ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 206

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

62e jaargang
6 augustus 2019


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

 

*

Besluit (EU) 2019/1320 van de Raad van 18 juli 2019 betreffende de ondertekening, namens de Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en Oekraïne tot wijziging van de handelspreferenties voor vlees van pluimvee en bereidingen daarvan, waarin wordt voorzien door de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds

1

 

 

Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en Oekraïne tot wijziging van de handelspreferenties voor vlees van pluimvee en bereidingen daarvan, waarin wordt voorzien door de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds

3

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1321 van de Commissie van 23 juli 2019 tot goedkeuring van een wijziging van het productdossier van een beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding Contea di Sclafani (BOB)

9

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1322 van de Commissie van 26 juli 2019 tot verlening van de in artikel 99 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde bescherming aan de naam El Vicario (BOB)

11

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1323 van de Commissie van 2 augustus 2019 inzake uitzonderlijke marktondersteuningsmaatregelen voor de sectoren eieren en pluimveevlees in Italië

12

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1324 van de Commissie van 5 augustus 2019 tot verlening van een vergunning voor een preparaat van endo-1,4-β-xylanase, geproduceerd door Bacillus subtilis LMG S-27588, als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen of opfokleghennen, mestkalkoenen of opfokkalkoenen, pluimvee van minder gangbare soorten, gehouden om te worden gemest of om tot legvogel of voor fokdoeleinden te worden opgefokt, gespeende biggen, mestvarkens en minder gangbare varkenssoorten (vergunninghouder Puratos) ( 1 )

18

 

 

BESLUITEN

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1325 van de Commissie van 27 mei 2019 tot verlening van een door het Verenigd Koninkrijk voor Noord-Ierland gevraagde afwijking krachtens Richtlijn 91/676/EEG van de Raad inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2019) 3816)

21

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1326 van de Commissie van 5 augustus 2019 inzake de ter ondersteuning van Richtlijn 2014/30/EU van het Europees Parlement en de Raad opgestelde geharmoniseerde normen voor elektromagnetische compatibiliteit

27

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1327 van de Commissie van 5 augustus 2019 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met Afrikaanse varkenspest in sommige lidstaten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2019) 5958)  ( 1 )

31

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

6.8.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 206/1


BESLUIT (EU) 2019/1320 VAN DE RAAD

van 18 juli 2019

betreffende de ondertekening, namens de Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en Oekraïne tot wijziging van de handelspreferenties voor vlees van pluimvee en bereidingen daarvan, waarin wordt voorzien door de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, juncto artikel 218, lid 5,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (1) (de “Associatieovereenkomst”), is op 1 september 2017 in werking getreden.

(2)

Een nieuw type deelstuk van pluimvee bestaat uit een traditionele borstkap met daaraan de opperarmbenen van de vleugels bevestigd, en kan na minimale transformatie in de Unie als borst van pluimvee in de Unie in de handel worden gebracht. De onbeperkte invoer van dergelijke deelstukken, waarvan in 2018 uit Oekraïne 55 500 ton is ingevoerd, dreigt bijgevolg de voorwaarden waaronder traditionele delen van borsten van pluimvee uit hoofde van de Associatieovereenkomst in de Unie mogen worden ingevoerd, met name de kwantitatieve beperkingen in de vorm van een tariefcontingent, te ondermijnen.

(3)

Op 20 december 2018 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om met Oekraïne onderhandelingen aan te knopen om een oplossing te vinden door de handelspreferenties voor vlees van pluimvee en bereidingen daarvan waarin de Associatieovereenkomst voorziet, te wijzigen. Die onderhandelingen zijn op 19 maart 2019 met succes afgerond.

(4)

De overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en Oekraïne tot wijziging van de handelspreferenties voor vlees van pluimvee en bereidingen daarvan, waarin wordt voorzien door de Associatieovereenkomst (de “overeenkomst in de vorm van een briefwisseling”), dient namens de Unie te worden ondertekend, onder voorbehoud van de sluiting ervan.

(5)

Om het risico van een mogelijk onbeperkte rechtenvrije invoer van die deelstukken van pluimvee snel uit te sluiten, moet de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling voorlopig worden toegepast,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Er wordt machtiging verleend tot de ondertekening, namens de Unie, van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en Oekraïne tot wijziging van de handelspreferenties voor vlees van pluimvee en bereidingen daarvan, waarin wordt voorzien door de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, onder voorbehoud van de sluiting van die overeenkomst in de vorm van een briefwisseling.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wijst de persoon (personen) aan die gemachtigd is (zijn) om namens de Unie de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling te ondertekenen.

Artikel 3

In afwachting van de inwerkingtreding ervan wordt de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling voorlopig toegepast vanaf de eerste dag van de maand na de datum van ontvangst door de in artikel 484 van de Associatieovereenkomst bedoelde depositaris van:

de kennisgeving van de Unie dat de voor dit doel vereiste procedures zijn voltooid, en

de kennisgeving door Oekraïne dat de ratificatie overeenkomstig zijn procedures en toepasselijke wetgeving is voltooid,

naargelang welke datum de laatste is.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 18 juli 2019.

Voor de Raad

De voorzitter

T. TUPPURAINEN


(1)  PB L 161 van 29.5.2014, blz. 3.


6.8.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 206/3


OVEREENKOMST

in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en Oekraïne tot wijziging van de handelspreferenties voor vlees van pluimvee en bereidingen daarvan, waarin wordt voorzien door de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds

A.   Brief van de Europese Unie

Excellentie,

Ik heb de eer te verwijzen naar de onderhandelingen tussen de Europese Unie en Oekraïne (de “Partijen”) betreffende de handelspreferenties voor soorten vlees van pluimvee en bereidingen daarvan, die op 19 maart 2019 zijn afgerond.

Die onderhandelingen hebben tot de volgende overeenkomst geleid:

1)

In punt A van het Aanhangsel van bijlage I-A bij titel IV, hoofdstuk 1, van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (de “Associatieovereenkomst”), wordt de vermelding voor “Vlees van pluimvee en bereidingen daarvan” vervangen door:

Vlees van pluimvee en bereidingen daarvan

0207 11 (30-90)

0207 12 (10-90)

0207 13 (10-20-30-50-60-70-99) (*1)

0207 14 (10-20-30-50-60-70-99) (*1)

0207 24 (10-90)

0207 25 (10-90)

0207 26 (10-20-30-50-60-70-80-99)

0207 27 (10-20-30-50-60-70-80-99)

0207 32 (15-19-51-59-90)

0207 33 (11-19-59-90)

0207 35 (11-15-21-23-25-31-41-51-53-61-63-71-79-99)

0207 36 (11-15-21-23-31-41-51-53-61-63-79-90)

0210 99 (39)

1602 31 (11-19-30-90)

1602 32 (11-19-30-90)

1602 39 (21)

50 000 ton/jaar, uitgedrukt in nettogewicht + 18 400 ton/jaar, uitgedrukt in nettogewicht, met een verhoging van 800 ton/jaar, uitgedrukt in nettogewicht, in 2020 en in 2021

+ 20 000 ton/jaar, uitgedrukt in nettogewicht (voor GN-code 0207 12 (10-90))

2)

In de tarieflijsten van de EU in bijlage I-A bij titel IV, hoofdstuk 1, van de Associatieovereenkomst wordt de tekst in de vierde kolom (“Faseringscategorie”) vervangen door “50 000 ton/jaar, uitgedrukt in nettogewicht + 18 400 ton/jaar, uitgedrukt in nettogewicht, met een verhoging van 800 ton/jaar, uitgedrukt in nettogewicht, in 2020 en in 2021” voor de volgende tariefposten van de GN 2008:

 

0207 11 (30-90)

 

0207 13 (10-20-30-50-60-70-99)

 

0207 14 (10-20-30-50-60-70-99)

 

0207 24 (10-90)

 

0207 25 (10-90)

 

0207 26 (10-20-30-50-60-70-80-99)

 

0207 27 (10-20-30-50-60-70-80-99)

 

0207 32 (15-19-51-59-90)

 

0207 33 (11-19-59-90)

 

0207 35 (11-15-21-23-25-31-41-51-53-61-63-71-79-99)

 

0207 36 (11-15-21-23-31-41-51-53-61-63-79-90)

 

0210 99 (39)

 

1602 31 (11-19-30-90)

 

1602 32 (11-19-30-90)

 

1602 39 (21)

3)

In de tarieflijsten van de EU in bijlage I-A bij titel IV, hoofdstuk 1, van de Associatieovereenkomst wordt de tekst in de vierde kolom (“Faseringscategorie”) voor tariefpost 0207 12 (10 90) van de GN 2008 vervangen door “50 000 ton/jaar, uitgedrukt in nettogewicht + 18 400 ton/jaar, uitgedrukt in nettogewicht, met een verhoging van 800 ton/jaar, uitgedrukt in nettogewicht, in 2020 en in 2021 + 20 000 ton/jaar, uitgedrukt in nettogewicht”.

4)

Voor het resterende deel van het kalenderjaar waarin deze overeenkomst in de vorm van een briefwisseling in werking treedt, wordt de extra hoeveelheid van 50 000 ton die moet worden toegevoegd aan het bestaande contingent voor vlees van pluimvee en bereidingen daarvan, als vastgesteld in de Associatieovereenkomst, naar evenredigheid berekend.

5)

Het meestbegunstigingsrecht van 100,8 EUR/100 kg netto dat voor de tariefposten 0207 13 70 en 0207 14 70 is vastgesteld in de tarieflijsten van de EU in bijlage I-A bij titel IV, hoofdstuk 1, van de Associatieovereenkomst, is van toepassing op de invoer boven het in punt 1 bedoelde totale tariefcontingent voor vlees van pluimvee en bereidingen daarvan.

Deze overeenkomst in de vorm van een briefwisseling treedt in werking op de eerste dag van de maand na de datum van ontvangst van de laatste kennisgeving van de partijen door de in artikel 484 van de Associatieovereenkomst bedoelde depositaris.

In afwachting van de inwerkingtreding ervan wordt deze overeenkomst in de vorm van een briefwisseling voorlopig toegepast vanaf de eerste dag van de maand na de datum van ontvangst door de in artikel 484 van de Associatieovereenkomst bedoelde depositaris van:

de kennisgeving van de Unie dat de voor dit doel vereiste procedures zijn voltooid, en

de kennisgeving door Oekraïne dat de ratificatie overeenkomstig zijn procedures en toepasselijke wetgeving is voltooid,

naargelang welke datum de laatste is.

Ik verzoek u te willen bevestigen dat Oekraïne met het bovenstaande instemt.

Met de meeste hoogachting,

Съставено в Киев на тридесети юли две хиляди и деветнадесета година.

Hecho en Kiev, el treinta de julio de dos mil diecinueve.

V Kyjevě dne třicátého července dva tisíce devatenáct.

Udfærdiget i Kiev, den tredivte juli to tusind og nitten.

Geschehen zu Kiew am dreißigsten Juli zweitausendneunzehn.

Kahe tuhande üheksateistkümnenda aasta juulikuu kolmekümnendal päeval Kiievis.

Έγινε στο Κίεβο την τριακοστή ημέρα του Ιουλίου του έτους δύο χιλιάδες δεκαεννέα.

Done at Kyiv on the thirtieth day of July in the year two thousand and nineteen.

Fait à Kiev, le trente juillet de l'année deux mille dix-neuf.

Sastavljeno u Kijevu tridesetog srpnja dvije tisuće devetnaeste.

Fatto a Kiev, addì trenta luglio duemiladiciannove.

Kijevā, divi tūkstoši deviņpadsmitā gada trīsdesmitajā jūlijā.

Priimta Kijeve du tūkstančiai devynioliktų metų liepos trisdešimtą dieną.

Kelt Kijevben, a kétezertizenkilencedik év július havának harmincadik napján.

Magħmul f'Kiev fit-tletin jum ta' Lulju fis-sena elfejn u dsatax.

Gedaan te Kiev, dertig juli tweeduizend negentien.

Sporządzono w Kijowie dnia trzydziestego lipca dwa tysiące dziewiętnastego roku.

Feito em Kiev, aos treze dias do mês de julho do ano dois mil e dezanove.

Întocmit la Kiev la treizeci iulie în anul două mii nouăsprezece.

V Kyjeve tridsiateho júla dvetisícdevätnásť.

V Kijevu, dne tridesetega julija leta dva tisoč devetnajst.

Tehty Kiovassa kolmantenakymmenentenä päivänä heinäkuuta vuonna kaksituhattayhdeksäntoista.

Utfärdat i Kiev den trettionde juli år tjugohundranitton.

Учинено в Києві тридцятого липня дві тисячі дев'ятнадцятого року.

За Европейския съюз

Роr la Unión Europea

Za Evropskou unii

For Den Europæiske Union

Für die Europäische Union

Euroopa Liidu nimel

Για την Ευρωπαϊκή Ένωση

For the European Union

Pour l'Union européenne

Za Europsku uniju

Per l'Unione europea

Eiropas Savienības vārdā –

Europos Sąjungos vardu

Az Európai Unió részéről

Għall-Unjoni Ewropea

Voor de Europese Unie

W imieniu Unii Europejskiej

Pela União Europeia

Pentru Uniunea Europeană

Za Európsku úniu

Za Evropsko unijo

Euroopan unionin puolesta

För Europeiska unionen

За ЄвропейськийСоюз

Image 1

B.   Brief van Oekraïne

Excellentie,

Ik heb de eer u de ontvangst te bevestigen van uw brief van heden betreffende de handelspreferenties voor soorten vlees van pluimvee en bereidingen daarvan, die als volgt luidt:

“Ik heb de eer te verwijzen naar de onderhandelingen tussen de Europese Unie en Oekraïne (de “Partijen”) betreffende de handelspreferenties voor bepaalde soorten vlees van pluimvee en bereidingen daarvan, die op 19 maart 2019 zijn afgerond.

Die onderhandelingen hebben tot de volgende overeenkomst geleid:

1)

In punt A van het Aanhangsel van bijlage I-A bij titel IV, hoofdstuk 1, van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (de “Associatieovereenkomst”), wordt de vermelding voor “Vlees van pluimvee en bereidingen daarvan” vervangen door:

Vlees van pluimvee en bereidingen daarvan

0207 11 (30-90)

0207 12 (10-90)

0207 13 (10-20-30-50-60-70-99) (*2)

0207 14 (10-20-30-50-60-70-99) (*2)

0207 24 (10-90)

0207 25 (10-90)

0207 26 (10-20-30-50-60-70-80-99)

0207 27 (10-20-30-50-60-70-80-99)

0207 32 (15-19-51-59-90)

0207 33 (11-19-59-90)

0207 35 (11-15-21-23-25-31-41-51-53-61-63-71-79-99)

0207 36 (11-15-21-23-31-41-51-53-61-63-79-90)

0210 99 (39)

1602 31 (11-19-30-90)

1602 32 (11-19-30-90)

1602 39 (21)

50 000 ton/jaar, uitgedrukt in nettogewicht + 18 400 ton/jaar, uitgedrukt in nettogewicht, met een verhoging van 800 ton/jaar, uitgedrukt in nettogewicht, in 2020 en in 2021

+ 20 000 ton/jaar, uitgedrukt in nettogewicht (voor GN-code 0207 12 (10-90))

2)

In de tarieflijsten van de EU in bijlage I-A bij titel IV, hoofdstuk 1, van de Associatieovereenkomst wordt de tekst in de vierde kolom (“Faseringscategorie”) vervangen door “50 000 ton/jaar, uitgedrukt in nettogewicht + 18 400 ton/jaar, uitgedrukt in nettogewicht, met een verhoging van 800 ton/jaar, uitgedrukt in nettogewicht, in 2020 en in 2021” voor de volgende tariefposten van de GN 2008:

 

0207 11 (30-90)

 

0207 13 (10-20-30-50-60-70-99)

 

0207 14 (10-20-30-50-60-70-99)

 

0207 24 (10-90)

 

0207 25 (10-90)

 

0207 26 (10-20-30-50-60-70-80-99)

 

0207 27 (10-20-30-50-60-70-80-99)

 

0207 32 (15-19-51-59-90)

 

0207 33 (11-19-59-90)

 

0207 35 (11-15-21-23-25-31-41-51-53-61-63-71-79-99)

 

0207 36 (11-15-21-23-31-41-51-53-61-63-79-90)

 

0210 99 (39)

 

1602 31 (11-19-30-90)

 

1602 32 (11-19-30-90)

 

1602 39 (21)

3)

In de tarieflijsten van de EU in bijlage I-A bij titel IV, hoofdstuk 1, van de Associatieovereenkomst wordt de tekst in de vierde kolom (“Faseringscategorie”) voor tariefpost 0207 12 (10 90) van de GN 2008 vervangen door “50 000 ton/jaar, uitgedrukt in nettogewicht + 18 400 ton/jaar, uitgedrukt in nettogewicht, met een verhoging van 800 ton/jaar, uitgedrukt in nettogewicht, in 2020 en in 2021 + 20 000 ton/jaar, uitgedrukt in nettogewicht”.

4)

Voor het resterende deel van het kalenderjaar waarin deze overeenkomst in de vorm van een briefwisseling in werking treedt, wordt de extra hoeveelheid van 50 000 ton die moet worden toegevoegd aan het bestaande contingent voor vlees van pluimvee en bereidingen daarvan, als vastgesteld in de Associatieovereenkomst, naar evenredigheid berekend.

5)

Het meestbegunstigingsrecht van 100,8 EUR/100 kg netto dat voor de tariefposten 0207 13 70 en 0207 14 70 is vastgesteld in de tarieflijsten van de EU in bijlage I-A bij titel IV, hoofdstuk 1, van de Associatieovereenkomst, is van toepassing op de invoer boven het in punt 1 bedoelde totale tariefcontingent voor vlees van pluimvee en bereidingen daarvan.

Deze overeenkomst in de vorm van een briefwisseling treedt in werking op de eerste dag van de maand na de datum van ontvangst van de laatste kennisgeving van de partijen door de in artikel 484 van de Associatieovereenkomst bedoelde depositaris.

In afwachting van de inwerkingtreding ervan wordt deze overeenkomst in de vorm van een briefwisseling voorlopig toegepast vanaf de eerste dag van de maand na de datum van ontvangst door de in artikel 484 van de Associatieovereenkomst bedoelde depositaris van:

de kennisgeving van de Unie dat de voor dit doel vereiste procedures zijn voltooid, en

de kennisgeving door Oekraïne dat de ratificatie overeenkomstig zijn procedures en toepasselijke wetgeving is voltooid,

naargelang welke datum de laatste is.”.

Ik heb de eer u te bevestigen dat het bovenstaande voor Oekraïne aanvaardbaar is en dat uw brief en deze brief, overeenkomstig uw voorstel, een overeenkomst vormen.

Met de meeste hoogachting,

Учинено в Києві тридцятого липня дві тисячі дев'ятнадцятого року.

Съставено в Киев на тридесети юли две хиляди и деветнадесета година.

Hecho en Kiev, el treinta de julio de dos mil diecinueve.

V Kyjevě dne třicátého července dva tisíce devatenáct.

Udfærdiget i Kiev, den tredivte juli to tusind og nitten.

Geschehen zu Kiew am dreißigsten Juli zweitausendneunzehn.

Kahe tuhande üheksateistkümnenda aasta juulikuu kolmekümnendal päeval Kiievis.

Έγινε στο Κίεβο την τριακοστή ημέρα του Ιουλίου του έτους δύο χιλιάδες δεκαεννέα.

Done at Kyiv on the thirtieth day of July in the year two thousand and nineteen.

Fait à Kiev, le trente juillet de l'année deux mille dix-neuf.

Sastavljeno u Kijevu tridesetog srpnja dvije tisuće devetnaeste.

Fatto a Kiev, addì trenta luglio duemiladiciannove.

Kijevā, divi tūkstoši deviņpadsmitā gada trīsdesmitajā jūlijā.

Priimta Kijeve du tūkstančiai devynioliktų metų liepos trisdešimtą dieną.

Kelt Kijevben, a kétezertizenkilencedik év július havának harmincadik napján.

Magħmul f'Kiev fit-tletin jum ta' Lulju fis-sena elfejn u dsatax.

Gedaan te Kiev, dertig juli tweeduizend negentien.

Sporządzono w Kijowie dnia trzydziestego lipca dwa tysiące dziewiętnastego roku.

Feito em Kiev, aos treze dias do mês de julho do ano dois mil e dezanove.

Întocmit la Kiev la treizeci iulie în anul două mii nouăsprezece.

V Kyjeve tridsiateho júla dvetisícdevätnásť.

V Kijevu, dne tridesetega julija leta dva tisoč devetnajst.

Tehty Kiovassa kolmantenakymmenentenä päivänä heinäkuuta vuonna kaksituhattayhdeksäntoista.

Utfärdat i Kiev den trettionde juli år tjugohundranitton.

За Украϊну

За Украйна

Por Ucrania

Za Ukrajinu

For Ukraine

Für die Ukraine

Ukraina nimel

Για την Ουκρανία

For Ukraine

Pour l'Ukraine

Za Ukrajinu

Per l'Ucraina

Ukrainas vārdā

Ukrainos vardu

Ukrajna részéről

Għall-Ukrajna

Voor Oekraïne

W imieniu Ukrainy

Pela Ucrânia

Pentru Ucraina

Za Ukrajinu

Za Ukrajino

Ukrainan puolesta

På Ukrainas vägnar

Image 2


(*1)  Voor alle duidelijkheid: de tariefposten 0207 13 70 en 0207 14 70 in de tarieflijsten van de EU in bijlage I-A bij titel IV, hoofdstuk 1, van de Associatieovereenkomst zijn onderworpen aan het tariefcontingent in de derde kolom (“Hoeveelheid”).

(*2)  Voor alle duidelijkheid: de tariefposten 0207 13 70 en 0207 14 70 in de tarieflijsten van de EU in bijlage I-A bij titel IV, hoofdstuk 1, van de Associatieovereenkomst zijn onderworpen aan het tariefcontingent in de derde kolom (“Hoeveelheid”).


VERORDENINGEN

6.8.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 206/9


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/1321 VAN DE COMMISSIE

van 23 juli 2019

tot goedkeuring van een wijziging van het productdossier van een beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding “Contea di Sclafani” (BOB)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 99,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Commissie heeft de door Italië overeenkomstig artikel 105 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 ingediende aanvraag tot goedkeuring van een wijziging van het productdossier van de beschermde oorsprongsbenaming “Contea di Sclafani” onderzocht. Er wordt onder meer gevraagd om de naam “Contea di Sclafani” te wijzigen in “Contea di Sclafani”/“Valledolmo — Contea di Sclafani”.

(2)

Overeenkomstig artikel 97, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 heeft de Commissie de aanvraag tot goedkeuring van een wijziging van het productdossier bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (2).

(3)

Bij de Commissie zijn geen bezwaren ingediend op grond van artikel 98 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

(4)

De wijziging van het productdossier moet daarom worden goedgekeurd overeenkomstig artikel 99 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte wijziging van het productdossier met betrekking tot de naam “Contea di Sclafani” (BOB) wordt goedgekeurd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 juli 2019.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Phil HOGAN

Lid van de Commissie


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB C 76 van 1.3.2019, blz. 3.


6.8.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 206/11


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/1322 VAN DE COMMISSIE

van 26 juli 2019

tot verlening van de in artikel 99 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde bescherming aan de naam “El Vicario” (BOB)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 99,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 97, leden 2 en 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 heeft de Commissie de aanvraag van Spanje tot registratie van de naam “El Vicario” onderzocht en in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt (2).

(2)

Bij de Commissie zijn geen bezwaren ingediend overeenkomstig artikel 98 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

(3)

De naam “El Vicario” moet overeenkomstig artikel 99 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 worden beschermd en moet worden ingeschreven in het in artikel 104 van die verordening bedoelde register.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De naam “El Vicario” (BOB) wordt beschermd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 juli 2019.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Phil HOGAN

Lid van de Commissie


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB C 106 van 20.3.2019, blz. 12.


6.8.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 206/12


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/1323 VAN DE COMMISSIE

van 2 augustus 2019

inzake uitzonderlijke marktondersteuningsmaatregelen voor de sectoren eieren en pluimveevlees in Italië

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 220, lid 1, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Tussen 1 oktober 2017 en 30 juni 2018 heeft Italië 45 uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5 bevestigd en gemeld. De getroffen soorten zijn eenden, kalkoenen, parelhoenders en Gallus domesticus.

(2)

Italië heeft onmiddellijk en op efficiënte wijze alle noodzakelijke diergezondheids- en veterinaire maatregelen genomen die overeenkomstig Richtlijn 2005/94/EG van de Raad (2) vereist waren.

(3)

Met name heeft Italië bestrijdings-, monitoring- en voorzorgsmaatregelen genomen en beschermings- en toezichtsgebieden (hierna “gereglementeerde gebieden” genoemd) ingesteld op grond van de Uitvoeringsbesluiten (EU) 2017/1845 (3), (EU) 2017/1930 (4), (EU) 2017/1969 (5), (EU) 2017/2000 (6), (EU) 2017/2175 (7), (EU) 2017/2289 (8), (EU) 2017/2412 (9), (EU) 2018/342 (10), (EU) 2018/418 (11) en (EU) 2018/510 (12) van de Commissie.

(4)

Italië heeft de Commissie ervan in kennis gesteld dat de noodzakelijke gezondheids- en veterinaire maatregelen die werden genomen om de ziekte in te dammen en uit te roeien, nadelig waren voor een zeer groot aantal marktdeelnemers en dat die marktdeelnemers inkomstenverliezen hebben geleden die niet in aanmerking komen voor een financiële bijdrage van de Unie op grond van Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad (13).

(5)

Op 28 januari 2019 heeft de Commissie van Italië een formeel verzoek op grond van artikel 220, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 ontvangen tot cofinanciering van bepaalde uitzonderlijke maatregelen voor de tussen 1 oktober 2017 en 30 juni 2018 bevestigde uitbraken. Op 19 februari 2019, 28 februari 2019, 1 april 2019, 30 mei 2019 en 12 juni 2019 hebben de Italiaanse autoriteiten hun verzoek verduidelijkt en gedocumenteerd.

(6)

Als gevolg van de in overweging 3 bedoelde diergezondheids- en veterinaire maatregelen werden de stilleggingsperioden verlengd, was de plaatsing van vogels verboden en werden verplaatsingen beperkt op alle soorten pluimveehouderijen in de gereglementeerde gebieden die waren ingesteld naar aanleiding van uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5. Het ging daarbij om de volgende soorten: eenden, kalkoenen, parelhoenders en Gallus domesticus. Dit heeft in deze bedrijven tot verliezen bij de productie van broedeieren, consumptie-eieren, levende dieren en pluimveevlees geleid. Het is dan ook passend de verliezen wegens de vernietiging en verwerking van eieren en wegens de niet-productie van dieren, een langere vetmestperiode of ruiming te compenseren.

(7)

Overeenkomstig artikel 220, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 cofinanciert de Unie 50 % van de uitgaven van Italië voor de uitzonderlijke marktondersteuningsmaatregelen. Na doorlichting van het verzoek van Italië in verband met de tussen 1 oktober 2017 en 30 juni 2018 bevestigde uitbraken moet de Commissie de maximumhoeveelheden vaststellen die per uitzonderlijke marktondersteuningsmaatregel in aanmerking komen voor financiering.

(8)

Om elk risico op overcompensatie te voorkomen, moet het forfaitaire bedrag van de cofinanciering op technische en economische studies of op boekhoudkundige documenten worden gebaseerd en worden vastgesteld op een niveau dat voor elk dier en product passend is naargelang van de categorie waartoe zij behoren.

(9)

Om elk risico van dubbele financiering uit te sluiten, mogen de geleden verliezen niet zijn gecompenseerd door middel van staatssteun of via een verzekering en moet de cofinanciering van de Unie in het kader van deze verordening beperkt blijven tot subsidiabele dieren en producten waarvoor geen financiële bijdrage van de Unie is ontvangen in het kader van Verordening (EU) nr. 652/2014.

(10)

De reikwijdte en de duur van de uitzonderlijke marktondersteuningsmaatregelen waarin deze verordening voorziet, moeten beperkt blijven tot hetgeen strikt noodzakelijk is om de markt te ondersteunen. Met name mogen de uitzonderlijke marktondersteuningsmaatregelen alleen van toepassing zijn op de productie van eieren en pluimvee in de bedrijven in de gereglementeerde gebieden en voor de duur van de diergezondsheids- en veterinaire maatregelen die in de wetgeving van de Unie en van Italië zijn vastgesteld met betrekking tot de 45 uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza die zijn bevestigd tussen 1 oktober 2017 en 30 juni 2018, en met betrekking tot de respectieve gereglementeerde gebieden.

(11)

Om voor de nodige flexibiliteit te zorgen in het geval dat de voor compensatie in aanmerking komende aantallen eieren of dieren verschillen van de in deze verordening vastgestelde maximale aantallen, die zijn gebaseerd op ramingen, kan de compensatie binnen bepaalde grenzen worden aangepast, zolang het maximale bedrag van door de Unie gecofinancierde uitgaven in acht wordt genomen.

(12)

Met het oog op een goed budgettair beheer van deze uitzonderlijke marktondersteuningsmaatregelen mogen enkel de betalingen die Italië uiterlijk op 30 september 2020 aan de begunstigden heeft verricht, in aanmerking komen voor cofinanciering door de Unie. Artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de Commissie (14) dient niet van toepassing te zijn.

(13)

Om de subsidiabiliteit en de juistheid van de betalingen te waarborgen, moet Italië voorafgaande controles verrichten.

(14)

Italië moet de Commissie van de goedkeuring van de betalingen in kennis stellen, zodat de Unie haar financiële controles kan verrichten.

(15)

Om ervoor te zorgen dat Italië de in deze verordening vastgestelde maatregelen onmiddellijk kan toepassen, moet deze verordening in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(16)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De Unie cofinanciert 50 % van de door Italië verrichte uitgaven voor de ondersteuning van de markt van broedeieren, consumptie-eieren en pluimveevlees, die ernstig werd getroffen door de 45 uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5 die Italië tussen 1 oktober 2017 en 30 juni 2018 heeft gedetecteerd en bevestigd.

Artikel 2

De door Italië gedane uitgaven komen slechts voor cofinanciering door de Unie in aanmerking:

a)

voor de duur van de toepassing van de diergezondheids- en veterinaire maatregelen die zijn vastgesteld in de in de bijlage opgenomen wetgeving van de Unie en van Italië en die betrekking hebben op de in artikel 1 vastgestelde periode, en

b)

voor de pluimveebedrijven die zijn onderworpen aan de diergezondheids- en veterinaire maatregelen en zich bevinden in de gebieden als bedoeld in de in de bijlage opgenomen wetgeving van de Unie en van Italië (“de gereglementeerde gebieden”), en

c)

indien zij uiterlijk op 30 september 2020 door Italië aan de begunstigden zijn betaald. Artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 is niet van toepassing, en

d)

indien voor het dier of product, voor de onder a) bedoelde periode geen compensatie door middel van staatssteun of een verzekering is betaald en geen financiële bijdrage van de Unie in het kader van Verordening (EU) nr. 652/2014 is ontvangen.

Artikel 3

1.   De maximale cofinanciering van de Unie bedraagt 32 147 498 EUR en wordt als volgt uitgesplitst:

a)

voor de verliezen bij de productie van pluimvee in het gereglementeerde gebied gelden de volgende forfaitaire bedragen:

i)

0,1050 EUR per vernietigd broedei van GN-code 0407 11 00, voor maximaal 406 355 eieren,

ii)

0,07 EUR per tot eiproduct verwerkt broedei van GN-code 0407 11 00, voor maximaal 18 211 121 eieren,

iii)

0,0167 EUR per tot eiproduct verwerkt ei van GN-code 0407 11 00, voor maximaal 28 730 220 eieren,

iv)

0,064 EUR per week per vleeskuiken van GN-code 0105 94 00, voor maximaal 50 390 617 dieren,

v)

0,13 EUR per week per kooileghen van GN-code 0105 94 00, voor maximaal 391 246 dieren,

vi)

0,17 EUR per week per volièreleghen van GN-code 0105 94 00, voor maximaal 1 933 867 dieren,

vii)

0,045 EUR per week per jonge kooikip van GN-code 0105 94 00, voor maximaal 185 900 dieren,

viii)

0,055 EUR per week per jonge volièrekip van GN-code 0105 94 00, voor maximaal 265 136 dieren,

ix)

0,194 EUR per week per vleeseend van GN-code 0105 99 10, voor maximaal 140 000 dieren;

x)

0,13 EUR per week per vrouwelijke vleeskalkoen van GN-code 0105 99 30, voor maximaal 3 263 749 dieren,

xi)

0,215 EUR per week per mannelijke vleeskalkoen van GN-code 0105 99 30, voor maximaal 6 140 730 dieren,

xii)

0,1475 EUR per week per parelhoender van GN-code 0105 99 50, voor maximaal 392 869 dieren;

b)

voor de verliezen in verband met de aanpassing van de vetmestperiode wegens het verplaatsingsverbod in de gereglementeerde gebieden gelden de volgende forfaitaire bedragen per dier:

i)

0,115 EUR per week per jonge standaardkip van GN-code 0105 94 00, voor maximaal 323 784 dieren,

ii)

0,12 EUR per week per standaardvleeskuiken van GN-code 0105 94 00, voor maximaal 5 600 dieren,

iii)

3,06 EUR per reuzenkapoen van GN-code 0105 94 00, voor maximaal 2 000 dieren,

iv)

1,0534 EUR per kalkoen van GN-code 0105 99 30, voor maximaal 11 021 dieren,

v)

0,5627 EUR per week per jonge reuzenkalkoen van GN-code 0105 99 30, voor maximaal 12 662 dieren;

c)

voor de ruiming van pluimvee in de gereglementeerde gebieden gelden de volgende forfaitaire bedragen per dier:

i)

0,19 EUR per kip van GN-code 0105 11 19, voor maximaal 40 908 dieren,

ii)

0,2015 EUR per plattelandskip van GN-code 0105 11 19, voor maximaal 1 455 308 dieren,

iii)

0,565 EUR per vrouwelijke kalkoen van GN-code 0105 12 00, voor maximaal 847 257 dieren,

iv)

1,03 EUR per mannelijke kalkoen van GN-code 0105 12 00, voor maximaal 586 923 dieren;

d)

voor de verliezen bij de productie van fokdieren in de gereglementeerde gebieden gelden de volgende forfaitaire bedragen per dier:

i)

0,135 EUR per week per vleeskuiken van GN-code 0105 94 00, voor maximaal 1 621 820 dieren,

ii)

1,185 EUR per week per kalkoen van GN-code 0105 99 30, voor maximaal 128 689 dieren.

2.   Wanneer het voor compensatie in aanmerking komende aantal eieren of dieren hoger is dan het maximale aantal eieren of dieren per post als bedoeld in lid 1, kunnen de voor cofinanciering door de Unie in aanmerking komende uitgaven worden aangepast per post en verder gaan dan de bedragen die voortvloeien uit de toepassing van de maximale aantallen per post, op voorwaarde dat het totale bedrag aan aanpassingen lager blijft dan 10 % van het in lid 1 bedoelde maximumbedrag van de door de Unie gecofinancierde uitgaven.

Artikel 4

Italië verricht de administratieve en fysieke controles overeenkomstig de artikelen 58 en 59 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad (15).

Italië verifieert, met name:

a)

of de indiener van de steunaanvraag in aanmerking komt voor steun;

b)

voor elke in aanmerking komende aanvrager: de subsidiabiliteit, de hoeveelheid en de waarde van het werkelijke productieverlies;

c)

of de in aanmerking komende aanvragers geen financiering uit andere bronnen hebben ontvangen om de in artikel 2 van deze verordening bedoelde verliezen te compenseren.

Voor de in aanmerking komende aanvragers voor wie de administratieve controles zijn afgerond, kan de steun worden betaald zonder te wachten totdat alle controles zijn verricht, met name die welke zullen worden verricht bij aanvragers die voor een controle ter plaatse zijn geselecteerd.

In de gevallen waarin de subsidiabiliteit van een aanvrager niet wordt bevestigd, wordt de steun teruggevorderd en worden sancties toegepast.

Artikel 5

Italië stelt de Commissie in kennis van de goedkeuring van de betalingen.

Artikel 6

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 augustus 2019.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40/EEG (PB L 10 van 14.1.2006, blz. 16).

(3)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1845 van de Commissie van 11 oktober 2017 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 betreffende beschermende maatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 262 van 12.10.2017, blz. 7).

(4)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1930 van de Commissie van 20 oktober 2017 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 betreffende beschermende maatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 272 van 21.10.2017, blz. 18).

(5)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1969 van de Commissie van 27 oktober 2017 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 betreffende beschermende maatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 279 van 28.10.2017, blz. 56).

(6)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2000 van de Commissie van 6 november 2017 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 betreffende beschermende maatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 289 van 8.11.2017, blz. 9).

(7)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2175 van de Commissie van 21 november 2017 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 betreffende beschermende maatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 306 van 22.11.2017, blz. 31).

(8)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2289 van de Commissie van 11 december 2017 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 betreffende beschermende maatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 328 van 12.12.2017, blz. 126).

(9)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2412 van de Commissie van 20 december 2017 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 betreffende beschermende maatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 342 van 21.12.2017, blz. 29).

(10)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/342 van de Commissie van 7 maart 2018 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 betreffende beschermende maatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 65 van 8.3.2018, blz. 43).

(11)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/418 van de Commissie van 16 maart 2018 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 betreffende beschermende maatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 75 van 19.3.2018, blz. 27).

(12)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/510 van de Commissie van 26 maart 2018 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 betreffende beschermende maatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 83 van 27.3.2018, blz. 16).

(13)  Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van bepalingen betreffende het beheer van de uitgaven in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, alsmede in verband met plantgezondheid en teeltmateriaal, tot wijziging van de Richtlijnen 98/56/EG, 2000/29/EG en 2008/90/EG van de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 882/2004 en (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Besluiten 66/399/EEG en 76/894/EEG en Beschikking 2009/470/EG van de Raad (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 1).

(14)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de betaalorganen en andere instanties, het financieel beheer, de goedkeuring van de rekeningen, de zekerheden en het gebruik van de euro (PB L 255 van 28.8.2014, blz. 18).

(15)  Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).


BIJLAGE

Gereglementeerde gebieden en perioden als bedoeld in artikel 2

De delen van Italië en de perioden die zijn vastgesteld overeenkomstig Richtlijn 2005/94/EG en zijn omschreven in:

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1845 van de Commissie van 11 oktober 2017 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 betreffende beschermende maatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 262 van 12.10.2017, blz. 7),

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1930 van de Commissie van 20 oktober 2017 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 betreffende beschermende maatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 272 van 21.10.2017, blz. 18),

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1969 van de Commissie van 27 oktober 2017 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 betreffende beschermende maatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 279 van 28.10.2017, blz. 56),

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2000 van de Commissie van 6 november 2017 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 betreffende beschermende maatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 289 van 8.11.2017, blz. 9),

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2175 van de Commissie van 21 november 2017 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 betreffende beschermende maatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 306 van 22.11.2017, blz. 31),

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2289 van de Commissie van 11 december 2017 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 betreffende beschermende maatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 328 van 12.12.2017, blz. 126),

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2412 van de Commissie van 20 december 2017 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 betreffende beschermende maatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 342 van 21.12.2017, blz. 29),

Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/342 van de Commissie van 7 maart 2018 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 betreffende beschermende maatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 65 van 8.3.2018, blz. 43),

Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/418 van de Commissie van 16 maart 2018 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 betreffende beschermende maatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 75 van 19.3.2018, blz. 27),

Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/510 van de Commissie van 26 maart 2018 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 betreffende beschermende maatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 83 van 27.3.2018, blz. 16),

Besluiten van het ministerie van Volksgezondheid houdende aangifte van besmetting betreffende de haarden van hoogpathogene aviaire influenza die tussen 1 oktober 2017 en 30 juni 2018 zijn bevestigd.


6.8.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 206/18


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/1324 VAN DE COMMISSIE

van 5 augustus 2019

tot verlening van een vergunning voor een preparaat van endo-1,4-β-xylanase, geproduceerd door Bacillus subtilis LMG S-27588, als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen of opfokleghennen, mestkalkoenen of opfokkalkoenen, pluimvee van minder gangbare soorten, gehouden om te worden gemest of om tot legvogel of voor fokdoeleinden te worden opgefokt, gespeende biggen, mestvarkens en minder gangbare varkenssoorten (vergunninghouder Puratos)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de vergunningsgronden en -procedures, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003.

(2)

Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 zijn aanvragen ingediend voor de verlening van een vergunning voor een preparaat van endo-1,4-β-xylanase, geproduceerd door Bacillus subtilis (LMG S-27588). De krachtens artikel 7, lid 3, van die verordening vereiste nadere gegevens en documenten zijn bij die aanvragen verstrekt.

(3)

Die aanvragen betreffen de verlening van een vergunning voor een preparaat van endo-1,4-β-xylanase, geproduceerd door Bacillus subtilis LMG S-27588, als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen of opfokleghennen, mestkalkoenen of opfokkalkoenen, pluimvee van minder gangbare soorten, gehouden om te worden gemest of om tot legvogel of voor fokdoeleinden te worden opgefokt, gespeende biggen, mestvarkens en minder gangbare varkenssoorten, in te delen in de categorie “zoötechnische toevoegingsmiddelen”.

(4)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar adviezen van 6 juli 2017 (2) en van 23 januari 2019 (3) geconcludeerd dat het preparaat van endo-1,4-β-xylanase, geproduceerd door Bacillus subtilis LMG S-27588, onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden geen ongunstige gevolgen heeft voor de diergezondheid, de consumentenveiligheid of het milieu. Ook werd geconcludeerd dat het toevoegingsmiddel wordt beschouwd als een potentieel inhalatieallergeen en dat er geen conclusies kunnen worden getrokken over de potentie voor huidsensibilisatie door het toevoegingsmiddel. De Commissie is daarom van mening dat passende beschermende maatregelen moeten worden genomen om ongunstige gevolgen voor de menselijke gezondheid te voorkomen, met name wat betreft de gebruikers van het toevoegingsmiddel. De EFSA heeft ook geconcludeerd dat het toevoegingsmiddel zorgde voor verbeteringen van de zoötechnische prestaties bij mestkippen, mestkalkoenen of opfokkalkoenen, gespeende biggen en mestvarkens. De EFSA was van oordeel dat deze conclusies kunnen worden geëxtrapoleerd naar opfokleghennen, groeiend pluimvee van minder gangbare soorten en varkens van minder gangbare soorten die worden gespeend en die worden gehouden om te worden gemest. Specifieke eisen voor monitoring na het in de handel brengen acht de EFSA niet nodig. Zij heeft ook het verslag over de analysemethode voor het toevoegingsmiddel voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was ingediend.

(5)

Uit de beoordeling van het preparaat van endo-1,4-β-xylanase, geproduceerd door Bacillus subtilis LMG S-27588, blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning is voldaan. Het gebruik van dat preparaat zoals omschreven in de bijlage bij deze verordening moet daarom worden toegestaan.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor het in de bijlage beschreven preparaat, dat behoort tot de categorie “zoötechnische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “verteringsbevorderaars”, wordt een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend, als aangegeven in de bijlage.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 5 augustus 2019.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.

(2)  EFSA Journal 2017;15(7):4941.

(3)  EFSA Journal 2019;17(2):5609; EFSA Journal 2019;17(2):5610.


BIJLAGE

Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Naam van de vergunninghouder

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

Activiteitseenheden/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: zoötechnische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: verteringsbevorderaars

4a30

Puratos

Endo-1,4-β-xylanase

EC 3.2.1.8

Samenstelling van het toevoegingsmiddel:

preparaat van endo-1,4-β-xylanase geproduceerd door Bacillus subtilis LMG S-27588 met een minimale activiteit van: 500 ADXU (1)/g

in vaste vorm en in vloeibare vorm

Karakterisering van de werkzame stof:

endo-1,4-β-xylanase geproduceerd door Bacillus subtilis LMG S-27588

Analysemethode  (2)

voor de kwantificering van de endo-1,4-β-xylanaseactiviteit in het toevoegingsmiddel voor diervoeding:

colorimetrische methode die de reducerende suikers meet die worden vrijgemaakt door inwerking van endo-1,4-β-xylanase op beukenhoutxylaansubstraat bij aanwezigheid van 3,5-dinitrosalicylzuur (DNS)

voor de kwantificering van de endo-1,4-β-xylanaseactiviteit in voormengsels en diervoeders:

colorimetrische methode die de in water oplosbare kleurstof meet die door inwerking van endo-1,4-β-xylanase wordt vrijgemaakt uit met azurine vernette arabinoxylaansubstraten

Mestkippen of opfokleghennen

Mestkalkoenen of opfokkalkoenen

Pluimvee van minder gangbare soorten, gehouden om te worden gemest of om tot legvogel of voor fokdoeleinden worden opgefokt

100 ADXU

1.

In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslagomstandigheden en de stabiliteit bij warmtebehandeling worden vermeld.

2.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels ervan om de mogelijke risico's van het gebruik ervan aan te pakken. Indien die risico's met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden uitgebannen of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, worden bij de toepassing van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt, waaronder ademhalingsbescherming en huidbescherming.

26 augustus 2029

Gespeende biggen

Mestvarkens

Varkens van minder gangbare soorten, gehouden om te worden gemest


(1)  Eén ADXU is de hoeveelheid enzym die bij een pH van 6,0 en een temperatuur van 70 °C één micromol reducerende suikers (xylose-equivalent) per minuut vrijmaakt uit beukenhoutxylaan.

(2)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op het volgende adres van het referentielaboratorium: https://ec.europa.eu/jrc/en/eurl/feed-additives/evaluation-reports


BESLUITEN

6.8.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 206/21


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2019/1325 VAN DE COMMISSIE

van 27 mei 2019

tot verlening van een door het Verenigd Koninkrijk voor Noord-Ierland gevraagde afwijking krachtens Richtlijn 91/676/EEG van de Raad inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2019) 3816)

(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 91/676/EEG van de Raad van 12 december 1991 inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen (1), en met name bijlage III, punt 2, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Beschikking 2007/863/EG van de Commissie (2) is een door het Verenigd Koninkrijk voor Noord-Ierland gevraagde afwijking op grond van Richtlijn 91/676/EEG verleend, waarbij op landbouwbedrijven in Noord-Ierland met ten minste 80 % grasland onder bepaalde voorwaarden dierlijke mest op of in de bodem mag worden gebracht tot maximaal 250 kg stikstof per hectare per jaar.

(2)

Bij Besluit 2011/128/EU van de Commissie (3) is die afwijking verlengd tot en met 31 december 2014 en bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/346 van de Commissie (4) is een soortgelijke afwijking tot en met 31 december 2018 verleend.

(3)

De bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/346 verleende afwijking had betrekking op 478 bedrijven in 2018, wat overeenkomt met ongeveer 1,9 % van het totale aantal landbouwbedrijven en 4 % van het totale nettolandbouwoppervlak in Noord-Ierland.

(4)

Op 20 februari 2019 heeft het Verenigd Koninkrijk voor de regio Noord-Ierland een verzoek tot afwijking uit hoofde van bijlage III, punt 2, derde alinea, van Richtlijn 91/676/EEG bij de Commissie ingediend.

(5)

Het Verenigd Koninkrijk past overeenkomstig artikel 3, lid 5, van Richtlijn 91/676/EEG een actieprogramma toe op het gehele grondgebied van de regio Noord-Ierland.

(6)

Uit het verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de uitvoering van Richtlijn 91/676/EEG van de Raad voor de periode 2012-2015 (5) blijkt dat in de regio Noord-Ierland ongeveer 98,2 % van de meetstations gemiddelde nitraatconcentraties in het grondwater van minder dan 25 mg/l hebben gemeld en dat 1,2 % van de meetstations gemiddelde nitraatconcentraties in het grondwater van meer dan 50 mg/l hebben gemeld. Voor oppervlaktewateren hebben alle meetstations gemiddelde nitraatconcentraties van minder dan 25 mg/l gemeld.

(7)

In de periode 2012-2015 is het aantal landbouwbedrijven in Noord-Ierland met 2 % toegenomen in vergelijking met de periode 2008-2011, terwijl het totale landbouwareaal niet is veranderd. Het aantal runderen is niet gewijzigd, terwijl het aantal schapen, varkens en pluimvee in de periode 2012-2015 met respectievelijk 2 %, 18 % en 14 % is gestegen in vergelijking met de periode 2008-2011. In de periode 2012-2015 bedroeg de gemiddelde stikstofbelasting door dierlijke mest 98 kg/ha, een stijging met 1,2 % in vergelijking met 2008-2011. Het gemiddelde fosforoverschot in de periode 2012-2015 bedroeg 11,4 kg/ha, een daling met 16 % in vergelijking met de periode 2008-2011. De gemiddelde chemische N-bemesting is in de periode 2012-2015 met 4,1 % gestegen in vergelijking met 2008-2011. De gemiddelde chemische P-bemesting is in de periode 2012-2015 met 26 % gestegen in vergelijking met 2008-2011. De gemiddelde chemische P-bemesting in de periode 2012-2015 lag echter nog 40 % lager dan die in de periode 2004-2007.

(8)

In Noord-Ierland wordt 93 % van de landbouwgrond als grasland gebruikt. Over het geheel gezien wordt in graslandbedrijven 42 % van het oppervlak gebruikt voor extensieve landbouw met een relatief lage veebezetting (minder dan 1 grootvee-eenheid per hectare) en een lage mestgift, 4 % valt onder milieuprogramma's voor de landbouw en op slechts 25 % is de landbouw intensiever, met een veebezetting van 2 grootvee-eenheden per hectare of meer. 4 % van de landbouwgrond wordt gebruikt voor akkerbouw. Het gemiddelde gebruik van kunstmest op grasland bedraagt 76 kg stikstof/ha en 5 kg fosfor/ha.

(9)

Noord-Ierland wordt gekenmerkt door veel neerslag en een slecht gedraineerde bodem. Wegens de beperkte afwatering is het denitrificatiepotentieel van de meeste bodems in Noord-Ierland relatief hoog, waardoor de nitraatconcentratie in de bodem en bijgevolg ook de hoeveelheid nitraat die kan uitspoelen, geringer is.

(10)

Het Noord-Ierse klimaat wordt gekenmerkt door een gelijkmatig over het jaar verdeelde regenval en betrekkelijk kleine temperatuurverschillen door het jaar heen, wat bevorderlijk is voor een relatief lange groeiperiode voor gras, die varieert van 270 dagen per jaar in het oostelijke kustgebied tot ongeveer 260 dagen per jaar in het centrale laagland.

(11)

Na bestudering van het verzoek van het Verenigd Koninkrijk voor de regio Noord-Ierland overeenkomstig bijlage III, punt 2, derde alinea, bij Richtlijn 91/676/EEG en in het licht van de Nutrients Action Programme Regulations (Northern Ireland) 2019 (regelgeving inzake het nitraatactieprogramma voor Noord-Ierland voor 2019) (6) en de ervaring die is opgedaan met de bij Besluit 2007/863/EG en Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/346 verleende afwijkingen, is de Commissie van oordeel dat het op of in de bodem brengen van de door het Verenigd Koninkrijk voor de regio Noord-Ierland voorgestelde hoeveelheid mest van graasvee, die overeenkomt met 250 kg stikstof, geen afbreuk doet aan de verwezenlijking van de doelstellingen van Richtlijn 91/676/EEG, indien aan de voorwaarden van dit besluit is voldaan.

(12)

Uit de door het Verenigd Koninkrijk ingediende ondersteunende informatie blijkt dat de voorgestelde hoeveelheid van 250 kg stikstof per hectare per jaar afkomstig van dierlijke mest op bedrijven met ten minste 80 % grasland gerechtvaardigd is op grond van objectieve criteria, zoals lange groeiperioden en gewassen met een hoge stikstofopname.

(13)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/346 is op 31 december 2018 vervallen. Om ervoor te zorgen dat de betrokken landbouwers gebruik kunnen maken van de gevraagde afwijking, moet dit besluit worden vastgesteld.

(14)

Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad (7) stelt algemene regels vast voor de oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Unie ter ondersteuning van het milieubeleid van de Unie en beleidsmaatregelen of activiteiten van de Unie die van invloed kunnen zijn op het milieu. Voor zover van toepassing moet de in het kader van dit besluit verzamelde ruimtelijke informatie in overeenstemming zijn met de bepalingen van die richtlijn. Met het oog op minder administratieve lasten en meer coherente gegevens moet het Verenigd Koninkrijk bij het verzamelen van de nodige gegevens in het kader van dit besluit — waar passend — gebruikmaken van de informatie die is gegenereerd in het kader van het geïntegreerd beheers- en controlesysteem dat is ingesteld uit hoofde van titel V, hoofdstuk II, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad (8).

(15)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 9 van Richtlijn 91/676/EEG ingestelde comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Afwijking

De door het Verenigd Koninkrijk voor Noord-Ierland bij brief van 19 februari 2019 gevraagde afwijking, waarmee wordt beoogd toe te staan dat een grotere hoeveelheid stikstof uit dierlijke mest op of in de bodem wordt gebracht dan in bijlage III, punt 2, tweede alinea, eerste zin, bij Richtlijn 91/676/EEG wordt bepaald, wordt verleend onder de in de artikelen 4 tot en met 10 neergelegde voorwaarden.

Artikel 2

Toepassingsgebied

De krachtens artikel 1 verleende afwijking geldt voor graslandbedrijven waaraan een vergunning is verleend overeenkomstig artikel 5.

Artikel 3

Definities

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

a)   “gras”: blijvend grasland of tijdelijk grasland;

b)   “graslandbedrijven”: landbouwbedrijven waar 80 % of meer van het landbouwareaal dat voor het op- of inbrengen van mest beschikbaar is, grasland is;

c)   “graasvee”: runderen (met uitzondering van mestkalveren), schapen, herten, geiten en paarden;

d)   “perceel”: een afzonderlijk veld of een groep velden, die qua gewas, bodemtype en bemestingspraktijken homogeen zijn;

e)   “bemestingsplan”: een voorafgaande berekening van het geplande gebruik en de beschikbaarheid van nutriënten;

f)   “mestboekhouding”: de nutriëntenbalans op basis van het werkelijke gebruik en de opname van nutriënten.

Artikel 4

Vergunningsaanvragen

1.   Weideboeren mogen jaarlijks bij de bevoegde autoriteiten een aanvraag indienen voor een vergunning om een maximaal 250 kg stikstof bevattende hoeveelheid dierlijke mest per hectare per jaar op of in de bodem te brengen. De aanvraag moet een verklaring bevatten dat de weideboer zich aan alle in artikel 9 bedoelde controles onderwerpt.

2.   In de in lid 1 bedoelde jaarlijkse aanvraag moet de aanvrager er zich schriftelijk toe verbinden aan de in de artikelen 6 en 7 vastgestelde voorwaarden te voldoen.

Artikel 5

Verlening van vergunningen

Vergunningen om een maximaal 250 kg stikstof bevattende hoeveelheid dierlijke mest per hectare per jaar op of in de bodem te brengen, worden verleend onder de in de artikelen 6 en 7 vastgestelde voorwaarden.

Artikel 6

Voorwaarden met betrekking tot het op of in de bodem brengen van dierlijke en andere meststoffen

1.   De hoeveelheid dierlijke mest van graasvee die elk jaar op graslandbedrijven, ook door de dieren zelf, op of in de bodem wordt gebracht, mag met inachtneming van de in de leden 2 tot en met 8 vastgestelde voorwaarden niet meer dan 250 kg stikstof per hectare bevatten.

2.   De totale stikstofgift mag niet groter zijn dan de verwachte nutriëntenbehoefte van het gewas en mag niet meer bedragen dan de maximale mestgift die op het betrokken graslandbedrijf van toepassing is, zoals vastgesteld in de Nitrates Action Programme Regulations (Northern Ireland) 2019, en moet rekening houden met de levering van nutriënten vanuit de bodem.

3.   Voor elk graslandbedrijf moet een bemestingsplan worden opgesteld en bijgehouden. In dat bemestingsplan worden de vruchtwisseling van de landbouwgrond en de planning voor het op- of inbrengen van dierlijke mest en andere meststoffen beschreven. Het bemestingsplan moet ten minste de volgende gegevens bevatten:

a)

het vruchtwisselingsplan, met vermelding van:

de oppervlakte aan percelen grasland;

de oppervlakte aan percelen met andere gewassen dan gras;

een schets van de ligging van de afzonderlijke percelen;

b)

het aantal dieren op het graslandbedrijf;

c)

een beschrijving van het huisvestings- en mestopslagsysteem, met inbegrip van het volume van de beschikbare opslagruimte voor dierlijke mest;

d)

een berekening van de op het graslandbedrijf geproduceerde stikstof en fosfor uit dierlijke mest;

e)

de hoeveelheid, de soort en de kenmerken van de dierlijke mest die door het graslandbedrijf aan anderen of door anderen aan het graslandbedrijf wordt geleverd;

f)

de te verwachten stikstof- en fosforbehoefte van de gewassen voor elk perceel;

g)

de resultaten van een bodemanalyse en met name de stikstof- en fosfortoestand van de bodem, indien beschikbaar;

h)

de aard van de te gebruiken meststof;

i)

een berekening voor elk perceel van de op of in de bodem gebrachte hoeveelheden stikstof en fosfor uit dierlijke mest;

j)

een berekening voor elk perceel van de op of in de bodem gebrachte hoeveelheden stikstof en fosfor uit chemische en andere meststoffen.

Het bemestingsplan is elk kalenderjaar uiterlijk op 1 maart op het graslandbedrijf beschikbaar. Het moet uiterlijk zeven dagen na een wijziging van de landbouwpraktijken op het graslandbedrijf worden aangepast.

4.   Voor elk graslandbedrijf moet een mestboekhouding worden opgesteld en bijgehouden waarin informatie over het beheer van de stikstof- en fosforgiften en van vervuild water wordt opgenomen. Voor elk kalenderjaar wordt deze uiterlijk op 31 maart van het volgende kalenderjaar bij de bevoegde autoriteit ingediend.

5.   Op elk graslandbedrijf worden periodiek bemonstering en analyses van de bodem met betrekking tot stikstof en fosfor uitgevoerd.

Ten minste om de vier jaar moeten een bemonstering en een analyse worden uitgevoerd voor elk deel van het graslandbedrijf dat qua vruchtwisseling en bodemkenmerken homogeen is.

Er moet minstens één analyse per 5 ha landbouwgrond worden verricht.

De resultaten van de stikstof- en fosforanalyse van de bodem moeten op het graslandbedrijf beschikbaar zijn.

6.   Dierlijke mest mag niet in het najaar vóór een grasteelt worden verspreid.

7.   Voor elk graslandbedrijf moet de landbouwer ervoor zorgen dat de fosforbalans, berekend volgens de in de Nutrients Action Programme Regulations (Northern Ireland) 2019 vastgestelde methode, niet meer bedraagt dan een overschot van 10 kg fosfor per hectare per jaar.

8.   Ten minste 50 % van de op het bedrijf geproduceerde drijfmest moet uiterlijk 15 juni van elk jaar op of in de bodem worden gebracht. Voor het op of in de bodem brengen van drijfmest na 15 juni van elk jaar moet uitrusting voor het verspreiden van drijfmest met geringe emissie worden gebruikt.

Artikel 7

Voorwaarden met betrekking tot landbeheer

1.   Tijdelijk grasland moet in het voorjaar worden geploegd.

2.   Omgeploegd gras moet onmiddellijk worden gevolgd door een gewas met hoge stikstofbehoefte, ongeacht het bodemtype.

3.   Peulgewassen of andere gewassen die atmosferische stikstof binden, mogen niet in de vruchtwisseling worden opgenomen. Klaver op grasland met minder dan 50 % klaver en andere peulgewassen met gras als ondervrucht mogen echter wel in de vruchtwisseling mogen opgenomen.

Artikel 8

Toezicht

1.   De bevoegde autoriteiten zien erop toe dat kaarten worden opgesteld met:

a)

het percentage graslandbedrijven in elk district dat onder de vergunningen valt;

b)

het percentage dieren in elk district dat onder de vergunningen valt;

c)

het percentage grasland in elk district dat onder de vergunningen valt;

d)

lokaal bodemgebruik.

Deze kaarten moeten jaarlijks worden bijgewerkt.

2.   De bevoegde autoriteiten monitoren de bodem, het oppervlaktewater en het grondwater en verstrekken de Commissie gegevens over de stikstof- en fosforconcentraties in het bodemwater, over mineraal stikstof in het bodemprofiel en over nitraatconcentraties in het grondwater en het oppervlaktewater, onder zowel afwijkings- als niet-afwijkingsomstandigheden. De monitoring wordt verricht op perceelniveau en in de landbouwmonitoringstroomgebieden. De monitoringlocaties moeten representatief zijn voor de voornaamste of meest gebruikelijke bodemtypen, intensiteitsniveaus, bemestingspraktijken en gewassen.

3.   De bevoegde autoriteiten voeren een intensievere watermonitoring uit in landbouwstroomgebieden die in de nabijheid van de kwetsbaarste waterlichamen liggen.

4.   De bevoegde autoriteiten verrichten onderzoek naar het lokale bodemgebruik, de vruchtwisseling en de landbouwpraktijken voor onder vergunningen vallende graslandbedrijven.

5.   De informatie en gegevens die zijn verzameld via nutriëntenanalysen zoals bedoeld in artikel 6, lid 5, en via monitoring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel, worden gebruikt voor modelmatige berekeningen van de omvang van de stikstof- en fosforverliezen van onder vergunningen vallende graslandbedrijven.

Artikel 9

Controles en inspecties

1.   De bevoegde autoriteiten voeren administratieve controles uit op alle vergunningsaanvragen om na te gaan of aan de voorwaarden van de artikelen 6 en 7 wordt voldaan. Indien daarbij blijkt dat niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, wordt de aanvraag afgewezen en wordt de aanvrager van de redenen voor de afwijzing in kennis gesteld.

2.   De bevoegde autoriteiten stellen een programma vast voor inspecties ter plaatse, op basis van een risicobeoordeling en met een passende frequentie, op graslandbedrijven waarvoor een vergunning is verleend, waarbij rekening wordt gehouden met de resultaten van de controles in voorgaande jaren, de resultaten van de algemene aselecte controles van de wetgeving ter implementatie van Richtlijn 91/676/EEG en eventuele overige informatie die erop kan wijzen dat niet aan de voorwaarden van de artikelen 6 en 7 wordt voldaan.

3.   Bij ten minste 5 % van de graslandbedrijven waarvoor een vergunning is verleend, worden inspecties ter plaatse verricht om te beoordelen of aan de voorwaarden van de artikelen 6 en 7 wordt voldaan.

4.   Indien in een bepaald jaar wordt vastgesteld dat een graslandbedrijf waarvoor een vergunning is verleend, niet aan de voorwaarden van de artikelen 6 en 7 voldeed, wordt overeenkomstig de nationale regels een sanctie opgelegd aan de houder van de vergunning, die dan ook niet meer voor een vergunning voor het daaropvolgende jaar in aanmerking komt.

5.   Aan de bevoegde autoriteiten worden de nodige bevoegdheden en middelen toegekend om naleving van de voorwaarden voor een krachtens dit besluit verleende vergunning te verifiëren.

Artikel 10

Verslaglegging

De bevoegde autoriteiten dienen elk jaar uiterlijk op 30 juni bij de Commissie een verslag in met de volgende informatie:

a)

kaarten met voor elk district de percentages onder een vergunning vallende bedrijven, dieren en landbouwgrond, alsook kaarten van het lokale bodemgebruik, als bedoeld in artikel 8, lid 1;

b)

de resultaten van de monitoring van het grond- en oppervlaktewater, onder zowel afwijkings- als niet-afwijkingsomstandigheden, wat betreft nitraatconcentraties, met inbegrip van informatie over waterkwaliteitstrends, alsook de impact van de afwijking op de waterkwaliteit, als bedoeld in artikel 8, lid 2;

c)

de resultaten van de monitoring van de bodem, onder zowel afwijkings- als niet-afwijkingsomstandigheden, wat betreft stikstof- en fosforconcentraties in het bodemwater en mineraal stikstof in het bodemprofiel, als bedoeld in artikel 8, lid 2;

d)

een overzicht en evaluatie van de met de in artikel 8, lid 3, bedoelde intensievere watermonitoring verkregen gegevens;

e)

de resultaten van de onderzoeken naar het lokale bodemgebruik, de vruchtwisseling en de landbouwpraktijken zoals bedoeld in artikel 8, lid 4;

f)

de resultaten van de modelmatige berekeningen van de omvang van de nitraat- en fosforverliezen van bedrijven waaraan een vergunning is verleend, als bedoeld in artikel 8, lid 4;

g)

een evaluatie van de toepassing van de voorwaarden voor de vergunningen op basis van de resultaten van administratieve controles en inspecties ter plaatse zoals bedoeld in artikel 9, leden 1 en 2;

h)

trends inzake de omvang van de veestapel en de mestproductie voor elke categorie vee in Noord-Ierland en op graslandbedrijven waaraan een vergunning is verleend;

i)

een vergelijkende analyse van de controles van graslandbedrijven in Noord-Ierland die onder vergunningen vallen, en van graslandbedrijven in Noord-Ierland die niet onder vergunningen vallen.

De in het verslag opgenomen ruimtelijke informatie voldoet voor zover van toepassing aan Richtlijn 2007/2/EG. De bevoegde autoriteiten maken bij het verzamelen van de vereiste gegevens — waar nodig — gebruik van de informatie die is gegenereerd in het kader van het geïntegreerd beheers- en controlesysteem dat is opgezet overeenkomstig artikel 67, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Artikel 11

Toepassingsperiode

Dit besluit vervalt op 31 december 2022.

Artikel 12

Adressaat

Dit besluit is gericht tot het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.

Gedaan te Brussel, 27 mei 2019.

Voor de Commissie

Karmenu VELLA

Lid van de Commissie


(1)  PB L 375 van 31.12.1991, blz. 1.

(2)  Beschikking 2007/863/EG van de Commissie van 14 december 2007 tot verlening van een door het Verenigd Koninkrijk voor Noord-Ierland gevraagde afwijking krachtens Richtlijn 91/676/EEG van de Raad inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen (PB L 337 van 21.12.2007, blz. 122).

(3)  Besluit 2011/128/EU van de Commissie van 24 februari 2011 tot wijziging van Beschikking 2007/863/EG tot verlening van een door het Verenigd Koninkrijk voor Noord-Ierland gevraagde afwijking krachtens Richtlijn 91/676/EEG van de Raad inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen (PB L 51 van 25.2.2011, blz. 21).

(4)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/346 van de Commissie van 9 februari 2015 tot verlening van een door het Verenigd Koninkrijk voor Noord-Ierland gevraagde afwijking krachtens Richtlijn 91/676/EEG van de Raad inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen (PB L 60 van 4.3.2015, blz. 42).

(5)  Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 4 mei 2018 over de uitvoering van Richtlijn 91/676/EEG van de Raad inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen, op basis van verslagen van de lidstaten over de periode 2012-2015, COM(2018) 257 final.

(6)  SR 2019 nr. 81.

(7)  Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire) (PB L 108 van 25.4.2007, blz. 1).

(8)  Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).


6.8.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 206/27


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2019/1326 VAN DE COMMISSIE

van 5 augustus 2019

inzake de ter ondersteuning van Richtlijn 2014/30/EU van het Europees Parlement en de Raad opgestelde geharmoniseerde normen voor elektromagnetische compatibiliteit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (1), en met name artikel 10, lid 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 13 van Richtlijn 2014/30/EU van het Europees Parlement en de Raad (2) wordt elektrische uitrusting die in overeenstemming is met geharmoniseerde normen of delen daarvan waarvan de referenties in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, geacht in overeenstemming te zijn met de in bijlage I bij die richtlijn beschreven essentiële eisen die door die normen of delen daarvan worden bestreken.

(2)

Bij Uitvoeringsbesluit C(2016) 7641 van de Commissie (3) heeft de Commissie het Europees Comité voor Normalisatie (CEN), het Europees Comité voor Elektrotechnische Normalisatie (Cenelec) en het Europees Instituut voor telecommunicatienormen (ETSI) verzocht om nieuwe normen inzake elektromagnetische compatibiliteit op te stellen en bestaande normen te vervolledigen en te herzien ter ondersteuning van Richtlijn 2014/30/EU.

(3)

Op grond van Uitvoeringsbesluit C(2016) 7641 hebben het CEN en het Cenelec de geharmoniseerde normen EN IEC 61058-1:2018 voor toestelschakelaars en EN 55035:2017 voor multimedia-uitrusting opgesteld. Op grond van dat besluit hebben het CEN en het Cenelec de herziene normen EN 13309:2010 voor machines met inwendige elektrische voedingen en EN 50557:2011 voor vermogensschakelaars herzien teneinde ze aan te passen aan de technische vooruitgang; de verwijzingen naar die normen zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (4).

(4)

Samen met het CEN en het Cenelec is de Commissie nagegaan of de normen EN IEC 61058-1:2018, EN 55035:2017, EN ISO 13766-1:2018 en EN 63024:2018 voldoen aan het in Uitvoeringsbesluit C(2016) 7641 omschreven verzoek.

(5)

De normen EN IEC 61058-1:2018, EN 55035:2017, EN ISO 13766-1:2018 en EN 63024:2018 voldoen aan de in Richtlijn 2014/30/EU gestelde eisen, die zij beogen te bestrijken. Daarom is het passend de referentienummers van deze normen bekend te maken in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(6)

Het Cenelec heeft EN 61000-6-5:2015/AC:2018-01 opgesteld tot rectificatie van geharmoniseerde norm EN 61000-6-5:2015, waarvan de referentie in het Publicatieblad van de Europese Unie is bekendgemaakt (5). Aangezien het corrigendum aanzienlijke technische wijzigingen bevat en om ervoor te zorgen dat EN 61000-6-5:2015 correct en consequent wordt toegepast, moet de referentie van de geharmoniseerde norm samen met de referentie van het corrigendum worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(7)

De normen EN 13309:2010 en EN 50557:2011 zijn herzien en de norm EN 61000-6-5:2015 is gerectificeerd. Daarom moeten de referenties van die normen uit het Publicatieblad van de Europese Unie worden geschrapt. Om fabrikanten voldoende tijd te geven om zich voor te bereiden op de toepassing van de herziene en de gerectificeerde normen, moet de intrekking van de referenties van die normen worden uitgesteld.

(8)

Door voldoening aan een geharmoniseerde norm wordt een vermoeden van conformiteit gevestigd met de overeenstemmende essentiële eisen die in de harmonisatiewetgeving van de Unie zijn opgenomen, vanaf de datum van bekendmaking van de referentie van deze norm in het Publicatieblad van de Europese Unie. Dit besluit moet derhalve in werking treden op de datum van de bekendmaking ervan,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De referenties van de in bijlage I bij dit besluit vermelde geharmoniseerde normen voor elektromagnetische compatibiliteit die zijn opgesteld ter ondersteuning van Richtlijn 2014/30/EU worden hierbij bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 2

De referenties van de in bijlage II bij dit besluit vermelde geharmoniseerde normen voor elektromagnetische compatibiliteit die zijn opgesteld ter ondersteuning van Richtlijn 2014/30/EU worden met ingang van de in die bijlage vermelde data geschrapt uit het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 5 augustus 2019.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12.

(2)  Richtlijn 2014/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit (PB L 96 van 29.3.2014, blz. 79).

(3)  Uitvoeringsbesluit C(2016)7641 van de Commissie van 30 november 2016 betreffende een normalisatieverzoek aan het Europees Comité voor normalisatie en het Europees Comité voor elektrotechnische normalisatie met betrekking tot pleziervaartuigen en waterscooters ter ondersteuning van Richtlijn 2014/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit.

(4)  PB C 246 van 13.7.2018, blz. 1.

(5)  PB C 246 van 13.7.2018, blz. 1.


BIJLAGE I

Nr

Referentie van de norm

1.

EN ISO 13766-1:2018

Grondverzet- en bouwmachines — Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) van machines met inwendige elektrische voedingen — Deel 1: algemene EMC-eisen onder specifieke elektromagnetische omgevingscondities (ISO 13766-1:2018)

2.

EN 55035:2017

Elektromagnetische compatibiliteit van multimedia-uitrusting — Immuniteitseisen

3.

EN 61000-6-5:2015 Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) — Deel 6-5: Algemene normen — Immuniteit voor elektriciteitscentrale- en substationomgevingen

EN 61000-6-5:2015/AC:2018-01

4.

EN IEC 61058-1:2018

Toestelschakelaars — Deel 1: Algemene eisen

5.

EN 63024:2018

Toestellen voor automatische wederinschakeling (ARDs) van installatie-automaten en van aardlekschakelaars met en zonder ingebouwde overstroombeveiliging (RCBOs en RCCBs) voor huishoudelijk en soortgelijk gebruik (IEC 63024:2017, gewijzigd)


BIJLAGE II

Nr

Referentie van de norm

Datum van intrekking

1.

EN 13309:2010 Bouwmachines — Elektromagnetische compatibiliteit van machines met inwendige elektrische voedingen

30 juni 2021

2.

EN 50557:2011 Toestellen voor automatische wederinschakeling (ARDs) van installatie-automaten en van aardlekschakelaars met en zonder ingebouwde overstroombeveiliging (RCBOs en RCCBs) voor huishoudelijk en soortgelijk gebruik

17 januari 2021

3.

EN 61000-6-5:2015 Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) — Deel 6-5: Algemene normen — Immuniteit voor elektriciteitscentrale- en substationomgevingen

31 januari 2020


6.8.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 206/31


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2019/1327 VAN DE COMMISSIE

van 5 augustus 2019

tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met Afrikaanse varkenspest in sommige lidstaten

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2019) 5958)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (1), en met name artikel 9, lid 4,

Gezien Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire controles in het intra-uniale handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (2), en met name artikel 10, lid 4,

Gezien Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (3), en met name artikel 4, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU van de Commissie (4) zijn in bepaalde lidstaten, waar gevallen van Afrikaanse varkenspest in tamme of wilde varkens zijn bevestigd (“de betrokken lidstaten”), maatregelen op het gebied van de diergezondheid vastgesteld in verband met die ziekte. In de bijlage bij dat uitvoeringsbesluit zijn bepaalde gebieden in de betrokken lidstaten afgebakend, die in de lijsten in de delen I tot en met IV van die bijlage zijn opgenomen, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende risiconiveaus op basis van de epidemiologische situatie van die ziekte. De bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU is verscheidene keren gewijzigd om rekening te houden met veranderingen in de epidemiologische situatie ten aanzien van Afrikaanse varkenspest in de Unie die in die bijlage moeten worden weerspiegeld. De bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU is laatstelijk gewijzigd bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1270 van de Commissie (5), naar aanleiding van gevallen van Afrikaanse varkenspest in Bulgarije, Polen en Litouwen.

(2)

Sinds de datum waarop Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1270 is vastgesteld, hebben zich verdere gevallen van Afrikaanse varkenspest bij wilde en tamme varkens voorgedaan in Bulgarije, Hongarije en Polen. Naar aanleiding van deze recente gevallen van die ziekte, en rekening houdend met de huidige epidemiologische situatie, is de regionalisering in deze drie lidstaten opnieuw geëvalueerd en geactualiseerd. Bovendien zijn de bestaande risicobeheersmaatregelen ook opnieuw geëvalueerd en geactualiseerd. Deze wijzigingen moeten worden weerspiegeld in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU.

(3)

In juli 2019 is een uitbraak van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij tamme varkens in de regio Vidin in Bulgarije, in een gebied dat momenteel is opgenomen in de lijst in deel I van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU. Door deze uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij tamme varkens moet in die bijlage met een hoger risiconiveau rekening worden gehouden. Bijgevolg moet dit door Afrikaanse varkenspest getroffen gebied in Bulgarije in de lijst in deel III in plaats van in deel I van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU worden opgenomen.

(4)

In juli 2019 is een geval van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij wilde varkens in de regio Plovdiv in Bulgarije, in een gebied dat momenteel niet is opgenomen in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU. Door dit geval van Afrikaanse varkenspest bij wilde varkens moet in die bijlage met een hoger risiconiveau rekening worden gehouden. Bijgevolg moet dit door Afrikaanse varkenspest getroffen gebied in Bulgarije in de lijst in deel II van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU worden opgenomen.

(5)

In juli 2019 zijn enkele gevallen van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij wilde varkens in de districten Borsod-Abaúj-Zemplén en Szabolcs-Szatmár-Bereg in Hongarije, in een gebied dat is opgenomen in de lijst in deel II van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU, in de onmiddellijke nabijheid van gebieden die zijn opgenomen in deel I van die bijlage. Door deze gevallen van Afrikaanse varkenspest bij wilde varkens moet in die bijlage met een hoger risiconiveau rekening worden gehouden. Bijgevolg moeten de in deel I van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU opgenomen gebieden van Hongarije die zich in de onmiddellijke nabijheid van het in deel II vermelde gebied bevinden dat door deze recente gevallen van Afrikaanse varkenspest is getroffen, nu in de lijst in deel II van die bijlage worden opgenomen in plaats van in deel I van die bijlage.

(6)

In juli 2019 is een geval van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij wilde varkens in het district Plocky in Polen, in een gebied dat momenteel is opgenomen in de lijst in deel I van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU. Door dit geval van Afrikaanse varkenspest bij wilde varkens moet in die bijlage met een hoger risiconiveau rekening worden gehouden. Bijgevolg moet dit door Afrikaanse varkenspest getroffen gebied in Polen in de lijst in deel II in plaats van in deel I van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU worden opgenomen.

(7)

In juli 2019 zijn twee uitbraken van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij tamme varkens in de districten Kozienicki en Zamojski in Polen, in gebieden die momenteel zijn opgenomen in de lijst in de delen I en II van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU. Door deze uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij tamme varkens moet in die bijlage met een hoger risiconiveau rekening worden gehouden. Bijgevolg moeten deze door Afrikaanse varkenspest getroffen gebieden in Polen in de lijst in deel III van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU worden opgenomen in plaats van in de delen I en II.

(8)

Om rekening te houden met recente ontwikkelingen in de epidemiologische evolutie van Afrikaanse varkenspest in de Unie, en met het oog op de proactieve bestrijding van de met de verspreiding van die ziekte samenhangende risico's, moeten voor Bulgarije, Hongarije en Polen nieuwe gebieden met een hoog risico van voldoende omvang worden afgebakend en in de lijsten in de delen I, II en III van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU worden opgenomen. De bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 5 augustus 2019.

Voor de Commissie

Vytenis ANDRIUKAITIS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 395 van 30.12.1989, blz. 13.

(2)  PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29.

(3)  PB L 18 van 23.1.2003, blz. 11.

(4)  Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU van de Commissie van 9 oktober 2014 betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met Afrikaanse varkenspest in sommige lidstaten en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit 2014/178/EU (PB L 295 van 11.10.2014, blz. 63).

(5)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1270 van de Commissie van 26 juli 2019 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met Afrikaanse varkenspest in sommige lidstaten (PB L 200 van 29.7.2019, blz. 44).


BIJLAGE

De bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU wordt vervangen door:

“BIJLAGE

DEEL I

1.   België

De volgende gebieden in België:

in de provincie Luxemburg:

het gebied dat met de wijzers van de klok mee wordt afgebakend door:

de grens met Frankrijk,

Rue Mersinhat,

de N818 tot de kruising met de N83,

de N83 tot de kruising met de N884,

de N884 tot de kruising met de N824,

de N824 tot de kruising met Le Routeux,

Le Routeux,

Rue d'Orgéo,

Rue de la Vierre,

Rue du Bout-d'en-Bas,

Rue Sous l'Eglise,

Rue Notre-Dame,

Rue du Centre,

de N845 tot de kruising met de N85,

de N85 tot de kruising met de N40,

de N40 tot de kruising met de N802,

de N802 tot de kruising met de N825,

de N825 tot de kruising met de E25-E411,

de E25-E411 tot de kruising met de N40,

N40: Burnaimont, Rue de Luxembourg, Rue Ranci, Rue de la Chapelle,

Rue du Tombois,

Rue Du Pierroy,

Rue Saint-Orban,

Rue Saint-Aubain,

Rue des Cottages,

Rue de Relune,

Rue de Rulune,

Route de l'Ermitage,

N87: Route de Habay,

Chemin des Ecoliers,

Le Routy,

Rue Burgknapp,

Rue de la Halte,

Rue du Centre,

Rue de l'Eglise,

Rue du Marquisat,

Rue de la Carrière,

Rue de la Lorraine,

Rue du Beynert,

Millewée,

Rue du Tram,

Millewée,

N4: Route de Bastogne, Avenue de Longwy, Route de Luxembourg,

de grens met het Groothertogdom Luxemburg,

de grens met Frankrijk,

de N87 tot de kruising met de N871 ter hoogte van Rouvroy,

de N871 tot de kruising met de N88,

de N88 tot de kruising met de Rue Baillet Latour,

de Rue Baillet Latour tot de kruising met de N811,

de N811 tot de kruising met de N88,

de N88 tot de kruising met de N883 ter hoogte van Aubange,

de N883 tot de kruising met de N81 ter hoogte van Aubange,

de N81 tot de kruising met de E25-E411,

de E25-E411 tot de kruising met de N40,

de N40 tot de kruising met de Rue du Fet,

Rue du Fet,

de Rue de l'Accord tot de kruising met de Rue de la Gaume,

de Rue de la Gaume tot de kruising met de Rue des Bruyères,

Rue des Bruyères,

Rue de Neufchâteau,

Rue de la Motte,

de N894 tot de kruising met de N85,

de N85 tot de kruising met de grens met Frankrijk.

2.   Bulgarije

De volgende gebieden in Bulgarije:

the whole region of Gabrovo,

the whole region of Haskovo,

the whole region of Kardzhali,

the whole region of Pazardzhik,

the whole region of Sliven,

the whole region of Smolyan,

the whole region of Sofia

the whole region of Stara Zagora,

the whole region of Lovech excluding the areas in Part III,

the whole region of Burgas excluding the areas in Part III.

3.   Estland

De volgende gebieden in Estland:

Hiiu maakond.

4.   Hongarije

De volgende gebieden in Hongarije:

Borsod-Abaúj-Zemplén megye 652601, 652602, 652603, 653100, 653300, 653500, 655300 és kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Hajdú-Bihar megye 900750, 901250, 901260, 901270, 901350, 901551, 901560, 901570, 901580, 901590, 901650, 901660, 901750, 901950, 902050, 902150, 902250, 902350, 902450, 902550, 902650, 902660, 902670, 902750, 903250, 903650, 903750, 903850, 904350, 904750, 904760, 904850, 904860, 905360, 905450 és 905550 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Heves megye 702550, 703350, 703360, 703450, 703550, 703610, 703750, 703850, 703950, 704050, 704150, 704250, 704350, 704450, 704550, 704650, 704750, 704850, 704950, 705050, és 705350 kódszámúvadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Jász-Nagykun-Szolnok megye 750150, 750160, 750250, 750260, 750350, 750450, 750460, 750550, 750650, 750750, 750850, 750950, 751150, 752150, 755550, 751050, 751160, 751250, 751260, 751350, 751360, 751450, 751460, 751470, 751550, 751650, 751750, 752250, 752350, 752450, 752460, 752550, 752560, 752650, 752750, 752850, 752950, 753060, 753070, 753150, 753250, 753310, 753450, és 755750 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Nógrád megye 552010, 552150, 552250, 552350, 552450, 552460, 552520, 552550, 552610, 552620, 552710, 552850, 552860, 552950, 552970, 553050, 553110, 553250, 553260, 553350, 553650, 553750, 553850, 553910 és 554050 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Pest megye 571250, 571350, 571550, 571610, 571750, 571760, 572250, 572350, 572550, 572850, 572950, 573360, 573450, 580050 és 580450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Szabolcs-Szatmár-Bereg megye 851950, 852350, 852450, 852550, 852750, 853560, 853650, 853751, 853850, 853950, 853960, 854050, 854150, 854250, 854350, 855350, 855450, 855550, 855650, 855660 és 855850 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe.

5.   Letland

De volgende gebieden in Letland:

Aizputes novada Cīravas pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa 1192, Lažas pagasta daļa uz ziemeļrietumiem no autoceļa 1199 un uz ziemeļiem no Padures autoceļa,

Alsungas novads,

Durbes novada Dunalkas pagasta daļa uz rietumiem no autoceļiem P112, 1193 un 1192, un Tadaiķu pagasts,

Kuldīgas novada Gudenieku pagasts,

Pāvilostas novads,

Stopiņu novada daļa, kas atrodas uz rietumiem no autoceļa V36, P4 un P5, Acones ielas, Dauguļupes ielas un Dauguļupītes,

Ventspils novada Jūrkalnes pagasts,

Grobiņas novads,

Rucavas novada Dunikas pagasts.

6.   Litouwen

De volgende gebieden in Litouwen:

Jurbarko rajono savivaldybė: Smalininkų ir Viešvilės seniūnijos,

Kelmės rajono savivaldybė: Kelmės, Kelmės apylinkių, Kražių, Kukečių seniūnijos dalis į pietus nuo kelio Nr. 2128 ir į vakarus nuo kelio Nr. 2106, Liolių, Pakražančio seniūnijos, Tytuvėnų seniūnijos dalis į vakarus ir šiaurę nuo kelio Nr. 157 ir į vakarus nuo kelio Nr. 2105 ir Tytuvėnų apylinkių seniūnijos dalis į šiaurę nuo kelio Nr. 157 ir į vakarus nuo kelio Nr. 2105, ir Vaiguvos seniūnijos,

Pagėgių savivaldybė,

Plungės rajono savivaldybė,

Raseinių rajono savivaldybė: Girkalnio ir Kalnujų seniūnijos dalis į šiaurę nuo kelio Nr A1, Nemakščių, Paliepių, Raseinių, Raseinių miesto ir Viduklės seniūnijos,

Rietavo savivaldybė,

Skuodo rajono savivaldybė,

Šilalės rajono savivaldybė,

Šilutės rajono savivaldybė: Juknaičių, Kintų, Šilutės ir Usėnų seniūnijos,

Tauragės rajono savivaldybė: Lauksargių, Skaudvilės, Tauragės, Mažonų, Tauragės miesto ir Žygaičių seniūnijos.

7.   Polen

De volgende gebieden in Polen:

w województwie warmińsko-mazurskim:

gmina Ruciane – Nida w powiecie piskim,

część gminy Ryn położona na południe od linii kolejowej łączącej miejscowości Giżycko i Kętrzyn w powiecie giżyckim,

gminy Mikołajki, Piecki, część gminy wiejskiej Mrągowo położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 16 biegnącą od zachodniej granicy gminy do granicy miasta Mrągowo oraz na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 59 biegnącą od wschodniej granicy gminy do granicy miasta Mrągowo w powiecie mrągowskim,

gminy Dźwierzuty, Pasym, Rozogi i Świętajno w powiecie szczycieńskim,

gminy Gronowo Elbląskie, Markusy, Rychliki, część gminy Elbląg położona na zachódod zachodniej granicy powiatu miejskiego Elbląg i na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 22 i część gminy Tolkmicko niewymieniona w części II załącznika w powiecie elbląskim oraz strefa wód przybrzeżnych Zalewu Wiślanego i Zatoki Elbląskiej,

gminy Gietrzwałd, Purda, Stawiguda, Jonkowo, Świątki i miasto Olsztyn w powiecie olsztyńskim,

gminy Łukta, Miłakowo, Małdyty, Miłomłyn i Morąg w powiecie ostródzkim,

gmina Zalewo w powiecie iławskim,

w województwie podlaskim:

gminy Rudka, Wyszki, część gminy Brańsk położona na północ od linii od linii wyznaczonej przez drogę nr 66 biegnącą od wschodniej granicy gminy do granicy miasta Brańsk i miasto Brańsk w powiecie bielskim,

gminy Kolno z miastem Kolno, Mały Płock i Turośl w powiecie kolneńskim,

gmina Poświętne w powiecie białostockim,

gminy Kulesze Kościelne, Nowe Piekuty, Szepietowo, Klukowo, Wysokie Mazowieckie z miastem Wysokie Mazowieckie, Czyżew w powiecie wysokomazowieckim,

gminy Miastkowo, Nowogród, Śniadowo i Zbójna w powiecie łomżyńskim,

powiat zambrowski,

w województwie mazowieckim:

powiat ostrołęcki,

powiat miejski Ostrołęka,

gminy Bielsk, Brudzeń Duży, Bulkowo, Drobin, Gąbin, Łąck, Nowy Duninów, Radzanowo, Słupno, Stara Biała, Staroźreby w powiecie płockim,

powiat miejski Płock,powiat sierpecki,

powiat żuromiński,

gminy Andrzejewo, Boguty – Pianki, Brok, Małkinia Górna, Stary Lubotyń, Szulborze Wielkie, Wąsewo, Zaręby Kościelne i Ostrów Mazowiecka z miastem Ostrów Mazowiecka w powiecie ostrowskim,

gminy Dzierzgowo, Lipowiec Kościelny, Radzanów, Stupsk, Szreńsk, Szydłowo, Wieczfnia Kościelna, Wiśniewo i część gminy Strzegowo położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 7 w powiecie mławskim,

powiat przasnyski,

powiat makowski,

gminy Gzy, Obryte, Zatory, Pułtusk i część gminy Winnica położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Bielany, Winnica i Pokrzywnica w powiecie pułtuskim,

gminy Brańszczyk, Długosiodło, Rząśnik, Wyszków, Zabrodzie i część gminy Somianka położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 62 w powiecie wyszkowskim,

gminy Jadów, Klembów, Poświętne, Strachówkai Tłuszcz w powiecie wołomińskim,

gminy Garbatka Letnisko, Gniewoszów i Sieciechów w powiecie kozienickim,

gminy Baranów i Jaktorów w powiecie grodziskim,

powiat żyrardowski,

gminy Belsk Duży, Błędów, Goszczyn i Mogielnica w powiecie grójeckim,

gminy Białobrzegi, Promna, Stara Błotnica, Wyśmierzyce i Radzanów w powiecie białobrzeskim,

gminy Jedlińsk, Jastrzębia i Pionki z miastem Pionki w powiecie radomskim,

gminy Nowa Sucha, Rybno, część gminy Teresin położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 92, część gminy wiejskiej Sochaczew położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 92 i część miasta Sochaczew położona na południowy zachód od linii wyznaczonej przez drogi nr 50 i 92, część gminy Iłów położona na południe od linii wyznaczonej od drogi nr 577 w powiecie sochaczewskim,

gmina Policzna w powiecie zwoleńskim,

gmina Solec nad Wisłą w powiecie lipskim,

gminy Sanniki i Pacyna w powiecie gostynińskim,

w województwie lubelskim:

gminy Nowodwór, Ryki, Ułęż i miasto Dęblin w powiecie ryckim,

gmina Janowiec i część gminy wiejskiej Puławy położona na zachód od rzeki Wisły w powiecie puławskim,

gminy Bełżyce, Borzechów, Bychawa, Niedrzwica Duża, Konopnica, Strzyżewice, Wysokie, Wojciechów i Zakrzew w powiecie lubelskim,

gminy Adamów, Miączyn, Sitno, Komarów-Osada, Krasnobród, Łabunie, Zamość, część gminy Zwierzyniec położona na południowy-wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 858 w powiecie zamojskim,

powiat miejski Zamość,

gminy Chodel, Karczmiska, Łaziska, Opole Lubelskie, Poniatowa i Wilków w powiecie opolskim,

część gminy Żółkiewka położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 842 w powiecie krasnostawskim,

gminy Krynice, Rachanie i Tarnawatka w powiecie tomaszowskim,

gminy Aleksandrów, Biłgoraj z miastem Biłgoraj, Biszcza, Józefów, Księżopol, Łukowa, Obsza, Potok Górny, Tarnogórd, część gminy Frampol położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 74, część gminy Goraj położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 835, część gminy Tereszpol położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 858, część gminy Turobin położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 835 w powiecie biłgorajskim,

gminy Kraśnik z miastem Kraśnik, Szastarka, Trzydnik Duży, Urzędów, Wilkołaz i Zakrzówek w powiecie kraśnickim,

powiat janowski;

w województwie podkarpackim:

gminy Cieszanów, Oleszyce, Stary Dzików, Wielki Oczy i Lubaczów z miastem Lubaczów w powiecie lubaczowskim,

gminy Laszki i Wiązownica w powiecie jarosławskim,

gminy Pysznica, Zaleszany i miasto Stalowa Wola w powiecie stalowowolskim,

gmina Gorzyce w powiecie tarnobrzeskim;

w województwie świętokrzyskim:

gminy Tarłów i Ożarów w powiecie opatowskim,

gminy Dwikozy, Zawichost i miasto Sandomierz w powiecie sandomierskim,

w województwie łódzkim:

gminy Kocierzew Południowy, Kiernozia, Chąśno oraz część gminy wiejskiej Łowicz położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 92 w powiecie łowickim.

8.   Roemenië

De volgende gebieden in Roemenië:

Județul Alba,

Județul Cluj,

Județul Harghita,

Județul Hunedoara,

Județul Iași cu restul comunelor care nu sunt incluse in partea II,

Județul Neamț,

Restul județului Mehedinți care nu a fost inclus în Partea III cu următoarele comune:

Comuna Garla Mare,

Hinova,

Burila Mare,

Gruia,

Pristol,

Dubova,

Municipiul Drobeta Turnu Severin,

Eselnița,

Salcia,

Devesel,

Svinița,

Gogoșu,

Simian,

Orșova,

Obârșia Closani,

Baia de Aramă,

Bala,

Florești,

Broșteni,

Corcova,

Isverna,

Balta,

Podeni,

Cireșu,

Ilovița,

Ponoarele,

Ilovăț,

Patulele,

Jiana,

Iyvoru Bârzii,

Malovat,

Bălvănești,

Breznița Ocol,

Godeanu,

Padina Mare,

Corlățel,

Vânju Mare,

Vânjuleț,

Obârșia de Câmp,

Vânători,

Vladaia,

Punghina,

Cujmir,

Oprișor,

Dârvari,

Căzănești,

Husnicioara,

Poroina Mare,

Prunișor,

Tămna,

Livezile,

Rogova,

Voloiac,

Sisești,

Sovarna,

Bălăcița,

Județul Gorj,

Județul Suceava,

Județul Mureș,

Județul Sibiu,

Județul Caraș-Severin.

DEEL II

1.   België

De volgende gebieden in België:

in de provincie Luxemburg:

het gebied dat met de wijzers van de klok mee wordt afgebakend door:

de grens met Frankrijk ter hoogte van Florenville,

de N85 tot de kruising met de N894 ter hoogte van Florenville,

de N894 tot de kruising met de Rue de la Motte,

de Rue de la Motte tot de kruising met de Rue de Neufchâteau,

Rue de Neufchâteau,

de Rue des Bruyères tot de kruising met Rue de la Gaume,

de Rue de la Gaume tot de kruising met Rue de l'Accord,

Rue de l'Accord,

Rue du Fet,

de N40 tot de kruising met de E25-E411,

de E25-E411 tot de kruising met de N81 ter hoogte van Weyler,

de N81 tot de kruising met de N883 ter hoogte van Aubange,

de N883 tot de kruising met de N88 ter hoogte van Aubange,

de N88 tot de kruising met de N811,

de N811 tot de kruising met de Rue Baillet Latour,

de Rue Baillet Latour tot de kruising met de N88,

de N88 tot de kruising met de N871,

de N871 tot de kruising met de N87 ter hoogte van Rouvroy,

de N87 tot de kruising met de grens met Frankrijk.

2.   Bulgarije

De volgende gebieden in Bulgarije:

the whole region of Dobrich,

the whole region of Plovdiv,

the whole region of Shumen,

the whole region of Varna.

3.   Estland

De volgende gebieden in Estland:

Eesti Vabariik (välja arvatud Hiiu maakond).

4.   Hongarije

De volgende gebieden in Hongarije:

Heves megye 700150, 700250, 700260, 700350, 700450, 700460, 700550, 700650, 700750, 700850, 700860, 700950, 701050, 701111, 701150, 701250, 701350, 701550, 701560, 701650, 701750, 701850, 701950, 702050, 702150, 702250, 702260, 702350, 702450, 702750, 702850, 702950, 703050, 703150, 703250, 703370, 705150,705250, 705450,705510 és 705610 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Szabolcs-Szatmár-Bereg megye 850950, 851050, 851150, 851250, 851350, 851450, 851550, 851560, 851650, 851660, 851751, 851752, 852850, 852860, 852950, 852960, 853050, 853150, 853160, 853250, 853260, 853350, 853360, 853450, 853550, 854450, 854550, 854560, 854650, 854660, 854750, 854850, 854860, 854870, 854950, 855050, 855150, 855250, 855460, 855750, 855950, 855960, 856051, 856150, 856250, 856260, 856350, 856360, 856450, 856550, 856650, 856750, 856760, 856850, 856950, 857050, 857150, 857350, 857450, 857650, valamint 850150, 850250, 850260, 850350, 850450, 850550, 852050, 852150, 852250 és 857550, továbbá 850650, 850850, 851851 és 851852 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Nógrád megye 550110, 550120, 550130, 550210, 550310, 550320, 550450, 550460, 550510, 550610, 550710, 550810, 550950, 551010, 551150, 551160, 551250, 551350, 551360, 551450, 551460, 551550, 551650, 551710, 551810, 551821,552360 és 552960 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Borsod-Abaúj-Zemplén megye 650100, 650200, 650300, 650400, 650500, 650600, 650700, 650800, 650900, 651000, 651100, 651200, 651300, 651400, 651500, 651610, 651700, 651801, 651802, 651803, 651900, 652000, 652100, 652200, 652300, 652700, 652900, 653000, 653200, 653401, 653403, 653600, 653700, 653800, 653900, 654000, 654201, 654202, 654301, 654302, 654400, 654501, 654502, 654600, 654700, 654800, 654900, 655000, 655100, 655200, 655400, 655500, 655600, 655700, 655800, 655901, 655902, 656000, 656100, 656200, 656300, 656400, 656600, 656701, 656702, 656800, 656900, 657010, 657100, 657300, 657400, 657500, 657600, 657700, 657800, 657900, 658000, 658100, 658201, 658202, 658310, 658401, 658402, 658403, 658404, 658500, 658600, 658700, 658801, 658802, 658901, 658902, 659000, 659100, 659210, 659220, 659300, 659400, 659500, 659601, 659602, 659701, 659800, 659901, 660000, 660100, 660200, 660400, 660501, 660502, 660600 és 660800, valamint 652400, 652500 és 652800 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Hajdú-Bihar megye 900150, 900250, 900350, 900450, 900550, 900650, 900660, 900670, 901850,900850, 900860, 900930, 900950, 901050, 901150, 901450, 902850, 902860, 902950, 902960, 903050, 903150, 903350, 903360, 903370, 903450, 903550, 904450, 904460, 904550, 904650 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe.

5.   Letland

De volgende gebieden in Letland:

Ādažu novads,

Aizputes novada Kalvenes pagasts pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa A9,

Aglonas novads,

Aizkraukles novads,

Aknīstes novads,

Alojas novads,

Alūksnes novads,

Amatas novads,

Apes novads,

Auces novads,

Babītes novads,

Baldones novads,

Baltinavas novads,

Balvu novads,

Bauskas novads,

Beverīnas novads,

Brocēnu novada Blīdenes pagasts, Remtes pagasta daļa uz austrumiem no autoceļa 1154 un P109,

Burtnieku novads,

Carnikavas novads,

Cēsu novads,

Cesvaines novads,

Ciblas novads,

Dagdas novads,

Daugavpils novads,

Dobeles novads,

Dundagas novads,

Durbes novada Durbes pagasta daļa uz dienvidiem no dzelzceļa līnijas Jelgava-Liepāja,

Engures novads,

Ērgļu novads,

Garkalnes novads,

Gulbenes novads,

Iecavas novads,

Ikšķiles novads,

Ilūkstes novads,

Inčukalna novads,

Jaunjelgavas novads,

Jaunpiebalgas novads,

Jaunpils novads,

Jēkabpils novads,

Jelgavas novads,

Kandavas novads,

Kārsavas novads,

Ķeguma novads,

Ķekavas novads,

Kocēnu novads,

Kokneses novads,

Krāslavas novads,

Krimuldas novads,

Krustpils novads,

Kuldīgas novada Ēdoles, Īvandes, Padures, Rendas, Kabiles, Rumbas, Kurmāles, Pelču, Snēpeles, Turlavas, Laidu un Vārmes pagasts, Kuldīgas pilsēta,

Lielvārdes novads,

Līgatnes novads,

Limbažu novads,

Līvānu novads,

Lubānas novads,

Ludzas novads,

Madonas novads,

Mālpils novads,

Mārupes novads,

Mazsalacas novads,

Mērsraga novads,

Naukšēnu novads,

Neretas novads,

Ogres novads,

Olaines novads,

Ozolnieku novads,

Pārgaujas novads,

Pļaviņu novads,

Preiļu novads,

Priekules novads,

Priekuļu novads,

Raunas novads,

republikas pilsēta Daugavpils,

republikas pilsēta Jelgava,

republikas pilsēta Jēkabpils,

republikas pilsēta Jūrmala,

republikas pilsēta Rēzekne,

republikas pilsēta Valmiera,

Rēzeknes novads,

Riebiņu novads,

Rojas novads,

Ropažu novads,

Rugāju novads,

Rundāles novads,

Rūjienas novads,

Salacgrīvas novads,

Salas novads,

Salaspils novads,

Saldus novada Novadnieku, Kursīšu, Zvārdes, Pampāļu, Šķēdes, Nīgrandes, Zaņas, Ezeres, Rubas, Jaunauces un Vadakstes pagasts,

Saulkrastu novads,

Sējas novads,

Siguldas novads,

Skrīveru novads,

Skrundas novads,

Smiltenes novads,

Stopiņu novada daļa, kas atrodas uz austrumiem no autoceļa V36, P4 un P5, Acones ielas, Dauguļupes ielas un Dauguļupītes,

Strenču novads,

Talsu novads,

Tērvetes novads,

Tukuma novads,

Vaiņodes novads,

Valkas novads,

Varakļānu novads,

Vārkavas novads,

Vecpiebalgas novads,

Vecumnieku novads,

Ventspils novada Ances, Tārgales, Popes, Vārves, Užavas, Piltenes, Puzes, Ziru, Ugāles, Usmas un Zlēku pagasts, Piltenes pilsēta,

Viesītes novads,

Viļakas novads,

Viļānu novads,

Zilupes novads.

6.   Litouwen

De volgende gebieden in Litouwen:

Alytaus miesto savivaldybė,

Alytaus rajono savivaldybė: Alytaus, Alovės, Butrimonių, Daugų, Nemunaičio, Pivašiūnų, Punios, Raitininkų seniūnijos,

Anykščių rajono savivaldybė,

Akmenės rajono savivaldybė: Ventos ir Papilės seniūnijos,

Biržų miesto savivaldybė,

Biržų rajono savivaldybė,

Druskininkų savivaldybė,

Elektrėnų savivaldybė,

Ignalinos rajono savivaldybė,

Jonavos rajono savivaldybė,

Joniškio rajono savivaldybė: Kepalių, Kriukų, Saugėlaukio ir Satkūnų seniūnijos,

Jurbarko rajono savivaldybė,

Kaišiadorių rajono savivaldybė,

Kalvarijos savivaldybė: Akmenynų, Liubavo, Kalvarijos seniūnijos dalis į pietus nuo kelio Nr. 131 ir į pietus nuo kelio Nr. 200 ir Sangrūdos seniūnijos,

Kauno miesto savivaldybė,

Kauno rajono savivaldybė: Babtų, Batniavos, Čekiškės, Domeikavos, Garliavos, Garliavos apylinkių, Karmėlavos, Kulautuvos, Lapių, Linksmakalnio, Neveronių, Raudondvario, Rokų, Samylų, Taurakiemio, Užliedžių, Vandžiogalos, Vilkijos ir Vilkijos apylinkių seniūnijos,

Kelmės rajono savivaldybė: Tytuvėnų seniūnijos dalis į rytus ir pietus nuo kelio Nr. 157 ir į rytus nuo kelio Nr. 2105 ir Tytuvėnų apylinkių seniūnijos dalis į pietus nuo kelio Nr. 157 ir į rytus nuo kelio Nr. 2105, Užvenčio, Kukečių dalis į šiaurę nuo kelio Nr. 2128 ir į rytus nuo kelio Nr. 2106, ir Šaukėnų seniūnijos,

Kėdainių rajono savivaldybė,

Kupiškio rajono savivaldybė,

Lazdijų rajono savivaldybė: Būdviečio, Kapčiamieščio, Kučiūnų ir Noragėlių seniūnijos,

Marijampolės savivaldybė: Degučių, Mokolų ir Narto seniūnijos,

Mažeikių rajono savivaldybė: Šerkšnėnų, Sedos ir Židikų seniūnijos,

Molėtų rajono savivaldybė,

Pakruojo rajono savivaldybė,

Panevėžio rajono savivaldybė,

Panevėžio miesto savivaldybė,

Pasvalio rajono savivaldybė,

Radviliškio rajono savivaldybė,

Prienų rajono savivaldybė: Stakliškių ir Veiverių seniūnijos

Raseinių rajono savivaldybė: Ariogalos, Betygalos, Pagojukų, Šiluvos,Kalnujų seniūnijos ir Girkalnio seniūnijos dalis į pietus nuo kelio Nr. A1,

Rokiškio rajono savivaldybė,

Šakių rajono savivaldybė: Barzdų, Griškabūdžio, Kidulių, Kudirkos Naumiesčio, Lekėčių, Sintautų, Slavikų. Sudargo, Žvirgždaičių seniūnijos ir Kriūkų seniūnijos dalis į rytus nuo kelio Nr. 3804, Lukšių seniūnijos dalis į rytus nuo kelio Nr. 3804, Šakių seniūnijos dalis į pietus nuo kelio Nr. 140 ir į pietvakarius nuo kelio Nr. 137

Šalčininkų rajono savivaldybė,

Šiaulių miesto savivaldybė,

Šiaulių rajono savivaldybė: Šiaulių kaimiškoji seniūnija,

Šilutės rajono savivaldybė: Rusnės seniūnija,

Širvintų rajono savivaldybė,

Švenčionių rajono savivaldybė,

Tauragės rajono savivaldybė: Batakių ir Gaurės seniūnijos,

Telšių rajono savivaldybė,

Trakų rajono savivaldybė,

Ukmergės rajono savivaldybė,

Utenos rajono savivaldybė,

Varėnos rajono savivaldybė,

Vilniaus miesto savivaldybė,

Vilniaus rajono savivaldybė,

Vilkaviškio rajono savivaldybė:Bartninkų, Gražiškių, Keturvalakių, Kybartų, Klausučių, Pajevonio, Šeimenos, Vilkaviškio miesto, Virbalio, Vištyčio seniūnijos,

Visagino savivaldybė,

Zarasų rajono savivaldybė.

7.   Polen

De volgende gebieden in Polen:

w województwie warmińsko-mazurskim:

gminy Kalinowo, Prostki i gmina wiejska Ełk w powiecie ełckim,

gminy Godkowo, Milejewo, Młynary, Pasłęk, część gminy Elbląg położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 22 oraz na południe i na południowy wschód od granicy powiatu miejskiego Elbląg, i część obszaru lądowego gminy Tolkmicko położona na południe od linii brzegowej Zalewu Wiślanego i Zatoki Elbląskiej do granicy z gminą wiejską Elbląg w powiecie elbląskim,

powiat miejski Elbląg,

powiat gołdapski,

gmina Wieliczki w powiecie oleckim,

gminy Orzysz, Biała Piska i Pisz w powiecie piskim,

gminy Górowo Iławeckie z miastem Górowo Iławeckie i Bisztynek w powiecie bartoszyckim,

gminy Kolno, Jeziorany, Barczewo, Biskupiec, Dywity i Dobre Miasto w powiecie olsztyńskim,

powiat braniewski,

gmina Reszel, część gminy Kętrzyn położona na południe od linii kolejowej łączącej miejscowości Giżycko i Kętrzyn biegnącej do granicy miasta Kętrzyn, na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 591 biegnącą od miasta Kętrzyn do północnej granicy gminy oraz na zachód i na południe od zachodniej i południowej granicy miasta Kętrzyn, miasto Kętrzyn i część gminy Korsze położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od wschodniej granicy łączącą miejscowości Krelikiejmy i Sątoczno i na wschód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Sątoczno, Sajna Wielka biegnącą do skrzyżowania z drogą nr 590 w miejscowości Glitajny, a następnie na wschód od drogi nr 590 do skrzyżowania z drogą nr 592 i na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 592 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 590 w powiecie kętrzyńskim,

gminy Lidzbark Warmiński z miastem Lidzbark Warmiński, Lubomino, Orneta i część gminy Kiwity położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 513 w powiecie lidzbarskim,

gmina Sorkwity i część gminy wiejskiej Mrągowo położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 16 biegnącą od zachodniej granicy gminy do granicy miasta Mrągowo oraz na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 59 biegnącą od wschodniej granicy gminy do granicy miasta Mrągowo w powiecie mrągowskim;

w województwie podlaskim:

powiat grajewski,

powiat moniecki,

powiat sejneński,

gminy Łomża, Piątnica, Jedwabne, Przytuły i Wiznaw powiecie łomżyńskim,

powiat miejski Łomża,

gminy Dziadkowice, Grodzisk, Mielnik, Nurzec-Stacja i Siemiatycze z miastem Siemiatycze w powiecie siemiatyckim,

gminy Białowieża, Czyże, Narew, Narewka, Hajnówka z miastem Hajnówka i część gminy Dubicze Cerkiewne położona na północny wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 1654B w powiecie hajnowskim,

gminy Kobylin-Borzymy i Sokoły w powiecie wysokomazowieckim,

gminy Grabowo i Stawiski w powiecie kolneńskim,

gminy Czarna Białostocka, Dobrzyniewo Duże, Gródek, Juchnowiec Kościelny, Łapy, Michałowo, Supraśl, Suraż, Turośń Kościelna, Tykocin, Wasilków, Zabłudów, Zawady i Choroszcz w powiecie białostockim,

miasto Bielsk Podlaski, część gminy Bielsk Podlaski położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 19 biegnącą od południowo-zachodniej granicy gminy do granicy miasta Bielsk Podlaski, na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 689 biegnącą od wschodniej granicy gminy do wschodniej granicy miasta Bielsk Podlaski oraz na północ i północny zachód od granicy miasta Bielsk Podlaski, część gminy Boćki położona na zachód od linii od linii wyznaczonej przez drogę nr 19 i część gminy Brańsk położona na południe od linii od linii wyznaczonej przez drogę nr 66 biegnącą od wschodniej granicy gminy do granicy miasta Brańsk w powiecie bielskim,

powiat suwalski,

powiat miejski Suwałki,

powiat augustowski,

powiat sokólski,

powiat miejski Białystok;

w województwie mazowieckim:

gminy Korczew, Kotuń, Paprotnia, Przesmyki, Wodynie, Skórzec, Mokobody, Mordy, Siedlce, Suchożebry i Zbuczyn w powiecie siedleckim,

powiat miejski Siedlce,

gminy Bielany, Ceranów, Kosów Lacki, Repki i gmina wiejska Sokołów Podlaski w powiecie sokołowskim,

powiat węgrowski,

powiat łosicki,

gminy Grudusk, Opinogóra Górna, Gołymin-Ośrodek i część gminy Glinojeck położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 7 w powiecie ciechanowskim,

gminy Brochów, Młodzieszyn, część gminy Teresin położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 92, część gminy wiejskiej Sochaczew położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 92 i część miasta Sochaczew położona na północny wschód od linii wyznaczonej przez drogi nr 50 i 92, część gminy Iłów położona na północ od linii wyznaczonej od drogi nr 577 w powiecie sochaczewskim,

gminy Bodzanów, Mała Wieś, Słubice i Wyszogród w powiecie płockim,

powiat nowodworski,

powiat płoński,

gminy Pokrzywnica, Świercze i część gminy Winnica położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Bielany, Winnica i Pokrzywnica w powiecie pułtuskim,

gminy Dąbrówka, Kobyłka, Marki, Radzymin, Wołomin, Zielonka i Ząbki w powiecie wołomińskim,

część gminy Somianka położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 62 w powiecie wyszkowskim,

gminy Borowie, Garwolin z miastem Garwolin, Górzno, Miastków Kościelny, Parysów, Pilawa, Trojanów, Żelechów, część gminy Wilga położona na północ od linii wyznaczonej przez rzekę Wilga biegnącą od wschodniej granicy gminy do ujścia do rzeki Wisły w powiecie garwolińskim,

powiat otwocki,

powiat warszawski zachodni,

powiat legionowski,

powiat piaseczyński,

powiat pruszkowski,

gminy Chynów, Grójec, Jasieniec, Pniewy i Warkaw powiecie grójeckim,

gminy Milanówek, Grodzisk Mazowiecki, Podkowa Leśna i Żabia Wola w powiecie grodziskim,

powiat miejski Warszawa;

w województwie lubelskim:

gminy Janów Podlaski, Kodeń, Tuczna, Leśna Podlaska, Rossosz, Łomazy, Konstantynów, Piszczac, Rokitno, Biała Podlaska, Zalesie, Terespol z miastem Terespol, Drelów, Międzyrzec Podlaski z miastem Międzyrzec Podlaski w powiecie bialskim,

powiat miejski Biała Podlaska,

gminy Markuszów, Nałęczów, Kazimierz Dolny, Końskowola, Kurów, Wąwolnica, Żyrzyn, Baranów, część gminy wiejskiej Puławy położona na wschód od rzeki Wisły i miasto Puławy w powiecie puławskim,

gminy Kłoczew i Stężyca w powiecie ryckim;

gminy Stoczek Łukowski z miastem Stoczek Łukowski, Wola Mysłowska, Trzebieszów, Stanin, część gminy wiejskiej Łuków położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 63 biegnącą od północnej granicy gminy do granicy miasta Łuków i na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 806 biegnącą od wschodniej granicy miasta Łuków do wschodniej granicy gminy wiejskiej Łuków i miasto Łuków w powiecie łukowskim,

gminy Jabłonna, Krzczonów i Garbów w powiecie lubelskim,

gminy Rybczewice i Piaski w powiecie świdnickim,

gminy Fajsławice i część gminy Łopiennik Górny położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 17 w powiecie krasnostawskim,

gminy Dołhobyczów, Mircze, Trzeszczany, Werbkowice i część gminy wiejskiej Hrubieszów położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 844 oraz na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 74 i miasto Hrubieszów w powiecie hrubieszowskim,

Łaszczów, Telatyn, Tyszowce i Ulhówek w powiecie tomaszowskim,

część gminy Wojsławice położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od północnej granicy gminy przez miejscowość Wojsławice do południowej granicy gminy w powiecie chełmskim,

gmina Grabowiec i część gminy Skierbieszów położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 843 w powiecie zamojskim,

gminy Annopol, Dzierzkowice i Gościeradów w powiecie kraśnickim,

gmina Józefów nad Wisłą w powiecie opolskim,

w województwie podkarpackim:

gminy Radomyśl nad Sanem i Zaklików w powiecie stalowowolskim,

gmina Horyniec-Zdrój w powiecie lubaczowskim.

8.   Roemenië

De volgende gebieden in Roemenië:

Restul județului Maramureș care nu a fost inclus în Partea III cu următoarele comune:

Comuna Vișeu de Sus,

Comuna Moisei,

Comuna Borșa,

Comuna Oarța de Jos,

Comuna Suciu de Sus,

Comuna Coroieni,

Comuna Târgu Lăpuș,

Comuna Vima Mică,

Comuna Boiu Mare,

Comuna Valea Chioarului,

Comuna Ulmeni,

Comuna Băsești,

Comuna Baia Mare,

Comuna Tăuții Magherăuș,

Comuna Cicărlău,

Comuna Seini,

Comuna Ardusat,

Comuna Farcasa,

Comuna Salsig,

Comuna Asuaju de Sus,

Comuna Băița de sub Codru,

Comuna Bicaz,

Comuna Grosi,

Comuna Recea,

Comuna Baia Sprie,

Comuna Sisesti,

Comuna Cernesti,

Copalnic Mănăstur,

Comuna Dumbrăvița,

Comuna Cupseni,

Comuna Șomcuța Mare,

Comuna Sacaleșeni,

Comuna Remetea Chioarului,

Comuna Mireșu Mare,

Comuna Ariniș,

Județul Bistrița-Năsăud,

Județul Iași cu următoarele comune:

Bivolari,

Trifești,

Probota,

Movileni,

Țigănași,

Popricani,

Victoria,

Golăești,

Aroneanu,

Iași,

Rediu,

Miroslava,

Bârnova,

Ciurea,

Mogosești,

Grajduri,

Scânteia,

Scheia,

Dobrovăț,

Schitu Duca,

Tuțora,

Tomești,

Bosia,

Prisăcani,

Osoi,

Costuleni,

Răducăneni,

Dolhești,

Gorban,

Ciortești,

Moșna,

Cozmești,

Grozești,

Holboca.

DEEL III

1.   Bulgarije

De volgende gebieden in Bulgarije:

the whole region of Montana,

the whole region of Ruse,

the whole region of Razgrad,

the whole region of Silistra,

the whole region of Pleven,

the whole region of Vratza,

the whole region of Vidin,

the whole region of Targovishte,

in the region of Lovech:

within municipality of Lovech:

Bahovitsa,

Vladinya,

Goran,

Devetaki,

Doyrentsi,

Drenov,

Yoglav,

Lisets,

Slavyani,

Slatina,

Smochan,

within municipality of Lukovit:

Bezhanovo,

Dermantsi,

Karlukovo,

Lukovit,

Petrevene,

Todorichene,

Aglen,

within municipality of Ugarchin:

Dragana,

Katunets,

in the region of Veliko Tarnovo:

the whole municipality of Svishtov,

the whole municipality of Pavlikeni

the whole municipality of Polski Trambesh

the whole municipality of Strajitsa,

in Burgas region:

the whole municipality of Burgas,

the whole municipality of Kameno,

the whole municipality of Malko Tarnovo,

the whole municipality of Primorsko,

the whole municipality of Sozopol,

the whole municipality of Sredets,

the whole municipality of Tsarevo.

2.   Letland

De volgende gebieden in Letland:

Aizputes novada Aizputes pagasts, Cīravas pagasta daļa uz dienvidiem no autoceļa 1192, Kazdangas pagasts, Kalvenes pagasta daļa uz ziemeļiem no autoceļa A9, Lažas pagasta dienvidaustrumu daļa un pagasta daļa uz dienvidaustrumiem no autoceļa 1199 un uz dienvidiem no Padures autoceļa, Aizputes pilsēta,

Durbes novada Vecpils pagasts, Durbes pagasta daļa uz ziemeļiem no dzelzceļa līnijas Jelgava-Liepāja, Dunalkas pagasta daļa uz austrumiem no autoceļiem P112, 1193 un 1192, Durbes pilsēta,

Brocēnu novada Cieceres un Gaiķu pagasts, Remtes pagasta daļa uz rietumiem no autoceļa 1154 un P109, Brocēnu pilsēta,

Saldus novada Saldus, Zirņu, Lutriņu un Jaunlutriņu pagasts, Saldus pilsēta.

3.   Litouwen

De volgende gebieden in Litouwen:

Akmenės rajono savivaldybė: Akmenės, Kruopių, Naujosios Akmenės kaimiškoji ir Naujosios Akmenės miesto seniūnijos,

Alytaus rajono savivaldybė: Simno sen, Krokialaukio ir Miroslavo seniūnijos,

Birštono savivaldybė,

Joniškio rajono savivaldybė:Gaižaičių, Gataučių, Joniškio, Rudiškių, Skaistgirio, Žagarės seniūnijos,

Kalvarijos savivaldybė: Kalvarijos seniūnijos dalis į šiaurę nuo kelio Nr. 131 ir į šiaurę nuo kelio Nr. 200,

Kauno rajono savivaldybė: Akademijos, Alšėnų, Ežerėlio, Kačerginės, Ringaudų ir Zapyškio seniūnijos,

Kazlų Rudos savivaldybė: Antanavo, Kazlų Rudos, Jankų ir Plutiškių seniūnijos,

Lazdijų rajono savivaldybė: Krosnos, Lazdijų miesto, Lazdijų, Seirijų, Šeštokų, Šventežerio ir Veisiejų seniūnijos,

Marijampolės savivaldybė: Gudelių, Igliaukos, Liudvinavo, Marijampolės,Sasnavos ir Šunskų seniūnijos,

Mažeikių rajono savivaldybės: Laižuvos, Mažeikių apylinkės, Mažeikių, Reivyčių, Tirkšlių ir Viekšnių seniūnijos,

Prienų rajono savivaldybė: Ašmintos, Balbieriškio, Išlaužo, Jiezno, Naujosios Ūtos, Pakuonio, Prienų ir Šilavotos seniūnijos,

Šakių rajono savivaldybė: Gelgaudiškio ir Plokščių seniūnijos ir Kriūkų seniūnijos dalis į vakarus nuo kelio Nr. 3804, Lukšių seniūnijos dalis į vakarus nuo kelio Nr. 3804, Šakių seniūnijos dalis į šiaurę nuo kelio Nr. 140 ir į šiaurės rytus nuo kelio Nr. 137,

Šiaulių rajono savivaldybės: Bubių, Ginkūnų, Gruzdžių, Kairių, Kuršėnų kaimiškoji, Kuršėnų miesto, Kužių, Meškuičių, Raudėnų ir Šakynos seniūnijos,

Šakių rajono savivaldybė: Gelgaudiškio ir Plokščių seniūnijos ir Kriūkų seniūnijos dalis į vakarus nuo kelio Nr. 3804, Lukšių seniūnijos dalis į vakarus nuo kelio Nr. 3804, Šakių seniūnijos dalis į šiaurę nuo kelio Nr. 140 ir į šiaurės rytus nuo kelio Nr. 137,

Vilkaviškio rajono savivaldybės: Gižų ir Pilviškių seniūnijos.

4.   Polen

De volgende gebieden in Polen:

w województwie warmińsko-mazurskim:

gminy Sępopol i Bartoszyce z miastem Bartoszyce w powiecie bartoszyckim,

część gminy Kiwity położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 513 w powiecie lidzbarskim,

gminy Srokowo, Barciany, część gminy Kętrzyn położona na północ od linii kolejowej łączącej miejscowości Giżycko i Kętrzyn biegnącej do granicy miasta Kętrzyn oraz na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 591 biegnącą od miasta Kętrzyn do północnej granicy gminy i część gminy Korsze położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od wschodniej granicy łączącą miejscowości Krelikiejmy i Sątoczno i na zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Sątoczno, Sajna Wielka biegnącą do skrzyżowania z drogą nr 590 w miejscowości Glitajny, a następnie na zachód od drogi nr 590 do skrzyżowania z drogą nr 592 i na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 592 biegnącą od zachodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 590 w powiecie kętrzyńskim,

gmina Stare Juchy w powiecie ełckim,

gminy Kowale Oleckie, Olecko i Świętajno w powiecie oleckim,

powiat węgorzewski,

gminy Kruklanki, Wydminy, Miłki, Giżycko z miastem Giżycko i część gminy Ryn położona na północ od linii kolejowej łączącej miejscowości Giżycko i Kętrzyn w powiecie giżyckim,

w województwie podlaskim:

gmina Orla, część gminy Bielsk Podlaski położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 19 biegnącą od południowo-zachodniej granicy gminy do granicy miasta Bielsk Podlaski i na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 689 biegnącą od wschodniej granicy gminy do wschodniej granicy miasta Bielsk Podlaski i część gminy Boćki położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 19 w powiecie bielskim,

gminy Kleszczele, Czeremcha i część gminy Dubicze Cerkiewne położona na południowy zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 1654B w powiecie hajnowskim,

gminy Perlejewo, Drohiczyn i Milejczyce w powiecie siemiatyckim,

gmina Ciechanowiec w powiecie wysokomazowieckim,

w województwie mazowieckim:

gminy Domanice i Wiśniew w powiecie siedleckim,

gminy Łaskarzew z miastem Łaskarzew, Maciejowice, Sobolew i część gminy Wilga położona na południe od linii wyznaczonej przez rzekę Wilga biegnącą od wschodniej granicy gminy do ujścia dorzeki Wisły w powiecie garwolińskim,

powiat miński,

gminy Jabłonna Lacka, Sabnie i Sterdyń w powiecie sokołowskim,

gminy Ojrzeń, Sońsk, Regimin, Ciechanów z miastem Ciechanów i część gminy Glinojeck położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 7 w powiecie ciechanowskim,

część gminy Strzegowo położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 7 w powiecie mławskim,

gmina Nur w powiecie ostrowskim,

gminy Grabów nad Pilicą, Magnuszew, Głowaczów, Kozienice w powiecie kozienickim,

gmina Stromiec w powiecie białobrzeskim,

w województwie lubelskim:

gminy Bełżec, Jarczów, Lubycza Królewska, Susiec, Tomaszów Lubelski i miasto Tomaszów Lubelski w powiecie tomaszowskim,

gminy Białopole, Dubienka, Chełm, Leśniowice, Wierzbica, Sawin, Ruda Huta, Dorohusk, Kamień, Rejowiec, Rejowiec Fabryczny z miastem Rejowiec Fabryczny, Siedliszcze, Żmudź i część gminy Wojsławice położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Wojsławice do południowej granicy gminy w powiecie chełmskim,

powiat miejski Chełm,

gminy Izbica, Gorzków, Rudnik, Kraśniczyn, Krasnystaw z miastem Krasnystaw, Siennica Różana i część gminy Łopiennik Górny położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 17, część gminy Żółkiewka położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 842 w powiecie krasnostawskim,

gmina Stary Zamość, Radecznica, Szczebrzeszyn, Sułów, Nielisz, część gminy Skierbieszów położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 843, część gminy Zwierzyniec położona na północny-zachód od linii wyznaczonej przez droge nr 858 powiecie zamojskim,

część gminy Frampol położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 74, część gminy Goraj położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 835, część gminy Tereszpol położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 858, część gminy Turobin położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 835 w powiecie biłgorajskim,

gminy Hanna, Hańsk, Wola Uhruska, Urszulin, Stary Brus, Wyryki i gmina wiejska Włodawa w powiecie włodawskim,

powiat łęczyński,

gmina Trawniki w powiecie świdnickim,

gminy Sławatycze, Sosnówka i Wisznice w powiecie bialskim,

gminy Adamów, Krzywda, Serokomla, Wojcieszków i część gminy wiejskiej Łuków położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 63 biegnącą od północnej granicy gminy do granicy miasta Łuków, a następnie na północ, zachód, południe i wschód od linii stanowiącej północną, zachodnią, południową i wschodnią granicę miasta Łuków do jej przecięcia się z drogą nr 806 i na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 806 biegnącą od wschodniej granicy miasta Łuków do wschodniej granicy gminy wiejskiej Łuków w powiecie łukowskim,

powiat parczewski,

powiat radzyński,

powiat lubartowski,

gminy Horodło, Uchanie, Niedźwiada i część gminy wiejskiej Hrubieszów położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 844 biegnącą od zachodniej granicy gminy wiejskiej Hrubieszów do granicy miasta Hrubieszów oraz na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 74 biegnącą od wschodniej granicy miasta Hrubieszów do wschodniej granicy gminy wiejskiej Hrubieszów w powiecie hrubieszowskim,

gminy Głusk, Jastków, Niemce i Wólka w powiecie lubelskim,

gminy Mełgiew i miasto Świdnik w powiecie świdnickim,

powiat miejski Lublin,

w województwie podkarpackim:

gmina Narol w powiecie lubaczowskim.

5.   Roemenië

De volgende gebieden in Roemenië:

Zona orașului București,

Județul Constanța,

Județul Satu Mare,

Județul Tulcea,

Județul Bacău,

Județul Bihor,

Județul Brăila,

Județul Buzău,

Județul Călărași,

Județul Dâmbovița,

Județul Galați,

Județul Giurgiu,

Județul Ialomița,

Județul Ilfov,

Județul Prahova,

Județul Sălaj,

Județul Vaslui,

Județul Vrancea,

Județul Teleorman,

Partea din județul Maramureș cu următoarele delimitări:

Comuna Petrova,

Comuna Bistra,

Comuna Repedea,

Comuna Poienile de sub Munte,

Comuna Vișeu e Jos,

Comuna Ruscova,

Comuna Leordina,

Comuna Rozavlea,

Comuna Strâmtura,

Comuna Bârsana,

Comuna Rona de Sus,

Comuna Rona de Jos,

Comuna Bocoiu Mare,

Comuna Sighetu Marmației,

Comuna Sarasau,

Comuna Câmpulung la Tisa,

Comuna Săpânța,

Comuna Remeti,

Comuna Giulești,

Comuna Ocna Șugatag,

Comuna Desești,

Comuna Budești,

Comuna Băiuț,

Comuna Cavnic,

Comuna Lăpuș,

Comuna Dragomirești,

Comuna Ieud,

Comuna Saliștea de Sus,

Comuna Săcel,

Comuna Călinești,

Comuna Vadu Izei,

Comuna Botiza,

Comuna Bogdan Vodă,

Localitatea Groșii Țibileșului, comuna Suciu de Sus,

Localitatea Vișeu de Mijloc, comuna Vișeu de Sus,

Localitatea Vișeu de Sus, comuna Vișeu de Sus.

Partea din județul Mehedinți cu următoarele comune:

Comuna Strehaia,

Comuna Greci,

Comuna Brejnita Motru,

Comuna Butoiești,

Comuna Stângăceaua,

Comuna Grozesti,

Comuna Dumbrava de Jos,

Comuna Băcles,

Comuna Bălăcița,

Județul Argeș,

Județul Olt,

Județul Dolj,

Județul Arad,

Județul Timiș,

Județul Covasna,

Județul Brașov,

Județul Botoșani,

Județul Vâlcea.

DEEL IV

Italië

De volgende gebieden in Italië:

tutto il territorio della Sardegna.

”.