ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 107

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

58e jaargang
25 april 2015


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) 2015/647 van de Commissie van 24 april 2015 houdende wijziging en rectificatie van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat het gebruik van bepaalde levensmiddelenadditieven betreft ( 1 )

1

 

*

Verordening (EU) 2015/648 van de Commissie van 24 april 2015 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat de schrapping van de aromastof N-ethyl-(2E,6Z)-nonadieenamide uit de EU-lijst betreft ( 1 )

15

 

*

Verordening (EU) 2015/649 van de Commissie van 24 april 2015 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad en van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 231/2012 van de Commissie wat het gebruik van L-leucine als draagstof voor tafelzoetstoffen in tabletvorm betreft ( 1 )

17

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/650 van de Commissie van 24 april 2015 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

21

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/651 van de Commissie van 24 april 2015 inzake de afgifte van invoercertificaten voor rijst in het kader van de tariefcontingenten die voor de deelperiode april 2015 zijn geopend bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011

23

 

 

RICHTLIJNEN

 

*

Richtlijn (EU) 2015/652 van de Raad van 20 april 2015 tot vaststelling van berekeningsmethoden en rapportageverplichtingen overeenkomstig Richtlijn 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof

26

 

*

Richtlijn (EU) 2015/653 van de Commissie van 24 april 2015 tot wijziging van Richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het rijbewijs ( 1 )

68

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (EU) 2015/654 van de Raad van 21 april 2015 houdende benoeming van de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie voor de periode van 1 juli 2015 tot en met 30 juni 2020

74

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/655 van de Commissie van 23 april 2015 krachtens artikel 3, lid 3, van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende een op polydimethylsiloxaan gebaseerde formulering die in de handel wordt gebracht ter bestrijding van muggen ( 1 )

75

 

*

Besluit (EU) 2015/656 van de Europese Centrale Bank van 4 februari 2015 betreffende de voorwaarden krachtens welke kredietinstellingen overeenkomstig artikel 26, lid 2, van Verordening (EU) nr. 575/2013 tussentijdse of eindejaarsresultaten mogen opnemen in het tier 1-kernkapitaal (ECB/2015/4)

76

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

25.4.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 107/1


VERORDENING (EU) 2015/647 VAN DE COMMISSIE

van 24 april 2015

houdende wijziging en rectificatie van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat het gebruik van bepaalde levensmiddelenadditieven betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (1), en met name artikel 10, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 is een EU-lijst vastgesteld van voor gebruik in levensmiddelen goedgekeurde levensmiddelenadditieven en van de gebruiksvoorwaarden daarvoor.

(2)

In bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 is een EU-lijst vastgesteld van voor gebruik in levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen, levensmiddelenaroma's en voedingsstoffen goedgekeurde levensmiddelenadditieven, en van de gebruiksvoorwaarden daarvoor.

(3)

Die lijsten kunnen volgens de uniforme procedure van artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1331/2008 van het Europees Parlement en de Raad (2) hetzij op initiatief van de Commissie, hetzij ingevolge een aanvraag worden bijgewerkt.

(4)

De EU-lijst van levensmiddelenadditieven is opgesteld op basis van levensmiddelenadditieven waarvan het gebruik in levensmiddelen is toegestaan overeenkomstig de Richtlijnen 94/35/EG (3), 94/36/EG (4) en 95/2/EG (5) van het Europees Parlement en de Raad en na een beoordeling van de overeenstemming ervan met de artikelen 6, 7 en 8 van Verordening (EG) nr. 1333/2008. De EU-lijst rangschikt levensmiddelenadditieven aan de hand van de categorieën levensmiddelen waaraan die additieven mogen worden toegevoegd.

(5)

Wegens moeilijkheden bij het onderbrengen van levensmiddelenadditieven in het nieuwe, in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 vastgestelde categorisatiesysteem, zijn bepaalde fouten achterhaald die moeten worden gerectificeerd; andere bepalingen moeten verder worden verduidelijkt.

(6)

In bijlage II zijn de verschillende vormen waaronder een levensmiddelenadditief kan worden gebruikt, niet opgenomen; sorbitol (E 420) bestaat bijvoorbeeld in de vorm van sorbitol (E 420 (i)) of sorbitolsiroop (E 420 (ii)); natriumcitraten (E 331) bestaan in de vorm van mononatriumcitraat (E 331 (i)), dinatriumcitraat (E 331 (ii)) en trinatriumcitraat (E 331 (iii)). In Verordening (EU) nr. 231/2012 van de Commissie (6) staan die vormen precies omschreven. Er dient te worden verduidelijkt dat die verschillende vormen van de goedgekeurde levensmiddelenadditieven kunnen worden gebruikt.

(7)

Canthaxanthine (E 161 g) mag niet rechtstreeks aan de consument worden verkocht. Daarom dient bijlage II, deel A, afdeling 2, punt 5, van Verordening (EG) nr. 1333/2008 te worden gewijzigd.

(8)

Konjac (E 425) mag niet worden gebruikt voor de productie van gedehydrateerde levensmiddelen waarvan het de bedoeling is dat ze gerehydrateerd zijn bij inname. Daarom dient in bijlage II, deel C, afdeling 1, groep I, bij de gegevens betreffende E 425 voetnoot 2 te worden opgenomen.

(9)

In de levensmiddelencategorieën 01.7.2 „Gerijpte kaas” en 01.7.6 „Kaasproducten (met uitzondering van producten die onder categorie 16 vallen)” dient te worden verduidelijkt dat natamycine (E 235) alleen mag worden gebruikt voor de externe behandeling van ongesneden kaas en ongesneden kaasproducten.

(10)

Een consistente aanpak moet worden gevolgd ten aanzien van de formulering van de voetnoten die verwijzen naar de maximale grenswaarden voor aluminium uit aluminiumlakken opgelegd door Verordening (EU) nr. 380/2012 van de Commissie (7). De zin „Andere aluminiumlakken mogen niet worden gebruikt” moet worden opgenomen in alle voetnoten die verwijzen naar bepaalde levensmiddelenadditieven in de categorieën: 01.7.3 „Eetbare kaaskorsten”, 01.7.5 „Smeltkaas”, 04.2.5.2 „Jam of confituur, gelei en marmelade alsmede kastanjepasta, als omschreven in Richtlijn 2001/113/EG”, 08.2 „Vleesbereidingen als omschreven in Verordening (EG) nr. 853/2004”, 08.3.1 „Niet-warmtebehandelde vleesproducten”, 08.3.2 „Warmtebehandelde vleesproducten”, 08.3.3 „Darmen, afdeklagen en versieringen voor vlees” en 09.3 „Viskuit”.

(11)

In categorie 02.1 „Vrijwel watervrije oliën en vetten (met uitzondering van watervrij melkvet)” mogen bepaalde additieven niet in oliën van eerste persing en olijfolie worden gebruikt.

(12)

In 04.2.3 „Groente- en fruitconserven in blik of in glas” dient het gebruik van zwaveldioxide en sulfieten (E 220 — 228) in verwerkte paddenstoelen te worden toegestaan.

(13)

In levensmiddelencategorie 05.2 „Ander snoepgoed, inclusief microproducten ter verfrissing van de adem” en in levensmiddelencategorie 05.4 „Versieringen, afdeklagen en vullingen, met uitzondering van onder categorie 4.2.4 vallende vullingen op basis van fruit” moet het maximumgehalte voor neotaam (E 961) gebruikt als smaakversterker in snoepgoed op basis van zetmeel worden vastgesteld op 3 mg/kg.

(14)

In levensmiddelencategorie 05.4 „Versieringen, afdeklagen en vullingen, met uitzondering van onder categorie 4.2.4 vallende vullingen op basis van fruit” dient het gebruik van cyclaamzuur en natrium- en calciumcyclamaat (E 952) in spuitbussen met gearomatiseerde room te worden toegestaan.

(15)

In levensmiddelencategorie 06.4.4 „Gnocchi van aardappelen” moet het gebruik van additieven in verse, gekoelde gnocchi van aardappelen worden beperkt tot een beperkt aantal additieven behorende tot groep I.

(16)

In levensmiddelencategorie 07.2 „Banketbakkerswaren” dient het gebruik van zwaveldioxide en sulfieten (E 220 — 228) te worden verduidelijkt.

(17)

In levensmiddelencategorie 08.2 „Vleesbereidingen als omschreven in Verordening (EG) nr. 853/2004” moet de vermelding kaliumacetaat (E 261) worden veranderd in kaliumacetaten.

(18)

In levensmiddelencategorie 08.3.1 „Niet-warmtebehandelde vleesproducten” moet de dubbele vermelding van erythorbinezuur (E 315) en natriumerythorbaat (E 316) worden verwijderd.

(19)

In de levensmiddelencategorieën 08.2 „Vleesbereidingen als omschreven in Verordening (EG) nr. 853/2004”, 08.3.1 „Niet-warmtebehandelde vleesproducten”, 08.3.2 „Warmtebehandelde vleesproducten” en 08.3.4 „Traditioneel vervaardigde gezouten vleesproducten waarvoor specifieke bepalingen inzake nitrieten en nitraten gelden” moet de formulering van de maximumgehalten voor nitrieten (E 249 — 250) en/of nitraten (E 251 — 252) worden verduidelijkt.

(20)

In levensmiddelencategorie 08.3.2 „Warmtebehandelde vleesproducten” moet het gebruik van gallaten, TBHQ en BHA (E 310 — 320) worden toegestaan in gedehydrateerd vlees.

(21)

In levensmiddelencategorie 08.3.3 „Darmen, afdeklagen en versieringen voor vlees” moet het nummer van voetnoot (80) worden veranderd in (89).

(22)

In levensmiddelencategorie 08.3.4.2 „Traditioneel vervaardigde drooggezouten producten” moet het maximumgehalte voor nitrieten (E 249 — 250) ook worden ingevoerd voor jamón curado, paleta curada, lomo embuchado en cecina en soortgelijke producten.

(23)

In de levensmiddelencategorieën 09.1.2 „Onverwerkte schaal- en weekdieren” en 09.2 „Verwerkte vis en visserijproducten, inclusief schaal- en weekdieren” moet worden verduidelijkt dat de eenheden die de maximale grenswaarden voor zwaveldioxide en sulfieten (E 220 — 228) bepalen, per kilogram zijn uitgedrukt en moet de voetnoot met betrekking tot 4-hexylresorcinol (E 586) worden verduidelijkt en gerectificeerd.

(24)

In levensmiddelencategorie 09.2 „Verwerkte vis en visserijproducten, inclusief schaal- en weekdieren” dient het gebruik van titaandioxide (E 171) en ijzeroxiden en ijzerhydroxiden (E 172) tot gerookte vis te worden beperkt.

(25)

In levensmiddelencategorie 09.2 „Verwerkte vis en visserijproducten, inclusief schaal- en weekdieren” moet worden verduidelijkt dat het maximumgehalte voor sorbinezuur — sorbaten en benzoëzuur — benzoaten (E 200 — 213) van toepassing is op de individuele additieven of de som van de combinatie ervan en dat de gehalten worden uitgedrukt als vrij zuur.

(26)

In categorie 10.2 „Verwerkte eieren en eiproducten” moet het maximumgehalte voor triëthylcitraat (E 1505) enkel van toepassing zijn op gedroogd eiwit.

(27)

In de levensmiddelencategorieën 14.2.7.1 „Gearomatiseerde wijnen” en 14.2.7.2 „Gearomatiseerde dranken op basis van wijn” moet het gebruik van kleurstoffen die bij groep II en groep III horen, worden gerectificeerd overeenkomstig het gebruik van kleurstoffen toegestaan volgens Richtlijn 94/36/EG.

(28)

In levensmiddelencategorie 17.1 „Voedingssupplementen in vaste vorm, waaronder capsules, tabletten en soortgelijke vormen, met uitzondering van kauwtabletten” moet het nummer van voetnoot (79) worden gewijzigd en opgenomen in de gegevens betreffende het levensmiddelenadditief dimethylpolysiloxaan (E 900).

(29)

In bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 moeten in deel 4 „Levensmiddelenadditieven, met inbegrip van draagstoffen, in levensmiddelenaroma's” de maximale grenswaarden voor octenylbarnsteenzuurgemodificeerde Arabische gom (E 423) van toepassing zijn op het eindproduct. In deel 6 „Definiëring van groepen levensmiddelenadditieven voor de toepassing van de delen 1 tot en met 5”, moet in tabel 7 „Alginezuur — Alginaten” calciumalginaat (E 404) worden vermeld.

(30)

Overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1331/2008 moet de Commissie het advies van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) inwinnen met het oog op het bijwerken van de EU-lijst van levensmiddelenadditieven in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008, tenzij die bijwerking waarschijnlijk geen gevolgen zal hebben voor de gezondheid van de mens. Aangezien de EU-lijst wordt gewijzigd teneinde gebruiken van additieven op te nemen die al zijn toegestaan overeenkomstig Richtlijn 94/35/EG, Richtlijn 94/36/EG en Richtlijn 95/2/EG, gaat het om een bijwerking van de lijst die geen gevolgen kan hebben voor de gezondheid van de mens. Daarom hoeft het advies van de EFSA niet te worden ingewonnen.

(31)

De bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd en gerectificeerd.

(32)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.

Artikel 2

Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 april 2015.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16.

(2)  Verordening (EG) nr. 1331/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma's (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 1).

(3)  Richtlijn 94/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 1994 inzake zoetstoffen die in levensmiddelen mogen worden gebruikt (PB L 237 van 10.9.1994, blz. 3).

(4)  Richtlijn 94/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 1994 inzake kleurstoffen die in levensmiddelen mogen worden gebruikt (PB L 237 van 10.9.1994, blz. 13).

(5)  Richtlijn 95/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 1995 betreffende levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen (PB L 61 van 18.3.1995, blz. 1).

(6)  Verordening (EU) nr. 231/2012 van de Commissie van 9 maart 2012 tot vaststelling van de specificaties van de in de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad opgenomen levensmiddelenadditieven (PB L 83 van 22.3.2012, blz. 1).

(7)  Verordening (EU) nr. 380/2012 van de Commissie van 3 mei 2012 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de gebruiksvoorwaarden en gebruiksniveaus voor aluminium bevattende levensmiddelenadditieven (PB L 119 van 4.5.2012, blz. 14).


BIJLAGE I

Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 wordt als volgt gewijzigd:

I.

Deel A wordt als volgt gewijzigd:

1)

In afdeling 1 wordt het eerste streepje vervangen door:

„—

de naam van het levensmiddelenadditief en het E-nummer; meer specifiek E-nummers en benamingen die in Verordening (EU) nr. 231/2012 van de Commissie (*) zijn opgenomen, mogen als alternatief worden gebruikt, met uitzondering van synoniemen, zo de genoemde levensmiddelenadditieven zijn toegevoegd aan een bepaald levensmiddel;

(*)  Verordening (EU) nr. 231/2012 van de Commissie van 9 maart 2012 tot vaststelling van de specificaties van de in de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad opgenomen levensmiddelenadditieven (PB L 83 van 22.3.2012, blz. 1).”"

2)

In afdeling 2 wordt punt 1 vervangen door:

„1.

Alleen de in deel B opgenomen stoffen, als bedoeld in Verordening (EU) nr. 231/2012, mogen als additieven in levensmiddelen worden gebruikt, tenzij meer specifiek voorzien in deel E.”

3)

In afdeling 2 wordt punt 5 vervangen door:

„5.

De kleurstoffen E 123, E 127, E 160b, E 161 g, E 173 en E 180 en combinaties daarvan mogen niet rechtstreeks aan de consument worden verkocht.”

II.

In deel C, afdeling 1 — groep I worden de gegevens betreffende E 425 vervangen door:

„E 425

Konjac

i)

Konjacgom

ii)

Konjacglucomannaan

10 g/kg, afzonderlijk of in combinatie (1) (2) (3)”

III.

Deel E wordt als volgt gewijzigd:

1)

In categorie 01.7.2 „Gerijpte kaas” worden de gegevens betreffende E 235 als volgt gewijzigd:

a)

de gegevens betreffende E 235 worden vervangen door:

 

„E 235

Natamycine

1 mg/dm2 oppervlakte (niet aanwezig op een diepte van 5 mm)

 

alleen externe behandeling van ongesneden harde, halfharde en halfzachte kaas”

b)

voetnoot 8 wordt geschrapt.

2)

In categorie 01.7.3 „Eetbare kaaskorsten” wordt voetnoot 67 vervangen door:

„(67)

Maximum voor aluminium uit aluminiumlakken van E 120 cochenille, karmijnzuur, karmijn, en E 180 litholrubine BK: 10 mg/kg. Andere aluminiumlakken mogen niet worden gebruikt. Voor de toepassing van artikel 22, lid 1, onder g), van deze verordening is dit maximum met ingang van 1 februari 2013 van toepassing.”

3)

In categorie 01.7.5 „Smeltkaas” wordt voetnoot 66 vervangen door:

„(66)

Maximum voor aluminium uit aluminiumlakken van E 120 cochenille, karmijnzuur, karmijn: 1,5 mg/kg. Andere aluminiumlakken mogen niet worden gebruikt. Voor de toepassing van artikel 22, lid 1, onder g), van deze verordening is dit maximum met ingang van 1 februari 2013 van toepassing.”

4)

In categorie 01.7.6 „Kaasproducten (met uitzondering van producten die onder categorie 16 vallen)” worden de gegevens betreffende E 235 vervangen door:

 

„E 235

Natamycine

1 mg/dm2 oppervlakte (niet aanwezig op een diepte van 5 mm)

 

alleen externe behandeling van ongesneden harde, halfharde en halfzachte producten”

5)

Categorie 02.1 „Vrijwel watervrije oliën en vetten (met uitzondering van watervrij melkvet)” wordt als volgt gewijzigd:

a)

de gegevens betreffende E 270 worden vervangen door:

 

„E 270

Melkzuur

quantum satis

 

alleen voor producten die bestemd zijn voor bakken en/of braden of voor de bereiding van jus, met uitzondering van oliën van eerste persing en olijfoliën”

b)

de gegevens betreffende E 300 worden vervangen door:

 

„E 300

Ascorbinezuur

quantum satis

 

alleen voor producten die bestemd zijn voor bakken en/of braden of voor de bereiding van jus, met uitzondering van oliën van eerste persing en olijfoliën”

c)

de gegevens betreffende E 472c worden vervangen door:

 

„E 472c

Mono- en diglyceriden van vetzuren, veresterd met citroenzuur

quantum satis

 

alleen voor producten die bestemd zijn voor bakken en/of braden of voor de bereiding van jus, met uitzondering van oliën van eerste persing en olijfoliën”

6)

In categorie 04.2.3 „Groente- en fruitconserven in blik of in glas” wordt de eerste vermelding betreffende E 220 — 228 vervangen door:

 

„E 220 — 228

Zwaveldioxide — Sulfieten

50

(3)

alleen witte groenten, met inbegrip van peulvruchten en verwerkte paddenstoelen”

7)

In categorie 04.2.5.2 „Jam of confituur, gelei en marmelade alsmede kastanjepasta, als omschreven in Richtlijn 2001/113/EG” wordt voetnoot 66 vervangen door:

„(66)

Maximum voor aluminium uit aluminiumlakken van E 120 cochenille, karmijnzuur, karmijn: 1,5 mg/kg. Andere aluminiumlakken mogen niet worden gebruikt. Voor de toepassing van artikel 22, lid 1, onder g), van deze verordening is dit maximum met ingang van 1 februari 2013 van toepassing.”

8)

In categorie 05.2 „Ander snoepgoed, inclusief microproducten ter verfrissing van de adem” wordt de vijfde vermelding betreffende E 961 vervangen door:

 

„E 961

Neotaam

3

 

alleen snoepgoed op basis van zetmeel, met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers, als smaakversterker”

9)

Categorie 05.4 „Versieringen, afdeklagen en vullingen, met uitzondering van onder categorie 4.2.4 vallende vullingen op basis van vruchten” wordt als volgt gewijzigd:

a)

de tweede vermelding betreffende E 961 wordt vervangen door:

 

„E 961

Neotaam

3

 

alleen snoepgoed op basis van zetmeel, met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers, als smaakversterker”

b)

de volgende nieuwe gegevens betreffende E 952 worden ingevoegd na de gegevens betreffende E 951:

 

„E 952

Cyclaamzuur en natrium- en calciumcyclamaat

250

(51)

alleen spuitbussen met gearomatiseerde room, met verlaagde energetische waarde of zonder toegevoegde suikers”

10)

Categorie 06.4.4 „Gnocchi van aardappelen” wordt als volgt gewijzigd:

a)

de gegevens betreffende groep I worden vervangen door:

 

„Groep I

Additieven

 

 

behalve verse, gekoelde gnocchi van aardappelen”

b)

de volgende nieuwe gegevens worden toegevoegd na de gegevens betreffende E 200 — 203:

 

„E 270

Melkzuur

Quantum satis

 

alleen verse, gekoelde gnocchi van aardappelen

 

E 304

Vetzuuresters van ascorbinezuur

Quantum satis

 

alleen verse, gekoelde gnocchi van aardappelen

 

E 330

Citroenzuur

Quantum satis

 

alleen verse, gekoelde gnocchi van aardappelen

 

E 334

Wijnsteenzuur (L(+)–)

Quantum satis

 

alleen verse, gekoelde gnocchi van aardappelen

 

E 471

Mono- en diglyceriden van vetzuren

Quantum satis

 

alleen verse, gekoelde gnocchi van aardappelen”

11)

Categorie 07.2 „Banketbakkerswaren” wordt als volgt gewijzigd:

a)

de gegevens betreffende E 220 — 228 worden vervangen door:

 

„E 220 — 228

Zwaveldioxide — sulfieten

50

(3)

alleen droge koekjes en biscuits”

b)

de volgende voetnoot 3 wordt ingevoegd na voetnoot 2:

„(3)

De maxima worden uitgedrukt als SO2 en hebben betrekking op de totale hoeveelheid, uit alle bronnen; een SO2-gehalte van niet meer dan 10 mg/kg of 10 mg/l wordt verwaarloosbaar geacht.”

12)

Categorie 08.2 „Vleesbereidingen als omschreven in Verordening (EG) nr. 853/2004” wordt als volgt gewijzigd:

a)

de gegevens betreffende E 249 — 250 en E 261 worden vervangen door:

 

„E 249 — 250

Nitrieten

150

(7)

alleen lomo de cerdo adobado, pincho moruno, careta de cerdo adobada, costilla de cerdo adobada, Kasseler, Bräte, Surfleisch, toorvorst, šašlõkk, ahjupraad, kiełbasa surowa biała, kiełbasa surowa metka en tatar wołowy (danie tatarskie)

 

E 261

Kaliumacetaten

quantum satis

 

alleen voorverpakte bereidingen van vers gehakt vlees en vleesbereidingen waaraan andere ingrediënten dan additieven of zout zijn toegevoegd”

b)

voetnoot 7 wordt vervangen door:

„(7)

Maximumhoeveelheid die tijdens de vervaardiging mag worden toegevoegd, uitgedrukt als NaNO2 of NaNO3.”

c)

voetnoot 7′ wordt geschrapt

d)

voetnoot 66 wordt vervangen door:

„(66)

Maximum voor aluminium uit aluminiumlakken van E 120 cochenille, karmijnzuur, karmijn: 1,5 mg/kg. Andere aluminiumlakken mogen niet worden gebruikt. Voor de toepassing van artikel 22, lid 1, onder g), van deze verordening is dit maximum met ingang van 1 februari 2013 van toepassing.”

13)

Categorie 08.3.1 „Niet-warmtebehandelde vleesproducten” wordt als volgt gewijzigd:

a)

de volgende gegevens betreffende E 315 en E 316 worden geschrapt:

 

„E 315

Erythorbinezuur

500

 

alleen gezouten vleesproducten en verduurzaamde vleesproducten

 

E 316

Natriumerythorbaat

500

 

alleen gezouten vleesproducten en verduurzaamde vleesproducten”

b)

voetnoot 7 wordt vervangen door:

„(7)

Maximumhoeveelheid die tijdens de vervaardiging mag worden toegevoegd, uitgedrukt als NaNO2 of NaNO3.”

c)

voetnoot 66 wordt vervangen door:

„(66)

Maximum voor aluminium uit aluminiumlakken van E 120 cochenille, karmijnzuur, karmijn: 1,5 mg/kg. Andere aluminiumlakken mogen niet worden gebruikt. Voor de toepassing van artikel 22, lid 1, onder g), van deze verordening is dit maximum met ingang van 1 februari 2013 van toepassing.”

14)

Categorie 08.3.2 „Warmtebehandelde vleesproducten” wordt als volgt gewijzigd:

a)

de volgende nieuwe gegevens betreffende E 310 — 320 worden ingevoegd na de gegevens betreffende E 316:

 

„E 310 — 320

Gallaten, TBHQ en BHA

200

(1) (13)

alleen gedehydrateerd vlees”

b)

voetnoot 7 wordt vervangen door:

„(7)

Maximumhoeveelheid die tijdens de vervaardiging mag worden toegevoegd, uitgedrukt als NaNO2 of NaNO3.”

c)

de volgende voetnoot 13 wordt ingevoegd na voetnoot 9:

„(13)

Maximum op basis van het vetgehalte.”

d)

voetnoot 66 wordt vervangen door:

„(66)

Maximum voor aluminium uit aluminiumlakken van E 120 cochenille, karmijnzuur, karmijn: 1,5 mg/kg. Andere aluminiumlakken mogen niet worden gebruikt. Voor de toepassing van artikel 22, lid 1, onder g), van deze verordening is dit maximum met ingang van 1 februari 2013 van toepassing.”

15)

Categorie 08.3.3 „Darmen, afdeklagen en versieringen voor vlees” wordt als volgt gewijzigd:

a)

de gegevens betreffende E 339 worden vervangen door:

 

„E 339

Natriumfosfaten

12 600

(4) (89)

alleen in natuurlijke darmen voor worsten”

b)

voetnoot 78 wordt vervangen door:

„(78)

Maximum voor aluminium uit aluminiumlakken van E 120 cochenille, karmijnzuur, karmijn: 10 mg/kg. Andere aluminiumlakken mogen niet worden gebruikt. Voor de toepassing van artikel 22, lid 1, onder g), van deze verordening is dit maximum met ingang van 1 februari 2013 van toepassing.”

c)

voetnoot 80 wordt vervangen door:

„(89)

Overdracht in het eindproduct mag niet meer bedragen dan 250 mg/kg.”

16)

Categorie 08.3.4.1 „Traditionele in een pekelbad gezouten producten (vleesproducten die in een pekeloplossing van nitrieten en/of nitraten, zout en andere bestanddelen worden gedompeld)” wordt als volgt gewijzigd:

a)

voetnoot 7 wordt vervangen door:

„(7)

Maximaal toegevoegde hoeveelheid, uitgedrukt als NaNO2 of NaNO3.”

b)

voetnoot 39 wordt vervangen door:

„(39)

Maximaal restgehalte, restgehalte aan het eind van het productieproces, uitgedrukt als NaNO2 of NaNO3.”

17)

Categorie 08.3.4.2 „Traditioneel vervaardigde drooggezouten producten (bij droogzouten wordt de buitenkant van het vlees droog ingewreven met een pekelmengsel dat nitrieten en/of nitraten, zout en andere bestanddelen bevat, gevolgd door stabilisatie/rijping)” wordt als volgt gewijzigd:

a)

de derde vermelding betreffende E 249 — 250 wordt vervangen door:

 

„E 249 — 250

Nitrieten

100

(39)

alleen presunto, presunto da pa en paio do lombo en soortgelijke producten: drooggezouten gedurende 10 à 15 dagen, gevolgd door een stabilisatieperiode van 30 à 45 dagen en een rijpingsperiode van ten minste twee maanden; jamón curado, paleta curada, lomo embuchado en cecina en soortgelijke producten: drooggezouten met een stabilisatieperiode van ten minste tien dagen en een rijpingsperiode van meer dan 45 dagen”

b)

voetnoot 39 wordt vervangen door:

„(39)

Maximaal restgehalte, restgehalte aan het eind van het productieproces, uitgedrukt als NaNO2 of NaNO3.”

18)

Categorie 08.3.4.3 „Overige traditioneel vervaardigde gezouten producten (combinatie van zouten in een pekelbad en droogzouten, of waarbij nitrieten en/of nitraten bestanddeel zijn van een samengesteld product of waarbij de pekeloplossing in het product wordt ingespoten voordat het wordt gekookt)” wordt als volgt gewijzigd:

a)

voetnoot 7 wordt vervangen door:

„(7)

Maximaal toegevoegde hoeveelheid, uitgedrukt als NaNO2 of NaNO3.”

b)

voetnoot 39 wordt vervangen door:

„(39)

Maximaal restgehalte, restgehalte aan het eind van het productieproces, uitgedrukt als NaNO2 of NaNO3.”

19)

Categorie 09.1.2 „Onverwerkte schaal- en weekdieren” wordt als volgt gewijzigd:

a)

de gegevens betreffende E 220 — 228 en E 586 worden vervangen door:

 

„E 220 — 228

Zwaveldioxide — sulfieten

150

(3) (10)

alleen verse, bevroren en diepgevroren schaaldieren en koppotigen, schaaldieren van de families Penaeidae, Solenoceridae en Aristaeidae, tot 80 eenheden per kilogram

 

E 220 — 228

Zwaveldioxide — sulfieten

200

(3) (10)

alleen schaaldieren van de families Penaeidae, Solenoceridae en Aristaeidae, tussen 80 en 120 eenheden per kilogram

 

E 220 — 228

Zwaveldioxide — sulfieten

300

(3) (10)

alleen schaaldieren van de families Penaeidae, Solenoceridae en Aristaeidae, meer dan 120 eenheden per kilogram

 

E 586

4-Hexylresorcinol

2

(90)

alleen in verse, bevroren en diepgevroren schaaldieren”

b)

voetnoot 42 wordt vervangen door:

„(90)

Als residu in het vlees.”

20)

Categorie 09.2 „Verwerkte vis en visserijproducten, inclusief schaal- en weekdieren” wordt als volgt gewijzigd:

a)

de derde vermelding betreffende E 171 wordt vervangen door:

 

„E 171

Titaandioxide

quantum satis

 

alleen gerookte vis”

b)

de tweede vermelding betreffende E 172 wordt vervangen door:

 

„E 172

IJzeroxiden en ijzerhydroxiden

quantum satis

 

alleen gerookte vis”

c)

de derde vermelding betreffende E 200 — 213 wordt vervangen door:

 

„E 200 — 213

Sorbinezuur — sorbaten; Benzoëzuur — benzoaten

6 000

(1) (2)

alleen Crangon crangon en Crangon vulgaris, gekookt”

d)

de tweede vermelding betreffende E 220 — 228 wordt vervangen door:

 

„E 220 — 228

Zwaveldioxide — sulfieten

135

(3) (10)

alleen gekookte schaaldieren van de families Penaeidae, Solenoceridae en Aristaeidae, tot 80 eenheden per kilogram”

e)

de derde vermelding betreffende E 220 — 228 wordt vervangen door:

 

„E 220 — 228

Zwaveldioxide — sulfieten

180

(3) (10)

alleen gekookte schaaldieren van de families Penaeidae, Solenoceridae en Aristaeidae, tussen 80 en 120 eenheden per kilogram”

f)

de vijfde vermelding betreffende E 220 — 228 wordt vervangen door:

 

„E 220 — 228

Zwaveldioxide — sulfieten

270

(3) (10)

alleen gekookte schaaldieren van de families Penaeidae, Solenoceridae en Aristaeidae, meer dan 120 eenheden per kilogram”

21)

In categorie 09.3 „Viskuit” wordt voetnoot 68 vervangen door:

„(68)

Maximum voor aluminium uit aluminiumlakken van E 123 amarant: 10 mg/kg. Andere aluminiumlakken mogen niet worden gebruikt. Voor de toepassing van artikel 22, lid 1, onder g), van deze verordening is dit maximum met ingang van 1 februari 2013 van toepassing.”

22)

Levensmiddelencategorie 10.2 „Verwerkte eieren en eiproducten” wordt als volgt gewijzigd:

a)

de eerste vermelding betreffende E 1505 wordt geschrapt;

b)

de tweede vermelding betreffende E 1505 wordt vervangen door:

 

„E 1505

Triëthylcitraat

quantum satis

 

alleen gedroogd eiwit”

23)

Levensmiddelencategorie 14.2.7.1 „Gearomatiseerde wijnen” wordt als volgt gewijzigd:

a)

de volgende gegevens betreffende groep II, groep III en de levensmiddelenadditieven E 104, E 110, E 124 en E 160d worden geschrapt:

 

„Groep II

Kleurstoffen in quantum satis-hoeveelheid

 

 

behalve americano, bitter vino

 

Groep +III

Kleurstoffen met een gecombineerd maximum

200

 

behalve americano, bitter vino

 

E 104

Chinolinegeel

50

(61)

behalve americano, bitter vino

 

E 110

Zonnegeel FCF/oranjegeel S

50

(61)

behalve americano, bitter vino

 

E 124

Ponceau 4R, cochenillerood A

50

(61)

behalve americano, bitter vino

 

E 160d

Lycopeen

10

 

 

b)

de volgende gegevens betreffende E 163 wordt ingevoegd na E 160d:

 

„E 163

Anthocyanen

quantum satis

 

alleen americano

24)

Levensmiddelencategorie 14.2.7.2 „Gearomatiseerde dranken op basis van wijn” wordt als volgt gewijzigd:

a)

de gegevens betreffende groepen II en III en betreffende E 160d worden geschrapt;

b)

de gegevens betreffende E 104 worden vervangen door:

 

„E 104

Chinolinegeel

50

(61)

alleen bitter soda

c)

de gegevens betreffende E 110 worden vervangen door:

 

„E 110

Zonnegeel FCF/oranjegeel S

50

(61)

alleen bitter soda

d)

de gegevens betreffende E 124 worden vervangen door:

 

„E 124

Ponceau 4R, cochenillerood A

50

(61)

alleen bitter soda

e)

de gegevens betreffende E 150a-d worden vervangen door:

 

„E 150a-d

Karamels

quantum satis

 

behalve sangria, claria, zurra

25)

Categorie 17.1 „Voedingssupplementen in vaste vorm, waaronder capsules, tabletten en soortgelijke vormen, met uitzondering van kauwtabletten” wordt als volgt gewijzigd:

a)

de gegevens betreffende E 900 worden vervangen door:

 

„E 900

Dimethylpolysiloxaan

10

(91)

alleen voedingssupplementen in de vorm van bruistabletten”

b)

voetnoot 79 wordt vervangen door:

„(91)

Het maximumgehalte geldt voor het opgeloste voedingssupplement, klaar voor consumptie, wanneer verdund met 200 ml water.”



BIJLAGE II

Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In deel 4 „Levensmiddelenadditieven, met inbegrip van draagstoffen, in levensmiddelenaroma's” worden de gegevens betreffende E 423 „octenylbarnsteenzuurgemodificeerde Arabische gom” vervangen door:

„E 423

Octenylbarnsteenzuurgemodificeerde Arabische gom

Aromatische olie-emulsies gebruikt in de categorieën 03: Consumptie-ijs; 07.2: Banketbakkerswaren; 08.3: Vleesproducten, alleen verwerkt pluimveevlees; 09.2: Verwerkte vis en visserijproducten, inclusief schaal- en weekdieren, en 16: Desserts, met uitzondering van producten die onder de categorieën 1, 3 en 4 vallen.

500 mg/kg in het uiteindelijke levensmiddel

Aromatische olie-emulsies gebruikt in de categorieën 14.1.4: Gearomatiseerde dranken, alleen gearomatiseerde dranken die geen vruchtensappen bevatten en koolzuurhoudende gearomatiseerde dranken die vruchtensappen bevatten, en 14.2: Alcoholhoudende dranken, inclusief hun alcoholvrije en alcoholarme pendanten.

220 mg/kg in het uiteindelijke levensmiddel

Aromatische olie-emulsies gebruikt in de categorieën 05.1: Cacao- en chocoladeproducten als omschreven in Richtlijn 2000/36/EG; 05.2: Ander snoepgoed, inclusief microproducten ter verfrissing van de adem; 05.4: Versieringen, afdeklagen en vullingen, met uitzondering van onder categorie 4.2.4 vallende vullingen op basis van fruit; 06.3: Ontbijtgranen.

300 mg/kg in het uiteindelijke levensmiddel

Aromatische olie-emulsies gebruikt in categorie 01.7.5: Smeltkaas.

120 mg/kg in het uiteindelijke levensmiddel

Aromatische olie-emulsies gebruikt in categorie 05.3: Kauwgom.

60 mg/kg in het uiteindelijke levensmiddel

Aromatische olie-emulsies gebruikt in de categorieën 01.8: Zuivelanalogen, inclusief koffiewitmakers; 04.2.5: Jam of confituur, gelei en marmelade en soortgelijke producten; 04.2.5.4: Notenboter en notenpasta; 08.3: Vleesproducten; 12.5: Soepen en bouillons; 14.1.5.2: Overige, alleen oploskoffie en thee en in kant-en-klaargerechten op basis van granen.

240 mg/kg in het uiteindelijke levensmiddel

Aromatische olie-emulsies gebruikt in categorie 10.2: Verwerkte eieren en eiproducten.

140 mg/kg in het uiteindelijke levensmiddel

Aromatische olie-emulsies gebruikt in de categorieën 14.1.4: Gearomatiseerde dranken, alleen niet-koolzuurhoudende gearomatiseerde dranken die vruchtensappen bevatten; 14.1.2: Vruchtensappen als omschreven in Richtlijn 2001/112/EG en groentesappen, alleen groentesappen, en 12.6: Sauzen, alleen jus en zoete sauzen.

400 mg/kg in het uiteindelijke levensmiddel

Aromatische olie-emulsies gebruikt in categorie 15: Kant-en-klare hapjes en snacks.

440 mg/kg in het uiteindelijke levensmiddel”

2)

In deel 6, tabel 7 „Alginezuur — alginaten” wordt een nieuw punt E 404 ingevoegd na de gegevens betreffende E 403:

„E 404

Calciumalginaat”


25.4.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 107/15


VERORDENING (EU) 2015/648 VAN DE COMMISSIE

van 24 april 2015

tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat de schrapping van de aromastof N-ethyl-(2E,6Z)-nonadieenamide uit de EU-lijst betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake aroma's en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in en op levensmiddelen en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad, Verordening (EG) nr. 2232/96 en Verordening (EG) nr. 110/2008 en Richtlijn 2000/13/EG (1), en met name artikel 11, lid 3, en artikel 25, lid 3,

Gezien Verordening (EG) nr. 1331/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma's (2), en met name artikel 7, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1334/2008 is een EU-lijst vastgesteld van voor gebruik in en op levensmiddelen goedgekeurde aroma's en uitgangsmaterialen, en de gebruiksvoorwaarden ervoor.

(2)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 872/2012 van de Commissie (3) is de lijst van aromastoffen vastgesteld en in deel A van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1334/2008 opgenomen.

(3)

Die lijst kan op initiatief van de Commissie of ingevolge een aanvraag van een lidstaat of belanghebbende partij worden bijgewerkt volgens de uniforme procedure van artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1331/2008.

(4)

De EU-lijst van aroma's en uitgangsmaterialen bevat een aantal stoffen waarvoor de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid de beoordeling nog niet heeft afgerond of om aanvullende wetenschappelijke gegevens heeft gevraagd om de beoordeling te kunnen afronden. Voor één van die stoffen, namelijk N-ethyl-(2E,6Z)-nonadieenamide, hebben de personen die verantwoordelijk zijn voor het in de handel brengen van de aromastof, hun aanvraag ingetrokken. Die aromastof moet dus uit de lijst worden geschrapt.

(5)

Deel A van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1334/2008 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

In artikel 1 van Verordening (EU) nr. 873/2012 van de Commissie (4) zijn overgangsmaatregelen vastgesteld voor levensmiddelen die aromastoffen bevatten en die vóór 22 oktober 2014 rechtmatig in de handel zijn gebracht of zijn geëtiketteerd. Deze overgangsmaatregelen zijn wellicht niet voldoende voor levensmiddelen met aromastoffen die na 22 oktober 2014 uit de EU-lijst worden geschrapt. Daarom moet in een aanvullende overgangsperiode worden voorzien voor levensmiddelen die N-ethyl-(2E,6Z)-nonadieenamide bevatten, om exploitanten van levensmiddelenbedrijven in staat te stellen zich aan te passen aan de voorschriften van deze verordening.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Deel A van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1334/2008 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Levensmiddelen die de aromastof N-ethyl-(2E,6Z)-nonadieenamide (FL-nr. 16.094) bevatten en die uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening rechtmatig in de handel zijn gebracht of zijn geëtiketteerd, maar die niet aan deel A van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1334/2008 voldoen, mogen in de handel worden gebracht tot de datum van minimale houdbaarheid of de uiterste consumptiedatum.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 april 2015.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 354 van 31.12.2008, blz. 34.

(2)  PB L 354 van 31.12.2008, blz. 1.

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 872/2012 van de Commissie van 1 oktober 2012 tot vaststelling van de lijst van aromastoffen als bedoeld in Verordening (EG) nr. 2232/96 van het Europees Parlement en de Raad, tot opname van die lijst in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1565/2000 van de Commissie en Beschikking 1999/217/EG van de Commissie (PB L 267 van 2.10.2012, blz. 1).

(4)  Verordening (EU) nr. 873/2012 van de Commissie van 1 oktober 2012 betreffende overgangsmaatregelen inzake de EU-lijst van aroma's en uitgangsmaterialen in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 267 van 2.10.2012, blz. 162).


BIJLAGE

In deel A van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1334/2008 wordt de volgende vermelding geschrapt:

„16.094

N-ethyl-(2E,6Z)-nonadieenamide

608514-56-3

1 596

 

 

 

4

EFSA”


25.4.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 107/17


VERORDENING (EU) 2015/649 VAN DE COMMISSIE

van 24 april 2015

tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad en van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 231/2012 van de Commissie wat het gebruik van L-leucine als draagstof voor tafelzoetstoffen in tabletvorm betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (1), en met name artikel 10, lid 3, artikel 14 en artikel 30, lid 5,

Gezien Verordening (EG) nr. 1331/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma's (2), en met name artikel 7, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 is een EU-lijst vastgesteld van voor gebruik in levensmiddelen goedgekeurde levensmiddelenadditieven en van de gebruiksvoorwaarden daarvoor.

(2)

Bij Verordening (EU) nr. 231/2012 van de Commissie (3) zijn de specificaties van de in de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 opgenomen levensmiddelenadditieven vastgesteld.

(3)

Die lijsten kunnen overeenkomstig de in artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1331/2008 bedoelde uniforme procedure hetzij op initiatief van de Commissie, hetzij ingevolge een aanvraag worden bijgewerkt.

(4)

Op 9 september 2010 heeft Duitsland een aanvraag ingediend voor goedkeuring van het gebruik van L-leucine als draagstof (hulpmiddel bij het maken van tabletten) voor tafelzoetstoffen in tabletvorm; dergelijk gebruik is in Duitsland toegestaan. Die aanvraag is ter kennis van de lidstaten gebracht overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1331/2008.

(5)

Er bestaat een technologische functie en behoefte voor het gebruik van L-leucine als draagstof voor tafelzoetstoffen in tabletvorm. L-leucine wordt op homogene wijze met zoetstoffen gemengd voordat de tabletten uit het mengsel worden geperst en het is een hulpmiddel bij het maken van de tabletten doordat het ervoor zorgt dat de tabletten niet aan de apparatuur blijven kleven.

(6)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft de veiligheid van aminozuren en verwante stoffen bij gebruik als aromastoffen beoordeeld en heeft op 29 november 2007 advies uitgebracht (4). De EFSA concludeerde dat de blootstelling van de mens aan aminozuren in levensmiddelen orden van grootte groter is dan de verwachte blootstellingsniveaus bij het gebruik ervan als aromastoffen en dat negen van de stoffen, met inbegrip van L-leucine, bij de geschatte innameniveaus als aromastoffen geen veiligheidsrisico opleveren.

(7)

In de aanvraag werd aangetoond dat zelfs een grote consumptie van zoetstoffen in tabletvorm niet tot een inname van meer dan 4 % van de voor L-leucine aanbevolen hoeveelheid zou leiden.

(8)

Het is dan ook wenselijk het gebruik van L-leucine als draagstof voor tafelzoetstoffen in tabletvorm, zoals omschreven in bijlage I bij deze verordening, goed te keuren en het E-nummer E 641 aan dat levensmiddelenadditief toe te wijzen.

(9)

Als L-leucine voor het eerst wordt opgenomen in de EU-lijsten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008, moeten de specificaties ervan in Verordening (EU) nr. 231/2012 worden opgenomen. In dit opzicht is het passend om rekening te houden met de zuiverheidscriteria van de Europese farmacopee voor L-leucine.

(10)

De Verordeningen (EG) nr. 1333/2008 en (EU) nr. 231/2012 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(11)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.

Artikel 2

De bijlage bij Verordening (EU) nr. 231/2012 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 april 2015.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16.

(2)  PB L 354 van 31.12.2008, blz. 1.

(3)  Verordening (EU) nr. 231/2012 van de Commissie van 9 maart 2012 tot vaststelling van de specificaties van de in de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad opgenomen levensmiddelenadditieven (PB L 83 van 22.3.2012, blz. 1).

(4)  EFSA Journal (2008) 870, blz. 1-46.


BIJLAGE I

Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 wordt als volgt gewijzigd:

1.

In deel B, onder 3 „Andere additieven dan kleurstoffen en zoetstoffen”, wordt na de vermelding voor levensmiddelenadditief E 640 de volgende nieuwe vermelding ingevoegd:

„E 641

L-leucine”

2.

In deel E wordt in levensmiddelencategorie 11.4.3 „Tafelzoetstoffen in tabletvorm”, na de vermelding voor levensmiddelenadditief E 640 de volgende nieuwe vermelding ingevoegd:

 

„E 641

L-leucine

50 000 ”

 

 


BIJLAGE II

In de bijlage bij Verordening (EU) nr. 231/2012 wordt na de vermelding voor E 640 de volgende nieuwe vermelding ingevoegd:

E 641 L-LEUCINE

Synoniemen

2-amino-isobutylazijnzuur; L-2-amino-4-methylvaleriaanzuur; α-amino-isocapronzuur; (S)-2-amino-4-methylpentaanzuur; L-Leu

Definitie

Einecs-nummer

200-522-0

CAS-nummer

61-90-5

Chemische naam

L-Leucine; L-2-amino-4-methylpentaanzuur

Molecuulformule

C6H13NO2

Relatieve molecuulmassa

131,17

Gehalte

Minimaal 98,5 % en maximaal 101,0 % op basis van de watervrije stof

Beschrijving

Kristallijn poeder of glanzende vlokken, wit of bijna wit

Identificatie

Oplosbaarheid

Oplosbaar in water, azijnzuur, verdund HCl en alkalihydroxiden en -carbonaten; slecht oplosbaar in ethanol

Specifieke draaiing

[α]D 20 tussen + 14,5° en + 16,5°

(4 %-oplossing (watervrij) in 6N HCl)

Zuiverheid

Gewichtsverlies bij drogen

Maximaal 0,5 %, bepaald bij 100 — 105 °C

Sulfaatas

Maximaal 0,1 %

Chloriden

Maximaal 200 mg/kg

Sulfaten

Maximaal 300 mg/kg

Ammonium

Maximaal 200 mg/kg

IJzer

Maximaal 10 mg/kg

Arseen

Maximaal 3 mg/kg

Lood

Maximaal 5 mg/kg

Kwik

Maximaal 1 mg/kg”


25.4.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 107/21


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/650 VAN DE COMMISSIE

van 24 april 2015

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 april 2015.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MA

89,6

TN

464,3

TR

94,0

ZZ

216,0

0707 00 05

AL

67,1

EG

191,6

MA

176,1

TR

125,6

ZZ

140,1

0709 91 00

TR

209,1

ZZ

209,1

0709 93 10

MA

121,8

TR

142,8

ZZ

132,3

0805 10 20

EG

50,8

IL

60,6

MA

58,5

TN

55,7

TR

70,3

ZZ

59,2

0805 50 10

BO

97,3

TR

68,6

ZZ

83,0

0808 10 80

AR

87,8

BR

96,1

CL

146,7

CN

83,8

MK

30,8

NZ

143,9

US

218,7

ZA

120,2

ZZ

116,0

0808 30 90

AR

118,2

CL

160,4

ZA

113,8

ZM

112,8

ZZ

126,3


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


25.4.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 107/23


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/651 VAN DE COMMISSIE

van 24 april 2015

inzake de afgifte van invoercertificaten voor rijst in het kader van de tariefcontingenten die voor de deelperiode april 2015 zijn geopend bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 188,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 van de Commissie (2) betreft de opening en de wijze van beheer van bepaalde tariefcontingenten voor de invoer van rijst en breukrijst, die overeenkomstig bijlage I bij die uitvoeringsverordening zijn verdeeld over landen van oorsprong en over verscheidene deelperioden.

(2)

De maand april is de tweede deelperiode voor het in artikel 1, lid 1, onder a), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 vastgestelde contingent.

(3)

Blijkens de gegevens die overeenkomstig artikel 8, onder a), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 zijn verstrekt, hebben de aanvragen die overeenkomstig artikel 4, lid 1, van die uitvoeringsverordening gedurende de eerste tien werkdagen van april 2015 zijn ingediend voor het contingent met volgnummer 09.4130, betrekking op een hoeveelheid die groter is dan de beschikbare hoeveelheid. Bijgevolg dient te worden bepaald in hoeverre invoercertificaten kunnen worden afgegeven, door de overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie (3) berekende toewijzingscoëfficiënt vast te stellen die moet worden toegepast op de voor het betrokken contingent gevraagde hoeveelheden.

(4)

Uit de bovenbedoelde gegevens blijkt ook dat de aanvragen die overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 gedurende de eerste tien werkdagen van april 2015 zijn ingediend voor de contingenten met de volgnummers 09.4127 — 09.4128 en 09.4129, betrekking hebben op een hoeveelheid die kleiner is dan de beschikbare hoeveelheid.

(5)

Ook dient overeenkomstig artikel 5, eerste alinea, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 voor de contingenten met de volgnummers 09.4127 — 09.4128 — 09.4129 en 09.4130 de totale hoeveelheid te worden vastgesteld die beschikbaar is voor de volgende deelperiode.

(6)

Met het oog op een efficiënt beheer van de procedure voor afgifte van de invoercertificaten dient deze verordening onmiddellijk na de bekendmaking ervan in werking te treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Op grond van de aanvragen van certificaten voor de invoer van rijst in het kader van het bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 vastgestelde contingent met het volgnummer 09.4130 die gedurende de eerste tien werkdagen van april 2015 zijn ingediend, worden certificaten afgegeven voor de gevraagde hoeveelheid, vermenigvuldigd met de in de bijlage bij de onderhavige verordening vastgestelde toewijzingscoëfficiënt.

2.   De totale hoeveelheid die in het kader van de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 vastgestelde contingenten met de volgnummers 09.4127 — 09.4128 — 09.4129 en 09.4130 beschikbaar is voor de volgende deelperiode, wordt vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 april 2015.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 van de Commissie van 7 december 2011 inzake de opening en de wijze van beheer van bepaalde tariefcontingenten voor de invoer van rijst en breukrijst (PB L 325 van 8.12.2011, blz. 6).

(3)  Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13).


BIJLAGE

Hoeveelheden die overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 voor de deelperiode april 2015 moeten worden toegewezen, dan wel beschikbaar zijn voor de daaropvolgende deelperiode

Het in artikel 1, lid 1, onder a), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1273/2011 vastgestelde contingent voor volwitte of halfwitte rijst van GN-code 1006 30:

Oorsprong

Volgnummer

Toewijzingscoëfficiënt voor de deelperiode april 2015

Totale hoeveelheid die beschikbaar is voor de deelperiode juli 2015 (in kg)

Verenigde Staten

09.4127

 (1)

19 567 500

Thailand

09.4128

 (1)

8 531 035

Australië

09.4129

 (1)

868 000

Andere landen van oorsprong

09.4130

0,849768 %

0


(1)  De aanvragen hebben betrekking op hoeveelheden die kleiner zijn dan of gelijk zijn aan de beschikbare hoeveelheden: alle aanvragen zijn derhalve ontvankelijk.


RICHTLIJNEN

25.4.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 107/26


RICHTLIJN (EU) 2015/652 VAN DE RAAD

van 20 april 2015

tot vaststelling van berekeningsmethoden en rapportageverplichtingen overeenkomstig Richtlijn 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 1998 betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 93/12/EEG van de Raad (1), en met name artikel 7 bis, lid 5,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De krachtens artikel 7 bis, lid 5, van Richtlijn 98/70/EG vast te stellen methode voor de berekening van broeikasgasemissies van brandstoffen en andere energie van niet-biologische bronnen moet een voldoende nauwkeurige rapportage opleveren om de Commissie in staat te stellen de prestaties van de leveranciers bij het nakomen van hun verplichtingen uit hoofde van artikel 7 bis, lid 2, van die richtlijn kritisch te beoordelen. De berekeningsmethode moet zorgen voor nauwkeurigheid en daarbij terdege rekening houden met de complexiteit van de bijbehorende administratieve voorschriften. Tegelijkertijd moet de methode de leveranciers ertoe aanzetten de broeikasgasintensiteit van de door hen geleverde brandstoffen te verminderen. Voorts moet bijzondere aandacht gaan naar de gevolgen van de berekeningsmethode voor raffinaderijen in de Unie. De berekeningsmethode moet derhalve worden gebaseerd op gemiddelde broeikasgasintensiteiten die overeenkomen met een voor de industrie typische gemiddelde waarde voor een bepaalde brandstof. Dat zou het voordeel bieden van geringere administratieve lasten voor leveranciers en lidstaten. De voorgenomen berekeningsmethode dient vooralsnog niet in te houden dat de broeikasgasintensiteit van brandstoffen moet worden gedifferentieerd naar de bron van de grondstoffen, aangezien dit nadelige gevolgen zou hebben voor de lopende investeringen in bepaalde raffinaderijen in de Unie.

(2)

Voor zover dat in het kader van artikel 7 bis, lid 1, van Richtlijn 98/70/EG mogelijk is, moeten de rapportageverplichtingen voor leveranciers die kleine of middelgrote ondernemingen (kmo's) in de zin van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie (2) zijn, tot een minimum worden beperkt. In dezelfde geest moeten importeurs van benzine en diesel die buiten de Unie is geraffineerd, er niet toe worden verplicht gedetailleerde informatie te verschaffen over de bronnen van de voor de productie van die brandstoffen gebruikte ruwe olie, aangezien die informatie wellicht niet beschikbaar of moeilijk te verkrijgen is.

(3)

Om aan te zetten tot verdere broeikasgasemissiereducties, moeten besparingen die ingevolge upstreamemissiereducties (UER's) worden geclaimd, met inbegrip van besparingen ingevolge affakkelen en ontluchten, in de berekening van de broeikasgasemissies gedurende de levenscyclus van de leveranciers worden meegenomen. Om het de leveranciers gemakkelijker te maken om UER's te claimen, moeten zij voor de berekening en certificering van emissiereducties gebruik kunnen maken van diverse emissieregelingen. Alleen projecten voor UER's die na de in artikel 7 bis, lid 5, onder b), van Richtlijn 98/70/EG bedoelde vaststellingsdatum van de uitgangsnorm voor brandstoffen, d.w.z. 1 januari 2011, van start gaan, moeten in aanmerking kunnen worden genomen.

(4)

Gewogen gemiddelde standaardwaarden voor broeikasgassen, representatief voor het verbruik van ruwe olie in de Unie, vormen een eenvoudige berekeningsmethode waarmee leveranciers het broeikasgasgehalte van de door hen in de handel gebrachte brandstoffen kunnen bepalen.

(5)

UER's moeten worden geschat en gevalideerd overeenkomstig de beginselen en normen die zijn neergelegd in internationale normen, en met name in ISO 14064, ISO 14065 en ISO 14066.

(6)

Voorts dienen de lidstaten hulp te krijgen bij het uitvoeren van wetgeving betreffende UER's, met inbegrip van het affakkelen en ontluchten. Daartoe moeten, alvorens de voor de omzetting in artikel 7 van deze richtlijn bepaalde termijn verstrijkt, onder auspiciën van de Commissie niet-wetgevingsrichtsnoeren worden opgesteld inzake benaderingen voor het kwantificeren, verifiëren, valideren, monitoren en rapporteren van die UER's (met inbegrip van van het affakkelen en ontluchten in olieproductie-installaties).

(7)

Overeenkomstig artikel 7 bis, lid 5, onder b), van Richtlijn 98/70/EG moet een methode worden vastgesteld ter bepaling van de uitgangsnorm voor brandstoffen op basis van de broeikasgasemissies gedurende de levenscyclus per eenheid energie van fossiele brandstoffen in 2010. Deze uitgangsnorm voor brandstoffen moet worden gebaseerd op de verbruikte hoeveelheden diesel, benzine, niet voor het wegverkeer bestemde gasolie, vloeibaar petroleumgas (LPG) en samengeperst aardgas (CNG), met gebruikmaking van de in 2010 officieel in het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (United Nations Framework Convention on Climate Change — UNFCCC) door de lidstaten gerapporteerde gegevens. De uitgangsnorm voor brandstoffen mag niet de waarde voor de vergelijking met fossiele brandstof zijn die wordt gebruikt voor de berekening van de broeikasgasbesparingen ingevolge het gebruik van biobrandstoffen; dat „fossiele alternatief” moet de waarde blijven als vastgesteld in bijlage IV bij Richtlijn 98/70/EG.

(8)

Aangezien de samenstelling van de relevante fossielebrandstoffenmix van jaar tot jaar maar weinig verandert, zal ook de geaggregeerde variatie in de broeikasgasintensiteit van de fossiele brandstoffen van jaar tot jaar gering zijn. Het is daarom passend de uitgangsnorm voor brandstoffen te baseren op de gegevens betreffende het gemiddelde verbruik in de EU voor 2010 die door de lidstaten zijn gerapporteerd in het kader van het UNFCCC.

(9)

De uitgangsnorm voor brandstoffen moet een gemiddelde waarde voor de upstreambroeikasgasintensiteit en de intensiteit van de brandstof van een raffinaderij van gemiddelde complexiteit voor fossiele brandstoffen weergeven. De uitgangsnorm voor brandstoffen moet daarom worden berekend aan de hand van de gemiddelde standaardwaarden voor de respectieve brandstoffen. De uitgangsnorm voor brandstoffen moet ongewijzigd blijven gedurende de periode tot 2020, om de leveranciers rechtszekerheid te bieden met betrekking tot hun verplichtingen om de broeikasgasintensiteit van de door hen geleverde brandstoffen te verminderen.

(10)

Overeenkomstig artikel 7 bis, lid 5, onder d), van Richtlijn 98/70/EG moet een methode worden vastgesteld voor de berekening van de bijdrage van elektrische wegvoertuigen om de broeikasgasemissies gedurende de levenscyclus te verminderen. Op grond van dat artikel moet die berekeningsmethode in overeenstemming zijn met artikel 3, lid 4, van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad (3). Om die overeenstemming te waarborgen, moet voor de efficiëntie van de aandrijflijn dezelfde aanpassingsfactor worden gebruikt.

(11)

Overeenkomstig artikel 7 bis, lid 1, van Richtlijn 98/70/EG kan voor gebruik in het wegverkeer geleverde elektriciteit door de leveranciers gerapporteerd worden in het kader van hun jaarlijkse verslag aan de lidstaten. Om de administratieve kosten te beperken, is het passend bij de vaststelling van de berekeningsmethode uit te gaan van het rapporteren door de leverancier van het elektriciteitsverbruik van elektrische wegvoertuigen of elektrische motorfietsen op basis van een schatting in plaats van een daadwerkelijke meting.

(12)

Het is passend een gedetailleerde aanpak op te nemen voor de schatting van de hoeveelheid en de broeikasgasintensiteit van biobrandstoffen in gevallen waarin de verwerking van een biobrandstof en een fossiele brandstof in hetzelfde proces plaatsvindt. Een specifieke methode is nodig omdat de resulterende hoeveelheid biobrandstof niet meetbaar is, zoals bij gelijktijdige waterstofbehandeling van plantaardige oliën en een fossiele brandstof. In artikel 7 quinquies, lid 1, van Richtlijn 98/70/EG is bepaald dat de broeikasgasemissies van biobrandstoffen gedurende de levenscyclus met het oog op de toepassing van artikel 7 bis en artikel 7 ter, lid 2, van die richtlijn, volgens dezelfde methode moeten worden berekend. De certificering van broeikasgasemissies in het kader van erkende vrijwillige regelingen is derhalve evenzeer geldig voor de toepassing van artikel 7 bis als voor de toepassing van artikel 7 ter, lid 2, van Richtlijn 98/70/EG.

(13)

De in artikel 7 bis, lid 1, van Richtlijn 98/70/EG vastgelegde rapportageverplichting van de leverancier moet worden aangevuld met een geharmoniseerd model voor en geharmoniseerde definities van de te rapporteren gegevens. Aangezien de gegevens belangrijke inputs vormen voor een krachtens artikel 7 bis, lid 5, onder a), van Richtlijn 98/70/EG geharmoniseerde berekeningsmethode, is het nodig de definities van de gegevens te harmoniseren zodat de broeikasgasintensiteit in verband met de rapportageverplichtingen van een individuele leverancier correct kan worden berekend. Tot deze gegevens behoren de identificatie van de leverancier en de hoeveelheid en de soort in de handel gebrachte brandstof of energie.

(14)

De in artikel 7 bis, lid 1, van Richtlijn 98/70/EG bedoelde rapportageverplichting van de leverancier moet worden aangevuld met geharmoniseerde rapportageverplichtingen, een rapportagemodel en geharmoniseerde definities voor de rapportage door de lidstaten aan de Commissie met betrekking tot de broeikasgasprestaties van de in de Unie verbruikte brandstoffen. Met name zullen deze rapportageverplichtingen het bijwerken van de in bijlage IV, punt 19, bij Richtlijn 98/70/EG en bijlage V, deel C, punt 19, bij Richtlijn 2009/28/EG bedoelde waarde voor de vergelijking met fossiele brandstof mogelijk maken, en deze zullen de krachtens artikel 8, lid 3, en artikel 9, lid 2, van Richtlijn 98/70/EG vereiste verslaglegging vereenvoudigen, alsook het makkelijker maken om de berekeningsmethode aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang aan te passen, zodat deze aan het beoogde doel voldoet. Deze gegevens moeten de hoeveelheid in de handel gebrachte brandstof of energie en de soort brandstof of energie, de plaats van aankoop en de oorsprong van de in de handel gebrachte brandstof of energie omvatten.

(15)

Teneinde de administratieve lasten te verminderen, dienen de lidstaten de leveranciers toe te staan hun rapportageverplichtingen na te komen door terug te grijpen op gelijkwaardige gegevens die worden verzameld op grond van andere wetgeving van de Unie of nationale wetgeving, op voorwaarde dat de rapportage in overeenstemming met de voorschriften van bijlage IV en de definities van de bijlagen I en III plaatsvindt.

(16)

Teneinde de rapportage door groepen leveranciers op grond van Richtlijn 98/70/EG, artikel 7 bis, lid 4, te vergemakkelijken, kunnen op grond van lid 5, onder c), van datzelfde artikel alle maatregelen die nodig zijn worden vastgesteld. Teneinde verstoring van fysieke verplaatsingen van brandstoffen te voorkomen, is het wenselijk die rapportage te vergemakkelijken, aangezien de verschillende leveranciers verschillende brandstoffen in verschillende verhoudingen in de handel brengen en dus wellicht in verschillende mate middelen moeten inzetten om te voldoen aan de reductiedoelstelling voor broeikasgassen. Derhalve is het nodig de definities voor de identificatie van de leverancier, de hoeveelheid in de handel gebrachte brandstof of energie, de soort brandstof of energie, de plaats van aankoop en de oorsprong van de in de handel gebrachte brandstof of energie te harmoniseren. Teneinde bij gezamenlijke rapportage door leveranciers krachtens artikel 7 bis, lid 4, dubbeltelling te voorkomen, dient bovendien de uitvoering van de berekeningsmethoden en rapportagemethoden in de lidstaten, inclusief de rapportage aan de Commissie, geharmoniseerd te worden, zodat de door een groep leveranciers te verstrekken informatie betrekking heeft op een specifieke lidstaat.

(17)

Overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Richtlijn 98/70/EG moeten de lidstaten een jaarlijks rapport indienen met de nationale gegevens over de brandstofkwaliteit van het voorafgaande kalenderjaar, volgens het model dat is vastgesteld bij Beschikking 2002/159/EG van de Commissie (4). Teneinde rekening te houden met de bij Richtlijn 2009/30/EG van het Europees Parlement en de Raad (5) in Richtlijn 98/70/EG aangebrachte wijzigingen en met de daaruit voortvloeiende bijkomende rapportageverplichtingen van de lidstaten, en in het belang van de doeltreffendheid en de harmonisatie, is het nodig duidelijk te bepalen welke informatie moet worden gerapporteerd en tevens een model vast te stellen voor het indienen van gegevens door de leveranciers en de lidstaten.

(18)

Op 23 februari 2012 heeft de Commissie een ontwerpmaatregel voorgelegd aan het comité dat bij Richtlijn 98/70/EG is opgericht. Het comité was niet in staat met de benodigde gekwalificeerde meerderheid een advies vast te stellen. Het is derhalve passend dat de Commissie krachtens artikel 5 bis, lid 4, van Besluit 1999/468/EG van de Raad (6) een voorstel indient bij de Raad,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp — Toepassingsgebied

1.   Bij deze richtlijn worden berekeningsmethoden en rapportageverplichtingen vastgesteld overeenkomstig Richtlijn 98/70/EG.

2.   Deze richtlijn is van toepassing op brandstoffen die worden gebruikt voor de aandrijving van wegvoertuigen en niet voor de weg bestemde mobiele machines (met inbegrip van binnenschepen wanneer deze niet op zee varen), landbouw- en bosbouwtrekkers, en pleziervaartuigen wanneer deze niet op zee varen, en op elektriciteit voor gebruik in wegvoertuigen.

Artikel 2

Definities

Naast de reeds in Richtlijn 98/70/EG opgenomen definities gelden voor de toepassing van deze richtlijn de volgende definities:

1)   „upstreamemissies”: alle broeikasgasemissies die optreden voordat de grondstoffen een raffinaderij of een verwerkingsinrichting waar de brandstof, zoals bedoeld in bijlage I, is geproduceerd, binnenkomen;

2)   „natuurlijk bitumen”: een bron van raffinaderijgrondstoffen:

a)

die een API-dichtheid (als gedefinieerd door het American Petroleum Institute — API) van hoogstens 10 graden hebben, volgens de testmethode D287 van de American Society for Testing and Materials (ASTM) (7) gemeten in een reservoirformatie op de plaats waar zij worden gewonnen;

b)

die een jaarlijkse gemiddelde viscositeit bij reservoirtemperatuur hebben welke groter is dan de waarde berekend met de vergelijking: viscositeit (in centipoise) = 518,98e-0,038T; waarbij T de temperatuur in graden Celsius is;

c)

die onder de definitie van bitumineus zand van GN-code 2714 overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (8) vallen; en

d)

waarvan de bron door middel van mijnbouw of warmtegestimuleerde zwaartekrachtdrainage wordt ontsloten, waarbij de thermische energie hoofdzakelijk afkomstig is van andere bronnen dan de basismateriaalbron zelf;

3)   „olieschalie”: een bron van raffinaderijgrondstof die zich in een geologische formatie bevindt die vast kerogeen bevat en die valt onder de definitie van bitumineuze leisteen van GN-code 2714 overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2658/87. De grondstofbron wordt ontsloten door middel van mijnbouw of warmtegestimuleerde zwaartekrachtdrainage;

4)   „uitgangsnorm voor brandstoffen”: een uitgangsnorm voor brandstoffen gebaseerd op de broeikasgasemissies gedurende de gehele levenscyclus per eenheid energie uit fossiele brandstoffen in 2010;

5)   „conventionele ruwe olie”: raffinaderijgrondstof met een API-dichtheid van meer dan 10 graden, gemeten in een reservoirformatie op de plaats van oorsprong met testmethode D287 van de ASTM, en die niet valt onder de definitie van GN-code 2714 overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2658/87.

Artikel 3

Methode voor de berekening van de broeikasgasintensiteit van andere brandstoffen en energiedragers dan biobrandstoffen en rapportage door de leveranciers

1.   Met het oog op de toepassing van artikel 7 bis, lid 2, van Richtlijn 98/70/EG, zien de lidstaten erop toe dat de leveranciers gebruikmaken van de in bijlage I bij deze richtlijn beschreven berekeningsmethode om de broeikasgasintensiteit van de door hen geleverde brandstoffen te bepalen.

2.   Met het oog op de toepassing van artikel 7 bis, lid 1, tweede alinea, en lid 2, van Richtlijn 98/70/EG verlangen de lidstaten van de leveranciers dat zij gegevens rapporteren met gebruikmaking van de definities en de berekeningsmethode in bijlage I. De gegevens worden jaarlijks gerapporteerd volgens het model in bijlage IV.

3.   Met het oog op de toepassing van artikel 7 bis, lid 4, van Richtlijn 98/70/EG, ziet iedere lidstaat erop toe dat een groep leveranciers die ervoor kiest als één enkele leverancier te worden beschouwt, zijn verplichting krachtens artikel 7 bis, lid 2, op het grondgebied van die lidstaat nakomt.

4.   Voor leveranciers die kmo's zijn, passen de lidstaten de in bijlage I bij deze richtlijn vermelde vereenvoudigde methode toe.

Artikel 4

Berekening van de uitgangsnorm voor brandstoffen en de broeikasgasintensiteitsreductie

Met het oog op het verifiëren van het nakomen door de leveranciers van hun verplichting krachtens artikel 7 bis, lid 2, van Richtlijn 98/70/EG, verlangen de lidstaten van de leveranciers dat zij de door hen bereikte reducties van de broeikasgasemissies gedurende de levenscyclus van brandstoffen of elektriciteit vergelijken met de in bijlage II vastgestelde uitgangsnorm voor brandstoffen.

Artikel 5

Rapportage door de lidstaten

1.   In de rapporten die de lidstaten overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Richtlijn 98/70/EG bij de Commissie indienen, verschaffen zij de Commissie ook gegevens over de inachtneming van artikel 7 bis van die richtlijn, zoals vastgesteld in bijlage III bij deze richtlijn.

2.   De lidstaten maken voor de indiening van de in bijlage III vastgestelde gegevens gebruik van de ReportNet-instrumenten van het Europees Milieuagentschap die krachtens Verordening (EG) nr. 401/2009 van het Europees Parlement en de Raad (9) ter beschikking worden gesteld. De lidstaten verzenden de gegevens door middel van elektronische gegevensoverdracht naar het centrale gegevensarchief dat door het Europees Milieuagentschap wordt beheerd.

3.   De gegevens worden jaarlijks volgens het in bijlage IV voorgeschreven model verstrekt. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de datum van de gegevensoverdracht en de naam van de contactpersoon bij de bevoegde instantie die verantwoordelijk is voor de controle en de rapportage aan de Commissie van de gegevens.

Artikel 6

Sancties

De lidstaten stellen de regels vast voor de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op krachtens deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze ten uitvoer worden gelegd. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op 21 april 2017 van die bepalingen in kennis en stellen haar onverwijld in kennis van eventuele latere wijzigingen.

Artikel 7

Omzetting

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 21 april 2017 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.

2.   Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

3.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 8

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 9

Geadresseerden

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Luxemburg, 20 april 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

J. DŪKLAVS


(1)  PB L 350 van 28.12.1998, blz. 58.

(2)  Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36).

(3)  Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 16).

(4)  Beschikking 2002/159/EG van de Commissie van 18 februari 2002 betreffende een gemeenschappelijk model voor de indiening van samenvattingen van nationale gegevens over de brandstofkwaliteit (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 30).

(5)  Richtlijn 2009/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot wijziging van Richtlijn 98/70/EG met betrekking tot de specificatie van benzine, dieselbrandstof en gasolie en tot invoering van een mechanisme om de emissies van broeikasgassen te monitoren en te verminderen, tot wijziging van Richtlijn 1999/32/EG van de Raad met betrekking tot de specificatie van door binnenschepen gebruikte brandstoffen en tot intrekking van Richtlijn 93/12/EEG (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 88).

(6)  Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23).

(7)  American Society for Testing and Materials, http://www.astm.org/index.shtml.

(8)  Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).

(9)  Verordening (EG) nr. 401/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk (PB L 126 van 21.5.2009, blz. 13).


BIJLAGE I

METHODE VOOR DE BEREKENING EN RAPPORTAGE DOOR DE LEVERANCIERS VAN DE BROEIKASGASINTENSITEIT GEDURENDE DE LEVENSCYCLUS VAN BRANDSTOFFEN EN ENERGIE

Deel 1

Berekening van de broeikasgasintensiteit van brandstoffen en energie van een leverancier

De broeikasgasintensiteit van brandstoffen en energie wordt uitgedrukt in gram kooldioxide-equivalent per megajoule brandstof (gCO2eq/MJ).

1.

Voor de berekening van de broeikasgasintensiteit van brandstoffen worden de broeikasgassen kooldioxide (CO2), distikstofoxide (N2O) en methaan (CH4) in aanmerking genomen. Voor de berekening van de CO2-equivalentie worden de emissies van deze gassen als volgt in CO2-equivalente emissies gewogen:

CO2: 1;

CH4: 25;

N2O: 298

2.

Emissies die verband houden met de vervaardiging van machines en uitrusting voor de winning, productie, raffinage en consumptie van fossiele brandstoffen worden niet in aanmerking genomen bij de berekening van de broeikasgassen.

    „#” = de identificatie van de leverancier (de identificatie van de entiteit die tot voldoening van accijns is gehouden), in Verordening (EG) nr. 684/2009 van de Commissie (1) gedefinieerd als het accijnsnummer van de handelaar (System for Exchange of Excise Data (SEED)-registratienummer of btw-nummer in bijlage I, tabel 1, vak 5a, bij die verordening voor „codes soort bestemming” 1 tot en met 5 en 8, die tevens de tot voldoening van de accijns gehouden persoon is overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 2008/118/EG van de Raad (2) op het tijdstip waarop de accijns verschuldigd werd overeenkomstig artikel 7, lid 2, van die richtlijn. Indien deze identificatie niet beschikbaar is, zorgen de lidstaten ervoor dat een gelijkwaardig identificatiemiddel wordt vastgesteld overeenkomstig een nationaal rapportagesysteem voor accijnsrechten;

    „x” = de verschillende soorten brandstof en energie die binnen het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen, zoals vermeld in bijlage I, tabel 1, vak 17c, bij Verordening (EG) nr. 684/2009. Indien deze gegevens niet beschikbaar zijn, verzamelen de lidstaten gelijkwaardige gegevens overeenkomstig een nationaal vastgesteld rapportagesysteem voor accijnsrechten;

   „MJx” = de totale geleverde energiehoeveelheid, omgerekend uit de gerapporteerde volumes brandstof x en uitgedrukt in megajoules. Deze wordt als volgt berekend:

3.

De broeikasgasintensiteit van een leverancier, die betrekking heeft op de levenscyclus van broeikasgasemissies van alle geleverde brandstoffen en energie, wordt volgens de onderstaande formule berekend:

Formula

waarbij

a)

b)

c)

i)

De hoeveelheid van elke brandstof per soort brandstof

Deze wordt afgeleid uit de overeenkomstig bijlage I, tabel 1, punt 17, vakken d, f, en o, bij Verordening (EG) nr. 684/2009 gerapporteerde gegevens. Hoeveelheden biobrandstof worden volgens de in bijlage III bij Richtlijn 2009/28/EG vermelde energiedichtheden omgezet in hun energie-inhoud (de calorische onderwaarde). Hoeveelheden brandstof van niet-biologische oorsprong worden volgens de in aanhangsel I van het „Well-to-Tank”-rapport van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek EUCAR-CONCAWE (JEC-consortium) (3) (versie 4) van juli 2013 (4) vermelde energiedichtheden omgezet in hun energie-inhoud (de calorische onderwaarde);

ii)

Gelijktijdige verwerking van fossiele brandstoffen en biobrandstoffen

Verwerking omvat elke verandering gedurende de levenscyclus van een geleverde brandstof of energiedrager die tot een verandering in de moleculaire structuur van het product leidt. De toevoeging van een denatureringsmiddel valt niet onder deze verwerking. De hoeveelheid biobrandstoffen die gelijktijdig zijn verwerkt met brandstoffen van niet-biologische oorsprong geeft de toestand van de biobrandstof na de verwerking weer. De hoeveelheid gelijktijdig verwerkte biobrandstof wordt overeenkomstig bijlage IV, deel C, punt 17, bij Richtlijn 98/70/EG aan de hand van de energiebalans en de efficiëntie van het gelijktijdigeverwerkingsproces bepaald.

Wanneer meerdere biobrandstoffen met fossiele brandstoffen worden gemengd, wordt de hoeveelheid en de soort van elke biobrandstof meegenomen in de berekening en door de leveranciers aan de lidstaten gerapporteerd.

De hoeveelheid geleverde biobrandstof die niet voldoet aan de duurzaamheidscriteria van artikel 7 ter, lid 1, van Richtlijn 98/70/EG, wordt als fossiele brandstof gerekend.

Ten behoeve van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad (5) worden E85-benzine-ethanol-mengsels als afzonderlijke brandstof gerekend.

Indien de hoeveelheden niet overeenkomstig Verordening (EG) nr. 684/2009 worden verzameld, verzamelen de lidstaten gelijkwaardige gegevens overeenkomstig een nationaal vastgesteld rapportagesysteem voor accijnsrechten.

iii)

Hoeveelheid verbruikte elektriciteit

Dit is de hoeveelheid door wegvoertuigen of motorfietsen verbruikte elektriciteit wanneer een leverancier deze hoeveelheid energie aan de betrokken instantie in elke lidstaat rapporteert volgens de volgende formule:

verbruikte elektriciteit = afgelegde afstand (km) × efficiëntie van het elektriciteitsverbruik (MJ/km);

d)

   Upstreamemissiereductie (UER)

„UER”= de door een leverancier geclaimde upstreambroeikasgasemissiereductie, gemeten in gCO2eq, wanneer deze overeenkomstig de volgende voorschriften wordt gekwantificeerd en gerapporteerd:

i)

Criteria om in aanmerking genomen te worden

UER's worden alleen verrekend op het deel van de gemiddelde standaardwaarden voor benzine, diesel, cng of lpg dat de upstreamemissies betreft.

In gelijk welk land tot stand gebrachte UER's kunnen als broeikasgasemissiereducties verrekend worden voor uit alle basismateriaalbronnen verkregen brandstoffen die door gelijk welke leverancier geleverd zijn.

UERS's worden alleen meegeteld indien zij verband houden met projecten die na 1 januari 2011 van start zijn gegaan.

Het is niet nodig te bewijzen dat de UER's niet zou hebben plaatsgevonden zonder de rapportageverplichting opgenomen in artikel 7 bis van Richtlijn 98/70/EG;

ii)

Berekening

UER's worden geschat en gevalideerd overeenkomstig de beginselen en normen die zijn neergelegd in internationale normen, en met name in ISO 14064, ISO 14065 en ISO 14066.

De UER's en de uitgangswaarden van de emissies moeten worden bewaakt, gerapporteerd en geverifieerd overeenkomstig ISO 14064, en de behaalde resultaten moeten even betrouwbaar zijn als het in Verordening (EU) nr. 600/2012 van de Commissie (6) en Verordening (EU) nr. 601/2012 van de Commissie (7) behaalde resultaat. De verificatie van methoden voor het schatten van UER's moet plaatsvinden overeenkomstig ISO 14064-3, en de organisatie die de verificatie uitvoert, moet zijn geaccrediteerd volgens ISO 14065;

e)

   „GHGix” = de broeikasgasintensiteit per eenheid van brandstof of energie x, uitgedrukt in gCO2eq/MJ. De leveranciers berekenen de broeikasgasintensiteit van elke brandstof of energie als volgt:

i)

De broeikasgasintensiteit van brandstoffen van niet-biologische oorsprong is de „gewogen broeikasgasintensiteit gedurende de levenscyclus per eenheid” per soort brandstof, opgenomen in de laatste kolom van de tabel in deel 2, punt 5), van deze bijlage.

ii)

Elektriciteit word berekend zoals beschreven in deel 2, punt 6).

iii)

Broeikasgasintensiteit van biobrandstoffen

De broeikasgasintensiteit van biobrandstoffen die voldoen aan de duurzaamheidscriteria van artikel 7 ter, lid 1, van Richtlijn 98/70/EG wordt berekend overeenkomstig artikel 7 quinquies van die richtlijn. Indien gegevens over de broeikasgasemissies gedurende de levenscyclus van biobrandstoffen zijn verkregen overeenkomstig een overeenkomst of regeling ten aanzien waarvan een besluit uit hoofde van artikel 7 quater, lid 4, van Richtlijn 98/70/EG is genomen dat artikel 7 ter, lid 2, van die richtlijn bestrijkt, worden deze gegevens ook gebruikt om de broeikasgasintensiteit van biobrandstoffen overeenkomstig artikel 7 ter, lid 1, van die richtlijn vast te stellen. De broeikasgasintensiteit van biobrandstoffen die niet voldoen aan de duurzaamheidscriteria van artikel 7 ter, lid 1, van Richtlijn 98/70/EG is gelijk aan de broeikasgasintensiteit van de overeenkomstige, uit conventionele ruwe olie of gas gewonnen, fossiele brandstof.

iv)

Gelijktijdige verwerking van brandstoffen van niet-biologische oorsprong en biobrandstoffen

De broeikasgasintensiteit van biobrandstoffen die gelijktijdig zijn verwerkt met fossiele brandstoffen geeft de toestand van de biobrandstof na de verwerking weer;

f)

   „AF” = de aanpassingsfactoren voor de efficiëntie van de aandrijving:

Deel 2

Rapportage door de leveranciers voor andere brandstoffen dan biobrandstoffen

1.   UER's van fossiele brandstoffen

Om UER's in aanmerking te laten nemen voor de rapportage en de berekeningsmethode, rapporteren de leveranciers aan de door de lidstaten aangewezen instantie het volgende:

a)

de startdatum van het project, die na 1 januari 2011 moet liggen;

b)

de jaarlijkse emissiereducties in gCO2eq;

c)

de duur van de periode waarin de geclaimde reducties hebben plaatsgevonden;

d)

de het dichtst bij de emissiebron gelegen projectplaats met vermelding van de lengte- en breedtecoördinaten in graden tot op de vierde decimaal nauwkeurig;

e)

de uitgangswaarde van de jaarlijkse emissies vóór de reductiemaatregelen en de jaarlijkse emissies na de tenuitvoerlegging van de reductiemaatregelen in gCO2eq/MJ voor het geproduceerde basismateriaal;

f)

het niet herbruikbare certificaatnummer waarmee de regeling en de geclaimde broeikasgasemissiereducties eenduidig geïdentificeerd worden;

g)

het niet herbruikbare nummer waarmee de berekeningsmethode en de bijbehorende regeling eenduidig geïdentificeerd worden;

h)

bij projecten in verband met oliewinning, de historische gemiddelde jaarlijkse waarde en waarde voor het rapportagejaar van de gas-olieverhouding (GOR) in de oplossing, de reservoirdruk, de diepte en de productiesnelheid van ruwe olie per oliebron.

2.   Oorsprong

Onder de „oorsprong” wordt de in de lijst van deel 2, punt 7), van deze bijlage opgenomen handelsnaam van het basismateriaal verstaan, maar alleen wanneer de leveranciers over de nodige informatie beschikken omdat zij:

a)

een persoon of onderneming zijn die ruwe olie invoert uit derde landen of een leverantie van ruwe aardolie uit een andere lidstaat ontvangt overeenkomstig artikel 1 van Verordening (EG) nr. 2964/95 van de Raad (8); of

b)

met andere leveranciers een overeenkomst heeft gesloten om informatie te delen.

In alle andere gevallen heeft de oorsprong betrekking op de vraag of de brandstof van oorsprong uit de EU dan wel uit een derde land is.

De door de leveranciers verzamelde en aan de lidstaten gerapporteerde informatie over de oorsprong van brandstoffen is vertrouwelijk, maar dit vormt geen beletsel voor de bekendmaking door de Commissie van algemene of beknopte informatie zonder specifieke gegevens over individuele ondernemingen.

Voor biobrandstoffen heeft de oorsprong betrekking op het productietraject van biobrandstoffen overeenkomstig bijlage IV bij Richtlijn 98/70/EG.

Wanneer meerdere basismaterialen worden gebruikt, rapporteren de leveranciers de hoeveelheid in metrieke ton eindproduct voor elk basismateriaal dat gedurende het rapportagejaar in de desbetreffende verwerkingsinrichting is geproduceerd.

3.   Plaats van aankoop

Onder de „plaats van aankoop” worden het land en de naam van de verwerkingsinrichting verstaan waar de brandstof of energie de laatste ingrijpende be- of verwerking heeft ondergaan die overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie (9) het karakter van product van oorsprong verleent aan de brandstof of energie.

4.   Kmo's

Bij wijze van afwijking geldt voor leveranciers die kmo's zijn, dat de „oorsprong” en „plaats van aankoop” betrekking hebben op de EU dan wel een derde land, al naargelang het geval, ongeacht of zij ruwe olie invoeren of ruwe aardolie en olie uit bitumineuze materialen leveren.

5.   Gemiddelde broeikasgasintensiteitsstandaardwaarden gedurende de levenscyclus voor andere brandstoffen dan biobrandstoffen en elektriciteit

Grondstofbron en proces

In de handel gebrachte brandstof

Broeikasgasintensiteit gedurende de levenscyclus (gCO2eq/MJ)

Gewogen broeikasgasintensiteit gedurende de levenscyclus (gCO2eq/MJ)

Conventionele ruwe olie

Benzine

93,2

93,3

Vloeibaar gemaakt aardgas

94,3

Vloeibaar gemaakte steenkool

172

Natuurlijk bitumen

107

Olieschalie

131,3

Conventionele ruwe olie

Diesel of gasolie

95

95,1

Vloeibaar gemaakt aardgas

94,3

Vloeibaar gemaakte steenkool

172

Natuurlijk bitumen

108,5

Olieschalie

133,7

Alle fossiele bronnen

Vloeibaar petroleumgas in een motor met elektrische ontsteking

73,6

73,6

Aardgas, EU-mix

Samengeperst aardgas in een motor met elektrische ontsteking

69,3

69,3

Aardgas, EU-mix

Vloeibaar gas in een motor met elektrische ontsteking

74,5

74,5

Sabatier-proces met waterstof uit elektrolyse met behulp van niet-biologische hernieuwbare energie

Samengeperst synthetisch methaan in een motor met elektrische ontsteking

3,3

3,3

Aardgas met stoomreforming

Samengeperste waterstof in een brandstofcel

104,3

104,3

Elektrolyse uitsluitend met behulp van niet-biologische hernieuwbare energie

Samengeperste waterstof in een brandstofcel

9,1

9,1

Steenkool

Samengeperste waterstof in een brandstofcel

234,4

234,4

Steenkool met afvang en opslag van CO2 uit procesemissies

Samengeperste waterstof in een brandstofcel

52,7

52,7

Kunststofafval afkomstig van fossiele basismaterialen

Benzine, diesel of gasolie

86

86

6.   Elektriciteit

Voor de rapportering door de energieleveranciers van de door elektrische voertuigen en motorfietsen verbruikte elektriciteit, moeten de lidstaten nationale gemiddelde standaardwaarden gedurende de levenscyclus berekenen in overeenstemming met relevante internationale normen.

De lidstaten kunnen er ook voor kiezen hun leveranciers toe te staan broeikasgasintensiteitswaarden (in gCO2eq/MJ) voor elektriciteit vast te stellen aan de hand van gegevens die door de lidstaten zijn gerapporteerd op grond van:

a)

Verordening (EG) nr. 1099/2008 van het Europees Parlement en de Raad (10);

b)

Verordening (EU) nr. 525/2013 van het Europees Parlement en de Raad (11); of

c)

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 666/2014 van de Commissie (12).

7.   Handelsnaam basismateriaal

Land

Handelsnaam basismateriaal

API

Zwavel (gewichtspercentage)

Abu Dhabi

Al Bunduq

38,5

1,1

Abu Dhabi

Mubarraz

38,1

0,9

Abu Dhabi

Murban

40,5

0,8

Abu Dhabi

Zakum (Lower Zakum/Abu Dhabi Marine)

40,6

1

Abu Dhabi

Umm Shaif (Abu Dhabi Marine)

37,4

1,5

Abu Dhabi

Arzanah

44

0

Abu Dhabi

Abu Al Bu Khoosh

31,6

2

Abu Dhabi

Murban Bottoms

21,4

Niet beschikbaar (n.b.)

Abu Dhabi

Top Murban

21

n.b.

Abu Dhabi

Upper Zakum

34,4

1,7

Algerije

Arzew

44,3

0,1

Algerije

Hassi Messaoud

42,8

0,2

Algerije

Zarzaitine

43

0,1

Algerije

Algerian

44

0,1

Algerije

Skikda

44,3

0,1

Algerije

Saharan Blend

45,5

0,1

Algerije

Hassi Ramal

60

0,1

Algerije

Algerian Condensate

64,5

n.b.

Algerije

Algerian Mix

45,6

0,2

Algerije

Algerian Condensate (Arzew)

65,8

0

Algerije

Algerian Condensate (Bejaia)

65,0

0

Algerije

Top Algerian

24,6

n.b.

Angola

Cabinda

31,7

0,2

Angola

Takula

33,7

0,1

Angola

Soyo Blend

33,7

0,2

Angola

Mandji

29,5

1,3

Angola

Malongo (West)

26

n.b.

Angola

Cavala-1

42,3

n.b.

Angola

Sulele (South-1)

38,7

n.b.

Angola

Palanca

40

0,14

Angola

Malongo (North)

30

n.b.

Angola

Malongo (South)

25

n.b.

Angola

Nemba

38,5

0

Angola

Girassol

31,3

n.b.

Angola

Kuito

20

n.b.

Angola

Hungo

28,8

n.b.

Angola

Kissinje

30,5

0,37

Angola

Dalia

23,6

1,48

Angola

Gimboa

23,7

0,65

Angola

Mondo

28,8

0,44

Angola

Plutonio

33,2

0,036

Angola

Saxi Batuque Blend

33,2

0,36

Angola

Xikomba

34,4

0,41

Argentinië

Tierra del Fuego

42,4

n.b.

Argentinië

Santa Cruz

26,9

n.b.

Argentinië

Escalante

24

0,2

Argentinië

Canadon Seco

27

0,2

Argentinië

Hidra

51,7

0,05

Argentinië

Medanito

34,93

0,48

Armenië

Armenian Miscellaneous

n.b.

n.b.

Australië

Jabiru

42,3

0,03

Australië

Kooroopa (Jurassic)

42

n.b.

Australië

Talgeberry (Jurassic)

43

n.b.

Australië

Talgeberry (Up Cretaceous)

51

n.b.

Australië

Woodside Condensate

51,8

n.b.

Australië

Saladin-3 (Top Barrow)

49

n.b.

Australië

Harriet

38

n.b.

Australië

Skua-3 (Challis Field)

43

n.b.

Australië

Barrow Island

36,8

0,1

Australië

Northwest Shelf Condensate

53,1

0

Australië

Jackson Blend

41,9

0

Australië

Cooper Basin

45,2

0,02

Australië

Griffin

55

0,03

Australië

Buffalo Crude

53

n.b.

Australië

Cossack

48,2

0,04

Australië

Elang

56,2

n.b.

Australië

Enfield

21,7

0,13

Australië

Gippsland (Bass Strait)

45,4

0,1

Azerbeidzjan

Azeri Light

34,8

0,15

Bahrein

Bahrain Miscellaneous

n.b.

n.b.

Belarus

Belarus Miscellaneous

n.b.

n.b.

Benin

Seme

22,6

0,5

Benin

Benin Miscellaneous

n.b.

n.b.

Belize

Belize Light Crude

40

n.b.

Belize

Belize Miscellaneous

n.b.

n.b.

Bolivia

Bolivian Condensate

58,8

0,1

Brazilië

Garoupa

30,5

0,1

Brazilië

Sergipano

25,1

0,4

Brazilië

Campos Basin

20

n.b.

Brazilië

Urucu (Upper Amazon)

42

n.b.

Brazilië

Marlim

20

n.b.

Brazilië

Brazil Polvo

19,6

1,14

Brazilië

Roncador

28,3

0,58

Brazilië

Roncador Heavy

18

n.b.

Brazilië

Albacora East

19,8

0,52

Brunei

Seria Light

36,2

0,1

Brunei

Champion

24,4

0,1

Brunei

Champion Condensate

65

0,1

Brunei

Brunei LS Blend

32

0,1

Brunei

Brunei Condensate

65

n.b.

Brunei

Champion Export

23,9

0,12

Kameroen

Kole Marine Blend

34,9

0,3

Kameroen

Lokele

21,5

0,5

Kameroen

Moudi Light

40

n.b.

Kameroen

Moudi Heavy

21,3

n.b.

Kameroen

Ebome

32,1

0,35

Kameroen

Cameroon Miscellaneous

n.b.

n.b.

Canada

Peace River Light

41

n.b.

Canada

Peace River Medium

33

n.b.

Canada

Peace River Heavy

23

n.b.

Canada

Manyberries

36,5

n.b.

Canada

Rainbow Light and Medium

40,7

n.b.

Canada

Pembina

33

n.b.

Canada

Bells Hill Lake

32

n.b.

Canada

Fosterton Condensate

63

n.b.

Canada

Rangeland Condensate

67,3

n.b.

Canada

Redwater

35

n.b.

Canada

Lloydminster

20,7

2,8

Canada

Wainwright- Kinsella

23,1

2,3

Canada

Bow River Heavy

26,7

2,4

Canada

Fosterton

21,4

3

Canada

Smiley-Coleville

22,5

2,2

Canada

Midale

29

2,4

Canada

Milk River Pipeline

36

1,4

Canada

Ipl-Mix Sweet

40

0,2

Canada

Ipl-Mix Sour

38

0,5

Canada

Ipl Condensate

55

0,3

Canada

Aurora Light

39,5

0,4

Canada

Aurora Condensate

65

0,3

Canada

Reagan Field

35

0,2

Canada

Synthetic Canada

30,3

1,7

Canada

Cold Lake

13,2

4,1

Canada

Cold Lake Blend

26,9

3

Canada

Canadian Federated

39,4

0,3

Canada

Chauvin

22

2,7

Canada

Gcos

23

n.b.

Canada

Gulf Alberta L & M

35,1

1

Canada

Light Sour Blend

35

1,2

Canada

Lloyd Blend

22

2,8

Canada

Peace River Condensate

54,9

n.b.

Canada

Sarnium Condensate

57,7

n.b.

Canada

Saskatchewan Light

32,9

n.b.

Canada

Sweet Mixed Blend

38

0,5

Canada

Syncrude

32

0,1

Canada

Rangeland — South L & M

39,5

0,5

Canada

Northblend Nevis

34

n.b.

Canada

Canadian Common Condensate

55

n.b.

Canada

Canadian Common

39

0,3

Canada

Waterton Condensate

65,1

n.b.

Canada

Panuke Condensate

56

n.b.

Canada

Federated Light and Medium

39,7

2

Canada

Wabasca

23

n.b.

Canada

Hibernia

37,3

0,37

Canada

BC Light

40

n.b.

Canada

Boundary

39

n.b.

Canada

Albian Heavy

21

n.b.

Canada

Koch Alberta

34

n.b.

Canada

Terra Nova

32,3

n.b.

Canada

Echo Blend

20,6

3,15

Canada

Western Canadian Blend

19,8

3

Canada

Western Canadian Select

20,5

3,33

Canada

White Rose

31,0

0,31

Canada

Access

22

n.b.

Canada

Premium Albian Synthetic Heavy

20,9

n.b.

Canada

Albian Residuum Blend (ARB)

20,03

2,62

Canada

Christina Lake

20,5

3

Canada

CNRL

34

n.b.

Canada

Husky Synthetic Blend

31,91

0,11

Canada

Premium Albian Synthetic (PAS)

35,5

0,04

Canada

Seal Heavy (SH)

19,89

4,54

Canada

Suncor Synthetic A (OSA)

33,61

0,178

Canada

Suncor Synthetic H (OSH)

19,53

3,079

Canada

Peace Sour

33

n.b.

Canada

Western Canadian Resid

20,7

n.b.

Canada

Christina Dilbit Blend

21,0

n.b.

Canada

Christina Lake Dilbit

38,08

3,80

Tsjaad

Doba Blend (Early Production)

24,8

0,14

Tsjaad

Doba Blend (Later Production)

20,8

0,17

Chili

Chile Miscellaneous

n.b.

n.b.

China

Taching (Daqing)

33

0,1

China

Shengli

24,2

1

China

Beibu

n.b.

n.b.

China

Chengbei

17

n.b.

China

Lufeng

34,4

n.b.

China

Xijiang

28

n.b.

China

Wei Zhou

39,9

n.b.

China

Liu Hua

21

n.b.

China

Boz Hong

17

0,282

China

Peng Lai

21,8

0,29

China

Xi Xiang

32,18

0,09

Colombia

Onto

35,3

0,5

Colombia

Putamayo

35

0,5

Colombia

Rio Zulia

40,4

0,3

Colombia

Orito

34,9

0,5

Colombia

Cano-Limon

30,8

0,5

Colombia

Lasmo

30

n.b.

Colombia

Cano Duya-1

28

n.b.

Colombia

Corocora-1

31,6

n.b.

Colombia

Suria Sur-1

32

n.b.

Colombia

Tunane-1

29

n.b.

Colombia

Casanare

23

n.b.

Colombia

Cusiana

44,4

0,2

Colombia

Vasconia

27,3

0,6

Colombia

Castilla Blend

20,8

1,72

Colombia

Cupiaga

43,11

0,082

Colombia

South Blend

28,6

0,72

Congo (Brazzaville)

Emeraude

23,6

0,5

Congo (Brazzaville)

Djeno Blend

26,9

0,3

Congo (Brazzaville)

Viodo Marina-1

26,5

n.b.

Congo (Brazzaville)

Nkossa

47

0,03

Congo (Kinshasa)

Muanda

34

0,1

Congo (Kinshasa)

Congo/Zaire

31,7

0,1

Congo (Kinshasa)

Coco

30,4

0,15

Ivoorkust

Espoir

31,4

0,3

Ivoorkust

Lion Cote

41,1

0,101

Denemarken

Dan

30,4

0,3

Denemarken

Gorm

33,9

0,2

Denemarken

Danish North Sea

34,5

0,26

Dubai

Dubai (Fateh)

31,1

2

Dubai

Margham Light

50,3

0

Ecuador

Oriente

29,2

1

Ecuador

Quito

29,5

0,7

Ecuador

Santa Elena

35

0,1

Ecuador

Limoncoha-1

28

n.b.

Ecuador

Frontera-1

30,7

n.b.

Ecuador

Bogi-1

21,2

n.b.

Ecuador

Napo

19

2

Ecuador

Napo Light

19,3

n.b.

Egypte

Belayim

27,5

2,2

Egypte

El Morgan

29,4

1,7

Egypte

Rhas Gharib

24,3

3,3

Egypte

Gulf of Suez Mix

31,9

1,5

Egypte

Geysum

19,5

n.b.

Egypte

East Gharib (J-1)

37,9

n.b.

Egypte

Mango-1

35,1

n.b.

Egypte

Rhas Budran

25

n.b.

Egypte

Zeit Bay

34,1

0,1

Egypte

East Zeit Mix

39

0,87

Equatoriaal-Guinea

Zafiro

30,3

n.b.

Equatoriaal-Guinea

Alba Condensate

55

n.b.

Equatoriaal-Guinea

Ceiba

30,1

0,42

Gabon

Gamba

31,8

0,1

Gabon

Mandji

30,5

1,1

Gabon

Lucina Marine

39,5

0,1

Gabon

Oguendjo

35

n.b.

Gabon

Rabi-Kouanga

34

0,6

Gabon

T'Catamba

44,3

0,21

Gabon

Rabi

33,4

0,06

Gabon

Rabi Blend

34

n.b.

Gabon

Rabi Light

37,7

0,15

Gabon

Etame Marin

36

n.b.

Gabon

Olende

17,6

1,54

Gabon

Gabonian Miscellaneous

n.b.

n.b.

Georgië

Georgian Miscellaneous

n.b.

n.b.

Ghana

Bonsu

32

0,1

Ghana

Salt Pond

37,4

0,1

Guatemala

Coban

27,7

n.b.

Guatemala

Rubelsanto

27

n.b.

India

Bombay High

39,4

0,2

Indonesië

Minas (Sumatron Light)

34,5

0,1

Indonesië

Ardjuna

35,2

0,1

Indonesië

Attaka

42,3

0,1

Indonesië

Suri

18,4

0,2

Indonesië

Sanga Sanga

25,7

0,2

Indonesië

Sepinggan

37,9

0,9

Indonesië

Walio

34,1

0,7

Indonesië

Arimbi

31,8

0,2

Indonesië

Poleng

43,2

0,2

Indonesië

Handil

32,8

0,1

Indonesië

Jatibarang

29

0,1

Indonesië

Cinta

33,4

0,1

Indonesië

Bekapai

40

0,1

Indonesië

Katapa

52

0,1

Indonesië

Salawati

38

0,5

Indonesië

Duri (Sumatran Heavy)

21,1

0,2

Indonesië

Sembakung

37,5

0,1

Indonesië

Badak

41,3

0,1

Indonesië

Arun Condensate

54,5

n.b.

Indonesië

Udang

38

0,1

Indonesië

Klamono

18,7

1

Indonesië

Bunya

31,7

0,1

Indonesië

Pamusian

18,1

0,2

Indonesië

Kerindigan

21,6

0,3

Indonesië

Melahin

24,7

0,3

Indonesië

Bunyu

31,7

0,1

Indonesië

Camar

36,3

n.b.

Indonesië

Cinta Heavy

27

n.b.

Indonesië

Lalang

40,4

n.b.

Indonesië

Kakap

46,6

n.b.

Indonesië

Sisi-1

40

n.b.

Indonesië

Giti-1

33,6

n.b.

Indonesië

Ayu-1

34,3

n.b.

Indonesië

Bima

22,5

n.b.

Indonesië

Padang Isle

34,7

n.b.

Indonesië

Intan

32,8

n.b.

Indonesië

Sepinggan — Yakin Mixed

31,7

0,1

Indonesië

Widuri

32

0,1

Indonesië

Belida

45,9

0

Indonesië

Senipah

51,9

0,03

Iran

Iranian Light

33,8

1,4

Iran

Iranian Heavy

31

1,7

Iran

Soroosh (Cyrus)

18,1

3,3

Iran

Dorrood (Darius)

33,6

2,4

Iran

Rostam

35,9

1,55

Iran

Salmon (Sassan)

33,9

1,9

Iran

Foroozan (Fereidoon)

31,3

2,5

Iran

Aboozar (Ardeshir)

26,9

2,5

Iran

Sirri

30,9

2,3

Iran

Bahrgansar/Nowruz (SIRIP Blend)

27,1

2,5

Iran

Bahr/Nowruz

25,0

2,5

Iran

Iranian Miscellaneous

n.b.

n.b.

Irak

Basrah Light (Pers. Gulf)

33,7

2

Irak

Kirkuk (Pers. Gulf)

35,1

1,9

Irak

Mishrif (Pers. Gulf)

28

n.b.

Irak

Bai Hasson (Pers. Gulf)

34,1

2,4

Irak

Basrah Medium (Pers. Gulf)

31,1

2,6

Irak

Basrah Heavy (Pers. Gulf)

24,7

3,5

Irak

Kirkuk Blend (Pers. Gulf)

35,1

2

Irak

N. Rumalia (Pers. Gulf)

34,3

2

Irak

Ras el Behar

33

n.b.

Irak

Basrah Light (Red Sea)

33,7

2

Irak

Kirkuk (Red Sea)

36,1

1,9

Irak

Mishrif (Red Sea)

28

n.b.

Irak

Bai Hasson (Red Sea)

34,1

2,4

Irak

Basrah Medium (Red Sea)

31,1

2,6

Irak

Basrah Heavy (Red Sea)

24,7

3,5

Irak

Kirkuk Blend (Red Sea)

34

1,9

Irak

N. Rumalia (Red Sea)

34,3

2

Irak

Ratawi

23,5

4,1

Irak

Basrah Light (Turkey)

33,7

2

Irak

Kirkuk (Turkey)

36,1

1,9

Irak

Mishrif (Turkey)

28

n.b.

Irak

Bai Hasson (Turkey)

34,1

2,4

Irak

Basrah Medium (Turkey)

31,1

2,6

Irak

Basrah Heavy (Turkey)

24,7

3,5

Irak

Kirkuk Blend (Turkey)

34

1,9

Irak

N. Rumalia (Turkey)

34,3

2

Irak

FAO Blend

27,7

3,6

Kazachstan

Kumkol

42,5

0,07

Kazachstan

CPC Blend

44,2

0,54

Koeweit

Mina al Ahmadi (Kuwait Export)

31,4

2,5

Koeweit

Magwa (Lower Jurassic)

38

n.b.

Koeweit

Burgan (Wafra)

23,3

3,4

Libië

Bu Attifel

43,6

0

Libië

Amna (high pour)

36,1

0,2

Libië

Brega

40,4

0,2

Libië

Sirtica

43,3

0,43

Libië

Zueitina

41,3

0,3

Libië

Bunker Hunt

37,6

0,2

Libië

El Hofra

42,3

0,3

Libië

Dahra

41

0,4

Libië

Sarir

38,3

0,2

Libië

Zueitina Condensate

65

0,1

Libië

El Sharara

42,1

0,07

Maleisië

Miri Light

36,3

0,1

Maleisië

Tembungo

37,5

n.b.

Maleisië

Labuan Blend

33,2

0,1

Maleisië

Tapis

44,3

0,1

Maleisië

Tembungo

37,4

0

Maleisië

Bintulu

26,5

0,1

Maleisië

Bekok

49

n.b.

Maleisië

Pulai

42,6

n.b.

Maleisië

Dulang

39

0,037

Mauritanië

Chinguetti

28,2

0,51

Mexico

Isthmus

32,8

1,5

Mexico

Maya

22

3,3

Mexico

Olmeca

39

n.b.

Mexico

Altamira

16

n.b.

Mexico

Topped Isthmus

26,1

1,72

Nederland

Alba

19,59

n.b.

Neutrale zone

Eocene (Wafra)

18,6

4,6

Neutrale zone

Hout

32,8

1,9

Neutrale zone

Khafji

28,5

2,9

Neutrale zone

Burgan (Wafra)

23,3

3,4

Neutrale zone

Ratawi

23,5

4,1

Neutrale zone

Neutral Zone Mix

23,1

n.b.

Neutrale zone

Khafji Blend

23,4

3,8

Nigeria

Forcados Blend

29,7

0,3

Nigeria

Escravos

36,2

0,1

Nigeria

Brass River

40,9

0,1

Nigeria

Qua Iboe

35,8

0,1

Nigeria

Bonny Medium

25,2

0,2

Nigeria

Pennington

36,6

0,1

Nigeria

Bomu

33

0,2

Nigeria

Bonny Light

36,7

0,1

Nigeria

Brass Blend

40,9

0,1

Nigeria

Gilli Gilli

47,3

n.b.

Nigeria

Adanga

35,1

n.b.

Nigeria

Iyak-3

36

n.b.

Nigeria

Antan

35,2

n.b.

Nigeria

OSO

47

0,06

Nigeria

Ukpokiti

42,3

0,01

Nigeria

Yoho

39,6

n.b.

Nigeria

Okwori

36,9

n.b.

Nigeria

Bonga

28,1

n.b.

Nigeria

ERHA

31,7

0,21

Nigeria

Amenam Blend

39

0,09

Nigeria

Akpo

45,17

0,06

Nigeria

EA

38

n.b.

Nigeria

Agbami

47,2

0,044

Noorwegen

Ekofisk

43,4

0,2

Noorwegen

Tor

42

0,1

Noorwegen

Statfjord

38,4

0,3

Noorwegen

Heidrun

29

n.b.

Noorwegen

Norwegian Forties

37,1

n.b.

Noorwegen

Gullfaks

28,6

0,4

Noorwegen

Oseberg

32,5

0,2

Noorwegen

Norne

33,1

0,19

Noorwegen

Troll

28,3

0,31

Noorwegen

Draugen

39,6

n.b.

Noorwegen

Sleipner Condensate

62

0,02

Oman

Oman Export

36,3

0,8

Papoea-Nieuw-Guinea

Kutubu

44

0,04

Peru

Loreto

34

0,3

Peru

Talara

32,7

0,1

Peru

High Cold Test

37,5

n.b.

Peru

Bayovar

22,6

n.b.

Peru

Low Cold Test

34,3

n.b.

Peru

Carmen Central-5

20,7

n.b.

Peru

Shiviyacu-23

20,8

n.b.

Peru

Mayna

25,7

n.b.

Filipijnen

Nido

26,5

n.b.

Filipijnen

Philippines Miscellaneous

n.b.

n.b.

Qatar

Dukhan

41,7

1,3

Qatar

Qatar Marine

35,3

1,6

Qatar

Qatar Land

41,4

n.b.

Ras al Khaimah

Rak Condensate

54,1

n.b.

Ras al Khaimah

Ras Al Khaimah Miscellaneous

n.b.

n.b.

Rusland

Urals

31

2

Rusland

Russian Export Blend

32,5

1,4

Rusland

M100

17,6

2,02

Rusland

M100 Heavy

16,67

2,09

Rusland

Siberian Light

37,8

0,4

Rusland

E4 (Gravenshon)

19,84

1,95

Rusland

E4 Heavy

18

2,35

Rusland

Purovsky Condensate

64,1

0,01

Rusland

Sokol

39,7

0,18

Saudi-Arabië

Light (Pers. Gulf)

33,4

1,8

Saudi-Arabië

Heavy (Pers. Gulf) (Safaniya)

27,9

2,8

Saudi-Arabië

Medium (Pers. Gulf) (Khursaniyah)

30,8

2,4

Saudi-Arabië

Extra Light (Pers. Gulf) (Berri)

37,8

1,1

Saudi-Arabië

Light (Yanbu)

33,4

1,2

Saudi-Arabië

Heavy (Yanbu)

27,9

2,8

Saudi-Arabië

Medium (Yanbu)

30,8

2,4

Saudi-Arabië

Berri (Yanbu)

37,8

1,1

Saudi-Arabië

Medium (Zuluf/Marjan)

31,1

2,5

Sharjah

Mubarek Sharjah

37

0,6

Sharjah

Sharjah Condensate

49,7

0,1

Singapore

Rantau

50,5

0,1

Spanje

Amposta Marina North

37

n.b.

Spanje

Casablanca

34

n.b.

Spanje

El Dorado

26,6

n.b.

Syrië

Syrian Straight

15

n.b.

Syrië

Thayyem

35

n.b.

Syrië

Omar Blend

38

n.b.

Syrië

Omar

36,5

0,1

Syrië

Syrian Light

36

0,6

Syrië

Souedie

24,9

3,8

Thailand

Erawan Condensate

54,1

n.b.

Thailand

Sirikit

41

n.b.

Thailand

Nang Nuan

30

n.b.

Thailand

Bualuang

27

n.b.

Thailand

Benchamas

42,4

0,12

Trinidad en Tobago

Galeota Mix

32,8

0,3

Trinidad en Tobago

Trintopec

24,8

n.b.

Trinidad en Tobago

Land/Trinmar

23,4

1,2

Trinidad en Tobago

Calypso Miscellaneous

30,84

0,59

Tunesië

Zarzaitine

41,9

0,1

Tunesië

Ashtart

29

1

Tunesië

El Borma

43,3

0,1

Tunesië

Ezzaouia-2

41,5

n.b.

Turkije

Turkish Miscellaneous

n.b.

n.b.

Oekraïne

Ukraine Miscellaneous

n.b.

n.b.

Verenigd Koninkrijk

Auk

37,2

0,5

Verenigd Koninkrijk

Beatrice

38,7

0,05

Verenigd Koninkrijk

Brae

33,6

0,7

Verenigd Koninkrijk

Buchan

33,7

0,8

Verenigd Koninkrijk

Claymore

30,5

1,6

Verenigd Koninkrijk

S.V. (Brent)

36,7

0,3

Verenigd Koninkrijk

Tartan

41,7

0,6

Verenigd Koninkrijk

Tern

35

0,7

Verenigd Koninkrijk

Magnus

39,3

0,3

Verenigd Koninkrijk

Dunlin

34,9

0,4

Verenigd Koninkrijk

Fulmar

40

0,3

Verenigd Koninkrijk

Hutton

30,5

0,7

Verenigd Koninkrijk

N.W. Hutton

36,2

0,3

Verenigd Koninkrijk

Maureen

35,5

0,6

Verenigd Koninkrijk

Murchison

38,8

0,3

Verenigd Koninkrijk

Ninian Blend

35,6

0,4

Verenigd Koninkrijk

Montrose

40,1

0,2

Verenigd Koninkrijk

Beryl

36,5

0,4

Verenigd Koninkrijk

Piper

35,6

0,9

Verenigd Koninkrijk

Forties

36,6

0,3

Verenigd Koninkrijk

Brent Blend

38

0,4

Verenigd Koninkrijk

Flotta

35,7

1,1

Verenigd Koninkrijk

Thistle

37

0,3

Verenigd Koninkrijk

S.V. (Ninian)

38

0,3

Verenigd Koninkrijk

Argyle

38,6

0,2

Verenigd Koninkrijk

Heather

33,8

0,7

Verenigd Koninkrijk

South Birch

38,6

n.b.

Verenigd Koninkrijk

Wytch Farm

41,5

n.b.

Verenigd Koninkrijk

Cormorant North

34,9

0,7

Verenigd Koninkrijk

Cormorant South (Cormorant „A”)

35,7

0,6

Verenigd Koninkrijk

Alba

19,2

n.b.

Verenigd Koninkrijk

Foinhaven

26,3

0,38

Verenigd Koninkrijk

Schiehallion

25,8

n.b.

Verenigd Koninkrijk

Captain

19,1

0,7

Verenigd Koninkrijk

Harding

20,7

0,59

Verenigde Staten, Alaska

ANS

n.b.

n.b.

Verenigde Staten, Colorado

Niobrara

n.b.

n.b.

Verenigde Staten, New Mexico

Four Corners

n.b.

n.b.

Verenigde Staten, North Dakota

Bakken

n.b.

n.b.

Verenigde Staten, North Dakota

North Dakota Sweet

n.b.

n.b.

Verenigde Staten, Texas

WTI

n.b.

n.b.

Verenigde Staten, Texas

Eagle Ford

n.b.

n.b.

Verenigde Staten, Utah

Covenant

n.b.

n.b.

Verenigde Staten, federaal, Outer Continental Shelf

Bèta

n.b.

n.b.

Verenigde Staten, federaal, Outer Continental Shelf

Carpinteria

n.b.

n.b.

Verenigde Staten, federaal, Outer Continental Shelf

Dos Cuadras

n.b.

n.b.

Verenigde Staten, federaal, Outer Continental Shelf

Hondo

n.b.

n.b.

Verenigde Staten, federaal, Outer Continental Shelf

Hueneme

n.b.

n.b.

Verenigde Staten, federaal, Outer Continental Shelf

Pescado

n.b.

n.b.

Verenigde Staten, federaal, Outer Continental Shelf

Point Arguello

n.b.

n.b.

Verenigde Staten, federaal, Outer Continental Shelf

Point Pedernales

n.b.

n.b.

Verenigde Staten, federaal, Outer Continental Shelf

Sacate

n.b.

n.b.

Verenigde Staten, federaal, Outer Continental Shelf

Santa Clara

n.b.

n.b.

Verenigde Staten, federaal, Outer Continental Shelf

Sockeye

n.b.

n.b.

Oezbekistan

Uzbekistan Miscellaneous

n.b.

n.b.

Venezuela

Jobo (Monagas)

12,6

2

Venezuela

Lama Lamar

36,7

1

Venezuela

Mariago

27

1,5

Venezuela

Ruiz

32,4

1,3

Venezuela

Tucipido

36

0,3

Venezuela

Venez Lot 17

36,3

0,9

Venezuela

Mara 16/18

16,5

3,5

Venezuela

Tia Juana Light

32,1

1,1

Venezuela

Tia Juana Med 26

24,8

1,6

Venezuela

Officina

35,1

0,7

Venezuela

Bachaquero

16,8

2,4

Venezuela

Cento Lago

36,9

1,1

Venezuela

Lagunillas

17,8

2,2

Venezuela

La Rosa Medium

25,3

1,7

Venezuela

San Joaquin

42

0,2

Venezuela

Lagotreco

29,5

1,3

Venezuela

Lagocinco

36

1,1

Venezuela

Boscan

10,1

5,5

Venezuela

Leona

24,1

1,5

Venezuela

Barinas

26,2

1,8

Venezuela

Sylvestre

28,4

1

Venezuela

Mesa

29,2

1,2

Venezuela

Ceuta

31,8

1,2

Venezuela

Lago Medio

31,5

1,2

Venezuela

Tigre

24,5

n.b.

Venezuela

Anaco Wax

41,5

0,2

Venezuela

Santa Rosa

49

0,1

Venezuela

Bombai

19,6

1,6

Venezuela

Aguasay

41,1

0,3

Venezuela

Anaco

43,4

0,1

Venezuela

BCF-Bach/Lag17

16,8

2,4

Venezuela

BCF-Bach/Lag21

20,4

2,1

Venezuela

BCF-21.9

21,9

n.b.

Venezuela

BCF-24

23,5

1,9

Venezuela

BCF-31

31

1,2

Venezuela

BCF Blend

34

1

Venezuela

Bolival Coast

23,5

1,8

Venezuela

Ceuta/Bach 18

18,5

2,3

Venezuela

Corridor Block

26,9

1,6

Venezuela

Cretaceous

42

0,4

Venezuela

Guanipa

30

0,7

Venezuela

Lago Mix Med.

23,4

1,9

Venezuela

Larosa/Lagun

23,8

1,8

Venezuela

Menemoto

19,3

2,2

Venezuela

Cabimas

20,8

1,8

Venezuela

BCF-23

23

1,9

Venezuela

Oficina/Mesa

32,2

0,9

Venezuela

Pilon

13,8

2

Venezuela

Recon (Venez)

34

n.b.

Venezuela

102 Tj (25)

25

1,6

Venezuela

Tjl Cretaceous

39

0,6

Venezuela

Tia Juana Pesado (Heavy)

12,1

2,7

Venezuela

Mesa-Recon

28,4

1,3

Venezuela

Oritupano

19

2

Venezuela

Hombre Pintado

29,7

0,3

Venezuela

Merey

17,4

2,2

Venezuela

Lago Light

41,2

0,4

Venezuela

Laguna

11,2

0,3

Venezuela

Bach/Ceuta Mix

24

1,2

Venezuela

Bachaquero 13

13

2,7

Venezuela

Ceuta — 28

28

1,6

Venezuela

Temblador

23,1

0,8

Venezuela

Lagomar

32

1,2

Venezuela

Taparito

17

n.b.

Venezuela

BCF-Heavy

16,7

n.b.

Venezuela

BCF-Medium

22

n.b.

Venezuela

Caripito Blend

17,8

n.b.

Venezuela

Laguna/Ceuta Mix

18,1

n.b.

Venezuela

Morichal

10,6

n.b.

Venezuela

Pedenales

20,1

n.b.

Venezuela

Quiriquire

16,3

n.b.

Venezuela

Tucupita

17

n.b.

Venezuela

Furrial-2 (E. Venezuela)

27

n.b.

Venezuela

Curazao Blend

18

n.b.

Venezuela

Santa Barbara

36,5

n.b.

Venezuela

Cerro Negro

15

n.b.

Venezuela

BCF22

21,1

2,11

Venezuela

Hamaca

26

1,55

Venezuela

Zuata 10

15

n.b.

Venezuela

Zuata 20

25

n.b.

Venezuela

Zuata 30

35

n.b.

Venezuela

Monogas

15,9

3,3

Venezuela

Corocoro

24

n.b.

Venezuela

Petrozuata

19,5

2,69

Venezuela

Morichal 16

16

n.b.

Venezuela

Guafita

28,6

0,73

Vietnam

Bach Ho (White Tiger)

38,6

0

Vietnam

Dai Hung (Big Bear)

36,9

0,1

Vietnam

Rang Dong

37,7

0,5

Vietnam

Ruby

35,6

0,08

Vietnam

Su Tu Den (Black Lion)

36,8

0,05

Jemen

North Yemeni Blend

40,5

n.b.

Jemen

Alif

40,4

0,1

Jemen

Maarib Lt.

49

0,2

Jemen

Masila Blend

30-31

0,6

Jemen

Shabwa Blend

34,6

0,6

Algemeen

Olieschalie

n.b.

n.b.

Algemeen

Schalieolie

n.b.

n.b.

Algemeen

Aardgas: pijptransport vanuit bron

n.b.

n.b.

Algemeen

Aardgas: uit lng

n.b.

n.b.

Algemeen

Schaliegas: pijptransport vanuit bron

n.b.

n.b.

Algemeen

Steenkool

n.b.

n.b.


(1)  Verordening (EG) nr. 684/2009 van de Commissie van 24 juli 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2008/118/EG van de Raad wat betreft de geautomatiseerde procedures voor de overbrenging van accijnsgoederen onder schorsing van accijns (PB L 197 van 29.7.2009, blz. 24).

(2)  Richtlijn 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 houdende een algemene regeling inzake accijns en houdende intrekking van Richtlijn 92/12/EEG (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 12).

(3)  Het JEC-consortium brengt het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Europese Commissie (JRC), EUCAR (European Council for Automotive R&D) en CONCAWE (de door de oliemaatschappijen opgerichte European association for environment, health and safety in refining and distribution) samen.

(4)  http://iet.jrc.ec.europa.eu/about-jec/sites/about-jec/files/documents/report_2013/wtt_report_v4_july_2013_final.pdf

(5)  Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot vaststelling van emissienormen voor nieuwe personenauto's, in het kader van de communautaire geïntegreerde benadering om de CO2-emissies van lichte voertuigen te beperken (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 1).

(6)  Verordening (EU) nr. 600/2012 van de Commissie van 21 juni 2012 inzake de verificatie van broeikasgasemissie- en tonkilometerverslagen en de accreditatie van verificateurs krachtens Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 181 van 12.7.2012, blz. 1).

(7)  Verordening (EU) nr. 601/2012 van de Commissie van 21 juni 2012 inzake de monitoring en rapportage van de emissies van broeikasgassen overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 181 van 12.7.2012, blz. 30).

(8)  Verordening (EG) nr. 2964/95 van de Raad van 20 december 1995 houdende instelling van een registratie in de Gemeenschap van de invoer en leveranties van ruwe aardolie (PB L 310 van 22.12.1995, blz. 5).

(9)  Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).

(10)  Verordening (EG) nr. 1099/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende energiestatistieken (PB L 304 van 14.11.2008, blz. 1).

(11)  Verordening (EU) nr. 525/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende een bewakings- en rapportagesysteem voor de uitstoot van broeikasgassen en een rapportagemechanisme voor overige informatie op nationaal niveau en op het niveau van de Unie met betrekking tot klimaatverandering, en tot intrekking van Beschikking nr. 280/2004/EG (PB L 165 van 18.6.2013, blz. 13).

(12)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 666/2014 van de Commissie van 12 maart 2014 tot vaststelling van de materiële voorschriften voor een inventarisatiesysteem van de Unie en teneinde rekening te houden met wijzigingen in de aardopwarmingsvermogens en internationaal overeengekomen richtsnoeren voor inventarisering overeenkomstig Verordening (EU) nr. 525/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 26).


BIJLAGE II

BEREKENING VAN DE UITGANGSNORM VOOR BRANDSTOFFEN VAN FOSSIELE BRANDSTOFFEN

Berekeningsmethode

a)

De uitgangsnorm voor brandstoffen wordt als volgt berekend op basis van het gemiddelde Unieverbruik van de fossiele brandstoffen benzine, diesel, gasolie, lpg en cng:

Formula

waarbij:

x= de verschillende brandstoffen en energieën die binnen het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen en in onderstaande tabel zijn opgenomen.

GHGix = de broeikasgasintensiteit van de jaarlijks op de markt verkochte hoeveelheid brandstof x of energie die binnen het toepassingsgebied van deze richtlijn valt, uitgedrukt in gCO2eq/MJ. De in bijlage I, deel 2, punt 5), opgenomen waarden voor fossiele brandstoffen worden gebruikt;

MJx = de totale geleverde energiehoeveelheid, omgerekend uit de gerapporteerde volumes van brandstof x en uitgedrukt in megajoules.

b)

Verbruiksgegevens

Voor de berekening van de waarde worden onderstaande verbruiksgegevens gebruikt:

Brandstof

Energieverbruik (MJ)

Bron

diesel

7 894 969 × 106

Rapportage 2010 van de lidstaten aan het UNFCCC

niet voor het wegverkeer bestemde gasolie

240 763 × 106

benzine

3 844 356 × 106

lpg

217 563 × 106

cng

51 037 × 106

Broeikasgasintensiteit

De uitgangsnorm voor brandstoffen voor 2010 bedraagt: 94,1 gCO2eq/MJ


BIJLAGE III

RAPPORTAGE DOOR DE LIDSTATEN AAN DE COMMISSIE

1.

Op uiterlijk 31 december van elk jaar, moeten de lidstatende in punt 3 vermelde gegevens rapporteren. Die gegevens moeten voor alle in elke lidstaat in de handel gebrachte brandstoffen en energie worden gerapporteerd. Wanneer verschillende biobrandstoffen bij de fossiele brandstoffen worden gemengd, moeten de gegevens voor elke biobrandstof worden opgegeven.

2.

De in punt 3 vermelde gegevens moeten apart worden gerapporteerd voor brandstof of energie die door leveranciers binnen een bepaalde lidstaat in de handel zijn gebracht (met inbegrip van gemeenschappelijke leveranciers die in één lidstaat werkzaam zijn).

3.

Voor elke brandstof en energie rapporteren de lidstaten de volgende gegevens aan de Commissie, zoals geaggregeerd overeenkomstig punt 2 en zoals gedefinieerd in bijlage I:

a)

soort brandstof of elektrische energie;

b)

volume of hoeveelheid brandstof of electriciteit;

c)

broeikasgasintensiteit;

d)

UER's;

e)

oorsprong;

f)

plaats van aankoop.


BIJLAGE IV

MODEL VOOR DE RAPPORTAGE VAN INFORMATIE TEN BEHOEVE VAN DE SAMENHANG VAN DE GERAPPORTEERDE GEGEVENS

Brandstof — Enkele leveranciers

Nr.

Gezamenlijke rapportage (JA/NEE)

Land

Leverancier1

Soort brandstof7

GN-code brandstof7

Hoeveelheid2

Gemiddelde broeikasgasintensiteit

Upstream-emissiereductie5

Reductie t.o.v. gemiddelde 2010

in liter

in energie

1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

GN-code

Broeikasgasintensiteit4

Basismateriaal

GN-code

Broeikasgasintensiteit4

Duurzaam (JA/NEE)

 

Component F.1 (fossiele-brandstofcomponent)

Component B.1 (biobrandstofcomponent)

 

 

 

 

 

 

 

Component F.n (fossiele-brandstofcomponent)

Component B.m (biobrandstofcomponent)

 

 

 

 

 

 

 

 

k

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

GN-code2

Broeikasgasintensiteit4

Basismateriaal

GN-code2

Broeikasgasintensiteit 4

Duurzaam (JA/NEE)

 

Component F.1 (fossiele-brandstofcomponent)

Component B.1 (biobrandstofcomponent)

 

 

 

 

 

 

 

Component F.n (fossiele-brandstofcomponent)

Component B.m (biobrandstofcomponent)

 

 

 

 

 

 

 

 


Brandstof — gemeenschappelijke leveranciers

Nr.

Gezamenlijke rapportage (JA/NEE)

Land

Leverancier1

Soort brandstof7

GN-code brandstof7

Hoeveelheid2

Gemiddelde broeikasgasintensiteit

Upstream-emissiereductie5

Reductie t.o.v. gemiddelde 2010

in liter

in energie

I

JA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

JA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Subtotaal

 

 

 

 

 

 

GN-code

Broeikasgas-intensiteit4

Basis-materiaal

GN-code

Broeikasgas-intensiteit4

Duurzaam (JA/NEE)

 

Component F.1 (fossiele-brandstofcomponent)

Component B.1 (biobrandstofcomponent)

 

 

 

 

 

 

 

Component F.1 (fossiele-brandstofcomponent)

Component B.1 (biobrandstofcomponent)

 

 

 

 

 

 

 

 

X

JA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

JA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Subtotaal

 

 

 

 

 

 

GN-code2

Broeikasgas-intensiteit4

Basis-materiaal

GN-code2

Broeikasgas-intensiteit4

Duurzaam (JA/NEE)

 

Component F.1 (fossiele-brandstofcomponent)

Component B.1 (biobrandstofcomponent)

 

 

 

 

 

 

 

Component F.n (fossiele-brandstofcomponent)

Component B.m (biobrandstofcomponent)

 

 

 

 

 

 

 

 


Elektriciteit

Gezamenlijke rapportage (JA/NEE)

Land

Leverancier1

Soort energie7

Hoeveelheid6

Broeikasgas-intensiteit

Reductie t.o.v. gemiddelde 2010

in energie

NEE

 

 

 

 

 

 


Informatie gezamenlijke leveranciers

 

Land

Leverancier1

Soort energie7

Hoeveelheid6

Broeikasgas-intensiteit

Reductie t.o.v. gemiddelde 2010

in energie

JA

 

 

 

 

 

 

JA

 

 

 

 

 

 

 

Subtotaal

 

 

 

 

 


Oorsprong — Enkele leveranciers8

Nr. 1

component F.1

Nr. 1

component F.n

Nr. k

component F.1

Nr. k

component F.n

Handels-naam basis-materiaal

API-dichtheid3

Ton

Handels-naam basis-materiaal

API-dichtheid3

Ton

Handels-naam basis-materiaal

API-dichtheid3

Ton

Handels-naam basis-materiaal

API-dichtheid3

Ton

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Nr. 1

component B.1

Nr. 1

component B.m

Nr. k

component B.1

Nr. k

component B.m

Productie-traject bio-brandstof

API-dichtheid3

Ton

Productie-traject bio-brandstof

API-dichtheid3

Ton

Productie-traject bio-brandstof

API-dichtheid3

Ton

Productie-traject bio-brandstof

API-dichtheid3

Ton