ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 83

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

59e jaargang
31 maart 2016


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/428 van de Commissie van 23 maart 2016 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen wat de rapportage van de hefboomratio betreft ( 1 )

1

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

31.3.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 83/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/428 VAN DE COMMISSIE

van 23 maart 2016

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen wat de rapportage van de hefboomratio betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (1), en met name artikel 430, lid 2, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie (2) is geregeld op welke wijze instellingen informatie moeten rapporteren die relevant is voor hun inachtneming van Verordening (EU) nr. 575/2013. Aangezien niet-essentiële onderdelen van het bij Verordening (EU) nr. 575/2013 ingestelde regelgevingskader geleidelijk aan worden aangevuld en gewijzigd door de vaststelling van technische reguleringsnormen en gedelegeerde handelingen, in dit geval betreffende de hefboomratio (3), moeten in de in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie vastgelegde rapportagevereisten voor toezichtsdoeleinden overeenkomstige wijzigingen worden aangebracht teneinde de consistentie tussen de gewijzigde wetgeving en de door de instellingen te verstrekken toezichtinformatie te verzekeren.

(2)

Om een correcte toepassing van de vereisten van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 te verzekeren, moet de toezichtrapportage over de hefboomratio nader worden gepreciseerd. Omwille van de rechtszekerheid verdient het daarom aanbeveling diverse rapportagetemplates en de desbetreffende rapportage-instructies te vervangen.

(3)

De Europese Bankautoriteit heeft openbare raadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische reguleringsnormen, de mogelijke daaraan verbonden kosten en baten geanalyseerd en de bij artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 (4) opgerichte Stakeholdergroep bankwezen om advies verzocht.

(4)

Instellingen moeten voldoende tijd hebben om hun interne rapportageprocedures en IT-processen aan de herziene rapportageverplichtingen betreffende de hefboomratio aan te passen. De eerste toepassingsdatum dient derhalve te worden uitgesteld tot de eerste rapportagereferentiedatum zes maanden na de datum van bekendmaking van deze uitvoeringsverordening in het Publicatieblad,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 14 worden de leden 2 tot en met 5 vervangen door:

„2.   De rapportage van de gegevens is gebaseerd op de methode die wordt gebruikt voor de berekening van de hefboomratio als hefboomratio per einde kwartaal.

3.   instellingen moeten in de eerstvolgende verslagperiode de in bijlage XI, deel II, punt 14, bedoelde informatie rapporteren wanneer aan een van de onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

a)

het in bijlage XI, deel II, punt 7, bedoelde derivatenaandeel is groter dan 1,5 %;

b)

het in bijlage XI, deel II, punt 7, bedoelde derivatenaandeel is groter dan 2,0 %.

De instapcriteria van artikel 4 zijn van toepassing, behalve voor punt b) van de eerste alinea van dit lid, in welk geval de instellingen bij overschrijding van de desbetreffende toepasselijke drempel op een bepaalde rapportagereferentiedatum vanaf de eerstvolgende rapportagereferentiedatum informatie beginnen te rapporteren.

4.   instellingen waarvoor de in bijlage XI, deel II, punt 9, omschreven totale notionele waarde van derivaten groter is dan 10 miljard EUR, rapporteren de in bijlage XI, deel II, punt 14, bedoelde informatie, zelfs indien hun derivatenaandeel niet voldoet aan de in lid 3 beschreven voorwaarden.

De instapcriteria van artikel 4 zijn niet van toepassing. Bij overschrijding van de desbetreffende toepasselijke drempel op een bepaalde rapportagereferentiedatum beginnen instellingen informatie te rapporteren vanaf de eerstvolgende rapportagereferentiedatum.

5.   instellingen moeten in de eerstvolgende verslagperiode de in bijlage XI, deel II, punt 15, bedoelde informatie rapporteren wanneer aan een van de onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

a)

het in bijlage XI, deel II, punt 10, bedoelde volume kredietderivaten is groter dan 300 miljoen EUR;

b)

het in bijlage XI, deel II, punt 10, bedoelde volume kredietderivaten is groter dan 500 miljoen EUR.

De instapcriteria van artikel 4 zijn van toepassing, behalve voor punt b), in welk geval de instellingen bij overschrijding van de desbetreffende toepasselijke drempel op een bepaalde rapportagereferentiedatum vanaf de eerstvolgende rapportagereferentiedatum informatie beginnen te rapporteren.”.

2.

In artikel 14 wordt lid 6 geschrapt.

3.

Bijlage X bij Verordening (EU) nr. 680/2014 wordt vervangen door bijlage I bij de onderhavige verordening.

4.

Bijlage XI bij Verordening (EU) nr. 680/2014 wordt vervangen door bijlage II bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van de eerste rapportagereferentiedatum zes maanden na de datum van bekendmaking van deze uitvoeringsverordening in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Brussel, 23 maart 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor wat betreft de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 191 van 28.6.2014, blz. 1).

(3)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/62 van de Commissie van 10 oktober 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de hefboomratio (PB L 11 van 17.1.2015, blz. 37).

(4)  Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).


BIJLAGE I

„BIJLAGE X

RAPPORTAGE OVER HEFBOOMFINANCIERING

RAPPORTEGETEMPLATES VOOR DE HEFBOOMRATIO

Template-code

Template-code

Templatenaam

Korte naam

47

C 47.00

Hefboomratioberekening

LRCalc

40

C 40.00

Alternatieve behandeling van de blootstellingsmaatstaf

LR1

41

C 41.00

Posten binnen en buiten de balanstelling — aanvullende uitsplitsing van blootstellingen

LR2

42

C 42.00

Alternatieve definitie van kapitaal

LR3

43

C 43.00

Alternatieve uitsplitsing van de bestanddelen van de blootstellingsmaatstaf voor de berekening van de hefboomratio

LR4

44

C 44.00

Algemene informatie

LR5


C 40.00 — ALTERNATIEVE BEHANDELING VAN DE BLOOTSTELLINGSMAATSTAF (LR1)

Rij

 

Kolom

010

020

040

050

070

075

085

120

Boekhoudkundige balanswaarde

Boekwaarde in de veronderstelling dat er geen sprake is van verrekening of andere kredietrisicolimitering

Opslagfactor voor SFT's

Opslagfactor volgens de op de waardering tegen marktwaarde gebaseerde methode (in de veronderstelling dat er geen sprake is van verrekening of andere kredietrisicolimitering)

Notioneel bedrag / nominale waarde

Verminderd notioneel bedrag

Verminderd notioneel bedrag (dezelfde referentienaam)

Hypothetisch uitgesloten blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio

010

Derivaten

 

 

 

 

 

 

 

 

020

Kredietderivaten (verkochte protectie)

 

 

 

 

 

 

 

 

030

Kredietderivaten (verkochte protectie) met vroegtijdige afwikkeling

 

 

 

 

 

 

 

 

040

Kredietderivaten (verkochte protectie) zonder vroegtijdige afwikkeling

 

 

 

 

 

 

 

 

050

Kredietderivaten (gekochte protectie)

 

 

 

 

 

 

 

 

060

Financiële derivaten

 

 

 

 

 

 

 

 

070

SFT's die onder een kaderverrekeningsovereenkomst vallen

 

 

 

 

 

 

 

 

080

SFT's die niet onder een kaderverrekeningsovereenkomst vallen

 

 

 

 

 

 

 

 

090

Overige activa

 

 

 

 

 

 

 

 

100

Posten buiten de balanstelling met een laag risico volgens de standaardbenadering; waarvan:

 

 

 

 

 

 

 

 

110

Revolverende blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen; waarvan

 

 

 

 

 

 

 

 

120

Onvoorwaardelijk opzegbare kredietkaartverplichtingen

 

 

 

 

 

 

 

 

130

Niet-revolverende onvoorwaardelijk opzegbare verplichtingen

 

 

 

 

 

 

 

 

140

Posten buiten de balanstelling met een middelgroot / laag risico volgens de standaardbenadering

 

 

 

 

 

 

 

 

150

Posten buiten de balanstelling met een middelgroot risico volgens de standaardbenadering

 

 

 

 

 

 

 

 

160

Posten buiten de balanstelling met een volledig risico volgens de standaardbenadering

 

 

 

 

 

 

 

 

170

(Pro-memoriepost) Opgenomen bedragen van revolverende blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen

 

 

 

 

 

 

 

 

180

(Pro-memoriepost) Opgenomen bedragen op onvoorwaardelijk opzegbare kredietkaartverplichtingen

 

 

 

 

 

 

 

 

190

(Pro-memoriepost) Opgenomen bedragen op niet-revolverende onvoorwaardelijk opzegbare verplichtingen

 

 

 

 

 

 

 

 

210

In de vorm van contanten ontvangen zekerheden bij derivatentransacties

 

 

 

 

 

 

 

 

220

Te ontvangen activa uit hoofde van bij derivatentransacties gestorte zekerheden in de vorm van contanten

 

 

 

 

 

 

 

 

230

Bij een SFT ontvangen effecten die worden geactiveerd

 

 

 

 

 

 

 

 

240

SFT-kredietverlening in contanten via derden (vorderingen in contanten)

 

 

 

 

 

 

 

 

250

Blootstellingen die voor de in artikel 113, lid 6, van de VKV vastgestelde behandeling in aanmerking komen

 

 

 

 

 

 

 

 

260

Blootstellingen die aan de in artikel 429, lid 14, onder a), b) en c), van de VKV gestelde voorwaarden voldoen

 

 

 

 

 

 

 

 


C41.00 — POSTEN BINNEN EN BUITEN DE BALANSTELLING — AANVULLENDE UITSPLITSING VAN BLOOTSTELLINGEN (LR2)

Rij

 

Kolom

010

020

030

Blootstellingen binnen en buiten de balanstelling (blootstellingen in het kader van de standaardbenadering)

Blootstellingen binnen en buiten de balanstelling (blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering)

Nominale waarde

010

Totale tot de niet-handelsportefeuille behorende blootstellingen binnen en buiten de balanstelling en tot de handelsportefeuille behorende blootstellingen die aan tegenpartijkredietrisico onderworpen zijn (uitsplitsing volgens risicogewicht):

 

 

 

020

= 0 %

 

 

 

030

> 0 % en ≤ 12 %

 

 

 

040

> 12 % en ≤ 20 %

 

 

 

050

> 20 % en ≤ 50 %

 

 

 

060

> 50 % en ≤ 75 %

 

 

 

070

> 75 % en ≤ 100 %

 

 

 

080

> 100 % en ≤ 425 %

 

 

 

090

> 425 % en ≤ 1 250 %

 

 

 

100

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling

 

 

 

110

(pro-memoriepost) Posten buiten de balanstelling met een laag risico of posten buiten de balanstelling waarvoor bij de solvabiliteitsratio een omrekeningsfactor van 0 % geldt

 

 

 


C 42.00 — ALTERNATIEVE DEFINITIE VAN KAPITAAL (LR3)

Rij

 

Kolom

010

010

Tier 1-kernkapitaal — volledig ingefaseerde definitie

 

020

Tier 1-kernkapitaal — overgangsdefinitie

 

030

Totaal eigen vermogen — volledig ingefaseerde definitie

 

040

Totaal eigen vermogen — overgangsdefinitie

 

055

Afgetrokken activabedrag — van tier 1-kernkapitaalbestanddelen — volledig ingefaseerde definitie

 

065

Afgetrokken activabedrag — van tier 1-kernkapitaalbestanddelen — overgangsdefinitie

 

075

Afgetrokken activabedrag — van eigenvermogensbestanddelen — volledig ingefaseerde definitie

 

085

Afgetrokken activabedrag — van eigenvermogensbestanddelen — overgangsdefinitie

 


C43.00 — ALTERNATIEVE UITSPLITSING VAN DE BESTANDDELEN VAN DE BLOOTSTELLINGSMAATSTAF VOOR DE BEREKENING VAN DE HEFBOOMRATIO (LR4)

Rij

Posten buiten de balanstelling, derivaten, SFT's en handelsportefeuille

Kolom

 

010

020

Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio

Risicogewogen activa

010

Posten buiten de balanstelling; waarvan

 

 

 

020

Handelsfinanciering; waarvan

 

 

030

In het kader van een officiële exportkredietverzekeringsregeling

 

 

040

Derivaten en SFT's die onderworpen zijn aan een overeenkomst inzake productoverschrijdende verrekening

 

 

050

Derivaten die niet onderworpen zijn aan een overeenkomst inzake productoverschrijdende verrekening

 

 

060

SFT's die niet onderworpen zijn aan een overeenkomst inzake productoverschrijdende verrekening

 

 

065

Uit de verdere behandeling voortvloeiende risicoposten voor kredietderivaten

 

 

070

Overige tot de handelsportefeuille behorende activa

 

 

Rij

Overige tot de niet-handelsportefeuille behorende blootstellingen

Kolom

010

020

030

040

Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio

Risicogewogen activa

Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

080

Gedekte obligaties

 

 

 

 

90

Als landen behandelde blootstellingen

 

 

 

 

100

Centrale overheden en centrale banken

 

 

 

 

110

Als landen behandelde regionale en lokale overheden

 

 

 

 

120

Als landen behandelde multilaterale ontwikkelingsbanken en internationale organisaties

 

 

 

 

130

Als landen behandelde publiekrechtelijke lichamen

 

 

 

 

140

Blootstellingen met betrekking tot niet als landen behandelde regionale overheden, multilaterale ontwikkelingsbanken, internationale organisaties en publiekrechtelijke lichamen

 

 

 

 

150

Niet als landen behandelde regionale en lokale overheden

 

 

 

 

160

Niet als landen behandelde multilaterale ontwikkelingsbanken

 

 

 

 

170

Niet als landen behandelde publiekrechtelijke lichamen

 

 

 

 

180

Instellingen

 

 

 

 

190

Gedekt door hypotheken op onroerend goed; waarvan

 

 

 

 

200

Gedekt door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed

 

 

 

 

210

Blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen; waarvan

 

 

 

 

220

In de categorie particulieren en kleine partijen ondergebrachte kmo's

 

 

 

 

230

Ondernemingen; waarvan

 

 

 

 

240

Financiële ondernemingen

 

 

 

 

250

Niet-financiële ondernemingen; waarvan

 

 

 

 

260

Kmo-blootstellingen

 

 

 

 

270

Andere blootstellingen dan kmo-blootstellingen

 

 

 

 

280

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling

 

 

 

 

290

Overige blootstellingen; waarvan:

 

 

 

 

300

Securitisatieblootstellingen

 

 

 

 

310

Handelsfinanciering (pro-memoriepost); waarvan

 

 

 

 

320

In het kader van een officiële exportkredietverzekeringsregeling

 

 

 

 


C 44.00 — ALGEMENE INFORMATIE (LR5)

Rij

 

Kolom

010

010

Ondernemingsstructuur van de instelling

 

020

Behandeling van derivaten

 

040

Instellingstype

 


C 47.00 — HEFBOOMRATIOBEREKENING (LRCalc)

 

Kolom

LR-blootstelling: Rapportage-referentie-datum

Rij

Blootstellingswaarden

010

010

SFT's: blootstelling in overeenstemming met artikel 429, lid 5, en artikel 429, lid 8, van de VKV

 

020

SFT's: opslagfactor voor tegenpartijkredietrisico

 

030

Afwijking voor SFT's: opslagfactor in overeenstemming met artikel 429 ter, lid 4, en artikel 222 van de VKV

 

040

Tegenpartijkredietrisico van SFT's waarbij als agent wordt opgetreden in overeenstemming met artikel 429 ter, lid 6, van de VKV

 

050

(-) Uitgesloten CTP-deel van als cliënt geclearde SFT-blootstellingen

 

060

Derivaten: actuele vervangingswaarde

 

070

(-) Toelaatbare in contanten ontvangen variatiemarge afgetrokken van de marktwaarde van derivaten

 

080

(-) Uitgesloten CTP-deel van als cliënt geclearde transactieblootstellingen (vervangingswaarde)

 

090

Derivaten: opslagfactor volgens de op de waardering tegen marktwaarde gebaseerde methode

 

100

(-) Uitgesloten CTP-deel van als cliënt geclearde transactieblootstellingen (potentiële toekomstige blootstelling)

 

110

Afwijking voor derivaten: oorspronkelijkeblootstellingsmethode

 

120

(-) Uitgesloten CTP-deel van als cliënt geclearde transactieblootstellingen (oorspronkelijkeblootstellingsmethode)

 

130

Verminderd notioneel bedrag van geboekte kredietderivaten

 

140

(-) Toelaatbare gekochte kredietderivaten afgetrokken van geboekte kredietderivaten

 

150

Posten buiten de balanstelling met een omrekeningsfactor van 10 % in overeenstemming met artikel 429, lid 10, van de VKV

 

160

Posten buiten de balanstelling met een omrekeningsfactor van 20 % in overeenstemming met artikel 429, lid 10, van de VKV

 

170

Posten buiten de balanstelling met een omrekeningsfactor van 50 % in overeenstemming met artikel 429, lid 10, van de VKV

 

180

Posten buiten de balanstelling met een omrekeningsfactor van 100 % in overeenstemming met artikel 429, lid 10, van de VKV

 

190

Overige activa

 

200

Brutering voor met betrekking tot derivaten verstrekte zekerheden

 

210

(-) Te ontvangen activa voor de bij derivatentransacties in contanten betaalde variatiemarge

 

220

(-) Uitgesloten CTP-deel van als cliënt geclearde transactieblootstellingen (initiële marge)

 

230

Aanpassingen voor SFT's waarvoor de verkoop volgens het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving wordt verantwoord

 

240

(-) Fiduciaire activa

 

250

(-) Overeenkomstig artikel 429, lid 7, van de VKV uitgesloten intragroepblootstellingen (solobasis)

 

260

(-) Overeenkomstig artikel 429, lid 14, van de VKV uitgesloten blootstellingen

 

270

(-) Afgetrokken activabedrag — Tier 1-kapitaal — volledig ingefaseerde definitie

 

280

(-) Afgetrokken activabedrag — Tier 1-kapitaal — overgangsdefinitie

 

290

Totale risicoblootstelling voor de berekening van de hefboomratio — volgens een volledig ingefaseerde definitie van het tier 1-kapitaal

 

300

Totale risicoblootstelling voor de berekening van de hefboomratio — volgens een overgangsdefinitie van het tier 1-kapitaal

 

Rij

Kapitaal

 

310

Tier 1-kapitaal — volledig ingefaseerde definitie

 

320

Tier 1-kapitaal — overgangsdefinitie

 

Rij

Hefboomratio

 

330

Hefboomratio — volgens een volledig ingefaseerde definitie van het tier 1-kapitaal

 

340

Hefboomratio — volgens een overgangsdefinitie van het tier 1-kapitaal”

 


BIJLAGE II

„BIJLAGE XI

RAPPORTAGE OVER HEFBOOMFINANCIERING

DEEL I:

ALGEMENE INSTRUCTIES 15

1.

LABELEN VAN TEMPLATES EN ANDERE CONVENTIES 15

1.1.

LABELEN VAN TEMPLATES 15

1.2.

GEBRUIK VAN NUMMERING 16

1.3.

AFKORTINGEN 16

1.4.

GEBRUIK VAN TEKENS 16

DEEL II:

INSTRUCTIES IN VERBAND MET DE TEMPLATES 16

1.

STRUCTUUR EN FREQUENTIE 16

2.

FORMULES VOOR HET BEREKENEN VAN DE HEFBOOMRATIO 16

3.

MATERIALITEITSDREMPELS VOOR DERIVATEN 17

4.

C47.00 — HEFBOOMRATIOBEREKENING (LEVERAGE RATIO CALCULATION — LRCALC) 17

5.

C 40.00 — ALTERNATIEVE BEHANDELING VAN DE BLOOTSTELLINGSMAATSTAF (LR1) 25

6.

C41.00 — POSTEN BINNEN EN BUITEN DE BALANSTELLING — AANVULLENDE UITSPLITSING VAN BLOOTSTELLINGEN (LR2) 34

7.

C 42.00 — ALTERNATIEVE DEFINITIE VAN KAPITAAL (LR3) 36

8.

C43.00 — ALTERNATIEVE UITSPLITSING VAN DE BESTANDDELEN VAN DE BLOOTSTELLINGSMAATSTAF VOOR DE BEREKENING VAN DE HEFBOOMRATIO (LR4) 38

9.

C44.00 — ALGEMENE INFORMATIE (LR5) 55

DEEL I:   ALGEMENE INSTRUCTIES

1.   Labelen van templates en andere conventies

1.1.   Labelen van templates

1.

Deze bijlage bevat aanvullende instructies voor de templates (hierna „LR” genoemd) in bijlage X bij deze verordening.

2.

Het kader als geheel bestaat uit zes templates:

C47.00: Hefboomratioberekening (Leverage Ratio Calculation — LRCalc): hefboomratioberekening;

C40.00: Hefboomratiotemplate 1 (LR1): alternatieve behandeling van de blootstellingsmaatstaf;

C41.00: Hefboomratiotemplate 2 (LR2): posten binnen en buiten de balanstelling — aanvullende uitsplitsing van blootstellingen;

C42.00: Hefboomratiotemplate 3 (LR3): alternatieve definitie van kapitaal;

C43.00: Hefboomratiotemplate 4 (LR4): alternatieve uitsplitsing van de bestanddelen van de blootstellingsmaatstaf voor de berekening van de hefboomratio; en

C44.00: Hefboomratiotemplate 5 (LR5): algemene informatie.

3.

Voor elke template zijn verwijzingen naar wetgeving opgenomen, alsook nadere informatie over meer algemene aspecten van de rapportage.

1.2.   Gebruik van nummering

4.

Het document volgt de in de volgende punten beschreven conventies voor de verwijzing naar de kolommen, rijen en cellen van de templates. Van deze numerieke codes wordt uitgebreid gebruikgemaakt in de validatievoorschriften.

5.

In de instructies wordt de volgende algemene notatie gehanteerd: {Template;Rij;Kolom}. Om naar de gehele rij of kolom te verwijzen, wordt een asteriskteken gebruikt.

6.

In geval van validaties binnen een template waarbij alleen gegevenspunten uit die template worden gebruikt, verwijzen de notaties niet naar een template: {Rij;Kolom}.

7.

In het kader van de rapportage over hefboomfinanciering wordt met „waarvan” verwezen naar een post die een subgroep van een hogere blootstellingscategorie is, terwijl met „pro-memoriepost” wordt verwezen naar een afzonderlijke post die geen subgroep van een blootstellingscategorie is. Rapportage over beide soorten cellen is verplicht, tenzij anders is bepaald.

1.3.   Afkortingen

8.

In deze bijlage en de daarmee verband houdende templates worden de volgende afkortingen gehanteerd:

a.

VKV: dit is de afkorting van „Verordening Kapitaalvereisten”, waaronder Verordening (EU) nr. 575/2013 wordt verstaan;

b.

SFT: dit is de afkorting van „Securities Financing Transaction” (effectenfinancieringstransactie), waaronder het volgende wordt verstaan: „retrocessietransactie, transactie inzake verstrekte of opgenomen effecten- of grondstoffenleningen, transactie met afwikkeling op lange termijn en margeleningstransactie” in de zin van Verordening (EU) nr. 575/2013;

c.

CRM: dit is de afkorting van Credit Risk Mitigation (kredietrisicolimitering).

1.4.   Gebruik van tekens

9.

Alle bedragen worden als positieve waarden gerapporteerd. Uitzondering zijn de bedragen gerapporteerd in {LRCalc;050;010}, {LRCalc;070;010}, {LRCalc;080;010}, {LRCalc;100;010}, {LRCalc;120;010}, {LRCalc;140;010}, {LRCalc;210;010}, {LRCalc;220;010}, {LRCalc;240;010}, {LRCalc;250;010}, {LRCalc;260;010}, {LRCalc;310;010}, {LRCalc;320;010}, {LRCalc;270;010}, {LRCalc;280;010}, {LRCalc;330;010}, {LRCalc;340;010}, {LR3;010;010}, {LR3;020;010}, {LR3;030;010}, {LR3;040;010}, {LR3;055;010}, {LR3;065;010}, {LR3;075;010} en {LR3;085;010}. Daarbij zij opgemerkt dat {LRCalc;050;010}, {LRCalc;070;010}, {LRCalc;080;010}, {LRCalc;100;010}, {LRCalc;120;010}, {LRCalc;140;010}, {LRCalc;210;010}, {LRCalc;220;010}, {LRCalc;240;010}, {LRCalc;250;010}, {LRCalc;260;010}, {LRCalc;270;010}, {LRCalc;280;010}, {LR3;055;010}, {LR3;065;010}, {LR3;075;010} en {LR3;085;010} uitsluitend een negatieve waarde hebben. Verder zij opgemerkt dat, afgezien van extreme gevallen, {LRCalc;310;010}, {LRCalc;320;010}, {LRCalc;330;010}, {LRCalc;340;010}, {LR3;010;010}, {LR3;020;010}, {LR3;030;010} en {LR3;040;010} uitsluitend een positieve waarde hebben.

DEEL II:   INSTRUCTIES IN VERBAND MET DE TEMPLATES

1.   Structuur en frequentie

1.

De hefboomratiotemplate is in twee delen opgesplitst. Deel A omvat alle gegevens die ten grondslag liggen aan de berekening van de hefboomratio die instellingen overeenkomstig artikel 430, lid 1, eerste alinea, van de VKV bij de bevoegde autoriteiten moeten indienen. Deel B bevat alle gegevens die instellingen overeenkomstig artikel 430, lid 1, tweede alinea, van de VKV moeten indienen (d.w.z. in het kader van het in artikel 511 van de VKV bedoelde verslag).

2.

Bij het opstellen van de gegevens voor deze technische uitvoeringsnorm nemen instellingen de behandeling van fiduciaire activa in aanmerking overeenkomstig artikel 429, lid 13, van de VKV.

2.   Formules voor het berekenen van de hefboomratio

3.

De hefboomratio is gebaseerd op een kapitaalmaatstaf en een maatstaf voor de totale risicoblootstelling, die kunnen worden berekend met cellen uit deel A.

4.

Hefboomratio — volledig ingefaseerde definitie = {LRCalc;310;010}/{LRCalc;290;010}.

5.

Hefboomratio — overgangsdefinitie = {LRCalc;320;010}/{LRCalc;300;010}.

3.   Materialiteitsdrempels voor derivaten

6.

Om de rapportagelast voor instellingen met beperkte blootstellingen in de vorm van derivaten te verminderen, wordt de omvang van de derivatenblootstelling in verhouding tot de totale risicoblootstelling voor de berekening van de hefboomratio gemeten met de volgende maatstaven. De instellingen berekenen die maatstaven als volgt:

7.

Formula

.

8.

Daarbij is de maatstaf voor de totale risicoblootstelling gelijk aan: {LRCalc;290;010}.

9.

Totale notionele waarde van derivaten = {LR1;010;070}. Dit is een cel die instellingen altijd moeten rapporteren.

10.

Volume kredietderivaten = {LR1;020;070} + {LR1;050;070}. Dit zijn cellen die instellingen altijd moeten rapporteren.

11.

Als aan een van de onderstaande voorwaarden wordt voldaan, moeten de instellingen in de eerstvolgende verslagperiode de in punt 14 bedoelde cellen rapporteren:

het in punt 7 bedoelde derivatenaandeel is op twee opeenvolgende rapportagereferentiedata groter dan 1,5 %;

het in punt 7 bedoelde derivatenaandeel is groter dan 2,0 %.

12.

Instellingen waarvoor de in punt 9 omschreven totale notionele waarde van derivaten groter is dan 10 miljard EUR, rapporteren de in punt 14 bedoelde cellen, zelfs als het aandeel van hun derivaten niet voldoet aan de voorwaarden van punt 11.

13.

Als aan een van de onderstaande voorwaarden is voldaan, moeten instellingen de in punt 15 bedoelde cellen rapporteren:

de in punt 10 bedoelde omvang van kredietderivaten is op twee opeenvolgende rapportagereferentiedata groter dan 300 miljoen EUR;

de in punt 10 bedoelde omvang van kredietderivaten is groter dan 500 miljoen EUR.

14.

De overeenkomstig punt 11 door instellingen te rapporteren cellen zijn: {LR1;010;010}, {LR1;010;020}, {LR1;010;050}, {LR1;020;010}, {LR1;020;020}, {LR1;020;050}, {LR1;030;050}, {LR1;030;070}, {LR1;040;050}, {LR1;040;070}, {LR1;050;010}, {LR1;050;020}, {LR1;050;050}, {LR1;060;010}, {LR1;060;020}, {LR1;060;050} en {LR1;060;070}.

15.

De overeenkomstig punt 13 door instellingen te rapporteren cellen zijn: {LR1;020;075}, {LR1;050;075} en {LR1;050;085}.

4.   C47.00 — Hefboomratioberekening (Leverage Ratio Calculation — LRCalc)

16.

In dit deel van de rapportagetemplate worden de gegevens verzameld die nodig zijn om de in de artikelen 429, 429 bis en 429 ter van de VKV omschreven hefboomratio te berekenen.

17.

Instellingen rapporteren over de hefboomratio op kwartaalbasis. In elk kwartaal is de waarde „op de rapportagereferentiedatum” de waarde op de laatste kalenderdag van de derde maand van het desbetreffende kwartaal.

18.

Instellingen rapporteren {010;010} tot en met {030;010}, {060;010}, {090;010}, {110;010} en {150;010} tot en met {190;010} alsof de in {050;010}, {080;010}, {100;010}, {120;010} en {220;010} bedoelde uitsluitingen niet van toepassing zijn.

19.

Instellingen rapporteren {010;010} tot en met {240;010} alsof de in {250;010} en {260;010} bedoelde uisluitingen niet van toepassing zijn.

20.

Elk bedrag dat het eigen vermogen of de blootstelling voor de berekening van de hefboomratio doet stijgen, wordt als een positieve waarde gerapporteerd. Elk bedrag dat het totale eigen vermogen of de blootstelling voor de berekening van de hefboomratio doet dalen, wordt daarentegen als een negatieve waarde gerapporteerd. Als er een minteken (-) voor het label van een post staat, wordt er voor die post geen positieve waarde verwacht.

 

Verwijzingen naar wetgeving en instructies

Rij en kolom

Blootstellingswaarden

{010;010}

SFT's: blootstelling in overeenstemming met artikel 429, lid 5, en artikel 429, lid 8, van de VKV

Artikel 429, lid 5, onder d), en artikel 429, lid 8, van de VKV

De blootstelling uit hoofde van SFT's, berekend overeenkomstig artikel 429, lid 5, onder d), en artikel 429, lid 8, van de VKV.

Instellingen nemen in deze cel transacties in aanmerking in overeenstemming met artikel 429 ter, lid 6, onder c), van de VKV.

Instellingen nemen in deze cel geen contanten op die zijn ontvangen van, of effecten die via voornoemde transacties zijn verstrekt aan een tegenpartij en die op de balans vermeld staan (er wordt met andere woorden niet voldaan aan de boekhoudkundige criteria voor verwijdering). In plaats daarvan vermelden instellingen deze posten in {190;010}.

Instellingen nemen in deze cel geen SFT's op waarbij de instelling als agent optreedt en overeenkomstig artikel 429 ter, lid 6, onder a), van de VKV een cliënt of tegenpartij een vergoeding of garantie biedt die beperkt is tot het eventuele verschil tussen de waarde van de effecten of contanten die de cliënt heeft uitgeleend en de waarde van de zekerheden die de kredietnemer heeft verstrekt.

{020;010}

SFT's: opslagfactor voor tegenpartijkredietrisico

Artikel 429 ter, lid 1, van de VKV

De opslagfactor voor tegenpartijkredietrisico van SFT's, met inbegrip van die buiten de balanstelling, berekend overeenkomstig artikel 429 ter, lid 2 of 3, van de VKV, al naargelang het geval.

Instellingen nemen in deze cel transacties in aanmerking in overeenstemming met artikel 429 ter, lid 6, onder c), van de VKV.

Instellingen nemen in deze cel geen SFT's op waarbij de instelling als agent optreedt en overeenkomstig artikel 429 ter, lid 6, onder a), van de VKV een cliënt of tegenpartij een vergoeding of garantie biedt die beperkt is tot het eventuele verschil tussen de waarde van de effecten of contanten die de cliënt heeft uitgeleend en de waarde van de zekerheden die de kredietnemer heeft verstrekt. In plaats daarvan vermelden instellingen deze posten in {040;010}.

{030;010}

Afwijking voor SFT's: opslagfactor in overeenstemming met artikel 429 ter, lid 4, en artikel 222 van de VKV

Artikel 429 ter, lid 4, en artikel 222 van de VKV

De blootstellingswaarde voor SFT's, met inbegrip van die buiten de balanstelling, berekend overeenkomstig artikel 222 van de VKV, met toepassing van een vloer van 20 % voor het toepasselijke risicogewicht.

Instellingen nemen in deze cel transacties in aanmerking in overeenstemming met artikel 429 ter, lid 6, onder c), van de VKV.

Instellingen nemen in deze cel geen transacties in aanmerking waarvoor het opslagfactorgedeelte van de blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio wordt vastgesteld volgens de in artikel 429 ter, lid 1, van de VKV beschreven methode.

{040;010}

Tegenpartijkredietrisico van SFT's waarbij als agent wordt opgetreden in overeenstemming met artikel 429 ter, lid 6, van de VKV

Artikel 429 ter, lid 6, onder a), en artikel 429 ter, leden 2 en 3, van de VKV

De blootstellingswaarde voor SFT's waarbij de instelling als agent optreedt en overeenkomstig artikel 429 ter, lid 6, onder a), van de VKV een cliënt of tegenpartij een vergoeding of garantie biedt die beperkt is tot het eventuele verschil tussen de waarde van de effecten of contanten die de cliënt heeft uitgeleend en de waarde van de zekerheden die de kredietnemer heeft verstrekt, bestaat alleen uit de opslagfactor die is vastgesteld overeenkomstig artikel 429 ter, lid 2 of 3, van de VKV, al naargelang het geval.

Instellingen nemen in deze cel geen transacties op in overeenstemming met artikel 429 ter, lid 6, onder c), van de VKV. In plaats daarvan nemen zij die posten op in {010;010} en {020;010}, dan wel in {010;010} en {030;010}, al naargelang het geval.

{050;010}

(-) Uitgesloten CTP-deel van als cliënt geclearde SFT-blootstellingen

Artikel 429, lid 11, en artikel 306, lid 1, onder c), van de VKV

Het uitgesloten CTP-deel van als cliënt geclearde transactieblootstellingen uit hoofde van SFT's, mits deze posten aan de in artikel 306, lid 1, onder c), van de VKV gestelde voorwaarden voldoen.

Ingeval het uitgesloten CTP-deel een effect is, wordt het niet in deze cel opgenomen, tenzij het een effect is dat tot zekerheid aan derden is verstrekt en dat volgens het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving (d.w.z. overeenkomstig artikel 111, lid 1, eerste zin, van de VKV) tegen volledige waarde wordt opgenomen.

Instellingen nemen het in deze cel gerapporteerde bedrag ook op in {010;010}, {020;010} en {030;010}, en, indien aan de in de tweede helft van de vorige zin gestelde voorwaarde is voldaan, in {190;010}, alsof er van geen uitsluiting sprake is.

Indien de instelling een initiële marge heeft gestort voor een uitgesloten deel van een SFT dat wel in {190;010} en niet in {020;010} of {030;010} wordt gerapporteerd, dan kan de instelling deze initiële marge in deze cel rapporteren.

{060;010}

Derivaten: actuele vervangingswaarde

Artikelen 429 bis, 274, 295, 296, 297 en 298 van de VKV

De in artikel 274, lid 1, van de VKV gespecificeerde actuele vervangingswaarde van in bijlage II bij de VKV genoemde contracten en kredietderivaten, met inbegrip van die buiten de balanstelling, wordt inclusief de ontvangen variatiemarge gerapporteerd.

Zoals in artikel 429 bis, lid 1, van de VKV is bepaald, mogen instellingen overeenkomstig artikel 295 van de VKV met de gevolgen van schuldvernieuwingscontracten en andere verrekeningsovereenkomsten rekening houden. Productoverschrijdende verrekening is niet van toepassing. instellingen kunnen echter verrekening toepassen binnen de in artikel 272, punt 25, onder c), van de VKV bedoelde productcategorie en bij kredietderivaten wanneer zij onderworpen zijn aan een in artikel 295, onder c), van de VKV bedoelde overeenkomst inzake productoverschrijdende contractuele verrekening.

Instellingen nemen in deze cel geen contracten op waarvan de waarde overeenkomstig artikel 429 bis, lid 8, en artikel 275 van de VKV volgens de oorspronkelijkeblootstellingsmethode wordt bepaald.

{070;010}

(-) Toelaatbare in contanten ontvangen variatiemarge afgetrokken van de marktwaarde van derivaten

Artikel 429 bis, lid 3, van de VKV

Van de tegenpartij in contanten ontvangen variatiemarge die overeenkomstig artikel 429 bis, lid 3, van de VKV mag worden afgetrokken van het gedeelte van de blootstellingswaarde dat de actuele vervangingswaarde van de derivatenblootstelling omvat.

Enigerlei in contanten ontvangen variatiemarge uit hoofde van een overeenkomstig artikel 429, lid 11, van de VKV uitgesloten CTP-deel wordt niet gerapporteerd.

{080;010}

(-) Uitgesloten CTP-deel van als cliënt geclearde transactieblootstellingen (vervangingswaarde)

Artikel 429, lid 11, van de VKV

Het gedeelte van de blootstellingswaarde dat de vervangingswaarde omvat van uitgesloten transactieblootstellingen met betrekking tot een gekwalificeerde centrale tegenpartij (CTP) uit hoofde van als cliënt geclearde derivatentransacties, mits deze posten aan de in artikel 306, lid 1, onder c), van de VKV gestelde voorwaarden voldoen. Dit bedrag wordt gerapporteerd inclusief de in contanten ontvangen variatiemarge uit hoofde van dit deel.

Instellingen nemen het in deze cel gerapporteerde bedrag ook op in {060;010} alsof er van geen uitsluiting sprake is.

{090;010}

Derivaten: opslagfactor volgens de op de waardering tegen marktwaarde gebaseerde methode

Artikelen 429 bis, 274, 295, 296, 297 en 298 en artikel 299, lid 2, van de VKV

Deze cel bevat de opslagfactor voor de potentiële toekomstige blootstelling van in bijlage II bij de VKV genoemde contracten en van kredietderivaten (met inbegrip van die buiten de balanstelling), berekend volgens de op de waardering tegen marktwaarde gebaseerde methode (artikel 274 van de VKV voor in bijlage II bij de VKV genoemde contracten en artikel 299, lid 2, van de VKV voor kredietderivaten) en met toepassing van de verrekeningsregels overeenkomstig artikel 429 bis, lid 1, van de VKV. Bij het bepalen van de blootstellingswaarde van die contracten mogen instellingen overeenkomstig artikel 295 van de VKV met de gevolgen van schuldvernieuwingscontracten en andere verrekeningsovereenkomsten rekening houden. Productoverschrijdende verrekening is niet van toepassing. instellingen kunnen echter verrekening toepassen binnen de in artikel 272, punt 25, onder c), van de VKV bedoelde productcategorie en bij kredietderivaten wanneer zij onderworpen zijn aan een in artikel 295, onder c), van de VKV bedoelde overeenkomst inzake productoverschrijdende contractuele verrekening.

Overeenkomstig artikel 429 bis, lid 1, tweede alinea, van de VKV passen instellingen bij het bepalen van de potentiële blootstelling van kredietderivaten aan toekomstig kredietrisico de in artikel 299, lid 2, onder a), van de VKV vastgelegde beginselen niet alleen toe op de aan de handelsportefeuille toegewezen kredietderivaten, maar op al hun kredietderivaten.

Instellingen nemen in deze cel geen contracten op waarvan de waarde overeenkomstig artikel 429 bis, lid 8, en artikel 275 van de VKV volgens de oorspronkelijkeblootstellingsmethode wordt bepaald.

{100;010}

(-) Uitgesloten CTP-deel van als cliënt geclearde transactieblootstellingen (potentiële toekomstige blootstelling)

Artikel 429, lid 11, van de VKV

De potentiële toekomstige blootstelling van uitgesloten transactieblootstellingen met betrekking tot een gekwalificeerde CTP uit hoofde van als cliënt geclearde derivatentransacties, mits deze posten aan de in artikel 306, lid 1, onder c), van de VKV gestelde voorwaarden voldoen.

Instellingen nemen het in deze cel gerapporteerde bedrag ook op in {090;010} alsof er van geen uitsluiting sprake is.

{110;010}

Afwijking voor derivaten: oorspronkelijkeblootstellingsmethode

Artikel 429 bis, lid 8, en artikel 275 van de VKV

In deze cel wordt de blootstellingsmaatstaf vermeld van de in bijlage II, punten 1 en 2, van de VKV genoemde contracten, berekend volgens de in artikel 275 van de VKV beschreven oorspronkelijkeblootstellingsmethode.

Overeenkomstig artikel 429 bis, lid 8, van de VKV mogen instellingen die de oorspronkelijkeblootstellingsmethode toepassen, de blootstellingsmaatstaf niet verminderen met het bedrag van de in contanten ontvangen variatiemarge.

Instellingen die de oorspronkelijkeblootstellingsmethode niet hanteren, rapporteren deze cel niet.

Instellingen nemen in deze cel geen contracten in aanmerking waarvan de waarde overeenkomstig artikel 429 bis, lid 1, en artikel 274 van de VKV volgens de op de waardering tegen marktwaarde gebaseerde methode wordt bepaald.

{120;010}

(-) Uitgesloten CTP-deel van als cliënt geclearde transactieblootstellingen (oorspronkelijkeblootstellingsmethode)

Artikel 429, lid 11, van de VKV

Het uitgesloten CTP-deel van als cliënt geclearde transactieblootstellingen volgens de in artikel 275 van de VKV beschreven oorspronkelijkeblootstellingsmethode, mits die posten aan de in artikel 306, lid 1, onder c), van de VKV gestelde voorwaarden voldoen.

Instellingen nemen het in deze cel gerapporteerde bedrag ook op in {110;010} alsof er van geen uitsluiting sprake is.

{130;010}

Verminderd notioneel bedrag van geboekte kredietderivaten

Artikel 429 bis, leden 5, 6 en 7, van de VKV

Verminderde notionele waarde van geboekte kredietderivaten (d.w.z. waarbij de instelling kredietprotectie aan een tegenpartij verstrekt), als beschreven in artikel 429 bis, leden 5, 6 en 7, van de VKV.

{140;010}

(-) Toelaatbare gekochte kredietderivaten afgetrokken van geboekte kredietderivaten

Artikel 429 bis, leden 5, 6 en 7, van de VKV

Verminderde notionele waarde van gekochte kredietderivaten (d.w.z. waarbij de instelling kredietprotectie van een tegenpartij koopt) op dezelfde referentienamen als de door de instelling geboekte kredietderivaten, waarbij de resterende looptijd van de gekochte protectie ten minste gelijk is aan de resterende looptijd van de verkochte protectie. De waarde is derhalve niet groter dan de waarde in {130;010} voor elke referentienaam.

{150;010}

Posten buiten de balanstelling met een omrekeningsfactor van 10 % in overeenstemming met artikel 429, lid 10, van de VKV

Artikel 429, lid 10, artikel 111, lid 1, onder d), en artikel 166, lid 9, van de VKV

De blootstellingswaarde overeenkomstig artikel 429, lid 10, en artikel 111, lid 1, onder d), van de VKV van in bijlage I, punt 4, onder a), b) en c), van de VKV genoemde posten buiten de balanstelling met een laag risico waaraan een omrekeningsfactor van 0 % zou worden toegekend (ter herinnering zij opgemerkt dat de blootstellingswaarde hier 10 % van de nominale waarde is). Het betreft verplichtingen die te allen tijde onvoorwaardelijk zonder opzegtermijn kunnen worden opgezegd of waarvoor expliciet is bepaald dat zij te allen tijde automatisch kunnen worden opgezegd op grond van de verminderde kredietwaardigheid van de debiteur. Er zij aan herinnerd dat de nominale waarde niet met specifieke kredietrisicoaanpassingen mag worden verminderd.

Indien een verplichting betrekking heeft op de uitbreiding van een andere verplichting, wordt overeenkomstig artikel 166, lid 9, van de VKV gebruikgemaakt van de laagste van beide omrekeningsfactoren die voor de individuele verplichting gelden.

Overeenkomstig artikel 429, lid 10, van de VKV houden instellingen in deze cel geen rekening met in bijlage II bij de VKV genoemde contracten, kredietderivaten en SFT's.

{160;010}

Posten buiten de balanstelling met een omrekeningsfactor van 20 % in overeenstemming met artikel 429, lid 10, van de VKV

Artikel 429, lid 10, artikel 111, lid 1, onder c), en artikel 166, lid 9, van de VKV

De blootstellingswaarde overeenkomstig artikel 429, lid 10, en artikel 111, lid 1, onder c), van de VKV van in bijlage I, punt 3, onder a) en b), van de VKV genoemde posten buiten de balanstelling met een middelgroot/laag risico waaraan een omrekeningsfactor van 20 % zou worden toegekend (ter herinnering zij opgemerkt dat de blootstellingswaarde hier 20 % van de nominale waarde is). Er zij aan herinnerd dat de nominale waarde niet met specifieke kredietrisicoaanpassingen mag worden verminderd.

Indien een verplichting betrekking heeft op de uitbreiding van een andere verplichting, wordt overeenkomstig artikel 166, lid 9, van de VKV gebruikgemaakt van de laagste van beide omrekeningsfactoren die voor de individuele verplichting gelden.

Overeenkomstig artikel 429, lid 10, van de VKV houden instellingen in deze cel geen rekening met in bijlage II bij de VKV genoemde contracten, kredietderivaten en SFT's.

{170;010}

Posten buiten de balanstelling met een omrekeningsfactor van 50 % in overeenstemming met artikel 429, lid 10, van de VKV

Artikel 429, lid 10, artikel 111, lid 1, onder b), en artikel 166, lid 9, van de VKV

De blootstellingswaarde overeenkomstig artikel 429, lid 10, en artikel 111, lid 1, onder b), van de VKV van in bijlage I, punt 2, onder a) en b), van de VKV genoemde posten buiten de balanstelling met een middelgroot risico waaraan een omrekeningsfactor van 50 % zou worden toegekend zoals omschreven in de standaardbenadering voor het kredietrisico (ter herinnering zij opgemerkt dat de blootstellingswaarde hier 50 % van de nominale waarde is). Er zij aan herinnerd dat de nominale waarde niet met specifieke kredietrisicoaanpassingen mag worden verminderd.

Deze cel omvat liquiditeitsfaciliteiten en andere verplichtingen met betrekking tot securitisaties. Met andere woorden: voor alle liquiditeitsfaciliteiten in de zin van artikel 255 van de VKV, ongeacht de looptijd ervan, bedraagt de omrekeningsfactor 50 %.

Indien een verplichting betrekking heeft op de uitbreiding van een andere verplichting, wordt overeenkomstig artikel 166, lid 9, van de VKV gebruikgemaakt van de laagste van beide omrekeningsfactoren die voor de individuele verplichting gelden.

Overeenkomstig artikel 429, lid 10, van de VKV houden instellingen in deze cel geen rekening met in bijlage II bij de VKV genoemde contracten, kredietderivaten en SFT's.

{180;010}

Posten buiten de balanstelling met een omrekeningsfactor van 100 % in overeenstemming met artikel 429, lid 10, van de VKV

Artikel 429, lid 10, artikel 111, lid 1, onder a), en artikel 166, lid 9, van de VKV

De blootstellingswaarde overeenkomstig artikel 429, lid 10, en artikel 111, lid 1, onder a), van de VKV van in bijlage I, punt 1, onder a) tot en met k), van de VKV genoemde posten buiten de balanstelling met een hoog risico waaraan een omrekeningsfactor van 100 % zou worden toegekend (ter herinnering zij opgemerkt dat de blootstellingswaarde hier 100 % van de nominale waarde is). Er zij aan herinnerd dat de nominale waarde niet met specifieke kredietrisicoaanpassingen mag worden verminderd.

Deze cel omvat liquiditeitsfaciliteiten en andere verplichtingen met betrekking tot securitisaties.

Indien een verplichting betrekking heeft op de uitbreiding van een andere verplichting, wordt overeenkomstig artikel 166, lid 9, van de VKV gebruikgemaakt van de laagste van beide omrekeningsfactoren die voor de individuele verplichting gelden.

Overeenkomstig artikel 429, lid 10, van de VKV houden instellingen in deze cel geen rekening met in bijlage II bij de VKV genoemde contracten, kredietderivaten en SFT's.

{190;010}

Overige activa

Artikel 429, lid 5, van de VKV

Alle andere activa dan de in bijlage II bij de VKV genoemde contracten, kredietderivaten en SFT's (in deze cel moeten bijvoorbeeld onder andere de volgende activa worden gerapporteerd: te ontvangen boekhoudkundige activa voor in contanten betaalde variatiemarge ingeval deze activa volgens het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving worden opgenomen, liquide activa als omschreven in het kader van de liquiditeitsdekkingsratio, alsook falende en niet-afgewikkelde transacties). instellingen gaan bij de waardering uit van de beginselen van artikel 429, lid 5, van de VKV.

Instellingen nemen in deze cel contanten op die zijn ontvangen van, of effecten die zijn verstrekt aan een tegenpartij via SFT's en die op de balans vermeld staan (d.w.z. er wordt niet voldaan aan de boekhoudkundige criteria voor verwijdering). Voorts nemen instellingen hier van het tier 1-kernkapitaal afgetrokken posten en aanvullend tier 1-bestanddelen (bv. immateriële activa, uitgestelde belastingvorderingen enz.) op.

{200;010}

Brutering voor met betrekking tot derivaten verstrekte zekerheden

Artikel 429 bis, lid 2, van de VKV

Het bedrag van alle met betrekking tot derivaten verstrekte zekerheden indien overeenkomstig artikel 429 bis, lid 2, van de VKV het bedrag van de activa op grond van het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving wordt verminderd door de verstrekking van die zekerheden.

De initiële marge voor als cliënt geclearde derivatentransacties bij een gekwalificeerde CTP of de toelaatbare in contanten ontvangen variatiemarge, als omschreven in artikel 429 bis, lid 3, van de VKV, worden niet in deze cel opgenomen.

{210;010}

(-) Te ontvangen activa voor de bij derivatentransacties in contanten betaalde variatiemarge

Artikel 429 bis, lid 3, derde alinea, van de VKV

De te ontvangen activa voor de bij derivatentransacties in contanten aan de tegenpartij betaalde variatiemarge indien de instelling op grond van het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving verplicht is deze als een te ontvangen actief op te nemen, mits aan de in artikel 429 bis, lid 3, onder a) tot en met e), van de VKV gestelde voorwaarden is voldaan.

Het gerapporteerde bedrag wordt ook in de in {190;010} gerapporteerde overige activa opgenomen.

{220;010}

(-) Uitgesloten CTP-deel van als cliënt geclearde transactieblootstellingen (initiële marge)

Artikel 429, lid 11, van de VKV

Het gedeelte van de (gestorte) initiële marge van uitgesloten transactieblootstellingen met betrekking tot een gekwalificeerde CTP uit hoofde van als cliënt geclearde derivatentransacties, mits deze posten aan de in artikel 306, lid 1, onder c), van de VKV gestelde voorwaarden voldoen.

Het gerapporteerde bedrag wordt ook in de in {190;010} gerapporteerde overige activa opgenomen.

{230;010}

Aanpassingen voor SFT's waarvoor de verkoop volgens het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving wordt verantwoord

Artikel 429 ter, lid 5, van de VKV

De waarde van bij een retrocessietransactie uitgeleende effecten die niet in aanmerking worden genomen omdat de verkoop volgens het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving wordt verantwoord.

{240;010}

(-) Fiduciaire activa

Artikel 429, lid 13, van de VKV

De waarde van fiduciaire activa die overeenkomstig artikel 429, lid 13, van de VKV voldoen aan de criteria van IAS 39 voor het niet-opnemen in de balans en, in voorkomend geval, de criteria van IFRS 10 voor niet-consolidatie, in de veronderstelling dat er geen sprake is van boekhoudkundige verrekenings- of andere CRM-effecten (dit betekent dat alle effecten van boekhoudkundige verrekening of CRM die de boekwaarde hebben beïnvloed, worden teruggedraaid).

Het gerapporteerde bedrag wordt ook in de in {190;010} gerapporteerde overige activa opgenomen.

{250;010}

(-) Overeenkomstig artikel 429, lid 7, van de VKV uitgesloten intragroepblootstellingen (solobasis)

Artikel 429, lid 7, en artikel 113, lid 6, van de VKV

Blootstellingen die niet op de toepasselijke consolidatiebasis zijn geconsolideerd en die voor de in artikel 113, lid 6, van de VKV vastgestelde behandeling in aanmerking komen, mits aan alle in artikel 113, lid 6, onder a) tot en met e), van de VKV gestelde voorwaarden is voldaan en de bevoegde autoriteiten hun toestemming hebben verleend.

Het gerapporteerde bedrag wordt ook in de bovengenoemde toepasselijke cellen opgenomen alsof er geen uitsluiting van toepassing is.

{260;010}

(-) Overeenkomstig artikel 429, lid 14, van de VKV uitgesloten blootstellingen

Artikel 429, lid 14, van de VKV

De overeenkomstig artikel 429, lid 14, van de VKV uitgesloten blootstellingen, mits aan alle in genoemde bepaling gestelde voorwaarden is voldaan en de bevoegde autoriteiten hun toestemming hebben verleend.

Het gerapporteerde bedrag wordt ook in de bovengenoemde toepasselijke cellen opgenomen alsof er geen uitsluiting van toepassing is.

{270;010}

(-) Afgetrokken activabedrag — Tier 1-kapitaal — volledig ingefaseerde definitie

Artikel 429, lid 4, onder a), en artikel 499, lid 1, onder a), van de VKV

Het betreft alle aanpassingen die op de waarde van een actief betrekking hebben en die zijn vereist bij:

artikelen 32 tot en met 35 van de VKV, of

artikelen 36 tot en met 47 van de VKV, of

artikelen 56 tot en met 60 van de VKV,

al naar gelang het geval.

Instellingen nemen de in de artikelen 48, 49 en 79 van de VKV vervatte vrijstellingen, alternatieven en ontheffingen met betrekking tot dergelijke aftrekkingen in aanmerking, zonder rekening te houden met de afwijking waarin deel tien, titel I, hoofdstukken 1 en 2, van de VKV voorziet. Om dubbeltellingen te vermijden, rapporteren instellingen bij de berekening van de blootstellingswaarde in {010;010} tot en met {260;010} geen aanpassingen die reeds op grond van artikel 111 van de VKV zijn toegepast; zij rapporteren evenmin aanpassingen waarbij er geen sprake is van de aftrekking van de waarde van een specifiek actief.

Aangezien deze bedragen reeds van de kapitaalmaatstaf zijn afgetrokken, doen zij de blootstelling voor de berekening van de hefboomratio dalen en worden zij als een negatieve waarde gerapporteerd.

{280;010}

(-) Afgetrokken activabedrag — Tier 1-kapitaal — overgangsdefinitie

Artikel 429, lid 4, onder a), en artikel 499, lid 1, onder b), van de VKV

Het betreft alle aanpassingen die op de waarde van een actief betrekking hebben en die zijn vereist bij:

artikelen 32 tot en met 35 van de VKV, of

artikelen 36 tot en met 47 van de VKV, of

artikelen 56 tot en met 60 van de VKV,

al naar gelang het geval.

Instellingen nemen de in de artikelen 48, 49 en 79 van de VKV vervatte vrijstellingen, alternatieven en ontheffingen met betrekking tot dergelijke aftrekkingen in aanmerking, en houden tevens rekening met de afwijking waarin deel tien, titel I, hoofdstukken 1 en 2, van de VKV voorziet. Om dubbeltellingen te vermijden, rapporteren instellingen bij de berekening van de blootstellingswaarde in {010;010} tot en met {260;010} geen aanpassingen die reeds op grond van artikel 111 van de VKV zijn toegepast; zij rapporteren evenmin aanpassingen waarbij er geen sprake is van de aftrekking van de waarde van een specifiek actief.

Aangezien deze bedragen reeds van de kapitaalmaatstaf zijn afgetrokken, doen zij de blootstelling voor de berekening van de hefboomratio dalen en worden zij als een negatieve waarde gerapporteerd.

{290;010}

Totale risicoblootstelling voor de berekening van de hefboomratio — volgens een volledig ingefaseerde definitie van het tier 1-kapitaal

Instellingen rapporteren het volgende bedrag:

{LRCalc;010;010} + {LRCalc;020;010} + {LRCalc;030;010} + {LRCalc;040;010} + {LRCalc;050;010} + {LRCalc;060;010} + {LRCalc;070;010} + {LRCalc;080;010} + {LRCalc;090;010} + {LRCalc;100;010} + {LRCalc;110;010} + {LRCalc;120;010} + {LRCalc;130;010} + {LRCalc;140;010} + {LRCalc;150;010} + {LRCalc;160;010} + {LRCalc;170;010} + {LRCalc;180;010} + {LRCalc;190;010} + {LRCalc;200;010} + {LRCalc;210;010} + {LRCalc;220;010} + {LRCalc;230;010} + {LRCalc;240;010} + {LRCalc;250;010} + {LRCalc;260;010} + {LRCalc;270;010}.

{300;010}

Totale risicoblootstelling voor de berekening van de hefboomratio — volgens een overgangsdefinitie van het tier 1-kapitaal

Instellingen rapporteren het volgende bedrag:

{LRCalc;010;010} + {LRCalc;020;010} + {LRCalc;030;010} + {LRCalc;040;010} + {LRCalc;050;010} + {LRCalc;060;010} + {LRCalc;070;010} + {LRCalc;080;010} + {LRCalc;090;010} + {LRCalc;100;010} + {LRCalc;110;010} + {LRCalc;120;010} + {LRCalc;130;010} – {LRCalc;140;010} + {LRCalc;150;010} + {LRCalc;160;010} + {LRCalc;170;010} + {LRCalc;180;010} + {LRCalc;190;010} + {LRCalc;200;010} + {LRCalc;210;010} + {LRCalc;220;010} + {LRCalc;230;010} + {LRCalc;240;010} + {LRCalc;250;010} + {LRCalc;260;010} + {LRCalc;280;010}.

Rij en kolom

Kapitaal

{310;010}

Tier 1-kapitaal — volledig ingefaseerde definitie

Artikel 429, lid 3, en artikel 499, lid 1, van de VKV

Dit is het bedrag aan tier 1-kapitaal berekend overeenkomstig artikel 25 van de VKV, zonder rekening te houden met de afwijking waarin deel tien, titel I, hoofdstukken 1 en 2, van de VKV voorziet.

{320;010}

Tier 1-kapitaal — overgangsdefinitie

Artikel 429, lid 3, en artikel 499, lid 1, van de VKV

Dit is het bedrag aan tier 1-kapitaal berekend overeenkomstig artikel 25 van de VKV, na rekening te hebben gehouden met de afwijking waarin deel tien, titel I, hoofdstukken 1 en 2, van de VKV voorziet.

Rij en kolom

Hefboomratio

{330;010}

Hefboomratio — volgens een volledig ingefaseerde definitie van het tier 1-kapitaal

Artikel 429, lid 2, en artikel 499, lid 1, van de VKV

Dit is de hefboomratio berekend overeenkomstig deel II, punt 4, van deze bijlage.

{340;010}

Hefboomratio — volgens een overgangsdefinitie van het tier 1-kapitaal

Artikel 429, lid 2, en artikel 499, lid 1, van de VKV

Dit is de hefboomratio berekend overeenkomstig deel II, punt 5, van deze bijlage.

5.   C 40.00 — Alternatieve behandeling van de blootstellingsmaatstaf (LR1)

21.

In dit deel van de rapportage worden gegevens verzameld over een alternatieve behandeling van derivaten, SFT's en posten buiten de balanstelling.

22.

Instellingen bepalen de „boekhoudkundige balanswaarden” in LR1 op basis van het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving als bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 77, van de VKV. Met „boekwaarde in de veronderstelling dat er geen sprake is van verrekening of andere CRM” wordt bedoeld dat voor de boekhoudkundige balanswaarde eventuele verrekenings- of andere CRM-effecten buiten beschouwing blijven.

23.

Afgezien van {250;120} en {260;120}, rapporteren instellingen LR1 alsof de uitsluitingen bedoeld in de LRCalc-cellen {050;010}, {080;010}, {100;010}, {120;010}, {220;010}, {250;010} en {260;010} niet van toepassing zijn.

Rij en kolom

Verwijzingen naar wetgeving en instructies

{010;010}

Derivaten — Boekhoudkundige balanswaarde

Dit is de som van {020;010}, {050;010} en {060;010}.

{010;020}

Derivaten — Boekwaarde in de veronderstelling dat er geen sprake is van verrekening of andere CRM

Dit is de som van {020;020}, {050;020} en {060;020}.

{010;050}

Derivaten — Opslagfactor volgens de op de waardering tegen marktwaarde gebaseerde methode (in de veronderstelling dat er geen sprake is van verrekening of andere CRM)

Dit is de som van {020;050}, {050;050} en {060;050}.

{010;070}

Derivaten — Notioneel bedrag

Dit is de som van {020;070}, {050;070} en {060;070}.

{020;010}

Kredietderivaten (verkochte protectie) — Boekhoudkundige balanswaarde

Artikel 4, lid 1, punt 77, van de VKV

De boekhoudkundige balanswaarde volgens het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving van kredietderivaten als de instelling kredietprotectie aan een tegenpartij verkoopt en het contract op de balans wordt geactiveerd.

{020;020}

Kredietderivaten (verkochte protectie) — Boekwaarde in de veronderstelling dat er geen sprake is van verrekening of andere CRM

Artikel 4, lid 1, punt 77, van de VKV

De boekhoudkundige balanswaarde volgens het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving van kredietderivaten als de instelling kredietprotectie aan een tegenpartij verkoopt en het contract op de balans wordt geactiveerd, in de veronderstelling dat er geen sprake is van prudentiële of boekhoudkundige verrekenings- of andere CRM-effecten (dit betekent dat alle effecten van boekhoudkundige verrekening of CRM die de boekwaarde hebben beïnvloed, worden teruggedraaid).

{020;050}

Kredietderivaten (verkochte protectie) — Opslagfactor volgens de op de waardering tegen marktwaarde gebaseerde methode (in de veronderstelling dat er geen sprake is van verrekening of andere CRM)

Dit is de som van {030;050} en {040;050}.

{020;070}

Kredietderivaten (verkochte protectie) — Notioneel bedrag

Dit is de som van de cellen {030;070} en {040;070}.

{020;075}

Kredietderivaten (verkochte protectie) — Verminderd notioneel bedrag

Deze cel bevat het notionele bedrag van de kredietderivaten (verkochte protectie) als vermeld in {020;070}, na aftrek van eventuele negatieve veranderingen in de reële waarde die met betrekking tot het geboekte kredietderivaat in het tier 1-kapitaal zijn opgenomen.

{030;050}

Kredietderivaten (verkochte protectie) met vroegtijdige afwikkeling — Opslagfactor volgens de op de waardering tegen marktwaarde gebaseerde methode (in de veronderstelling dat er geen sprake is van verrekening of andere CRM)

Artikel 299, lid 2, van de VKV

Deze cel vermeldt de potentiële toekomstige blootstelling van kredietderivaten als de instelling op basis van een clausule inzake vroegtijdige afwikkeling kredietprotectie aan een tegenpartij verkoopt, in de veronderstelling dat er geen sprake is van verrekening of andere CRM. instellingen nemen in deze cel niet de opslagfactor voor kredietderivaten op als de instelling niet op basis van een clausule inzake vroegtijdige afwikkeling kredietprotectie aan een tegenpartij verkoopt. In plaats daarvan nemen instellingen deze informatie op in {LR1;040;050}.

Een clausule inzake vroegtijdige afwikkeling is een clausule die bepaalt dat de niet in gebreke blijvende partij het recht heeft alle in het kader van de overeenkomst verrichte transacties zo spoedig mogelijk te beëindigen en af te wikkelen bij wanbetaling, ook in geval van insolventie of faillissement van de tegenpartij.

Instellingen nemen alle kredietderivaten in aanmerking, niet alleen die welke aan de handelsportefeuille zijn toegewezen.

{030;070}

Kredietderivaten (verkochte protectie) met vroegtijdige afwikkeling — Notioneel bedrag

Deze cel vermeldt het notionele bedrag aan kredietderivaten als de instelling op basis van een clausule inzake vroegtijdige afwikkeling kredietprotectie aan een tegenpartij verkoopt.

Een clausule inzake vroegtijdige afwikkeling is een clausule die bepaalt dat de niet in gebreke blijvende partij het recht heeft alle in het kader van de overeenkomst verrichte transacties zo spoedig mogelijk te beëindigen en af te wikkelen bij wanbetaling, ook in geval van insolventie of faillissement van de tegenpartij.

Instellingen nemen alle kredietderivaten in aanmerking, niet alleen die welke aan de handelsportefeuille zijn toegewezen.

{040;050}

Kredietderivaten (verkochte protectie) zonder vroegtijdige afwikkeling — Opslagfactor volgens de op de waardering tegen marktwaarde gebaseerde methode (in de veronderstelling dat er geen sprake is van verrekening of andere CRM)

Artikel 299, lid 2, van de VKV

Deze cel vermeldt de potentiële toekomstige blootstelling van kredietderivaten als de instelling niet op basis van een clausule inzake vroegtijdige afwikkeling kredietprotectie aan een tegenpartij verkoopt, in de veronderstelling dat er geen sprake is van verrekening of andere CRM.

Een clausule inzake vroegtijdige afwikkeling is een clausule die bepaalt dat de niet in gebreke blijvende partij het recht heeft alle in het kader van de overeenkomst verrichte transacties zo spoedig mogelijk te beëindigen en af te wikkelen bij wanbetaling, ook in geval van insolventie of faillissement van de tegenpartij.

De instellingen nemen alle kredietderivaten in aanmerking, niet alleen die welke aan de handelsportefeuille zijn toegewezen.

{040;070}

Kredietderivaten (verkochte protectie) zonder vroegtijdige afwikkeling — Notioneel bedrag

Deze cel vermeldt het notionele bedrag aan kredietderivaten als de instelling niet op basis van een clausule inzake vroegtijdige afwikkeling kredietprotectie aan een tegenpartij verkoopt.

Een clausule inzake vroegtijdige afwikkeling is een clausule die bepaalt dat de niet in gebreke blijvende partij het recht heeft alle in het kader van de overeenkomst verrichte transacties zo spoedig mogelijk te beëindigen en af te wikkelen bij wanbetaling, ook in geval van insolventie of faillissement van de tegenpartij.

De instellingen nemen alle kredietderivaten in aanmerking, niet alleen die welke aan de handelsportefeuille zijn toegewezen.

{050;010}

Kredietderivaten (gekochte protectie) — Boekhoudkundige balanswaarde

Artikel 4, lid 1, punt 77, van de VKV

De boekhoudkundige balanswaarde volgens het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving van kredietderivaten als de instelling kredietprotectie van een tegenpartij koopt en het contract op de balans wordt geactiveerd.

De instellingen nemen alle kredietderivaten in aanmerking, niet alleen die welke aan de handelsportefeuille zijn toegewezen.

{050;020}

Kredietderivaten (gekochte protectie) — Boekwaarde in de veronderstelling dat er geen sprake is van verrekening of andere CRM

Artikel 4, lid 1, punt 77, van de VKV

De boekhoudkundige balanswaarde volgens het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving van kredietderivaten als de instelling kredietprotectie van een tegenpartij koopt en het contract op de balans wordt geactiveerd, in de veronderstelling dat er geen sprake is van prudentiële of boekhoudkundige verrekenings- of andere CRM-effecten (dit betekent dat alle effecten van boekhoudkundige verrekening of CRM die de boekwaarde hebben beïnvloed, worden teruggedraaid).

De instellingen nemen alle kredietderivaten in aanmerking, niet alleen die welke aan de handelsportefeuille zijn toegewezen.

{050;050}

Kredietderivaten (gekochte protectie) — Opslagfactor volgens de op de waardering tegen marktwaarde gebaseerde methode (in de veronderstelling dat er geen sprake is van verrekening of andere CRM)

Artikel 299, lid 2, van de VKV

Deze cel vermeldt de potentiële toekomstige blootstelling van kredietderivaten als de instelling kredietprotectie van een tegenpartij koopt, in de veronderstelling dat er geen sprake is van verrekening of andere CRM.

De instellingen nemen alle kredietderivaten in aanmerking, niet alleen die welke aan de handelsportefeuille zijn toegewezen.

{050;070}

Kredietderivaten (gekochte protectie) — Notioneel bedrag

Deze cel vermeldt het notionele bedrag aan kredietderivaten als de instelling kredietprotectie van een tegenpartij koopt.

De instellingen nemen alle kredietderivaten in aanmerking, niet alleen die welke aan de handelsportefeuille zijn toegewezen.

{050;075}

Kredietderivaten (gekochte protectie) — Verminderd notioneel bedrag

Deze cel bevat het notionele bedrag aan kredietderivaten (gekochte protectie) als vermeld in {050;050}, na aftrek van eventuele positieve veranderingen in de reële waarde die met betrekking tot het gekochte kredietderivaat in het tier 1-kapitaal zijn opgenomen.

{050;085}

Kredietderivaten (gekochte protectie) — Verminderd notioneel bedrag (dezelfde referentienaam)

Het notionele bedrag aan kredietderivaten als de instelling kredietprotectie koopt op dezelfde onderliggende referentienaam als de door de rapporterende instelling geboekte kredietderivaten.

Voor de rapportage van deze celwaarde worden onderliggende referentienamen als gelijk beschouwd als zij naar dezelfde rechtspersoon en rangorde verwijzen.

Voor een pool referentie-entiteiten gekochte kredietprotectie wordt als gelijk beschouwd als die protectie economisch gezien gelijkwaardig is aan voor elk van die entiteiten afzonderlijk gekochte protectie.

Als een instelling voor een pool referentienamen kredietprotectie koopt, wordt die kredietprotectie alleen als gelijk beschouwd als de gekochte kredietprotectie alle segmenten van de pool dekt waarvoor kredietprotectie is verkocht. Met andere woorden, saldering kan alleen worden verantwoord als de pool referentie-entiteiten en de rangorde in beide transacties identiek zijn.

Voor elke referentienaam mogen de in deze cel in aanmerking genomen notionele bedragen aan gekochte kredietprotectie niet groter zijn dan de in {020;075} en {050;075} gerapporteerde bedragen.

{060;010}

Financiële derivaten — Boekhoudkundige balanswaarde

Artikel 4, lid 1, punt 77, van de VKV

De boekhoudkundige balanswaarde volgens het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving van de in bijlage II bij de VKV genoemde contracten, waarbij de contracten op de balans worden geactiveerd.

{060;020}

Financiële derivaten — Boekwaarde in de veronderstelling dat er geen sprake is van verrekening of andere CRM

Artikel 4, lid 1, punt 77, van de VKV

De boekhoudkundige balanswaarde volgens het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving van de in bijlage II bij de VKV genoemde contracten, waarbij de contracten op de balans worden geactiveerd, in de veronderstelling dat er geen sprake is van prudentiële of boekhoudkundige verrekenings- of andere CRM-effecten (dit betekent dat alle effecten van boekhoudkundige verrekening of CRM die de boekwaarde hebben beïnvloed, worden teruggedraaid).

{060;050}

Financiële derivaten — Opslagfactor volgens de op de waardering tegen marktwaarde gebaseerde methode (in de veronderstelling dat er geen sprake is van verrekening of andere CRM)

Artikel 274 van de VKV

Deze cel vermeldt de potentiële toekomstige blootstelling aan reguleringsrisico's van de in bijlage II bij de VKV genoemde contracten, in de veronderstelling dat er geen sprake is van verrekening of andere CRM.

{060;070}

Financiële derivaten — Notioneel bedrag

Deze cel vermeldt het notionele bedrag aan in bijlage II bij de VKV genoemde contracten.

{070;010}

SFT's die onder een kaderverrekeningsovereenkomst vallen — Boekhoudkundige balanswaarde

Artikel 4, lid 1, punt 77, en artikel 206 van de VKV

De boekhoudkundige balanswaarde van SFT's volgens het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving die onder een uit hoofde van artikel 206 van de VKV toelaatbare kaderverrekeningsovereenkomst vallen.

Instellingen nemen in deze cel geen contanten op die zijn ontvangen van, of effecten die via voornoemde transacties zijn verstrekt aan een tegenpartij en die op de balans vermeld staan (er wordt met andere woorden niet voldaan aan de boekhoudkundige criteria voor verwijdering). In plaats daarvan nemen instellingen deze gegevens op in {090;010}.

{070;020}

SFT's die onder een kaderverrekeningsovereenkomst vallen — Boekwaarde in de veronderstelling dat er geen sprake is van verrekening of andere CRM

Artikel 4, lid 1, punt 77, en artikel 206 van de VKV

De boekhoudkundige balanswaarde volgens het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving van SFT's die onder een uit hoofde van artikel 206 toelaatbare kaderverrekeningsovereenkomst vallen, waarbij de contracten op de balans worden geactiveerd, in de veronderstelling dat er geen sprake is van prudentiële of boekhoudkundige verrekenings- of andere CRM-effecten (dit betekent dat alle effecten van boekhoudkundige verrekening of CRM die de boekwaarde hebben beïnvloed, worden teruggedraaid). Als voor een SFT de verkoop volgens het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving wordt verantwoord, worden bovendien alle aan de verkoop gerelateerde posten door de instelling teruggeboekt.

Instellingen nemen in deze cel geen contanten op die zijn ontvangen van, of effecten die via voornoemde transacties zijn verstrekt aan een tegenpartij en die op de balans vermeld staan (er wordt met andere woorden niet voldaan aan de boekhoudkundige criteria voor verwijdering). In plaats daarvan nemen instellingen deze gegevens op in {090;020}.

{070;040}

SFT's die onder een kaderverrekeningsovereenkomst vallen — Opslagfactor voor SFT's

Artikel 206 van de VKV

Instellingen vormen samenstellen van verrekenbare transacties voor SFT's, met inbegrip van transacties buiten de balanstelling, die onder een uit hoofde van artikel 206 toelaatbare kaderverrekeningsovereenkomst vallen. Voor elk samenstel van verrekenbare transacties berekenen de instellingen de opslagfactor voor blootstelling aan het actueel tegenpartijrisico (CCE) volgens de formule

Formula

waarbij

i

=

elke transactie die van het samenstel van verrekenbare transacties deel uitmaakt;

Ei

=

voor transactie i, de waarde Ei zoals omschreven in artikel 220, lid 3, van de VKV;

Ci

=

voor transactie i, de waarde Ci zoals omschreven in artikel 220, lid 3, van de VKV.

Instellingen tellen de uitkomsten van deze formule voor alle samenstellen van verrekenbare transacties bij elkaar op, en rapporteren het resultaat in deze cel.

{080;010}

SFT's die niet onder een kaderverrekeningsovereenkomst vallen — Boekhoudkundige balanswaarde

Artikel 4, lid 1, punt 77, van de VKV

De boekhoudkundige balanswaarde volgens het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving van SFT's die niet onder een uit hoofde van artikel 206 toelaatbare kaderverrekeningsovereenkomst vallen, waarbij de contracten op de balans worden geactiveerd.

Instellingen nemen in deze cel geen contanten op die zijn ontvangen van, of effecten die via voornoemde transacties zijn verstrekt aan een tegenpartij en die op de balans vermeld staan (er wordt met andere woorden niet voldaan aan de boekhoudkundige criteria voor verwijdering). In plaats daarvan nemen instellingen deze gegevens op in {090;010}.

{080;020}

SFT's die niet onder een kaderverrekeningsovereenkomst vallen — Boekwaarde in de veronderstelling dat er geen sprake is van verrekening of andere CRM

Artikel 4, lid 1, punt 77, van de VKV

De boekhoudkundige balanswaarde volgens het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving van SFT's die niet onder een uit hoofde van artikel 206 toelaatbare kaderverrekeningsovereenkomst vallen, waarbij de contracten op de balans worden geactiveerd, in de veronderstelling dat er geen sprake is van prudentiële of boekhoudkundige verrekenings- of andere CRM-effecten (dit betekent dat alle effecten van boekhoudkundige verrekening of CRM die de boekwaarde hebben beïnvloed, worden teruggedraaid). Als voor een SFT de verkoop volgens het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving wordt verantwoord, worden bovendien alle aan de verkoop gerelateerde posten door de instelling teruggeboekt.

Instellingen nemen in deze cel geen contanten op die zijn ontvangen van, of effecten die via voornoemde transacties zijn verstrekt aan een tegenpartij en die op de balans vermeld staan (er wordt met andere woorden niet voldaan aan de boekhoudkundige criteria voor verwijdering). In plaats daarvan nemen instellingen deze gegevens op in {090;020}.

{080;040}

SFT's die niet onder een kaderverrekeningsovereenkomst vallen — Opslagfactor voor SFT's

Artikel 206 van de VKV

Voor SFT's, met inbegrip van transacties buiten de balanstelling, die niet onder een uit hoofde van artikel 206 toelaatbare kaderverrekeningsovereenkomst vallen, vormen de instellingen samenstellen die bestaan uit alle in een transactie betrokken activa (d.w.z. elke SFT wordt als een afzonderlijk samenstel behandeld) en bepalen zij voor elk samenstel de opslagfactor voor blootstelling aan het actueel tegenpartijrisico (CCE) volgens de formule

CCE = max {(E – C); 0}

waarbij

E

=

de waarde Ei zoals omschreven in artikel 220, lid 3, van de VKV;

C

=

de waarde Ci zoals omschreven in artikel 220, lid 3, van de VKV.

Instellingen tellen de uitkomsten van deze formule voor alle voornoemde samenstellen bij elkaar op, en rapporteren het resultaat in deze cel.

{090;010}

Overige activa — Boekhoudkundige balanswaarde

Artikel 4, lid 1, punt 77, van de VKV

De boekhoudkundige balanswaarde volgens het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving van alle andere activa dan de in bijlage II bij de VKV genoemde contracten, kredietderivaten en SFT's.

{090;020}

Overige activa — Boekwaarde in de veronderstelling dat er geen sprake is van verrekening of andere CRM

Artikel 4, lid 1, punt 77, van de VKV

De boekhoudkundige balanswaarde volgens het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving van alle andere activa dan de in bijlage II bij de VKV genoemde contracten, kredietderivaten en SFT's, in de veronderstelling dat er geen sprake is van boekhoudkundige verrekenings- of andere CRM-effecten (dit betekent dat alle effecten van boekhoudkundige verrekening of CRM die de boekwaarde hebben beïnvloed, worden teruggedraaid).

{100;070}

Posten buiten de balanstelling met een laag risico volgens de standaardbenadering; waarvan — Nominale waarde

Artikel 111 van de VKV

Deze cel vermeldt de nominale waarde van posten buiten de balanstelling waaraan volgens de standaardbenadering voor het kredietrisico een kredietomrekeningsfactor van 0 % zou worden toegekend. Deze waarde mag niet met specifieke kredietrisicoaanpassingen worden verminderd.

Overeenkomstig artikel 429, lid 10, van de VKV houden instellingen in deze cel geen rekening met in bijlage II bij de VKV genoemde contracten, kredietderivaten en SFT's.

{110;070}

Revolverende blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen; waarvan — Nominale waarde

Artikel 111 en artikel 154, lid 4, van de VKV

Deze cel vermeldt de nominale waarde van gekwalificeerde revolverende blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen buiten de balanstelling die voldoen aan de in artikel 154, lid 4, onder a), b) en c), van de VKV gestelde voorwaarden. Deze waarde wordt niet verminderd met specifieke kredietrisicoaanpassingen.

Hieronder vallen alle blootstellingen die betrekking hebben op personen, revolverend zijn en onvoorwaardelijk kunnen worden opgezegd zoals beschreven in artikel 149, onder b), van de VKV, en in totaal beperkt zijn tot 100 000  EUR per debiteur.

Overeenkomstig artikel 429, lid 10, van de VKV houden instellingen in deze cel geen rekening met in bijlage II bij de VKV genoemde contracten, kredietderivaten en SFT's.

{120;070}

Onvoorwaardelijk opzegbare kredietkaartverplichtingen — Nominale waarde

Artikel 111 en artikel 154, lid 4, van de VKV

Deze cel vermeldt de nominale waarde van kredietkaartverplichtingen die te allen tijde onvoorwaardelijk zonder voorafgaande kennisgeving door de instelling kunnen worden opgezegd en waaraan volgens de standaardbenadering voor het kredietrisico een kredietomrekeningsfactor van 0 % zou worden toegekend. Deze waarde mag niet met specifieke kredietrisicoaanpassingen worden verminderd.

Instellingen nemen in deze cel geen kredietverplichtingen op waarvoor uitdrukkelijk in automatische opzegging is voorzien als de kredietwaardigheid van een kredietnemer verslechtert, maar die geen onvoorwaardelijk opzegbare verplichtingen zijn.

Overeenkomstig artikel 429, lid 10, van de VKV houden instellingen in deze cel geen rekening met in bijlage II bij de VKV genoemde contracten, kredietderivaten en SFT's.

{130;070}

Niet-revolverende onvoorwaardelijk opzegbare verplichtingen — Nominale waarde

Artikel 111 en artikel 154, lid 4, van de VKV

Deze cel vermeldt de nominale waarde van overige verplichtingen die te allen tijde onvoorwaardelijk zonder voorafgaande kennisgeving door de instelling kunnen worden opgezegd en waaraan volgens de standaardbenadering voor het kredietrisico een kredietomrekeningsfactor van 0 % zou worden toegekend. Deze waarde mag niet met specifieke kredietrisicoaanpassingen worden verminderd.

Instellingen nemen in deze cel geen kredietverplichtingen op waarvoor uitdrukkelijk in automatische opzegging is voorzien als de kredietwaardigheid van een kredietnemer verslechtert, maar die geen onvoorwaardelijk opzegbare verplichtingen zijn.

Overeenkomstig artikel 429, lid 10, van de VKV houden instellingen in deze cel geen rekening met in bijlage II bij de VKV genoemde contracten, kredietderivaten en SFT's.

{140;070}

Posten buiten de balanstelling met een middelgroot/laag risico volgens de standaardbenadering — Nominale waarde

Artikel 111 van de VKV

Deze cel vermeldt de nominale waarde van posten buiten de balanstelling waaraan volgens de standaardbenadering voor het kredietrisico een kredietomrekeningsfactor van 20 % zou worden toegekend. Deze waarde mag niet met specifieke kredietrisicoaanpassingen worden verminderd.

Overeenkomstig artikel 429, lid 10, van de VKV houden instellingen in deze cel geen rekening met in bijlage II bij de VKV genoemde contracten, kredietderivaten en SFT's.

{150;070}

Posten buiten de balanstelling met een middelgroot risico volgens de standaardbenadering — Nominale waarde

Artikel 111 van de VKV

Deze cel vermeldt de nominale waarde van posten buiten de balanstelling waaraan volgens de standaardbenadering voor het kredietrisico een kredietomrekeningsfactor van 50 % zou worden toegekend. Deze waarde mag niet met specifieke kredietrisicoaanpassingen worden verminderd.

Overeenkomstig artikel 429, lid 10, van de VKV houden instellingen in deze cel geen rekening met in bijlage II bij de VKV genoemde contracten, kredietderivaten en SFT's.

{160;070}

Posten buiten de balanstelling met een volledig risico volgens de standaardbenadering — Nominale waarde

Artikel 111 van de VKV

Deze cel vermeldt de nominale waarde van posten buiten de balanstelling waaraan volgens de standaardbenadering voor het kredietrisico een kredietomrekeningsfactor van 100 % zou worden toegekend. Deze waarde mag niet met specifieke kredietrisicoaanpassingen worden verminderd.

Overeenkomstig artikel 429, lid 10, van de VKV houden instellingen in deze cel geen rekening met in bijlage II bij de VKV genoemde contracten, kredietderivaten en SFT's.

{170;070}

(pro-memoriepost) Opgenomen bedragen van revolverende blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen — Nominale waarde

Artikel 154, lid 4, van de VKV

Deze cel vermeldt de nominale waarde van opgenomen bedragen op revolverende blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen buiten de balanstelling. Deze waarde mag niet met specifieke kredietrisicoaanpassingen worden verminderd.

{180;070}

(pro-memoriepost) Opgenomen bedragen op onvoorwaardelijk opzegbare kredietkaartverplichtingen — Nominale waarde

Artikel 111 en artikel 154, lid 4, van de VKV

Deze cel vermeldt de nominale waarde van opgenomen bedragen op onvoorwaardelijk opzegbare kredietkaartverplichtingen. Deze waarde mag niet met specifieke kredietrisicoaanpassingen worden verminderd.

{190;070}

(pro-memoriepost) Opgenomen bedragen op niet-revolverende onvoorwaardelijk opzegbare verplichtingen — Nominale waarde

Artikel 111 en artikel 154, lid 4, van de VKV

Deze cel vermeldt de nominale waarde van opgenomen bedragen op niet-revolverende onvoorwaardelijk opzegbare verplichtingen. Deze waarde mag niet met specifieke kredietrisicoaanpassingen worden verminderd.

{210;020}

In de vorm van contanten ontvangen zekerheden bij derivatentransacties — Boekwaarde in de veronderstelling dat er geen sprake is van verrekening of andere CRM

De boekhoudkundige balanswaarde volgens het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving van bij derivatentransacties ontvangen zekerheden in de vorm van contanten, in de veronderstelling dat er geen sprake is van boekhoudkundige verrekenings- of andere CRM-effecten (dit betekent dat alle effecten van boekhoudkundige verrekening of CRM die de boekwaarde hebben beïnvloed, worden teruggedraaid).

Voor deze cel wordt onder contanten het totale bedrag aan contanten in de vorm van chartaal geld/valuta's verstaan. Het totale bedrag aan bij centrale banken aangehouden deposito's is inbegrepen, voor zover die deposito's in tijden van stress kunnen worden opgevraagd. instellingen rapporteren in deze cel geen contanten die bij andere instellingen zijn gedeponeerd.

{220;020}

Te ontvangen activa uit hoofde van bij derivatentransacties gestorte zekerheden in de vorm van contanten — Boekwaarde in de veronderstelling dat er geen sprake is van verrekening of andere CRM

De boekhoudkundige balanswaarde volgens het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving van te ontvangen activa uit hoofde van bij derivatentransacties gestorte zekerheden in de vorm van contanten, in de veronderstelling dat er geen sprake is van boekhoudkundige verrekenings- of andere CRM-effecten (dit betekent dat alle effecten van boekhoudkundige verrekening of CRM die de boekwaarde hebben beïnvloed, worden teruggedraaid). instellingen die volgens het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving de vordering uit hoofde van de tegen de desbetreffende derivatenverplichting gestorte zekerheden in de vorm van contanten (negatieve reële waarde) mogen verrekenen en die eroor kiezen dat te doen, moeten de saldering tegenboeken en de nettovordering in contanten rapporteren.

{230;020}

Bij een SFT ontvangen effecten die worden geactiveerd — Boekwaarde in de veronderstelling dat er geen sprake is van verrekening of andere CRM

De boekhoudkundige balanswaarde volgens het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving van effecten ontvangen bij een SFT welke volgens het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving worden geactiveerd, in de veronderstelling dat er geen sprake is van boekhoudkundige verrekenings- of andere CRM-effecten (dit betekent dat alle effecten van boekhoudkundige verrekening of CRM die de boekwaarde hebben beïnvloed, worden teruggedraaid).

{240;020}

SFT-kredietverlening in contanten via derden (vorderingen in contanten) — Boekwaarde in de veronderstelling dat er geen sprake is van verrekening of andere CRM

De boekhoudkundige balanswaarde volgens het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving voor de contanten die via een derde aan de effecteneigenaar zijn doorgeleend bij een gekwalificeerde transactie inzake uitlening van contanten via een derde (Cash Conduit Lending Transaction — CCLT), in de veronderstelling dat er geen sprake is van boekhoudkundige verrekenings- of andere CRM-effecten (dit betekent dat alle effecten van boekhoudkundige verrekening of CRM die de boekwaarde hebben beïnvloed, worden teruggedraaid).

Voor deze cel wordt onder contanten het totale bedrag aan contanten in de vorm van chartaal geld/valuta's verstaan. Het totale bedrag aan bij centrale banken aangehouden deposito's is inbegrepen, voor zover die deposito's in tijden van stress kunnen worden opgevraagd. instellingen rapporteren in deze cel geen contanten die bij andere instellingen zijn gedeponeerd.

Onder CCLT wordt het volgende verstaan: een combinatie van twee transacties waarbij een instelling effecten leent van de effecteneigenaar en effecten doorleent aan de effectenlener. Tegelijkertijd ontvangt de instelling zekerheden in de vorm van contanten van de effectenlener en leent zij de ontvangen contanten door aan de effecteneigenaar. Een gekwalificeerde CCLT voldoet aan de volgende voorwaarden:

a)

de beide deeltransacties die gezamenlijk de gekwalificeerde CCLT vormen, worden uitgevoerd op dezelfde transactiedatum of, bij internationale transacties, op aansluitende handelsdagen;

b)

als er voor de deeltransacties geen looptijd is opgegeven, is de instelling wettelijk gerechtigd beide deeltransacties van de CCLT te allen tijde en zonder voorafgaande kennisgeving vroegtijdig af te wikkelen;

c)

als er voor de deeltransacties wel een looptijd is opgegeven, mogen er door de CCLT geen looptijdverschillen ontstaan voor de instelling; de instelling is wettelijk gerechtigd beide deeltransacties van de CCLT te allen tijde en zonder voorafgaande kennisgeving vroegtijdig af te wikkelen;

d)

er mogen door de CCLT geen andere additionele blootstellingen ontstaan.

{250;120}

Blootstellingen die voor de in artikel 113, lid 6, van de VKV vastgestelde behandeling in aanmerking komen — Hypothetisch uitgesloten blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio

Het bedrag van de totale risicoblootstelling voor de berekening van de hefboomratio dat zou worden uitgesloten indien de bevoegde autoriteiten de ruimste toelating zouden geven voor het uitsluiten van blootstellingen waarvoor alle in artikel 113, lid 6, onder a) tot en met e), van de VKV zijn vervuld en waarvoor de in artikel 113, lid 6, van de VKV bedoelde goedkeuring is verleend. Indien de bevoegde autoriteit reeds de ruimste toelating heeft gegeven, dan is de waarde in deze cel gelijk aan die in {LRCalc;250;010}.

{260;120}

Blootstellingen die aan de in artikel 429, lid 14, onder a), b) en c), van de VKV gestelde voorwaarden voldoen — Hypothetisch uitgesloten blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio

Het bedrag van de totale risicoblootstelling voor de berekening van de hefboomratio dat zou worden uitgesloten indien de bevoegde autoriteiten de ruimste toelating zouden geven voor het uitsluiten van blootstellingen die aan de in artikel 429, lid 14, onder a), b) en c), van de VKV voldoen. Indien de bevoegde autoriteit reeds de ruimste toelating heeft gegeven, dan is de waarde in deze cel gelijk aan die in {LRCalc;260;010}.

6.   C41.00 — Posten binnen en buiten de balanstelling — aanvullende uitsplitsing van blootstellingen (LR2)

24.

Template LR2 bevat informatie over aanvullende uitsplitsingen van alle blootstellingen binnen en buiten de balanstelling (1) die tot de niet-handelsportefeuille behoren en van alle tot de handelsportefeuille behorende blootstellingen die aan tegenpartijkredietrisico onderworpen zijn. De uitsplitsing geschiedt overeenkomstig de risicogewichten die worden toegepast uit hoofde van het onderdeel van de VKV dat op het kredietrisico betrekking heeft. De informatie over blootstellingen wordt op verschillende wijze verkregen, al naargelang de standaardbenadering dan wel de interneratingbenadering wordt gevolgd.

25.

Wat blootstellingen betreft die worden ondersteund door CRM-technieken waarbij de risicoweging van de tegenpartij wordt vervangen door de risicoweging van de garantie, verwijzen instellingen naar het risicogewicht na het substitutie-effect. Bij de interneratingbenadering verrichten instellingen de volgende berekening: voor blootstellingen (die geen blootstellingen zijn waarvoor de regelgeving in een specifieke risicoweging voorziet) die tot de afzonderlijke debiteurenklassen behoren, wordt het risicogewicht bepaald door de risicogewogen blootstelling, vastgesteld op basis van hetzij de formule voor de berekening van het risicogewicht, hetzij de toezichthouderformule (voor blootstellingen met betrekking tot respectievelijk kredietrisico en securitisaties), te delen door de blootstellingswaarde, rekening houdend met instromen en uitstromen als gevolg van CRM-technieken met substitutie-effect op de blootstelling. Bij de interneratingbenadering worden blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling, verwijderd uit {020;010} tot en met {090;010} en opgenomen in {100;010}. Bij de standaardbenadering worden onder artikel 112, onder j), van de VKV vallende blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling, verwijderd uit {020;020} tot en met {090;020} en opgenomen in {100;020}.

26.

Instellingen gaan er bij beide benaderingen van uit dat voor blootstellingen die op het toetsingsvermogen in mindering zijn gebracht, een risicogewicht van 1 250 % geldt.

Rij

Verwijzingen naar wetgeving en instructies

010

Totale tot de niet-handelsportefeuille behorende blootstellingen binnen en buiten de balanstelling en tot de handelsportefeuille behorende blootstellingen die aan tegenpartijkredietrisico onderworpen zijn (uitsplitsing volgens risicogewicht):

Dit is de som van {020;*} tot en met {100;*}.

020

= 0 %

Blootstellingen met een risicogewicht van 0 %

030

> 0 % en ≤ 12 %

Blootstellingen met een risicogewicht dat behoort tot de risicogewichten die groter zijn dan 0 % en kleiner zijn dan of gelijk aan 12 %.

040

> 12 % en ≤ 20 %

Blootstellingen met een risicogewicht dat behoort tot de risicogewichten die groter zijn dan 12 % en kleiner zijn dan of gelijk aan 20 %.

050

> 20 % en ≤ 50 %

Blootstellingen met een risicogewicht dat behoort tot de risicogewichten die groter zijn dan 20 % en kleiner zijn dan of gelijk aan 50 %.

060

> 50 % en ≤ 75 %

Blootstellingen met een risicogewicht dat behoort tot de risicogewichten die groter zijn dan 50 % en kleiner zijn dan of gelijk aan 75 %.

070

> 75 % en ≤ 100 %

Blootstellingen met een risicogewicht dat behoort tot de risicogewichten die groter zijn dan 75 % en kleiner zijn dan of gelijk aan 100 %.

080

> 100 % en ≤ 425 %

Blootstellingen met een risicogewicht dat behoort tot de risicogewichten die groter zijn dan 100 % en kleiner zijn dan of gelijk aan 425 %.

090

> 425 % en ≤ 1 250 %

Blootstellingen met een risicogewicht dat behoort tot de risicogewichten die groter zijn dan 425 % en kleiner zijn dan of gelijk aan 1 250 %.

100

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling

Bij de standaardbenadering betreft het blootstellingen die vallen onder artikel 112, onder j), van de VKV.

Bij de interneratingbenadering zijn alle blootstellingen met een PD van 100 % blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling.

110

(pro-memoriepost) Posten buiten de balanstelling met een laag risico en posten buiten de balanstelling waarvoor bij de solvabiliteitsratio een omrekeningsfactor van 0 % geldt

Posten buiten de balanstelling met een laag risico in de zin van artikel 111 van de VKV en posten buiten de balanstelling waarvoor overeenkomstig artikel 166 van de VKV een omrekeningsfactor van 0 % geldt.

Kolom

Verwijzingen naar wetgeving en instructies

010

Blootstellingen binnen en buiten de balanstelling (blootstellingen in het kader van de standaardbenadering)

Waarde van blootstellingen binnen en buiten de balanstelling rekening houdend met waardeaanpassingen, alle CRM- en kredietomrekeningsfactoren, zoals berekend overeenkomstig deel drie, titel II, hoofdstuk 2, van de VKV.

020

Blootstellingen binnen en buiten de balanstelling (blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering)

Waarde van blootstellingen binnen en buiten de balanstelling, overeenkomstig artikel 166 van de VKV en artikel 230, lid 1, tweede alinea, eerste zin, van de VKV, rekening houdend met instromen en uitstromen als gevolg van CRM-technieken met substitutie-effect op de blootstelling.

Voor posten buiten de balanstelling hanteren instellingen de omrekeningsfactoren zoals die in artikel 166, leden 8, 9 en 10, van de VKV zijn vastgesteld.

030

Nominale waarde

Blootstellingswaarden van posten buiten de balanstelling als omschreven in de artikelen 111 en 166 van de VKV, zonder toepassing van omrekeningsfactoren.

7.   C 42.00 — Alternatieve definitie van kapitaal (LR3)

27.

Template LR3 bevat voor de toetsing van artikel 511 van de VKV benodigde informatie over de kapitaalmaatstaven.

Rij en kolom

Verwijzingen naar wetgeving en instructies

{010;010}

Tier 1-kernkapitaal — volledig ingefaseerde definitie

Artikel 50 van de VKV

Dit is het bedrag aan tier 1-kernkapitaal als omschreven in artikel 50 van de VKV, zonder rekening te houden met de afwijking waarin deel tien, titel I, hoofdstukken 1 en 2, van de VKV voorziet.

{020;010}

Tier 1-kernkapitaal — overgangsdefinitie

Artikel 50 van de VKV

Dit is het bedrag aan tier 1-kernkapitaal als omschreven in artikel 50 van de VKV, rekening houdend met de afwijking waarin deel tien, titel I, hoofdstukken 1 en 2, van de VKV voorziet.

{030;010}

Totaal eigen vermogen — volledig ingefaseerde definitie

Artikel 72 van de VKV

Dit is het bedrag aan eigen vermogen als omschreven in artikel 72 van de VKV, zonder rekening te houden met de afwijking waarin deel tien, titel I, hoofdstukken 1 en 2, van de VKV voorziet.

{040;010}

Totaal eigen vermogen — overgangsdefinitie

Artikel 72 van de VKV

Dit is het bedrag aan eigen vermogen als omschreven in artikel 72 van de VKV, rekening houdend met de afwijking waarin deel tien, titel I, hoofdstukken 1 en 2, van de VKV voorziet.

{055;010}

Afgetrokken activabedrag — van tier 1-kernkapitaalbestanddelen — volledig ingefaseerde definitie

Het betreft het bedrag aan regelgevingsaanpassingen in tier 1-kernkapitaalbestanddelen die de waarde van een actief aanpassen en die zijn vereist bij:

artikelen 32 tot en met 35 van de VKV, of

artikelen 36 tot en met 47 van de VKV,

al naargelang het geval.

Instellingen nemen de in de artikelen 48, 49 en 79 van de VKV vervatte vrijstellingen, alternatieven en ontheffingen met betrekking tot dergelijke aftrekkingen in aanmerking, zonder rekening te houden met de afwijking waarin deel tien, titel I, hoofdstukken 1 en 2, van de VKV voorziet. Om dubbeltellingen te vermijden, rapporteren instellingen bij de berekening van de blootstellingswaarde in {LRCalc;10;10} tot en met {LRCalc;260;10} geen aanpassingen die reeds op grond van artikel 111 van de VKV zijn toegepast; zij rapporteren evenmin aanpassingen waarbij er geen sprake is van de aftrekking van de waarde van een specifiek actief.

Aangezien deze aanpassingen het totale eigen vermogen doen dalen, worden zij als een negatieve waarde gerapporteerd.

{065;010}

Afgetrokken activabedrag — van tier 1-kernkapitaalbestanddelen — overgangsdefinitie

Het betreft het bedrag aan regelgevingsaanpassingen in tier 1-kernkapitaalbestanddelen die de waarde van een actief aanpassen en die zijn vereist bij:

artikelen 32 tot en met 35 van de VKV, of

artikelen 36 tot en met 47 van de VKV,

al naar gelang het geval.

Instellingen nemen de in de artikelen 48, 49 en 79 van de VKV vervatte vrijstellingen, alternatieven en ontheffingen met betrekking tot dergelijke aftrekkingen in aanmerking, en houden tevens rekening met de afwijking waarin deel tien, titel I, hoofdstukken 1 en 2, van de VKV voorziet. Om dubbeltellingen te vermijden, rapporteren instellingen bij de berekening van de blootstellingswaarde in {LRCalc;10;10} tot en met {LRCalc;260;10} geen aanpassingen die reeds op grond van artikel 111 van de VKV zijn toegepast; zij rapporteren evenmin aanpassingen waarbij er geen sprake is van de aftrekking van de waarde van een specifiek actief.

Aangezien deze aanpassingen het totale eigen vermogen doen dalen, worden zij als een negatieve waarde gerapporteerd.

{075;010}

Afgetrokken activabedrag — van eigenvermogensbestanddelen — volledig ingefaseerde definitie

Het betreft het bedrag aan regelgevingsaanpassingen in eigenvermogensbestanddelen die de waarde van een actief aanpassen en die zijn vereist bij:

artikelen 32 tot en met 35 van de VKV, of

artikelen 36 tot en met 47 van de VKV, of

artikelen 56 tot en met 60 van de VKV, of

artikelen 66 tot en met 70 van de VKV,

al naar gelang het geval.

Instellingen nemen de in de artikelen 48, 49 en 79 van de VKV vervatte vrijstellingen, alternatieven en ontheffingen met betrekking tot dergelijke aftrekkingen in aanmerking, zonder rekening te houden met de afwijking waarin deel tien, titel I, hoofdstukken 1 en 2, van de VKV voorziet. Om dubbeltellingen te vermijden, rapporteren instellingen bij de berekening van de blootstellingswaarde in de rijen {LRCalc;10;10} tot en met {LRCalc;260;10} geen aanpassingen die reeds op grond van artikel 111 van de VKV zijn toegepast; zij rapporteren evenmin aanpassingen waarbij er geen sprake is van de aftrekking van de waarde van een specifiek actief.

Aangezien deze aanpassingen het totale eigen vermogen doen dalen, worden zij als een negatieve waarde gerapporteerd.

{085;010}

Afgetrokken activabedrag — van eigenvermogensbestanddelen — overgangsdefinitie

Het betreft het bedrag aan regelgevingsaanpassingen in eigenvermogensbestanddelen die de waarde van een actief aanpassen en die zijn vereist bij:

artikelen 32 tot en met 35 van de VKV, of

artikelen 36 tot en met 47 van de VKV, of

artikelen 56 tot en met 60 van de VKV, of

artikelen 66 tot en met 70 van de VKV,

al naar gelang het geval.

Instellingen nemen de in de artikelen 48, 49 en 79 van de VKV vervatte vrijstellingen, alternatieven en ontheffingen met betrekking tot dergelijke aftrekkingen in aanmerking, en houden tevens rekening met de afwijking waarin deel tien, titel I, hoofdstukken 1 en 2, van de VKV voorziet. Om dubbeltellingen te vermijden, rapporteren instellingen bij de berekening van de blootstellingswaarde in {LRCalc;10;10} tot en met {LRCalc;260;10} geen aanpassingen die reeds op grond van artikel 111 van de VKV zijn toegepast; zij rapporteren evenmin aanpassingen waarbij er geen sprake is van de aftrekking van de waarde van een specifiek actief.

Aangezien deze aanpassingen het totale eigen vermogen doen dalen, worden zij als een negatieve waarde gerapporteerd.

8.   C43.00 — Alternatieve uitsplitsing van de bestanddelen van de blootstellingsmaatstaf voor de berekening van de hefboomratio (LR4)

28.

In LR4 rapporteren instellingen de blootstellingswaarden voor de berekening van de hefboomratio, na toepassing, in voorkomend geval, van de in de volgende LRCalc-cellen bedoelde uitsluitingen: {050;010}, {080;010}, {100;010}, {120;010}, {220;010}, {250;010} en {260;010}.

29.

Om dubbeltellingen te vermijden, houden instellingen zich aan de in het volgende punt vermelde vergelijking.

30.

De vergelijking waaraan instellingen zich overeenkomstig punt 29 moeten houden, luidt als volgt: [{LRCalc;010;010} + {LRCalc;020;010} + {LRCalc;030;010} + {LRCalc;040;010} + {LRCalc;050;010} + {LRCalc;060;010} + {LRCalc;070;010} + {LRCalc;080;010} + {LRCalc;090;010} + {LRCalc;100;010} + {LRCalc;110;010} + {LRCalc;120;010} + {LRCalc;130;010} + {LRCalc;140;010} + {LRCalc;150;010} + {LRCalc;160;010} + {LRCalc;170;010} + {LRCalc;180;010} + {LRCalc;190;010} + {LRCalc;200;010} + {LRCalc;210;010} + {LRCalc;220;010} + {LRCalc;230;010} + {LRCalc;240;010} + {LRCalc;250;010} + {LRCalc;260;010}] = [{LR4;010;010} + {LR4;040;010} + {LR4;050;010} + {LR4;060;010} + {LR4;065;010} + {LR4;070;010} + {LR4;080;010} + {LR4;080;020} + {LR4;090;010} + {LR4;090;020} + {LR4;140;010} + {LR4;140;020} + {LR4;180;010} + {LR4;180;020} + {LR4;190;010} + {LR4;190;020} + {LR4;210;010} + {LR4;210;020} + {LR4;230;010} + {LR4;230;020} + {LR4;280;010} + {LR4;280;020} + {LR4;290;010} + {LR4;290;020}].

Rij en kolom

Verwijzingen naar wetgeving en instructies

{010;010}

Posten buiten de balanstelling; waarvan — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio is gelijk aan de som van {LRCalc;150;010}, {LRCalc;160;010}, {LRCalc;170;010} en {LRCalc;180;010}.

{010;020}

Posten buiten de balanstelling; waarvan — Risicogewogen activa

De risicogewogen posten buiten de balanstelling — exclusief SFT's en derivaten — volgens de standaardbenadering en de interneratingbenadering. Voor blootstellingen volgens de standaardbenadering bepalen instellingen de risicogewogen post overeenkomstig deel drie, titel II, hoofdstuk 2, van de VKV. Voor blootstellingen volgens de interneratingbenadering bepalen instellingen de risicogewogen post overeenkomstig deel drie, titel II, hoofdstuk 3, van de VKV.

{020;010}

Handelsfinanciering; waarvan — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van aan handelsfinanciering gerelateerde posten buiten de balanstelling. Voor de rapportage in LR4 houden de aan handelsfinanciering gerelateerde posten buiten de balanstelling verband met verstrekte en geconfirmeerde, kortlopende en zelfliquiderende documentaire kredieten voor in- en uitvoer, en soortgelijke transacties.

{020;020}

Handelsfinanciering; waarvan — Risicogewogen activa

De risicogewogen, aan handelsfinanciering gerelateerde posten buiten de balanstelling, exclusief SFT's en derivaten. Voor de rapportage in LR4 houden de aan handelsfinanciering gerelateerde posten buiten de balanstelling verband met verstrekte en geconfirmeerde, kortlopende en zelfliquiderende documentaire kredieten voor in- en uitvoer, en soortgelijke transacties.

{030;010}

In het kader van een officiële exportkredietverzekeringsregeling — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van aan handelsfinanciering gerelateerde posten buiten de balanstelling in het kader van een officiële exportkredietverzekeringsregeling.

Voor de rapportage in LR4 houdt een officiële exportkredietverzekeringsregeling verband met officiële ondersteuning, door de overheid of een andere entiteit zoals een exportkredietverzekeringsinstelling, in de vorm van onder meer rechtstreekse kredieten/financiering, herfinanciering, renteondersteuning (waarbij gedurende de gehele looptijd van het krediet een vaste rente wordt gegarandeerd), steunfinanciering (kredieten en subsidies), alsook exportkredietverzekering en -garanties.

{030;020}

In het kader van een officiële exportkredietverzekeringsregeling — Risicogewogen activa

De risicogewogen, aan handelsfinanciering gerelateerde posten buiten de balanstelling — exclusief SFT's en derivaten — in het kader van een officiële exportkredietverzekeringsregeling.

Voor de rapportage in LR4 houdt een officiële exportkredietverzekeringsregeling verband met officiële ondersteuning, door de overheid of een andere entiteit zoals een exportkredietverzekeringsinstelling, in de vorm van onder meer rechtstreekse kredieten/financiering, herfinanciering, renteondersteuning (waarbij gedurende de gehele looptijd van het krediet een vaste rente wordt gegarandeerd), steunfinanciering (kredieten en subsidies), alsook exportkredietverzekering en -garanties.

{040;010}

Derivaten en SFT's die onderworpen zijn aan een overeenkomst inzake productoverschrijdende verrekening — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van derivaten en SFT's, indien deze onderworpen zijn aan een overeenkomst inzake productoverschrijdende verrekening als omschreven in artikel 272, punt 25, van de VKV.

{040;020}

Derivaten en SFT's die onderworpen zijn aan een overeenkomst inzake productoverschrijdende verrekening — Risicogewogen activa

De risicogewogen posten voor blootstelling aan krediet- en tegenpartijkredietrisico uit hoofde van derivaten en SFT's, berekend overeenkomstig deel drie, titel II, van de VKV, inclusief posten buiten de balanstelling, indien deze onderworpen zijn aan een overeenkomst inzake productoverschrijdende verrekening als omschreven in artikel 272, punt 25, van de VKV.

{050;010}

Derivaten die niet onderworpen zijn aan een overeenkomst inzake productoverschrijdende verrekening — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van derivaten, indien deze niet onderworpen zijn aan een overeenkomst inzake productoverschrijdende verrekening als omschreven in artikel 272, punt 25, van de VKV.

{050;020}

Derivaten die niet onderworpen zijn aan een overeenkomst inzake productoverschrijdende verrekening — Risicogewogen activa

De risicogewogen posten voor blootstelling aan krediet- en tegenpartijkredietrisico uit hoofde van derivaten, berekend overeenkomstig deel drie, titel II, van de VKV, inclusief posten buiten de balanstelling, indien deze niet onderworpen zijn aan een overeenkomst inzake productoverschrijdende verrekening als omschreven in artikel 272, punt 25, van de VKV.

{060;010}

SFT's die niet onderworpen zijn aan een overeenkomst inzake productoverschrijdende verrekening — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van blootstellingen uit hoofde van SFT's, indien deze niet onderworpen zijn aan een overeenkomst inzake productoverschrijdende verrekening als omschreven in artikel 272, punt 25, van de VKV.

{060;020}

SFT's die niet onderworpen zijn aan een overeenkomst inzake productoverschrijdende verrekening — Risicogewogen activa

De risicogewogen posten voor blootstelling aan krediet- en tegenpartijkredietrisico uit hoofde van SFT's, berekend overeenkomstig deel 3, titel II, van de VKV, inclusief posten buiten de balanstelling, indien deze niet onderworpen zijn aan een overeenkomst inzake productoverschrijdende verrekening als omschreven in artikel 272, punt 25, van de VKV.

{065;010}

Uit de verdere behandeling voortvloeiende risicoposten voor kredietderivaten — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio

Deze cel is gelijk aan het verschil tussen {LRCalc;130;010} en {LRCalc;140;010}.

{070;010}

Overige tot de handelsportefeuille behorende activa — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van de in {LRCalc;190;010} gerapporteerde posten, exclusief niet in de handelsportefeuille opgenomen posten.

{070;020}

Overige tot de handelsportefeuille behorende activa — Risicogewogen activa

Eigenvermogensvereisten vermenigvuldigd met 12,5 van de posten die onder deel drie, titel IV, van de VKV vallen.

{080;010}

Gedekte obligaties — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn in de vorm van gedekte obligaties als omschreven in artikel 129 van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{080;020}

Gedekte obligaties — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn in de vorm van gedekte obligaties als omschreven in artikel 161, lid 1, onder d), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{080;030}

Gedekte obligaties — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn in de vorm van gedekte obligaties als bedoeld in artikel 129 van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{080;040}

Gedekte obligaties — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn in de vorm van gedekte obligaties als bedoeld in artikel 161, lid 1, onder d), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{090;010}

Als landen behandelde blootstellingen — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

Dit is de som van de cellen{100;010} tot en met {130;010}.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{090;020}

Als landen behandelde blootstellingen — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

Dit is de som van de cellen{100;020} tot en met {130;020}.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{090;030}

Als landen behandelde blootstellingen — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

Dit is de som van de cellen{100;030} tot en met {130;030}.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{090;040}

Als landen behandelde blootstellingen — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

Dit is de som van de cellen{100;040} tot en met {130;040}.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{100;010}

Centrale overheden en centrale banken — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot centrale overheden of centrale banken als omschreven in artikel 114 van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{100;020}

Centrale overheden en centrale banken — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot centrale overheden of centrale banken als omschreven in artikel 147, lid 2, onder a), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{100;030}

Centrale overheden en centrale banken — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot centrale overheden of centrale banken als omschreven in artikel 114 van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{100;040}

Centrale overheden en centrale banken — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot centrale overheden of centrale banken als omschreven in artikel 147, lid 2, onder a), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{110;010}

Als landen behandelde regionale en lokale overheden — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot regionale en lokale overheden die als landen worden behandeld en die vallen onder artikel 115, leden 2 en 4, van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{110;020}

Als landen behandelde regionale en lokale overheden — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot regionale en lokale overheden die vallen onder artikel 147, lid 3, onder a), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{110;030}

Als landen behandelde regionale en lokale overheden — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot regionale en lokale overheden die als landen worden behandeld en die vallen onder artikel 115, leden 2 en 4, van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{110;040}

Als landen behandelde regionale en lokale overheden — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot regionale en lokale overheden die vallen onder artikel 147, lid 3, onder a), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{120;020}

Als landen behandelde multilaterale ontwikkelingsbanken en internationale organisaties — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot multilaterale ontwikkelingsbanken en internationale organisaties die vallen onder artikel 147, lid 3, onder b) en c), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{120;010}

Als landen behandelde multilaterale ontwikkelingsbanken en internationale organisaties — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot multilaterale ontwikkelingsbanken en internationale organisaties die vallen onder artikel 117, lid 2, en artikel 118 van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{120;030}

Als landen behandelde multilaterale ontwikkelingsbanken en internationale organisaties — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot multilaterale ontwikkelingsbanken en internationale organisaties die vallen onder artikel 117, lid 2, en artikel 118 van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{120;040}

Als landen behandelde multilaterale ontwikkelingsbanken en internationale organisaties — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot multilaterale ontwikkelingsbanken en internationale organisaties die vallen onder artikel 147, lid 3, onder b) en c), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{130;010}

Als landen behandelde publiekrechtelijke lichamen — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot publiekrechtelijke lichamen die vallen onder artikel 116, lid 4, van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{130;020}

Als landen behandelde publiekrechtelijke lichamen — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot publiekrechtelijke lichamen die vallen onder artikel 147, lid 3, onder a), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{130;030}

Als landen behandelde publiekrechtelijke lichamen — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot publiekrechtelijke lichamen die vallen onder artikel 116, lid 4, van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{130;040}

Als landen behandelde publiekrechtelijke lichamen — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot publiekrechtelijke lichamen die vallen onder artikel 147, lid 3, onder a), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{140;010}

Blootstellingen met betrekking tot niet als landen behandelde regionale overheden, multilaterale ontwikkelingsbanken, internationale organisaties en publiekrechtelijke lichamen — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

Dit is de som van de cellen{150;010} tot en met {170;010}.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{140;020}

Blootstellingen met betrekking tot niet als landen behandelde regionale overheden, multilaterale ontwikkelingsbanken, internationale organisaties en publiekrechtelijke lichamen — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

Dit is de som van de cellen{150;020} tot en met {170;020}.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{140;030}

Blootstellingen met betrekking tot niet als landen behandelde regionale overheden, multilaterale ontwikkelingsbanken, internationale organisaties en publiekrechtelijke lichamen — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

Dit is de som van de cellen{150;030} tot en met {170;030}.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{140;040}

Blootstellingen met betrekking tot niet als landen behandelde regionale overheden, multilaterale ontwikkelingsbanken, internationale organisaties en publiekrechtelijke lichamen — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

Dit is de som van de cellen{150;040} tot en met {170;040}.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{150;010}

Niet als landen behandelde regionale en lokale overheden — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot regionale en lokale overheden die niet als landen worden behandeld en die vallen onder artikel 115, leden 1, 3 en 5, van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{150;020}

Niet als landen behandelde regionale en lokale overheden — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot regionale en lokale overheden die niet als landen worden behandeld en die vallen onder artikel 147, lid 4, onder a), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{150;030}

Niet als landen behandelde regionale en lokale overheden — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot regionale en lokale overheden die niet als landen worden behandeld en die vallen onder artikel 115, leden 1, 3 en 5, van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{150;040}

Niet als landen behandelde regionale en lokale overheden — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot regionale en lokale overheden die niet als landen worden behandeld en die vallen onder artikel 147, lid 4, onder a), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{160;010}

Niet als landen behandelde multilaterale ontwikkelingsbanken — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot multilaterale ontwikkelingsbanken die vallen onder artikel 117, leden 1 en 3, van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{160;020}

Niet als landen behandelde multilaterale ontwikkelingsbanken — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot multilaterale ontwikkelingsbanken die niet als landen worden behandeld en die vallen onder artikel 147, lid 4, onder c), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{160;030}

Niet als landen behandelde multilaterale ontwikkelingsbanken — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot multilaterale ontwikkelingsbanken die vallen onder artikel 117, leden 1 en 3, van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{160;040}

Niet als landen behandelde multilaterale ontwikkelingsbanken — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot multilaterale ontwikkelingsbanken die niet als landen worden behandeld en die vallen onder artikel 147, lid 4, onder c), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{170;010}

Niet als landen behandelde publiekrechtelijke lichamen — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot publiekrechtelijke lichamen die vallen onder artikel 116, leden 1, 2, 3 en 5, van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{170;020}

Niet als landen behandelde publiekrechtelijke lichamen — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot publiekrechtelijke lichamen die niet als landen worden behandeld en die vallen onder artikel 147, lid 4, onder b), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{170;030}

Niet als landen behandelde publiekrechtelijke lichamen — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot publiekrechtelijke lichamen die vallen onder artikel 116, leden 1, 2, 3 en 5, van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{170;040}

Niet als landen behandelde publiekrechtelijke lichamen — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot publiekrechtelijke lichamen die niet als landen worden behandeld en die vallen onder artikel 147, lid 4, onder b), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{180;010}

Instellingen — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot instellingen die vallen onder de artikelen 119, 120 en 121 van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{180;020}

Instellingen — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot instellingen die vallen onder artikel 147, lid 2, onder b), van de VKV en die geen blootstellingen zijn in de vorm van gedekte obligaties als bedoeld in artikel 161, onder d), van de VKV en niet vallen onder artikel 147, lid 4, onder a), b) en c), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{180;030}

Instellingen — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot instellingen die vallen onder de artikelen 119, 120 en 121 van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{180;040}

Instellingen — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot instellingen die vallen onder artikel 147, lid 2, onder b), van de VKV en die geen blootstellingen zijn in de vorm van gedekte obligaties als bedoeld in artikel 161, onder d), van de VKV en niet vallen onder artikel 147, lid 4, onder a), b) en c), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{190;010}

Gedekt door hypotheken op onroerend goed; waarvan — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn die worden gedekt door hypotheken op onroerend goed die vallen onder artikel 124 van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{190;020}

Gedekt door hypotheken op onroerend goed; waarvan — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot ondernemingen in de zin van artikel 147, lid 2, onder c), van de VKV of blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen in de zin van artikel 147, lid 2, onder d), van de VKV, indien deze blootstellingen zijn gedekt door hypotheken op onroerend goed als bedoeld in artikel 199, lid 1, onder a), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{190;030}

Gedekt door hypotheken op onroerend goed; waarvan — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn die worden gedekt door hypotheken op onroerend goed die vallen onder artikel 124 van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{190;040}

Gedekt door hypotheken op onroerend goed; waarvan — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot ondernemingen in de zin van artikel 147, lid 2, onder c), van de VKV of blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen in de zin van artikel 147, lid 2, onder d), van de VKV, indien deze blootstellingen zijn gedekt door hypotheken op onroerend goed als bedoeld in artikel 199, lid 1, onder a), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{200;010}

Gedekt door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn die geheel en volledig zijn gedekt door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed die vallen onder artikel 125 van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{200;020}

Gedekt door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot ondernemingen in de zin van artikel 147, lid 2, onder c), van de VKV of blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen in de zin van artikel 147, lid 2, onder d), van de VKV, indien deze blootstellingen zijn gedekt door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed als bedoeld in artikel 199, lid 1, onder a), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{200;030}

Gedekt door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn die geheel en volledig zijn gedekt door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed die vallen onder artikel 125 van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{200;040}

Gedekt door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot ondernemingen in de zin van artikel 147, lid 2, onder c), van de VKV of blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen in de zin van artikel 147, lid 2, onder d), van de VKV, indien deze blootstellingen zijn gedekt door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed als bedoeld in artikel 199, lid 1, onder a), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{210;010}

Blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen; waarvan — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot particulieren en kleine partijen die vallen onder artikel 123 van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{210;020}

Blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen; waarvan — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot particulieren en kleine partijen in de zin van artikel 147, lid 2, onder d), van de VKV, indien deze blootstellingen niet zijn gedekt door hypotheken op onroerend goed als bedoeld in artikel 199, lid 1, onder a), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{210;030}

Blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen; waarvan — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot particulieren en kleine partijen die vallen onder artikel 123 van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{210;040}

Blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen; waarvan — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot particulieren en kleine partijen in de zin van artikel 147, lid 2, onder d), van de VKV, indien deze blootstellingen niet zijn gedekt door hypotheken op onroerend goed als bedoeld in artikel 199, lid 1, onder a), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{220;010}

In de categorie particulieren en kleine partijen ondergebrachte kmo's — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot kleine en middelgrote ondernemingen die in de categorie particulieren en kleine partijen zijn ondergebracht en die vallen onder artikel 123 van de VKV.

Bij het rapporteren van deze cel wordt voor het begrip „kleine of middelgrote onderneming” (kmo) de definitie gehanteerd die is vermeld in artikel 501, lid 2, onder b), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{220;020}

In de categorie particulieren en kleine partijen ondergebrachte kmo's — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot particulieren en kleine partijen in de zin van artikel 147, lid 2, onder d), van de VKV, indien het blootstellingen met betrekking tot kleine en middelgrote ondernemingen betreft die niet zijn gedekt door hypotheken op onroerend goed als bedoeld in artikel 199, lid 1, onder a), van de VKV.

Bij het rapporteren van deze cel wordt voor het begrip „kleine of middelgrote onderneming” (kmo) de definitie gehanteerd die is vermeld in artikel 501, lid 2, onder b), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{220;030}

In de categorie particulieren en kleine partijen ondergebrachte kmo's — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot kleine en middelgrote ondernemingen die in de categorie particulieren en kleine partijen zijn ondergebracht en die vallen onder artikel 123 van de VKV.

Bij het rapporteren van deze cel wordt voor het begrip „kleine of middelgrote onderneming” (kmo) de definitie gehanteerd die is vermeld in artikel 501, lid 2, onder b), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{220;040}

In de categorie particulieren en kleine partijen ondergebrachte kmo's — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot particulieren en kleine partijen in de zin van artikel 147, lid 2, onder d), van de VKV, indien het blootstellingen met betrekking tot kleine en middelgrote ondernemingen betreft die niet zijn gedekt door hypotheken op onroerend goed als bedoeld in artikel 199, lid 1, onder a), van de VKV.

Bij het rapporteren van deze cel wordt voor het begrip „kleine of middelgrote onderneming” (kmo) de definitie gehanteerd die is vermeld in artikel 501, lid 2, onder b), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{230;010}

Ondernemingen; waarvan — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

Dit is de som van {240;010} en {250;010}.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{230;020}

Ondernemingen; waarvan — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

Dit is de som van {240;020} en {250;020}.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{230;030}

Ondernemingen; waarvan — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

Dit is de som van {240;030} en {250;030}.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{230;040}

Ondernemingen; waarvan — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

Dit is de som van {240;040} en {250;050}.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{240;010}

Financiële ondernemingen — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot financiële ondernemingen die vallen onder artikel 122 van de VKV. Voor de rapportage in LR4 wordt onder financiële ondernemingen het volgende verstaan: gereglementeerde en niet-gereglementeerde ondernemingen die geen in {180;10} bedoelde instellingen zijn en waarvan de hoofdactiviteit bestaat in het verwerven van deelnemingen of in het uitoefenen van een of meer van de in bijlage I bij Richtlijn 2013/36/EU genoemde werkzaamheden, alsmede in artikel 4, lid 1, punt 27, van de VKV omschreven ondernemingen die geen in {180;10} bedoelde instellingen zijn.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{240;020}

Financiële ondernemingen — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot financiële ondernemingen in de zin van artikel 147, lid 2, onder c), van de VKV, indien deze blootstellingen niet zijn gedekt door hypotheken op onroerend goed als bedoeld in artikel 199, lid 1, onder a), van de VKV. Voor de rapportage in LR4 wordt onder financiële ondernemingen het volgende verstaan: gereglementeerde en niet-gereglementeerde ondernemingen die geen in {180;10} bedoelde instellingen zijn en waarvan de hoofdactiviteit bestaat in het verwerven van deelnemingen of in het uitoefenen van een of meer van de in bijlage I bij Richtlijn 2013/36/EU genoemde werkzaamheden, alsmede in artikel 4, lid 1, punt 27, van de VKV omschreven ondernemingen die geen in {180;10} bedoelde instellingen zijn.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{240;030}

Financiële ondernemingen — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot financiële ondernemingen die vallen onder artikel 122 van de VKV. Voor de rapportage in LR4 wordt onder financiële ondernemingen het volgende verstaan: gereglementeerde en niet-gereglementeerde ondernemingen die geen in {180;10} bedoelde instellingen zijn en waarvan de hoofdactiviteit bestaat in het verwerven van deelnemingen of in het uitoefenen van een of meer van de in bijlage I bij Richtlijn 2013/36/EU genoemde werkzaamheden, alsmede in artikel 4, lid 1, punt 27, van de VKV omschreven ondernemingen die geen in {180;10} bedoelde instellingen zijn.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{240;040}

Financiële ondernemingen — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot financiële ondernemingen in de zin van artikel 147, lid 2, onder c), van de VKV, indien deze blootstellingen niet zijn gedekt door hypotheken op onroerend goed als bedoeld in artikel 199, lid 1, onder a), van de VKV. Voor de rapportage in LR4 wordt onder financiële ondernemingen het volgende verstaan: gereglementeerde en niet-gereglementeerde ondernemingen die geen in {180;10} bedoelde instellingen zijn en waarvan de hoofdactiviteit bestaat in het verwerven van deelnemingen of in het uitoefenen van een of meer van de in bijlage I bij Richtlijn 2013/36/EU genoemde werkzaamheden, alsmede in artikel 4, lid 1, punt 27, van de VKV omschreven ondernemingen die geen in {180;10} bedoelde instellingen zijn.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{250;010}

Niet-financiële ondernemingen; waarvan — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot niet-financiële ondernemingen die vallen onder artikel 122 van de VKV.

Dit is de som van {260;010} en {270;010}.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{250;020}

Niet-financiële ondernemingen; waarvan — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot niet-financiële ondernemingen in de zin van artikel 147, lid 2, onder c), van de VKV, indien deze blootstellingen niet zijn gedekt door hypotheken op onroerend goed als bedoeld in artikel 199, lid 1, onder a), van de VKV.

Dit is de som van {260;020} en {270;020}.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{250;030}

Niet-financiële ondernemingen; waarvan — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot niet-financiële ondernemingen die vallen onder artikel 122 van de VKV.

Dit is de som van {260;030} en {270;030}.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{250;040}

Niet-financiële ondernemingen; waarvan — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot niet-financiële ondernemingen in de zin van artikel 147, lid 2, onder c), van de VKV, indien deze blootstellingen niet zijn gedekt door hypotheken op onroerend goed als bedoeld in artikel 199, lid 1, onder a), van de VKV.

Dit is de som van {260;040} en {270;040}.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{260;010}

Kmo-blootstellingen — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot ondernemingen in de vorm van kleine en middelgrote ondernemingen die vallen onder artikel 122 van de VKV.

Bij het rapporteren van deze cel wordt voor het begrip „kleine of middelgrote onderneming” (kmo) de definitie gehanteerd die is vermeld in artikel 501, lid 2, onder b), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{260;020}

Kmo-blootstellingen — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot ondernemingen in de zin van artikel 147, lid 2, onder c), van de VKV, indien het blootstellingen betreft met betrekking tot kleine en middelgrote ondernemingen die niet zijn gedekt door hypotheken op onroerend goed als bedoeld in artikel 199, lid 1, onder a), van de VKV.

Bij het rapporteren van deze cel wordt voor het begrip „kleine of middelgrote onderneming” (kmo) de definitie gehanteerd die is vermeld in artikel 501, lid 2, onder b), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{260;030}

Kmo-blootstellingen — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot ondernemingen in de vorm van kleine en middelgrote ondernemingen die vallen onder artikel 122 van de VKV.

Bij het rapporteren van deze cel wordt voor het begrip „kleine of middelgrote onderneming” (kmo) de definitie gehanteerd die is vermeld in artikel 501, lid 2, onder b), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{260;040}

Kmo-blootstellingen — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot ondernemingen in de zin van artikel 147, lid 2, onder c), van de VKV, indien het blootstellingen betreft met betrekking tot kleine en middelgrote ondernemingen die niet zijn gedekt door hypotheken op onroerend goed als bedoeld in artikel 199, lid 1, onder a), van de VKV.

Bij het rapporteren van deze cel wordt voor het begrip „kleine of middelgrote onderneming” (kmo) de definitie gehanteerd die is vermeld in artikel 501, lid 2, onder b), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{270;010}

Andere blootstellingen dan kmo-blootstellingen — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot ondernemingen die vallen onder artikel 122 van de VKV en die niet in {230;040} en {250;040} worden gerapporteerd.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{270;020}

Andere blootstellingen dan kmo-blootstellingen — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot ondernemingen in de zin van artikel 147, lid 2, onder c), van de VKV, indien deze blootstellingen niet zijn gedekt door hypotheken op onroerend goed als bedoeld in artikel 199, lid 1, onder a), van de VKV en niet in {230;040} en {250;040} worden gerapporteerd.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{270;030}

Andere blootstellingen dan kmo-blootstellingen — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot ondernemingen die vallen onder artikel 122 van de VKV en die niet in {230;040} en {250;040} worden gerapporteerd.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{270;040}

Andere blootstellingen dan kmo-blootstellingen — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot ondernemingen in de zin van artikel 147, lid 2, onder c), van de VKV, indien deze blootstellingen niet zijn gedekt door hypotheken op onroerend goed als bedoeld in artikel 199, lid 1, onder a), van de VKV en niet in {230;040} en {250;040} worden gerapporteerd.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{280;010}

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn waarbij sprake is van wanbetaling en die derhalve vallen onder artikel 127 van de VKV.

{280;020}

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die in de in artikel 147, lid 2, van de VKV genoemde blootstellingscategorieën zijn ondergebracht, indien er zich overeenkomstig artikel 178 van de VKV een wanbetaling heeft voorgedaan.

{280;030}

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn waarbij sprake is van wanbetaling en die derhalve vallen onder artikel 127 van de VKV.

{280;040}

Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De risicogewogen posten van activa die in de in artikel 147, lid 2, van de VKV genoemde blootstellingscategorieën zijn ondergebracht, indien er zich overeenkomstig artikel 178 van de VKV een wanbetaling heeft voorgedaan.

{290;010}

Overige blootstellingen; waarvan — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die in de in artikel 112, onder k), m), n), o), p) en q), van de VKV genoemde blootstellingscategorieën zijn ondergebracht.

Instellingen rapporteren hier de activa die van het eigen vermogen zijn afgetrokken (bv. immateriële activa) maar die niet elders kunnen worden ondergebracht, ook al is een dergelijke onderbrenging niet verplicht voor de bepaling van de risicogebaseerde eigenvermogensvereisten in de kolommen {*;030} en {*;040}.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{290;020}

Overige blootstellingen; waarvan — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die in de in artikel 147, lid 2, onder e), f) en g), van de VKV genoemde blootstellingscategorieën zijn ondergebracht.

Instellingen rapporteren hier de activa die van het eigen vermogen zijn afgetrokken (bv. immateriële activa) maar die niet elders kunnen worden ondergebracht, ook al is een dergelijke onderbrenging niet verplicht voor de bepaling van de risicogebaseerde eigenvermogensvereisten in de kolommen {*;030} en {*;040}.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{290;030}

Overige blootstellingen; waarvan — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De risicogewogen posten van activa die in de in artikel 112, onder k), m), n), o), p) en q), van de VKV genoemde blootstellingscategorieën zijn ondergebracht.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{290;040}

Overige blootstellingen; waarvan — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De risicogewogen posten van activa die in de in artikel 147, lid 2, onder e), f) en g), van de VKV genoemde blootstellingscategorieën zijn ondergebracht.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{300;010}

Securitisatieblootstellingen — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot securitisatieposities die vallen onder artikel 112, onder m), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{300;020}

Securitisatieblootstellingen — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot securitisatieposities die vallen onder artikel 147, lid 2, onder f), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{300;030}

Securitisatieblootstellingen — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot securitisatieposities die vallen onder artikel 112, onder m), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{300;040}

Securitisatieblootstellingen — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De risicogewogen posten van activa die blootstellingen zijn met betrekking tot securitisatieposities die vallen onder artikel 147, lid 2, onder f), van de VKV.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{310;010}

Handelsfinanciering (pro-memoriepost); waarvan — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van posten binnen de balanstelling die verband houden met leningen aan een exporteur of importeur van goederen of diensten door middel van import- en exportkredieten en soortgelijke transacties.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{310;020}

Handelsfinanciering (pro-memoriepost); waarvan — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van posten binnen de balanstelling die verband houden met leningen aan een exporteur of importeur van goederen of diensten door middel van import- en exportkredieten en soortgelijke transacties.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{310;030}

Handelsfinanciering (pro-memoriepost); waarvan — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De risicogewogen posten binnen de balanstelling die verband houden met leningen aan een exporteur of importeur van goederen of diensten door middel van import- en exportkredieten en soortgelijke transacties.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{310;040}

Handelsfinanciering (pro-memoriepost); waarvan — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De risicogewogen posten binnen de balanstelling die verband houden met leningen aan een exporteur of importeur van goederen of diensten door middel van import- en exportkredieten en soortgelijke transacties.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{320;010}

In het kader van een officiële exportkredietverzekeringsregeling — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van posten binnen de balanstelling die verband houden met handelsfinanciering in het kader van een officiële exportkredietverzekeringsregeling. Voor de rapportage in LR4 houdt een officiële exportkredietverzekeringsregeling verband met officiële ondersteuning, door de overheid of een andere entiteit zoals een exportkredietverzekeringsinstelling, in de vorm van onder meer rechtstreekse kredieten/financiering, herfinanciering, renteondersteuning (waarbij gedurende de gehele looptijd van het krediet een vaste rente wordt gegarandeerd), steunfinanciering (kredieten en subsidies), alsook exportkredietverzekering en -garanties.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{320;020}

In het kader van een officiële exportkredietverzekeringsregeling — Blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De blootstellingswaarde voor de berekening van de hefboomratio van posten binnen de balanstelling die verband houden met handelsfinanciering in het kader van een officiële exportkredietverzekeringsregeling. Voor de rapportage in LR4 houdt een officiële exportkredietverzekeringsregeling verband met officiële ondersteuning, door de overheid of een andere entiteit zoals een exportkredietverzekeringsinstelling, in de vorm van onder meer rechtstreekse kredieten/financiering, herfinanciering, renteondersteuning (waarbij gedurende de gehele looptijd van het krediet een vaste rente wordt gegarandeerd), steunfinanciering (kredieten en subsidies), alsook exportkredietverzekering en -garanties.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{320;030}

In het kader van een officiële exportkredietverzekeringsregeling — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de standaardbenadering

De risicogewogen posten binnen de balanstelling die verband houden met handelsfinanciering uit hoofde van een officiële exportkredietverzekeringsregeling. Voor de rapportage in LR4 houdt een officiële exportkredietverzekeringsregeling verband met officiële ondersteuning, door de overheid of een andere entiteit zoals een exportkredietverzekeringsinstelling, in de vorm van onder meer rechtstreekse kredieten/financiering, herfinanciering, renteondersteuning (waarbij gedurende de gehele looptijd van het krediet een vaste rente wordt gegarandeerd), steunfinanciering (kredieten en subsidies), alsook exportkredietverzekering en -garanties.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

{320;040}

In het kader van een officiële exportkredietverzekeringsregeling — Risicogewogen activa — Blootstellingen in het kader van de interneratingbenadering

De risicogewogen posten binnen de balanstelling die verband houden met handelsfinanciering in het kader van een officiële exportkredietverzekeringsregeling. Voor de rapportage in LR4 houdt een officiële exportkredietverzekeringsregeling verband met officiële ondersteuning, door de overheid of een andere entiteit zoals een exportkredietverzekeringsinstelling, in de vorm van onder meer rechtstreekse kredieten/financiering, herfinanciering, renteondersteuning (waarbij gedurende de gehele looptijd van het krediet een vaste rente wordt gegarandeerd), steunfinanciering (kredieten en subsidies), alsook exportkredietverzekering en -garanties.

Instellingen rapporteren deze blootstellingen na aftrek van blootstellingen ten aanzien waarvan zich een wanbetaling heeft voorgedaan.

9.   C44.00 — Algemene informatie (LR5)

31.

Hier wordt aanvullende informatie verzameld ten behoeve van de classificatie van de werkzaamheden van de instelling en de door haar gemaakte keuzes met betrekking tot de regelgeving.

Rij en kolom

Instructies

{010;010}

Ondernemingsstructuur van de instelling

De instelling brengt haar ondernemingsstructuur onder in een van de onderstaande categorieën:

vennootschap op aandelen;

onderlinge maatschappij/coöperatie;

vennootschap die geen vennootschap op aandelen is.

{020;010}

Behandeling van derivaten

De instelling geeft aan welke van de onderstaande methoden zij hanteert bij de behandeling van derivaten:

oorspronkelijkeblootstellingsmethode;

op de waardering tegen marktwaarde gebaseerde methode.

{040;010}

Instellingstype

De instelling brengt haar instellingstype onder in een van de onderstaande categorieën:

universeel bankieren (bankieren ten behoeve van particulieren en kleine partijen en zakenbankieren);

bankieren ten behoeve van particulieren en kleine partijen;

zakenbankieren;

gespecialiseerd kredietverlener.”


(1)  Deze omvatten aan kredietrisico onderworpen securitisaties en blootstellingen in aandelen.