ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 245

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

58e jaargang
22 september 2015


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1567 van de Commissie van 21 september 2015 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

1

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (EU, Euratom) 2015/1568 van de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten van 16 september 2015 houdende benoeming van een rechter bij het Gerecht

4

 

*

Besluit (EU, Euratom) 2015/1569 van de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten van 16 september 2015 houdende benoeming van rechters bij het Gerecht

5

 

*

Besluit (EU) 2015/1570 van de Raad van 18 september 2015 tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie in de Raad voor de handel in diensten van de Wereldhandelsorganisatie moet worden ingenomen inzake de goedkeuring van door andere WTO-leden dan de Unie en haar lidstaten gemelde preferentiële behandeling met betrekking tot diensten en dienstverleners uit leden die minst ontwikkeld land zijn betreffende de toepassing van andere maatregelen dan die beschreven in artikel XVI van de GATS

6

 

*

Besluit (EU) 2015/1571 van de Raad van 18 september 2015 houdende benoeming van twee Spaanse leden van het Comité van de Regio's

8

 

*

Besluit (EU) 2015/1572 van de Raad van 18 september 2015 houdende benoeming van een Oostenrijks lid en een Oostenrijkse plaatsvervanger in het Comité van de Regio's

9

 

*

Besluit (EU) 2015/1573 van de Raad van 18 september 2015 houdende benoeming van vier Nederlandse leden en vijf Nederlandse plaatsvervangers van het Comité van de Regio's

10

 

*

Besluit (EU) 2015/1574 van de Europese Centrale Bank van 4 september 2015 tot wijziging van Besluit ECB/2014/8 betreffende het verbod op monetaire financiering en de rentevergoeding op overheidsdeposito's bij nationale centrale banken (ECB/2015/29)

12

 

 

RICHTSNOEREN

 

*

Richtsnoer (EU) 2015/1575 van de Europese Centrale Bank van 4 september 2015 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2014/9 betreffende nationale beheertransacties inzake activa en passiva door centrale banken (ECB/2015/28)

13

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

22.9.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 245/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/1567 VAN DE COMMISSIE

van 21 september 2015

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 september 2015.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)   PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)   PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MA

186,8

MK

49,2

TR

78,0

ZZ

104,7

0707 00 05

AR

98,4

TR

126,8

ZZ

112,6

0709 93 10

TR

128,2

ZZ

128,2

0805 50 10

AG

155,4

AR

129,1

BO

153,4

CL

125,0

UY

109,2

ZA

130,0

ZZ

133,7

0806 10 10

EG

170,1

TR

130,8

ZZ

150,5

0808 10 80

AR

104,4

BR

70,7

CL

174,3

NZ

133,9

US

113,3

ZA

142,6

ZZ

123,2

0808 30 90

AR

132,0

CL

148,3

CN

96,7

TR

120,1

ZA

106,4

ZZ

120,7

0809 30 10 , 0809 30 90

MK

69,6

TR

157,6

ZZ

113,6

0809 40 05

BA

53,5

MK

43,2

XS

61,9

ZZ

52,9


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


BESLUITEN

22.9.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 245/4


BESLUIT (EU, EURATOM) 2015/1568 VAN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN

van 16 september 2015

houdende benoeming van een rechter bij het Gerecht

DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 19,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 254 en 255,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens de artikelen 5 en 7 van Protocol nr. 3 betreffende het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie en naar aanleiding van het aftreden van de heer Nicholas James FORWOOD per 1 oktober 2015, dient een rechter bij het Gerecht te worden benoemd voor de resterende duur van diens ambtsperiode, zijnde tot en met 31 augustus 2019.

(2)

Voor het vacant geworden ambt is de heer Ian Stewart FORRESTER voorgedragen.

(3)

Het comité dat is ingesteld bij artikel 255 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, heeft advies uitgebracht over de geschiktheid van de heer Ian Stewart FORRESTER voor de uitoefening van het ambt van rechter bij het Gerecht,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De heer Ian Stewart FORRESTER wordt voor de periode van 1 oktober 2015 tot en met 31 augustus 2019 benoemd tot rechter bij het Gerecht.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 16 september 2015.

De voorzitter

C. BRAUN


22.9.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 245/5


BESLUIT (EU, EURATOM) 2015/1569 VAN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN

van 16 september 2015

houdende benoeming van rechters bij het Gerecht

DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 19,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 254 en 255,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het mandaat van veertien rechters bij het Gerecht verstrijkt op 31 augustus 2016. Er dienen nieuwe benoemingen te geschieden voor de periode van 1 september 2016 tot en met 31 augustus 2022.

(2)

De heer Heikki KANNINEN en de heer Juraj SCHWARCZ zijn voorgedragen voor een hernieuwing van hun ambtstermijn als rechter bij het Gerecht.

(3)

Het comité dat is ingesteld bij artikel 255 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, heeft advies uitgebracht over de geschiktheid van de heer Heikki KANNINEN en de heer Juraj SCHWARCZ voor de uitoefening van het ambt van rechter bij het Gerecht,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de periode van 1 september 2016 tot en met 31 augustus 2022 worden benoemd tot rechter bij het Gerecht:

de heer Heikki KANNINEN,

de heer Juraj SCHWARCZ.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 16 september 2015.

De voorzitter

C. BRAUN


22.9.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 245/6


BESLUIT (EU) 2015/1570 VAN DE RAAD

van 18 september 2015

tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie in de Raad voor de handel in diensten van de Wereldhandelsorganisatie moet worden ingenomen inzake de goedkeuring van door andere WTO-leden dan de Unie en haar lidstaten gemelde preferentiële behandeling met betrekking tot diensten en dienstverleners uit leden die minst ontwikkeld land zijn betreffende de toepassing van andere maatregelen dan die beschreven in artikel XVI van de GATS

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91, artikel 100, en artikel 207, lid 4, eerste alinea, juncto artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel IX van de Overeenkomst van Marrakesh tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (World Trade Organization — „WTO”) worden onder meer de procedures vastgesteld voor het ontheffen van verplichtingen die door die overeenkomst of door de multilaterale handelsovereenkomsten in de bijlagen 1A, 1B en 1C bij die overeenkomst en hun bijlagen aan de WTO-leden zijn opgelegd.

(2)

In 2011 was er verzocht om een ontheffing teneinde WTO-leden in staat te stellen een preferentiële behandeling te verlenen voor diensten en dienstverleners uit leden die minst ontwikkeld land zijn („MOL-leden”), zonder dezelfde behandeling te verlenen voor soortgelijke diensten en dienstverleners uit alle andere WTO-leden, door bij wijze van uitzondering af te wijken van de verplichting uit hoofde van artikel II, lid 1, van de Algemene Overeenkomst betreffende de handel in diensten (General Agreement on Trade in Services — GATS). De Raad heeft bij Besluit 2012/8/EU (1) het standpunt van de Unie vastgesteld, dat luidt dat de ontheffing wordt ondersteund.

(3)

Op 17 december 2011, heeft de minsteriële conferentie van de WTO een besluit vastgesteld tot machtiging van WTO-leden om gedurende een periode van 15 jaar die preferentiële behandeling te verlenen aan diensten en dienstverleners uit de MOL-leden. Krachtens dat besluit moeten WTO-leden die een preferentiële behandeling verlenen dit bij de Raad voor handel in diensten („RHD”) melden en moet een preferentiële behandeling ten aanzien van de toepassing van andere maatregelen dan die beschreven in artikel XVI van de GATS door de RHD overeenkomstig zijn procedures worden goedgekeurd.

(4)

In haar besluit van 7 december 2013 heeft de ministeriële conferentie van de WTO nogmaals gesteld dat goedkeuring door de RHD vereist is ten aanzien van de toepassing van andere maatregelen dan die beschreven in artikel XVI van de GATS.

(5)

De goedkeuring van preferentiële behandeling gemeld door andere WTO-leden dan de Unie en haar lidstaten voor diensten en dienstverleners uit MOL-leden is in het belang van de ontwikkelingsdoelstellingen van de Unie en is bevorderlijk voor het afronden van een deel van de onderhandelingen over diensten in verband met de Doha-ontwikkelingsagenda.

(6)

Het is derhalve passend om het namens de Unie binnen de RHD in te nemen standpunt vast te stellen inzake de goedkeuring van door andere WTO-leden dan de Unie en haar lidstaten gemelde preferentiële behandeling met betrekking tot diensten en dienstverleners uit leden die minst ontwikkeld land zijn betreffende de toepassing van andere maatregelen dan die beschreven in artikel XVI van de GATS,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt van de Unie in de RHD is dat zij haar steun geeft aan de goedkeuring van door andere WTO-leden dan de Unie en haar lidstaten verleende preferentiële behandeling met betrekking tot diensten en dienstverleners uit MOL-leden betreffende de toepassing van andere maatregelen dan die beschreven in artikel XVI van de GATS overeenkomstig het besluit van de ministeriële conferentie van de WTO van 7 december 2013.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 18 september 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

C. DIESCHBOURG


(1)  Besluit van de Raad van 14 december 2011 tot vaststelling van het standpunt dat de Europese Unie in de Ministeriële Conferentie van de Wereldhandelsorganisatie moet innemen over een verzoek om een ontheffing toe te staan teneinde diensten en dienstverleners uit de minst ontwikkelde landen een preferentiële behandeling toe te kennen (PB L 4 van 7.1.2012, blz. 16).


22.9.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 245/8


BESLUIT (EU) 2015/1571 VAN DE RAAD

van 18 september 2015

houdende benoeming van twee Spaanse leden van het Comité van de Regio's

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 305,

Gezien de voordracht van de Spaanse regering,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 26 januari, 5 februari en 23 juni 2015 heeft de Raad Besluiten (EU) 2015/116 (1), (EU) 2015/190 (2) en (EU) 2015/994 (3) houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 vastgesteld.

(2)

In het Comité van de Regio's zijn twee zetels van lid vrijgekomen door het verstrijken van het mandaat van de heer Alberto GARRE LÓPEZ en van de heer Pedro SANZ ALONSO,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Worden benoemd tot lid van het Comité van de Regio's voor de resterende duur van de ambtstermijn, te weten tot en met 25 januari 2020:

D. Pedro Antonio SÁNCHEZ LÓPEZ, Presidente de la Comunidad Autónoma de la Región de Murcia

D. José Ignacio CENICEROS GONZÁLEZ, Presidente de Gobierno de la Comunidad Autónoma de La Rioja

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 18 september 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

C. DIESCHBOURG


(1)   PB L 20 van 27.1.2015, blz. 42.

(2)   PB L 31 van 7.2.2015, blz. 25.

(3)   PB L 159 van 25.6.2015, blz. 70.


22.9.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 245/9


BESLUIT (EU) 2015/1572 VAN DE RAAD

van 18 september 2015

houdende benoeming van een Oostenrijks lid en een Oostenrijkse plaatsvervanger in het Comité van de Regio's

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 305,

Gezien de voordracht van de Oostenrijkse regering,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 26 januari, 5 februari en 23 juni 2015 heeft de Raad Besluiten (EU) 2015/116 (1), (EU) 2015/190 (2) en (EU) 2015/994 (3) houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 vastgesteld.

(2)

In het Comité van de Regio's is een zetel van lid vrijgekomen door het verstrijken van het mandaat van de heer Hans NIESSL.

(3)

In het Comité van de Regio's is een zetel van lid vrijgekomen door het verstrijken van het mandaat van de heer Christian ILLEDITS,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Tot lid van het Comité van de Regio's voor de resterende duur van de ambtstermijn, te weten tot en met 25 januari 2020, wordt benoemd:

de heer Christian ILLEDITS, Landtagspräsident Burgenland

Artikel 2

Tot plaatsvervangend lid van het Comité van de Regio's voor de resterende duur van de ambtstermijn, te weten tot en met 25 januari 2020, wordt benoemd:

de heer Hans NIESSL, Landeshauptmann Burgenland.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 18 september 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

C. DIESCHBOURG


(1)   PB L 20 van 27.1.2015, blz. 42.

(2)   PB L 31 van 7.2.2015, blz. 25.

(3)   PB L 159 van 25.6.2015, blz. 70.


22.9.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 245/10


BESLUIT (EU) 2015/1573 VAN DE RAAD

van 18 september 2015

houdende benoeming van vier Nederlandse leden en vijf Nederlandse plaatsvervangers van het Comité van de Regio's

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 305,

Gezien de voordracht van de Nederlandse regering,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 26 januari, 5 februari en 23 juni 2015 heeft de Raad Besluiten (EU) 2015/116 (1), (EU) 2015/190 (2) en (EU) 2015/994 (3) houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 vastgesteld.

(2)

In het Comité van de Regio's zijn vier zetels van lid vrijgekomen door het beëindigen van het mandaat van de heer R.E. (Ralph) DE VRIES, de heer A. (Bert) GIJSBERTS, mevrouw W.H. (Hester) MAIJ en de heer B.S. (Bote) WILPSTRA.

(3)

In het Comité van de Regio's zijn vier zetels van plaatsvervanger vrijgekomen door het verstrijken van de ambtstermijnen van de heer H. (Henk) BRINK, de heer J.H.J. (Hans) KONST, mevrouw E.M. (Elvira) SWEET, en mevrouw Dr J.M.E. (Annemieke) TRAAG.

(4)

Een zetel van plaatsvervanger zal vrijkomen door de benoeming van de heer T.J.S.M. BOVENS tot lid van het Comité van de Regio's.

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In het Comité van de Regio's worden voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2020, benoemd tot lid:

de heer J.A. (John) JORRITSMA, Commissaris van de Koning in Fryslân

de heer Th.J.F.M. (Theo) BOVENS, Commissaris van de Koning in Limburg

de heer M.A. (Michiel) SCHEFFER, Gedeputeerde in Gelderland

de heer C.J. (Cees) LOGGEN, Gedeputeerde in Noord-Holland

Artikel 2

In het Comité van de Regio's worden voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2020, benoemd tot plaatsvervangend lid:

mevrouw N. (Nienke) HOMAN, Gedeputeerde in Groningen

de heer A. (Ard) VAN DER TUUK, Gedeputeerde in Drenthe

de heer D.J.E. (Erik) LIEVERS, Gedeputeerde in Overijssel

mevrouw A.M.A. (Mariëtte) PENNARTS-POUW, Gedeputeerde in Utrecht

de heer M.A. (Michiel) RIJSBERMAN, Gedeputeerde in Flevoland

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 18 september 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

C. DIESCHBOURG


(1)   PB L 20 van 27.1.2015, blz. 42.

(2)   PB L 31 van 7.2.2015, blz. 25.

(3)   PB L 159 van 25.6.2015, blz. 70.


22.9.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 245/12


BESLUIT (EU) 2015/1574 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 4 september 2015

tot wijziging van Besluit ECB/2014/8 betreffende het verbod op monetaire financiering en de rentevergoeding op overheidsdeposito's bij nationale centrale banken (ECB/2015/29)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name het tweede streepje van artikel 132, lid 1,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, met name het tweede streepje van artikel 34.1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Besluit ECB/2014/8 van de Europese Centrale Bank (1) legt de marktrentes vast die plafonds vormen voor de rentevergoeding op door de overheid en overheidsinstanties bij hun nationale centrale bank (NCB) aangehouden deposito's. Dit ondersteunt de Raad van bestuur bij het voeren van toezicht op de NCB's aangaande de naleving van het verbod op monetaire financiering, zoals bedoeld in artikel 123 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

(2)

De Eurepo-index wordt in artikel 1, onder d), van Besluit ECB/2014/8 omschreven als de gedekte marktrente met betrekking tot in euro luidende termijndeposito's. De Eurepo-index werd beëindigd op 2 januari 2015. De gedekte marktrente met betrekking tot in euro luidende termijndeposito's zijn thans de „STOXX EUR GC Pooling”-termijnindexen („term indices”) met een vergelijkbare looptijd.

(3)

Besluit ECB/2014/8 moet derhalve dienovereenkomstig gewijzigd worden,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen

Artikel 1, onder d) van Besluit ECB/2014/8 wordt als volgt vervangen:

„d)   „gedekte marktrente”: i) met betrekking tot in euro luidende termijndeposito's, STOXX EUR GC Pooling termijnindexen met een vergelijkbare looptijd, en ii) met betrekking tot in een andere valuta luidende termijndeposito's, een vergelijkbare rente.”.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag volgende op de publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Frankfurt am Main, 4 september 2015.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  Besluit ECB/2014/8 van de Europese Centrale Bank van 20 februari 2014 betreffende het verbod op monetaire financiering en de rentevergoeding op overheidsdeposito's bij nationale centrale banken (2014/303/EU) (PB L 159 van 28.5.2014, blz. 54).


RICHTSNOEREN

22.9.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 245/13


RICHTSNOER (EU) 2015/1575 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 4 september 2015

tot wijziging van Richtsnoer ECB/2014/9 betreffende nationale beheertransacties inzake activa en passiva door centrale banken (ECB/2015/28)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name het eerste streepje van artikel 127, lid 2,

Gezien de Statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, met name artikel 12.1 en artikel 14.3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtsnoer ECB/2014/9 van de Europese Centrale Bank (1) legt de algemene beginselen vast die de nationale centrale banken van de eurogebiedlidstaten (hierna de „NCB's”) moeten volgen bij het op eigen initiatief uitvoeren van nationale transacties met activa en passiva.

(2)

De Eurepo-index wordt in artikel 2, onder e), van Richtsnoer ECB/2014/9 omschreven als gedekte marktrente met betrekking tot in nationale valuta luidende termijndeposito's. De Eurepo-index werd beëindigd op 2 januari 2015. De gedekte marktrente met betrekking tot in nationale valuta luidende termijndeposito's zijn thans de „STOXX EUR GC Pooling”-termijnindexen („term indices”) met een vergelijkbare looptijd.

(3)

Richtsnoer ECB/2014/9 moet derhalve dienovereenkomstig gewijzigd worden,

HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging

Artikel 2, onder e), van Richtsnoer ECB/2014/9 wordt als volgt vervangen:

„e)   „gedekte marktrente”: a) met betrekking tot in nationale valuta luidende termijndeposito's, de STOXX EUR GC Pooling termijnindexen met een vergelijkbare looptijd, en b) met betrekking tot in een vreemde valuta luidende termijndeposito's, een vergelijkbare rente.”.

Artikel 2

Vankrachtwording

Dit richtsnoer treedt in werking op de dag van kennisgeving aan de NCB's.

Artikel 3

Geadresseerden

Dit richtsnoer is gericht tot de NCB's.

Gedaan te Frankfurt am Main, 4 september 2015.

Namens de Raad van bestuur van de ECB

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  Richtsnoer ECB/2014/9 van de Europese Centrale Bank van 20 februari 2014 betreffende nationale beheertransacties inzake activa en passiva door centrale banken (2014/304/EU) (PB L 159 van 28.5.2014, blz. 56).