ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 114

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

58e jaargang
5 mei 2015


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/712 van de Commissie van 28 april 2015 houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 103/2012 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

1

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/713 van de Commissie van 4 mei 2015 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

4

 

 

BESLUITEN

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/714 van de Commissie van 24 april 2015 betreffende de geldigheid van een bepaalde bindende tariefinlichting (Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 2888)

6

 

*

Besluit (EU) 2015/715 van de Commissie van 30 april 2015 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten ( 1 )

9

 

*

Besluit (EU) 2015/716 van de Europese Centrale Bank van 12 februari 2015 tot wijziging van Besluit ECB/2004/2 houdende goedkeuring van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank (ECB/2015/8)

11

 

 

HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN

 

*

Besluit nr. 1/2015 van het Subcomité voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen van de EU en de Republiek Moldavië van 12 maart 2015 tot vaststelling van zijn reglement van orde [2015/717]

13

 

*

Besluit nr. 1/2015 van het Subcomité douane van de EU en Georgië van 18 maart 2015 tot vaststelling van zijn reglement van orde [2015/718]

19

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Richtlijn 2014/23/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van concessieovereenkomsten ( PB L 94 van 28.3.2014 )

24

 

*

Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 van de Commissie van 6 augustus 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft betaalorganen en andere instanties, financieel beheer, goedkeuring van de rekeningen, voorschriften inzake controles, zekerheden en transparantie ( PB L 255 van 28.8.2014 )

25

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

5.5.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 114/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/712 VAN DE COMMISSIE

van 28 april 2015

houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 103/2012 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1), en met name artikel 9, lid 1, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) nr. 953/2013 van de Raad (2) is bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 gewijzigd en zijn de GN-codes 8528 59 10, 8528 59 40 en 8528 59 80 vervangen door de GN-codes 8528 59 20, 8528 59 31, 8528 59 39 en 8528 59 70.

(2)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 103/2012 van de Commissie (3) tot indeling van goederen, die is aangenomen om de uniforme toepassing van de bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 vastgestelde gecombineerde nomenclatuur te waarborgen, verwijst naar een GN-code die niet meer bestaat. Zij moet daarom worden gewijzigd om rekening te houden met de toepasselijke GN-code.

(3)

Het Comité douanewetboek heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 103/2012 wordt vervangen door de tekst die is opgenomen in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 april 2015.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Heinz ZOUREK

Directeur-generaal voor Belastingen en Douane-unie


(1)  PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) nr. 953/2013 van de Raad van 26 september 2013 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 263 van 5.10.2013, blz. 4).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 103/2012 van de Commissie van 7 februari 2012 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur (PB L 36 van 9.2.2012, blz. 17).


BIJLAGE

„BIJLAGE

Omschrijving

Indeling

(GN-code)

Motivering

(1)

(2)

(3)

Een niet-gemonteerd modulair beeldschermpaneel (zogenoemde „led-wand”), bestaande uit verscheidene modules in de vorm van tegels, waarbij elke tegel ongeveer 38 × 38 × 9 cm meet.

Iedere tegel bevat rode, groene en blauwe luminescentiedioden en heeft een resolutie van 16 × 16 pixels, een beeldpuntafstand van 24 mm, een helderheid van 2 000  cd/m2 en een vernieuwingsfrequentie (refresh rate) van meer dan 300 Hz. Zij bevatten ook sturingselektronica.

Het paneel wordt aangeboden samen met een verwerkingssysteem bestaande uit:

een videobeeldverwerker die verschillende ingangssignalen (zoals CVBS, Y/C, YUV/RGB, (HD-) SDI of DVI) verwerkt en de mogelijkheid biedt om een beeld/video-opname op beeldschermpaneelformaat te brengen;

een signaalverwerker die de pixelmapping van het ingangssignaal naar het beeldschermpaneel mogelijk maakt.

Het verwerkte signaal wordt van de signaalverwerker naar een gegevensverdeler gezonden met behulp van optische vezelkabels. De gegevensverdeler zendt op zijn beurt de gegevens naar de verschillende tegels van het beeldschermpaneel.

Het paneel wordt aangeboden als een paneel dat geschikt is voor sport- of amusement-evenementen, informatieborden in winkels, enzovoort, maar het is niet geschikt om van dichtbij naar te kijken.

8528 59 39

De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1, 2 a) en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de tekst van de GN-codes 8528 , 8528 59 en 8528 59 39 .

Aangezien het paneel videobeelden kan weergeven, kan het niet worden beschouwd als een elektrisch toestel voor het weergeven van zichtbare signalen. Indeling onder post 8531 als een signaalbord is daarom uitgesloten.

Gezien zijn objectieve kenmerken, zoals de grootte van het scherm, de ondersteunde tv-standaarden (CVBS) en videoformaten, een beeldpuntafstand die niet geschikt is voor kijken van dichtbij, en de hoge helderheid, is het paneel bedoeld voor gebruik bij sport- of amusement-evenementen, als informatiebord in winkels enzovoort. Het wordt daarom niet beschouwd als een toestel van de soort die uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem als bedoeld bij post 8471 . Indeling onder GN-onderverdeling 8528 51 00 is daarom uitgesloten.

Aangezien het paneel signalen van een automatische gegevensverwerkende machine kan weergeven op een niveau dat toereikend is voor praktisch gebruik met die machine, wordt het geacht signalen van automatische gegevensverwerkende machines te kunnen weergeven met een aanvaardbaar niveau van functionaliteit.

Het moet daarom worden ingedeeld onder GN-code 8528 59 39 als andere platte beeldschermen voor kleurenweergave die signalen kunnen weergeven van automatische gegevensverwerkende machines met een aanvaardbaar niveau van functionaliteit.”


5.5.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 114/4


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/713 VAN DE COMMISSIE

van 4 mei 2015

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 mei 2015.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

IL

153,9

MA

85,5

MK

119,9

TN

392,6

TR

96,0

ZZ

169,6

0707 00 05

AL

49,4

TR

127,5

ZZ

88,5

0709 93 10

MA

102,7

TR

135,7

ZZ

119,2

0805 10 20

EG

50,6

IL

71,3

MA

59,7

ZZ

60,5

0805 50 10

BR

107,1

TR

81,3

ZZ

94,2

0808 10 80

AR

101,4

BR

100,1

CL

120,1

CN

167,0

MK

28,2

NZ

146,5

US

216,1

UY

92,0

ZA

132,4

ZZ

122,6


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


BESLUITEN

5.5.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 114/6


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2015/714 VAN DE COMMISSIE

van 24 april 2015

betreffende de geldigheid van een bepaalde bindende tariefinlichting

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 2888)

(Slechts de teksten in de Duitse, de Engelse, de Franse, de Portugese en de Spaanse taal zijn authentiek)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1), en met name het eerste streepje van artikel 9, lid 1, onder a),

Gezien Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (2), en met name artikel 12, lid 5, onder a), iii),

Gezien Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (3), en met name het tweede streepje van artikel 9, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De in de bijlage genoemde bindende tariefinlichting (BTI) bevat een tariefindeling die in strijd is met de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur (GN) in bijlage I, deel I, titel I, van Verordening (EEG) nr. 2658/87 en niet in overeenstemming is met andere BTI.

(2)

De producten die binnen het toepassingsgebied van de BTI vallen waarnaar wordt verwezen in de bijlage bestaan uit vruchtensap(pen), geconcentreerd(e) vruchtensap(pen), groentesap(pen) of geconcentreerd(e) groentesap(pen), mengsels daaronder begrepen, alsook additieven, verdund met water of met koolzuur vermengd. De tariefindeling van die goederen zoals vervat in de BTI is niet in overeenstemming met de respectieve Taric-codes 2202901019, 2202901099, 2202909190, 2202909590 en 2202909990.

(3)

Om een gelijk speelveld tussen de marktdeelnemers alsook de uniforme toepassing van de Taric te waarborgen, mag de in de bijlage genoemde BTI niet langer geldig blijven. De douaneautoriteiten die deze inlichting hebben afgegeven, moeten haar daarom zo spoedig mogelijk intrekken na de kennisgeving van dit besluit en de Commissie daarvan in kennis stellen.

(4)

Overeenkomstig artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 moet de houder van een BTI de mogelijkheid krijgen om de ongeldig geworden BTI nog gedurende een beperkte periode te gebruiken behoudens de voorwaarden van die bepaling en van artikel 14, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2454/93.

(5)

De in dit uitvoeringsbesluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De in kolom 1 van de tabel in de bijlage genoemde bindende tariefinlichting, die door de in kolom 2 genoemde douaneautoriteit is afgegeven voor de in kolom 3 genoemde tariefindeling, verliest haar geldigheid overeenkomstig lid 2.

2.   De in kolom 2 van de tabel in de bijlage genoemde douaneautoriteit trekt de in kolom 1 van die tabel genoemde bindende tariefinlichting zo spoedig mogelijk in en stelt de houders daarvan zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen tien dagen na kennisgeving van dit besluit, in kennis.

3.   Wanneer een douaneautoriteit een bindende tariefinlichting intrekt en de kennisgeving doet overeenkomstig lid 2, stelt ze de Commissie hiervan in kennis.

Artikel 2

Op grond van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 kan de in de bijlage genoemde bindende tariefinlichting nog gedurende zes maanden worden gebruikt, vanaf de datum van kennisgeving van de intrekking van de bindende tariefinlichting aan de houder.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.

Gedaan te Brussel, 24 april 2015.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Heinz ZOUREK

Directeur-generaal voor Belastingen en Douane-unie


(1)  PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.

(2)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.

(3)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.


BIJLAGE

Bindende tariefinlichting

Referentienummer

Douaneautoriteit

Tariefindeling

1

2

3

AT 2009/000570

Zollamt Wien

2202901019

AT 2009/000573

Zollamt Wien

2202901019

AT 2009/000574

Zollamt Wien

2202901019

DE 23376/12-1

Hauptzollamt Hannover

2202901019

DE 6324/12-1

Hauptzollamt Hannover

2202901019

DE B/810/09-1

Hauptzollamt Hannover

2202901019

DE B/811/09-1

Hauptzollamt Hannover

2202901019

DE B/812/09-1

Hauptzollamt Hannover

2202901019

DE B/813/09-1

Hauptzollamt Hannover

2202901019

DE B/815/09-1

Hauptzollamt Hannover

2202901019

ES -2009-000120-0019/09

Departamento de Aduanas E II.EE, Madrid

2202901019

FR -PRO-2012-004802

Direction Générale des Douanes et Droits Indirects, Montreuil

2202901019

FR -RTC-2013-164920

Direction Générale des Douanes et Droits Indirects, Montreuil

2202901019

FR -RTC-2014-006435

Direction Générale des Douanes et Droits Indirects, Montreuil

2202901019

PT 2014-IPV-020

Autoridade Tributária Aduaneira, Lisboa

2202901019

PT 2014-IPV-021

Autoridade Tributária Aduaneira, Lisboa

2202901019

PT 2014-IPV-023

Autoridade Tributária Aduaneira, Lisboa

2202901019

PT 2014-IPV-024

Autoridade Tributária Aduaneira, Lisboa

2202901019

ES -2009-000122-0019/09

Departamento de Aduanas E II.EE, Madrid

2202901099

ES -2009-000125-0019/09

Departamento de Aduanas E II.EE, Madrid

2202901099

GB 120294213

HM Revenue & Customs, Southend-on-Sea

2202901099

DE 6948/14-1

Hauptzollamt Hannover

2202909590


5.5.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 114/9


BESLUIT (EU) 2015/715 VAN DE COMMISSIE

van 30 april 2015

tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1775/2005 (1), en met name artikel 23, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Besluit 2012/490/EU van de Commissie (2) zijn de congestiebeheersprocedures en transparantie-eisen, als neergelegd in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 715/2009, gewijzigd met het oog op de toepassing van geharmoniseerde Europese regels voor het congestiebeheer.

(2)

Bij de tenuitvoerlegging van Besluit 2012/490/EU zijn inconsistenties aan het licht gekomen wat de publicatiedatum van het monitoringsrapport van het Agentschap inzake de congestie op interconnectiepunten en de publicatiedatum van de gegevens van de transmissiesysteembeheerders betreft. Om het mogelijk te maken dat het Agentschap over de nodige gegevens beschikt om zijn monitoringsopdracht met het oog op een effectieve tenuitvoerlegging van Besluit 2012/490/EU te vervullen, moeten de publicatietermijn van de gegevens van de transmissiesysteembeheerders en de datum waarop het Agentschap zijn rapport dient te publiceren, worden gewijzigd.

(3)

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 715/2009 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 51 van Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) ingestelde comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 715/2009 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 30 april 2015.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 211 van 14.8.2009, blz. 36.

(2)  Besluit 2012/490/EU van de Commissie van 24 augustus 2012 houdende wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten (PB L 231 van 28.8.2012, blz. 16).

(3)  Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van Richtlijn 2003/55/EG (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 94).


BIJLAGE

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 715/2009 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Punt 2.2.1.2 wordt vervangen door:

„2.

Op basis van de door de transmissiesysteembeheerders bekendgemaakte informatie overeenkomstig punt 3 van deze bijlage en, waar van toepassing, gevalideerd door de nationale regulerende instanties, publiceert het Agentschap vanaf het jaar 2015 jaarlijks op 1 juni een monitoringsrapport inzake de congestie in interconnectiepunten met betrekking tot de in het voorgaande jaar verkochte vaste capaciteitsproducten; daarbij wordt, voor zover mogelijk, rekening gehouden met de handel in capaciteit op de secundaire markt en het gebruik van afschakelbare capaciteit.”

.

2)

Punt 3.3.2 wordt vervangen door:

„2.

Voor alle relevante punten wordt de in punt 3.3.1, onder a), b) en d), bedoelde informatie ten minste 24 maanden van te voren gepubliceerd.”

.


5.5.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 114/11


BESLUIT (EU) 2015/716 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 12 februari 2015

tot wijziging van Besluit ECB/2004/2 houdende goedkeuring van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank (ECB/2015/8)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de „ESCB-statuten”), met name artikel 12.3,

Overwegende:

(1)

Het is dienstig de regels betreffende het besluitvormingsproces van de Raad van bestuur middels een schriftelijke procedure aan te passen, zulks zoals nader uitgewerkt in artikel 13 octies, 13 nonies en 13 decies van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank om rekening te houden met de specifieke vereisten van de geen-bezwaarprocedure krachtens artikel 26, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad (1).

(2)

Aangaande de schriftelijke procedure binnen het kader van artikel 13 octies tot en met 13 decies van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank, behoudens de daarin vastgestelde uiterste termijnen, is het dienstig een maximum van vijf werkdagen vast te leggen waarin ieder lid van de Raad van bestuur zich kan beraden, opdat leden van de Raad van bestuur overeenkomstig artikel 26, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1024/2013 binnen uiterlijk tien werkdagen overeenstemming kunnen bereiken betreffende mogelijke bezwaren, waaronder een schriftelijke toelichting, tegen een ontwerpbesluit.

(3)

Artikel 10.2 van de ESCB-statuten verlangt dat leden van de Raad van bestuur persoonlijk aanwezig zijn om hun stemrecht uit te oefenen. Dit is een belangrijk element van de onafhankelijkheid van de leden van de Raad van bestuur, aangezien zij leden ex officio zijn en voor het uitbrengen van hun stem niet door een andere persoon vervangen kunnen worden, tenzij het lid zoals bedoeld in artikel 10.2 van de ESCB-statuten langdurig verhinderd is vergaderingen bij te wonen. Stemuitbrenging of een inhoudelijke opmerking door een lid van de Raad van bestuur, die vervolgens elektronisch geschiedt, maakt deel uit van de besluitvorming door de Raad van bestuur middels de schriftelijke procedure en behoeft geen fysieke handtekening van dit lid van de Raad van bestuur. Zulks strookt met de voorschriften van artikel 10.2 van de ESCB-statuten.

(4)

Indien elektronische stemuitbrenging of indiening van opmerkingen door een lid van de Raad van bestuur niet haalbaar is, kan dat lid van de Raad van bestuur een andere persoon expliciet machtigen de stem uit te brengen of inhoudelijke opmerkingen te maken. Die ondertekening door de gemachtigde persoon bevestigt dat het de persoonlijke stem of opmerkingen betreft zijdens het betrokken lid van de Raad van bestuur.

(5)

Besluit ECB/2004/2 (2) moet worden gewijzigd om rekening te houden met deze ontwikkelingen.

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen aan het reglement van orde van de Europese Centrale Bank

Besluit ECB/2004/2 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel 4.7 wordt als volgt vervangen:

„Behoudens een specifiek voorschrift in artikel 4.8, kunnen besluiten eveneens door middel van een schriftelijke procedure worden genomen, tenzij ten minste drie leden van de Raad van bestuur hiertegen bezwaar maken. Voor een schriftelijke procedure geldt het volgende: i) in beginsel staat ieder lid van de Raad van bestuur niet minder dan vijf werkdagen ter beschikking om zich te kunnen beraden; ii) de expliciete of stilzwijgende persoonlijke goedkeuring door ieder lid van de Raad van bestuur (of zijn/haar plaatsvervanger overeenkomstig artikel 4.4) is een vereiste, en (iii) een dergelijk besluit dient te worden vermeld in de notulen van de volgende vergadering van de Raad van bestuur. Besluiten die door middel van een schriftelijke procedure worden genomen, worden goedgekeurd door de leden van de Raad van bestuur met een stemrecht op het ogenblik van de goedkeuring.”

.

2.

De volgende leden worden aan artikel 4 toegevoegd:

„4.8.

Binnen het kader van artikel 13 octies tot en met 13 decies kunnen besluiten eveneens door middel van een schriftelijke procedure worden genomen, tenzij ten minste vijf leden van de Raad van bestuur hiertegen bezwaar maken. Een schriftelijke procedure vereist een maximum van vijf, of in het geval van artikel 13 nonies, twee werkdagen voor beraad door ieder lid van de Raad van bestuur.

4.9.

Voor iedere schriftelijke procedure kan een lid van de Raad van bestuur (of zijn/haar plaatsvervanger overeenkomstig artikel 4.4) expliciet een andere persoon machtigen zijn/haar stem uit te brengen of een inhoudelijke opmerking te maken zoals door het lid persoonlijk goedgekeurd.”

.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag van vaststelling.

Gedaan te Frankfurt am Main, 12 februari 2015.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (PB L 287 van 29.10.2013, blz. 63).

(2)  Besluit ECB/2004/2 van 19 februari 2004 houdende goedkeuring van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank (PB L 80 van 18.3.2004, blz. 33).


HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN

5.5.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 114/13


BESLUIT Nr. 1/2015 VAN HET SUBCOMITÉ VOOR SANITAIRE EN FYTOSANITAIRE MAATREGELEN VAN DE EU EN DE REPUBLIEK MOLDAVIË

van 12 maart 2015

tot vaststelling van zijn reglement van orde [2015/717]

HET SUBCOMITÉ VOOR SANITAIRE EN FYTOSANITAIRE MAATREGELEN VAN DE EU EN DE REPUBLIEK MOLDAVIË,

Gezien de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds, (1) („de overeenkomst”), en met name artikel 191,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 464 van de overeenkomst worden bepaalde onderdelen van de overeenkomst voorlopig toegepast vanaf 1 september 2014.

(2)

Overeenkomstig artikel 191, lid 2, van de overeenkomst dient het Subcomité voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen („het SPS-Subcomité”) kwesties met betrekking tot de tenuitvoerlegging van hoofdstuk 4 (Sanitaire en fytosanitaire maatregelen) van titel V (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van de overeenkomst te bestuderen.

(3)

Overeenkomstig artikel 191, lid 5, van de overeenkomst dient het SPS-Subcomité zijn eigen reglement van orde vast te stellen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het reglement van orde van het SPS-Subcomité, als vastgesteld in de bijlage, wordt hierbij goedgekeurd.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Chisinau, 12 maart 2015,

Voor het SPS-Subcomité

De voorzitter

V. LOGHIN

Secretarissen

S. TIRIGAN

R. FREIGOFAS


(1)  PB L 260 van 30.8.2014, blz. 4.


BIJLAGE

REGLEMENT VAN ORDE VAN HET SUBCOMITÉ VOOR SANITAIRE EN FYTOSANITAIRE MAATREGELEN VAN DE EU EN DE REPUBLIEK MOLDAVIË

Artikel 1

Algemene bepalingen

1.   Het bij artikel 191, lid 1, van de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds („de overeenkomst”), ingestelde Subcomité voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen („het SPS-Subcomité”) assisteert het associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken, zoals bedoeld in artikel 438, lid 4, van de overeenkomst („het associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken”), bij de uitvoering van zijn taken.

2.   Het SPS-Subcomité voert de taken bedoeld in artikel 191, lid 2, van de overeenkomst uit in het licht van de doelstellingen van titel V, hoofdstuk 4, zoals aangegeven in artikel 176 van de overeenkomst.

3.   Het SPS-Subcomité bestaat uit vertegenwoordigers van de Europese Commissie en van de Republiek Moldavië die verantwoordelijk zijn voor sanitaire en fytosanitaire aangelegenheden.

4.   Een vertegenwoordiger van de Europese Commissie of van de Republiek Moldavië met verantwoordelijkheid voor sanitaire en fytosanitaire aangelegenheden fungeert als voorzitter van het SPS-Subcomité, overeenkomstig artikel 2.

5.   De partijen bij dit reglement van orde zijn de partijen die zijn gedefinieerd in artikel 461 van de overeenkomst.

Artikel 2

Voorzitterschap

Het voorzitterschap van het SPS-Subcomité wordt bij toerbeurt voor een periode van twaalf maanden bekleed door de partijen. De eerste periode vangt aan op de datum van de eerste Associatieraad en loopt af op 31 december van hetzelfde jaar.

Artikel 3

Vergaderingen

1.   Tenzij de partijen anders overeenkomen, komt het SPS-Subcomité bijeen binnen drie maanden na de inwerkingtreding van deze overeenkomst, en daarna op verzoek van een van beide partijen, of ten minste eenmaal per jaar.

2.   Elke vergadering van het SPS-Subcomité wordt door de voorzitter bijeengeroepen op een door de partijen overeengekomen plaats en datum. De convocatie wordt uiterlijk 28 kalenderdagen voor de vergadering door de voorzitter van het SPS-Subcomité aan de leden toegezonden, tenzij de partijen anders overeenkomen.

3.   Voor zover mogelijk wordt de jaarlijkse vergadering van het SPS-Subcomité vroeg genoeg vóór de reguliere vergadering van het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken bijeengeroepen.

4.   De vergaderingen van het SPS-Subcomité kunnen met behulp van daartoe overeengekomen technische hulpmiddelen plaatsvinden, zoals video- of audiovergadering.

5.   Tussen twee vergaderingen door kan het SPS-Subcomité aangelegenheden ook schriftelijk behandelen.

Artikel 4

Delegaties

Vóór elke vergadering worden de partijen door het secretariaat van het SPS-Subcomité in kennis gesteld van de voorgenomen samenstelling van de delegatie van elke partij die de vergadering bijwoont.

Artikel 5

Secretariaat

1.   Een ambtenaar van de Europese Commissie en een ambtenaar van de Republiek Moldavië treden gezamenlijk op als secretarissen van het SPS-Subcomité en voeren gezamenlijk de secretariaatstaken uit in een geest van wederzijds vertrouwen en samenwerking.

2.   Het secretariaat van het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken wordt op de hoogte gesteld van alle besluiten, adviezen, aanbevelingen, verslagen of andere handelingen waartoe het SPS-Subcomité besluit.

Artikel 6

Correspondentie

1.   De aan het SPS-Subcomité gerichte correspondentie wordt doorgestuurd aan de secretaris van een van de partijen, die op zijn beurt de andere secretaris op de hoogte stelt.

2.   Het secretariaat van het SPS-Subcomité ziet erop toe dat de correspondentie die aan het SPS-Subcomité is gericht, aan de voorzitter van het Subcomité wordt doorgestuurd, en in voorkomend geval ook aan de andere leden, als in artikel 7 bedoelde documenten.

3.   Het secretariaat stuurt mededelingen van de voorzitter namens hem aan de partijen. Dergelijke correspondentie wordt in voorkomend geval verzonden overeenkomstig artikel 7.

Artikel 7

Documenten

1.   Documenten worden verzonden door de secretarissen van het SPS-Subcomité.

2.   Een partij stuurt documenten naar haar secretaris. De secretaris stuurt de documenten door naar de secretaris van de andere partij.

3.   De secretaris van de Unie stuurt de documenten door naar de relevante vertegenwoordigers van de Unie en zendt de secretaris van de Republiek Moldavië en de secretarissen van het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken daarbij systematisch een kopie.

4.   De secretaris van de Republiek Moldavië stuurt de documenten door naar de relevante vertegenwoordigers van de Republiek Moldavië en zendt de secretaris van de Unie en de secretarissen van het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken daarbij systematisch een kopie.

5.   De secretarissen van het SPS-Subcomité fungeren als contactpunt voor de uitwisseling van informatie als bedoeld in artikel 184 van de overeenkomst.

Artikel 8

Vertrouwelijkheid

De vergaderingen van het SPS-Subcomité zijn niet openbaar, tenzij de partijen anders besluiten. Wanneer een partij aan het SPS-Subcomité informatie overlegt die zij als vertrouwelijk aanduidt, behandelt de andere partij die informatie als zodanig.

Artikel 9

Agenda voor de vergaderingen

1.   Het secretariaat van het SPS-Subcomité stelt op basis van voorstellen van de partijen voor elke vergadering een voorlopige agenda op, alsmede een ontwerp van de in artikel 10 bedoelde operationele conclusies. Op de voorlopige agenda staan de punten waarvoor het secretariaat uiterlijk 21 kalenderdagen voor de vergadering een verzoek van een partij tot plaatsing op de agenda, samen met de desbetreffende documenten, heeft ontvangen.

2.   De voorlopige agenda wordt, samen met de desbetreffende documenten, uiterlijk 15 kalenderdagen voor de vergadering aan de leden verstuurd overeenkomstig artikel 7.

3.   De agenda wordt bij het begin van elke vergadering door het SPS-Subcomité goedgekeurd. Indien de partijen zulks overeenkomen, kunnen punten die niet op de voorlopige agenda staan als agendapunt worden opgenomen.

4.   In overleg tussen de partijen kan de voorzitter van het SPS-Subcomité vertegenwoordigers van andere organen van de partijen of onafhankelijke deskundigen op ad-hocbasis uitnodigen om de vergaderingen van het SPS-Subcomité bij te wonen om informatie te verschaffen over bepaalde onderwerpen. De partijen zorgen ervoor dat dergelijke waarnemers en deskundigen de vertrouwelijkheidsvereisten in acht nemen.

5.   De voorzitter van het SPS-Subcomité kan in overleg met de partijen de in de leden 1 en 2 genoemde termijnen in bijzondere omstandigheden inkorten.

Artikel 10

Notulen en operationele conclusies

1.   Van elke vergadering worden door de secretarissen van het SPS-Subcomité ontwerpnotulen opgesteld.

2.   In beginsel bevatten de notulen voor elk agendapunt:

a)

een lijst van de deelnemers aan de vergadering, een lijst van de ambtenaren die hen begeleidden en een lijst van eventuele waarnemers of deskundigen die de vergadering hebben bijgewoond;

b)

de aan het SPS-Subcomité voorgelegde documenten;

c)

de verklaringen die op verzoek van het SPS-Subcomité in de notulen worden opgenomen, en

d)

de operationele conclusies van de vergadering, als bedoeld in lid 4.

3.   De ontwerpnotulen worden ter goedkeuring aan het SPS-Subcomité voorgelegd. Zij worden binnen 28 kalenderdagen na iedere vergadering van het SPS-Subcomité goedgekeurd. Aan elk van de in artikel 7 bedoelde geadresseerden wordt een exemplaar gezonden.

4.   De secretaris van de partij die het voorzitterschap van het SPS-Subcomité bekleedt, stelt voor elke vergadering een ontwerp van de operationele conclusies op en stuurt dit samen met de agenda aan de partijen, uiterlijk 15 kalenderdagen voor het begin van de vergadering. Die ontwerpconclusies worden tijdens de vergadering bijgewerkt, zodat zij, tenzij door de partijen anders overeengekomen, aan het eind van de vergadering kunnen worden goedgekeurd door het SPS-Subcomité, zodat duidelijk is welke vervolgacties de partijen overeengekomen zijn. Zodra zij zijn goedgekeurd, worden de operationele conclusies aan de notulen gehecht, en de tenuitvoerlegging ervan wordt geëvalueerd op een volgende vergadering van het SPS-Subcomité. Het SPS-Subcomité stelt daartoe een template op, waarin voor elke actie een deadline kan worden vastgesteld.

Artikel 11

Besluiten en aanbevelingen

1.   Het SPS-Subcomité heeft de bevoegdheid besluiten, adviezen, aanbevelingen, verslagen en gezamenlijke acties goed te keuren als bedoeld in artikel 191 van de overeenkomst. Die besluiten, adviezen, aanbevelingen, verslagen en gezamenlijke acties worden door de partijen bij consensus goedgekeurd nadat zij hun respectieve interne procedures voor goedkeuring hebben afgewikkeld. De besluiten zijn bindend voor de partijen, die de nodige maatregelen treffen voor de uitvoering ervan.

2.   Alle besluiten, adviezen, aanbevelingen en verslagen worden ondertekend door de voorzitter van het SPS-Subcomité en gewaarmerkt door de secretarissen van het SPS-Subcomité. Onverminderd lid 3 ondertekent de voorzitter die documenten tijdens de vergadering waarin het desbetreffende besluit, verslag of advies of de desbetreffende aanbeveling wordt goedgekeurd.

3.   Het SPS-Subcomité kan besluiten nemen, aanbevelingen doen en adviezen of verslagen goedkeuren via een schriftelijke procedure, na voltooiing van de respectieve interne procedures voor de goedkeuring daarvan, indien de partijen dat overeenkomen. Een schriftelijke procedure bestaat uit een uitwisseling van nota's tussen de secretarissen, die in overleg met de partijen handelen. In dat geval wordt de tekst van het voorstel overeenkomstig artikel 7 schriftelijk meegedeeld, waarbij een termijn van niet minder dan 21 kalenderdagen wordt bepaald waarbinnen voorbehouden of gewenste amendementen ter kennis worden gebracht. De voorzitter kan in overleg met de partijen die termijn in bijzondere omstandigheden inkorten. Zodra overeenstemming is bereikt over de tekst, wordt het besluit, het advies, de aanbeveling of het verslag ondertekend door de voorzitter en gewaarmerkt door de secretarissen.

4.   De handelingen van het SPS-Subcomité worden voorzien van het opschrift „Besluit”, „Advies”, „Aanbeveling” of „Verslag”. Een besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt goedgekeurd, tenzij in het besluit zelf anders is bepaald.

5.   De besluiten, adviezen, aanbevelingen en verslagen worden aan de partijen gezonden.

6.   Elke partij kan besluiten de besluiten, adviezen en aanbevelingen van het SPS-Subcomité in haar publicatieblad of staatsblad bekend te maken.

Artikel 12

Verslagen

Het SPS-Subcomité brengt aan het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken verslag uit over zijn activiteiten en die van de technische werkgroepen of ad-hocgroepen die door het SPS-Subcomité zijn opgericht. Dit verslag wordt ingediend 25 kalenderdagen vóór de gewone jaarlijkse vergadering van het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken.

Artikel 13

Talen

1.   De werktalen van het SPS-Subcomité zijn het Engels en het Roemeens.

2.   Tenzij anders besloten wordt, beraadslaagt het SPS-Subcomité op basis van in die talen opgestelde documenten.

Artikel 14

Kosten

1.   Elke partij draagt haar eigen personeels-, reis- en verblijfskosten en haar eigen kosten voor post en telecommunicatie in verband met deelname aan vergaderingen van het SPS-Subcomité.

2.   Uitgaven in verband met de organisatie van vergaderingen en de reproductie van documenten komen ten laste van de partij die als gastheer voor de vergadering optreedt.

3.   De kosten voor de vertolking tijdens de vergaderingen en voor de vertaling van de documenten in of uit het Engels en het Roemeens, zoals bedoeld in artikel 13, lid 1, komen ten laste van de partij die de vergadering organiseert.

Kosten voor vertolking en vertaling in of uit andere talen komen rechtstreeks ten laste van de verzoekende partij.

Artikel 15

Wijziging van het reglement van orde

Dit reglement van orde kan worden gewijzigd bij besluit van het SPS-Subcomité overeenkomstig artikel 191, lid 5, van de overeenkomst.

Artikel 16

Technische werkgroepen en ad-hocgroepen

1.   Het SPS-Subcomité kan indien nodig bij een besluit uit hoofde van artikel 191, lid 6, van de overeenkomst technische werkgroepen en ad-hocwerkgroepen, met inbegrip van wetenschappelijke groepen en groepen van deskundigen, oprichten en ontbinden.

2.   Van de ad-hocwerkgroepen kunnen ook andere personen dan vertegenwoordigers van de partijen deel uitmaken. De partijen dragen er zorg voor dat de leden van alle door het SPS-Subcomité opgerichte groepen de passende regels inzake vertrouwelijkheid in acht nemen.

3.   Tenzij door de partijen anders wordt besloten, werken de door het SPS-Subcomité opgerichte groepen onder het gezag van het SPS-Subcomité, waaraan zij verslag uitbrengen.

4.   De vergaderingen van de werkgroepen worden gehouden wanneer dat nodig is, in persoon of als video- of audioconferentie.

5.   Het secretariaat van het SPS-Subcomité ontvangt kopieën van alle relevante correspondentie, documenten en mededelingen met betrekking tot de activiteiten van de werkgroepen.

6.   De werkgroepen hebben de bevoegdheid om schriftelijk aanbevelingen te richten aan het SPS-Subcomité. De aanbevelingen worden bij consensus aangenomen en meegedeeld aan de voorzitter van het SPS-Subcomité, die deze aanbevelingen onder de leden verspreidt zoals bepaald in artikel 7.

7.   Dit reglement van orde is mutatis mutandis van toepassing op alle door het SPS-Subcomité opgerichte technische werkgroepen en ad-hocwerkgroepen, tenzij anders is bepaald in dit artikel. De verwijzingen naar de vergadering van het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken moeten worden begrepen als verwijzingen naar het SPS-Subcomité.


5.5.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 114/19


BESLUIT Nr. 1/2015 VAN HET SUBCOMITÉ DOUANE VAN DE EU EN GEORGIË

van 18 maart 2015

tot vaststelling van zijn reglement van orde [2015/718]

HET SUBCOMITÉ DOUANE VAN DE EU EN GEORGIË,

Gezien de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds (1), (hierna „de overeenkomst” genoemd), en met name artikel 74,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 431 van de overeenkomst worden bepaalde onderdelen van de overeenkomst voorlopig toegepast vanaf 1 september 2014.

(2)

Overeenkomstig artikel 74 van de overeenkomst houdt het Subcomité douane toezicht op de tenuitvoerlegging en het beheer van hoofdstuk 5 (Douane en handelsbevordering) van titel IV (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van de overeenkomst.

(3)

Overeenkomstig artikel 74, lid 3, onder e), van de overeenkomst dient het Subcomité douane zijn reglement van orde vast te stellen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het reglement van orde van het Subcomité douane, als vastgesteld in de bijlage, wordt hierbij goedgekeurd.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Tbilisi, 18 maart 2015.

Voor het Subcomité douane

De voorzitter

S. URIDIA

Secretarissen

M. KHVEDELIDZE

K. MYNAR


(1)  PB L 261 van 30.8.2014, blz. 4.


BIJLAGE

REGLEMENT VAN ORDE VAN HET SUBCOMITÉ DOUANE VAN DE EU EN GEORGIË

Artikel 1

Algemene bepalingen

1.   Het bij artikel 74, lid 1, van de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds, („de overeenkomst”) ingestelde Subcomité douane voert zijn taken uit overeenkomstig artikel 74, leden 2 en 3, van de overeenkomst.

2.   Het Subcomité douane bestaat uit vertegenwoordigers van de Europese Commissie en van Georgië die verantwoordelijk zijn voor douane- en douanegerelateerde aangelegenheden.

3.   Een vertegenwoordiger van de Europese Commissie of van Georgië met verantwoordelijkheid voor douane- en douanegerelateerde aangelegenheden fungeert als voorzitter, overeenkomstig artikel 2.

4.   De partijen bij dit reglement van orde zijn de partijen die zijn gedefinieerd in artikel 428 van de overeenkomst.

Artikel 2

Voorzitterschap

Het voorzitterschap van het subcomité douane wordt bij toerbeurt voor een periode van twaalf maanden bekleed door de partijen. De eerste periode vangt aan op de datum van de eerste Associatieraad en loopt af op 31 december van hetzelfde jaar.

Artikel 3

Vergaderingen

1.   Voor zover de partijen niet anderszins overeenkomen, vergadert het Subcomité douane eenmaal per jaar of op verzoek van een van de partijen.

2.   Elke vergadering van het Subcomité douane wordt door de voorzitter bijeengeroepen op een door de partijen overeengekomen plaats en datum. De convocatie wordt uiterlijk 28 kalenderdagen voor de vergadering door de voorzitter van het Subcomité douane aan de leden toegezonden, tenzij de partijen anders overeenkomen.

3.   De vergaderingen van het Subcomité douane kunnen via daartoe overeengekomen technologische middelen plaatsvinden, zoals video- of audioconferentie.

4.   Tussen twee vergaderingen door kan het Subcomité douane aangelegenheden ook schriftelijk behandelen.

Artikel 4

Delegaties

Vóór elke vergadering worden de partijen via het secretariaat in kennis gesteld van de voorgenomen samenstelling van de delegaties die de vergadering bijwonen.

Artikel 5

Secretariaat

1.   Een ambtenaar van de Europese Commissie en een ambtenaar van Georgië met verantwoordelijkheid voor douane- en douanegerelateerde aangelegenheden treden gezamenlijk op als secretarissen van het Subcomité douane en voeren gezamenlijk de secretariaatstaken uit in een geest van wederzijds vertrouwen en samenwerking.

2.   Het secretariaat van het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken wordt op de hoogte gesteld van alle besluiten, adviezen, aanbevelingen, verslagen of andere handelingen waartoe het Subcomité douane besluit.

Artikel 6

Correspondentie

1.   De aan het Subcomité douane gerichte correspondentie wordt doorgestuurd aan de secretaris van een van de partijen, die op zijn beurt de andere secretaris op de hoogte stelt.

2.   Het secretariaat van het Subcomité douane ziet erop toe dat de correspondentie die aan het Subcomité douane is gericht, aan de voorzitter van het Subcomité wordt doorgestuurd, en in voorkomend geval ook aan de andere leden, als in artikel 7 bedoelde documenten.

3.   Het secretariaat stuurt mededelingen van de voorzitter namens hem aan de partijen. Dergelijke correspondentie wordt in voorkomend geval verzonden overeenkomstig artikel 7.

Artikel 7

Documenten

1.   Documenten worden verzonden door de secretarissen van het Subcomité douane.

2.   Een partij stuurt documenten naar haar secretaris. De secretaris stuurt de documenten door naar de secretaris van de andere partij.

3.   De secretaris van de Unie stuurt de documenten door naar de betrokken vertegenwoordigers van de Unie en zendt de secretaris van Georgië daarbij systematisch een kopie. De secretaris van de Unie zendt een exemplaar van de definitieve documenten aan de secretarissen van het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken.

4.   De secretaris van Georgië stuurt de documenten door naar de betrokken vertegenwoordigers van Georgië en zendt de secretaris van de Unie daarbij systematisch een kopie. De secretaris van Georgië zendt een exemplaar van de definitieve documenten aan de secretarissen van het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken.

Artikel 8

Vertrouwelijkheid

De vergaderingen van het Subcomité douane zijn niet openbaar, tenzij de partijen anders besluiten. Wanneer een partij aan het Subcomité douane informatie overlegt die zij als vertrouwelijk aanduidt, behandelt de andere partij die informatie als zodanig.

Artikel 9

Agenda voor de vergaderingen

1.   Het secretariaat van het Subcomité douane stelt op basis van voorstellen van de partijen voor elke vergadering een voorlopige agenda op. Op de voorlopige agenda staan de punten waarvoor het secretariaat uiterlijk 21 kalenderdagen voor de vergadering een verzoek van een partij tot plaatsing op de agenda, samen met de desbetreffende documenten, heeft ontvangen.

2.   De voorlopige agenda wordt, samen met de desbetreffende documenten, uiterlijk 15 kalenderdagen voor de vergadering verspreid overeenkomstig artikel 7.

3.   De agenda wordt bij het begin van elke vergadering door het Subcomité douane goedgekeurd. Indien de partijen zulks overeenkomen, kunnen punten die niet op de voorlopige agenda staan als agendapunt worden opgenomen.

4.   In overleg tussen de partijen kan de voorzitter van het Subcomité douane vertegenwoordigers van andere organen van de partijen of onafhankelijke deskundigen op ad-hocbasis uitnodigen om een vergadering bij te wonen om informatie te verschaffen over bepaalde onderwerpen. De partijen zorgen ervoor dat dergelijke waarnemers en deskundigen de vertrouwelijkheidsvereisten in acht nemen.

5.   In bijzondere omstandigheden kan de voorzitter van het Subcomité douane in overleg met de partijen de in de leden 1 en 2 genoemde termijnen inkorten.

Artikel 10

Notulen en operationele conclusies

1.   De secretaris van de partij die het voorzitterschap van het Subcomité douane bekleedt, stelt voor elke vergadering een ontwerp van de notulen, met inbegrip van de operationele conclusies, op.

2.   De ontwerpnotulen, met inbegrip van de operationele conclusies, worden ter goedkeuring aan het Subcomité douane voorgelegd. Zij worden binnen 28 kalenderdagen na iedere vergadering van het Subcomité douane goedgekeurd. Aan elk van de in artikel 7 bedoelde geadresseerden wordt een exemplaar gezonden.

Artikel 11

Besluiten en aanbevelingen

1.   Het Subcomité douane heeft de bevoegdheid om praktische regelingen, maatregelen, besluiten en aanbevelingen als bedoeld in artikel 74 van de overeenkomst goed te keuren. Deze praktische regelingen, maatregelen, besluiten en aanbevelingen worden door de partijen bij consensus goedgekeurd nadat zij hun respectieve interne procedures voor goedkeuring hebben afgewikkeld. De besluiten zijn bindend voor de partijen, die de nodige maatregelen treffen voor de uitvoering ervan.

2.   Alle besluiten en aanbevelingen worden ondertekend door de voorzitter van het Subcomité douane en gewaarmerkt door de secretarissen van het Subcomité douane. Onverminderd lid 3 ondertekent de voorzitter deze documenten tijdens de vergadering waarin het desbetreffende besluit of de desbetreffende aanbeveling wordt goedgekeurd.

3.   Het Subcomité douane kan besluiten nemen of aanbevelingen doen via een schriftelijke procedure, na voltooiing van de respectieve interne procedures, indien de partijen dat overeenkomen. Een schriftelijke procedure bestaat uit een uitwisseling van nota's tussen de secretarissen, die in overleg met de partijen handelen. In dat geval wordt de tekst van het voorstel overeenkomstig artikel 7 schriftelijk meegedeeld, waarbij een termijn van niet minder dan 21 kalenderdagen wordt gesteld waarbinnen voorbehouden of gewenste amendementen ter kennis kunnen worden gebracht. In bijzondere omstandigheden kan de voorzitter in overleg met de partijen de in dit lid genoemde termijnen inkorten. Zodra overeenstemming is bereikt over de tekst, wordt het besluit of de aanbeveling ondertekend door de voorzitter en gewaarmerkt door de secretarissen.

4.   De handelingen van het Subcomité douane worden voorzien van het opschrift „Besluit” dan wel „Aanbeveling”. Een besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt goedgekeurd, tenzij in het besluit zelf anders is bepaald.

5.   De besluiten en aanbevelingen worden aan de partijen gezonden.

6.   Elke partij kan besluiten de besluiten en aanbevelingen van het Subcomité douane in haar publicatieblad of staatsblad bekend te maken.

Artikel 12

Verslagen

Het Subcomité douane brengt verslag uit aan het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken tijdens elke periodieke vergadering van dat comité.

Artikel 13

Talen

1.   De werktalen van het Subcomité douane zijn het Engels en het Georgisch.

2.   Tenzij anders besloten wordt, beraadslaagt het Subcomité douane op basis van in deze talen opgestelde documenten.

Artikel 14

Kosten

1.   Elke partij draagt haar eigen personeels-, reis- en verblijfskosten en haar eigen kosten voor post en telecommunicatie in verband met deelname aan vergaderingen van het Subcomité douane.

2.   Uitgaven in verband met de organisatie van vergaderingen en de reproductie van documenten komen ten laste van de partij die als gastheer voor de vergadering optreedt.

3.   De kosten voor de vertolking tijdens de vergaderingen en voor de vertaling van de documenten in of uit het Engels en het Georgisch, zoals vermeld in artikel 13, lid 1, komen ten laste van de partij die de vergadering organiseert.

Kosten voor vertolking en vertaling in of uit andere talen komen rechtstreeks ten laste van de verzoekende partij.

Artikel 15

Wijziging van het reglement van orde

Dit reglement van orde kan worden gewijzigd bij besluit van het Subcomité douane overeenkomstig artikel 74, lid 3, onder e), van de overeenkomst.


Rectificaties

5.5.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 114/24


Rectificatie van Richtlijn 2014/23/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van concessieovereenkomsten

( Publicatieblad van de Europese Unie L 94 van 28 maart 2014 )

Bladzijde 33, artikel 31, lid 5, derde alinea, onder a):

in plaats van:

„a)

indien de betrokken aanvrager overeenkomstig artikel 38, leden 5 tot en met 9, kan of moet worden uitgesloten, of niet voldoet aan de uit hoofde van artikel 38, lid 1, door de aanbestedende dienst of aanbestedende instantie bepaalde selectiecriteria;”

te lezen:

„a)

indien de betrokken aanvrager overeenkomstig artikel 38, leden 4 tot en met 9, kan of moet worden uitgesloten, of niet voldoet aan de uit hoofde van artikel 38, lid 1, door de aanbestedende dienst of aanbestedende instantie bepaalde selectiecriteria;”

Bladzijde 33, artikel 33, lid 1, eerste alinea:

in plaats van:

„1.   Concessieaankondigingen, aankondigingen van de gunning van een concessie en de in artikel 43, lid 1, tweede alinea, bedoelde aankondiging bevatten de in de bijlagen V, VII en VIII bedoelde informatie in de vorm van standaardformulieren, met inbegrip van standaardformulieren voor corrigenda.”

te lezen:

„1.   Concessieaankondigingen, aankondigingen van de gunning van een concessie en de in artikel 43, lid 1, tweede alinea, bedoelde aankondiging bevatten de in de bijlagen V, VI, VII, VIII en IX bedoelde informatie in de vorm van standaardformulieren, met inbegrip van standaardformulieren voor corrigenda.”

Bladzijde 53, bijlage II, inleidende formule van de tweede alinea van lid 1:

in plaats van:

„De toevoer van gas of warmte aan vaste netten bestemd voor openbaredienstverlening door een aanbestedende instantie als bedoeld in artikel 7, lid 1, onder b) en c), wordt niet als een in de eerste alinea bedoelde activiteit beschouwd, wanneer alle volgende voorwaarden zijn vervuld:”

te lezen:

„De toevoer van gas of warmte aan vaste netten bestemd voor openbaredienstverlening door een aanbestedende instantie als bedoeld in artikel 7, lid 1, onder b) en c), wordt niet als een in de eerste alinea bedoelde activiteit beschouwd, wanneer alle volgende voorwaarden zijn vervuld:”

Bladzijde 53, bijlage II, inleidende formule van de derde alinea van lid 2:

in plaats van:

„De toevoer van elektriciteit aan netten bestemd voor openbaredienstverlening door een aanbestedende instantie als bedoeld in artikel 4, lid 1, onder b) en c), wordt niet als een in de eerste alinea bedoelde activiteit beschouwd, wanneer alle volgende voorwaarden zijn vervuld:”

te lezen:

„De toevoer van elektriciteit aan netten bestemd voor openbaredienstverlening door een aanbestedende instantie als bedoeld in artikel 4, lid 1, onder b) en c), wordt niet als een in de eerste alinea van dit lid bedoelde activiteit beschouwd, wanneer alle volgende voorwaarden zijn vervuld:”


5.5.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 114/25


Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 van de Commissie van 6 augustus 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft betaalorganen en andere instanties, financieel beheer, goedkeuring van de rekeningen, voorschriften inzake controles, zekerheden en transparantie

( Publicatieblad van de Europese Unie L 255 van 28 augustus 2014 )

Bladzijde 86, artikel 34, lid 6:

in plaats van:

„lid 3, tweede alinea”,

te lezen:

„lid 3, derde alinea”.

Bladzijde 89, artikel 40, lid 1:

in plaats van:

„artikel 34, lid 3, tweede alinea”,

te lezen:

„artikel 34, lid 3, derde alinea”.