ISSN 1977-0758 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 166 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
62e jaargang |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
21.6.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 166/1 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/979 VAN DE COMMISSIE
van 14 maart 2019
houdende aanvulling van Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende essentiële financiële informatie in de samenvatting van een prospectus, de publicatie en classificatie van prospectussen, reclame voor effecten, aanvullingen van een prospectus, en het kennisgevingsportaal, en tot intrekking van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 382/2014 van de Commissie en Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/301 van de Commissie
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot intrekking van Richtlijn 2003/71/EG (1), en met name artikel 7, lid 13, artikel 21, leden 12 en 13, artikel 22, lid 9, artikel 23, lid 7, en artikel 25, lid 7,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De essentiële financiële informatie in de samenvatting van een prospectus moet de financiële kerngegevens bevatten die beleggers een beknopt overzicht geven van de activa, passiva en winstgevendheid van de uitgevende instelling, alsook alle andere essentiële financiële informatie die voor beleggers relevant is om een voorlopige beoordeling te maken van de financiële prestaties en de financiële positie van de uitgevende instelling. Om ervoor te zorgen dat deze informatie beknopt en relevant is, is het derhalve noodzakelijk een beperkt aantal openbaarmakingen vast te stellen, de opmaak ervan te specificeren en de financiële informatie af te stemmen op de verschillende soorten uitgevende instellingen en effecten. |
(2) |
Om misleiding van beleggers te voorkomen, moeten uitgevende instellingen het recht hebben om specifieke aanvullende informatie openbaar te maken, waaronder alternatieve prestatiemaatstaven, wanneer zij van oordeel zijn dat de vereiste informatie geen goed beeld geeft van hun prestaties en financiële positie. Om ervoor te zorgen dat beleggers zich in de eerste plaats richten op de cijfers uit de jaarrekening, mogen alternatieve prestatiemaatstaven in het prospectus echter geen prominentere plaats krijgen dan de cijfers uit de historische financiële informatie. |
(3) |
Om de nalevingskosten en de administratieve lasten voor uitgevende instellingen te verminderen, moet de essentiële financiële informatie in de samenvatting van een prospectus, inclusief aanvullende posten en alternatieve prestatiemaatstaven, de informatie overnemen die in het hoofdgedeelte van het prospectus openbaar wordt gemaakt. |
(4) |
Het is passend dat de essentiële financiële informatie in de samenvatting van een prospectus wordt afgestemd op de economische activiteit van de uitgevende instelling, haar industriële sector, de belangrijkste posten van haar jaarrekening en het soort effecten dat wordt uitgegeven of aangeboden. Het is echter niet mogelijk voor alle soorten uitgevende instellingen specifieke templates te verstrekken. |
(5) |
Om misleiding van beleggers te voorkomen en te zorgen voor consistentie met de informatie in het prospectus, moet, wanneer de historische financiële informatie in het prospectus wordt aangepast in geval van materiële fouten in de jaarrekening of wijzigingen in de standaarden voor jaarrekeningen, de essentiële financiële informatie in de samenvatting van een prospectus die aangepaste historische financiële informatie weerspiegelen. |
(6) |
Wanneer een uitgevende instelling een complexe financiële geschiedenis heeft, moet zij, in voorkomend geval, zowel haar eigen financiële informatie als de financiële informatie met betrekking tot een andere entiteit of entiteiten presenteren binnen een op zichzelf staande afdeling in de samenvatting van het prospectus. |
(7) |
Beleggers moeten duidelijkheid hebben over de vraag welke informatie deel uitmaakt van het prospectus en tot wie een aanbieding van effecten aan het publiek is gericht. Daarom moet het prospectus wanneer het hyperlinks bevat, met uitzondering van door middel van verwijzing opgenomen informatie, beleggers ervan op de hoogte brengen dat de informatie op de desbetreffende websites geen deel uitmaakt van het prospectus en niet door de bevoegde autoriteit is gecontroleerd of goedgekeurd. Voorts moeten maatregelen worden vastgesteld om te voorkomen dat websites die voor de publicatie van het prospectus worden gebruikt, gericht zijn op ingezetenen van lidstaten of derde landen waar de aanbieding van effecten aan het publiek niet plaatsvindt, bijvoorbeeld door op de website een verklaring op te nemen waarin de adressaten van de aanbieding worden vermeld. |
(8) |
Rapportage en publicatie van gegevens in een elektronisch, machineleesbaar formaat vergemakkelijkt een efficiënt gebruik en efficiënte uitwisseling van die gegevens. Daarom moet de lijst worden gespecificeerd van de gegevensvelden die voor de classificatie van prospectussen aan de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) moeten worden gerapporteerd, en moet het gebruik van templates in XML-formaat verplicht worden om ervoor te zorgen dat dergelijke velden machineleesbaar zijn. De lijst van gegevens moet uitgebreid genoeg zijn om ervoor te zorgen dat ESMA zich kan kwijten van haar taak krachtens artikel 47 van Verordening (EU) 2017/1129 om jaarlijks een verslag te publiceren met statistische gegevens over de in de Unie goedgekeurde en ter kennis gebrachte prospectussen, alsmede met een trendanalyse waarin rekening wordt gehouden met het soort uitgevende instellingen en het soort uitgiften. |
(9) |
Om te voorkomen dat retailbeleggers worden misleid tijdens het in de handel brengen van voor een openbare aanbieding of toelating tot de handel op een gereglementeerde markt voorgestelde effecten, mag reclame niet voorgeven het voornaamste informatiedocument te zijn. Reclame mag dan ook niet onnodig lang zijn, om verwarring met het prospectus te voorkomen. |
(10) |
Reclame voor een aanbieding van effecten aan het publiek of een toelating tot de handel op een gereglementeerde markt kan onjuist of misleidend worden wanneer er zich een belangrijke nieuwe factor, materiële vergissing of materiële onnauwkeurigheid met betrekking tot de informatie in het desbetreffende prospectus voordoet. Er moeten voorschriften worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat reclame onverwijld wordt aangepast wanneer zij als gevolg van een dergelijke nieuwe factor, materiële vergissing of materiële onnauwkeurigheid onjuist of misleidend wordt. |
(11) |
Om beleggers in staat te stellen met kennis van zaken beleggingsbeslissingen te nemen, mag de in reclame opgenomen informatie geen onevenwichtig beeld geven, bijvoorbeeld door negatieve aspecten van die informatie minder prominent te presenteren dan de positieve aspecten. |
(12) |
Aangezien alternatieve prestatiemaatstaven beleggingsbeslissingen in onevenredige mate kunnen beïnvloeden, mag informatie over een aanbieding aan het publiek of een toelating tot de handel op een gereglementeerde markt die buiten het prospectus om wordt verspreid, dergelijke maatstaven niet bevatten, tenzij zij in het hoofdgedeelte van het prospectus zijn opgenomen. |
(13) |
De bevoegde autoriteiten in de lidstaten van ontvangst controleren prospectussen niet. Om ervoor te zorgen dat beleggers in lidstaten van ontvangst naar behoren worden beschermd, moet de bevoegde autoriteit in de lidstaat van ontvangst derhalve, wanneer zij de bevoegde autoriteit in de lidstaat van herkomst om bijstand vraagt, meedelen welke informatie voor haar relevant is om na te gaan of de reclame strookt met de inhoud van het prospectus. Een dergelijke mededeling moet binnen een passende termijn plaatsvinden om ervoor te zorgen dat beleggers in lidstaten van ontvangst niet worden benadeeld door het feit dat de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst de prospectussen niet controleren en dat zij voldoende tijd hebben om de onderliggende openbare aanbieding te analyseren. De bevoegde autoriteit in de lidstaat van ontvangst moet worden geïnformeerd in de mate die nodig is om toezicht uit te oefenen op de compliance van de reclameactiviteiten in haar jurisdictie. |
(14) |
Om een consistente toepassing van Verordening (EU) 2017/1129 te waarborgen en rekening te houden met de technische ontwikkelingen op de financiële markten, is het noodzakelijk de situaties waarin publicatie van een aanvulling van het prospectus vereist is, nader te omschrijven. Het is onmogelijk alle situaties waarin een aanvulling van het prospectus vereist is, te inventariseren, omdat zulks afhankelijk kan zijn van de betrokken uitgevende instelling en effecten. Daarom is het dienstig een minimumlijst op te stellen van situaties waarin een aanvulling vereist is. |
(15) |
Gecontroleerde jaarrekeningen zijn voor beleggers cruciaal voor het nemen van beleggingsbeslissingen. Om te garanderen dat beleggers hun beleggingsbeslissingen nemen op basis van de meest recente financiële informatie, is het noodzakelijk de publicatie van een aanvulling verplicht te stellen waarin nieuwe gecontroleerde jaarrekeningen van uitgevende instellingen van effecten met een aandelenkarakter en uitgevende instellingen van de onderliggende aandelen zijn opgenomen als het gaat om certificaten van aandelen die zijn gepubliceerd na de goedkeuring van het prospectus. |
(16) |
Aangezien winstprognoses en winstramingen een beleggingsbeslissing kunnen beïnvloeden, is het noodzakelijk een aanvulling te publiceren met de wijzigingen van impliciete of expliciete cijfers die winstprognoses of winstramingen vormen, dan wel de intrekking van een winstprognose of winstraming die al in het prospectus was vermeld. Om dezelfde reden moet in het geval van effecten met een aandelenkarakter en certificaten van aandelen ook een aanvulling van het prospectus worden opgesteld wanneer een nieuwe winstprognose of winstraming is gepubliceerd vóór het einde van de aanbiedingsperiode of vóór de toelating tot de handel. |
(17) |
Informatie over de identiteit van de hoofdaandeelhouders of van entiteiten die zeggenschap hebben over de uitgevende instelling, is essentieel om de uitgevende instelling met kennis van zaken te kunnen beoordelen. Verandering van zeggenschap over de uitgevende instelling is echter met name significant wanneer de aanbieding betrekking heeft op effecten met een aandelenkarakter, die hiervoor doorgaans prijsgevoeliger zijn. Derhalve moet een aanvulling worden gepubliceerd wanneer de zeggenschap over een uitgevende instelling van effecten met een aandelenkarakter of een uitgevende instelling van de onderliggende aandelen van certificaten van aandelen verandert. |
(18) |
Het is essentieel dat potentiële beleggers die een uitstaande aanbieding van effecten met een aandelenkarakter beoordelen, in staat zijn de voorwaarden daarvan te vergelijken met de prijs of de ruilvoorwaarden van een openbaar overnamebod dat tijdens de aanbiedingsperiode wordt aangekondigd. Het resultaat van een openbaar overnamebod is daarenboven ook relevant voor de beleggingsbeslissing omdat beleggers moeten weten of het al dan niet iets verandert aan de zeggenschap over de uitgevende instelling. Daarom moet een aanvulling worden gepubliceerd in geval van een nieuw openbaar overnamebod. |
(19) |
Wanneer de verklaring inzake het werkkapitaal achterhaald is, kunnen beleggers niet met volledige kennis van de financiële situatie van de uitgevende instelling een beleggingsbeslissing nemen. Beleggers dienen in staat te worden gesteld hun beleggingsbeslissingen te heroverwegen in het licht van nieuwe informatie over de mate waarin de uitgevende instelling toegang heeft tot contanten en andere liquide middelen om haar verplichtingen na te komen. Hiervoor is een aanvulling nodig. |
(20) |
Nadat het prospectus is goedgekeurd, kan een uitgevende instelling of een aanbieder besluiten om de effecten aan te bieden in andere lidstaten dan die welke in het prospectus zijn vermeld of om een aanvraag in te dienen om toelating van de effecten tot de handel op gereglementeerde markten in andere lidstaten dan die welke in het prospectus zijn vermeld. Informatie over dergelijke aanbiedingen en toelatingen is belangrijk voor de beoordeling door de belegger van bepaalde aspecten van de effecten van de uitgevende instelling, zodat het passend is in dergelijke gevallen een aanvulling verplicht te stellen. |
(21) |
Het is waarschijnlijk dat de financiële positie of de activiteiten van de entiteit invloed ondervinden van een belangrijke financiële verplichting. Daarom dienen beleggers het recht te hebben om in een aanvulling van het prospectus aanvullende informatie te ontvangen over de gevolgen van een dergelijke verplichting. |
(22) |
Een verhoging van het totale nominale bedrag van een aanbiedingsprogramma zegt iets over de toegenomen financieringsbehoefte van de uitgevende instelling of over de toegenomen vraag naar de effecten van de uitgevende instelling. In een dergelijk geval moet een aanvulling van het prospectus worden gepubliceerd. |
(23) |
De betrokken bevoegde autoriteiten moeten het prospectus en de bijbehorende gegevens tijdig via het kennisgevingsportaal ontvangen, samen met een goedkeuringsverklaring die aangeeft dat het prospectus is opgesteld overeenkomstig Verordening (EU) 2017/1129. ESMA moet ervoor zorgen dat het kennisgevingsportaal de veiligheid en de integriteit van de tussen de bevoegde autoriteiten uitgewisselde informatie beschermt. De bevoegde autoriteiten blijven voor de indiening van dergelijke informatie verantwoordelijk. Met het oog op een soepele en vlotte werking van het kennisgevingsportaal moet worden gespecificeerd welke bijbehorende gegevens via dat portaal moeten worden verstrekt. |
(24) |
Overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (2) heeft ESMA openbare raadplegingen over dergelijke ontwerpen van technische reguleringsnormen gehouden, de mogelijke kosten en baten daarvan geanalyseerd en het advies van de bij artikel 37 van die verordening opgerichte Stakeholdergroep effecten en markten ingewonnen. ESMA heeft die Stakeholdergroep echter niet geraadpleegd over de ontwerpen van technische reguleringsnormen inzake de technische regelingen voor het kennisgevingsportaal, aangezien die regelingen alleen ESMA en de nationale bevoegde autoriteiten betreffen. |
(25) |
Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische reguleringsnormen die ESMA bij de Commissie heeft ingediend. |
(26) |
Aangezien deze verordening Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 382/2014 van de Commissie (3) en Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/301 van de Commissie (4) vervangt, worden die gedelegeerde verordeningen overbodig en moeten zij worden ingetrokken. |
(27) |
Aangezien deze verordening een aanvulling vormt op bepalingen van Verordening (EU) 2017/1129, moet de toepassing ervan worden uitgesteld tot de datum van toepassing van Verordening (EU) 2017/1129, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I
ESSENTIËLE FINANCIËLE INFORMATIE IN DE SAMENVATTING VAN HET PROSPECTUS
AFDELING 1
Inhoud van de essentiële financiële informatie in de samenvatting van het prospectus
Artikel 1
Minimuminhoud van de essentiële financiële informatie in de samenvatting van een prospectus
1. De essentiële financiële informatie in de samenvatting van een prospectus bestaat uit de financiële informatie die is vastgelegd in de bijlagen bij Gedelegeerde Verordening 2019/980 van de Commissie (5).
2. Wanneer de informatie als bedoeld in de tabellen in de bijlagen I tot en met VI bij deze verordening niet in de jaarrekening van de uitgevende instelling is opgenomen, maakt de uitgevende instelling in plaats daarvan een overeenkomstige post van haar jaarrekening bekend.
3. De uitgevende instelling mag aanvullende posten of alternatieve prestatiemaatstaven in de samenvatting van een prospectus opnemen indien deze essentiële financiële informatie vormen over de uitgevende instelling of de aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt toegelaten effecten. Voor de toepassing van de eerste zin worden onder alternatieve prestatiemaatstaven verstaan financiële maatstaven van historische of toekomstige financiële prestaties, financiële positie of kasstromen, niet zijnde in het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving omschreven financiële maatstaven.
4. Uitgevende instellingen die niet onder een van de in de artikelen 2 tot en met 8 genoemde categorieën uitgevende instellingen vallen, verstrekken de essentiële financiële informatie als bedoeld in de tabellen die volgens hen het best overeenkomt met het soort uitgegeven effecten.
5. De essentiële financiële informatie wordt verstrekt voor het aantal jaren dat vereist is krachtens Gedelegeerde Verordening 2019/980 voor het soort uitgifte en het soort uitgegeven effecten.
Artikel 2
Essentiële financiële informatie voor effecten met een aandelenkarakter uitgevende niet-financiële entiteiten
Wanneer de uitgevende instelling een niet-financiële entiteit is die effecten met een aandelenkarakter uitgeeft, bevat de samenvatting van een prospectus de essentiële financiële informatie als bedoeld in de tabellen in bijlage I.
Artikel 3
Essentiële financiële informatie voor effecten zonder aandelenkarakter uitgevende niet-financiële entiteiten
Wanneer de uitgevende instelling een niet-financiële entiteit is die effecten zonder aandelenkarakter uitgeeft, bevat de samenvatting van een prospectus de essentiële financiële informatie als bedoeld in de tabellen in bijlage II.
Artikel 4
Essentiële financiële informatie voor kredietinstellingen
Wanneer de uitgevende instelling een kredietinstelling is, bevat de samenvatting van een prospectus de essentiële financiële informatie als bedoeld in de tabellen in bijlage III.
Artikel 5
Essentiële financiële informatie voor verzekeringsondernemingen
Wanneer de uitgevende instelling een verzekeringsonderneming is, bevat de samenvatting van een prospectus de essentiële financiële informatie als bedoeld in de tabellen in bijlage IV.
Artikel 6
Essentiële financiële informatie voor special purpose vehicles die door activa gedekte effecten uitgeven
Wanneer de uitgevende instelling een special purpose vehicle is dat door activa gedekte effecten uitgeeft, bevat de samenvatting van een prospectus de essentiële financiële informatie als bedoeld in de tabellen in bijlage V.
Artikel 7
Essentiële financiële informatie voor closed-end-beleggingsinstellingen
Wanneer de uitgevende instelling een closed-end-beleggingsinstelling is, bevat de samenvatting van een prospectus de essentiële financiële informatie als bedoeld in de tabellen in bijlage VI.
Artikel 8
Essentiële financiële informatie voor garanten
Wanneer aan de effecten een garantie verbonden is, wordt de essentiële financiële informatie over de garant verstrekt alsof de garant de uitgevende instelling van hetzelfde soort effecten is als die waarop de garantie betrekking heeft, met gebruikmaking van de tabellen in de bijlagen I tot en met VI. Wanneer de garantie wordt afgegeven voor door activa gedekte effecten, wordt de essentiële financiële informatie over de garant verstrekt alsof de garant de uitgevende instelling van de onderliggende effecten is.
AFDELING 2
Vorm van de essentiële financiële informatie in de samenvatting van het prospectus
Artikel 9
Vorm van de essentiële financiële informatie in de samenvatting van een prospectus
1. De essentiële financiële informatie wordt in tabelvorm gepresenteerd in overeenstemming met de tabellen in de bijlagen I tot en met VI bij deze verordening.
2. Eventuele historische financiële informatie in de samenvatting van het prospectus die niet uit de jaarrekening afkomstig is, wordt als zodanig aangeduid.
3. Wanneer pro-forma-informatie die in de samenvatting van een prospectus moet worden opgenomen, de essentiële financiële informatie als bedoeld in de desbetreffende tabel van de bijlagen I tot en met VI bij deze verordening beïnvloedt, wordt die pro-forma-informatie verstrekt in extra kolommen in de tabellen in de bijlagen I tot en met VI bij deze verordening of als aparte tabel. Wanneer zulks voor een goed begrip ervan nodig is, gaat de pro-forma-informatie vergezeld van een korte toelichting op de in de extra kolommen of aparte tabel gepresenteerde cijfers.
Wanneer in geval van een brutowijziging van betekenis alleen kwalitatieve informatie in het prospectus wordt opgenomen, moet in de samenvatting van dat prospectus een verklaring van die strekking worden opgenomen.
4. Wanneer de uitgevende instelling een complexe financiële geschiedenis heeft als bedoeld in artikel 18 van Gedelegeerde Verordening 2019/980, wordt de essentiële financiële informatie in de samenvatting van het prospectus gepresenteerd op een wijze die strookt met het prospectus en met gebruikmaking van de desbetreffende tabellen in de bijlagen I tot en met VI bij deze verordening.
HOOFDSTUK II
PUBLICATIE VAN HET PROSPECTUS
Artikel 10
Publicatie van het prospectus
1. Wanneer een prospectus, ongeacht of het één document betreft, dan wel uit afzonderlijke documenten bestaat, hyperlinks naar websites bevat, bevat het tevens een verklaring dat de informatie op die websites geen deel uitmaakt van het prospectus en niet door de bevoegde autoriteit is gecontroleerd of goedgekeurd. Die vereiste geldt niet voor hyperlinks naar door verwijzing opgenomen informatie.
2. Wanneer een prospectus wordt gepubliceerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, van Verordening (EU) 2017/1129, worden op de voor de publicatie van het prospectus gebruikte websites maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat geen ingezetenen worden aangesproken van andere lidstaten of derde landen dan die waar de effecten aan het publiek worden aangeboden.
HOOFDSTUK III
MACHINELEESBARE GEGEVENS VOOR DE CLASSIFICATIE VAN PROSPECTUSSEN
Artikel 11
Gegevens voor de classificatie van prospectussen
Wanneer de bevoegde autoriteit ESMA een elektronisch exemplaar van een goedgekeurd prospectus verstrekt, inclusief alle aanvullingen daarvan en, in voorkomend geval, de definitieve voorwaarden, verstrekt zij ESMA ook de relevante begeleidende gegevens voor de classificatie van prospectussen overeenkomstig de tabellen in bijlage VII bij deze verordening.
Artikel 12
Praktische regelingen om de machineleesbaarheid van de gegevens te waarborgen
De bevoegde autoriteit verstrekt de in artikel 11 bedoelde begeleidende gegevens in een gemeenschappelijk XML-formaat en in overeenstemming met het formaat en de normen in de tabellen in bijlage VII.
HOOFDSTUK IV
RECLAME
Artikel 13
Identificatie van het prospectus
Wanneer de uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van de toelating tot de handel op een gereglementeerde markt onderworpen is aan de verplichting een prospectus op te stellen, identificeert reclame dat prospectus duidelijk door:
a) |
duidelijk aan te geven op welke website het prospectus is of zal worden gepubliceerd, wanneer de reclame in schriftelijke vorm en langs andere dan elektronische weg wordt verspreid; |
b) |
een hyperlink op te nemen naar het prospectus en de relevante definitieve voorwaarden van het basisprospectus wanneer de reclame in schriftelijke vorm langs elektronische weg wordt verspreid, of door een hyperlink op te nemen naar de pagina van de website waar het prospectus zal worden gepubliceerd indien dat nog niet is gebeurd; |
c) |
accurate informatie op te nemen over waar het prospectus verkrijgbaar is, en accurate informatie over de aanbieding van effecten of de toelating tot de handel op een gereglementeerde markt waarop het betrekking heeft, wanneer de reclame wordt verspreid in een vorm of op een wijze die niet onder de punten a) of b) valt. |
Artikel 14
Vereiste inhoud
1. Reclame die onder potentiële retailbeleggers wordt verspreid, bevat de volgende elementen:
a) |
het woord „reclame” op een in het oog springende manier. Wanneer een reclame in mondelinge vorm wordt verspreid, wordt het doel ervan duidelijk vermeld aan het begin van het bericht; |
b) |
een verklaring dat de goedkeuring van het prospectus niet mag worden beschouwd als aanprijzing van de aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt toegelaten effecten, wanneer de reclame een verwijzing naar een door een bevoegde autoriteit goedgekeurd prospectus bevat; |
c) |
een aanbeveling dat potentiële beleggers, voordat zij een beleggingsbeslissing nemen, het prospectus lezen om de potentiële risico's en voordelen in verband met de beslissing om in de effecten te beleggen volledig te begrijpen, wanneer de reclame een verwijzing naar een door een bevoegde autoriteit goedgekeurd prospectus bevat; |
d) |
de krachtens artikel 8, lid 3, onder b), van Verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad (6) vereiste begrijpelijkheidswaarschuwing wanneer:
|
2. Reclame in schriftelijke vorm die onder potentiële retailbeleggers wordt verspreid, verschilt in vorm en omvang voldoende van het prospectus zodat geen verwarring met het prospectus mogelijk is.
Artikel 15
Verspreiding van reclame
1. Onder potentiële beleggers verspreide reclame wordt gewijzigd wanneer:
a) |
vervolgens een aanvulling van het prospectus wordt gepubliceerd overeenkomstig artikel 23 van Verordening (EU) 2017/1129; |
b) |
een in de aanvulling vermelde belangrijke nieuwe factor, materiële vergissing of materiële onnauwkeurigheid de eerder verspreide reclame materieel onjuist of misleidend maakt. |
De eerste alinea is niet van toepassing na de afsluiting van de periode van aanbieding aan het publiek of na het tijdstip waarop de handel op een gereglementeerde markt begint, indien dat later valt.
2. De in lid 1 bedoelde gewijzigde reclame wordt onmiddellijk na de publicatie van de aanvulling van het prospectus onder potentiële beleggers verspreid en bevat alle volgende elementen:
a) |
een duidelijke verwijzing naar de onjuiste of misleidende versie van de reclame; |
b) |
een verklaring dat de reclame is gewijzigd omdat zij materieel onjuiste of misleidende informatie bevatte; |
c) |
een duidelijke beschrijving van de verschillen tussen de twee versies van de reclame. |
3. Met uitzondering van mondeling verspreide reclame wordt de overeenkomstig lid 1 gewijzigde reclame ten minste op dezelfde wijze verspreid als de eerdere reclame.
Artikel 16
Informatie over aanbiedingen van effecten
1. In mondelinge of schriftelijke vorm bekendgemaakte informatie over een aanbieding van effecten aan het publiek of over een toelating tot de handel op een gereglementeerde markt mag, ongeacht of zij als reclame dan wel voor andere doeleinden wordt verspreid:
a) |
niet in tegenspraak zijn met de informatie in het prospectus; |
b) |
niet verwijzen naar informatie die in tegenspraak is met de informatie in het prospectus; |
c) |
geen materieel onevenwichtig beeld geven van de informatie in het prospectus, bijvoorbeeld door negatieve aspecten van die informatie minder prominent te presenteren dan de positieve aspecten, door weglating of door selectieve weergave van bepaalde informatie; |
d) |
geen alternatieve prestatiemaatstaven bevatten tenzij zij in het prospectus zijn opgenomen. |
2. Voor de toepassing van lid 1 wordt onder informatie in het prospectus verstaan informatie die in het prospectus is opgenomen, indien het reeds is gepubliceerd, of informatie die in het prospectus zal worden opgenomen, indien het prospectus op een latere datum wordt gepubliceerd.
3. Voor de toepassing van lid 1, onder d), worden onder alternatieve prestatiemaatstaven verstaan financiële maatstaven van historische of toekomstige financiële prestaties, financiële positie of kasstromen, behalve in het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving omschreven financiële maatstaven.
Artikel 17
Procedure voor samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten
1. Wanneer de bevoegde autoriteit van een lidstaat waar een reclame wordt verspreid, van mening is dat de inhoud van die reclame niet strookt met de informatie in het prospectus, mag zij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst om bijstand verzoeken. De bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de reclame wordt verspreid, verstrekt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst op verzoek:
a) |
de redenen waarom zij van mening is dat de inhoud van de reclame niet strookt met de informatie in het prospectus; |
b) |
de desbetreffende reclame en, zo nodig, een vertaling daarvan in de taal van het prospectus of in een taal die in de internationale financiële wereld gangbaar is. |
2. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst zendt de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de reclame wordt verspreid, zo spoedig mogelijk de resultaten toe van haar beoordeling van de overeenstemming van de reclame met de informatie in het prospectus.
HOOFDSTUK V
AANVULLINGEN VAN HET PROSPECTUS
Artikel 18
Publicatie van een aanvulling van het prospectus
1. In de volgende situaties moet een aanvulling van het prospectus worden gepubliceerd:
a) |
wanneer nieuwe gecontroleerde jaarrekeningen zijn bekendgemaakt door:
|
b) |
wanneer een uitgevende instelling na de goedkeuring van het prospectus een winstprognose of -raming heeft gepubliceerd, indien een winstprognose of -raming in het prospectus moet worden opgenomen krachtens Gedelegeerde Verordening 2019/980; |
c) |
wanneer een wijziging of intrekking van een winstprognose of winstraming in het prospectus is opgenomen; |
d) |
wanneer een wijziging optreedt in de zeggenschap over:
|
e) |
wanneer derden een nieuw openbaar overnamebod uitbrengen als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), van Richtlijn 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad (8) of het resultaat van een openbaar overnamebod beschikbaar komt met betrekking tot een van de volgende soorten effecten:
|
f) |
wanneer de in het prospectus opgenomen verklaring inzake het werkkapitaal voldoende of onvoldoende wordt voor de huidige vereisten van de uitgevende instelling, met betrekking tot:
|
g) |
wanneer een uitgevende instelling toelating vraagt tot de handel op ten minste één extra gereglementeerde markt in ten minste één extra lidstaat of voornemens is een aanbieding van effecten aan het publiek te doen in ten minste één extra lidstaat die niet in het prospectus is vermeld; |
h) |
wanneer, in geval van een prospectus met betrekking tot effecten met een aandelenkarakter of andere effecten als bedoeld in artikel 19, lid 2, artikel 19, lid 3, of artikel 20, lid 2, van Gedelegeerde Verordening 2019/980, een nieuwe aanzienlijke financiële verplichting waarschijnlijk aanleiding zal geven tot een brutowijziging van betekenis in de zin van artikel 1, onder e), van die gedelegeerde verordening; |
i) |
wanneer het totale nominale bedrag van een aanbiedingsprogramma wordt verhoogd. |
HOOFDSTUK VI
TECHNISCHE REGELINGEN VOOR DE WERKING VAN HET KENNISGEVINGSPORTAAL
Artikel 19
Uploaden van documenten en bijbehorende gegevens
Wanneer de bevoegde autoriteit documenten als bedoeld in artikel 25, lid 6, van Verordening (EU) 2017/1129 naar het kennisgevingsportaal uploadt, zorgt zij ervoor dat die documenten in een doorzoekbaar elektronisch formaat zijn dat niet kan worden gewijzigd en dat deze vergezeld gaan van de gegevens over die documenten als gespecificeerd in de tabellen van bijlage VII bij deze verordening in een gemeenschappelijk XML-formaat.
Artikel 20
Verwerking en kennisgeving van documenten en bijbehorende gegevens
1. ESMA zorgt ervoor dat het kennisgevingsportaal alle geüploade documenten en bijbehorende gegevens automatisch verwerkt en controleert en de uploadende bevoegde autoriteit ervan in kennis stelt of het uploaden succesvol was en of de upload fouten bevatte.
2. ESMA zorgt ervoor dat het kennisgevingsportaal kennisgevingen van de geüploade documenten en bijbehorende gegevens aan de betrokken bevoegde autoriteiten verzendt.
Artikel 21
Downloaden van documenten en bijbehorende gegevens
ESMA zorgt ervoor dat het kennisgevingsportaal de geüploade documenten en bijbehorende gegevens aan de betrokken bevoegde autoriteiten beschikbaar stelt.
HOOFDSTUK VII
SLOTBEPALINGEN
Artikel 22
Intrekking
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 382/2014 wordt ingetrokken.
Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/301 wordt ingetrokken.
Artikel 23
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 21 juli 2019.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 14 maart 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 168 van 30.6.2017, blz. 12.
(2) Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).
(3) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 382/2014 van de Commissie van 7 maart 2014 houdende aanvulling van Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen voor de publicatie van supplementen op het prospectus (PB L 111 van 15.4.2014, blz. 36).
(4) Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/301 van de Commissie van 30 november 2015 tot aanvulling van Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van technische reguleringsnormen voor goedkeuring en publicatie van het prospectus en verspreiding van reclame en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 809/2004 van de Commissie (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 13).
(5) Gedelegeerde Verordening 2019/980 van de Commissie van 14 maart 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de vorm, de inhoud, de controle en de goedkeuring van het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 809/2004 van de Commissie (zie bladzijde 26 van dit Publicatieblad).
(6) Verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 november 2014 over essentiële-informatiedocumenten voor verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (PRIIP’s) (PB L 352 van 9.12.2014, blz. 1).
(7) Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).
(8) Richtlijn 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende het openbaar overnamebod (PB L 142 van 30.4.2004, blz. 12).
BIJLAGE I
NIET-FINANCIËLE ENTITEITEN (EFFECTEN MET EEN AANDELENKARAKTER)
— |
„*” betekent dat het gaat om verplichte informatie of overeenkomstige informatie wanneer de uitgevende instelling geen gebruik maakt van de International Financial Reporting Standards (IFRS). De uitgevende instelling kan een andere titel gebruiken om dezelfde informatie te verstrekken als in de tabel beschreven, wanneer in haar jaarrekening die alternatieve titel wordt gebruikt. |
— |
„#” betekent dat deze informatie verplicht is als zij elders in het prospectus voorkomt. |
— |
„~” met betrekking tot closed-end-beleggingsinstellingen verwijst naar investeringen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in winst of verlies op dezelfde datum als de datum van de intrinsieke waarde (NAV). |
Tabel 1
Winst- en verliesrekening voor niet-financiële entiteiten (effecten met een aandelenkarakter)
|
Jaar |
Jaar – 1 |
Jaar – 2 |
Tussentijdse waarde |
Vergelijkende tussentijdse waarde uit zelfde periode in eerder jaar |
*Totale inkomsten |
|
|
|
|
|
*Exploitatiewinst/-verlies of een andere soortgelijke maatstaf van financiële prestaties die de uitgevende instelling in de jaarrekening gebruikt |
|
|
|
|
|
*Nettowinst of -verlies (voor geconsolideerde jaarrekening nettowinst of -verlies toerekenbaar aan aandeelhouders van de moedermaatschappij) |
|
|
|
|
|
#Inkomstengroei jaar-op-jaar |
|
|
|
|
|
#Winstmarge exploitatie |
|
|
|
|
|
#Nettowinstmarge |
|
|
|
|
|
#Winst per aandeel |
|
|
|
|
|
Tabel 2
Balans voor niet-financiële entiteiten (effecten met een aandelenkarakter)
|
Jaar |
Jaar – 1 |
Jaar – 2 |
Tussentijdse waarde |
*Totale activa |
|
|
|
|
*Totaal eigen vermogen |
|
|
|
|
#Netto financiële schuld (langlopende schuld plus kortlopende schuld minus kasmiddelen) |
|
|
|
|
Tabel 3
Kasstroomoverzicht voor niet-financiële entiteiten (effecten met een aandelenkarakter)
|
Jaar |
Jaar – 1 |
Tussentijdse waarde |
Vergelijkende tussentijdse waarde uit zelfde periode in eerder jaar |
*Relevante nettokasstromen uit bedrijfsactiviteiten en/of kasstromen uit beleggingsactiviteiten en/of kasstromen uit financieringsactiviteiten |
|
|
|
|
BIJLAGE II
NIET-FINANCIËLE ENTITEITEN (EFFECTEN ZONDER AANDELENKARAKTER)
— |
„*” betekent dat het gaat om verplichte informatie of overeenkomstige informatie wanneer de uitgevende instelling geen gebruik maakt van de International Financial Reporting Standards (IFRS). De uitgevende instelling kan een andere titel gebruiken om dezelfde informatie te verstrekken als in de tabel beschreven, wanneer in haar jaarrekening die alternatieve titel wordt gebruikt. |
— |
„#” betekent dat deze informatie verplicht is als zij elders in het prospectus voorkomt. |
— |
„~” met betrekking tot closed-end-beleggingsinstellingen verwijst naar investeringen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in winst of verlies op dezelfde datum als de datum van de intrinsieke waarde (NAV). |
Tabel 1
Winst- en verliesrekening voor effecten zonder aandelenkarakter
|
Jaar |
Jaar – 1 |
Tussentijdse waarde |
Vergelijkende tussentijdse waarde uit zelfde periode in eerder jaar |
*Exploitatiewinst/-verlies of een andere soortgelijke maatstaf van financiële prestaties die de uitgevende instelling in de jaarrekening gebruikt |
|
|
|
|
Tabel 2
Balans voor effecten zonder aandelenkarakter
|
Jaar |
Jaar – 1 |
Tussentijdse |
#Netto financiële schuld (langlopende schuld plus kortlopende schuld minus kasmiddelen) |
|
|
|
#Current ratio (vlottende activa/kortlopende verplichtingen) |
|
|
|
#Verhouding tussen vreemd en eigen vermogen (totale passiva/totaal aandelenkapitaal) |
|
|
|
#Rentedekkingsratio (bedrijfsinkomsten/rente-uitgaven) |
|
|
|
Tabel 3
Kasstroomoverzicht voor effecten zonder aandelenkarakter
|
Jaar |
Jaar – 1 |
Tussentijdse waarde |
Vergelijkende tussentijdse waarde uit zelfde periode in eerder jaar |
*Nettokasstromen uit bedrijfsactiviteiten |
|
|
|
|
*Nettokasstromen uit financieringsactiviteiten |
|
|
|
|
*Nettokasstromen uit beleggingsactiviteiten |
|
|
|
|
BIJLAGE III
KREDIETINSTELLINGEN (EFFECTEN MET EN ZONDER AANDELENKARAKTER)
— |
„*” betekent dat het gaat om verplichte informatie of overeenkomstige informatie wanneer de uitgevende instelling geen gebruik maakt van de International Financial Reporting Standards (IFRS). De uitgevende instelling kan een andere titel gebruiken om dezelfde informatie te verstrekken als in de tabel beschreven, wanneer in haar jaarrekening die alternatieve titel wordt gebruikt. |
— |
„#” betekent dat deze informatie verplicht is als zij elders in het prospectus voorkomt. |
— |
„~” met betrekking tot closed-end-beleggingsinstellingen verwijst naar investeringen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in winst of verlies op dezelfde datum als de datum van de intrinsieke waarde (NAV). |
Tabel 1
Winst- en verliesrekening voor kredietinstellingen
|
Jaar |
Jaar – 1 |
Jaar – 2 (1) |
Tussentijdse waarde |
Vergelijkende tussentijdse waarde uit zelfde periode in eerder jaar |
*Nettorentebaten (of equivalent) |
|
|
|
|
|
*Netto honoraria- en provisiebaten |
|
|
|
|
|
*Netto bijzondere-waardeverminderingsverlies uit hoofde van financiële activa |
|
|
|
|
|
*Nettohandelsbaten |
|
|
|
|
|
*Maatstaf van financiële prestaties die de uitgevende instelling in de jaarrekening gebruikt, zoals bedrijfswinst |
|
|
|
|
|
*Nettowinst of -verlies (voor geconsolideerde jaarrekening nettowinst of -verlies toerekenbaar aan aandeelhouders van de moedermaatschappij) |
|
|
|
|
|
#Winst per aandeel (alleen voor effecten met een aandelenkarakter uitgevende instellingen) |
|
|
|
|
|
Tabel 2
Balans voor kredietinstellingen
|
Jaar |
Jaar – 1 |
Jaar – 2 (2) |
Tussentijdse waarde |
#Waarde als uitkomst van het meest recente proces van toetsing en evaluatie door de toezichthouder (SREP) |
*Totale activa |
|
|
|
|
|
*Niet-achtergestelde schuld |
|
|
|
|
|
*Achtergestelde schuld |
|
|
|
|
|
*Leningen en vorderingen op cliënten (netto) |
|
|
|
|
|
*Deposito’s van cliënten |
|
|
|
|
|
*Totaal eigen vermogen |
|
|
|
|
|
#Niet-renderende leningen (op basis van nettoboekwaarde)/leningen en vorderingen) |
|
|
|
|
|
#Tier 1-kernkapitaalratio (CET1) of andere relevante prudentiële kapitaalratio afhankelijk van de uitgifte |
|
|
|
|
|
#Totale kapitaalratio |
|
|
|
|
|
#Volgens het toepasselijke regelgevingskader berekende hefboomratio |
|
|
|
|
|
(1) Vermeld de essentiële financiële informatie voor het aantal jaren waarvoor de desbetreffende informatievereiste van toepassing is krachtens Gedelegeerde Verordening 980/2019.
(2) Vermeld de essentiële financiële informatie voor het aantal jaren waarvoor de desbetreffende informatievereiste van toepassing is krachtens Gedelegeerde Verordening 980/2019.
BIJLAGE IV
VERZEKERINGSONDERNEMINGEN (EFFECTEN MET EN ZONDER AANDELENKARAKTER)
— |
„*” betekent dat het gaat om verplichte informatie of overeenkomstige informatie wanneer de uitgevende instelling geen gebruik maakt van de International Financial Reporting Standards (IFRS). De uitgevende instelling kan een andere titel gebruiken om dezelfde informatie te verstrekken als in de tabel beschreven, wanneer in haar jaarrekening die alternatieve titel wordt gebruikt. |
— |
„#” betekent dat deze informatie verplicht is als zij elders in het prospectus voorkomt. |
— |
„~” met betrekking tot closed-end-beleggingsinstellingen verwijst naar investeringen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in winst of verlies op dezelfde datum als de datum van de intrinsieke waarde (NAV). |
Tabel 1
Winst- en verliesrekening voor verzekeringsondernemingen
|
Jaar |
Jaar – 1 |
Jaar – 2 (1) |
Tussentijdse waarde |
Vergelijkende tussentijdse waarde uit zelfde periode in eerder jaar |
*Nettopremies |
|
|
|
|
|
*Netto-uitkeringen en schaden |
|
|
|
|
|
*Winst vóór belastingen |
|
|
|
|
|
*Bedrijfswinst (waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen levensverzekering en schadeverzekering) |
|
|
|
|
|
*Nettowinst of -verlies (voor geconsolideerde jaarrekening nettowinst of -verlies toerekenbaar aan aandeelhouders van de moedermaatschappij) |
|
|
|
|
|
#Inkomstengroei jaar-op-jaar (nettopremies) |
|
|
|
|
|
#Winst per aandeel (alleen voor effecten met een aandelenkarakter uitgevende instellingen) |
|
|
|
|
|
Tabel 2
Balans voor verzekeringsondernemingen
|
Jaar |
Jaar – 1 |
Jaar – 2 (2) |
Tussentijdse waarde |
*Investeringen inclusief financiële activa in verband met aan beleggingen gekoppelde overeenkomsten |
|
|
|
|
*Totale activa |
|
|
|
|
*Verplichtingen uit hoofde van verzekeringscontracten |
|
|
|
|
*Financiële verplichtingen |
|
|
|
|
*Totale verplichtingen |
|
|
|
|
*Totaal eigen vermogen |
|
|
|
|
#Solvabiliteitsdekkingsratio (Solvabiliteit II-ratio — SII-ratio) of andere relevante prudentiële kapitaalratio afhankelijk van de uitgifte |
|
|
|
|
#Verliesratio |
|
|
|
|
#Combined ratio (schadelasten + bedrijfskosten/premies voor de periode) |
|
|
|
|
(1) Vermeld de essentiële financiële informatie voor het aantal jaren waarvoor de desbetreffende informatievereiste van toepassing is krachtens Gedelegeerde Verordening 980/2019.
(2) Vermeld de essentiële financiële informatie voor het aantal jaren waarvoor de desbetreffende informatievereiste van toepassing is krachtens Gedelegeerde Verordening 980/2019.
BIJLAGE V
SPECIAL PURPOSE VEHICLES (SPV’s) DIE DOOR ACTIVA GEDEKTE EFFECTEN UITGEVEN
— |
„*” betekent dat het gaat om verplichte informatie of overeenkomstige informatie wanneer de uitgevende instelling geen gebruik maakt van de International Financial Reporting Standards (IFRS). De uitgevende instelling kan een andere titel gebruiken om dezelfde informatie te verstrekken als in de tabel beschreven, wanneer in haar jaarrekening die alternatieve titel wordt gebruikt. |
— |
„#” betekent dat deze informatie verplicht is als zij elders in het prospectus voorkomt. |
— |
„~” met betrekking tot closed-end-beleggingsinstellingen verwijst naar investeringen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in winst of verlies op dezelfde datum als de datum van de intrinsieke waarde (NAV). |
Tabel 1
Winst-en-verliesrekening voor SPV’s met betrekking tot door activa gedekte effecten
|
Jaar |
Jaar – 1 |
*Nettowinst of -verlies |
|
|
Tabel 2
Balans voor SPV’s met betrekking tot door activa gedekte effecten
|
Jaar |
Jaar – 1 |
*Totale activa |
|
|
*Totale passiva |
|
|
*Financiële activa die als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in winst of verlies zijn aangewezen |
|
|
*Afgeleide financiële activa |
|
|
*Niet-financiële activa indien van wezenlijk belang voor de bedrijfsactiviteiten van de entiteit |
|
|
*Financiële verplichtingen die als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in winst of verlies worden aangewezen |
|
|
*Afgeleide financiële verplichtingen |
|
|
BIJLAGE VI
CLOSED-END-BELEGGINGSINSTELLINGEN
— |
„*” betekent dat het gaat om verplichte informatie of overeenkomstige informatie wanneer de uitgevende instelling geen gebruik maakt van de International Financial Reporting Standards (IFRS). De uitgevende instelling kan een andere titel gebruiken om dezelfde informatie te verstrekken als in de tabel beschreven, wanneer in haar jaarrekening die alternatieve titel wordt gebruikt. |
— |
„#” betekent dat deze informatie verplicht is als zij elders in het prospectus voorkomt. |
— |
„~” met betrekking tot closed-end-beleggingsinstellingen verwijst naar investeringen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in winst of verlies op dezelfde datum als de datum van de intrinsieke waarde (NAV). |
Tabel 1
Aanvullende informatie met betrekking tot closed-end-beleggingsinstellingen
Aandelenklasse |
Totale NAV |
Aantal aandelen/ deelnemingsrechten |
~NAV/aandeel of Marktprijs/aandeel/ deelnemingsrecht |
#Historische prestaties van de beleggingsinstelling |
A |
XXX |
XX |
X |
|
|
Totaal-generaal |
Totaal-generaal |
|
|
Tabel 2
Winst- en verliesrekening voor closed-end-beleggingsinstellingen
|
Jaar |
Jaar – 1 |
Jaar – 2 |
Tussentijdse waarde |
Vergelijkende tussentijdse waarde uit zelfde periode in eerder jaar |
*Totale netto-inkomsten/nettobeleggingsinkomsten of totale inkomsten vóór exploitatiekosten |
|
|
|
|
|
*Nettowinst (-verlies) |
|
|
|
|
|
*Prestatievergoeding (opgelopen/betaald) |
|
|
|
|
|
*Beleggingsbeheersvergoeding (opgelopen/betaald) |
|
|
|
|
|
*Andere materiële vergoedingen (opgelopen/betaald) aan dienstverleners |
|
|
|
|
|
#Winst per aandeel |
|
|
|
|
|
Tabel 3
Balans voor closed-end-beleggingsinstellingen
|
Jaar |
Jaar – 1 |
Jaar – 2 |
Tussentijdse waarde |
*Totale nettoactiva |
|
|
|
|
#Hefboomratio |
|
|
|
|
BIJLAGE VII
AAN ESMA TE VERSTREKKEN MACHINELEESBARE GEGEVENS
Tabel 1
Nummer |
Veld |
Te rapporteren inhoud |
Format en normen die voor de rapportage moeten worden gebruikt |
||||||||||||||||||||||||
1. |
Nationale identificatiecode |
Unieke identificatiecode van het geüploade bestand, toegekend door de verzendende NBA |
{ALPHANUM-50} |
||||||||||||||||||||||||
2. |
Gerelateerde nationale identificatiecode |
Unieke identificatiecode van het bestand waaraan het geüploade bestand gerelateerd is, toegekend door de verzendende NBA Wordt niet gerapporteerd indien gerelateerde nationale identificatiecode niet van toepassing is |
{ALPHANUM-50} |
||||||||||||||||||||||||
3. |
Verzendende lidstaat |
Landencode van de lidstaat die het geüploade bestand heeft goedgekeurd of waarbij het geüploade bestand is ingediend |
{COUNTRYCODE_2} |
||||||||||||||||||||||||
4. |
Ontvangende lidstaat/lidstaten |
Landencode van de lidstaat/lidstaten waaraan het geüploade bestand moet worden gemeld of meegedeeld Indien het aan meerdere lidstaten moet worden meegedeeld, moet veld 4 zo vaak als nodig worden gerapporteerd |
{COUNTRYCODE_2} |
||||||||||||||||||||||||
5. |
Soort document |
Het soort geüploade document(en) |
Keuze uit een lijst van vooraf bepaalde velden:
Indien meerdere documenten moeten worden meegedeeld, moet veld [5] zo vaak als nodig worden gerapporteerd om elk document in het bestand te beschrijven |
||||||||||||||||||||||||
6. |
Soort structuur |
Voor het prospectus gekozen vorm |
Keuze uit een lijst van vooraf bepaalde velden:
|
||||||||||||||||||||||||
7. |
Datum van goedkeuring of indiening |
Datum waarop het geüploade bestand is goedgekeurd of ingediend |
{DATEFORMAT} |
||||||||||||||||||||||||
8. |
Taal |
De EU-taal waarin het geüploade bestand is opgesteld |
{LANGUAGE} |
||||||||||||||||||||||||
9. |
Gestandaardiseerde naam van de aanbieder |
Voor- en achternaam van de aanbieder indien de aanbieder een natuurlijke persoon is Indien meerdere aanbieders moeten worden meegedeeld, moet veld [9] zo vaak als nodig worden gerapporteerd |
{ALPHANUM-280} |
||||||||||||||||||||||||
10. |
Gestandaardiseerde naam van de garant |
Voor- en achternaam van de garant indien de garant een natuurlijke persoon is Indien meerdere garanten moeten worden meegedeeld, moet veld [10] zo vaak als nodig worden gerapporteerd |
{ALPHANUM-280} |
||||||||||||||||||||||||
11. |
LEI van de uitgevende instelling |
Identificatiecode (Legal Entity Identifier — LEI) van de uitgevende instelling Indien meerdere uitgevende instellingen moeten worden meegedeeld, moet veld [11] zo vaak als nodig worden gerapporteerd |
{LEI} |
||||||||||||||||||||||||
12. |
LEI van de aanbieder |
Identificatiecode van de aanbieder Indien meerdere aanbieders moeten worden meegedeeld, moet veld [12] zo vaak als nodig worden gerapporteerd |
{LEI} |
||||||||||||||||||||||||
13. |
LEI van de garant |
Identificatiecode van de garant Indien meerdere garanten moeten worden meegedeeld, moet veld [13] zo vaak als nodig worden gerapporteerd |
{LEI} |
||||||||||||||||||||||||
14. |
Woonplaats van de aanbieder |
Woonplaats van de aanbieder indien de aanbieder een natuurlijke persoon is Indien meerdere aanbieders moeten worden meegedeeld, moet veld [14] zo vaak als nodig worden gerapporteerd |
{COUNTRYCODE_2} |
||||||||||||||||||||||||
15. |
Woonplaats van de garant |
Woonplaats van de garant indien de garant een natuurlijke persoon is Indien meerdere garanten moeten worden meegedeeld, moet veld [15] zo vaak als nodig worden gerapporteerd |
{COUNTRYCODE_2} |
||||||||||||||||||||||||
16. |
FISN |
Korte naam van het financieel instrument Dit veld moet voor elk ISIN worden herhaald |
{FISN} |
||||||||||||||||||||||||
17. |
ISIN |
Internationaal effectenidentificatienummer |
{ISIN} |
||||||||||||||||||||||||
18. |
CFI |
Code voor classificatie van financiële instrumenten Dit veld moet voor elk ISIN worden herhaald |
{CFI_CODE} |
||||||||||||||||||||||||
19. |
Uitgiftevaluta |
Code voor de valuta waarin de nominale of notionele waarde is uitgedrukt Dit veld moet voor elk ISIN worden herhaald |
{CURRENCYCODE_3} |
||||||||||||||||||||||||
20. |
Denominatie per deelnemingsrecht |
Nominale of notionele waarde per deelnemingsrecht in de uitgiftevaluta Dit veld moet voor elk ISIN worden herhaald Veld dat van toepassing is op effecten met een vastgestelde denominatie |
{DECIMAL-18/5} |
||||||||||||||||||||||||
21. |
Identificatiecode of naam van de onderliggende waarde |
ISIN-code van onderliggende effect/index of naam van onderliggende effect/index indien ISIN niet bestaat Indien mandje van effecten, als zodanig identificeren Veld dat van toepassing is op effecten met een vastgestelde onderliggende waarde. Dit veld moet voor elk ISIN van dergelijke effecten worden herhaald |
Voor één onderliggende:
Voor meer dan één onderliggende: „BSKT” |
||||||||||||||||||||||||
22. |
Verval- of expiratiedatum |
Verval- of expiratiedatum van het effect, indien van toepassing Dit veld moet voor elk ISIN worden herhaald Veld dat van toepassing is op effecten met een vastgestelde looptijd |
{DATEFORMAT} Voor eeuwigdurende schuldinstrumenten moet in veld 22 de waarde 9999-12-31 worden ingevuld. |
||||||||||||||||||||||||
23. |
Aangeboden volume |
Aantal aangeboden effecten Veld is alleen van toepassing op aandelen Dit veld moet voor elk toepasselijk ISIN worden herhaald |
{INTEGER-18} Eén waarde, bandbreedte of maximumaantal |
||||||||||||||||||||||||
24. |
Aangeboden prijs |
Prijs per aangeboden effect, in monetaire waarde. De valuta van de prijs is de uitgiftevaluta Veld is alleen van toepassing op aandelen Dit veld moet voor elk toepasselijk ISIN worden herhaald |
{DECIMAL-18/5} Eén waarde, bandbreedte of maximumaantal „PNDG” wanneer de aangeboden prijs niet beschikbaar is, maar hangende „NOAP” wanneer de aangeboden prijs niet van toepassing is |
||||||||||||||||||||||||
25. |
Aangeboden tegenprestatie |
Totaal aangeboden bedrag, in monetaire waarde van de uitgiftevaluta Dit veld moet voor elk ISIN worden herhaald |
{DECIMAL-18/5} Eén waarde, bandbreedte of maximumaantal „PNDG” wanneer de aangeboden tegenprestatie niet beschikbaar is, maar hangende „NOAP” wanneer de aangeboden tegenprestatie niet van toepassing is |
||||||||||||||||||||||||
26. |
Soort effect |
Classificatie van categorieën van effecten met en zonder aandelenkarakter Dit veld moet voor elk ISIN worden herhaald |
Keuze uit een lijst van vooraf bepaalde velden: Eigen vermogen
Vreemd vermogen
„ABSE”: Door activa gedekte effecten (ABS) „DERV”: Derivaat |
||||||||||||||||||||||||
27. |
Soort aanbieding/toelating |
Taxonomie volgens Prospectusverordening (PV) en MiFID/MIFIR |
Keuze uit een lijst van vooraf bepaalde velden:
|
||||||||||||||||||||||||
28. |
Kenmerken van het handelsplatform waar de effecten voor het eerst tot de handel zijn toegelaten |
Taxonomie volgens PV en MiFID/MIFIR |
Keuze uit een lijst van vooraf bepaalde velden:
|
||||||||||||||||||||||||
29. |
Openbaarmakingsregeling |
Het nummer van de bijlage volgens welke het prospectus is opgesteld krachtens Gedelegeerde Verordening (EU) [] van de Commissie Indien meerdere bijlagen moeten worden meegedeeld, moet veld 29 zo vaak als nodig worden gerapporteerd |
{INTEGER-2} van 1 tot [29] |
||||||||||||||||||||||||
30. |
Categorie EU-groeiprospectus |
Reden waarom een EU-groeiprospectus is gebruikt |
Keuze uit een lijst van vooraf bepaalde velden:
|
Tabel 2
Symbool |
Soort gegevens |
Definitie |
{ALPHANUM-n} |
Maximaal n alfanumerieke tekens |
Veld voor vrije tekst |
{CFI_CODE} |
6 tekens |
CFI-code volgens ISO 10962 |
{COUNTRYCODE_2} |
2 alfanumerieke tekens |
Tweeletterige landencode overeenkomstig de ISO 3166-1 alpha-2-landcode |
{DATEFORMAT} |
Data in het volgende formaat: JJJJ-MM-DD Data moeten in UTC worden gerapporteerd |
Datumformaat volgens ISO 8601 |
{LANGUAGE} |
Tweeletterige code |
ISO 639-1 |
{LEI} |
20 alfanumerieke tekens |
Identificatiecode juridische entiteit (LEI) volgens ISO 17442 |
{FISN} |
35 alfanumerieke tekens met de volgende structuur |
FISN-code overeenkomstig ISO 18774 |
{ISIN} |
12 alfanumerieke tekens |
ISIN-code volgens ISO 6166 |
{CURRENCYCODE_3} |
3 alfanumerieke tekens |
Drieletterige valutacode volgens ISO 4217 valutacodes |
{DECIMAL-n/m} |
Decimaal getal van maximaal n cijfers in totaal, waarvan maximaal m cijfers fractiecijfers kunnen zijn. |
Numeriek veld Het decimaalteken is „.” (punt) Waarden worden afgerond, niet afgebroken. |
{INTEGER-n} |
Geheel getal van maximaal n tekens in totaal |
Numeriek veld |
{INDEX} |
4 alfabetische tekens |
„EONA” — EONIA „EONS” — EONIA SWAP „EURI” — EURIBOR „EUUS” — EURODOLLAR „EUCH” — EuroSwiss „GCFR” — GCF REPO „ISDA” — ISDAFIX „LIBI” — LIBID „LIBO” — LIBOR „MAAA” — Muni AAA „PFAN” — Pfandbriefe „TIBO” — TIBOR „STBO” — STIBOR „BBSW” — BBSW „JIBA” — JIBAR „BUBO” — BUBOR „CDOR” — CDOR „CIBO” — CIBOR „MOSP” — MOSPRIM „NIBO” — NIBOR „PRBO” — PRIBOR „TLBO” — TELBOR „WIBO” — WIBOR „TREA” — Treasury „SWAP” — SWAP „FUSW” — Future SWA |
21.6.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 166/26 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/980 VAN DE COMMISSIE
van 14 maart 2019
tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de vorm, de inhoud, de controle en de goedkeuring van het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 809/2004 van de Commissie
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot intrekking van Richtlijn 2003/71/EG (1), en met name artikel 9, lid 14, artikel 13, leden 1 en 2, artikel 14, lid 3, artikel 15, lid 2, en artikel 20, lid 11,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) 2017/1129 bevat voorschriften die in acht moeten worden genomen bij het opstellen van een prospectus. De voorschriften, die betrekking hebben op de controle, de toetsing, de goedkeuring en de deponering van het universeel registratiedocument en de wijzigingen daarin, de vorm van het prospectus, het basisprospectus en de definitieve voorwaarden, de minimale in het universeel registratiedocument op te nemen informatie, de in het prospectus op te nemen verkorte informatie in het kader van de vereenvoudigde openbaarmakingsregeling voor secundaire uitgiften, de verkorte inhoud, de gestandaardiseerde vorm en de volgorde voor het EU-groeiprospectus, de verkorte inhoud en de gestandaardiseerde vorm van de specifieke samenvatting en de controle en goedkeuring van het prospectus, moeten allemaal nader worden omschreven. |
(2) |
De inhoud en de vorm van een prospectus zijn afhankelijk van diverse factoren, zoals het soort uitgevende instelling, het soort effecten, het soort uitgifte alsmede de mogelijke betrokkenheid van een derde partij als garant en de vraag of er al dan niet sprake is van toelating tot de handel. Het is daarom niet aangewezen dezelfde voorschriften te bepalen voor alle soorten prospectussen. Er moeten integendeel specifieke informatievoorschriften worden bepaald in combinaties die afhankelijk zijn van de genoemde factoren en het soort prospectus. Dit mag echter niet beletten dat een uitgevende instelling, een aanbieder of een aanvrager van de toelating tot de handel op een gereglementeerde markt in het prospectus de ruimst beschikbare informatie kan verstrekken. |
(3) |
Om te komen tot grotere rechtszekerheid en meer transparantie voor beleggers, moeten de uitgevende instellingen in hun universeel registratiedocument verklaren of dit document door de bevoegde autoriteit is goedgekeurd dan wel alleen maar is gedeponeerd en gepubliceerd zonder voorafgaande goedkeuring. |
(4) |
De versoepelde informatievoorschriften voor secundaire uitgiften moeten de specifieke kenmerken van effecten met of zonder aandelenkarakter weerspiegelen. |
(5) |
Instellingen voor collectieve belegging van het closed-endtype streven specifieke beleggingsdoelstellingen na en kunnen onderworpen worden aan specifieke beperkingen wat hun beleggingen betreft. Voor het registratiedocument van deze ondernemingen moeten daarom specifieke informatievoorschriften gelden. |
(6) |
Wegens de indirecte band tussen de belegger en de onderliggende aandelen van aandelencertificaten is het belangrijk dat de belegger informatie ontvangt over de uitgevende instelling van de onderliggende aandelen. Daarom moet het prospectus voor aandelencertificaten naast de informatie over het aandelencertificaat en de uitgevende instelling van de certificaten informatie bevatten over de onderliggende aandelen en de instelling die de onderliggende aandelen uitgeeft. |
(7) |
De informatie in prospectussen voor effecten zonder aandelenkarakter moet worden aangepast aan het niveau van kennis en expertise van elk soort belegger. Prospectussen voor effecten zonder aandelenkarakter die openstaan voor retailbeleggers, moeten daarom worden onderworpen aan uitgebreidere en andere informatievoorschriften dan prospectussen voor effecten zonder aandelenkarakter die voor gekwalificeerde beleggers voorbehouden zijn. |
(8) |
De verplichting om een prospectus op te stellen is van toepassing op effecten zonder aandelenkarakter die uitgegeven zijn door derde landen en de regionale en lokale overheden daarvan in gevallen waarin deze entiteiten effecten aan het publiek in de Unie willen aanbieden of wensen dat hun effecten tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten. Vanwege de bijzondere aard van deze overheidsinstanties moet voorzien worden in specifieke informatievoorschriften. |
(9) |
Beleggers moeten in staat zijn inzicht te verkrijgen in de situatie van een uitgevende instelling met een complexe financiële geschiedenis en de verwachte gevolgen van transacties waarbij een aanzienlijke financiële verplichting wordt aangegaan. Deze uitgevende instellingen moeten er dus toe verplicht worden bijkomende informatie daarover op te nemen in het prospectus. |
(10) |
Indien effecten omwisselbaar of converteerbaar zijn in aandelen die reeds tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, beschikken aandeelhouders en beleggers gewoonlijk reeds over de informatie over de onderliggende aandelen van deze effecten. Het is daarom voldoende het prospectus aan te vullen met een verklaring waarin wordt toegelicht om welk soort onderliggend aandeel het gaat en waar informatie over het onderliggende aandeel kan worden verkregen. |
(11) |
Het is mogelijk dat beleggers beleggingen wensen te verrichten in effecten die omwisselbaar of converteerbaar in aandelen die zijn uitgegeven of zullen worden uitgegeven door de uitgevende instelling van deze schuldbewijzen of door een tot de groep van de uitgevende instelling behorende entiteit, en die nog niet tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten. Deze beleggers moeten over het vermogen van de instelling die de onderliggende aandelen uitgeeft, om haar activiteiten voort te zetten, en over de schuldenlast die zij draagt ten opzichte van haar kapitalisatie, dezelfde informatie krijgen als de beleggers die rechtstreeks in deze aandelen hebben belegd. Het prospectus moet daarom een verklaring inzake het werkkapitaal bevatten alsook een overzicht van de kapitalisatie en de schuldenlast van de instelling die onderliggende aandelen uitgeeft. |
(12) |
Derivaten houden bijzondere risico’s in voor beleggers omdat de verliezen bijvoorbeeld hoger kunnen uitvallen dan de gedane belegging en omdat het onderliggende instrument niet altijd tot de handel op een gereglementeerde markt is toegelaten en informatie over die onderliggende waarde daarom mogelijk niet beschikbaar is. Sommige effecten zonder aandelenkarakter, zoals gestructureerde obligaties, bevatten ook een aantal elementen van derivaten. Bijgevolg moet de verrichtingsnota bijkomende informatie bevatten over de onderliggende waarde van een derivaat of over de derivatencomponent van het effect zonder aandelenkarakter en, indien van toepassing, een verklaring over de potentiële verliezen waarmee een belegger te maken kan krijgen. |
(13) |
Wanneer een basisprospectus wordt opgesteld voor effecten die verbonden zijn aan of gedekt zijn door onderliggende activa, moet dit basisprospectus alle informatie over het soort onderliggende activa bevatten indien deze activa op de datum van de goedkeuring daarvan reeds bekend waren. De marktomstandigheden kunnen echter leiden tot verandering van het gekozen onderliggende activum binnen een categorie van onderliggende activa. Daarom hoeven alleen de definitieve voorwaarden van het basisprospectus specifieke informatie te bevatten over dat onderliggende activum. |
(14) |
Garanties moeten ervoor zorgen dat de betalingen met betrekking tot het effect correct worden afgehandeld. Gelet op de potentiële diversiteit in garanties moet voorzien worden in duidelijke informatievoorschriften met betrekking tot de aard en de omvang van die garanties. |
(15) |
De vorm van het prospectus, van het basisprospectus en van de definitieve voorwaarden moet nader worden bepaald door een volgorde vast te stellen waarin de vereiste informatie openbaar moet worden gemaakt. Vanwege het multifunctionele karakter van het universeel registratiedocument moeten uitgevende instellingen die ervoor kiezen dit document elk jaar op te stellen en te publiceren, meer flexibiliteit krijgen wat de volgorde van de in dit universeel registratiedocument te verstrekken informatie betreft. |
(16) |
Het basisprospectus moet alle informatie bevatten die beschikbaar was op het ogenblik dat dit prospectus is opgesteld, maar ook moet het mogelijk zijn ruimte vrij te laten voor specifieke informatie die pas in een later stadium ter beschikking komt en die ondergebracht wordt in de definitieve voorwaarden, of een lijst van deze ontbrekende informatie op te nemen. |
(17) |
Het is niet altijd verplicht in het prospectus een samenvatting op te nemen. Dat hoeft echter niet te beletten dat in het prospectus een onderdeel wordt voorbehouden voor een overzicht. Om verwarring onder beleggers te voorkomen, mag een dergelijk overzicht echter niet een samenvatting worden genoemd tenzij het voldoet aan alle voorschriften voor samenvattingen. |
(18) |
Het EU-groeiprospectus is bedoeld om de administratieve lasten te verlichten, met name voor kleine en middelgrote ondernemingen. Het is dan ook noodzakelijk het opstellen van EU-groeiprospectussen te vereenvoudigen door een vaste volgorde vast te stellen voor de presentatie van de informatie. Om te verzekeren dat deze informatie wordt gepresenteerd op een wijze die coherent en consistent is met de verschillende bedrijfsmodellen, moet het echter toegestaan zijn flexibel om te gaan met de volgorde van de informatieve elementen binnen elk onderdeel van het EU-groeiprospectus. |
(19) |
Om een flexibele aanpak open te laten en het gebruik van het EU-groeiprospectus te bevorderen, moet de mogelijkheid bestaan om het EU-groeiprospectus op te bouwen uit afzonderlijke documenten. Om duplicering van informatie te vermijden, moeten afzonderlijke gedetailleerde informatievoorschriften voor het specifieke registratiedocument enerzijds en voor de specifieke verrichtingsnota anderzijds worden vastgesteld en aangepast aan het soort betrokken effecten, met een onderscheid tussen effecten met en effecten zonder aandelenkarakter. |
(20) |
De specifieke samenvatting van het EU-groeiprospectus moet de beleggers de essentiële informatie verstrekken die nodig is om te beslissen welke aanbiedingen van effecten zij nader willen onderzoeken door het prospectus in zijn geheel door te nemen. Deze samenvatting moet derhalve de belangrijkste kenmerken vermelden van de uitgevende instelling en de aangeboden effecten, alsmede de risico’s die daaraan verbonden zijn, en moet de algemene voorwaarden van de aanbieding bevatten. Aangezien de specifieke samenvatting echter niet meer is dan een inleiding op het EU-groeiprospectus en samen met de andere onderdelen daarvan moet worden gelezen, moet de inhoud van de specifieke samenvatting consistent zijn met die andere onderdelen. Om ervoor te zorgen dat de omvang van de specifieke samenvatting afgestemd is op de ingekorte omvang van het EU-groeiprospectus, moet de lengte van de samenvatting worden beperkt. |
(21) |
Om te garanderen dat de bevoegde autoriteiten in de hele Unie geharmoniseerde normen toepassen bij het prospectustoezicht, en met name wanneer zij nagaan of de informatie in de ontwerpprospectussen volledig, begrijpelijk en samenhangend is, moeten criteria voor de controle van prospectussen worden vastgesteld. Deze criteria moeten worden toegepast voor het volledige ontwerpprospectus en voor elk van zijn samenstellende delen, waaronder het universeel registratiedocument en eventuele wijzigingen en aanvullingen van het prospectus. |
(22) |
Er moet een hoog niveau van beleggersbescherming worden gegarandeerd. De bevoegde autoriteiten moeten derhalve indien nodig bijkomende criteria voor de controle van de volledigheid, de begrijpelijkheid en de samenhang van ontwerpprospectussen kunnen hanteren zodat zij deze controle kunnen aanpassen aan de specifieke kenmerken van een prospectus. |
(23) |
Sommige uitgevende instellingen oefenen zeer specifieke bedrijfsactiviteiten uit die — voor een volledig begrip van de door deze instellingen uitgegeven effecten — een diepgaande kennis van de betrokken activiteiten vereisen. Dat zou bijvoorbeeld gelden in het geval van een vastgoedonderneming die ertoe kan worden verplicht een waarderingsverslag bekend te maken dat alle relevante gegevens bevat met betrekking tot de wezenlijke eigenschappen die voor de waardering vereist zijn. De bevoegde autoriteiten moeten daarom de mogelijkheid krijgen een evenredige aanpak te hanteren en indien nodig deze gespecialiseerde uitgevende instellingen ertoe te verplichten in het prospectus specifieke en aangepaste informatie over deze activiteiten op te nemen die verder gaat dan de informatie die van niet gespecialiseerde uitgevende instellingen wordt geëist. |
(24) |
Gelet op de snelle ontwikkeling van de effectenmarkten bestaat de mogelijkheid dat bepaalde soorten effecten die niet onder de bijlagen bij deze verordening vallen, aan het publiek zullen worden aangeboden of tot de handel zullen worden toegelaten. Om de beleggers in staat te stellen een geïnformeerde beleggingsbeslissing te nemen, moeten de bevoegde autoriteiten in een dergelijk geval hun besluit over welke informatie in het prospectus moet worden opgenomen, nemen in overleg met de uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van de toelating tot de handel op een gereglementeerde markt. |
(25) |
Om te zorgen voor meer efficiëntie in het proces voor het opstellen van het prospectus en onnodige lasten weg te werken, moet worden toegestaan dat informatierubrieken zoals voorgeschreven in de bijlagen bij deze verordening, worden weggelaten wanneer deze niet relevant zijn voor de uitgevende instelling of voor de effecten die aangeboden worden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten. |
(26) |
Het onderzoek en de goedkeuring van prospectussen vormen een iteratief proces. Voor de beslissing van de bevoegde autoriteit om het ontwerpprospectus goed te keuren kunnen op zich verschillende rondes nodig zijn waarin het ontwerpprospectus wordt geanalyseerd en vervolgens verbeteringen worden aangebracht door de uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van de toelating tot de handel op een gereglementeerde markt, zodat verzekerd wordt dat het ontwerpprospectus voldoet aan de vereisten inzake volledigheid, begrijpelijkheid en consistentie. Om zekerheid te bieden over het goedkeuringsproces, moet worden gespecificeerd welke documenten in de verschillende stadia van dit proces aan de bevoegde autoriteiten moeten worden verstrekt. |
(27) |
Om redenen van efficiëntie moet het de bevoegde autoriteiten toegestaan zijn een lichtere controle uit te oefenen wanneer een ontwerpprospectus informatie dupliceert die reeds is onderzocht of getoetst. |
(28) |
De bevoegde autoriteiten moeten in staat worden gesteld specifieke termen of woorden op te zoeken in de ingediende documenten en aldus een efficiënt en tijdig proces kunnen garanderen voor de controle van de prospectussen. Om die reden moeten de ontwerpprospectussen en de begeleidende informatie worden ingediend in een elektronisch formaat dat doorzoekbaar is via elektronische middelen die aanvaardbaar zijn voor de bevoegde autoriteiten. |
(29) |
Uitgevende instellingen, aanbieders en personen die tot de handel op een gereglementeerde markt wensen te worden toegelaten, moeten ten behoeve van de bevoegde autoriteiten kunnen aantonen hoe zij de door deze autoriteiten gemelde problemen hebben aangepakt. Elk ontwerp van het prospectus dat bij de bevoegde autoriteit wordt ingediend, met uitzondering van het eerste ontwerp daarvan, moet daarom niet alleen een geannoteerde versie bevatten, met daarin een duidelijke weergave van de in de voorgaande versie aangebrachte wijzigingen, maar ook een opgeschoonde versie waarin deze wijzigingen niet zijn weergegeven. |
(30) |
Om het controleproces zo weinig mogelijk vertraging te laten oplopen, moeten de bevoegde autoriteiten snel kunnen nagaan welke informatievoorschriften niet van toepassing of niet relevant zijn. Met dat doel moeten de bevoegde autoriteiten worden geïnformeerd over de informatie die niet in het ontwerpprospectus is opgenomen. |
(31) |
Om het opstellen van een prospectus te vergemakkelijken en zo het bijeenbrengen van kapitaal door in de Unie gevestigde ondernemingen te bevorderen, en ervoor te zorgen dat bij het controleren en goedkeuren van prospectussen gemeenschappelijke normen worden toegepast, moeten alle vereisten met betrekking tot de vorm, de inhoud, de controle en de goedkeuring van prospectussen in één enkele verordening worden opgenomen. |
(32) |
Aangezien deze gedelegeerde verordening in de plaats komt van Verordening (EG) nr. 809/2004 van de Commissie (2), is laatstgenoemde verordening achterhaald en moet deze dus worden ingetrokken. |
(33) |
Om redenen van samenhang moet de toepassing van deze verordening worden uitgesteld tot de datum van toepassing van Verordening (EU) 2017/1129, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I
DEFINITIES
Artikel 1
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a)
„door activa gedekte effecten”
effecten zonder aandelenkarakter die:
i) |
een belang in activa belichamen, met inbegrip van enigerlei rechten die bedoeld zijn om de financiële dienst van deze activa te waarborgen, dan wel om houders van genoemde activa de ontvangst of tijdige ontvangst te garanderen van uit hoofde van deze activa te betalen bedragen; |
ii) |
worden gedekt door activa en waarvan de voorwaarden voorzien in betalingen die worden berekend middels een verwijzing naar deze activa; |
b)
c)
d)
e)
HOOFDSTUK II
INHOUD VAN HET PROSPECTUS
AFDELING 1
In de registratiedocumenten op te nemen minimuminformatie
Artikel 2
Registratiedocument voor effecten met aandelenkarakter
Voor effecten met aandelenkarakter bevat het registratiedocument de in bijlage 1 bij deze verordening bedoelde informatie, tenzij het is opgesteld overeenkomstig de artikelen 9, 14 of 15 van Verordening (EU) 2017/1129.
Artikel 3
Universeel registratiedocument
Een overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU) 2017/1129 opgesteld registratiedocument bevat de in bijlage 2 bij deze verordening bedoelde informatie.
Artikel 4
Registratiedocument voor secundaire uitgiften van effecten met aandelenkarakter
Een overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU) 2017/1129 opgesteld specifiek registratiedocument voor effecten met aandelenkarakter bevat de in bijlage 3 bij deze verordening bedoelde informatie.
Artikel 5
Registratiedocument voor rechten van deelneming van instellingen voor collectieve belegging van het closed-endtype
Voor rechten van deelneming die zijn uitgegeven door instellingen voor collectieve belegging van het closed-endtype, bevat het registratiedocument de in bijlage 4 bij deze verordening bedoelde informatie.
Artikel 6
Registratiedocument voor certificaten van aandelen
Voor certificaten van aandelen bevat het registratiedocument de in bijlage 5 bedoelde informatie.
Artikel 7
Registratiedocument voor retaileffecten zonder aandelenkarakter
Voor andere effecten zonder aandelenkarakter dan die welke bedoeld zijn in artikel 8, lid 2, van deze verordening bevat het registratiedocument de in bijlage 6 bij deze verordening bedoelde informatie, tenzij het is opgesteld overeenkomstig de artikelen 9, 14 of 15 van Verordening (EU) 2017/1129 of het de in bijlage 1 bij deze verordening bedoelde informatie bevat.
Artikel 8
Registratiedocument voor wholesale-effecten zonder aandelenkarakter
1. Voor effecten zonder aandelenkarakter bedoeld in lid 2 bevat het registratiedocument de in bijlage 7 bij deze verordening bedoelde informatie, tenzij het registratiedocument is opgesteld overeenkomstig de artikelen 9, 14 of 15 van Verordening (EU) 2017/1129 of het de in de bijlagen 1 of 6 bij deze verordening bedoelde informatie bevat.
2. Het in lid 1 bedoelde vereiste is van toepassing op effecten zonder aandelenkarakter die voldoen aan een van de volgende voorwaarden:
a) |
zij mogen uitsluitend worden verhandeld op een gereglementeerde markt, of een specifiek segment daarvan, waartoe alleen gekwalificeerde beleggers toegang kunnen krijgen met het oog op de handel in dergelijke effecten; |
b) |
zij hebben een nominale waarde per eenheid van ten minste 100 000 EUR of, indien er geen nominale waarde per eenheid is, kunnen zij alleen bij de uitgifte worden verkregen tegen betaling van ten minste 100 000 EUR per effect. |
Artikel 9
Registratiedocument voor secundaire uitgiften van effecten zonder aandelenkarakter
Een overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU) 2017/1129 opgesteld specifiek registratiedocument voor effecten zonder aandelenkarakter bevat de in bijlage 8 bij deze verordening bedoelde informatie, tenzij het de in bijlage 3 bij deze verordening bedoelde informatie bevat.
Artikel 10
Registratiedocument voor door activa gedekte effecten
In afwijking van de artikelen 7 en 8 bevat een registratiedocument dat is opgesteld voor door activa gedekte effecten, de in bijlage 9 bedoelde informatie.
Artikel 11
Registratiedocument voor effecten zonder aandelenkarakter die zijn uitgegeven door derde landen en de regionale en lokale overheden daarvan
In afwijking van de artikelen 7 en 8 bevat een registratiedocument dat is opgesteld voor effecten zonder aandelenkarakter die zijn uitgegeven door derde landen of de regionale of lokale overheden daarvan, de in bijlage 10 bedoelde informatie.
Afdeling 2
In de verrichtingsnota’s op te nemen minimuminformatie
Artikel 12
Verrichtingsnota voor effecten met aandelenkarakter of rechten van deelneming die zijn uitgegeven door instellingen voor collectieve belegging van het closed-endtype
Voor effecten met aandelenkarakter of rechten van deelneming die zijn uitgegeven door instellingen voor collectieve belegging van het closed-endtype, bevat de verrichtingsnota de in bijlage 11 bij deze verordening bedoelde informatie, tenzij deze is opgesteld overeenkomstig de artikelen 14 of 15 van Verordening (EU) 2017/1129.
Artikel 13
Verrichtingsnota voor secundaire uitgiften van effecten met aandelenkarakter of rechten van deelneming die zijn uitgegeven door instellingen voor collectieve belegging van het closed-endtype
Een overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU) 2017/1129 opgestelde verrichtingsnota voor effecten met aandelenkarakter of rechten van deelneming die zijn uitgegeven door instellingen voor collectieve belegging van het closed-endtype, bevat de in bijlage 12 bij deze verordening bedoelde informatie.
Artikel 14
Verrichtingsnota voor certificaten van aandelen
Voor certificaten van aandelen bevat de verrichtingsnota de in bijlage 13 bedoelde informatie.
Artikel 15
Verrichtingsnota voor retaileffecten zonder aandelenkarakter
Voor andere effecten zonder aandelenkarakter dan die welke bedoeld zijn in artikel 8, lid 2, van deze verordening, bevat de verrichtingsnota de in bijlage 14 bij deze verordening bedoelde informatie, tenzij een specifieke verrichtingsnota is opgesteld overeenkomstig de artikelen 14 of 15 van Verordening (EU) 2017/1129.
Artikel 16
Verrichtingsnota voor wholesale-effecten zonder aandelenkarakter
Voor effecten zonder aandelenkarakter als bedoeld in artikel 8, lid 2, van deze verordening bevat de verrichtingsnota de in bijlage 15 bij deze verordening bedoelde informatie, tenzij deze de in bijlage 14 bij deze verordening bedoelde informatie bevat of tenzij een specifieke verrichtingsnota is opgesteld overeenkomstig de artikelen 14 of 15 van Verordening (EU) 2017/1129.
Artikel 17
Verrichtingsnota voor secundaire uitgiften van effecten zonder aandelenkarakter
Een overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU) 2017/1129 opgestelde specifieke verrichtingsnota voor effecten zonder aandelenkarakter bevat de in bijlage 16 bij deze verordening bedoelde informatie.
AFDELING 3
In het prospectus op te nemen aanvullende informatie
Artikel 18
Complexe financiële geschiedenis en aanzienlijke financiële verplichtingen van effecten met aandelenkarakter uitgevende instellingen
1. Indien een instelling die effecten met aandelenkarakter uitgeeft, een complexe financiële geschiedenis heeft of aanzienlijke financiële verplichtingen is aangegaan, wordt in het prospectus in overeenstemming met lid 2 aanvullende informatie met betrekking tot andere entiteiten dan de uitgevende instelling opgenomen.
2. Met betrekking tot een andere entiteit dan de uitgevende instelling geldt als aanvullende informatie alle informatie bedoeld in de bijlagen 1 en 20 bij deze verordening die beleggers nodig hebben om een geïnformeerde beoordeling te maken als bedoeld in artikel 6, lid 1, en artikel 14, lid 2, van Verordening (EU) 2017/1129, alsof deze entiteit de instelling was die de effecten met aandelenkarakter uitgeeft.
Deze aanvullende informatie wordt voorafgegaan door een duidelijke toelichting over de redenen waarom beleggers deze informatie nodig hebben om een geïnformeerde beoordeling te maken, en vermeldt de gevolgen van de complexe financiële geschiedenis of van de aanzienlijke financiële verplichtingen voor de uitgevende instelling of voor haar bedrijfsactiviteiten.
3. Voor de toepassing van lid 1 wordt een uitgevende instelling beschouwd als een instelling met een complexe financiële geschiedenis, indien aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
a) |
de in de toepasselijke bijlagen vermelde informatie geeft de bedrijfsactiviteiten van de uitgevende instelling niet nauwkeurig weer bij het opstellen van het prospectus; |
b) |
de onder a) bedoelde onnauwkeurigheid heeft een ongunstige invloed op het vermogen van de beleggers om een geïnformeerde beoordeling te maken als bedoeld in artikel 6, lid 1, en artikel 14, lid 2, van Verordening (EU) 2017/1129; |
c) |
om een geïnformeerde beoordeling te maken als bedoeld in artikel 6, lid 1, en artikel 14, lid 2, van Verordening (EU) 2017/1129. hebben de beleggers behoefte aan aanvullende informatie met betrekking tot andere entiteiten dan de uitgevende instelling. |
4. Voor de toepassing van lid 1 is een aanzienlijke financiële verbintenis een bindende overeenkomst om een transactie aan te gaan die aanleiding kan geven tot een verandering met meer dan 25 % met betrekking tot een of meer indicatoren voor de omvang van de bedrijfsactiviteiten van de uitgevende instelling.
Artikel 19
Effecten die omwisselbaar of converteerbaar zijn in aandelen
1. Indien effecten omwisselbaar of converteerbaar zijn in aandelen die tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, bevat de verrichtingsnota als aanvullende informatie de in rubriek 2.2.2 van bijlage 17 bedoelde informatie.
2. Indien effecten omwisselbaar of converteerbaar zijn in aandelen die worden of zullen worden uitgegeven door de uitgevende instelling of door een tot de groep van de uitgevende instelling behorende entiteit en die niet tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, bevat de verrichtingsnota ook de volgende aanvullende informatie:
a) |
de in de rubrieken 3.1 en 3.2 van bijlage 11 bedoelde informatie met betrekking tot deze uitgevende instelling of deze tot de groep van de uitgevende instelling behorende entiteit; |
b) |
de in bijlage 18 bedoelde informatie met betrekking tot het onderliggende aandeel. |
3. Indien effecten omwisselbaar of converteerbaar zijn in aandelen die door een derde uitgevende instelling worden of zullen worden uitgegeven en die niet tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, bevat de verrichtingsnota als aanvullende informatie de in bijlage 18 bedoelde informatie.
Artikel 20
Effecten die aanleiding geven tot verplichtingen tot betaling of levering met betrekking tot een onderliggend activum
1. Voor andere dan de in artikel 19 bedoelde effecten die recht geven tot het inschrijven op of het verwerven van aandelen die worden of zullen worden uitgegeven door de uitgevende instelling of door een tot de groep van de uitgevende instelling behorende entiteit en die tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, bevat de verrichtingsnota als aanvullende informatie de in bijlage 17 bedoelde informatie.
2. Voor andere dan de in artikel 19 bedoelde effecten die recht geven tot het inschrijven op of het verwerven van aandelen die worden of zullen worden uitgegeven door de uitgevende instelling of door een tot de groep van de uitgevende instelling behorende entiteit en die niet tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, bevat de verrichtingsnota eveneens de volgende aanvullende informatie:
a) |
de in bijlage 17 bedoelde informatie, behalve voor de in rubriek 2.2.2 van deze bijlage bedoelde info; |
b) |
de in bijlage 18 bedoelde informatie met betrekking tot het onderliggende aandeel. |
3. Voor andere dan de in artikel 19 bedoelde effecten die gekoppeld zijn aan andere onderliggende waarden dan de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde aandelen, bevat de verrichtingsnota als aanvullende informatie de in bijlage 17 bedoelde informatie.
Artikel 21
Door activa gedekte effecten
Voor door activa gedekte effecten bevat de verrichtingsnota eveneens de in bijlage 19 bedoelde aanvullende informatie.
Artikel 22
Garanties
Voor effecten zonder aandelenkarakter die garanties inhouden, bevat de verrichtingsnota eveneens de in bijlage 21 bedoelde aanvullende informatie.
Artikel 23
Toestemming
Indien de uitgevende instelling of de voor het opstellen van het prospectus verantwoordelijke persoon instemt met het gebruik ervan als bedoeld in artikel 5, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EU) 2017/1129, bevat het prospectus de volgende aanvullende informatie:
a) |
de in de rubrieken 1 en 2A van bijlage 22 bij deze verordening bedoelde informatie indien de toestemming aan een of meer gespecificeerde financiële intermediairs is verleend; |
b) |
de in de rubrieken 1 en 2B van bijlage 22 bij deze verordening bedoelde informatie indien de toestemming aan alle financiële intermediairs is verleend. |
HOOFDSTUK III
VORM VAN HET PROSPECTUS
Artikel 24
Vorm van het prospectus
1. Indien het prospectus wordt opgesteld in de vorm van één enkel document, bestaat het uit de volgende onderdelen die in de hierna aangegeven volgorde worden voorgesteld:
a) |
een inhoudsopgave; |
b) |
een samenvatting, indien voorgeschreven bij artikel 7 van Verordening (EU) 2017/1129; |
c) |
de risicofactoren bedoeld in artikel 16 van Verordening (EU) 2017/1129; |
d) |
andere informatie als bedoeld in de bijlagen bij deze verordening die in het prospectus moet worden opgenomen. |
De uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van een toelating tot de handel op een gereglementeerde markt kan bepalen in welke volgorde de in de bijlagen bij deze verordening bedoelde informatie in het prospectus wordt voorgesteld.
2. Indien het prospectus wordt opgesteld in de vorm van afzonderlijke documenten, bestaan het registratiedocument en de verrichtingsnota uit de volgende onderdelen die in de hierna aangegeven volgorde worden voorgesteld:
a) |
een inhoudsopgave; |
b) |
de risicofactoren bedoeld in artikel 16 van Verordening (EU) 2017/1129; |
c) |
andere informatie als bedoeld in de bijlagen bij deze verordening die in dit registratiedocument of deze verrichtingsnota moet worden opgenomen. |
De uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van een toelating tot de handel op een gereglementeerde markt kan bepalen in welke volgorde de in de bijlagen bij deze verordening bedoelde informatie in het registratiedocument en in de verrichtingsnota wordt voorgesteld.
3. Indien het registratiedocument wordt opgesteld in de vorm van een universeel registratiedocument, kan de uitgevende instelling de in punt b) van lid 2 bedoelde risicofactoren opnemen in de in punt c) van dat lid bedoelde informatie, op voorwaarde dat deze risicofactoren herkenbaar blijven als één afzonderlijk onderdeel.
4. Indien voor de toepassing van artikel 9, lid 12, van Verordening (EU) 2017/1129 een universeel registratiedocument wordt gebruikt, wordt de informatie in dit universeel registratiedocument voorgesteld in overeenstemming met Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/815 van de Commissie (4).
5. Indien de volgorde van de in lid 1, onder d), en in lid 2, onder c), bedoelde informatie verschillend is van de volgorde waarin deze informatie wordt voorgesteld in de bijlagen bij deze verordening, kunnen de bevoegde autoriteiten verzoeken om een lijst van kruisverwijzingen met vermelding van de rubrieken van deze bijlagen waarmee deze informatie overeenstemt.
In de in de eerste alinea bedoelde lijst van kruisverwijzingen wordt vermeld welke rubrieken van de bijlagen bij deze verordening niet in het ontwerpprospectus zijn opgenomen wegens de aard of het soort van de uitgevende instelling, de effecten, de aanbieding of de toelating tot de handel.
6. Indien niet om een lijst van kruisverwijzingen overeenkomstig lid 5 wordt verzocht of deze lijst niet vrijwillig wordt ingediend door de uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van een toelating tot de handel op een gereglementeerde markt, wordt in de marge van het ontwerpprospectus aangegeven met welke informatie in het ontwerpprospectus de desbetreffende informatierubrieken in de bijlagen bij deze verordening overeenstemmen.
Artikel 25
Vorm van het basisprospectus
1. Het basisprospectus dat in de vorm van één enkel document wordt opgesteld, bestaat uit de volgende onderdelen die in de hierna aangegeven volgorde worden voorgesteld:
a) |
een inhoudsopgave; |
b) |
een algemene beschrijving van het aanbiedingsprogramma; |
c) |
de risicofactoren bedoeld in artikel 16 van Verordening (EU) 2017/1129; |
d) |
andere informatie als bedoeld in de bijlagen bij deze verordening die in het basisprospectus moet worden opgenomen. |
De uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van een toelating tot de handel op een gereglementeerde markt kan bepalen in welke volgorde de in de bijlagen bij deze verordening bedoelde informatie in het basisprospectus wordt voorgesteld.
2. Indien het basisprospectus wordt opgesteld in de vorm van afzonderlijke documenten, bestaan het registratiedocument en de verrichtingsnota uit de volgende onderdelen die in de hierna aangegeven volgorde worden voorgesteld:
a) |
een inhoudsopgave; |
b) |
in de verrichtingsnota, een algemene beschrijving van het aanbiedingsprogramma; |
c) |
de risicofactoren bedoeld in artikel 16 van Verordening (EU) 2017/1129; |
d) |
andere informatie als bedoeld in de bijlagen bij deze verordening die in het registratiedocument en de verrichtingsnota moet worden opgenomen. |
De uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van een toelating tot de handel op een gereglementeerde markt kan bepalen in welke volgorde de in de bijlagen bij deze verordening bedoelde informatie in het registratiedocument en in de verrichtingsnota wordt voorgesteld.
3. De uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van de toelating tot de handel op een gereglementeerde markt kan twee of meer basisprospectussen in één enkel document opnemen.
4. Indien het registratiedocument wordt opgesteld in de vorm van een universeel registratiedocument, kan de uitgevende instelling de in punt c) van lid 2 bedoelde risicofactoren opnemen in de in punt d) van dat lid bedoelde informatie, op voorwaarde dat deze risicofactoren herkenbaar blijven als één afzonderlijk onderdeel.
5. Indien voor de toepassing van artikel 9, lid 12, van Verordening (EU) 2017/1129 een universeel registratiedocument wordt gebruikt, wordt de informatie in dit universeel registratiedocument voorgesteld in overeenstemming met Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/815 van de Commissie.
6. Indien de volgorde van de in lid 1, onder d), en lid 2, onder d), bedoelde informatie verschillend is van de volgorde waarin deze informatie wordt voorgesteld in de bijlagen bij deze verordening, kunnen de bevoegde autoriteiten verzoeken om een lijst van kruisverwijzingen met vermelding van de rubrieken van deze bijlagen waarmee deze informatie overeenstemt.
In de in de eerste alinea bedoelde lijst van kruisverwijzingen wordt vermeld welke rubrieken van de bijlagen bij deze verordening niet in het ontwerpbasisprospectus zijn opgenomen wegens de aard of het soort van de uitgevende instelling, de effecten, de aanbieding of de toelating tot de handel.
7. Indien niet om een lijst van kruisverwijzingen overeenkomstig lid 6 wordt verzocht of deze lijst niet vrijwillig wordt ingediend door de uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van een toelating tot de handel op een gereglementeerde markt, wordt in de marge van het ontwerpprospectus aangegeven met welke informatie in het ontwerpprospectus de desbetreffende informatierubrieken in de bijlagen bij deze verordening overeenstemmen.
Artikel 26
In het basisprospectus en de definitieve voorwaarden op te nemen informatie
1. De informatie die is aangeduid als „categorie A” in de bijlagen 14 tot en met 19 en 27 bij deze verordening, wordt in het basisprospectus opgenomen.
2. De informatie die is aangeduid als „categorie B” in de bijlagen 14 tot en met 19 en 27 bij deze verordening, wordt in het basisprospectus opgenomen, behalve voor nadere gegevens die niet bekend zijn op het tijdstip van de goedkeuring van het basisprospectus. Deze nadere gegevens worden in de definitieve voorwaarden opgenomen.
3. De informatie die is aangeduid als „categorie C” in de bijlagen 14 tot en met 19 en 27 bij deze verordening, wordt in de definitieve voorwaarden opgenomen, tenzij indien deze bekend is op het tijdstip van de goedkeuring van het basisprospectus, in welk geval de informatie in het basisprospectus kan worden opgenomen.
4. Naast de in de leden 2 en 3 van dit artikel bedoelde informatie mogen de definitieve voorwaarden alleen de in bijlage 28 bij deze verordening bedoelde informatie bevatten. In het in artikel 8, lid 2, onder a), van Verordening (EU) 2017/1129 bedoelde formulier met de definitieve voorwaarden wordt vermeld welke van de in bijlage 28 bij deze verordening bedoelde gegevens in de definitieve voorwaarden moeten worden opgenomen.
5. De definitieve voorwaarden mogen niet strijdig zijn met de informatie die in het basisprospectus is opgenomen.
Artikel 27
Samenvatting van het prospectus
1. Voor het overzichtsgedeelte van het prospectus wordt de term „samenvatting” alleen gebruikt indien aan de vereisten van artikel 7 van Verordening (EU) 2017/1129 wordt voldaan.
2. Indien de samenvatting van het prospectus overeenkomstig artikel 23 van Verordening (EU) 2017/1129 dient te worden aangevuld, wordt de nieuwe informatie in de samenvatting van dit prospectus op een zodanige wijze verwerkt dat beleggers in staat zijn de wijzigingen gemakkelijk te herkennen. De nieuwe informatie wordt in de samenvatting van het prospectus opgenomen ofwel door een nieuwe samenvatting op te stellen ofwel door de oorspronkelijke samenvatting aan te vullen.
HOOFDSTUK IV
HET EU-GROEIPROSPECTUS
Artikel 28
EU-groeiregistratiedocument voor effecten met aandelenkarakter
Een overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) 2017/1129 opgesteld specifiek registratiedocument voor effecten met aandelenkarakter bevat de in bijlage 24 bij deze verordening bedoelde informatie.
Artikel 29
EU-groeiregistratiedocument voor effecten zonder aandelenkarakter
Een overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) 2017/1129 opgesteld specifiek registratiedocument voor effecten zonder aandelenkarakter bevat de in bijlage 25 bij deze verordening bedoelde informatie.
Artikel 30
EU-groeiverrichtingsnota voor effecten met aandelenkarakter
Een overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) 2017/1129 opgestelde specifieke verrichtingsnota voor effecten met aandelenkarakter bevat de in bijlage 26 bij deze verordening bedoelde informatie.
Artikel 31
EU-groeiverrichtingsnota voor effecten zonder aandelenkarakter
Een overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) 2017/1129 opgestelde specifieke verrichtingsnota voor effecten zonder aandelenkarakter bevat de in bijlage 27 bij deze verordening bedoelde informatie.
Artikel 32
Vorm van het EU-groeiprospectus
1. Een EU-groeiprospectus dat wordt opgesteld in de vorm van één enkel document, bestaat uit de volgende onderdelen in de hierna aangegeven volgorde:
a) |
een inhoudsopgave; |
b) |
indien van toepassing, alle door middel van verwijzing opgenomen informatie overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) 2017/1129; |
c) |
de specifieke samenvatting; |
d) |
indien het EU-groeiprospectus wordt opgesteld in de vorm van een basisprospectus, een algemene beschrijving van het aanbiedingsprogramma; |
e) |
de in afdeling 1 van bijlage 24 of in afdeling 1 van bijlage 25 bij deze verordening bedoelde informatie, naargelang van het soort effecten; |
f) |
de in afdeling 2 van bijlage 24 of in afdeling 2 van bijlage 25 bij deze verordening bedoelde informatie, naargelang van het soort effecten; |
g) |
indien effecten met aandelenkarakter zijn uitgegeven door een uitgevende instelling met een marktkapitalisatie van meer dan 200 000 000 EUR, de in afdeling 2 van bijlage 26 bij deze verordening bedoelde informatie; |
h) |
de in afdeling 3 van bijlage 24 en bijlage 26 bedoelde informatie of de in afdeling 3 van bijlage 25 en afdeling 2 van bijlage 27 bedoelde informatie, naargelang van het soort effecten; |
i) |
de in afdeling 4 van bijlage 26 of in afdeling 3 van bijlage 27 bij deze verordening bedoelde informatie, naargelang van het soort effecten; |
j) |
de in afdeling 5 van bijlage 26 of in afdeling 4 van bijlage 27 bij deze verordening bedoelde informatie, naargelang van het soort effecten; |
k) |
de in afdeling 4 van bijlage 24 of afdeling 4 van bijlage 25 bedoelde informatie, naargelang van het soort effecten; |
l) |
de in afdeling 5 van bijlage 24 of in afdeling 5 van bijlage 25 bij deze verordening bedoelde informatie, naargelang van het soort effecten; |
m) |
de in afdeling 6 van bijlage 24 of in afdeling 6 van bijlage 25 bij deze verordening bedoelde informatie, naargelang van het soort effecten; |
n) |
indien de effecten zonder aandelenkarakter garanties bevatten, de in afdeling 5 van bijlage 27 bij deze verordening bedoelde informatie; |
o) |
de in afdeling 7 van bijlage 24 of in afdeling 7 van bijlage 25 bij deze verordening bedoelde informatie, naargelang van het soort effecten. |
2. Indien een EU-groeiprospectus wordt opgesteld in de vorm van afzonderlijke documenten, bestaan het EU-groeiregistratiedocument en de EU-groeiverrichtingsnota uit de volgende onderdelen in de hierna aangegeven volgorde:
a) |
het EU-groeiregistratiedocument:
|
b) |
EU-groeiverrichtingsnota:
|
3. Een EU-groeiprospectus dat is opgesteld in de vorm van één enkel document of van afzonderlijke documenten, kan de vorm aannemen van een basisprospectus.
4. De in artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1129 bedoelde kleine en middelgrote ondernemingen, uitgevende instellingen en aanbieders houden zich aan de volgorde van de afdelingen van de bijlagen bij deze verordening. Binnen deze afdelingen kunnen zij echter afwijken van de volgorde van de informatierubrieken.
Artikel 33
Specifieke samenvatting voor het EU-groeiprospectus
1. De specifieke samenvatting voor het EU-groeiprospectus verstrekt de essentiële informatie die beleggers nodig hebben om de aard en de risico’s van de uitgevende instelling, de garant en de aangeboden effecten te begrijpen.
2. De inhoud van de specifieke samenvatting is accuraat, waarheidsgetrouw, duidelijk en niet misleidend.
3. De specifieke samenvatting is in overeenstemming met de andere delen van het EU-groeiprospectus.
4. De specifieke samenvatting wordt opgesteld in de vorm van kort, bondig geformuleerd document met een maximumlengte van zes afgedrukte bladzijden van A4-formaat. De specifieke samenvatting voldoet aan de volgende vereisten:
a) |
zij wordt op zodanige wijze gepresenteerd en vormgegeven dat zij makkelijk leesbaar is, met gebruik van tekens van leesbare grootte; |
b) |
zij is geschreven in een taal die duidelijk, niet-technisch en bondig is en het inzicht in de informatie en het begrip ervan door de beleggers bevordert. |
De eerste alinea is ook van toepassing wanneer de informatie wordt voorgesteld in de vorm van tabellen.
5. De specifieke samenvatting bevat de in bijlage 23 bij deze verordening bedoelde informatie.
6. De specifieke samenvatting bevat geen kruisverwijzingen naar andere delen van het EU-groeiprospectus of informatie door middel van verwijzing.
7. De specifieke samenvatting kan gebruikmaken van subrubrieken om de in de afdelingen 2, 3 en 4 van bijlage 22 bij deze verordening bedoelde informatie voor te stellen.
8. Het totale aantal risicofactoren als bedoeld in de rubrieken 2.3.1, 3.3(d) en 3.4.1 van bijlage 23 bij deze verordening die in de specifieke samenvatting worden opgenomen, bedraagt niet meer dan 15.
9. Indien de effecten ook binnen het toepassingsgebied van Verordening (EU) nr. 1286:2014 van het Europees Parlement en de Raad (5) vallen, kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst de in artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1129 bedoelde kleine en middelgrote ondernemingen, uitgevende instellingen en aanbieders ertoe verplichten de in afdeling 3 van bijlage 23 bij deze verordening bedoelde informatie te vervangen door de in artikel 8, lid 3, onder c) tot en met i), van Verordening (EU) nr. 1286/2014 bedoelde informatie.
10. Indien de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst de in lid 9 bedoelde vervanging van informatie niet verplicht stelt, kunnen de in artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1129 bedoelde kleine en middelgrote ondernemingen, uitgevende instellingen en aanbieders de in afdeling 3 van bijlage 23 bij deze verordening bedoelde informatie vervangen door de in artikel 8, lid 3, onder c) tot en met i), van Verordening (EU) nr. 1286/2014 bedoelde informatie.
11. In geval van vervanging van de in de leden 9 en 10 bedoelde informatie wordt deze informatie opgenomen als een afzonderlijke afdeling van de specifieke samenvatting en wordt hierin duidelijk aangegeven dat het gaat om de in artikel 8, lid 3, onder c) tot en met i), van Verordening (EU) nr. 1286/2014 bedoelde informatie.
12. De in lid 4 bedoelde maximumlengte van de specifieke samenvatting wordt uitgebreid met:
a) |
één extra bladzijde van A4-formaat indien de specifieke samenvatting informatie bevat over een garantie die aan de effecten is verbonden; |
b) |
twee extra bladzijden van A4-formaat indien een specifieke samenvatting meerdere effecten behandelt die alleen verschillen op zeer beperkte punten zoals de uitgifteprijs of de vervaldatum; |
c) |
drie extra bladzijden van A4-formaat indien er sprake is van vervanging van in de leden 9 en 10 bedoelde informatie. |
Voor de toepassing van punt c) kunnen drie extra bladzijden van A4-formaat worden gebruikt voor elk effect indien de specifieke samenvatting meerdere effecten behandelt die alleen verschillen op zeer beperkte punten zoals de uitgifteprijs of de vervaldatum.
Artikel 34
Aanvullingen op de specifieke samenvatting voor het EU-groeiprospectus
Indien de specifieke samenvatting van een EU-groeiprospectus overeenkomstig artikel 23 van Verordening (EU) 2017/1129 dient te worden aangevuld, wordt de nieuwe informatie in de specifieke samenvatting van dit EU-groeiprospectus op een zodanige wijze verwerkt dat beleggers in staat zijn de wijzigingen gemakkelijk te herkennen. De nieuwe informatie wordt in de specifieke samenvatting van het EU-groeiprospectus opgenomen ofwel door een nieuwe specifieke samenvatting op te stellen ofwel door de oorspronkelijke specifieke samenvatting aan te vullen.
HOOFDSTUK V
CONTROLE EN GOEDKEURING VAN HET PROSPECTUS EN TOETSING VAN HET UNIVERSEEL REGISTRATIEDOCUMENT
Artikel 35
Toepassingsgebied van de controle
Ten behoeve van de controle van het prospectus en de toetsing van het universeel registratiedocument worden verwijzingen naar het prospectus verstaan als het prospectus of de samenstellende delen daarvan, met inbegrip van het universeel registratiedocument ongeacht of dit ter goedkeuring is ingediend dan wel zonder voorafgaande goedkeuring is gedeponeerd, en de wijzigingen daarvan of de aanvullingen bij het prospectus.
Artikel 36
Criteria voor de controle van de volledigheid van de informatie in het prospectus
1. Om te controleren of de informatie in een ontwerpprospectus volledig is, houden de bevoegde autoriteiten rekening met de volgende vragen:
a) |
of het ontwerpprospectus is opgesteld in overeenstemming met Verordening (EU) 2017/1129 en deze verordening, naargelang van het soort uitgevende instelling, het soort uitgifte, het soort effect en het soort aanbieding of toelating tot de handel; |
b) |
of de uitgevende instelling een complexe financiële geschiedenis heeft of een aanzienlijke verbintenis is aangegaan, als bedoeld in artikel 18. |
2. Voor de toepassing van lid 1, onder b), kunnen de bevoegde autoriteiten de uitgevende instelling verzoeken informatie in het ontwerpprospectus op te nemen, te wijzigen of eruit te verwijderen, rekening houdend met het volgende:
a) |
het soort effecten; |
b) |
de reeds in het prospectus opgenomen informatie en het bestaan en de inhoud van informatie die reeds is opgenomen in het prospectus van een andere entiteit dan de uitgevende instelling, alsmede de toepasselijke boekhoud- en auditbeginselen; |
c) |
de economische aard van de transacties waarbij de uitgevende instelling haar activiteiten of een gedeelte ervan heeft verkregen of vervreemd, en de specifieke aard van die activiteiten; |
d) |
de vraag of de uitgevende instelling met een redelijke inspanning informatie kan verkrijgen over die andere entiteit. |
Artikel 37
Criteria voor de controle van de begrijpelijkheid van de informatie in het prospectus
1. Om te controleren of de informatie in een ontwerpprospectus begrijpelijk is, houden de bevoegde autoriteiten rekening met de volgende vragen:
a) |
of het ontwerpprospectus een duidelijke en gedetailleerde inhoudsopgave heeft; |
b) |
of het ontwerpprospectus vrij is van onnodige herhalingen; |
c) |
of de weergegeven informatie gegroepeerd is; |
d) |
of het ontwerpprospectus een gemakkelijk leesbare lettergrootte gebruikt; |
e) |
of het ontwerpprospectus een structuur heeft die beleggers in staat stelt de inhoud ervan te begrijpen; |
f) |
of de onderdelen van de wiskundige formules in het ontwerpprospectus worden gedefinieerd en de productstructuur indien van toepassing duidelijk wordt beschreven; |
g) |
of het ontwerpprospectus in een eenvoudige taal is geschreven; |
h) |
of het ontwerpprospectus de aard van de transacties en de voornaamste activiteiten van de uitgevende instelling duidelijk beschrijft; |
i) |
of het ontwerpprospectus specifieke termen van handel en industrie toelicht. |
De bevoegde autoriteiten hoeven echter geen rekening te houden met de punten g), h) en i) indien het ontwerpprospectus uitsluitend is bestemd voor gebruik bij toelating tot de handel op een gereglementeerde markt van effecten zonder aandelenkarakter waarvoor krachtens artikel 7 van Verordening (EU) 2017/1129 geen samenvatting is vereist.
2. Voor de toepassing van lid 1 kunnen de bevoegde autoriteiten geval per geval en naast de informatie bedoeld in artikel 7 van Verordening (EU) 2017/1129 en artikel 33 van deze verordening verzoeken om bepaalde informatie waarin het ontwerpprospectus voorziet, in de samenvatting op te nemen.
Artikel 38
Criteria voor de controle van de consistentie van de informatie in het prospectus
Om te controleren of de informatie in een ontwerpprospectus consistent is, houden de bevoegde autoriteiten rekening met de volgende vragen:
a) |
of het ontwerpprospectus vrij is van inhoudelijke tegenstrijdigheden tussen de verschillende daarin verstrekte onderdelen van informatie, met inbegrip van de informatie die door middel van verwijzing is opgenomen; |
b) |
of de materiële en specifieke risico’s die op andere plaatsen in het ontwerpprospectus worden bekendgemaakt, zijn opgenomen in de afdeling over risicofactoren; |
c) |
of de informatie in de samenvatting overeenstemt met de informatie die op andere plaatsen in het ontwerpprospectus is verstrekt; |
d) |
of de cijfers over de aanwending van de opbrengsten overeenstemmen met het bedrag van de ingezamelde opbrengsten en of de bekendgemaakte aanwending van de opbrengsten overeenstemt met de bekendgemaakte strategie van de uitgevende instelling; |
e) |
of de beschrijving van de uitgevende instelling in de bedrijfsresultaten en de financiële toestand, de historische financiële informatie, de beschrijving van de activiteiten van de uitgevende instelling en de beschrijving van de risicofactoren consistent zijn; |
f) |
of de verklaring inzake het werkkapitaal overeenstemt met de risicofactoren, het auditverslag, de aanwending van de opbrengsten en de bekendgemaakte strategie van de uitgevende instelling alsmede de wijze waarop deze strategie zal worden gefinancierd. |
Artikel 39
Controle van informatie in het prospectus van gespecialiseerde uitgevende instellingen
De bevoegde autoriteiten kunnen de verplichting opleggen om in het prospectus aanvullende informatie op te nemen op basis van de activiteiten van de gespecialiseerde uitgevende instellingen die tot één van de in bijlage 29 bedoelde categorieën behoren.
Artikel 40
Aanvullende criteria voor de controle van de volledigheid, de consistentie en de begrijpelijkheid van de informatie in het prospectus
Indien dit noodzakelijk is voor de bescherming van de beleggers, kan de bevoegde autoriteit naast de in de artikelen 36, 37 en 38 bedoelde criteria aanvullende criteria toepassen om de volledigheid, de begrijpelijkheid en de consistentie van de informatie in het ontwerpprospectus te controleren.
Artikel 41
Evenredige aanpak in de controle van ontwerpprospectussen en toetsing van het universeel registratiedocument
1. Indien een aan een bevoegde autoriteit voorgelegd eerste ontwerp van prospectus in wezen gelijk is aan een prospectus dat reeds door dezelfde autoriteit is goedgekeurd, en in het ontwerpprospectus alle wijzigingen ten opzichte van het goedgekeurde prospectus duidelijk zijn weergegeven, hoeft de bevoegde autoriteit de in de artikelen 36, 37 en 38 bedoelde criteria alleen toe te passen om deze wijzigingen en andere daardoor beïnvloede informatie te controleren.
2. Voor de controle van een zonder voorafgaande goedkeuring ingediend universeel registratiedocument dat reeds aan een toetsing is onderworpen, of van wijzigingen in dit document hoeft de bevoegde autoriteit de in de artikelen 36, 37 en 38 van deze verordening bedoelde criteria alleen toe te passen op de gedeelten van het universeel registratiedocument of op de wijzigingen daarin die niet aan de toetsing zijn onderworpen.
3. Indien een eerste ontwerp van een prospectus wordt voorgelegd waarin informatie is opgenomen door verwijzing naar documenten die overeenkomstig Verordening (EU) 2017/1129 of Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad (6) zijn goedgekeurd, hoeft de bevoegde autoriteit voor de controle van deze informatie alleen de in artikel 38 van deze verordening bedoelde criteria toe te passen.
4. Bij de toepassing van de leden 1, 2 of 3 verzoekt de bevoegde autoriteit de uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van een toelating tot de handel op een gereglementeerde markt om een bevestiging dat alle informatie in de definitieve versie van het prospectus of het universeel registratiedocument is bijgewerkt en hierin alle informatie is opgenomen als bedoeld in de bijlagen bij deze verordening die van toepassing zijn op dit prospectus of universeel registratiedocument.
5. Indien aan de bevoegde autoriteit opeenvolgende ontwerpen van het prospectus worden voorgelegd, hoeft deze de in de artikelen 36, 37 en 38 bedoelde criteria alleen toe te passen met betrekking tot de wijzigingen ten opzichte van het voorgaande ontwerp en andere door deze wijzigingen beïnvloede informatie.
Artikel 42
Indiening van een aanvraag tot goedkeuring van een ontwerpprospectus of deponering van een universeel registratiedocument of de wijzigingen daarvan
1. Alle ontwerpen van het prospectus worden bij de bevoegde autoriteit ingediend in een met elektronische middelen doorzoekbaar elektronisch formaat.
Bij het indienen van het eerste ontwerp van het prospectus deelt de uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van de toelating tot de handel op een gereglementeerde markt aan de bevoegde autoriteit een aanspreekpunt mee waar deze alle kennisgevingen schriftelijk langs elektronische weg kan verrichten.
2. Bij de bevoegde autoriteit wordt eveneens de volgende informatie in een met elektronische middelen doorzoekbaar elektronisch formaat ingediend:
a) |
de lijst van kruisverwijzingen, indien gevraagd door de bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 24, lid 5, van deze verordening, of indien op eigen initiatief ingediend; |
b) |
indien geen lijst van kruisverwijzingen wordt gevraagd, een document waarin de in de bijlagen bij deze verordening bedoelde rubrieken worden vermeld die wegens de aard of het soort van de uitgevende instelling, de effecten, de aanbieding of de toelating tot de handel, niet in het ontwerpprospectus zijn opgenomen; |
c) |
alle informatie die door middel van verwijzing in het prospectus is opgenomen zoals bedoeld in artikel 19 van Verordening (EU) 2017/1129, tenzij deze informatie reeds door de bevoegde autoriteit is goedgekeurd of daar in een doorzoekbaar elektronisch formaat is gedeponeerd; |
d) |
een gemotiveerd verzoek aan de bevoegde autoriteit om weglating van informatie uit het prospectus toe te staan, zoals bedoeld in artikel 18 van Verordening (EU) 2017/1129; |
e) |
een verzoek aan de bevoegde autoriteit om weglating van informatie uit het prospectus toe te staan, zoals bedoeld in artikel 25, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1129; |
f) |
een verzoek aan de bevoegde autoriteit om weglating van informatie uit het prospectus toe te staan, zoals bedoeld in artikel 26, lid 2, van Verordening (EU) 2017/1129; |
g) |
een aanhangsel als bedoeld in artikel 26, lid 4, van Verordening (EU) 2017/1129, tenzij geen samenvatting vereist is overeenkomstig artikel 7, lid 1, tweede alinea, van die verordening; |
h) |
een bevestiging dat alle gereglementeerde informatie die overeenkomstig de nationale bepalingen tot omzetting van Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad (7) en, indien van toepassing, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad (8) moest worden bekendgemaakt, voor zover de uitgevende instelling bekend is, in overeenstemming met deze handelingen is gedeponeerd en gepubliceerd gedurende de laatste 18 maanden of tijdens de periode sinds de aanvang van de verplichting tot bekendmaking van die gereglementeerde informatie, indien die periode korter is, indien de uitgevende instelling een ontwerp van universeel registratiedocument ter goedkeuring indient of een universeel registratiedocument zonder voorafgaande goedkeuring deponeert en de status van frequent uitgevende instelling wenst te verkrijgen: |
i) |
indien een universeel registratiedocument zonder voorafgaande goedkeuring is gedeponeerd, een toelichting over de wijze waarop in het universeel registratiedocument rekening is gehouden met het verzoek om wijziging of om aanvullende informatie als bedoeld in artikel 9, lid 9, tweede alinea, van Verordening (EU) 2017/1129; |
j) |
alle andere informatie waarom de bevoegde autoriteit verzoekt ten behoeve van de controle en de goedkeuring van het prospectus of de controle, de toetsing en de goedkeuring van het universeel registratiedocument. |
3. Indien een zonder voorafgaande goedkeuring gedeponeerd universeel registratiedocument in de marge wordt geannoteerd overeenkomstig artikel 24, lid 6, gaat het vergezeld van een identieke versie waarin geen annotaties in de marge zijn opgenomen.
4. Indien een universeel registratiedocument zonder voorafgaande goedkeuring wordt gedeponeerd of wordt gewijzigd, wordt de in lid 2, onder a), b), c), d), h) en i), bedoelde informatie tegelijkertijd met het deponeren van het universeel registratiedocument bij de bevoegde autoriteit ingediend, terwijl de in lid 2, onder j), bedoelde informatie tijdens het toetsingsproces wordt ingediend. In alle andere gevallen wordt de in lid 2 bedoelde informatie bij de bevoegde autoriteit samen met het eerste ontwerp van het prospectus of tijdens het controleproces ingediend.
5. Indien een frequent uitgevende instelling de bevoegde autoriteit informeert dat zij voornemens is een aanvraag tot goedkeuring van een ontwerpprospectus in te dienen overeenkomstig artikel 20, lid 6, eerste alinea, van Verordening (EU) 2017/1129, doet zij dat schriftelijk en langs elektronische weg.
In de informatie bedoeld in de eerste alinea wordt melding gemaakt van de bijlagen bij deze verordening die relevant zijn voor dat prospectus.
Artikel 43
Wijzigingen in het ontwerpprospectus tijdens de goedkeuringsprocedure
1. Elke versie van het ontwerpprospectus die na het eerste ontwerpprospectus wordt ingediend, geeft duidelijk alle wijzigingen weer ten opzichte van het voorgaande ontwerp en gaat vergezeld van een niet-geannoteerd ontwerp. De bevoegde autoriteit aanvaardt geannoteerde uittreksels uit het voorgaande ontwerpprospectus indien daarin slechts beperkte wijzigingen zijn aangebracht.
2. Indien de bevoegde autoriteiten de uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van de toelating tot de handel op een gereglementeerde markt in overeenstemming met artikel 45, lid 2, van deze verordening hebben gemeld dat het ontwerpprospectus niet voldoet aan de vereisten inzake volledigheid, begrijpelijkheid en consistentie als bedoeld in artikel 20, lid 4, van Verordening (EU) 2017/1129, gaat het daarna ingediende ontwerp van het prospectus vergezeld van een toelichting over de wijze waarop de door de bevoegde autoriteiten meegedeelde openstaande vragen zijn opgelost.
3. Indien de in het ontwerpprospectus aangebrachte wijzigingen voor zichzelf spreken of een duidelijke oplossing bieden voor de door de bevoegde autoriteit meegedeelde openstaande vragen, wordt de aanduiding van de plaats waar de wijzigingen ter oplossing van de openstaande vragen zijn aangebracht, toereikend geacht als toelichting voor de toepassing van lid 2.
Artikel 44
Indiening ter goedkeuring van de definitieve versie van het prospectus
1. De definitieve versie van het prospectus wordt ter goedkeuring ingediend samen met alle in artikel 42, lid 2, bedoelde informatie die ten opzichte van de vorige ingediende versie is gewijzigd, met uitzondering van de informatie bedoeld in de punten a) en h) van dat artikel. Het definitieve ontwerp van het prospectus bevat geen annotaties in de marge.
2. Indien geen wijzigingen zijn aangebracht in de in artikel 42, lid 2, bedoeld informatie, wordt dit schriftelijk en langs elektronische weg bevestigd door de uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van de toelating tot de handel op een gereglementeerde markt.
Artikel 45
Bevestiging van ontvangst van de aanvraag tot goedkeuring van een ontwerpprospectus of van de deponering van het universeel registratiedocument of een wijziging daarin, en verwerking van een aanvraag tot goedkeuring van het ontwerpprospectus
1. De bevoegde autoriteiten bevestigen schriftelijk langs elektronische weg de ontvangst van de eerste aanvraag tot goedkeuring van het ontwerpprospectus of van de deponering van het universeel registratiedocument als bedoeld in artikel 9, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) 2017/1129, of van een wijziging in dit universeel registratiedocument, zo spoedig mogelijk en uiterlijk aan het einde van de tweede werkdag volgend op de ontvangst van de aanvraag of de deponering.
Bij ontvangst van de eerste aanvraag tot goedkeuring van het ontwerpprospectus of van de deponering van het universeel registratiedocument, of van een wijziging daarin, deelt de bevoegde autoriteit de uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van de toelating tot de handel op een gereglementeerde markt het volgende mee:
a) |
het referentienummer van de aanvraag of van de deponering; |
b) |
het aanspreekpunt binnen de bevoegde autoriteiten waar vragen betreffende de aanvraag of de deponering kunnen worden ingediend. |
2. Indien het ontwerpprospectus niet voldoet aan de vereisten inzake volledigheid, begrijpelijkheid en consistentie die noodzakelijk zijn voor de goedkeuring ervan of indien wijzigingen of bijkomende informatie vereist zijn, delen de bevoegde autoriteiten dit schriftelijk en langs elektronische weg mee aan de uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van de toelating tot de handel op een gereglementeerde markt.
Indien het universeel registratiedocument bedoeld in artikel 9, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) 2017/1129 of een wijziging in dit universeel registratiedocument niet voldoet aan de vereisten inzake volledigheid, begrijpelijkheid en consistentie of indien wijzigingen of aanvullende informatie nodig zijn, delen de bevoegde autoriteiten dit schriftelijk en langs elektronische weg mee aan de uitgevende instelling. Indien de tekortkoming onverwijld moet worden verholpen, zoals vereist bij artikel 9, lid 9, derde alinea, van Verordening (EU) 2017/1129, deelt de bevoegde autoriteit dit mee aan de uitgevende instelling.
3. De bevoegde autoriteit deelt de uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van de toelating tot de handel op een gereglementeerde markt haar besluit inzake goedkeuring van het ontwerpprospectus schriftelijk langs elektronische weg en zo spoedig mogelijk mee en uiterlijk aan het einde van de werkdag waarop het besluit is genomen.
HOOFDSTUK VI
SLOTBEPALINGEN
Artikel 46
Intrekking
Verordening (EG) nr. 809/2004 van de Commissie wordt ingetrokken.
Artikel 47
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 21 juli 2019.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 14 maart 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 168 van 30.6.2017, blz. 12.
(2) Verordening (EG) nr. 809/2004 van de Commissie van 29 april 2004 tot uitvoering van Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de in het prospectus te verstrekken informatie, de vormgeving van het prospectus, de opneming van informatie door middel van verwijzing, de publicatie van het prospectus en de verspreiding van reclame betreft (PB L 149 van 30.4.2004, blz. 1).
(3) Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).
(4) Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/815 van de Commissie van 17 december 2018 tot aanvulling van Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen voor de specificatie van een uniform elektronisch verslagleggingsformaat (PB L 143 van 29.5.2019, blz. 1).
(5) Verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 november 2014 over essentiële-informatiedocumenten voor verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (PRIIP’s) (PB L 352 van 9.12.2014, blz. 1).
(6) Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (PB L 345 van 31.12.2003, blz. 64).
(7) Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (PB L 390 van 31.12.2004, blz. 38).
(8) Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (verordening marktmisbruik) en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124/EG, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 1).
LIJST VAN BIJLAGEN
DEEL A
REGISTRATIEDOCUMENTEN
Bijlage 1: Registratiedocument voor effecten met aandelenkarakter
Bijlage 2: Universeel registratiedocument
Bijlage 3: Registratiedocument voor secundaire uitgiften van effecten met aandelenkarakter
Bijlage 4: Registratiedocument voor rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging van het closed-endtype
Bijlage 5: Registratiedocument voor certificaten van aandelen
Bijlage 6: Registratiedocument voor retaileffecten zonder aandelenkarakter
Bijlage 7: Registratiedocument voor wholesale-effecten zonder aandelenkarakter
Bijlage 8: Registratiedocument voor secundaire uitgiften van effecten zonder aandelenkarakter
Bijlage 9: Registratiedocument voor door activa gedekte effecten
Bijlage 10: Registratiedocument voor effecten zonder aandelenkarakter, uitgegeven door derde landen en hun regionale en lokale overheden
DEEL B
VERRICHTINGSNOTA’S
Bijlage 11: Verrichtingsnota’s voor effecten met aandelenkarakter of rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging van het closed-endtype
Bijlage 12: Verrichtingsnota’s voor secundaire uitgiften van effecten met aandelenkarakter of rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging van het closed-endtype
Bijlage 13: Verrichtingsnota’s voor certificaten van aandelen
Bijlage 14: Verrichtingsnota’s voor retaileffecten zonder aandelenkarakter
Bijlage 15: Verrichtingsnota’s voor wholesale-effecten zonder aandelenkarakter
Bijlage 16: Verrichtingsnota’s voor secundaire uitgiften van effecten zonder aandelenkarakter
DEEL C
AANVULLENDE IN HET PROSPECTUS OP TE NEMEN INFORMATIE
Bijlage 17: Effecten met van een onderliggende waarde afhankelijke verplichting tot betaling of levering
Bijlage 18: Onderliggend aandeel
Bijlage 19: Door activa gedekte effecten
Bijlage 20: Pro forma informatie
Bijlage 21: Garanties
Bijlage 22: Toestemming
DEEL D
EU-GROEIPROSPECTUS
Bijlage 23: Specifieke samenvatting voor het EU-groeiprospectus
Bijlage 24: EU-groeiregistratiedocument voor effecten met aandelenkarakter
Bijlage 25: EU-groeiregistratiedocument voor effecten zonder aandelenkarakter
Bijlage 26: EU-groeiverrichtingsnota voor effecten met aandelenkarakter
Bijlage 27: EU-groeiverrichtingsnota voor effecten zonder aandelenkarakter
DEEL E
OVERIGE CATEGORIEËN VAN INFORMATIE
Bijlage 28: Lijst van aanvullende informatie in definitieve voorwaarden
Bijlage 29: Lijst van gespecialiseerde uitgevende instellingen
BIJLAGE 1
REGISTRATIEDOCUMENT VOOR EFFECTEN MET AANDELENKARAKTER
AFDELING 1 |
VERANTWOORDELIJKE PERSONEN, INFORMATIE VAN DERDEN, DESKUNDIGENVERSLAGEN EN GOEDKEURING DOOR DE BEVOEGDE AUTORITEIT |
||||||||||||||||
Rubriek 1.1 |
Identificeer alle personen die verantwoordelijk zijn voor de in het registratiedocument verstrekte informatie of bepaalde gedeelten daarvan. In dat geval worden deze gedeelten vermeld. Ingeval het natuurlijke personen betreft, met inbegrip van leden van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen van de uitgevende instelling, worden naam en functie van deze personen vermeld. Ingeval het rechtspersonen betreft, worden naam en statutaire zetel vermeld. |
||||||||||||||||
Rubriek 1.2 |
Verklaring van de voor het registratiedocument verantwoordelijke personen dat, voor zover hun bekend, de informatie in het registratiedocument in overeenstemming is met de werkelijkheid en dat in het registratiedocument geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van het registratiedocument zou wijzigen. In voorkomend geval, een verklaring van de voor bepaalde delen van het registratiedocument verantwoordelijke personen dat, voor zover hun bekend, de informatie in de delen van het registratiedocument waarvoor zij verantwoordelijk zijn, in overeenstemming is met de werkelijkheid en dat in die delen van het registratiedocument geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van die delen zou wijzigen. |
||||||||||||||||
Rubriek 1.3 |
Ingeval in het registratiedocument een verklaring of verslag is opgenomen afkomstig van een persoon handelend in de hoedanigheid van een deskundige, worden voor die persoon de volgende gegevens verstrekt:
Indien de verklaring of het verslag op verzoek van de uitgevende instelling is opgesteld, moet worden vermeld dat die verklaring of dat verslag in het registratiedocument is opgenomen met de toestemming van de persoon die de inhoud van het desbetreffende gedeelte van het registratiedocument voor de opneming in het prospectus heeft goedgekeurd. |
||||||||||||||||
Rubriek 1.4 |
Wanneer van een derde afkomstige informatie is opgenomen, wordt bevestigd dat deze informatie correct is weergegeven en dat, voor zover de uitgevende instelling weet en heeft kunnen opmaken uit door de betrokken derde gepubliceerde informatie, geen feiten zijn weggelaten waardoor de weergegeven informatie onjuist of misleidend zou worden. Tevens moet(en) de informatiebron(nen) worden vermeld. |
||||||||||||||||
Rubriek 1.5 |
Een verklaring dat:
|
||||||||||||||||
AFDELING 2 |
MET DE WETTELIJKE CONTROLE BELASTE ACCOUNTANTS |
||||||||||||||||
Rubriek 2.1 |
Naam en adres van de accountants van de uitgevende instelling gedurende het tijdvak dat door de historische financiële informatie wordt bestreken (met vermelding van hun lidmaatschap van een beroepsorganisatie). |
||||||||||||||||
Rubriek 2.2 |
Indien accountants tijdens het door de historische financiële informatie bestreken tijdvak ontslag hebben genomen, dan wel ontslagen of niet opnieuw benoemd zijn, moeten ter zake nadere bijzonderheden worden verstrekt indien zulks van betekenis is. |
||||||||||||||||
AFDELING 3 |
RISICOFACTOREN |
||||||||||||||||
Rubriek 3.1 |
Een beschrijving van de belangrijke risico’s die specifiek zijn voor de uitgevende instelling, in een beperkt aantal categorieën, in een afzonderlijke rubriek met als titel „Risicofactoren”. In elke categorie worden eerst de belangrijkste risico’s uiteengezet volgens de beoordeling van de uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van een toelating tot de handel op een gereglementeerde markt, waarbij rekening wordt gehouden met het negatieve effect op de uitgevende instelling en de waarschijnlijkheid dat ze zich zullen voordoen. De risico’s worden bevestigd door de inhoud van het registratiedocument. |
||||||||||||||||
AFDELING 4 |
GEGEVENS OVER DE UITGEVENDE INSTELLING |
||||||||||||||||
Rubriek 4.1 |
Officiële en handelsnaam van de uitgevende instelling. |
||||||||||||||||
Rubriek 4.2 |
De plaats van registratie van de uitgevende instelling, haar registratienummer en identificatiecode voor juridische entiteiten (legal entity identifier — LEI). |
||||||||||||||||
Rubriek 4.3 |
Datum van oprichting en duur van de uitgevende instelling indien zij niet voor onbepaalde tijd is opgericht. |
||||||||||||||||
Rubriek 4.4 |
De vestigingsplaats en rechtsvorm van de uitgevende instelling, de wetgeving waaronder de uitgevende instelling werkt, het land van oprichting van de uitgevende instelling, en adres en telefoonnummer van haar statutaire zetel (of plaats van hoofdvestiging indien deze afwijkt van die van de statutaire zetel) en in voorkomend geval website van de uitgevende instelling, met een disclaimer dat de informatie op de website geen deel vormt van het prospectus tenzij die informatie via verwijzingen in het prospectus is opgenomen. |
||||||||||||||||
AFDELING 5 |
OVERZICHT VAN DE BEDRIJFSACTIVITEITEN |
||||||||||||||||
Rubriek 5.1 |
Belangrijkste activiteiten |
||||||||||||||||
Rubriek 5.1.1 |
Beschrijving van (en voornaamste factoren die verband houden met) de aard van de werkzaamheden en belangrijkste activiteiten van de uitgevende instelling, met vermelding van de belangrijkste categorieën verkochte producten en/of verrichte diensten voor elk boekjaar van het tijdvak dat door de historische financiële informatie wordt bestreken; |
||||||||||||||||
Rubriek 5.1.2 |
Vermelding van de van belang zijnde nieuwe producten en/of diensten die op de markt zijn gebracht en, voor zover de ontwikkeling van nieuwe producten of diensten openbaar is gemaakt, de stand van hun ontwikkeling. |
||||||||||||||||
Rubriek 5.2 |
Belangrijkste markten Beschrijving van de belangrijkste markten waarop de uitgevende instelling concurreert, met inbegrip van een uitsplitsing van de totale opbrengsten naar operationele segmenten en naar geografische markten voor elk boekjaar van het tijdvak dat door de historische financiële informatie wordt bestreken. |
||||||||||||||||
Rubriek 5.3 |
De belangrijke gebeurtenissen in de ontwikkeling van de bedrijfsactiviteiten van de uitgevende instelling. |
||||||||||||||||
Rubriek 5.4 |
Strategie en doelstellingen Een omschrijving van de bedrijfsstrategie en -doelstellingen van de uitgevende instelling, zowel financieel als niet-financieel (in voorkomend geval). In deze omschrijving wordt rekening gehouden met toekomstige uitdagingen en vooruitzichten van de uitgevende instelling. |
||||||||||||||||
Rubriek 5.5 |
Indien dit van betekenis is voor de bedrijfsactiviteiten of de rentabiliteit van de uitgevende instelling, wordt beknopte informatie verstrekt over de afhankelijkheid van de uitgevende instelling van octrooien en licenties, industriële, commerciële en financiële overeenkomsten of nieuwe fabricageprocédés. |
||||||||||||||||
Rubriek 5.6 |
Vermelding van de aan verklaringen van de uitgevende instelling ten aanzien van haar concurrentiepositie ten grondslag liggende elementen. |
||||||||||||||||
Rubriek 5.7 |
Investeringen |
||||||||||||||||
Rubriek 5.7.1 |
Beschrijving (met vermelding van het bedrag) van de essentiële investeringen van de uitgevende instelling die zijn gerealiseerd in elk boekjaar van het door de historische financiële informatie bestreken tijdvak tot aan de datum van het registratiedocument. |
||||||||||||||||
Rubriek 5.7.2 |
Beschrijving van alle essentiële investeringen van de uitgevende instelling die in uitvoering zijn of waarvoor reeds vaste verbintenissen zijn aangegaan, met inbegrip van de geografische verdeling van deze investeringsbedragen (binnen- en buitenland) en van de wijze van financiering (al dan niet zelffinanciering). |
||||||||||||||||
Rubriek 5.7.3 |
Informatie over de joint ventures en ondernemingen waarvan de uitgevende instelling een deel van het kapitaal bezit, die een belangrijke invloed kunnen hebben op de beoordeling van het vermogen, de financiële positie of de resultaten van de uitgevende instelling. |
||||||||||||||||
Rubriek 5.7.4 |
Beschrijving van eventuele milieuaspecten die van invloed kunnen zijn op het gebruik van de materiële vaste activa door de uitgevende instelling. |
||||||||||||||||
AFDELING 6 |
ORGANISATIESTRUCTUUR |
||||||||||||||||
Rubriek 6.1 |
Indien de uitgevende instelling deel uitmaakt van een groep, beknopte beschrijving van deze groep en van de plaats die zij daarin inneemt. Dit kan in de vorm van, of vergezeld gaan van, een diagram van de organisatiestructuur indien dit nuttig is om de structuur te verduidelijken. |
||||||||||||||||
Rubriek 6.2 |
Lijst van belangrijke dochterondernemingen van de uitgevende instelling, met vermelding van de naam, het land van oprichting of vestiging, het percentage van de eigendomsbelangen en, indien dit verschillend is, het percentage van de stemrechten waarover de uitgevende instelling beschikt. |
||||||||||||||||
AFDELING 7 |
BEDRIJFSRESULTATEN EN FINANCIËLE TOESTAND |
||||||||||||||||
Rubriek 7.1 |
Financiële toestand |
||||||||||||||||
Rubriek 7.1.1 |
Voor zover dit niet elders in het registratiedocument aan de orde komt en voor zover zulks noodzakelijk is voor een goed begrip van de bedrijfsactiviteiten van de uitgevende instelling als geheel, wordt voor elk jaar en elke tussentijdse verslagperiode waarvoor historische financiële informatie dient te worden verstrekt, een eerlijke beoordeling van de ontwikkelingen en de prestaties van de bedrijfsactiviteiten van de uitgevende instelling en van haar positie gegeven, met vermelding van de oorzaken van essentiële wijzigingen. Het overzicht bevat een evenwichtige en volledige analyse van de ontwikkeling en de resultaten van de bedrijfsactiviteit en van de positie van de uitgevende instelling, in overeenstemming met de omvang en de complexiteit van het bedrijf. In de mate waarin zulks noodzakelijk is voor een goed begrip van de ontwikkeling, de resultaten of de positie van de uitgevende instelling, omvat de analyse ook essentiële financiële en, in voorkomend geval, niet-financiële kernprestatie-indicatoren die betrekking hebben op het specifieke bedrijf van de vennootschap. De analyse bevat in voorkomend geval ook verwijzingen naar en aanvullende toelichtingen bij de in de jaarlijkse financiële overzichten gerapporteerde bedragen. |
||||||||||||||||
Rubriek 7.1.2 |
Voor zover dit niet elders in het registratiedocument aan de orde komt en noodzakelijk is voor een goed begrip van de bedrijfsactiviteiten van de uitgevende instelling als geheel, wordt in de financiële toestand tevens melding gemaakt van:
Aan de voorschriften van rubriek 7.1 kan worden voldaan door het in de artikelen 19 en 29 van Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad (1) bedoelde bestuursverslag op te nemen. |
||||||||||||||||
Rubriek 7.2 |
Bedrijfsresultaten |
||||||||||||||||
Rubriek 7.2.1 |
Informatie over belangrijke factoren, met inbegrip van ongebruikelijke of zelden voorkomende gebeurtenissen of nieuwe ontwikkelingen, welke een wezenlijk effect sorteren op de bedrijfsopbrengsten van de uitgevende instelling, met vermelding van de mate waarin de opbrengsten werden beïnvloed. |
||||||||||||||||
Rubriek 7.2.2 |
Wanneer uit de historische financiële informatie blijkt dat zich wezenlijke veranderingen in de netto-omzet of -opbrengsten hebben voorgedaan, worden de redenen voor deze veranderingen omschreven. |
||||||||||||||||
AFDELING 8 |
KAPITAALMIDDELEN |
||||||||||||||||
Rubriek 8.1 |
Gegevens over de kapitaalmiddelen (zowel op korte termijn als op lange termijn) van de uitgevende instelling. |
||||||||||||||||
Rubriek 8.2 |
Een toelichting op de herkomst en de bedragen van de kasstromen van de uitgevende instelling en een omschrijving van deze kasstromen. |
||||||||||||||||
Rubriek 8.3 |
Gegevens over de financieringsbehoefte en -structuur van de uitgevende instelling. |
||||||||||||||||
Rubriek 8.4 |
Gegevens over eventuele beperkingen op het gebruik van kapitaalmiddelen welke direct of indirect wezenlijke gevolgen hebben of kunnen hebben voor de activiteiten van de uitgevende instelling. |
||||||||||||||||
Rubriek 8.5 |
Gegevens over de financieringsmiddelen die naar verwachting nodig zullen zijn om aan de in rubriek 5.7.2. bedoelde verplichtingen te voldoen. |
||||||||||||||||
AFDELING 9 |
REGELGEVING |
||||||||||||||||
Rubriek 9.1 |
Een beschrijving van de regelgeving onder welke de uitgevende instelling werkt en die wezenlijke gevolgen kan hebben voor haar activiteiten, alsmede informatie over administratieve, economische, budgettaire, monetaire of politieke beleidslijnen of factoren die direct of indirect wezenlijke gevolgen hebben of kunnen hebben voor de activiteiten van de uitgevende instelling. |
||||||||||||||||
AFDELING 10 |
TENDENSEN |
||||||||||||||||
Rubriek 10.1 |
Een beschrijving van:
|
||||||||||||||||
Rubriek 10.2 |
Informatie over bekende tendensen, onzekerheden, eisen, verplichtingen of gebeurtenissen waarvan redelijkerwijze mag worden aangenomen dat zij ten minste in het lopende boekjaar wezenlijke gevolgen zullen hebben voor de vooruitzichten van de uitgevende instelling. |
||||||||||||||||
AFDELING 11 |
WINSTPROGNOSES OF -RAMINGEN |
||||||||||||||||
Rubriek 11.1 |
Wanneer een uitgevende instelling een winstprognose of een winstraming heeft bekendgemaakt (die nog steeds uitstaande en geldig is), wordt die prognose of raming in het registratiedocument opgenomen. Indien een winstprognose of een winstraming is bekendgemaakt en nog steeds uitstaande is, maar niet langer geldig, wordt daarover een verklaring opgenomen en een toelichting waarom deze prognose of raming niet meer geldig is. Voor dergelijk ongeldige prognoses of ramingen gelden de voorschriften van de rubrieken 11.2 en 11.3 niet. |
||||||||||||||||
Rubriek 11.2 |
Wanneer een uitgevende instelling een nieuwe winstprognose of een nieuwe winstraming wenst op te nemen, of een eerder gepubliceerde winstprognose of een eerder gepubliceerde winstraming krachtens rubriek 11.1, is de winstprognose of winstraming duidelijk en ondubbelzinnig en bevat deze een verklaring met de voornaamste hypothesen waarop de uitgevende instelling haar prognose of raming heeft gebaseerd. Bij de prognose of raming moeten de volgende principes in acht worden genomen:
|
||||||||||||||||
Rubriek 11.3 |
Het prospectus omvat een verklaring dat de winstprognose of de winstraming is opgesteld en voorbereid op een basis die zowel:
|
||||||||||||||||
AFDELING 12 |
BESTUURS-, LEIDINGGEVENDE EN TOEZICHTHOUDENDE ORGANEN EN BEDRIJFSLEIDING |
||||||||||||||||
Rubriek 12.1 |
Naam, kantooradres en functie binnen de uitgevende instelling van de volgende personen, met vermelding van de belangrijkste door hen buiten de uitgevende instelling uitgeoefende activiteiten wanneer deze van belang zijn voor de uitgevende instelling:
Nadere bijzonderheden over de aard van eventuele familiebanden tussen de onder a) tot en met d) bedoelde personen. Voor elk lid van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen van de uitgevende instelling en voor elke in de eerste alinea, onder b) en d), bedoelde persoon worden benevens nadere bijzonderheden over de relevante managementexpertise en -ervaring van deze personen ook de volgende inlichtingen verstrekt:
Indien geen informatie in die zin hoeft te worden bekendgemaakt, wordt daarvan melding gemaakt. |
||||||||||||||||
Rubriek 12.2 |
Belangenconflicten van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen en de bedrijfsleiding Potentiële belangenconflicten tussen de plichten jegens de uitgevende instelling van de in rubriek 12.1 bedoelde personen en hun eigen belangen en/of andere plichten moeten duidelijk worden vermeld. Ingeval er van dergelijke conflicten geen sprake is, moet daarvan melding worden gemaakt. Elke regeling of overeenkomst met belangrijke aandeelhouders, cliënten, leveranciers of andere personen op grond waarvan een in rubriek 12.1 bedoelde persoon is geselecteerd als lid van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen, dan wel als lid van de bedrijfsleiding. Nadere bijzonderheden over eventuele beperkingen waarmee de in rubriek 12.1 bedoelde personen hebben ingestemd ten aanzien van de vervreemding binnen een bepaalde periode van de in hun bezit zijnde effecten van de uitgevende instelling. |
||||||||||||||||
AFDELING 13 |
BEZOLDIGINGEN EN VOORDELEN |
||||||||||||||||
|
Voor de in rubriek 12.1, eerste alinea, onder a) en d), bedoelde personen wordt met betrekking tot het laatste volledige boekjaar het volgende vermeld: |
||||||||||||||||
Rubriek 13.1 |
Bedrag van de bezoldigingen (met inbegrip van voorwaardelijke of uitgestelde betalingen) en de voordelen in natura die door de uitgevende instelling en haar dochterondernemingen aan deze personen zijn toegekend voor de diensten die elke persoon in al zijn hoedanigheden ten behoeve van de uitgevende instelling en haar dochterondernemingen heeft verricht. Deze informatie moet op individuele basis worden verstrekt, tenzij individuele bekendmaking niet verplicht is in het land van herkomst van de uitgevende instelling en de informatie niet anderszins door haar openbaar wordt gemaakt. |
||||||||||||||||
Rubriek 13.2 |
Door de uitgevende instelling of haar dochterondernemingen opzijgezette of toegerekende bedragen voor de betaling van pensioenen of soortgelijke uitkeringen. |
||||||||||||||||
AFDELING 14 |
WERKING VAN HET BESTUURSORGAAN |
||||||||||||||||
|
Met betrekking tot het laatst afgesloten boekjaar van de uitgevende instelling en, tenzij anders is aangegeven, met betrekking tot de in rubriek 12.1, eerste alinea, onder a), bedoelde personen wordt het volgende vermeld: |
||||||||||||||||
Rubriek 14.1 |
Indien van toepassing, de datum waarop het lopende mandaat verstrijkt en de periode gedurende welke de betrokken persoon het mandaat heeft uitgeoefend. |
||||||||||||||||
Rubriek 14.2 |
Informatie over de tussen de leden van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen en de uitgevende instelling of haar dochterondernemingen gesloten arbeidsovereenkomsten die voorzien in uitkeringen bij beëindiging van het dienstverband, of een passende verklaring dat er van dergelijke uitkeringen geen sprake is. |
||||||||||||||||
Rubriek 14.3 |
Informatie over de auditcommissie en remuneratiecommissie van de uitgevende instelling, met vermelding van de namen van de commissieleden en een samenvatting van het mandaat van de commissie. |
||||||||||||||||
Rubriek 14.4 |
Een verklaring waarin wordt aangegeven of de uitgevende instelling zich al dan niet houdt aan de corporate governance code(s) die op de uitgevende instelling van toepassing is. Ingeval de uitgevende instelling deze code niet toepast, moet daarvan melding worden gemaakt en worden uitgelegd waarom. |
||||||||||||||||
Rubriek 14.5 |
Potentiële wezenlijke gevolgen voor de corporate governance, met inbegrip van toekomstige wijzigingen van de samenstelling van de bestuursraad en -commissies (voor zover de raad van bestuur en/of de vergadering van aandeelhouders daarover al heeft beslist). |
||||||||||||||||
AFDELING 15 |
WERKNEMERS |
||||||||||||||||
Rubriek 15.1 |
Personeelsbestand aan het einde van de verslagperiode of gemiddeld personeelsbestand voor elk boekjaar van het door de historische financiële informatie bestreken tijdvak tot de datum van het registratiedocument (en wijzigingen daarin indien deze van betekenis zijn) en, indien zulks mogelijk en van belang is, een onderverdeling van het personeel naar voornaamste categorieën bedrijfsactiviteiten en geografische locaties. Indien de uitgevende instelling een groot aantal tijdelijke werknemers in dienst heeft, wordt het gemiddelde aantal tijdelijke werknemers tijdens het meest recente boekjaar vermeld. |
||||||||||||||||
Rubriek 15.2 |
Aandelenbezit en aandelenopties Voor elke in rubriek 12.1., eerste alinea, onder a) en d), bedoelde persoon worden zo recent mogelijke gegevens verstrekt over hun aandelenbezit en de hun eventueel verleende opties op aandelen van de uitgevende instelling. |
||||||||||||||||
Rubriek 15.3 |
Vermelding van eventuele regelingen uit hoofde waarvan werknemers kunnen deelnemen in het kapitaal van de uitgevende instelling. |
||||||||||||||||
AFDELING 16 |
BELANGRIJKSTE AANDEELHOUDERS |
||||||||||||||||
Rubriek 16.1 |
Voor zover de uitgevende instelling daarvan op de hoogte is, de naam van alle personen die geen lid zijn van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen en die rechtstreeks of middellijk een belang in het kapitaal of de stemrechten van de uitgevende instelling bezitten dat krachtens het nationale recht van de uitgevende instelling moet worden aangemeld, met vermelding van het bedrag van het belang van elk van deze personen op de datum van het registratiedocument, of, indien er geen dergelijke personen zijn, een passende verklaring dat er van dergelijke personen geen sprake is. |
||||||||||||||||
Rubriek 16.2 |
Vermelding van afwijkende stemrechten van de voornaamste aandeelhouders van de uitgevende instelling, of een passende verklaring dat er van dergelijke afwijkende stemrechten geen sprake is. |
||||||||||||||||
Rubriek 16.3 |
Voor zover zulks de uitgevende instelling bekend is, wordt vermeld of zij rechtstreeks of middellijk eigendom is of onder de zeggenschap staat van anderen, en zo ja van wie; tevens wordt een beschrijving gegeven van de aard van de zeggenschap en van de getroffen maatregelen om misbruik daarvan te voorkomen. |
||||||||||||||||
Rubriek 16.4 |
Beschrijving van alle aan de uitgevende instelling bekende regelingen waarvan de inwerkingstelling op een latere datum kan resulteren in een wijziging van de zeggenschap over de uitgevende instelling. |
||||||||||||||||
AFDELING 17 |
TRANSACTIES MET VERBONDEN PARTIJEN |
||||||||||||||||
Rubriek 17.1 |
Indien toepasselijk moeten overeenkomstig de desbetreffende standaard die krachtens Verordening (EG) nr. 1606/2002 is goedgekeurd, nadere bijzonderheden worden verstrekt betreffende transacties met verbonden partijen (voor deze doeleinden transacties zoals bedoeld in de standaarden die zijn goedgekeurd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad (2)) welke de uitgevende instelling heeft gesloten gedurende het door de historische financiële informatie bestreken tijdvak tot de datum van het registratiedocument. Indien deze standaarden niet op de uitgevende instelling van toepassing zijn, moeten de volgende inlichtingen worden verstrekt:
|
||||||||||||||||
AFDELING 18 |
FINANCIËLE GEGEVENS BETREFFENDE HET VERMOGEN, DE FINANCIËLE POSITIE EN DE RESULTATEN VAN DE UITGEVENDE INSTELLING |
||||||||||||||||
Rubriek 18.1 |
Historische financiële informatie |
||||||||||||||||
Rubriek 18.1.1 |
Gecontroleerde historische financiële informatie over de laatste drie boekjaren (of het tijdvak dat de uitgevende instelling activiteiten ontplooit indien zij minder dan drie jaar actief is) en het accountantsverslag voor elk jaar. |
||||||||||||||||
Rubriek 18.1.2 |
Wijziging van boekhoudkundige referentiedatum Indien de uitgevende instelling de referentiedatum voor de verslaglegging heeft gewijzigd in de periode waarvoor historische financiële informatie vereist is, omvat de gecontroleerde historische informatie ten minste 36 maanden dan wel de volledige periode waarin de uitgevende instelling actief is geweest, naargelang welke periode korter is. |
||||||||||||||||
Rubriek 18.1.3 |
Standaarden voor jaarrekeningen De financiële informatie moet worden opgesteld conform de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 goedgekeurde internationale standaarden voor jaarrekeningen. Indien Verordening (EG) nr. 1606/2002 niet van toepassing is, moet de financiële informatie worden opgesteld conform:
|
||||||||||||||||
Rubriek 18.1.4 |
Wijziging van het kader voor financiële verslaggeving De meest recente gecontroleerde historische financiële informatie, met inbegrip van vergelijkende informatie voor de voorgaande jaren, moet worden opgesteld en gepresenteerd in een vorm die aansluit bij het kader voor standaarden voor jaarrekeningen dat voor de volgende gepubliceerde jaarrekening van de uitgevende instelling zal worden gebruikt, met inachtneming van de standaarden voor jaarrekeningen, de grondslagen voor financiële verslaggeving en de op jaarrekeningen toepasselijke wetgeving. Bij wijzigingen in het kader voor financiële verslaggeving dat op een uitgevende instelling van toepassing is, hoeven met het oog op het prospectus de gecontroleerde jaarrekeningen niet te worden aangepast. Indien de uitgevende instelling echter voornemens is voor de volgende gepubliceerde jaarrekening een nieuw kader voor financiële verslaggeving te hanteren, wordt ten minste een exemplaar van de jaarrekening (volgens de in Verordening (EG) nr. 1606/2002 opgenomen definitie van IAS 1 Presentatie van de jaarrekening), met inbegrip van vergelijkende financiële overzichten, gepresenteerd in een vorm die aansluit bij die welke voor de volgende gepubliceerde jaarrekening van de uitgevende instelling zal worden gebruikt, met inachtneming van de standaarden voor jaarrekeningen, de grondslagen voor financiële verslaggeving en de op jaarrekeningen toepasselijke wetgeving. |
||||||||||||||||
Rubriek 18.1.5 |
Wanneer de gecontroleerde financiële informatie is opgesteld overeenkomstig nationale standaarden voor jaarrekeningen, moet deze ten minste het volgende omvatten:
|
||||||||||||||||
Rubriek 18.1.6 |
Geconsolideerde jaarrekening Indien de uitgevende instelling zowel een enkelvoudige als een geconsolideerde jaarrekening opstelt, moet ten minste de geconsolideerde jaarrekening in het registratiedocument worden opgenomen. |
||||||||||||||||
Rubriek 18.1.7 |
Datum van de financiële informatie De balansdatum van het laatste jaar waarover gecontroleerde financiële informatie wordt verstrekt, mag niet langer geleden zijn dan:
|
||||||||||||||||
Rubriek 18.2 |
Tussentijdse en andere financiële informatie |
||||||||||||||||
Rubriek 18.2.1 |
Indien de uitgevende instelling na de datum van haar laatst gecontroleerde jaarrekeningen driemaandelijkse of halfjaarlijkse financiële informatie heeft gepubliceerd, moet deze in het registratiedocument worden opgenomen. Indien de driemaandelijkse of halfjaarlijkse financiële informatie aan een volledige of beperkte accountantscontrole is onderworpen, moet ook het verslag over deze volledige of beperkte controle worden opgenomen. Indien de driemaandelijkse of halfjaarlijkse financiële informatie niet gecontroleerd is, of niet aan een beperkte controle is onderworpen, moet dit worden vermeld. Indien het registratiedocument dateert van meer dan negen maanden na de datum van de laatste gecontroleerde jaarrekeningen, moet het tussentijdse financiële informatie bevatten die niet gecontroleerd behoeft te zijn (te vermelden) en die betrekking heeft op ten minste de eerste zes maanden van het boekjaar. Tussentijdse financiële informatie opgesteld overeenkomstig de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1606/2002. Voor uitgevende instellingen waarop Verordening (EG) nr. 1606/2002 niet van toepassing is, moet de tussentijdse financiële informatie vergelijkende overzichten voor dezelfde periode van het voorafgaande boekjaar omvatten, met dien verstande dat aan het vereiste van verstrekking van vergelijkende balansgegevens is voldaan wanneer de eindbalans van dat jaar wordt verstrekt conform het toepasselijk kader voor jaarrekeningen. |
||||||||||||||||
Rubriek 18.3 |
Accountantscontrole van historische jaarlijkse financiële informatie |
||||||||||||||||
Rubriek 18.3.1 |
De historische jaarlijkse informatie moet onafhankelijk gecontroleerd zijn. Het auditverslag wordt opgesteld in overeenstemming met Richtlijn 2014/56/EU van het Europees Parlement en de Raad (3) en Verordening (EU) nr. 537/2014 van het Europees Parlement en de Raad (4). Wanneer Richtlijn 2014/56/EU en Verordening (EU) nr. 537/2014 niet van toepassing zijn:
|
||||||||||||||||
Rubriek 18.3.2 |
Vermelding van andere informatie in het registratiedocument die door de accountants is gecontroleerd. |
||||||||||||||||
Rubriek 18.3.3 |
Voor alle in het registratiedocument opgenomen financiële informatie die niet uit gecontroleerde jaarrekeningen van de uitgevende instelling overgenomen is, moet worden aangegeven uit welke bron de informatie afkomstig is en dat deze informatie niet gecontroleerd is. |
||||||||||||||||
Rubriek 18.4 |
Pro forma financiële informatie |
||||||||||||||||
Rubriek 18.4.1 |
In geval van een brutowijziging van betekenis wordt een beschrijving gegeven van de wijze waarop de transactie het vermogen en de winst van de uitgevende instelling had kunnen beïnvloeden indien deze transactie gesloten was aan het begin van de verslagperiode of op de verslagdatum. Aan dit vereiste wordt normaliter voldaan door pro forma financiële informatie op te nemen. Deze pro forma financiële informatie moet worden gepresenteerd overeenkomstig bijlage 20, en moet de daarin beschreven gegevens omvatten. De pro forma financiële informatie moet vergezeld gaan van een door onafhankelijke accountants opgesteld verslag. |
||||||||||||||||
Rubriek 18.5 |
Dividendbeleid |
||||||||||||||||
Rubriek 18.5.1 |
Beschrijving van het beleid van de uitgevende instelling ten aanzien van dividenduitkeringen en daarop geldende beperkingen. Indien de uitgevende instelling geen dergelijk beleid heeft, moet een passende negatieve verklaring worden opgenomen. |
||||||||||||||||
Rubriek 18.5.2 |
Bedrag van het dividend per aandeel voor elk boekjaar van het door de historische financiële informatie bestreken tijdvak, in voorkomend geval herleid wanneer het aantal aandelen van de uitgevende instelling is gewijzigd, om het vergelijkbaar te maken. |
||||||||||||||||
Rubriek 18.6 |
Rechtszaken en arbitrages |
||||||||||||||||
Rubriek 18.6.1 |
Gegevens over eventuele overheidsingrepen, rechtszaken of arbitrages (met inbegrip van dergelijke procedures die, naar weten van de uitgevende instelling, hangende zijn of kunnen worden ingeleid) over een periode van ten minste de voorafgaande twaalf maanden, welke een invloed van betekenis kunnen hebben of in een recent verleden hebben gehad op de financiële positie of de rentabiliteit van de uitgevende instelling en/of de groep, of een passende negatieve verklaring. |
||||||||||||||||
Rubriek 18.7 |
Wijziging van betekenis in de financiële positie van de uitgevende instelling |
||||||||||||||||
Rubriek 18.7.1 |
Beschrijving van elke wijziging van betekenis in de financiële positie van de groep welke zich heeft voorgedaan na het einde van de laatste verslagperiode waarvoor ofwel gecontroleerde jaarrekeningen zijn gepubliceerd, ofwel tussentijdse financiële informatie is gepubliceerd, of een passende negatieve verklaring. |
||||||||||||||||
AFDELING 19 |
AANVULLENDE INFORMATIE |
||||||||||||||||
Rubriek 19.1 |
Aandelenkapitaal De informatie in de rubrieken 19.1.1 tot en met 19.1.7 in de historische financiële informatie op de datum van de meest recente balans: |
||||||||||||||||
Rubriek 19.1.1 |
Bedrag van het geplaatste kapitaal en voor elke categorie van aandelenkapitaal:
Indien in het door de historische financiële informatie bestreken tijdvak meer dan 10 % van het kapitaal is gefinancierd met activa die geen geldmiddelen zijn, moet daarvan melding worden gemaakt. |
||||||||||||||||
Rubriek 19.1.2 |
Wanneer er aandelen bestaan die geen deel uitmaken van het kapitaal, vermelding van het aantal en de belangrijkste kenmerken ervan. |
||||||||||||||||
Rubriek 19.1.3 |
Aantal, boekwaarde en nominale waarde van de aandelen van de uitgevende instelling welke door of namens de uitgevende instelling zelf of door dochterondernemingen van de uitgevende instelling in portefeuille worden gehouden. |
||||||||||||||||
Rubriek 19.1.4 |
Bedrag van de converteerbare en andere omwisselbare effecten of effecten met warrant, met vermelding van de voorwaarden waaronder en de wijze waarop zij worden geconverteerd, omgewisseld of de inschrijvingen ervoor geschieden. |
||||||||||||||||
Rubriek 19.1.5 |
Informatie over en voorwaarden verbonden aan verwervingsrechten en/of -verplichtingen met betrekking tot niet-geplaatst kapitaal of een verplichting tot kapitaalsverhoging. |
||||||||||||||||
Rubriek 19.1.6 |
Informatie over kapitaal van een lid van de groep waarop een optierecht is verleend of ten aanzien waarvan een voorwaardelijke of onvoorwaardelijke overeenkomst is bereikt dat daarop een optierecht zal worden verleend, en nadere bijzonderheden over deze optierechten met vermelding van de personen aan wie deze optierechten zijn verleend. |
||||||||||||||||
Rubriek 19.1.7 |
Historische ontwikkeling van het aandelenkapitaal, met vermelding van gegevens over eventuele wijzigingen, gedurende het tijdvak dat door de historische financiële informatie wordt bestreken. |
||||||||||||||||
Rubriek 19.2 |
Akte van oprichting en statuten |
||||||||||||||||
Rubriek 19.2.1 |
Vermelding van het register en nummer van inschrijving in dit register, indien toepasselijk, en beknopte beschrijving van het doel van de uitgevende instelling en van de plaats waar dit in de geactualiseerde akte van oprichting en statuten wordt omschreven. |
||||||||||||||||
Rubriek 19.2.2 |
Wanneer er meer dan een categorie van aandelen bestaat, een beschrijving van de rechten, voorkeurrechten en beperkingen die aan elke categorie bestaande aandelen verbonden zijn. |
||||||||||||||||
Rubriek 19.2.3 |
Beknopte beschrijving van elke in de statuten van de uitgevende instelling vervatte bepaling die tot gevolg zou kunnen hebben dat een wijziging in de zeggenschap over de uitgevende instelling wordt vertraagd, uitgesteld of verhinderd. |
||||||||||||||||
AFDELING 20 |
BELANGRIJKE OVEREENKOMSTEN |
||||||||||||||||
Rubriek 20.1 |
Samenvatting van elke in de loop van de twee jaar onmiddellijk vóór de publicatie van het registratiedocument gesloten belangrijke overeenkomst die niet in het kader van de normale bedrijfsuitoefening is aangegaan en waarbij de uitgevende instelling of een lid van de groep partij is. Samenvatting van enigerlei andere op de datum van het registratiedocument bestaande (en niet in het kader van de normale bedrijfsuitoefening aangegane) overeenkomst die door een lid van de groep is gesloten en die een bepaling bevat uit hoofde waarvan een lid van de groep een verplichting heeft die of een recht heeft dat van wezenlijk belang is voor de groep. |
||||||||||||||||
AFDELING 21 |
BESCHIKBARE DOCUMENTEN |
||||||||||||||||
Rubriek 21.1 |
Een verklaring dat tijdens de geldigheidsduur van het registratiedocument inzage mogelijk is van de volgende documenten, indien toepasselijk:
Een vermelding van de website waar de documenten kunnen worden geraadpleegd. |
(1) Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19).
(2) Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (PB L 243 van 11.9.2002, blz. 1).
(3) Richtlijn 2014/56/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen (PB L 158 van 27.5.2014, blz. 196).
(4) Verordening (EU) nr. 537/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende specifieke eisen voor de wettelijke controles van entiteiten van openbaar belang en tot intrekking van Besluit 2005/909/EG van de Commissie (PB L 158 van 27.5.2014, blz. 77).
BIJLAGE 2
UNIVERSEEL REGISTRATIEDOCUMENT
AFDELING 1 |
TE VERSTREKKEN INFORMATIE OVER DE UITGEVENDE INSTELLING |
||||
Rubriek 1.1 |
De uitgevende instelling verstrekt informatie in overeenstemming met de in bijlage 1 neergelegde informatievereisten voor het registratiedocument voor effecten met aandelenkarakter. |
||||
Rubriek 1.2 |
Wanneer het universele registratiedocument is goedgekeurd, wordt rubriek 1.5 in bijlage 1 aangevuld met een verklaring dat het universele registratiedocument mag worden gebruikt met het oog op een aanbieding van effecten aan het publiek of de toelating van effecten tot de handel op een gereglementeerde markt, mits het, in voorkomend geval, wordt aangevuld met wijzigingen en een overeenkomstig Verordening (EU) 2017/1129 goedgekeurde verrichtingsnota en samenvatting. Wanneer het universele registratiedocument zonder voorafgaande goedkeuring wordt gedeponeerd en bekendgemaakt, wordt rubriek 1.5 van bijlage 1 vervangen door een verklaring dat:
|
BIJLAGE 3
REGISTRATIEDOCUMENT VOOR SECUNDAIRE UITGIFTEN VAN EFFECTEN MET AANDELENKARAKTER
AFDELING 1 |
VERANTWOORDELIJKE PERSONEN, INFORMATIE VAN DERDEN, DESKUNDIGENVERSLAGEN EN GOEDKEURING DOOR DE BEVOEGDE AUTORITEIT |
||||||||||||||||
Rubriek 1.1 |
Identificeer alle personen die verantwoordelijk zijn voor de in het registratiedocument verstrekte informatie of bepaalde gedeelten daarvan. In dat geval worden deze gedeelten vermeld. Ingeval het natuurlijke personen betreft, met inbegrip van leden van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen van de uitgevende instelling, worden naam en functie van deze personen vermeld. Ingeval het rechtspersonen betreft, worden naam en statutaire zetel vermeld. |
||||||||||||||||
Rubriek 1.2 |
Verklaring van de voor het registratiedocument verantwoordelijke personen dat, voor zover hun bekend, de informatie in het registratiedocument in overeenstemming is met de werkelijkheid en dat in het registratiedocument geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van het registratiedocument zou wijzigen. In voorkomend geval, een verklaring van de voor bepaalde delen van het registratiedocument verantwoordelijke personen dat, voor zover hun bekend, de informatie in de delen van het registratiedocument waarvoor zij verantwoordelijk zijn, in overeenstemming is met de werkelijkheid en dat in die delen van het registratiedocument geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van die delen zou wijzigen. |
||||||||||||||||
Rubriek 1.3 |
Ingeval in het registratiedocument een verklaring of verslag is opgenomen afkomstig van een persoon handelend in de hoedanigheid van een deskundige, worden voor die persoon de volgende gegevens verstrekt:
Indien de verklaring of het verslag op verzoek van de uitgevende instelling is opgesteld, moet worden vermeld dat die verklaring of dat verslag in het registratiedocument is opgenomen met de toestemming van de persoon die de inhoud van het desbetreffende gedeelte van het registratiedocument voor de opneming in het prospectus heeft goedgekeurd. |
||||||||||||||||
Rubriek 1.4 |
Wanneer van een derde afkomstige informatie is opgenomen, wordt bevestigd dat deze informatie correct is weergegeven en dat, voor zover de uitgevende instelling weet en heeft kunnen opmaken uit door de betrokken derde gepubliceerde informatie, geen feiten zijn weggelaten waardoor de weergegeven informatie onjuist of misleidend zou worden. Tevens moet(en) de informatiebron(nen) worden vermeld. |
||||||||||||||||
Rubriek 1.5 |
Een verklaring dat:
|
||||||||||||||||
AFDELING 2 |
MET DE WETTELIJKE CONTROLE BELASTE ACCOUNTANTS |
||||||||||||||||
Rubriek 2.1 |
Naam van de accountants van de uitgevende instelling gedurende het tijdvak dat door de historische financiële informatie wordt bestreken (met vermelding van hun lidmaatschap van een beroepsorganisatie). |
||||||||||||||||
AFDELING 3 |
RISICOFACTOREN |
||||||||||||||||
Rubriek 3.1 |
Een beschrijving van de belangrijke risico’s die specifiek zijn voor de uitgevende instelling, in een beperkt aantal categorieën, in een afzonderlijke rubriek met als titel „Risicofactoren”. In elke categorie worden eerst de belangrijkste risico’s uiteengezet volgens de beoordeling van de uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van een toelating tot de handel op een gereglementeerde markt, waarbij rekening wordt gehouden met het negatieve effect op de uitgevende instelling en de waarschijnlijkheid dat ze zich zullen voordoen. De risico’s worden bevestigd door de inhoud van het registratiedocument. |
||||||||||||||||
AFDELING 4 |
GEGEVENS OVER DE UITGEVENDE INSTELLING |
||||||||||||||||
Rubriek 4.1 |
Officiële en handelsnaam van de uitgevende instelling. |
||||||||||||||||
Rubriek 4.2 |
De vestigingsplaats en rechtsvorm van de uitgevende instelling, identificatiecode voor juridische entiteiten (legal entity identifier — LEI), de wetgeving waaronder de uitgevende instelling werkt, het land van oprichting van de uitgevende instelling, en adres en telefoonnummer van haar statutaire zetel (of plaats van hoofdvestiging indien deze afwijkt van die van de statutaire zetel) en in voorkomend geval website van de uitgevende instelling, met een disclaimer dat de informatie op de website geen deel vormt van het prospectus tenzij die informatie via verwijzingen in het prospectus is opgenomen. |
||||||||||||||||
AFDELING 5 |
OVERZICHT VAN DE BEDRIJFSACTIVITEITEN |
||||||||||||||||
Rubriek 5.1 |
Een beknopte beschrijving van:
|
||||||||||||||||
Rubriek 5.2 |
Investeringen |
||||||||||||||||
Rubriek 5.2.1 |
Een omschrijving van de essentiële investeringen die de uitgevende instelling na de datum van de laatste verslagperiode heeft gedaan en die nog lopen en/of waarvoor reeds vaste verbintenissen zijn aangegaan, en van de verwachte financieringsmiddelen. |
||||||||||||||||
AFDELING 6 |
TENDENSEN |
||||||||||||||||
Rubriek 6.1 |
Een beschrijving van:
|
||||||||||||||||
AFDELING 7 |
WINSTPROGNOSES OF -RAMINGEN |
||||||||||||||||
Rubriek 7.1 |
Wanneer een uitgevende instelling een winstprognose of een winstraming heeft bekendgemaakt (die nog steeds uitstaande en geldig is), wordt die prognose of raming in het registratiedocument opgenomen. Indien een winstprognose of een winstraming is bekendgemaakt en nog steeds uitstaande is, maar niet langer geldig, wordt daarover een verklaring opgenomen en een toelichting waarom deze prognose of raming niet meer geldig is. Voor dergelijk ongeldige prognoses of ramingen gelden de voorschriften van de rubrieken 7.2 en 7.3 niet. |
||||||||||||||||
Rubriek 7.2 |
Wanneer een uitgevende instelling een nieuwe winstprognose of een nieuwe winstraming wenst op te nemen, of indien de uitgevende instelling een eerder gepubliceerde winstprognose of een eerder gepubliceerde winstraming krachtens rubriek 7.1 opneemt, is de winstprognose of winstraming duidelijk en ondubbelzinnig en bevat deze een verklaring waarin de voornaamste hypothesen worden uiteengezet waarop de uitgevende instelling haar prognose of raming heeft gebaseerd. Bij de prognose of raming moeten de volgende principes in acht worden genomen:
|
||||||||||||||||
Rubriek 7.3 |
Het prospectus omvat een verklaring dat de winstprognose of de winstraming is opgesteld en voorbereid op een basis die zowel:
|
||||||||||||||||
AFDELING 8 |
BESTUURS-, LEIDINGGEVENDE EN TOEZICHTHOUDENDE ORGANEN EN BEDRIJFSLEIDING |
||||||||||||||||
Rubriek 8.1 |
Naam, kantooradres en functie binnen de uitgevende instelling van de volgende personen, met vermelding van de belangrijkste door hen buiten de uitgevende instelling uitgeoefende activiteiten wanneer deze van belang zijn voor de uitgevende instelling:
Nadere bijzonderheden over de aard van eventuele familiebanden tussen de onder a) tot en met d) bedoelde personen. Voor zover dit nog niet is bekendgemaakt, wordt voor elk nieuw lid van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen van de uitgevende instelling (na de datum van de meest recente gecontroleerde jaarrekening) en voor elke in de eerste alinea, onder b) en d), bedoelde persoon de volgende informatie verstrekt:
Indien geen informatie in die zin hoeft te worden bekendgemaakt, wordt daarvan melding gemaakt. |
||||||||||||||||
Rubriek 8.2 |
Potentiële belangenconflicten tussen de taken die namens de uitgevende instelling worden uitgevoerd door de in rubriek 8.1 bedoelde personen en hun eigen belangen en/of andere taken moeten duidelijk worden vermeld. Ingeval er van dergelijke conflicten geen sprake is, moet daarvan melding worden gemaakt. Elke regeling of overeenkomst met belangrijke aandeelhouders, cliënten, leveranciers of andere personen op grond waarvan een in rubriek 8.1 bedoelde persoon is geselecteerd als lid van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen, dan wel als lid van de bedrijfsleiding. Nadere bijzonderheden over eventuele beperkingen waarmee de in rubriek 8.1 bedoelde personen hebben ingestemd ten aanzien van de vervreemding binnen een bepaalde periode van de in hun bezit zijnde effecten van de uitgevende instelling. |
||||||||||||||||
AFDELING 9 |
BELANGRIJKSTE AANDEELHOUDERS |
||||||||||||||||
Rubriek 9.1 |
Voor zover de uitgevende instelling daarvan op de hoogte is, de naam van alle personen die geen lid zijn van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen en die rechtstreeks of middellijk een belang in het kapitaal of de stemrechten van de uitgevende instelling bezitten dat krachtens het nationale recht van de uitgevende instelling moet worden aangemeld, met vermelding van het bedrag van het belang van elk van deze personen op de datum van het registratiedocument, of, indien er geen dergelijke personen zijn, een passende verklaring dat er van dergelijke personen geen sprake is. |
||||||||||||||||
Rubriek 9.2 |
Vermelding van afwijkende stemrechten van de voornaamste aandeelhouders van de uitgevende instelling, of een passende verklaring dat er van dergelijke afwijkende stemrechten geen sprake is. |
||||||||||||||||
Rubriek 9.3 |
Voor zover zulks de uitgevende instelling bekend is, wordt vermeld of zij rechtstreeks of middellijk eigendom is of onder de zeggenschap staat van anderen, en zo ja van wie; tevens wordt een beschrijving gegeven van de aard van de zeggenschap en van de getroffen maatregelen om misbruik daarvan te voorkomen. |
||||||||||||||||
Rubriek 9.4 |
Beschrijving van alle aan de uitgevende instelling bekende regelingen waarvan de inwerkingstelling op een latere datum kan resulteren in een wijziging van de zeggenschap over de uitgevende instelling. |
||||||||||||||||
AFDELING 10 |
TRANSACTIES MET VERBONDEN PARTIJEN |
||||||||||||||||
Rubriek 10.1 |
Indien toepasselijk moeten nadere bijzonderheden worden verstrekt betreffende transacties met verbonden partijen (voor deze doeleinden transacties zoals bedoeld in de standaarden die zijn goedgekeurd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002), welke de uitgevende instelling na de datum van de laatste financiële overzichten heeft gesloten, overeenkomstig de desbetreffende standaard die krachtens Verordening (EG) nr. 1606/2002 is goedgekeurd. Indien deze standaarden niet op de uitgevende instelling van toepassing zijn, moeten de volgende inlichtingen worden verstrekt:
|
||||||||||||||||
AFDELING 11 |
FINANCIËLE GEGEVENS BETREFFENDE HET VERMOGEN, DE FINANCIËLE POSITIE EN DE RESULTATEN VAN DE UITGEVENDE INSTELLING |
||||||||||||||||
Rubriek 11.1 |
Financiële overzichten Over de twaalf maanden voorafgaand aan de goedkeuring van het prospectus moeten financiële overzichten (jaarlijkse en halfjaarlijkse) worden gepubliceerd. Wanneer zowel jaarlijkse als halfjaarlijkse financiële overzichten zijn gepubliceerd, zijn jaarrekeningen enkel vereist wanneer zij recenter zijn dan de halfjaarlijkse financiële overzichten. |
||||||||||||||||
Rubriek 11.2 |
Accountantscontrole van jaarlijkse financiële informatie |
||||||||||||||||
Rubriek 11.2.1 |
Auditverslag De jaarlijkse financiële overzichten moeten onafhankelijk gecontroleerd worden. Het auditverslag wordt opgesteld in overeenstemming met Richtlijn 2014/56/EU en Verordening (EU) nr. 537/2014. Wanneer Richtlijn 2014/56/EU en Verordening (EU) nr. 537/2014 niet van toepassing zijn:
|
||||||||||||||||
Rubriek 11.2.2 |
Vermelding in het registratiedocument van de andere gegevens die door de accountants zijn gecontroleerd. |
||||||||||||||||
Rubriek 11.2.3 |
Voor alle in het registratiedocument opgenomen financiële gegevens die niet uit gecontroleerde jaarrekeningen van de uitgevende instelling overgenomen zijn, moet worden aangegeven uit welke bron de gegevens afkomstig zijn en dat deze niet gecontroleerd zijn. |
||||||||||||||||
Rubriek 11.3 |
Rechtszaken en arbitrages Gegevens over eventuele overheidsingrepen, rechtszaken of arbitrages (met inbegrip van dergelijke procedures die, naar weten van de uitgevende instelling, hangende zijn of kunnen worden ingeleid) over een periode van ten minste de voorafgaande twaalf maanden, welke een invloed van betekenis kunnen hebben of in een recent verleden hebben gehad op de financiële positie of de rentabiliteit van de uitgevende instelling en/of de groep, of een passende negatieve verklaring. |
||||||||||||||||
Rubriek 11.4 |
Wijziging van betekenis in de financiële positie van de uitgevende instelling Beschrijving van elke wijziging van betekenis in de financiële positie van de groep welke zich heeft voorgedaan na het einde van de laatste verslagperiode waarvoor ofwel gecontroleerde jaarrekeningen zijn gepubliceerd, ofwel tussentijdse financiële informatie is gepubliceerd, of een passende negatieve verklaring. |
||||||||||||||||
Rubriek 11.5 |
Pro forma financiële informatie In geval van een brutowijziging van betekenis wordt een beschrijving gegeven van de wijze waarop de transactie het vermogen en de winst van de uitgevende instelling had kunnen beïnvloeden indien deze transactie gesloten was aan het begin van de verslagperiode of op de verslagdatum. Aan dit vereiste wordt normaliter voldaan door pro forma financiële informatie op te nemen. Deze pro forma financiële informatie moet worden gepresenteerd overeenkomstig bijlage 20, en moet de daarin beschreven gegevens omvatten. De pro forma financiële informatie moet vergezeld gaan van een door onafhankelijke accountants opgesteld verslag. |
||||||||||||||||
Rubriek 11.6 |
Dividendbeleid Beschrijving van het beleid van de uitgevende instelling ten aanzien van dividenduitkeringen en daarop geldende beperkingen. |
||||||||||||||||
Rubriek 11.6.1 |
Bedrag van het dividend per aandeel voor het laatste boekjaar, dat ten behoeve van de vergelijkbaarheid wordt aangepast wanneer het aantal aandelen van de uitgevende instelling is gewijzigd. |
||||||||||||||||
AFDELING 12 |
AANVULLENDE INFORMATIE |
||||||||||||||||
Rubriek 12.1 |
Aandelenkapitaal De informatie in de rubrieken 12.1.1 en 12.1.2 in de jaarrekening op de datum van de meest recente balans. |
||||||||||||||||
Rubriek 12.1.1 |
Bedrag van de converteerbare en andere omwisselbare effecten of effecten met warrant, met vermelding van de voorwaarden waaronder en de wijze waarop zij worden geconverteerd, omgewisseld of de inschrijvingen ervoor geschieden. |
||||||||||||||||
Rubriek 12.1.2 |
Informatie over en voorwaarden verbonden aan verwervingsrechten en/of -verplichtingen met betrekking tot niet-geplaatst kapitaal of een verplichting tot kapitaalsverhoging. |
||||||||||||||||
AFDELING 13 |
VERPLICHTE OPENBAARMAKING |
||||||||||||||||
Rubriek 13.1 |
Een samenvatting van de in de afgelopen twaalf maanden uit hoofde van Verordening (EU) nr. 596/2014 bekendgemaakte informatie die op de datum van het prospectus relevant is. De samenvatting wordt gepresenteerd in een gemakkelijk te analyseren, bondige en begrijpelijke vorm en is geen loutere herhaling van informatie die reeds uit hoofde van Verordening (EU) nr. 596/2014 is bekendgemaakt. De samenvatting wordt ingedeeld in een beperkt aantal categorieën naargelang het onderwerp ervan. |
||||||||||||||||
AFDELING 14 |
BELANGRIJKE OVEREENKOMSTEN |
||||||||||||||||
Rubriek 14.1 |
Bondige samenvatting van elke in de loop van de twee jaar onmiddellijk vóór de publicatie van het registratiedocument gesloten belangrijke overeenkomst die niet in het kader van de normale bedrijfsuitoefening is aangegaan en waarbij de uitgevende instelling of een lid van de groep partij is. Bondige samenvatting van enigerlei andere op de datum van het registratiedocument bestaande (en niet in het kader van de normale bedrijfsuitoefening aangegane) overeenkomst die door een lid van de groep is gesloten en die een bepaling bevat uit hoofde waarvan een lid van de groep een verplichting heeft die of een recht heeft dat van wezenlijk belang is voor de groep. |
||||||||||||||||
AFDELING 15 |
BESCHIKBARE DOCUMENTEN |
||||||||||||||||
Rubriek 15.1 |
Een verklaring dat tijdens de geldigheidsduur van het registratiedocument inzage mogelijk is van de volgende documenten, indien toepasselijk:
Een vermelding van de website waar de documenten kunnen worden geraadpleegd. |
BIJLAGE 4
REGISTRATIEDOCUMENT VOOR RECHTEN VAN DEELNEMING IN INSTELLINGEN VOOR COLLECTIEVE BELEGGING VAN HET CLOSED-ENDTYPE
|
Benevens de overeenkomstig deze bijlage vereiste informatie moet een instelling voor collectieve belegging ook de gegevens verstrekken zoals bedoeld in de afdelingen/rubrieken 1, 2, 3, 4, 6, 7.1, 7.2.1, 8.4, 9 (hoewel de beschrijving van de regelgeving onder welke de uitgevende instelling werkt, enkel betrekking moet hebben op de regelgeving die voor de beleggingen van de uitgevende instelling van belang is), 11, 12, 13, 14, 15.2, 16, 17, 18 (met uitzondering van pro forma financiële informatie), 19, 20, 21 van bijlage 1, of, indien de instelling voor collectieve belegging voldoet aan de vereisten van artikel 14, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1129, of de volgende informatie als bedoeld in de afdelingen/rubrieken 1, 2, 3, 4, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14 van bijlage 3. Wanneer rechten van deelneming worden uitgegeven door een instelling voor collectieve belegging die is opgezet als een gemeenschappelijk fonds met een fondsbeheerder, wordt met betrekking tot de fondsbeheerder de in de afdelingen/rubrieken 6, 12, 13, 14, 15.2, 16 en 20 van bijlage 1 bedoelde informatie bekendgemaakt, en met betrekking tot zowel het fonds als de fondsbeheerder de in de afdelingen/rubrieken 2, 4 en 18 van bijlage 1 bedoelde informatie. |
||||||||||||||
AFDELING 1 |
BELEGGINGSDOELSTELLING EN -BELEID |
||||||||||||||
Rubriek 1.1 |
|
||||||||||||||
Rubriek 1.2 |
Een beschrijving van de procedures op basis waarvan de instelling voor collectieve belegging haar beleggingsstrategie of beleggingsbeleid, of beide, kan wijzigen. |
||||||||||||||
Rubriek 1.3 |
Voor de instelling voor collectieve belegging geldende grenswaarden voor de verhouding eigen vermogen/vreemd vermogen. Indien er van dergelijke grenswaarden geen sprake is, wordt daarvan melding gemaakt. |
||||||||||||||
Rubriek 1.4 |
Vermelding van het feit of de instelling voor collectieve belegging onder toezicht staat of niet, samen met de naam van de eventuele toezichthouder(s) in haar land van oprichting. |
||||||||||||||
Rubriek 1.5 |
Profiel van het type belegger tot wie de instelling voor collectieve belegging zich richt. |
||||||||||||||
Rubriek 1.6 |
Een verklaring waarin wordt bevestigd dat:
|
||||||||||||||
AFDELING 2 |
BELEGGINGSBEPERKINGEN |
||||||||||||||
Rubriek 2.1 |
Vermelding van de eventuele beleggingsbeperkingen waaraan de instelling voor collectieve belegging onderworpen is en van de wijze waarop de effectenhouders in kennis zullen worden gesteld van de acties die de vermogensbeheerder zal ondernemen in geval van een inbreuk daarop. |
||||||||||||||
Rubriek 2.2 |
Bepaalde informatie moet worden openbaar gemaakt wanneer meer dan 20 % van de bruto activa van een instelling voor collectieve belegging (behalve wanneer het registratiedocument voor een entiteit wordt opgesteld voor de toepassing van rubriek 2.3 of 2.5) hetzij:
De in de inleidende zin bedoelde informatie bevat in elk van onderstaande omstandigheden het volgende:
De in de punten i) en ii) bedoelde informatievereisten gelden niet wanneer de drempel van 20 % wordt overschreden als gevolg van waardevermeerderingen of -verminderingen of wisselkoersschommelingen, wegens de ontvangst van rechten, bonussen of vergoedingen in de vorm van kapitaal, of wegens enigerlei andere handeling die gevolgen heeft voor iedereen die deze belegging heeft verricht, mits de vermogensbeheerder de drempel in acht neemt wanneer hij overweegt wijzigingen in de beleggingsportefeuille aan te brengen. Wanneer de instelling voor collectieve belegging redelijkerwijs aan de bevoegde autoriteit kan aantonen dat zij geen toegang kan krijgen tot het geheel of een gedeelte van de overeenkomstig punt i) vereiste gegevens, moet de instelling voor collectieve belegging alle informatie waartoe zij toegang kan hebben, waar zij weet van heeft en/of die zij heeft kunnen opmaken uit door de onderliggende uitgevende instelling/instelling voor collectieve belegging/tegenpartij gepubliceerde informatie, openbaar maken om in de mate van het mogelijke aan de in punt i) neergelegde vereisten te voldoen. In dat geval moet het prospectus een opvallend geplaatste waarschuwing bevatten dat de instelling voor collectieve belegging geen toegang heeft gehad tot bepaalde gegevens die anders in het prospectus zouden moeten zijn opgenomen en er dus met betrekking tot een bepaalde onderliggende uitgevende instelling, instelling voor collectieve belegging of tegenpartij een lager niveau van informatievoorziening is geboden. |
||||||||||||||
Rubriek 2.3 |
Ingeval een instelling voor collectieve belegging meer dan 20 % van haar bruto-activa in andere instellingen voor collectieve belegging (van het open-end- en/of het closed-endtype) belegt, moet een beschrijving worden bekendgemaakt van de belegging en van de manier waarop het aan deze beleggingen verbonden risico is gespreid. Daarenboven is rubriek 2.2 bovendien op alle onderliggende beleggingen van de instelling voor collectieve belegging van toepassing als gold het beleggingen die rechtstreeks zijn verricht. |
||||||||||||||
Rubriek 2.4 |
Wat rubriek 2.2, onder c), betreft, geldt dat ingeval er zekerheden worden gesteld om het gedeelte boven de 20 % van de bruto-activa van de instelling voor collectieve belegging te dekken van de jegens enigerlei tegenpartij ingenomen risicopositie, er nadere bijzonderheden over deze zekerheidsovereenkomsten moeten worden verstrekt. |
||||||||||||||
Rubriek 2.5 |
Ingeval een instelling voor collectieve belegging voor meer dan 40 % van haar brutoactiva belegt in beleggingen van andere instellingen voor collectieve belegging, moet een van de volgende inlichtingen worden verstrekt:
Wanneer de instelling voor collectieve belegging redelijkerwijs aan de bevoegde autoriteit kan aantonen dat zij geen toegang kan krijgen tot het geheel of een gedeelte van de overeenkomstig punt i) vereiste gegevens, moet de instelling voor collectieve belegging alle informatie waartoe zij toegang kan hebben, waar zij weet van heeft en/of die zij heeft kunnen opmaken uit door de onderliggende uitgevende instelling/instelling voor collectieve belegging/tegenpartij gepubliceerde informatie, openbaar maken om in de mate van het mogelijke aan de in punt a) neergelegde vereisten te voldoen. In dat geval moet het prospectus een opvallend geplaatste waarschuwing bevatten dat de instelling voor collectieve belegging geen toegang heeft gehad tot bepaalde gegevens die anders in het prospectus zouden moeten zijn opgenomen en er dus met betrekking tot een bepaalde onderliggende uitgevende instelling, instelling voor collectieve belegging of tegenpartij een lager niveau van informatievoorziening is geboden. |
||||||||||||||
Rubriek 2.6 |
Materiële grondstoffen Ingeval een instelling voor collectieve belegging rechtstreeks in materiële grondstoffen belegt, moet daarvan melding worden gemaakt, alsmede van het percentage van de brutoactiva dat aldus wordt belegd. |
||||||||||||||
Rubriek 2.7 |
Instellingen voor collectieve belegging in vastgoed Ingeval een instelling voor collectieve belegging in het kader van haar beleggingsdoelstelling vastgoed in portefeuille heeft, moet het percentage van de portefeuille dat in vastgoed zal worden belegd, worden bekendgemaakt, alsmede een beschrijving van het vastgoed en van alle kosten van betekenis die verbonden zijn aan het verwerven en bezitten van dit vastgoed. Daarnaast moet een taxatieverslag met betrekking tot het vastgoed worden opgenomen. De in rubriek 4.1 neergelegde informatievereisten zijn van toepassing op:
|
||||||||||||||
Rubriek 2.8 |
Afgeleide financiële instrumenten/geldmarktinstrumenten/valuta’s Ingeval een instelling voor collectieve belegging voor andere doeleinden dan met het oog op een efficiënt portefeuillebeheer (namelijk louter met de bedoeling het beleggingsrisico dat aan de onderliggende beleggingen van een instelling voor collectieve belegging verbonden is, te reduceren, over te dragen of uit te schakelen, waarbij ook alle technieken en instrumenten tot afdekking van het wisselkoers- en kredietrisico in aanmerking worden genomen) in afgeleide financiële instrumenten, geldmarktinstrumenten of valuta’s belegt, moet worden vermeld of deze beleggingen voor afdekkingsdoeleinden dan wel voor beleggingsdoeleinden zijn verricht, en tevens worden aangegeven waar en hoe het aan deze beleggingen verbonden risico is gespreid. |
||||||||||||||
Rubriek 2.9 |
Rubriek 2.2 is niet van toepassing op beleggingen in effecten uitgegeven of gegarandeerd door een overheid, een overheidsinstantie of -orgaan van een lidstaat, de regionale of lokale overheden van een lidstaat, of een OESO-land. |
||||||||||||||
Rubriek 2.10 |
Rubriek 2.2, onder a), is niet van toepassing op een instelling voor collectieve belegging waarvan de beleggingsdoelstelling erin bestaat om, zonder enige afwijking van betekenis, de ontwikkeling van een algemene en erkende gepubliceerde index te volgen. Een vermelding wordt opgenomen die nader aangeeft waar informatie over de index kan worden verkregen. |
||||||||||||||
AFDELING 3 |
DIENSTVERLENERS VAN DE AANVRAGER |
||||||||||||||
Rubriek 3.1 |
Het feitelijke of geraamde maximumbedrag van alle aanzienlijke vergoedingen die direct of indirect door de instelling voor collectieve belegging verschuldigd zijn voor de verlening van enigerlei diensten in het kader van overeenkomsten die op of vóór de datum van het registratiedocument zijn gesloten en een beschrijving van de wijze waarop deze vergoedingen worden berekend. |
||||||||||||||
Rubriek 3.2 |
Beschrijving van elke direct of indirect door de instelling voor collectieve belegging verschuldigde vergoeding waarvan het bedrag niet in rubriek 3.1 kan worden opgenomen en die aanzienlijk is of kan zijn. |
||||||||||||||
Rubriek 3.3 |
Indien een dienstverlener van de instelling voor collectieve belegging recht heeft op vergoedingen van een derde (andere dan de instelling voor collectieve belegging) uit hoofde van diensten die hij aan de instelling voor collectieve belegging heeft verleend en deze vergoedingen niet aan de instelling voor collectieve belegging toekomen, moet daarvan melding worden gemaakt, alsmede van de naam van de betrokken derde indien deze beschikbaar is. Tevens moet een beschrijving van de aard van de vergoedingen worden gegeven. |
||||||||||||||
Rubriek 3.4 |
De identiteit van de dienstverleners en een beschrijving van hun plichten alsmede de rechten van de beleggers. |
||||||||||||||
Rubriek 3.5 |
Beschrijving van enigerlei potentiële belangenconflicten van betekenis tussen de plichten jegens de instelling voor collectieve belegging welke op enigerlei van de dienstverleners van de instelling voor collectieve belegging rusten, en hun plichten jegens derden en hun eigen belangen. Beschrijving van de eventueel getroffen regelingen om dergelijke potentiële conflicten aan te pakken. |
||||||||||||||
AFDELING 4 |
VERMOGENSBEHEERDER/ADVISEURS |
||||||||||||||
Rubriek 4.1 |
In verband met een vermogensbeheerder moet de krachtens de rubrieken 4.1 tot en met 4.4 vereiste informatie worden bekendgemaakt, en, indien deze informatie relevant is, de krachtens rubriek 5.3 van bijlage 1 vereiste informatie, waarbij tevens moet worden aangegeven of hij al dan niet onder toezicht staat en welke ervaring hij bezit. |
||||||||||||||
Rubriek 4.2 |
Vermelding van de naam en beknopte beschrijving van de entiteit die beleggingsadvies verstrekt met betrekking tot de activa van de instelling voor collectieve belegging. |
||||||||||||||
AFDELING 5 |
BEWARING |
||||||||||||||
Rubriek 5.1 |
Volledige beschrijving van de wijze waarop de activa van de instelling voor collectieve belegging zullen worden aangehouden en door wie, en van enigerlei vertrouwens- of soortgelijke relatie tussen de instelling voor collectieve belegging en een derde wat de bewaring betreft: Ingeval een bewaarder, trustee of andere vertrouwenspersoon wordt aangewezen, moet de volgende informatie worden verstrekt:
|
||||||||||||||
Rubriek 5.2 |
Ingeval een andere entiteit dan die bedoeld in rubriek 5.1 activa van de instelling voor collectieve belegging aanhoudt, moet een beschrijving worden gegeven van de wijze waarop deze activa worden aangehouden en van de eventuele extra risico’s. |
||||||||||||||
AFDELING 6 |
TAXATIE |
||||||||||||||
Rubriek 6.1 |
Een beschrijving van de taxatieprocedure en de methode voor de bepaling van de intrinsieke waarde. |
||||||||||||||
Rubriek 6.2 |
Nadere bijzonderheden betreffende alle omstandigheden waaronder taxaties kunnen worden opgeschort en vermelding van de wijze waarop deze opschorting aan de beleggers zal worden medegedeeld of door hen kan worden vernomen. |
||||||||||||||
AFDELING 7 |
KRUISELINGSE VERPLICHTINGEN |
||||||||||||||
Rubriek 7.1 |
Ingeval het gaat om een instelling voor collectieve belegging in andere instellingen voor collectieve belegging, moet melding worden gemaakt van elke eventuele kruiselingse verplichting tussen categorieën beleggingen in andere instellingen voor collectieve belegging en van enigerlei maatregelen die zijn genomen om deze verplichtingen te beperken. |
||||||||||||||
AFDELING 8 |
FINANCIËLE GEGEVENS |
||||||||||||||
Rubriek 8.1 |
Indien een instelling voor collectieve belegging geen werkzaamheden heeft aangevangen en er op de datum van het registratiedocument, sinds de datum van oprichting geen financiële overzichten zijn opgesteld, wordt daarvan melding gemaakt. Indien een instelling voor collectieve belegging werkzaamheden heeft aangevangen, is naargelang van het geval het bepaalde in bijlage 1, rubriek 18 of bijlage 3, afdeling 11, van toepassing. |
||||||||||||||
Rubriek 8.2 |
Er moet een uitvoerige en zinvolle analyse van de portefeuille van de instelling voor collectieve belegging worden verstrekt. Indien de portefeuille niet gecontroleerd is, moet dat duidelijk worden aangegeven. |
||||||||||||||
Rubriek 8.3 |
Een indicatie van de meest recente intrinsieke waarde van de instelling voor collectieve belegging of de meest recente marktprijs per eenheid of aandeel van de instelling voor collectieve belegging. Wanneer de meest recente intrinsieke waarde of de meest recente marktprijs per eenheid of aandeel niet gecontroleerd is, moet dat duidelijk worden aangegeven. |
BIJLAGE 5
REGISTRATIEDOCUMENT VOOR CERTIFICATEN VAN AANDELEN
AFDELING 1 |
GEGEVENS OVER DE UITGEVENDE INSTELLING VAN DE ONDERLIGGENDE AANDELEN |
||
|
Voor certificaten van aandelen moet de informatie over de uitgevende instelling van het onderliggende aandeel worden verstrekt in overeenstemming met bijlage 1 bij deze verordening. Voor certificaten van aandelen die voldoen aan de voorschriften van artikel 14, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1129 moet de informatie over de uitgevende instelling van het onderliggende aandeel worden verstrekt in overeenstemming met bijlage 3 bij deze verordening. |
||
AFDELING 2 |
GEGEVENS OVER DE UITGEVENDE INSTELLING VAN DE CERTIFICATEN VAN AANDELEN |
Primaire uitgifte |
Secundaire uitgiften |
Rubriek 2.1 |
Naam, statutaire zetel, identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI) en plaats van het hoofdkantoor indien deze afwijkt van die van de statutaire zetel. |
√ |
√ |
Rubriek 2.2 |
Datum van oprichting en duur van de uitgevende instelling indien zij niet voor onbepaalde tijd is opgericht. |
√ |
√ |
Rubriek 2.3 |
Wetgeving waaronder de uitgevende instelling werkt, en rechtsvorm die zij in het kader van deze wetgeving heeft. |
√ |
√ |
BIJLAGE 6
REGISTRATIEDOCUMENT VOOR RETAILEFFECTEN ZONDER AANDELENKARAKTER
AFDELING 1 |
VERANTWOORDELIJKE PERSONEN, INFORMATIE VAN DERDEN, DESKUNDIGENVERSLAGEN EN GOEDKEURING DOOR DE BEVOEGDE AUTORITEIT |
||||||||
Rubriek 1.1 |
Identificeer alle personen die verantwoordelijk zijn voor de in het registratiedocument verstrekte informatie of bepaalde gedeelten daarvan. In dat geval worden deze gedeelten vermeld. Ingeval het natuurlijke personen betreft, met inbegrip van leden van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen van de uitgevende instelling, worden naam en functie van deze personen vermeld. Ingeval het rechtspersonen betreft, worden naam en statutaire zetel vermeld. |
||||||||
Rubriek 1.2 |
Verklaring van de voor het registratiedocument verantwoordelijke personen dat, voor zover hun bekend, de informatie in het registratiedocument in overeenstemming is met de werkelijkheid en dat in het registratiedocument geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van het registratiedocument zou wijzigen. In voorkomend geval, een verklaring van de voor bepaalde delen van het registratiedocument verantwoordelijke personen dat, voor zover hun bekend, de informatie in de delen van het registratiedocument waarvoor zij verantwoordelijk zijn, in overeenstemming is met de werkelijkheid en dat in die delen van het registratiedocument geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van die delen zou wijzigen. |
||||||||
Rubriek 1.3 |
Ingeval in het registratiedocument een verklaring of verslag is opgenomen afkomstig van een persoon handelend in de hoedanigheid van een deskundige, worden met betrekking tot die persoon de volgende gegevens verstrekt:
Indien de verklaring of het verslag op verzoek van de uitgevende instelling is opgesteld, moet worden vermeld dat die verklaring of dat verslag in het registratiedocument is opgenomen met de toestemming van de persoon die de inhoud van het desbetreffende gedeelte van het registratiedocument voor de opneming in het prospectus heeft goedgekeurd. |
||||||||
Rubriek 1.4 |
Wanneer van een derde afkomstige informatie is opgenomen, wordt bevestigd dat deze informatie correct is weergegeven en dat, voor zover de uitgevende instelling weet en heeft kunnen opmaken uit door de betrokken derde gepubliceerde informatie, geen feiten zijn weggelaten waardoor de weergegeven informatie onjuist of misleidend zou worden. Tevens moet(en) de informatiebron(nen) worden vermeld. |
||||||||
Rubriek 1.5 |
Een verklaring dat:
|
||||||||
AFDELING 2 |
MET DE WETTELIJKE CONTROLE BELASTE ACCOUNTANTS |
||||||||
Rubriek 2.1 |
Naam en adres van de accountants van de uitgevende instelling gedurende het tijdvak dat door de historische financiële informatie wordt bestreken (met vermelding van hun lidmaatschap van een beroepsorganisatie). |
||||||||
Rubriek 2.2 |
Indien accountants tijdens het door de historische financiële informatie bestreken tijdvak ontslag hebben genomen, dan wel ontslagen of niet opnieuw benoemd zijn, moeten ter zake nadere bijzonderheden worden verstrekt indien zulks van betekenis is. |
||||||||
AFDELING 3 |
RISICOFACTOREN |
||||||||
Rubriek 3.1 |
Een beschrijving van de belangrijke risico’s die specifiek zijn voor de uitgevende instelling en die van invloed kunnen zijn op het vermogen van de uitgevende instelling om haar in het kader van de effecten aangegane verplichtingen na te komen, in een beperkt aantal categorieën, in een afzonderlijke rubriek met als titel „Risicofactoren”. In elke categorie worden eerst de belangrijkste risico’s uiteengezet volgens de beoordeling van de uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van een toelating tot de handel op een gereglementeerde markt, waarbij rekening wordt gehouden met het negatieve effect op de uitgevende instelling en de waarschijnlijkheid dat ze zich zullen voordoen. De risicofactoren worden bevestigd door de inhoud van het registratiedocument. |
||||||||
AFDELING 4 |
GEGEVENS OVER DE UITGEVENDE INSTELLING |
||||||||
Rubriek 4.1 |
Geschiedenis en ontwikkeling van de uitgevende instelling |
||||||||
Rubriek 4.1.1 |
Officiële en handelsnaam van de uitgevende instelling. |
||||||||
Rubriek 4.1.2 |
De plaats van registratie van de uitgevende instelling, haar registratienummer en identificatiecode voor juridische entiteiten (legal entity identifier — LEI). |
||||||||
Rubriek 4.1.3 |
Datum van oprichting en duur van de uitgevende instelling indien zij niet voor onbepaalde tijd is opgericht. |
||||||||
Rubriek 4.1.4 |
De vestigingsplaats en rechtsvorm van de uitgevende instelling, de wetgeving waaronder de uitgevende instelling werkt, het land van oprichting van de uitgevende instelling, en adres en telefoonnummer van haar statutaire zetel (of plaats van hoofdvestiging indien deze afwijkt van die van de statutaire zetel) en in voorkomend geval website van de uitgevende instelling, met een disclaimer dat de informatie op de website geen deel vormt van het prospectus tenzij die informatie via verwijzingen in het prospectus is opgenomen. |
||||||||
Rubriek 4.1.5 |
Nadere bijzonderheden over recente gebeurtenissen die van bijzonder belang zijn voor de uitgevende instelling en die van grote betekenis zijn voor de beoordeling van haar solvabiliteit. |
||||||||
Rubriek 4.1.6 |
Aan een uitgevende instelling toegekende ratings die op verzoek of met de medewerking van de uitgevende instelling aan het ratingproces zijn opgesteld. Korte toelichting van de betekenis van de ratings indien deze toelichting reeds eerder is gepubliceerd door degene die de ratings heeft toegekend. |
||||||||
Rubriek 4.1.7 |
Informatie over de belangrijke wijzigingen in de financieringsbehoefte en -structuur van de uitgevende instelling sinds het laatste boekjaar; |
||||||||
Rubriek 4.1.8 |
Beschrijving van de verwachte financiering van de activiteiten van de uitgevende instelling. |
||||||||
AFDELING 5 |
OVERZICHT VAN DE BEDRIJFSACTIVITEITEN |
||||||||
Rubriek 5.1 |
Belangrijkste activiteiten |
||||||||
Rubriek 5.1.1 |
Beschrijving van de belangrijkste activiteiten van de uitgevende instelling, met inbegrip van:
|
||||||||
Rubriek 5.2 |
Vermelding van de aan verklaringen van de uitgevende instelling ten aanzien van haar concurrentiepositie ten grondslag liggende elementen. |
||||||||
AFDELING 6 |
ORGANISATIESTRUCTUUR |
||||||||
Rubriek 6.1 |
Indien de uitgevende instelling deel uitmaakt van een groep, beknopte beschrijving van deze groep en van de plaats die zij daarin inneemt. Dit kan in de vorm van, of vergezeld gaan van, een diagram van de organisatiestructuur indien dit nuttig is om de structuur te verduidelijken. |
||||||||
Rubriek 6.2 |
Indien de uitgevende instelling afhankelijk is van andere entiteiten binnen de groep, moet dit duidelijk worden vermeld, waarbij ook de aard van de afhankelijkheid wordt toegelicht. |
||||||||
AFDELING 7 |
TENDENSEN |
||||||||
Rubriek 7.1 |
Een beschrijving van:
Indien geen van bovenstaande van toepassing is, neemt de uitgevende instelling een verklaring op dat er van dergelijke wijzigingen geen sprake is. |
||||||||
Rubriek 7.2 |
Informatie over bekende tendensen, onzekerheden, eisen, verplichtingen of gebeurtenissen waarvan redelijkerwijze mag worden aangenomen dat zij ten minste in het lopende boekjaar wezenlijke gevolgen zullen hebben voor de vooruitzichten van de uitgevende instelling. |
||||||||
AFDELING 8 |
WINSTPROGNOSES OF -RAMINGEN |
||||||||
Rubriek 8.1 |
Wanneer een uitgevende instelling op vrijwillige basis een winstprognose of een winstraming opneemt (die nog steeds uitstaande en geldig is), moet de in het registratiedocument opgenomen prognose of raming de rubrieken 8.2 en 8.3 bevatten. Indien een winstprognose of een winstraming is bekendgemaakt en nog steeds uitstaande is, maar niet langer geldig, wordt daarover een verklaring opgenomen en een toelichting waarom deze winstprognose of winstraming niet meer geldig is. Voor dergelijk ongeldige prognoses of ramingen gelden de voorschriften van de rubrieken 8.2 en 8.3 niet. |
||||||||
Rubriek 8.2 |
Wanneer een uitgevende instelling een nieuwe winstprognose of een nieuwe winstraming wenst op te nemen, of indien de uitgevende instelling een eerder gepubliceerde winstprognose of een eerder gepubliceerde winstraming krachtens rubriek 8.1 opneemt, is de winstprognose of winstraming duidelijk en ondubbelzinnig en bevat deze een verklaring waarin de voornaamste hypothesen worden uiteengezet waarop de uitgevende instelling haar prognose of raming heeft gebaseerd. Bij de prognose of raming moeten de volgende principes in acht worden genomen:
|
||||||||
Rubriek 8.3 |
Het prospectus omvat een verklaring dat de winstprognose of de winstraming is opgesteld en voorbereid op een basis die zowel:
|
||||||||
AFDELING 9 |
BESTUURS-, LEIDINGGEVENDE EN TOEZICHTHOUDENDE ORGANEN |
||||||||
Rubriek 9.1 |
Naam, kantooradres en functie binnen de uitgevende instelling van de volgende personen, met vermelding van de belangrijkste door hen buiten de uitgevende instelling uitgeoefende activiteiten wanneer deze van belang zijn voor de uitgevende instelling:
|
||||||||
Rubriek 9.2 |
Belangenconflicten van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen Potentiële belangenconflicten tussen de plichten jegens de uitgevende instelling van de in rubriek 9.1 bedoelde personen en hun eigen belangen en/of andere plichten moeten duidelijk worden vermeld. Ingeval er van dergelijke conflicten geen sprake is, moet daarvan melding worden gemaakt. |
||||||||
AFDELING 10 |
BELANGRIJKSTE AANDEELHOUDERS |
||||||||
Rubriek 10.1 |
Voor zover zulks de uitgevende instelling bekend is, wordt vermeld of zij rechtstreeks of middellijk eigendom is of onder de zeggenschap staat van anderen, en zo ja van wie; tevens wordt een beschrijving gegeven van de aard van de zeggenschap en van de getroffen maatregelen om misbruik daarvan te voorkomen. |
||||||||
Rubriek 10.2 |
Beschrijving van alle aan de uitgevende instelling bekende regelingen waarvan de inwerkingstelling op een latere datum kan resulteren in een wijziging van de zeggenschap over de uitgevende instelling. |
||||||||
AFDELING 11 |
FINANCIËLE GEGEVENS BETREFFENDE HET VERMOGEN, DE FINANCIËLE POSITIE EN DE RESULTATEN VAN DE UITGEVENDE INSTELLING |
||||||||
Rubriek 11.1 |
Historische financiële informatie |
||||||||
Rubriek 11.1.1 |
Gecontroleerde historische financiële informatie over de laatste twee boekjaren (of het tijdvak dat de uitgevende instelling activiteiten ontplooit indien zij minder dan twee jaar actief is) en het accountantsverslag voor elk jaar. |
||||||||
Rubriek 11.1.2 |
Wijziging van boekhoudkundige referentiedatum Indien de uitgevende instelling de referentiedatum voor de verslaglegging heeft gewijzigd in de periode waarvoor historische financiële informatie vereist is, omvat de gecontroleerde historische financiële informatie ten minste 24 maanden dan wel de volledige periode waarin de uitgevende instelling actief is geweest, naargelang welke periode korter is. |
||||||||
Rubriek 11.1.3 |
Standaarden voor jaarrekeningen De financiële informatie moet worden opgesteld conform de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 goedgekeurde internationale standaarden voor jaarrekeningen. Indien Verordening (EG) nr. 1606/2002 niet van toepassing is, moet de financiële informatie worden opgesteld conform hetzij:
|
||||||||
Rubriek 11.1.4 |
Wijziging van het kader voor financiële verslaggeving De meest recente gecontroleerde historische financiële informatie, met inbegrip van vergelijkende informatie voor de voorgaande jaren, moet worden opgesteld en gepresenteerd in een vorm die aansluit bij het kader voor standaarden voor jaarrekeningen dat voor de volgende gepubliceerde jaarrekening van de uitgevende instelling zal worden gebruikt. Bij wijzigingen in het bestaande kader voor financiële verslaggeving van een uitgevende instelling hoeven de gecontroleerde jaarrekeningen niet te worden aangepast. Indien de uitgevende instelling echter voornemens is voor de volgende gepubliceerde jaarrekening een nieuw kader voor financiële verslaggeving te hanteren, moet het laatste jaar van de financiële informatie overeenkomstig het nieuwe kader worden opgesteld en gecontroleerd. |
||||||||
Rubriek 11.1.5 |
Wanneer de gecontroleerde financiële informatie is opgesteld overeenkomstig nationale standaarden voor jaarrekeningen, moet de uit hoofde van deze rubriek vereiste financiële informatie ten minste het volgende omvatten:
|
||||||||
Rubriek 11.1.6 |
Geconsolideerde jaarrekening Indien de uitgevende instelling zowel een enkelvoudige als een geconsolideerde jaarrekening opstelt, moet ten minste de geconsolideerde jaarrekening in het registratiedocument worden opgenomen. |
||||||||
Rubriek 11.1.7 |
Datum van de financiële informatie De balansdatum van het laatste jaar waarover gecontroleerde financiële informatie wordt verstrekt, mag niet langer geleden zijn dan 18 maanden te rekenen vanaf de datum van het registratiedocument. |
||||||||
Rubriek 11.2 |
Tussentijdse en andere financiële informatie |
||||||||
Rubriek 11.2.1 |
Indien de uitgevende instelling na de datum van haar laatst gecontroleerde jaarrekeningen driemaandelijkse of halfjaarlijkse financiële informatie heeft gepubliceerd, moet deze in het registratiedocument worden opgenomen. Indien de driemaandelijkse of halfjaarlijkse financiële informatie aan een volledige of beperkte accountantscontrole is onderworpen, moet ook het verslag over deze volledige of beperkte controle worden opgenomen. Indien de driemaandelijkse of halfjaarlijkse financiële informatie niet gecontroleerd is, of niet aan een beperkte controle is onderworpen, moet dit worden vermeld. Indien het registratiedocument dateert van meer dan negen maanden na de datum van de laatste gecontroleerde jaarrekeningen, moet het tussentijdse financiële informatie bevatten die niet gecontroleerd behoeft te zijn (te vermelden) en die betrekking heeft op ten minste de eerste zes maanden van het boekjaar. Tussentijdse financiële informatie opgesteld overeenkomstig de voorschriften van hetzij Richtlijn 2013/34/EU of Verordening (EG) nr. 1606/2002 naargelang van het geval. Voor uitgevende instellingen waarop Richtlijn 2013/34/EU of Verordening (EG) nr. 1606/2002 niet van toepassing is, moet de tussentijdse financiële informatie vergelijkende overzichten voor dezelfde periode van het voorafgaande boekjaar omvatten, met dien verstande dat aan het vereiste van verstrekking van vergelijkende balansgegevens is voldaan wanneer de eindbalans van dat jaar wordt verstrekt conform het toepasselijk kader voor jaarrekeningen. |
||||||||
Rubriek 11.3 |
Accountantscontrole van historische jaarlijkse financiële informatie |
||||||||
Rubriek 11.3.1 |
De historische jaarlijkse informatie moet onafhankelijk gecontroleerd zijn. Het auditverslag wordt opgesteld in overeenstemming met Richtlijn 2014/56/EU en Verordening (EU) nr. 537/2014. Wanneer Richtlijn 2014/56/EU en Verordening (EU) nr. 537/2014 niet van toepassing zijn:
|
||||||||
Rubriek 11.3.2 |
Vermelding in het registratiedocument van de andere gegevens die door de accountants zijn gecontroleerd. |
||||||||
Rubriek 11.3.3 |
Voor alle in het registratiedocument opgenomen financiële gegevens die niet uit gecontroleerde jaarrekeningen van de uitgevende instelling overgenomen zijn, moet worden aangegeven uit welke bron de gegevens afkomstig zijn en dat deze niet gecontroleerd zijn. |
||||||||
Rubriek 11.4 |
Rechtszaken en arbitrages |
||||||||
Rubriek 11.4.1 |
Gegevens over eventuele overheidsingrepen, rechtszaken of arbitrages (met inbegrip van dergelijke procedures die, naar weten van de uitgevende instelling, hangende zijn of kunnen worden ingeleid) over een periode van ten minste de voorafgaande twaalf maanden, welke een invloed van betekenis kunnen hebben of in een recent verleden hebben gehad op de financiële positie of de rentabiliteit van de uitgevende instelling en/of de groep, of een passende negatieve verklaring. |
||||||||
Rubriek 11.5 |
Wijziging van betekenis in de financiële positie van de uitgevende instelling |
||||||||
Rubriek 11.5.1 |
Beschrijving van elke wijziging van betekenis in de financiële positie van de groep welke zich heeft voorgedaan na het einde van de laatste verslagperiode waarvoor ofwel gecontroleerde financiële informatie, ofwel tussentijdse financiële informatie is gepubliceerd, of een passende negatieve verklaring. |
||||||||
AFDELING 12 |
AANVULLENDE INFORMATIE |
||||||||
Rubriek 12.1 |
Aandelenkapitaal Bedrag van het geplaatste kapitaal, aantal en categorieën aandelen waaruit het bestaat met vermelding van nadere bijzonderheden over hun voornaamste kenmerken, het nog te storten gedeelte van het geplaatste kapitaal met vermelding van het aantal of de totale nominale waarde en de categorie van de niet-volgestorte aandelen, in voorkomend geval onderverdeeld naar graad van volstorting. |
||||||||
Rubriek 12.2 |
Akte van oprichting en statuten Vermelding van het register en nummer van inschrijving in dit register, indien toepasselijk, en beschrijving van het doel van de uitgevende instelling en van de plaats waar dit in de akte van oprichting en statuten wordt omschreven. |
||||||||
AFDELING 13 |
BELANGRIJKE OVEREENKOMSTEN |
||||||||
Rubriek 13.1 |
Beknopt overzicht van alle belangrijke overeenkomsten die niet in het kader van de normale bedrijfsuitoefening van de uitgevende instelling zijn aangegaan en die ertoe kunnen leiden dat een lid van de groep een verplichting heeft die of een recht heeft dat van wezenlijk belang is voor het vermogen van de uitgevende instelling om haar verplichtingen jegens houders van de uitgegeven effecten na te komen. |
||||||||
AFDELING 14 |
BESCHIKBARE DOCUMENTEN |
||||||||
Rubriek 14.1 |
Een verklaring dat tijdens de geldigheidsduur van het registratiedocument inzage mogelijk is van de volgende documenten, indien toepasselijk:
Een vermelding van de website waar de documenten kunnen worden geraadpleegd. |
BIJLAGE 7
REGISTRATIEDOCUMENT VOOR WHOLESALE-EFFECTEN ZONDER AANDELENKARAKTER
AFDELING 1 |
VERANTWOORDELIJKE PERSONEN, INFORMATIE VAN DERDEN, DESKUNDIGENVERSLAGEN EN GOEDKEURING DOOR DE BEVOEGDE AUTORITEIT |
||||||||
Rubriek 1.1 |
Identificeer alle personen die verantwoordelijk zijn voor de in het registratiedocument verstrekte informatie of bepaalde gedeelten daarvan. In dat geval worden deze gedeelten vermeld. Ingeval het natuurlijke personen betreft, met inbegrip van leden van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen van de uitgevende instelling, worden naam en functie van deze personen vermeld. Ingeval het rechtspersonen betreft, worden naam en statutaire zetel vermeld. |
||||||||
Rubriek 1.2 |
Verklaring van de voor het registratiedocument verantwoordelijke personen dat, voor zover hun bekend, de informatie in het registratiedocument in overeenstemming is met de werkelijkheid en dat in het registratiedocument geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van het registratiedocument zou wijzigen. In voorkomend geval, een verklaring van de voor bepaalde delen van het registratiedocument verantwoordelijke personen dat, voor zover hun bekend, de informatie in de delen van het registratiedocument waarvoor zij verantwoordelijk zijn, in overeenstemming is met de werkelijkheid en dat in die delen van het registratiedocument geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van die delen zou wijzigen. |
||||||||
Rubriek 1.3 |
Ingeval in het registratiedocument een verklaring of verslag is opgenomen afkomstig van een persoon handelend in de hoedanigheid van een deskundige, worden met betrekking tot die persoon de volgende informatie verstrekt:
Indien de verklaring of het verslag op verzoek van de uitgevende instelling is opgesteld, moet worden vermeld dat die verklaring of dat verslag in het registratiedocument is opgenomen met de toestemming van de persoon die de inhoud van het desbetreffende gedeelte van het registratiedocument voor de opneming in het prospectus heeft goedgekeurd. |
||||||||
Rubriek 1.4 |
Wanneer van een derde afkomstige informatie is opgenomen, wordt bevestigd dat deze informatie correct is weergegeven en dat, voor zover de uitgevende instelling weet en heeft kunnen opmaken uit door de betrokken derde gepubliceerde informatie, geen feiten zijn weggelaten waardoor de weergegeven informatie onjuist of misleidend zou worden. Tevens moet(en) de informatiebron(nen) worden vermeld. |
||||||||
Rubriek 1.5 |
Een verklaring dat:
|
||||||||
AFDELING 2 |
MET DE WETTELIJKE CONTROLE BELASTE ACCOUNTANTS |
||||||||
Rubriek 2.1 |
Naam en adres van de accountants van de uitgevende instelling gedurende het tijdvak dat door de historische financiële informatie wordt bestreken (met vermelding van hun lidmaatschap van een beroepsorganisatie). |
||||||||
Rubriek 2.2 |
Indien accountants tijdens het door de historische financiële informatie bestreken tijdvak ontslag hebben genomen, dan wel ontslagen of niet opnieuw benoemd zijn, moeten ter zake nadere bijzonderheden worden verstrekt indien zulks van betekenis is. |
||||||||
AFDELING 3 |
RISICOFACTOREN |
||||||||
Rubriek 3.1 |
Een beschrijving van de belangrijke risico’s die specifiek zijn voor de uitgevende instelling en die van invloed kunnen zijn op het vermogen van de uitgevende instelling om haar in het kader van de effecten aangegane verplichtingen na te komen, in een beperkt aantal categorieën, in een afzonderlijke rubriek met als titel „Risicofactoren”. In elke categorie worden eerst de belangrijkste risico’s uiteengezet volgens de beoordeling van de uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van een toelating tot de handel op een gereglementeerde markt, waarbij rekening wordt gehouden met het negatieve effect op de uitgevende instelling en de waarschijnlijkheid dat ze zich zullen voordoen. De risicofactoren worden bevestigd door de inhoud van het registratiedocument. |
||||||||
AFDELING 4 |
GEGEVENS OVER DE UITGEVENDE INSTELLING |
||||||||
Rubriek 4.1 |
Geschiedenis en ontwikkeling van de uitgevende instelling |
||||||||
Rubriek 4.1.1 |
Officiële en handelsnaam van de uitgevende instelling. |
||||||||
Rubriek 4.1.2 |
De plaats van registratie van de uitgevende instelling, haar registratienummer en identificatiecode voor juridische entiteiten (legal entity identifier — LEI). |
||||||||
Rubriek 4.1.3 |
Datum van oprichting en duur van de uitgevende instelling indien zij niet voor onbepaalde tijd is opgericht. |
||||||||
Rubriek 4.1.4 |
De vestigingsplaats en rechtsvorm van de uitgevende instelling, de wetgeving waaronder de uitgevende instelling werkt, het land van oprichting van de uitgevende instelling, en adres en telefoonnummer van haar statutaire zetel (of plaats van hoofdvestiging indien deze afwijkt van die van de statutaire zetel) en in voorkomend geval website van de uitgevende instelling, met een disclaimer dat de informatie op de website geen deel vormt van het prospectus tenzij die informatie via verwijzingen in het prospectus is opgenomen. |
||||||||
Rubriek 4.1.5 |
Recente gebeurtenissen die in het bijzonder betrekking hebben op de uitgevende instelling en die van grote betekenis zijn voor de beoordeling van haar solvabiliteit. |
||||||||
Rubriek 4.1.6 |
Aan een uitgevende instelling toegekende ratings die op verzoek of met de medewerking van de uitgevende instelling aan het ratingproces zijn opgesteld. |
||||||||
AFDELING 5 |
OVERZICHT VAN DE BEDRIJFSACTIVITEITEN |
||||||||
Rubriek 5.1 |
Belangrijkste activiteiten |
||||||||
Rubriek 5.1.1 |
Beknopte beschrijving van de belangrijkste activiteiten van de uitgevende instelling, met vermelding van de belangrijkste categorieën verkochte producten en/of verrichte diensten. |
||||||||
Rubriek 5.1.2 |
Vermelding van de aan verklaringen van de uitgevende instelling ten aanzien van haar concurrentiepositie ten grondslag liggende elementen. |
||||||||
AFDELING 6 |
ORGANISATIESTRUCTUUR |
||||||||
Rubriek 6.1 |
Indien de uitgevende instelling deel uitmaakt van een groep, beknopte beschrijving van deze groep en van de plaats die zij daarin inneemt. Dit kan in de vorm van, of vergezeld gaan van, een diagram van de organisatiestructuur indien dit nuttig is om de structuur te verduidelijken. |
||||||||
Rubriek 6.2 |
Indien de uitgevende instelling afhankelijk is van andere entiteiten binnen de groep, moet dit duidelijk worden vermeld, waarbij ook de aard van de afhankelijkheid wordt toegelicht. |
||||||||
AFDELING 7 |
TENDENSEN |
||||||||
Rubriek 7.1 |
Een beschrijving van:
Indien geen van bovenstaande van toepassing is, moet de uitgevende instelling een of meer passende negatieve verklaringen opnemen. |
||||||||
AFDELING 8 |
WINSTPROGNOSES OF -RAMINGEN |
||||||||
Rubriek 8.1 |
Wanneer een uitgevende instelling op vrijwillige basis een winstprognose of een winstraming opneemt, is die winstprognose of winstraming duidelijk en ondubbelzinnig en bevat deze een verklaring waarin de voornaamste hypothesen worden uiteengezet waarop de uitgevende instelling haar prognose of raming heeft gebaseerd. Bij de prognose of raming moeten de volgende principes in acht worden genomen:
|
||||||||
Rubriek 8.2 |
Het prospectus omvat een verklaring dat de winstprognose of de winstraming is opgesteld en voorbereid op een basis die zowel:
|
||||||||
AFDELING 9 |
BESTUURS-, LEIDINGGEVENDE EN TOEZICHTHOUDENDE ORGANEN |
||||||||
Rubriek 9.1 |
Naam, kantooradres en functie binnen de uitgevende instelling van de volgende personen, met vermelding van de belangrijkste door hen buiten de uitgevende instelling uitgeoefende activiteiten wanneer deze van belang zijn voor de uitgevende instelling:
|
||||||||
Rubriek 9.2 |
Belangenconflicten van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen Potentiële belangenconflicten tussen de plichten jegens de uitgevende instelling van de in rubriek 9.1 bedoelde personen en hun eigen belangen en/of andere plichten moeten duidelijk worden vermeld. Ingeval er van dergelijke conflicten geen sprake is, moet daarvan melding worden gemaakt. |
||||||||
AFDELING 10 |
BELANGRIJKSTE AANDEELHOUDERS |
||||||||
Rubriek 10.1 |
Voor zover zulks de uitgevende instelling bekend is, wordt vermeld of zij rechtstreeks of middellijk eigendom is of onder de zeggenschap staat van anderen, en zo ja van wie; tevens wordt een beschrijving gegeven van de aard van de zeggenschap en van de getroffen maatregelen om misbruik daarvan te voorkomen. |
||||||||
Rubriek 10.2 |
Beschrijving van alle aan de uitgevende instelling bekende regelingen waarvan de inwerkingstelling op een latere datum kan resulteren in een wijziging van de zeggenschap over de uitgevende instelling. |
||||||||
AFDELING 11 |
FINANCIËLE GEGEVENS BETREFFENDE HET VERMOGEN, DE FINANCIËLE POSITIE EN DE RESULTATEN VAN DE UITGEVENDE INSTELLING |
||||||||
Rubriek 11.1 |
Historische financiële informatie |
||||||||
Rubriek 11.1.1 |
Historische financiële informatie over de laatste twee boekjaren (ten minsten 24 maanden) of het tijdvak waarin de uitgevende instelling activiteiten ontplooit indien zij minder dan twee jaar actief is, en het accountantsverslag voor elk jaar. |
||||||||
Rubriek 11.1.2 |
Wijziging van boekhoudkundige referentiedatum Indien de uitgevende instelling de referentiedatum voor de verslaglegging heeft gewijzigd in de periode waarvoor historische financiële informatie vereist is, omvat de gecontroleerde historische financiële informatie ten minste 24 maanden dan wel de volledige periode waarin de uitgevende instelling actief is geweest, naargelang welke periode korter is. |
||||||||
Rubriek 11.1.3 |
Standaarden voor jaarrekeningen De financiële informatie moet worden opgesteld conform de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 goedgekeurde internationale standaarden voor jaarrekeningen. Indien Verordening (EG) nr. 1606/2002 niet van toepassing is, moet de jaarrekening worden opgesteld conform:
Anders moet de volgende informatie in het registratiedocument worden opgenomen:
|
||||||||
Rubriek 11.1.4 |
Wanneer de gecontroleerde financiële informatie is opgesteld overeenkomstig nationale standaarden voor jaarrekeningen, moet de financiële informatie ten minste het volgende omvatten:
|
||||||||
Rubriek 11.1.5 |
Geconsolideerde jaarrekening Indien de uitgevende instelling zowel een enkelvoudige als een geconsolideerde jaarrekening opstelt, moet ten minste de geconsolideerde jaarrekening in het registratiedocument worden opgenomen. |
||||||||
Rubriek 11.1.6 |
Datum van de financiële informatie De balansdatum van het laatste jaar waarover gecontroleerde financiële informatie wordt verstrekt, mag niet langer geleden zijn dan 18 maanden te rekenen vanaf de datum van het registratiedocument. |
||||||||
Rubriek 11.2 |
Accountantscontrole van historische financiële informatie |
||||||||
Rubriek 11.2.1 |
De historische financiële informatie moet onafhankelijk gecontroleerd zijn. Het auditverslag wordt opgesteld in overeenstemming met Richtlijn 2014/56/EU en Verordening (EU) nr. 537/2014. Wanneer Richtlijn 2014/56/EU en Verordening (EU) nr. 537/2014 niet van toepassing zijn:
|
||||||||
Rubriek 11.2.2 |
Vermelding in het registratiedocument van de andere gegevens die door de accountants zijn gecontroleerd. |
||||||||
Rubriek 11.2.3 |
Voor alle in het registratiedocument opgenomen financiële gegevens die niet uit gecontroleerde jaarrekeningen van de uitgevende instelling overgenomen zijn, moet worden aangegeven uit welke bron de gegevens afkomstig zijn en dat deze niet gecontroleerd zijn. |
||||||||
Rubriek 11.3 |
Rechtszaken en arbitrages |
||||||||
Rubriek 11.3.1 |
Gegevens over eventuele overheidsingrepen, rechtszaken of arbitrages (met inbegrip van dergelijke procedures die, naar weten van de uitgevende instelling, hangende zijn of kunnen worden ingeleid) over een periode van ten minste de voorafgaande twaalf maanden, welke een invloed van betekenis kunnen hebben of in een recent verleden hebben gehad op de financiële positie of de rentabiliteit van de uitgevende instelling en/of de groep, of een passende negatieve verklaring. |
||||||||
Rubriek 11.4 |
Wijziging van betekenis in de financiële positie van de uitgevende instelling |
||||||||
Rubriek 11.4.1 |
Beschrijving van elke wijziging van betekenis in de financiële positie van de groep welke zich heeft voorgedaan na het einde van de laatste verslagperiode waarvoor ofwel gecontroleerde financiële informatie, ofwel tussentijdse financiële informatie is gepubliceerd, of een passende negatieve verklaring. |
||||||||
AFDELING 12 |
BELANGRIJKE OVEREENKOMSTEN |
||||||||
Rubriek 12.1 |
Beknopt overzicht van alle belangrijke overeenkomsten die niet in het kader van de normale bedrijfsuitoefening van de uitgevende instelling zijn aangegaan en die ertoe kunnen leiden dat een lid van de groep een verplichting heeft die of een recht heeft dat van wezenlijk belang is voor het vermogen van de uitgevende instelling om haar verplichtingen jegens houders van de uitgegeven effecten na te komen. |
||||||||
AFDELING 13 |
BESCHIKBARE DOCUMENTEN |
||||||||
Rubriek 13.1 |
Een verklaring dat tijdens de geldigheidsduur van het registratiedocument inzage mogelijk is van de volgende documenten, indien toepasselijk:
Een vermelding van de website waar de documenten kunnen worden geraadpleegd. |
BIJLAGE 8
REGISTRATIEDOCUMENT VOOR SECUNDAIRE UITGIFTEN VAN EFFECTEN ZONDER AANDELENKARAKTER
AFDELING 1 |
VERANTWOORDELIJKE PERSONEN, INFORMATIE VAN DERDEN, DESKUNDIGENVERSLAGEN EN GOEDKEURING DOOR DE BEVOEGDE AUTORITEIT |
||||||||
Rubriek 1.1 |
Identificeer alle personen die verantwoordelijk zijn voor de in het registratiedocument verstrekte informatie of bepaalde gedeelten daarvan. In dat geval worden deze gedeelten vermeld. Ingeval het natuurlijke personen betreft, met inbegrip van leden van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen van de uitgevende instelling, worden naam en functie van deze personen vermeld. Ingeval het rechtspersonen betreft, worden naam en statutaire zetel vermeld. |
||||||||
Rubriek 1.2 |
Verklaring van de voor het registratiedocument verantwoordelijke personen dat, voor zover hun bekend, de informatie in het registratiedocument in overeenstemming is met de werkelijkheid en dat in het registratiedocument geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van het registratiedocument zou wijzigen. In voorkomend geval, een verklaring van de voor bepaalde delen van het registratiedocument verantwoordelijke personen dat, voor zover hun bekend, de informatie in de delen van het registratiedocument waarvoor zij verantwoordelijk zijn, in overeenstemming is met de werkelijkheid en dat in die delen van het registratiedocument geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van die delen zou wijzigen. |
||||||||
Rubriek 1.3 |
Ingeval in het registratiedocument een verklaring of verslag is opgenomen afkomstig van een persoon handelend in de hoedanigheid van een deskundige, worden voor die persoon de volgende gegevens verstrekt:
Indien de verklaring of het verslag op verzoek van de uitgevende instelling is opgesteld, moet worden vermeld dat die verklaring of dat verslag in het registratiedocument is opgenomen met de toestemming van de persoon die de inhoud van het desbetreffende gedeelte van het registratiedocument voor de opneming in het prospectus heeft goedgekeurd. |
||||||||
Rubriek 1.4 |
Wanneer van een derde afkomstige informatie is opgenomen, wordt bevestigd dat deze informatie correct is weergegeven en dat, voor zover de uitgevende instelling weet en heeft kunnen opmaken uit door de betrokken derde gepubliceerde informatie, geen feiten zijn weggelaten waardoor de weergegeven informatie onjuist of misleidend zou worden. Tevens moet(en) de informatiebron(nen) worden vermeld. |
||||||||
Rubriek 1.5 |
Een verklaring dat:
|
||||||||
AFDELING 2 |
MET DE WETTELIJKE CONTROLE BELASTE ACCOUNTANTS |
||||||||
Rubriek 2.1 |
Naam van de accountants van de uitgevende instelling gedurende het tijdvak dat door de historische financiële informatie wordt bestreken (met vermelding van hun lidmaatschap van een beroepsorganisatie). |
||||||||
AFDELING 3 |
RISICOFACTOREN |
||||||||
Rubriek 3.1 |
Een beschrijving van de belangrijke risico’s die specifiek zijn voor de uitgevende instelling en die van invloed kunnen zijn op het vermogen van de uitgevende instelling om haar in het kader van de effecten aangegane verplichtingen na te komen, in een beperkt aantal categorieën, in een afzonderlijke rubriek met als titel „Risicofactoren”. In elke categorie worden eerst de belangrijkste risico’s uiteengezet volgens de beoordeling van de uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van een toelating tot de handel op een gereglementeerde markt, waarbij rekening wordt gehouden met het negatieve effect op de uitgevende instelling en de waarschijnlijkheid dat ze zich zullen voordoen. De risicofactoren worden bevestigd door de inhoud van het registratiedocument. |
||||||||
AFDELING 4 |
GEGEVENS OVER DE UITGEVENDE INSTELLING |
||||||||
Rubriek 4.1 |
Officiële en handelsnaam van de uitgevende instelling. |
||||||||
Rubriek 4.2 |
De vestigingsplaats en rechtsvorm van de uitgevende instelling, identificatiecode voor juridische entiteiten (legal entity identifier — LEI), de wetgeving waaronder de uitgevende instelling werkt, het land van oprichting van de uitgevende instelling, en adres en telefoonnummer van haar statutaire zetel (of plaats van hoofdvestiging indien deze afwijkt van die van de statutaire zetel) en in voorkomend geval website van de uitgevende instelling, met een disclaimer dat de informatie op de website geen deel vormt van het prospectus tenzij die informatie via verwijzingen in het prospectus is opgenomen. |
||||||||
AFDELING 5 |
OVERZICHT VAN DE BEDRIJFSACTIVITEITEN |
||||||||
Rubriek 5.1 |
Beknopte beschrijving van de belangrijkste activiteiten van de uitgevende instelling, met vermelding van de belangrijkste categorieën verkochte producten en/of verrichte diensten. |
||||||||
AFDELING 6 |
TENDENSEN |
||||||||
Rubriek 6.1 |
Een beschrijving van:
Indien a) noch b) van toepassing is, moet de uitgevende instelling een passende negatieve verklaring opnemen. |
||||||||
Rubriek 6.2 (Uitsluitend retail) |
Informatie over bekende tendensen, onzekerheden, eisen, verplichtingen of gebeurtenissen waarvan redelijkerwijze mag worden aangenomen dat zij ten minste in het lopende boekjaar wezenlijke gevolgen zullen hebben voor de vooruitzichten van de uitgevende instelling. |
||||||||
AFDELING 7 |
WINSTPROGNOSES OF -RAMINGEN |
||||||||
Rubriek 7.1 |
Wanneer een uitgevende instelling op vrijwillige basis een winstprognose of een winstraming opneemt (die nog steeds uitstaande en geldig is), moet de in het registratiedocument opgenomen prognose of raming de rubrieken 7.2 en 7.3 bevatten. Indien een winstprognose of een winstraming is bekendgemaakt en nog steeds uitstaande is, maar niet langer geldig, wordt daarover een verklaring opgenomen en een toelichting waarom deze winstprognose of winstraming niet meer geldig is. Voor dergelijk ongeldige prognoses of ramingen gelden de voorschriften van de rubrieken 7.2 tot en met 7.3 niet. Het staat de uitgevende instelling vrij een winstprognose of een winstraming op te nemen. Indien een dergelijke winstprognose of winstraming wordt opgenomen, bevat het registratiedocument de rubrieken 7.2 en 7.3. |
||||||||
Rubriek 7.2 |
Wanneer een uitgevende instelling een nieuwe winstprognose of een nieuwe winstraming wenst op te nemen, of indien de uitgevende instelling een eerder gepubliceerde winstprognose of een eerder gepubliceerde winstraming krachtens rubriek 7.1 opneemt, is de winstprognose of winstraming duidelijk en ondubbelzinnig en bevat deze een verklaring waarin de voornaamste hypothesen worden uiteengezet waarop de uitgevende instelling haar prognose of raming heeft gebaseerd. Bij de prognose of raming moeten de volgende principes in acht worden genomen:
|
||||||||
Rubriek 7.3 |
Het prospectus omvat een verklaring dat de winstprognose of de winstraming is opgesteld en voorbereid op een basis die zowel:
|
||||||||
AFDELING 8 |
BESTUURS-, LEIDINGGEVENDE EN TOEZICHTHOUDENDE ORGANEN EN BEDRIJFSLEIDING |
||||||||
Rubriek 8.1 |
Naam, kantooradres en functie binnen de uitgevende instelling van de volgende personen, met vermelding van de belangrijkste door hen buiten de uitgevende instelling uitgeoefende activiteiten wanneer deze van belang zijn voor de uitgevende instelling:
|
||||||||
Rubriek 8.2 |
Potentiële belangenconflicten tussen de taken die namens de uitgevende instelling worden uitgevoerd door de in rubriek 8.1 bedoelde personen en hun eigen belangen of andere taken moeten duidelijk worden vermeld. Ingeval er van dergelijke conflicten geen sprake is, moet daarvan melding worden gemaakt. |
||||||||
AFDELING 9 |
BELANGRIJKSTE AANDEELHOUDERS |
||||||||
Rubriek 9.1 |
Voor zover zulks de uitgevende instelling bekend is, wordt vermeld of zij rechtstreeks of middellijk eigendom is of onder de zeggenschap staat van anderen, en zo ja van wie; tevens wordt een beschrijving gegeven van de aard van de zeggenschap en van de getroffen maatregelen om misbruik daarvan te voorkomen. |
||||||||
Rubriek 9.2 |
Beschrijving van alle aan de uitgevende instelling bekende regelingen waarvan de inwerkingstelling op een latere datum kan resulteren in een wijziging van de zeggenschap over de uitgevende instelling. |
||||||||
AFDELING 10 |
FINANCIËLE GEGEVENS BETREFFENDE HET VERMOGEN, DE FINANCIËLE POSITIE EN DE RESULTATEN VAN DE UITGEVENDE INSTELLING |
||||||||
Rubriek 10.1 |
Financiële overzichten Over de twaalf maanden voorafgaand aan de goedkeuring van het prospectus moeten financiële overzichten (jaarlijkse en halfjaarlijkse) worden gepubliceerd. Wanneer zowel jaarlijkse als halfjaarlijkse financiële overzichten zijn gepubliceerd, zijn jaarrekeningen enkel vereist wanneer zij recenter zijn dan de halfjaarlijkse financiële overzichten. |
||||||||
Rubriek 10.2 |
Accountantscontrole van jaarlijkse financiële informatie |
||||||||
Rubriek 10.2.1 |
Auditverslag De jaarlijkse financiële overzichten moeten onafhankelijk gecontroleerd worden. Het auditverslag wordt opgesteld in overeenstemming met Richtlijn 2014/56/EU en Verordening (EU) nr. 537/2014. Wanneer Richtlijn 2014/56/EU en Verordening (EU) nr. 537/2014 niet van toepassing zijn:
|
||||||||
Rubriek 10.2.2 |
Vermelding in het registratiedocument van de andere gegevens die door de accountants zijn gecontroleerd. |
||||||||
Rubriek 10.2.3 |
Voor alle in het registratiedocument opgenomen financiële gegevens die niet uit gecontroleerde jaarrekeningen van de uitgevende instelling overgenomen zijn, moet worden aangegeven uit welke bron de gegevens afkomstig zijn en welke gegevens niet gecontroleerd zijn. |
||||||||
Rubriek 10.3 |
Rechtszaken en arbitrages Gegevens over eventuele overheidsingrepen, rechtszaken of arbitrages (met inbegrip van dergelijke procedures die, naar weten van de uitgevende instelling, hangende zijn of kunnen worden ingeleid) over een periode van ten minste de voorafgaande twaalf maanden, welke een invloed van betekenis kunnen hebben of in een recent verleden hebben gehad op de financiële positie of de rentabiliteit van de uitgevende instelling en/of de groep, of een passende negatieve verklaring. |
||||||||
Rubriek 10.4 |
Wijziging van betekenis in de financiële positie van de uitgevende instelling Beschrijving van elke wijziging van betekenis in de financiële positie van de groep welke zich heeft voorgedaan na het einde van de laatste verslagperiode waarvoor ofwel gecontroleerde jaarrekeningen zijn gepubliceerd, ofwel tussentijdse financiële informatie is gepubliceerd, of een passende negatieve verklaring. |
||||||||
AFDELING 11 |
VERPLICHTE OPENBAARMAKING |
||||||||
Rubriek 11.1 |
Een samenvatting van de in de afgelopen twaalf maanden uit hoofde van Verordening (EU) nr. 596/2014 bekendgemaakte informatie die op de datum van het prospectus relevant is. De samenvatting wordt gepresenteerd in een gemakkelijk te analyseren, bondige en begrijpelijke vorm en is geen loutere herhaling van informatie die reeds uit hoofde van Verordening (EU) nr. 596/2014 is bekendgemaakt. De samenvatting wordt ingedeeld in een beperkt aantal categorieën naargelang het onderwerp ervan. |
||||||||
AFDELING 12 |
BELANGRIJKE OVEREENKOMSTEN |
||||||||
Rubriek 12.1 |
Beknopt overzicht van alle belangrijke overeenkomsten die niet in het kader van de normale bedrijfsuitoefening van de uitgevende instelling zijn aangegaan en die ertoe kunnen leiden dat een lid van de groep een verplichting heeft die of een recht heeft dat van wezenlijk belang is voor het vermogen van de uitgevende instelling om haar verplichtingen jegens houders van de uitgegeven effecten na te komen. |
||||||||
AFDELING 13 |
BESCHIKBARE DOCUMENTEN |
||||||||
Rubriek 13.1 |
Een verklaring dat tijdens de geldigheidsduur van het registratiedocument inzage mogelijk is van de volgende documenten, indien toepasselijk:
Een vermelding van de website waar de documenten kunnen worden geraadpleegd. |
BIJLAGE 9
REGISTRATIEDOCUMENT VOOR DOOR ACTIVA GEDEKTE EFFECTEN
AFDELING 1 |
VERANTWOORDELIJKE PERSONEN, INFORMATIE VAN DERDEN, DESKUNDIGENVERSLAGEN EN GOEDKEURING DOOR DE BEVOEGDE AUTORITEIT |
||||||||
Rubriek 1.1 |
Identificeer alle personen die verantwoordelijk zijn voor de in het registratiedocument verstrekte informatie of bepaalde gedeelten daarvan. In dat geval worden deze gedeelten vermeld. Ingeval het natuurlijke personen betreft, met inbegrip van leden van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen van de uitgevende instelling, worden naam en functie van deze personen vermeld. Ingeval het rechtspersonen betreft, worden naam en statutaire zetel vermeld. |
||||||||
Rubriek 1.2 |
Verklaring van de voor het registratiedocument verantwoordelijke personen dat, voor zover hun bekend, de informatie in het registratiedocument in overeenstemming is met de werkelijkheid en dat in het registratiedocument geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van het registratiedocument zou wijzigen. In voorkomend geval, een verklaring van de voor bepaalde delen van het registratiedocument verantwoordelijke personen dat, voor zover hun bekend, de informatie in de delen van het registratiedocument waarvoor zij verantwoordelijk zijn, in overeenstemming is met de werkelijkheid en dat in die delen van het registratiedocument geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van die delen zou wijzigen. |
||||||||
Rubriek 1.3 |
Ingeval in het registratiedocument een verklaring of verslag is opgenomen afkomstig van een persoon handelend in de hoedanigheid van een deskundige, worden voor die persoon de volgende gegevens verstrekt:
Indien de verklaring of het verslag op verzoek van de uitgevende instelling is opgesteld, moet worden vermeld dat die verklaring of dat verslag in het registratiedocument is opgenomen met de toestemming van de persoon die de inhoud van het desbetreffende gedeelte van het registratiedocument voor de opneming in het prospectus heeft goedgekeurd. |
||||||||
Rubriek 1.4 |
Wanneer van een derde afkomstige informatie is opgenomen, wordt bevestigd dat deze informatie correct is weergegeven en dat, voor zover de uitgevende instelling weet en heeft kunnen opmaken uit door de betrokken derde gepubliceerde informatie, geen feiten zijn weggelaten waardoor de weergegeven informatie onjuist of misleidend zou worden. Tevens moeten de informatiebron(nen) worden vermeld. |
||||||||
Rubriek 1.5 |
Een verklaring dat:
|
||||||||
AFDELING 2 |
MET DE WETTELIJKE CONTROLE BELASTE ACCOUNTANTS |
||||||||
Rubriek 2.1 |
Naam en adres van de accountants van de uitgevende instelling gedurende het tijdvak dat door de historische financiële informatie wordt bestreken (met vermelding van elk lidmaatschap van een beroepsorganisatie). |
||||||||
AFDELING 3 |
RISICOFACTOREN |
||||||||
Rubriek 3.1 |
Een beschrijving van de belangrijke risico’s die specifiek zijn voor de uitgevende instelling, in een beperkt aantal categorieën, in een afzonderlijke rubriek met als titel „Risicofactoren”. In elke categorie worden eerst de belangrijkste risico’s uiteengezet volgens de beoordeling van de uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van een toelating tot de handel op een gereglementeerde markt, waarbij rekening wordt gehouden met het negatieve effect op de uitgevende instelling en de waarschijnlijkheid dat ze zich zullen voordoen. De risicofactoren worden bevestigd door de inhoud van het registratiedocument. |
||||||||
AFDELING 4 |
GEGEVENS OVER DE UITGEVENDE INSTELLING |
||||||||
Rubriek 4.1 |
Verklaring of de uitgevende instelling is opgericht als een „special purpose vehicle” of een entiteit voor de uitgifte van door activa gedekte effecten. |
||||||||
Rubriek 4.2 |
Officiële en handelsnaam van de uitgevende instelling, en de identificatiecode voor juridische entiteiten (legal entity identifier — LEI). |
||||||||
Rubriek 4.3 |
Plaats van registratie en registratienummer van de uitgevende instelling. |
||||||||
Rubriek 4.4 |
Datum van oprichting en duur van de uitgevende instelling indien zij niet voor onbepaalde tijd is opgericht. |
||||||||
Rubriek 4.5 |
De vestigingsplaats en rechtsvorm van de uitgevende instelling, de wetgeving waaronder de uitgevende instelling werkt, het land van oprichting van de uitgevende instelling, en adres en telefoonnummer van haar statutaire zetel (of plaats van hoofdvestiging indien deze afwijkt van die van de statutaire zetel) en in voorkomend geval website van de uitgevende instelling, een derde of garant, met een disclaimer dat de informatie op de website geen deel vormt van het prospectus tenzij die informatie via verwijzingen in het prospectus is opgenomen. |
||||||||
Rubriek 4.6 |
Vermelding van het bedrag van het maatschappelijk en geplaatst kapitaal van de uitgevende instelling, het bedrag van het eventueel uit hoofde van een overeenkomst te plaatsen kapitaal, alsmede het aantal en de categorieën effecten waaruit het is samengesteld. |
||||||||
AFDELING 5 |
OVERZICHT VAN DE BEDRIJFSACTIVITEITEN |
||||||||
Rubriek 5.1 |
Beknopte beschrijving van de belangrijkste activiteiten van de uitgevende instelling. |
||||||||
AFDELING 6 |
BESTUURS-, LEIDINGGEVENDE EN TOEZICHTHOUDENDE ORGANEN |
||||||||
Rubriek 6.1 |
Naam, kantooradres en functie binnen de uitgevende instelling van de volgende personen, met vermelding van de belangrijkste door hen buiten de uitgevende instelling uitgeoefende activiteiten wanneer deze van belang zijn voor de uitgevende instelling:
|
||||||||
AFDELING 7 |
BELANGRIJKSTE AANDEELHOUDERS |
||||||||
Rubriek 7.1 |
Voor zover zulks de uitgevende instelling bekend is, wordt vermeld of zij rechtstreeks of middellijk eigendom is of onder de zeggenschap staat van anderen, en zo ja van wie; tevens wordt een beschrijving gegeven van de aard van de zeggenschap en van de getroffen maatregelen om misbruik daarvan te voorkomen. |
||||||||
AFDELING 8 |
FINANCIËLE GEGEVENS BETREFFENDE HET VERMOGEN, DE FINANCIËLE POSITIE EN DE RESULTATEN VAN DE UITGEVENDE INSTELLING |
||||||||
Rubriek 8.1 |
Indien een uitgevende instelling sinds de datum van oprichting geen werkzaamheden heeft aangevangen en er op de datum van het registratiedocument geen financiële overzichten zijn opgesteld, wordt daarvan melding gemaakt in het registratiedocument. |
||||||||
Rubriek 8.2 |
Historische financiële informatie Indien een uitgevende instelling sinds de datum van oprichting werkzaamheden heeft aangevangen en financiële overzichten heeft opgesteld, moet het registratiedocument gecontroleerde historische financiële informatie over de laatste twee boekjaren (ten minsten 24 maanden of het tijdvak dat de uitgevende instelling activiteiten ontplooit indien zij minder dan twee jaar actief is) en het accountantsverslag voor elk van beide jaren bevatten. |
||||||||
Rubriek 8.2.1 |
Wijziging van boekhoudkundige referentiedatum Indien de uitgevende instelling de referentiedatum voor de verslaglegging heeft gewijzigd in de periode waarvoor historische financiële informatie vereist is, omvat de historische financiële informatie ten minste 24 maanden dan wel de volledige periode waarin de uitgevende instelling actief is geweest, naargelang welke periode korter is. |
||||||||
Rubriek 8.2.2 |
Standaarden voor jaarrekeningen De financiële informatie moet worden opgesteld conform de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 goedgekeurde internationale standaarden voor jaarrekeningen. Indien Verordening (EG) nr. 1606/2002 niet van toepassing is, moet de jaarrekening worden opgesteld conform:
|
||||||||
Rubriek 8.2.3 |
Wijziging van het kader voor financiële verslaggeving De historische financiële informatie van het afgelopen jaar, met inbegrip van vergelijkende informatie voor de voorgaande jaren, moet worden opgesteld en gepresenteerd in een vorm die aansluit bij het kader voor standaarden voor jaarrekeningen dat voor de volgende gepubliceerde jaarrekening van de uitgevende instelling zal worden gebruikt, met inachtneming van de standaarden voor jaarrekeningen, de grondslagen voor financiële verslaggeving en de op jaarrekeningen toepasselijke wetgeving. Bij wijzigingen in het bestaande kader voor financiële verslaggeving van een uitgevende instelling hoeven de gecontroleerde jaarrekeningen niet te worden aangepast. Indien de uitgevende instelling echter voornemens is voor de volgende gepubliceerde jaarrekening een nieuw kader voor financiële verslaggeving te hanteren, wordt ten minste één volledig exemplaar van de jaarrekening (volgens de definitie van IAS 1 Presentatie van de jaarrekening), met inbegrip van vergelijkende financiële overzichten, gepresenteerd in een vorm die aansluit bij die welke voor de volgende gepubliceerde jaarrekening van de uitgevende instelling zal worden gebruikt, met inachtneming van de standaarden voor jaarrekeningen, de grondslagen voor financiële verslaggeving en de op jaarrekeningen toepasselijke wetgeving. |
||||||||
Rubriek 8.2.4 |
Wanneer de gecontroleerde financiële informatie is opgesteld overeenkomstig nationale standaarden voor jaarrekeningen, moet de uit hoofde van deze rubriek vereiste financiële informatie ten minste het volgende omvatten:
|
||||||||
Rubriek 8.2.a |
Dit lid (de rubrieken 8.2.a, 8.2.a.1, 8.2.a.2 en 8.2.a.3) mag enkel worden gebruikt voor de uitgifte van door activa gedekte effecten die een nominale waarde per eenheid van ten minste 100 000 EUR hebben of die alleen mogen worden verhandeld op een gereglementeerde markt en/of een bepaald segment daarvan, waartoe alleen gekwalificeerde beleggers toegang kunnen krijgen met het oog op het verhandelen van die effecten. Historische financiële informatie Indien een uitgevende instelling sinds de datum van oprichting werkzaamheden heeft aangevangen en financiële overzichten heeft opgesteld, moet het registratiedocument historische financiële informatie over de laatste twee boekjaren (ten minsten 24 maanden of het tijdvak dat de uitgevende instelling activiteiten ontplooit indien zij minder dan twee jaar actief is) en het accountantsverslag voor elk van beide jaren bevatten. |
||||||||
Rubriek 8.2.a.1 |
Standaarden voor jaarrekeningen De financiële informatie moet worden opgesteld conform de op basis van Verordening (EG) nr. 1606/2002 door de Unie aangenomen internationale standaarden voor jaarrekeningen. Indien Verordening (EG) nr. 1606/2002 niet van toepassing is, moet de jaarrekening worden opgesteld conform:
Anders moet de volgende informatie in het registratiedocument worden opgenomen:
|
||||||||
Rubriek 8.2.a.2 |
Wanneer de gecontroleerde financiële informatie is opgesteld overeenkomstig nationale standaarden voor jaarrekeningen, moet deze ten minste het volgende omvatten:
|
||||||||
Rubriek 8.2.a.3 |
Auditverslag De historische financiële informatie moet onafhankelijk gecontroleerd zijn. Het auditverslag wordt opgesteld in overeenstemming met Richtlijn 2014/56/EU en Verordening (EU) nr. 537/2014. Wanneer Richtlijn 2014/56/EU en Verordening (EU) nr. 537/2014 niet van toepassing zijn:
|
||||||||
Rubriek 8.3 |
Rechtszaken en arbitrages Gegevens over eventuele overheidsingrepen, rechtszaken of arbitrages (met inbegrip van dergelijke procedures die, naar weten van de onderneming, hangende zijn of kunnen worden ingeleid) over een periode van ten minste de voorafgaande twaalf maanden, welke een invloed van betekenis kunnen hebben of in een recent verleden hebben gehad op de financiële positie of de rentabiliteit van de uitgevende instelling en/of de groep, of een passende negatieve verklaring. |
||||||||
Rubriek 8.4 |
Belangrijke negatieve wijziging in de financiële positie van de uitgevende instelling Wanneer een uitgevende instelling financiële overzichten heeft opgesteld, is daarin een verklaring opgenomen dat er zich sinds de datum van bekendmaking van de laatst gepubliceerde gecontroleerde jaarrekeningen geen belangrijke negatieve wijziging heeft voorgedaan in de financiële positie of de vooruitzichten van de uitgevende instelling. Ingeval er zich een belangrijke negatieve wijziging heeft voorgedaan, moet daarvan melding worden gemaakt in het registratiedocument. |
||||||||
AFDELING 9 |
BESCHIKBARE DOCUMENTEN |
||||||||
Rubriek 9.1 |
Een verklaring dat tijdens de geldigheidsduur van het registratiedocument inzage mogelijk is van de volgende documenten, indien toepasselijk:
Een vermelding van de website waar de documenten kunnen worden geraadpleegd. |
BIJLAGE 10
REGISTRATIEDOCUMENT VOOR EFFECTEN ZONDER AANDELENKARAKTER, UITGEGEVEN DOOR DERDE LANDEN EN HUN REGIONALE EN LOKALE OVERHEDEN
AFDELING 1 |
VERANTWOORDELIJKE PERSONEN, INFORMATIE VAN DERDEN, DESKUNDIGENVERSLAGEN EN GOEDKEURING DOOR DE BEVOEGDE AUTORITEIT |
||||||||||||
Rubriek 1.1 |
Identificeer alle personen die verantwoordelijk zijn voor de in het registratiedocument verstrekte informatie of bepaalde gedeelten daarvan. In dat geval worden deze gedeelten vermeld. Ingeval het natuurlijke personen betreft, met inbegrip van leden van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen van de uitgevende instelling, worden naam en functie van deze personen vermeld. Ingeval het rechtspersonen betreft, worden naam en statutaire zetel vermeld. |
||||||||||||
Rubriek 1.2 |
Verklaring van de voor het registratiedocument verantwoordelijke personen dat, voor zover hun bekend, de informatie in het registratiedocument in overeenstemming is met de werkelijkheid en dat in het registratiedocument geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van het registratiedocument zou wijzigen. In voorkomend geval, een verklaring van de voor bepaalde delen van het registratiedocument verantwoordelijke personen dat, voor zover hun bekend, de informatie in de delen van het registratiedocument waarvoor zij verantwoordelijk zijn, in overeenstemming is met de werkelijkheid en dat in die delen van het registratiedocument geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van die delen zou wijzigen. |
||||||||||||
Rubriek 1.3 |
Ingeval in het registratiedocument een verklaring of verslag is opgenomen afkomstig van een persoon handelend in de hoedanigheid van een deskundige, worden voor die persoon de volgende gegevens verstrekt:
Indien de verklaring of het verslag op verzoek van de uitgevende instelling is opgesteld, moet worden vermeld dat die verklaring of dat verslag in het registratiedocument is opgenomen met de toestemming van de persoon die de inhoud van het desbetreffende gedeelte van het registratiedocument voor de opneming in het prospectus heeft goedgekeurd. Voor zover de uitgevende instelling daarvan op de hoogte is, wordt informatie verstrekt over elk eventueel belangen dat met een dergelijke deskundige verband houdt en dat van invloed kan zijn op de onafhankelijkheid van de deskundige bij de opstelling van het verslag. |
||||||||||||
Rubriek 1.4 |
Een verklaring dat:
|
||||||||||||
AFDELING 2 |
RISICOFACTOREN |
||||||||||||
Rubriek 2.1 |
Een beschrijving van de belangrijke risico’s die specifiek zijn voor de uitgevende instelling, in een beperkt aantal categorieën, in een afzonderlijke rubriek met als titel „Risicofactoren”. In elke categorie worden eerst de belangrijkste risico’s uiteengezet volgens de beoordeling van de uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van een toelating tot de handel op een gereglementeerde markt, waarbij rekening wordt gehouden met het negatieve effect op de uitgevende instelling en de waarschijnlijkheid dat ze zich zullen voordoen. De risicofactoren worden bevestigd door de inhoud van het registratiedocument. |
||||||||||||
AFDELING 3 |
GEGEVENS OVER DE UITGEVENDE INSTELLING |
||||||||||||
Rubriek 3.1 |
Geschiedenis en ontwikkeling van de uitgevende instelling officiële naam van de uitgevende instelling en beknopte beschrijving van de positie van de uitgevende instelling binnen de structuur van de nationale overheid. |
||||||||||||
Rubriek 3.2 |
De vestigingsplaats of geografische locatie en rechtsvorm van de uitgevende instelling, alsook haar contactadres, telefoonnummer en in voorkomend geval website van de uitgevende instelling, met een disclaimer dat de informatie op de website geen deel vormt van het prospectus tenzij die informatie via verwijzingen in het prospectus is opgenomen. |
||||||||||||
Rubriek 3.3 |
Eventuele recente gebeurtenissen die relevant zijn voor de beoordeling van de solvabiliteit van de uitgevende instelling. |
||||||||||||
Rubriek 3.4 |
Beschrijving van de economie van de uitgevende instelling, met vermelding van onder meer:
|
||||||||||||
Rubriek 3.5 |
Algemene beschrijving van het politieke stelsel en de regering van de uitgevende instelling, waarbij nadere bijzonderheden over het bestuursorgaan van de uitgevende instelling worden verstrekt. |
||||||||||||
Rubriek 3.6 |
Aan een uitgevende instelling toegekende ratings die op verzoek of met de medewerking van de uitgevende instelling aan het ratingproces zijn opgesteld. |
||||||||||||
AFDELING 4 |
OPENBARE FINANCIËN EN HANDEL |
||||||||||||
Rubriek 4.1 |
Informatie over de volgende aspecten voor de twee begrotingsjaren die aan de datum van het registratiedocument voorafgaan:
Beschrijving van eventuele procedures voor de accountantscontrole of onafhankelijke controle van de rekeningen van de uitgevende instelling. |
||||||||||||
AFDELING 5 |
WIJZIGING VAN BETEKENIS |
||||||||||||
Rubriek 5.1 |
Nadere beschrijving van elke wijziging van betekenis in de overeenkomstig rubriek 4 verstrekte gegevens welke zich heeft voorgedaan na het einde van het laatste begrotingsjaar, of een passende negatieve verklaring. |
||||||||||||
AFDELING 6 |
RECHTSZAKEN EN ARBITRAGES |
||||||||||||
Rubriek 6.1 |
Gegevens over eventuele overheidsingrepen, rechtszaken of arbitrages (met inbegrip van dergelijke procedures die, naar weten van de uitgevende instelling, hangende zijn of kunnen worden ingeleid) over een periode van ten minste de voorafgaande twaalf maanden, welke een invloed van betekenis kunnen hebben of in een recent verleden hebben gehad op de financiële positie van de uitgevende instelling, of een passende negatieve verklaring. |
||||||||||||
Rubriek 6.2 |
Informatie over elke vorm van immuniteit tegen rechtszaken die de uitgevende instelling eventueel geniet. |
||||||||||||
AFDELING 7 |
BESCHIKBARE DOCUMENTEN |
||||||||||||
Rubriek 7.1 |
Een verklaring dat tijdens de geldigheidsduur van het registratiedocument inzage mogelijk is van de volgende documenten, indien toepasselijk:
Een vermelding van de website waar de documenten kunnen worden geraadpleegd. |
BIJLAGE 11
VERRICHTINGSNOTA’S VOOR EFFECTEN MET AANDELENKARAKTER OF RECHTEN VAN DEELNEMING IN INSTELLINGEN VOOR COLLECTIEVE BELEGGING VAN HET CLOSED-ENDTYPE
AFDELING 1 |
VERANTWOORDELIJKE PERSONEN, INFORMATIE VAN DERDEN, DESKUNDIGENVERSLAGEN EN GOEDKEURING DOOR DE BEVOEGDE AUTORITEIT |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 1.1 |
Identificeer alle personen die verantwoordelijk zijn voor de in de verrichtingsnota verstrekte informatie of bepaalde gedeelten daarvan. In dat geval worden deze gedeelten vermeld. Ingeval het natuurlijke personen betreft, met inbegrip van leden van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen van de uitgevende instelling, worden naam en functie van deze personen vermeld. Ingeval het rechtspersonen betreft, worden naam en statutaire zetel vermeld. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 1.2 |
Verklaring van de voor de verrichtingsnota verantwoordelijke personen dat, voor zover hun bekend, de informatie in de verrichtingsnota in overeenstemming is met de werkelijkheid en dat in de verrichtingsnota geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van de verrichtingsnota zou wijzigen. In voorkomend geval, een verklaring van de voor bepaalde delen van de verrichtingsnota verantwoordelijke personen dat, voor zover hun bekend, de informatie in de delen van de verrichtingsnota waarvoor zij verantwoordelijk zijn, in overeenstemming is met de werkelijkheid en dat in die delen van de verrichtingsnota geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van die delen zou wijzigen. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 1.3 |
Ingeval in de verrichtingsnota een verklaring of verslag is opgenomen afkomstig van een persoon handelend in de hoedanigheid van een deskundige, wordt melding gemaakt van de naam, het kantooradres en de kwalificaties van die persoon.
Indien de verklaring of het verslag op verzoek van de uitgevende instelling is opgesteld, moet worden vermeld dat die verklaring of dat verslag in de verrichtingsnota is opgenomen met de toestemming van de persoon die de inhoud van het desbetreffende gedeelte van de verrichtingsnota voor de opneming in het prospectus heeft goedgekeurd. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 1.4 |
Wanneer van een derde afkomstige informatie is opgenomen, wordt bevestigd dat deze informatie correct is weergegeven en dat, voor zover de uitgevende instelling weet en heeft kunnen opmaken uit door de betrokken derde gepubliceerde informatie, geen feiten zijn weggelaten waardoor de weergegeven informatie onjuist of misleidend zou worden. Tevens moet(en) de informatiebron(nen) worden vermeld. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 1.5 |
Een verklaring dat:
|
||||||||||||||||||||||
AFDELING 2 |
RISICOFACTOREN |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 2.1 |
Een beschrijving van de belangrijke risico’s die specifiek zijn voor de aangeboden effecten en/of tot de handel worden toegelaten, in een beperkt aantal categorieën, in een afzonderlijke rubriek met als titel „Risicofactoren”. In elke categorie worden eerst de belangrijkste risico’s uiteengezet volgens de beoordeling van de uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van een toelating tot de handel op een gereglementeerde markt, waarbij rekening wordt gehouden met het negatieve effect op de uitgevende instelling en de effecten en de waarschijnlijkheid dat ze zich zullen voordoen. De risico’s worden bevestigd door de inhoud van de verrichtingsnota. |
||||||||||||||||||||||
AFDELING 3 |
ESSENTIËLE GEGEVENS |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 3.1 |
Verklaring inzake het werkkapitaal Verklaring door de uitgevende instelling dat het werkkapitaal naar haar oordeel toereikend is om aan haar huidige behoeften te voldoen of, indien dit niet het geval is, hoe zij in het benodigde extra werkkapitaal denkt te voorzien. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 3.2 |
Kapitalisatie en schuldenlast Een overzicht van de kapitalisatie en de schuldenlast (met specificatie van schulden met en zonder garantie en van door zekerheid gedekte en niet door zekerheid gedekte schuldenlast) van uiterlijk 90 dagen vóór de datum van het document. De term „schuldenlast” omvat ook indirecte en voorwaardelijke schulden. In geval van belangrijke wijzigingen van de kapitalisatie en de schuldenlast van de uitgevende instelling binnen de periode van 90 dagen wordt aanvullende informatie verstrekt door een beschrijving van die wijzigingen te geven of door deze cijfers bij te werken. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 3.3 |
Belangen van bij de uitgifte/aanbieding betrokken natuurlijke en rechtspersonen Beschrijving van alle belangen, met inbegrip van een belangenconflict dat van betekenis is voor de uitgifte/aanbieding, met specificatie van de betrokken personen en van de aard van het belang. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 3.4 |
Redenen voor de aanbieding en bestemming van de opbrengsten Redenen voor de aanbieding en, indien toepasselijk, geraamde netto-opbrengsten uitgesplitst naar voornaamste bestemmingen en gepresenteerd in orde van belangrijkheid van deze bestemmingen. Indien de uitgevende instelling weet dat de verwachte opbrengsten ontoereikend zullen zijn om alle beoogde bestemmingen te financieren, worden het bedrag en de bronnen van de andere benodigde financieringsmiddelen vermeld. Tevens moeten nadere bijzonderheden worden verstrekt over de bestemming van de opbrengsten, in het bijzonder wanneer deze worden aangewend om buiten het kader van de normale bedrijfsuitoefening activa te verwerven, aangekondigde overnames van andere bedrijven te financieren of schulden volledig terug te betalen, te verminderen of vroegtijdig af te lossen. |
||||||||||||||||||||||
AFDELING 4 |
INFORMATIE OVER DE EFFECTEN DIE ZULLEN WORDEN AANGEBODEN/TOT DE HANDEL ZULLEN WORDEN TOEGELATEN |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 4.1 |
Beschrijving van het type en de categorie effecten die worden aangeboden en/of tot de handel worden toegelaten, inclusief de internationale effectenidentificatiecode (international securities identification number — ISIN) |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 4.2 |
Wetgeving waaronder de effecten gecreëerd zijn. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 4.3 |
Vermelding of de effecten op naam of aan toonder zijn en of zij in de vorm van bewijzen of in girale vorm worden uitgegeven. In het laatste geval worden naam en adres vermeld van de entiteit die de rekeningen bijhoudt. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 4.4 |
Munteenheid waarin de effecten worden uitgegeven. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 4.5 |
Beschrijving van de aan de effecten verbonden rechten, met vermelding van eventuele op deze rechten geldende beperkingen, en van de regels voor de uitoefening van deze rechten:
|
||||||||||||||||||||||
Rubriek 4.6 |
In geval van nieuwe uitgiften wordt melding gemaakt van de besluiten, machtigingen en goedkeuringen op grond waarvan de effecten zijn of zullen worden gecreëerd en/of uitgegeven. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 4.7 |
In geval van nieuwe uitgiften wordt de verwachte datum van uitgifte van de effecten vermeld. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 4.8 |
Beschrijving van eventuele beperkingen op de overdraagbaarheid van de effecten. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 4.9 |
Verklaring over het bestaan van eventuele op de uitgevende instelling toepasselijke nationale wetgeving inzake overnames die dergelijke overnames kan bemoeilijken. Een beknopte beschrijving van de rechten en plichten van de aandeelhouders in geval van een biedplicht en/of uitstotings- of uitkoopregels met betrekking tot de effecten. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 4.10 |
Een vermelding van elk in de loop van het laatste en het lopende boekjaar door derden uitgebracht openbaar overnamebod met betrekking tot het aandelenkapitaal van de uitgevende instelling. Vermelding voor elk bod van de prijs of de ruilvoorwaarden en van het resultaat. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 4.11 |
Een waarschuwing dat de belastingwetgeving van de lidstaat van de belegger en van het land van oprichting van de uitgevende instelling een weerslag kan hebben op de inkomsten uit de effecten. Informatie over belastingheffing over de effecten wanneer de voorgestelde belegging voor dat type belegging een specifieke fiscale regeling meebrengt. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 4.12 |
In voorkomend geval, de potentiële gevolgen voor de belegging in geval van afwikkeling uit hoofde van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad (1). |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 4.13 |
Indien verschillend van de uitgevende instelling, de identiteit en de contactgegevens van de aanbieder van de effecten en/of van de aanvrager van de toelating tot de handel, met inbegrip van zijn identificatiecode voor juridische entiteiten (legal entity identifier — LEI) indien de aanbieder rechtspersoonlijkheid bezit. |
||||||||||||||||||||||
AFDELING 5 |
VOORWAARDEN VAN DE AANBIEDING VAN EFFECTEN AAN HET PUBLIEK |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 5.1 |
Inlichtingen over de aanbieding, verwacht tijdschema en te ondernemen actie om op de aanbieding in te gaan. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 5.1.1 |
Voorwaarden waaraan de aanbieding onderworpen is. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 5.1.2 |
Totale omvang van de uitgifte/aanbieding, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen te koop en ter inschrijving aangeboden effecten; indien de omvang niet vooraf is bepaald, wordt melding gemaakt van het maximale aantal aangeboden effecten (indien beschikbaar) en van de getroffen regelingen voor de aankondiging van de definitieve omvang van de aanbieding aan het publiek en van de termijn waarop deze aankondiging zal plaatsvinden. Wanneer het maximale aantal effecten niet in het prospectus kan worden aangegeven, wordt in het prospectus vermeld dat de aanvaarding van de aankoop van of de inschrijving op effecten gedurende ten minste twee werkdagen na het deponeren van het aantal effecten dat aan het publiek zal worden aangeboden, kan worden ingetrokken. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 5.1.3 |
Periode waarin de aanbieding openstaat, met vermelding van mogelijke wijzigingen, en te volgen procedure om op de aanbieding in te gaan. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 5.1.4 |
Vermelding wanneer en onder welke omstandigheden de aanbieding kan worden ingetrokken of opgeschort, en of intrekking kan plaatsvinden na aanvang van de handel. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 5.1.5 |
Beschrijving van de mogelijkheid om inschrijvingen te verminderen en van de wijze waarop door inschrijvers te veel betaalde bedragen worden terugbetaald. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 5.1.6 |
Nadere bijzonderheden over de minimum- en/of maximumomvang van de inschrijving (hetzij in aantal effecten, hetzij in het in totaal te beleggen bedrag). |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 5.1.7 |
Vermelding van de termijn waarbinnen een inschrijving kan worden ingetrokken, indien beleggers wordt toegestaan hun inschrijving in te trekken. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 5.1.8 |
Wijze van en termijnen voor betaling en levering van de effecten. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 5.1.9 |
Volledige beschrijving van de wijze en de datum waarop de resultaten van de aanbieding bekend zullen worden gemaakt. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 5.1.10 |
Wijze van uitoefening van voorkeurrechten, verhandelbaarheid van claimrechten en bestemming van niet-uitgeoefende claimrechten. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 5.2 |
Plan voor het op de markt brengen en de toewijzing van de effecten. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 5.2.1 |
Diverse categorieën potentiële beleggers aan wie de effecten worden aangeboden. Indien de aanbieding gelijktijdig op markten van verscheidene staten plaatsvindt en een tranche ervan voor bepaalde van deze markten wordt of is voorbehouden, wordt deze tranche vermeld. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 5.2.2 |
Voor zover de uitgevende instelling daarvan op de hoogte is, wordt vermeld of belangrijke aandeelhouders of leden van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen voornemens zijn op de aanbieding in te schrijven, dan wel of iemand voornemens is voor meer dan 5 % van de aanbieding in te schrijven. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 5.2.3 |
Openbaarmaking van enigerlei toewijzing vooraf:
|
||||||||||||||||||||||
Rubriek 5.2.4 |
Wijze waarop inschrijvers in kennis worden gesteld van het toegewezen bedrag en vermelding of de handel mag aanvangen voordat kennisgeving is geschied. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 5.3 |
Prijsstelling |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 5.3.1 |
Vermelding van de prijs waartegen de effecten zullen worden aangeboden en het bedrag van de kosten en belastingen dat ten laste van de inschrijver of koper komt. Indien de prijs niet bekend is, wordt krachtens artikel 17 van Verordening (EU) 2017/1129 het volgende bekendgemaakt:
Wanneer a) noch b) in de verrichtingsnota kan worden aangegeven, wordt in de verrichtingsnota vermeld dat de aanvaarding van de aankoop van of de inschrijving op effecten gedurende maximaal twee werkdagen na het deponeren van de definitieve aanbiedingsprijs van de effecten die aan het publiek zullen worden aangeboden, kan worden ingetrokken. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 5.3.2 |
Wijze van bekendmaking van de laatprijs. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 5.3.3 |
Indien de aandeelhouders van een uitgevende instelling een voorkeurrecht tot inschrijving hebben en dit recht wordt beperkt of opgeheven, wordt bij een uitgifte tegen geld de grondslag voor de vaststelling van de uitgifteprijs vermeld, samen met de motivering en de begunstigden van de beperking of opheffing van dit recht. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 5.3.4 |
Wanneer er sprake is of kan zijn van een aanzienlijk verschil tussen de prijs van de openbare aanbieding en de effectief aan leden van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen of van de bedrijfsleiding, dan wel aan verbonden personen aangerekende contante kosten voor effecten die zij hebben verkregen uit hoofde van in het afgelopen jaar gesloten transacties of die zij het recht hebben te kopen, wordt een vergelijking opgenomen van de door het publiek te betalen bijdrage in het kader van de openbare aanbieding en de effectief door de bovengenoemde personen betaalde bijdragen in contanten. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 5.4 |
Plaatsing en overneming |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 5.4.1 |
Naam en adres van de coördinator(s) van de aanbieding als geheel of van afzonderlijke onderdelen ervan en, voor zover de uitgevende instelling of de aanbieder daarvan op de hoogte is, van degenen die de plaatsing verzorgen in de diverse landen waarin de aanbieding plaatsvindt. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 5.4.2 |
Naam en adres van de eventuele instellingen die in elk land zorg dragen voor de financiële dienst en de bewaarneming. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 5.4.3 |
Naam en adres van de entiteiten die zich verbonden hebben tot overname van de uitgifte met plaatsingsgarantie, alsook naam en adres van de entiteiten die zich verbonden hebben tot plaatsing van de uitgifte zonder garantie of op provisiebasis. Vermelding van de voornaamste kenmerken van de overeenkomsten, met inbegrip van de quota. Heeft de overneming slechts op een deel van de uitgifte betrekking, dan wordt het overblijvende deel vermeld. Vermelding van het totaalbedrag van de overnemingsprovisie en de plaatsingsprovisie. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 5.4.4 |
Wanneer de overeenkomst tot overneming is of zal worden gesloten. |
||||||||||||||||||||||
AFDELING 6 |
REGELINGEN VOOR DE TOELATING TOT DE HANDEL EN DE VERHANDELING VAN DE EFFECTEN |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 6.1 |
Vermelding of voor de aangeboden effecten de toelating tot de handel is of zal worden aangevraagd met het oog op de verspreiding ervan op een gereglementeerde markt of op een markt van een derde land, een mkb-groeimarkt of MTF, met opgave van deze markten. Van dit feit moet melding worden gemaakt, zonder de indruk te wekken dat het zeker is dat de effecten tot de handel zullen worden toegelaten. Vermelding, voor zover bekend, van de data waarop de effecten ten vroegste tot de handel zullen worden toegelaten. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 6.2 |
Bekendmaking van alle gereglementeerde markten, markten van derde landen, mkb-groeimarkten of MTF’s waarop, naar weten van de uitgevende instelling, effecten van dezelfde categorie als die welke zullen worden aangeboden of tot de handel zullen worden toegelaten, reeds tot de handel zijn toegelaten. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 6.3 |
Indien gelijktijdig of vrijwel gelijktijdig met de aanvraag tot toelating van de effecten tot de handel op een gereglementeerde markt effecten van dezelfde categorie onderhands worden geplaatst, of indien effecten van een andere categorie worden gecreëerd ter openbare of onderhandse plaatsing, worden nadere bijzonderheden verstrekt over de aard van deze operaties alsmede over het aantal, de kenmerken en de prijs van de effecten waarop zij betrekking hebben. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 6.4 |
Bij toelating tot de handel op een gereglementeerde markt, nadere bijzonderheden over de entiteiten die een vaste verbintenis hebben aangegaan om op te treden als intermediairs bij de handel op de secundaire markt door de liquiditeit te verzekeren via bied- en laatprijzen, en een beschrijving van de voornaamste kenmerken van de door deze entiteiten aangegane verbintenis. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 6.5 |
Bij toelating tot de handel op gereglementeerde markten, markten van derde landen, mkb-groeimarkten of MTF’s en wanneer een uitgevende instelling of verkopende aandeelhouder een overinschrijvingsoptie heeft verleend of ingeval anderszins wordt aangegeven dat in verband met een aanbieding prijsstabilisatieactiviteiten kunnen worden ontplooid, wordt melding gemaakt van nadere bijzonderheden overeenkomstig de rubrieken 6.5.1 tot en met 6.6: |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 6.5.1 |
het feit dat tot stabilisatie kan worden overgegaan, dat niet kan worden gegarandeerd dat tot stabilisatie zal worden overgegaan en dat de stabilisatieactiviteiten te allen tijde kunnen worden stopgezet; |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 6.5.1.1 |
Het feit dat stabilisatietransacties tot doel hebben de marktkoers van de effecten gedurende de stabilisatieperiode te ondersteunen; |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 6.5.2 |
het begin en het einde van de periode waarin tot stabilisatie kan worden overgegaan; |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 6.5.3 |
de identiteit van de voor de stabilisatieactiviteiten verantwoordelijke persoon in elk betrokken rechtsgebied, tenzij deze niet bekend is op het tijdstip van de openbaarmaking; |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 6.5.4 |
Het feit dat stabilisatietransacties tot een hogere marktprijs kunnen leiden dan anders het geval zou zijn; |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 6.5.5 |
De plaats waar de stabilisatie kan plaatsvinden, waar relevant met inbegrip van de naam van het handelsplatform (de handelsplatformen). |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 6.6 |
Overinschrijvingsfaciliteit en greenshoe-optie Bij toelating tot de handel op een gereglementeerde markt, mkb-groeimarkt of MTF:
|
||||||||||||||||||||||
AFDELING 7 |
VERKOPENDE HOUDERS VAN EFFECTEN |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 7.1 |
Naam en kantooradres van de persoon of entiteit die aanbiedt de effecten te verkopen, aard van enigerlei positie, functie of andere belangrijke relatie die de verkopende persoon tijdens de afgelopen drie jaar heeft gehad bij, respectievelijk met de uitgevende instelling, haar voorgangers of met haar verbonden ondernemingen. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 7.2 |
Aantal en categorie effecten die door elke verkopende houder van effecten worden aangeboden. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 7.3 |
Wanneer een meerderheidsaandeelhouder de effecten verkoopt, de omvang van zijn portefeuille voor en onmiddellijk na de uitgifte. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 7.4 |
Bij lock-up-overeenkomsten worden nadere bijzonderheden verstrekt met betrekking tot:
|
||||||||||||||||||||||
AFDELING 8 |
KOSTEN VAN DE UITGIFTE/AANBIEDING |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 8.1 |
Totale netto-opbrengsten en geraamde totale kosten van de uitgifte/aanbieding. |
||||||||||||||||||||||
AFDELING 9 |
VERWATERING |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 9.1 |
Een vergelijking van:
|
||||||||||||||||||||||
Rubriek 9.2 |
Wanneer aandeelhouders worden verwaterd, ongeacht de vraag of zij voor hun rechten inschrijven, omdat een gedeelte van de uitgifte van aandelen slechts voor bepaalde beleggers is voorbehouden (bijv. een institutionele plaatsing met een aanbieding aan aandeelhouders), wordt tevens een indicatie gegeven van de verwatering die de bestaande aandeelhouders zullen ervaren wanneer zij hun rechten opnemen (ter aanvulling van de situatie in rubriek 9.1 waar zij dat niet doen). |
||||||||||||||||||||||
AFDELING 10 |
AANVULLENDE INFORMATIE |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 10.1 |
Indien in de verrichtingsnota wordt verwezen naar de bij de uitgifte betrokken adviseurs, wordt meegedeeld in welke hoedanigheid deze adviseurs zijn opgetreden. |
||||||||||||||||||||||
Rubriek 10.2 |
Vermelding in de verrichtingsnota van andere informatie die door met de wettelijke controle belaste accountants onderworpen is aan een volledige of beperkte accountantscontrole waarover een verslag is opgesteld. Opneming van het verslag of, mits de bevoegde autoriteit daarmee instemt, van een samenvatting van het verslag. |
(1) Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 190).
BIJLAGE 12
VERRICHTINGSNOTA’S VOOR SECUNDAIRE UITGIFTEN VAN EFFECTEN MET AANDELENKARAKTER OF RECHTEN VAN DEELNEMING IN INSTELLINGEN VOOR COLLECTIEVE BELEGGING VAN HET CLOSED-ENDTYPE
AFDELING 1 |
VERANTWOORDELIJKE PERSONEN, INFORMATIE VAN DERDEN, DESKUNDIGENVERSLAGEN EN GOEDKEURING DOOR DE BEVOEGDE AUTORITEIT |
||||||||||||||||||||
Rubriek 1.1 |
Identificeer alle personen die verantwoordelijk zijn voor de in de verrichtingsnota verstrekte informatie of bepaalde gedeelten daarvan. In dat geval worden deze gedeelten vermeld. Ingeval het natuurlijke personen betreft, met inbegrip van leden van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen van de uitgevende instelling, worden naam en functie van deze personen vermeld. Ingeval het rechtspersonen betreft, worden naam en statutaire zetel vermeld. |
||||||||||||||||||||
Rubriek 1.2 |
Verklaring van de voor de verrichtingsnota verantwoordelijke personen dat, voor zover hun bekend, de informatie in de verrichtingsnota in overeenstemming is met de werkelijkheid en dat in de verrichtingsnota geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van de verrichtingsnota zou wijzigen. In voorkomend geval, een verklaring van de voor bepaalde delen van de verrichtingsnota verantwoordelijke personen dat, voor zover hun bekend, de informatie in de delen van de verrichtingsnota waarvoor zij verantwoordelijk zijn, in overeenstemming is met de werkelijkheid en dat in die delen van de verrichtingsnota geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van die delen zou wijzigen. |
||||||||||||||||||||
Rubriek 1.3 |
Ingeval in de verrichtingsnota een verklaring of verslag is opgenomen afkomstig van een persoon handelend in de hoedanigheid van een deskundige, worden voor die persoon de volgende gegevens verstrekt:
Indien de verklaring of het verslag op verzoek van de uitgevende instelling is opgesteld, moet worden vermeld dat die verklaring of dat verslag in de verrichtingsnota is opgenomen met de toestemming van de persoon die de inhoud van het desbetreffende gedeelte van de verrichtingsnota voor de opneming in het prospectus heeft goedgekeurd. |
||||||||||||||||||||
Rubriek 1.4 |
Wanneer van een derde afkomstige informatie is opgenomen, wordt bevestigd dat deze informatie correct is weergegeven en dat, voor zover de uitgevende instelling weet en heeft kunnen opmaken uit door de betrokken derde gepubliceerde informatie, geen feiten zijn weggelaten waardoor de weergegeven informatie onjuist of misleidend zou worden. Tevens moet(en) de informatiebron(nen) worden vermeld. |
||||||||||||||||||||
Rubriek 1.5 |
Een verklaring dat:
|
||||||||||||||||||||
AFDELING 2 |
RISICOFACTOREN |
||||||||||||||||||||
Rubriek 2.1 |
Een beschrijving van de belangrijke risico’s die specifiek zijn voor de aangeboden effecten en/of tot de handel worden toegelaten, in een beperkt aantal categorieën, in een afzonderlijke rubriek met als titel „Risicofactoren”. In elke categorie worden eerst de belangrijkste risico’s uiteengezet volgens de beoordeling van de uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van een toelating tot de handel op een gereglementeerde markt, waarbij rekening wordt gehouden met het negatieve effect op de uitgevende instelling en de effecten en de waarschijnlijkheid dat ze zich zullen voordoen. De risico’s worden bevestigd door de inhoud van de verrichtingsnota. |
||||||||||||||||||||
AFDELING 3 |
ESSENTIËLE GEGEVENS |
||||||||||||||||||||
Rubriek 3.1 |
Belangen van bij de uitgifte/aanbieding betrokken natuurlijke en rechtspersonen Beschrijving van alle belangen, met inbegrip van een belangenconflict dat van betekenis is voor de uitgifte/aanbieding, met specificatie van de betrokken personen en van de aard van het belang. |
||||||||||||||||||||
Rubriek 3.2 |
Redenen voor de aanbieding en bestemming van de opbrengsten Redenen voor de aanbieding en, indien toepasselijk, geraamde netto-opbrengsten uitgesplitst naar voornaamste bestemmingen en gepresenteerd in orde van belangrijkheid van deze bestemmingen. Indien de uitgevende instelling weet dat de verwachte opbrengsten ontoereikend zullen zijn om alle beoogde bestemmingen te financieren, worden het bedrag en de bronnen van de andere benodigde financieringsmiddelen vermeld. Tevens moeten nadere bijzonderheden worden verstrekt over de bestemming van de opbrengsten, in het bijzonder wanneer deze worden aangewend om buiten het kader van de normale bedrijfsuitoefening activa te verwerven, aangekondigde overnames van andere bedrijven te financieren of schulden volledig terug te betalen, te verminderen of vroegtijdig af te lossen. |
||||||||||||||||||||
Rubriek 3.3 |
Verklaring inzake het werkkapitaal Verklaring door de uitgevende instelling dat het werkkapitaal naar haar oordeel toereikend is om aan haar huidige behoeften te voldoen of, indien dit niet het geval is, hoe zij in het benodigde extra werkkapitaal denkt te voorzien. |
||||||||||||||||||||
Rubriek 3.4 |
Kapitalisatie en schuldenlast Een overzicht van de kapitalisatie en de schuldenlast (met specificatie van schulden met en zonder garantie en van door zekerheid gedekte en niet door zekerheid gedekte schuldenlast) van uiterlijk 90 dagen vóór de datum van het document. De term „schuldenlast” omvat ook indirecte en voorwaardelijke schulden. In geval van belangrijke wijzigingen van de kapitalisatie en de schuldenlast van de uitgevende instelling binnen de periode van 90 dagen wordt aanvullende informatie verstrekt door een beschrijving van die wijzigingen te geven of door deze cijfers bij te werken. |
||||||||||||||||||||
AFDELING 4 |
INFORMATIE OVER DE EFFECTEN DIE ZULLEN WORDEN AANGEBODEN/TOT DE HANDEL ZULLEN WORDEN TOEGELATEN |
||||||||||||||||||||
Rubriek 4.1 |
Beschrijving van het type, de categorie en het aantal van de effecten die worden aangeboden en/of tot de handel worden toegelaten, inclusief de internationale effectenidentificatiecode (international securities identification number — ISIN). |
||||||||||||||||||||
Rubriek 4.2 |
Munteenheid waarin de effecten worden uitgegeven. |
||||||||||||||||||||
Rubriek 4.3 |
In geval van nieuwe uitgiften wordt melding gemaakt van de besluiten, machtigingen en goedkeuringen op grond waarvan de effecten zijn of zullen worden gecreëerd en/of uitgegeven. |
||||||||||||||||||||
Rubriek 4.4 |
Beschrijving van eventuele beperkingen op de overdraagbaarheid van de effecten. |
||||||||||||||||||||
Rubriek 4.5 |
Een waarschuwing dat de belastingwetgeving van de lidstaat van de belegger en van het land van oprichting van de uitgevende instelling een weerslag kan hebben op de inkomsten uit de effecten. Informatie over belastingheffing over de effecten wanneer de voorgestelde belegging voor dat type belegging een specifieke fiscale regeling meebrengt. |
||||||||||||||||||||
Rubriek 4.6 |
Indien verschillend van de uitgevende instelling, de identiteit en de contactgegevens van de aanbieder van de effecten en/of van de aanvrager van de toelating tot de handel, met inbegrip van zijn identificatiecode voor juridische entiteiten (legal entity identifier — LEI) indien de aanbieder rechtspersoonlijkheid bezit. |
||||||||||||||||||||
Rubriek 4.7 |
Beschrijving van de aan de effecten verbonden rechten, met vermelding van eventuele op deze rechten geldende beperkingen, en van de regels voor de uitoefening van deze rechten:
|