ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 60

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

59e jaargang
5 maart 2016


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/311 van de Raad van 4 maart 2016 tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 208/2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne

1

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/312 van de Commissie van 4 maart 2016 tot rectificatie van Verordening (EU) nr. 37/2010 wat de stof tylvalosine betreft ( 1 )

3

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/313 van de Commissie van 1 maart 2016 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 met betrekking tot de maatstaven voor bewaking van de additionele liquiditeit ( 1 )

5

 

*

Verordening (EU) 2016/314 van de Commissie van 4 maart 2016 tot wijziging van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1223/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende cosmetische producten ( 1 )

59

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/315 van de Commissie van 4 maart 2016 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 329/2007 van de Raad betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Democratische Volksrepubliek Korea

62

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/316 van de Commissie van 4 maart 2016 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

70

 

 

RICHTLIJNEN

 

*

Uitvoeringsrichtlijn (EU) 2016/317 van de Commissie van 3 maart 2016 tot wijziging van de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 2002/54/EG, 2002/55/EG, 2002/56/EG en 2002/57/EG met betrekking tot het officiële etiket van verpakkingen die zaai- of pootgoed bevatten ( 1 )

72

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (GBVB) 2016/318 van de Raad van 4 maart 2016 tot wijziging van Besluit 2014/119/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne

76

 

*

Besluit (GBVB) 2016/319 van de Raad van 4 maart 2016 tot wijziging van Besluit 2013/183/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea

78

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/320 van de Commissie van 3 maart 2016 tot wijziging van Beschikking 2004/842/EG tot vaststelling van uitvoeringsregels volgens welke de lidstaten toestemming kunnen geven voor het in de handel brengen van zaai- of pootgoed van rassen waarvoor de opname in de nationale rassenlijst voor landbouw- of groentegewassen is aangevraagd (Kennisgeving geschied onder nummer C(2016) 1221)  ( 1 )

88

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/321 van de Commissie van 3 maart 2016 tot aanpassing van het geografische toepassingsgebied van de vergunning voor de teelt van genetisch gemodificeerde mais (Zea mays L.) MON 810 (MON-ØØ81Ø-6) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2016) 1231)  ( 1 )

90

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2420 van de Commissie van 12 oktober 2015 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik ( PB L 340 van 24.12.2015 )

93

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

5.3.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/311 VAN DE RAAD

van 4 maart 2016

tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 208/2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 208/2014 van de Raad van 5 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne (1), en met name artikel 14, lid 1,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 5 maart 2014 heeft de Raad Verordening (EU) nr. 208/2014 vastgesteld.

(2)

Op grond van een toetsing door de Raad dient de vermelding voor één persoon te worden geschrapt en dienen de vermeldingen voor drie personen te worden gewijzigd.

(3)

Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 208/2014 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 208/2014 wordt overeenkomstig de bijlage bij deze verordening gewijzigd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 maart 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

S.A.M. DIJKSMA


(1)  PB L 66 van 6.3.2014, blz. 1.


BIJLAGE

I.

De vermelding voor de volgende persoon wordt geschrapt van de lijst in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 208/2014:

„14.

Raisa Vasylivna Bohatyriova”

II.

De vermeldingen voor de volgende personen, als weergegeven in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 208/2014, worden vervangen door de onderstaande vermeldingen:

 

Naam

Nadere gegevens

Motivering

Datum van aanwijzing

„2.

Vitalii Yuriyovych Zakharchenko

(Вiталiй Юрiйович Захарченко),

Vitaliy Yurievich Zakharchenko

(Виталий Юрьевич Захарченко)

Geboren op 20 januari 1963 in Kostiantynivka (Donetsk oblast), voormalig minister van Binnenlandse Zaken

Persoon tegen wie strafvervolging is ingesteld door de Oekraïense autoriteiten wegens het verduisteren van overheidsmiddelen of overheidsactiva en in verband met machtsmisbruik door een openbaar ambtsdrager om een ongerechtvaardigd voordeel voor zichzelf of een derde te verkrijgen ten koste van Oekraïense overheidsmiddelen of overheidsactiva.

6.3.2014

4.

Olena Leonidivna Lukash

(Олена Леонiдiвна Лукаш),

Elena Leonidovna Lukash

(Елена Леонидовна Лукаш)

Geboren op 12 november 1976 in Rîbnița (Moldavië), voormalig minister van Justitie

Persoon tegen wie strafvervolging is ingesteld door de Oekraïense autoriteiten wegens betrokkenheid bij het verduisteren van overheidsmiddelen of overheidsactiva en in verband met machtsmisbruik door een openbaar ambtsdrager om een ongerechtvaardigd voordeel voor zichzelf of een derde te verkrijgen ten koste van Oekraïense overheidsmiddelen of overheidsactiva.

6.3.2014

13.

Dmytro Volodymyrovych Tabachnyk

(Дмитро Володимирович Табачник)

Geboren op 28 november 1963 in Kiev, voormalig minister van Onderwijs en Wetenschap

Persoon tegen wie strafvervolging is ingesteld door de Oekraïense autoriteiten wegens betrokkenheid bij het verduisteren van overheidsmiddelen of overheidsactiva.

6.3.2014”


5.3.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/3


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/312 VAN DE COMMISSIE

van 4 maart 2016

tot rectificatie van Verordening (EU) nr. 37/2010 wat de stof „tylvalosine” betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 470/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot vaststelling van communautaire procedures voor het vaststellen van grenswaarden voor residuen van farmacologisch werkzame stoffen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad (1), en met name artikel 14 juncto artikel 17,

Gezien het advies van het Europees Geneesmiddelenbureau dat is opgesteld door het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Commissie is gewezen op het feit dat in de bijlage bij Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie (2), zoals gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1492 van de Commissie (3) wat de stof „tylvalosine” betreft, het indicatorresidu „tylvalosine” per vergissing als indicatorresidu voor varkens is vermeld.

(2)

De bijlage bij Verordening (EU) nr. 37/2010 moet worden gecorrigeerd om aan te geven dat het indicatorresidu voor varkens, alsmede voor huid en vetweefsel, en lever van pluimvee, de „som van tylvalosine en 3-O-acetyltylosine” is en dat het indicatorresidu „tylvalosine” enkel van toepasssing is voor eieren van pluimvee.

(3)

Deze verordening moet met terugwerkende kracht worden toegepast vanaf de datum van toepassing van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1492, omdat het indicatorresidu voor varkens verkeerd is vermeld en daarom moet worden gecorrigeerd. Deze verordening moet daarom dringend in werking treden.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In tabel 1 van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 37/2010 wordt de vermelding voor „tylvalosine” vervangen door:

„Tylvalosine

Som van tylvalosine en 3-O-acetyltylosine

Varkens

50 μg/kg

Spier

GEEN

Infectiewerende middelen/Antibiotica”

50 μg/kg

Huid en vetweefsel

50 μg/kg

Lever

50 μg/kg

Nieren

Pluimvee

50 μg/kg

Huid en vetweefsel

50 μg/kg

Lever

Tylvalosine

Pluimvee

200 μg/kg

Eieren

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing vanaf 3 november 2015.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 maart 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 152 van 16.6.2009, blz. 11.

(2)  Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie van 22 december 2009 betreffende farmacologisch werkzame stoffen en de indeling daarvan op basis van maximumwaarden voor residuen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 15 van 20.1.2010, blz. 1).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1492 van de Commissie van 3 september 2015 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 37/2010 wat de stof „tylvalosine” betreft (PB L 231 van 4.9.2015, blz. 10).


5.3.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/5


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/313 VAN DE COMMISSIE

van 1 maart 2016

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 met betrekking tot de maatstaven voor bewaking van de additionele liquiditeit

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) Nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (1), en met name artikel 415, lid 3, vierde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Hoofdstuk 7 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie (2) voorziet in liquiditeitsrapportage door kredietinstellingen op individuele en geconsolideerde basis. Om het toezicht op de liquiditeit effectiever te laten verlopen, is het passend maatstaven op te leggen voor de bewaking van de additionele liquiditeit, als bedoeld in artikel 415, lid 3, onder b), van Verordening (EU) nr. 575/2013. Dit zou een vollediger beeld moeten scheppen van de liquiditeitspositie van een instelling, die in verhouding staat tot de aard, de omvang en de complexiteit van de activiteiten van een instelling.

(2)

Deze maatstaven voor bewaking van de additionele liquiditeit moeten omvatten: maatstaven op basis van de concentratie van financiering per tegenpartij en productsoort, omdat aan de hand van deze maatstaven de tegenpartijen en instrumenten worden vastgesteld die zodanig relevant zijn dat opvraging van financiële middelen of afnemende marktliquiditeit liquiditeitsproblemen zou kunnen veroorzaken; maatstaven op basis van de concentratie van de neutraliserende capaciteit per uitgevende instelling of tegenpartij, omdat deze maatstaven informatie verstrekken over de concentratie van de rapporterende instellingen per tien grootste activaposities of aan de instelling toegekende liquiditeitslijnen; en maatstaven op basis van de prijzen voor verschillende financieringsduren en het doorrollen van financiering, hetgeen mettertijd kostbare informatie oplevert aangezien toezichthouders op de hoogte worden gebracht van wijzigingen in de financieringsspreads, -volumes en -looptijden.

(3)

De rapportage over maatstaven voor de bewaking van de additionele liquiditeit moet door de bevoegde autoriteiten worden gebruikt in het kader van het proces van toetsing en evaluatie door de toezichthouder, alsook binnen colleges van toezichthouders en als instrument voor vroegtijdige waarschuwing in het dagelijks toezicht.

(4)

De rapportage over maatstaven voor de bewaking van de additionele liquiditeit moet worden afgestemd op het niveau van toepassing en rapportage voor het liquiditeitsdekkingsvereiste in overeenstemming met de artikelen 6 tot en met 10 en artikel 415, lid 3, onder a), van Verordening (EU) nr. 575/2013.

(5)

Ter wille van de evenredigheid moet driemaandelijkse rapportage in plaats van maandelijkse rapportage worden toegestaan wanneer een instelling geen deel uitmaakt van een groep met dochterondernemingen of moederondernemingen die in andere rechtsgebieden dan dat van haar bevoegde autoriteit zijn gevestigd, en het balanstotaal van de instelling slechts een klein aandeel vormt van de som van de balanstotalen van alle instellingen in de betrokken lidstaat en de totale activa van de instelling niet aanzienlijk zijn.

(6)

Aangezien rapportage over maatstaven voor bewaking van de additionele liquiditeit van belang is voor een passend toezicht en als instrument voor vroegtijdige waarschuwing in het dagelijks toezicht, moet deze verordening zo spoedig mogelijk worden toegepast. Om de tenuitvoerlegging van deze verordening door instellingen en bevoegde autoriteiten echter te vergemakkelijken bij de aanvang, moet de inleverdatum van de rapportage betreffende de maandelijkse rapportage over maatstaven voor bewaking van additionele liquiditeit gedurende de eerste zes maanden van toepassing niet de vijftiende maar de dertigste kalenderdag na de referentiedatum voor rapportage zijn.

(7)

Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen die de Europese Bankautoriteit (EBA) aan de Commissie heeft voorgelegd.

(8)

De EBA heeft openbare publieksraadplegingen gehouden over het ontwerp van technische uitvoeringsnorm waarop deze verordening is gebaseerd, de mogelijke desbetreffende kosten en baten geanalyseerd en het advies van de in overeenstemming met artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (3) opgerichte Stakeholdergroep Bankwezen ingewonnen.

(9)

In overeenstemming met de procedure beschreven in artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 heeft de Commissie het door de EBA ingediende ontwerp van technische uitvoeringsnorm met wijzigingen bevestigd, en heeft de redenen voor de wijzigingen uitgelegd. De EBA heeft een formeel advies uitgebracht en heeft hierin de voorgestelde wijzigingen aanvaard, met uitzondering van die welke betrekking hebben op de rapportage over liquide activa en verwachte uitstromen en instromen van kasgeld (de „looptijdklassen”), waarvoor zij een aantal redenen heeft opgegeven.

(10)

De Commissie heeft een nauwkeurig onderzoek gewijd aan de door de EBA aangehaalde redenen om te kiezen voor rapportageregels voor looptijdklassen op basis van de voorlopige rapportage van Verordening (EU) nr. 575/2013. Deze benadering moet echter worden gewijzigd om volledig overeen te stemmen met de definitieve benadering zoals uiteengezet in Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 (4) van de Commissie, die vanaf 1 oktober 2015 van toepassing is.

(11)

De Commissie erkent ten volle het belang van looptijdklassen als toezichtinstrument. Zij is echter van oordeel dat de voordelen voor het toezicht die verkregen worden door de verplichte rapportage over looptijdklassen op basis van een verouderde benadering van de rapportage, momenteel onevenredig zijn ten opzichte van de bijkomende lasten en verdubbeling van de nalevingskosten. De EBA moet de benadering op grond van looptijdklassen zo spoedig mogelijk actualiseren op basis van een rapportage die volledig overeenstemt met Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61, en deze ter goedkeuring aan de Commissie voorleggen. In de tussenperiode en in afwachting van de komende vaststelling van de rapportageverplichting voor looptijdklassen kunnen toezichthouders, indien nodig en gerechtvaardigd, verzoeken om additionele rapportage waarin niet voorzien is bij deze gedelegeerde verordening, inclusief op basis van artikel 412, lid 5, van Verordening (EU) nr. 575/2013.

(12)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 1 wordt het volgende toegevoegd onder g):

„g)

maatstaven voor bewaking van de additionele liquiditeit overeenkomstig artikel 415, lid 3, onder b), van Verordening (EU) nr. 575/2013.”.

2)

Het volgende hoofdstuk 7 ter wordt ingevoegd:

„HOOFDSTUK 7 ter

FORMAT EN FREQUENTIE VAN DE RAPPORTAGE OVER MAATSTAVEN VOOR DE BEWAKING VAN DE ADDITIONELE LIQUIDITEIT OP INDIVIDUELE EN GECONSOLIDEERDE BASIS

Artikel 16 ter

1.   Om overeenkomstig artikel 415, lid 3, onder b), van Verordening (EU) nr. 575/2013 op individuele en geconsolideerde basis informatie te rapporteren over maatstaven voor bewaking van de additionele liquiditeit, verstrekken instellingen de volgende informatie met een maandelijkse frequentie:

a)

de informatie gespecificeerd in bijlage XVIII overeenkomstig de instructies in bijlage XIX;

b)

de informatie gespecificeerd in bijlage XX overeenkomstig de instructies in bijlage XXI.

2.   In afwijking van lid 1 kan een instelling de informatie over maatstaven voor bewaking van de additionele liquiditeit met een driemaandelijkse frequentie rapporteren wanneer aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de instelling maakt geen deel uit van een groep met dochterbedrijven of moederinstellingen die in andere rechtsgebieden dan dat van haar bevoegde autoriteit zijn gevestigd;

b)

de verhouding van het individuele balanstotaal van de instelling tot de som van de individuele balanstotalen van alle instellingen in de betrokken lidstaat bedraagt gedurende twee opeenvolgende jaren voorafgaand aan het jaar van rapportage minder dan 1 %;

c)

de instelling heeft totale activa, berekend overeenkomstig Richtlijn 86/635/EEG van de Raad (5), van minder dan 30 miljard EUR.

Voor de toepassing van b) zijn de balanstotaalcijfers voor de berekening van de verhouding gebaseerd op de gecontroleerde eindejaarcijfers van het jaar vóór het aan de rapportagereferentiedatum voorafgaande jaar.

3.   Voor de toepassing van de in de leden 1 en 2 bedoelde verplichtingen is de eerste maand waarvoor informatie over maatstaven voor bewaking van de additionele liquiditeit moet worden gerapporteerd, april 2016.

(5)  Richtlijn 86/635/EEG van de Raad van 8 december 1986 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen (PB L 372 van 31.12.1986, blz. 1).”."

3)

aan artikel 18 wordt het volgende lid 6 toegevoegd:

„In afwijking van artikel 3, lid 1, onder a), is voor de maanden vanaf april 2016 tot en met oktober 2016, de inleverdatum van de rapportage betreffende de maandelijkse rapportage van de maatstaven voor bewaking van de additionele liquiditeit de dertigste kalenderdag na de referentiedatum voor rapportage.”.

4)

De bijlagen XVIII tot en met XXI worden toegevoegd overeenkomstig de tekst in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 maart 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie van 16 april 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor wat betreft de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 191 van 28.6.2014, blz. 1).

(3)  Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).

(4)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie van 10 oktober 2014 ter aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het liquiditeitsdekkingsvereiste voor kredietinstellingen (PB L 11 van 17.1.2015, blz. 1).


BIJLAGE

BIJLAGE XVIII

MAATSTAVEN VOOR BEWAKING VAN DE ADDITIONELE LIQUIDITEIT INGEVOLGE ARTIKEL 415, LID 3, ONDER b), VAN VERORDENING (EU) Nr. 575/2013

TEMPLATES

Templatenummer

Templatecode

Naam van de template /groep van templates

TEMPLATES VOOR DE ADDITIONELE MONITORINGINSTRUMENTEN

67

C 67.00

CONCENTRATIE VAN FINANCIERING PER TEGENPARTIJ

68

C 68.00

CONCENTRATIE VAN FINANCIERING PER PRODUCTSOORT

69

C 69.00

PRIJZEN VOOR DIVERSE FINANCIERINGSTERMIJNEN

70

C 70.00

DOORROLLEN VAN FINANCIERING


C 67.00 — CONCENTRATIE VAN FINANCIERING PER TEGENPARTIJ

z-as

Totale en significante valuta's

Concentratie van financiering per tegenpartij

 

Naam van tegenpartij

LEI-code

Sector van tegenpartij

Vestigingsplaats van tegenpartij

Productsoort

Ontvangen bedrag

Gewogen gemiddelde initiële looptijd

Gewogen gemiddelde resterende looptijd

Rij

ID

010

020

030

040

050

060

070

080

010

1.

TIEN GROOTSTE TEGENPARTIJEN DIE ELK GROTER ZIJN DAN 1 % VAN DE TOTALE PASSIVA

 

 

 

 

 

 

 

 

020

1,01

 

 

 

 

 

 

 

 

030

1,02

 

 

 

 

 

 

 

 

040

1,03

 

 

 

 

 

 

 

 

050

1,04

 

 

 

 

 

 

 

 

060

1,05

 

 

 

 

 

 

 

 

070

1,06

 

 

 

 

 

 

 

 

080

1,07

 

 

 

 

 

 

 

 

090

1,08

 

 

 

 

 

 

 

 

100

1,09

 

 

 

 

 

 

 

 

110

1,10

 

 

 

 

 

 

 

 

120

2.

ALLE ANDERE PASSIVA

 

 

 

 

 

 

 

 


C 68.00 — CONCENTRATIE VAN FINANCIERING PER PRODUCTSOORT

z-as

Totale en significante valuta's

Concentratie van financiering per productsoort

Rij

ID

Productnaam

Totaal ontvangen bedrag

Bedrag dat gedekt is door een depositogarantiestelsel overeenkomstig Richtlijn 94/19/EG of een gelijkwaardig depositogarantiestelsel in een derde land

Bedrag dat niet gedekt is door een depositogarantiestelsel overeenkomstig Richtlijn 94/19/EG of een gelijkwaardig depositogarantiestelsel in een derde land

Gewogen gemiddelde initiële looptijd

Gewogen gemiddelde resterende looptijd

 

 

 

010

020

030

040

050

PRODUCTEN GROTER DAN 1 % VAN DE TOTALE PASSIVA

010

1

RETAILFINANCIERING

 

 

 

 

 

020

1.1

Direct opvraagbare deposito's

 

 

 

 

 

030

1.2

Deposito's op vaste termijn met een initiële looptijd van minder dan 30 dagen

 

 

 

 

 

040

1.3

Deposito's op vaste termijn met een initiële looptijd van meer dan 30 dagen

 

 

 

 

 

050

1.3.1

met een boete wegens voortijdige opvraging die materieel groter is dan de rente die voor de resterende looptijd wordt misgelopen

 

 

 

 

 

060

1.3.2

zonder een boete wegens voortijdige opvraging die materieel groter is dan de rente die voor de resterende looptijd wordt misgelopen

 

 

 

 

 

070

1.4

Spaarrekeningen

 

 

 

 

 

080

1.4.1

met een opzegtermijn voor opvraging van meer dan 30 dagen

 

 

 

 

 

090

1.4.2

zonder een opzegtermijn voor opvraging van meer dan 30 dagen

 

 

 

 

 

100

2

WHOLESALEFINANCIERING

 

 

 

 

 

110

2.1

Ongedekte wholesalefinanciering

 

 

 

 

 

120

2.1.1

waarvan financiële cliënten

 

 

 

 

 

130

2.1.2

waarvan niet-financiële cliënten

 

 

 

 

 

140

2.1.3

waarvan afkomstig van intragroepsentiteiten

 

 

 

 

 

150

2.2

Gedekte wholesalefinanciering

 

 

 

 

 

160

2.2.1

waarvan retrocessieovereenkomsten

 

 

 

 

 

170

2.2.2

waarvan uitgifte van gedekte obligaties

 

 

 

 

 

180

2.2.3

waarvan uitgifte van door activa gedekte effecten

 

 

 

 

 

190

2.2.4

waarvan afkomstig van intragroepsentiteiten

 

 

 

 

 


C 69.00 — PRIJZEN VOOR DIVERSE FINANCIERINGSTERMIJNEN

z-as

Totale en significante valuta's

Prijzen voor diverse financieringstermijnen

 

Overnight

1 week

1 maand

3 maanden

6 maanden

1 jaar

2 jaar

5 jaar

10 jaar

Spread

Volume

Spread

Volume

Spread

Volume

Spread

Volume

Spread

Volume

Spread

Volume

Spread

Volume

Spread

Volume

Spread

Volume

Rij

ID

Post

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

130

140

150

160

170

180

010

1

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

020

1.1

waaronder: retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

1.2

waaronder: ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

1.3

waaronder: gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

1.4

waaronder: bevoorrechte ongedekte effecten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

1.5

waaronder: gedekte obligaties

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

1.6

waaronder: door activa gedekte effecten inclusief ABCP

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


C 70.00 — DOORROLLEN VAN FINANCIERING

z-as

Totale en significante valuta's

Doorrollen van financiering

 

Overnight

> 1 dag ≤ 7 dagen

> 7dagen ≤ 14 dagen

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Rij

ID

Dag

Post

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

010

1.1

1

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

020

1.1.1

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

1.1.2

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

1.1.3

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

1.2

2

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

1.2.1

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

1.2.2

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

1.2.3

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Doorrollen van financiering

 

> 14 dagen ≤ 1 maand

> 1 maand ≤ 3 maanden

> 3 maanden ≤ 6 maanden

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Rij

ID

Dag

Post

130

140

150

160

170

180

190

200

210

220

230

240

010

1.1

1

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

020

1.1.1

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

1.1.2

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

1.1.3

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

1.2

2

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

1.2.1

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

1.2.2

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

1.2.3

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Doorrollen van financiering

 

> 6 maanden

Totaal netto kasstromen

Gemiddelde termijn (dagen)

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallende middelen Termijn

Termijn doorrolmiddelen

Nieuwe middelen Termijn

Totaal financieringsprofiel

Rij

ID

Dag

Post

250

260

270

280

290

300

310

320

330

010

1.1

1

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

020

1.1.1

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

1.1.2

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

1.1.3

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

1.2

2

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

1.2.1

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

1.2.2

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

1.2.3

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Doorrollen van financiering

 

Overnight

> 1 dag ≤ 7 dagen

> 7dagen ≤ 14 dagen

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Rij

ID

Dag

Post

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

090

1.3

3

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

1.3.1

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

1.3.2

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

1.3.3

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

1.4

4

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

1.4.1

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

1.4.2

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

1.4.3

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

1.5

5

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

1.5.1

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

190

1.5.2

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

200

1.5.3

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Doorrollen van financiering

 

> 14 dagen ≤ 1 maand

> 1 maand ≤ 3 maanden

> 3 maanden ≤ 6 maanden

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Rij

ID

Dag

Post

130

140

150

160

170

180

190

200

210

220

230

240

090

1.3

3

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

1.3.1

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

1.3.2

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

1.3.3

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

1.4

4

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

1.4.1

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

1.4.2

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

1.4.3

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

1.5

5

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

1.5.1

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

190

1.5.2

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

200

1.5.3

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Doorrollen van financiering

 

> 6 maanden

Totaal netto kasstromen

Gemiddelde termijn (dagen)

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallende middelen Termijn

Termijn doorrolmiddelen

Nieuwe middelen Termijn

Totaal financieringsprofiel

Rij

ID

Dag

Post

250

260

270

280

290

300

310

320

330

090

1.3

3

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

1.3.1

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

1.3.2

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

1.3.3

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

1.4

4

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

1.4.1

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

1.4.2

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

1.4.3

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

1.5

5

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

1.5.1

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

190

1.5.2

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

200

1.5.3

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Doorrollen van financiering

 

Overnight

> 1 dag ≤ 7 dagen

> 7dagen ≤ 14 dagen

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Rij

ID

Dag

Post

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

210

1.6.

6

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

220

1.6.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

230

1.6.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

240

1.6.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

250

1.7.

7

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

260

1.7.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

270

1.7.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

280

1.7.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

290

1.8.

8

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

300

1.8.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

310

1.8.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

320

1.8.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Doorrollen van financiering

 

> 14 dagen ≤ 1 maand

> 1 maand ≤ 3 maanden

> 3 maanden ≤ 6 maanden

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Rij

ID

Dag

Post

130

140

150

160

170

180

190

200

210

220

230

240

210

1.6.

6

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

220

1.6.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

230

1.6.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

240

1.6.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

250

1.7.

7

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

260

1.7.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

270

1.7.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

280

1.7.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

290

1.8.

8

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

300

1.8.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

310

1.8.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

320

1.8.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Doorrollen van financiering

 

> 6 maanden

Totaal netto kasstromen

Gemiddelde termijn (dagen)

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallende middelen Termijn

Termijn doorrolmiddelen

Nieuwe middelen Termijn

Totaal financieringsprofiel

Rij

ID

Dag

Post

250

260

270

280

290

300

310

320

330

210

1.6.

6

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

220

1.6.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

230

1.6.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

240

1.6.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

250

1.7.

7

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

260

1.7.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

270

1.7.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

280

1.7.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

290

1.8.

8

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

300

1.8.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

310

1.8.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

320

1.8.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Doorrollen van financiering

 

Overnight

> 1 dag ≤ 7 dagen

> 7dagen ≤ 14 dagen

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Rij

ID

Dag

Post

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

330

1.9.

3

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

340

1.9.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

350

1.9.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

360

1.9.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

370

1.10.

4

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

380

1.10.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

390

1.10.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

400

1.10.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

410

1,11

5

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

420

1.11.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

430

1.11.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

440

1.11.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Doorrollen van financiering

 

> 14 dagen ≤ 1 maand

> 1 maand ≤ 3 maanden

> 3 maanden ≤ 6 maanden

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Rij

ID

Dag

Post

130

140

150

160

170

180

190

200

210

220

230

240

330

1.9.

9

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

340

1.9.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

350

1.9.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

360

1.9.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

370

1.10.

10

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

380

1.10.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

390

1.10.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

400

1.10.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

410

1,11

11

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

420

1.11.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

430

1.11.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

440

1.11.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Doorrollen van financiering

 

> 6 maanden

Totaal netto kasstromen

Gemiddelde termijn (dagen)

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallende middelen Termijn

Termijn doorrolmiddelen

Nieuwe middelen Termijn

Totaal financieringsprofiel

Rij

ID

Dag

Post

250

260

270

280

290

300

310

320

330

330

1.9.

9

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

340

1.9.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

350

1.9.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

360

1.9.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

370

1.10.

10

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

380

1.10.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

390

1.10.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

400

1.10.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

410

1,11

11

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

420

1.11.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

430

1.11.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

440

1.11.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Doorrollen van financiering

 

Overnight

> 1 dag ≤ 7 dagen

> 7dagen ≤ 14 dagen

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Rij

ID

Dag

Post

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

450

1,12

12

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

460

1.12.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

470

1.12.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

480

1.12.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

490

1,13

13

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

500

1.13.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

510

1.13.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

520

1.13.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

530

1,14

14

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

540

1.14.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

550

1.14.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

560

1.14.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Doorrollen van financiering

 

> 14 dagen ≤ 1 maand

> 1 maand ≤ 3 maanden

> 3 maanden ≤ 6 maanden

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Rij

ID

Dag

Post

130

140

150

160

170

180

190

200

210

220

230

240

450

1,12

12

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

460

1.12.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

470

1.12.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

480

1.12.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

490

1,13

13

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

500

1.13.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

510

1.13.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

520

1.13.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

530

1,14

14

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

540

1.14.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

550

1.14.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

560

1.14.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Doorrollen van financiering

 

> 6 maanden

Totaal netto kasstromen

Gemiddelde termijn (dagen)

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallende middelen Termijn

Termijn doorrolmiddelen

Nieuwe middelen Termijn

Totaal financieringsprofiel

Rij

ID

Dag

Post

250

260

270

280

290

300

310

320

330

450

1,12

12

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

460

1.12.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

470

1.12.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

480

1.12.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

490

1,13

13

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

500

1.13.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

510

1.13.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

520

1.13.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

530

1,14

14

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

540

1.14.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

550

1.14.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

560

1.14.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Doorrollen van financiering

 

Overnight

> 1 dag ≤ 7 dagen

> 7dagen ≤ 14 dagen

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Rij

ID

Dag

Post

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

570

1,15

15

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

580

1.15.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

590

1.15.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

600

1.15.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

610

1,16

16

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

620

1.16.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

630

1.16.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

640

1.16.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

650

1,17

17

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

660

1.17.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

670

1.17.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

680

1.17.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Doorrollen van financiering

 

> 14 dagen ≤ 1 maand

> 1 maand ≤ 3 maanden

> 3 maanden ≤ 6 maanden

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Rij

ID

Dag

Post

130

140

150

160

170

180

190

200

210

220

230

240

570

1,15

15

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

580

1.15.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

590

1.15.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

600

1.15.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

610

1,16

16

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

620

1.16.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

630

1.16.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

640

1.16.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

650

1,17

17

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

660

1.17.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

670

1.17.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

680

1.17.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Doorrollen van financiering

 

> 6 maanden

Totaal netto kasstromen

Gemiddelde termijn (dagen)

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallende middelen Termijn

Termijn doorrolmiddelen

Nieuwe middelen Termijn

Totaal financieringsprofiel

Rij

ID

Dag

Post

250

260

270

280

290

300

310

320

330

570

1,15

15

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

580

1.15.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

590

1.15.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

600

1.15.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

610

1,16

16

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

620

1.16.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

630

1.16.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

640

1.16.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

650

1,17

17

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

660

1.17.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

670

1.17.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

680

1.17.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Doorrollen van financiering

 

Overnight

> 1 dag ≤ 7 dagen

> 7dagen ≤ 14 dagen

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Rij

ID

Dag

Post

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

690

1,18

18

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

700

1.18.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

710

1.18.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

720

1.18.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

730

1,19

19

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

740

1.19.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

750

1.19.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

760

1.19.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

770

1.20.

20

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

780

1.20.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

790

1.20.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

800

1.20.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Doorrollen van financiering

 

> 14 dagen ≤ 1 maand

> 1 maand ≤ 3 maanden

> 3 maanden ≤ 6 maanden

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Rij

ID

Dag

Post

130

140

150

160

170

180

190

200

210

220

230

240

690

1,18

18

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

700

1.18.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

710

1.18.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

720

1.18.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

730

1,19

19

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

740

1.19.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

750

1.19.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

760

1.19.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

770

1.20.

20

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

780

1.20.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

790

1.20.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

800

1.20.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Doorrollen van financiering

 

> 6 maanden

Totaal netto kasstromen

Gemiddelde termijn (dagen)

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallende middelen Termijn

Termijn doorrolmiddelen

Nieuwe middelen Termijn

Totaal financieringsprofiel

Rij

ID

Dag

Post

250

260

270

280

290

300

310

320

330

690

1,18

18

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

700

1.18.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

710

1.18.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

720

1.18.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

730

1,19

19

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

740

1.19.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

750

1.19.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

760

1.19.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

770

1.20.

20

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

780

1.20.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

790

1.20.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

800

1.20.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Doorrollen van financiering

 

Overnight

> 1 dag ≤ 7 dagen

> 7dagen ≤ 14 dagen

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Rij

ID

Dag

Post

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

810

1,21

21

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

820

1.21.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

830

1.21.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

840

1.21.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

850

1,22

22

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

860

1.22.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

870

1.22.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

880

1.22.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

890

1,23

23

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

900

1.23.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

910

1.23.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

920

1.23.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Doorrollen van financiering

 

> 14 dagen ≤ 1 maand

> 1 maand ≤ 3 maanden

> 3 maanden ≤ 6 maanden

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Rij

ID

Dag

Post

130

140

150

160

170

180

190

200

210

220

230

240

810

1,21

21

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

820

1.21.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

830

1.21.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

840

1.21.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

850

1,22

22

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

860

1.22.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

870

1.22.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

880

1.22.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

890

1,23

23

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

900

1.23.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

910

1.23.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

920

1.23.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Doorrollen van financiering

 

> 6 maanden

Totaal netto kasstromen

Gemiddelde termijn (dagen)

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallende middelen Termijn

Termijn doorrolmiddelen

Nieuwe middelen Termijn

Totaal financieringsprofiel

Rij

ID

Dag

Post

250

260

270

280

290

300

310

320

330

810

1,21

21

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

820

1.21.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

830

1.21.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

840

1.21.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

850

1,22

22

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

860

1.22.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

870

1.22.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

880

1.22.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

890

1,23

23

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

900

1.23.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

910

1.23.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

920

1.23.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Doorrollen van financiering

 

Overnight

> 1 dag ≤ 7 dagen

> 7dagen ≤ 14 dagen

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Rij

ID

Dag

Post

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

930

1,24

24

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

940

1.24.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

950

1.24.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

960

1.24.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

970

1,25

25

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

980

1.25.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

990

1.25.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1000

1.25.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1010

1,26

26

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1020

1.26.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1030

1.26.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1040

1.26.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Doorrollen van financiering

 

> 14 dagen ≤ 1 maand

> 1 maand ≤ 3 maanden

> 3 maanden ≤ 6 maanden

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Rij

ID

Dag

Post

130

140

150

160

170

180

190

200

210

220

230

240

930

1,24

24

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

940

1.24.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

950

1.24.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

960

1.24.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

970

1,25

25

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

980

1.25.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

990

1.25.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1000

1.25.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1010

1,26

26

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1020

1.26.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1030

1.26.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1040

1.26.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Doorrollen van financiering

 

> 6 maanden

Totaal netto kasstromen

Gemiddelde termijn (dagen)

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallende middelen Termijn

Termijn doorrolmiddelen

Nieuwe middelen Termijn

Totaal financieringsprofiel

Rij

ID

Dag

Post

250

260

270

280

290

300

310

320

330

930

1,24

24

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

940

1.24.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

950

1.24.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

960

1.24.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

970

1,25

25

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

980

1.25.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

990

1.25.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1000

1.25.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1010

1,26

26

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1020

1.26.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1030

1.26.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1040

1.26.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Doorrollen van financiering

 

Overnight

> 1 dag ≤ 7 dagen

> 7dagen ≤ 14 dagen

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Rij

ID

Dag

Post

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

1050

1,27

27

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1060

1.27.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1070

1.27.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1080

1.27.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1090

1,28

28

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1100

1.28.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1110

1.28.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1120

1.28.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1130

1,29

29

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1140

1.29.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1150

1.29.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1160

1.29.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Doorrollen van financiering

 

> 14 dagen ≤ 1 maand

> 1 maand ≤ 3 maanden

> 3 maanden ≤ 6 maanden

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Rij

ID

Dag

Post

130

140

150

160

170

180

190

200

210

220

230

240

1050

1,27

27

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1060

1.27.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1070

1.27.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1080

1.27.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1090

1,28

28

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1100

1.28.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1110

1.28.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1120

1.28.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1130

1,29

29

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1140

1.29.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1150

1.29.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1160

1.29.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Doorrollen van financiering

 

> 6 maanden

Totaal netto kasstromen

Gemiddelde termijn (dagen)

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallende middelen Termijn

Termijn doorrolmiddelen

Nieuwe middelen Termijn

Totaal financieringsprofiel

Rij

ID

Dag

Post

250

260

270

280

290

300

310

320

330

1050

1,27

27

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1060

1.27.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1070

1.27.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1080

1.27.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1090

1,28

28

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1100

1.28.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1110

1.28.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1120

1.28.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1130

1,29

29

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1140

1.29.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1150

1.29.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1160

1.29.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Doorrollen van financiering

 

Overnight

> 1 dag ≤ 7 dagen

> 7dagen ≤ 14 dagen

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Rij

ID

Dag

Post

010

020

030

040

050

060

070

080

090

100

110

120

1170

1.30.

30

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1180

1.30.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1190

1.30.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1200

1.30.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1210

1,31

31

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1220

1.31.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1230

1.31.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1240

1.31.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Doorrollen van financiering

 

> 14 dagen ≤ 1 maand

> 1 maand ≤ 3 maanden

> 3 maanden ≤ 6 maanden

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Rij

ID

Dag

Post

130

140

150

160

170

180

190

200

210

220

230

240

1170

1.30.

30

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1180

1.30.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1190

1.30.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1200

1.30.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1210

1,31

31

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1220

1.31.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1230

1.31.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1240

1.31.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Doorrollen van financiering

 

> 6 maanden

Totaal netto kasstromen

Gemiddelde termijn (dagen)

Vervallend

Doorrol

Nieuwe middelen

Netto

Vervallende middelen Termijn

Termijn doorrolmiddelen

Nieuwe middelen Termijn

Totaal financieringsprofiel

Rij

ID

Dag

Post

250

260

270

280

290

300

310

320

330

1170

1.30.

30

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1180

1.30.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1190

1.30.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1200

1.30.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1210

1,31

31

Totale financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1220

1.31.1.

Retaildeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1230

1.31.2.

Ongedekte wholesaledeposito's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1240

1.31.3.

Gedekte financiering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

BIJLAGE XIX

INSTRUCTIES VOOR HET INVULLEN VAN DE TEMPLATE VOOR ADDITIONELE MONITORINGINSTRUMENTEN VAN BIJLAGE XVIII

1.   Additionele monitoringinstrumenten

1.1.   Algemene opmerkingen

1.

De beknopte templates in bijlage XVIII zijn bestemd om het liquiditeitsrisico van een instelling te monitoren dat buiten het toepassingsgebied van de verslagen betreffende liquiditeitsdekking en stabiele financiering valt.

1.2.   Concentratie van financiering per tegenpartij (C 67.00)

1.

Deze template is bestemd om informatie te verzamelen over de concentratie van financiering per tegenpartij van de rapporterende instellingen.

2.

Voor het invullen van deze template:

a)

rapporteren de instellingen de tien grootste tegenpartijen of een groep van verbonden cliënten overeenkomstig artikel 4, lid 39, van Verordening 575/2013 [CRR] waarvoor de financiering die van elke tegenpartij is verkregen, een drempel van 1 % van de totale passiva in de sublijnen van afdeling 1 van de template overschrijdt. Aldus is de in post 1.01 gerapporteerde tegenpartij het grootste bedrag van van één tegenpartij ontvangen financiering dat op de verslagdatum boven de drempel van 1 % ligt; is post 1.02 het tweede grootste bedrag boven de drempel van 1 %; enz.

b)

rapporteren de instellingen het totaal van alle andere overblijvende passiva in afdeling 2.

c)

zijn de totalen van afdeling 1 en afdeling 2 gelijk aan de totale passiva van een instelling overeenkomstig haar ingevolge het financiële rapportagekader (FINREP) gerapporteerde balans.

3.

Voor elke tegenpartij rapporteren de instellingen de volgende componenten:

a)

de naam van de tegenpartij;

b)

LEI-code;

c)

sector van de tegenpartij;

d)

vestigingsplaats van de tegenpartij;

e)

soort product;

f)

ontvangen bedrag;

g)

gewogen gemiddelde initiële looptijd; en

h)

de gewogen gemiddelde resterende looptijd.

Deze componenten worden in de onderstaande tabel nader uitgelegd.

4.

Indien de financiering in meer dan één soort van product wordt verkregen, is het gerapporteerde soort het product waarin het grootste deel van de financiering werd verkregen. Aan de bevoegde autoriteit wordt afzonderlijke informatie gerapporteerd waarin de uitsplitsing van de voor de 5 grootste producten ontvangen financiering per productsoort wordt toegelicht.

5.

Vaststelling van de onderliggende houder van effecten kan op een „best efforts”-basis plaatsvinden. Indien een instelling informatie heeft over de houder van de effecten (d.w.z. de bewarende bank) moet zij dat bedrag in aanmerking nemen voor het rapporteren van de concentratie van tegenpartijen. Indien geen informatie beschikbaar is over de houder van de effecten, dient het overeenkomstige bedrag niet te worden gerapporteerd.

6.

Instructies voor bepaalde kolommen:

Kolom

Verwijzingen naar wetgeving en instructies

010

Naam van tegenpartij

De naam van elke tegenpartij waarvan de verkregen financiering 1 % van de totale passiva overschrijdt, wordt gerapporteerd in kolom 010 in afnemende volgorde, dat wil zeggen in volgorde van de omvang van de verkregen financiering.

De gerapporteerde naam van de tegenpartij is de naam van de juridische entiteit van het bedrijf waarvan de financiering afkomstig is, inclusief alle aanduidingen van het soort bedrijf zoals SA (Société anonyme in Frankrijk), Plc. (public limited company in het VK), of AG (Aktiengesellschaft in Duitsland).

020

LEI-code

De identificatiecode van de rechtspersoon van de tegenpartij.

030

Sector van de tegenpartij

Aan elke tegenpartij wordt één sector toegewezen volgens de FINREP-indeling van economische sectoren:

i) centrale banken; (ii) overheden; (iii) kredietinstellingen; (iv) overige financiële ondernemingen; (v) niet-financiële ondernemingen; (vi) huishoudens.

Voor groepen verbonden cliënten wordt geen sector gerapporteerd.

040

Vestigingsplaats van tegenpartij

Er wordt gebruikgemaakt van de ISO-code 3166-1-alfa-2 van het land van oprichting van de tegenpartij (inclusief pseudo-ISO-codes voor internationale organisaties; zie de laatste uitgave van het „Balance of Payments Vademecum” van Eurostat)).

Voor groepen verbonden cliënten wordt geen land gerapporteerd.

050

Productsoort

Aan in kolom 010 gerapporteerde tegenpartijen wordt aan de hand van de volgende vetgedrukte codes een productsoort toegewezen die overeenstemt met het uitgegeven product waarin de financiering werd ontvangen (of waarin het grootste deel van de financiering werd ontvangen wanneer het gemengde productsoorten betreft):

 

UWF (van financiële cliënten verkregen ongedekte wholesalefinanciering inclusief interbankengeld)

 

UWNF (van niet-financiële cliënten verkregen ongedekte wholesalefinanciering)

 

REPO (financiering afkomstig van retrocessieovereenkomsten als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 82, van de CRR)

 

CB (financiering afkomstig van de uitgifte van gedekte obligaties als gedefinieerd in artikel 129, lid 4 of lid 5, van de CRR of artikel 52, lid 4, van Richtlijn 2009/65/EG)

 

ABS (financiering afkomstig van de uitgifte van door activa gedekte effecten inclusief door activa gedekt handelspapier)

 

IGCP (van tegenpartijen binnen een groep verkregen financiering)

060

Ontvangen bedrag

Het totale bedrag van de in kolom 010 gerapporteerde van tegenpartijen ontvangen financiering wordt in kolom 060 gerapporteerd.

070

Gewogen gemiddelde initiële looptijd

Voor het in kolom 060 gerapporteerde bedrag van de financiering afkomstig van de in kolom 010 gerapporteerde tegenpartij, wordt een gewogen gemiddelde initiële looptijd voor die financiering gerapporteerd in kolom 070.

De gewogen gemiddelde initiële looptijd is de gemiddelde initiële looptijd (in dagen) van de van die tegenpartij ontvangen financiering op basis van de omvang van de verschillende bedragen van de ontvangen financiering in verhouding tot de totale ontvangen financiering.

Bijvoorbeeld:

1.

1 miljard EUR ontvangen van tegenpartij A met een initiële looptijd van 180 dagen.

2.

0,5 miljard EUR ontvangen van tegenpartij A met een initiële looptijd van 360 dagen.

Gewogen gemiddelde initiële looptijd = (1 miljard EUR/1,5 miljard EUR) * 180 dagen + (0,5 miljard EUR/1,5 miljard EUR) * 360 dagen

Gewogen gemiddelde initiële looptijd = 240 dagen

080

Gewogen gemiddelde resterende looptijd

Voor het in kolom 060 gerapporteerde bedrag van de financiering afkomstig van de in kolom 010 gerapporteerde tegenpartij, wordt een gewogen gemiddelde resterende looptijd voor die financiering gerapporteerd in kolom 080.

De gewogen gemiddelde resterende looptijd is de gemiddelde looptijd (in dagen) van de van die tegenpartij ontvangen financiering die overblijft op basis van de omvang van de verschillende bedragen van de ontvangen financiering in verhouding tot de totale ontvangen financiering.

Bijvoorbeeld:

1.

1 miljard EUR ontvangen van tegenpartij A met een nog resterende looptijd van 60 dagen.

2.

0,5 miljard EUR ontvangen van tegenpartij A met een nog resterende looptijd van 180 dagen.

Gewogen gemiddelde resterende looptijd = (1 miljard EUR/1,5 miljard EUR) * 60 dagen + (0,5 miljard EUR/1,5 miljard EUR) * 180 dagen

Gewogen gemiddelde resterende looptijd = 100 dagen

1.3.   Concentratie van financiering per productsoort (C 68.00)

1.

Deze template is bestemd om informatie te verzamelen over de concentratie van financiering per tegenpartij van de rapporterende instellingen, uitgesplitst naar de volgende soorten van financiering:

1.

Retailfinanciering;

a)

Direct opvraagbare deposito's;

b)

Deposito's op vaste termijn met een looptijd van 30 dagen of minder

c)

Deposito's op vaste termijn met een looptijd van meer dan 30 dagen;

i)

met een boete wegens voortijdige opvraging die significant groter is dan het verlies aan rente;

ii)

zonder een boete wegens voortijdige opvraging die significant groter is dan het verlies aan rente;

d)

Spaarrekeningen;

i)

met een opzegtermijn voor opvraging van meer dan 30 dagen;

ii)

zonder een opzegtermijn voor opvraging van meer dan 30 dagen;

2.

Wholesalefinanciering;

a)

Ongedekte wholesalefinanciering;

i)

waarvan financiële cliënten

ii)

waarvan niet-financiële cliënten

iii)

waarvan afkomstig van intragroepsentiteiten

b)

Gedekte wholesalefinanciering;

i)

waarvan retrocessieovereenkomsten

ii)

waarvan uitgifte van gedekte obligaties

iii)

waarvan uitgifte van door activa gedekte effecten

iv)

waarvan afkomstig van intragroepsentiteiten

2.

Voor het invullen van deze template rapporteren de instellingen het totale bedrag van de als gevolg van elke productcategorie ontvangen financiering die een drempel van 1 % van de totale passiva overschrijdt.

3.

Voor elke productsoort rapporteren de instellingen de volgende componenten:

a)

totaal ontvangen bedrag;

b)

bedrag dat gedekt is door een depositogarantiestelsel overeenkomstig Richtlijn 94/19/EG of een gelijkwaardig depositogarantiestelsel in een derde land;

c)

bedrag dat niet gedekt is door een depositogarantiestelsel overeenkomstig Richtlijn 94/19/EG of een gelijkwaardig depositogarantiestelsel in een derde land;

d)

gewogen gemiddelde initiële looptijd; en

e)

de gewogen gemiddelde resterende looptijd.

Deze componenten worden in de onderstaande tabel nader uitgelegd.

4.

Voor het bepalen van de productsoorten met betrekking waartoe de ontvangen financiering groter is dan de drempel van 1 % van de totale passiva, is de valuta irrelevant.

5.

Instructies voor bepaalde kolommen:

Kolom

Verwijzingen naar wetgeving en instructies

010

Totaal ontvangen bedrag

Het totale bedrag van de voor elke van de productcategorieën in kolom „productnaam” ontvangen financiering wordt in één gecombineerde rapportagevaluta in kolom 010 van de template gerapporteerd.

020

Bedrag dat gedekt is door een depositogarantiestelsel overeenkomstig Richtlijn 94/19/EG of een gelijkwaardig depositogarantiestelsel in een derde land

Van het in kolom 010 gerapporteerde totale bedrag van de voor elk van de productcategorieën in kolom „productnaam” ontvangen financiering, het bedrag dat gedekt is door een depositogarantiestelsel overeenkomstig Richtlijn 94/19/EG of een gelijkwaardig depositogarantiestelsel in een derde land.

Noot: de in kolom 020 en kolom 030 voor elk van de productcategorieën in kolom „productnaam” gerapporteerde bedragen dienen gelijk te zijn aan het in kolom 010 gerapporteerde totale ontvangen bedrag.

030

Bedrag dat niet gedekt is door een depositogarantiestelsel overeenkomstig Richtlijn 94/19/EG of een gelijkwaardig depositogarantiestelsel in een derde land

Van het in kolom 010 gerapporteerde totale bedrag van de voor elk van de productcategorieën in kolom „productnaam” ontvangen financiering, het bedrag dat gedekt is door een depositogarantiestelsel overeenkomstig Richtlijn 94/19/EG of een gelijkwaardig depositogarantiestelsel in een derde land.

Noot: de in kolom 020 en kolom 030 voor elk van de productcategorieën in kolom „productnaam” gerapporteerde bedragen dienen gelijk te zijn aan het in kolom 010 gerapporteerde totale ontvangen bedrag.

040

Gewogen gemiddelde initiële looptijd

Voor het in kolom 010 gerapporteerde bedrag van de financiering afkomstig van de in kolom „productnaam” vermelde productcategorieën wordt een gewogen gemiddelde initiële looptijd (in dagen) voor die financiering gerapporteerd in kolom 040.

De gewogen gemiddelde initiële looptijd is de gemiddelde initiële looptijd (in dagen) van de financiering die als gevolg van de uitgifte van een bepaald product van elke tegenpartij is ontvangen, in verhouding tot de totale financiering die als gevolg van de uitgifte van dat product is ontvangen.

Bijvoorbeeld:

1.

1 miljard EUR ontvangen van tegenpartij A als gevolg van het uitgeven van product X met een initiële looptijd van 180 dagen.

2.

0,5 miljard EUR ontvangen van tegenpartij B als gevolg van het uitgeven van product X met een initiële looptijd van 360 dagen.

Gewogen gemiddelde initiële looptijd = (1 miljard EUR/1,5 miljard EUR) * 180 dagen + (0,5 miljard EUR/1,5 miljard EUR) * 360 dagen

Gewogen gemiddelde initiële looptijd = 240 dagen

050

Gewogen gemiddelde resterende looptijd

Voor het in kolom 010 gerapporteerde bedrag van de financiering afkomstig van de in kolom „productnaam” vermelde productcategorieën wordt een gewogen gemiddelde resterende looptijd (in dagen) voor die financiering gerapporteerd in kolom 050.

De gewogen gemiddelde resterende looptijd is de overblijvende gemiddelde looptijd (in dagen) van de financiering die van elke tegenpartij als gevolg van de uitgifte van een bepaald product is ontvangen, in verhouding tot de totale financiering die als gevolg van de uitgifte van dat product is ontvangen.

Bijvoorbeeld:

1.

1 miljard EUR ontvangen van tegenpartij A als gevolg van het uitgeven van product X met een nog resterende looptijd van 60 dagen.

2.

0,5 miljard EUR ontvangen van tegenpartij B als gevolg van het uitgeven van product X met een nog resterende looptijd van 180 dagen.

Gewogen gemiddelde resterende looptijd = (1 miljard EUR/1,5 miljard EUR) * 60 dagen + (0,5 miljard EUR/1,5 miljard EUR) * 180 dagen

Gewogen gemiddelde resterende looptijd = 100 dagen

1.4.   Prijzen voor diverse financieringstermijnen (C 69.00)

1.

Deze template is bestemd voor het verzamelen van informatie over het gemiddelde transactievolume en de prijzen die door de instellingen zijn betaald voor financiering met de volgende looptijden:

a)

Overnight (kolommen 010 en 020)

b)

één week (kolommen 030 en 040)

c)

één maand (kolommen 050 en 060)

d)

drie maanden (kolommen 070 en 080)

e)

zes maanden (kolommen 090 en 100)

f)

één jaar (kolommen 110 en 120)

g)

2 jaar (kolommen 130 en 140)

h)

5 jaar (kolommen 150 en 160)

i)

10 jaar (kolommen 170 en 180)

2.

Voor het bepalen van de looptijd van verkregen financiering laten de instellingen de periode tussen de datum van de transactie en de datum van afwikkeling buiten beschouwing; zo wordt een driemaandspassivum dat over twee weken wordt afgewikkeld in de looptijd drie maanden (kolommen 070 en 080) gerapporteerd.

3.

De in de linkerkolom van elk tijdsinterval gerapporteerde spread is een van de volgende:

1.

de door de onderneming voor passiva met een looptijd van één jaar of minder te betalen spread, als deze op de dag van de transactie vóór sluitingstijd naar de benchmarkovernightindex voor de passende valuta zouden zijn geswapt;

2.

de door de onderneming bij uitgifte te betalen spread voor passiva met een looptijd van meer dan één jaar, indien deze op de dag van de transactie vóór sluitingstijd zouden zijn geswapt naar de relevante benchmarkovernightindex voor de passende valuta, namelijk de driemaands-EURIBOR voor EUR of -LIBOR voor GBP en USD.

4.

De spread moet in basispunten (bp) worden gerapporteerd en op gewogen gemiddelde basis worden berekend. Bijvoorbeeld:

1.

1 miljard EUR aan door tegenpartij A ontvangen of aangeboden financiering met een spread 200 bp boven de geldende EURIBOR-rente.

2.

0,5 miljard EUR aan door tegenpartij B ontvangen of aangeboden financiering met een spread 150 bp boven de geldende EURIBOR-rente.

Gewogen gemiddelde spread = (1 miljard EUR/1,5 miljard EUR) * 200 bp + (0,5 miljard EUR/1,5 miljard EUR) * 150 bp

De gewogen gemiddelde spread = 183 bp

5.

Voor de berekening van de gemiddelde betaalbare spread dienen de instellingen de totale kosten te berekenen in de valuta van uitgifte, zonder meerekening van valutaswaps, maar met meerekening van alle premies of kortingen en te betalen of te ontvangen vergoedingen, waarbij de termijn van elke theoretische of werkelijke renteswap met de termijn van het passivum overeenstemt. De spread is de passivumrente min de swaprente.

6.

Het nettobedrag van de voor de financieringscategorieën in kolom „post” verkregen financiering wordt in de kolom „volume” van het toepasselijke tijdsinterval gerapporteerd. Voor de financiering in bovenstaand punt 4 bijvoorbeeld zou het om een bedrag van 1 500 000 EUR gaan.

7.

Wanneer er niets te rapporteren is, worden de spreads blanco gelaten.

8.

Instructies betreffende specifieke rijen:

Rij

Verwijzingen naar wetgeving en instructies

010

1   Totale financiering

Totaal volume en gewogen gemiddelde spread van alle verkregen financiering voor de volgende looptijden:

a)

Overnight (kolommen 010 en 020)

b)

één week (kolommen 030 en 040)

c)

één maand (kolommen 050 en 060)

d)

drie maanden (kolommen 070 en 080)

e)

zes maanden (kolommen 090 en 100)

f)

één jaar (kolommen 110 en 120)

g)

2 jaar (kolommen 130 en 140)

h)

5 jaar (kolommen 150 en 160)

i)

10 jaar (kolommen 170 en 180)

020

1.1   waarvan: Retaildeposito's

Van de in post 1 gerapporteerde totale financiering, het totale volume en de gewogen gemiddelde spread van de verkregen retaildeposito's.

030

1.2   waarvan: Ongedekte wholesaledeposito's

Van de in post 1 gerapporteerde totale financiering, het totale volume en de gewogen gemiddelde spread van de verkregen ongedekte wholesaledeposito's.

040

1.3   waarvan: Gedekte financiering

Van de in post 1 gerapporteerde totale financiering, het totale volume en de gewogen gemiddelde spread van de verkregen gedekte financiering.

050

1.4   waarvan: Bevoorrechte ongedekte effecten

Van de in post 1 gerapporteerde totale financiering, het totale volume en de gewogen gemiddelde spread van de verkregen bevoorrechte ongedekte effecten.

060

1.5   waarvan: Gedekte obligaties

Van de in post 1 gerapporteerde totale financiering, het totale volume en de gewogen gemiddelde spread van alle uitgiften van gedekte obligaties die de eigen activa van de instellingen bezwaren.

070

1.6   waarvan: Door activa gedekte effecten inclusief ABCP

Van de in post 1 gerapporteerde totale financiering, het totale volume en de gewogen gemiddelde spread van de uitgegeven door activa gedekte effecten, inclusief door activa gedekt handelspapier.

1.5.   Doorrollen van financiering (C 70.00)

1.

Deze template is bestemd om informatie te verzamelen over het volume van vervallende geldmiddelen en nieuwe verkregen financiering d.w.z. „dagelijkse doorrol van financiering” over een tijdshorizon van één maand.

2.

De instellingen rapporteren de financiering die in de volgende tijdsintervallen vervalt:

a)

Overnight (kolommen 010 tot en met 040)

b)

Tussen1 dag en zeven dagen (kolommen 050 tot en met 080)

c)

Tussen zeven dagen en 14 dagen (kolommen 090 tot en met 120)

d)

Tussen 14 dagen en één maand (kolommen 130 tot en met 160)

e)

Tussen één maand en drie maanden (kolommen 170 tot en met 200)

f)

Tussen drie maanden en zes maanden (kolommen 210 tot en met 240)

g)

Vervallend na meer dan zes maanden (kolommen 250 tot en met 280)

3.

Voor elk tijdsinterval als beschreven in bovenstaand punt 2 wordt het vervallend bedrag gerapporteerd in de linkerkolom, worden doorgerolde bedragen gerapporteerd in de kolom „doorrol”, worden nieuwe verkregen geldmiddelen gerapporteerd in de kolom „nieuwe middelen” en wordt het nettoverschil (d.w.z. nieuwe + doorrol -vervallende middelen) gerapporteerd in de rechterkolom.

4.

De totale nettokasstromen worden gerapporteerd in kolom 290 en dienen gelijk te zijn aan de som van alle „netto”-kolommen (d.w.z. 040 + 080 + 120 + 160 + 200 + 240 + 280).

5.

De gemiddelde termijn van financiering (in dagen) voor vervallende termijngeldmiddelen wordt gerapporteerd in kolom 300.

6.

De gemiddelde termijn van financiering (in dagen) voor doorgerolde middelen wordt gerapporteerd in kolom 310.

7.

De gemiddelde termijn van financiering (in dagen) voor nieuwe termijngeldmiddelen wordt gerapporteerd in kolom 320.

8.

De gemiddelde termijn van financiering (in dagen) voor het totale financieringsprofiel wordt gerapporteerd in kolom 330.

9.

Instructies betreffende specifieke rijen:

Kolom

Verwijzingen naar wetgeving en instructies

010 tot en met 040

Overnight

Het totale bedrag van de dagelijks vervallende financiering wordt gerapporteerd in kolom 010 van lijnpost 1.1-1.31. Voor maanden met minder dan 31 dagen worden irrelevante lijnen blanco gelaten.

Het totale bedrag van de dagelijks doorgerolde financiering wordt gerapporteerd in kolom 020 van lijnpost 1.1-1.31.

Het totale bedrag van de dagelijks verkregen nieuwe financiering wordt gerapporteerd in kolom 030 van lijnpost 1.1-1.31.

Het nettoverschil tussen vervallende dagelijkse financiering en verkregen nieuwe dagelijkse financiering wordt gerapporteerd in kolom 040 van lijnpost 1.1-1.31.

050 tot en met 080

> één dag ≤ zeven dagen

Het totale bedrag van financiering met een looptijd tussen één dag en één week wordt gerapporteerd in kolom 050 van lijnpost 1.1-1.31. Voor maanden met minder dan 31 dagen worden irrelevante lijnen blanco gelaten.

Het totale bedrag van de dagelijks doorgerolde financiering wordt gerapporteerd in kolom 060 van lijnpost 1.1-1.31.

Het totale bedrag van verkregen nieuwe financiering met een looptijd tussen één dag en één week wordt gerapporteerd in kolom 70 van lijnpost 1.1-1.31.

Het nettoverschil tussen vervallende financiering en verkregen nieuwe financiering wordt gerapporteerd in kolom 080 van lijnpost 1.1-1.31.

090 tot en met 120

> 7dagen ≤ 14 dagen

Het totale bedrag van financiering met een looptijd tussen één week en twee weken wordt gerapporteerd in kolom 090 van lijnpost 1.1-1.31. Voor maanden met minder dan 31 dagen worden irrelevante lijnen blanco gelaten.

Het totale bedrag van de dagelijks doorgerolde financiering wordt gerapporteerd in kolom 100 van lijnpost 1.1-1.31.

Het totale bedrag van nieuw verkregen financiering met een looptijd tussen één week en twee weken wordt gerapporteerd in kolom 110 van lijnpost 1.1-1.31.

Het nettoverschil tussen vervallende financiering en verkregen nieuwe financiering wordt gerapporteerd in kolom 120 van lijnpost 1.1-1.31.

130 tot en met 160

> 14 dagen ≤ één maand

Het totale bedrag van financiering met een looptijd tussen twee weken en één maand wordt gerapporteerd in kolom 130 van post 1.1-1.31. Voor maanden met minder dan 31 dagen worden irrelevante lijnen blanco gelaten.

Het totale bedrag van de dagelijks doorgerolde financiering wordt gerapporteerd in kolom 140 van lijnpost 1.1-1.31.

Het totale bedrag van verkregen nieuwe financiering met een looptijd tussen twee weken en één maand wordt gerapporteerd in kolom 150 van lijnpost 1.1-1.31.

Het nettoverschil tussen vervallende financiering en verkregen nieuwe financiering wordt gerapporteerd in kolom 160 van lijnpost 1.1-1.31.

170 tot en met 200

> één maand ≤ drie maanden

Het totale bedrag van financiering met een looptijd tussen één maand en drie maanden wordt gerapporteerd in kolom 170 van lijnpost 1.01-1.31. Voor maanden met minder dan 31 dagen worden irrelevante lijnen blanco gelaten.

Het totale bedrag van de dagelijks doorgerolde financiering wordt gerapporteerd in kolom 180 van lijnpost 1.1-1.31.

Het totale bedrag van verkregen nieuwe financiering met een looptijd tussen één maand en drie maanden wordt gerapporteerd in kolom 190 van lijnpost 1.1-1.31.

Het nettoverschil tussen vervallende financiering en verkregen nieuwe financiering wordt gerapporteerd in kolom 200 van lijnpost 1.1-1.31.

210 tot en met 240

> drie maanden ≤ zes maanden

Het totale bedrag van vervallende financiering met een looptijd tussen drie maanden en zes maanden wordt gerapporteerd in kolom 201 van lijnpost 1.01-1.31. Voor maanden met minder dan 31 dagen worden irrelevante lijnen blanco gelaten.

Het totale bedrag van de dagelijks doorgerolde financiering wordt gerapporteerd in kolom 220 van lijnpost 1.1-1.31.

Het totale bedrag van verkregen nieuwe financiering met een looptijd tussen drie maanden en zes maanden wordt gerapporteerd in kolom 230 van lijnpost 1.1-1.31.

Het nettoverschil tussen vervallende financiering en verkregen nieuwe financiering wordt gerapporteerd in kolom 240 van lijnpost 1.1-1.31.

250 tot en met 280

> zes maanden

Het totale bedrag van vervallende financiering met een looptijd van meer dan zes maanden wordt gerapporteerd in kolom 250 van lijnpost 1.1-1.31. Voor maanden met minder dan 31 dagen worden irrelevante lijnen blanco gelaten.

Het totale bedrag van de dagelijks doorgerolde financiering wordt gerapporteerd in kolom 260 van lijnpost 1.1-1.31.

Het totale bedrag van verkregen nieuwe financiering met een looptijd van meer dan zes maanden wordt gerapporteerd in kolom 270 van lijnpost 1.1-1.31.

Het nettoverschil tussen vervallende financiering en verkregen nieuwe financiering wordt gerapporteerd in kolom 280 van lijnpost 1.1-1.31.

290

Totale nettokasstromen

De totale nettokasstromen gelijk aan de som van alle „Netto”-kolommen (d.w.z. 040 + 080 + 120 + 160 + 200 + 240 + 280) worden gerapporteerd in kolom 290.

300 tot en met 330

Gemiddelde termijn (dagen)

De gewogen gemiddelde termijn (in dagen) van alle vervallende geldmiddelen wordt gerapporteerd in kolom 300. De gewogen gemiddelde termijn (in dagen) van alle doorgerolde geldmiddelen wordt gerapporteerd in kolom 310, de gewogen gemiddelde termijn (in dagen) van alle verkregen nieuwe middelen wordt gerapporteerd in kolom 320 en de gewogen gemiddelde termijn (in dagen) voor het totale financieringsprofiel wordt gerapporteerd in kolom 330.

BIJLAGE XX

MAATSTAVEN VOOR BEWAKING VAN ADDITIONELE LIQUIDITEIT INGEVOLGE ARTIKEL 415, LID 3, ONDER b), VAN VERORDENING (EU) Nr. 575/2013

ALMM TEMPLATES

Templatenummer

Templatecode

Naam van de template /groep van templates

TEMPLATES VOOR CONCENTRATIE VAN NEUTRALISERENDE CAPACITEIT

71

C 71.00

CONCENTRATIE VAN NEUTRALISERENDE CAPACITEIT PER EMITTENT/TEGENPARTIJ


C 71.00 — CONCENTRATIE VAN NEUTRALISERENDE CAPACITEIT PER EMITTENT/TEGENPARTIJ

z-as

Totaal en significante valuta's

Concentratie van neutraliserende capaciteit per emittent/tegenpartij

 

Emittent/Naam van tegenpartij

LEI-code

Emittent/Sector van tegenpartij

Vestigingsplaats van emittent/Tegenpartij

Productsoort

Valuta

Kredietkwaliteitscategorie

Marktwaarde/nominale waarde

Waarde van zekerheden volgens CB-regelgeving

Rij

ID

010

020

030

040

050

060

070

080

090

010

1.

GROOTSTE TIEN EMITTENTEN/TEGENPARTIJEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

020

1.01

 

 

 

 

 

 

 

 

 

030

1.02

 

 

 

 

 

 

 

 

 

040

1.03

 

 

 

 

 

 

 

 

 

050

1.04

 

 

 

 

 

 

 

 

 

060

1.05

 

 

 

 

 

 

 

 

 

070

1.06

 

 

 

 

 

 

 

 

 

080

1.07

 

 

 

 

 

 

 

 

 

090

1.08

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100

1.09

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

1.10

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

2.

ALLE ANDERE ALS NEUTRALISERENDE CAPACITEIT GEBRUIKTE POSTEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

BIJLAGE XXI

INSTRUCTIES VOOR HET INVULLEN VAN DE TEMPLATE VOOR CONCENTRATIE VAN NEUTRALISERENDE CAPACITEIT (C 71.00) VAN BIJLAGE XXII

Concentratie van neutraliserende capaciteit per emittent/tegenpartij (CCC) (C 71.00)

Deze template is bestemd om informatie te verzamelen over de concentratie van neutraliserende capaciteit van de rapporterende instellingen aan de hand van de tien grootse portefeuilles van activa of voor dit doeleinde aan de instelling toegekende liquiditeitslijnen. Met de neutraliserende capaciteit wordt de stand weergegeven van de niet-bezwaarde activa of andere financieringsbronnen die op de verslagdatum voor de instelling juridisch en praktisch beschikbaar zijn om potentiële financieringstekorten te dekken. Alleen uitstromen en instromen ingevolge op de verslagdatum bestaande contracten worden gerapporteerd.

Kolom

Verwijzingen naar wetgeving en instructies

010

Naam emittent/tegenpartij

De naam van de tien grootste emittenten/tegenpartijen van onbezwaarde activa of aan de instelling toegekende niet-opgenomen toegezegde kredietlijnen wordt in afnemende grootte vermeld in kolom 010. De grootste post wordt vermeld in 1.01, de tweede grootste in 1.02 enz.

De vermelde naam van de emittent/tegenpartij is de naam van de juridische entiteit van de onderneming die de activa heeft uitgegeven, of de liquiditeitslijnen heeft toegekend, inclusief de aanduiding van het soort onderneming, bv. SA (Société anonyme in Frankrijk), Plc. (public limited company in het Verenigd Koninkrijk), of AG (Aktiengesellschaft in Duitsland) enz.

020

LEI-code

De identificatiecode van de rechtspersoon van de tegenpartij.

030

Sector van emittent/tegenpartij

Aan elke tegenpartij wordt één sector toegewezen volgens de FINREP-indeling van economische sectoren:

i) centrale banken; (ii) overheden; (iii) kredietinstellingen; (iv) overige financiële ondernemingen; (v) niet-financiële ondernemingen; (vi) huishoudens.

Voor groepen verbonden cliënten wordt geen sector gerapporteerd.

040

Vestigingsplaats van emittent/tegenpartij

Er wordt gebruikgemaakt van de ISO-code 3166-1-alfa-2 van het land van oprichting van de tegenpartij (inclusief pseudo-ISO-codes voor internationale organisaties; zie de laatste uitgave van het „Balance of Payments Vademecum” van Eurostat).

Voor groepen verbonden cliënten wordt geen land gerapporteerd.

050

Productsoort

Aan de in kolom 010 vermelde emittenten/tegenpartijen wordt aan de hand van de volgende vetgedrukte codes een productsoort toegewezen die overeenstemt met het product waarin het activum wordt gehouden of de stand-by liquiditeitsfaciliteit is ontvangen:

 

SrB (bevoorrechte obligatie)

 

SubB (achtergestelde obligatie)

 

CP (handelspapier)

 

CB (gedekte obligaties)

 

US (icbe-effect, d.w.z. financiële instrumenten die een aandeel in of een door een instelling voor collectieve belegging in effecten uitgegeven effect vertegenwoordigen

 

ABS (door activa gedekt effect)

 

CrCl (kredietvordering)

 

Eq (aan een erkende beurs genoteerde aandelen, niet zelf uitgegeven of uitgegeven door financiële instellingen)

 

Goud

 

LiqL (aan de instelling toegekende niet-opgenomen toegezegde kredietlijn)

 

OPT (andere productsoort)

060

Valuta

Aan de in kolom 010 vermelde emittenten/tegenpartijen wordt een valuta-ISO-code in kolom 060 toegewezen die overeenstemt met de benaming van het ontvangen activum of van de aan de instelling toegekende niet-opgenomen toegezegde kredietlijnen. De uit drie letters bestaande valutacode overeenkomstig ISO 4217 moet worden vermeld.

070

Kredietkwaliteitscategorie

Aan de in kolom 010 vermelde emittenten/tegenpartijen wordt, in overeenstemming met de in de looptijdklassen gerapporteerde posten, de passende kredietkwaliteitscategorie ingevolge VERORDENING 575/2013 toegewezen.

080

Marktwaarde/nominale waarde

De marktwaarde of de reële waarde van de activa, of — indien toepasselijk — de nominale waarde van de aan de instelling toegekende niet-opgenomen toegezegde kredietlijn.

090

Waarde van zekerheden volgens CB-regelgeving

De waarde van zekerheden volgens de regels van de centrale bank voor permanente faciliteiten voor de specifieke activa als zij als zekerheden voor van de centrale bank ontvangen krediet worden gebruikt.

Voor activa die luiden in een valuta die in de ingevolge artikel 416, lid 5, Verordening 575/2013 uitgebrachte TUN is opgenomen als een valuta waarin de centrale bank zeer nauw omschreven toelaatbaarheidscriteria hanteert, laten de instellingen dit veld open.


5.3.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/59


VERORDENING (EU) 2016/314 VAN DE COMMISSIE

van 4 maart 2016

tot wijziging van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1223/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende cosmetische producten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 betreffende cosmetische producten (1), en met name artikel 31, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het gebruik van de stof diethyleenglycolmonoethylether (DEGEE), met de INCI-naam ethoxydiglycol, in cosmetische producten is nog niet gereglementeerd in het kader van Verordening (EG) nr. 1223/2009.

(2)

Frankrijk heeft DEGEE aan een risicobeoordeling onderworpen, op basis waarvan het heeft besloten (2) dat de stof veilig is voor consumenten bij gebruik in een concentratie tot maximaal 1,5 % in alle cosmetische producten, behalve in producten voor mondhygiëne. De Commissie en de lidstaten werden overeenkomstig artikel 12 van Richtlijn 76/768/EEG van de Raad (3) van dit besluit in kennis gesteld. Bijgevolg heeft de Commissie het Wetenschappelijk Comité voor consumentenproducten (WCC) de opdracht gegeven een advies uit te brengen over de veiligheid van elke glycolether waarvoor het besluit van Frankrijk beperkingen oplegt.

(3)

Het WCC, dat krachtens Besluit 2008/721/EG van de Commissie (4) werd opgevolgd door het Wetenschappelijk Comité voor consumentenveiligheid (WCCV), heeft op 19 december 2006 (5), 16 december 2008 (6), 21 september 2010 (7) en 26 februari 2013 (8) wetenschappelijke adviezen over DEGEE goedgekeurd.

(4)

Het WCCV heeft geconcludeerd dat het gebruik van DEGEE in oxidatieve haarkleurmiddelen in een maximumconcentratie van 7 gewichtspercenten, in niet-oxidatieve haarkleurmiddelen in een maximumconcentratie van 5 gewichtspercenten en in andere uit te spoelen producten in een maximumconcentratie van 10 gewichtspercenten geen risico voor de gezondheid van de consument inhoudt. Het WCCV heeft eveneens geconcludeerd dat het gebruik van DEGEE in andere cosmetische producten dan sprays, en in de volgende sprays: parfums, haarsprays, transpiratievoorkomende middelen en deodorantia, in een maximumconcentratie van 2,6 gewichtspercenten geen risico voor de gezondheid van de consument inhoudt. Het gebruik van DEGEE in producten voor mondhygiëne en oogproducten is echter niet door het WCCV beoordeeld en kan bijgevolg niet als veilig voor de consument worden beschouwd.

(5)

In het licht van deze adviezen van het WCCV is de Commissie van oordeel dat de volksgezondheid mogelijk aan een risico wordt blootgesteld indien DEGEE niet wordt gereglementeerd.

(6)

Verordening (EG) nr. 1223/2009 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

De toepassing van de hierboven vermelde beperkingen moet worden uitgesteld om de bedrijven in staat te stellen de nodige aanpassingen in hun productformuleringen aan te brengen. In het bijzonder moeten ondernemingen nadat deze verordening in werking is getreden twaalf maanden de tijd krijgen om producten die aan de eisen voldoen in de handel te brengen, en om producten die niet langer aan de eisen voldoen uit de handel te nemen.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor cosmetische producten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1223/2009 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Vanaf 25 maart 2017 worden alleen cosmetische producten die aan de eisen van deze verordening voldoen op de markt van de Unie aangeboden.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 maart 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 342 van 22.12.2009, blz. 59.

(2)  Ministère de la Santé et des Solidarités (Ministerie van Volksgezondheid en Solidariteit). Décision du 23 novembre 2005 soumettant à des conditions particulières et à des restrictions la fabrication, le conditionnement, l'importation, la distribution en gros, la mise sur le marché à titre gratuit ou onéreux, la détention en vue de la vente ou de la distribution à titre gratuit ou onéreux et l'utilisation de produits cosmétiques contenant certains éthers de glycol, Journal officiel, nr. 291 van 15 december 2005, http://www.journal-officiel.gouv.fr/frameset.html

(3)  Richtlijn 76/768/EEG van de Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake cosmetische producten (PB L 262 van 27.9.1976, blz. 169).

(4)  Besluit 2008/721/EG van de Commissie van 5 september 2008 tot instelling van een adviesstructuur van wetenschappelijke comités en deskundigen op het gebied van consumentenveiligheid, volksgezondheid en het milieu en tot intrekking van Besluit 2004/210/EG (PB L 241 van 10.9.2008, blz. 21).

(5)  SCCP/1044/06, http://ec.europa.eu/health/ph_risk/committees/04_sccp/docs/sccp_o_082.pdf

(6)  SCCP/1200/08, http://ec.europa.eu/health/ph_risk/committees/04_sccp/docs/sccp_o_161.pdf

(7)  SCCS/1316/10, http://ec.europa.eu/health/scientific_committees/consumer_safety/docs/sccs_o_039.pdf

(8)  SCCS/1507/13, http://ec.europa.eu/health/scientific_committees/consumer_safety/docs/sccs_o_119.pdf


BIJLAGE

In bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1223/2009 wordt de volgende vermelding toegevoegd:

Ref. nr.

Identiteit van de stof

Beperkingen

Te vermelden gebruiksvoorwaarden en waarschuwingen

Chemische benaming/INN

Naam volgens de woordenlijst van gemeenschappelijke benamingen van ingrediënten

CAS-nummer

EG-nummer

Producttype, lichaamsdelen

Maximumconcentratie in het gebruiksklare product

Andere

 

a

b

c

d

e

f

g

h

i

„x

2-(2-ethoxyethoxy)ethanol

Diethyleenglycolmonoethylether (DEGEE)

Ethoxydiglycol

111-90-0

203-919-7

a)

Oxidatieve haarkleurmiddelen

a)

7 %

a) tot en met e):

 

Gehalte ethyleenglycol (onzuiverheid) in ethoxydiglycol moet ≤ 0,1 % zijn.

 

Niet gebruiken in mond- en oogproducten.”

 

b)

Niet-oxidatieve haarkleurmiddelen

b)

5 %

c)

Andere uit te spoelen producten dan haarkleurmiddelen

c)

10 %

d)

Andere cosmetische producten dan sprays

d)

2,6 %

e)

De volgende sprays: parfums, haarsprays, transpiratievoorkomende middelen en deodorantia

e)

2,6 %


5.3.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/62


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/315 VAN DE COMMISSIE

van 4 maart 2016

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 329/2007 van de Raad betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Democratische Volksrepubliek Korea

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 329/2007 van de Raad van 27 maart 2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Democratische Volksrepubliek Korea (1), en met name artikel 13, lid 1, onder e),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 329/2007 worden personen, entiteiten en lichamen opgesomd die door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties of het Sanctiecomité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties zijn aangewezen en wier tegoeden en economische middelen daarom krachtens die verordening worden bevroren.

(2)

In bijlage V bij Verordening (EG) nr. 329/2007 worden de niet in bijlage IV opgenomen personen, entiteiten en lichamen opgesomd, waarvan na aanwijzing door de Raad de tegoeden en economische middelen krachtens die verordening worden bevroren.

(3)

Op 2 maart 2016 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties besloten 16 natuurlijke personen en 12 entiteiten toe te voegen aan de lijst van personen en entiteiten die onderworpen zijn aan beperkende maatregelen, en waarbij de identificatiegegevens zijn geactualiseerd betreffende één persoon en twee entiteiten. Bijlage IV dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd. Bijlage V moet ook worden gewijzigd aangezien zeven entiteiten en een persoon op deze lijst worden vermeld.

(4)

Teneinde de effectiviteit van de maatregelen waarin deze verordening voorziet, te waarborgen, dient deze verordening onmiddellijk in werking te treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 329/2007 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage IV wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.

2)

Bijlage V wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 maart 2016.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Hoofd van de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid


(1)  PB L 88 van 29.3.2007, blz. 1.


BIJLAGE I

Bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 329/2007 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 329/2007 worden de volgende vermeldingen toegevoegd aan de lijst „Natuurlijke personen”:

(a)

Choe Chun-Sik (ook bekend als: a) Choe Chun Sik; b) Ch'oe Ch'un Sik. Geboortedatum: 12.10.1954. Nationaliteit: Noord-Koreaanse. Overige informatie: Chun-Sik was de directeur van de Tweede Academie voor Natuurwetenschappen (SANS) en had de leiding over het programma voor lange-afstandsraketten van de DVK. Datum van aanwijzing: 2.3.2016.

(b)

Choe Song Il. Paspoortnummer: a) 472320665 (uiterste geldigheidsdatum: 26.9.2017), b) 563120356. Nationaliteit: Noord-Koreaanse. Overige informatie: vertegenwoordiger Tanchon Commercial Bank in Vietnam. Datum van aanwijzing: 2.3.2016.

(c)

Hyon Kwang Il (ook bekend als: Hyon Gwang Il). Geboortedatum: 27.5.1961. Nationaliteit: Noord-Koreaanse. Overige informatie: Hyon Kwang II is afdelingshoofd wetenschappelijke ontwikkeling van de Nationale Dienst voor ruimtevaartontwikkeling. Datum van aanwijzing: 2.3.2016.

(d)

Jang Bom Su (ook bekend als: Jang Pom Su). Geboortedatum: 15.4.1957. Nationaliteit: Noord-Koreaanse. Overige informatie: vertegenwoordiger Tanchon Commercial Bank in Syrië. Datum van aanwijzing: 2.3.2016.

(e)

Jang Yong Son. Geboortedatum: 20.2.1957. Nationaliteit: Noord-Koreaanse. Overige informatie: vertegenwoordiger Korea Mining Development Trading Corporation (KOMID) in Iran. Datum van aanwijzing: 2.3.2016.

(f)

Jon Myong Guk (ook bekend als: Cho'n Myo'ng-kuk). Geboortedatum: 18.10.1976. Nationaliteit: Noord-Koreaanse. Paspoortnummer: 4721202031 (uiterste geldigheidsdatum: 21.2.2017). Overige informatie: vertegenwoordiger Tanchon Commercial Bank in Syrië. Datum van aanwijzing: 2.3.2016.

(g)

Kang Mun Kil (ook bekend als: Jiang Wen-ji). Nationaliteit: Noord-Koreaanse. Paspoortnummer: PS 472330208 (uiterste geldigheidsdatum: 4.7.2017). Overige informatie: Kang Mun Kil had de leiding over de overheidsopdrachten op nucleair gebied als vertegenwoordiger van Namchongang, ook bekend als Namhung. Datum van aanwijzing: 2.3.2016.

(h)

Kang Ryong. Geboortedatum: 21.8.1969. Nationaliteit: Noord-Koreaanse. Overige informatie: vertegenwoordiger Korea Mining Development Trading Corporation (KOMID) in Syrië. Datum van aanwijzing: 2.3.2016.

(i)

Kim Jung Jong (ook bekend als: Kim Chung Chong). Geboortedatum: 7.11.1966. Nationaliteit: Noord-Koreaanse. Paspoortnummer: a) 199421147 (uiterste geldigheidsdatum: 29.12.2014), b) 381110042 (uiterste geldigheidsdatum: 25.1.2016), c) 563210184 (uiterste geldigheidsdatum: 18.6.2018). Overige informatie: vertegenwoordiger Tanchon Commercial Bank in Vietnam. Datum van aanwijzing: 2.3.2016.

(j)

Kim Kyu. Geboortedatum: 30.7.1968. Nationaliteit: Noord-Koreaanse. Overige informatie: Verantwoordelijke externe aangelegenheden van de Korea Mining Development Trading Corporation (KOMID). Datum van aanwijzing: 2.3.2016.

(k)

Kim Tong My'ong (ook bekend als: a) Kim Chin-So'k, b) Kim Tong-Myong, c) Kim Jin-Sok; d) Kim, e) Hyok-Chol). Geboortedatum: 1964. Nationaliteit: Noord-Koreaanse. Overige informatie: Kim Tong My'ong is de voorzitter van de Tanchon Commercial Bank en bekleedde verschillende posities binnen de Tanchon Commercial Bank, ten minste vanaf 2002. Hij heeft ook een rol gespeeld bij het beheer van de belangen van Amroggang. Datum van aanwijzing: 2.3.2016.

(l)

Kim Yong Chol. Geboortedatum: 18.2.1962. Nationaliteit: Noord-Koreaanse. Overige informatie: vertegenwoordiger Korea Mining Development Trading Corporation (KOMID) in Iran. Datum van aanwijzing: 2.3.2016.

(m)

Ko Tae Hun (ook bekend als: Kim Myong Gi). Geboortedatum: 25.5.1972. Nationaliteit: Noord-Koreaanse. Paspoortnummer: 563120630 (uiterste geldigheidsdatum: 20.3.2018). Overige informatie: Vertegenwoordiger Tanchon Commercial Bank. Datum van aanwijzing: 2.3.2016.

(n)

Ri Man Gon. Geboortedatum: 29.10.1945. Nationaliteit: Noord-Koreaanse. Paspoortnummer: PO381230469 (uiterste geldigheidsdatum: 6.4.2016). Overige informatie: Ri Man Gon is de minister van het Munitions Industry Department. Datum van aanwijzing: 2.3.2016.

(o)

Ryu Jin. Geboortedatum: 7.8.1965. Nationaliteit: Noord-Koreaanse. Paspoortnummer: 563410081. Overige informatie: vertegenwoordiger Korea Mining Development Trading Corporation (KOMID) in Syrië. Datum van aanwijzing: 2.3.2016.

(p)

Yu Chol U. Nationaliteit: Noord-Koreaanse. Overige informatie: Yu Choi U is de directeur van de Nationale Dienst voor ruimtevaartontwikkeling. Datum van aanwijzing: 2.3.2016.

2)

De identificatiegegevens voor de vermelding „Ra Ky'ong-Su (ook bekend als: Ra Kyung-Su). Functie: functionaris bij de Tanchon Commercial Bank (TCB). Geboortedatum: 4.6.1954. Paspoortnummer: 645120196. Overige informatie: geslacht: mannelijk. Datum van aanwijzing: 22.1.2013.” op de lijst „Natuurlijke personen” worden als volgt vervangen:

„Ra Ky'ong-Su (ook bekend als: a) Ra Kyung-Su, b) Chang, Myong Ho). Geboortedatum: 4.6.1954. Paspoortnummer: 645120196. Overige informatie: a) Geslacht: mannelijk, b) Ra Ky'ong-Su is functionaris bij de Tanchon Commercial Bank (TCB). In deze hoedanigheid heeft hij transacties voor TCB gefaciliteerd. Tanchon Commercial Bank is in april 2009 door het comité aangewezen als de voornaamste financiële entiteit van de DVK, die belast is met de verkoop van conventionele wapens, ballistische raketten en goederen in verband met de assemblage en vervaardiging van dergelijke wapens. Datum van aanwijzing: 22.1.2013.”.

3)

In bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 329/2007 worden de volgende vermeldingen toegevoegd aan de lijst „Rechtspersonen, entiteiten en lichamen”:

(a)

Nationale Defensie-academie. Locatie: Pyongyang, Democratische Volksrepubliek Korea. Overige informatie: De Academie voor nationale defensie is betrokken bij de ontwikkeling van de Noord-Koreaanse programma's voor ballistische raketten en nucleaire wapens. Datum van aanwijzing: 2.3.2016.

(b)

Chongchongang Shipping Company. (ook bekend als: Chong Chon Gang Shipping Co. Ltd.). Adres: a) 817 Haeun, Donghung-dong, Central District, Pyongyang, DVK, b) 817, Haeum, Tonghun-dong, Chung-gu, Pyongyang, DVK. Overige informatie: a) IMO-nummer: 5342883, b) De Chongchongang Shipping Company heeft in juli 2013 getracht, met het schip de Chong Chon Gang, een illegale lading conventionele wapens rechtstreeks in de DVK in te voeren. Datum van aanwijzing: 2.3.2016.

(c)

Daedong Credit Bank (DCB) (ook bekend als: a) DCB, b) Taedong Credit Bank). Adres: a) Suite 401, Potonggang Hotel, Ansan-Dong, Pyongchon District, Pyongyang, DVK, b) Ansan-dong, Botonggang Hotel, Pongchon, Pyongyang, DVK. Overige informatie: a) SWIFT: DCBK KKPY, b) De Daedong Credit Bank heeft financiële diensten verleend aan de Korea Mining Development Trading Corporation (KOMID) en de Tanchon Commercial Bank. De DCB heeft ten minste sinds 2007 honderden financiële transacties op tegen een waarde van miljoenen dollars namens de KOMID en de Tanchon Commercial Bank gefaciliteerd. In sommige gevallen heeft de DCB willens en wetens transacties gefaciliteerd door middel van bedrieglijke financiële praktijken. Datum van aanwijzing: 2.3.2016.

(d)

Hesong Trading Company (ook bekend als: Hesong Trading Corporation). Adres: Pyongyang, DVK. Overige informatie: de Korea Mining Development Corporation (KOMID) is de moedermaatschappij van de Hesong Trading Corporation. Datum van aanwijzing: 2.3.2016.

(e)

Korea Kwangson Banking Corporation (KKBC) (ook bekend als: KKBC). Adres: Jungson-dong, Sungri Street, Centraal District, Pyongyang, DVK. Overige informatie: de KKBC verleent financiële diensten ten behoeve van de Tanchon Commercial Bank en de Korea Hyoksin Trading Corporation, een dochteronderneming van de Korea Ryonbong General Corporation. De Tanchon Commercial Bank heeft gebruik gemaakt van de KKBC om het overboeken te vergemakkelijken van tegoeden van vermoedelijk miljoenen dollars, waaronder overboekingen van met de Korea Mining Development Corporation verband houdende tegoeden. Datum van aanwijzing: 2.3.2016.

(f)

Korea Kwangsong Trading Corporation. Adres: Rakwon-dong, Pothonggang District, Pyongyang, DVK. Overige informatie: de Korea Ryonbong General Corporation is de moedermaatschappij van de Korea Kwangsong Trading Corporation. Datum van aanwijzing: 2.3.2016.

(g)

Ministerie van Nucleaire Energie (ook bekend als: MAEI) Adres: Haeun-2-dong, Pyongchon District, Pyongyang, DVK. Overige informatie: het ministerie van Nucleaire Energie is in 2013 opgericht met het oog op modernisering van de nucleaire energiesector van de DVK om de productie van kernmateriaal te verhogen, de kwaliteit ervan te verbeteren, en de onafhankelijke nucleaire sector van de DVK verder te ontwikkelen. Als zodanig is het ministerie bekend als cruciale speler in de ontwikkeling van Noord-Koreaanse kernwapens, en is het belast met de dagelijkse werking van het kernwapenprogramma; onder dit ministerie vallen andere nucleaire organisaties. Onder dit ministerie vallen enkele nucleaire organisaties en onderzoekscentra, en twee comités: een comité voor de toepassing van isotopen en een comité voor nucleaire energie. Het ministerie heeft ook de leiding over een kernonderzoekscentrum in Yongbyun, de locatie van de bekende plutoniumfaciliteiten in de DVK. Voorts verklaarde het panel van deskundigen in het rapport van 2015 dat Ri Je- son, voormalig directeur van het General Bureau of Atomic Energy (GBAE) die in 2009 door het bij Resolutie 1718 (2006) ingestelde Comité werd aangewezen vanwege betrokkenheid bij of ondersteuning van nucleaire programma's, op 9 april 2014 werd benoemd tot hoofd van het ministerie. Datum van aanwijzing: 2.3.2016.

(h)

Munitions Industry Department (ook bekend als: Military Supplies Industry Department). Adres: Pyongyang, DVK. Overige informatie: het Munitions Industry Department is betrokken bij cruciale aspecten van het programma voor raketten van de DVK. Het Munitions Industry Department is verantwoordelijk voor het toezicht op de ontwikkeling van de ballistische raketten van Noord-Korea, met inbegrip van de Taepo Dong-2. Het departement superviseert de Noord-Koreaanse wapenproductie- en O&O-programma's, waaronder het programma voor ballistische raketten van het land. De Tweede Economische Commissie en de Tweede Academie voor Natuurwetenschappen — ook aangewezen in augustus 2010 — zijn ondergeschikt aan het departement. De afgelopen jaren heeft het departement gewerkt aan de ontwikkeling van de KN08 road-mobile ICBM. Datum van aanwijzing: 2.3.2016.

(i)

Nationale Dienst voor ruimtevaartontwikkeling (ook bekend als: NADA). Adres: DVK. Overige informatie: NADA is betrokken bij de ontwikkelingen in Noord-Korea op het gebied van ruimtewetenschap en -technologie, met inbegrip van satellietlanceringen en draagraketten. Datum van aanwijzing: 2.3.2016.

(j)

Office 39 (ook bekend als: a) Office #39, b) Office No. 39, c) Bureau 39, d) Central Committee Bureau 39, e) Third Floor, f) Division 39. Adres: DVK. Overige informatie: Noord-Koreaanse overheidsinstantie. Datum van aanwijzing: 2.3.2016.

(k)

Reconnaissance General Bureau (ook bekend als: a) Chongch'al Ch'ongguk; b) KPA Unit 586 c) RGB). Adres: a) Hyongjesan-Guyok, Pyongyang, DVK, b) Nungrado, Pyongyang, DVK. Overige informatie: het algemeen verkenningsbureau is de belangrijkste inlichtingenorganisatie van het land. Het is begin 2009 opgericht, en is het resultaat van het samengaan van de inlichtingenorganisaties van de Koreaanse Arbeiderspartij, de dienst operaties en Bureau 35, en het verkenningsbureau van het Koreaanse volksleger. Het bureau handelt in conventionele wapens en controleert de Green Pine Associated Corporation, een Noord-koreaanse firma die handel drijft in conventionele wapens. Datum van aanwijzing: 2.3.2016.

(l)

Tweede Economische Commissie. Adres: Kangdong, DVK. Overige informatie: de Tweede Economische Commissie is betrokken bij cruciale aspecten van het raketprogramma van het land. De Tweede Economische Commissie is verantwoordelijk voor het toezicht op de productie van ballistische raketten van het land, en leidt de activiteiten van KOMID. Datum van aanwijzing: 2.3.2016.

4)

De identificatiegegevens voor de volgende vermeldingen op de lijst „Rechtspersonen, entiteiten en lichamen” worden als volgt vervangen:

(a)

De vermelding „Namchongang Trading Corporation (ook bekend als: a) NCG, b) Namchongang Trading, c) Nam Chon Gang Corporation, d) Nomchongang Trading Co., e) Nam Chong Gan Trading Corporation). Overige informatie: a) gevestigd in Pyongyang, DVK; b) Namchongang is een Noord-Koreaanse handelsmaatschappij, ondergeschikt aan het General Bureau of Atomic Energy (GBAE). Namchongang was betrokken bij de aankoop van Japanse vacuümpompen die gesignaleerd zijn in een Noord-Koreaanse kerninstallatie, en bij de aankoop van nucleair materiaal via een Duitser. Het bedrijf was ook vanaf eind jaren '90 betrokken bij de aankoop van aluminiumbuizen en andere materialen die speciaal geschikt zijn voor een uraniumverrijkingsprogramma. De vertegenwoordiger van het bedrijf is een oud-diplomaat die in 2007 de Noord-Koreaanse contactpersoon was voor de inspectie van de kerninstallatie van Yongbyon door de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA). De activiteiten van Namchongang op het gebied van proliferatie zijn een bron van grote zorg gezien de Noord-Koreaanse proliferatieactiviteiten in het verleden. Datum van aanwijzing: 16.7.2009.” wordt vervangen door de volgende vermelding:

„Namchongang Trading Corporation (ook bekend als a) NCG, b) Namchongang Trading, c) Nam Chon Gang Corporation, d) Nomchongang Trading Co., e) Nam Chong Gan Trading Corporation f) Namhung Trading Corporation). Overige informatie: a) gevestigd in Pyongyang, DVK; b) Namchongang is een Noord-Koreaanse handelsmaatschappij, ondergeschikt aan het General Bureau of Atomic Energy (GBAE). Namchongang was betrokken bij de aankoop van Japanse vacuümpompen die gesignaleerd zijn in een Noord-Koreaanse kerninstallatie, en bij de aankoop van nucleair materiaal via een Duitser. Het bedrijf was ook vanaf eind jaren '90 betrokken bij de aankoop van aluminiumbuizen en andere materialen die speciaal geschikt zijn voor een uraniumverrijkingsprogramma. De vertegenwoordiger van het bedrijf is een oud-diplomaat die in 2007 de Noord-Koreaanse contactpersoon was voor de inspectie van de kerninstallatie van Yongbyon door de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA). De activiteiten van Namchongang op het gebied van proliferatie zijn een bron van grote zorg gezien de Noord-Koreaanse proliferatieactiviteiten in het verleden. Datum van aanwijzing: 16.7.2009.”.

(b)

De vermelding „Ocean Maritime Management Company, Limited (OMM) (ook bekend als: OMM). Adres: a) Donghung Dong, Central District, PO Box 120, Pyongyang, DVK; b) Dongheung-dong Changgwang Street, Chung-Ku, PO Box 125, Pyongyang, DVK. Overige informatie: a) IMO-nummer: 1790183; b) Ocean Maritime Management Company, Limited is de exploitant/beheerder van het schip Chong Chon Gang. Speelde een belangrijke rol in de organisatie van het vervoer in juli 2013 van verborgen ladingen wapens en aanverwant materiaal van Cuba naar de DVK. Ocean Maritime Management Company, Limited, heeft op die wijze bijgedragen aan activiteiten die bij resoluties verboden waren, zoals het bij Resolutie 1718 (2006), als gewijzigd bij Resolutie 1874 (2009), ingestelde wapenembargo, en aan het ontwijken van de bij die resoluties ingestelde maatregelen. Datum van aanwijzing: 30.7.2014.” wordt vervangen door de volgende vermelding:

„Ocean Maritime Management Company, Limited (ook bekend als: OMM). Adres: a) Donghung Dong, Central District, PO Box 120, Pyongyang, DVK; b) Dongheung-dong Changgwang Street, Chung-Ku, PO Box 125, Pyongyang, DVK. Overige informatie: a) IMO-nummer: 1790183; b) Ocean Maritime Management Company, Limited speelde een belangrijke rol in de organisatie van het vervoer in juli 2013 van verborgen ladingen wapens en aanverwant materiaal van Cuba naar de DVK. Ocean Maritime Management Company, Limited, heeft op die wijze bijgedragen aan activiteiten die bij resoluties verboden waren, zoals het bij Resolutie 1718 (2006), als gewijzigd bij Resolutie 1874 (2009), ingestelde wapenembargo, en aan het ontwijken van de bij die resoluties ingestelde maatregelen, c) Ocean Maritime Management Company, Limited is de exploitant/beheerder van de volgende schepen met IMO-nummer: a) Chol Ryong (Ryong Gun Bong) 8606173, b)Chong Bong (Greenlight) (Blue Nouvelle) 8909575, c) Chong Rim 2 8916293, d) Dawnlight 9110236, e) Ever Bright 88 (J Star) 8914934, f) Gold Star 3 (benevolence 2) 8405402, g) Hoe Ryong 9041552, h) Hu Chang (O Un Chong Nyon) 8330815, i) Hui Chon (Hwang Gum San 2) 8405270, j) JH 86 8602531, k)Ji Hye San (Hyok Sin 2) 8018900, l) Jin Tai 9163154, m) Jin Teng 9163166, n) Kang Gye (Pi Ryu Gang) 8829593, o) Mi Rim 8713471, p) Mi Rim 2 9361407, q) Rang (Po Thong Gang) 8829555, r) Orion Star (Richocean) 9333589, s) Ra Nam 2 8625545, t) Ra Nam 3 9314650, u) Ryo Myong 8987333, v) Ryong Rim (Jon Jin 2) 8018912, w) Se Pho (Rak Won 2) 8819017, x)Songjin (Jang Ja San Chong Nyon Ho) 8133530, y)South Hill 2 8412467, z) South Hill 5 9138680, aa) Tan Chon (Ryon Gang 2) 7640378, bb) Thae Pyong San (Petrel 1) 9009085, cc) Tong Hung San (Chong Chon Gang) 7937317, dd) Grand Karo 8511823, ee) Tong Hung 8661575. Datum van aanwijzing: 28.7.2014.”.


BIJLAGE II

Bijlage V bij Verordening (EG) nr. 329/2007 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De volgende vermeldingen op de lijst „Rechtspersonen, entiteiten en lichamen bedoeld in artikel 6, lid 2, onder a)” worden geschrapt:

„2.

Hesong Trading Corporation

Locatie: Pyongyang

Onder zeggenschap van de KOMID (Korea Mining Development Corporation, door de Verenigde Naties aangewezen entiteit, 24.4.2009); voornaamste wapenhandelaar en belangrijkste exporteur van goederen en apparatuur in verband met ballistische raketten en conventionele wapens. Hesong Trading Corporation is betrokken bij leveringen met mogelijk gebruik in het programma voor ballistische raketten.”

„6.

Korea Kwangsong Trading Corporation

Locatie: Rakwon-dong, district Pothonggang, Pyongyang

Onder zeggenschap van Korea Ryonbong General Corporation (door de Verenigde Naties aangewezen entiteit, 24.4.2009); defensieconglomeraat gespecialiseerd in aankopen voor de defensie-industrieën en in ondersteuning van verkoopactiviteiten op militair gebied van Noord-Korea.”

„10.

Munitions Industry Department (ook bekend als: Military Supplies Industry Department)

Locatie: Pyongyang

Houdt toezicht op de militaire industrie van Noord-Korea, waaronder het Tweede Economisch Comité (SEC) en de KOMID. Hieronder valt ook het toezicht op de ontwikkeling van het programma voor ballistische raketten en van het nucleaire programma van Noord-Korea. Tot kort tijd geleden stond Jon Pyong Ho aan het hoofd van het Munitions Industry Department; volgens bepaalde informatie zou de voormalige eerste vicedirecteur van het Munitions Industry Department (MID), Chu Kyu-ch'ang (Ju Gyu-chang), de huidige directeur zijn van het MID, die in het openbaar het „Machine Building Industry Department” wordt genoemd. Chu was belast met het algemene toezicht op het rakettenontwikkelingsprogramma van Noord-Korea, waaronder de lancering van de Taepo Dong-2-raket (TD-2) op 5 april 2009 en de mislukte lancering van een TD-2 in juli 2006.”

„12.

Reconnaissance General Bureau (RGB) Chongch'al Ch'ongguk; RGB; KPA Unit 586)

Locatie: Changgwang Street, Pyongyang, Noord-Korea; Nungrado, Pyongyang, Noord-Korea

Het Reconnaissance General Bureau (RGB) is de voornaamste inlichtingendienst van Noord-Korea, die in het begin van 2009 werd opgericht door de fusie van de bestaande inlichtingendiensten van de Koreaanse Arbeiderspartij, de afdeling Operaties en Office 35, en het Reconnaissance Bureau van de Koreaanse Arbeiderspartij. Het RGB staat onder het directe gezag van het ministerie van Defensie en is voornamelijk belast met het vergaren van militaire inlichtingen. Het RGB handelt in conventionele wapens en heeft de zeggenschap over de Noord-Koreaanse onderneming op het gebied van conventionele wapens Green Pine Associated Corporation (Green Pine).

13.

Tweede Economische Commissie

 

De Tweede Economische Commissie is betrokken bij de voornaamste aspecten van het raketprogramma van Noord-Korea. De Tweede Economische Commissie is belast met het toezicht op de productie van de ballistische raketten van Noord-Korea. Het heeft ook de leiding over de activiteiten van de KOMID (KOMID werd door de Verenigde Naties aangewezen, 24.4.2009). Het is een organisatie op nationaal niveau die verantwoordelijk is voor onderzoek inzake en ontwikkeling van geavanceerde wapensystemen in Noord-Korea, met inbegrip van raketten en waarschijnlijk ook nucleaire wapens. Het maakt gebruik van een aantal ondergeschikte organisaties, waaronder Korea Tangun Trading Corporation, ter verkrijging van technologie, uitrusting en informatie van overzee met het oog op gebruik in de raketprogramma's en waarschijnlijk ook nucleaire wapenprogramma's van Noord-Korea.”

2)

De volgende vermelding op de lijst „Natuurlijke personen bedoeld in artikel 6, lid 2, onder b)” wordt geschrapt:

„3.

KIM Tong-Myo'ng (ook bekend als: Kim Chin-so'k)

Geboortejaar: 1964 Nationaliteit: Noord-Koreaans

Kim Tong-Myo'ng treedt op namens de Tanchon Commercial Bank (door de Verenigde Naties aangewezen entiteit, 24.4.2009). Sinds (ten minste) 2002 heeft Kim Dong Myong diverse functies bekleed binnen Tanchon; momenteel is hij president van de bank. Onder het alias Kim Chin-so'k heeft hij tevens een rol vervuld in het beheer van de belangen van Amroggang (eigendom of onder zeggenschap van de Tanchon Commercial Bank).”

3)

De volgende vermeldingen op de lijst „Rechtspersonen, entiteiten en lichamen bedoeld in artikel 6, lid 2, onder b)” worden geschrapt:

„5.

Korea Kwangson Banking Corp. (KKBC) (ook bekend als: Korea Kwangson Banking Corp; KKBC)

Adres: Jungson-dong, Sungri Street, Central District, Pyongyang

Een ondergeschikte bank, die optreedt namens of op aanwijzing van, in eigendom is van of onder zeggenschap staat van de Korea Ryonbong General Corporation (door de Verenigde Naties aangewezen entiteit, 24.4.2009). Verleent financiële diensten ter ondersteuning van zowel de Tanchon Commercial Bank (door de Verenigde Naties aangewezen entiteit, 24.4.2009) als de Korea Hyoksin Trading Corporation (door de Verenigde Naties aangewezen entiteit, 16.7.2009); Sinds 2008 heeft de Tanchon Commercial Bank gebruikt gemaakt van de KKBC om het overboeken te vergemakkelijken van tegoeden, vermoedelijk ten bedrage van miljoenen dollars, waaronder overboekingen in 2009 van Birma naar China inzake tegoeden waarbij de KOMID (Korea Mining Development Corporation, door de Verenigde Naties aangewezen entiteit, 24.4.2009) is betrokken. Hyoksin, door de VN bestempeld als een van de actoren die betrokken zijn bij de ontwikkeling van massavernietigingswapens, heeft in 2008 geprobeerd de KKBC te gebruiken in verband met de aanschaf van uitrusting voor tweeërlei gebruik. KKBC heeft ten minste één dochtermaatschappij in het buitenland (in Dandong, China).

6.

Office 39 of The Korean Workers' Party (ook bekend als: Office #39; Office No. 39; Bureau 39; Central Committee; Third Floor Division 39.)

Adres: Second KWP Government Building (Koreaans: Ch'o'ngsa), Chungso'ng, Urban Tower (Korean'Dong), Chung Ward, Pyongyang, Chung-Guyok (Central District), Sosong Street, Kyongrim-Dong, Pyongyang; Changgwang Street, Pyongyang.

Bureau 39 van de Koreaanse Arbeiderspartij is betrokken bij illegale economische activiteit ten behoeve van de Noord-Koreaanse regering. Het heeft overal in het land onderafdelingen die fondsen verzamelen en beheren, en is verantwoordelijk voor het verwerven van vreemde valuta voor het partijkader van de Noord-Koreaanse Arbeiderspartij door middel van illegale activiteiten, bijvoorbeeld drugshandel. Bureau 39 controleert een aantal entiteiten in Noord-Korea en in het buitenland met behulp waarvan het tal van illegale activiteiten verricht, zoals de productie, smokkel en distributie van narcotica. Bureau 39 is ook betrokken bij pogingen tot aanschaf van luxegoederen en de overbrenging ervan naar Noord-Korea. Bureau 39 is een van de belangrijkste organisaties die tot taak hebben valuta en handelswaar te verwerven. De entiteit staat naar verluidt onder rechtstreeks bevel van KIM Jong-Il; zij heeft zeggenschap over diverse handelsondernemingen waarvan sommige zich bezighouden met illegale activiteiten, zoals Daesong General Bureau, onderdeel van de Daesong group, de grootste ondernemingsgroep van het land. Volgens sommige bronnen heeft Bureau 39 vertegenwoordigingen in Rome, Peking, Bangkok, Singapore, Hongkong en Dubai. Voor de buitenwereld verandert Office 39 regelmatig van naam en presentatie. De directeur van Office 39, JON Il-chun is reeds opgenomen op de sanctielijst van de EU.

Bureau 39 produceerde methamfetamine in Sangwon (provincie Zuid-Pyongan) en was ook betrokken bij de distributie van methamfetamine onder op kleine schaal opererende Noord-Koreaanse smokkelaars, met het oog op de distributie ervan in China en Zuid-Korea. Bureau 39 heeft tevens papaverboerderijen in de provincies Noord-Hamkyo'ng en Noord-Pyongan, en produceert opium en heroïne in Hamhu'ng en Nachin. In 2009, was Office 39 betrokken bij de mislukte poging om twee in Italië vervaardigde luxe jachten met een waarde van meer dan 15 miljoen US-dollar te kopen en via China naar Noord-Korea uit te voeren. De door de Italiaanse autoriteiten tegengehouden poging tot uitvoer van de voor Kim Jong-Il bestemde jachten vormde een schending van de VN-sancties tegen Noord-Korea krachtens UNSCR 1718; deze sancties verplichten de lidstaten er specifiek toe het leveren, verkopen of overbrengen van luxe goederen naar Noord-Korea te voorkomen. Bureau 39 heeft in het verleden de Banco Delta Asia gebruikt om opbrengsten van illegale activiteiten wit te wassen. De Banco Delta Asia is in september 2005 door het Amerikaanse ministerie van Financiën bestempeld als „primair zorgpunt in verband met witwaspraktijken” op grond van sectie 311 van de Amerikaanse Patriot Act, omdat zij een onaanvaardbaar risico op witwassen en andere financiële misdrijven vertegenwoordigde.”


5.3.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/70


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/316 VAN DE COMMISSIE

van 4 maart 2016

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 maart 2016.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

EG

371,5

IL

154,0

MA

97,8

SN

174,9

TN

110,7

TR

104,2

ZZ

168,9

0707 00 05

JO

194,1

MA

84,5

TR

161,0

ZZ

146,5

0709 93 10

MA

60,7

TR

161,2

ZZ

111,0

0805 10 20

EG

45,5

IL

73,7

MA

55,2

TN

50,6

TR

64,4

ZZ

57,9

0805 50 10

MA

117,0

TN

91,8

TR

90,3

ZZ

99,7

0808 10 80

CL

93,3

US

149,0

ZZ

121,2

0808 30 90

CL

133,7

CN

59,6

TR

58,3

ZA

103,3

ZZ

88,7


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


RICHTLIJNEN

5.3.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/72


UITVOERINGSRICHTLIJN (EU) 2016/317 VAN DE COMMISSIE

van 3 maart 2016

tot wijziging van de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 2002/54/EG, 2002/55/EG, 2002/56/EG en 2002/57/EG met betrekking tot het officiële etiket van verpakkingen die zaai- of pootgoed bevatten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen (1), en met name artikel 21 bis,

Gezien Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen (2), en met name artikel 21 bis,

Gezien Richtlijn 2002/54/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad (3), en met name artikel 27,

Gezien Richtlijn 2002/55/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van groentezaad (4), en met name artikel 45,

Gezien Richtlijn 2002/56/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen (5), en met name artikel 24,

Gezien Richtlijn 2002/57/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen (6), en met name artikel 24,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 2002/54/EG, 2002/55/EG, 2002/56/EG en 2002/57/EG worden regels vastgesteld met betrekking tot de officiële etikettering van verpakkingen die zaai- of pootgoed bevatten.

(2)

De afgelopen jaren zijn een aantal gevallen van frauduleus gebruik van officiële etiketten vastgesteld. De veiligheid van de officiële etiketten moet daarom overeenkomstig de thans beschikbare technische kennis worden verbeterd om ervoor te zorgen dat dergelijke frauduleuze praktijken worden vermeden. In dit verband en om de bevoegde autoriteiten in staat te stellen om het drukken, verspreiden en gebruik van afzonderlijke officiële etiketten door exploitanten beter te registreren en te controleren en partijen zaaizaad op te sporen, moet de veiligheid van de officiële etiketten worden verbeterd door een officieel volgnummer te vermelden op de officiële etiketten van basiszaad, gecertificeerd zaad, handelszaad en zaadmengsels, alsook op het etiket en het document voor niet-gecertificeerd zaad dat in een andere lidstaat is geoogst.

(3)

De Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 2002/54/EG, 2002/55/EG, 2002/56/EG en 2002/57/EG moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen van Richtlijn 66/401/EEG

Richtlijn 66/401/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:

a)

in deel A, punt I, onder a), wordt het volgende punt 2 bis ingevoegd:

„2 bis.

Officieel volgnummer.”;

b)

in deel A, punt I, onder b), wordt het volgende punt 3 bis ingevoegd:

„3 bis.

Officieel volgnummer.”;

c)

in deel A, punt I, onder c), wordt het volgende punt 2 bis ingevoegd:

„2 bis.

Officieel volgnummer.”.

2)

Bijlage V wordt als volgt gewijzigd:

a)

in deel A wordt na het eerste streepje het volgende streepje ingevoegd:

„—

officieel volgnummer,”;

b)

in deel C wordt na het eerste streepje het volgende streepje ingevoegd:

„—

officieel volgnummer,”.

Artikel 2

Wijzigingen van Richtlijn 66/402/EEG

Richtlijn 66/402/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:

a)

in deel A, onder a), wordt het volgende punt 2 bis ingevoegd:

„2 bis.

Officieel volgnummer.”;

b)

in deel A, onder b) wordt het volgende punt 2 bis ingevoegd:

„2 bis.

Officieel volgnummer.”.

2)

Bijlage V wordt als volgt gewijzigd:

a)

in deel A wordt na het eerste streepje het volgende streepje ingevoegd:

„—

officieel volgnummer,”;

b)

in deel C wordt na het eerste streepje het volgende streepje ingevoegd:

„—

officieel volgnummer,”.

Artikel 3

Wijzigingen van Richtlijn 2002/54/EG

Richtlijn 2002/54/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage III wordt als volgt gewijzigd:

in deel A, punt I, wordt het volgende punt 2 bis ingevoegd:

„2 bis.

Officieel volgnummer.”.

2)

Bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:

a)

in deel A wordt na het eerste streepje het volgende streepje ingevoegd:

„—

officieel volgnummer,”;

b)

in deel C wordt na het eerste streepje het volgende streepje ingevoegd:

„—

officieel volgnummer,”.

Artikel 4

Wijzigingen van Richtlijn 2002/55/EG

Richtlijn 2002/55/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:

In deel A, punt I, wordt het volgende punt 2 bis ingevoegd:

„2 bis.

Officieel volgnummer.”.

2)

Bijlage V wordt als volgt gewijzigd:

a)

in deel A wordt na het eerste streepje het volgende streepje ingevoegd:

„—

officieel volgnummer,”;

b)

in deel C wordt na het eerste streepje het volgende streepje ingevoegd:

„—

officieel volgnummer,”.

Artikel 5

Wijziging van Richtlijn 2002/56/EG

In deel A van bijlage III bij Richtlijn 2002/56/EG wordt het volgende artikel 2 bis ingevoegd:

„2 bis.

Officieel volgnummer”.

Artikel 6

Wijzigingen van Richtlijn 2002/57/EG

Richtlijn 2002/57/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:

a)

in deel A, onder a), wordt het volgende punt 2 bis ingevoegd:

„2 bis.

Officieel volgnummer.”;

b)

in deel A, onder b), wordt het volgende punt 3 bis ingevoegd:

„3 bis.

Officieel volgnummer.”.

2)

Bijlage V wordt als volgt gewijzigd:

a)

in deel A wordt na het eerste streepje het volgende streepje ingevoegd:

„—

officieel volgnummer,”;

b)

in deel C wordt na het eerste streepje het volgende streepje ingevoegd:

„—

officieel volgnummer,”.

Artikel 7

Omzetting

1.   De lidstaten stellen uiterlijk op 31 maart 2017 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast en maken deze bekend teneinde aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.

Zij passen die bepalingen toe vanaf 1 april 2017.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 8

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 9

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 3 maart 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB 125 van 11.7.1966, blz. 2298/66.

(2)  PB 125 van 11.7.1966, blz. 2309/66.

(3)  PB L 193 van 20.7.2002, blz. 12.

(4)  PB L 193 van 20.7.2002, blz. 33.

(5)  PB L 193 van 20.7.2002, blz. 60.

(6)  PB L 193 van 20.7.2002, blz. 74.


BESLUITEN

5.3.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/76


BESLUIT (GBVB) 2016/318 VAN DE RAAD

van 4 maart 2016

tot wijziging van Besluit 2014/119/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 5 maart 2014 heeft de Raad Besluit 2014/119/GBVB (1) vastgesteld.

(2)

Op 5 maart 2015 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2015/364 (2) vastgesteld. Bij dat besluit is bepaald dat de beperkende maatregelen van Besluit 2014/119/GBVB van toepassing moeten zijn tot en met 6 maart 2016 ten aanzien van veertien personen, en tot en met 6 juni 2015 ten aanzien van vier personen.

(3)

Op 5 juni 2015 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2015/876 (3) vastgesteld, waarin onder andere is bepaald dat ten aanzien van twee van deze vier personen de toepassing van de beperkende maatregelen dient te worden verlengd tot en met 6 maart 2016, en ten aanzien van een van deze personen tot en met 6 oktober 2015. Op 5 oktober 2015 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2015/1781 (4) vastgesteld. Bij dat besluit is bepaald dat de toepassing van de beperkende maatregelen ten aanzien van die persoon moet worden verlengd tot en met 6 maart 2016.

(4)

De beperkende maatregelen in Besluit 2014/119/GBVB zijn ten aanzien van alle personen tot en met 6 maart 2016 van toepassing. Op basis van een toetsing van dat besluit dient de toepassing van die beperkende maatregelen ten aanzien van 16 personen tot en met 6 maart 2017 te worden verlengd, dient de vermelding voor één persoon te worden geschrapt en dient ten aanzien van drie personen de motivering te worden geactualiseerd.

(5)

Besluit 2014/119/GBVB dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit 2014/119/GBVB wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 5 wordt de tweede alinea vervangen door:

„Dit besluit is van toepassing tot en met 6 maart 2017.”.

2)

De bijlage wordt gewijzigd zoals vermeld in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 4 maart 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

S.A.M. DIJKSMA


(1)  Besluit 2014/119/GBVB van de Raad van 5 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne (PB L 66 van 6.3.2014, blz. 26).

(2)  Besluit (GBVB) 2015/364 van de Raad van 5 maart 2015 tot wijziging van Besluit 2014/119/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne (PB L 62 van 6.3.2015, blz. 25).

(3)  Besluit (GBVB) 2015/876 van de Raad van 5 juni 2015 tot wijziging van Besluit 2014/119/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne (PB L 142 van 6.6.2015, blz. 30).

(4)  Besluit (GBVB) 2015/1781 van de Raad van 5 oktober 2015 tot wijziging van Besluit 2014/119/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne (PB L 259 van 6.10.2015, blz. 23).


BIJLAGE

I.

De vermelding voor de volgende persoon wordt geschrapt van de lijst in de bijlage bij Besluit 2014/119/GBVB:

„14.

Raisa Vasylivna Bohatyriova”

II.

De vermeldingen voor de volgende personen in de bijlage bij Besluit 2014/119/GBVB worden vervangen door de onderstaande vermeldingen:

 

Naam

Nadere gegevens

Motivering

Datum van aanwijzing

„2.

Vitalii Yuriyovych Zakharchenko

(Вiталiй Юрiйович Захарченко),

Vitaliy Yurievich Zakharchenko

(Виталий Юрьевич Захарченко)

Geboren op 20 januari 1963 in Kostiantynivka (Donetsk oblast), voormalig minister van Binnenlandse Zaken

Persoon tegen wie een strafrechtelijke vervolging is ingesteld door de Oekraïense autoriteiten voor de verduistering van overheidsmiddelen of activa en in verband met machtsmisbruik door een openbaar ambtsdrager om een ongerechtvaardigd voordeel voor zichzelf of een derde te verkrijgen ten koste van de Oekraïense overheidsmiddelen of activa.

6.3.2014

4.

Olena Leonidivna Lukash

(Олена Леонiдiвна Лукаш),

Elena Leonidovna Lukash

(Елена Леонидовна Лукаш)

Geboren op 12 november 1976 in Rîbnița (Moldavië), voormalig minister van Justitie

Persoon tegen wie een strafrechtelijke vervolging is ingesteld door de Oekraïense autoriteiten voor betrokkenheid bij de verduistering van overheidsmiddelen of activa en in verband met machtsmisbruik door een openbaar ambtsdrager om een ongerechtvaardigd voordeel voor zichzelf of een derde te verkrijgen ten koste van de Oekraïense overheidsmiddelen of activa.

6.3.2014

13.

Dmytro Volodymyrovych Tabachnyk

(Дмитро Володимирович Табачник)

Geboren op 28 november 1963 in Kiev, voormalig minister van Onderwijs en Wetenschap

Persoon tegen wie een strafrechtelijke vervolging is ingesteld door de Oekraïense autoriteiten wegens betrokkenheid bij de verduistering van overheidsmiddelen of activa.

6.3.2014”


5.3.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/78


BESLUIT (GBVB) 2016/319 VAN DE RAAD

van 4 maart 2016

tot wijziging van Besluit 2013/183/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Gezien Besluit 2013/183/GBVB van de Raad van 22 april 2013 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea en tot intrekking van Besluit 2010/800/GBVB (1), en met name artikel 19, leden 1 en 2,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 22 april 2013 Besluit 2013/183/GBVB vastgesteld.

(2)

Op 2 maart 2016 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Resolutie 2270 (2016) aangenomen, waarbij 16 personen en 12 entiteiten zijn toegevoegd aan de lijst van personen en entiteiten die onderworpen zijn aan beperkende maatregelen, en waarbij de identificatiegegevens zijn geactualiseerd betreffende één persoon en twee entiteiten die onderworpen zijn aan beperkende maatregelen.

(3)

Bijlage I bij Besluit 2013/183/GBVB moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

De vermeldingen voor één persoon en zeven entiteiten opgenomen in bijlage II bij Besluit 2013/183/GBVB moeten worden geschrapt, omdat zij zijn opgenomen in bijlage I bij dat besluit.

(5)

Bijlage II bij Besluit 2013/183/GBVB moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen I en II bij Besluit 2013/183/GBVB worden gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 4 maart 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

A.G. KOENDERS


(1)  PB L 111 van 23.4.2013, blz. 52.


BIJLAGE

1)

De hieronder vermelde personen en entiteiten worden toegevoegd aan de lijst van personen en entiteiten die onderworpen zijn aan de beperkende maatregelen bedoeld in bijlage I bij Besluit 2013/183/GBVB:

A.   Personen

 

Naam

Alias

Geboortedatum

Datum van aanwijzing

Overige informatie

13.

Choe Chun-Sik

Choe Chun Sik;

Ch'oe Ch'un Sik

Geboortedatum: 12 oktober 1954; Nationaliteit: Noord-Korea

2.3.2016

Choe Chun-Sik was de directeur van de Tweede Academie voor Natuurwetenschappen en had de leiding over het programma voor langeafstandsraketten van Noord-Korea.

14.

Choe Song Il

 

Paspoort nr.: 472320665

Uiterste geldigheidsdatum: 26 september 2017;

Paspoort: 563120356

Nationaliteit: Noord-Korea

2.3.2016

Vertegenwoordiger Tanchon Commercial Bank in Vietnam.

15.

Hyon Kwang II

Hyon Gwang Il

Geboortedatum: 27 mei 1961; Nationaliteit: Noord-Korea

2.3.2016

Hyon Kwang II is afdelingshoofd wetenschappelijke ontwikkeling van de Nationale Dienst voor ruimtevaartontwikkeling.

16.

Jang Bom Su

Jang Pom Su

Geboortedatum: 15 april 1957; Nationaliteit: Noord-Korea

2.3.2016

Vertegenwoordiger Tanchon Commercial Bank in Syrië.

17.

Jang Yong Son

 

Geboortedatum: 20 februari 1957;

Nationaliteit: Noord-Korea

2.3.2016

Vertegenwoordiger van de Korea Mining Development Trading Corporation (KOMID) in Iran.

18.

Jon Myong Guk

Cho 'n Myo 'ng-kuk

Paspoort nr.: 4721202031;

Uiterste geldigheidsdatum paspoort: 21 februari 2017;

Nationaliteit: Noord-Korea

Geboortedatum: 18 oktober 1976

2.3.2016

Vertegenwoordiger Tanchon Commercial Bank in Syrië.

19.

Kang Mun Kil

Jiang Wen-ji

Paspoort nr.:

PS472330208;

Uiterste geldigheidsdatum paspoort: 4 juli 2017;

Nationaliteit: Noord-Korea

2.3.2016

Kang Mun Kil had de leiding over de overheidsopdrachten op nucleair gebied als vertegenwoordiger van Namchongang, ook bekend als Namhung.

20.

Kang Ryong

 

Geboortedatum: 21 augustus 1969;

Nationaliteit: Noord-Korea

2.3.2016

Vertegenwoordiger van de Korea Mining Development Trading Corporation (KOMID) in Syrië.

21.

Kim Jung Jong

Kim Chung Chong

Paspoort nr.: 199421147 Uiterste geldigheidsdatum paspoort: 29 december 2014;

Paspoort nr.: 381110042 Uiterste geldigheidsdatum paspoort: 25 januari 2016;

Paspoort nr.: 563210184 Uiterste geldigheidsdatum paspoort: 18 juni 2018

Geboortedatum: 7 november 1966

Nationaliteit: Noord-Korea

2.3.2016

Vertegenwoordiger Tanchon Commercial Bank in Vietnam.

22.

Kim Kyu

 

Geboortedatum: 30 juli 1968 Nationaliteit: Noord-Korea

2.3.2016

Verantwoordelijke externe aangelegenheden van de Korea Mining Development Trading Corporation (KOMID).

23.

Kim Tong My'ong

Kim Chin-So'k; Kim Tong-Myong; Kim Jin-Sok; Kim, Hyok-Chol

Geboortedatum: 1964 Nationaliteit: Noord-Korea

2.3.2016

Kim Tong My'ong is de president van de Tanchon Commercial Bank en bekleedde verschillende posities binnen de Tanchon Commercial Bank, ten minste vanaf 2002. Hij heeft ook een rol gespeeld bij het beheer van de belangen van Amroggang.

24.

Kim Yong Chol

 

Geboortedatum: 18 februari 1962;

Nationaliteit: Noord-Korea

2.3.2016

Vertegenwoordiger van de KOMID in Iran.

25.

Ko Tae Hun

Kim Myong Gi

Paspoort nr.: 563120630

Uiterste geldigheidsdatum paspoort: 20 maart 2018

Geboortedatum: 25 mei 1972

Nationaliteit: Noord-Korea

2.3.2016

Vertegenwoordiger Tanchon Commercial Bank.

26.

Ri Man Gon

 

Geboortedatum: 29 oktober 1945

Paspoort nr.: P0381230469

Uiterste geldigheidsdatum paspoort: 6 april 2016

Nationaliteit: Noord-Korea

2.3.2016

Ri Man Gon is de minister van het Munitions Industry Department.

27.

Ryu Jin

 

Geboortedatum: 7 augustus 1965

Paspoort nr.: 563410081

Nationaliteit: Noord-Korea

2.3.2016

Vertegenwoordiger van de KOMID in Syrië.

28.

Yu Chol U

 

Nationaliteit: Noord-Korea

2.3.2016

Yu Chol U is de directeur van de Nationale Dienst voor ruimtevaartontwikkeling.

2)

De vermelding met betrekking tot de onderstaande persoon, zoals opgenomen in bijlage I bij Besluit 2013/183/GBVB van de Raad, wordt vervangen door de volgende vermelding:

 

Naam

Alias

Geboortedatum

Datum van aanwijzing

Overige informatie

8.

Ra Ky'ong-Su

Ra Kyung-Su

Chang, Myong Ho

 

22.1.2013

Ra Ky'ong-Su is functionaris bij de Tanchon Commercial Bank (TCB). In deze hoedanigheid heeft hij transacties voor TCB gefaciliteerd. Tanchon Commercial Bank is in april 2009 door het Comité aangewezen als de voornaamste financiële entiteit van Noord-Korea die belast is met de verkoop van conventionele wapens, ballistische raketten en goederen voor de assemblage en vervaardiging van dergelijke wapens.

3)

De hieronder vermelde entiteiten worden opgenomen in de lijst van entiteiten die onderworpen zijn aan de beperkende maatregelen bedoeld in bijlage I bij Besluit 2013/183/GBVB van de Raad:

B.   Entiteiten

 

Naam

Alias

Locatie

Datum van aanwijzing

Overige informatie

21.

Academie voor nationale defensie

 

Pyongyang, Noord-Korea

2.3.2016

De Academie voor nationale defensie is betrokken bij de ontwikkeling van de Noord-Koreaanse programma's voor ballistische raketten en nucleaire wapens.

22.

Chongchongang Shipping Company

Chong Chon Gang Shipping Co. Ltd.

Adres: 817 Haeun, Donghung-dong, Central District, Pyongyang, Noord-Korea; Alternatief adres: 817, Haeum, Tonghun-dong, Chung-gu, Pyongyang, Noord-Korea; IMO-nummer: 5342883

2.3.2016

De Chongchongang Shipping Company heeft in juli 2013 getracht, met het schip de Chong Chon Gang, een illegale lading conventionele wapens rechtstreeks in Noord-Korea in te voeren.

23.

Daedong Credit Bank (DCB)

DCB; Taedong Credit Bank

Adres: Suite 401, Potonggang Hotel, Ansan-Dong, Pyongchon District, Pyongyang, Noord-Korea; Alternatief adres: Ansan-dong, Botonggang Hotel, Pongchon, Pyongyang, Noord-Korea; SWIFT: DCBK KKPY

2.3.2016

De Daedong Credit Bank heeft financiële diensten verleend aan de Korea Mining Development Trading Corporation (KOMID) en de Tanchon Commercial Bank. De DCB heeft ten minste sinds 2007 honderden financiële transacties tegen een waarde van miljoenen dollars namens de KOMID en de Tanchon Commercial Bank gefaciliteerd. In sommige gevallen heeft de DCB willens en wetens transacties gefaciliteerd door middel van bedrieglijke financiële praktijken.

24.

Hesong Trading Company

 

Pyongyang, Noord-Korea

2.3.2016

De Korea Mining Development Corporation (KOMID) is de moedermaatschappij van de Hesong Trading Corporation.

25.

Korea Kwangson Banking Corporation (KKBC)

KKBC

Jungson-dong, Sungri Street, Centraal District, Pyongyang, Noord-Korea

2.3.2016

De KKBC verleent financiële diensten ten behoeve van de Tanchon Commercial Bank en de Korea Hyoksin Trading Corporation, een dochteronderneming van de Korea Ryonbong General Corporation. De Tanchon Commercial Bank heeft gebruikgemaakt van de KKBC om het overboeken te vergemakkelijken van tegoeden van vermoedelijk miljoenen dollars, waaronder overboekingen van met de Korea Mining Development Corporation verband houdende tegoeden.

26.

Korea Kwangsong Trading Corporation

 

Rakwondong, Potonggang District, Pyongyang, Noord-Korea

2.3.2016

De Korea Ryonbong General Corporation is de moedermaatschappij van de Korea Kwangsong Trading Corporation.

27.

Ministerie van Nucleaire Energie

MAEI

Haeun-2-dong, Pyongchon District, Pyongyang, Noord-Korea

2.3.2016

Het ministerie van Nucleaire Energie is in 2013 opgericht met het oog op modernisering van de nucleaire energiesector van Noord-Korea om de productie van kernmateriaal te verhogen, de kwaliteit ervan te verbeteren en de onafhankelijke nucleaire sector van Noord-Korea verder te ontwikkelen. Als zodanig is het ministerie bekend als cruciale speler in de ontwikkeling van Noord-Koreaanse kernwapens en is het belast met de dagelijkse werking van het kernwapenprogramma; onder dit ministerie vallen andere nucleaire organisaties.

Onder dit ministerie vallen enkele nucleaire organisaties en onderzoeks-centra, en twee comités: een comité voor de toepassing van isotopen en een comité voor nucleaire energie. Het ministerie heeft ook de leiding over een kernonderzoekscentrum in Yongbyun, de locatie van de bekende plutonium-faciliteiten in Noord-Korea. Voorts verklaarde het panel van deskundigen in het rapport van 2015 dat Ri Je-son, voormalig directeur van het General Bureau of Atomic Energy (GBAE) die in 2009 door het bij Resolutie 1718 (2006) ingestelde Comité werd aangewezen vanwege betrokkenheid bij of ondersteuning van nucleaire programma's, op 9 april 2014 werd benoemd tot hoofd van het ministerie.

28.

Munitions Industry Department

Military Supplies Industry Department

Pyongyang, Noord-Korea

2.3.2016

Het Munitions Industry Department is betrokken bij cruciale aspecten van het programma voor raketten van Noord-Korea. Het Munitions Industry Department is verantwoordelijk voor het toezicht op de ontwikkeling van de ballistische raketten van Noord-Korea, met inbegrip van de Taepo Dong-2. Het departement superviseert de Noord-Koreaanse wapenproductie- en O&O-programma's, waaronder het programma voor ballistische raketten van het land. De Tweede Economische Commissie en de Tweede Academie voor Natuurwetenschappen — ook aangewezen in augustus 2010 — zijn ondergeschikt aan het departement. De afgelopen jaren heeft het departement gewerkt aan de ontwikkeling van de KN08 road-mobile ICBM.

29.

National Aerospace Development Administration

NADA

Noord-Korea

2.3.2016

NADA is betrokken bij de ontwikkelingen in Noord-Korea op het gebied van ruimtewetenschap en -technologie, met inbegrip van satellietlanceringen en draagraketten.

30.

Office 39

Office #39; Office No. 39; Bureau 39; Central Committee Bureau 39;

Third Floor; Division 39

Noord-Korea

2.3.2016

Overheidsinstantie.

31.

Reconnaissance General Bureau

Chongch'al Ch'ongguk; KPA Unit 586; RGB

Hyongjesan-Guyok, Pyongyang, DPRK; Alternate Address: Nungrado, Pyongyang, Noord-Korea

2.3.2016

Het algemeen verkenningsbureau is de belangrijkste inlichtingenorganisatie van het land. Het is begin 2009 opgericht en is het resultaat van het samengaan van de inlichtingenorganisaties van de Koreaanse Arbeiderspartij, de dienst operaties en Bureau 35, en het verkenningsbureau van het Koreaanse volksleger. Het bureau handelt in conventionele wapens en controleert de Green Pine Associated Corporation, een firma die handel drijft in conventionele wapens.

32.

Tweede Economische Commissie

 

Kangdong, Noord-Korea

2.3.2016

De Tweede Economische Commissie is betrokken bij cruciale aspecten van het raketprogramma van het land. De Tweede Economische Commissie is verantwoordelijk voor het toezicht op de productie van ballistische raketten van het land en leidt de activiteiten van KOMID.

4)

De vermeldingen met betrekking tot de onderstaande entiteiten, zoals opgenomen in bijlage I bij Besluit 2013/183/GBVB van de Raad, worden vervangen door de volgende vermeldingen:

 

Naam

Alias

Locatie

Datum van aanwijzing

Overige informatie

4.

Namchongang Trading Corporation

NCG; NAMCHONGANG TRADING; NAM CHON GANG CORPORATION; NOMCHONGANG TRADING CO.; NAM CHONG GAN TRADING CORPORATION; Namhung Trading Corporation

Pyongyang, Noord-Korea

16.7.2009

Namchongang is een Noord-Koreaanse handelsmaatschappij, ondergeschikt aan het General Bureau of Atomic Energy (GBAE). Namchongang was betrokken bij de aankoop van Japanse vacuümpompen die gesignaleerd zijn in een Noord-Koreaanse kerninstallatie, en bij de aankoop van nucleair materiaal via een Duitser. Het bedrijf was ook vanaf eind jaren negentig betrokken bij de aankoop van aluminiumbuizen en andere materialen die speciaal geschikt zijn voor een uraniumverrijkingsprogramma.

De vertegenwoordiger van het bedrijf is een oud-diplomaat die in 2007 de Noord-Koreaanse contactpersoon was voor de inspectie van de kerninstallatie van Yongbyon door de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA). De activiteiten van Namchongang op het gebied van proliferatie zijn een bron van grote zorg gezien de Noord-Koreaanse proliferatieactiviteiten in het verleden.

20.

Ocean Maritime Management Company, Limited (OMM) Vessels with IMO Number:

a)

Chol Ryong (Ryong Gun Bong)

8606173

b)

Chong Bong (Greenlight) (Blue Nouvelle)

8909575

c)

Chong Rim 2

8916293

d)

Dawnlight

9110236

e)

Ever Bright 88 (J Star)

8914934

f)

Gold Star 3 (benevolence)

8405402

g)

Hoe Ryong

9041552

h)

Hu Chang (O Un Chong Nyon)

8330815

i)

Hui Chon (Hwang Gum San 2)

8405270

j)

JH 86

8602531

k)

Ji Hye San (Hyok Sin 2)

8018900

l)

Jin Tal

9163154·

m)

Jin Teng

9163166

n)

Kang Gye (Pi Ryu Gang)

8829593

o)

Mi Rim

8713471

p)

Mi Rim 2

9361407

q)

O Rang (Po Thong Gang)

8829555

r)

Orion Star (Richocean)

9333589

s)

Ra Nam 2

8625545

t)

RaNam 3

9314650

u)

Ryo Myong

8987333

v)

Ryong Rim (Jon Jin 2)

8018912

w)

Se Pho (Rak Won 2)

8819017

x)

Songjin (Jang Ja San Chong Nyon Ho)

8133530

y)

South Hill 2

8412467

z)

South Hill 5

9138680

aa)

Tan Chon (Ryong Gang 2)

7640378

bb)

Thae Pyong San (Petrel 1)

9009085

cc)

Tong Hung San (Chong Chon Gang)

7937317

dd)

Grand Karo

8511823

ee)

Tong Hung 1

8661575

 

Donghung Dong, Central District. PO BOX 120. Pyongyang, Noord-Korea;

Dongheung-dong Changwang Street, Chung-Ku, PO Box 125, Pyongyang.

28.7.2014

Ocean Maritime Management Company, Limited (IMO Number: 1790183) is de exploitant/beheerder van het schip Chong Chon Gang. Speelde een belangrijke rol in de organisatie van het vervoer in juli 2013 van verborgen ladingen wapens en aanverwant materieel van Cuba naar Noord-Korea. Ocean Maritime Management Company, Limited, heeft op die wijze bijgedragen aan activiteiten die bij resoluties verboden waren, zoals het bij Resolutie 1718 (2006), als gewijzigd bij Resolutie 1874 (2009), ingestelde wapenembargo en aan het ontwijken van de bij die resoluties ingestelde maatregelen.

5)

De hierna genoemde persoon en entiteiten worden geschrapt van de lijst in bijlage II bij Besluit 2013/183/GBVB van de Raad.

I.   Personen en entiteiten die verantwoordelijk zijn voor de Noord-Koreaanse programma's inzake kernwapens, ballistische raketten en andere massavernietigingswapens, en persoon die namens hen of op hun aanwijzing handelt, en entiteiten waarvan de eigendom of de zeggenschap bij hen berust.

B.   Entiteiten

4.

Tweede Economische Commissie

7.

Hesong Trading Corporation

10.

Korea Kwangson Trading Corporation

11.

Munitions Industry Department (ook bekend als: Military Supplies Industry Department)

12.

Reconnaissance General Bureau (RGB) (ook bekend als: Chongch'al Ch'ongguk; RGB; KPA Unit 586)

II.   Personen en entiteiten die financiële diensten verlenen die zouden kunnen bijdragen aan programma's van Noord-Korea in verband met kernwapens, ballistische raketten of andere massavernietigingswapens.

A.   Personen

3.

Kim Tong-Myo'ng (alias: Kim Chin-so'k)

B.   Entiteiten

3.

Korea Kwangson Banking Corporation (KKBC) (ook bekend als: Korea Kwangson Banking Corp; KKBC)

4.

Office 39 of the Korean Workers' Party (ook bekend als: Office #39; Office No. 39; Bureau 39; Central Committee; Third Floor Division 39)


5.3.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/88


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2016/320 VAN DE COMMISSIE

van 3 maart 2016

tot wijziging van Beschikking 2004/842/EG tot vaststelling van uitvoeringsregels volgens welke de lidstaten toestemming kunnen geven voor het in de handel brengen van zaai- of pootgoed van rassen waarvoor de opname in de nationale rassenlijst voor landbouw- of groentegewassen is aangevraagd

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2016) 1221)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen (1), en met name artikel 4 bis, lid 2,

Gezien Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen (2), en met name artikel 4 bis, lid 2,

Gezien Richtlijn 2002/54/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad (3), en met name artikel 6, lid 2,

Gezien Richtlijn 2002/55/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van groentezaad (4), en met name artikel 23, lid 2,

Gezien Richtlijn 2002/56/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen (5), en met name artikel 6, lid 2,

Gezien Richtlijn 2002/57/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen (6), en met name artikel 6, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Beschikking 2004/842/EG van de Commissie (7) worden regels vastgesteld met betrekking tot het officiële etiket van verpakkingen die zaai- of pootgoed bevatten van rassen waarvoor de opname in de nationale rassenlijst voor landbouw- of groentegewassen is aangevraagd.

(2)

De afgelopen jaren zijn een aantal gevallen van frauduleus gebruik van officiële etiketten vastgesteld. De veiligheid van de officiële etiketten moet daarom overeenkomstig de thans beschikbare technische kennis worden verbeterd om ervoor te zorgen dat dergelijke frauduleuze praktijken worden vermeden. In dit verband en om de bevoegde autoriteiten in staat te stellen om het drukken, verspreiden en gebruik van afzonderlijke officiële etiketten door exploitanten beter te registreren en te controleren en partijen zaaizaad op te sporen, moet de veiligheid van de officiële etiketten worden verbeterd door deze van een officieel volgnummer te voorzien.

(3)

Dit besluit en Uitvoeringsrichtlijn (EU) 2016/317 van de Commissie (8) moeten vanaf dezelfde datum van toepassing zijn om de gelijke behandeling van alle gebruikers van de desbetreffende etiketten te garanderen wat voorschriften betreft. Bijgevolg moet dit besluit met ingang van 1 april 2017 van toepassing zijn.

(4)

Beschikking 2004/842/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Beschikking 2004/842/EG

In artikel 9, lid 2, van Beschikking 2004/842/EG wordt het volgende punt a bis) ingevoegd:

„a bis)

officieel volgnummer;”.

Artikel 2

Adressaten

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Artikel 3

Datum van toepassing

Dit besluit is van toepassing met ingang van 1 april 2017.

Gedaan te Brussel, 3 maart 2016.

Voor de Commissie

Vytenis ANDRIUKAITIS

Lid van de Commissie


(1)  PB 125 van 11.7.1966, blz. 2298/66.

(2)  PB 125 van 11.7.1966, blz. 2309/66.

(3)  PB L 193 van 20.7.2002, blz. 12.

(4)  PB L 193 van 20.7.2002, blz. 33.

(5)  PB L 193 van 20.7.2002, blz. 60.

(6)  PB L 193 van 20.7.2002, blz. 74.

(7)  Beschikking 2004/842/EG van de Commissie van 1 december 2004 tot vaststelling van uitvoeringsregels volgens welke de lidstaten toestemming kunnen geven voor het in de handel brengen van zaai- of pootgoed van rassen waarvoor de opname in de nationale rassenlijst voor landbouw- of groentegewassen is aangevraagd (PB L 362 van 9.12.2004, blz. 21).

(8)  Uitvoeringsrichtlijn (EU) 2016/317 van de Commissie van 3 maart 2016 tot wijziging van de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 2002/54/EG, 2002/55/EG, 2002/56/EG en 2002/57/EG met betrekking tot het officiële etiket van verpakkingen die zaai- of pootgoed bevatten (zie bladzijde 72 van dit Publicatieblad).


5.3.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/90


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2016/321 VAN DE COMMISSIE

van 3 maart 2016

tot aanpassing van het geografische toepassingsgebied van de vergunning voor de teelt van genetisch gemodificeerde mais (Zea mays L.) MON 810 (MON-ØØ81Ø-6)

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2016) 1231)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 maart 2001 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu en tot intrekking van Richtlijn 90/220/EEG van de Raad (1), en met name artikel 26 quater, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Voor de teelt van genetisch gemodificeerde mais MON 810 is aanvankelijk uit hoofde van Richtlijn 90/220/EEG van de Raad (2) een vergunning verleend bij Beschikking 98/294/EG van de Commissie (3). Op 3 augustus 1998 heeft Frankrijk toestemming gegeven aan Monsanto Europe nv (hierna „Monsanto” genoemd) voor het in de handel brengen van MON 810-maisproducten.

(2)

In juli 2004 heeft Monsanto MON 810-maiszaden aangemeld als „bestaande producten” overeenkomstig de overgangsbepalingen zoals vastgelegd in artikel 20, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (4). Bijgevolg konden zij verder in de handel worden gebracht op grond van het stelsel van „bestaande producten” van Verordening (EG) nr. 1829/2003.

(3)

In april 2007 heeft Monsanto overeenkomstig artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1829/2003 een verlenging van de vergunning voor de teelt van mais MON 810 aangevraagd. Overeenkomstig artikel 23, lid 4, van die verordening wordt de geldigheidsduur van de vergunning automatisch verlengd tot het moment waarop een besluit is genomen.

(4)

Bij Richtlijn (EU) 2015/412 van het Europees Parlement en de Raad (5) is voor de lidstaten de mogelijkheid ingevoerd om te eisen dat het geografische toepassingsgebied van een reeds verleende vergunning voor de teelt wordt aangepast zodat het gehele of een gedeelte van het grondgebied van die lidstaat wordt uitgesloten van de teelt. Dergelijke eisen moesten worden ingediend in de periode van 2 april 2015 tot en met 3 oktober 2015.

(5)

Negentien lidstaten eisten overeenkomstig artikel 26 quater van Richtlijn 2001/18/EG dat de teelt van MON 810 op hun gehele grondgebied of een deel daarvan zou worden verboden. Deze eisen zijn door de Commissie ontvangen vóór 3 oktober 2015: op 3 juli 2015 van Letland; op 27 juli 2015 van Griekenland; op 15 september 2015 van Frankrijk; op 17 september 2015 van Kroatië; op 18 september 2015 van Oostenrijk; op 21 september 2015 van Hongarije; op 23 september 2015 van Nederland en België; op 24 september 2015 van Polen; op 25 september 2015 van Litouwen en het Verenigd Koninkrijk; op 30 september 2015 van Bulgarije, Duitsland en Cyprus; op 1 oktober 2015 van Denemarken en Italië; en op 2 oktober 2015 van Luxemburg, Malta en Slovenië.

(6)

Alle door de Commissie ontvangen eisen betreffen het gehele grondgebied van de betrokken lidstaten, behalve voor België, dat een eis indiende die enkel het grondgebied van Wallonië betrof, en voor het Verenigd Koninkrijk, dat een eis indiende die enkel de grondgebieden van Noord-Ierland, Schotland en Wales betrof. De eis van Duitsland heeft geen betrekking op de teelt voor onderzoeksdoeleinden.

(7)

De Commissie heeft de eisen van de betrokken lidstaten voorgelegd aan Monsanto. Monsanto heeft tegen geen enkele van deze eisen bezwaren gemaakt binnen de overeenkomstig artikel 26 quater, lid 3, van Richtlijn 2001/18/EG gestelde termijn van dertig dagen en heeft zodoende het geografische toepassingsgebied van de vergunning voor de teelt van mais MON 810 niet bevestigd. Overeenkomstig artikel 26 quater, lid 3, van die richtlijn moet het geografische toepassingsgebied van de voor MON 810-maiszaden verleende teeltvergunning daarom worden aangepast aan de eisen van de betrokken lidstaten, zonder de in artikel 35, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1829/2003 bedoelde procedure toe te passen.

(8)

Dit besluit doet geen afbreuk aan het te nemen besluit over de verlenging van de vergunning overeenkomstig artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1829/2003.

(9)

Alle relevante informatie over de vergunning van mais MON 810 moet worden opgenomen in het bij Verordening (EG) nr. 1829/2003 vastgestelde communautair register van genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoerders, en de lidstaten zullen van dit besluit in kennis worden gesteld,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De teelt van genetisch gemodificeerde mais (Zea mays L.) MON 810 is verboden in de grondgebieden die zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

De informatie in dit besluit wordt opgenomen in het bij artikel 28 van Verordening (EG) nr. 1829/2003 vastgestelde communautair register van genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot Monsanto Europe nv, Tervurenlaan 270-272, 1150 Brussel, België.

Gedaan te Brussel, 3 maart 2016.

Voor de Commissie

Vytenis ANDRIUKAITIS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 106 van 17.4.2001, blz. 1.

(2)  Richtlijn 90/220/EEG van de Raad van 23 april 1990 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu (PB L 117 van 8.5.1990, blz. 15).

(3)  Beschikking 98/294/EG van de Commissie van 22 april 1998 betreffende het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde maïs (Zea mays L., lijn MON 810) overeenkomstig Richtlijn 90/220/EEG van de Raad (PB L 131 van 5.5.1998, blz. 32).

(4)  Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (PB L 268 van 18.10.2003, blz. 1).

(5)  Richtlijn (EU) 2015/412 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 tot wijziging van Richtlijn 2001/18/EG wat betreft de mogelijkheid voor de lidstaten om de teelt van genetisch gemodificeerde organismen (ggo's) op hun grondgebied te beperken of te verbieden (PB L 68 van 13.3.2015, blz. 1).


BIJLAGE

GRONDGEBIEDEN WAAR DE TEELT VAN MAIS MON 810 VERBODEN IS

1.

Wallonië (België)

2.

Bulgarije

3.

Denemarken

4.

Duitsland (tenzij voor onderzoeksdoeleinden)

5.

Griekenland

6.

Frankrijk

7.

Kroatië

8.

Italië

9.

Cyprus

10.

Letland

11.

Litouwen

12.

Luxemburg

13.

Hongarije

14.

Malta

15.

Nederland

16.

Oostenrijk

17.

Polen

18.

Slovenië

19.

Noord-Ierland (Verenigd Koninkrijk)

20.

Schotland (Verenigd Koninkrijk)

21.

Wales (Verenigd Koninkrijk)


Rectificaties

5.3.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/93


Rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2420 van de Commissie van 12 oktober 2015 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik

( Publicatieblad van de Europese Unie L 340 van 24 december2015 )

Bladzijde 88, punt 1C450.b.5:

in plaats van:

„N-dialkyl-[methyl-, ethyl- of (normaal of iso) propyl]aminoethaan-2-olen en overeenkomstige geprotoneerde zouten dan N,N-diisopropyl-(β)-aminoethanol (96800), en N,N-diethylaminoethanol (100-37-8) die genoemd worden in 1C350;”,

lezen:

„andere N,N-dialkyl-[methyl-, ethyl- of (normaal of iso) propyl]aminoethaan-2-olen en overeenkomstige geprotoneerde zouten dan N,N-diisopropyl-(β)-aminoethanol (96-80-0) en N,N-diethylaminoethanol (100-37-8) die genoemd worden in 1C350;”.

Bladzijde 105, punt 2B201 wordt als volgt vervangen:

„2B201

Werktuigmachines en iedere andere combinatie daarvan, anders dan bedoeld in 2B001, voor het verspanen of snijden van metalen, keramische materialen of ”composieten”, die volgens de technische specificaties van de fabrikant kunnen worden uitgerust met elektronische toestellen voor gelijktijdig ”contourbesturen” in twee of meer assen:

Technische noot:

De niveaus voor de ’aangegeven instelnauwkeurigheid’ die zijn bepaald aan de hand van de volgende procedures op grond van metingen overeenkomstig ISO-norm 230/2 (1988)  (1) of nationale equivalenten mogen voor elk model werktuigmachine worden gebruikt in plaats van individuele machinetests, indien deze zijn verstrekt aan de nationale autoriteiten en door hen zijn geaccepteerd. Bepaling van de ’aangegeven instelnauwkeurigheid’:

a.

selecteer vijf machines van een bepaald model voor beoordeling;

b.

meet de nauwkeurigheid van de lineaire assen overeenkomstig ISO 230/2 (1988  (1) );

c.

bepaal de nauwkeurigheidswaarden (A) voor elke as van elke machine. De methode voor de berekening van de nauwkeurigheidswaarde wordt beschreven in ISO-norm 230/2 (1988)  (1) 1;

d.

bepaal de gemiddelde nauwkeurigheidswaarde voor elke as. Deze gemiddelde waarde wordt de ’aangegeven instelnauwkeurigheid’ van elke as van het model (Âx Ây…);

e.

aangezien item 2B201 naar elke lineaire as verwijst, zullen er evenveel aangegeven waarden voor de ’aangegeven instelnauwkeurigheid’ als lineaire assen zijn;

f.

indien een as van een niet in 2B201.a., 2B201.b. of 2B201.c. bedoelde werktuigmachine een ’aangegeven instelnauwkeurigheid’ heeft die gelijk is aan 6 μm of beter (minder) voor slijpmachines, en gelijk is aan 8 μm of beter (minder) voor machines voor frezen en machines voor draaien, beide overeenkomstig ISO 230/2 (1988)  (1) , moet de fabrikant het nauwkeurigheidsniveau elke achttien maanden opnieuw bevestigen.

a.

werktuigmachines voor frezen met een of meer van de volgende eigenschappen:

1.

een instelnauwkeurigheid, ”inclusief alle compensaties”, die gelijk is aan of kleiner (d.w.z. nauwkeuriger) dan 6 μm overeenkomstig ISO-norm 230/2 (1988) (1) of nationale equivalenten langs eender welke lineaire as;

2.

twee of meer roterende contourassen; of

2B201

a. (vervolg)

3.

vijf of meer assen die gelijktijdig kunnen samenwerken voor ”contourbesturen”;

Noot:

2B201.a. heeft geen betrekking op werktuigmachines voor frezen met de volgende eigenschappen:

a.

axiale verplaatsing langs de x-as groter dan 2 m; en

b.

totale instelnauwkeurigheid langs de x-as groter (slechter) dan 30 μm.

b.

werktuigmachines voor slijpen, met een van de volgende eigenschappen:

1.

een instelnauwkeurigheid, ”inclusief alle compensaties”, die gelijk is aan of kleiner (d.w.z. nauwkeuriger) dan 4 μm overeenkomstig ISO-norm 230/2 (1988) (2) of nationale equivalenten langs eender welke lineaire as;

2.

twee of meer roterende contourassen; of

3.

vijf of meer assen die gelijktijdig kunnen samenwerken voor ”contourbesturen”;

Noot:

2B201.b. heeft geen betrekking op slijpmachines als hieronder:

a.

uitwendige, inwendige en uitwendig-inwendige rondslijpmachines met de volgende eigenschappen:

1.

beperkt tot een maximale buitendiameter of lengte van het werkstuk van 150 mm; en

2.

assen beperkt tot x, z en c;

b.

pasmal-slijpmachines zonder z-as of w-as, met een totale instelnauwkeurigheid die kleiner (d.w.z. nauwkeuriger) is dan 4 μm overeenkomstig ISO-norm 230/2 (1988) of nationale equivalenten.

c.

werktuigmachines voor draaien met een ’instelnauwkeurigheid’, ”inclusief alle compensaties” die beter (minder) is dan 6 μm overeenkomstig ISO 230/2 (1988) langs eender welke lineaire as (totale nauwkeurigheid) voor machines die diameters van meer dan 35 mm kunnen bewerken;

Noot:

In 2B201.c. zijn niet bedoeld staafautomaten (Swissturn) die alleen staven doorvoeren met een diameter van maximaal 42 mm en waarop geen klauwplaten kunnen worden bevestigd. De machines kunnen boor- en/of freesfuncties hebben voor het bewerken van werkstukken met een diameter van minder dan 42 mm.

Noot 1:

2B201 heeft geen betrekking op werktuigmachines voor speciale toepassingen die alleen dienen voor het vervaardigen van een van de volgende onderdelen:

a.

tandwielen;

b.

krukassen of nokkenassen;

c.

gereedschappen of frezen;

2B201

Noot 1 (vervolg)

d.

extrusiewormen.

Noot 2:

Werktuigmachines met ten minste twee van de drie volgende gebruiksmogelijkheden: draaien, frezen of slijpen (bv. een machine voor draaien waarmee ook kan worden gefreesd) moeten op basis van iedere toepasselijke rubriek 2B201.a., b., of c. worden beoordeeld.”

Bladzijde 133, punt 3A001.a.5.b.2:

in plaats van:

„een scheidend vermogen van 12 bit of meer met een ’adjusted update rate’ van 1 250 MSPS of meer met één of meer van de volgende eigenschappen:”,

lezen:

„een scheidend vermogen van 12 bit of meer met een ’adjusted update rate’ van meer dan 1 250 MSPS met één of meer van de volgende eigenschappen:”.

Bladzijde 185, de punten 6A001 tot en met 6A001.a.1 worden als volgt vervangen:

„6A001

Akoestische systemen, apparatuur en onderdelen, als hieronder:

a.

akoestische systemen voor gebruik ter zee, apparatuur of speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, als hieronder:

1.

actieve (zend- of zend/ontvang-)systemen, of apparatuur of speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, als hieronder:

Noot:

6A001.a.1. heeft geen betrekking op de onderstaande apparatuur:

a.

echoloden die verticaal onder de apparatuur werken en die geen aftastfunctie van meer dan ± 20° hebben, en die uitsluitend worden gebruikt voor het meten van de waterdiepte of de afstand tot zich onder water of ondergronds bevindende objecten of voor het lokaliseren van vis;

b.

akoestische bakens, als hieronder:

1.

akoestische bakens voor noodsignalen;

2.

‹pingers› speciaal ontworpen voor het verplaatsen of het terugkeren naar een positie onder water.

a.

akoestische apparatuur voor zeebodemonderzoek, als hieronder:

1.

onderzoeksapparatuur voor gebruik op oppervlakteschepen voor het topografisch verkennen van de zeebodem, met alle volgende eigenschappen:

a.

ontworpen voor het verrichten van metingen bij een hoek groter dan 20° van de normaal;

b.

ontworpen voor het meten van de topografie van de zeebodem op zeebodemdiepten groter dan 600 m;

c.

’akoestische resolutie’ minder dan 2; en

d.

’versterking’ van de dieptenauwkeurigheid middels compensatie voor de volgende aspecten:

1.

beweging van de akoestische sensor;

6A001

a. 1. a. 1. d. (vervolg)

2.

voortplanting door het water van de sensor naar de zeebodem en terug;

3.

geluidssnelheid ter hoogte van de sensor.

Technische noten:

1.

’Akoestische resolutie’ is de aftaststrookbreedte (in graden) gedeeld door het maximumaantal peilingen per aftaststrook.

2.

’Versterking’ omvat de mogelijkheid van compensatie door externe middelen.

2.

onderzoeksapparatuur voor gebruik onder water voor het topografisch verkennen van de zeebodem, met de volgende eigenschappen:

Technische noot:

De normale druk van de akoestische sensor bepaalt de druk van de diepte van de apparatuur, bedoeld in 6A001.a.1.a.2.

a.

met alle volgende eigenschappen:

1.

ontworpen of aangepast om te werken op een diepte van meer dan 300 m; en

2.

een ‘sondeerherhalingssnelheid’ van meer dan 3 800 m/s; of

Technische noot:

De ’sondeerherhalingssnelheid’ is het product van de maximumsnelheid (m/s) van de werking van de sensor en het maximumaantal peilingen per aftaststrook met een verondersteld bestrijkingsgebied van 100 %. Voor systemen die peilingen in twee richtingen produceren (3D-sonars), moet het maximum van de ’sondeerherhalingssnelheid’ in een van de twee richtingen worden gebruikt.

b.

onderzoeksapparatuur, niet vermeld in 6A001.a.1.a.2.a., met alle volgende eigenschappen:

1.

ontworpen of aangepast om te werken op een diepte van meer dan 100 m;

2.

ontworpen voor het verrichten van metingen bij een hoek groter dan 20° van de normaal;

3.

met één of meer van de volgende eigenschappen:

a.

werkfrequentie van minder dan 350 kHz; of

b.

ontworpen voor het meten van de topografie van de zeebodem bij een afstand van meer dan 200 m van de akoestische sensor; en

4.

’versterking’ van de dieptenauwkeurigheid middels compensatie van alle volgende aspecten:

a.

beweging van de akoestische sensor;

6A001

a. 1. a. 2. b. 4. (vervolg)

b.

voortplanting door het water van de sensor naar de zeebodem en terug; en

c.

geluidssnelheid ter hoogte van de sensor;

3.

Side Scan Sonar (SSS) of Synthetic Aperture Sonar (SAS), die ontworpen zijn voor beeldvorming van de zeebodem, met de volgende eigenschappen, en speciaal daarvoor ontworpen akoestische zend/ontvang-‹arrays›:

a.

ontworpen of aangepast om te werken op een diepte van meer dan 500 m;

b.

een ’bestrijkingscapaciteit’ van meer dan 570 m2/s tijdens gebruik bij het maximale bereik waarmee het kan werken met een ’resolutie in de lengterichting’ van minder dan 15 cm; en

c.

een ’resolutie in de dwarsrichting’ van minder dan 15 cm;

Technische noten:

1.

’Bestrijkingscapaciteit’ (‹Coverage Rate›) (m2/s) is tweemaal het product van het maximale sonarbereik (m) en de maximumsnelheid waarmee de sonar in dat bereik kan werken.

2.

’Resolutie in de vaarrichting’ (cm), alleen voor SSS, is het product van de horizontale loodrechte breedte van de straal (in graden) en het sonarbereik (m) en 0,873.

3.

’Resolutie dwars op de vaarrichting’ (cm) is 75 gedeeld door de bandbreedte van het signaal (in kHz).

b.

systemen of zend- of zend/ontvang-‹arrays›, ontworpen voor de detectie van het object of de locatie, met een of meer van de volgende eigenschappen:

1.

een zendfrequentie lager dan 10 kHz;

2.

een geluidsdrukniveau hoger dan 224 dB (referentie: 1 μPa op 1 m) voor apparatuur met een werkfrequentie in het gebied van 10 tot en met 24 kHz;

3.

een geluidsdrukniveau hoger dan 235 dB (referentie: 1 μPa op 1 m) voor apparatuur met een werkfrequentie in het gebied van 24 tot en met 30 kHz;

4.

met vorming van bundels kleiner dan 1° op enige as en met een werkfrequentie lager dan 100 kHz;

5.

ontworpen voor een ondubbelzinnig schaalbereik groter dan 5 120 m; of

6.

ontworpen om een druk te weerstaan tijdens normaal bedrijf op een diepte van meer dan 1 000 m en met omzetters:

a.

met dynamische drukcompensatie; of

b.

met een transductie-element anders dan loodzirkonaat-titanaat;

6A001

a. 1. b. 6. (vervolg)

c.

akoestische projectors, met inbegrip van omzetters, die piëzo-elektrische, magnetostrictieve, elektrostrictieve, elektrodynamische of hydraulische elementen bevatten die afzonderlijk werken of in een ontworpen combinatie, met één of meer van de volgende eigenschappen:

Noot 1:

De embargostatus van akoestische projectors, met inbegrip van omzetters die speciaal zijn ontworpen voor andere apparatuur die niet in 6A001 wordt vermeld, wordt bepaald door de embargostatus van die andere apparatuur.

Noot 2:

6A001.a.1.c. heeft geen betrekking op bronnen die het geluid uitsluitend verticaal uitzenden, of mechanische bronnen (bv. door middel van luchtdruk of stoomstoten) of chemische bronnen (bv. door middel van explosieven).

Noot 3:

Piëzo-elektrische elementen bedoeld in 6A001.a.1.c omvatten elementen gemaakt van loodmagnesiumniobaat/loodtitanaat (Pb(Mg1/3Nb2/3)O3-PbTiO3, of PMN-PT) monokristallen van een vaste oplossing of loodindiumniobaat/loodmagnesiumniobaat/loodtitanaat (Pb(In1/2Nb1/2)O3–Pb(Mg1/3Nb2/3)O3–PbTiO3, of PIN-PMN-PT)monokristallen van een vaste oplossing.

1.

werkend in het frequentiegebied lager dan 10 kHz en met één of meer van de volgende kenmerken:

a.

niet ontworpen voor een continubedrijf bij een bedrijfscyclus van 100 % met een uitgestraald ’vrijeveld bronniveau’ (’free-field Source Level (SLRMS)’) van meer dan (10log(f) + 169,77) dB (referentie 1 μPa op 1 m) waarbij f de frequentie in Hertz en de maximale ‹Transmitting Voltage Response› (TVR) minder is dan 10 kHz; of

b.

ontworpen voor een continubedrijf bij een bedrijfscyclus van 100 % met een continu uitgestraald ’vrijeveld bronniveau’ (’free-field Source Level (SLRMS)’) bij een bedrijfscyclus van 100 % van meer dan (10log(f) + 159,77) dB (referentie 1 μPa op 1 m) waarbij f de frequentie in Hertz en de maximale ‹Transmitting Voltage Response› (TVR) minder is dan 10 kHz; of

Technische noot:

Het ’vrijeveld bronniveau’ (’free-field Source Level (SLRMS)’) is gedefinieerd langs de as van de maximale respons en in het verre veld van de akoestische projector. Het kan worden verkregen uit de ‹Transmitting Voltage Response› met gebruik van de volgende vergelijking: SLRMS = (TVR + 20log VRMS) dB (referentie 1μPa op 1 m), waarbij SLRMS het bronniveau is, TVR de ‹Transmitting Voltage Response› is en VRMS de stuurspanning van de projector is.

2.

niet gebruikt;

3.

met onderdrukking van de zijlobben van meer dan 22 dB;

d.

akoestische systemen en apparatuur en speciaal ontworpen onderdelen voor het lokaliseren van oppervlaktevaartuigen of onderwatervaartuigen, met de volgende, speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:

1.

detectiebereik van meer dan 1 000 m; en

2.

positionele nauwkeurigheid kleiner dan 10 m rms wanneer wordt gemeten op een afstand van 1 000 m;

Noot:

6A001.a.1.d. omvat:

6A001

a. 1. d. 2. d. Noot (vervolg)

a.

apparatuur die gebruikmaakt van coherente ”signaalverwerking” tussen twee of meer bakens en de door het oppervlakte- of onderwatervaartuig meegevoerde hydrofooneenheid;

b.

apparatuur die geschikt is voor het automatisch corrigeren van voortplantingssnelheidsfouten voor de berekening van een plaats.

e.

actieve individuele sonars, speciaal ontworpen of aangepast om zwemmers of duikers te detecteren, te lokaliseren en automatisch te onderscheiden, met de volgende eigenschappen, en speciaal daarvoor ontworpen akoestische zend/ontvang-‹arrays›:

1.

detectiebereik van meer dan 530 m;

2.

effectieve (rms) positionele nauwkeurigheid kleiner dan 15 m wanneer wordt gemeten op een afstand van 530 m; en

3.

bandbreedte van het uitgezonden pulssignaal groter dan 3 kHz;

NB:

Voor duikerdetectiesystemen speciaal ontworpen of aangepast voor militair gebruik, zie de lijst van militaire goederen.

Noot:

Wanneer in 6A001.a.1.e. meer dan één detectiebereik voor verschillende omgevingen wordt gespecificeerd, wordt het grootste detectiebereik gebruikt.”

Bladzijde 193, punt 6A002.a.2.a.2.a:

in plaats van:

„”voor gebruik in de ruimte gekwalificeerde””‹focal plane arrays›” met meer dan 2 048 elementen per array en een grootste gevoeligheid bij een golflengte van meer dan 300 nm doch niet meer dan 900 nm;”,

lezen:

„een microkanaalplaat met een afstand tussen de gaten (hart op hart gemeten) van 12 μm of minder; of”.

Bladzijde 256, punt 9A004 wordt als volgt vervangen:

„9A004

ruimtelanceervoertuigen, ”ruimtevaartuigen”, ”platforms van ruimtevaartuigen”, ”nuttige ladingen van ruimtevaartuigen”, boordsystemen of -apparatuur voor ”ruimtevaartuigen” en grondapparatuur als hieronder:

NB:

ZIE OOK 9A104.

a.

ruimtelanceervoertuigen;

b.

”ruimtevaartuigen”;

c.

”platforms van ruimtevaartuigen”;

9A004

(vervolg)

d.

de ”nuttige lading van ruimtevaartuigen” omvat producten zoals vermeld in 3A001.b.1.a.4., 3A002.g., 5A001.a.1., 5A001.b.3., 5A002.a.5., 5A002.a.9., 6A002.a.1., 6A002.a.2., 6A002.b., 6A002.d., 6A003.b., 6A004.c., 6A004.e., 6A008.d., 6A008.e., 6A008.k., 6A008.l. of 9A010.c.;

e.

boordsystemen of -apparatuur, speciaal ontworpen voor ”ruimtevaartuigen” en met één of meer van de volgende functies:

1.

’hantering van besturings- en telemetriegegevens’;

Noot:

Voor de toepassing van 9A004.e.1., omvat de ’hantering van besturings- en telemetriegegevens’ beheer, opslag en verwerking van gegevens over het platform.

2.

’hantering van gegevens over de nuttige lading’; of

Noot:

Voor de toepassing van 9A004.e.2., omvat de ’hantering van gegevens over de nuttige lading’ beheer, opslag en verwerking van gegevens over de nuttige lading.

3.

’systemen die de baan en positie van een satelliet accuraat kunnen regelen’ (‹attitude and orbit control›);

Noot:

Voor de toepassing van 9A004.e.3., omvatten ’systemen die de baan en positie van een satelliet accuraat kunnen regelen’ (‹attitude and orbit control›) de functies van sensoren en actuatoren om de positie en richting van een ”ruimtevaartuig” te bepalen en te regelen.

NB:

Voor apparatuur speciaal ontworpen voor militair gebruik, zie de lijst van militaire goederen.

f.

grondapparatuur, speciaal ontworpen voor de ”ruimtevaart”, als hieronder:

1.

apparatuur voor telemetrie en afstandsbesturing;

2.

simulatoren.”


(1)  Fabrikanten die instelnauwkeurigheden berekenen overeenkomstig ISO 230/2 (1997) of (2006) dienen overleg te plegen met de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin ze gevestigd zijn.

(2)  Fabrikanten die instelnauwkeurigheden berekenen overeenkomstig ISO 230/2 (1997) of (2006) dienen overleg te plegen met de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin ze gevestigd zijn.