ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 077I

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

63e jaargang
15 maart 2020


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/402 van de Commissie van 14 Maart 2020 tot onderwerping van de uitvoer van bepaalde producten aan de overlegging van een uitvoervergunning

1

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

15.3.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

LI 77/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/402 VAN DE COMMISSIE

van 14 Maart 2020

tot onderwerping van de uitvoer van bepaalde producten aan de overlegging van een uitvoervergunning

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2015/479 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de uitvoer (1), en met name artikel 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Sinds het uitbreken van de epidemiologische crisis veroorzaakt door het coronavirus SARS-CoV-2, heeft de met dat virus verbonden ziekte, COVID-19, zich snel over de hele wereld verspreid en ook het grondgebied van de Unie bereikt. Op basis van de waarschijnlijkheid van transmissie en de gevolgen van de ziekte wordt het risico in verband met COVID-19-infecties voor mensen in de Unie volgens het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding momenteel als matig tot hoog beschouwd. Het virus verspreidt zich snel binnen de Unie en kan een enorme impact hebben op de volksgezondheid, met een hoog sterftecijfer in risicogroepen en aanzienlijke economische en maatschappelijke ontwrichting.

(2)

In dit verband is de behoefte aan persoonlijke beschermingsmiddelen zoals beschreven in bijlage 1 reeds aanzienlijk toegenomen. Gezien de aard van de producten en de huidige omstandigheden zijn dit soort beschermingsmiddelen essentiële goederen, aangezien zij noodzakelijk zijn om verdere verspreiding van de ziekte te voorkomen en de gezondheid te waarborgen van medisch personeel dat besmette patiënten behandelt.

(3)

Overeenkomstig de conclusies van de Raad van ministers van Volksgezondheid van 13 februari 2020 is in het kader van de gezamenlijke aanbestedingsovereenkomst voor medische tegenmaatregelen een aanbestedingsprocedure voor persoonlijke beschermingsmiddelen gestart. Volgens een indicatief tijdschema en afhankelijk van de situatie op de markt zal deze begin april of later kunnen worden afgerond.

(4)

De vraag naar medische persoonlijke beschermingsmiddelen is de afgelopen dagen sterk gestegen en zal naar verwachting in de nabije toekomst nog aanzienlijk toenemen, zodat in verschillende lidstaten tekorten ontstaan. Op de hele eengemaakte markt van de EU komen knelpunten voor om te voldoen aan de vraag van klanten naar de betrokken persoonlijke beschermingsmiddelen, met name mondbeschermingsmaskers. Momenteel wordt er aan gewerkt om de productiecapaciteit te verhogen. Afhankelijk van hoe de situatie zich ontwikkelt, kan dit zo nodig worden meegenomen in de evaluatie van de maatregel.

(5)

De productie van persoonlijke beschermingsmiddelen zoals mondbeschermingsmaskers in de Unie is momenteel geconcentreerd in een beperkt aantal lidstaten, namelijk Duitsland, Frankrijk, Polen en Tsjechië. Ondanks het feit dat het opvoeren van de productie wordt aangemoedigd, zullen het huidige productieniveau in de Unie en de bestaande voorraden niet volstaan om aan de vraag in de Unie te voldoen. Dit komt met name doordat de vraag als gevolg van de epidemie stijgt en de persoonlijke beschermingsmiddelen zonder enige beperking naar andere delen van de wereld kunnen worden uitgevoerd.

(6)

Sommige derde landen hebben al officieel besloten de uitvoer van persoonlijke beschermingsmiddelen te beperken. Andere hebben soortgelijke maatregelen op een meer informele basis genomen. Sommige van deze landen zijn ook traditionele leveranciers op de markt van de Unie, wat de markt van de Unie verder onder druk zet.

(7)

Om een crisistoestand te ondervangen en te voorkomen, is het in het belang van de Unie dat de Commissie onmiddellijk een actie van beperkte duur onderneemt om ervoor te zorgen dat voor de uitvoer van persoonlijke beschermingsmiddelen een vergunning vereist is om de toereikendheid van het aanbod in de Unie te waarborgen en zo aan de essentiële vraag te kunnen voldoen.

(8)

De uitvoer van bepaalde hoeveelheden specifieke producten kan worden toegestaan onder specifieke omstandigheden, bijvoorbeeld om de bijstand aan derde landen te waarborgen, en afhankelijk van de behoeften van de lidstaten. Tijdens de duur van deze tijdelijke maatregelen moeten de administratieve regelingen voor deze vergunningen aan het oordeel van de lidstaten worden overgelaten.

(9)

In de Unie is er sprake van essentiële behoeften aan persoonlijke beschermingsmiddelen in verband met ziekenhuizen, patiënten, werkers in relevante sectoren en autoriteiten voor civiele bescherming. Dergelijke essentiële behoeften worden voortdurend gemonitord via het Uniemechanisme voor civiele bescherming.

(10)

Deze maatregel is momenteel van toepassing op persoonlijke beschermingsmiddelen zoals beschreven in bijlage 1, maar het kan in een later stadium nodig zijn de reikwijdte van de bijlage en de producten die onder deze verordening vallen te herzien.

(11)

Gezien de urgentie van de situatie, die wordt gerechtvaardigd door de snelle verspreiding van de COVID-19-infectie, moeten de in deze verordening vervatte maatregelen worden genomen overeenkomstig artikel 3, lid 3, van Verordening (EU) 2015/479.

(12)

Om te voorkomen dat voorraden om speculatieve redenen worden verminderd, moet deze uitvoeringsverordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan. Overeenkomstig artikel 5, lid 5, van Verordening (EU) 2015/479 hebben deze maatregelen een duur van zes weken,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoervergunning

1.   Voor de uitvoer uit de Unie van de in bijlage I vermelde persoonlijke beschermingsmiddelen, ongeacht of deze van oorsprong zijn uit de Unie, is een uitvoervergunning vereist die is opgesteld overeenkomstig het formulier in bijlage II. Een dergelijke vergunning wordt afgegeven door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de exporteur gevestigd is en wordt schriftelijk of langs elektronische weg afgegeven.

2.   Zonder overlegging van een dergelijke uitvoervergunning is de uitvoer verboden.

Artikel 2

Procedurele aspecten

1.   Als de beschermingsmiddelen zich bevinden in een of meer andere lidstaten dan die waar de aanvraag tot uitvoervergunning wordt ingediend, wordt dit feit in de aanvraag vermeld. De bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de aanvraag wordt ingediend, treden onverwijld in overleg met de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat of lidstaten en verstrekken alle ter zake doende informatie. Eventuele bezwaren tegen de afgifte van een dergelijke vergunning worden door de geraadpleegde lidstaat of lidstaten binnen tien werkdagen kenbaar gemaakt; deze bezwaren zijn bindend voor de lidstaat waar de vergunning is aangevraagd.

2.   De lidstaten behandelen aanvragen voor een uitvoervergunning binnen een volgens de nationale wetgeving of op grond van de nationale praktijk te bepalen termijn die niet langer mag zijn dan vijf werkdagen vanaf de dag waarop alle vereiste informatie aan de bevoegde autoriteiten is verstrekt. In uitzonderlijke omstandigheden en om naar behoren gemotiveerde redenen kan deze termijn met vijf werkdagen worden verlengd.

3.   Bij hun besluit over het al dan niet afgeven van een uitvoervergunning uit hoofde van deze verordening houden de lidstaten rekening met alle relevante overwegingen, waaronder, in voorkomend geval, de vraag of de uitvoer bijvoorbeeld dient:

om te voldoen aan leveringsverplichtingen in het kader van een gezamenlijke aanbestedingsprocedure overeenkomstig artikel 5 van Besluit nr. 1082/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 over ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid; (2)

ter ondersteuning van gezamenlijke steunmaatregelen die worden gecoördineerd door de geïntegreerde EU-regeling politieke crisisrespons (IPCR), de Europese Commissie of andere instellingen van de Unie;

om te voldoen aan verzoeken om bijstand die zijn gericht aan en worden behandeld door het Uniemechanisme voor civiele bescherming, derde landen of internationale organisaties;

ter ondersteuning van de statutaire activiteiten van hulporganisaties in het buitenland die bescherming genieten uit hoofde van het Verdrag van Genève, voor zover zij geen afbreuk doen aan het vermogen om als nationale hulporganisatie te werken;

ter ondersteuning van de activiteiten van het Global Outbreak Alert & Response-netwerk (GOARN) van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO);

om te leveren aan buitenlandse operaties van EU-lidstaten, waaronder militaire operaties, internationale politiemissies en/of civiele internationale vredeshandhavingsmissies;

om te leveren aan delegaties van de EU en van de lidstaten in het buitenland.

4.   De lidstaten kunnen besluiten elektronische documenten te gebruiken voor de behandeling van aanvragen voor een uitvoervergunning.

Artikel 3

Slotbepalingen

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie en is gedurende een periode van zes weken van toepassing. Na afloop van deze periode van zes weken wordt de toepassing ervan automatisch stopgezet.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 14 Maart 2020

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 83 van 27.3.2015, blz. 34.

(2)  PB L 293 van 5.11.2013, blz. 1.


BIJLAGE I

Beschermingsmiddelen

De in deze bijlage opgenomen beschermingsmiddelen zijn in overeenstemming met de bepalingen van Verordening (EU) 2016/425 (1).

Categorie

Omschrijving

GN-codes

Beschermende corrigerende brillen en contactlenzen

Bescherming tegen mogelijk besmettelijk materiaal

De ogen en de zone daarrond omsluitend

Compatibel met verschillende modellen maskers met de aanduiding “filtering face piece” (FFP, filterend gelaatstuk) en mond- en neusmaskers

Transparante lens

Herbruikbaar (kan worden gereinigd en ontsmet) of voor eenmalig gebruik

ex 9004 90 10

ex 9004 90 90

Gelaatschermen

Beschermingsmiddelen voor het aangezicht en de bijbehorende slijmvliezen (bv.: ogen, neus, mond) tegen mogelijk besmettelijk materiaal

Met een vizier van doorzichtig materiaal

Omvat gewoonlijk bevestigingen om het beschermingsmiddel vast te maken rond het gezicht (bv.: banden, brillenarmen)

Kan mond- en neusbeschermingsmiddelen omvatten, zoals hieronder beschreven

Herbruikbaar (kan worden gereinigd en ontsmet) of voor eenmalig gebruik

ex 3926 90 97

ex 9020 00 00

Mond- en neusbeschermingsmiddelen

Maskers ter bescherming van de gebruiker tegen mogelijk besmettelijk materiaal en ter bescherming van de omgeving tegen door de gebruiker verspreid, mogelijk besmettelijk materiaal

Kan een gelaatscherm omvatten, zoals hierboven beschreven

Al dan niet voorzien van een vervangbare filter

ex 6307 90 98

ex 9020 00 00

Beschermende kleding

Kleding (bv. gewaad, pak) ter bescherming van de gebruiker tegen mogelijk besmettelijk materiaal en ter bescherming van de omgeving tegen door de gebruiker verspreid, mogelijk besmettelijk materiaal

ex 3926 20 00

ex 4015 90 00

ex 6113 00

ex 6114

ex 6210 10 10

6210 10 92

ex 6210 10 98

ex 6210 20 00

ex 6210 30 00

ex 6210 40 00

ex 6210 50 00

ex 6211 32 10

ex 6211 32 90

ex 6211 33 10

ex 6211 33 90

ex 6211 39 00

ex 6211 42 10

ex 6211 42 90

ex 6211 43 10

ex 6211 43 90

ex 6211 49 00

ex 9020 00 00

Handschoenen

Handschoenen ter bescherming van de gebruiker tegen mogelijk besmettelijk materiaal en voor de bescherming van de omgeving tegen door de gebruiker verspreid, mogelijk besmettelijk materiaal

ex 3926 20 00

4015 11 00

ex 4015 19 00

ex 6116 10 20

ex 6116 10 80

ex 6216 00 00


(1)  Verordening (EU) 2016/425 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen en tot intrekking van Richtlijn 89/686/EEG van de Raad (PB L 81 van 31.3.2016, blz. 51).


BIJLAGE II

Model voor het in artikel 1 bedoelde formulier voor een uitvoervergunning

Bij afgifte van een uitvoervergunning moeten de lidstaten ervoor zorgen dat de aard van de vergunning goed zichtbaar is op het afgegeven formulier. Dit is een uitvoervergunning die in alle lidstaten van de Europese Unie geldig is tot de vervaldatum.

EUROPESE UNIE

Uitvoer van persoonlijke beschermingsmiddelen (Verordening (EU) 2020/402)

1.

Exporteur

(EORI-nummer indien van toepassing)

2.

Nummer van de vergunning

3.

Vervaldatum

4.

Autoriteit van afgifte

5.

Land van bestemming

6.

Eindontvanger

7.

Goederencode

8.

Hoeveelheid

9.

Eenheid

10.

Omschrijving van de goederen

11.

Locatie

7.

Goederencode

8.

Hoeveelheid

9.

Eenheid

10.

Omschrijving van de goederen

11.

Locatie

7.

Goederencode

8.

Hoeveelheid

9.

Eenheid

10.

Omschrijving van de goederen

11.

Locatie

7.

Goederencode

8.

Hoeveelheid

9.

Eenheid

10.

Omschrijving van de goederen

11.

Locatie

12.

Handtekening, plaats en datum, stempel

Toelichting bij het formulier voor een uitvoervergunning

Het invullen van alle vakken is verplicht, tenzij anders vermeld.

De vakken 7 tot en met 11 worden vier keer herhaald zodat een vergunning voor vier verschillende producten kan worden aangevraagd.

Vak 1

Exporteur

Volledige naam en adres van de exporteur voor wie de vergunning wordt afgegeven + EORI-nummer, indien van toepassing.

Vak 2

Nummer van de vergunning

Het nummer van de vergunning wordt ingevuld door de autoriteit die de uitvoervergunning afgeeft en heeft het volgende formaat: XXyyyy999999, waarbij XX de tweeletterige geonomenclatuurcode (1) van de lidstaat van afgifte is, yyyy het viercijferige jaar van afgifte van de vergunning, en 999999 een zescijferig nummer dat uniek is binnen XXyyyy en door de autoriteit van afgifte wordt toegekend.

Vak 3

Vervaldatum

De autoriteit van afgifte kan een vervaldatum voor de vergunning vaststellen. Deze vervaldatum kan niet later zijn dan 6 weken na de inwerkingtreding van deze verordening.

Indien de autoriteit van afgifte geen vervaldatum vaststelt, verstrijkt de vergunning uiterlijk 6 weken na de inwerkingtreding van deze verordening.

Vak 4

Autoriteit van afgifte

Volledige naam en adres van de autoriteit van de lidstaat die de uitvoervergunning heeft afgegeven.

Vak 5

Land van bestemming

Tweeletterige geonomenclatuurcode van het land van bestemming van de goederen waarvoor de vergunning wordt afgegeven.

Vak 6

Eindontvanger

Volledige naam en adres van de eindontvanger van de goederen, indien gekend op het moment van afgifte + EORI-nummer, indien van toepassing. Indien de eindontvanger op het moment van afgifte niet bekend is, wordt het veld leeg gelaten.

Vak 7

Goederencode

De numerieke code van het geharmoniseerd systeem of van de gecombineerde nomenclatuur (2) waaronder de goederen voor de uitvoer bij afgifte van de vergunning zijn ingedeeld.

Vak 8

Hoeveelheid

De hoeveelheid goederen, gemeten in de in vak 9 opgegeven eenheid.

Vak 9

Eenheid

De meeteenheid waarin de in vak 8 vermelde hoeveelheid is uitgedrukt. De te gebruiken eenheden zijn “p/st” voor goederen die per aantal stuks worden geteld (bv. maskers) en “pa” voor goederen die per paar worden geteld (bv. handschoenen).

Vak 10

Omschrijving van de goederen

Omschrijving in alledaags taalgebruik, voldoende nauwkeurig om de goederen te kunnen identificeren.

Vak 11

Locatie

De geonomenclatuurcode van de lidstaat waar de goederen zich bevinden. Indien de goederen zich in de lidstaat van de autoriteit van afgifte bevinden, moet dit vak leeg worden gelaten.

Vak 12

Handtekening, stempel, plaats en datum

De handtekening en de stempel van de autoriteit van afgifte. De plaats en de datum van afgifte van de vergunning.


(1)  Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7).

(2)  Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).