ISSN 1977-0758 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 126 |
|
![]() |
||
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
59e jaargang |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
14.5.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 126/1 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2016/757 VAN DE COMMISSIE
van 3 februari 2016
tot vaststelling van de verrichtingen in verband met de toepassing van de landbouwvoorschriften waarvoor informatie in het douane-informatiesysteem moet worden ingevoerd
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad van 13 maart 1997 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften (1), en met name artikel 23, lid 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het douane-informatiesysteem (DIS) heeft tot doel de bevoegde autoriteiten bij te staan bij het voorkomen, opsporen en vervolgen van handelingen die in strijd zijn met de douane- en landbouwvoorschriften. Om ervoor te zorgen dat het systeem blijft voldoen aan de behoeften van de bevoegde autoriteiten, moet de lijst van in het DIS in te voeren verrichtingen in verband met de toepassing van de landbouwvoorschriften, worden bijgewerkt. |
(2) |
De invoering in het DIS van gegevens over de verrichtingen in verband met de toepassing van de landbouwwetgeving moet worden beperkt tot producten uit de hoofdstukken 1 tot en met 24 van de gecombineerde nomenclatuur. |
(3) |
Het is van het grootste belang dat bewegingen van onder de landbouwwetgeving vallende producten gevolgd en getraceerd worden, zodat de bevoegde autoriteiten snel kunnen reageren op noodsituaties op het gebied van de volksgezondheid. Om ervoor te zorgen dat deze goederen in alle stadia van het transport kunnen worden gevolgd en getraceerd, moet informatie over de invoer, uitvoer, doorvoer, tijdelijke opslag en verplaatsingen binnen de EU ervan worden verstrekt, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De verrichtingen in verband met de toepassing van de landbouwvoorschriften waarvoor overeenkomstig artikel 23, lid 4, van Verordening (EG) nr. 515/97 gegevens in het DIS moeten worden ingevoerd, hebben betrekking op:
a) |
uit derde landen ingevoerde producten die vallen onder de in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid vastgestelde bepalingen en de specifieke voorschriften die ten aanzien van door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen zijn vastgesteld; |
b) |
naar derde landen uitgevoerde producten die vallen onder de in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid vastgestelde bepalingen en de specifieke voorschriften die ten aanzien van door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen zijn vastgesteld; |
c) |
het vervoer van producten die vallen onder de in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid vastgestelde bepalingen en de specifieke voorschriften die ten aanzien van door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen zijn vastgesteld, onder de regeling gemeenschappelijk douanevervoer of extern douanevervoer, en verrichtingen waarbij dergelijke producten die tijdelijk in de Unie zijn opgeslagen, weer uit de Unie geëxporteerd worden naar een derde land; |
d) |
het vervoer binnen de EU van producten waarvoor een beperking of verbod geldt op basis van de in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid vastgestelde bepalingen en de specifieke voorschriften die ten aanzien van door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen zijn vastgesteld, of van producten die EU-steun genieten. |
Artikel 2
Verordening (EG) nr. 696/98 van de Commissie (2) wordt ingetrokken.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 september 2016.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 3 februari 2016.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 82 van 22.3.1997, blz. 1.
(2) Verordening (EG) nr. 696/98 van de Commissie van 27 maart 1998 houdende toepassing van Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften (PB L 96 van 28.3.1998, blz. 22).
14.5.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 126/3 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2016/758 VAN DE COMMISSIE
van 4 februari 2016
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad, met name van bijlage III bij die verordening
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU (1), en met name artikel 49, lid 6,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op grond van Verordening (EU) nr. 1315/2013 kunnen de indicatieve kaarten van het trans-Europese vervoersnetwerk (TEN-T), die specifieke buurlanden bestrijken, op basis van overeenkomsten op hoog niveau inzake vervoersnetwerken tussen de Unie en de betrokken buurlanden worden aangepast. |
(2) |
Op 27 augustus 2015 is in Wenen tijdens de top met de 6 landen van de Westelijke Balkan een overeenkomst op hoog niveau bekrachtigd tussen de Unie en de Westelijke Balkanlanden Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Montenegro en Servië betreffende de aanpassing van de indicatieve uitbreiding van de kaarten van het uitgebreide TEN-T en de selectie van de kernnetwerkverbindingen op die kaarten. De overeenkomst heeft betrekking op de netwerken van wegen en spoorwegen en op de havens en luchthavens. De aanpassing van de indicatieve kaarten van het uitgebreide netwerk en, met name, de afbakening van het indicatief kernnetwerk, moeten de Unie in staat stellen doelgerichter samen te werken met de Westelijke Balkan, onder meer wat de toekenning van financiële bijstand betreft. |
(3) |
Op 30 oktober 2015 is in het kader van het Gemengd comité dat bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte is opgericht een overeenkomst gesloten tussen de Unie, IJsland en Noorwegen over de aanpassing van de kaarten van het uitgebreide TEN-T en de indicatieve uitbreiding van dat netwerk in de betrokken landen. De aanpassing betreft een beperkt aantal wijzigingen van de kaarten met de netwerken van wegen, havens en luchthavens om het indicatieve TEN-T beter te doen aansluiten bij de TEN-T-methodiek (2). |
(4) |
Verordening (EU) nr. 1315/2013 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1315/2013 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 4 februari 2016.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 348 van 20.12.2013, blz. 1.
(2) SWD (2013) 542 final.
BIJLAGE
Bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1315/2013 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Punt 11.1 wordt vervangen door:
„ |
2) |
Punt 11.2 wordt vervangen door:
„ |
3) |
Punt 11.3 wordt vervangen door:
„ |
4) |
Punt 11.4 wordt vervangen door:
„ |
5) |
Punt 13.1 wordt vervangen door:
„ |
6) |
Punt 13.2 wordt vervangen door:
„ |
7) |
Punt 13.3 wordt vervangen door:
„ |
8) |
Punt 13.4 wordt vervangen door:
„ |
14.5.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 126/13 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/759 VAN DE COMMISSIE
van 28 april 2016
tot vaststelling van lijsten van derde landen, delen van derde landen en gebieden waaruit de lidstaten het binnenbrengen in de Unie van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong moeten toestaan, tot vaststelling van certificeringsvoorschriften, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en tot intrekking van Beschikking 2003/812/EG
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (1), en met name artikel 8, lid 1, en artikel 9, lid 4,
Gezien Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (2), en met name artikel 11, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 854/2004 vereist dat producten van dierlijke oorsprong alleen mogen worden ingevoerd uit een derde land of een deel van een derde land dat voorkomt op een overeenkomstig die verordening opgestelde lijst. |
(2) |
Beschikking 2003/812/EG van de Commissie (3) bevat lijsten van derde landen waaruit de lidstaten de invoer van bepaalde producten voor menselijke consumptie als bedoeld in Richtlijn 92/118/EEG van de Raad (4) moeten toestaan. Een van die lijsten heeft betrekking op de derde landen of delen van derde landen waaruit de invoer van voor menselijke consumptie bestemde gelatine wordt toegestaan. Er is echter geen lijst van voor menselijke consumptie bestemd collageen of van grondstoffen voor de productie van gelatine en collageen. Het is wenselijk dergelijke lijsten op te stellen. |
(3) |
In overeenstemming met Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad (5) moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven die producten van dierlijke oorsprong invoeren, ervoor zorgen dat de documenten die de zending vergezellen, voldoen aan de voorschriften van artikel 14 van Verordening (EG) nr. 854/2004. Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie (6) stelt modelcertificaten vast voor de invoer van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong. Die modelcertificaten bevatten achterhaalde verwijzingen naar eerdere wetgeving die moeten worden bijgewerkt. |
(4) |
Derde landen, delen van derde landen en gebieden die zijn opgenomen in bijlage II bij Beschikking 2006/766/EG van de Commissie (7), in deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 van de Commissie (8), in deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 119/2009 van de Commissie (9) of in deel 1 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie (10) voldoen aan de eisen van de Unie met betrekking tot de invoer van vers vlees en bepaalde visserijproducten. Deze lijsten kunnen ook worden gebruikt voor de invoer van grondstoffen voor de productie van gelatine en collageen. Er moeten echter minder strenge eisen gelden als die grondstoffen bepaalde behandelingen hebben ondergaan zoals bepaald in de secties XIV en XV van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004. |
(5) |
Het risico voor de volksgezondheid van al dan niet behandelde grondstoffen voor de productie van gelatine en collageen die in de Unie worden binnengebracht met het oog op doorvoer naar een derde land, is te verwaarlozen. Wel moeten dergelijke grondstoffen, zelfs als zij behandeld zijn, aan de toepasselijke veterinairrechtelijke voorschriften voldoen. Daarom moeten een lijst van derde landen, delen van derde landen en gebieden alsmede modelcertificaten voor de doorvoer en daaraan voorafgaande opslag van grondstoffen en behandelde grondstoffen voor de productie van gelatine en collageen worden vastgesteld. |
(6) |
In verband met de geografische ligging van Kaliningrad moeten specifieke veterinairrechtelijke voorwaarden worden vastgesteld voor de doorvoer via de Unie van zendingen van grondstoffen en behandelde grondstoffen voor de productie van gelatine of collageen van en naar Rusland, die uitsluitend gelden voor doorvoer door Letland, Litouwen en Polen. |
(7) |
Omwille van de duidelijkheid en de vereenvoudiging van de wetgeving van de Unie en onverminderd Beschikking 2003/863/EG van de Commissie (11) moeten de lijsten van derde landen, delen van derde landen en gebieden waaruit de lidstaten het binnenbrengen van kikkerbilletjes, slakken, gelatine, collageen, grondstoffen en behandelde grondstoffen voor de productie van gelatine en collageen, honing, koninginnengelei en andere producten van de bijenteelt bestemd voor menselijke consumptie moeten toestaan, alsmede de modelcertificaten voor die producten, worden opgenomen in een bijlage bij deze verordening. De desbetreffende bestaande certificaten moeten derhalve worden geschrapt uit bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 2074/2005. |
(8) |
Om de veiligheid van bepaalde zeer verfijnde producten van dierlijke oorsprong te garanderen, zijn specifieke voorschriften opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004. Daarom is het wenselijk een lijst op te stellen van landen waaruit die producten mogen worden ingevoerd en een modelcertificaat voor die producten vast te stellen. |
(9) |
Aangezien de lijsten van derde landen, delen van derde landen en gebieden waaruit de lidstaten de invoer van vleesproducten van gehouden haarwild en vleesproducten van gehouden vederwild en vlees van leporidae (konijnen en hazen) en vleesproducten daarvan moeten toestaan, zijn vastgelegd in respectievelijk Beschikking 2007/777/EG van de Commissie (12) en in Verordening (EG) nr. 119/2009, wordt Beschikking 2003/812/EG overbodig en moet deze worden ingetrokken. |
(10) |
Er moet een overgangsperiode worden vastgesteld zodat de lidstaten en exploitanten van levensmiddelenbedrijven zich kunnen aanpassen aan de nieuwe voorschriften van deze verordening. |
(11) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK 1
INVOER VAN BEPAALDE PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG
Artikel 1
Lijsten van derde landen, delen van derde landen en gebieden
De derde landen, delen van derde landen en gebieden waaruit de lidstaten de invoer van de volgende voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong moeten toestaan, worden vermeld in de desbetreffende delen van bijlage I:
a) |
kikkerbilletjes, deel I; |
b) |
slakken, deel II; |
c) |
gelatine en collageen, deel III; |
d) |
grondstoffen voor de productie van gelatine en collageen, deel IV; |
e) |
behandelde grondstoffen voor de productie van gelatine en collageen, deel V; |
f) |
honing, koninginnengelei en andere producten van de bijenteelt, deel VI; |
g) |
de volgende zeer verfijnde producten, deel VII:
|
Artikel 2
Modelcertificaten
1. De modelcertificaten voor de invoer in de Unie van de in artikel 1 bedoelde producten worden als volgt vastgesteld in bijlage II:
a) |
kikkerbilletjes, deel I; |
b) |
slakken, deel II; |
c) |
gelatine, deel III; |
d) |
collageen, deel IV; |
e) |
grondstoffen voor de productie van gelatine en collageen, deel V; |
f) |
behandelde grondstoffen voor de productie van gelatine en collageen, deel VI; |
g) |
honing, koninginnengelei en andere producten van de bijenteelt, deel VII; |
h) |
de volgende zeer verfijnde producten, deel VIII:
|
Die certificaten moeten worden ingevuld met inachtneming van de toelichting in bijlage IV en de opmerkingen in het desbetreffende certificaat.
2. Er mag gebruik worden gemaakt van elektronische certificering en andere overeengekomen systemen tussen de Unie en het betrokken derde land.
HOOFDSTUK 2
DOORVOER VAN BEPAALDE PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG
Artikel 3
Lijsten van derde landen, delen van derde landen en gebieden
De derde landen, delen van derde landen en gebieden waaruit de lidstaten de doorvoer door de Unie moeten toestaan van grondstoffen en behandelde grondstoffen voor de productie van gelatine en collageen bestemd voor de menselijke consumptie voor doorvoer naar een derde land, hetzij rechtstreeks, hetzij na opslag in de Unie overeenkomstig artikel 12, lid 4, en artikel 13 van Richtlijn 97/78/EG van de Raad (14), worden vermeld in respectievelijk de delen IV en V van bijlage I bij deze verordening.
Artikel 4
Modelcertificaat
1. Het modelcertificaat voor de doorvoer door de Unie van de in artikel 3 bedoelde grondstoffen en behandelde grondstoffen is opgenomen in bijlage III.
Dat certificaat moet worden ingevuld met inachtneming van de toelichting in bijlage IV en de opmerkingen in het desbetreffende modelcertificaat.
2. Er mag gebruik worden gemaakt van elektronische certificering en andere systemen die op het niveau van de Unie zijn geharmoniseerd.
Artikel 5
Afwijking voor doorvoer door Letland, Litouwen en Polen
1. In afwijking van artikel 3 is de doorvoer over de weg of per spoor tussen de specifieke, aangewezen grensinspectieposten in Letland, Litouwen en Polen, vermeld en gemarkeerd met bijzondere opmerking 13 in bijlage I bij Beschikking 2009/821/EG van de Commissie (15), van zendingen van de in artikel 3 bedoelde grondstoffen of behandelde grondstoffen afkomstig uit en bestemd voor Rusland, rechtstreeks of via een ander derde land, toegestaan onder de volgende voorwaarden:
a) |
de zending is in de grensinspectiepost van binnenkomst door de officiële dierenarts verzegeld met een zegel dat van een volgnummer is voorzien; |
b) |
de documenten die de zending vergezellen, als voorgeschreven in artikel 7 van Richtlijn 97/78/EG, worden op elke bladzijde door de officiële dierenarts in de grensinspectiepost van binnenkomst voorzien van het stempel „Alleen voor doorvoer door de EU naar Rusland”; |
c) |
aan de procedurevoorschriften van artikel 11 van Richtlijn 97/78/EG is voldaan; |
d) |
de officiële dierenarts van de grensinspectiepost van binnenkomst heeft op het gemeenschappelijke veterinaire document van binnenkomst verklaard dat de zending mag worden doorgevoerd. |
2. De in lid 1 bedoelde zendingen worden niet overeenkomstig artikel 12, lid 4, of artikel 13 van Richtlijn 97/78/EG in de Unie gelost of opgeslagen.
3. De bevoegde autoriteit verricht op gezette tijden audits om na te gaan of de aantallen zendingen als bedoeld in lid 1 en de desbetreffende hoeveelheden producten, die op het grondgebied van de Unie binnengebracht zijn respectievelijk het grondgebied van de Unie verlaten hebben, met elkaar in overeenstemming zijn.
HOOFDSTUK 3
SLOTBEPALINGEN
Artikel 6
Wijziging
Bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 2074/2005 wordt als volgt gewijzigd:
1. |
in sectie I worden de hoofdstukken I, II, III en VI geschrapt; |
2. |
de aanhangsels I, II, III en VI worden geschrapt. |
Artikel 7
Intrekking
Beschikking 2003/812/EG wordt ingetrokken.
Artikel 8
Overgangsbepalingen
Zendingen producten van dierlijke oorsprong waarvoor de desbetreffende certificaten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2074/2005 zijn afgegeven, mogen nog in de Unie worden binnengebracht op voorwaarde dat het certificaat vóór 3 december 2016 is ondertekend.
Artikel 9
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 28 april 2016.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 18 van 23.1.2003, blz. 11.
(2) PB L 139 van 30.4.2004, blz. 206.
(3) Beschikking 2003/812/EG van de Commissie van 17 november 2003 tot vaststelling van de lijsten van derde landen waaruit de lidstaten de invoer van bepaalde producten voor menselijke consumptie als bedoeld in Richtlijn 92/118/EEG van de Raad toestaan (PB L 305 van 22.11.2003, blz. 17).
(4) Richtlijn 92/118/EEG van de Raad van 17 december 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van producten waarvoor ten aanzien van deze voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving geldt als bedoeld in bijlage A, hoofdstuk I, van Richtlijn 89/662/EEG en, wat ziekteverwekkers betreft, van Richtlijn 90/425/EEG (PB L 62 van 15.3.1993, blz. 49).
(5) Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55).
(6) Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie van 5 december 2005 tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen voor bepaalde producten die onder Verordening (EG) nr. 853/2004 vallen en voor de organisatie van officiële controles overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. y854/2004 en (EG) nr. 882/2004, tot afwijking van Verordening (EG) nr. 852/2004 en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004 (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 27).
(7) Beschikking 2006/766/EG van de Commissie van 6 november 2006 tot vaststelling van de lijsten van derde landen en gebieden waaruit tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren, mariene buikpotigen en visserijproducten mogen worden ingevoerd (PB L 320 van 18.11.2006, blz. 53).
(8) Verordening (EG) nr. 798/2008 van de Commissie van 8 augustus 2008 tot vaststelling van een lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit pluimvee en pluimveeproducten mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Gemeenschap, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 226 van 23.8.2008, blz. 1).
(9) Verordening (EG) nr. 119/2009 van de Commissie van 9 februari 2009 tot vaststelling van een lijst van derde landen of delen daarvan voor de invoer in of de doorvoer door de Gemeenschap van vlees van wilde leporidae, bepaalde niet-gedomesticeerde landzoogdieren en gekweekte konijnen en tot vaststelling van de voorschriften inzake de veterinaire certificering (PB L 39 van 10.2.2009, blz. 12).
(10) Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie van 12 maart 2010 tot vaststelling van lijsten van derde landen en gebieden, of delen daarvan, waaruit bepaalde dieren en vers vlees in de Europese Unie mogen worden binnengebracht, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 73 van 20.3.2010, blz. 1).
(11) Beschikking 2003/863/EG van de Commissie van 2 december 2003 inzake gezondheidscertificaten voor de invoer van dierlijke producten uit de Verenigde Staten (PB L 325 van 12.12.2003, blz. 46).
(12) Beschikking 2007/777/EG van de Commissie van 29 november 2007 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschriften en het model van de certificaten voor bepaalde uit derde landen ingevoerde vleesproducten en behandelde magen, blazen en darmen voor menselijke consumptie en tot intrekking van Beschikking 2005/432/EG (PB L 312 van 30.11.2007, blz. 49.)
(13) Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16).
(14) Richtlijn 97/78/EG van de Raad van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (PB L 24 van 30.1.1998, blz. 9).
(15) Beschikking 2009/821/EG van de Commissie van 28 september 2009 tot opstelling van een lijst van erkende grensinspectieposten, tot vaststelling van bepaalde voorschriften voor door veterinaire deskundigen van de Commissie uitgevoerde inspecties en tot vaststelling van de veterinaire eenheden in Traces (PB L 296 van 12.11.2009, blz. 1).
BIJLAGE I
Lijsten van derde landen, delen van derde landen en gebieden als bedoeld in artikel 1
DEEL I
KIKKERBILLETJES
Derde landen en gebieden die zijn opgenomen in de kolom „Landen” van bijlage II bij Besluit 2006/766/EG, met uitzondering van die waarvoor een beperking is vermeld in de kolom „Beperkingen” van die bijlage, en de volgende landen of gebieden:
ISO-CODE LAND |
LAND/GEBIED |
MK (*1) |
Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië |
DEEL II
SLAKKEN
Derde landen en gebieden die worden vermeld in de kolom „Landen” van bijlage II bij Besluit 2006/766/EG, met uitzondering van die waarvoor een beperking is vermeld in de kolom „Beperkingen” van die bijlage, en de volgende landen of gebieden:
ISO-CODE LAND |
LAND/GEBIED |
MD |
Moldavië |
MK (*2) |
Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië |
SY |
Syrië |
DEEL III
GELATINE EN COLLAGEEN BESTEMD VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE
AFDELING A
Gelatine en collageen afgeleid van runderen, schapen, geiten, varkens en paardachtigen, zowel landbouwhuisdieren als wilde dieren:
Derde landen en gebieden die zijn opgenomen in bijlage II, deel 1, kolom 1, bij Verordening (EU) nr. 206/2010, en de volgende landen of gebieden:
ISO-CODE LAND |
LAND/GEBIED |
KR |
Republiek Korea |
MY |
Maleisië |
PK |
Pakistan |
TW |
Taiwan |
AFDELING B
Gelatine en collageen afgeleid van pluimvee, met inbegrip van loopvogels en vederwild:
Derde landen en gebieden die zijn opgenomen in bijlage I, deel 1, kolom 1, bij Verordening (EG) nr. 798/2008.
AFDELING C
Gelatine en collageen afgeleid van visserijproducten:
Alle derde landen en gebieden die worden vermeld in de kolom „Landen” van bijlage II bij Beschikking 2006/766/EG, ongeacht of een beperking is vermeld in de kolom „Beperkingen” van die bijlage.
AFDELING D
Gelatine en collageen afgeleid van leporidae en van niet-gedomesticeerde landzoogdieren die niet zijn vermeld in afdeling A:
Derde landen die zijn opgenomen in bijlage I, deel 1, kolom 1, bij Verordening (EG) nr. 119/2009.
DEEL IV
GRONDSTOFFEN VOOR DE PRODUCTIE VAN GELATINE EN COLLAGEEN BESTEMD VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE
AFDELING A
Grondstoffen afkomstig van runderen, schapen, geiten, varkens en paardachtigen, zowel landbouwhuisdieren als wilde dieren:
Derde landen, gebieden en delen daarvan die zijn opgenomen in bijlage II, deel 1, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 waaruit de invoer in de Unie van die categorie vers vlees van de respectieve soorten is toegestaan, zoals bepaald in dat deel van die bijlage, tenzij deze invoer wordt beperkt door de aanvullende garanties A en F, zoals aangegeven in kolom 5.
AFDELING B
Grondstoffen afkomstig van pluimvee, met inbegrip van loopvogels en vederwild:
Derde landen, delen van derde landen en gebieden die zijn opgenomen in bijlage I, deel 1, bij Verordening (EG) nr. 798/2008 waaruit de invoer van vers vlees van pluimvee van de respectieve soorten is toegestaan, zoals bepaald in dat deel van die bijlage.
AFDELING C
Grondstoffen afkomstig van visserijproducten:
Derde landen en gebieden die worden vermeld in de kolom „Landen” van bijlage II bij Beschikking 2006/766/EG, waarvoor de beperkingen gelden die zijn vermeld in de kolom „Beperkingen” van die bijlage.
AFDELING D
Grondstoffen afkomstig van leporidae en van niet-gedomesticeerde landzoogdieren die niet zijn vermeld in afdeling A:
Derde landen die zijn opgenomen in bijlage I, deel 1, kolom 1, bij Verordening (EG) nr. 119/2009 waaruit de invoer van vers vlees van de respectieve soorten is toegestaan, zoals bepaald in dat deel van die bijlage.
DEEL V
BEHANDELDE GRONDSTOFFEN VOOR DE PRODUCTIE VAN GELATINE EN COLLAGEEN BESTEMD VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE
AFDELING A
Behandelde grondstoffen afkomstig van runderen, schapen, geiten, varkens en paardachtigen, zowel landbouwhuisdieren als wilde dieren:
Derde landen en gebieden en delen daarvan die zijn opgenomen in bijlage II, deel 1, kolom 1, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 en de volgende landen of gebieden:
ISO-CODE LAND |
LAND/GEBIED |
KR |
Republiek Korea |
MY |
Maleisië |
PK |
Pakistan |
TW |
Taiwan |
AFDELING B
Behandelde grondstoffen afkomstig van pluimvee, met inbegrip van loopvogels en vederwild:
Derde landen en gebieden die zijn opgenomen in bijlage I, deel 1, kolom 1, bij Verordening (EG) nr. 798/2008.
AFDELING C
Behandelde grondstoffen afkomstig van visserijproducten:
Alle derde landen en gebieden die worden vermeld in de kolom „Landen” van bijlage II bij Beschikking 2006/766/EG, ongeacht of een beperking is vermeld in de kolom „Beperkingen” van die bijlage.
AFDELING D
Behandelde grondstoffen afkomstig van leporidae en van niet-gedomesticeerde landzoogdieren die niet zijn vermeld in afdeling A:
Derde landen die zijn opgenomen in bijlage I, deel 1, kolom 1, bij Verordening (EG) nr. 119/2009.
AFDELING E
Behandelde grondstoffen als bedoeld in Verordening (EG) nr. 853/2004, bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, punt 4, onder b), iii), en sectie XV, hoofdstuk I, punt 4, onder b), iii)
Derde landen, delen van derde landen en gebieden als bedoeld in deel IV van deze bijlage.
DEEL VI
HONING, KONINGINNENGELEI EN ANDERE PRODUCTEN VAN DE BIJENTEELT BESTEMD VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE
Derde landen en gebieden die worden vermeld in de kolom „Land” in de bijlage bij Besluit 2011/163/EU van de Commissie (1) en die in de kolom „Honing” van die bijlage met een „X” zijn gemarkeerd.
DEEL VII
ZEER VERFIJNDE PRODUCTEN: CHONDROÏTINESULFAAT, HYALURONZUUR, ANDERE PRODUCTEN VAN GEHYDROLYSEERD KRAAKBEEN, CHITOSAN, GLUCOSAMINE, STREMSEL, VISLIJM EN AMINOZUREN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE
a) |
In het geval van grondstoffen afkomstig van hoefdieren, met inbegrip van paardachtigen, derde landen en gebieden die zijn opgenomen in bijlage II, deel 1, kolom 1, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 en de volgende landen of gebieden:
|
b) |
In het geval van grondstoffen afkomstig van visserijproducten, alle derde landen en gebieden die worden vermeld in de kolom „Landen” in bijlage II bij Beschikking 2006/766/EG, ongeacht of een beperking is vermeld in de kolom „Beperkingen” van die bijlage. |
c) |
In het geval van grondstoffen afkomstig van pluimvee, derde landen en gebieden die zijn opgenomen in bijlage I, deel 1, kolom 1, bij Verordening (EG) nr. 798/2008. |
(*1) Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië; voorlopige code die geen gevolgen heeft voor de definitieve naam van dit land, die zal worden vastgelegd na afsluiting van de onderhandelingen die momenteel in het kader van de Verenigde Naties worden gevoerd.
(*2) Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië; voorlopige code die geen gevolgen heeft voor de definitieve naam van dit land, die zal worden vastgelegd na afsluiting van de onderhandelingen die momenteel in het kader van de Verenigde Naties worden gevoerd.
(1) Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
BIJLAGE II
Modelcertificaten als bedoeld in artikel 2
DEEL I
MODELCERTIFICAAT VOOR DE INVOER VAN GEKOELDE, DIEPGEVROREN OF BEREIDE KIKKERBILLETJES BESTEMD VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE
DEEL II
MODELCERTIFICAAT VOOR DE INVOER VAN GEKOELDE, DIEPGEVROREN, VAN HET SLAKKENHUIS ONTDANE, GEKOOKTE OF BEREIDE SLAKKEN OF SLAKKENCONSERVEN BESTEMD VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE