ISSN 1977-0758 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 207 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
61e jaargang |
Inhoud |
|
II Niet-wetgevingshandelingen |
Bladzijde |
|
|
INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN |
|
|
* |
||
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
* |
Verordening (EU) 2018/1142 van de Commissie van 14 augustus 2018 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1321/2014 wat betreft de invoering van bepaalde categorieën bewijzen van bevoegdheid voor onderhoud van luchtvaartuigen, de wijziging van de aanvaardingsprocedure van componenten van externe leveranciers en de wijziging van de rechten van opleidings- en onderhoudsorganisaties ( 1 ) |
|
|
|
BESLUITEN |
|
|
* |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1143 van de Commissie van 10 augustus 2018 tot wijziging van de Beschikkingen 92/260/EEG en 93/197/EEG wat betreft de tests op equiene virusarteritis (Kennisgeving geschied onder nummer C(2018) 5071) ( 1 ) |
|
|
|
HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN |
|
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN
16.8.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 207/1 |
Kennisgeving van de inwerkingtreding van de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Irak, anderzijds
De partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Irak, anderzijds (1), trad op 1 augustus 2018 in werking, aangezien de procedure van artikel 116, lid 1, van de samenwerkingsovereenkomst op 20 juli 2018 was voltooid.
VERORDENINGEN
16.8.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 207/2 |
VERORDENING (EU) 2018/1142 VAN DE COMMISSIE
van 14 augustus 2018
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1321/2014 wat betreft de invoering van bepaalde categorieën bewijzen van bevoegdheid voor onderhoud van luchtvaartuigen, de wijziging van de aanvaardingsprocedure van componenten van externe leveranciers en de wijziging van de rechten van opleidings- en onderhoudsorganisaties
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG (1), en met name artikel 5, lid 5, en artikel 6, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie (2) worden uitvoeringsvoorschriften vastgesteld betreffende de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken, en betreffende de goedkeuring van bij vernoemde taken betrokken organisaties en personen. |
(2) |
Om een hoog uniform niveau van luchtvaartveiligheid te garanderen, is er op het niveau van de Unie behoefte aan een systeem voor de afgifte van bevoegdheidsbewijzen aan certificeringspersoneel dat betrokken is bij het onderhoud van ELA1-vliegtuigen en andere luchtvaartuigen dan vliegtuigen en helikopters. Dat systeem moet eenvoudig en evenredig zijn. Er moeten nu de nodige maatregelen worden genomen om een dergelijk systeem op te zetten. |
(3) |
De bestaande eisen met betrekking tot vergunningen voor certificeringspersoneel dat betrokken is bij het onderhoud van avionica en elektrische systemen van andere dan complexe luchtvaartuigen, zijn niet evenredig met de lagere complexiteit van deze luchtvaartuigen, met name omdat een aanzienlijke hoeveelheid basiskennis alleen relevant is voor complexe luchtvaartuigen. Daarom moet een nieuw bevoegdheidsbewijs worden gecreëerd voor dergelijk personeel. De eisen voor dit nieuwe bevoegdheidsbewijs moeten ervoor zorgen dat het veiligheidsniveau niet wordt verlaagd ten opzichte van het niveau dat wordt bereikt met het bestaande bewijs van bevoegdheid. De invoering van dit nieuwe bevoegdheidsbewijs moet zorgen voor een afname van potentiële veiligheidsrisico's die het gevolg kunnen zijn van het feit dat het personeel dat beschikbaar is voor de onderhoudstaken in kwestie over onvoldoende kwalificaties en niet-passende bewijzen van bevoegdheid beschikt. |
(4) |
Tijdens de uitvoering van het onderhoud is het gebruikelijk dat personen of organisaties componenten, onderdelen of materiaal van derden gebruiken. Het is noodzakelijk om de risico's te beperken die verbonden zijn met de aanvaarding van dergelijke componenten, onderdelen of materiaal, en met name om ervoor te zorgen dat de betrokken personen en organisaties de nodige maatregelen nemen om te zorgen voor een goede aanvaarding, classificatie en scheiding ervan. |
(5) |
Bij het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart („het agentschap”) is een aanzienlijk aantal gevallen van fraude gemeld die wijzen op een doelbewuste schending van de examennormen die zijn vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1321/2014. Deze gevallen hadden betrekking op basiskennisexamens die worden uitgevoerd door erkende onderhoudsopleidingsorganisaties voor studenten die de basisopleiding niet hebben gevolgd. Deze situatie heeft geleid tot belangrijke veiligheidsproblemen, met name in het licht van het risico dat houders van bewijzen van bevoegdheid luchtvaartuigen na onderhoud vrijgeven voor gebruik zonder over de vereiste basiskennis te beschikken. De nodige maatregelen moeten worden genomen om deze problemen aan te pakken. |
(6) |
Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1321/2014 moeten exploitanten van complexe motoraangedreven luchtvaartuigen voor commerciële of niet-commerciële activiteiten ervoor zorgen dat de taken die verband houden met permanente luchtwaardigheid worden uitgevoerd door een erkende managementorganisatie voor permanente luchtwaardigheid en dat het onderhoud van het luchtvaartuig en de componenten die bestemd zijn voor installatie in dat luchtvaartuig wordt uitgevoerd door een erkende onderhoudsorganisatie. In bepaalde gevallen, zoals bij de uitvoering van niet-commerciële vluchten met lichtere vliegtuigen met twin-turbopropmotoren, staan de inspanningen die dergelijke exploitanten moeten leveren om aan de eisen te voldoen, niet in verhouding tot de voordelen die de toepassing van die eisen oplevert voor de veiligheid van de vluchtuitvoeringen. De eisen die van toepassing zijn in die gevallen, moeten dan ook worden aangepast. Gezien de disproportionele inspanningen om aan de eisen te voldoen, de tijd die nodig is om die eisen aan te passen en het feit dat de niet-toepassing ervan in die gevallen, zolang ze niet zijn aangepast, geen significante risico's oplevert voor de veiligheid van de luchtvaart, moet de toepassing van die eisen voorlopig worden stopgezet en moeten ze pas vanaf een passende latere datum van toepassing worden. |
(7) |
De gedetailleerde regels betreffende het gebruik van aanhangsel VI van bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 zijn per vergissing geschrapt toen Verordening (EU) nr. 1321/2014 gewijzigd is bij Verordening (EU) 2015/1536 van de Commissie (3). Die vergissing moet worden rechtgezet. |
(8) |
In bijlage Va bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 zijn bepaalde redactionele fouten vastgesteld die de uitvoering bemoeilijken. Die fouten moeten worden gecorrigeerd. |
(9) |
Alle betrokken partijen moeten de nodige tijd krijgen om zich aan te passen aan het gewijzigde regelgevingskader dat tot stand is gekomen ten gevolge van de in deze verordening vastgestelde maatregelen. Daarom moeten die maatregelen zes maanden na de datum van inwerkingtreding van toepassing worden. Gezien het doel van bepaalde maatregelen, en het feit dat de betrokken partijen geen grote inspanningen moeten leveren om zich aan te passen, moeten deze maatregelen echter onmiddellijk van toepassing worden. Bepaalde andere maatregelen vergen grotere inspanningen en moeten daarom vanaf een passende latere datum van toepassing worden; ze hebben betrekking op de overgang van hoofdzakelijk nationale regelgeving naar het gewijzigde EU-regelgevingskader dat in deze verordening is vastgesteld. |
(10) |
Verordening (EU) nr. 1321/2014 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(11) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het overeenkomstig artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. 216/2008 ingediende advies van het agentschap. |
(12) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 65 van Verordening (EG) nr. 216/2008 ingestelde comité, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EU) nr. 1321/2014 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 5, lid 6, wordt vervangen door: „6. Tot op het ogenblik waarop eisen voor certificeringspersoneel van componenten aan deze verordening worden toegevoegd, blijven de in de nationale wetgeving van de relevante lidstaat vastgestelde eisen van kracht, behalve voor onderhoudsorganisaties die buiten de Unie zijn gevestigd; in dat geval worden de eisen vastgesteld door het agentschap.”. |
2) |
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
Bijlage I (deel M) wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening. |
4) |
Bijlage II (deel 145) wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening. |
5) |
Bijlage III (deel 66) wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage III bij deze verordening. |
6) |
Bijlage IV (deel 147) wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage IV bij deze verordening. |
7) |
Bijlage Va (deel T) wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage V bij deze verordening. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 5 maart 2019.
Hierbij geldt echter het volgende:
1. |
Artikel 1, lid 2, onder c), artikel 1, lid 7, en bijlage IV, punt 1, zijn van toepassing met ingang van 5 september 2018. |
2. |
Voor het onderhoud van ELA1-vliegelvliegtuigen die niet betrokken zijn bij commerciële vluchtuitvoeringen, en van andere luchtvaartuigen dan vliegtuigen en helikopters:
|
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in alle lidstaten.
Gedaan te Brussel, 14 augustus 2018.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1.
(2) Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie van 26 november 2014 betreffende de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken, en betreffende de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen (PB L 362 van 17.12.2014, blz. 1).
(3) Verordening (EU) 2015/1536 van de Commissie van 16 september 2015 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1321/2014 met betrekking tot aanpassing van de regels voor permanente luchtwaardigheid aan Verordening (EG) nr. 216/2008, kritische onderhoudstaken en toezicht op de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen (PB L 241 van 17.9.2015, blz. 16)
BIJLAGE I
Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:
(1) |
de inhoudsopgave wordt als volgt gewijzigd:
|
(2) |
punt M.A.501 wordt vervangen door: „M.A.501 Classificatie en installatie
|
(3) |
in punt M.A.502 wordt het bepaalde onder d) vervangen door:
|
(4) |
punt M.A.504 wordt vervangen door: „M.A.504 Scheiding van componenten
|
(5) |
in punt M.A.606 wordt het bepaalde onder g) vervangen door:
|
(6) |
in punt M.A.608 wordt het bepaalde onder c) vervangen door:
|
(7) |
in Aanhangsel VII wordt de eerste zin vervangen door: „Hieronder worden de complexe onderhoudstaken vermeld waarnaar wordt verwezen in de punten M.A.801, onder b), punt 2, en M.A.801, onder c):”. |
BIJLAGE II
Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:
(1) |
de inhoudsopgave wordt als volgt gewijzigd:
|
(2) |
in punt wordt 145.A.30 wordt het bepaalde onder f), g), h) en i) vervangen door:
|
(3) |
de punten 145.A.35, onder a) en b), worden vervangen door:
|
(4) |
punt 145.A.40 wordt als volgt gewijzigd:
|
(5) |
punt 145.A.42 wordt vervangen door: „145.A.42 Componenten
|
BIJLAGE III
Bijlage III wordt als volgt gewijzigd:
(1) |
in de inhoudsopgave worden de volgende verwijzingen naar aanhangsels VII en VIII toegevoegd:
|
(2) |
punt 66.A.3 wordt vervangen door: „66.A.3 Categorieën en subcategorieën van bewijzen van bevoegdheid Bewijzen van bevoegdheid voor onderhoud van luchtvaartuigen omvatten de volgende categorieën en, voor zover van toepassing, subcategorieën en systeembevoegdverklaringen:
|
(3) |
punt 66.A.5 wordt vervangen door: „66.A.5 Luchtvaartuiggroepen In het kader van bevoegdverklaringen op bewijzen van bevoegdheid voor onderhoud worden luchtvaartuigen ingedeeld in de volgende groepen:
|
(4) |
punt 66.A.20, onder a), wordt als volgt gewijzigd:
|
(5) |
in punt 66.A.25 wordt het bepaalde onder a) vervangen door:
|
(6) |
punt 66.A.25 wordt als volgt gewijzigd:
|
(7) |
in punt 66.A.30, onder a), worden de volgende punten 2a en 2b ingevoegd:
|
(8) |
punt 66.A.45 wordt vervangen door: „66.A.45 Aantekening van bevoegdverklaringen
|
(9) |
in punt 66.A.50 wordt het bepaalde onder a) vervangen door:
|
(10) |
in punt 66.A.70, het bepaalde onder c) en d) vervangen door:
|
(11) |
in punt 66.B.100 wordt het bepaalde onder b) vervangen door:
|
(12) |
punt 66.B.110 wordt vervangen door: „66.B.110 Procedure voor de wijziging van een bewijs van bevoegdheid voor onderhoud om een bijkomende basiscategorie of subcategorie toe te voegen
|
(13) |
in punt 66.B.115 wordt het bepaalde onder f) vervangen door:
|
(14) |
in punt 66.B.125, onder b), wordt punt 1 vervangen door:
|
(15) |
punt 66.B.130 wordt vervangen door: „66.B.130 Procedure voor de directe erkenning van luchtvaartuigtypeopleidingen
|
(16) |
in punt 66.B.200 wordt het bepaalde onder c) vervangen door:
|
(17) |
in punt 66.B.305, onder b), wordt het woord „aanhangsel III” vervangen door het woord „aanhangsel I”; |
(18) |
punt 66.B.405 wordt vervangen door: „66.B.405 Rapport van examenvrijstelling
|
(19) |
in punt 66.B.410 wordt het bepaalde onder c) vervangen door:
|
(20) |
Aanhangsel I wordt als volgt gewijzigd:
|
(21) |
Aanhangsel II wordt als volgt gewijzigd:
|
(22) |
Aanhangsel III wordt als volgt gewijzigd:
|
(23) |
Aanhangsel IV wordt vervangen door: „Aanhangsel IV Ervaringsvereisten voor verlenging van een deel 66-bevoegdheidsbewijs voor onderhoud aan luchtvaartuigen Onderstaande tabel bevat de ervaringsvereisten voor het toevoegen van een nieuwe categorie of subcategorie aan een bestaand deel 66-bevoegdheidsbewijs. De ervaring moet praktische ervaring betreffen bij de exploitatie van luchtvaartuigen in de subcategorie waarop de aanvraag betrekking heeft. De ervaringseis wordt gehalveerd als de aanvrager een voor de bedoelde subcategorie relevante, erkende deel 147-cursus volledig heeft gevolgd.
|
(24) |
Aanhangsel V wordt vervangen door: „Aanhangsel V Aanvraagformulier — EASA-formulier 19
|
(25) |
Aanhangsel VI wordt als volgt gewijzigd:
|
26. |
de volgende aanhangsels VII en VIII worden toegevoegd: „Aanhangsel VII Basiskennisvereisten voor een bewijs van bevoegdheid voor onderhoud van luchtvaartuigen van categorie L De definities van de verschillende kennisniveaus die uit hoofde van dit aanhangsel vereist zijn, zijn dezelfde als die van punt 1 van aanhangsel I van bijlage III (deel 66).
INHOUDSOPGAVE
MODULE 1L — BASISKENNIS
MODULE 2L — MENSELIJKE FACTOREN
MODULE 3L — LUCHTVAARTWETGEVING
MODULE 4L — CASCO HOUT/METALEN BUIZEN EN TEXTIEL
MODULE 5L — CASCO COMPOSIET
MODULE 6L — CASCO METAAL
MODULE 7L — CASCO ALGEMEEN
MODULE 8L — MOTOR
MODULE 9L — HETELUCHTBALLON/HETELUCHTZEPPELIN
MODULE 10L — GASBALLON/GASZEPPELIN (VRIJ/VERANKERD)
MODULES 11L — HETELUCHT-/GASZEPPELINS
MODULE 12L — RADIO COM/ELT/TRANSPONDER/INSTRUMENTEN
Aanhangsel VIII Basisexamennorm voor een bewijs van bevoegdheid voor onderhoud van luchtvaartuigen van categorie L.
|
BIJLAGE IV
Bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:
(1) |
in punt 147.A.145 wordt het bepaalde onder a) vervangen door:
|
(2) |
Aanhangsels I en II worden vervangen door: „Aanhangsel I Duur van de basiscursus De minimale duur van een complete basiscursus is als volgt:
Aanhangsel II Erkenning als onderhoudsopleidingorganisatie vermeld in bijlage IV (deel 147) — EASA-formulier 11 Tekst van het beeld Tekst van het beeld |
(3) |
het in aanhangsel III opgenomen EASA-formulier 149, uitgave 2, wordt vervangen door: Tekst van het beeld |
(*1) Dit aantal uren wordt als volgt verhoogd, al naargelang de geselecteerde aanvullende systeembevoegdverklaringen:
Systeembevoegdverklaringen |
Duur in uren |
Percentage theorieopleiding |
COM/NAV |
90 |
50-60 |
INSTRUMENTEN |
55 |
|
AUTOMATISCHE VLUCHT |
80 |
|
TOEZICHTMAATREGELEN |
40 |
|
CASCOSYSTEMEN |
100 |
BIJLAGE V
Bijlage Va wordt als volgt gewijzigd:
(1) |
in de inhoudsopgave wordt punt T.A.501 ingevoegd na „Subdeel E — Onderhoudsorganisatie”: „T.A.501 Onderhoudsorganisatie”; |
(2) |
in T.A.201 wordt punt 3 vervangen door:
|
(3) |
de volgende titel wordt toegevoegd aan subdeel E Onderhoudsorganisatie: „T.A. 501 Onderhoudsorganisatie”; |
(4) |
Punt T.A.716 wordt vervangen door: „T.A.716 Bevindingen Na ontvangst van een kennisgeving betreffende de bevindingen overeenkomstig M.B.705 moet de managementorganisatie voor permanente luchtwaardigheid een actieplan voor corrigerende maatregelen opstellen en aantonen dat zij tot voldoening van de bevoegde autoriteit corrigerende maatregelen heeft getroffen binnen een met de bevoegde autoriteit overeengekomen termijn.”. |
BESLUITEN
16.8.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 207/58 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2018/1143 VAN DE COMMISSIE
van 10 augustus 2018
tot wijziging van de Beschikkingen 92/260/EEG en 93/197/EEG wat betreft de tests op equiene virusarteritis
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2018) 5071)
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2009/156/EG van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het verkeer van paardachtigen en de invoer van paardachtigen uit derde landen (1), en met name artikel 15, onder a), en b), ii), eerste alinea, artikel 16, lid 2, en artikel 19, inleidende zin en onder b),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Richtlijn 2009/156/EG bevat veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer in de Unie van levende paardachtigen. Bij die richtlijn wordt de Commissie gemachtigd tot het vaststellen van, onder meer, de bijzondere voorschriften voor de tijdelijke toelating van geregistreerde paardachtigen en de invoer van paardachtigen in de Unie. |
(2) |
Bij Beschikking 92/260/EEG van de Commissie (2) is bepaald dat lidstaten de tijdelijke toelating in de Unie moeten toestaan van geregistreerde paarden die voldoen aan de onder meer in bijlage II, delen A tot en met E, van die beschikking vastgestelde veterinairrechtelijke voorschriften en voorschriften inzake veterinaire certificering. |
(3) |
Bij Beschikking 93/197/EEG van de Commissie (3) is bepaald dat lidstaten de invoer in de Unie moeten toestaan van geregistreerde paardachtigen en van als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen die voldoen aan de onder meer in bijlage II, delen A tot en met E, van die beschikking vastgestelde veterinairrechtelijke voorschriften en voorschriften inzake veterinaire certificering. |
(4) |
Indien niet-gecastreerde mannelijke paardachtigen afkomstig zijn uit een derde land waar equiene virusarteritis is gemeld gedurende de zes maanden vóór hun verzending naar de Unie, mogen zij pas in de Unie worden binnengebracht nadat zij met negatief resultaat op equiene virusarteritis zijn getest, of tegen die ziekte zijn ingeënt en regelmatig opnieuw zijn ingeënt. |
(5) |
Ter aanvulling op de voorschriften van de Unie met betrekking tot testen of vaccinatie van niet-gecastreerde mannelijke paardachtigen die bestemd zijn voor binnenkomst in de Unie, zijn in hoofdstuk 12.9 van de Gezondheidscode voor landdieren („de code”) van de Werelddiergezondheidsorganisatie (OIE), uitgave 2017 (4), aanbevelingen opgenomen voor het testen van niet-gecastreerde mannelijke paardachtigen op equiene virusarteritis. |
(6) |
Indien geen monster van het sperma kan worden verkregen om een seropositieve niet-gecastreerde mannelijke paardachtige te testen en ononderbroken vaccinatie niet kan worden bevestigd, is proefdekking van twee seronegatieve merries door een mannelijke paardachtige, zoals beschreven in artikel 12.9.2, punt 4, onder a), van de code, een geschikte alternatieve methode om zich ervan te vergewissen dat die niet-gecastreerde mannelijke paardachtige het equiene-arteritisvirus niet uitscheidt in zijn sperma. |
(7) |
Wegens tekorten in de voorziening van vaccins tegen equiene virusarteritis moet worden voorzien in een testprotocol voor equiene virusarteritis in overeenstemming met de aanbevelingen van de OIE en moeten de gezondheidscertificaten in bijlage II, delen A tot en met E, van de Beschikkingen 92/260/EEG en 93/197/EEG dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(8) |
De Beschikkingen 92/260/EEG en 93/197/EEG moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(9) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage II, delen A tot en met E, van Beschikking 92/260/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij dit besluit.
Artikel 2
Bijlage II, delen A tot en met E, van Beschikking 93/197/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij dit besluit.
Artikel 3
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 10 augustus 2018.
Voor de Commissie
Vytenis ANDRIUKAITIS
Lid van de Commissie
(1) PB L 192 van 23.7.2010, blz. 1.
(2) Beschikking 92/260/EEG van de Commissie van 10 april 1992 inzake veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor tijdelijke toelating van geregistreerde paarden (PB L 130 van 15.5.1992, blz. 67).
(3) Beschikking 93/197/EEG van de Commissie van 5 februari 1993 inzake veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor de invoer van geregistreerde paardachtigen en van als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen (PB L 86 van 6.4.1993, blz. 16).
(4) http://www.oie.int/index.php?id=169&L=0&htmfile=chapitre_eav.htm
BIJLAGE I
Beschikking 92/260/EEG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In elk gezondheidscertificaat in bijlage II, delen A tot en met E, wordt rubriek III, onder e), v), vervangen door:
|
2) |
In elk gezondheidscertificaat in bijlage II, delen A, B en D, wordt voetnoot 6 geschrapt. |
3) |
In elk gezondheidscertificaat in bijlage II, delen C en E, wordt voetnoot 7 geschrapt. |
BIJLAGE II
Beschikking 93/197/EEG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In elk gezondheidscertificaat in bijlage II, delen A, C, D en E, wordt rubriek III, onder e), punt v), vervangen door het volgende:
|
2) |
In het gezondheidscertificaat in bijlage II, deel B, wordt rubriek III, onder e), v), vervangen door het volgende:
|
HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN
16.8.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 207/65 |
BESLUIT Nr. 1/2017 VAN HET EPO-COMITÉ DAT IS OPGERICHT BIJ DE TUSSENTIJDSE OVEREENKOMST TOT VASTSTELLING VAN EEN KADER VOOR EEN ECONOMISCHE PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST TUSSEN STATEN IN OOSTELIJK EN ZUIDELIJK AFRIKA, ENERZIJDS, EN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN HAAR LIDSTATEN, ANDERZIJDS,
van 3 oktober 2017
betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie en wijzigingen in de lijst van met de Europese Unie geassocieerde landen en gebieden [2018/1144]
HET EPO-COMITÉ,
Gezien de Tussentijdse Overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een Economische Partnerschapsovereenkomst tussen staten in oostelijk en zuidelijk Afrika, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (1) („de overeenkomst”), die op 29 augustus 2009 in Grand Baie is ondertekend en sinds 14 mei 2012 voorlopig wordt toegepast, en met name de artikelen 63, 67 en 70,
Gezien het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie en de op 22 maart 2017 door de Republiek Kroatië neergelegde akte van toetreding tot de overeenkomst,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 63 ervan is de overeenkomst van toepassing, enerzijds, op elk grondgebied waarop het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing is, onder de in dat verdrag neergelegde voorwaarden, en, anderzijds, op het grondgebied van de ondertekenende staten in oostelijk en zuidelijk Afrika („de OZA-staten”). |
(2) |
Overeenkomstig artikel 67, lid 3, van de overeenkomst kan het EPO-comité besluiten tot wijzigingsmaatregelen die eventueel noodzakelijk zijn in verband met de toetreding van nieuwe lidstaten tot de Europese Unie. |
(3) |
In artikel 70 van de overeenkomst is bepaald dat de bijlagen bij en protocollen van de overeenkomst een integrerend deel van de overeenkomst vormen en door het EPO-comité kunnen worden herzien en/of gewijzigd. |
(4) |
Naar aanleiding van de wijziging van de status van Mayotte (2) en Saint-Barthélemy (3) en de inwerkingtreding van Besluit 2013/755/EU van de Raad (4) moet de lijst van landen en gebieden overzee in bijlage IX bij Protocol 1 van de overeenkomst worden bijgewerkt, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De Republiek Kroatië keurt, als partij bij de overeenkomst, op dezelfde wijze als de andere lidstaten van de Unie de teksten van de overeenkomst, alsmede de daaraan gehechte bijlagen, protocollen en verklaringen goed en neemt er nota van.
Artikel 2
De overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 69 wordt vervangen door: „Artikel 69 Authentieke teksten Deze overeenkomst is opgesteld in tweevoud, in de volgende talen: Bulgaars, Deens, Duits, Engels, Ests, Fins, Frans, Grieks, Hongaars, Italiaans, Kroatisch, Lets, Litouws, Maltees, Nederlands, Pools, Portugees, Roemeens, Sloveens, Slowaaks, Spaans, Tsjechisch en Zweeds, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.”. |
2) |
Bijlage IV bij Protocol 1 wordt vervangen door: „BIJLAGE IV BIJ PROTOCOL 1 FACTUURVERKLARING Bij het opstellen van de factuurverklaring, waarvan de tekst hieronder is weergegeven, dient rekening te worden gehouden met de voetnoten. De tekst van de voetnoten behoeft echter niet te worden overgenomen. Bulgaarse versie Износителят на продуктите, обхванати от този документ (митническо разрешение № … (1)) декларира, че освен кьдето е отбелязано друго, тези продукти са с … преференциален произход (2). Spaanse versie El exportador de los productos incluidos en el presente documento (autorización aduanera n.o … (1)) declara que, salvoindicación en sentido contrario, estos productos gozan de un origen preferencial … (2). Kroatische versie Izvoznik proizvoda obuhvaćenih ovom ispravom (carinsko ovlaštenje br … (1)) izjavljuje da su, osim ako je drukčije izričito navedeno, ovi proizvodi … (2) preferencijalnog podrijetla. Tsjechische versie Vývozce výrobků uvedených v tomto dokumentu (číslo povolení … (1)) prohlašuje, že kromě zřetelně označených mají tyto výrobky preferenční původ v … (2). Deense versie Eksportøren af varer, der er omfattet af nærværende dokument, (toldmyndighedernes tilladelse nr. … (1)), erklærer, at varerne, medmindre andet tydeligt er angivet, har præferenceoprindelse i … (2). Duitse versie Der Ausführer (Ermächtigter Ausführer; Bewilligungs-Nr. … (1)) der Waren, auf die sich dieses Handelspapier bezieht, erklärt, dass diese Waren, soweit nicht anderes angegeben, präferenzbegünstigte … (2) Ursprungswaren sind. Estse versie Käesoleva dokumendiga hõlmatud toodete eksportija (tolli kinnitus nr. … (1)) deklareerib, et need tooted on … (2) sooduspäritoluga, välja arvatud juhul, kui on selgelt näidatud teisiti. Griekse versie Ο εξαγωγέας των προϊόντων που καλύπτονται από το παρόν έγγραφο (άδεια τελωνείου υπ'αριθ. … (1)) δηλώνει ότι, εκτός εάν δηλώνεται σαφώς άλλως, τα προϊόντα αυτά είναι προτιμησιακής καταγωγής … (2). Engelse versie The exporter of the products covered by this document (customs authorisation No … (1)) declares that, except where otherwise clearly indicated, these products are of … (2) preferential origin. Franse versie L'exportateur des produits couverts par le présent document (autorisation douanière no … (1)) déclare que, sauf indication claire du contraire, ces produits ont l'origine préférentielle … (2). Italiaanse versie L'esportatore delle merci contemplate nel presente documento (autorizzazione doganale n. … (1)) dichiara che, salvo indicazione contraria, le merci sono di origine preferenziale … (2). Letse versie To produktu eksportētājs, kuri ietverti šajā dokumentā (muitas atļauja Nr. … (1)), deklarē, ka, izņemot tur, kur ir citādi skaidri noteikts, šiem produktiem ir preferenciāla izcelsme … (2). Litouwse versie Šiame dokumente išvardytų prekių eksportuotojas (muitinės liudijimo Nr … (1)) deklaruoja, kad, jeigu kitaip nenurodyta, tai yra … (2) preferencinės kilmės prekės. Hongaarse versie A jelen okmányban szereplő áruk exportőre (vámfelhatalmazási szám: … (1)) kijelentem, hogy eltérő egyértelmű jelzés hiányában az áruk preferenciális … (2) származásúak. Maltese versie L-esportatur tal-prodotti koperti b'dan id-dokument (awtorizzazzjoni tad-dwana nru. … (1)) jiddikjara li, ħlief fejn indikat b'mod ċar li mhux hekk, dawn il-prodotti huma ta' oriġini preferenzjali … (2). Nederlandse versie De exporteur van de goederen waarop dit document van toepassing is (douanevergunning nr. … (1)), verklaart dat, behoudens uitdrukkelijke andersluidende vermelding, deze goederen van preferentiële … oorsprong zijn (2). Poolse versie Eksporter produktów objętych tym dokumentem (upoważnienie władz celnych nr … (1)) deklaruje, że z wyjątkiem gdzie jest to wyraźnie określone, produkty te mają … (2) preferencyjne pochodzenie. Portugese versie O abaixo-assinado, exportador dos produtos abrangidos pelo presente documento (autorização aduaneira n.o … (1)), declara que, salvo indicação expressa em contrário, estes produtos são de origem preferencial … (2). Roemeense versie Exportatorul produselor ce fac obiectul acestui document (autorizația vamală nr. … (1)) declară că, exceptând cazul în care în mod expres este indicat altfel, aceste produse sunt de origine preferențială … (2). Sloveense versie Izvoznik blaga, zajetega s tem dokumentom (pooblastilo carinskih organov št … (1)) izjavlja, da, razen če ni drugače jasno navedeno, ima to blago preferencialno … (2) poreklo. Slowaakse versie Vývozca výrobkov uvedených v tomto dokumente (číslo povolenia … (1)) vyhlasuje, že okrem zreteľne označených, majú tieto výrobky preferenčný pôvod v … (2). Finse versie Tässä asiakirjassa mainittujen tuotteiden viejä (tullin lupa n:o … (1)) ilmoittaa, että nämä tuotteet ovat, ellei toisin ole selvästi merkitty, etuuskohteluun oikeutettuja … alkuperätuotteita (2). Zweedse versie Exportören av de varor som omfattas av detta dokument (tullmyndighetens tillstånd nr. … (1)) försäkrar att dessa varor, om inte annat tydligt markerats, har förmånsberättigande … ursprung (2). … (3) (Plaats en datum) … (4) (Handtekening van de exporteur; naam van de ondertekenaar in blokletters) Aantekeningen
|
Artikel 3
De Europese Unie doet de Kroatische taalversie van de overeenkomst aan de OZA-staten toekomen.
Artikel 4
1. De overeenkomst wordt toegepast op goederen die uit een van de OZA-staten naar de Republiek Kroatië of uit de Republiek Kroatië naar een van de OZA-staten worden uitgevoerd, die voldoen aan de bepalingen van Protocol 1 van de overeenkomst en die op 1 juli 2013 in een van de OZA-staten of in de Republiek Kroatië onderweg waren of zich aldaar in tijdelijke opslag, in een douane-entrepot of in een vrije zone bevonden.
2. In de in lid 1 genoemde gevallen wordt preferentiële behandeling toegekend, op voorwaarde dat binnen vier maanden na de datum van inwerkingtreding van dit besluit aan de douaneautoriteiten van het land van invoer een bewijs van oorsprong wordt overgelegd dat achteraf is afgegeven door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer.
Artikel 5
De OZA-staten verbinden zich ertoe in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie geen claims of verzoeken in te dienen of beroep in te stellen, noch enige concessie uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de GATT 1994 of artikel XXI van de GATS te wijzigen of in te trekken.
Artikel 6
Bijlage IX bij Protocol 1 van de overeenkomst wordt vervangen door:
BIJLAGE IX BIJ PROTOCOL 1
LANDEN EN GEBIEDEN OVERZEE
In dit protocol worden onder „landen en gebieden overzee” de hieronder genoemde landen en gebieden verstaan die zijn bedoeld in het vierde deel van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap:
(onverminderd de status van deze landen en gebieden of de ontwikkeling van die status)
1. |
landen en gebieden overzee die speciale banden hebben met het Koninkrijk Denemarken:
|
2. |
landen en gebieden overzee die speciale banden hebben met de Franse Republiek:
|
3. |
landen en gebieden overzee die speciale banden hebben met het Koninkrijk der Nederlanden:
|
4. |
landen en gebieden overzee die speciale banden hebben met het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland:
|
Artikel 7
Dit besluit treedt in werking op 3 oktober 2017.
De artikelen 3 en 4 zijn van toepassing met ingang van 1 juli 2013.
Gedaan te Antananarivo, 3 oktober 2017.
Voor de ondertekenende OZA-staten
Haymandoyal DILLUM
Voor de Europese Unie
Cecilia MALMSTRÖM
(1) PB L 111 van 24.4.2012, blz. 2.
(2) Besluit 2012/419/EU van de Europese Raad van 11 juli 2012 tot wijziging van de status van Mayotte ten aanzien van de Europese Unie (PB L 204 van 31.7.2012, blz. 131).
(3) Besluit 2010/718/EU van de Europese Raad van 29 oktober 2010 tot wijziging van de status van het eiland Saint-Barthélemy ten aanzien van de Europese Unie (PB L 325 van 9.12.2010, blz. 4).
(4) Besluit 2013/755/EU van de Raad van 25 november 2013 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie („LGO-besluit”) (PB L 344 van 19.12.2013, blz. 1).