ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 254

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

60e jaargang
30 september 2017


Inhoud

 

I   Wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) 2017/1566 van het Europees Parlement en de Raad van 13 september 2017 betreffende de invoering van tijdelijke autonome handelsmaatregelen voor Oekraïne ter aanvulling van de handelsconcessies uit hoofde van de associatieovereenkomst

1

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

30.9.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 254/1


VERORDENING (EU) 2017/1566 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 13 september 2017

betreffende de invoering van tijdelijke autonome handelsmaatregelen voor Oekraïne ter aanvulling van de handelsconcessies uit hoofde van de associatieovereenkomst

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (2) (de „associatieovereenkomst”), vormt de basis voor de betrekkingen tussen de Unie en Oekraïne. Titel IV van de associatieovereenkomst, die betrekking heeft op handel en daarmee verband houdende aangelegenheden, wordt sinds 1 januari 2016 voorlopig toegepast (3). In de preambule van de associatieovereenkomst hebben de partijen bij de associatieovereenkomst hun wens geuit om de betrekkingen nog uit te breiden en te versterken op ambitieuze en innoverende wijze.

(2)

Ter intensivering van de economische en politieke hervormingsinspanningen van Oekraïne en ter ondersteuning en bespoediging van de ontwikkeling van nauwere economische betrekkingen met de Unie is het wenselijk en noodzakelijk de handelsstromen met betrekking tot de invoer van bepaalde landbouwproducten te vergroten en concessies in de vorm van autonome handelsmaatregelen ten aanzien van bepaalde industriële producten te verlenen in overeenstemming met de versnelde afschaffing van de douanerechten op de handel tussen de Unie en Oekraïne.

(3)

De Commissie heeft een analyse verricht van de feitelijke criteria voor de keuze van de aan deze verordening te onderwerpen producten, met name van de mogelijke effecten van deze verordening op kleine en middelgrote begunstigden in Oekraïne, en heeft het Europees Parlement en de Raad daarover uitleg verschaft. De bij deze verordening vastgestelde autonome handelsmaatregelen moeten worden verleend voor producten die gunstig zijn in het licht van deze analyse. Deze autonome handelsmaatregelen moeten de vorm aannemen van de volgende preferentiële regelingen: i) nultariefcontingenten voor de landbouwproducten in de bijlagen I en II bij deze verordening, naast de nultariefcontingenten in de associatieovereenkomst, en ii) de volledige afschaffing van invoerrechten („preferentiële douanerechten”) op de invoer van de industriële producten in bijlage III bij deze verordening.

(4)

Om fraude te voorkomen moet het recht op de bij deze verordening vastgestelde autonome handelsmaatregelen onderworpen zijn aan de voorwaarde dat Oekraïne heeft voldaan aan alle toepasselijke voorwaarden voor het verkrijgen van voordelen uit hoofde van de associatieovereenkomst, met inbegrip van de regels inzake de oorsprong van de betrokken producten en de daarmee samenhangende procedures, en zich ertoe verbindt administratief nauw met de Unie samen te werken, overeenkomstig die overeenkomst.

(5)

Oekraïne mag geen nieuwe douanerechten of heffingen van gelijke werking en nieuwe kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking invoeren, mag de bestaande douanerechten of heffingen niet verhogen en mag geen andere beperkingen invoeren. De Commissie moet de bevoegdheid krijgen om alle of een deel van de bij deze verordening vastgestelde autonome handelsmaatregelen tijdelijk op te schorten indien Oekraïne aan een of meer van deze voorwaarden niet voldoet.

(6)

Wanneer na onderzoek door de Commissie blijkt dat een binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallend product ernstige moeilijkheden veroorzaakt of dreigt te veroorzaken voor producenten van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten in de Unie, moeten de invoerrechten van het gemeenschappelijk douanetarief opnieuw overeenkomstig de associatieovereenkomst worden ingesteld.

(7)

Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze verordening, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend die haar in staat stellen om — wanneer de producenten van de Unie door invoer overeenkomstig deze verordening ernstig worden of kunnen worden getroffen — de bij deze verordening vastgestelde preferentiële regelingen tijdelijk op te schorten en corrigerende maatregelen te nemen. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (4).

(8)

De bij deze verordening vastgestelde nultariefcontingenten moeten door de Commissie worden beheerd overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie (5), met uitzondering van de nultariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten, die door de Commissie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad (6) en de krachtens die verordening vastgestelde uitvoeringshandelingen en gedelegeerde handelingen moeten worden beheerd.

(9)

De artikelen 2 en 3 van de associatieovereenkomst bepalen dat de eerbiediging van de democratische beginselen, van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden en van het principe van de rechtsstaat, evenals inspanningen om de strijd aan te gaan met corruptie en georganiseerde criminaliteit en maatregelen ter bevordering van duurzame ontwikkeling en daadwerkelijk multilateralisme, een essentieel onderdeel vormen van de door die overeenkomst beheerste betrekkingen met Oekraïne. Er moet worden voorzien in de mogelijkheid de in deze verordening vastgestelde preferentiële regelingen tijdelijk op te schorten wanneer Oekraïne de algemene beginselen van de associatieovereenkomst niet eerbiedigt, zoals dat in andere door de Unie ondertekende associatieovereenkomsten het geval is.

(10)

Het jaarverslag van de Commissie over de tenuitvoerlegging van de diepe en brede vrijhandelsruimte, die integraal deel uitmaakt van de associatieovereenkomst, moet een gedetailleerde beoordeling bevatten van de uitvoering van de bij deze verordening vastgestelde autonome handelsmaatregelen.

(11)

Gezien de moeilijke economische situatie in Oekraïne, moet deze verordening in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Preferentiële regelingen en toegang tot tariefcontingenten

1.   Naast de in de associatieovereenkomst vastgestelde nultariefcontingenten, mogen de landbouwproducten in de bijlagen I en II bij deze verordening vanuit Oekraïne in de Europese Unie worden ingevoerd binnen de grenzen van de in die bijlagen vastgestelde nultariefcontingenten van de Unie. Deze nultariefcontingenten worden beheerd als volgt:

a)

de nultariefcontingenten voor de landbouwproducten in bijlage I bij deze verordening worden door de Commissie beheerd overeenkomstig de artikelen 49 tot en met 54 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447;

b)

de nultariefcontingenten voor de landbouwproducten in bijlage II bij deze verordening worden door de Commissie beheerd overeenkomstig artikel 184 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de krachtens dat artikel vastgestelde uitvoeringshandelingen en gedelegeerde handelingen.

2.   De preferentiële douanerechten op de invoer in de Unie van bepaalde industriële producten van oorsprong uit Oekraïne worden toegepast overeenkomstig bijlage III.

Artikel 2

Voorwaarden voor het recht op preferentiële regelingen

Het bij artikel 1 ingevoerde recht van Oekraïne op de nultariefcontingenten en preferentiële douanerechten op de invoer is afhankelijk van de volgende voorwaarden:

a)

overeenkomstig de associatieovereenkomst — en met name Protocol nr. I daarbij betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking en Protocol nr. II daarbij inzake wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken — worden de regels inzake de oorsprong van producten en de daarmee samenhangende procedures door Oekraïne nageleefd; de bij artikel 1 van deze verordening ingevoerde nultariefcontingenten en preferentiële douanerechten op de invoer zijn van toepassing op goederen afkomstig uit of vervoerd uit een grondgebied dat niet onder de daadwerkelijke controle van de regering van Oekraïne staat, indien deze goederen voor onderzoek ter beschikking zijn gesteld aan de Oekraïense autoriteiten, en indien hun naleving van de voorwaarden die het recht bieden op preferentiële regelingen is gecontroleerd overeenkomstig de associatieovereenkomst;

b)

vanaf 1 oktober 2017 stelt Oekraïne geen nieuwe douanerechten of heffingen van gelijke werking noch nieuwe kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking vast voor de invoer van producten van oorsprong uit de Unie, verhoogt het de bestaande douanerechten of heffingen niet en voert het geen andere beperkingen in, met inbegrip van discriminerende interne administratieve maatregelen;

c)

Oekraïne respecteert de democratische beginselen, de mensenrechten, de fundamentele vrijheden en het principe van de rechtsstaat en de aanhoudende inspanningen in de strijd tegen corruptie en illegale activiteiten worden voortgezet, overeenkomstig de artikelen 2, 3 en 22 van de associatieovereenkomst, en

d)

de verplichtingen aangaande samenwerking inzake werkgelegenheid, sociaal beleid en gelijke kansen overeenkomstig hoofdstuk 13 van titel IV (Handel en duurzame ontwikkeling) en hoofdstuk 21 van titel V (Samenwerking inzake werkgelegenheid, sociaal beleid en gelijke kansen) van de associatieovereenkomsten en de in artikel 420 van de associatieovereenkomst uiteengezette doelstellingen worden door Oekraïne verder geëerbiedigd.

Artikel 3

Tijdelijke schorsing

1.   Indien de Commissie oordeelt dat er voldoende bewijs is dat de voorwaarden van artikel 2 door Oekraïne niet worden nageleefd, kan zij de bij deze verordening vastgestelde preferentiële regelingen geheel of gedeeltelijk opschorten overeenkomstig de onderzoeksprocedure van artikel 5, lid 2.

2.   Indien een lidstaat de Commissie verzoekt een van de bij deze verordening vastgestelde preferentiële regelingen op te schorten op basis van het verzuim om de in artikel 2, onder b), uiteengezette voorwaarden na te leven, verstrekt de Commissie binnen de vier maanden na de indiening van een dergelijk verzoek een met redenen omkleed advies over de vraag of het vermeende verzuim tot naleving onderbouw is. Indien de Commissie tot de conclusie komt dat dit inderdaad het geval is, leidt zij de procedure in als bedoeld in lid 1 van dit artikel.

Artikel 4

Vrijwaringsclausule

1.   Indien de invoer van een product van oorsprong uit Oekraïne ernstige moeilijkheden veroorzaakt of dreigt te veroorzaken voor producenten in de Unie van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten, kan het gemeenschappelijk douanetarief overeenkomstig de associatieovereenkomst op dat product te allen tijde opnieuw worden ingesteld.

2.   De Commissie houdt nauwgezet toezicht op de effecten van deze verordening wat de producten van de bijlagen I en II betreft, onder meer met betrekking tot de prijzen op de markt van de Unie, met inachtneming van de informatie over uitvoer, invoer en productie in de Unie van de producten die onderworpen zijn aan de bij deze verordening vastgestelde autonome handelsmaatregelen.

3.   De Commissie neemt binnen een redelijke termijn een formeel besluit tot het openen van een onderzoek:

op verzoek van een lidstaat, of

op verzoek van een rechtspersoon of een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid die optreedt namens de bedrijfstak van de Unie, gedefinieerd als alle of een groot deel van de producenten in de Unie die soortgelijke producten of rechtstreeks concurrerende producten vervaardigen, of

op eigen initiatief van de Commissie, indien het haar duidelijk is dat er voldoende prima facie bewijs is dat er sprake is van de in lid 1 bedoelde ernstige moeilijkheden.

Voor de toepassing van dit artikel wordt „een groot deel” gedefinieerd als producenten in de Unie die een collectieve output hebben van meer dan 50 % van de totale productie in de Unie van soortgelijke producten of rechtstreeks concurrerende producten die worden vervaardigd door dat deel van de bedrijfstak van de Unie dat het verzoek steunt of zich ertegen verzet, en die niet minder dan 25 % vertegenwoordigen van de totale productie van soortgelijke producten of rechtstreeks concurrerende producten die door de bedrijfstak van de Unie worden vervaardigd.

Wanneer de Commissie besluit een onderzoek te openen, publiceert zij een bericht van opening van een onderzoek in het Publicatieblad van de Europese Unie. In het bericht wordt een samenvatting van de ontvangen informatie gegeven en meegedeeld dat alle relevante informatie aan de Commissie moet worden toegezonden. In het bericht wordt de termijn vermeld waarbinnen belanghebbenden hun standpunt schriftelijk kenbaar kunnen maken. Deze termijn mag niet meer dan vier maanden bedragen te rekenen vanaf de datum van bekendmaking van het bericht.

4.   De Commissie verzamelt alle informatie die zij noodzakelijk acht en kan deze informatie bij Oekraïne of eventuele andere bronnen verifiëren. Zij kan worden bijgestaan door ambtenaren van de lidstaat waar de verificatie plaatsvindt, als die lidstaat om dergelijke bijstand door ambtenaren verzoekt.

5.   Wanneer de Commissie onderzoekt of er sprake is van ernstige moeilijkheden als bedoeld in lid 1, houdt zij — als er informatie beschikbaar is — onder meer rekening met de volgende factoren met betrekking tot de producenten in de Unie:

marktaandeel,

productie,

voorraden,

productiecapaciteit,

bezettingsgraad,

werkgelegenheid,

invoer,

prijzen.

6.   Het onderzoek wordt uiterlijk zes maanden na de bekendmaking van het in lid 3 van dat artikel bedoelde bericht afgerond. De Commissie mag deze periode in uitzonderlijke omstandigheden verlengen overeenkomstig de in artikel 5, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

7.   De Commissie neemt binnen drie maanden na de afronding van het onderzoek, door middel van een uitvoeringshandeling, een besluit of de gemeenschappelijke douanetarieven overeenkomstig de associatieovereenkomst opnieuw moeten worden ingevoerd van overeenkomstig de in artikel 5, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. Deze uitvoeringshandeling treedt uiterlijk één maand na de bekendmaking ervan in werking. Gemeenschappelijke douanetarieven worden overeenkomstig de associatieovereenkomst opnieuw ingevoerd zolang als nodig is om de verslechtering van de economische en/of financiële situatie van producenten in de Unie tegen te gaan, dan wel zolang de dreiging van een dergelijke verslechtering aanhoudt. De periode van de wederinvoering bedraagt maximaal één jaar, tenzij deze in naar behoren gerechtvaardigde omstandigheden wordt verlengd. Wanneer uit de definitief geconstateerde feiten blijkt dat niet is voldaan aan de voorwaarden van lid 1, stelt de Commissie een uitvoeringshandeling vast tot beëindiging van het onderzoek en de procedure, overeenkomstig de in artikel 5, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

8.   Als geen onderzoek mogelijk is als gevolg van uitzonderlijke omstandigheden die onmiddellijke maatregelen vereisen, mag de Commissie, nadat zij het in artikel 5, lid 1, bedoelde Comité douanewetboek daarvan in kennis heeft gesteld, alle noodzakelijke preventieve maatregelen nemen.

Artikel 5

Comitéprocedure

1.   Voor de toepassing van artikel 1, lid 1, onder a), en artikel 4 van deze verordening wordt de Commissie bijgestaan door het Comité douanewetboek, dat is opgericht bij artikel 285 van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad (7). Het Comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 6

Beoordeling van de uitvoering van de autonome handelsmaatregelen

Het jaarverslag van de Commissie over de tenuitvoerlegging van de diepe en brede vrijhandelsruimte bevat een gedetailleerde beoordeling van de uitvoering van de autonome handelsmaatregelen waarin wordt voorzien in deze verordening en bevat, voor zover passend, een beoordeling van de sociale gevolgen van deze maatregelen in Oekraïne en in de Unie. Informatie over het gebruik van landbouwgerelateerde tariefcontingenten wordt beschikbaar gesteld op de website van de Commissie.

Artikel 7

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is gedurende drie jaar van toepassing met ingang van 1 oktober 2017.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 13 september 2017.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

A. TAJANI

Voor de Raad

De voorzitter

M. MAASIKAS


(1)  Standpunt van het Europees Parlement van 4 juli 2017 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 17 juli 2017.

(2)  PB L 161 van 29.5.2014, blz. 3.

(3)  Besluit 2014/668/EU van de Raad van 23 juni 2014 inzake de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, wat titel III (met uitzondering van de bepalingen betreffende de behandeling van onderdanen van derde landen die legaal werken op het grondgebied van de andere partij) en de titels IV, V, VI en VII, alsmede de desbetreffende bijlagen en protocollen daarvan betreft (PB L 278 van 20.9.2014, blz. 1).

(4)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

(5)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).

(6)  Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke marktordening voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).

(7)  Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269, 10.10.2013, blz. 1).


BIJLAGE I

IN ARTIKEL 1, LID 1, ONDER a), BEDOELDE NULTARIEFCONTINGENTEN VOOR LANDBOUWPRODUCTEN

Niettegenstaande de regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur (GN) heeft de beschrijving van de producten slechts een indicatieve waarde. Voor de toepassing van deze bijlage wordt de reikwijdte van het preferentiestelsel bepaald door de GN-codes zoals deze op 1 oktober 2017 luiden.

Volgnummer

GN-code

Beschrijving van de goederen

Omvang van het jaarlijkse contingent

(nettogewicht in ton, tenzij anders bepaald)

09.6750

0409

Natuurhoning

2 500

09.6751

ex 1103 19 20  (1)

Gries van gerst

7 800

1103 19 90

Gries en griesmeel van granen (met uitzondering van tarwe, rogge, haver, mais, rijst en gerst)

1103 20 90

Pellets van granen (met uitzondering van tarwe, rogge, haver, mais, rijst en gerst)

1104 19 10

Granen (geplet of in vlokken) van tarwe

1104 19 50

Granen (geplet of in vlokken) van mais

1104 19 61

Granen (geplet) van gerst

1104 19 69

Granen (in vlokken) van gerst

ex 1104 29  (2)

Andere bewerkte granen (bijvoorbeeld gepeld, gepareld, gesneden of gebroken) dan haver, rogge of mais

1104 30

Graankiemen (volledig, geplet, in vlokken of gemalen)

09.6752

2002

Tomaten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur

3 000

09.6753

2009 61 90

Druivensap (druivenmost daaronder begrepen), met een brixwaarde van niet meer dan 30, met een waarde van niet meer dan 18 EUR per 100 kg nettogewicht

500

2009 69 11

Druivensap (druivenmost daaronder begrepen), met een brixwaarde van meer dan 67, met een waarde van niet meer dan 22 EUR per 100 kg nettogewicht

2009 69 71

2009 69 79

2009 69 90

Druivensap (druivenmost daaronder begrepen), met een brixwaarde van meer dan 30 maar niet meer dan 67, met een waarde van niet meer dan 18 EUR per 100 kg nettogewicht

09.6754

1004

Haver

4 000


(1)  Taric-code 1103192010.

(2)  Taric-codes 1104290400, 1104290500, 1104290800, 1104291790,1104293090, 1104295100, 1104295990, 1104298100 en 1104298990.


BIJLAGE II

IN ARTIKEL 1, LID 1, ONDER b), BEDOELDE NULTARIEFCONTINGENTEN VOOR LANDBOUWPRODUCTEN

Niettegenstaande de regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur (GN) heeft de beschrijving van de producten slechts een indicatieve waarde. Voor de toepassing van deze bijlage wordt de reikwijdte van het preferentiestelsel bepaald door de GN-codes zoals deze op 1 oktober 2017 luiden.

Product

Tariefindeling

Omvang van het jaarlijkse contingent

Zachte tarwe, spelt en mengkoren (meel, gries, griesmeel en pellets)

1001 90 99

1101 00 15 , 1101 00 90

1102 90 90

1103 11 90 , 1103 20 60

65 000 ton per jaar

Mais (behalve zaden, meel, gries, griesmeel, pellets en granen)

1005 90 00

1102 20

1103 13

1103 20 40

1104 23

625 000 ton per jaar

Gerst (behalve zaden, meel en pellets)

1003 90 00

1102 90 10

ex 1103 20 25

325 000 ton per jaar


BIJLAGE III

DE PREFERENTIËLE DOUANERECHTEN VOOR DE IN ARTIKEL 1, LID 2, BEDOELDE INDUSTRIËLE PRODUCTEN

Niettegenstaande de regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur (GN) heeft de beschrijving van de producten slechts een indicatieve waarde. Voor de toepassing van deze bijlage wordt de reikwijdte van het preferentiestelsel bepaald door de GN-codes zoals deze op 1 oktober 2017 luiden.

GN 2016

Beschrijving

Toegepaste rechten

 

HOOFDSTUK 31 — MESTSTOFFEN

3102 21 00

Ammoniumsulfaat (m.u.v. ammoniumsulfaat in pellets of soortgelijke vormen, dan wel in verpakkingen met een brutogewicht van maximaal 10 kg)

0 %

3102 40 10

Mengsels van ammoniumnitraat met calciumcarbonaat of andere niet-vruchtbaarmakende anorganische stoffen, met een stikstofgehalte van niet meer dan 28 gewichtspercenten (m.u.v. mengsels in pellets of soortgelijke vormen, dan wel in verpakkingen met een brutogewicht van maximaal 10 kg)

0 %

3102 50 00

Natriumnitraat (m.u.v. natriumnitraat in pellets of soortgelijke vormen, dan wel in verpakkingen met een brutogewicht van maximaal 10 kg)

0 %

3105 20 10

Minerale of chemische meststoffen die stikstof, fosfor en kalium bevatten, met een gehalte aan stikstof van meer dan 10 gewichtspercenten, berekend op het droge kristalwatervrije product (m.u.v. meststoffen in tabletten of soortgelijke vormen, dan wel in verpakkingen met een brutogewicht van maximaal 10 kg)

0 %

3105 51 00

Minerale of chemische meststoffen die nitraten en fosfaten bevatten

0 %

 

HOOFDSTUK 32 — LOOI- EN VERFEXTRACTEN; LOOIZUUR (TANNINE) EN DERIVATEN DAARVAN; PIGMENTEN EN ANDERE KLEUR- EN VERFSTOFFEN; VERF EN VERNIS; MASTIEK; INKT

3206 11 00

Pigmenten en preparaten op basis van titaandioxide die 80 of meer gewichtspercenten titaandioxide bevatten, berekend op de droge stof

0 %

 

HOOFDSTUK 64 — SCHOEISEL, BEENKAPPEN EN SOORTGELIJKE ARTIKELEN; DELEN VAN DERGELIJKE ARTIKELEN

6402 91 90

Schoeisel met buitenzolen en bovendelen van rubber of kunststof dat de enkel bedekt

0 %

6402 99 98

Damesschoeisel met buitenzolen van rubber of kunststof en bovendelen van kunststof, met een binnenzoollengte van 24 cm of meer

0 %

6403 99 96

Mannenschoeisel (dat de enkel niet bedekt) met buitenzolen van rubber, kunststof of kunstleder en bovendelen van leder, met een binnenzoollengte van 24 cm of meer

0 %

6403 99 98

Damesschoeisel met buitenzolen van rubber, kunststof of kunstleder en bovendelen van leder, met een binnenzoollengte van 24 cm of meer

0 %

 

HOOFDSTUK 74 — KOPER EN ARTIKELEN VAN KOPER

7407 21 10

Staven van koper-zinklegeringen (messing)

0 %

7408 11 00

Draad van geraffineerd koper, met een grootste afmeting der dwarsdoorsnede van meer dan 6 mm

0 %

 

HOOFDSTUK 76 — ALUMINIUM EN ARTIKELEN VAN ALUMINIUM

7601 10 00

Aluminium, niet-gelegeerd, ruw

0 %

7601 20 20

Legeringen van ruw aluminium in de vorm van staven of billets

0 %

7601 20 80

Legeringen van ruw aluminium (m.u.v. staven en billets)

0 %

7604 21 00

Holle profielen van aluminiumlegeringen

0 %

7604 29 90

Massieve profielen van aluminiumlegeringen

0 %

7616 99 90

Artikelen van aluminium, niet gegoten

0 %

 

HOOFDSTUK 85 — ELEKTRISCHE MACHINES, APPARATEN, UITRUSTINGSSTUKKEN, ALSMEDE DELEN DAARVAN; TOESTELLEN VOOR HET OPNEMEN OF HET WEERGEVEN VAN GELUID, VOOR HET OPNEMEN OF HET WEERGEVEN VAN BEELDEN EN GELUID VOOR TELEVISIE, ALSMEDE DELEN EN TOEBEHOREN VAN DEZE TOESTELLEN

8525 80 99

Videocameraopnametoestellen, andere dan die welke alleen zijn voorzien van een opnamemogelijkheid van het door de televisiecamera geregistreerde beeld en geluid

0 %

8528 71 19

Videotuners (m.u.v. elektronische assemblages voor inbouw in een automatische gegevensverwerkende machine en m.u.v. toestellen gestuurd door een microprocessor, uitgerust met een ingebouwde modem voor toegang tot het internet, een functie voor interactieve informatie-uitwisseling en de mogelijkheid tot ontvangst van televisiesignalen, i.e.„set-top-boxen met communicatiefunctie”)

0 %

8528 71 99

Ontvangtoestellen voor televisie, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel voor radio-omroep of toestel voor het opnemen of weergeven van geluid of van beelden, niet ontworpen om een beeldscherm of een videoscherm te bevatten (m.u.v. videotuners en set-top-boxen met communicatiefunctie)

0 %

8528 72 40

Ontvangtoestel voor televisie, voor kleurenweergave, met lcd-scherm

0 %


Verklaring van de Commissie in verband met artikel 3

De Commissie merkt op dat, indien het onmogelijk is om de schorsing van preferentiële regelingen ten uitvoer te leggen vóór het volledige gebruik van de jaarlijkse contingenten tegen nultarief voor landbouwproducten, zij zal streven naar een vermindering of schorsing van deze concessies in de komende jaren.