ISSN 1977-0758 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 171 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
60e jaargang |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
4.7.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 171/1 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/1180 VAN DE COMMISSIE
van 24 februari 2017
tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/118 tot vaststelling van visserijgerelateerde instandhoudingsmaatregelen ter bescherming van het mariene milieu in de Noordzee
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (1), en met name artikel 11,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op grond van artikel 11 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 zijn de lidstaten gemachtigd om in hun wateren visserijgerelateerde instandhoudingsmaatregelen vast te stellen die noodzakelijk zijn met het oog op de naleving van verplichtingen uit hoofde van de milieuwetgeving van de Unie, onder meer artikel 6 van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad (2) en artikel 13, lid 4, van Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad (3). |
(2) |
Krachtens artikel 6 van Richtlijn 92/43/EEG moeten de lidstaten voor de speciale beschermingszones de nodige instandhoudingsmaatregelen treffen die beantwoorden aan de ecologische vereisten van die typen natuurlijke habitats en de soorten die in die gebieden voorkomen, zoals vermeld in de bijlagen bij die richtlijn. Bovendien moeten de lidstaten volgens dat artikel passende maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in de speciale beschermingszones niet verslechtert en dat er geen significante storende factoren optreden voor de soorten waarvoor de zones zijn aangewezen. |
(3) |
Op grond van artikel 13, lid 4, van Richtlijn 2008/56/EG moeten de lidstaten programma's van maatregelen vaststellen, waaronder ruimtelijke beschermingsmaatregelen die bijdragen aan samenhangende en representatieve netwerken van beschermde mariene gebieden, waarbij de diversiteit van de samenstellende ecosystemen adequaat is gedekt, zoals speciale instandhoudingszones in de zin van de habitatrichtlijn, speciale beschermingszones in de zin van de vogelrichtlijn (4) en beschermde mariene gebieden zoals door de Gemeenschap of de betrokken lidstaten overeengekomen in het kader van internationale of regionale overeenkomsten waarbij zij partij zijn. |
(4) |
Wanneer een lidstaat van oordeel is dat ter nakoming van de verplichtingen uit hoofde van milieuwetgeving van de Unie maatregelen moeten worden vastgesteld en andere lidstaten een rechtstreeks belang hebben bij het beheer van de visserij waarop die maatregelen van invloed zijn, is de Commissie gemachtigd om na een gemeenschappelijke aanbeveling van de betrokken lidstaten zulke maatregelen middels gedelegeerde handelingen vast te stellen. |
(5) |
Op 5 september 2016 heeft de Commissie Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/118 (5) tot vaststelling van visserijgerelateerde instandhoudingsmaatregelen ter bescherming van het mariene milieu in de Noordzee vastgesteld. |
(6) |
Als initiatiefnemende lidstaat heeft Denemarken overeenkomstig artikel 11, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 de Commissie en de lidstaten met een rechtstreeks belang bij het beheer relevante informatie over de benodigde maatregelen verstrekt, met inbegrip van de motivering, wetenschappelijke onderbouwing en nadere informatie omtrent de praktische uitvoering en handhaving ervan. |
(7) |
Op 16 november 2016 hebben Denemarken, Duitsland en Zweden, na raadpleging van de adviesraad voor de Noordzee, bij de Commissie een gemeenschappelijke aanbeveling ingediend voor visserijgerelateerde instandhoudingsmaatregelen ter bescherming van rifstructuren in vier aanvullende Deense Natura 2000-gebieden in het Kattegat. Die maatregelen behelzen het verbod op visserijactiviteiten met mobiel bodemberoerend vistuig in rifgebieden (habitattype 1170) en het verbod op alle visserijactiviteiten in gebieden met bubbling reefs (habitattype 1180). |
(8) |
Bodemvisserij met bodemberoerend mobiel vistuig heeft een negatieve impact op rifhabitats aangezien zowel de rifstructuren als de biodiversiteit bij het rif er gevolgen van ondervinden. Daarom moet het verbod om in de betrokken Deense rifgebieden met dergelijk vistuig te vissen, zoals geformuleerd in de gemeenschappelijke aanbeveling, in Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/118 worden opgenomen. Bubbling reefs zijn bijzonder kwetsbare structuren en elke fysieke impact vormt een bedreiging voor de instandhouding ervan. Daarom moet het verbod op alle visserijactiviteiten in de betrokken bubbling reef-gebieden, zoals geformuleerd in de gemeenschappelijke aanbeveling, ook in die verordening worden opgenomen. |
(9) |
In zijn wetenschappelijk advies (van 6 december 2016) stelt het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV (6)) dat de voorgestelde instandhoudingsdoelstellingen in de speciale zones die in de gemeenschappelijke aanbeveling worden genoemd, niet volledig kunnen worden bereikt als geen passende maatregelen worden getroffen om visserijactiviteit in die zones te voorkomen. |
(10) |
Het WTECV heeft gewezen op een aantal problemen ten aanzien van de controle en handhaving van de instandhoudingsmaatregelen in de betrokken zones. De lidstaten moeten passende maatregelen vaststellen, voldoende middelen toewijzen en de structuren opzetten die nodig zijn om de onder het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) vallende activiteiten te controleren, te inspecteren en te handhaven Als antwoord op de vragen van het WTECV kan in het kader van dergelijke maatregelen worden geëist dat alle betrokken vaartuigen hun VMS-positie vaker doorgeven of dat de gebieden, op basis van risicobeheer, in het nationale controlesysteem als gebied met een hoog risico worden aangemerkt. |
(11) |
Denemarken heeft gedetailleerde informatie verstrekt over de maatregelen voor monitoring en controle op basis van de huidige omvang van de visserijactiviteit in deze gebieden. Deze controlemaatregelen behelzen visserij-inspecties op zee en constante monitoring door het Deense visserijmonitoringcentrum via het risicogebaseerde beheerssysteem. Ter aanvulling van VMS-gegevens wordt ook het automatische identificatiesysteem gebruikt. |
(12) |
Het is van belang te waarborgen dat de bij deze verordening ingevoerde maatregelen worden geëvalueerd, om met name na te gaan of de visserijverbodsbepalingen worden nageleefd. Daarom moet Denemarken uiterlijk 18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening een verdere evaluatie verrichten over de naleving van de visverboden. |
(13) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/118 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(14) |
De bij deze verordening vastgestelde visserijgerelateerde instandhoudingsmaatregelen laten andere bestaande of toekomstige beheersmaatregelen voor de instandhouding van de betrokken gebieden, inclusief visserijgerelateerde instandhoudingsmaatregelen, onverlet, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/118
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/118 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 6 wordt vervangen door: „Artikel 6 Evaluatie 1. De betrokken lidstaten evalueren uiterlijk op 30 juni 2017 de uitvoering van de in de artikelen 3 en 4 bedoelde maatregelen in:
2. De betrokken lidstaten dienen uiterlijk op 31 juli 2017 een samenvattend verslag van de in lid 1 bedoelde evaluatie in bij de Commissie. 3. De betrokken lidstaten evalueren uiterlijk op 31 oktober 2018 de uitvoering van de in de artikelen 3 en 4 bedoelde maatregelen in:
4. De betrokken lidstaten dienen uiterlijk op 30 november 2018 een samenvattend verslag van de in lid 3 bedoelde evaluatie in bij de Commissie.”. |
2) |
Bijlage I wordt vervangen door bijlage I bij deze verordening. |
3) |
Bijlage II wordt vervangen door bijlage II bij deze verordening. |
4) |
Bijlage III wordt vervangen door bijlage III bij deze verordening. |
Artikel 2
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 24 februari 2017.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22.
(2) Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7).
(3) Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het beleid ten aanzien van het mariene milieu (Kaderrichtlijn mariene strategie) (PB L 164 van 25.6.2008, blz. 19).
(4) Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (PB L 20 van 26.1.2010, blz. 7).
(5) Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/118 van de Commissie van 5 september 2016 tot vaststelling van visserijgerelateerde instandhoudingsmaatregelen ter bescherming van het mariene milieu in de Noordzee (PB L 19 van 25.1.2017, blz. 10).
(6) stecf.jrc.ec.europa.eu/documents/43805/55543/2016-12_STECF+16-24+-+JR+for+Natura+2000+sites+under+CFP+art.11_JRCxxx.pdf
BIJLAGE I
BIJLAGE I
Coördinaten van gebied 1
Gebied 1(1): Habitat nr. 166, Natura 2000-gebied nr. 191, (EU-code: DK00VA248) Herthas Flak
Punt |
N.B. |
O.L. |
1S |
57°39,422′ |
10°49,118′ |
2S |
57°39,508′ |
10°49,602′ |
3S |
57°39,476′ |
10°49,672′ |
4S |
57°39,680′ |
10°50,132′ |
5S |
57°39,312′ |
10°50,813′ |
6S |
57°39,301′ |
10°51,290′ |
7S |
57°38,793′ |
10°52,365′ |
8S |
57°38,334′ |
10°53,201′ |
9S |
57°38,150′ |
10°52,931′ |
10S |
57°38,253′ |
10°52,640′ |
11S |
57°37,897′ |
10°51,936′ |
12S |
57°38,284′ |
10°51,115′ |
13S |
57°38,253′ |
10°50,952′ |
14S |
57°38,631′ |
10°50,129′ |
15S |
57°39,142′ |
10°49,201′ |
16S |
57°39,301′ |
10°49,052′ |
17S |
57°39,422′ |
10°49,118′ |
Gebied 1(2): Habitat nr. 168, Natura 2000-gebied nr. 192, (EU-code: DK00VA249) Læsø Trindel & Tønneberg Banke
Punt |
N.B. |
O.L. |
1S |
57°25,045′ |
11°6,757′ |
2S |
57°26,362′ |
11°6,858′ |
3S |
57°27,224′ |
11°9,239′ |
4S |
57°26,934′ |
11°10,026′ |
5S |
57°27,611′ |
11°10,938′ |
6S |
57°28,053′ |
11°11,000′ |
7S |
57°28,184′ |
11°11,547′ |
8S |
57°28,064′ |
11°11,808′ |
9S |
57°28,843′ |
11°13,844′ |
10S |
57°29,158′ |
11°15,252′ |
11S |
57°29,164′ |
11°16,861′ |
12S |
57°29,017′ |
11°17,266′ |
13S |
57°29,080′ |
11°17,597′ |
14S |
57°28,729′ |
11°18,494′ |
15S |
57°28,486′ |
11°18,037′ |
16S |
57°28,258′ |
11°18,269′ |
17S |
57°27,950′ |
11°18,239′ |
18S |
57°27,686′ |
11°18,665′ |
19S |
57°27,577′ |
11°18,691′ |
20S |
57°27,525′ |
11°18,808′ |
21S |
57°27,452′ |
11°18,837′ |
22S |
57°27,359′ |
11°18,818′ |
23S |
57°26,793′ |
11°17,929′ |
24S |
57°27,984′ |
11°15,500′ |
25S |
57°27,676′ |
11°14,758′ |
26S |
57°25,998′ |
11°17,309′ |
27S |
57°25,946′ |
11°17,488′ |
28S |
57°26,028′ |
11°17,555′ |
29S |
57°26,060′ |
11°17,819′ |
30S |
57°26,011′ |
11°18,360′ |
31S |
57°25,874′ |
11°18,666′ |
32S |
57°25,683′ |
11°18,646′ |
33S |
57°25,417′ |
11°18,524′ |
34S |
57°25,377′ |
11°18,408′ |
35S |
57°25,330′ |
11°18,039′ |
36S |
57°25,175′ |
11°17,481′ |
37S |
57°24,928 |
11°17,579′ |
38S |
57°24,828′ |
11°17,366′ |
39S |
57°24,891′ |
11°17,049′ |
40S |
57°25,128′ |
11°17,118′ |
41S |
57°25,249′ |
11°16,721′ |
42S |
57°25,211′ |
11°16,592′ |
43S |
57°25,265′ |
11°16,162′ |
44S |
57°25,170′ |
11°15,843′ |
45S |
57°25,245′ |
11°15,562′ |
46S |
57°25,208′ |
11°15,435′ |
47S |
57°25,278′ |
11°15,083′ |
48S |
57°25,462′ |
11°15,059′ |
49S |
57°25,517′ |
11°15,007′ |
50S |
57°25,441′ |
11°14,613′ |
51S |
57°25,610′ |
11°14,340′ |
52S |
57°25,630′ |
11°14,119′ |
53S |
57°25,629′ |
11°13,827′ |
54S |
57°25,738′ |
11°13,658′ |
55S |
57°25,610′ |
11°13,392′ |
56S |
57°25,625′ |
11°13,176′ |
57S |
57°25,933′ |
11°12,379′ |
58S |
57°25,846′ |
11°11,959′ |
59S |
57°25,482′ |
11°12,956′ |
60S |
57°25,389′ |
11°13,083′ |
61S |
57°25,221′ |
11°13,212′ |
62S |
57°25,134′ |
11°13,221′ |
63S |
57°25,031′ |
11°13,077′ |
64S |
57°25,075′ |
11°12,751′ |
65S |
57°24,817′ |
11°12,907′ |
66S |
57°24,747′ |
11°12,862′ |
67S |
57°24,616′ |
11°13,229′ |
68S |
57°24,549′ |
11°13,240′ |
69S |
57°24,347′ |
11°13,093′ |
70S |
57°24,256′ |
11°13,288′ |
71S |
57°24,145′ |
11°13,306′ |
72S |
57°24,051′ |
11°13,138′ |
73S |
57°23,818′ |
11°13,360′ |
74S |
57°23,649′ |
11°13,280′ |
75S |
57°23,553′ |
11°13,260′ |
76S |
57°23,432′ |
11°13,088′ |
77S |
57°23,416′ |
11°12,861′ |
78S |
57°23,984′ |
11°9,081′ |
79S |
57°25,045′ |
11°6,757′ |
Gebied 1(3): Habitat nr. 167, Natura 2000-gebied nr. 207, (EU-code: DK00VA299) Lysegrund
Punt |
N.B. |
O.L. |
1S |
56°19,367′ |
11°46,017′ |
2S |
56°18,794′ |
11°48,153′ |
3S |
56°17,625′ |
11°48,541′ |
4S |
56°17,424′ |
11°48,117′ |
5S |
56°17,864′ |
11°47,554′ |
6S |
56°17,828′ |
11°47,265′ |
7S |
56°17,552′ |
11°47,523′ |
8S |
56°17,316′ |
11°47,305′ |
9S |
56°17,134′ |
11°47,260′ |
10S |
56°16,787′ |
11°46,753′ |
11S |
56°16,462′ |
11°46,085′ |
12S |
56°16,455′ |
11°43,620′ |
13S |
56°17,354′ |
11°42,671′ |
14S |
56°18,492′ |
11°42,689′ |
15S |
56°18,950′ |
11°41,823′ |
16S |
56°19,263′ |
11°41,870′ |
17S |
56°19,802′ |
11°40,939′ |
18S |
56°19,989′ |
11°41,516′ |
19S |
56°18,967′ |
11°43,600′ |
20S |
56°19,460′ |
11°44,951′ |
21S |
56°19,367′ |
11°46,017′ |
Gebied 1(4): Habitat nr. 169, Natura 2000-gebied nr. 193 (EU-code: DK00VA250) Store Middelgrund
Punt |
N.B. |
O.L. |
1 |
56°34,52′ |
12°2,208′ |
1 |
56°34,612′ |
12°2,136′ |
1 |
56°35,19′ |
12°2,285′ |
1 |
56°35,474′ |
12°2,817′ |
1 |
56°35,465′ |
12°4,468′ |
1 |
56°35,233′ |
12°5,415′ |
1 |
56°33,428′ |
12°6,808′ |
1 |
56°32,915′ |
12°5,233′ |
1 |
56°31,324′ |
12°4,355′ |
1 |
56°31,318′ |
12°2,235′ |
Gebied 1(5): Habitat nr. 204, Natura 2000-gebied nr. 204 (EU-code: DK00VA303) Schultz og Hastens Grund samt Briseis Flak
Punt |
N.B. |
O.L. |
1 |
56°11,54′ |
11°11,308′ |
1 |
56°12,748′ |
11°11,412′ |
1 |
56°12,977′ |
11°11,076′ |
1 |
56°13,812′ |
11°11,019′ |
1 |
56°14,318′ |
11°11,153′ |
1 |
56°16,409′ |
11°12,95′ |
1 |
56°16,553′ |
11°13,137′ |
1 |
56°16,645′ |
11°13,574′ |
1 |
56°17,029′ |
11°14,117′ |
1 |
56°17,401′ |
11°14,234′ |
1 |
56°17,495′ |
11°14,355′ |
1 |
56°17,543′ |
11°15,095′ |
1 |
56°17,511′ |
11°15,328′ |
1 |
56°17,047′ |
11°15,456′ |
1 |
56°16,571′ |
11°14,971′ |
1 |
56°16,555′ |
11°14,611′ |
1 |
56°15,931′ |
11°14,504′ |
1 |
56°15,479′ |
11°14,11′ |
1 |
56°14,679′ |
11°14,013′ |
1 |
56°14,193′ |
11°14,207′ |
1 |
56°12,565′ |
11°13,067′ |
1 |
56°11,523′ |
11°13,443′ |
1 |
56°11,247′ |
11°14,042′ |
1 |
56°10,105′ |
11°13,247′ |
1 |
56°9,516′ |
11°11,983′ |
1 |
56°9,417′ |
11°11,258′ |
1 |
56°9,476′ |
11°10,556′ |
1 |
56°8,737′ |
11°8,954′ |
1 |
56°8,756′ |
11°8,568′ |
1 |
56°9,334′ |
11°8,269′ |
1 |
56°9,907′ |
11°8,446′ |
1 |
56°9,914′ |
11°9,319′ |
1 |
56°10,4′ |
11°10,654′ |
1 |
56°10,362′ |
11°11,298′ |
1 |
56°10,805′ |
11°11,88′ |
1 |
56°11,184′ |
11°11,956′ |
2 |
56°20,985′ |
11°22,005′ |
2 |
56°20,367′ |
11°19,136′ |
2 |
56°19,547′ |
11°17,294′ |
2 |
56°18,7′ |
11°15,982′ |
2 |
56°18,724′ |
11°18,399′ |
2 |
56°20,817′ |
11°20,511′ |
2 |
56°18,27′ |
11°17,204′ |
2 |
56°18,629′ |
11°17,695′ |
2 |
56°18,078′ |
11°16,411′ |
2 |
56°18,7′ |
11°15,982′ |
2 |
56°20,257′ |
11°22,733′ |
2 |
56°20,13′ |
11°22,319′ |
2 |
56°19,134′ |
11°18,983′ |
Gebied 1(6): Habitat nr. 09, Natura 2000-gebied nr. 09 (EU-code: DK00FX010) Strandenge på Læsø og havet syd herfor
Punt |
N.B. |
O.L. |
1 |
57°16,590′ |
11°14,495′ |
1 |
57°16,256′ |
11°14,59′ |
1 |
57°16,169′ |
11°14,409′ |
1 |
57°16,169′ |
11°14,209′ |
1 |
57°16,677′ |
11°12,483′ |
1 |
57°17,116′ |
11°12,001′ |
1 |
57°16,556′ |
11°13,269′ |
1 |
57°17,591′ |
11°12,392′ |
1 |
57°17,86′ |
11°13,122′ |
1 |
57°17,55′ |
11°13,861′ |
7 |
57°5,371′ |
11°20,659′ |
7 |
57°6,381′ |
11°21,944′ |
7 |
57°5,91′ |
11°22,787′ |
7 |
57°5,18′ |
11°22,809′ |
7 |
57°8,174′ |
11°16,527′ |
7 |
57°8,68′ |
11°18,549′ |
7 |
57°7,534′ |
11°20,441′ |
7 |
57°6,804′ |
11°20,398′ |
7 |
57°5,816′ |
11°19,63′ |
7 |
57°6,634′ |
11°17,078′ |
7 |
57°8,174′ |
11°16,527′ |
7 |
57°4,903′ |
11°22,463′ |
8 |
57°9,615′ |
11°17,231′ |
8 |
57°10,129′ |
11°13,882′ |
8 |
57°2,822′ |
11°17,65′ |
8 |
57°11,948′ |
11°12,687′ |
8 |
57°12,088′ |
11°11,741′ |
8 |
57°10,658′ |
11°12,883′ |
8 |
57°3,599′ |
11°17,885′ |
8 |
57°5,012′ |
11°16,909′ |
8 |
57°8,004′ |
11°13,522′ |
8 |
57°9,202′ |
11°17,358′ |
8 |
57°1,939′ |
11°16,417′ |
8 |
57°1,962′ |
11°14,827′ |
8 |
57°0,983′ |
11°14,342′ |
8 |
57°1,274′ |
11°10,035′ |
8 |
57°2,903′ |
11°6,783′ |
8 |
57°9,434′ |
11°17,472′ |
8 |
57°3,496′ |
11°7,083′ |
8 |
57°2,717′ |
11°11,757′ |
8 |
57°4,945′ |
11°9,468′ |
8 |
57°6,501′ |
11°10,111′ |
8 |
57°10,612′ |
11°11,461′ |
8 |
57°11,716′ |
11°11,244′ |
8 |
57°12,088′ |
11°11,741′ |
8 |
57°3,177′ |
11°6,659′ |
10 |
57°6,231′ |
11°8,031′ |
10 |
57°5,661′ |
11°7,912′ |
10 |
57°6,118′ |
11°6,363′ |
10 |
57°5,32′ |
11°6,254′ |
10 |
57°4,912′ |
11°6,315′ |
10 |
57°4,942′ |
11°7,2′ |
10 |
57°7,305′ |
11°6,688′ |
10 |
57°7,293′ |
11°5,893′ |
10 |
57°7,147′ |
11°7,866′ |
10 |
57°7,293′ |
11°5,893′ |
10 |
57°6,946′ |
11°5,845′ |
11 |
57°5,31′ |
10°59,197′ |
11 |
57°4,371′ |
10°56,279′ |
11 |
57°3,443′ |
10°58,93′ |
11 |
57°6,547′ |
11°1,968′ |
11 |
57°1,808′ |
10°58,496′ |
11 |
57°1,597′ |
10°57,823′ |
11 |
57°2,366′ |
10°53,025′ |
11 |
57°4,236′ |
11°5,614′ |
11 |
57°2,764′ |
10°51,91′ |
11 |
57°7,571′ |
11°4,806′ |
11 |
57°7,936′ |
11°3,651′ |
11 |
57°7,953′ |
11°2,667′ |
11 |
57°7,198′ |
11°5,634′ |
11 |
57°6,366′ |
10°52,893′ |
11 |
57°4,98′ |
10°50,473′ |
11 |
57°3,356′ |
10°51,401′ |
11 |
57°7,443′ |
10°58,998′ |
11 |
57°7,198′ |
11°5,634′ |
11 |
57°6,471′ |
11°5,125′ |
11 |
57°6,751′ |
11°2,224′ |
11 |
57°3,535′ |
11°5,08′ |
11 |
57°4,354′ |
10°59,94′ |
Gebied 1(7): Habitat nr. 20, Natura 2000-gebied nr. 20 (EU-code: DK00FX257) Havet omkring Nordre Rønner
Punt |
N.B. |
O.L. |
1 |
57°25,564′ |
11°1,008′ |
1 |
57°25,474′ |
11°1,727′ |
1 |
57°25,29′ |
11°1,947′ |
1 |
57°24,992′ |
11°1,863′ |
1 |
57°24,724′ |
11°1,233′ |
1 |
57°24,785′ |
11°0,981′ |
1 |
57°25,008′ |
11°0,467′ |
1 |
57°24,837′ |
11°0,331′ |
1 |
57°24,813′ |
11°0,153′ |
1 |
57°24,837′ |
10°59,992′ |
1 |
57°24,927′ |
10°59,909′ |
1 |
57°25,004′ |
10°59,935′ |
1 |
57°25,223′ |
11°0,27′ |
1 |
57°25,564′ |
11°1,008′ |
1 |
57°25,12′ |
11°1,924′ |
17 |
57°20,061′ |
11°2,851′ |
17 |
57°19,734′ |
11°0,84′ |
17 |
57°19,812′ |
11°0,697′ |
17 |
57°19,891′ |
11°0,335′ |
17 |
57°19,621′ |
10°59,763′ |
17 |
57°19,398′ |
10°59,772′ |
17 |
57°19,174′ |
11°0,903′ |
17 |
57°19,579′ |
11°3,014′ |
17 |
57°19,776′ |
11°3,182′ |
17 |
57°19,912′ |
11°3,156′ |
17 |
57°20,061′ |
11°2,851′ |
18 |
57°22,145′ |
10°57,371′ |
18 |
57°20,103′ |
10°55,273′ |
18 |
57°22,57′ |
10°57,338′ |
18 |
57°22,66′ |
10°56,892′ |
18 |
57°21,115′ |
10°55,086′ |
18 |
57°22,634′ |
10°56,392′ |
18 |
57°19,757′ |
10°54,713′ |
18 |
57°20,042′ |
10°54,207′ |
18 |
57°22,512′ |
10°55,648′ |
18 |
57°21,238′ |
10°53,014′ |
18 |
57°21,634′ |
10°53,434′ |
18 |
57°22,151′ |
10°54,627′ |
18 |
57°21,263′ |
10°55,473′ |
18 |
57°21,169′ |
10°56,585′ |
18 |
57°20,831′ |
10°53,127′ |
19 |
57°22,957′ |
11°4,239′ |
19 |
57°22,64′ |
11°4,987′ |
19 |
57°21,687′ |
11°5,546′ |
19 |
57°21,85′ |
11°6,385′ |
19 |
57°21,559′ |
11°6,792′ |
19 |
57°21,026′ |
11°6,641′ |
19 |
57°20,663′ |
11°6,423′ |
19 |
57°20,435′ |
11°6,035′ |
19 |
57°20,219′ |
11°4,913′ |
19 |
57°20,173′ |
11°3,355′ |
19 |
57°20,351′ |
11°1,386′ |
19 |
57°20,676′ |
10°59,222′ |
19 |
57°20,968′ |
10°59,072′ |
19 |
57°21,64′ |
10°59,792′ |
19 |
57°22,075′ |
10°58,079′ |
19 |
57°22,814′ |
10°57,873′ |
19 |
57°23,349′ |
10°58,116′ |
19 |
57°23,44′ |
10°59,169′ |
19 |
57°23,291′ |
11°1,892′ |
19 |
57°23,44′ |
10°59,169′ |
BIJLAGE II
BIJLAGE II
Coördinaten van gebieden 2
Gebied 2(1): Habitat nr. 166, Natura 2000-gebied nr. 191, (EU-code: DK00VA248) bubbling reef-gebied Herthas Flak
Punt |
N.B. |
O.L. |
1B |
57°38,334′ |
10°53,201′ |
2B |
57°38,15′ |
10°52,931′ |
3B |
57°38,253′ |
10°52,64′ |
4B |
57°38,237′ |
10°52,15′ |
5B |
57°38,32′ |
10°51,974′ |
6B |
57°38,632′ |
10°51,82′ |
7B |
57°38,839′ |
10°52,261′ |
8B |
57°38,794′ |
10°52,36′ |
9B |
57°38,334′ |
10°53,201′ |
Gebied 2(2): Habitat nr. 168, Natura 2000-gebied nr. 192, (EU-code: DK00VA249) bubbling reef-gebied Læsø Trindel & Tønneberg Banke
Punt |
N.B. |
O.L. |
1B |
57°27,496′ |
11°15,033′ |
2B |
57°25,988′ |
11°17,323′ |
3B |
57°25,946′ |
11°17,488′ |
4B |
57°25,417′ |
11°18,524′ |
5B |
57°25,377′ |
11°18,408′ |
6B |
57°25,346′ |
11°18,172′ |
7B |
57°25,330′ |
11°18,039′ |
8B |
57°25,175′ |
11°17,481′ |
9B |
57°24,928′ |
11°17,579′ |
10B |
57°24,828′ |
11°17,366′ |
11B |
57°24,891′ |
11°17,049′ |
12B |
57°25,128′ |
11°17,118′ |
13B |
57°25,249′ |
11°16,721′ |
14B |
57°25,211′ |
11°16,592′ |
15B |
57°25,263′ |
11°16,177′ |
16B |
57°25,170′ |
11°15,843′ |
17B |
57°25,240′ |
11°15,549′ |
18B |
57°26,861′ |
11°15,517′ |
19B |
57°26,883′ |
11°14,998′ |
20B |
57°27,496′ |
11°15,033′ |
Gebied 2(3): BRATTEN 1.
Punt |
N.B. |
O.L. |
N.B. |
O.L. |
1.1 |
58,54797 |
10,61234 |
58°32,87790′ |
10°36,74060′ |
1.2 |
58,54242 |
10,59708 |
58°32,54500′ |
10°35,82450′ |
1.3 |
58,57086 |
10,57829 |
58°34,25170′ |
10°34,69750′ |
1.4 |
58,57113 |
10,58584 |
58°34,26810′ |
10°35,15060′ |
Gebied 2(4): BRATTEN 2.
Punt |
N.B. |
O.L. |
N.B. |
O.L. |
2.1 |
58,58333 |
10,70000 |
58°35,00000′ |
10°42,00000′ |
2.2 |
58,56370 |
10,70000 |
58°33,82200′ |
10°42,00000′ |
2.3 |
58,56834 |
10,68500 |
58°34,10000′ |
10°41,10000′ |
2.4 |
58,58333 |
10,67333 |
58°35,00000′ |
10°40,40000′ |
Gebied 2(5): BRATTEN 3.
Punt |
N.B. |
O.L. |
N.B. |
O.L. |
3.1 |
58,55448 |
10,66622 |
58°33,26910′ |
10°39,97320′ |
3.2 |
58,53817 |
10,65876 |
58°32,29020′ |
10°39,52570′ |
3.3 |
58,56064 |
10,62589 |
58°33,63840′ |
10°37,55310′ |
3.4 |
58,58333 |
10,60196 |
58°35,00000′ |
10°36,11730′ |
3.5 |
58,58333 |
10,64007 |
58°35,00000′ |
10°38,40390′ |
Gebied 2(6): BRATTEN 4.
Punt |
N.B. |
O.L. |
N.B. |
O.L. |
4.1 |
58,41829 |
10,56322 |
58°25,09750′ |
10°33,79350′ |
4.2 |
58,44104 |
10,54711 |
58°26,46240′ |
10°32,82670′ |
4.3 |
58,46111 |
10,53893 |
58°27,66680′ |
10°32,33610′ |
4.4 |
58,49248 |
10,55864 |
58°29,54890′ |
10°33,51860′ |
4.5 |
58,47846 |
10,58575 |
58°28,70790′ |
10°35,14500′ |
4.6 |
58,45570 |
10,60806 |
58°27,34200′ |
10°36,48350′ |
4.7 |
58,42942 |
10,58963 |
58°25,76550′ |
10°35,37770′ |
Gebied 2(7): BRATTEN 5.
Punt |
N.B. |
O.L. |
N.B. |
O.L. |
5.1 |
58,46216 |
10,62166 |
58°27,72940′ |
10°37,29940′ |
5.2 |
58,48256 |
10,59473 |
58°28,95350′ |
10°35,68400′ |
5.3 |
58,50248 |
10,58245 |
58°30,14850′ |
10°34,94690′ |
5.4 |
58,50213 |
10,61104 |
58°30,12770′ |
10°36,66250′ |
5.5 |
58,47972 |
10,63392 |
58°28,78320′ |
10°38,03540′ |
Gebied 2(8): BRATTEN 6.
Punt |
N.B. |
O.L. |
N.B. |
O.L. |
6.1 |
58,45450 |
10,49373 |
58°27,26970′ |
10°29,62370′ |
6.2 |
58,46727 |
10,47881 |
58°28,03640′ |
10°28,72850′ |
6.3 |
58,48976 |
10,46582 |
58°29,38550′ |
10°27,94900′ |
6.4 |
58,49126 |
10,47395 |
58°29,47550′ |
10°28,43730′ |
6.5 |
58,47369 |
10,50004 |
58°28,42150′ |
10°30,00260′ |
6.6 |
58,45435 |
10,49995 |
58°27,26080′ |
10°29,99710′ |
Gebied 2(9): BRATTEN 7A.
Punt |
N.B. |
O.L. |
N.B. |
O.L. |
7A.1 |
58,42132 |
10,53168 |
58°25,27900′ |
10°31,90080′ |
7A.2 |
58,41075 |
10,51853 |
58°24,64520′ |
10°31,11190′ |
7A.3 |
58,41982 |
10,50999 |
58°25,18910′ |
10°30,59960′ |
7A.4 |
58,44487 |
10,51291 |
58°26,69240′ |
10°30,77450′ |
7A.5 |
58,45257 |
10,52057 |
58°27,15410′ |
10°31,23410′ |
7A.6 |
58,44918 |
10,52936 |
58°26,95050′ |
10°31,76140′ |
7A.7 |
58,42423 |
10,52271 |
58°25,45370′ |
10°31,36260′ |
Gebied 2(10): BRATTEN 7B.
Punt |
N.B. |
O.L. |
N.B. |
O.L. |
7B.1 |
58,38556 |
10,51815 |
58°23,13340′ |
10°31,08930′ |
7B.2 |
58,39907 |
10,50486 |
58°23,94410′ |
10°30,29150′ |
7B.3 |
58,41075 |
10,51853 |
58°24,64520′ |
10°31,11190′ |
7B.4 |
58,42132 |
10,53168 |
58°25,27900′ |
10°31,90080′ |
7B.5 |
58,41613 |
10,54764 |
58°24,96810′ |
10°32,85830′ |
7B.6 |
58,38776 |
10,53394 |
58°23,26560′ |
10°32,03650′ |
Gebied 2(11): BRATTEN 7C.
Punt |
N.B. |
O.L. |
N.B. |
O.L. |
7C.1 |
58,32839 |
10,44780 |
58°19,70320′ |
10°26,86790′ |
7C.2 |
58,33196 |
10,43976 |
58°19,91750′ |
10°26,38560′ |
7C.3 |
58,34390 |
10,44579 |
58°20,63390′ |
10°26,74760′ |
7C.4 |
58,36412 |
10,46309 |
58°21,84690′ |
10°27,78530′ |
7C.5 |
58,39907 |
10,50486 |
58°23,94410′ |
10°30,29150′ |
7C.6 |
58,38556 |
10,51815 |
58°23,13340′ |
10°31,08930′ |
7C.7 |
58,38172 |
10,50243 |
58°22,90310′ |
10°30,14580′ |
7C.8 |
58,34934 |
10,46503 |
58°20,96020′ |
10°27,90180′ |
7C.9 |
58,33436 |
10,45233 |
58°20,06130′ |
10°27,13950′ |
Gebied 2(12): BRATTEN 7D.
Punt |
N.B. |
O.L. |
N.B. |
O.L. |
7D.1 |
58,32839 |
10,44780 |
58°19,70320′ |
10°26,86790′ |
7D.2 |
58,30802 |
10,43235 |
58°18,48120′ |
10°25,94100′ |
7D.3 |
58,31273 |
10,42636 |
58°18,76400′ |
10°25,58170′ |
7D.4 |
58,32300 |
10,43560 |
58°19,38030′ |
10°26,13580′ |
7D.5 |
58,33196 |
10,43976 |
58°19,91750′ |
10°26,38560′ |
Gebied 2(13): BRATTEN 7E.
Punt |
N.B. |
O.L. |
N.B. |
O.L. |
7E.1 |
58,30802 |
10,43235 |
58°18,48120′ |
10°25,94100′ |
7E.2 |
58,30260 |
10,42276 |
58°18,15610′ |
10°25,36540′ |
7E.3 |
58,30642 |
10,41908 |
58°18,38510′ |
10°25,14470′ |
7E.4 |
58,31273 |
10,42636 |
58°18,76400′ |
10°25,58170′ |
Gebied 2(14): BRATTEN 8.
Punt |
N.B. |
O.L. |
N.B. |
O.L. |
8.1 |
58,35013 |
10,56697 |
58°21,00780′ |
10°34,01820′ |
8.2 |
58,35000 |
10,54678 |
58°21,00000′ |
10°32,80660′ |
8.3 |
58,36596 |
10,54941 |
58°21,95780′ |
10°32,96480′ |
8.4 |
58,36329 |
10,56736 |
58°21,79740′ |
10°34,04160′ |
Gebied 2(15): BRATTEN 9A.
Punt |
N.B. |
O.L. |
N.B. |
O.L. |
9A.1 |
58,28254 |
10,48633 |
58°16,95260′ |
10°29,17970′ |
9A.2 |
58,28185 |
10,46037 |
58°16,91100′ |
10°27,62230′ |
9A.3 |
58,32814 |
10,47828 |
58°19,68840′ |
10°28,69670′ |
9A.4 |
58,32314 |
10,49764 |
58°19,38860′ |
10°29,85840′ |
Gebied 2(16): BRATTEN 9B.
Punt |
N.B. |
O.L. |
N.B. |
O.L. |
9B.1 |
58,28254 |
10,49986 |
58°16,95260′ |
10°29,99170′ |
9B.2 |
58,30184 |
10,50257 |
58°18,11030′ |
10°30,15410′ |
9B.3 |
58,30128 |
10,51117 |
58°18,07690′ |
10°30,67040′ |
9B.4 |
58,28560 |
10,51374 |
58°17,13590′ |
10°30,82450′ |
Gebied 2(17): BRATTEN 10.
Punt |
N.B. |
O.L. |
N.B. |
O.L. |
10.1 |
58,40548 |
10,47122 |
58°24,32870′ |
10°28,27330′ |
10.2 |
58,39710 |
10,45111 |
58°23,82620′ |
10°27,06670′ |
10.3 |
58,41923 |
10,45140 |
58°25,15390′ |
10°27,08390′ |
10.4 |
58,43279 |
10,45575 |
58°25,96770′ |
10°27,34510′ |
10.5 |
58,41816 |
10,46972 |
58°25,08960′ |
10°28,18310′ |
Gebied 2(18): BRATTEN 11.
Punt |
N.B. |
O.L. |
N.B. |
O.L. |
11.1 |
58,44546 |
10,48585 |
58°26,72760′ |
10°29,15080′ |
11.2 |
58,43201 |
10,48224 |
58°25,92060′ |
10°28,93410′ |
11.3 |
58,44293 |
10,46981 |
58°26,57590′ |
10°28,18890′ |
11.4 |
58,46009 |
10,46709 |
58°27,60540′ |
10°28,02550′ |
Gebied 2(19): BRATTEN 12.
Punt |
N.B. |
O.L. |
N.B. |
O.L. |
12.1 |
58,31923 |
10,39146 |
58°19,15400′ |
10°23,48740′ |
12.2 |
58,33421 |
10,41007 |
58°20,05280′ |
10°24,60400′ |
12.3 |
58,32229 |
10,41228 |
58°19,33750′ |
10°24,73680′ |
12.4 |
58,30894 |
10,39258 |
58°18,53660′ |
10°23,55460′ |
Gebied 2(20): BRATTEN 13.
Punt |
N.B. |
O.L. |
N.B. |
O.L. |
13.1 |
58,53667 |
10,41500 |
58°32,20000′ |
10°24,90020′ |
13.2 |
58,55302 |
10,40684 |
58°33,18120′ |
10°24,41050′ |
13.3 |
58,55827 |
10,41840 |
58°33,49610′ |
10°25,10420′ |
13.4 |
58,54551 |
10,42903 |
58°32,73030′ |
10°25,74190′ |
Gebied 2(21): BRATTEN 14.
Punt |
N.B. |
O.L. |
N.B. |
O.L. |
14.1 |
58,26667 |
10,02858 |
58°16,00000′ |
10°1,71510′ |
14.2 |
58,51269 |
10,14490 |
58°30,76120′ |
10°8,69400′ |
14.3 |
58,53608 |
10,18669 |
58°32,16510′ |
10°11,20140′ |
14.4 |
58,46886 |
10,23659 |
58°28,13140′ |
10°14,19520′ |
14.5 |
58,31137 |
10,26041 |
58°18,68210′ |
10°15,62490′ |
14.6 |
58,26667 |
10,16996 |
58°16,00000′ |
10°10,19740′ |
Gebied 2(22): Habitat nr. 169, Natura 2000-gebied nr. 193 (EU-code: DK00VA250) bubbling reef-gebied Store Middelgrund
Punt |
N.B. |
O.L. |
B-2 |
56°33,544′ |
12°6,298′ |
B-2 |
56°33,409′ |
12°5,528′ |
B-2 |
56°33,335′ |
12°5,519′ |
B-2 |
56°33,265′ |
12°5,575′ |
B-2 |
56°33,383′ |
12°6,519′ |
B-2 |
56°33,476′ |
12°5,629′ |
B-2 |
56°33,544′ |
12°6,298′ |
B-2 |
56°33,517′ |
12°6,446′ |
B-2 |
56°33,443′ |
12°6,52′ |
B-2 |
56°33,331′ |
12°6,476′ |
B-2 |
56°33,292′ |
12°6,396′ |
B-2 |
56°33,224′ |
12°5,717′ |
Gebied 2(23): Habitat nr. 09, Natura 2000-gebied nr. 09 (EU-code: DK00FX010) bubbling reef-gebied Strandenge på Læsø og havet syd herfor
Punt |
N.B. |
O.L. |
B-2 |
57°15,542′ |
10°45,194′ |
B-2 |
57°15,604′ |
10°45,344′ |
B-2 |
57°15,614′ |
10°45,557′ |
B-2 |
57°15,446′ |
10°45,761′ |
B-2 |
57°15,124′ |
10°45,67′ |
B-2 |
57°15,04′ |
10°45,438′ |
B-2 |
57°15,139′ |
10°45,208′ |
B-2 |
57°15,542′ |
10°45,194′ |
B-3 |
57°13,714′ |
10°46,124′ |
B-3 |
57°13,788′ |
10°46,399′ |
B-3 |
57°13,53′ |
10°46,837′ |
B-3 |
57°13,421′ |
10°46,821′ |
B-3 |
57°13,233′ |
10°46,369′ |
B-3 |
57°13,225′ |
10°46,199′ |
B-3 |
57°13,305′ |
10°46,023′ |
B-3 |
57°13,714′ |
10°46,124′ |
B-4 |
57°13,175′ |
10°46,559′ |
B-4 |
57°13,298′ |
10°46,613′ |
B-4 |
57°13,37′ |
10°46,818′ |
B-4 |
57°13,286′ |
10°47,075′ |
B-4 |
57°13,115′ |
10°47,045′ |
B-4 |
57°13,069′ |
10°46,751′ |
B-5 |
57°15,382′ |
10°51,675′ |
B-5 |
57°15,132′ |
10°52,02′ |
B-5 |
57°15,382′ |
10°51,675′ |
B-5 |
57°15,401′ |
10°51,986′ |
B-5 |
57°15,271′ |
10°52,139′ |
B-5 |
57°15,13′ |
10°51,715′ |
B-5 |
57°15,246′ |
10°51,612′ |
B-6 |
57°15,146′ |
10°51,413′ |
B-6 |
57°15,265′ |
10°51,276′ |
B-6 |
57°15,276′ |
10°50,991′ |
B-6 |
57°15,007′ |
10°51,29′ |
B-6 |
57°15,276′ |
10°50,991′ |
B-6 |
57°15,123′ |
10°50,862′ |
B-6 |
57°15,011′ |
10°51,016′ |
B-9 |
57°7,285′ |
11°8,669′ |
B-9 |
57°7,256′ |
11°9,263′ |
B-9 |
57°6,929′ |
11°9,478′ |
B-9 |
57°6,675′ |
11°9,137′ |
B-9 |
57°6,707′ |
11°8,498′ |
B-9 |
57°7,285′ |
11°8,669′ |
B-9 |
57°7,046′ |
11°8,343′ |
B-12 |
57°2,207′ |
10°57,537′ |
B-12 |
57°2,081′ |
10°57,168′ |
B-12 |
57°1,881′ |
10°57,05′ |
B-12 |
57°1,799′ |
10°57,111′ |
B-12 |
57°1,656′ |
10°57,457′ |
B-12 |
57°1,649′ |
10°57,5′ |
B-12 |
57°1,889′ |
10°58,494′ |
B-12 |
57°1,752′ |
10°58,311′ |
B-12 |
57°1,633′ |
10°57,929′ |
B-12 |
57°2,207′ |
10°57,537′ |
B-12 |
57°2,244′ |
10°58,141′ |
B-12 |
57°2,201′ |
10°58,248′ |
B-12 |
57°1,972′ |
10°58,528′ |
B-13 |
57°7,65′ |
11°2,894′ |
B-13 |
57°7,501′ |
11°3,03′ |
B-13 |
57°7,409′ |
11°3,539′ |
B-13 |
57°7,453′ |
11°3,718′ |
B-13 |
57°7,707′ |
11°3,935′ |
B-13 |
57°7,838′ |
11°3,837′ |
B-13 |
57°7,93′ |
11°3,614′ |
B-13 |
57°7,941′ |
11°3,373′ |
B-13 |
57°7,942′ |
11°3,31′ |
B-13 |
57°7,877′ |
11°3,093′ |
B-13 |
57°7,872′ |
11°3,077′ |
B-13 |
57°7,409′ |
11°3,258′ |
B-13 |
57°7,549′ |
11°3,894′ |
B-13 |
57°7,872′ |
11°3,077′ |
B-13 |
57°7,783′ |
11°2,965′ |
B-14 |
57°9,651′ |
11°16,75′ |
B-14 |
57°9,202′ |
11°17,358′ |
B-14 |
57°9,528′ |
11°16,459′ |
B-14 |
57°9,348′ |
11°16,415′ |
B-14 |
57°9,528′ |
11°16,459′ |
B-14 |
57°9,649′ |
11°17,006′ |
B-14 |
57°9,434′ |
11°17,472′ |
B-14 |
57°9,615′ |
11°17,231′ |
B-14 |
57°9,182′ |
11°16,531′ |
B-14 |
57°9,094′ |
11°16,95′ |
B-15 |
57°7,089′ |
11°17,532′ |
B-15 |
57°7,014′ |
11°17,903′ |
B-15 |
57°6,837′ |
11°18,035′ |
B-15 |
57°6,683′ |
11°17,999′ |
B-15 |
57°6,522′ |
11°17,479′ |
B-15 |
57°6,605′ |
11°17,172′ |
B-15 |
57°6,698′ |
11°17,063′ |
B-15 |
57°6,778′ |
11°17,027′ |
B-15 |
57°6,793′ |
11°17,021′ |
B-15 |
57°6,905′ |
11°17,047′ |
B-15 |
57°7,033′ |
11°17,211′ |
B-15 |
57°6,57′ |
11°17,784′ |
Gebied 2(24): Habitat nr. 20, Natura 2000-gebied nr. 20 (EU-code: DK00FX257) bubbling reef-gebied Havet omkring Nordre Rønner
Punt |
N.B. |
O.L. |
B-3 |
57°26,016′ |
10°59,043′ |
B-3 |
57°25,683′ |
10°58,337′ |
B-3 |
57°25,906′ |
10°58,09′ |
B-3 |
57°26,191′ |
10°58,652′ |
B-4 |
57°26,23′ |
10°59,318′ |
B-4 |
57°26,357′ |
10°59,266′ |
B-4 |
57°26,375′ |
10°58,909′ |
B-4 |
57°26,097′ |
10°59,228′ |
B-4 |
57°26,375′ |
10°58,909′ |
B-4 |
57°26,225′ |
10°58,796′ |
B-4 |
57°26,113′ |
10°58,93′ |
B-5 |
57°25,681′ |
10°58,575′ |
B-5 |
57°25,545′ |
10°58,468′ |
B-5 |
57°25,39′ |
10°58,583′ |
B-5 |
57°25,364′ |
10°58,894′ |
B-5 |
57°25,515′ |
10°59,05′ |
B-5 |
57°25,659′ |
10°58,968′ |
B-5 |
57°25,681′ |
10°58,575′ |
B-6 |
57°25,441′ |
10°57,453′ |
B-6 |
57°25,608′ |
10°57,415′ |
B-6 |
57°25,688′ |
10°57,605′ |
B-6 |
57°25,523′ |
10°57,957′ |
B-6 |
57°25,408′ |
10°57,813′ |
B-6 |
57°25,608′ |
10°57,415′ |
B-6 |
57°25,663′ |
10°57,895′ |
B-10 |
57°24,973′ |
10°53,21′ |
B-10 |
57°24,54′ |
10°53,719′ |
B-10 |
57°24,973′ |
10°53,21′ |
B-10 |
57°24,988′ |
10°53,482′ |
B-10 |
57°24,733′ |
10°54,043′ |
B-10 |
57°24,581′ |
10°53,99′ |
B-10 |
57°24,804′ |
10°53,132′ |
B-11 |
57°25,064′ |
10°54,588′ |
B-11 |
57°24,852′ |
10°54,493′ |
B-11 |
57°24,781′ |
10°54,874′ |
B-11 |
57°24,924′ |
10°55,053′ |
B-11 |
57°25,068′ |
10°54,936′ |
B-11 |
57°25,064′ |
10°54,588′ |
B-12 |
57°24,739′ |
10°58,133′ |
B-12 |
57°24,878′ |
10°58,216′ |
B-12 |
57°24,992′ |
10°57,798′ |
B-12 |
57°24,996′ |
10°58,095′ |
B-12 |
57°24,85′ |
10°57,68′ |
B-12 |
57°24,732′ |
10°57,833′ |
B-13 |
57°23,058′ |
10°56,857′ |
B-13 |
57°23,205′ |
10°56,485′ |
B-13 |
57°22,944′ |
10°56,445′ |
B-13 |
57°23,205′ |
10°56,485′ |
B-13 |
57°23,089′ |
10°56,289′ |
B-13 |
57°22,94′ |
10°56,712′ |
B-13 |
57°23,197′ |
10°56,754′ |
B-14 |
57°23,821′ |
10°56,317′ |
B-14 |
57°23,538′ |
10°56,582′ |
B-14 |
57°23,821′ |
10°56,317′ |
B-14 |
57°23,59′ |
10°56,302′ |
B-14 |
57°23,694′ |
10°56,23′ |
B-14 |
57°23,675′ |
10°56,756′ |
B-14 |
57°23,828′ |
10°56,661′ |
B-15 |
57°23,393′ |
10°51,3′ |
B-15 |
57°23,455′ |
10°51,039′ |
B-15 |
57°23,561′ |
10°50,998′ |
B-15 |
57°23,684′ |
10°51,09′ |
B-15 |
57°23,514′ |
10°51,538′ |
B-15 |
57°23,677′ |
10°51,428′ |
B-16 |
57°22,969′ |
10°49,591′ |
B-16 |
57°22,921′ |
10°49,501′ |
B-16 |
57°22,816′ |
10°49,487′ |
B-16 |
57°22,735′ |
10°49,619′ |
B-16 |
57°22,722′ |
10°49,734′ |
B-16 |
57°22,761′ |
10°49,938′ |
B-16 |
57°22,919′ |
10°49,988′ |
B-16 |
57°22,971′ |
10°49,841′ |
B-16 |
57°22,993′ |
10°49,718′ |
B-16 |
57°22,866′ |
10°49,475′ |
B-16 |
57°22,768′ |
10°49,538′ |
B-16 |
57°22,993′ |
10°49,718′ |
B-20 |
57°26,397′ |
10°56,392′ |
B-20 |
57°26,404′ |
10°56,415′ |
B-20 |
57°26,413′ |
10°56,446′ |
B-20 |
57°26,618′ |
10°57,292′ |
B-20 |
57°26,555′ |
10°57,383′ |
B-20 |
57°26,344′ |
10°56,29′ |
B-20 |
57°26,379′ |
10°56,352′ |
B-20 |
57°26,184′ |
10°56,277′ |
B-20 |
57°26,582′ |
10°56,907′ |
B-20 |
57°26,085′ |
10°57,231′ |
B-20 |
57°26,413′ |
10°56,446′ |
B-20 |
57°26,645′ |
10°57,215′ |
B-20 |
57°26,652′ |
10°57,129′ |
B-20 |
57°26,648′ |
10°57,08′ |
B-20 |
57°26,64′ |
10°57,025′ |
B-20 |
57°26,621′ |
10°56,973′ |
B-20 |
57°26,422′ |
10°56,555′ |
B-20 |
57°26,355′ |
10°56,912′ |
B-20 |
57°26,527′ |
10°56,881′ |
B-20 |
57°26,418′ |
10°56,49′ |
B-20 |
57°26,388′ |
10°56,369′ |
B-21 |
57°23,075′ |
11°2,044′ |
B-21 |
57°23,243′ |
11°1,61′ |
B-21 |
57°23,295′ |
11°1,816′ |
B-21 |
57°23,298′ |
11°1,827′ |
B-21 |
57°23,293′ |
11°1,849′ |
B-21 |
57°23,256′ |
11°2,034′ |
B-21 |
57°23,163′ |
11°2,085′ |
B-21 |
57°23,023′ |
11°1,885′ |
B-21 |
57°23,037′ |
11°1,684′ |
B-21 |
57°23,132′ |
11°1,592′ |
B-21 |
57°23,243′ |
11°1,61′ |
B-22 |
57°25,491′ |
11°0,852′ |
B-22 |
57°25,562′ |
11°1,005′ |
B-22 |
57°25,564′ |
11°1,008′ |
B-22 |
57°25,541′ |
11°1,188′ |
B-22 |
57°25,298′ |
11°1,417′ |
B-22 |
57°25,54′ |
11°1,198′ |
B-22 |
57°25,232′ |
11°1,019′ |
B-22 |
57°25,383′ |
11°0,818′ |
B-22 |
57°25,424′ |
11°1,389′ |
B-22 |
57°25,202′ |
11°1,239′ |
B-23 |
57°25,302′ |
11°0,479′ |
B-23 |
57°25,254′ |
11°0,698′ |
B-23 |
57°25,165′ |
11°0,746′ |
B-23 |
57°24,837′ |
10°59,992′ |
B-23 |
57°25,302′ |
11°0,479′ |
B-23 |
57°25,241′ |
11°0,31′ |
B-23 |
57°25,223′ |
11°0,27′ |
B-23 |
57°25,004′ |
10°59,935′ |
B-23 |
57°24,927′ |
10°59,909′ |
B-23 |
57°24,813′ |
11°0,153′ |
B-23 |
57°24,837′ |
11°0,331′ |
B-23 |
57°25,008′ |
11°0,467′ |
B-23 |
57°25,075′ |
11°0,729′ |
BIJLAGE III
BIJLAGE III
Coördinaten van het beschermde mariene gebied Bratten
Punt |
N.B. |
O.L. |
N.B. |
O.L. |
1 NV |
58,58333 |
10,27120 |
58°35,00000′ |
10°16,27200′ |
2 NO |
58,58333 |
10,70000 |
58°35,00000′ |
10°42,00000′ |
3 SO |
58,26667 |
10,70000 |
58°16,00000′ |
10°42,00000′ |
4 SV |
58,26667 |
10,02860 |
58°16,00000′ |
10°1,71600′ |
5 V |
58,5127 |
10,14490 |
58°30,76200′ |
10°8,69400′ |
4.7.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 171/30 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/1181 VAN DE COMMISSIE
van 2 maart 2017
tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/117 tot vaststelling van visserijgerelateerde instandhoudingsmaatregelen ter bescherming van het mariene milieu in de Oostzee, en tot intrekking van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1778
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (1), en met name artikel 11, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op grond van artikel 11 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 zijn de lidstaten gemachtigd om in hun wateren visserijgerelateerde instandhoudingsmaatregelen vaststellen die noodzakelijk zijn met het oog op de naleving van verplichtingen uit hoofde van de milieuwetgeving van de Unie, onder meer artikel 6 van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad (2) en artikel 13, lid 4, van Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad (3). |
(2) |
Krachtens artikel 6 van Richtlijn 92/43/EEG moeten de lidstaten voor de speciale beschermingszones de nodige instandhoudingsmaatregelen treffen die beantwoorden aan de ecologische vereisten van de typen natuurlijke habitats en de soorten die in die gebieden voorkomen, zoals vermeld in de bijlagen bij die richtlijn. Bovendien moeten de lidstaten volgens dat artikel passende maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in de speciale beschermingszones niet verslechtert en dat er geen significante storende factoren optreden voor de soorten waarvoor de gebieden zijn aangewezen. |
(3) |
Op grond van artikel 13, lid 4, van Richtlijn 2008/56/EG moeten de lidstaten programma's van maatregelen vaststellen, waaronder ruimtelijke beschermingsmaatregelen die bijdragen aan samenhangende en representatieve netwerken van beschermde mariene gebieden, waarbij de diversiteit van de samenstellende ecosystemen adequaat is gedekt, zoals speciale instandhoudingszones in de zin van de habitatrichtlijn, speciale beschermingszones in de zin van de vogelrichtlijn (4) en beschermde mariene gebieden zoals door de Gemeenschap of de betrokken lidstaten overeengekomen in het kader van internationale of regionale overeenkomsten waarbij zij partij zijn. |
(4) |
Wanneer een lidstaat van oordeel is dat ter nakoming van de verplichtingen uit hoofde van milieuwetgeving van de Unie maatregelen moeten worden vastgesteld en andere lidstaten een rechtstreeks belang hebben bij het beheer van de visserij waarop die maatregelen van invloed zijn, is de Commissie gemachtigd om na een gemeenschappelijke aanbeveling van de betrokken lidstaten dergelijke maatregelen middels gedelegeerde handelingen vast te stellen. |
(5) |
Op 5 september 2016 heeft de Commissie Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/117 (5) tot vaststelling van visserijgerelateerde instandhoudingsmaatregelen ter bescherming van het mariene milieu in de Oostzee, en tot intrekking van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1778 van de Commissie (6) vastgesteld. |
(6) |
Overeenkomstig artikel 11, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 heeft Denemarken de Commissie en de lidstaten met een rechtstreeks belang bij het beheer, relevante informatie over bepaalde extra benodigde maatregelen verstrekt, met inbegrip van de motivering, wetenschappelijke onderbouwing en nadere informatie omtrent de praktische uitvoering en handhaving. |
(7) |
Op 30 november 2016 hebben Denemarken, Zweden, Duitsland en Polen bij de Commissie een gemeenschappelijke aanbeveling ingediend betreffende visserijgerelateerde instandhoudingsmaatregelen ter bescherming van rifstructuren in drie extra Deense Natura 2000-gebieden in de Oostzee. Deze aanbeveling is ingediend na overleg met de adviesraad voor de Oostzee. |
(8) |
De aanbevolen maatregelen behelzen het verbod op visserijactiviteiten met mobiel bodemberoerend vistuig in rifgebieden (habitattype 1170) en in de omliggende bufferzones. |
(9) |
Bodemvisserij met bodemberoerend mobiel vistuig heeft een negatieve impact op rifhabitats aangezien zowel de rifstructuren als de biodiversiteit bij het rif er gevolgen van ondervinden. Daarom moet in Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/117, overeenkomstig de gemeenschappelijke aanbeveling, een verbod worden opgenomen om in de betrokken Deense rifgebieden met dergelijk vistuig te vissen. |
(10) |
In zijn wetenschappelijk advies van 6 december 2016 stelt het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) (7) dat de voorgestelde instandhoudingsdoelstellingen in de speciale zones die in de gemeenschappelijke aanbeveling worden genoemd, niet volledig kunnen worden bereikt als geen passende maatregelen worden getroffen om visserijactiviteit in die zones te voorkomen. |
(11) |
Het WTECV heeft gewezen op een aantal problemen betreffende de controle en handhaving van de instandhoudingsmaatregelen in de betrokken gebieden. De lidstaten moeten passende maatregelen vaststellen, adequate middelen toewijzen en alle structuren opzetten die nodig zijn om de onder het GVB vallende activiteiten te controleren, te inspecteren en te handhaven. Als antwoord op de vragen van het WTECV kan in het kader van dergelijke maatregelen worden geëist dat alle betrokken vaartuigen hun VMS-positie vaker doorgeven of dat de gebieden, op basis van risicobeheer, in het nationale controlesysteem als gebied met een hoog risico worden aangemerkt. |
(12) |
Denemarken heeft nadere informatie verstrekt over de maatregelen voor monitoring en controle op basis van de huidige omvang van de visserijactiviteit in deze gebieden. Deze controlemaatregelen behelzen visserij-inspecties op zee en permanente monitoring door het Deense visserijmonitoringcentrum via het risicogebaseerde beheerssysteem. Ter aanvulling van VMS-gegevens wordt eveneens het automatische identificatiesysteem gebruikt. |
(13) |
De bij deze verordening vastgestelde maatregelen moeten worden geëvalueerd, meer bepaald om na te gaan of de visserijverbodsbepalingen worden nageleefd. Daarom moet Denemarken uiterlijk 18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening een verdere evaluatie verrichten over de naleving van de visverboden. |
(14) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/117 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(15) |
De bij deze verordening vastgestelde visserijgerelateerde instandhoudingsmaatregelen laten andere bestaande of toekomstige beheersmaatregelen voor de instandhouding van de betrokken gebieden, inclusief visserijgerelateerde instandhoudingsmaatregelen, onverlet, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/117
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/117 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 2, onder c), wordt geschrapt. |
2) |
Artikel 5 wordt vervangen door: „Artikel 5 Evaluatie 1. Denemarken, Duitsland en Zweden evalueren uiterlijk op 30 juni 2017 de uitvoering van de in de artikelen 3 en 4 bedoelde maatregelen in de gebieden 1 tot en met 7 als omschreven in de bijlage. 2. Denemarken, Duitsland en Zweden dienen uiterlijk op 31 juli 2017 een samenvattend verslag van de in lid 1 bedoelde evaluatie in bij de Commissie. 3. Denemarken, Zweden, Duitsland en Polen evalueren uiterlijk op 31 oktober 2018 de uitvoering van de in de artikelen 3 en 4 bedoelde maatregelen in de gebieden 8, 9 en 10 als omschreven in de bijlage. 4. Denemarken, Zweden, Duitsland en Polen dienen uiterlijk op 30 november 2018 een samenvattend verslag van de in lid 3 bedoelde evaluatie in bij de Commissie.”. |
3) |
De bijlage wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening. |
Artikel 2
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 2 maart 2017.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22.
(2) Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7).
(3) Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het beleid ten aanzien van het mariene milieu (Kaderrichtlijn mariene strategie) (PB L 164 van 25.6.2008, blz. 19).
(4) Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (PB L 20 van 26.1.2010, blz. 7).
(5) Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/117 van de Commissie van 5 september 2016 tot vaststelling van visserijgerelateerde instandhoudingsmaatregelen ter bescherming van het mariene milieu in de Oostzee, en tot intrekking van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1778 (PB L 19 van 25.1.2017, blz. 1).
(6) Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1778 van de Commissie van 25 juni 2015 tot vaststelling van visserijgerelateerde instandhoudingsmaatregelen ter bescherming van rifgebieden in onder de soevereiniteit van Denemarken vallende wateren in de Oostzee en het Kattegat (PB L 259 van 6.10.2015, blz. 5).
(7) 2016-12_STECF 16-24 — JR for Natura 2000 sites under CFP art.11_JRCxxx.pdf
BIJLAGE
BIJLAGE
Beperkte gebieden: Coördinaten van beschermingszones voor steenrif
Gebied 1: Habitat nr. 205, Natura 2000-gebied nr. 205, (EU-code: DK00VA304) Munkegrund
Punt |
N.B. |
O.L. |
1S |
55°57,190′ |
10°51,690′ |
2S |
55°57,465′ |
10°51,403′ |
3S |
55°57,790′ |
10°51,477′ |
4S |
55°57,976′ |
10°52,408′ |
5S |
55°57,985′ |
10°54,231′ |
6S |
55°58,092′ |
10°54,315′ |
7S |
55°58,092′ |
10°57,432′ |
8S |
55°57,920′ |
10°57,864′ |
9S |
55°57,526′ |
10°57,861′ |
10S |
55°56,895′ |
10°57,241′ |
11S |
55°57,113′ |
10°53,418′ |
12S |
55°57,050′ |
10°53,297′ |
13S |
55°57,100′ |
10°52,721′ |
14S |
55°57,275′ |
10°52,662′ |
15S |
55°57,296′ |
10°52,435′ |
16S |
55°57,399 |
10°52,244′ |
17S |
55°57,417′ |
10°52,116′ |
18S |
55°57,251′ |
10°52,121′ |
19S |
55°57,170′ |
10°51,919′ |
20S |
55°57,190′ |
10°51,690′ |
Gebied 2: Habitat nr. 174, Natura 2000-gebied nr. 198, (EU-code: DK00VA255) Hatterbarn
Punt |
N.B. |
O.L. |
1S |
55°51,942′ |
10°49,294′ |
2S |
55°52,186′ |
10°49,309′ |
3S |
55°52,655′ |
10°49,509′ |
4S |
55°52,676′ |
10°49,407′ |
5S |
55°52,892′ |
10°49,269′ |
6S |
55°52,974′ |
10°49,388′ |
7S |
55°53,273′ |
10°49,620′ |
8S |
55°53,492′ |
10°50,201′ |
9S |
55°53,451′ |
10°50,956′ |
10S |
55°53,576′ |
10°51,139′ |
11S |
55°53,611′ |
10°51,737′ |
12S |
55°53,481′ |
10°52,182′ |
13S |
55°53,311′ |
10°52,458′ |
14S |
55°53,013′ |
10°52,634′ |
15S |
55°52,898′ |
10°52,622′ |
16S |
55°52,778′ |
10°52,335′ |
17S |
55°52,685′ |
10°52,539′ |
18S |
55°52,605′ |
10°52,593′ |
19S |
55°52,470′ |
10°52,586′ |
20S |
55°52,373′ |
10°52,724′ |
21S |
55°52,286′ |
10°52,733′ |
22S |
55°52,129′ |
10°52,572′ |
23S |
55°52,101′ |
10°52,360′ |
24S |
55°52,191′ |
10°52,169′ |
25S |
55°51,916′ |
10°51,824′ |
26S |
55°51,881′ |
10°51,648′ |
27S |
55°51,970′ |
10°51,316′ |
28S |
55°51,976′ |
10°51,064′ |
29S |
55°52,325′ |
10°50,609′ |
30S |
55°52,647′ |
10°50,687′ |
31S |
55°52,665′ |
10°50,519′ |
32S |
55°52,091′ |
10°50,101′ |
33S |
55°51,879′ |
10°50,104′ |
34S |
55°51,810′ |
10°49,853′ |
35S |
55°51,790′ |
10°49,482′ |
36S |
55°51,942′ |
10°49,294′ |
Gebied 3: Habitat nr. 172, Natura 2000-gebied nr. 196, (EU-code: DK00VA253) Ryggen
Punt |
N.B. |
O.L. |
1S |
55°37,974′ |
10°44,258′ |
2S |
55°37,942′ |
10°45,181′ |
3S |
55°37,737′ |
10°45,462′ |
4S |
55°37,147′ |
10°44,956′ |
5S |
55°36,985′ |
10°45,019′ |
6S |
55°36,828′ |
10°44,681′ |
7S |
55°36,521′ |
10°44,658′ |
8S |
55°36,527′ |
10°43,575′ |
9S |
55°37,163′ |
10°43,663′ |
10S |
55°37,334′ |
10°43,889′ |
11S |
55°37,974′ |
10°44,258′ |
Gebied 4: Habitat nr. 175, Natura 2000-gebied nr. 199, (EU-code: DK00VA256) Broen
Punt |
N.B. |
O.L. |
1S |
55°11,953′ |
11°0,089′ |
2S |
55°12,194′ |
11°0,717′ |
3S |
55°12,316′ |
11°0,782′ |
4S |
55°12,570′ |
11°1,739′ |
5S |
55°12,743′ |
11°1,917′ |
6S |
55°12,911′ |
11°2,291′ |
7S |
55°12,748′ |
11°2,851′ |
8S |
55°12,487′ |
11°3,188′ |
9S |
55°12,291′ |
11°3,088′ |
10S |
55°12,274′ |
11°3,108′ |
11S |
55°12,336′ |
11°3,441′ |
12S |
55°12,023′ |
11°3,705′ |
13S |
55°11,751′ |
11°2,984′ |
14S |
55°11,513′ |
11°2,659′ |
15S |
55°11,390′ |
11°2,269′ |
16S |
55°11,375′ |
11°2,072′ |
17S |
55°11,172′ |
11°1,714′ |
18S |
55°11,069′ |
11°0,935′ |
19S |
55°11,099′ |
11°0,764′ |
20S |
55°11,256′ |
11°0,588′ |
21S |
55°11,337′ |
11°0,483′ |
22S |
55°11,582′ |
11°0,251′ |
23S |
55°11,603′ |
11°0,254′ |
24S |
55°11,841′ |
11°0,033′ |
25S |
55°11,953′ |
11°0,089′ |
Gebied 5: Habitat nr. 210, Natura 2000-gebied nr. 189, (EU-code: DK007X079) Ertholmene
Punt |
N.B. |
O.L. |
1S |
55°19,496′ |
15°9,290′ |
2S |
55°20,441′ |
15°9,931′ |
3S |
55°20,490′ |
15°10,135′ |
4S |
55°20,284′ |
15°10,690′ |
5S |
55°20,216′ |
15°10,690′ |
6S |
55°20,004′ |
15°11,187′ |
7S |
55°19,866′ |
15°11,185′ |
8S |
55°19,596′ |
15°11,730′ |
9S |
55°19,820′ |
15°12,157′ |
10S |
55°19,638′ |
15°12,539′ |
11S |
55°19,131′ |
15°12,678′ |
12S |
55°18,804′ |
15°11,892′ |
13S |
55°18,847′ |
15°10,967′ |
14S |
55°19,445′ |
15°9,885′ |
15S |
55°19,387′ |
15°9,717′ |
16S |
55°19,496′ |
15°9,290′ |
Gebied 6: Habitat nr. 209, Natura 2000-gebied nr. 209, (EU-code: DK00VA308) Davids Banke
Punt |
N.B. |
O.L. |
1S |
55°20,167′ |
14°41,386′ |
2S |
55°20,354′ |
14°40,754′ |
3S |
55°21,180′ |
14°39,936′ |
4S |
55°22,000′ |
14°39,864′ |
5S |
55°22,331′ |
14°39,741′ |
6S |
55°22,449′ |
14°39,579′ |
7S |
55°23,150′ |
14°39,572′ |
8S |
55°23,299′ |
14°39,890′ |
9S |
55°23,287′ |
14°40,793′ |
10S |
55°23,011′ |
14°41,201′ |
11S |
55°22,744′ |
14°41,206′ |
12S |
55°22,738′ |
14°41,775′ |
13S |
55°22,628′ |
14°42,111′ |
14S |
55°22,203′ |
14°42,439′ |
15S |
55°22,050′ |
14°42,316′ |
16S |
55°21,981′ |
14°41,605′ |
17S |
55°21,050′ |
14°41,818′ |
18S |
55°20,301′ |
14°41,676′ |
19S |
55°20,167′ |
14°41,386′ |
Gebied 7: Habitat nr. 212, Natura 2000-gebied nr. 212, (EU-code: DK00VA310) Bakkebrædt & Bakkegrund
Punt |
N.B. |
O.L. |
1S |
54°57,955′ |
14°44,869′ |
2S |
54°58,651′ |
14°41,755′ |
3S |
54°59,234′ |
14°41,844′ |
4S |
54°59,458′ |
14°43,025′ |
5S |
54°59,124′ |
14°44,441′ |
6S |
54°59,034′ |
14°44,429′ |
7S |
54°58,781′ |
14°45,240′ |
8S |
54°58,298′ |
14°45,479′ |
9S |
54°58,134′ |
14°45,406′ |
10S |
54°57,955′ |
14°44,869′ |
Gebied 8: Habitat nr. 261, Natura 2000-gebied nr. 252, (EU-code: DK00VA261) Adler Grund og Rønne Banke
Punt |
N.B. |
O.L. |
1 |
54°50,2′ |
14°22,77′ |
1 |
54°49,91′ |
14°22,5′ |
1 |
54°49,461′ |
14°21,831′ |
1 |
54°49,673′ |
14°21,203′ |
1 |
54°49,637′ |
14°21,172′ |
1 |
54°49,229′ |
14°21,434′ |
1 |
54°49,075′ |
14°21,385′ |
1 |
54°48,736′ |
14°21,821′ |
1 |
54°48,324′ |
14°21,197′ |
1 |
54°48,321′ |
14°19,268′ |
1 |
54°48,368′ |
14°17,09′ |
1 |
54°48,233′ |
14°16,306′ |
1 |
54°48,262′ |
14°14,382′ |
1 |
54°47,997′ |
14°12,93′ |
1 |
54°48,802′ |
14°9,888′ |
1 |
54°58,281′ |
14°36,49′ |
1 |
54°56,959′ |
14°34,793′ |
1 |
54°56,816′ |
14°35,056′ |
1 |
54°50,283′ |
14°26,605′ |
1 |
54°50,368′ |
14°25,991′ |
1 |
54°50,479′ |
14°25,724′ |
1 |
54°50,586′ |
14°25,711′ |
1 |
54°50,655′ |
14°25,222′ |
1 |
54°50,573′ |
14°25,081′ |
1 |
54°50,599′ |
14°24,788′ |
1 |
54°50,704′ |
14°24,373′ |
1 |
54°50,553′ |
14°24,025′ |
1 |
54°50,576′ |
14°23,71′ |
1 |
54°50,735′ |
14°23,591′ |
1 |
54°50,778′ |
14°23,43′ |
1 |
54°50,898′ |
14°23,263′ |
1 |
54°51,248′ |
14°22,848′ |
1 |
54°51,607′ |
14°23,248′ |
1 |
54°51,733′ |
14°22,857′ |
1 |
54°51,174′ |
14°22,625′ |
1 |
54°50,784′ |
14°22,19′ |
1 |
54°50,561′ |
14°22,625′ |
1 |
54°51,407′ |
14°22,412′ |
1 |
54°54°,127′ |
14°21,359′ |
1 |
54°48,802′ |
14°9,888′ |
1 |
54°50,52′ |
14°12,125′ |
1 |
54°49,028′ |
14°13,925′ |
1 |
54°50,832′ |
14°16,266′ |
1 |
54°50,608′ |
14°16,808′ |
1 |
54°59,354°′ |
14°31,369′ |
1 |
54°54°,3′ |
14°22,661′ |
1 |
54°53,976′ |
14°23,554′ |
1 |
54°55,143′ |
14°25,105′ |
1 |
54°55,013′ |
14°26,378′ |
1 |
54°55,131′ |
14°26,576′ |
1 |
54°55,316′ |
14°28,098′ |
1 |
54°48,623′ |
14°10,252′ |
1 |
54°56,264′ |
14°28,778′ |
1 |
54°57,603′ |
14°30,03′ |
1 |
54°58,146′ |
14°28,954′ |
1 |
54°59,569′ |
14°30,82′ |
1 |
54°59,918′ |
14°32,115′ |
1 |
55°0,553′ |
14°30,644′ |
1 |
54°59,771′ |
14°29,605′ |
1 |
55°0,053′ |
14°29,042′ |
1 |
55°0,334′ |
14°29,386′ |
1 |
55°0,578′ |
14°28,837′ |
1 |
55°0,968′ |
14°29,355′ |
1 |
55°0,734′ |
14°29,839′ |
1 |
55°1,266′ |
14°30,639′ |
1 |
55°1,34′ |
14°31,374′ |
1 |
55°0,065′ |
14°33,739′ |
1 |
54°59,72′ |
14°33,79′ |
1 |
54°59,485′ |
14°34,193′ |
1 |
54°59,594′ |
14°35,129′ |
1 |
54°58,875′ |
14°36,417′ |
2 |
54°56,989′ |
14°20,483′ |
2 |
54°56,775′ |
14°21,031′ |
2 |
54°55,97′ |
14°20,005′ |
2 |
54°55,208′ |
14°19,918′ |
2 |
54°54,614′ |
14°19,139′ |
2 |
54°54,842′ |
14°18,629′ |
2 |
54°55,423′ |
14°19,358′ |
2 |
54°56,232′ |
14°19,534′ |
2 |
54°56,989′ |
14°20,483′ |
3 |
54°59,065′ |
14°26,817′ |
3 |
54°57,764′ |
14°25,132′ |
3 |
54°57,984′ |
14°24,458′ |
3 |
54°57,971′ |
14°23,479′ |
3 |
54°57,233′ |
14°22,515′ |
3 |
54°57,285′ |
14°22,001′ |
3 |
54°57,922′ |
14°21,922′ |
3 |
54°58,045′ |
14°21,993′ |
3 |
54°58,098′ |
14°22,314′ |
3 |
54°57,983′ |
14°22,684′ |
3 |
54°58,736′ |
14°23,659′ |
3 |
54°58,606′ |
14°24,422′ |
3 |
54°58,706′ |
14°24,611′ |
3 |
54°58,485′ |
14°25,145′ |
3 |
54°59,305′ |
14°26,211′ |
3 |
54°59,065′ |
14°26,817′ |
Gebied 9: Habitat nr. 100, Natura 2000-gebied nr. 116, (EU-code: DK008X190) Centrale Storebælt og Vresen
Punt |
N.B. |
O.L. |
1 |
55°25,438′ |
11°1,989′ |
1 |
55°25,601′ |
11°3,28′ |
1 |
55°24,903′ |
11°3,559′ |
1 |
55°24,649′ |
11°2,88′ |
1 |
55°24,439′ |
11°2,217′ |
1 |
55°25,119′ |
11°1,706′ |
1 |
55°25,438′ |
11°1,989′ |
1 |
55°24,619′ |
11°1,854′ |
2 |
55°25,419′ |
11°5,434′ |
2 |
55°25,184′ |
11°5,534′ |
2 |
55°24,902′ |
11°5,54′ |
2 |
55°24,783′ |
11°5,26′ |
2 |
55°24,819′ |
11°5,086′ |
2 |
55°24,67′ |
11°4,593′ |
2 |
55°24,659′ |
11°4,042′ |
2 |
55°24,939′ |
11°3,703′ |
2 |
55°25,256′ |
11°4,045′ |
2 |
55°25,252′ |
11°4,428′ |
2 |
55°25,625′ |
11°4,901′ |
2 |
55°25,625′ |
11°4,901′ |
3 |
55°23,089′ |
11°0,437′ |
3 |
55°23,314′ |
11°0,64′ |
3 |
55°23,276′ |
11°1,024′ |
3 |
55°22,98′ |
11°1,046′ |
3 |
55°22,965′ |
11°0,658′ |
3 |
55°23,257′ |
11°0,451′ |
3 |
55°23,314′ |
11°0,64′ |
4 |
55°22,624′ |
11°0,355′ |
4 |
55°22,359′ |
11°0,259′ |
4 |
55°22,176′ |
10°59,661′ |
4 |
55°22,279′ |
10°59,321′ |
4 |
55°22,479′ |
10°59,184′ |
4 |
55°22,78′ |
10°59,978′ |
4 |
55°22,479′ |
10°59,184′ |
5 |
55°22,187′ |
11°6,828′ |
5 |
55°23,241′ |
11°5,892′ |
5 |
55°23,232′ |
11°6,815′ |
5 |
55°22,211′ |
11°6,834′ |
5 |
55°22,792′ |
11°6,766′ |
5 |
55°22,499′ |
11°7,033′ |
5 |
55°22,154′ |
11°6,932′ |
5 |
55°22,139′ |
11°6,882′ |
5 |
55°22,162′ |
11°6,84′ |
5 |
55°22,232′ |
11°6,814′ |
5 |
55°22,227′ |
11°6,789′ |
5 |
55°22,195′ |
11°6,762′ |
5 |
55°22,107′ |
11°6,651′ |
5 |
55°22,049′ |
11°6,583′ |
5 |
55°21,901′ |
11°6,091′ |
5 |
55°21,759′ |
11°5,742′ |
5 |
55°21,822′ |
11°4,958′ |
5 |
55°21,98′ |
11°4,822′ |
5 |
55°22,383′ |
11°5,326′ |
5 |
55°22,671′ |
11°5,463′ |
5 |
55°22,87′ |
11°5,831′ |
5 |
55°23,241′ |
11°5,892′ |
6 |
55°23,116′ |
11°4,313′ |
6 |
55°23,116′ |
11°5,023′ |
6 |
55°22,97′ |
11°5,376′ |
6 |
55°22,783′ |
11°5,465′ |
6 |
55°22,4′ |
11°5,251′ |
6 |
55°22,211′ |
11°4,987′ |
6 |
55°22,085′ |
11°4,631′ |
6 |
55°21,815′ |
11°3,811′ |
6 |
55°21,865′ |
11°3,393′ |
6 |
55°21,955′ |
11°3,286′ |
6 |
55°22,125′ |
11°3,286′ |
6 |
55°22,426′ |
11°3,522′ |
6 |
55°22,771′ |
11°3,846′ |
6 |
55°23,116′ |
11°4,313′ |
6 |
55°22,56′ |
11°5,372′ |
7 |
55°20,632′ |
11°6,389′ |
7 |
55°20,646′ |
11°6,342′ |
7 |
55°20,638′ |
11°6,342′ |
7 |
55°20,616′ |
11°6,469′ |
7 |
55°20,514′ |
11°6,85′ |
7 |
55°20,61′ |
11°6,83′ |
7 |
55°20,627′ |
11°6,794′ |
7 |
55°20,613′ |
11°6,506′ |
7 |
55°20,682′ |
11°6,403′ |
7 |
55°20,525′ |
11°6,027′ |
7 |
55°20,225′ |
11°5,564′ |
7 |
55°20,103′ |
11°5,659′ |
7 |
55°20,028′ |
11°5,906′ |
7 |
55°20,223′ |
11°6,516′ |
7 |
55°20,682′ |
11°6,403′ |
7 |
55°20,68′ |
11°6,641′ |
7 |
55°20,651′ |
11°6,771′ |
7 |
55°20,633′ |
11°6,767′ |
7 |
55°20,62′ |
11°6,51′ |
7 |
55°20,336′ |
11°5,695′ |
7 |
55°20,635′ |
11°6,49′ |
7 |
55°20,639′ |
11°6,446′ |
7 |
55°20,63′ |
11°6,436′ |
7 |
55°20,647′ |
11°6,362′ |
8 |
55°21,056′ |
10°56,562′ |
8 |
55°21,92′ |
10°59,68′ |
8 |
55°22,028′ |
10°59,909′ |
8 |
55°22,219′ |
11°0,087′ |
8 |
55°20,379′ |
10°58,507′ |
8 |
55°20,421′ |
10°58,837′ |
8 |
55°20,49′ |
10°59,106′ |
8 |
55°20,537′ |
10°59,268′ |
8 |
55°20,506′ |
10°59,374′ |
8 |
55°20,444′ |
10°59,385′ |
8 |
55°20,72′ |
11°0,843′ |
8 |
55°20,951′ |
11°1,385′ |
8 |
55°21,374′ |
11°1,777′ |
8 |
55°22,182′ |
11°2,048′ |
8 |
55°22,637′ |
11°1,948′ |
8 |
55°22,807′ |
11°1,442′ |
8 |
55°22,535′ |
11°0,65′ |
8 |
55°22,219′ |
11°0,087′ |
8 |
55°19,712′ |
10°59,605′ |
8 |
55°20,707′ |
10°55,772′ |
8 |
55°20,044′ |
10°55,351′ |
8 |
55°19,074′ |
10°55,587′ |
8 |
55°19,01′ |
10°55,724′ |
8 |
55°18,926′ |
10°57,284′ |
8 |
55°18,978′ |
10°59,081′ |
8 |
55°20,044′ |
10°59,317′ |
8 |
55°19,963′ |
10°59,031′ |
8 |
55°19,878′ |
10°58,604′ |
8 |
55°19,765′ |
10°58,204′ |
8 |
55°19,669′ |
10°57,572′ |
8 |
55°19,673′ |
10°57,297′ |
8 |
55°19,475′ |
10°56,801′ |
8 |
55°19,53′ |
10°56,681′ |
8 |
55°19,683′ |
10°57,012′ |
8 |
55°19,784′ |
10°57,181′ |
8 |
55°19,882′ |
10°57,508′ |
8 |
55°20,129′ |
10°57,805′ |
8 |
55°20,382′ |
10°58,341′ |
10 |
55°19,539′ |
11°7,846′ |
10 |
55°19,464′ |
11°8,143′ |
10 |
55°19,348′ |
11°8,54′ |
10 |
55°19,237′ |
11°8,9′ |
10 |
55°19,249′ |
11°8,982′ |
10 |
55°19,134′ |
11°9,283′ |
10 |
55°19,063′ |
11°9,396′ |
10 |
55°18,886′ |
11°9,591′ |
10 |
55°18,843′ |
11°9,67′ |
10 |
55°18,724′ |
11°9,841′ |
10 |
55°17,958′ |
11°8,211′ |
10 |
55°17,881′ |
11°8,862′ |
10 |
55°17,714′ |
11°9,281′ |
10 |
55°17,648′ |
11°9,861′ |
10 |
55°17,477′ |
11°10,315′ |
10 |
55°17,239′ |
11°10,827′ |
10 |
55°17,114′ |
11°11,133′ |
10 |
55°16,854′ |
11°11,197′ |
10 |
55°16,766′ |
11°11,324′ |
10 |
55°16,53′ |
11°11,452′ |
10 |
55°16,095′ |
11°12,308′ |
10 |
55°16,08′ |
11°12,453′ |
10 |
55°16,169′ |
11°12,654′ |
10 |
55°16,161′ |
11°12,723′ |
10 |
55°16,033′ |
11°12,904′ |
10 |
55°16,007′ |
11°13,144′ |
10 |
55°16,543′ |
11°13,644′ |
10 |
55°16,902′ |
11°13,73′ |
10 |
55°17,096′ |
11°13,51′ |
10 |
55°17,076′ |
11°13,064′ |
10 |
55°17,545′ |
11°13,235′ |
10 |
55°17,587′ |
11°13,017′ |
10 |
55°17,673′ |
11°12,6′ |
10 |
55°17,845′ |
11°12,322′ |
10 |
55°17,929′ |
11°12,155′ |
10 |
55°18,036′ |
11°11,762′ |
10 |
55°18,08′ |
11°11,607′ |
10 |
55°18,129′ |
11°11,477′ |
10 |
55°18,265′ |
11°11,005′ |
10 |
55°18,326′ |
11°10,851′ |
10 |
55°18,315′ |
11°10,591′ |
10 |
55°18,361′ |
11°10,416′ |
10 |
55°18,527′ |
11°10,156′ |
10 |
55°18,616′ |
11°10,002′ |
10 |
55°17,988′ |
11°11,987′ |
10 |
55°19,539′ |
11°7,846′ |
10 |
55°19,847′ |
11°6,941′ |
10 |
55°19,653′ |
11°5,987′ |
10 |
55°19,486′ |
11°5,827′ |
10 |
55°19,338′ |
11°5,889′ |
10 |
55°19,032′ |
11°6,271′ |
10 |
55°18,7′ |
11°6,298′ |
10 |
55°18,633′ |
11°6,171′ |
10 |
55°18,155′ |
11°6,263′ |
10 |
55°18,056′ |
11°6,409′ |
10 |
55°17,965′ |
11°6,661′ |
10 |
55°17,843′ |
11°6,743′ |
10 |
55°17,755′ |
11°6,86′ |
10 |
55°17,682′ |
11°7,066′ |
10 |
55°17,682′ |
11°7,356′ |
10 |
55°17,736′ |
11°7,553′ |
10 |
55°17,835′ |
11°7,591′ |
10 |
55°17,937′ |
11°7,587′ |
12 |
55°13,037′ |
10°54,564′ |
12 |
55°13,099′ |
10°54,201′ |
12 |
55°12,975′ |
10°53,846′ |
12 |
55°12,738′ |
10°53,308′ |
12 |
55°12,528′ |
10°54,474′ |
12 |
55°12,431′ |
10°52,92′ |
12 |
55°12,291′ |
10°52,964′ |
12 |
55°12,204′ |
10°53,563′ |
12 |
55°13,099′ |
10°54,201′ |
12 |
55°12,27′ |
10°54,034′ |
12 |
55°12,934′ |
10°54,608′ |
13 |
55°12,001′ |
10°52,671′ |
13 |
55°11,988′ |
10°54,097′ |
13 |
55°11,946′ |
10°54,239′ |
13 |
55°11,675′ |
10°54,439′ |
13 |
55°11,172′ |
10°54,336′ |
13 |
55°11,088′ |
10°54,182′ |
13 |
55°11,241′ |
10°53,372′ |
13 |
55°11,541′ |
10°53,384′ |
13 |
55°11,584′ |
10°52,825′ |
13 |
55°11,107′ |
10°52,819′ |
13 |
55°10,944′ |
10°53,173′ |
13 |
55°10,431′ |
10°53,477′ |
13 |
55°10,324′ |
10°53,338′ |
13 |
55°10,304′ |
10°52,808′ |
13 |
55°10,069′ |
10°52,688′ |
13 |
55°9,994′ |
10°52,053′ |
13 |
55°10,484′ |
10°51,781′ |
13 |
55°10,689′ |
10°51,872′ |
13 |
55°11,711′ |
10°51,901′ |
13 |
55°12,001′ |
10°52,671′ |
13 |
55°9,919′ |
10°52,511′ |
14 |
55°8,442′ |
10°53,135′ |
14 |
55°7,312′ |
10°53,026′ |
14 |
55°7,339′ |
10°52,24′ |
14 |
55°6,665′ |
10°52,011′ |
14 |
55°6,458′ |
10°51,873′ |
14 |
55°6,425′ |
10°51,644′ |
14 |
55°6,49′ |
10°51,431′ |
14 |
55°7,913′ |
10°51,552′ |
14 |
55°8,542′ |
10°51,629′ |
14 |
55°8,762′ |
10°51,987′ |
14 |
55°8,754′ |
10°52,343′ |
14 |
55°8,442′ |
10°53,135′ |
15 |
55°23,281′ |
10°45,868′ |
15 |
55°23,438′ |
10°46,899′ |
15 |
55°22,436′ |
10°48,264′ |
15 |
55°21,686′ |
10°48,96′ |
15 |
55°21,508′ |
10°50,307′ |
15 |
55°20,441′ |
10°51,066′ |
15 |
55°20,104′ |
10°51,73′ |
15 |
55°19,095′ |
10°52,473′ |
15 |
55°18,718′ |
10°52,328′ |
15 |
55°18,642′ |
10°51,7′ |
15 |
55°18,91′ |
10°51,124′ |
15 |
55°19,513′ |
10°50,867′ |
15 |
55°19,65′ |
10°49,615′ |
15 |
55°19,861′ |
10°48,606′ |
15 |
55°20,471′ |
10°48,321′ |
15 |
55°21,046′ |
10°47,795′ |
15 |
55°21,568′ |
10°47,536′ |
15 |
55°22,25′ |
10°46,695′ |
15 |
55°22,534′ |
10°46,353′ |
15 |
55°22,816′ |
10°46,344′ |
15 |
55°22,948′ |
10°46,253′ |
15 |
55°23,281′ |
10°45,868′ |
16 |
55°17,047′ |
10°49,155′ |
16 |
55°16,79′ |
10°48,307′ |
16 |
55°15,961′ |
10°50,277′ |
16 |
55°15,729′ |
10°50,6′ |
16 |
55°15,396′ |
10°50,281′ |
16 |
55°15,076′ |
10°49,59′ |
16 |
55°14,69′ |
10°49,923′ |
16 |
55°14,26′ |
10°49,912′ |
16 |
55°13,484′ |
10°49,512′ |
16 |
55°13,171′ |
10°49,238′ |
16 |
55°13,008′ |
10°48,759′ |
16 |
55°13,052′ |
10°48,589′ |
16 |
55°13,187′ |
10°48,565′ |
16 |
55°13,412′ |
10°48,691′ |
16 |
55°13,514′ |
10°48,719′ |
16 |
55°13,598′ |
10°48,78′ |
16 |
55°13,696′ |
10°48,876′ |
16 |
55°13,756′ |
10°48,89′ |
16 |
55°13,844′ |
10°48,866′ |
16 |
55°13,876′ |
10°48,941′ |
16 |
55°14,054′ |
10°48,763′ |
16 |
55°14,243′ |
10°48,657′ |
16 |
55°14,308′ |
10°48,555′ |
16 |
55°14,365′ |
10°48,506′ |
16 |
55°14,61′ |
10°48,945′ |
16 |
55°15,371′ |
10°49,001′ |
16 |
55°15,408′ |
10°48,532′ |
16 |
55°15,772′ |
10°47,882′ |
16 |
55°16,2′ |
10°47,656′ |
16 |
55°16,614′ |
10°47,216′ |
16 |
55°16,75′ |
10°47,263′ |
16 |
55°17,035′ |
10°47,428′ |
16 |
55°17,137′ |
10°47,465′ |
16 |
55°17,217′ |
10°47,533′ |
16 |
55°17,277′ |
10°47,53′ |
16 |
55°17,317′ |
10°47,474′ |
16 |
55°17,563′ |
10°47,673′ |
16 |
55°17,654′ |
10°48,554′ |
16 |
55°17,615′ |
10°49,147′ |
16 |
55°17,27′ |
10°49,375′ |
16 |
55°17,047′ |
10°49,155′ |
17 |
55°15,901′ |
10°53,294′ |
17 |
55°15,897′ |
10°53,739′ |
17 |
55°16,516′ |
10°54,748′ |
17 |
55°17,165′ |
10°55,712′ |
17 |
55°17,195′ |
10°56,657′ |
17 |
55°17,043′ |
10°57,42′ |
17 |
55°16,717′ |
10°57,427′ |
17 |
55°16,223′ |
10°56,627′ |
17 |
55°15,216′ |
10°55,738′ |
17 |
55°14,488′ |
10°55,598′ |
17 |
55°14,255′ |
10°55,435′ |
17 |
55°13,955′ |
10°54,872′ |
17 |
55°14,014′ |
10°54,435′ |
17 |
55°14,277′ |
10°54,294′ |
17 |
55°14,315′ |
10°53,183′ |
17 |
55°14,404′ |
10°52,716′ |
17 |
55°15,081′ |
10°52,435′ |
17 |
55°15,504′ |
10°52,472′ |
17 |
55°15,901′ |
10°53,294′ |
18 |
55°19,153′ |
11°1,41′ |
18 |
55°19,153′ |
11°1,405′ |
18 |
55°18,706′ |
11°1,361′ |
18 |
55°18,556′ |
11°1,38′ |
18 |
55°18,54′ |
11°1,382′ |
18 |
55°18,407′ |
10°59,519′ |
18 |
55°18,083′ |
10°58,811′ |
18 |
55°17,231′ |
10°57,913′ |
18 |
55°17,31′ |
10°56,894′ |
18 |
55°17,792′ |
10°55,498′ |
18 |
55°17,345′ |
10°55,539′ |
18 |
55°17,204′ |
10°55,094′ |
18 |
55°16,45′ |
10°54,649′ |
18 |
55°16,272′ |
10°54,307′ |
18 |
55°16,034′ |
10°53,54′ |
18 |
55°16,043′ |
10°53,107′ |
18 |
55°16,312′ |
10°52,573′ |
18 |
55°16,321′ |
10°51,505′ |
18 |
55°16,48′ |
10°50,971′ |
18 |
55°16,719′ |
10°50,963′ |
18 |
55°17,598′ |
10°51,706′ |
18 |
55°17,712′ |
10°51,637′ |
18 |
55°17,756′ |
10°51,339′ |
18 |
55°18,016′ |
10°51,184′ |
18 |
55°17,996′ |
10°50,625′ |
18 |
55°18,057′ |
10°50,283′ |
18 |
55°18,209′ |
10°49,881′ |
18 |
55°18,337′ |
10°49,638′ |
18 |
55°18,446′ |
10°49,432′ |
18 |
55°18,71′ |
10°49,284′ |
18 |
55°19,429′ |
10°49,555′ |
18 |
55°19,456′ |
10°49,88′ |
18 |
55°18,953′ |
10°50,561′ |
18 |
55°18,626′ |
10°50,886′ |
18 |
55°18,339′ |
10°53,146′ |
18 |
55°18,587′ |
10°53,85′ |
18 |
55°19,2′ |
10°54,345′ |
18 |
55°19,368′ |
10°54,926′ |
18 |
55°19,129′ |
10°55,437′ |
18 |
55°18,633′ |
10°55,848′ |
18 |
55°18,749′ |
10°58,729′ |
18 |
55°18,67′ |
10°59,198′ |
18 |
55°19,262′ |
11°0,072′ |
18 |
55°20,109′ |
11°0,134′ |
18 |
55°20,163′ |
11°0,469′ |
18 |
55°19,793′ |
11°1,058′ |
18 |
55°19,185′ |
11°1,404′ |
18 |
55°19,153′ |
11°1,41′ |
19 |
55°12,521′ |
10°48,713′ |
19 |
55°12,66′ |
10°48,627′ |
19 |
55°12,612′ |
10°49,461′ |
19 |
55°12,028′ |
10°49,661′ |
19 |
55°11,588′ |
10°49,552′ |
19 |
55°11,513′ |
10°49,361′ |
19 |
55°11,598′ |
10°49,005′ |
19 |
55°11,744′ |
10°48,931′ |
19 |
55°12,172′ |
10°48,956′ |
19 |
55°12,25′ |
10°48,747′ |
19 |
55°12,322′ |
10°48,752′ |
19 |
55°12,398′ |
10°48,755′ |
19 |
55°12,464′ |
10°48,707′ |
19 |
55°12,509′ |
10°48,678′ |
19 |
55°12,521′ |
10°48,713′ |
21 |
55°11,213′ |
10°49,51′ |
21 |
55°11,138′ |
10°50,719′ |
21 |
55°10,916′ |
10°51,079′ |
21 |
55°10,626′ |
10°51,187′ |
21 |
55°9,675′ |
10°50,936′ |
21 |
55°9,479′ |
10°50,754′ |
21 |
55°9,476′ |
10°49,829′ |
21 |
55°10,234′ |
10°48,014′ |
21 |
55°10,256′ |
10°48,051′ |
21 |
55°11,213′ |
10°49,51′ |
21 |
55°11,177′ |
10°49,151′ |
21 |
55°10,847′ |
10°48,427′ |
21 |
55°10,816′ |
10°48,379′ |
21 |
55°10,719′ |
10°48,362′ |
21 |
55°10,669′ |
10°48,285′ |
21 |
55°10,475′ |
10°48,162′ |
21 |
55°10,339′ |
10°48,111′ |
22 |
55°14,799′ |
11°10,2′ |
22 |
55°15,844′ |
11°10,527′ |
22 |
55°15,044′ |
11°10,252′ |
22 |
55°16,2′ |
11°8,367′ |
22 |
55°16,768′ |
11°8,485′ |
22 |
55°15,204′ |
11°10,346′ |
22 |
55°14,917′ |
11°10,106′ |
22 |
55°14,446′ |
11°8,476′ |
22 |
55°16,484′ |
11°8,142′ |
22 |
55°15,684′ |
11°8,295′ |
22 |
55°13,227′ |
11°9,632′ |
22 |
55°13,149′ |
11°9,334′ |
22 |
55°13,702′ |
11°8,196′ |
22 |
55°16,768′ |
11°8,485′ |
22 |
55°16,551′ |
11°9,587′ |
23 |
55°14,471′ |
11°6,497′ |
23 |
55°15,696′ |
11°6,903′ |
23 |
55°15,987′ |
11°6,678′ |
23 |
55°15,927′ |
11°6,109′ |
23 |
55°15,683′ |
11°5,663′ |
23 |
55°14,974′ |
11°5,842′ |
23 |
55°14,502′ |
11°6,306′ |
23 |
55°14,49′ |
11°6,317′ |
23 |
55°14,49′ |
11°6,317′ |
23 |
55°15,907′ |
11°5,482′ |
23 |
55°15,162′ |
11°7,045′ |
23 |
55°15,36′ |
11°6,988′ |
23 |
55°15,052′ |
11°6,967′ |
23 |
55°15,008′ |
11°6,705′ |
23 |
55°14,73′ |
11°6,849′ |
24 |
55°16,004′ |
11°7,717′ |
24 |
55°15,922′ |
11°7,401′ |
24 |
55°15,963′ |
11°7,048′ |
24 |
55°16,19′ |
11°6,895′ |
24 |
55°16,578′ |
11°6,822′ |
24 |
55°16,601′ |
11°7,41′ |
24 |
55°16,578′ |
11°6,822′ |
24 |
55°16,422′ |
11°7,753′ |
24 |
55°16,19′ |
11°7,898′ |
25 |
55°17,387′ |
11°7,5′ |
25 |
55°17,225′ |
11°6,722′ |
25 |
55°16,608′ |
11°6,803′ |
25 |
55°17,108′ |
11°7,79′ |
25 |
55°17,225′ |
11°6,722′ |
25 |
55°17,232′ |
11°7,807′ |
25 |
55°16,67′ |
11°7,181′ |
25 |
55°16,779′ |
11°6,532′ |
26 |
55°11,208′ |
11°8,312′ |
26 |
55°11,336′ |
11°8,546′ |
26 |
55°11,466′ |
11°8,478′ |
26 |
55°11,584′ |
11°8,192′ |
26 |
55°11,594′ |
11°8,074′ |
26 |
55°11,545′ |
11°7,839′ |
26 |
55°11,336′ |
11°7,839′ |
26 |
55°11,545′ |
11°7,839′ |
27 |
55°12,832′ |
11°8,739′ |
27 |
55°12,918′ |
11°8,519′ |
27 |
55°12,522′ |
11°9,001′ |
27 |
55°12,818′ |
11°8,16′ |
27 |
55°12,907′ |
11°8,258′ |
27 |
55°12,918′ |
11°8,519′ |
27 |
55°12,45′ |
11°8,991′ |
27 |
55°12,371′ |
11°8,858′ |
27 |
55°12,351′ |
11°8,707′ |
27 |
55°12,388′ |
11°8,532′ |
27 |
55°12,523′ |
11°8,438′ |
27 |
55°12,707′ |
11°8,117′ |
27 |
55°12,74′ |
11°8,871′ |
28 |
55°13,515′ |
11°6,869′ |
28 |
55°13,519′ |
11°6,868′ |
28 |
55°14,309′ |
11°6,652′ |
28 |
55°14,311′ |
11°6,651′ |
28 |
55°14,276′ |
11°6,793′ |
28 |
55°14,06′ |
11°7,176′ |
28 |
55°13,781′ |
11°7,32′ |
28 |
55°13,623′ |
11°7,281′ |
28 |
55°13,52′ |
11°7,074′ |
28 |
55°13,515′ |
11°6,869′ |
29 |
55°11,712′ |
11°2,469′ |
29 |
55°11,707′ |
11°2,916′ |
29 |
55°12,211′ |
11°2,56′ |
29 |
55°12,756′ |
11°2,064′ |
29 |
55°13,506′ |
11°2,685′ |
29 |
55°14,132′ |
11°4,408′ |
29 |
55°14,132′ |
11°4,408′ |
29 |
55°14,174′ |
11°5,053′ |
29 |
55°14,119′ |
11°5,172′ |
29 |
55°13,845′ |
11°5,486′ |
29 |
55°13,238′ |
11°5,52′ |
29 |
55°12,863′ |
11°5,161′ |
29 |
55°12,681′ |
11°5,349′ |
29 |
55°12,439′ |
11°5,275′ |
29 |
55°12,283′ |
11°4,904′ |
29 |
55°12,123′ |
11°4,836′ |
29 |
55°12,079′ |
11°4,703′ |
29 |
55°11,665′ |
11°2,827′ |
29 |
55°11,634′ |
11°2,708′ |
30 |
55°10,661′ |
11°3,627′ |
30 |
55°11,822′ |
11°6,151′ |
30 |
55°11,741′ |
11°5,371′ |
30 |
55°11,501′ |
11°4,037′ |
30 |
55°11,374′ |
11°3,746′ |
30 |
55°10,86′ |
11°3,558′ |
30 |
55°12,075′ |
11°6,32′ |
30 |
55°10,628′ |
11°3,878′ |
30 |
55°11,079′ |
11°5,423′ |
30 |
55°10,893′ |
11°5,851′ |
30 |
55°10,889′ |
11°6,753′ |
30 |
55°11,513′ |
11°7,505′ |
30 |
55°11,574′ |
11°7,507′ |
30 |
55°11,574′ |
11°7,507′ |
30 |
55°11,81′ |
11°7,802′ |
30 |
55°12,075′ |
11°6,32′ |
30 |
55°13,387′ |
11°6,859′ |
30 |
55°13,397′ |
11°6,863′ |
30 |
55°13,366′ |
11°7,055′ |
30 |
55°13,219′ |
11°7,528′ |
30 |
55°12,743′ |
11°8,047′ |
30 |
55°11,882′ |
11°7,928′ |
33 |
55°10,52′ |
11°0,624′ |
33 |
55°9,891′ |
10°56,303′ |
33 |
55°9,835′ |
10°56,615′ |
33 |
55°9,651′ |
10°56,891′ |
33 |
55°9,493′ |
10°57,265′ |
33 |
55°9,355′ |
10°57,346′ |
33 |
55°9,383′ |
10°59,387′ |
33 |
55°9,419′ |
10°59,402′ |
33 |
55°9,509′ |
10°59,432′ |
33 |
55°9,761′ |
10°59,518′ |
33 |
55°10,084′ |
10°59,832′ |
33 |
55°10,301′ |
11°0,194′ |
33 |
55°10,35′ |
11°0,271′ |
33 |
55°10,566′ |
11°0,25′ |
33 |
55°10,675′ |
11°0,948′ |
33 |
55°10,885′ |
10°55,558′ |
33 |
55°11,174′ |
10°55,765′ |
33 |
55°9,807′ |
10°56,235′ |
33 |
55°12,186′ |
10°58,317′ |
33 |
55°12,329′ |
10°59,308′ |
33 |
55°11,837′ |
11°0,701′ |
33 |
55°11,229′ |
11°1,175′ |
33 |
55°10,675′ |
11°0,948′ |
33 |
55°11,904′ |
10°57,704′ |
34 |
55°9,411′ |
11°3,202′ |
34 |
55°9,411′ |
11°2,46′ |
34 |
55°9,676′ |
11°2,082′ |
34 |
55°9,383′ |
11°1,07′ |
34 |
55°9,39′ |
10°59,871′ |
34 |
55°9,991′ |
11°3,159′ |
34 |
55°9,866′ |
11°0,298′ |
34 |
55°10,451′ |
11°1,635′ |
34 |
55°10,501′ |
11°2,061′ |
34 |
55°10,276′ |
11°2,795′ |
34 |
55°9,39′ |
10°59,871′ |
34 |
55°9,587′ |
11°3,423′ |
34 |
55°9,515′ |
10°59,983′ |
35 |
55°20,698′ |
11°5,781′ |
35 |
55°20,501′ |
11°5,489′ |
35 |
55°19,429′ |
11°4,654′ |
35 |
55°18,993′ |
11°4,615′ |
35 |
55°18,847′ |
11°4,228′ |
35 |
55°18,904′ |
11°3,106′ |
35 |
55°18,823′ |
11°3,041′ |
35 |
55°20,109′ |
11°3,973′ |
35 |
55°18,823′ |
11°3,041′ |
35 |
55°18,872′ |
11°2,921′ |
35 |
55°19,173′ |
11°2,188′ |
35 |
55°19,162′ |
11°1,756′ |
35 |
55°19,195′ |
11°1,75′ |
35 |
55°19,674′ |
11°1,496′ |
35 |
55°19,793′ |
11°1,681′ |
35 |
55°20,048′ |
11°1,664′ |
35 |
55°20,365′ |
11°1,713′ |
35 |
55°20,817′ |
11°1,873′ |
35 |
55°21,281′ |
11°2,069′ |
35 |
55°21,423′ |
11°3,756′ |
35 |
55°21,639′ |
11°5,288′ |
35 |
55°21,429′ |
11°6,001′ |
35 |
55°21,349′ |
11°5,918′ |
35 |
55°21,119′ |
11°5,624′ |
35 |
55°21,084′ |
11°5,633′ |
35 |
55°21,04′ |
11°5,628′ |
35 |
55°20,991′ |
11°5,667′ |
35 |
55°20,964′ |
11°5,667′ |
35 |
55°20,903′ |
11°5,631′ |
35 |
55°20,814′ |
11°5,537′ |
35 |
55°20,796′ |
11°5,613′ |
35 |
55°20,758′ |
11°5,667′ |
35 |
55°20,736′ |
11°5,715′ |
35 |
55°20,705′ |
11°5,766′ |
Gebied 10: Habitat nr. 173, Natura 2000-gebied nr. 197, (EU-code: DK00VA254) Flensborg Fjord, Bredgrund og farvandet omkring Als
Punt |
N.B. |
O.L. |
2 |
54°53,509′ |
9°46,189′ |
2 |
54°53,686′ |
9°45,822′ |
2 |
54°54,227′ |
9°46,743′ |
2 |
54°54,056′ |
9°47,246′ |
2 |
54°53,788′ |
9°47,19′ |
2 |
54°53,647′ |
9°47,665′ |
2 |
54°53,175′ |
9°47,547′ |
2 |
54°53,239′ |
9°47,288′ |
2 |
54°53,509′ |
9°46,189′ |
3 |
54°53,037′ |
9°44,738′ |
3 |
54°53,034′ |
9°45,098′ |
3 |
54°52,581′ |
9°45,493′ |
3 |
54°52,313′ |
9°45,144′ |
3 |
54°52,304′ |
9°44,662′ |
3 |
54°52,405′ |
9°44,49′ |
3 |
54°52,551′ |
9°44,514′ |
3 |
54°52,701′ |
9°44,481′ |
3 |
54°52,814′ |
9°44,46′ |
3 |
54°53,037′ |
9°44,738′ |
4 |
54°52,09′ |
9°44,886′ |
4 |
54°52,164′ |
9°45,97′ |
4 |
54°51,927′ |
9°46,449′ |
4 |
54°51,774′ |
9°46,719′ |
4 |
54°51,576′ |
9°47,24′ |
4 |
54°51,49′ |
9°47,397′ |
4 |
54°51,374′ |
9°47,565′ |
4 |
54°51,319′ |
9°47,574′ |
4 |
54°51,201′ |
9°47,734′ |
4 |
54°51,167′ |
9°47,772′ |
4 |
54°51,161′ |
9°47,917′ |
4 |
54°51,148′ |
9°47,979′ |
4 |
54°51,117′ |
9°48,044′ |
4 |
54°51,086′ |
9°48,079′ |
4 |
54°50,948′ |
9°48,13′ |
4 |
54°50,939′ |
9°48,149′ |
4 |
54°50,918′ |
9°48,175′ |
4 |
54°50,899′ |
9°48,193′ |
4 |
54°50,665′ |
9°48,391′ |
4 |
54°50,612′ |
9°48,374′ |
4 |
54°50,572′ |
9°48,345′ |
4 |
54°50,541′ |
9°48,294′ |
4 |
54°50,525′ |
9°48,24′ |
4 |
54°50,5′ |
9°48,096′ |
4 |
54°50,498′ |
9°48,028′ |
4 |
54°50,436′ |
9°47,909′ |
4 |
54°50,351′ |
9°47,861′ |
4 |
54°50,318′ |
9°47,83′ |
4 |
54°50,254′ |
9°47,679′ |
4 |
54°50,242′ |
9°47,609′ |
4 |
54°50,24′ |
9°47,551′ |
4 |
54°50,22′ |
9°47,443′ |
4 |
54°50,217′ |
9°47,377′ |
4 |
54°50,24′ |
9°47,234′ |
4 |
54°50,252′ |
9°46,969′ |
4 |
54°50,147′ |
9°46,907′ |
4 |
54°50,04′ |
9°45,967′ |
4 |
54°50,07′ |
9°46,089′ |
4 |
54°50,099′ |
9°46,164′ |
4 |
54°50,13′ |
9°46,21′ |
4 |
54°50,107′ |
9°46,381′ |
4 |
54°50,073′ |
9°46,522′ |
4 |
54°50,067′ |
9°46,599′ |
4 |
54°50,091′ |
9°46,783′ |
4 |
54°50,106′ |
9°46,841′ |
4 |
54°50,809′ |
9°45,451′ |
4 |
54°52,09′ |
9°44,886′ |
4 |
54°51,914′ |
9°44,953′ |
4 |
54°51,734′ |
9°45,508′ |
4 |
54°51,178′ |
9°45,611′ |
4 |
54°51,02′ |
9°45,725′ |
4 |
54°50,937′ |
9°45,662′ |
4 |
54°50,384′ |
9°45,183′ |
4 |
54°50,22′ |
9°44,71′ |
4 |
54°50,184′ |
9°44,392′ |
4 |
54°50,116′ |
9°44,377′ |
4 |
54°50,005′ |
9°44,45′ |
4 |
54°49,964′ |
9°44,515′ |
4 |
54°49,94′ |
9°44,607′ |
4 |
54°49,878′ |
9°44,654′ |
4 |
54°49,846′ |
9°44,705′ |
4 |
54°49,83′ |
9°44,805′ |
4 |
54°49,822′ |
9°44,904′ |
4 |
54°49,825′ |
9°45,043′ |
4 |
54°49,852′ |
9°45,167′ |
4 |
54°49,865′ |
9°45,205′ |
4 |
54°49,871′ |
9°45,252′ |
4 |
54°49,892′ |
9°45,332′ |
4 |
54°49,934′ |
9°45,38′ |
4 |
54°49,961′ |
9°45,44′ |
4 |
54°49,964′ |
9°45,496′ |
4 |
54°50,005′ |
9°45,698′ |
4 |
54°50,044′ |
9°45,778′ |
4 |
54°50,033′ |
9°45,902′ |
5 |
54°50,845′ |
9°52,297′ |
5 |
54°50,789′ |
9°52,249′ |
5 |
54°50,763′ |
9°52,206′ |
5 |
54°50,688′ |
9°51,99′ |
5 |
54°50,617′ |
9°51,601′ |
5 |
54°50,586′ |
9°51,244′ |
5 |
54°50,584′ |
9°51,162′ |
5 |
54°50,605′ |
9°51,077′ |
5 |
54°50,393′ |
9°49,586′ |
5 |
54°50,428′ |
9°49,548′ |
5 |
54°50,46′ |
9°49,534′ |
5 |
54°50,526′ |
9°49,535′ |
5 |
54°51,514′ |
9°52,659′ |
5 |
54°50,579′ |
9°49,494′ |
5 |
54°50,641′ |
9°49,416′ |
5 |
54°50,691′ |
9°49,392′ |
5 |
54°50,747′ |
9°49,373′ |
5 |
54°50,79′ |
9°49,384′ |
5 |
54°50,872′ |
9°49,45′ |
5 |
54°51,007′ |
9°49,483′ |
5 |
54°51,087′ |
9°49,459′ |
5 |
54°51,131′ |
9°49,47′ |
5 |
54°51,444′ |
9°49,704′ |
5 |
54°50,934′ |
9°52,32′ |
5 |
54°51,04′ |
9°53,093′ |
5 |
54°51,025′ |
9°52,244′ |
5 |
54°51,032′ |
9°52,311′ |
5 |
54°51,062′ |
9°52,402′ |
5 |
54°51,005′ |
9°52,497′ |
5 |
54°50,894′ |
9°52,324′ |
5 |
54°50,989′ |
9°52,601′ |
5 |
54°51,013′ |
9°52,736′ |
5 |
54°51,014′ |
9°52,844′ |
5 |
54°51,046′ |
9°52,971′ |
5 |
54°50,657′ |
9°50,869′ |
5 |
54°51,035′ |
9°53,181′ |
5 |
54°51,029′ |
9°53,316′ |
5 |
54°50,967′ |
9°53,368′ |
5 |
54°50,922′ |
9°53,438′ |
5 |
54°50,905′ |
9°53,538′ |
5 |
54°50,908′ |
9°53,676′ |
5 |
54°50,941′ |
9°53,838′ |
5 |
54°51,073′ |
9°54,04′ |
5 |
54°51,25′ |
9°54,301′ |
5 |
54°51,306′ |
9°54,332′ |
5 |
54°51,437′ |
9°54,369′ |
5 |
54°51,514′ |
9°54,368′ |
5 |
54°51,587′ |
9°54,283′ |
5 |
54°51,836′ |
9°53,012′ |
5 |
54°51,504′ |
9°52,282′ |
5 |
54°51,685′ |
9°51,909′ |
5 |
54°51,717′ |
9°51,767′ |
5 |
54°51,723′ |
9°51,672′ |
5 |
54°51,706′ |
9°51,266′ |
5 |
54°51,706′ |
9°51,022′ |
5 |
54°51,78′ |
9°50,774′ |
5 |
54°51,785′ |
9°50,697′ |
5 |
54°51,701′ |
9°50,123′ |
5 |
54°51,444′ |
9°49,704′ |
5 |
54°50,635′ |
9°50,794′ |
5 |
54°50,595′ |
9°50,791′ |
5 |
54°50,529′ |
9°50,837′ |
5 |
54°50,476′ |
9°50,852′ |
5 |
54°50,419′ |
9°50,825′ |
5 |
54°50,389′ |
9°50,781′ |
5 |
54°50,655′ |
9°50,993′ |
5 |
54°50,36′ |
9°50,71′ |
5 |
54°50,287′ |
9°50,123′ |
5 |
54°50,257′ |
9°49,953′ |
5 |
54°50,256′ |
9°49,87′ |
5 |
54°50,284′ |
9°49,791′ |
5 |
54°50,344′ |
9°49,677′ |
6 |
54°52,192′ |
9°52,057′ |
6 |
54°52,385′ |
9°51,526′ |
6 |
54°52,418′ |
9°51,25′ |
6 |
54°52,605′ |
9°51,175′ |
6 |
54°52,831′ |
9°51,596′ |
6 |
54°52,771′ |
9°51,344′ |
6 |
54°52,831′ |
9°52,061′ |
6 |
54°52,781′ |
9°52,12′ |
6 |
54°52,633′ |
9°52,041′ |
6 |
54°52,574′ |
9°52,131′ |
6 |
54°52,531′ |
9°52,233′ |
6 |
54°52,473′ |
9°52,344′ |
6 |
54°52,458′ |
9°52,374′ |
6 |
54°52,4′ |
9°52,49′ |
6 |
54°52,351′ |
9°52,422′ |
6 |
54°52,831′ |
9°51,596′ |
7 |
54°49,116′ |
9°59,562′ |
7 |
54°49,249′ |
10°0,171′ |
7 |
54°48,776′ |
10°1,256′ |
7 |
54°48,341′ |
10°0,994′ |
7 |
54°48,233′ |
10°0,716′ |
7 |
54°48,374′ |
10°0,189′ |
7 |
54°48,326′ |
9°59,517′ |
7 |
54°48,492′ |
9°59,239′ |
7 |
54°49,116′ |
9°59,562′ |
8 |
54°49,795′ |
10°2,926′ |
8 |
54°50,228′ |
10°1,616′ |
8 |
54°50,578′ |
10°1,454′ |
8 |
54°50,739′ |
10°2,384′ |
8 |
54°50,739′ |
10°2,384′ |
8 |
54°50,732′ |
10°2,688′ |
8 |
54°50,698′ |
10°2,829′ |
8 |
54°50,726′ |
10°2,92′ |
8 |
54°50,737′ |
10°3,069′ |
8 |
54°50,735′ |
10°3,119′ |
8 |
54°50,728′ |
10°3,159′ |
8 |
54°50,718′ |
10°3,191′ |
8 |
54°50,621′ |
10°3,418′ |
8 |
54°50,509′ |
10°3,489′ |
8 |
54°50,374′ |
10°4,141′ |
8 |
54°50,263′ |
10°4,464′ |
8 |
54°49,533′ |
10°4,343′ |
8 |
54°49,779′ |
10°5,347′ |
8 |
54°49,611′ |
10°5,838′ |
8 |
54°48,625′ |
10°5,639′ |
8 |
54°47,05′ |
10°5,375′ |
8 |
54°46,423′ |
10°4,986′ |
8 |
54°46,235′ |
10°4,119′ |
8 |
54°47,75′ |
10°3,306′ |
8 |
54°48,324′ |
10°3,243′ |
8 |
54°49,298′ |
10°3,069′ |
9 |
54°52,544′ |
10°5,93′ |
9 |
54°52,37′ |
10°6,044′ |
9 |
54°52,276′ |
10°5,981′ |
9 |
54°52,209′ |
10°5,668′ |
9 |
54°52,018′ |
10°5,799′ |
9 |
54°51,298′ |
10°6,441′ |
9 |
54°50,892′ |
10°6,316′ |
9 |
54°53,11′ |
10°4,169′ |
9 |
54°53,11′ |
10°4,169′ |
9 |
54°53,021′ |
10°4,203′ |
9 |
54°52,869′ |
10°4,209′ |
9 |
54°52,754′ |
10°4,272′ |
9 |
54°52,639′ |
10°4,306′ |
9 |
54°52,478′ |
10°4,046′ |
9 |
54°50,684′ |
10°5,541′ |
9 |
54°52,404′ |
10°3,875′ |
9 |
54°52,457′ |
10°2,816′ |
9 |
54°52,5′ |
10°2,223′ |
9 |
54°52,473′ |
10°1,892′ |
9 |
54°53,22′ |
10°4,134′ |
9 |
54°52,302′ |
10°1,138′ |
9 |
54°52,091′ |
10°1,159′ |
9 |
54°51,775′ |
10°2,023′ |
9 |
54°51,808′ |
10°2,257′ |
9 |
54°51,686′ |
10°2,487′ |
9 |
54°51,606′ |
10°2,445′ |
9 |
54°51,531′ |
10°2,457′ |
9 |
54°51,461′ |
10°2,309′ |
9 |
54°51,233′ |
10°1,892′ |
9 |
54°51,146′ |
10°1,847′ |
9 |
54°51,08′ |
10°1,889′ |
9 |
54°51,024′ |
10°2,022′ |
9 |
54°50,978′ |
10°2,192′ |
9 |
54°50,935′ |
10°2,372′ |
9 |
54°50,899′ |
10°2,613′ |
9 |
54°50,861′ |
10°2,786′ |
9 |
54°50,862′ |
10°2,989′ |
9 |
54°50,941′ |
10°3,225′ |
9 |
54°50,87′ |
10°3,465′ |
9 |
54°50,869′ |
10°3,699′ |
9 |
54°50,834′ |
10°3,776′ |
9 |
54°50,77′ |
10°3,821′ |
9 |
54°50,712′ |
10°3,916′ |
9 |
54°50,692′ |
10°3,999′ |
9 |
54°53,233′ |
10°4,607′ |
9 |
54°53,196′ |
10°4,721′ |
9 |
54°52,901′ |
10°4,936′ |
9 |
54°52,939′ |
10°5,179′ |
9 |
54°52,923′ |
10°5,305′ |
9 |
54°52,821′ |
10°5,659′ |
9 |
54°52,635′ |
10°5,808′ |
9 |
54°52,6′ |
10°5,883′ |
10 |
54°55,306′ |
10°14,667′ |
10 |
54°55,217′ |
10°14,732′ |
10 |
54°55,14′ |
10°14,777′ |
10 |
54°55,089′ |
10°14,88′ |
10 |
54°54,692′ |
10°14,915′ |
10 |
54°54,739′ |
10°14,421′ |
10 |
54°55,758′ |
10°13,576′ |
10 |
54°55,263′ |
10°14,729′ |
10 |
54°55,818′ |
10°14,632′ |
10 |
54°55,758′ |
10°13,576′ |
10 |
54°55,643′ |
10°14,649′ |
10 |
54°55,577′ |
10°14,629′ |
10 |
54°55,48′ |
10°14,561′ |
10 |
54°55,428′ |
10°14,629′ |
10 |
54°55,342′ |
10°14,641′ |
11 |
54°59,867′ |
10°10,894′ |
11 |
54°58,931′ |
10°10,949′ |
11 |
54°59,498′ |
10°11,882′ |
11 |
55°0,436′ |
10°10,201′ |
11 |
55°0,592′ |
10°10,779′ |
11 |
55°0,436′ |
10°10,201′ |
12 |
55°1,129′ |
10°10,216′ |
12 |
55°0,773′ |
10°10,374′ |
12 |
55°0,577′ |
10°9,259′ |
12 |
55°0,846′ |
10°8,761′ |
12 |
55°0,95′ |
10°8,784′ |
12 |
55°1,389′ |
10°8,149′ |
12 |
55°1,738′ |
10°8,665′ |
12 |
55°1,835′ |
10°8,986′ |
12 |
55°1,602′ |
10°9,315′ |
12 |
55°1,852′ |
10°10,252′ |
12 |
55°1,586′ |
10°10,865′ |
12 |
55°1,586′ |
10°10,865′ |
13 |
54°57,138′ |
10°1,498′ |
13 |
54°56,926′ |
10°1,595′ |
13 |
54°56,67′ |
10°1,883′ |
13 |
54°56,536′ |
10°2,003′ |
13 |
54°56,8′ |
10°2,747′ |
13 |
54°57,047′ |
10°2,535′ |
13 |
54°57,311′ |
10°2,159′ |
13 |
54°56,751′ |
10°1,792′ |
13 |
54°56,583′ |
10°2,572′ |
13 |
54°57,024′ |
10°1,573′ |
13 |
54°57,311′ |
10°2,159′ |
13 |
54°57,344′ |
10°1,985′ |
14 |
54°59,342′ |
9°59,98′ |
14 |
54°59,306′ |
9°59,73′ |
14 |
54°59,188′ |
9°59,647′ |
14 |
54°59,342′ |
9°59,98′ |
14 |
54°57,67′ |
10°1,436′ |
14 |
54°59,018′ |
9°59,858′ |
14 |
54°58,912′ |
9°59,993′ |
14 |
54°58,748′ |
10°0,122′ |
14 |
54°58,697′ |
10°0,19′ |
14 |
54°57,731′ |
10°0,913′ |
14 |
54°58,77′ |
10°1,091′ |
14 |
54°57,934′ |
10°0,78′ |
14 |
54°58,163′ |
10°0,584′ |
14 |
54°58,329′ |
10°0,464′ |
14 |
54°57,837′ |
10°1,797′ |
14 |
54°59,159′ |
9°59,713′ |
15 |
55°7,061′ |
9°58,268′ |
15 |
55°7,371′ |
9°58,186′ |
15 |
55°7,425′ |
9°57,391′ |
15 |
55°7,425′ |
9°57,391′ |
15 |
55°7,04′ |
9°57,371′ |
16 |
55°6,926′ |
9°56,402′ |
16 |
55°6,581′ |
9°56,535′ |
16 |
55°6,724′ |
9°55,371′ |
16 |
55°6,917′ |
9°55,374′ |
16 |
55°6,917′ |
9°55,374′ |
16 |
55°7,086′ |
9°55,828′ |
17 |
55°5,687′ |
9°52,437′ |
17 |
55°6,623′ |
9°54,685′ |
17 |
55°5,243′ |
9°54,787′ |
17 |
55°5,651′ |
9°56,322′ |
17 |
55°5,266′ |
9°55,606′ |
17 |
55°5,334′ |
9°54,238′ |
17 |
55°5,687′ |
9°52,437′ |
17 |
55°5,357′ |
9°53,259′ |
17 |
55°6,141′ |
9°56,307′ |
17 |
55°6,478′ |
9°55,548′ |
18 |
55°4,505′ |
9°52,71′ |
18 |
55°5,288′ |
9°54,25′ |
18 |
55°5,021′ |
9°54,969′ |
18 |
55°4,153′ |
9°53,836′ |
18 |
55°4,365′ |
9°52,05′ |
18 |
55°4,829′ |
9°51,488′ |
18 |
55°4,595′ |
9°51,553′ |
18 |
55°5,288′ |
9°54,25′ |
18 |
55°5,3′ |
9°52,485′ |
18 |
55°5,076′ |
9°51,644′ |
19 |
55°1,54′ |
9°55,631′ |
19 |
55°1,138′ |
9°54,303′ |
19 |
55°1,54′ |
9°55,631′ |
19 |
55°1,616′ |
9°54,495′ |
19 |
55°1,657′ |
9°53,627′ |
19 |
55°1,365′ |
9°53,469′ |
19 |
55°1,215′ |
9°53,886′ |
19 |
55°1,174′ |
9°54,05′ |
19 |
55°1,136′ |
9°54,77′ |
19 |
55°1,174′ |
9°55,102′ |
19 |
55°1,546′ |
9°53,513′ |
19 |
55°1,154′ |
9°55,437′ |
19 |
55°1,272′ |
9°55,766′ |
19 |
55°1,127′ |
9°54,513′ |
20 |
54°55,327′ |
10°2,909′ |
20 |
54°55,865′ |
10°2,968′ |
20 |
54°55,043′ |
10°4,181′ |
20 |
54°56,032′ |
10°3,14′ |
20 |
54°55,263′ |
10°4,343′ |
20 |
54°54,879′ |
10°3,415′ |
20 |
54°56,029′ |
10°3,434′ |
20 |
54°56,032′ |
10°3,14′ |
21 |
55°4,083′ |
9°48,621′ |
21 |
55°3,677′ |
9°49,439′ |
21 |
55°3,472′ |
9°50,486′ |
21 |
55°3,62′ |
9°50,547′ |
21 |
55°4,46′ |
9°49,517′ |
21 |
55°3,434′ |
9°49,936′ |
21 |
55°4,46′ |
9°49,517′ |
22 |
54°52,703′ |
9°37,962′ |
22 |
54°52,556′ |
9°38,113′ |
22 |
54°52,703′ |
9°37,962′ |
22 |
54°52,674′ |
9°37,675′ |
22 |
54°52,563′ |
9°37,608′ |
22 |
54°52,437′ |
9°37,66′ |
22 |
54°52,419′ |
9°37,969′ |
23 |
55°1,982′ |
9°53,721′ |
23 |
55°3,253′ |
9°51,284′ |
23 |
55°2,963′ |
9°51,067′ |
23 |
55°2,734′ |
9°51,219′ |
23 |
55°2,675′ |
9°51,294′ |
23 |
55°2,419′ |
9°51,517′ |
23 |
55°2,337′ |
9°51,79′ |
23 |
55°2,056′ |
9°52,057′ |
23 |
55°1,651′ |
9°52,695′ |
23 |
55°1,699′ |
9°53,646′ |
23 |
55°2,366′ |
9°53,366′ |
23 |
55°3,278′ |
9°52,154′ |
23 |
55°3,253′ |
9°51,284′ |
24 |
55°7,248′ |
10°1,614′ |
24 |
55°7,217′ |
10°1,481′ |
24 |
55°7,247′ |
10°1,341′ |
24 |
55°7,18′ |
10°1,006′ |
24 |
55°6,396′ |
10°1,726′ |
24 |
55°6,133′ |
10°2,688′ |
24 |
55°6,346′ |
10°3,264′ |
24 |
55°6,46′ |
10°3,326′ |
24 |
55°7,281′ |
10°1,685′ |
24 |
55°7,248′ |
10°1,614′ |
24 |
55°6,842′ |
10°2,743′ |
25 |
54°58,043′ |
10°11,492′ |
25 |
54°58,068′ |
10°11,479′ |
25 |
54°58,489′ |
10°11,412′ |
25 |
54°58,689′ |
10°11,455′ |
25 |
54°58,763′ |
10°11,491′ |
25 |
54°59,001′ |
10°11,714′ |
25 |
54°59,027′ |
10°12,099′ |
25 |
54°58,305′ |
10°12,475′ |
25 |
54°58,32′ |
10°12,336′ |
25 |
54°58,24′ |
10°12,261′ |
25 |
54°58,131′ |
10°12,25′ |
25 |
54°58,094′ |
10°12,264′ |
25 |
54°58,01′ |
10°12,268′ |
25 |
54°57,94′ |
10°12,311′ |
25 |
54°57,901′ |
10°12,35′ |
25 |
54°57,79′ |
10°12,371′ |
25 |
54°57,698′ |
10°12,471′ |
25 |
54°57,618′ |
10°12,585′ |
25 |
54°57,479′ |
10°12,689′ |
25 |
54°57,368′ |
10°12,942′ |
25 |
54°57,216′ |
10°13,195′ |
25 |
54°57,142′ |
10°13,323′ |
25 |
54°57,017′ |
10°13,555′ |
25 |
54°56,931′ |
10°13,616′ |
25 |
54°56,836′ |
10°13,829′ |
25 |
54°56,65′ |
10°14,154′ |
25 |
54°56,504′ |
10°14,357′ |
25 |
54°56,016′ |
10°14,196′ |
25 |
54°56,017′ |
10°13,938′ |
25 |
54°56,047′ |
10°13,818′ |
25 |
54°56,047′ |
10°13,728′ |
25 |
54°56,074′ |
10°13,63′ |
25 |
54°56,105′ |
10°13,588′ |
25 |
54°56,157′ |
10°13,548′ |
25 |
54°56,193′ |
10°13,538′ |
25 |
54°56,211′ |
10°13,491′ |
25 |
54°56,239′ |
10°13,439′ |
25 |
54°56,316′ |
10°13,38′ |
25 |
54°56,351′ |
10°13,235′ |
25 |
54°56,406′ |
10°13,156′ |
25 |
54°56,661′ |
10°13,088′ |
25 |
54°56,735′ |
10°13,174′ |
25 |
54°56,76′ |
10°13,272′ |
25 |
54°56,873′ |
10°13,244′ |
25 |
54°57,033′ |
10°13,114′ |
25 |
54°57,061′ |
10°13,077′ |
25 |
54°57,111′ |
10°12,976′ |
25 |
54°57,174′ |
10°12,908′ |
25 |
54°57,206′ |
10°12,819′ |
25 |
54°57,291′ |
10°12,683′ |
25 |
54°57,287′ |
10°12,589′ |
25 |
54°57,295′ |
10°12,529′ |
25 |
54°57,312′ |
10°12,476′ |
25 |
54°57,359′ |
10°12,384′ |
25 |
54°57,406′ |
10°12,321′ |
25 |
54°57,488′ |
10°12,204′ |
25 |
54°57,594′ |
10°12,116′ |
25 |
54°57,625′ |
10°12,083′ |
25 |
54°57,645′ |
10°12,069′ |
25 |
54°57,678′ |
10°12,02′ |
25 |
54°57,702′ |
10°11,997′ |
25 |
54°57,729′ |
10°11,947′ |
25 |
54°57,76′ |
10°11,905′ |
25 |
54°57,772′ |
10°11,893′ |
25 |
54°57,781′ |
10°11,867′ |
25 |
54°57,799′ |
10°11,834′ |
25 |
54°57,844′ |
10°11,769′ |
25 |
54°57,861′ |
10°11,748′ |
25 |
54°57,871′ |
10°11,738′ |
25 |
54°57,897′ |
10°11,718′ |
25 |
54°57,923′ |
10°11,655′ |
25 |
54°58,021′ |
10°11,512′ |
25 |
54°58,043′ |
10°11,492′ |
25 |
54°56,947′ |
10°13,256′ |
26 |
55°2,406′ |
9°55,459′ |
26 |
55°3,147′ |
9°53,862′ |
26 |
55°3,758′ |
9°54,315′ |
26 |
55°3,835′ |
9°55,545′ |
26 |
55°3,734′ |
9°55,911′ |
26 |
55°4,09′ |
9°56,653′ |
26 |
55°3,017′ |
9°58,579′ |
26 |
55°2,908′ |
9°59,105′ |
26 |
55°2,694′ |
9°59,185′ |
26 |
55°2,125′ |
10°0,197′ |
26 |
55°1,798′ |
10°0,078′ |
26 |
55°1,731′ |
9°59,062′ |
26 |
55°2,174′ |
9°58,022′ |
26 |
55°2,093′ |
9°57,502′ |
26 |
55°2,11′ |
9°56,562′ |
26 |
55°2,406′ |
9°55,459′ |
27 |
55°6,18′ |
10°3,938′ |
27 |
55°5,344′ |
10°4,361′ |
27 |
55°5,256′ |
10°4,302′ |
27 |
55°5,201′ |
10°4,182′ |
27 |
55°5,138′ |
10°4,192′ |
27 |
55°5,093′ |
10°4,24′ |
27 |
55°4,832′ |
10°4,315′ |
27 |
55°4,606′ |
10°4,339′ |
27 |
55°4,549′ |
10°4,435′ |
27 |
55°4,525′ |
10°4,62′ |
27 |
55°4,284′ |
10°4,335′ |
27 |
55°4,329′ |
10°3,358′ |
27 |
55°4,686′ |
10°3,222′ |
27 |
55°5,106′ |
10°3,562′ |
27 |
55°5,274′ |
10°2,929′ |
27 |
55°5,45′ |
10°2,804′ |
27 |
55°5,751′ |
10°2,814′ |
27 |
55°6,18′ |
10°3,938′ |
28 |
55°3,933′ |
10°5,745′ |
28 |
55°3,835′ |
10°7,238′ |
28 |
55°3,602′ |
10°7,282′ |
28 |
55°3,373′ |
10°6,635′ |
28 |
55°2,859′ |
10°7,445′ |
28 |
55°2,581′ |
10°7,321′ |
28 |
55°2,027′ |
10°6,512′ |
28 |
55°2,053′ |
10°5,121′ |
28 |
55°2,826′ |
10°3,918′ |
28 |
55°3,022′ |
10°4,233′ |
28 |
55°3,283′ |
10°5,237′ |
28 |
55°3,481′ |
10°5,27′ |
28 |
55°3,933′ |
10°5,745′ |
4.7.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 171/74 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/1182 VAN DE COMMISSIE
van 20 april 2017
tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de schema's van de Unie voor de indeling van runder-, varkens- en schapenkarkassen en wat betreft de mededeling van de marktprijzen voor bepaalde categorieën karkassen en levende dieren
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 19, lid 6, onder a) tot en met d), artikel 223, lid 1, en artikel 223, lid 2, onder a),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (2) is ingetrokken en vervangen door Verordening (EU) nr. 1308/2013. Deel II, titel I, hoofdstuk I, afdeling 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bevat voorschriften inzake openbare interventie en steun voor particuliere opslag, met inbegrip van de indeling van runder-, varkens- en schapenkarkassen en de mededeling van prijzen daarvan, en bevat bepalingen op grond waarvan de Commissie bevoegd is om gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen op dat gebied vast te stellen. Door middel van dergelijke handelingen dienen bepaalde regels te worden vastgesteld met het oog op een vlotte werking van de schema's van de Unie voor de indeling van runder-, varkens- en schapenkarkassen en op de vaststelling van vergelijkbare marktprijzen voor karkassen en levende dieren binnen het nieuwe rechtskader. Deze nieuwe regels moeten in de plaats komen van de uitvoeringsbepalingen van de Verordeningen (EG) nr. 315/2002 (3) en (EG) nr 1249/2008 (4) van de Commissie en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 807/2013 (5) van de Commissie. |
(2) |
In artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 is bepaald dat de in bijlage IV, punt A, van die verordening vastgestelde schema's van de Unie voor de indeling van karkassen van toepassing moeten zijn op runderen die ten minste acht maanden oud zijn. Met het oog op een uniforme toepassing is het dienstig de lidstaten toe te staan de toepassing van het indelingsschema van de Unie te verplichten voor karkassen van runderen vanaf een specifieke leeftijd die wordt bepaald aan de hand van de identificatie- en registratieregeling waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad (6). Die identificatie- en registratieregeling moet ook worden toegepast voor de indeling van karkassen in de categorieën als bedoeld in bijlage IV, punt A.II, van Verordening (EU) nr. 1308/2013. |
(3) |
Om de administratieve lasten te verlichten moeten de lidstaten de mogelijkheid krijgen om aan kleinschalige inrichtingen afwijkingen toe te staan van de algemene verplichting om karkassen in te delen. Op basis van de ervaring die met de toepassing van het indelingsschema van de Unie is opgedaan, blijkt het dienstig te voorzien in een dergelijke afwijking voor slachthuizen waar op jaarbasis gemiddeld minder dan 150 runderen van ten minste acht maanden oud of minder dan 500 varkens per week worden geslacht. De lidstaten kunnen evenwel besluiten lagere maxima vast te stellen naargelang de nationale situatie, met name om een representatieve prijsmededeling te garanderen. |
(4) |
Aangezien sommige slachthuizen runderen van ten minste acht maanden oud en varkens in hun eigen inrichtingen vetmesten, dient voor de karkassen van die dieren geen marktprijs te worden genoteerd. In dergelijke gevallen is de toepassing van de verplichte indelingsschema's van de Unie dan ook niet nodig. Het is derhalve dienstig de lidstaten waar deze praktijk wordt toegepast, toe te staan om voor deze karkassen af te wijken van de regels inzake verplichte karkasindeling. Deze afwijking dient eveneens te worden toegestaan voor de indeling van karkassen van lokale varkensrassen met een bijzondere lichaamsbouw of bijzondere verkoopmethoden waardoor een homogene gestandaardiseerde indeling van de karkassen niet mogelijk is. |
(5) |
Om rekening te houden met de specifieke kenmerken van de inrichtingen en met tijdelijke slachtingen van schapen, is het dienstig de lidstaten die de in artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 vastgestelde indeling van schapenkarkassen toepassen, toe te staan voor bepaalde slachthuizen af te wijken van deze indeling op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria. |
(6) |
Om te garanderen dat de karkassen van runderen van ten minste acht maanden oud en van schapen in de Unie op eenvormige wijze worden ingedeeld, moeten de in bijlage IV, punten A.III en C.III, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 gegeven definities van de bevleesheids- en vetheidsklassen, het karkasgewicht en de vleeskleur nauwkeuriger worden omschreven. Voor karkassen van lammeren van minder dan 13 kg mogen evenwel andere criteria worden gehanteerd. |
(7) |
In bijlage IV, punt A.III, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 is voorzien in een bevleesdheidsklasse S voor karkassen van runderen van het type dikbil (met dubbele spieren). Aangezien deze uitzonderlijke bevleesdheidsklasse slechts in bepaalde lidstaten wordt verhandeld, is het dienstig te bepalen dat de lidstaten kunnen kiezen of zij al dan niet van de bevleesdheidsklasse S gebruik willen maken. |
(8) |
Doordat het magervleesaandeel bij varkenskarkassen gestaag is toegenomen, worden de meeste van die karkassen slechts in twee categorieën ingedeeld. Bijgevolg is het noodzakelijk de lidstaten toe te staan de in bijlage IV, punt B.II, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 vastgestelde indelingsklassen voor varkenskarkassen verder onder te verdelen in subklassen om te zorgen voor differentiatie van varkenskarkassen. |
(9) |
Rekening houdend met de behoeften van de markt voor de bepaling van de handelswaarde van het varkenskarkas moet ook worden toegestaan dat naast gewicht en geraamd magervleesaandeel ook andere beoordelingscriteria worden gehanteerd. |
(10) |
In bijlage IV, punt A.IV, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 is een standaardaanbiedingsvorm van karkassen opgenomen om te zorgen voor vergelijkbare marktprijzen. Om in te spelen op bepaalde eisen van de markt met betrekking tot de aanbiedingsvorm van karkassen moet worden bepaald dat de lidstaten, voor de vaststelling van de marktprijzen, een andere dan de in bijlage IV, punt A.IV, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 vastgestelde aanbiedingsvorm mogen hanteren door toepassing van correctiefactoren. |
(11) |
Gezien de traditionele gebruiken betreffende het verwijderen van overtollig dekvet in bepaalde lidstaten, moeten de betrokken lidstaten die gebruiken kunnen blijven toepassen mits aan bepaalde vereisten is voldaan. |
(12) |
Om de correcte toepassing van de indelingsschema's van de Unie te garanderen en met het oog op een grotere markttransparantie moeten de voorwaarden en de praktische werkmethoden voor de indeling, de weging en het merken van karkassen van runderen van ten minste acht maanden oud, van varkens en van schapen nader worden omschreven. |
(13) |
Er moet worden voorzien in de mogelijkheid tot bepaalde afwijkingen, met name met betrekking tot de termijn voor de indeling en de weging van de karkassen, in geval van een technische storing bij de geautomatiseerde indelingstechnieken. |
(14) |
Het merken van het karkas dient te gebeuren op het moment van de indeling. De lidstaten kunnen besluiten de karkassen niet te merken wanneer uit de officiële registers het verband tussen de karkassen en de indelingsresultaten blijkt, en met name wanneer de karkassen onmiddellijk na de indeling worden versneden, waardoor het onnodig is deze te merken. |
(15) |
Om te garanderen dat de karkassen van runderen van ten minste acht maanden oud, van varkens en van schapen op correcte en betrouwbare wijze worden ingedeeld, moet die indeling worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel met de nodige vergunning of erkenning, of door middel van een goedgekeurde indelingsmethode. |
(16) |
Bij de verlening van een goedkeuring voor indelingsmethoden voor de rechtstreekse beoordeling van de bevleesdheid en de vetheid van karkassen van runderen van ten minste acht maanden oud en van schapen, en van het magervleesaandeel van varkenskarkassen kunnen indelingsmethoden enkel worden toegestaan mits deze op statistisch verantwoorde methoden steunen. Indelingsmethoden mogen enkel worden goedgekeurd als aan bepaalde voorwaarden en eisen is voldaan. |
(17) |
Er dient te worden voorzien in de mogelijkheid om, nadat een vergunning is afgegeven, wijzigingen aan te brengen in de technische specificaties van de geautomatiseerde indelingsmethoden voor de indeling van karkassen van runderen van ten minste acht maanden oud en van schapen om de nauwkeurigheid van die specificaties te garanderen. |
(18) |
De waarde van een varkenskarkas wordt met name bepaald op basis van het magervleesaandeel ervan in verhouding tot het totale gewicht. Het magervleesaandeel wordt beoordeeld aan de hand van een indelingsmethode die moet bestaan uit een geautomatiseerde, halfgeautomatiseerde of manuele indelingstechniek en een beoordelingsformule. De beoordelingsformule moet worden opgesteld door bepaalde anatomische delen van het karkas te meten met behulp van goedgekeurde, statistisch verantwoorde methoden. Om te waarborgen dat de statistisch verantwoorde methoden op objectieve wijze worden toegepast, moeten de deskundigen van de lidstaten op de hoogte worden gebracht door middel van protocollen inzake de certificeringsproef en moet met deze deskundigen worden overlegd over de resultaten van de test. Aangezien voor de beoordeling van het magervleesaandeel van een varkenskarkas diverse methoden kunnen worden toegepast, moet worden gegarandeerd dat de keuze van de methode geen invloed heeft op het geraamde magervleesaandeel. |
(19) |
Om toezicht te kunnen houden op vergelijkbare marktprijzen voor zowel karkassen als levende dieren moet worden bepaald dat de prijsnotering betrekking moet hebben op een welbepaald handelsstadium. Er moet worden bepaald op welke soorten dieren de mededeling van de prijzen betrekking heeft. |
(20) |
De marktprijzen van de verschillende soorten dieren dienen aan de Commissie overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1184 van de Commissie (7) te worden meegedeeld en moeten als basis dienen voor de vaststelling van de gewogen gemiddelde prijzen op het niveau van de Unie. |
(21) |
Indien een lidstaat voor de toepassing van deze verordening regio's heeft afgebakend, moeten de vastgestelde regionale prijzen in acht worden genomen bij de berekening van de nationale prijs. Wanneer aan leveranciers van dieren aanvullende bedragen worden betaald, moeten de inrichtingen of personen die verplicht zijn prijzen mee te delen, worden verplicht de bevoegde autoriteit in kennis te stellen van de aanvullende bedragen zodat de gemiddelde nationale prijzen kunnen worden gecorrigeerd. |
(22) |
Om marktmonitoring te kunnen waarborgen en om de prijsontwikkelingen te kunnen vergelijken met bepaalde in Verordening (EU) nr. 1308/2013 vastgestelde referentieprijzen moeten de gemiddelde Unieprijzen voor bepaalde karkassen en levende dieren worden berekend op basis van bepaalde door de lidstaten jaarlijks ingediende informatie. |
(23) |
Om toezicht te kunnen houden op de mededeling van de prijzen voor karkassen van runderen van ten minste acht maanden oud en van varkens en om de wegingscoëfficiënten per categorie te berekenen moeten de lidstaten worden verplicht de Commissie regelmatig bepaalde informatie mee te delen overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185 van de Commissie (8), met uitzondering van de kennisgevingen die nodig zijn voor de organisatie van inspecties ter plaatse of die dienen als basis voor een compleet overzicht van de vleesmarkt. |
(24) |
Ter wille van de duidelijkheid en de rechtszekerheid dienen de Verordeningen (EG) nr. 315/2002 en (EG) nr. 1249/2008 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 807/2013 te worden ingetrokken. |
(25) |
Om de lidstaten in de gelegenheid te stellen zich aan te passen aan het nieuwe rechtskader, dient deze verordening twaalf maanden na de inwerkingtreding ervan van toepassing te worden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I
SCHEMA'S VAN DE UNIE VOOR DE INDELING VAN KARKASSEN
Artikel 1
Identificatie van de leeftijd en categorieën van runderen
De leeftijd van de runderen voor de bepaling van de in bijlage IV, punt A.II, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde categorieën wordt geverifieerd aan de hand van de gegevens van de identificatie- en registratieregeling voor runderen die overeenkomstig titel I van Verordening (EG) nr. 1760/2000 in elke lidstaat is vastgesteld.
Artikel 2
Afwijkingen van de verplichte indeling van karkassen
1. De lidstaten kunnen besluiten dat de in bijlage IV, punten A.V en B.II, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 vastgestelde voorschriften inzake de indeling van karkassen van runderen, respectievelijk varkens, niet bindend zijn voor slachthuizen waar:
a) |
op jaarbasis gemiddeld minder dan 150 runderen van ten minste acht maanden oud per week worden geslacht; |
b) |
op jaarbasis gemiddeld minder dan 500 varkens per week worden geslacht. |
De lidstaten kunnen besluiten een lagere maximumgrens vast te stellen, met name om een representatieve prijsnotering als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1184 te garanderen.
2. De lidstaten kunnen besluiten dat de voorschriften inzake de indeling van karkassen van runderen en varkens niet bindend zijn:
a) |
voor karkassen van runderen en varkens die eigendom zijn van het slachthuis indien voor het verwerven van deze dieren geen handelstransactie heeft plaatsgevonden; |
b) |
voor karkassen van varkens van duidelijk omschreven lokale rassen of met bijzondere verkoopmethoden indien hun lichaamsbouw een homogene gestandaardiseerde indeling van de karkassen onmogelijk maakt. |
3. Lidstaten waar schapenkarkassen worden ingedeeld op grond van artikel 10, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1308/2013, kunnen op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria besluiten dat de voorschriften inzake de indeling van schapenkarkassen voor bepaalde slachthuizen niet bindend zijn.
4. Lidstaten die besluiten een of meer van de in de leden 1, 2 en 3 van dit artikel vastgestelde afwijkingen toe te passen, stellen de Commissie hiervan in kennis.
Artikel 3
Aanvullende bepalingen met betrekking tot de bevleesheids- en vetheidsklassen en het karkasgewicht voor runderen en schapen
1. In de bijlagen I en II bij deze verordening worden aanvullende bepalingen vastgesteld betreffende de in bijlage IV, punten A.III en C.III, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde definities van de bevleesdheids- en vetheidsklassen voor karkassen van runderen van ten minste acht maanden oud en van schapen.
2. In bijlage III bij deze verordening worden aanvullende bepalingen vastgesteld betreffende de indeling van karkassen van lammeren met een karkasgewicht van minder dan 13 kg.
Artikel 4
Bevleesdheidsklasse S
Rekening houdend met de specifieke kenmerken van hun rundveestapel kunnen de lidstaten besluiten geen gebruik te maken van de in bijlage IV, punt A.III, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde bevleesdheidsklasse S voor runderkarkassen.
Artikel 5
Indeling van varkenskarkassen
De lidstaten kunnen de in bijlage IV, punt B.II, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 vastgestelde indelingsklassen voor varkenskarkassen verder onderverdelen in subklassen.
De lidstaten kunnen toestaan dat voor de bepaling van de handelswaarde van varkenskarkassen, naast gewicht en geraamd magervleesaandeel als bedoeld in bijlage IV, punt B.II, van Verordening (EU) nr. 1308/2013, ook andere beoordelingscriteria worden gehanteerd.
Artikel 6
Aanvullende bepalingen inzake de aanbiedingsvorm van karkassen voor de vaststelling van vergelijkbare marktprijzen
1. Onverminderd bijlage IV, punten A.IV, B.III, en C.IV, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 mag van het karkas geen vet-, spier- of ander weefsel worden weggenomen voordat het dier is gewogen, ingedeeld en gemerkt, behalve in gevallen waar veterinaire voorschriften worden toegepast.
2. Karkassen van runderen van minder dan acht maanden oud worden aangeboden in overeenstemming met bijlage IV, punt A.IV, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en zonder:
a) |
omlopen; |
b) |
longhaasjes. |
3. Karkassen van runderen van ten minste acht maanden oud worden aangeboden zonder:
a) |
nieren; |
b) |
niervet; |
c) |
slotvet; |
d) |
omlopen; |
e) |
longhaasjes; |
f) |
staart; |
g) |
ruggenmerg; |
h) |
zakvet; |
i) |
bovenbilvet; |
j) |
vette nekader. |
4. Voor de toepassing van bijlage IV, punt A.V, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en in afwijking van lid 1 van het onderhavige artikel kunnen de lidstaten toestaan dat het karkas wordt ontdaan van overtollig dekvet voordat het wordt gewogen, ingedeeld en gemerkt, mits de bevleesdheid daardoor objectiever kan worden beoordeeld en de vetheid daar niet door verandert. De lidstaten zorgen ervoor dat deze praktijk wordt geregeld door de nationale wetgeving en dat uitsluitend het volgende overtollig dekvet wordt verwijderd:
a) |
op de heup, de lenden en de ribstreek; |
b) |
op de puntborst en rond de anaal-genitale streek; |
c) |
op de bovenbil. |
Artikel 7
Indeling en weging
1. De in bijlage IV, punten A.II, A.III, B.II, C.II en C.III, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde indeling vindt plaats in het slachthuis op het moment dat het warme karkasgewicht wordt bepaald.
2. De Commissie kan overeenkomstig artikel 11 van de onderhavige verordening toestaan dat de indeling vóór de weging wordt uitgevoerd indien vereist volgens bepaalde indelingsmethoden die op het grondgebied van een lidstaat worden toegepast.
3. Het karkas wordt zo spoedig mogelijk na het slachten gewogen, maar uiterlijk:
a) |
60 minuten nadat het dier is gestoken in het geval van runderen en schapen; |
b) |
45 minuten nadat het dier is gestoken in het geval van varkens. |
4. Wanneer in een bepaald slachthuis de termijn van 45 minuten tussen het steken en het wegen van een varken doorgaans niet in acht kan worden genomen, kan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat toestaan dat de in artikel 14, lid 3, bedoelde aftrek van 2 %:
a) |
wordt verminderd met 0,1 procentpunt per extra begonnen kwartier wanneer de periode tussen het steken en het wegen meer dan 45 minuten bestrijkt; |
b) |
kan worden vermeerderd met een door de betrokken lidstaat vastgesteld aantal procentpunten wanneer de periode tussen het steken en het wegen minder dan 45 minuten bestrijkt. In dergelijk geval dient de aftrek te worden gestaafd met wetenschappelijke gegevens. |
5. Wanneer de runder- of schapenkarkassen niet met de in artikel 10 bedoelde geautomatiseerde indelingsmethoden kunnen worden ingedeeld, vindt de indeling van de betrokken karkassen plaats op de dag waarop de dieren zijn geslacht of, indien de vereiste periode tussen het steken en het wegen is verstreken op de dag na het slachten, vindt de indeling zo spoedig mogelijk die dag plaats.
Artikel 8
Het merken van karkassen
1. Het merken van het karkas gebeurt op het moment van de indeling.
2. Het merken gebeurt door middel van een stempel of etiket waarop ten minste de volgende gegevens zijn vermeld:
a) |
voor runderen en schapen: de categorie, de bevleesheids- en de vetheidsklasse als respectievelijk bedoeld in bijlage IV, punten A.II, A.III, C.II en C.III, van Verordening (EU) nr. 1308/2013; |
b) |
voor varkens: de klasse van het karkas of het geraamde magervleesaandeel als vastgesteld in bijlage IV, punt B.II, van Verordening (EU) nr. 1308/2013. |
3. Het merkteken wordt ten minste aangebracht op:
a) |
elk kwartier van het runderkarkas; |
b) |
elk volledig of half schapenkarkas; |
c) |
elk half varkenskarkas. |
Merktekens door middel van een stempel worden aangebracht op de buitenkant van het karkas. Etiketten mogen worden aangebracht op de buiten- of de binnenkant van het karkas.
4. De stempels zijn duidelijk leesbaar en worden aangebracht met niet-giftige, onuitwisbare, hittebestendige inkt.
5. De etiketten zijn duidelijk leesbaar en onvervalsbaar en zijn stevig vastgehecht aan de karkassen.
6. De lidstaten kunnen vaststellen dat de karkassen niet hoeven te worden gemerkt indien:
a) |
een officieel register wordt bijgehouden met voor elk karkas ten minste:
|
b) |
alle karkassen in een ononderbroken handeling worden versneden in een uitsnijderij die is erkend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad (9) en die verbonden is aan het slachthuis. |
7. De lidstaten kunnen nationale bepalingen vaststellen inzake extra vereisten betreffende het merken.
Artikel 9
Methoden voor de indeling van runder-, varkens- en schapenkarkassen
De lidstaten zien erop toe dat de indeling van runder-, varkens- en schapenkarkassen wordt uitgevoerd:
a) |
door gekwalificeerd personeel dat beschikt over een vergunning voor visuele indeling van karkassen. Deze vergunning kan worden vervangen door een door de lidstaat verleende erkenning die met de erkenning van een kwalificatie overeenkomt, of |
b) |
door middel van goedgekeurde indelingsmethoden die kunnen bestaan uit geautomatiseerde, halfgeautomatiseerde of manuele indelingstechnieken, als bedoeld in de artikelen 10 en 11. De lidstaten zien erop toe dat de indelingstechnieken worden toegepast door gekwalificeerd personeel. |
Artikel 10
Goedkeuring van geautomatiseerde indelingsmethoden voor runder- en schapenkarkassen
1. De lidstaten kunnen een vergunning afgeven voor de toepassing op hun grondgebied of een deel daarvan van geautomatiseerde indelingsmethoden voor runder- en schapenkarkassen bestaande uit een geautomatiseerde indelingstechniek (toestel) en een vergelijking (formule).
2. Een vergunning wordt slechts afgegeven als wordt voldaan aan de in bijlage IV, deel A, vastgestelde voorwaarden en minimumeisen met betrekking tot een certificeringsproef.
3. Ten minste twee maanden vóór het begin van de certificeringsproef verstrekken de lidstaten de in bijlage IV, deel B, bedoelde informatie aan de Commissie zodat zij aan de proef kan deelnemen.
4. De lidstaten wijzen een onafhankelijke instantie aan die de resultaten van de certificeringsproef analyseert. Binnen twee maanden na de voltooiing van de certificeringsproef verstrekken de lidstaten de in bijlage IV, deel C, bedoelde informatie aan de Commissie.
5. Wanneer een vergunning voor de toepassing van geautomatiseerde indelingsmethoden voor runder- of schapenkarkassen wordt toegekend op basis van een certificeringsproef waarbij meer dan een aanbiedingsvorm van karkassen werd gebruikt, mogen de verschillen in aanbiedingsvorm niet leiden tot verschillen in de indelingsresultaten.
6. De lidstaten kunnen een vergunning voor de toepassing van geautomatiseerde indelingsmethoden voor runder- en schapenkarkassen afgeven zonder een certificeringsproef te organiseren, op voorwaarde dat voor diezelfde indelingsmethoden reeds een vergunning voor de toepassing ervan in een andere lidstaat is afgegeven op basis van een certificeringsproef waarbij de steekproef van karkassen voldoende representatief is voor de runder- of schapenpopulatie in de betrokken lidstaten.
7. Wijzigingen van de technische specificaties van een goedgekeurde geautomatiseerde indelingsmethode voor runder- of schapenkarkassen worden door de bevoegde autoriteiten enkel toegestaan indien het bewijs wordt geleverd dat dergelijke wijzigingen een nauwkeurigheid opleveren die ten minste voldoet aan de minimumvereisten voor een certificeringsproef.
De lidstaten stellen de Commissie in kennis van alle wijzigingen die zij hebben goedgekeurd.
Artikel 11
Goedkeuring van indelingsmethoden voor varkenskarkassen
1. Een indelingsmethode als bedoeld in bijlage IV, punt B.IV, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bestaat uit een geautomatiseerde, halfgeautomatiseerde of manuele indelingstechniek (toestel) en een vergelijking (formule) om het magervleesaandeel van een varkenskarkas te ramen.
2. Een vergunning wordt slechts afgegeven als wordt voldaan aan de in bijlage V, deel A, van deze verordening vastgestelde voorwaarden en minimumeisen met betrekking tot een certificeringsproef.
3. De lidstaten stellen de Commissie via een protocol als bedoeld in bijlage V, deel B, van deze verordening in kennis van de indelingsmethoden voor varkenskarkassen waarvoor zij goedkeuring voor de toepassing ervan op hun grondgebied wensen te verkrijgen.
Het protocol heeft twee delen en bevat de in bijlage V, deel B, van deze verordening vastgestelde elementen.
Het eerste deel van het protocol wordt vóór het begin van de certificeringsproef aan de Commissie verstrekt. Binnen twee maanden na de voltooiing van de certificeringsproef verstrekken de lidstaten het tweede deel van het protocol aan de Commissie.
4. Nadat de Commissie het protocol heeft ontvangen, stelt zij het ter beschikking van de andere lidstaten. De andere lidstaten kunnen binnen drie weken na ontvangst van het protocol technische opmerkingen indienen. De lidstaat die het protocol heeft ingediend, kan het aanpassen en kan binnen acht weken na indiening van het eerste protocol een nieuw protocol indienen.
5. De toepassing van de indelingsmethoden beantwoordt in alle opzichten aan de beschrijving in het besluit van de Commissie waarbij die methoden worden goedgekeurd.
6. De Commissie kan een vergunning voor indelingsmethoden afgeven zonder certificeringsproef, op voorwaarde dat voor diezelfde indelingsmethode reeds een vergunning voor de toepassing ervan in een andere lidstaat is afgegeven op basis van een certificeringsproef waarbij de steekproef van karkassen voldoende representatief is voor de varkenspopulatie in de betrokken lidstaten.
Artikel 12
Aanvullende bepalingen inzake indeling door middel van geautomatiseerde indelingstechnieken
1. Slachthuizen die geautomatiseerde indelingstechnieken toepassen als vastgesteld in artikel 10, lid 1, en artikel 11, lid 1:
a) |
identificeren voor runderkarkassen de categorie van het karkas overeenkomstig artikel 1 aan de hand van de vastgestelde identificatie- en registratieregeling voor runderen; |
b) |
stellen dagelijks een controleverslag op over de werking van de geautomatiseerde indelingsmethoden, waarin onder meer eventuele geconstateerde tekortkomingen worden vermeld, alsmede de maatregelen die zo nodig zijn genomen. |
2. Indeling met geautomatiseerde indelingstechnieken is slechts geldig als:
a) |
dezelfde aanbiedingsvorm van de karkassen wordt gebruikt als bij de certificeringsproef, of |
b) |
ten genoegen van de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat wordt aangetoond dat een verschillende aanbiedingsvorm geen effect heeft op het met geautomatiseerde indelingsmethoden verkregen resultaat. |
HOOFDSTUK II
MEDEDELING VAN MARKTPRIJZEN VOOR KARKASSEN EN LEVENDE DIEREN
Artikel 13
Algemene bepalingen inzake de mededeling van marktprijzen
Voor de vaststelling van marktprijzen voor bepaalde categorieën dieren worden de marktprijzen meegedeeld overeenkomstig artikel 15 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1184 voor:
a) |
karkassen van:
|
b) |
levende dieren:
|
Artikel 14
Mededeling van marktprijzen voor karkassen van runderen van ten minste acht maanden oud en van varkens
1. De meegedeelde marktprijs is de prijs franco slachthuis die de waarde van het karkas uitdrukt, exclusief belasting over de toegevoegde waarde, overeenkomstig de documenten die aan de leverancier zijn afgegeven door:
a) |
het slachthuis, of |
b) |
de natuurlijke persoon of rechtspersoon die het dier in het slachthuis heeft laten slachten. |
2. De in lid 1 bedoelde prijs wordt uitgedrukt per 100 kg karkasgewicht, waarbij het karkas wordt aangeboden overeenkomstig artikel 6 en wordt gewogen aan de haak in het slachthuis.
3. Het karkasgewicht dat in rekening wordt genomen voor de mededeling van de marktprijs, is het koude gewicht, i.e. het in artikel 7, lid 1, bedoelde warme gewicht min 2 %.
4. De prijzen voor ingedeelde karkassen die worden meegedeeld door het slachthuis of door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die het dier in het slachthuis heeft laten slachten, zijn ofwel de gemiddelde prijzen per klasse ofwel de prijzen van de karkassen per klasse. In het laatste geval berekent de bevoegde autoriteit de gemiddelde prijs per klasse.
Artikel 15
Mededeling van marktprijzen voor karkassen van runderen van minder dan acht maanden oud en van schapen van minder dan twaalf maanden oud
1. Voor karkassen van runderen van minder dan acht maanden oud en van schapen van minder dan twaalf maanden oud is de meegedeelde marktprijs het gemiddelde van de prijzen franco slachthuis die de waarde van het karkas uitdrukt, exclusief belasting over de toegevoegde waarde en gewogen aan de hand van een coëfficiënt. Die coëfficiënt is een weergave van:
a) |
het relatieve aandeel van:
|
b) |
het relatieve belang van elke markt. |
2. De in lid 1 bedoelde marktprijs wordt uitgedrukt per 100 kg karkasgewicht, waarbij het karkas wordt aangeboden overeenkomstig artikel 6 en wordt gewogen aan de haak in het slachthuis.
3. Voor karkassen van runderen van minder dan acht maanden oud is het gewicht dat in aanmerking wordt genomen voor de mededeling van de marktprijs, het koude gewicht, i.e. het in artikel 7, lid 1, bedoelde warme gewicht min 2 %.
4. Voor karkassen van schapen van minder dan twaalf maanden oud is het gewicht dat in aanmerking wordt genomen voor de mededeling van de marktprijs, het koude gewicht, i.e. het warme gewicht van het karkas dat werd gecorrigeerd om rekening te houden met het gewichtsverlies bij afkoeling.
Artikel 16
Mededeling van marktprijzen voor levende dieren
1. Voor de mededeling van marktprijzen worden de in artikel 13, onder b), vermelde levende dieren als volgt ingedeeld:
a) |
voor mannelijke kalveren tussen acht dagen en vier weken oud: i) „mannelijk opfokkalf van het melktype”: een mannelijk opfokkalf van een melkras; ii) „mannelijk opfokkalf van het vleestype”: een mannelijk opfokkalf van een vleesras, dubbeldoelras of verkregen door kruising met een vleesras; |
b) |
voor mestvee: i) „jong mestvee”: mannelijke en vrouwelijke runderen van zes maanden of ouder, maar jonger dan twaalf maanden, die na het spenen zijn gekocht om te worden gemest; ii) „mannelijke mestveejaarlingen”: mannelijke runderen van twaalf maanden of ouder, maar jonger dan vierentwintig maanden, die zijn gekocht om te worden gemest; iii) „vrouwelijke mestveejaarlingen”: vrouwelijke runderen van twaalf maanden of ouder, maar jonger dan vierentwintig maanden, die zijn gekocht om te worden gemest; |
c) |
voor varkens: „biggen”: varkens met een gemiddeld levend gewicht van ongeveer 25 kg, die zijn gekocht om te worden gemest. |
2. De meegedeelde marktprijs is het gemiddelde van de prijzen, exclusief belasting op de toegevoegde waarde, die in die lidstaat in hetzelfde groothandelsstadium voor het in lid 1 bedoelde type dier worden betaald en die worden gewogen door toepassing van coëfficiënten. Die coëfficiënten zijn een weergave van het relatieve aandeel van de verschillende kwaliteiten van levende dieren als bedoeld in lid 1, onder a), b) en c), en het relatieve belang van elke markt.
Artikel 17
Aanvullende bepalingen betreffende de mededeling van marktprijzen voor karkassen en levende dieren
1. Indien een lidstaat overeenkomstig artikel 6 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1184 regio's heeft afgebakend, bepaalt de bevoegde autoriteit van de lidstaat gemiddelde regionale prijzen voor elke klasse en kwaliteit van karkassen en voor elk type en kwaliteit van levende dieren als respectievelijk bedoeld in de artikelen 14, 15 en 16 van de onderhavige verordening.
2. Indien het slachthuis of de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die verplicht is prijzen mee te delen, aanvullende bedragen betaalt aan leveranciers van karkassen of van levende dieren kunnen de lidstaten die bedragen, alsmede de periode waarop ze betrekking hebben, in aanmerking nemen. Indien een lidstaat besluit de aanvullende bedragen die zijn betaald aan leveranciers van karkassen of van levende dieren, in aanmerking te nemen, stelt het slachthuis of de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die verplicht is prijzen mee te delen, de bevoegde autoriteit in kennis van het aanvullende bedrag telkens wanneer dit is betaald.
HOOFDSTUK III
BEREKENING VAN DE GEMIDDELDE UNIEPRIJS
AFDELING I
Gemiddelde Unieprijs voor karkassen
Artikel 18
Gemiddelde Unieprijs voor runderen
1. Voor een bepaalde categorie als omschreven in bijlage IV, punt A.II, van Verordening (EU) nr. 1308/2013:
a) |
komt de gemiddelde Unieprijs voor elke in artikel 7 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1184 vermelde bevleesdheids- en vetheidsklasse overeen met het gewogen gemiddelde van de voor de betrokken klasse genoteerde nationale marktprijzen. De weging wordt gebaseerd op de verhouding tussen het aantal slachtingen voor de betrokken klasse in elke lidstaat en het totale aantal slachtingen voor die klasse in de Unie; |
b) |
komt de gemiddelde Unieprijs voor elke bevleesdheidsklasse overeen met het gewogen gemiddelde van de gemiddelde Unieprijzen voor de vetheidsklassen waaruit die bevleesdheidsklasse is samengesteld. De weging wordt gebaseerd op de verhouding tussen het aantal slachtingen voor elke vetheidsklasse en het totale aantal slachtingen voor de betrokken bevleesdheidsklasse in de Unie; |
c) |
komt de gemiddelde Unieprijs overeen met het gewogen gemiddelde van de onder a) bedoelde gemiddelde Unieprijzen. De weging wordt gebaseerd op de verhouding tussen het aantal slachtingen voor elke onder a) bedoelde klasse en het totale aantal slachtingen voor de betrokken categorie in de Unie. |
2. De gemiddelde Unieprijs voor alle categorieën samen komt overeen met het gewogen gemiddelde van de in lid 1, onder c), bedoelde gemiddelde prijzen. De weging wordt gebaseerd op de verhouding tussen het aantal slachtingen in elke categorie en het totale aantal slachtingen van runderen van ten minste acht maanden oud in de Unie.
Artikel 19
Gemiddelde Unieprijs voor varkens
De gemiddelde Unieprijs voor elke in artikel 9 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1184 vermelde klasse komt overeen met het gewogen gemiddelde van de voor de betrokken klasse genoteerde nationale marktprijzen. De weging wordt gebaseerd op de verhouding tussen het aantal slachtingen voor de betrokken klasse in elke lidstaat en het totale aantal slachtingen voor die klasse in de Unie.
Artikel 20
Gemiddelde Unieprijs voor runderen van minder dan acht maanden oud
De gemiddelde Unieprijs voor op een leeftijd van minder dan acht maanden geslachte runderen komt overeen met het gemiddelde van de genoteerde prijzen voor deze runderen, als bedoeld in artikel 10 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1184 Dat gemiddelde wordt gewogen door toepassing van coëfficiënten die zijn vastgesteld op basis van de nettoproductie van deze runderen in de Unie.
Artikel 21
Gemiddelde Unieprijs voor schapen van minder dan twaalf maanden oud
De gemiddelde Unieprijs voor schapen van minder dan twaalf maanden oud komt overeen met het gemiddelde van de genoteerde prijzen voor de verschillende gewichtscategorieën als bedoeld in artikel 11 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1184 Dat gemiddelde wordt gewogen door toepassing van coëfficiënten die zijn vastgesteld op basis van de nettoproductie van deze lammeren in de Unie.
AFDELING II
Gemiddelde Unieprijs voor levende dieren
Artikel 22
Gemiddelde Unieprijs voor mannelijke kalveren tussen acht dagen en vier weken oud
1. Voor mannelijke kalveren tussen acht dagen en vier weken oud komt de gemiddelde Unieprijs per stuk overeen met het gemiddelde van de prijzen die overeenkomstig artikel 12 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1184 zijn genoteerd voor mannelijke opfokkalveren van het melktype en mannelijke opfokkalveren van het vleestype.
2. Het gemiddelde van de genoteerde prijzen wordt gewogen door toepassing van coëfficiënten die zijn vastgesteld op basis van het aantal koeien dat in de Unie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1165/2008 van het Europees Parlement en de Raad (10) is geregistreerd, en wel als volgt:
a) |
voor mannelijke opfokkalveren van het melktype: het aantal melkkoeien; |
b) |
voor mannelijke opfokkalveren van het vleestype: het aantal koeien. |
Artikel 23
Gemiddelde Unieprijs voor mestvee
1. Voor mestvee komt de gemiddelde Unieprijs per kilogram levend gewicht overeen met het gemiddelde van de prijzen die overeenkomstig artikel 12 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1184 zijn genoteerd voor jong mestvee, mannelijke mestveejaarlingen en vrouwelijke mestveejaarlingen.
2. Het gemiddelde van de genoteerde prijzen wordt gewogen door toepassing van coëfficiënten die zijn vastgesteld op basis van het aantal runderen dat in de Unie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1165/2008 is geregistreerd, en wel als volgt:
a) |
voor jong mestvee: het aantal niet voor de slacht bestemde runderen van maximaal een jaar oud; |
b) |
voor mannelijke mestveejaarlingen: het aantal mannelijke runderen tussen een en twee jaar oud; |
c) |
voor vrouwelijke mestveejaarlingen: het aantal vrouwelijke runderen tussen een en twee jaar oud die nog niet hebben gekalfd. |
Artikel 24
Gemiddelde Unieprijs voor biggen
De gemiddelde Unieprijs voor biggen met een levend gewicht van ongeveer 25 kg komt overeen met het gemiddelde van de overeenkomstig artikel 12 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1184 voor biggen genoteerde prijzen. Dat gemiddelde wordt gewogen door toepassing van coëfficiënten die zijn vastgesteld op basis van het aantal biggen dat in de Unie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1165/2008 is geregistreerd.
HOOFDSTUK IV
KENNISGEVINGEN
Artikel 25
Kennisgevingen van de lidstaten aan de Commissie
1. De in het onderhavige artikel bedoelde kennisgevingen worden verricht overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185.
2. Uiterlijk op 15 april van elk jaar stellen de lidstaten de Commissie in kennis van het totale aantal in het voorgaande jaar geslachte runderen van ten minste acht maanden oud, varkens en schapen, opgesplitst als volgt:
a) |
voor runderen: het totale aantal voor elke categorie, elke bevleesdheidsklasse en elke vetheidsklasse; |
b) |
voor varkens: het totale aantal voor elke klasse van karkassen; |
c) |
voor schapen: het totale aantal voor elke gewichtscategorie. |
3. Wanneer de Commissie daarom verzoekt, verstrekken de lidstaten haar de lijsten van:
a) |
de slachthuizen die overeenkomstig artikel 8 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1184 prijzen noteren, met vermelding van de omvang van de slachtingen van runderen van ten minste acht maanden oud in elk van die slachthuizen in het vorige kalenderjaar, uitgedrukt in aantal stuks; |
b) |
de natuurlijke personen of rechtspersonen die overeenkomstig artikel 8 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1184 prijzen noteren, met vermelding van het aantal runderen van ten minste acht maanden oud die zij in het vorige kalenderjaar hebben laten slachten. |
4. Op verzoek van de Commissie delen de lidstaten de volgende gegevens mee, voor zover beschikbaar, betreffende de producten die vallen onder bijlage I, delen XV, XVII en XVIII, van Verordening (EU) nr. 1308/2013:
a) |
de marktprijzen in de lidstaten voor uit derde landen ingevoerde producten; |
b) |
de prijzen op de representatieve markten in derde landen. |
5. Uiterlijk op 1 juni van elk jaar stellen de betrokken lidstaten de Commissie in kennis van de kwaliteiten van karkassen en van levende dieren, van de in de artikelen 14, 15 en 16 van deze verordening bedoelde wegingscoëfficiënten en van de correctiefactoren en de representatieve markten als bedoeld in de artikelen 5, 10, 11 en 12 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1184.
6. Op verzoek van de Commissie delen de lidstaten de maatregelen mee die zij hebben genomen met het oog op de toepassing van artikel 3, leden 1 en 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1184.
HOOFDSTUK V
SLOTBEPALINGEN
Artikel 26
Intrekkingen
De Verordeningen (EG) nr. 315/2002 en (EG) nr. 1249/2008 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 807/2013 worden ingetrokken.
Verwijzingen naar de ingetrokken Verordeningen (EG) nr. 315/2002 en (EG) nr. 1249/2008 en de ingetrokken Uitvoeringsverordening (EU) nr. 807/2013 gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1184 en worden gelezen overeenkomstig de concordantietabel in bijlage VI bij de onderhavige verordening.
Artikel 27
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is van toepassing met ingang van 11 juli 2018.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 20 april 2017.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.
(2) Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).
(3) Verordening (EG) nr. 315/2002 van de Commissie van 20 februari 2002 betreffende de constatering van de prijzen voor verse of gekoelde geslachte schapen op de representatieve markten in de Gemeenschap (PB L 50 van 21.2.2002, blz. 47).
(4) Verordening (EG) nr. 1249/2008 van de Commissie van 10 december 2008 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de communautaire indelingsschema's voor runder-, varkens- en schapenkarkassen en voor de mededeling van de prijzen daarvan (PB L 337 van 16.12.2008, blz. 3).
(5) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 807/2013 van de Commissie van 26 augustus 2013 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad met betrekking tot de constatering van de prijzen voor sommige categorieën runderen op de representatieve markten van de Unie (PB L 228 van 27.8.2013, blz. 5).
(6) Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten (PB L 204 van 11.8.2000, blz. 1).
(7) Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1184 van de Commissie van 20 april 2017 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de schema's van de Unie voor de indeling van runder-, varkens- en schapenkarkassen en wat betreft de mededeling van marktprijzen voor bepaalde categorieën karkassen en levende dieren (zie bladzijde 103 van dit Publicatieblad).
(8) Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185 van de Commissie van 20 april 2017 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de aan de Commissie te melden informatie en documenten en tot wijziging en intrekking van diverse verordeningen van de Commissie (zie bladzijde 113 van dit Publicatieblad).
(9) Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55).
(10) Verordening (EG) nr. 1165/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende vee- en vleesstatistieken en houdende intrekking van Richtlijnen 93/23/EEG, 93/24/EEG en 93/25/EEG van de Raad (PB L 321 van 1.12.2008, blz. 1).
BIJLAGE I
In artikel 3, lid 1, bedoelde aanvullende bepalingen met betrekking tot de bevleesdheidsklasse en de vetheidsklasse van runderkarkassen
1. BEVLEESDHEID
Vorm van de karkasprofielen, in het bijzonder van de hoogwaardige delen (stomp, rug en schouder)
Bevleesdheidsklasse |
Aanvullende bepalingen |
|
S Superieur |
Stomp: zeer sterk gerond, met dubbele spieren, duidelijk door groeven gescheiden spierbundels |
De bovenbil (in België „dikke bil” genoemd) puilt zeer ruim over de schaambeensvoeg (symphisis pelvis) heen |
Rug: zeer breed en zeer dik, tot op de schouder |
Dikke lende sterk gerond |
|
Schouder: zeer sterk gerond |
|
|
E Uitstekend |
Stomp: zeer sterk gerond |
De bovenbil („dikke bil”) puilt ruimschoots over de schaambeensvoeg (symphisis pelvis) heen |
Rug: breed en zeer dik, tot op de schouder |
Dikke lende sterk gerond |
|
Schouder: zeer sterk gerond |
|
|
U Zeer goed |
Stomp: gerond |
De bovenbil („dikke bil”) puilt over de schaambeensvoeg (symphisis pelvis) heen |
Rug: breed en dik, tot op de schouder |
Dikke lende gerond |
|
Schouder: gerond |
|
|
R Goed |
Stomp: goed ontwikkeld |
De bovenbil en de dikke lende zijn licht gerond |
Rug: nog dik, maar minder breed op de schouder |
|
|
Schouder: vrij goed ontwikkeld |
|
|
O Matig |
Stomp: matig tot niet ontwikkeld |
|
Rug: matig tot niet dik |
Dikke lende: rechtlijnig profiel |
|
Schouder: matig ontwikkeld tot bijna plat |
|
|
P Gering |
Stomp: weinig ontwikkeld |
|
Rug: smal met zichtbare beenderen |
|
|
Schouder: plat met zichtbare beenderen |
|
2. VETHEID
Hoeveelheid vet aan de buitenkant van het karkas en aan de binnenzijde van de borstholte
Vetheidsklasse |
Aanvullende bepalingen |
1 Gering |
Geen vet aan de binnenzijde van de borstholte |
2 Licht |
Aan de binnenzijde van de borstholte zijn de spieren tussen de ribben duidelijk zichtbaar |
3 Middelmatig |
Aan de binnenzijde van de borstholte zijn de spieren tussen de ribben nog zichtbaar |
4 Sterk vervet |
De stomp vertoont opvallende vetbanden. Aan de binnenzijde van de borstholte mogen de spieren tussen de ribben met vet doorregen zijn |
5 Zeer sterk vervet |
De stomp is bijna volledig bedekt met vet, zodat de vetbanden niet meer duidelijk te onderkennen zijn. Aan de binnenzijde van de borstholte zijn de spieren tussen de ribben met vet doorregen |
BIJLAGE II
In artikel 3, lid 1, bedoelde aanvullende bepalingen met betrekking tot de bevleesdheidsklasse en de vetheidsklasse van schapenkarkassen
1. BEVLEESDHEID
Vorm van de karkasprofielen, in het bijzonder van de hoogwaardige delen (achterbout, rug, schouder).
Bevleesdheidsklasse |
Aanvullende bepalingen |
S Superieur |
Achterbout: met dubbele spieren. Profielen uiterst rond Rug: uiterst rond, uiterst breed en uiterst dik Schouder: uiterst rond en uiterst dik |
E Uitstekend |
Achterbout: zeer dik. Profielen zeer rond Rug: zeer rond, zeer breed en zeer dik tot op de schouder Schouder: zeer rond en zeer dik |
U Zeer goed |
Achterbout: dik. Profielen rond Rug: breed en dik, tot op de schouder Schouder: rond en dik |
R Goed |
Achterbout: profielen voornamelijk recht Rug: dik, maar minder breed tot op de schouder Schouder: goed ontwikkeld, maar niet zo dik |
O Matig |
Achterbout: profielen ietwat hol Rug: niet breed en niet dik Schouder: veeleer smal. Niet dik |
P Gering |
Achterbout: profielen hol tot zeer hol Rug: smal en hol, met zichtbare beenderen Schouder: smal en plat, met zichtbare beenderen |
2. VETHEID
Hoeveelheid vet aan de buiten- en de binnenkant van het karkas.
Vetheidsklasse |
Aanvullende bepalingen (1) |
||
1. Gering |
Buitenkant |
Sporen van vet of geen zichtbaar vet |
|
Binnenkant |
Buik |
Sporen van niervet of geen zichtbaar niervet |
|
Borst |
Sporen van vet of geen zichtbaar vet tussen de ribben |
||
2. Licht |
Buitenkant |
Een zeer dun laagje vet bedekt een deel van het karkas, maar kan minder duidelijk zijn op de ledematen |
|
Binnenkant |
Buik |
Sporen van vet of een zeer dun laagje vet op een deel van de nieren |
|
Borst |
De spieren zijn duidelijk zichtbaar tussen de ribben |
||
3. Middelmatig |
Buitenkant |
Een dun laagje vet bedekt bijna geheel of geheel het karkas. De vetafzettingen zijn iets dikker aan de basis van de staart |
|
Binnenkant |
Buik |
De nieren zijn gedeeltelijk of geheel met een dunne vetlaag omgeven |
|
Borst |
De spieren zijn nog zichtbaar tussen de ribben |
||
4. Sterk vervet |
Buitenkant |
Een dikke vetlaag bedekt bijna geheel of geheel het karkas, maar kan wat dunner zijn op de ledematen en wat dikker op de schouders |
|
Binnenkant |
Buik |
De nieren zijn met vet omgeven |
|
Borst |
De spieren tussen de ribben kunnen met vet doorregen zijn. Op de ribben kunnen vetafzettingen zichtbaar zijn |
||
5. Zeer sterk vervet |
Buitenkant |
Zeer dikke vetlaag Soms zijn er zichtbare vetophopingen |
|
Binnenkant |
Buik |
De nieren zijn omgeven met een dikke laag vet |
|
Borst |
De spieren tussen de ribben zijn met vet doorregen. Op de ribben zijn vetafzettingen zichtbaar |
(1) De aanvullende bepalingen met betrekking tot de buikholte gelden niet voor de toepassing van bijlage III.
BIJLAGE III
Indelingsschema voor karkassen van lammeren met een karkasgewicht van minder dan 13 kg als bedoeld in artikel 3, lid 2
Categorie |
A |
B |
C |
|||
Gewicht |
≤ 7 kg |
7,1-10 kg |
10,1-13 kg |
|||
Kwaliteit |
1e |
2e |
1e |
2e |
1e |
2e |
Vleeskleur (*1) |
lichtroze |
andere kleur of andere vetheid |
lichtroze of roze |
andere kleur of andere vetheid |
lichtroze of roze |
andere kleur of andere vetheid |
Vetheidsklasse (*2) |
(2) (3) |
(2) (3) |
(2) (3) |
(*1) Bepaald in de flank ter hoogte van de rechte buikspier (rectus abdominis) aan de hand van een gestandaardiseerde kleurenkaart.
(*2) Zoals gedefinieerd in bijlage IV, punt C.III, van Verordening (EU) nr. 1308/2013.
BIJLAGE IV
In artikel 10 bedoelde goedkeuring van geautomatiseerde indelingsmethoden voor runder- en schapenkarkassen
DEEL A
Voorwaarden en minimumeisen voor een goedkeuring
1. |
De betrokken lidstaat organiseert een certificeringsproef voor een jury, die is samengesteld uit ten minste vijf erkende deskundigen op het gebied van de indeling van runder- of schapenkarkassen. Twee leden van de jury zijn afkomstig uit de lidstaat die de proef organiseert. De andere leden van de jury zijn elk afkomstig uit een andere lidstaat. De jury bestaat uit een oneven aantal deskundigen. De diensten van de Commissie en deskundigen uit de overige lidstaten kunnen als waarnemers bij de proef aanwezig zijn. De leden van de jury verrichten hun werkzaamheden op een onafhankelijke en anonieme manier. De betrokken lidstaat stelt een coördinator van de certificeringsproef aan, die:
|
2. |
Voor de certificeringsproef:
|
3. |
Voor elk gevalideerd karkas wordt de mediaan van de resultaten van de leden van de jury als de juiste indeling van het betrokken karkas beschouwd. Om de prestaties van de geautomatiseerde indelingsmethode te beoordelen worden de resultaten van die methode voor elk gevalideerd karkas vergeleken met de mediaan van de resultaten van de jury. De nauwkeurigheid van de indeling met behulp van geautomatiseerde indelingsmethoden wordt vastgesteld aan de hand van een systeem van punten die als volgt worden toegekend:
Om te worden goedgekeurd, moeten de geautomatiseerde indelingsmethoden ten minste 60 % van het maximum aantal punten voor zowel bevleesdheid als vetheid behalen. Bovendien moet de indeling met behulp van geautomatiseerde indelingsmethoden binnen de volgende grenswaarden blijven:
Wanneer bij een certificeringsproef meer dan een aanbiedingsvorm van karkassen wordt gebruikt, mogen de verschillen in aanbiedingsvorm niet leiden tot verschillen in de indelingsresultaten. |
DEEL B
Door de lidstaten aan de Commissie te verstrekken informatie met betrekking tot de organisatie van een certificeringsproef
a) |
De data waarop de certificeringsproef zal plaatsvinden; |
b) |
een uitvoerige beschrijving van de karkassen van runderen van ten minste acht maanden oud die in de betrokken lidstaat of een deel daarvan worden ingedeeld; |
c) |
de statistische methoden die worden gebruikt voor de samenstelling van de steekproef van karkassen, die vanuit het oogpunt van categorie en bevleesdheids- en vetheidsklasse representatief moet zijn voor de runderen van ten minste acht maanden oud en de schapen die in de betrokken lidstaat of een deel daarvan worden geslacht; |
d) |
de naam en het adres van het slachthuis (de slachthuizen) waar de certificeringsproef zal plaatsvinden, een toelichting bij de organisatie en de prestaties van de productielijn(en), met opgave van de snelheid per uur; |
e) |
de aanbiedingsvorm(en) van karkassen die bij de certificeringsproef zal (zullen) worden gebruikt; |
f) |
een beschrijving van de geautomatiseerde indelingstechniek en de technische functies daarvan, in het bijzonder wat betreft de beveiliging van het toestel tegen alle vormen van manipulatie; |
g) |
de naam van de erkende deskundigen die door de betrokken lidstaat zijn aangewezen om als lid van de jury aan de certificeringsproef deel te nemen; |
h) |
de naam van de coördinator van de certificeringsproef, en het bewijs dat hij/zij over voldoende technische kennis beschikt en volledig onafhankelijk is; |
i) |
de naam en het adres van de door de betrokken lidstaat aangewezen onafhankelijke instantie die de resultaten van de certificeringsproef zal analyseren. |
DEEL C
Door de lidstaten aan de Commissie te verstrekken informatie met betrekking tot de resultaten van een certificeringsproef
a) |
Een door de leden van de jury en door de coördinator bij de certificeringsproef ondertekende samenvatting van de indelingsresultaten; |
b) |
een verslag van de coördinator over de organisatie van de certificeringsproef, vanuit het oogpunt van de in deel A vastgestelde voorwaarden en minimumeisen; |
c) |
een kwantitatieve analyse, volgens een door de Commissie goedgekeurde methodologie, van de resultaten van de certificeringsproef, met opgave van de indelingsresultaten van elke indelingsdeskundige en die van de geautomatiseerde indelingsmethoden. De analysegegevens moeten in een door de Commissie goedgekeurd elektronisch formaat worden meegedeeld; |
d) |
de nauwkeurigheid van de geautomatiseerde indelingsmethoden, vastgesteld overeenkomstig deel A, punt 3, van deze bijlage. |
BIJLAGE V
In artikel 11 bedoelde goedkeuring van indelingsmethoden voor varkenskarkassen
DEEL A
1. VOORWAARDEN EN MINIMUMEISEN VOOR EEN GOEDKEURING
De certificeringsproef omvat:
a) |
de samenstelling van een representatieve steekproef van varkenskarkassen die zal worden gebruikt bij de versnijdingsproef.
|
b) |
de registratie van metingen (voorspellende variabelen) bij de representatieve steekproef van varkenskarkassen.
|
c) |
een versnijdingsproef voor de beoordeling van het referentieaandeel mager vlees van de varkenskarkassen als beschreven in deel A, punt 2.
|
d) |
de berekening van een wiskundige vergelijking (formule) voor de indelingsmethode waarvoor een goedkeuring wordt aangevraagd.
|
e) |
de statistische standaardmethode voor de beoordeling van de resultaten van de versnijdingsproef.
|
f) |
de invoering of wijziging van een wiskundige vergelijking voor de indelingsmethode voor de raming van het magervleesaandeel van een varkenskarkas.
|
Indelingsmethoden worden slechts goedgekeurd als de predictiefout (RMSEP — root mean squared error of prediction) die wordt berekend met een volledige kruisvalidatietechniek of een testvalidatie bij een representatieve steekproef van ten minste 60 karkassen, minder dan 2,5 bedraagt. Bovendien moeten uitbijters in aanmerking worden genomen bij de berekening van de RMSEP.
Wanneer bij een certificeringsproef meer dan een aanbiedingsvorm van karkassen wordt gebruikt, mogen de verschillen in aanbiedingsvorm niet leiden tot verschillen in de indelingsresultaten.
2. PROCEDURE VOOR RAMING VAN HET REFERENTIEAANDEEL MAGER VLEES VAN EEN VARKENSKARKAS AAN DE HAND VAN DE VERSNIJDINGSPROEF
2.1. |
De raming van het referentieaandeel mager vlees is gebaseerd op de volledige versnijding van een linkerhelft van een karkas volgens de referentiemethode als vastgesteld in deel 1, onder c). |
2.2. |
Als het karkas volledig wordt versneden, wordt het referentieaandeel mager vlees (YTD) als volgt berekend:
Het gewicht van het mager vlees wordt berekend door het totaalgewicht van alle andere bestanddelen dan mager vlees af te trekken van het totale karkasgewicht vóór versnijding. De kop, met uitzondering van de wangen, en de poten worden niet versneden. |
2.3. |
Als het karkas gedeeltelijk wordt versneden, wordt het referentieaandeel mager vlees (YPD) geraamd op basis van de versnijding van de vier belangrijkste deelstukken (schouder, lende, ham en buik), vermeerderd met het gewicht van de haas. Het referentieaandeel mager vlees wordt bij gedeeltelijke versnijding als volgt berekend:
Het gewicht van het mager vlees in de vier belangrijkste deelstukken (schouder, lende, ham en buik) wordt berekend door het totaalgewicht van alle andere bestanddelen dan mager vlees van die vier deelstukken af te trekken van het totaalgewicht van die deelstukken vóór versnijding. De vertekening tussen volledige en gedeeltelijke versnijding wordt gecorrigeerd op basis van een deelsteekproef met volledige versnijding. |
2.4. |
Het magervleesaandeel kan worden geraamd aan de hand van een analytische procedure op basis van een CT-scan van de linkerhelft van het karkas. Indien de CT niet is geijkt voor de volledige versnijding van karkassen, wordt een mogelijke vertekening gecorrigeerd op basis van een deelsteekproef die volledig wordt versneden volgens de referentiemethode. Enkel het gedeelte van de linkerhelft van het karkas dat mager vlees bevat, als gedefinieerd in het kader van de methode voor volledige versnijding, moet worden gescand; de kop, met uitzondering van de wangen, en de poten hoeven dus niet te worden gescand. |
2.5. |
De correctie van de vertekening die nodig is wegens gedeeltelijke versnijding of voor een CT-procedure gebeurt op basis van een representatieve deelsteekproef die alle combinaties van de steekproef bevat op het vlak van de stratificatiefactoren die zijn gehanteerd voor de samenstelling van de totale steekproef (zoals ras, geslacht of vetheid). Voor deze correctie worden ten minste 10 karkassen geselecteerd. Indien de populatie slachtvarkens waaruit een steekproef zal worden getrokken, dezelfde kenmerken vertoont als de populatie waarvoor voorheen een correctie is toegepast wegens vertekening door gedeeltelijke versnijding of voor een CT-procedure, is geen extra volledige versnijding vereist. Indien een CT-procedure wordt beschreven en kan worden herleid tot volledige versnijding of tot een andere gecorrigeerde CT-procedure, is geen extra volledige versnijding vereist. |
DEEL B
Informatie die door de betrokken lidstaat aan de Commissie en de andere lidstaten moet worden verstrekt door middel van protocollen voor de certificeringsproef
1. |
In het eerste deel van het protocol wordt een nadere beschrijving van de versnijdingsproef gegeven, en met name van:
|
2. |
In het tweede deel van het protocol wordt een nadere beschrijving van de resultaten van de versnijdingsproef gegeven, en meer in het bijzonder:
|
BIJLAGE VI
Concordantietabel
1. Verordening (EG) nr. 1249/2008
Verordening (EG) nr. 1249/2008 |
De onderhavige verordening |
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1184 |
artikel 2, lid 4 |
artikel 1 |
|
artikel 3 |
artikel 3, lid 1 |
|
artikel 4 |
artikel 4 |
|
artikel 5 |
artikel 2, lid 1 |
|
artikel 6, lid 1 |
artikel 7, lid 1 |
|
artikel 6, lid 2, eerste alinea |
artikel 7, lid 3, onder a) |
|
artikel 6, lid 2, tweede alinea |
artikel 7, lid 5 |
|
artikel 6, lid 3 |
artikel 8, lid 2, onder a) |
|
artikel 6, lid 3, tweede en derde alinea |
artikel 8, lid 3, onder a) |
|
artikel 6, lid 3, tweede alinea |
artikel 8, lid 4 |
|
artikel 6, lid 4, onder c) |
artikel 8, lid 4 |
|
artikel 6, lid 4, onder d) |
artikel 8, lid 5 |
|
artikel 6, lid 7 |
artikel 8, lid 6, onder b) |
|
artikel 7 |
|
artikel 1 |
artikel 8 |
artikel 9 |
|
artikel 9 |
artikel 10 |
|
artikel 10 |
artikel 12 |
|
artikel 11, lid 1 |
|
artikel 2, lid 2 |
artikel 11, lid 2, eerste alinea |
|
artikel 2, lid 1, en artikel 3, lid 2, onder a) |
artikel 11, lid 2, tweede alinea |
|
artikel 3, lid 2, onder c), punt i) |
artikel 11, lid 2, derde alinea |
artikel 25, lid 5 |
|
artikel 11, lid 3 |
|
artikel 3, lid 3 |
artikel 11, lid 4 |
|
artikel 2, lid 3 |
artikel 12 |
|
artikel 4 |
artikel 13, lid 1 |
artikel 14, leden 1 en 2 |
|
artikel 13, lid 2 |
artikel 14, lid 3 |
|
artikel 13, lid 3 |
artikel 6, lid 3 |
|
artikel 13, lid 4 |
artikel 6, lid 4 |
|
artikel 13, lid 5, eerste alinea |
|
artikel 5, lid 1 |
artikel 13, lid 5, tweede alinea |
|
artikel 5, lid 2 |
artikel 14, lid 1 |
|
artikel 7 |
artikel 14, lid 2 |
|
artikel 6 |
artikel 15 |
|
artikel 8 |
artikel 16, lid 1, eerste alinea |
|
artikel 14 |
artikel 16, lid 1, tweede alinea |
|
artikel 13, lid 1, eerste alinea |
artikel 16, lid 2 |
artikel 14, lid 4 |
|
artikel 16, lid 3 |
artikel 17, lid 2 |
|
artikel 16, lid 4, tweede alinea |
artikel 17, lid 1 |
|
artikel 16, lid 5 |
|
artikel 13, lid 2, eerste en tweede alinea |
artikel 16, lid 7, onder a) |
|
artikel 13, lid 2, derde alinea |
artikel 18 |
artikel 18 |
|
artikel 19 |
artikel 25, leden 1 en 2 |
|
artikel 20, lid 2, onder a) |
artikel 2, lid 1, onder b) |
|
artikel 20, lid 2, onder b) |
artikel 2, lid 2, onder a) |
|
artikel 21, lid 1, eerste alinea |
artikel 7, lid 1 |
|
artikel 21, lid 1, tweede alinea |
artikel 7, lid 2 |
|
artikel 21, lid 2 |
artikel 5, tweede alinea |
|
artikel 21, lid 3, eerste alinea |
artikel 8, lid 1 en artikel 8, lid 2, onder b) |
|
artikel 21, lid 3, tweede alinea |
artikel 8, lid 4 |
|
artikel 21, lid 3, vierde alinea |
artikel 8, lid 3, onder c) |
|
artikel 21, lid 4 |
artikel 8, lid 6, onder a) |
|
artikel 21, lid 5 |
artikel 6, lid 1 |
|
artikel 22, lid 2, eerste alinea |
artikel 7, lid 3, onder b) |
|
artikel 22, lid 2, tweede alinea |
artikel 14, lid 3 |
|
artikel 22, lid 2, derde alinea |
artikel 7, lid 4, onder a) |
|
artikel 23, lid 4 |
artikel 11, lid 3 |
|
artikel 23, lid 5 |
artikel 11, lid 5 |
|
artikel 24, lid 2, eerste alinea |
|
artikel 2, lid 1 en artikel 3, lid 2, onder b) |
artikel 24, lid 2, tweede alinea |
|
artikel 3, lid 2, onder c), punt ii) |
artikel 24, lid 4 |
|
artikel 2, lid 3 |
artikel 25, lid 2 |
|
artikel 9 |
artikel 26, lid 1 |
artikel 14, lid 1 |
|
artikel 26, lid 2 |
artikel 14, leden 2 en 3 |
|
artikel 26, lid 3 |
artikelen 19 en 25 |
|
artikel 27, lid 3 |
artikel 25, lid 3 |
|
artikel 28 |
artikel 3, lid 2 |
|
artikel 29 |
artikel 3, lid 1 |
|
artikel 30, lid 2 |
artikel 7, lid 3, onder a) |
|
artikel 30, lid 3, eerste alinea |
artikel 8, lid 2, onder a) en lid 3, onder b) |
|
artikel 30, lid 3, tweede alinea |
artikel 8, lid 4 |
|
artikel 30, lid 4 |
artikel 8, lid 5 |
|
artikel 31 |
artikel 9 |
|
artikel 33, lid 1 |
artikel 15, lid 1, eerste alinea |
|
artikel 33, lid 2 |
artikel 15, lid 4 |
|
artikel 35 |
artikel 21 |
|
artikel 38 |
|
artikelen 16, 17 en 18 |
2. Verordening (EG) nr. 315/2002
Verordening (EG) nr. 315/2002 |
De onderhavige verordening |
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1184 |
artikel 2 |
artikel 15, lid 1, onder b) |
|
3. Verordening (EU) nr. 807/2013
Verordening (EU) nr. 807/2013 |
De onderhavige verordening |
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1184 |
artikel 1, lid 1 |
artikel 22 |
|
artikel 1, lid 2, eerste alinea |
|
artikel 22 |
artikel 1, lid 2, tweede alinea |
artikel 16, lid 2 |
|
artikel 1, lid 3 |
artikel 16, lid 1, onder a) |
|
artikel 2, lid 1 |
artikel 23 |
|
artikel 2, lid 2, eerste alinea |
|
artikel 12 |
artikel 2, lid 2, tweede alinea |
artikel 16, lid 2 |
|
artikel 2, lid 3 |
artikel 16, lid 1, onder b) |
|
artikel 3, lid 1 |
artikel 20 |
|
artikel 3, lid 2, eerste alinea |
|
artikel 10 |
artikel 3, lid 2, tweede alinea |
artikel 15, lid 1 |
|
artikel 3, lid 3, onder a) tot en met d) |
artikel 6, lid 2 |
|
artikel 3, lid 3, tweede alinea |
|
artikel 5, lid 1 |
artikel 3, lid 4 |
artikel 15, lid 3 |
|
artikel 4, lid 1 |
|
artikel 13, lid 1 |
4.7.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 171/100 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/1183 VAN DE COMMISSIE
van 20 april 2017
tot aanvulling van de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de aan de Commissie te melden informatie en documenten
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (1), en met name artikel 67, lid 2,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (2), en met name artikel 223, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 zijn respectievelijk de Verordeningen (EG) nr. 73/2009 (3) en (EG) nr. 1234/2007 (4) van de Raad ingetrokken en vervangen. De Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 en de op basis van die verordeningen vastgestelde handelingen bevatten een breed scala aan door de lidstaten na te leven verplichtingen om informatie en documenten aan de Commissie te melden. Die verordeningen machtigen de Commissie ook om in dit verband gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen vast te stellen. Om ervoor te zorgen dat informatie en documenten op probleemloze wijze aan de Commissie kunnen worden gemeld, moeten bij dergelijke handelingen bepaalde voorschriften worden vastgesteld. Die voorschriften moeten in de plaats komen van Verordening (EG) nr. 792/2009 van de Commissie (5), die derhalve moet worden ingetrokken. |
(2) |
De Commissie heeft haar inspanningen opgevoerd om computersystemen te ontwikkelen waarmee documenten en procedures elektronisch kunnen worden beheerd, zowel in het kader van haar eigen interne werkprocedures als in haar betrekkingen met de autoriteiten van de lidstaten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. De lidstaten hebben ook op nationaal niveau computersystemen ontwikkeld voor het gedeelde beheer van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. |
(3) |
In dit verband moet een rechtskader met gemeenschappelijke regels worden ingevoerd voor de informatiesystemen die zijn opgezet voor de melding door de lidstaten van informatie en documenten aan de Commissie. |
(4) |
Ook moeten de aard en de soort van de krachtens de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 te melden informatie worden bepaald. |
(5) |
Wanneer naast de in de onderhavige verordening en de parallelle uitvoeringsverordening voorgeschreven marktinformatie aanvullende marktinformatie nodig is vanwege een bepaalde ontwikkeling op de markt, moet het de Commissie worden toegestaan om dergelijke informatie voor een beperkte periode op te vragen. |
(6) |
Voor een correcte werking van het meldingssysteem moeten degenen die meldingen mogen doen, steeds in de informatiesystemen worden geïdentificeerd. Het identificatieproces moet onder de verantwoordelijkheid vallen van een centraal verbindingsorgaan dat door elke lidstaat wordt aangewezen. Voorts moeten de voorwaarden worden bepaald voor de toekenning van rechten van toegang tot de door de Commissie opgezette informatiesystemen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Toepassingsgebied
1. De onderhavige verordening bevat bepalingen ter aanvulling van de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 wat betreft de aard en de soort van de te melden informatie en de rechten van toegang tot de informatie of de informatiesystemen die beschikbaar zijn gesteld om te voldoen aan de meldingsverplichtingen van die verordeningen en van de op basis van die verordeningen vastgestelde handelingen.
2. De meldingsverplichtingen van de onderhavige verordening gelden voor de sectoren die in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 worden genoemd.
Artikel 2
Aard en soort van de informatie die moet worden gemeld
1. De meldingsverplichting heeft betrekking op alle informatie die vereist is voor de toepassing van artikel 67 van Verordening (EU) nr. 1307/2013 en artikel 223 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 of voor de toepassing van de op basis van die verordeningen vastgestelde handelingen of voor de naleving van overeenkomstig het VWEU gesloten internationale overeenkomsten.
2. De meldingsverplichting heeft betrekking op kwantitatieve gegevens, die voornamelijk uit cijfers bestaan, en op kwalitatieve gegevens, die voornamelijk uit teksten en verslagen bestaan.
Artikel 3
Aanvullende informatie voor het beheer van de landbouwmarkten
1. Wanneer in het kader van hoofdstuk II van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185 van de Commissie (6) vanwege een bepaalde ontwikkeling op de markt dringend aanvullende informatie nodig is, kan de Commissie de lidstaten verzoeken om dergelijke aanvullende informatie te melden, en de nodige formulieren voor de rapportage daarvan ter beschikking stellen.
2. Een verzoek uit hoofde van lid 1 geldt niet langer dan twaalf maanden, gerekend vanaf de datum van het verzoek.
Artikel 4
Centraal verbindingsorgaan en zijn verantwoordelijkheid
1. De lidstaten wijzen een centraal verbindingsorgaan aan en stellen de Commissie in kennis van al zijn relevante contactgegevens.
2. Het centrale verbindingsorgaan is verantwoordelijk voor de volgende, met betrekking tot het informatiesysteem te verrichten taken:
a) |
de verlening van toegangsrechten aan gebruikers; |
b) |
de certificering van de identiteit van de gebruikers aan wie toegangsrechten zijn verleend; |
c) |
de melding aan de Commissie van de gebruikers aan wie rechten van toegang tot het informatiesysteem zijn verleend. |
3. De Commissie activeert de toegangsrechten van gebruikers op basis van de meldingen die zij overeenkomstig lid 2, onder c), ontvangt van het centrale verbindingsorgaan.
Artikel 5
Intrekking
Verordening (EG) nr. 792/2009 wordt ingetrokken.
Verwijzingen naar Verordening (EG) nr. 792/2009 worden gelezen als verwijzingen naar de onderhavige gedelegeerde verordening en naar Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185.
Artikel 6
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 20 april 2017.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 608.
(2) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.
(3) Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16).
(4) Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).
(5) Verordening (EG) nr. 792/2009 van de Commissie van 31 augustus 2009 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de kennisgeving door de lidstaten aan de Commissie van de informatie en de documenten ter uitvoering van de gemeenschappelijke marktordening, de regeling voor rechtstreekse betalingen, de afzetbevordering voor landbouwproducten en de regelingen voor de ultraperifere gebieden en de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee (PB L 228 van 1.9.2009, blz. 3).
(6) Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185 van de Commissie van 20 april 2017 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de aan de Commissie te melden informatie en documenten en tot wijziging en intrekking van diverse verordeningen van de Commissie (zie bladzijde 113 van dit Publicatieblad).
4.7.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 171/103 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1184 VAN DE COMMISSIE
van 20 april 2017
tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de schema's van de Unie voor de indeling van runder-, varkens- en schapenkarkassen en wat betreft de mededeling van marktprijzen voor bepaalde categorieën karkassen en levende dieren
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 20, onder c), p), q), r), s) en u), en artikel 223, lid 3, onder c) en d),
Gezien Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (2), en met name artikel 62, lid 2, onder a), b) en c),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (3) is ingetrokken en vervangen door Verordening (EU) nr. 1308/2013. Deel II, titel I, hoofdstuk 1, afdeling 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bevat voorschriften inzake openbare interventie en steun voor particuliere opslag, met inbegrip van de indeling van runder-, varkens- en schapenkarkassen en de mededeling van prijzen daarvan, en bevat bepalingen op grond waarvan de Commissie bevoegd is om gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen op dat gebied vast te stellen. Door middel van dergelijke handelingen dienen bepaalde regels te worden vastgesteld met het oog op een vlotte werking van de schema's van de Unie voor de indeling van runder-, varkens- en schapenkarkassen en op de vaststelling van vergelijkbare marktprijzen voor karkassen en levende dieren binnen het nieuwe rechtskader. Deze nieuwe regels dienen in de plaats van de Verordeningen (EG) nr. 315/2002 (4) en (EG) nr. 1249/2008 (5) van de Commissie en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 807/2013 (6) van de Commissie te komen. De genoemde verordeningen worden ingetrokken bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182 van de Commissie (7). |
(2) |
Met het oog op transparantie ten aanzien van de leveranciers moet het slachthuis, het indelingsbureau of het gekwalificeerd personeel dat de indeling van runderen van ten minste acht maanden oud of van varkens of schapen heeft uitgevoerd, de leverancier in kennis stellen van het resultaat van de indeling van de voor slachting aangeboden dieren. Die kennisgeving moet elementen omvatten zoals het resultaat van de indeling, het karkasgewicht, de aanbiedingsvorm van het karkas en, waar van toepassing, de vermelding dat de indeling met geautomatiseerde indelingstechnieken is verricht. |
(3) |
De betrouwbaarheid van de indeling van karkassen van runderen van ten minste acht maanden oud, van varkens en van schapen moet worden geverifieerd via regelmatige controles ter plaatse die worden uitgevoerd door instanties die geen banden hebben met de inrichtingen die zij controleren, noch met de indelingsbureaus en het met de indeling belast gekwalificeerd personeel. De voorwaarden en de minimumeisen voor deze controles moeten worden vastgesteld, met inbegrip van die betreffende de verslaggeving over de verrichte controles ter plaatse en de follow-upmaatregelen. Om de lidstaten afhankelijk van hun behoeften meer flexibiliteit te verlenen bij de uitvoering van controles ter plaatse, moet worden voorzien in de mogelijkheid om een risicobeoordeling uit te voeren. |
(4) |
Om te marktprijzen binnen de Unie met elkaar te kunnen vergelijken moet een referentieaanbiedingsvorm voor karkassen worden bepaald die van invloed is op het gewicht en de juiste prijs van het karkas. Ook moeten bepaalde correctiefactoren worden vastgesteld om de in bepaalde lidstaten gebruikelijke aanbiedingsvormen voor karkassen om te zetten in de referentieaanbiedingsvorm van de Unie. |
(5) |
De lidstaten moeten kunnen beslissen of zij hun grondgebied voor de prijsnotering indelen, en zo ja, in hoeveel regio's. Aangezien het Verenigd Koninkrijk de verdeling van zijn grondgebied in twee regio's wenst te behouden, is het met het oog op transparantie dienstig te bepalen dat de prijsnotering voor het Verenigd Koninkrijk betrekking moet hebben op twee regio's, namelijk Groot-Brittannië en Noord-Ierland. |
(6) |
Om te garanderen dat de prijzen van karkassen en van levende dieren representatief zijn voor de rundvlees-, varkensvlees- en schapenvleesproductie van de lidstaten, moeten de categorieën, klassen en types worden vastgesteld, alsmede de criteria aan de hand waarvan wordt bepaald voor welke inrichtingen of personen de prijsnoteringsplicht geldt. |
(7) |
Er moet worden bepaald hoe de lidstaten praktisch te werk moeten gaan voor de berekening van de gemiddelde wekelijkse prijzen. De mededeling van deze prijzen en de kennisgevingen aan de Commissie dienen te worden verricht overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185 van de Commissie (ISAMM) (8), met uitzondering van de kennisgevingen die nodig zijn voor de organisatie van inspecties ter plaatse of die dienen als basis voor een compleet overzicht van de vleesmarkt. |
(8) |
Om te garanderen dat de indelingsschema's van de Unie voor runder-, varkens- en schapenkarkassen eenvormig worden toegepast, moet worden bepaald dat inspecties ter plaatse worden verricht door een inspectiecomité van de Unie, samengesteld uit deskundigen van de Commissie en door de lidstaten aangewezen deskundigen. Er moeten bepalingen worden vastgesteld met betrekking tot de samenstelling en de werking van dat comité. |
(9) |
Om de lidstaten in de gelegenheid te stellen zich aan te passen aan het nieuwe rechtskader, dient deze verordening twaalf maanden na de inwerkingtreding ervan van toepassing te worden. |
(10) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I
INDELING VAN KARKASSEN EN CONTROLES TER PLAATSE
Artikel 1
Mededeling van de indelingsresultaten
1. Het slachthuis, het indelingsbureau of het met de indeling belast gekwalificeerd personeel als bedoeld in artikel 9, lid 1, onder a), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182 dat de indeling uitvoert overeenkomstig bijlage IV, punten A.II, A.III, B.II, C.II en C.III, van Verordening (EU) nr. 1308/2013, deelt de leverancier van het dier de resultaten van de indeling mee. Die mededeling geschiedt in papieren of elektronische vorm en bevat per karkas:
a) |
de indelingsresultaten, aan de hand van de overeenkomstige letters en cijfers als respectievelijk vermeld in bijlage IV, punten A.II, A.III, B.II, C.II en C.III, van Verordening (EU) nr. 1308/2013; |
b) |
het karkasgewicht, vastgesteld overeenkomstig artikel 7 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182, waarbij wordt vermeld of het om het koude of het warme gewicht gaat; |
c) |
de aanbiedingsvorm van het karkas op het ogenblik van de weging en de indeling aan de haak; de vermelding van de aanbiedingsvorm van het karkas is niet verplicht indien op grond van de nationale wetgeving slechts één aanbiedingsvorm is toegestaan op het grondgebied van of binnen een regio van de betrokken lidstaat; |
d) |
indien van toepassing, de vermelding dat de indeling met geautomatiseerde indelingstechnieken is verricht. |
2. De lidstaten kunnen eisen dat de in lid 1, onder a), bedoelde mededeling ook gegevens over subklassen bevat, voor zover die informatie beschikbaar is.
Artikel 2
Controles ter plaatse
1. Bij alle slachthuizen die de in artikel 10, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde verplichte karkasindeling toepassen, worden controles ter plaatse verricht.
2. De prestaties van het met de indeling belast gekwalificeerd personeel en de toegepaste indelingsmethoden, evenals de in bijlage IV, punten A.II, A.III, A.V, B.II, B.V, C.II, C.III, C.IV en C.V, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde indeling, aanbiedingsvorm en identificatie van de karkassen in de slachthuizen, worden zonder voorafgaande aankondiging ter plaatse gecontroleerd door een instantie die geen banden heeft met de slachthuizen, de indelingsbureaus of het met de indeling belast gekwalificeerd personeel.
De eis dat er geen banden met de indelingsbureaus en het met de indeling belast gekwalificeerd personeel mogen zijn, geldt niet als die controles door de bevoegde autoriteit van een lidstaat zelf worden uitgevoerd.
3. Wanneer de met controles ter plaatse belaste instantie niet onder een bevoegde autoriteit ressorteert, verifieert de bevoegde autoriteit minstens eenmaal per jaar, door middel van fysiek toezicht onder dezelfde voorwaarden, of de controles ter plaatse correct worden uitgevoerd.
Artikel 3
Minimumeisen voor de controles ter plaatse
1. Wanneer in een lidstaat een risicobeoordeling wordt uitgevoerd om de minimumeisen voor controles ter plaatse te bepalen, worden de frequentie van deze controles en het minimumaantal te controleren karkassen bepaald op basis van die risicobeoordeling, waarbij met name rekening wordt gehouden met het aantal dieren dat in de betrokken slachthuizen wordt geslacht en met de bevindingen bij vorige controles ter plaatse in die slachthuizen.
2. Wanneer in een lidstaat geen risicobeoordeling wordt uitgevoerd, worden de controles ter plaatse als volgt verricht:
a) |
in alle slachthuizen waar op jaarbasis gemiddeld ten minste 150 runderen van ten minste acht maanden oud per week worden geslacht: minstens twee controles per kwartaal; elke controle heeft betrekking op ten minste 40 willekeurig gekozen karkassen of, indien minder dan 40 karkassen beschikbaar zijn, op alle karkassen; |
b) |
in alle slachthuizen waar op jaarbasis gemiddeld minstens 500 varkens per week worden geslacht: minstens twee controles per kwartaal; |
c) |
de lidstaten bepalen de frequentie van de controles ter plaatse en het minimumaantal te controleren karkassen voor slachthuizen waar:
|
3. Bij de controles ter plaatse wordt in het bijzonder gelet op:
a) |
de categorie van het runder- of schapenkarkas; |
b) |
de indeling, de weging en het merken van de karkassen; |
c) |
de nauwkeurigheid van de geautomatiseerde indelingsmethoden voor runder- en schapenkarkassen, aan de hand van een punten- en grenswaardensysteem dat de nauwkeurigheid van de indelingsmethode bepaalt; |
d) |
de aanbiedingsvorm van het karkas; |
e) |
in voorkomend geval, de dagelijkse functioneringstest en alle andere technische aspecten van de indelingsmethoden; |
f) |
de in artikel 12, lid 1, onder b), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182 bedoelde dagelijkse controleverslagen. |
Artikel 4
Verslagen en intrekking van vergunningen en goedkeuringen
1. De bevoegde autoriteit stelt verslagen op van de in artikel 2 bedoelde controles ter plaatse en houdt deze bij.
2. Als bij de in artikel 2 bedoelde controles ter plaatse een aanzienlijk aantal onjuiste indelingen, aanbiedingsvormen of identificaties wordt geconstateerd of als wordt geconstateerd dat de toepassing van de geautomatiseerde indelingstechniek niet aan de voorschriften voldoet, kunnen de vergunningen of goedkeuringen voor gekwalificeerd personeel of geautomatiseerde indelingstechnieken waarin is voorzien in artikel 9 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182 worden ingetrokken. Indien een fout wordt geconstateerd in de categorie, de bevleesdheidsklasse of de vetheidsklasse, kan de instantie die belast is met de controles ter plaatse, de marktdeelnemer verzoeken deze fout recht te zetten in het merkteken op het karkas en in de betrokken documenten.
HOOFDSTUK II
NOTERING EN MEDEDELING VAN MARKTPRIJZEN VOOR KARKASSEN EN LEVENDE DIEREN
Artikel 5
Aanbiedingsvorm van karkassen
1. Als de aanbiedingsvorm van het karkas op het moment van de weging en de indeling aan de haak verschilt van de aanbiedingsvorm waarin is voorzien in bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 en in artikel 6 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182, wordt het warme karkasgewicht aangepast door toepassing van correctiefactoren.
Voor karkassen van varkens, van runderen van minder dan acht maanden oud en van schapen worden de correctiefactoren bepaald door de lidstaten.
Voor karkassen van runderen van ten minste acht maanden oud worden de correctiefactoren toegepast die zijn vastgesteld in de bijlage bij deze verordening.
2. Wanneer de in lid 1 bedoelde aanpassingen dezelfde zijn voor het hele grondgebied van een lidstaat, mogen zij op nationaal niveau worden berekend. Wanneer die aanpassingen verschillen naargelang van het slachthuis, worden zij op niveau van het slachthuis berekend.
Artikel 6
Territoriale verdeling voor de notering van marktprijzen voor karkassen
De lidstaten besluiten of hun grondgebied één enkele regio vormt dan wel in verscheidene regio's moet worden ingedeeld. Dit besluit wordt genomen op basis van:
a) |
de grootte van hun grondgebied; |
b) |
het al dan niet bestaan van bestuurlijke indelingen; |
c) |
geografische prijsverschillen. |
Het Verenigd Koninkrijk omvat voor de notering van marktprijzen voor runderkarkassen ten minste twee regio's, namelijk Groot-Brittannië en Noord-Ierland, die op basis van de in de eerste alinea genoemde criteria verder mogen worden onderverdeeld.
Artikel 7
Klassen voor de notering van marktprijzen voor runderkarkassen
De notering van de marktprijzen op basis van de in artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde schema's van de Unie heeft betrekking op de in bijlage IV, punt A.II, van die verordening gespecificeerde categorieën en op de volgende bevleesdheids- en vetheidsklassen:
a) |
karkassen van runderen die ten minste acht maanden oud zijn, maar jonger dan twaalf maanden: U2, U3, R2, R3, O2 en O3; |
b) |
karkassen van niet-gecastreerde mannelijke dieren die ten minste twaalf maanden oud zijn, maar jonger dan 24 maanden: U2, U3, R2, R3, O2 en O3; |
c) |
karkassen van niet-gecastreerde mannelijke dieren die ten minste 24 maanden oud zijn: R3; |
d) |
karkassen van gecastreerde mannelijke dieren die ten minste twaalf maanden oud zijn: U2, U3, U4, R3, R4, O3 en O4; |
e) |
karkassen van vrouwelijke dieren die gekalfd hebben: R3, R4, O2, O3, O4, P2 en P3; |
f) |
karkassen van andere vrouwelijke dieren die ten minste twaalf maanden oud zijn: U2, U3, U4, R2, R3, R4, O2, O3 en O4. |
Artikel 8
Notering van marktprijzen voor runderkarkassen
1. De mee te delen marktprijs voor karkassen van runderen van ten minste acht maanden oud, als bedoeld in artikel 14 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182, wordt genoteerd door:
a) |
de exploitant van elk slachthuis waar jaarlijks ten minste 20 000 runderen van ten minste acht maanden oud worden geslacht; |
b) |
de exploitant van elk door de lidstaat aangewezen slachthuis waar jaarlijks minder dan 20 000 runderen van ten minste acht maanden oud worden geslacht; |
c) |
elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die jaarlijks ten minste 10 000 runderen van ten minste acht maanden oud laat slachten; en |
d) |
elke door de lidstaat aangewezen natuurlijke persoon of rechtspersoon die jaarlijks minder dan 10 000 runderen van ten minste acht maanden oud laat slachten. |
2. De lidstaat ziet erop toe dat de prijzen worden genoteerd voor ten minste:
a) |
25 % van de slachtingen in de regio's die samen goed zijn voor ten minste 75 % van het totale aantal slachtingen in de lidstaat; en |
b) |
30 % van de in die lidstaat geslachte runderen van ten minste acht maanden oud. |
3. De overeenkomstig lid 1 genoteerde prijzen hebben betrekking op de gedurende de betrokken noteringsperiode geslachte runderen van ten minste acht maanden oud en zijn gebaseerd op het koude karkasgewicht als bedoeld in artikel 14, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182.
4. Bij de prijzen die zijn genoteerd voor elke in artikel 7 van deze verordening bedoelde klasse, wordt het gemiddelde karkasgewicht opgegeven waarop zij betrekking hebben, en wordt vermeld of zij al dan niet zijn gecorrigeerd door toepassing van een van de in artikel 5 bedoelde factoren.
Artikel 9
Klassen en gewichten voor de notering van marktprijzen voor varkenskarkassen
De notering van de marktprijzen op basis van de in artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde schema's van de Unie heeft betrekking op de volgende gewichtsklassen:
a) |
karkassen van minimaal 60 maar minder dan 120 kg: klassen S en E; |
b) |
karkassen van minimaal 120 maar minder dan 180 kg: klasse R. |
Artikel 10
Notering van marktprijzen voor karkassen van varkens en van runderen van minder dan acht maanden oud
De mee te delen marktprijs voor karkassen van varkens en van runderen van minder dan acht maanden oud, als bedoeld in de artikelen 14 en 15 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182, wordt op de representatieve markten genoteerd door de lidstaat of de exploitanten van een slachthuis of de door de lidstaat aangewezen natuurlijke personen of rechtspersonen die deze dieren laten slachten.
Artikel 11
Notering van marktprijzen voor karkassen van schapen van minder dan twaalf maanden oud
De mee te delen marktprijs voor karkassen van schapen van minder dan twaalf maanden oud, als bedoeld in artikel 15 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182, wordt op de representatieve markten genoteerd door de lidstaat of de exploitanten van een slachthuis of de door de lidstaat aangewezen natuurlijke personen of rechtspersonen die deze dieren laten slachten.
De notering van de marktprijzen heeft betrekking op de volgende gewichtsklassen:
a) |
karkassen van lichte lammeren met een karkasgewicht van minder dan 13 kg; |
b) |
karkassen van zware lammeren met een karkasgewicht van minstens 13 kg. |
Artikel 12
Notering van marktprijzen voor levende dieren
De mee te delen marktprijzen voor elk type van mannelijke kalveren tussen acht dagen en vier weken oud, voor mestvee en voor biggen met een levend gewicht van ongeveer 25 kg, als bedoeld in artikel 16 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182, worden op de representatieve markten genoteerd door de lidstaat of de door de lidstaat aangewezen natuurlijke personen of rechtspersonen die deze dieren verhandelen.
Artikel 13
Berekening van wekelijkse marktprijzen voor karkassen en levende dieren
1. Bij het ontbreken van prijsnotering op de representatieve markten of door exploitanten van slachthuizen of door de in de artikelen 10, 11 en 12 bedoelde natuurlijke of rechtspersonen, worden de prijzen genoteerd door landbouwkamers, noteringscentra, landbouwcoöperaties of landbouwverenigingen in de betrokken lidstaat.
Als een lidstaat in de betrokken regio evenwel een commissie heeft ingesteld om de prijzen voor die regio te bepalen en die commissie paritair is samengesteld uit kopers en verkopers van runderen van ten minste acht maanden oud en de karkassen daarvan, kan die lidstaat de door die commissie vastgestelde prijzen hanteren voor de berekening van de mee te delen prijzen.
2. Wanneer de aankopen tegen een forfaitaire prijs meer dan 35 % van het totale aantal slachtingen van runderen van ten minste acht maanden oud in een lidstaat uitmaken, kan die lidstaat criteria vaststellen om bepaalde zendingen uit te sluiten bij de berekening van de prijzen als deze zendingen op onevenredige wijze van invloed zijn op de prijzen.
Wanneer de aankopen tegen een forfaitaire prijs evenwel minder dan 35 % van het totale aantal slachtingen van runderen van ten minste acht maanden oud in de betrokken lidstaat uitmaken, kan deze besluiten bij de berekening van de prijzen geen rekening te houden met de prijs voor die aankopen.
In de in de tweede alinea bedoelde gevallen wordt voor elke klasse door de bevoegde autoriteit een representatieve nationale prijs berekend, rekening houdend met de in artikel 14 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182 en artikel 5 van de onderhavige verordening bedoelde factoren.
Artikel 14
Mededeling van marktprijzen aan de bevoegde autoriteit
De prijzen die wekelijks overeenkomstig de artikelen 7 tot en met 12 in de periode van maandag tot en met zondag zijn genoteerd,
a) |
worden door de exploitant van het slachthuis of door de in de artikelen 8, 10, 11 en 12 bedoelde natuurlijke persoon of rechtspersoon uiterlijk op het door de lidstaat bepaalde tijdstip in papieren of elektronische vorm aan de bevoegde autoriteit meegedeeld; of |
b) |
worden, indien de lidstaat dit verkiest, in het slachthuis of op het bedrijf van de in de artikelen 8, 10, 11 en 12 bedoelde natuurlijke persoon of rechtspersoon ter beschikking gesteld van de bevoegde autoriteit van die lidstaat. |
Artikel 15
Mededeling van marktprijzen en kennisgevingen aan de Commissie
1. De mededeling van de marktprijzen en de kennisgevingen als bedoeld in de artikelen 13 en 25 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182 worden verricht overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185, met uitzondering van de kennisgevingen waarin is voorzien in artikel 25, leden 3 en 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182.
2. Deze prijzen hebben betrekking op de periode van maandag tot en met zondag van de week die voorafgaat aan de week waarin de gegevens worden meegedeeld.
HOOFDSTUK III
INSPECTIECOMITÉ VAN DE UNIE EN INSPECTIE TER PLAATSE
Artikel 16
Inspectiecomité van de Unie
1. Het inspectiecomité van de Unie (hierna „het comité” genoemd) is verantwoordelijk voor de uitvoering van de inspecties ter plaatse met betrekking tot:
a) |
de toepassing van de schema's van de Unie voor de indeling van runder-, varkens- en schapenkarkassen; |
b) |
de notering van de marktprijzen overeenkomstig die indelingsschema's; |
c) |
de indeling, de identificatie en het merken van producten in het kader van de openbare-interventieaankoop in de rundvleessector. |
2. Het comité bestaat ten hoogste uit:
a) |
drie deskundigen van de Commissie, van wie één het voorzitterschap van het comité waarneemt; |
b) |
één deskundige van de betrokken lidstaat; |
c) |
acht deskundigen van andere lidstaten. |
De lidstaten wijzen de deskundigen aan op grond van hun onafhankelijkheid en hun deskundigheid, met name op het gebied van de indeling van karkassen en de notering van marktprijzen, en op basis van de specifieke aard van de te verrichten taken.
Deze deskundigen mogen in geen geval de bij de werkzaamheden van het comité verkregen informatie voor persoonlijke doeleinden aanwenden, noch daaraan bekendheid geven.
3. De aan de inspecties ter plaatse gerelateerde reis- en verblijfkosten van de leden van het comité worden door de Commissie gedragen volgens de voorschriften betreffende de vergoeding van de reis- en verblijfkosten van personen die niet tot de diensten van de Commissie behoren en op wie zij een beroep doet als deskundige.
Artikel 17
Inspecties ter plaatse
1. Inspecties ter plaatse worden verricht in slachthuizen, vleesmarkten, interventiecentra en noteringscentra en bij regionale en centrale diensten die betrokken zijn bij de tenuitvoerlegging van de bepalingen betreffende:
a) |
de toepassing van de schema's van de Unie voor de indeling van runder-, varkens- en schapenkarkassen; |
b) |
de notering van de marktprijzen overeenkomstig die indelingsschema's; |
c) |
de indeling, de identificatie en het merken van producten in het kader van de openbare-interventieaankoop in de rundvleessector. |
2. De inspecties ter plaatse in de lidstaten vinden regelmatig plaats, maar de frequentie ervan kan variëren, met name naargelang van de relatieve omvang van de rund-, varkens- en schapenvleesproductie in de bezochte lidstaten of in verband met onregelmatigheden bij de toepassing van de indelingsschema's en de mededeling van de marktprijzen.
Vertegenwoordigers van de lidstaat waar het bezoek plaatsvindt, mogen de inspecties ter plaatse bijwonen.
Elke lidstaat organiseert de op zijn grondgebied uit te voeren inspecties ter plaatse volgens de door de Commissie vastgestelde voorschriften. Daartoe deelt de lidstaat uiterlijk 60 dagen vóór de inspecties ter plaatse het ontwerpprogramma van de geplande inspecties mee aan de Commissie. De Commissie kan verzoeken om wijzigingen aan te brengen in het programma.
De Commissie stelt de lidstaten zo lang mogelijk vóór elke inspectie ter plaatse in kennis van wijzigingen aan het programma en de wijze van uitvoering.
Artikel 18
Verslagen
Na afloop van elk inspectiebezoek komen de leden van het comité en de vertegenwoordigers van de lidstaat waar het bezoek heeft plaatsgehad, bijeen om de resultaten te beoordelen. De leden van het comité formuleren hun conclusies van het inspectiebezoek met betrekking tot:
a) |
de toepassing van de schema's van de Unie voor de indeling van runder-, varkens- en schapenkarkassen; |
b) |
de notering van de marktprijzen overeenkomstig die indelingsschema's. |
De voorzitter van het comité stelt een verslag op over de verrichte inspecties ter plaatse en vermeldt daarin de in de eerste alinea bedoelde conclusies. Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk aan de geïnspecteerde lidstaat toegezonden, en vervolgens aan de andere lidstaten.
Met betrekking tot de in de tweede alinea bedoelde verslagen over in een lidstaat uitgevoerde inspecties ter plaatse verstrekt de Commissie de betrokken bevoegde autoriteit een ontwerpverslag met het oog op eventuele opmerkingen, houdt zij bij het opstellen van het definitieve verslag rekening met die opmerkingen en maakt zij de opmerkingen van de bevoegde autoriteit samen met het definitieve verslag bekend.
Als het verslag van de uitgevoerde inspecties ter plaatse tekortkomingen aan het licht brengt in de diverse activiteitendomeinen waarop de inspecties betrekking hadden, of aanbevelingen bevat om de werking te verbeteren, stellen de lidstaten de Commissie uiterlijk drie maanden na de datum van overlegging van het verslag in kennis van alle wijzigingen die worden overwogen of reeds zijn doorgevoerd.
HOOFDSTUK IV
SLOTBEPALINGEN
Artikel 19
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 11 juli 2018.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 20 april 2017.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.
(2) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549.
(3) Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).
(4) Verordening (EG) nr. 315/2002 van de Commissie van 20 februari 2002 betreffende de constatering van de prijzen voor verse of gekoelde geslachte schapen op de representatieve markten in de Gemeenschap (PB L 50 van 21.2.2002, blz. 47).
(5) Verordening (EG) nr. 1249/2008 van de Commissie van 10 december 2008 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de communautaire indelingsschema's voor runder-, varkens- en schapenkarkassen en voor de mededeling van de prijzen daarvan (PB L 337 van 16.12.2008, blz. 3).
(6) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 807/2013 van de Commissie van 26 augustus 2013 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad met betrekking tot de constatering van de prijzen voor sommige categorieën runderen op de representatieve markten van de Unie (PB L 228 van 27.8.2013, blz. 5).
(7) Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182 van de Commissie van 20 april 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de schema's van de Unie voor de indeling van runder-, varkens- en schapenkarkassen en wat betreft de mededeling van de marktprijzen voor bepaalde categorieën karkassen en levende dieren (zie bladzijde 74 van dit Publicatieblad).
(8) Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185 van de Commissie van 20 april 2017 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de aan de Commissie te melden informatie en documenten en tot wijziging en intrekking van diverse verordeningen van de Commissie (zie bladzijde 113 van dit Publicatieblad).
BIJLAGE
In artikel 5, lid 1, bedoelde correctiefactoren voor runderen van ten minste acht maanden oud, als bij te tellen of af te trekken percentage van het karkasgewicht
Percentage |
Af te trekken |
Bij te tellen |
||||||
Vetheidsklassen |
1-2 |
3 |
4-5 |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
Nieren |
– 0,4 |
|
||||||
Niervet |
– 1,75 |
– 2,5 |
– 3,5 |
|
||||
Slotvet |
– 0,5 |
|
||||||
Lever |
– 2,5 |
|
||||||
Omlopen |
– 0,4 |
|
||||||
Longhaasjes |
– 0,4 |
|
||||||
Staart |
– 0,4 |
|
||||||
Ruggenmerg |
– 0,05 |
|
||||||
Uiervet |
– 1,0 |
|
||||||
Teelballen |
– 0,3 |
|
||||||
Zakvet |
– 0,5 |
|
||||||
Bovenbilvet |
– 0,3 |
|
||||||
Vette nekader |
– 0,3 |
|
||||||
Ontdaan van het overtollige dekvet |
|
0 |
0 |
+ 2 |
+ 3 |
+ 4 |
||
Ontdaan van de vetlaag aan de puntborst met behoud van enige vetbedekking (het spierweefsel mag niet blootliggen) |
|
0 |
+ 0,2 |
+ 0,2 |
+ 0,3 |
+ 0,4 |
||
Ontdaan van het vet aan de binnenzijde van de vang |
|
0 |
+ 0,3 |
+ 0,4 |
+ 0,5 |
+ 0,6 |
4.7.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 171/113 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1185 VAN DE COMMISSIE
van 20 april 2017
tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de aan de Commissie te melden informatie en documenten en tot wijziging en intrekking van diverse verordeningen van de Commissie
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (1), en met name artikel 67, lid 3,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (2), en met name de artikelen 126 en 151 en artikel 223, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 zijn respectievelijk de Verordeningen (EG) nr. 73/2009 (3) en (EG) nr. 1234/2007 (4) van de Raad ingetrokken en vervangen. De Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 en de op basis van die verordeningen vastgestelde handelingen bevatten een breed scala aan verplichtingen om informatie en documenten aan de Commissie te melden. Die verordeningen machtigen de Commissie ook om in dit verband gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen vast te stellen. Om ervoor te zorgen dat de lidstaten informatie en documenten op probleemloze wijze aan de Commissie kunnen melden, moeten bij dergelijke handelingen bepaalde voorschriften worden vastgesteld. Die handelingen moeten de voorschriften van Verordening (EG) nr. 792/2009 van de Commissie (5), die is ingetrokken bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1183 van de Commissie (6), vervangen. |
(2) |
Bepaald moet worden op welke wijze de informatie en documenten moeten worden gemeld die nodig zijn om te voldoen aan de meldingsverplichtingen van de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013, als aangevuld bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1183, en ook moeten de uitzonderingen op die wijze van melding worden gespecificeerd. |
(3) |
Om ervoor te zorgen dat de documenten als geldig kunnen worden erkend voor de doelstellingen van de Commissie, moeten de authenticiteit, de integriteit en de leesbaarheid van de documenten en de bijbehorende metagegevens kunnen worden gewaarborgd tijdens de gehele periode waarin zij moeten worden bewaard. |
(4) |
De documenten moeten worden beheerd overeenkomstig de regels inzake de bescherming van persoonsgegevens. Daartoe moeten de algemene voorschriften van de Uniewetgeving, en met name Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (7), de Verordeningen (EG) nr. 45/2001 (8) en (EG) nr. 1049/2001 (9) van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad (10) van toepassing zijn en moet worden voorzien in verdere voorschriften die als leidraad dienen voor de lidstaten. |
(5) |
Het is van belang dat de gemelde informatie relevant is voor de betrokken markt en nauwkeurig en volledig is, en de lidstaten moeten regelingen invoeren die zulks waarborgen, met inbegrip van de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat marktdeelnemers hun tijdig de vereiste informatie verstrekken. |
(6) |
Ter vereenvoudiging en beperking van de administratieve lasten moet de Commissie, wanneer een lidstaat geen melding heeft verzonden, dit interpreteren als een nihil-melding van de lidstaat. |
(7) |
De lidstaten mogen naast hetgeen in deze verordening is voorgeschreven, aanvullende informatie melden die voor de markt van belang is. De Commissie stelt via het informatiesysteem het benodigde formulier voor de toezending van dergelijke informatie beschikbaar. |
(8) |
Voor de monitoring, de analyse en het beheer van de markt voor landbouwproducten en voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 1308/2013 is informatie vereist over productprijzen, de productie en de markt. Bijgevolg moet worden voorzien in voorschriften voor de melding van deze informatie. |
(9) |
Om de toegang tot de voorschriften inzake de meldingsverplichtingen te vereenvoudigen en te vergemakkelijken, moeten in deze verordening de bepalingen worden opgenomen die betrekking hebben op de door de lidstaten aan de Commissie te melden gegevens over landbouwmarkten, en met name over de prijzen, de productie en de balans; deze bepalingen maken momenteel deel uit van de Verordeningen (EG) nr. 315/2002 (11) , (EG) nr. 546/2003 (12) , (EG) nr. 1709/2003 (13) ; (EG) nr. 2336/2003 (14) , (EG) nr. 2095/2005 (15) , (EG) nr. 952/2006 (16), (EG) nr. 1557/2006 (17) , (EG) nr. 589/2008 (18), (EG) nr. 826/2008 (19) , (EG) nr. 1249/2008 (20) , (EG) nr. 436/2009 (21), (EU) nr. 1272/2009 (22) en (EU) nr. 479/2010 (23) van de Commissie en Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 543/2011 (24) , (EU) nr. 1288/2011 (25) , (EU) nr. 1333/2011 (26) en (EU) nr. 807/2013 (27) van de Commissie. Die meldingsverplichtingen moeten worden bijgewerkt in het licht van de opgedane ervaring en met het oog op een doeltreffender beheer van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. |
(10) |
Om een volledig beeld te krijgen van de gemelde prijsgegevens en om de trends te kunnen volgen, moet worden voorgeschreven dat elke prijzenreeks moet worden gedefinieerd. |
(11) |
De lidstaten die de euro niet hebben ingevoerd, moeten prijsinformatie in hun nationale munteenheid opgeven. |
(12) |
De Unie is verplicht om bepaalde meldingen aan de Wereldhandelsorganisatie (WTO) te doen overeenkomstig artikel 18, lid 2, van de WTO-overeenkomst inzake de landbouw (28), zoals nader uitgewerkt in deel 4 van WTO-document G/AG/2 van 30 juni 1995 en in de bijlage bij het ministerieel WTO-besluit van 19 december 2015 inzake uitvoerconcurrentie (WT/MIN(15)/45-WT/L/980). Om aan die eisen te voldoen, heeft de Unie bepaalde informatie van de lidstaten nodig, en met name informatie over binnenlandse steun en uitvoerconcurrentie. Daarom moeten bepalingen worden vastgesteld voor de meldingen die de lidstaten in dit verband aan de Commissie moeten doen. |
(13) |
De meldingsbepalingen voor de suikersector moeten met ingang van 1 oktober 2017 van toepassing zijn zodat er sprake zal zijn van vloeiende overgang wanneer er een einde komt aan het quotastelsel. |
(14) |
De Verordeningen (EG) nr. 315/2002, (EG) nr. 952/2006, (EG) nr. 589/2008, (EG) nr. 826/2008, (EG) nr. 1249/2008, (EG) nr. 436/2009, (EU) nr. 1272/2009, (EU) nr. 479/2010 en de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 543/2011, (EU) nr. 1333/2011 en (EU) nr. 807/2013 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. De Verordeningen (EG) nr. 546/2003, (EG) nr. 1709/2003, (EG) nr. 2336/2003, (EG) nr. 2095/2005 en (EG) nr. 1557/2006 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1288/2011 moeten worden ingetrokken. |
(15) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor rechtstreekse betalingen en het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I
GRONDSLAGEN EN VEREISTEN VAN HET INFORMATIESYSTEEM
Artikel 1
Informatiesysteem van de Commissie en wijze van melding
1. De melding van informatie en documenten die krachtens de meldingsverplichtingen van de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 en van de op basis van die verordeningen vastgestelde handelingen vereist is, wordt gedaan via een IT-systeem dat de Commissie aan de lidstaat ter beschikking stelt.
De informatie en documenten worden opgesteld en gemeld overeenkomstig:
a) |
de procedures van het informatiesysteem; |
b) |
de toegangsrechten die het in Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1183 bedoelde centrale verbindingsorgaan heeft verleend, en |
c) |
de formulieren die aan de gebruikers ter beschikking zijn gesteld in het informatiesysteem. |
2. In afwijking van lid 1, eerste alinea, mogen de lidstaten de vereiste informatie per post, per telefax, per e-mail of persoonlijk aan de Commissie beschikbaar stellen:
a) |
indien de Commissie geen IT-middelen voor een bepaalde meldingsverplichting beschikbaar heeft gesteld; |
b) |
bij overmacht of in uitzonderlijke situaties waardoor de lidstaat het in lid 1 bedoelde informatiesysteem niet kan gebruiken. |
Artikel 2
Integriteit en langdurige leesbaarheid
Het door de Commissie ter beschikking gestelde informatiesysteem is van dien aard dat de integriteit van de gemelde en bewaarde documenten wordt beschermd. Met name:
a) |
kan het elke gebruiker op ondubbelzinnige wijze identificeren en bevat het doeltreffende controlemaatregelen met betrekking tot de toegangsrechten om bescherming te bieden tegen illegale, kwaadwillige of niet-toegestane toegang, vernietiging, wijziging of verplaatsing van documenten, dossiers en metagegevens; |
b) |
is het uitgerust met systemen die fysieke bescherming bieden tegen indringing en milieuongevallen, en met software die bescherming biedt tegen mogelijke cyberaanvallen; |
c) |
voorkomt het ongeoorloofde wijzigingen en beschikt het over integriteitsmechanismen waarmee kan worden nagegaan of een document in de loop van de tijd is gewijzigd; |
d) |
bewaart het een auditspoor voor elke essentiële procedurefase; |
e) |
bewaart het opgeslagen gegevens in een omgeving die zowel fysiek als wat de software betreft, veilig is, overeenkomstig punt b); |
f) |
biedt het betrouwbare procedures voor formaatconversie en migratie zodat gewaarborgd is dat documenten gedurende de gehele vereiste opslagperiode leesbaar en toegankelijk zijn; |
g) |
beschikt het over voldoende gedetailleerde en bijgewerkte functionele en technische documentatie over de werking en kenmerken van het systeem en is die documentatie te allen tijde toegankelijk voor de organisatorische entiteiten die voor de functionele en/of technische specificaties verantwoordelijk zijn. |
Artikel 3
Authenticiteit van documenten
De authenticiteit van een document dat overeenkomstig de onderhavige verordening via een informatiesysteem is gemeld of wordt bewaard, wordt erkend als de persoon die het document heeft verzonden, naar behoren is geïdentificeerd en als het document overeenkomstig de onderhavige verordening is opgesteld en gemeld.
Artikel 4
Bescherming van persoonsgegevens
1. De onderhavige verordening is van toepassing onverminderd Richtlijn 95/46/EG, Verordening (EG) nr. 45/2001, Verordening (EG) nr. 1049/2001 en Richtlijn 2002/58/EG en de bepalingen die op basis daarvan zijn vastgesteld.
2. De lidstaten zetten de nodige stappen om de vertrouwelijkheid van de van marktdeelnemers ontvangen gegevens te beschermen.
3. Wanneer aan de Commissie gemelde informatie is ontvangen van minder dan drie marktdeelnemers of wanneer informatie van één marktdeelnemer goed is voor meer dan 70 % van het kwantum van dergelijke gemelde informatie, dan maakt de betrokken lidstaat dit bij de melding van de informatie kenbaar aan de Commissie.
4. De Commissie maakt informatie niet zodanig bekend dat deze kan worden herleid tot een individuele marktdeelnemer. Wanneer een dergelijk risico bestaat, maakt de Commissie zulke informatie alleen in geaggregeerde vorm bekend.
Artikel 5
Standaardmelding
Tenzij anders bepaald in de in artikel 1 bedoelde handelingen, wordt in gevallen waarin een lidstaat de vereiste informatie of documenten niet binnen de termijn aan de Commissie heeft gemeld („geen respons”), de lidstaat geacht het volgende aan de Commissie te hebben gemeld:
a) |
bij kwantitatieve informatie: een nulwaarde; |
b) |
bij kwalitatieve informatie: er is niets te rapporteren. |
HOOFDSTUK II
MELDINGEN VAN INFORMATIE OVER DE PRIJZEN, DE PRODUCTIE EN DE MARKT EN MELDINGEN DIE OP GROND VAN INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN VEREIST ZIJN
AFDELING 1
Melding van informatie over de prijzen, de productie en de markt
Artikel 6
Melding over de prijzen, de productie en de marktsituatie
De melding van informatie over de prijzen die krachtens de meldingsverplichting van artikel 2 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1183 vereist is, wordt gedaan overeenkomstig de bijlagen I en II.
De melding van de productie en markten die krachtens de meldingsverplichting van artikel 2 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1183 vereist is, wordt gedaan overeenkomstig bijlage III.
Artikel 7
Integriteit van informatie
1. De lidstaten zetten de nodige stappen om ervoor te zorgen dat de gemelde informatie voor de betrokken markt van belang is en nauwkeurig en volledig is. De lidstaten zorgen ervoor dat de gemelde kwantitatieve gegevens een consistente statistische reeks vormen. Als een lidstaat reden heeft om aan te nemen dat de gemelde informatie wellicht niet van belang is of niet nauwkeurig of niet volledig is, maakt hij dit bij de melding van de informatie kenbaar aan de Commissie.
2. De lidstaten melden de Commissie alle belangrijke nieuwe informatie die waarschijnlijk tot een substantiële verandering van al gemelde informatie leidt.
3. De lidstaten treffen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de betrokken marktdeelnemers hun tijdig de vereiste informatie verstrekken. Marktdeelnemers verstrekken de lidstaten de informatie die nodig is om te voldoen aan de informatievereisten van de onderhavige verordening.
Artikel 8
Aanvullende informatie
Via het in artikel 1 bedoelde informatiesysteem kunnen de lidstaten naast de in de bijlagen I, II en III gevraagde informatie aanvullende informatie verstrekken wanneer dergelijke informatie door de betrokken lidstaat van belang wordt geacht. Dergelijke meldingen worden gedaan via een formulier dat de Commissie in het systeem beschikbaar heeft gesteld.
Artikel 9
Prijsdefinitie
1. Bij elke op grond van deze afdeling vereiste prijsmelding melden de lidstaten ook de bron en methodiek op basis waarvan de geleverde prijzen zijn bepaald. Dergelijke meldingen bevatten informatie over de door de lidstaten bepaalde representatieve markten en de bijbehorende wegingscoëfficiënten.
2. De lidstaten melden wijzigingen in de overeenkomstig lid 1 verstrekte informatie aan de Commissie.
3. De lidstaten zorgen ervoor dat de Commissie het recht heeft om gegevens bekend te maken die zij aan de Commissie melden, zulks onverminderd artikel 4.
Artikel 10
Rapportage van prijzen in de officiële munteenheid
Tenzij anders bepaald in de bijlagen I, II en III, melden de lidstaten prijsinformatie in hun officiële munteenheid, exclusief btw.
Artikel 11
Wekelijkse prijsmonitoring
Tenzij anders gespecificeerd in bijlage I, melden de lidstaten de Commissie elke woensdag om 12.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) de in die bijlage bedoelde wekelijkse prijsinformatie voor de voorgaande week.
Artikel 12
Niet-wekelijkse prijsinformatie- en productiemonitoring
De lidstaten melden de Commissie binnen de vastgestelde termijnen:
a) |
de niet-wekelijkse prijsinformatie als bedoeld in bijlage II bij deze verordening, en |
b) |
de productie- en marktinformatie als bedoeld in bijlage III bij deze verordening. |
AFDELING 2
Meldingen die op grond van internationale overeenkomsten vereist zijn
Artikel 13
WTO-gegevens over binnenlandse steun
1. De lidstaten melden de Commissie elk jaar uiterlijk op 31 oktober gegevens over de nationale begrotingsuitgaven, inclusief de gederfde inkomsten, die betrekking hebben op de nationale steunmaatregelen ten behoeve van de landbouwproducenten voor het voorgaande begrotingsjaar van de Unie. De melding bevat ook gegevens over de uit de Uniebegroting medegefinancierde maatregelen, uitgesplitst naar nationale en Uniecomponent van de financiering. De melding bestrijkt geen maatregelen die volledig uit de Uniebegroting zijn gefinancierd.
2. De in het kader van lid 1 vereiste gegevens komen overeen met die welke in WTO-document G/AG/2 inzake binnenlandse steun zijn vermeld, en worden gemeld in het in dat document opgenomen formaat.
Artikel 14
WTO-gegevens over uitvoerconcurrentie
1. De lidstaten melden de Commissie elk jaar uiterlijk op 28 februari gegevens voor het voorgaande kalenderjaar over de volgende door hen toegepaste uitvoerconcurrentiemaatregelen:
a) |
uitvoerfinancieringssteun (uitvoerkredieten, uitvoerkredietgaranties of -verzekeringsprogramma's); |
b) |
internationale voedselsteun; |
c) |
agrarische uitvoerende staatshandelsondernemingen. |
2. De in het kader van lid 1 vereiste gegevens komen overeen met die welke in de bijlage bij het ministerieel WTO-besluit van 19 december 2015 inzake uitvoerconcurrentie zijn vermeld, en worden gemeld in het in die bijlage opgenomen formaat.
HOOFDSTUK III
SLOTBEPALINGEN
Artikel 15
Wijzigingen in diverse verordeningen en overgangsbepalingen
1. Artikel 1 van Verordening (EG) nr. 315/2002 wordt geschrapt.
2. De artikelen 12, 13, 14, 14 bis, 15 bis, 20, 21 en 22 van Verordening (EG) nr. 952/2006 worden met ingang van 1 oktober 2017 geschrapt. Die bepalingen blijven van toepassing voor de resterende meldingen in het kader van het suikerquotastelsel.
3. Artikel 31 van Verordening (EG) nr. 589/2008 wordt geschrapt.
4. Punt A van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 826/2008 wordt geschrapt.
5. Artikel 16, lid 8, artikel 17, artikel 25, lid 3, artikel 27, leden 1 en 2, artikel 34, lid 2, en artikel 36 van Verordening (EG) nr. 1249/2008 worden geschrapt.
6. Artikel 19 van Verordening (EG) nr. 436/2009 wordt geschrapt, met uitzondering van lid 1, onder b), iii), en lid 2, die van toepassing blijven tot en met 31 juli 2017.
7. In artikel 56 van Verordening (EU) nr. 1272/2009 worden de leden 3 en 4 geschrapt.
8. De artikelen 1 bis, 2 en 3 van Verordening (EU) nr. 479/2010 worden geschrapt.
9. Artikel 98 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 wordt geschrapt.
10. Artikel 11 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1333/2011 wordt geschrapt.
11. Artikel 4, leden 2 en 3, en artikel 7 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 807/2013 worden geschrapt.
Artikel 16
Intrekking
De volgende verordeningen worden ingetrokken:
— |
Verordening (EG) nr. 546/2003, |
— |
Verordening (EG) nr. 1709/2003, |
— |
Verordening (EG) nr. 2336/2003, |
— |
Verordening (EG) nr. 2095/2005, |
— |
Verordening (EG) nr. 1557/2006, |
— |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1288/2011. |
Artikel 17
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Punt 1 van bijlage II en punt 2 van bijlage III zijn van toepassing met ingang van 1 oktober 2017.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 20 april 2017.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 608.
(2) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.
(3) Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16).
(4) Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).
(5) Verordening (EG) nr. 792/2009 van de Commissie van 31 augustus 2009 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de kennisgeving door de lidstaten aan de Commissie van de informatie en de documenten ter uitvoering van de gemeenschappelijke marktordening, de regeling voor rechtstreekse betalingen, de afzetbevordering voor landbouwproducten en de regelingen voor de ultraperifere gebieden en de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee (PB L 228 van 1.9.2009, blz. 3).
(6) Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1183 van de Commissie van 20 april 2017 tot aanvulling van de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de aan de Commissie te melden informatie en documenten (zie bladzijde 100 van dit Publicatieblad).
(7) Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).
(8) Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).
(9) Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).
(10) Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37).
(11) Verordening (EG) nr. 315/2002 van de Commissie van 20 februari 2002 betreffende de constatering van de prijzen voor verse of gekoelde geslachte schapen op de representatieve markten in de Gemeenschap (PB L 50 van 21.2.2002, blz. 47).
(12) Verordening (EG) nr. 546/2003 van de Commissie van 27 maart 2003 betreffende bepaalde mededelingen van gegevens in verband met de toepassing van de Verordeningen (EEG) nr. 2771/75, (EEG) nr. 2777/75 en (EEG) nr. 2783/75 van de Raad in de sectoren eieren en slachtpluimvee (PB L 81 van 28.3.2003, blz. 12).
(13) Verordening (EG) nr. 1709/2003 van de Commissie van 26 september 2003 inzake de oogst- en voorraadaangiften voor rijst (PB L 243 van 27.9.2003, blz. 92).
(14) Verordening (EG) nr. 2336/2003 van de Commissie van 30 december 2003 houdende vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 670/2003 van de Raad tot vaststelling van specifieke maatregelen betreffende de markt voor ethylalcohol uit landbouwproducten (PB L 346 van 31.12.2003, blz. 19).
(15) Verordening (EG) nr. 2095/2005 van de Commissie van 20 december 2005 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2075/92 van de Raad met betrekking tot de mededeling van gegevens over tabak (PB L 335 van 21.12.2005, blz. 6).
(16) Verordening (EG) nr. 952/2006 van de Commissie van 29 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad, wat betreft het beheer van de interne suikermarkt en het quotastelsel (PB L 178 van 1.7.2006, blz. 39).
(17) Verordening (EG) nr. 1557/2006 van de Commissie van 18 oktober 2006 houdende vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1952/2005 van de Raad met betrekking tot de registratie van de contracten en de mededeling van de gegevens in de sector hop (PB L 288 van 19.10.2006, blz. 18).
(18) Verordening (EG) nr. 589/2008 van de Commissie van 23 juni 2008 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat betreft de handelsnormen voor eieren (PB L 163 van 24.6.2008, blz. 6).
(19) Verordening (EG) nr. 826/2008 van de Commissie van 20 augustus 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke bepalingen inzake de verlening van steun voor de particuliere opslag van bepaalde landbouwproducten (PB L 223 van 21.8.2008, blz. 3).
(20) Verordening (EG) nr. 1249/2008 van de Commissie van 10 december 2008 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de communautaire indelingsschema's voor runder-, varkens- en schapenkarkassen en voor de mededeling van de prijzen daarvan (PB L 337 van 16.12.2008, blz. 3).
(21) Verordening (EG) nr. 436/2009 van de Commissie van 26 mei 2009 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad met betrekking tot het wijnbouwkadaster, de verplichte opgaven en de samenstelling van gegevens voor het volgen van de markt, de begeleidende documenten voor het vervoer van producten en de bij te houden registers in de wijnsector (PB L 128 van 27.5.2009, blz. 15).
(22) Verordening (EU) nr. 1272/2009 van de Commissie van 11 december 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat betreft de aankoop en de verkoop van landbouwproducten in het kader van de openbare interventie (PB L 349 van 29.12.2009, blz. 1).
(23) Verordening (EU) nr. 479/2010 van de Commissie van 1 juni 2010 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad met betrekking tot de kennisgevingen van de lidstaten aan de Commissie in de sector melk en zuivelproducten (PB L 135 van 2.6.2010, blz. 26).
(24) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1).
(25) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1288/2011 van de Commissie van 9 december 2011 betreffende de mededeling van groothandelsprijzen voor bananen in het kader van de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten (PB L 328 van 10.12.2011, blz. 42).
(26) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1333/2011 van de Commissie van 19 december 2011 tot vaststelling van handelsnormen voor bananen, voorschriften inzake de controle op de naleving van die handelsnormen en voorschriften betreffende de mededelingen in de sector bananen (PB L 336 van 20.12.2011, blz. 23).
(27) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 807/2013 van de Commissie van 26 augustus 2013 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad met betrekking tot de constatering van de prijzen voor sommige categorieën runderen op de representatieve markten van de Unie (PB L 228 van 27.8.2013, blz. 5).
(28) Multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguay-Ronde (1986-1994) — Bijlage 1 — Bijlage 1A — Overeenkomst inzake de landbouw (WTO-GATT 1994) WTO-„GATT 1994” (PB L 336 van 23.12.1994, blz. 22).
BIJLAGE I
Vereisten inzake de wekelijkse prijsmeldingen als bedoeld in artikel 11
1. Granen
Inhoud van de melding: representatieve marktprijzen voor elke soort en kwaliteit granen die van belang worden geacht voor de Uniemarkt, per ton product.
Betrokken lidstaten: alle lidstaten.
Overige: de prijzen verwijzen met name naar de kwaliteitskenmerken, de plaats van notering van elk product en het handelsstadium.
2. Rijst
Inhoud van de melding: representatieve marktprijzen voor alle rijstvariëteiten die van belang worden geacht voor de Uniemarkt, per ton product.
Betrokken lidstaten: de rijstproducerende lidstaten.
Overige: de prijzen verwijzen met name naar het verwerkingsstadium, de plaats van notering van elk product en het handelsstadium.
3. Olijfolie
Inhoud van de melding: de gemiddelde prijzen die zijn genoteerd op de belangrijkste representatieve markten, en de nationale gemiddelde prijzen voor de in deel VIII van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 vermelde categorieën olijfolie, per 100 kg product.
Betrokken lidstaten: de lidstaten die in de jaarperiode van 1 oktober tot en met 30 september meer dan 20 000 ton olijfolie produceren.
Overige: de prijzen komen overeen met olijfolie in bulk, af olijfperserij voor olijfolie van de eerste persing en af fabriek voor de overige categorieën. De representatieve markten bestrijken ten minste 70 % van de nationale productie van het betrokken product.
4. Groenten en fruit
Inhoud van de melding: een enkele gewogen gemiddelde prijs van de in deel A van bijlage XV bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 vermelde typen en variëteiten groenten en fruit die voldoen aan de in deel A van bijlage I bij die verordening vermelde handelsnorm, of van klasse I voor producten die onder een specifieke handelsnorm vallen, per 100 kg nettogewichtproduct.
Betrokken lidstaten: de in bijlage XV bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 genoemde lidstaten, indien gegevens beschikbaar zijn.
Overige: De prijzen zijn af verpakkingsstation van gesorteerde, verpakte en eventueel op pallets aangeboden producten.
5. Bananen
Inhoud van de melding: groothandelsprijzen van gele bananen van GN-code 0803 90 10, per 100 kg product.
Betrokken lidstaten: alle lidstaten die meer dan 50 000 ton gele bananen per kalenderjaar afzetten.
Overige: de prijzen worden gemeld per groep van landen van oorsprong.
6. Vlees
Inhoud van de melding: de prijzen van runder-, varkens- en schapenkarkassen en bepaalde levende runderen, kalveren en biggen volgens de indeling van runder-, varkens- en schapenkarkassen en de rapportage van marktprijzen overeenkomstig de Unieregelgeving van Verordening (EU) nr. 1308/2013.
Betrokken lidstaten: alle lidstaten.
Overige: wanneer er naar het oordeel van de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat onvoldoende aantallen karkassen of levende dieren te melden zijn, kan deze lidstaat voor de periode in kwestie besluiten om de notering van de prijzen van dergelijke karkassen of levende dieren op te schorten, en meldt hij de Commissie de reden van zijn besluit.
7. Melk en zuivelproducten
Inhoud van de melding: de prijzen van weipoeder, mageremelkpoeder, vollemelkpoeder, boter en commoditykazen, per 100 kg product.
Betrokken lidstaten: de lidstaten waarvan de nationale productie goed is voor ten minste 2 % of van de Unieproductie, of, in het geval van commoditykazen, de lidstaten waar de kaassoort goed is voor ten minste 4 % van de totale nationale kaasproductie.
Overige: de prijzen worden gemeld voor producten die van de fabrikant zijn betrokken, exclusief overige kosten (transport, lading, handling, opslag pallets, verzekeringen etc.) op basis van contracten voor levering binnen drie maanden.
8. Eieren
Inhoud van de melding: groothandelsprijzen van kooi-eieren van klasse A (gemiddelde van de categorieën L en M), per 100 kg product.
Betrokken lidstaten: alle lidstaten.
Overige: de prijzen worden gemeld voor producten in pakstations. Wanneer de productie in kooien niet meer representatief is, meldt de betrokken lidstaat de groothandelsprijs van volière-eieren van klasse A, per 100 kg.
9. Pluimveevlees
Inhoud van de melding: gemiddelde groothandelsprijs van hele braadkuikens van klasse A („kippen 65 %”), per 100 kg product.
Betrokken lidstaten: alle lidstaten.
Overige: de prijzen worden gemeld voor producten van slachterijen of zoals genoteerd op representatieve markten. Wanneer een andere aanbiedingsvorm van braadkuikens of specifieke delen ervan van belang zijn voor de marktstructuur, kan de betrokken lidstaat naast de gemiddelde groothandelsprijs van hele braadkuikens van klasse A („kippen 65 %”) ook de groothandelsprijs melden van een andere aanbiedingsvorm of van delen van klasse A-kwaliteit, met vermelding van de desbetreffende aanbiedingsvorm of delen waarnaar de prijs verwijst, per 100 kg.
BIJLAGE II
Vereisten inzake de niet-wekelijkse prijsmeldingen als bedoeld in artikel 12, onder a)
1. Suiker
Inhoud van de melding
a) |
de gewogen gemiddelden van de volgende suikerprijzen, per ton suiker, alsmede de totale overeenkomstige hoeveelheden en de gewogen standaardafwijkingen:
|
b) |
de gewogen gemiddelde prijs van suikerbieten in het voorgaande verkoopseizoen, per ton bieten, alsmede de totale overeenkomstige hoeveelheden. |
Betrokken lidstaten
a) |
voor de suikerprijzen: alle lidstaten waarin meer dan 10 000 ton suiker wordt geproduceerd uit suikerbieten of uit ruwe suiker; |
b) |
voor de suikerbietenprijzen: alle lidstaten waarin suikerbieten worden geproduceerd. |
Meldingsperiode
a) |
voor de suikerprijzen: uiterlijk aan het eind van elke maand; |
b) |
voor de suikerbietenprijzen: elk jaar uiterlijk op 30 juni. |
Overige
De prijzen worden vastgesteld overeenkomstig de door de Commissie gepubliceerde methodiek en hebben betrekking op het volgende:
a) |
voor suiker van de in bijlage III, onder B, II, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 gedefinieerde standaardkwaliteit: de prijzen van onverpakte witte suiker, af fabriek, die bij suikerproducerende ondernemingen en suikerraffinaderijen is verzameld; |
b) |
voor suikerbieten van de in bijlage III, onder B, I, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 gedefinieerde standaardkwaliteit: de prijs van suikerbieten die door de suikerproducerende ondernemingen aan de producenten is betaald. De bieten en de daaruit gewonnen suiker worden toegerekend aan hetzelfde verkoopseizoen. |
2. Vlasvezel
Inhoud van de melding: de gemiddelde prijzen, af fabriek, van de voorgaande maand, zoals genoteerd op de voornaamste representatieve markten voor lange vlasvezel, per ton product.
Betrokken lidstaten: alle lidstaten waarin lange vlasvezels worden geproduceerd op een beplant areaal van meer dan 1 000 ha vezelvlas.
Meldingsperiode: uiterlijk op de 25e van elke maand, voor de voorgaande maand.
3. Wijn
Inhoud van de melding: voor de wijnen als bedoeld in deel II, punt 1, van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013:
a) |
een overzicht van de prijzen van de voorgaande maand, per hectoliter wijn, met vermelding van de betrokken volumes, of |
b) |
uiterlijk op 31 juli 2017, de publiekelijk beschikbare informatiebronnen die geloofwaardig worden geacht voor het constateren van de prijzen. |
Betrokken lidstaten: de lidstaten waarin de wijnproductie in de afgelopen vijf jaar gemiddeld meer dan 5 % van de totale wijnproductie in de Unie bedroeg.
Meldingsperiode: uiterlijk op de 15e van elke maand voor de voorgaande maand.
Overige: de prijzen hebben betrekking op een onverpakt product af bedrijf van de producent. Voor de onder a) en b) bedoelde prijzen kiezen de betrokken lidstaten de acht meest representatieve markten die zullen worden gevolgd, waarvan ten minste twee markten betrekking hebben op wijnen met een beschermde oorsprongsbenaming of beschermde geografische aanduiding.
4. Melk en zuivelproducten
a) Melk
Inhoud van de melding: de prijs voor rauwe melk, en de geraamde prijs voor leveringen in de lopende maand, per 100 kg product op basis van het reële vet- en eiwitgehalte.
Betrokken lidstaten: alle lidstaten.
Meldingsperiode: uiterlijk aan het eind van elke maand, voor de voorgaande maand.
Overige: het gaat om de prijs die op het grondgebied van de lidstaat gevestigde eerste kopers betalen.
b) Zuivelproducten
Inhoud van de melding: de prijzen van andere kazen dan de in punt 7 van bijlage I bedoelde commoditykazen, per 100 kg product.
Betrokken lidstaten: alle lidstaten waarin de diverse soorten kazen van belang zijn voor de nationale markt.
Meldingsperiode: uiterlijk op de 15e van elke maand voor de voorgaande maand.
Overige: de prijzen hebben betrekking op kaas die van de fabrikant is betrokken, exclusief overige kosten (transport, lading, handling, opslag pallets, verzekeringen etc.) op basis van contracten voor levering binnen drie maanden.
BIJLAGE III
Vereisten inzake de meldingen van productie- en marktinformatie als bedoeld in artikel 12, onder b)
1. Rijst
Inhoud van de melding: voor elke soort rijst als bedoeld in deel I, punten 2 en 3, van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1308/2013:
a) |
het beplante areaal, de agronomische opbrengst, de productie van padie in het oogstjaar en het rendement bij de bewerking; |
b) |
de rijstvoorraden (in volwitterijstequivalent) van producenten en rijstverwerkingsbedrijven op 31 augustus van elk jaar, uitgesplitst naar in de Europese Unie geproduceerde rijst en ingevoerde rijst. |
Meldingsperiode: jaarlijks uiterlijk op 15 januari voor het voorgaande jaar.
Betrokken lidstaten
a) |
voor de productie van padie: alle rijstproducerende lidstaten; |
b) |
voor de rijstvoorraden: alle rijstproducerende lidstaten en lidstaten met rijstverwerkingsbedrijven. |
2. Suiker
A. Bietenarealen
Inhoud van de melding: suikerbietenareaal voor het lopende verkoopseizoen en een raming voor het daaropvolgende verkoopseizoen.
Meldingsperiode: jaarlijks uiterlijk op 31 mei.
Betrokken lidstaten: alle lidstaten met een beplant areaal van meer dan 1 000 ha suikerbieten in het jaar in kwestie.
Overige: de cijfers worden uitgedrukt in hectare en uitgesplitst naar areaal dat bestemd is voor de productie van suiker en areaal dat bestemd is voor de productie van bio-ethanol.
B. Productie van suiker en van bio-ethanol
Inhoud van de melding: de productie van suiker en de productie van bio-ethanol van elke onderneming in het voorgaande verkoopseizoen en een raming van de productie van suiker van elke onderneming in het lopende verkoopseizoen.
Meldingsperiode: jaarlijks uiterlijk op 30 november voor de productie van het voorgaande verkoopseizoen en jaarlijks uiterlijk op 31 maart (30 juni voor de Franse departementen Guadeloupe en Martinique) voor de productie van het lopende verkoopseizoen.
Betrokken lidstaten: alle lidstaten waarin meer dan 10 000 ton suiker wordt geproduceerd.
Overige
a) |
Onder „suikerproductie” wordt verstaan: de totale hoeveelheid, als volgt in ton witte suiker uitgedrukt, van:
|
b) |
de suikerproductie omvat geen witte suiker die uit een van de onder a) bedoelde producten is verkregen of in het kader van de regeling actieve veredeling is geproduceerd; |
c) |
de suiker die is gewonnen uit de in een bepaald verkoopseizoen gezaaide suikerbieten, wordt toegerekend aan het volgende verkoopseizoen. De lidstaten mogen echter besluiten om de suiker die is gewonnen uit de in de herfst van een bepaald verkoopseizoen gezaaide suikerbieten, toe te rekenen aan hetzelfde verkoopseizoen, maar moeten dan uiterlijk op 1 oktober 2017 aan de Commissie melden dat zij daartoe hebben besloten; |
d) |
de cijfers worden uitgesplitst per maand. Voor het lopende verkoopseizoen gaat het tot februari om voorlopige cijfers en voor de resterende maanden van het verkoopseizoen om ramingen; |
e) |
de productie van bio-ethanol omvat alleen bio-ethanol die uit een van de onder a) bedoelde producten is verkregen, en wordt uitgedrukt in hectoliter. |
C. Productie van isoglucose
Inhoud van de melding
a) |
de hoeveelheden eigen productie van isoglucose die door elke producent in het voorgaande verkoopseizoen zijn verzonden; |
b) |
de hoeveelheden eigen productie van isoglucose die door elke producent in de voorgaande maand zijn verzonden. |
Meldingsperiode: jaarlijks uiterlijk op 30 november voor het voorgaande verkoopseizoen en uiterlijk op de 25e van elke maand voor de voorgaande maand.
Betrokken lidstaten: alle lidstaten waarin isoglucose wordt geproduceerd.
Overige: onder „productie van isoglucose” wordt verstaan: de totale producthoeveelheid die uit glucose of glucosepolymeren is verkregen en ten minste 41 gewichtspercenten fructose bevat, berekend op de droge stof, uitgedrukt in ton ongeacht het werkelijke fructosegehalte boven de grens van 41 %. De jaarlijkse productie wordt per maand uitgesplitst.
D. Suiker- en isoglucosevoorraden
Inhoud van de melding
a) |
de geproduceerde hoeveelheden suiker die aan het eind van elke maand door suikerproducerende ondernemingen en suikerraffinaderijen zijn opgeslagen; |
b) |
de geproduceerde hoeveelheden isoglucose die aan het eind van het voorgaande verkoopseizoen door isoglucoseproducenten zijn opgeslagen. |
Meldingsperiode: voor suiker: uiterlijk aan het eind van elke maand voor de voorgaande maand in kwestie; voor isoglucose: uiterlijk op 30 november.
Betrokken lidstaten
a) |
voor suiker: alle lidstaten waar suikerproducerende ondernemingen of suikerraffinaderijen zijn en meer dan 10 000 ton wordt geproduceerd; |
b) |
voor isoglucose: alle lidstaten waar isoglucose wordt geproduceerd. |
Overige: de cijfers hebben betrekking op producten die in het vrije verkeer op het grondgebied van de Unie zijn opgeslagen, en op de productie van suiker en de productie van isoglucose als omschreven onder B en C.
Voor suiker geldt het volgende:
— |
de cijfers hebben betrekking op hoeveelheden die de onderneming of de raffinaderij in eigendom heeft of waarvoor een warrant geldt; |
— |
de cijfers geven voor de aan het einde van de maanden juli, augustus en september opgeslagen hoeveelheden aan hoeveel afkomstig is van de suikerproductie in het kader van het volgende verkoopseizoen; |
— |
in het geval van opslag in andere lidstaten dan de lidstaat die de informatie aan de Commissie meldt, informeert de laatstbedoelde lidstaat de betrokken lidstaten vóór het einde van de maand die volgt op die van de melding aan de Commissie, over de opgeslagen hoeveelheden en de opslagplaatsen op hun grondgebied. |
Voor isoglucose gaat het om de hoeveelheden die de producent in eigendom heeft.
3. Vezelgewassen
Inhoud van de melding
a) |
het vezelvlasareaal voor het lopende verkoopseizoen en een raming voor het volgende verkoopseizoen, in ha; |
b) |
de productie van lange vlasvezels in het voorgaande verkoopseizoen en een raming voor het lopende verkoopseizoen, in ton; |
c) |
het met katoen beplante areaal voor het voorgaande gewasjaar en een raming voor het lopende gewasjaar, in ha; |
d) |
de productie van niet-geëgreneerde katoen voor het voorgaande gewasjaar en een raming voor het lopende gewasjaar, in ton; |
e) |
de aan katoenproducenten betaalde gemiddelde prijs van niet-geëgreneerde katoen voor het voorgaande gewasjaar, in ton product. |
Meldingsperiode
a) |
voor het vezelvlasareaal: jaarlijks uiterlijk op 31 juli; |
b) |
voor de productie van lange vlasvezels: jaarlijks uiterlijk op 31 oktober; |
c), d) en e) |
voor katoen: jaarlijks uiterlijk op 15 oktober. |
Betrokken lidstaten
a) en b) |
voor vlas: alle lidstaten waarin lange vlasvezels worden geproduceerd op een beplant areaal van meer dan 1 000 ha vezelvlas; |
c), d) en e) |
voor katoen: alle lidstaten waarin ten minste 1 000 ha katoen is ingezaaid. |
4. Hop
Inhoud van de melding: totaalcijfers, waarbij de onder b), c) en d) bedoelde informatie wordt uitgesplitst naar de twee hopsoorten (bittere en aromatische hop), van het volgende:
a) |
aantal landbouwers die hop telen; |
b) |
met hop beplant areaal, in hectare; |
c) |
hoeveelheid in ton en gemiddelde prijs af bedrijf, in kg hop die in het kader van een termijncontract is verkocht en die welke zonder een dergelijk contract is verkocht; |
d) |
alfazuurproductie in ton en gemiddeld alfazuurgehalte (in percent). |
Meldingsperiode: uiterlijk op 30 april van het jaar dat volgt op de hopoogst.
Betrokken lidstaten: lidstaten met een beplant areaal van meer dan 200 ha hop in het voorgaande jaar.
5. Olijfolie
Inhoud van de melding
a) |
gegevens over de eindproductie, het totale binnenlandse verbruik (inclusief de verwerkende industrie) en de totale eindvoorraden van de voorgaande jaarperiode van 1 oktober tot en met 30 september; |
b) |
een raming van de maandproductie en ramingen van de totale productie, het totale binnenlandse verbruik (inclusief de verwerkende industrie) en de totale eindvoorraden van de lopende jaarperiode van 1 oktober tot en met 30 september. |
Meldingsperiode
a) |
voor de voorgaande jaarperiode: jaarlijks uiterlijk op 31 oktober; |
b) |
voor de lopende jaarperiode: uiterlijk op 31 oktober, en van november tot en met juni: uiterlijk op de 15e van elke maand. |
Betrokken lidstaten: de olijfolieproducerende lidstaten.
6. Bananen
Inhoud van de melding
a) |
de gemiddelde verkoopprijzen op de lokale markten van groene bananen die in de productieregio zijn afgezet, in 100 kg product en bijbehorende hoeveelheden; |
b) |
de gemiddelde verkoopprijzen van groene bananen die buiten de productieregio zijn afgezet, in 100 kg product en bijbehorende hoeveelheden. |
Meldingsperiode
— |
voor de voorgaande periode van 1 januari tot en met 30 april: jaarlijks uiterlijk op 15 juni; |
— |
voor de voorgaande periode van 1 mei tot en met 31 augustus: jaarlijks uiterlijk op 15 oktober; |
— |
voor de voorgaande periode van 1 september tot en met 31 december: jaarlijks uiterlijk op 15 februari. |
Betrokken lidstaten: de lidstaten met een productieregio. Het gaat om de volgende regio's:
a) |
de Canarische Eilanden, |
b) |
Guadeloupe, |
c) |
Martinique, |
d) |
Madeira en de Azoren, |
e) |
Kreta en Laconië, |
f) |
Cyprus. |
Overige: de prijzen van groene bananen die in de Unie buiten de productieregio ervan worden afgezet, zijn de prijzen bij de eerste loshaven (ongelost).
7. Tabak
Inhoud van de melding: voor elke soortengroep van ruwe tabak:
i) |
het aantal landbouwers; |
ii) |
het areaal in hectare; |
iii) |
de geleverde hoeveelheid in ton; |
iv) |
de aan de landbouwers betaalde gemiddelde prijs, exclusief belastingen en andere heffingen, per kg product. |
Meldingsperiode: uiterlijk op 31 juli van het jaar dat volgt op het oogstjaar.
Betrokken lidstaten: lidstaten met een beplant areaal van meer dan 3 000 ha tabak voor de voorgaande oogst.
Overige: de soortengroepen van ruwe tabak zijn:
groep I |
: |
flue-cured: tabak die is gedroogd in ovens waarin de luchtcirculatie, de temperatuur en de vochtigheidsgraad worden beheerst, met name Virginia; |
groep II |
: |
light air-cured: tabak die onder een afdak op natuurlijke wijze is gedroogd en die niet gefermenteerd is, met name Burley en Maryland; |
groep III |
: |
dark air-cured: tabak die onder een afdak natuurlijk is gedroogd en die op natuurlijke wijze gefermenteerd is vóór hij in de handel wordt gebracht, met name Badischer Geudertheimer, Fermented Burley, Havana, Mocny Skroniowski, Nostrano del Brenta en Pulawski; |
groep IV |
: |
fire-cured: tabak die boven een vuur is gedroogd, met name Kentucky en Salento; |
groep V |
: |
sun-cured: tabak die in de zon is gedroogd, ook „oriënttabak” genoemd, met name Basmas, Katerini en Kaba-Koulak. |
8. Producten van de wijnsector
Inhoud van de melding
a) |
ramingen van de productie van wijnproducten (inclusief tot wijn verwerkte en niet tot wijn verwerkte druivenmost) op het grondgebied van de lidstaat in het lopende wijnjaar; |
b) |
het definitieve resultaat van de in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 436/2009 bedoelde productieopgaven, alsmede een raming van de producten die niet onder zulke opgaven vallen; |
c) |
een overzicht van de in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 436/2009 bedoelde opgaven van de voorraden op 31 juli van het voorgaande wijnjaar; |
d) |
de eindbalans van het voorgaande wijnjaar met onder meer volledige informatie over de beschikbaarheid (beginvoorraden, productie, invoer), de bestemming (menselijke consumptie, industrieel verbruik, bewerking, uitvoer en verliezen) en de eindvoorraden. |
Meldingsperiode
a) |
jaarlijks uiterlijk op 30 september: de productieramingen; |
b) |
jaarlijks uiterlijk op 15 maart: het definitieve resultaat van de productieopgaven; |
c) |
jaarlijks uiterlijk op 31 oktober: het overzicht van de voorraadopgaven; |
d) |
jaarlijks uiterlijk op 15 januari: de eindbalans. |
Betrokken lidstaten: lidstaten die overeenkomstig artikel 145, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 een bijgewerkt wijnbouwkadaster bijhouden.
9. Melk en zuivelproducten
Inhoud van de melding: de totale hoeveelheid rauwe koeienmelk, in kilogram op basis van het reële vetgehalte.
Meldingsperiode: uiterlijk op de 25e van elke maand.
Betrokken lidstaten: alle lidstaten.
Overige: de hoeveelheden hebben betrekking op de melk die in de voorgaande maand aan de op het grondgebied van de lidstaat gevestigde eerste kopers is geleverd. De lidstaten zorgen ervoor dat alle op hun grondgebied gevestigde eerste kopers bij de bevoegde nationale autoriteit aangeven hoeveel rauwe melk maandelijks tijdig en op accurate wijze aan hen is geleverd, teneinde aan dit vereiste te voldoen.
10. Eieren
Inhoud van de melding: het aantal eierproductie-inrichtingen, uitgesplitst naar houderijmethode als bedoeld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 589/2008, en met vermelding van de maximumcapaciteit van de inrichting (aantal gelijktijdig aanwezige leghennen).
Meldingsperiode: jaarlijks uiterlijk op 1 april.
Betrokken lidstaten: alle lidstaten.
11. Ethylalcohol
Inhoud van de melding: voor alcohol uit landbouwproducten, in hectoliter zuivere alcohol:
a) |
de productie door middel van gisting en distillering, uitgesplitst naar landbouwgrondstof waaruit de alcohol is geproduceerd; |
b) |
de volumes die door alcoholproducenten of importeurs zijn overgedragen voor verwerking of verpakking, uitgesplitst naar gebruikscategorie (voedingsmiddelen en dranken, brandstoffen, industrieel/overige). |
Meldingsperiode: jaarlijks uiterlijk op 1 maart voor het voorgaande kalenderjaar.
Betrokken lidstaten: alle lidstaten.
4.7.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 171/131 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1186 VAN DE COMMISSIE
van 3 juli 2017
tot intrekking van de goedkeuring van de werkzame stof op geur gebaseerde afweermiddelen van dierlijke of van plantaardige oorsprong/ruwe tallolie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 21, lid 3, tweede alternatief, en artikel 78, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Richtlijn 2008/127/EG van de Commissie (2) zijn op geur gebaseerde afweermiddelen van dierlijke of van plantaardige oorsprong/ruwe tallolie als werkzame stof opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (3). Uitvoeringsverordening 637/2012 van de Commissie (4) vereist dat de betrokken lidstaten ervoor zorgen dat de kennisgever op wiens verzoek op geur gebaseerde afweermiddelen van dierlijke of van plantaardige oorsprong/ruwe tallolie zijn opgenomen, respectievelijk uiterlijk 1 mei 2013 en 31 mei 2014 nadere bevestigende informatie indient over de gelijkwaardigheid tussen de specificaties van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd, en die van het in de toxiciteitsdossiers gebruikte testmateriaal en het toxicologisch profiel van de stof. |
(2) |
De in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen werkzame stoffen worden geacht te zijn goedgekeurd krachtens Verordening (EG) nr. 1107/2009 en zijn opgenomen in de bijlage, deel A, bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (5). |
(3) |
In april 2013 heeft de kennisgever bij de lidstaat-rapporteur, Griekenland, informatie ingediend, om te voldoen aan de verplichting tot het indienen van verdere informatie zoals bedoeld in overweging 1. |
(4) |
Griekenland heeft een beoordeling uitgevoerd van de door de kennisgever ingediende informatie, met inbegrip van details over de eerste indiening die tijdens de beoordelingsprocedure werd ingediend. In november 2014 en november 2015 heeft Griekenland zijn beoordeling, in de vorm van addenda bij het ontwerpbeoordelingsverslag, ingediend bij de andere lidstaten, de Commissie en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA). |
(5) |
De lidstaten, de aanvrager en de EFSA zijn geraadpleegd en hun is gevraagd opmerkingen over de beoordeling van de lidstaat-rapporteur in te dienen. De EFSA heeft op 27 maart 2015 een technisch verslag met een samenvatting van het resultaat van dit overleg over ruwe tallolie bekendgemaakt (6). |
(6) |
In het licht van de door de kennisgever verstrekte informatie, de evaluatie van deze informatie door de lidstaat-rapporteur en de opmerkingen die door de lidstaten en de EFSA over de evaluatie zijn ingediend, is de Commissie van mening dat de bevestigende informatie niet voldoende is om conclusies te trekken over de gelijkwaardigheid tussen de specificaties van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd, en die van het in de toxiciteitsdossiers gebruikte testmateriaal, noch over het toxicologisch profiel van de stof. |
(7) |
De Commissie heeft de kennisgever verzocht zijn opmerkingen over het standpunt van de Commissie in te dienen. |
(8) |
Ondanks de door de kennisgever aangedragen argumenten is de Commissie tot de conclusie gekomen dat de verstrekte informatie onvolledig is en dat op grond daarvan noch een conclusie kan worden getrokken over de gelijkwaardigheid tussen de specificaties van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd, en die van het in de toxiciteitsdossiers gebruikte testmateriaal, noch over het toxicologisch profiel van de stof. |
(9) |
Het is derhalve passend de goedkeuring van die werkzame stof in te trekken. |
(10) |
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(11) |
De lidstaten moet voldoende tijd worden gegund om de toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die die werkzame stof bevatten, in te trekken. |
(12) |
Als de lidstaten overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 een respijtperiode toekennen voor gewasbeschermingsmiddelen die die werkzame stof bevatten, moet deze periode uiterlijk op 24 oktober 2018 aflopen. |
(13) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Intrekking van goedkeuring
De goedkeuring voor de werkzame stof op geur gebaseerde afweermiddelen van dierlijke of van plantaardige oorsprong/ruwe tallolie wordt ingetrokken.
Artikel 2
Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011
In de bijlage, deel A, bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt in rij 250 de vermelding over op geur gebaseerde afweermiddelen van dierlijke of van plantaardige oorsprong/ruwe tallolie geschrapt.
Artikel 3
Overgangsmaatregelen
De lidstaten trekken alle toelatingen van gewasbeschermingsmiddelen die op geur gebaseerde afweermiddelen van dierlijke of van plantaardige oorsprong/ruwe tallolie bevatten uiterlijk op 24 oktober 2017 in.
Artikel 4
Respijtperiode
Een door de lidstaten overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 toegekende respijtperiode moet zo kort mogelijk zijn en uiterlijk op 24 oktober 2018 aflopen.
Artikel 5
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 3 juli 2017.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.
(2) Richtlijn 2008/127/EG van de Commissie van 18 december 2008 tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad teneinde verscheidene werkzame stoffen op te nemen (PB L 344 van 20.12.2008, blz. 89).
(3) Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1).
(4) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 637/2012 van de Commissie van 13 juli 2012 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de voorwaarden voor de goedkeuring van de werkzame stoffen ijzersulfaat, op geur gebaseerde afweermiddelen van dierlijke of van plantaardige oorsprong/ruwe tallolie en op geur gebaseerde afweermiddelen van dierlijke of van plantaardige oorsprong/talloliepek (PB L 186 van 14.7.2012, blz. 20).
(5) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1).
(6) EFSA (Europese Autoriteit voor voedselveiligheid), 2015. Technical report on the outcome of the consultation with Member States, the applicant and EFSA on the pesticide risk assessment of confirmatory data for tall oil crude. EFSA supporting publication 2015:EN-781. 14 blz.
4.7.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 171/134 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1187 VAN DE COMMISSIE
van 3 juli 2017
tot instelling van een compenserend recht op bepaald gestreken fijn papier van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek bij het vervallen van maatregelen overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1) („de basisverordening”), en met name artikel 18,
Overwegende hetgeen volgt:
1. PROCEDURE
1.1. Geldende maatregelen
(1) |
Naar aanleiding van een antisubsidieonderzoek („het oorspronkelijke onderzoek”) heeft de Raad bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 452/2011 (2) een definitief compenserend recht ingesteld op bepaald gestreken fijn papier van oorsprong uit de Volksrepubliek China („de VRC” of „het betrokken land”). |
(2) |
Naar aanleiding van een antidumpingonderzoek heeft de Raad bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 451/2011 (3) tevens een definitief antidumpingrecht ingesteld op bepaald gestreken fijn papier van oorsprong uit de VRC. |
(3) |
De compenserende maatregelen bestonden uit een ad-valoremrecht tussen 4 % en 12 % voor met naam genoemde exporteurs, met een residueel recht van 12 %. |
(4) |
Op 8 augustus 2011 hebben de Chinese producenten Gold East Paper Co. Ltd en Gold Huasheng Paper Co. Ltd („de APP-groep”) een beroep tot nietigverklaring ingesteld voor zowel Uitvoeringsverordening (EU) nr. 451/2011 als Uitvoeringsverordening (EU) nr. 452/2011 voor zover deze op de indieners van het beroep betrekking hebben (4). Op 11 september 2014 heeft de Derde kamer van het Gerecht beide beroepen verworpen. |
1.2. Verzoek om een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van maatregelen
(5) |
Na de bekendmaking van een bericht dat de geldende compenserende maatregelen inzake de invoer van bepaald gestreken fijn papier van oorsprong uit de VRC op korte termijn zouden vervallen (5), heeft de Commissie een op artikel 18 van de basisverordening gebaseerd verzoek om een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van maatregelen ontvangen. |
(6) |
Het verzoek werd ingediend door vijf producenten in de Unie (Arctic Paper Grycksbo AB, Burgo Group SpA, Fedrigoni SpA, Lecta Group en Sappi Europe SA), samen aangeduid als „de indiener van het verzoek”, die meer dan 25 % van de totale productie in de Unie van gestreken fijn papier vertegenwoordigen. |
(7) |
Als reden voor het verzoek werd aangevoerd dat het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk zou leiden tot voortzetting van subsidiëring en herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Unie. |
1.3. Opening van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van maatregelen
(8) |
Na te hebben vastgesteld dat er voldoende bewijsmateriaal was om een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen te openen, kondigde de Commissie op 13 mei 2016 door bekendmaking van een bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie (6) („het bericht van opening”) de opening aan van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van maatregelen op grond van artikel 18 van de basisverordening. |
Parallel onderzoek
(9) |
Met een bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie kondigde de Commissie op 13 mei 2016 (7) tevens de opening aan van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (8), van de geldende definitieve antidumpingmaatregelen met betrekking tot de invoer in de Unie van bepaald gestreken fijn papier van oorsprong uit de Volksrepubliek China. |
(10) |
Voorafgaand aan de opening van het nieuwe onderzoek heeft de Commissie in overeenstemming met artikel 10, lid 7, en artikel 33, onder a), van de basisverordening de Chinese overheid ervan in kennis gesteld dat zij een met het nodige bewijsmateriaal gestaafd verzoek om een nieuw onderzoek had ontvangen en heeft zij de Chinese overheid voor overleg uitgenodigd om de situatie ten aanzien van de inhoud van dat verzoek te verduidelijken en overeenstemming over een oplossing te bereiken. De Chinese overheid heeft de uitnodiging aangenomen en het overleg heeft op 11 mei 2016 plaatsgevonden. Tijdens het overleg werd nota genomen van de opmerkingen van de autoriteiten van de VRC. Daarbij kon echter geen overeenstemming worden bereikt. |
1.4. Onderzoek
Tijdvak van het nieuwe onderzoek en beoordelingsperiode
(11) |
Het onderzoek naar de waarschijnlijkheid van voortzetting of herhaling van subsidiëring had betrekking op de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 („het tijdvak van het nieuwe onderzoek” of „TNO”). Het onderzoek van de ontwikkelingen die relevant zijn voor de beoordeling van de waarschijnlijkheid van voortzetting of herhaling van schade had betrekking op de periode van 1 januari 2012 tot het eind van het TNO („de beoordelingsperiode”). |
Betrokken partijen
(12) |
In het bericht van opening heeft de Commissie belanghebbenden uitgenodigd contact met haar op te nemen om aan het onderzoek mee te werken. Bovendien heeft de Commissie de indiener van het verzoek, andere haar bekende producenten in de Unie, producenten-exporteurs, importeurs en gebruikers in de Unie waarvan bekend is dat zij hierbij betrokken zijn, alsmede de Chinese autoriteiten specifiek op de hoogte gesteld van de opening van het nieuwe onderzoek bij het vervallen van de maatregelen en hen uitgenodigd eraan mee te werken. |
(13) |
De belanghebbenden werden in de gelegenheid gesteld om binnen de in het bericht van opening genoemde termijn hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken en te verzoeken te worden gehoord. Alle belanghebbenden die daarom hadden verzocht, zijn door de Commissie gehoord. |
Steekproeven
a) Steekproef van producenten-exporteurs in de VRC
(14) |
In het bericht van opening deelde de Commissie mee dat zij mogelijk een steekproef van belanghebbenden zou samenstellen in overeenstemming met artikel 27 van de basisverordening. |
(15) |
Om te kunnen beslissen of een steekproef noodzakelijk was en, zo ja, deze samen te kunnen stellen, heeft de Commissie alle 36 bekende producenten-exporteurs in de VRC verzocht de in het bericht van opening gevraagde informatie te verstrekken. Bovendien heeft de Commissie de vertegenwoordiging van de Volksrepubliek China bij de Europese Unie verzocht eventuele andere producenten-exporteurs die in deelname aan het onderzoek geïnteresseerd konden zijn aan te wijzen en/of contact met hen op te nemen. |
(16) |
Slechts één groep van producenten-exporteurs in de VRC heeft de informatie verstrekt die in bijlage I bij het bericht van opening met het oog op het samenstellen van de steekproef was gevraagd (9). Tijdens een hoorzitting op 8 juni 2016 deelde dezelfde groep producenten-exporteurs de Commissie mee dat zij niet van plan was de vragenlijst te beantwoorden. Als verklaring werd verwezen naar het ontbreken van uitvoer naar de markt van de Unie tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek, en de complexe structuur van de groep. |
(17) |
Alle bekende betrokken producenten-exporteurs en de autoriteiten van de VRC werden in kennis gesteld van de gevolgen van niet-medewerking en van het feit dat de Commissie overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening aan de hand van de beste beschikbare gegevens conclusies kan trekken. |
b) Steekproef van producenten in de Unie
(18) |
In het bericht van opening heeft de Commissie verklaard dat zij een voorlopige steekproef van producenten in de Unie had samengesteld. Overeenkomstig artikel 27, lid 1, van de basisverordening had de Commissie de steekproef samengesteld op basis van het grootste representatieve productie- en verkoopvolume, waarbij ook rekening werd gehouden met de geografische spreiding. De voorlopige steekproef bestond uit drie groepen van producenten in de Unie. De Commissie heeft de belanghebbenden om opmerkingen over de voorlopige steekproef verzocht. Een van de in de voorlopige steekproef opgenomen producenten in de Unie deelde de Commissie mee dat hij niet in staat zou zijn om de vragenlijst te beantwoorden. De Commissie ontving eveneens een verduidelijking waaruit bleek dat twee andere in de steekproef opgenomen partijen in werkelijkheid groepen waren van meerdere producenten. Daarom heeft de Commissie de steekproef herzien door de niet-medewerkende producent te vervangen door de qua productie- en verkoopvolume volgende producent, en binnen de andere twee groepen voorlopig in de steekproef opgenomen producenten de grootste producenten te selecteren. Aangezien er binnen de termijn geen opmerkingen over de herziene steekproef zijn ontvangen, heeft de Commissie de steekproef zoals herzien vastgesteld. De uiteindelijke steekproef vertegenwoordigde in het tijdvak van het nieuwe onderzoek meer dan 30 % van de totale productie in de Unie en werd derhalve als representatief voor de bedrijfstak van de Unie beschouwd. |
c) Steekproef van niet-verbonden importeurs
(19) |
Om te kunnen beslissen of een steekproef noodzakelijk was en, zo ja, deze te kunnen samenstellen, heeft de Commissie alle haar bekende niet-verbonden importeurs verzocht de in het bericht van opening gevraagde informatie te verstrekken. |
(20) |
De Commissie heeft met vijf mogelijke importeurs contact opgenomen, maar geen van hen heeft op het steekproefformulier geantwoord. |
Vragenlijsten
a) Vragenlijst — Chinese overheid
(21) |
Op 13 mei 2016 heeft de Commissie de Chinese overheid een vragenlijst gestuurd, waarin specifieke vragenlijsten waren opgenomen voor de China Development Bank, de Export Import Bank of China („EXIM”), de Agricultural Bank of China en de China Export & Credit Insurance Corporation („Sinosure”) op grond van het feit dat zij volgens de informatie in het verzoek en/of in het oorspronkelijke onderzoek leningen en financiële diensten hadden verstrekt aan de sector gestreken fijn papier. Bovendien werd de Chinese overheid gevraagd een vragenlijst voor banken door te sturen naar alle andere financiële instellingen waarvan het haar bekend was dat zij leningen hadden verstrekt aan de betrokken sector. |
(22) |
Op 24 juni 2016 heeft de Commissie het antwoord op de vragenlijst van de Chinese overheid ontvangen. De Commissie heeft van geen van de bovengenoemde financiële instellingen een antwoord ontvangen. |
(23) |
Op 2 september 2016 heeft de Commissie de Chinese overheid een schriftelijke aanmaning gestuurd. De Chinese overheid heeft verzocht om een verlenging van de termijn voor het beantwoorden van deze schriftelijke aanmaning. Op 23 september 2016 stelde de Chinese overheid de Commissie in kennis van haar besluit om geen antwoord op de schriftelijke aanmaning in te dienen en bevestigde zij niet langer aan het onderzoek mee te zullen werken. |
(24) |
Bij verbale nota van 7 oktober 2016 heeft de Commissie de autoriteiten van de VRC ervan in kennis gesteld dat zij, wanneer de Chinese overheid niet aan het onderzoek meewerkt, overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening conclusies zou trekken aan de hand van de beste beschikbare gegevens. Ook gaf zij aan dat conclusies die aan de hand van beschikbare gegevens worden getrokken, minder gunstig kunnen zijn dan wanneer de Chinese overheid wel had meegewerkt. |
b) Vragenlijst — Producenten-exporteurs
(25) |
Aan de producenten-exporteurs die niet hadden gereageerd op het verzoek van de Commissie in het bericht van opening werd geen vragenlijst toegezonden. Ook stuurde de Commissie geen vragenlijst aan de in overweging 16 genoemde Chinese producent-exporteur, aangezien die had aangeven dat hij niet zou reageren. |
c) Vragenlijst — Producenten in de Unie
(26) |
De Commissie heeft de drie in de steekproef opgenomen producenten in de Unie vragenlijsten toegezonden en heeft van alle drie antwoorden op de vragenlijst ontvangen. |
Controlebezoeken
(27) |
De Commissie heeft alle gegevens die zij in de context van een nieuw onderzoek bij het vervallen van maatregelen voor de vaststelling van subsidiëring, schade en het belang van de Unie nodig achtte, verzameld en gecontroleerd. Op grond van artikel 26 van de basisverordening werden bij de volgende ondernemingen in de Unie controlebezoeken ter plaatse verricht:
|
2. BETROKKEN PRODUCT EN SOORTGELIJK PRODUCT
2.1. Betrokken product
(28) |
Het betrokken product is bepaald gestreken fijn papier („GFP”), namelijk papier of karton, aan een of aan beide zijden gestreken (met uitzondering van kraftpapier en kraftkarton), in bladen of op rollen, en met een gewicht van 70 g/m2 of meer, doch niet meer dan 400 g/m2, en met een helderheid van meer dan 84 (gemeten volgens ISO 2470-1), („het onderzochte product”) en momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 4810 13 00, ex 4810 14 00, ex 4810 19 00, ex 4810 22 00, ex 4810 29 30, ex 4810 29 80, ex 4810 99 10 en ex 4810 99 80 (Taric-codes 4810130020, 4810140020, 4810190020, 4810220020, 4810293020, 4810298020, 4810991020 en 4810998020). |
(29) |
Het betrokken product omvat geen:
|
2.2. Soortgelijk product
(30) |
Uit het onderzoek is gebleken dat de volgende producten dezelfde fysische en technische basiseigenschappen hebben en voor dezelfde basisdoeleinden worden gebruikt:
|
(31) |
De Commissie concludeerde dat deze producten soortgelijke producten zijn in de zin van artikel 2, onder c), van de basisverordening. |
3. WAARSCHIJNLIJKHEID VAN VOORTZETTING VAN SUBSIDIËRING
(32) |
Overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening, en zoals vermeld in het bericht van opening, heeft de Commissie onderzocht of voortzetting van subsidiëring waarschijnlijk is indien de bestaande rechten komen te vervallen. |
3.1. Niet-medewerking en gebruik van de beste beschikbare gegevens overeenkomstig artikel 28, lid 1, van de basisverordening
(33) |
Zoals hierboven uiteengezet, werkte de Chinese overheid in eerste instantie met de Commissie mee en heeft zij geantwoord op de vragenlijst. Omdat dit antwoord echter zeer onvolledig was, werd op 2 september 2016 een schriftelijke aanmaning gestuurd. Na ontvangst van de schriftelijke aanmaning heeft de Chinese overheid de Commissie op 23 september 2016 in kennis gesteld van haar besluit de samenwerking te beëindigen. De Commissie heeft dus slechts in beperkte mate ongecontroleerde informatie van de Chinese overheid ontvangen. |
(34) |
De Commissie heeft geen antwoorden ontvangen op de specifieke vragenlijsten voor de China Development Bank, de EXIM, de Agricultural Bank of China, Sinosure of enige andere financiële of verzekeringsinstellingen waarvan het de Chinese overheid bekend was dat zij leningen hadden verstrekt aan de sector gestreken fijn papier. |
(35) |
De Commissie heeft alle belanghebbenden gewezen op de gevolgen van niet-medewerking en heeft hun de mogelijkheid geboden om opmerkingen in te dienen. Er werden hierover geen opmerkingen ontvangen. De Commissie achtte het gebruik van de beste beschikbare gegevens overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening nodig om te onderzoeken of de subsidiepraktijken van de VRC in de sector gestreken fijn papier worden voortgezet. |
(36) |
Wat betreft het gebruik van beschikbare gegevens heeft de WTO-beroepsinstantie eraan herinnerd dat het gebruik van dergelijke gegevens volgens artikel 12, lid 7, van de WTO-overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen („SCM-overeenkomst”) uitsluitend is toegestaan ter vervanging van mogelijk ontbrekende informatie die nodig is voor een nauwkeurige vaststelling van subsidiëring of schade. Dienovereenkomstig lichtte de beroepsinstantie toe dat „er een verband moet zijn tussen de” noodzakelijke informatie „die ontbreekt en de specifieke” beschikbare gegevens „waarop een vaststelling overeenkomstig artikel 12, lid 7, is gebaseerd.” Daarom moet „een onderzoekende autoriteit deze” beschikbare gegevens „die” de niet door een belanghebbende verstrekte informatie redelijkerwijs vervangen„, gebruiken om tot een nauwkeurige vaststelling te komen.” De beroepsinstantie lichtte verder toe dat „de beschikbare gegevens” verwijzen naar gegevens die in het bezit zijn van de onderzoekende autoriteit en schriftelijk in haar dossiers zijn vastgelegd. Aangezien vaststellingen overeenkomstig artikel 12, lid 7, moeten worden gedaan op basis van „de beschikbare gegevens”, „kunnen zij niet worden gedaan op basis van niet-feitelijke aannames of speculaties”. Bovendien moet een onderzoekende autoriteit, wanneer zij motiveert en beoordeelt welke beschikbare gegevens de ontbrekende informatie redelijkerwijs kunnen vervangen, „rekening houden met alle schriftelijk vastgelegde, onderbouwde gegevens”. De beroepsinstantie heeft toegelicht dat het vaststellen van „aanvaardbare vervanging voor de ontbrekende” noodzakelijke informatie „een proces van motivering en beoordeling veronderstelt” bij de onderzoekende autoriteit. Als een onderzoekende autoriteit uit meerdere beschikbare gegevens moet kiezen, „lijkt het vanzelfsprekend dat het proces van motiveren en beoordelen een zekere mate van vergelijking behelst” om tot een nauwkeurige vaststelling te komen. De vereiste beoordeling van de „beschikbare gegevens” en de vorm van die beoordeling zijn afhankelijk van de specifieke omstandigheden van een gegeven zaak, waaronder de aard, de kwaliteit en de hoeveelheid vastgelegd bewijsmateriaal en de beoogde specifieke vaststellingen. De aard en de omvang van de vereiste toelichting en analyse verschillen onvermijdelijk per vaststelling (10). |
(37) |
Daarom heeft de Commissie voor haar analyse alle gegevens gebruikt waarover zij beschikte, in het bijzonder:
|
3.2. Subsidies en subsidieprogramma's die in het huidige onderzoek zijn onderzocht
(38) |
Gezien het gebrek aan medewerking door de Chinese overheid en de hierboven vermelde producenten-exporteurs, heeft de Commissie besloten als volgt te onderzoeken of er sprake was van voortzetting van subsidiëring. In de eerste plaats is de Commissie nagegaan of de subsidies waartegen in het oorspronkelijke onderzoek compenserende maatregelen waren ingesteld, voordeel bleven verschaffen aan de sector gestreken fijn papier. Vervolgens heeft de Commissie geanalyseerd of de sector gestreken fijn papier, zoals werd beweerd in het verzoek, nieuwe subsidies heeft ontvangen (d.w.z. subsidies waartegen in het oorspronkelijke onderzoek geen compenserende maatregelen waren ingesteld). Gezien het feit dat de subsidiëring bleek te worden voortgezet voor de meeste subsidies waartegen in het oorspronkelijke onderzoek compenserende maatregelen waren ingesteld en er daarnaast tevens nieuwe subsidies werden aangetroffen, heeft de Commissie besloten dat het niet nodig was om alle andere door de klager gemelde subsidies te onderzoeken. Krachtens artikel 18 van de basisverordening hoeft de Commissie namelijk slechts te onderzoeken of er bewijsmateriaal bestaat voor voortzetting van subsidiëring, ongeacht het bedrag. |
3.3. Subsidies waartegen in het oorspronkelijke onderzoek compenserende maatregelen zijn ingesteld
I. Preferentiële leningen
(39) |
In het oorspronkelijke onderzoek is door de Commissie vastgesteld dat het ad-valorem-subsidiepercentage met betrekking tot deze maatregel voor de APP-groep 5,37 % (16) en voor de Chenming-groep 1,26 % (17) bedroeg. |
a) Overheidsinterventie ten gunste van de sector gestreken fijn papier
(40) |
De Commissie heeft eerst onderzocht of preferentiële leningen, net als in het oorspronkelijke onderzoek, onderdeel zijn van de uitvoering van de centrale planning van de Chinese overheid, die tot doel heeft de ontwikkeling van de papiersector te bevorderen. |
(41) |
De sector gestreken fijn papier waar het onderzoek van de Commissie zich op richtte, is onderdeel van een bredere categorie: de papiersector. De indiener van het verzoek voerde aan dat de Chinese overheid haar papiersector blijft subsidiëren, en verwees naar een aantal beleids- en planningsdocumenten en naar wetgeving die de basis vormen voor de voortzetting van de staatssteun aan deze sector. |
(42) |
In het oorspronkelijke onderzoek was door de Commissie vastgesteld dat voor de papiersector specifieke beleidsplannen bestonden. In die plannen werd bepaald dat de overheidsinstanties de prestaties van de papiersector van dichtbij volgden en speciale beleidsmaatregelen (bijv. decreten) toepasten om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van de beleidsplannen werden gehaald. Verder bleek uit het onderzoek ook dat de specifieke beleidsplannen voorzagen in preferentiële leningen aan de papiersector. |
(43) |
In het huidige onderzoek heeft de Commissie vastgesteld dat de financiële markt in de VRC nog steeds wordt verstoord door het ingrijpen van de Chinese overheid. De bevindingen van het oorspronkelijke onderzoek, die waren gebaseerd op de overheidsplannen die in die tijd van kracht waren, worden in dit nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen bevestigd. Zowel in het twaalfde vijfjarenplan (18), dat tijdens het TNO van toepassing was, als in het daaraan voorafgaande elfde vijfjarenplan wordt de papiersector onverminderd als een „bevorderde sector” aangemerkt. |
(44) |
Het dertiende vijfjarenplan (2016-2020) heeft betrekking op de periode die volgt op het tijdvak van het nieuwe onderzoek, maar bevestigt dat subsidiëring ook in de toekomst zal worden voortgezet. Het dertiende vijfjarenplan schuift de papiersector namelijk naar voren als een „bevorderde sector”. |
(45) |
Met een verwijzing naar het Besluit nr. 40 van de Staatsraad (19) („Besluit nr. 40”) heeft de Commissie in het oorspronkelijke onderzoek vastgesteld dat deze wet een bevel van de Staatsraad is, d.w.z. van het hoogste administratieve orgaan in de VRC, en bijgevolg wettelijk bindend is voor andere overheidsorganen en marktdeelnemers. In dat besluit werden de industriesectoren ingedeeld in „bevorderde, restrictieve en geëlimineerde projecten”. Deze rechtshandeling was een beleidsdocument voor het industriebeleid waaruit duidelijk werd hoe de Chinese overheid een beleid voert ter ondersteuning van groepen ondernemingen of sectoren, zoals de papiersector, die in de catalogus van directory's bij de „bevorderde sectoren” werden ingedeeld. Op grond van de door de Chinese overheid in dit onderzoek ingediende documenten heeft de Commissie vastgesteld dat Besluit nr. 40 nog steeds van kracht is. |
(46) |
De lijst van „bevorderde sectoren” telt in totaal 26 sectoren, die slechts een deel van de Chinese economie vertegenwoordigen. Verder wordt de status „bevorderd” slechts aan bepaalde activiteiten binnen die 26 sectoren toegekend. Artikel 17 van Besluit nr. 40 bepaalt ook dat de „bevorderde investeringsprojecten” specifieke voorrechten en stimuleringsmaatregelen (financiële steun of vrijstelling van invoerrechten, btw of belastingen) genieten. Met betrekking tot de „restrictieve en geëlimineerde projecten” machtigt Besluit nr. 40 de overheidsinstanties om via rechtstreeks optreden de markt te reguleren. Zo moet de desbetreffende autoriteit op grond van de artikelen 18 en 19 financiële instellingen in feite verhinderen leningen te verstrekken; in diezelfde artikelen wordt de overheidsinstantie voor prijsregulering ook opgedragen de elektriciteitsprijs te verhogen en de elektriciteitsmaatschappijen opdracht te geven de levering van elektriciteit aan dergelijke „restrictieve en geëlimineerde projecten” stop te zetten. Uit het bovenstaande blijkt duidelijk dat Besluit nr. 40 voor alle economische instellingen en entiteiten bindende regels en instructies vaststelt in de vorm van richtlijnen voor de bevordering en ondersteuning van bevorderde sectoren, waarvan de papiersector er één is. |
(47) |
In het huidige onderzoek heeft de Commissie vastgesteld dat de papiersector in een aantal beleidsdocumenten expliciet als „bevorderde sector” wordt aangemerkt. Dit betreft in het bijzonder het twaalfde vijfjarenplan voor de papiersector. Dit plan wordt ten uitvoer gelegd door het twaalfde vijfjarenprogramma voor technologische innovatie in de industrie, opgesteld door het ministerie van Industrie en Informatietechnologie. In het programma wordt ook verwezen naar de bevordering van „industriële herstructurering en modernisering […] van de papiersector en zijn aanverwante bedrijfstakken”. Ook in het bovengenoemde Besluit nr. 40 wordt melding gemaakt van het ondersteunen van de ontwikkeling en modernisering van de papiersector. In plaats van algemene uitspraken over bevordering bevatten deze beleidsplannen dus instructies aan instanties om te voldoen aan de doelstelling van het overheidsbeleid ter ondersteuning van de ontwikkeling van de sector gestreken fijn papier. |
(48) |
Daarnaast bevat het Ontwikkelingsbeleid voor de papiersector 2007 („het Plan voor de papiersector 2007”) specifieke voorwaarden, hoofdlijnen en doelstellingen voor de papiersector. Zoals bleek uit het oorspronkelijke onderzoek beschrijft het Plan voor de papiersector 2007 de situatie van de papiersector in China (bijv. het aantal ondernemingen, de productie, het verbruik en de uitvoer, statistieken over het soort grondstoffen). In het plan worden de beleidsmaatregelen en doelstellingen voor de papiersector uiteengezet ten aanzien van de industriële structuur, het gebruik van grondstoffen, het gebruik van technologie en uitrusting, de productstructuur en de organisatiestructuur van de papierproducenten. De tekst bevat eveneens „toelatingscriteria” voor de sector, met specifieke voorwaarden voor de papiersector met betrekking tot de verhouding tussen passiva en activa, specifieke kredietbeoordelingen voor de papiersector en specifieke doelstellingen die door de ondernemingen moeten worden gerealiseerd op het gebied van schaalvoordelen, marktaandelen en energie- en waterverbruik. Verder wordt de ondernemingen gevraagd ontwikkelingsplannen op te stellen op basis van het Plan voor de papiersector 2007. De plaatselijke provincies en regio's wordt opgedragen aan de uitvoering van het plan mee te werken en er is een heel hoofdstuk gewijd aan investeringen in en financiering van de papiersector. Er zij op gewezen dat financiële instellingen volgens het plan duidelijk geen leningen mogen verstrekken aan projecten die niet aan de regels van het plan voldoen. Samenvattend is het Plan voor de papiersector 2007 een specifiek overheidsinstrument, bedoeld om de papiersector in China te reguleren, en kan het alleen worden beschouwd als een verplicht instrument voor industriebeleid dat concreet moet worden uitgevoerd door de desbetreffende belanghebbenden in China (overheidsinstanties, financiële instellingen en producenten). Aangezien de sector gestreken fijn papier in het twaalfde en dertiende vijfjarenplan nog steeds op de lijst met „bevorderde” sectoren staat en er voor het Plan voor de papiersector 2007 geen opvolger of herziene versie beschikbaar werd gesteld of kon worden gevonden, heeft de Commissie geconcludeerd dat het Plan voor de papiersector 2007 nog steeds van kracht is. |
(49) |
Daarnaast bepaalt artikel 34 van de Wet inzake handelsbanken [2015], nr. 34, op algemeen niveau dat „commerciële banken hun kredietactiviteiten uitoefenen in overeenstemming met de behoeften van de nationale economische en sociale ontwikkeling en overeenkomstig het industriebeleid van de staat”. Hieruit wordt duidelijk dat leningen die de GFP-producenten van staatsbanken en van andere financiële instellingen ontvangen, worden verstrekt overeenkomstig overheidsrichtlijnen en publieke doelstellingen. |
(50) |
Tot slot herinnerde de Commissie aan haar bevindingen in het oorspronkelijke onderzoek over de rol van de Nationale Commissie voor ontwikkeling en hervorming („NDRC” — National Development and Reform Commission). De NDRC is een agentschap van de Staatsraad dat het macro-economisch beleid coördineert en de investeringen van de overheid beheert. De Staatsraad, het hoogste administratieve overheidsorgaan, heeft onder andere het Plan voor de papiersector 2007 uitgebracht, waar de NDRC zich aan moet houden. Uit het oorspronkelijke onderzoek is ook gebleken dat de NDRC op permanente basis gedetailleerde informatie verzamelt bij ondernemingen. Het bestaan van een systematisch mechanisme om gegevens in verband met ondernemingen te verzamelen om die voor overheidsplannen en -projecten te gebruiken, doet vermoeden dat deze plannen en projecten als een belangrijk element van het industriebeleid van de overheid worden beschouwd. |
(51) |
Uit het bovenstaande volgt dat financiële instellingen bij hun beslissingen met betrekking tot de papiersector (en dus ook met betrekking tot de sector gestreken fijn papier als onderdeel daarvan) rekening blijven houden met de noodzaak om de gestelde doelen van de desbetreffende beleidsplannen te realiseren. |
(52) |
In het licht van het bovenstaande heeft de Commissie vastgesteld dat de koppeling tussen de specifieke beleidsdoelstellingen, zoals verankerd in die plannen en documenten, en de ondersteuning aan de sector gestreken fijn papier tijdens het TNO is blijven bestaan. De sector gestreken fijn papier wordt beschouwd als een belangrijke/strategische sector, waarvan de ontwikkeling als doelstelling van overheidsbeleid actief door de staat wordt nagestreefd, onder meer met behulp van preferentiële leningen. |
b) Banken in staatsbezit die optreden als overheidsinstanties
(53) |
In het oorspronkelijke onderzoek (20) concludeerde de Commissie dat de financiële markt in China door overheidsinterventie werd verstoord en dat het ook waarschijnlijk was dat de rentetarieven die door niet-staatsbanken en andere financiële instellingen werden aangerekend, op de tarieven van de staatsbanken waren afgestemd. Het onderzoek heeft ook geen elementen aan het licht gebracht die de bovengenoemde bevinding tegenspreken; noch heeft de Chinese overheid tijdens dit onderzoek bewijsmateriaal aangevoerd waaruit blijkt dat de situatie was gewijzigd. In het verzoek werd beweerd dat de Chinese overheid de sector gestreken fijn papier met preferentiële leningen bleef subsidiëren. De Commissie wijst erop dat de WTO-beroepsinstantie de toepasselijke toets om vast te stellen dat een staatsonderneming een overheidsinstantie is als volgt heeft beschreven: „Wat telt, is of een entiteit bekleed is met een bevoegdheid om overheidsfuncties uit te oefenen, en minder op welke wijze dat wordt bewerkstelligd. Er zijn veel verschillende manieren waarop de overheid in strikte zin bevoegdheden aan entiteiten kan toekennen. Daarom kunnen verschillende soorten bewijsmiddelen relevant zijn om aan te tonen dat een bepaalde entiteit met een dergelijke bevoegdheid is bekleed. Bewijsmateriaal waaruit blijkt dat een entiteit feitelijk overheidsfuncties uitoefent, kan dienen als bewijs dat zij overheidsgezag bezit of daarmee is bekleed, met name wanneer dergelijk bewijsmateriaal wijst op een aanhoudende en systematische praktijk. Hieruit volgt dat, naar ons oordeel, bewijsmateriaal waaruit blijkt dat een overheid op betekenisvolle wijze zeggenschap uitoefent over een entiteit en haar gedrag, in bepaalde omstandigheden kan dienen als bewijs dat de relevante entiteit overheidsgezag bezit en dat gezag in de uitoefening van overheidsfuncties uitoefent. Wij benadrukken echter dat, behoudens een uitdrukkelijke delegatie van gezag door middel van een rechtsinstrument, het bestaan van louter formele banden tussen een entiteit en de overheid in enge zin in de regel onvoldoende is om het vereiste bezit van overheidsgezag vast te stellen. Zo volgt uit het loutere feit dat een overheid meerderheidsaandeelhouder van een entiteit is, niet dat die overheid betekenisvolle zeggenschap uitoefent over die entiteit, laat staan dat zij die entiteit overheidsgezag heeft verleend. In sommige gevallen echter, wanneer er voldoende formele aanwijzingen van overheidszeggenschap zijn en uit bewijsmateriaal ook blijkt dat dergelijke zeggenschap op betekenisvolle wijze is uitgeoefend, kan uit dat bewijsmateriaal worden afgeleid dat de betrokken entiteit overheidsgezag uitoefent.” (21). Zoals hieronder wordt toegelicht, is de conclusie dat de staatsbanken die preferentiële leningen verstrekten, bekleed zijn met een bevoegdheid om overheidsfuncties uit te oefenen, in het onderhavige geval gebaseerd op de beste beschikbare gegevens met betrekking tot staatsbezit, formele aanwijzingen van overheidszeggenschap en bewijsmateriaal waaruit blijkt dat de Chinese overheid significante zeggenschap blijft uitoefenen over de bedrijfsvoering van deze banken. |
(54) |
Op basis van de beschikbare informatie heeft de Commissie vastgesteld dat de meeste grote banken in staatsbezit bleven. De Chinese overheid heeft informatie verstrekt waaruit blijkt dat zij meerderheidsaandeelhouder is in vier van de grootste banken in de VRC: de Industrial and Commercial Bank of China („ICBC”), de Bank of China („BOC”), de China Construction Bank („CCB”) en de Agricultural Bank of China („ABC”). De Chinese overheid heeft verklaard dat zij minder dan 50 % van de aandelen van de Bank of Communications bezat. De Commissie heeft in recente onderzoeken, zoals het nieuwe zonnepanelenonderzoek, vastgesteld dat de Bank of Communications door de overheid wordt gecontroleerd dankzij indirect aandeelhouderschap (22). |
(55) |
Op dezelfde basis heeft de Commissie verder geconcludeerd dat er bewijsmateriaal bestaat van formele aanwijzingen van overheidszeggenschap in de banken in staatsbezit. Zo is voor EXIM het mandaat van die bank inzake overheidsbeleid vastgelegd in het Besluit tot oprichting van de Export-Import Bank of China, opgesteld door de Staatsraad, en in de statuten van EXIM. Als 100 % aandeelhouder van EXIM controleert de staat EXIM door de leden van de raad van toezicht te benoemen. Tijdens vergaderingen van EXIM vertegenwoordigen die leden de belangen van de staat, inclusief beleidsoverwegingen. Er is geen raad van bestuur. De staat benoemt het bestuur van EXIM rechtstreeks (23). Volgens haar website (24) heeft EXIM „als missie de buitenlandse handel, investeringen en internationale economische samenwerking van China te ondersteunen” en „streeft zij naar versterking van de financiële steun aan essentiële sectoren en zwakke schakels in de Chinese economie om een duurzame en gezonde economische en sociale ontwikkeling te waarborgen”. |
(56) |
Hoewel de Chinese overheid stelt dat de staatsbanken geen overheidsinstanties zijn en dat de rentemarkt voor leningen en deposito's is geliberaliseerd, zijn er geen aanwijzingen voor een grote hervorming van de banksector in de VRC waardoor een meer marktgestuurd systeem voor het verstrekken van leningen zou ontstaan. De Commissie heeft in recente onderzoeken feitelijk het tegenovergestelde geconcludeerd (25). |
(57) |
Noch de Chinese overheid in haar niet-gecontroleerde antwoord, noch de staatsbanken en andere financiële instellingen die een vragenlijst moesten ontvangen, hebben voldoende bewijsmateriaal ingediend om aan te tonen dat bij het verstrekken van leningen aan ondernemingen correcte kredietwaardigheidsbeoordelingen worden gevolgd. Zoals reeds vermeld in de overwegingen 40 en 52 heeft de Commissie dus geen informatie die de eerdere bevinding zou tegenspreken dat de staatsbanken steun verlenen aan bevorderde sectoren en/of nationaal beleid uitvoeren. |
(58) |
Op basis van het bovenstaande concludeerde de Commissie dat de specifieke doelstellingen van overheidsbeleid binnen het hierboven uiteengezette rechtskader worden uitgevoerd door staatsbanken in de uitoefening van overheidsfuncties met betrekking tot de papiersector, waarbij die banken optreden als overheidsinstanties in de zin van artikel 2, onder b), van de basisverordening, in samenhang met artikel 3, lid 1, onder a), i), van de basisverordening en overeenkomstig de relevante WTO-jurisprudentie. |
(59) |
Maar zelfs al zouden de staatsbanken niet als overheidsinstanties worden aangemerkt, dan nog zou er volgens de bevindingen van de Commissie van worden uitgegaan dat de Chinese overheid, in het licht van het in de overwegingen 40 en 52 beschreven normatieve kader, aan die banken functies heeft toevertrouwd en hen met functies heeft belast die de overheid normaal gesproken zelf zou vervullen in de zin van artikel 3, lid 1, onder a), iv), van de basisverordening. Hun gedragingen zouden dus hoe dan ook aan de Chinese overheid worden toegerekend. Om dezelfde redenen zouden de leningen die door andere financiële instellingen aan ondernemingen in de papiersector waren verstrekt, aan de Chinese overheid worden toegeschreven. |
c) Voordeel
(60) |
In het oorspronkelijke onderzoek heeft de Commissie vastgesteld dat de papiersector preferentiële leningen kreeg. De Commissie stelde vast dat het bedrag van het voordeel het verschil is tussen het bedrag dat de onderneming betaalt voor de staatslening en het bedrag dat de onderneming zou betalen voor een vergelijkbare, op de markt verkrijgbare commerciële lening. Dat bedrag is vervolgens omgeslagen over de totale omzet van de medewerkende producenten-exporteurs. Het overeenkomstig deze maatregel vastgestelde ad-valorem-subsidiepercentage bedroeg 5,37 % voor de APP-groep en 1,26 % voor de Chenming-groep. |
(61) |
In het huidige onderzoek heeft de Commissie op grond van de beschikbare informatie geen aanwijzingen gevonden dat het verstrekken van preferentiële leningen aan producenten van gestreken fijn papier in de VRC is stopgezet. |
(62) |
De Commissie merkt op dat de indiener van het verzoek in zijn verzoek en in latere opmerkingen voorbeelden heeft gegeven van verdere leningen die door de producenten-exporteurs zijn ontvangen, ook tijdens het TNO, met name:
|
(63) |
Omdat de Chinese overheid en de Chinese producenten-exporteurs geen medewerking verleenden, beschikte de Commissie niet over bedrijfsspecifieke informatie op basis waarvan zij kon vaststellen of de door de indiener van het verzoek genoemde leningen onder normale marktvoorwaarden waren verstrekt. Op basis van de beschikbare informatie kwam de Commissie echter tot de bevinding dat de Chinese producenten-exporteurs van preferentiële leningen bleven profiteren. Immers, de papiersector wordt nog steeds als een „bevorderde sector” aangeduid. De Commissie heeft daarnaast in recente onderzoeken vastgesteld dat de preferentiële leningen aan bevorderde sectoren tegen rentepercentages werden verstrekt die veel lager zijn dan de percentages die gerekend zouden worden in een situatie zonder verstoringen van de financiële markt, waaronder de afwezigheid van geldige kredietbeoordelingen (26). |
(64) |
Zonder dat het noodzakelijk was om de omvang van de subsidiëring door preferentiële leningen te kwantificeren, heeft de Commissie geconcludeerd dat de Chinese overheid, in lijn met beleid vervat in specifieke plannen en richtlijnen met betrekking tot de papiersector, preferentiële leningen bleef verstrekken tegen gunstige rentetarieven. De rechtstreekse overdracht van middelen in de vorm van preferentiële leningen bleef tijdens het TNO beschikbaar voor ondernemingen in de papiersector. |
d) Specificiteit
(65) |
Zoals aangetoond in de overwegingen 40 en 52 worden de financiële instellingen aangestuurd door verschillende juridische documenten die specifiek gericht zijn op ondernemingen in de papiersector. Op basis van deze documenten is aangetoond dat de financiële instellingen uitsluitend preferentiële leningen verstrekken aan een beperkt aantal sectoren/ondernemingen dat voldoet aan het desbetreffende beleid van de Chinese overheid. |
(66) |
Daarom concludeert de Commissie dat de subsidies in de vorm van preferentiële leningen niet algemeen beschikbaar zijn, maar specifiek zijn in de zin van artikel 4, lid 2, onder a), van de basisverordening. Bovendien heeft geen van de belanghebbenden bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat het verstrekken van preferentiële leningen gebaseerd is op objectieve criteria of voorwaarden in de zin van artikel 4, lid 2, onder b), van de basisverordening. |
e) Conclusie
(67) |
Gezien het bovenstaande heeft de Commissie geconcludeerd dat de sector gestreken fijn papier bleef profiteren van subsidies in de vorm van preferentiële leningen. Gezien het bestaan van een financiële bijdrage, een voordeel voor de producenten-exporteurs en specificiteit moet deze subsidie nog steeds worden beschouwd als een tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidie. |
II. Programma's inzake inkomstenbelasting
II.A. Preferentieel belastingbeleid voor ondernemingen die zijn erkend als hoogtechnologische of in nieuwe technologie gespecialiseerde onderneming
(68) |
De Commissie heeft in het oorspronkelijke onderzoek vastgesteld dat het ad-valorem-subsidiepercentage met betrekking tot deze subsidie voor de APP-groep 1,22 % en voor de Chenming-groep 0,58 % bedroeg. |
(69) |
Dankzij deze subsidie geniet een onderneming die wordt erkend als hoogtechnologisch of in nieuwe technologie gespecialiseerd een gereduceerd vennootschapsbelastingtarief van 15 % in plaats van de normale 25 %. |
a) Rechtsgrondslag
(70) |
De subsidie wordt verstrekt als een preferentiële fiscale behandeling uit hoofde van artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting van de VRC (nr. 63, afgekondigd op 16 maart 2007), samen met administratieve maatregelen voor de erkenning van hoogtechnologische en in nieuwe technologie gespecialiseerde ondernemingen. De nota van de overheidsdienst voor belastingen betreffende de aangelegenheden in verband met de betaling van vennootschapsbelasting door hoogtechnologische en in nieuwe technologie gespecialiseerde ondernemingen (Guo Shui Han [2008] nr. 985) heeft eveneens betrekking op deze regeling en bevat nadere details over de implementatie ervan. |
b) Criteria om in aanmerking te komen
(71) |
Artikel 10 van de administratieve maatregelen voor de erkenning van hoogtechnologische en in nieuwe technologie gespecialiseerde ondernemingen bevat de criteria om voor dit gereduceerde vennootschapsbelastingtarief in aanmerking te komen. Als de onderneming aan alle criteria van artikel 10 voldoet, moet zij overeenkomstig de procedure in artikel 11 van dezelfde maatregelen bij de relevante autoriteiten een aanvraag indienen. |
c) Toepassing in de praktijk
(72) |
Een onderneming die zich voor deze gereduceerde vennootschapsbelasting wenst aan te melden, moet online een verzoek indienen bij het plaatselijke bureau voor wetenschap en technologie, dat een eerste onderzoek zal uitvoeren. Vervolgens doet het plaatselijke bureau voor wetenschap en technologie een aanbeveling aan het provinciale ministerie voor wetenschap en technologie. Alvorens een beslissing te nemen omtrent de erkenning als hoogtechnologische of in nieuwe technologie gespecialiseerde onderneming, kan dit ministerie ook besluiten bij de indiener van het verzoek ter plaatse een onderzoek uit te voeren. |
d) Bevindingen van het huidige onderzoek
(73) |
Zoals bleek uit het oorspronkelijke onderzoek moet het gereduceerde vennootschapsbelastingtarief, als gederfde overheidsinkomsten waardoor de ontvangende ondernemingen een voordeel hebben verkregen, worden aangemerkt als een subsidie in de zin van artikel 3, lid 1, onder a), ii), en lid 2, van de basisverordening. Deze subsidieregeling is nog steeds specifiek in de zin van artikel 4, lid 2, onder a), van de basisverordening, aangezien de toegang tot dit gereduceerde vennootschapsbelastingtarief door de aan het handelen van de subsidieverlenende autoriteit ten grondslag liggende wetgeving zelf wordt beperkt tot bepaalde ondernemingen en sectoren die als bevorderd zijn aangemerkt, zoals ondernemingen binnen de sector gestreken papier. |
(74) |
Noch de Chinese overheid, noch de producenten-exporteurs hebben bewijsmateriaal verstrekt waaruit bleek dat de sector gestreken fijn papier niet meer profiteerde van het gereduceerde vennootschapsbelastingtarief. Op basis van door de indiener van het verzoek verstrekte informatie, van recente onderzoeken (27) en algemeen beschikbare informatie (28) heeft de Commissie vastgesteld dat de sector gestreken fijn papier bleef profiteren van een preferentieel belastingbeleid voor ondernemingen die zijn erkend als hoogtechnologische of in nieuwe technologie gespecialiseerde ondernemingen (waaronder de sector gestreken fijn papier dus valt). |
(75) |
Aangezien de Chinese overheid en de Chinese producenten-exporteurs geen medewerking verleenden, had de Commissie geen bedrijfsspecifieke informatie op basis waarvan zij het tijdens het TNO toegekende subsidiebedrag kon berekenen. In het licht van de uiteindelijke bevindingen bij het huidige nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen achtte de Commissie het echter niet noodzakelijk om dergelijke bedragen te berekenen. |
e) Conclusie
(76) |
De Commissie heeft derhalve geconcludeerd dat deze subsidie nog steeds moet worden beschouwd als aanleiding gevend tot compenserende maatregelen. |
II.B. Preferentieel belastingbeleid voor onderzoek en ontwikkeling
(77) |
De Commissie heeft in het oorspronkelijke onderzoek vastgesteld dat het ad-valorem-subsidiepercentage met betrekking tot deze preferentiële fiscale behandeling voor de APP-groep 0,02 % en voor de Chenming-groep 0,05 % bedroeg. |
(78) |
De Chinese overheid voorziet in een preferentiële fiscale behandeling die ten goede komt aan alle ondernemingen waarvan is erkend dat zij projecten op het gebied van onderzoek & ontwikkeling („O&O”) uitvoeren. Dankzij deze kwalificatie kunnen ondernemingen die O&O-uitgaven doen met het oog op de ontwikkeling van nieuwe technologieën, producten en technieken 50 % van hun O&O-uitgaven extra aftrekken van de door hen verschuldigde vennootschapsbelasting. Ook uitgaven voor immateriële O&O-activa geven subsidiabele ondernemingen recht op een vermindering van 150 % van de werkelijke kosten die deze ondernemingen dragen. |
a) Rechtsgrondslag
(79) |
De preferentiële fiscale behandeling is neergelegd in artikel 30, lid 1, van de Wet op de vennootschapsbelasting van de VRC (nr. 63, afgekondigd op 16 maart 2007), artikel 95 van de Reglementen inzake de implementatie van de wet op de vennootschapsbelasting van de VRC, decreet nr. 512 van de Staatsraad van de VRC, afgekondigd op 6 december 2007, en de Gids inzake belangrijke gebieden (kennisgeving nr. 6, 2007). |
b) Criteria om in aanmerking te komen
(80) |
Deze preferentiële fiscale behandeling verschaft een voordeel aan ondernemingen waarvan is erkend dat zij O&O-projecten uitvoeren. Deze regeling is alleen van toepassing op O&O-projecten van ondernemingen uit hoogtechnologische of in nieuwe technologie gespecialiseerde sectoren die primaire staatssteun ontvangen en projecten die zijn opgenomen in de gids inzake belangrijke gebieden van hoogtechnologische industrialisatie in het kader van de huidige ontwikkelingsprioriteit, afgekondigd door de Nationale Commissie voor ontwikkeling en hervorming. |
c) Toepassing in de praktijk
(81) |
Een onderneming die zich voor deze preferentiële fiscale behandeling wenst aan te melden, moet bij het plaatselijke bureau voor wetenschap en technologie gedetailleerde informatie over de O&O-projecten indienen. Na onderzoek doet het belastingkantoor kennisgeving van goedkeuring. Het bedrag dat onderworpen is aan vennootschapsbelasting wordt verlaagd met 50 % van de werkelijke uitgaven voor goedgekeurde projecten. |
d) Bevindingen van het huidige onderzoek
(82) |
Zoals bleek uit het oorspronkelijke onderzoek moet de preferentiële fiscale behandeling, als gederfde overheidsinkomsten waardoor de ontvangende ondernemingen een voordeel hebben verkregen, worden aangemerkt als een subsidie in de zin van artikel 3, lid 1, onder a), ii), en lid 2, van de basisverordening. Deze subsidie is nog steeds specifiek in de zin van artikel 4, lid 2, onder a), van de basisverordening, aangezien de toegang tot deze regeling door de aan het handelen van de subsidieverlenende autoriteit ten grondslag liggende wetgeving zelf wordt beperkt tot bepaalde ondernemingen en sectoren die als bevorderd zijn aangemerkt, zoals ondernemingen binnen de sector gestreken papier. |
(83) |
Noch de Chinese overheid, noch de producenten-exporteurs hebben bewijsmateriaal verstrekt waaruit bleek dat de sector gestreken fijn papier niet meer profiteerde van de preferentiële fiscale behandeling. Op basis van door de indiener in het verzoek verstrekte informatie heeft de Commissie vastgesteld dat de sector gestreken fijn papier tijdens het TNO nog steeds profiteerde van preferentieel belastingbeleid voor O&O. Zo verschaft de preferentiële fiscale behandeling nog steeds een voordeel aan ondernemingen die formeel worden erkend als hoogtechnologische en in nieuwe technologie gespecialiseerde ondernemingen. |
(84) |
Aangezien de Chinese overheid en de Chinese producenten-exporteurs geen medewerking verleenden, had de Commissie geen bedrijfsspecifieke informatie op basis waarvan zij het tijdens het TNO toegekende subsidiebedrag kon berekenen. In het licht van de uiteindelijke bevindingen bij het huidige nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen achtte de Commissie het echter niet noodzakelijk om dergelijke bedragen te berekenen. |
e) Conclusie
(85) |
De Commissie heeft derhalve geconcludeerd dat deze subsidie nog steeds moet worden beschouwd als aanleiding gevend tot compenserende maatregelen. |
II.C. Vrijstelling van dividend tussen gekwalificeerde ingezeten ondernemingen
(86) |
De Commissie heeft in het oorspronkelijke onderzoek vastgesteld dat het ad-valorem-subsidiepercentage met betrekking tot deze regeling voor de APP-groep 1,34 % en voor de Chenming-groep 0,21 % bedroeg. |
(87) |
De vrijstelling van dividend betreft in de VRC ingezeten ondernemingen die aandeelhouder zijn in andere in de VRC ingezeten ondernemingen. Eerstgenoemde hebben recht op een belastingvrijstelling van de inkomsten uit bepaalde dividenden die door laatstgenoemde worden betaald. |
a) Rechtsgrondslag
(88) |
Deze vrijstelling van dividend is neergelegd in artikel 26 van de Wet op de vennootschapsbelasting van de VRC en wordt nader toegelicht in artikel 83 van de Reglementen inzake de implementatie van de wet op de vennootschapsbelasting van de VRC, decreet nr. 512 van de Staatsraad van de VRC, afgekondigd op 6 december 2007. |
b) Criteria om in aanmerking te komen
(89) |
Deze vrijstelling van dividend verschaft een voordeel aan alle ingezeten ondernemingen die aandeelhouder zijn in andere in China ingezeten ondernemingen. |
c) Toepassing in de praktijk
(90) |
De ondernemingen kunnen rechtstreeks via hun belastingaangifteformulier gebruikmaken van deze vrijstelling van dividend. |
d) Bevindingen van het huidige onderzoek
(91) |
In het oorspronkelijke onderzoek heeft de Commissie geconstateerd dat deze vrijstelling van dividend, als gederfde overheidsinkomsten waardoor de ontvangende ondernemingen een voordeel hebben verkregen, moet worden aangemerkt als een subsidie in de zin van artikel 3, lid 1, onder a), ii), en lid 2, van de basisverordening. Deze subsidieregeling is nog steeds specifiek in de zin van artikel 4, lid 2, onder a), van de basisverordening, aangezien de toegang tot deze regeling door de aan het handelen van de subsidieverlenende autoriteit ten grondslag liggende wetgeving zelf wordt beperkt tot in de VRC ingezeten ondernemingen die inkomsten hebben uit dividenden van andere in de VRC ingezeten ondernemingen, dit in tegenstelling tot ondernemingen die in buitenlandse ondernemingen investeren. |
(92) |
Noch de Chinese overheid, noch de producenten-exporteurs hebben bewijsmateriaal verstrekt waaruit bleek dat de sector gestreken fijn papier niet meer profiteerde van deze vrijstelling van dividend. Op basis van door de indiener in het verzoek verstrekte informatie en recente onderzoeken (29) heeft de Commissie vastgesteld dat de sector gestreken fijn papier nog steeds profiteert van de vrijstelling van dividend. |
(93) |
Aangezien de Chinese overheid en de Chinese producenten-exporteurs geen medewerking verleenden, had de Commissie geen bedrijfsspecifieke informatie op basis waarvan zij het tijdens het TNO toegekende subsidiebedrag kon berekenen. In het licht van de uiteindelijke bevindingen bij het huidige nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen achtte de Commissie het echter niet noodzakelijk om dergelijke bedragen te berekenen. |
e) Conclusie
(94) |
De Commissie heeft derhalve geconcludeerd dat deze subsidie nog steeds moet worden beschouwd als aanleiding gevend tot compenserende maatregelen. |
III. Programma's inzake indirecte belastingen en invoerrechten
III.A. Vrijstelling van btw en van rechten op ingevoerde apparatuur
(95) |
De Commissie heeft in het oorspronkelijke onderzoek vastgesteld dat het ad-valorem-subsidiepercentage met betrekking tot deze maatregel voor de APP-groep 1,17 % en voor de Chenming-groep 0,61 % bedroeg. |
(96) |
Deze maatregel verschaft voordelen in de vorm van btw-vrijstelling en rechtenvrije invoer van kapitaalgoederen aan met buitenlands kapitaal gefinancierde ondernemingen („FIE's” — Foreign Invested Enterprises) of binnenlandse ondernemingen die door de Chinese autoriteiten overeenkomstig de desbetreffende wetgeving inzake investeringen, belastingen en douane als door de staat bevorderd project zijn erkend. |
a) Rechtsgrondslag
(97) |
De vrijstelling van btw en van rechten is gebaseerd op een reeks wetsbepalingen, namelijk de circulaire van de Staatsraad inzake de afstemming van het belastingbeleid op het gebied van ingevoerde apparatuur nr. 37/1997, de aankondiging van het ministerie van Financiën, de algemene douanedienst en de overheidsdienst voor belastingen [2008] nr. 43, het bericht van de NDRC over de relevante aangelegenheden met betrekking tot de behandeling van de bevestigingsbrief over met binnenlands of buitenlands kapitaal gefinancierde projecten waarvan de ontwikkeling door de staat wordt bevorderd, nr. 316/2006 van 22 februari 2006, en de catalogus van importartikelen die noch voor FIE's, noch voor binnenlandse ondernemingen voor vrijstelling in aanmerking komen — 2008. |
b) Criteria om in aanmerking te komen
(98) |
Slechts FIE's of binnenlandse ondernemingen die als door de staat bevorderd project worden erkend, komen in aanmerking. |
c) Toepassing in de praktijk
(99) |
Volgens het bericht van de NDRC over relevante aangelegenheden met betrekking tot de behandeling van de bevestigingsbrief over met binnenlands of buitenlands kapitaal gefinancierde projecten waarvan de ontwikkeling door de staat wordt bevorderd, nr. 316/2006, artikel I, lid 1, van 22 februari 2006, worden buitenlandse investeringsprojecten die conform zijn aan „bevorderde buitenlandse investeringsprojecten met techniekoverdracht in de” Catalogus met richtsnoeren voor buitenlandse investeringen in sectoren „en de” Industriële catalogus voor buitenlandse investeringen in de centrale en westelijke regio's„, vrijgesteld van douaneheffingen en btw, met uitzondering van die welke zijn opgenomen in de” Catalogus van ingevoerde goederen die niet vrijgesteld zijn van belasting in het kader van buitenlandse investeringsprojecten„”. Voor buitenlandse investeringsprojecten uit de categorie bevorderde projecten met een totale investering van minimaal 30 miljoen USD wordt de projectbevestigingsbrief door de NDRC afgegeven. Voor buitenlandse investeringsprojecten uit de categorie bevorderde projecten met een totale investering van minder dan 30 miljoen USD wordt de projectbevestigingsbrief afgegeven door de commissies of economische besturen op provinciaal niveau. Als de ondernemingen de projectbevestigingsbrief van de bevorderingscategorie hebben ontvangen, leggen zij het certificaat van erkenning en de andere vereiste documenten voor aan hun plaatselijke belastinginstanties om in aanmerking te komen voor de vrijstelling van douanerechten en btw op de invoer van apparatuur. |
d) Bevindingen van het huidige onderzoek
(100) |
In het oorspronkelijke onderzoek heeft de Commissie geconstateerd dat de vrijstelling van btw en van rechten, als gederfde overheidsinkomsten waardoor de ontvangende ondernemingen een voordeel hebben verkregen, moet worden aangemerkt als een subsidie in de zin van artikel 3, lid 1, onder a), ii), en lid 2, van de basisverordening. Deze subsidie is nog steeds specifiek in de zin van artikel 4, lid 2, onder a), van de basisverordening, aangezien de toegang tot deze regeling door de aan het handelen van de subsidieverlenende autoriteit ten grondslag liggende wetgeving zelf wordt beperkt tot ondernemingen die investeren in bepaalde categorieën activiteiten die uitputtend bij wet zijn vastgelegd (namelijk in de catalogus met richtsnoeren voor sectoren met betrekking tot buitenlandse investeringen en de catalogus van belangrijke sectoren, producten en technologieën waarvan de overheid momenteel de ontwikkeling bevordert). |
(101) |
Noch de Chinese overheid, noch de producenten-exporteurs hebben bewijsmateriaal verstrekt waaruit bleek dat de sector gestreken fijn papier niet meer profiteerde van deze vrijstelling van btw en rechten. Op basis van de beste beschikbare gegevens, en in het bijzonder van de conclusies van de Commissie over deze subsidie in recente onderzoeken (30), heeft de Commissie vastgesteld dat de sector gestreken fijn papier nog steeds profiteert van een vrijstelling van btw en van rechten op ingevoerde apparatuur. |
(102) |
Aangezien de Chinese overheid en de Chinese producenten-exporteurs geen medewerking verleenden, had de Commissie geen bedrijfsspecifieke informatie op basis waarvan zij het tijdens het TNO toegekende subsidiebedrag kon berekenen. In het licht van de uiteindelijke bevindingen bij het huidige nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen achtte de Commissie het echter niet noodzakelijk om dergelijke bedragen te berekenen. |
e) Conclusie
(103) |
De Commissie heeft derhalve geconcludeerd dat deze subsidie nog steeds moet worden beschouwd als aanleiding gevend tot compenserende maatregelen. |
III.B. Btw-aftrek op in het binnenland geproduceerde apparatuur
(104) |
De Commissie heeft in het oorspronkelijke onderzoek vastgesteld dat het ad-valorem-subsidiepercentage met betrekking tot deze subsidie voor de APP-groep 0,03 % en voor de Chenming-groep 0,05 % bedroeg. |
(105) |
Deze maatregel verschaft voordelen in de vorm van een btw-aftrek voor in het binnenland geproduceerde apparatuur die door FIE's wordt aangekocht. |
a) Rechtsgrondslag
(106) |
De btw-aftrek is gebaseerd op een reeks wetsbepalingen:
|
b) Criteria om in aanmerking te komen
(107) |
Voor deze regeling komen alleen FIE's in aanmerking die in het binnenland vervaardigde apparatuur kopen en tot de bevorderde categorie behoren. |
c) Toepassing in de praktijk
(108) |
Het programma beoogt de terugbetaling van de btw op de aankoop door FIE's van in het binnenland geproduceerde apparatuur wanneer die apparatuur niet is opgenomen in de catalogus van niet voor vrijstelling in aanmerking komende artikelen en de waarde van de apparatuur niet hoger is dan het maximale totale investeringsbedrag voor FIE's volgens de „experimentele administratieve maatregelen inzake de aankoop van in het binnenland geproduceerde apparatuur”. |
(109) |
In het oorspronkelijke onderzoek profiteerden alle medewerkende producenten van deze maatregel. |
d) Bevindingen van het huidige onderzoek
(110) |
In het oorspronkelijke onderzoek heeft de Commissie geconstateerd dat de btw-aftrek, als gederfde overheidsinkomsten waardoor de ontvangende ondernemingen een voordeel hebben verkregen, moet worden aangemerkt als een subsidie in de zin van artikel 3, lid 1, onder a), ii), en lid 2, van de basisverordening. Deze subsidie is nog steeds specifiek in de zin van artikel 4, lid 4, onder b), van de basisverordening, aangezien de subsidie afhankelijk is van het gebruik van binnenlandse in plaats van ingevoerde goederen. |
(111) |
Noch de Chinese overheid, noch de producenten-exporteurs hebben bewijsmateriaal verstrekt waaruit bleek dat de sector gestreken fijn papier niet meer profiteerde van deze vormen van btw-aftrek en vrijstelling van rechten. Op basis van recente onderzoeken (31) heeft de Commissie vastgesteld dat de sector gestreken fijn papier nog steeds profiteert van btw-aftrek voor de aankoop van in het binnenland geproduceerde apparatuur. |
(112) |
Aangezien de Chinese overheid en de Chinese producenten-exporteurs geen medewerking verleenden, had de Commissie geen bedrijfsspecifieke informatie op basis waarvan zij het tijdens het TNO toegekende subsidiebedrag kon berekenen. In het licht van de uiteindelijke bevindingen bij het huidige nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen achtte de Commissie het echter niet noodzakelijk om dergelijke bedragen te berekenen. |
e) Conclusie
(113) |
De Commissie heeft derhalve geconcludeerd dat deze subsidie nog steeds moet worden beschouwd als aanleiding gevend tot compenserende maatregelen. |
IV. Subsidieprogramma's
a) Inleiding
(114) |
In het oorspronkelijke onderzoek heeft de Commissie vastgesteld dat de sector gestreken fijn papier van diverse subsidieprogramma's profiteerde. De Commissie heeft in het oorspronkelijke onderzoek in het bijzonder vijf programma's beoordeeld die door de medewerkende producenten-exporteurs waren gemeld, en kwam tot de conclusie dat ze allemaal aanleiding gaven tot compenserende maatregelen. De Commissie nam ook nota van zes andere door de medewerkende producenten-exporteurs gemelde programma's, maar heeft deze niet beoordeeld aangezien de voordelen slechts kleine bedragen betroffen. |
b) Bevindingen van het huidige onderzoek
(115) |
In het oorspronkelijke onderzoek heeft de Commissie geconstateerd dat de producenten van gestreken fijn papier, als onderdeel van de plannen van de Chinese overheid ter ondersteuning van de papiersector, hebben geprofiteerd van diverse subsidies die moeten worden aangemerkt als een subsidie in de zin van artikel 3, lid 1, onder a), i), en lid 2, van de basisverordening in de vorm van een verstrekking van middelen waardoor de ontvangende ondernemingen een voordeel hebben verkregen. |
(116) |
Noch de Chinese overheid, noch de producenten-exporteurs hebben bewijsmateriaal verstrekt waaruit bleek dat de sector gestreken fijn papier niet meer profiteerde van deze subsidies. Op basis van door de indiener in het verzoek verstrekte informatie en recente onderzoeken (32) heeft de Commissie vastgesteld dat de sector gestreken fijn papier nog steeds als bevorderde sector van subsidies profiteert. |
(117) |
Op basis van het jaarverslag van de Chenming-groep over 2015 kon de Commissie bijvoorbeeld vaststellen dat die groep in 2015 245 miljoen CNY aan overheidssubsidies had ontvangen, wat was weergegeven in de winst-en-verliesrekening. Een ander bedrag van 150 miljoen CNY werd vermeld als „Bijzondere fondsen China Development Bank”, een bank die in staatsbezit is. De aard van de ontvangen subsidies of de specifieke bedragen werden verder niet uitgesplitst. Samen vormen deze subsidies meer dan 1 % van de omzet van de Chenming-groep in 2015. De indiener van het verzoek verstrekte in zijn verzoek ook bewijsmateriaal waaruit blijkt dat de Chenming-groep in 2014 subsidies van het financiële bureau van Shouguang City heeft ontvangen voor de betaling van rioleringsdiensten. |
(118) |
Op basis van het bovenstaande heeft de Commissie geconcludeerd dat de Chinese overheid nog altijd diverse subsidies verstrekt aan de sector gestreken fijn papier en dat producenten van gestreken fijn papier in de VRC nog steeds profiteren van deze subsidies; hiervoor was het niet noodzakelijk om de toegekende voordelen precies te kwantificeren. Deze subsidies worden als specifiek beschouwd in de zin van artikel 4, lid 2, van de basisverordening en zij lijken ook op ad-hocbasis te zijn toegekend. |
c) Conclusie
(119) |
De Commissie heeft derhalve geconcludeerd dat deze subsidie nog steeds moet worden beschouwd als aanleiding gevend tot compenserende maatregelen. |
V. Verstrekking van goederen en diensten door de overheid voor een ontoereikende prijs („Less than Adequate Remuneration” of „LTAR”)
— Verstrekking van grond voor een ontoereikende prijs
(120) |
In het oorspronkelijke onderzoek heeft de Commissie, met de grondprijzen in Taiwan als benchmark, vastgesteld dat het ad-valorem-subsidiepercentage met betrekking tot deze maatregel voor de APP-groep 2,81 % en voor de Chenming-groep 0,69 % bedroeg. |
(121) |
In het oorspronkelijke onderzoek heeft de Commissie vastgesteld dat de sector gestreken fijn papier in de VRC heeft geprofiteerd van de verstrekking van land en meer specifiek van de verlening van grondgebruiksrechten voor een ontoereikende prijs. |
a) Rechtsgrondslag en criteria om voor deze regeling in aanmerking te komen
(122) |
De indiener van het verzoek heeft in zijn verzoek bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat de Chinese overheid voor ontoereikende prijzen grondgebruiksrechten bleef verstrekken aan de sector gestreken fijn papier. Als rechtsgrondslag voor deze bewering gelden de volgende documenten, die door de Chinese overheid werden verstrekt:
|
(123) |
De Chinese overheid weigerde gegevens te verstrekken met betrekking tot de werkelijke prijzen van grondgebruiksrechten, de grondmarkt met ordelijk verlopende concurrentie waarvan de Chinese overheid beweert dat deze in China tot stand is gebracht, alsmede de methoden die worden toegepast wanneer de staat grond van voormalige gebruikers onteigent. |
b) Toepassing in de praktijk
(124) |
Overeenkomstig artikel 2 van de Wet op het grondbeheer is alle grond eigendom van de staat, aangezien de grond overeenkomstig de Chinese grondwet en relevante wetsbepalingen eigendom is van de hele Chinese bevolking. Grond kan niet worden verkocht, maar volgens de wet kunnen grondgebruiksrechten worden toegewezen: de overheidsinstanties wijzen die rechten bij publiek opbod, prijsopgave of veiling toe. |
c) Bevindingen van het onderzoek
(125) |
In het oorspronkelijke onderzoek heeft de Commissie geconstateerd dat de verlening van grondgebruiksrechten door de Chinese overheid, als levering van goederen waardoor de ontvangende ondernemingen een voordeel hebben verkregen, moet worden aangemerkt als een subsidie in de zin van artikel 3, lid 1, onder a), iii), en lid 2, van de basisverordening. |
(126) |
Noch de Chinese overheid, noch de producenten-exporteurs hebben bewijsmateriaal verstrekt waaruit bleek dat de sector gestreken fijn papier niet meer profiteerde van de verlening van grondgebruiksrechten. Op basis van de door de indiener in het verzoek verstrekte informatie, van recente onderzoeken (33) en de niet-gecontroleerde informatie uit het antwoord van de Chinese overheid op de vragenlijst, heeft de Commissie vastgesteld dat de sector gestreken fijn papier tijdens het TNO nog steeds profiteerde van de verstrekking van land voor een ontoereikende prijs. Op basis van de beschikbare informatie stelde de Commissie vast dat de tarieven voor grondgebruik nog steeds werden gesubsidieerd omdat het door de Chinese overheid opgelegde systeem niet in overeenstemming is met marktbeginselen. Aangezien de papiersector overeenkomstig het twaalfde vijfjarenplan tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek een „bevorderde sector” is gebleven en dit ook overeenkomstig het dertiende vijfjarenplan blijft, heeft de Commissie op basis van de beschikbare informatie vastgesteld dat de preferentiële toewijzing van grond voortduurt. Uit het feit dat de Chinese overheid aan de papiersector als een van de bevorderde sectoren grondgebruiksrechten verleent, blijkt dat de subsidie specifiek is in de zin van artikel 4, lid 2, van de basisverordening. |
(127) |
Aangezien de Chinese overheid en de Chinese producenten-exporteurs geen medewerking verleenden, had de Commissie geen bedrijfsspecifieke informatie op basis waarvan zij het tijdens het TNO toegekende subsidiebedrag kon berekenen. In het licht van de uiteindelijke bevindingen bij het huidige nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen achtte de Commissie het echter niet noodzakelijk om dergelijke bedragen te berekenen. |
d) Conclusie
(128) |
De Commissie heeft derhalve geconcludeerd dat deze subsidie nog steeds moet worden beschouwd als aanleiding gevend tot compenserende maatregelen. |
3.4. Nieuwe subsidies waartegen in het oorspronkelijke onderzoek geen compenserende maatregelen zijn ingesteld
I. Exportverzekeringsprogramma's voor de sector gestreken fijn papier
a) Rechtsgrondslag
(129) |
De rechtsgrondslagen voor dit programma zijn:
|
b) Sinosure is een overheidsinstantie
(130) |
Op basis van de informatie waarover de Commissie beschikt en gezien het feit dat noch de Chinese overheid, noch Sinosure medewerking verleenden, heeft de Commissie geconcludeerd dat Sinosure een overheidsinstantie is in de zin van artikel 2, onder b), van de basisverordening. De conclusie dat Sinosure bekleed is met een bevoegdheid om overheidsfuncties uit te oefenen, is meer in het bijzonder — en net als in de context van de preferentiële leningen hierboven — gebaseerd op de beste beschikbare gegevens met betrekking tot staatsbezit, formele aanwijzingen van overheidszeggenschap en bewijsmateriaal waaruit blijkt dat de Chinese overheid significante zeggenschap blijft uitoefenen over de bedrijfsvoering van deze banken. |
(131) |
Zoals op basis van de beschikbare informatie in het huidige onderzoek is bevestigd, oefent de overheid volledige zeggenschap en financiële controle uit over Sinosure. Sinosure is volledig in eigendom van de staat: zij is voor 100 % in handen van de Staatsraad. Het maatschappelijk kapitaal van 4 miljard RMB is overeenkomstig de staatsbegroting afkomstig uit het durfkapitaalfonds voor exportkredietverzekeringen. Bovendien injecteerde de overheid in 2011 20 miljard RMB via de China Investment Corporation, het Chinese staatsfonds (34). Volgens de statuten is het ministerie van Financiën bevoegd voor de zakelijke activiteiten van de onderneming en moet Sinosure ook de financiële en boekhoudkundige verslagen en het fiscale begrotingsverslag ter controle en goedkeuring aan het ministerie van Financiën voorleggen. |
(132) |
Wat overheidszeggenschap betreft, heeft Sinosure als onderneming die volledig in handen is van de staat geen raad van bestuur. Wat de raad van toezicht betreft: alle leden daarvan worden door de Staatsraad benoemd en zij oefenen hun taken uit overeenkomstig de „Interim Regulation on the Board of Supervisors of Important State-owned Financial Institutions” („Voorlopige regeling voor de raad van toezicht van grote financiële instellingen in overheidshanden”). Het hoger management van Sinosure wordt eveneens door de overheid benoemd. De website van Sinosure (35) laat zien dat de voorzitter van Sinosure secretaris van het partijcomité is en dat de meerderheid van het hoger management ook zitting heeft in hetzelfde comité. |
(133) |
Sinosure heeft een aantal jaren geen jaarverslag gepubliceerd (36), waaronder tijdens het TNO. Het jaarverslag over 2011 („jaarverslag 2011”) laat echter zien dat Sinosure overheidsfuncties uitoefent en overheidsbeleid uitvoert, zodat kan worden geconcludeerd dat in deze entiteit rechtstreeks de wil van de overheid tot uitdrukking komt. Het jaarverslag 2011 van Sinosure bevat diverse verklaringen in dit verband, namelijk: Sinosure „voerde de beleidsfunctie van een exportkredietinstelling op proactieve wijze uit … en ging het eerste jaar van het twaalfde vijfjarenplan goed van start” (jaarverslag 2011, blz. 4); „het bevorderen van hervormingen in het bedrijfsleven heeft de beleidsfunctie van Sinosure als exportkredietinstelling versterkt. De Economische Conferentie van het Centraal Comité van de Communistische Partij van China benadrukte deze functie en stelde duidelijke eisen aan kredietverzekeringen, wat richting gaf aan ons groeipad” (jaarverslag 2011, blz. 5); „In 2011 heeft Sinosure strategieën, beslissingen en overeenkomsten van het Centrale Comité van de Communistische Partij van China en de Staatsraad, en tevens overheidsbeleid op het gebied van diplomatie, buitenlandse handel, industrie en financiën uitgevoerd, haar beleidsfunctie optimaal uitgeoefend en een snelle groei gerealiseerd” (jaarverslag 2011, blz. 11); „Sinosure voerde het overheidsbeleid zoals vervat in de speciale regeling voor de financiering van exportverzekeringen voor grote complete sets van apparatuur volledig uit, en heeft haar door de staat vastgestelde verplichtingen vervuld” (jaarverslag 2011, blz. 11). |
(134) |
In het nieuwe zonnepanelenonderzoek werd vastgesteld dat het jaarverslag over 2014 van Sinosure de situatie zoals beschreven in het jaarverslag over 2011 bevestigde, aangezien daarin werd aangegeven dat „Sinosure kosten noch moeite heeft gespaard om het nationale beleid van China te ondersteunen en heeft getracht dit te bereiken door nieuwe ideeën en concepten te verkennen, werkmethoden te verbeteren, producten en diensten te perfectioneren en de doelmatigheid bij de uitvoering van haar beleidsmatige functies te verhogen” of dat zij een rol vervult als „beleidsondersteunend orgaan” (37). |
(135) |
Uit het institutionele kader en andere documenten van de Chinese overheid die het handelen van Sinosure bepalen, blijkt verder dat Sinosure bekleed is met de bevoegdheid om overheidsbeleid uit te voeren. Het Bericht over de uitvoering van de strategie voor het stimuleren van handel via wetenschap en technologie met behulp van exportkredietverzekeringen (Shang Ji Fa[2004] nr. 368 van 26 juli 2004) werd in 2004 gezamenlijk door MOFCOM en Sinosure gepubliceerd en vormt nog steeds de basis voor de activiteiten van Sinosure. Eén van de doelstellingen van dit Bericht is het stimuleren van de uitvoer van hoogtechnologische en met behulp van nieuwe technologieën vervaardigde producten en van producten met een hoge toegevoegde waarde door op grotere schaal gebruik te maken van exportkredietverzekeringen. |
(136) |
Zoals uiteengezet in de overwegingen 40 tot en met 52 heeft de Commissie vastgesteld dat de sector gestreken fijn papier door de Chinese overheid wordt beschouwd als een belangrijke/strategische sector, waarvan de ontwikkeling als doelstelling van overheidsbeleid actief door de staat wordt nagestreefd. Er wordt aan herinnerd dat de papiersector één van de 26 sectoren is die als „bevorderd” zijn aangemerkt, zoals vermeld in overweging 46. De Commissie merkte op dat de exportkredietverzekeringsactiviteit van Sinosure een integraal onderdeel is van de ruimere financiële sector en dat, zoals reeds vastgesteld, de overheid in de VRC rechtstreeks ingrijpt op de financiële markt en de normale werking daarvan verstoort (zie overweging 53). |
(137) |
De Commissie is op de hoogte van andere documenten die bewijzen dat Sinosure rechtstreeks overheidsbeleid uitvoert waar onder meer de producenten-exporteurs van profiteren. Het zogeheten Plan 840 wordt in het Bericht van de Staatsraad van 27 mei 2009 uitvoerig beschreven (38). Deze naam verwijst naar het gebruik van 84 miljard USD voor exportverzekering; het is één van de zes maatregelen die de Staatsraad in 2009 lanceerde om de uitvoervraag verder te stabiliseren na de wereldwijde crisis en de daaropvolgende toegenomen vraag naar exportkredietverzekeringen. De zes maatregelen omvatten in het bijzonder een omvangrijkere dekking door exportkredietverzekeringen, de verstrekking van kortlopende exportkredietverzekeringen in de orde van grootte van 84 miljard USD in 2009 en een verlaging van de verzekeringspremies. Als enige beleidsinstelling die exportkredietverzekeringen verstrekt, is Sinosure belast met de uitvoering van het plan. Wat de verlaging van de verzekeringspremie betreft, werd Sinosure verplicht ervoor te zorgen dat de gemiddelde premie voor kortlopende exportkredietverzekeringen met 30 % omlaag zou gaan in vergelijking met de totale gemiddelde premie in 2008. |
(138) |
Het zogeheten Plan 421 was opgenomen in het Bericht inzake de uitvoering van speciale regelingen voor de financiering van exportverzekeringen voor grote complete sets van apparatuur, dat op 22 juni 2009 gezamenlijk door het ministerie van Handel en het ministerie van Financiën werd gepubliceerd. Dit was ook een belangrijke beleidsmaatregel ter ondersteuning van het expansiebeleid van China in reactie op de wereldwijde financiële crisis in 2009, waarbij 42,1 miljard USD beschikbaar werd gesteld voor de financiering van verzekeringen om de uitvoer van grote complete sets van apparatuur te ondersteunen. Sinosure en enkele andere financiële instellingen moesten de financiële middelen beheren en verstrekken. Ondernemingen die onder dit document vielen, konden in aanmerking komen voor de preferentiële financiële maatregelen, inclusief exportkredietverzekeringen. Omdat de Chinese overheid niet meewerkte, kon de Commissie geen aanvullende informatie vergaren over de toepassing van dit bericht. Bij gebrek aan bewijs van het tegendeel was de Commissie van oordeel dat de papiersector ook onder dit document viel. |
(139) |
Op basis van de bovenstaande elementen kwam de Commissie tot de conclusie dat Sinosure een overheidsinstantie is, aangezien zij bekleed is met de bevoegdheid om overheidsfuncties uit te oefenen. Dezelfde conclusies werden getrokken in eerdere antisubsidieonderzoeken met betrekking tot bevorderde sectoren in de VRC (39). |
(140) |
Aangezien Sinosure een overheidsinstantie is die bekleed is met overheidsgezag en wetten en plannen van de overheid uitvoert, vormt de verstrekking van exportkredietverzekeringen aan producenten van gestreken fijn papier een financiële bijdrage in de vorm van een mogelijke rechtstreekse overdracht van middelen van de overheid in de zin van artikel 3, lid 1, onder a), i), van de basisverordening. |
c) Voordeel
(141) |
Aangezien de Chinese overheid en de Chinese producenten-exporteurs geen medewerking verleenden, had de Commissie geen bedrijfsspecifieke informatie op basis waarvan zij het tijdens het TNO toegekende subsidiebedrag kon berekenen. In het licht van de uiteindelijke bevindingen bij het huidige nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen achtte de Commissie het echter niet noodzakelijk om dergelijke bedragen te berekenen. Op basis van de in de klacht en in recente onderzoeken (40) verstrekte informatie heeft de Commissie in ieder geval geconcludeerd dat er sprake is van een voordeel in de zin van artikel 3, lid 2, en artikel 6, onder c), van de basisverordening, aangezien Sinosure exportkredietverzekeringen verstrekt waarvan de voorwaarden gunstiger zijn dan de voorwaarden die de ontvanger normaal gesproken op de markt zou kunnen verkrijgen, of omdat de verzekeringen risico's dekken die anders niet op de markt zouden kunnen worden verzekerd. |
(142) |
Zo wordt in artikel 11 van de statuten, die zijn ingediend in het antwoord op de vragenlijst van de Chinese overheid, bepaald dat de onderneming kostendekkend moet opereren. Met andere woorden: volgens de statuten streeft Sinosure niet naar het behalen van een redelijke winst, maar hoeft zij in overeenstemming met haar functie als enige officiële exportkredietverzekeraar in de VRC enkel kostendekkend te zijn. Zoals hierboven toegelicht, blijkt uit het dossier dat de wettelijke en beleidsomgeving waarin Sinosure opereert, verlangt dat de onderneming in staatsbezit haar overheidsmandaat vervult door overheidsbeleid en -plannen uit te voeren. Als een van de „bevorderde sectoren” die specifiek door de staat werden ondersteund, hebben de producenten van gestreken fijn papier tegen preferentiële tarieven volledige toegang gekregen tot de door Sinosure verstrekte exportkredietverzekeringen. Daarom kan worden gesteld dat Sinosure de papiersector onbeperkt verzekeringsdekking verstrekt en dat de lage verzekeringspremies die zij aanbiedt, niet de werkelijke risico's weerspiegelt die verbonden zijn met het verzekeren van de uitvoer in deze sector. |
(143) |
Daarnaast is in het nieuwe zonnepanelenonderzoek vastgesteld dat Sinosure in 2015, d.w.z. tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek van het huidige onderzoek (41), verlies heeft geleden en ook in 2013 en 2014 verlieslijdend zou zijn geweest als bepaalde niet-operationele inkomsten niet waren geregistreerd (42). Op basis van al deze elementen in het dossier kan reeds worden geconcludeerd dat de door Sinosure berekende premies nog steeds ontoereikend zijn om haar activiteiten op de lange termijn te dekken. |
(144) |
Op basis van het bovenstaande heeft de Commissie vastgesteld dat er sprake was van een voordeel dat anders niet beschikbaar was geweest voor de sector gestreken fijn papier. |
d) Specificiteit
(145) |
De subsidies zijn afhankelijk van uitvoerprestaties in de zin van artikel 4, lid 4, onder a), van de basisverordening, en daardoor specifiek. |
e) Conclusie
(146) |
Op basis van de beschikbare informatie heeft de Commissie geconcludeerd dat producenten van gestreken fijn papier in de VRC hebben geprofiteerd van de door Sinosure tijdens het TNO verstrekte exportkredietverzekering. |
II. Btw-aftrek voor producten met minimaal 70 % gerecycleerde vezels en agrarische reststoffen
a) Rechtsgrondslag
(147) |
Vanaf 1 juli 2015 is de regeling voor btw-aftrek of -vrijstelling voor productie- en arbeidsdiensten die hulpbronnen volledig benutten geconsolideerd in het „Bericht van het ministerie van Financiën en de belastingdienst voor het drukken en uitgeven van een catalogus van producten en arbeidsdiensten met volledige benutting van hulpbronnen (CaiShui [2015], nr. 78)”. Op de binnenlandse verkoop van gestreken fijn papier is een btw van 17 % van toepassing. Volgens het bericht ontvangen ondernemingen een btw-aftrek van 50 % op producten die minimaal 70 % aan gerecycleerde vezels en agrarische reststoffen, zoals bagasse, oud papier en stro, bevatten. |
b) Criteria om in aanmerking te komen
(148) |
Volgens niet-gecontroleerde informatie van de Chinese overheid is het beleid inzake btw-aftrek, uit hoofde van het hierboven vermelde bericht, van toepassing op de verkoop van producten waarbij voor de productie is gebruikgemaakt van gerecycleerde, hergebruikte of overbodige materialen of van energie die afkomstig is van een ander productieproces. |
c) Toepassing in de praktijk
(149) |
Volgens niet-gecontroleerde informatie van de Chinese overheid wordt het programma beheerd door de belastingdienst van de Volksrepubliek China met ondersteuning van andere bevoegde autoriteiten, en wordt het uitgevoerd door de lokale belastingautoriteiten binnen hun respectieve jurisdictie. Ondernemingen die zich voor de btw-aftrek aanmelden, moeten hun aanvraag met andere relevante documenten voor onderzoek indienen bij de belastingautoriteit. Nadat de aanvraag is goedgekeurd, komt de indiener van het verzoek in aanmerking voor de voordelen. |
d) Bevindingen van het onderzoek
(150) |
De Commissie heeft geconstateerd dat de btw-aftrek door de Chinese overheid voor goederen met minimaal 70 % aan gerecycleerde vezels en agrarische reststoffen moet worden aangemerkt als een subsidie in de zin van artikel 3, lid 1, onder a), ii), en lid 2, van de basisverordening in de vorm van gederfde overheidsinkomsten waardoor de ontvangende ondernemingen een voordeel hebben verkregen. Op basis van de beschikbare informatie heeft de Commissie verder geconcludeerd dat de subsidie specifiek was in de zin van artikel 4, lid 2, van de basisverordening. |
(151) |
Noch de Chinese overheid, noch de producenten-exporteurs hebben bewijsmateriaal verstrekt waaruit bleek dat de sector gestreken fijn papier niet profiteerde van deze btw-aftrek, zoals door de klager was beweerd. Het in overweging 147 bedoelde bericht vermeldt inderdaad met name papier als een product dat hulpbronnen als bagasse, oud papier en stro benut en verklaart dat de producenten moeten voldoen aan technische voorschriften die specifiek zijn voor de pulp- en papierindustrie. Op basis van het bovenstaande heeft de Commissie geconcludeerd dat de Chinese overheid subsidies verstrekt aan de sector gestreken fijn papier in de vorm van btw-aftrek voor producten met minimaal 70 % aan gerecycleerde vezels en agrarische reststoffen, en dat producenten van gestreken fijn papier in de VRC tijdens het TNO van deze kortingen hebben geprofiteerd. |
e) Conclusie
(152) |
Op basis van de beschikbare informatie heeft de Commissie geconcludeerd dat producenten van gestreken fijn papier in de VRC tijdens het TNO van deze subsidie hebben geprofiteerd. |
3.5. Algemene conclusie betreffende de voortzetting van subsidiëring
(153) |
Op basis van al het bovenstaande concludeerde de Commissie dat producenten van gestreken fijn papier in de VRC tijdens het TNO nog steeds profiteerden van tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies. |
3.6. Ontwikkeling van de invoer indien de maatregelen worden ingetrokken
— Productiecapaciteit en reservecapaciteit in de VRC
(154) |
Gezien het gebrek aan medewerking werden de productiecapaciteit en de reservecapaciteit in de VRC overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening vastgesteld op basis van beschikbare gegevens, in het bijzonder op basis van informatie die was verstrekt door de indiener van het verzoek, waarin gegevens waren opgenomen van een onafhankelijke leverancier van sectorinformatie. |
(155) |
De productiecapaciteit voor gestreken houtvrij papier in de VRC bedroeg in het tijdvak van het nieuwe onderzoek 7 629 000 ton (43), waarvan 40 % de productie van GFP betrof (44). Tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek bedroeg de bezettingsgraad bij de totale productie van gestreken houtvrij papier in de VRC 85 % (45), hetgeen een reservecapaciteit inhield van 1 167 000 ton, d.w.z. 32 % van het totale verbruik van GFP in de Unie. Op basis van de hypothese dat slechts 40 % van deze capaciteit voor GFP zou worden gebruikt, werd de Chinese reservecapaciteit van het betrokken product vastgesteld op ongeveer 13 % van het totale verbruik in de Unie. |
(156) |
Bovendien stelde de Commissie vast dat het voor producenten eenvoudig is om van de productie van andere gestreken houtvrije producten om te schakelen op die van het betrokken product (46). Als Chinese producenten op GFP zouden omschakelen, dan zou dit leiden tot een toename in de productiecapaciteit van 3 877 000 ton, wat meer dan 100 % is van het totale verbruik in de Unie (vastgesteld op 3 589 694 ton). |
(157) |
Hoewel wordt verwacht dat de beschikbare reservecapaciteit voor de productie van gestreken houtvrij papier licht zal afnemen met 4 %, zal de Chinese binnenlandse vraag tussen nu en 2021 naar verwachting met meer dan 10 % dalen (47). |
(158) |
Op grond van het bovenstaande heeft de Commissie geconcludeerd dat Chinese producenten-exporteurs beschikken over een aanzienlijke reservecapaciteit, die zij kunnen gebruiken voor het produceren van GFP om naar de markt van de Unie uit te voeren indien de maatregelen worden ingetrokken. De Commissie stelde ook vast dat dit exportpotentieel nog zou kunnen toenemen als gevolg van de verwachte daling van de binnenlandse vraag in de VRC. |
3.7. Aantrekkelijkheid van de markt van de Unie
(159) |
Het onderzoek heeft aangetoond dat de vraag naar GFP in de Unie nog steeds aanzienlijk is. Hoewel het verbruik in de Unie tijdens de beoordelingsperiode is gedaald, blijft de markt van de Unie de grootste markt in de wereld, goed voor 25 % — 30 % van de wereldwijde vraag. |
(160) |
Volgens de beschikbare gegevens lagen de Chinese prijzen bij uitvoer naar de derde landen dicht bij de Unie tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek gemiddeld 7 % onder de prijzen in de Unie. Dat is een aanzienlijk prijsverschil in een zo competitieve en uiterst prijsgevoelige markt als die voor GFP. |
(161) |
Bovendien wordt verwacht dat de binnenlandse vraag in de VRC zal afnemen, wat een sterke motivering zou kunnen zijn voor Chinese producenten om alternatieve markten te vinden om de Chinese overcapaciteit te absorberen. De markt van de VS, een andere belangrijke markt voor GFP, blijft onaantrekkelijk voor de VRC omdat in de VS antidumping- en antisubsidiemaatregelen inzake het betrokken product van kracht zijn tegen de VRC. |
(162) |
In dit verband voerde de overheid van de VRC aan dat de beperkte invoer uit de VRC liet zien dat de markt van de Unie helemaal niet aantrekkelijk was voor Chinese producenten-exporteurs. Zij stelde verder dat de VRC, volgens Chinese uitvoerstatistieken, in 2015 meer GFP naar drie andere landen (India, Japan, Thailand) en naar derde landen binnen Europa heeft uitgevoerd, hetgeen zou aantonen dat deze landen, waar geen handelsbeschermingsmaatregelen gelden, aantrekkelijker waren. De overheid van de VRC stelde ook dat de VRC momenteel partij is bij 14 vrijhandelsovereenkomsten met verschillende handelspartners, en dat zij onderhandelt over nog meer overeenkomsten. Dit zou leiden tot meer uitvoer van GFP naar de betrokken partnerlanden. |
(163) |
Wat het effect van de vrijhandelsovereenkomsten betreft, werd het argument aangevoerd voor Chinese producten in het algemeen en bevatte het geen bewijsmateriaal dat betrekking had op het betrokken product. Het argument werd te breed bevonden en ondersteunend bewijsmateriaal ontbrak. Zoals toegelicht in overweging 166 wijst de informatie waarover de Commissie beschikt in ieder geval in de tegenovergestelde richting. |
(164) |
In werkelijkheid daalde de Chinese uitvoer van GFP naar de Unie tot bijna nul na de instelling van de oorspronkelijke maatregelen in 2010, hetgeen suggereert dat die maatregelen er verantwoordelijk voor waren dat de markt van de Unie onaantrekkelijk werd voor Chinese uitvoer. Opheffing van de maatregelen zou de markt van de Unie weer aantrekkelijk maken. Deze argumenten worden daarom afgewezen. |
(165) |
De APP-groep erkende dat de Europese markt traditioneel een belangrijke markt voor GFP is, maar voerde aan dat het belang ervan geleidelijk afnam door de voortdurende daling van de vraag, terwijl de vraag in andere landen de afgelopen jaren stabiel is gebleven dan wel is gestegen. De APP-groep stelde ook dat de onaantrekkelijkheid van de markt van de Unie werd aangetoond door de daling van de invoer uit andere landen sinds de instelling van maatregelen en door de grote omvang van de uitvoer van GFP geproduceerd door de bedrijfstak van de Unie. |
(166) |
Ondanks het dalende verbruik van GFP in de Unie is de markt van de Unie nog steeds de grootste markt voor GFP ter wereld. De informatie in het dossier suggereert dat de markt van de Unie de grootste wereldmarkt voor GFP zal blijven, in ieder geval voor de nabije toekomst (48). Op basis van de beschikbare gegevens in het dossier wordt voorspeld dat de vraag naar GFP in de VRC zal afnemen, waarbij een eventuele mogelijke toename in andere markten niet zou volstaan om de aantrekkelijkheid van de markt van de Unie te verminderen, omdat die markten klein zijn in vergelijking met de markt van de Unie. Tijdens het onderzoektijdvak van het oorspronkelijke onderzoek lagen het volume en het marktaandeel van de invoer in de Unie uit andere landen dan de VRC inderdaad op een hoger niveau dan tijdens het onderzoektijdvak van het huidige onderzoek. Tijdens het onderzoektijdvak van het oorspronkelijke onderzoek bestond de invoer van GFP uit derde landen echter hoofdzakelijk uit de invoer van GFP uit Zwitserland, waar één van de producenten in de Unie een onderneming bezat die GFP produceerde. In het huidige onderzoek bleek dat deze producent in 2011 met de productie van GFP is gestopt, zodat de invoer uit Zwitserland nagenoeg is verdwenen. De daling van de invoer uit derde landen had dus niets te maken met een vermeende onaantrekkelijkheid van de markt van de Unie en het argument wordt afgewezen. |
(167) |
Bovendien wordt de conclusie dat de markt van de Unie aantrekkelijk is, niet ondermijnd door het relatief hoge uitvoerniveau van de bedrijfstak van de Unie, aangezien de gerealiseerde gemiddelde prijzen buiten de Unie, waar de bedrijfstak van de Unie moest concurreren met de gesubsidieerde uitvoer van GFP uit de VRC, tijdens de beoordelingsperiode meestal onder de gemiddelde prijzen lagen die in de Unie werden gerealiseerd. Het argument wordt daarom afgewezen. |
(168) |
Op grond van bovenstaande overwegingen concludeerde de Commissie dat de uitvoer uit de VRC waarschijnlijk naar de markt van de Unie zou worden verlegd als de maatregelen zouden worden ingetrokken. |
3.8. Conclusie betreffende de waarschijnlijkheid van voortzetting van subsidiëring
(169) |
Op basis van de beste beschikbare gegevens heeft de Commissie geconcludeerd dat er voldoende bewijs was dat de subsidiëring van de sector gestreken fijn papier in de VRC tijdens de beoordelingsperiode werd voortgezet en ook in de toekomst waarschijnlijk zal worden voortgezet. |
(170) |
Door de subsidiëring van de sector gestreken fijn papier konden de Chinese producenten hun productiecapaciteit op een niveau houden dat ver boven de binnenlandse vraag lag, ondanks krimpende markten in China en wereldwijd. |
(171) |
Daarom heeft de Commissie vastgesteld dat intrekking van de compenserende maatregelen waarschijnlijk zou leiden tot een terugkeer van de invoer met subsidiëring van aanzienlijke hoeveelheden van het betrokken product op de markt van de Unie. De Chinese overheid bleef verschillende subsidieprogramma's aanbieden aan de sector gestreken fijn papier en de Commissie heeft voldoende bewijsmateriaal waaruit blijkt dat de sector gestreken fijn papier tijdens het TNO van een aantal daarvan heeft geprofiteerd. |
4. WAARSCHIJNLIJKHEID VAN HERHALING VAN DE SCHADE
4.1. Definitie van de bedrijfstak van de Unie en de productie in de Unie
(172) |
Tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek werd het soortgelijke product vervaardigd door 10 bekende producenten, waaronder enige groepen die diverse papierfabrieken bezitten. Zij vormen de „bedrijfstak van de Unie” in de zin van artikel 9, lid 1, van de basisverordening. |
(173) |
De totale productie in de Unie tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek werd vastgesteld op ongeveer 4 606 000 ton. De ondernemingen die het verzoek om een nieuw onderzoek steunden, waren goed voor meer dan 70 % van de totale productie in de Unie tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek. Zoals aangegeven in overweging 18 vertegenwoordigden de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie meer dan 30 % van de totale productie van het soortgelijke product in de Unie. |
(174) |
De macro-economische gegevens die door de indiener van het verzoek zijn verstrekt, waren afkomstig van Euro-Graph (49) en zijn naar behoren gecontroleerd. |
4.2. Verbruik in de Unie
(175) |
De Commissie heeft het verbruik in de Unie vastgesteld door het verkoopvolume van de bedrijfstak van de Unie op de markt van de Unie op te tellen bij de invoer uit derde landen op basis van de databank van artikel 14, lid 6. |
(176) |
Het verbruik in de Unie heeft zich als volgt ontwikkeld: Tabel 1 Verbruik in de Unie
|
(177) |
Tijdens de beoordelingsperiode nam het verbruik in de Unie met 10 % af. Vergeleken met 2012 nam het in 2013 met 8 % af, waarna het in een langzamer tempo bleef dalen. Het geschatte verbruik in de Unie tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek was 21 % lager dan het verbruik zoals vastgesteld tijdens het onderzoektijdvak van het oorspronkelijke onderzoek (4 572 057 ton). De daling in het verbruik weerspiegelt de afnemende vraag naar grafisch papier in het algemeen, die hoofdzakelijk het gevolg is van de snelle groei van digitale media die de traditionele gedrukte media vervangen. |
4.3. Invoer uit het betrokken land
4.3.1. Omvang en marktaandeel van de invoer uit het betrokken land
(178) |
De invoer in de Unie uit de VRC heeft zich als volgt ontwikkeld: Tabel 2 Invoervolume en marktaandeel
|
(179) |
Tijdens de beoordelingsperiode was het volume van de invoer uit de VRC in de Unie verwaarloosbaar. |
4.3.2. Prijzen van de invoer uit het betrokken land en prijsonderbieding
(180) |
Vanwege het verwaarloosbare volume van de invoer van GFP uit de VRC naar de Unie, het feit dat die invoer zowel volgens de Eurostat-statistieken als in de officiële uitvoerstatistieken van de VRC minder dan 0,5 % van de totale invoer onder de relevante GN-codes vertegenwoordigde, en het gebrek aan betrouwbaarheid van de prijzen van deze beperkte invoer, was het niet mogelijk om invoerstatistieken van de Unie te gebruiken om conclusies te trekken met betrekking tot de prijzen van de invoer uit de VRC. De Commissie concludeerde dat in plaats daarvan gegevens over de verkoop van GFP uit de VRC aan andere landen als vervangende waarde moeten worden gebruikt om vast te stellen wat de prijsonderbieding zou zijn geweest als de Chinese ondernemingen hun producten tegen die prijzen aan de Unie hadden verkocht. |
(181) |
De Commissie heeft het theoretische niveau van prijsonderbieding in het tijdvak van het nieuwe onderzoek vastgesteld door de gewogen gemiddelde verkoopprijs die de bedrijfstak van de Unie rekent aan onafhankelijke afnemers op de markt van de Unie, gecorrigeerd tot het niveau af fabriek, te vergelijken met de gewogen gemiddelde Chinese prijs bij uitvoer naar landen dicht bij de Unie, gecorrigeerd tot een cif-waarde voor de Unie en met inachtneming van de kosten in verband met invoer. Omdat geen enkele Chinese producent-exporteur aan het onderzoek meewerkte, werden de prijzen bij uitvoer naar andere landen overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening gebaseerd op de beschikbare gegevens. Verschillende informatiebronnen werden geraadpleegd om de uitvoerprijs vast te stellen. Het meest geschikt als basis daarvoor bleken de facturen van Chinese producenten-exporteurs aan derde landen dicht bij de Unie, namelijk Egypte, Rusland en Turkije, die door de indiener van het verzoek werden verstrekt, berekend op basis van een gewogen gemiddelde. Uit de prijsvergelijking bleek dat als de Chinese exporteurs hun producten tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek tegen deze prijzen aan de Unie hadden verkocht, zij de prijzen van de bedrijfstak van de Unie met 5,4 % zouden hebben onderboden. |
4.4. Invoer uit andere derde landen
(182) |
In de volgende tabel wordt weergegeven hoe de gemiddelde prijs, het volume en het marktaandeel van de invoer in de Unie uit andere derde landen dan de VRC zich in de beoordelingsperiode hebben ontwikkeld. De tabel is gebaseerd op gegevens uit de databank van artikel 14, lid 6. Tabel 3 Invoer uit derde landen
|
(183) |
Het totale volume van de invoer in de Unie uit andere landen dan de VRC was tijdens de gehele beoordelingsperiode klein, met een totaal marktaandeel dat schommelde rond de 1 %. De gemiddelde prijzen van deze invoer lagen boven de gemiddelde prijzen van de bedrijfstak van de Unie. Tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek had geen van de derde landen individueel een marktaandeel boven de 0,4 %. |
4.5. Economische situatie van de bedrijfstak van de Unie
4.5.1. Algemene opmerkingen
(184) |
Overeenkomstig artikel 8, lid 4, van de basisverordening heeft de Commissie alle economische indicatoren onderzocht die tijdens de beoordelingsperiode op de situatie van de bedrijfstak van de Unie van invloed waren. Zoals vermeld in overweging 18 werd voor de bedrijfstak van de Unie gebruikgemaakt van een steekproef. |
(185) |
Voor de schadevaststelling heeft de Commissie onderscheid gemaakt tussen macro-economische en micro-economische schade-indicatoren. De Commissie heeft de macro-economische indicatoren betreffende de gehele bedrijfstak van de Unie beoordeeld op basis van de informatie die in het verzoek om een nieuw onderzoek door de indiener ervan was verstrekt. De Commissie heeft de micro-economische indicatoren uitsluitend voor de in de steekproef opgenomen ondernemingen beoordeeld, op basis van de gecontroleerde gegevens uit de antwoorden op de vragenlijst. Beide gegevensreeksen bleken representatief te zijn voor de economische situatie van de bedrijfstak van de Unie. |
(186) |
De macro-economische indicatoren zijn: productie, productiecapaciteit, bezettingsgraad, verkoopvolume, marktaandeel, groei, werkgelegenheid, productiviteit, hoogte van de subsidiemarge en herstel van eerdere subsidiëring. |
(187) |
De micro-economische indicatoren zijn: gemiddelde eenheidsprijzen, kosten per eenheid, loonkosten, voorraden, winstgevendheid, kasstroom, investeringen, rendement van investeringen en vermogen om kapitaal aan te trekken. |
4.5.2. Macro-economische indicatoren
4.5.2.1. Productie, productiecapaciteit en bezettingsgraad
(188) |
De totale productie, de productiecapaciteit en de bezettingsgraad in de Unie ontwikkelden zich tijdens de beoordelingsperiode als volgt: Tabel 4 Productie, productiecapaciteit en bezettingsgraad
|
(189) |
Tijdens de beoordelingsperiode nam de productie met 12 % af. Vergeleken met 2012 nam de productie in 2013 met 7 % af en bleef daarna in een langzamer tempo dalen. |
(190) |
Al voor de beoordelingsperiode hadden producenten in de Unie grote herstructureringsinspanningen ondernomen om de structurele overcapaciteit aan te pakken, en deze inspanningen duurden voort tijdens de beoordelingsperiode. Als gevolg van zowel de sluiting van bepaalde fabrieken als de aanpassing van andere fabrieken voor het produceren van andere papierproducten dan GFP, heeft de bedrijfstak van de Unie zijn productiecapaciteit voor GFP tussen 2012 en het tijdvak van het nieuwe onderzoek met ongeveer 901 216 ton (15 %) verminderd. |
(191) |
Dankzij de voortdurende vermindering van de productiecapaciteit slaagde de bedrijfstak van de Unie erin de bezettingsgraad tijdens de beoordelingsperiode relatief stabiel te houden, om in het tijdvak van het nieuwe onderzoek zelfs 92,3 % te bereiken, bijna vier procentpunt hoger dan in 2012. |
(192) |
Uit het onderzoek is gebleken dat een hoge bezettingsgraad een belangrijke factor is voor de levensvatbaarheid van de papiersector vanwege de omvangrijke investeringen in vaste activa en de gevolgen daarvan voor de gemiddelde productiekosten. |
4.5.2.2. Verkoopvolume en marktaandeel
(193) |
Het verkoopvolume en het marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie hebben zich in de beoordelingsperiode als volgt ontwikkeld: Tabel 5 Verkoopvolume en marktaandeel
|
(194) |
Tijdens de beoordelingsperiode daalde het verkoopvolume op de markt van de Unie met 10 %. Vergeleken met 2012 nam het in 2013 met 8 % af, waarna het in een langzamer tempo bleef dalen. |
(195) |
Aangezien er tijdens de beoordelingsperiode vrijwel geen GFP werd ingevoerd, bleef het marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie stabiel op circa 99 %. |
4.5.2.3. Groei
(196) |
Tijdens de beoordelingsperiode werd er door de bedrijfstak van de Unie geen groei in de productie en verkoop gerealiseerd. Integendeel, deze economische indicatoren volgden de neerwaartse trend van het verbruik van de Unie op de voet. |
4.5.2.4. Werkgelegenheid en productiviteit
(197) |
De werkgelegenheid en de productiviteit ontwikkelden zich tijdens de beoordelingsperiode als volgt: Tabel 6 Werkgelegenheid en productiviteit
|
(198) |
Tijdens de beoordelingsperiode nam het aantal werknemers met 24 % af, waarbij elk achtereenvolgend jaar een afname te zien gaf. Deze afname weerspiegelt een deel van de herstructureringsinspanningen op de langere termijn die door de bedrijfstak van de Unie zijn ondernomen om de problemen met structurele overcapaciteit aan te pakken, zoals toegelicht in overweging 190. |
(199) |
Deze sterke verminderingen van het personeelsbestand leidden tot een aanzienlijke toename van de productiviteit, gemeten als productie (ton) per werknemer per jaar, die tijdens de beoordelingsperiode met 17 % toenam. |
4.5.2.5. Hoogte van het subsidiebedrag en herstel van eerdere subsidiëring
(200) |
Tijdens de beoordelingsperiode werd er vrijwel geen GFP uit de VRC ingevoerd, waaruit kan worden geconcludeerd dat de hoogte van het subsidiebedrag geen invloed had op de bedrijfstak van de Unie, die aan het herstellen was van eerdere subsidiëring. |
4.5.3. Micro-economische indicatoren
4.5.3.1. Prijzen en factoren die de prijzen beïnvloeden
(201) |
De gemiddelde verkoopprijs van de bedrijfstak van de Unie aan niet-verbonden afnemers in de Unie ontwikkelde zich tijdens de beoordelingsperiode als volgt: Tabel 7 Verkoopprijzen in de Unie en productiekosten per eenheid
|
(202) |
De verkoopprijs per eenheid bij verkoop door de bedrijfstak van de Unie aan niet-verbonden afnemers in de Unie nam tijdens de beoordelingsperiode met 6 % af. Daarbij volgde de trend van de prijzen die van de productiekosten met enige vertraging. |
(203) |
De productiekosten per eenheid van de bedrijfstak in de Unie namen tijdens de beoordelingsperiode ook met 6 % af, waarbij de sterkste daling (— 8 %) in de periode 2013-2014 zichtbaar was. |
4.5.3.2. Loonkosten
(204) |
De gemiddelde loonkosten ontwikkelden zich in de beoordelingsperiode als volgt: Tabel 8 Gemiddelde loonkosten per werknemer
|
(205) |
In 2013 namen de gemiddelde loonkosten per werknemer af met 4 % ten opzichte van 2012, waarna zij stabiliseerden om tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek een niveau te bereiken dat 4 % hoger was dan in 2012. |
4.5.3.3. Voorraden
(206) |
De voorraden ontwikkelden zich in de beoordelingsperiode als volgt: Tabel 9 Voorraden
|
(207) |
De eindvoorraden van de bedrijfstak van de Unie namen in de periode 2012-2013 met 8 % toe en bleven vervolgens tijdens de rest van de beoordelingsperiode relatief stabiel. Het dalende productievolume zorgde tijdens de beoordelingsperiode voor een totale stijging van het niveau van de eindvoorraden, uitgedrukt als percentage van de productie, met 14 %. |
4.5.3.4. Winstgevendheid, kasstroom, investeringen, rendement van investeringen en vermogen om kapitaal aan te trekken
(208) |
De winstgevendheid, de kasstroom, de investeringen en het rendement van investeringen ontwikkelden zich in de beoordelingsperiode als volgt: Tabel 10 Winstgevendheid, kasstroom, investeringen en rendement van investeringen
|
(209) |
De Commissie heeft de winstgevendheid van de bedrijfstak van de Unie vastgesteld door de nettowinst vóór belastingen van zijn verkoop van GFP aan niet-verbonden afnemers in de Unie uit te drukken als percentage van de omzet. Tijdens de beoordelingsperiode verhoogde de bedrijfstak van de Unie zijn winstgevendheid van circa 0,7 % naar 2,3 %. Hierbij moet worden opgemerkt dat de streefwinst voor de bedrijfstak in het oorspronkelijke onderzoek was vastgesteld op 8 % (50). 2014 was het beste jaar, toen de winstgevendheid van de bedrijfstak van de Unie 5 % bereikte, voornamelijk als gevolg van lagere prijzen van grondstoffen, van pulp in het bijzonder, maar ook door positieve gevolgen van de herstructureringsinspanningen en een toegenomen efficiëntie. Tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek werd de winstgevendheid negatief beïnvloed door de dalende koers van de Britse pond ten opzichte van de euro. |
(210) |
De nettokasstroom is het vermogen van de bedrijfstak van de Unie om zijn activiteiten zelf te financieren. Tijdens de beoordelingsperiode was de kasstroom positief, waarbij een trend zichtbaar was die voor een groot deel de ontwikkeling van de winstgevendheid weerspiegelde, met 2014 als beste jaar. |
(211) |
In het licht van de dalende vraag naar GFP in zowel de Unie als daarbuiten heeft de bedrijfstak van de Unie in de beoordelingsperiode niet geïnvesteerd in nieuwe capaciteit en de totale investeringen namen af met 15 %. De gedane investeringen waren gericht op onderhoud, vervanging van kapitaalgoederen, verbetering van de energie-efficiëntie en maatregelen om te voldoen aan milieubeschermingsnormen. |
(212) |
Het rendement van investeringen bestaat uit de winst uitgedrukt als percentage van de nettoboekwaarde van de vaste activa. De ontwikkeling ervan werd tijdens de beoordelingsperiode zowel beïnvloed door de dalende nettowaarde van de activa als door de ontwikkeling van de winstgevendheid, hetgeen verklaart waarom de resultaten in 2013 negatief waren, maar veel beter in 2014 en in het tijdvak van het nieuwe onderzoek. |
(213) |
Gezien de kosten van bestaande schulden, de relatief lage winstgevendheid van de bedrijfstak van de Unie en de voortdurend dalende vraag naar GFP is het vermogen van de bedrijfstak van de Unie om kapitaal aan te trekken verbeterd in vergelijking met het oorspronkelijke onderzoek, ook al blijft het beperkt. |
4.5.4. Conclusie betreffende de situatie van de bedrijfstak van de Unie
(214) |
Tijdens de beoordelingsperiode gaven de schade-indicatoren een gemengd beeld te zien. Terwijl de financiële prestatie-indicatoren, zoals winstgevendheid, kasstroom en rendement van investeringen, verbetering lieten zien, bleven de volume-indicatoren, zoals productie en verkoop, dalen. |
(215) |
De verbetering van de financiële prestatie-indicatoren was het gevolg van zowel de daling van de grondstofprijzen in 2014 als de herstructureringsinspanningen van de producenten van de Unie, die gericht waren op het verkleinen van de productiecapaciteit en het verbeteren van de efficiëntie. De negatieve trends in de productie- en verkoopvolumes waren het gevolg van de voortdurend dalende vraag naar GFP zowel in de Unie als daarbuiten, waardoor de bedrijfstak van de Unie werd gedwongen door te gaan met de herstructurering door onder meer bepaalde papierfabrieken te sluiten en andere fabrieken aan te passen voor de productie van andere soorten papier. |
(216) |
De verwachte verdere daling van de vraag naar GFP in de komende 5-10 jaar onderschrijft de conclusie dat de situatie van de bedrijfstak van de Unie moeilijk zal blijven en dat de productie en de productiecapaciteit verder zullen moeten worden beperkt. |
(217) |
Het onderzoek heeft bevestigd dat de door het oorspronkelijke onderzoek ingestelde maatregelen een positief effect hebben gehad op de bedrijfstak van de Unie, die zijn marktaandeel heeft teruggewonnen en erin is geslaagd zijn GFP-prijzen tot boven een kostendekkend niveau te verhogen en zijn herstructureringsactiviteiten te financieren. |
(218) |
Op grond van het bovenstaande concludeert de Commissie dat de bedrijfstak van de Unie geen aanmerkelijke schade heeft geleden in de zin van artikel 8, lid 4, van de basisverordening. In het licht van de voortdurend dalende vraag naar GFP en de daaraan gerelateerde hoge herstructureringskosten, die beide van wezenlijke invloed zijn geweest op winstgevendheid van de bedrijfstak van de Unie, wordt de situatie desondanks als kwetsbaar beschouwd. |
4.6. Waarschijnlijkheid van herhaling van schade
(219) |
In overweging 171 heeft de Commissie geconcludeerd dat intrekking van de maatregelen zou leiden tot herhaling van de uitvoer met subsidie van GFP uit de VRC naar de Unie. |
(220) |
In overweging 181 heeft de Commissie vastgesteld dat de Chinese prijzen van GFP bij uitvoer naar markten dicht bij de Unie tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek lager waren dan de prijzen die door de bedrijfstak van de Unie in de Unie werden berekend. Hieruit trok de Commissie de conclusie dat de Chinese producenten-exporteurs de prijzen van de bedrijfstak van de Unie op de markt van de Unie waarschijnlijk zouden onderbieden indien de maatregelen zouden komen te vervallen. |
(221) |
Zoals vermeld in overweging 166 is de markt van de Unie bovendien de grootste markt voor GFP ter wereld. De totale omvang van de markt van de Unie en de aanwezigheid daarop van grote afnemers van GFP maakt haar inderdaad erg aantrekkelijk voor Chinese producenten van GFP, omdat die producenten met dergelijke grote leveringen meer van hun productiecapaciteit (wat nu reservecapaciteit is) zouden kunnen benutten, hetgeen vervolgens de productiekosten per eenheid zou verlagen. Als de maatregelen zouden worden ingetrokken, is het waarschijnlijk dat de Chinese producenten-exporteurs, gezien de economische voordelen van het benutten van reserveproductiecapaciteit in de VRC (zie de overwegingen 154 tot en met 158), GFP tegen gesubsidieerde prijzen op de markt van de Unie zullen aanbieden, wat de prijzen en de winstgevendheid van de bedrijfstak van de Unie onder druk zou zetten. |
(222) |
Het onderzoek heeft uitgewezen (zie overweging 218) dat de situatie van de bedrijfstak van de Unie kwetsbaar is. |
(223) |
Het onderzoek heeft ook de bevindingen van het oorspronkelijke onderzoek bevestigd dat een hoge bezettingsgraad een belangrijke factor is voor de levensvatbaarheid van papierproducenten op de lange termijn, omdat het productieproces kapitaalintensief is. Omdat er tijdens de beoordelingsperiode geen invoer met subsidiëring was, kon de bedrijfstak van de Unie de prijzen van GFP verhogen tot boven het kostendekkende niveau, herstructureringsactiviteiten financieren en de bezettingsgraad verhogen. Elke herhaling van de invoer met subsidiëring en de daaruit voortvloeiende prijsdruk zou deze positieve ontwikkelingen terugdraaien, aangezien dit de bedrijfstak van de Unie de kasstroom zou ontnemen die nodig is voor de financiering van de herstructureringsinspanningen om zich aan te passen aan de afnemende wereldwijde vraag naar GFP. Het zou ook de positieve effecten van eerdere herstructureringsinspanningen ondermijnen en leiden tot een verslechtering van alle schade-indicatoren. |
(224) |
Daarom concludeert de Commissie dat intrekking van de compenserende maatregelen ten aanzien van de invoer van GFP uit de VRC naar alle waarschijnlijkheid zou leiden tot een herhaling van schade. |
5. BELANG VAN DE UNIE
(225) |
Overeenkomstig artikel 31 van de basisverordening heeft de Commissie onderzocht of handhaving van de bestaande maatregelen ten aanzien van de VRC in strijd zou zijn met het belang van de Unie in haar geheel. Het belang van de Unie werd vastgesteld op basis van een beoordeling van alle betrokken belangen, waaronder die van de bedrijfstak van de Unie, importeurs en gebruikers. |
5.1. Belang van de bedrijfstak van de Unie
(226) |
Uit het onderzoek is gebleken dat de bestaande maatregelen de bedrijfstak van de Unie in staat hebben gesteld zich te herstellen van eerdere subsidiëring, de prijzen van GFP boven een kostendekkend niveau te houden en de financiële prestaties te verbeteren. Op hun beurt hebben deze positieve trends de bedrijfstak van de Unie in staat gesteld een antwoord te vinden op de uitdagingen van de voortdurend dalende vraag naar GFP door herstructureringsinspanningen voor de lange termijn uit te voeren, waaronder het sluiten van bepaalde fabrieken en de omschakeling van andere fabrieken op de productie van andere soorten papier. |
(227) |
Zonder de prijsdruk van invoer met subsidiëring uit de VRC zal de bedrijfstak van de Unie in staat zijn de prijzen van GFP boven het kostendekkende niveau te houden, de benodigde inkomsten te generen om zijn herstructureringsinspanningen te financieren en zich aan te passen aan de uitdagingen van de voortdurend dalende vraag naar GFP. |
(228) |
De Commissie is op basis hiervan tot de conclusie gekomen dat voortzetting van de huidige compenserende maatregelen in het belang van de bedrijfstak van de Unie is. |
5.2. Belang van niet-verbonden importeurs/handelaren
(229) |
Geen enkele importeur/handelaar heeft zijn medewerking verleend. Op basis van het feit dat er tijdens de beoordelingsperiode vrijwel geen GFP uit de VRC werd ingevoerd, concludeerde de Commissie dat de invoer van het betrokken product geen groot deel van de zakelijke activiteiten van importeurs/handelaren kon vertegenwoordigen en dat er geen factoren waren die erop wezen dat zij buitensporig zouden worden getroffen als de maatregelen worden gehandhaafd. |
5.3. Belang van de gebruikers
(230) |
Geen enkele individuele gebruiker heeft zijn medewerking verleend. De Commissie heeft een schriftelijke opmerking ontvangen van een vereniging van de drukkerijsector (Intergraf), gesteund door drie andere verenigingen (BPIF, Gratkom en Bundesverband Druck und Medien). |
(231) |
In de opmerking werd toegelicht dat de drukkerijsector van de Unie te lijden had onder de vervanging van papieren media door digitale media, en ook van de grootschalige invoer van drukwerk, in het bijzonder uit de VRC. De strekking van het argument was dat het concurrentievermogen van de drukkers van de Unie, waarvoor de beschikbaarheid van papier zonder douanerechten essentieel is, door antidumpingmaatregelen is ondermijnd. Het enige ingediende bewijsmateriaal met betrekking tot het argument van de grootschalige invoer was een schatting van de totale invoer van drukwerk uit de VRC, waarin een grote verscheidenheid aan drukwerk was opgenomen dat niet op GFP gedrukt is. Op basis van de beschikbare informatie kon de Commissie niet beoordelen welk deel van de uit de VRC ingevoerde producten op GFP was gedrukt en welk deel op andere soorten papier. |
(232) |
Bij het oorspronkelijke onderzoek werd vastgesteld dat de meeste producten die op GFP worden gedrukt „tijdgevoelige” producten zijn, zoals tijdschriften, brochures, direct mailings en bijlagen, waarvan het minder waarschijnlijk is dat die uit de VRC worden ingevoerd vanwege de benodigde tijd voor het vervoer. De door de indiener van dit verzoek verstrekte informatie bevestigde dat de bevindingen van het oorspronkelijke onderzoek nog steeds geldig zijn. |
(233) |
Daarom heeft de Commissie geconcludeerd dat, hoewel het waarschijnlijk is dat bepaalde gedrukte materialen buiten de Unie op GFP gedrukt zijn vanwege antidumping- en compenserende rechten, hun invloed op de economische situatie van de drukkerijsector van de Unie beperkt is. |
5.4. Conclusie inzake het belang van de Unie
(234) |
Op basis van het bovenstaande heeft de Commissie geconcludeerd dat er, wat het belang van de Unie betreft, geen dwingende redenen zijn om de bestaande compenserende maatregelen ten aanzien van de invoer uit de VRC niet te verlengen. |
6. CONCLUSIE EN MEDEDELING VAN FEITEN EN OVERWEGINGEN
(235) |
Alle belanghebbenden werden in kennis gesteld van de belangrijkste feiten en overwegingen op basis waarvan werd beoogd de geldende compenserende maatregelen te handhaven. Zij konden hierover tevens binnen een termijn van elf dagen opmerkingen maken. Alleen de indiener van het verzoek heeft opmerkingen ingediend die de conclusies van de Commissie en haar voorstel tot handhaving van de geldende antisubsidiemaatregelen ondersteunen. |
(236) |
Uit de bovenstaande overwegingen volgt dat de compenserende maatregelen die bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 452/2011 werden ingesteld op de invoer van bepaald gestreken fijn papier van oorsprong uit de VRC, op grond van artikel 18 van de basisverordening moeten worden gehandhaafd. |
(237) |
Deze verordening is in overeenstemming met het advies van het bij artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad (51) ingestelde comité, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Er wordt een definitief compenserend recht ingesteld op gestreken fijn papier, namelijk papier of karton, aan een of aan beide zijden gestreken (met uitzondering van kraftpapier en kraftkarton), in bladen of op rollen, en met een gewicht van 70 g/m2 of meer, doch niet meer dan 400 g/m2, en met een helderheid van meer dan 84 (gemeten volgens ISO 2470-1) en momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 4810 13 00, ex 4810 14 00, ex 4810 19 00, ex 4810 22 00, ex 4810 29 30, ex 4810 29 80, ex 4810 99 10 en ex 4810 99 80 (Taric-codes 4810130020, 4810140020, 4810190020, 4810220020, 4810293020, 4810298020, 4810991020 en 4810998020) en van oorsprong uit de Volksrepubliek China.
Het definitieve compenserende recht geldt niet voor rollen die geschikt zijn voor gebruik op rotatiepersen. Rollen die geschikt zijn voor gebruik op rotatiepersen zijn rollen die, indien getest volgens de ISO-testnorm ISO 3783:2006 betreffende de bepaling van de plukvastheid met behulp van het IGT-proefdruktoestel (elektrisch model), een resultaat geven van minder dan 30 N/m bij meting in de dwarsrichting van het papier en een resultaat van minder dan 50 N/m bij meting in de machinerichting. Het definitieve compenserende recht is ook niet van toepassing op meerlagig papier en meerlagig karton.
2. Het recht dat van toepassing is op de nettoprijs, franco grens Unie, vóór inklaring, van de in lid 1 omschreven en door de hieronder vermelde ondernemingen vervaardigde producten is als volgt:
Onderneming |
Recht |
Aanvullende Taric-code |
Gold East Paper (Jiangsu) Co., Ltd, Zhenjiang City, Jiangsu Province, VRC; Gold Huasheng Paper (Suzhou Industrial Park) Co., Ltd, Suzhou City, Jiangsu Province, VRC |
12 % |
B001 |
Shandong Chenming Paper Holdings Limited, Shouguang City, Shandong Province, VRC; Shouguang Chenming Art Paper Co., Ltd, Shouguang City, Shandong Province, VRC |
4 % |
B013 |
Alle andere ondernemingen |
12 % |
B999 |
3. Tenzij anders vermeld zijn de geldende bepalingen inzake douanerechten van toepassing.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 3 juli 2017.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 176 van 30.6.2016, blz. 55.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 452/2011 van de Raad van 6 mei 2011 tot instelling van een definitief antisubsidierecht op gestreken fijn papier van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 128 van 14.5.2011, blz. 18).
(3) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 451/2011 van de Raad van 6 mei 2011 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige antidumpingrecht op gestreken fijn papier van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 128 van 14.5.2011, blz. 1).
(4) Zaak T-443/11 en zaak T-444/11.
(5) PB C 280 van 25.8.2015, blz. 8.
(6) Bericht van opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaald gestreken fijn papier van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB C 172 van 13.5.2016, blz. 19).
(7) Bericht van opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaald gestreken fijn papier van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB C 172 van 13.5.2016, blz. 9).
(8) Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51).
(9) Sinar Mas-groep, bestaande uit: Gold East Paper Co., Ltd, Gold Huasheng Paper Co., Ltd en Hainan Jinhai Pulp and Paper Co., Ltd.
(10) WT/DS437/AB/R, „United States — Countervailing Duty Measures on Certain Products from China”, verslag van de WTO-beroepsinstantie van 18 december 2014, punten 4.178 — 4.179. Dit rapport van de WTO-beroepsinstantie citeerde WT/DS295/AB/R, „Mexico — Definitive Anti-Dumping Measures on Beef and Rice”, verslag van de WTO-beroepsinstantie van 29 november 2005, punt 293; en WT/DS436/AB/R, „United States — Countervailing Measures on Certain Hot-Rolled Carbon Steel Flat Products from India”, verslag van de WTO-beroepsinstantie van 8 december 2014, punten 4.416 — 4.421.
(11) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1239/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot instelling van een definitief compenserend recht op de invoer van fotovoltaïsche modules van kristallijn silicium en de belangrijkste componenten daarvan (cellen), van oorsprong uit of verzonden uit de Volksrepubliek China (PB L 325 van 5.12.2013, blz. 66).
(12) Uitvoeringsverordening (EU) 2017/366 van de Commissie van 1 maart 2017 tot instelling van definitieve compenserende rechten op fotovoltaïsche modules van kristallijn silicium en de belangrijkste componenten daarvan (cellen) van oorsprong uit of verzonden uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen in de zin van artikel 18, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad en tot beëindiging van het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek in de zin van artikel 19, lid 3, van Verordening (EU) 2016/1037 (PB L 56 van 3.3.2017, blz. 1).
(13) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1379/2014 van de Commissie van 16 december 2014 tot instelling van een definitief compenserend recht op bepaalde producten van glasvezelfilamenten van oorsprong uit de Volksrepubliek China en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 248/2011 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde continuglasvezelproducten van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 367 van 23.12.2014, blz. 22).
(14) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 471/2014 van de Commissie van 13 mei 2014 tot instelling van definitieve compenserende rechten op zonneglas van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 142 van 14.5.2014, blz. 23).
(15) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 215/2013 van de Raad van 11 maart 2013 tot instelling van een compenserend recht op bepaalde organisch beklede staalproducten van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 73 van 15.3.2013, blz. 16).
(16) De APP-groep: Sinar Mas Paper (China) Investment Co., Ltd, Gold East Paper (Jiangsu) Co., Ltd, Gold Huasheng Paper (SuZhou Industrial Park) Co., Ltd, Ningbo Zhonghua Paper Industry Co., Ltd, Ningbo Asia Pulp & Paper Co., Ltd.
(17) De Chenming-groep: Shandong Chenming Paper Holdings Limited, Shouguang Chenming Art Paper Co. Ltd.
(18) Twaalfde vijfjarenplan (2011-2015) van China, aangenomen op 14 maart 2011.
(19) Besluit nr. 40 van de Staatsraad tot afkondiging en implementering van de „Tijdelijke bepalingen inzake de bevordering van de aanpassing van de industriële structuur”.
(20) Zie de overwegingen 82 tot en met 89 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 452/2011.
(21) WT/DS379/AB/R, „US — Anti-Dumping and Countervailing Duties on Certain Products from China”, verslag van de WTO-beroepsinstantie van 11 maart 2011, DS 379, punt 318. Zie ook WT/DS436/AB/R, „US — Carbon Steel (India)”, verslag van de WTO-beroepsinstantie van 8 december 2014, punten 4.9 — 4.10, 4.17 — 4.20 en WT/DS437/AB/R, „Verenigde Staten — Countervailing Duty Measures on Certain Products from China”, verslag van de WTO-beroepsinstantie van 18 december 2014, punt 4.92.
(22) Zie overweging 106 van het nieuwe zonnepanelenonderzoek.
(23) Zie de overwegingen 112 tot en met 136 van het nieuwe zonnepanelenonderzoek.
(24) http://english.eximbank.gov.cn/tm/en-TCN/index_617.html, geraadpleegd op 31 mei 2017.
(25) Zie bijv. de overwegingen 458 en 459 van het nieuwe zonnepanelenonderzoek.
(26) Zie de overwegingen 87 en 245 tot en met 260 van het nieuwe zonnepanelenonderzoek, en de overwegingen 67 tot en met 76 en 140 tot en met 143 van het onderzoek inzake glasvezelfilamenten.
(27) Zie glasvezelfilamenten, overwegingen 158 e.v.; zonneglas, overwegingen 143 e.v.; oorspronkelijk zonnepanelenonderzoek, overweging 321.
(28) Jaarverslag 2015 van de Chenming-groep, blz. 14.
(29) Zie zonneglas, overwegingen 153 tot en met 160; en organisch bekleed staal, overwegingen 284 tot en met 289.
(30) Oorspronkelijk zonnepanelenonderzoek, overwegingen 336 tot en met 342; organisch bekleed staal, overwegingen 293 tot en met 298.
(31) Nieuw zonnepanelenonderzoek, overwegingen 384 tot en met 392; organisch bekleed staal, overwegingen 247 tot en met 252.
(32) Zie organisch bekleed staal, overwegingen 349 tot en met 389; nieuw zonnepanelenonderzoek, overwegingen 460 tot en met 488.
(33) Zie glasvezelfilamenten, overwegingen 188 tot en met 205; nieuw zonnepanelenonderzoek, overwegingen 417 tot en met 444; zonneglas, overwegingen 172 tot en met 195; organisch bekleed staal, overwegingen 107 tot en met 126 en 432 tot en met 437.
(34) Bronnen: http://uk.reuters.com/article/2011/05/26/china-cic-sinosure-idUKL3E7GQ10720110526 en http://en.wikipedia.org/wiki/China_Export_%26_Credit_Insurance_Corporation, beide geraadpleegd op 31 mei 2017.
(35) http://www.sinosure.com.cn/sinosure/english/Top%20Management.htm, geraadpleegd op 31 mei 2017.
(36) http://www.oecd.org/officialdocuments/publicdisplaydocumentpdf/?cote=TAD/ECG(2015)3&doclanguage=en, geraadpleegd op 31 mei 2017.
(37) Nieuw zonnepanelenonderzoek, overweging 284.
(38) http://www.gov.cn/ldhd/2009-05/27/content_1326023.htm, geraadpleegd op 31 mei 2017.
(39) Zie overweging 284 van het nieuwe zonnepanelenonderzoek en de overwegingen 225 tot en met 235 van het oorspronkelijke zonnepanelenonderzoek.
(40) Zie de overwegingen 276 tot en met 305 van het nieuwe zonnepanelenonderzoek.
(41) Nieuw zonnepanelenonderzoek, overweging 289.
(42) Nieuw zonnepanelenonderzoek, overweging 291.
(43) Gebaseerd op gegevens van RISI (http://www.risiinfo.com), verstrekt door de indiener van het verzoek.
(44) Gebaseerd op het verzoek.
(45) Gebaseerd op gegevens van RISI.
(46) Gebaseerd op het verzoek.
(47) Gebaseerd op gegevens van RISI.
(48) Gebaseerd op gegevens van RISI, verstrekt door de indiener van het verzoek.
(49) De Europese vereniging van producenten van grafisch papier (Euro-Graph, European Association of Graphic Paper Producers) ontstond in 2012 door de fusie van CEPIPRINT (vereniging van Europese drukpapierproducenten) en CEPIFINE (Europese vereniging van fabrikanten van fijn papier); tot haar leden behoren alle producenten van gestreken fijn papier in de Unie.
(50) Overweging 158 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 451/2011.
(51) Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21).
4.7.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 171/168 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1188 VAN DE COMMISSIE
van 3 juli 2017
tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaald gestreken fijn papier van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek bij het vervallen van maatregelen overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1) („de basisverordening”), en met name artikel 11, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
1. PROCEDURE
1.1. Geldende maatregelen
(1) |
Naar aanleiding van een antidumpingonderzoek („het oorspronkelijke onderzoek”) heeft de Raad bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 451/2011 (2) een definitief antidumpingrecht ingesteld op bepaald gestreken fijn papier van oorsprong uit de Volksrepubliek China („de VRC” of „het betrokken land”). |
(2) |
Naar aanleiding van een antisubsidieonderzoek heeft de Raad bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 452/2011 (3) tevens een definitief compenserend recht ingesteld op bepaald gestreken fijn papier van oorsprong uit de VRC. |
(3) |
De antidumpingmaatregelen bestonden uit een ad-valoremrecht tussen 8 % en 35,1 % voor met naam genoemde exporteurs, met een residueel recht van 27,1 %. |
(4) |
Op 8 augustus 2011 hebben de Chinese producenten Gold East Paper Co. Ltd en Gold Huasheng Paper Co. Ltd („de APP-groep”) een beroep tot nietigverklaring ingesteld voor zowel Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 451/2011 als (EU) nr. 452/2011 voor zover deze op de indieners van het beroep betrekking hebben (4). Op 11 september 2014 heeft de Derde kamer van het Gerecht beide beroepen verworpen. |
1.2. Verzoek om een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van maatregelen
(5) |
Na de bekendmaking van een bericht dat de geldende antidumpingmaatregelen inzake de invoer van bepaald gestreken fijn papier van oorsprong uit de VRC op korte termijn zouden vervallen (5), heeft de Commissie een op artikel 11, lid 2, van de basisverordening gebaseerd verzoek om een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van maatregelen ontvangen. |
(6) |
Het verzoek werd ingediend door vijf producenten in de Unie (Arctic Paper Grycksbo AB, Burgo Group SpA, Fedrigoni SpA, Lecta Group en Sappi Europe SA), samen aangeduid als „de indiener van het verzoek”, die meer dan 25 % van de totale productie in de Unie van gestreken fijn papier vertegenwoordigen. |
(7) |
Het verzoek werd ingediend met als argument dat het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk opnieuw tot dumping en tot schade voor de bedrijfstak van de Unie zou leiden. |
1.3. Opening van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van maatregelen
(8) |
Na te hebben vastgesteld dat er voldoende bewijsmateriaal was om een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen te openen, kondigde de Commissie op 13 mei 2016 door bekendmaking van een bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie (6) („het bericht van opening”) de opening aan van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van de basisverordening. |
Parallel onderzoek
(9) |
Met een bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie kondigde de Commissie op 13 mei 2016 (7) tevens de opening aan van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van maatregelen op grond van artikel 18 van Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad (8), van de geldende definitieve compenserende maatregelen met betrekking tot de invoer in de Unie van bepaald gestreken fijn papier van oorsprong uit de Volksrepubliek China. |
1.4. Onderzoek
Tijdvak van het nieuwe onderzoek en beoordelingsperiode
(10) |
Het onderzoek naar de waarschijnlijkheid van voortzetting of herhaling van dumping had betrekking op de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 („het tijdvak van het nieuwe onderzoek” of „TNO”). Het onderzoek van de ontwikkelingen die relevant zijn voor de beoordeling van de waarschijnlijkheid van voortzetting of herhaling van schade had betrekking op de periode van 1 januari 2012 tot het eind van het TNO („de beoordelingsperiode”). |
Betrokken partijen
(11) |
In het bericht van opening heeft de Commissie belanghebbenden uitgenodigd contact met haar op te nemen om aan het onderzoek mee te werken. Bovendien heeft de Commissie de indiener van het verzoek, andere haar bekende producenten in de Unie, producenten-exporteurs, importeurs en gebruikers in de Unie waarvan bekend is dat zij hierbij betrokken zijn, alsmede de Chinese autoriteiten specifiek op de hoogte gesteld van de opening van het nieuwe onderzoek bij het vervallen van de maatregelen en hen uitgenodigd eraan mee te werken. |
(12) |
De Commissie verklaarde ook dat zij overwoog de Verenigde Staten van Amerika („de VS”) te gebruiken als derde land met markteconomie („referentieland”) in de zin van artikel 2, lid 7, onder a), van de basisverordening, hetzelfde land dat ook in het oorspronkelijke onderzoek als referentieland was gebruikt. Daarom heeft de Commissie de autoriteiten en de producent in de VS in kennis gesteld van de opening van het onderzoek en hen uitgenodigd mee te werken. |
(13) |
Bovendien heeft de Commissie de autoriteiten van Brazilië, India, Indonesië, Japan, Korea, Noorwegen en Zwitserland in kennis gesteld van de opening van het onderzoek en om informatie verzocht over de productie en de verkoop van gestreken fijn papier in die landen. Vervolgens werden brieven verstuurd naar alle haar bekende producenten van gestreken fijn papier in die landen, met daarin een vragenlijst met betrekking tot het referentieland en het verzoek om aan het nieuwe onderzoek mee te werken. |
(14) |
De belanghebbenden werden in de gelegenheid gesteld om binnen de in het bericht van opening genoemde termijn hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken en te verzoeken te worden gehoord. Alle belanghebbenden die daarom hadden verzocht, zijn door de Commissie gehoord. |
Steekproeven
a) Steekproef van producenten-exporteurs in de VRC
(15) |
In het bericht van opening deelde de Commissie mee dat zij mogelijk een steekproef van belanghebbenden zou samenstellen in overeenstemming met artikel 17 van de basisverordening. |
(16) |
Om te kunnen beslissen of een steekproef noodzakelijk was en, zo ja, deze samen te kunnen stellen, heeft de Commissie alle 36 bekende producenten-exporteurs in de VRC verzocht de in het bericht van opening gevraagde informatie te verstrekken. Bovendien heeft de Commissie de vertegenwoordiging van de Volksrepubliek China bij de Europese Unie verzocht eventuele andere producenten-exporteurs die in deelname aan het onderzoek geïnteresseerd konden zijn aan te wijzen en/of contact met hen op te nemen. |
(17) |
Eén Chinese producent-exporteur heeft de informatie verstrekt die in bijlage I bij het bericht van opening met het oog op het samenstellen van de steekproef was gevraagd (9). Tijdens een hoorzitting op 8 juni 2016 deelde dezelfde groep producenten-exporteurs de Commissie echter mee dat zij niet van plan was de vragenlijst te beantwoorden. Als verklaring werd verwezen naar het ontbreken van uitvoer naar de markt van de Unie tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek, en de complexe structuur van de groep. Alle bekende betrokken producenten-exporteurs en de autoriteiten van de VRC werden in kennis gesteld van de gevolgen van niet-medewerking en van het feit dat de Commissie overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening aan de hand van de beste beschikbare gegevens conclusies kan trekken. |
b) Steekproef van producenten in de Unie
(18) |
In het bericht van opening heeft de Commissie verklaard dat zij een voorlopige steekproef van producenten in de Unie had samengesteld. Overeenkomstig artikel 17, lid 1, van de basisverordening had de Commissie de steekproef samengesteld op basis van het grootste representatieve productie- en verkoopvolume, waarbij ook rekening werd gehouden met de geografische spreiding. De voorlopige steekproef bestond uit drie groepen van producenten in de Unie. De Commissie heeft de belanghebbenden om opmerkingen over de voorlopige steekproef verzocht. Een van de in de voorlopige steekproef opgenomen producenten in de Unie deelde de Commissie mee dat hij niet in staat zou zijn om de vragenlijst te beantwoorden. De Commissie ontving eveneens een verduidelijking waaruit bleek dat twee andere in de steekproef opgenomen partijen in werkelijkheid groepen waren van meerdere producenten. Daarom heeft de Commissie de steekproef herzien door de niet-medewerkende producent te vervangen door de qua productie- en verkoopvolume volgende producent, en binnen de andere twee groepen voorlopig in de steekproef opgenomen producenten de grootste producenten te selecteren. Aangezien er binnen de termijn geen opmerkingen over de herziene steekproef zijn ontvangen, heeft de Commissie de steekproef zoals herzien vastgesteld. De uiteindelijke steekproef vertegenwoordigde in het tijdvak van het nieuwe onderzoek meer dan 30 % van de totale productie in de Unie en werd derhalve als representatief voor de bedrijfstak van de Unie beschouwd. |
c) Steekproef van niet-verbonden importeurs
(19) |
Om te kunnen beslissen of een steekproef noodzakelijk was en, zo ja, deze te kunnen samenstellen, heeft de Commissie alle haar bekende niet-verbonden importeurs verzocht de in het bericht van opening gevraagde informatie te verstrekken. |
(20) |
De Commissie heeft met vijf mogelijke importeurs contact opgenomen, maar geen van hen heeft op het steekproefformulier geantwoord. |
Referentieland
(21) |
In het bericht van opening deelde de Commissie de belanghebbenden mee dat zij de intentie had de VS als mogelijk referentieland te gebruiken en nodigde zij de partijen uit opmerkingen in te dienen. In het oorspronkelijke onderzoek waren de VS als geschikt referentieland gebruikt. |
(22) |
De Commissie verzocht producenten van het soortgelijke product in de VS, Brazilië, India, Indonesië, Japan, Noorwegen, Zuid-Korea en Zwitserland om informatie te verstrekken. Eén producent in de VS verleende medewerking aan het onderzoek door de vragenlijst te beantwoorden. |
(23) |
Uit het onderzoek bleek dat de VS een concurrerende markt voor gestreken fijn papier had, waarbij de lokale productie ongeveer 50 % van de markt voor haar rekening nam en de rest afkomstig was van invoer uit derde landen. Er zijn antidumpingmaatregelen van kracht tegen China en Indonesië, maar andere producerende landen kunnen vrij naar de VS exporteren. |
(24) |
Net als in het oorspronkelijke onderzoek luidt de conclusie dan ook dat de VS een geschikt referentieland zijn overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder a), van de basisverordening. |
Vragenlijsten
(25) |
De Commissie heeft geen vragenlijst gestuurd aan de in overweging 17 hierboven bedoelde niet-medewerkende Chinese producent-exporteur, aangezien deze al had verklaard de vragenlijst niet te zullen beantwoorden. |
(26) |
De Commissie heeft vragenlijsten toegezonden aan de drie in de steekproef opgenomen producenten in de Unie en aan alle haar bekende producenten in het referentieland. |
(27) |
De Commissie heeft van de drie in de steekproef opgenomen producenten in de Unie en van één producent in het referentieland (de VS) antwoorden op de vragenlijst ontvangen. |
Controlebezoeken
(28) |
De Commissie heeft alle gegevens die zij in de context van een nieuw onderzoek bij het vervallen van maatregelen voor de vaststelling van dumping, schade en het belang van de Unie nodig achtte, verzameld en gecontroleerd. Op grond van artikel 16 van de basisverordening werden bij de volgende ondernemingen controlebezoeken ter plaatse verricht:
|
2. BETROKKEN PRODUCT EN SOORTGELIJK PRODUCT
2.1. Betrokken product
(29) |
Het betrokken product is bepaald gestreken fijn papier („GFP”), namelijk papier of karton, aan een of aan beide zijden gestreken (met uitzondering van kraftpapier en kraftkarton), in bladen of op rollen, en met een gewicht van 70 g/m2 of meer, doch niet meer dan 400 g/m2, en met een helderheid van meer dan 84 (gemeten volgens ISO 2470-1), („het onderzochte product”) en momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 4810 13 00, ex 4810 14 00, ex 4810 19 00, ex 4810 22 00, ex 4810 29 30, ex 4810 29 80, ex 4810 99 10 en ex 4810 99 80 (Taric-codes 4810130020, 4810140020, 4810190020, 4810220020, 4810293020, 4810298020, 4810991020 en 4810998020). |
(30) |
Het betrokken product omvat geen:
|
2.2. Soortgelijk product
(31) |
Uit het onderzoek is gebleken dat de volgende producten dezelfde fysische en technische basiseigenschappen hebben en voor dezelfde basisdoeleinden worden gebruikt:
|
(32) |
De Commissie concludeerde dat deze producten soortgelijke producten zijn in de zin van artikel 1, lid 4, van de basisverordening. |
3. WAARSCHIJNLIJKHEID VAN VOORTZETTING OF HERHALING VAN DUMPING
3.1. Inleidende opmerkingen
(33) |
Overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening is de Commissie nagegaan of er nog steeds dumping plaatsvond en of het vervallen van de bestaande maatregelen waarschijnlijk tot een voortzetting of herhaling van dumping zou leiden. |
(34) |
Zoals vermeld in de overwegingen 17 en 25 werkten er geen Chinese producenten-exporteurs aan het onderzoek mee. Daarom heeft de Commissie overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening gebruikgemaakt van de beschikbare gegevens. |
(35) |
De Chinese autoriteiten en de bekende Chinese producent-exporteur zijn in kennis gesteld van de toepassing van artikel 18, lid 1, van de basisverordening en hebben hierover opmerkingen kunnen maken. De Chinese producent-exporteur liet weten van plan te zijn gedeeltelijk aan het onderzoek mee te werken door opmerkingen in te dienen over de schade en het oorzakelijk verband. |
(36) |
Daarom zijn de hieronder uiteengezette bevindingen over de waarschijnlijkheid van voortzetting of herhaling van dumping overeenkomstig artikel 18, lid 1, van de basisverordening gebaseerd op de beschikbare gegevens, met name de informatie in het verzoek om een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen, opmerkingen van belanghebbenden en de beschikbare statistische gegevens. |
3.2. Invoer met dumping in het tijdvak van het nieuwe onderzoek
(37) |
Uit de statistische gegevens bleek dat in het tijdvak van het nieuwe onderzoek slechts verwaarloosbare hoeveelheden gestreken fijn papier (minder dan 400 ton) uit de VRC in de Unie zijn ingevoerd. De Commissie concludeerde dat deze hoeveelheden niet representatief waren, aangezien zij minder dan 1 % van de totale invoer van het betrokken product in de Unie vertegenwoordigden. |
(38) |
Daarom kon er geen zinvolle analyse van dumping worden uitgevoerd op basis van de invoer uit de VRC in de Unie tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek. Het onderzoek concentreerde zich derhalve op de waarschijnlijkheid van herhaling van dumping. |
3.3. Aanwijzingen waaruit blijkt dat herhaling van dumping waarschijnlijk is
(39) |
De Commissie heeft onderzocht of het waarschijnlijk is dat er opnieuw dumping zou plaatsvinden indien de maatregelen komen te vervallen. De volgende elementen zijn onderzocht: de Chinese prijzen bij uitvoer naar andere bestemmingen, de productiecapaciteit en de reservecapaciteit in de VRC, en de aantrekkelijkheid van de markt van de Unie voor invoer uit de VRC. |
3.3.1. Uitvoer naar derde landen
(40) |
Omdat de omvang van de invoer van gestreken fijn papier uit de VRC naar de Unie niet representatief was (zie overweging 37), concludeerde de Commissie dat gegevens over de verkoop van gestreken fijn papier vanuit de VRC naar derde landen moeten worden gebruikt bij de beoordeling van het waarschijnlijke prijsniveau bij uitvoer naar de Unie als de maatregelen zouden komen te vervallen. Bij de dumpingberekeningen werden de prijzen bij verkoop aan klanten uit derde landen gebruikt op basis van facturen die door de aanvrager werden verstrekt, zoals uiteengezet in overweging 45. |
a) Normale waarde
(41) |
Overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder a), van de basisverordening werd de normale waarde vastgesteld op basis van de prijs of de berekende waarde in een derde land met een markteconomie. Daarbij werden de VS als referentieland gebruikt, zoals uiteengezet in de overwegingen 21 tot en met 24. |
(42) |
De APP-groep voerde aan dat de Commissie na 11 december 2016 de methode voor landen met een markteconomie zou moeten gebruiken en de normale waarde dus zou moeten berekenen op basis van de binnenlandse prijzen in China zonder gebruik te maken van de VS als referentieland. |
(43) |
Hierover merkt de Commissie op dat zij geen discretionaire bevoegdheid heeft over het al of niet toepassen van de huidige regels van de basisverordening. Dit argument werd derhalve afgewezen. |
b) Uitvoerprijs
(44) |
Omdat geen enkele Chinese producent-exporteur medewerking verleende, werd de uitvoerprijs overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening gebaseerd op beschikbare gegevens. |
(45) |
Verschillende informatiebronnen werden geraadpleegd om de uitvoerprijs vast te stellen. Door de aanvrager verstrekte facturen van Chinese producenten-exporteurs aan derde landen die dicht bij de Unie lagen, namelijk Egypte, Rusland en Turkije, bleken het meest geschikt voor het bepalen van het waarschijnlijke prijsniveau bij uitvoer naar de Unie als er geen maatregelen zouden zijn, berekend op basis van een gewogen gemiddelde. |
c) Vergelijking en correcties
(46) |
Overeenkomstig artikel 2, lid 11, van de basisverordening werden de gewogen gemiddelde normale waarde en de gewogen gemiddelde uitvoerprijs van gestreken fijn papier, beide „af fabriek”, met elkaar vergeleken. |
(47) |
Waar dat met het oog op een billijke vergelijking gerechtvaardigd was, heeft de Commissie overeenkomstig artikel 2, lid 10, van de basisverordening op de normale waarde en de uitvoerprijs een correctie toegepast voor verschillen die van invloed zijn op de prijzen en de vergelijkbaarheid van de prijzen. Er werden correcties toegepast voor vracht- en vervoerkosten. |
d) Dumpingmarge
(48) |
Overeenkomstig artikel 2, leden 11 en 12, van de basisverordening heeft de Commissie de gewogen gemiddelde normale waarde vergeleken met de gewogen gemiddelde uitvoerprijs. |
(49) |
Op basis hiervan bedroeg de gewogen gemiddelde dumpingmarge, uitgedrukt als percentage van de cif-prijs, grens Unie, 58 %. |
3.3.2. Productiecapaciteit en reservecapaciteit in de VRC
(50) |
Gezien het gebrek aan medewerking werden de productiecapaciteit en de reservecapaciteit in de VRC overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening vastgesteld op basis van beschikbare gegevens, in het bijzonder op basis van informatie die was verstrekt door de indiener van het verzoek, waarin gegevens waren opgenomen van een onafhankelijke leverancier van sectorinformatie. |
(51) |
De productiecapaciteit voor gestreken houtvrij papier in de VRC bedroeg in het tijdvak van het nieuwe onderzoek 7 629 000 ton (10), waarvan 40 % de productie van GFP betrof (11). Tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek bedroeg de bezettingsgraad bij de totale productie van gestreken houtvrij papier in de VRC 85 % (12), hetgeen een reservecapaciteit inhield van 1 167 000 ton, d.w.z. 32 % van het totale verbruik van GFP in de Unie. Op basis van de hypothese dat slechts 40 % van deze capaciteit voor GFP zou worden gebruikt, werd de Chinese reservecapaciteit van het betrokken product vastgesteld op ongeveer 13 % van het totale verbruik in de Unie. |
(52) |
Bovendien stelde de Commissie vast dat het voor producenten eenvoudig is om van de productie van andere gestreken houtvrije producten om te schakelen op die van het betrokken product (13). Als Chinese producenten op GFP zouden omschakelen, dan zou dit leiden tot een toename in de productiecapaciteit van 3 877 000 ton, wat meer dan 100 % is van het totale verbruik in de Unie (vastgesteld op 3 589 694 ton). |
(53) |
Hoewel wordt verwacht dat de beschikbare reservecapaciteit voor de productie van gestreken houtvrij papier licht zal afnemen met 4 %, zal de Chinese binnenlandse vraag tussen nu en 2021 naar verwachting met meer dan 10 % dalen (14). |
(54) |
Op grond van het bovenstaande heeft de Commissie geconcludeerd dat Chinese producenten-exporteurs beschikken over een aanzienlijke reservecapaciteit, die zij kunnen gebruiken voor het produceren van GFP om naar de markt van de Unie uit te voeren indien de maatregelen worden ingetrokken. De Commissie stelde ook vast dat dit exportpotentieel nog zou kunnen toenemen als gevolg van de verwachte daling van de binnenlandse vraag in de VRC. |
3.3.3. Aantrekkelijkheid van de markt van de Unie
(55) |
Het onderzoek heeft aangetoond dat de vraag naar GFP in de Unie nog steeds aanzienlijk is. Hoewel het verbruik in de Unie tijdens de beoordelingsperiode is gedaald, blijft de markt van de Unie de grootste markt in de wereld, goed voor 25 % -30 % van de wereldwijde vraag. |
(56) |
Volgens de beschikbare gegevens lagen de Chinese prijzen bij uitvoer naar de derde landen dicht bij de Unie tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek gemiddeld 7 % onder de prijzen in de Unie. Dat is een aanzienlijk prijsverschil in een zo competitieve en uiterst prijsgevoelige markt als die voor GFP. |
(57) |
Bovendien wordt verwacht dat de binnenlandse vraag in de VRC zal afnemen, wat een sterke motivering zou kunnen zijn voor Chinese producenten om alternatieve markten te vinden om de Chinese overcapaciteit te absorberen. De markt van de VS, een andere belangrijke markt voor GFP, blijft onaantrekkelijk voor de VRC omdat in de VS antidumping- en antisubsidiemaatregelen inzake het betrokken product van kracht zijn tegen de VRC. |
(58) |
In dit verband voerde de overheid van de VRC aan dat de beperkte invoer uit de VRC liet zien dat de markt van de Unie helemaal niet aantrekkelijk was voor Chinese producenten-exporteurs. Zij stelde verder dat de VRC, volgens Chinese uitvoerstatistieken, in 2015 meer GFP naar drie andere landen (India, Japan, Thailand) en naar derde landen binnen Europa heeft uitgevoerd, hetgeen zou aantonen dat deze landen, waar geen handelsbeschermingsmaatregelen gelden, aantrekkelijker waren. De overheid van de VRC stelde ook dat de VRC momenteel partij is bij 14 vrijhandelsovereenkomsten met verschillende handelspartners, en dat zij onderhandelt over nog meer overeenkomsten. Dit zou leiden tot meer uitvoer van GFP naar de betrokken partnerlanden. |
(59) |
Wat het effect van de vrijhandelsovereenkomsten betreft, werd het argument aangevoerd voor Chinese producten in het algemeen en bevatte het geen bewijsmateriaal dat betrekking had op het betrokken product. Het argument werd te breed bevonden en ondersteunend bewijsmateriaal ontbrak. Zoals toegelicht in overweging 62 wijst de informatie waarover de Commissie beschikt in ieder geval in de tegenovergestelde richting. |
(60) |
In werkelijkheid daalde de Chinese uitvoer van GFP naar de Unie tot bijna nul na de instelling van de oorspronkelijke maatregelen in 2010, hetgeen suggereert dat die maatregelen er verantwoordelijk voor waren dat de markt van de Unie onaantrekkelijk werd voor Chinese uitvoer. Opheffing van de maatregelen zou de markt van de Unie weer aantrekkelijk maken. Deze argumenten worden daarom afgewezen. |
(61) |
De APP-groep erkende dat de Europese markt traditioneel een belangrijke markt voor GFP is, maar voerde aan dat het belang ervan geleidelijk afnam door de voortdurende daling van de vraag, terwijl de vraag in andere landen de afgelopen jaren stabiel is gebleven dan wel is gestegen. De APP-groep stelde ook dat de onaantrekkelijkheid van de markt van de Unie werd aangetoond door de daling van de invoer uit andere landen sinds de instelling van maatregelen en door de grote omvang van de uitvoer van GFP geproduceerd door de bedrijfstak van de Unie. |
(62) |
Ondanks het dalende verbruik van GFP in de Unie is de markt van de Unie nog steeds de grootste markt voor GFP ter wereld. De informatie in het dossier suggereert dat de markt van de Unie de grootste wereldmarkt voor GFP zal blijven, in ieder geval voor de nabije toekomst (15). Op basis van de beschikbare gegevens in het dossier wordt voorspeld dat de vraag naar GFP in de VRC zal afnemen, waarbij een eventuele mogelijke toename in andere markten niet zou volstaan om de aantrekkelijkheid van de markt van de Unie te verminderen, omdat die markten klein zijn in vergelijking met de markt van de Unie. Tijdens het onderzoektijdvak van het oorspronkelijke onderzoek lagen het volume en het marktaandeel van de invoer in de Unie uit andere landen dan de VRC inderdaad op een hoger niveau dan tijdens het onderzoektijdvak van het huidige onderzoek. Tijdens het onderzoektijdvak van het oorspronkelijke onderzoek bestond de invoer van GFP uit derde landen echter hoofdzakelijk uit de invoer van GFP uit Zwitserland, waar één van de producenten in de Unie een onderneming bezat die GFP produceerde. In het huidige onderzoek bleek dat deze producent in 2011 met de productie van GFP is gestopt, zodat de invoer uit Zwitserland nagenoeg is verdwenen. De daling van de invoer uit derde landen had dus niets te maken met een vermeende onaantrekkelijkheid van de markt van de Unie en het argument wordt afgewezen. |
(63) |
Bovendien wordt de conclusie dat de markt van de Unie aantrekkelijk is, niet ondermijnd door het relatief hoge uitvoerniveau van de bedrijfstak van de Unie, aangezien de gerealiseerde gemiddelde prijzen buiten de Unie, waar de bedrijfstak van de Unie moest concurreren met de uitvoer met dumping van GFP uit de VRC, tijdens de beoordelingsperiode meestal onder de gemiddelde prijzen lagen die in de Unie werden gerealiseerd. Het argument wordt daarom afgewezen. |
(64) |
Op grond van bovenstaande overwegingen concludeerde de Commissie dat de uitvoer uit de VRC waarschijnlijk naar de markt van de Unie zou worden verlegd als de maatregelen zouden worden ingetrokken. |
3.3.4. Conclusie betreffende de waarschijnlijkheid van herhaling van dumping
(65) |
Zoals vermeld in de overwegingen 48 en 49 blijkt uit een vergelijking tussen de Chinese prijzen bij uitvoer naar derde landen in de buurt van de Unie en de prijzen op de markt van het referentieland dat herhaling van dumping zeer waarschijnlijk is. |
(66) |
Daarnaast concludeerde de Commissie dat intrekking van de maatregelen, gezien de aanzienlijke productiecapaciteit in de VRC, de reservecapaciteit en de aantrekkelijkheid van de markt van de Unie voor uitvoer, waarschijnlijk zou leiden tot een toename van de uitvoer tegen dumpingprijzen van gestreken fijn papier uit de VRC naar de Unie. |
4. WAARSCHIJNLIJKHEID VAN HERHALING VAN DE SCHADE
4.1. Definitie van de bedrijfstak van de Unie en de productie in de Unie
(67) |
Tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek werd het soortgelijke product vervaardigd door 10 bekende producenten, waaronder enige groepen die diverse papierfabrieken bezitten. Zij vormen de „bedrijfstak van de Unie” in de zin van artikel 4, lid 1, van de basisverordening. |
(68) |
De totale productie in de Unie tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek werd vastgesteld op ongeveer 4 606 000 ton. De ondernemingen die het verzoek om een nieuw onderzoek steunden, waren goed voor meer dan 70 % van de totale productie in de Unie tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek. Zoals aangegeven in overweging 18 vertegenwoordigden de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie meer dan 30 % van de totale productie van het soortgelijke product in de Unie. |
(69) |
De macro-economische gegevens die door de indiener van het verzoek zijn verstrekt, waren afkomstig van Euro-Graph (16) en zijn naar behoren gecontroleerd. |
4.2. Verbruik in de Unie
(70) |
De Commissie heeft het verbruik in de Unie vastgesteld door het verkoopvolume van de bedrijfstak van de Unie op de markt van de Unie op te tellen bij de invoer uit derde landen op basis van de databank van artikel 14, lid 6. |
(71) |
Het verbruik in de Unie heeft zich als volgt ontwikkeld: Tabel 1 Verbruik in de Unie
|
(72) |
Tijdens de beoordelingsperiode nam het verbruik in de Unie met 10 % af. Vergeleken met 2012 nam het in 2013 met 8 % af, waarna het in een langzamer tempo bleef dalen. Het geschatte verbruik in de Unie tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek was 21 % lager dan het verbruik zoals vastgesteld tijdens het onderzoektijdvak van het oorspronkelijke onderzoek (4 572 057 ton). De daling in het verbruik weerspiegelt de afnemende vraag naar grafisch papier in het algemeen, die hoofdzakelijk het gevolg is van de snelle groei van digitale media die de traditionele gedrukte media vervangen. |
4.3. Invoer uit het betrokken land
4.3.1. Omvang en marktaandeel van de invoer uit het betrokken land
(73) |
De invoer in de Unie uit de VRC heeft zich als volgt ontwikkeld: Tabel 2 Invoervolume en marktaandeel
|
(74) |
Tijdens de beoordelingsperiode was het volume van de invoer uit de VRC in de Unie verwaarloosbaar. |
4.3.2. Prijzen van de invoer uit het betrokken land en prijsonderbieding
(75) |
Gezien de te verwaarlozen omvang van de invoer van gestreken fijn papier uit de VRC naar de Unie en de geringe betrouwbaarheid van de prijzen bij die verkoop (zie overweging 37) konden de invoerstatistieken van de EU niet worden gebruikt om conclusies te trekken over de prijzen van de invoer uit de VRC. De Commissie concludeerde dat in plaats daarvan gegevens over de verkoop van GFP uit de VRC aan andere landen als vervangende waarde moeten worden gebruikt om vast te stellen wat de prijsonderbieding zou zijn geweest als de Chinese ondernemingen hun producten tegen die prijzen aan de Unie hadden verkocht. |
(76) |
De Commissie heeft het theoretische niveau van prijsonderbieding in het tijdvak van het nieuwe onderzoek vastgesteld door de gewogen gemiddelde verkoopprijs die de bedrijfstak van de Unie rekent aan onafhankelijke afnemers op de markt van de Unie, gecorrigeerd tot het niveau af fabriek, te vergelijken met de gewogen gemiddelde Chinese prijs bij uitvoer naar landen dicht bij de Unie, gecorrigeerd tot een cif-waarde voor de Unie en met inachtneming van de kosten in verband met invoer. Omdat geen enkele Chinese producent-exporteur medewerking verleende, werden de Chinese uitvoerprijzen bij uitvoer naar andere landen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening gebaseerd op beschikbare gegevens, zoals hierboven reeds vermeld (zie de overwegingen 40, 44 en 45). Als de Chinese exporteurs in het tijdvak van het nieuwe onderzoek hun producten tegen deze prijzen naar de Unie zouden hebben uitgevoerd, zo bleek uit de prijsvergelijking, zou de invoer uit de VRC de prijzen van de bedrijfstak van de Unie met 5,4 % hebben onderboden. |
4.4. Invoer uit andere derde landen
(77) |
In de volgende tabel wordt weergegeven hoe de gemiddelde prijs, het volume en het marktaandeel van de invoer in de Unie uit andere derde landen dan de VRC zich in de beoordelingsperiode hebben ontwikkeld. De tabel is gebaseerd op gegevens uit de databank van artikel 14, lid 6. Tabel 3 Invoer uit derde landen
|
(78) |
Het totale volume van de invoer in de Unie uit andere landen dan de VRC was tijdens de gehele beoordelingsperiode klein, met een totaal marktaandeel dat schommelde rond de 1 %. De gemiddelde prijzen van deze invoer lagen boven de gemiddelde prijzen van de bedrijfstak van de Unie. Tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek had geen van de derde landen individueel een marktaandeel boven de 0,4 %. |
4.5. Economische situatie van de bedrijfstak van de Unie
4.5.1. Algemene opmerkingen
(79) |
Overeenkomstig artikel 3, lid 5, van de basisverordening heeft de Commissie alle economische indicatoren onderzocht die tijdens de beoordelingsperiode op de situatie van de bedrijfstak van de Unie van invloed waren. Zoals vermeld in overweging 18 werd voor de bedrijfstak van de Unie gebruikgemaakt van een steekproef. |
(80) |
Voor de schadevaststelling heeft de Commissie onderscheid gemaakt tussen macro-economische en micro-economische schade-indicatoren. De Commissie heeft de macro-economische indicatoren betreffende de gehele bedrijfstak van de Unie beoordeeld op basis van de informatie die in het verzoek om een nieuw onderzoek door de indiener ervan was verstrekt. De Commissie heeft de micro-economische indicatoren uitsluitend voor de in de steekproef opgenomen ondernemingen beoordeeld, op basis van de gecontroleerde gegevens uit de antwoorden op de vragenlijst. Beide gegevensreeksen bleken representatief te zijn voor de economische situatie van de bedrijfstak van de Unie. |
(81) |
De macro-economische indicatoren zijn: productie, productiecapaciteit, bezettingsgraad, verkoopvolume, marktaandeel, groei, werkgelegenheid, productiviteit, hoogte van de dumpingmarge en herstel van dumping in het verleden. |
(82) |
De micro-economische indicatoren zijn: gemiddelde eenheidsprijzen, kosten per eenheid, loonkosten, voorraden, winstgevendheid, kasstroom, investeringen, rendement van investeringen en vermogen om kapitaal aan te trekken. |
4.5.2. Macro-economische indicatoren
4.5.2.1. Productie, productiecapaciteit en bezettingsgraad
(83) |
De totale productie, de productiecapaciteit en de bezettingsgraad in de Unie ontwikkelden zich tijdens de beoordelingsperiode als volgt: Tabel 4 Productie, productiecapaciteit en bezettingsgraad
|
(84) |
Tijdens de beoordelingsperiode nam de productie met 12 % af. Vergeleken met 2012 nam de productie in 2013 met 7 % af en bleef daarna in een langzamer tempo dalen. |
(85) |
Al voor de beoordelingsperiode hadden producenten in de Unie grote herstructureringsinspanningen ondernomen om de structurele overcapaciteit aan te pakken, en deze inspanningen duurden voort tijdens de beoordelingsperiode. Als gevolg van zowel de sluiting van bepaalde fabrieken als de aanpassing van andere fabrieken voor het produceren van andere papierproducten dan GFP, heeft de bedrijfstak van de Unie zijn productiecapaciteit voor GFP tussen 2012 en het tijdvak van het nieuwe onderzoek met ongeveer 901 216 ton (15 %) verminderd. |
(86) |
Dankzij de voortdurende vermindering van de productiecapaciteit slaagde de bedrijfstak van de Unie erin de bezettingsgraad tijdens de beoordelingsperiode relatief stabiel te houden, om in het tijdvak van het nieuwe onderzoek zelfs 92,3 % te bereiken, bijna vier procentpunt hoger dan in 2012. |
(87) |
Uit het onderzoek is gebleken dat een hoge bezettingsgraad een belangrijke factor is voor de levensvatbaarheid van de papiersector vanwege de omvangrijke investeringen in vaste activa en de gevolgen daarvan voor de gemiddelde productiekosten. |
4.5.2.2. Verkoopvolume en marktaandeel
(88) |
Het verkoopvolume en het marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie hebben zich in de beoordelingsperiode als volgt ontwikkeld: Tabel 5 Verkoopvolume en marktaandeel
|
(89) |
Tijdens de beoordelingsperiode daalde het verkoopvolume op de markt van de Unie met 10 %. Vergeleken met 2012 nam het in 2013 met 8 % af, waarna het in een langzamer tempo bleef dalen. |
(90) |
Aangezien er tijdens de beoordelingsperiode vrijwel geen GFP werd ingevoerd, bleef het marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie stabiel op circa 99 %. |
4.5.2.3. Groei
(91) |
Tijdens de beoordelingsperiode werd er door de bedrijfstak van de Unie geen groei in de productie en verkoop gerealiseerd. Integendeel, deze economische indicatoren volgden de neerwaartse trend van het verbruik van de Unie op de voet. |
4.5.2.4. Werkgelegenheid en productiviteit
(92) |
De werkgelegenheid en de productiviteit ontwikkelden zich tijdens de beoordelingsperiode als volgt: Tabel 6 Werkgelegenheid en productiviteit
|
(93) |
Tijdens de beoordelingsperiode nam het aantal werknemers met 24 % af, waarbij elk achtereenvolgend jaar een afname te zien gaf. Deze afname weerspiegelt een deel van de herstructureringsinspanningen op de langere termijn die door de bedrijfstak van de Unie zijn ondernomen om de problemen met structurele overcapaciteit aan te pakken, zoals toegelicht in overweging 85. |
(94) |
Deze sterke verminderingen van het personeelsbestand leidden tot een aanzienlijke toename van de productiviteit, gemeten als productie (ton) per werknemer per jaar, die tijdens de beoordelingsperiode met 17 % toenam. |
4.5.2.5. Hoogte van de dumpingmarge en herstel van eerdere dumping
(95) |
Tijdens de beoordelingsperiode werd er vrijwel geen GFP uit de VRC ingevoerd, waaruit kan worden geconcludeerd dat de hoogte van de dumpingmarge geen invloed had op de bedrijfstak van de Unie, die aan het herstellen was van eerdere dumping. |
4.5.3. Micro-economische indicatoren
4.5.3.1. Prijzen en factoren die de prijzen beïnvloeden
(96) |
De gemiddelde verkoopprijs van de bedrijfstak van de Unie aan niet-verbonden afnemers in de Unie ontwikkelde zich tijdens de beoordelingsperiode als volgt: Tabel 7 Verkoopprijzen in de Unie en productiekosten per eenheid
|
(97) |
De verkoopprijs per eenheid bij verkoop door de bedrijfstak van de Unie aan niet-verbonden afnemers in de Unie nam tijdens de beoordelingsperiode met 6 % af. Daarbij volgde de trend van de prijzen die van de productiekosten met enige vertraging. |
(98) |
De productiekosten per eenheid van de bedrijfstak in de Unie namen tijdens de beoordelingsperiode ook met 6 % af, waarbij de sterkste daling (– 8 %) in de periode 2013-2014 zichtbaar was. |
4.5.3.2. Loonkosten
(99) |
De gemiddelde loonkosten ontwikkelden zich in de beoordelingsperiode als volgt: Tabel 8 Gemiddelde loonkosten per werknemer
|
(100) |
In 2013 namen de gemiddelde loonkosten per werknemer af met 4 % ten opzichte van 2012, waarna zij stabiliseerden om tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek een niveau te bereiken dat 4 % hoger was dan in 2012. |
4.5.3.3. Voorraden
(101) |
De voorraden ontwikkelden zich in de beoordelingsperiode als volgt: Tabel 9 Voorraden
|
(102) |
De eindvoorraden van de bedrijfstak van de Unie namen in de periode 2012-2013 met 8 % toe en bleven vervolgens tijdens de rest van de beoordelingsperiode relatief stabiel. Het dalende productievolume zorgde tijdens de beoordelingsperiode voor een totale stijging van het niveau van de eindvoorraden, uitgedrukt als percentage van de productie, met 14 %. |
4.5.3.4. Winstgevendheid, kasstroom, investeringen, rendement van investeringen en vermogen om kapitaal aan te trekken
(103) |
De winstgevendheid, de kasstroom, de investeringen en het rendement van investeringen ontwikkelden zich in de beoordelingsperiode als volgt: Tabel 10 Winstgevendheid, kasstroom, investeringen en rendement van investeringen
|
(104) |
De Commissie heeft de winstgevendheid van de bedrijfstak van de Unie vastgesteld door de nettowinst vóór belastingen van zijn verkoop van GFP aan niet-verbonden afnemers in de Unie uit te drukken als percentage van de omzet. Tijdens de beoordelingsperiode verhoogde de bedrijfstak van de Unie zijn winstgevendheid van circa 0,7 % naar 2,3 %. Hierbij moet worden opgemerkt dat de streefwinst voor de bedrijfstak in het oorspronkelijke onderzoek was vastgesteld op 8 % (17). 2014 was het beste jaar, toen de winstgevendheid van de bedrijfstak van de Unie 5 % bereikte, voornamelijk als gevolg van lagere prijzen van grondstoffen, van pulp in het bijzonder, maar ook door positieve gevolgen van de herstructureringsinspanningen en een toegenomen efficiëntie. Tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek werd de winstgevendheid negatief beïnvloed door de dalende koers van de Britse pond ten opzichte van de euro. |
(105) |
De nettokasstroom is het vermogen van de bedrijfstak van de Unie om zijn activiteiten zelf te financieren. Tijdens de beoordelingsperiode was de kasstroom positief, waarbij een trend zichtbaar was die voor een groot deel de ontwikkeling van de winstgevendheid weerspiegelde, met 2014 als beste jaar. |
(106) |
In het licht van de dalende vraag naar GFP in zowel de Unie als daarbuiten heeft de bedrijfstak van de Unie in de beoordelingsperiode niet geïnvesteerd in nieuwe capaciteit en de totale investeringen namen af met 15 %. De gedane investeringen waren gericht op onderhoud, vervanging van kapitaalgoederen, verbetering van de energie-efficiëntie en maatregelen om te voldoen aan milieubeschermingsnormen. |
(107) |
Het rendement van investeringen bestaat uit de winst uitgedrukt als percentage van de nettoboekwaarde van de vaste activa. De ontwikkeling ervan werd tijdens de beoordelingsperiode zowel beïnvloed door de dalende nettowaarde van de activa als door de ontwikkeling van de winstgevendheid, hetgeen verklaart waarom de resultaten in 2013 negatief waren, maar veel beter in 2014 en in het tijdvak van het nieuwe onderzoek. |
(108) |
Gezien de kosten van bestaande schulden, de relatief lage winstgevendheid van de bedrijfstak van de Unie en de voortdurend dalende vraag naar GFP is het vermogen van de bedrijfstak van de Unie om kapitaal aan te trekken verbeterd in vergelijking met het oorspronkelijke onderzoek, ook al blijft het beperkt. |
4.5.4. Conclusie betreffende de situatie van de bedrijfstak van de Unie
(109) |
Tijdens de beoordelingsperiode gaven de schade-indicatoren een gemengd beeld te zien. Terwijl de financiële prestatie-indicatoren, zoals winstgevendheid, kasstroom en rendement van investeringen, verbetering lieten zien, bleven de volume-indicatoren, zoals productie en verkoop, dalen. |
(110) |
De verbetering van de financiële prestatie-indicatoren was het gevolg van zowel de daling van de grondstofprijzen in 2014 als de herstructureringsinspanningen van de producenten van de Unie, die gericht waren op het verkleinen van de productiecapaciteit en het verbeteren van de efficiëntie. De negatieve trends in de productie- en verkoopvolumes waren het gevolg van de voortdurend dalende vraag naar GFP zowel in de Unie als daarbuiten, waardoor de bedrijfstak van de Unie werd gedwongen door te gaan met de herstructurering door onder meer bepaalde papierfabrieken te sluiten en andere fabrieken aan te passen voor de productie van andere soorten papier. |
(111) |
De verwachte verdere daling van de vraag naar GFP in de komende 5-10 jaar onderschrijft de conclusie dat de situatie van de bedrijfstak van de Unie moeilijk zal blijven en dat de productie en de productiecapaciteit verder zullen moeten worden beperkt. |
(112) |
Het onderzoek heeft bevestigd dat de door het oorspronkelijke onderzoek ingestelde maatregelen een positief effect hebben gehad op de bedrijfstak van de Unie, die zijn marktaandeel heeft teruggewonnen en erin is geslaagd zijn GFP-prijzen tot boven een kostendekkend niveau te verhogen en zijn herstructureringsactiviteiten te financieren. |
(113) |
Op grond van het bovenstaande concludeert de Commissie dat de bedrijfstak van de Unie geen aanmerkelijke schade heeft geleden in de zin van artikel 3, lid 5, van de basisverordening. In het licht van de voortdurend dalende vraag naar GFP en de daaraan gerelateerde hoge herstructureringskosten, die beide van wezenlijke invloed zijn geweest op winstgevendheid van de bedrijfstak van de Unie, wordt de situatie desondanks als kwetsbaar beschouwd. |
4.6. Waarschijnlijkheid van herhaling van schade
(114) |
In de overwegingen 65 en 66 kwam de Commissie tot de conclusie dat intrekking van de maatregelen zou leiden tot herhaling van de dumping en een toename van de uitvoer met dumping van gestreken fijn papier uit de VRC naar de Unie. |
(115) |
In overweging 76 heeft de Commissie vastgesteld dat de Chinese prijzen van GFP bij uitvoer naar markten dicht bij de Unie tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek lager waren dan de prijzen die door de bedrijfstak van de Unie in de Unie werden berekend. Hieruit trok de Commissie de conclusie dat de Chinese producenten-exporteurs de prijzen van de bedrijfstak van de Unie op de markt van de Unie waarschijnlijk zouden onderbieden indien de maatregelen zouden komen te vervallen. |
(116) |
Zoals vermeld in overweging 62 is de markt van de Unie bovendien de grootste markt voor GFP ter wereld. De totale omvang van de markt van de Unie en de aanwezigheid daarop van grote afnemers van GFP maakt haar inderdaad erg aantrekkelijk voor Chinese producenten van GFP, omdat die producenten met dergelijke grote leveringen meer van hun productiecapaciteit (wat nu reservecapaciteit is) zouden kunnen benutten, hetgeen vervolgens de productiekosten per eenheid zou verlagen. Als de maatregelen zouden worden ingetrokken, is het waarschijnlijk dat de Chinese producenten-exporteurs, gezien de economische voordelen van het benutten van reserveproductiecapaciteit in de VRC (zie de overwegingen 50 tot en met 54), GFP tegen dumpingprijzen op de markt van de Unie zullen aanbieden, wat de prijzen en de winstgevendheid van de bedrijfstak van de Unie onder druk zou zetten. |
(117) |
Het onderzoek heeft uitgewezen (zie overweging 113) dat de situatie van de bedrijfstak van de Unie kwetsbaar is. |
(118) |
Het onderzoek heeft ook de bevindingen van het oorspronkelijke onderzoek bevestigd dat een hoge bezettingsgraad een belangrijke factor is voor de levensvatbaarheid van papierproducenten op de lange termijn, omdat het productieproces kapitaalintensief is. Omdat er tijdens de beoordelingsperiode geen invoer met dumping was, kon de bedrijfstak van de Unie de prijzen van GFP verhogen tot boven het kostendekkende niveau, herstructureringsactiviteiten financieren en de bezettingsgraad verhogen. Elke herhaling van de invoer met dumping en de daaruit voortvloeiende prijsdruk zou deze positieve ontwikkelingen terugdraaien, aangezien dit de bedrijfstak van de Unie de kasstroom zou ontnemen die nodig is voor de financiering van de herstructureringsinspanningen om zich aan te passen aan de afnemende wereldwijde vraag naar GFP. Het zou ook de positieve effecten van eerdere herstructureringsinspanningen ondermijnen en leiden tot een verslechtering van alle schade-indicatoren. |
(119) |
Daarom concludeert de Commissie dat intrekking van de antidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer van GFP uit de VRC naar alle waarschijnlijkheid zou leiden tot een herhaling van schade. |
5. BELANG VAN DE UNIE
(120) |
Overeenkomstig artikel 21 van de basisverordening heeft de Commissie onderzocht of handhaving van de bestaande maatregelen ten aanzien van de VRC in strijd zou zijn met het belang van de Unie in haar geheel. Het belang van de Unie werd vastgesteld op basis van een beoordeling van alle betrokken belangen, waaronder die van de bedrijfstak van de Unie, importeurs en gebruikers. |
5.1. Belang van de bedrijfstak van de Unie
(121) |
Uit het onderzoek is gebleken dat de bestaande maatregelen de bedrijfstak van de Unie in staat hebben gesteld zich te herstellen van eerdere dumping, de prijzen van GFP boven een kostendekkend niveau te houden en de financiële prestaties te verbeteren. Op hun beurt hebben deze positieve trends de bedrijfstak van de Unie in staat gesteld een antwoord te vinden op de uitdagingen van de voortdurend dalende vraag naar GFP door herstructureringsinspanningen voor de lange termijn uit te voeren, waaronder het sluiten van bepaalde fabrieken en de omschakeling van andere fabrieken op de productie van andere soorten papier. |
(122) |
Zonder de prijsdruk van invoer met dumping uit de VRC zal de bedrijfstak van de Unie in staat zijn de prijzen van GFP boven het kostendekkende niveau te houden, de benodigde inkomsten te generen om zijn herstructureringsinspanningen te financieren en zich aan te passen aan de uitdagingen van de voortdurend dalende vraag naar GFP. |
(123) |
De Commissie is op basis hiervan tot de conclusie gekomen dat voortzetting van de huidige antidumpingmaatregelen in het belang van de bedrijfstak van de Unie is. |
5.2. Belang van niet-verbonden importeurs/handelaren
(124) |
Geen enkele importeur/handelaar heeft zijn medewerking verleend. Op basis van het feit dat er tijdens de beoordelingsperiode vrijwel geen GFP uit de VRC werd ingevoerd, concludeerde de Commissie dat de invoer van het betrokken product geen groot deel van de zakelijke activiteiten van importeurs/handelaren kon vertegenwoordigen en dat er geen factoren waren die erop wezen dat zij buitensporig zouden worden getroffen als de maatregelen worden gehandhaafd. |
5.3. Belang van de gebruikers
(125) |
Geen enkele individuele gebruiker heeft zijn medewerking verleend. De Commissie heeft een schriftelijke opmerking ontvangen van een vereniging van de drukkerijsector (Intergraf), gesteund door drie andere verenigingen (BPIF, Gratkom en Bundesverband Druck und Medien). |
(126) |
In de opmerking werd toegelicht dat de drukkerijsector van de Unie te lijden had onder de vervanging van papieren media door digitale media, en ook van de grootschalige invoer van drukwerk, in het bijzonder uit de VRC. De strekking van het argument was dat het concurrentievermogen van de drukkers van de Unie, waarvoor de beschikbaarheid van papier zonder douanerechten essentieel is, door antidumpingmaatregelen is ondermijnd. Het enige ingediende bewijsmateriaal met betrekking tot het argument van de grootschalige invoer was een schatting van de totale invoer van drukwerk uit de VRC, waarin een grote verscheidenheid aan drukwerk was opgenomen dat niet op GFP gedrukt is. Op basis van de beschikbare informatie kon de Commissie niet beoordelen welk deel van de uit de VRC ingevoerde producten op GFP was gedrukt en welk deel op andere soorten papier. |
(127) |
Bij het oorspronkelijke onderzoek werd vastgesteld dat de meeste producten die op GFP worden gedrukt „tijdgevoelige” producten zijn, zoals tijdschriften, brochures, direct mailings en bijlagen, waarvan het minder waarschijnlijk is dat die uit de VRC worden ingevoerd vanwege de benodigde tijd voor het vervoer. De door de indiener van dit verzoek verstrekte informatie bevestigde dat de bevindingen van het oorspronkelijke onderzoek nog steeds geldig zijn. |
(128) |
Daarom heeft de Commissie geconcludeerd dat, hoewel het waarschijnlijk is dat bepaalde gedrukte materialen buiten de Unie op GFP gedrukt zijn vanwege antidumping- en compenserende rechten, hun invloed op de economische situatie van de drukkerijsector van de Unie beperkt is. |
5.4. Conclusie inzake het belang van de Unie
(129) |
Op basis van het bovenstaande heeft de Commissie geconcludeerd dat er, wat het belang van de Unie betreft, geen dwingende redenen zijn om de bestaande antidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer uit de VRC niet te verlengen. |
6. CONCLUSIE EN MEDEDELING VAN FEITEN EN OVERWEGINGEN
(130) |
Alle belanghebbenden werden in kennis gesteld van de belangrijkste feiten en overwegingen op basis waarvan werd beoogd de geldende antidumpingmaatregelen te handhaven. Zij konden hierover tevens binnen een termijn van elf dagen opmerkingen maken. Alleen de indiener van het verzoek heeft opmerkingen ingediend die de conclusies van de Commissie en haar voorstel tot handhaving van de geldende antidumpingmaatregelen ondersteunen. |
(131) |
Uit de bovenstaande overwegingen volgt dat de antidumpingmaatregelen die bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 451/2011 werden ingesteld op de invoer van bepaald gestreken fijn papier van oorsprong uit de VRC, op grond van artikel 11, lid 2, van de basisverordening moeten worden gehandhaafd. |
(132) |
Het bij artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1036 ingestelde comité heeft geen advies uitgebracht, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Er wordt een definitief antidumpingrecht ingesteld op gestreken fijn papier, namelijk papier of karton, aan een of aan beide zijden gestreken (met uitzondering van kraftpapier en kraftkarton), in bladen of op rollen, en met een gewicht van 70 g/m2 of meer, doch niet meer dan 400 g/m2, en met een helderheid van meer dan 84 (gemeten volgens ISO 2470-1) en momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 4810 13 00, ex 4810 14 00, ex 4810 19 00, ex 4810 22 00, ex 4810 29 30, ex 4810 29 80, ex 4810 99 10 en ex 4810 99 80 (Taric-codes 4810130020, 4810140020, 4810190020, 4810220020, 4810293020, 4810298020, 4810991020 en 4810998020) en van oorsprong uit de Volksrepubliek China.
Het definitieve antidumpingrecht geldt niet voor rollen die geschikt zijn voor gebruik op rotatiepersen. Rollen die geschikt zijn voor gebruik op rotatiepersen zijn rollen die, indien getest volgens de ISO-testnorm ISO 3783:2006 betreffende de bepaling van de plukvastheid met behulp van het IGT-proefdruktoestel (elektrisch model), een resultaat geven van minder dan 30 N/m bij meting in de dwarsrichting van het papier en een resultaat van minder dan 50 N/m bij meting in de machinerichting. Het definitieve antidumpingrecht is ook niet van toepassing op meerlagig papier en meerlagig karton.
2. Het recht dat van toepassing is op de nettoprijs, franco grens Unie, vóór inklaring, van de in lid 1 omschreven en door de hieronder vermelde ondernemingen vervaardigde producten is als volgt:
Onderneming |
Recht (%) |
Aanvullende Taric-code |
Gold East Paper (Jiangsu) Co., Ltd, Zhenjiang City, Jiangsu Province, VRC; Gold Huasheng Paper (Suzhou Industrial Park) Co., Ltd, Suzhou City, Jiangsu Province, VRC |
8 |
B001 |
Shandong Chenming Paper Holdings Limited, Shouguang City, Shandong Province, VRC; Shouguang Chenming Art Paper Co., Ltd, Shouguang City, Shandong Province, VRC |
35,1 |
B013 |
Alle andere ondernemingen |
27,1 |
B999 |
3. Tenzij anders vermeld zijn de geldende bepalingen inzake douanerechten van toepassing.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 3 juli 2017.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 451/2011 van de Raad van 6 mei 2011 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige antidumpingrecht op gestreken fijn papier van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 128 van 14.5.2011, blz. 1).
(3) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 452/2011 van de Raad van 6 mei 2011 tot instelling van een definitief antisubsidierecht op gestreken fijn papier van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 128 van 14.5.2011, blz. 18).
(4) Zaak T-443/11 en zaak T-444/11.
(5) PB C 280 van 25.8.2015, blz. 7.
(6) Bericht van opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaald gestreken fijn papier van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB C 172 van 13.5.2016, blz. 9).
(7) Bericht van opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaald gestreken fijn papier van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB C 172 van 13.5.2016, blz. 19).
(8) Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni 2009 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn (PB L 188 van 18.7.2009, blz. 93). Deze verordening is gecodificeerd door Verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (PB L 176 van 30.6.2016, blz. 55).
(9) Sinar Mas-groep, bestaande uit: Gold East Paper Co., Ltd, Gold Huasheng Paper Co., Ltd en Hainan Jinhai Pulp and Paper Co., Ltd.
(10) Gebaseerd op gegevens van RISI (http://www.risiinfo.com), verstrekt door de indiener van het verzoek.
(11) Gebaseerd op het verzoek.
(12) Gebaseerd op gegevens van RISI.
(13) Gebaseerd op het verzoek.
(14) Gebaseerd op gegevens van RISI.
(15) Gebaseerd op gegevens van RISI, verstrekt door de indiener van het verzoek.
(16) De Europese vereniging van producenten van grafisch papier (Euro-Graph, European Association of Graphic Paper Producers) ontstond in 2012 door de fusie van CEPIPRINT (vereniging van Europese drukpapierproducenten) en CEPIFINE (Europese vereniging van fabrikanten van fijn papier); tot haar leden behoren alle producenten van gestreken fijn papier in de Unie.
(17) Overweging 158 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 451/2011.
HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN
4.7.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 171/185 |
BESLUIT Nr. 1/2017 VAN HET GEMENGD LANDBOUWCOMITÉ
van 22 juni 2017
betreffende de wijziging van bijlage 12 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten [2017/1189]
HET GEMENGD LANDBOUWCOMITÉ,
Gezien de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten, en met name artikel 11,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten (hierna „de overeenkomst” genoemd) is op 1 juni 2002 in werking getreden. |
(2) |
Bijlage 12 bij de overeenkomst betreft de bescherming van oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen van landbouwproducten en levensmiddelen. |
(3) |
Zwitserland en de Europese Unie hebben overeenkomstig artikel 16, lid 1, van bijlage 12 bij de overeenkomst de geografische aanduidingen (GA's) die in 2012, 2013 en 2014 in de Europese Unie en Zwitserland zijn geregistreerd, onderzocht met het oog op de bescherming ervan en hebben hierover een openbare raadpleging gehouden overeenkomstig artikel 3 van die bijlage. |
(4) |
Krachtens artikel 15, lid 6, van bijlage 12 bij de overeenkomst staat de werkgroep „BOB/BGA” die overeenkomstig artikel 6, lid 7, van de overeenkomst is ingesteld, het comité bij wanneer het comité daarom verzoekt. De werkgroep heeft het comité aangeraden de lijst van geografische aanduidingen in aanhangsel 1 van bijlage 12 bij de overeenkomst en de lijst met wetgeving van de partijen in aanhangsel 2 van die bijlage aan te passen, |
BESLUIT:
Artikel 1
De aanhangsels 1 en 2 van bijlage 12 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de handel in landbouwproducten worden vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2017.
Gedaan te Brussel, 22 juni 2017.
Voor het Gemengd Landbouwcomité
De voorzitter en hoofd van de Zwitserse delegatie
Tim KRÄNZLEIN
Het hoofd van de Europese Unie
Susana MARAZUELA-AZPIROZ
De secretaris van het Comité
Thomas MAIER
BIJLAGE
Aanhangsel 1
LIJST VAN DE GA'S VAN DE ENE PARTIJ DIE DOOR DE ANDERE PARTIJ WORDEN BESCHERMD
1. Lijst van GA's van Zwitserland
Productcategorie |
Benaming |
Bescherming (1) |
Specerijen: |
Munder Safran |
BOB |
Kaas: |
Berner Alpkäse/Berner Hobelkäse |
BOB |
|
Formaggio d'alpe ticinese |
BOB |
|
Glarner Alpkäse |
BOB |
|
L'Etivaz |
BOB |
|
Gruyère |
BOB |
|
Raclette du Valais/Walliser Raclette |
BOB |
|
Sbrinz |
BOB |
|
Tête de Moine, Fromage de Bellelay |
BOB |
|
Vacherin fribourgeois |
BOB |
|
Vacherin Mont-d'Or |
BOB |
|
Werdenberger Sauerkäse/Liechtensteiner Sauerkäse/Bloderkäse |
BOB |
Fruit: |
Poire à Botzi |
BOB |
Groenten: |
Cardon épineux genevois |
BOB |
Vleesproducten en fijne vleeswaren: |
Glarner Kalberwurst |
BGA |
|
Longeole |
BGA |
|
Saucisse d'Ajoie |
BGA |
|
Saucisson neuchâtelois/Saucisse neuchâteloise |
BGA |
|
Saucisson vaudois |
BGA |
|
Saucisse aux choux vaudoise |
BGA |
|
St. Galler Bratwurst/St. Galler Kalbsbratwurst |
BGA |
|
Bündnerfleisch |
BGA |
|
Viande séchée du Valais |
BGA |
Bakkerswaren: |
Pain de seigle valaisan/Walliser Roggenbrot |
BOB |
Meelproducten: |
Rheintaler Ribel/Türggen Ribel |
BOB |
2. Lijst van de GA's van de Unie
De productcategorieën zijn vermeld in bijlage XI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 36).
Benaming |
Transcriptie in Latijnse karakters |
Bescherming (2) |
Productcategorie |
Gailtaler Almkäse |
|
BOB |
Kaas |
Gailtaler Speck |
|
BGA |
Vleesproducten |
Marchfeldspargel |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Mostviertler Birnmost |
|
BGA |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Steirischer Kren |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Steirisches Kürbiskernöl |
|
BGA |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Tiroler Almkäse/Tiroler Alpkäse |
|
BOB |
Kaas |
Tiroler Bergkäse |
|
BOB |
Kaas |
Tiroler Graukäse |
|
BOB |
Kaas |
Tiroler Speck |
|
BGA |
Vleesproducten |
Vorarlberger Alpkäse |
|
BOB |
Kaas |
Vorarlberger Bergkäse |
|
BOB |
Kaas |
Wachauer Marille |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Waldviertler Graumohn |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Beurre d'Ardenne |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Brussels grondwitloof |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Fromage de Herve |
|
BOB |
Kaas |
Gentse azalea |
|
BGA |
Sierbloemen en -planten |
Geraardsbergse mattentaart |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Jambon d'Ardenne |
|
BGA |
Vleesproducten |
Liers vlaaike |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Pâté gaumais |
|
BGA |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Poperingse hopscheuten/Poperingse hoppescheuten |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Vlaams-Brabantse tafeldruif |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Bulgarsko rozovo maslo |
|
BGA |
Etherische oliën |
Горнооряховски суджук |
Gornooryahovski sudzhuk |
BGA |
Vleesproducten |
Κουφέτα Αμυγδάλου Γεροσκήπου |
Koufeta Amygdalou Geroskipou |
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Λουκούμι Γεροσκήπου |
Loukoumi Geroskipou |
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Březnický ležák |
|
BGA |
Bier |
Brněnské pivo/Starobrněnské pivo |
|
BGA |
Bier |
Budějovické pivo |
|
BGA |
Bier |
Budějovický měšťanský var |
|
BGA |
Bier |
Černá Hora |
|
BGA |
Bier |
České pivo |
|
BGA |
Bier |
Českobudějovické pivo |
|
BGA |
Bier |
Český kmín |
|
BOB |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Chamomilla bohemica |
|
BOB |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Chelčicko — Lhenické ovoce |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Chodské pivo |
|
BGA |
Bier |
Hořické trubičky |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Jihočeská Niva |
|
BGA |
Kaas |
Jihočeská Zlatá Niva |
|
BGA |
Kaas |
Karlovarské oplatky |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Karlovarské trojhránky |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Karlovarský suchar |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Lomnické suchary |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Mariánskolázeňské oplatky |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Nošovické kysané zelí |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Olomoucké tvarůžky |
|
BGA |
Kaas |
Pardubický perník |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Pohořelický kapr |
|
BOB |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Štramberské uši |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Třeboňský kapr |
|
BGA |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
VALAŠSKÝ FRGÁL |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Všestarská cibule |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Žatecký chmel |
|
BOB |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Znojemské pivo |
|
BGA |
Bier |
Aachener Printen |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Abensberger Spargel/Abensberger Qualitätsspargel |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Aischgründer Karpfen |
|
BGA |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Allgäuer Bergkäse |
|
BOB |
Kaas |
Altenburger Ziegenkäse |
|
BOB |
Kaas |
Ammerländer Dielenrauchschinken/Ammerländer Katenschinken |
|
BGA |
Vleesproducten |
Ammerländer Schinken/Ammerländer Knochenschinken |
|
BGA |
Vleesproducten |
Bamberger Hörnla/Bamberger Hörnle/Bamberger Hörnchen |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Bayerische Breze/Bayerische Brezn/Bayerische Brez'n/Bayerische Brezel |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Bayerischer Meerrettich/Bayerischer Kren |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Bayerisches Bier |
|
BGA |
Bier |
Bayerisches Rindfleisch/Rindfleisch aus Bayern |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Bornheimer Spargel/Spargel aus dem Anbaugebiet Bornheim (BGA) |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Bremer Bier |
|
BGA |
Bier |
Bremer Klaben |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Diepholzer Moorschnucke |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Dithmarscher Kohl |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Dortmunder Bier |
|
BGA |
Bier |
Dresdner Christstollen/Dresdner Stollen/Dresdner Weihnachtsstollen |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Düsseldorfer Mostert/Düsseldorfer Senf Mostert/Düsseldorfer Urtyp Mostert/Aechter Düsseldorfer Mostert |
|
BGA |
Mosterdpasta |
Elbe-Saale Hopfen |
|
BGA |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Eichsfelder Feldgieker/Eichsfelder Feldkieker |
|
BGA |
Vleesproducten |
Feldsalat von der Insel Reichenau |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Filderkraut/Filderspitzkraut |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Fränkischer Karpfen/Frankenkarpfen/Karpfen aus Franken |
|
BGA |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Göttinger Feldkieker |
|
BGA |
Vleesproducten |
Göttinger Stracke |
|
BGA |
Vleesproducten |
Greußener Salami |
|
BGA |
Vleesproducten |
Gurken von der Insel Reichenau |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Halberstädter Würstchen |
|
BGA |
Vleesproducten |
Hessischer Apfelwein |
|
BGA |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Hessischer Handkäse/Hessischer Handkäs |
|
BGA |
Kaas |
Hofer Bier |
|
BGA |
Bier |
Hofer Rindfleischwurst |
|
BGA |
Vleesproducten |
Holsteiner Karpfen |
|
BGA |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Holsteiner Katenschinken/Holsteiner Schinken/Holsteiner Katenrauchschinken/Holsteiner Knochenschinken |
|
BGA |
Vleesproducten |
Hopfen aus der Hallertau |
|
BGA |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Höri Bülle |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Kölsch |
|
BGA |
Bier |
Kulmbacher Bier |
|
BGA |
Bier |
Lausitzer Leinöl |
|
BGA |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Lübecker Marzipan |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Lüneburger Heidekartoffeln |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Lüneburger Heidschnucke |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Mainfranken Bier |
|
BGA |
Bier |
Meißner Fummel |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Münchener Bier |
|
BGA |
Bier |
Nieheimer Käse |
|
BGA |
Kaas |
Nürnberger Bratwürste/Nürnberger Rostbratwürste |
|
BGA |
Vleesproducten |
Nürnberger Lebkuchen |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Oberpfälzer Karpfen |
|
BGA |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Odenwälder Frühstückskäse |
|
BOB |
Kaas |
Reuther Bier |
|
BGA |
Bier |
Rheinisches Apfelkraut |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Rheinisches Zuckerrübenkraut/Rheinischer Zuckerrübensirup/Rheinisches Rübenkraut |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Salate von der Insel Reichenau |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Salzwedeler Baumkuchen |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Schrobenhausener Sparge l/Spargel aus dem Schrobenhausener Land/Spargel aus dem Anbaugebiet Schrobenhausen |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Schwäbische Maultaschen/Schwäbische Suppenmaultaschen |
|
BGA |
Deegwaren |
Schwäbische Spätzle/Schwäbische Knöpfle |
|
BGA |
Deegwaren |
Schwäbisch-Hällisches Qualitätsschweinefleisch |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Schwarzwälder Schinken |
|
BGA |
Vleesproducten |
Schwarzwaldforelle |
|
BGA |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Spalt Spalter |
|
BOB |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Spargel aus Franken/Fränkischer Spargel/Franken-Spargel |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Spreewälder Gurken |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Spreewälder Meerrettich |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Stromberger Pflaume |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Tettnanger Hopfen |
|
BGA |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Thüringer Leberwurst |
|
BGA |
Vleesproducten |
Thüringer Rostbratwurst |
|
BGA |
Vleesproducten |
Thüringer Rotwurst |
|
BGA |
Vleesproducten |
Tomaten von der Insel Reichenau |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Walbecker Spargel |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Weideochse vom Limpurger Rind |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Westfälischer Knochenschinken |
|
BGA |
Vleesproducten |
Westfälischer Pumpernickel |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Danablu |
|
BGA |
Kaas |
Esrom |
|
BGA |
Kaas |
Lammefjordsgulerod |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Lammefjordskartofler |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Vadehavslam |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Vadehavsstude |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Άγιος Ματθαίος Κέρκυρας |
Agios Mattheos Kerkyras |
BGA |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Αγουρέλαιο Χαλκιδικής |
Agoureleo Chalkidikis |
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Ακτινίδιο Πιερίας |
Aktinidio Pierias |
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Ακτινίδιο Σπερχειού |
Aktinidio Sperchiou |
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Ανεβατό |
Anevato |
BOB |
Kaas |
Αποκορώνας Χανίων Κρήτης |
Apokoronas Chanion Kritis |
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Αρνάκι Ελασσόνας |
Arnaki Elassonas |
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Αρχάνες Ηρακλείου Κρήτης |
Arxanes Irakliou Kritis |
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Αυγοτάραχο Μεσολογγίου |
Avgotaracho Messolongiou |
BOB |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Βιάννος Ηρακλείου Κρήτης |
Viannos Irakliou Kritis |
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Βόρειος Μυλοπόταμος Ρεθύμνης Κρήτης |
Vorios Mylopotamos Rethymnis Kritis |
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Γαλοτύρι |
Galotyri |
BOB |
Kaas |
Γραβιέρα Αγράφων |
Graviera Agrafon |
BOB |
Kaas |
Γραβιέρα Κρήτης |
Graviera Kritis |
BOB |
Kaas |
Γραβιέρα Νάξου |
Graviera Naxou |
BOB |
Kaas |
Ελιά Καλαμάτας |
Elia Kalamatas |
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Εξαιρετικό παρθένο ελαιόλαδο „Τροιζηνία” |
Exeretiko partheno eleolado „Trizinia” |
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Εξαιρετικό παρθένο ελαιόλαδο Θραψανό |
Exeretiko partheno eleolado Thrapsano |
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Εξαιρετικό Παρθένο Ελαιόλαδο Σέλινο Κρήτης |
Exeretiko Partheno Eleolado Selino Kritis |
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Ζάκυνθος |
Zakynthos |
BGA |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Θάσος |
Thassos |
BGA |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Θρούμπα Αμπαδιάς Ρεθύμνης Κρήτης |
Throumpa Ampadias Rethymnis Kritis |
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Θρούμπα Θάσου |
Throumpa Thassou |
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Θρούμπα Χίου |
Throumpa Chiou |
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Καλαθάκι Λήμνου |
Kalathaki Limnou |
BOB |
Kaas |
Καλαμάτα |
Kalamata |
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Κασέρι |
Kasseri |
BOB |
Kaas |
Κατίκι Δομοκού |
Katiki Domokou |
BOB |
Kaas |
Κατσικάκι Ελασσόνας |
Katsikaki Elassonas |
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Κελυφωτό φυστίκι Φθιώτιδας |
Kelifoto fystiki Fthiotidas |
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Κεράσια τραγανά Ροδοχωρίου |
Kerassia Tragana Rodochoriou |
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Κεφαλογραβιέρα |
Kefalograviera |
BOB |
Kaas |
Κεφαλονιά |
Kefalonia |
BGA |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Κολυμβάρι Χανίων Κρήτης |
Kolymvari Chanion Kritis |
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Κονσερβολιά Αμφίσσης |
Konservolia Amfissis |
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Κονσερβολιά Αρτας |
Konservolia Artas |
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Κονσερβολιά Αταλάντης |
Konservolia Atalantis |
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Κονσερβολιά Πηλίου Βόλου |
Konservolia Piliou Volou |
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Κονσερβολιά Ροβίων |
Konservolia Rovion |
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Κονσερβολιά Στυλίδας |
Konservolia Stylidas |
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Κοπανιστή |
Kopanisti |
BOB |
Kaas |
Κορινθιακή Σταφίδα Βοστίτσα |
Korinthiaki Stafida Vostitsa |
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Κουμ Κουάτ Κέρκυρας |
Koum kouat Kerkyras |
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Κρανίδι Αργολίδας |
Kranidi Argolidas |
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Κρητικό παξιμάδι |
Kritiko paximadi |
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Κροκεές Λακωνίας |
Krokees Lakonias |
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Κρόκος Κοζάνης |
Krokos Kozanis |
BOB |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Λαδοτύρι Μυτιλήνης |
Ladotyri Mytilinis |
BOB |
Kaas |
Λακωνία |
Lakonia |
BGA |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Λέσβος/Μυτιλήνη |
Lesvos/Mytilini |
BGA |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Λυγουριό Ασκληπιείου |
Lygourio Asklipiiou |
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Μανούρι |
Manouri |
BOB |
Kaas |
Μανταρίνι Χίου |
Mandarini Chiou |
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Μαστίχα Χίου |
Masticha Chiou |
BOB |
Natuurlijke gommen en harsen |
Μαστιχέλαιο Χίου |
Mastichelaio Chiou |
BOB |
Etherische oliën |
Μέλι Ελάτης Μαινάλου Βανίλια |
Meli Elatis Menalou Vanilia |
BOB |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Μεσσαρά |
Messara |
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Μετσοβόνε |
Metsovone |
BOB |
Kaas |
Μήλα Ζαγοράς Πηλίου |
Mila Zagoras Piliou |
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Μήλα Ντελίσιους Πιλαφά Τριπόλεως |
Mila Delicious Pilafa Tripoleos |
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Μήλο Καστοριάς |
Milo Kastorias |
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Μπάτζος |
Batzos |
BOB |
Kaas |
Ξερά σύκα Κύμης |
Xera syka Kymis |
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Ξύγαλο Σητείας/Ξίγαλο Σητείας |
Xygalo Siteias/Xigalo Siteias |
BOB |
Kaas |
Ξηρά Σύκα Ταξιάρχη |
Xira Syka Taxiarchi |
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Ξυνομυζήθρα Κρήτης |
Xynomyzithra Kritis |
BOB |
Kaas |
Ολυμπία |
Olympia |
BGA |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Πατάτα Κάτω Νευροκοπίου |
Patata Kato Nevrokopiou |
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Πατάτα Νάξου |
Patata Naxou |
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Πεζά Ηρακλείου Κρήτης |
Peza Irakliou Kritis |
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Πέτρινα Λακωνίας |
Petrina Lakonias |
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Πηχτόγαλο Χανίων |
Pichtogalo Chanion |
BOB |
Kaas |
Πορτοκάλια Μάλεμε Χανίων Κρήτης |
Portokalia Maleme Chanion Kritis |
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Πράσινες Ελιές Χαλκιδικής |
Prasines Elies Chalkidikis |
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Πρέβεζα |
Preveza |
BGA |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Ροδάκινα Νάουσας |
Rodakina Naoussas |
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Ρόδος |
Rodos |
BGA |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Σάμος |
Samos |
BGA |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Σαν Μιχάλη |
San Michali |
BOB |
Kaas |
Σητεία Λασιθίου Κρήτης |
Sitia Lasithiou Kritis |
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Σταφίδα Ζακύνθου |
Stafida Zakynthou |
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Σταφίδα Ηλείας |
Stafida Ilias |
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Σύκα Βραβρώνας Μαρκοπούλου Μεσογείων |
Syka Vavronas Markopoulou Messongion |
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Σφέλα |
Sfela |
BOB |
Kaas |
Τοματάκι Σαντορίνης |
Tomataki Santorinis |
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Τσακώνικη μελιτζάνα Λεωνιδίου |
Tsakoniki Melitzana Leonidiou |
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Τσίχλα Χίου |
Tsikla Chiou |
BOB |
Natuurlijke gommen en harsen |
Φάβα Σαντορίνης |
Fava Santorinis |
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Φασόλια Βανίλιες Φενεού |
Fasolia Vanilies Feneou |
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Φασόλια (Γίγαντες Ελέφαντες) Πρεσπών Φλώρινας |
Fassolia Gigantes Elefantes Prespon Florinas |
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Φασόλια (πλακέ μεγαλόσπερμα) Πρεσπών Φλώρινας |
Fassolia (plake megalosperma) Prespon Florinas |
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Φασόλια γίγαντες — ελέφαντες Καστοριάς |
Fassolia GigantesElefantes Kastorias |
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Φασόλια γίγαντες ελέφαντες Κάτω Νευροκοπίου |
Fassolia Gigantes Elefantes Kato Nevrokopiou |
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Φασόλια κοινά μεσόσπερμα Κάτω Νευροκοπίου |
Fassolia kina Messosperma Kato Nevrokopiou |
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Φέτα |
Feta |
BOB |
Kaas |
Φιρίκι Πηλίου |
Firiki Piliou |
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Φοινίκι Λακωνίας |
Finiki Lakonias |
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Φορμαέλλα Αράχωβας Παρνασσού |
Formaella Arachovas Parnassou |
BOB |
Kaas |
Φυστίκι Αίγινας |
Fystiki Eginas |
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Φυστίκι Μεγάρων |
Fystiki Megaron |
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Χανιά Κρήτης |
Chania Kritis |
BGA |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Aceite Campo de Calatrava |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Aceite Campo de Montiel |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Aceite de La Alcarria |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Aceite de la Rioja |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Aceite de la Comunitat Valenciana |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Aceite de Mallorca/Aceite mallorquín/Oli de Mallorca/Oli mallorquí |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Aceite de Terra Alta/Oli de Terra Alta |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Aceite del Baix Ebre-Montsià/Oli del Baix Ebre-Montsià |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Aceite del Bajo Aragón |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Aceite de Lucena |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Aceite de Navarra |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Aceite Monterrubio |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Aceite Sierra del Moncayo |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Aceituna Aloreña de Málaga |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Aceituna de Mallorca/Aceituna Mallorquina/Oliva de Mallorca/Oliva Mallorquina |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Afuega'l Pitu |
|
BOB |
Kaas |
Ajo Morado de las Pedroñeras |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Alcachofa de Benicarló/Carxofa de Benicarló |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Alcachofa de Tudela |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Alfajor de Medina Sidonia |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Almendra de Mallorca/Almendra Mallorquina/Ametlla de Mallorca/Ametlla Mallorquina |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Alubia de La Bãneza-León |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Antequera |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Arroz de Valencia/Arròs de València |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Arroz del Delta del Ebro/Arròs del Delta de l'Ebre |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Arzùa-Ulloa |
|
BOB |
Kaas |
Avellana de Reus |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Azafrán de La Mancha |
|
BOB |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Baena |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Berenjena de Almagro |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Botillo del Bierzo |
|
BGA |
Vleesproducten |
Caballa de Andalucía |
|
BGA |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Cabrales |
|
BOB |
Kaas |
Calasparra |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Calçot de Valls |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Carne de Ávila |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Carne de Cantabria |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Carne de la Sierra de Guadarrama |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Carne de Morucha de Salamanca |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Carne de Vacuno del País Vasco/Euskal Okela |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Castaña de Galicia |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Cebolla Fuentes de Ebro |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Cebreiro |
|
BOB |
Kaas |
Cecina de León |
|
BGA |
Vleesproducten |
Cereza del Jerte |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Cerezas de la Montaña de Alicante |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Chirimoya de la Costa tropical de Granada-Málaga |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Chorizo de Cantimpalos |
|
BGA |
Vleesproducten |
Chorizo Riojano |
|
BGA |
Vleesproducten |
Chosco de Tineo |
|
BGA |
Vleesproducten |
Chufa de Valencia |
|
BOB |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Cítricos Valencianos/Cítrics Valencians |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Clementinas de las Tierras del Ebro/Clementines de les Terres de l'Ebre |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Coliflor de Calahorra |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Cordero de Extremadura |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Cordero de Navarra/Nafarroako Arkumea |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Cordero Manchego |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Cordero Segureño |
|
BGA |
Vleesproducten |
Dehesa de Extremadura |
|
BOB |
Vleesproducten |
Ensaimada de Mallorca/Ensaimada mallorquina |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Espárrago de Huétor-Tájar |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Espárrago de Navarra |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Estepa |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Faba Asturiana |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Faba de Lourenzá |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Gamoneu/Gamonedo |
|
BOB |
Kaas |
Garbanzo de Escacena |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Garbanzo de Fuentesaúco |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Gata-Hurdes |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Gofio Canario |
|
BGA |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Grelos de Galicia |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Guijuelo |
|
BOB |
Vleesproducten |
Idiazábal |
|
BOB |
Kaas |
Jamón de Huelva |
|
BOB |
Vleesproducten |
Jamón de Serón |
|
BGA |
Vleesproducten |
Jamón de Teruel/Paleta de Teruel |
|
BOB |
Vleesproducten |
Jamón de Trevélez |
|
BGA |
Vleesproducten |
Jijona |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Judías de El Barco de Ávila |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Kaki Ribera del Xúquer |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Lacón Gallego |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Lechazo de Castilla y León |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Lenteja de La Armuña |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Lenteja de Tierra de Campos |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Les Garrigues |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Los Pedroches |
|
BOB |
Vleesproducten |
Mahón-Menorca |
|
BOB |
Kaas |
Mantecadas de Astorga |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Mantecados de Estepa |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Mantequilla de l'Alt Urgell y la Cerdanya/Mantega de l'Alt Urgell i la Cerdanya |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Mantequilla de Soria |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Manzana de Girona/Poma de Girona |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Manzana Reineta del Bierzo |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Mazapán de Toledo |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Mejillón de Galicia/Mexillón de Galicia |
|
BOB |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Melocotón de Calanda |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Melón de la Mancha |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Melva de Andalucía |
|
BGA |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Miel de Galicia/Mel de Galicia |
|
BGA |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Miel de Granada |
|
BOB |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Miel de La Alcarria |
|
BOB |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Miel de Tenerife |
|
BOB |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Mongeta del Ganxet |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Montes de Granada |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Montes de Toledo |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Montoro-Adamuz |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Nísperos Callosa d'En Sarriá |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pa de Pagès Català |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Pan de Alfacar |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Pan de Cea |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Pan de Cruz de Ciudad Real |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Papas Antiguas de Canarias |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pasas de Málaga |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pataca de Galicia/Patata de Galicia |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Patatas de Prades/Patates de Prades |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pemento da Arnoia |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pemento de Herbón |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pemento de Mougán |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pemento de Oímbra |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pemento do Couto |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pera de Jumilla |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pera de Lleida |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Peras de Rincón de Soto |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Picón Bejes-Tresviso |
|
BOB |
Kaas |
Pimentón de la Vera |
|
BOB |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Pimentón de Murcia |
|
BOB |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Pimiento Asado del Bierzo |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pimiento de Fresno-Benavente |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pimiento de Gernika or Gernikako Piperra |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pimiento Riojano |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pimientos del Piquillo de Lodosa |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Plátano de Canarias |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pollo y Capón del Prat |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Poniente de Granada |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Priego de Córdoba |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Queso Camerano |
|
BOB |
Kaas |
Queso Casin |
|
BOB |
Kaas |
Queso de Flor de Guía/Queso de Media Flor de Guía/Queso de Guía |
|
BOB |
Kaas |
Queso de La Serena |
|
BOB |
Kaas |
Queso de l'Alt Urgell y la Cerdanya |
|
BOB |
Kaas |
Queso de Murcia |
|
BOB |
Kaas |
Queso de Murcia al vino |
|
BOB |
Kaas |
Queso de Valdeón |
|
BGA |
Kaas |
Queso Ibores |
|
BOB |
Kaas |
Queso Los Beyos |
|
BGA |
Kaas |
Queso Majorero |
|
BOB |
Kaas |
Queso Manchego |
|
BOB |
Kaas |
Queso Nata de Cantabria |
|
BOB |
Kaas |
Queso Palmero/Queso de la Palma |
|
BOB |
Kaas |
Queso Tetilla |
|
BOB |
Kaas |
Queso Zamorano |
|
BOB |
Kaas |
Quesucos de Liébana |
|
BOB |
Kaas |
Roncal |
|
BOB |
Kaas |
Salchichón de Vic/Llonganissa de Vic |
|
BGA |
Vleesproducten |
San Simón da Costa |
|
BOB |
Kaas |
Sidra de Asturias/Sidra d'Asturies |
|
BOB |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Sierra de Cadiz |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Sierra de Cazorla |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Sierra de Segura |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Sierra Mágina |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Siurana |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Sobao Pasiego |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Sobrasada de Mallorca |
|
BGA |
Vleesproducten |
Tarta de Santiago |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Ternasco de Aragón |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Ternera Asturiana |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Ternera de Extremadura |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Ternera de Navarra/Nafarroako Aratxea |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Ternera Gallega |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Tomate La Cañada |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Torta del Casar |
|
BOB |
Kaas |
Turrón de Agramunt/Torró d'Agramunt |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Turrón de Alicante |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Uva de mesa embolsada „Vinalopó” |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Vinagre de Jerez |
|
BOB |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Vinagre del Condado de Huelva |
|
BOB |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Kainuun rönttönen |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Kitkan viisas |
|
BOB |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Lapin Poron kuivaliha |
|
BOB |
Vleesproducten |
Lapin Poron kylmäsavuliha |
|
BOB |
Vleesproducten |
Lapin Poron liha |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Lapin Puikula |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Puruveden muikku |
|
BGA |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Abondance |
|
BOB |
Kaas |
Agneau de lait des Pyrénées |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Agneau de l'Aveyron |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Agneau de Lozère |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Agneau de Pauillac |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Agneau du Périgord |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Agneau de Sisteron |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Agneau du Bourbonnais |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Agneau du Limousin |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Agneau du Poitou-Charentes |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Agneau du Quercy |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Ail blanc de Lomagne |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Ail de la Drôme |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Ail fumé d'Arleux |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Ail rose de Lautrec |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Anchois de Collioure |
|
BGA |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Asperge des sables des Landes |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Banon |
|
BOB |
Kaas |
Barèges-Gavarnie |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Béa du Roussillon |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Beaufort |
— |
BOB |
Kaas |
Bergamote(s) de Nancy |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Beurre Charentes-Poitou/Beurre des Charentes/Beurre des Deux-Sèvres |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Beurre de Bresse |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Beurre d'Isigny |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
BLEU d'Auvergne |
|
BOB |
Kaas |
BLEU de Gex Haut-Jura/BLEU de Septmoncel |
|
BOB |
Kaas |
BLEU des Causses |
|
BOB |
Kaas |
BLEU du Vercors-Sassenage |
|
BOB |
Kaas |
Bœuf charolais du Bourbonnais |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Bœuf de Bazas |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Bœuf de Chalosse |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Bœuf de Charolles |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Bœuf de Vendée |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Bœuf du Maine |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Boudin blanc de Rethel |
|
BGA |
Vleesproducten |
Brie de Meaux |
|
BOB |
Kaas |
Brie de Melun |
|
BOB |
Kaas |
Brioche vendéenne |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Brocciu Corse/Brocciu |
|
BOB |
Kaas |
Camembert de Normandie |
|
BOB |
Kaas |
Canard à foie gras du Sud-Ouest (Chalosse, Gascogne, Gers, Landes, Périgord, Quercy) |
|
BGA |
Vleesproducten |
Cantal/Fourme de Cantal/Cantalet |
|
BOB |
Kaas |
Chabichou du Poitou |
|
BOB |
Kaas |
Chaource |
|
BOB |
Kaas |
Charolais |
|
BOB |
Kaas |
Chasselas de Moissac |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Châtaigne d'Ardèche |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Chevrotin |
|
BOB |
Kaas |
Cidre de Bretagne/Cidre Breton |
|
BGA |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Cidre de Normandie/Cidre Normand |
|
BGA |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Clémentine de Corse |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Coco de Paimpol |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Comté |
|
BOB |
Kaas |
Coppa de Corse/Coppa de Corse — Coppa di Corsica |
|
BOB |
Vleesproducten |
Coquille Saint-Jacques des Côtes d'Armor |
|
BGA |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Cornouaille |
|
BOB |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Crème de Bresse |
|
BOB |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Crème d'Isigny |
|
BOB |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Crème fraîche fluide d'Alsace |
|
BGA |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Crottin de Chavignol/Chavignol |
|
BOB |
Kaas |
Dinde de Bresse |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Domfront |
|
BOB |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Époisses |
|
BOB |
Kaas |
Farine de blé noir de Bretagne/Farine de blé noir de Bretagne — Gwinizh du Breizh |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Farine de châtaigne corse/Farina castagnina corsa |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Farine de Petit Epeautre de Haute Provence |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Figue de Solliès |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Fin Gras/Fin Gras du Mézenc |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Foin de Crau |
|
BOB |
Hooi |
Fourme d'Ambert/Fourme de Montbrison |
|
BOB |
Kaas |
Fraise du Périgord |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Fraises de Nîmes |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Gâche vendéenne |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Génisse Fleur d'Aubrac |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Gruyère (3) |
|
BGA |
Kaas |
Haricot tarbais |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Huile d'olive d'Aix-en-Provence |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Huile d'olive de Corse/Huile d'olive de Corse-Oliu di Corsica |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Huile d'olive de Haute-Provence |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Huile d'olive de la Vallée des Baux-de-Provence |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Huile d'olive de Nice |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Huile d'olive de Nîmes |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Huile d'olive de Nyons |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Huile essentielle de lavande de Haute-Provence |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Huîtres Marennes Oléron |
|
BGA |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Jambon de Bayonne |
|
BGA |
Vleesproducten |
Jambon sec de Corse/Jambon sec de Corse — Prisuttu |
|
BOB |
Vleesproducten |
Jambon de l'Ardèche |
|
BGA |
Vleesproducten |
Jambon de Vendée |
|
BGA |
Vleesproducten |
Jambon sec et noix de jambon sec des Ardennes |
|
BGA |
Vleesproducten |
Kiwi de l'Adour |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Laguiole |
|
BOB |
Kaas |
Langres |
|
BOB |
Kaas |
Lentille vert du Puy |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Lentilles vertes du Berry |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Lingot du Nord |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Livarot |
|
BOB |
Kaas |
Lonzo de Corse/Lonzo de Corse — Lonzu |
|
BOB |
Vleesproducten |
Mâche nantaise |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Mâconnais |
|
BOB |
Kaas |
Maine — Anjou |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Maroilles/Marolles |
|
BOB |
Kaas |
Melon de Guadeloupe |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Melon du Haut-Poitou |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Melon du Quercy |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Miel d'Alsace |
|
BGA |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Miel de Corse/Mele di Corsica |
|
BOB |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Miel de Provence |
|
BGA |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Miel de sapin des Vosges |
|
BOB |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Mirabelles de Lorraine |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Mogette de Vendée |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Mont d'or/Vacherin du Haut-Doubs |
|
BOB |
Kaas |
Morbier |
|
BOB |
Kaas |
Moules de Bouchot de la Baie du Mont-Saint-Michel |
|
BOB |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Moutarde de Bourgogne |
|
BGA |
Mosterdpasta |
Munster/Munster-Géromé |
|
BOB |
Kaas |
Muscat du Ventoux |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Neufchâtel |
|
BOB |
Kaas |
Noisette de Cervione — Nuciola di Cervion |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Noix de Grenoble |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Noix du Périgord |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Œufs de Loué |
|
BGA |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Oie d'Anjou |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Oignon de Roscoff |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Oignon doux des Cévennes |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Olive de Nice |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Olive de Nîmes |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Olives cassées de la Vallée des Baux-de-Provence |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Olives noires de la Vallée des Baux de Provence |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Olives noires de Nyons |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Ossau-Iraty |
|
BOB |
Kaas |
Pâté de Campagne Breton |
|
BGA |
Vleesproducten |
Pâtes d'Alsace |
|
BGA |
Deegwaren |
Pays d'Auge/Pays d'Auge-Cambremer |
|
BOB |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Pélardon |
|
BOB |
Kaas |
Petit Épeautre de Haute-Provence |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Picodon |
|
BOB |
Kaas |
Piment d'Espelette/Piment d'Espelette — Ezpeletako Biperra |
|
BOB |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Pintadeau de la Drôme |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Poireaux de Créances |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pomelo de Corse |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pomme de terre de l'Île de Ré |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pomme du Limousin |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pommes des Alpes de Haute Durance |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pommes de terre de Merville |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pommes et poires de Savoie |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pont-l'Évêque |
|
BOB |
Kaas |
Porc d'Auvergne |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Porc de Franche-Comté |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Porc de la Sarthe |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Porc de Normandie |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Porc de Vendée |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Porc du Limousin |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Porc du Sud-Ouest |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Poulet des Cévennes/Chapon des Cévennes |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Pouligny-Saint-Pierre |
|
BOB |
Kaas |
Prés-salés de la baie de Somme |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Prés-salés du Mont-Saint-Michel |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Pruneaux d'Agen/Pruneaux d'Agen mi-cuits |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Raviole du Dauphiné |
|
BGA |
Deegwaren |
Reblochon/Reblochon de Savoie |
|
BOB |
Kaas |
Rigotte de Condrieu |
|
BOB |
Kaas |
Rillettes de Tours |
|
BGA |
Vleesproducten |
Riz de Camargue |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Rocamadour |
|
BOB |
Kaas |
Roquefort |
|
BOB |
Kaas |
Sainte-Maure de Touraine |
|
BOB |
Kaas |
Saint-Marcellin |
|
BGA |
Kaas |
Saint-Nectaire |
|
BOB |
Kaas |
Salers |
|
BOB |
Kaas |
Saucisse de Montbéliard |
|
BGA |
Vleesproducten |
Saucisse de Morteau/Jésus de Morteau |
|
BGA |
Vleesproducten |
Saucisson de l'Ardèche |
|
BGA |
Vleesproducten |
Selles-sur-Cher |
|
BOB |
Kaas |
Taureau de Camargue |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Tome des Bauges |
|
BOB |
Kaas |
Tomme de Savoie |
|
BGA |
Kaas |
Tomme des Pyrénées |
|
BGA |
Kaas |
Valençay |
|
BOB |
Kaas |
Veau de l'Aveyron et du Ségala |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Veau du Limousin |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Volailles d'Alsace |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Volailles d'Ancenis |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Volailles d'Auvergne |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Volailles de Bourgogne |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Volailles de Bresse |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Volailles de Bretagne |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Volailles de Challans |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Volailles de Cholet |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Volailles de Gascogne |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Volailles de Houdan |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Volailles de Janzé |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Volailles de la Champagne |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Volailles de la Drôme |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Volailles de l'Ain |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Volailles de Licques |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Volailles de l'Orléanais |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Volailles de Loué |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Volailles de Normandie |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Volailles de Vendée |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Volailles des Landes |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Volailles du Béarn |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Volailles du Berry |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Volailles du Charolais |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Volailles du Forez |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Volailles du Gatinais |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Volailles du Gers |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Volailles du Languedoc |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Volailles du Lauragais |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Volailles du Maine |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Volailles du plateau de Langres |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Volailles du Val de Sèvres |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Volailles du Velay |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Alföldi kamillavirágzat |
|
BOB |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Budapesti szalámi/Budapesti téliszalámi |
|
BGA |
Vleesproducten |
Csabai kolbász/Csabai vastagkolbász |
|
BGA |
Vleesproducten |
Gönci kajszibarack |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Gyulai kolbász/Gyulai pároskolbász |
|
BGA |
Vleesproducten |
Hajdúsági torma |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Kalocsai fűszerpaprika örlemény |
|
BOB |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Magyar szürkemarha hús |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Makói vöröshagyma/Makói hagyma |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Szegedi fűszerpaprika-őrlemény/Szegedi paprika |
|
BOB |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Szegedi szalámi/Szegedi téliszalámi |
|
BOB |
Vleesproducten |
Szentesi paprika |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Szőregi rózsatő |
|
BGA |
Sierbloemen en -planten |
Clare Island Salmon |
|
BGA |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Connemara Hill lamb/Uain Sléibhe Chonamara |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Imokilly Regato |
|
BOB |
Kaas |
Timoleague Brown Pudding |
|
BGA |
Vleesproducten |
Waterford Blaa/Blaa |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Abbacchio Romano |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Acciughe Sotto Sale del Mar Ligure |
|
BGA |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Aceto balsamico di Modena |
|
BGA |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Aceto balsamico tradizionale di Modena |
|
BOB |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Aceto balsamico tradizionale di Reggio Emilia |
|
BOB |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Aglio Bianco Polesano |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Aglio di Voghiera |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Agnello del Centro Italia |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Agnello di Sardegna |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Alto Crotonese |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Amarene Brusche di Modena |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Aprutino Pescarese |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Arancia del Gargano |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Arancia di Ribera |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Arancia Rossa di Sicilia |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Asiago |
|
BOB |
Kaas |
Asparago Bianco di Bassano |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Asparago bianco di Cimadolmo |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Asparago di Badoere |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Asparago verde di Altedo |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Basilico Genovese |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Bergamotto di Reggio Calabria — Olio essenziale |
|
BOB |
Etherische oliën |
Bitto |
|
BOB |
Kaas |
Bra |
|
BOB |
Kaas |
Bresaola della Valtellina |
|
BGA |
Vleesproducten |
Brisighella |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Brovada |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Bruzio |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Caciocavallo Silano |
|
BOB |
Kaas |
Canestrato di Moliterno |
|
BGA |
Kaas |
Canestrato Pugliese |
|
BOB |
Kaas |
Canino |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Capocollo di Calabria |
|
BOB |
Vleesproducten |
Cappero di Pantelleria |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Carciofo Brindisino |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Carciofo di Paestum |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Carciofo Romanesco del Lazio |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Carciofo Spinoso di Sardegna |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Carota dell'Altopiano del Fucino |
— |
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Carota Novella di Ispica |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Cartoceto |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Casatella Trevigiana |
|
BOB |
Kaas |
Casciotta d'Urbino |
|
BOB |
Kaas |
Castagna Cuneo |
— |
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Castagna del Monte Amiata |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Castagna di Montella |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Castagna di Vallerano |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Castelmagno |
|
BOB |
Kaas |
Chianti Classico |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Ciauscolo |
|
BGA |
Vleesproducten |
Cilento |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Ciliegia dell'Etna |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Ciliegia di Marostica |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Ciliegia di Vignola |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Cinta Senese |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Cipolla Rossa di Tropea Calabria |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Cipollotto Nocerino |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Clementine del Golfo di Taranto |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Clementine di Calabria |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Collina di Brindisi |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Colline di Romagna |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Colline Pontine |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Colline Salernitane |
— |
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Colline Teatine |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Coppa di Parma |
|
BGA |
Vleesproducten |
Coppa Piacentina |
|
BOB |
Vleesproducten |
Coppia Ferrarese |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Cotechino Modena |
|
BGA |
Vleesproducten |
Cozza di Scardovari |
|
BOB |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Crudo di Cuneo |
|
BOB |
Vleesproducten |
Culatello di Zibello |
|
BOB |
Vleesproducten |
Dauno |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Fagioli Bianchi di Rotonda |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Fagiolo Cannellino di Atina |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Fagiolo Cuneo |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Fagiolo di Lamon della Vallata Bellunese |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Fagiolo di Sarconi |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Fagiolo di Sorana |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Farina di castagne della Lunigiana |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Farina di Neccio della Garfagnana |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Farro di Monteleone di Spoleto |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Farro della Garfagnana |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Fichi di Cosenza |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Fico Bianco del Cilento |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Ficodindia dell'Etna |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Ficodindia di San Cono |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Fiore Sardo |
|
BOB |
Kaas |
Fontina |
|
BOB |
Kaas |
Formaggella del Luinese |
|
BOB |
Kaas |
Formaggio di Fossa di Sogliano |
|
BOB |
Kaas |
Formai de Mut dell'Alta Valle Brembana |
|
BOB |
Kaas |
Fungo di Borgotaro |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Garda |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Gorgonzola |
|
BOB |
Kaas |
Grana Padano |
|
BOB |
Kaas |
Insalata di Lusia |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Irpinia — Colline dell'Ufita |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Kiwi Latina |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
La Bella della Daunia |
— |
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Laghi Lombardi |
— |
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Lametia |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Lardo di Colonnata |
|
BGA |
Vleesproducten |
Lenticchia di Castelluccio di Norcia |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Limone Costa d'Amalfi |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Limone di Rocca Imperiale |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Limone di Siracusa |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Limone di Sorrento |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Limone Femminello del Gargano |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Limone Interdonato Messina |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Liquirizia di Calabria |
|
BOB |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Lucca |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Maccheroncini di Campofilone |
|
BGA |
Deegwaren |
Marrone della Valle di Susa |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Marrone del Mugello |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Marrone di Caprese Michelangelo |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Marrone di Castel del Rio |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Marrone di Combai |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Marrone di Roccadaspide |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Marrone di San Zeno |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Marroni del Monfenera |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Mela Alto Adige/Südtiroler Apfel |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Mela di Valtellina |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Mela Rossa Cuneo |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Mela Val di Non |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Melannurca Campana |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Melanzana Rossa di Rotonda |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Melone Mantovano |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Miele della Lunigiana |
|
BOB |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Miele delle Dolomiti Bellunesi |
|
BOB |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Miele Varesino |
|
BOB |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Molise |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Montasio |
|
BOB |
Kaas |
Monte Etna |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Monte Veronese |
|
BOB |
Kaas |
Monti Iblei |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Mortadella Bologna |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Mozzarella di Bufala Campana |
|
BOB |
Kaas |
Murazzano |
|
BOB |
Kaas |
Nocciola del Piemonte/Nocciola Piemonte |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Nocciola di Giffoni |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Nocciola Romana |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Nocellara del Belice |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Nostrano Valtrompia |
|
BOB |
Kaas |
Oliva Ascolana del Piceno |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pagnotta del Dittaino |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pancetta di Calabria |
|
BOB |
Vleesproducten |
Pancetta Piacentina |
|
BOB |
Vleesproducten |
Pane casareccio di Genzano |
— |
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Pane di Altamura |
— |
BOB |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Pane di Matera |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Panforte di Siena |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Parmigiano Reggiano |
— |
BOB |
Kaas |
Pasta di Gragnano |
|
BGA |
Deegwaren |
Patata dell'Alto Viterbese |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Patata della Sila |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Patata di Bologna |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pecorino Crotonese |
|
BOB |
Kaas |
Pecorino di Filiano |
|
BOB |
Kaas |
Pecorino di Picinisco |
|
BOB |
Kaas |
Pecorino Romano |
|
BOB |
Kaas |
Pecorino Sardo |
|
BOB |
Kaas |
Pecorino Siciliano |
|
BOB |
Kaas |
Pecorino Toscano |
|
BOB |
Kaas |
Penisola Sorrentina |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Peperone di Pontecorvo |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Peperone di Senise |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pera dell'Emilia Romagna |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pera mantovana |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pescabivona |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pesca di Leonforte |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pesca di Verona |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pesca e nettarina di Romagna |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Piacentinu Ennese |
|
BOB |
Kaas |
Piadina Romagnola/Piada Romagnola |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Piave |
|
BOB |
Kaas |
Pistacchio verde di Bronte |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pomodorino del Piennolo del Vesuvio |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pomodoro di Pachino |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pomodoro S. Marzano dell'Agro Sarnese-Nocerino |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Porchetta di Ariccia |
|
BGA |
Vleesproducten |
Pretuziano delle Colline Teramane |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Prosciutto Amatriciano |
|
BGA |
Vleesproducten |
Prosciutto di Carpegna |
|
BOB |
Vleesproducten |
Prosciutto di Modena |
|
BOB |
Vleesproducten |
Prosciutto di Norcia |
|
BGA |
Vleesproducten |
Prosciutto di Parma |
|
BOB |
Vleesproducten |
Prosciutto di Sauris |
|
BGA |
Vleesproducten |
Prosciutto di S. Daniele |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Prosciutto Toscano |
|
BOB |
Vleesproducten |
Prosciutto Veneto Berico-Euganeo |
|
BOB |
Vleesproducten |
Provolone del Monaco |
|
BOB |
Kaas |
Provolone Valpadana |
|
BOB |
Kaas |
Puzzone di Moena/Spretz Tzaorì |
|
BOB |
Kaas |
Quartirolo Lombardo |
|
BOB |
Kaas |
Radicchio di Chioggia |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Radicchio di Verona |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Radicchio Rosso di Treviso |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Radicchio Variegato di Castelfranco |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Ragusano |
|
BOB |
Kaas |
Raschera |
|
BOB |
Kaas |
Ricciarelli di Siena |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Ricotta di Bufala Campana |
|
BOB |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Ricotta Romana |
|
BOB |
Kaas |
Riso del Delta del Po |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Riso di Baraggia Biellese e Vercellese |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Riso Nano Vialone Veronese |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Riviera Ligure |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Robiola di Roccaverano |
|
BOB |
Kaas |
Sabina |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Salama da sugo |
|
BGA |
Vleesproducten |
Salame Brianza |
|
BOB |
Vleesproducten |
Salame Cremona |
|
BGA |
Vleesproducten |
Salame di Varzi |
|
BGA |
Vleesproducten |
Salame d'oca di Mortara |
|
BGA |
Vleesproducten |
Salame Felino |
|
BGA |
Vleesproducten |
Salame Piacentino |
|
BOB |
Vleesproducten |
Salame S. Angelo |
|
BGA |
Vleesproducten |
Salamini italiani alla cacciatora |
|
BOB |
Vleesproducten |
Salmerino del Trentino |
|
BGA |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Salsiccia di Calabria |
|
BOB |
Vleesproducten |
Salva Cremasco |
|
BOB |
Kaas |
Sardegna |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Scalogno di Romagna |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Sedano Bianco di Sperlonga |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Seggiano |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Soppressata di Calabria |
|
BOB |
Vleesproducten |
Soprèssa Vicentina |
|
BOB |
Vleesproducten |
Speck dell'Alto Adige/Südtiroler Markenspeck/Südtiroler Speck |
|
BGA |
Vleesproducten |
Spressa delle Giudicarie |
|
BOB |
Kaas |
Squacquerone di Romagna |
|
BOB |
Kaas |
Stelvio/Stilfser |
|
BOB |
Kaas |
Strachitunt |
|
BOB |
Kaas |
Susina di Dro |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Taleggio |
|
BOB |
Kaas |
Tergeste |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Terra di Bari |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Terra d'Otranto |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Terre Aurunche |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Terre di Siena |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Terre Tarentine |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Tinca Gobba Dorata del Pianalto di Poirino |
|
BOB |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Toma Piemontese |
|
BOB |
Kaas |
Torrone di Bagnara |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Toscano |
|
BGA |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Trote del Trentino |
|
BGA |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Tuscia |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Umbria |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Uva da tavola di Canicattì |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Uva da tavola di Mazzarrone |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Uva di Puglia |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Val di Mazara |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Valdemone |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Valle d'Aosta Fromadzo |
|
BOB |
Kaas |
Valle d'Aosta Jambon de Bosses |
|
BOB |
Vleesproducten |
Valle d'Aosta Lard d'Arnad |
|
BOB |
Vleesproducten |
Valle del Belice |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Valli Trapanesi |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Valtellina Casera |
|
BOB |
Kaas |
Vastedda della valle del Belìce |
|
BOB |
Kaas |
Veneto Valpolicella, Veneto Euganei e Berici, Veneto del Grappa |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Vitellone bianco dell'Appennino Centrale |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Vulture |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Zafferano dell'Aquila |
|
BOB |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Zafferano di San Gimignano |
|
BOB |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Zafferano di sardegna |
|
BOB |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Zampone Modena |
|
BGA |
Vleesproducten |
Daujėnų naminė duona |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Lietuviškas varškės sūris |
|
BGA |
Kaas |
Seinų/Lazdijų krašto medus/Miód z Sejneńszczyny/Łoździejszczyzny |
|
BOB |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Stakliškės |
|
BGA |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Beurre rose — Marque nationale du Grand-Duché de Luxembourg |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Miel — Marque nationale du Grand-Duché de Luxembourg |
|
BOB |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Salaisons fumées, marque nationale du Grand-Duché de Luxembourg |
|
BGA |
Vleesproducten |
Viande de porc, marque nationale du Grand-Duché de Luxembourg |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Boeren-Leidse met sleutels |
|
BOB |
Kaas |
Edam Holland |
|
BGA |
Kaas |
Gouda Holland |
|
BGA |
Kaas |
Kanterkaas/Kanternagelkaas/Kanterkomijnekaas |
|
BOB |
Kaas |
Noord-Hollandse Edammer |
|
BOB |
Kaas |
Noord-Hollandse Gouda |
|
BOB |
Kaas |
Opperdoezer Ronde |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Westlandse druif |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Andruty Kaliskie |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Bryndza Podhalańska |
|
BOB |
Kaas |
Cebularz lubelski |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Chleb prądnicki |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Fasola korczyńska |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Fasola Piękny Jaś z Doliny Dunajca/Fasola z Doliny Dunajca |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Fasola Wrzawska |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Jabłka grójeckie |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Jabłka łąckie |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Jagnięcina podhalańska |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Karp zatorski |
|
BOB |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Kiełbasa lisiecka |
|
BGA |
Vleesproducten |
Kołocz śląski/kołacz śląski |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Miód drahimski |
|
BGA |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Miód kurpiowski |
|
BGA |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Miód wrzosowy z Borów Dolnośląskich |
|
BGA |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Obwarzanek krakowski |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Oscypek |
|
BOB |
Kaas |
Podkarpacki miód spadziowy |
|
BOB |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Redykołka |
|
BOB |
Kaas |
Rogal świętomarciński |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Ser koryciński swojski |
|
BGA |
Kaas |
Śliwka szydłowska |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Suska sechlońska |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Truskawka kaszubska lub Kaszëbskô malëna |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Wielkopolski ser smażony |
|
BGA |
Kaas |
Wiśnia nadwiślanka |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Alheira de Barroso-Montalegre |
|
BGA |
Vleesproducten |
Alheira de Vinhais |
|
BGA |
Vleesproducten |
Ameixa d'Elvas |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Amêndoa Douro |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Ananás dos Açores/São Miguel |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Anona da Madeira |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Arroz Carolino Lezírias Ribatejanas |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Azeite de Moura |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Azeite de Trás-os-Montes |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Azeite do Alentejo Interior |
|
BOB |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Azeites da Beira Interior (Azeite da Beira Alta, Azeite da Beira Baixa) |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Azeites do Norte Alentejano |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Azeites do Ribatejo |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Azeitona de conserva Negrinha de Freixo |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Azeitonas de Conserva de Elvas e Campo Maior |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Batata de Trás-os-montes |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Batata doce de Aljezur |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Borrego da Beira |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Borrego de Montemor-o-Novo |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Borrego do Baixo Alentejo |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Borrego do Nordeste Alentejano |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Borrego Serra da Estrela |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Borrego Terrincho |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Butelo de Vinhais/Bucho de Vinhais/Chouriço de Ossos de Vinhais |
|
BGA |
Vleesproducten |
Cabrito da Beira |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Cabrito da Gralheira |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Cabrito das Terras Altas do Minho |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Cabrito de Barroso |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Cabrito do Alentejo |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Cabrito Transmontano |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Cacholeira Branca de Portalegre |
|
BGA |
Vleesproducten |
Carnalentejana |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Carne Arouquesa |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Carne Barrosã |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Carne Cachena da Peneda |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Carne da Charneca |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Carne de Bísaro Transmonano/Carne de Porco Transmontano |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Carne de Bovino Cruzado dos Lameiros do Barroso |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Carne de Bravo do Ribatejo |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Carne de Porco Alentejano |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Carne dos Açores |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Carne Marinhoa |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Carne Maronesa |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Carne Mertolenga |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Carne Mirandesa |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Castanha da Terra Fria |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Castanha de Padrela |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Castanha dos Soutos da Lapa |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Castanha Marvão-Portalegre |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Cereja da Cova da Beira |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Cereja de São Julião-Portalegre |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Chouriça de carne de Barroso-Montalegre |
|
BGA |
Vleesproducten |
Chouriça de Carne de Vinhais/Linguiça de Vinhais |
|
BGA |
Vleesproducten |
Chouriça doce de Vinhais |
|
BGA |
Vleesproducten |
Chouriço azedo de Vinhais/Azedo de Vinhais/Chouriço de Pão de Vinhais |
|
BGA |
Vleesproducten |
Chouriço de Abóbora de Barroso-Montalegre |
|
BGA |
Vleesproducten |
Chouriço de Carne de Estremoz e Borba |
|
BGA |
Vleesproducten |
Chouriço de Portalegre |
|
BGA |
Vleesproducten |
Chouriço grosso de Estremoz e Borba |
|
BGA |
Vleesproducten |
Chouriço Mouro de Portalegre |
|
BGA |
Vleesproducten |
Citrinos do Algarve |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Cordeiro Bragançano |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Cordeiro de Barroso/Anho de Barroso/Cordeiro de leite de Barroso |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Cordeiro Mirandês/Canhono Mirandês |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Farinheira de Estremoz e Borba |
|
BGA |
Vleesproducten |
Farinheira de Portalegre |
|
BGA |
Vleesproducten |
Linguiça de Portalegre |
|
BGA |
Vleesproducten |
Linguiça do Baixo Alentejo/Chouriço de carne do Baixo Alentejo |
|
BGA |
Vleesproducten |
Lombo Branco de Portalegre |
|
BGA |
Vleesproducten |
Lombo Enguitado de Portalegre |
|
BGA |
Vleesproducten |
Maçã Bravo de Esmolfe |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Maçã da Beira Alta |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Maçã da Cova da Beira |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Maçã de Alcobaça |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Maçã de Portalegre |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Maçã Riscadinha de Palmela |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Maracujá dos Açores/S. Miguel |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Mel da Serra da Lousã |
|
BOB |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Mel da Serra de Monchique |
|
BOB |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Mel da Terra Quente |
|
BOB |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Mel das Terras Altas do Minho |
|
BOB |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Mel de Barroso |
|
BOB |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Mel do Alentejo |
|
BOB |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Mel do Parque de Montezinho |
|
BOB |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Mel do Ribatejo Norte (Serra d'Aire, Albufeira de Castelo de Bode, Bairro, Alto Nabão) |
|
BOB |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Mel dos Açores |
|
BOB |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Morcela de Assar de Portalegre |
|
BGA |
Vleesproducten |
Morcela de Cozer de Portalegre |
|
BGA |
Vleesproducten |
Morcela de Estremoz e Borba |
|
BGA |
Vleesproducten |
Ovos moles de Aveiro |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Paio de Estremoz e Borba |
|
BGA |
Vleesproducten |
Paia de Lombo de Estremoz e Borba |
|
BGA |
Vleesproducten |
Paia de Toucinho de Estremoz e Borba |
|
BGA |
Vleesproducten |
Painho de Portalegre |
|
BGA |
Vleesproducten |
Paio de Beja |
|
BGA |
Vleesproducten |
Pastel de Tentúgal |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Pêra Rocha do Oeste |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Pêssego da Cova da Beira |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Presunto de Barrancos |
|
BOB |
Vleesproducten |
Presunto de Barroso |
|
BGA |
Vleesproducten |
Presunto de Camp Maior e Elvas/Paleta de Campo Maior e Elvas |
|
BGA |
Vleesproducten |
Presunto de Santana da Serra/Paleta de Santana da Serra |
|
BGA |
Vleesproducten |
Presunto de Vinhais/Presunto Bísaro de Vinhais |
|
BGA |
Vleesproducten |
Presunto do Alentejo/Paleta do Alentejo |
|
BOB |
Vleesproducten |
Queijo de Azeitão |
|
BOB |
Kaas |
Queijo de cabra Transmontano |
|
BOB |
Kaas |
Queijo de Évora |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Queijo de Nisa |
|
BOB |
Kaas |
Queijo do Pico |
|
BOB |
Kaas |
Queijo mestiço de Tolosa |
|
BGA |
Kaas |
Queijo Rabaçal |
|
BOB |
Kaas |
Queijo São Jorge |
|
BOB |
Kaas |
Queijo Serpa |
|
BOB |
Kaas |
Queijo Serra da Estrela |
|
BOB |
Kaas |
Queijo Terrincho |
|
BOB |
Kaas |
Queijos da Beira Baixa (Queijo de Castelo Branco, Queijo Amarelo da Beira Baixa, Queijo Picante da Beira Baixa) |
|
BOB |
Kaas |
Requeijão da Beira Baixa |
|
BOB |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Requeijão Serra da Estrela |
|
BOB |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Salpicão de Barroso-Montalegre |
|
BGA |
Vleesproducten |
Salpicão de Vinhais |
|
BGA |
Vleesproducten |
Sangueira de Barroso-Montalegre |
|
BGA |
Vleesproducten |
Travia da Beira Baixa |
|
BOB |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Vitela de Lafões |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Magiun de prune Topoloveni |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Bruna bönor från Öland |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Kalix Löjrom |
|
BOB |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Skånsk spettkaka |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Svecia |
|
BGA |
Kaas |
Upplandskubb |
|
BOB |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Bovški sir |
|
BOB |
Kaas |
Ekstra deviško oljčno olje Slovenske Istre |
|
BOB |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Kočevski gozdni med |
|
BOB |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Kraška panceta |
|
BGA |
Vleesproducten |
Kraški med |
|
BOB |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Kraški pršut |
|
BGA |
Vleesproducten |
Kraški zašink |
|
BGA |
Vleesproducten |
Mohant |
|
BOB |
Kaas |
Nanoški sir |
|
BOB |
Kaas |
Prekmurska šunka |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Prleška tünka |
|
BGA |
Vleesproducten |
Ptujski lük |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Šebreljski želodec |
|
BGA |
Vleesproducten |
Slovenski med |
|
BGA |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Štajersko prekmursko bučno olje |
|
BGA |
Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.) |
Tolminc |
|
BOB |
Kaas |
Zgornjesavinjski želodec |
|
BGA |
Vleesproducten |
Oravský korbáčik |
|
BGA |
Kaas |
Paprika Žitava/Žitavská paprika |
|
BOB |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Skalický trdelnik |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Slovenská bryndza |
|
BGA |
Kaas |
Slovenská parenica |
|
BGA |
Kaas |
Slovenský oštiepok |
|
BGA |
Kaas |
Tekovský salámový syr |
|
BGA |
Kaas |
Zázrivské vojky |
|
BGA |
Kaas |
Zázrivský korbáčik |
|
BGA |
Kaas |
Arbroath Smokies |
|
BGA |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Armagh Bramley Apples |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Beacon Fell traditional Lancashire cheese |
|
BOB |
Kaas |
Bonchester cheese |
|
BOB |
Kaas |
Buxton blue |
|
BOB |
Kaas |
Cornish Clotted Cream |
|
BOB |
Andere producten van dierlijke oorsprong |
Cornish Pasty |
|
BGA |
Brood, gebak, cake, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren |
Cornish Sardines |
|
BGA |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Dorset Blue Cheese |
|
BGA |
Kaas |
Dovedale cheese |
|
BOB |
Kaas |
East Kent Goldings |
|
BOB |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Exmoor Blue Cheese |
|
BGA |
Kaas |
Fal Oyster |
|
BOB |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Fenland Celery |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Gloucestershire cider/perry |
|
BGA |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Herefordshire cider/perry |
|
BGA |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Isle of Man Manx Loaghtan Lamb |
— |
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Jersey Royal potatoes |
— |
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Isle of Man Queenies |
|
BOB |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Kentish ale and Kentish strong ale |
— |
BGA |
Bier |
Lakeland Herdwick |
|
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Lough Neagh Eel |
|
BGA |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Melton Mowbray Pork Pie |
|
BGA |
Vleesproducten |
Native Shetland Wool |
|
BOB |
Wol |
Newmarket Sausage |
|
BGA |
Vleesproducten |
New Season Comber Potatoes/Comber Earlies |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Orkney beef |
— |
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Orkney lamb |
— |
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Orkney Scottish Island Cheddar |
|
BGA |
Kaas |
Pembrokeshire Earlies/Pembrokeshire Early Potatoes |
|
BGA |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Rutland Bitter |
— |
BGA |
Bier |
Scotch Beef |
— |
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Scotch Lamb |
— |
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Scottish Farmed Salmon |
— |
BGA |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Scottish Wild Salmon |
|
BGA |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Shetland Lamb |
— |
BOB |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Single Gloucester |
— |
BOB |
Kaas |
Staffordshire Cheese |
— |
BOB |
Kaas |
Stornoway Black Pudding |
|
BGA |
Vleesproducten |
Swaledale cheese/Swaledale ewes' cheese |
— |
BOB |
Kaas |
Teviotdale Cheese |
|
BGA |
Kaas |
Traditional Cumberland Sausage |
|
BGA |
Vleesproducten |
Traditional Grimsby Smoked Fish |
|
BGA |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Welsh Beef |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
Welsh lamb |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
West Country Beef |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
West Country farmhouse Cheddar cheese |
|
BOB |
Kaas |
West Country Lamb |
|
BGA |
Vers vlees (en verse slachtafvallen) |
White Stilton cheese/Blue Stilton cheese |
|
BOB |
Kaas |
Whitstable oysters |
|
BGA |
Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren |
Worcestershire cider/perry |
|
BGA |
Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten |
Yorkshire Forced Rhubarb |
|
BOB |
Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt |
Yorkshire Wensleydale |
|
BGA |
Kaas |
Aanhangsel 2
WETGEVING VAN DE PARTIJEN
Wetgeving van de Europese Unie:
Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1).
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 664/2014 van de Commissie van 18 december 2013 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vaststelling van de symbolen van de Unie voor beschermde oorsprongsbenamingen, beschermde geografische aanduidingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten en betreffende bepaalde voorschriften inzake het betrekken, bepaalde procedurebepalingen en bepaalde aanvullende overgangsregels (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 17).
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie van 13 juni 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 36).
Wetgeving van de Zwitserse Bondsstaat:
Verordening van 28 mei 1997 inzake de bescherming van oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen van landbouwproducten en verwerkte landbouwproducten, laatstelijk gewijzigd op 1 januari 2015 (RS 910.12, RO 2014 3903).
(1) Overeenkomstig de geldende Zwitserse wetgeving, zoals opgenomen in aanhangsel 2.
(2) Overeenkomstig de geldende Uniewetgeving, zoals opgenomen in aanhangsel 2.
(3) De nadere voorschriften voor het gebruik van de BGA Gruyère zijn beschreven in de overwegingen 8 en 9 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 110/2013 van 6 februari 2013 houdende inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Gruyère (BGA)) (PB L 36 van 7.2.2013, blz. 1).