ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 20

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

63e jaargang
24 januari 2020


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (EU) 2020/101 van de Raad van 20 januari 2020 tot benoeming van een lid van het Comité van de Regio’s, voorgedragen door de Republiek Polen

1

 

*

Besluit (EU) 2020/102 van de Raad van 20 januari 2020 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2020 tot en met 25 januari 2025

2

 

 

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

 

*

Gedragscode voor de Leden van het Europees Comité van de Regio’s

17

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Richtlijn (EU) 2019/2121 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen ( PB L 321 van 12.12.2019 )

24

 

*

Rectificatie van Verordening (EU) 2019/1155 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 810/2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode) ( PB L 188 van 12.7.2019 )

25

 

*

Rectificatie van Verordening (EU) 2019/2033 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010, (EU) nr. 575/2013, (EU) nr. 600/2014 en (EU) nr. 806/2014 ( PB L 314 van 5.12.2019 )

26

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

BESLUITEN

24.1.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 20/1


BESLUIT (EU) 2020/101 VAN DE RAAD

van 20 januari 2020

tot benoeming van een lid van het Comité van de Regio’s, voorgedragen door de Republiek Polen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 305,

Gezien de voordracht van de Poolse regering,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 26 januari 2015, 5 februari 2015 en 23 juni 2015 heeft de Raad de Besluiten (EU) 2015/116 (1), (EU) 2015/190 (2) en (EU) 2015/994 (3) houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 vastgesteld.

(2)

In het Comité van de Regio’s is een zetel van lid vrijgekomen vanwege het einde van de ambtstermijn van de heer Marek OLSZEWSKI,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In het Comité van de Regio’s wordt voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2020, tot lid benoemd:

de heer Krzysztof IWANIUK, Wójt Gminy Terespol.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 20 januari 2020.

Voor de Raad

De voorzitter

J. BORRELL FONTELLES


(1)  Besluit (EU) 2015/116 van de Raad van 26 januari 2015 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 (PB L 20 van 27.1.2015, blz. 42).

(2)  Besluit (EU) 2015/190 van de Raad van 5 februari 2015 tot benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 (PB L 31 van 7.2.2015, blz. 25).

(3)  Besluit (EU) 2015/994 van de Raad van 23 juni 2015 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 (PB L 159 van 25.6.2015, blz. 70).


24.1.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 20/2


BESLUIT (EU) 2020/102 VAN DE RAAD

van 20 januari 2020

houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2020 tot en met 25 januari 2025

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 300, lid 3, en artikel 305,

Gezien Besluit (EU) 2019/852 van de Raad van 21 mei 2019 ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's (1),

Gezien de voordrachten van de lidstaten,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 300, lid 3, van het Verdrag bepaalt dat het Comité van de Regio's bestaat uit vertegenwoordigers van de regionale en lokale gemeenschappen die in een regionaal of lokaal lichaam gekozen zijn of politiek verantwoording verschuldigd zijn aan een gekozen vergadering.

(2)

Artikel 305 van het Verdrag stelt dat de leden van het Comité van de Regio's, alsmede een gelijk aantal plaatsvervangers, voor vijf jaar door de Raad worden benoemd, overeenkomstig de voordrachten van de lidstaten.

(3)

De ambtstermijn van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s verstrijkt op 25 januari 2020; er dienen derhalve nieuwe leden en plaatsvervangers te worden benoemd.

(4)

Op 10 december 2019 heeft de Raad Besluit (EU) 2019/2157 (2) vastgesteld. Bij dat besluit zijn voor de periode van 26 januari 2020 tot en met 25 januari 2025 de leden en plaatsvervangers benoemd die zijn voorgedragen door de Tsjechische, de Deense, de Estse, de Cypriotische, de Letse, de Luxemburgse, de Nederlandse, de Oostenrijkse, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse en de Zweedse regering. Bij Besluit (EU) 2019/2157 zijn voor dezelfde periode eveneens benoemd de 3 leden die door de Belgische regering zijn voorgedragen, de 21 leden en 20 plaatsvervangers die door de Duitse regering zijn voorgedragen, de 16 leden en 16 plaatsvervangers die door de Spaanse regering zijn voorgedragen, de 8 leden en 8 plaatsvervangers die door de Ierse regering zijn voorgedragen, de 10 leden en 14 plaatsvervangers die door de Italiaanse regering zijn voorgedragen, de 4 leden en 4 plaatsvervangers die door de Maltese regering zijn voorgedragen, en de 8 leden en 8 plaatsvervangers die door de Finse regering zijn voorgedragen. Leden en plaatsvervangers wier voordracht niet uiterlijk op 15 november 2019 aan de Raad was meegedeeld, konden niet worden opgenomen in Besluit (EU) 2019/2157.

(5)

Op 20 december 2019 zijn nog enkele lijsten aan de Raad voorgelegd, met name de lijst met de leden en plaatsvervangers die door de Griekse, de Franse, de Kroatische, de Litouwse, de Hongaarse en de Portugese regering zijn voorgedragen, alsmede de lijst met vier leden en vier plaatsvervangers die door de Belgische leden zijn voorgedragen, de lijst met een lid dat door de Bulgaarse regering is voorgedragen, de lijst met een lid en een plaatsvervanger die door de Ierse regering zijn voorgedragen, de lijst met een lid en een plaatsvervanger die door de Spaanse regering zijn voorgedragen, de lijst met 14 leden en 10 plaatsvervangers die door de Italiaanse regering zijn voorgedragen, en de lijst met 21 leden en 20 plaatsvervangers die door de Poolse regering zijn voorgedragen. Deze leden en plaatsvervangers moeten voor dezelfde periode, te weten van 26 januari 2020 tot en met 25 januari 2025, worden benoemd als de leden en plaatsvervangers die bij Besluit (EU) 2019/2157 zijn benoemd.

(6)

Die benoeming wordt in een later stadium gevolgd door de benoeming van de overige leden en plaatsvervangers wier voordracht niet vóór 20 december 2019 aan de Raad is meegedeeld,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor het Comité van de Regio's worden voor de periode van 26 januari 2020 tot en met 25 januari 2025 benoemd:

tot lid, de personen die per lidstaat zijn vermeld in de lijst in bijlage I;

tot plaatsvervanger, de personen die per lidstaat zijn vermeld in de lijst in bijlage II.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 20 januari 2020.

Voor de Raad

De voorzitter

J. BORRELL FONTELLES


(1)   PB L 139 van 27.5.2019, blz. 13.

(2)  Besluit (EU) 2019/2157 van de Raad van 10 december 2019 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2020 tot en met 25 januari 2025 (PB L 327 van 17.12.2019, blz. 78).


BIJLAGE I

ПРИЛОЖЕНИЕ I - ANEXO I - PŘÍLOHA I - BILAG I - ANHANG I - I LISA - ΠΑΡΑΡΤΗΜΑ Ι - ANNEX I - ANNEXE I - PRILOG I - ALLEGATO I - I PIELIKUMS - I PRIEDAS - I. MELLÉKLET - ANNESS I - BIJLAGE I - ZAŁĄCZNIK I - ANEXO I - ANEXA I - PRÍLOHA I - PRILOGA I - LIITE I - BILAGA I

Членове / Miembros / Členové / Medlemmer / Mitglieder / Liikmed / Μέλη / Members / Membres / Članovi / Membri / Locekļi / Nariai / Tagok / Membri / Leden / Członkowie / Membros / Membri / Členovia / Člani / Jäsenet / Ledamöter

BELGIË / BELGIQUE / BELGIEN

Mr Willy BORSUS

Member of a Local Assembly: Municipal Council of Marche-en-Famenne

Mr Elio DI RUPO

Member of a Regional Executive: Minister-President of the Government of Wallonia

Mr Emmanuel DISABATO

Member of a Regional Assembly: Parliament of Wallonia

Mr Pierre-Yves JEHOLET

Member of a Regional Executive: Minister-President of the Government of the Federation Wallonia-Brussels

БЪЛГАРИЯ

Ms Tanya HRISTOVA

Member of a Local Executive: Mayor of Gabrovo Municipality

ΕΛΛΑΣ

Mr Georgios PATOULIS

Member of a Regional Executive: Region of Attica

Mr Apostolos TZITZIKOSTAS

Member of a Regional Executive: Region of Central Macedonia

Mr Stavros ARNAOUTAKIS

Member of a Regional Executive: Region of Crete

Ms Rodi KRATSA

Member of a Regional Executive: Region of Ionian Islands

Mr Georgios CHATZIMARKOS

Member of a Regional Executive: Region of South Aegean

Mr Konstantinos AGORASTOS

Member of a Regional Executive: Region of Thessaly

Mr Konstantinos BAKOYANNIS

Member of a Local Executive: Municipality of Athens

Mr Andreas KONDYLIS

Member of a Local Executive: Municipality of Alimos

Mr Moses ELISAF

Member of a Local Executive: Municipality of Ioannina

Mr Dimitrios KARNAVOS

Member of a Local Executive: Municipality of Kallithea

Mr Ignatios KAITEZIDIS

Member of a Local Executive: Municipality of Pilea-Hortiatis

Mr Symeon ROUSSOS

Member of a Local Executive: Municipality of Chalandri

ESPAÑA

Mr Fernando LÓPEZ MIRAS

Member of a Regional Assembly: Asamblea Regional de Murcia

FRANCE

Ms Danièle BOEGLIN

Member of a Local Executive: Conseil départemental de l’Aube

Ms Isabelle BOUDINEAU

Member of a Regional Executive: Conseil régional de Nouvelle-Aquitaine

Mr Frank CECCONI

Member of a Regional Assembly: Conseil régional d’Ile-de-France

Ms Vanessa CHARBONNEAU

Member of a Regional Executive: Conseil régional des Pays de la Loire

Mr Vincent CHAUVET

Member of a Local Executive: Commune d’Autun (71)

Mr Loïg CHESNAIS-GIRARD

Member of a Regional Executive: Conseil régional de Bretagne

Ms Yolaine COSTES

Member of a Regional Executive: Conseil régional de la Réunion

Mr Guillaume CROS

Member of a Regional Executive: Conseil régional d’Occitanie

Mr François DECOSTER

Member of a Regional Assembly: Conseil régional des Hauts de France

Ms Mélanie FORTIER

Member of a Regional Assembly: Conseil régional du Centre Val de Loire

Ms Cécile GALLIEN

Member of a Local Executive: commune de Voray (43)

Ms Karine GLOANEC-MAURIN

Member of a Local Executive: Conseil municipal de Couëtron-au-Perche (département du LoiretCher)

Ms Agnès LE BRUN

Member of a Local Executive: Conseil municipal de Morlaix (département du Finistère)

Mr Pascal MANGIN

Member of a Regional Assembly: Conseil régional du Grand Est

Ms Sylvie MARCILLY

Member of a Local Executive: Conseil départemental de la Charente-Maritime

Ms Marie-Antoinette MAUPERTUIS

Member of a Regional Assembly: Collectivité territoriale de Corse

Mr Jean-Paul POURQUIER

Member of a Local Executive: Conseil départemental de la Lozère

Mr Franck PROUST

Member of a Local Executive: Conseil municipal de Nîmes (département du Gard)

Ms Agnès RAMPAL

Member of a Regional Assembly: Conseil régional Provence-Alpes-Côte d’Azur

Mr Christophe ROUILLON

Member of a Local Executive: Conseil municipal de Coulaines (département de la Sarthe)

Ms Nathalie SARRABEZOLLES

Member of a Local Executive: Conseil départemental du Finistère

Mr Patrice VERCHÈRE

Member of a Regional Assembly: Conseil régional Auvergne-Rhône-Alpes

Mr Jean-Noël VERFAILLIE

Member of a Local Executive: Conseil départemental du Nord

Mr André VIOLA

Member of a Local Executive: Conseil départemental de l’Aude

HRVATSKA

Mr Nikola DOBROSLAVIĆ

Member of Regional Executive: Dubrovnik-Neretva County

Mr Valter DRANDIĆ

Member of Regional Assembly: Istria County

Mr Ivan GULAM

Member of Local Executive: Municipality of Pirovac

Mr Bruno HRANIĆ

Member of Local Executive: Municipality of Vidovec

Mr Danijel MARUŠIĆ

Member of Regional Executive: Brod-Posavina County

Mr Vojko OBERSNEL

Member of Local Executive: City of Rijeka

Mr Goran PAUK

Member of Regional Executive: Šibenik-Knin County

Ms Jelena PAVIČIĆ VUKIČEVIĆ

Member of Local Executive: City of Zagreb

Mr Željko TURK

Member of Local Executive: City of Zaprešić

IRELAND

Ms Caroline DWANE STANLEY

Member of a Local Executive: Laois County Council

ITALIA

Ms Manuela BORA

Assessore e Consigliere regionale della Regione Marche

Mr Roberto CIAMBETTI

Presidente del Consiglio e Consigliere regionale della Regione Veneto

Mr Alberto CIRIO

Presidente della Regione Piemonte

Mr Massimiliano FEDRIGA

Presidente della Regione Friuli Venezia Giulia

Mr Alessandro FERMI

Presidente del Consiglio e Consigliere regionale della Regione Lombardia

Mr Nicola IRTO

Presidente del Consiglio e Consigliere regionale della Regione Calabria

Mr Marco MARSILIO

Presidente della Regione Abruzzo

Mr Sebastiano MUSUMECI

Presidente della Regione Siciliana

Mr Enrico ROSSI

Presidente della Regione Toscana

Ms Simonetta SALIERA

Presidente dell'Assemblea legislativa e Consigliere regionale della Regione Emilia Romagna

Ms Alessandra SARTORE

Assessore della Regione Lazio

Mr Christian SOLINAS

Presidente della Regione Sardegna

Mr Donato TOMA

Presidente della Regione Molise

Mr Luca ZAIA

Presidente della Regione Veneto

LIETUVA

Mr Valdas BENKUNSKAS

Member of a Local Assembly: Vilniaus miesto savivaldybės taryba

Ms Nijolė DIRGINČIENĖ

Member of a Local Assembly: Birštono savivaldybės taryba

Mr Vytautas GRUBLIAUSKAS

Member of a Local Assembly: Klaipėdos miesto savivaldybės taryba

Mr Dovydas KAMINSKAS

Member of a Local Assembly: Tauragės rajono savivaldybės taryba

Mr Ričardas MALINAUSKAS

Member of a Local Assembly: Druskininkų savivaldybės taryba

Mr Bronius MARKAUSKAS

Member of a Local Assembly: Klaipėdos rajono savivaldybės taryba

Mr Mindaugas SINKEVIČIUS

Member of a Local Assembly: Jonavos rajono savivaldybės taryba

Mr Algirdas VRUBLIAUSKAS

Member of a Local Assembly: Alytaus rajono savivaldybės taryba

Mr Povilas ŽAGUNIS

Member of a Local Assembly: Panevėžio rajono savivaldybės taryba

MAGYARORSZÁG

Mr István BÓKA

Member of a Local Assembly: Local Government of Balatonfüred

Ms Barbara Szilvia HEGEDŰS

Member of a Local Assembly: Local Government of Veszprém with county rights

Mr Jácint HORVÁTH

Member of a Local Assembly: Local Government of Nagykanizsa with county rights

Mr János Ádám KARÁCSONY

Member of a Local Assembly: Local Government of Tahitótfalu

Mr József KÓBOR

Member of a Local Assembly: Local Government of Pécs with county rights

Mr Lajos KOVÁCS

Member of a Local Assembly: Local Government of District 12 of Budapest

Ms Anna MAGYAR

Member of a Regional Assembly: County Council of Csongrád Megye

Mr László MAJTÉNYI

Member of a Regional Assembly: County Council of Vas Megye

Mr József RIBÁNYI

Member of a Regional Assembly: County Council of Tolna Megye

Mr Patrik SCHWARCZ-KIEFER

Member of a Regional Assembly: County Council of Baranya Megye

Mr Oszkár SESZTÁK

Member of a Regional Assembly: County Council of Szabolcs-Szatmár-Bereg Megye

Ms Kata TÜTTŐ

Member of a Local Assembly: General Assembly of Budapest

POLSKA

Mr Gustaw Marek BRZEZIN

Member of a Regional Assembly: Sejmik Województwa Warmińsko-Mazurskiego

Ms Aleksandra DULKIEWICZ

Member of a Local Executive: Prezydent Miasta Gdańska

Mr Mariusz Rafał FRANKOWSKI

Member of a Local Assembly: Rada m. st. Warszawy

Mr Olgierd GEBLEWICZ

Member of a Regional Assembly: Sejmik Województwa Zachodniopomorskiego

Mr Paweł GRZYBOWSKI

Member of a Local Executive: Burmistrz Miasta Rypin

Mr Krzysztof IWANIUK

Member of a Local Executive: Wójt Gminy Terespol

Mr Józef JODŁOWSKI

Member of a Local Assembly: Rada Powiatu Rzeszowskiego

Mr Robert KOŚCIUK

Member of a Local Executive: Burmistrz Krasnegostawu

Mr Witold Rafał KOZŁOWSKI

Representative of a regional body with political accountability to an elected Assembly: Zarząd Województwa Małopolskiego

Mr Krzysztof Adam MATYJASZCZYK

Member of a Local Executive: Prezydent Miasta Częstochowa

Mr Władysław ORTYL

Member of a Regional Assembly: Sejmik Województwa Podkarpackiego

Mr Cezary Adam PRZYBYLSKI

Member of a Regional Assembly: Sejmik Województwa Dolnośląskiego

Mr Grzegorz Zenon SCHREIBER

Representative of a regional body with political accountability to an elected Assembly: Zarząd Województwa Łódzkiego

Mr Jarosław Piotr STAWIARSKI

Representative of a regional body with political accountability to an elected Assembly: Zarząd Województwa Lubelskiego

Mr Dariusz STRUGAŁA

Member of a Local Executive: Burmistrz Miasta i Gminy Jaraczewo

Mr Mieczysław STRUK

Member of a Regional Assembly: Sejmik Województwa Pomorskiego

Mr Adam Krzysztof STRUZIK

Member of a Regional Assembly: Sejmik Województwa Mazowieckiego

Mr Rafał Kazimierz TRZASKOWSKI

Member of a Local Executive: Prezydent m. st. Warszawy

Mr Ludwik Kajetan WĘGRZYN

Member of a Local Assembly: Rada Powiatu w Bochni

Mr Marek WOŹNIAK

Member of a Regional Assembly: Sejmik Województwa Wielkopolskiego

Ms Hanna ZDANOWSKA

Member of a Local Executive: Prezydent Miasta Łodzi

PORTUGAL

Mr Vasco Ilídio ALVES CORDEIRO

Member of a Regional Executive: Governo Regional dos Açores

Mr Miguel Filipe MACHADO DE ALBUQUERQUE

Member of a Regional Executive: Governo Regional da Madeira

Mr Aires Henrique DO COUTO PEREIRA

Member of a Local Executive: Câmara Municipal da Póvoa de Varzim

Mr Basílio Adolfo DE MENDONÇA HORTA DA FRANÇA

Member of a Local Executive: Câmara Municipal de Sintra

Ms Cristina de Fátima SILVA CALISTO

Member of a Local Executive: Câmara Municipal de Lagoa - Açores

Mr Fernando Medina Maciel ALMEIDA CORREIA

Member of a Local Executive: Câmara Municipal de Lisboa

Mr Hélder António GUERRA DE SOUSA SILVA

Member of a Local Executive: Câmara Municipal de Mafra

Ms Isilda Maria Prazeres DOS SANTOS VARGES GOMES

Member of a Local Executive: Câmara Municipal de Portimão

Mr José Agostinho RIBAU ESTEVES

Member of a Local Executive: Câmara Municipal de Aveiro

Mr José Maria DA CUNHA COSTA

Member of a Local Executive: Câmara Municipal de Viana do Castelo

Mr Luís Miguel DA SILVA MENDONÇA ALVES

Member of a Local Executive: Câmara Municipal de Caminha

Mr Ricardo Bruno Antunes MACHADO RIO

Member of a Local Executive: Câmara Municipal de Braga


BIJLAGE II

ПРИЛОЖЕНИЕ II - ANEXO II - PŘÍLOHA II - BILAG II - ANHANG II - II LISA - ΠΑΡΑΡΤΗΜΑ IΙ - ANNEX II - ANNEXE II - PRILOG II - ALLEGATO II - II PIELIKUMS - II PRIEDAS - II. MELLÉKLET - ANNESS II - BIJLAGE II - ZAŁĄCZNIK II - ANEXO II - ANEXA II - PRÍLOHA II - PRILOGA II - LIITE II - BILAGA II

Заместник-членове / Suplentes / Náhradníci / Suppleanter / Stellvertreter / Asendusliikmed / Αναπληρωτές / Alternate members / Suppléants / Zamjenici članova / Supplenti / Aizstājēji / Pakaitiniai nariai / Póttagok / Membri Supplenti / Plaatsvervangers / Zastępcy członków / Suplentes / Supleanți / Náhradníci / Nadomestni člani / Varajäsenet / Suppleanter

BELGIË / BELGIQUE / BELGIEN

Mr Hugues BAYET

Member of a Local Executive: Mayor of Farciennes

Ms Alexia BERTRAND

Member of a Regional Assembly: Parliament of Brussels-Capital Region

Ms Hélène RYCKMANS

Member of a Regional Assembly: Parliament of Wallonia

Ms Olga ZRIHEN

Member of a Local Assembly: Municipal Council of La Louvière

ΕΛΛΑΣ

Mr Dimitrios PETROVITS

Member of a Regional Executive: Region of Eastern Macedonia and Thrace

Mr Alexandros KACHRIMANIS

Member of a Regional Executive: Region of Epirus

Mr Nektarios FARMAKIS

Member of a Regional Executive: Region of Western Greece

Mr Fanis SPANOS

Member of a Regional Executive: Region of Central Greece

Mr Georgios KASAPIDIS

Member of a Regional Executive: Region of Western Macedonia

Ms Dimitra ANGELAKI

Member of a Regional Assembly: Region of Attica

Mr Dimitrios KALOGEROPOULOS

Representative of a local body with political accountability to an elected Assembly: Municipality of Palaio Faliro

Mr Nikolaos VAFEIADIS

Member of a Local Assembly: Municipality of Athens

Mr Konstantinos TZIOUMIS

Member of a Local Executive: Municipality of Tripoli

Ms Katerina CHRYSSOPOULOU

Member of a Local Assembly: Municipality of Vrilissia

Mr Nikolaos CHIOTAKIS

Member of a Local Assembly: Municipality of Kifissia

Mr Efstratios CHARCHALAKIS

Member of a Local Executive: Municipality of Kythira

ESPAÑA

Mr Juan José MARTÍNEZ LOZANO

Representative of a regional body with political accountability to an elected Assembly: Asamblea Regional de Murcia

FRANCE

Mr Patrick AYACHE

Member of a Regional Executive: Conseil régional de Bourgogne Franche-Comté

Mr Jean-François BARNIER

Member of a Local Executive: Conseil municipal du Chambon-Feugerolles (département de la Loire)

Ms Nadine BELLUROT

Member of a Local Executive: Conseil municipal de Reuilly (département de l’Indre)

Ms Claudette BRUNET LECHENAULT

Member of a Local Executive: Conseil départemental de Saône-et-Loire

Mr Christophe CLERGEAU

Member of a Regional Assembly: Conseil régional des Pays de Loire

Ms Emmanuelle de GENTILI

Member of a Local Executive: Conseil municipal de Bastia (Corse)

Mr Christian GILLET

Member of a Local Executive: Conseil départemental du Maine-et-Loire

Ms Aurélie GROS

Member of a Regional Assembly: Conseil régional d’Ile-de-France

Mr Thibaut GUIGNARD

Member of a Local Executive: Conseil municipal de Plœuc-l'Hermitage (département des Côtesd’Armor)

Mr Mathieu KLEIN

Member of a Local Executive: Conseil départemental de Meurthe-et-Moselle

Ms Sylvie LABADENS

Member of a Local Executive: Conseil départemental du Nord

Mr Gérard LAHELLEC

Member of a Regional Executive: Conseil régional de Bretagne

Mr Miguel LAVENTURE

Member of a Regional Assembly: Collectivité territoriale de Martinique

Ms Françoise MESNARD

Member of a Local Executive: Conseil municipal de Saint-Jean d’Angely (département de Charente-Maritime)

Ms Nicole MULLER BECKER

Member of a Regional Executive: Conseil régional du Grand Est

Ms Marie-Luce PENCHARD

Member of a Regional Executive: Conseil régional de Guadeloupe

Ms Nicole PEYCELON

Member of a Regional Assembly: Conseil régional Auvergne-Rhône-Alpes

Ms Nicole PIERRARD

Member of a Local Executive: Conseil départemental de la Moselle

Ms Martine PINVILLE

Member of a Regional Assembly: Conseil régional de Nouvelle-Aquitaine

Mr François-Xavier PRIOLLAUD

Member of a Regional Executive: Conseil régional de Normandie

Mr Bertrand RINGOT

Member of a Local Executive: Conseil municipal de Gravelines (département du Nord)

Mr Didier ROBERT

Member of a Regional Executive: Conseil régional de la Réunion

Mr Gilles SIMEONI

Member of a Regional Executive: Collectivité territoriale de Corse

Mr Claude WALLENDORFF

Member of a Local Executive: Conseil départemental des Ardennes

HRVATSKA

Mr Igor ANDROVIĆ

Member of Regional Executive: Virovitica-Podravina County

Mr Martin BARIČEVIĆ

Member of Local Executive: Municipality of Jasenice

Ms Antonija JOZIĆ

Member of Local Executive: City of Pleternica

Mr Darko KOREN

Member of Regional Executive: Koprivnica-Križevci County

Mr Anteo MILOS

Member of Local Executive: City of Novigrad-Cittanova

Ms Jasna PETEK

Member of Regional Executive: Krapina-Zagorje County

Mr Dinko PIRAK

Member of Local Executive: City of Čazma

Mr Matija POSAVEC

Member of Regional Executive: Međimurje County

Mr Slavko PRIŠĆAN

Member of Local Executive: Municipality of Rovišće

IRELAND

Mr Conor MCGUINNESS

Member of a Local Executive: Galway Waterford City and County Council

ITALIA

Mr Gaetano ARMAO

Vicepresidente e Assessore della Regione Siciliana

Mr Vito BARDI

Presidente della Regione Basilicata

Mr Vincenzo DE LUCA

Presidente della Regione Campania

Mr Arno KOMPATSCHER

Presidente e Consigliere provinciale della Provincia autonoma di Bolzano

Mr Pierluigi MARQUIS

Consigliere regionale della Regione Autonoma della Valle d'Aosta

Mr Michele PAIS

Presidente del Consiglio e Consigliere regionale della Regione Sardegna

Mr Alessandro PIANA

Presidente del Consiglio e Consigliere regionale della Regione Liguria

Ms Donatella PORZI

Consigliere regionale della Regione Umbria

Mr Francesco RUSSO

Vice Presidente e Assessore della Regione Calabria

Mr Piero Mauro ZANIN

Presidente del Consiglio e Consigliere regionale della Regione Friuli Venezia Giulia

LIETUVA

Mr Arnoldas ABRAMAVIČIUS

Member of a Local Assembly: Zarasų rajono savivaldybės taryba

Ms Vaida ALEKNAVIČIENĖ

Member of a Local Assembly: Joniškio rajono savivaldybės taryba

Ms Aleksandra GRIGIENĖ

Member of a Local Assembly: Visagino savivaldybės taryba

Mr Domas GRIŠKEVIČIUS

Member of a Local Assembly: Šiaulių miesto savivaldybės taryba

Mr Ramūnas GODELIAUSKAS

Member of a Local Assembly: Rokiškio rajono savivaldybės taryba

Mr Audrius KLIŠONIS

Member of a Local Assembly: Plungės rajono savivaldybės taryba

Mr Algirdas NEIBERKA

Member of a Local Assembly: Vilkaviškio rajono savivaldybės taryba

Mr Vytenis TOMKUS

Member of a Local Assembly: Kaišiadorių rajono savivaldybės taryba

Mr Mantas VARAŠKA

Member of a Local Assembly: Kazlų Rūdos savivaldybės taryba

MAGYARORSZÁG

Ms Boglárka BÁNNÉ GÁL

Member of a Regional Assembly: County Council of Borsod-Abaúj-Zemplén Megye

Mr Attila KISS

Member of a Local Assembly: Local Government of Hajdúböszörmény

Mr Erik KONCZER

Member of a Regional Assembly: County Council of Komárom-Esztergom Megye

Mr Raymund KOVÁCS

Member of a Local Assembly: Local Government of District 16 of Budapest

Mr Ádám MIRKÓCZKI

Member of a Local Assembly: Local Government of Eger

Mr Zoltán NÉMETH

Member of a Regional Assembly: County Council of Győr-Moson-Sopron Megye

Mr Attila PÁL

Member of a Regional Assembly: County Council of Zala Megye

Mr Gábor SIMON

Member of a Local Assembly: Local Government of Miskolc with county rights

Mr Nándor SKUCZI

Member of a Regional Assembly: County Council of Nógrád Megye

Mr Róbert SZABÓ

Member of a Regional Assembly: County Council of Heves Megye

Mr Ferenc TEMERINI

Member of a Local Assembly: Local Government of Soltvadkert

Mr Botond VÁNTSA

Member of a Local Assembly: Local Government of Szigetszentmiklós

POLSKA

Mr Andrzej Krzysztof BĘTKOWSKI

Representative of a regional body with political accountability to an elected Assembly: Zarząd Województwa Świętokrzyskiego

Mr Rafał BRUSKI

Member of a Local Executive: Prezydent Miasta Bydgoszczy

Mr Andrzej BUŁA

Representative of a regional body with political accountability to an elected Assembly: Zarząd Województwa Opolskiego

Mr Marian BURAS

Member of a Local Executive: Burmistrz Miasta i Gminy Morawica

Mr Piotr Franciszek CAŁBECKI

Member of a Regional Assembly: Sejmik Województwa Kujawsko-Pomorskiego

Mr Jakub Piotr CHEŁSTOWSKI

Member of a Regional Assembly: Sejmik Województwa Śląskiego

Mr Jacek GAJEWSKI

Member of a Regional Assembly: Sejmik Województwa Kujawsko-Pomorskiego

Mr Robert GODEK

Member of a Local Assembly: Rada Powiatu Strzyżowskiego

Mr Wojciech Jan KAŁUŻA

Member of a Regional Assembly: Sejmik Województwa Śląskiego

Mr Jakub Michał KWAŚNY

Member of a Local Assembly: Rada Miasta Tarnowa

Mr Mirosław LECH

Member of a Local Executive: Wójt Gminy Korycin

Mr Sebastian ŁUKASZEWICZ

Member of a Regional Assembly: Sejmik Województwa Podlaskiego

Ms Beata Małgorzata MOSKAL-SŁANIEWSKA

Member of a Local Executive: Prezydent Miasta Świdnica

Ms Elżbieta Anna POLAK

Member of a Regional Assembly: Sejmik Województwa Lubuskiego

Mr Piotr Paweł PSIKUS

Member of a Local Executive: Burmistrz Miasta i Gminy Kępno

Mr Ludwik Jerzy RAKOWSKI

Member of a Regional Assembly: Sejmik Województwa Mazowieckiego

Mr Łukasz Jakub SMÓŁKA

Representative of a regional body with political accountability to an elected Assembly: Zarząd Województwa Małopolskiego

Mr Joachim SMYŁA

Member of a Local Assembly: Rada Powiatu w Lublińcu

Mr Marek Andrzej TRAMŚ

Member of a Local Assembly: Rada Powiatu Polkowickiego

Mr Tadeusz TRUSKOLASKI

Member of a Local Executive: Prezydent Miasta Białegostoku

PORTUGAL

Mr Rui Jorge DA SILVA LEITE DE BETTENCOURT

Member of a Regional Executive: Governo Regional dos Açores

Mr Pedro Miguel AMARO DE BETTENCOURT CALADO

Member of a Regional Executive: Governo Regional da Madeira

Ms Anabela GASPAR DE FREITAS

Member of a Local Executive: Câmara Municipal de Tomar

Mr Carlos André TELES PAULO DE CARVALHO

Member of a Local Executive: Câmara Municipal de Tabuaço

Mr Carlos SILVA SANTIAGO

Member of a Local Executive: Câmara Municipal de Sernancelhe

Mr Luís Manuel DOS SANTOS CORREIA

Member of a Local Executive: Câmara Municipal de Castelo Branco

Mr Luís Miguel CORREIA ANTUNES

Member of a Local Executive: Câmara Municipal da Lousã

Mr Nuno José GONÇALVES MASCARENHAS

Member of a Local Executive: Câmara Municipal de Sines

Mr Paulo Jorge FRAZÃO BATISTA DOS SANTOS

Member of a Local Executive: Câmara Municipal da Batalha

Mr Pedro Miguel CÉSAR RIBEIRO

Member of a Local Executive: Câmara Municipal de Almeirim

Mr Rui Miguel DA SILVA ANDRÉ

Member of a Local Executive: Câmara Municipal de Monchique

Mr Vítor Manuel MARTINS GUERREIRO

Member of a Local Executive: Câmara Municipal de São Brás de Alportel


REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

24.1.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 20/17


GEDRAGSCODE VOOR DE LEDEN VAN HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO’S

Goedgekeurd door de Voltallige Vergadering op 5 December 2019

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name de artikelen 2 en 3,

Gezien het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: VWEU), en met name de artikelen 300, 305, 306 en 307,

Gezien het reglement van orde van het Europees Comité van de Regio’s (hierna: het Comité),

Overwegende dat de leden van het Comité vertegenwoordigers van regionale en lokale organen zijn die in een regionaal of lokaal lichaam zijn gekozen of politiek verantwoording schuldig zijn aan een gekozen vergadering,

Overwegende dat het lidmaatschap van het Comité voortvloeit uit een actief lokaal of regionaal mandaat en geen betaalde arbeid vormt, en de leden alleen forfaitaire reis- en vergadervergoedingen en reiskostenvergoedingen ontvangen,

Overwegende dat de leden van het Comité hun ambt volkomen onafhankelijk uitoefenen in het algemeen belang van de Europese Unie en de Europese burgers,

Overwegende dat, onverminderd de geldende bepalingen van het reglement van orde, het wenselijk is om in een gedragscode een aantal verplichtingen vast te leggen die uit deze bepalingen voortvloeien,

Heeft het Comité onderstaande gedragscode voor zijn leden goedgekeurd, die zij bij aanvang van hun mandaat ondertekenen:

Artikel 1

Reikwijdte

Deze gedragscode is van toepassing op het gedrag van de leden en plaatsvervangers bij de uitoefening van de hun door het Comité toevertrouwde taken. Telkens als wordt verwezen naar leden, worden ook plaatsvervangers bedoeld.

In geval van vermeend wangedrag van personeelsleden jegens leden van het Comité zijn de in voorkomend geval geldende personeelsregels (1) van toepassing. Het betrokken lid stelt de secretaris-generaal van het vermeende wangedrag op de hoogte.

Artikel 2

Beginselen

De leden van het Comité oefenen de hun toevertrouwde taken uit op basis van onafhankelijkheid, onpartijdigheid, integriteit, transparantie, waardigheid en respect voor diversiteit.

Artikel 3

Onafhankelijkheid

De leden oefenen de hun toevertrouwde taken volkomen onafhankelijk uit in het algemeen belang van de Unie en zijn niet gebonden door enig imperatief mandaat, in overeenstemming met artikel 300, lid 4, VWEU.

Artikel 4

Onpartijdigheid en belangenconflicten

1.   De leden oefenen de hun toevertrouwde taken in het algemeen belang en onpartijdig uit, zonder direct of indirect voordelen of beloningen te verkrijgen of te willen verkrijgen.

2.   De leden vermijden alle situaties die aanleiding kunnen geven tot belangenconflicten. Van een belangenconflict is sprake wanneer een lid een persoonlijk belang heeft dat een ongewenste invloed kan hebben op de uitoefening van zijn of haar taken als lid. Van een belangenconflict is geen sprake wanneer een lid voordeel geniet door het enkele feit dat hij of zij tot de bevolking als geheel of tot een grote categorie van mensen behoort. Er is evenmin sprake van een belangenconflict wanneer een lid een activiteit uitoefent, bijvoorbeeld de deelname aan de besluitvormingsorganen van ondernemingen, in het kader van de uitoefening van zijn of haar openbare functie.

3.   Wanneer een lid vindt dat hij of zij in een belangenconflict verkeert, dan neemt hij of zij onmiddellijk de nodige maatregelen om dit te verhelpen, overeenkomstig de beginselen en bepalingen van deze gedragscode. Wanneer het lid het belangenconflict niet weet op te lossen, dan laat hij of zij dit de voorzitter en de secretaris-generaal schriftelijk weten.

Artikel 5

Integriteit

1.   De leden oefenen de hun toevertrouwde taken in het algemeen belang en integer uit, zonder direct of indirect voordelen of beloningen te verlangen, te aanvaarden of te ontvangen in ruil voor specifiek gedrag in het kader van hun werkzaamheden, en gaan zorgvuldig elke situatie uit de weg die de schijn van omkoping, corruptie of ongepaste beïnvloeding zou kunnen wekken.

2.   De leden houden zich niet beroepsmatig bezig met betaalde lobbyactiviteiten die rechtstreeks verband houden met de besluitvorming van de Unie. De vertegenwoordiging van regionale of lokale belangen wordt niet als lobbyactiviteit beschouwd.

3.   De leden worden altijd geacht hun taken als leden van het Comité uit te oefenen wanneer zij deelnemen aan vergaderingen van de organen van het Comité, evenementen in zijn gebouwen, evenementen buiten zijn gebouwen die door het Comité overeenkomstig zijn eigen regels worden gesteund, en evenementen waar zij het Comité vertegenwoordigen.

4.   De leden onthouden zich bij de uitoefening van hun taken als leden van het Comité van aanvaarding van geschenken of soortgelijke voordelen, met uitzondering van geschenken en soortgelijke voordelen met een approximatieve waarde van minder dan 100 EUR die hun uit hoffelijkheid worden aangeboden. De leden mogen geschenken met een approximatieve waarde van meer dan 100 EUR die hun uit hoffelijkheid worden aangeboden, aanvaarden mits zij deze tijdens de eerstvolgende vergadering van het Comité die zij na de ontvangst ervan bijwonen aan het secretariaat-generaal overhandigen. De voorzitter besluit of dergelijke geschenken, alsmede geschenken van dezelfde waarde die direct aan hem of haar zijn gegeven, eigendom van het Comité worden of aan een geschikte liefdadigheidsorganisatie worden gedoneerd. Het secretariaat-generaal houdt een register van dergelijke geschenken bij. In alle gevallen moeten de leden zich houden aan de nationale, regionale en lokale regels voor het aannemen van geschenken die op hen van toepassing zijn, met inbegrip van de regels die een maximale waarde van geschenken vaststellen.

5.   De leden nemen de voor hen geldende financiële regels van het Comité in acht, met name die met betrekking tot de vergoeding van reiskosten en de betaling van de forfaitaire reis- en vergadervergoeding.

Artikel 6

Transparantie en verklaring van financiële belangen

1.   De leden gedragen zich bij de uitoefening van de hun toevertrouwde taken op transparante wijze en staan positief tegenover legitieme openbare controle van de naleving van de in deze gedragscode neergelegde beginselen.

2.   Indien voorlegging van een openbare verklaring van financiële belangen is vereist op grond van nationale of subnationale wet- of regelgeving, zijn de leden van het Comité er persoonlijk verantwoordelijk voor om binnen 60 dagen na hun ambtsaanvaarding aan de voorzitter mee te delen dat zij, conform de desbetreffende toepasselijke nationale of subnationale wet- of regelgeving, aan de bevoegde autoriteit van hun lidstaat een openbare verklaring van financiële belangen hebben voorgelegd in verband met het mandaat of de functie waarvoor zij politieke verantwoording verschuldigd zijn en op basis waarvan zij als lid zijn benoemd. Tegelijkertijd verschaffen zij de voorzitter een internetlink naar deze openbare verklaring. De leden zijn persoonlijk verantwoordelijk voor de juistheid van deze link. Zij stellen de voorzitter in kennis van elke wijziging in deze link vóór het einde van de maand die volgt op de desbetreffende wijziging.

3.   Indien voorlegging van een openbare verklaring van financiële belangen niet is vereist op grond van nationale of subnationale wet- of regelgeving, zijn de leden er persoonlijk verantwoordelijk voor om met gebruikmaking van het formulier in de bijlage bij deze gedragscode aan de voorzitter een verklaring te doen toekomen. In deze verklaring wordt elke entiteit vermeld waarin het lid rechtstreekse financiële belangen heeft die redelijkerwijs kunnen worden geacht aanleiding te kunnen geven tot een belangenconflict als het lid een besluit of standpunt van het Comité zou moeten behandelen waarbij die entiteit betrokken is. Leden worden verondersteld rechtstreekse financiële belangen in een entiteit te hebben wanneer zij een specifieke financiële deelneming in haar kapitaal hebben en die deelneming hun aanzienlijke invloed op haar beheer geeft.

4.   De leden stellen de voorzitter in kennis van elke wijziging in de overeenkomstig lid 3 voorgelegde verklaring vóór het einde van de maand die volgt op de desbetreffende wijziging.

5.   De aan de voorzitter krachtens dit artikel verstrekte informatie wordt door het Comité op een eenvoudig toegankelijke manier ter beschikking gesteld aan het publiek.

6.   Indien de voorzitter informatie ontvangt die hem of haar doet vermoeden dat de door een lid overeenkomstig lid 2 of 3 voorgelegde verklaring grotendeels onjuist of niet langer actueel is, kan hij of zij het lid verzoeken de verklaring te corrigeren en het bureau in kennis stellen van het resultaat.

7.   Rapporteurs verstrekken het secretariaat-generaal een lijst van alle belanghebbende partijen die in verband met het onderwerp van hun advies zijn geraadpleegd. Het secretariaat-generaal houdt van deze lijsten een register bij, dat op verzoek openbaar kan worden gemaakt.

Artikel 7

Waardigheid en respect voor diversiteit

1.   De leden, bij de uitoefening van de hun toevertrouwde taken:

a)

gedragen zich professioneel en onthouden zich van elke vorm van beledigende of discriminerende taal of gedrag, overeenkomstig artikel 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie;

b)

behandelen iedereen in het Comité of bij een van zijn evenementen met waardigheid, beleefdheid en respect en zonder vooroordelen of discriminatie;

c)

onthouden zich ervan om met hun woorden of daden personeelsleden of andere leden van het Comité ertoe aan te zetten of aan te moedigen de in deze gedragscode of andere toepasselijke wet- of regelgeving neergelegde beginselen te schenden, te omzeilen of te negeren, of dergelijk gedrag te tolereren;

d)

streven er, voor zover hun verantwoordelijkheid binnen het Comité dat toelaat, met passende discretie naar dat onenigheid of conflicten die zich voordoen in het Comité of bij een van zijn evenementen snel, eerlijk en doeltreffend worden aangepakt, onder meer door snel te reageren op beschuldigingen van intimidatie (psychisch geweld of seksuele intimidatie).

2.   Wat de toepassing van deze gedragscode betreft, is de definitie van intimidatie die welke is vastgesteld in artikel 12 bis van het Statuut, zoals uitgelegd in de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof van Justitie):

Onder “psychisch geweld' wordt iedere vorm van opzettelijk onbehoorlijk gedrag verstaan dat zich gedurende lange tijd herhaaldelijk of systematisch voordoet in de vorm van gedragingen, woorden, handelingen, gebaren of geschriften die de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of de psychische integriteit van de betrokkene kunnen aantasten.

Onder “seksuele intimidatie' wordt de situatie verstaan waarin zich enige vorm van ongewenst gedrag van seksuele aard voordoet, met als doel of resultaat een persoon in zijn waardigheid aan te tasten of een intimiderende, vijandige, agressieve of verstorende sfeer te creëren. Seksuele intimidatie wordt beschouwd als discriminatie op grond van geslacht.

Artikel 8

Handhaving van de gedragscode

1.   De voorzitter en de leden van het Comité zorgen ervoor dat deze gedragscode wordt nageleefd en te goeder trouw wordt toegepast, met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel.

2.   Indien de voorzitter meent dat een lid deze gedragscode mogelijk heeft overtreden, kan hij of zij, bijgestaan door de secretaris-generaal, de omstandigheden rond de vermoedelijke overtreding onderzoeken. Als de voorzitter, na het betrokken lid te hebben gehoord en hem of haar te hebben uitgenodigd schriftelijke opmerkingen in te dienen, concludeert dat het lid in kwestie de gedragscode heeft overtreden, legt hij of zij, na de eerste vicevoorzitter, de voorzitter van de commissie Administratieve en Financiële Aangelegenheden, de voorzitter van de nationale delegatie van het betrokken lid en de voorzitter van de fractie van het betrokken lid te hebben geraadpleegd, bij een met redenen omkleed besluit een sanctie op en stelt het betrokken lid daarvan in kennis.

3.   Ingeval de voorzitter het lid is dat deze gedragscode mogelijk heeft overtreden, dan vervult de eerste vicevoorzitter de taken die de voorzitter in lid 2 worden toegekend en vervult een vicevoorzitter die tot een andere fractie en een andere nationale delegatie dan de eerste vicevoorzitter behoort, de taken die de eerste vicevoorzitter in lid 2 worden toegekend.

4.   De sanctie kan een of meer van de volgende maatregelen omvatten:

a)

een berisping, met of zonder bekendmaking;

b)

tijdelijke uitsluiting van deelname aan werkzaamheden van het Comité gedurende een periode van een week tot zes maanden;

c)

in geval van een schending van de verplichtingen inzake vertrouwelijkheid, een beperking van het recht van toegang tot vertrouwelijke informatie van maximaal een jaar;

d)

een verbod voor het lid om binnen het Comité te worden verkozen in een functie, te worden aangewezen als rapporteur of deel te nemen aan een officiële delegatie, en ontslag uit deze functies wanneer het lid die al bekleedt.

5.   De in lid 4, onder b) en c), bedoelde maatregelen kunnen worden verdubbeld bij herhaling van de overtreding.

6.   Het betrokken lid kan binnen twee weken na kennisgeving van het in lid 2 bedoelde met redenen omkleed besluit bij het bureau intern beroep instellen. Een dergelijk beroep schorst de toepassing van de bij het met redenen omkleed besluit opgelegde sanctie op. Uiterlijk vier maanden nadat het beroep is ingesteld, neemt het bureau met meerderheid van zijn leden een met redenen omkleed besluit tot nietigverklaring, bekrachtiging of wijziging van het met redenen omkleed besluit van de voorzitter. Als het bureau het besluit van de voorzitter bekrachtigt, kan het zijn besluit omkleden met de door de voorzitter gegeven redenen. Als het bureau het besluit van de voorzitter echter nietig verklaart of wijzigt, omkleedt het zijn besluit met eigen redenen. Het bureau stelt het betrokken lid van het met redenen omkleed besluit in kennis.

7.   Het betrokken lid kan binnen twee maanden na kennisgeving van het met redenen omkleed besluit van het bureau beroep tot nietigverklaring bij het Hof van Justitie instellen, overeenkomstig artikel 263 VWEU.

Artikel 9

Handhaving van de gedragscode in geval van vermeende intimidatie ten aanzien van een personeelslid door een lid van het Comité

1.   In afwijking van artikel 8 is onderhavig artikel van toepassing op gevallen van vermeende intimidatie ten aanzien van een personeelslid door een lid van het Comité. “Personeelslid' wil zeggen een ambtenaar, een tijdelijk functionaris, een arbeidscontractant, een uitzendkracht, een gedetacheerde nationale deskundige of een stagiair.

2.   Elke nieuwe vijfjarige mandaatsperiode van het Comité wordt een uit zes leden bestaand raadgevend comité inzake intimidatie (hierna: het raadgevend comité) opgericht. Het bureau stelt de voorzitter en twee andere leden uit de leden van de commissie Administratieve en Financiële Aangelegenheden voor. De secretaris-generaal stelt uit de personeelsleden twee leden voor. Het personeelscomité stelt één lid voor. De voorzitter van het Comité benoemt de voorzitter en de leden, met inachtneming van een genderevenwicht. Indien een lid van het raadgevend comité zijn of haar hoedanigheid van lid van het Comité of personeelslid verliest, wordt zo snel mogelijk een nieuw lid voorgesteld en benoemd. Indien een lid van het raadgevend comité een van de betrokkenen bij een zaak is, wordt hij of zij voor de duur van de procedure geschorst en wordt zo snel mogelijk een nieuw tijdelijk lid voorgesteld en benoemd. Het raadgevend comité neemt besluiten met gewone meerderheid van stemmen, in aanwezigheid van ten minste vijf van zijn leden; bij staking van de stemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag. Het raadgevend comité verricht zijn werkzaamheden volstrekt autonoom, onafhankelijk en in strikte vertrouwelijkheid en zijn beraadslagingen zijn geheim. Het raadgevend comité wordt in zijn werkzaamheden bijgestaan door het secretariaat-generaal van het Comité, dat daarbij volledige vertrouwelijkheid betracht. Elke schending van deze vertrouwelijkheid wordt door de voorzitter onderzocht en kan voor de betrokkene passende consequenties hebben.

3.   Personeelsleden die zichzelf beschouwen als slachtoffer van intimidatie door een lid van het Comité in de zin van artikel 12 bis van het Statuut, kunnen een verzoek om bijstand indienen uit hoofde van artikel 24 van het Statuut of naar analogie daarvan de artikelen 11 (eerste alinea) of 81 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden. Uitzendkrachten, gedetacheerde nationale deskundigen en stagiairs kunnen een verzoek om bijstand indienen op basis van artikel 31 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie. Voordat het personeelslid in kwestie het verzoek indient, mag hij of zij informeel contact opnemen met zijn of haar tot aanstelling bevoegde gezag, leden van het raadgevend comité of het secretariaat-generaal van het Comité.

4.   Na ontvangst van het in lid 3 bedoelde verzoek licht het tot aanstelling bevoegde gezag het raadgevend comité in en geeft het de bevoegde dienst van het secretariaat-generaal opdracht een voorstudie uit te voeren naar de vermeende feiten om te bepalen of er voorlopig bewijsmateriaal voor intimidatie beschikbaar is. Binnen 30 dagen na ontvangst van het verzoek dient de bevoegde dienst bij het raadgevend comité en het tot aanstelling bevoegde gezag een voorstudie in die is gebaseerd op het verzoek en, in voorkomend geval, schriftelijke verklaringen van de voorgestelde getuigen, en informatie van de betrokken diensten van het secretariaat-generaal. Indien er volgens de voorstudie onvoldoende voorlopig bewijsmateriaal voor intimidatie beschikbaar is, raadpleegt het tot aanstelling bevoegde gezag, in overleg met het raadgevend comité, de eenheid Juridische Zaken en biedt dit gezag het personeelslid in kwestie de mogelijkheid om te worden gehoord alvorens een besluit te nemen op grond van artikel 24 van het Statuut. Indien er volgens de voorstudie voldoende voorlopig bewijsmateriaal voor intimidatie beschikbaar is, wordt de zaak aan het raadgevend comité voorgelegd.

5.   Het raadgevend comité verricht een gedetailleerd onderzoek naar elke zaak die aan hem wordt voorgelegd. Het raadgevend comité stuurt het betrokken lid van het Comité een samenvatting van de tegen hem of haar gerichte beschuldigingen. Het betrokken lid van het Comité wordt een redelijke termijn geboden, die niet minder dan 15 werkdagen mag bedragen, om zijn of haar opmerkingen kenbaar te maken. Na deze termijn ontvangt het personeelslid in kwestie een samenvatting van de opmerkingen van het betrokken lid van het Comité. Het raadgevend comité beoordeelt of er getuigen of derden moeten worden gehoord en of er aanvullend onderzoek nodig is. Het personeelslid in kwestie en het betrokken lid van het Comité ontvangen een samenvatting van de getuigenverklaringen en worden door het raadgevend comité afzonderlijk gehoord voordat het in lid 6 bedoelde verslag wordt goedgekeurd.

6.   Op basis van de door de bevoegde dienst van het secretariaat-generaal uitgevoerde voorstudie en zijn eigen gedetailleerde onderzoek keurt het raadgevend comité een verslag goed en stuurt dat aan de voorzitter van het Comité, het personeelslid in kwestie en het betrokken lid van het Comité. Het verslag bestaat uit: (i) een samenvatting van de beschuldigingen die zijn geuit door het personeelslid in kwestie; (ii) een samenvatting van het onderzoek, waaronder de opmerkingen van het betrokken lid van het Comité en van de gehoorde getuigen; (iii) een beoordeling van de feiten en van het bewijs, waaronder de getuigenverklaringen; (iv) de conclusies of er al dan niet sprake was van intimidatie, en (v), in voorkomend geval, een aanbeveling over de op te leggen sanctie, andere follow-upmaatregelen of beide. In voorkomend geval worden in het verslag ook minderheidsstandpunten verwoord.

7.   In het licht van het verslag van het raadgevend comité en na het betrokken lid van het Comité te hebben gehoord neemt de voorzitter van het Comité, na de eerste vicevoorzitter, de voorzitter van de commissie Administratieve en Financiële Aangelegenheden, de voorzitter van de nationale delegatie van het betrokken lid en de voorzitter van de fractie van het betrokken lid te hebben geraadpleegd, een met redenen omkleed besluit over de vraag of er al dan niet intimidatie heeft plaatsgevonden, waarbij een sanctie kan worden opgelegd conform artikel 8, lid 4. Als het besluit de conclusies uit het verslag van het raadgevend comité onderschrijft, kan het worden omkleed met de in dit verslag gegeven redenen. Als het besluit afwijkt van de conclusies uit het verslag van het raadgevend comité, wordt het met eigen redenen omkleed. De voorzitter stelt het personeelslid in kwestie en het betrokken lid van het Comité van het met redenen omkleed besluit in kennis en informeert het raadgevend comité en het tot aanstelling bevoegde gezag daarover.

8.   Het betrokken lid kan binnen twee maanden na kennisgeving van het met redenen omkleed besluit van de voorzitter beroep tot nietigverklaring bij het Hof van Justitie instellen, overeenkomstig artikel 263 VWEU.

9.   In het licht van het met redenen omkleed besluit van de voorzitter en na raadpleging van de eenheid Juridische Zaken neemt het tot aanstelling bevoegde gezag een definitief besluit over het verzoek om bijstand. Als de voorzitter in zijn besluit concludeert dat er intimidatie heeft plaatsgevonden, beslist het tot aanstelling bevoegde gezag over de maatregelen die moeten worden genomen om het slachtoffer van de intimidatie te ondersteunen. Als de voorzitter in zijn besluit concludeert dat er geen intimidatie heeft plaatsgevonden en het tot aanstelling bevoegde gezag van plan is het verzoek om bijstand af te wijzen, biedt dit gezag het personeelslid in kwestie de mogelijkheid om voor die tijd te worden gehoord. Een opzettelijk onterecht of misleidend verzoek om bijstand kan leiden tot een tuchtprocedure tegen het personeelslid in kwestie.

10.   Ingeval de voorzitter het lid is dat van intimidatie wordt beschuldigd, dan vervult de eerste vicevoorzitter de taken die de voorzitter in de leden 2, 7 en 9 worden toegekend en vervult een vicevoorzitter die tot een andere fractie en een andere nationale delegatie dan de eerste vicevoorzitter behoort, de taken die de eerste vicevoorzitter in lid 7 worden toegekend.

11.   Het tot aanstelling bevoegde gezag kan elk moment besluiten voorlopige maatregelen te nemen. Die kunnen met name bestaan uit toestemming voor het personeelslid in kwestie om vanuit huis of in het Comité maar uit de buurt van het betrokken lid te werken, of de toekenning van verlof. Het tot aanstelling bevoegde gezag stelt het raadgevend comité van de genomen maatregelen op de hoogte en geeft daarbij aan of het nodig is het betrokken lid van het Comité daarover te informeren.

Artikel 10

Samenwerking met de nationale justitiële autoriteiten

1.   Indien de vermeende inbreuk een strafbaar feit zou kunnen vormen, stelt de voorzitter de bevoegde nationale autoriteiten in de betrokken lidstaten daarvan in kennis.

2.   Het Comité werkt ten volle samen met de bevoegde nationale autoriteiten.

Artikel 11

Inwerkingtreding

Deze gedragscode treedt in werking op 26 januari 2020.


(1)  Voor personeelsleden gelden met name het Statuut, de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden en de door het Comité vastgestelde uitvoeringsvoorschriften.


Bijlage

OPENBARE VERKLARING VAN FINANCIËLE BELANGEN

(alleen voor te leggen wanneer een openbare verklaring niet is vereist op grond van nationale of subnationale wet- of regelgeving)

ACHTERNAAM:

FIRST NAME:

Ik heb geen rechtstreekse financiële belangen in de zin van artikel 6, lid 3, van de gedragscode.

Ik heb rechtstreekse financiële belangen in de zin van artikel 6, lid 3, van de gedragscode in de volgende entiteiten:

Ik verklaar hierbij dat bovenstaande gegevens waarheidsgetrouw en correct zijn.

Datum:

Handtekening:


Rectificaties

24.1.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 20/24


Rectificatie van Richtlijn (EU) 2019/2121 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen

( Publicatieblad van de Europese Unie L 321 van 12 december 2019 )

Bladzijde 11, artikel 1, lid 3, onder c):

in plaats van:

 

“ “De Commissie stelt de onder a) bedoelde uitvoeringshandelingen uiterlijk op 2 juli 2020 vast.” ”,

lezen:

 

“ “De Commissie stelt de onder a) bedoelde uitvoeringshandelingen uiterlijk op 2 juli 2021 vast.” ”.


24.1.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 20/25


Rectificatie van Verordening (EU) 2019/1155 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 810/2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode)

( Publicatieblad van de Europese Unie L 188 van 12 juli 2019 )

Bladzijde 30, artikel 1, lid 3, wijziging van artikel 3, lid 5, onder c)

in plaats van:

“c)

onderdanen van derde landen die in het bezit zijn van een geldig visum voor een lidstaat die niet deelneemt aan de vaststelling van deze verordening, of voor een lidstaat die de bepalingen van het Schengenacquis nog niet volledig toepast, of voor een land dat partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, of voor Canada, Japan of de Verenigde Staten van Amerika, of houders van een geldig visum voor een of meer van de landen en gebieden overzee van het Koninkrijk der Nederlanden (Aruba, Curaçao, Sint-Maarten, Bonaire, Sint-Eustatius en Saba), wanneer zij reizen naar het land van afgifte of naar een ander derde land, of wanneer zij op terugreis zijn van het land van afgifte, na gebruik van het visum;”;”,

lezen:

“c)

onderdanen van derde landen die in het bezit zijn van een geldig visum voor een lidstaat die niet deelneemt aan de vaststelling van deze verordening, of voor een lidstaat die de bepalingen van het Schengenacquis nog niet volledig toepast, of voor Canada, Japan of de Verenigde Staten van Amerika, of houders van een geldig visum voor een of meer van de landen en gebieden overzee van het Koninkrijk der Nederlanden (Aruba, Curaçao, Sint-Maarten, Bonaire, Sint-Eustatius en Saba), wanneer zij reizen naar het land van afgifte of naar een ander derde land, of wanneer zij op terugreis zijn van het land van afgifte, na gebruik van het visum;”;”.


24.1.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 20/26


Rectificatie van Verordening (EU) 2019/2033 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010, (EU) nr. 575/2013, (EU) nr. 600/2014 en (EU) nr. 806/2014

( Publicatieblad van de Europese Unie L 314 van 5 december 2019 )

Artikel 63, lid 4, onder e):

in plaats van:

“e)

lid 7 wordt vervangen door:

“7.   De ESMA ontwikkelt, in overleg met de EBA, ontwerpen van technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de informatie die de aanvragende onderneming uit een derde land moet verstrekken in het in lid 4 bedoelde verzoek tot registratie en de in lid 6 bis genoemde te rapporteren informatie.

De ESMA legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 26 september 2021 voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”;”,

lezen:

“e)

lid 7 wordt vervangen door:

“7.   De ESMA ontwikkelt, in overleg met de EBA, ontwerpen van technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de informatie die de aanvragende onderneming uit een derde land moet verstrekken in het in lid 4 bedoelde verzoek tot registratie en de in lid 6 bis genoemde te rapporteren informatie.

De ESMA legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 26 september 2020 voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”;”.

Artikel 63, lid 4, onder f):

in plaats van:

“f)

het volgende lid wordt toegevoegd:

“8.   De ESMA ontwikkelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen tot nadere bepaling van het formaat waarin het in artikel 4 bedoelde verzoek tot registratie moet worden ingediend en waarin de in lid 6 bis genoemde informatie moet worden gerapporteerd.

De ESMA legt die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 26 september 2021 voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”;”

lezen:

“f)

het volgende lid wordt toegevoegd:

“8.   De ESMA ontwikkelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen tot nadere bepaling van het formaat waarin het in artikel 4 bedoelde verzoek tot registratie moet worden ingediend en waarin de in lid 6 bis genoemde informatie moet worden gerapporteerd.

De ESMA legt die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 26 september 2020 voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”;.”