ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 326

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

63e jaargang
8 oktober 2020


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1413 van de Commissie van 29 juni 2020 tot rectificatie van de Zweedse taalversie van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels ( 1 )

1

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1414 van de Commissie van 1 oktober 2020 tot inschrijving van een naam in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Χοιρομέρι Πιτσιλιάς (Hiromeri Pitsilias) (BGA))

2

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1415 van de Commissie van 1 oktober 2020 tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van het productdossier van een naam die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen Queijo Terrincho (BOB)

3

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1416 van de Commissie van 1 oktober 2020 tot inschrijving van een naam in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen Ρόδι Ερμιόνης (Rodi Ermionis) (BOB)

4

 

*

Verordening (EU) 2020/1417 van de Commissie van 2 oktober 2020 tot vaststelling van een sluiting van de visserij op witje in gebied NAFO 3NO voor vaartuigen die de vlag van een lidstaat van de Europese Unie voeren

5

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1418 van de Commissie van 6 oktober 2020 tot verlening van een vergunning voor verzeept paprikaextract (Capsicum annuum)(capsanthine) als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen, minder gangbare pluimveesoorten gehouden voor mestdoeleinden, legkippen en minder gangbare pluimveesoorten gehouden voor legdoeleinden ( 1 )

7

 

*

Verordening (EU) 2020/1419 van de Commissie van 7 oktober 2020 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het gebruik van ascorbinezuur (E 300) en citroenzuur (E 330) op witte groenten die bestemd zijn voor verdere verwerking ( 1 )

11

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1201 van de Commissie van 14 augustus 2020 betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Xylella fastidiosa (Wells et al.) te voorkomen ( PB L 269 van 17.8.2020 )

14

 

*

Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/683 van de Commissie van 15 april 2020 tot uitvoering van Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de administratieve voorschriften voor de goedkeuring van en het markttoezicht op motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd ( PB L 163 van 26.5.2020 )

15

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

8.10.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 326/1


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2020/1413 VAN DE COMMISSIE

van 29 juni 2020

tot rectificatie van de Zweedse taalversie van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (1), en met name artikel 53, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Zweedse taalversie van Verordening (EG) nr. 1272/2008 bevat een foutieve waarde in bijlage I, tabel 4.1.0, punt b), iii), onder categorie 3 voor chronische toxiciteit, eerste en tweede rij.

(2)

De Zweedse taalversie van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. Deze rectificatie heeft geen betrekking op de overige taalversies,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

(heeft geen betrekking op het Nederlands)

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 29 juni 2020.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1.


8.10.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 326/2


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/1414 VAN DE COMMISSIE

van 1 oktober 2020

tot inschrijving van een naam in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (“Χοιρομέρι Πιτσιλιάς” (Hiromeri Pitsilias) (BGA))

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 52, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 is de aanvraag van Cyprus tot registratie van de naam “Χοιρομέρι Πιτσιλιάς” (Hiromeri Pitsilias) bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (2).

(2)

Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012, moet de naam “Χοιρομέρι Πιτσιλιάς” (Hiromeri Pitsilias) worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De naam “Χοιρομέρι Πιτσιλιάς” (Hiromeri Pitsilias) (BGA) wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.

Met de in de eerste alinea vermelde naam wordt een product aangeduid van categorie 1.2 (Vleesproducten (verhit, gepekeld, gerookt enz.)) als opgenomen in bijlage XI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie (3).

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 oktober 2020.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Janusz WOJCIECHOWSKI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.

(2)  PB C 202 van 16.6.2020, blz. 28.

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie van 13 juni 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 36).


8.10.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 326/3


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/1415 VAN DE COMMISSIE

van 1 oktober 2020

tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van het productdossier van een naam die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen “Queijo Terrincho” (BOB)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 52, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 53, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 heeft de Commissie een door Portugal ingediend verzoek beoordeeld om goedkeuring van een wijziging van het productdossier van de beschermde oorsprongsbenaming “Queijo Terrincho”, die bij Verordening (EG) nr. 1107/96 van de Commissie (2) is geregistreerd.

(2)

Aangezien de betrokken wijziging niet minimaal is in de zin van artikel 53, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1151/2012, heeft de Commissie de wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van die verordening bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (3).

(3)

Aangezien de Commissie geen enkel bezwaar overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 heeft ontvangen, moet de wijziging van het productdossier worden goedgekeurd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte wijziging van het productdossier met betrekking tot de naam “Queijo Terrincho” (BOB) wordt goedgekeurd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 oktober 2020.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Janusz WOJCIECHOWSKI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 1107/96 van de Commissie van 12 juni 1996 betreffende de registratie van de geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen in het kader van de procedure van artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad (PB L 148 van 21.6.1996, blz. 1).

(3)  PB C 186 van 5.6.2020, blz. 8.


8.10.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 326/4


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/1416 VAN DE COMMISSIE

van 1 oktober 2020

tot inschrijving van een naam in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen “Ρόδι Ερμιόνης” (Rodi Ermionis) (BOB)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 52, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 is de aanvraag van Griekenland tot registratie van de naam “Ρόδι Ερμιόνης” (Rodi Ermionis) bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (2).

(2)

Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012, moet de naam “Ρόδι Ερμιόνης” (Rodi Ermionis) worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De naam “Ρόδι Ερμιόνης” (Rodi Ermionis) (BOB) wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.

Met de in de eerste alinea vermelde naam wordt een product aangeduid van categorie 1.6. (Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt) als opgenomen in bijlage XI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie (3).

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 oktober 2020.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Janusz WOJCIECHOWSKI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.

(2)  PB C 200 van 15.6.2020, blz. 12.

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie van 13 juni 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 36).


8.10.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 326/5


VERORDENING (EU) 2020/1417 VAN DE COMMISSIE

van 2 oktober 2020

tot vaststelling van een sluiting van de visserij op witje in gebied NAFO 3NO voor vaartuigen die de vlag van een lidstaat van de Europese Unie voeren

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een controleregeling van de Unie die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), en met name artikel 36, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) 2020/123 van de Raad (2) zijn quota voor 2020 vastgesteld.

(2)

Uit de door de Commissie ontvangen informatie blijkt dat, gezien de vangsten van witje in gebied NAFO 3NO door vaartuigen die de vlag voeren van of geregistreerd zijn in een lidstaat van de Europese Unie, het voor 2020 toegewezen quotum is opgebruikt.

(3)

Daarom moeten bepaalde visserijactiviteiten met betrekking tot dat bestand worden verboden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het opgebruiken van het quotum

Het vangstquotum dat voor 2020 aan de lidstaten van de Europese Unie is toegewezen voor het in de bijlage vermelde bestand van witje in gebied NAFO 3NO, wordt met ingang van de in die bijlage opgenomen datum als opgebruikt beschouwd.

Artikel 2

Verbodsbepalingen

Visserijactiviteiten met betrekking tot het in artikel 1 bedoelde bestand door vaartuigen die de vlag voeren van of geregistreerd zijn in een lidstaat van de Europese Unie, zijn met ingang van de in de bijlage opgenomen datum verboden. Het is met name verboden om vis uit dat bestand die na die datum door die vaartuigen is gevangen, aan boord te houden, te verplaatsen, over te laden of aan te landen.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 oktober 2020.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Virginijus SINKEVIČIUS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) 2020/123 van de Raad van 27 januari 2020 tot vaststelling, voor 2020, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn (PB L 25 van 30.1.2020, blz. 1).


BIJLAGE

Nr.

16/TQ123

Lidstaat

Europese Unie (alle lidstaten)

Bestand

WIT/N3NO.

Soort

Witje (Glyptocephalus cynoglossus)

Gebied

NAFO 3NO

Datum van sluiting

10.9.2020


8.10.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 326/7


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/1418 VAN DE COMMISSIE

van 6 oktober 2020

tot verlening van een vergunning voor verzeept paprikaextract (Capsicum annuum)(capsanthine) als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen, minder gangbare pluimveesoorten gehouden voor mestdoeleinden, legkippen en minder gangbare pluimveesoorten gehouden voor legdoeleinden

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de gronden en procedures voor het verlenen van dergelijke vergunningen, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003. Artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 voorziet in de herbeoordeling van toevoegingsmiddelen waarvoor een vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG van de Raad (2).

(2)

Voor verzeept paprikaextract (Capsicum annuum)(capsanthine) was overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG een vergunning zonder tijdsbeperking verleend als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor pluimvee, ingedeeld in de groep “kleurstoffen, met inbegrip van pigmenten” van de rubriek “carotenoïden en xanthofyllen”. Vervolgens is het toevoegingsmiddel overeenkomstig artikel 10, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1831/2003 als bestaand product opgenomen in het repertorium van toevoegingsmiddelen voor diervoeding.

(3)

Overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1831/2003, in samenhang met artikel 7 van die verordening, is een aanvraag ingediend voor de herbeoordeling van verzeept paprikaextract (Capsicum annuum)(capsanthine) als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen, minder gangbare pluimveesoorten gehouden voor mestdoeleinden, legkippen en minder gangbare pluimveesoorten gehouden voor legdoeleinden. De aanvrager heeft verzocht om dat toevoegingsmiddel in te delen in de categorie “sensoriële toevoegingsmiddelen” en in de functionele groep “kleurstoffen: ii) stoffen die bij toediening aan dieren aan een levensmiddel van dierlijke oorsprong kleur geven”. De krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste nadere gegevens en documenten waren bij de aanvraag gevoegd.

(4)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar advies van 29 januari 2020 (3) geconcludeerd dat verzeept paprikaextract (Capsicum annuum)(capsanthine) onder de voorgestelde gebruiksomstandigheden geen ongunstige gevolgen heeft voor de diergezondheid, de consumentenveiligheid of het milieu. Zij heeft aangegeven dat de conclusies over de veiligheid van verzeept paprikaextract (Capsicum annuum)(capsanthine) voor mestkippen en legkippen kan worden geëxtrapoleerd naar minder gangbare pluimveesoorten gehouden voor mest- en legdoeleinden. Zij heeft tevens geconcludeerd dat de werkzame stof een viskeuze pasta is en dat de gebruikers dus niet via inademing aan de werkzame stof worden blootgesteld. De aanvrager erkent dat de werkzame stof mogelijk huid- en oogirritatie veroorzaakt. De Commissie is daarom van mening dat passende beschermende maatregelen moeten worden genomen om negatieve gevolgen voor de menselijke gezondheid — en met name de gezondheid van de gebruikers van het toevoegingsmiddel — te voorkomen, ook wanneer de toevoegingsmiddelen worden gebruikt in de vorm van een preparaat, aangezien toxiciteit bij inademing, huid- en oogirritatie en huidsensibilisatie niet kunnen worden uitgesloten. De EFSA heeft tevens geconcludeerd dat het toevoegingsmiddel werkzaam is omdat het de huid van vleeskippen en eierdooiers kan pigmenteren. Deze conclusie wordt geëxtrapoleerd naar alle minder gangbare pluimveesoorten gehouden voor mest- en legdoeleinden. Specifieke eisen voor monitoring na het in de handel brengen acht de EFSA niet nodig. De EFSA heeft ook het verslag over de analysemethode voor het toevoegingsmiddel in diervoeding geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium van de Europese Unie is ingediend.

(5)

Uit de beoordeling van verzeept paprikaextract (Capsicum annuum)(capsanthine) blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning is voldaan. Het in de bijlage bij deze verordening gespecificeerd gebruik van dat toevoegingsmiddel moet daarom worden toegestaan.

(6)

Aangezien er geen veiligheidsredenen zijn die de onmiddellijke toepassing van de wijzigingen van de vergunningsvoorwaarden voor de betrokken stoffen vereisen, moet een overgangsperiode worden vastgesteld om de belanghebbende partijen in staat te stellen zich voor te bereiden om aan de nieuwe eisen van de vergunning te voldoen.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de in de bijlage gespecificeerde stof, die behoort tot de categorie “sensoriële toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “kleurstoffen: ii) stoffen die bij toediening aan dieren aan een levensmiddel van dierlijke oorsprong kleur geven”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.

Artikel 2

1.   De in de bijlage gespecificeerde stof en de voormengsels die deze stof bevatten en die vóór 27 april 2021 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 27 oktober 2020 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput.

2.   De mengvoeders en voedermiddelen die de in de bijlage gespecificeerde stof bevatten en die vóór 27 oktober 2021 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 27 oktober 2020 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput, wanneer zij bestemd zijn voor voedselproducerende dieren.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 oktober 2020.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.

(2)  Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de veevoeding (PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1).

(3)  EFSA Journal 2020;18(2):6023.


BIJLAGE

Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

mg totale carotenoïden in de werkzame stof/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: sensoriële toevoegingsmiddelen. Functionele groep: kleurstoffen, ii) stoffen die bij toediening aan dieren aan een levensmiddel van dierlijke oorsprong kleur geven.

2a160c

Verzeept paprikaextract (capsanthine)

Samenstelling van het toevoegingsmiddel:

Verzeept extract van gedroogde vruchten van Capsicum annuum L., rijk aan capsanthine.

Benzeen ≤ 2 mg/kg

Hexaan ≤ 130 mg/kg

Capsaïcine ≤ 250 mg/kg

Mestkippen

-

-

40

1.

In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en het voormengsel worden de opslagomstandigheden en de stabiliteit bij warmtebehandeling vermeld.

2.

Op het etiket van het toevoegingsmiddel en het voormengsel wordt het totaalgehalte aan carotenoïden in het toevoegingsmiddel vermeld.

3.

Verzeept paprikaextract (capsanthine) wordt als een uit een preparaat bestaand toevoegingsmiddel in de handel gebracht en gebruikt.

4.

Het totaalgehalte aan carotenoïden en xanthofyllen in het volledig diervoeder (bestaande uit het mengsel van verzeept paprikaextract (capsanthine) en de andere toegestane carotenoïden en xanthofyllen) mag niet hoger zijn dan 80 mg/kg.

5.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels om de mogelijke risico’s van het gebruik ervan aan te pakken. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden uitgebannen of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij de toepassing van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder beschermingsmiddelen voor de ogen en de huid.

27.10.2030

Minder gangbare pluimveesoorten gehouden voor mestdoeleinden

-

-

40

Legkippen

-

-

40

Karakterisering van de werkzame stof:

Verzeept extract van de gedroogde vruchten van C. annuum L.

Totaalgehalte aan carotenoïden: 25-90 g/kg

Capsanthine ≥ 35 % van totale carotenoïden.

CAS-nummer capsanthine: 465-42-9

Einecs capsanthine: 207-364-1

Viskeuze pasta

Minder gangbare pluimveesoorten gehouden voor legdoeleinden

-

-

40

Analysemethode  (1):

Voor de bepaling van capsanthine in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, voormengsels en diervoeders:

hogeprestatievloeistofchromatografie met zichtbaar-lichtdetectie (HPLC-Vis).

Voor de bepaling van de totale carotenoïden en xanthofyllen in het toevoegingsmiddel voor diervoeding:

Verordening (EU) nr. 231/2012 van de Commissie, met verwijzing naar FAO JECFA-monografie “paprika-

extract” monografie nr. 5 (2008), Combined Compendium for Food Additive Specifications.

Voor de bepaling van de totale carotenoïden en xanthofyllen in voormengsels en diervoeders:

vloeistofchromatografie met zichtbaar-lichtdetectie (LC-Vis) — officiële AOAC-methode

970.64


(1)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de volgende webpagina van het referentielaboratorium: https://ec.europa.eu/jrc/en/eurl/feed-additives/evaluation-reports


8.10.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 326/11


VERORDENING (EU) 2020/1419 VAN DE COMMISSIE

van 7 oktober 2020

tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het gebruik van ascorbinezuur (E 300) en citroenzuur (E 330) op witte groenten die bestemd zijn voor verdere verwerking

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (1), en met name artikel 10, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 is een EU-lijst vastgesteld van voor gebruik in levensmiddelen goedgekeurde levensmiddelenadditieven en de desbetreffende gebruiksvoorwaarden.

(2)

Die lijst kan volgens de uniforme procedure van artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1331/2008 van het Europees Parlement en de Raad (2), hetzij op initiatief van de Commissie, hetzij ingevolge een aanvraag worden bijgewerkt.

(3)

Krachtens bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 is het gebruik van ascorbinezuur (E 300) en citroenzuur (E 330) als levensmiddelenadditieven momenteel in een uitgebreid gamma aan levensmiddelen toegestaan.

(4)

Op 17 december 2018 heeft de Commissie een aanvraag ontvangen voor een wijziging van de gebruiksvoorwaarden voor ascorbinezuur (E 300) en citroenzuur (E 330) in levensmiddelencategorie 04.1.2 “Groenten en fruit, geschild, gesneden en geraspt” om het gebruik van deze stoffen toe te staan op witte groenten die bestemd zijn voor verdere verwerking, met inbegrip van warmtebehandelingen zoals roosteren, stomen of grillen, voordat deze door de eindverbruiker worden geconsumeerd.

(5)

Wanneer witte groenten in schijven of in stukken worden gesneden, worden fijngehakt of in blokjes worden gesneden, zijn zij onderhevig aan enzymatische bruinkleuring, aangezien de cellen worden afgebroken en daardoor enzymen, en met name polyfenoloxidasen, uit het weefsel vrijkomen. Enzymatische bruinkleuring kan worden beperkt door de groenten een paar minuten in een oplossing van ascorbinezuur (E 300) en citroenzuur (E 330) in water in een maximale concentratie van 1 %, te dompelen. Uit de aanvraag blijkt dat het voorgestelde gebruik van deze additieven als antioxidanten op onverwerkte groenten die bestemd zijn voor verdere verwerking, met inbegrip van warmtebehandeling, vóór consumptie, leidt tot minder voedselverspilling doordat de algehele voedselkwaliteit en de houdbaarheid van de behandelde groenten tot vijf dagen wordt verlengd.

(6)

Krachtens artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1331/2008 moet de Commissie het advies van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) inwinnen met het oog op het bijwerken van de EU-lijst van levensmiddelenadditieven in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008, tenzij die bijwerking geen gevolgen kan hebben voor de gezondheid van de mens.

(7)

Op 6 mei 2015 heeft de EFSA een wetenschappelijk advies uitgebracht waarin zij onder meer de veiligheid van ascorbinezuur (E 300) als levensmiddelenadditief opnieuw heeft beoordeeld. De EFSA heeft geconcludeerd dat het gebruik van ascorbinezuur (E 300) als levensmiddelenadditief bij gebruik voor de gerapporteerde doeleinden en in de gerapporteerde gebruiksconcentraties geen veiligheidsrisico inhoudt en dat een in cijfers uitgedrukte aanvaardbare dagelijkse inname (ADI) voor ascorbinezuur en zouten daarvan niet nodig is. Een dergelijke conclusie houdt in dat de stof een zeer gering veiligheidsrisico inhoudt, dat er betrouwbare informatie beschikbaar is over de blootstelling en de toxiciteit, en dat de kans op schadelijke gezondheidseffecten bij mensen bij dosissen die niet leiden tot onevenwichtigheden in de voeding bij dieren gering is (3).

(8)

De veiligheid van citroenzuur (E 330) is in 1990 beoordeeld door het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding, dat de ADI als “niet gespecificeerd” heeft vastgesteld (4). Onder de formulering “niet gespecificeerd” wordt verstaan dat op grond van de beschikbare toxicologische, biochemische en klinische gegevens de totale dagelijkse inname van de stof door het natuurlijke voorkomen daarvan en het gebruik ervan in levensmiddelen in hoeveelheden die nodig zijn om het gewenste technologische effect te bereiken, geen gevaar voor de gezondheid oplevert. In afwachting van de herbeoordeling van citroenzuur (E 330) in het kader van het in Verordening (EU) nr. 257/2010 van de Commissie (5) vastgestelde programma voor de herbeoordeling van levensmiddelenadditieven is de Commissie van mening dat deze veiligheidsbeoordeling een geldige basis voor haar beslissing blijft, om dezelfde redenen waarom zij destijds op basis van de in overweging 5 van die verordening vermelde criteria oordeelde dat citroenzuur (E 330) weinig risico inhield en dat de herbeoordeling ervan geen hoge prioriteit had.

(9)

Aangezien het gebruik van ascorbinezuur (E 300) en citroenzuur (E 330) als antioxidanten op voorverpakte witte groenten die bestemd zijn voor verdere verwerking, met inbegrip van warmtebehandeling, vóór consumptie, geen gevolgen kan hebben voor de gezondheid van de mens, hoeft het advies van de EFSA niet te worden ingewonnen.

(10)

Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(11)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 oktober 2020.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16.

(2)  Verordening (EG) nr. 1331/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 1).

(3)  EFSA Journal 2014;12(6):3697.

(4)  Verslagen van het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding, vijfentwintigste reeks, 1991, blz. 13 (https://ec.europa.eu/food/sites/food/files/safety/docs/sci-com_scf_reports_25.pdf).

(5)  Verordening (EU) nr. 257/2010 van de Commissie van 25 maart 2010 tot vaststelling van een programma voor de herbeoordeling van goedgekeurde levensmiddelenadditieven overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake levensmiddelenadditieven (PB L 80 van 26.3.2010, blz. 19).


BIJLAGE

Bijlage II, deel E, bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 wordt als volgt gewijzigd:

1)   

In levensmiddelencategorie 04.1.2 “Groenten en fruit, geschild, gesneden en geraspt” wordt de vermelding voor ascorbinezuur (E 300) vervangen door:

 

“E 300

Ascorbinezuur

quantum satis

 

alleen voorverpakte gebruiksklare gekoelde onverwerkte groenten en fruit, voorverpakte onverwerkte en geschilde aardappelen en voorverpakte witte groenten die bestemd zijn voor verdere verwerking, met inbegrip van warmtebehandeling, vóór consumptie”

2)   

In levensmiddelencategorie 04.1.2 “Groenten en fruit, geschild, gesneden en geraspt” wordt de vermelding voor citroenzuur (E 330) vervangen door:

 

“E 330

Citroenzuur

quantum satis

 

alleen voorverpakte gebruiksklare gekoelde onverwerkte groenten en fruit, voorverpakte onverwerkte en geschilde aardappelen en voorverpakte witte groenten die bestemd zijn voor verdere verwerking, met inbegrip van warmtebehandeling, vóór consumptie”


Rectificaties

8.10.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 326/14


Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1201 van de Commissie van 14 augustus 2020 betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Xylella fastidiosa (Wells et al.) te voorkomen

( Publicatieblad van de Europese Unie L 269 van 17 augustus 2020 )

Bijlage I, “Lijst van planten waarvan bekend is dat zij vatbaar zijn voor een of meer ondersoorten van het nader omschreven plaagorganisme (“waardplanten”)”:

bladzijde 23:

in plaats van:

Coelorachis cylindrica (Michx.) Nash Coffea”,

lezen:

Coelorachis cylindrica (Michx.) Nash

Coffea”;

bladzijde 26:

in plaats van:

UlexUlmus”,

lezen:

Ulex

Ulmus”.


8.10.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 326/15


Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/683 van de Commissie van 15 april 2020 tot uitvoering van Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de administratieve voorschriften voor de goedkeuring van en het markttoezicht op motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd

( Publicatieblad van de Europese Unie L 163 van 26 mei 2020 )

Bladzijde 153, bijlage VIII, afdeling 0 “Doelstellingen”, onder b):

in plaats van:

“b)

de datum waarop het voertuig is gebouwd;”,

lezen:

“b)

de fabricagedatum van het voertuig;”.

Bladzijde 155, bijlage VIII, aanhangsel, deel I, model A1‐deel 1, punt 0.11, eerste regel:

in plaats van:

“Bouwjaar van het voertuig: …”,

lezen:

“Fabricagedatum van het voertuig: …”.

Bladzijde 156, bijlage VIII, aanhangsel, deel I, model A2‐deel 1, punt 0.11, eerste regel:

in plaats van:

“Bouwjaar van het voertuig: …”,

lezen:

“Fabricagedatum van het voertuig: …”.

Bladzijde 157, bijlage VIII, aanhangsel, deel I, model B‐deel 1, punt 0.11, eerste regel:

in plaats van:

“Bouwjaar van het voertuig: …”,

lezen:

“Fabricagedatum van het voertuig: …”.

Bladzijde 193, bijlage VIII, aanhangsel, deel II, model C1‐deel 1, punt 0.11, eerste regel:

in plaats van:

“Bouwjaar van het voertuig: …”,

lezen:

“Fabricagedatum van het voertuig: …”.

Bladzijde 194, bijlage VIII, aanhangsel, deel II, model C2‐deel 1, punt 0.11, eerste regel:

in plaats van:

“Bouwjaar van het voertuig: …”,

lezen:

“Fabricagedatum van het voertuig: …”.