ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 97

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

60e jaargang
8 april 2017


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

 

*

Besluit (EU) 2017/668 van de Raad van 27 juni 2016 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie en haar lidstaten, van het aanvullende protocol bij de handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia en Peru, anderzijds, om rekening te houden met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie

1

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/669 van de Commissie van 16 december 2016 tot rectificatie van de Bulgaarse, de Estse, de Franse, de Griekse, de Kroatische, de Litouwse, de Maltese, de Roemeense, de Slowaakse, de Tsjechische en de Zweedse taalversie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/35 tot aanvulling van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) ( 1 )

3

 

*

Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/670 van de Commissie van 31 januari 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 251/2014 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toegestane productieprocessen voor de bereiding van gearomatiseerde wijnbouwproducten

5

 

*

Verordening (EU) 2017/671 van de Commissie van 7 april 2017 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat de maximumgehalten aan residuen van clothianidine en thiamethoxam in of op bepaalde producten betreft ( 1 )

9

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/672 van de Commissie van 7 april 2017 tot verlening van een vergunning voor een gezondheidsclaim voor levensmiddelen die niet over ziekterisicobeperking en de ontwikkeling en gezondheid van kinderen gaat en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 432/2012 ( 1 )

24

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/673 van de Commissie van 7 april 2017 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

27

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (EU) 2017/674 van de Raad van 3 april 2017 tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie tijdens de achtste vergadering van de Conferentie van de partijen bij het Verdrag van Rotterdam moet worden ingenomen ten aanzien van wijzigingen van bijlage III bij het Verdrag van Rotterdam inzake de procedure met betrekking tot voorafgaande geïnformeerde toestemming ten aanzien van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen en pesticiden in de internationale handel

29

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/675 van de Commissie van 7 april 2017 betreffende maatregelen om de insleep in de Unie van het mond-en-klauwzeervirus uit Algerije te voorkomen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 2432)  ( 1 )

31

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

8.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 97/1


BESLUIT (EU) 2017/668 VAN DE RAAD

van 27 juni 2016

betreffende de sluiting, namens de Europese Unie en haar lidstaten, van het aanvullende protocol bij de handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia en Peru, anderzijds, om rekening te houden met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91, artikel 100, lid 2, en artikel 207 juncto artikel 218, lid 6, tweede alinea, onder a), v),

Gezien de Akte betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië, en met name artikel 6, lid 2, tweede alinea,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig Besluit (EU) 2015/1277 van de Raad (2) is het aanvullende protocol bij de handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia en Peru, anderzijds, om rekening te houden met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie („het aanvullende protocol”), ondertekend, onder voorbehoud van de sluiting van dit protocol.

(2)

Het aanvullende protocol dient te worden goedgekeurd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het aanvullende protocol bij de handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia en Peru, anderzijds, om rekening te houden met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie, wordt goedgekeurd namens de Unie en haar lidstaten (3).

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) om de in artikel 12, lid 2, van het aanvullende protocol bedoelde kennisgeving te verrichten.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 27 juni 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

M. VAN DAM


(1)  Goedkeuring van 7 juni 2016.

(2)  PB L 204 van 31.7.2015, blz. 1.

(3)  De tekst van het aanvullende protocol wordt bekendgemaakt samen met het besluit betreffende de ondertekening ervan.


VERORDENINGEN

8.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 97/3


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/669 VAN DE COMMISSIE

van 16 december 2016

tot rectificatie van de Bulgaarse, de Estse, de Franse, de Griekse, de Kroatische, de Litouwse, de Maltese, de Roemeense, de Slowaakse, de Tsjechische en de Zweedse taalversie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/35 tot aanvulling van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (1), en met name artikel 86, lid 1, onder e), en artikel 111, lid 1, onder c),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Bulgaarse, de Estse, de Franse, de Griekse, de Kroatische, de Litouwse, de Maltese, de Roemeense, de Slowaakse, de Tsjechische en de Zweedse taalversie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/35 van de Commissie (2) bevatten een fout in artikel 182, lid 4, betreffende de gewogen gemiddelde kredietkwaliteitscategorie van een singlenameblootstelling. Derhalve is een rectificatie van de Bulgaarse, de Estse, de Franse, de Griekse, de Kroatische, de Litouwse, de Maltese, de Roemeense, de Slowaakse, de Tsjechische en de Zweedse taalversie noodzakelijk. Deze fout betreft niet de overige taalversies.

(2)

De Franse taalversie bevat daarnaast nog een fout in bijlage I, deel D, punt 29, betreffende de branche „Ziekteverzekeringen”. Derhalve is een rectificatie van de Franse taalversie noodzakelijk. Deze fout betreft niet de overige taalversies.

(3)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/35 moet derhalve dienovereenkomstig worden gerectificeerd.

(4)

Om te zorgen voor een gelijk speelveld in de hele Unie voor alle verzekerings- en herverzekeringsondernemingen bij de toepassing van de desbetreffende voorschriften, moet deze verordening met spoed in werking treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

(heeft geen betrekking op het Nederlands)

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 december 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1.

(2)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/35 van de Commissie van 10 oktober 2014 tot aanvulling van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PB L 12 van 17.1.2015, blz. 1).


8.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 97/5


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/670 VAN DE COMMISSIE

van 31 januari 2017

tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 251/2014 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toegestane productieprocessen voor de bereiding van gearomatiseerde wijnbouwproducten

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 251/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de definitie, de aanduiding, de presentatie, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gearomatiseerde wijnbouwproducten (1), en met name artikel 4, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Gearomatiseerde wijnbouwproducten worden op traditionele wijze in de Unie geproduceerd, vormen een belangrijke sector voor producenten en consumenten en zijn een belangrijk afzetkanaal voor de landbouwsector van de Unie. In artikel 4 van Verordening (EU) nr. 251/2014 zijn de vereisten, beperkingen en beschrijvingen opgenomen overeenkomstig welke gearomatiseerde wijnbouwproducten moeten worden geproduceerd. Ook verleent dit artikel de Commissie de bevoegdheid om een gedelegeerde handeling vast te stellen ter vaststelling van de productieprocessen voor de bereiding van gearomatiseerde wijnbouwproducten.

(2)

Om een hoog niveau van consumentenbescherming te verwezenlijken, misleidende praktijken te voorkomen en eerlijke concurrentie tussen producenten te waarborgen, moeten duidelijk omschreven criteria voor de productie van gearomatiseerde wijnbouwproducten worden vastgesteld. Voorts moet de Commissie, overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EU) nr. 251/2014, rekening houden met de door de Internationale Organisatie voor wijnbouw en wijnbereiding (OIV) aanbevolen en gepubliceerde productieprocessen.

(3)

De door de OIV aanbevolen en gepubliceerde productieprocessen voor gearomatiseerde wijnbouwproducten zijn opgenomen in OIV-resolutie OENO 439-2012 en moeten tot richtsnoer worden genomen voor de vaststelling van de in de Unie toegestane productieprocessen. Uit het overleg met deskundigen van de lidstaten en vertegenwoordigers van de sector gearomatiseerde wijnbouwproducten blijkt echter dat sommige van die processen de traditionele productiemethoden van de Unie niet ten volle weerspiegelen. Zij moeten derhalve worden aangepast en worden vervolledigd om beter tegemoet te komen aan de behoeften van de producenten op het gebied van productiemethoden en de verwachtingen van de consument op het gebied van de kwaliteit van de producten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Productieprocessen voor gearomatiseerde wijnbouwproducten

De overeenkomstig Verordening (EU) nr. 251/2014 toegestane productieprocessen voor de bereiding van gearomatiseerde wijnbouwproducten zijn opgenomen in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 januari 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 84 van 20.3.2014, blz. 14.


BIJLAGE

Lijst van toegestane productieprocessen als bedoeld in artikel 4, lid 2, van Verordening (EU) nr. 251/2014

Nr.

Productieproces

Doel

Gebruiksomstandigheden

Voorschriften

1

Aanzuring en ontzuring

De getitreerde zuurtegraad en de werkelijke zuurtegraad verhogen of verlagen (verlaging of verhoging van de pH) om voor specifieke organoleptische kenmerken te zorgen en de stabiliteit te verhogen

Elektromembraanbehandeling

Behandeling met kationenwisselaars

Voor de elektromembraanbehandeling voor aanzuring zijn de in aanhangsel 14 bij Verordening (EG) nr. 606/2009 van de Commissie (1) vastgestelde voorschriften mutatis mutandis van toepassing.

Voor de elektromembraanbehandeling voor ontzuring zijn de in aanhangsel 17 bij Verordening (EG) nr. 606/2009 vastgestelde voorschriften mutatis mutandis van toepassing.

Voor het gebruik van kationenwisselaars zijn de in aanhangsel 15 bij Verordening (EG) nr. 606/2009 vastgestelde voorschriften mutatis mutandis van toepassing.

2

Filtratie en centrifugering

Verkrijgen van:

transparantie van de producten

biologische stabiliteit door micro-organismen te elimineren

chemische stabiliteit

Filtratie van gearomatiseerde wijnbouwproducten met filters die geen zwevende deeltjes en stoffen in de oplossing in colloïdale toestand doorlaten

Filtratie kan worden verricht met of zonder toeslagstoffen voor inerte filtratie, met organische of minerale membranen, met inbegrip van semipermeabele membranen.

 

3

Correctie van de kleur en smaak

De kleur van het product aanpassen

Het product specifieke organoleptische kenmerken geven

Behandeling met kool voor oenologisch gebruik

Behandeling met polyvinylpolypyrrolidon

Kool: maximaal 200 g/hl

Polyvinylpolypyrrolidon: maximaal 80 g/hl

4

Verhoging van het alcoholgehalte

Het alcoholgehalte verhogen

Verwijdering van water door:

subtractieve verrijkingstechnieken als omgekeerde osmose

vriesconcentrering door middel van bevriezing en verwijdering van het daarbij gevormde ijs

Hergisting door toevoeging van vergistbare suikers zoals bedoeld in bijlage I, punt 2, bij Verordening (EU) nr. 251/2014 en daaropvolgende vergisting door middel van geselecteerde gisten

 

5

Verlaging van het alcoholgehalte

Het alcoholgehalte verlagen

Afscheiding van ethanol door fysieke scheidingstechnieken

De behandelde gearomatiseerde wijnbouwproducten mogen geen organoleptische gebreken vertonen en moeten geschikt zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie.

Het alcoholgehalte van gearomatiseerde wijnbouwproducten mag niet worden verlaagd indien tijdens de bereiding van het gearomatiseerde wijnbouwproduct een van de volgende behandelingen heeft plaatsgevonden:

toevoeging van alcohol

concentratie

hergisting

6

Stabiliseren van wijnsteen

De wijnsteen stabiliseren ten opzichte van kaliumhydrogeentartraat, calciumtartraat en andere calciumzouten

Behandeling door elektrodialyse

Behandeling met een kationenwisselaar, gedurende welke de basiswijn wordt gestuurd door een kolom gevuld met polymeerhars die reageert als niet-oplosbare polyelektrolyt en waarvan de kationen kunnen worden gewisseld met kationen uit de omgeving

Koeling, door de producten op een verlaagde temperatuur te bewaren

Voor de elektrodialysebehandeling zijn de in aanhangsel 7 bij Verordening (EG) nr. 606/2009 vastgestelde voorschriften mutatis mutandis van toepassing.

Voor het gebruik van kationenwisselaars zijn de in aanhangsel 12 bij Verordening (EG) nr. 606/2009 vastgestelde voorschriften mutatis mutandis van toepassing.

7

Vermenging

Het definitieve organoleptische profiel van gearomatiseerde wijnbouwproducten aanpassen

Vermenging van verschillende producten van de wijnsector als bedoeld in artikel 3, lid 2, onder a), lid 3, onder a), en lid 4, onder a), van Verordening (EU) nr. 251/2014

 

8

Bewaring door warmte

Het product bewaren door microbiologische stabiliteit te verzekeren

Warmtebehandelingen, met inbegrip van pasteurisatie; verwarming tot een temperatuur die nodig is om gist en bacteriën te verwijderen

 

9

Klaring

Onoplosbare bestanddelen verwijderen

Gebruik van de volgende technische hulpstoffen:

voedselgelatine

proteïnestoffen van plantaardige oorsprong, afkomstig van tarwe en erwten

vislijm

caseïne en kaliumcaseïnaten

ovoalbumine

bentoniet

siliciumdioxide in de vorm van een gel of van een colloïdale oplossing

 


(1)  Verordening (EG) nr. 606/2009 van de Commissie van 10 juli 2009 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad, wat betreft de wijncategorieën, de oenologische procedés en de daarvoor geldende beperkingen (PB L 193 van 24.7.2009, blz. 1).


8.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 97/9


VERORDENING (EU) 2017/671 VAN DE COMMISSIE

van 7 april 2017

tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat de maximumgehalten aan residuen van clothianidine en thiamethoxam in of op bepaalde producten betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 14, lid 1, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 11 juli 2015 heeft de Commissie van de Codex Alimentarius (CAC) Codex-grenswaarden (CXL's) vastgesteld voor clothianidine en thiamethoxam (2).

(2)

Voor die stoffen zijn in Verordening (EG) nr. 396/2005 maximumresidugehalten (MRL's) vastgesteld.

(3)

Overeenkomstig artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad (3) wordt, indien er internationale normen bestaan of op korte termijn tot stand zullen komen, hiermee bij de ontwikkeling en aanpassing van de levensmiddelenwetgeving rekening gehouden, tenzij die normen of de betrokken gedeelten ervan een ondoeltreffend of ongeschikt middel zouden zijn om de legitieme doelstellingen van de levensmiddelenwetgeving te verwezenlijken, er wetenschappelijke gronden zijn om deze buiten beschouwing te laten of bedoelde normen tot een ander beschermingsniveau zouden leiden dan het niveau dat in de Unie passend wordt geacht. Overeenkomstig artikel 13, onder e), van die verordening zal de Unie bovendien de overeenstemming tussen internationale technische normen en levensmiddelenwetgeving bevorderen, waarbij zij erop toeziet dat aan het in de Unie vastgestelde hoge beschermingsniveau geen afbreuk wordt gedaan.

(4)

Daarom moeten de CXL's voor clothianidine en thiamethoxam als MRL's in Verordening (EG) nr. 396/2005 worden opgenomen, behalve wanneer zij bij producten horen die niet zijn opgenomen in bijlage I bij die verordening of wanneer zij op een lager niveau zijn vastgesteld dan de huidige MRL's. Die CXL's zijn veilig voor de consumenten in de Unie (4).

(5)

Verordening (EG) nr. 396/2005 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 april 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1.

(2)  ftp://ftp.fao.org/codex/reports/reports_2015/REP15_PRe.pdf

Gezamenlijk FAO/WHO-voedselnormenprogramma, Commissie van de Codex Alimentarius. Aanhangsels III en IV. Achtendertigste zitting. Genève, Zwitserland, 6-11 juli 2015.

(3)  Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).

(4)  Scientific support for preparing an EU position in the 47th Session of the Codex Committee on Pesticide Residues (CCPR). EFSA Journal 2015;13(7):4208 [178 blz.].


BIJLAGE

In bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden de kolommen voor clothianidine en thiamethoxam vervangen door:

„Bestrijdingsmiddelenresiduen en maximumresidugehalten (mg/kg)

Code-nummer

Groepen en voorbeelden van afzonderlijke producten waarvoor de MRL's gelden (1)

Clothianidine

Thiamethoxam

(1)

(2)

(3)

(4)

0100000

FRUIT, VERS of BEVROREN; NOTEN

 

 

0110000

Citrusvruchten

0,06 (+)

0,15 (+)

0110010

Grapefruits/pompelmoezen

 

 

0110020

Sinaasappelen

 

 

0110030

Citroenen

 

 

0110040

Limoenen/lemmetjes

 

 

0110050

Mandarijnen

 

 

0110990

Overige (2)

 

 

0120000

Noten

0,01 (1)

 

0120010

Amandelen

 

0,01 (1)

0120020

Paranoten

 

0,01 (1)

0120030

Cashewnoten

 

0,01 (1)

0120040

Kastanjes

 

0,01 (1)

0120050

Kokosnoten

 

0,01 (1)

0120060

Hazelnoten

 

0,01 (1)

0120070

Macadamianoten

 

0,01 (1)

0120080

Pecannoten

 

0,02 (1)

0120090

Pijnboompitten

 

0,01 (1)

0120100

Pistaches

 

0,01 (1)

0120110

Walnoten

 

0,01 (1)

0120990

Overige (2)

 

0,01 (1)

0130000

Pitvruchten

0,4

0,3

0130010

Appelen

 

 

0130020

Peren

 

 

0130030

Kweeperen

 

 

0130040

Mispels

 

 

0130050

Loquats/Japanse mispels

 

 

0130990

Overige (2)

 

 

0140000

Steenvruchten

 

 

0140010

Abrikozen

0,15

0,07 (+)

0140020

Kersen (zoet)

0,03 (+)

0,6 (+)

0140030

Perziken

0,15

0,07

0140040

Pruimen

0,01 (1)

0,01 (1)

0140990

Overige (2)

0,01 (1)

0,01 (1)

0150000

Besvruchten en kleinfruit

 

 

0151000

a)

druiven

0,7 (+)

0,4 (+)

0151010

Tafeldruiven

 

 

0151020

Wijndruiven

 

 

0152000

b)

aardbeien

0,02 (1) (+)

0,3 (+)

0153000

c)

rubussoorten

0,01 (1)

0,01 (1)

0153010

Bramen/braambessen

 

 

0153020

Dauwbramen

 

 

0153030

Frambozen (geel en rood)

 

 

0153990

Overige (2)

 

 

0154000

d)

ander kleinfruit en besvruchten

0,01 (1)

0,01 (1)

0154010

Blauwe bessen

 

 

0154020

Veenbessen

 

 

0154030

Aalbessen (rood, wit en zwart)

 

 

0154040

Kruisbessen (geel, groen en rood)

 

 

0154050

Rozenbottels

 

 

0154060

Moerbeien (wit en zwart)

 

 

0154070

Azaroles/Middellandse Zeemispels

 

 

0154080

Vlierbessen

 

 

0154990

Overige (2)

 

 

0160000

Diverse vruchten met

 

 

0161000

a)

eetbare schil

 

 

0161010

Dadels

0,01 (1)

0,01 (1)

0161020

Vijgen

0,01 (1)

0,01 (1)

0161030

Tafelolijven

0,09

0,4

0161040

Kumquats

0,01 (1)

0,01 (1)

0161050

Carambola's

0,01 (1)

0,01 (1)

0161060

Kaki's/Japanse persimoenen

0,01 (1)

0,01 (1)

0161070

Jambolans/djamblangs

0,01 (1)

0,01 (1)

0161990

Overige (2)

0,01 (1)

0,01 (1)

0162000

b)

niet-eetbare schil, klein

0,01 (1)

0,01 (1)

0162010

Kiwi's (geel, groen, rood)

 

 

0162020

Lychees

 

 

0162030

Passievruchten/maracuja's

 

 

0162040

Woestijnvijgen/cactusvruchten

 

 

0162050

Sterappelen

 

 

0162060

Noord-Amerikaanse persimoenen

 

 

0162990

Overige (2)

 

 

0163000

c)

niet-eetbare schil, groot

 

 

0163010

Avocado's

0,03

0,5

0163020

Bananen

0,02

0,02 (1)

0163030

Mango's

0,04

0,2

0163040

Papaja's

0,01 (1)

0,02 (1)

0163050

Granaatappels

0,01 (1)

0,01 (1)

0163060

Cherimoya's

0,01 (1)

0,01 (1)

0163070

Guaves

0,01 (1)

0,01 (1)

0163080

Ananassen

0,02 (1) (+)

0,02 (1) (+)

0163090

Broodvruchten

0,01 (1)

0,01 (1)

0163100

Doerians

0,01 (1)

0,01 (1)

0163110

Zuurzakken/doerian blanda

0,01 (1)

0,01 (1)

0163990

Overige (2)

0,01 (1)

0,01 (1)

0200000

GROENTEN, VERS of BEVROREN

 

 

0210000

Wortel- en knolgewassen

 

 

0211000

a)

aardappelen

0,03

0,07

0212000

b)

tropische wortel- en knolgewassen

0,01 (1)

0,01 (1)

0212010

Cassave/maniok

 

 

0212020

Bataten (zoete aardappelen)

 

 

0212030

Yams

 

 

0212040

Arrowroot/pijlwortel

 

 

0212990

Overige (2)

 

 

0213000

c)

andere wortel- en knolgewassen, behalve suikerbiet

 

 

0213010

Rode bieten

0,01 (1)

0,01 (1)

0213020

Wortels

0,06

0,3

0213030

Knolselderij

0,01 (1)

0,01 (1)

0213040

Mierikswortels

0,01 (1)

0,01 (1)

0213050

Aardperen/topinamboers

0,01 (1)

0,01 (1)

0213060

Pastinaken

0,01 (1)

0,01 (1)

0213070

Wortelpeterselie

0,01 (1)

0,01 (1)

0213080

Radijzen

0,01 (1)

0,01 (1)

0213090

Schorseneren

0,01 (1)

0,01 (1)

0213100

Koolrapen

0,02 (1)

0,02 (1)

0213110

Rapen

0,01 (1)

0,01 (1)

0213990

Overige (2)

0,01 (1)

0,01 (1)

0220000

Bolgewassen

0,01 (1)

0,01 (1)

0220010

Knoflook

 

 

0220020

Uien

 

 

0220030

Sjalotten

 

 

0220040

Bosuien/groene uien en stengeluien

 

 

0220990

Overige (2)

 

 

0230000

Vruchtgroenten

 

 

0231000

a)

Solanaceae

 

 

0231010

Tomaten

0,04

0,2

0231020

Paprika's

0,04

0,7

0231030

Aubergines

0,04

0,2

0231040

Okra's, okers

0,01 (1)

0,01 (1)

0231990

Overige (2)

0,01 (1)

0,01 (1)

0232000

b)

Cucurbitaceae met eetbare schil

 

 

0232010

Komkommers

0,02 (1)

0,5

0232020

Augurken

0,01 (1)

0,01 (1)

0232030

Courgettes

0,02 (1)

0,5

0232990

Overige (2)

0,01 (1)

0,01 (1)

0233000

c)

Cucurbitaceae met niet-eetbare schil

 

 

0233010

Meloenen

0,02 (1) (+)

0,15 (+)

0233020

Pompoenen

0,01 (1)

0,01 (1)

0233030

Watermeloenen

0,02 (1) (+)

0,15 (+)

0233990

Overige (2)

0,01 (1)

0,01 (1)

0234000

d)

suikermais

0,01 (1)

0,02 (1)

0239000

e)

andere vruchtgroenten

0,01 (1)

0,01 (1)

0240000

Koolsoorten (met uitzondering van wortels en babyleafgewassen van Brassica)

 

 

0241000

a)

bloemkoolachtigen

0,02 (1)

 

0241010

Broccoli

 

0,3

0241020

Bloemkolen

 

0,02 (1)

0241990

Overige (2)

 

0,01 (1)

0242000

b)

sluitkoolachtigen

0,02 (1)

0,02 (1)

0242010

Spruitjes

 

 

0242020

Sluitkolen

 

 

0242990

Overige (2)

 

 

0243000

c)

bladkoolachtigen

0,3

0,02 (1)

0243010

Chinese kool/petsai

 

 

0243020

Boerenkolen

 

 

0243990

Overige (2)

 

 

0244000

d)

koolrabi's

0,04 (+)

0,01 (1)

0250000

Bladgroenten, kruiden en eetbare bloemen

 

 

0251000

a)

slasoorten

 

 

0251010

Veldsla

0,01 (1)

0,01 (1)

0251020

Sla

0,1

5

0251030

Andijvie

0,1 (+)

5 (+)

0251040

Tuinkers en andere kiemen en scheuten

0,01 (1)

0,01 (1)

0251050

Winterkers

0,01 (1)

0,01 (1)

0251060

Raketsla/rucola

0,01 (1)

0,01 (1)

0251070

Rode amsoi

0,01 (1)

0,01 (1)

0251080

Babyleafgewassen (met inbegrip vanBrassica-soorten)

0,01 (1)

0,01 (1)

0251990

Overige (2)

0,01 (1)

0,01 (1)

0252000

b)

spinazie en dergelijke bladgroente

0,01 (1)

0,01 (1)

0252010

Spinazie

 

 

0252020

Postelein

 

 

0252030

Snijbiet

 

 

0252990

Overige (2)

 

 

0253000

c)

druivenbladeren en bladeren van dergelijke soorten

0,01 (1)

0,01 (1)

0254000

d)

waterkers

0,01 (1)

0,01 (1)

0255000

e)

witlof/witloof/Brussels lof

0,01 (1)

0,01 (1)

0256000

f)

kruiden en eetbare bloemen

1,5

 

0256010

Kervel

 

0,02 (1)

0256020

Bieslook

 

0,02 (1)

0256030

Bladselderij/snijselder

 

0,02 (1)

0256040

Peterselie

 

0,02 (1)

0256050

Salie

 

0,02 (1)

0256060

Rozemarijn

 

0,02 (1)

0256070

Tijm

 

0,02 (1)

0256080

Basilicum en eetbare bloemen

 

1,5

0256090

Laurierblad

 

0,02 (1)

0256100

Dragon

 

0,02 (1)

0256990

Overige (2)

 

0,02 (1)

0260000

Peulgroenten

 

 

0260010

Bonen (met peul)

0,2

0,3

0260020

Bonen (zonder peul)

0,01 (1)

0,02 (1)

0260030

Erwten (met peul)

0,2

0,3

0260040

Erwten (zonder peul)

0,01 (1)

0,02 (1)

0260050

Linzen

0,01 (1)

0,02 (1)

0260990

Overige (2)

0,01 (1)

0,01 (1)

0270000

Stengelgroenten

 

 

0270010

Asperges

0,01 (1)

0,01 (1)

0270020

Kardoenen

0,01 (1)

0,01 (1)

0270030

Bleekselderij

0,04

1

0270040

Knolvenkel

0,01 (1)

0,01 (1)

0270050

Artisjokken

0,05

0,5

0270060

Preien

0,01 (1)

0,01 (1)

0270070

Rabarber

0,01 (1)

0,01 (1)

0270080

Bamboescheuten

0,01 (1)

0,01 (1)

0270090

Palmharten

0,01 (1)

0,01 (1)

0270990

Overige (2)

0,01 (1)

0,01 (1)

0280000

Paddenstoelen, mossen en korstmossen

0,01 (1)

0,01 (1)

0280010

Gekweekte paddenstoelen

 

 

0280020

Wilde paddenstoelen

 

 

0280990

Mossen en korstmossen

 

 

0290000

Algen en prokaryote organismen

0,01 (1)

0,01 (1)

0300000

PEULVRUCHTEN

0,02

0,04

0300010

Bonen

 

 

0300020

Linzen

 

 

0300030

Erwten

 

 

0300040

Lupinen/lupinebonen

 

 

0300990

Overige (2)

 

 

0400000

OLIEHOUDENDE ZADEN EN VRUCHTEN

 

 

0401000

Oliehoudende zaden

0,02 (1)

 

0401010

Lijnzaad

 

0,02 (1)

0401020

Pinda's/aardnoten

 

0,02 (1)

0401030

Papaverzaad/maanzaad

 

0,02 (1)

0401040

Sesamzaad

 

0,02 (1)

0401050

Zonnebloemzaad

 

0,02 (1)

0401060

Koolzaad

 

0,02 (1)

0401070

Sojabonen

 

0,04

0401080

Mosterdzaad

 

0,02 (1)

0401090

Katoenzaad

 

0,02 (1)

0401100

Pompoenzaad

 

0,02 (1)

0401110

Saffloerzaad

 

0,02 (1)

0401120

Bernagiezaad

 

0,02 (1)

0401130

Huttentutzaad

 

0,02 (1)

0401140

Hennepzaad

 

0,02 (1)

0401150

Wonderbonen

 

0,02 (1)

0401990

Overige (2)

 

0,01 (1)

0402000

Oliehoudende vruchten

 

 

0402010

Olijven voor oliewinning

0,09

0,4

0402020

Palmpitten

0,01 (1)

0,01 (1)

0402030

Palmvruchten

0,01 (1)

0,01 (1)

0402040

Kapok

0,01 (1)

0,01 (1)

0402990

Overige (2)

0,01 (1)

0,01 (1)

0500000

GRANEN

 

 

0500010

Gerst

0,04

0,4

0500020

Boekweit en andere pseudogranen

0,01 (1)

0,01 (1)

0500030

Mais

0,02 (1)

0,05

0500040

Gierst/pluimgierst

0,01 (1)

0,01 (1)

0500050

Haver

0,02 (1)

0,02 (1)

0500060

Rijst

0,5

0,01 (1)

0500070

Rogge

0,02 (1)

0,02 (1)

0500080

Sorghum

0,01 (1)

0,01 (1)

0500090

Tarwe

0,02 (1)

0,05

0500990

Overige (2)

0,01 (1)

0,01 (1)

0600000

THEE, KOFFIE, KRUIDENTHEE, CACAO EN CAROB

 

 

0610000

Thee

0,7

20

0620000

Koffiebonen

0,05

0,2

0630000

Kruidenthee van

0,05 (1)

0,05 (1)

0631000

a)

bloemen

 

 

0631010

Kamille

 

 

0631020

Hibiscus/roselle

 

 

0631030

Roos

 

 

0631040

Jasmijn

 

 

0631050

Lindebloesem

 

 

0631990

Overige (2)

 

 

0632000

b)

bladeren en kruiden

 

 

0632010

Aardbei

 

 

0632020

Rooibos

 

 

0632030

Maté

 

 

0632990

Overige (2)

 

 

0633000

c)

wortels

 

 

0633010

Valeriaan

 

 

0633020

Ginseng

 

 

0633990

Overige (2)

 

 

0639000

d)

alle andere delen van de plant

 

 

0640000

Cacaobonen

0,02 (1)

0,02 (1)

0650000

Carob/johannesbrood

0,05 (1)

0,05 (1)

0700000

HOP

0,07

0,09

0800000

SPECERIJEN

 

 

0810000

Als specerij gebruikte zaden

0,05 (1)

0,05 (1)

0810010

Anijs

 

 

0810020

Zwarte komijn

 

 

0810030

Selderij

 

 

0810040

Koriander

 

 

0810050

Komijn

 

 

0810060

Dille

 

 

0810070

Venkel

 

 

0810080

Fenegriek

 

 

0810090

Nootmuskaat

 

 

0810990

Overige (2)

 

 

0820000

Als specerij gebruikte vruchten

0,05 (1)

0,05 (1)

0820010

Piment

 

 

0820020

Szechuanpeper/anijspeper

 

 

0820030

Karwij

 

 

0820040

Kardemom

 

 

0820050

Jeneverbes

 

 

0820060

Peperkorrel (groen, wit en zwart)

 

 

0820070

Vanille

 

 

0820080

Tamarinde

 

 

0820990

Overige (2)

 

 

0830000

Als specerij gebruikte bast

0,05 (1)

0,05 (1)

0830010

Kaneel

 

 

0830990

Overige (2)

 

 

0840000

Als specerij gebruikte wortels en wortelstokken

 

 

0840010

Zoethout

0,05 (1)

0,05 (1)

0840020

Gember

0,05 (1)

0,05 (1)

0840030

Geelwortel/kurkuma/koenjit

0,05 (1)

0,05 (1)

0840040

Mierikswortel

(+)

(+)

0840990

Overige (2)

0,05 (1)

0,05 (1)

0850000

Als specerij gebruikte knoppen

0,05 (1)

0,05 (1)

0850010

Kruidnagels

 

 

0850020

Kappertjes

 

 

0850990

Overige (2)

 

 

0860000

Als specerij gebruikte stampers

0,05 (1)

0,05 (1)

0860010

Saffraan

 

 

0860990

Overige (2)

 

 

0870000

Als specerij gebruikte zaadrokken

0,05 (1)

0,05 (1)

0870010

Foelie

 

 

0870990

Overige (2)

 

 

0900000

SUIKERGEWASSEN

 

 

0900010

Suikerbiet

0,02 (1)

0,02 (1)

0900020

Suikerriet

0,4

0,01 (1)

0900030

Wortelcichorei

0,01 (1)

0,01 (1)

0900990

Overige (2)

0,01 (1)

0,01 (1)

1000000

PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG — LANDDIEREN

 

 

1010000

Weefsels van

 

 

1011000

a)

varkens

 

 

1011010

Spier

0,02 (1)

0,02

1011020

Vetweefsel

0,02 (1)

0,01 (1)

1011030

Lever

0,2

0,01 (1)

1011040

Nier

0,02 (1)

0,01 (1)

1011050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,2

0,02

1011990

Overige (2)

0,01 (1)

0,01 (1)

1012000

b)

runderen

 

 

1012010

Spier

0,02 (1)

0,02

1012020

Vetweefsel

0,02 (1)

0,01 (1)

1012030

Lever

0,2

0,01 (1)

1012040

Nier

0,02 (1)

0,01 (1)

1012050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,2

0,02

1012990

Overige (2)

0,01 (1)

0,01 (1)

1013000

c)

schapen

 

 

1013010

Spier

0,02 (1)

0,02

1013020

Vetweefsel

0,02 (1)

0,01 (1)

1013030

Lever

0,2

0,01 (1)

1013040

Nier

0,02 (1)

0,01 (1)

1013050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,2

0,02

1013990

Overige (2)

0,01 (1)

0,01 (1)

1014000

d)

geiten

 

 

1014010

Spier

0,02 (1)

0,02

1014020

Vetweefsel

0,02 (1)

0,01 (1)

1014030

Lever

0,2

0,01 (1)

1014040

Nier

0,02 (1)

0,01 (1)

1014050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,2

0,02

1014990

Overige (2)

0,01 (1)

0,01 (1)

1015000

e)

paardachtigen

 

 

1015010

Spier

0,02 (1)

0,02

1015020

Vetweefsel

0,02 (1)

0,01 (1)

1015030

Lever

0,2

0,01 (1)

1015040

Nier

0,02 (1)

0,01 (1)

1015050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,2

0,02

1015990

Overige (2)

0,01 (1)

0,01 (1)

1016000

f)

pluimvee

 

0,01 (1)

1016010

Spier

0,01 (1)

 

1016020

Vetweefsel

0,01 (1)

 

1016030

Lever

0,1

 

1016040

Nier

0,01 (1)

 

1016050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,1

 

1016990

Overige (2)

0,01 (1)

 

1017000

g)

andere gekweekte landdieren

 

 

1017010

Spier

0,02 (1)

0,02

1017020

Vetweefsel

0,02 (1)

0,01 (1)

1017030

Lever

0,2

0,01 (1)

1017040

Nier

0,02 (1)

0,01 (1)

1017050

Eetbare slachtafvallen (anders dan lever en nier)

0,2

0,02

1017990

Overige (2)

0,01 (1)

0,01 (1)

1020000

Melk

0,02

0,05

1020010

Runderen

 

 

1020020

Schapen

 

 

1020030

Geiten

 

 

1020040

Paarden

 

 

1020990

Overige (2)

 

 

1030000

Vogeleieren

0,01 (1)

0,01 (1)

1030010

Kippen

 

 

1030020

Eenden

 

 

1030030

Ganzen

 

 

1030040

Kwartels

 

 

1030990

Overige (2)

 

 

1040000

Honing en andere producten van de bijenteelt

0,05 (1)

0,05 (1)

1050000

Amfibieën en reptielen

0,01 (1)

0,01 (1)

1060000

Ongewervelde landdieren

0,01 (1)

0,01 (1)

1070000

In het wild levende gewervelde landdieren

0,01 (1)

0,01 (1)


(1)  Bepaalbaarheidsgrens

(1)  Voor de volledige lijst van producten van plantaardige en dierlijke oorsprong waarvoor de MRL's gelden, zie bijlage I.

Clothianidine

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot de stabiliteit bij opslag ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op 6 februari 2018 is ingediend of, als die informatie op die datum niet is ingediend, met het ontbreken ervan.

0110000

Citrusvruchten

0110010

Grapefruits/pompelmoezen

0110020

Sinaasappelen

0110030

Citroenen

0110040

Limoenen/lemmetjes

0110050

Mandarijnen

0110990

Overige

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot residuproeven met thiamethoxam ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op 6 februari 2018 is ingediend of, als die informatie op die datum niet is ingediend, met het ontbreken ervan.

0140020

Kersen (zoet)

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot de stabiliteit bij opslag ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op 6 februari 2018 is ingediend of, als die informatie op die datum niet is ingediend, met het ontbreken ervan.

0151000

a)

druiven

0151010

Tafeldruiven

0151020

Wijndruiven

0152000

b)

aardbeien

0163080

Ananassen

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot residuproeven met thiamethoxam ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op 6 februari 2018 is ingediend of, als die informatie op die datum niet is ingediend, met het ontbreken ervan.

0233010

Meloenen

0233030

Watermeloenen

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot residuproeven ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op 6 februari 2018 is ingediend of, als die informatie op die datum niet is ingediend, met het ontbreken ervan.

0244000

d)

koolrabi's

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot residuproeven met thiamethoxam ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op 6 februari 2018 is ingediend of, als die informatie op die datum niet is ingediend, met het ontbreken ervan.

0251030

Andijvie

(+)

Het maximumresidugehalte voor mierikswortel (Armoracia rusticana) in de groep „specerijen” (code 0840040) is hetzelfde als voor mierikswortels (Armoracia rusticana) in de groep „wortel- en knolgewassen” (code 0213040) van de categorie „groenten”, rekening houdend met wijzigingen in de gehalten als gevolg van verwerking (drogen) overeenkomstig artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005.

0840040

Mierikswortel

Thiamethoxam

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot de stabiliteit bij opslag ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op 6 februari 2018 is ingediend of, als die informatie op die datum niet is ingediend, met het ontbreken ervan.

0110000

Citrusvruchten

0110010

Grapefruits/pompelmoezen

0110020

Sinaasappelen

0110030

Citroenen

0110040

Limoenen/lemmetjes

0110050

Mandarijnen

0110990

Overige

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot residuproeven ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op 6 februari 2018 is ingediend of, als die informatie op die datum niet is ingediend, met het ontbreken ervan.

0140010

Abrikozen

0140020

Kersen (zoet)

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot de stabiliteit bij opslag ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op 6 februari 2018 is ingediend of, als die informatie op die datum niet is ingediend, met het ontbreken ervan.

0151000

a)

druiven

0151010

Tafeldruiven

0151020

Wijndruiven

0152000

b)

aardbeien

0163080

Ananassen

(+)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vastgesteld dat bepaalde informatie met betrekking tot residuproeven ontbreekt. Bij herbeoordeling van het MRL zal de Commissie met die informatie rekening houden als die uiterlijk op 6 februari 2018 is ingediend of, als die informatie op die datum niet is ingediend, met het ontbreken ervan.

0233010

Meloenen

0233030

Watermeloenen

0251030

Andijvie

(+)

Het maximumresidugehalte voor mierikswortel (Armoracia rusticana) in de groep „specerijen” (code 0840040) is hetzelfde als voor mierikswortels (Armoracia rusticana) in de groep „wortel- en knolgewassen” (code 0213040) van de categorie „groenten”, rekening houdend met wijzigingen in de gehalten als gevolg van verwerking (drogen) overeenkomstig artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005.

0840040

Mierikswortel”


8.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 97/24


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/672 VAN DE COMMISSIE

van 7 april 2017

tot verlening van een vergunning voor een gezondheidsclaim voor levensmiddelen die niet over ziekterisicobeperking en de ontwikkeling en gezondheid van kinderen gaat en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 432/2012

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen (1), en met name artikel 18, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 1924/2006 bepaalt dat gezondheidsclaims voor levensmiddelen verboden zijn, tenzij de Commissie daarvoor overeenkomstig die verordening een vergunning heeft verleend en zij zijn opgenomen in een lijst van toegestane claims.

(2)

Krachtens artikel 13, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1924/2006 is Verordening (EU) nr. 432/2012 van de Commissie (2) vastgesteld, waarin een lijst is opgenomen van toegestane gezondheidsclaims voor levensmiddelen die niet over ziekterisicobeperking en de ontwikkeling en gezondheid van kinderen gaan.

(3)

In Verordening (EG) nr. 1924/2006 wordt eveneens bepaald dat aanvragen voor een vergunning voor een gezondheidsclaim door exploitanten van levensmiddelenbedrijven bij de bevoegde nationale autoriteit van een lidstaat kunnen worden ingediend. De bevoegde nationale autoriteit moet geldige aanvragen doorsturen naar de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid („EFSA”) voor een wetenschappelijke beoordeling en naar de Commissie en de lidstaten ter informatie.

(4)

De EFSA moet een advies uitbrengen over de desbetreffende gezondheidsclaim.

(5)

De Commissie moet een besluit nemen over de verlening van een vergunning voor gezondheidsclaims en daarbij rekening houden met het advies van de EFSA.

(6)

Om de innovatie te stimuleren wordt een versnelde vorm van vergunningverlening toegepast op gezondheidsclaims die op nieuw ontwikkeld wetenschappelijk bewijsmateriaal zijn gebaseerd en/of een verzoek om bescherming van door eigendomsrechten beschermde gegevens omvatten.

(7)

Ingevolge een aanvraag van AlzChem AG, die werd ingediend overeenkomstig artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1924/2006, moest de EFSA een advies uitbrengen over een gezondheidsclaim met betrekking tot creatine in combinatie met weerstandstraining en verbetering van spierkracht (vraag nr. EFSA-Q-2015-00437 (3)). De door de aanvrager voorgestelde claim luidde als volgt: „creatine draagt bij tot de instandhouding van de werking van de spieren bij ouderen”.

(8)

Op 23 februari 2016 hebben de Commissie en de lidstaten het wetenschappelijk advies van de EFSA ontvangen, waarin op grond van de overgelegde gegevens is geconcludeerd dat een oorzakelijk verband was vastgesteld tussen de consumptie van creatine in combinatie met weerstandstraining en verbetering van spierkracht. Het doelpubliek betreft volwassenen ouder dan 55 die geregeld aan weerstandstraining doen. Een gezondheidsclaim waarin deze conclusie tot uiting komt, moet daarom worden geacht te voldoen aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1924/2006 en worden opgenomen in de EU-lijst van toegestane claims van Verordening (EU) nr. 432/2012.

(9)

Een van de doelstellingen van Verordening (EG) nr. 1924/2006 is ervoor te zorgen dat gezondheidsclaims waarheidsgetrouw, duidelijk en betrouwbaar zijn en de consument zinvol helpen, en dat de formulering en de presentatie in dat verband in aanmerking worden genomen. Als de formulering van de door de aanvrager gebruikte claims dezelfde betekenis voor consumenten heeft als die van een toegestane gezondheidsclaim, doordat deze hetzelfde verband aantonen tussen een levensmiddelencategorie, een levensmiddel of een van de bestanddelen daarvan en de gezondheid, moeten deze claims aan dezelfde gebruiksvoorwaarden voldoen als die welke in de bijlage bij deze verordening zijn opgenomen.

(10)

In overeenstemming met artikel 20 van Verordening (EG) nr. 1924/2006 moet het repertorium van voedings- en gezondheidsclaims dat alle toegestane gezondheidsclaims omvat, worden bijgewerkt om rekening te houden met deze verordening.

(11)

Verordening (EU) nr. 432/2012 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(12)

De lidstaten zijn geraadpleegd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in de bijlage bij deze verordening opgenomen gezondheidsclaim wordt opgenomen in de lijst van toegestane claims van de Unie zoals bedoeld in artikel 13, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1924/2006.

Artikel 2

De bijlage bij Verordening (EU) nr. 432/2012 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 april 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 404 van 30.12.2006, blz. 9.

(2)  Verordening (EU) nr. 432/2012 van de Commissie van 16 mei 2012 tot vaststelling van een lijst van toegestane gezondheidsclaims voor levensmiddelen die niet over ziekterisicobeperking en de ontwikkeling en gezondheid van kinderen gaan (PB L 136 van 25.5.2012, blz. 1).

(3)  EFSA Journal 2016; 14(2):4400.


BIJLAGE

In de bijlage bij Verordening (EU) nr. 432/2012 wordt de volgende vermelding in alfabetische volgorde ingevoegd:

Nutriënt, stof, levensmiddel of levensmiddelencategorie

Claim

Voorwaarden voor het gebruik van de claim

Voorwaarden voor en/of beperkingen van het gebruik van het levensmiddel en/of aanvullende vermelding of waarschuwing

Nummer EFSA Journal

Relevant nummer van opname in de bij de EFSA ter beoordeling ingediende geconsolideerde lijst

„Creatine

Dagelijkse creatineconsumptie kan het effect van weerbaarheidstraining voor spierkracht bij volwassenen ouder dan 55 versterken.

Aan de consument moet onderstaande informatie worden verstrekt:

de claim is gericht op volwassenen ouder dan 55 die geregeld aan weerstandstraining doen;

het gunstige effect wordt verkregen bij een dagelijkse inname van 3 g creatine in combinatie met een weerstandstraining die een toename van de werkbelasting na verloop van tijd mogelijk maakt en die ten minste drie keer per week gedurende enkele weken moet worden gedaan aan een intensiteit van ten minste 65 %-75 % van 1RM (*1).

De claim mag alleen worden gebruikt voor levensmiddelen die bestemd zijn voor volwassenen ouder dan 55 die geregeld aan weerstandstraining doen.

2016;14(2):4400

 


(*1)  1RM (1 repetitie maximaal) is het maximale gewicht of de maximale kracht die een individu in één enkele beweging kan uitoefenen.”


8.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 97/27


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/673 VAN DE COMMISSIE

van 7 april 2017

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 april 2017.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal

Directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

EG

156,4

MA

120,1

SN

284,4

TN

214,0

TR

110,5

ZZ

177,1

0707 00 05

MA

65,6

TR

156,1

ZZ

110,9

0709 93 10

MA

46,6

TR

147,2

ZZ

96,9

0805 10 22 , 0805 10 24 , 0805 10 28

EG

54,1

IL

79,4

MA

52,6

TN

58,2

TR

55,3

ZZ

59,9

0805 50 10

AR

61,0

TR

69,6

ZZ

65,3

0808 10 80

BR

107,0

CL

91,4

CN

161,4

TR

98,3

US

133,8

ZA

106,0

ZZ

116,3

0808 30 90

AR

124,6

CH

128,6

CL

131,7

CN

98,9

US

174,6

ZA

132,8

ZZ

131,9


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


BESLUITEN

8.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 97/29


BESLUIT (EU) 2017/674 VAN DE RAAD

van 3 april 2017

tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie tijdens de achtste vergadering van de Conferentie van de partijen bij het Verdrag van Rotterdam moet worden ingenomen ten aanzien van wijzigingen van bijlage III bij het Verdrag van Rotterdam inzake de procedure met betrekking tot voorafgaande geïnformeerde toestemming ten aanzien van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen en pesticiden in de internationale handel

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, en artikel 207, lid 3, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Unie heeft het Verdrag van Rotterdam inzake de procedure met betrekking tot voorafgaande geïnformeerde toestemming ten aanzien van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen en pesticiden in de internationale handel („het Verdrag van Rotterdam”) goedgekeurd bij Besluit 2006/730/EG van de Raad (1). Het Verdrag van Rotterdam is op 24 februari 2004 in werking getreden.

(2)

Het Verdrag van Rotterdam is in de Unie ten uitvoer gelegd bij Verordening (EU) nr. 649/2012 van het Europees Parlement en de Raad (2).

(3)

Om ervoor te zorgen dat invoerende landen de bescherming genieten waarin het Verdrag van Rotterdam voorziet, is het noodzakelijk de aanbeveling van de Commissie ter beoordeling van chemische stoffen, een hulporgaan bij het Verdrag van Rotterdam, inzake de opneming van carbofuran, carbosulfan, wit asbest (chrysotiel), gechloreerde paraffine met korte keten, alle tributyltinverbindingen, trichloorfon, fenthion (ULV-formuleringen (Ultra Low Volume) met 640 g werkzame stof/liter of meer), alsook vloeibare formuleringen (emulgeerbaar concentraat en oplosbaar concentraat) die paraquatdichloride in een concentratie van 276 g/liter of meer bevatten, wat overeenkomt met een concentratie van paraquat-ion van 200 g/liter of meer, in bijlage III bij het Verdrag van Rotterdam, te steunen. Die stoffen zijn in de Unie reeds verboden of strikt gereguleerd, en derhalve gelden voor de uitvoer ervan voorschriften die verder reiken dan de eisen van het Verdrag van Rotterdam.

(4)

Naar verwachting zullen op de achtste vergadering van de Conferentie van de partijen bij het Verdrag van Rotterdam beslissingen worden genomen over de voorgestelde wijzigingen van bijlage III bij het Verdrag van Rotterdam. De Unie dient die wijzigingen te steunen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Europese Unie op de achtste vergadering van de Conferentie van de partijen bij het Verdrag van Rotterdam moet worden genomen, bestaat erin dat de Unie de aanneming steunt van de wijzigingen van bijlage III bij het Verdrag van Rotterdam inzake de procedure met betrekking tot voorafgaande geïnformeerde toestemming ten aanzien van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen en pesticiden in de internationale handel (3) wat betreft de opneming van carbofuran, carbosulfan, wit asbest (chrysotiel), gechloreerde paraffine met korte keten, alle tributyltinverbindingen, trichloorfon, fenthion (ULV-formuleringen (Ultra Low Volume) met 640 g werkzame stof/liter of meer), alsook vloeibare formuleringen (emulgeerbaar concentraat en oplosbaar concentraat) die paraquatdichloride in een concentratie van 276 g/liter of meer bevatten, wat overeenkomt met een concentratie van paraquat-ion van 200 g/liter of meer.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 3 april 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

R. GALDES


(1)  Besluit 2006/730/EG van de Raad van 25 september 2006 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag van Rotterdam inzake de procedure met betrekking tot voorafgaande geïnformeerde toestemming ten aanzien van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen en pesticiden in de internationale handel (PB L 299 van 28.10.2006, blz. 23).

(2)  Verordening (EU) nr. 649/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 60).

(3)  PB L 63 van 6.3.2003, blz. 29.


8.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 97/31


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2017/675 VAN DE COMMISSIE

van 7 april 2017

betreffende maatregelen om de insleep in de Unie van het mond-en-klauwzeervirus uit Algerije te voorkomen

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 2432)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 91/496/EEG van de Raad van 15 juli 1991 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht en tot wijziging van de Richtlijnen 89/662/EEG, 90/425/EEG en 90/675/EEG (1), en met name artikel 18, lid 6,

Gezien Richtlijn 97/78/EG van de Raad van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (2), en met name artikel 22, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 91/496/EEG stelt de beginselen vast voor de veterinaire controles voor dieren die uit derde landen in de Unie worden binnengebracht. De richtlijn bepaalt welke maatregelen de Commissie kan nemen indien zich op het grondgebied van een derde land een ziekte voordoet of verspreidt waaraan ernstige gevaren voor de gezondheid van dieren of mensen kunnen zijn verbonden.

(2)

Richtlijn 97/78/EG stelt de beginselen vast voor de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Unie worden binnengebracht. De richtlijn bepaalt welke maatregelen de Commissie kan nemen indien zich op het grondgebied van een derde land een ziekte voordoet of verspreidt waaraan ernstige gevaren voor de gezondheid van dieren of mensen kunnen zijn verbonden.

(3)

Mond-en-klauwzeer is een van de meest besmettelijke ziekten bij runderen, schapen, geiten en varkens. Het virus dat de ziekte veroorzaakt, kan zich zeer snel verspreiden, met name via producten afkomstig van geïnfecteerde dieren en via besmette levenloze objecten, waaronder vervoermiddelen zoals transportvoertuigen voor dieren. Het virus kan tevens naargelang de temperatuur gedurende meerdere weken overleven in een verontreinigde omgeving buiten het gastdier.

(4)

Op 31 maart 2017 heeft Algerije aan de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE) een uitbraak van mond-en-klauwzeer van serotype A in het westelijke deel van zijn grondgebied bevestigd. In de onmiddellijke kennisgeving worden geen andere maatregelen ter bestrijding van de ziekte genoemd dan vaccinatie.

(5)

De aanwezigheid van mond-en-klauwzeer in Algerije kan een ernstig gevaar betekenen voor de veestapel van de Unie.

(6)

De mond-en-klauwzeersituatie in Algerije blijft onzeker en een aanzienlijk aantal partijen levende runderen wordt uit EU-lidstaten naar dat land uitgevoerd.

(7)

Wegens de mond-en-klauwzeersituatie in Algerije moeten derhalve op Unieniveau beschermende maatregelen worden getroffen die rekening houden met de overleving van het mond-en-klauwzeervirus in de omgeving en met de mogelijke routes waarlangs dat virus kan worden versleept.

(8)

Transportvoertuigen voor dieren en veeschepen die worden gebruikt voor het vervoer van levende dieren naar Algerije, kunnen in die landen met het mond-en-klauwzeervirus worden verontreinigd en vormen derhalve bij hun terugkeer in de Unie een risico van insleep van de ziekte.

(9)

Adequate reiniging en ontsmetting van transportvoertuigen voor dieren en veeschepen is de meest geschikte manier om het gevaar voor snelle versleping van het virus over grote afstanden te verminderen.

(10)

Daarom moet worden gewaarborgd dat alle transportvoertuigen voor dieren en veeschepen die levende dieren naar bestemmingen in Algerije hebben vervoerd, naar behoren worden gereinigd en ontsmet, en dat die reiniging en ontsmetting met de nodige bewijsstukken worden gestaafd in een verklaring die de exploitant of bestuurder bij de bevoegde autoriteit op het punt van binnenkomst in de Unie moet indienen.

(11)

Daarnaast moeten die maatregelen ook van toepassing zijn op voertuigen en schepen uit Algerije die via Marokko en Tunesië komen, aangezien die landen mogelijk op de route liggen van transportvoertuigen voor dieren die uit Algerije op de terugweg naar de Unie zijn.

(12)

De exploitant of bestuurder moet ervoor zorgen dat voor elk transportvoertuig voor dieren en veeschip dat levende dieren naar bestemmingen in Algerije heeft vervoerd, gedurende ten minste drie jaar een reinigings- en ontsmettingscertificaat wordt bijgehouden.

(13)

De lidstaten moeten ook de mogelijkheid hebben voertuigen die diervoeders vervoeren uit of die diervoeders hebben vervoerd naar besmette landen en waarvoor een aanzienlijk risico op de insleep van mond-en-klauwzeer op het grondgebied van de Unie niet kan worden uitgesloten, te onderwerpen aan een ontsmetting ter plaatse van de wielen of, voor zover dat nodig wordt geacht om dat risico te beperken, enig ander onderdeel van het voertuig.

(14)

De in dit besluit vervatte maatregelen moeten van toepassing zijn voor een periode die lang genoeg is om een volledige evaluatie van de ontwikkeling van mond-en-klauwzeer in de getroffen gebieden uit te voeren.

(15)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In dit besluit wordt onder „transportvoertuig voor dieren” of „veeschip” elk voertuig of vaartuig dat wordt of is gebruikt voor het vervoer van levende landdieren verstaan.

Artikel 2

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat de exploitant of bestuurder van een transportvoertuig voor dieren of een veeschip bij aankomst uit Algerije, hetzij rechtstreeks, hetzij na doorvoer via Marokko of Tunesië, aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat op het punt van binnenkomst in de Unie informatie verstrekt waaruit blijkt dat het compartiment voor de dieren of voor de lading, indien van toepassing de carrosserie, de laadbrug, de uitrusting die in contact is geweest met dieren, de wielen en de cabine van de bestuurder, alsmede de beschermende kleding/laarzen die bij het lossen zijn gebruikt, na de laatste lossing van dieren zijn gereinigd en ontsmet.

2.   De in lid 1 bedoelde informatie wordt opgenomen in een overeenkomstig het model in bijlage I opgestelde verklaring of in enig ander document met gelijkwaardige vorm met daarin ten minste dezelfde gegevens als in het model.

3.   Het origineel van de in lid 2 bedoelde verklaring wordt gedurende drie jaar door de bevoegde autoriteit bewaard.

Artikel 3

1.   De bevoegde autoriteit van de lidstaat van het punt van binnenkomst in de Unie voert een visuele controle uit van de, hetzij rechtstreeks, hetzij na doorvoer via Marokko of Tunesië, uit Algerije afkomstige transportvoertuigen voor dieren om vast te stellen of zij voldoende gereinigd en ontsmet zijn.

2.   De bevoegde autoriteit van de lidstaat die belast is met de afgifte van het diergezondheidscertificaat voor de invoer in Algerije van levende dieren die moeten worden geladen, voert een visuele controle uit van de veeschepen om vast te stellen of zij vóór de lading van de dieren voldoende gereinigd en ontsmet zijn.

3.   Wanneer uit de in de leden 1 en 2 bedoelde controles blijkt dat de reiniging en de ontsmetting op bevredigende wijze zijn uitgevoerd of wanneer de bevoegde autoriteit naast de in lid 1 bedoelde maatregelen een verdere ontsmetting van reeds gereinigde transportvoertuigen voor dieren of veeschepen heeft gelast, georganiseerd en uitgevoerd, wordt dat door de bevoegde autoriteit geattesteerd door een certificaat overeenkomstig het model in bijlage II af te geven.

4.   Wanneer uit de in de leden 1 en 2 bedoelde controles blijkt dat de reiniging en de ontsmetting van het transportvoertuig voor dieren of het veeschip niet op bevredigende wijze zijn uitgevoerd, neemt de bevoegde autoriteit een van de volgende maatregelen:

a)

het transportvoertuig voor dieren of het veeschip naar behoren laten reinigen en ontsmetten op een door de bevoegde autoriteit aangewezen plaats die zo dicht mogelijk bij het punt van binnenkomst in de betrokken lidstaat ligt en het in lid 3 bedoelde certificaat afgeven;

b)

bij gebrek aan een geschikte locatie voor de reiniging en de ontsmetting in de nabijheid van het punt van binnenkomst of wanneer er een risico bestaat dat overblijfsels van dierlijke producten het ongereinigde transportvoertuig voor dieren of veeschip verlaten:

i)

het transportvoertuig voor dieren of het veeschip de toegang tot de Unie weigeren, of

ii)

ter plaatse een voorlopige ontsmetting verrichten van het transportvoertuig voor dieren of het veeschip dat niet op bevredigende wijze is gereinigd en ontsmet, in afwachting van de toepassing van de maatregelen bedoeld onder a).

5.   Het origineel van het in lid 3 bedoelde certificaat wordt gedurende drie jaar door de exploitant of bestuurder van het transportvoertuig voor dieren bewaard. Een kopie van dat certificaat wordt gedurende drie jaar door de bevoegde autoriteit bewaard.

Artikel 4

De bevoegde autoriteit van de lidstaat van het punt van binnenkomst in de Unie kan voertuigen die diervoeders hebben vervoerd uit of naar Algerije, waarvoor een aanzienlijk risico op de insleep van mond-en-klauwzeer in de Unie niet kan worden uitgesloten, onderwerpen aan een ontsmetting ter plaatse van de wielen of, voor zover dat nodig wordt geacht om dat risico te beperken, enig ander onderdeel van het voertuig.

Artikel 5

Dit besluit is van toepassing tot en met 30 april 2018.

Artikel 6

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 7 april 2017.

Voor de Commissie

Vytenis ANDRIUKAITIS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 268 van 24.9.1991, blz. 56.

(2)  PB L 24 van 30.1.1998, blz. 9.


BIJLAGE I

Modelverklaring te verstrekken door exploitanten/bestuurders van transportvoertuigen voor dieren/veeschepen die uit Algerije of via Marokko of Tunesië uit Algerije komen

Ondergetekende, exploitant/bestuurder van het transportvoertuig voor dieren/veeschip … (1)

verklaart het volgende:

De laatste lossing van dieren en diervoeders vond plaats in:

Land, regio, plaats

Datum (dd.mm.jjjj)

Tijdstip (uu:mm)

 

 

 

 

Het transportvoertuig voor dieren/veeschip is na het lossen gereinigd en ontsmet. De reiniging en ontsmetting omvatten het compartiment voor de dieren of voor de lading, [de carrosserie,] (2) de laadbrug, de uitrusting die in contact is geweest met dieren, de wielen en de cabine van de bestuurder, alsmede de beschermende kleding/laarzen die bij het lossen zijn gebruikt.

De reiniging en ontsmetting vonden plaats in:

Land, regio, plaats

Datum (dd.mm.jjjj)

Tijdstip (uu:mm)

 

 

 

 

Het ontsmettingsmiddel is gebruikt in de door de producent aanbevolen concentraties (3):

De volgende lading van dieren zal plaatsvinden in:

Land, regio, plaats

Datum (dd.mm.jjjj)

Tijdstip (uu:mm)

 

 

 

 


Datum

Plaats

Handtekening van de exploitant/bestuurder

 

 

 

Naam van de exploitant/bestuurder van het transportvoertuig voor dieren en het bedrijfsadres (in drukletters)


(1)  Stof en concentratie aangeven.

(2)  Schrappen indien niet van toepassing.

(3)  Kentekennummer/identificatienummer van het transportvoertuig voor dieren/veeschip invullen.


BIJLAGE II

Model van reinigings- en ontsmettingscertificaat voor transportvoertuigen voor dieren/veeschepen die uit Algerije of via Marokko of Tunesië uit Algerije komen

Ondergetekende, ambtenaar, verklaart dat hij:

1.

het (de) transportvoertuig(en) voor dieren/het veeschip (de veeschepen) met het (de) kentekennummer(s)/identificatienummer(s) … (1) vandaag heeft gecontroleerd en bij een visuele inspectie heeft geconstateerd dat het compartiment voor de dieren of voor de lading, [de carrosserie] (2), de laadbrug, de uitrusting die in contact is geweest met dieren, de wielen en de cabine van de bestuurder, alsmede de beschermende kleding/laarzen die bij het lossen zijn gebruikt, op bevredigende wijze zijn gereinigd;

2.

de informatie heeft gecontroleerd die is ingediend in de vorm van een verklaring als vastgesteld in bijlage I bij Uitvoeringsbesluit C(2017)2432 van de Commissie (EU) 2017/675 of in een ander document met gelijkwaardige vorm met betrekking tot de punten in bijlage I bij Uitvoeringsbesluit C(2017)2432 van de Commissie (3) (EU) 2017/675 .

Datum

Tijdstip

Plaats

Bevoegde autoriteit

Handtekening van de ambtenaar (*1)

 

 

 

 

 

Stempel:

Naam in drukletters:


(1)  Kentekennummer(s)/identificatienummer(s) van het (de) transportvoertuig(en) voor dieren/het veeschip (de veeschepen) invullen.

(2)  Schrappen indien niet van toepassing.

(3)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/675 van de Commissie van 7 april 2017 betreffende maatregelen om de insleep in de Unie van het mond-en-klauwzeervirus uit Algerije te voorkomen PB L 97 van 8.4.2017, blz. 31.

(*1)  De kleur van het stempel en de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst.