborskim,

gminy Stegny, Sztutowo i część gminy Nowy Dwór Gdański położona na północny — wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 55 biegnącą od południowej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 7, następnie przez drogę nr 7 i S7 biegnącą do zachodniej granicy gminy w powiecie nowodworskim,

w województwie świętokrzyskim:

gmina Tarłów i część gminy Ożarów położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 74 w powiecie opatowskim,

część gminy Brody położona na zachód od linii kolejowej biegnącej od miejscowości Marcule i od północnej granicy gminy przez miejscowości Klepacze i Karczma Kunowska do południowej granicy gminy oraz na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 9 i na północny — wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 0618T biegnącą od północnej granicy gminy do skrzyżowania w miejscowości Lipie oraz przez drogę biegnącą od miejscowości Lipie do wschodniej granicy gminy i część gminy Mirzec położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 744 biegnącą od południowej granicy gminy do miejscowości Tychów Stary a następnie przez drogę nr 0566T biegnącą od miejscowości Tychów Stary w kierunku północno — wschodnim do granicy gminy w powiecie starachowickim,

gmina Gowarczów, część gminy Końskie położona na wschód od linii kolejowej, część gminy Stąporków położona na północ od linii kolejowej w powiecie koneckim,

w województwie lubuskim:

powiat wschowski,

gmina Kostrzyn nad Odrą i część gminy Witnica położona na południowy zachód od drogi biegnącej od zachodniej granicy gminy od miejscowości Krześnica, przez miejscowości Kamień Wielki — Mościce — Witnica — Kłopotowo do południowej granicy gminy w powiecie gorzowskim,

gminy Gubin z miastem Gubin, Maszewo i część gminy Bytnica położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 1157F w powiecie krośnieńskim,

powiat słubicki,

gminy Słońsk, Sulęcin i Torzym w powiecie sulęcińskim,

gminy Bledzew i Międzyrzecz w powiecie międzyrzeckim,

gminy Kolsko, Kożuchów, Otyń, Nowa Sól i miasto Nowa Sól, część gminy Bytom Odrzański położona na północny zachód od linii wyznaczonej przez drogi nr 293 i 326, część gminy Nowe Miasteczko położona na zachód od linii wyznaczonych przez drogi 293 i 328, część gminy Siedlisko położona na północny zachód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od rzeki Odry przy południowe granicy gminy do drogi nr 326 łączącej się z drogą nr 325 biegnącą w kierunku miejscowości Różanówka do skrzyżowania z drogą nr 321 biegnącą od tego skrzyżowania w kierunku miejscowości Bielawy, a następnie przedłużoną przez drogę przeciwpożarową biegnącą od drogi nr 321 w miejscowości Bielawy do granicy gminy w powiecie nowosolskim,

gminy Nowogród Bobrzański, Trzebiechów, część gminy Bojadła położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 278 biegnącą od wschodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 282 i na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 282 biegnącej od miasta Bojadła do zachodniej granicy gminy, część gminy Sulechów położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr S3 oraz na południe od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Kępsko — Buków biegnącą od zachodniej granicy gminy do miejscowości Buków, a następnie na wschód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Buków — Miłkowo biegnącą od miejscowości Buków do północnej granicy gminy w powiecie zielonogórskim,

powiat żarski,

gminy Brzeźnica, Iłowa, Małomice, Szprotawa, Wymiarki, Żagań, miasto Żagań, miasto Gozdnica, część gminy Niegosławice położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 328 w powiecie żagańskim,

gmina Łagów, część gminy Lubrza położona na północ od linii wyznaczonej przez autostradę A2 i część gminy Świebodzin położona na północ od linii wyznaczonej przez autostradę A2w powiecie świebodzińskim,

w województwie dolnośląskim:

gmina Pęcław, część gminy Kotla położona na północ od linii wyznaczonej przez rzekę Krzycki Rów, część gminy wiejskiej Głogów położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogi nr 12, 319 oraz 329, część miasta Głogów położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 12 w powiecie głogowskim,

gminy Grębocice i Polkowice w powiecie polkowickim,

gmina Rudna w powiecie lubińskim,

część gminy Niechlów położona na południowy — zachód od linii wyznaczonej przez rzekę Barycz, część gminy Jemielno położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 323 w powiecie górowskim,

w województwie wielkopolskim:

gminy Przemęt i Wolsztyn w powiecie wolsztyńskim,

gmina Wielichowo część gminy Kamieniec położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 308 i część gminy Rakoniewice położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 305 w powiecie grodziskim,

gminy Lipno, Osieczna, Wijewo, Włoszakowice i część gminy Święciechowa położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 12 w powiecie leszczyńskim,

gmina Śmigiel, część gminy wiejskiej Kościan położona na południowy — wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 5 oraz na zachód od linii wyznaczonej przez kanał Obry, część gminy Krzywiń położona na zachód od linii wyznaczonej przez kanał Obry w powiecie kościańskim,

powiat miejski Leszno,

powiat obornicki,

część gminy Połajewo na położona na południe od drogi łączącej miejscowości Chraplewo, Tarnówko-Boruszyn, Krosin, Jakubowo, Połajewo — ul. Ryczywolska do północno-wschodniej granicy gminy w powiecie czarnkowsko-trzcianeckim,

gmina Suchy Las, część gminy wiejskiej Murowana Goślina położona na północ od linii kolejowej biegnącej od północnej granicy miasta Murowana Goślina do północno-wschodniej granicy gminy oraz część gminy Rokietnica położona na północ i na wschód od linii kolejowej biegnącej od północnej granicy gminy w miejscowości Krzyszkowo do południowej granicy gminy w miejscowości Kiekrz w powiecie poznańskim,

część gminy Szamotuły położona na wschód od wschodniej granicy miasta Szamotuły i na północ od linii kolejowej biegnącej od południowej granicy miasta Szamotuły do południowo-wschodniej granicy gminy oraz część gminy Obrzycko położona na wschód od drogi nr 185 łączącej miejscowości Gaj Mały, Słopanowo i Obrzycko do północnej granicy miasta Obrzycko, a następnie na wschód od drogi przebiegającej przez miejscowość Chraplewo w powiecie szamotulskim,

w województwie łódzkim:

gminy Białaczów, Drzewica, Opoczno i Poświętne w powiecie opoczyńskim,

gminy Biała Rawska, Regnów i Sadkowice w powiecie rawskim,

gmina Kowiesy w powiecie skierniewickim,

w województwie zachodniopomorskim:

gmina Boleszkowice i część gminy Dębno położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 126 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 23 w miejscowości Dębno, następnie na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 23 do skrzyżowania z ul. Jana Pawła II w miejscowości Cychry, następnie na południe od ul. Jana Pawła II do skrzyżowania z ul. Ogrodową i dalej na południe od linii wyznaczonej przez ul. Ogrodową, której przedłużenie biegnie do wschodniej granicy gminy w powiecie myśliborskim,

gminy Mieszkowice, Moryń, część gminy Cedynia położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 124 biegnącą od zachodniej granicy gminy do miasta Cedynia, a następnie na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 125 biegnącą od miasta Cedynia do wschodniej granicy gminy w powiecie gryfińskim.

8.   Slowakije

De volgende beperkingszones II in Slowakije:

the whole district of Gelnica,

the whole district of Spišská Nová Ves,

the whole district of Levoča,

in the whole district of Michalovce,

the whole district of Košice-okolie,

the whole district of Rožnava,

the whole city of Košice,

the whole district of Sobrance,

in the district of Vranov nad Topľou, the whole municipalities of Zámutov, Rudlov, Jusková Voľa, Banské, Cabov, Davidov, Kamenná Poruba, Vechec, Čaklov, Soľ, Komárany, Čičava, Nižný Kručov, Vranov nad Topľou, Sačurov, Sečovská Polianka, Dlhé Klčovo, Nižný Hrušov, Poša, Nižný Hrabovec, Hencovce, Kučín, Majerovce, Sedliská, Kladzany and Tovarnianska Polianka, Herrmanovce nad Topľou, Petrovce, Pavlovce, Hanušovce nad Topľou, Medzianky, Radvanovce, Babie, Vlača, Ďurďoš, Prosačov, Remeniny, Skrabské, Bystré, Petkovce, Michalok, Vyšný Žipov, Čierne nad Topľou, Zlatník, Hlinné, Jastrabie nad Topľou, Merník, Ondavské Maťašovce, Tovarné,

in the district of Humenné the whole municipalities of Hudcovce, Brekov, Jasenov, Ptičie, Chlmec, Porúbka,

the whole district of Prešov,

in the whole district of Sabinov,

in the district of Svidník, the whole municipalities of Dukovce, Želmanovce, Kuková, Kalnište, Lužany pri Ondave, Lúčka, Giraltovce, Kračúnovce, Železník, Kobylince, Mičakovce,

the whole district of Bardejov,

in the district of Stará Ľubovňa, the whole municipalities of Kyjov, Pusté Pole, Šarišské Jastrabie, Čirč, Ruská Voľa nad Popradom, Obručné, Vislanka, Ďurková, Plaveč, Ľubotín, Orlov,

the whole district of Revúca,

the whole district of Rimavská Sobota except municipalities included in part I,

in the district of Veľký Krtíš, the whole municipalities of Ľuboriečka, Muľa, Dolná Strehová, Závada, Pravica, Chrťany, Senné, Brusník, Horná Strehová, Slovenské Kľačany, Vieska, Veľký Lom, Suché Brezovo, Horné Strháre, Dolné Strháre, Modrý Kameň,Veľký Krtíš, Veľké Zlievce, Malé Zlievce, Veľké Stračiny, Malé Stračiny, Bušince, Čeláre, Gabušovce, Zombor, Olováry, Malý Krtíš, Nová Ves,

in the district of Lučenec the whole municipalities of Kalonda, Panické Dravce, Halič, Mašková, Lehôtka, Ľuboreč, Jelšovec, Veľká nad Ipľom, Trenč, Rapovce, Mučín, Lipovany,

the whole district of Poltár.

DEEL III

1.   Bulgarije

De volgende beperkingszones III in Bulgarije:

the whole region of Gabrovo,

the whole region of Lovech,

the whole region of Montana,

the whole region of Pleven,

the whole region of Ruse,

the whole region of Shumen,

the whole region of Silistra,

the whole region of Sliven,

the whole region of Targovishte,

the whole region of Vidin,

the whole region of Veliko Tarnovo,

the whole region of Vratza,

in Varna region:

the whole municipality of Avren,

the whole municipality of Beloslav,

the whole municipality of Byala,

the whole municipality of Dolni Chiflik,

the whole municipality of Devnya,

the whole municipality of Dalgopol,

the whole municipality of Provadia,

the whole municipality of Suvorovo,

the whole municipality of Valchi Dol,

the whole municipality of Varna,

the whole municipality of Vetrino,

in Burgas region:

the whole municipality of Burgas,

the whole municipality of Kameno,

the whole municipality of Malko Tarnovo,

the whole municipality of Primorsko,

the whole municipality of Sozopol,

the whole municipality of Sredets,

the whole municipality of Tsarevo,

the whole municipality of Sungurlare,

the whole municipality of Ruen,

the whole municipality of Aytos.

2.   Italië

De volgende beperkingszones III in Italië:

tutto il territorio della Sardegna.

3.   Letland

De volgende beperkingszones III in Letland:

Aizputes novada Kalvenes pagasta daļa uz austrumiem no ceļa pie Vārtājas upes līdz autoceļam A9, uz ziemeļiem no autoceļa A9, uz austrumiem no autoceļa V1200, Kazdangas pagasta daļa uz austrumiem no ceļa V1200, P115, P117, V1296,

Kuldīgas novada, Laidu pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa V1296,

Skrundas novada Rudbāržu, Nīkrāces pagasts, Raņķu pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa V1272 līdz robežai ar Ventas upi, Skrundas pagasts (izņemot pagasta daļa no Skrundas uz ziemeļiem no autoceļa A9 un austrumiem no Ventas upes), Skrundas pilsēta,

Vaiņodes novada Embūtes pagasta daļa uz ziemeļiem autoceļa P116, P106.

4.   Litouwen

De volgende beperkingszones III in Litouwen:

Jurbarko rajono savivaldybė: Seredžiaus ir Juodaičių seniūnijos,

Kauno rajono savivaldybė: Čekiškės seniūnija, Babtų seniūnijos dalis į vakarus nuo kelio A1ir Vilkijos apylinkių seniūnijos dalis į rytus nuo kelio Nr. 1907,

Kėdainių rajono savivaldybė: Pernaravos seniūnija ir Josvainių seniūnijos pietvakarinė dalis tarp kelio Nr. 229 ir Nr. 2032,

Plungės rajono savivaldybė: Alsėdžių, Babrungo, Paukštakių, Platelių ir Žemaičių Kalvarijos seniūnijos,

Raseinių rajono savivaldybė: Ariogalos ir Ariogalos miesto seniūnijos,

Skuodo rajono savivaldybės: Barstyčių, Notėnų ir Šačių seniūnijos.

5.   Polen

De volgende beperkingszones III in Polen:

w województwie warmińsko-mazurskim:

gminy Kiwity i Lidzbark Warmiński z miastem Lidzbark Warmiński w powiecie lidzbarskim,

gminy Łukta, Morąg, Miłakowo, część gminy Małdyty położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr S7, część gminy Miłomłyn położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr S7, część gminy wiejskiej Ostróda położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr S7 oraz na północ od drogi nr 16, część miasta Ostróda położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr w powiecie ostródzkim,

powiat olecki,

gminy Barczewo, Gietrzwałd, Jonkowo, Dywity, Dobre Miasto, Purda, Stawiguda, Świątki, część gminy Olsztynek położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr S51 biegnącą od wschodniej granicy gminy do miejscowości Ameryka oraz na wschód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od skrzyżowania z drogą S51 do północnej granicy gminy, łączącej miejscowości Mańki — Mycyny — Ameryka w powiecie olsztyńskim,

powiat miejski Olsztyn,

w województwie podlaskim:

część gminy Bakałarzewo położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę 653 biegnącej od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą 1122B oraz na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 1122B biegnącą od drogi 653 w kierunku południowym do skrzyżowania z drogą 1124B i następnie na południowy — zachód od drogi nr 1124B biegnącej od skrzyżowania z drogą 1122B do granicy z gminą Raczki w powiecie suwalskim,

w województwie mazowieckim:

gminy Łaskarzew z miastem Łaskarzew, Maciejowice, Sobolew, Trojanów, Żelechów, część gminy Wilga położona na południe od linii wyznaczonej przez rzekę Wilga biegnącą od wschodniej granicy gminy do ujścia do rzeki Wisły, część gminy Górzno położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Łąki i Górzno biegnącą od wschodniej granicy gminy, następnie od miejscowości Górzno na południe od drogi nr 1328W biegnącej do drogi nr 17, a następnie na południe od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od drogi nr 17 do zachodniej granicy gminy przez miejscowości Józefów i Kobyla Wola w powiecie garwolińskim,

część gminy Iłża położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 9 w powiecie radomskim,

gmina Kazanów w powiecie zwoleńskim,

gminy Ciepielów, Lipsko, Rzeczniów i Sienno w powiecie lipskim,

w województwie lubelskim:

powiat tomaszowski,

gmina Białopole w powiecie chełmskim,

gmina Rudnik i część gminy Żółkiewka położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 842 w powiecie krasnostawskim,

gminy Adamów, Grabowiec, Komarów — Osada, Krasnobród, Łabunie, Miączyn, Nielisz, Radecznica, Sułów, Szczebrzeszyn, Zwierzyniec w powiecie zamojskim,

powiat biłgorajski,

powiat hrubieszowski,

gminy Dzwola i Chrzanów w powiecie janowskim,

gmina Serokomla w powiecie łukowskim,

gminy Abramów, Kamionka, Michów, Firlej, Jeziorzany, Kock w powiecie lubartowskim,

gminy Kłoczew, Stężyca, Ułęż i część gminy Ryki położona na północ od linii wyznaczonej przez linię kolejową w powiecie ryckim,

gmina Baranów w powiecie puławskim,

w województwie podkarpackim:

gminy Cieszanów, Horyniec — Zdrój, Narol i Stary Dzików w powiecie lubaczowskim,

gminy Kuryłówka, Nowa Sarzyna, miasto Leżajsk, część gminy wiejskiej Leżajsk położona na północ od miasta Leżajsk oraz część gminy wiejskiej Leżajsk położona na wschód od linii wyznaczonej przez rzekę San, w powiecie leżajskim,

gminy Krzeszów, Rudnik nad Sanem, część gminy Harasiuki położona na południe od linii wyznaczona przez drogę nr 1048 R, część gminy Ulanów położona na południe od linii wyznaczonej przez rzekę Tanew, część gminy Nisko położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 19 oraz na południe od linii wyznaczonej przez linię kolejową biegnącą od wschodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 19, część gminy Jeżowe położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 19 w powiecie niżańskim,

gminy Chłopice, Jarosław z miastem Jarosław, Laszki, Wiązownica, Pawłosiów, Radymno z miastem Radymno, w powiecie jarosławskim,

gmina Stubno w powiecie przemyskim,

część gminy Kamień położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 19 w powiecie rzeszowskim,

gminy Adamówka, Sieniawa, Tryńcza, miasto Przeworsk, część gminy wiejskiej Przeworsk położona na wschód od miasta Przeworsk i na wschód od linii wyznaczonej przez autostradę A4 biegnącą od granicy z gminą Tryńcza do granicy miasta Przeworsk, część gminy Zarzecze położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 1594R biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Zarzecze oraz na północ od linii wyznaczonej przez drogi nr 1617R oraz 1619R biegnącą do południowej granicy gminy w powiecie przeworskim,

w województwie lubuskim:

gminy Nowa Sól i miasto Nowa Sól, Otyń oraz część gminy Kożuchów położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 283 biegnącą od wschodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 290 i na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 290 biegnącej od miasta Mirocin Dolny do zachodniej granicy gminy, część gminy Bytom Odrzański położona na południowy wschód od linii wyznaczonej przez drogi nr 293 i 326, część gminy Nowe Miasteczko położona na wschód od linii wyznaczonych przez drogi 293 i 328, część gminy Siedlisko położona na południowy wschód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od rzeki Odry przy południowe granicy gminy do drogi nr 326 łączącej się z drogą nr 325 biegnącą w kierunku miejscowości Różanówka do skrzyżowania z drogą nr 321 biegnącą od tego skrzyżowania w kierunku miejscowości Bielawy, a następnie przedłużoną przez drogę przeciwpożarową biegnącą od drogi nr 321 w miejscowości Bielawy do granicy gminy w powiecie nowosolskim,

gminy Babimost, Czerwieńsk, Kargowa, Świdnica, Zabór, część gminy Bojadła położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 278 biegnącą od wschodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 282 i na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 282 biegnącej od miasta Bojadła do zachodniej granicy gminy i część gminy Sulechów położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr S3 oraz na północ od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Kępsko — Buków biegnącą od zachodniej granicy gminy do miejscowości Buków, a następnie na zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Buków — Miłkowo biegnącą od miejscowości Buków do północnej granicy gminy w powiecie zielonogórskim,

część gminy Niegosławice położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 328 w powiecie żagańskim,

powiat miejski Zielona Góra,

gminy Skąpe, Szczaniec, Zbąszynek, część gminy Lubrza położona na południe od linii wyznaczonej przez autostradę A2 i część gminy Świebodzin położona na południe od linii wyznaczonej przez autostradę A2 w powiecie świebodzińskim,

gminy Bobrowice, Dąbie, Krosno Odrzańskie i część gminy Bytnica położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 1157F w powiecie krośnieńskim,

część gminy Trzciel położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 92 w powiecie międzyrzeckim,

w województwie wielkopolskim:

gmina Zbąszyń, część gminy Miedzichowo położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 92, część gminy Nowy Tomyśl położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 305 w powiecie nowotomyskim,

gmina Siedlec w powiecie wolsztyńskim,

część gminy Rakoniewice położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 305 w powiecie grodziskim,

w województwie dolnośląskim:

gminy Jerzmanowa, Żukowice, część gminy Kotla położona na południe od linii wyznaczonej przez rzekę Krzycki Rów, część gminy wiejskiej Głogów położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogi nr 12, 319 oraz 329, część miasta Głogów położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 12 w powiecie głogowskim,

gminy Gaworzyce, Radwanice i część gminy Przemków położona na północ od linii wyznaczonej prze drogę nr 12 w powiecie polkowickim,

w województwie świętokrzyskim:

część gminy Brody położona na wschód od linii kolejowej biegnącej od miejscowości Marcule i od północnej granicy gminy przez miejscowości Klepacze i Karczma Kunowska do południowej granicy gminy w powiecie starachowickim.

6.   Roemenië

De volgende beperkingszones III in Roemenië:

Zona orașului București,

Județul Constanța,

Județul Satu Mare,

Județul Tulcea,

Județul Bacău,

Județul Bihor,

Județul Bistrița Năsăud,

Județul Brăila,

Județul Buzău,

Județul Călărași,

Județul Dâmbovița,

Județul Galați,

Județul Giurgiu,

Județul Ialomița,

Județul Ilfov,

Județul Prahova,

Județul Sălaj,

Județul Suceava

Județul Vaslui,

Județul Vrancea,

Județul Teleorman,

Judeţul Mehedinţi,

Județul Gorj,

Județul Argeș,

Judeţul Olt,

Judeţul Dolj,

Județul Arad,

Județul Timiș,

Județul Covasna,

Județul Brașov,

Județul Botoșani,

Județul Vâlcea,

Județul Iași,

Județul Hunedoara,

Județul Alba,

Județul Sibiu,

Județul Caraș-Severin,

Județul Neamț,

Județul Harghita,

Județul Mureș,

Județul Cluj,

Județul Maramureş.

7.   Slowakije

De volgende beperkingszones III in Slowakije:

the whole district of Trebišov.

”.

BESLUITEN

16.4.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 131/168


BESLUIT (EU) 2021/624 VAN DE RAAD

van 12 april 2021

betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Gemengde Commissie die is ingesteld bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland, de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer, met betrekking tot wijzigingen van de aanhangsels I en III van die overeenkomst

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland, de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (1) (“de overeenkomst”) is gesloten op 20 mei 1987 en in werking getreden op 1 januari 1988.

(2)

Krachtens artikel 15, lid 3, onder a), van de overeenkomst dient de bij de overeenkomst ingestelde Gemengde Commissie bij besluit wijzigingen in de aanhangsels van de overeenkomst vast te stellen.

(3)

De Gemengde Commissie zal begin 2021 een besluit nemen betreffende de wijziging van de aanhangsels I en III van de overeenkomst.

(4)

Artikel 311 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie (2) (de “uitvoeringsverordening”), dat betrekking heeft op het verzoek om overdracht van de invordering van de douaneschuld, is gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1394 van de Commissie (3). Artikel 50 van aanhangsel I van de overeenkomst, waarin artikel 311 van de uitvoeringsverordening is overgenomen, moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

Bijlage 72-04 bij de uitvoeringsverordening, over de bedrijfscontinuïteitsprocedure voor Uniedouanevervoer, is gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/893 van de Commissie (4). De geldigheid van de papieren certificaten van doorlopende zekerheid en van ontheffing van zekerheidstelling is verlengd om de bedrijfscontinuïteitsprocedure in douanevervoer flexibeler te maken en de formaliteiten en kosten voor douaneautoriteiten te beperken. Artikel 79 van aanhangsel I van de overeenkomst en punt 19.3 van hoofdstuk III van bijlage II bij aanhangsel I van de overeenkomst, waarin punt 19.3 van hoofdstuk III van deel I van bijlage 72-04 bij de uitvoeringsverordening is overgenomen, moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

Zodra het douanewetboek van de Unie niet langer van toepassing is op en in het Verenigd Koninkrijk met uitzondering van Noord-Ierland, treedt het Verenigd Koninkrijk als een afzonderlijke partij (5) tot de overeenkomst toe en wordt het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, dat integrerend deel uitmaakt van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (6), van toepassing. De overeenkomst bevat verwijzingen naar de namen van de lidstaten van de Europese Unie en de landen die deelnemen aan het gemeenschappelijk douanevervoer, alsook naar de desbetreffende landcodes. Aanhangsel III van de overeenkomst moet derhalve gewijzigd worden om duidelijk te maken dat het Verenigd Koninkrijk een land is dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer, en dat het douanewetboek van de Unie, met name wat betreft de bepalingen inzake zekerheidstelling, van toepassing is in Noord-Ierland.

(7)

Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de Gemengde Commissie met betrekking tot de wijzigingen van de aanhangsels I en III van de overeenkomst, aangezien die wijzigingen voor de Unie bindend zullen zijn.

(8)

Het standpunt van de Unie in de Gemengde Commissie moet derhalve gebaseerd zijn op het ontwerpbesluit van de Gemengde Commissie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Unie in de Gemengde Commissie in te nemen standpunt, hetzij op de 33e vergadering daarvan of een daaropvolgende vergadering dan wel via een schriftelijke procedure, met betrekking tot de wijzigingen van de aanhangsels I en III van de overeenkomst is gebaseerd op het ontwerpbesluit van deze Gemengde Commissie (7).

Kleine technische wijzigingen van het ontwerpbesluit van de Gemengde Commissie kunnen zonder nader besluit van de Raad worden goedgekeurd door de vertegenwoordigers van de Unie in de Gemengde Commissie.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 12 april 2021.

Voor de Raad

De voorzitter

A.P. ZACARIAS


(1)  PB L 226 van 13.8.1987, blz. 2.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1394 van de Commissie van 10 september 2019 tot wijziging en rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 wat betreft bepaalde voorschriften inzake toezicht bij het in het vrije verkeer brengen en het uitgaan uit het douanegebied van de Unie (PB L 234 van 11.9.2019, blz. 1).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/893 van de Commissie van 29 juni 2020 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 206 van 30.6.2020, blz. 8).

(5)  Besluit nr. 1/2018 van de Gemengde Commissie EU-CTC van 4 december 2018 betreffende een uitnodiging aan het Verenigd Koninkrijk om toe te treden tot de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer [2018/1987] (PB L 317 van 14.12.2018, blz. 47).

(6)  PB L 29 van 31.1.2020, blz. 7.

(7)  Zie document ST 6126/21 ophttp://register.consilium.europa.eu


16.4.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 131/170


BESLUIT (EU, Euratom) 2021/625 VAN DE COMMISSIE

van 14 april 2021

inzake de oprichting van het netwerk van primary dealers en de vaststelling van criteria om in aanmerking te komen voor opdrachten als lead manager of co-lead manager voor gesyndiceerde transacties ten behoeve van de leningsactiviteiten van de Commissie namens de Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

Gezien Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om te helpen de economische en sociale gevolgen van de COVID-19-crisis aan te pakken, is de Commissie bij Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad (2) gemachtigd om namens de Unie op de kapitaalmarkten maximaal 750 miljard EUR in prijzen van 2018 te lenen. Overeenkomstig Verordening (EU) 2020/2094 van de Raad (3) dienen deze leningen ter ondersteuning van het herstel na de COVID-19-crisis. De Unie zal in het kader van verschillende programma’s terugbetaalbare en niet-terugbetaalbare steun verlenen, en met name overheidsinvesteringen en hervormingen in het kader van de bij Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad (4) ingestelde herstel- en veerkrachtfaciliteit ondersteunen.

(2)

De Commissie is reeds bevoegd om namens de Unie als kredietnemer op de kapitaalmarkten op te treden om leningen voor financiële bijstand te financieren die zijn toegekend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad (5), Verordening (EG) nr. 332/2002 van de Raad (6) en de besluiten van het Europees Parlement en de Raad tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan verschillende landen op basis van een voorziening overeenkomstig met name Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (7), Besluit (EU) 2020/701 van het Europees Parlement en de Raad (8) en Verordening (EU) 2020/672 van de Raad (9).

(3)

Bij Besluit 77/270/Euratom van de Raad (10) is de Commissie ook gemachtigd om namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) middelen op de kapitaalmarkten te lenen om bepaalde investeringsprojecten in de kernenergiesector in de lidstaten en in sommige derde landen van Midden- en Oost-Europa te financieren.

(4)

Overeenkomstig artikel 282, lid 3, van het Financieel Reglement zijn de bepalingen van titel X van het Financieel Reglement betreffende financiële bijstand van toepassing geworden op 1 januari 2021.

(5)

Er zal op grote schaal een beroep op de kapitaalmarkten worden gedaan en er zullen zeer vaak uitgiften plaatsvinden. Het absorptievermogen van de kapitaalmarkten is eindig. De organisatie van financieringsoperaties moet dus flexibel zijn. In het licht hiervan moet de Commissie haar vermogen versterken om een beroep te doen op een bekwaam en gekwalificeerd netwerk van kredietinstellingen voor de primaire plaatsing van schuldbewijzen, voor de bevordering van dergelijke plaatsingen en, in voorkomend geval, voor het verlenen van financiële diensten in verband daarmee, zoals het verstrekken van eerlijk marktadvies en inlichtingen.

(6)

Tot het netwerk toegelaten primary dealers mogen deelnemen aan door de Commissie gehouden veilingen voor het aangaan van leningen op de kapitaalmarkten. Bij de vaststelling van de criteria om in aanmerking te komen wordt voortgebouwd op de ervaring die is opgedaan bij de selectie van kredietinstellingen in het kader van bestaande programma’s voor financiële bijstand. Ook wordt gebruikgemaakt van beste praktijken van overheids- en supranationale emittenten.

(7)

Om de lenings- en schuldbeheersactiviteiten soepel en efficiënt te laten verlopen, moeten de regelingen met betrekking tot het netwerk van primary dealers van toepassing zijn op alle leningsactiviteiten van de Commissie.

(8)

Kredietinstellingen moeten het recht hebben toe te treden tot het netwerk van primary dealers indien zij aan de criteria om in aanmerking te komen voldoen. Die criteria moeten de efficiënte uitoefening van de functie van primary dealer garanderen, met name de vakkundige uitvoering van markttransacties en de nakoming van overnemingsverbintenissen. In dit verband is het van cruciaal belang dat in aanmerking komende primary dealers blijk geven van een solide organisatiestructuur, professionele en beheerscapaciteit, aanzienlijke marktactiviteit bij het overnemen van de uitgifte van overheidsobligaties en supranationale obligaties en naleving van het toepasselijke regelgevingskader, met name met betrekking tot de prudentiële vereisten van de Unie (11) en het toezicht daarop (12). Overeenkomstig het transparantiebeginsel moeten die criteria en de besluiten tot toelating van een kredietinstelling als primary dealer in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt.

(9)

Het lidmaatschap van netwerken van primary dealers die door een lidstaat of een supranationale emittent worden beheerd, geeft de kredietinstelling het recht deel te nemen aan veilingen van schuldbewijzen van die emittent. Regelmatige en actieve betrokkenheid bij overheids- of supranationale veilingprocedures is een betrouwbaar bewijs van ervaring met verrichtingen inzake beheer van overheidsschuld. Voorwaarde voor lidmaatschap van het Unienetwerk van primary dealers moet dus het lidmaatschap van ten minste één netwerk van primary dealers of primarydealerschapsmechanisme van een lidstaat of een Europese supranationale emittent zijn.

(10)

Zodra zij tot het netwerk van primary dealers zijn toegelaten, moet het primary dealers toegestaan zijn de titel “lid van het netwerk van primary dealers van de Europese Unie” te voeren en deel te nemen aan alle veilingen van schuldbewijzen van de Unie en Euratom. Die primary dealers moeten minimaal een gewogen gemiddelde van de geveilde volumes kopen en aan bepaalde rapportageverplichtingen voldoen.

(11)

De primary dealers moeten zich ook houden aan de algemene voorwaarden voor deelname aan het netwerk van primary dealers, met name de rechten, verbintenissen en verplichtingen van de leden van het netwerk van primary dealers, jaarlijkse evaluatie, rapportageverplichtingen, alsook de regels inzake controles, schorsing van lidmaatschap van, uitsluiting uit en mogelijkheid tot terugtrekking uit het netwerk van primary dealers.

(12)

De uitgifte van schuldbewijzen in het kader van de in de overwegingen 3 en 4 bedoelde leningsprogramma’s vindt behalve via veilingen ook plaats via syndicatie of onderhandse plaatsingen. Daartoe worden voor elke leningtransactie door de Commissie kredietinstellingen aangewezen die voldoen aan de vastgestelde voorwaarden voor gesyndiceerde transacties en onderhandse plaatsingen.

(13)

Leden van het netwerk van primary dealers die een hoger gewogen gemiddeld percentage van de geveilde volumes kopen dan vereist is om lid te zijn van het netwerk van primary dealers, en die een voldoende secundair marktaandeel in schuldbewijzen van de Unie en Euratom hebben, moeten in aanmerking komen om bij gesyndiceerde transacties als lead en co-lead managers te fungeren. Deze groep primary dealers moet zich er ook toe verbinden de liquiditeit van schuldbewijzen van de Unie en Euratom door middel van market-makingactiviteiten te bevorderen, eerlijk advies en marktinformatie aan de Commissie te verstrekken en de uitgiften van de Unie en Euratom onder beleggers te promoten.

(14)

De taken in verband met de rol van lead manager en co-lead manager moeten worden beschouwd als financiële diensten in de zin van hoofdstuk 1, afdeling 2, punt 11.1, onder j), van bijlage I bij Verordening (EU, Euratom) 2018/1046. De aanwijzing van primary dealers die in aanmerking komen als lid van het syndicaat voor een specifieke uitgiftetransactie moet daarom gebaseerd zijn op een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking van een aanbestedingsbericht. Deze procedure moet de verzending van een oproep tot het indienen van voorstellen aan in aanmerking komende primary dealers en de evaluatie van de door de Commissie ontvangen voorstellen omvatten.

(15)

Rekening houdend met het feit dat de Commissie naar verwachting zeer vaak een beroep op de kapitaalmarkten zal doen, moet een soepel, snel en efficiënt mechanisme worden ingesteld om banken als lead en co-lead managers voor gesyndiceerde transacties aan te wijzen. Daarom moet worden gezorgd voor een billijke en transparante basis om de oproep tot het indienen van voorstellen te beperken tot een subgroep van de primary dealers die in aanmerking komen voor deelname aan syndicaten. Deze aanvullende selectie is noodzakelijk om een evenwicht te vinden tussen de behoefte aan concurrentie in de aanbestedingsprocedure voor diensten ter ondersteuning van het syndicaat en de behoefte aan een efficiënte voorbereiding van tijdgevoelige transacties, en om te voorkomen dat primary dealers dubbel werk verrichten bij het inschrijven op syndicaatopdrachten. Deze selectie van banken moet gebaseerd zijn op kwalitatieve en kwantitatieve criteria die verband houden met de bewezen capaciteit van in aanmerking komende primary dealers om overheids- en supranationale uitgiften op primaire en secundaire markten te ondersteunen en hun vermogen om schuldbewijzen bij beleggers aan de man te brengen. Dit proces moet ook voorzien in een roulatiemechanisme dat alle in aanmerking komende primary dealers gelijke kansen op deelname biedt.

(16)

Rekening houdend met de noodzaak de financiële belangen van de Unie te beschermen, moeten toezichtregels worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat de leden van het netwerk van primary dealers de verplichtingen uit hoofde van dit besluit en andere toepasselijke bepalingen, met name de algemene voorwaarden, naleven. In voorkomend geval moet het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) bij dat toezicht worden betrokken.

(17)

Bij lenings- en schuldbeheersactiviteiten via overheidsinstellingen en elektronische platforms vindt geen selectie van financiële tegenpartijen plaats. Om die reden mag dit besluit niet op hen van toepassing zijn,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

HOOFDSTUK 1

ONDERWERP, TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

1.   Bij dit besluit wordt het netwerk van primary dealers opgericht en worden de criteria om in aanmerking te komen en de procedurele bepalingen voor de selectie van de leden ervan vastgesteld, alsook de rechten en verplichtingen van die leden.

2.   Dit besluit is van toepassing op alle lenings- en schuldbeheersactiviteiten die de Commissie namens de Unie en Euratom verricht, wanneer de Commissie particuliere financiële tegenpartijen selecteert.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

1.

“veiling”: het uitgifteproces van de schuldbewijzen van de Unie en Euratom op basis van concurrerende biedingen via een veilingplatform op de primaire markt;

2.

“leningsprogramma’s”: programma’s van de Unie en Euratom met leningsactiviteiten op de financiële markten, met name financiële bijstand waartoe is besloten overeenkomstig Verordening (EU) nr. 407/2010, Verordening (EG) nr. 332/2002, de besluiten van het Europees Parlement en de Raad tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan verschillende landen op basis van een voorziening overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 of Besluit (EU) 2020/701, alsook Verordening (EU) 2020/672, het Euratom-programma uit hoofde van Besluit 77/270/Euratom, en de leningen op grond van artikel 5 van Besluit (EU, Euratom) 2020/2053;

3.

“kredietinstelling”: een kredietinstelling in de zin van artikel 4, lid 1, punt 1, van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (13);

4.

“schuldbewijzen”: notes en/of financiële instrumenten op korte termijn, zoals schatkistpapier, alsook elk ander door de Unie en/of Euratom uitgegeven financieel instrument;

5.

“leden van het netwerk van primary dealers”: kredietinstellingen die voldoen aan de in artikel 4 vastgestelde criteria om in aanmerking te komen en die zijn opgenomen in de in artikel 11 bedoelde lijst;

6.

“Europese supranationale emittent”: de Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa, de Europese faciliteit voor financiële stabiliteit, het Europees stabiliteitsmechanisme, de Europese Investeringsbank en de Noordse Investeringsbank;

7.

“verbonden entiteit”: elke entiteit die behoort tot dezelfde groep in de zin van artikel 2, punt 12, van Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (14).

Artikel 3

Oprichting van het netwerk van primary dealers

Het netwerk van primary dealers van de Unie (“netwerk van primary dealers”) bestaat uit een groep kredietinstellingen die in aanmerking komen om deel te nemen aan de volgende lenings- en schuldbeheersactiviteiten van de Commissie:

a)

de plaatsing van schuldbewijzen op de primaire kapitaalmarkten, met name via veilingen en gesyndiceerde transacties;

b)

de bevordering van de liquiditeit van de schuldbewijzen van de Unie en Euratom op de financiële markten;

c)

de verstrekking van eerlijk advies en marktinformatie aan de Commissie;

d)

de bevordering en ontwikkeling van de plaatsing van schuldbewijzen van de Unie en Euratom.

HOOFDSTUK 2

LIDMAATSCHAP VAN HET NETWERK VAN PRIMARY DEALERS

Artikel 4

Criteria om in aanmerking te komen voor het netwerk van primary dealers

Kredietinstellingen die aan de volgende criteria voldoen, komen in aanmerking voor lidmaatschap van het netwerk van primary dealers:

a)

het gaat om een juridische entiteit die gevestigd is en haar hoofdkantoor heeft in de Unie of in een land van de Europese Economische Ruimte;

b)

zij heeft een vergunning om het bedrijf van kredietinstelling in de Unie uit te oefenen overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (15) en staat onder toezicht van een bevoegde autoriteit van de Unie, en

c)

zij is lid van een netwerk van primary dealers van een Europese overheid of supranationale emittent dat is opgericht om als tegenpartij van een lidstaat of een Europese supranationale emittent te fungeren. Voor de toepassing van dit besluit wordt met netwerk van primary dealers van een Europese overheid of supranationale emittent een van de volgende entiteiten bedoeld:

i)

een netwerk, groep of georganiseerd systeem van financiële instellingen dat/die door een overheid of supranationale emittent wordt aangewezen om te fungeren als markttegenpartij in het kader van het beheer van overheidsschuld en waarvan het lidmaatschap doorgaans deelname aan uitgiften van overheidsschuldpapier via veilingen inhoudt;

ii)

een primarydealerschapsmechanisme dat in wezen gelijkwaardig is aan het/de in punt i) bedoelde netwerk, groep of georganiseerd systeem.

Artikel 5

Verbintenissen

Leden van het netwerk van primary dealers verbinden zich ertoe:

a)

op halfjaarlijkse basis minimaal een gewogen gemiddelde van 0,05 % van de door de Unie en/of Euratom geveilde volumes te kopen, overeenkomstig deel A van de bijlage;

b)

te voldoen aan de verplichting om maandelijks nauwkeurig, tijdig en integraal aan de Commissie te rapporteren over de verhandelde volumes aan Unie- en Euratom-schuldbewijzen, overeenkomstig het geharmoniseerde rapportageformaat voor de handel op de secundaire Europese markt voor overheidsschuld dat is ingesteld door het subcomité voor EU-overheidsschuldmarkten van het Economisch en Financieel Comité van de Europese Unie. De kwaliteit van de rapportage wordt regelmatig beoordeeld en de betrokken primary dealer wordt van de resultaten in kennis gesteld. De primary dealer wordt in kennis gesteld indien de verstrekte gegevens niet juist zijn;

c)

een ondertekend exemplaar van de “Algemene voorwaarden voor primary dealers van de Europese Unie” in te dienen;

d)

ervoor te zorgen dat de aan hun handelspersoneel verstrekte handelsvolmachten elk kwartaal worden herzien en geldig zijn;

e)

zich te houden aan de marktpraktijken en -ethiek, met name:

i)

primary dealers houden zich aan de gedragsregels en de hoogste normen qua marktpraktijken die van toepassing zijn op hun activiteiten op het gebied van vastrentende effecten in euro;

ii)

de Commissie evalueert het gedrag van de primary dealers tijdens de uitvoering van gesyndiceerde transacties en andere schuldbeheerverrichtingen wat betreft gereedheid, marktneutraliteit en ordelijke en efficiënte uitvoering;

iii)

elke primary dealer stelt de Commissie onmiddellijk in kennis van alle door een bevoegde autoriteit van een lidstaat tegen hem ingeleide procedures betreffende de door de primary dealer als kredietinstelling uitgeoefende activiteit. Elke primary dealer stelt de Commissie in kennis van alle maatregelen of besluiten die als gevolg van deze procedures zijn genomen;

iv)

elke primary dealer stelt de Commissie onmiddellijk in kennis indien hij of een van zijn verbonden entiteiten strafrechtelijk veroordeeld is voor een strafbaar feit, waaronder belastingontduiking, of het voorwerp uitmaakt van administratieve of tuchtrechtelijke sancties, of geschorst of uitgesloten is door een brancheorganisatie in een lidstaat;

v)

de primary dealers en hun verbonden entiteiten passen maatregelen toe met betrekking tot de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering in overeenstemming met de toepasselijke nationale en Uniale wet- en regelgeving. Indien een bevoegde autoriteit van een lidstaat tekortkomingen vaststelt of sancties oplegt inzake de bestrijding van witwassen of terrorismefinanciering, stellen de primary dealers de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis en brengen zij verslag uit over hun corrigerende maatregelen;

vi)

de primary dealer zorgt ervoor geen transacties met betrekking tot Unie- en Euratom-schuldbewijzen af te sluiten waarbij een tegenpartij betrokken zou zijn die is opgericht of gevestigd in een land dat is opgenomen op de EU-lijst van niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden, of een land dat is aangemerkt als derde land met een hoog risico in de zin van artikel 9, lid 2, van Richtlijn (EU) 2015/849 en is opgenomen op de lijst van Gedelegeerde Verordening (EU) 1675/2016, of een land dat in de praktijk niet voldoet aan op Unie- of internationaal niveau overeengekomen fiscale normen inzake transparantie en informatie-uitwisseling en inbreuken op sanctieregelingen, met name beperkende maatregelen uit hoofde van artikel 215 VWEU;

f)

alle van de Commissie ontvangen informatie vertrouwelijk te behandelen.

Artikel 6

Algemene voorwaarden

1.   De algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle lenings- en schuldbeheersactiviteiten die door de Commissie worden verricht in het kader van de leningsprogramma’s uit hoofde van dit besluit.

2.   Overeenkomstig dit besluit bevatten de algemene voorwaarden:

a)

gedetailleerde verplichtingen voor de duur van de deelname aan het netwerk van primary dealers;

b)

de inhoud van en de procedure voor de jaarlijkse evaluatie;

c)

gedetailleerde rapportageverplichtingen;

d)

regels inzake controles;

e)

gedetailleerde regels en procedure voor schorsing van het lidmaatschap, opheffing van die schorsing en uitsluiting uit het netwerk van primary dealers, en

f)

regels inzake de mogelijkheid om zich uit het netwerk van primary dealers terug te trekken.

3.   Termijnen worden als volgt berekend:

a)

indien een termijn wordt uitgedrukt in dagen of maanden vanaf een bepaalde datum of gebeurtenis, wordt de dag waarop of de maand waarin die datum valt of die gebeurtenis zich voordoet, niet geacht binnen de termijn te vallen;

b)

in dagen uitgedrukte termijnen omvatten uitsluitend werkdagen. Wat een werkdag is, wordt bepaald aan de hand van de Luxemburgse kalender van feestdagen (https://www.abbl.lu/fr/topic/bank-holidays/);

c)

een in maanden uitgedrukte termijn loopt af bij het verstrijken van de dag in de laatste maand die overeenkomt met dezelfde dag waarop de datum viel of de gebeurtenis zich voordeed vanaf welke de termijn wordt berekend;

d)

indien in de laatste maand van een in maanden uitgedrukte termijn de dag die bepalend is voor het einde van de termijn, ontbreekt, loopt de termijn af bij het einde van de laatste dag van die maand;

e)

indien een in maanden uitgedrukte termijn eindigt op een feestdag, wordt hij verlengd tot het einde van de eerstvolgende werkdag.

Artikel 7

Rechten van leden van het netwerk van primary dealers

Leden van het netwerk van primary dealers hebben de volgende rechten:

a)

zichzelf aan te prijzen als “lid van het netwerk van primary dealers van de Europese Unie”;

b)

deel te nemen aan en te bieden op veilingen van schuldbewijzen van de Unie of Euratom;

c)

regelmatig — ten minste eenmaal per jaar — feedback te ontvangen over hun prestaties, met name met betrekking tot hun rangorde op de veilingen en op de secundaire markten; deze feedback is gebaseerd op het in artikel 11 bedoelde interne evaluatieproces met objectieve criteria die aan de primary dealers worden meegedeeld;

d)

onverminderd hoofdstuk 3 in aanmerking te komen voor verrichtingen inzake schuldbeheer, inclusief:

i)

onderhandse plaatsingen;

ii)

retrocessietransacties als gedefinieerd in artikel 3, punt 9, van Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad (16);

iii)

swaps als gedefinieerd in afdeling 1, punt 10, van bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/583 van de Commissie (17);

e)

op elk moment hun lidmaatschap van het netwerk van primary dealers op te zeggen door de Commissie hiervan in kennis te stellen. De terugtrekking gaat in op de eerste werkdag van de tweede maand volgende op de datum van kennisgeving.

HOOFDSTUK 3

OPDRACHTEN ALS LEAD MANAGER OF CO-LEAD MANAGER VOOR GESYNDICEERDE TRANSACTIES

Artikel 8

Criteria om in aanmerking te komen voor opdrachten als lead manager of co-lead manager voor gesyndiceerde transacties

Leden van het netwerk van primary dealers komen in aanmerking om als lead en co-lead managers voor gesyndiceerde transacties op te treden, mits aan de volgende criteria wordt voldaan:

a)

zij hebben ten minste 2,00 % van de door de Unie en Euratom geveilde volumes gekocht, in gewogen gemiddelde op basis van telkens de laatste drie veilingen;

b)

zij hebben op basis van de overeenkomstig dit besluit gerapporteerde transactiegegevens bewezen dat zij een marktaandeel aan Unie- en Euratom-schuldbewijzen op de secundaire markten hebben van ten minste 2,00 %;

c)

zij hebben ingestemd met de algemene voorwaarden voor opdrachten als lead manager of co-lead manager voor gesyndiceerde transacties, die deel kunnen uitmaken van de algemene voorwaarden, en

d)

zij hebben ingestemd met het vergoedingsschema.

Artikel 9

Vergoedingsschema

Het in artikel 8, onder d), bedoelde vergoedingsschema is van toepassing op lenings- en schuldbeheerverrichtingen. Het vergoedingsschema stelt een vergoeding vast die in verhouding staat tot de kosten en risico’s die de in aanmerking komende primary dealers dragen bij het uitvoeren van lenings- en schuldbeheerverrichtingen voor de Unie en Euratom, en zorgt tegelijkertijd voor kostenefficiëntie voor de Unie, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke kenmerken van de uitgiften van schuldbewijzen van de Unie, met name qua volumes en looptijden. Het vergoedingsschema wordt opgenomen in een bijlage bij de algemene voorwaarden voor opdrachten als lead manager of co-lead manager voor gesyndiceerde transacties.

Artikel 10

Aanvullende verbintenissen

Leden van het netwerk van primary dealers die aan de in artikel 8 vastgestelde criteria om in aanmerking te komen voldoen, kunnen worden geselecteerd voor opdrachten als lead manager of co-lead manager voor gesyndiceerde transacties op basis van de beoordeling van hun verbintenis om een of meer van de volgende activiteiten uit te voeren:

a)

naar beste vermogen de liquiditeit van Unie- en Euratom-schuldbewijzen bevorderen met een market-makingactiviteit, aldus bijdragend tot koersvorming, de efficiëntie van de secundaire markt en een ordelijke uitvoering van de handel;

b)

de Commissie eerlijk advies en marktinformatie verstrekken om de leningsprogramma’s te ontwerpen en uit te voeren, en met name advies verstrekken vóór de publicatie van het financieringsprogramma en in het kader van de voorbereiding van de schuldbeheertransacties uit hoofde van de leningsprogramma’s;

c)

de Commissie regelmatig voorzien van informatie over markttendensen, analyse en onderzoek over de werking van vastrentende markten, en met name die voor schuldbewijzen van overheden, supranationale instellingen en agentschappen;

d)

als onderdeel van hun bedrijfsstrategie de plaatsing van schuldbewijzen van de Unie en Euratom bevorderen en ontwikkelen binnen een gediversifieerde en brede beleggersgemeenschap.

Artikel 11

Selectie van het syndicaat

1.   Syndicaten worden geselecteerd overeenkomstig hoofdstuk 1, afdeling 2, punt 11.1, onder j), van bijlage I bij Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 in een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking van een aanbestedingsbericht.

2.   De Commissie zendt de oproepen tot het indienen van voorstellen toe aan een subgroep van in aanmerking komende leden van het netwerk van primary dealers die aan de criteria van de artikelen 8 en 10 voldoen, en vraagt daarmee om een aanbod tot deelname als lead of co-lead managers.

3.   De selectie van de subgroep van in aanmerking komende primary dealers aan wie de oproep tot het indienen van voorstellen wordt toegezonden, is gebaseerd op objectieve kwalitatieve en kwantitatieve criteria die verband houden met de bewezen capaciteit van in aanmerking komende primary dealers om overheids- en supranationale uitgiften op primaire en secundaire markten te ondersteunen en hun vermogen om schuldbewijzen bij beleggers aan de man te brengen. Die criteria omvatten ook een beoordeling van de uitvoering van de in artikel 10 genoemde activiteiten. De Commissie past een roulatiecriterium toe om ervoor te zorgen dat alle in aanmerking komende leden van het netwerk van primary dealers regelmatig worden uitgenodigd om te reageren op oproepen tot het indienen van voorstellen.

4.   De van de in lid 2 bedoelde in aanmerking komende leden ontvangen voorstellen worden geëvalueerd aan de hand van een aanvullende reeks objectieve kwalitatieve en kwantitatieve criteria met het oog op de vorming van een syndicaat waarvan de samenstelling de best mogelijke combinatie van managers is voor de optimale uitvoering van een bepaalde transactie.

5.   De criteria voor de toezending van oproepen tot het indienen van voorstellen en voor de evaluatie van de ontvangen voorstellen worden samen met de oproep tot het indienen van voorstellen aan de subgroep van leden van het netwerk van primary dealers meegedeeld.

HOOFDSTUK 4

AANVRAAG VAN LIDMAATSCHAP EN OPSTELLING VAN DE LIJST VAN LEDEN VAN HET NETWERK VAN PRIMARY DEALERS EN TOEZICHT

Artikel 12

Aanvraag van lidmaatschap en lijst van primary dealers

1.   Geïnteresseerde kredietinstellingen vragen bij de Commissie het lidmaatschap van het netwerk van primary dealers aan door het aanvraagformulier en de bijgevoegde checklist met betrekking tot de toelatingscriteria, die beschikbaar zijn op de website van de Commissie, in te vullen en in te dienen.

2.   Aanvragen om toelating tot het netwerk van primary dealers omvatten bewijs dat aan de artikelen 4 en 5 is voldaan. Daartoe zijn in het aanvraagformulier en de bijlagen daarbij de bij de aanvraag te voegen bewijsstukken en ondersteunende documenten vermeld.

3.   In geval van een onvolledig aanvraagformulier, onvolledige informatie of onvoldoende gegevens kan de aanvrager worden verzocht de nodige aanvullende informatie te verstrekken. Indien de verlangde aanvullende informatie niet binnen een bepaalde termijn wordt verstrekt, wordt het aanvraagformulier afgewezen.

4.   Het verstrekken van valse, misleidende of onjuiste informatie of documenten tijdens de aanvraagprocedure leidt tot niet-toelating tot het netwerk van primary dealers of kan, in voorkomend geval, leiden tot uitsluiting uit het netwerk van primary dealers overeenkomstig artikel 15 van dit besluit.

5.   Op het aanvraagformulier verklaart elke primary dealer de algemene voorwaarden te aanvaarden, waarmee hij het bindende karakter ervan erkent en zich tot naleving ervan verbindt.

6.   Het aanvraagformulier en de algemene voorwaarden worden ondertekend en de algemene voorwaarden worden ook op elke bladzijde geparafeerd door een naar behoren gemachtigde vertegenwoordiger van de primary dealer die, op basis van het toepasselijke recht van het desbetreffende rechtsgebied en de relevante bedrijfsdocumenten, gemachtigd is namens de primary dealer geldige verbintenissen aan te gaan ten behoeve van de uitvoering van de verplichtingen en activiteiten in het kader van de algemene voorwaarden. Daartoe wordt bij de indiening van het aanvraagformulier een uittreksel uit het desbetreffende handelsregister verstrekt.

7.   Elke mededeling, kennisgeving of informatieverstrekking met betrekking tot dit besluit en de algemene voorwaarden wordt gericht aan het door de primary dealers in hun aanvraagformulier gekozen kennisgevingsadres en geadresseerd aan de persoon die daarin als “coördinator” is aangewezen.

Artikel 13

Toelating tot het netwerk van primary dealers

1.   Het besluit over de vraag of een aanvrager op de lijst van het netwerk van primary dealers wordt opgenomen, wordt uiterlijk twee maanden na de indiening van de desbetreffende aanvraag genomen. Indien de aanvrager overeenkomstig artikel 12, lid 3, wordt verzocht aanvullende informatie te verstrekken, wordt de termijn voor een besluit met betrekking tot die aanvrager opgeschort tot de datum waarop die aanvullende informatie wordt verstrekt. Indien de aanvrager de Commissie meedeelt dat hij de aanvraag als volledig beschouwt, wordt het besluit binnen twee maanden genomen. De aanvrager wordt van het besluit in kennis gesteld.

Het besluit tot weigering van toelating vermeldt de redenen waarop het is gebaseerd.

2.   De bijgewerkte lijst van leden van het netwerk van primary dealers wordt eenmaal per jaar bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

3.   Met het oog op de jaarlijkse evaluatie wordt de primary dealers verzocht de Commissie te verklaren dat zij nog steeds voldoen aan alle in artikel 4 vastgestelde criteria om voor het lidmaatschap in aanmerking te komen.

Artikel 14

Toezicht

De Commissie kan controles verrichten, of een derde aanwijzen om controles te verrichten, om na te gaan of de leden van het netwerk van primary dealers dit besluit naleven. Leden van het netwerk van primary dealers werken mee aan en vergemakkelijken de uitvoering van die controles, met name door de nodige informatie en gegevens te verstrekken en toegang daartoe te verlenen.

Elk lid van het netwerk van primary dealers:

a)

deelt de Commissie de vastgestelde risicolimiet mee voor de handel in schuldbewijzen van de Unie en Euratom overeenkomstig de in artikel 5, onder c), bedoelde algemene voorwaarden voor primary dealers in de Unie;

b)

stelt de Commissie in kennis van elke verlaging van de rating door ratingbureaus in de Unie die zijn erkend door de Europese Autoriteit voor effecten en markten;

c)

stelt de Commissie onmiddellijk in kennis van elke niet-naleving van een in artikel 4 vastgesteld criterium om in aanmerking te komen.

Door de algemene voorwaarden te aanvaarden, geeft de primary dealer toestemming voor eventuele audits en controles met betrekking tot de in het kader van zijn rapportageverplichtingen aan de Commissie doorgegeven gegevens, met name ten aanzien van de gegevens die worden gebruikt om zijn prestaties op de secundaire markt te beoordelen.

Artikel 15

Schorsing en uitsluiting uit het netwerk van primary dealers

1.   Het lidmaatschap van het netwerk van primary dealers van de primary dealer kan in de volgende gevallen worden geschorst:

a)

inleiding van een procedure tegen een primary dealer als bedoeld in artikel 5, onder e), iii);

b)

inleiding van een procedure die kan leiden tot de beëindiging van het lidmaatschap van het netwerk of het in artikel 4, onder c), bedoelde mechanisme.

De primary dealer wordt door middel van een aankondiging van schorsing verzocht zijn opmerkingen in te dienen binnen een termijn van ten minste zeven dagen na ontvangst van de aankondiging. Het schorsingsbesluit wordt van kracht op de eerste werkdag na de datum van de kennisgeving ervan aan de in overtreding zijnde primary dealer.

De schorsing kan op verzoek van de geschorste primary dealer worden opgeheven. De primary dealer dient voldoende bewijs in dat, naargelang het geval, de in de eerste alinea, onder a), bedoelde procedure niet langer loopt en niet heeft geleid tot een sanctie van welke aard dan ook tegen de geschorste primary dealer, of de in de eerste alinea, onder b), bedoelde procedure niet langer loopt en niet heeft geleid tot beëindiging van het lidmaatschap van het in artikel 4, onder c), bedoelde netwerk of mechanisme. Het ingediende bewijs wordt beoordeeld en binnen 15 werkdagen na het verzoek wordt een besluit genomen.

2.   De primary dealer wordt in de volgende gevallen uitgesloten van het netwerk van primary dealers:

a)

de primary dealer voldoet niet langer aan een van de in artikel 4 bedoelde voorwaarden;

b)

de primary dealer is uitgesloten overeenkomstig de artikelen 135 tot en met 142 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (18).

3.   De volgende procedure is van toepassing op de uitsluiting uit het netwerk van primary dealers in de in lid 2 bedoelde gevallen:

a)

de primary dealer wordt door middel van een aankondiging van uitsluiting verzocht zijn opmerkingen in te dienen binnen een termijn van ten minste zeven dagen na ontvangst van de aankondiging;

b)

de primary dealer wordt van het uitsluitingsbesluit in kennis gesteld. Het uitsluitingsbesluit wordt van kracht op de eerste werkdag na de datum van kennisgeving ervan aan de uitgesloten primary dealer.

4.   De primary dealer kan worden uitgesloten uit het netwerk van primary dealers in geval van:

a)

niet-naleving van de verplichtingen van artikel 5;

b)

het plegen van een inbreuk als bedoeld in artikel 30 van Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad (19), zoals bevestigd in een definitief besluit van de desbetreffende bevoegde autoriteit;

c)

een definitief besluit van de bevoegde autoriteit dat is genomen naar aanleiding van een procedure als bedoeld in artikel 5, onder e), v), of in verband met wet- en regelgeving op het gebied van de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering;

d)

niet-naleving van artikel 5, onder e), vi), of

e)

openbaarmaking van informatie die onder de vertrouwelijkheidsverplichting van artikel 5, onder f), valt.

5.   De volgende procedure is van toepassing op de in lid 4 bedoelde gevallen:

a)

de betrokken primary dealer ontvangt een bericht waarin de redenen voor de niet-naleving worden vermeld en waarin een termijn om opmerkingen in te dienen wordt gesteld van ten minste zeven dagen na ontvangst van het bericht door de primary dealer;

b)

rekening houdend met eventuele ingediende opmerkingen, ontvangt de primary dealer een waarschuwing waarin hij wordt verzocht corrigerende maatregelen te nemen om de naleving van de desbetreffende criteria en/of verplichtingen te herstellen en/of te waarborgen;

c)

de primary dealer deelt binnen een vastgestelde termijn, die niet korter is dan een week na de datum van ontvangst van de waarschuwing, de corrigerende maatregelen mee die hij voornemens is te nemen;

d)

indien binnen de onder c) bedoelde termijn geen informatie is verstrekt, ontvangt de primary dealer een tweede waarschuwing, waarin hij wordt verzocht de onder b) bedoelde corrigerende maatregelen te nemen. Punt c) is mutatis mutandis van toepassing;

e)

de primary dealer verstrekt binnen een vastgestelde termijn, die niet korter is dan een maand na de datum van mededeling van de onder b) bedoelde waarschuwing, voldoende bewijs van de uitvoering van de corrigerende maatregelen. Indien geen of onvoldoende bewijs wordt verstrekt, wordt tot de primary dealer een aankondiging van uitsluiting gericht met het verzoek om binnen een termijn van ten minste zeven dagen na ontvangst van de aankondiging opmerkingen in te dienen. Rekening houdend met eventuele ingediende opmerkingen, kan een besluit tot uitsluiting van de in overtreding zijnde primary dealer uit het netwerk van primary dealers worden genomen;

f)

het uitsluitingsbesluit vermeldt de redenen waarop de uitsluiting is gebaseerd;

g)

het uitsluitingsbesluit wordt van kracht op de eerste werkdag na de datum van kennisgeving ervan aan de uitgesloten primary dealer.

6.   Schorsing van lidmaatschap overeenkomstig lid 1, uitsluiting van lidmaatschap overeenkomstig de leden 2 tot en met 6 en opzegging van lidmaatschap van het netwerk van primary dealers overeenkomstig artikel 7, onder e), hebben geen gevolgen voor de rechten en verplichtingen van de betrokken primary dealer met betrekking tot contracten die zijn gesloten vóór respectievelijk de datum van schorsing, uitsluiting of opzegging.

7.   Schorsing van lidmaatschap brengt geen schorsing van de verplichtingen van artikel 5, onder f), en artikel 14 mee.

HOOFDSTUK 5

OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 16

Overgangsbepaling

Na de datum van bekendmaking van de lijst overeenkomstig artikel 13 en totdat de Commissie over voldoende gegevens beschikt om na te gaan of aan de criteria om in aanmerking te komen van artikel 8 is voldaan, komt elk lid van het netwerk van primary dealers dat aan de criteria om in aanmerking te komen van artikel 4 voldoet, in aanmerking voor de opdracht als lead manager of co-lead manager.

Dit besluit is van toepassing op de lenings- en schuldbeheersactiviteiten van de Commissie die van start gaan na de datum van de eerste bekendmaking van de lijst overeenkomstig artikel 13. Tot die datum geschiedt de aanwijzing van primary dealers ten behoeve van lenings- en schuldbeheersactiviteiten op basis van het interne operationele kader dat voor de bestaande leningsprogramma’s in gebruik is.

Artikel 17

Slotbepaling

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 14 april 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1.

(2)  Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom (PB L 424 van 15.12.2020, blz. 1).

(3)  Verordening (EU) 2020/2094 van de Raad van 14 december 2020 tot vaststelling van een herstelinstrument voor de Europese Unie ter ondersteuning van het herstel in de nasleep van de COVID-19-crisis (PB L 433 I van 22.12.2020, blz. 23).

(4)  Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17).

(5)  Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme (PB L 118 van 12.5.2010, blz. 1).

(6)  Verordening (EG) nr. 332/2002 van de Raad van 18 februari 2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 1).

(7)  Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad van 25 mei 2009 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10).

(8)  Besluit (EU) 2020/701 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 2020 betreffende de toekenning van macrofinanciële bijstand aan uitbreidings- en nabuurschapspartners in de context van de COVID-19-pandemie (PB L 165 van 27.5.2020, blz. 31).

(9)  Verordening (EU) 2020/672 van de Raad van 19 mei 2020 betreffende de instelling van een Europees instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand (SURE) als gevolg van de COVID-19-uitbraak (PB L 159 van 20.5.2020, blz. 1).

(10)  Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen ten einde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

(11)  Zie met name Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).

(12)  Zie met name Verordening (EU) nr. 468/2014 van de Europese Centrale Bank van 16 april 2014 tot vaststelling van een kader voor samenwerking binnen het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme tussen de Europese Centrale Bank en nationale bevoegde autoriteiten en met nationale aangewezen autoriteiten (SSM-kaderverordening) (PB L 141 van 14.5.2014, blz. 1), en Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (PB L 287 van 29.10.2013, blz. 63).

(13)  Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).

(14)  Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende het aanvullende toezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beleggingsondernemingen in een financieel conglomeraat en tot wijziging van de Richtlijnen 73/239/EEG, 79/267/EEG, 92/49/EEG, 92/96/EEG, 93/6/EEG en 93/22/EEG van de Raad en van de Richtlijnen 98/78/EG en 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 35 van 11.2.2003, blz. 1).

(15)  Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338).

(16)  Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende de transparantie van effectenfinancieringstransacties en van hergebruik en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 1).

(17)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/583 van de Commissie van 14 juli 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten in financiële instrumenten wat betreft technische reguleringsnormen inzake transparantievereisten voor handelsplatforms en beleggingsondernemingen ten aanzien van obligaties, gestructureerde financiële producten, emissierechten en derivaten (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 229).

(18)  Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

(19)  Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (Verordening marktmisbruik) en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124/EG, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 1).


BIJLAGE

1.   Nakoming van de verplichting om op halfjaarlijkse basis minimaal een gewogen gemiddelde van 0,05 % van de door de Unie en/of Euratom geveilde volumes te kopen

a)

Veilingen worden uitgevoerd door middel van een veilingsysteem dat wordt beheerd door een door de Commissie geselecteerde veilingaanbieder (“de veilingaanbieder”).

b)

De deelname aan de veilingen en de aankoop van geveilde schuldbewijzen vinden plaats overeenkomstig veilingregels die door de veilingaanbieder zijn vastgesteld en door de Commissie zijn goedgekeurd. De primary dealers onderschrijven de veilingregels en leven deze na.

c)

Alle primary dealers moeten begrijpen dat zij op eigen risico handelen en aan de veilingen deelnemen en dat de Commissie op geen enkele wijze aansprakelijk is voor de besluiten van een deelnemer aan de veilingen; dit geldt met name voor eventuele directe of indirecte verliezen die voortvloeien uit een transactie die door de deelnemer is aangegaan.

d)

De primary dealers nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat zij aan de veiling kunnen deelnemen: zij sluiten met name de contracten met de veilingaanbieder, ronden alle nodige stappen en formaliteiten af en beschikken over de benodigde technische infrastructuur.

e)

De Commissie draagt geen kosten of aansprakelijkheid voor de primary dealer in verband met de contracten tussen de veilingaanbieder en de primary dealer of in verband met de technische infrastructuur voor de veiling.

f)

Primary dealers kunnen alleen van de nakoming van de in artikel 5, onder a), bedoelde verplichting worden ontheven in geval van overmacht; storingen en technische problemen met betrekking tot de infrastructuur vormen echter geen overmacht.

g)

De berekeningen van het volume dat de primary dealers tijdens de betrokken periode van zes maanden hebben gekocht, worden gewogen volgens de volgende tabel:

Image 2

h)

Deze berekening wordt toegepast voor perioden van zes maanden, die lopen van januari tot en met juni en van juli tot en met december, behalve voor de eerste periode, die loopt vanaf de datum van de eerste veiling tot het einde van de daaropvolgende periode van zes maanden.

2.   Rapportageverplichtingen

a)

De primary dealers verstrekken op verzoek informatie over de risicolimiet die zij ten behoeve van hun eigen positiebeheer aan de handelsactiviteit in schuldbewijzen van de Unie en Euratom hebben gesteld, alsook over de mate waarin de risicolimiet wordt gebruikt. In het verzoek wordt gespecificeerd welke informatie moet worden verstrekt.

b)

De primary dealers stellen de Commissie onmiddellijk in kennis indien hun rating wordt verhoogd of verlaagd door een van de externe ratingbureaus die overeenkomstig artikel 18, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad (1) door de ESMA zijn erkend.

c)

De primary dealers stellen de Commissie onmiddellijk in kennis van niet-naleving van een in artikel 4 vastgesteld criterium om in aanmerking te komen.

d)

Indien zich een wijziging voordoet van de via het aanvraagformulier opgegeven contactgegevens, stellen de primary dealers de Commissie binnen twee weken na de datum waarop de wijziging is ingegaan, van die wijziging in kennis met gebruikmaking van het aan het aanvraagformulier gehechte model.

e)

De primary dealers verstrekken de Commissie op haar verzoek alle informatie die relevant is voor de uitvoering van hun activiteiten als primary dealer, met name over hun activiteiten op de primaire of secundaire markt in verband met de schuldbewijzen van de Unie en Euratom.


(1)  Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake ratingbureaus (PB L 302 van 17.11.2009, blz. 1); de lijst is te vinden op:https://www.esma.europa.eu/supervision/credit-rating-agencies/risk


16.4.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 131/183


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2021/626 VAN DE COMMISSIE

van 14 april 2021

tot instelling van het InvestEU-portaal en tot vaststelling van de bijbehorende technische specificaties

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2021/523 van het Europees Parlement en de Raad van 24 maart 2021 tot vaststelling van het InvestEU-programma en tot wijziging van Verordening (EU) 2015/1017 (1), en met name artikel 26,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het InvestEU-portaal moet ertoe bijdragen de ontwikkeling en de verwezenlijking van investeringsprojecten in de Unie te katalyseren en te versnellen.

(2)

Overeenkomstig artikel 26, lid 2, van Verordening (EU) 2021/523 worden alleen projecten die met het recht en het beleid van de Unie verenigbaar zijn, op het InvestEU-portaal geplaatst. Er moeten toelatingscriteria worden vastgesteld om te verzekeren dat aan deze voorwaarde wordt voldaan.

(3)

Teneinde een transparant beheer van het InvestEU-portaal te verzekeren, moeten de technische specificaties daarvan worden vastgesteld,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het InvestEU-portaal wordt ingesteld. Het moet voldoen aan de technische specificaties vastgesteld in de bijlage.

Artikel 2

Projecten worden op het InvestEU-portaal opgenomen als aan de volgende toelatingscriteria is voldaan:

a)

het project (of het uit kleinere projecten bestaande programma) heeft een minimumomvang van 500 000 EUR aan vereiste investeringen;

b)

het project valt onder de gebieden die in aanmerking komen voor financierings- en investeringsverrichtingen als vastgesteld in bijlage II bij Verordening (EU) 2021/523;

c)

de ontwikkelaar mag niet uitgesloten zijn van overeenkomsten die uit de begroting van de Unie worden gefinancierd, of bestraft zijn voor ernstige beroepsfouten, criminele activiteiten of aanzienlijke tekortkomingen in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (2);

d)

het project mag geen uitgesloten activiteit vormen als vermeld in bijlage V, punt B, bij Verordening (EU) 2021/523;

e)

het project bevindt zich in de Unie of in een met een lidstaat verbonden land of gebied overzee als vermeld in bijlage II bij het VWEU;

f)

het project mag niet leiden tot reputatieschade voor de Commissie;

g)

de uitvoering van het project is aangevangen of zal naar verwachting binnen drie jaar na de datum van indiening bij het InvestEU-portaal aanvangen;

h)

het project wordt in de projectaanvraag duidelijk beschreven als een investeringsproject en de in de aanvraag vervatte informatie is accuraat en vermeldt het financieringsbedrag dat nodig is voor de verwezenlijking van het project, en

i)

het project is verenigbaar met het recht en het beleid van de Unie.

Artikel 3

Er wordt geen vergoeding voor verwerking van de aanvraag aangerekend om een project op het InvestEU-portaal te plaatsen.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 14 april 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 107 van 26.3.2021, blz. 30.

(2)  Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).


BIJLAGE

TECHNISCHE SPECIFICATIES VAN HET INVESTEU-PORTAAL

1.   Algemene omschrijving

Het InvestEU-portaal is een gemakkelijk toegankelijke en gebruiksvriendelijke projectdatabank die relevante informatie over elk project bevat en dus een kanaal voor projectontwikkelaars biedt om de projecten waarvoor zij financiering zoeken, zichtbaarheid te geven bij investeerders, waaronder donoren en filantropen. Gedetailleerde projectinformatie wordt uitsluitend beschikbaar gesteld voor geregistreerde gebruikers.

De publicatie van een project op het InvestEU-portaal betekent niet dat het door de Commissie is goedgekeurd. De opname van projecten in het InvestEU-portaal heeft geen invloed op besluiten betreffende de projecten die uiteindelijk worden geselecteerd voor ondersteuning uit hoofde van Verordening (EU) 2021/523 of enig ander Unie-instrument, of besluiten voor publieke financiering.

De belangrijkste onderdelen van het InvestEU-portaal zijn:

1)

een openbaar portaal: onderdeel van de website van het InvestEU-programma met openbaar beschikbare informatie, waaronder:

een projectenkaart (interactief voor geregistreerde gebruikers), en

een projectenbestand gegroepeerd per land, sector en andere relevante criteria (beschikbaar in een kaartweergave);

2)

een onlineplatform voor geregistreerde gebruikers (“front office”): onderdeel van het InvestEU Management Information System, waarmee gebruikers (waaronder projectontwikkelaars en investeerders) kunnen worden geregistreerd en gedetailleerde informatie wordt verschaft, zoals:

een databank met gedetailleerde projectvoorstellingen (gestructureerde samenvattingen van individuele projecten), die alleen beschikbaar is voor geregistreerde gebruikers, en

specifieke onderdelen voor projectontwikkelaars en investeerders, waar zij onlineprojecten kunnen indienen voor publicatie op het InvestEU-portaal en gepubliceerde projecten kunnen evalueren;

3)

een intern platform (“back office”): onderdeel van het InvestEU Management Information System, dat door de diensten van de Commissie wordt gebruikt voor screening en beheer.

2.   Beheer van het InvestEU-portaal

Het InvestEu-portaal wordt door de Commissie beheerd. De inhoud van het portaal wordt gecreëerd door projectontwikkelaars, d.w.z. particuliere en publieke juridische entiteiten. Het portaal kan worden ondersteund door gerichte evenementen.

Als projectontwikkelaars en andere geregistreerde websitegebruikers aan het InvestEU-portaal deelnemen, moeten zij eerst de algemene voorwaarden daarvan aanvaarden. Het doel is daarmee de kwaliteit van de gepubliceerde informatie van de projectontwikkelaars te waarborgen alsook duidelijk te maken dat de Commissie niet instaat voor de juistheid van de gepubliceerde informatie en niet aansprakelijk kan worden gesteld bij schadeclaims op grond van de publicatie van het project.

Middels een disclaimer moeten de gebruikers van de website erop attent worden gemaakt dat de Commissie niet kan instaan voor de juistheid van de gepubliceerde informatie en dat potentiële investeerders zelf een zorgvuldige beoordeling moeten verrichten van de financiële aspecten en van alle andere aspecten die van belang zijn voor hun beslissing om al dan niet in een project te investeren.

Er wordt een overzicht opgesteld van de openbare adviesdiensten die op nationaal niveau bestaan. De Commissie zendt projecten die aan de voorwaarden van artikel 2 voldoen, toe aan de relevante uitvoerende partners van InvestEU. Indien er een adviesinitiatief bestaat, zendt de Commissie deze projecten eventueel ook toe aan de InvestEU-advieshub.

3.   Projectscreening

De diensten van de Commissie zullen de projecten screenen aan de hand van de in artikel 2 vermelde toelatingscriteria. Bepaalde technische aspecten van het valideringsproces, zoals het controleren van de identiteit van projectontwikkelaars, mogen worden uitbesteed aan derden. De lidstaten wordt verzocht een of meer contactpunten aan te wijzen voor de screening van projecten met daadwerkelijke en directe gevolgen voor de veiligheid, met name in de sectoren ruimtevaart, defensie en cyberbeveiliging. Het systeem voor vroegtijdige opsporing en uitsluiting (early-detection and exclusion system — EDES) wordt indien nodig geraadpleegd.

Publicatie van door ontwikkelaars ingediende informatie wordt geweigerd indien de informatie onjuist is of indien het project niet voldoet aan de vereisten van artikel 2.

Informatie over een project wordt uit het InvestEU-portaal verwijderd als de projectontwikkelaar deze gedurende drie jaar niet heeft geactualiseerd.


16.4.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 131/187


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2021/627 VAN DE COMMISSIE

van 15 april 2021

tot vaststelling van regels betreffende het bijhouden van en de toegang tot de logbestanden in het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) uit hoofde van Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226 (1), en met name artikel 73, lid 3, derde alinea, punt b), iii),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) 2018/1240 is het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) ingesteld, dat van toepassing is op onderdanen van derde landen die zijn vrijgesteld van de verplichting om in het bezit te zijn van een visum om het grondgebied van de lidstaten binnen te komen en er te verblijven.

(2)

Voor de werking van het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem zijn de ontwikkeling en de technische implementatie van het Etias-informatiesysteem vereist. Dit systeem voorziet in logbestanden waarin alle uitgevoerde gegevensverwerkingsverrichtingen worden geregistreerd.

(3)

Het is noodzakelijk regels vast te stellen betreffende het bijhouden van en de toegang tot de logbestanden. De logbestanden mogen uitsluitend worden gebruikt om na te gaan of aan de gegevensverwerkingsverplichtingen is voldaan en om de integriteit en veiligheid van de operationele persoonsgegevens te waarborgen.

(4)

Wat het bijhouden van logbestanden betreft, moet worden bepaald op welke locatie zij moeten worden opgeslagen, hoe zij technisch moeten worden geregistreerd, ook wanneer zij samenhangen met verschillende onderdelen van het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem, en welke regels van toepassing zijn op het wissen van de logbestanden na afloop van de bewaringstermijn.

(5)

Wat de toegang tot de logbestanden betreft, moet worden gespecificeerd aan welke bevoegde autoriteiten, in voorkomend geval met inbegrip van specifieke bij die autoriteiten werkzame personen, de toegang tot de logbestanden moet worden verleend en voor welke doeleinden toegang tot de logbestanden kan worden verkregen. Om ervoor te zorgen dat de bevoegde autoriteiten hun taken in verband met het toezicht op de rechtmatigheid van de gegevensverwerking en het waarborgen van de gegevensbeveiliging en -integriteit kunnen uitvoeren, moet de identificatie van logbestanden worden vergemakkelijkt door middel van een doeltreffende zoekfunctie.

(6)

Logbestanden waarin de toegang van naar behoren gemachtigde personeelsleden van de nationale autoriteiten van elke lidstaat en naar behoren gemachtigde personeelsleden van de agentschappen van de Unie wordt geregistreerd voor de in artikel 13, lid 4 bis, van Verordening (EU) 2018/1240 bedoelde doeleinden, moeten worden bijgehouden overeenkomstig de vereisten van artikel 24, leden 2 en 3, van Verordening (EU) 2019/817.

(7)

Het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA) is verantwoordelijk voor de ontwerp- en ontwikkelingsfase van het Etias-informatiesysteem. De bij dit besluit vastgestelde maatregelen moeten het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht in staat stellen het ontwerp van de fysieke architectuur van het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem vast te stellen, met inbegrip van de communicatie-infrastructuur, alsmede de technische specificaties van het systeem, en te zorgen voor de ontwikkeling van het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem. Het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht dient, als aanvulling op deze maatregelen, de technische specificaties en het interface control document van het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem vast te stellen.

(8)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het protocol (nr. 22) betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, heeft Denemarken niet deelgenomen aan de vaststelling van Verordening (EU) 2018/1240 en is deze niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. Omdat Verordening (EU) 2018/1240 echter voortbouwt op het Schengenacquis, heeft Denemarken op 21 december 2018 overeenkomstig artikel 4 van dat protocol kennisgegeven van zijn besluit om Verordening (EU) 2018/1240 in zijn nationale recht om te zetten.

(9)

Dit besluit houdt een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad (2); Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit is niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

(10)

Wat IJsland en Noorwegen betreft, houdt dit besluit een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis, in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (3), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (4).

(11)

Wat Zwitserland betreft, houdt dit besluit een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis, in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (5), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG van de Raad, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2008/146/EG van de Raad (6).

(12)

Wat Liechtenstein betreft, houdt dit besluit een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis, in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (7), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG van de Raad, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2011/350/EU van de Raad (8).

(13)

Wat Cyprus, Bulgarije en Roemenië, en Kroatië betreft, vormt dit besluit een handeling die op het Schengenacquis voortbouwt of anderszins daaraan is gerelateerd, in de zin van respectievelijk artikel 3, lid 1, van de Toetredingsakte van 2003, artikel 4, lid 1, van de Toetredingsakte van 2005 en artikel 4, lid 1, van de Toetredingsakte van 2011.

(14)

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (9) en heeft op 4 september 2020 een advies uitgebracht.

(15)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité slimme grenzen (Etias),

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijhouden van de logbestanden van gegevensverwerkingsverrichtingen

1.   Het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht registreert en bewaart in het centrale Etias-systeem de logbestanden van alle gegevensverwerkingsverrichtingen in het Etias-informatiesysteem die overeenkomstig artikel 69, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1240 moeten worden bijgehouden, met inbegrip van logbestanden in verband met de toegang voor vervoerders als bedoeld in artikel 45, lid 7, van Verordening (EU) 2018/1240, voor grensautoriteiten en immigratieautoriteiten als bedoeld in artikel 69, lid 3, van Verordening (EU) 2018/1240, en voor de centrale toegangspunten als bedoeld in artikel 70, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1240.

2.   Elke gegevensverwerkingsverrichting in het Etias-informatiesysteem wordt geregistreerd als een afzonderlijke record in het logbestand.

De record in het logbestand bevat een specifiek veld waarmee de gegevens met betrekking tot de uitgevoerde verrichting kunnen worden geïdentificeerd.

3.   De record wordt geregistreerd met het tijdstip en de datum (“tijdstempel”) van elke gegevensverwerking.

4.   In elke record in het logbestand wordt de unieke identificatiecode opgeslagen van de autoriteit en van de functionaris die of het personeelslid dat in het centrale Etias-systeem opgeslagen gegevens raadpleegt, wijzigt of wist.

5.   De records in de logbestanden worden dagelijks door het centrale Etias-systeem gewist overeenkomstig de in artikel 45, lid 7, artikel 69, lid 4, en artikel 70, lid 4, van Verordening (EU) 2018/1240 vastgestelde bewaringstermijnen.

Voor elk type logbestand wordt een tijdstempel gebruikt ter identificatie van de records in het logbestand die na afloop van de toepasselijke bewaringstermijn moeten worden verwijderd.

Artikel 2

Toegang tot de logbestanden van gegevensverwerkingsverrichtingen

1.   De toegang tot de logbestanden die het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1240 bijhoudt, is voorbehouden aan:

a)

naar behoren gemachtigde Etias-beheerders bij het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht, alsmede de functionaris voor gegevensbescherming, met het oog op de in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1240 bedoelde doeleinden en met name om de naleving van artikel 69, lid 4, van die verordening te waarborgen;

b)

naar behoren gemachtigde personeelsleden en de functionaris voor gegevensbescherming van het Europees Grens- en kustwachtagentschap, voor de in artikel 7, lid 2, punt e), en artikel 61 van Verordening (EU) 2018/1240 vastgelegde doeleinden en om de rechtmatigheid van de gegevensverwerking en de integriteit en de beveiliging van de gegevens te waarborgen;

c)

naar behoren gemachtigde personeelsleden en functionarissen voor gegevensbescherming van de nationale Etias-eenheden, voor de in artikel 57, lid 2, bedoelde doeleinden.

2.   De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en de bevoegde nationale toezichthoudende autoriteiten die de in de artikelen 66 en 67 van Verordening (EU) 2018/1240 bedoelde toezichtstaken vervullen, hebben toegang tot de logbestanden op een aan eu-LISA of de nationale Etias-eenheid of -eenheden gericht verzoek.

3.   De records in de logbestanden en de specifieke velden die overeenkomstig artikel 1 in het centrale Etias-systeem zijn geregistreerd, kunnen ten minste op basis van de auteur, de datum van toegang of het soort verwerkingsverrichting worden doorzocht.

4.   Voor de toepassing van artikel 45, leden 5 en 7, van Verordening (EU) 2018/1240 kan het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht logbestanden doorsturen naar de nationale Etias-eenheden, wanneer die logbestanden nodig zijn voor de beslechting van een geschil dat voortvloeit uit de toepassing van dat artikel, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de betrokken nationale Etias-eenheid heeft een uitdrukkelijk en met redenen omkleed verzoek ingediend bij het Europees Grens- en kustwachtagentschap, dat de verwerkingsverantwoordelijke is als bedoeld in artikel 57, lid 1, eerste zin, van Verordening (EU) 2018/1240.

b)

het Europees Grens- en kustwachtagentschap heeft het verzoek geverifieerd en goedgekeurd.

5.   Logbestanden waarin de overeenkomstig lid 1 verkregen toegang tot de logbestanden wordt geregistreerd, zijn ten minste traceerbaar op basis van de auteur of de datum van toegang.

6.   Logbestanden waarin de overeenkomstig lid 1 verkregen toegang tot de logbestanden wordt geregistreerd, zijn ten minste doorzoekbaar op basis van de auteur, de datum van toegang of het soort verwerkingsverrichting.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 15 april 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1.

(2)  Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20).

(3)  PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.

(4)  Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

(5)  PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.

(6)  Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

(7)  PB L 160 van 18.6.2011, blz. 21.

(8)  Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).

(9)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).