ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 178

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

63e jaargang
8 juni 2020


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) 2020/747 van de Commissie van 1 juni 2020 tot vaststelling van een sluiting van de visserij op blauwvintonijn in specifieke archipels voor vaartuigen voor ambachtelijke visserij die de vlag van Portugal voeren

1

 

*

Verordening (EU) 2020/748 van de Commissie van 1 juni 2020 tot vaststelling van een sluiting van de visserij op zeeduivel in de gebieden 8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 voor vaartuigen die de vlag van Frankrijk voeren

4

 

*

Verordening (EU) 2020/749 van de Commissie van 4 juni 2020 tot wijziging van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat de maximumgehalten aan residuen van chloraat in of op bepaalde producten betreft ( 1 )

7

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/750 van de Commissie van 5 juni 2020 tot vaststelling van een procedure voor de verlenging van de in Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 vastgestelde overgangsperiode voor de toepassing van het systeem van geregistreerde exporteurs in sommige begunstigde landen van het stelsel van algemene preferenties

21

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

8.6.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 178/1


VERORDENING (EU) 2020/747 VAN DE COMMISSIE

van 1 juni 2020

tot vaststelling van een sluiting van de visserij op blauwvintonijn in specifieke archipels voor vaartuigen voor ambachtelijke visserij die de vlag van Portugal voeren

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een controleregeling van de Unie die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), en met name artikel 36, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) 2020/123 van de Raad (2) zijn quota voor 2020 vastgesteld.

(2)

Uit de door de Commissie ontvangen informatie blijkt dat, gezien de vangsten van blauwvintonijn in specifieke archipels door vaartuigen voor ambachtelijke visserij die de vlag voeren van of geregistreerd zijn in Portugal, het voor 2020 toegewezen quotum is opgebruikt.

(3)

Daarom moeten bepaalde visserijactiviteiten met betrekking tot dat bestand worden verboden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het opgebruiken van het quotum

Het vangstquotum dat voor 2020 is toegewezen aan Portugal voor het in de bijlage vermelde bestand van blauwvintonijn in specifieke archipels, wordt met ingang van de in die bijlage opgenomen datum als opgebruikt beschouwd.

Artikel 2

Verbodsbepalingen

Visserijactiviteiten met betrekking tot het in artikel 1 bedoelde bestand door vaartuigen voor ambachtelijke visserij die de vlag voeren van of geregistreerd zijn in Portugal, zijn met ingang van de in die bijlage opgenomen datum verboden. Het is met name verboden om vis uit dat bestand die na die datum door die vaartuigen voor ambachtelijke visserij is gevangen, aan boord te houden, te verplaatsen, over te laden of aan te landen.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 juni 2020.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Virginijus SINKEVIČIUS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) 2020/123 van de Raad van 27 januari 2020 tot vaststelling, voor 2020, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn (PB L 25 van 30.1.2020, blz. 1).


BIJLAGE

Nr.

06/TQ/123

Lidstaat

Portugal (vaartuigen voor ambachtelijke visserij)

Bestand

BFT/AVARCH

Soort

Blauwvintonijn (Thunnus thynnus)

Gebied

Specifieke archipels in Griekenland (Ionische eilanden), Spanje (Canarische Eilanden) en Portugal (Azoren en Madeira)

Datum van sluiting

15.5.2020


8.6.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 178/4


VERORDENING (EU) 2020/748 VAN DE COMMISSIE

van 1 juni 2020

tot vaststelling van een sluiting van de visserij op zeeduivel in de gebieden 8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 voor vaartuigen die de vlag van Frankrijk voeren

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een controleregeling van de Unie die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), en met name artikel 36, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) 2020/123 van de Raad (2) zijn quota voor 2020 vastgesteld.

(2)

Uit de door de Commissie ontvangen informatie blijkt dat, gezien de vangsten van zeeduivel in de gebieden 8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 door vaartuigen die de vlag voeren van of geregistreerd zijn in Frankrijk, het voor 2020 toegewezen quotum is opgebruikt.

(3)

Daarom moeten bepaalde visserijactiviteiten met betrekking tot dat bestand worden verboden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het opgebruiken van het quotum

Het vangstquotum dat voor 2020 is toegewezen aan Frankrijk voor het in de bijlage vermelde bestand van zeeduivel in de gebieden 8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1, wordt met ingang van de in die bijlage opgenomen datum als opgebruikt beschouwd.

Artikel 2

Verbodsbepalingen

1.   Met ingang van de in de bijlage opgenomen datum is het voor vaartuigen die de vlag voeren van of geregistreerd zijn in Frankijk, verboden te vissen op het in artikel 1 bedoelde bestand. Het is met name verboden naar vis te zoeken en vistuig te water te laten, uit te zetten of op te halen voor het bevissen van dat bestand.

2.   Het blijft toegestaan vis en visserijproducten van vangsten uit dat bestand die vóór die datum door die vaartuigen zijn gevangen, over te laden, aan boord te houden, aan boord te verwerken, over te brengen, te kooien, vet te mesten en aan te landen.

3.   Door die vaartuigen verrichte onbedoelde vangsten van soorten uit dat bestand worden overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3) aan boord van de vissersvaartuigen gebracht en gehouden, geregistreerd, aangeland en in mindering gebracht op de quota.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 juni 2020.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Virginijus SINKEVIČIUS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) 2020/123 van de Raad van 27 januari 2020 tot vaststelling, voor 2020, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn (PB L 25 van 30.1.2020, blz. 1).

(3)  Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).


BIJLAGE

Nr.

05/TQ/123

Lidstaat

Frankrijk

Bestand

ANF/8C3411

Soort

Zeeduivel (Lophiidae)

Gebied

8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

Datum van sluiting

11.5.2020


8.6.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 178/7


VERORDENING (EU) 2020/749 VAN DE COMMISSIE

van 4 juni 2020

tot wijziging van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat de maximumgehalten aan residuen van chloraat in of op bepaalde producten betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 14, lid 1, onder a), en artikel 16, lid 1, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens Beschikking 2008/865/EG van de Commissie (2) zijn alle toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die chloraat bevatten, ingetrokken na de niet-opneming van chloraat in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (3).

(2)

Voor chloraat zijn geen specifieke maximumresidugehalten (MRL’s) vastgesteld en aangezien deze stof niet is opgenomen in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 396/2005, is het standaard-MRL van 0,01 mg/kg momenteel van toepassing op alle levensmiddelen en diervoeders die zijn opgenomen in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 396/2005.

(3)

Afgezien van het gebruik ervan in gewasbeschermingsmiddelen is chloraat ook een stof die wordt gevormd als bijproduct van het gebruik van chloorhoudende ontsmettingsmiddelen in de verwerking van levensmiddelen en drinkwater. Deze toepassingen hebben geleid tot de huidige situatie waarbij levensmiddelen aantoonbare residuen van chloraat bevatten.

(4)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft tussen 2014 en 2018 monitoringgegevens verzameld om de aanwezigheid van residuen van chloraat in levensmiddelen en drinkwater te onderzoeken. Uit die gegevens is gebleken dat residuen van chloraat aanwezig zijn in gehalten die vaak het standaard-MRL van 0,01 mg/kg overschrijden en dat de gehalten variëren naargelang van de bron en het product. Deze bevindingen tonen aan dat het momenteel, zelfs indien goede praktijken worden toegepast, niet mogelijk is om te voldoen aan het huidige MRL van 0,01 mg/kg voor residuen van chloraat.

(5)

De EFSA heeft een wetenschappelijk advies uitgebracht over de risico’s voor de volksgezondheid met betrekking tot de aanwezigheid van chloraat in levensmiddelen (4). In dat advies heeft de EFSA een toelaatbare dagelijkse inname (TDI) van 3 μg/kg lichaamsgewicht per dag vastgesteld en een acute referentiedosis (ARfD) van 36 μg/kg lichaamsgewicht. De EFSA heeft geconcludeerd dat op basis van de in 2014 verzamelde gegevens de acute blootstelling aan chloraat via de voeding de ARfD niet overschreed. De gemiddelde blootstelling aan chloraat via de voeding in de Europese landen overschreed de TDI in bepaalde subgroepen van de bevolking, zoals zuigelingen en jonge kinderen met een licht tot matig jodiumtekort.

(6)

Om de chloraatgehalten omlaag te brengen en de blootstelling te verminderen door middel van een gecoördineerd optreden in verschillende relevante en aanverwante sectoren, is in 2017 door de lidstaten een multidisciplinair actieplan overeengekomen dat bestaat uit een reeks parallel te nemen maatregelen, waaronder maatregelen op het gebied van drinkwater, hygiëne en de vaststelling van tijdelijke maximumresidugehalten voor levensmiddelen en diervoeders.

(7)

Deze verordening heeft betrekking op de vaststelling van tijdelijke maximumgehalten in levensmiddelen. Daartoe werd tussen 2014 en 2018 een grote hoeveelheid gegevens over de aanwezigheid van chloraat verzameld, zowel door de lidstaten als door de exploitanten van levensmiddelenbedrijven. Uit die gegevens blijkt een algemene tendens naar afnemende gehalten, wat erop wijst dat de productiepraktijken in zekere mate reeds zijn verbeterd. In het specifieke geval van chloraat, waarvoor de residuen niet het gevolg zijn van het gebruik van bestrijdingsmiddelen maar van het gebruik van oplossingen op basis van chloor voor de verwerking van levensmiddelen en de behandeling van drinkwater, moeten de maximumgehalten worden vastgesteld op niveaus die “zo laag zijn als redelijkerwijs mogelijk is” (Alara-beginsel — as low as reasonably achievable) door goede productiepraktijken te volgen en er tegelijkertijd voor te zorgen dat goede hygiënische praktijken mogelijk blijven. Deze aanpak waarborgt dat de exploitanten van levensmiddelenbedrijven maatregelen toepassen om chloraat in levensmiddelen zo veel mogelijk te vermijden of het gehalte ervan te verlagen, teneinde de volksgezondheid te beschermen, rekening houdend met de noodzaak om de microbiologische veiligheid van levensmiddelen te waarborgen.

(8)

De tijdelijke MRL’s voor chloraat overeenkomstig het Alara-beginsel zijn gebaseerd op het 95e percentiel van de gegevens over de aanwezigheid van de stof, rekening houdend met het gebruik van volgens de regels behandeld drinkwater in de levensmiddelensector. De tijdelijke MRL’s moeten uiterlijk binnen vijf jaar na de bekendmaking van deze verordening worden herzien in het licht van mogelijke ontwikkelingen op het gebied van hygiëne, drinkwater en de verdere vooruitgang die de exploitanten van levensmiddelenbedrijven hebben geboekt ter verlaging van de gehalten, of telkens wanneer nieuwe informatie en gegevens beschikbaar komen die een vroegere evaluatie zouden rechtvaardigen.

(9)

De Commissie heeft de referentielaboratoria van de Europese Unie geraadpleegd over passende bepaalbaarheidsgrenzen voor residuen van chloraat in bepaalde specifieke grondstoffen.

(10)

Op grond van het wetenschappelijke verslag van de EFSA en rekening houdend met de ter zake relevante factoren voldoen de voorgestelde MRL’s aan de voorschriften van artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 396/2005.

(11)

Verordening (EG) nr. 396/2005 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(12)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

De tijdelijke MRL’s voor chloraat worden uiterlijk op 8 juni 2025 opnieuw geëvalueerd.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 juni 2020.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1.

(2)  Beschikking 2008/865/EG van de Commissie van 10 november 2008 betreffende de niet-opneming van chloraat in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en de intrekking van de toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stof bevatten (PB L 307 van 18.11.2008, blz. 7).

(3)  Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1).

(4)  EFSA (Europese Autoriteit voor voedselveiligheid), 2015. Scientific opinion on the risks for public health related to the presence of chlorate in food. EFSA Journal 2015;13(6):4135, 103 blz.


BIJLAGE

In deel A van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 wordt de volgende kolom voor chloraat toegevoegd:

„Bestrijdingsmiddelenresiduen en maximumresidugehalten (mg/kg)

Codenummer

Groepen en voorbeelden van afzonderlijke producten waarvoor de MRL's gelden (a)

Chloraat (A)

(1)

(2)

(3)

0100000

 

FRUIT, VERS of BEVROREN; NOTEN

 

0110000

 

Citrusvruchten

0,05

0110010

 

Grapefruits/pompelmoezen

 

0110020

 

Sinaasappelen

 

0110030

 

Citroenen

 

0110040

 

Limoenen/lemmetjes

 

0110050

 

Mandarijnen

 

0110990

 

Overige (2)

 

0120000

 

Noten

0,1

0120010

 

Amandelen

 

0120020

 

Paranoten

 

0120030

 

Cashewnoten

 

0120040

 

Kastanjes

 

0120050

 

Kokosnoten

 

0120060

 

Hazelnoten

 

0120070

 

Macadamianoten

 

0120080

 

Pecannoten

 

0120090

 

Pijnboompitten

 

0120100

 

Pistaches

 

0120110

 

Walnoten

 

0120990

 

Overige (2)

 

0130000

 

Pitvruchten

0,05

0130010

 

Appelen

 

0130020

 

Peren

 

0130030

 

Kweeperen

 

0130040

 

Mispels

 

0130050

 

Loquats/Japanse mispels

 

0130990

 

Overige (2)

 

0140000

 

Steenvruchten

0,05

0140010

 

Abrikozen

 

0140020

 

Kersen (zoet)

 

0140030

 

Perziken

 

0140040

 

Pruimen

 

0140990

 

Overige (2)

 

0150000

 

Besvruchten en kleinfruit

0,05

0151000

a)

druiven

 

0151010

 

Tafeldruiven

 

0151020

 

Wijndruiven

 

0152000

b)

aardbeien

 

0153000

c)

rubussoorten

 

0153010

 

Bramen/braambessen

 

0153020

 

Dauwbramen

 

0153030

 

Frambozen (geel en rood)

 

0153990

 

Overige (2)

 

0154000

d)

ander kleinfruit en besvruchten

 

0154010

 

Blauwe bessen

 

0154020

 

Veenbessen

 

0154030

 

Aalbessen (rood, wit en zwart)

 

0154040

 

Kruisbessen (geel, groen en rood)

 

0154050

 

Rozenbottels

 

0154060

 

Moerbeien (wit en zwart)

 

0154070

 

Azaroles/Middellandse Zeemispels

 

0154080

 

Vlierbessen

 

0154990

 

Overige (2)

 

0160000

 

Diverse vruchten met

 

0161000

a)

eetbare schil

 

0161010

 

Dadels

0,3

0161020

 

Vijgen

0,3

0161030

 

Tafelolijven

0,7

0161040

 

Kumquats

0,3

0161050

 

Carambola's

0,3

0161060

 

Kaki's/Japanse persimoenen

0,3

0161070

 

Jambolans/djamblangs

0,3

0161990

 

Overige (2)

0,3

0162000

b)

niet-eetbare schil, klein

0,3

0162010

 

Kiwi's (geel, groen, rood)

 

0162020

 

Lychees

 

0162030

 

Passievruchten/maracuja's

 

0162040

 

Woestijnvijgen/cactusvruchten

 

0162050

 

Sterappelen

 

0162060

 

Noord-Amerikaanse persimoenen

 

0162990

 

Overige (2)

 

0163000

c)

niet-eetbare schil, groot

0,3

0163010

 

Avocado's

 

0163020

 

Bananen

 

0163030

 

Mango's

 

0163040

 

Papaja's

 

0163050

 

Granaatappels

 

0163060

 

Cherimoya's

 

0163070

 

Guaves

 

0163080

 

Ananassen

 

0163090

 

Broodvruchten

 

0163100

 

Doerians

 

0163110

 

Zuurzakken/doerian blanda

 

0163990

 

Overige (2)

 

0200000

 

GROENTEN, VERS of BEVROREN

 

0210000

 

Wortel- en knolgewassen

 

0211000

a)

aardappelen

0,05

0212000

b)

tropische wortel- en knolgewassen

0,05

0212010

 

Cassave/maniok

 

0212020

 

Bataten (zoete aardappelen)

 

0212030

 

Yams

 

0212040

 

Arrowroot/pijlwortel

 

0212990

 

Overige (2)

 

0213000

c)

andere wortel- en knolgewassen, behalve suikerbiet

0,15

0213010

 

Rode bieten

 

0213020

 

Wortels

 

0213030

 

Knolselderij

 

0213040

 

Mierikswortels

 

0213050

 

Aardperen/topinamboers

 

0213060

 

Pastinaken

 

0213070

 

Wortelpeterselie

 

0213080

 

Radijzen

 

0213090

 

Schorseneren

 

0213100

 

Koolrapen

 

0213110

 

Rapen

 

0213990

 

Overige (2)

 

0220000

 

Bolgewassen

 

0220010

 

Knoflook

0,7

0220020

 

Uien

0,5

0220030

 

Sjalotten

0,5

0220040

 

Bosuien/groene uien en stengeluien

0,5

0220990

 

Overige (2)

0,05

0230000

 

Vruchtgroenten

 

0231000

a)

Solanaceae en Malvaceae

 

0231010

 

Tomaten

0,1

0231020

 

Paprika's

0,3

0231030

 

Aubergines

0,4

0231040

 

Okra's, okers

0,1

0231990

 

Overige (2)

0,1

0232000

b)

Cucurbitaceae met eetbare schil

0,2

0232010

 

Komkommers

 

0232020

 

Augurken

 

0232030

 

Courgettes

 

0232990

 

Overige (2)

 

0233000

c)

Cucurbitaceae met niet-eetbare schil

0,08

0233010

 

Meloenen

 

0233020

 

Pompoenen

 

0233030

 

Watermeloenen

 

0233990

 

Overige (2)

 

0234000

d)

suikermais

0,1

0239000

e)

andere vruchtgroenten

0,1

0240000

 

Koolsoorten (met uitzondering van wortels en babyleafgewassen van Brassica)

 

0241000

a)

bloemkoolachtigen

 

0241010

 

Broccoli

0,4

0241020

 

Bloemkolen

0,06

0241990

 

Overige (2)

0,06

0242000

b)

sluitkoolachtigen

0,07

0242010

 

Spruitjes

 

0242020

 

Sluitkolen

 

0242990

 

Overige (2)

 

0243000

c)

bladkoolachtigen

 

0243010

 

Chinese kool/petsai

0,06

0243020

 

Boerenkolen

0,2

0243990

 

Overige (2)

0,06

0244000

d)

koolrabi's

0,06

0250000

 

Bladgroenten, kruiden en eetbare bloemen

0,7

0251000

a)

slasoorten

 

0251010

 

Veldsla

 

0251020

 

Sla

 

0251030

 

Andijvie

 

0251040

 

Tuinkers en andere kiemen en scheuten

 

0251050

 

Winterkers

 

0251060

 

Raketsla/rucola

 

0251070

 

Rode amsoi

 

0251080

 

Babyleafgewassen (met inbegrip van Brassica-soorten)

 

0251990

 

Overige (2)

 

0252000

b)

spinazie en dergelijke bladgroente

 

0252010

 

Spinazie

 

0252020

 

Postelein

 

0252030

 

Snijbiet

 

0252990

 

Overige (2)

 

0253000

c)

druivenbladeren en bladeren van dergelijke soorten

 

0254000

d)

waterkers

 

0255000

e)

witlof/witloof/Brussels lof

 

0256000

f)

kruiden en eetbare bloemen

 

0256010

 

Kervel

 

0256020

 

Bieslook

 

0256030

 

Bladselderij/snijselder

 

0256040

 

Peterselie

 

0256050

 

Salie

 

0256060

 

Rozemarijn

 

0256070

 

Tijm

 

0256080

 

Basilicum en eetbare bloemen

 

0256090

 

Laurierblad

 

0256100

 

Dragon

 

0256990

 

Overige (2)

 

0260000

 

Peulgroenten

0,35

0260010

 

Bonen (met peul)

 

0260020

 

Bonen (zonder peul)

 

0260030

 

Erwten (met peul)

 

0260040

 

Erwten (zonder peul)

 

0260050

 

Linzen

 

0260990

 

Overige (2)

 

0270000

 

Stengelgroenten

0,25

0270010

 

Asperges

 

0270020

 

Kardoenen

 

0270030

 

Bleekselderij

 

0270040

 

Knolvenkel

 

0270050

 

Artisjokken

 

0270060

 

Preien

 

0270070

 

Rabarber

 

0270080

 

Bamboescheuten

 

0270090

 

Palmharten

 

0270990

 

Overige (2)

 

0280000

 

Paddenstoelen, mossen en korstmossen

 

0280010

 

Gekweekte paddenstoelen

0,7

0280020

 

Wilde paddenstoelen

0,7

0280990

 

Mossen en korstmossen

0,05

0290000

 

Algen en prokaryote organismen

0,05

0300000

 

PEULVRUCHTEN

0,35

0300010

 

Bonen

 

0300020

 

Linzen

 

0300030

 

Erwten

 

0300040

 

Lupinen/lupinebonen

 

0300990

 

Overige (2)

 

0400000

 

OLIEHOUDENDE ZADEN EN VRUCHTEN

 

0401000

 

Oliehoudende zaden

0,05

0401010

 

Lijnzaad

 

0401020

 

Pinda's/aardnoten

 

0401030

 

Papaverzaad/maanzaad

 

0401040

 

Sesamzaad

 

0401050

 

Zonnebloemzaad

 

0401060

 

Koolzaad

 

0401070

 

Sojabonen

 

0401080

 

Mosterdzaad

 

0401090

 

Katoenzaad

 

0401100

 

Pompoenzaad

 

0401110

 

Saffloerzaad

 

0401120

 

Bernagiezaad

 

0401130

 

Huttentutzaad

 

0401140

 

Hennepzaad

 

0401150

 

Wonderbonen

 

0401990

 

Overige (2)

 

0402000

 

Oliehoudende vruchten

0,7

0402010

 

Olijven voor oliewinning

 

0402020

 

Palmpitten

 

0402030

 

Palmvruchten

 

0402040

 

Kapok

 

0402990

 

Overige (2)

 

0500000

 

GRANEN

0,05

0500010

 

Gerst

 

0500020

 

Boekweit en andere pseudogranen

 

0500030

 

Mais

 

0500040

 

Gierst/pluimgierst

 

0500050

 

Haver

 

0500060

 

Rijst

 

0500070

 

Rogge

 

0500080

 

Sorghum

 

0500090

 

Tarwe

 

0500990

 

Overige (2)

 

0600000

 

THEE, KOFFIE, KRUIDENTHEE, CACAO EN CAROB

0,05

0610000

 

Thee

 

0620000

 

Koffiebonen

 

0630000

 

Kruidenthee van

 

0631000

a)

bloemen

 

0631010

 

Kamille

 

0631020

 

Hibiscus/roselle

 

0631030

 

Roos

 

0631040

 

Jasmijn

 

0631050

 

Lindebloesem

 

0631990

 

Overige (2)

 

0632000

b)

bladeren en kruiden

 

0632010

 

Aardbei

 

0632020

 

Rooibos

 

0632030

 

Maté

 

0632990

 

Overige (2)

 

0633000

c)

wortels

 

0633010

 

Valeriaan

 

0633020

 

Ginseng

 

0633990

 

Overige (2)

 

0639000

d)

alle andere delen van de plant

 

0640000

 

Cacaobonen

 

0650000

 

Carob/johannesbrood

 

0700000

 

HOP

0,05

0800000

 

SPECERIJEN

 

0810000

 

Als specerij gebruikte zaden

0,07

0810010

 

Anijs

 

0810020

 

Zwarte komijn

 

0810030

 

Selderij

 

0810040

 

Koriander

 

0810050

 

Komijn

 

0810060

 

Dille

 

0810070

 

Venkel

 

0810080

 

Fenegriek

 

0810090

 

Nootmuskaat

 

0810990

 

Overige (2)

 

0820000

 

Als specerij gebruikte vruchten

0,07

0820010

 

Piment

 

0820020

 

Szechuanpeper/anijspeper

 

0820030

 

Karwij

 

0820040

 

Kardemom

 

0820050

 

Jeneverbes

 

0820060

 

Peperkorrel (groen, wit en zwart)

 

0820070

 

Vanille

 

0820080

 

Tamarinde

 

0820990

 

Overige (2)

 

0830000

 

Als specerij gebruikte bast

0,07

0830010

 

Kaneel

 

0830990

 

Overige (2)

 

0840000

 

Als specerij gebruikte wortels en wortelstokken

 

0840010

 

Zoethout

0,07

0840020

 

Gember (10)

 

0840030

 

Geelwortel/kurkuma/koenjit

0,07

0840040

 

Mierikswortel (11)

 

0840990

 

Overige (2)

0,07

0850000

 

Als specerij gebruikte knoppen

0,07

0850010

 

Kruidnagels

 

0850020

 

Kappertjes

 

0850990

 

Overige (2)

 

0860000

 

Als specerij gebruikte stampers

0,07

0860010

 

Saffraan

 

0860990

 

Overige (2)

 

0870000

 

Als specerij gebruikte zaadrokken

0,07

0870010

 

Foelie

 

0870990

 

Overige (2)

 

0900000

 

SUIKERGEWASSEN

0,05

0900010

 

Suikerbiet

 

0900020

 

Suikerriet

 

0900030

 

Wortelcichorei

 

0900990

 

Overige (2)

 

1000000

 

PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG - LANDDIEREN

 

1010000

 

Producten afkomstig van

 

1011000

a)

varkens

 

1011010

 

Spier

0,05

1011020

 

Vet

0,1*

1011030

 

Lever

0,05

1011040

 

Nier

0,05

1011050

 

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,05

1011990

 

Overige (2)

0,05

1012000

b)

runderen

 

1012010

 

Spier

0,05

1012020

 

Vet

0,1*

1012030

 

Lever

0,05

1012040

 

Nier

0,05

1012050

 

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,05

1012990

 

Overige (2)

0,05

1013000

c)

schapen

 

1013010

 

Spier

0,05

1013020

 

Vet

0,1*

1013030

 

Lever

0,05

1013040

 

Nier

0,05

1013050

 

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,05

1013990

 

Overige (2)

0,05

1014000

d)

geiten

 

1014010

 

Spier

0,05

1014020

 

Vet

0,1*

1014030

 

Lever

0,05

1014040

 

Nier

0,05

1014050

 

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,05

1014990

 

Overige (2)

0,05

1015000

e)

paardachtigen

 

1015010

 

Spier

0,05

1015020

 

Vet

0,1*

1015030

 

Lever

0,05

1015040

 

Nier

0,05

1015050

 

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,05

1015990

 

Overige (2)

0,05

1016000

f)

pluimvee

 

1016010

 

Spier

0,05

1016020

 

Vet

0,1*

1016030

 

Lever

0,05

1016040

 

Nier

0,05

1016050

 

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,05

1016990

 

Overige (2)

0,05

1017000

g)

andere gekweekte landdieren

 

1017010

 

Spier

0,05

1017020

 

Vet

0,1*

1017030

 

Lever

0,05

1017040

 

Nier

0,05

1017050

 

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,05

1017990

 

Overige (2)

0,05

1020000

 

Melk

0,1

1020010

 

Runderen

(+)

1020020

 

Schapen

(+)

1020030

 

Geiten

(+)

1020040

 

Paarden

(+)

1020990

 

Overige (2)

 

1030000

 

Vogeleieren

0,05

1030010

 

Kippen

 

1030020

 

Eenden

 

1030030

 

Ganzen

 

1030040

 

Kwartels

 

1030990

 

Overige (2)

 

1040000

 

Honing en andere producten van de bijenteelt (7)

0,05*

1050000

 

Amfibieën en reptielen

0,05

1060000

 

Ongewervelde landdieren

0,05

1070000

 

In het wild levende gewervelde landdieren

0,05

1100000

 

PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG - VIS, VISPRODUCTEN EN ANDERE PRODUCTEN VAN ZOUT- EN ZOETWATERDIEREN (8)

 

1200000

 

UITSLUITEND VOOR DIERVOEDER GEBRUIKTE PRODUCTEN OF DELEN VAN PRODUCTEN (8)

 

1300000

 

VERWERKTE VOEDINGSMIDDELEN (9)

 

(*)

Bepaalbaarheidsgrens

(a)

Voor de volledige lijst van producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor de MRL's gelden, zie bijlage I.

Chloraat (A)

(A)

Om rekening te houden met de specifieke situatie van chloraatresiduen in verwerkte voedingsmiddelen (voor de toepassing van deze verordening: met inbegrip van levensmiddelen die zijn afgeleid aan de hand van de in artikel 2, lid 1, onder n), van Verordening (EG) nr. 852/2004 genoemde processen) die in contact zijn geweest met producten die chloraatresiduen of ingrediënten met dergelijke residuen bevatten zoals in overeenstemming met de respectieve wettelijke voorschriften gebruikte technische hulpstoffen of drinkwater, moeten deze bijkomende chloraatresiduen in aanmerking worden genomen bij de bepaling van het toegestane gehalte aan residuen van chloraat in of op de verwerkte voedingsmiddelen overeenkomstig artikel 20, lid 1, van deze verordening. De bewijslast betreffende het gehalte van deze bijkomende residuen ligt bij de exploitant van het levensmiddelen- of diervoederbedrijf.

(+)

Omvat rauwe melk, warmtebehandelde melk en melk voor de bereiding van producten op basis van melk als omschreven in Verordening (EU) nr. 1308/2013. Het MRL geldt voor gebruiksklare melk (als zodanig verkocht of na oplossen volgens de instructies van de fabrikant)

1020010 Runderen

(+)

Omvat rauwe melk, warmtebehandelde melk en melk voor producten op basis van melk Het MRL geldt voor gebruiksklare melk (als zodanig verkocht of na oplossen volgens de instructies van de fabrikant)

1020020 Schapen

1020030 Geiten

1020040 Paarden”


8.6.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 178/21


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/750 VAN DE COMMISSIE

van 5 juni 2020

tot vaststelling van een procedure voor de verlenging van de in Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 vastgestelde overgangsperiode voor de toepassing van het systeem van geregistreerde exporteurs in sommige begunstigde landen van het stelsel van algemene preferenties

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (1), en met name artikel 66, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie (2) bevat de in artikel 64, lid 1, van Verordening (EU) nr. 952/2013 bedoelde procedureregels die de vaststelling in de Unie van de preferentiële oorsprong van goederen vergemakkelijken, met inbegrip van de procedurele oorsprongsregels voor de toepassing van het stelsel van algemene tariefpreferenties (hierna “SAP” genoemd) van de Unie.

(2)

Krachtens artikel 79, lid 4, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 moeten alle SAP-begunstigde landen het systeem van geregistreerde exporteurs (hierna “het REX-systeem” genoemd) uiterlijk vanaf 30 juni 2020 toepassen voor de certificering van de preferentiële oorsprong in het kader van het SAP. Na die datum mogen de bevoegde autoriteiten van deze landen geen certificaten van oorsprong, formulier A, meer afgeven.

(3)

Om de verspreiding van het coronavirus COVID-19, dat op 11 maart 2020 door de Wereldgezondheidsorganisatie tot pandemie werd uitgeroepen, te beperken, is een reeks ongeziene maatregelen ingevoerd, met name maatregelen betreffende beperking en sociale onthouding. Deze maatregelen hebben ook gevolgen gehad voor het personeel van ondernemingen en overheden in SAP-begunstigde landen dat betrokken is bij het beheer van de SAP-oorsprongsprocedures en de instelling en exploitatie van het REX-systeem, hetgeen een negatief effect heeft gehad op de reguliere werkprocedures, de productie en de handel.

(4)

In het besef van de gevolgen voor handelspartners hebben de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid plannen voor een robuuste en gerichte respons van de Unie uitgestippeld ter ondersteuning van de inspanningen van de partnerlanden om de COVID-19-pandemie aan te pakken. Die plannen zijn opgenomen in een gezamenlijke mededeling over de wereldwijde reactie van de EU op COVID-19 (3).

(5)

Vanwege de COVID-19-pandemie ondervinden sommige van de SAP-begunstigde landen ernstige moeilijkheden om de termijn van 30 juni 2020 voor de toepassing van het REX-systeem in acht te nemen. Begunstigde landen waarin het REX-systeem niet kon worden uitgerold of gebruikt vanwege de pandemie, moeten gebruik kunnen maken van een verlenging van de overgangsperiode.

(6)

Aangezien een dergelijke verlenging een uitzonderlijke maatregel zou zijn die een afwijking betekent van de maximale duur van de in Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 vastgestelde overgangsperiode, moet het begunstigde land de kennisgeving van de behoefte aan verlenging vergezeld doen gaan van een degelijke motivering van de noodzaak om de overgangsperiode te verlengen, alsook van een werkplan waarin wordt aangegeven hoe het land het REX-systeem volledig zal toepassen aan het einde van de geplande verlengde overgangsperiode. Indien de overgangsperiode voor de toepassing van het REX-systeem wordt verlengd, moet die verlenging om diezelfde redenen van beperkte duur zijn.

(7)

Er moet een rapportagemechanisme worden ingesteld om ervoor te zorgen dat de begunstigde landen waarvoor de overgangsperiode is verlengd hun voorbereidingen voor de toepassing van het REX-systeem voortzetten teneinde aan de nieuwe termijn te voldoen.

(8)

Gezien de moeilijkheden die bepaalde begunstigde landen ten gevolge van de COVID-19-pandemie ondervinden bij het nakomen van hun verplichtingen, dient deze verordening met spoed in werking te treden.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité Douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

(1)   In afwijking van artikel 79, lid 4, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 kan een begunstigd land van het stelsel van algemene preferenties dat, als gevolg van de COVID-19-pandemie, moeilijkheden ondervindt om de in de artikelen 70 en 72 van die uitvoeringsverordening vastgestelde verplichtingen na te komen of om het proces van registratie van zijn exporteurs uiterlijk op 30 juni 2020 te voltooien, kennis geven van de noodzaak van verlenging van de overgangsperiode voor de toepassing van het REX-systeem.

(2)   De in lid 1 bedoelde kennisgeving wordt uiterlijk op 15 juli 2020 schriftelijk bij de Commissie ingediend. In de kennisgeving wordt toegelicht waarom een verlenging van de overgangsperiode in verband met de COVID-19-pandemie noodzakelijk is. Bij de kennisgeving wordt een werkplan gevoegd met gedetailleerde informatie over de wijze waarop het kennisgevende land voornemens is het REX-systeem uiterlijk op 31 december 2020 volledig toe te passen.

(3)   Wanneer de overeenkomstig lid 1 gedane kennisgeving voltooid is, wordt de overgangsperiode voor de toepassing van het REX-systeem door het betrokken begunstigde land verlengd tot 31 december 2020.

(4)   De Commissie publiceert op haar website een lijst van de begunstigde landen waarvoor de overgangsperiode is verlengd.

(5)   Tot 31 december 2020 blijven de bevoegde autoriteiten van een begunstigd land waarvoor de overgangsperiode overeenkomstig de leden 1 tot en met 4 is verlengd, certificaten van oorsprong, formulier A, afgeven op verzoek van exporteurs die nog niet zijn geregistreerd op het ogenblik van de aanvraag van het certificaat.

Artikel 2

Elk begunstigd land waarvoor de overgangsperiode overeenkomstig artikel 1 is verlengd, dient uiterlijk op 30 september 2020 bij de Commissie een verslag in waarin de voortgang bij de uitvoering van het in artikel 1, lid 2, bedoelde werkplan wordt beschreven, en waarin wordt ingegaan op alle corrigerende maatregelen die nodig zijn om te voldoen aan de termijn van 31 december 2020 voor de toepassing van het REX-systeem.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 5 juni 2020.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).

(3)  JOIN(2020) 11 final, Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Mededeling over de wereldwijde EU-respons op COVID-19.