|
ISSN 1977-0758 |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 279 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
62e jaargang |
|
|
|
III Andere handelingen |
|
|
|
|
EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE |
|
|
|
* |
||
|
|
* |
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
|
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
|
31.10.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 279/1 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/1819 VAN DE COMMISSIE
van 8 augustus 2019
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad teneinde azijn als werkzame stof in bijlage I bij die verordening op te nemen
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (1), en met name artikel 28, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De werkzame stof azijn kwam, voor zover het ging om een levensmiddel of diervoeder dat bestemd was voor gebruik als afweermiddel of lokmiddel van productsoort 19, in aanmerking voor de afwijking voor levensmiddelen en diervoeders als bedoeld in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1451/2007 van de Commissie (2). |
|
(2) |
Overeenkomstig artikel 16, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 van de Commissie (3) is een kennisgeving ingediend voor azijn voor productsoort 19, waarop de afwijking voor levensmiddelen en diervoeders van toepassing was. Het Europees Agentschap voor chemische stoffen (“het ECHA”) heeft de kennisgeving conform verklaard en heeft de Commissie overeenkomstig artikel 17 van die verordening daarvan in kennis gesteld. Azijn is bijgevolg voor productsoort 19 opgenomen in de lijst van combinaties van stoffen en productsoorten die zijn opgenomen in het programma voor de beoordeling van bestaande werkzame stoffen in biociden (4). |
|
(3) |
Op 31 januari 2017 heeft de Commissie het ECHA gevraagd om advies over de vraag of azijn aanleiding geeft tot bezorgdheid overeenkomstig artikel 28, lid 2, van Verordening (EU) nr. 528/2012. |
|
(4) |
Het advies van het ECHA (5) luidde dat azijn niet zorgwekkend is en in aanmerking komt voor opneming in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 528/2012. |
|
(5) |
Rekening houdend met het advies van het ECHA, is het passend azijn in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 528/2012 op te nemen. Azijn is van natuurlijke oorsprong en moet dus worden opgenomen in categorie 4 (“Traditionele gebruikte stoffen van natuurlijke oorsprong”). Alleen azijn die valt onder de in artikel 3, lid 1, onder u), van die verordening vastgestelde definitie van “levensmiddel” of “diervoeder” en minder dan 10 % azijnzuur bevat, mag in die bijlage worden opgenomen. Dit is in overeenstemming met het feit dat azijn alleen in aanmerking kwam voor de in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1451/2007 vastgestelde afwijking voor levensmiddelen en diervoeders als het ging om een levensmiddel of diervoeder. |
|
(6) |
Artikel 89, lid 3, van Verordening (EU) nr. 528/2012 bevat overgangsmaatregelen voor het geval dat een bestaande werkzame stof die is opgenomen in het werkprogramma voor het systematische onderzoek van bestaande werkzame stoffen, overeenkomstig die verordening wordt goedgekeurd. Wat betreft azijn voor productsoort 19, moet de datum van goedkeuring voor de toepassing van artikel 89, lid 3, van die verordening worden vastgesteld op 1 juni 2021, zodat er voldoende tijd is om aanvragen voor de toelating overeenkomstig artikel 89, lid 3, tweede alinea, van die verordening in te dienen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 528/2012 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Voor de toepassing van artikel 89, lid 3, van Verordening (EU) nr. 528/2012 is 1 juni 2021 de datum van goedkeuring van azijn voor productsoort 19.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 8 augustus 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1.
(2) Verordening (EG) nr. 1451/2007 van de Commissie van 4 december 2007 betreffende de tweede fase van het in artikel 16, lid 2, van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van biociden bedoelde tienjarige werkprogramma (PB L 325 van 11.12.2007, blz. 3).
(3) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 van de Commissie van 4 augustus 2014 over het in Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde werkprogramma voor het systematische onderzoek van alle bestaande werkzame stoffen van biociden (PB L 294 van 10.10.2014, blz. 1).
(4) Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/157 van de Commissie van 6 november 2018 tot wijziging van bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 over het in Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde werkprogramma voor het systematische onderzoek van alle bestaande werkzame stoffen van biociden (PB L 31 van 1.2.2019, blz. 1).
(5) Biocidal Products Committee (BPC) Opinion of 14 december 2017 on the eligibility of certain food and feed active substances for inclusion into Annex I to the BPR, ECHA/BPC/186/2017.
BIJLAGE
In bijlage I bij Verordening (EU) nr. 528/2012 wordt in categorie 4 van de lijst van werkzame stoffen zoals bedoeld in artikel 25, onder a), de volgende vermelding toegevoegd:
|
EG-nummer |
Naam/Groep |
Beperking |
Opmerking |
|
“Niet beschikbaar |
Azijn (*1) |
Met uitzondering van azijn die geen levensmiddel is en azijn die meer dan 10 % azijnzuur bevat (ongeacht of het een levensmiddel is of niet). |
CAS-nr. 8028‐52‐2 |
(*1) Voor de toepassing van artikel 89, lid 3, is 1 juni 2021 de datum van goedkeuring van azijn voor productsoort 19.”.
|
31.10.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 279/4 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/1820 VAN DE COMMISSIE
van 8 augustus 2019
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad teneinde Saccharomyces cerevisiae als werkzame stof in bijlage I bij die verordening op te nemen
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (1), en met name artikel 28, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De werkzame stof Saccharomyces cerevisiae kwam, voor zover het ging om een levensmiddel of diervoeder dat bestemd was voor gebruik als afweermiddel of lokmiddel van productsoort 19, in aanmerking voor de afwijking voor levensmiddelen en diervoeders als bedoeld in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1451/2007 van de Commissie (2). |
|
(2) |
Overeenkomstig artikel 16, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 van de Commissie (3) is een kennisgeving ingediend voor de toepassing van de afwijking voor levensmiddelen en diervoeders op Saccharomyces cerevisiae voor productsoort 19. Het Europees Agentschap voor chemische stoffen (“het ECHA”) heeft de kennisgeving conform verklaard en heeft de Commissie overeenkomstig artikel 17 van die verordening daarvan in kennis gesteld. Saccharomyces cerevisiae is bijgevolg voor productsoort 19 opgenomen in de lijst van combinaties van stoffen en productsoorten die zijn opgenomen in het programma voor de beoordeling van bestaande werkzame stoffen in biociden (4). |
|
(3) |
Op 31 januari 2017 heeft de Commissie het ECHA gevraagd om advies over de vraag of Saccharomyces cerevisiae aanleiding geeft tot bezorgdheid overeenkomstig artikel 28, lid 2, van Verordening (EU) nr. 528/2012. |
|
(4) |
Het advies van het ECHA (5) luidde dat Saccharomyces cerevisiae niet zorgwekkend is en in aanmerking komt voor opneming in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 528/2012. |
|
(5) |
Rekening houdend met het advies van het ECHA, is het passend Saccharomyces cerevisiae in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 528/2012 op te nemen. Saccharomyces cerevisiae is van natuurlijke oorsprong en moet dus worden opgenomen in categorie 4 (“Traditionele gebruikte stoffen van natuurlijke oorsprong”). Alleen Saccharomyces cerevisiae die valt onder de in artikel 3, lid 1, onder u), van die verordening vastgestelde definitie van “levensmiddel” of “diervoeder”, mag in die bijlage worden opgenomen. Dit is in overeenstemming met het feit dat Saccharomyces cerevisiae alleen voor de in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1451/2007 vastgestelde afwijking voor levensmiddelen en diervoeders in aanmerking kwam als het ging om een levensmiddel of diervoeder. |
|
(6) |
Artikel 89, lid 3, van Verordening (EU) nr. 528/2012 bevat overgangsmaatregelen voor het geval dat een bestaande werkzame stof die is opgenomen in het werkprogramma voor het systematische onderzoek van bestaande werkzame stoffen overeenkomstig die verordening wordt goedgekeurd. Wat betreft Saccharomyces cerevisiae voor productsoort 19, moet de datum van goedkeuring voor de toepassing van artikel 89, lid 3, van die verordening worden vastgesteld op 1 juni 2021, zodat er voldoende tijd is om aanvragen voor de toelating overeenkomstig artikel 89, lid 3, tweede alinea, van die verordening in te dienen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 528/2012 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Voor de toepassing van artikel 89, lid 3, van Verordening (EU) nr. 528/2012 is 1 juni 2021 de datum van goedkeuring van Saccharomyces cerevisiae voor productsoort 19.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 8 augustus 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1.
(2) Verordening (EG) nr. 1451/2007 van de Commissie van 4 december 2007 betreffende de tweede fase van het in artikel 16, lid 2, van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van biociden bedoelde tienjarige werkprogramma (PB L 325 van 11.12.2007, blz. 3).
(3) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 van de Commissie van 4 augustus 2014 over het in Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde werkprogramma voor het systematische onderzoek van alle bestaande werkzame stoffen van biociden (PB L 294 van 10.10.2014, blz. 1).
(4) Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/157 van de Commissie van 6 november 2018 tot wijziging van bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 over het in Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde werkprogramma voor het systematische onderzoek van alle bestaande werkzame stoffen van biociden (PB L 31, 1.2.2019, blz. 1).
(5) Biocidal Products Committee (BPC) Opinion of 14 december 2017 on the eligibility of certain food and feed active substances for inclusion into Annex I to the BPR, ECHA/BPC/186/2017.
BIJLAGE
In bijlage I bij Verordening (EU) nr. 528/2012 wordt in categorie 4 van de lijst van werkzame stoffen zoals bedoeld in artikel 25, onder a), de volgende vermelding toegevoegd:
|
EG-nummer |
Naam/Groep |
Beperking |
Opmerking |
|
“Niet beschikbaar |
Saccharomyces cerevisiae (gist) (*1) |
Met uitzondering van Saccharomyces cerevisiae die geen levensmiddel of diervoeder is. |
CAS-nr. 68876‐77‐7 |
(*1) Voor de toepassing van artikel van artikel 89, lid 3, is 1 juni 2021 de datum van goedkeuring van Saccharomyces cerevisiae voor productsoort 19.”.
|
31.10.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 279/7 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/1821 VAN DE COMMISSIE
van 8 augustus 2019
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad teneinde eipoeder als werkzame stof in bijlage I bij die verordening op te nemen
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (1), en met name artikel 28, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De werkzame stof eipoeder kwam, voor zover het ging om een levensmiddel of diervoeder dat bestemd was voor gebruik als afweermiddel of lokmiddel van productsoort 19, in aanmerking voor de afwijking voor levensmiddelen en diervoeders als bedoeld in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1451/2007 van de Commissie (2). |
|
(2) |
Overeenkomstig artikel 16, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 van de Commissie (3) is een kennisgeving ingediend van de toepassing van de afwijking voor levensmiddelen en diervoeders op eipoeder voor productsoort 19. Het Europees Agentschap voor chemische stoffen (“het ECHA”) heeft de kennisgeving conform verklaard en heeft de Commissie overeenkomstig artikel 17 van die verordening daarvan in kennis gesteld. Eipoeder is bijgevolg voor productsoort 19 opgenomen in de lijst van combinaties van stoffen en productsoorten die zijn opgenomen in het programma voor de beoordeling van bestaande werkzame stoffen in biociden (4). |
|
(3) |
Op 31 januari 2017 heeft de Commissie het ECHA gevraagd om advies over de vraag of eipoeder aanleiding geeft tot bezorgdheid overeenkomstig artikel 28, lid 2, van Verordening (EU) nr. 528/2012. |
|
(4) |
Het advies van het ECHA (5) luidde dat eipoeder niet zorgwekkend is en dus in aanmerking komt voor opneming in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 528/2012. |
|
(5) |
Rekening houdend met het advies van het ECHA is het passend eipoeder in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 528/2012 op te nemen. Eipoeder is van natuurlijke oorsprong en moet dus worden opgenomen in categorie 4 (“Traditioneel gebruikte stoffen van natuurlijke oorsprong”). Alleen eipoeder die valt onder de in artikel 3, lid 1, onder u), van die verordening vastgestelde definitie van “levensmiddel” of “diervoeder” mag in die bijlage worden opgenomen. Dit is in overeenstemming met het feit dat eipoeder alleen in aanmerking kwam voor de in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1451/2007 vastgestelde afwijking voor levensmiddelen en diervoeders als het ging om een levensmiddel of diervoeder. |
|
(6) |
Artikel 89, lid 3, van Verordening (EU) nr. 528/2012 bevat overgangsmaatregelen voor het geval dat een bestaande werkzame stof die is opgenomen in het werkprogramma voor het systematische onderzoek van bestaande werkzame stoffen overeenkomstig die verordening wordt goedgekeurd. Wat betreft eipoeder voor productsoort 19, moet de datum van goedkeuring voor de toepassing van artikel 89, lid 3, van die verordening worden vastgesteld op 1 juni 2021, zodat er voldoende tijd is om aanvragen voor toelating overeenkomstig artikel 89, lid 3, tweede alinea, van die verordening in te dienen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 528/2012 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Voor de toepassing van artikel 89, lid 3, van Verordening (EU) nr. 528/2012 is 1 juni 2021 de datum van goedkeuring van eipoeder voor productsoort 19.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 8 augustus 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1.
(2) Verordening (EG) nr. 1451/2007 van de Commissie van 4 december 2007 betreffende de tweede fase van het in artikel 16, lid 2, van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van biociden bedoelde tienjarige werkprogramma (PB L 325 van 11.12.2007, blz. 3).
(3) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 van de Commissie van 4 augustus 2014 over het in Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde werkprogramma voor het systematische onderzoek van alle bestaande werkzame stoffen van biociden (PB L 294 van 10.10.2014, blz. 1).
(4) Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/157 van de Commissie van 6 november 2018 tot wijziging van bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 over het in Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde werkprogramma voor het systematische onderzoek van alle bestaande werkzame stoffen van biociden (PB L 31 van 1.2.2019, blz. 1).
(5) Biocidal Products Committee (BPC) Opinion of 14 december 2017 on the eligibility of certain food and feed active substances for inclusion into Annex I to the BPR, ECHA/BPC/186/2017.
BIJLAGE
In bijlage I bij Verordening (EU) nr. 528/2012 wordt in categorie 4 van de lijst van werkzame stoffen zoals bedoeld in artikel 25, onder a), de volgende vermelding toegevoegd:
|
EG-nummer |
Naam/Groep |
Beperking |
Opmerking |
|
“Niet beschikbaar |
Eipoeder (*1) |
Met uitzondering van eipoeder die geen levensmiddel of diervoeder is. |
|
(*1) Voor de toepassing van artikel 89, lid 3, is 1 juni 2021 de datum van goedkeuring van eipoeder voor productsoort 19.”
|
31.10.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 279/10 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/1822 VAN DE COMMISSIE
van 8 augustus 2019
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad teneinde honing als werkzame stof in bijlage I bij die verordening op te nemen
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (1), en met name artikel 28, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De werkzame stof honing kwam, voor zover het ging om een levensmiddel of diervoeder dat bestemd was voor gebruik als afweermiddel of lokmiddel van productsoort 19, in aanmerking voor de afwijking voor levensmiddelen en diervoeders als bedoeld in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1451/2007 van de Commissie (2). |
|
(2) |
Overeenkomstig artikel 16, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 van de Commissie (3) is een kennisgeving ingediend voor de toepassing van de afwijking voor levensmiddelen en diervoeders op honing voor productsoort 19. Het Europees Agentschap voor chemische stoffen (“het ECHA”) heeft de kennisgeving conform verklaard en heeft de Commissie overeenkomstig artikel 17 van die verordening daarvan in kennis gesteld. Honing is bijgevolg voor productsoort 19 opgenomen in de lijst van combinaties van stoffen en productsoorten die zijn opgenomen in het programma voor de beoordeling van bestaande werkzame stoffen in biociden (4). |
|
(3) |
Op 31 januari 2017 heeft de Commissie het ECHA gevraagd om advies over de vraag of honing aanleiding geeft tot bezorgdheid overeenkomstig artikel 28, lid 2, van Verordening (EU) nr. 528/2012. |
|
(4) |
Het advies van het ECHA (5) luidde dat honing niet zorgwekkend is en dus in aanmerking komt voor opneming in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 528/2012. |
|
(5) |
Rekening houdend met het advies van het ECHA is het passend honing in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 528/2012 op te nemen. Honing is van natuurlijke oorsprong en moet dus worden opgenomen in categorie 4 (“Traditionele gebruikte stoffen van natuurlijke oorsprong”). Alleen honing die valt onder de in artikel 3, lid 1, onder u), van die verordening vastgestelde definitie van “levensmiddel” of “diervoeder” mag in die bijlage worden opgenomen. Dit is in overeenstemming met het feit dat honing alleen in aanmerking kwam voor de in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1451/2007 vastgestelde afwijking voor levensmiddelen en diervoeders als het ging om een levensmiddel of diervoeder. |
|
(6) |
Artikel 89, lid 3, van Verordening (EU) nr. 528/2012 bevat overgangsmaatregelen voor het geval dat een bestaande werkzame stof die is opgenomen in het werkprogramma voor het systematische onderzoek van bestaande werkzame stoffen overeenkomstig die verordening wordt goedgekeurd. Wat betreft honing voor productsoort 19, moet de datum van goedkeuring voor de toepassing van artikel 89, lid 3, van die verordening worden vastgesteld op 1 juni 2021, zodat er voldoende tijd is om aanvragen voor de toelating overeenkomstig artikel 89, lid 3, tweede alinea, van die verordening in te dienen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 528/2012 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Voor de toepassing van artikel 89, lid 3, van Verordening (EU) nr. 528/2012 is 1 juni 2021 de datum van goedkeuring van honing voor productsoort 19.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 8 augustus 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1.
(2) Verordening (EG) nr. 1451/2007 van de Commissie van 4 december 2007 betreffende de tweede fase van het in artikel 16, lid 2, van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van biociden bedoelde tienjarige werkprogramma (PB L 325 van 11.12.2007, blz. 3).
(3) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 van de Commissie van 4 augustus 2014 over het in Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde werkprogramma voor het systematische onderzoek van alle bestaande werkzame stoffen van biociden (PB L 294 van 10.10.2014, blz. 1).
(4) Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/157 van de Commissie van 6 november 2018 tot wijziging van bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 over het in Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde werkprogramma voor het systematische onderzoek van alle bestaande werkzame stoffen van biociden (PB L 31 van 1.2.2019, blz. 1).
(5) Biocidal Products Committee (BPC) Opinion of 14 december 2017 on the eligibility of certain food and feed active substances for inclusion into Annex I to the BPR, ECHA/BPC/186/2017.
BIJLAGE
In bijlage I bij Verordening (EU) nr. 528/2012 wordt in categorie 4 van de lijst van werkzame stoffen zoals bedoeld in artikel 25, onder a), de volgende vermelding toegevoegd:
|
EG-nummer |
Naam/Groep |
Beperking |
Opmerking |
|
“Niet beschikbaar |
Honing (*1) |
Met uitzondering van honing die geen levensmiddel of diervoeder is. |
CAS-nr. 8028-66-8 |
(*1) Voor de toepassing van artikel 89, lid 3, is 1 juni 2021 de datum van goedkeuring van honing voor productsoort 19.”.
|
31.10.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 279/13 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/1823 van de Commissie
van 8 augustus 2019
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad teneinde D-fructose als werkzame stof in bijlage I bij die verordening op te nemen
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (1), en met name artikel 28, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De werkzame stof D-fructose kwam, voor zover het ging om een levensmiddel of diervoeder dat bestemd was voor gebruik als afweermiddel of lokmiddel van productsoort 19, in aanmerking voor de afwijking voor levensmiddelen en diervoeders als bedoeld in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1451/2007 van de Commissie (2). |
|
(2) |
Overeenkomstig artikel 16, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 van de Commissie (3) is een kennisgeving ingediend voor de toepassing van de afwijking voor levensmiddelen en diervoeders op D-fructose voor productsoort 19. Het Europees Agentschap voor chemische stoffen (“het ECHA”) heeft de kennisgeving conform verklaard en heeft de Commissie overeenkomstig artikel 17 van die verordening daarvan in kennis gesteld. D-fructose is bijgevolg voor productsoort 19 opgenomen in de lijst van combinaties van stoffen en productsoorten die zijn opgenomen in het programma voor de beoordeling van bestaande werkzame stoffen in biociden (4). |
|
(3) |
Op 31 januari 2017 heeft de Commissie het ECHA gevraagd om advies over de vraag of D-fructose aanleiding geeft tot bezorgdheid overeenkomstig artikel 28, lid 2, van Verordening (EU) nr. 528/2012. Het advies van het ECHA (5) luidde dat D-fructose niet zorgwekkend is en dus in aanmerking komt voor opneming in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 528/2012. |
|
(4) |
Rekening houdend met het advies van het ECHA is het passend D-fructose in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 528/2012 op te nemen. D-fructose is van natuurlijke oorsprong en moet dus worden opgenomen in categorie 4 (“Traditionele gebruikte stoffen van natuurlijke oorsprong”). Alleen D-fructose die valt onder de in artikel 3, lid 1, onder u), van die verordening vastgestelde definitie van “levensmiddel” of “diervoeder” mag in die bijlage worden opgenomen. Dit is in overeenstemming met het feit dat D-fructose alleen in aanmerking kwam voor de in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1451/2007 vastgestelde afwijking voor levensmiddelen en diervoeders als het ging om een levensmiddel of diervoeder. |
|
(5) |
Artikel 89, lid 3, van Verordening (EU) nr. 528/2012 bevat overgangsmaatregelen voor het geval dat een bestaande werkzame stof die is opgenomen in het werkprogramma voor het systematische onderzoek van bestaande werkzame stoffen overeenkomstig die verordening wordt goedgekeurd. Wat betreft D-fructose voor productsoort 19, moet de datum van goedkeuring voor de toepassing van artikel 89, lid 3, van die verordening worden vastgesteld op 1 juni 2021, zodat er voldoende tijd is om aanvragen voor de toelating overeenkomstig artikel 89, lid 3, tweede alinea, van die verordening in te dienen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 528/2012 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Voor de toepassing van artikel 89, lid 3, van Verordening (EU) nr. 528/2012 is 1 juni 2021 de datum van goedkeuring van D-fructose voor productsoort 19.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 8 augustus 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1.
(2) Verordening (EG) nr. 1451/2007 van de Commissie van 4 december 2007 betreffende de tweede fase van het in artikel 16, lid 2, van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van biociden bedoelde tienjarige werkprogramma (PB L 325 van 11.12.2007, blz. 3).
(3) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 van de Commissie van 4 augustus 2014 over het in Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde werkprogramma voor het systematische onderzoek van alle bestaande werkzame stoffen van biociden (PB L 294 van 10.10.2014, blz. 1).
(4) Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/157 van de Commissie van 6 november 2018 tot wijziging van bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 over het in Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde werkprogramma voor het systematische onderzoek van alle bestaande werkzame stoffen van biociden (PB L 31 van 1.2.2019, blz. 1).
(5) Biocidal Products Committee (BPC) Opinion of 14 december 2017 on the eligibility of certain food and feed active substances for inclusion into Annex I to the BPR, ECHA/BPC/186/2017.
BIJLAGE
In bijlage I bij Verordening (EU) nr. 528/2012 wordt in categorie 4 van de lijst van werkzame stoffen zoals bedoeld in artikel 25, onder a), de volgende vermelding toegevoegd:
|
EG-nummer |
Naam/Groep |
Beperking |
Opmerking |
|
“200-333-3 |
D-fructose (*1) |
Met uitzondering van D-fructose die geen levensmiddel of diervoeder is. |
CAS-nr. 57-48-7 |
(*1) Voor de toepassing van artikel 89, lid 3, is 1 juni 2021 de datum van goedkeuring van D-fructose voor productsoort 19.”.
|
31.10.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 279/16 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/1824 VAN DE COMMISSIE
van 8 augustus 2019
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad teneinde kaas als werkzame stof in bijlage I bij die verordening op te nemen
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (1), en met name artikel 28, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De werkzame stof kaas kwam, voor zover het ging om een levensmiddel of diervoeder dat bestemd was voor gebruik als afweermiddel of lokmiddel van productsoort 19, in aanmerking voor de afwijking voor levensmiddelen en diervoeders als bedoeld in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1451/2007 van de Commissie (2). |
|
(2) |
Overeenkomstig artikel 16, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 van de Commissie (3) is een kennisgeving ingediend voor de toepassing van de afwijking voor levensmiddelen en diervoeders op kaas voor productsoort 19. Het Europees Agentschap voor chemische stoffen (“het ECHA”) heeft de kennisgeving conform verklaard en heeft de Commissie overeenkomstig artikel 17 van die verordening daarvan in kennis gesteld. Kaas is bijgevolg voor productsoort 19 opgenomen in de lijst van combinaties van stoffen en productsoorten die zijn opgenomen in het programma voor de beoordeling van bestaande werkzame stoffen in biociden (4). |
|
(3) |
Op 31 januari 2017 heeft de Commissie het ECHA gevraagd om advies over de vraag of kaas aanleiding geeft tot bezorgdheid overeenkomstig artikel 28, lid 2, van Verordening (EU) nr. 528/2012. |
|
(4) |
Het advies van het ECHA (5) luidde dat kaas niet zorgwekkend is en in aanmerking komt voor opneming in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 528/2012. |
|
(5) |
Rekening houdend met het advies van het ECHA, is het passend kaas in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 528/2012 op te nemen. Kaas is van natuurlijke oorsprong en moet dus worden opgenomen in categorie 4 (“Traditionele gebruikte stoffen van natuurlijke oorsprong”). Alleen kaas die valt onder de in artikel 3, lid 1, onder u), van die verordening vastgestelde definitie van “levensmiddel” of “diervoeder”, mag in die bijlage worden opgenomen. Dit is in overeenstemming met het feit dat kaas alleen in aanmerking kwam voor de in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1451/2007 vastgestelde afwijking voor levensmiddelen en diervoeders als het ging om een levensmiddel of diervoeder. |
|
(6) |
Artikel 89, lid 3, van Verordening (EU) nr. 528/2012 bevat overgangsmaatregelen voor het geval dat een bestaande werkzame stof die is opgenomen in het werkprogramma voor het systematische onderzoek van bestaande werkzame stoffen, overeenkomstig die verordening wordt goedgekeurd. Wat betreft kaas voor productsoort 19, moet de datum van goedkeuring voor de toepassing van artikel 89, lid 3, van die verordening worden vastgesteld op 1 juni 2021, zodat er voldoende tijd is om aanvragen voor de toelating overeenkomstig artikel 89, lid 3, tweede alinea, van die verordening in te dienen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 528/2012 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Voor de toepassing van artikel 89, lid 3, van Verordening (EU) nr. 528/2012 is 1 juni 2021 de datum van goedkeuring van kaas voor productsoort 19.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 8 augustus 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1.
(2) Verordening (EG) nr. 1451/2007 van de Commissie van 4 december 2007 betreffende de tweede fase van het in artikel 16, lid 2, van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van biociden bedoelde tienjarige werkprogramma (PB L 325 van 11.12.2007, blz. 3).
(3) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 van de Commissie van 4 augustus 2014 over het in Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde werkprogramma voor het systematische onderzoek van alle bestaande werkzame stoffen van biociden (PB L 294 van 10.10.2014, blz. 1).
(4) Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/157 van de Commissie van 6 november 2018 tot wijziging van bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 over het in Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde werkprogramma voor het systematische onderzoek van alle bestaande werkzame stoffen van biociden (PB L 31 van 1.2.2019, blz. 1).
(5) Biocidal Products Committee (BPC) Opinion of 14 december 2017 on the eligibility of certain food and feed active substances for inclusion into Annex I to the BPR, ECHA/BPC/186/2017.
BIJLAGE
In bijlage I bij Verordening (EU) nr. 528/2012 wordt in categorie 4 van de lijst van werkzame stoffen zoals bedoeld in artikel 25, onder a), de volgende vermelding toegevoegd:
|
EG-nummer |
Naam/Groep |
Beperking |
Opmerking |
|
”Niet beschikbaar |
Kaas (*1) |
Met uitzondering van kaas die geen levensmiddel of diervoeder is. |
|
(*1) Voor de toepassing van artikel 89, lid 3, is 1 juni 2021 de datum van goedkeuring van kaas voor productsoort 19.“.
|
31.10.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 279/19 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/1825 VAN DE COMMISSIE
van 8 augustus 2019
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad teneinde geconcentreerd appelsap als werkzame stof in bijlage I bij die verordening op te nemen
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (1), en met name artikel 28, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De werkzame stof geconcentreerd appelsap kwam, voor zover het ging om een levensmiddel of diervoeder dat bestemd was voor gebruik als afweermiddel of lokmiddel van productsoort 19, in aanmerking voor de afwijking voor levensmiddelen en diervoeders als bedoeld in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1451/2007 van de Commissie (2). |
|
(2) |
Overeenkomstig artikel 16, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 van de Commissie (3) is een kennisgeving ingediend van de toepassing van de afwijking voor levensmiddelen en diervoeders op geconcentreerd appelsap voor productsoort 19. Het Europees Agentschap voor chemische stoffen (“het ECHA”) heeft de kennisgeving conform verklaard en heeft de Commissie overeenkomstig artikel 17 van die verordening daarvan in kennis gesteld. Geconcentreerd appelsap is bijgevolg voor productsoort 19 opgenomen in de lijst van combinaties van stoffen en productsoorten die zijn opgenomen in het programma voor de beoordeling van bestaande werkzame stoffen in biociden (4). |
|
(3) |
Op 31 januari 2017 heeft de Commissie het ECHA gevraagd om advies over de vraag of geconcentreerd appelsap aanleiding geeft tot bezorgdheid overeenkomstig artikel 28, lid 2, van Verordening (EU) nr. 528/2012. |
|
(4) |
Het advies van het ECHA (5) luidde dat geconcentreerd appelsap niet zorgwekkend is en in aanmerking komt voor opneming in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 528/2012. |
|
(5) |
Rekening houdend met het advies van het ECHA is het passend geconcentreerd appelsap in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 528/2012 op te nemen. Geconcentreerd appelsap is van natuurlijke oorsprong en moet dus worden opgenomen in categorie 4 (“Traditionele gebruikte stoffen van natuurlijke oorsprong”). Alleen geconcentreerd appelsap die valt onder de definitie van bijlage I, deel I, punt 2, bij Richtlijn 2001/112/EG van de Raad (6), mag in die bijlage worden opgenomen. |
|
(6) |
Artikel 89, lid 3, van Verordening (EU) nr. 528/2012 bevat overgangsmaatregelen voor het geval dat een bestaande werkzame stof die is opgenomen in het werkprogramma voor het systematische onderzoek van bestaande werkzame stoffen overeenkomstig die verordening wordt goedgekeurd. Wat betreft geconcentreerd appelsap voor productsoort 19, moet de datum van goedkeuring voor de toepassing van artikel 89, lid 3, van die verordening worden vastgesteld op 1 juni 2021, zodat er voldoende tijd is om aanvragen voor de toelating overeenkomstig artikel 89, lid 3, tweede alinea, van die verordening in te dienen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 528/2012 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Voor de toepassing van artikel 89, lid 3, van Verordening (EU) nr. 528/2012 is 1 juni 2021 de datum van goedkeuring van geconcentreerd appelsap voor productsoort 19.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 8 augustus 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1.
(2) Verordening (EG) nr. 1451/2007 van de Commissie van 4 december 2007 betreffende de tweede fase van het in artikel 16, lid 2, van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van biociden bedoelde tienjarige werkprogramma (PB L 325 van 11.12.2007, blz. 3).
(3) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 van de Commissie van 4 augustus 2014 over het in Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde werkprogramma voor het systematische onderzoek van alle bestaande werkzame stoffen van biociden (PB L 294 van 10.10.2014, blz. 1).
(4) Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/157 van de Commissie van 6 november 2018 tot wijziging van bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 over het in Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde werkprogramma voor het systematische onderzoek van alle bestaande werkzame stoffen van biociden (PB L 31 van 1.2.2019, blz. 1).
(5) Biocidal Products Committee (BPC) Opinion of 14 december 2017 on the eligibility of certain food and feed active substances for inclusion into Annex I to the BPR, ECHA/BPC/186/2017.
(6) Richtlijn 2001/112/EG van de Raad van 20 december 2001 inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtensappen en bepaalde soortgelijke producten (PB L 10 van 12.1.2002, blz. 58).
BIJLAGE
In bijlage I bij Verordening (EU) nr. 528/2012 wordt in categorie 4 van de lijst van werkzame stoffen zoals bedoeld in artikel 25, onder a), de volgende vermelding toegevoegd:
|
EG-nummer |
Naam/Groep |
Beperking |
Opmerking |
|
„Niet beschikbaar |
Geconcentreerd appelsap (*1) |
Met uitzondering van geconcentreerd appelsap dat niet valt onder de definitie van bijlage I, deel I, punt 2, bij Richtlijn 2001/112/EG van de Raad (*2) |
|
(*1) Voor de toepassing van artikel 89, lid 3, is 1 juni 2021 de datum van goedkeuring van geconcentreerd appelsap voor productsoort 19.
(*2) Richtlijn 2001/112/EG van de Raad van 20 december 2001 inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtensappen en bepaalde soortgelijke producten (PB L 10 van 12.1.2002, blz. 58).”.
|
31.10.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 279/22 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/1826 VAN DE COMMISSIE
van 25 oktober 2019
tot inschrijving van een naam in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (“Kaimiškas Jovarų alus” (BGA))
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 52, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 is de aanvraag van Litouwen tot registratie van de naam “Kaimiškas Jovarų alus” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (2). |
|
(2) |
Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012, moet de naam “Kaimiškas Jovarų alus” worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De naam “Kaimiškas Jovarų alus” (BGA) wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.
Met de in de eerste alinea vermelde naam wordt een product aangeduid van categorie 2.1. (Bier) als opgenomen in bijlage XI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie (3).
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 25 oktober 2019.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Phil HOGAN
Lid van de Commissie
(1) PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.
(2) PB C 217 van 28.6.2019, blz. 5.
(3) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie van 13 juni 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 36).
|
31.10.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 279/23 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/1827 VAN DE COMMISSIE
van 30 oktober 2019
tot wijziging van Richtlijn 2014/23/EU van het Europees Parlement en de Raad wat de drempel voor concessies betreft
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2014/23/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van concessieovereenkomsten (1), en met name artikel 9, lid 4, tweede alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij Besluit 2014/115/EU (2) heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten (3) (hierna “de overeenkomst” genoemd) die in het kader van de Wereldhandelsorganisatie is gesloten. De overeenkomst is een plurilateraal instrument met als doel om de markten voor overheidsopdrachten wederzijds voor alle partijen open te stellen. Zij moet gelden voor elke overheidsopdracht met een waarde die gelijk is aan of hoger is dan de bedragen (hierna “drempels” genoemd) die in de overeenkomst zijn vastgesteld en in bijzondere trekkingsrechten zijn uitgedrukt. |
|
(2) |
Een van de doelstellingen van Richtlijn 2014/23/EU is dat de aanbestedende diensten die deze richtlijn toepassen, tevens aan de verplichtingen van de overeenkomst voldoen. Overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Richtlijn 2014/23/EU moet de Commissie om de twee jaar nagaan of de in artikel 8, lid 1, van die richtlijn vastgestelde drempel voor concessies overeenkomt met de in de overeenkomst vastgestelde drempel. Aangezien de waarde van de overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Richtlijn 2014/23/EU berekende drempel verschilt van de waarde van de drempel die is vastgesteld in artikel 8, lid 1, van die richtlijn, moet deze drempel worden herzien. |
|
(3) |
Richtlijn 2014/23/EU moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
In artikel 8, lid 1, van Richtlijn 2014/23/EU wordt “5 548 000 EUR” vervangen door “5 350 000 EUR”.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2020.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 30 oktober 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 94 van 28.3.2014, blz. 1.
(2) Besluit 2014/115/EU van de Raad van 2 december 2013 betreffende de sluiting van het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten (PB L 68 van 7.3.2014, blz. 1).
|
31.10.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 279/25 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/1828 VAN DE COMMISSIE
van 30 oktober 2019
tot wijziging van Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad wat de drempels betreft voor overheidsopdrachten voor leveringen, diensten en werken, en prijsvragen
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG (1), en met name artikel 6, lid 5, tweede alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij Besluit 2014/115/EU (2) heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten (3) (hierna “de overeenkomst” genoemd) die in het kader van de Wereldhandelsorganisatie is gesloten. De overeenkomst is een plurilateraal instrument met als doel om de markten voor overheidsopdrachten wederzijds voor alle partijen open te stellen. Zij moet gelden voor elke overheidsopdracht met een waarde die gelijk is aan of hoger is dan de bedragen (hierna “drempels” genoemd) die in de overeenkomst zijn vastgesteld en in bijzondere trekkingsrechten zijn uitgedrukt. |
|
(2) |
Een van de doelstellingen van Richtlijn 2014/24/EU is dat de aanbestedende diensten die deze richtlijn toepassen, tevens aan de verplichtingen van de overeenkomst voldoen. Overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Richtlijn 2014/24/EU moet de Commissie om de twee jaar nagaan of de in artikel 4, onder a), b) en c), van die richtlijn vastgestelde drempels voor overheidsopdrachten en prijsvragen overeenkomen met de in de overeenkomst vastgestelde drempels. Aangezien de waarde van de overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Richtlijn 2014/24/EU berekende drempels verschilt van de waarde van de drempels die zijn vastgesteld in artikel 4, onder a), b) en c), van die richtlijn, moeten deze drempels worden herzien. Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 2014/24/EU moeten de in artikel 13 van die richtlijn vastgestelde drempels in overeenstemming worden gebracht met de in artikel 4, onder a) en c), van die richtlijn vastgestelde drempels. |
|
(3) |
Richtlijn 2014/24/EU moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Richtlijn 2014/24/EU wordt als volgt gewijzigd:
|
1) |
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
|
|
2) |
Artikel 13, eerste alinea, wordt als volgt gewijzigd:
|
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2020.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 30 oktober 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 94 van 28.3.2014, blz. 65.
(2) Besluit 2014/115/EU van de Raad van 2 december 2013 betreffende de sluiting van het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten (PB L 68 van 7.3.2014, blz. 1).
|
31.10.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 279/27 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/1829 VAN DE COMMISSIE
van 30 oktober 2019
tot wijziging van Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad wat de drempels betreft voor opdrachten voor leveringen, diensten en werken, en prijsvragen
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en houdende intrekking van Richtlijn 2004/17/EG (1), en met name artikel 17, lid 4, tweede alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij Besluit 2014/115/EU (2) heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten (3) (hierna “de overeenkomst” genoemd) die in het kader van de Wereldhandelsorganisatie is gesloten. De overeenkomst is een plurilateraal instrument met als doel om de markten voor overheidsopdrachten wederzijds voor alle partijen open te stellen. Zij moet gelden voor elke overheidsopdracht met een waarde die gelijk is aan of hoger is dan de bedragen (hierna “drempels” genoemd) die in de overeenkomst zijn vastgesteld en in bijzondere trekkingsrechten zijn uitgedrukt. |
|
(2) |
Een van de doelstellingen van Richtlijn 2014/25/EU is dat de aanbestedende diensten die deze richtlijn toepassen, tevens aan de verplichtingen van de overeenkomst voldoen. Overeenkomstig artikel 17, lid 1, van Richtlijn 2014/25/EU moet de Commissie om de twee jaar nagaan of de in artikel 15, onder a) en b), van die richtlijn vastgestelde drempels voor opdrachten en prijsvragen overeenkomen met de in de overeenkomst vastgestelde drempels. Aangezien de waarde van de overeenkomstig artikel 17, lid 1, van Richtlijn 2014/25/EU berekende drempels verschilt van de waarde van de drempels die zijn vastgesteld in artikel 15, onder a) en b), van die richtlijn, moeten deze drempels worden herzien. |
|
(3) |
Richtlijn 2014/25/EU moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 15 van Richtlijn 2014/25/EU wordt als volgt gewijzigd:
|
1) |
In punt a) wordt “443 000 EUR” vervangen door “428 000 EUR”. |
|
2) |
In punt b) wordt “5 548 000 EUR” vervangen door “5 350 000 EUR”. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2020.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 30 oktober 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 94 van 28.3.2014, blz. 243.
(2) Besluit 2014/115/EU van de Raad van 2 december 2013 betreffende de sluiting van het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten (PB L 68 van 7.3.2014, blz. 1).
|
31.10.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 279/29 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/1830 VAN DE COMMISSIE
van 30 oktober 2019
tot wijziging van Richtlijn 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de drempels betreft voor opdrachten voor leveringen, diensten en werken
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen door aanbestedende diensten van bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, en tot wijziging van Richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG (1), en met name artikel 68, lid 1, tweede alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij Besluit 2014/115/EU (2) heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten (3) (hierna “de overeenkomst” genoemd) die in het kader van de Wereldhandelsorganisatie is gesloten. De overeenkomst is een plurilateraal instrument met als doel om de markten voor overheidsopdrachten wederzijds voor alle partijen open te stellen. Zij moet gelden voor elke overheidsopdracht met een waarde die gelijk is aan of hoger is dan de bedragen (hierna “drempels” genoemd) die in de overeenkomst zijn vastgesteld en in bijzondere trekkingsrechten zijn uitgedrukt. |
|
(2) |
Een van de doelstellingen van Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad (4) is dat de aanbestedende diensten die deze richtlijn toepassen, tevens aan de verplichtingen van de overeenkomst voldoen. Overeenkomstig artikel 17 van Richtlijn 2014/25/EU moet de Commissie om de twee jaar nagaan of de in artikel 15, onder a) en b), van die richtlijn vastgestelde drempels overeenkomen met de in de overeenkomst vastgestelde drempels, en deze indien nodig herzien. |
|
(3) |
De in Richtlijn 2014/25/EU vastgestelde drempels zijn herzien. Overeenkomstig artikel 68, lid 1, van Richtlijn 2009/81/EG moeten de in die richtlijn vastgestelde drempels in overeenstemming worden gebracht met de herziene drempels van Richtlijn 2014/25/EU. |
|
(4) |
Richtlijn 2009/81/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 8 van Richtlijn 2009/81/EG wordt als volgt gewijzigd:
|
1) |
In punt a) wordt “443 000 EUR” vervangen door “428 000 EUR”. |
|
2) |
In punt b) wordt “5 548 000 EUR” vervangen door “5 350 000 EUR”. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2020.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 30 oktober 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 216 van 20.8.2009, blz. 76.
(2) Besluit 2014/115/EU van de Raad van 2 december 2013 betreffende de sluiting van het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten (PB L 68 van 7.3.2014, blz. 1).
(3) PB L 68 van 7.3.2014, blz. 2.
(4) Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en houdende intrekking van Richtlijn 2004/17/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 243).
RICHTLIJNEN
|
31.10.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 279/31 |
RICHTLIJN (EU) 2019/1831 VAN DE COMMISSIE
van 24 oktober 2019
tot vaststelling van een vijfde lijst van indicatieve grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling uit hoofde van Richtlijn 98/24/EG van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 2000/39/EG van de Commissie
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 98/24/EG van de Raad van 7 april 1998 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van werknemers tegen risico’s van chemische agentia op het werk (1), en met name artikel 3, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Beginsel 10 van de Europese pijler van sociale rechten (2), die op 17 november 2017 in Göteborg is afgekondigd, bepaalt dat alle werknemers recht hebben op een gezonde, veilige en goed aangepaste werkomgeving. Het recht op een hoog niveau van bescherming van hun gezondheid en veiligheid op het werk en op een werkomgeving die op hun professionele behoeften is afgestemd en hen in staat stelt langer op de arbeidsmarkt actief te blijven, omvat ook bescherming tegen blootstelling aan chemische agentia op het werk. |
|
(2) |
In haar mededeling “Veiliger en gezonder werk voor iedereen” (3) benadrukt de Commissie duidelijk dat de bescherming van werknemers tegen blootstelling aan gevaarlijke chemische stoffen op het werk voortdurend moet worden verbeterd. |
|
(3) |
De Commissie moet op grond van Richtlijn 98/24/EG EU-doelstellingen inzake de bescherming van werknemers tegen chemische risico’s in de vorm van indicatieve grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling voorstellen, die op het niveau van de EU moeten worden vastgesteld. |
|
(4) |
Bij artikel 3, lid 2, van Richtlijn 98/24/EG is de Commissie gemachtigd indicatieve grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling vast te stellen of te herzien, met inachtneming van de beschikbare meettechnieken, volgens de procedure van artikel 17 van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad (4). |
|
(5) |
In artikel 3, lid 1, van Richtlijn 98/24/EG is bepaald dat de Commissie door middel van een onafhankelijke wetenschappelijke beoordeling van de meest recente wetenschappelijke gegevens een evaluatie opstelt van het verband tussen de gevolgen van gevaarlijke chemische agentia voor de gezondheid en het niveau van beroepsmatige blootstelling. |
|
(6) |
De Commissie wordt in deze taak bijgestaan door het bij Besluit 2014/113/EU van de Commissie (5) ingestelde Wetenschappelijk Comité inzake grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling aan chemische agentia (Scoel). |
|
(7) |
Overeenkomstig Richtlijn 98/24/EG betekent “grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling”, tenzij anders omschreven: de grenswaarde van de tijdgewogen gemiddelde concentratie van een chemisch agens in de lucht in de ademzone van een werknemer in verhouding tot een bepaalde referentieperiode. |
|
(8) |
Indicatieve grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling zijn gezondheidskundige grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling die zijn afgeleid van de meest recente beschikbare wetenschappelijke gegevens en zijn vastgesteld door de Commissie, met inachtneming van de beschikbare meettechnieken. Het zijn drempelniveaus voor de blootstelling waaronder voor een bepaald chemisch agens over het algemeen geen schadelijke effecten worden verwacht na een kortstondige blootstelling of een dagelijkse blootstelling gedurende een beroepsleven. Zij vormen EU-doelstellingen en zijn erop gericht werkgevers te helpen bij het bepalen en beoordelen van risico’s en bij het uitvoeren van preventieve en beschermende maatregelen overeenkomstig Richtlijn 98/24/EG. |
|
(9) |
Overeenkomstig de aanbevelingen van het Scoel worden indicatieve grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling vastgesteld in verhouding tot een referentieperiode van acht uur tijdgewogen gemiddelde (grenswaarden voor langdurige blootstelling) en, voor bepaalde chemische agentia, tot kortere referentieperiodes, over het algemeen vijftien minuten tijdgewogen gemiddelde (grenswaarden voor kortstondige blootstelling), om rekening te houden met de gevolgen van blootstelling gedurende korte tijd. |
|
(10) |
Voor elk chemisch agens waarvoor op het niveau van de Unie een indicatieve grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling is vastgesteld, moeten de lidstaten een nationale grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling vaststellen. Daarbij moeten zij rekening houden met de grenswaarde van de Unie en de aard van de nationale grenswaarde bepalen in overeenstemming met de nationale wetgeving en praktijk. |
|
(11) |
Indicatieve grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling vormen een belangrijk onderdeel van de algemene maatregelen ter bescherming van werknemers tegen gezondheidsrisico’s die voortvloeien uit blootstelling aan gevaarlijke chemische stoffen. |
|
(12) |
Overeenkomstig artikel 3 van Richtlijn 98/24/EG heeft het Scoel het verband beoordeeld tussen de gevolgen van de tien in de bijlage bij deze richtlijn vermelde chemische agentia voor de gezondheid en het niveau van beroepsmatige blootstelling. Het comité heeft voor al die chemische agentia de vaststelling aanbevolen van indicatieve grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling via inademing in verhouding tot een referentieperiode van acht uur tijdgewogen gemiddelde. Daarom is het passend grenswaarden voor langdurige blootstelling vast te stellen voor alle agentia van de bijlage bij deze richtlijn. |
|
(13) |
Voor een aantal van die chemische agentia, met name aniline, trimethylamine, 2-fenylpropaan (cumeen), sec-butylacetaat, 4-aminotolueen, isobutylacetaat, isoamylalcohol, n-butylacetaat en fosforyltrichloride heeft het Scoel ook aanbevolen grenswaarden voor kortstondige blootstelling vast te stellen. |
|
(14) |
Voor bepaalde stoffen is het ter verzekering van het hoogst mogelijke beschermingsniveau noodzakelijk ook met de mogelijkheid van huidpenetratie rekening te houden. Bij de chemische agentia in de lijst in de bijlage bij deze richtlijn heeft het Scoel vastgesteld dat mogelijk aanzienlijke opname via de huid kan plaatsvinden voor aniline, 2-fenylpropaan (cumeen) en 4-aminotolueen. Daarom is het passend in de bijlage bij deze richtlijn indicaties op te nemen waarin de mogelijk aanzienlijke opname via de huid voor die chemische agentia wordt vermeld, naast de indicatieve grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling. |
|
(15) |
Eén van de chemische agentia, 2-fenylpropaan (cumeen), is momenteel opgenomen in de bijlage bij Richtlijn 2000/39/EG van de Commissie (6). Het Scoel heeft aanbevolen voor deze stof een nieuwe indicatieve grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling vast te stellen. Daarom is het passend een herziene grenswaarde voor 2-fenylpropaan (cumeen) op te nemen in de bijlage bij deze richtlijn en de vermelding ervan in de bijlage bij Richtlijn 2000/39/EG te schrappen. |
|
(16) |
Overeenkomstig de gezamenlijke politieke verklaring van 28 september 2011 van de lidstaten en de Commissie over toelichtende stukken (7) hebben de lidstaten zich ertoe verbonden om, in verantwoorde gevallen, de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen vergezeld te doen gaan van een of meer stukken waarin het verband tussen de onderdelen van een richtlijn en de overeenkomstige delen van de nationale omzettingsinstrumenten wordt toegelicht. |
|
(17) |
Wat deze richtlijn betreft, beschouwt de Commissie de toezending van dergelijke stukken in de vorm van een tabel waarin het verband tussen deze richtlijn en de nationale maatregelen wordt aangetoond, als gerechtvaardigd, aangezien voor sommige agentia reeds nationale grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling bestaan in nationale wetgeving, en gezien de verscheidenheid en de technische aard van de wetgevingsinstrumenten op nationaal niveau voor de vaststelling van grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling. |
|
(18) |
Het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats is overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Richtlijn 98/24/EG geraadpleegd en heeft advies uitgebracht op 6 december 2017 en 31 mei 2018. Het comité erkende dat er momenteel problemen zijn in verband met de beschikbaarheid van meettechnieken die zouden kunnen worden gebruikt om aan te tonen dat wordt voldaan aan de voorgestelde grenswaarde voor fosforyltrichloride en isoamylalcohol, en dat inspanningen moeten worden gedaan om ervoor te zorgen dat tegen het einde van de omzettingstermijn geschikte technieken beschikbaar zijn. |
|
(19) |
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 17 van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad ingestelde Comité voor de technische vooruitgang, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Een vijfde lijst van indicatieve grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling voor de in de bijlage opgenomen chemische agentia wordt vastgesteld voor de EU.
Artikel 2
De lidstaten stellen voor de in de bijlage opgenomen chemische agentia nationale grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling vast, waarbij zij rekening houden met de EU-grenswaarden.
Artikel 3
In de bijlage bij Richtlijn 2000/39/EG wordt de vermelding van cumeen geschrapt met ingang van 20 mei 2021.
Artikel 4
1. De lidstaten zorgen ervoor dat de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die nodig zijn om aan deze richtlijn te voldoen uiterlijk 20 mei 2021 worden vastgesteld en bekendgemaakt.
Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede en laten die kennisgeving vergezeld gaan van een of meer toelichtende stukken in de vorm van tabellen waarin het verband tussen de bepalingen en deze richtlijn wordt aangetoond.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 5
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 6
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 24 oktober 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 131 van 5.5.1998, blz. 11.
(2) Europese pijler van sociale rechten, november 2017, https://ec.europa.eu/commission/priorities/deeper-and-fairer-economic-and-monetary-union/european-pillar-social-rights_nl
(3) Mededeling van de Commissie “Veiliger en gezonder werk voor iedereen — Modernisering van de wetgeving en het beleid van de EU inzake veiligheid en gezondheid op het werk” COM(2017) 12 final. http://ec.europa.eu/social/main.jsp?langId=en&catId=89&newsId=2709
(4) Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).
(5) Besluit 2014/113/EU van de Commissie van 3 maart 2014 tot oprichting van een Wetenschappelijk Comité inzake grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling aan chemische agentia en tot intrekking van Besluit 95/320/EG (PB L 62 van 4.3.2014, blz. 18).
(6) Richtlijn 2000/39/EG van de Commissie van 8 juni 2000 tot vaststelling van een eerste lijst van indicatieve grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling ter uitvoering van Richtlijn 98/24/EG van de Raad betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van werknemers tegen risico’s van chemische agentia op het werk (PB L 142 van 16.6.2000, blz. 47).
BIJLAGE
|
EG-nr. (1) |
CAS-nr. (2) |
Naam van het chemisch agens |
Grenswaarden |
Indicatie (3) |
|||
|
8 uur (4) |
Kortstondig (5) |
||||||
|
mg/m3 (6) |
ppm (7) |
mg/m3 (6) |
ppm (7) |
||||
|
200-539-3 |
62-53-3 |
aniline (8) |
7,74 |
2 |
19,35 |
5 |
huid |
|
200-817-4 |
74-87-3 |
chloormethaan |
42 |
20 |
- |
- |
- |
|
200-875-0 |
75-50-3 |
trimethylamine |
4,9 |
2 |
12,5 |
5 |
- |
|
202-704-5 |
98-82-8 |
2-fenylpropaan (cumeen) (8) |
50 |
10 |
250 |
50 |
huid |
|
203-300-1 |
105-46-4 |
sec-butylacetaat |
241 |
50 |
723 |
150 |
- |
|
203-403-1 |
106-49-0 |
4-aminotolueen |
4,46 |
1 |
8,92 |
2 |
huid |
|
203-745-1 |
110-19-0 |
isobutylacetaat |
241 |
50 |
723 |
150 |
- |
|
204-633-5 |
123-51-3 |
isoamylalcohol |
18 |
5 |
37 |
10 |
- |
|
204-658-1 |
123-86-4 |
n-butylacetaat |
241 |
50 |
723 |
150 |
- |
|
233-046-7 |
10025-87-3 |
fosforyltrichloride |
0,064 |
0,01 |
0,12 |
0,02 |
- |
(1) EG-nr.: het Europese Gemeenschap (EG)-nummer is het identificatienummer voor stoffen in de Europese Unie.
(2) CAS-nr.: registratienummer van de Chemical Abstract Service.
(3) De indicatie “ huid “ bij bepaalde grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling duidt op een mogelijk aanzienlijke opname via de huid.
(4) Gemeten of berekend in verhouding tot een referentieperiode van acht uur als tijdgewogen gemiddelde (TGG).
(5) Grenswaarde voor kortstondige blootstelling. Grenswaarde die niet mag worden overschreden en die, behoudens anders vermeld, geldt voor een periode van 15 minuten.
(6) mg/m3: milligram per kubieke meter lucht. Voor chemische stoffen in de gas- of dampfase wordt de grenswaarde uitgedrukt bij 20 °C en 101,3 kPa.
(7) ppm: aantal deeltjes per miljoen naar volume in de lucht (ml/m3).
(8) Tijdens de monitoring van de blootstelling moet rekening worden gehouden met de relevante, door het Wetenschappelijk Comité inzake grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling aan chemische agentia (Scoel) voorgestelde, biologische-monitoringwaarden.
|
31.10.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 279/35 |
RICHTLIJN (EU) 2019/1832 VAN DE COMMISSIE
van 24 oktober 2019
tot wijziging van de bijlagen I, II en III bij Richtlijn 89/656/EEG van de Raad met betrekking tot zuiver technische aanpassingen
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 89/656/EEG van de Raad van 30 november 1989 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid voor het gebruik op het werk van persoonlijke beschermingsmiddelen door de werknemers (1), en met name artikel 9,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
In beginsel 10 van de Europese pijler van sociale rechten (2), die op 17 november 2017 in Göteborg is afgekondigd, is bepaald dat elke werknemer recht heeft op een gezonde, veilige en aangepaste werkomgeving. Het recht van werknemers op een hoog niveau van bescherming van hun gezondheid en veiligheid op het werk en op een werkomgeving die op hun professionele behoeften is afgestemd en hen in staat stelt langer op de arbeidsmarkt actief te blijven, omvat het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen op het werk wanneer risico’s niet vermeden of voldoende beperkt kunnen worden met andere middelen, maatregelen, methoden of procedés op het gebied van de arbeidsorganisatie. |
|
(2) |
De uitvoering van de richtlijnen inzake de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk, waaronder Richtlijn 89/656/EEG, was het onderwerp van een evaluatie achteraf, een zogeheten Refit-evaluatie. In de evaluatie is gekeken naar de relevantie van de richtlijnen, en naar onderzoek en nieuwe wetenschappelijke inzichten op de verschillende betrokken terreinen. De conclusie van de Refit-evaluatie waarnaar wordt verwezen in het werkdocument van de diensten van de Commissie (3) luidt onder meer dat ongeveer 40 % van de beroepsbevolking van de EU persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt aangezien risico’s op de werkplek niet kunnen worden vermeden met andere middelen, en dat het nodig is de moeilijkheden met betrekking tot de uitvoering van Richtlijn 89/656/EEG aan te pakken. |
|
(3) |
In haar mededeling “Veiliger en gezonder werk voor iedereen — Modernisering van de wetgeving en het beleid van de EU inzake veiligheid en gezondheid op het werk” (4) herhaalde de Commissie dat de Refit-evaluatie van het acquis van de Unie inzake veiligheid en gezondheid op het werk bevestigt dat de wetgeving op dat gebied in het algemeen doeltreffend en geschikt is, maar dat er ruimte is voor herziening van verouderde voorschriften en waarborging van een betere en bredere bescherming, naleving en handhaving in de praktijk. De Commissie benadrukt met name de noodzaak de definitie van persoonlijke beschermingsmiddelen en het gebruik ervan in verschillende diensten en sectoren, zoals bepaald in artikel 2 van Richtlijn 89/656/EEG, in aanmerking te nemen. |
|
(4) |
In Richtlijn 89/656/EEG zijn minimumvoorschriften vastgesteld voor het gebruik op het werk van persoonlijke beschermingsmiddelen door de werknemers. Deze beschermingsmiddelen moeten worden gebruikt wanneer de risico’s niet vermeden of voldoende beperkt kunnen worden met collectieve technische beschermingsmiddelen of met maatregelen, methoden of procedés op het gebied van de arbeidsorganisatie. Om de krachtens artikel 6 van Richtlijn 89/656/EEG vereiste vaststelling van de algemene regels te vergemakkelijken, zijn in de bijlagen I, II en III bij Richtlijn 89/656/EEG niet-bindende richtsnoeren opgenomen met als doel de keuze van persoonlijke beschermingsmiddelen die geschikt zijn voor de betrokken risico’s, activiteiten en sectoren te vergemakkelijken en te ondersteunen. |
|
(5) |
Verordening (EU) 2016/425 van het Europees Parlement en de Raad (5) bevat de bepalingen met betrekking tot het ontwerp, de vervaardiging en de verhandeling van persoonlijke beschermingsmiddelen. Bij Verordening (EU) 2016/425 is de indeling van producten in risicocategorieën gewijzigd om werkgevers toe te laten inzicht te verkrijgen in persoonlijke beschermingsmiddelen en deze te gebruiken, zoals nader is toegelicht in de richtsnoeren inzake persoonlijke beschermingsmiddelen (6) waarin de procedures en kwesties als bedoeld in Verordening (EU) 2016/425 worden verduidelijkt. Het wordt passend geacht de bijlagen I, II en III bij Richtlijn 89/656/EEG te actualiseren om te zorgen voor consistentie met de in Verordening (EU) 2016/425 vastgestelde risico-indeling en om deze bijlagen aan te passen aan de gebruikte terminologie en soorten persoonlijke beschermingsmiddelen als bedoeld in Verordening (EU) 2016/425. |
|
(6) |
In artikel 4, lid 1, van Richtlijn 89/656/EEG is bepaald dat werkgevers persoonlijke beschermingsmiddelen moeten verstrekken die in overeenstemming zijn met de desbetreffende Uniebepalingen inzake ontwerp en constructie op het gebied van veiligheid en gezondheid. Krachtens dat artikel moeten werkgevers die dergelijke persoonlijke beschermingsmiddelen aan hun werknemers beschikbaar stellen, ervoor zorgen dat die persoonlijke beschermingsmiddelen voldoen aan de in Verordening (EU) 2016/425 vastgestelde voorschriften. |
|
(7) |
Bijlage I bij Richtlijn 89/656/EEG bevat een indicatief schema voor de inventarisatie van de risico’s voor het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen alsook de soorten risico’s die zich kunnen voordoen op het werk met betrekking tot verschillende met persoonlijke beschermingsmiddelen te beschermen delen van het lichaam. Bijlage I moet worden gewijzigd om rekening te houden met nieuwe soorten risico’s die zich voordoen op het werk en om te zorgen voor consistentie met de met name in Verordening (EU) 2016/425 gebruikte risico-indeling en terminologie. |
|
(8) |
Bijlage II bij Richtlijn 89/656/EEG, die een indicatieve en niet-volledige lijst van persoonlijke beschermingsmiddelen bevat, moet worden gewijzigd om rekening te houden met de nieuwe soorten risico’s die in bijlage I bij die richtlijn zijn vastgesteld. Bijlage II moet eveneens worden gewijzigd om daarin voorbeelden van persoonlijke beschermingsmiddelen op te nemen die momenteel op de markt beschikbaar zijn in overeenstemming met Verordening (EU) 2016/425 en de in die verordening gebruikte terminologie. |
|
(9) |
Bijlage III bij Richtlijn 89/656/EEG bevat een indicatieve en niet-volledige lijst van activiteiten en sectoren van activiteiten waarvoor het ter beschikking stellen van persoonlijke beschermingsmiddelen noodzakelijk kan zijn; daarin zijn de in bijlage I bij die richtlijn vastgestelde risico-indelingen en de in bijlage II bij die richtlijn omschreven persoonlijke beschermingsmiddelen opgenomen. Bijlage III bij Richtlijn 89/656/EEG moet worden geherstructureerd om te zorgen voor consistentie tussen de in de drie bijlagen gebruikte terminologie en indelingen en met Verordening (EU) 2016/425. Op deze manier kunnen werkgevers uit verschillende sectoren en bedrijfstakken de persoonlijke beschermingsmiddelen die beantwoorden aan de specifieke activiteiten en de specifieke soorten risico’s waaraan werknemers worden blootgesteld, zoals aangegeven in de risicobeoordeling, beter in kaart brengen en beschikbaar stellen. |
|
(10) |
Het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats is geraadpleegd over de maatregelen die voortvloeien uit de aanneming van de mededeling van de Commissie “Veiliger en gezonder werk voor iedereen — Modernisering van de wetgeving en het beleid van de EU inzake veiligheid en gezondheid op het werk” die nodig zijn om de Uniewetgeving inzake gezondheid en veiligheid op het werk doeltreffend en geschikt te houden. |
|
(11) |
In zijn advies over de modernisering van zes richtlijnen inzake gezondheid en veiligheid op het werk om te zorgen voor veiliger en gezonder werk voor iedereen van 6 december 2017 (7) raadt het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats aan Richtlijn 89/656/EEG bij te werken om de relevantie en doeltreffendheid ervan te verbeteren. |
|
(12) |
In een daaropvolgend advies over de technische bijwerking van bijlagen bij de richtlijn persoonlijke beschermingsmiddelen (Richtlijn 89/656/EEG) van 31 mei 2018 (8) raadt het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats aan de bijlagen I, II en III bij Richtlijn 89/656/EEG specifiek bij te werken om rekening te houden met de meest recente technologische ontwikkelingen op dat gebied en om te zorgen voor consistentie met Verordening (EU) 2016/425. |
|
(13) |
Bij de voorbereiding van de huidige bijwerking van de bijlagen I, II en III bij Richtlijn 89/656/EEG werd de Commissie bijgestaan door deskundigen die de lidstaten vertegenwoordigden en technische en wetenschappelijke ondersteuning boden. |
|
(14) |
In overeenstemming met de gezamenlijke politieke verklaring van 28 september 2011 van de lidstaten en de Commissie (9) hebben de lidstaten zich ertoe verbonden om in verantwoorde gevallen de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen vergezeld te doen gaan van één of meer stukken waarin het verband tussen de onderdelen van een richtlijn en de overeenkomstige delen van de nationale omzettingsmaatregelen wordt toegelicht. |
|
(15) |
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 17 van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad (10) ingestelde comité, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlagen I, II en III bij Richtlijn 89/656/EEG worden vervangen door de tekst in de bijlage bij deze richtlijn.
Artikel 2
1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 20 november 2021 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 24 oktober 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 393 van 30.12.1989, blz. 18.
(2) Europese pijler van sociale rechten, 2017, https://ec.europa.eu/commission/sites/beta-political/files/social-summit-european-pillar-social-rights-booklet_nl.pdf
(3) SWD(2017) 10 final.
(4) COM(2017) 12.
(5) Verordening (EU) 2016/425 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen en tot intrekking van Richtlijn 89/686/EEG van de Raad (PB L 81 van 31.3.2016, blz. 51).
(6) PPE Regulation Guidelines — Guide to application of Regulation (EU) 2016/425 on personal protective equipment, https://ec.europa.eu/docsroom/documents/29201?locale=nl
(7) Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats, doc. 1718/2017.
(8) Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats, doc. 443/18.
(9) PB C 369 van 17.12.2011, blz. 14.
(10) Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).
BIJLAGE
1)
Bijlage I bij Richtlijn 89/656/EEG wordt vervangen door:
“BIJLAGE I
RISICO’S IN VERBAND MET DE LICHAAMSDELEN DIE MET PBM’S MOETEN WORDEN BESCHERMD (*)
(*) Deze lijst van risico’s/lichaamsdelen moet niet als uitputtend worden gezien.
Op basis van de risicobeoordeling wordt bepaald of een PBM ter beschikking moet worden gesteld en worden ook de kenmerken daarvan vastgesteld, in overeenstemming met de bepalingen van deze richtlijn.
2)
Bijlage II bij Richtlijn 89/656/EEG wordt vervangen door:
“BIJLAGE II
NIET-UITPUTTENDE LIJST VAN SOORTEN PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN MET BETREKKING TOT DE RISICO’S WAARTEGEN ZIJ BESCHERMING BIEDEN
Uitrusting voor BESCHERMING VAN HET HOOFD
|
— |
Helmen en/of petten/bivakmutsen/hoofddeksels tegen:
|
|
— |
Haarnetjes tegen het risico op verstrikking |
Uitrusting voor GEHOORBESCHERMING
|
— |
Gehoorbeschermers (met inbegrip van bv. aan een helm vastgehechte gehoorbeschermers, geluidsdempende oorkappen, gehoorbeschermers met elektrische audio-input) |
|
— |
Oordoppen (met inbegrip van bv. niveau-afhankelijke oordoppen, oordoppen op maat) |
Uitrusting voor OOG- EN GEZICHTSBESCHERMING
|
— |
Brillen met veren, ruimtezichtbrillen en gelaatschermen (in voorkomend geval lenzen op voorschrift) tegen:
|
Uitrusting voor BESCHERMING VAN DE ADEMHALINGSWEGEN
|
— |
Filtertoestellen tegen:
|
|
— |
Van de omgevingslucht onafhankelijke ademhalingstoestellen, ook met luchttoevoer |
|
— |
Zelfreddingstoestellen |
|
— |
Ademhalingstoestellen en uitrusting voor duikers |
Uitrusting voor HAND-EN ARMBESCHERMING
|
— |
Handschoenen (met inbegrip van wanten en armbeschermers) tegen:
|
|
— |
Vingerlingen |
Uitrusting voor VOET- EN BEENBESCHERMING en antislipbescherming
|
— |
Schoeisel (bv. schoenen, met inbegrip in bepaalde omstandigheden van klompen en laarzen met eventueel stalen neus) ter bescherming tegen:
|
|
— |
Losse wreefbeschermers tegen mechanische risico’s |
|
— |
Kniebeschermers tegen mechanische risico’s |
|
— |
Beenkappen tegen mechanische, thermische en chemische risico’s en biologische agentia |
|
— |
Toebehoren (bv. spikes, noppen) |
BESCHERMINGSMIDDELEN VOOR DE HUID — BESCHERMENDE CREMES (1)
|
— |
Er kunnen beschermende crèmes zijn tegen:
|
Uitrusting voor LICHAAMSBESCHERMING/ANDERE HUIDBESCHERMING
|
— |
Persoonlijke beschermingsmiddelen voor bescherming tegen vallen van een hoogte, zoals valbeveiligers met automatische lijnspanner, lichaamsharnassen, zitgordels, gordels voor werkplekpositionering en behoud en verbindingsmiddelen voor gordels, schokdempers, meelopende valbeveiligers met een ankerlijn, instelapparaat voor lijnen, verankeringsvoorzieningen die niet ontworpen zijn om permanent te worden bevestigd en die niet moeten worden vastgemaakt vóór gebruik, verbindingsstukken, veiligheidslijnen, reddingsgordels |
|
— |
Beschermende kleding, waaronder kleding ter bescherming van het gehele lichaam (nl. pakken, overalls) en delen van het lichaam (nl. beenkappen, broeken, jassen, vesten, schorten, kniebeschermers, kappen, bivakmutsen) tegen:
|
|
— |
Reddingsvesten voor bescherming tegen verdrinking en zwemvesten |
|
— |
PBM bestemd om de aanwezigheid van de individuele gebruiker visueel kenbaar te maken. |
3)
Bijlage III bij Richtlijn 89/656/EEG wordt vervangen door:
“BIJLAGE III
Niet-uitputtende lijst van activiteiten en sectoren van activiteiten waarvoor het ter beschikking stellen van persoonlijke beschermingsmiddelen noodzakelijk kan zijn (*)
(*) Op basis van de risicobeoordeling wordt bepaald of een PBM ter beschikking moet worden gesteld en worden ook de kenmerken daarvan vastgesteld, in overeenstemming met de bepalingen van deze richtlijn.
I. FYSISCHE RISICO’S
|
Risico’s |
Betrokken deel van het lichaam Soort PBM |
Voorbeelden van activiteiten waarbij het gebruik van het overeenkomstige soort PBM noodzakelijk kan zijn (*) |
Industrieën en sectoren |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
FYSISCH — MECHANISCH |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Schokken veroorzaakt door vallende of weg-schietende voorwerpen, stoten tegen een obstakel en hogedruk-stralen |
Schedel Veiligheidshelm |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Ogen en/of gezicht Brillen met veren, ruimtezichtbrillen en gelaatschermen |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Voeten en benen (delen daarvan) Schoeisel (schoenen/laarzen enz.) met beschermende of veiligheidsneus Schoeisel voor bescherming van de middenvoetbeentjes |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Vallen door uitglijden |
Voeten Schoeisel ter bescherming tegen uitglijden |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Vallen van een hoogte |
Gehele lichaam PBM ontworpen om vallen van een hoogte te voorkomen of te stoppen |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Trillingen |
Handen Beschermende handschoenen |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Statische samendrukking van lichaams-delen |
Knieën (delen van de benen) Kniebeschermers |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Voeten Schoeisel met stalen neus |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Mechanisch letsel (afschuring, perforatie, snijwonden, bijtwonden, kwetsuren of steek-wonden) |
Ogen en/of gezicht Brillen met veren, ruimtezichtbrillen en gelaatschermen |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Handen Beschermende handschoenen tegen mechanische invloeden |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Onderarmen Bescherming van de armen |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Romp/buikstreek/benen Beschermende voorschoten, beenkappen Ondoordringbare broeken (broeken met bescherming tegen snijwonden) |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Voeten Ondoordringbaar schoeisel |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Verstrikking en beklemming |
Gehele lichaam Beschermende kleding in geval van verstrikkingsrisico door bewegende delen |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
FYSISCH — LAWAAI |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Lawaai |
Gehoor Gehoorbeschermers |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
FYSISCH — THERMISCH |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Hitte en/of vuur |
Gezicht/gehele hoofd Laskappen, helmen/petten tegen hitte of vuur, beschermende kappen tegen hitte en/of vlammen |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Romp/buikstreek/benen Beschermende voorschoten, beenkappen |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Handen Beschermende handschoenen tegen hitte en/of vlammen |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Onderarmen Mouwen |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Voeten Schoeisel ter bescherming tegen hitte en/of vlammen |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Gehele lichaam/delen van het lichaam Beschermende kleding tegen hitte en/of vlammen |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Koude |
Handen Beschermende handschoenen tegen koude Voeten Schoeisel ter bescherming tegen koude |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Gehele lichaam/delen van het lichaam met inbegrip van het hoofd Beschermende kleding tegen koude |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
FYSISCH — ELEKTRISCH |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Elektrische schokken (direct of indirect contact) |
Gehele hoofd Elektrisch isolerende helmen Handen Elektrisch isolerende handschoenen Voeten Elektrisch isolerend schoeisel Gehele lichaam/handen/voeten Geleidende PBM bestemd om te worden gedragen door vakkundigen bij werkzaamheden onder spanning bij een nominale energiesysteemspanning van 800 kV (wisselstroom) en 600 kV (gelijkstroom) |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Statische elektriciteit |
Handen Antistatische handschoenen Hanteren van plastic en rubber Gieten, verzamelen of laden in een container Werkzaamheden in de nabijheid van zwaar geladen elementen zoals transportbanden Hanteren van explosieven |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
FYSISCH — STRALING |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Niet-ioniserende straling, met inbegrip van zonlicht (anders dan directe waarneming) |
Hoofd Petten en helmen |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Ogen Beschermende brillen met veren, ruimtezichtbrillen en gelaatschermen |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Gehele lichaam (huid) PBM ter bescherming tegen Natuurlijk en kunstmatig uv-licht |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Ioniserende straling |
Ogen Beschermende brillen met veren/ruimtezichtbrillen tegen ioniserende straling Handen Beschermende handschoenen tegen ioniserende straling |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Romp/buikstreek/delen van het lichaam Röntgenschort /jas/vest/rok ter bescherming tegen röntgenstraling |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Hoofd Hoofddeksels en petten PBM ter bescherming tegen bv. de ontwikkeling van hersentumoren |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Delen van het lichaam PBM ter bescherming van de schildklier PBM ter bescherming van de gonaden |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Gehele lichaam Beschermende kleding tegen ioniserende straling |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. CHEMISCHE RISICO’S (met inbegrip van nanomateriaal)
|
Risico’s |
Betrokken deel van het lichaam Soort PBM |
Voorbeelden van activiteiten waarbij het gebruik van het overeenkomstige soort PBM noodzakelijk kan zijn (*) |
Industrieën en sectoren |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
CHEMISCH — AEROSOLS |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Vast (stof, dampen, rook, vezels en nanomateriaal) |
Ademhalingsstelsel Ademhalingstoestellen ter bescherming tegen deeltjes |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Handen Beschermende handschoenen tegen chemische invloeden en beschermende crème als toebehoren/aanvullende bescherming |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Gehele lichaam Beschermende kleding tegen vaste deeltjes |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Ogen Brillen met veren, ruimtezichtbrillen en gelaatschermen |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Vloeibaar (dampen en nevels) |
Ademhalingsstelsel Ademhalingstoestellen ter bescherming tegen deeltjes |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Handen Beschermende handschoenen tegen chemische invloeden |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Gehele lichaam Beschermende kleding tegen chemische invloeden |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
CHEMISCH — VLOEISTOFFEN |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Onderdompeling Spatten, sprays en stralen |
Handen Beschermende handschoenen tegen chemische invloeden |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Onderarmen Beschermende mouwen tegen chemische invloeden |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Voeten Beschermende laarzen tegen chemische invloeden |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Gehele lichaam Beschermende kleding tegen chemische invloeden |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
CHEMISCH — GASSEN EN DAMPEN |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Gassen en dampen |
Ademhalingsstelsel Ademhalingstoestellen ter bescherming tegen gassen |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Handen Beschermende handschoenen tegen chemische invloeden |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Gehele lichaam Beschermende kleding tegen chemische invloeden |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Ogen Brillen met veren, ruimtezichtbrillen en gelaatschermen |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III. BIOLOGISCHE AGENTIA
|
Risico’s |
Betrokken deel van het lichaam Soort PBM |
Voorbeelden van activiteiten waarbij het gebruik van het overeenkomstige soort PBM noodzakelijk kan zijn (*) |
Industrieën en sectoren |
||||||||||||||||||||||||
|
BIOLOGISCHE AGENTIA (aanwezig in) — AEROSOLS |
|||||||||||||||||||||||||||
|
Vaste en vloeibare stoffen |
Ademhalingsstelsel Ademhalingstoestellen ter bescherming tegen deeltjes |
|
|
||||||||||||||||||||||||
|
Handen Beschermende handschoenen tegen micro-organismen Gehele lichaam/delen van het lichaam Beschermende kleding tegen biologische agentia Ogen en/of gezicht Beschermende brillen met veren, ruimtezichtbrillen en gelaatschermen |
|
|
|||||||||||||||||||||||||
|
BIOLOGISCHE AGENTIA (aanwezig in) — VLOEISTOFFEN |
|||||||||||||||||||||||||||
|
Direct en indirect contact |
Handen Beschermende handschoenen tegen micro-organismen Gehele lichaam/delen van het lichaam Beschermende kleding tegen biologische agentia Ogen en/of gezicht Beschermende ruimtezichtbrillen en gelaatschermen |
|
|
||||||||||||||||||||||||
|
Spatten, sprays en stralen |
Handen Beschermende handschoenen tegen micro-organismen |
|
|
||||||||||||||||||||||||
|
Onderarmen Beschermende mouwen tegen micro-organismen |
|
|
|||||||||||||||||||||||||
|
Voeten/benen Beschermende overlaarzen en beenkappen |
|
|
|||||||||||||||||||||||||
|
Gehele lichaam Beschermende kleding tegen biologische agentia |
|
|
|||||||||||||||||||||||||
|
BIOLOGISCHE AGENTIA (aanwezig in) — MATERIALEN, PERSONEN, DIEREN ENZ. |
|||||||||||||||||||||||||||
|
Direct en indirect contact |
Handen Beschermende handschoenen tegen micro-organismen Gehele lichaam/delen van het lichaam Beschermende kleding tegen biologische agentia Ogen en/of gezicht Beschermende ruimtezichtbrillen en gelaatschermen |
|
|
||||||||||||||||||||||||
IV. OVERIGE RISICO’S
|
Risico’s |
Betrokken deel van het lichaam Soort PBM |
Voorbeelden van activiteiten waarbij het gebruik van het overeenkomstige soort PBM noodzakelijk kan zijn (*) |
Industrieën en sectoren |
||||||||||||||||||||
|
Niet-zichtbaarheid |
Gehele lichaam PBM bestemd om de aanwezigheid van de individuele gebruiker visueel kenbaar te maken |
|
|
||||||||||||||||||||
|
Zuurstoftekort |
Ademhalingsstelsel Isolerende ademhalingsbeschermingsmiddelen |
|
|
||||||||||||||||||||
|
Ademhalingsstelsel Ademhalingstoestellen en uitrusting voor duikers |
|
|
|||||||||||||||||||||
|
Verdrinking |
Gehele lichaam Reddingsvest |
|
|
(1) Uit de risicobeoordeling blijkt dat beschermende crèmes in bepaalde omstandigheden samen met andere PBM kunnen worden gebruikt met het oog op het beschermen van de huid van werknemers tegen de desbetreffende risico’s. Beschermende crèmes zijn PBM’s binnen de werkingssfeer van Richtlijn 89/656/EEG aangezien dit soort uitrusting in bepaalde omstandigheden kan worden beschouwd als een “aanvulling of accessoire” in de zin van artikel 2 van Richtlijn 89/656/EEG. Beschermende crèmes zijn echter geen PBM’s volgens de definitie van PBM in artikel 3, lid 1, van Verordening (EU) 2016/425.
|
31.10.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 279/54 |
RICHTLIJN (EU) 2019/1833 VAN DE COMMISSIE
van 24 oktober 2019
tot wijziging van de bijlagen I, III, V en VI bij Richtlijn 2000/54/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft zuiver technische aanpassingen
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2000/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan biologische agentia op het werk (1), en met name artikel 19,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
In beginsel 10 van de Europese pijler van sociale rechten (2), die op 17 november 2017 in Göteborg is afgekondigd, is bepaald dat werknemers recht hebben op een gezonde, veilige en aangepaste werkomgeving. Het recht van werknemers op een hoog niveau van bescherming van hun gezondheid en veiligheid op het werk en op een werkomgeving die op hun professionele behoeften is afgestemd en hen in staat stelt langer op de arbeidsmarkt actief te blijven, omvat bescherming tegen blootstelling aan biologische agentia op het werk. |
|
(2) |
De uitvoering van de richtlijnen inzake de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk, waaronder Richtlijn 2000/54/EG, was het onderwerp van een evaluatie achteraf, de zogeheten Refit-evaluatie. Bij de evaluatie is gekeken naar de relevantie van de richtlijnen, en naar onderzoek en nieuwe wetenschappelijke inzichten op de verschillende betrokken terreinen. De conclusie van de Refit-evaluatie waarnaar wordt verwezen in het werkdocument van de diensten van de Commissie (3) luidt onder meer dat de lijst van biologische agentia in bijlage III bij Richtlijn 2000/54/EG moet worden gewijzigd in het licht van de wetenschappelijke en technische vooruitgang en dat de samenhang ervan met andere richtlijnen ter zake moet worden verbeterd. |
|
(3) |
In haar mededeling “Veiliger en gezonder werk voor iedereen — Modernisering van de wetgeving en het beleid van de EU inzake veiligheid en gezondheid op het werk” (4) herhaalde de Commissie dat de Refit-evaluatie van het acquis van de Unie inzake gezondheid en veiligheid op het werk bevestigt dat de wetgeving op dat gebied in het algemeen doeltreffend en geschikt is, maar dat er ruimte is voor herziening van verouderde voorschriften en waarborging van een betere en bredere bescherming, naleving en handhaving in het veld. De Commissie benadrukt met name de noodzaak om de lijst van biologische agentia in bijlage III bij Richtlijn 2000/54/EG te actualiseren. |
|
(4) |
Richtlijn 2000/54/EG heeft ten doel de werknemers te beschermen tegen gevaren voor hun gezondheid en veiligheid die zich tijdens hun werk door blootstelling aan biologische agentia voordoen of kunnen voordoen en dergelijke gevaren te voorkomen. Richtlijn 2000/54/EG is van toepassing op werkzaamheden waarbij werknemers ten gevolge van hun werk aan biologische agentia worden of kunnen worden blootgesteld en bevat de te nemen maatregelen voor alle werkzaamheden waarbij zich het risico van blootstelling aan biologische agentia kan voordoen, om de aard, de mate en de duur van de blootstelling van de werknemers aan biologische agentia te bepalen. |
|
(5) |
Aangezien de resultaten van een risicobeoordeling een onbedoelde blootstelling aan biologische agentia kunnen laten zien, kan er sprake zijn van andere werkzaamheden die niet in bijlage I bij Richtlijn 2000/54/EG zijn opgenomen en waarmee ook rekening moet worden gehouden. De indicatieve lijst van activiteiten in bijlage I bij Richtlijn 2000/54/EG moet daarom worden gewijzigd om daarin een inleidende zin op te nemen om te verduidelijken dat de lijst niet uitputtend is. |
|
(6) |
Bijlage III bij Richtlijn 2000/54/EG bevat de lijst van biologische agentia waarvan bekend is dat zij bij de mens infectieziekten kunnen verwekken, ingedeeld naargelang van het risico van infecties dat zij meebrengen. Overeenkomstig inleidende opmerking 6 in die bijlage moet de lijst worden gewijzigd om rekening te houden met de laatste stand van de wetenschappelijke kennis met betrekking tot de wetenschappelijke ontwikkelingen die hebben geleid tot belangrijke veranderingen sinds de lijst voor het laatst werd bijgewerkt, met name wat betreft de taxonomie, nomenclatuur, classificatie en kenmerken van biologische agentia en het bestaan van nieuwe biologische agentia. |
|
(7) |
In de bijlagen V en VI bij Richtlijn 2000/54/EG worden de beheersingsmaatregelen en -niveaus voor laboratoria, dierenverblijven en de industrie vastgesteld. De bijlagen V en VI moeten worden gewijzigd en geherstructureerd om in overeenstemming te worden gebracht en rekening te houden met de inperkings- en andere beschermende maatregelen die zijn opgenomen in Richtlijn 2009/41/EG van het Europees Parlement en de Raad (5). |
|
(8) |
Bij de voorbereiding van de huidige bijwerking van de bijlagen I, III, V en VI bij Richtlijn 2000/54/EG is aandacht besteed aan de noodzaak om de huidige beschermingsniveaus te handhaven voor werknemers die door hun werkzaamheden aan biologische agentia worden of kunnen worden blootgesteld en ervoor te zorgen dat bij de wijzigingen alleen rekening wordt gehouden met wetenschappelijke ontwikkelingen op dit gebied die zuiver technische aanpassingen op de arbeidsplaats vereisen. |
|
(9) |
Het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats is geraadpleegd over de maatregelen die voortvloeien uit de aanneming van de mededeling van de Commissie “Veiliger en gezonder werk voor iedereen — Modernisering van de wetgeving en het beleid van de EU inzake veiligheid en gezondheid op het werk” die nodig zijn om de Uniewetgeving inzake gezondheid en veiligheid op het werk doeltreffend en geschikt te houden. |
|
(10) |
In zijn advies over de modernisering van zes richtlijnen inzake gezondheid en veiligheid op het werk om te zorgen voor veiliger en gezonder werk voor iedereen (6) van 6 december 2017 raadt het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats aan Richtlijn 2000/54/EG te wijzigen om de relevantie en doeltreffendheid ervan te verbeteren. |
|
(11) |
In een daaropvolgend advies over de technische bijwerking van de bijlagen bij de richtlijn biologische agentia (2000/54/EG) (7), goedgekeurd op 31 mei 2018, raadt het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats aan dat specifieke bijwerkingen moeten worden aangebracht in de bijlagen I, III, V en VI, in overeenstemming met de meest recente technologische en wetenschappelijke ontwikkelingen op dit gebied. |
|
(12) |
Bij de voorbereiding van de huidige bijwerking van de bijlagen I, III, V en VI bij Richtlijn 2000/54/EG werd de Commissie bijgestaan door deskundigen die de lidstaten vertegenwoordigden en technische en wetenschappelijke ondersteuning boden. |
|
(13) |
In overeenstemming met de gezamenlijke politieke verklaring van 28 september 2011 van de lidstaten en de Commissie over toelichtende stukken (8) hebben de lidstaten zich ertoe verbonden om in verantwoorde gevallen de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen vergezeld te doen gaan van één of meer stukken waarin het verband tussen de onderdelen van een richtlijn en de overeenkomstige delen van de nationale omzettingsmaatregelen wordt toegelicht. |
|
(14) |
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 17 van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad (9) ingestelde comité, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlagen I, III, V en VI bij Richtlijn 2000/54/EG worden vervangen door de bijlage bij deze richtlijn.
Artikel 2
1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 20 november 2021 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 24 oktober 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 262 van 17.10.2000, blz. 21.
(2) Europese pijler van sociale rechten, november 2017, https://ec.europa.eu/commission/priorities/deeper-and-fairer-economic-and-monetary-union/european-pillar-social-rights_nl
(3) COM(2017) 10 final.
(4) COM(2017) 12
(5) Richtlijn 2009/41/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 inzake het ingeperkte gebruik van genetisch gemodificeerde micro-organismen (PB L 125 van 21.5.2009, blz. 75).
(6) Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats, doc. 1718/2017.
(7) Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats, doc. 434/18.
(8) PB C 369 van 17.12.2011, blz. 14.
(9) Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).
BIJLAGE
1)
Bijlage I bij Richtlijn 2000/54/EG wordt vervangen door:“ BIJLAGE I
INDICATIEVE LIJST VAN BEROEPSWERKZAAMHEDEN
(artikel 4, lid 2)
Opmerking vooraf
Indien het resultaat van de risicobeoordeling, die is uitgevoerd in overeenstemming met artikel 3 en artikel 4, lid 2, van deze richtlijn, een onopzettelijke blootstelling aan biologische agentia laat zien, kan er sprake zijn van andere werkzaamheden die niet in deze bijlage zijn opgenomen en waarmee rekening moet worden gehouden.
|
1. |
Werk in de voedingsindustrie. |
|
2. |
Werk in de landbouw. |
|
3. |
Werkzaamheden waarbij er contact is met dieren en/of producten van dierlijke oorsprong. |
|
4. |
Werk in de gezondheidszorg, met inbegrip van werk in isolatie- en post-mortemeenheden. |
|
5. |
Werk in klinische, veterinaire en diagnoselaboratoria, met uitsluiting van microbiologische diagnoselaboratoria. |
|
6. |
Werk in afvalverwerkingsbedrijven. |
|
7. |
Werk in installaties voor de zuivering van rioolwater. |
2)
Bijlage III bij Richtlijn 2000/54/EG wordt vervangen door:“BIJLAGE III
COMMUNAUTAIRE CLASSIFICATIE
(Artikel 2, tweede alinea, en artikel 18)
INLEIDING
|
1. |
Overeenkomstig de werkingssfeer van de richtlijn worden alleen agentia waarvan bekend is dat zij bij de mens infectieziekten kunnen verwekken, in de lijst opgenomen.
Waar van toepassing zijn ook indicaties van mogelijke toxische en allergene eigenschappen van deze agentia gegeven. Agentia die wel bij dieren en planten, maar voor zover bekend niet bij mensen ziekten kunnen verwekken, zijn niet opgenomen. Bij de opstelling van de onderhavige lijst van geclassificeerde biologische agentia zijn genetisch gemodificeerde micro-organismen buiten beschouwing gelaten. |
|
2. |
Bij het opstellen van de lijst is uitgegaan van de werking van de agentia op gezonde werknemers.
Er is niet specifiek rekening gehouden met bijzondere effecten op personen met een eventuele verhoogde vatbaarheid als gevolg van bijvoorbeeld pre-existente ziekte, medicijngebruik, stoornissen van het immuunsysteem, zwangerschap of borstvoeding. Ook met het verhoogde risico voor dergelijke werknemers dient bij de in deze richtlijn voorgeschreven risicobeoordeling rekening te worden gehouden. In het kader van bepaalde industriële processen, bepaalde laboratoriumwerkzaamheden of bepaalde activiteiten in dierenverblijven die een blootstelling van de werknemers aan biologische agentia van groep 3 of 4 inhouden of kunnen inhouden, moeten technische preventiemaatregelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 16 van deze richtlijn worden opgesteld. |
|
3. |
Biologische agentia die niet in groep 2, 3 of 4 zijn ingedeeld, vallen niet automatisch onder groep 1.
In het geval van geslachten waarvan van meer dan één soort bekend is dat zij pathogeen zijn voor de mens, omvat de lijst die soorten die meestal worden aangetroffen bij ziektegevallen, en wordt vermeld dat andere soorten van dat geslacht ook van invloed kunnen zijn op de gezondheid. Indien een heel geslacht in de lijst is opgenomen, zijn de soorten en stammen waarvan bekend is dat zij niet pathogeen zijn, impliciet van de classificatie uitgesloten. |
|
4. |
Ingeval een stam verzwakt is of bekende virulentiegenen heeft verloren, zijn de uit de classificatie van de hoofdstam voortvloeiende beheersingsmaatregelen mogelijkerwijs niet noodzakelijk, afhankelijk van een nadere beoordeling van het risico op de arbeidsplaats.
Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer een dergelijke stam gebruikt wordt als een product of deel van een product voor profylactische of therapeutische doeleinden. |
|
5. |
De in deze classificatie voor de agentia gehanteerde nomenclatuur is in overeenstemming met de meest recente internationale conventies inzake de taxonomie en nomenclatuur van de agentia ten tijde van de samenstelling van de lijst. |
|
6. |
Deze lijst van geclassificeerde biologische agentia is in overeenstemming met de stand van de kennis ten tijde van de opstelling ervan.
De lijst wordt bijgewerkt zodra deze daarmee niet meer in overeenstemming is. |
|
7. |
De lidstaten zien erop toe dat alle bij de mens reeds geïsoleerde virussen die nog niet geëvalueerd en in deze bijlage opgenomen zijn, minimaal in groep 2 worden ingedeeld, behalve indien de lidstaten over het bewijs beschikken dat deze bij de mens geen ziekte kunnen veroorzaken. |
|
8. |
Bepaalde in groep 3 ingedeelde en in de bijgevoegde lijst met een dubbele asterisk (**) aangeduide biologische agentia kunnen voor de werknemers een beperkt besmettingsrisico opleveren, omdat zij normaal niet via de lucht besmettelijk zijn.
De lidstaten evalueren de op deze biologische agentia toe te passen beheersingsmaatregelen met inachtneming van de aard van de betrokken specifieke activiteiten en de hoeveelheid van het betrokken agens, ten einde te bepalen of in bijzondere gevallen van bepaalde dezer maatregelen kan worden afgezien. |
|
9. |
De voorschriften inzake beheersingsmaatregelen die uit de classificatie van parasieten voortvloeien, hebben uitsluitend betrekking op de verschillende voor de mens op de arbeidsplaats infectieuze stadia in de levenscyclus van de parasiet. |
|
10. |
Voorts bevat deze lijst afzonderlijke aanwijzingen wanneer biologische agentia allergische of toxische reacties kunnen veroorzaken, wanneer een doeltreffend vaccin beschikbaar is en wanneer de lijst van de aan het agens blootgestelde werknemers langer dan tien jaar dient te worden bewaard.
Deze aanwijzingen zijn gesystematiseerd in de vorm van de volgende noten:
Preventieve vaccinaties dienen te worden verricht met inachtneming van de in bijlage VII aanbevolen gedragsregels. |
BACTERIËN
en soortgelijke biologische agentia
NB: De vermelding van het hele geslacht met de toevoeging “spp.” bij de biologische agentia van deze lijst verwijst naar andere soorten die tot dit geslacht behoren en die niet specifiek in de lijst zijn opgenomen, maar waarvan bekend is dat zij pathogeen zijn bij de mens. Zie inleidende opmerking 3 voor meer details.
|
Biologisch agens |
Classificatie |
Opmerkingen |
|
Actinomadura madurae |
2 |
|
|
Actinomadura pelletieri |
2 |
|
|
Actinomyces gerencseriae |
2 |
|
|
Actinomyces israelii |
2 |
|
|
Actinomyces spp. |
2 |
|
|
Aggregatibacter actinomycetemcomitans (Actinobacillus actinomycetemcomitans) |
2 |
|
|
Anaplasma spp. |
2 |
|
|
Arcanobacterium haemolyticum (Corynebacterium haenolyticum) |
2 |
|
|
Arcobacter butzleri |
2 |
|
|
Bacillus anthracis |
3 |
T |
|
Bacteroides fragilis |
2 |
|
|
Bacteroides spp. |
2 |
|
|
Bartonella bacilliformis |
2 |
|
|
Bartonella quintana (Rochalimaea quintana) |
2 |
|
|
Bartonella (Rochalimaea) spp. |
2 |
|
|
Bordetella bronchiseptica |
2 |
|
|
Bordetella parapertussis |
2 |
|
|
Bordetella pertussis |
2 |
T, V |
|
Bordetella spp. |
2 |
|
|
Borrelia burgdorferi |
2 |
|
|
Borrelia duttonii |
2 |
|
|
Borrelia recurrentis |
2 |
|
|
Borrelia spp. |
2 |
|
|
Brachyspira spp. |
2 |
|
|
Brucella abortus |
3 |
|
|
Brucella canis |
3 |
|
|
Brucella inopinata |
3 |
|
|
Brucella melitensis |
3 |
|
|
Brucella suis |
3 |
|
|
Burkholderia cepacia |
2 |
|
|
Burkholderia mallei (Pseudomonas mallei) |
3 |
|
|
Burkholderia pseudomallei (Pseudomonas pseudomallei) |
3 |
D |
|
Campylobacter fetus subsp. fetus |
2 |
|
|
Campylobacter fetus subsp. venerealis |
2 |
|
|
Campylobacter jejuni subsp. doylei |
2 |
|
|
Campylobacter jejuni subsp. jejuni |
2 |
|
|
Campylobacter spp. |
2 |
|
|
Cardiobacterium hominis |
2 |
|
|
Cardiobacterium valvarum |
2 |
|
|
Chlamydia abortus (Chlamydophila abortus) |
2 |
|
|
Chlamydia caviae (Chlamydophila caviae) |
2 |
|
|
Chlamydia felis (Chlamydophila felis) |
2 |
|
|
Chlamydia pneumoniae (Chlamydophila pneumoniae) |
2 |
|
|
Chlamydia psittaci (Chlamydophila psittaci) (gevogeltestammen) |
3 |
|
|
Chlamydia psittaci (Chlamydophila psittaci) (niet-gevogeltestammen) |
2 |
|
|
Chlamydia trachomatis (Chlamydophila trachomatis) |
2 |
|
|
Clostridium botulinum |
2 |
T |
|
Clostridium difficile |
2 |
T |
|
Clostridium perfringens |
2 |
T |
|
Clostridium tetani |
2 |
T, V |
|
Clostridium spp. |
2 |
|
|
Corynebacterium diphtheriae |
2 |
T, V |
|
Corynebacterium minutissimum |
2 |
|
|
Corynebacterium pseudotuberculosis |
2 |
T |
|
Corynebacterium ulcerans |
2 |
T |
|
Corynebacterium spp. |
2 |
|
|
Coxiella burnetii |
3 |
|
|
Edwardsiella tarda |
2 |
|
|
Ehrlichia spp. |
2 |
|
|
Eikenella corrodens |
2 |
|
|
Elizabethkingia meningoseptica (Flavobacterium meningosepticum) |
2 |
|
|
Enterobacter aerogenes (Klebsiella mobilis) |
2 |
|
|
Enterobacter cloacae subsp. cloacae (Enterobacter cloacae) |
2 |
|
|
Enterobacter spp. |
2 |
|
|
Enterococcus spp. |
2 |
|
|
Erysipelothrix rhusiopathiae |
2 |
|
|
Escherichia coli (met uitzondering van de niet-pathogene stammen) |
2 |
|
|
Escherichia coli, verocytotoxigene stammen (bv. O157:H7 of O103) |
3 (*1) |
T |
|
Fluoribacter bozemanae (Legionella) |
2 |
|
|
Francisella hispaniensis |
2 |
|
|
Francisella tularensis subsp. holarctica |
2 |
|
|
Francisella tularensis subsp. mediasiatica |
2 |
|
|
Francisella tularensis subsp. novicida |
2 |
|
|
Francisella tularensis subsp. tularensis |
3 |
|
|
Fusobacterium necrophorum subsp. funduliforme |
2 |
|
|
Fusobacterium necrophorum subsp. necrophorum |
2 |
|
|
Gardnerella vaginalis |
2 |
|
|
Haemophilus ducreyi |
2 |
|
|
Haemophilus influenzae |
2 |
V |
|
Haemophilus spp. |
2 |
|
|
Helicobacter pylori |
2 |
|
|
Helicobacter spp. |
2 |
|
|
Klebsiella oxytoca |
2 |
|
|
Klebsiella pneumoniae subsp. ozaenae |
2 |
|
|
Klebsiella pneumoniae subsp. pneumoniae |
2 |
|
|
Klebsiella pneumoniae subsp. rhinoscleromatis |
2 |
|
|
Klebsiella spp. |
2 |
|
|
Legionella pneumophila subsp. fraseri |
2 |
|
|
Legionella pneumophila subsp. pascullei |
2 |
|
|
Legionella pneumophila subsp. pneumophila |
2 |
|
|
Legionella spp. |
2 |
|
|
Leptospira interrogans (alle serotypes) |
2 |
|
|
Leptospira interrogans spp. |
2 |
|
|
Listeria monocytogenes |
2 |
|
|
Listeria ivanovii subsp. ivanovii |
2 |
|
|
Listeria invanovii subsp. londoniensis |
2 |
|
|
Morganella morganii subsp. morganii (Proteus morganii) |
2 |
|
|
Morganella morganii subsp. sibonii |
2 |
|
|
Mycobacterium abscessus subsp. abscessus |
2 |
|
|
Mycobacterium africanum |
3 |
V |
|
Mycobacterium avium subsp. avium (Mycobacterium avium) |
2 |
|
|
Mycobacterium avium subsp. paratuberculosis (Mycobacterium paratuberculosis) |
2 |
|
|
Mycobacterium avium subsp. silvaticum |
2 |
|
|
Mycobacterium bovis |
3 |
V |
|
Mycobacterium caprae (Mycobacterium tuberculosis subsp. caprae) |
3 |
|
|
Mycobacterium chelonae |
2 |
|
|
Mycobacterium chimaera |
2 |
|
|
Mycobacterium fortuitum |
2 |
|
|
Mycobacterium intracellulare |
2 |
|
|
Mycobacterium kansasii |
2 |
|
|
Mycobacterium leprae |
3 |
|
|
Mycobacterium malmoense |
2 |
|
|
Mycobacterium marinum |
2 |
|
|
Mycobacterium microti |
3 (*1) |
|
|
Mycobacterium pinnipedii |
3 |
|
|
Mycobacterium scrofulaceum |
2 |
|
|
Mycobacterium simiae |
2 |
|
|
Mycobacterium szulgai |
2 |
|
|
Mycobacterium tuberculosis |
3 |
V |
|
Mycobacterium ulcerans |
3 (*1) |
|
|
Mycobacterium xenopi |
2 |
|
|
Mycoplasma hominis |
2 |
|
|
Mycoplasma pneumoniae |
2 |
|
|
Mycoplasma spp. |
2 |
|
|
Neisseria gonorrhoeae |
2 |
|
|
Neisseria meningitidis |
2 |
V |
|
Neorickettsia sennetsu (Rickettsia sennetsu, Ehrlichia sennetsu) |
2 |
|
|
Nocardia asteroides |
2 |
|
|
Nocardia brasiliensis |
2 |
|
|
Nocardia farcinica |
2 |
|
|
Nocardia nova |
2 |
|
|
Nocardia otitidiscaviarum |
2 |
|
|
Nocardia spp. |
2 |
|
|
Orientia tsutsugamushi (Rickettsia tsutsugamushi) |
3 |
|
|
Pasteurella multocida subsp. gallicida (Pasteurella gallicida) |
2 |
|
|
Pasteurella multocida subsp. multocida |
2 |
|
|
Pasteurella multocida subsp. septica |
2 |
|
|
Pasteurella spp. |
2 |
|
|
Peptostreptococcus anaerobius |
2 |
|
|
Plesiomonas shigelloides |
2 |
|
|
Porphyromonas spp. |
2 |
|
|
Prevotella spp. |
2 |
|
|
Proteus mirabilis |
2 |
|
|
Proteus penneri |
2 |
|
|
Proteus vulgaris |
2 |
|
|
Providencia alcalifaciens (Proteus inconstans) |
2 |
|
|
Providencia rettgeri (Proteus rettgeri) |
2 |
|
|
Providencia spp. |
2 |
|
|
Pseudomonas aeruginosa |
2 |
T |
|
Rhodococcus hoagii (Corynebacterium equii) |
2 |
|
|
Rickettsia africae |
3 |
|
|
Rickettsia akari |
3 (*1) |
|
|
Rickettsia australis |
3 |
|
|
Rickettsia canadensis |
2 |
|
|
Rickettsia conorii |
3 |
|
|
Rickettsia heilongjiangensis |
3 (*1) |
|
|
Rickettsia japonica |
3 |
|
|
Rickettsia montanensis |
2 |
|
|
Rickettsia typhi |
3 |
|
|
Rickettsia prowazekii |
3 |
|
|
Rickettsia rickettsii |
3 |
|
|
Rickettsia sibirica |
3 |
|
|
Rickettsia spp. |
2 |
|
|
Salmonella enterica (choleraesuis) subsp. arizonae |
2 |
|
|
Salmonella Enteritidis |
2 |
|
|
Salmonella Paratyphi A, B, C |
2 |
V |
|
Salmonella Typhi |
3 (*1) |
V |
|
Salmonella Typhimurium |
2 |
|
|
Salmonella (andere serologische variëteiten) |
2 |
|
|
Shigella boydii |
2 |
|
|
Shigella dysenteriae (type 1) |
3 (*1) |
T |
|
Shigella dysenteriae, verschillend van type 1 |
2 |
|
|
Shigella flexneri |
2 |
|
|
Shigella sonnei |
2 |
|
|
Staphylococcus aureus |
2 |
T |
|
Streptobacillus moniliformis |
2 |
|
|
Streptococcus agalactiae |
2 |
|
|
Streptococcus dysgalactiae subsp. equisimilis |
2 |
|
|
Streptococcus pneumoniae |
2 |
T, V |
|
Streptococcus pyogenes |
2 |
T |
|
Streptococcus suis |
2 |
|
|
Streptococcus spp. |
2 |
|
|
Treponema carateum |
2 |
|
|
Treponema pallidum |
2 |
|
|
Treponema pertenue |
2 |
|
|
Treponema spp. |
2 |
|
|
Trueperella pyogenes |
2 |
|
|
Ureaplasma parvum |
2 |
|
|
Ureaplasma urealyticum |
2 |
|
|
Vibrio cholerae (inclusief El Tor) |
2 |
T, V |
|
Vibrio parahaemolyticus (Benecka parahaemolytica) |
2 |
|
|
Vibrio spp. |
2 |
|
|
Yersinia enterocolitica subsp. enterolitica |
2 |
|
|
Yersinia enterocolitica subsp. palearctica |
2 |
|
|
Yersinia pestis |
3 |
|
|
Yersinia pseudotuberculosis |
2 |
|
|
Yersinia spp. |
2 |
|
VIRUSSEN (*)
(*) Zie inleidende opmerkingen, punt 7.
NB: Virussen zijn in de lijst opgenomen naar orde (O), familie (F) en geslacht (G).
|
Biologisch agens (virussoort of aangeduide taxonomische orde) |
Classificatie |
Opmerkingen |
|
Bunyavirales (O) |
|
|
|
Hantaviridae (F) |
|
|
|
Orthohantavirus (G) |
|
|
|
Andes-orthohantavirus (hantavirussoort die hantavirus pulmonaal syndroom [HPS] veroorzaakt) |
3 |
|
|
Bayou-orthohantavirus |
3 |
|
|
Black Creek Canal-orthohantavirus |
3 |
|
|
Cano Delgadito-orthohantavirus |
3 |
|
|
Choclo-orthohantavirus |
3 |
|
|
Dobrava-Belgrado-orthohantavirus (hantavirussoort die hemorragische koorts met renaal syndroom [HFRS] veroorzaakt) |
3 |
|
|
EL Moro Canyon-orthohantavirus |
3 |
|
|
Hantaan-orthohantavirus (hantavirussoort die hemorragische koorts met renaal syndroom [HFRS] veroorzaakt) |
3 |
|
|
Laguna Negra-orthohantavirus |
3 |
|
|
Prospect Hill-orthohantavirus |
2 |
|
|
Puumala-orthohantavirus (hantavirussoort die epidemische nefropathie [EN] veroorzaakt) |
2 |
|
|
Seoul-orthohantavirus (hantavirussoort die hemorragische koorts met renaal syndroom [HFRS] veroorzaakt) |
3 |
|
|
Sin Nombre-orthohantavirus (hantavirussoort die hantavirus pulmonaal syndroom [HPS] veroorzaakt) |
3 |
|
|
Andere als pathogeen bekend staande hantavirussen |
2 |
|
|
Nairoviridae (F) |
|
|
|
Orthonairovirus (G) |
|
|
|
Krim-Congo hemorragische koorts-orthonairovirus |
4 |
|
|
Dugbe-orthonairovirus |
2 |
|
|
Hazara-orthonairovirus |
2 |
|
|
Nairobi schapenziekte-orthonairovirus |
2 |
|
|
Andere als pathogeen bekend staande nairovirussen |
2 |
|
|
Peribunyaviridae (F) |
|
|
|
Orthobunyavirus (G) |
|
|
|
Bunyamwera orthobunyavirus (Germistonvirus) |
2 |
|
|
California encefalitis-orthobunyavirus |
2 |
|
|
Oropouche-orthobunyavirus |
3 |
|
|
Andere als pathogeen bekend staande orthobunyavirussen |
2 |
|
|
Phenuiviridae (F) |
|
|
|
Flebovirus (G) |
|
|
|
Bhanja-flebovirus |
2 |
|
|
Punta Toro-flebovirus |
2 |
|
|
Rift Valley-koorts-flebovirus |
3 |
|
|
Zandvliegkoorts Napels-flebovirus (Toscanavirus) |
2 |
|
|
SFTS-flebovirus (zware-koorts-met-trombocytopeniesyndroom-virus) |
3 |
|
|
Andere als pathogeen bekend staande flebovirussen |
2 |
|
|
Herpesvirales (O) |
|
|
|
Herpesviridae (F) |
|
|
|
Cytomegalovirus (G) |
|
|
|
Humaan betaherpesvirus 5 (Cytomegalovirus) |
2 |
|
|
Lymfocryptovirus (G) |
|
|
|
Humaan gammaherpesvirus 4 (Epstein-Barrvirus) |
2 |
|
|
Rhadinovirus (G) |
|
|
|
Humaan gammaherpesvirus 8 |
2 |
D |
|
Roseolovirus (G) |
|
|
|
Humaan betaherpesvirus 6A (humaan B-lymfotroopvirus) |
2 |
|
|
Humaan betaherpesvirus 6B |
2 |
|
|
Humaan betaherpesvirus 7 |
2 |
|
|
Simplexvirus (G) |
|
|
|
Macacien alfaherpesvirus 1 (Herpesvirus simiae, Herpes B-virus) |
3 |
|
|
Humaan alfaherpesvirus 1 (humaan herpesvirus 1, herpes simplexvirus type 1) |
2 |
|
|
Humaan alfaherpesvirus 2 (humaan herpesvirus 2, herpes simplexvirus type 2) |
2 |
|
|
Varicellavirus (G) |
|
|
|
Humaan alfaherpesvirus 3 (varicella-zoster-herpesvirus) |
2 |
V |
|
Mononegavirales (O) |
|
|
|
Filoviridae (F) |
|
|
|
Ebolavirus (G) |
4 |
|
|
Marburgvirus (G) |
|
|
|
Marburg marburgvirus |
4 |
|
|
Paramyxoviridae (F) |
|
|
|
Avulavirus (G) |
|
|
|
Newcastle diseasevirus |
2 |
|
|
Henipavirus (G) |
|
|
|
Hendra henipavirus |
4 |
|
|
Nipah henipavirus |
4 |
|
|
Morbillivirus (G) |
|
|
|
Morbillivirus (mazelen) |
2 |
V |
|
Respirovirus (G) |
|
|
|
Humaan respirovirus 1 (para-influenzavirus 1) |
2 |
|
|
Humaan respirovirus 3 (para-influenzavirus 3) |
2 |
|
|
Rubulavirus (G) |
|
|
|
Rubulavirus (bof) |
2 |
V |
|
Humaan rubulavirus 2 (para-influenzavirus 2) |
2 |
|
|
Humaan rubulavirus 4 (para-influenzavirus 4) |
2 |
|
|
Pneumoviridae (F) |
|
|
|
Metapneumovirus (G) |
|
|
|
Orthopneumovirus (G) |
|
|
|
Humaan orthopneumovirus (respiratoir-syncytiumvormend virus) |
2 |
|
|
Rhabdoviridae (F) |
|
|
|
Lyssavirus (G) |
|
|
|
Australische-vleermuis-lyssavirus |
3 (*3) |
V |
|
Duvenhage-lyssavirus |
3 (*3) |
V |
|
Europese-vleermuis-lyssavirus |
3 (*3) |
V |
|
Europese-vleermuis-lyssavirus 2 |
3 (*3) |
V |
|
Lagos-vleermuis-lyssavirus |
3 (*3) |
|
|
Mokola-lyssavirus |
3 |
|
|
Rabiës-lyssavirus |
3 (*3) |
V |
|
Vesiculovirus (G) |
|
|
|
Vesiculairestomatitisvirus, Alagoas-vesiculovirus |
2 |
|
|
Vesiculairestomatitisvirus, Indiana-vesiculovirus |
2 |
|
|
Vesiculairestomatitisvirus, New Jersey-vesiculovirus |
2 |
|
|
Piry-vesiculovirus (Piry-virus) |
2 |
|
|
Nidovirales (O) |
|
|
|
Coronaviridae (F) |
|
|
|
Betacoronavirus (G) |
|
|
|
Aan het ernstig acuut ademhalingssyndroom gerelateerd coronavirus (SARS-virus) |
3 |
|
|
Middle East respiratory syndrome coronavirus (MERS-virus) |
3 |
|
|
Andere als pathogeen bekend staande Coronaviridae |
2 |
|
|
Picornavirales (O) |
|
|
|
Picornaviridae (F) |
|
|
|
Cardiovirus (G) |
|
|
|
Saffold-virus |
2 |
|
|
Cosavirus (G) |
|
|
|
Cosavirus A |
2 |
|
|
Enterovirus (G) |
|
|
|
Enterovirus A |
2 |
|
|
Enterovirus B |
2 |
|
|
Enterovirus C |
2 |
|
|
Enterovirus D, humaan enterovirus type 70 (acuut hemorragisch conjunctivitisvirus) |
2 |
|
|
Rhinovirus |
2 |
|
|
Poliovirus, type 1 en 3 |
2 |
V |
|
Poliovirus, type 2 (1) |
3 |
V |
|
Hepatovirus (G) |
|
|
|
Hepatovirus A (hepatitis A-virus, humaan enterovirus type 72) |
2 |
V |
|
Kobuvirus (G) |
|
|
|
Aichivirus A (Aichivirus 1) |
2 |
|
|
Parechovirus (G) |
|
|
|
Parechovirussen A |
2 |
|
|
Parechovirussen B (Ljungan-virus) |
2 |
|
|
Andere als pathogeen bekend staande Picornaviridae |
2 |
|
|
Niet-toegewezen (O) |
|
|
|
Adenoviridae (F) |
2 |
|
|
Astroviridae (F) |
2 |
|
|
Arenaviridae (F) |
|
|
|
Mammarenavirus (G) |
|
|
|
Braziliaans mammarenavirus |
4 |
|
|
Chapare-mammarenavirus |
4 |
|
|
Flexal-mammarenavirus |
3 |
|
|
Guanarito-mammarenavirus |
4 |
|
|
Junin-mammarenavirus |
4 |
|
|
Lassa-mammarenavirus |
4 |
|
|
Lujo-mammarenavirus |
4 |
|
|
Lymfocytair choriomeningitis-mammarenavirus (neurotrope stammen) |
2 |
|
|
Lymfocytair choriomeningitis-mammarenavirus (andere stammen) |
2 |
|
|
Machupo-mammarenavirus |
4 |
|
|
Mobala-mammarenavirus |
2 |
|
|
Mopeia-mammarenavirus |
2 |
|
|
Tacaribe-mammarenavirus |
2 |
|
|
Whitewater Arroyo-mammarenavirus |
3 |
|
|
Caliciviridae (F) |
|
|
|
Norovirus (G) |
|
|
|
Norovirus (Norwalkvirus) |
2 |
|
|
Andere als pathogeen bekend staande Caliciviridae |
2 |
|
|
Hepadnaviridae (F) |
|
|
|
Orthohepadnavirus (G) |
|
|
|
Hepatitis B-virus |
3 (*3) |
V, D |
|
Hepeviridae (F) |
|
|
|
Orthohepevirus (G) |
|
|
|
Orthohepevirus A (hepatitis E-virus) |
2 |
|
|
Flaviviridae (F) |
|
|
|
Flavivirus (G) |
|
|
|
Denguevirus |
3 |
|
|
Japanse-encefalitisvirus |
3 |
V |
|
Kyasanur Forest disease-virus |
3 |
V |
|
Louping ill-virus |
3 (*3) |
|
|
Murray Valley-encefalitisvirus (Australië-encefalitisvirus) |
3 |
|
|
Omsk-hemorragische-koortsvirus |
3 |
|
|
Powassan-virus |
3 |
|
|
Rocio-virus |
3 |
|
|
Saint-Louis-encefalitisvirus |
3 |
|
|
Tekenencefalitisvirus |
|
|
|
Absettarov-virus |
3 |
|
|
Hanzalova-virus |
3 |
|
|
Hypr-virus |
3 |
|
|
Kumlinge-virus |
3 |
|
|
Negishi-virus |
3 |
|
|
Russische voorzomer-meningo-encefalitis (1) |
3 |
V |
|
Tekenencefalitisvirus Midden-Europees subtype |
3 (*3) |
V |
|
Tekenencefalitisvirus Verre-Oostensubtype |
3 |
|
|
Tekenencefalitisvirus Siberisch subtype |
3 |
V |
|
Wesselsbronvirus |
3 (*3) |
|
|
West-Nijlvirus |
3 |
|
|
Gelekoortsvirus |
3 |
V |
|
Zikavirus |
2 |
|
|
Andere als pathogeen bekend staande flavivirussen |
2 |
|
|
Hepacivirus (G) |
|
|
|
Hepacivirus C (hepatitis C-virus) |
3 (*3) |
D |
|
Orthomyxoviridae (F) |
|
|
|
Gamma-influenzavirus (G) |
|
|
|
Influenza C-virus |
2 |
V (3) |
|
Influenzavirus A (G) |
|
|
|
Hoogpathogene aviaire influenzavirussen HPAIV (H5), bv. H5N1 |
3 |
|
|
Hoogpathogene aviaire influenzavirussen HPAIV (H7), bv. H7N7, H7N9 |
3 |
|
|
Influenza A-virus |
2 |
V (3) |
|
Influenza A-virus A/New York/1/18 (H1N1) (Spaanse griep 1918) |
3 |
|
|
Influenza A-virus A/Singapore/1/57 (H2N2) |
3 |
|
|
Laagpathogene aviaire influenzavirus (LPAI) H7N9 |
3 |
|
|
Influenzavirus B (G) |
|
|
|
Influenza B-virus |
2 |
V (3) |
|
Thogotovirus (G) |
|
|
|
Dhorivirus (Door teken overgedragen orthomyxoviridae: Dhori) |
2 |
|
|
Thogotovirus (Door teken overgedragen orthomyxoviridae: Thogoto) |
2 |
|
|
Papillomaviridae (F) |
2 |
D (4) |
|
Parvoviridae (F) |
|
|
|
Erythroparvovirus (G) |
|
|
|
Primaat erythroparvovirus 1 (humaan parvovirus, B 19-virus) |
2 |
|
|
Polyomaviridae (F) |
|
|
|
Betapolyomavirus (G) |
|
|
|
Humaan polyomavirus 1 (BK-virus) |
2 |
D (4) |
|
Humaan polyomavirus 2 (JC-virus) |
2 |
D (4) |
|
Poxviridae (F) |
|
|
|
Molluscipoxvirus (G) |
|
|
|
Molluscum contagiosumvirus |
2 |
|
|
Orthopoxvirus (G) |
|
|
|
Koepokkenvirus |
2 |
|
|
Apenpokkenvirus |
3 |
V |
|
Vacciniavirus (incl. buffelpokkenvirus (5), olifantenpokkenvirus (6), konijnenpokkenvirus (7)) |
2 |
|
|
Variolavirus (maior en minor) |
4 |
V |
|
Parapoxvirus (G) |
|
|
|
Orfvirus |
2 |
|
|
Pseudo-koepokkenvirus (melkersknobbelvirus, parapoxvirus bovis) |
2 |
|
|
Yatapoxvirus (G) |
|
|
|
Tanapoxvirus |
2 |
|
|
Yaba monkey tumor-virus |
2 |
|
|
Reoviridae (F) |
|
|
|
Seadornavirus (G) |
|
|
|
Banna-virus |
2 |
|
|
Coltivirus (G) |
2 |
|
|
Rotavirus (G) |
2 |
|
|
Orbivirus (G) |
2 |
|
|
Retroviridae (F) |
|
|
|
Deltaretrovirus (G) |
|
|
|
Primaat T-lymfotroop virus 1 (humaan T-lymfotroop virus (type 1) |
3 (*3) |
D |
|
Primaat T-lymfotroop virus 2 (humaan T-lymfotroop virus (type 2) |
3 (*3) |
D |
|
Lentivirus (G) |
|
|
|
Humaan immunodeficiëntievirus 1 |
3 (*3) |
D |
|
Humaan immunodeficiëntievirus 2 |
3 (*3) |
D |
|
Immunodeficiëntievirus bij apen (SIV) (8) |
2 |
|
|
Togaviridae (F) |
|
|
|
Alfavirus (G) |
|
|
|
Cabassouvirus |
3 |
|
|
Eastern paardenencefalomyelitis-virus |
3 |
V |
|
Bebaruvirus |
2 |
|
|
Chikungunyavirus |
3 (*3) |
|
|
Evergladesvirus |
3 (*3) |
|
|
Mayarovirus |
3 |
|
|
Mucambovirus |
3 (*3) |
|
|
Ndumuvirus |
3 (*3) |
|
|
O'nyong-nyongvirus |
2 |
|
|
Ross Rivervirus |
2 |
|
|
Semliki Forestvirus |
2 |
|
|
Sindbisvirus |
2 |
|
|
Tonatevirus |
3 (*3) |
|
|
Venezolaanse paardenencefalomyelitis-virus |
3 |
V |
|
Western paardenencefalomyelitis-virus |
3 |
V |
|
Andere als pathogeen bekend staande alfavirussen |
2 |
|
|
Rubivirus (G) |
|
|
|
Rubellavirus |
2 |
V |
|
Niet-toegewezen (F) |
|
|
|
Deltavirus (G) |
|
|
|
Hepatitis deltavirus (2) |
2 |
V, D |
PRIONZIEKTE-AGENTIA
|
Biologisch agens |
Classificatie |
Opmerkingen |
|
Agens van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob |
3 (*4) |
D (9) |
|
Variant van het agens van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob |
3 (*4) |
D (9) |
|
Agens van boviene spongiforme encefalopathie (BSE) en andere daaraan verwante dierlijke TSE |
3 (*4) |
D (9) |
|
Agens van het Gerstmann-Sträussler-Scheinkersyndroom |
3 (*4) |
D (9) |
|
Agens van Koeroe |
3 (*4) |
D (9) |
|
Agens van scrapie |
2 |
|
PARASIETEN
NB: De vermelding van het hele geslacht met de toevoeging “spp.” bij de biologische agentia van deze lijst verwijst naar andere soorten die tot dit geslacht behoren en die niet specifiek in de lijst zijn opgenomen, maar waarvan bekend is dat zij pathogeen zijn bij de mens. Zie inleidende opmerking 3 voor meer details.
|
Biologisch agens |
Classificatie |
Opmerkingen |
|
Acanthamoeba castellani |
2 |
|
|
Ancylostoma duodenale |
2 |
|
|
Angiostrongylus cantonensis |
2 |
|
|
Angiostrongylus costaricensis |
2 |
|
|
Anisakis simplex |
2 |
A |
|
Ascaris lumbricoides |
2 |
A |
|
Ascaris suum |
2 |
A |
|
Babesia divergens |
2 |
|
|
Babesia microti |
2 |
|
|
Balamuthia mandrillaris |
3 |
|
|
Balantidium coli |
2 |
|
|
Brugia malayi |
2 |
|
|
Brugia pahangi |
2 |
|
|
Brugia timori |
2 |
|
|
Capillaria philippinensis |
2 |
|
|
Capillaria spp. |
2 |
|
|
Clonorchis sinensis (Opisthorchis sinensis) |
2 |
|
|
Clonorchis viverrini (Opisthirchis viverrini) |
2 |
|
|
Cryptosporidium hominis |
2 |
|
|
Cryptosporidium parvum |
2 |
|
|
Cyclospora cayetanensis |
2 |
|
|
Dicrocoelium dentriticum |
2 |
|
|
Dipetalonema streptocerca |
2 |
|
|
Diphyllobothrium latum |
2 |
|
|
Dracunculus medinensis |
2 |
|
|
Echinococcus granulosus |
3 (*5) |
|
|
Echinococcus multilocularis |
3 (*5) |
|
|
Echinococcus oligarthrus |
3 (*5) |
|
|
Echinococcus vogeli |
3 (*5) |
|
|
Entamoeba histolytica |
2 |
|
|
Enterobius vermicularis |
2 |
|
|
Enterocytozoon bieneusi |
2 |
|
|
Fasciola gigantica |
2 |
|
|
Fasciola hepatica |
2 |
|
|
Fasciolopsis buski |
2 |
|
|
Giardia lamblia (Giardia duodenalis, Giardia intestinalis) |
2 |
|
|
Heterophyes spp. |
2 |
|
|
Hymenolepis diminuta |
2 |
|
|
Hymenolepis nana |
2 |
|
|
Leishmania aethiopica |
2 |
|
|
Leishmania braziliensis |
3 (*5) |
|
|
Leishmania donovani |
3 (*5) |
|
|
Leishmania guyanensis (Viannia guyanensis) |
3 (*5) |
|
|
Leishmania infantum (Leishmania chagasi) |
3 (*5) |
|
|
Leishmania major |
2 |
|
|
Leishmania mexicana |
2 |
|
|
Leishmania panamensis (Viannia panamensis) |
3 (*5) |
|
|
Leishmania peruviana |
2 |
|
|
Leishmania tropica |
2 |
|
|
Leishmania spp. |
2 |
|
|
Loa loa |
2 |
|
|
Mansonella ozzardi |
2 |
|
|
Mansonella perstans |
2 |
|
|
Mansonella streptocerca |
2 |
|
|
Metagonimus spp. |
2 |
|
|
Naegleria fowleri |
3 |
|
|
Necator americanus |
2 |
|
|
Onchocerca volvulus |
2 |
|
|
Opisthorchis felineus |
2 |
|
|
Opisthorchis spp. |
2 |
|
|
Paragonimus westermani |
2 |
|
|
Paragonimus spp. |
2 |
|
|
Plasmodium falciparum |
3 (*5) |
|
|
Plasmodium knowlesi |
3 (*5) |
|
|
Plasmodium spp. (human and simian) |
2 |
|
|
Sarcocystis suihominis |
2 |
|
|
Schistosoma haematobium |
2 |
|
|
Schistosoma intercalatum |
2 |
|
|
Schistosoma japonicum |
2 |
|
|
Schistosoma mansoni |
2 |
|
|
Schistosoma mekongi |
2 |
|
|
Strongyloides stercoralis |
2 |
|
|
Strongyloides spp. |
2 |
|
|
Taenia saginata |
2 |
|
|
Taenia solium |
3 (*5) |
|
|
Toxocara canis |
2 |
|
|
Toxocara cati |
2 |
|
|
Toxoplasma gondii |
2 |
|
|
Trichinella nativa |
2 |
|
|
Trichinella nelsoni |
2 |
|
|
Trichinella pseudospiralis |
2 |
|
|
Trichinella spiralis |
2 |
|
|
Trichomonas vaginalis |
2 |
|
|
Trichostrongylus orientalis |
2 |
|
|
Trichostrongylus spp. |
2 |
|
|
Trichuris trichiura |
2 |
|
|
Trypanosoma brucei brucei |
2 |
|
|
Trypanosoma brucei gambiense |
2 |
|
|
Trypanosoma brucei rhodesiense |
3 (*5) |
|
|
Trypanosoma cruzi |
3 (*5) |
|
|
Wuchereria bancrofti |
2 |
|
FUNGI
NB: De vermelding van het hele geslacht met de toevoeging “spp.” bij de biologische agentia van deze lijst verwijst naar andere soorten die tot dit geslacht behoren en die niet specifiek in de lijst zijn opgenomen, maar waarvan bekend is dat zij pathogeen zijn bij de mens. Zie inleidende opmerking 3 voor meer details.
|
Biologisch agens |
Classificatie |
Opmerkingen |
|
Aspergillus flavus |
2 |
A |
|
Aspergillus fumigatus |
2 |
A |
|
Aspergillus spp. |
2 |
|
|
Blastomyces dermatitidis (Ajellomyces dermatitidis) |
3 |
|
|
Blastomyces gilchristii |
3 |
|
|
Candida albicans |
2 |
A |
|
Candida dubliniensis |
2 |
|
|
Candida glabrata |
2 |
|
|
Candida parapsilosis |
2 |
|
|
Candida tropicalis |
2 |
|
|
Cladophialophora bantiana (Xylohypha bantiana, Cladosporium bantianum, trichoides) |
3 |
|
|
Cladophialophora modesta |
3 |
|
|
Cladophialophora spp. |
2 |
|
|
Coccidioides immitis |
3 |
A |
|
Coccidioides posadasii |
3 |
A |
|
Cryptococcus gattii (Filobasidiella neoformans var. bacillispora) |
2 |
A |
|
Cryptococcus neoformans (Filobasidiella neoformans var. neoformans) |
2 |
A |
|
Emmonsia parva var. parva |
2 |
|
|
Emmonsia parva var. crescens |
2 |
|
|
Epidermophyton floccosum |
2 |
A |
|
Epidermophyton spp. |
2 |
|
|
Fonsecaea pedrosoi |
2 |
|
|
Histoplasma capsulatum |
3 |
|
|
Histoplasma capsulatum var. farciminosum |
3 |
|
|
Histoplasma duboisii |
3 |
|
|
Madurella grisea |
2 |
|
|
Madurella mycetomatis |
2 |
|
|
Microsporum spp. |
2 |
A |
|
Nannizzia spp. |
2 |
|
|
Neotestudina rosatii |
2 |
|
|
Paracoccidioides brasiliensis |
3 |
A |
|
Paracoccidioides lutzii |
3 |
|
|
Paraphyton spp. |
2 |
|
|
Rhinocladiella mackenziei |
3 |
|
|
Scedosporium apiospermum |
2 |
|
|
Scedosporium prolificans (inflatum) |
2 |
|
|
Sporothrix schenckii |
2 |
|
|
Talaromyces marneffei (Penicillium marneffei) |
2 |
A |
|
Trichophyton rubrum |
2 |
A |
|
Trichophyton tonsurans |
2 |
A |
|
Trichophyton spp. |
2 |
|
3)
Bijlage V bij Richtlijn 2000/54/EG wordt vervangen door:“BIJLAGE V
AANWIJZINGEN VOOR BEHEERSINGSMAATREGELEN EN BEHEERSINGSNIVEAUS
(Artikel 15, lid 3, en artikel 16, lid 1, onder a) en b))
Opmerking vooraf
Bij de toepassing van de maatregelen in deze bijlage wordt rekening gehouden met de aard van de werkzaamheden, de beoordeling van de risico’s voor de werknemers en de aard van het betrokken biologische agens.
In de tabel betekent “aanbevolen” dat de maatregelen in beginsel moeten worden toegepast, tenzij uit de resultaten van de in artikel 3, lid 2, bedoelde beoordeling anders blijkt.
|
A. Beheersingsmaatregelen |
B. Beheersingsniveaus |
||
|
2 |
3 |
4 |
|
|
Arbeidsplaats |
|||
|
1. De arbeidsplaats moet gescheiden zijn van de plaatsen voor andere werkzaamheden in hetzelfde gebouw |
Nee |
Aanbevolen |
Ja |
|
2. De arbeidsplaats moet hermetisch afsluitbaar zijn ten behoeve van fumigatie |
Nee |
Aanbevolen |
Ja |
|
Faciliteiten |
|||
|
3. Geïnfecteerd materiaal, inclusief dieren, moet worden gehanteerd in een veiligheidskast of isolatieruimte of met gebruik van een andere passende afscherming |
Alleen indien nodig |
Ja, indien infectie via de lucht kan plaatsvinden |
Ja |
|
Uitrusting |
|||
|
4. De luchttoevoer naar en -afvoer van de arbeidsplaats moeten gefiltreerd worden met behulp van HEPA (2) of soortgelijke middelen |
Nee |
Ja, op de luchtafvoer |
Ja, op de luchttoevoer en de luchtafvoer |
|
5. De arbeidsplaats moet ten opzichte van de atmosfeer op een negatieve luchtdruk worden gehouden |
Nee |
Aanbevolen |
Ja |
|
6. Voor water ondoorlaatbare oppervlakken die gemakkelijk zijn schoon te maken |
Ja, voor werktafel en bodem |
Ja, voor werktafel, bodem en andere op grond van een risicobeoordeling bepaalde oppervlakken |
Ja, voor werktafel, muren, bodem en plafond |
|
7. Tegen zuren, alkaliën, oplosmiddelen en desinfectiemiddelen bestendige oppervlakken |
Aanbevolen |
Ja |
Ja |
|
Modus operandi |
|||
|
8. Alleen bevoegde werknemers hebben toegang |
Aanbevolen |
Ja |
Ja, via een luchtsluis (3) |
|
9. Doeltreffende controle van dragers/overdragers, bijvoorbeeld knaagdieren en insecten |
Aanbevolen |
Ja |
Ja |
|
10. Specifieke desinfectieprocedures |
Ja |
Ja |
Ja |
|
11. Veilige opslag van biologische agentia |
Ja |
Ja |
Ja, opslag met beveiligde toegang |
|
12. Het personeel dient een douche te nemen alvorens de afgesloten zone te verlaten |
Nee |
Aanbevolen |
Aanbevolen |
|
Afval |
|||
|
13. Gevalideerd inactivatieproces voor de veilige verwijdering van dierlijke karkassen |
Aanbevolen |
Ja, al dan niet ter plaatse |
Ja, ter plaatse |
|
Andere maatregelen |
|||
|
14. Een laboratorium dient zijn eigen uitrusting te omvatten |
Nee |
Aanbevolen |
Ja |
|
15. Er moet een kijkvenster of iets dergelijks aanwezig zijn in de ruimten zodat men kan zien wat er binnen gebeurt |
Aanbevolen |
Aanbevolen |
Ja |
4)
Bijlage VI bij Richtlijn 2000/54/EG wordt vervangen door:“BIJLAGE VI
BEHEERSING BIJ INDUSTRIËLE PROCEDÉS
(Artikel 4, lid 1, en artikel 16, lid 2, onder a))
Opmerking vooraf
In de tabel betekent “aanbevolen” dat de maatregelen in beginsel moeten worden toegepast, tenzij uit de resultaten van de in artikel 3, lid 2, bedoelde beoordeling anders blijkt.
Biologische agentia van groep 1
Voor werk met biologische agentia van groep 1, met inbegrip van levende verzwakte vaccins, moeten de beginselen van goede arbeidsveiligheid en -hygiëne in acht worden genomen.
Biologische agentia van de groepen 2, 3 en 4
Het kan passend zijn beheersingsmaatregelen uit de verschillende onderstaande categorieën te kiezen en te combineren op basis van een risicobeoordeling die verband houdt met een bepaald proces of deel van een proces.
|
A. Beheersingsmaatregelen |
B. Beheersingsniveaus |
||
|
2 |
3 |
4 |
|
|
Algemeen |
|||
|
1. Het omgaan met levensvatbare organismen moet plaatsvinden in een systeem dat het proces fysiek van de omgeving scheidt |
Ja |
Ja |
Ja |
|
2. Aan het systeem onttrokken gassen moeten zodanig worden behandeld dat: |
Lozing wordt geminimaliseerd |
Lozing wordt voorkomen |
Lozing wordt voorkomen |
|
3. Monsterneming, toevoeging van stoffen aan het gesloten systeem en overdracht van levensvatbare organismen naar een ander gesloten systeem moeten op zodanige wijze plaatsvinden dat: |
Lozing wordt geminimaliseerd |
Lozing wordt voorkomen |
Lozing wordt voorkomen |
|
4. Bulkkweekvloeistoffen mogen alleen uit het gesloten systeem worden verwijderd indien de levensvatbare organismen zijn: |
geïnactiveerd met gevalideerde chemische of fysische methoden |
geïnactiveerd met gevalideerde chemische of fysische methoden |
geïnactiveerd met gevalideerde chemische of fysische methoden |
|
5. Afdichtingen moeten zodanig zijn ontworpen dat: |
Lozing wordt geminimaliseerd |
Lozing wordt voorkomen |
Lozing wordt voorkomen |
|
6. De gecontroleerde zone moet zo zijn ontworpen dat bij een eventueel lek de gehele inhoud van het gesloten systeem erin kan worden opgevangen |
Nee |
Aanbevolen |
Ja |
|
7. De gecontroleerde zone moet met het oog op fumigatie hermetisch kunnen worden afgesloten |
Nee |
Aanbevolen |
Ja |
|
Faciliteiten |
|
||
|
8. Het personeel moet beschikken over was- en ontsmettingsvoorzieningen |
Ja |
Ja |
Ja |
|
Uitrusting |
|||
|
9. De toegevoerde en afgevoerde lucht van de gecontroleerde zone moeten met een HEPA-filter (4) worden gezuiverd |
Nee |
Aanbevolen |
Ja |
|
10. De luchtdruk in de gecontroleerde zone moet lager zijn dan de atmosferische druk |
Nee |
Aanbevolen |
Ja |
|
11. De gecontroleerde zone moet afdoende worden geventileerd om besmetting van de lucht tot een minimum te reduceren |
Aanbevolen |
Aanbevolen |
Ja |
|
Modus operandi |
|||
|
12. De gesloten systemen (5) moeten zich binnen een gecontroleerde zone bevinden |
Aanbevolen |
Aanbevolen |
Ja, en speciaal daarvoor gebouwd |
|
13. Er moeten borden met het biorisicoteken worden aangebracht |
Aanbevolen |
Ja |
Ja |
|
14. De toegang moet voor bevoegd personeel worden gereserveerd |
Aanbevolen |
Ja |
Ja, via een luchtsluis (6) |
|
15. Het personeel dient een douche te nemen alvorens de gecontroleerde zone te verlaten |
Nee |
Aanbevolen |
Ja |
|
16. Het personeel moet beschermende kleding dragen |
Ja, werkkleding |
Ja |
Ja, volledig omkleden |
|
Afval |
|||
|
17. Afvalwater van gootstenen en douches moet worden verzameld en geïnactiveerd alvorens te worden geloosd |
Nee |
Aanbevolen |
Ja |
|
18. Effluentenbehandeling vóór uiteindelijke lozing |
geïnactiveerd met gevalideerde chemische of fysische methoden |
geïnactiveerd met gevalideerde chemische of fysische methoden |
geïnactiveerd met gevalideerde chemische of fysische methoden |
(*1) Zie inleidende opmerkingen, punt 8.
(*2) Zie inleidende opmerkingen, punt 7.
(1) Indeling volgens het Mondiale Actieplan van de WHO om het faciliteitsgebonden risico van het poliovirus tot een minimum te beperken na de typespecifieke uitroeiing van wilde poliovirussen en een geleidelijke afschaffing van het orale poliovaccin.
(*3) Zie inleidende opmerkingen, punt 8.
(1) Tekenencefalitis.
(2) Het hepatitis delta-virus kan slechts een pathogene uitwerking op de werknemer hebben indien er een gelijktijdige of secundaire infectie bij een hepatitis B-infectie optreedt. De vaccinatie tegen het hepatitis B-virus geeft derhalve aan werknemers die niet door het hepatitis B-virus besmet zijn, bescherming tegen het hepatitis delta-virus.
(3) Alleen voor de types A en B.
(4) Aanbevolen ten aanzien van werkzaamheden die een rechtstreekse aanraking met deze agentia inhouden.
(5) Binnen deze onderverdeling kunnen twee virussen worden onderscheiden, een soort “buffelpokkenvirus” en een variant van het “vacciniavirus”.
(6) Variant van het “koepokkenvirus”.
(7) Variant van het “vacciniavirus”.
(8) Er zijn thans geen aanwijzingen dat mensen door andere retrovirussen van apen kunnen worden geïnfecteerd. Als voorzorgsmaatregel wordt bij werkzaamheden die blootstelling aan deze retrovirussen meebrengen, beheersingsniveau 3 aanbevolen.
(*4) Zie inleidende opmerkingen, punt 8.
(9) Aanbevolen ten aanzien van werkzaamheden die een rechtstreekse aanraking met deze agentia inhouden.
(*5) Zie inleidende opmerkingen, punt 8.
(2) HEPA: Hoogefficiënt deeltjesluchtfilter.
(3) Luchtsluis: Als toegang fungeert een luchtsluis, die uit een van het laboratorium gescheiden kamer bestaat. Tussen de “schone” en de “afgeschermde” kant van de luchtsluis moeten zich omkleed- of douchevoorzieningen bevinden en de luchtsluis moet bij voorkeur voorzien zijn van deuren met gekoppelde vergrendeling.
(4) HEPA: Hoogefficiënt deeltjesluchtfilter.
(5) Gesloten systeem: Een systeem dat het proces fysiek van de omgeving scheidt (bv. incubatoren, tanks enz.).
(6) Luchtsluis: Als toegang fungeert een luchtsluis, die uit een van het laboratorium gescheiden kamer bestaat. Tussen de “schone” en de “afgeschermde” kant van de luchtsluis moeten zich omkleed- of douchevoorzieningen bevinden en de luchtsluis moet bij voorkeur voorzien zijn van deuren met gekoppelde vergrendeling.
|
31.10.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 279/80 |
RICHTLIJN (EU) 2019/1834 VAN DE COMMISSIE
van 24 oktober 2019
tot wijziging van de bijlagen II en IV bij Richtlijn 92/29/EEG van de Raad met betrekking tot zuiver technische aanpassingen
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 92/29/EEG van de Raad van 31 maart 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen (1), en met name artikel 8,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
In beginsel 10 van de Europese pijler van sociale rechten (2), die op 17 november 2017 in Göteborg is afgekondigd, is bepaald dat werknemers recht hebben op een gezonde, veilige en aangepaste werkomgeving. Het recht van werknemers op een hoog niveau van bescherming van hun gezondheid en veiligheid op het werk en op een werkomgeving die op hun professionele behoeften is afgestemd en hen in staat stelt langer op de arbeidsmarkt actief te blijven, omvat betere medische hulpverlening aan boord van schepen. |
|
(2) |
De uitvoering van de richtlijnen inzake de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk, waaronder Richtlijn 92/29/EEG, was het onderwerp van een evaluatie achteraf, de Refit-evaluatie. Bij de evaluatie is gekeken naar de relevantie van de richtlijnen, en naar onderzoek en nieuwe wetenschappelijke inzichten op de verschillende betrokken terreinen. De conclusie van de Refit-evaluatie waarnaar wordt verwezen in het werkdocument van de diensten van de Commissie (3) houdt onder meer in dat de lijst van verplichte medische uitrusting in bijlage II bij Richtlijn 92/29/EEG moet worden geactualiseerd en dat de samenhang ervan met internationale instrumenten moet worden verbeterd. |
|
(3) |
In haar mededeling “Veiliger en gezonder werk voor iedereen — Modernisering van de wetgeving en het beleid van de EU inzake veiligheid en gezondheid op het werk” (4) herhaalde de Commissie dat de Refit-evaluatie van het acquis van de Unie inzake veiligheid en gezondheid op het werk bevestigt dat de wetgeving op dat gebied in het algemeen doeltreffend en geschikt is, maar dat er ruimte is voor herziening van verouderde voorschriften en waarborging van een betere en bredere bescherming, naleving en handhaving in het veld. De Commissie benadrukt met name de noodzaak tot actualisering van de lijst van medische uitrusting in bijlage II bij Richtlijn 92/29/EEG. |
|
(4) |
In Richtlijn 92/29/EEG zijn minimumvoorschriften vastgesteld inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening voor personen die een beroepsactiviteit uitoefenen aan boord van een schip. De richtlijn bevat een lijst van de vereiste medische uitrusting aan boord en behandelt de wijze waarop de verantwoordelijkheden zijn verdeeld, alsook voorlichting, opleiding en controle. |
|
(5) |
Bijlage II bij Richtlijn 92/29/EEG bevat een niet-limitatieve lijst van vereiste medische uitrusting aan boord, waaronder geneesmiddelen, verplegingsartikelen en antidota. De vereiste medische uitrusting hangt af van de scheepscategorie zoals gedefinieerd in bijlage I bij die richtlijn. |
|
(6) |
Bijlage II bij Richtlijn 92/29/EEG moet worden gewijzigd in het licht van de wetenschappelijke en medische ontwikkelingen die zich sinds de vaststelling ervan hebben voltrokken, met name wat betreft de nieuwe geneesmiddelen en verplegingsartikelen die beschikbaar zijn, en geneesmiddelen en verplegingsartikelen die niet langer aan boord moeten worden meegenomen. Bovendien is in verschillende gevallen uit de medische praktijk gebleken dat de formulering van bestaande vermeldingen in bijlage II bij Richtlijn 92/29/EEG moet worden geactualiseerd of aangepast om beter aan te sluiten bij de huidige praktijken. |
|
(7) |
Bijzondere aandacht moet worden besteed aan schepen van categorie C die onder de kust blijven of geen accommodatieruimte hebben. Die schepen zijn doorgaans kleiner en hebben mogelijk geen ruimte voor de volledige medische uitrusting. Bijlage II bij Richtlijn 92/29/EEG moet daarom de lidstaten toelaten in uitzonderlijke omstandigheden en om objectief gerechtvaardigde redenen het gebruik van alternatieven (geneesmiddelen of verplegingsartikelen) te overwegen. Gezien de specifieke kenmerken van schepen van categorie C is het niet nodig dat zij bepaalde voorwerpen aan boord hebben en daarom moet de lijst van geneesmiddelen en verplegingsartikelen voor die categorie enigszins worden ingekort. |
|
(8) |
Bijlage IV bij Richtlijn 92/29/EEG moet worden gewijzigd om rekening te houden met de wijziging van bijlage II, omdat bijlage IV een algemene checklist voor de medische uitrusting van schepen omvat die als zodanig nauw verwant is aan bijlage II en de inhoud ervan voor controledoeleinden herhaalt. |
|
(9) |
De bijlagen II en IV bij Richtlijn 92/29/EEG moeten worden gewijzigd om rekening te houden met de internationale instrumenten, zoals de International Medical Guide for Ships (5), om de bestaande beschermingsniveaus voor personen die een beroepsactiviteit uitoefenen aan boord van een schip te handhaven, en om de wetenschappelijke en medische ontwikkelingen op het gebied te weerspiegelen. Dit vereist louter technische aanpassingen op de werkplek. |
|
(10) |
Het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats is geraadpleegd over de maatregelen die voortvloeien uit de aanneming van de mededeling van de Commissie “Veiliger en gezonder werk voor iedereen — Modernisering van de wetgeving en het beleid van de EU inzake veiligheid en gezondheid op het werk” die nodig zijn om de Uniewetgeving inzake veiligheid en gezondheid op het werk doeltreffend en geschikt te houden. |
|
(11) |
In zijn advies over de modernisering van zes richtlijnen inzake gezondheid en veiligheid op het werk om te zorgen voor veiliger en gezonder werk voor iedereen (6) van 6 december 2017 raadt het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats aan de bijlagen II en IV bij Richtlijn 92/29/EEG bij te werken. |
|
(12) |
In een daaropvolgend advies over de technische bijwerking van bijlagen bij de richtlijn medische hulpverlening aan boord (Richtlijn 92/29/EEG) (7) van 31 mei 2018 raadt het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats aan de bijlagen II en IV bij Richtlijn 92/29/EEG bij te werken om rekening te houden met de meest recente technologische en medische ontwikkelingen op dat gebied. |
|
(13) |
De Commissie werd bijgestaan door deskundigen die de lidstaten vertegenwoordigden en technische en wetenschappelijke ondersteuning boden. |
|
(14) |
In overeenstemming met de gezamenlijke politieke verklaring van 28 september 2011 van de lidstaten en de Commissie over toelichtende stukken (8) hebben de lidstaten zich ertoe verbonden om in verantwoorde gevallen de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen vergezeld te doen gaan van een of meer stukken waarin het verband tussen de onderdelen van een richtlijn en de overeenkomstige delen van de nationale omzettingsmaatregelen wordt toegelicht. |
|
(15) |
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 8 van Richtlijn 92/29/EEG ingestelde comité, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlagen II en IV bij Richtlijn 92/29/EEG worden vervangen door de tekst in de bijlage bij deze richtlijn.
Artikel 2
1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 20 november 2021 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 24 oktober 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 113 van 30.4.1992, blz. 19.
(2) Europese pijler van sociale rechten, november 2017, https://ec.europa.eu/commission/priorities/deeper-and-fairer-economic-and-monetary-union/european-pillar-social-rights_nl
(3) SWD(2017) 10 final.
(4) COM(2017) 12 final.
(5) International medical guide for ships: including the ship’s medicine chest. 3e editie, Wereldgezondheidsorganisatie, 2007 (ISBN 978 92 4 154720 8).
(6) Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats, doc. 1718/2017.
(7) Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats, doc. 444/18.
BIJLAGE
1.
Bijlage II bij Richtlijn 92/29/EEG wordt vervangen door:“BIJLAGE II
MEDISCHE UITRUSTING (NIET-LIMITATIEVE LIJST) (*)
(Artikel 1, onder d))
(*) In het licht van artikel 2, lid 1, onder a), kunnen de lidstaten in uitzonderlijke omstandigheden en om objectief gerechtvaardigde redenen het gebruik van alternatieve geneesmiddelen of verplegingsartikelen overwegen
I. GENEESMIDDELEN
|
|
Scheepscategorieën |
||
|
|
A |
B |
C |
|
1. Tegen hart- en vaatziekten |
|
|
|
|
a) Hart- en bloedsomloop — sympathomimeticum |
x |
x |
|
|
b) Middelen tegen angina pectoris |
x |
x |
x |
|
c) Urineafdrijvende middelen |
x |
x |
|
|
d) Bloedstelpende middelen, inclusief bloedstelpend middel dat de tonus van de baarmoeder verhoogt (indien er vrouwen aan boord zijn) |
x |
x |
|
|
e) Bloeddrukverlagend middel |
x |
x |
|
|
2. Geneesmiddelen voor het maag-darmkanaal |
|
|
|
|
a) Geneesmiddelen tegen maag- en darmaandoeningen |
|
|
|
|
— Geneesmiddel voor de behandeling van maagzweren en gastritis |
x |
x |
|
|
— Maagzuurwerend middel ter bescherming van het slijmvlies |
x |
x |
|
|
b) Middel tegen braken |
x |
x |
|
|
c) Laxeermiddelen |
x |
|
|
|
d) Middel tegen diarree |
x |
x |
x |
|
e) Middel tegen aambeien |
x |
x |
|
|
3. Pijnstillende en krampwerende middelen |
|
|
|
|
a) Pijnstillend en koorts- en ontstekingswerend middel |
x |
x |
x |
|
b) Krachtig pijnstillend middel |
x |
x |
|
|
c) Middel tegen krampen |
x |
x |
|
|
4. Geneesmiddelen voor het zenuwstelsel |
|
|
|
|
a) Angstbestrijdend middel |
x |
x |
|
|
b) Neurolepticum |
x |
x |
|
|
c) Middel tegen zeeziekte |
x |
x |
x |
|
d) Middel tegen epilepsie |
x |
x |
|
|
5. Anti-allergische en anti-anafylactische middelen |
|
|
|
|
a) Antihistaminicum |
x |
x |
|
|
b) Glucocorticoïden |
x |
x |
|
|
6. Geneesmiddelen voor het ademhalingsstelsel |
|
|
|
|
a) Geneesmiddel gebruikt bij bronchospasmus |
x |
x |
|
|
b) Hoestmiddel |
x |
x |
|
|
c) Geneesmiddel gebruikt bij rhinitis en sinusitis |
x |
x |
|
|
7. Infectiewerende middelen |
|
|
|
|
a) Antibiotica (ten minste twee families) |
x |
x |
|
|
b) Parasietendodend middel |
x |
x |
|
|
c) Vaccins en immunoglobulinen tegen tetanus |
x |
x |
|
|
d) Anti-malariamiddelen, afhankelijk van het operationele gebied |
x |
x |
|
|
8. Preparaten bestemd voor rehydratie en toevoer van calorieën en plasma-vervangingsmiddelen |
x |
x |
|
|
9. Geneesmiddelen voor uitwendig gebruik |
|
|
|
|
a) Geneesmiddelen voor dermatologisch gebruik |
|
|
|
|
— Antiseptische oplossing |
x |
x |
x |
|
— Antibiotische zalf |
x |
x |
|
|
— Ontstekingswerende en pijnstillende zalf |
x |
x |
|
|
— Antimycotische huidgel |
x |
|
|
|
— Preparaat tegen brandwonden |
x |
x |
x |
|
b) Geneesmiddelen voor oftalmologisch gebruik |
|
|
|
|
— Antibiotisch en ontstekingswerend |
x |
x |
|
|
— Anesthetisch collyrium |
x |
x |
|
|
— Zoutoplossing voor oogspoeling |
x |
x |
x |
|
— Oogdrukverlagend collyrium |
x |
x |
|
|
c) Geneesmiddelen voor otologisch gebruik |
|
|
|
|
— Anesthetische en ontstekingswerende oplossing |
x |
x |
|
|
d) Geneesmiddelen tegen mond- en keelaandoeningen |
|
|
|
|
— Antiseptische gorgeldrank |
x |
x |
|
|
e) Lokale anesthetica |
|
|
|
|
— Lokaal anestheticum via kryotherapie |
x |
|
|
|
— Lokaal anestheticum, onderhuids inspuitbaar |
x |
x |
|
II. VERPLEGINGSARTIKELEN
|
|
Scheepscategorieën |
||
|
|
A |
B |
C |
|
1. Reanimatiebenodigdheden |
|
|
|
|
— Beademingsballon; met grote, middelgrote en kleine maskers |
x |
x |
|
|
—Zuurstofapparatuur met drukregelaar zodat de industriële zuurstof van het schip kan worden gebruikt, of zuurstofreservoir (1) |
x |
x |
|
|
— Mechanische zuigapparatuur om de bovenste luchtwegen vrij te maken |
x |
x |
|
|
2. Verbandmiddelen en hechtingsmateriaal |
|
|
|
|
— Stuwbanden |
x |
x |
x |
|
—Apparaat voor het aanbrengen van metalen hechtingen voor eenmalig gebruik of hechtingsset met naalden |
x |
x |
|
|
— Zelfklevend elastisch verband |
x |
x |
x |
|
— Verbandgazen |
x |
x |
|
|
— Tunnelverband voor de vingers |
x |
|
|
|
— Steriele gazen |
x |
x |
x |
|
— Steriel laken voor brandwonden |
x |
x |
|
|
— Driekante doek |
x |
x |
|
|
— Handschoenen voor eenmalig gebruik |
x |
x |
x |
|
— Pleisterverband |
x |
x |
x |
|
— Steriele snelverbanden |
x |
x |
x |
|
— Hechtpleisters of zinkoxidepleisters |
x |
x |
x |
|
— Hechtingsdraden met naald, niet resorbeerbaar |
x |
|
|
|
— Vette watten |
x |
x |
|
|
3. Instrumenten |
|
|
|
|
— Scalpels voor eenmalig gebruik (operatiemessen) |
x |
|
|
|
— Instrumentendoos van geschikt materiaal |
x |
x |
|
|
— Scharen |
x |
x |
|
|
— Anatomische pincetten |
x |
x |
|
|
— Vaatklemmen |
x |
x |
|
|
— Naaldvoerders |
x |
|
|
|
— Scheermessen voor eenmalig gebruik |
x |
|
|
|
4. Materiaal voor onderzoek en medische controle |
|
|
|
|
— Tongspatels voor eenmalig gebruik |
x |
x |
|
|
— Reactiestroken voor urineonderzoek |
x |
|
|
|
— Temperatuurbladen |
x |
|
|
|
— Medische kaart (in geval van evacuatie) |
x |
x |
|
|
— Stethoscoop |
x |
x |
|
|
— Bloeddrukmeter |
x |
x |
|
|
— Koortsthermometer |
x |
x |
|
|
— Thermometer voor hypothermie |
x |
x |
|
|
— Snelle malariatest, afhankelijk van het operationele gebied |
x |
x |
|
|
5. Materiaal voor injecties, perfusie, puncties en catheterisatie |
|
|
|
|
— Materiaal voor het draineren van de blaas (geschikt voor mannen en vrouwen) |
x |
|
|
|
— Set voor intraveneuze infusie |
x |
x |
|
|
— Injectiespuiten en naalden voor eenmalig gebruik |
x |
x |
|
|
6. Verplegingsartikelen |
|
|
|
|
— Persoonlijke beschermingsmiddelen voor artsen en verpleegkundigen |
x |
x |
|
|
— Ondersteek |
x |
|
|
|
— Warmwaterkruik |
x |
|
|
|
— Urinaal (fles voor het opvangen van urine) |
x |
|
|
|
— IJszak |
x |
|
|
|
7. Immobilisatiemateriaal |
|
|
|
|
— Set spalken van verschillende grootte voor de extremiteiten |
x |
x |
|
|
— Steunkraag voor immobilisatie van de hals |
x |
x |
|
|
8. Desinfectie — insektenverdelging — bescherming |
|
|
|
|
— Waterontsmetter |
x |
|
|
|
— Vloeibaar insecticide |
x |
|
|
|
— Insecticide in poedervorm |
x |
|
|
III. ANTIDOTA
|
1. Geneesmiddelen |
|
— Algemene |
|
— Middelen voor hart- en vaatziekten |
|
— Middelen die op het maag-darmkanaal werken |
|
— Middelen voor het zenuwstelsel |
|
— Middelen voor het ademhalingsstelsel |
|
— Infectiewerende middelen |
|
— Middelen voor uitwendig gebruik |
|
2. Medische apparatuur |
|
— Zuurstofkoffer (met onderhoudsset) |
Noot:
Met het oog op een nauwkeurige toepassing van afdeling III kunnen de lidstaten zich baseren op de “Handleiding voor geneeskundige eerste hulp bij ongelukken met gevaarlijke stoffen”, als opgenomen in de International Maritime Dangerous Goods Code van de IMO (geconsolideerde editie van 1990), zoals gewijzigd.
Bij een eventuele aanpassing van deze afdeling III ter toepassing van artikel 8 kan onder meer rekening worden gehouden met de bijwerking(en) van voornoemde handleiding.
2.
Bijlage IV bij Richtlijn 92/29/EEG wordt vervangen door:“BIJLAGE IV
ALGEMENE CHECKLIST VOOR DE MEDISCHE UITRUSTING VAN SCHEPEN
(Artikel 2, punt 1, onder c), en artikel 3, punt 3)
DEEL A
SCHEPEN VAN CATEGORIE A
I. Gegevens van het schip
Naam: …
Vlag: …
Thuishaven: …
II. Medische uitrusting
|
|
Vereiste hoeveelheden |
Hoeveelheden die zich daadwerkelijk aan boord bevinden |
Opmerkingen (met name: eventuele vervaldatum) |
|
1.GENEESMIDDELEN |
|||
|
1.1. Tegen hart- en vaatziekten |
|
||
|
a) Hart- en bloedsomloop — sympathomimeticum |
0 |
0 |
0 |
|
b) Middelen tegen angina pectoris |
0 |
0 |
0 |
|
c) Urineafdrijvende middelen |
0 |
0 |
0 |
|
d) Bloedstelpende middelen, inclusief bloedstelpend middel dat de tonus van de baarmoeder verhoogt (indien er vrouwen aan boord zijn) |
0 |
0 |
0 |
|
e) Bloeddrukverlagend middel |
0 |
0 |
0 |
|
1.2. Geneesmiddelen voor het maag-darmkanaal |
|
|
|
|
a) Geneesmiddelen tegen maag- en darmaandoeningen |
0 |
0 |
0 |
|
— Geneesmiddel voor de behandeling van maagzweren en gastritis |
0 |
0 |
0 |
|
— Maagzuurwerend middel ter bescherming van het slijmvlies |
0 |
0 |
0 |
|
b) Middel tegen braken |
0 |
0 |
0 |
|
c) Laxeermiddelen |
0 |
0 |
0 |
|
d) Middel tegen diarree |
0 |
0 |
0 |
|
e) Middel tegen aambeien |
0 |
0 |
0 |
|
1.3. Pijnstillende en krampwerende middelen |
|
|
|
|
a) Pijnstillend en koorts- en ontstekingswerend middel |
0 |
0 |
0 |
|
b) Krachtig pijnstillend middel |
0 |
0 |
0 |
|
c) Middel tegen krampen |
0 |
0 |
0 |
|
1.4. Geneesmiddelen voor het zenuwstelsel |
|
|
|
|
a) Angstbestrijdend middel |
0 |
0 |
0 |
|
b) Neurolepticum |
0 |
0 |
0 |
|
c) Middel tegen zeeziekte |
0 |
0 |
0 |
|
d) Middel tegen epilepsie |
0 |
0 |
0 |
|
1.5. Anti-allergische en anti-anafylactische middelen |
|
|
|
|
a) Antihistaminicum |
0 |
0 |
0 |
|
b) Glucocorticoïden |
0 |
0 |
0 |
|
1.6. Geneesmiddelen voor het ademhalingsstelsel |
|
|
|
|
a) Geneesmiddel gebruikt bij bronchospasmus |
0 |
0 |
0 |
|
b) Hoestmiddel |
0 |
0 |
0 |
|
c) Geneesmiddel gebruikt bij rhinitis en sinusitis |
0 |
0 |
0 |
|
1.7. Infectiewerende middelen |
|
|
|
|
a) Antibiotica (ten minste twee families) |
0 |
0 |
0 |
|
b) Parasietendodend middel |
0 |
0 |
0 |
|
c) Vaccins en immunoglobulinen tegen tetanus |
0 |
0 |
0 |
|
d) Anti-malariamiddelen, afhankelijk van het operationele gebied |
0 |
0 |
0 |
|
1.8. Preparaten bestemd voor rehydratie en toevoer van calorieën en plasma-vervangingsmiddelen |
0 |
0 |
0 |
|
1.9. Geneesmiddelen voor uitwendig gebruik |
|
|
|
|
a) Geneesmiddelen voor dermatologisch gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
— Antiseptische oplossing |
0 |
0 |
0 |
|
— Antibiotische zalf |
0 |
0 |
0 |
|
— Ontstekingswerende en pijnstillende zalf |
0 |
0 |
0 |
|
— Antimycotische huidgel |
0 |
0 |
0 |
|
— Preparaat tegen brandwonden |
0 |
0 |
0 |
|
b) Geneesmiddelen voor oftalmologisch gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
— Antibiotisch en ontstekingswerend |
0 |
0 |
0 |
|
— Anesthetisch collyrium |
0 |
0 |
0 |
|
— Zoutoplossing voor oogspoeling |
0 |
0 |
0 |
|
— Oogdrukverlagend collyrium |
0 |
0 |
0 |
|
c) Geneesmiddelen voor otologisch gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
— Anesthetische en ontstekingswerende oplossing |
0 |
0 |
0 |
|
d) Geneesmiddelen tegen mond- en keelaandoeningen |
0 |
0 |
0 |
|
— Antiseptische gorgeldrank |
0 |
0 |
0 |
|
e) Lokale anesthetica |
0 |
0 |
0 |
|
— Lokaal anestheticum via kryotherapie |
0 |
0 |
0 |
|
— Lokaal anestheticum, onderhuids inspuitbaar |
0 |
0 |
0 |
|
2. VERPLEGINGSARTIKELEN |
|||
|
2.1. Reanimatiebenodigdheden |
|
||
|
— Beademingsballon; met grote, middelgrote en kleine maskers |
0 |
0 |
0 |
|
—Zuurstofapparatuur met drukregelaar zodat de industriële zuurstof van het schip kan worden gebruikt, of zuurstofreservoir (2) |
0 |
0 |
0 |
|
—Mechanische zuigapparatuur om de bovenste luchtwegen vrij te maken |
0 |
0 |
0 |
|
2.2. Verbandmiddelen en hechtingsmateriaal |
|||
|
— Stuwbanden |
0 |
0 |
0 |
|
—Apparaat voor het aanbrengen van metalen hechtingen voor eenmalig gebruik of hechtingsset met naalden |
0 |
0 |
0 |
|
— Zelfklevend elastisch verband |
0 |
0 |
0 |
|
— Verbandgazen |
0 |
0 |
0 |
|
— Tunnelverband voor de vingers |
0 |
0 |
0 |
|
— Steriele gazen |
0 |
0 |
0 |
|
— Steriel laken voor brandwonden |
0 |
0 |
0 |
|
— Driekante doek |
0 |
0 |
0 |
|
— Handschoenen voor eenmalig gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
— Pleisterverband |
0 |
0 |
0 |
|
— Steriele snelverbanden |
0 |
0 |
0 |
|
— Hechtpleisters of zinkoxidepleisters |
0 |
0 |
0 |
|
— Hechtingsdraden met naald, niet resorbeerbaar |
0 |
0 |
0 |
|
— Vette watten |
0 |
0 |
0 |
|
2.3. Instrumenten |
|||
|
— Scalpels voor eenmalig gebruik (operatiemessen) |
0 |
0 |
0 |
|
— Instrumentendoos van geschikt materiaal |
0 |
0 |
0 |
|
— Scharen |
0 |
0 |
0 |
|
— Anatomische pincetten |
0 |
0 |
0 |
|
— Vaatklemmen |
0 |
0 |
0 |
|
— Naaldvoerders |
0 |
0 |
0 |
|
— Scheermessen voor eenmalig gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
2.4. Materiaal voor onderzoek en medische controle |
0 |
0 |
0 |
|
— Tongspatels voor eenmalig gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
— Reactiestroken voor urineonderzoek |
0 |
0 |
0 |
|
— Temperatuurbladen |
0 |
0 |
0 |
|
— Medische kaart (in geval van evacuatie) |
0 |
0 |
0 |
|
— Stethoscoop |
0 |
0 |
0 |
|
— Bloeddrukmeter |
0 |
0 |
0 |
|
— Koortsthermometer |
0 |
0 |
0 |
|
— Thermometer voor hypothermie |
0 |
0 |
0 |
|
— Snelle malariatest, afhankelijk van het operationele gebied |
0 |
0 |
0 |
|
2.5. Materiaal voor injecties, perfusie, puncties en catheterisatie |
0 |
0 |
0 |
|
—Materiaal voor het draineren van de blaas (geschikt voor mannen en vrouwen) |
0 |
0 |
0 |
|
— Set voor intraveneuze infusie |
0 |
0 |
0 |
|
— Injectiespuiten en naalden voor eenmalig gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
2.6. Verplegingsartikelen |
0 |
0 |
0 |
|
—Persoonlijke beschermingsmiddelen voor artsen en verpleegkundigen |
0 |
0 |
0 |
|
— Ondersteek |
0 |
0 |
0 |
|
— Warmwaterkruik |
0 |
0 |
0 |
|
— Urinaal (fles voor het opvangen van urine) |
0 |
0 |
0 |
|
— IJszak |
0 |
0 |
0 |
|
2.7. Immobilisatiemateriaal |
0 |
0 |
0 |
|
— Set spalken van verschillende grootte voor de extremiteiten |
0 |
0 |
0 |
|
— Steunkraag voor immobilisatie van de hals |
0 |
0 |
0 |
|
2.8. Desinfectie — insektenverdelging — bescherming |
0 |
0 |
0 |
|
— Waterontsmetter |
0 |
0 |
0 |
|
— Vloeibaar insecticide |
0 |
0 |
0 |
|
— Insecticide in poedervorm |
0 |
0 |
0 |
|
3. ANTIDOTA |
|||
|
3.1. Algemene |
0 |
0 |
0 |
|
3.2. Middelen voor hart- en vaatziekten |
0 |
0 |
0 |
|
3.3. Middelen die op het maag-darmkanaal werken |
0 |
0 |
0 |
|
3.4. Middelen voor het zenuwstelsel |
0 |
0 |
0 |
|
3.5. Middelen voor het ademhalingsstelsel |
0 |
0 |
0 |
|
3.6. Infectiewerende middelen |
0 |
0 |
0 |
|
3.7. Middelen voor uitwendig gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
3.8. Andere |
0 |
0 |
0 |
|
3.9. Zuurstofkoffer (met onderhoudsset) |
0 |
0 |
0 |
Plaats en datum: …
Handtekening van de kapitein: …
Visum van de bevoegde persoon of instantie: …
DEEL B
SCHEPEN VAN CATEGORIE B
I. Gegevens van het schip
Naam: …
Vlag: …
Thuishaven: …
II. Medische uitrusting
|
|
Vereiste hoeveelheden |
Hoeveelheden die zich daadwerkelijk aan boord bevinden |
Opmerkingen (met name: eventuele vervaldatum) |
|
1.GENEESMIDDELEN |
|||
|
1.1.Tegen hart- en vaatziekten |
|
||
|
a) Hart- en bloedsomloop — sympathomimeticum |
0 |
0 |
0 |
|
b) Middelen tegen angina pectoris |
0 |
0 |
0 |
|
c) Urineafdrijvende middelen |
0 |
0 |
0 |
|
d) Bloedstelpende middelen, inclusief bloedstelpend middel dat de tonus van de baarmoeder verhoogt (indien er vrouwen aan boord zijn) |
0 |
0 |
0 |
|
e) Bloeddrukverlagend middel |
0 |
0 |
0 |
|
1.2. Geneesmiddelen voor het maag-darmkanaal |
|
|
|
|
a) Geneesmiddelen tegen maag- en darmaandoeningen |
0 |
0 |
0 |
|
— Geneesmiddel voor de behandeling van maagzweren en gastritis |
0 |
0 |
0 |
|
— Maagzuurwerend middel ter bescherming van het slijmvlies |
0 |
0 |
0 |
|
b) Middel tegen braken |
0 |
0 |
0 |
|
c) Middel tegen diarree |
0 |
0 |
0 |
|
d) Middel tegen aambeien |
0 |
0 |
0 |
|
1.3. Pijnstillende en krampwerende middelen |
|
|
|
|
a) Pijnstillend en koorts- en ontstekingswerend middel |
0 |
0 |
0 |
|
b) Krachtig pijnstillend middel |
0 |
0 |
0 |
|
c) Middel tegen krampen |
0 |
0 |
0 |
|
1.4. Geneesmiddelen voor het zenuwstelsel |
|
|
|
|
a) Angstbestrijdend middel |
0 |
0 |
0 |
|
b) Neurolepticum |
0 |
0 |
0 |
|
c) Middel tegen zeeziekte |
0 |
0 |
0 |
|
d) Middel tegen epilepsie |
0 |
0 |
0 |
|
1.5. Anti-allergische en anti-anafylactische middelen |
|
|
|
|
a) Antihistaminicum |
0 |
0 |
0 |
|
b) Glucocorticoïden |
0 |
0 |
0 |
|
1.6. Geneesmiddelen voor het ademhalingsstelsel |
|
|
|
|
a) Geneesmiddel gebruikt bij bronchospasmus |
0 |
0 |
0 |
|
b) Hoestmiddel |
0 |
0 |
0 |
|
c) Geneesmiddel gebruikt bij rhinitis en sinusitis |
0 |
0 |
0 |
|
1.7. Infectiewerende middelen |
|
|
|
|
a) Antibiotica (ten minste twee families) |
0 |
0 |
0 |
|
b) Parasietendodend middel |
0 |
0 |
0 |
|
c) Vaccins en immunoglobulinen tegen tetanus |
0 |
0 |
0 |
|
d) Anti-malariamiddelen, afhankelijk van het operationele gebied |
0 |
0 |
0 |
|
1.8. Preparaten bestemd voor rehydratie en toevoer van calorieën en plasma-vervangingsmiddelen |
0 |
0 |
0 |
|
1.9. Geneesmiddelen voor uitwendig gebruik |
|
|
|
|
a) Geneesmiddelen voor dermatologisch gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
— Antiseptische oplossing |
0 |
0 |
0 |
|
— Antibiotische zalf |
0 |
0 |
0 |
|
— Ontstekingswerende en pijnstillende zalf |
0 |
0 |
0 |
|
— Preparaat tegen brandwonden |
0 |
0 |
0 |
|
b) Geneesmiddelen voor oftalmologisch gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
— Antibiotisch en ontstekingswerend |
0 |
0 |
0 |
|
— Anesthetisch collyrium |
0 |
0 |
0 |
|
— Zoutoplossing voor oogspoeling |
0 |
0 |
0 |
|
— Oogdrukverlagend collyrium |
0 |
0 |
0 |
|
c) Geneesmiddelen voor otologisch gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
— Anesthetische en ontstekingswerende oplossing |
0 |
0 |
0 |
|
d) Geneesmiddelen tegen mond- en keelaandoeningen |
0 |
0 |
0 |
|
— Antiseptische gorgeldrank |
0 |
0 |
0 |
|
e)Lokale anesthetica |
0 |
0 |
0 |
|
— Lokaal anestheticum, onderhuids inspuitbaar |
0 |
0 |
0 |
|
2. VERPLEGINGSARTIKELEN |
|||
|
2.1. Reanimatiebenodigdheden |
|
||
|
— Beademingsballon; met grote, middelgrote en kleine maskers |
0 |
0 |
0 |
|
— Zuurstofapparatuur met drukregelaar zodat de industriële zuurstof van het schip kan worden gebruikt, of zuurstofreservoir (3) |
0 |
0 |
0 |
|
— Mechanische zuigapparatuur om de bovenste luchtwegen vrij te maken |
0 |
0 |
0 |
|
2.2. Verbandmiddelen en hechtingsmateriaal |
|||
|
— Stuwbanden |
0 |
0 |
0 |
|
— Apparaat voor het aanbrengen van metalen hechtingen voor eenmalig gebruik of hechtingsset met naalden |
0 |
0 |
0 |
|
— Zelfklevend elastisch verband |
0 |
0 |
0 |
|
— Verbandgazen |
0 |
0 |
0 |
|
— Steriele gazen |
0 |
0 |
0 |
|
— Steriel laken voor brandwonden |
0 |
0 |
0 |
|
— Driekante doek |
0 |
0 |
0 |
|
— Handschoenen voor eenmalig gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
— Pleisterverband |
0 |
0 |
0 |
|
— Steriele snelverbanden |
0 |
0 |
0 |
|
— Hechtpleisters of zinkoxidepleisters |
0 |
0 |
0 |
|
— Vette watten |
0 |
0 |
0 |
|
2.3. Instrumenten |
|||
|
— Instrumentendoos van geschikt materiaal |
0 |
0 |
0 |
|
— Scharen |
0 |
0 |
0 |
|
— Anatomische pincetten |
0 |
0 |
0 |
|
— Vaatklemmen |
0 |
0 |
0 |
|
2.4. Materiaal voor onderzoek en medische controle |
0 |
0 |
0 |
|
— Tongspatels voor eenmalig gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
— Medische kaart (in geval van evacuatie) |
0 |
0 |
0 |
|
— Stethoscoop |
0 |
0 |
0 |
|
— Bloeddrukmeter |
0 |
0 |
0 |
|
— Koortsthermometer |
0 |
0 |
0 |
|
— Thermometer voor hypothermie |
0 |
0 |
0 |
|
— Snelle malariatest, afhankelijk van het operationele gebied |
0 |
0 |
0 |
|
2.5. Materiaal voor injecties, perfusie, puncties en catheterisatie |
0 |
0 |
0 |
|
— Set voor intraveneuze infusie |
0 |
0 |
0 |
|
— Injectiespuiten en naalden voor eenmalig gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
2.6. Verplegingsartikelen |
0 |
0 |
0 |
|
—Persoonlijke beschermingsmiddelen voor artsen en verpleegkundigen |
0 |
0 |
0 |
|
2.7. Immobilisatiemateriaal |
0 |
0 |
0 |
|
— Set spalken van verschillende grootte voor de extremiteiten |
0 |
0 |
0 |
|
— Steunkraag voor immobilisatie van de hals |
0 |
0 |
0 |
|
3. ANTIDOTA |
|||
|
3.1. Algemene |
0 |
0 |
0 |
|
3.2. Middelen voor hart- en vaatziekten |
0 |
0 |
0 |
|
3.3. Middelen die op het maag-darmkanaal werken |
0 |
0 |
0 |
|
3.4. Middelen voor het zenuwstelsel |
0 |
0 |
0 |
|
3.5. Middelen voor het ademhalingsstelsel |
0 |
0 |
0 |
|
3.6. Infectiewerende middelen |
0 |
0 |
0 |
|
3.7. Middelen voor uitwendig gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
3.8. Andere |
0 |
0 |
0 |
|
3.9. Zuurstofkoffer (met onderhoudsset) |
0 |
0 |
0 |
Plaats en datum: …
Handtekening van de kapitein: …
Visum van de bevoegde persoon of instantie: …
DEEL C
SCHEPEN VAN CATEGORIE C
I. Gegevens van het schip
Naam: …
Vlag: …
Thuishaven: …
II. Medische uitrusting
|
|
Vereiste hoeveelheden |
Hoeveelheden die zich daadwerkelijk aan boord bevinden |
Opmerkingen (met name: eventuele vervaldatum) |
|
1. GENEESMIDDELEN |
|||
|
1.1. Tegen hart- en vaatziekten |
|
||
|
a) Middelen tegen angina pectoris |
0 |
0 |
0 |
|
1.2. Geneesmiddelen voor het maag-darmkanaal |
|
|
|
|
a) Middel tegen diarree |
0 |
0 |
0 |
|
1.3. Pijnstillende en krampwerende middelen |
|
|
|
|
a) Pijnstillend en koorts- en ontstekingswerend middel |
0 |
0 |
0 |
|
1.4. Geneesmiddelen voor het zenuwstelsel |
|
|
|
|
c) Middel tegen zeeziekte |
0 |
0 |
0 |
|
1.5. Geneesmiddelen voor uitwendig gebruik |
|
|
|
|
a) Geneesmiddelen voor dermatologisch gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
— Antiseptische oplossing |
0 |
0 |
0 |
|
— Preparaat tegen brandwonden |
0 |
0 |
0 |
|
b) Geneesmiddelen voor oftalmologisch gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
— Zoutoplossing voor oogspoeling |
0 |
0 |
0 |
|
2. VERPLEGINGSARTIKELEN |
|||
|
2.1. Verbandmiddelen en hechtingsmateriaal |
|||
|
— Stuwbanden |
0 |
0 |
0 |
|
— Zelfklevend elastisch verband |
0 |
0 |
0 |
|
— Steriele gazen |
0 |
0 |
0 |
|
— Handschoenen voor eenmalig gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
— Pleisterverband |
0 |
0 |
0 |
|
— Steriele snelverbanden |
0 |
0 |
0 |
|
— Hechtpleisters of zinkoxidepleisters |
0 |
0 |
0 |
|
3. ANTIDOTA |
|||
|
3.1. Algemene |
0 |
0 |
0 |
|
3.2. Middelen voor hart- en vaatziekten |
0 |
0 |
0 |
|
3.3. Middelen die op het maag-darmkanaal werken |
0 |
0 |
0 |
|
3.4. Middelen voor het zenuwstelsel |
0 |
0 |
0 |
|
3.5. Middelen voor het ademhalingsstelsel |
0 |
0 |
0 |
|
3.6. Infectiewerende middelen |
0 |
0 |
0 |
|
3.7. Middelen voor uitwendig gebruik |
0 |
0 |
0 |
|
3.8. Andere |
0 |
0 |
0 |
|
3.9. Zuurstofkoffer (met onderhoudsset) |
0 |
0 |
0 |
Plaats en datum: …
Handtekening van de kapitein: …
Visum van de bevoegde persoon of instantie: …
(1) Overeenkomstig de nationale wetgeving en/of gebruiken.
(2) Overeenkomstig de nationale wetgeving en/of gebruiken.
(3) Overeenkomstig de nationale wetgeving en/of gebruiken.
BESLUITEN
|
31.10.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 279/98 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2019/1835 VAN DE COMMISSIE
van 30 oktober 2019
tot onttrekking aan financiering door de Europese Unie van bepaalde uitgaven die de lidstaten hebben verricht in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo)
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2019) 7815)
(Slechts de teksten in de Bulgaarse, de Duitse, de Engelse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Kroatische, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Portugese, de Roemeense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal zijn authentiek)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (1), en met name artikel 52,
Na raadpleging van het Comité voor de landbouwfondsen,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Overeenkomstig artikel 52 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 moet de Commissie de nodige verificaties verrichten, de resultaten daarvan aan de lidstaten meedelen, kennisnemen van de opmerkingen van de lidstaten, bilaterale besprekingen initiëren om met de betrokken lidstaten overeenstemming te bereiken, en haar conclusies formeel aan deze laatste meedelen. |
|
(2) |
De lidstaten hebben de gelegenheid gekregen een verzoek tot inleiding van een bemiddelingsprocedure in te dienen. Van deze mogelijkheid is in sommige gevallen gebruikgemaakt en de verslagen met de bevindingen zijn door de Commissie onderzocht. |
|
(3) |
Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1306/2013 mogen alleen landbouwuitgaven worden gefinancierd die zijn verricht op een wijze die niet in strijd is met het recht van de Unie. |
|
(4) |
Uit de verrichte verificaties, de resultaten van de bilaterale besprekingen en de bemiddelingsprocedures is gebleken dat een deel van de door de lidstaten gedeclareerde uitgaven niet aan deze voorwaarde voldoet en derhalve niet uit het ELGF of het Elfpo mag worden gefinancierd. |
|
(5) |
Aangegeven moet worden welke bedragen niet als ten laste van het ELGF en het Elfpo worden erkend. Het gaat daarbij niet om uitgaven die zijn gedaan vóór de periode van 24 maanden die voorafging aan het tijdstip waarop de Commissie de resultaten van de verificaties schriftelijk aan de lidstaten heeft meegedeeld. |
|
(6) |
In de bedragen die op grond van het onderhavige besluit aan financiering door de Unie worden onttrokken, moet ook rekening worden gehouden met eventuele verlagingen of schorsingen overeenkomstig artikel 41 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, aangezien die verlagingen of schorsingen van voorlopige aard zijn en de besluiten op grond van artikel 51 of artikel 52 van die verordening onverlet laten. |
|
(7) |
Voor de gevallen waarop dit besluit betrekking heeft, heeft de Commissie de lidstaten in een samenvattend overzicht de raming meegedeeld van de bedragen die aan financiering moeten worden onttrokken omdat zij niet in overeenstemming zijn met het recht van de Unie (2). |
|
(8) |
Dit besluit doet geen afbreuk aan de financiële conclusies die de Commissie kan trekken uit arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie in zaken die op 15 september 2019 aanhangig waren, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De in de bijlage vermelde bedragen betreffende de uitgaven van erkende betaalorganen van de lidstaten die ten laste van het ELGF of het Elfpo zijn gedeclareerd, worden aan financiering door de Unie onttrokken.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, de Tsjechische Republiek, de Bondsrepubliek Duitsland, Ierland, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Republiek Kroatië, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Portugese Republiek, Roemenië, de Slowaakse Republiek, het Koninkrijk Zweden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.
Gedaan te Brussel, 30 oktober 2019.
Voor de Commissie
Phil HOGAN
Lid van de Commissie
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549.
(2) Ares(2019)6542527.
BIJLAGE
Besluit: 61
Begrotingsonderdeel: 05 07 01 07
|
Lidstaat |
Maatregel |
BJ |
Reden |
Soort |
Correctie (%) |
Valuta |
Bedrag |
Verlagingen |
Financiële gevolgen |
|
ES |
Groenten en fruit – operationele programma’s |
2009 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-237/17 |
FORFAITAIR |
10,00% |
EUR |
3 922 888,80 |
2 042 758,51 |
1 880 130,29 |
|
|
Groenten en fruit – operationele programma’s |
2010 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-237/17 |
FORFAITAIR |
10,00% |
EUR |
4 917 485,69 |
2 566 722,82 |
2 350 762,87 |
|
|
Groenten en fruit – operationele programma’s |
2011 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-237/17 |
FORFAITAIR |
10,00% |
EUR |
440 969,18 |
220 484,59 |
220 484,59 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2011 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
1,59% |
EUR |
122 921,79 |
0,00 |
122 921,79 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2011 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
3,58% |
EUR |
8 144 125,58 |
0,00 |
8 144 125,58 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2011 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
3,80% |
EUR |
1 383 647,93 |
0,00 |
1 383 647,93 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2011 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
4,46% |
EUR |
3 642 817,36 |
0,00 |
3 642 817,36 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2011 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
4,99% |
EUR |
375 612,88 |
0,00 |
375 612,88 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2011 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
5,86% |
EUR |
9 260 920,72 |
0,00 |
9 260 920,72 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2011 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
6,40% |
EUR |
677 367,04 |
0,00 |
677 367,04 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2011 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
6,52% |
EUR |
1 126 563,99 |
0,00 |
1 126 563,99 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2011 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
7,68% |
EUR |
773 889,45 |
0,00 |
773 889,45 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2011 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
8,60% |
EUR |
608 889,90 |
0,00 |
608 889,90 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2011 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
10,04% |
EUR |
15 628 447,21 |
0,00 |
15 628 447,21 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2012 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
1,53% |
EUR |
107 658,06 |
0,00 |
107 658,06 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2012 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
3,52% |
EUR |
1 461 366,24 |
0,00 |
1 461 366,24 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2012 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
3,61% |
EUR |
8 152 425,60 |
0,00 |
8 152 425,60 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2012 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
4,40% |
EUR |
324 045,51 |
0,00 |
324 045,51 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2012 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
4,41% |
EUR |
3 250 342,68 |
0,00 |
3 250 342,68 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2012 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
5,47% |
EUR |
8 971 740,91 |
0,00 |
8 971 740,91 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2012 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
6,42% |
EUR |
1 133 969,53 |
0,00 |
1 133 969,53 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2012 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
7,67% |
EUR |
758 779,44 |
0,00 |
758 779,44 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2012 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
8,71% |
EUR |
634 659,58 |
0,00 |
634 659,58 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2012 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
8,84% |
EUR |
817 979,54 |
0,00 |
817 979,54 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2012 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
10,06% |
EUR |
16 284 452,86 |
0,00 |
16 284 452,86 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2013 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
1,52% |
EUR |
233 815,98 |
0,00 |
233 815,98 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2013 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
2,73% |
EUR |
1 889 533,78 |
0,00 |
1 889 533,78 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2013 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
3,47% |
EUR |
286 966,22 |
0,00 |
286 966,22 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2013 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
3,60% |
EUR |
8 922 409,09 |
0,00 |
8 922 409,09 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2013 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
4,34% |
EUR |
3 595 030,51 |
0,00 |
3 595 030,51 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2013 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
5,23% |
EUR |
9 337 109,09 |
0,00 |
9 337 109,09 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2013 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
5,67% |
EUR |
1 253 352,06 |
0,00 |
1 253 352,06 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2013 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
8,11% |
EUR |
735 385,02 |
0,00 |
735 385,02 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2013 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
8,35% |
EUR |
976 720,07 |
0,00 |
976 720,07 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2013 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
8,47% |
EUR |
791 381,36 |
0,00 |
791 381,36 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2013 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
10,09% |
EUR |
16 273 380,81 |
0,00 |
16 273 380,81 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2014 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
1,78% |
EUR |
213 024,96 |
0,00 |
213 024,96 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2014 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
2,43% |
EUR |
1 257 733,69 |
0,00 |
1 257 733,69 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2014 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
3,58% |
EUR |
8 900 539,54 |
0,00 |
8 900 539,54 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2014 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
3,67% |
EUR |
163 452,06 |
0,00 |
163 452,06 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2014 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
5,22% |
EUR |
13 137 895,99 |
0,00 |
13 137 895,99 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2014 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
5,62% |
EUR |
1 224 032,81 |
0,00 |
1 224 032,81 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2014 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
8,21% |
EUR |
1 097 274,61 |
0,00 |
1 097 274,61 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2014 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
8,22% |
EUR |
747 321,72 |
0,00 |
747 321,72 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2014 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
8,53% |
EUR |
1 000 460,40 |
0,00 |
1 000 460,40 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2014 |
Terugbetaling naar aanleiding van het arrest in zaak T-459/16 |
FORFAITAIR |
10,09% |
EUR |
16 483 871,52 |
0,00 |
16 483 871,52 |
|
|
|
|
|
|
Totaal ES: |
EUR |
181 444 658,76 |
4 829 965,92 |
176 614 692,84 |
|
Valuta |
Bedrag |
Verlagingen |
Financiële gevolgen |
|
EUR |
181 444 658,76 |
4 829 965,92 |
176 614 692,84 |
Begrotingsonderdeel: 6701
|
Lidstaat |
Maatregel |
BJ |
Reden |
Soort |
Correctie (%) |
Valuta |
Bedrag |
Verlagingen |
Financiële gevolgen |
|
BE |
Goedkeuring van de rekeningen – financiële goedkeuring |
2017 |
Administratieve fout (blz.105 van het CeI-verslag) |
EENMALIG |
|
EUR |
- 497,41 |
0,00 |
- 497,41 |
|
|
Goedkeuring van de rekeningen – financiële goedkeuring |
2017 |
Te hoge raming van de uitgaven (punt 5.3.4 van het CeI-verslag) |
EENMALIG |
|
EUR |
- 597,14 |
0,00 |
- 597,14 |
|
|
Schoolfruitregeling |
2017 |
Schoolregeling voor “Service Public Wallonie” |
EENMALIG |
|
EUR |
- 76 658,15 |
0,00 |
- 76 658,15 |
|
|
|
|
|
|
Totaal BE: |
EUR |
- 77 752,70 |
0,00 |
- 77 752,70 |
|
BG |
Randvoorwaarden |
2016 |
Tekortschietende controles ter plaatse op diergebonden RBE’s – tekortschietende verslaglegging – AJ 2015 |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
-1 006 053,47 |
- 465,49 |
-1 005 587,98 |
|
|
Randvoorwaarden |
2017 |
Tekortschietende controles ter plaatse op diergebonden RBE’s – tekortschietende verslaglegging – AJ 2015 |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 1 943,57 |
0,00 |
- 1 943,57 |
|
|
Randvoorwaarden |
2018 |
Tekortschietende controles ter plaatse op diergebonden RBE’s – tekortschietende verslaglegging – AJ 2015 |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 86,08 |
0,00 |
- 86,08 |
|
|
Randvoorwaarden |
2015 |
Tekortschietende controles ter plaatse op diergebonden RBE’s – tekortschietende verslaglegging – AJ 2016 |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 13 495,90 |
0,00 |
- 13 495,90 |
|
|
Randvoorwaarden |
2016 |
Tekortschietende controles ter plaatse op diergebonden RBE’s – tekortschietende verslaglegging – AJ 2016 |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 1 392,60 |
- 5,43 |
- 1 387,17 |
|
|
Randvoorwaarden |
2017 |
Tekortschietende controles ter plaatse op diergebonden RBE’s – tekortschietende verslaglegging – AJ 2016 |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
-1 108 875,35 |
0,00 |
-1 108 875,35 |
|
|
Randvoorwaarden |
2018 |
Tekortschietende controles ter plaatse op diergebonden RBE’s – tekortschietende verslaglegging – AJ 2016 |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 2 508,66 |
0,00 |
- 2 508,66 |
|
|
Andere rechtstreekse steun |
2018 |
Ontoereikend CTP-niveau |
EENMALIG |
|
EUR |
- 69 316,19 |
0,00 |
- 69 316,19 |
|
|
Vrijwillige gekoppelde steun |
2018 |
Ontoereikend CTP-niveau |
EENMALIG |
|
EUR |
- 143 052,20 |
0,00 |
- 143 052,20 |
|
|
Groenten en fruit – buitengewone steunmaatregelen |
2015 |
Terugbetaling in verband met dubbele inning van verlagingen BJ 2015 |
EENMALIG |
|
EUR |
6 590,91 |
0,00 |
6 590,91 |
|
|
|
|
|
|
Totaal BG: |
EUR |
-2 340 133,11 |
- 470,92 |
-2 339 662,19 |
|
CY |
Vrijwillige gekoppelde steun |
2017 |
Zwakke controle ter plaatse – minimaal controlepercentage niet bereikt – AJ 2016 – maatregel 1 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 45 645,68 |
0,00 |
- 45 645,68 |
|
|
Vrijwillige gekoppelde steun |
2017 |
Zwakke controle ter plaatse – minimaal controlepercentage niet bereikt – AJ 2016 – maatregel 3 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 11 476,64 |
0,00 |
- 11 476,64 |
|
|
|
|
|
|
Totaal CY: |
EUR |
- 57 122,32 |
0,00 |
- 57 122,32 |
|
CZ |
Schoolfruitregeling |
2016 |
Tekortkomingen in essentiële controle “Verrichting van kwalitatief toereikende controles ter plaatse” BJ 2016 en BJ 2017 |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 189 042,66 |
0,00 |
- 189 042,66 |
|
|
Schoolfruitregeling |
2017 |
Tekortkomingen in essentiële controle “Verrichting van kwalitatief toereikende controles ter plaatse” BJ 2016 en BJ 2017 |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 195 157,27 |
0,00 |
- 195 157,27 |
|
|
Schoolfruitregeling |
2018 |
Tekortkomingen in essentiële controle “Verrichting van kwalitatief toereikende controles ter plaatse” BJ 2018 |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 18 547,93 |
0,00 |
- 18 547,93 |
|
|
|
|
|
|
Totaal CZ: |
EUR |
- 402 747,86 |
0,00 |
- 402 747,86 |
|
DE |
Groenten en fruit – operationele programma’s incl. uitdemarktnemingen |
2016 |
Acties niet uitgevoerd – OP 2015 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 18 715,44 |
0,00 |
- 18 715,44 |
|
|
Groenten en fruit – operationele programma’s incl. uitdemarktnemingen |
2017 |
Acties niet uitgevoerd – OP 2016 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 114,70 |
0,00 |
- 114,70 |
|
|
Groenten en fruit – operationele programma’s incl. uitdemarktnemingen |
2016 |
Overdracht – niet-subsidiabel bedrag BJ 2016 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 62 468,92 |
0,00 |
- 62 468,92 |
|
|
Groenten en fruit – operationele programma’s incl. uitdemarktnemingen |
2017 |
Overdracht – niet-subsidiabele uitgaven BJ 2017 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 2 593,24 |
0,00 |
- 2 593,24 |
|
|
Onregelmatigheden |
2017 |
Systeemgerichte toetsing en gegevensgerichte toetsing van de bijlagen II en III en bekende fouten (jaarlijkse sancties) |
EENMALIG |
|
EUR |
- 70 522,63 |
0,00 |
- 70 522,63 |
|
|
Certificering |
2017 |
Verschillen bij de reconciliëring van vorderingen – ELGF |
EENMALIG |
|
EUR |
- 32 117,63 |
0,00 |
- 32 117,63 |
|
|
Goedkeuring van de rekeningen – financiële goedkeuring |
2017 |
Bij de gegevensgerichte toetsing gevonden financiële fouten – ELGF (bijlage 1 bij het CeI-verslag) |
EENMALIG |
|
EUR |
- 205,77 |
0,00 |
- 205,77 |
|
|
Certificering |
2017 |
Individuele fouten in het ELGF |
EENMALIG |
|
EUR |
- 347 912,42 |
0,00 |
- 347 912,42 |
|
|
|
|
|
|
Totaal DE: |
EUR |
- 534 650,75 |
0,00 |
- 534 650,75 |
|
ES |
Wijn – investeringen |
2015 |
Ontbreken van controles op de deugdelijkheid van ramingen BJ 2015 |
FORFAITAIR |
10,00% |
EUR |
- 91 783,15 |
0,00 |
- 91 783,15 |
|
|
Wijn – investeringen |
2016 |
Ontbreken van controles op de deugdelijkheid van ramingen BJ 2016 |
FORFAITAIR |
10,00% |
EUR |
- 143 195,41 |
0,00 |
- 143 195,41 |
|
|
Wijn – investeringen |
2017 |
Ontbreken van controles op de deugdelijkheid van ramingen BJ 2017 |
FORFAITAIR |
10,00% |
EUR |
- 83 928,98 |
0,00 |
- 83 928,98 |
|
|
Wijn – investeringen |
2015 |
Niet in de steunaanvraag opgenomen acties waarvoor betalingen zijn verricht – BJ 2015 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 179 674,57 |
0,00 |
- 179 674,57 |
|
|
Wijn – investeringen |
2016 |
Niet in de steunaanvraag opgenomen acties waarvoor betalingen zijn verricht – BJ 2016 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 477 034,00 |
0,00 |
- 477 034,00 |
|
|
Wijn – investeringen |
2015 |
Tekortkoming in de controle op de vervanging van vaten |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 20 659,11 |
0,00 |
- 20 659,11 |
|
|
Wijn – investeringen |
2016 |
Tekortkoming in de controle op de vervanging van vaten BJ 2016 |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 58 234,92 |
0,00 |
- 58 234,92 |
|
|
|
|
|
|
Totaal ES: |
EUR |
-1 054 510,14 |
0,00 |
-1 054 510,14 |
|
FR |
Onregelmatigheden |
2015 |
Toepassing van sanctie bij opzettelijkheid |
EENMALIG |
|
EUR |
-1 915 954,75 |
- 353 235,44 |
-1 562 719,31 |
|
|
Onregelmatigheden |
2016 |
Toepassing van sanctie bij opzettelijkheid |
EENMALIG |
|
EUR |
-1 793 774,28 |
- 469 942,73 |
-1 323 831,55 |
|
|
Onregelmatigheden |
2017 |
Toepassing van sanctie bij opzettelijkheid |
EENMALIG |
|
EUR |
-1 435 446,92 |
0,00 |
-1 435 446,92 |
|
|
Andere rechtstreekse steun – Posei (2014+) |
2016 |
Ontoereikende integrale administratieve controles BJ 2016 |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 400 907,21 |
- 44 784,16 |
- 356 123,05 |
|
|
Andere rechtstreekse steun – Posei (2014+) |
2017 |
Ontoereikende integrale administratieve controles BJ 2017 |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 448 715,16 |
0,00 |
- 448 715,16 |
|
|
Andere rechtstreekse steun – Posei (2014+) |
2018 |
Ontoereikende integrale administratieve controles BJ 2018 |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 453 373,17 |
0,00 |
- 453 373,17 |
|
|
Wijn – afzetbevordering op markten van derde landen |
2015 |
Zwak punt in essentiële controles met betrekking tot administratieve controles en CTP’s. Ontbreken van een risicoanalyse |
FORFAITAIR |
7,00% |
EUR |
- 177 746,45 |
0,00 |
- 177 746,45 |
|
|
Wijn – afzetbevordering op markten van derde landen |
2016 |
Zwak punt in essentiële controles met betrekking tot administratieve controles en CTP’s. Ontbreken van een risicoanalyse |
FORFAITAIR |
7,00% |
EUR |
- 205 303,65 |
- 54 653,76 |
- 150 649,89 |
|
|
Wijn – afzetbevordering op markten van derde landen |
2017 |
Zwak punt in essentiële controles met betrekking tot administratieve controles en CTP’s. Ontbreken van een risicoanalyse |
FORFAITAIR |
7,00% |
EUR |
- 32 754,65 |
0,00 |
- 32 754,65 |
|
|
|
|
|
|
Totaal FR: |
EUR |
-6 863 976,24 |
- 922 616,09 |
-5 941 360,15 |
|
GB |
Rechten |
2016 |
Berekening BBR niet afgerond/gemeld – impact op BBR 2015 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 72 690,20 |
- 416,38 |
- 72 273,82 |
|
|
Rechten |
2017 |
Berekening BBR niet afgerond/gemeld – impact op BBR 2016 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 125 141,46 |
- 746,55 |
- 124 394,91 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2016 |
Berekening BBR niet afgerond/gemeld – impact op vergroening 2015 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 34 726,50 |
- 334,36 |
- 34 392,14 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2017 |
Berekening BBR niet afgerond/gemeld – impact op vergroening 2016 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 53 070,85 |
- 507,58 |
- 52 563,27 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2016 |
Berekening BBR niet afgerond/gemeld – impact op jonge landbouwers 2015 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 621,92 |
- 3,56 |
- 618,36 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2017 |
Berekening BBR niet afgerond/gemeld – impact op jonge landbouwers 2016 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 105,86 |
- 0,63 |
- 105,23 |
|
|
Rechten |
2016 |
Controles op de status van actieve landbouwer – impact op BBR 2015 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 30 199,79 |
- 172,99 |
- 30 026,80 |
|
|
Rechten |
2017 |
Controles op de status van actieve landbouwer – impact op BBR 2016 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 110 341,24 |
- 658,26 |
- 109 682,98 |
|
|
Rechten |
2018 |
Controles op de status van actieve landbouwer – impact op BBR 2017 |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 53 909,19 |
0,00 |
- 53 909,19 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2016 |
Controles op de status van actieve landbouwer – impact op vergroening 2015 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 13 142,45 |
- 126,54 |
- 13 015,91 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2017 |
Controles op de status van actieve landbouwer – impact op vergroening 2016 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 46 208,88 |
- 441,95 |
- 45 766,93 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2018 |
Controles op de status van actieve landbouwer – impact op vergroening 2017 |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 22 855,89 |
0,00 |
- 22 855,89 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2016 |
Controles op de status van actieve landbouwer – impact op jonge landbouwers 2015 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 107,06 |
- 0,61 |
- 106,45 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2017 |
Controles op de status van actieve landbouwer – impact op jonge landbouwers 2016 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 294,97 |
- 1,76 |
- 293,21 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2018 |
Controles op de status van actieve landbouwer – impact op jonge landbouwers 2017 |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 44,17 |
0,00 |
- 44,17 |
|
|
Rechten |
2016 |
Controles op de vaststelling van betalingsrechten – impact op BBR 2015 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 23 659,93 |
- 135,53 |
- 23 524,40 |
|
|
Rechten |
2017 |
Controles op de vaststelling van betalingsrechten – impact op BBR 2016 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 24 133,52 |
- 143,97 |
- 23 989,55 |
|
|
Rechten |
2018 |
Controles op de vaststelling van betalingsrechten – impact op BBR 2017 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 24 851,63 |
0,00 |
- 24 851,63 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2016 |
Controles op de vaststelling van betalingsrechten – impact op vergroening 2015 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 10 490,85 |
- 101,01 |
- 10 389,84 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2017 |
Controles op de vaststelling van betalingsrechten – impact op vergroening 2016 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 10 700,16 |
- 102,34 |
- 10 597,82 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2018 |
Controles op de vaststelling van betalingsrechten – impact op vergroening 2017 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 10 697,48 |
0,00 |
- 10 697,48 |
|
|
Rechten |
2017 |
Zwak punt in de definitie van actieve landbouwer – verbonden ondernemingen (BBR) |
EENMALIG |
|
EUR |
-1 028 190,68 |
0,00 |
-1 028 190,68 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2017 |
Zwak punt in de definitie van actieve landbouwer – verbonden ondernemingen (vergroening) |
EENMALIG |
|
EUR |
- 560 949,25 |
0,00 |
- 560 949,25 |
|
|
Vrijwillige gekoppelde steun |
2017 |
Zwak punt in de definitie van actieve landbouwer – verbonden ondernemingen (VGS01) |
EENMALIG |
|
EUR |
- 40 185,21 |
0,00 |
- 40 185,21 |
|
|
Vrijwillige gekoppelde steun |
2017 |
Zwak punt in de definitie van actieve landbouwer – verbonden ondernemingen (VGS02) |
EENMALIG |
|
EUR |
- 8 468,96 |
0,00 |
- 8 468,96 |
|
|
Vrijwillige gekoppelde steun |
2017 |
Zwak punt in de definitie van actieve landbouwer – verbonden ondernemingen (VGS03) |
EENMALIG |
|
EUR |
- 96 566,25 |
0,00 |
- 96 566,25 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2017 |
Zwak punt in de definitie van actieve landbouwer – verbonden ondernemingen (regeling voor jonge landbouwers) |
EENMALIG |
|
EUR |
- 3 447,83 |
0,00 |
- 3 447,83 |
|
|
|
|
|
|
Totaal GB: |
EUR |
-2 405 802,18 |
- 3 894,02 |
-2 401 908,16 |
|
HR |
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2017 |
Onjuiste berekening van administratieve sancties |
EENMALIG |
|
EUR |
- 84 324,37 |
0,00 |
- 84 324,37 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2016 |
Minimaal controlepercentage voor controles ter plaatse niet bereikt |
EENMALIG |
|
EUR |
- 35 671,36 |
0,00 |
- 35 671,36 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2017 |
Minimaal controlepercentage voor controles ter plaatse niet bereikt |
EENMALIG |
|
EUR |
- 35 671,36 |
0,00 |
- 35 671,36 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2018 |
Minimaal controlepercentage voor controles ter plaatse niet bereikt |
EENMALIG |
|
EUR |
- 35 671,36 |
0,00 |
- 35 671,36 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2016 |
Zwakke controle op de intrekking van betalingsrechten |
EENMALIG |
|
EUR |
- 325,70 |
0,00 |
- 325,70 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2017 |
Zwakke controle op de intrekking van betalingsrechten |
EENMALIG |
|
EUR |
- 580,06 |
0,00 |
- 580,06 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2016 |
Zwakke controle op de status van de landbouwer (nationale reserve) |
EENMALIG |
|
EUR |
- 8 016,98 |
0,00 |
- 8 016,98 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2017 |
Zwakke controle op de status van de landbouwer (nationale reserve) |
EENMALIG |
|
EUR |
- 7 212,34 |
0,00 |
- 7 212,34 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2016 |
Zwakke controle op de status van de landbouwer (regeling voor jonge landbouwers) |
EENMALIG |
|
EUR |
- 18 828,55 |
0,00 |
- 18 828,55 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2017 |
Zwakke controle op de status van de landbouwer (regeling voor jonge landbouwers) |
EENMALIG |
|
EUR |
- 25 056,29 |
0,00 |
- 25 056,29 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2016 |
Zwakke controle op de waarde van betalingsrechten |
EENMALIG |
|
EUR |
- 37 401,73 |
0,00 |
- 37 401,73 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2017 |
Zwakke controle op de waarde van betalingsrechten |
EENMALIG |
|
EUR |
- 103 179,76 |
0,00 |
- 103 179,76 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2017 |
Zwakke controle van landschapselementen |
EENMALIG |
|
EUR |
- 11 057,33 |
0,00 |
- 11 057,33 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2018 |
Zwakke controle van landschapselementen |
EENMALIG |
|
EUR |
- 4 390,01 |
0,00 |
- 4 390,01 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2018 |
Zwakke controle van biologische landbouwers |
EENMALIG |
|
EUR |
- 3 480,59 |
0,00 |
- 3 480,59 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2016 |
Zwakke controle van blijvend grasland |
EENMALIG |
|
EUR |
- 13 445,37 |
0,00 |
- 13 445,37 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2017 |
Zwakke controle van blijvend grasland |
EENMALIG |
|
EUR |
- 5 470,77 |
0,00 |
- 5 470,77 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2018 |
Zwakke controle van blijvend grasland |
EENMALIG |
|
EUR |
- 4 819,93 |
0,00 |
- 4 819,93 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2016 |
Zwakke controle op terugvordering met terugwerkende kracht |
EENMALIG |
|
EUR |
- 485 129,84 |
0,00 |
- 485 129,84 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2017 |
Zwakke controle op terugvordering met terugwerkende kracht |
EENMALIG |
|
EUR |
- 277 225,31 |
0,00 |
- 277 225,31 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2018 |
Zwakke controle op terugvordering met terugwerkende kracht |
EENMALIG |
|
EUR |
- 16 508,26 |
0,00 |
- 16 508,26 |
|
|
|
|
|
|
Totaal HR: |
EUR |
-1 213 467,27 |
0,00 |
-1 213 467,27 |
|
HU |
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2016 |
Ontoereikend niveau van de CTP |
EENMALIG |
|
EUR |
- 484 117,64 |
0,00 |
- 484 117,64 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2016 |
Kwaliteit van CTP’s - onjuiste vaststelling EAG |
EENMALIG |
|
EUR |
- 11 871,24 |
0,00 |
- 11 871,24 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2017 |
Kwaliteit van CTP’s - onjuiste vaststelling EAG |
EENMALIG |
|
EUR |
- 2 572,84 |
0,00 |
- 2 572,84 |
|
|
|
|
|
|
Totaal HU: |
EUR |
- 498 561,72 |
0,00 |
- 498 561,72 |
|
IE |
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2016 |
Zwakke punten LPIS |
GERAAMD BEDRAG |
|
EUR |
-1 132 326,70 |
0,00 |
-1 132 326,70 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2017 |
Zwakke punten LPIS |
GERAAMD BEDRAG |
|
EUR |
-1 089 743,91 |
0,00 |
-1 089 743,91 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2018 |
Zwakke punten LPIS |
GERAAMD BEDRAG |
|
EUR |
- 633 104,48 |
0,00 |
- 633 104,48 |
|
|
|
|
|
|
Totaal IE: |
EUR |
-2 855 175,09 |
0,00 |
-2 855 175,09 |
|
IT |
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2016 |
Brede correctie voor alle bevindingen |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
-68 685 227,76 |
- 166 676,14 |
-68 518 551,62 |
|
|
Vrijwillige gekoppelde steun – areaalgebonden |
2016 |
Brede correctie voor alle bevindingen |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
-3 690 568,93 |
- 262,10 |
-3 690 306,83 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2017 |
Brede correctie voor alle bevindingen |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
-65 482 175,39 |
- 5 116,81 |
-65 477 058,61 |
|
|
Terugbetaling van rechtstreekse steun in verband met financiële discipline |
2017 |
Brede correctie voor alle bevindingen |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 754 110,44 |
- 1,21 |
- 754 109,23 |
|
|
Vrijwillige gekoppelde steun |
2017 |
Brede correctie voor alle bevindingen |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
-3 811 472,84 |
- 0,27 |
-3 811 472,58 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2018 |
Brede correctie voor alle bevindingen |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 830 757,67 |
- 127,68 |
- 830 629,95 |
|
|
Terugbetaling van rechtstreekse steun in verband met financiële discipline |
2018 |
Brede correctie voor alle bevindingen |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 730 282,20 |
0,00 |
- 730 282,20 |
|
|
Vrijwillige gekoppelde steun |
2018 |
Brede correctie voor alle bevindingen |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 111 868,12 |
0,00 |
- 111 868,12 |
|
|
Randvoorwaarden |
2016 |
Tekortschietende I&R-controles in het kader van RBE 7 – AJ 2015 |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 208 203,54 |
0,00 |
- 208 203,54 |
|
|
Randvoorwaarden |
2017 |
Tekortschietende I&R-controles in het kader van RBE 7 – AJ 2015 |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 4 103,38 |
0,00 |
- 4 103,38 |
|
|
Randvoorwaarden |
2018 |
Tekortschietende I&R-controles in het kader van RBE 7 – AJ 2015 |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 3 627,62 |
0,00 |
- 3 627,62 |
|
|
Randvoorwaarden |
2017 |
Tekortschietende I&R-controles in het kader van RBE 7 – AJ 2016 |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 315 751,97 |
0,00 |
- 315 751,97 |
|
|
Randvoorwaarden |
2018 |
Tekortschietende I&R-controles in het kader van RBE 7 – AJ 2016 |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 10 223,00 |
0,00 |
- 10 223,00 |
|
|
Certificering |
2017 |
Bekende fouten in het ELGF |
EENMALIG |
|
EUR |
- 4 834,89 |
0,00 |
- 4 834,89 |
|
|
Groenten en fruit – operationele programma’s incl. uitdemarktnemingen |
2014 |
OP 2013 - FV/2016/002/IT; tekortkomingen in de sector groenten en fruit in het kader van de regeling voor operationele programma’s en voor de erkenning van producentenorganisaties |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
-1 015 887,56 |
0,00 |
-1 015 887,56 |
|
|
Groenten en fruit – operationele programma’s incl. uitdemarktnemingen |
2015 |
OP 2013 - FV/2016/002/IT; tekortkomingen in de sector groenten en fruit in het kader van de regeling voor operationele programma’s en voor de erkenning van producentenorganisaties |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 4 241,09 |
0,00 |
- 4 241,09 |
|
|
Groenten en fruit – operationele programma’s incl. uitdemarktnemingen |
2016 |
OP 2013 - FV/2016/002/IT; tekortkomingen in de sector groenten en fruit in het kader van de regeling voor operationele programma’s en voor de erkenning van producentenorganisaties |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 1 110,78 |
0,00 |
- 1 110,78 |
|
|
Groenten en fruit – operationele programma’s incl. uitdemarktnemingen |
2014 |
OP 2014 - FV/2016/002/IT; tekortkomingen in de sector groenten en fruit in het kader van de regeling voor operationele programma’s en voor de erkenning van producentenorganisaties |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 170 533,71 |
0,00 |
- 170 533,71 |
|
|
Groenten en fruit – operationele programma’s incl. uitdemarktnemingen |
2015 |
OP 2014 - FV/2016/002/IT; tekortkomingen in de sector groenten en fruit in het kader van de regeling voor operationele programma’s en voor de erkenning van producentenorganisaties |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
-2 522 983,06 |
0,00 |
-2 522 983,06 |
|
|
Groenten en fruit – operationele programma’s incl. uitdemarktnemingen |
2016 |
OP 2014 - FV/2016/002/IT; tekortkomingen in de sector groenten en fruit in het kader van de regeling voor operationele programma’s en voor de erkenning van producentenorganisaties |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 18 839,14 |
0,00 |
- 18 839,14 |
|
|
Groenten en fruit – operationele programma’s incl. uitdemarktnemingen |
2017 |
OP 2014 - FV/2016/002/IT; tekortkomingen in de sector groenten en fruit in het kader van de regeling voor operationele programma’s en voor de erkenning van producentenorganisaties |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
3 889,40 |
0,00 |
3 889,40 |
|
|
Groenten en fruit – operationele programma’s incl. uitdemarktnemingen |
2015 |
OP 2015 - FV/2016/002/IT; tekortkomingen in de sector groenten en fruit in het kader van de regeling voor operationele programma’s en voor de erkenning van producentenorganisaties |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 933 283,90 |
0,00 |
- 933 283,90 |
|
|
Groenten en fruit – operationele programma’s incl. uitdemarktnemingen |
2016 |
OP 2015 - FV/2016/002/IT; tekortkomingen in de sector groenten en fruit in het kader van de regeling voor operationele programma’s en voor de erkenning van producentenorganisaties |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
-2 963 312,69 |
0,00 |
-2 963 312,69 |
|
|
Groenten en fruit – operationele programma’s incl. uitdemarktnemingen |
2017 |
OP 2015 - FV/2016/002/IT; tekortkomingen in de sector groenten en fruit in het kader van de regeling voor operationele programma’s en voor de erkenning van producentenorganisaties |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 3 941,19 |
0,00 |
- 3 941,19 |
|
|
Groenten en fruit – operationele programma’s incl. uitdemarktnemingen |
2016 |
OP 2016 - FV/2016/002/IT; tekortkomingen in de sector groenten en fruit in het kader van de regeling voor operationele programma’s en voor de erkenning van producentenorganisaties |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 649 642,58 |
0,00 |
- 649 642,58 |
|
|
Groenten en fruit – operationele programma’s incl. uitdemarktnemingen |
2017 |
OP 2016 - FV/2016/002/IT; tekortkomingen in de sector groenten en fruit in het kader van de regeling voor operationele programma’s en voor de erkenning van producentenorganisaties |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
-2 770 183,74 |
0,00 |
-2 770 183,74 |
|
|
|
|
|
|
Totaal IT: |
EUR |
-155 693 277,79 |
- 172 184,21 |
-155 521 093,58 |
|
LU |
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2016 |
Zwakke controle van landschapselementen – AJ 2015 – BBR |
EENMALIG |
|
EUR |
- 4 732,24 |
- 11,14 |
- 4 721,10 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2016 |
Zwakke controle van landschapselementen – AJ 2015 – vergroening |
EENMALIG |
|
EUR |
- 3 798,16 |
- 8,94 |
- 3 789,22 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2017 |
Zwakke controle van landschapselementen – AJ 2016 – BBR |
EENMALIG |
|
EUR |
- 4 732,24 |
0,00 |
- 4 732,24 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2017 |
Zwakke controle van landschapselementen – AJ 2016 – vergroening |
EENMALIG |
|
EUR |
- 2 604,22 |
0,00 |
- 2 604,22 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2018 |
Zwakke controle van landschapselementen – AJ 2017 – BBR |
EENMALIG |
|
EUR |
- 4 732,25 |
0,00 |
- 4 732,25 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2018 |
Zwakke controle van landschapselementen – AJ 2017 – vergroening |
EENMALIG |
|
EUR |
- 19 678,14 |
0,00 |
- 19 678,14 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2016 |
Zwakke controle van blijvend grasland – AJ 2015 – BBR |
EENMALIG |
|
EUR |
- 13 828,00 |
- 32,57 |
- 13 795,43 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2016 |
Zwakke controle van blijvend grasland – AJ 2015 – vergroening |
EENMALIG |
|
EUR |
- 9 378,34 |
- 22,09 |
- 9 356,25 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2017 |
Zwakke punten in de controles ter plaatse – AJ 2016 – BBR |
EENMALIG |
|
EUR |
- 11 228,50 |
0,00 |
- 11 228,50 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2017 |
Zwakke punten in de controles ter plaatse – AJ 2016 – vergroening |
EENMALIG |
|
EUR |
- 5 175,15 |
0,00 |
- 5 175,15 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2018 |
Zwakke punten in de controles ter plaatse – AJ 2017 – BBR |
EENMALIG |
|
EUR |
- 9 785,03 |
0,00 |
- 9 785,03 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2018 |
Zwakke punten in de controles ter plaatse – AJ 2017 – vergroening |
EENMALIG |
|
EUR |
- 4 021,65 |
0,00 |
- 4 021,65 |
|
|
|
|
|
|
Totaal LU: |
EUR |
- 93 693,92 |
- 74,74 |
- 93 619,18 |
|
MT |
Vrijwillige gekoppelde steun |
2016 |
VGS 1.4 – AJ 2015 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 33 498,88 |
- 712,48 |
- 32 786,40 |
|
|
Vrijwillige gekoppelde steun |
2017 |
VGS 1.4 – AJ 2015 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 384,46 |
- 47,09 |
- 337,37 |
|
|
Vrijwillige gekoppelde steun |
2017 |
VGS 1.4 – AJ 2016 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 25 238,90 |
- 902,82 |
- 24 336,08 |
|
|
Vrijwillige gekoppelde steun |
2018 |
VGS 1.4 – AJ 2017 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 2 306,34 |
- 824,30 |
- 1 482,04 |
|
|
Vrijwillige gekoppelde steun |
2016 |
VGS 1.5-1.6 – AJ 2015 |
FORFAITAIR |
3,00% |
EUR |
- 57 676,21 |
- 88,01 |
- 57 588,20 |
|
|
Vrijwillige gekoppelde steun |
2017 |
VGS 1.5-1.6 – AJ 2016 |
FORFAITAIR |
3,00% |
EUR |
- 60 919,52 |
- 185,76 |
- 60 733,76 |
|
|
Vrijwillige gekoppelde steun |
2018 |
VGS 1.5-1.6 – AJ 2017 |
FORFAITAIR |
3,00% |
EUR |
- 61 345,33 |
- 41,35 |
- 61 303,98 |
|
|
Randvoorwaarden |
2016 |
AJ 2015 – Begunstigden die onder RBE 6 en/of RBE 7 vallen, maar niet onder RBE 8 – tekortschietende controles ter plaatse op diergebonden RBE’s en geen bewijs van adequaat toezicht |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 3 035,82 |
0,00 |
- 3 035,82 |
|
|
Randvoorwaarden |
2017 |
AJ 2016 – Begunstigden die onder RBE 7 vallen – tekortschietende controles ter plaatse op diergebonden RBE’s en geen bewijs van adequaat toezicht |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 2 797,27 |
0,00 |
- 2 797,27 |
|
|
Randvoorwaarden |
2018 |
AJ 2017 – Begunstigden die onder RBE 7 vallen – tekortschietende controles ter plaatse op diergebonden RBE’s en geen bewijs van adequaat toezicht |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 2 853,82 |
- 71,68 |
- 2 782,14 |
|
|
Randvoorwaarden |
2016 |
AJ 2015 – Begunstigden die onder RBE 6 en/of RBE 7 en RBE 8 vallen – tekortschietende controles ter plaatse op diergebonden RBE’s en geen bewijs van adequate toezichtprocedures |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 966,76 |
0,00 |
- 966,76 |
|
|
Randvoorwaarden |
2017 |
AJ 2016 – Begunstigden die onder combinaties van RBE’s vallen – tekortschietende controles ter plaatse op diergebonden RBE’s en geen bewijs van adequate toezichtprocedures |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 1 104,65 |
0,00 |
- 1 104,65 |
|
|
Randvoorwaarden |
2018 |
AJ 2017 – Begunstigden die onder combinaties van RBE’s vallen – tekortschietende controles ter plaatse op diergebonden RBE’s en geen bewijs van adequate toezichtprocedures |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 1 186,87 |
0,00 |
- 1 186,87 |
|
|
Randvoorwaarden |
2016 |
AJ 2015 – Begunstigden die enkel onder RBE 8 vallen – geen bewijs van adequate toezichtsprocedures |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 430,66 |
0,00 |
- 430,66 |
|
|
Randvoorwaarden |
2017 |
AJ 2016 – Begunstigden die onder RBE 6 en/of RBE 8 vallen, maar niet onder RBE 7 – tekortschietende controles ter plaatse op diergebonden RBE’s en geen bewijs van adequate toezichtprocedures |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 423,66 |
- 0,91 |
- 422,75 |
|
|
Randvoorwaarden |
2018 |
AJ 2017 – Begunstigden die onder RBE 6 en/of RBE 8 vallen, maar niet onder RBE 7 – tekortschietende controles ter plaatse op diergebonden RBE’s en geen bewijs van adequate toezichtprocedures |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 412,07 |
- 0,12 |
- 411,95 |
|
|
|
|
|
|
Totaal MT: |
EUR |
- 254 581,22 |
- 2 874,52 |
- 251 706,70 |
|
NL |
Rechten |
2016 |
Tekortkoming met betrekking tot de status van actieve landbouwer – impact op BBR |
EENMALIG |
|
EUR |
-2 627 743,09 |
0,00 |
-2 627 743,09 |
|
|
Rechten |
2017 |
Tekortkoming met betrekking tot de status van actieve landbouwer – impact op BBR |
EENMALIG |
|
EUR |
- 113 182,27 |
0,00 |
- 113 182,27 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2016 |
Tekortkoming met betrekking tot de status van actieve landbouwer – impact op vergroening |
EENMALIG |
|
EUR |
-1 154 421,24 |
0,00 |
-1 154 421,24 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2017 |
Tekortkoming met betrekking tot de status van actieve landbouwer – impact op vergroening |
EENMALIG |
|
EUR |
- 46 449,89 |
0,00 |
- 46 449,89 |
|
|
Randvoorwaarden – terugvorderingen |
2016 |
Tekortkoming met betrekking tot de status van actieve landbouwer – impact op terugvorderingen |
EENMALIG |
|
EUR |
559,36 |
0,00 |
559,36 |
|
|
Onregelmatigheden |
2016 |
Tekortkoming met betrekking tot de status van actieve landbouwer – impact op terugvorderingen |
EENMALIG |
|
EUR |
9 603,85 |
0,00 |
9 603,85 |
|
|
Vrijwillige gekoppelde steun |
2016 |
Tekortkoming met betrekking tot de status van actieve landbouwer – impact op VGS |
EENMALIG |
|
EUR |
- 66 023,74 |
0,00 |
- 66 023,74 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2016 |
Tekortkoming met betrekking tot de status van actieve landbouwer – impact op jonge landbouwers |
EENMALIG |
|
EUR |
- 11 566,93 |
0,00 |
- 11 566,93 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2017 |
Ontoereikend controlepercentage |
EENMALIG |
|
EUR |
- 39 998,52 |
0,00 |
- 39 998,52 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2018 |
LPIS en andere zwakke punten |
EENMALIG |
|
EUR |
- 166 919,54 |
0,00 |
- 166 919,54 |
|
|
Tijdelijke en buitengewone steunmaatregelen |
2016 |
Terugvordering van onverschuldigde betalingen V. 2015/1853 (artikel 1) |
EENMALIG |
|
EUR |
-2 515 000,00 |
0,00 |
-2 515 000,00 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2017 |
Zwakke punten in terugvorderingen met terugwerkende kracht |
EENMALIG |
|
EUR |
- 1 888,98 |
0,00 |
- 1 888,98 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2016 |
Zwakke punten in het LPIS |
EENMALIG |
|
EUR |
- 10 405,19 |
0,00 |
- 10 405,19 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2017 |
Zwakke punten in het LPIS |
EENMALIG |
|
EUR |
- 15 624,74 |
0,00 |
- 15 624,74 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2016 |
Zwakke punten in het LPIS |
EENMALIG |
|
EUR |
- 5 202,60 |
0,00 |
- 5 202,60 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2016 |
Zwakke punten in de CTP's – controle op de instandhouding |
EENMALIG |
|
EUR |
- 28 396,88 |
0,00 |
- 28 396,88 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2017 |
Zwakke punten in de CTP's – controle op de instandhouding |
EENMALIG |
|
EUR |
- 50 082,79 |
0,00 |
- 50 082,79 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2016 |
Zwakke punten in de CTP's – teledetectie |
EENMALIG |
|
EUR |
- 32 382,33 |
0,00 |
- 32 382,33 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2017 |
Zwakke punten in de CTP's – teledetectie |
EENMALIG |
|
EUR |
- 62 115,67 |
0,00 |
- 62 115,67 |
|
|
Vrijwillige gekoppelde steun |
2018 |
Zwakke punten in de opzet en controle van runderpremies |
EENMALIG |
|
EUR |
- 242 859,95 |
0,00 |
- 242 859,95 |
|
|
Vrijwillige gekoppelde steun |
2016 |
Zwakke punten in de opzet en controle van runderpremies |
EENMALIG |
|
EUR |
- 292 314,10 |
0,00 |
- 292 314,10 |
|
|
Vrijwillige gekoppelde steun |
2017 |
Zwakke punten in de opzet en controle van runderpremies |
EENMALIG |
|
EUR |
- 203 767,61 |
0,00 |
- 203 767,61 |
|
|
Vrijwillige gekoppelde steun |
2018 |
Zwakke punten in de opzet en controle van schapenpremies |
EENMALIG |
|
EUR |
- 311 190,35 |
0,00 |
- 311 190,35 |
|
|
Vrijwillige gekoppelde steun |
2016 |
Zwakke punten in de opzet en controle van schapenpremies |
EENMALIG |
|
EUR |
- 245 664,73 |
0,00 |
- 245 664,73 |
|
|
Vrijwillige gekoppelde steun |
2017 |
Zwakke punten in de opzet en controle van schapenpremies |
EENMALIG |
|
EUR |
- 216 663,18 |
0,00 |
- 216 663,18 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2018 |
Zwakke punten in VGS voor dieren – effect op de toewijzing van rechten op betalingen in het kader van de BBR, de vergroening en de regeling voor jonge landbouwers |
EENMALIG |
|
EUR |
- 732 338,89 |
0,00 |
- 732 338,89 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2016 |
Zwakke punten in VGS voor dieren – effect op de toewijzing van rechten op BBR-betalingen |
EENMALIG |
|
EUR |
- 167 677,35 |
0,00 |
- 167 677,35 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2017 |
Zwakke punten in VGS voor dieren – effect op de toewijzing van rechten op BBR-betalingen |
EENMALIG |
|
EUR |
- 335 906,85 |
0,00 |
- 335 906,85 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2016 |
Zwakke punten in VGS voor dieren – effect op de toewijzing van rechten op vergroeningsbetalingen |
EENMALIG |
|
EUR |
- 72 621,06 |
0,00 |
- 72 621,06 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2017 |
Zwakke punten in VGS voor dieren – effect op de toewijzing van rechten op vergroeningsbetalingen |
EENMALIG |
|
EUR |
- 145 212,53 |
0,00 |
- 145 212,53 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2016 |
Zwakke punten in VGS voor dieren – effect op de toewijzing van rechten op betalingen in het kader van de regeling voor jonge landbouwers |
EENMALIG |
|
EUR |
- 24 208,33 |
0,00 |
- 24 208,33 |
|
|
Ontkoppelde rechtstreekse steun |
2017 |
Zwakke punten in VGS voor dieren – effect op de toewijzing van rechten op betalingen in het kader van de regeling voor jonge landbouwers |
EENMALIG |
|
EUR |
- 23 805,29 |
0,00 |
- 23 805,29 |
|
|
|
|
|
|
Totaal NL: |
EUR |
-9 951 471,41 |
0,00 |
-9 951 471,41 |
|
RO |
Certificering |
2016 |
Bekende fouten in het ELGF |
EENMALIG |
|
EUR |
- 76,27 |
0,00 |
- 76,27 |
|
|
Certificering |
2016 |
Meest waarschijnlijke fout in het ELGF |
GERAAMD BEDRAG |
|
EUR |
-17 323 228,52 |
- 440,82 |
-17 322 787,70 |
|
|
|
|
|
|
Totaal RO: |
EUR |
-17 323 304,79 |
- 440,82 |
-17 322 863,97 |
|
SE |
Vrijwillige gekoppelde steun |
2017 |
Zwak punt in de essentiële controle met betrekking tot de controles op de juistheid van de steunberekening, inclusief de toepassing van sancties VGS AJ 2016 |
FORFAITAIR |
3,00% |
EUR |
-2 618 729,82 |
- 5 697,92 |
-2 613 031,90 |
|
|
Vrijwillige gekoppelde steun |
2018 |
Zwak punt in de essentiële controle met betrekking tot de controles op de juistheid van de steunberekening, inclusief de toepassing van sancties VGS AJ 2017 |
FORFAITAIR |
3,00% |
EUR |
-2 610 686,25 |
0,00 |
-2 610 686,25 |
|
|
Vrijwillige gekoppelde steun |
2016 |
Zwak punt in de essentiële controle met betrekking tot administratieve controles op de subsidiabiliteit van de steun – juistheid van de eindbetaling AJ 2015 voor VGS |
EENMALIG |
|
EUR |
- 862 615,07 |
0,00 |
- 862 615,07 |
|
|
Rechten |
2017 |
Zwak punt in de essentiële controle met betrekking tot de administratieve controles ter vaststelling van de toegang tot de aangevraagde steun in verband met de status van actieve landbouwer AJ 2016 |
GERAAMD PERCENTAGE |
0,58% |
EUR |
- 96 196,72 |
- 3 374,63 |
- 92 822,09 |
|
|
Vergroeningsbetaling |
2017 |
Zwak punt in de essentiële controle met betrekking tot de administratieve controles ter vaststelling van de toegang tot de aangevraagde steun in verband met de status van actieve landbouwer AJ 2016 |
GERAAMD PERCENTAGE |
0,58% |
EUR |
- 51 533,13 |
- 47 356,10 |
- 4 177,03 |
|
|
Vrijwillige gekoppelde steun |
2017 |
Zwak punt in de essentiële controle met betrekking tot de administratieve controles ter vaststelling van de toegang tot de aangevraagde steun in verband met de status van actieve landbouwer AJ 2016 |
GERAAMD PERCENTAGE |
0,58% |
EUR |
- 29 660,36 |
0,00 |
- 29 660,36 |
|
|
Regeling voor jonge landbouwers |
2017 |
Zwak punt in de essentiële controle met betrekking tot de administratieve controles ter vaststelling van de toegang tot de aangevraagde steun in verband met de status van actieve landbouwer AJ 2016 |
GERAAMD PERCENTAGE |
0,58% |
EUR |
- 2 826,93 |
0,00 |
- 2 826,93 |
|
|
Vrijwillige gekoppelde steun |
2016 |
Zwak punt in de essentiële controle met betrekking tot de controles op de juistheid van de steunberekening, inclusief de toepassing van sancties VGS AJ 2015 |
FORFAITAIR |
3,00% |
EUR |
-2 560 986,85 |
- 25 878,45 |
-2 535 108,40 |
|
|
Vrijwillige gekoppelde steun |
2017 |
Zwak punt in de essentiële controle met betrekking tot administratieve controles op de subsidiabiliteit van de steun – juistheid van de eindbetaling AJ 2016 voor VGS |
EENMALIG |
|
EUR |
- 160 270,35 |
0,00 |
- 160 270,35 |
|
|
|
|
|
|
Totaal SE: |
EUR |
-8 993 505,48 |
- 82 307,10 |
-8 911 198,38 |
|
Valuta |
Bedrag |
Verlagingen |
Financiële gevolgen |
|
EUR |
-210 613 733,99 |
-1 184 862,42 |
-209 428 871,57 |
Begrotingsonderdeel: 6711
|
Lidstaat |
Maatregel |
BJ |
Reden |
Soort |
Correctie (%) |
Valuta |
Bedrag |
Verlagingen |
Financiële gevolgen |
|
BE |
Goedkeuring van de rekeningen – financiële goedkeuring |
2017 |
Substantiële fout in de steekproef (bijlage 15 bij het CeI-verslag) |
EENMALIG |
|
EUR |
- 3 869,02 |
0,00 |
- 3 869,02 |
|
|
Goedkeuring van de rekeningen – financiële goedkeuring |
2017 |
Substantiële fout in de steekproef (bijlage 14 bij het CeI-verslag) |
EENMALIG |
|
EUR |
- 205,57 |
0,00 |
- 205,57 |
|
|
|
|
|
|
Totaal BE: |
EUR |
- 4 074,59 |
0,00 |
- 4 074,59 |
|
BG |
Randvoorwaarden |
2016 |
Tekortschietende controles ter plaatse op diergebonden RBE’s – tekortschietende verslaglegging – AJ 2015 |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 223 326,63 |
- 8 009,67 |
- 215 316,96 |
|
|
Randvoorwaarden |
2017 |
Tekortschietende controles ter plaatse op diergebonden RBE’s – tekortschietende verslaglegging – AJ 2015 |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 834,40 |
0,00 |
- 834,40 |
|
|
Randvoorwaarden |
2018 |
Tekortschietende controles ter plaatse op diergebonden RBE’s – tekortschietende verslaglegging – AJ 2015 |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 293,61 |
0,00 |
- 293,61 |
|
|
Randvoorwaarden |
2017 |
Tekortschietende controles ter plaatse op diergebonden RBE’s – tekortschietende verslaglegging – AJ 2016 |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 184 118,40 |
- 688,70 |
- 183 429,70 |
|
|
Randvoorwaarden |
2018 |
Tekortschietende controles ter plaatse op diergebonden RBE’s – tekortschietende verslaglegging – AJ 2016 |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 8 204,10 |
0,00 |
- 8 204,10 |
|
|
|
|
|
|
Totaal BG: |
EUR |
- 416 777,14 |
- 8 698,37 |
- 408 078,77 |
|
CZ |
Plattelandsontwikkeling Elfpo, onder het GBCS vallende maatregelen |
2016 |
M10: dubbele financiering |
EENMALIG |
|
EUR |
- 7 674,67 |
0,00 |
- 7 674,67 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, onder het GBCS vallende maatregelen |
2017 |
M10: dubbele financiering |
EENMALIG |
|
EUR |
- 7 484,02 |
0,00 |
- 7 484,02 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, onder het GBCS vallende maatregelen |
2017 |
M14: voorafgaande kennisgeving van controles ter plaatse – BJ 2017 |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 14 191,54 |
0,00 |
- 14 191,54 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, onder het GBCS vallende maatregelen |
2018 |
M14: voorafgaande kennisgeving van controles ter plaatse – BJ 2018 en BJ 2019 |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 15 511,62 |
0,00 |
- 15 511,62 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, onder het GBCS vallende maatregelen |
2019 |
M14: voorafgaande kennisgeving van controles ter plaatse – BJ 2018 en BJ 2019 |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 5 405,86 |
0,00 |
- 5 405,86 |
|
|
|
|
|
|
Totaal CZ: |
EUR |
- 50 267,71 |
0,00 |
- 50 267,71 |
|
DE |
Certificering |
2017 |
Verschillen bij de reconciliëring van vorderingen – Elfpo |
EENMALIG |
|
EUR |
- 9 497,41 |
0,00 |
- 9 497,41 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, bosbouwmaatregelen |
2016 |
Dubbele financiering tussen M8 (eerste bebossing) en vergroening in het kader van EAG – BJ 2016 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 10 543,25 |
0,00 |
- 10 543,25 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, bosbouwmaatregelen |
2017 |
Dubbele financiering tussen M8 (eerste bebossing) en vergroening in het kader van EAG – BJ 2017 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 8 997,06 |
0,00 |
- 8 997,06 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, bosbouwmaatregelen |
2018 |
Dubbele financiering tussen M8 (eerste bebossing) en vergroening in het kader van EAG – BJ 2018 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 8 919,87 |
0,00 |
- 8 919,87 |
|
|
Goedkeuring van de rekeningen – financiële goedkeuring |
2017 |
Bij de gegevensgerichte toetsing gevonden financiële fouten – Elfpo (bijlagen 11, 7a en 7b bij het CeI-verslag) |
EENMALIG |
|
EUR |
- 35 267,33 |
0,00 |
- 35 267,33 |
|
|
Certificering |
2017 |
Individuele fouten in het Elfpo |
EENMALIG |
|
EUR |
- 7 618,01 |
0,00 |
- 7 618,01 |
|
|
|
|
|
|
Totaal DE: |
EUR |
- 80 842,93 |
0,00 |
- 80 842,93 |
|
ES |
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – particuliere begunstigden |
2018 |
M121: forfaitaire correctie van 5 % (overgangsuitgaven met betrekking tot M04 in het BJ 2018) |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 2 447,56 |
0,00 |
- 2 447,56 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, assen 1+3 – investeringsgerichte maatregelen (2007-2013) |
2013 |
M121: zwak punt in essentiële controle (verificatie van de subsidiabiliteit – 5 %) en ontbrekende aanvullende controle (auditspoor – 2 %) => 5 % forfaitaire correctie (BJ 2013) |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 24 078,53 |
0,00 |
- 24 078,53 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – particuliere begunstigden |
2014 |
M121: zwak punt in essentiële controle (verificatie van de subsidiabiliteit – 5 %) en ontbrekende aanvullende controle (auditspoor – 2 %) => 5 % forfaitaire correctie (BJ 2014) |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 29 716,69 |
0,00 |
- 29 716,69 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – particuliere begunstigden |
2016 |
M121: zwak punt in essentiële controle (verificatie van de subsidiabiliteit – 5 %) en ontbrekende aanvullende controle (auditspoor – 2 %) => 5 % forfaitaire correctie (BJ 2016) |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 576 669,13 |
0,00 |
- 576 669,13 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, maatregelen met forfaitaire steun |
2016 |
M121: zwak punt in essentiële controle (verificatie van de subsidiabiliteit – 5 %) en ontbrekende aanvullende controle (auditspoor – 2 %) => 5 % forfaitaire correctie. BJ 2016 en BJ 2017 [overgangsuitgaven met betrekking tot M06] |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 23 343,35 |
0,00 |
- 23 343,35 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, maatregelen met forfaitaire steun |
2017 |
M121: zwak punt in essentiële controle (verificatie van de subsidiabiliteit – 5 %) en ontbrekende aanvullende controle (auditspoor – 2 %) => 5 % forfaitaire correctie. BJ 2016 en BJ 2017 [overgangsuitgaven met betrekking tot M06] |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 3 889,09 |
0,00 |
- 3 889,09 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – particuliere begunstigden |
2015 |
M121: zwak punt in essentiële controle (verificatie van de subsidiabiliteit – 5 %) en ontbrekende aanvullende controle (auditspoor - 2 %) => 5 % forfaitaire correctie (BJ’s 2015, 2016 en 2017, incl. overgangsuitgaven met betrekking tot M04) [voor BJ’s 2016 en 2017: overlapping met uitgaven met betrekking tot M4.1] |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 35 782,98 |
0,00 |
- 35 782,98 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – particuliere begunstigden |
2016 |
M121: zwak punt in essentiële controle (verificatie van de subsidiabiliteit – 5 %) en ontbrekende aanvullende controle (auditspoor - 2 %) => 5 % forfaitaire correctie (BJ’s 2015, 2016 en 2017, incl. overgangsuitgaven met betrekking tot M04) [voor BJ’s 2016 en 2017: overlapping met uitgaven met betrekking tot M4.1] |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 58 528,57 |
0,00 |
- 58 528,57 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – particuliere begunstigden |
2017 |
M121: zwak punt in essentiële controle (verificatie van de subsidiabiliteit – 5 %) en ontbrekende aanvullende controle (auditspoor - 2 %) => 5 % forfaitaire correctie (BJ’s 2015, 2016 en 2017, incl. overgangsuitgaven met betrekking tot M04) [voor BJ’s 2016 en 2017: overlapping met uitgaven met betrekking tot M4.1] |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 50 965,72 |
0,00 |
- 50 965,72 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, assen 1+3 – investeringsgerichte maatregelen (2007-2013) |
2013 |
M123: ontbrekende aanvullende controle (auditspoor) => 2 % forfaitaire correctie (BJ 2013) |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 24 354,54 |
0,00 |
- 24 354,54 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – particuliere begunstigden |
2014 |
M123: ontbrekende aanvullende controle (auditspoor) => 2 % forfaitaire correctie (BJ 2014) |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 6 109,94 |
0,00 |
- 6 109,94 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – particuliere begunstigden |
2015 |
M123: ontbrekende aanvullende controle (auditspoor) => 2 % forfaitaire correctie (BJ’s 2015, 2016 en 2017) |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 267 943,18 |
0,00 |
- 267 943,18 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – particuliere begunstigden |
2016 |
M123: ontbrekende aanvullende controle (auditspoor) => 2 % forfaitaire correctie (BJ’s 2015, 2016 en 2017) |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 315 906,15 |
0,00 |
- 315 906,15 |
|
|
|
|
|
|
Totaal ES: |
EUR |
-1 419 735,43 |
0,00 |
-1 419 735,43 |
|
FR |
Plattelandsontwikkeling Elfpo, assen 1+3 – investeringsgerichte maatregelen (2007-2013) |
2012 |
Ontbreken van de essentiële controle “Bezoeken op locatie voor alle investeringsacties om na te gaan of de investering is uitgevoerd” |
FORFAITAIR |
10,00% |
EUR |
- 5 560,80 |
0,00 |
- 5 560,80 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, assen 1+3 – investeringsgerichte maatregelen (2007-2013) |
2013 |
Ontbreken van de essentiële controle “Bezoeken op locatie voor alle investeringsacties om na te gaan of de investering is uitgevoerd” |
FORFAITAIR |
10,00% |
EUR |
- 6 579,04 |
0,00 |
- 6 579,04 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – publieke begunstigden |
2014 |
Ontbreken van de essentiële controle “Bezoeken op locatie voor alle investeringsacties om na te gaan of de investering is uitgevoerd” |
FORFAITAIR |
10,00% |
EUR |
- 4 875,00 |
- 2 437,50 |
- 2 437,50 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, maatregelen met forfaitaire steun |
2015 |
Ontbreken van de essentiële controle “Bezoeken op locatie voor alle investeringsacties om na te gaan of de investering is uitgevoerd” |
FORFAITAIR |
10,00% |
EUR |
- 28 776,35 |
- 28 776,35 |
0,00 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – publieke begunstigden |
2015 |
Tekortkomingen in de uitvoering van de essentiële controle “Adequate evaluatie van de redelijkheid van de kosten” |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 3 506,13 |
- 3 506,13 |
0,00 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – publieke begunstigden |
2014 |
Tekortkoming in de uitvoering van de essentiële controles “Verificatie dat de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten in overeenstemming zijn met de regelgeving van de lidstaat en van de Unie” en “Adequate evaluatie van de redelijkheid van de kosten” |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 73 581,42 |
0,00 |
- 73 581,42 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – particuliere begunstigden |
2015 |
Tekortkoming in de uitvoering van de essentiële controles “Verificatie dat de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten in overeenstemming zijn met de regelgeving van de lidstaat en van de Unie” en “Adequate evaluatie van de redelijkheid van de kosten” |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 162 273,81 |
- 161 526,67 |
- 747,14 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – publieke begunstigden |
2015 |
Tekortkoming in de uitvoering van de essentiële controles “Verificatie dat de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten in overeenstemming zijn met de regelgeving van de lidstaat en van de Unie” en “Adequate evaluatie van de redelijkheid van de kosten” |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 797 732,62 |
- 797 732,62 |
0,00 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, maatregelen met forfaitaire steun |
2015 |
Tekortkoming in de uitvoering van de essentiële controles “Verificatie dat de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten in overeenstemming zijn met de regelgeving van de lidstaat en van de Unie” en “Adequate evaluatie van de redelijkheid van de kosten” |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 265 184,89 |
- 265 184,89 |
0,00 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – particuliere begunstigden |
2016 |
Tekortkoming in de uitvoering van de essentiële controles “Verificatie dat de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten in overeenstemming zijn met de regelgeving van de lidstaat en van de Unie” en “Adequate evaluatie van de redelijkheid van de kosten” |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 147 822,70 |
- 86 087,35 |
- 61 735,35 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – publieke begunstigden |
2016 |
Tekortkoming in de uitvoering van de essentiële controles “Verificatie dat de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten in overeenstemming zijn met de regelgeving van de lidstaat en van de Unie” en “Adequate evaluatie van de redelijkheid van de kosten” |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 560 112,80 |
- 363 185,54 |
- 196 927,26 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, maatregelen met forfaitaire steun |
2016 |
Tekortkoming in de uitvoering van de essentiële controles “Verificatie dat de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten in overeenstemming zijn met de regelgeving van de lidstaat en van de Unie” en “Adequate evaluatie van de redelijkheid van de kosten” |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 110 309,10 |
- 71 526,07 |
- 38 783,03 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – particuliere begunstigden |
2017 |
Tekortkoming in de uitvoering van de essentiële controles “Verificatie dat de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten in overeenstemming zijn met de regelgeving van de lidstaat en van de Unie” en “Adequate evaluatie van de redelijkheid van de kosten” |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 35 929,52 |
- 24 437,81 |
- 11 491,71 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, maatregelen met forfaitaire steun |
2016 |
CTP’s niet uitgevoerd vóór de eindbetaling – follow-up van RD3/2014/012/FR |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 7 141,25 |
0,00 |
- 7 141,25 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, maatregelen met forfaitaire steun |
2017 |
CTP’s niet uitgevoerd vóór de eindbetaling – follow-up van RD3/2014/012/FR |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 86 868,35 |
0,00 |
- 86 868,35 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, maatregelen met forfaitaire steun |
2018 |
CTP’s niet uitgevoerd vóór de eindbetaling – follow-up van RD3/2014/012/FR |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 329,60 |
0,00 |
- 329,60 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – particuliere begunstigden |
2016 |
Redelijkheid van de kosten niet op het vereiste kwaliteitsniveau beoordeeld |
FORFAITAIR |
2,66% |
EUR |
- 458 109,26 |
- 457 977,66 |
- 131,60 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – particuliere begunstigden |
2017 |
Redelijkheid van de kosten niet op het vereiste kwaliteitsniveau beoordeeld |
FORFAITAIR |
2,66% |
EUR |
- 253 541,50 |
0,00 |
- 253 541,50 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – particuliere begunstigden |
2016 |
Redelijkheid van de kosten niet op het vereiste kwaliteitsniveau beoordeeld |
FORFAITAIR |
4,14% |
EUR |
- 913 484,71 |
- 820 627,41 |
- 92 857,30 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – particuliere begunstigden |
2017 |
Redelijkheid van de kosten niet op het vereiste kwaliteitsniveau beoordeeld |
FORFAITAIR |
4,14% |
EUR |
- 129 621,33 |
- 64 754,26 |
- 64 867,07 |
|
|
|
|
|
|
Totaal FR: |
EUR |
-4 051 340,18 |
-3 147 760,26 |
- 903 579,92 |
|
GB |
Plattelandsontwikkeling Elfpo, onder het GBCS vallende maatregelen |
2018 |
Controles op de status van actieve landbouwer – impact op plattelandsontwikkeling 2017 |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 1 313,52 |
0,00 |
- 1 313,52 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, onder het GBCS vallende maatregelen |
2017 |
Zwak punt in de definitie van actieve landbouwer – verbonden ondernemingen (natuurlijke beperkingen) |
EENMALIG |
|
EUR |
- 81 774,79 |
0,00 |
- 81 774,79 |
|
|
|
|
|
|
Totaal GB: |
EUR |
- 83 088,31 |
0,00 |
- 83 088,31 |
|
HU |
Plattelandsontwikkeling Elfpo, onder het GBCS vallende maatregelen |
2017 |
Geen toepassing van verlagingen in verband met te late indiening van betalingsaanvragen (M14 van het POP 2014-2020) – BJ 2017 |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
-1 080 678,64 |
0,00 |
-1 080 678,64 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, onder het GBCS vallende maatregelen |
2016 |
Niet alle dieren geverifieerd tijdens de controles ter plaatse (maatregel 215 van het POP 2007-2013); geen toepassing van verlagingen in verband met te late indiening van betalingsaanvragen (maatregel 215 van het POP 2007-2013; M14 van het POP 2014-2020) – BJ 2016 |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
-1 011 685,76 |
0,00 |
-1 011 685,76 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, as 2 (2007-2013, areaalgerelateerde maatregelen) |
2014 |
Sanctiesysteem in het laatste jaar van het POP – waarschuwingsbrief (maatregel 214 van het POP 2007-2013) – AJ 2013 |
FORFAITAIR |
10,00% |
EUR |
- 20 339,71 |
0,00 |
- 20 339,71 |
|
|
|
|
|
|
Totaal HU: |
EUR |
-2 112 704,11 |
0,00 |
-2 112 704,11 |
|
IE |
Plattelandsontwikkeling Elfpo, onder het GBCS vallende maatregelen |
2016 |
Zwakke punten LPIS |
GERAAMD BEDRAG |
|
EUR |
- 483 545,11 |
0,00 |
- 483 545,11 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, onder het GBCS vallende maatregelen |
2017 |
Zwakke punten LPIS |
GERAAMD BEDRAG |
|
EUR |
- 466 516,59 |
0,00 |
- 466 516,59 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, onder het GBCS vallende maatregelen |
2018 |
Zwakke punten LPIS |
GERAAMD BEDRAG |
|
EUR |
- 284 061,57 |
0,00 |
- 284 061,57 |
|
|
|
|
|
|
Totaal IE: |
EUR |
-1 234 123,27 |
0,00 |
-1 234 123,27 |
|
IT |
Randvoorwaarden |
2016 |
Tekortschietende I&R-controles in het kader van RBE 7 – AJ 2015 |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 7 296,99 |
- 66,24 |
- 7 230,75 |
|
|
Randvoorwaarden |
2017 |
Tekortschietende I&R-controles in het kader van RBE 7 – AJ 2015 |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 2 923,66 |
0,00 |
- 2 923,66 |
|
|
Randvoorwaarden |
2018 |
Tekortschietende I&R-controles in het kader van RBE 7 – AJ 2015 |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 99,12 |
0,00 |
- 99,12 |
|
|
Randvoorwaarden |
2017 |
Tekortschietende I&R-controles in het kader van RBE 7 – AJ 2016 |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 27 283,36 |
0,00 |
- 27 283,36 |
|
|
Randvoorwaarden |
2018 |
Tekortschietende I&R-controles in het kader van RBE 7 – AJ 2016 |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 2 117,20 |
0,00 |
- 2 117,20 |
|
|
Certificering |
2017 |
Fouten in het Elfpo |
EENMALIG |
|
EUR |
- 29 136,27 |
- 319,58 |
- 28 816,69 |
|
|
Certificering |
2017 |
Bekende fout – Elfpo |
EENMALIG |
|
EUR |
- 121 884,94 |
0,00 |
- 121 884,94 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – publieke begunstigden |
2014 |
Geen adequate controle van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten (kunstmatige opsplitsing) |
EENMALIG |
|
EUR |
- 431 400,00 |
0,00 |
- 431 400,00 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – particuliere begunstigden |
2015 |
Geen adequate controle van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten (kunstmatige opsplitsing) |
EENMALIG |
|
EUR |
- 330 045,02 |
0,00 |
- 330 045,02 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – particuliere begunstigden |
2016 |
Geen adequate controle van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten (kunstmatige opsplitsing) |
EENMALIG |
|
EUR |
- 15 123,95 |
0,00 |
- 15 123,95 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – publieke begunstigden |
2014 |
Geen adequate controle van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten (gunningsbesluit niet naar behoren gemotiveerd) |
EENMALIG |
|
EUR |
- 44 449,58 |
0,00 |
- 44 449,58 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – publieke begunstigden |
2015 |
Geen adequate controle van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten (gunningsbesluit niet naar behoren gemotiveerd) |
EENMALIG |
|
EUR |
- 28 584,53 |
0,00 |
- 28 584,53 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – publieke begunstigden |
2016 |
Geen adequate controle van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten (gunningsbesluit niet naar behoren gemotiveerd) |
EENMALIG |
|
EUR |
- 7 895,28 |
0,00 |
- 7 895,28 |
|
|
|
|
|
|
Totaal IT: |
EUR |
-1 048 239,90 |
- 385,82 |
-1 047 854,08 |
|
LT |
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – particuliere begunstigden |
2016 |
M121 + M123 – Reikwijdte van controles ter plaatse en controles op de redelijkheid van de kosten |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
-1 109 209,77 |
0,00 |
-1 109 209,77 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, maatregelen met forfaitaire steun |
2015 |
M311 – Niet-subsidiabele autokosten (forfaitaire correctie van - 5 % na onderzoek RD1/2014/834/LT) |
EENMALIG |
|
EUR |
- 25 892,39 |
- 1 294,62 |
- 24 597,77 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, maatregelen met forfaitaire steun |
2016 |
M311 – Redelijkheid van de kosten |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 7 070,44 |
0,00 |
- 7 070,44 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, maatregelen met forfaitaire steun |
2016 |
M312 – Reikwijdte van de controles ter plaatse en controles op de redelijkheid van de kosten |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 297 843,38 |
0,00 |
- 297 843,38 |
|
|
|
|
|
|
Totaal LT: |
EUR |
-1 440 015,98 |
- 1 294,62 |
-1 438 721,36 |
|
LU |
Plattelandsontwikkeling Elfpo, onder het GBCS vallende maatregelen |
2016 |
Elfpo M10 en M11: ontoereikend aantal controles ter plaatse |
EENMALIG |
|
EUR |
- 25 037,52 |
0,00 |
- 25 037,52 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, onder het GBCS vallende maatregelen |
2017 |
Elfpo M10 en M11: ontoereikend aantal controles ter plaatse |
EENMALIG |
|
EUR |
- 4 245,01 |
0,00 |
- 4 245,01 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, onder het GBCS vallende maatregelen |
2016 |
M10 en M11: ontbreken van controles ter plaatse |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 27 749,53 |
0,00 |
- 27 749,53 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, onder het GBCS vallende maatregelen |
2017 |
M10 en M11: ontbreken van controles ter plaatse |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 55 330,54 |
0,00 |
- 55 330,54 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, onder het GBCS vallende maatregelen |
2018 |
M10 en M11: ontbreken van controles ter plaatse |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 61 198,87 |
0,00 |
- 61 198,87 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, onder het GBCS vallende maatregelen |
2016 |
M11: betalingen verricht vóór de afronding van de administratieve controles |
EENMALIG |
|
EUR |
- 962,05 |
0,00 |
- 962,05 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, onder het GBCS vallende maatregelen |
2017 |
M11: betalingen verricht vóór de afronding van de administratieve controles |
EENMALIG |
|
EUR |
- 263,51 |
0,00 |
- 263,51 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – publieke begunstigden |
2016 |
M20: zwakke controles op de subsidiabiliteit van de kosten |
EENMALIG |
|
EUR |
- 24 360,56 |
0,00 |
- 24 360,56 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – publieke begunstigden |
2017 |
M20: zwakke controles op de subsidiabiliteit van de kosten |
EENMALIG |
|
EUR |
- 38 435,81 |
0,00 |
- 38 435,81 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, maatregelen met forfaitaire steun |
2017 |
M6.1: zwakke controles op de subsidiabiliteit van het project (bedrijfsplannen) |
EENMALIG |
|
EUR |
- 47 340,00 |
0,00 |
- 47 340,00 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, maatregelen met forfaitaire steun |
2018 |
M6.1: zwakke controles op de subsidiabiliteit van het project (bedrijfsplannen) |
EENMALIG |
|
EUR |
- 11 835,00 |
0,00 |
- 11 835,00 |
|
|
|
|
|
|
Totaal LU: |
EUR |
- 296 758,40 |
0,00 |
- 296 758,40 |
|
MT |
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – particuliere begunstigden |
2015 |
Adequate evaluatie van de redelijkheid van kosten |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 639,69 |
- 199,58 |
- 440,11 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo Leader |
2015 |
Adequate evaluatie van de redelijkheid van kosten |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 264,48 |
- 82,52 |
- 181,96 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – particuliere begunstigden |
2016 |
Adequate evaluatie van de redelijkheid van kosten |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 30 407,39 |
0,00 |
- 30 407,39 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo Leader |
2016 |
Adequate evaluatie van de redelijkheid van kosten |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 253,80 |
0,00 |
- 253,80 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, maatregelen met forfaitaire steun |
2016 |
Adequate evaluatie van de redelijkheid van kosten |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 4 212,63 |
0,00 |
- 4 212,63 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – particuliere begunstigden |
2015 |
Verrichting van kwalitatief toereikende controles ter plaatse |
EENMALIG |
|
EUR |
- 64 128,03 |
- 1 000,40 |
- 63 127,63 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – particuliere begunstigden |
2016 |
Verrichting van kwalitatief toereikende controles ter plaatse |
EENMALIG |
|
EUR |
- 41 890,44 |
0,00 |
- 41 890,44 |
|
|
Randvoorwaarden |
2016 |
AJ 2015 – Begunstigden die onder RBE 6 en/of RBE 7 vallen, maar niet onder RBE 8 – tekortschietende controles ter plaatse op diergebonden RBE’s en geen bewijs van adequaat toezicht |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 144,27 |
0,00 |
- 144,27 |
|
|
Randvoorwaarden |
2017 |
AJ 2016 – Begunstigden die onder RBE 7 vallen – tekortschietende controles ter plaatse op diergebonden RBE’s en geen bewijs van adequaat toezicht |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 79,81 |
0,00 |
- 79,81 |
|
|
Randvoorwaarden |
2018 |
AJ 2017 – Begunstigden die onder RBE 7 vallen – tekortschietende controles ter plaatse op diergebonden RBE’s en geen bewijs van adequaat toezicht |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 88,00 |
0,00 |
- 88,00 |
|
|
Randvoorwaarden |
2016 |
AJ 2015 – Begunstigden die onder RBE 6 en/of RBE 7 en RBE 8 vallen – tekortschietende controles ter plaatse op diergebonden RBE’s en geen bewijs van adequate toezichtprocedures |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 84,04 |
0,00 |
- 84,04 |
|
|
Randvoorwaarden |
2017 |
AJ 2016 – Begunstigden die onder combinaties van RBE’s vallen – tekortschietende controles ter plaatse op diergebonden RBE’s en geen bewijs van adequate toezichtprocedures |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 75,05 |
0,00 |
- 75,05 |
|
|
Randvoorwaarden |
2018 |
AJ 2017 – Begunstigden die onder combinaties van RBE’s vallen – tekortschietende controles ter plaatse op diergebonden RBE’s en geen bewijs van adequate toezichtprocedures |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 73,91 |
0,00 |
- 73,91 |
|
|
Randvoorwaarden |
2016 |
AJ 2015 – Begunstigden die enkel onder RBE 8 vallen – geen bewijs van adequate toezichtsprocedures |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 400,38 |
0,00 |
- 400,38 |
|
|
Randvoorwaarden |
2017 |
AJ 2016 – Begunstigden die onder RBE 6 en/of RBE 8 vallen, maar niet onder RBE 7 – tekortschietende controles ter plaatse op diergebonden RBE’s en/of geen bewijs van adequate toezichtprocedures |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 465,51 |
0,00 |
- 465,51 |
|
|
Randvoorwaarden |
2018 |
AJ 2017 – Begunstigden die onder RBE 6 en/of RBE 8 vallen, maar niet onder RBE 7 – tekortschietende controles ter plaatse op diergebonden RBE’s en geen bewijs van adequate toezichtprocedures |
FORFAITAIR |
2,00% |
EUR |
- 445,90 |
0,00 |
- 445,90 |
|
|
|
|
|
|
Totaal MT: |
EUR |
- 143 653,33 |
- 1 282,50 |
- 142 370,83 |
|
NL |
Plattelandsontwikkeling Elfpo, risicobeheer |
2016 |
Tekortkoming met betrekking tot de status van actieve landbouwer – impact op plattelandsontwikkeling |
EENMALIG |
|
EUR |
- 19 981,45 |
0,00 |
- 19 981,45 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, onder het GBCS vallende maatregelen |
2018 |
LPIS en andere zwakke punten |
EENMALIG |
|
EUR |
- 29 502,31 |
0,00 |
- 29 502,31 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, onder het GBCS vallende maatregelen |
2017 |
Zwakke punten in het LPIS (Elfpo) |
EENMALIG |
|
EUR |
- 805 547,41 |
0,00 |
- 805 547,41 |
|
|
|
|
|
|
Totaal NL: |
EUR |
- 855 031,17 |
0,00 |
- 855 031,17 |
|
PT |
Plattelandsontwikkeling Elfpo, bosbouwmaatregelen |
2016 |
Dubbele financiering tussen M8 (eerste bebossing) en vergroening in het kader van EAG – BJ 2016 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 45 335,01 |
- 166,16 |
- 45 168,85 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, bosbouwmaatregelen |
2017 |
Dubbele financiering tussen M8 (eerste bebossing) en vergroening in het kader van EAG – BJ 2017 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 62 829,11 |
0,00 |
- 62 829,11 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, bosbouwmaatregelen |
2018 |
Dubbele financiering tussen M8 (eerste bebossing) en vergroening in het kader van EAG – BJ 2018 + BJ 2019 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 64 068,90 |
0,00 |
- 64 068,90 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, bosbouwmaatregelen |
2019 |
Dubbele financiering tussen M8 (eerste bebossing) en vergroening in het kader van EAG – BJ 2018 + BJ 2019 |
EENMALIG |
|
EUR |
- 2 485,97 |
0,00 |
- 2 485,97 |
|
|
|
|
|
|
Totaal PT: |
EUR |
- 174 718,99 |
- 166,16 |
- 174 552,83 |
|
RO |
Certificering |
2017 |
Individuele fouten in het Elfpo |
EENMALIG |
|
EUR |
- 54 870,22 |
0,00 |
- 54 870,22 |
|
|
|
|
|
|
Totaal RO: |
EUR |
- 54 870,22 |
0,00 |
- 54 870,22 |
|
SE |
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – particuliere begunstigden |
2015 |
Eén essentiële controle – selectie en beoordeling van projectaanvragen |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 45 164,84 |
- 45 164,84 |
0,00 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – particuliere begunstigden |
2016 |
Eén essentiële controle – selectie en beoordeling van projectaanvragen |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 3 966,68 |
0,00 |
- 3 966,68 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – particuliere begunstigden |
2017 |
Essentiële controle – passende controles om te waarborgen dat de investering/het project/de aanvraag voldoet aan alle subsidiabiliteitscriteria die in de EU-wetgeving zijn vastgesteld en aan de subsidiabiliteitscriteria die zijn vastgesteld in het POP van de lidstaat of regio (M04.4) |
EENMALIG |
|
EUR |
- 15 197,09 |
0,00 |
- 15 197,09 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – particuliere begunstigden |
2018 |
Essentiële controle – passende controles om te waarborgen dat de investering/het project/de aanvraag voldoet aan alle subsidiabiliteitscriteria die in de EU-wetgeving zijn vastgesteld en aan de subsidiabiliteitscriteria die zijn vastgesteld in het POP van de lidstaat of regio (M04.4) |
EENMALIG |
|
EUR |
- 21 238,15 |
0,00 |
- 21 238,15 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – particuliere begunstigden |
2015 |
Selectie en beoordeling van projecten/aanvragen (M121) |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 9 197,44 |
- 9 197,44 |
0,00 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – particuliere begunstigden |
2016 |
Selectie en beoordeling van projecten/aanvragen (M121) |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 300,26 |
- 300,26 |
0,00 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – particuliere begunstigden |
2016 |
Overgangsuitgaven (M121) |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 185,67 |
0,00 |
- 185,67 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – particuliere begunstigden |
2016 |
Overgangsuitgaven (M216) |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 949,82 |
0,00 |
- 949,82 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, investeringen – particuliere begunstigden |
2016 |
Zwak punt in de redelijkheid van de kosten waarvoor procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten moeten worden gevolgd (M216) |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 3 685,07 |
0,00 |
- 3 685,07 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, onder het GBCS vallende maatregelen |
2017 |
Zwak punt in de essentiële controle met betrekking tot de administratieve controles ter vaststelling van de toegang tot de aangevraagde steun in verband met de status van actieve landbouwer AJ 2016 |
GERAAMD PERCENTAGE |
0,58% |
EUR |
- 17 824,63 |
0,00 |
- 17 824,63 |
|
|
|
|
|
|
Totaal SE: |
EUR |
- 117 709,65 |
- 54 662,54 |
- 63 047,11 |
|
SK |
Plattelandsontwikkeling Elfpo, bosbouwmaatregelen |
2016 |
M8.3 en M8.4: tekortkoming in de essentiële controle “Selectie en beoordeling van projecten” – AJ’s 2015 en 2016 – BJ’s 2016 en 2017 |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
- 214 806,09 |
- 168 268,94 |
- 46 537,15 |
|
|
Plattelandsontwikkeling Elfpo, bosbouwmaatregelen |
2017 |
M8.3 en M8.4: tekortkoming in de essentiële controle “Selectie en beoordeling van projecten” – AJ’s 2015 en 2016 – BJ’s 2016 en 2017 |
FORFAITAIR |
5,00% |
EUR |
-1 326 332,65 |
0,00 |
-1 326 332,65 |
|
|
|
|
|
|
Totaal SK: |
EUR |
-1 541 138,74 |
- 168 268,94 |
-1 372 869,80 |
|
Valuta |
Bedrag |
Verlagingen |
Financiële gevolgen |
|
EUR |
-15 125 090,05 |
-3 382 519,21 |
-11 742 570,84 |
III Andere handelingen
EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE
|
31.10.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 279/143 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER NR. 78/2019
van 29 maart 2019
tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst 2019/1836
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (1), zoals gerectificeerd in PB L 270 van 15.10.2015, blz. 4, moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(2) |
Verordening (EU) 2016/1033 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juni 2016 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 600/2014 betreffende markten in financiële instrumenten, Verordening (EU) nr. 596/2014 betreffende marktmisbruik en Verordening (EU) nr. 909/2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie en betreffende centrale effectenbewaarinstellingen (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(3) |
Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (3), zoals gerectificeerd in PB L 188 van 13.7.2016, blz. 28, PB L 273 van 8.10.2016, blz. 35 en PB L 64 van 10.3.2017, blz. 116, moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(4) |
Richtlijn (EU) 2016/1034 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juni 2016 tot wijziging van Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten (4) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(5) |
De in de EER-overeenkomst opgenomen Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad (5) wordt bij Richtlijn 2014/65/EU ingetrokken en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt. |
|
(6) |
In Verordening (EU) nr. 600/2014 wordt bepaald in welke gevallen de Europese Bankautoriteit (EBA) en de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) tijdelijk bepaalde financiële activiteiten kunnen verbieden of beperken, en worden de hieraan verbonden voorwaarden vastgelegd, overeenkomstig respectievelijk artikel 9, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (6) en van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (7). Voor de toepassing van de EER-overeenkomst worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA met betrekking tot de EVA-staten, overeenkomstig de punten 31g en 31i van bijlage IX bij de EER-overeenkomst. Teneinde te zorgen voor de integratie van de expertise van EBA en ESMA in het proces en samenhang tussen beide pijlers van de EER, worden deze besluiten van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA vastgesteld op basis van door EBA of ESMA, naargelang het geval, opgestelde conceptversies. Hierdoor wordt ervoor gezorgd dat de belangrijke voordelen van toezicht door één enkele autoriteit behouden blijven. |
|
(7) |
De overeenkomstsluitende partijen zijn het erover eens dat dit besluit het akkoord uitvoert dat is terug te vinden in de conclusies (8) van de ministers van Financiën en Economische Zaken van de EU en de EER-EVA van 14 oktober 2014 betreffende de opname van de ETA-verordeningen van de EU in de EER-overeenkomst. |
|
(8) |
Bijlage IX bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage IX bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
|
1. |
In punt 13b (Richtlijn 2002/92/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende toegevoegd: “, gewijzigd bij:
|
|
2. |
De tekst van punt 31ba (Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt vervangen door: “ 32014 L 0065: Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349), zoals gerectificeerd in PB L 188 van 13.7.2016, blz. 28, PB L 273 van 8.10.2016, blz. 35 en PB L 64 van 10.3.2017, blz. 116, gewijzigd bij:
De bepalingen van de richtlijn worden voor de toepassing van deze overeenkomst met de volgende aanpassingen gelezen:
|
|
3. |
De tekst van punt 31baa (geschrapt) wordt vervangen door: “32014 R 0600: Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84), zoals gerectificeerd in PB L 270 van 15.10.2015, blz. 4, gewijzigd bij:
De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van deze overeenkomst als volgt aangepast:
|
|
4. |
In punt 31bc (Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende streepje toegevoegd:
|
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 600/2014, zoals gerectificeerd in PB L 270 van 15.10.2015, blz. 4, van Verordening (EU) 2016/1033, van Richtlijn 2014/65/EU, zoals gerectificeerd in PB L 188 van 13.7.2016, blz. 28, PB L 273 van 8.10.2016, blz. 35 en PB L 64 van 10.3.2017, blz. 116, en van Richtlijn (EU) 2016/1034, zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de laatste kennisgeving zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst (9).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 29 maart 2019.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Claude MAERTEN
(1) PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84.
(2) PB L 175 van 30.6.2016, blz. 1.
(3) PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349.
(4) PB L 175 van 30.6.2016, blz. 8.
(5) PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1.
(6) PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12.
(7) PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84.
(8) Conclusies van de ministers van Financiën en Economische Zaken van de EU en de EER-EVA, 14178/1/14 REV 1.
(9) Grondwettelijke vereisten aangegeven.
BIJLAGE
Gemeenschappelijke verklaring van de overeenkomstsluitende partijen
bij Besluit nr. 78/2019 van het Gemengd Comité van de EER van 29 maart 2019 waarbij Richtlijn 2014/65/EU in de EER-overeenkomst wordt opgenomen
De overeenkomstsluitende partijen zijn het erover eens dat de opneming in de EER-overeenkomst van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU de nationale regelgeving onverlet laat die algemeen van toepassing is met betrekking tot de screening op risico's voor de veiligheid of openbare orde van buitenlandse directe investeringen.
|
31.10.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 279/149 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER NR. 85/2019
van 29 maart 2019
tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst 2019/1837
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/2020 van de Commissie van 26 mei 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten in financiële instrumenten met technische reguleringsnormen betreffende criteria om uit te maken of aan de clearingverplichting onderworpen derivaten aan de handelsverplichting moeten worden onderworpen (1), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(2) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/2021 van de Commissie van 2 juni 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten in financiële instrumenten met technische reguleringsnormen betreffende de toegang tot benchmarks (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(3) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/2022 van de Commissie van 14 juli 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de informatie die ondernemingen uit derde landen met het oog op registratie moeten verstrekken en de vorm waarin informatie aan de cliënten moet worden verschaft (3), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(4) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/565 van de Commissie van 25 april 2016 houdende aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatorische eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening en wat betreft de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn (4) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(5) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/566 van de Commissie van 18 mei 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten voor financiële instrumenten met technische reguleringsnormen inzake de verhouding tussen niet-uitgevoerde orders en transacties om onordelijke handelsomstandigheden te voorkomen (5), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(6) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/567 van de Commissie van 18 mei 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot definities, transparantie, portefeuillecompressie en toezichtmaatregelen voor productinterventie en voor posities (6) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(7) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/568 van de Commissie van 24 mei 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van technische reguleringsnormen voor de toelating van financiële instrumenten tot de handel op gereglementeerde markten (7) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(8) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/569 van de Commissie van 24 mei 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen voor de opschorting van de handel in financiële instrumenten en de uitsluiting van financiële instrumenten van de handel (8) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(9) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/570 van de Commissie van 26 mei 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten voor financiële instrumenten met technische reguleringsnormen die bepalen welke markten van essentieel belang voor de liquiditeit zijn in het kader van kennisgevingen van een tijdelijk stilleggen van de handel (9), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(10) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/571 van de Commissie van 2 juni 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake vergunningverlening aan, organisatorische vereisten voor en publicatie van transactiemeldingen door aanbieders van datarapporteringsdiensten (10) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(11) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/572 van de Commissie van 2 juni 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van technische reguleringsnormen met betrekking tot de specificatie van het aanbieden van gegevens voor en na de handel en het niveau van uitsplitsing van gegevens (11) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(12) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/573 van de Commissie van 6 juni 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten voor financiële instrumenten ten aanzien van technische reguleringsnormen met betrekking tot vereisten om voor billijke en niet-discriminerende colocatiediensten en vergoedingsstructuren te zorgen (12), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(13) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/574 van de Commissie van 7 juni 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor het accuratesseniveau van beursklokken (13) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(14) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/575 van de Commissie van 8 juni 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten voor financiële instrumenten met betrekking tot technische reguleringsnormen betreffende de gegevens die door plaatsen van uitvoering over de kwaliteit van uitvoering van transacties moeten worden bekendgemaakt (14), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(15) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/576 van de Commissie van 8 juni 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen voor de jaarlijkse openbaarmaking door beleggingsondernemingen van informatie over de identiteit van plaatsen van uitvoering en over de kwaliteit van de uitvoering (15) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(16) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/577 van de Commissie van 13 juni 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten in financiële instrumenten met betrekking tot technische reguleringsnormen over het volumebeperkingsmechanisme en de verstrekking van informatie ten behoeve van de transparantie en andere berekeningen (16) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(17) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/578 van de Commissie van 13 juni 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten voor financiële instrumenten ten aanzien van technische reguleringsnormen tot specificering van de vereisten inzake marketmakingovereenkomsten en -regelingen (17) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(18) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/579 van de Commissie van 13 juni 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten in financiële instrumenten met technische reguleringsnormen betreffende het rechtstreekse, substantiële en te voorziene effect van derivatencontracten binnen de Unie en het voorkomen van de ontwijking van voorschriften en verplichtingen (18) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(19) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/580 van de Commissie van 24 juni 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van technische reguleringsnormen voor het bijhouden van relevante gegevens met betrekking tot orders in financiële instrumenten (19) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(20) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/581 van de Commissie van 24 juni 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de technische reguleringsnormen inzake clearingtoegang voor handelsplatformen en centrale tegenpartijen (20) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(21) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/582 van de Commissie van 29 juni 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de clearingverplichting voor op gereglementeerde markten verhandelde derivaten en van het tijdstip van aanvaarding voor clearing (21) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(22) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/583 van de Commissie van 14 juli 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten in financiële instrumenten wat betreft technische reguleringsnormen inzake transparantievereisten voor handelsplatforms en beleggingsondernemingen ten aanzien van obligaties, gestructureerde financiële producten, emissierechten en derivaten (22) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(23) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/584 van de Commissie van 14 juli 2016 houdende aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen ter specificatie van de organisatorische vereisten voor handelsplatformen (23) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(24) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/585 van de Commissie van 14 juli 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen voor de gegevensnormen en -formats voor referentiegegevens voor financiële instrumenten, en voor de technische maatregelen die nodig zijn met het oog op de voorzieningen die de Europese Autoriteit voor effecten en markten en de bevoegde autoriteiten moeten treffen (24), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(25) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/586 van de Commissie van 14 juli 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor de uitwisseling van informatie tussen bevoegde autoriteiten bij hun samenwerking in toezichtactiviteiten, verificaties ter plaatse en onderzoeken (25) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(26) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/587 van de Commissie van 14 juli 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten in financiële instrumenten met technische reguleringsnormen inzake transparantievereisten voor handelsplatformen en beleggingsondernemingen met betrekking tot aandelen, representatieve certificaten, beursverhandelde fondsen, certificaten en andere soortgelijke financiële instrumenten en inzake de verplichting tot uitvoering van transacties in bepaalde aandelen op een handelsplatform of door een beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling (26) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(27) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/588 van de Commissie van 14 juli 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van technische reguleringsnormen met betrekking tot de verhandelingseenheidregeling voor aandelen, representatieve certificaten en beursverhandelde fondsen (27) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(28) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/589 van de Commissie van 19 juli 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen tot specificering van de organisatorische vereisten voor beleggingsondernemingen die zich met algoritmische handel bezighouden (28), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(29) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/590 van de Commissie van 28 juli 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor de melding van transacties aan de bevoegde autoriteiten (29) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(30) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/591 van de Commissie van 1 december 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor de toepassing van positielimieten op grondstoffenderivaten (30) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(31) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/592 van de Commissie van 1 december 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor de criteria om uit te maken wanneer een activiteit moet worden aangemerkt als een nevenactiviteit van het hoofdbedrijf (31), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(32) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1018 van de Commissie van 29 juni 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten voor financiële instrumenten met technische reguleringsnormen ter specificatie van de informatie die door beleggingsondernemingen, marktexploitanten en kredietinstellingen moet worden verstrekt (32), zoals gerectificeerd in PB L 292 van 10.11.2017, blz. 119, moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(33) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1799 van de Commissie van 12 juni 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de vrijstelling van vereisten in verband met transparantie voor en na de handel voor bepaalde centrale banken van derde landen bij de uitvoering van het monetaire, valuta- en financiële stabiliteitsbeleid (33) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(34) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1943 van de Commissie van 14 juli 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen op het gebied van informatie en vereisten voor het toekennen van een vergunning aan beleggingsondernemingen (34) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(35) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1946 van de Commissie van 11 juli 2017 tot aanvulling van de Richtlijnen 2004/39/EG en 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende een uitputtende lijst van informatie die kandidaat-verwervers in de kennisgeving van een voorgenomen verwerving van een gekwalificeerde deelneming in een beleggingsonderneming moeten opnemen (35), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(36) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2154 van de Commissie van 22 september 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake indirecte clearingregelingen (36) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(37) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2194 van de Commissie van 14 augustus 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten in financiële instrumenten wat pakketorders betreft (37), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(38) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2417 van de Commissie van 17 november 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten in financiële instrumenten met technische reguleringsnormen betreffende de handelsverplichting voor bepaalde derivaten (38) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(39) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/63 van de Commissie van 26 september 2017 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/571 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake vergunningverlening aan, organisatorische vereisten voor en publicatie van transactiemeldingen door aanbieders van datarapporteringsdiensten (39) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(40) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2016/824 van de Commissie van 25 mei 2016 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de inhoud en vorm van de beschrijving van de werking van multilaterale handelsfaciliteiten en georganiseerde handelsfaciliteiten en de kennisgeving aan de Europese Autoriteit voor effecten en markten overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten voor financiële instrumenten (40) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(41) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/953 van de Commissie van 6 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot het formaat en het tijdschema voor positierapporten van beleggingsondernemingen en marktexploitanten van handelsplatformen overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten voor financiële instrumenten (41) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(42) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/980 van de Commissie van 7 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates en procedures voor samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten bij toezichtsactiviteiten, verificatie ter plaatse of onderzoek en de uitwisseling van informatie in overeenstemming met Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (42) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(43) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/981 van de Commissie van 7 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates en procedures voor de raadpleging van andere bevoegde autoriteiten voordat een vergunning wordt verleend overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (43) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(44) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/988 van de Commissie van 6 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates en procedures voor de samenwerkingsregelingen ten aanzien van een handelsplatform waarvan de werkzaamheden van aanzienlijk belang zijn in een lidstaat van ontvangst (44), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(45) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1005 van de Commissie van 15 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot het formaat en de timing van de mededelingen en de bekendmaking van de schorsing en uitsluiting van financiële instrumenten, overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad, op markten voor financiële instrumenten (45) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(46) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1093 van de Commissie van 20 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot het formaat van positierapporten van beleggingsondernemingen en marktexploitanten (46) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(47) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1110 van de Commissie van 22 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de standaardformulieren, templates en procedures voor de vergunningverlening aan aanbieders van datarapporteringsdiensten en desbetreffende kennisgevingen overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten voor financiële instrumenten (47) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(48) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1111 van de Commissie van 22 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot procedures en formulieren voor de verstrekking van informatie over sancties en maatregelen overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (48) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(49) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1944 van de Commissie van 13 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates en procedures voor het overlegproces tussen de relevante bevoegde autoriteiten in verband met de kennisgeving van een voorgenomen verwerving van een gekwalificeerde deelneming in een beleggingsonderneming overeenkomstig de Richtlijnen 2004/39/EG en 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (49) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(50) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1945 van de Commissie van 19 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot kennisgevingen door en aan vergunningaanvragende en vergunninghoudende beleggingsondernemingen in overeenstemming met Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (50) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(51) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2382 van de Commissie van 14 december 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates en procedures voor de toezending van informatie overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU (51), zoals gerectificeerd in PB L 33 van 7.2.2018, blz. 5, moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(52) |
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2017/593 van de Commissie van 7 april 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het vrijwaren van financiële instrumenten en geldmiddelen die aan cliënten toebehoren, productgovernanceverplichtingen en de regels die van toepassing zijn op het betalen of het ontvangen van provisies, commissies en geldelijke of niet-geldelijke tegemoetkomingen (52), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(53) |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2238 van de Commissie van 5 december 2017 betreffende de gelijkwaardigheid van het wettelijke en toezichtskader dat in de Verenigde Staten van Amerika overeenkomstig Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van toepassing is op designated contract markets en swap execution facilities (53), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(54) |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2318 van de Commissie van 13 december 2017 betreffende de gelijkwaardigheid van het wettelijke en toezichtskader in Australië dat op financiële markten van toepassing is, in overeenstemming met Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (54), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(55) |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2319 van de Commissie van 13 december 2017 betreffende de gelijkwaardigheid van het wettelijke en toezichtskader dat in de Speciale Administratieve Regio Hongkong op erkende beursbedrijven van toepassing is in overeenstemming met Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (55), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(56) |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2320 van de Commissie van 13 december 2017 betreffende de gelijkwaardigheid van het wettelijk en toezichtskader van de Verenigde Staten van Amerika voor nationale effectenbeurzen en alternatieve handelssystemen in overeenstemming met Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (56) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(57) |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2441 van de Commissie van 21 december 2017 betreffende de gelijkwaardigheid van het wettelijk en toezichtkader dat van toepassing is op effectenbeurzen in Zwitserland in overeenstemming met Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (57), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
|
(58) |
Bijlage IX bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage IX bij de EER-overeenkomst wordt na punt 31baa (Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad) het volgende toegevoegd:
|
“31bad. |
32016 R 0824: Uitvoeringsverordening (EU) 2016/824 van de Commissie van 25 mei 2016 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de inhoud en vorm van de beschrijving van de werking van multilaterale handelsfaciliteiten en georganiseerde handelsfaciliteiten en de kennisgeving aan de Europese Autoriteit voor effecten en markten overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten voor financiële instrumenten (PB L 137 van 26.5.2016, blz. 10). |
|
31bae. |
32016 R 2020: Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/2020 van de Commissie van 26 mei 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten in financiële instrumenten met technische reguleringsnormen betreffende criteria om uit te maken of aan de clearingverplichting onderworpen derivaten aan de handelsverplichting moeten worden onderworpen (PB L 313 van 19.11.2016, blz. 2). |
|
31baf. |
32016 R 2021: Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/2021 van de Commissie van 2 juni 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten in financiële instrumenten met technische reguleringsnormen betreffende de toegang tot benchmarks (PB L 313 van 19.11.2016, blz. 6). |
|
31bag. |
32016 R 2022: Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/2022 van de Commissie van 14 juli 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de informatie die ondernemingen uit derde landen met het oog op registratie moeten verstrekken en de vorm waarin informatie aan de cliënten moet worden verschaft (PB L 313 van 19.11.2016, blz. 11). |
|
31bah. |
32017 R 0565: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/565 van de Commissie van 25 april 2016 houdende aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatorische eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening en wat betreft de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 1). De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van de EER-overeenkomst als volgt aangepast:
|
|
31bai. |
32017 R 0566: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/566 van de Commissie van 18 mei 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten voor financiële instrumenten met technische reguleringsnormen inzake de verhouding tussen niet-uitgevoerde orders en transacties om onordelijke handelsomstandigheden te voorkomen (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 84). |
|
31baj. |
32017 R 0567: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/567 van de Commissie van 18 mei 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot definities, transparantie, portefeuillecompressie en toezichtmaatregelen voor productinterventie en voor posities (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 90). De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van de EER-overeenkomst als volgt aangepast:
|
|
31bak. |
32017 R 0568: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/568 van de Commissie van 24 mei 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van technische reguleringsnormen voor de toelating van financiële instrumenten tot de handel op gereglementeerde markten (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 117). De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van de EER-overeenkomst als volgt aangepast: In artikel 7 worden de woorden “het recht van de Unie” vervangen door de woorden “de EER-overeenkomst”. |
|
31bal. |
32017 R 0569: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/569 van de Commissie van 24 mei 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen voor de opschorting van de handel in financiële instrumenten en de uitsluiting van financiële instrumenten van de handel (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 122). |
|
31bam. |
32017 R 0570: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/570 van de Commissie van 26 mei 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten voor financiële instrumenten met technische reguleringsnormen die bepalen welke markten van essentieel belang voor de liquiditeit zijn in het kader van kennisgevingen van een tijdelijk stilleggen van de handel (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 124). |
|
31ban. |
32017 R 0571: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/571 van de Commissie van 2 juni 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake vergunningverlening aan, organisatorische vereisten voor en publicatie van transactiemeldingen door aanbieders van datarapporteringsdiensten (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 126), gewijzigd bij:
|
|
31bao. |
32017 R 0572: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/572 van de Commissie van 2 juni 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van technische reguleringsnormen met betrekking tot de specificatie van het aanbieden van gegevens voor en na de handel en het niveau van uitsplitsing van gegevens (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 142). |
|
31bap. |
32017 R 0573: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/573 van de Commissie van 6 juni 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten voor financiële instrumenten ten aanzien van technische reguleringsnormen met betrekking tot vereisten om voor billijke en niet-discriminerende colocatiediensten en vergoedingsstructuren te zorgen (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 145). |
|
31baq. |
32017 R 0574: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/574 van de Commissie van 7 juni 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor het accuratesseniveau van beursklokken (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 148). |
|
31bar. |
32017 R 0575: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/575 van de Commissie van 8 juni 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten voor financiële instrumenten met betrekking tot technische reguleringsnormen betreffende de gegevens die door plaatsen van uitvoering over de kwaliteit van uitvoering van transacties moeten worden bekendgemaakt (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 152). |
|
31bas. |
32017 R 0576: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/576 van de Commissie van 8 juni 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen voor de jaarlijkse openbaarmaking door beleggingsondernemingen van informatie over de identiteit van plaatsen van uitvoering en over de kwaliteit van de uitvoering (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 166). |
|
31bat. |
32017 R 0577: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/577 van de Commissie van 13 juni 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten in financiële instrumenten met betrekking tot technische reguleringsnormen over het volumebeperkingsmechanisme en de verstrekking van informatie ten behoeve van de transparantie en andere berekeningen (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 174). |
|
31bau. |
32017 R 0578: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/578 van de Commissie van 13 juni 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten voor financiële instrumenten ten aanzien van technische reguleringsnormen tot specificering van de vereisten inzake marketmakingovereenkomsten en -regelingen (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 183). |
|
31bav. |
32017 R 0579: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/579 van de Commissie van 13 juni 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten in financiële instrumenten met technische reguleringsnormen betreffende het rechtstreekse, substantiële en te voorziene effect van derivatencontracten binnen de Unie en het voorkomen van de ontwijking van voorschriften en verplichtingen (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 189). |
|
31baw. |
32017 R 0580: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/580 van de Commissie van 24 juni 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van technische reguleringsnormen voor het bijhouden van relevante gegevens met betrekking tot orders in financiële instrumenten (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 193). |
|
31bax. |
32017 R 0581: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/581 van de Commissie van 24 juni 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de technische reguleringsnormen inzake clearingtoegang voor handelsplatformen en centrale tegenpartijen (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 212). De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van de EER-overeenkomst als volgt aangepast:
|
|
31bay. |
32017 R 0582: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/582 van de Commissie van 29 juni 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de clearingverplichting voor op gereglementeerde markten verhandelde derivaten en van het tijdstip van aanvaarding voor clearing (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 224). |
|
31baz. |
32017 R 0583: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/583 van de Commissie van 14 juli 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten in financiële instrumenten wat betreft technische reguleringsnormen inzake transparantievereisten voor handelsplatforms en beleggingsondernemingen ten aanzien van obligaties, gestructureerde financiële producten, emissierechten en derivaten (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 229). De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van de EER-overeenkomst als volgt aangepast: Verwijzingen naar “leden van het ESCB” hebben niet alleen de in de verordening bedoelde betekenis, maar hebben eveneens betrekking op de centrale banken van de EVA-staten. |
|
31baza. |
32017 R 0584: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/584 van de Commissie van 14 juli 2016 houdende aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen ter specificatie van de organisatorische vereisten voor handelsplatformen (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 350). |
|
31bazb. |
32017 R 0585: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/585 van de Commissie van 14 juli 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen voor de gegevensnormen en -formats voor referentiegegevens voor financiële instrumenten, en voor de technische maatregelen die nodig zijn met het oog op de voorzieningen die de Europese Autoriteit voor effecten en markten en de bevoegde autoriteiten moeten treffen (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 368). |
|
31bazc. |
32017 R 0586: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/586 van de Commissie van 14 juli 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor de uitwisseling van informatie tussen bevoegde autoriteiten bij hun samenwerking in toezichtactiviteiten, verificaties ter plaatse en onderzoeken (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 382). |
|
31bazd. |
32017 R 0587: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/587 van de Commissie van 14 juli 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten in financiële instrumenten met technische reguleringsnormen inzake transparantievereisten voor handelsplatformen en beleggingsondernemingen met betrekking tot aandelen, representatieve certificaten, beursverhandelde fondsen, certificaten en andere soortgelijke financiële instrumenten en inzake de verplichting tot uitvoering van transacties in bepaalde aandelen op een handelsplatform of door een beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 387). |
|
31baze. |
32017 R 0588: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/588 van de Commissie van 14 juli 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van technische reguleringsnormen met betrekking tot de verhandelingseenheidregeling voor aandelen, representatieve certificaten en beursverhandelde fondsen (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 411). |
|
31bazf. |
32017 R 0589: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/589 van de Commissie van 19 juli 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen tot specificering van de organisatorische vereisten voor beleggingsondernemingen die zich met algoritmische handel bezighouden (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 417). |
|
31bazg. |
32017 R 0590: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/590 van de Commissie van 28 juli 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor de melding van transacties aan de bevoegde autoriteiten (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 449). De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van de EER-overeenkomst als volgt aangepast:
|
|
31bazh. |
32017 R 0591: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/591 van de Commissie van 1 december 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor de toepassing van positielimieten op grondstoffenderivaten (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 479). |
|
31bazi. |
32017 R 0592: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/592 van de Commissie van 1 december 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor de criteria om uit te maken wanneer een activiteit moet worden aangemerkt als een nevenactiviteit van het hoofdbedrijf (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 492). |
|
31bazj. |
32017 L 0593: Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2017/593 van de Commissie van 7 april 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het vrijwaren van financiële instrumenten en geldmiddelen die aan cliënten toebehoren, productgovernanceverplichtingen en de regels die van toepassing zijn op het betalen of het ontvangen van provisies, commissies en geldelijke of niet-geldelijke tegemoetkomingen (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 500). |
|
31bazk. |
32017 R 0953: Uitvoeringsverordening (EU) 2017/953 van de Commissie van 6 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot het formaat en het tijdschema voor positierapporten van beleggingsondernemingen en marktexploitanten van handelsplatformen overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten voor financiële instrumenten (PB L 144 van 7.6.2017, blz. 12). |
|
31bazl. |
32017 R 0980: Uitvoeringsverordening (EU) 2017/980 van de Commissie van 7 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates en procedures voor samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten bij toezichtsactiviteiten, verificatie ter plaatse of onderzoek en de uitwisseling van informatie in overeenstemming met Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (PB L 148 van 10.6.2017, blz. 3). |
|
31bazm. |
32017 R 0981: Uitvoeringsverordening (EU) 2017/981 van de Commissie van 7 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates en procedures voor de raadpleging van andere bevoegde autoriteiten voordat een vergunning wordt verleend overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (PB L 148 van 10.6.2017, blz. 16). |
|
31bazn. |
32017 R 0988: Uitvoeringsverordening (EU) 2017/988 van de Commissie van 6 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de standaardformulieren, templates en procedures voor de samenwerkingsregelingen ten aanzien van een handelsplatform waarvan de werkzaamheden van aanzienlijk belang zijn geworden in een lidstaat van ontvangst (PB L 149 van 13.6.2017, blz. 3). |
|
31bazo. |
32017 R 1005: Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1005 van de Commissie van 15 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot het formaat en de timing van de mededelingen en de bekendmaking van de schorsing en uitsluiting van financiële instrumenten, overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad, op markten voor financiële instrumenten (PB L 153 van 16.6.2017, blz. 1). |
|
31bazp. |
32017 R 1018: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1018 van de Commissie van 29 juni 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten voor financiële instrumenten met technische reguleringsnormen ter specificatie van de informatie die door beleggingsondernemingen, marktexploitanten en kredietinstellingen moet worden verstrekt (PB L 155 van 17.6.2017, blz. 1), zoals gerectificeerd in PB L 292 van 10.11.2017, blz. 119. |
|
31bazq. |
32017 R 1093: Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1093 van de Commissie van 20 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot het formaat van positierapporten van beleggingsondernemingen en marktexploitanten (PB L 158 van 21.6.2017, blz. 16). |
|
31bazr. |
32017 R 1110: Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1110 van de Commissie van 22 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de standaardformulieren, templates en procedures voor de vergunningverlening aan aanbieders van datarapporteringsdiensten en desbetreffende kennisgevingen overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten voor financiële instrumenten (PB L 162 van 23.6.2017, blz. 3). |
|
31bazs. |
32017 R 1111: Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1111 van de Commissie van 22 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot procedures en formulieren voor de verstrekking van informatie over sancties en maatregelen overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (PB L 162 van 23.6.2017, blz. 14). |
|
31bazt. |
32017 R 1799: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1799 van de Commissie van 12 juni 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de vrijstelling van vereisten in verband met transparantie voor en na de handel voor bepaalde centrale banken van derde landen bij de uitvoering van het monetaire, valuta- en financiële stabiliteitsbeleid (PB L 259 van 7.10.2017, blz. 11). |
|
31bazu. |
32017 R 1943: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1943 van de Commissie van 14 juli 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen op het gebied van informatie en vereisten voor het toekennen van een vergunning aan beleggingsondernemingen (PB L 276 van 26.10.2017, blz. 4). |
|
31bazv. |
32017 R 1944: Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1944 van de Commissie van 13 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates en procedures voor het overlegproces tussen de relevante bevoegde autoriteiten in verband met de kennisgeving van een voorgenomen verwerving van een gekwalificeerde deelneming in een beleggingsonderneming overeenkomstig de Richtlijnen 2004/39/EG en 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (PB L 276 van 26.10.2017, blz. 12). |
|
31bazw. |
32017 R 1945: Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1945 van de Commissie van 19 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot kennisgevingen door en aan vergunningaanvragende en vergunninghoudende beleggingsondernemingen in overeenstemming met Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (PB L 276 van 26.10.2017, blz. 22). |
|
31bazx. |
32017 R 1946: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1946 van de Commissie van 11 juli 2017 tot aanvulling van de Richtlijnen 2004/39/EG en 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende een uitputtende lijst van informatie die kandidaat-verwervers in de kennisgeving van een voorgenomen verwerving van een gekwalificeerde deelneming in een beleggingsonderneming moeten opnemen (PB L 276 van 26.10.2017, blz. 32). |
|
31bazy. |
32017 R 2154: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2154 van de Commissie van 22 september 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting (PB L 304 van 21.11.2017, blz. 6). |
|
31bazz. |
32017 R 2194: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2194 van de Commissie van 14 augustus 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten in financiële instrumenten wat pakketorders betreft (PB L 312 van 28.11.2017, blz. 1). |
|
31bazza. |
32017 D 2238: Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2238 van de Commissie van 5 december 2017 betreffende de gelijkwaardigheid van het wettelijke en toezichtskader dat in de Verenigde Staten van Amerika overeenkomstig Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van toepassing is op designated contract markets en swap execution facilities (PB L 320 van 6.12.2017, blz. 11). |
|
31bazzb. |
32017 D 2318: Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2318 van de Commissie van 13 december 2017 betreffende de gelijkwaardigheid van het wettelijke en toezichtskader in Australië dat op financiële markten van toepassing is, in overeenstemming met Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (PB L 331 van 14.12.2017, blz. 81). |
|
31bazzc. |
32017 D 2319: Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2319 van de Commissie van 13 december 2017 betreffende de gelijkwaardigheid van het wettelijke en toezichtskader dat in de Speciale Administratieve Regio Hongkong op erkende beursbedrijven van toepassing is in overeenstemming met Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (PB L 331 van 14.12.2017, blz. 87). |
|
31bazzd. |
32017 D 2320: Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2320 van de Commissie van 13 december 2017 betreffende de gelijkwaardigheid van het wettelijk en toezichtskader van de Verenigde Staten van Amerika voor nationale effectenbeurzen en alternatieve handelssystemen in overeenstemming met Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (PB L 331 van 14.12.2017, blz. 94). |
|
31bazze. |
32017 R 2382: Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2382 van de Commissie van 14 december 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates en procedures voor de toezending van informatie overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU (PB L 340 van 20.12.2017, blz. 6), zoals gerectificeerd in PB L 33 van 7.2.2018, blz. 5. |
|
31bazzf. |
32017 R 2417: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2417 van de Commissie van 17 november 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten in financiële instrumenten met technische reguleringsnormen betreffende de handelsverplichting voor bepaalde derivaten (PB L 343 van 22.12.2017, blz. 48). |
|
31bazzg. |
32017 D 2441: Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2441 van de Commissie van 21 december 2017 betreffende de gelijkwaardigheid van het wettelijk en toezichtkader dat van toepassing is op effectenbeurzen in Zwitserland in overeenstemming met Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (PB L 344 van 23.12.2017, blz. 52).” |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2016/2020, (EU) 2016/2021, (EU) 2016/2022, (EU) 2017/565, (EU) 2017/566, (EU) 2017/567, (EU) 2017/568, (EU) 2017/569, (EU) 2017/570, (EU) 2017/571, (EU) 2017/572, (EU) 2017/573, (EU) 2017/574, (EU) 2017/575, (EU) 2017/576, (EU) 2017/577, (EU) 2017/578, (EU) 2017/579, (EU) 2017/580, (EU) 2017/581, (EU) 2017/582, (EU) 2017/583, (EU) 2017/584, (EU) 2017/585, (EU) 2017/586, (EU) 2017/587, (EU) 2017/588, (EU) 2017/589, (EU) 2017/590, (EU) 2017/591, (EU) 2017/592, (EU) 2017/1018, (EU) 2017/1799, (EU) 2017/1943, (EU) 2017/1946, (EU) 2017/2154, (EU) 2017/2194, (EU) 2017/2417 en (EU) 2018/63, de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2016/824, (EU) 2017/953, (EU) 2017/980, (EU) 2017/981, (EU) 2017/988, (EU) 2017/1005, (EU) 2017/1093, (EU) 2017/1110, (EU) 2017/1111, (EU) 2017/1944, (EU) 2017/1945 en (EU) 2017/2382, Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2017/593 en de Uitvoeringsbesluiten (EU) 2017/2238, (EU) 2017/2318, (EU) 2017/2319, (EU) 2017/2320 en (EU) 2017/2441 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 30 maart 2019, of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 78/2019 van het Gemengd Comité van de EER van 29 maart 2019 (58), indien dat later is, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (59).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 29 maart 2019.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Claude MAERTEN
(1) PB L 313 van 19.11.2016, blz. 2.
(2) PB L 313 van 19.11.2016, blz. 6.
(3) PB L 313 van 19.11.2016, blz. 11.
(4) PB L 87 van 31.3.2017, blz. 1.
(5) PB L 87 van 31.3.2017, blz. 84.
(6) PB L 87 van 31.3.2017, blz. 90.
(7) PB L 87 van 31.3.2017, blz. 117.
(8) PB L 87 van 31.3.2017, blz. 122.
(9) PB L 87 van 31.3.2017, blz. 124.
(10) PB L 87 van 31.3.2017, blz. 126.
(11) PB L 87 van 31.3.2017, blz. 142.
(12) PB L 87 van 31.3.2017, blz. 145.
(13) PB L 87 van 31.3.2017, blz. 148.
(14) PB L 87 van 31.3.2017, blz. 152.
(15) PB L 87 van 31.3.2017, blz. 166.
(16) PB L 87 van 31.3.2017, blz. 174.
(17) PB L 87 van 31.3.2017, blz. 183.
(18) PB L 87 van 31.3.2017, blz. 189.
(19) PB L 87 van 31.3.2017, blz. 193.
(20) PB L 87 van 31.3.2017, blz. 212.
(21) PB L 87 van 31.3.2017, blz. 224.
(22) PB L 87 van 31.3.2017, blz. 229.
(23) PB L 87 van 31.3.2017, blz. 350.
(24) PB L 87 van 31.3.2017, blz. 368.
(25) PB L 87 van 31.3.2017, blz. 382.
(26) PB L 87 van 31.3.2017, blz. 387.
(27) PB L 87 van 31.3.2017, blz. 411.
(28) PB L 87 van 31.3.2017, blz. 417.
(29) PB L 87 van 31.3.2017, blz. 449.
(30) PB L 87 van 31.3.2017, blz. 479.
(31) PB L 87 van 31.3.2017, blz. 492.
(32) PB L 155 van 17.6.2017, blz. 1.
(33) PB L 259 van 7.10.2017, blz. 11.
(34) PB L 276 van 26.10.2017, blz. 4.
(35) PB L 276 van 26.10.2017, blz. 32.
(36) PB L 304 van 21.11.2017, blz. 6.
(37) PB L 312 van 28.11.2017, blz. 1.
(38) PB L 343 van 22.12.2017, blz. 48.
(39) PB L 12 van 17.1.2018, blz. 2.
(40) PB L 137 van 26.5.2016, blz. 10.
(41) PB L 144 van 7.6.2017, blz. 12.
(42) PB L 148 van 10.6.2017, blz. 3.
(43) PB L 148 van 10.6.2017, blz. 16.
(44) PB L 149 van 13.6.2017, blz. 3.
(45) PB L 153 van 16.6.2017, blz. 1.
(46) PB L 158 van 21.6.2017, blz. 16.
(47) PB L 162 van 23.6.2017, blz. 3.
(48) PB L 162 van 23.6.2017, blz. 14.
(49) PB L 276 van 26.10.2017, blz. 12.
(50) PB L 276 van 26.10.2017, blz. 22.
(51) PB L 340 van 20.12.2017, blz. 6.
(52) PB L 87 van 31.3.2017, blz. 500.
(53) PB L 320 van 6.12.2017, blz. 11.
(54) PB L 331 van 14.12.2017, blz. 81.
(55) PB L 331 van 14.12.2017, blz. 87.
(56) PB L 331 van 14.12.2017, blz. 94.
(57) PB L 344 van 23.12.2017, blz. 52.
(58) Zie bladzijde 142 van dit Publicatieblad.
(59) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.