ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 347

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

63e jaargang
20 oktober 2020


Inhoud

 

I   Wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) 2020/1503 van het Europees Parlement en de Raad van 7 oktober 2020 betreffende Europese crowdfundingdienstverleners voor bedrijven en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1129 en Richtlijn (EU) 2019/1937 ( 1 )

1

 

 

RICHTLIJNEN

 

*

Richtlijn (EU) 2020/1504 van het Europees Parlement en de Raad van 7 oktober 2020 tot wijziging van Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten ( 1 )

50

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

20.10.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 347/1


VERORDENING (EU) 2020/1503 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 7 oktober 2020

betreffende Europese crowdfundingdienstverleners voor bedrijven en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1129 en Richtlijn (EU) 2019/1937

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Na raadpleging van de Europese Centrale Bank,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Crowdfunding is in toenemende mate een gangbare vorm van alternatieve financiering voor startende ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen, die doorgaans van kleine beleggingen afhankelijk zijn. Crowdfunding is een steeds belangrijkere vorm van bemiddeling waarbij een crowdfundingdienstverlener, zonder zelf risico op zich te nemen, een voor het publiek toegankelijk digitaal platform beheert om aspirant-beleggers of -kredietverstrekkers te matchen met bedrijven die op zoek zijn naar financiering of om een dergelijke koppeling te vergemakkelijken. Deze financiering kan de vorm aannemen van leningen of de verwerving van effecten of van andere voor crowdfunding toegelaten instrumenten. Het is bijgevolg aangewezen om in het toepassingsgebied van deze verordening zowel op kredietverlening gebaseerde crowdfunding als op deelneming in eigen vermogen gebaseerde crowdfunding op te nemen, aangezien die soorten crowdfunding als vergelijkbare financieringsalternatieven kunnen worden gestructureerd.

(2)

Bij de verlening van crowdfundingdiensten zijn doorgaans drie soorten actoren betrokken: de projecteigenaar die het te financieren project voorstelt, beleggers die het voorgestelde project financieren en een bemiddelingsorganisatie, in de vorm van een crowdfundingdienstverlener die projecteigenaren en beleggers via een onlineplatform samenbrengt.

(3)

Crowdfunding kan bijdragen tot de verschaffing van toegang tot financiering aan kleine en middelgrote ondernemingen en tot de voltooiing van de kapitaalmarktenunie. Het gebrek aan toegang tot financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen is een probleem, zelfs in die lidstaten waar de toegang tot bancaire financiering gedurende de hele financiële crisis stabiel is gebleven. Crowdfunding is gegroeid tot een gangbare financieringspraktijk voor bedrijfsactiviteiten van natuurlijke en rechtspersonen. Dergelijke financiering vindt plaats middels onlineplatforms; de bedrijfsactiviteiten worden meestal door een groot aantal mensen of organisaties gefinancierd, en de bedrijven, waaronder startende ondernemingen, halen relatief kleine geldbedragen op.

(4)

Crowdfunding kan bedrijven niet alleen voorzien van een alternatieve financieringsbron, met inbegrip van durfkapitaal, maar kan hun ook andere voordelen bieden. Zij kan een zakelijk idee valideren, ondernemers toegang geven tot een groot aantal mensen die inzichten en informatie verschaffen, en als een marketinginstrument fungeren.

(5)

Verscheidene lidstaten hebben reeds nationale regelingen op maat voor crowdfunding ingevoerd. Die regelingen zijn toegesneden op de kenmerken en behoeften van lokale markten en beleggers. Als gevolg daarvan lopen de bestaande nationale regels in de Unie uiteen wat betreft de bedrijfsvoorwaarden voor crowdfundingplatforms, de reikwijdte van de toegestane activiteiten en de vergunningsvereisten.

(6)

De verschillen tussen de bestaande nationale regels zijn van dien aard dat zij een belemmering vormen voor de grensoverschrijdende verlening van crowdfundingdiensten en dus een rechtstreekse invloed hebben op de werking van de interne markt voor dergelijke diensten. Met name het feit dat het rechtskader langs nationale grenzen gefragmenteerd is, brengt aanzienlijke juridische kosten met zich mee voor niet-professionele beleggers, die vaak moeilijk kunnen uitmaken welke regels van toepassing zijn op grensoverschrijdende crowdfundingdiensten. Bijgevolg worden dergelijke beleggers er vaak van weerhouden om grensoverschrijdend te beleggen via crowdfundingplatforms. Om dezelfde redenen worden crowdfundingdienstverleners die dergelijke platforms exploiteren, ontmoedigd om hun diensten aan te bieden in andere lidstaten dan die waarin zij gevestigd zijn. Als gevolg daarvan zijn crowdfundingdiensten tot nu toe grotendeels nationaal gebleven, ten koste van een Uniebrede crowdfundingmarkt, waardoor bedrijven geen toegang hebben tot crowdfundingdiensten, vooral indien die bedrijven op kleinere nationale markten werkzaam zijn.

(7)

Om grensoverschrijdende crowdfundingdiensten te bevorderen en de uitoefening van de vrijheid om dergelijke diensten te verlenen en te ontvangen op de interne markt te vergemakkelijken, moeten de bestaande belemmeringen voor de goede werking van de interne markt voor crowdfundingdiensten worden aangepakt, en moet voor een hoog niveau van beleggersbescherming worden gezorgd door het vaststellen van een regelgevingskader op Unieniveau.

(8)

Door de belemmeringen voor de werking van de interne markt op het gebied van crowdfundingdiensten aan te pakken, beoogt deze verordening grensoverschrijdende financiering van bedrijven te bevorderen. Crowdfundingdiensten in verband met kredietverlening aan consumenten, als gedefinieerd in artikel 3, onder a), van Richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) dienen derhalve niet onder het toepassingsgebied van deze verordening te vallen.

(9)

Om regelgevingsarbitrage te vermijden en een doeltreffend toezicht op de crowdfundingdienstverleners te waarborgen, moet hun worden verboden deposito's of andere terugbetaalbare gelden van het publiek aan te trekken, tenzij zij tevens over een vergunning als kredietinstelling beschikken overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (4). De lidstaten moeten er echter voor zorgen dat het nationale recht geen vergunning als kredietinstelling of enige andere individuele vergunning, vrijstelling of ontheffing voor projecteigenaren of beleggers vereist wanneer deze gelden aanvaarden of leningen verstrekken met het oog op het aanbieden van of het beleggen in crowdfundingprojecten.

(10)

De verlening van crowdfundingdiensten heeft ten doel de financiering van een project te vergemakkelijken door het aantrekken van kapitaal van een groot aantal mensen die elk relatief kleine bedragen inleggen middels een publiekelijk toegankelijk informatiesysteem op het internet. Crowdfundingdiensten staan aldus open voor een onbeperkte gemeenschap van beleggers die op hetzelfde moment beleggingsvoorstellen krijgen, en betreffen het aantrekken van gelden van voornamelijk natuurlijke personen, waaronder personen die geen groot vermogen bezitten. Deze verordening moet van toepassing zijn op crowdfundingdiensten die bestaan uit de gezamenlijke verlening van de inontvangstneming en doorgifte van cliëntenorders en het plaatsen van effecten of andere voor crowdfunding toegelaten instrumenten zonder plaatsingsgarantie op een openbaar platform dat beleggers onbeperkte toegang biedt. De gezamenlijke verlening van die diensten is het voornaamste kenmerk van crowdfundingdiensten, vergeleken met bepaalde uit hoofde van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (5) verleende beleggingsdiensten, ook al zijn die diensten, afzonderlijk beschouwd, vergelijkbaar met de onder die richtlijn vallende diensten.

(11)

Met betrekking tot op kredietverlening gebaseerde crowdfunding moet deze verordening van toepassing zijn op de facilitering van het verstrekken van leningen, met inbegrip van diensten zoals het presenteren van crowdfundingaanbiedingen aan cliënten en prijsstelling of het beoordelen van het kredietrisico van crowdfundingprojecten of -projecteigenaren. De definitie van crowdfundingdiensten moet ruimte bieden aan verschillende bedrijfsmodellen die het mogelijk maken om via een crowdfundingplatform tussen een of meer beleggers en een of meer projecteigenaren een leningsovereenkomst te sluiten. Leningen die binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen, zijn leningen met een onvoorwaardelijke verplichting tot terugbetaling van een overeengekomen geldbedrag aan de belegger, waarbij op kredietverlening gebaseerde crowdfundingplatforms louter het sluiten van leningsovereenkomsten tussen beleggers en projecteigenaren faciliteren, zonder dat de crowdfundingdienstverlener op enig moment als schuldeiser van de projecteigenaar optreedt. De facilitering van het verstrekken van leningen binnen het toepassingsgebied van deze verordening moet worden onderscheiden van de activiteit van een kredietinstelling, die krediet voor eigen rekening verstrekt en deposito's of andere terugbetaalbare gelden van het publiek aantrekt.

(12)

Voor het verlenen van hun diensten beheren crowdfundingdienstverleners publiekelijk toegankelijke online-informatiesystemen, waaronder systemen waarvoor gebruikersregistratie vereist is.

(13)

Voor crowdfunding op basis van belegging is overdraagbaarheid een belangrijke waarborg voor beleggers om uit hun belegging te kunnen stappen, aangezien dit hun de mogelijkheid biedt om hun belang op de kapitaalmarkten te vervreemden. Bijgevolg behelst deze verordening crowdfundingdiensten met betrekking tot effecten en staat zij deze toe. Aandelen van bepaalde krachtens de nationale wetgeving van lidstaten opgerichte besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid zijn eveneens vrij overdraagbaar op de kapitaalmarkten en mogen daarom niet worden uitgesloten van het toepassingsgebied van deze verordening.

(14)

Bepaalde voor crowdfunding toegelaten instrumenten zijn in sommige lidstaten onderworpen aan nationaal recht dat de overdraagbaarheid ervan regelt, zoals het vereiste dat de overdracht door een notaris moet worden gewaarmerkt. Deze verordening moet onverminderd nationaal recht dat de overdracht van dergelijke instrumenten regelt van toepassing zijn.

(15)

Hoewel “initial coin offerings” in potentie kleine en middelgrote ondernemingen alsmede innovatieve startende en doorgroeiende ondernemingen kunnen financieren en de overdracht van technologie kunnen versnellen, zijn hun kenmerken zeer verschillend van de in deze verordening gereguleerde crowdfundingdiensten.

(16)

Gezien de aan crowdfundingbeleggingen verbonden risico's is het, met het oog op een effectieve bescherming van de beleggers en het instellen van een mechanisme van marktdiscipline, aangewezen om een drempel vast te stellen voor een totale tegenwaarde voor crowdfunding-aanbiedingen van een bepaalde projecteigenaar. Die drempel moet bijgevolg worden vastgesteld op 5 000 000 EUR, zijnde de drempel die de meeste lidstaten hanteren om aanbiedingen van effecten aan het publiek vrij te stellen van de verplichting om een prospectus te publiceren overeenkomstig Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad (6).

(17)

De elkaar overlappende regelgevingskaders die uit hoofde van deze verordening en van Verordening (EU) 2017/1129 zijn ingesteld, zouden vanwege een drempel van 5 000 000 EUR het risico van regelgevingsarbitrage kunnen vergroten en een verstorend effect kunnen hebben op de toegang tot financiering en de ontwikkeling van de kapitaalmarkten in bepaalde lidstaten. Bovendien beschikt thans slechts een beperkt aantal lidstaten over een specifiek rechtskader voor crowdfundingplatforms en -diensten. Rekening houdend met het feit dat sommige lidstaten in het kader van de uitvoering van Verordening (EU) 2017/1129 de drempel om aanbiedingen van effecten aan het publiek vrij te stellen van de verplichting om een prospectus te publiceren, op minder dan 5 000 000 EUR hebben vastgesteld en rekening houdend met de bijzondere inspanning die van die lidstaten zou worden gevergd om hun nationale wetgeving aan te passen en ervoor te zorgen dat de enkele drempel van deze verordening wordt toegepast, dient in deze verordening in een niet-verlengbare tijdelijke afwijking te worden voorzien om die lidstaten in staat te stellen die aanzienlijke inspanning te leveren. Die tijdelijke afwijking moet voor een zo kort mogelijke periode van toepassing zijn, teneinde de werking van de interne markt zo weinig mogelijk te verstoren.

(18)

Om een hoog niveau van beleggersbescherming te behouden, de risico's in verband met crowdfunding te verminderen en een eerlijke behandeling van alle cliënten te waarborgen, moeten crowdfundingdienstverleners een beleid voeren dat waarborgt dat projecten op hun platforms op professionele, correcte en transparante wijze worden geselecteerd en dat crowdfundingdiensten op dezelfde wijze worden verleend.

(19)

Teneinde de dienstverlening aan hun cliënten te verbeteren, moeten crowdfundingdienstverleners crowdfundingprojecten aan individuele beleggers kunnen voorstellen op basis van een of meer specifieke parameters of risico-indicatoren, zoals de soort of sector van bedrijfsactiviteiten of een kredietbeoordeling die vooraf door de belegger aan de crowdfundingdienstverlener zijn meegedeeld. De op grond van deze verordening verkregen vergunning mag crowdfundingdienstverleners echter niet het recht geven individuele of collectieve vermogensbeheerdiensten te verlenen. Om ervoor te zorgen dat aan aspirant-beleggers op neutrale basis beleggingsmogelijkheden worden aangeboden, mogen crowdfundingdienstverleners geen vergoeding, korting of niet-geldelijk voordeel betalen of aanvaarden voor het geleiden van orders van beleggers in de richting van een bepaald aanbod op hun platform of dat van een derde.

(20)

Bedrijfsmodellen die gebruikmaken van geautomatiseerde processen waarbij gelden aan de hand van vooraf door de belegger bepaalde parameters en risico-indicatoren automatisch door de crowdfundingdienstverlener worden toegewezen aan crowdfundingprojecten, het zogenoemde “auto-investing”, moeten als individueel portefeuillebeheer van leningen worden beschouwd.

(21)

Het bestaan van filterinstrumenten op een crowdfundingplatform uit hoofde van deze verordening mag niet als beleggingsadvies uit hoofde van Richtlijn 2014/65/EU worden beschouwd zolang die instrumenten cliënten informatie verstrekken op een neutrale wijze die geen aanbeveling inhoudt. Daaronder dienen instrumenten te vallen waarmee resultaten worden getoond op basis van criteria in verband met zuiver objectieve productkenmerken. Objectieve productkenmerken in de context van een crowdfundingplatform kunnen vooraf bepaalde projectcriteria zijn, zoals de economische sector, het gebruikte instrument en de rentevoet, of de risicocategorie indien voldoende informatie over de berekeningsmethode wordt verschaft. Evenzo moeten belangrijke financiële cijfers die zonder enige beoordelingsmarge worden berekend, als objectieve criteria worden beschouwd.

(22)

Deze verordening heeft tot doel rechtstreekse beleggingen te vergemakkelijken en te vermijden dat regelgevingsarbitragemogelijkheden worden geschapen voor financiële tussenpersonen die onder andere rechtshandelingen van de Unie vallen, met name rechtshandelingen van de Unie voor vermogensbeheerders. Het gebruik van juridische structuren, met inbegrip van “special purpose vehicles”, die tussen crowdfundingproject en beleggers in staan, moet bijgevolg strikt worden gereguleerd en mag alleen worden toegestaan indien dit gerechtvaardigd is door een belegger in staat te stellen een belang te verwerven in, bijvoorbeeld, een niet-liquide of ondeelbaar activum via de uitgifte van effecten door een special purpose vehicle.

(23)

Het waarborgen van een effectief governancesysteem is essentieel voor een behoorlijk risicobeheer en om belangenconflicten te voorkomen. Crowdfundingdienstverleners moeten bijgevolg over governanceregelingen beschikken die hun doeltreffend en voorzichtig bestuur garanderen. De natuurlijke personen die verantwoordelijk zijn voor het bestuur ervan moeten als betrouwbaar bekend staan en over voldoende kennis, vaardigheden en ervaring beschikken. Crowdfundingdienstverleners moeten tevens procedures vaststellen voor het ontvangen en behandelen van klachten van cliënten.

(24)

Cliënten zijn blootgesteld aan potentiële risico's in verband met de crowdfundingdienstverleners, met name operationele risico's. Om de cliënten tegen dergelijke risico's te beschermen, moeten crowdfundingdienstverleners aan prudentiële vereisten zijn onderworpen.

(25)

Crowdfundingdienstverleners moeten worden verplicht bedrijfscontinuïteitsplannen op te stellen om de risico's in verband met het uitvallen van een crowdfundingdienstverlener te ondervangen. Dergelijke bedrijfscontinuïteitsplannen moeten bepalingen bevatten voor het beheren van kritieke functies, waaronder, afhankelijk van het bedrijfsmodel van de crowdfundingdienstverlener, bepalingen voor het verdere beheer van uitstaande leningen, kennisgeving aan cliënten en overdracht van regelingen voor de bewaring van activa.

(26)

Crowdfundingdienstverleners moeten als neutrale tussenpersonen tussen cliënten op hun crowdfundingplatform optreden. Om belangenconflicten te voorkomen, moeten bepaalde vereisten worden vastgelegd met betrekking tot crowdfundingdienstverleners, hun aandeelhouders, bestuurders en werknemers, en elke natuurlijke of rechtspersoon die door zeggenschap nauwe banden met hen heeft. Met name moet worden voorkomen dat crowdfundingdienstverleners een deelneming hebben in de crowdfundingaanbiedingen op hun crowdfundingplatforms. Belangrijke aandeelhouders, bestuurders en werknemers, en natuurlijke of rechtspersonen die door zeggenschap nauwe banden met hen hebben, mogen niet optreden als projecteigenaren met betrekking tot de crowdfundingdiensten die op hun crowdfundingplatform worden aangeboden. Het mag die belangrijke aandeelhouders, bestuurders, werknemers en natuurlijke en rechtspersonen echter niet worden verboden op te treden als beleggers in de op hun crowdfundingplatform aangeboden projecten, mits er passende waarborgen tegen belangenconflicten zijn.

(27)

In het belang van een efficiënte en soepele verlening van crowdfundingdiensten moet het crowdfundingdienstverleners worden toegestaan elke operationele functie geheel of gedeeltelijk toe te vertrouwen aan een derde, op voorwaarde dat dergelijke uitbesteding de kwaliteit van de interne controles van crowdfundingdienstverleners of het effectieve toezicht op de crowdfundingdienstverleners niet aantast. Crowdfundingdienstverleners moeten echter volledig verantwoordelijk blijven voor de naleving van deze verordening met betrekking tot de uitbestede activiteiten.

(28)

De vereisten inzake bewaring van activa zijn van cruciaal belang voor de bescherming van beleggers die crowdfundingdiensten ontvangen. Effecten of voor crowdfunding toegelaten instrumenten die op een effectenrekening kunnen worden geregistreerd of die fysiek kunnen worden geleverd aan de bewaarnemer, moeten worden bewaard door een gekwalificeerde bewaarnemer, aan wie vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU of 2014/65/EU. Afhankelijk van de soort te bewaren activa moeten de activa ofwel in bewaring worden gehouden, zoals effecten die op een effectenrekening kunnen worden geregistreerd of fysiek kunnen worden geleverd, ofwel worden onderworpen aan eigendomsverificatie en registratie. De bewaring van effecten of voor crowdfunding toegelaten instrumenten die overeenkomstig nationaal recht alleen bij de projecteigenaar of zijn agent zijn geregistreerd, zoals beleggingen in niet-beursgenoteerde ondernemingen, of die worden bijgehouden op een individueel gescheiden rekening die een cliënt rechtstreeks kon openen bij een centrale effectenbewaarinstelling, wordt geacht gelijkwaardig te zijn aan de bewaring van activa door gekwalificeerde bewaarnemers.

(29)

Aangezien het alleen betalingsdienstaanbieders is toegestaan betalingsdiensten als gedefinieerd in Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad (7) te verlenen, staat een vergunning om crowdfundingdiensten te verlenen niet gelijk met een vergunning om ook betalingsdiensten aan te bieden. Bijgevolg moet worden verduidelijkt dat, indien een crowdfundingdienstverlener dergelijke betalingsdiensten aanbiedt in verband met zijn crowdfundingdiensten, hij tevens een betalingsdienstaanbieder moet zijn als gedefinieerd in Richtlijn (EU) 2015/2366. Dat vereiste laat entiteiten onverlet waaraan uit hoofde van Richtlijn 2014/65/EU een vergunning is verleend en die een activiteit uitoefenen als bedoeld in artikel 3 van Richtlijn (EU) 2015/2366 en tevens onderworpen zijn aan de meldingsplicht van artikel 37 van Richtlijn (EU) 2015/2366. Om adequaat toezicht op dergelijke activiteiten mogelijk te maken, moet de crowdfundingdienstverlener de bevoegde autoriteiten meedelen of hij voornemens is zelf betalingsdiensten aan te bieden met de passende vergunning, dan wel of dergelijke diensten zullen worden uitbesteed aan een derde met een vergunning.

(30)

De groei en de soepele werking van grensoverschrijdende crowdfundingdiensten vereisen voldoende schaalgrootte en vertrouwen van het publiek in die diensten. Bijgevolg moeten er uniforme, evenredige en rechtstreeks toepasselijke vergunningsvereisten voor crowdfundingdienstverleners worden vastgelegd. De vereisten voor crowdfundingdiensten moeten derhalve de grensoverschrijdende verlening van die diensten vergemakkelijken, de operationele risico's verminderen en een hoge mate van transparantie en beleggersbescherming waarborgen.

(31)

Om doeltreffend toezicht te kunnen houden op de crowdfundingdienstverleners, mogen alleen rechtspersonen die een daadwerkelijke en stabiele vestiging in de Unie — en tevens de nodige middelen — hebben, uit hoofde van deze verordening een vergunning als crowdfundingdienstverlener kunnen aanvragen.

(32)

Crowdfundingdiensten kunnen blootstaan aan risico's in verband met het witwassen van geld en terrorismefinanciering, zoals benadrukt in het verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2017 over de beoordeling van risico's op het gebied van witwassen en terrorismefinanciering die van invloed zijn op de interne markt en verband houden met grensoverschrijdende activiteiten. Er moet dan ook in waarborgen worden voorzien bij het vaststellen van de voorwaarden voor vergunningverlening aan crowdfundingdienstverleners en voor het beoordelen van de betrouwbaarheid van de natuurlijke personen die verantwoordelijk zijn voor hun bestuur, alsook door het verrichten van betalingsdiensten te beperken tot entiteiten met een vergunning die onderworpen zijn aan vereisten met betrekking tot het witwassen van geld en terrorismefinanciering. Om de integriteit van de markt verder te waarborgen door risico's van witwassen van geld en financiering van terrorisme te voorkomen, en daarbij rekening te houden met de hoeveelheid gelden die overeenkomstig deze verordening aan de hand van een crowdfundingaanbod kan worden aangetrokken, moet de Commissie beoordelen of het noodzakelijk en evenredig is om crowdfundingdienstverleners te onderwerpen aan verplichtingen met het oog op de naleving van het nationale recht tot omzetting van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad (8) met betrekking tot het witwassen van geld of terrorismefinanciering, en om dergelijke crowdfundingdienstverleners voor de toepassing van die richtlijn aan de lijst van meldingsplichtige entiteiten toe te voegen.

(33)

Om crowdfundingdienstverleners in staat te stellen grensoverschrijdend te opereren zonder met uiteenlopende regels te worden geconfronteerd en aldus de financiering van projecten in heel de Unie door beleggers uit verschillende lidstaten te vergemakkelijken, mag het de lidstaten niet worden toegestaan aanvullende vereisten op te leggen aan die crowdfundingdienstverleners die uit hoofde van deze verordening over een vergunning beschikken.

(34)

Het vergunningsproces moet de bevoegde autoriteiten in staat stellen op de hoogte te worden gesteld van de diensten die de aspirant-crowdfundingdienstverleners voornemens zijn te verlenen, met inbegrip van de crowdfundingplatforms die zij voornemens zijn te beheren, de kwaliteit van hun bestuur te beoordelen en hun interne organisatie en procedures te beoordelen om ervoor te zorgen dat deze verordening wordt nageleefd.

(35)

Met het oog op deugdelijk toezicht en het voorkomen van onevenredige administratieve lasten, moeten entiteiten waaraan uit hoofde van Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad (9) of uit hoofde van Richtlijn 2013/36/EU, 2014/65/EU of (EU) 2015/2366 een vergunning is verleend en die voornemens zijn crowdfundingdiensten aan te bieden, zowel over een vergunning uit hoofde van een van die richtlijnen als over een vergunning uit hoofde van de onderhavige verordening kunnen beschikken. In dergelijke gevallen moet een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing zijn en mogen de bevoegde autoriteiten niet verlangen dat documenten of bewijs worden overgelegd waarover zij reeds beschikken.

(36)

Om de transparantie voor beleggers met betrekking tot de verlening van crowdfundingdiensten te bevorderen, moet de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), opgericht bij Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (10) (ESMA), een openbaar en actueel register instellen van alle crowdfundingdienstverleners die overeenkomstig deze verordening over een vergunning beschikken. Dat register moet informatie bevatten over alle in de Unie werkzame crowdfundingplatforms.

(37)

Een uit hoofde van deze verordening verleende vergunning moet worden ingetrokken indien de crowdfundingdienstverlener niet langer voldoet aan de voorwaarden waaronder de vergunning was verleend. De bevoegde autoriteiten moeten tevens de bevoegdheid hebben om een vergunning uit hoofde van deze verordening in te trekken wanneer een crowdfundingdienstverlener, of een derde die namens hem optreedt, zijn vergunning voor het verlenen van betalingsdiensten uit hoofde van Richtlijn (EU) 2015/2366 of beleggingsdiensten uit hoofde van Richtlijn 2014/65/EU is verloren, of wanneer een crowdfundingdienstverlener die tevens een betalingsdienstaanbieder is, of zijn bestuurders, werknemers of een derde die namens hem optreedt, inbreuk maakt of maken op het nationale recht tot omzetting van Richtlijn (EU) 2015/849.

(38)

Om een breed scala van diensten aan hun cliënten te kunnen verlenen, moet het een crowdfundingdienstverlener met een vergunning uit hoofde van deze verordening toegestaan zijn om andere activiteiten te ontplooien dan het verlenen van crowdfundingdiensten waarop een uit hoofde van deze verordening verleende vergunning betrekking heeft.

(39)

Om te zorgen voor een duidelijk inzicht in de aard van crowdfundingdiensten en de met dergelijke diensten verbonden risico's, kosten en lasten, moeten crowdfundingdienstverleners hun cliënten informatie verstrekken die correct, duidelijk en niet-misleidend is.

(40)

Crowdfundingdienstverleners die crowdfundingdiensten aanbieden waarbij het verstrekken van leningen wordt gefaciliteerd, moeten aan alle cliënten bepaalde relevante informatie, zoals de verzuimgraden van leningen, beschikbaar stellen.

(41)

Crowdfundingdienstverleners die kredietscores toepassen op crowdfundingprojecten of een prijs voor crowdfundingaanbiedingen voorstellen, moeten de belangrijkste elementen van hun methodiek bekendmaken. Het vereiste inzake openbaarmaking van de methoden voor de berekening van de kredietscores of voor de bepaling van de prijs of de rentevoet, mag niet worden uitgelegd als een verplichting tot openbaarmaking van gevoelige bedrijfsinformatie of op een wijze die innovatie belemmert.

(42)

Om een toereikende beleggersbescherming van verschillende categorieën beleggers die aan crowdfundingprojecten deelnemen te waarborgen en tegelijkertijd beleggingsstromen te faciliteren, wordt in deze verordening een onderscheid gemaakt tussen ervaren en niet-ervaren beleggers, en worden er verschillende niveaus van voor elk van die categorieën geschikte beleggersbeschermingswaarborgen ingevoerd. Het onderscheid tussen ervaren en niet-ervaren beleggers dient te stoelen op het in Richtlijn 2014/65/EU vastgestelde onderscheid tussen professionele en niet-professionele cliënten. Bij dat onderscheid moet echter tevens rekening worden gehouden met de kenmerken van de crowdfundingmarkt. Bij het onderscheid tussen ervaren en niet-ervaren beleggers in deze verordening moet met name ook rekening worden gehouden met de ervaring met en de kennis van crowdfunding door aspirant-beleggers, die om de twee jaar opnieuw moeten worden beoordeeld.

(43)

Financiële producten die op crowdfundingplatforms worden aangeboden, zijn geen traditionele beleggingsproducten of spaarproducten en mogen niet als zodanig in de handel worden gebracht. Om er echter voor te zorgen dat niet-ervaren aspirant-beleggers inzicht hebben in het risiconiveau dat verbonden is aan crowdfundingbeleggingen, moeten crowdfundingdienstverleners worden verplicht om een instapkennistest van niet-ervaren aspirant-beleggers uit te voeren om hun inzicht in dergelijke beleggingen vast te stellen. Crowdfundingdienstverleners moeten niet-ervaren aspirant-beleggers die onvoldoende kennis, vaardigheden en ervaring hebben er uitdrukkelijk voor waarschuwen dat de verleende crowdfundingdiensten ongeschikt zouden kunnen zijn voor hen.

(44)

Aangezien ervaren beleggers zich per definitie bewust zijn van de risico's die verbonden zijn aan beleggingen in crowdfundingprojecten, is het niet zinvol hen aan een instapkennistest te onderwerpen. Net zomin hoeven crowdfundingdienstverleners te worden verplicht om voor ervaren beleggers risicowaarschuwingen af te geven.

(45)

Om ervoor te zorgen dat niet-ervaren beleggers de hun door de crowdfundingdienstverleners afgegeven uitdrukkelijke risicowaarschuwingen hebben gelezen en begrepen, moeten zij uitdrukkelijk bevestigen de risico's te onderkennen die zij aangaan wanneer zij in een crowdfundingproject beleggen. Teneinde een hoog niveau aan beleggersbescherming te behouden en aangezien het ontbreken van een dergelijke bevestiging duidt op een potentieel gebrek aan inzicht in de betrokken risico's, zouden crowdfundingdienstverleners alleen beleggingen mogen aanvaarden van niet-ervaren beleggers die uitdrukkelijk hebben bevestigd dat zij die waarschuwingen hebben gelezen en begrepen.

(46)

Gezien het aan crowdfundingprojecten verbonden risico dienen niet-ervaren beleggers overmatige blootstelling eraan te vermijden. Er bestaat een aanzienlijk risico dat zij een groot deel van de oorspronkelijk belegde bedragen verliezen, of zelfs dat deze geheel verloren gaan. Het is daarom passend om voor niet-ervaren beleggers een maximumbedrag in te stellen dat zij per afzonderlijk project, zonder verdere waarborgen, kunnen beleggen. Daarentegen mogen ervaren beleggers die beschikken over de nodige ervaring, kennis of financiële draagkracht, dan wel een combinatie daarvan, niet door een dergelijk maximumbedrag worden beperkt.

(47)

Teneinde niet-ervaren beleggers beter te beschermen, moet er een bedenktijd worden ingesteld gedurende welke een niet-ervaren aspirant-belegger een beleggingsaanbod of een blijk van belangstelling voor een bepaald crowdfundingaanbod kan herroepen zonder daarvoor een reden te geven en zonder daarvoor een boete te verbeuren. Dat is noodzakelijk om situaties te voorkomen waarin een niet-ervaren aspirant-belegger, door een crowdfundingaanbod te aanvaarden, daarbij ook een aanbod aanvaardt om een juridisch bindende overeenkomst aan te gaan, zonder mogelijkheid tot herroeping binnen een passende termijn. De bedenktijd is niet noodzakelijk wanneer een niet-ervaren aspirant-belegger blijk kan geven van belangstelling voor een bepaald crowdfundingaanbod zonder zich daarbij tevens aan een overeenkomst te binden tenzij een dergelijk beleggingsaanbod is gedaan of een dergelijke blijk van belangstelling is gegeven op een moment waarop de geplande vervaldatum van het aanbod of de datum van het bereiken van het financieringsdoel nabij is. Crowdfundingdienstverleners moeten waarborgen dat geen geld bij de belegger wordt opgehaald of aan de projecteigenaar wordt overgedragen voordat de bedenktijd is verstreken.

(48)

Gezien de gevolgen die het recht om een beleggingsaanbod of blijk van belangstelling gedurende een bedenktijd te herroepen, kan hebben voor de kosten van het aantrekken van kapitaal via crowdfundingplatforms, moet de Commissie, als onderdeel van haar verslag uit hoofde van deze verordening, beoordelen of de bedenktijd moet worden ingekort om efficiënter kapitaal te kunnen ophalen zonder afbreuk te doen aan de bescherming van de belegger.

(49)

Richtlijn 97/9/EG van het Europees Parlement en de Raad (11) heeft betrekking op vorderingen die voortvloeien uit het onvermogen van een beleggingsonderneming om geld dat verschuldigd is aan beleggers of beleggers toebehoort en dat voor hen in verband met beleggingsverrichtingen wordt gehouden, terug te betalen, of het onvermogen van een beleggingsonderneming om aan beleggers instrumenten terug te geven die hun toebehoren en namens hen in verband met beleggingsverrichtingen worden gehouden, geadministreerd of beheerd. Aangezien de bewaring van activa die verband houden met crowdfundingdiensten verleend door een beleggingsonderneming waaraan ook op grond Richtlijn 2014/65/EU een vergunning is verleend, niet de verlening van beleggingsdiensten in de zin van artikel 4, lid 1, punt 2, van die richtlijn omvat, moeten niet-ervaren beleggers er in het blad met essentiële beleggingsinformatie over worden geïnformeerd dat de bescherming van het beleggerscompensatiestelsel niet geldt voor de effecten of voor crowdfunding toegelaten instrumenten die via het crowdfundingplatform zijn verworven. Bovendien mag de verlening van crowdfundingdiensten door een dergelijke crowdfundingdienstverlener niet worden beschouwd als het in ontvangst nemen van deposito's in de zin van artikel 2, lid 1, punt 3, van Richtlijn 2014/49/EU van het Europees Parlement en de Raad (12).

(50)

In deze verordening wordt de inhoud vastgelegd van het blad met essentiële beleggingsinformatie dat crowdfundingdienstverleners aspirant-beleggers voor elk crowdfundingaanbod moeten verstrekken om hen in staat te stellen met kennis van zaken een beleggingsbeslissing te nemen. Het blad met essentiële beleggingsinformatie moet aspirant-beleggers waarschuwen dat de beleggingsomgeving waarin zij zich hebben begeven, risico's met zich meebrengt die niet worden gedekt door depositogarantiestelsels die zijn ingesteld overeenkomstig Richtlijn 2014/49/EU, noch door beleggerscompensatiestelsels die zijn ingesteld overeenkomstig Richtlijn 97/9/EG.

(51)

Het blad met essentiële beleggingsinformatie moet de specifieke kenmerken van crowdfunding op basis van kredietverlening en van crowdfunding op basis van belegging weergeven. Daartoe moeten specifieke en relevante indicatoren verplicht moeten worden gesteld. Het blad met essentiële beleggingsinformatie moet tevens de specifieke kenmerken en risico's in verband met projecteigenaren in aanmerking nemen en focussen op wezenlijke informatie over de projecteigenaren, de rechten en vergoedingen van de beleggers en het type aangeboden effecten, voor crowdfunding toegelaten instrumenten en leningen. Het blad met essentiële beleggingsinformatie dient door de projecteigenaren te worden opgesteld, omdat projecteigenaren in de beste positie verkeren om de daarin vereiste informatie te verstrekken. Aangezien crowdfundingdienstverleners echter verantwoordelijk zijn voor het verstrekken van het blad met essentiële beleggingsinformatie aan aspirant-beleggers, moeten crowdfundingdienstverleners ervoor zorgen dat het blad met essentiële beleggingsinformatie duidelijk, correct en volledig is.

(52)

Het moet crowdfundingdienstverleners toegestaan zijn om meer informatie te verstrekken dan vereist is in het door de projecteigenaar opgestelde blad met essentiële beleggingsinformatie. Dergelijke informatie moet echter een aanvullend karakter hebben en stroken met de overige informatie in het blad met essentiële beleggingsinformatie.

(53)

Indien een crowdfundingdienstverlener op het blad met essentiële beleggingsinformatie een omissie, fout of onjuistheid constateert die materiële gevolgen voor het verwachte beleggingsrendement zou kunnen hebben, moet hij een dergelijke omissie, fout of onjuistheid onmiddellijk melden aan de projecteigenaar, die deze informatie moet aanvullen of corrigeren. Bij gebreke van een dergelijke vervollediging of correctie dient de crowdfundingdienstverlener het crowdfundingaanbod, onder bepaalde voorwaarden, op te schorten of zelfs in te trekken.

(54)

Om een naadloze en vlotte toegang tot de kapitaalmarkten voor startende ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen te waarborgen, hun financieringskosten te verlagen en vertragingen en kosten voor crowdfundingdienstverleners te vermijden, mag er geen verplichting bestaan om het blad met essentiële beleggingsinformatie door een bevoegde autoriteit te laten goedkeuren.

(55)

Indien dit op grond van nationaal recht is toegestaan, moet een crowdfundingdienstverlener door actualisering van zijn informatiesysteem de eigendom van aandelen in een crowdfundingproject op basis van belegging kunnen overdragen. Een crowdfundingdienstverlener moet voorts, ten behoeve van de transparantie en de informatiedoorstroming, cliënten die via zijn platform beleggingen hebben gedaan, kunnen toestaan om op een prikbord op zijn crowdfundingplatform hun belangstelling te adverteren voor het kopen of verkopen van leningen, effecten of voor crowdfunding toegelaten instrumenten die oorspronkelijk op dat crowdfundingplatform werden aangeboden, mits het prikbord niet meerdere koop- en verkoopintenties van derden samenbrengt op een wijze die resulteert in een overeenkomst met betrekking tot dergelijk adverteren. Het door een crowdfundingdienstverlener ter beschikking gestelde prikbord mag derhalve niet neerkomen op een intern matchingsysteem dat op multilaterale basis cliëntenorders uitvoert, tenzij de crowdfundingdienstverlener ten aanzien van effecten tevens beschikt over een afzonderlijke vergunning als beleggingsonderneming overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 2014/65/EU, of als een gereglementeerde markt overeenkomstig artikel 44 van die richtlijn. Crowdfundingdienstverleners die niet over een dergelijke vergunning met betrekking tot effecten beschikken, moeten beleggers duidelijk meedelen dat zij de ontvangst van orders tot aankoop of verkoop van overeenkomsten met betrekking tot oorspronkelijk op het crowdfundingplatform gedane beleggingen niet aanvaarden, dat elke aankoop- en verkoopactiviteit op hun crowdfundingplatform naar het believen en onder de verantwoordelijkheid van de beleggers plaatsvindt, en dat zij geen handelsplatform overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU bedrijven.

(56)

Om de transparantie te bevorderen en een goede documentatie van de communicatie met cliënten te waarborgen, moeten crowdfundingdienstverleners alle vereiste gegevens over hun diensten en transacties bijhouden.

(57)

Om een eerlijke en niet-discriminerende behandeling van cliënten te garanderen, dienen crowdfundingdienstverleners die hun diensten via publicitaire mededelingen promoten, informatie te verstrekken die correct, duidelijk en niet-misleidend is.

(58)

Om crowdfundingdienstverleners die in de hele Unie werkzaam zijn, meer rechtszekerheid te bieden, en om de markttoegang te vergemakkelijken, moeten de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die specifiek van toepassing zijn op de publicitaire mededelingen van crowdfundingdienstverleners, en die in lidstaten van toepassing zijn, alsmede samenvattingen daarvan, elektronisch worden bekendgemaakt in een taal die in internationale financiële kringen gebruikelijk is. Daartoe moeten de ESMA en de bevoegde autoriteiten hun website actueel houden.

(59)

Voor een beter inzicht in de omvang van de verschillen in regelgeving tussen de lidstaten met betrekking tot de vereisten die van toepassing zijn op publicitaire mededelingen, moeten de bevoegde autoriteiten de ESMA jaarlijks een gedetailleerd verslag verstrekken over hun handhavingsmaatregelen op dat gebied.

(60)

Om onnodige kosten en administratieve lasten voor de grensoverschrijdende verlening van crowdfundingdiensten te vermijden, mogen publicitaire mededelingen niet worden onderworpen aan vereisten inzake vertaling wanneer deze worden verschaft in ten minste een van de officiële talen van de lidstaat waar de publicitaire mededelingen worden verspreid, of in een taal die door de bevoegde autoriteiten van die lidstaat wordt aanvaard.

(61)

Om een efficiënte toezichts- en vergunningsprocedure te garanderen, moeten de lidstaten de op grond van deze verordening door de bevoegde autoriteiten uit te voeren taken en functies afbakenen. Om doeltreffende grensoverschrijdende administratieve samenwerking te vergemakkelijken moet elke lidstaat een centraal contactpunt aanwijzen voor het beheer van de communicatie met de ESMA en de verschillende bevoegde autoriteiten in de Unie.

(62)

De bevoegde autoriteiten moeten over doeltreffende instrumenten, bevoegdheden en middelen beschikken, om doeltreffend toezicht te kunnen uitoefenen, en deze verordening moet derhalve voorzien in een minimumpakket van overeenkomstig nationaal recht aan de bevoegde autoriteiten toe te vertrouwen toezichts- en onderzoeksbevoegdheden. Die bevoegdheden moeten, indien nationaal recht zulks vereist, worden uitgeoefend middels een verzoek aan de bevoegde rechterlijke autoriteiten. Bij de uitoefening van hun bevoegdheden uit hoofde van deze verordening moeten de ESMA en de bevoegde autoriteiten zich objectief en onpartijdig opstellen, en moeten zij autonoom blijven in hun besluitvorming.

(63)

Teneinde inbreuken op deze verordening te kunnen opsporen moeten de bevoegde autoriteiten met het oog op inbeslagname van documenten toegang krijgen tot andere ruimten dan privéwoningen van natuurlijke personen. Toegang tot dergelijke ruimten is noodzakelijk in geval van een gegrond vermoeden dat er documenten en andere gegevens in verband met het onderwerp van de inspectie of het onderzoek bestaan die dienstig zouden kunnen zijn om een inbreuk op deze verordening te bewijzen. Daarnaast is toegang tot dergelijke ruimten noodzakelijk indien de natuurlijke of rechtspersoon die reeds een verzoek tot informatie heeft ontvangen, hieraan niet voldoet, of indien er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat in geval van een verzoek hieraan niet zou worden voldaan of dat de documenten of de informatie waarop het verzoek om informatie betrekking heeft zouden worden verwijderd, gemanipuleerd of vernietigd.

(64)

Om te waarborgen dat aan de vereisten van deze verordening wordt voldaan, is het van belang dat de lidstaten de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat inbreuken op deze verordening worden bestraft met passende bestuursrechtelijke sancties en andere bestuursrechtelijke maatregelen. Deze sancties en maatregelen moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn en in de lidstaten zorgen voor een gemeenschappelijke aanpak en een ontradend effect. Deze verordening mag de lidstaten niet beperken in hun mogelijkheden om hogere bestuursrechtelijke sancties vast te stellen.

(65)

Om ervoor te zorgen dat besluiten die bestuursrechtelijke sancties of andere bestuursrechtelijke maatregelen van bevoegde autoriteiten opleggen een afschrikkend effect hebben op het grote publiek, moeten zij worden bekendgemaakt, tenzij bevoegde autoriteiten het noodzakelijk achten te kiezen voor een bekendmaking op anonieme basis, de bekendmaking uit te stellen of helemaal niet tot bekendmaking over te gaan.

(66)

Hoewel de lidstaten regels voor zowel bestuursrechtelijke als strafrechtelijke sancties voor dezelfde inbreuken kunnen vaststellen, mag van de lidstaten niet worden verlangd dat zij regels voor bestuursrechtelijke sancties vaststellen voor inbreuken op deze verordening die onder hun nationale strafrecht vallen. Het handhaven van strafrechtelijke sancties in plaats van bestuursrechtelijke sancties voor inbreuken op deze verordening mag de bevoegde autoriteiten evenwel niet beperken of anderszins beïnvloeden in hun mogelijkheden om voor de toepassing van deze verordening tijdig samen te werken en informatie in te zien en uit te wisselen met bevoegde autoriteiten in andere lidstaten, ook nadat de betrokken inbreuken voor strafrechtelijke vervolging naar de bevoegde justitiële autoriteiten zijn verwezen.

(67)

Aangezien het de bedoeling is dat het blad met essentiële beleggingsinformatie wordt toegesneden op de specifieke kenmerken van een crowdfundingaanbod en de informatiebehoeften van beleggers, moeten crowdfundingaanbiedingen op grond van deze verordening worden vrijgesteld van de verplichting van Verordening (EU) 2017/1129 om een prospectus te publiceren en moet die verordening dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(68)

Klokkenluiders kunnen de aandacht van de bevoegde autoriteiten vestigen op nieuwe informatie waarmee inbreuken op deze verordening beter kunnen worden opgespoord en bestraft. Deze verordening moet er dan ook voor zorgen dat er passende regelingen worden ingevoerd waarmee klokkenluiders de bevoegde autoriteiten attent kunnen maken op reële of potentiële inbreuken op deze verordening en beschermd worden tegen represailles. Dat dient te geschieden door Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad (13) te wijzigen om ze voor inbreuken op deze verordening te laten gelden.

(69)

Teneinde de vereisten van deze verordening nader te bepalen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) handelingen vast te stellen over de verlenging van de overgangsperiode ten aanzien van overeenkomstig nationaal recht verleende crowdfundingdiensten. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (14). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

(70)

Teneinde de consistente toepassing van deze verordening te bevorderen, met inbegrip van een toereikende bescherming van beleggers en consumenten in de hele Unie, moeten er technische normen worden ontwikkeld. Het zou efficiënt en passend zijn om de ESMA en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), opgericht bij Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (15) (EBA), als organen met hooggespecialiseerde expertise, te belasten met de uitwerking van aan de Commissie voor te leggen ontwerpen van technische reguleringsnormen die geen beleidskeuzen inhouden.

(71)

Aan de Commissie moet de bevoegdheid worden overgedragen om technische reguleringsnormen vast te stellen die door de ESMA en de EBA zijn ontwikkeld met betrekking tot individueel portefeuillebeheer van leningen, klachtenbehandeling, belangenconflicten, vergunningverlening voor crowdfundingdienstverleners, informatieverstrekking aan cliënten, openbaarmaking van de verzuimgraad, de instapkennistest en simulatie van het vermogen om verlies te dragen, het blad met essentiële beleggingsinformatie en samenwerking tussen bevoegde autoriteiten. De Commissie moet die technische reguleringsnormen door middel van gedelegeerde handelingen vaststellen op grond van artikel 290 VWEU en overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 1095/2010.

(72)

Ook moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om technische uitvoeringsnormen vast te stellen die door de ESMA zijn ontwikkeld met betrekking tot rapportage door crowdfundingdienstverleners, bekendmaking van nationale bepalingen inzake publiciteitsvereisten en samenwerking tussen bevoegde autoriteiten onderling en met de ESMA. De Commissie moet die technische uitvoeringsnormen door middel van uitvoeringshandelingen vaststellen op grond van artikel 291 VWEU en overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

(73)

Elke verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze verordening, zoals bij de uitwisseling of doorgifte van persoonsgegevens door de bevoegde autoriteiten, moet in overeenstemming zijn met Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (16), en elke uitwisseling of doorzending van informatie door de ESMA moet plaatsvinden overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (17).

(74)

Daar de doelstellingen van deze verordening, namelijk het aanpakken van de versnippering van het rechtskader dat van toepassing is op crowdfundingdiensten om de goede werking van de interne markt voor dergelijke diensten te waarborgen en tegelijkertijd de beleggersbescherming en de marktefficiëntie te verbeteren en bij te dragen aan de oprichting van de kapitaalmarktenunie, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(75)

De datum van toepassing van deze verordening moet worden uitgesteld om deze af te stemmen op de datum van toepassing van de nationale regels tot omzetting van Richtlijn (EU) 2020/1504 van het Europees Parlement en de Raad (18), waardoor aanbieders van crowdfundingdiensten die onder het toepassingsgebied van deze verordening vallen, worden vrijgesteld van de toepassing van Richtlijn 2014/65/EU.

(76)

Omwille van de rechtszekerheid en met het oog op de vervanging van nationale regels door de regels van deze verordening voor zover het soorten crowdfundingdiensten betreft die thans binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen, is het passend overgangsregelingen te treffen om personen die dergelijke crowdfundingdiensten verlenen overeenkomstig de nationale wetgeving die aan deze verordening voorafgaat, toe te staan hun bedrijfsactiviteiten aan te passen aan deze verordening en hun voldoende tijd te geven om een vergunning uit hoofde van deze verordening aan te vragen. Dergelijke personen moeten derhalve overeenkomstig het toepasselijk nationaal recht tot en met 10 november 2022 crowdfundingdiensten kunnen blijven verlenen die thans binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen. Gedurende die overgangsperiode kunnen de lidstaten speciale procedures instellen met behulp waarvan rechtspersonen die op grond van nationaal recht over een vergunning beschikken om crowdfundingdiensten te verlenen die thans binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen, hun nationale vergunningen in vergunningen uit hoofde van deze verordening kunnen omzetten, mits de crowdfundingdienstverleners aan de vereisten van deze verordening voldoen.

(77)

Crowdfundingdienstverleners die uiterlijk op 10 november 2022 niet over een vergunning overeenkomstig deze verordening beschikken, mogen vanaf die datum geen nieuwe crowdfundingaanbiedingen meer doen. Om te voorkomen dat het aantrekken van het beoogde kapitaal met betrekking tot een bepaald crowdfundingproject op 10 november 2022 nog niet is voltooid, moeten de oproepen tot financiering uiterlijk op die datum worden afgesloten. Na 10 november 2022 kan het beheer van de bestaande overeenkomsten, met inbegrip van het innen en overdragen van vorderingen, het verstrekken van activabewaringsdiensten of de verwerking van verrichtingen op effecten, echter overeenkomstig de toepasselijke nationale wetgeving worden voortgezet.

(78)

Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie erkende beginselen in acht. Bijgevolg dient deze verordening te worden uitgelegd en toegepast in overeenstemming met deze rechten en beginselen.

(79)

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 geraadpleegd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

Algemene bepalingen

Artikel 1

Onderwerp, toepassingsgebied en vrijstellingen

1.   Bij deze verordening worden uniforme vereisten vastgesteld voor de verlening van crowdfundingdiensten, voor de organisatie van, de vergunningverlening aan, en het toezicht op crowdfundingdienstverleners, voor de exploitatie van crowdfundingplatforms, alsmede voor de transparantie en publicitaire mededelingen in verband met de verlening van crowdfundingdiensten in de Unie.

2.   Deze verordening is niet van toepassing op:

a)

crowdfundingdiensten die worden verleend aan projecteigenaren die consumenten zijn als gedefinieerd in artikel 3, onder a), van Richtlijn 2008/48/EG;

b)

andere diensten die verband houden met de in artikel 2, lid 1, onder a), gedefinieerde diensten en die overeenkomstig nationaal recht worden verleend;

c)

crowdfundingaanbiedingen met een tegenwaarde van meer dan 5 000 000 EUR, berekend over een periode van twaalf maanden als de som van:

i)

de totale tegenwaarde van de door een bepaalde projecteigenaar gedane aanbiedingen van effecten en voor crowdfunding toegelaten instrumenten als gedefinieerd in artikel 2, lid 1, onder m) en n), van deze verordening en de bedragen die door middel van leningen via een crowdfundingplatform door deze projecteigenaar zijn bijeengebracht, en

ii)

de totale tegenwaarde van de aanbiedingen aan het publiek van effecten door de onder i) van dit punt bedoelde projecteigenaar in diens hoedanigheid van aanbieder in overeenstemming met de vrijstelling uit hoofde van artikel 1, lid 3, of artikel 3, lid 2, van Verordening (EU) 2017/1129.

3.   Tenzij een crowdfundingdienstverlener, een projecteigenaar of een belegger over een vergunning als kredietinstelling overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 2013/36/EU beschikt, passen de lidstaten de nationale vereisten tot uitvoering van artikel 9, lid 1, van die richtlijn niet toe en zorgen zij ervoor dat nationaal recht geen vergunning als kredietinstelling of enige andere individuele vergunning, vrijstelling of ontheffing in samenhang met de verlening van crowdfundingdiensten vereist in de volgende situaties:

a)

voor projecteigenaren die met betrekking tot door de crowdfundingdienstverlener gefaciliteerde leningen gelden van beleggers aanvaarden, of

b)

voor beleggers die aan projecteigenaren door de crowdfundingdienstverlener gefaciliteerde leningen verstrekken.

Artikel 2

Definities

1.   Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a)

“crowdfundingdienst”: het matchen van bedrijfsfinancieringsbelangstellingen van beleggers en projecteigenaren door het gebruik van een crowdfundingplatform, bestaande uit een van de volgende activiteiten:

i)

het faciliteren van het verstrekken van leningen;

ii)

het plaatsen zonder plaatsingsgarantie als bedoeld in deel A, punt 7, van bijlage I bij Richtlijn 2014/65/EU, van door projecteigenaren of een special purpose vehicle uitgegeven effecten en voor crowdfunding toegelaten instrumenten, en de ontvangst en doorgifte van orders van cliënten als bedoeld in punt 1 van dat deel, met betrekking tot die effecten en voor crowdfunding toegelaten instrumenten;

b)

“lening”: een overeenkomst waarbij een belegger gedurende een overeengekomen termijn een overeengekomen geldbedrag ter beschikking stelt aan een projecteigenaar en waarbij de projecteigenaar een onvoorwaardelijke verplichting aangaat om dat bedrag samen met de opgebouwde rente volgens het termijnbetalingsschema aan de belegger terug te betalen;

c)

“individueel portefeuillebeheer van leningen”: de toekenning door de crowdfundingdienstverlener van een vooraf bepaald bedrag aan gelden van een belegger, die een oorspronkelijke kredietverstrekker is, aan een of meer crowdfundingprojecten op zijn crowdfundingplatform overeenkomstig een individueel, door de respectieve belegger op discretionaire basis verstrekt mandaat;

d)

“crowdfundingplatform”: een openbaar toegankelijk online-informatiesysteem dat door een crowdfundingdienstverlener wordt geëxploiteerd of beheerd;

e)

“crowdfundingdienstverlener”: een rechtspersoon die crowdfundingdiensten verleent;

f)

“crowdfundingaanbod”: elke mededeling, ongeacht in welke vorm en op welke wijze, van een crowdfundingdienstverlener, met voldoende informatie over de voorwaarden van het aanbod en het aangeboden crowdfundingproject om een belegger in staat te stellen in het crowdfundingproject te beleggen;

g)

“cliënt”: elke aspirant-belegger of daadwerkelijke belegger en elke aspirant-projecteigenaar of daadwerkelijke projecteigenaar aan wie een crowdfundingdienstverlener crowdfundingdiensten verleent of voornemens is te verlenen;

h)

“projecteigenaar”: elke natuurlijke of rechtspersoon die beoogt financiering te verkrijgen via een crowdfundingplatform;

i)

“belegger”: elke natuurlijke of rechtspersoon die via een crowdfundingplatform leningen verstrekt of effecten dan wel voor crowdfunding toegelaten instrumenten verwerft;

j)

“ervaren belegger”: elke natuurlijke of rechtspersoon die een professionele cliënt is op grond van punt 1, 2, 3 of 4 van deel I van bijlage II bij Richtlijn 2014/65/EU of elke natuurlijke of rechtspersoon die de goedkeuring heeft van de crowdfundingdienstverlener om als ervaren belegger te worden behandeld overeenkomstig de in bijlage II bij deze verordening bepaalde criteria en procedure;

k)

“niet-ervaren belegger”: een belegger die niet een ervaren belegger is;

l)

“crowdfundingproject”: de bedrijfsactiviteit(en) waarvoor een projecteigenaar beoogt financiering te verkrijgen via het crowdfundingaanbod;

m)

“effecten”: effecten als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 44, van Richtlijn 2014/65/EU;

n)

“voor crowdfunding toegelaten instrumenten”: met betrekking tot elke lidstaat, aandelen van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid die niet onderworpen zijn aan beperkingen die de overdracht ervan effectief zouden verhinderen, waaronder beperkingen van de wijze waarop die aandelen aan het publiek worden aangeboden of bekendgemaakt;

o)

“publicitaire mededeling”: alle informatie of elke mededeling van een crowdfundingdienstverlener aan een aspirant-belegger of -projecteigenaar over de diensten van de crowdfundingdienstverlener, met uitzondering van de uit hoofde van deze verordening vereiste openbaarmakingen aan beleggers;

p)

“duurzame drager”: hulpmiddel dat het mogelijk maakt informatie op zodanige wijze op te slaan dat deze achteraf gedurende een voor het doel van de informatie toereikende periode kan worden geraadpleegd en waarmee de opgeslagen informatie ongewijzigd kan worden gereproduceerd;

q)

“special purpose vehicle” of “SPV”: entiteit die uitsluitend is opgericht voor of uitsluitend dient tot securitisatie in de zin van artikel 1, punt 2, van Verordening (EU) nr. 1075/2013 van de Europese Centrale Bank (19);

r)

“bevoegde autoriteit”: een door een lidstaat overeenkomstig artikel 29 aangewezen instantie.

2.   Onverminderd de mogelijkheid dat aandelen van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid onder de definitie van effecten in lid 1, onder m), vallen, kunnen de bevoegde autoriteiten die de crowdfundingdienstverlener een vergunning hebben verleend, het gebruik van dergelijke aandelen voor de toepassing van deze verordening toestaan mits zij voldoen aan de voorwaarden die in lid 1, onder n), worden gesteld aan voor crowdfunding toegelaten instrumenten.

3.   De bevoegde autoriteiten verstrekken de ESMA jaarlijks de informatie, onder verwijzing naar het toepasselijk nationaal recht, over de soorten besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid en hun aandelen die binnen het toepassingsgebied van deze verordening worden aangeboden.

De ESMA maakt de in de eerste alinea bedoelde informatie onverwijld op haar website openbaar.

4.   Gedurende de eerste twee jaar dat deze verordening van toepassing is, verzamelt de ESMA jaarlijks de bladen met essentiële beleggingsinformatie die zijn opgesteld door projecteigenaren die voor crowdfunding toegelaten instrumenten hebben uitgegeven. De ESMA vergelijkt de in bijlage I, deel F, onder b) en c), van het blad met essentiële beleggingsinformatie bedoelde informatie met de uit hoofde van lid 3 van dit artikel door de lidstaten verstrekte informatie. De ESMA legt het resultaat van deze vergelijking aan de Commissie voor, die dit in het in artikel 45 bedoelde verslag opneemt.

HOOFDSTUK II

Verlening van crowdfundingdiensten en organisatorische en operationele vereisten voor crowdfundingdienstverleners

Artikel 3

Verlening van crowdfundingdiensten

1.   Crowdfundingdiensten worden alleen verleend door rechtspersonen die in de Unie zijn gevestigd en waaraan overeenkomstig artikel 12 een vergunning als crowdfundingdienstverlener is verleend.

2.   Crowdfundingdienstverleners handelen eerlijk, rechtvaardig en professioneel in overeenstemming met de belangen van hun cliënten.

3.   Crowdfundingdienstverleners betalen of aanvaarden geen vergoeding, korting of niet-geldelijk voordeel voor het geleiden van orders van beleggers naar een bepaald crowdfundingaanbod op hun crowdfundingplatform of naar een bepaald crowdfundingaanbod op een crowdfundingplatform van een derde.

4.   Crowdfundingdienstverleners kunnen aan individuele beleggers specifieke crowdfundingprojecten voorstellen die aan een of meer door de belegger gekozen specifieke parameters of risico-indicatoren voldoen. Indien de belegger wenst te beleggen in de voorgestelde crowdfundingprojecten, beoordeelt hij elk afzonderlijk crowdfundingaanbod en neemt er uitdrukkelijk een beleggingsbeslissing over.

Crowdfundingdienstverleners die individueel portefeuillebeheer van leningen verrichten, nemen daarbij de door de beleggers opgegeven parameters in acht en nemen alle nodige maatregelen om het best mogelijke resultaat voor die beleggers te behalen. Crowdfundingdienstverleners maken aan beleggers het besluitvormingsproces openbaar dat gevolgd wordt bij de uitvoering van het ontvangen discretionaire mandaat.

5.   In afwijking van lid 4, eerste alinea, kunnen crowdfundingdienstverleners die individueel portefeuillebeheer van leningen verstrekken, namens hun beleggers discretionaire bevoegdheid uitoefenen binnen de overeengekomen parameters zonder dat beleggers elk afzonderlijk crowdfundingaanbod dienen te beoordelen en er een beleggingsbeslissing over dienen te nemen.

6.   Indien een special purpose vehicle wordt gebruikt voor het verlenen van crowdfundingdiensten, kan slechts één niet-liquide of ondeelbare activum worden aangeboden via een dergelijk special purpose vehicle. Dat vereiste is volgens de doorkijkbenadering van toepassing op het onderliggende niet-liquide of ondeelbare activum dat in het bezit is van financiële of juridische structuren die geheel of gedeeltelijk eigendom zijn van of gecontroleerd worden door het special purpose vehicle. De beslissing om een blootstelling aan dat onderliggende activum aan te gaan, berust uitsluitend bij de beleggers.

Artikel 4

Doeltreffende en prudente bedrijfsvoering

1.   Het bestuursorgaan van een crowdfundingdienstverlener stelt toereikende beleidsregels en procedures vast om een doeltreffende en prudente bedrijfsvoering te waarborgen, met inbegrip van de scheiding van verantwoordelijkheden, bedrijfscontinuïteit en het voorkomen van belangenconflicten, op een wijze die de integriteit van de markt en de belangen van zijn cliënten bevordert, en het ziet toe op de uitvoering van die beleidsregels en procedures.

2.   Het bestuursorgaan van een crowdfundingdienstverlener stelt geschikte systemen en controles in om de risico’s die verbonden zijn aan de via het crowdfundingplatform bemiddelde leningen te beoordelen, en het ziet toe op de uitvoering van die systemen en controles.

Een crowdfundingdienstverlener die individueel portefeuillebeheer van leningen verstrekt, zorgt ervoor dat hij beschikt over toereikende systemen en controles voor het beheer van risico's en de financiële modellering van die dienstverlening en dat hij voldoet aan de in artikel 6, leden 1 tot en met 3, bepaalde vereisten.

3.   Het bestuursorgaan van een crowdfundingdienstverlener evalueert ten minste eenmaal om de twee jaar, rekening houdend met de aard, omvang en complexiteit van de verleende crowdfundingdiensten, de in artikel 12, lid 2, onder h), bedoelde prudentiële waarborgen en het in artikel 12, lid 2, onder j), bedoelde bedrijfscontinuïteitsplan.

4.   Indien een crowdfundingdienstverlener de prijs van een crowdfundingaanbod bepaalt:

a)

voert hij een redelijke beoordeling uit van het kredietrisico van het crowdfundingproject of van de projecteigenaar voordat het crowdfundingaanbod wordt gedaan, onder meer door het risico in acht te nemen dat de projecteigenaar, in geval van een lening, obligatie of andere vorm van gesecuritiseerde schuld, op de vervaldatum een of meerdere terugbetalingen niet zal verrichten;

b)

baseert hij de onder a) bedoelde kredietrisicobeoordeling op voldoende informatie, waaronder:

i)

indien beschikbaar, gecontroleerde jaarrekeningen van de laatste twee boekjaren;

ii)

informatie die hem bekend is op het ogenblik dat de kredietrisicobeoordeling wordt uitgevoerd;

iii)

informatie die hij, in voorkomend geval, verkregen heeft van de projecteigenaar, en

iv)

informatie die de crowdfundingdienstverlener in staat stelt een redelijke kredietrisicobeoordeling uit te voeren;

c)

stelt hij duidelijke en doeltreffende beleidsregels en procedures vast, voert hij deze uit en handhaaft deze met het oog op de uitvoering van kredietrisicobeoordelingen, en maakt hij deze bekend;

d)

zorgt hij ervoor dat de prijs correct en passend is, ook in gevallen waarin de crowdfundingdienstverlener die de prijs van de leningen bepaalt, het voor een kredietverstrekker mogelijk maakt voor de vervaldatum van een lening uit te stappen;

e)

voert hij een waardering van elke lening uitvoeren in ten minste de volgende omstandigheden:

i)

op het ogenblik van de initiëring van de lening;

ii)

indien de crowdfundingdienstverlener meent dat de projecteigenaar zijn verplichtingen tot volledige terugbetaling van de lening waarschijnlijk niet zal nakomen zonder dat de crowdfundingdienstverlener een toepasselijke zekerheid doet gelden of stappen met soortgelijk effect onderneemt;

iii)

na verzuim, en

iv)

indien de crowdfundingdienstverlener het voor een kredietverstrekker mogelijk maakt voor de vervaldatum van een lening uit te stappen;

f)

beschikt hij over en maakt hij gebruik van een kader voor risicobeheer dat gericht is op de naleving van de onder a) tot en met e) van dit lid bepaalde vereisten;

g)

houdt hij een register bij van elk gefaciliteerd crowdfundingaanbod zodat kan worden aangetoond dat:

i)

indien zulks is vereist, een kredietrisicobeoordeling werd uitgevoerd in overeenstemming met de punten a) en b) van dit lid, en

ii)

de prijs van het crowdfundingaanbod correct en passend was in overeenstemming met het kader voor risicobeheer.

Artikel 5

Zorgvuldigheidseisen

1.   Crowdfundingdienstverleners betrachten ten minste een minimumzorgvuldigheidsniveau ten aanzien van projecteigenaren die voorstellen hun projecten te financieren via het crowdfundingplatform van de crowdfundingdienstverlener.

2.   Het in lid 1 bedoelde minimumzorgvuldigheidsniveau omvat de verkrijging van het volgende bewijs:

a)

dat de projecteigenaar geen strafblad heeft met betrekking tot inbreuken op nationale regels op het gebied van handelsrecht, insolventierecht, financiële diensten, bestrijding van het witwassen van geld, fraudebestrijding of beroepsaansprakelijkheidsverplichtingen, en

b)

dat de projecteigenaar niet is gevestigd in een niet-coöperatief rechtsgebied overeenkomstig het desbetreffende beleid van de Unie, of in een derde land met een hoog risico overeenkomstig artikel 9, lid 2, van Richtlijn (EU) 2015/849.

Artikel 6

Individueel portefeuillebeheer van leningen

1.   Indien een crowdfundingdienstverlener individueel portefeuillebeheer van leningen aanbiedt, geeft een belegger een mandaat waarbij de parameters voor die dienstverlening zijn bepaald, dat ten minste twee van de volgende criteria bevat waaraan elke lening in de portefeuille moet voldoen:

a)

de minimale en maximale verschuldigde rentevoet voor een voor de belegger gefaciliteerde lening;

b)

de minimale en maximale looptijd van een voor de belegger gefaciliteerde lening;

c)

het scala en de spreiding van op de leningen toepasselijke risicocategorieën, en

d)

indien een jaarlijks streefpercentage voor het beleggingsrendement wordt aangeboden, de waarschijnlijkheid dat de belegger met redelijke zekerheid het streefpercentage behaalt met de geselecteerde leningen.

2.   Om te kunnen voldoen aan lid 1, beschikt een crowdfundingdienstverlener over solide interne processen en methodologieën en gebruikt hij passende gegevens. De crowdfundingdienstverlener mag zijn eigen gegevens of gegevens van derden gebruiken.

Op basis van juiste en welomschreven criteria en met inachtneming van alle relevante factoren die negatieve gevolgen kunnen hebben voor de prestatie van de leningen, beoordeelt de crowdfundingdienstverlener:

a)

het kredietrisico van afzonderlijke voor de portefeuille van de belegger geselecteerde crowdfundingprojecten;

b)

het kredietrisico op het niveau van de portefeuille van de belegger, en

c)

het kredietrisico van de voor de portefeuille van de belegger geselecteerde projecteigenaren, door het vooruitzicht na te gaan dat de projecteigenaren hun uit de lening voortvloeiende verplichtingen nakomen.

De crowdfundingdienstverlener verstrekt de belegger tevens een beschrijving van de methode die wordt gebruikt voor de onder a), b) en c) van de tweede alinea bedoelde beoordelingen.

3.   Indien een crowdfundingdienstverlener individueel portefeuillebeheer van leningen aanbiedt, houdt hij het gegeven mandaat en elke lening in een individuele portefeuille bij. De crowdfundingdienstverlener legt het mandaat en elke lening gedurende ten minste drie jaar na de vervaldatum op een duurzame drager vast.

4.   Een crowdfundingdienstverlener verstrekt voortdurend en op verzoek van een belegger elektronisch ten minste de volgende informatie over elke afzonderlijke portefeuille:

a)

de lijst van afzonderlijke leningen waaruit een portefeuille is samengesteld;

b)

de gewogen gemiddelde jaarlijkse rentevoet op de leningen in een portefeuille;

c)

de spreiding van leningen per risicocategorie, in percentages en absolute cijfers;

d)

voor elke lening waaruit een portefeuille is samengesteld, de essentiële informatie, waaronder ten minste een rentevoet of andere vergoeding aan de belegger, vervaldatum, risicocategorie, schema voor de terugbetaling van de hoofdsom en betaling van rente, naleving door de projecteigenaar van dat betalingsschema;

e)

voor elke lening waaruit een portefeuille is samengesteld, de risicobeperkende maatregelen, waaronder de zekerheidsverstrekkers of borgen of andere soorten garanties;

f)

elk verzuim door de projecteigenaar in het kader van kredietovereenkomsten gedurende de laatste vijf jaar;

g)

elke vergoeding die de belegger, de crowdfundingdienstverlener of de projecteigenaar met betrekking tot de lening heeft betaald;

h)

indien de crowdfundingdienstverlener een waardering van de lening heeft uitgevoerd:

i)

de meest recente waardering;

ii)

de datum van de waardering;

iii)

een toelichting waarom hij de waardering heeft uitgevoerd, en

iv)

een eerlijke beschrijving van het te verwachten daadwerkelijk rendement, rekening houdend met vergoedingen en verzuimgraad.

5.   Indien een crowdfundingdienstverlener een noodfonds heeft ingesteld en beheert voor zijn activiteit met betrekking tot het individueel portefeuillebeheer van leningen, verstrekt hij de volgende informatie aan de beleggers:

a)

een risicowaarschuwing met de volgende boodschap: “Het door ons aangeboden noodfonds geeft u geen recht op een betaling, en het is dus mogelijk dat u geen uitbetaling ontvangt, ook al lijdt u verlies. De noodfondsbeheerder is volkomen vrij om te oordelen over het te betalen bedrag, ook om helemaal niet te betalen. Beleggers mogen dus niet vertrouwen op mogelijke uitbetalingen van het noodfonds wanneer zij overwegen of en hoeveel zij wensen te beleggen.”;

b)

een beschrijving van het beleid van het noodfonds, met onder meer:

i)

uitleg over de oorsprong van het in het fonds gestorte geld;

ii)

uitleg over het beheer van het fonds;

iii)

uitleg met betrekking tot de vraag aan wie het geld toebehoort;

iv)

de overwegingen die de noodfondsbeheerder in aanmerking neemt bij beslissingen over de uitoefening van zijn beoordelingsvrijheid met betrekking tot uitbetalingen door het fonds, met inbegrip van:

de vraag of het fonds al dan niet voldoende geld heeft om te betalen, en

het feit dat de noodfondsbeheerder in elk geval volkomen vrij is om niet te betalen of om het bedrag van de betaling te bepalen;

v)

uitleg over het besluitvormingsproces voor een discretionaire betaling door het fonds, en

vi)

een beschrijving van wat er met het in het fonds gestorte geld gebeurt in het geval van insolventie van de noodfondsbeheerder.

6.   Een crowdfundingdienstverlener die een noodfonds als bedoeld in lid 5 heeft ingesteld en beheert, verstrekt het publiek elk kwartaal de volgende informatie over de prestatie van het fonds:

a)

de grootte van het noodfonds in verhouding tot de totale uitstaande bedragen van leningen waarop het noodfonds van toepassing is, en

b)

de verhouding tussen de uit het noodfonds gedane betalingen en het totaal aan uitstaande bedragen uit hoofde van de voor het noodfonds relevante leningen.

7.   De EBA stelt, in nauwe samenwerking met de ESMA, ontwerpen van technische reguleringsnormen op ter specificatie van:

a)

de gegevens, waaronder de vorm, die moeten worden opgenomen in de in lid 2, derde alinea, bedoelde beschrijving van de methode;

b)

de in lid 4 bedoelde informatie, en

c)

de beleidsregels, procedures en organisatorische regelingen die crowdfundingdienstverleners moeten vaststellen met betrekking tot noodfondsen die zij mogelijkerwijs aanbieden als bedoeld in de leden 5 en 6.

De EBA dient die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 10 november 2021 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.

Artikel 7

Klachtenbehandeling

1.   Crowdfundingdienstverleners beschikken over doeltreffende en transparante procedures voor een snelle, correcte en consistente behandeling van klachten van cliënten en maken beschrijvingen van die procedures bekend.

2.   Crowdfundingdienstverleners zorgen ervoor dat cliënten kosteloos klachten tegen hen kunnen indienen.

3.   Crowdfundingdienstverleners stellen een standaardmodel voor klachten op dat ze aan cliënten ter beschikking stellen, en houden een register bij van alle ontvangen klachten en de genomen maatregelen.

4.   Crowdfundingdienstverleners onderzoeken alle klachten tijdig en correct en delen de uitkomst binnen een redelijke termijn mee aan de klager.

5.   De ESMA stelt ontwerpen van technische reguleringsnormen op om de specifieke vereisten, standaardmodellen en procedures voor klachtenbehandeling te specificeren.

De ESMA dient die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 10 november 2021 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 8

Belangenconflicten

1.   Crowdfundingdienstverleners hebben geen deelneming in een crowdfundingaanbod op hun crowdfundingplatform.

2.   Crowdfundingdienstverleners aanvaarden de volgende personen niet als projecteigenaren in verband met de op hun crowdfundingplatform aangeboden crowdfundingdiensten:

a)

hun aandeelhouders die 20 % of meer van het aandelenkapitaal of de stemrechten bezitten;

b)

hun bestuurders of werknemers;

c)

een natuurlijke of rechtspersoon die met die aandeelhouders, bestuurders of werknemers verbonden is door een zeggenschapsband als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 35, onder b), van Richtlijn 2014/65/EU.

Crowdfundingdienstverleners die de in de eerste alinea, onder a), b) en c), bedoelde personen als belegger in de op hun crowdfundingplatform aangeboden crowdfundingprojecten aanvaarden, maken het feit dat zij dergelijke personen als beleggers aanvaarden volledig openbaar op hun website, met inbegrip van informatie over de specifieke crowdfundingprojecten waarin wordt belegd, en zorgen ervoor dat dergelijke beleggingen geschieden tegen dezelfde voorwaarden als die voor andere beleggers, en dat die personen geen voorkeursbehandeling krijgen of bevoorrechte toegang tot informatie hebben.

3.   Crowdfundingdienstverleners houden doeltreffende interne regels om belangenconflicten te voorkomen in stand en passen deze toe.

4.   Crowdfundingdienstverleners nemen alle passende maatregelen om belangenconflicten tussen de crowdfundingdienstverleners zelf, hun aandeelhouders, hun bestuurders of werknemers, of iedere natuurlijke of rechtspersoon die met hen verbonden is door een zeggenschapsband als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 35, onder b), van Richtlijn 2014/65/EU, en hun cliënten, of tussen een cliënt en een andere cliënt te voorkomen, te identificeren, te beheren en openbaar te maken.

5.   Crowdfundingdienstverleners maken de algemene aard en de bronnen van belangenconflicten en van de maatregelen die zijn genomen om die te beperken, openbaar aan hun cliënten.

Die openbaarmaking gebeurt op een prominente plek op de website van de crowdfundingdienstverlener.

6.   De in lid 5 bedoelde openbaarmaking:

a)

geschiedt op een duurzame drager;

b)

bevat voldoende details, rekening houdend met de aard van elke cliënt, om elke cliënt in staat te stellen met kennis van zaken een beslissing te nemen over de dienst in verband waarmee het belangenconflict zich voordoet.

7.   De ESMA stelt ontwerpen van technische reguleringsnormen op ter specificatie van:

a)

de vereisten voor de instandhouding of de toepassing van interne regels als bedoeld in lid 3;

b)

de in lid 4 bedoelde maatregelen;

c)

de regelingen voor de in de leden 5 en 6 bedoelde openbaarmaking.

Bij het ontwikkelen van die ontwerpen van technische reguleringsnormen houdt de ESMA rekening met de aard, omvang en complexiteit van de door de crowdfundingdienstverlener verleende crowdfundingdiensten.

De ESMA dient die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 10 november 2021 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 9

Uitbesteding

1.   Wanneer crowdfundingdienstverleners een beroep doen op een derde voor de uitvoering van operationele taken, nemen zij alle redelijke maatregelen om extra operationeel risico te vermijden.

2.   Uitbesteding van operationele taken als bedoeld in lid 1 mag de kwaliteit van de interne controle van crowdfundingdienstverleners en het vermogen van de bevoegde autoriteit om toezicht te houden op de naleving van deze verordening door crowdfundingdienstverleners, niet aantasten.

3.   Crowdfundingdienstverleners blijven volledig verantwoordelijk voor de naleving van deze verordening met betrekking tot de uitbestede activiteiten.

Artikel 10

Verlening van activabewaringsdiensten en betalingsdiensten

1.   Crowdfundingdienstverleners die activabewaringsdiensten en betalingsdiensten verlenen, informeren hun cliënten over al het volgende:

a)

de aard en de voorwaarden van die diensten, met inbegrip van verwijzingen naar het toepasselijke nationaal recht;

b)

of die diensten rechtstreeks door hen of door derden worden verleend.

2.   Indien crowdfundingdienstverleners betalingstransacties met betrekking tot effecten en voor crowdfunding toegelaten instrumenten verrichten, deponeren zij de gelden bij:

a)

een centrale bank, of

b)

een kredietinstelling waaraan een vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU.

3.   Effecten of voor crowdfunding toegelaten instrumenten die worden aangeboden op een crowdfundingplatform en die kunnen worden geregistreerd op een op naam van een belegger geopende effectenrekening of die fysiek kunnen worden geleverd aan een bewaarnemer, zullen in bewaring worden genomen door de crowdfundingdienstverlener of door een derde. Een entiteit die bewaarnemingsdiensten verleent, beschikt over een vergunning overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU of Richtlijn 2014/65/EU.

4.   Een crowdfundingdienstverlener kan zelf of via een derde betalingsdiensten aanbieden mits de crowdfundingdienstverlener zelf of de derde een betalingsdienstaanbieder is overeenkomstig Richtlijn (EU) 2015/2366.

5.   Indien een crowdfundingdienstverlener noch zelf, noch via een derde betalingsdiensten in verband met crowdfundingdiensten aanbiedt, treft en handhaaft hij regelingen om ervoor te zorgen dat projecteigenaren financiering van crowdfundingprojecten of enige andere betaling alleen aanvaarden door middel van een betalingsdienstaanbieder overeenkomstig Richtlijn (EU) 2015/2366.

Artikel 11

Prudentiële vereisten

1.   Crowdfundingdienstverleners beschikken te allen tijde over prudentiële waarborgen die gelijk zijn aan ten minste het hogere bedrag van de volgende twee bedragen:

a)

25 000 EUR, en

b)

een kwart van de vaste kosten van het voorafgaande jaar, die jaarlijks worden geëvalueerd, waaronder de kosten voor het beheren van de leningen voor drie maanden wanneer de crowdfundingdienstverlener ook het verstrekken van leningen faciliteert.

2.   De in lid 1 van dit artikel bedoelde prudentiële waarborgen nemen een van de volgende vormen aan:

a)

eigen vermogen, bestaande uit tier 1-kernkapitaalbestanddelen als bedoeld in de artikelen 26 tot en met 30 van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (20) na alle volledige aftrekkingen op grond van artikel 36 van die verordening zonder de toepassing van vrijstellingsdrempels op grond van de artikelen 46 en 48 van die verordening;

b)

een verzekeringspolis met dekking in alle gebieden van de Unie waar crowdfundingaanbiedingen actief op de markt worden gebracht, of een soortgelijke waarborg, of

c)

een combinatie van de punten a) en b).

3.   Lid 1 van dit artikel is niet van toepassing op crowdfundingdienstverleners die ondernemingen zijn die, op individuele basis of op basis van hun geconsolideerde situatie, onderworpen zijn aan titel III van deel drie van Verordening (EU) nr. 575/2013, of aan Verordening (EU) 2019/2033 van het Europees Parlement en de Raad (21).

4.   Lid 1 van dit artikel is niet van toepassing op crowdfundingdienstverleners die ondernemingen zijn die onderworpen zijn aan de artikelen 4 en 5 van Richtlijn 2009/110/EG of de artikelen 7 tot en met 9 van Richtlijn (EU) 2015/2366.

5.   Indien een crowdfundingdienstverlener nog geen twaalf maanden werkzaam is, kan hij toekomstgerichte bedrijfsramingen gebruiken voor het berekenen van de vaste kosten, op voorwaarde dat hij historische gegevens begint te gebruiken zodra die beschikbaar komen.

6.   De in lid 2, onder b), bedoelde verzekeringspolis heeft ten minste de volgende kenmerken:

a)

zij heeft een oorspronkelijke looptijd van ten minste een jaar;

b)

de termijn voor de opzegging ervan is tenminste 90 dagen;

c)

zij is gesloten bij een onderneming waaraan overeenkomstig het Unierecht of het nationale recht een vergunning is verleend om verzekeringen te verstrekken;

d)

zij is verstrekt door een derde.

7.   De in lid 2, onder b), bedoelde verzekeringspolis biedt dekking tegen, maar is niet beperkt tot het risico van:

a)

verlies van documenten;

b)

verkeerde voorstellingen of misleidende verklaringen;

c)

handelingen, fouten of nalatigheden die resulteren in een schending van:

i)

wettelijke of bestuursrechtelijke verplichtingen;

ii)

de plicht jegens cliënten om met de nodige bekwaamheid en zorgvuldigheid te werk te gaan;

iii)

de geheimhoudingsplicht;

d)

het nalaten om passende procedures vast te stellen, in te voeren en in stand te houden ter voorkoming van belangenconflicten;

e)

verliezen die voortvloeien uit een verstoring van de bedrijfsactiviteiten, systeemstoringen of het procesbeheer;

f)

indien van toepassing op het bedrijfsmodel, grove nalatigheid bij de waardering van activa of bij de bepaling van kredietprijzen en kredietscores.

8.   Voor de toepassing van lid 1, onder b), berekenen crowdfundingdienstverleners hun vaste kosten van het voorafgaande jaar met gebruikmaking van cijfers die voortkomen uit het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving, door de volgende bestanddelen af te trekken van de totale kosten na uitkering van winsten aan aandeelhouders in hun meest recentelijk gecontroleerde jaarrekeningen, of, indien geen gecontroleerde jaarrekeningen beschikbaar zijn, in de door de nationale toezichthouders gevalideerde jaarrekeningen:

a)

personeelsbonussen en andere beloningen, voor zover zij afhangen van de nettowinst van de crowdfundingdienstverlener in het desbetreffende jaar;

b)

winstdeelnemingen van werknemers, directeuren en partners;

c)

andere bestemmingen van de winst en andere variabele beloningen, voor zover zij volledig discretionair zijn;

d)

gedeelde te betalen provisies en vergoedingen die rechtstreeks verband houden met te ontvangen provisies en vergoedingen, welke in de totale inkomsten zijn opgenomen, en indien de betaling van de te betalen provisies en vergoedingen afhankelijk is van de werkelijke ontvangst van de te ontvangen provisies en vergoedingen, en

e)

eenmalige kosten uit hoofde van ongewone activiteiten.

9.   Indien door derden namens de crowdfundingdienstverleners vaste kosten zijn gemaakt en die vaste kosten niet reeds in de totale kosten als bedoeld in lid 8 zijn opgenomen, ondernemen de crowdfundingdienstverleners een van de volgende handelingen:

a)

indien een uitsplitsing van de kosten van die derden beschikbaar is, bepalen zij het bedrag van de vaste kosten welke die derden namens hen hebben gemaakt en tellen zij dat bedrag op bij het cijfer dat uit lid 8 resulteert;

b)

indien de uitsplitsing van de kosten van die derden niet beschikbaar is, bepalen zij het bedrag van de kosten welke die derden namens hen hebben gemaakt volgens de bedrijfsplannen van de crowdfundingdienstverleners en tellen zij dat bedrag op bij het cijfer dat uit lid 8 resulteert.

HOOFDSTUK III

Vergunningverlening aan en toezicht op crowdfundingdienstverleners

Artikel 12

Vergunning als crowdfundingdienstverlener

1.   Een rechtspersoon die voornemens is crowdfundingdiensten te verlenen, dient bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van vestiging een aanvraag in voor een vergunning als crowdfundingdienstverlener.

2.   De in lid 1 bedoelde aanvraag omvat al het volgende:

a)

de naam van de aspirant-crowdfundingdienstverlener (met inbegrip van de officiële naam en andere te gebruiken handelsnamen), het internetadres van de door die aspirant-crowdfundingdienstverlener geëxploiteerde website en zijn fysieke adres;

b)

de rechtsvorm van de aspirant-crowdfundingdienstverlener;

c)

de statuten van de aspirant-crowdfundingdienstverlener;

d)

een werkprogramma met een beschrijving van de soorten crowdfundingdiensten die de aspirant-crowdfundingdienstverlener voornemens is te verlenen en het crowdfundingplatform dat hij voornemens is te exploiteren, met inbegrip van waar en hoe crowdfundingaanbiedingen zullen worden gedaan;

e)

een beschrijving van de governanceregelingen en internecontrolemechanismen van de aspirant-crowdfundingdienstverlener om de naleving van deze verordening te waarborgen, met inbegrip van risicobeheer- en accountingprocedures;

f)

een beschrijving van de systemen, middelen en procedures van de aspirant-crowdfundingdienstverlener voor de controle en beveiliging van de gegevensverwerkingssystemen;

g)

een beschrijving van de operationele risico's van de aspirant-crowdfundingdienstverlener;

h)

een beschrijving van de prudentiële waarborgen van de aspirant-crowdfundingdienstverlener overeenkomstig artikel 11;

i)

bewijs dat de aspirant-crowdfundingdienstverlener voldoet aan de prudentiële waarborgen overeenkomstig artikel 11;

j)

een beschrijving van het bedrijfscontinuïteitsplan van de aspirant-crowdfundingdienstverlener dat, rekening houdend met de aard, omvang en complexiteit van de crowdfundingdiensten die de aspirant-crowdfundingdienstverlener voornemens is te verlenen, maatregelen en procedures vaststelt met het oog op de voortzetting van kritieke dienstverlening in verband met bestaande beleggingen en een degelijk beheer van overeenkomsten tussen de aspirant-crowdfundingdienstverlener en zijn cliënten, in geval van het uitvallen van de aspirant-crowdfundingdienstverlener;

k)

de identiteit van de natuurlijke personen die verantwoordelijk zijn voor het bestuur van de aspirant-crowdfundingdienstverlener;

l)

bewijs dat de onder k) bedoelde natuurlijke personen als betrouwbaar bekendstaan en over voldoende kennis, vaardigheden en ervaring beschikken om de aspirant-crowdfundingdienstverlener te besturen;

m)

een beschrijving van de interne regels van de aspirant-crowdfundingdienstverlener om te voorkomen dat in artikel 8, lid 2, eerste alinea, bedoelde personen optreden als projecteigenaar in door de aspirant-crowdfundingdienstverlener verleende crowdfundingdiensten;

n)

een beschrijving van de uitbestedingsregelingen van de aspirant-crowdfundingdienstverlener;

o)

een beschrijving van de procedures van de aspirant-crowdfundingdienstverlener voor de behandeling van klachten van cliënten;

p)

een bevestiging of de aspirant-crowdfundingdienstverlener voornemens is zelf of via een derde betalingsdiensten aan te bieden op grond van Richtlijn (EU) 2015/2366, of via een regeling overeenkomstig artikel 10, lid 5, van deze verordening;

q)

een beschrijving van de procedures van de aspirant-crowdfundingdienstverlener om de volledigheid, juistheid en duidelijkheid van de informatie in het blad met essentiële beleggingsinformatie te controleren;

r)

een beschrijving van de procedures van de aspirant-crowdfundingdienstverlener met betrekking tot de in artikel 21, lid 7, bedoelde beleggingsdrempels voor niet-ervaren beleggers.

3.   Voor de toepassing van lid 2, onder l), leveren aspirant-crowdfundingdienstverlener het bewijs van het volgende:

a)

het ontbreken van een strafblad ten aanzien van inbreuken op nationale regels op het gebied van handelsrecht, insolventierecht, financiële diensten, bestrijding van het witwassen van geld, fraudebestrijding of beroepsaansprakelijkheidsverplichtingen van alle natuurlijke personen die betrokken zijn bij het bestuur van de aspirant-crowdfundingdienstverlener en van aandeelhouders die 20 % of meer van het aandelenkapitaal of de stemrechten bezitten;

b)

bewijs dat de natuurlijke personen die betrokken zijn bij het bestuur van de aspirant-crowdfundingdienstverlener gezamenlijk over voldoende kennis, vaardigheden en ervaring beschikken om de aspirant-crowdfundingdienstverlener te besturen en dat die natuurlijke personen voldoende tijd moeten besteden aan de uitvoering van hun taken.

4.   Binnen 25 werkdagen na ontvangst van de in lid 1 bedoelde aanvraag beoordeelt de bevoegde autoriteit of die aanvraag volledig is door te controleren of de in lid 2 vermelde informatie is verstrekt. Indien de aanvraag niet volledig is, stelt de bevoegde autoriteit een termijn vast waarbinnen de aspirant-crowdfundingdienstverlener de ontbrekende informatie moet verstrekken.

5.   Indien de in lid 1 bedoelde aanvraag onvolledig blijft na de in lid 4 bedoelde termijn, kan de bevoegde autoriteit weigeren de aanvraag te beoordelen en stuurt zij, in het geval van een dergelijke weigering, de ingediende documenten terug aan de aspirant-crowdfundingdienstverlener.

6.   Indien een aanvraag als bedoeld in lid 1 volledig is, stelt de bevoegde autoriteit de aspirant-crowdfundingdienstverlener daarvan onmiddellijk in kennis.

7.   Alvorens een besluit tot verlening of weigering van een vergunning als crowdfundingdienstverlener te nemen, raadpleegt de bevoegde autoriteit in de volgende gevallen de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat:

a)

de aspirant-crowdfundingdienstverlener is een dochteronderneming van een crowdfundingdienstverlener waaraan in die andere lidstaat een vergunning is verleend;

b)

de aspirant-crowdfundingdienstverlener is een dochteronderneming van de moederonderneming van een crowdfundingdienstverlener waaraan in die andere lidstaat een vergunning is verleend, of

c)

de aspirant-crowdfundingdienstverlener staat onder zeggenschap van dezelfde natuurlijke of rechtspersonen die zeggenschap uitoefenen over een crowdfundingdienstverlener waaraan in die andere lidstaat een vergunning is verleend.

8.   Binnen drie maanden na ontvangst van een volledige aanvraag beoordeelt de bevoegde autoriteit of de aspirant-crowdfundingdienstverlener voldoet aan de vereisten van deze verordening en neemt zij een volledig gemotiveerd besluit aan tot verlening of weigering van een vergunning als crowdfundingdienstverlener. Bij die beoordeling wordt rekening gehouden met de aard, omvang en complexiteit van de crowdfundingdiensten die de aspirant-crowdfundingdienstverlener voornemens is te verlenen. De bevoegde autoriteit kan een vergunning weigeren als er objectieve en aantoonbare redenen zijn om aan te nemen dat het bestuursorgaan van de aspirant-crowdfundingdienstverlener een bedreiging zou kunnen vormen voor een doeltreffend, gezond en prudent beheer en de bedrijfscontinuïteit en voor een toereikende afweging van de belangen van zijn cliënten en de integriteit van de markt.

9.   De bevoegde autoriteit stelt de ESMA in kennis van alle uit hoofde van dit artikel toegekende vergunningen. De ESMA voegt informatie over succesvolle aanvragen, overeenkomstig artikel 14 toe aan het register van crowdfundingdienstverleners met een vergunning. De ESMA kan informatie opvragen om ervoor te zorgen dat de bevoegde autoriteiten vergunningen uit hoofde van dit artikel op consistente wijze verlenen.

10.   De bevoegde autoriteit stelt de aspirant-crowdfundingdienstverlener in kennis van haar besluit binnen drie werkdagen na de datum van dat besluit.

11.   Een crowdfundingdienstverlener waaraan overeenkomstig dit artikel een vergunning is verleend, voldoet te allen tijde aan de voorwaarden van die vergunning.

12.   De lidstaten mogen niet verlangen dat crowdfundingdienstverleners die grensoverschrijdend crowdfundingdiensten verlenen, fysiek aanwezig zijn op het grondgebied van een andere lidstaat dan die waar zij een vergunning hebben verkregen.

13.   Crowdfundingdienstverleners waaraan uit hoofde van deze verordening een vergunning is verleend, kunnen ook andere activiteiten uitoefenen dan die welke vallen onder de in dit artikel bedoelde vergunning overeenkomstig het toepasselijk Unierecht of nationaal recht.

14.   Indien een entiteit waaraan op grond van Richtlijn 2009/110/EG, 2013/36/EU, 2014/65/EU of (EU) 2015/2366, of het op crowdfundingdiensten toepasselijk nationaal recht vóór de inwerkingtreding van deze verordening een vergunning als crowdfundingdienstverlener is verleend, een aanvraag indient voor een vergunning als crowdfundingdienstverlener uit hoofde van deze verordening, verlangt de bevoegde autoriteit van die entiteit niet om informatie of documenten te verschaffen die reeds werden ingediend ten tijde van de aanvraag voor vergunning op grond van die richtlijnen of nationaal recht, op voorwaarde dat die informatie of documenten nog actueel zijn en toegankelijk zijn voor de bevoegde autoriteit.

15.   Indien een aspirant-crowdfundingdienstverlener ook voornemens is een aanvraag in te dienen voor een vergunning om uitsluitend in verband met de crowdfundingdienstverlening betalingsdiensten te aan te bieden, en in zoverre de bevoegde autoriteiten ook verantwoordelijk zijn voor de vergunning uit hoofde van Richtlijn (EU) 2015/2366, verlangen de bevoegde autoriteiten dat de voor beide aanvragen in te dienen informatie en documenten slechts eenmaal worden ingediend.

16.   De ESMA stelt ontwerpen van technische reguleringsnormen op ter specificatie van:

a)

de vereisten en regelingen voor de in lid 1 bedoelde aanvraag, met inbegrip van de standaardformulieren, modellen en procedures voor de vergunningsaanvraag, en

b)

de maatregelen en procedures voor het in lid 2, onder j), bedoelde bedrijfscontinuïteitsplan.

Bij de ontwikkeling van die ontwerpen van technische reguleringsnormen houdt de ESMA rekening met de aard, omvang en complexiteit van de crowdfundingdiensten die door de crowdfundingdienstverlener worden verleend.

De ESMA dient die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 10 november 2021 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 13

Reikwijdte van de vergunning

1.   De bevoegde autoriteiten die een vergunning hebben verleend waarvan uit hoofde van artikel 12, lid 10, kennis werd gegeven, zorgen ervoor dat in een dergelijke vergunning bepaald is voor welke crowdfundingdiensten de crowdfundingdienstverlener een vergunning heeft.

2.   Een crowdfundingdienstverlener die een vergunning wenst aan te vragen met het oog op de uitbreiding van zijn activiteiten met aanvullende crowdfundingdiensten die niet voorzien waren op het ogenblik van de uit hoofde van artikel 12 verleende vergunning, dient een verzoek tot uitbreiding van zijn vergunning in bij de bevoegde autoriteiten die hem uit hoofde van artikel 12 zijn vergunning verleenden, door de in artikel 12, lid 2, bedoelde informatie aan te vullen en te actualiseren. Het verzoek tot uitbreiding wordt verwerkt overeenkomstig artikel 12, leden 4 tot en met 11.

Artikel 14

Crowdfundingdienstverlenersregister

1.   De ESMA stelt een register van alle crowdfundingdienstverleners op. Dat register is publiekelijk toegankelijk op haar website en wordt regelmatig geactualiseerd.

2.   Het in lid 1 bedoelde register bevat de volgende gegevens:

a)

de naam, de rechtsvorm en, in voorkomend geval, de identificatiecode voor juridische entiteiten van de crowdfundingdienstverlener;

b)

de handelsnaam, het fysieke adres en het internetadres van het door de crowdfundingdienstverlener geëxploiteerde crowdfundingplatform;

c)

de naam en het adres van de bevoegde autoriteit die de vergunning heeft verleend, en haar contactgegevens;

d)

informatie over de crowdfundingdiensten waarvoor de crowdfundingdienstverlener een vergunning heeft;

e)

een lijst van de lidstaten waarvoor de crowdfundingdienstverlener overeenkomstig artikel 18 kennis heeft gegeven van zijn voornemen om crowdfundingdiensten te verlenen;

f)

andere door de crowdfundingdienstverlener verleende diensten die niet onder deze verordening vallen, met een vermelding van het toepasselijk Unierecht of nationaal recht;

g)

eventuele sancties die zijn opgelegd aan de crowdfundingdienstverlener of zijn bestuurders.

3.   Elke intrekking van een vergunning van een crowdfundingdienstverlener overeenkomstig artikel 17 wordt in het register vermeld en blijft er gedurende vijf jaar in vermeld.

Artikel 15

Toezicht

1.   Crowdfundingdienstverleners verlenen hun diensten onder het toezicht van de bevoegde autoriteiten die de vergunning hebben verleend.

2.   De ter zake bevoegde autoriteit beoordeelt of de crowdfundingdienstverleners voldoen aan de verplichtingen waarin deze verordening voorziet. Zij stelt de frequentie en grondigheid van die beoordeling vast en houdt daarbij rekening met de aard, omvang en complexiteit van de activiteiten van de crowdfundingdienstverlener. Met het oog op die beoordeling kan de ter zake bevoegde autoriteit de crowdfundingdienstverlener aan een inspectie ter plaatse onderwerpen.

3.   Crowdfundingdienstverleners stellen de ter zake bevoegde autoriteit onverwijld in kennis van elke materiële wijziging van de omstandigheden waaronder de vergunning is verleend en verstrekken op verzoek de informatie die nodig is om te beoordelen of zij aan deze verordening voldoen.

Artikel 16

Verslaglegging door crowdfundingdienstverleners

1.   Een crowdfundingdienstverlener verstrekt aan de bevoegde autoriteit die de vergunning heeft verleend jaarlijks en op vertrouwelijke basis een lijst van via hun crowdfundingplatform gefinancierde projecten, waarbij voor elk project wordt vermeld:

a)

de projecteigenaar en het bijeengebrachte bedrag;

b)

het uitgegeven instrument als gedefinieerd in artikel 2, lid 1, onder b), m) en n);

c)

geaggregeerde informatie over de beleggers en het belegde bedrag, uitgesplitst naar fiscaal inwonerschap van de beleggers en met een onderscheid tussen ervaren en niet-ervaren beleggers.

2.   De bevoegde autoriteiten verstrekken de ESMA de in lid 1 bedoelde informatie in geanonimiseerde vorm binnen een maand vanaf de datum van ontvangst van die informatie. De ESMA stelt geaggregeerde jaarlijkse statistieken over de crowdfundingmarkt in de Unie op en maakt die op haar website bekend.

3.   De ESMA stelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op met het oog op de vaststelling van gegevensstandaarden en -vormen, modellen en procedures voor de informatie die overeenkomstig dit artikel moet worden gerapporteerd.

De ESMA dient die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 10 november 2021 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 17

Intrekking van een vergunning

1.   De bevoegde autoriteiten die een vergunning hebben verleend, hebben de bevoegdheid om de vergunning in te trekken indien de crowdfundingdienstverlener:

a)

binnen 18 maanden vanaf de datum waarop de vergunning is verleend, geen gebruik heeft gemaakt van zijn vergunning;

b)

uitdrukkelijk heeft afgezien van zijn vergunning;

c)

gedurende negen opeenvolgende maanden geen crowdfundingdiensten heeft verstrekt en niet langer betrokken is bij het beheer van bestaande overeenkomsten die het gevolg zijn van aanvankelijke matching van bedrijfsfinancieringsbelangstellingen door gebruik van zijn crowdfundingplatform;

d)

zijn vergunning op onregelmatige wijze heeft verkregen, onder meer door in zijn vergunningsaanvraag valse verklaringen af te leggen;

e)

niet meer voldoet aan de voorwaarden waaronder de vergunning is verleend, of

f)

ernstig inbreuk heeft gemaakt op deze verordening.

De bevoegde autoriteiten die de vergunning hebben verleend, hebben eveneens de bevoegdheid de vergunning in te trekken indien:

a)

de crowdfundingdienstverlener tevens een betalingsdienstaanbieder is overeenkomstig Richtlijn (EU) 2015/2366 en hij of zijn bestuurders, werknemers of namens hem optredende derden inbreuk hebben gemaakt op nationaal recht tot omzetting van Richtlijn (EU) 2015/849 ten aanzien van het witwassen van geld of terrorismefinanciering, of

b)

de crowdfundingdienstverlener of een namens hem optredende derde niet langer in bezit is van de vergunning voor het aanbieden van betalingsdiensten overeenkomstig Richtlijn (EU) 2015/2366 of van beleggingsdiensten uit hoofde van Richtlijn 2014/65/EU, en die crowdfundingdienstverlener of derde binnen 40 kalenderdagen geen oplossing heeft gevonden voor de situatie.

2.   Indien een bevoegde autoriteit in een lidstaat een vergunning intrekt, stelt de overeenkomstig artikel 29, lid 2, in die lidstaat als centraal aanspreekpunt aangewezen bevoegde autoriteit de ESMA en de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten waar de crowdfundingdienstverlener overeenkomstig artikel 18 crowdfundingdiensten verleent in kennis van haar besluit daartoe. De ESMA neemt informatie inzake de intrekking van de vergunning in het in artikel 14 bedoelde register op.

3.   Alvorens een besluit tot intrekking van de vergunning te nemen, raadpleegt de bevoegde autoriteit die de vergunning heeft verleend, de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat in gevallen waarin de crowdfundingdienstverlener:

a)

een dochteronderneming is van een crowdfundingdienstverlener waaraan in die andere lidstaat een vergunning is verleend;

b)

een dochteronderneming is van de moederonderneming van een crowdfundingdienstverlener waaraan in die andere lidstaat een vergunning is verleend, of

c)

onder zeggenschap staat van dezelfde natuurlijke of rechtspersoon die zeggenschap uitoefent over een crowdfundingdienstverlener waaraan in die andere lidstaat een vergunning is verleend.

Artikel 18

Grensoverschrijdende verlening van crowdfundingdiensten

1.   Indien een crowdfundingdienstverlener waaraan overeenkomstig artikel 12 een vergunning is verleend voornemens is crowdfundingdiensten te verlenen in een andere lidstaat dan die waarvan de bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 12 een vergunning heeft verleend, dient hij bij de bevoegde autoriteit die overeenkomstig artikel 29, lid 2, als centraal aanspreekpunt is aangewezen door de lidstaat waarin de vergunning werd verleend, de volgende informatie in:

a)

een lijst van de lidstaten waar de crowdfundingdienstverlener voornemens is crowdfundingdiensten te verlenen;

b)

de identiteit van de natuurlijke of rechtspersonen die in die lidstaten verantwoordelijk zijn voor verlening van crowdfundingdiensten;

c)

de aanvangsdatum van de door de crowdfundingdienstverlener voorgenomen verlening van crowdfundingdiensten;

d)

een lijst van andere door de crowdfundingdienstverlener uitgeoefende activiteiten die niet onder deze verordening vallen.

2.   Het centrale aanspreekpunt van de lidstaat waarin de vergunning werd verleend, deelt de in lid 1 van dit artikel bedoelde informatie binnen tien werkdagen na de ontvangst ervan mee aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waar de crowdfundingdienstverlener voornemens is crowdfundingdiensten als bedoeld in lid 1 van dit artikel, te verlenen, alsmede aan de ESMA. De ESMA neemt die informatie in het in artikel 14 bedoelde register op.

3.   Het centrale contactpunt van de lidstaat waarin de vergunning werd verleend, stelt vervolgens de crowdfundingdienstverlener onverwijld in kennis van de in lid 2 bedoelde mededeling.

4.   De crowdfundingdienstverlener kan aanvangen met het verlenen van crowdfundingdiensten in een andere lidstaat dan die waarvan de bevoegde autoriteit hem een vergunning had verleend, vanaf de datum van ontvangst van de in lid 3 bedoelde mededeling, of uiterlijk 15 kalenderdagen na de indiening van de in lid 1 bedoelde informatie.

HOOFDSTUK IV

Beleggersbescherming

Artikel 19

Informatieverstrekking aan cliënten

1.   Alle informatie, inclusief publicitaire mededelingen als bedoeld in artikel 27, die door crowdfundingdienstverleners aan cliënten wordt verstrekt over henzelf, over de kosten, financiële risico's en lasten in verband met crowdfundingdiensten of beleggingen, over de criteria voor de selectie van crowdfundingprojecten, en over de aard van hun crowdfundingdiensten en de daaraan verbonden risico's, moet correct, duidelijk en niet-misleidend zijn.

2.   Crowdfundingdienstverleners stellen hun cliënten ervan in kennis dat hun crowdfundingdiensten niet onder het overeenkomstig Richtlijn 2014/49/EU ingestelde depositogarantiestelsel vallen en dat via hun crowdfundingplatform verworven effecten of voor crowdfunding toegelaten instrumenten niet onder het overeenkomstig Richtlijn 97/9/EG ingestelde beleggerscompensatiestelsel vallen.

3.   Crowdfundingdienstverleners informeren hun cliënten over de in artikel 22 bedoelde bedenktijd voor niet-ervaren beleggers. Zodra een crowdfundingaanbod wordt gedaan, verstrekt de crowdfundingdienstverlener die informatie op een prominente plek van de drager, waaronder op elke mobiele applicatie en webpagina waarop een dergelijk aanbod wordt gedaan.

4.   Alle overeenkomstig lid 1 te verstrekken informatie wordt, telkens als dat passend is, aan de cliënten meegedeeld, en ten minste voordat zij een crowdfundingtransactie aangaan.

5.   De in de leden 1, 2 en 6 bedoelde informatie is voor alle cliënten op niet-discriminerende wijze beschikbaar op een duidelijk aangewezen en gemakkelijk toegankelijk deel van de website van het crowdfundingplatform.

6.   Indien crowdfundingdienstverleners kredietscores toepassen op crowdfundingprojecten of de prijs voor crowdfundingaanbiedingen op hun crowdfundingplatform voorstellen, stellen zij een beschrijving beschikbaar van de methode die is gebruikt voor het berekenen van die kredietscores of prijzen. Indien de berekening gebaseerd is op niet-gecontroleerde rekeningen, wordt dat duidelijk in de beschrijving van de methode openbaar gemaakt.

7.   De EBA stelt, in nauwe samenwerking met de ESMA, ontwerpen van technische reguleringsnormen op ter specificatie van:

a)

de gegevens, waaronder de vorm, die moeten worden opgenomen in de in lid 6 van dit artikel bedoelde beschrijving van de methode;

b)

de informatie en factoren die crowdfundingdienstverleners in acht moeten nemen wanneer zij een kredietrisicobeoordeling als bedoeld in artikel 4, lid 4, onder a) en b), en een waardering van een lening als bedoeld in artikel 4, lid 4, onder e), verrichten;

c)

de factoren die een crowdfundingdienstverlener in aanmerking moet nemen om te kunnen garanderen dat de prijs van een door hem gefaciliteerde lening correct en passend is als bedoeld in artikel 4, lid 4, onder d);

d)

de minimuminhoud en governance van de beleidsregels en procedures als vereist uit hoofde van dit artikel, en van het kader voor risicobeheer als bedoeld in artikel 4, lid 4, onder f).

De EBA dient die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 10 mei 2022 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.

Artikel 20

Openbaarmaking van de verzuimgraad

1.   Crowdfundingdienstverleners die crowdfundingdiensten verlenen die erin bestaan het verstrekken van leningen te faciliteren, moeten:

a)

elk jaar de verzuimgraad openbaar maken van de crowdfundingprojecten die gedurende ten minste de afgelopen 36 maanden op hun crowdfundingplatform zijn aangeboden, en

b)

een verklaring betreffende de resultaten publiceren binnen vier maanden na het einde van elk boekjaar, met vermelding, indien van toepassing, van:

i)

de verwachte en de werkelijke verzuimgraad van alle door de crowdfundingdienstverlener gefaciliteerde leningen per risicocategorie en met verwijzing naar de in het kader voor risicobeheer opgenomen risicocategorieën;

ii)

een samenvatting van de bij de bepaling van de verwachte verzuimgraad gehanteerde aannamen, en

iii)

indien de crowdfundingdienstverlener een streefpercentage heeft aangeboden in verband met het individuele portefeuillebeheer van leningen, het daadwerkelijk rendement.

2.   De in lid 1 bedoelde verzuimgraden worden bekendgemaakt op een prominente plek op de website van de crowdfundingdienstverlener.

3.   De ESMA stelt in nauwe samenwerking met de EBA ontwerpen van technische reguleringsnormen op ter specificatie van de methode voor de berekening van de in lid 1 bedoelde verzuimgraad van de op een crowdfundingplatform aangeboden projecten.

De ESMA dient die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 10 november 2021 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 21

Toelatingskennistest en simulatie van de capaciteit om verlies te dragen

1.   Alvorens niet-ervaren aspirant-beleggers volledig toe te laten op hun crowdfundingplatform om in crowdfundingprojecten te beleggen, beoordelen crowdfundingdienstverleners of, en, zo ja, en welke crowdfundingdiensten geschikt zijn voor niet-ervaren aspirant-beleggers.

2.   Ten behoeve van de in lid 1 bedoelde beoordeling verzoeken crowdfundingdienstverleners om informatie over de ervaring, beleggingsdoelstellingen en financiële situatie van de niet-ervaren aspirant-belegger en zijn basisinzicht in de risico's verbonden aan beleggen in het algemeen alsmede aan beleggen in de soorten beleggingen die op het crowdfundingplatform worden aangeboden, met inbegrip van informatie over:

a)

de eerdere beleggingen van de niet-ervaren aspirant-belegger in effecten, of eerdere verwervingen van voor crowdfunding toegelaten instrumenten of leningen, waaronder in ondernemingen in de begin- of expansiefase;

b)

het inzicht van de niet-ervaren aspirant-belegger in de risico's verbonden aan het verstrekken van leningen, het beleggen in effecten, of het verwerven van voor crowdfunding toegelaten instrumenten via een crowdfundingplatform, en beroepservaring in verband met crowdfundingbeleggingen.

3.   Crowdfundingdienstverleners maken de in lid 1 bedoelde beoordeling voor elke niet-ervaren belegger om de twee jaar na de initiële overeenkomstig dat lid gemaakte beoordeling opnieuw.

4.   Indien niet-ervaren aspirant-beleggers de op grond van lid 2 vereiste informatie niet verstrekken of indien crowdfundingdienstverleners op basis van de uit hoofde van dat lid ontvangen informatie van mening zijn dat de niet-ervaren aspirant-beleggers onvoldoende kennis, vaardigheden of ervaring hebben, stellen zij die niet-ervaren aspirant-beleggers ervan in kennis dat de op hun crowdfundingplatforms aangeboden diensten voor hen ongeschikt kunnen zijn en geven zij hun een risicowaarschuwing. In die risicowaarschuwing wordt het risico van volledig verlies van het belegde geld duidelijk vermeld. Niet-ervaren aspirant-beleggers erkennen uitdrukkelijk dat zij de waarschuwing van de crowdfundingdienstverleners hebben ontvangen en begrepen.

5.   Ten behoeve van de in lid 1 bedoelde beoordeling verlangen crowdfundingdienstverleners van niet-ervaren aspirant-beleggers tevens dat zij hun capaciteit tot het dragen van verlies, berekend als 10 % van hun netto vermogen, simuleren op basis van de volgende informatie:

a)

het vaste inkomen en het totale inkomen, en of het inkomen permanent of tijdelijk is;

b)

de activa, inclusief financiële beleggingen en deposito's in contanten, maar met uitsluiting van persoonlijk eigendom en beleggingseigendom en pensioenfondsen;

c)

de financiële verbintenissen, waaronder regelmatige, bestaande of toekomstige verbintenissen.

6.   Crowdfundingdienstverleners beoordelen de in lid 5 bedoelde simulatie voor elke niet-ervaren belegger elk jaar na de initiële overeenkomstig dat lid uitgevoerde simulatie opnieuw.

Niet-ervaren aspirant-beleggers en niet-ervaren beleggers wordt niet verhinderd te beleggen in crowdfundingprojecten. Niet-ervaren beleggers erkennen de resultaten van de in lid 5 bedoelde simulatie te hebben ontvangen.

7.   Elke keer voordat een niet-ervaren aspirant-belegger of een niet-ervaren belegger een individueel crowdfundingaanbod aanvaardt en daarmee een bedrag belegt van meer dan 1 000 EUR of 5 % van zijn nettovermogen als berekend overeenkomstig lid 5, naargelang hetgeen het hoogst is, zorgt de crowdfundingdienstverlener ervoor dat een dergelijke aspirantbelegger of belegger:

a)

een risicowaarschuwing ontvangt;

b)

zijn uitdrukkelijke toestemming geeft aan de crowdfundingdienstverlener, en

c)

ten overstaan van de crowdfundingdienstverlener bewijst dat hij de belegging en de eraan verbonden risico's begrijpt.

Voor de toepassing van de eerste alinea, onder c), van dit lid kan de in lid 1 bedoelde beoordeling worden gebruikt om te bewijzen dat de niet-ervaren aspirant-belegger of de niet-ervaren belegger de belegging en de eraan verbonden risico's begrijpt.

8.   De ESMA stelt in nauwe samenwerking met de EBA ontwerpen van technische reguleringsnormen op ter specificatie van de regelingen die nodig zijn voor:

a)

de uitvoering van de in lid 1 bedoelde beoordeling;

b)

de uitvoering van de in lid 5 bedoelde simulatie;

c)

de verstrekking van de in de leden 2 en 4 bedoelde informatie.

Bij het opstellen van die ontwerpen van technische reguleringsnormen houdt de ESMA rekening met de aard, omvang en complexiteit van de door de crowdfundingdienstverlener verleende crowdfundingdiensten.

De ESMA dient die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 10 november 2021 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 22

Precontractuele bedenktijd

1.   De voorwaarden van het crowdfundingaanbod blijven voor de projecteigenaar bindend vanaf het ogenblik waarop het crowdfundingaanbod op het crowdfundingplatform wordt vermeld tot en met de vroegste van de volgende data:

a)

de vervaldatum van het crowdfundingaanbod die de crowdfundingdienstverlener op het ogenblik van de vermelding van het crowdfundingaanbod op zijn crowdfundingplatform heeft meegedeeld, of

b)

de datum waarop het beoogde financieringsdoel is bereikt of, in het geval van een financieringsmarge, de datum waarop het maximaal beoogde financieringsdoel is bereikt.

2.   De crowdfundingdienstverlener voorziet in een precontractuele bedenktijd, gedurende welke de niet-ervaren aspirant-belegger zijn beleggingsaanbod of zijn blijk van belangstelling voor het crowdfundingaanbod te allen tijde kan intrekken zonder opgave van redenen en zonder daarvan enig nadeel te ondervinden.

3.   De in lid 2 bedoelde bedenktijd begint op het ogenblik waarop de niet-ervaren aspirant-belegger een beleggingsaanbod doet of blijk geeft van belangstelling, en verstrijkt na vier kalenderdagen.

4.   De crowdfundingdienstverlener houdt bij welke beleggingsaanbiedingen en blijken van belangstelling hij ontvangt alsook het tijdstip waarop hij die heeft ontvangen.

5.   Tot de wijzen van herroeping van een beleggingsaanbod of een blijk van belangstelling behoren op zijn minst dezelfde wijzen als die volgens welke de niet-ervaren aspirant-belegger een beleggingsaanbod kan doen of een blijk van belangstelling voor een crowdfundingaanbod kan geven.

6.   De crowdfundingdienstverlener verstrekt de niet-ervaren aspirant-belegger tijdig juiste en duidelijke informatie over de bedenktijd en de wijzen van herroeping van een beleggingsaanbod of blijk van belangstelling, waaronder ten minste op de volgende momenten:

a)

onmiddellijk voordat de niet-ervaren aspirant-belegger zijn beleggingsaanbod of blijk van belangstelling kan meedelen, stelt de crowdfundingdienstverlener hem in kennis van:

i)

het feit dat er voor het beleggingsaanbod of de blijk van belangstelling een bedenktijd geldt,

ii)

de duur van de bedenktijd,

iii)

de wijzen van herroeping van het beleggingsaanbod of de blijk van belangstelling;

b)

onmiddellijk na ontvangst van het beleggingsaanbod of de blijk van belangstelling deelt de crowdfundingdienstverlener de niet-ervaren aspirant-belegger via zijn crowdfundingplatform mee dat de bedenktijd is ingegaan.

7.   In het geval van individueel portefeuillebeheer van leningen geldt dit artikel alleen voor het initiële beleggingsmandaat dat de niet-ervaren belegger geeft en niet voor de beleggingen in specifieke leningen die uit hoofde van dat mandaat zijn gedaan.

Artikel 23

Blad met essentiële beleggingsinformatie

1.   Crowdfundingdienstverleners verstrekken aspirant-beleggers alle in dit artikel bedoelde informatie.

2.   Crowdfundingdienstverleners verstrekken aspirant-beleggers een door de projecteigenaar voor elk crowdfundingaanbod opgesteld blad met essentiële beleggingsinformatie. Het blad met essentiële beleggingsinformatie wordt opgesteld in ten minste één van de officiële talen van de lidstaat waarvan de bevoegde autoriteiten de vergunning overeenkomstig artikel 12 hebben verleend of in een andere taal die door die autoriteiten wordt aanvaard.

3.   Indien een crowdfundingdienstverlener door middel van publicitaire mededelingen een crowdfundingaanbod promoot in een andere lidstaat, wordt het blad met essentiële beleggingsinformatie beschikbaar gesteld in ten minste één van de officiële talen van die lidstaat of in een taal die door de bevoegde autoriteiten van die lidstaat wordt aanvaard.

4.   Crowdfundingdienstverleners worden niet verhinderd het blad met essentiële beleggingsinformatie te laten vertalen in een andere dan de in lid 2 of 3 bedoelde taal of talen. Die vertalingen geven de inhoud van het oorspronkelijke blad met essentiële beleggingsinformatie nauwkeurig weer.

5.   De bevoegde autoriteiten stellen de ESMA in kennis van de taal of talen die zij voor de toepassing van deze verordening aanvaarden, als bedoeld in de leden 2 en 3. De ESMA stelt die informatie ter beschikking op haar website.

6.   Het in lid 2 bedoelde blad met essentiële beleggingsinformatie bevat alle volgende informatie:

a)

de in bijlage I bedoelde informatie;

b)

de volgende disclaimer, die direct onder de titel van het blad met essentiële beleggingsinformatie staat:

“Dit crowdfundingaanbod is niet geverifieerd noch goedgekeurd door de bevoegde autoriteiten of de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA).

De geschiktheid van uw ervaring en kennis is niet noodzakelijk beoordeeld voordat u toegang hebt gekregen tot deze belegging. Door deze belegging te doen, neemt u het volledige risico op u van deze belegging, waaronder het risico van gedeeltelijk of volledig verlies van het belegde geld.”;

c)

de volgende risicowaarschuwing:

“Beleggen in dit crowdfundingproject brengt risico's met zich mee, waaronder het risico van geheel of gedeeltelijk verlies van het belegde geld. Uw belegging valt niet onder de depositogarantieregelingen die zijn ingesteld overeenkomstig Richtlijn 2014/49/EU van het Europees Parlement en de Raad (*1). Evenmin valt uw belegging onder de beleggerscompensatiestelsels die zijn ingesteld overeenkomstig Richtlijn 97/9/EG van het Europees Parlement en de Raad (*2).

U ontvangt mogelijk geen rendement op uw belegging.

Dit is geen spaarproduct en wij raden u aan niet meer dan 10 % van uw nettovermogen in crowdfundingprojecten te beleggen.

U kunt de beleggingsinstrumenten mogelijk niet verkopen wanneer u dat wenst. Zelfs als u ze wel kunt verkopen, zult u mogelijk verlies lijden.

(*1)  Richtlijn 2014/49/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 inzake de depositogarantiestelsels (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 149)."

(*2)  Richtlijn 97/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 maart 1997 inzake de beleggerscompensatiestelsels (PB L 84 van 26.3.1997, blz. 22).”."

7.   Het blad met essentiële beleggingsinformatie is correct, duidelijk en niet-misleidend en bevat geen andere voetnoten dan voetnoten met verwijzingen naar, en waar geschikt citaten van, het toepasselijk recht. Het wordt gepresenteerd op een op zichzelf staande, duurzame drager die duidelijk van publicitaire mededelingen te onderscheiden is en bestaat uit maximaal zes bladzijden papier van A4-formaat als het wordt afgedrukt. Indien de op grond van bijlage I, deel F, vereiste informatie betreffende voor crowdfunding toegelaten instrumenten meer dan één afgedrukte bladzijde papier van A4-formaat beslaat, wordt de rest opgenomen in een bijlage bij het blad met essentiële informatie.

8.   De crowdfundingdienstverlener verlangt van de projecteigenaar dat deze hem elke wijziging in de informatie meedeelt, teneinde het blad met essentiële beleggingsinformatie te allen tijde actueel te houden zolang het crowdfundingaanbod loopt. De crowdfundingdienstverlener stelt beleggers die een beleggingsaanbod hebben gedaan of blijk van belangstelling voor het crowdfundingaanbod hebben gegeven onmiddellijk in kennis van elke hem meegedeelde materiële wijziging in de informatie in het blad met essentiële beleggingsinformatie.

9.   De lidstaten zorgen ervoor dat op zijn minst de projecteigenaar of diens leidinggevende, bestuurlijke of toezichthoudende organen verantwoordelijk zijn voor de informatie die in een blad met essentiële beleggingsinformatie wordt verstrekt. De voor het blad met essentiële beleggingsinformatie verantwoordelijke personen worden duidelijk in het blad met essentiële beleggingsinformatie geïdentificeerd met, in het geval van natuurlijke personen, vermelding van hun naam en functie of, in het geval van rechtspersonen, de naam en de statutaire zetel, waarbij tevens een door deze personen afgelegde verklaring is opgenomen dat, voor zover hun bekend, de gegevens in het blad met essentiële beleggingsinformatie in overeenstemming zijn met de werkelijkheid en dat uit het blad met essentiële beleggingsinformatie geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van het blad met essentiële beleggingsinformatie zou kunnen wijzigen.

10.   De lidstaten zien erop toe dat hun wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende wettelijke aansprakelijkheid van toepassing zijn op natuurlijke of rechtspersonen die verantwoordelijk zijn voor de informatie die wordt verstrekt in een blad met essentiële beleggingsinformatie, met inbegrip van de vertalingen daarvan, in ten minste de volgende situaties:

a)

de informatie is misleidend of onnauwkeurig, of

b)

in het blad met essentiële beleggingsinformatie is essentiële informatie achterwege gelaten die nodig is om beleggers te helpen wanneer zij overwegen in het crowdfundingproject te beleggen.

11.   Crowdfundingdienstverleners stellen toereikende procedures vast om de volledigheid, juistheid en duidelijkheid van de informatie in het blad met essentiële beleggingsinformatie te controleren en passen deze toe.

12.   Wanneer een crowdfundingdienstverlener een omissie, fout of onjuistheid in het blad met essentiële beleggingsinformatie vaststelt die concrete gevolgen kan hebben voor het verwachte rendement van de belegging, signaleert hij een dergelijke omissie, fout of onjuistheid onmiddellijk aan de projecteigenaar, die de betrokken informatie terstond aanvult of corrigeert.

Indien die aanvulling of correctie niet terstond wordt aangebracht, schorst de crowdfundingdienstverlener het crowdfundingaanbod totdat het blad met essentiële beleggingsinformatie is aangevuld of gecorrigeerd, gedurende een termijn van ten hoogste 30 kalenderdagen.

De crowdfundingdienstverlener stelt beleggers die een beleggingsaanbod hebben gedaan of een blijk van belangstelling hebben gegeven voor het crowdfundingaanbod onmiddellijk in kennis van de vastgestelde onregelmatigheden, de door de crowdfundingdienstverlener ondernomen en verder te ondernemen stappen en de mogelijkheid om hun beleggingsaanbod of blijk van belangstelling voor het crowdfundingaanbod te herroepen.

Indien het blad met essentiële beleggingsinformatie na 30 kalenderdagen niet is aangevuld of gecorrigeerd om alle vastgestelde onregelmatigheden recht te zetten, wordt het crowdfundingaanbod geannuleerd.

13.   Een aspirant-belegger kan een crowdfundingdienstverlener verzoeken het blad met essentiële beleggingsinformatie te laten vertalen in een taal naar keuze van de belegger. De vertaling vormt een getrouwe en nauwkeurige weergave van de inhoud van het oorspronkelijke blad met essentiële beleggingsinformatie.

Indien de crowdfundingdienstverlener de gevraagde vertaling van het blad met essentiële beleggingsinformatie niet verstrekt, adviseert de crowdfundingdienstverlener de aspirant-belegger duidelijk om van de belegging af te zien.

14.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin aan de crowdfundingdienstverlener een vergunning werd verleend, kunnen verlangen dat het blad met essentiële beleggingsinformatie ten minste zeven werkdagen voordat het aan aspirant-beleggers ter beschikking wordt gesteld, aan hen ter kennis wordt gebracht. Een blad met essentiële beleggingsinformatie wordt niet onderworpen aan voorafgaande goedkeuring door de bevoegde autoriteiten.

15.   Indien aan aspirant-beleggers een overeenkomstig dit artikel opgesteld blad met essentiële beleggingsinformatie wordt verstrekt, worden de crowdfundingdienstverleners en de projecteigenaren geacht te hebben voldaan aan de verplichting om een essentiële-informatiedocument overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad (22) op te stellen.

De eerste alinea is van overeenkomstige toepassing op natuurlijke personen of rechtspersonen die advies verstrekken over, of zich bezighouden met de verkoop van, een crowdfundingaanbod.

16.   De ESMA stelt ontwerpen van technische reguleringsnormen op ter specificatie van:

a)

de vereisten voor en de inhoud van het model voor de presentatie van de in lid 6 en in bijlage I bedoelde informatie;

b)

de soorten hoofdrisico's die verbonden zijn aan het crowdfundingaanbod en derhalve openbaar moeten worden gemaakt overeenkomstig bijlage I, deel C;

c)

het gebruik van bepaalde financiële ratio's om de essentiële financiële informatie duidelijker te maken, mede met het oog op de presentatie van de in bijlage I, deel A, onder e), bedoelde informatie;

d)

de provisies en vergoedingen en transactiekosten die vallen onder bijlage I, deel H, onder a), met inbegrip van een gedetailleerde uitsplitsing van de door de belegger te dragen directe en indirecte kosten.

Bij het opstellen van die ontwerpen van technische reguleringsnormen houdt de ESMA rekening met de aard, omvang en complexiteit van de door de crowdfundingdienstverlener verleende crowdfundingdiensten.

De ESMA dient die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 10 mei 2022 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 24

Blad met essentiële beleggingsinformatie op platformniveau

1.   In afwijking van artikel 23, lid 2, eerste zin, en artikel 23, lid 6, onder a), stellen crowdfundingdienstverleners die individueel portefeuillebeheer van leningen verlenen overeenkomstig dit artikel een blad met essentiële beleggingsinformatie op platformniveau op, dat zij aan aspirant-beleggers ter beschikking stellen en dat alle volgende informatie bevat:

a)

de in bijlage I, delen H en I, verstrekte informatie;

b)

informatie over de natuurlijke of rechtspersonen die verantwoordelijk zijn voor de in het blad met essentiële beleggingsinformatie verstrekte informatie; in het geval van natuurlijke personen, met inbegrip van leden van het bestuurlijk, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de crowdfundingdienstverlener, worden de naam en functie van de natuurlijke personen vermeld; in het geval van rechtspersonen, worden de naam en de statutaire zetel vermeld;

c)

de volgende verantwoordelijkheidsverklaring:

“De crowdfundingdienstverlener verklaart dat er, voor zover hem bekend, geen informatie is weggelaten en geen wezenlijk misleidende of onnauwkeurige informatie wordt verstrekt. De crowdfundingdienstverlener is verantwoordelijk voor de opstelling van dit blad met essentiële beleggingsinformatie.”.

2.   De crowdfundingdienstverlener houdt het blad met essentiële beleggingsinformatie op platformniveau te allen tijde actueel zolang het crowdfundingaanbod loopt. De crowdfundingdienstverlener stelt beleggers die een beleggingsaanbod hebben gedaan of een blijk van belangstelling hebben gegeven voor het crowdfundingaanbod onmiddellijk in kennis van elke materiële wijziging in de informatie in het blad met essentiële beleggingsinformatie.

3.   Het blad met essentiële beleggingsinformatie op platformniveau is correct, duidelijk en niet-misleidend en bevat geen andere voetnoten dan die met verwijzingen naar, en waar geschikt citaten van, het toepasselijk recht. Het wordt gepresenteerd op een op zichzelf staande, duurzame drager die duidelijk van publicitaire mededelingen te onderscheiden is en bestaat uit maximaal zes bladzijden papier van A4-formaat als het wordt afgedrukt.

4.   De lidstaten zorgen ervoor dat op zijn minst de crowdfundingdienstverlener verantwoordelijk is voor de informatie die in een blad met essentiële beleggingsinformatie op platformniveau wordt verstrekt. De voor het blad met essentiële beleggingsinformatie verantwoordelijke personen worden duidelijk in het blad met essentiële beleggingsinformatie op platformniveau vermeld met, in het geval van natuurlijke personen, vermelding van hun naam en functie of, in het geval van rechtspersonen, de naam en de statutaire zetel, waarbij tevens een door deze personen afgelegde verklaring is opgenomen dat, voor zover hun bekend, de gegevens in het blad met essentiële beleggingsinformatie in overeenstemming zijn met de werkelijkheid en dat uit het blad met essentiële beleggingsinformatie geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van het blad met essentiële beleggingsinformatie zou kunnen wijzigen.

5.   De lidstaten zien erop toe dat hun wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende wettelijke aansprakelijkheid van toepassing zijn op natuurlijke en rechtspersonen die verantwoordelijk zijn voor de informatie die wordt verstrekt in een blad met essentiële beleggingsinformatie op platformniveau, waaronder vertalingen daarvan, in ten minste de volgende situaties:

a)

de informatie is misleidend of onnauwkeurig, of

b)

in het blad met essentiële beleggingsinformatie op platformniveau is essentiële informatie achterwege gelaten die nodig is om beleggers te helpen wanneer zij overwegen door middel van individueel portefeuillebeheer van leningen te beleggen.

6.   Crowdfundingdienstverleners stellen toereikende procedures in om de volledigheid, juistheid en duidelijkheid van de informatie in het blad met essentiële beleggingsinformatie op platformniveau te controleren en passen deze toe.

7.   Wanneer een crowdfundingdienstverlener een omissie, fout of onjuistheid in het blad met essentiële beleggingsinformatie op platformniveau vaststelt die concrete gevolgen zou kunnen hebben voor het verwachte rendement van het individueel portefeuillebeheer van leningen, corrigeert die crowdfundingdienstverlener zelf de omissie, fout of onjuistheid in het blad met essentiële beleggingsinformatie.

8.   Indien aan aspirant-beleggers een overeenkomstig dit artikel opgesteld blad met essentiële beleggingsinformatie op platformniveau wordt verstrekt, wordt de crowdfundingdienstverlener geacht te hebben voldaan aan de verplichting om een essentiële-informatiedocument overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1286/2014 op te stellen.

De eerste alinea is van overeenkomstige toepassing op natuurlijke en rechtspersonen die advies verstrekken over, of zich bezighouden met de verkoop van, een crowdfundingaanbod.

Artikel 25

Prikbord

1.   Crowdfundingdienstverleners kunnen een prikbord beheren waarop hun cliënten koop- en verkoopintenties kunnen adverteren voor leningen, effecten of voor crowdfunding toegelaten instrumenten die oorspronkelijk op hun crowdfundingplatforms werden aangeboden.

2.   Het in lid 1 bedoelde prikbord wordt niet gebruikt om koop- en verkoopintenties door middel van de protocollen of interne werkprocedures van de crowdfundingdienstverlener op zodanige wijze bijeen te brengen dat er een overeenkomst uit voortvloeit. Het prikbord bestaat dan ook niet uit een intern matchingsysteem dat cliëntenorders op multilaterale basis uitvoert.

3.   Crowdfundingdienstverleners die het in lid 1 van dit artikel bedoelde adverteren van intenties toelaten, voldoen aan de volgende vereisten:

a)

zij informeren hun cliënten over de aard van het prikbord overeenkomstig de leden 1 en 2;

b)

zij verlangen van hun cliënten die de verkoop van een lening, effect of instrument adverteren als bedoeld in lid 1 dat zij het blad met essentiële beleggingsinformatie beschikbaar stellen;

c)

zij verstrekken aan cliënten die voornemens zijn leningen te kopen waarvoor op het prikbord wordt geadverteerd, informatie over de prestaties van de door de crowdfundingdienstverlener gefaciliteerde leningen;

d)

zij zorgen ervoor dat hun cliënten die koopintenties voor een lening, effect of instrument adverteren als bedoeld in lid 1 van dit artikel en die als niet-ervaren beleggers worden aangemerkt, de in artikel 19, lid 2, bedoelde informatie en de in artikel 21, lid 4, bedoelde risicowaarschuwing krijgen.

4.   Crowdfundingdienstverleners die het adverteren van belangstelling als bedoeld in lid 1 van dit artikel toelaten en activabewaringsdiensten verlenen overeenkomstig artikel 10, lid 1, verlangen van hun beleggers die deze belangstelling adverteren, dat zij hen in kennis stellen van alle eigendomswijzigingen, zodat zij kunnen overgaan tot eigendomsverificatie en -registratie.

5.   Crowdfundingdienstverleners die een referentieprijs voor de in lid 1 van dit artikel bedoelde aan- en verkopen voorstellen, delen hun cliënten mee dat de voorgestelde referentieprijs niet-bindend is en onderbouwen de voorgestelde referentieprijs, en maken overeenkomstig artikel 19, lid 6, informatie openbaar over essentiële elementen van de methode.

Artikel 26

Toegang tot gegevens

Crowdfundingdienstverleners:

a)

bewaren alle gegevens met betrekking tot hun diensten en transacties gedurende ten minste vijf jaar op een duurzame drager;

b)

zorgen ervoor dat hun cliënten te allen tijde onmiddellijk toegang hebben tot de gegevens van de hun verleende diensten;

c)

bewaren gedurende ten minste vijf jaar alle overeenkomsten tussen de crowdfundingdienstverleners en hun cliënten.

HOOFDSTUK V

Publicitaire mededelingen

Artikel 27

Vereisten betreffende publicitaire mededelingen

1.   Crowdfundingdienstverleners zorgen ervoor dat alle publicitaire mededelingen over hun diensten — ook die welke aan derden zijn uitbesteed — als zodanig duidelijk herkenbaar zijn.

2.   Zolang de fondsenwerving voor een project nog niet is afgerond, mag geen enkele publicitaire mededeling in onevenredige mate gericht zijn op geplande, aanhangige of lopende individuele crowdfundingprojecten of -aanbiedingen.

De informatie in publicitaire mededelingen is correct, duidelijk en niet-misleidend en spoort met de informatie in het blad met essentiële beleggingsinformatie, indien het blad met essentiële beleggingsinformatie reeds beschikbaar is, of met de in het blad met essentiële beleggingsinformatie op te nemen informatie, indien het blad met essentiële beleggingsinformatie nog niet beschikbaar is.

3.   Voor hun publicitaire mededelingen gebruiken crowdfundingdienstverleners een of meer officiële talen van de lidstaat waar de publicitaire mededelingen worden verspreid of een taal die door de bevoegde autoriteiten van die lidstaat wordt aanvaard.

4.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de publicitaire mededelingen worden verspreid, zijn verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving, en de handhaving ten aanzien van crowdfundingdienstverleners, van hun nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die van toepassing zijn op publicitaire mededelingen.

5.   De bevoegde autoriteiten vereisen geen voorafgaande kennisgeving en goedkeuring van publicitaire mededelingen.

Artikel 28

Bekendmaking van nationale bepalingen inzake publiciteitsvereisten

1.   De bevoegde autoriteiten publiceren op hun website de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die van toepassing zijn op publicitaire mededelingen van crowdfundingdienstverleners en in het kader waarvan de bevoegde autoriteiten verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de naleving en de handhaving ten aanzien van crowdfundingdienstverleners, en houden die informatie actueel.

2.   De bevoegde autoriteiten stellen de ESMA in kennis van de in lid 1 bedoelde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en verstrekken de ESMA een samenvatting daarvan in een taal die in de internationale financiële wereld gebruikelijk is.

3.   De bevoegde autoriteiten stellen de ESMA in kennis van elke wijziging in de overeenkomstig lid 2 verstrekte informatie en verstrekken de ESMA onverwijld een geactualiseerde samenvatting van de relevante in lid 1 bedoelde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen.

4.   Indien de bevoegde autoriteiten niet verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de naleving en de handhaving van de in lid 1 bedoelde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, publiceren zij op hun website desalniettemin de contactgegevens voor het verkrijgen van informatie over de in lid 1 bedoelde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen.

5.   De ESMA stelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, modellen en procedures voor de kennisgevingen uit hoofde van dit artikel.

De ESMA dient die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 10 november 2021 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

6.   De ESMA maakt op haar website de in lid 2 bedoelde samenvatting en de hyperlinks naar de websites van de in lid 1 bedoelde bevoegde autoriteiten bekend en houdt die samenvatting en hyperlinks actueel. De ESMA is niet aansprakelijk voor de informatie die in de samenvatting wordt verstrekt.

7.   De bevoegde autoriteiten zijn het centrale aanspreekpunt voor het verstrekken van informatie over de publiciteitsregels in hun respectieve lidstaten.

8.   De bevoegde autoriteiten brengen regelmatig en ten minste jaarlijks aan de ESMA verslag uit over de handhavingsmaatregelen die zij in het voorgaande jaar hebben genomen op grond van hun nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die van toepassing zijn op publicitaire mededelingen van crowdfundingdienstverleners. Met name omvat het verslag:

a)

indien van toepassing, het totale aantal handhavingsmaatregelen dat is genomen per soort overtreding;

b)

indien beschikbaar, de resultaten van de handhavingsmaatregelen, met inbegrip van de soorten sancties die zijn opgelegd of herstelmaatregelen die door crowdfundingdienstverleners worden genomen, en

c)

indien beschikbaar, voorbeelden van de wijze waarop de bevoegde autoriteiten zijn omgegaan met situaties waarin crowdfundingdienstverleners de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen niet hebben nageleefd.

HOOFDSTUK VI

Bevoegde autoriteiten en de ESMA

Artikel 29

Bevoegde autoriteiten

1.   De lidstaten wijzen de bevoegde autoriteiten aan die verantwoordelijk zijn voor het vervullen van de in deze verordening vastgestelde functies en taken en stelt de ESMA daarvan in kennis.

2.   Indien lidstaten meer dan één bevoegde autoriteit aanwijzen overeenkomstig lid 1, bepalen zij de respectieve taken daarvan en wijzen zij één daarvan aan als centraal aanspreekpunt voor grensoverschrijdende administratieve samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten en met de ESMA.

3.   De ESMA maakt op haar website een lijst van de overeenkomstig lid 1 aangewezen bevoegde autoriteiten bekend.

Artikel 30

Bevoegdheden van de bevoegde autoriteiten

1.   Teneinde hun taken uit hoofde van deze verordening te vervullen, beschikken bevoegde autoriteiten, overeenkomstig nationaal recht, ten minste over de volgende onderzoeksbevoegdheden:

a)

zij kunnen informatie en documenten opvorderen van crowdfundingdienstverleners en derden die zijn aangewezen om functies te vervullen in verband met de verlening van crowdfundingdiensten, en de natuurlijke of rechtspersonen onder wier zeggenschap zij staan of over wie zij zeggenschap uitoefenen;

b)

zij kunnen informatie opvorderen van de accountants en de bestuurders van de crowdfundingdienstverleners en van derden die zijn aangewezen om functies te vervullen in verband met de verlening van crowdfundingdiensten;

c)

zij kunnen inspecties en onderzoeken ter plaatse verrichten, behalve in privéwoningen van natuurlijke personen, en daartoe plaatsen betreden om toegang te krijgen tot documenten en andere gegevens, ongeacht hun vorm, indien er een redelijk vermoeden bestaat dat documenten en andere gegevens die op het voorwerp van de inspectie of het onderzoek betrekking hebben, relevant kunnen zijn als bewijs van een inbreuk op deze verordening.

2.   Teneinde hun taken uit hoofde van deze verordening te vervullen, beschikken bevoegde autoriteiten, overeenkomstig nationaal recht, ten minste over de volgende toezichtbevoegdheden:

a)

zij kunnen een crowdfundingaanbod telkens voor maximaal tien opeenvolgende werkdagen schorsen indien er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat er inbreuk op deze verordening is gepleegd;

b)

zij kunnen publicitaire mededelingen verbieden of schorsen, dan wel een crowdfundingdienstverlener of derde die is aangewezen om functies te vervullen in verband met de verlening van crowdfundingdiensten, verplichten publicitaire mededelingen te staken of telkens voor maximaal tien opeenvolgende werkdagen te schorsen, indien er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat er inbreuk op deze verordening is gepleegd;

c)

zij kunnen een crowdfundingaanbod verbieden indien zij tot de bevinding zijn gekomen dat inbreuk op deze verordening is gepleegd of indien er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat er inbreuk daarop zou kunnen worden gepleegd;

d)

zij kunnen de verlening van crowdfundingdiensten telkens voor maximaal tien opeenvolgende werkdagen schorsen of crowdfundingdienstverleners ertoe verplichten dit te doen, indien er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat er inbreuk op deze verordening is gepleegd;

e)

zij kunnen de verlening van crowdfundingdiensten verbieden indien zij tot de bevinding zijn gekomen dat inbreuk op deze verordening is gepleegd;

f)

zij kunnen het feit openbaar maken dat een crowdfundingdienstverlener of een derde die is aangewezen om functies te vervullen in verband met de verlening van crowdfundingdiensten, zijn verplichtingen niet nakomt;

g)

zij kunnen overgaan tot de openbaarmaking van alle essentiële informatie die van invloed kan zijn op de verlening van crowdfundingdiensten, dan wel de crowdfundingdienstverlener of een derde die is aangewezen om functies te vervullen in verband met de verlening van crowdfundingdiensten ertoe verplichten hiertoe over te gaan, teneinde de beleggersbescherming of de goede marktwerking te garanderen;

h)

zij kunnen de verlening van crowdfundingdiensten schorsen dan wel de crowdfundingdienstverlener of een derde die is aangewezen om functies te vervullen in verband met de verlening van crowdfundingdiensten ertoe verplichten dit te doen, indien zij van oordeel zijn dat de crowdfundingdienstverlener in een zodanige situatie verkeert dat de crowdfundingdienstverlener de belangen van de beleggers zou schaden;

i)

zij kunnen bestaande overeenkomsten aan een andere crowdfundingdienstverlener overdragen ingeval de vergunning van een crowdfundingdienstverlener overeenkomstig artikel 17, lid 1, eerste alinea, onder c), wordt ingetrokken en indien de cliënten en de ontvangende crowdfundingdienstverlener daarmee instemmen.

Alle maatregelen die in het kader van de uitoefening van de in dit lid genoemde bevoegdheden worden genomen, zijn evenredig, naar behoren gemotiveerd en overeenkomstig artikel 40.

3.   Indien vereist uit hoofde van nationaal recht, kan de bevoegde autoriteit de bevoegde rechterlijke instantie verzoeken zich uit te spreken over het gebruik van de in de leden 1 en 2 genoemde bevoegdheden.

4.   Aan de crowdfundingdienstverlener waaraan de bestaande overeenkomsten zijn overgedragen als bedoeld in lid 2, eerste alinea, onder i), wordt een vergunning verleend om crowdfundingdiensten in dezelfde lidstaat te verlenen waarin aan de oorspronkelijke crowdfundingdienstverlener een vergunning was verleend.

5.   De bevoegde autoriteiten oefenen hun in de leden 1 en 2 genoemde taken en bevoegdheden op een of meer van de volgende wijzen uit:

a)

rechtstreeks;

b)

in samenwerking met andere autoriteiten;

c)

onder hun verantwoordelijkheid door middel van delegatie aan dergelijke autoriteiten;

d)

door een verzoek aan de bevoegde rechterlijke instanties.

6.   De lidstaten dragen er zorg voor dat er passende maatregelen zijn getroffen zodat de bevoegde autoriteiten over alle toezichts- en onderzoeksbevoegdheden beschikken die nodig zijn om hun taken te vervullen.

7.   Een natuurlijke of rechtspersoon die overeenkomstig deze verordening informatie aan de bevoegde autoriteit verstrekt, wordt niet geacht inbreuk te plegen op enige beperking op de openbaarmaking van informatie zoals vastgesteld in een overeenkomst, of zoals neergelegd in wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, en deze kennisgeving brengt voor die persoon generlei aansprakelijkheid met zich mee.

Artikel 31

Samenwerking tussen de bevoegde instanties

1.   De bevoegde autoriteiten werken met elkaar samen voor de toepassing van deze verordening. Zij wisselen zonder onnodige vertraging informatie uit en werken samen bij onderzoeks-, toezichts- en handhavingsactiviteiten.

Indien lidstaten overeenkomstig artikel 39, lid 1, hebben besloten om voor een inbreuk op deze verordening strafrechtelijke sancties vast te stellen, zorgen zij ervoor dat er passende maatregelen zijn getroffen opdat de bevoegde autoriteiten beschikken over alle noodzakelijke bevoegdheden om met de gerechtelijke, de met vervolging belaste of de strafrechtelijke autoriteiten in hun jurisdictie te communiceren teneinde specifieke informatie te ontvangen over lopende strafrechtelijke onderzoeken en procedures in verband met inbreuken op deze verordening, en dezelfde informatie aan andere bevoegde autoriteiten alsmede aan de ESMA te verstrekken teneinde te voldoen aan hun verplichting tot samenwerking voor de toepassing van deze verordening.

2.   Een bevoegde autoriteit mag enkel in de volgende buitengewone omstandigheden weigeren in te gaan op een verzoek om informatie of een verzoek om met een onderzoek mee te werken:

a)

indien ingaan op het verzoek haar eigen onderzoek, handhavingsactiviteiten of een strafrechtelijk onderzoek negatief zou kunnen beïnvloeden;

b)

indien voor dezelfde feiten en tegen dezelfde natuurlijke of rechtspersonen reeds een gerechtelijke procedure bij de autoriteiten van de aangezochte lidstaat is ingeleid;

c)

indien in de aangezochte lidstaat tegen dergelijke natuurlijke of rechtspersonen voor dezelfde feiten reeds een definitieve uitspraak is geveld.

3.   De bevoegde autoriteiten verstrekken op verzoek onverwijld alle inlichtingen die voor de toepassing van deze verordening noodzakelijk zijn.

4.   Een bevoegde autoriteit kan om de bijstand van de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat verzoeken bij inspecties of onderzoeken ter plaatse.

Een verzoekende bevoegde autoriteit stelt de ESMA in kennis van elk verzoek als bedoeld in de eerste alinea. Een bevoegde autoriteit die van een bevoegde autoriteit van een andere lidstaat een verzoek ontvangt om een inspectie of een onderzoek ter plaatse te verrichten, kan elk van de volgende maatregelen nemen:

a)

de inspectie of het onderzoek ter plaatse zelf uitvoeren;

b)

de bevoegde autoriteit die het verzoek heeft ingediend, toestaan om aan een inspectie of onderzoek ter plaatse deel te nemen;

c)

de bevoegde autoriteit die het verzoek heeft ingediend, toestaan om de inspectie of het onderzoek ter plaatse zelf uit te voeren;

d)

auditors of deskundigen aanwijzen om de inspectie of het onderzoek ter plaatse uit te voeren;

e)

specifieke taken in verband met de toezichtactiviteiten gezamenlijk met de andere bevoegde autoriteiten vervullen.

5.   De bevoegde autoriteiten kunnen in situaties waarin een verzoek om samenwerking, met name een verzoek om uitwisseling van informatie, is afgewezen of niet binnen een redelijke termijn is behandeld, verwijzen naar de ESMA. Onverminderd artikel 258 VWEU kan de ESMA in dergelijke gevallen handelen overeenkomstig de haar bij artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 toegekende bevoegdheden.

6.   De bevoegde autoriteiten coördineren hun toezicht nauw teneinde inbreuken op deze verordening vast te stellen en te herstellen, goede praktijken te ontwikkelen en te bevorderen, samenwerking te faciliteren, bij te dragen tot een consistente interpretatie, en rechtsgebiedoverschrijdende beoordelingen in geval van meningsverschillen te verstrekken.

7.   Indien een bevoegde autoriteit vaststelt dat niet is voldaan aan een van de vereisten van deze verordening, of redenen heeft om dat aan te nemen, brengt zij de bevoegde autoriteit van de entiteit of entiteiten die van die inbreuk wordt of worden verdacht op voldoende gedetailleerde wijze van haar vaststellingen op de hoogte.

8.   De ESMA ontwikkelt ontwerpen van technische reguleringsnormen ter specificatie van de overeenkomstig lid 1 tussen de bevoegde autoriteiten uit te wisselen informatie.

De ESMA dient die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk 10 mei 2022 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

9.   De ESMA ontwikkelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, modellen en procedures voor de samenwerking en informatie-uitwisseling tussen bevoegde autoriteiten.

De ESMA dient die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 10 mei 2022 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 32

Samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten en de ESMA

1.   Met het oog op de toepassing van deze verordening werken de bevoegde autoriteiten en de ESMA overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1095/2010 nauw met elkaar samen. Zij wisselen informatie uit om hun taken uit hoofde van dit hoofdstuk uit te voeren.

2.   Bij een inspectie of onderzoek ter plaatse met grensoverschrijdende gevolgen coördineert de ESMA de inspectie of het onderzoek indien een van de bevoegde autoriteiten daarom vraagt.

3.   Overeenkomstig artikel 35 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 verstrekken de bevoegde autoriteiten de ESMA onverwijld alle informatie die voor de uitoefening van haar taken is vereist.

4.   Teneinde uniforme voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te waarborgen, ontwikkelt de ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, modellen en procedures voor de samenwerking en de uitwisseling van informatie tussen de bevoegde autoriteiten en de ESMA.

De ESMA dient die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 10 mei 2022 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 33

Samenwerking met andere autoriteiten

Indien een crowdfundingdienstverlener zich bezighoudt met andere activiteiten dan die welke onder de in artikel 12 bedoelde vergunning vallen, werken de bevoegde autoriteiten samen met de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op die andere activiteiten als bepaald in het toepasselijk Unierecht of nationaal recht.

Artikel 34

Kennisgevingsverplichting

De lidstaten doen uiterlijk op 10 november 2021 aan de Commissie en de ESMA kennisgeving van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen ter uitvoering van dit hoofdstuk, met inbegrip van de toepasselijke strafrechtelijke bepalingen. Zij stellen de Commissie en de ESMA onverwijld in kennis van alle eventuele latere wijzigingen daarvan.

Artikel 35

Beroepsgeheim

1.   Alle informatie die uit hoofde van deze verordening tussen de bevoegde autoriteiten wordt uitgewisseld en betrekking heeft op commerciële of operationele voorwaarden en andere economische of persoonlijke zaken, wordt als vertrouwelijk beschouwd en valt onder de vereisten van het beroepsgeheim, behalve wanneer de bevoegde autoriteit op het tijdstip waarop de mededeling plaatsvindt, verklaart dat dergelijke informatie openbaar mag worden gemaakt, dan wel wanneer dergelijke openbaarmaking in het kader van gerechtelijke procedures noodzakelijk is.

2.   Het beroepsgeheim geldt voor alle natuurlijke of rechtspersonen die werkzaam zijn of zijn geweest bij de bevoegde autoriteiten of bij een derde aan wie de bevoegde autoriteit haar bevoegdheden heeft overgedragen. Informatie die onder het beroepsgeheim valt, mag aan geen enkele andere natuurlijke of rechtspersoon of autoriteit openbaar worden gemaakt, tenzij op grond van in het Unierecht of nationaal recht vastgelegde bepalingen.

Artikel 36

Gegevensbescherming

Met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens binnen het toepassingsgebied van deze verordening voeren de bevoegde autoriteiten hun taken als bedoeld in deze verordening uit overeenkomstig Verordening (EU) 2016/679.

Bij de verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze verordening leeft de ESMA Verordening (EU) 2018/1725 na.

Artikel 37

Voorzorgsmaatregelen

1.   Indien de bevoegde autoriteit van een lidstaat waarin crowdfundingdiensten worden verleend, duidelijke en aantoonbare redenen heeft om aan te nemen dat de crowdfundingdienstverleners of derden die zijn aangewezen om functies te vervullen in verband met de verlening van crowdfundingdiensten onregelmatigheden hebben begaan, dan wel dat de crowdfundingdienstverleners of derden hun verplichtingen uit hoofde van deze verordening niet zijn nagekomen, stelt zij de bevoegde autoriteit die de vergunning heeft verleend en de ESMA daarvan in kennis.

2.   Indien de crowdfundingdienstverlener of de derde die is aangewezen om functies te vervullen in verband met de verlening van crowdfundingdiensten, in weerwil van de door de maatregelen die zijn genomen door de bevoegde autoriteit die de vergunning heeft verleend, inbreuk blijft plegen op deze verordening, neemt de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar crowdfundingdiensten worden verleend, na de bevoegde autoriteit die de vergunning heeft verleend en de ESMA daarvan in kennis te hebben gesteld, alle passende maatregelen ter bescherming van de beleggers en stelt zij de Commissie en de ESMA daarvan onverwijld in kennis.

3.   Indien een bevoegde autoriteit het oneens is met een van de maatregelen die overeenkomstig lid 2 van dit artikel door een andere bevoegde autoriteit zijn genomen, kan zij de zaak onder de aandacht van de ESMA brengen. De ESMA kan optreden overeenkomstig de bevoegdheden die haar op grond van artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 zijn toegekend.

Artikel 38

Klachtenbehandeling door de bevoegde autoriteiten

1.   De bevoegde autoriteiten stellen procedures in volgens welke cliënten en andere belanghebbenden, waaronder consumentenverenigingen, bij de bevoegde autoriteiten klachten kunnen indienen met betrekking tot vermeende inbreuken op deze verordening door crowdfundingdienstverleners. In alle gevallen moeten klachten worden aanvaard in schriftelijke of elektronische vorm en in een officiële taal van de lidstaat waar de klacht is ingediend of in een taal die door de bevoegde autoriteiten van die lidstaat wordt aanvaard.

2.   Informatie over de in lid 1 bedoelde klachtenprocedures wordt beschikbaar gesteld op de website van elke bevoegde autoriteit en meegedeeld aan de ESMA. De ESMA maakt op haar website de verwijzingen bekend naar de onderdelen van de websites van de bevoegde autoriteiten die betrekking hebben op klachtenprocedures.

HOOFDSTUK VII

Administratieve sancties en andere administratieve maatregelen

Artikel 39

Administratieve sancties en andere administratieve maatregelen

1.   Onverminderd de toezichts- en onderzoeksbevoegdheden van de bevoegde autoriteiten op grond van artikel 30 en het recht van de lidstaten om in strafrechtelijke sancties te voorzien en die op te leggen, dragen de lidstaten er in overeenstemming met de nationale wetgeving zorg voor dat de bevoegde autoriteiten de bevoegdheid hebben om administratieve sancties op te leggen en andere passende administratieve maatregelen te treffen die doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. Die administratieve sancties en andere administratieve maatregelen zijn ten minste van toepassing op:

a)

inbreuken op de artikelen 3, 4 en 5, artikel 6, leden 1 tot en met 6, artikel 7, leden 1 tot en met 4, artikel 8, leden 1 tot en met 6, artikel 9, leden 1 en 2, artikel 10, artikel 11, artikel 12, lid 1, artikel 13, lid 2, artikel 15, leden 2 en 3, artikel 16, lid 1, artikel 18, leden 1 en 4, artikel 19, leden 1 tot en met 6, artikel 20, leden 1 en 2, artikel 21, leden 1 tot en met 7, artikel 22, artikel 23, leden 2 tot en met 13, de artikelen 24, 25 en 26 en artikel 27, leden 1 tot en met 3;

b)

het verzuim om mee te werken aan een onderzoek of een inspectie of het verzuim in te gaan op een verzoek als bedoeld in artikel 30, lid 1.

De lidstaten kunnen besluiten geen regels voor administratieve sancties of andere administratieve maatregelen vast te stellen met betrekking tot inbreuken waarvoor krachtens hun nationaal recht reeds strafrechtelijke sancties gelden.

Uiterlijk op 10 november 2021 stellen de lidstaten de Commissie en de ESMA gedetailleerd van de in de eerste en de tweede alinea bedoelde bepalingen in kennis. Zij stellen de Commissie en de ESMA onverwijld in kennis van alle verdere wijzigingen ervan.

2.   De lidstaten zorgen er overeenkomstig hun nationaal recht voor dat de bevoegde autoriteiten met betrekking tot de in lid 1, eerste alinea, onder a), bedoelde inbreuken beschikken over de bevoegdheid om ten minste de volgende administratieve sancties en andere administratieve maatregelen op te leggen:

a)

een publieke verklaring waarin de voor de inbreuk verantwoordelijke natuurlijke persoon of rechtspersoon, alsmede de aard van de inbreuk worden vermeld;

b)

een bevel waarin wordt gelast dat de voor de inbreuk verantwoordelijke natuurlijke persoon of rechtspersoon het inbreukmakend gedrag staakt en niet meer herhaalt;

c)

een verbod voor een lid van het bestuursorgaan van de voor de inbreuk verantwoordelijke rechtspersoon of een andere natuurlijke persoon die voor de inbreuk verantwoordelijk wordt gehouden, om bestuursfuncties bij crowdfundingdienstverleners uit te oefenen;

d)

maximale administratieve geldboetes van ten minste tweemaal het bedrag van het aan de inbreuk ontleende voordeel indien dat kan worden bepaald, zelfs als dat hoger is dan de onder e) vastgestelde maximumbedragen;

e)

in geval van een rechtspersoon, maximale administratieve geldboetes van ten minste 500 000 EUR of, in de lidstaten die niet de euro als munt hebben, het overeenkomstige bedrag in de nationale valuta op 9 november 2020, dan wel tot 5 % van de totale jaaromzet van die rechtspersoon volgens de meest recente door het bestuursorgaan goedgekeurde jaarrekening. Indien de rechtspersoon een moederonderneming is of een dochteronderneming van een moederonderneming die overeenkomstig Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van de Raad (23) een geconsolideerd financieel overzicht moet opstellen, is de toepasselijke totale jaaromzet gelijk aan de totale jaaromzet of het overeenkomstig het toepasselijk Unierecht inzake jaarrekeningen daarmee corresponderende soort inkomsten volgens de meest recente door het bestuursorgaan van de uiteindelijke moederonderneming goedgekeurde geconsolideerde jaarrekening;

f)

in geval van een natuurlijke persoon, maximale administratieve geldboetes van ten minste 500 000 EUR of, in de lidstaten die niet de euro als munt hebben, het overeenkomstige bedrag in de nationale valuta op 9 november 2020.

3.   De lidstaten kunnen zowel voor natuurlijke personen als rechtspersonen die verantwoordelijk zijn voor de inbreuk, aanvullende sancties of maatregelen invoeren en hogere administratieve geldboetes vaststellen dan die waarin deze verordening voorziet.

Artikel 40

Uitoefening van toezichtsbevoegdheden en bevoegdheden tot het opleggen van sancties

1.   Bij het bepalen van de soort en de omvang van een overeenkomstig artikel 39 op te leggen administratieve sanctie of andere administratieve maatregel houden de bevoegde autoriteiten rekening met de vraag in hoeverre de inbreuk opzettelijk is dan wel het resultaat is van nalatigheid, en alle andere relevante omstandigheden, waaronder, in voorkomend geval:

a)

de ernst en de duur van de inbreuk;

b)

de mate van verantwoordelijkheid van de voor de inbreuk verantwoordelijke natuurlijke of rechtspersoon;

c)

de financiële draagkracht van de voor de inbreuk verantwoordelijke natuurlijke of rechtspersoon, zoals deze met name blijkt uit de totale omzet van de verantwoordelijke rechtspersoon of het jaarinkomen en het vermogen van de verantwoordelijke natuurlijke persoon;

d)

de omvang van de winsten die zijn behaald of de verliezen die zijn vermeden door de voor de inbreuk verantwoordelijke natuurlijke of rechtspersoon, voor zover die winsten of verliezen zijn vast te stellen;

e)

de verliezen voor derden ten gevolge van de inbreuk, voor zover die zijn vast te stellen;

f)

de mate waarin de voor de inbreuk verantwoordelijke natuurlijke of rechtspersoon aan de bevoegde autoriteit medewerking heeft verleend, onverminderd de noodzaak te zorgen voor terugbetaling van de door die persoon behaalde winsten of vermeden verliezen;

g)

eerdere inbreuken door de voor de inbreuk verantwoordelijke natuurlijke of rechtspersoon;

h)

de gevolgen van de inbreuk voor de belangen van de beleggers.

2.   De bevoegde autoriteiten oefenen hun in artikel 39 bedoelde taken en bevoegdheden uit overeenkomstig artikel 30, lid 2, tweede alinea.

3.   Bij de uitoefening van hun bevoegdheden om uit hoofde van artikel 39 administratieve sancties en andere administratieve maatregelen op te leggen, werken de bevoegde autoriteiten nauw samen om ervoor te zorgen dat de uitoefening van hun toezichts- en onderzoeksbevoegdheden, alsmede de administratieve sancties en andere administratieve maatregelen die zij uit hoofde van deze verordening opleggen doeltreffend en passend zijn. Zij coördineren hun optreden om met betrekking tot grensoverschrijdende gevallen dubbel werk en overlap bij de uitoefening van hun toezichts- en onderzoeksactiviteiten en bij het opleggen van administratieve sancties en andere administratieve maatregelen te voorkomen.

Artikel 41

Recht van beroep

De lidstaten zorgen ervoor dat elk besluit dat op grond van deze verordening wordt genomen, naar behoren gemotiveerd is en dat daartegen beroep bij een rechtbank mogelijk is. Een beroepsprocedure voor een rechtbank is ook mogelijk wanneer er binnen zes maanden na indiening van een vergunningsaanvraag die alle vereiste gegevens bevat geen beslissing dienaangaande is genomen.

Artikel 42

Bekendmaking van besluiten

1.   Een besluit op grond waarvan administratieve sancties of andere administratieve maatregelen voor inbreuk op deze verordening worden opgelegd, wordt door de bevoegde autoriteiten op hun officiële website bekendgemaakt onmiddellijk nadat de natuurlijke persoon of rechtspersoon op wie dat besluit van toepassing is over dat besluit is geïnformeerd. Daarbij wordt ten minste informatie over de soort en de aard van de inbreuk bekendgemaakt, alsmede de identiteit van de verantwoordelijke natuurlijke of rechtspersonen. Die verplichting geldt niet voor besluiten waarbij onderzoeksmaatregelen worden vastgesteld.

2.   Indien de bekendmaking van de identiteit van de juridische entiteiten, dan wel van de identiteit of persoonsgegevens van de natuurlijke personen na een per geval uitgevoerde beoordeling van de evenredigheid van een dergelijke bekendmaking door de bevoegde autoriteit onevenredig wordt geacht, of indien die bekendmaking een lopend onderzoek in gevaar brengt, nemen de bevoegde autoriteiten een van de volgende maatregelen:

a)

ofwel schorten zij de bekendmaking van het besluit waarbij een sanctie of maatregel wordt opgelegd, op totdat de redenen voor niet-bekendmaking vervallen;

b)

ofwel maken zij het besluit waarbij de sanctie of maatregel wordt opgelegd, op anonieme basis en overeenkomstig nationaal recht bekend indien de betrokken persoonsgegevens door een dergelijke anonieme bekendmaking doeltreffend worden beschermd;

c)

ofwel maken zij het besluit waarbij de sanctie of maatregel wordt opgelegd in het geheel niet bekend als de onder a) en b) vermelde opties ontoereikend worden geacht om ervoor te zorgen dat de bekendmaking van een dergelijk besluit evenredig is, indien het maatregelen betreft die van gering belang worden geacht.

In geval van een besluit tot bekendmaking van een sanctie of maatregel op anonieme basis, als bedoeld in de eerste alinea, onder b), kan de bekendmaking van de betrokken gegevens voor een redelijke periode worden uitgesteld indien wordt verwacht dat de redenen voor bekendmaking op anonieme basis binnen die periode zullen vervallen.

3.   Indien tegen het besluit om een sanctie of maatregel op te leggen, beroep is ingesteld voor de bevoegde rechterlijke of andere instanties, maken de bevoegde autoriteiten die informatie en alle latere informatie over de uitkomst van de behandeling ervan onmiddellijk op hun officiële website bekend. Bovendien wordt een besluit tot nietigverklaring van een eerder besluit tot oplegging van een sanctie of maatregel eveneens bekendgemaakt.

4.   De bevoegde autoriteiten zorgen ervoor dat alle informatie die overeenkomstig dit artikel wordt bekendgemaakt, gedurende een periode van ten minste vijf jaar na de bekendmaking op hun officiële website blijft staan. In de bekendmaking opgenomen persoonsgegevens worden op de officiële website van de bevoegde autoriteit niet langer bewaard dan uit hoofde van de toepasselijke gegevensbeschermingsvoorschriften noodzakelijk is.

Artikel 43

Rapportage van sancties en administratieve maatregelen aan de ESMA

1.   De bevoegde autoriteit verstrekt de ESMA jaarlijks geaggregeerde informatie over alle administratieve sancties en andere administratieve maatregelen die overeenkomstig artikel 39 zijn opgelegd. De ESMA maakt die informatie in een jaarverslag bekend.

Indien de lidstaten er overeenkomstig artikel 39, lid 1, voor gekozen hebben strafrechtelijke sancties vast te stellen voor inbreuken op de in dat lid genoemde bepalingen, verstrekken hun bevoegde autoriteiten de ESMA jaarlijks geanonimiseerde en geaggregeerde gegevens met betrekking tot alle ingestelde strafrechtelijke onderzoeken en alle opgelegde strafrechtelijke sancties. De ESMA maakt de gegevens over opgelegde strafrechtelijke sancties in een jaarverslag bekend.

2.   Indien de bevoegde autoriteit administratieve sancties, andere administratieve maatregelen of strafrechtelijke sancties openbaar heeft gemaakt, doet zij daarvan gelijktijdig verslag bij de ESMA.

3.   De bevoegde autoriteiten stellen de ESMA op de hoogte van alle administratieve sancties of andere administratieve maatregelen die zijn opgelegd maar niet zijn bekendgemaakt, met inbegrip van een eventueel ingesteld beroep en het resultaat van de behandeling daarvan. De lidstaten zorgen ervoor dat de bevoegde autoriteiten de informatie en de definitieve uitspraak in verband met een opgelegde strafrechtelijke sanctie ontvangen en indienen bij de ESMA. De ESMA houdt, uitsluitend ten behoeve van uitwisseling van informatie tussen bevoegde autoriteiten, een centrale databank van de aan haar meegedeelde sancties en administratieve maatregelen bij. Die databank is uitsluitend toegankelijk voor de ESMA, de EBA en de bevoegde autoriteiten, en wordt op basis van de door de bevoegde autoriteiten verstrekte informatie geactualiseerd.

HOOFDSTUK VIII

Gedelegeerde handelingen

Artikel 44

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.   De in artikel 48, lid 3, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van 36 maanden vanaf 9 november 2020.

3.   Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 48, lid 3, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.   Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.

5.   Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in kennis.

6.   Een overeenkomstig artikel 48, lid 3, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of van de Raad met drie maanden verlengd.

HOOFDSTUK IX

Slotbepalingen

Artikel 45

Verslag

1.   Vóór 10 november 2023 dient de Commissie, na raadpleging van de ESMA en de EBA, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de toepassing van deze verordening, in voorkomend geval vergezeld van een wetgevingsvoorstel.

2.   In het verslag worden beoordeeld:

a)

de werking van de markt voor crowdfundingdienstverleners in de Unie, met inbegrip van marktontwikkeling en -trends, rekening houdend met de ervaring op het gebied van toezicht, het aantal crowdfundingdienstverleners waaraan een vergunning is verleend en hun marktaandeel, alsmede de gevolgen van deze verordening voor ander toepasselijk Unierecht, waaronder Richtlijn 97/9/EG, Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad (24), Richtlijn 2014/65/EU en Verordening (EU) 2017/1129;

b)

de vraag of het toepassingsgebied van de onder deze verordening vallende diensten passend blijft wat betreft het in artikel 1, lid 2, onder c), vermelde drempelbedrag;

c)

het gebruik van voor crowdfunding toegelaten instrumenten in de grensoverschrijdende verlening van crowdfundingdiensten;

d)

de vraag of het toepassingsgebied van de onder deze verordening vallende diensten geschikt blijft, rekening houdend met de ontwikkeling van bedrijfsmodellen die de bemiddeling van financiële vorderingen omvatten, met inbegrip van de overdracht of verkoop van schuldvorderingen uit leningen aan derde beleggers via crowdfundingplatforms;

e)

de vraag of er aanpassingen van de definities in deze verordening nodig zijn, onder meer de in artikel 2, lid 1, onder j), vastgestelde definitie van een ervaren belegger en de criteria van bijlage II in het licht van hun doeltreffendheid voor het waarborgen van beleggersbescherming;

f)

de vraag of de in artikel 4, lid 1, artikel 6 en artikel 24 vastgestelde vereisten geschikt blijven voor de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening wat betreft de governance, naleving en informatieverstrekking voor individueel portefeuillebeheer van leningen en in het licht van soortgelijke diensten die overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU voor effecten worden verstrekt;

g)

de gevolgen van deze verordening voor de goede werking van de interne markt van de Unie voor crowdfundingdiensten, met inbegrip van de gevolgen voor de toegang van kleine en middelgrote ondernemingen tot financiering en voor beleggers en andere categorieën van natuurlijke en rechtspersonen waarop die diensten van invloed zijn;

h)

de invoering van technologische innovatie in de crowdfundingsector, met inbegrip van de toepassing van nieuwe innovatieve bedrijfsmodellen en technologieën;

i)

de vraag of de in artikel 11 vastgestelde prudentiële vereisten geschikt blijven voor de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening, in het bijzonder wat betreft het niveau van de minimumvereisten voor eigen vermogen, de definitie van het eigen vermogen, het gebruik van verzekeringen en de combinatie van eigen vermogen en verzekering;

j)

de vraag of er wijzigingen nodig zijn van de in artikel 19 vastgestelde vereisten inzake informatieverstrekking aan cliënten of van de in artikel 21 vastgestelde waarborgen inzake beleggersbescherming;

k)

de vraag of het in artikel 21, lid 7, vermelde bedrag geschikt blijft voor de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening;

l)

de gevolgen van de overeenkomstig artikel 23, leden 2 en 3, door de bevoegde autoriteiten aanvaarde talen;

m)

het gebruik van de in artikel 25 bedoelde prikborden, met inbegrip van de gevolgen voor de secundaire markt voor leningen, effecten en voor crowdfunding toegelaten instrumenten;

n)

de gevolgen van de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake publicitaire mededelingen van crowdfundingdienstverleners voor het vrij verrichten van diensten, de mededinging en de beleggersbescherming;

o)

de toepassing van administratieve sancties en andere administratieve maatregelen en, met name, de noodzaak om administratieve sancties voor inbreuken op deze verordening verder te harmoniseren;

p)

de noodzaak en evenredigheid van het opleggen aan crowdfundingdienstverleners van verplichtingen inzake de naleving van nationaal recht tot omzetting van Richtlijn (EU) 2015/849 met betrekking tot het witwassen van geld of de financiering van terrorisme en het toevoegen van zulke crowdfundingdienstverleners aan de lijst van meldingsplichtige entiteiten voor de toepassing van die Richtlijn.

q)

de vraag of het wenselijk zou zijn om toe te staan dat in derde landen gevestigde entiteiten een vergunning kunnen krijgen als crowdfundingdienstverlener uit hoofde van deze verordening;

r)

de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten en de ESMA, en de geschiktheid van de bevoegde autoriteiten als toezichthouders in het kader van deze verordening;

s)

de mogelijkheid om in deze verordening specifieke maatregelen op te nemen om duurzame en innovatieve crowdfundingprojecten te bevorderen, alsook het gebruik van Uniemiddelen;

t)

het totale aantal en het marktaandeel van crowdfundingdienstverleners waaraan uit hoofde van deze verordening een vergunning is verleend in de periode vanaf 10 november 2021 tot en met 10 november 2022, ingedeeld naar kleine, middelgrote en grote ondernemingen;

u)

omvang, aantallen projecten en trends van grensoverschrijdende verlening van crowdfundingdiensten per lidstaat;

v)

het aandeel van de uit hoofde van deze verordening verleende crowdfundingdiensten in de mondiale crowdfundingmarkt en de financiële markt van de Unie;

w)

de nalevingskosten van deze verordening voor crowdfundingdienstverleners, uitgedrukt als een percentage van hun operationele kosten;

x)

het aantal door beleggers binnen de bedenktijd ingetrokken beleggingen, het aandeel ervan in het totale aantal beleggingen en, op basis van die gegevens, een beoordeling of de duur en de aard van de in artikel 22 vastgestelde bedenktijd geschikt zijn en geen afbreuk doen aan de doeltreffendheid van het proces om kapitaal aan te trekken of de beleggersbescherming;

y)

het aantal en het bedrag van administratieve geldboetes en strafrechtelijke sancties die zijn opgelegd overeenkomstig en in verband met deze verordening, ingedeeld naar lidstaat;

z)

soorten en trends in frauduleus gedrag van beleggers, crowdfundingdienstverleners en derden dat zich voordoet in verband met deze verordening.

Artikel 46

Wijziging van Verordening (EU) 2017/1129

Aan artikel 1, lid 4, van Verordening (EU) 2017/1129 wordt het volgende punt toegevoegd:

“k)

een aanbieding van effecten aan het publiek door een crowdfundingdienstverlener waaraan uit hoofde van Verordening (EU) 2020/1503 van het Europees Parlement en de Raad (*3) een vergunning is verleend, mits die aanbieding de in artikel 1, lid 2, onder c), van die verordening bepaalde drempel niet overschrijdt.

Artikel 47

Wijziging van Richtlijn (EU) 2019/1937

In deel I.B van de bijlage bij Richtlijn (EU) 2019/1937 wordt het volgende punt toegevoegd:

“xxi)

Verordening (EU) 2020/1503 van het Europees Parlement en de Raad van 7 oktober 2020 betreffende Europese crowdfundingdienstverleners voor bedrijven en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1129 en Richtlijn (EU) 2019/1937 (PB L 347 van 20.10.2020, blz. 1).”.

Artikel 48

Overgangsperiode voor overeenkomstig nationaal recht verleende crowdfundingdiensten

1.   Crowdfundingdienstverleners kunnen hun verlening van crowdfundingdiensten die onder het toepassingsgebied van deze verordening valt overeenkomstig het toepasselijk nationaal recht voortzetten tot en met 10 november 2022 of totdat hun een in artikel 12 bedoelde vergunning is verleend, naargelang hetgeen zich het eerst voordoet.

2.   Gedurende de in lid 1 van dit artikel bedoelde overgangsperiode kunnen de lidstaten zich bedienen van vereenvoudigde vergunningsprocedures voor entiteiten die op het ogenblik van de inwerkingtreding van deze verordening uit hoofde van nationaal recht een vergunning hebben voor het verlenen van crowdfundingdiensten. De bevoegde autoriteiten vergewissen zich ervan dat aan de in artikel 12 gestelde vereisten is voldaan vooraleer een vergunning op grond van dergelijke vereenvoudigde procedures wordt verleend.

3.   Uiterlijk op 10 mei 2022 stelt de Commissie, na raadpleging van de ESMA, een beoordeling op van de toepassing van deze verordening op crowdfundingdienstverleners die enkel op nationaal niveau crowdfundingdiensten verlenen, en van de gevolgen van deze verordening voor de ontwikkeling van nationale crowdfundingmarkten en de toegang tot financiering. Op basis van die beoordeling is de Commissie bevoegd om overeenkomstig artikel 44 gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde de in lid 1 van dit artikel bedoelde termijn eenmalig met een periode van twaalf maanden te verlengen.

Artikel 49

Tijdelijke afwijking van de in artikel 1, lid 2, onder c), vastgestelde drempel

Indien in een lidstaat de drempel voor de publicatie van een prospectus overeenkomstig Verordening (EU) 2017/1129 onder een totale tegenwaarde van 5 000 000 EUR ligt, is deze verordening, in afwijking van artikel 1, lid 2, onder c), van deze verordening voor een termijn van 24 maanden vanaf 10 november 2021 in die lidstaat enkel van toepassing op crowdfundingaanbiedingen met een totale tegenwaarde ten belope van die drempel of minder.

Artikel 50

Omzetting van de wijziging van Richtlijn (EU) 2019/1937

1.   De lidstaten dienen uiterlijk op 10 november 2021 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen, bekend te maken en toe te passen om aan artikel 47 te voldoen. Indien die datum echter eerder is dan de in artikel 26, lid 1, van Richtlijn (EU) 2019/1937 bedoelde datum van omzetting, wordt de vaststelling, bekendmaking en toepassing van dergelijke wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen uitgesteld tot de in artikel 26, lid 1, van Richtlijn (EU) 2019/1937 bedoelde datum van omzetting.

2.   De lidstaten delen de Commissie en de ESMA de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder artikel 47 vallende gebied vaststellen.

Artikel 51

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 10 november 2021.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 oktober 2020.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

D.M. SASSOLI

Voor de Raad

De voorzitter

M. ROTH


(1)  PB C 367 van 10.10.2018, blz. 65.

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 27 maart 2019 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en standpunt van de Raad in eerste lezing van 20 juli 2020 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). Standpunt van het Europees Parlement van 5 oktober 2020 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(3)  Richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van Richtlijn 87/102/EEG van de Raad (PB L 133 van 22.5.2008, blz. 66).

(4)  Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338).

(5)  Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).

(6)  Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot intrekking van Richtlijn 2003/71/EG (PB L 168 van 30.6.2017, blz. 12).

(7)  Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 35).

(8)  Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73).

(9)  Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de toegang tot, de uitoefening van en het prudentieel toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld, tot wijziging van de Richtlijnen 2005/60/EG en 2006/48/EG en tot intrekking van Richtlijn 2000/46/EG (PB L 267 van 10.10.2009, blz. 7).

(10)  Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).

(11)  Richtlijn 97/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 maart 1997 inzake de beleggerscompensatiestelsels (PB L 84 van 26.3.1997, blz. 22).

(12)  Richtlijn 2014/49/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 inzake de depositogarantiestelsels (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 149).

(13)  Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden (PB L 305 van 26.11.2019, blz. 17).

(14)  PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.

(15)  Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).

(16)  Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).

(17)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

(18)  Richtlijn (EU) 2020/1504 van het Europees Parlement en de Raad van 7 oktober 2020 tot wijziging van Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten (zie bladzijde 50 van dit Publicatieblad).

(19)  Verordening (EU) nr. 1075/2013 van de Europese Centrale Bank van 18 oktober 2013 houdende statistieken betreffende de activa en passiva van lege financiële instellingen die securitisatietransacties verrichten (PB L 297 van 7.11.2013, blz. 107).

(20)  Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).

(21)  Verordening (EU) 2019/2033 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010, (EU) nr. 575/2013, (EU) nr. 600/2014 en (EU) nr. 806/2014 (PB L 314 van 5.12.2019, blz. 1).

(22)  Verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 november 2014 over essentiële-informatiedocumenten voor verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (PRIIP's) (PB L 352 van 9.12.2014, blz. 1).

(23)  Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19).

(24)  Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1).


BIJLAGE I

BLAD MET ESSENTIËLE BELEGGINGSINFORMATIE

Deel A: Informatie over de projecteigena(a)r(en) en het crowdfundingproject

a)

Identiteit, rechtsvorm, eigendom, bestuur en contactgegevens.

b)

Alle natuurlijke en rechtspersonen die verantwoordelijk zijn voor de in het blad met essentiële beleggingsinformatie verstrekte informatie. In het geval van natuurlijke personen, met inbegrip van leden van de bestuurlijke, leidinggevende of toezichthoudende organen van de projecteigenaar, worden naam en functie van de natuurlijke personen vermeld; in het geval van rechtspersonen, worden de naam en de statutaire zetel vermeld.

De volgende verantwoordelijkheidsverklaring:

“De projecteigenaar verklaart dat er, voor zover hem bekend, geen informatie is weggelaten en geen wezenlijk misleidende of onnauwkeurige informatie wordt verstrekt. De projecteigenaar is verantwoordelijk voor het opstellen van dit blad met essentiële beleggingsinformatie.”.

c)

Belangrijkste activiteiten van de projecteigenaar; door de projecteigenaar aangeboden producten of diensten.

d)

Een hyperlink naar de meest recente jaarrekening van de projecteigenaar, indien beschikbaar.

e)

Belangrijkste jaarlijkse financiële cijfers en percentages van de projecteigenaar van de laatste drie jaar, indien beschikbaar.

f)

Beschrijving van het crowdfundingproject, met inbegrip van het doel en de belangrijkste kenmerken ervan.

Deel B: Belangrijkste kenmerken van het crowdfundingproces en, in voorkomend geval, de voorwaarden voor het aantrekken van kapitaal of het lenen van gelden, naargelang het geval

a)

Minimumkapitaal dat men bij één enkel crowdfundingaanbod beoogt aan te trekken of de minimale gelden die men beoogt te lenen en het aantal aanbiedingen dat door de projecteigenaar of crowdfundingdienstverlener voor het crowdfundingproject reeds is voltooid.

b)

Termijn voor het bereiken van het beoogde aan te trekken kapitaal of de beoogde te lenen gelden.

c)

Informatie over de gevolgen indien het beoogde kapitaal niet wordt aangetrokken of de beoogde gelden niet tijdig worden geleend.

d)

Het maximumbedrag van het aanbod indien verschillend van het beoogde kapitaal of de beoogde gelden bedoeld onder a).

e)

Het bedrag aan eigen middelen dat door de projecteigenaar is uitgetrokken voor het crowdfundingproject.

f)

Wijziging van de samenstelling van het kapitaal of de leningen van de projecteigenaar in verband met het crowdfundingaanbod.

g)

Het bestaan en de voorwaarden van een precontractuele bedenktijd voor niet-ervaren beleggers.

Deel C: Risicofactoren

Presentatie van de belangrijkste risico's verbonden aan de financiering van het crowdfundingproject, alsmede aan de sector, het project, de projecteigenaar en de effecten, voor crowdfunding toegelaten instrumenten of leningen, met inbegrip van eventuele geografische risico's, indien van toepassing.

Deel D: Informatie over het aanbieden van effecten en voor crowdfunding toegelaten instrumenten

a)

Totale aantal en soort effecten of voor crowdfunding toegelaten instrumenten die zullen worden aangeboden.

b)

Inschrijvingsprijs.

c)

Of overinschrijvingen worden aanvaard en de wijze waarop zij worden toegewezen.

d)

Voorwaarden van inschrijving en betaling.

e)

Bewaring en levering van effecten of voor crowdfunding toegelaten instrumenten aan beleggers.

f)

Indien de belegging door een garantie of een zekerheid is gewaarborgd:

i)

of de borg of de zekerheidsverschaffer een rechtspersoon is;

ii)

de identiteit, rechtsvorm en contactgegevens van die borg of zekerheidsverschaffer;

iii)

informatie over de aard en de voorwaarden van de borg of zekerheid.

g)

In voorkomend geval, een vaste toezegging om effecten of voor crowdfunding toegelaten instrumenten terug te kopen en de termijn voor een dergelijke terugkoop.

h)

Voor andere dan eigenvermogensinstrumenten: de nominale rentevoet, de datum vanaf wanneer rente verschuldigd is, de vervaldata van de rentebetalingen, de vervaldatum en het toepasselijke rendement.

Deel E: Informatie over special purpose vehicles (SPV)

a)

Of er een SPV tussen de projecteigenaar en de belegger in staat.

b)

Contactgegevens van het SPV.

Deel F: Rechten van beleggers

a)

Belangrijkste rechten verbonden aan de effecten of voor crowdfunding toegelaten instrumenten.

b)

Beperkingen waaraan effecten of voor crowdfunding toegelaten instrumenten zijn onderworpen, met inbegrip van aandeelhoudersovereenkomsten of andere regelingen ter voorkoming van de overdraagbaarheid.

c)

Beschrijving van eventuele beperkingen op de overdracht van de effecten of voor crowdfunding toegelaten instrumenten.

d)

Mogelijkheden voor de beleggers om uit de belegging te stappen.

e)

Voor eigenvermogensinstrumenten: verdeling van kapitaal en stemrechten vóór en na de kapitaalverhoging als gevolg van het aanbod (in de veronderstelling dat op alle effecten of voor crowdfunding toegelaten instrumenten zal worden ingeschreven).

Deel G: Openbaarmaking in verband met leningen

Indien het crowdfundingaanbod de facilitering van het verstrekken van leningen omvat, bevat het blad met essentiële beleggingsinformatie in plaats van de in de delen D, E en F van deze bijlage bedoelde informatie, inlichtingen over het volgende:

a)

Dde aard, duur en voorwaarden van de lening;

b)

de toepasselijke rentevoeten of, in voorkomend geval, een andere vergoeding voor de belegger;

c)

risicobeperkende maatregelen, met inbegrip van het bestaan van zekerheidsverschaffers of borgen of andere soorten waarborgen;

d)

het schema voor de terugbetaling van de hoofdsom en betaling van rente;

e)

elk verzuim door de projecteigenaar in het kader van kredietovereenkomsten gedurende de laatste vijf jaar;

f)

het beheer van de lening, ook in situaties waarin de projecteigenaar zijn verplichtingen niet nakomt.

Deel H: Vergoedingen, informatie en verhaal

a)

Aan de belegger in rekening gebrachte vergoedingen en door hem gemaakte kosten met betrekking tot de belegging, met inbegrip van administratieve kosten die voortvloeien uit de verkoop van voor crowdfunding toegelaten instrumenten.

b)

Waar en hoe extra informatie over het crowdfundingproject, de projecteigenaar en het SPV kosteloos kan worden verkregen.

c)

Hoe en bij wie de belegger een klacht kan indienen over de belegging of over het gedrag van de projecteigenaar of de crowdfundingdienstverlener.

Deel I: Informatie over individueel portefeuillebeheer van leningen die door crowdfundingdienstverleners moeten worden verstrekt

a)

Identiteit, rechtsvorm, eigendom, bestuur en contactgegevens van de crowdfundingdienstverlener.

b)

De minimale en maximale rentevoet van leningen die beschikbaar kunnen zijn voor de individuele portefeuilles van beleggers.

c)

De minimale en maximale looptijd van leningen die beschikbaar kunnen zijn voor de individuele portefeuilles van beleggers.

d)

Indien gebruikt, het scala en de spreiding van risicocategorieën waartoe de leningen kunnen behoren, alsmede de verzuimgraden en een gewogen gemiddelde rentevoet per risicocategorie met een verdere uitsplitsing per jaar waarin de leningen via de crowdfundingdienstverlener werden toegekend.

e)

De voornaamste onderdelen van de interne methode voor de kredietrisicobeoordeling van de afzonderlijke crowdfundingprojecten en voor de vaststelling van de risicocategorieën.

f)

Indien een jaarlijks streefpercentage voor het beleggingsrendement wordt aangeboden, een geannualiseerd streefpercentage en het betrouwbaarheidsinterval van dit geannualiseerd streefpercentage over de beleggingstermijn, rekening houdend met vergoedingen en verzuimgraden.

g)

Procedures, interne methoden en criteria voor de selectie van de crowdfundingprojecten voor de individuele portefeuille van leningen van de belegger.

h)

Dekking en voorwaarden van eventuele toepasselijke kapitaalgaranties.

i)

Het beheer van de leningen in de portefeuille, ook in situaties waarin de projecteigenaar zijn verplichtingen niet nakomt.

j)

Risicodiversificatiestrategie.

k)

Door de projecteigenaar of de belegger te betalen vergoedingen, met inbegrip van een eventuele aftrek van de door de projecteigenaar te betalen rente.


BIJLAGE II

ERVAREN BELEGGERS VOOR DE TOEPASSING VAN DEZE VERORDENING

I.   Identificatiecriteria

Een ervaren belegger is een belegger die zich bewust is van de risico’s die verbonden zijn aan het beleggen op kapitaalmarkten en die beschikt over voldoende middelen om die risico's te nemen zonder zich aan buitensporige financiële gevolgen bloot te stellen. Ervaren beleggers kunnen als zodanig worden gecategoriseerd indien zij aan de in dit deel vastgestelde identificatiecriteria voldoen en de in deel II beschreven procedure wordt gevolgd.

De volgende natuurlijke en rechtspersonen worden beschouwd als ervaren beleggers in alle diensten die door crowdfundingdienstverleners worden aangeboden overeenkomstig deze verordening:

1.

Rechtspersonen die aan ten minste een van de volgende criteria voldoen:

a)

eigen vermogen van ten minste 100 000 EUR;

b)

netto-omzet van ten minste 2 000 000 EUR;

c)

balanstotaal van ten minste 1 000 000 EUR.

2.

Natuurlijke personen die aan ten minste twee van de volgende criteria voldoen:

a)

persoonlijke bruto-inkomsten van ten minste 60 000 EUR per aanslagjaar of een portefeuille financiële instrumenten, die zowel deposito’s in contanten als financiële instrumenten omvat en die groter is dan 100 000 EUR;

b)

de belegger is gedurende ten minste een jaar werkzaam of werkzaam geweest in de financiële sector, waar hij een beroepsfunctie uitoefent of heeft uitgeoefend waarbij kennis van de beoogde transacties of diensten vereist is of was, of de belegger heeft gedurende ten minste twaalf maanden een leidinggevende functie uitgeoefend in een rechtspersoon als bedoeld in punt 1;

c)

tijdens de voorafgaande vier kwartalen heeft de belegger op de kapitaalmarkten per kwartaal gemiddeld tien transacties van aanzienlijke omvang verricht.

II.   Verzoek om als ervaren belegger te worden behandeld

Crowdfundingdienstverleners stellen hun beleggers een model ter beschikking dat zij kunnen gebruiken voor de indiening van een verzoek om als ervaren belegger te worden behandeld. Het model bevat de in deel I bepaalde identificatiecriteria en een duidelijke waarschuwing waarin wordt vermeld welke beleggersbescherming een ervaren belegger verliest als gevolg van zijn indeling als ervaren belegger.

Een verzoek om als ervaren belegger te worden behandeld bevat de volgende elementen:

1.

een verklaring waarin wordt vermeld aan welke van de in deel I bepaalde identificatiecriteria de verzoekende belegger voldoet;

2.

een verklaring dat de verzoekende belegger zich bewust is van de gevolgen van het verlies van de beleggersbescherming die verbonden is aan de status van niet-ervaren belegger;

3.

een verklaring dat de verzoekende belegger aansprakelijk blijft voor de juistheid van de in het verzoek opgenomen informatie.

De crowdfundingdienstverlener neemt alle redelijke maatregelen om zich ervan te vergewissen dat de belegger als een ervaren belegger kan worden aangemerkt en voert passende, op schrift gestelde interne beleidsregels in om beleggers onder te verdelen. De crowdfundingdienstverlener keurt het verzoek goed, tenzij hij redelijkerwijs kan twijfelen aan de juistheid van de in het verzoek verstrekte informatie. De crowdfundingdienstverlener stelt beleggers uitdrukkelijk in kennis van de bevestiging van hun status.

De in de derde alinea bedoelde goedkeuring heeft een geldigheidsduur van twee jaar. Beleggers die hun status van ervaren belegger willen behouden na het verstrijken van de geldigheidsduur, dienen een nieuw verzoek in bij de crowdfundingdienstverlener.

Het is de verantwoordelijkheid van de ervaren belegger om de crowdfundingdienstverlener in kennis te stellen van elke wijziging die van invloed kan zijn op zijn indeling. Indien de crowdfundingdienstverlener evenwel tot de bevinding komt dat de belegger niet langer voldoet aan de initiële voorwaarden op grond waarvan hij voor behandeling als ervaren belegger in aanmerking kwam, deelt de crowdfundingdienstverlener de belegger mee dat hij als een niet-ervaren belegger zal worden behandeld.

III.   Ervaren beleggers die professionele cliënten zijn

In afwijking van de in deel II van deze bijlage bepaalde procedure worden de in de bijlage II, deel I, punten 1 tot en met 4, bij Richtlijn 2014/65/EU bedoelde entiteiten beschouwd als ervaren beleggers indien zij aan de crowdfundingdienstverlener het bewijs van hun status als professionele cliënt leveren.


RICHTLIJNEN

20.10.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 347/50


RICHTLIJN (EU) 2020/1504 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 7 oktober 2020

tot wijziging van Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 53, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Na raadpleging van de Europese Centrale Bank,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Crowdfunding is een fintech-oplossing die kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) en met name startende en snelgroeiende ondernemingen alternatieve toegang tot financiering biedt om innoverend ondernemerschap in de Unie te bevorderen en zo de kapitaalmarktenunie te versterken. Dit draagt op zijn beurt bij tot een meer gediversifieerd financieel systeem dat minder afhankelijk is van bancaire financiering, zodat systemische risico’s en concentratierisico’s worden beperkt. Andere voordelen van de bevordering van innoverend ondernemerschap door middel van crowdfunding zijn de ontsluiting van slapend kapitaal voor investeringen in nieuwe en innoverende projecten, de snellere efficiënte toewijzing van middelen en de diversifiëring van activa.

(2)

Bij Verordening (EU) 2020/1503 van het Europees Parlement en de Raad (3) worden uniforme, proportionele en rechtstreeks toepasselijke vereisten vastgesteld voor de verlening van crowdfundingdiensten, voor de organisatie van, de vergunningverlening aan, en het toezicht op crowdfundingdienstverleners, voor de exploitatie van crowdfundingplatforms alsmede voor de transparantie en publicitaire mededelingen in verband met de verlening van crowdfundingdiensten in de Unie.

(3)

Teneinde rechtszekerheid te verschaffen met betrekking tot het personele en materiële toepassingsgebied van Verordening (EU) 2020/1503 respectievelijk Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (4) en om te voorkomen dat dezelfde activiteit onderworpen is aan meerdere vergunningen binnen de Unie, moeten rechtspersonen met een vergunning als crowdfundingdienstverlener uit hoofde van Verordening (EU) 2020/1503 buiten het toepassingsgebied van Richtlijn 2014/65/EU blijven.

(4)

Aangezien de wijziging waarin deze richtlijn voorziet, rechtstreeks verband houdt met Verordening (EU) 2020/1503, moet de datum vanaf welke de lidstaten de nationale maatregelen tot omzetting van deze richtlijn moeten toepassen, zodanig worden bepaald dat hij samenvalt met de in die verordening vastgestelde toepassingsdatum,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Aan artikel 2, lid 1, van Richtlijn 2014/65/EU wordt het volgende punt toegevoegd:

“p)

crowdfundingdienstverleners zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, onder e), van Verordening (EU) 2020/1503 van het Europees Parlement en de Raad (*1).

Artikel 2

1.   De lidstaten dienen uiterlijk tegen 10 mei 2021 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan artikel 1 van deze richtlijn te voldoen.

Zij passen die maatregelen toe met ingang van 10 november 2021.

2.   De lidstaten delen de Commissie en de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 7 oktober 2020.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

D.M. SASSOLI

Voor de Raad

De voorzitter

M. ROTH


(1)  PB C 367 van 10.10.2018, blz. 65.

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 27 maart 2019 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en standpunt van de Raad in eerste lezing van 20 juli 2020 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). Standpunt van het Europees Parlement van 5 oktober 2020 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(3)  Verordening (EU) 2020/1503 van het Europees Parlement en de Raad van 7 oktober 2020 betreffende Europese crowdfundingdienstverleners voor bedrijven en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1129 en Richtlijn (EU) 2019/1937 (zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad).

(4)  Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).