ISSN 1977-0758 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 30 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
59e jaargang |
|
|
Rectificaties |
|
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
5.2.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 30/1 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/145 VAN DE COMMISSIE
van 4 februari 2016
tot vaststelling van het sjabloon van het document dat als bewijs dient voor de door de bevoegde autoriteit van een lidstaat verleende vergunning op basis waarvan bepaalde instellingen bepaalde activiteiten betreffende voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten kunnen verrichten krachtens Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten (1), en met name artikel 8, lid 6,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Verordening (EU) nr. 1143/2014 is bepaald dat de Commissie het sjabloon vaststelt van het document dat als bewijs dient voor de door de bevoegde autoriteit van een lidstaat verleende vergunning op basis waarvan voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten mogen worden onderzocht of ex situ worden bewaard, overeenkomstig artikel 8. Vergunningen kunnen ook worden verleend voor de productie van die soorten voor de wetenschap en het daaropvolgende geneeskundig gebruik ervan. |
(2) |
De lidstaten kunnen overeenkomstig artikel 9, lid 1, in uitzonderlijke gevallen van dwingend algemeen belang ook vergunningen verlenen om andere activiteiten te verrichten dan de in artikel 8, lid 1, vermelde activiteiten, behoudens toelating door de Commissie. In overeenstemming met artikel 9, lid 6, moeten dergelijke vergunningen overeenkomstig artikel 8, leden 4 tot en met 8, worden verleend. Daarom moet voor de doeleinden van zowel artikel 8 als artikel 9 hetzelfde sjabloon van het document dat als bewijs dient voor de vergunning worden gebruikt. |
(3) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité inzake invasieve uitheemse soorten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Het sjabloon van het document dat als bewijs dient voor de door de bevoegde autoriteit van een lidstaat verleende vergunning krachtens artikel 8, lid 2, en artikel 9, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1143/2014, wordt vastgesteld in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 4 februari 2016.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 317 van 4.11.2014, blz. 35.
BIJLAGE
Instructies voor het invullen van dit document
Dit document moet worden ingevuld door de bevoegde autoriteit die belast is met het verlenen van de in artikel 8, lid 2, en artikel 9, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1143/2014 bedoelde vergunningen. Het moet worden ondertekend, afgestempeld en gedateerd.
Gebruik hoofdletters voor het invullen van het document. Vink bij meerdere keuzemogelijkheden de desbetreffende vakjes (☐) aan. Zet een duidelijke streep of kruis door de keuzemogelijkheden en genummerde vakken die niet relevant zijn.
Vak 1. |
Vermeld de naam, het adres, het land, het telefoonnummer en het e-mailadres van de instelling waaraan de vergunning is verleend en/of van de contactpersoon in deze instelling. |
Vak 2. |
Vermeld het identificatienummer van de vergunning. Dit nummer begint met de uit twee letters bestaande ISO-code (ISO-code 3166 alpha-2) van de lidstaat die de vergunningen heeft verleend, behalve voor Griekenland en het Verenigd Koninkrijk, waarvoor respectievelijk de afkortingen EL en UK worden gebruikt. Het identificatienummer moet uniek zijn voor de toepassing van het in artikel 8, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1143/2014 bedoelde vergunningssysteem. |
Vak 3. |
Vermeld de naam, het adres, het land, het telefoonnummer en het e-mailadres van de verzender of exporteur, indien van toepassing. |
Vak 4. |
Vermeld de datum waarop de vergunning is verleend. |
Vak 5. |
Vermeld de geldigheidsduur van de vergunning (begindatum en einddatum), indien van toepassing. |
Vak 6. |
Vermeld de naam, het adres, het land, het telefoonnummer en het e-mailadres van de geadresseerde of importeur, indien van toepassing. |
Vak 7. |
Vermeld de naam van de bevoegde autoriteit die de vergunning heeft verleend. |
Vak 8. |
Geef een beschrijving van de zending of voorraad exemplaren door in de vakken 8a tot en met 8f het volgende in te vullen. |
Vak 8a. |
De wetenschappelijke naam van de voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten waarvoor de vergunning is verleend. |
Vak 8b. |
De triviale naam van de voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten waarvoor de vergunning is verleend. |
Vak 8c. |
De in Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (1) bepaalde codes van de gecombineerde nomenclatuur (GN). |
Vak 8d. |
Een nauwkeurige beschrijving van de zending of voorraad en de exemplaren die deze omvat. |
Vak 8e. |
Totale nettomassa van de zending (of voorraad) in kg. Dit vak hoeft niet te worden ingevuld als vak 8f wordt ingevuld. |
Vak 8f. |
Aantal exemplaren in de zending. Dit kan worden aangegeven als de hoeveelheid makkelijker in afzonderlijke eenheden is uit te drukken. Dit vak hoeft niet te worden ingevuld als vak 8e wordt ingevuld. |
Vak 9. |
Vermeld voor welk van de in artikel 7 van Verordening (EU) nr. 1143/2014 bepaalde beperkingen afwijking is verleend. |
Vak 10. |
Vermeld het doeleinde waarvoor de vergunning is verleend. |
Vak 11. |
Vermeld de relevante delen van de vergunning waarin de voorwaarden worden beschreven waaronder krachtens artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1143/2014 voor de activiteiten vergunning is verleend. |
Vak 12. |
Vermeld de relevante delen van de vergunning waarin de bepalingen van de door de Commissie verleende toelating worden aangegeven. Dit vak hoeft enkel te worden ingevuld als de vergunning is verleend na toelating door de Commissie, zoals bedoeld in artikel 9 van Verordening (EU) nr. 1143/2014. |
Vak 13. |
Vermeld de naam van de bevoegde ambtenaar van de bevoegde autoriteit die dit document heeft ingevuld. |
Vak 14. |
Handtekening van de bevoegde ambtenaar van de bevoegde autoriteit die dit document heeft ingevuld. |
Vak 15. |
Officiële stempel van de bevoegde autoriteit en datum waarop dit document is ingevuld. |
(1) Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).
5.2.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 30/7 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/146 VAN DE COMMISSIE
van 4 februari 2016
tot verlenging van de goedkeuring van de voor vervanging in aanmerking komende werkzame stof lambda-cyhalothrin overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 20, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De goedkeuring van de werkzame stof lambda-cyhalothrin, zoals vermeld in deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (2), vervalt op 30 juni 2016. |
(2) |
Er is een aanvraag ingediend voor verlenging van de opneming van lambda-cyhalothrin in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (3); deze aanvraag is in overeenstemming met artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1141/2010 van de Commissie (4) en is binnen de in dat artikel vermelde termijn ingediend. |
(3) |
De aanvragers hebben de vereiste aanvullende dossiers overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU) nr. 1141/2010 ingediend. De lidstaat-rapporteur heeft vastgesteld dat de aanvraag als volledig kan worden beschouwd. |
(4) |
De lidstaat-rapporteur heeft in overleg met de lidstaat-corapporteur een beoordelingsverslag over de verlenging opgesteld en dit op 28 februari 2013 bij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) en de Commissie ingediend. |
(5) |
De EFSA heeft het beoordelingsverslag over de verlenging voor opmerkingen aan de aanvrager en de lidstaten toegezonden en de ontvangen opmerkingen naar de Commissie doorgestuurd. De EFSA heeft het aanvullende beknopte dossier tevens toegankelijk gemaakt voor het publiek. |
(6) |
Op 11 maart 2015 heeft de EFSA aan de Commissie de herziene versie van haar conclusie van 23 april 2014 (5) meegedeeld met betrekking tot de vraag of lambda-cyhalothrin naar verwachting zal voldoen aan de goedkeuringscriteria zoals vermeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009. De Commissie heeft het ontwerpevaluatieverslag voor lambda-cyhalothrin op 28 mei 2015 aan het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders voorgelegd. |
(7) |
Met betrekking tot een of meer representatieve gebruiksdoeleinden van minstens één gewasbeschermingsmiddel dat de werkzame stof bevat, is vastgesteld dat aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 is voldaan. Aan deze goedkeuringscriteria wordt dus geacht te zijn voldaan. |
(8) |
De risicobeoordeling voor de verlenging van de goedkeuring van lambda-cyhalothrin is gebaseerd op een beperkt aantal representatieve gebruiksdoeleinden, die echter geen beperking inhouden van de gebruiksdoeleinden waarvoor gewasbeschermingsmiddelen die lambda-cyhalothrin bevatten, mogen worden toegelaten. Het is dan ook passend de beperking tot gebruik als insecticide niet te handhaven. |
(9) |
De Commissie is echter van mening dat lambda-cyhalothrin overeenkomstig artikel 24 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 in aanmerking komt om te worden vervangen. Het aanvaardbare niveau van blootstelling (Acceptable Operator Exposure Level — AOEL) ligt aanzienlijk lager dan bij de meeste goedgekeurde werkzame stoffen in de groep van de insecticiden. Bovendien is lambda-cyhalothrin een bioaccumulerende en toxische stof overeenkomstig punt 3.7.2.2 respectievelijk punt 3.7.2.3 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1107/2009, aangezien de bioconcentratiefactor ervan groter is dan 2000 en de langetermijn-NOEC (no-observed-effect concentration) voor zoetwaterorganismen lager is dan 0,01 mg/l. Lambda-cyhalothrin voldoet derhalve aan de in bijlage II, punt 4, tweede streepje, bij Verordening (EG) nr. 1107/2009 vastgestelde voorwaarden. |
(10) |
Overeenkomstig artikel 13, lid 2, in samenhang met artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1107/2009, en in het licht van de huidige wetenschappelijke en technische kennis is het noodzakelijk bepaalde voorwaarden vast te stellen. Er moet met name om verdere bevestigende informatie worden verzocht. |
(11) |
Het is derhalve passend om de goedkeuring van de voor vervanging in aanmerking komende werkzame stof lambda-cyhalothrin te verlengen. |
(12) |
Overeenkomstig artikel 20, lid 3, in samenhang met artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 moet de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(13) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1885 van de Commissie (6) is de geldigheidsduur voor lambda-cyhalothrin tot 30 juni 2016 verlengd opdat de verlengingsprocedure vóór het verstrijken van de goedkeuring kan worden voltooid. Aangezien er echter vóór de vervaldatum van de verlengde geldigheidsduur een besluit is genomen over de verlenging, moet deze verordening in werking treden vanaf 1 april 2016. |
(14) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verlenging van de goedkeuring van de voor vervanging in aanmerking komende werkzame stof
De goedkeuring van de voor vervanging in aanmerking komende werkzame stof lambda-cyhalothrin wordt overeenkomstig bijlage I verlengd.
Artikel 2
Wijzigingen van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.
Artikel 3
Inwerkingtreding en toepassingsdatum
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 april 2016.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 4 februari 2016.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1).
(3) Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1).
(4) Verordening (EU) nr. 1141/2010 van de Commissie van 7 december 2010 tot vaststelling van de procedure voor de verlenging van de opneming van een tweede groep werkzame stoffen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en tot opstelling van de lijst van die stoffen (PB L 322 van 8.12.2010, blz. 10).
(5) EFSA Journal 2014; 12(5):3677. Online beschikbaar op: www.efsa.europa.eu
(6) Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1885 van de Commissie van 20 oktober 2015 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de verlenging van de geldigheidsduur voor de werkzame stoffen 2,4-D, acibenzolar-s-methyl, amitrol, bentazon, cyhalofop-butyl, diquat, esfenvaleraat, famoxadone, flumioxazine, DPX KE 459 (flupyrsulfuron methyl), glyfosaat, iprovalicarb, isoproturon, lambda-cyhalothrin, metalaxyl-M, metsulfuronmethyl, picolinafen, prosulfuron, pymetrozine, pyraflufen-ethyl, thiabendazole, thifensulfuron-methyl en triasulfuron (PB L 276 van 21.10.2015, blz. 48).
BIJLAGE I
Benaming, identificatienummers |
IUPAC-naam |
Zuiverheid (1) |
Datum van goedkeuring |
Geldigheidsduur |
Specifieke bepalingen |
||||||||||
Lambda-cyhalothrin CAS-nr.: 91465-08-6 CIPAC-nr. 463 |
Een 1:1-mengsel van: (R)-α-cyaan-3-fenoxybenzyl (1S,3S)-3-[(Z)-2-chloor-3,3,3-trifluorpropenyl]-2,2-dimethylcyclopropaancarboxylaat en (S)-α-cyaan-3-fenoxybenzyl (1R,3R)-3-[(Z)-2-chloor-3,3,3-trifluorpropenyl]-2,2-dimethylcyclopropaancarboxylaat of van (R)-α-cyaan-3-fenoxybenzyl (1S)-cis-3-[(Z)-2-chloor-3,3,3-trifluorpropenyl]-2,2-dimethylcyclopropaancarboxylaat en (S)-α-cyaan-3-fenoxybenzyl (1R)-cis-3-[(Z)-2-chloor-3,3,3-trifluorpropenyl]-2,2-dimethylcyclopropaancarboxylaat |
900 g/kg |
1 april 2016 |
31 maart 2023 |
Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen wordt rekening gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over lambda-cyhalothrin, en met name met de aanhangsels I en II daarvan. Bij deze algemene evaluatie besteden de lidstaten bijzondere aandacht aan:
De gebruiksvoorwaarden omvatten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen. De aanvragers dienen bevestigende informatie in wat betreft:
De aanvragers dienen die informatie uiterlijk op 1 april 2018 in bij de Commissie, de lidstaten en de EFSA. |
(1) Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.
BIJLAGE II
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In deel A wordt vermelding 12 over lambda-cyhalothrin geschrapt. |
2) |
In deel E wordt de volgende vermelding toegevoegd:
|
(1) Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.
5.2.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 30/12 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/147 VAN DE COMMISSIE
van 4 februari 2016
tot verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof iprovalicarb overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 20, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De goedkeuring van de werkzame stof iprovalicarb, zoals vermeld in deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (2), vervalt op 30 juni 2016. |
(2) |
Er is een aanvraag ingediend voor verlenging van de opneming van iprovalicarb in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (3); deze aanvraag is in overeenstemming met artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1141/2010 van de Commissie (4) en is binnen de in dat artikel vermelde termijn ingediend. |
(3) |
De aanvrager heeft de vereiste aanvullende dossiers overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU) nr. 1141/2010 ingediend. De lidstaat-rapporteur heeft vastgesteld dat de aanvraag als volledig kan worden beschouwd. |
(4) |
De lidstaat-rapporteur heeft in overleg met de lidstaat-corapporteur een beoordelingsverslag over de verlenging opgesteld en dit op 2 september 2013 bij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) en de Commissie ingediend. |
(5) |
De EFSA heeft het beoordelingsverslag over de verlenging voor opmerkingen aan de aanvrager en de lidstaten toegezonden en de ontvangen opmerkingen naar de Commissie doorgestuurd. De EFSA heeft het aanvullende beknopte dossier tevens toegankelijk gemaakt voor het publiek. |
(6) |
Op 14 april 2015 (5) heeft de EFSA aan de Commissie haar conclusie meegedeeld met betrekking tot de vraag of iprovalicarb naar verwachting zal voldoen aan de goedkeuringscriteria zoals vermeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009. De Commissie heeft het ontwerpevaluatieverslag voor iprovalicarb op 8 oktober 2015 aan het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders voorgelegd. |
(7) |
Met betrekking tot een of meer representatieve gebruiksdoeleinden van minstens één gewasbeschermingsmiddel dat de werkzame stof bevat, is vastgesteld dat aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 werd voldaan. Aan deze goedkeuringscriteria wordt dus geacht te zijn voldaan. |
(8) |
Het is derhalve passend om de goedkeuring van iprovalicarb te verlengen. |
(9) |
Overeenkomstig artikel 14, lid 1, in samenhang met artikel 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009, en in het licht van de huidige wetenschappelijke en technische kennis is het echter noodzakelijk bepaalde voorwaarden vast te stellen. Er moet met name om verdere bevestigende informatie worden verzocht. |
(10) |
De risicobeoordeling voor de verlenging van de goedkeuring van iprovalicarb is gebaseerd op een beperkt aantal representatieve gebruiksdoeleinden, die echter geen beperking inhouden van de gebruiksdoeleinden waarvoor gewasbeschermingsmiddelen die iprovalicarb bevatten, mogen worden toegelaten. Het is dan ook passend de beperking tot gebruik als fungicide niet te handhaven. Overeenkomstig artikel 20, lid 3, in samenhang met artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 moet de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(11) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1885 van de Commissie (6) is de geldigheidsduur voor iprovalicarb verlengd opdat de verlengingsprocedure vóór het verstrijken van de goedkeuring kan worden voltooid. Aangezien er echter vóór de vervaldatum van de verlengde geldigheidsduur een besluit is genomen over de verlenging, moet deze verordening in werking treden vanaf 1 april 2016. |
(12) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof
De goedkeuring van de in bijlage I gespecificeerde werkzame stof iprovalicarb wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden verlengd.
Artikel 2
Wijzigingen van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.
Artikel 3
Inwerkingtreding en toepassingsdatum
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 april 2016.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 4 februari 2016.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1).
(3) Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1).
(4) Verordening (EU) nr. 1141/2010 van de Commissie van 7 december 2010 tot vaststelling van de procedure voor de verlenging van de opneming van een tweede groep werkzame stoffen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en tot opstelling van de lijst van die stoffen (PB L 322 van 8.12.2010, blz. 10).
(5) EFSA Journal (2015); 13(3):4060. Online beschikbaar op: www.efsa.europa.eu
(6) Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1885 van de Commissie van 20 oktober 2015 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de verlenging van de geldigheidsduur voor de werkzame stoffen 2,4-D, acibenzolar-s-methyl, amitrol, bentazon, cyhalofop-butyl, diquat, esfenvaleraat, famoxadone, flumioxazine, DPX KE 459 (flupyrsulfuron methyl), glyfosaat, iprovalicarb, isoproturon, lambda-cyhalothrin, metalaxyl-M, metsulfuronmethyl, picolinafen, prosulfuron, pymetrozine, pyraflufen-ethyl, thiabendazole, thifensulfuron-methyl en triasulfuron (PB L 276 van 21.10.2015, blz. 48).
BIJLAGE I
Benaming, identificatienummers |
IUPAC-naam |
Zuiverheid (2) |
Datum van goedkeuring |
Geldigheidsduur |
Specifieke bepalingen |
||||||
Iprovalicarb CAS-nr.: 140923-17-7 CIPAC-nr. 620 |
isopropyl [(1S)-2-methyl-1-{[(1RS)-1-p-tolylethyl]carbamoyl}propyl]carbamaat |
≥ 950 g/kg Onzuiverheden: tolueen: niet meer dan 3 g/kg |
1 april 2016 |
31 maart 2031 |
Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen wordt rekening gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over iprovalicarb, en met name met de aanhangsels I en II daarvan. Bij deze algemene beoordeling besteden de lidstaten bijzondere aandacht aan:
De gebruiksvoorwaarden omvatten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen. De aanvrager dient bij de Commissie, de lidstaten en de EFSA bevestigende informatie in wat betreft de mogelijk genotoxische werking van de bodemmetaboliet PMPA. Deze informatie wordt uiterlijk op 30 september 2016 ingediend. |
(1) p-methyl-fenethylamine
(2) Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.
BIJLAGE II
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In deel A wordt vermelding 30 over iprovalicarb geschrapt. |
2) |
In deel B wordt de volgende vermelding toegevoegd:
|
(1) p-methyl-fenethylamine”
(2) Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.
5.2.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 30/17 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/148 VAN DE COMMISSIE
van 4 februari 2016
tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 wat betreft de gegevens voor de Verenigde Staten van Amerika op de lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit bepaalde pluimveeproducten mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Unie in verband met hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H7N8
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (1), en met name artikel 8, inleidende zin, artikel 8, punt 1, eerste alinea, en artikel 8, punt 4,
Gezien Richtlijn 2009/158/EG van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van pluimvee en broedeieren (2), en met name artikel 23, lid 1, artikel 24, lid 2, en artikel 25, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 798/2008 van de Commissie (3) zijn de voorschriften vastgesteld inzake veterinaire certificering voor de invoer in en de doorvoer, met inbegrip van opslag tijdens de doorvoer, door de Unie van pluimvee en pluimveeproducten („de producten”). In de verordening is bepaald dat de producten alleen mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Unie uit de in de kolommen 1 en 3 van de tabel in deel 1 van bijlage I bij de verordening vermelde derde landen, gebieden, zones of compartimenten. |
(2) |
Bij Verordening (EG) nr. 798/2008 zijn ook de voorwaarden vastgesteld waaronder een derde land, gebied, zone of compartiment als vrij van hoogpathogene aviaire influenza (HPAI) mag worden beschouwd. |
(3) |
De Verenigde Staten zijn opgenomen in deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 als een derde land waaruit de invoer in en doorvoer door de Unie van de producten zijn toegestaan vanuit het hele grondgebied. |
(4) |
Een overeenkomst tussen de Unie en de Verenigde Staten (4) voorziet in een snelle wederzijdse erkenning van regionalisatiemaatregelen in het geval van een ziekte-uitbraak in de Unie of in de Verenigde Staten („de overeenkomst”). |
(5) |
De Verenigde Staten hebben op 15 januari 2016 de aanwezigheid van HPAI van het subtype H7N8 in een bedrijf in de staat Indiana bevestigd en mogen daarom niet langer als vrij van die ziekte worden beschouwd. De veterinaire autoriteiten van de Verenigde Staten hebben onmiddellijk de afgifte van veterinaire certificaten voor zendingen van producten die bestemd zijn voor uitvoer vanuit de staat Indiana naar de Unie opgeschort. Zij hebben ook een ruimingsbeleid ingevoerd om HPAI te bestrijden en de verspreiding ervan te beperken. |
(6) |
De Verenigde Staten hebben informatie verstrekt over de epidemiologische situatie op hun grondgebied en de maatregelen die zij hebben genomen ter voorkoming van de verdere verspreiding van HPAI, en de Commissie heeft deze informatie nu geëvalueerd. Aan de hand van deze evaluatie, de verbintenissen die in de overeenkomst zijn vastgesteld en de door de Verenigde Staten verstrekte garanties kan ervan worden uitgegaan dat, ter bestrijding van de risico's die gepaard gaan met het binnenbrengen van de producten in de Unie, het zou moeten volstaan de beperkingen op het binnenbrengen van producten in de Unie alleen te doen gelden voor het door HPAI getroffen gebied, waarvoor door de veterinaire autoriteiten van de Verenigde Staten beperkende maatregelen zijn ingesteld als gevolg van de huidige uitbraken. |
(7) |
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(8) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 4 februari 2016.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 18 van 23.1.2003, blz. 11.
(2) PB L 343 van 22.12.2009, blz. 74.
(3) Verordening (EG) nr. 798/2008 van de Commissie van 8 augustus 2008 tot vaststelling van een lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit pluimvee en pluimveeproducten mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Gemeenschap, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 226 van 23.8.2008, blz. 1).
(4) Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika inzake sanitaire maatregelen ter bescherming van de volksgezondheid en de diergezondheid bij de handel in levende dieren en dierlijke producten, zoals goedgekeurd namens de Europese Gemeenschap bij Besluit 98/258/EG van de Raad (PB L 118 van 21.4.1998, blz. 1).
BIJLAGE
In deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 wordt na de gegevens voor de Verenigde Staten van Amerika betreffende de staat Indiana het volgende toegevoegd:
ISO-code en naam van het derde land of gebied |
Code van het derde land, het gebied, de zone of het compartiment |
Omschrijving van het derde land, het gebied, de zone of het compartiment |
Veterinair certificaat |
Bijzondere voorwaarden |
Bijzondere voorwaarden |
Status t.a.v. bewaking aviaire influenza |
Status t.a.v. vaccinatie aviaire influenza |
Status salmonellabestrijding |
||
Model |
Aanvullende garanties |
Uiterste datum (1) |
Aanvangsdatum (2) |
|||||||
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
6A |
6B |
7 |
8 |
9 |
„US — Verenigde Staten van Amerika |
US-2.21.1 |
De staat Indiana |
WGM |
VIII |
P2 |
15.1.2016 |
|
|
|
|
POU, RAT |
|
N P2 P2 |
|
|
|
|
||||
BPR, BPP, DOC, DOR, HEP, HER, SRP, SRA, LT20 |
|
|
A |
|
S3, ST1” |
(1) Vóór deze datum vervaardigde producten, ook indien zij zich op volle zee bevinden, mogen nog gedurende 90 dagen vanaf deze datum in de EU worden ingevoerd.
(2) Alleen na deze datum vervaardigde producten mogen in de EU worden ingevoerd.
5.2.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 30/20 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/149 VAN DE COMMISSIE
van 4 februari 2016
tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),
Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 4 februari 2016.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Jerzy PLEWA
Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.
(2) PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.
BIJLAGE
Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
EG |
162,9 |
IL |
236,2 |
|
MA |
87,0 |
|
TN |
85,0 |
|
TR |
102,6 |
|
ZZ |
134,7 |
|
0707 00 05 |
MA |
85,6 |
TR |
170,9 |
|
ZZ |
128,3 |
|
0709 93 10 |
MA |
42,1 |
TR |
157,3 |
|
ZZ |
99,7 |
|
0805 10 20 |
EG |
46,3 |
MA |
59,5 |
|
TN |
45,8 |
|
TR |
51,3 |
|
ZZ |
50,7 |
|
0805 20 10 |
IL |
131,8 |
MA |
79,3 |
|
TR |
102,3 |
|
ZZ |
104,5 |
|
0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90 |
EG |
72,6 |
IL |
136,7 |
|
MA |
127,1 |
|
TR |
56,3 |
|
ZZ |
98,2 |
|
0805 50 10 |
TR |
73,8 |
ZZ |
73,8 |
|
0808 10 80 |
CL |
88,0 |
US |
161,8 |
|
ZZ |
124,9 |
|
0808 30 90 |
CL |
224,0 |
CN |
69,1 |
|
TR |
145,6 |
|
ZA |
116,6 |
|
ZZ |
138,8 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.
Rectificaties
5.2.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 30/22 |
Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2179 van de Commissie van 25 november 2015 tot opening van een nieuw onderzoek ten aanzien van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 102/2012 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht op stalen kabels van oorsprong uit onder meer de Volksrepubliek China, zoals uitgebreid tot stalen kabels verzonden uit de Republiek Korea, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit de Republiek Korea, met het oog op de vaststelling of een Koreaanse exporteur van die maatregelen kan worden vrijgesteld, of het antidumpingrecht ten aanzien van de invoer afkomstig van die exporteur kan worden ingetrokken en of die invoer moet worden geregistreerd
( Publicatieblad van de Europese Unie L 309 van 26 november 2015 )
Bladzijde 7, artikel 1:
in plaats van:
„… verzonden uit de Republiek Korea en geproduceerd en uitgevoerd naar de Unie door Daechang Steel Co. Ltd, …”,
lezen:
„… verzonden uit de Republiek Korea en geproduceerd en uitgevoerd naar de Unie door Daechang Steel Co. Ltd (aanvullende Taric-code C057), …”.