ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 167

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

61e jaargang
4 juli 2018


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

 

*

Besluit (EU) 2018/948 van de Raad van 25 juni 2018 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en IJsland betreffende extra voorschriften met betrekking tot het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid voor de periode 2014-2020

1

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2018/949 van de Commissie van 3 juli 2018 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1235/2008 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad wat de regeling voor de invoer van biologische producten uit derde landen betreft ( 1)

3

 

 

BESLUITEN

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/950 van de Commissie van 3 juli 2018 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met Afrikaanse varkenspest in sommige lidstaten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2018) 4321)  ( 1)

11

 

 

AANBEVELINGEN

 

*

Aanbeveling (EU) 2018/951 van de Commissie van 22 juni 2018 betreffende normen voor organen voor gelijke behandeling

28

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Verordening (EU) 2016/1103 van de Raad van 24 juni 2016 tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van huwelijksvermogensstelsels ( PB L 183 van 8.7.2016 )

36

 

*

Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/774 van de Raad van 28 mei 2018 tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië ( PB L 131 van 29.5.2018 )

36

 

*

Rectificatie van Besluit (GBVB) 2018/778 van de Raad van 28 mei 2018 houdende wijziging van Besluit 2013/255/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië ( PB L 131 van 29.5.2018 )

36

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

4.7.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 167/1


BESLUIT (EU) 2018/948 VAN DE RAAD

van 25 juni 2018

betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en IJsland betreffende extra voorschriften met betrekking tot het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid voor de periode 2014-2020

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 77, lid 2, en artikel 218, lid 6, onder a),

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig Besluit (EU) 2018/398 van de Raad (2) is de overeenkomst tussen de Europese Unie en IJsland betreffende extra voorschriften met betrekking tot het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid voor de periode 2014-2020 („de overeenkomst”) op 2 maart 2018 door de Commissie ondertekend, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum.

(2)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit en is het besluit niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. Aangezien dit besluit voortbouwt op het Schengenacquis, beslist Denemarken overeenkomstig artikel 4 van genoemd protocol binnen een termijn van zes maanden nadat de Raad dit besluit heeft vastgesteld, of het dit besluit in zijn nationale wetgeving zal omzetten.

(3)

Dit besluit houdt een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad (3). Het Verenigd Koninkrijk neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit besluit is niet bindend voor noch van toepassing op deze lidstaat.

(4)

Dit besluit houdt een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad (4). Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit besluit is niet bindend voor noch van toepassing op Ierland.

(5)

Om ervoor te zorgen dat de in deze overeenkomst opgenomen maatregelen meteen kunnen worden toegepast en de goedkeuring en uitvoering van de nationale programma's niet te vertragen, dient dit besluit in werking te treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(6)

De overeenkomst moet worden goedgekeurd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De overeenkomst tussen de Europese Unie en IJsland betreffende extra voorschriften met betrekking tot het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid voor de periode 2014-2020 wordt namens de Unie goedgekeurd (5).

Artikel 2

De voorzitter van de Raad verricht namens de Unie de in artikel 19, lid 2, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving, waarmee de instemming van de Europese Unie om door de overeenkomst gebonden te zijn, tot uiting wordt gebracht (6).

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Luxemburg, 25 juni 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

N. DIMOV


(1)  Goedkeuring van 13 maart 2018 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  Besluit (EU) 2018/398 van de Raad van 12 juni 2017 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en IJsland betreffende extra voorschriften met betrekking tot het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid voor de periode 2014-2020 (PB L 72 van 15.3.2018, blz. 1.)

(3)  Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis (PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43).

(4)  Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20).

(5)  De overeenkomst is samen met het ondertekeningsbesluit bekendgemaakt in PB L 72 van 15.3.2018.

(6)  De datum van inwerkingtreding van de overeenkomst wordt door het secretariaat-generaal van de Raad bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.


VERORDENINGEN

4.7.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 167/3


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/949 VAN DE COMMISSIE

van 3 juli 2018

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1235/2008 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad wat de regeling voor de invoer van biologische producten uit derde landen betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2092/91 (1), en met name artikel 33, leden 2 en 3, en artikel 38, onder d),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1235/2008 van de Commissie (2) bevat een lijst van derde landen waarvan de productiesystemen en de controlemaatregelen voor de biologische productie van landbouwproducten als gelijkwaardig met die van Verordening (EG) nr. 834/2007 zijn erkend.

(2)

Overeenkomstig de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Chili inzake de handel in biologische producten, die bij Besluit (EU) 2017/2307 van de Raad (3) is goedgekeurd, aanvaarden de Unie en Chili de invoer op hun grondgebied en het in de handel brengen als biologische producten van de in een bijlage bij die overeenkomst opgesomde producten, op voorwaarde dat die producten voldoen aan de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de andere partij. In bijlage I bij die overeenkomst staan de biologische producten van Chili waarvan de Unie de gelijkwaardigheid erkent. Duidelijkheidshalve moet Chili worden opgenomen in de lijst in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1235/2008.

(3)

Volgens door Costa Rica verstrekte informatie heeft de bevoegde autoriteit van dat land één nieuw controleorgaan, namelijk „Primus Auditing Operations de Costa Rica S.A” toegevoegd aan de lijst van door Costa Rica erkende controleorganen.

(4)

Volgens door Zwitserland verstrekte informatie zijn de namen van de controleorganen „Institut für Marktökologie (IMO)” en „ProCert Safety AG” gewijzigd in respectievelijk „IMOswiss AG” en „ProCert AG”.

(5)

Volgens door Tunesië verstrekte informatie is de naam van de bevoegde autoriteit van dat land gewijzigd. Tunesië heeft de Commissie ook meegedeeld dat zijn bevoegde autoriteit één controleorgaan, namelijk „CERES GmbH” heeft toegevoegd aan de lijst van de door Tunesië erkende controleorganen en dat de naam van het controleorgaan „Ecocert SA en Tunisie” is gewijzigd in „Ecocert SA”. De erkenning van het controleorgaan „Suolo e Salute” is ingetrokken. Tot slot zijn aan de controleorganen „Kiwa BCS Öko-Garantie GmbH” en „Institut national de la normalisation et de la propriété industrielle (INNORPI)” nieuwe codenummers toegewezen.

(6)

Volgens door Zuid-Korea verstrekte informatie zijn nieuwe internetadressen meegedeeld voor „OCK” en „Neo environmentally-friendly”. De erkenning van het controleorgaan „Ecocert” is ingetrokken. Tot slot heeft de bevoegde autoriteit van Zuid-Korea nog vier controleorganen erkend, die moeten worden toegevoegd aan de lijst van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1235/2008: „Ecolivestock Association”, „Association for Agricultural Products Quality Evaluation”, „University Industry Liaison office of CNU” en „Eco Agriculture Institute Inc.”.

(7)

Bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1235/2008 bevat een lijst van de controlerende autoriteiten en de controleorganen die bevoegd zijn om in derde landen voor gelijkwaardigheidsdoeleinden controles uit te voeren en certificaten af te geven.

(8)

De Commissie heeft een verzoek van „Agreco R.F. Göderz GmbH” tot wijziging van zijn specifieke gegevens ontvangen en onderzocht. Op basis van de ontvangen informatie heeft de Commissie geconcludeerd dat het gerechtvaardigd is „Agreco R.F. Göderz GmbH” voor productcategorie B te erkennen voor alle derde landen waarvoor dit controleorgaan voor andere productcategorieën is erkend en het geografische toepassingsgebied van zijn erkenning voor productcategorie D uit te breiden met Kaapverdië, Fiji, Iran, Cambodja, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, de Salomonseilanden, El Salvador, Tonga en Samoa, en voor productcategorie A met Mexico en Uruguay.

(9)

De Commissie heeft een verzoek van „Bioagricert S.r.l” tot wijziging van zijn specifieke gegevens ontvangen en onderzocht. Op basis van de ontvangen informatie heeft de Commissie geconcludeerd dat het gerechtvaardigd is „Bioagricert S.r.l” te erkennen voor productcategorie D voor Indonesië.

(10)

De Commissie heeft een verzoek van „Biocert International Pvt Ltd” tot opname in de lijst van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1235/2008 ontvangen en onderzocht. Op basis van de ontvangen informatie heeft de Commissie geconcludeerd dat het gerechtvaardigd is „Biocert International Pvt Ltd” te erkennen voor de productcategorieën D en E voor India en voor de productcategorieën A en D voor Sri Lanka.

(11)

De Commissie heeft een verzoek van „Ecocert SA” tot wijziging van zijn specifieke gegevens ontvangen en onderzocht. Op basis van de ontvangen informatie heeft de Commissie geconcludeerd dat het gerechtvaardigd is het geografische toepassingsgebied van zijn erkenning voor de productcategorieën A en D uit te breiden met Nieuw-Caledonië, voor productcategorie B met Armenië en voor productcategorie E met Togo.

(12)

„Ecoglobe” heeft de Commissie meegedeeld dat zijn adres en zijn internetadres zijn gewijzigd.

(13)

De Commissie heeft een verzoek van „Ekoagros” tot wijziging van zijn specifieke gegevens ontvangen en onderzocht. Op basis van de ontvangen informatie heeft de Commissie geconcludeerd dat het gerechtvaardigd is de erkenning voor Rusland uit te breiden met de productcategorieën B en D.

(14)

„NASAA Certified Organic Pty Ltd” heeft de Commissie meegedeeld dat zijn internetadres is gewijzigd.

(15)

De Commissie heeft een verzoek van „OneCert International PVT Ltd” tot wijziging van zijn specifieke gegevens ontvangen en onderzocht. Op basis van de ontvangen informatie heeft de Commissie geconcludeerd dat het gerechtvaardigd is het geografische toepassingsgebied van zijn erkenning voor de productcategorieën A en D uit te breiden met Benin, Indonesië, Nigeria, de Filipijnen en Togo.

(16)

„Organic Certifiers” heeft de Commissie meegedeeld dat het zijn certificeringsactiviteiten in alle derde landen waarvoor het was erkend, heeft stopgezet. Bijgevolg mag het niet langer op de lijst van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1235/2008 staan.

(17)

„ORSER” heeft de Commissie meegedeeld dat zijn adres is gewijzigd.

(18)

De Commissie heeft een verzoek van „Q-check” tot opname in de lijst van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1235/2008 ontvangen en onderzocht. Op basis van de ontvangen informatie heeft de Commissie geconcludeerd dat het gerechtvaardigd is „Q-check” te erkennen voor de productcategorieën A en D voor Albanië, Egypte, Jordanië, Kosovo, Libanon, Peru, Saudi-Arabië, Servië, Turkije en de Verenigde Arabische Emiraten.

(19)

„Quality Partner” heeft de Commissie meegedeeld dat het zijn certificeringsactiviteiten in Indonesië, het enige derde land waarvoor het was erkend, heeft stopgezet. Bijgevolg mag het niet langer op de lijst van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1235/2008 staan.

(20)

„Soil Association Certification Limited” heeft de Commissie meegedeeld dat het zijn certificeringsactiviteiten in Egypte en Iran stopzet. Bijgevolg mogen deze landen niet langer op de lijst van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1235/2008 staan.

(21)

De Commissie heeft een verzoek van „Valsts SIA „Sertifikācijas un testēšanas centrs”” tot wijziging van zijn specifieke gegevens ontvangen en onderzocht. Op basis van de ontvangen informatie heeft de Commissie geconcludeerd dat het gerechtvaardigd is het geografische toepassingsgebied van zijn erkenning voor productcategorie A uit te breiden met Belarus en voor de productcategorieën A en B met Oezbekistan.

(22)

Nu Chili in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1235/2008 wordt opgenomen, moeten de betrokken controleorganen die tot nu toe waren erkend voor de invoer van producten van de categorieën A, D of F uit Chili, verder voor Chili worden erkend voor die productcategorieën, behalve voor de producten die onder de handelsovereenkomst vallen.

(23)

De bijlagen III en IV bij Verordening (EG) nr. 1235/2008 moeten bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(24)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor biologische productie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1235/2008 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage III wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.

2)

Bijlage IV wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 3 juli 2018.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 189 van 20.7.2007, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 1235/2008 van de Commissie van 8 december 2008 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad wat de regeling voor de invoer van biologische producten uit derde landen betreft (PB L 334 van 12.12.2008, blz. 25).

(3)  Besluit (EU) 2017/2307 van de Raad van 9 oktober 2017 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Chili inzake de handel in biologische producten (PB L 331 van 14.12.2017, blz. 1).


BIJLAGE I

Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1235/2008 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Na de tekst met betrekking tot Canada wordt de volgende nieuwe tekst ingevoegd:

„CHILI

1.

Productcategorieën:

Productcategorie

Aanduiding van de categorie in bijlage IV

Beperkingen

Onverwerkte plantaardige producten

A

Enkel de producten die in de overeenkomst zijn opgenomen

Honing

 

Enkel de producten die in de overeenkomst zijn opgenomen

Verwerkte plantaardige producten voor gebruik als levensmiddel

D

Enkel de producten die in de overeenkomst zijn opgenomen

Vegetatief teeltmateriaal en zaaizaad

F

Enkel de producten die in de overeenkomst zijn opgenomen

2.

Oorsprong: biologisch geteelde ingrediënten in producten van de categorieën A en D die zijn geteeld in Chili of in Chili zijn ingevoerd:

hetzij uit de Unie,

hetzij uit een derde land in het kader van een regeling die overeenkomstig artikel 33, lid 2, van Verordening (EG) nr. 834/2007 als gelijkwaardig is erkend.

3.

Productienorm: Wet 20.089 van 17 januari 2006 tot oprichting van een nationaal certificeringssysteem voor biologische landbouwproducten.

4.

Bevoegde autoriteit: Servicio Agricola y Ganadero (SAG), Ministry of Agriculture, http://www.sag.cl/ambitos-de-accion/certificacion-de-productos-organicos

5.

Controleorganen:

Codenummer

Naam

Internetadres

CL-BIO-001

Ecocert Chile S.A.

www.ecocert.cl

CL-BIO-004

ARGENCERT (Instituto Argentino para la Certificación y Promoción de productos)

www.argencert.com.ar

CL-BIO-005

CERES — Certification of Environmental Standards GmbH

http://www.ceres-cert.com/

CL-BIO-010

BIO CERTIFICADORA SERVICIOS LIMITADA

www.bioaudita.cl

6.

Organen en autoriteiten die het certificaat afgeven: zoals in punt 5.

7.

Geldigheidsduur van de opneming in de lijst: tot en met 31 december 2020.”.

2)

In de tekst met betrekking tot Costa Rica wordt in punt 5 de volgende rij betreffende codenummer CR-BIO-007 toegevoegd:

„CR-BIO-007

Primus Auditing Operations de Costa Rica S.A

www.primusauditingops.com”

3)

In de tekst met betrekking tot Zwitserland worden in punt 5 de rijen betreffende de codenummers CH-BIO-004 en CH-BIO-038 vervangen door:

„CH-BIO-004

IMOswiss AG

www.imo.ch

CH-BIO-038

ProCert AG

https://www.procert.ch/”

4)

In de tekst met betrekking tot Tunesië worden de punten 4 en 5 vervangen door:

„4.

Bevoegde autoriteit: Ministère de l'Agriculture, des Ressources Hydrauliques et de la Pêche, www.agriculture.tn en www.onagri.tn

5.

Controleorganen:

TN-BIO-001

Ecocert SA.

www.ecocert.com

TN-BIO-007

Institut national de la normalisation et de la propriété industrielle (INNORPI)

www.innorpi.tn

TN-BIO-008

CCPB Srl

www.ccpb.it

TN-BIO-009

CERES GmbH

www.ceres-cert.com

TN-BIO-010

Kiwa BCS Öko-Garantie GmbH

www.kiwabcs.com”

5)

In de tekst met betrekking tot de Republiek Korea wordt punt 5 als volgt gewijzigd:

a)

de rijen betreffende KR-ORG-005 en KR-ORG-019 worden vervangen door:

„KR-ORG-005

OCK

http://www.greenock.co.kr/

KR-ORG-019

Neo environmentally-friendly

http://neoefcc.modoo.at”

b)

KR-ORG-016 wordt geschrapt;

c)

de volgende rijen worden toegevoegd:

„KR-ORG-025

Ecolivestock Association

http://www.ecolives.co.kr

KR-ORG-026

Association for Agricultural Products Quality Evaluation

http://apqe.co.kr

KR-ORG-027

University Industry Liaison office of CNU

http://sanhak.jnu.ac.kr/eng/

KR-ORG-029

Eco Agriculture Institute Inc.

http://blog.daum.net/ifea2011”


BIJLAGE II

Bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1235/2008 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In de tekst met betrekking tot „A CERT European Organization for Certification SA” wordt punt 4 vervangen door:

„4.

Uitzonderingen: omschakelingsproducten en onder bijlage III vallende producten.”.

2)

In de tekst met betrekking tot „Agreco R.F. Göderz GmbH” wordt punt 3 als volgt gewijzigd:

a)

in de rijen betreffende Mexico en Uruguay wordt een kruisje toegevoegd in kolom A;

b)

in de rijen betreffende Azerbeidzjan, Bosnië en Herzegovina, Burkina Faso, Bolivia, Kameroen, Colombia, Cuba, Kaapverdië, de Dominicaanse Republiek, Ecuador, Egypte, Ethiopië, Fiji, Georgië, Ghana, Guatemala, Honduras, Indonesië, Iran, Kenia, Kirgizië, Cambodja, Kazachstan, Sri Lanka, Marokko, Moldavië, Montenegro, Madagaskar, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Mali, Mexico, Nigeria, Nicaragua, Nepal, Peru, Papoea-Nieuw-Guinea, Filipijnen, Paraguay, Servië, Rusland, de Salomonseilanden, Senegal, Suriname, El Salvador, Togo, Thailand, Turkmenistan, Tonga, Tuvalu, Tanzania, Oekraïne, Uganda, Uruguay, Oezbekistan, Venezuela, Vietnam, Samoa en Zuid-Afrika wordt een kruisje toegevoegd in kolom B;

c)

in de rijen betreffende Kaapverdië, Fiji, Iran, Cambodja, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, de Salomonseilanden, El Salvador, Tonga en Samoa wordt een kruisje toegevoegd in kolom D.

3)

In de tekst met betrekking tot „Bioagricert S.r.l” wordt in punt 3 in de rij betreffende Indonesië een kruisje toegevoegd in kolom D.

4)

Na de tekst met betrekking tot „BIOCert Indonesia” wordt de volgende nieuwe tekst ingevoegd:

„„Biocert International Pvt Ltd

1.

Adres: 701 Pukhraj Corporate, Opposite Navlakha Bus Stop, Indore, 452001, India

2.

Internetadres: http://www.biocertinternational.com

3.

Betrokken codenummers, derde landen en productcategorieën:

Codenummer

Derde land

Productcategorie

A

B

C

D

E

F

IN-BIO-177

India

x

x

LK-BIO-177

Sri Lanka

x

x

4.

Uitzonderingen: omschakelingsproducten.

5.

Geldigheidsduur van de opneming in de lijst: tot en met 30 juni 2021.”.

5)

In de tekst met betrekking tot „CERES Certification of Environmental Standards GmbH” wordt punt 4 vervangen door:

„4.

Uitzonderingen: omschakelingsproducten en onder bijlage III vallende producten.”.

6)

In de tekst met betrekking tot „Ecocert SA” wordt punt 3 als volgt gewijzigd:

a)

de volgende rij wordt ingevoegd in volgorde van de codenummers:

„NC-BIO-154

Nieuw-Caledonië

x

x

—”

b)

in de rij betreffende Armenië wordt een kruisje toegevoegd in kolom B;

c)

in de rij betreffende Togo wordt een kruisje toegevoegd in kolom E.

7)

In de tekst met betrekking tot „Ecoglobe” worden de punten 1 en 2 vervangen door:

„1.

Adres: 80 Aram Street, 0002 Yerevan, Armenië

2.

Internetadres: http://www.ecoglobe.com”.

8)

In de tekst met betrekking tot „Ekoagros” wordt in punt 3 in de rij betreffende Rusland een kruisje toegevoegd in de kolommen B en D.

9)

In de tekst met betrekking tot „IMOcert Latinoamérica Ltda” wordt punt 4 vervangen door:

„4.

Uitzonderingen: omschakelingsproducten en onder bijlage III vallende producten.”.

10)

In de tekst met betrekking tot „LACON GmbH” wordt punt 4 vervangen door:

„4.

Uitzonderingen: omschakelingsproducten en onder bijlage III vallende producten.”.

11)

In de tekst met betrekking tot „NASAA Certified Organic Pty Ltd” wordt punt 2 vervangen door:

„2.

Internetadres: www.nasaacertifiedorganic.com.au”.

12)

In de tekst met betrekking tot „OneCert International PVT Ltd” worden in punt 3 de volgende rijen ingevoegd in volgorde van de codenummers:

„BJ-BIO-152

Benin

x

x

ID-BIO-152

Indonesië

x

x

NG-BIO-152

Nigeria

x

x

PH-BIO-152

Filipijnen

x

x

TG-BIO-152

Togo

x

x

—”

13)

In de tekst met betrekking tot „Oregon Tilth” wordt punt 4 vervangen door:

„4.

Uitzonderingen: omschakelingsproducten en onder bijlage III vallende producten.”.

14)

De tekst met betrekking tot „Organic Certifiers” wordt geschrapt.

15)

In de tekst met betrekking tot „ORSER” wordt punt 1 vervangen door:

„1.

Adres: Prof. Dr. Ahmet Taner Kislali Mah.2842 Sok.No: 4, 06810 Cayyolu, Cankaya-Ankara Turkije”.

16)

Na de tekst met betrekking tot „Overseas Merchandising Inspection Co., Ltd” wordt de volgende nieuwe tekst ingevoegd:

„„Q-check

1.

Adres: 9-17 Erithrou Stavrou str., Larissa, Griekenland

2.

Internetadres: http://www.qcheck-cert.gr

3.

Betrokken codenummers, derde landen en productcategorieën:

Codenummer

Derde land

Productcategorie

A

B

C

D

E

F

AL-BIO-179

Albanië

x

x

AE-BIO-179

Verenigde Arabische Emiraten

x

x

EG-BIO-179

Egypte

x

x

JO-BIO-179

Jordanië

x

x

RKS-BIO-179

Kosovo

x

x

LB-BIO-179

Libanon

x

x

PE-BIO-179

Peru

x

x

TR-BIO-179

Turkije

x

x

SA-BIO-179

Saudi-Arabië

x

x

RS-BIO-179

Servië

x

x

4.

Uitzonderingen: omschakelingsproducten.

5.

Geldigheidsduur van de opneming in de lijst: tot en met 30 juni 2021.”.

17)

De tekst met betrekking tot „Quality Partner” wordt geschrapt.

18)

In de tekst met betrekking tot „Soil Association Certification Limited” worden in punt 3 de rijen betreffende Egypte en Iran geschrapt.

19)

In de tekst met betrekking tot „Valsts SIASertifikācijas un testēšanas centrs”” worden in punt 3 de volgende rijen ingevoegd in volgorde van de codenummers:

„BY-BIO-173

Belarus

x

UZ-BIO-173

Oezbekistan

x

x

—”


BESLUITEN

4.7.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 167/11


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2018/950 VAN DE COMMISSIE

van 3 juli 2018

tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met Afrikaanse varkenspest in sommige lidstaten

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2018) 4321)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (1), en met name artikel 9, lid 4,

Gezien Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (2), en met name artikel 10, lid 4,

Gezien Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (3), en met name artikel 4, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU van de Commissie (4) zijn in bepaalde lidstaten, waar gevallen van Afrikaanse varkenspest in tamme of wilde varkens zijn bevestigd („de betrokken lidstaten”), maatregelen op het gebied van de diergezondheid vastgesteld in verband met die ziekte. In de bijlage bij dat uitvoeringsbesluit zijn bepaalde gebieden in de betrokken lidstaten afgebakend, die in de lijsten in de delen I tot en met IV van die bijlage zijn opgenomen, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende risiconiveaus op basis van de epidemiologische situatie van die ziekte. De bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU is verscheidene keren gewijzigd om rekening te houden met veranderingen in de epidemiologische situatie ten aanzien van Afrikaanse varkenspest in de Unie die in die bijlage moeten worden weerspiegeld.

(2)

Het risico van verspreiding van Afrikaanse varkenspest bij wilde dieren hangt samen met de natuurlijke trage verspreiding van die ziekte bij wilde varkens en met de risico's die aan menselijke activiteiten verbonden zijn, zoals is gebleken uit de recente epidemiologische ontwikkeling van de ziekte in de Unie en zoals is gedocumenteerd door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) in het op 14 juli 2015 gepubliceerde wetenschappelijk advies van het Panel voor diergezondheid en dierenwelzijn; het op 23 maart 2017 gepubliceerde wetenschappelijk verslag van de EFSA over het epidemiologisch onderzoek naar Afrikaanse varkenspest in de Baltische staten en Polen; en het op 7 november 2017 gepubliceerde wetenschappelijk verslag van de EFSA over het epidemiologisch onderzoek naar Afrikaanse varkenspest in de Baltische staten en Polen (5).

(3)

In juni 2018 zijn 139 uitbraken van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij tamme varkens in het district Tulcea in Roemenië. Door deze uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij tamme varkens moet in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU met een hoger risiconiveau rekening worden gehouden. Bijgevolg moet dit door Afrikaanse varkenspest getroffen gebied in Roemenië in de lijsten in de delen I en III van die bijlage worden opgenomen.

(4)

In juni 2018 zijn enkele gevallen van Afrikaanse varkenspest bij wilde zwijnen vastgesteld in het district Satu Mare in Roemenië, dat reeds getroffen was door de uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij tamme varkens. Door deze uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij wilde zwijnen moet in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU met een hoger risiconiveau rekening worden gehouden. Bijgevolg moet dit door Afrikaanse varkenspest getroffen gebied in Roemenië in de lijsten in de delen I, II en III van die bijlage worden opgenomen.

(5)

In juni 2018 zijn meerdere uitbraken van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij tamme varkens in de regio's Radviliškis, Lazdijai, Raseiniai, Jurbarkas, Kėdainiai, Mažeikiai en Joniškis in Litouwen. Door deze uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij tamme varkens en de recente gevallen bij wilde zwijnen in dezelfde gebieden in Litouwen moet in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU met een hoger risiconiveau rekening worden gehouden. Bijgevolg moeten deze door Afrikaanse varkenspest getroffen gebieden in Litouwen in de lijst in deel III van die bijlage worden opgenomen.

(6)

In juni 2018 zijn drie uitbraken van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij tamme varkens in de regio's włodawski powiat, bialski powiat en braniewski powiat in Polen. Door deze uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij tamme varkens en de recente gevallen bij wilde zwijnen in dezelfde gebieden in Polen moet in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU met een hoger risiconiveau rekening worden gehouden. Bijgevolg moeten deze door Afrikaanse varkenspest getroffen gebieden in Polen in de lijst in deel III van die bijlage worden opgenomen.

(7)

In juni 2018 is een uitbraak van Afrikaanse varkenspest vastgesteld bij tamme varkens in de regio Jelgava in Letland. Door deze uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij tamme varkens en de recente gevallen bij wilde zwijnen in hetzelfde gebied in Letland, moet in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU met een hoger risiconiveau rekening worden gehouden. Bijgevolg moet dit door Afrikaanse varkenspest getroffen gebied in Letland in de lijst in deel III van die bijlage worden opgenomen.

(8)

Om rekening te houden met recente ontwikkelingen in de epidemiologische evolutie van Afrikaanse varkenspest in de Unie, en met het oog op de proactieve bestrijding van de met de verspreiding van die ziekte samenhangende risico's, moeten voor Roemenië, Letland, Litouwen en Polen nieuwe gebieden met een hoog risico van voldoende omvang worden afgebakend en in de lijst in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU worden opgenomen. Die bijlage moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 3 juli 2018.

Voor de Commissie

Vytenis ANDRIUKAITIS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 395 van 30.12.1989, blz. 13.

(2)  PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29.

(3)  PB L 18 van 23.1.2003, blz. 11.

(4)  Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU van de Commissie van 9 oktober 2014 betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met Afrikaanse varkenspest in sommige lidstaten en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit 2014/178/EU (PB L 295 van 11.10.2014, blz. 63).

(5)  EFSA Journal (2015);13(7):4163; EFSA Journal (2017);15(3):4732; EFSA Journal (2017);15(11):5068.


BIJLAGE

De bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU wordt vervangen door:

BIJLAGE

DEEL I

1.   Tsjechië

De volgende gebieden in Tsjechië:

okres Uherské Hradiště,

okres Kroměříž,

okres Vsetín,

katastrální území obcí v okrese Zlín:

Bělov,

Biskupice u Luhačovic,

Bohuslavice nad Vláří,

Brumov,

Bylnice,

Divnice,

Dobrkovice,

Dolní Lhota u Luhačovic,

Drnovice u Valašských Klobouk,

Halenkovice,

Haluzice,

Hrádek na Vlárské dráze,

Hřivínův Újezd,

Jestřabí nad Vláří,

Kaňovice u Luhačovic,

Kelníky,

Kladná-Žilín,

Kochavec,

Komárov u Napajedel,

Křekov,

Lipina,

Lipová u Slavičína,

Ludkovice,

Luhačovice,

Machová,

Mirošov u Valašských Klobouk,

Mysločovice,

Napajedla,

Návojná,

Nedašov,

Nedašova Lhota,

Nevšová,

Otrokovice,

Petrůvka u Slavičína,

Pohořelice u Napajedel,

Polichno,

Popov nad Vláří,

Poteč,

Pozlovice,

Rokytnice u Slavičína,

Rudimov,

Řetechov,

Sazovice,

Sidonie,

Slavičín,

Smolina,

Spytihněv,

Svatý Štěpán,

Šanov,

Šarovy,

Štítná nad Vláří,

Tichov,

Tlumačov na Moravě,

Valašské Klobouky,

Velký Ořechov,

Vlachova Lhota,

Vlachovice,

Vrbětice,

Žlutava.

2.   Estland

De volgende gebieden in Estland:

Hiiu maakond.

3.   Hongarije

De volgende gebieden in Hongarije:

Borsod-Abaúj-Zemplén megye 650100, 650200, 650300, 650400, 650500, 650600, 650700, 650800, 651000, 651100, 651200, 652100, 652200, 652300, 652400, 652500, 652601, 652602, 652603, 652700, 652800, 652900 és 653403 kódszámúvalamint 656100, 656200, 656300, 656400, 656701, 657010, 657100, 657400, 657500, 657600, 657700, 657800, 657900, 658000, 658100, 658201, 658202, 658310, 658401, 658402, 658403, 658404, 658500, 658600, 658700, 658801, 658802, 658901, 658902, 659000, 659100, 659210, 659220, 659300, 659400, 659500, 659601, 659602, 659701, 659800, 659901, 660000, 660100, 660200, 660400, 660501, 660502, 660600 és 660800 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Hajdú-Bihar megye 900850, 900860, 900930, 900950 és 903350 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Heves megye 700150, 700250, 700260, 700350, 700450, 700460, 700550, 700650, 700750, 700850, 702350, 702450, 702550, 702750, 702850, 703350, 703360, 703450, 703550, 703610, 703750, 703850, 703950, 704050, 704150, 704250, 704350, 704450, 704550, 704650, 704750, 704850, 704950, 705050, 705250, 705350, 705510 és 705610 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Jász-Nagykun-Szolnok megye 750150, 750160, 750250, 750260, 750350, 750450, 750460, 750550, 750650, 750750, 750850, 750950 és 750960 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Nógrád megye 550110, 550120, 550130, 550210, 550310, 550320, 550450, 550460, 550510, 550610, 550710, 550810, 550950, 551010, 551150, 551160, 551250, 551350, 551360, 551450, 551460, 551550, 551650, 551710, 551810, 551821, 552010, 552150, 552250, 552350, 552360, 552450, 552460, 552520, 552550, 552610, 552620, 552710, 552850, 552860, 552950, 552960, 552970, 553110, 553250, 553260 és 553350 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Pest megye 571250, 571350, 571550, 571610, 571750, 571760, 572350, 572550, 572850, 572950, 573360 és 573450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Szabolcs-Szatmár-Bereg megye 850150, 850250, 850260, 850350, 850450, 850550, 850650, 850850, 851851, 851852, 851950, 852050, 852150, 852250, 852350, 852450, 852550, 852750, 853560, 853650, 853751, 853850, 853950, 853960, 854050, 854150, 854250, 854350, 855250, 855350, 855450, 855460, 855550, 855650, 855660, 855750, 855850, 855950, 855960, 856012, 856050, 856150, 856250, 856260, 856850, 856950, 857050, 857150, 857350, 857450 és 857550.

4.   Letland

De volgende gebieden in Letland:

Aizputes novads,

Alsungas novads,

Kuldīgas novada Gudenieku, Turlavas un Laidu pagasts,

Pāvilostas novada Sakas pagasts un Pāvilostas pilsēta,

Skrundas novada,Nīkrācesun Rudbāržu pagasts un Skrundas pagasta daļa, kas atrodas uz dienvidiem no autoceļa A9, Skrundas pilsēta,

Stopiņu novada daļa, kas atrodas uz rietumiem no autoceļa V36, P4 un P5, Acones ielas, Dauguļupes ielas un Dauguļupītes,

Vaiņodes novads,

Ventspils novada Jūrkalnes pagasts.

5.   Litouwen

De volgende gebieden in Litouwen:

Jurbarko rajono savivaldybė: Eržvilko, Smalininkų ir Viešvilės seniūnijos,

Kazlų Rūdos savivaldybė,

Kelmės rajono savivaldybė: Kelmės, Kelmės apylinkių, Kražių, Kukečių, Liolių, Pakražančio, Šaukėnų seniūnijos, Tytyvėnų seniūnijos dalis į vakarus ir šiaurę nuo kelio Nr. 157 ir į vakarus nuo kelio Nr. 2105 ir Tytuvėnų apylinkių seniūnijos dalis į šiaurę nuo kelio Nr. 157 ir į vakarus nuo kelio Nr. 2105, Užvenčio ir Vaiguvos seniūnijos,

Mažeikių rajono savivaldybė: Sedos, Šerkšnėnų ir Židikų seniūnijos,

Pagėgių savivaldybė,

Raseinių rajono savivaldybė: Girkalnio ir Kalnūjų seniūnijos dalis į šiaurę nuo kelio Nr A1, Nemakščių, Paliepių, Raseinių, Raseinių miesto ir Viduklės seniūnijos,

Šakių rajono savivaldybė,

Tauragės rajono savivaldybė,

Telšių rajono savivaldybė.

6.   Polen

De volgende gebieden in Polen:

 

w województwie warmińsko-mazurskim:

gmina Stare Juchy w powiecie ełckim,

powiat gołdapski,

powiat węgorzewski,

gmina Ruciane — Nida i część gminy Pisz położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 58 oraz miasto Pisz w powiecie piskim,

gminy Giżycko z miastem Giżycko, Kruklanki, Miłki, Wydminy i Ryn w powiecie giżyckim,

gmina Mikołajki w powiecie mrągowskim,

gminy Bisztynek i Sępopol w powiecie bartoszyckim,

gminy Barciany, Korsze i Srokowo w powiecie kętrzyńskim,

gminy Lidzbark Warmiński z miastem Lidzbark Warmiński, Lubomino, Orneta i Kiwity w powiecie lidzbarskim,

część gminy Wilczęta położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 509 w powiecie braniewskim,

gminy Godkowo, Milejewo, Młynary, Pasłęk i Tolkmicko w powiecie elbląskim,

powiat miejski Elbląg.

 

w województwie podlaskim:

gminy Brańsk z miastem Brańsk, Rudka i Wyszki w powiecie bielskim,

gmina Perlejewo w powiecie siemiatyckim,

gminy Kolno z miastem Kolno, Mały Płock i Turośl w powiecie kolneńskim,

gmina Poświętne w powiecie białostockim,

gminy Kołaki Kościelne, Rutki, Szumowo, część gminy Zambrów położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr S8 i miasto Zambrów w powiecie zambrowskim,

gminy Wiżajny i Przerośl w powiecie suwalskim,

gminy Kulesze Kościelne, Nowe Piekuty, Szepietowo, Klukowo, Ciechanowiec, Wysokie Mazowieckie z miastem Wysokie Mazowieckie, Czyżew w powiecie wysokomazowieckim,

gminy Miastkowo, Nowogród i Zbójna w powiecie łomżyńskim.

 

w województwie mazowieckim:

gminy Ceranów, Kosów Lacki, Sabnie, Sterdyń, część gminy Bielany położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 63 i część gminy wiejskiej Sokołów Podlaski położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 63 w powiecie sokołowskim,

gminy Grębków, Korytnica, Liw, Łochów, Miedzna, Sadowne, Stoczek, Wierzbno i miasto Węgrów w powiecie węgrowskim,

gmina Kotuń w powiecie siedleckim,

gminy Rzekuń, Troszyn, Lelis, Czerwin i Goworowo w powiecie ostrołęckim,

powiat miejski Ostrołęka,

powiat ostrowski,

gminy Karniewo, Maków Mazowiecki, Rzewnie i Szelków w powiecie makowskim,

gmina Krasne w powiecie przasnyskim,

gminy Mała Wieś i Wyszogród w powiecie płockim,

gminy Ciechanów z miastem Ciechanów, Glinojeck, Gołymin — Ośrodek, Ojrzeń, Opinogóra Górna i Sońsk w powiecie ciechanowskim,

gminy Baboszewo, Czerwińsk nad Wisłą, Naruszewo, Płońsk z miastem Płońsk, Sochocin i Załuski w powiecie płońskim,

gminy Gzy, Obryte, Zatory, Pułtusk i część gminy Winnica położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Wielany, Winnica i Pokrzywnica w powiecie pułtuskim,

gminy Brańszczyk, Długosiodło, Rząśnik, Wyszków, Zabrodzie i część gminy Somianka położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 62 w powiecie wyszkowskim,

gminy Jadów, Klembów, Poświętne, Strachówka i Tłuszcz w powiecie wołomińskim,

gminy Dobre, Jakubów, Mińsk Mazowiecki z miastem Mińsk Mazowiecki, Mrozy, Cegłów, Dębe Wielkie, Halinów, Kałuszyn, Siennica i Stanisławów w powiecie mińskim,

gminy Garwolin z miastem Garwolin, Górzno, Łaskarzew z miastem Łaskarzew, Maciejowice, Miastków Kościelny, Parysów, Pilawa, Sobolew, Trojanów, Wilga i Żelechów w powiecie garwolińskim,

powiat kozienicki,

gminy Baranów i Jaktorów w powiecie grodziskim,

powiat żyrardowski,

gminy Belsk Duży, Błędów, Goszczyn i Mogielnica w powiecie grójeckim,

gminy Białobrzegi, Promna, Stromiec i Wyśmierzyce w powiecie białobrzeskim,

gminy Iłów, Młodzieszyn, Nowa Sucha, Rybno, Sochaczew z miastem Sochaczew i Teresin w powiecie sochaczewskim,

gmina Policzna w powiecie zwoleńskim.

 

w województwie lubelskim:

gminy Niemce, Garbów, Jastków, Konopnica, Wólka, Głusk w powiecie lubelskim,

gminy Łęczna, Spiczyn, część gminy Ludwin położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Puchaczów i Dratów, a następnie przez drogę nr 820 do północnej granicy gminy w powiecie łęczyńskim,

gminy Grabowiec, Miączyn, Sitno, Skierbieszów, Stary Zamość, Komarów-Osada w powiecie zamojskim,

gminy Trzeszczany, Werbkowice, Mircze, część gminy wiejskiej Hrubieszów położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 74 i na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 844 i miasto Hrubieszów w powiecie hrubieszowskim,

gminy Abramów, Kamionka, Lubartów z miastem Lubartów, Serniki i część gminy Ostrów Lubelski położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę 821 biegnącą od zachodniej granicy gminy do miejscowości Ostrów Lubelski, a następnie przez drogę łączącą miejscowości Ostrów Lubelski, Głębokie i Stary Uścimów do wschodniej granicy gminy w powiecie lubartowskim,

gminy Kłoczew, Ryki, Dęblin i Stężyca w powiecie ryckim,

gminy Puławy z miastem Puławy, Janowiec, Kazimierz Dolny, Końskowola, Kurów, Wąwolnica, Nałęczów, Markuszów, Żyrzyn w powiecie puławskim,

gminy Mełgiew, Rybczewice, miasto Świdnik i część gminy Piaski położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 17 biegnącą od wschodniej granicy gminy Piaski do skrzyżowania z drogą nr S12 i na zachód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od skrzyżowania dróg nr 17 i nr S12 przez miejscowość Majdan Brzezicki do północnej granicy gminy w powiecie świdnickim;

gminy Kraśniczyn, Gorzków, Krasnystaw z miastem Krasnystaw, Izbica, Siennica Różana, Żółkiewka, część gminy Fajsławice położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 17 i część gminy Łopiennik Górny położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 17 w powiecie krasnostawskim,

gmina Tyszowce w powiecie tomaszowskim,

powiat miejski Lublin.

7.   Roemenië

De volgende gebieden in Roemenië:

Bihor county,

Cluj county,

Maramureș county,

Galați county,

Vrancea county,

Brăila county,

Buzău county,

Ialomița county,

Călărași county,

Constanța county.

DEEL II

1.   Tsjechië

De volgende gebieden in Tsjechië:

katastrální území obcí v okrese Zlín:

Bohuslavice u Zlína,

Bratřejov u Vizovic,

Březnice u Zlína,

Březová u Zlína,

Březůvky,

Dešná u Zlína,

Dolní Ves,

Doubravy,

Držková,

Fryšták,

Horní Lhota u Luhačovic,

Horní Ves u Fryštáku,

Hostišová,

Hrobice na Moravě,

Hvozdná,

Chrastěšov,

Jaroslavice u Zlína,

Jasenná na Moravě,

Karlovice u Zlína,

Kašava,

Klečůvka,

Kostelec u Zlína,

Kudlov,

Kvítkovice u Otrokovic,

Lhota u Zlína,

Lhotka u Zlína,

Lhotsko,

Lípa nad Dřevnicí,

Loučka I,

Loučka II,

Louky nad Dřevnicí,

Lukov u Zlína,

Lukoveček,

Lutonina,

Lužkovice,

Malenovice u Zlína,

Mladcová,

Neubuz,

Oldřichovice u Napajedel,

Ostrata,

Podhradí u Luhačovic,

Podkopná Lhota,

Provodov na Moravě,

Prštné,

Příluky u Zlína,

Racková,

Raková,

Salaš u Zlína,

Sehradice,

Slopné,

Slušovice,

Štípa,

Tečovice,

Trnava u Zlína,

Ublo,

Újezd u Valašských Klobouk,

Velíková,

Veselá u Zlína,

Vítová,

Vizovice,

Vlčková,

Všemina,

Vysoké Pole,

Zádveřice,

Zlín,

Želechovice nad Dřevnicí.

2.   Estland

De volgende gebieden in Estland:

Eesti Vabariik (välja arvatud Hiiu maakond).

3.   Hongarije

De volgende gebieden in Hongarije:

Heves megye 700860, 700950, 701050, 701111, 701150, 701250, 701350, 701550, 701560, 701650, 701750, 701850, 701950, 702050, 702150, 702250, 702260, 702950, 703050, 703150, 703250, 703370, 705150 és 705450 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe,

Szabolcs-Szatmár-Bereg megye 850950, 851050, 851150, 851250, 851350, 851450, 851550, 851560, 851650, 851660, 851751, 851752, 852850, 852860, 852950, 852960, 853050, 853150, 853160, 853250, 853260, 853350, 853360, 853450, 853550, 854450, 854550, 854560, 854650, 854660, 854750, 854850, 854860, 854870, 854950, 855050, 855150, 856350, 856360, 856450, 856550, 856650, 856750, 856760 és 857650 kódszámú vadgazdálkodási egységeinek teljes területe.

4.   Letland

De volgende gebieden in Letland:

Ādažu novads,

Aglonas novads,

Aizkraukles novads,

Aknīstes novads,

Alojas novads,

Alūksnes novads,

Amatas novads,

Apes novads,

Auces novads,

Babītes novads,

Baldones novads,

Baltinavas novads,

Balvu novads,

Bauskas novads,

Beverīnas novads,

Brocēnu novads,

Burtnieku novads,

Carnikavas novads,

Cēsu novads,

Cesvaines novads,

Ciblas novads,

Dagdas novads,

Daugavpils novads,

Dobeles novads,

Dundagas novads,

Engures novads,

Ērgļu novads,

Garkalnes novads,

Gulbenes novads,

Iecavas novads,

Ikšķiles novads,

Ilūkstes novads,

Inčukalna novads,

Jaunjelgavas novads,

Jaunpiebalgas novads,

Jaunpils novads,

Jēkabpils novads,

Jelgavas novada, Glūdas, Svētes, Zaļenieku, Vilces, Lielplatones, Elejas, Sesavas, Platones un Vircavas pagasts,

Kandavas novads,

Kārsavas novads,

Ķeguma novads,

Ķekavas novads,

Kocēnu novads,

Kokneses novads,

Krāslavas novads,

Krimuldas novads,

Krustpils novads,

Kuldīgas novada Ēdoles, Īvandes, Kurmāles, Padures, Pelču, Rumbas, Rendas, Kabiles,Snēpeles un Vārmes pagasts, Kuldīgas pilsēta,

Lielvārdes novads,

Līgatnes novads,

Limbažu novads,

Līvānu novads,

Lubānas novads,

Ludzas novads,

Madonas novads,

Mālpils novads,

Mārupes novads,

Mazsalacas novads,

Mērsraga novads,

Naukšēnu novads,

Neretas novads,

Ogres novads,

Olaines novads,

Ozolnieku novada Ozolnieku un Cenu pagasts,

Pārgaujas novads,

Pļaviņu novads,

Preiļu novads,

Priekuļu novads,

Raunas novads,

republikas pilsēta Daugavpils,

republikas pilsēta Jelgava,

republikas pilsēta Jēkabpils,

republikas pilsēta Jūrmala,

republikas pilsēta Rēzekne,

republikas pilsēta Valmiera,

Rēzeknes novads,

Riebiņu novads,

Rojas novads,

Ropažu novads,

Rugāju novads,

Rundāles novads,

Rūjienas novads,

Salacgrīvas novads,

Salas novads,

Salaspils novads,

Saldus novada Jaunlutriņu, Lutriņu, Šķēdes, Nīgrandes, Saldus, Jaunauces, Rubas, Vadakstes, Zaņas, Ezeres, Pampāļu un Zirņu pagasts un Saldus pilsēta,

Saulkrastu novads,

Sējas novads,

Siguldas novads,

Skrīveru novads,

Skrundas novada Raņķu pagasts un Skrundas pagasta daļa, kas atrodas uz Ziemeļiem no autoceļa A9

Smiltenes novads,

Stopiņu novada daļa, kas atrodas uz austrumiem no autoceļa V36, P4 un P5, Acones ielas, Dauguļupes ielas un Dauguļupītes,

Strenču novads,

Talsu novads,

Tērvetes novads,

Tukuma novads,

Valkas novads,

Varakļānu novads,

Vārkavas novads,

Vecpiebalgas novads,

Vecumnieku novads,

Ventspils novada Ances, Tārgales, Popes, Vārves, Užavas, Piltenes, Puzes, Ziru, Ugāles, Usmas un Zlēku pagasts, Piltenes pilsēta,

Viesītes novads,

Viļakas novads,

Viļānu novads,

Zilupes novads.

5.   Litouwen

De volgende gebieden in Litouwen:

Akmenės rajono savivaldybė: Naujosios Akmenės kaimiškoji, Kruopių, Naujosios Akmenės miesto, Papilės seniūnijos,

Alytaus miesto savivaldybė,

Alytaus rajono savivaldybė: Alytaus, Krokialaukio, Miroslavo, Nemunaičio, Punios ir Simno seniūnijos,

Anykščių rajono savivaldybė,

Birštono savivaldybė,

Biržų miesto savivaldybė,

Biržų rajono savivaldybė,

Druskininkų savivaldybė,

Elektrėnų savivaldybė,

Ignalinos rajono savivaldybė,

Jonavos rajono savivaldybė,

Jurbarko rajono savivaldybė: Jurbarko miesto, Jurbarkų, seniūnijos,

Kaišiadorių miesto savivaldybė,

Kaišiadorių rajono savivaldybė,

Kalvarijos savivaldybė,

Kauno miesto savivaldybė,

Kauno rajono savivaldybė: Akademijos, Alšėnų, Babtų, Batniavos, Domeikavos, Ežerėlio, Garliavos, Garliavos apylinkių, Kačerginės, Karmėlavos, Kulautuvos, Lapių, Linksmakalnio, Neveronių, Raudondvario, Ringaudų, Rokų, Samylų, Taurakiemio, Užliedžių, Vandžiogalos ir Zapyškio seniūnijos,

Kėdainių rajono savivaldybė: Gudžiūnų, Surviliškio, Šėtos, Truskavos ir Vilainių seniūnijos,

Kupiškio rajono savivaldybė,

Marijampolės savivaldybė,

Molėtų rajono savivaldybė,

Pakruojo rajono savivaldybė: Klovainių seniūnija, Linkuvos seniūnijos dalis į rytus nuo kelio Nr. 151 ir kelio Nr. 211, ir Rozalimo seniūnija,

Panevėžio rajono savivaldybė,

Pasvalio rajono savivaldybė,

Radviliškio rajono savivaldybė: Aukštelkų, Baisogalos, Pakalniškių, Radviliškio, Radviliškio miesto, Sidabravo, Skėmių, Šeduvos miesto ir Tyrulių seniūnijos,

Prienų miesto savivaldybė,

Prienų rajono savivaldybė,

Rokiškio rajono savivaldybė,

Šalčininkų rajono savivaldybė,

Šiaulių miesto savivaldybė,

Šiaulių rajono savivaldybė,

Širvintų rajono savivaldybė,

Švenčionių rajono savivaldybė,

Ukmergės rajono savivaldybė,

Utenos rajono savivaldybė,

Vilniaus miesto savivaldybė,

Vilniaus rajono savivaldybė,

Vilkaviškio rajono savivaldybė,

Visagino savivaldybė,

Zarasų rajono savivaldybė.

6.   Polen

De volgende gebieden in Polen:

 

w województwie warmińsko-mazurskim:

gminy Kalinowo, Prostki i gmina wiejska Ełk w powiecie ełckim,

powiat olecki,

gminy Orzysz, Biała Piska i część gminy Pisz położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 58 w powiecie piskim,

gminy Górowo Iławeckie z miastem Górowo Iławeckie, Bartoszyce z miastem Bartoszyce w powiecie bartoszyckim,

gmina Frombork, część gminy wiejskiej Braniewo położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr E28 i S22 i miasto Braniewo, część gminy Wilczęta położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę 509 w powiecie braniewskim.

 

w województwie podlaskim:

powiat grajewski,

gminy Jasionówka, Jaświły, Knyszyn, Krypno, Mońki i Trzcianne w powiecie monieckim,

gminy Łomża, Piątnica, Śniadowo, Jedwabne, Przytuły i Wizna w powiecie łomżyńskim,

powiat miejski Łomża,

gminy, Grodzisk, Drohiczyn, Dziadkowice, Milejczyce i Siemiatycze z miastem Siemiatycze w powiecie siemiatyckim,

gminy Białowieża, Czeremcha, Narew, Narewka, część gminy Dubicze Cerkiewne położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 685,część gminy Kleszczele położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogi nr 685, a następnie nr 66 i nr 693, część gminy Hajnówka położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 689 i na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 685 i miasto Hajnówka w powiecie hajnowskim,

gminy Kobylin-Borzymy i Sokoły w powiecie wysokomazowieckim,

część gminy Zambrów położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr S8 w powiecie zambrowskim,

gminy Grabowo i Stawiski w powiecie kolneńskim,

gminy Czarna Białostocka, Dobrzyniewo Duże, Gródek, Juchnowiec Kościelny, Łapy, Michałowo, Supraśl, Suraż, Turośń Kościelna, Tykocin, Wasilków, Zabłudów, Zawady i Choroszcz w powiecie białostockim,

gmina Boćki i część gminy Bielsk Podlaski położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 19 i miasto Bielsk Podlaski w powiecie bielskim,

gmina Puńsk, część gminy Krasnopol położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 653, część gminy Sejny położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 653 i na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 663 i miasto Sejny w powiecie sejneńskim,

gminy Bakałarzewo, Filipów, Jeleniewo, Raczki, Rutka-Tartak, Suwałki i Szypliszki w powiecie suwalskim,

powiat miejski Suwałki,

powiat augustowski,

gminy Korycin, Krynki, Kuźnica, Sokółka, Szudziałowo, część gminy Nowy Dwór położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 670, część gminy Janów położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 671 biegnącą od wschodniej granicy gminy do miejscowości Janów i na zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Janów, Trofimówka i Kizielany i część gminy Suchowola położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 8 biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Suchowola, a następnie przedłużonej drogą łączącą miejscowości Suchowola i Dubasiewszczyzna biegnącą do południowo-wschodniej granicy gminy w powiecie sokólskim,

powiat miejski Białystok.

 

w województwie mazowieckim:

gminy Przesmyki, Suchożebry, Mokobody, Mordy, Wodynie, część gminy Siedlce położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 2 biegnącą od zachodniej granicy gminy do granicy powiatu miejskiego Siedlce i i następnie na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 698 do przecięcia z ulicą Majową w miejscowości Stok Lacki Folwark, ulicę Majową i ulicę Pałacową przez miejscowość Grubale do granicy gminy i część gminy Zbuczyn położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od północno-wschodniej do południowej granicy gminy i łączącą miejscowości Tarcze, Choja, Zbuczyn, Grodzisk, Dziewule i Smolanka w powiecie siedleckim, gminy Repki, Jabłonna Lacka, część gminy Bielany położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 63 i część gminy wiejskiej Sokołów Podlaski położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 63 w powiecie sokołowskim,

powiat łosicki,

gmina Brochów w powiecie sochaczewskim,

gminy Czosnów, Leoncin, Pomiechówek, Zakroczym i miasto Nowy Dwór Mazowiecki w powiecie nowodworskim,

gmina Joniec w powiecie płońskim,

gmina Pokrzywnica w powiecie pułtuskim,

gminy Dąbrówka, Kobyłka, Marki, Radzymin, Wołomin, Zielonka i Ząbki w powiecie wołomińskim,

część gminy Somianka położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 62 w powiecie wyszkowskim,

gminy Latowicz i Sulejówek w powiecie mińskim,

gmina Borowie w powiecie garwolińskim,

powiat warszawski zachodni,

powiat legionowski,

powiat otwocki,

powiat piaseczyński,

powiat pruszkowski,

gmina Chynów, Grójec, Jasieniec, Pniewy i Warka w powiecie grójeckim,

gminy Milanówek, Grodzisk Mazowiecki, Podkowa Leśna i Żabia Wola w powiecie grodziskim,

powiat miejski Siedlce,

powiat miejski Warszawa.

 

w województwie lubelskim:

powiat radzyński,

gminy Krzywda, Stanin, Stoczek Łukowski z miastem Stoczek Łukowski, Wojcieszków, Wola Mysłowska, Trzebieszów, miasto Łuków i część gminy wiejskiej Łuków położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od północnej granicy gminy przez miejscowość Wólka Świątkowa do północnej granicy miasta Łuków, a następnie na wschód i południe od linii stanowiącej granicę miasta Łuków do jej przecięcia się z drogą nr 76 i na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 76 biegnącą do zachodniej granicy gminy wiejskiej Łuków w powiecie łukowskim,

gmina Wyryki, część gminy Urszulin położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 82, część gminy Stary Brus położna na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 82 i część gminy wiejskiej Włodawa położona na północ od granicy miasta Włodawa w powiecie włodawskim,

gminy Rossosz, Łomazy, Konstantynów, Piszczac, Rokitno, Biała Podlaska, Zalesie, Terespol z miastem Terespol, Drelów, Międzyrzec Podlaski z miastem Międzyrzec Podlaski w powiecie bialskim,

powiat miejski Biała Podlaska,

część gminy Sosnowica położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 819, a następnie drogę nr 820 biegnące od północnej granicy gminy do miejscowości Nowy Orzechów i na południe od drogi biegnącej z miejscowości Nowy Orzechów w kierunku zachodnim do granicy gminy, część gminy Siemień położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 815 i część gminy Milanów położona na zachód od drogi nr 813 w powiecie parczewskim,

gminy Niedźwiada, Ostrówek, część gminy Firlej położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 19 i część gminy Uścimów położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od zachodniej granicy gminy łączącą miejscowości Głębokie i Stary Uścimów i dalej w kierunku wschodnim do granicy gminy w powiecie lubartowskim,

gmina Trawniki i część gminy Piaski położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 17 biegnącą od wschodniej granicy gminy Piaski do skrzyżowania z drogą nr S12 i na wschód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od skrzyżowania dróg nr 17 i nr S12 przez miejscowość Majdan Brzezicki do północnej granicy gminy w powiecie świdnickim;

część gminy Fajsławice położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 17 i część gminy Łopiennik Górny położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 17 w powiecie krasnostawskim,

gminy Milejów, Puchaczów, część gminy Ludwin położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Puchaczów i Dratów, a następnie przez drogę nr 820 do północnej granicy gminy i część gminy Cyców położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę 82 i na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 841 biegnącą od wschodniej granicy gminy do skrzyżowania z drogą nr 82 w miejscowości Wólka Cycowska w powiecie łęczyńskim,

gminy Uchanie, Horodło i część gminy wiejskiej Hrubieszów położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 74 i na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 844 w powiecie hrubieszowskim,

gminy Białopole, Dubienka, Leśniowice, Wojsławice, Żmudź, Siedliszcze, Rejowiec, Rejowiec Fabryczny z miastem Rejowiec Fabryczny i część gminy wiejskiej Chełm położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 812 biegnącą od zachodniej granicy tej gminy do granicy powiatu miejskiego Chełm, a następnie południową granicę powiatu miejskiego Chełm do wschodniej granicy gminy w powiecie chełmskim.

7.   Roemenië

De volgende gebieden in Roemenië:

Sălaj county.

DEEL III

1.   Letland

De volgende gebieden in Letland:

Jelgavas novada Jaunsvirlaukas, Valgundes, Kalnciema, Līvbērzes, pagasts,

Ozolnieku novada Salgales pagasts,

Saldus novada Novadnieku, Kursīšu un Zvārdes pagasts.

2.   Litouwen

De volgende gebieden in Litouwen:

Akmenės rajono savivaldybė: Akmenės ir Ventos seniūnijos,

Alytaus rajono savivaldybė: Alovės, Butrimonių, Daugų, Pivašiūnų ir Raitininkų seniūnijos,

Jurbarko rajono savivaldybė: Girdžių, Juodaičių, Raudonės, Seredžiaus, Skirsnemunės, Šimkaičių ir Veliuonos seniūnijos,

Joniškio rajono savivaldybė

Kauno rajono savivaldybė: Babtų, Čekiškės, Vilkijos ir Vilkijos apylinkių seniūnijos,

Kėdainių rajono savivaldybė: Dotnuvos, Josvainių, Kėdainių miesto, Krakių, Pelėdnagių ir Pernaravos seniūnijos,

Kelmės rajono savivaldybė: Tytyvėnų seniūnijos dalis į rytus ir pietus nuo kelio Nr. 157 ir į rytus nuo kelio Nr. 2105 ir Tytuvėnų apylinkių seniūnijos dalis į pietus nuo kelio Nr. 157 ir į rytus nuo kelio Nr. 2105,

Lazdijų rajono savivaldybė,

Mažeikių rajono savivaldybės: Laižuvos, Mažeikių apylinkės, Mažeikių, Reivyčių, Tirkšlių ir Viekšnių seniūnijos,

Pakruojo rajono savivaldybė: Guostagalio seniūnija, Linkuvos seniūnijos dalis į vakarus nuo kelio Nr. 151 ir kelio Nr. 211, Lygumų, Pakruojo, Pašvitinio ir Žeimelio seniūnijos,

Radviliškio rajono savivaldybė: Grinkiškio, Šaukoto ir Šiaulėnų seniūnijos,

Raseinių rajono savivaldybė: Ariogalos, Betygalos, Pagojukų Šiluvos, Kalnujų seniūnijos ir Girkalnio seniūnijos dalis į pietus nuo kelio Nr. A1,

Trakų rajono savivaldybė,

Varėnos rajono savivaldybė.

3.   Polen

De volgende gebieden in Polen:

 

w województwie warmińsko-mazurskim:

gminy Lelkowo, Pieniężno, Płoskinia i część gminy wiejskiej Braniewo położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr E28 i S22 w powiecie braniewskim

 

w województwie podlaskim:

gminy Dąbrowa Białostocka, Sidra, część gminy Nowy Dwór położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 670, część gminy Janów położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 671 biegnącą od wschodniej granicy gminy do miejscowości Janów i na wschód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Janów, Trofimówka i Kizielany i część gminy Suchowola położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 8 biegnącą od północnej granicy gminy do miejscowości Suchowola, a następnie przedłużonej drogą łączącą miejscowości Suchowola i Dubasiewszczyzna biegnącą do południowo-wschodniej granicy gminy w powiecie sokólskim,

gmina Giby, część gminy Krasnopol położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 653 i część gminy Sejny położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 653 oraz południowo - zachodnią granicę miasta Sejny i na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 663 w powiecie sejneńskim,

gmina Orla, część gminy Bielsk Podlaski położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 19 w powiecie bielskim,

gminy Czyże, część gminy Dubicze Cerkiewne położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 685,część gminy Kleszczele położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogi nr 685, a następnie nr 66 i nr 693 i część gminy Hajnówka położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 689 i na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 685 w powiecie hajnowskim,

gmina Goniądz w powiecie monieckim

gminy Mielnik i Nurzec-Stacja w powiecie siemiatyckim.

 

w województwie mazowieckim:

gmina Nasielsk w powiecie nowodworskim,

gmina Świercze i część gminy Winnica położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę łączącą miejscowości Bielany, Winnica i Pokrzywnica w powiecie pułtuskim,

gmina Nowe Miasto w powiecie płońskim,

gminy Domanice, Korczew, Paprotnia, Skórzec, Wiśniew, część gminy Siedlce położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 2 biegnącą od zachodniej granicy gminy do granicy powiatu miejskiego Siedlce i następnie na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 698 do przecięcia z ulicą Majową w miejscowości Stok Lacki Folwark, ulicę Majową i ulicę Pałacową przez miejscowość Grubale do granicy gminy i część gminy Zbuczyn położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od północnowschodniej do południowej granicy gminy i łączącą miejscowości: Tarcze, Choja, Zbuczyn, Grodzisk, Dziewule i Smolanka w w powiecie siedleckim,

powiat miejski Siedlce,

 

w województwie lubelskim:

gminy Wierzbica, Sawin, Ruda Huta, Dorohusk, Kamień i część gminy wiejskiej Chełm położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 812 biegnącą od zachodniej granicy tej gminy do granicy powiatu miejskiego Chełm, a następnie północną granicę powiatu miejskiego Chełm do wschodniej granicy gminy w powiecie chełmskim,

powiat miejski Chełm,

gminy Hanna, Hańsk, Wola Uhruska, część gminy Urszulin położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 82, część gminy Stary Brus położona na południe od linii wyznaczonej przez drogę nr 82 i część gminy wiejskiej Włodawa położona na południe od granicy miasta Włodawa w powiecie włodawskim,

część gminy Cyców położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 82 i na północ od drogi nr 841 w powiecie łęczyńskim,

gminy Jabłoń, Podedwórze, Dębowa Kłoda, Parczew, część gminy Sosnowica położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 819, a następnie drogę nr 820 biegnące od północnej granicy gminy do miejscowości Nowy Orzechów i na północ od drogi biegnącej z miejscowości Nowy Orzechów w kierunku zachodnim do granicy gminy, część gminy Siemień położona na wschód od linii wyznaczonej przez drogę nr 815 i część gminy Milanów położona na wschód od drogi nr 813 w powiecie parczewskim,

gminy Janów Podlaski, Leśna Podlaska, Kodeń, Sławatycze, Sosnówka, Tuczna i Wisznice w powiecie bialskim,

gminy Jeziorzany, Michów, Kock, część gminy Firlej położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę nr 19, część gminy Ostrów Lubelski położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę 821 biegnącą od zachodniej granicy gminy do miejscowości Ostrów Lubelski, a następnie przez drogę łączącą miejscowości Ostrów Lubelski, Głębokie i Stary Uścimów i część gminy Uścimów położona na północ od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od zachodniej granicy gminy łączącą miejscowości Głębokie i Stary Uścimów i dalej w kierunku wschodnim do granicy gminy w powiecie lubartowskim,gminy Adamów, Serokomla i część gminy wiejskiej Łuków położona na zachód od linii wyznaczonej przez drogę biegnącą od północnej granicy gminy przez miejscowość Wólka Świątkowa do północnej granicy miasta Łuków, a następnie na północ i zachód od linii stanowiącej północną i zachodnią granicę miasta Łuków do jej przecięcia się z drogą nr 76 i na północ od linii wyznaczonej przez drogę nr 76 biegnącą od zachodniej granicy miasta Łuków do zachodniej granicy gminy wiejskiej Łuków w powiecie łukowskim,

gmina Baranów w powiecie puławskim,

gminy Nowodwór i Ułęż w powiecie ryckim.

4.   Roemenië

De volgende gebieden in Roemenië:

Satu Mare county,

Tulcea county.

DEEL IV

Italië

De volgende gebieden in Italië:

tutto il territorio della Sardegna.

”.

AANBEVELINGEN

4.7.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 167/28


AANBEVELING (EU) 2018/951 VAN DE COMMISSIE

van 22 juni 2018

betreffende normen voor organen voor gelijke behandeling

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 292,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uit artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie volgt dat de Unie berust op de waarden eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren. Deze waarden hebben de lidstaten gemeen in een samenleving die wordt gekenmerkt door pluralisme, non-discriminatie, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, solidariteit en gelijkheid van vrouwen en mannen.

(2)

In artikel 8 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie wordt bepaald dat de Unie er bij elk optreden naar streeft ongelijkheden op te heffen en de gelijkheid van mannen en vrouwen te bevorderen.

(3)

Artikel 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie verbiedt elke discriminatie, met name op grond van geslacht, ras, etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid. In artikel 23 van het Handvest is het recht op gelijkheid van mannen en vrouwen op alle gebieden, met inbegrip van werkgelegenheid, beroep en beloning, verankerd. In artikel 26 wordt het recht van personen met een handicap op maatregelen die beogen hun zelfstandigheid, hun maatschappelijke en beroepsintegratie en hun deelname aan het gemeenschapsleven te bewerkstelligen, erkend en geëerbiedigd. Bovendien is in artikel 20 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie verankerd dat iedereen gelijk is voor de wet.

(4)

Op grond van artikel 19 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie kan de Raad, onverminderd de andere bepalingen van de Verdragen, binnen de grenzen van de door de Verdragen aan de Unie verleende bevoegdheden, met eenparigheid van stemmen, volgens een bijzondere wetgevingsprocedure, op voorstel van de Commissie en na goedkeuring door het Europees Parlement, passende maatregelen nemen om discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid te bestrijden. Op grond van artikel 157, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, nemen het Europees Parlement en de Raad maatregelen aan om de toepassing te waarborgen van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in werkgelegenheid en beroep, met inbegrip van het beginsel van gelijke beloning voor gelijke of gelijkwaardige arbeid.

(5)

Op basis van deze bepalingen zijn diverse richtlijnen inzake het verbod op discriminatie op de desbetreffende gebieden aangenomen.

(6)

Richtlijn 2000/43/EG van de Raad (1) verbiedt directe en indirecte discriminatie, met inbegrip van intimidatie, op grond van ras of etnische afstamming. De richtlijn is van toepassing op alle personen, in zowel de overheidssector als de particuliere sector, met inbegrip van overheidsorganen, en heeft betrekking op a) de voorwaarden voor toegang tot arbeid in loondienst of als zelfstandige en tot een beroep, met inbegrip van de selectiecriteria en de aanstellingscriteria, ongeacht de tak van activiteit en op alle niveaus van de beroepshierarchie, met inbegrip van bevorderingskans, b) de toegang tot alle vormen en alle niveaus van beroepskeuzevoorlichting, beroepsopleiding, voortgezette beroepsopleiding en omscholing, met inbegrip van praktijkervaring, c) werkgelegenheid en arbeidsvoorwaarden, met inbegrip van ontslag en beloning, d) het lidmaatschap van of de betrokkenheid bij een werknemers- of werkgeversorganisatie of enige organisatie waarvan de leden een bepaald beroep uitoefenen, waaronder de voordelen die deze organisaties bieden, e) sociale bescherming, met inbegrip van sociale zekerheid en gezondheidszorg, f) sociale voordelen, g) onderwijs, en h) de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten die publiekelijk beschikbaar zijn, met inbegrip van huisvesting.

(7)

Richtlijn 2000/78/EG van de Raad (2) verbiedt directe of indirecte discriminatie, met inbegrip van intimidatie, op grond van godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid in arbeid, beroep en beroepsopleiding. De richtlijn is van toepassing op alle personen, in zowel de overheidssector als de particuliere sector, met inbegrip van overheidsinstanties, met betrekking tot de punten (a) tot en met (d) die in de vorige overweging worden genoemd.

(8)

Richtlijn 2004/113/EG van de Raad (3) verbiedt directe en indirecte discriminatie op grond van geslacht, met inbegrip van intimidatie en seksuele intimidatie, bij de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten.

(9)

Richtlijn 2006/54/EG van het Europees Parlement en de Raad (4) betreffende de gelijkheid van mannen en vrouwen bevat een verbod op directe en indirecte discriminatie op grond van geslacht, met inbegrip van intimidatie en seksuele intimidatie, op het gebied van toegang tot arbeid, met inbegrip van promotie, en tot beroepsopleiding, arbeidsvoorwaarden, met inbegrip van beloning, en ondernemings- en sectoriële regelingen inzake sociale zekerheid.

(10)

Richtlijn 2010/41/EU van het Europees Parlement en de Raad (5) verbiedt directe en indirecte discriminatie, met inbegrip van intimidatie en seksuele intimidatie, tussen zelfstandig werkzame mannen en vrouwen. Het toepassingsgebied van de richtlijn bestrijkt alle soorten discriminatie, maar sociale bescherming en moederschapsuitkeringen worden specifiek genoemd.

(11)

Alle hierboven genoemde richtlijnen (hierna „de richtlijnen inzake gelijke behandeling” genoemd) zijn door de lidstaten omgezet. In de richtlijnen inzake gelijke behandeling, met uitzondering van Richtlijn 2000/78/EG, wordt bepaald dat lidstaten een orgaan of organen moeten aanwijzen voor de bevordering — met inbegrip van de analyse, monitoring en ondersteuning — van de gelijke behandeling van alle personen, zonder discriminatie op de gronden die onder de respectieve richtlijnen vallen (hierna „organen voor gelijke behandeling” genoemd). Dienovereenkomstig hebben alle lidstaten organen voor gelijke behandeling opgericht.

(12)

Deze aanbeveling is van toepassing op de organen voor gelijke behandeling die uit hoofde van de eerdergenoemde richtlijnen inzake gelijke behandeling zijn opgericht.

(13)

Indien richtlijnen inzake gelijke behandeling voorzien in de oprichting van dergelijke organen voor gelijke behandeling, vereisen zij dat lidstaten waarborgen dat deze organen onder andere bevoegd zijn om onafhankelijke bijstand te verlenen aan slachtoffers, onafhankelijke onderzoeken uit te voeren naar discriminatie, onafhankelijke verslagen te publiceren en aanbevelingen te doen over elk onderwerp dat met dergelijke discriminatie verband houdt.

(14)

Daarnaast heeft de Commissie op 2 juli 2008 een voorstel aangenomen voor een richtlijn van de Raad betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid (6). Het toepassingsgebied van het voorstel bestrijkt a) sociale bescherming, met inbegrip van sociale zekerheid en gezondheidszorg; b) sociale voordelen; c) onderwijs; en d) de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten die publiekelijk beschikbaar zijn, met inbegrip van huisvesting. Op grond van de voorgestelde richtlijn zijn lidstaten verplicht ook op die gebieden een of meerdere organen voor gelijke behandeling aan te wijzen. Het kan hierbij gaan om dezelfde organen als degene die al zijn opgericht uit hoofde van de richtlijnen inzake gelijke behandeling. Het voorstel is nog niet aangenomen, maar de lidstaten moeten worden aangemoedigd om op die gebieden organen voor gelijke behandeling aan te wijzen, aangezien uit ervaring is gebleken dat het aanwijzen van dergelijke organen leidt tot een sterkere bescherming tegen discriminatie.

(15)

Richtlijn 2006/54/EG en Richtlijn 2010/41/EU vereisen bovendien dat lidstaten ervoor zorgen dat het uitwisselen van beschikbare informatie met overeenkomstige Europese organen tot het takenpakket van organen voor gelijke behandeling behoort.

(16)

In een aantal lidstaten bestrijkt het mandaat van organen voor gelijke behandeling ook haatmisdrijven en haatzaaiende uitlatingen. Dit is met name relevant wat betreft het garanderen van een effectieve tenuitvoerlegging van Kaderbesluit 2008/913/JBZ van de Raad (7) betreffende de bestrijding van bepaalde vormen en uitingen van racisme en vreemdelingenhaat door middel van het strafrecht, waarin minimumnormen worden vastgesteld voor de strafbaarstelling, berechting en vervolging van racistische haatzaaiende uitlatingen en haatmisdrijven.

(17)

In aanvulling op hun verplichtingen uit hoofde van de richtlijnen om organen voor gelijke behandeling in het leven te roepen, hebben de meeste lidstaten het mandaat van hun organen voor gelijke behandeling uitgebreid zodat het in het algemeen het toepassingsgebied bestrijkt van discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid op het gebied van arbeid en beroep, de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten, onderwijs, sociale bescherming en sociale voordelen. Derhalve bestrijken de meeste mandaten niet alleen het toepassingsgebied van Richtlijn 2000/78/EG, maar ook andere terreinen.

(18)

De tekst van de richtlijnen inzake gelijke behandeling biedt lidstaten aanzienlijke vrijheid wat betreft de structuur en werking van organen voor gelijke behandeling. Dit heeft geleid tot aanzienlijke verschillen tussen de organen voor gelijke behandeling in de verschillende lidstaten wat betreft hun mandaat, bevoegdheden, structuur, middelen en operationele werkwijze. En dat heeft er op zijn beurt weer toe geleid dat burgers onvoldoende toegang hebben tot bescherming en dat deze bescherming van lidstaat tot lidstaat varieert (8).

(19)

Sommige lidstaten hebben meer dan één orgaan voor gelijke behandeling opgericht, hetgeen duidelijke mechanismen voor hun coördinatie en samenwerking vereist.

(20)

In sommige lidstaten is het mandaat van bestaande organen voor gelijke behandeling uitgebreid naar uiterst diverse terreinen, maar ging deze uitbreiding niet gepaard met een overeenkomstige verhoging van de middelen. Het budget van een aantal organen voor gelijke behandeling is zelfs aanzienlijk verlaagd, hetgeen tot gevolg kan hebben dat zij minder goed in staat zijn hun taken uit te voeren (9).

(21)

In studies wordt gewezen op gevallen van organen voor gelijke behandeling die niet onafhankelijk en effectief zijn, onder meer omdat er van buitenaf druk op hen wordt uitgeoefend of omdat ze onvoldoende personeel hebben (10).

(22)

In de praktijk komt de onafhankelijkheid met name in gevaar wanneer het orgaan voor gelijke behandeling deel uitmaakt van een ministerie dat rechtstreeks opdrachten van de regering ontvangt.

(23)

Organen voor gelijke behandeling mogen zich niet onevenredig op bepaalde taken richten als dit ten koste gaat van andere taken (11).

(24)

Om groepen en individuen die worden gediscrimineerd, te helpen hun rechten uit te oefenen, moeten organen voor gelijke behandeling onder het algemene publiek ook het bewustzijn vergroten omtrent hun bestaan, de geldende regels tegen discriminatie en de mogelijkheden om verhaal te zoeken. Daartoe moeten organen voor gelijke behandeling voor iedereen gemakkelijk toegankelijk zijn, zowel fysiek als online. Ook moet het indienen van klachten worden vergemakkelijkt door middel van vertrouwelijkheid en eenvoudige procedures die kosteloos zijn.

(25)

Om te helpen garanderen dat organen voor gelijke behandeling in de hele Unie goed en gelijkwaardig functioneren, lijkt het dienstig om lidstaten normen voor organen voor gelijke behandeling aan te bevelen.

(26)

De behoefte aan normen voor organen voor gelijke behandeling werd verder onderstreept in het gezamenlijke verslag uit 2014 inzake de toepassing van Richtlijn 2000/43/EG en Richtlijn 2000/78/EG (12), het verslag uit 2015 over de toepassing van Richtlijn 2004/113/EG (13), en het evaluatieverslag over de aanbeveling inzake beloningstransparantie uit 2014 en het EU-actieplan 2017-2019 – De loonkloof tussen mannen en vrouwen aanpakken (14). Bovendien heeft het Europees Parlement in zijn resolutie uit 2015 verzocht om normen voor organen voor gelijke behandeling (15).

(27)

Er zijn al normen voor organen voor gelijke behandeling en mensenrechteninstellingen aangenomen door de Verenigde Naties (16), het Europees netwerk van nationale organen voor de bevordering van gelijke behandeling (17) en de Raad van Europa (18).

(28)

Deze aanbeveling is gericht tot de lidstaten. Er wordt mee beoogd de grote verschillen weg te nemen tussen de normen van organen voor gelijke behandeling in Europa.

(29)

In de aanbeveling zijn normen opgenomen met betrekking tot het mandaat en de onafhankelijkheid, effectiviteit, toegankelijkheid en coördinatie van organen voor gelijke behandeling en met betrekking tot de toegang tot deze organen, om te waarborgen dat ze hun functies op effectieve wijze kunnen uitvoeren.

(30)

Deze aanbeveling bouwt voort op de inspanningen van de Commissie om de lidstaten aan te moedigen en te helpen hun capaciteit te vergroten om Uniewetgeving te handhaven en te voorzien in rechtsmiddelen teneinde te waarborgen dat personen en groepen die worden gediscrimineerd en bescherming genieten op grond van het Unierecht, hun rechten volledig kunnen uitoefenen, in overeenstemming met de mededeling „EU-wetgeving: betere resultaten door betere toepassing” (19). Onafhankelijke organen voor gelijke behandeling spelen een cruciale rol in de effectieve tenuitvoerlegging en de integrale en consequente handhaving van het Unierecht. Ook zijn organen voor gelijke behandeling waardevolle instellingen voor de duurzame ontwikkeling van egalitaire en inclusieve democratische samenlevingen.

(31)

Op de gebieden die onder de bevoegdheid van de Unie vallen, moeten de normen voor organen voor gelijke behandeling ook voldoen aan de toegankelijkheidsvereisten die zijn verankerd in het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap. Dit verdrag werd namens de Europese Gemeenschap goedgekeurd middels Besluit 2010/48/EG van de Raad (20). Het maakt derhalve integraal deel uit van de rechtsorde van de EU en prevaleert boven secundair EU-recht.

(32)

Richtlijnen 2000/43/EG, 2000/78/EG, 2004/113/EG en 2006/54/EG bevatten een verplichting voor de lidstaten om alle beschikbare gegevens te verstrekken met betrekking tot de toepassing daarvan, zodat de Commissie een verslag kan opstellen ter beoordeling van de maatregelen die zij hebben genomen op grond van de desbetreffende richtlijnen. De gegevens moeten worden verstrekt binnen vooraf vastgestelde intervallen (21), zodat de Commissie het verslag kan vaststellen en publiceren. Door tevens gegevens te verstrekken over de naleving door de lidstaten van de onderhevige aanbeveling, kan de impact ervan worden beoordeeld.

(33)

Op Unieniveau doet deze aanbeveling geen afbreuk aan de beginselen van het nationale procesrecht en de rechtstraditie van de lidstaten. De aanbeveling houdt geen uitbreiding in van de bevoegdheden van de Unie die worden gedefinieerd in de Verdragen en in secundaire Uniewetgeving.

HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

DOEL EN ONDERWERP

(1)

Met deze aanbeveling wordt beoogd maatregelen te omschrijven die de lidstaten kunnen toepassen om de onafhankelijkheid en effectiviteit van organen voor gelijke behandeling te helpen verbeteren, met name wat betreft hun vermogen te waarborgen dat personen en groepen die worden gediscrimineerd, hun rechten volledig kunnen uitoefenen.

(2)

Alle lidstaten zouden moeten waarborgen dat organen voor gelijke behandeling hun taken, zoals beschreven in Richtlijnen 2000/43/EG, 2004/113/EG, 2006/54/EG en 2010/41/EU, op onafhankelijke en effectieve wijze kunnen vervullen.

HOOFDSTUK II

AANBEVOLEN MAATREGELEN

1.1.   Mandaat van organen voor gelijke behandeling

1.1.1.   Gronden en reikwijdte van het mandaat van de organen voor gelijke behandeling

(1)

In aanvulling op hun verplichtingen uit hoofde van de Richtlijnen 2000/43/EG, 2004/113/EG, 2006/54/EG en 2010/41/EU met betrekking tot de aanwijzing van organen voor de bevordering van gelijke behandeling (hierna „organen voor gelijke behandeling” genoemd), zouden alle lidstaten moeten overwegen een orgaan voor gelijke behandeling aan te wijzen voor de aanpak van discriminatie op grond van godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 2000/78/EG.

(2)

Lidstaten zouden moeten overwegen het mandaat van hun organen voor gelijke behandeling uit te breiden, zodat dit mandaat voor alle verboden gronden van discriminatie de gebieden van arbeid en beroep, toegang tot en aanbod van goederen en diensten, onderwijs, sociale bescherming en sociale voordelen bestrijkt, met inbegrip van haatzaaiende uitlatingen met betrekking tot deze gronden en op deze gebieden.

(3)

Zowel bij organen voor gelijke behandeling met één mandaat als bij organen die meerdere mandaten hebben of meerdere gronden bestrijken, zou de interne structuur moeten garanderen dat er aandacht wordt besteed aan elk onderdeel van het mandaat en aan elke grond. Deze aandacht zou in verhouding moeten staan tot de impact van de verwante grond van discriminatie en de middelen zouden op evenwichtige wijze moeten worden ingezet.

1.1.2.   Taken die onder het mandaat van organen voor gelijke behandeling vallen

Onafhankelijke bijstand

(1)

De lidstaten zouden rekening moeten houden met de volgende aspecten van het verlenen van onafhankelijke bijstand aan slachtoffers: het ontvangen en in behandeling nemen van individuele of collectieve klachten, het verstrekken van juridisch advies aan slachtoffers (onder meer met betrekking tot de afwikkeling van hun klachten), het uitvoeren van bemiddelings- en arbitrageactiviteiten, het vertegenwoordigen van klagers in de rechtbank en, indien vereist, het optreden als amicus curiae of deskundige.

(2)

De lidstaten zouden er ook rekening mee moeten houden dat in het kader van onafhankelijke bijstand aan slachtoffers organen voor gelijke behandeling de mogelijkheid kan worden geboden te procederen of hun medewerking te verlenen aan juridische procedures, om structurele en systematische discriminatie aan te pakken in zaken die door de organen zelf worden geselecteerd op grond van de mate waarin zij zich voordoen, de ernst ervan of de behoefte aan juridische verduidelijking. Dit procederen zou een orgaan uit eigen naam kunnen doen of namens de slachtoffers of de organisaties die slachtoffers vertegenwoordigen, in overeenstemming met het nationale procesrecht.

(3)

De lidstaten zouden er ook rekening mee moeten houden dat onafhankelijke bijstand aan slachtoffers tevens kan inhouden dat aanbevelingen worden gedaan of, indien zulks is toegestaan uit hoofde van de nationale wetgeving, juridisch bindende besluiten worden genomen in individuele of collectieve zaken van discriminatie, en dat er toezicht wordt uitgeoefend om te waarborgen dat ze worden uitgevoerd.

(4)

De lidstaten zouden de organen voor gelijke behandeling in staat moeten stellen relevante bewijsstukken en informatie te verzamelen, in overeenstemming met de nationale wetgeving.

(5)

Indien organen voor gelijke behandeling de juridische bevoegdheid hebben om bindende besluiten te nemen, zou de lidstaat deze organen ook de bevoegdheid moeten geven om adequate, doeltreffende en evenredige sancties op te leggen.

(6)

Met betrekking tot de uitoefening van de bevoegdheden die aan de organen voor gelijke behandeling zijn verleend, zouden passendecontrolemechanismen beschikbaar moeten zijn, met inbegrip van, in voorkomend geval, doeltreffende voorziening in rechte en eerlijke rechtsbedeling. Met name zou in de nationale wetgeving expliciet moeten worden verwezen naar het recht om beroep in te stellen bij de rechter tegen bindende besluiten van organen voor gelijke behandeling, indien deze uit hoofde van de nationale wetgeving bevoegd zijn dergelijke besluiten te nemen.

Onafhankelijke onderzoeken

(7)

De lidstaten zouden de organen voor gelijke behandeling in staat moeten stellen regelmatig onafhankelijke onderzoeken uit te voeren. De reikwijdte en het ontwerp van de onderzoeken moeten garanderen dat er voldoende deugdelijke kwantitatieve en kwalitatieve gegevens over discriminatie worden verzameld om de analyses te kunnen uitvoeren die nodig zijn om op feiten gebaseerde conclusies te trekken over de belangrijkste uitdagingen en de manieren om deze aan te pakken.

Onafhankelijke verslagen

(8)

De lidstaten zouden organen voor gelijke behandeling in staat moeten stellen regelmatig onafhankelijke verslagen te publiceren en deze te presenteren aan de relevante overheidsinstanties, waaronder, in voorkomend geval, de desbetreffende nationale of regionale overheden en parlementen. De reikwijdte van deze verslagen moet breed genoeg zijn om een algemene beoordeling mogelijk te maken van de stand van zaken in de lidstaat met betrekking tot discriminatie voor elk van de betrokken discriminatiegronden.

(9)

De lidstaten zouden de organen voor gelijke behandeling in staat moeten stellen onafhankelijk onderzoek te doen, zodat er onafhankelijke verslagen van hoge kwaliteit kunnen worden opgesteld. Daarbij zou het onder meer kunnen gaan om de verzameling van gegevens, in het bijzonder over het aantal klachten per discriminatiegrond, de duur van de administratieve procedures vanaf het moment dat de klacht wordt ingediend tot de afsluiting van de zaak, de uitkomsten van de administratieve procedures en het aantal, de duur en de uitkomst van de rechtszaken waarbij de organen voor gelijke behandeling zijn betrokken.

Aanbevelingen van de organen voor gelijke behandeling

(10)

De lidstaten zouden ervoor moeten zorgen dat hun overheidsinstanties zoveel mogelijk rekening houden met de aanbevelingen van organen voor gelijke behandeling met betrekking tot wetten, beleid, procedures, programma's en werkwijzen. Gewaarborgd zou moeten worden dat de overheidsinstanties de organen voor gelijke behandeling op de hoogte brengen van de manier waarop rekening is gehouden met de aanbevelingen en dat zij deze informatie openbaar maken.

Bevorderen van gelijkheid

(11)

Om gelijkheid en diversiteit te bevorderen, zouden de lidstaten de organen voor gelijke behandeling in staat moeten stellen bij te dragen aan de preventie van discriminatie, in het bijzonder door opleiding, informatie, advies, richtsnoeren en ondersteuning te bieden aan personen en instanties die verplichtingen hebben uit hoofde van de richtlijnen inzake gelijke behandeling, door het orgaan onder de aandacht van het algemene publiek te brengen en door bekendheid te geven aan de inhoud van de bestaande antidiscriminatieregels en de mogelijkheden om verhaal te zoeken.

(12)

Voor ditzelfde doeleinde zouden de lidstaten de organen voor gelijke behandeling ook in staat moeten stellen om deel te nemen aan het publieke debat, regelmatig met gediscrimineerde groepen en belanghebbenden in dialoog te gaan en goede werkwijzen en positieve actie te bevorderen.

1.2.   Onafhankelijkheid en effectiviteit

1.2.1.   Onafhankelijkheid

(1)

Om de onafhankelijkheid van de organen voor gelijke behandeling bij de uitvoering van hun taken te waarborgen, zouden de lidstaten rekening moeten houden met elementen als de organisatie van deze organen, hun plaats binnen de algehele bestuursstructuur, de toewijzing van hun begrotingsmiddelen en hun procedures voor het inzetten van middelen, met een bijzondere nadruk op de procedures voor het aanstellen en ontslaan van personeel, waaronder personeel met leidinggevende functies. Deze aspecten zouden geen afbreuk moeten doen aan de specifieke nationale organisatiestructuren van de lidstaten.

(2)

De lidstaten zouden moeten waarborgen dat de personeelsleden van de organen voor gelijke behandeling, waaronder personen met een leidinggevende functie en bestuursleden, niet handelen op een manier die onverenigbaar is met hun verplichtingen en tijdens de duur van hun aanstelling geen betaalde of onbetaalde activiteiten ontplooien die niet stroken met deze verplichtingen.

1.2.2.   Middelen

(1)

De lidstaten zouden ervoor moeten zorgen dat elk orgaan voor gelijke behandeling over de personele, technische en financiële middelen, dienstruimte en infrastructuur beschikt om op effectieve wijze zijn taken uit te voeren en zijn bevoegdheden uit te oefenen. Bij het toewijzen van middelen aan organen voor gelijke behandeling zou rekening moeten worden gehouden met de toegewezen bevoegdheden en taken. Middelen kunnen alleen worden verondersteld afdoende te zijn als zij de organen voor gelijke behandeling in staat stellen elk van hun taken op het gebied van gelijkheid effectief uit te voeren, binnen een redelijke termijn en binnen de uiterste termijnen die zijn vastgesteld in de nationale wetgeving.

(2)

De lidstaten zouden ervoor moeten zorgen dat de organen voor gelijke behandeling over voldoende personeel beschikken, dat qua vaardigheden, kennis en ervaring gekwalificeerd is om elk van de functies van de organen voor gelijke behandeling adequaat en effectief uit te voeren.

(3)

Lidstaten zouden organen voor gelijke behandeling in moeten staat stellen effectief toezicht te houden op de uitvoering van hun eigen besluiten en die van instellingen, bemiddelingsinstanties en rechtbanken met betrekking tot discriminatiezaken. Daartoe zouden zij onmiddellijk op de hoogte moeten worden gebracht van dergelijke besluiten en de maatregelen die zijn getroffen om deze uit te voeren.

1.2.3.   Indienen van klachten, toegang en toegankelijkheid

(1)

De lidstaten zouden ervoor moeten zorgen dat het mogelijk is mondeling, schriftelijk en online klachten in te dienen bij de organen voor gelijke behandeling, in een taal die de indiener verkiest en die gebruikelijk is in de lidstaat waar het orgaan voor gelijke behandeling is gevestigd.

(2)

De lidstaten zouden moeten garanderen dat de procedure om klachten bij organen voor gelijke behandeling in te dienen, eenvoudig en kosteloos is.

(3)

De lidstaten zouden de organen voor gelijke behandeling moeten verplichten slachtoffers, klokkenluiders en, in de mate waarin dit mogelijk is, indieners van klachten met betrekking tot discriminatie, vertrouwelijkheid te garanderen.

(4)

De lidstaten zouden ervoor moeten zorgen dat iedereen gemakkelijk toegang heeft tot de fysieke locatie, informatie en communicatie van de organen voor gelijke behandeling. Daarbij zou het onder meer moeten gaan om informatietechnologieën en diensten en producten als documenten en audiovisueel materiaal of bijeenkomsten en evenementen die voor het publiek toegankelijk zijn respectievelijk het publiek worden aangeboden. Zij moeten in het bijzonder toegankelijk zijn voor personen met een handicap, voor wie bovendien de redelijke aanpassingen waarnaar wordt verwezen in het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap moeten worden gedaan om ervoor te zorgen dat mensen met een handicap onder gelijke voorwaarden toegang hebben tot de organen voor gelijke behandeling.

(5)

Indien dit nodig is om geografische of andere redenen, zouden de lidstaten moeten overwegen de organen voor gelijke behandeling in staat te stellen lokale en/of regionale kantoren te openen of lokale en/of regionale activiteiten op het gebied van communicatie te ontplooien met het oog op een regelmatige, tijdelijke aanwezigheid.

(6)

De lidstaten zouden voldoende financiële en andere middelen aan de organen voor gelijke behandeling moeten toewijzen zodat deze effectieve voorlichtingsactiviteiten kunnen uitvoeren om het algemene publiek op de hoogte te brengen van hun bestaan en van de mogelijkheid om klachten over discriminatie in te dienen.

1.3.   Coördinatie en samenwerking

(1)

Indien er in een lidstaat meerdere organen voor gelijke behandeling zijn, zouden de lidstaten deze organen in staat moeten stellen hun activiteiten regelmatig en effectief te coördineren om ervoor te zorgen dat zij de beginselen van non-discriminatie consequent toepassen. De organen voor gelijke behandeling zouden zich niet onevenredig op bepaalde taken mogen richten als dit ten koste gaat van andere taken. Indien er voorlichtingsactiviteiten worden uitgevoerd, zouden andere bevoegde organen hierbij zo veel mogelijk moeten worden betrokken teneinde het algemene publiek volledig te informeren.

(2)

De lidstaten zouden de organen voor gelijke behandeling in staat moeten stellen de dialoog aan te gaan en effectief samen te werken met relevante nationale autoriteiten en organen in dezelfde lidstaat. Dit betekent ook dat ervoor zou moeten worden gezorgd dat de organen voor gelijke behandeling tijdig en op transparante wijze worden geraadpleegd inzake beleids- en wetgevingsvoorstellen en ontwikkelingen op het gebied van hun mandaat.

(3)

De lidstaten zouden de organen voor gelijke behandeling de bevoegdheid moeten verlenen om op Europees en internationaal niveau samen te werken met andere organen voor gelijke behandeling en andere organisaties, onder meer in het kader van gedeelde onderzoeken.

(4)

De lidstaten zouden de organen voor gelijke behandeling in staat moeten stellen samen te werken met relevante organen, waaronder de nationale kaders die zijn aangewezen op grond van artikel 33, lid 2, van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap, nationale contactpunten voor Roma, organisaties uit het maatschappelijk middenveld en, om ervoor te zorgen dat geen fondsen worden toegekend aan projecten waarbij sprake is van discriminatie, de beheersautoriteiten van de Europese structuur- en investeringsfondsen.

HOOFDSTUK III

INFORMATIEVOORZIENING DOOR LIDSTATEN

De lidstaten worden uitgenodigd informatie over de wijze waarop ze rekening houden met deze aanbevelingen, op te nemen in hun mededelingen over de toepassing van de Richtlijnen 2000/43/EG, 2000/78/EG, 2004/113/EG en 2006/54/EG.

Gedaan te Brussel, 22 juni 2018.

Voor de Commissie

Věra JOUROVÁ

Lid van de Commissie


(1)  Richtlijn 2000/43/EG van de Raad van 29 juni 2000 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming (PB L 180 van 19.7.2000, blz. 22).

(2)  Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep (PB L 303 van 2.12.2000, blz. 16).

(3)  Richtlijn 2004/113/EG van de Raad van 13 december 2004 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten (PB L 373 van 21.12.2004, blz. 37).

(4)  Richtlijn 2006/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep (PB L 204 van 26.7.2006, blz. 23).

(5)  Richtlijn 2010/41/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van zelfstandig werkzame mannen en vrouwen en tot intrekking van Richtlijn 86/613/EEG van de Raad (PB L 180 van 15.7.2010, blz. 1).

(6)  COM(2008) 426 definitief.

(7)  Kaderbesluit 2008/913/JBZ van de Raad van 28 november 2008 betreffende de bestrijding van bepaalde vormen en uitingen van racisme en vreemdelingenhaat door middel van het strafrecht (PB L 328 van 6.12.2008, blz. 55).

(8)  Zie onder andere: Human European Consultancy in samenwerking met het Ludwig Boltzmann Institute of Human Rights, oktober 2010, „A Study on Equality Bodies set up under Directives 2000/43/EC, 2004/113/EC, and 2006/54/EC”, bladzijde 177, en Europees netwerk van nationale organen voor de bevordering van gelijke behandeling, oktober 2012, „Equality Bodies. Current Challenges”.

(9)  Human European Consultancy, op.cit, bladzijden 78, 125, 142, en Europees netwerk van nationale organen voor de bevordering van gelijke behandeling, op.cit., bladzijden 8 en 17. Zie ook: Europees netwerk van nationale organen voor de bevordering van gelijke behandeling, „Strategic Role of Equality Bodies”, 2009, bladzijden 43-44 en 52.

(10)  Human European Consultancy, op.cit, bladzijden 70-145, en Europees netwerk van nationale organen voor de bevordering van gelijke behandeling, op.cit., bladzijden 8 en 13-20.

(11)  Europese Commissie, 2006, „Catalysts for Change? Equality bodies according to Directive 2000/43/EC — existence, independence and effectiveness”, bladzijde 57.

(12)  Gezamenlijk verslag inzake de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2000/43/EG van 29 juni 2000 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming („richtlijn rassengelijkheid”) en van Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep („richtlijn gelijke behandeling in arbeid en beroep”), COM(2014) 2 final.

(13)  Verslag over de toepassing van Richtlijn 2004/113/EG houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten, COM(2015) 190 final. Ook werd aangegeven dat er behoefte aan dergelijke normen bestaat in de tussentijdse evaluatie van het EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma, COM(2017) 458 final; in het verslag over de grondrechten van het Bureau voor de grondrechten uit 2017; in het verslag over de tenuitvoerlegging van de aanbeveling van de Commissie „Het beginsel van gelijke beloning voor mannen en vrouwen versterken door transparantie”, COM(2017) 671 final.

(14)  Verslag over de tenuitvoerlegging van de aanbeveling van de Commissie „Het beginsel van gelijke beloning voor mannen en vrouwen versterken door transparantie”, op.cit.; EU-actieplan 2017-2019 – De loonkloof tussen mannen en vrouwen aanpakken, COM(2017) 678 final.

(15)  Resolutie van het Europees Parlement van 8 oktober 2015 over de toepassing van Richtlijn 2006/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep (2014/2160(INI)).

(16)  Bureau van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten (OHCHR), beginselen van de Algemene Vergadering van de VN met betrekking tot de status van nationale instellingen (de „Beginselen van Parijs”), Resolutie 48/134 van 20 december 1993, en de algemene waarnemingen met betrekking tot de interpretatie en toepassing van deze beginselen van het International Coordinating Committee of National Institutions for the Promotion and Protection of Human Rights, in de bewoording van 21 februari 2018.

(17)  Europees netwerk van nationale organen voor de bevordering van gelijke behandeling, 2016, „Developing Standards for Equality Bodies. An Equinet Working Paper”.

(18)  Europese Commissie tegen Racisme en Onverdraagzaamheid (ECRI), „General Policy Recommendation No2 revised on Equality Bodies to combat racism and intolerance at national level”, CRI(2018) 06, aangenomen op 7 december 2017.

(19)  C/2016/8600.

(20)  Besluit 2010/48/EG van de Raad van 26 november 2009 betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap (PB L 23 van 27.1.2010, blz. 35).

(21)  Elke vier jaar krachtens Richtlijn 2006/54/EG en elke vijf jaar krachtens Richtlijnen 2000/43/EG, 2000/78/EG en 2004/113/EEG.


Rectificaties

4.7.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 167/36


Rectificatie van Verordening (EU) 2016/1103 van de Raad van 24 juni 2016 tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van huwelijksvermogensstelsels

( Publicatieblad van de Europese Unie L 183 van 8 juli 2016 )

Bladzijde 24, artikel 53, lid 1:

in plaats van:

„1.   Indien een beslissing overeenkomstig dit hoofdstuk moet worden erkend, belet niets de verzoeker een beroep te doen op voorlopige of bewarende maatregelen waarin de wetgeving van de lidstaat van tenuitvoerlegging voorziet, zonder dat daartoe een verklaring van uitvoerbaarheid in de zin van artikel 46 is vereist.”,

lezen:

„1.   Indien een beslissing overeenkomstig dit hoofdstuk moet worden erkend, belet niets de verzoeker een beroep te doen op voorlopige of bewarende maatregelen waarin de wetgeving van de lidstaat van tenuitvoerlegging voorziet, zonder dat daartoe een verklaring van uitvoerbaarheid in de zin van artikel 47 is vereist.”.


4.7.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 167/36


Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/774 van de Raad van 28 mei 2018 tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië

( Publicatieblad van de Europese Unie L 131 van 29 mei 2018 )

Op bladzijde 4, in de bijlage (betreffende de wijzigingen van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 36/2012), wordt vermelding nr. 68 (betreffende Bassam Sabbagh) geschrapt.


4.7.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 167/36


Rectificatie van Besluit (GBVB) 2018/778 van de Raad van 28 mei 2018 houdende wijziging van Besluit 2013/255/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië

( Publicatieblad van de Europese Unie L 131 van 29 mei 2018 )

Op bladzijde 19, in de bijlage (betreffende de wijzigingen van bijlage I bij Besluit 2013/255/GBVB), wordt vermelding nr. 68 (betreffende Bassam Sabbagh) geschrapt.