ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 251

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

60e jaargang
29 september 2017


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) 2017/1770 van de Raad van 28 september 2017 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Mali

1

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1771 van de Commissie van 27 september 2017 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1484/95 wat betreft de vaststelling van de representatieve prijzen voor de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede voor ovalbumine

11

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1772 van de Commissie van 28 september 2017 betreffende de opening en de wijze van beheer van tariefcontingenten van de Unie voor bepaalde landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten en visserijproducten van oorsprong uit Canada

13

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1773 van de Commissie van 28 september 2017 tot 278e wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met de organisaties ISIS (Da'esh) en Al Qaida

19

 

 

BESLUITEN

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1774 van de Raad van 25 september 2017 betreffende het onderwerpen van N-(1-fenethylpiperidine-4-yl)-N-fenylacrylamide (acryloylfentanyl) aan controlemaatregelen

21

 

*

Besluit (GBVB) 2017/1775 van de Raad van 28 september 2017 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Mali

23

 

*

Besluit (GBVB) 2017/1776 van de Raad van 28 september 2017 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2015/1333 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië

28

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Aanbeveling nr. 1/2017 van de Associatieraad EU-Egypte van 25 juli 2017 tot vaststelling van de prioriteiten van het partnerschap EU-Egypte [2017/1544] ( PB L 236 van 14.9.2017 )

29

 

*

Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1568 van de Raad van 15 september 2017 tot uitvoering van Verordening (EU) 2017/1509 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea ( PB L 238 van 16.9.2017 )

29

 

*

Rectificatie van Uitvoeringsbesluit (GBVB) 2017/1573 van de Raad van 15 september 2017 tot uitvoering van Besluit (GBVB) 2016/849 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea ( PB L 238 van 16.9.2017 )

29

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

29.9.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 251/1


VERORDENING (EU) 2017/1770 VAN DE RAAD

van 28 september 2017

betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Mali

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit (GBVB) 2017/1775 van de Raad van 28 september 2017 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Mali (1),

Gezien het gezamenlijk voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 28 september 2017 heeft de Raad overeenkomstig Resolutie 2374 (2017) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties zijn goedkeuring gehecht aan Besluit (GBVB) 2017/1775 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Mali. Die maatregelen voorzien in reisbeperkingen en in de bevriezing van tegoeden en economische middelen van bepaalde door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties („de Veiligheidsraad”) of het bevoegde Sanctiecomité van de Verenigde Naties aangewezen personen die verantwoordelijk zijn voor of medeplichtig aan, of direct of indirect hebben deelgenomen aan, acties of beleidsmaatregelen die de vrede, veiligheid of stabiliteit in Mali bedreigen. Die personen worden opgesomd in de bijlage bij Besluit (GBVB) 2017/1775.

(2)

Bepaalde maatregelen van Resolutie 2374 (2017) van de VN-Veiligheidsraad vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en voor de tenuitvoerlegging ervan is derhalve regelgeving op het niveau van de Unie noodzakelijk, in het bijzonder om te garanderen dat zij in alle lidstaten uniform door de marktdeelnemers worden toegepast.

(3)

Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en beginselen die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn erkend, in het bijzonder de rechten op een doeltreffende voorziening in rechte, op een eerlijk proces en op de bescherming van persoonsgegevens. Deze verordening moet worden toegepast overeenkomstig die rechten.

(4)

Gezien de specifieke bedreiging die de situatie in Mali vormt voor de internationale vrede en veiligheid, en om te zorgen voor samenhang met het wijzigings- en herzieningsproces van de bijlage bij Besluit (GBVB) 2017/1775, moet de bevoegdheid tot wijziging van de lijsten in bijlage I bij deze verordening worden uitgeoefend door de Raad.

(5)

Met het oog op de tenuitvoerlegging van deze verordening en op een zo groot mogelijke rechtszekerheid binnen de Unie moeten de namen en andere relevante gegevens over de natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen overeenkomstig deze verordening dienen te worden bevroren, openbaar worden gemaakt. De verwerking van de persoonsgegevens dient te gebeuren overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (2) en Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (3).

(6)

De lidstaten moeten de voor overtredingen van deze verordening op te leggen sancties vaststellen. De aldus vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a)   „vordering”: een vóór of na de datum van inwerkingtreding van deze verordening ingediende vordering, ook wanneer deze de vorm van een rechtsvordering heeft, die voortvloeit uit of verband houdt met de uitvoering van een contract of transactie, en met name:

i)

een vordering tot nakoming van een verplichting die voortvloeit uit of verband houdt met een contract of transactie;

ii)

een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm;

iii)

een vordering tot schadeloosstelling in verband met een contract of een transactie;

iv)

een tegenvordering;

v)

een vordering, ook via een exequatur, waarmee wordt beoogd erkenning of uitvoering van een rechterlijke of arbitrale uitspraak of van een gelijkwaardige beslissing te verkrijgen, ongeacht de plaats van uitspraak;

b)   „contract of transactie”: een verrichting, ongeacht haar vorm en het recht dat erop van toepassing is, die een of meer contracten of soortgelijke verplichtingen tussen al dan niet dezelfde partijen omvat; in dat verband wordt er onder „contract” tevens begrepen obligaties, garanties of contragaranties, en met name financiële garanties of contragaranties en kredieten, ook indien deze uit juridisch oogpunt op zichzelf staan, alsmede alle uit een dergelijke transactie voortkomende of daarmee verband houdende bepalingen;

c)   „bevoegde autoriteiten”: de bevoegde autoriteiten van de lidstaten als aangegeven op de websites die zijn opgesomd in bijlage II;

d)   „economische middelen”: activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;

e)   „bevriezing van economische middelen”: voorkomen dat economische middelen worden gebruikt om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet daartoe beperkt, door deze te verkopen, te verhuren of te verhypothekeren;

f)   „bevriezing van tegoeden”: het voorkomen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren en gebruiken van, toegang verschaffen tot of omgaan met tegoeden met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming of verdere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk zou worden gemaakt;

g)   „tegoeden”: financiële activa en voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

i)

contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen;

ii)

deposito's bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen;

iii)

in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, inclusief aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten;

iv)

rente, dividenden of andere inkomsten uit of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa;

v)

krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen;

vi)

kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven, en

vii)

bewijsstukken van belangen in fondsen of financiële middelen;

h)   „Sanctiecomité”: het comité van de Veiligheidsraad, opgericht overeenkomstig punt 9 van Resolutie 2374 (2017) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties;

i)   „grondgebied van de Unie”: het grondgebied van alle lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim.

Artikel 2

1.   Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan of eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan, direct of indirect, van een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam die in bijlage I is vermeld, worden bevroren.

2.   Er worden geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking gesteld aan of ten behoeve van in bijlage I vermelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

3.   Bijlage I omvat natuurlijke en rechtspersonen, entiteiten en lichamen en personen en entiteiten die namens hen of onder hun leiding optreden, en van entiteiten die eigendom zijn van en onder hun zeggenschap staan, en die volgens de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité:

a)

vijandelijkheden aangaan die een inbreuk vormen op het akkoord voor vrede en verzoening in Mali („het akkoord”);

b)

maatregelen nemen die de uitvoering van het akkoord belemmeren, door verdere vertraging bemoeilijken of in het gedrang brengen;

c)

optreden voor, namens of op aanwijzing van, de onder a) en b) bedoelde personen en entiteiten dan wel deze anderszins ondersteunen of financieren, onder meer met de opbrengsten van georganiseerde misdaad, met inbegrip van de productie van en de handel in verdovende middelen en hun precursoren, die afkomstig zijn van of via Mali worden doorgevoerd, de mensenhandel en de migrantensmokkel, de wapensmokkel en -handel alsmede de illegale handel in cultuurgoederen;

d)

betrokken zijn bij het beramen, aansturen, steunen of plegen van aanslagen tegen:

i)

de verschillende in het akkoord vermelde entiteiten, met inbegrip van lokale, regionale en nationale instellingen, gezamenlijke patrouilles en de Malinese strijdkrachten en veiligheidstroepen;

ii)

vredeshandhavers van de Multidimensionale Geïntegreerde Stabilisatiemissie van de Verenigde Naties in Mali (MINUSMA) en ander VN-personeel en geassocieerd personeel, met inbegrip van leden van het deskundigenpanel;

iii)

internationale veiligheidstroepen, waaronder de Force Conjointe des États du G5 Sahel (FC-G5S, de gezamenlijke strijdkrachten van de Sahel G5), missies van de Europese Unie en Franse strijdkrachten;

e)

de verlening van humanitaire bijstand aan Mali of van de toegang tot of verdeling van humanitaire bijstand in Mali belemmeren;

f)

in Mali daden plannen, aansturen of plegen die het internationale recht inzake de mensenrechten of het internationaal humanitair recht schenden, naargelang het geval, of die een schending van of inbreuk op de mensenrechten vormen, waaronder het viseren van burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen, door het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering, of verkrachting of ander seksueel geweld), ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers een toevlucht zoeken;

g)

betrokken zijn bij de inzet en rekrutering van kinderen door gewapende groepen of strijdkrachten die daarbij het toepasselijke internationale recht overtreden in het kader van het gewapende conflict in Mali;

h)

willens en wetens het reizen vergemakkelijken van een in de lijst opgenomen persoon, in strijd met de reisbeperkingen.

4.   In bijlage I worden de redenen vermeld waarom personen, entiteiten en lichamen op de lijst zijn geplaatst.

5.   Bijlage I bevat tevens, wanneer beschikbaar, informatie die nodig is om de betrokken natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten en lichamen te identificeren. Met betrekking tot personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres, indien bekend, en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten en lichamen kan die informatie bestaan uit namen, plaats en datum van inschrijving en/of registratie, het inschrijvings- en/of registratienummer en de plaats van vestiging.

Artikel 3

1.   In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, op door hen passend geachte voorwaarden, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, nadat zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

a)

noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de in bijlage I genoemde natuurlijke personen, en de gezinsleden die van deze natuurlijke personen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en nutsvoorzieningen;

b)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria of de vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

c)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor alleen het aanhouden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen;

op voorwaarde dat de bevoegde autoriteit van de desbetreffende lidstaat het Sanctiecomité in kennis heeft gesteld van deze vaststelling en van zijn voornemen toestemming te verlenen, en het Sanctiecomité niet binnen vijf werkdagen na deze kennisgeving een negatief besluit heeft genomen.

2.   In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, op door hen passend geachte voorwaarden, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, nadat zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits deze vaststelling door de bevoegde autoriteit van de desbetreffende lidstaat is gemeld bij het Sanctiecomité en door dit comité is goedgekeurd.

3.   In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, op door hen passend geachte voorwaarden, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, op voorwaarde dat het Sanctiecomité, per geval, heeft vastgesteld dat deze afwijking een gunstige invloed zou hebben op de nagestreefde vrede en nationale verzoening in Mali en de stabiliteit in de regio.

4.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van dit artikel verleende toestemming.

Artikel 4

1.   In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een gerechtelijk, administratief of arbitraal besluit dat is vastgesteld vóór de datum waarop de in artikel 2 bedoelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam in bijlage I werd opgenomen, of van een gerechtelijk, administratief of arbitraal vonnis van vóór die datum;

b)

de tegoeden of economische middelen worden uitsluitend benut om te voldoen aan vorderingen die door een in punt a) genoemde beslissing zijn gewaarborgd of geldig zijn verklaard, binnen de grenzen gesteld door de toepasselijke wet- en regelgeving betreffende de rechten van titularissen van dergelijke vorderingen;

c)

het besluit of het vonnis komt niet ten goede aan een in bijlage I vermelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam;

d)

de erkenning van het besluit of het vonnis is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat, en

e)

het besluit of het vonnis is door de lidstaat gemeld aan het Sanctiecomité.

2.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming.

Artikel 5

1.   In afwijking van artikel 2 en mits een betaling verschuldigd is door in bijlage I vermelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen op grond van een contract of overeenkomst die is gesloten door of een verplichting die is ontstaan voor de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen vóór de datum waarop de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in bijlage I werden opgenomen, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, onder door hen passend geachte voorwaarden, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat:

a)

de tegoeden of economische middelen worden gebruikt voor een betaling door een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam van bijlage I;

b)

de betaling niet in strijd is met artikel 2, lid 2, en

c)

de betrokken lidstaat het Sanctiecomité ten minste tien werkdagen van tevoren in kennis heeft gesteld van zijn voornemen toestemming te verlenen.

2.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming.

Artikel 6

1.   Artikel 2, lid 2, vormt geen belemmering voor de creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of kredietinstellingen die tegoeden ontvangen die door derden naar de rekening van een in de lijst opgenomen natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam zijn overgemaakt, op voorwaarde dat de bijgeboekte bedragen eveneens bevroren worden. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de relevante bevoegde autoriteit onverwijld op de hoogte van dergelijke verrichtingen.

2.   Artikel 2, lid 2, is niet van toepassing op het overmaken op bevroren rekeningen van:

a)

rente of andere inkomsten op die rekeningen;

b)

betalingen op grond van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de in artikel 2 bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen zijn opgenomen in bijlage I;

mits deze rente, andere inkomsten en betalingen overeenkomstig artikel 2 worden bevroren.

Artikel 7

1.   Onverminderd de geldende voorschriften inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim zijn natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen verplicht:

a)

alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals informatie in verband met rekeningen en bedragen die overeenkomstig artikel 2 zijn bevroren, onverwijld te verstrekken aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij hun woonplaats hebben of gevestigd zijn, en deze informatie, direct of via de autoriteiten van de lidstaat, aan de Commissie te doen toekomen, en

b)

samen te werken met de bevoegde autoriteit bij de verificatie van deze informatie.

2.   Alle rechtstreeks door de Commissie ontvangen aanvullende informatie wordt ter beschikking gesteld van de lidstaten.

3.   Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie wordt uitsluitend gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.

Artikel 8

Het is verboden om bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of gevolg hebben dat de in artikel 2 bedoelde maatregelen worden omzeild.

Artikel 9

1.   De bevriezing van tegoeden en economische middelen of de weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, die plaatsvindt in het vertrouwen dat die maatregel in overeenstemming is met deze verordening, geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die die maatregel uitvoeren, of van directeuren of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden en economische middelen als gevolg van nalatigheid zijn bevroren of ingehouden.

2.   Acties van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen geven geen aanleiding tot aansprakelijkheid van deze natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, indien zij niet wisten en niet redelijkerwijs konden vermoeden dat hun acties een inbreuk zouden vormen op de maatregelen in deze verordening.

Artikel 10

1.   Vorderingen in verband met contracten of andere transacties aan de uitvoering waarvan, direct of indirect, geheel of gedeeltelijk, afbreuk is gedaan door de maatregelen die uit hoofde van onderhavige verordening zijn ingesteld, met inbegrip van vorderingen tot schadeloosstelling of soortgelijke vorderingen, zoals een vordering tot schuldvergelijking of een garantievordering, met name een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, garantie of contragarantie, met name een financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm hiervan, worden niet toegewezen indien deze vorderingen worden ingesteld door:

a)

de in bijlage I opgenomen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen;

b)

een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam, handelend voor rekening of ten behoeve van een van de onder a) bedoelde personen, entiteiten of lichamen.

2.   In de procedure waartoe een vordering aanleiding geeft, wordt het bewijs dat de vordering niet op grond van lid 1 hoort te worden afgewezen, door de eisende natuurlijke persoon of rechtspersoon, de eisende entiteit of het eisende lichaam geleverd.

3.   Dit artikel geldt onverminderd het recht van de in lid 1 bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen op toetsing door de rechter van de rechtmatigheid van de niet-nakoming van contractuele verplichtingen in overeenstemming met onderhavige verordening.

Artikel 11

1.   De Commissie en de lidstaten stellen elkaar in kennis van de maatregelen die uit hoofde van deze verordening worden genomen, en verstrekken elkaar alle relevante informatie waarover zij beschikken in verband met deze verordening, in het bijzonder informatie:

a)

met betrekking tot middelen die zijn bevroren krachtens artikel 2 en toestemmingen die zijn verleend krachtens de artikelen 3, 4 en 5;

b)

met betrekking tot inbreuken, handhavingsproblemen en uitspraken van nationale rechtbanken.

2.   De lidstaten stellen elkaar en de Commissie onverwijld in kennis van alle andere relevante informatie waarover zij beschikken, en die van invloed kan zijn op de doeltreffende tenuitvoerlegging van deze verordening.

Artikel 12

1.   Indien de VN-Veiligheidsraad of het Sanctiecomité een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam op de lijst plaatst, neemt de Raad die natuurlijke persoon, die rechtspersoon, die entiteit of dat lichaam op in bijlage I.

2.   De Raad stelt de in lid 1 bedoelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam in kennis van zijn besluit, met inbegrip van de redenen voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij door een kennisgeving te publiceren, zodat die natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam daarover opmerkingen kan indienen.

3.   Indien er opmerkingen worden ingediend of belangrijk nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, heroverweegt de Raad zijn besluit en stelt hij de in lid 1 bedoelde natuurlijke persoon, de rechtspersoon, de entiteit of het lichaam van het resultaat in kennis.

4.   Indien de Verenigde Naties besluiten een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam van de lijst te schrappen, of de identificatiegegevens van een op de lijst geplaatste natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam te wijzigen, past de Raad bijlage I dienovereenkomstig aan.

5.   De Commissie wordt gemachtigd om bijlage II te wijzigen op basis van door de lidstaten verstrekte informatie.

Artikel 13

1.   De lidstaten stellen de voorschriften vast betreffende de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om te waarborgen dat zij ten uitvoer worden gelegd. De vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

2.   De lidstaten stellen de Commissie onverwijld na de inwerkingtreding van de verordening in kennis van deze regels, en stellen haar in kennis van alle latere wijzigingen.

Artikel 14

1.   De lidstaten wijzen de in deze verordening bedoelde bevoegde autoriteiten aan en identificeren deze op de in bijlage II vermelde websites. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van elke wijziging van het adres van de in bijlage II genoemde websites.

2.   De lidstaten delen de Commissie na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld mee wie hun bevoegde autoriteiten zijn en hoe contact met hen kan worden opgenomen, en delen haar alle latere wijzigingen mee.

3.   Wanneer in deze verordening een meldingsplicht is vastgesteld, of een verplichting om de Commissie te informeren of op een andere wijze met haar te communiceren, wordt daartoe gebruikgemaakt van het adres en de andere contactgegevens die zijn vermeld in bijlage II.

Artikel 15

Deze verordening is van toepassing:

a)

op het grondgebied van de Unie, met inbegrip van haar luchtruim;

b)

aan boord van vlieg- of vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen;

c)

op alle zich binnen of buiten het grondgebied van de Unie bevindende natuurlijke personen die onderdaan van een lidstaat zijn;

d)

op alle volgens het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten of lichamen, binnen of buiten het grondgebied van de Unie;

e)

op alle rechtspersonen, entiteiten of lichamen ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Unie verrichte zakelijke transacties.

Artikel 16

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 september 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

M. MAASIKAS


(1)  Zie bladzijde 23 van dit Publicatieblad.

(2)  Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).

(3)  Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).


BIJLAGE I

Lijst van de in artikel 2 bedoelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen


BIJLAGE II

Websites voor informatie over de bevoegde autoriteiten en adres voor kennisgevingen aan de Commissie

BELGIË

https://diplomatie.belgium.be/nl/Beleid/beleidsthemas/vrede_en_veiligheid/sancties

https://diplomatie.belgium.be/fr/politique/themes_politiques/paix_et_securite/sanctions

https://diplomatie.belgium.be/en/policy/policy_areas/peace_and_security/sanctions

BULGARIJE

http://www.mfa.bg/en/pages/135/index.html

TSJECHIË

www.financnianalytickyurad.cz/mezinarodni-sankce.html

DENEMARKEN

http://um.dk/da/Udenrigspolitik/folkeretten/sanktioner/

DUITSLAND

http://www.bmwi.de/DE/Themen/Aussenwirtschaft/aussenwirtschaftsrecht,did=404888.html

ESTLAND

http://www.vm.ee/est/kat_622/

IERLAND

http://www.dfa.ie/home/index.aspx?id=28519

GRIEKENLAND

http://www.mfa.gr/en/foreign-policy/global-issues/international-sanctions.html

SPANJE

http://www.exteriores.gob.es/Portal/en/PoliticaExteriorCooperacion/GlobalizacionOportunidadesRiesgos/Paginas/SancionesInternacionales.aspx

FRANKRIJK

http://www.diplomatie.gouv.fr/fr/autorites-sanctions/

KROATIË

http://www.mvep.hr/sankcije

ITALIË

http://www.esteri.it/MAE/IT/Politica_Europea/Deroghe.htm

CΥΡRUS

http://www.mfa.gov.cy/sanctions

LETLAND

http://www.mfa.gov.lv/en/security/4539

LITOUWEN

http://www.urm.lt/sanctions

LUXEMBURG

http://www.mae.lu/sanctions

HONGARIJE

http://www.kormany.hu/download/9/2a/f0000/EU%20szankci%C3%B3s%20t%C3%A1j%C3%A9koztat%C3%B3_20170214_final.pdf

MALTA

https://www.gov.mt/en/Government/Government%20of%20Malta/Ministries%20and%20Entities/Officially%20Appointed%20Bodies/Pages/Boards/Sanctions-Monitoring-Board-.aspx

NEDERLAND

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internationale-sancties

OOSTENRIJK

http://www.bmeia.gv.at/view.php3?f_id=12750&LNG=en&version=

POLEN

http://www.msz.gov.pl

PORTUGAL

http://www.portugal.gov.pt/pt/ministerios/mne/quero-saber-mais/sobre-o-ministerio/medidas-restritivas/medidas-restritivas.aspx

ROEMENIË

http://www.mae.ro/node/1548

SLOVENIË

http://www.mzz.gov.si/si/omejevalni_ukrepi

SLOWAKIJE

https://www.mzv.sk/europske_zalezitosti/europske_politiky-sankcie_eu

FINLAND

http://formin.finland.fi/kvyhteistyo/pakotteet

ZWEDEN

http://www.ud.se/sanktioner

VERENIGD KONINKRIJK

https://www.gov.uk/sanctions-embargoes-and-restrictions

Adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie:

Europese Commissie

Dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid (FPI)

EEAS 07/99

1049 Brussel, België

E-mail: relex-sanctions@ec.europa.eu


29.9.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 251/11


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1771 VAN DE COMMISSIE

van 27 september 2017

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1484/95 wat betreft de vaststelling van de representatieve prijzen voor de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede voor ovalbumine

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 183, onder b),

Gezien Verordening (EU) nr. 510/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 1216/2009 en (EG) nr. 614/2009 van de Raad (2), en met name artikel 5, lid 6, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1484/95 van de Commissie (3) zijn voor de sectoren slachtpluimvee en eieren, en voor ovalbumine, bepalingen voor de toepassing van de aanvullende invoerrechten, alsmede de representatieve prijzen vastgesteld.

(2)

Uit de regelmatige controle van de gegevens die als basis worden gebruikt voor het bepalen van de representatieve prijzen voor de producten van de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede voor ovalbumine, blijkt dat de representatieve prijzen voor de invoer van bepaalde producten moeten worden gewijzigd met inachtneming van de naargelang van de oorsprong optredende prijsverschillen.

(3)

Verordening (EG) nr. 1484/95 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

Om ervoor te zorgen dat deze maatregel zo snel mogelijk na de terbeschikkingstelling van de bijgewerkte gegevens van toepassing wordt, dient de onderhavige verordening in werking te treden op de dag van de bekendmaking ervan,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1484/95 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 september 2017.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal

Directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB L 150 van 20.5.2014, blz. 1.

(3)  Verordening (EG) nr. 1484/95 van de Commissie van 28 juni 1995 houdende bepalingen voor de toepassing van de aanvullende invoerrechten in de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede voor ovalbumine, en houdende vaststelling van representatieve prijzen en intrekking van Verordening nr. 163/67/EEG (PB L 145 van 29.6.1995, blz. 47).


BIJLAGE

BIJLAGE I

GN-code

Omschrijving

Representatieve prijs

(EUR/100 kg)

In artikel 3 bedoelde zekerheid

(EUR/100 kg)

Oorsprong (1)

0207 12 10

Geslachte kippen (zogenaamde kippen 70 %), bevroren

107,5

0

AR

0207 12 90

Geslachte kippen (zogenaamde kippen 65 %), bevroren

102,1

5

AR

118,6

0

BR

0207 14 10

Delen zonder been, van hanen of van kippen, bevroren

263,2

11

AR

205,6

28

BR

301,7

0

CL

224,0

23

TH

0207 27 10

Delen zonder been, van kalkoenen, bevroren

349,9

0

BR

388,1

0

CL

0408 91 80

Eieren uit de schaal, gedroogd

352,1

0

AR

1602 32 11

Bereidingen van hanen of van kippen, niet gekookt en niet gebakken

219,3

20

BR

”.

(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „andere oorsprong”.


29.9.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 251/13


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1772 VAN DE COMMISSIE

van 28 september 2017

betreffende de opening en de wijze van beheer van tariefcontingenten van de Unie voor bepaalde landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten en visserijproducten van oorsprong uit Canada

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (1), en met name artikel 58, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Besluit (EU) 2017/38 van de Raad (2) heeft de Raad zijn goedkeuring gegeven aan de voorlopige toepassing van de Brede Economische en Handelsovereenkomst tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds („de overeenkomst”).

(2)

In de overeenkomst is bepaald dat de douanerechten op de invoer in de Unie van goederen van oorsprong uit Canada worden verlaagd of afgeschaft overeenkomstig de lijst inzake tariefafschaffing in bijlage 2-A bij de overeenkomst. Volgens bijlage 2-A wordt de verlaging of de afschaffing van de douanerechten voor bepaalde goederen verleend in het kader van tariefcontingenten.

(3)

In bijlage 2-A bij de overeenkomst is bepaald dat de Unie een aantal van die tariefcontingenten zal beheren op basis van het beginsel „wie het eerst komt, het eerst maalt”. De Commissie dient deze tariefcontingenten te beheren volgens de regels voor het beheer van tariefcontingenten die zijn vastgesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie (3).

(4)

In de overeenkomst is bepaald dat goederen moeten voldoen aan de oorsprongsregels die zijn vastgesteld in bijlage 5 bij het aan de overeenkomst gehechte protocol inzake de oorsprongsregels en oorsprongsprocedures om in aanmerking te komen voor deze tariefcontingenten.

(5)

Zoals in het Publicatieblad van de Europese Unie is bekendgemaakt, moet de overeenkomst voorlopig worden toegepast vanaf 21 september 2017 (4). Om de krachtens de overeenkomst toegekende tariefcontingenten, die de Commissie overeenkomstig het beginsel „wie het eerst komt, het eerst maalt” dient te beheren, effectief te kunnen toepassen en beheren, moet deze verordening van toepassing zijn vanaf 21 september 2017.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Er worden tariefcontingenten van de Unie geopend voor goederen van oorsprong uit Canada overeenkomstig de bijlage.

Artikel 2

De in de bijlage vermelde goederen van oorsprong uit Canada die voor het vrije verkeer in de Unie worden aangegeven, worden binnen de grenzen van de desbetreffende tariefcontingenten die in de bijlage zijn opgenomen, vrijgesteld van de douanerechten die van toepassing zijn op invoer in de Unie.

Artikel 3

De in de bijlage vastgestelde tariefcontingenten worden beheerd overeenkomstig de artikelen 49 tot en met 54 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447.

Artikel 4

Om in aanmerking te komen voor de in deze verordening vastgestelde tariefcontingenten, moeten de in de bijlage vermelde goederen voldoen aan de oorsprongsregels die zijn vastgesteld in bijlage 5 bij het protocol inzake de oorsprongsregels en oorsprongsprocedures dat aan de Brede Economische en Handelsovereenkomst tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds, is gehecht, en vergezeld gaan van een geldige oorsprongsverklaring zoals vastgesteld in bijlage 2 bij dit protocol.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 21 september 2017.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 september 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1.

(2)  Besluit (EU) 2017/38 van de Raad van 28 oktober 2016 betreffende de voorlopige toepassing van de Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds (PB L 11 van 14.1.2017, blz. 1080).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).

(4)  Kennisgeving betreffende de voorlopige toepassing van de Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds (PB L 238 van 16.9.2017, blz. 9).


BIJLAGE

Niettegenstaande de regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur wordt de omschrijving van de goederen in de vierde kolom van de tabel geacht slechts een indicatieve waarde te hebben. In het kader van deze bijlage wordt het preferentiestelsel bepaald door de GN-codes in de tweede kolom van de tabel zoals deze op het moment van vaststelling van deze verordening van toepassing zijn. Wanneer de GN-code wordt voorafgegaan door de aanduiding „ex”, wordt het preferentiestelsel zowel door de strekking van de GN-code als door de bijbehorende omschrijving van de goederen in de vierde kolom van de tabel bepaald.

Volgnummer

GN-code

Taric-onderverdeling

Omschrijving

Contingentperiode

Omvang van het contingent (nettogewicht in ton, tenzij anders bepaald)

09.8400

ex 0201 10 00

93

Bizons, hele en halve dieren, vers of gekoeld

Van 21.9.2017 t/m 31.12.2017

841 ton equivalent geslacht gewicht

Van 1.1.2018 t/m 31.12.2018 en voor elk daaropvolgend jaar van 1.1 t/m 31.12

3 000  ton equivalent geslacht gewicht

ex 0201 20 20

93

„Compensated quarters” van bizons, met been, vers of gekoeld

 

 

ex 0201 20 30

93

Voorvoeten en voorspannen van bizons, met been, vers of gekoeld

ex 0201 20 50

93

Achtervoeten en achterspannen van bizons, met been, vers of gekoeld

ex 0201 20 90

20

Andere delen van bizons, met been, vers of gekoeld

ex 0201 30 00  (1)

30

Vlees van bizons, zonder been, vers of gekoeld

ex 0202 10 00

20

Bizons, hele en halve dieren, bevroren

ex 0202 20 10

20

„Compensated quarters” van bizons, met been, bevroren

ex 0202 20 30

20

Voorvoeten en voorspannen van bizons, met been, bevroren

ex 0202 20 50

20

Achtervoeten en achterspannen van bizons, met been, bevroren

ex 0202 20 90

20

Andere delen van bizons, met been, bevroren

ex 0202 30 10  (1)

20

Voorvoeten, geheel of verdeeld in ten hoogste vijf delen, waarbij iedere voorvoet in één enkel vriesblok wordt aangeboden; zogenaamde „compensated quarters” van bizons, zonder been en bevroren, aangeboden in twee vriesblokken, waarvan het ene blok de voorvoet in zijn geheel of verdeeld in ten hoogste vijf delen omvat, en het andere de achtervoet, zonder de filet, in één enkel deel

ex 0202 30 50  (1)

20

Als „crops”, „chucks and blades” en „briskets” aangeduide delen van bizons, zonder been en bevroren (2)

ex 0202 30 90  (1)

20

Ander vlees van bizons, zonder been, bevroren

ex 0206 10 95

20

Longhaasjes en omlopen van bizons, vers of gekoeld

ex 0206 29 91

31

40

Longhaasjes en omlopen van bizons, bevroren

ex 0210 20 10

10

Vlees van bizons, met been, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt

ex 0210 20 90  (3)

91

Vlees van bizons, zonder been, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt

ex 0210 99 51

10

Longhaasjes en omlopen van bizons, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt

ex 0210 99 59

10

Andere slachtafvallen van bizonvlees, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt

09.8403

0304 71 90

 

Bevroren filets van kabeljauw van de soorten Gadus morhua en Gadus ogac

Van 21.9.2017 t/m 31.12.2017

281

0304 79 10

 

Bevroren filets van poolkabeljauw (Boreogadus saida)

Van 1.1.2018 t/m 31.12.2018 en voor elk daaropvolgend jaar van 1.1 t/m 31.12

1 000

09.8404 (4)

 

 

Bevroren garnalen, gerookt, ook indien ontdaan van de schelp, ook indien voor of tijdens het roken gekookt, niet op andere wijze bereid, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van meer dan 2 kg:

Van 21.9.2017 t/m 31.12.2017

6 446

Van 1.1.2018 t/m 31.12.2018 en voor elk daaropvolgend jaar van 1.1 t/m 31.12

23 000

ex 0306 16 91

10

Garnalen van de soort Crangon crangon

ex 0306 16 99

21

31

91

Andere koudwatergarnalen (Pandalus spp.)

ex 0306 17 91

10

Roze diepzeegarnalen (Parapenaeus longirostris)

ex 0306 17 92

21

91

Garnalen van het geslacht Penaeus

ex 0306 17 93

10

Garnalen van de familie Pandalidae, andere dan het geslacht Pandalus

ex 0306 17 94

10

Garnalen van het geslacht Crangon, andere dan de soort Crangon crangon

ex 0306 17 99

11

91

Andere

 

 

Niet-bevroren garnalen, gerookt, ook indien ontdaan van de schelp, ook indien voor of tijdens het roken gekookt, niet op andere wijze bereid, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van meer dan 2 kg:

ex 0306 95 19

10

Garnalen van de soort Crangon crangon

ex 0306 95 20

21

91

Andere koudwatergarnalen (Pandalus spp.)

ex 0306 95 30

21

91

Garnalen van de familie Pandalidae, andere dan het geslacht Pandalus

ex 0306 95 40

10

Garnalen van het geslacht Crangon, andere dan de soort Crangon crangon

ex 0306 95 90

10

Andere

1605 21 90

 

Bereidingen of conserven van garnalen, niet in luchtdichte verpakkingen, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van meer dan 2 kg

1605 29 00

 

Bereidingen of conserven van garnalen, in luchtdichte verpakkingen

09.8405

0710 40 00

 

Suikermais, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren

Van 21.9.2017 t/m 31.12.2017

374

2005 80 00

 

Suikermaïs (Zea mays var. saccharata), op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of in azijnzuur, niet bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006

Van 1.1.2018 t/m 31.12.2018

2 667

Van 1.1.2019 t/m 31.12.2019

4 000

Van 1.1.2020 t/m 31.12.2020

5 333

Van 1.1.2021 t/m 31.12.2021

6 667

Van 1.1.2022 t/m 31.12.2022 en voor elk daaropvolgend jaar van 1.1 t/m 31.12

8 000


(1)  Wanneer dit product voor het vrije verkeer wordt aangegeven en een beroep wordt gedaan op dit tariefcontingent, moet de marktdeelnemer volgnummer 09.8401 vermelden. In het elektronische contingentensysteem van de Commissie wordt een coëfficiënt van 1,3 toegepast om het nettogewicht van het aangegeven product om te zetten naar equivalent geslacht gewicht.

(2)  Indeling onder deze onderverdeling vereist dat een echtheidscertificaat wordt voorgelegd dat is afgegeven overeenkomstig de voorwaarden in Verordening (EEG) nr. 139/81 van de Commissie (PB L 15 van 17.1.1981, blz. 4).

(3)  Wanneer dit product voor het vrije verkeer wordt aangegeven en een beroep wordt gedaan op dit tariefcontingent, moet de marktdeelnemer volgnummer 09.8402 vermelden. In het elektronische contingentensysteem van de Commissie wordt een coëfficiënt van 1,35 toegepast om het nettogewicht van het aangegeven product om te zetten naar equivalent geslacht gewicht.

(4)  Bereidingen of conserven van garnalen die uit Canada worden uitgevoerd in het kader van het oorsprongscontingent dat van toepassing is onder volgnummer 09.8310 overeenkomstig afdeling B van aanhangsel A (Oorsprongscontingenten) van bijlage 5 (Productspecifieke oorsprongsregels) bij het protocol inzake de oorsprongsregels en oorsprongsprocedures dat aan de Brede Economische en Handelsovereenkomst tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds, is gehecht, mogen niet onder dit tariefcontingent in de Europese Unie worden ingevoerd.


29.9.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 251/19


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1773 VAN DE COMMISSIE

van 28 september 2017

tot 278e wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met de organisaties ISIS (Da'esh) en Al Qaida

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met de organisaties ISIS (Da'esh) en Al Qaida (1), en met name artikel 7, lid 1, onder a), en artikel 7 bis, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 worden de personen, groepen en entiteiten opgesomd waarvan de tegoeden en economische middelen krachtens die verordening worden bevroren.

(2)

Op 22 september 2017 heeft het Sanctiecomité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties besloten tot wijziging van vijf vermeldingen op de lijst van personen, groepen en entiteiten waarvan de tegoeden en economische middelen dienen te worden bevroren. Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 september 2017.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Hoofd van de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid


(1)  PB L 139 van 29.5.2002, blz. 9.


BIJLAGE

In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 worden op de lijst „Natuurlijke personen” de volgende vermeldingen als volgt vervangen:

(a)

„Yazid Sufaat (ook bekend als a) Joe; b) Abu Zufar). Adres: a) Taman Bukit Ampang, Selangor, Malaysia (voormalig adres) b) Malaysia (in detentie sinds 2013). Geboortedatum: 20.1.1964. Geboorteplaats: Johor, Maleisië. Nationaliteit: Maleisisch. Paspoortnummer: A 10472263. Nationaal identificatienummer: 640120-01-5529. Datum van aanwijzing als bedoeld in artikel 7 quinquies, lid 2, onder i): 9.9.2003.”

door:

„Yazid Sufaat (ook bekend als: a) Joe; b) Abu Zufar). Adres: a) Taman Bukit Ampang, Selangor, Maleisië (voormalig adres), b) Maleisië. Geboortedatum: 20.1.1964. Geboorteplaats: Johor, Maleisië. Nationaliteit: Maleisisch. Paspoortnummer: A 10472263. Nationaal identificatienummer: 640120-01-5529. Datum van aanwijzing als bedoeld in artikel 7 quinquies, lid 2, onder i): 9.9.2003.”

(b)

„Yunos Umpara Moklis (ook bekend als a) Muklis Yunos, b) Mukhlis Yunos, c) Saifullah Mukhlis Yunos, d) Saifulla Moklis Yunos; e) Hadji Onos). Adres: Filippijnen. Geboortedatum: 7.7.1966. Geboorteplaats: Lanao del Sur, Filippijnen. Nationaliteit: Filippijns. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 9.9.2003.”

door:

„Yunos Umpara Moklis (ook bekend als: a) Muklis Yunos, b) Mukhlis Yunos, c) Saifullah Mukhlis Yunos, d) Saifulla Moklis Yunos, e) Hadji Onos). Adres: Filippijnen. Geboortedatum: 7.7.1966. Geboorteplaats: Lanao del Sur, Filippijnen. Nationaliteit: Filippijns. Datum van aanwijzing als bedoeld in artikel 7 quinquies, lid 2, onder i): 9.9.2003.”

(c)

„Radulan Sahiron (alias a) Radullan Sahiron, b) Radulan Sahirun, c) Radulan Sajirun, d) Commander Putol). Geboortedatum: a) 1955, b) circa 1952. Geboorteplaats: Kaunayan, Patikul, Jolo Island, Filippijnen. Nationaliteit: Filippijns.”

door:

„Radulan Sahiron (ook bekend als: a) Radullan Sahiron, b) Radulan Sahirun, c) Radulan Sajirun, d) Commander Putol). Adres: Regio Sulu, Filippijnen (gemelde verblijfplaats). Geboortedatum: a) 1955, b) circa 1952. Geboorteplaats: Kaunayan, Patikul, Jolo Island, Filippijnen. Nationaliteit: Filippijns. Overige informatie: Fysieke beschrijving: kleur van de ogen: zwart; kleur van het haar: grijs; lengte: 5 voet 6 duim — 168 cm; gewicht: 140 pond — 64 kg; lichaamsbouw: slank; de rechterarm is geamputeerd tot boven de elleboog. Datum van aanwijzing als bedoeld in artikel 7 quinquies, lid 2, onder i):6.12.2005.”

(d)

„Hilarion Del Rosario Santos III (ook bekend als a) Akmad Santos, b) Ahmed Islam, c) Ahmad Islam Santos, d) Abu Hamsa, e) Hilarion Santos III, f) Abu Abdullah Santos, g) Faisal Santos, h) Lakay, i) Aki, j) Aqi). Titel: Amir. Adres: 50, Purdue Street, Cubao, Quezon City, Filipijnen. Geboortedatum: 12.3.1966. Geboorteplaats: 686 A. Mabini Street, Sangandaan, Caloocan City, Filipijnen. Nationaliteit: Filipijns. Paspoortnummer: AA780554 (Filippijns paspoort). Overige informatie: a) oprichter en leider van de Rajah Solaiman Movement en geassocieerd met de groep Abu Sayyaf; b) gedetineerd in de Filipijnen (situatie mei 2011). Datum van aanwijzing als bedoeld in artikel 7 quinquies, lid 2, onder i): 4.6.2008.”

door:

„Hilarion del Rosario Santos (ook bekend als: a) Akmad Santos, b) Ahmed Islam, c) Ahmad Islam Santos, d) Hilarion Santos, III (derde), e) Hilarion del Rosario Santos, III (derde), f) Abu Abdullah Santos, g) Faisal Santos, h) Lakay, i) Aki, j) Aqi, k) Abu Hamsa. Titel: Amir. Adres: 50, Purdue Street, Cubao, Quezon City, Filippijnen. Geboortedatum: 12.3.1966. Geboorteplaats: 686 A. Mabini Street, Sangandaan, Caloocan City, Filippijnen. Nationaliteit: Filippijns. Paspoortnummer: AA780554 (Filippijns paspoort). Datum van aanwijzing als bedoeld in artikel 7 quinquies, lid 2, onder i): 4.6.2008.”

(e)

„Umar Patek (ook bekend als a) Omar Patek, b) Mike Arsalan, c) Hisyam Bin Zein, d) Anis Alawi Jafar, e) Pa'tek, f) Pak Taek, g) Umar Kecil, h) Al Abu Syekh Al Zacky, i) Umangis Mike. Adres: Indonesië. Geboortedatum: 20.7.1970. Geboorteplaats: Midden-Java, Indonesië. Nationaliteit: Indonesisch. Overige informatie: belangrijk lid van Jemaah Islamiyah. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 19.7.2011.”

door:

„Umar Patek (ook bekend als: a) Omar Patek, b) Mike Arsalan, c) Hisyam Bin Zein, d) Anis Alawi Jafar, e) Pa'tek, f) Pak Taek, g) Umar Kecil, h) Al Abu Syekh Al Zacky, i) Umangis Mike. Adres: Indonesië. Geboortedatum: 20.7.1970. Geboorteplaats: Midden-Java, Indonesië. Nationaliteit: Indonesisch. Datum van aanwijzing als bedoeld in artikel 7 quinquies, lid 2, onder i): 19.7.2011.”


BESLUITEN

29.9.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 251/21


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2017/1774 VAN DE RAAD

van 25 september 2017

betreffende het onderwerpen van N-(1-fenethylpiperidine-4-yl)-N-fenylacrylamide (acryloylfentanyl) aan controlemaatregelen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Besluit 2005/387/JBZ van de Raad van 10 mei 2005 inzake de uitwisseling van informatie, de risicobeoordeling en de controle ten aanzien van nieuwe psychoactieve stoffen (1), en met name artikel 8, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig Besluit 2005/387/JBZ heeft het uitgebreide wetenschappelijk comité van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving op een bijzondere vergadering een risicobeoordelingsverslag over de nieuwe psychoactieve stof N-(1-fenethylpiperidine-4-yl)-N-fenylacrylamide (acryloylfentanyl) opgesteld, dat vervolgens op 24 februari 2017 bij de Commissie en de Raad is ingediend.

(2)

Acryloylfentanyl is een synthetisch opioïde dat qua structuur vergelijkbaar is met fentanyl, een aan controle onderworpen stof die in de geneeskunde op ruime schaal wordt gebruikt als bestanddeel in algehele anesthesie bij operaties en voor pijnbeheersing. Volgens de beschikbare gegevens heeft acryloylfentanyl een krachtig en langdurig antinociceptief effect en werkt het op het opioïde systeem.

(3)

Acryloylfentanyl is zeker sinds april 2016 in de Unie verkrijgbaar en is in zes lidstaten aangetroffen. De stof werd in de meeste gevallen als vloeistof in beslag genomen, maar werd tevens in tablet-, poeder- en capsulevorm aangetroffen. Het feit dat relatief kleine hoeveelheden werden aangetroffen, houdt verband met de krachtige werking van de stof.

(4)

Drie lidstaten hebben in totaal 47 sterfgevallen gemeld die in verband worden gebracht met acryloylfentanyl. In veertig daarvan was acryloylfentanyl ofwel de doodsoorzaak, ofwel een factor die vermoedelijk heeft bijgedragen tot het overlijden. Voorts is melding gemaakt van meer dan twintig gevallen van acute vergiftiging die vermoedelijk terug te voeren zijn op acryloylfentanyl.

(5)

Er zijn geen aanwijzingen voor betrokkenheid van de georganiseerde misdaad bij het vervaardigen, distribueren, verhandelen of leveren van acryloylfentanyl in de Unie. Volgens de beschikbare gegevens zou de hoeveelheid acryloylfentanyl die op de Europese markt aanwezig is, grotendeels zijn vervaardigd door in China gevestigde chemische bedrijven.

(6)

Acryloylfentanyl wordt verkocht als „onderzoeksstof”, doorgaans als poeder of gebruiksklare neusspray. Het wordt zowel in kleine hoeveelheden als in bulk verkocht. Beperkte informatie over de inbeslagnames lijkt te wijzen op mogelijke verkoop van acryloylfentanyl op de illegale markt voor opioïden.

(7)

Acryloylfentanyl is niet als aan controle onderworpen stof opgenomen in het Enkelvoudig Verdrag van de Verenigde Naties inzake verdovende middelen van 1961, noch in het Verdrag van de Verenigde Naties inzake psychotrope stoffen van 1971. De stof is momenteel niet in beoordeling in het kader van het systeem van de Verenigde Naties.

(8)

Acryloylfentanyl heeft noch in de humane, noch in de veterinaire geneeskunde een gevestigde of erkende toepassing. Deze stof wordt naar aanleiding van het verschijnen ervan op de drugsmarkt gebruikt in analytische referentiematerialen en in wetenschappelijk onderzoek naar de chemische, farmacologische en toxicologische eigenschappen ervan, maar er zijn geen aanwijzingen van gebruik voor andere legitieme doeleinden.

(9)

Uit het risicobeoordelingsverslag blijkt dat er over acryloylfentanyl slechts beperkt wetenschappelijk bewijs voorhanden is en dat verder onderzoek nodig is. De beschikbare gegevens over de gezondheids- en sociale risico's van acryloylfentanyl geven echter voldoende aanleiding om de stof in de Unie aan controlemaatregelen te onderwerpen.

(10)

Slechts negen lidstaten houden toezicht op acryloylfentanyl op grond van hun nationale drugswetgeving, terwijl twee andere lidstaten toezicht op de stof houden op grond van andere wettelijke maatregelen. Daarom zouden controlemaatregelen in de Unie voor de stof helpen voorkomen dat er zich obstakels voordoen bij de grensoverschrijdende rechtshandhaving en justitiële samenwerking, en zou bescherming worden geboden tegen de risico's die de beschikbaarheid en het gebruik ervan met zich mee kunnen meebrengen.

(11)

Teneinde op het niveau van de Unie snel en deskundig te kunnen reageren wanneer nieuwe psychotrope stoffen door de lidstaten zijn aangetroffen en gemeld, worden bij Besluit 2005/387/JBZ uitvoeringsbevoegdheden aan de Raad toegekend om deze stoffen in de hele Unie aan controlemaatregelen te onderwerpen. Aangezien is voldaan aan de voorwaarden om een aanvang te maken met de uitoefening van deze uitvoeringsbevoegdheden en de procedure is gevolgd, dient een uitvoeringsbesluit te worden vastgesteld om acryloylfentanyl in de gehele Unie aan controle te onderwerpen.

(12)

Besluit 2005/387/JBZ is bindend voor Denemarken, dat derhalve deelneemt aan de vaststelling en toepassing van het onderhavige besluit ter uitvoering van Besluit 2005/387/JBZ.

(13)

Besluit 2005/387/JBZ is bindend voor Ierland, dat derhalve deelneemt aan de vaststelling en toepassing van het onderhavige besluit ter uitvoering van Besluit 2005/387/JBZ.

(14)

Besluit 2005/387/JBZ is niet bindend voor het Verenigd Koninkrijk. Het Verenigd Koninkrijk neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van onderhavig besluit, dat dient ter uitvoering van Besluit 2005/387/JBZ en bijgevolg niet bindend is voor, noch van toepassing is op deze lidstaat,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De nieuwe psychoactieve stof N-(1-fenethylpiperidine-4-yl)-N-fenylacrylamide (acryloylfentanyl) wordt in de Unie aan controlemaatregelen onderworpen.

Artikel 2

De lidstaten nemen uiterlijk 30 september 2018 overeenkomstig hun nationale wetgeving de noodzakelijke maatregelen om de in artikel 1 bedoelde nieuwe psychoactieve stof te onderwerpen aan de controlemaatregelen en strafrechtelijke sancties waarin is voorzien door hun wetgeving ingevolge hun verplichtingen uit hoofde van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake psychotrope stoffen van 1971.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Dit besluit is van toepassing overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Brussel, 25 september 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

M. MAASIKAS


(1)  PB L 127 van 20.5.2005, blz. 32.

(2)  Advies van 13 september 2017 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).


29.9.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 251/23


BESLUIT (GBVB) 2017/1775 VAN DE RAAD

van 28 september 2017

betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Mali

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties („de Veiligheidsraad”) heeft op 5 september 2017 Resolutie 2374 (2017) aangenomen, onder verwijzing naar VN-Resoluties 2364 (2017) en 2359 (2017), en herhalend dat de Veiligheidsraad sterk hecht aan de soevereiniteit, eenheid en territoriale integriteit van Mali.

(2)

Resolutie 2374 (2017) van de Veiligheidsraad vereist dat er reisbeperkingen worden opgelegd aan personen die door het bij punt 9 van Resolutie 2374 (2017) ingestelde Comité („het Sanctiecomité”) worden aangewezen, en dat tegoeden en vermogensbestanddelen van door het Sanctiecomité aangewezen personen of entiteiten worden bevroren.

(3)

Voor het uitvoeren van een aantal maatregelen is een optreden van de Unie vereist,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De lidstaten nemen de nodige maatregelen om de binnenkomst op of doorreis via hun grondgebied te beletten van personen die door het Sanctiecomité zijn aangewezen als zijnde verantwoordelijk voor of medeplichtig aan, of als zijnde direct of indirect betrokken bij de volgende acties of beleidsmaatregelen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit in Mali bedreigen:

a)

deelnemen aan vijandigheden die een schending zijn van het akkoord voor vrede en verzoening in Mali;

b)

maatregelen die de uitvoering van het akkoord belemmeren, of verhinderen door langdurige vertraging, of een bedreiging vormen voor de uitvoering van het akkoord;

c)

handelen voor, namens of op aanwijzing van of anderszins steun verlenen aan personen en entiteiten die onder a) of b) worden bedoeld, bijvoorbeeld met de opbrengsten van georganiseerde misdaad, zoals de productie van en de handel in verdovende middelen en precursoren ervan die afkomstig zijn uit of worden vervoerd via Mali, mensenhandel en smokkel van migranten, wapenhandel en -smokkel alsmede de illegale handel in cultuurgoederen;

d)

betrokkenheid bij de planning, aansturing, sponsoring of uitvoering van aanslagen op:

i)

de diverse in het akkoord bedoelde entiteiten, met inbegrip van lokale, regionale en nationale instellingen, gezamenlijke patrouilles en de Malinese veiligheidstroepen en strijdkrachten;

ii)

vredeshandhavers en ander VN- en aanverwant personeel van de Multidimensionale Geïntegreerde Stabilisatiemissie van de Verenigde Naties in Mali (MINUSMA), evenals leden van het panel van deskundigen;

iii)

internationale veiligheidstroepen, waaronder de Force Conjointe des États du G5 Sahel (FC-G5S), missies van de Europese Unie en Franse troepen;

e)

belemmeren van de levering van humanitaire bijstand aan Mali of de toegang tot, of verdeling van, humanitaire bijstand in Mali;

f)

beramen, aansturen of plegen van handelingen in Mali die een schending zijn van het internationale recht inzake de mensenrechten of het internationale humanitaire recht, al naargelang, of een inbreuk zijn op of een schending van de mensenrechten, met inbegrip van handelingen die gericht zijn tegen burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen, in de vorm van het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering of verkrachting of ander seksueel geweld), ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers hun toevlucht zoeken;

g)

inzet of de rekrutering van kinderen door gewapende groepen of strijdkrachten, waardoor het toepasselijke internationale recht wordt geschonden, in het kader van het gewapende conflict in Mali,

h)

willens en wetens het reizen vergemakkelijken van een in de lijst opgenomen persoon, in strijd met de reisbeperkingen.

De lijst van de in dit lid bedoelde aangewezen personen staat in de bijlage.

2.   Lid 1 verplicht een lidstaat er niet toe de binnenkomst op zijn grondgebied van eigen onderdanen te weigeren.

3.   Lid 1 is niet van toepassing indien binnenkomst of doorreis noodzakelijk is voor een gerechtelijk proces.

4.   Lid 1 is niet van toepassing wanneer het Sanctiecomité, per geval, vaststelt:

a)

dat de binnenkomst of doorreis gerechtvaardigd is om humanitaire redenen, met inbegrip van een godsdienstige verplichting;

b)

dat een ontheffing een gunstige invloed zou hebben op de nagestreefde vrede en nationale verzoening in Mali en de stabiliteit in de regio.

5.   In de gevallen waarin een lidstaat krachtens de leden 3 of 4 toestemming geeft voor binnenkomst of doorreis op zijn grondgebied van in de bijlage vermelde personen, geldt deze toestemming alleen voor het doel waarvoor zij is verleend en alleen voor de bij de toestemming belang hebbende personen.

Artikel 2

1.   Alle tegoeden en economische middelen die eigendom zijn van of direct of indirect onder zeggenschap staan van personen of entiteiten die door het Sanctiecomité zijn aangewezen als zijnde verantwoordelijk voor of medeplichtig aan, of als zijnde direct of indirect betrokken bij de volgende acties of beleidsmaatregelen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit in Mali bedreigen:

a)

deelnemen aan vijandelijkheden die een schending zijn van het akkoord voor vrede en verzoening in Mali;

b)

maatregelen die de uitvoering van de overeenkomst belemmeren, of verhinderen door langdurige vertraging, of een bedreiging vormen voor de uitvoering van het akkoord;

c)

handelen voor, namens of op aanwijzing van of anderszins steun verlenen aan personen en entiteiten die onder a) of b) worden bedoeld, bijvoorbeeld met de opbrengsten van georganiseerde misdaad, zoals de productie van en de handel in verdovende middelen en precursoren ervan die afkomstig zijn uit of worden vervoerd via Mali, mensenhandel en smokkel van migranten, wapenhandel en -smokkel alsmede de illegale handel in cultuurgoederen;

d)

betrokkenheid bij de planning, aansturing, sponsoring of uitvoering van aanslagen op:

i)

de diverse in het akkoord bedoelde entiteiten, met inbegrip van lokale, regionale en nationale instellingen, gezamenlijke patrouilles en de Malinese veiligheidstroepen en strijdkrachten;

ii)

vredeshandhavers en ander VN- en aanverwant personeel van MINUSMA, zoals leden van het panel van deskundigen;

iii)

internationale veiligheidstroepen, waaronder de FC-G5S, missies van de Europese Unie en Franse troepen;

e)

belemmeren van de levering van humanitaire bijstand aan Mali of de toegang tot, of verdeling van, humanitaire bijstand in Mali;

f)

beramen, aansturen of plegen van handelingen in Mali die een schending zijn van het internationale recht inzake de mensenrechten of het internationale humanitaire recht, al naargelang, of een inbreuk zijn op of een schending van de mensenrechten (met inbegrip van handelingen die gericht zijn tegen burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen), in de vorm van het plegen van gewelddaden waaronder moord, verminking, foltering of verkrachting of ander seksueel geweld, ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers hun toevlucht zoeken;

g)

inzet of de rekrutering van kinderen door gewapende groepen of strijdkrachten, waardoor het toepasselijke internationale recht wordt geschonden, in het kader van het gewapende conflict in Mali;

h)

willens en wetens het reizen vergemakkelijken van een in de lijst opgenomen persoon, in strijd met de reisbeperkingen;

of van personen of entiteiten die namens hen of onder hun leiding optreden, of van entiteiten die eigendom zijn van of onder hun zeggenschap staan, worden bevroren.

De lijst van de in dit lid bedoelde aangewezen personen of entiteiten staat in de bijlage.

2.   Er worden geen tegoeden of economische middelen rechtstreeks of onrechtstreeks ter beschikking gesteld aan of ten behoeve van de op de lijsten in de bijlage vermelde personen of entiteiten.

3.   De in de leden 1 en 2 genoemde maatregelen zijn niet van toepassing op tegoeden en economische middelen ten aanzien waarvan de betrokken lidstaat heeft vastgesteld dat zij:

a)

noodzakelijk zijn voor basisuitgaven, zoals betalingen voor voedsel, huur of hypotheek, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en nutsvoorzieningen;

b)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten, of

c)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor het routinematig houden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen;

en wel nadat de betrokken lidstaat het Sanctiecomité kennis heeft gegeven van zijn voornemen om, naargelang van het geval, de toegang tot de tegoeden of economische middelen toe te staan, en als het Sanctiecomité niet binnen vijf werkdagen na dergelijke kennisgeving een negatief besluit heeft genomen.

4.   De in de leden 1 en 2 genoemde maatregelen zijn niet van toepassing op tegoeden of economische middelen ten aanzien waarvan de betrokken lidstaat heeft vastgesteld dat zij:

a)

noodzakelijk zijn voor buitengewone uitgaven, mits de lidstaat het Sanctiecomité in kennis heeft gesteld van een dergelijk besluit en dit besluit door het Sanctiecomité is goedgekeurd;

b)

het voorwerp zijn van een rechterlijk, bestuurlijk of arbitraal retentierecht of vonnis, in welk geval de tegoeden en economische middelen kunnen worden gebruikt om het retentierecht uit t e oefenen of het vonnis ten uitvoer te leggen, mits het retentierecht is ingegaan of het vonnis is uitgesproken vóór de datum waarop de persoon of entiteit in de bijlage is opgenomen, en het retentierecht of het vonnis niet ten goede komt aan een in lid 1 bedoelde persoon of entiteit en door de betrokken lidstaat is meegedeeld aan het Sanctiecomité.

5.   De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing wanneer het Comité per geval bepaalt dat een ontheffing een gunstige invloed zou hebben op de nagestreefde vrede en nationale verzoening in Mali en de stabiliteit in de regio.

6.   Lid 1 belet niet dat een aangewezen persoon of entiteit een betaling doet die verschuldigd is wegens een contract dat is gesloten voordat de persoon of entiteit op de lijst werd geplaatst, mits de betrokken lidstaat heeft vastgesteld dat de betaling niet direct of indirect wordt ontvangen door een in lid 1 bedoelde persoon of entiteit en de betaling geschiedt nadat de betrokken lidstaat het Sanctiecomité kennis heeft gegeven van het voornemen de betaling te verrichten of te ontvangen, dan wel te dien einde, in voorkomend geval, toestemming te verlenen tot het vrijgeven van de bevroren tegoeden, andere financiële activa of economische middelen, tien werkdagen voordat de toestemming wordt verleend.

7.   Lid 2 is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:

a)

rente of andere inkomsten op die rekeningen, of

b)

betalingen die verschuldigd zijn krachtens contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn aangegaan of die zijn ontstaan vóór de datum waarop de beperkende maatregelen van dit besluit op die rekeningen van toepassing werden;

met dien verstande dat lid 1 van toepassing blijft met betrekking tot de voormelde rente, andere inkomsten en betalingen.

Artikel 3

De Raad stelt de lijst in de bijlage vast en wijzigt deze in overeenstemming met de besluiten van de Veiligheidsraad of van het Sanctiecomité.

Artikel 4

1.   Wanneer de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité een persoon of entiteit op de lijst plaatst, neemt de Raad die persoon of entiteit op in de bijlage. De Raad stelt de betrokken persoon of entiteit in kennis van zijn besluit en van de motivering voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij middels de publicatie van een kennisgeving, zodat die persoon of entiteit daarover opmerkingen kan indienen.

2.   Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad zijn besluit en brengt hij de betrokken persoon of entiteit daarvan op de hoogte.

Artikel 5

1.   In de bijlage worden de door de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité opgegeven redenen vermeld waarom personen of entiteiten op de lijst zijn geplaatst.

2.   De bijlage bevat tevens, wanneer beschikbaar, informatie die door de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité is verstrekt en die nodig is om de betrokken personen of entiteiten te identificeren. Met betrekking tot personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres, indien bekend, en functie of beroep. Met betrekking tot entiteiten kan die informatie bestaan uit namen, plaats en datum van inschrijving en/of registratie, het inschrijvings- en/of registratienummer en de plaats van vestiging.

Artikel 6

Dit besluit wordt al naargelang gewijzigd of ingetrokken overeenkomstig de besluiten van de Veiligheidsraad.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 28 september 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

M. MAASIKAS


BIJLAGE

Lijst van de in artikel 1, lid 1, bedoelde personen en van de in artikel 2, lid 1, bedoelde personen en entiteiten


29.9.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 251/28


BESLUIT (GBVB) 2017/1776 VAN DE RAAD

van 28 september 2017

tot wijziging van Besluit (GBVB) 2015/1333 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 31 juli 2015 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2015/1333 (1) betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië vastgesteld.

(2)

Op 31 maart 2017 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2017/621 (2) vastgesteld.

(3)

Gezien de aanhoudende instabiliteit en de ernst van de situatie in Libië heeft de Raad besloten dat de beperkende maatregelen tegen drie personen met nog eens zes maanden moeten worden verlengd.

(4)

Besluit (GBVB) 2015/1333 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 17 van Besluit (GBVB) 2015/1333 worden de leden 3 en 4 vervangen door:

„3.   De maatregelen bedoeld in artikel 8, lid 2, gelden met betrekking tot de vermeldingen 16, 17 en 18 in bijlage II tot en met 2 april 2018.

4.   De maatregelen bedoeld in artikel 9, lid 2, gelden met betrekking tot de vermeldingen 21, 22 en 23 in bijlage IV tot en met 2 april 2018.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 28 september 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

M. MAASIKAS


(1)  Besluit (GBVB) 2015/1333 van de Raad van 31 juli 2015 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië en tot intrekking van Besluit 2011/137/GBVB (PB L 206 van 1.8.2015, blz. 34).

(2)  Besluit (GBVB) 2017/621 van de Raad van 31 maart 2017 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2015/1333 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië (PB L 89 van 1.4.2017, blz. 10).


Rectificaties

29.9.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 251/29


Rectificatie van Aanbeveling nr. 1/2017 van de Associatieraad EU-Egypte van 25 juli 2017 tot vaststelling van de prioriteiten van het partnerschap EU-Egypte [2017/1544]

( Publicatieblad van de Europese Unie L 236 van 14 september 2017 )

De bekendmaking van Aanbeveling nr. 1/2017 dient als nietig te worden beschouwd.


29.9.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 251/29


Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1568 van de Raad van 15 september 2017 tot uitvoering van Verordening (EU) 2017/1509 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea

( Publicatieblad van de Europese Unie L 238 van 16 september 2017 )

Bladzijde 11, bijlage, onder a) „Natuurlijke personen”, vermelding 63:

in plaats van:

„Pak Yon Sik”,

lezen:

„Pak Yong Sik”.


29.9.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 251/29


Rectificatie van Uitvoeringsbesluit (GBVB) 2017/1573 van de Raad van 15 september 2017 tot uitvoering van Besluit (GBVB) 2016/849 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea

( Publicatieblad van de Europese Unie L 238 van 16 september 2017 )

Bladzijde 52, bijlage, onder A „Personen”, vermelding 63:

in plaats van:

„Pak Yon Sik”,

lezen:

„Pak Yong Sik”.