ISSN 1977-0758 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 20 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
63e jaargang |
Inhoud |
|
II Niet-wetgevingshandelingen |
Bladzijde |
|
|
BESLUITEN |
|
|
* |
||
|
* |
||
|
|
REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING |
|
|
* |
Gedragscode voor de Leden van het Europees Comité van de Regio’s |
|
|
Rectificaties |
|
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
BESLUITEN
24.1.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 20/1 |
BESLUIT (EU) 2020/101 VAN DE RAAD
van 20 januari 2020
tot benoeming van een lid van het Comité van de Regio’s, voorgedragen door de Republiek Polen
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 305,
Gezien de voordracht van de Poolse regering,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 26 januari 2015, 5 februari 2015 en 23 juni 2015 heeft de Raad de Besluiten (EU) 2015/116 (1), (EU) 2015/190 (2) en (EU) 2015/994 (3) houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 vastgesteld. |
(2) |
In het Comité van de Regio’s is een zetel van lid vrijgekomen vanwege het einde van de ambtstermijn van de heer Marek OLSZEWSKI, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In het Comité van de Regio’s wordt voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2020, tot lid benoemd:
— |
de heer Krzysztof IWANIUK, Wójt Gminy Terespol. |
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 20 januari 2020.
Voor de Raad
De voorzitter
J. BORRELL FONTELLES
(1) Besluit (EU) 2015/116 van de Raad van 26 januari 2015 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 (PB L 20 van 27.1.2015, blz. 42).
(2) Besluit (EU) 2015/190 van de Raad van 5 februari 2015 tot benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 (PB L 31 van 7.2.2015, blz. 25).
(3) Besluit (EU) 2015/994 van de Raad van 23 juni 2015 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 (PB L 159 van 25.6.2015, blz. 70).
24.1.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 20/2 |
BESLUIT (EU) 2020/102 VAN DE RAAD
van 20 januari 2020
houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2020 tot en met 25 januari 2025
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 300, lid 3, en artikel 305,
Gezien Besluit (EU) 2019/852 van de Raad van 21 mei 2019 ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's (1),
Gezien de voordrachten van de lidstaten,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Artikel 300, lid 3, van het Verdrag bepaalt dat het Comité van de Regio's bestaat uit vertegenwoordigers van de regionale en lokale gemeenschappen die in een regionaal of lokaal lichaam gekozen zijn of politiek verantwoording verschuldigd zijn aan een gekozen vergadering. |
(2) |
Artikel 305 van het Verdrag stelt dat de leden van het Comité van de Regio's, alsmede een gelijk aantal plaatsvervangers, voor vijf jaar door de Raad worden benoemd, overeenkomstig de voordrachten van de lidstaten. |
(3) |
De ambtstermijn van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s verstrijkt op 25 januari 2020; er dienen derhalve nieuwe leden en plaatsvervangers te worden benoemd. |
(4) |
Op 10 december 2019 heeft de Raad Besluit (EU) 2019/2157 (2) vastgesteld. Bij dat besluit zijn voor de periode van 26 januari 2020 tot en met 25 januari 2025 de leden en plaatsvervangers benoemd die zijn voorgedragen door de Tsjechische, de Deense, de Estse, de Cypriotische, de Letse, de Luxemburgse, de Nederlandse, de Oostenrijkse, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse en de Zweedse regering. Bij Besluit (EU) 2019/2157 zijn voor dezelfde periode eveneens benoemd de 3 leden die door de Belgische regering zijn voorgedragen, de 21 leden en 20 plaatsvervangers die door de Duitse regering zijn voorgedragen, de 16 leden en 16 plaatsvervangers die door de Spaanse regering zijn voorgedragen, de 8 leden en 8 plaatsvervangers die door de Ierse regering zijn voorgedragen, de 10 leden en 14 plaatsvervangers die door de Italiaanse regering zijn voorgedragen, de 4 leden en 4 plaatsvervangers die door de Maltese regering zijn voorgedragen, en de 8 leden en 8 plaatsvervangers die door de Finse regering zijn voorgedragen. Leden en plaatsvervangers wier voordracht niet uiterlijk op 15 november 2019 aan de Raad was meegedeeld, konden niet worden opgenomen in Besluit (EU) 2019/2157. |
(5) |
Op 20 december 2019 zijn nog enkele lijsten aan de Raad voorgelegd, met name de lijst met de leden en plaatsvervangers die door de Griekse, de Franse, de Kroatische, de Litouwse, de Hongaarse en de Portugese regering zijn voorgedragen, alsmede de lijst met vier leden en vier plaatsvervangers die door de Belgische leden zijn voorgedragen, de lijst met een lid dat door de Bulgaarse regering is voorgedragen, de lijst met een lid en een plaatsvervanger die door de Ierse regering zijn voorgedragen, de lijst met een lid en een plaatsvervanger die door de Spaanse regering zijn voorgedragen, de lijst met 14 leden en 10 plaatsvervangers die door de Italiaanse regering zijn voorgedragen, en de lijst met 21 leden en 20 plaatsvervangers die door de Poolse regering zijn voorgedragen. Deze leden en plaatsvervangers moeten voor dezelfde periode, te weten van 26 januari 2020 tot en met 25 januari 2025, worden benoemd als de leden en plaatsvervangers die bij Besluit (EU) 2019/2157 zijn benoemd. |
(6) |
Die benoeming wordt in een later stadium gevolgd door de benoeming van de overige leden en plaatsvervangers wier voordracht niet vóór 20 december 2019 aan de Raad is meegedeeld, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor het Comité van de Regio's worden voor de periode van 26 januari 2020 tot en met 25 januari 2025 benoemd:
— |
tot lid, de personen die per lidstaat zijn vermeld in de lijst in bijlage I; |
— |
tot plaatsvervanger, de personen die per lidstaat zijn vermeld in de lijst in bijlage II. |
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 20 januari 2020.
Voor de Raad
De voorzitter
J. BORRELL FONTELLES
(1) PB L 139 van 27.5.2019, blz. 13.
(2) Besluit (EU) 2019/2157 van de Raad van 10 december 2019 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2020 tot en met 25 januari 2025 (PB L 327 van 17.12.2019, blz. 78).
BIJLAGE I
ПРИЛОЖЕНИЕ I - ANEXO I - PŘÍLOHA I - BILAG I - ANHANG I - I LISA - ΠΑΡΑΡΤΗΜΑ Ι - ANNEX I - ANNEXE I - PRILOG I - ALLEGATO I - I PIELIKUMS - I PRIEDAS - I. MELLÉKLET - ANNESS I - BIJLAGE I - ZAŁĄCZNIK I - ANEXO I - ANEXA I - PRÍLOHA I - PRILOGA I - LIITE I - BILAGA I
Членове / Miembros / Členové / Medlemmer / Mitglieder / Liikmed / Μέλη / Members / Membres / Članovi / Membri / Locekļi / Nariai / Tagok / Membri / Leden / Członkowie / Membros / Membri / Členovia / Člani / Jäsenet / Ledamöter
BELGIË / BELGIQUE / BELGIEN
Mr Willy BORSUS
Member of a Local Assembly: Municipal Council of Marche-en-Famenne
Mr Elio DI RUPO
Member of a Regional Executive: Minister-President of the Government of Wallonia
Mr Emmanuel DISABATO
Member of a Regional Assembly: Parliament of Wallonia
Mr Pierre-Yves JEHOLET
Member of a Regional Executive: Minister-President of the Government of the Federation Wallonia-Brussels
БЪЛГАРИЯ
Ms Tanya HRISTOVA
Member of a Local Executive: Mayor of Gabrovo Municipality
ΕΛΛΑΣ
Mr Georgios PATOULIS
Member of a Regional Executive: Region of Attica
Mr Apostolos TZITZIKOSTAS
Member of a Regional Executive: Region of Central Macedonia
Mr Stavros ARNAOUTAKIS
Member of a Regional Executive: Region of Crete
Ms Rodi KRATSA
Member of a Regional Executive: Region of Ionian Islands
Mr Georgios CHATZIMARKOS
Member of a Regional Executive: Region of South Aegean
Mr Konstantinos AGORASTOS
Member of a Regional Executive: Region of Thessaly
Mr Konstantinos BAKOYANNIS
Member of a Local Executive: Municipality of Athens
Mr Andreas KONDYLIS
Member of a Local Executive: Municipality of Alimos
Mr Moses ELISAF
Member of a Local Executive: Municipality of Ioannina
Mr Dimitrios KARNAVOS
Member of a Local Executive: Municipality of Kallithea
Mr Ignatios KAITEZIDIS
Member of a Local Executive: Municipality of Pilea-Hortiatis
Mr Symeon ROUSSOS
Member of a Local Executive: Municipality of Chalandri
ESPAÑA
Mr Fernando LÓPEZ MIRAS
Member of a Regional Assembly: Asamblea Regional de Murcia
FRANCE
Ms Danièle BOEGLIN
Member of a Local Executive: Conseil départemental de l’Aube
Ms Isabelle BOUDINEAU
Member of a Regional Executive: Conseil régional de Nouvelle-Aquitaine
Mr Frank CECCONI
Member of a Regional Assembly: Conseil régional d’Ile-de-France
Ms Vanessa CHARBONNEAU
Member of a Regional Executive: Conseil régional des Pays de la Loire
Mr Vincent CHAUVET
Member of a Local Executive: Commune d’Autun (71)
Mr Loïg CHESNAIS-GIRARD
Member of a Regional Executive: Conseil régional de Bretagne
Ms Yolaine COSTES
Member of a Regional Executive: Conseil régional de la Réunion
Mr Guillaume CROS
Member of a Regional Executive: Conseil régional d’Occitanie
Mr François DECOSTER
Member of a Regional Assembly: Conseil régional des Hauts de France
Ms Mélanie FORTIER
Member of a Regional Assembly: Conseil régional du Centre Val de Loire
Ms Cécile GALLIEN
Member of a Local Executive: commune de Voray (43)
Ms Karine GLOANEC-MAURIN
Member of a Local Executive: Conseil municipal de Couëtron-au-Perche (département du Loir‐et‐Cher)
Ms Agnès LE BRUN
Member of a Local Executive: Conseil municipal de Morlaix (département du Finistère)
Mr Pascal MANGIN
Member of a Regional Assembly: Conseil régional du Grand Est
Ms Sylvie MARCILLY
Member of a Local Executive: Conseil départemental de la Charente-Maritime
Ms Marie-Antoinette MAUPERTUIS
Member of a Regional Assembly: Collectivité territoriale de Corse
Mr Jean-Paul POURQUIER
Member of a Local Executive: Conseil départemental de la Lozère
Mr Franck PROUST
Member of a Local Executive: Conseil municipal de Nîmes (département du Gard)
Ms Agnès RAMPAL
Member of a Regional Assembly: Conseil régional Provence-Alpes-Côte d’Azur
Mr Christophe ROUILLON
Member of a Local Executive: Conseil municipal de Coulaines (département de la Sarthe)
Ms Nathalie SARRABEZOLLES
Member of a Local Executive: Conseil départemental du Finistère
Mr Patrice VERCHÈRE
Member of a Regional Assembly: Conseil régional Auvergne-Rhône-Alpes
Mr Jean-Noël VERFAILLIE
Member of a Local Executive: Conseil départemental du Nord
Mr André VIOLA
Member of a Local Executive: Conseil départemental de l’Aude
HRVATSKA
Mr Nikola DOBROSLAVIĆ
Member of Regional Executive: Dubrovnik-Neretva County
Mr Valter DRANDIĆ
Member of Regional Assembly: Istria County
Mr Ivan GULAM
Member of Local Executive: Municipality of Pirovac
Mr Bruno HRANIĆ
Member of Local Executive: Municipality of Vidovec
Mr Danijel MARUŠIĆ
Member of Regional Executive: Brod-Posavina County
Mr Vojko OBERSNEL
Member of Local Executive: City of Rijeka
Mr Goran PAUK
Member of Regional Executive: Šibenik-Knin County
Ms Jelena PAVIČIĆ VUKIČEVIĆ
Member of Local Executive: City of Zagreb
Mr Željko TURK
Member of Local Executive: City of Zaprešić
IRELAND
Ms Caroline DWANE STANLEY
Member of a Local Executive: Laois County Council
ITALIA
Ms Manuela BORA
Assessore e Consigliere regionale della Regione Marche
Mr Roberto CIAMBETTI
Presidente del Consiglio e Consigliere regionale della Regione Veneto
Mr Alberto CIRIO
Presidente della Regione Piemonte
Mr Massimiliano FEDRIGA
Presidente della Regione Friuli Venezia Giulia
Mr Alessandro FERMI
Presidente del Consiglio e Consigliere regionale della Regione Lombardia
Mr Nicola IRTO
Presidente del Consiglio e Consigliere regionale della Regione Calabria
Mr Marco MARSILIO
Presidente della Regione Abruzzo
Mr Sebastiano MUSUMECI
Presidente della Regione Siciliana
Mr Enrico ROSSI
Presidente della Regione Toscana
Ms Simonetta SALIERA
Presidente dell'Assemblea legislativa e Consigliere regionale della Regione Emilia Romagna
Ms Alessandra SARTORE
Assessore della Regione Lazio
Mr Christian SOLINAS
Presidente della Regione Sardegna
Mr Donato TOMA
Presidente della Regione Molise
Mr Luca ZAIA
Presidente della Regione Veneto
LIETUVA
Mr Valdas BENKUNSKAS
Member of a Local Assembly: Vilniaus miesto savivaldybės taryba
Ms Nijolė DIRGINČIENĖ
Member of a Local Assembly: Birštono savivaldybės taryba
Mr Vytautas GRUBLIAUSKAS
Member of a Local Assembly: Klaipėdos miesto savivaldybės taryba
Mr Dovydas KAMINSKAS
Member of a Local Assembly: Tauragės rajono savivaldybės taryba
Mr Ričardas MALINAUSKAS
Member of a Local Assembly: Druskininkų savivaldybės taryba
Mr Bronius MARKAUSKAS
Member of a Local Assembly: Klaipėdos rajono savivaldybės taryba
Mr Mindaugas SINKEVIČIUS
Member of a Local Assembly: Jonavos rajono savivaldybės taryba
Mr Algirdas VRUBLIAUSKAS
Member of a Local Assembly: Alytaus rajono savivaldybės taryba
Mr Povilas ŽAGUNIS
Member of a Local Assembly: Panevėžio rajono savivaldybės taryba
MAGYARORSZÁG
Mr István BÓKA
Member of a Local Assembly: Local Government of Balatonfüred
Ms Barbara Szilvia HEGEDŰS
Member of a Local Assembly: Local Government of Veszprém with county rights
Mr Jácint HORVÁTH
Member of a Local Assembly: Local Government of Nagykanizsa with county rights
Mr János Ádám KARÁCSONY
Member of a Local Assembly: Local Government of Tahitótfalu
Mr József KÓBOR
Member of a Local Assembly: Local Government of Pécs with county rights
Mr Lajos KOVÁCS
Member of a Local Assembly: Local Government of District 12 of Budapest
Ms Anna MAGYAR
Member of a Regional Assembly: County Council of Csongrád Megye
Mr László MAJTÉNYI
Member of a Regional Assembly: County Council of Vas Megye
Mr József RIBÁNYI
Member of a Regional Assembly: County Council of Tolna Megye
Mr Patrik SCHWARCZ-KIEFER
Member of a Regional Assembly: County Council of Baranya Megye
Mr Oszkár SESZTÁK
Member of a Regional Assembly: County Council of Szabolcs-Szatmár-Bereg Megye
Ms Kata TÜTTŐ
Member of a Local Assembly: General Assembly of Budapest
POLSKA
Mr Gustaw Marek BRZEZIN
Member of a Regional Assembly: Sejmik Województwa Warmińsko-Mazurskiego
Ms Aleksandra DULKIEWICZ
Member of a Local Executive: Prezydent Miasta Gdańska
Mr Mariusz Rafał FRANKOWSKI
Member of a Local Assembly: Rada m. st. Warszawy
Mr Olgierd GEBLEWICZ
Member of a Regional Assembly: Sejmik Województwa Zachodniopomorskiego
Mr Paweł GRZYBOWSKI
Member of a Local Executive: Burmistrz Miasta Rypin
Mr Krzysztof IWANIUK
Member of a Local Executive: Wójt Gminy Terespol
Mr Józef JODŁOWSKI
Member of a Local Assembly: Rada Powiatu Rzeszowskiego
Mr Robert KOŚCIUK
Member of a Local Executive: Burmistrz Krasnegostawu
Mr Witold Rafał KOZŁOWSKI
Representative of a regional body with political accountability to an elected Assembly: Zarząd Województwa Małopolskiego
Mr Krzysztof Adam MATYJASZCZYK
Member of a Local Executive: Prezydent Miasta Częstochowa
Mr Władysław ORTYL
Member of a Regional Assembly: Sejmik Województwa Podkarpackiego
Mr Cezary Adam PRZYBYLSKI
Member of a Regional Assembly: Sejmik Województwa Dolnośląskiego
Mr Grzegorz Zenon SCHREIBER
Representative of a regional body with political accountability to an elected Assembly: Zarząd Województwa Łódzkiego
Mr Jarosław Piotr STAWIARSKI
Representative of a regional body with political accountability to an elected Assembly: Zarząd Województwa Lubelskiego
Mr Dariusz STRUGAŁA
Member of a Local Executive: Burmistrz Miasta i Gminy Jaraczewo
Mr Mieczysław STRUK
Member of a Regional Assembly: Sejmik Województwa Pomorskiego
Mr Adam Krzysztof STRUZIK
Member of a Regional Assembly: Sejmik Województwa Mazowieckiego
Mr Rafał Kazimierz TRZASKOWSKI
Member of a Local Executive: Prezydent m. st. Warszawy
Mr Ludwik Kajetan WĘGRZYN
Member of a Local Assembly: Rada Powiatu w Bochni
Mr Marek WOŹNIAK
Member of a Regional Assembly: Sejmik Województwa Wielkopolskiego
Ms Hanna ZDANOWSKA
Member of a Local Executive: Prezydent Miasta Łodzi
PORTUGAL
Mr Vasco Ilídio ALVES CORDEIRO
Member of a Regional Executive: Governo Regional dos Açores
Mr Miguel Filipe MACHADO DE ALBUQUERQUE
Member of a Regional Executive: Governo Regional da Madeira
Mr Aires Henrique DO COUTO PEREIRA
Member of a Local Executive: Câmara Municipal da Póvoa de Varzim
Mr Basílio Adolfo DE MENDONÇA HORTA DA FRANÇA
Member of a Local Executive: Câmara Municipal de Sintra
Ms Cristina de Fátima SILVA CALISTO
Member of a Local Executive: Câmara Municipal de Lagoa - Açores
Mr Fernando Medina Maciel ALMEIDA CORREIA
Member of a Local Executive: Câmara Municipal de Lisboa
Mr Hélder António GUERRA DE SOUSA SILVA
Member of a Local Executive: Câmara Municipal de Mafra
Ms Isilda Maria Prazeres DOS SANTOS VARGES GOMES
Member of a Local Executive: Câmara Municipal de Portimão
Mr José Agostinho RIBAU ESTEVES
Member of a Local Executive: Câmara Municipal de Aveiro
Mr José Maria DA CUNHA COSTA
Member of a Local Executive: Câmara Municipal de Viana do Castelo
Mr Luís Miguel DA SILVA MENDONÇA ALVES
Member of a Local Executive: Câmara Municipal de Caminha
Mr Ricardo Bruno Antunes MACHADO RIO
Member of a Local Executive: Câmara Municipal de Braga
BIJLAGE II
ПРИЛОЖЕНИЕ II - ANEXO II - PŘÍLOHA II - BILAG II - ANHANG II - II LISA - ΠΑΡΑΡΤΗΜΑ IΙ - ANNEX II - ANNEXE II - PRILOG II - ALLEGATO II - II PIELIKUMS - II PRIEDAS - II. MELLÉKLET - ANNESS II - BIJLAGE II - ZAŁĄCZNIK II - ANEXO II - ANEXA II - PRÍLOHA II - PRILOGA II - LIITE II - BILAGA II
Заместник-членове / Suplentes / Náhradníci / Suppleanter / Stellvertreter / Asendusliikmed / Αναπληρωτές / Alternate members / Suppléants / Zamjenici članova / Supplenti / Aizstājēji / Pakaitiniai nariai / Póttagok / Membri Supplenti / Plaatsvervangers / Zastępcy członków / Suplentes / Supleanți / Náhradníci / Nadomestni člani / Varajäsenet / Suppleanter
BELGIË / BELGIQUE / BELGIEN
Mr Hugues BAYET
Member of a Local Executive: Mayor of Farciennes
Ms Alexia BERTRAND
Member of a Regional Assembly: Parliament of Brussels-Capital Region
Ms Hélène RYCKMANS
Member of a Regional Assembly: Parliament of Wallonia
Ms Olga ZRIHEN
Member of a Local Assembly: Municipal Council of La Louvière
ΕΛΛΑΣ
Mr Dimitrios PETROVITS
Member of a Regional Executive: Region of Eastern Macedonia and Thrace
Mr Alexandros KACHRIMANIS
Member of a Regional Executive: Region of Epirus
Mr Nektarios FARMAKIS
Member of a Regional Executive: Region of Western Greece
Mr Fanis SPANOS
Member of a Regional Executive: Region of Central Greece
Mr Georgios KASAPIDIS
Member of a Regional Executive: Region of Western Macedonia
Ms Dimitra ANGELAKI
Member of a Regional Assembly: Region of Attica
Mr Dimitrios KALOGEROPOULOS
Representative of a local body with political accountability to an elected Assembly: Municipality of Palaio Faliro
Mr Nikolaos VAFEIADIS
Member of a Local Assembly: Municipality of Athens
Mr Konstantinos TZIOUMIS
Member of a Local Executive: Municipality of Tripoli
Ms Katerina CHRYSSOPOULOU
Member of a Local Assembly: Municipality of Vrilissia
Mr Nikolaos CHIOTAKIS
Member of a Local Assembly: Municipality of Kifissia
Mr Efstratios CHARCHALAKIS
Member of a Local Executive: Municipality of Kythira
ESPAÑA
Mr Juan José MARTÍNEZ LOZANO
Representative of a regional body with political accountability to an elected Assembly: Asamblea Regional de Murcia
FRANCE
Mr Patrick AYACHE
Member of a Regional Executive: Conseil régional de Bourgogne Franche-Comté
Mr Jean-François BARNIER
Member of a Local Executive: Conseil municipal du Chambon-Feugerolles (département de la Loire)
Ms Nadine BELLUROT
Member of a Local Executive: Conseil municipal de Reuilly (département de l’Indre)
Ms Claudette BRUNET LECHENAULT
Member of a Local Executive: Conseil départemental de Saône-et-Loire
Mr Christophe CLERGEAU
Member of a Regional Assembly: Conseil régional des Pays de Loire
Ms Emmanuelle de GENTILI
Member of a Local Executive: Conseil municipal de Bastia (Corse)
Mr Christian GILLET
Member of a Local Executive: Conseil départemental du Maine-et-Loire
Ms Aurélie GROS
Member of a Regional Assembly: Conseil régional d’Ile-de-France
Mr Thibaut GUIGNARD
Member of a Local Executive: Conseil municipal de Plœuc-l'Hermitage (département des Côtes‐d’Armor)
Mr Mathieu KLEIN
Member of a Local Executive: Conseil départemental de Meurthe-et-Moselle
Ms Sylvie LABADENS
Member of a Local Executive: Conseil départemental du Nord
Mr Gérard LAHELLEC
Member of a Regional Executive: Conseil régional de Bretagne
Mr Miguel LAVENTURE
Member of a Regional Assembly: Collectivité territoriale de Martinique
Ms Françoise MESNARD
Member of a Local Executive: Conseil municipal de Saint-Jean d’Angely (département de Charente-Maritime)
Ms Nicole MULLER BECKER
Member of a Regional Executive: Conseil régional du Grand Est
Ms Marie-Luce PENCHARD
Member of a Regional Executive: Conseil régional de Guadeloupe
Ms Nicole PEYCELON
Member of a Regional Assembly: Conseil régional Auvergne-Rhône-Alpes
Ms Nicole PIERRARD
Member of a Local Executive: Conseil départemental de la Moselle
Ms Martine PINVILLE
Member of a Regional Assembly: Conseil régional de Nouvelle-Aquitaine
Mr François-Xavier PRIOLLAUD
Member of a Regional Executive: Conseil régional de Normandie
Mr Bertrand RINGOT
Member of a Local Executive: Conseil municipal de Gravelines (département du Nord)
Mr Didier ROBERT
Member of a Regional Executive: Conseil régional de la Réunion
Mr Gilles SIMEONI
Member of a Regional Executive: Collectivité territoriale de Corse
Mr Claude WALLENDORFF
Member of a Local Executive: Conseil départemental des Ardennes
HRVATSKA
Mr Igor ANDROVIĆ
Member of Regional Executive: Virovitica-Podravina County
Mr Martin BARIČEVIĆ
Member of Local Executive: Municipality of Jasenice
Ms Antonija JOZIĆ
Member of Local Executive: City of Pleternica
Mr Darko KOREN
Member of Regional Executive: Koprivnica-Križevci County
Mr Anteo MILOS
Member of Local Executive: City of Novigrad-Cittanova
Ms Jasna PETEK
Member of Regional Executive: Krapina-Zagorje County
Mr Dinko PIRAK
Member of Local Executive: City of Čazma
Mr Matija POSAVEC
Member of Regional Executive: Međimurje County
Mr Slavko PRIŠĆAN
Member of Local Executive: Municipality of Rovišće
IRELAND
Mr Conor MCGUINNESS
Member of a Local Executive: Galway Waterford City and County Council
ITALIA
Mr Gaetano ARMAO
Vicepresidente e Assessore della Regione Siciliana
Mr Vito BARDI
Presidente della Regione Basilicata
Mr Vincenzo DE LUCA
Presidente della Regione Campania
Mr Arno KOMPATSCHER
Presidente e Consigliere provinciale della Provincia autonoma di Bolzano
Mr Pierluigi MARQUIS
Consigliere regionale della Regione Autonoma della Valle d'Aosta
Mr Michele PAIS
Presidente del Consiglio e Consigliere regionale della Regione Sardegna
Mr Alessandro PIANA
Presidente del Consiglio e Consigliere regionale della Regione Liguria
Ms Donatella PORZI
Consigliere regionale della Regione Umbria
Mr Francesco RUSSO
Vice Presidente e Assessore della Regione Calabria
Mr Piero Mauro ZANIN
Presidente del Consiglio e Consigliere regionale della Regione Friuli Venezia Giulia
LIETUVA
Mr Arnoldas ABRAMAVIČIUS
Member of a Local Assembly: Zarasų rajono savivaldybės taryba
Ms Vaida ALEKNAVIČIENĖ
Member of a Local Assembly: Joniškio rajono savivaldybės taryba
Ms Aleksandra GRIGIENĖ
Member of a Local Assembly: Visagino savivaldybės taryba
Mr Domas GRIŠKEVIČIUS
Member of a Local Assembly: Šiaulių miesto savivaldybės taryba
Mr Ramūnas GODELIAUSKAS
Member of a Local Assembly: Rokiškio rajono savivaldybės taryba
Mr Audrius KLIŠONIS
Member of a Local Assembly: Plungės rajono savivaldybės taryba
Mr Algirdas NEIBERKA
Member of a Local Assembly: Vilkaviškio rajono savivaldybės taryba
Mr Vytenis TOMKUS
Member of a Local Assembly: Kaišiadorių rajono savivaldybės taryba
Mr Mantas VARAŠKA
Member of a Local Assembly: Kazlų Rūdos savivaldybės taryba
MAGYARORSZÁG
Ms Boglárka BÁNNÉ GÁL
Member of a Regional Assembly: County Council of Borsod-Abaúj-Zemplén Megye
Mr Attila KISS
Member of a Local Assembly: Local Government of Hajdúböszörmény
Mr Erik KONCZER
Member of a Regional Assembly: County Council of Komárom-Esztergom Megye
Mr Raymund KOVÁCS
Member of a Local Assembly: Local Government of District 16 of Budapest
Mr Ádám MIRKÓCZKI
Member of a Local Assembly: Local Government of Eger
Mr Zoltán NÉMETH
Member of a Regional Assembly: County Council of Győr-Moson-Sopron Megye
Mr Attila PÁL
Member of a Regional Assembly: County Council of Zala Megye
Mr Gábor SIMON
Member of a Local Assembly: Local Government of Miskolc with county rights
Mr Nándor SKUCZI
Member of a Regional Assembly: County Council of Nógrád Megye
Mr Róbert SZABÓ
Member of a Regional Assembly: County Council of Heves Megye
Mr Ferenc TEMERINI
Member of a Local Assembly: Local Government of Soltvadkert
Mr Botond VÁNTSA
Member of a Local Assembly: Local Government of Szigetszentmiklós
POLSKA
Mr Andrzej Krzysztof BĘTKOWSKI
Representative of a regional body with political accountability to an elected Assembly: Zarząd Województwa Świętokrzyskiego
Mr Rafał BRUSKI
Member of a Local Executive: Prezydent Miasta Bydgoszczy
Mr Andrzej BUŁA
Representative of a regional body with political accountability to an elected Assembly: Zarząd Województwa Opolskiego
Mr Marian BURAS
Member of a Local Executive: Burmistrz Miasta i Gminy Morawica
Mr Piotr Franciszek CAŁBECKI
Member of a Regional Assembly: Sejmik Województwa Kujawsko-Pomorskiego
Mr Jakub Piotr CHEŁSTOWSKI
Member of a Regional Assembly: Sejmik Województwa Śląskiego
Mr Jacek GAJEWSKI
Member of a Regional Assembly: Sejmik Województwa Kujawsko-Pomorskiego
Mr Robert GODEK
Member of a Local Assembly: Rada Powiatu Strzyżowskiego
Mr Wojciech Jan KAŁUŻA
Member of a Regional Assembly: Sejmik Województwa Śląskiego
Mr Jakub Michał KWAŚNY
Member of a Local Assembly: Rada Miasta Tarnowa
Mr Mirosław LECH
Member of a Local Executive: Wójt Gminy Korycin
Mr Sebastian ŁUKASZEWICZ
Member of a Regional Assembly: Sejmik Województwa Podlaskiego
Ms Beata Małgorzata MOSKAL-SŁANIEWSKA
Member of a Local Executive: Prezydent Miasta Świdnica
Ms Elżbieta Anna POLAK
Member of a Regional Assembly: Sejmik Województwa Lubuskiego
Mr Piotr Paweł PSIKUS
Member of a Local Executive: Burmistrz Miasta i Gminy Kępno
Mr Ludwik Jerzy RAKOWSKI
Member of a Regional Assembly: Sejmik Województwa Mazowieckiego
Mr Łukasz Jakub SMÓŁKA
Representative of a regional body with political accountability to an elected Assembly: Zarząd Województwa Małopolskiego
Mr Joachim SMYŁA
Member of a Local Assembly: Rada Powiatu w Lublińcu
Mr Marek Andrzej TRAMŚ
Member of a Local Assembly: Rada Powiatu Polkowickiego
Mr Tadeusz TRUSKOLASKI
Member of a Local Executive: Prezydent Miasta Białegostoku
PORTUGAL
Mr Rui Jorge DA SILVA LEITE DE BETTENCOURT
Member of a Regional Executive: Governo Regional dos Açores
Mr Pedro Miguel AMARO DE BETTENCOURT CALADO
Member of a Regional Executive: Governo Regional da Madeira
Ms Anabela GASPAR DE FREITAS
Member of a Local Executive: Câmara Municipal de Tomar
Mr Carlos André TELES PAULO DE CARVALHO
Member of a Local Executive: Câmara Municipal de Tabuaço
Mr Carlos SILVA SANTIAGO
Member of a Local Executive: Câmara Municipal de Sernancelhe
Mr Luís Manuel DOS SANTOS CORREIA
Member of a Local Executive: Câmara Municipal de Castelo Branco
Mr Luís Miguel CORREIA ANTUNES
Member of a Local Executive: Câmara Municipal da Lousã
Mr Nuno José GONÇALVES MASCARENHAS
Member of a Local Executive: Câmara Municipal de Sines
Mr Paulo Jorge FRAZÃO BATISTA DOS SANTOS
Member of a Local Executive: Câmara Municipal da Batalha
Mr Pedro Miguel CÉSAR RIBEIRO
Member of a Local Executive: Câmara Municipal de Almeirim
Mr Rui Miguel DA SILVA ANDRÉ
Member of a Local Executive: Câmara Municipal de Monchique
Mr Vítor Manuel MARTINS GUERREIRO
Member of a Local Executive: Câmara Municipal de São Brás de Alportel
REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING
24.1.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 20/17 |
GEDRAGSCODE VOOR DE LEDEN VAN HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO’S
Goedgekeurd door de Voltallige Vergadering op 5 December 2019
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name de artikelen 2 en 3,
Gezien het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: VWEU), en met name de artikelen 300, 305, 306 en 307,
Gezien het reglement van orde van het Europees Comité van de Regio’s (hierna: het Comité),
Overwegende dat de leden van het Comité vertegenwoordigers van regionale en lokale organen zijn die in een regionaal of lokaal lichaam zijn gekozen of politiek verantwoording schuldig zijn aan een gekozen vergadering,
Overwegende dat het lidmaatschap van het Comité voortvloeit uit een actief lokaal of regionaal mandaat en geen betaalde arbeid vormt, en de leden alleen forfaitaire reis- en vergadervergoedingen en reiskostenvergoedingen ontvangen,
Overwegende dat de leden van het Comité hun ambt volkomen onafhankelijk uitoefenen in het algemeen belang van de Europese Unie en de Europese burgers,
Overwegende dat, onverminderd de geldende bepalingen van het reglement van orde, het wenselijk is om in een gedragscode een aantal verplichtingen vast te leggen die uit deze bepalingen voortvloeien,
Heeft het Comité onderstaande gedragscode voor zijn leden goedgekeurd, die zij bij aanvang van hun mandaat ondertekenen:
Artikel 1
Reikwijdte
Deze gedragscode is van toepassing op het gedrag van de leden en plaatsvervangers bij de uitoefening van de hun door het Comité toevertrouwde taken. Telkens als wordt verwezen naar leden, worden ook plaatsvervangers bedoeld.
In geval van vermeend wangedrag van personeelsleden jegens leden van het Comité zijn de in voorkomend geval geldende personeelsregels (1) van toepassing. Het betrokken lid stelt de secretaris-generaal van het vermeende wangedrag op de hoogte.
Artikel 2
Beginselen
De leden van het Comité oefenen de hun toevertrouwde taken uit op basis van onafhankelijkheid, onpartijdigheid, integriteit, transparantie, waardigheid en respect voor diversiteit.
Artikel 3
Onafhankelijkheid
De leden oefenen de hun toevertrouwde taken volkomen onafhankelijk uit in het algemeen belang van de Unie en zijn niet gebonden door enig imperatief mandaat, in overeenstemming met artikel 300, lid 4, VWEU.
Artikel 4
Onpartijdigheid en belangenconflicten
1. De leden oefenen de hun toevertrouwde taken in het algemeen belang en onpartijdig uit, zonder direct of indirect voordelen of beloningen te verkrijgen of te willen verkrijgen.
2. De leden vermijden alle situaties die aanleiding kunnen geven tot belangenconflicten. Van een belangenconflict is sprake wanneer een lid een persoonlijk belang heeft dat een ongewenste invloed kan hebben op de uitoefening van zijn of haar taken als lid. Van een belangenconflict is geen sprake wanneer een lid voordeel geniet door het enkele feit dat hij of zij tot de bevolking als geheel of tot een grote categorie van mensen behoort. Er is evenmin sprake van een belangenconflict wanneer een lid een activiteit uitoefent, bijvoorbeeld de deelname aan de besluitvormingsorganen van ondernemingen, in het kader van de uitoefening van zijn of haar openbare functie.
3. Wanneer een lid vindt dat hij of zij in een belangenconflict verkeert, dan neemt hij of zij onmiddellijk de nodige maatregelen om dit te verhelpen, overeenkomstig de beginselen en bepalingen van deze gedragscode. Wanneer het lid het belangenconflict niet weet op te lossen, dan laat hij of zij dit de voorzitter en de secretaris-generaal schriftelijk weten.
Artikel 5
Integriteit
1. De leden oefenen de hun toevertrouwde taken in het algemeen belang en integer uit, zonder direct of indirect voordelen of beloningen te verlangen, te aanvaarden of te ontvangen in ruil voor specifiek gedrag in het kader van hun werkzaamheden, en gaan zorgvuldig elke situatie uit de weg die de schijn van omkoping, corruptie of ongepaste beïnvloeding zou kunnen wekken.
2. De leden houden zich niet beroepsmatig bezig met betaalde lobbyactiviteiten die rechtstreeks verband houden met de besluitvorming van de Unie. De vertegenwoordiging van regionale of lokale belangen wordt niet als lobbyactiviteit beschouwd.
3. De leden worden altijd geacht hun taken als leden van het Comité uit te oefenen wanneer zij deelnemen aan vergaderingen van de organen van het Comité, evenementen in zijn gebouwen, evenementen buiten zijn gebouwen die door het Comité overeenkomstig zijn eigen regels worden gesteund, en evenementen waar zij het Comité vertegenwoordigen.
4. De leden onthouden zich bij de uitoefening van hun taken als leden van het Comité van aanvaarding van geschenken of soortgelijke voordelen, met uitzondering van geschenken en soortgelijke voordelen met een approximatieve waarde van minder dan 100 EUR die hun uit hoffelijkheid worden aangeboden. De leden mogen geschenken met een approximatieve waarde van meer dan 100 EUR die hun uit hoffelijkheid worden aangeboden, aanvaarden mits zij deze tijdens de eerstvolgende vergadering van het Comité die zij na de ontvangst ervan bijwonen aan het secretariaat-generaal overhandigen. De voorzitter besluit of dergelijke geschenken, alsmede geschenken van dezelfde waarde die direct aan hem of haar zijn gegeven, eigendom van het Comité worden of aan een geschikte liefdadigheidsorganisatie worden gedoneerd. Het secretariaat-generaal houdt een register van dergelijke geschenken bij. In alle gevallen moeten de leden zich houden aan de nationale, regionale en lokale regels voor het aannemen van geschenken die op hen van toepassing zijn, met inbegrip van de regels die een maximale waarde van geschenken vaststellen.
5. De leden nemen de voor hen geldende financiële regels van het Comité in acht, met name die met betrekking tot de vergoeding van reiskosten en de betaling van de forfaitaire reis- en vergadervergoeding.
Artikel 6
Transparantie en verklaring van financiële belangen
1. De leden gedragen zich bij de uitoefening van de hun toevertrouwde taken op transparante wijze en staan positief tegenover legitieme openbare controle van de naleving van de in deze gedragscode neergelegde beginselen.
2. Indien voorlegging van een openbare verklaring van financiële belangen is vereist op grond van nationale of subnationale wet- of regelgeving, zijn de leden van het Comité er persoonlijk verantwoordelijk voor om binnen 60 dagen na hun ambtsaanvaarding aan de voorzitter mee te delen dat zij, conform de desbetreffende toepasselijke nationale of subnationale wet- of regelgeving, aan de bevoegde autoriteit van hun lidstaat een openbare verklaring van financiële belangen hebben voorgelegd in verband met het mandaat of de functie waarvoor zij politieke verantwoording verschuldigd zijn en op basis waarvan zij als lid zijn benoemd. Tegelijkertijd verschaffen zij de voorzitter een internetlink naar deze openbare verklaring. De leden zijn persoonlijk verantwoordelijk voor de juistheid van deze link. Zij stellen de voorzitter in kennis van elke wijziging in deze link vóór het einde van de maand die volgt op de desbetreffende wijziging.
3. Indien voorlegging van een openbare verklaring van financiële belangen niet is vereist op grond van nationale of subnationale wet- of regelgeving, zijn de leden er persoonlijk verantwoordelijk voor om met gebruikmaking van het formulier in de bijlage bij deze gedragscode aan de voorzitter een verklaring te doen toekomen. In deze verklaring wordt elke entiteit vermeld waarin het lid rechtstreekse financiële belangen heeft die redelijkerwijs kunnen worden geacht aanleiding te kunnen geven tot een belangenconflict als het lid een besluit of standpunt van het Comité zou moeten behandelen waarbij die entiteit betrokken is. Leden worden verondersteld rechtstreekse financiële belangen in een entiteit te hebben wanneer zij een specifieke financiële deelneming in haar kapitaal hebben en die deelneming hun aanzienlijke invloed op haar beheer geeft.
4. De leden stellen de voorzitter in kennis van elke wijziging in de overeenkomstig lid 3 voorgelegde verklaring vóór het einde van de maand die volgt op de desbetreffende wijziging.
5. De aan de voorzitter krachtens dit artikel verstrekte informatie wordt door het Comité op een eenvoudig toegankelijke manier ter beschikking gesteld aan het publiek.
6. Indien de voorzitter informatie ontvangt die hem of haar doet vermoeden dat de door een lid overeenkomstig lid 2 of 3 voorgelegde verklaring grotendeels onjuist of niet langer actueel is, kan hij of zij het lid verzoeken de verklaring te corrigeren en het bureau in kennis stellen van het resultaat.
7. Rapporteurs verstrekken het secretariaat-generaal een lijst van alle belanghebbende partijen die in verband met het onderwerp van hun advies zijn geraadpleegd. Het secretariaat-generaal houdt van deze lijsten een register bij, dat op verzoek openbaar kan worden gemaakt.
Artikel 7
Waardigheid en respect voor diversiteit
1. De leden, bij de uitoefening van de hun toevertrouwde taken:
a) |
gedragen zich professioneel en onthouden zich van elke vorm van beledigende of discriminerende taal of gedrag, overeenkomstig artikel 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie; |
b) |
behandelen iedereen in het Comité of bij een van zijn evenementen met waardigheid, beleefdheid en respect en zonder vooroordelen of discriminatie; |
c) |
onthouden zich ervan om met hun woorden of daden personeelsleden of andere leden van het Comité ertoe aan te zetten of aan te moedigen de in deze gedragscode of andere toepasselijke wet- of regelgeving neergelegde beginselen te schenden, te omzeilen of te negeren, of dergelijk gedrag te tolereren; |
d) |
streven er, voor zover hun verantwoordelijkheid binnen het Comité dat toelaat, met passende discretie naar dat onenigheid of conflicten die zich voordoen in het Comité of bij een van zijn evenementen snel, eerlijk en doeltreffend worden aangepakt, onder meer door snel te reageren op beschuldigingen van intimidatie (psychisch geweld of seksuele intimidatie). |
2. Wat de toepassing van deze gedragscode betreft, is de definitie van intimidatie die welke is vastgesteld in artikel 12 bis van het Statuut, zoals uitgelegd in de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof van Justitie):
Onder “psychisch geweld' wordt iedere vorm van opzettelijk onbehoorlijk gedrag verstaan dat zich gedurende lange tijd herhaaldelijk of systematisch voordoet in de vorm van gedragingen, woorden, handelingen, gebaren of geschriften die de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of de psychische integriteit van de betrokkene kunnen aantasten.
Onder “seksuele intimidatie' wordt de situatie verstaan waarin zich enige vorm van ongewenst gedrag van seksuele aard voordoet, met als doel of resultaat een persoon in zijn waardigheid aan te tasten of een intimiderende, vijandige, agressieve of verstorende sfeer te creëren. Seksuele intimidatie wordt beschouwd als discriminatie op grond van geslacht.
Artikel 8
Handhaving van de gedragscode
1. De voorzitter en de leden van het Comité zorgen ervoor dat deze gedragscode wordt nageleefd en te goeder trouw wordt toegepast, met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel.
2. Indien de voorzitter meent dat een lid deze gedragscode mogelijk heeft overtreden, kan hij of zij, bijgestaan door de secretaris-generaal, de omstandigheden rond de vermoedelijke overtreding onderzoeken. Als de voorzitter, na het betrokken lid te hebben gehoord en hem of haar te hebben uitgenodigd schriftelijke opmerkingen in te dienen, concludeert dat het lid in kwestie de gedragscode heeft overtreden, legt hij of zij, na de eerste vicevoorzitter, de voorzitter van de commissie Administratieve en Financiële Aangelegenheden, de voorzitter van de nationale delegatie van het betrokken lid en de voorzitter van de fractie van het betrokken lid te hebben geraadpleegd, bij een met redenen omkleed besluit een sanctie op en stelt het betrokken lid daarvan in kennis.
3. Ingeval de voorzitter het lid is dat deze gedragscode mogelijk heeft overtreden, dan vervult de eerste vicevoorzitter de taken die de voorzitter in lid 2 worden toegekend en vervult een vicevoorzitter die tot een andere fractie en een andere nationale delegatie dan de eerste vicevoorzitter behoort, de taken die de eerste vicevoorzitter in lid 2 worden toegekend.
4. De sanctie kan een of meer van de volgende maatregelen omvatten:
a) |
een berisping, met of zonder bekendmaking; |
b) |
tijdelijke uitsluiting van deelname aan werkzaamheden van het Comité gedurende een periode van een week tot zes maanden; |
c) |
in geval van een schending van de verplichtingen inzake vertrouwelijkheid, een beperking van het recht van toegang tot vertrouwelijke informatie van maximaal een jaar; |
d) |
een verbod voor het lid om binnen het Comité te worden verkozen in een functie, te worden aangewezen als rapporteur of deel te nemen aan een officiële delegatie, en ontslag uit deze functies wanneer het lid die al bekleedt. |
5. De in lid 4, onder b) en c), bedoelde maatregelen kunnen worden verdubbeld bij herhaling van de overtreding.
6. Het betrokken lid kan binnen twee weken na kennisgeving van het in lid 2 bedoelde met redenen omkleed besluit bij het bureau intern beroep instellen. Een dergelijk beroep schorst de toepassing van de bij het met redenen omkleed besluit opgelegde sanctie op. Uiterlijk vier maanden nadat het beroep is ingesteld, neemt het bureau met meerderheid van zijn leden een met redenen omkleed besluit tot nietigverklaring, bekrachtiging of wijziging van het met redenen omkleed besluit van de voorzitter. Als het bureau het besluit van de voorzitter bekrachtigt, kan het zijn besluit omkleden met de door de voorzitter gegeven redenen. Als het bureau het besluit van de voorzitter echter nietig verklaart of wijzigt, omkleedt het zijn besluit met eigen redenen. Het bureau stelt het betrokken lid van het met redenen omkleed besluit in kennis.
7. Het betrokken lid kan binnen twee maanden na kennisgeving van het met redenen omkleed besluit van het bureau beroep tot nietigverklaring bij het Hof van Justitie instellen, overeenkomstig artikel 263 VWEU.
Artikel 9
Handhaving van de gedragscode in geval van vermeende intimidatie ten aanzien van een personeelslid door een lid van het Comité
1. In afwijking van artikel 8 is onderhavig artikel van toepassing op gevallen van vermeende intimidatie ten aanzien van een personeelslid door een lid van het Comité. “Personeelslid' wil zeggen een ambtenaar, een tijdelijk functionaris, een arbeidscontractant, een uitzendkracht, een gedetacheerde nationale deskundige of een stagiair.
2. Elke nieuwe vijfjarige mandaatsperiode van het Comité wordt een uit zes leden bestaand raadgevend comité inzake intimidatie (hierna: het raadgevend comité) opgericht. Het bureau stelt de voorzitter en twee andere leden uit de leden van de commissie Administratieve en Financiële Aangelegenheden voor. De secretaris-generaal stelt uit de personeelsleden twee leden voor. Het personeelscomité stelt één lid voor. De voorzitter van het Comité benoemt de voorzitter en de leden, met inachtneming van een genderevenwicht. Indien een lid van het raadgevend comité zijn of haar hoedanigheid van lid van het Comité of personeelslid verliest, wordt zo snel mogelijk een nieuw lid voorgesteld en benoemd. Indien een lid van het raadgevend comité een van de betrokkenen bij een zaak is, wordt hij of zij voor de duur van de procedure geschorst en wordt zo snel mogelijk een nieuw tijdelijk lid voorgesteld en benoemd. Het raadgevend comité neemt besluiten met gewone meerderheid van stemmen, in aanwezigheid van ten minste vijf van zijn leden; bij staking van de stemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag. Het raadgevend comité verricht zijn werkzaamheden volstrekt autonoom, onafhankelijk en in strikte vertrouwelijkheid en zijn beraadslagingen zijn geheim. Het raadgevend comité wordt in zijn werkzaamheden bijgestaan door het secretariaat-generaal van het Comité, dat daarbij volledige vertrouwelijkheid betracht. Elke schending van deze vertrouwelijkheid wordt door de voorzitter onderzocht en kan voor de betrokkene passende consequenties hebben.
3. Personeelsleden die zichzelf beschouwen als slachtoffer van intimidatie door een lid van het Comité in de zin van artikel 12 bis van het Statuut, kunnen een verzoek om bijstand indienen uit hoofde van artikel 24 van het Statuut of naar analogie daarvan de artikelen 11 (eerste alinea) of 81 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden. Uitzendkrachten, gedetacheerde nationale deskundigen en stagiairs kunnen een verzoek om bijstand indienen op basis van artikel 31 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie. Voordat het personeelslid in kwestie het verzoek indient, mag hij of zij informeel contact opnemen met zijn of haar tot aanstelling bevoegde gezag, leden van het raadgevend comité of het secretariaat-generaal van het Comité.
4. Na ontvangst van het in lid 3 bedoelde verzoek licht het tot aanstelling bevoegde gezag het raadgevend comité in en geeft het de bevoegde dienst van het secretariaat-generaal opdracht een voorstudie uit te voeren naar de vermeende feiten om te bepalen of er voorlopig bewijsmateriaal voor intimidatie beschikbaar is. Binnen 30 dagen na ontvangst van het verzoek dient de bevoegde dienst bij het raadgevend comité en het tot aanstelling bevoegde gezag een voorstudie in die is gebaseerd op het verzoek en, in voorkomend geval, schriftelijke verklaringen van de voorgestelde getuigen, en informatie van de betrokken diensten van het secretariaat-generaal. Indien er volgens de voorstudie onvoldoende voorlopig bewijsmateriaal voor intimidatie beschikbaar is, raadpleegt het tot aanstelling bevoegde gezag, in overleg met het raadgevend comité, de eenheid Juridische Zaken en biedt dit gezag het personeelslid in kwestie de mogelijkheid om te worden gehoord alvorens een besluit te nemen op grond van artikel 24 van het Statuut. Indien er volgens de voorstudie voldoende voorlopig bewijsmateriaal voor intimidatie beschikbaar is, wordt de zaak aan het raadgevend comité voorgelegd.
5. Het raadgevend comité verricht een gedetailleerd onderzoek naar elke zaak die aan hem wordt voorgelegd. Het raadgevend comité stuurt het betrokken lid van het Comité een samenvatting van de tegen hem of haar gerichte beschuldigingen. Het betrokken lid van het Comité wordt een redelijke termijn geboden, die niet minder dan 15 werkdagen mag bedragen, om zijn of haar opmerkingen kenbaar te maken. Na deze termijn ontvangt het personeelslid in kwestie een samenvatting van de opmerkingen van het betrokken lid van het Comité. Het raadgevend comité beoordeelt of er getuigen of derden moeten worden gehoord en of er aanvullend onderzoek nodig is. Het personeelslid in kwestie en het betrokken lid van het Comité ontvangen een samenvatting van de getuigenverklaringen en worden door het raadgevend comité afzonderlijk gehoord voordat het in lid 6 bedoelde verslag wordt goedgekeurd.
6. Op basis van de door de bevoegde dienst van het secretariaat-generaal uitgevoerde voorstudie en zijn eigen gedetailleerde onderzoek keurt het raadgevend comité een verslag goed en stuurt dat aan de voorzitter van het Comité, het personeelslid in kwestie en het betrokken lid van het Comité. Het verslag bestaat uit: (i) een samenvatting van de beschuldigingen die zijn geuit door het personeelslid in kwestie; (ii) een samenvatting van het onderzoek, waaronder de opmerkingen van het betrokken lid van het Comité en van de gehoorde getuigen; (iii) een beoordeling van de feiten en van het bewijs, waaronder de getuigenverklaringen; (iv) de conclusies of er al dan niet sprake was van intimidatie, en (v), in voorkomend geval, een aanbeveling over de op te leggen sanctie, andere follow-upmaatregelen of beide. In voorkomend geval worden in het verslag ook minderheidsstandpunten verwoord.
7. In het licht van het verslag van het raadgevend comité en na het betrokken lid van het Comité te hebben gehoord neemt de voorzitter van het Comité, na de eerste vicevoorzitter, de voorzitter van de commissie Administratieve en Financiële Aangelegenheden, de voorzitter van de nationale delegatie van het betrokken lid en de voorzitter van de fractie van het betrokken lid te hebben geraadpleegd, een met redenen omkleed besluit over de vraag of er al dan niet intimidatie heeft plaatsgevonden, waarbij een sanctie kan worden opgelegd conform artikel 8, lid 4. Als het besluit de conclusies uit het verslag van het raadgevend comité onderschrijft, kan het worden omkleed met de in dit verslag gegeven redenen. Als het besluit afwijkt van de conclusies uit het verslag van het raadgevend comité, wordt het met eigen redenen omkleed. De voorzitter stelt het personeelslid in kwestie en het betrokken lid van het Comité van het met redenen omkleed besluit in kennis en informeert het raadgevend comité en het tot aanstelling bevoegde gezag daarover.
8. Het betrokken lid kan binnen twee maanden na kennisgeving van het met redenen omkleed besluit van de voorzitter beroep tot nietigverklaring bij het Hof van Justitie instellen, overeenkomstig artikel 263 VWEU.
9. In het licht van het met redenen omkleed besluit van de voorzitter en na raadpleging van de eenheid Juridische Zaken neemt het tot aanstelling bevoegde gezag een definitief besluit over het verzoek om bijstand. Als de voorzitter in zijn besluit concludeert dat er intimidatie heeft plaatsgevonden, beslist het tot aanstelling bevoegde gezag over de maatregelen die moeten worden genomen om het slachtoffer van de intimidatie te ondersteunen. Als de voorzitter in zijn besluit concludeert dat er geen intimidatie heeft plaatsgevonden en het tot aanstelling bevoegde gezag van plan is het verzoek om bijstand af te wijzen, biedt dit gezag het personeelslid in kwestie de mogelijkheid om voor die tijd te worden gehoord. Een opzettelijk onterecht of misleidend verzoek om bijstand kan leiden tot een tuchtprocedure tegen het personeelslid in kwestie.
10. Ingeval de voorzitter het lid is dat van intimidatie wordt beschuldigd, dan vervult de eerste vicevoorzitter de taken die de voorzitter in de leden 2, 7 en 9 worden toegekend en vervult een vicevoorzitter die tot een andere fractie en een andere nationale delegatie dan de eerste vicevoorzitter behoort, de taken die de eerste vicevoorzitter in lid 7 worden toegekend.
11. Het tot aanstelling bevoegde gezag kan elk moment besluiten voorlopige maatregelen te nemen. Die kunnen met name bestaan uit toestemming voor het personeelslid in kwestie om vanuit huis of in het Comité maar uit de buurt van het betrokken lid te werken, of de toekenning van verlof. Het tot aanstelling bevoegde gezag stelt het raadgevend comité van de genomen maatregelen op de hoogte en geeft daarbij aan of het nodig is het betrokken lid van het Comité daarover te informeren.
Artikel 10
Samenwerking met de nationale justitiële autoriteiten
1. Indien de vermeende inbreuk een strafbaar feit zou kunnen vormen, stelt de voorzitter de bevoegde nationale autoriteiten in de betrokken lidstaten daarvan in kennis.
2. Het Comité werkt ten volle samen met de bevoegde nationale autoriteiten.
Artikel 11
Inwerkingtreding
Deze gedragscode treedt in werking op 26 januari 2020.
(1) Voor personeelsleden gelden met name het Statuut, de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden en de door het Comité vastgestelde uitvoeringsvoorschriften.
Bijlage
OPENBARE VERKLARING VAN FINANCIËLE BELANGEN
(alleen voor te leggen wanneer een openbare verklaring niet is vereist op grond van nationale of subnationale wet- of regelgeving)
ACHTERNAAM: |
FIRST NAME: |
☐ |
Ik heb geen rechtstreekse financiële belangen in de zin van artikel 6, lid 3, van de gedragscode. |
☐ |
Ik heb rechtstreekse financiële belangen in de zin van artikel 6, lid 3, van de gedragscode in de volgende entiteiten: |
Ik verklaar hierbij dat bovenstaande gegevens waarheidsgetrouw en correct zijn.
Datum: |
Handtekening: |
Rectificaties
24.1.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 20/24 |
Rectificatie van Richtlijn (EU) 2019/2121 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen
( Publicatieblad van de Europese Unie L 321 van 12 december 2019 )
Bladzijde 11, artikel 1, lid 3, onder c):
in plaats van:
|
“ “De Commissie stelt de onder a) bedoelde uitvoeringshandelingen uiterlijk op 2 juli 2020 vast.” ”, |
lezen:
|
“ “De Commissie stelt de onder a) bedoelde uitvoeringshandelingen uiterlijk op 2 juli 2021 vast.” ”. |
24.1.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 20/25 |
Rectificatie van Verordening (EU) 2019/1155 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 810/2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode)
( Publicatieblad van de Europese Unie L 188 van 12 juli 2019 )
Bladzijde 30, artikel 1, lid 3, wijziging van artikel 3, lid 5, onder c)
in plaats van:
“c) |
onderdanen van derde landen die in het bezit zijn van een geldig visum voor een lidstaat die niet deelneemt aan de vaststelling van deze verordening, of voor een lidstaat die de bepalingen van het Schengenacquis nog niet volledig toepast, of voor een land dat partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, of voor Canada, Japan of de Verenigde Staten van Amerika, of houders van een geldig visum voor een of meer van de landen en gebieden overzee van het Koninkrijk der Nederlanden (Aruba, Curaçao, Sint-Maarten, Bonaire, Sint-Eustatius en Saba), wanneer zij reizen naar het land van afgifte of naar een ander derde land, of wanneer zij op terugreis zijn van het land van afgifte, na gebruik van het visum;”;”, |
lezen:
“c) |
onderdanen van derde landen die in het bezit zijn van een geldig visum voor een lidstaat die niet deelneemt aan de vaststelling van deze verordening, of voor een lidstaat die de bepalingen van het Schengenacquis nog niet volledig toepast, of voor Canada, Japan of de Verenigde Staten van Amerika, of houders van een geldig visum voor een of meer van de landen en gebieden overzee van het Koninkrijk der Nederlanden (Aruba, Curaçao, Sint-Maarten, Bonaire, Sint-Eustatius en Saba), wanneer zij reizen naar het land van afgifte of naar een ander derde land, of wanneer zij op terugreis zijn van het land van afgifte, na gebruik van het visum;”;”. |
24.1.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 20/26 |
Rectificatie van Verordening (EU) 2019/2033 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010, (EU) nr. 575/2013, (EU) nr. 600/2014 en (EU) nr. 806/2014
( Publicatieblad van de Europese Unie L 314 van 5 december 2019 )
Artikel 63, lid 4, onder e):
in plaats van:
“e) |
lid 7 wordt vervangen door: “7. De ESMA ontwikkelt, in overleg met de EBA, ontwerpen van technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de informatie die de aanvragende onderneming uit een derde land moet verstrekken in het in lid 4 bedoelde verzoek tot registratie en de in lid 6 bis genoemde te rapporteren informatie. De ESMA legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 26 september 2021 voor aan de Commissie. Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”;”, |
lezen:
“e) |
lid 7 wordt vervangen door: “7. De ESMA ontwikkelt, in overleg met de EBA, ontwerpen van technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de informatie die de aanvragende onderneming uit een derde land moet verstrekken in het in lid 4 bedoelde verzoek tot registratie en de in lid 6 bis genoemde te rapporteren informatie. De ESMA legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 26 september 2020 voor aan de Commissie. Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”;”. |
Artikel 63, lid 4, onder f):
in plaats van:
“f) |
het volgende lid wordt toegevoegd: “8. De ESMA ontwikkelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen tot nadere bepaling van het formaat waarin het in artikel 4 bedoelde verzoek tot registratie moet worden ingediend en waarin de in lid 6 bis genoemde informatie moet worden gerapporteerd. De ESMA legt die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 26 september 2021 voor aan de Commissie. Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”;” |
lezen:
“f) |
het volgende lid wordt toegevoegd: “8. De ESMA ontwikkelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen tot nadere bepaling van het formaat waarin het in artikel 4 bedoelde verzoek tot registratie moet worden ingediend en waarin de in lid 6 bis genoemde informatie moet worden gerapporteerd. De ESMA legt die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 26 september 2020 voor aan de Commissie. Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”;.” |