ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 106

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

58e jaargang
24 april 2015


Inhoud

 

I   Wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

RICHTLIJNEN

 

*

Richtlijn (EU) 2015/637 van de Raad van 20 april 2015 betreffende de coördinatie- en samenwerkingsmaatregelen ter vergemakkelijking van de consulaire bescherming van niet-vertegenwoordigde burgers van de Unie in derde landen en tot intrekking van Besluit 95/553/EG

1

 

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/638 van de Commissie van 22 april 2015 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1484/95 wat betreft de vaststelling van de representatieve prijzen voor de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede voor ovalbumine

14

 

*

Verordening (EU) 2015/639 van de Commissie van 23 april 2015 tot wijziging van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat het gebruik van siliciumdioxide (E 551) in polyvinylalcohol-polyethyleenglycol-entcopolymeer (E 1209) betreft ( 1 )

16

 

*

Verordening (EU) 2015/640 van de Commissie van 23 april 2015 betreffende aanvullende luchtwaardigheidsspecificaties voor een bepaald soort vluchtuitvoering en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 965/2012

18

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/641 van de Commissie van 23 april 2015 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

23

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (EU) 2015/642 van het Europees Parlement en de Raad van 15 april 2015 betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (aanvraag EGF/2014/015 GR/Attica Uitgeverijen, Griekenland)

25

 

*

Besluit (EU) 2015/643 van het Europees Parlement en de Raad van 15 april 2015 betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (aanvraag EGF/2014/016 IE/Lufthansa Technik, Ierland)

27

 

*

Besluit (EU) 2015/644 van het Europees Parlement en de Raad van 15 april 2015 betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (aanvraag EGF/2014/018 GR/Attica omroepen, Griekenland)

29

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/645 van de Commissie van 20 april 2015 tot vaststelling van de lijst van EU-inspecteurs die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad inspecties mogen uitvoeren (Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 2496)

31

 

*

Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/646 van de Commissie van 23 april 2015 krachtens artikel 3, lid 3, van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot bacterieculturen die bestemd zijn voor de vermindering van organische stoffen en die voor dat doel in de handel worden gebracht ( 1 )

79

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Wetgevingshandelingen

RICHTLIJNEN

24.4.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 106/1


RICHTLIJN (EU) 2015/637 VAN DE RAAD

van 20 april 2015

betreffende de coördinatie- en samenwerkingsmaatregelen ter vergemakkelijking van de consulaire bescherming van niet-vertegenwoordigde burgers van de Unie in derde landen en tot intrekking van Besluit 95/553/EG

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 23,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Handelend volgens een bijzondere wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het burgerschap van de Unie is de fundamentele status van onderdanen van de lidstaten. Het recht op bescherming van de diplomatieke en consulaire instanties van iedere andere lidstaat op het grondgebied van derde landen waar de lidstaat waarvan zij onderdaan zijn, niet vertegenwoordigd is, onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van die lidstaat, is een van de specifieke rechten die op grond van artikel 20, lid 2, onder c), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) aan burgers van de Unie zijn toegekend.

(2)

Het Verdrag van Lissabon heeft het burgerschap van de Unie en de daaraan verbonden rechten versterkt. Artikel 23 VWEU voorziet in de aanneming van richtlijnen tot vaststelling van coördinatie- en samenwerkingsmaatregelen die nodig zijn om de consulaire bescherming van niet-vertegenwoordigde burgers van de Unie te vergemakkelijken.

(3)

De waarden waarop de Unie is gegrondvest, zijn onder meer solidariteit, non-discriminatie en eerbiediging van de mensenrechten; in de betrekkingen met de rest van de wereld dient de Unie haar waarden te verdedigen en bij te dragen tot de bescherming van haar burgers. Het in artikel 46 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (het Handvest) neergelegde grondrecht op consulaire bescherming voor niet-vertegenwoordigde burgers van de Unie onder dezelfde voorwaarden als de eigen onderdanen, is een uiting van de Europese solidariteit. Het voegt een externe dimensie toe aan het concept burgerschap van de Unie en versterkt de identiteit van de Unie in derde landen.

(4)

Deze richtlijn heeft tot doel de samenwerkings- en coördinatiemaatregelen vast te stellen die nodig zijn om de consulaire bescherming van niet-vertegenwoordigde burgers van de Unie verder te vergemakkelijken. Deze maatregelen dienen de rechtszekerheid en de doeltreffende samenwerking en solidariteit tussen de consulaire instanties te versterken.

(5)

Overeenkomstig artikel 20, lid 2, onder c), VWEU en artikel 23 VWEU dienen de lidstaten niet-vertegenwoordigde burgers consulaire bescherming te bieden onder dezelfde voorwaarden als de eigen onderdanen. Deze richtlijn laat onverlet de bevoegdheid van de lidstaten om de reikwijdte van de bescherming van hun eigen onderdanen te bepalen.

(6)

Deze richtlijn laat onverlet de consulaire betrekkingen tussen lidstaten en derde landen, met name hun rechten en verplichtingen die voortvloeien uit internationale gebruiken en overeenkomsten, met name uit het Verdrag van Wenen van 24 april 1963 inzake consulair verkeer (het Verdrag van Wenen), die de lidstaten conform de Uniewetgeving toepassen. Volgens artikel 8 van het Verdrag van Wenen kunnen de lidstaten consulaire bescherming verlenen namens een andere lidstaat na passende kennisgeving, tenzij het betrokken derde land hiertegen bezwaar maakt. Met name kunnen zich moeilijkheden voordoen bij situaties waarin burgers die tevens onderdaan van het ontvangende land zijn, betrokken zijn. De lidstaten dienen, daarin gesteund door plaatselijke consulaire samenwerking, de nodige maatregelen met betrekking tot derde landen te nemen om ervoor te zorgen dat in alle gevallen consulaire bescherming namens andere lidstaten kan worden verleend.

(7)

Wanneer niet-vertegenwoordigde burgers in derde landen bescherming behoeven, is doeltreffende samenwerking en coördinatie vereist. De bijstandverlenende lidstaat die in een derde land aanwezig is en de lidstaat van nationaliteit van de burger dienen nauw samen te werken. Met name de plaatselijke consulaire samenwerking met betrekking tot niet-vertegenwoordigde burgers kan complex zijn omdat er coördinatie vereist is met instanties die ter plaatse niet zijn vertegenwoordigd, onder meer in voorkomend geval met de bevoegde ambassades of consulaten. Om de leemte als gevolg van het ontbreken van een ambassade of een consulaat van de eigen lidstaat van de burger op te vullen, dient te worden gezorgd voor een duidelijk en stabiel samenstel van regels. Tevens dienen bestaande maatregelen te worden verduidelijkt met het oog op effectieve bescherming.

(8)

Burgers van de Unie dienen als niet-vertegenwoordigde burgers in een derde land te worden beschouwd, als hun lidstaat van nationaliteit aldaar geen ambassade, consulaat of honorair consul heeft. Burgers dienen eveneens als niet-vertegenwoordigde burgers te worden beschouwd, als de ambassade, het consulaat of de honorair consul ter plaatse om welke reden dan ook in een bepaald geval niet in staat is de bescherming te verlenen waarop de betrokkene anders overeenkomstig de nationale wetgeving of de nationale praktijk recht zou hebben. Ambassades en consulaten dienen elkaar in kennis te stellen van eventuele uitzonderlijke omstandigheden die tijdelijk afbreuk kunnen doen aan hun capaciteit om consulaire bescherming te verlenen. Tevens dient rekening te worden gehouden met toegankelijkheid en nabijheid. Zo mag een burger die om consulaire bescherming of om bijstand van de ambassade of het consulaat van een andere lidstaat verzoekt, niet naar de ambassade, het consulaat of de honorair consul van de lidstaat van zijn eigen nationaliteit worden doorverwezen wanneer hij, vanwege plaatselijke omstandigheden of een gebrek aan middelen, deze laatstgenoemde instanties niet veilig kan bereiken of door hen bereikt kan worden, op een manier die het mogelijk maakt hem consulaire bescherming te verlenen. Het begrip „geen vertegenwoordiging” dient zo te worden geïnterpreteerd dat de doeltreffendheid van het recht van niet-vertegenwoordigde burgers op bescherming door de ambassade of het consulaat van een andere lidstaat, op niet-discriminerende wijze wordt gewaarborgd, rekening houdend met de omstandigheden per geval. Burgers die de nationaliteit van meer dan één lidstaat bezitten, dienen als niet-vertegenwoordigd te worden beschouwd als geen van de lidstaten van hun nationaliteit in het betrokken derde land is vertegenwoordigd.

(9)

Om te waarborgen dat het recht dat verankerd is in artikel 20, lid 2, onder c), VWEU, alsmede het recht op eerbiediging van privéleven, familie- en gezinsleven als erkend in artikel 7 van het Handvest, doeltreffend kunnen worden uitgeoefend, rekening houdend met het nationale recht en de nationale praktijk, dient een bijstandverlenende lidstaat mogelijkerwijs bescherming te verlenen aan uit derde landen afkomstige familieleden van burgers van de Unie, naargelang de omstandigheden van het concrete geval. Deze richtlijn sluit niet uit dat tijdens het overleg dat dient plaats te vinden voordat bijstand wordt verleend, de bijstandverlenende lidstaat en de lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger het in voorkomend geval eens kunnen worden over de mogelijkheid om de bijstand aan uit derde landen afkomstige familieleden van de niet-vertegenwoordigde burger van de Unie verder te doen reiken dan wat op grond van de wetgeving of de praktijk van de bijstandverlenende lidstaat vereist is, waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met verzoeken van de lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger, en voor zover hetgeen wordt overeengekomen niet in strijd is met de bepalingen van het Unierecht. Mogelijkerwijs zijn de lidstaten echter niet in staat bepaalde soorten consulaire bescherming te bieden, zoals de afgifte van noodreisdocumenten aan uit derde landen afkomstige familieleden. Wanneer het gaat om bijstand aan minderjarigen dienen de belangen van het kind een essentiële overweging te vormen, in overeenstemming met artikel 24 van het Handvest en zoals verankerd in het Verdrag van de Verenigde Naties van 20 november 1989 inzake de rechten van het kind.

(10)

Niet-vertegenwoordigde burgers dienen om consulaire bescherming van de ambassade of het consulaat van een lidstaat te kunnen verzoeken. Dit mag de lidstaten echter niet beletten praktische regelingen te treffen met het oog op het delen van de verantwoordelijkheden voor het verlenen van consulaire bescherming aan niet-vertegenwoordigde burgers overeenkomstig deze richtlijn. Zulke regelingen komen de burgers ten goede, aangezien de paraatheid erdoor wordt verhoogd en bijgevolg doeltreffende bescherming kan worden verleend. lidstaten die verzoeken om bescherming ontvangen dienen na te gaan of het in een concreet geval nodig is consulaire bescherming te verlenen, dan wel of de zaak kan worden verwezen naar de ambassade of het consulaat die c.q. dat volgens een reeds getroffen specifieke regeling als bevoegd is aangewezen. De lidstaten dienen de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) in kennis te stellen van deze regelingen, die door de Unie en de lidstaten dienen te worden bekendgemaakt teneinde transparantie voor niet-vertegenwoordigde burgers te waarborgen.

(11)

Deze richtlijn mag de lidstaat die niet in een derde land is vertegenwoordigd, niet beletten om consulaire bescherming te verlenen aan een van zijn onderdanen, bijvoorbeeld door indien nodig consulaire diensten online te verstrekken. De lidstaat van nationaliteit van een niet-vertegenwoordigde burger dient de lidstaat waarvan die burger consulaire bescherming vraagt of krijgt, te kunnen verzoeken om de aanvraag of de zaak door te geven, zodat hij zelf consulaire bescherming kan verlenen. Een dergelijke doorgifte mag er niet toe leiden dat de niet-vertegenwoordigde burger consulaire bescherming wordt ontzegd.

(12)

Niettegenstaande de verschillen in de tradities van de lidstaten in verband met de bevoegdheden van honoraire consuls, bieden honoraire consuls gewoonlijk niet hetzelfde scala aan diensten als ambassades of consulaten. Aangezien honoraire consuls hun opdracht vaak op vrijwillige basis vervullen, dient het aan elke lidstaat te worden overgelaten om te beslissen of deze richtlijn op zijn honoraire consuls van toepassing is. Van honoraire consuls kan worden verlangd dat zij consulaire bescherming verlenen aan niet-vertegenwoordigde burgers, naargelang de omstandigheden van het geval.

(13)

Verzoeken om bescherming dienen te worden behandeld indien de aanvragers een geldig paspoort of een geldige identiteitskaart van burger van de Unie kunnen overleggen. Het kan echter voorvallen dat niet-vertegenwoordigde burgers die consulaire bescherming behoeven, niet langer in het bezit zijn van hun identiteitsdocumenten. De fundamentele status van het burgerschap van de Unie wordt direct aan het recht van de Unie ontleend en identiteitsdocumenten hebben een louter declaratoire waarde. Wanneer aanvragers geen geldige identiteitsdocumenten kunnen overleggen, dienen zij bijgevolg in staat te worden gesteld hun identiteit te bewijzen met elk ander middel. Zo nodig kan de identiteit van de betrokkene worden geverifieerd bij het raadplegen van de instanties van de lidstaat waarvan de aanvrager stelt een onderdaan te zijn. Met betrekking tot uit derde landen afkomstige familieleden die de aanvrager vergezellen, dienen de instanties van de lidstaat van nationaliteit van de aanvrager de bijstandverlenende lidstaat te kunnen helpen bij het verifiëren van de identiteit en het bestaan van familiebanden met de aanvrager.

(14)

Om te bepalen welke coördinatie- en samenwerkingsmaatregelen noodzakelijk zijn, dient de werkingssfeer van consulaire bescherming uit hoofde van deze richtlijn nader te worden omschreven. Consulaire bescherming voor niet-vertegenwoordigde burgers dient bijstand te omvatten in een aantal typische situaties waarin lidstaten consulaire bescherming aan hun eigen onderdanen verlenen, naargelang de omstandigheden van het concrete geval, zoals bij arrestatie of detentie, ernstige ongevallen of ernstige ziekten en overlijden, alsmede hulp en repatriëring in noodsituaties, of de afgifte van nooddocumenten. Aangezien de bescherming die nodig is, steeds afhangt van de feitelijke situatie, mag consulaire bescherming niet worden beperkt tot de situaties die specifiek in deze richtlijn zijn vermeld.

(15)

Voor zover van toepassing dient naar behoren rekening te worden gehouden met de wensen van de burger, onder meer of en welke familieleden of andere verwanten moeten worden geïnformeerd. Ook dient in geval van overlijden naar behoren rekening te worden gehouden met de wensen van de naaste familie wat betreft de regelingen die moeten worden getroffen met betrekking tot het stoffelijk overschot van de overledene. De lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger dient voor deze contacten verantwoordelijk te zijn.

(16)

De instanties van de lidstaten dienen in een geest van wederzijds respect en solidariteit nauw samen te werken en hun werkzaamheden te coördineren met elkaar en met de Unie, met name met de Commissie en de EDEO. Om te komen tot een snelle en doeltreffende samenwerking, dienen de lidstaten informatie over de betrokken contactpunten in de lidstaten te verstrekken en permanent bij te werken via de beveiligde website van de EDEO (Consular OnLine).

(17)

De Unie wordt in derde landen vertegenwoordigd door de delegaties van de Unie, die in nauwe samenwerking met de diplomatieke en consulaire missies van de lidstaten helpen bij de toepassing van het recht van de burgers van de Unie op consulaire bescherming, zoals nader is bepaald in artikel 35 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Met deze richtlijn wordt de bijdrage die conform Besluit 2010/427/EU (2) en met name artikel 5, lid 10, daarvan, reeds wordt geleverd door de EDEO en de delegaties van de Unie, met name in crisissituaties, ten volle erkend en verder versterkt.

(18)

Wat de samenwerking ter plaatse betreft, dienen de bevoegdheden en respectieve taken van alle relevante actoren te worden verduidelijkt teneinde ervoor te zorgen dat niet-vertegenwoordigde burgers de bijstand krijgen waarop zij overeenkomstig het beginsel van non-discriminatie recht hebben. Bij plaatselijke consulaire samenwerking dient de nodige aandacht te worden besteed aan niet-vertegenwoordigde burgers, bijvoorbeeld door informatie over de betrokken contactpunten te verzamelen en regelmatig bij te werken, en deze te delen met de plaatselijke ambassades en consulaten van de lidstaten en met de delegatie van de Unie.

(19)

Tijdens vergaderingen over plaatselijke consulaire samenwerking, die worden georganiseerd in nauwe samenwerking met de delegatie van de Unie, dient regelmatig informatie te worden uitgewisseld over aangelegenheden die niet-vertegenwoordigde burgers aanbelangen, zoals de veiligheid van burgers, leefomstandigheden in gevangenissen, kennisgeving van en toegang tot consulaire diensten en samenwerking bij crises. In deze vergaderingen dienen vertegenwoordigde lidstaten, indien nodig, praktische regelingen overeen te komen om ervoor te zorgen dat niet-vertegenwoordigde burgers doeltreffend worden beschermd. Dergelijke overeenkomsten kunnen bijvoorbeeld niet nodig zijn als het aantal niet-vertegenwoordigde burgers gering is.

(20)

Een duidelijke taakverdeling tussen vertegenwoordigde en niet-vertegenwoordigde lidstaten en de delegatie van de Unie is van essentieel belang voor het garanderen van een passende crisisparaatheid en -beheersing. De noodplannen voor crisissituaties dienen derhalve te worden gecoördineerd en ten volle rekening te houden met niet-vertegenwoordigde burgers. Daartoe dienen de lidstaten die geen ambassade of consulaat ter plaatse hebben, in het kader van de plaatselijke crisisparaatheid alle beschikbare en relevante gegevens over hun burgers op het grondgebied te verstrekken. In het geval van een crisis dienen deze gegevens waar nodig te worden bijgewerkt. Bevoegde ambassades en consulaten en delegaties van de Unie dienen te worden geïnformeerd en in voorkomend geval te worden betrokken bij regelingen voor crisisparaatheid. Informatie over deze regelingen dient ter beschikking van niet-vertegenwoordigde burgers te worden gesteld. In het geval van een crisis moet (moeten) de leidende staat of de lidstaat (lidstaten) die de bijstand coördineert (coördineren), op niet-discriminerende basis zorgen voor de coördinatie van de steun aan niet-vertegenwoordigde burgers en van het gebruik van de beschikbare evacuatiecapaciteit, zulks aan de hand van de overeengekomen plannen en naargelang de ontwikkelingen ter plaatse.

(21)

De interoperabiliteit tussen consulair personeel en andere crisisbeheersingsdeskundigen dient te worden versterkt, met name door hen te laten deelnemen aan multidisciplinaire crisisteams, bijvoorbeeld in het kader van de structuren van de EDEO voor crisisrespons en operationele coördinatie en crisisbeheersing, en het Uniemechanisme voor civiele bescherming (3).

(22)

Om de steun van het Uniemechanisme voor civiele bescherming kan worden verzocht wanneer dit nodig is voor de consulaire bescherming van niet-vertegenwoordigde burgers. Om deze steun kan bijvoorbeeld worden verzocht door de leidende staat of de lidstaat (lidstaten) die de bijstand coördineert (coördineren).

(23)

Onder het in deze richtlijn gebruikte begrip „leidende staat” wordt verstaan één of meer in een bepaald derde land vertegenwoordigde lidstaten, die belast zijn met het coördineren en leiden van de bijstand van niet-vertegenwoordigde burgers tijdens crises. Het concept leidende staat, als vastgesteld in de relevante richtsnoeren van de Unie (4), kan verder worden ontwikkeld, met naleving van het recht van de Unie en in het bijzonder deze richtlijn.

(24)

Wanneer een lidstaat in kennis wordt gesteld van, of een verzoek ontvangt om consulaire bescherming van een persoon die stelt een niet-vertegenwoordigde burger te zijn, dient hij, behalve in extreem dringende gevallen, altijd onmiddellijk contact op te nemen met de lidstaat van nationaliteit van de burger en deze alle relevante informatie te verstrekken voordat hij enige bijstand verleent. De lidstaat van nationaliteit dient op zijn beurt onmiddellijk alle informatie die voor de zaak van belang is, te verstrekken. Deze raadpleging dient de lidstaat van nationaliteit in staat te stellen te verzoeken om de doorgifte van de aanvraag of de zaak, opdat hij zelf consulaire bescherming kan verlenen. Die raadpleging dient de betrokken lidstaten tevens in staat te stellen relevante informatie uit te wisselen met als doel er bijvoorbeeld voor te zorgen dat een niet-vertegenwoordigde burger geen misbruik maakt van zijn recht op consulaire bescherming overeenkomstig artikel 20, lid 2, onder c), VWEU. Op deze richtlijn kan geen beroep worden gedaan door burgers van de Unie indien er sprake is van misbruik.

(25)

Wederzijdse solidariteit en samenwerking hebben ook betrekking op financiële kwesties. De lidstaten die eigen burgers consulaire bescherming in de vorm van financiële bijstand verlenen, doen dit in laatste instantie en alleen in uitzonderlijke gevallen waarin burgers niet op enige andere wijze financiële middelen kunnen verkrijgen, bijvoorbeeld via overmakingen van familieleden, vrienden of werkgevers. Aan niet-vertegenwoordigde burgers dient financiële bijstand te worden verleend onder dezelfde voorwaarden als aan onderdanen van de bijstandverlenende lidstaat. Van de niet-vertegenwoordigde burger dient te worden verlangd dat hij een verbintenis ondertekent om de gemaakte kosten aan zijn lidstaat van nationaliteit terug te betalen, op voorwaarde dat onderdanen van de bijstandverlenende lidstaat er in dezelfde situatie toe worden verplicht deze kosten aan hun eigen lidstaat terug te betalen. De niet-vertegenwoordigde burger kan er vervolgens door zijn lidstaat van nationaliteit toe worden verplicht deze kosten terug te betalen, eventueel met inbegrip van toepasselijke consulaire leges.

(26)

Er dient met deze richtlijn te worden gezorgd voor de verdeling van de financiële lasten en vergoedingen. Wanneer consulaire bescherming aan een niet-vertegenwoordigde burger inhoudt dat er een verbintenis tot terugbetaling wordt ondertekend, dient de lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger de bijstandverlenende lidstaat de gemaakte kosten te vergoeden. Het is aan de bijstandverlenende lidstaat om te beslissen of hij om vergoeding van de gemaakte kosten verzoekt. De bijstandverlenende lidstaat en de lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger moeten onderling gedetailleerde afspraken kunnen maken over de vergoeding binnen bepaalde termijnen.

(27)

De consulaire bescherming die aan een niet-vertegenwoordigde burger bij arrestatie of detentie wordt verleend, kan ongewoon hoge reiskosten, verblijfskosten of vertaalkosten met zich brengen voor de diplomatieke of consulaire instanties van de bijstandverlenende lidstaat, naargelang de omstandigheden van het concrete geval. De lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger dient tijdens het overleg dat plaatsvindt voordat bijstand wordt verleend, in kennis te worden gesteld van zulke mogelijke kosten. De bijstandverlenende lidstaat dient de lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger om vergoeding van ongewoon hoge kosten te kunnen verzoeken. De lidstaat van nationaliteit van de burger dient de bijstandverlenende lidstaat de gemaakte kosten te vergoeden. De bijstandverlenende lidstaat en de lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger moeten onderling gedetailleerde afspraken kunnen maken over de vergoeding binnen bepaalde termijnen. De lidstaten van nationaliteit van niet-vertegenwoordigde burgers kunnen, in overeenstemming met het beginsel van non-discriminatie, niet van hun burgers verlangen die kosten te vergoeden die onderdanen van de bijstandverlenende lidstaat niet hoeven terug te betalen.

(28)

In het geval van crisissituaties dienen financiële procedures te worden vereenvoudigd. Gelet op de specifieke kenmerken van zulke situaties, zoals de noodzaak snel maatregelen te nemen voor een aanzienlijk aantal burgers, is het niet nodig dat de bijstandverlenende lidstaat over een verbintenis tot terugbetaling beschikt om terugbetaling te kunnen vragen en krijgen van de lidsta(a)t(en) van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger. lidstaten van nationaliteit van niet-vertegenwoordigde burgers dienen de bijstandverlenende lidsta(a)t(en) de gemaakte kosten te vergoeden. Het is aan de bijstandverlenende lidsta(a)t(en) om te beslissen of en in welke vorm om vergoeding van de gemaakte kosten wordt verzocht. De bijstandverlenende lidstaat en de lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger moeten onderling gedetailleerde afspraken kunnen maken over de vergoeding binnen bepaalde termijnen. In geval van een crisis die nadelige gevolgen heeft of mogelijkerwijs heeft gehad voor een significant aantal burgers van de Unie moeten de lidstaten van nationaliteit van niet-vertegenwoordigde burgers, op verzoek van de bijstandverlenende lidstaat, pro rata worden terugbetaald door de gemaakte kosten te delen door het aantal bijgestane burgers.

(29)

Deze richtlijn dient drie jaar na de termijn voor de omzetting ervan opnieuw te worden bezien. Met name dient, in het licht van de door de lidstaten te verstrekken informatie over de uitvoering en praktische toepassing van de richtlijn, onder meer aan de hand van relevante statistieken en gevallen, te worden nagegaan of de financiële procedures voor een passende verdeling van de lasten dienen te worden herzien. De Commissie dient een rapport op te stellen waarin zij dient na te gaan of er aanvullende maatregelen nodig zijn, onder meer door in voorkomend geval een wijziging van deze richtlijn voor te stellen teneinde de uitoefening van de rechten van burgers van de Unie op consulaire bescherming te vergemakkelijken.

(30)

Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (5) is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door de lidstaten in het kader van deze richtlijn.

(31)

Deze richtlijn dient gunstigere nationale bepalingen onverlet te laten voor zover die bepalingen ermee verenigbaar zijn.

(32)

Overeenkomstig de gezamenlijke politieke verklaring van de lidstaten en de Commissie over toelichtende stukken van 28 september 2011 (6) hebben de lidstaten toegezegd om in gerechtvaardigde gevallen de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen vergezeld te doen gaan van een of meer stukken waarin het verband tussen de onderdelen van een richtlijn en de overeenkomstige delen van de nationale omzettingsinstrumenten wordt toegelicht. Met betrekking tot deze richtlijn acht de wetgever de toezending van dergelijke stukken gerechtvaardigd.

(33)

Deze richtlijn heeft tot doel de consulaire bescherming zoals vastgelegd in het Handvest te bevorderen. Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name in het Handvest zijn vastgelegd, met name het beginsel van non-discriminatie, het recht op leven en op menselijke integriteit, het recht op eerbiediging van het privéleven en het familie- en gezinsleven, de rechten van het kind, het recht op verdediging en het recht op een onpartijdig gerecht. Deze richtlijn dient te worden toegepast overeenkomstig deze rechten en beginselen.

(34)

Conform het in het Handvest neergelegde discriminatieverbod dienen de lidstaten deze richtlijn uit te voeren zonder tussen de begunstigden van de richtlijn te discrimineren op grond van bijvoorbeeld geslacht, ras, kleur, etnische of sociale afkomst, genetische kenmerken, taal, godsdienst of overtuiging, politieke of andere denkbeelden, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid.

(35)

Besluit 95/553/EG van de Vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen (7) moet worden ingetrokken,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

HOOFDSTUK 1

ALGEMENE BEPALINGEN EN TOEPASSINGSGEBIED

Artikel 1

Voorwerp

1.   In deze richtlijn worden de coördinatie- en samenwerkingsmaatregelen vastgesteld die nodig zijn ter vergemakkelijking van de uitoefening van het in artikel 20, lid 2, onder c), VWEU vastgelegde recht van burgers van de Unie op bescherming op het grondgebied van derde landen waar de lidstaat waarvan zij onderdaan zijn, niet vertegenwoordigd is, door de diplomatieke of consulaire instanties van een andere lidstaat, onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van die lidstaat en rekening houdend met de rol van de delegaties van de Unie in het waarborgen van dat recht.

2.   Deze richtlijn heeft geen betrekking op de consulaire betrekkingen tussen lidstaten en derde landen.

Artikel 2

Algemeen beginsel

1.   De ambassades of consulaten van de lidstaten verlenen consulaire bescherming aan niet-vertegenwoordigde burgers onder dezelfde voorwaarden als aan eigen onderdanen.

2.   De lidstaten kunnen besluiten dat deze richtlijn toepasselijk is op de door honorair consuls krachtens artikel 23 VWEU verleende consulaire bescherming. De lidstaten zorgen ervoor dat niet-vertegenwoordigde burgers naar behoren in kennis gesteld worden van besluiten in die zin en van de mate waarin honorair consuls bevoegd zijn om in een bepaald geval bescherming te verlenen.

Artikel 3

Consulaire bescherming door de lidstaat van nationaliteit

De lidstaat van nationaliteit van een niet-vertegenwoordigde burger kan de lidstaat waarvan de niet-vertegenwoordigde burger consulaire bescherming vraagt of ontvangt, verzoeken de aanvraag of de zaak van de niet-vertegenwoordigde burger door te sturen naar de eigen lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger, opdat deze lidstaat van nationaliteit consulaire bescherming kan verlenen overeenkomstig diens nationale recht of nationale praktijk. De aangezochte lidstaat geeft de zaak door zodra de lidstaat van nationaliteit bevestigt dat deze de niet-vertegenwoordigde burger consulaire bescherming verleent.

Artikel 4

Niet-vertegenwoordigde burgers in derde landen

In het kader van deze richtlijn wordt onder „niet-vertegenwoordigde burgers” verstaan, elke burger die de nationaliteit bezit van een lidstaat die niet wordt vertegenwoordigd in een derde land als bedoeld in artikel 6.

Artikel 5

Familieleden van niet-vertegenwoordigde burgers in derde landen

Aan familieleden die zelf geen burger van de Unie zijn en die niet-vertegenwoordigde burgers in een derde land vergezellen, wordt consulaire bescherming verleend in dezelfde mate en onder dezelfde voorwaarden als aan de familieleden van burgers van de bijstandverlenende lidstaat die zelf geen burger van de Unie zijn, overeenkomstig het nationale recht en de nationale praktijk van die lidstaat.

Artikel 6

Geen vertegenwoordiging

Voor de toepassing van deze richtlijn is een lidstaat niet vertegenwoordigd in een derde land, indien hij er geen ambassade of consulaat op permanente basis heeft of indien zijn ambassade, consulaat of honorair consul ter plaatse niet werkelijk in staat is om in een bepaald geval consulaire bescherming te verlenen.

Artikel 7

Toegang tot consulaire bescherming en andere regelingen

1.   Niet-vertegenwoordigde burgers hebben het recht te verzoeken om consulaire bescherming van de ambassade of het consulaat van een van de lidstaten.

2.   Onverminderd artikel 2 kan een lidstaat een andere lidstaat op permanente basis vertegenwoordigen en kunnen de ambassades of consulaten van de lidstaten in voorkomend geval praktische regelingen overeenkomen betreffende het delen van verantwoordelijkheden voor het verlenen van consulaire bescherming aan niet-vertegenwoordigde burgers. De lidstaten stellen de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) in kennis van regelingen in die zin, die door de Unie en de lidstaten worden bekendgemaakt teneinde de transparantie voor niet-vertegenwoordigde burgers te waarborgen.

3.   Indien een praktische regeling overeengekomen is conform lid 2, draagt een ambassade of consulaat waarvan de niet-vertegenwoordigde burger consulaire bescherming vraagt, er zorg voor dat, indien de ambassade of het consulaat niet als bevoegd is aangewezen volgens de toepasselijke specifieke regeling, de aanvraag van de burger wordt doorgestuurd naar de relevante ambassade of het relevante consulaat, tenzij de consulaire bescherming daardoor niet kan worden gewaarborgd, in het bijzonder indien de dringendheid van de zaak onmiddellijke actie vereist van de ambassade of het consulaat waarbij de aanvraag werd ingediend.

Artikel 8

Identificatie

1.   Personen die een aanvraag voor consulaire bescherming doen tonen aan dat zij burger van de Unie zijn door hun paspoort of identiteitskaart over te leggen.

2.   Indien de burger van de Unie geen geldig paspoort of geen geldige identiteitskaart kan overleggen, kan de nationaliteit worden bewezen met elk ander middel, indien nodig onder meer door verificatie bij de diplomatieke en consulaire instanties van de lidstaat waarvan de aanvrager stelt een onderdaan te zijn.

3.   Wat de in artikel 5 bedoelde familieleden betreft, kunnen de identiteit en het bestaan van een familieband worden bewezen met elk middel, onder meer door verificatie door de bijstandverlenende lidstaat bij de diplomatieke of consulaire instanties van de lidstaat van nationaliteit van de in lid 1 bedoelde burgers.

Artikel 9

Soorten bijstand

De consulaire bescherming in de zin van artikel 2 kan bijstand omvatten, inter alia, in de volgende situaties:

a)

bij arrestatie of detentie;

b)

wanneer de burger het slachtoffer van een misdrijf is;

c)

bij een ernstig ongeval of ernstige ziekte;

d)

bij overlijden;

e)

bij hulp en repatriëring in noodsituaties;

f)

bij behoefte aan noodreisdocumenten als bedoeld in Besluit 96/409/GBVB (8).

HOOFDSTUK 2

COÖRDINATIE- EN SAMENWERKINGSMAATREGELEN

Artikel 10

Algemene regels

1.   De diplomatieke en consulaire instanties van de lidstaten werken nauw samen en coördineren hun werkzaamheden met elkaar en met de Unie, om niet-vertegenwoordigde burgers overeenkomstig artikel 2 bescherming te garanderen.

2.   Wanneer een lidstaat een verzoek om consulaire bescherming ontvangt van een persoon die stelt een niet-vertegenwoordigde burger te zijn, of in kennis wordt gesteld van een persoonlijke noodsituatie van een niet-vertegenwoordigde burger in de zin van artikel 9, raadpleegt hij onverwijld het ministerie van Buitenlandse Zaken van de lidstaat waarvan de persoon stelt een onderdaan te zijn, of, in voorkomend geval, de bevoegde ambassade of het bevoegde consulaat van die lidstaat, en verstrekt hij alle relevante informatie waarover hij beschikt, onder meer over de identiteit van de betrokkene, over de eventuele kosten van consulaire bescherming, en over familieleden aan wie mogelijkerwijs ook consulaire bescherming moet worden verleend. Behalve in extreem dringende gevallen vindt deze raadpleging plaats vóór bijstand wordt verleend. De bijstandverlenende lidstaat faciliteert tevens de uitwisseling van informatie tussen de betrokken burger en de instanties van de lidstaat van nationaliteit van de burger.

3.   De lidstaat van nationaliteit van de burger verstrekt het ministerie van buitenlandse zaken of de bevoegde ambassade of het bevoegde consulaat van de bijstandverlenende lidstaat desgevraagd alle relevante informatie in de betrokken zaak. Hij is ook verantwoordelijk voor eventueel noodzakelijk contact met familieleden of andere relevante personen of instanties.

4.   De lidstaten stellen de EDEO via diens beveiligde internetsite in kennis van het (de) bevoegde contactpunt(en) bij hun ministerie van Buitenlandse Zaken.

Artikel 11

De rol van de delegaties van de Unie

De delegaties van de Unie werken nauw samen en coördineren hun werkzaamheden met de ambassades en consulaten van de lidstaten om bij te dragen aan samenwerking en coördinatie op het lokale niveau en in crisissituaties, met name door beschikbare logistieke steun te verlenen, waaronder kantoorruimte en organisatorische faciliteiten, zoals tijdelijke accommodatie voor consulair personeel en voor interventieteams. De delegaties van de Unie en het hoofdkwartier van de EDEO faciliteren tevens de uitwisseling van informatie tussen de ambassades en consulaten van de lidstaten en, in voorkomend geval, met de lokale overheid. De delegaties van de Unie stellen ook informatie beschikbaar over de bijstand waarop niet-vertegenwoordigde burgers mogelijkerwijs recht hebben, met name over de overeengekomen praktische regelingen, indien toepasselijk.

Artikel 12

Samenwerking op plaatselijk niveau

Bij bijeenkomsten over plaatselijke samenwerking wordt regelmatig informatie uitgewisseld die relevant is voor niet-vertegenwoordigde burgers. Op deze bijeenkomsten komen de lidstaten in voorkomend geval praktische regelingen als bedoeld in artikel 7 overeen om een doeltreffende bescherming van niet-vertegenwoordigde burgers in het desbetreffende derde land te waarborgen. Tenzij de lidstaten anders overeenkomen, worden de bijeenkomsten voorgezeten door een vertegenwoordiger van een lidstaat, in nauwe samenwerking met de delegatie van de Unie.

Artikel 13

Crisisparaatheid en samenwerking

1.   In plannen voor plaatselijke noodsituaties wordt ook rekening gehouden met niet-vertegenwoordigde burgers. De in een derde land vertegenwoordigde lidstaten coördineren hun plannen voor noodsituaties met elkaar en met de delegatie van de Unie, zodat niet-vertegenwoordigde burgers in een crisissituatie op volledige bijstand kunnen rekenen. De bevoegde ambassades of consulaten worden op passende wijze in kennis gesteld van regelingen betreffende crisisparaatheid en er in voorkomend geval bij betrokken.

2.   Bij een crisis werken de Unie en de lidstaten nauw samen om niet-vertegenwoordigde burgers doeltreffend te kunnen bijstaan. Indien mogelijk stellen zij elkaar tijdig in kennis van beschikbare evacuatiecapaciteit. Op hun verzoek kunnen de lidstaten worden bijgestaan door bestaande interventieteams op het niveau van de Unie, met inbegrip van consulaire deskundigen, met name uit niet-vertegenwoordigde lidstaten.

3.   De leidende staat of de bijstandcoördinerende lidstaat (lidstaten), is (zijn) verantwoordelijk voor de coördinatie van de hulpmaatregelen aan niet-vertegenwoordigde burgers, met de steun van de andere betrokken lidstaten, de delegatie van de Unie en het EDEO-hoofdkwartier. De lidstaten verstrekken de leidende staat of de bijstandcoördinerende lidstaat (lidstaten) alle relevante informatie over hun niet-vertegenwoordigde burgers die bij een crisissituatie zijn betrokken.

4.   De leidende staat of de lidstaat (lidstaten) die de bijstand voor niet-vertegenwoordigde burgers coördineert (coördineren), kan (kunnen) in voorkomend geval om steun verzoeken van instrumenten zoals de structuren voor crisisbeheersing van de EDEO en het mechanisme voor civiele bescherming van de Unie.

HOOFDSTUK 3

FINANCIËLE PROCEDURES

Artikel 14

Algemene regels

1.   De niet-vertegenwoordigde burgers verbinden zich ertoe de kosten van de consulaire bescherming terug te betalen aan hun lidstaat van nationaliteit onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van de bijstandverlenende lidstaat, met gebruikmaking van het standaardformulier in bijlage I. Niet-vertegenwoordigde burgers moeten zich alleen ertoe verbinden kosten terug te betalen die in dezelfde omstandigheden zouden moeten worden gedragen door onderdanen van de bijstandverlenende lidstaat.

2.   De bijstandverlenende lidstaat kan verlangen dat de lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger de in lid 1 bedoelde gemaakte kosten vergoedt, met gebruikmaking van het standaardformulier in bijlage II. De lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger vergoedt deze kosten binnen een redelijke termijn van ten hoogste twaalf maanden. De lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger kan van de betrokken niet-vertegenwoordigde burger verlangen dat hij de gemaakte kosten vergoedt.

3.   Wanneer de consulaire bescherming van een niet-vertegenwoordigde burger in het geval van een arrestatie of detentie uitzonderlijk hoge maar essentiële en gerechtvaardigde reiskosten, verblijfskosten of vertaalkosten met zich meebrengt voor de diplomatieke of consulaire instanties, kan de bijstandverlenende lidstaat verlangen dat die kosten vergoed worden door de lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger, die ze vergoedt binnen een redelijke termijn van ten hoogste twaalf maanden.

Artikel 15

Vereenvoudigde procedure in crisissituaties

1.   In crisissituaties dient de bijstandverlenende lidstaat verzoeken om terugbetaling van de kosten voor hulpmaatregelen aan een niet-vertegenwoordigde burger in bij het ministerie van Buitenlandse Zaken van de lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger. De bijstandverlenende lidstaat kan terugbetaling verlangen zelfs wanneer de niet-vertegenwoordigde burger geen verbintenis tot terugbetaling in de zin van artikel 14, lid 1, heeft ondertekend. Dit belet niet dat de lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger terugbetaling vordert van de betrokken niet-vertegenwoordigde burger op grond van nationale regels.

2.   De bijstandverlenende lidstaat kan verlangen dat de lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger de kosten pro rata terugbetaalt, door de volledige waarde van de werkelijk gemaakte kosten te delen door het aantal bijgestane burgers.

3.   Wanneer de bijstandverlenende lidstaat voor de bijstand financiële steun heeft gekregen door middel van het mechanisme voor civiele bescherming van de Unie, wordt elke bijdrage van de lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger, bepaald na aftrek van de bijdrage van de Unie.

HOOFDSTUK 4

SLOTBEPALINGEN

Artikel 16

Gunstiger behandeling

De lidstaten mogen bepalingen vaststellen of handhaven die gunstiger zijn dan die van deze richtlijn, voor zover zij daarmee verenigbaar zijn.

Artikel 17

Omzetting

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 mei 2018 aan deze richtlijn te voldoen.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 18

Intrekking

Besluit 95/553/EG wordt ingetrokken met ingang van 1 mei 2018.

Artikel 19

Verslaglegging, evaluatie en toetsing

1.   De lidstaten verstrekken de Commissie alle relevante informatie betreffende de uitvoering en toepassing van deze richtlijn. Uiterlijk op 1 mei 2021 dient de Commissie op basis van de verstrekte informatie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de uitvoering en toepassing van deze richtlijn.

2.   In het in lid 1 bedoelde verslag evalueert de Commissie de gevolgen van deze richtlijn en bekijkt zij of aanvullende maatregelen nodig zijn, waaronder in voorkomend geval wijzigingen aan deze richtlijn teneinde de uitoefening van het recht van burgers van de Unie op consulaire bescherming.

Artikel 20

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 21

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Luxemburg, 20 april 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

F. MOGHERINI


(1)  Advies van 25 oktober 2012 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  Besluit 2010/427/EU van de Raad van 26 juli 2010 tot vaststelling van de organisatie en werking van de Europese dienst voor extern optreden (PB L 201 van 3.8.2010, blz. 30).

(3)  Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).

(4)  Richtsnoeren van de Europese Unie voor de toepassing van het concept leidende staat bij consulaire aangelegenheden (PB C 317 van 12.12.2008, blz. 6).

(5)  Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).

(6)  PB C 369 van 17.12.2011, blz. 14.

(7)  Besluit 95/553/EG van de Vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 19 december 1995 betreffende bescherming van de burgers van de Europese Unie door de diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen (PB L 314 van 28.12.1995, blz. 73).

(8)  Besluit 96/409/GBVB van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 25 juni 1996 betreffende de opstelling van een nood-reisdocument (PB L 168 van 6.7.1996, blz. 4).


BIJLAGE I

A.   Gemeenschappelijk formulier voor de verbintenis tot terugbetaling van de kosten van consulaire bescherming in het geval van financiële bijstand

VERBINTENIS TOT TERUGBETALING VAN DE KOSTEN VAN CONSULAIRE BESCHERMING

(FINANCIËLE BIJSTAND) — (artikel 14, lid 1, van Richtlijn (EU) 2015/637)

Ik, ondergetekende (dhr./mevr.) (volledige naam in drukletters)

houder van paspoort nr. … afgegeven te …

erken hierbij te hebben ontvangen van de ambassade/het consulaat van …

… te …

het bedrag van …

bij wijze van voorschot voor …

… (inclusief de eventuele kosten)

en/of verbind mij ertoe om op verzoek aan het ministerie van Buitenlandse Zaken/de regering van [lidstaat van nationaliteit] …

overeenkomstig het nationale recht van die lidstaat het equivalent van dat bedrag terug te betalen of het equivalent van alle kosten die voor mij zijn betaald of mij zijn voorgeschoten, waaronder de kosten betaald voor mijn mij vergezellend(e) familielid/leden, in (valuta) …

tegen de wisselkoers van de dag waarop het voorschot werd uitbetaald of de kosten werden betaald.

Mijn adres (*) (in drukletters) (land) …

is: …

DATUM … HANDTEKENING …

B.   Gemeenschappelijk formulier voor de verbintenis tot terugbetaling van de kosten van consulaire bescherming in het geval van repatriëring

VERBINTENIS TOT TERUGBETALING VAN DE KOSTEN VAN CONSULAIRE BESCHERMING

(REPATRIËRING) — (artikel 14, lid 1, van Richtlijn (EU) 2015/637)

Ik, ondergetekende (dhr./mevr.) (volledige naam in drukletters)

geboren te (gemeente) … in (land) …

op (datum) …

houder van paspoort nr. … afgegeven te …

op … en identiteitsnummer of socialezekerheidsnummer of bevoegde instantie (indien toepasselijk/waar passend) …

verbind mij ertoe om op verzoek aan de regering van …

overeenkomstig het nationale recht van die lidstaat het equivalent terug te betalen van alle kosten die voor mij zijn betaald of mij zijn voorgeschoten door de consulaire functionaris van de … regering te …

met het oog op of in samenhang met de repatriëring naar …

van mijzelf en de leden van mijn familie die mij vergezellen en alle consulaire kosten te voldoen die verband houden met de repatriëring.

Dat zijn:

i) (**)

 

Vervoerskosten

 

Kosten van levensonderhoud

 

Diverse kosten

 

VERMINDERD MET mijn bijdrage

 

CONSULAIRE KOSTEN:

 

Repatriëringskosten

 

Kosten voor verleende diensten

 

Kosten van paspoort/bijstand in noodsituaties

 

(… uur, … per uur …)

ii) (**)

Alle bedragen die voor mij met het oog op of in samenhang met de repatriëring van mijzelf en de leden van mijn familie die mij vergezellen werden gemaakt, en die niet kunnen worden vastgesteld op het tijdstip dat deze verbintenis tot terugbetaling door mij wordt ondertekend.

Mijn adres (***) (in drukletters) (land) …

is: …

DATUM … HANDTEKENING …


(*)  hebt u geen vast adres, geeft dan een contactadres op.

(**)  Doorhalen wat niet van toepassing is: de consulaire functionaris en de aanvrager moeten elke doorhaling in de kantlijn paraferen.

(***)  Hebt u geen vast adres, geef dan een contactadres op.


BIJLAGE II

Formulier voor een verzoek om terugbetaling

VERZOEK OM TERUGBETALING (artikel 14, leden 2 en 3, van Richtlijn (EU) 2015/637)

1.

Ambassade of consulaat van de verzoekende lidstaat

2.

Bevoegde ambassade of het bevoegde consulaat of ministerie van Buitenlandse Zaken van de lidstaat van nationaliteit van de bijgestane burger

3.

Omschrijving van de gebeurtenis

(datum, plaats)

4.

Gegevens over de bijgestane burger(s) (afzonderlijk bij te voegen)

Volledige naam

Geboorteplaats en -datum

Benaming en nummer van het reisdocument

Soort verleende bijstand

Kosten

5.

Totale kosten

6.

Bankrekening voor de terugbetaling

7.

Bijlage: verbintenis tot terugbetaling (indien van toepassing)


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

24.4.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 106/14


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/638 VAN DE COMMISSIE

van 22 april 2015

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1484/95 wat betreft de vaststelling van de representatieve prijzen voor de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede voor ovalbumine

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 183, onder b),

Gezien Verordening (EU) nr. 510/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 1216/2009 en (EG) nr. 614/2009 van de Raad (2), en met name artikel 5, lid 6, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1484/95 van de Commissie (3) zijn voor de sectoren slachtpluimvee en eieren, en voor ovalbumine, bepalingen voor de toepassing van de aanvullende invoerrechten, alsmede de representatieve prijzen vastgesteld.

(2)

Uit de regelmatige controle van de gegevens die worden gebruikt als basis voor het bepalen van de representatieve prijzen voor de producten van de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede voor ovalbumine, blijkt dat de representatieve prijzen voor de invoer van bepaalde producten moeten worden gewijzigd met inachtneming van naargelang van de oorsprong optredende prijsverschillen.

(3)

Verordening (EG) nr. 1484/95 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

Om ervoor te zorgen dat deze maatregel zo snel mogelijk na de terbeschikkingstelling van de bijgewerkte gegevens van toepassing wordt, dient de onderhavige verordening in werking te treden op de dag van de bekendmaking ervan,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1484/95 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 april 2015.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB L 150 van 20.5.2014, blz. 1.

(3)  Verordening (EG) nr. 1484/95 van de Commissie van 28 juni 1995 houdende bepalingen voor de toepassing van de aanvullende invoerrechten in de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede voor ovalbumine, en houdende vaststelling van representatieve prijzen en intrekking van Verordening nr. 163/67/EEG (PB L 145 van 29.6.1995, blz. 47).


BIJLAGE

„BIJLAGE I

GN-code

Omschrijving

Representatieve prijs

(EUR/100 kg)

In artikel 3 bedoelde zekerheid

(EUR/100 kg)

Oorsprong (1)

0207 12 10

Geslachte kippen (zogenaamde kippen 70 %), bevroren

135,5

0

AR

0207 12 90

Geslachte kippen (zogenaamde kippen 65 %), bevroren

151,2

0

AR

1651

0

BR

0207 14 10

Delen zonder been, van hanen of van kippen, bevroren

324,1

0

AR

2362

19

BR

3561

0

CL

3064

0

TH

0207 14 50

Borsten van kippen, bevroren

218,8

0

BR

0207 27 10

Delen zonder been, van kalkoenen, bevroren

332,5

0

BR

3444

0

CL

0408 91 80

Eieren uit de schaal, gedroogd

381,1

0

AR

1602 32 11

Bereidingen van hanen of van kippen, niet gekookt en niet gebakken

279,4

2

BR


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „andere oorsprong”.”


24.4.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 106/16


VERORDENING (EU) 2015/639 VAN DE COMMISSIE

van 23 april 2015

tot wijziging van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat het gebruik van siliciumdioxide (E 551) in polyvinylalcohol-polyethyleenglycol-entcopolymeer (E 1209) betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (1), en met name artikel 10, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 is een EU-lijst vastgesteld van voor gebruik in levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen, levensmiddelenaroma's en voedingsstoffen goedgekeurde levensmiddelenadditieven, en van de gebruiksvoorwaarden daarvoor.

(2)

Die lijst kan volgens de uniforme procedure van artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1331/2008 van het Europees Parlement en de Raad (2) hetzij op initiatief van de Commissie, hetzij ingevolge een aanvraag worden bijgewerkt.

(3)

Verordening (EU) nr. 685/2014 van de Commissie (3) staat het gebruik van polyvinylalcohol-polyethyleenglycol-entcopolymeer („PVA-PEG-entcopolymeer”) (E 1209) in vaste voedingssupplementen toe.

(4)

Om de vloei-eigenschappen van het polymeerpoeder te verbeteren wordt in PVA-PEG-entcopolymeer siliciumdioxide (E 551) gebruikt. De verwachte carry-over van siliciumdioxide in het uiteindelijke levensmiddel via het gebruik van PVA-PEG-entcopolymeer is 300-500 mg/kg. Siliciumdioxide heeft op dit niveau geen technologische functie in het voedingssupplement.

(5)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft de veiligheid van PVA-PEG-entcopolymeer bij gebruik als levensmiddelenadditief beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat het gebruik ervan als omhullingsmiddel in voedingssupplementen voor de voorgestelde toepassingen geen veiligheidsrisico oplevert (4). De veiligheidsbeoordeling omvatte ook het vermelde gebruik van siliciumdioxide in PVA-PEG-entcopolymeer.

(6)

Het is dan ook passend om het gebruik van siliciumdioxide in PVA-PEG-entcopolymeer toe te staan.

(7)

Bijlage III, deel 2, van Verordening (EG) nr. 1333/2008 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Deel 2 van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 april 2015.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16.

(2)  Verordening (EG) nr. 1331/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma's (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 1).

(3)  Verordening (EU) nr. 685/2014 van de Commissie van 20 juni 2014 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad en van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 231/2012 van de Commissie wat het gebruik van polyvinylalcohol-polyethyleenglycol-entcopolymeer in vaste voedingssupplementen betreft (PB L 182 van 21.6.2014, blz. 23).

(4)  EFSA Journal 2013; 11 (8):3303.


BIJLAGE

In deel 2 van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 wordt de volgende vermelding ingevoegd na de derde vermelding voor levensmiddelenadditief E 551:

„E 551

siliciumdioxide

5 000  mg/kg in het preparaat

E 1209 polyvinylalcohol-polyethyleenglycol-entcopolymeer”


24.4.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 106/18


VERORDENING (EU) 2015/640 VAN DE COMMISSIE

van 23 april 2015

betreffende aanvullende luchtwaardigheidsspecificaties voor een bepaald soort vluchtuitvoering en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 965/2012

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG van de Raad, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG (1), en met name artikel 5, lid 5, onder e), vi),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van Verordening (EG) nr. 216/2008 dient de Commissie, daarin bijgestaan door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (hierna: „het Agentschap”), de nodige uitvoeringsvoorschriften vast te stellen voor gemeenschappelijke luchtwaardigheidseisen in de hele Unie.

(2)

Deze eisen bestrijken de volledige levensduur van luchtvaarproducten en omvatten luchtwaardigheidsspecificaties voor een bepaald soort vluchtuitvoering die na de toekenning van een typecertificaat ten behoeve van de veiligheid moeten worden toegepast.

(3)

De technische eisen van JAR-26 „Aanvullende luchtwaardigheidseisen voor vluchtuitvoeringen” (Additional Airworthiness Requirements for Operations), op 13 juli 1998 gepubliceerd door de gezamenlijke luchtvaartautoriteiten (JAA), als gewijzigd bij amendement 3 van 1 december 2005, moeten in het EU-recht worden opgenomen omdat de JAA op 30 juni 2009 is opgeheven en vluchtuitvoeringen sinds 20 februari 2008 tot de werkingssfeer van Verordening (EG) nr. 216/2008 behoren.

(4)

Teneinde de samenhang te waarborgen en de verplichtingen in verband met luchtwaardigheid te verduidelijken, moet in Verordening (EU) nr. 965/2012 van de Commissie (2) een verwijzing naar deze verordening worden opgenomen.

(5)

Teneinde een soepele overgang te waarborgen en storingen te vermijden, moet worden voorzien in passende overgangsmaatregelen.

(6)

De maatregelen in deze verordening zijn gebaseerd op het advies dat het Agentschap heeft uitgebracht overeenkomstig artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. 216/2008.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 65 van Verordening (EG) nr. 216/2008 opgerichte comité van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Toepassingsgebied

Bij deze verordening worden gemeenschappelijke aanvullende luchtwaardigheidsspecificaties vastgesteld ter ondersteuning van de permanente luchtwaardigheid en het bevorderen van de veiligheid van:

a)

in een lidstaat geregistreerde luchtvaartuigen;

b)

in een derde land geregistreerde luchtvaartuigen die worden gebruikt door een exploitant op wiens activiteiten een lidstaat toezicht uitoefent.

Artikel 2

Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a)   „maximale operationele passagiersconfiguratie”: het met het oog op de exploitatie in het vluchthandboek vastgestelde maximumaantal zitplaatsen voor passagiers in een bepaald luchtvaartuig, zonder de zitplaatsen voor de cabinebemanning mee te rekenen;

b)   „groot vliegtuig”: een vliegtuig waarvan de certificeringsbasis voldoet aan de certificeringsspecificaties voor grote vliegtuigen „CS-25” of gelijkwaardig.

Artikel 3

Aanvullende luchtwaardigheidsspecificaties voor een bepaald soort vluchtuitvoering

Exploitanten die onder het toezicht van de lidstaten vallen, dienen bij de exploitatie van luchtvaartuigen als bedoeld in artikel 1 te voldoen aan bijlage I.

Artikel 4

Wijziging van Verordening (EU) nr. 965/2012

Bijlage III bij Verordening (EU) nr. 965/2012 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij de onderhavige verordening teneinde deze aan te vullen met een verwijzing naar deze verordening.

Artikel 5

Overgangsbepaling

Luchtvaartuigen waarvan de exploitanten vóór de in artikel 6 bedoelde toepassingsdatum ten aanzien van de bevoegde autoriteit hebben aangetoond dat zij voldoen aan JAR-26 „aanvullende luchtwaardigheidseisen voor vluchtuitvoeringen” (hierna: „JAR-26-eisen”), door de gezamenlijke luchtvaartautoriteiten gepubliceerd op 13 juli 1998 en als gewijzigd bij amendement 3 van 1 december 2005, worden geacht te voldoen aan de in bijlage I bij deze verordening vastgestelde gelijkwaardige specificaties.

Luchtvaartuigen waarvan overeenkomstig de eerste alinea is aangetoond dat zij voldoen aan de JAR-26-eisen die gelijkwaardig zijn met de in de punten 26.50, 26.105, 26.110, 26.120, 26.150, 26.155, 26.160, 26.200 en 26.250 van bijlage I bij deze verordening vastgestelde specificaties, mogen naderhand geen wijzigingen ondergaan waardoor de conformiteit met de JAR-26-eisen in het gedrang komt.

Artikel 6

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 14 mei 2015.

De punten 26.50, 26.105, 26.110, 26.120, 26.150, 26.155, 26.160, 26.200 en 26.250 van bijlage I zijn echter van toepassing vanaf 14 mei 2017.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 april 2015.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) nr. 965/2012 van de Commissie van 5 oktober 2012 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures voor vluchtuitvoering, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 296 van 25.10.2012, blz. 1).


BIJLAGE I

DEEL-26

AANVULLENDE LUCHTWAARDIGHEIDSSPECIFICATIES VOOR VLUCHTUITVOERINGEN

INHOUD

SUBDEEL A —

ALGEMENE BEPALINGEN

26.10

Bevoegde autoriteit

26.20

Tijdelijke niet-functionerende uitrusting

26.30

Bewijs van conformiteit

SUBDEEL B —

GROTE VLIEGTUIGEN

26.50

Zitplaatsen, ligplaatsen, veiligheidsgordels en veiligheidstuigen

26.100

Locatie van nooduitgangen

26.105

Toegang tot nooduitgangen

26.110

Aanduiding van nooduitgangen

26.120

Noodverlichting in het interieur en bediening van de noodverlichting

26.150

Interieurs van compartimenten

26.155

Ontvlambaarheid van bekleding van vrachtcompartimenten

26.160

Toiletten — bescherming tegen brand

26.200

Landingsgestel — akoestisch geluidssignaal

26.250

Deurbedieningssysteem cockpit — situatie waarbij één bemanningslid zijn taken niet meer kan uitvoeren

SUBDEEL A

ALGEMENE BEPALINGEN

26.10   Bevoegde autoriteit

Voor het in deze bijlage vervatte deel, is de bevoegde autoriteit ten aanzien waaraan exploitanten de conformiteit met de specificaties dienen te bewijzen, de autoriteit die is aangewezen door de lidstaat waar het hoofdkantoor van de exploitant is gevestigd.

26.20   Tijdelijke niet-functionerende uitrusting

Een vlucht mag niet worden aangevat wanneer een van de in dit deel vereiste instrumenten, uitrustingsonderdelen of functies niet functioneert of ontbreekt, tenzij ontheffing is verleend in de door de bevoegde autoriteit goedgekeurde minimumuitrustingslijst van de exploitant als gedefinieerd in deel ORO.MLR.105.

26.30   Bewijs van conformiteit

a)

Het Agentschap stelt overeenkomstig artikel 19, lid 2, van Verordening (EG) nr. 216/2008 certificeringsspecificaties op als gestandaardiseerde wijze om de conformiteit van producten met dit deel te bewijzen. De certificeringsspecificaties zijn voldoende gedetailleerd en specifiek om aan exploitanten duidelijk te maken onder welke voorwaarden de conformiteit met de eisen van dit deel kan worden aangetoond.

b)

Exploitanten kunnen de conformiteit met de eisen van dit deel aantonen door te voldoen aan:

i)

de door het Agentschap op grond van punt a) opgestelde gedetailleerde specificaties of de door het Agentschap op grond van deel 21.A.16A opgestelde gelijkwaardige specificaties, of

ii)

technische normen die een gelijkwaardig veiligheidsniveau bieden als de in die specificaties vervatte normen.

SUBDEEL B

GROTE VLIEGTUIGEN

26.50   Zitplaatsen, ligplaatsen, veiligheidsgordels en veiligheidstuigen

Exploitanten van grote vliegtuigen die voor commerciële luchtvervoersactiviteiten worden gebruikt, waarvan het type op 1 januari 1958 of later is gecertificeerd, waarborgen dat alle zitplaatsen van de cockpit- of cabinebemanning geconfigureerd zijn op een manier die een optimale bescherming biedt bij noodlandingen en de die bemanningsleden tevens in staat stellen de nodige functies te vervullen en het toestel snel te verlaten.

26.100   Locatie van nooduitgangen

Behalve voor vliegtuigen waarvan de configuratie van de nooduitgangen vóór 1 april 1999 is ingericht en goedgekeurd, waarborgen exploitanten van grote vliegtuigen die voor commerciële luchtvaartactiviteiten worden gebruikt, met een maximale operationele passagiersconfiguratie van 19 of meer en waarvan één of meer nooduitgangen buiten dienst zijn, dat de overblijvende uitgangen volstaan om een effectieve evacuatie mogelijk maken.

26.105   Toegang tot nooduitgangen

Exploitanten van grote vliegtuigen die voor commerciële luchtvervoersactiviteiten worden gebruikt, voorzien in middelen om alle passagiers bij een noodevacuatie in staat te stellen vanaf hun zitplaats snel en vlot een nooduitgang te bereiken.

26.110   Aanduiding van nooduitgangen

Exploitanten van grote vliegtuigen die voor commerciële luchtvervoersactiviteiten worden gebruikt, dienen het volgende in acht te nemen:

a)

er wordt voorzien in middelen die de in de cabine aanwezige personen in geval van bij een noodevacuatie te verwachten omstandigheden naar de nooduitgangen leiden en hen helpen om deze te bedienen;

b)

er wordt voorzien in middelen om personeel buiten het vliegtuig in geval van een noodevacuatie te helpen om de nooduitgangen te vinden en deze te bedienen.

26.120   Noodverlichting in het interieur en bediening van de noodverlichting

Exploitanten van grote vliegtuigen die voor commerciële luchtvervoersactiviteiten worden gebruikt, voorzien in verlichte uitgangsbewegwijzering, algemene verlichting van de cabine en uitgang, en vloerverlichting van de looproute naar de uitgang om passagiers bij een noodevacuatie naar de uitgang te geleiden en de beweging van de passagiers te faciliteren.

26.150   Interieurs van compartimenten

Exploitanten van grote vliegtuigen die voor commerciële luchtvervoersactiviteiten worden gebruikt, dienen het volgende in acht te nemen:

a)

alle in bemannings- en passagierscompartimenten gebruikte materialen en uitrusting hebben ontvlammingskenmerken die de gevolgen van branden aan boord zo veel mogelijk beperken en ervoor zorgen dat de in de cabine aanwezige personen kunnen overleven gedurende de tijd die nodig is om het luchtvaartuig te evacueren;

b)

het rookverbod wordt door middel van borden bekendgemaakt;

c)

bij het ontwerp van afvalbakken wordt ervoor gezorgd dat interne branden niet overslaan; op de afvalbakken moet met een symbool worden aangebracht dat er geen smeulend materiaal in mag worden geworpen.

26.155   Ontvlambaarheid van de bekleding van vrachtcompartimenten

Exploitanten van grote vliegtuigen die voor commerciële luchtvervoersactiviteiten worden gebruikt, waarvan het type op 1 januari 1958 of later is gecertificeerd, waarborgen dat de bekleding van vrachtcompartimenten van klasse C of D vervaardigd is uit materialen die ervoor zorgen dat het luchtvaartuig en zijn inzittenden geen gevaar lopen bij een brand in het compartiment.

26.160   Toiletten — bescherming tegen brand

Exploitanten van grote vliegtuigen die voor commerciële luchtvervoersactiviteiten worden gebruikt en met een maximale operationele passagiersconfiguratie van 19 of meer, dienen te voldoen aan het volgende:

Toiletten worden uitgerust met:

a)

rookmelders;

b)

voorzieningen om een brand in alle opvangreservoirs automatisch te blussen.

26.200   Landingsgestel — akoestisch geluidssignaal

Exploitanten van grote vliegtuigen die voor commerciële luchtvervoersactiviteiten worden gebruikt, zorgen ervoor dat dat het toestel uitgerust is met apparatuur die een akoestisch geluidssignaal geeft zodat het risico op landingen met ingetrokken landingsgestel aanzienlijk wordt gereduceerd.

26.250   Deurbedieningssysteem cockpit — situatie waarbij één bemanningslid zijn taken niet meer kan uitvoeren

Exploitanten van grote vliegtuigen die voor commerciële luchtvervoersactiviteiten worden gebruikt, zorgen ervoor dat de bedieningssytemen van de cockpitdeur worden uitgerust met een alternatief middel om de deur te openen om cabinebemanningsleden toegang tot de cockpit te verschaffen wanneer één cockpitbemanningslid het vermogen verliest zijn/haar taken uit te voeren.


BIJLAGE II

In bijlage III (deel-ORO) van Verordening (EU) nr. 965/2012 wordt punt ORO.AOC.100, onder c), punt 1, vervangen door:

„1.

zij voldoen aan alle eisen van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 216/2008, deze bijlage (deel-ORO), bijlage IV (deel-CAT) en bijlage V (deel-SPA) bij deze verordening en bijlage I (deel-26) bij Verordening (EU) 2015/640 (*);



24.4.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 106/23


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/641 VAN DE COMMISSIE

van 23 april 2015

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 april 2015.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MA

91,2

TN

464,3

TR

94,0

ZZ

216,5

0707 00 05

AL

59,9

EG

191,6

MA

176,1

TR

125,6

ZZ

138,3

0709 91 00

TR

209,1

ZZ

209,1

0709 93 10

MA

123,9

TR

144,8

ZZ

134,4

0805 10 20

EG

46,8

IL

60,8

MA

64,3

TN

55,7

TR

70,3

ZZ

59,6

0805 50 10

BO

97,3

TR

68,6

ZZ

83,0

0808 10 80

AR

87,8

BR

94,0

CL

148,8

CN

83,8

MK

30,8

NZ

142,6

US

244,3

ZA

120,4

ZZ

119,1

0808 30 90

AR

145,3

CL

133,3

CN

116,0

ZA

125,4

ZZ

130,0


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


BESLUITEN

24.4.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 106/25


BESLUIT (EU) 2015/642 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 15 april 2015

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (aanvraag EGF/2014/015 GR/Attica Uitgeverijen, Griekenland)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (1), en met name artikel 15, lid 4,

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (2), en met name punt 13,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om steun te verlenen aan werknemers die werkloos zijn geworden en zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd als gevolg van uit de globalisering voortvloeiende grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, doordat de in Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad (3) behandelde wereldwijde financiële en economische crisis aanhoudt, of door een nieuwe wereldwijde financiële en economische crisis, en hen te helpen om op de arbeidsmarkt terug te keren.

(2)

Artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad (4) staat de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG toe binnen een jaarlijks maximum van 150 miljoen EUR (in prijzen van 2011)

(3)

Griekenland heeft op 4 september 2014 een aanvraag ingediend voor de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG in verband met gedwongen ontslagen in 46 ondernemingen die vallen onder NACE Rev. 2-afdeling 58 (uitgeverijen) (5) in de NUTS 2-regio Attica (EL 30) in Griekenland, en heeft overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1309/2013 aanvullende gegevens verstrekt. Deze aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage uit het EFG overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1309/2013.

(4)

Er moeten dan ook middelen uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage van 3 746 700 EUR te leveren voor de door Griekenland ingediende aanvraag,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015 wordt een bedrag van 3 746 700 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering.

Artikel 2

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 15 april 2015.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

Z. KALNIŅA-LUKAŠEVICA


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.

(2)  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.

(3)  Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26).

(4)  Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).

(5)  Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden (PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1).


24.4.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 106/27


BESLUIT (EU) 2015/643 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 15 april 2015

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (aanvraag EGF/2014/016 IE/Lufthansa Technik, Ierland)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (1), en met name artikel 15, lid 4,

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (2), en met name punt 13,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om steun te verlenen aan werknemers die werkloos zijn geworden en zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd als gevolg van uit de globalisering voortvloeiende grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, doordat de in Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad (3) genoemde wereldwijde financiële en economische crisis aanhoudt, of door een nieuwe wereldwijde financiële en economische crisis, en om hen te helpen om op de arbeidsmarkt terug te keren.

(2)

Artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad (4) staat de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG toe binnen een jaarlijks maximum van 150 miljoen EUR (in prijzen van 2011).

(3)

Ierland heeft op 19 september 2014 een aanvraag ingediend om middelen uit het EFG ter beschikking te stellen voor ontslagen bij Lufthansa Technik Airmotive Ireland Ltd en twee leveranciers in Ierland en heeft overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1309/2013 aanvullende gegevens verstrekt. Deze aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage uit het EFG overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1309/2013.

(4)

Er moeten dan ook middelen uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage van 2 490 758 EUR te leveren voor de door Ierland ingediende aanvraag.

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015 wordt een bedrag van 2 490 758 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering.

Artikel 2

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 15 april 2015.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

Z. KALNIŅA-LUKAŠEVICA


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.

(2)  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.

(3)  Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26).

(4)  Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).


24.4.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 106/29


BESLUIT (EU) 2015/644 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 15 april 2015

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (aanvraag EGF/2014/018 GR/Attica omroepen, Griekenland)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (1), en met name artikel 15, lid 4,

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (2), en met name punt 13,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om steun te verlenen aan werknemers die werkloos zijn geworden en zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd als gevolg van uit de globalisering voortvloeiende grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, doordat de in Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad (3) behandelde wereldwijde financiële en economische crisis aanhoudt, of door een nieuwe wereldwijde financiële en economische crisis, en hen te helpen om op de arbeidsmarkt terug te keren.

(2)

Artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad (4) staat de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG toe binnen een jaarlijks maximum van 150 miljoen EUR (in prijzen van 2011).

(3)

Griekenland heeft op 4 september 2014 een aanvraag ingediend voor de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG in verband met gedwongen ontslagen in 16 ondernemingen die actief zijn in NACE Rev. 2-afdeling 60 (uitzending van radio- en televisieprogramma's, abonneetelevisie) (5) in de NUTS II-regio Attica (EL 30) in Griekenland, en heeft overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1309/2013 aanvullende gegevens verstrekt. Deze aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage uit het EFG overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1309/2013.

(4)

Er moeten dan ook middelen uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage van 5 046 000 EUR te leveren voor de door Griekenland ingediende aanvraag,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015 wordt een bedrag van 5 046 000 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering.

Artikel 2

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 15 april 2015.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

Z. KALNIŅA-LUKAŠEVICA


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.

(2)  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.

(3)  Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26).

(4)  Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).

(5)  Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden (PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1).


24.4.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 106/31


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2015/645 VAN DE COMMISSIE

van 20 april 2015

tot vaststelling van de lijst van EU-inspecteurs die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad inspecties mogen uitvoeren

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 2496)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (1), en met name artikel 79, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1224/2009 is een regeling voor controle, inspectie en handhaving vastgesteld, die moet garanderen dat de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid binnen de Unie worden nageleefd. In die verordening is bepaald dat, onverminderd de primaire verantwoordelijkheid van de kustlidstaten, de EU-inspecteurs overeenkomstig die verordening inspecties mogen uitvoeren in de wateren van de Unie en op vissersvaartuigen van de Unie buiten de wateren van de Unie.

(2)

In Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie (2) zijn bepalingen vastgesteld voor de toepassing van de bij Verordening (EG) nr. 1224/2009 vastgestelde controleregeling van de Unie.

(3)

In Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 is bepaald dat de lijst van EU-inspecteurs door de Commissie moet worden opgesteld aan de hand van de aanmeldingen door de lidstaten en door het Europees Bureau voor visserijcontrole (hierna „het Bureau” genoemd).

(4)

Een eerste lijst van EU-inspecteurs werd vastgesteld bij Uitvoeringsbesluit 2011/883/EU van de Commissie (3). Deze lijst werd tweemaal vervangen door een nieuwe lijst van EU-inspecteurs, die eerst was vastgesteld bij Uitvoeringsbesluit 2013/174/EU van de Commissie (4) en vervolgens bij Uitvoeringsbesluit 2014/120/EU van de Commissie (5). Overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 moeten de lidstaten en het Bureau, na de opstelling van de initiële lijst, de eventuele wijzigingen in de lijst die zij het volgende kalenderjaar willen invoeren, jaarlijks uiterlijk in oktober aanmelden en moet de Commissie de lijst uiterlijk op 31 december dienovereenkomstig aanpassen.

(5)

Een aantal lidstaten en het Europees Bureau voor visserijcontrole hebben wijzigingen aan de huidige lijst van inspecteurs aangemeld. Bijgevolg moet de bij Uitvoeringsbesluit 2014/120/EU vastgestelde lijst worden vervangen door een nieuwe lijst van EU-inspecteurs op basis van deze aanmeldingen. De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de visserij en de aquacultuur,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De lijst van EU-inspecteurs is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Uitvoeringsbesluit 2014/120/EU wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 20 april 2015.

Voor de Commissie

Karmenu VELLA

Lid van de Commissie


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie van 8 april 2011 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 112 van 30.4.2011, blz. 1).

(3)  Uitvoeringsbesluit 2011/883/EU van de Commissie van 21 december 2011 tot vaststelling van de lijst van EU-inspecteurs overeenkomstig artikel 79, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad (PB L 343 van 23.12.2011, blz. 123).

(4)  Uitvoeringsbesluit 2013/174/EU van de Commissie van 8 april 2013 tot vaststelling van de lijst van EU-inspecteurs overeenkomstig artikel 79, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad (PB L 101 van 10.4.2013, blz. 31).

(5)  Uitvoeringsbesluit 2014/120/EU van de Commissie van 4 maart 2014 tot vaststelling van de lijst van EU-inspecteurs overeenkomstig artikel 79, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad (PB L 66 van 6.3.2014, blz. 31).


BIJLAGE

Lijst van EU-inspecteurs als bedoeld in artikel 79, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1224/2009

Land

Inspecteurs

België

De Vleeschouwer, Guy

Devogel, Geert

Lieben, Richard

Monteyne, Ian

Bulgarije

Cholakov, Atanas

Damyanov, Konstantin

Iliev, Iliyan

Ivanov, Todor

Kerekov, Nikolay

Raev, Yordan

Tsjechië

n.v.t.

Denemarken

Aasted, Lars Jerne

Akselsen, Ole

Andersen, Dan Søgård

Andersen, Hanne Skjæmt

Andersen, Lars Ole

Andersen, Mogens Godsk

Andersen, Niels Jørgen Anton

Andersen, Peter Bunk

Anderson, Jacob Edward

Astrup, Iben

Bache, René

Bang, Mai

Beck, Bjarne Baagø

Bendtsen, Lars Kjærsgaard

Bernholm, Kristian

Burgwaldt Andersen, Martin

Carl, Morten Hansen

Christensen, Jesper Just

Christensen, Peter Grim

Christensen, Thomas

Christiansen, Michael Koustrup

Damsgaard, Kresten

Degn, Jesper Leon

Due-Boje, Thomas Zinck

Dølling, Robert

Ebert, Thomas Axel Regaard

Eiersted, Jesper Bech

Eilers, Bjarne

Elnef, Frank Godt

Fick, Carsten

Frandsen, Rene Brian

Frederiksen, Torben Broe

Gotved, Jesper Hovby

Groth, Niels

Grupe, Poul

Gaarde, Børge

Handrup, Jacob

Hansen, Bruno Ellekær

Hansen, Gunnar Beck

Hansen, Henning Skødt

Hansen, Ina Kjærgaard

Hansen, Jan Duval

Hansen, John Daugaard

Hansen, Martin

Hansen, Martin Baldur

Hansen, Ole

Hansen, Thomas

Harbo, Christen Christensen

Harrison, Dorthe Kronborg

Heldager, Peter

Hestbek, Flemming

Høgild, Lars

Højrup, Torben

Jaeger, Michael Wassermann

Jensen, Anker Mark

Jensen, Flemming Bergtorp

Jensen, Hanne Juul

Jensen, Jimmy Langelund

Jensen, Jonas Krøyer

Jensen, Lars Henrik

Jensen, Lone A.

Jensen, René Sandholt

Jensen, Søren Palle

Jespersen, René

Johansen, Allan

Juul, Torben

Jørgensen, Kristian Sandal

Jørgensen, Lasse Elmgren

Jørgensen, Ole Holmberg

Karlsen, Jesper Herning

Knudsen, Malene

Knudsen, Niels Christian

Knudsen, Ole Hvid

Kofoed, Kim Windahl

Kokholm, Peder

Kristensen, Henrik

Kristensen, Jeanne Marie

Kristensen, Peter Holmgaard

Larsen, Michael Søeballe

Larsen, Peter Hjort

Larsen, Tim Bonde

Lundbæk, Tommy Oldenborg

Madsen, Arne

Madsen, Jens-Erik

Madsen, Johnny Gravesen

Mortensen, Erik

Mortensen, Jan Lindholdt

Møller, Gert

Nielsen, Christian

Nielsen, Dan Randum

Nielsen, Dion

Nielsen, Hans Henrik

Nielsen, Henrik

Nielsen, Henrik Frühstück

Nielsen, Henrik Kruse

Nielsen, Jeppe

Nielsen, Tage Kim

Nielsen, Niels Kristian

Nielsen, Steen

Nielsen, Søren

Nielsen, Søren Egelund

Nielsen, Trine Fris

Nørgaard, Max Reno Bang

Paulsen, Kim Thor

Pedersen, Claus

Pedersen, Knud Jan

Petersen, Christina Holmer

Petersen, Henning Juul

Petersen, Jimmy Torben

Porsmose, Tommy

Poulsen, Bue

Poulsen, Janni Branderup

Poulsen, John

Ramm, Heine

Risager, Preben

Rømer, Jan

Schjoldager, Tim Rasmussen

Schmidt, Stefan Göttsche

Schou, Kasper

Schultz, Flemming

Siegumfeldt, Jeanette

Simonsen, Kjeld

Simonsen, Morten

Skrivergaard, Lennart

Søholt, Finn

Sørensen, Allan Lindgaard

Thomsen, Bjarne Kondrup

Thomsen, Klaus Ringive Solgaard

Thorsen, Michael

Trab, Jens Ole

Vind, Finn

Vistrup, Annette Klarlund

Wille, Claus

Wind, Bernt Paul

Østergaard, Lars

Duitsland

Abs, Volker

Angermann, Henry

Barth, Mario

Baumann, Jörg

Bembenek, Jörg

Bergmann, Udo

Bernhagen, Sven

Bieder, Mathias

Birkholz, Siegfried

Bloch, Ralf

Borchardt, Erwin

Bordolo, Jan

Borowy, Matthias

Bösherz, Andreas

Brieger, Martin

Brunnlieb, Jürgen

Buchholz, Matthias

Büttner, Harald

Cassens, Enno

Christiansen, Dirk

Döhnert, Tilman

Drenkhahn, Michael

Dürbrock, Dierk

Ehlers, Klaus

Erdmann, Christian

Fink, Jens

Franke, Hermann

Franz, Martin

Frenz, Sandro

Garbe, Robert

Golz, Ulrich

Gräfe, Roland

Grawe, André

Griemberg, Lars

Haase, Christian

Hannes, Chistoph

Hänse, Dirk

Hansen, Hagen

Heidkamp, Max

Heisler, Lars

Herda, Heinrich

Hickmann, Michael

Homeister, Alfred

Hoyer, Oliver

Käding, Christian

Keidel, Quirin

Kersten, Mickel

Klimeck, Uwe

Köhn, Thorsten

Kollath, Mark

Kopec, Reinhard

Kraack, Sönke

Krüger, Martin

Krüger, Torsten

Kupfer, Christian

Kutschke, Holger

Lange, Michael

Lehmann, Jan

Lorenzen, Alexander

Lübke, Torsten

Lührs, Carsten

Möhring, Torsten

Mücher, Martin

Mundt, Mario

Nickel, Jörg

Nitze, Andreas

Nöckel, Stefan

Pauls, Werner

Perkuhn, Martin

Pötzsch, Frank

Raabe, Karsten

Radzanowski, Sven

Ramm, Jörg

Reimers, Andre

Remitz, Lutz

Rutz, Dietmar

Sauerwein, Dirk

Schmidt, Harald

Schmiedeberg, Christian

Schuchardt, Karsten

Schuler, Claas

Sehne, Dirk

Skrey, Erich

Slabik, Peter

Springer, Gunnar

Stüber, Jan

Sturm, Jochen

Sween, Gorm

Taubert, Christian

Teetzmann, Julian

Thieme, Stefan

Thomas, Raik

Vetterick, Arno

Wagner, Ralf

Welz, Henning

Welz, Oliver

Wendt, René

Wessels, Heinz

Wichert, Peter

Wolken, Hans

Estland

Grossmann, Meit

Kutsar, Andres

Lasn, Margus

Nigu, Silver

Niinemaa, Endel

Pai, Aare

Parts, Erik

Soll, Simon

Torn, Kerdo

Ulla, Indrek

Varblane, Viljar

Ierland

Allan, Damien

Amrien, Rudi

Andersson, Kareen

Ankers, Brian

Barber, Kevin

Barcoe, Michael

Barrett, Elizabeth

Breen, Kieran

Brennan, Colm

Brophy, James

Browne, Brendan

Brunicardi, Michael

Buckley, Anthony

Buckley, John

Butler, John

Byrne, Kenneth

Byrne, Paul

Cagney, Daniel

Chute, Killian

Chute, Richard

Clarke, Tadhg

Connaghan, Fintan

Connery, Paul

Connolly, Stephen

Corish, Cormac

Corrigan, Kevin

Cotter, Jamie

Coughlan, Susan

Counihan, Martin

Craven, Cormac

Croke, Jason

Cronin, Philip

Cummins, William

Cunningham, Diarmuid

Curran, Donal

Daly, Brendan

Devaney, Michael

Doherty, Anita

Doherty, Patrick

Donachie, Martin

Donaldson, Stuart

Duane, Paul

Ducker, Nigel

Duggan, Cian

Dullea, Michael

Falvey, John

Fanning, Grace

Farrelly, Emmett

Fealy, Gerard

Fenton, Gary

Finegan, Ultan

Fitzgerald, Brian,

Fitzgerald, Richard

Fitzpatrick, Gerard

Fleming, David

Flynn, Alan

Foley, Brendan

Foley, Connor

Foley, Kevin

Foran, Bryan

Gallagher, Neil

Gallagher, Paddy

Gleeson, Marie

Gormanly, Breda

Greenwood, Mark

Hamilton, Ken

Hannon, Gary

Hanrahan, Michael

Harkin, Patrick

Hastings, Brian

Healy, Jeffrey

Healy, John

Hederman, John

Heffernan, Bernard

Hegarthy, Mark

Henson, Marie

Hewson, Kevin

Hickey, Andrew

Hickey, Adrian

Humphries, Daniel

Ivory, Sean

Kavanagh, Paul

Keeley, David

Keirse, Gavin

Kennedy, Liam,

Keogh, Mark

Kickham, Jon-Laurence

Kinsella, Gordon

Laide, Cathal

Landy, Glenn

Leahy, Brian

Linehan, Sean

Lynch, Gerard

Lynch, Grainne

MacGabhann, Declan

Mackey, Eoin

Maguire, Paul

Mallon, Keith

Maloney, Nessa

Maunsell, Blaithin

McCaffrey, Lesley

McCarthy, Niall

McCarthy, Paul

McCoy, Sean

McDermott, Paul

McGee, Paul

McGrath, Owen

McGrath, Richard

McGroary, Peter

McKenna, David

Mc Keown, Amelia

McNamara, Ken

McNamara, Paul

McWilliams, Stuart

Melvin, David

Meredith, Helen

Minehane, Ken

Molloy, John Paul

Moloney, Kara

Mooney, Gerard

Mooney, Keith

Moore, Conor

Mullane, Patrick

Mullane, Paul

Mullery, Alan

Mundy, Brendan

Murphy, Aidan

Murphy, Barry

Murphy, Claire

Murphy, Christopher

Murphy, Honor

Murphy, John

Murran, Sean

Murray, Paul

Nalty, Christopher

Ni Cionnach Pic, Dubheasa

Nolan, Brian

O'Brien, Amanda

O'Brien, Jason

O'Brien, Paul

O'Callaghan, Maria

O'Ceallaigh, Kevin

O'Donnell, Pearse

O'Donovan, Bernard

O'Dowd, Brendan

O'Flynn, Aisling

O'Grady, Vivienne

O'Mahony, Karl

O'Neill, Shane

O'Regan, Alan

O'Regan, Cliona

O'Sullivan, Aileen

Patterson, Adrienne

Patterson, John

Pender, Darragh

Piper, David

Pyke, Gavin

Pyne, Alan

Quigg, James

Quigley, Declan

Raferty, Damien

Reidy, Patrick

Ridge, Patrick

Robinson, Niall

Ryan, Fergal

Ryan, Marcus

Scalici, Fabio

Shalloo, Jim

Sills, Barry

Sinnott, Lee

Smyth, Eoin

Snowdon, Edward

Sweetnam, Vincent

Troy, Ivan

Valls Senties, Virginia

Verling, Ronan

Wall, Vanessa

Wallace, Eugene

Walsh, Conleth

Walsh, Karen

Weldon, James

White, John

Wise, James

Griekenland

Αβραμίδης, Παναγιώτης

Αδαμαντιάδου, Γεωργία

Αδαμοπούλου, Γεωργία

Ακριβός, Δημήτριος

Αλεξίου Νικόλαος

Αλυφαντάκης, Εμμανουήλ

Ανασότζης, Κωνσταντίνος

Ανδριοπούλου, Μαρία

Αντωνίου, Ευθύμιος

Αποστολίδης, Δημήτριος

Βαΐτσης, Γεώργιος

Βαρδιδάκη, Ευρύκλεια

Βαρελόπουλος, Ευάγγελος-Χρήστος

Βαρλάς, Χρήστος

Βασιλείου, Βάσω

Βελισσαρόπουλος, Αλέξανδρος

Βεργίνης, Αναστάσιος

Βέρρας, Ανδρέας

Βιδάλη, Μαρία

Βορτελίνας, Γεώργιος

Βουρλέτσης, Σωτήριος

Γαβαλάς, Αντώνιος

Γαλανάκης, Ανδρέας

Γαλούζης, Γεώργιος

Γεωργαντζόπουλος Θεόδωρος

Γεωργατζής, Ιωάννης

Γεωργιάδη, Μαρία

Γιαννούσης, Βασίλειος

Γκάζας, Γεώργιος

Γκανατσούλα, Ελένη

Γκορίτσας, Γεώργιος

Γογοδώνης, Δημήτριος

Γυπαράκης, Νικόλαος

Δαδρώνης, Κωνσταντίνος

Δημόπουλος, Απόστολος

Διαμαντάκης, Αθανάσιος

Δοκιανάκης, Κωνσταντίνος

Δομαζινάκη, Αλεξάνδρα

Δούνας, Προκόπιος

Δούτσης, Δημήτριος

Δρόλαπα, Ευθυμία

Δροσάκης, Σπυρίδων

Δρόσος, Ιάκωβος

Δροσούνης, Στέφανος

Ελευθερίου, Κωνσταντίνος

Ευαγγελάτος, Νικόλαος

Ευμορφούλης, Χαρίλαος

Ζαβιτσάνος, Βασίλειος

Ζακυνθινός, Κωνσταντίνος

Ζαμπετάκης, Νικόλαος

Ζαφειράκης, Διονύσιος

Ζήσης, Μαρίνος

Ζησιμόπουλος, Νεκτάριος

Ζουριδάκης Μιλτιάδης

Ζώγαλης Παναγιώτης

Ηλίου Σπυρίδωνας

Θεοδωράκη Βασιλική

Θεοδωρούλη Αιμιλία

Θεοχαρόπουλος Αθανάσιος

Κάβουρας Ιωάννης

Καλλίνικος, Κωνσταντίνος

Καλογήρου, Νικόλαος

Καπέλος Ιωάννης

Καρακοντής Αντώνιος

Καραπαναγιώτης Ευστράτιος

Καραραμπατζάκης Ιωάννης

Καρατζής Σπυρίδων

Καρούντζος Ιωάννης

Καρυστιανός Στέφανος

Κάσση Βασιλική

Καστάνης Χρήστος

Κατσακούλης, Παράσχος

Κατσάμπας, Νικόλαος

Κάτσης, Αναστάσιος

Κατσιγιάννης, Κωνσταντίνος

Καψάσκης, Παρασκευάς

Κιαγιάς, Χαράλαμπος

Κοκκάλας, Νικόλαος

Κοκολογιαννάκης, Ευάγγελος

Κομνηνός, Δημήτριος

Κοντοβάς, Γρηγόριος

Κοντογιάννης, Κωνσταντίνος

Κοντοπούλου, Ελένη

Κοντός, Παναγιώτης

Κορωναίος Γεώργιος

Κοσμάς Στυλιανός

Κοτρώτσος Αντώνιος

Κουζίλου, Σταυρούλα

Κουκάρας, Ευάγγελος

Κουκλατζής, Δημήτριος

Κουλαξίδης, Δρακούλης

Κουμπανάκη, Θεοδώρα

Κουρελή Ιωάννα

Κουρούλης, Στυλιανός

Κούτσικου Χριστίνα

Κραουνάκης, Γεώργιος

Κυριάκου Ιωάννης

Κυρίτσης Ιωάννης

Κωνσταντέλλος Θεόδωρος

Κωστάκης, Μιχαήλ

Λεκάκος Θεόδωρος

Λεονταράκης Παναγιώτης

Λυγκώνη Ελένη

Λυμπέρης Σπυρίδων

Μαΐλης, Στέφανος

Μαλαμάκης Γεώργιος

Μαλαφούρης, Σπυρίδων

Μάλλιος, Γεώργιος

Μανιάτη, Ανδριάνα

Μανιδάκης, Δημήτριος

Μανούσος, Αντώνιος

Μαραγκού, Άννα

Μαραθάκης, Κωνσταντίνος

Μαργώνης, Γεώργιος

Μαρινάκη, Βασιλική

Μαρκέλος, Θεοδόσιος

Μαρκουλάκη, Κυριακή

Μαχαιρίδης, Νικόλαος

Μηνάς, Σωκράτης

Μήτρου, Παντελεήμων

Μητσάκου, Ελένη

Μήτσου, Σαπφώ

Μόσχος, Δημήτριος

Μουστάκας, Γρηγόριος

Μπαλατσούκας, Θεοφάνης

Μπαμπάνης, Ευάγγελος

Μπαξεβανάκης, Γρηγόριος

Μπάρλας, Αθανάσιος

Μπαρούνης, Δημήτριος

Μπαχλιτζανάκης, Μιχάλης

Μπεζιργιάννης, Αντώνιος

Μπεθάνης, Γεώργιος

Μπεΐνταρης, Ιωάννης

Μπισμπιρούλας, Δημήτριος

Μπίχας, Βασίλειος

Μπότσης, Παναγιώτης

Μπουζουνιεράκης, Νικόλαος

Μπουραζάνης, Ιωάννης

Μπραουδάκης, Γεώργιος

Μπρεζάτης, Ευάγγελος

Μυλωνά, Ελένη

Νάκη, Νικολέτα

Νικολόπουλος, Ασημάκης

Νικολόπουλος, Παναγιώτης

Νταφούλης, Γεώργιος

Ντέλλας, Ευάγγελος

Οικονομάκος, Ιωάννης

Ουζουνόγλου, Ραλλού

Παναγιώτου Στυλιανός

Παπακωνσταντίνου, Νικόλαος

Παπανώτας Γεώργιος

Παράβαλος Φαίδωνας

Παρδάλης Αριστοτέλης

Πασχαλάκης, Χρήστος

Πατεράκης, Γεώργιος

Πατίλας Κωνσταντίνος

Πέγιος, Γεώργιος

Πετροπούλου, Βασιλική

Πέττας, Κωνσταντίνος

Πιπιγκάκης Νικόλαος

Πλατής, Κωνσταντίνος

Πολιτίδης, Νικόλαος

Ρηγούλης, Ζαχαρίας

Σαραντάκος, Ιωάννης

Σαραντίδης, Ιωάννης

Σηφάκης, Μιχαήλ

Σιάρμπας, Στυλιανός

Σιγανός, Εμμανουήλ

Σιολτζίδης, Σταύρος

Σκαλίμης, Ευστάθιος

Σκυλοδήμος, Βασίλειος

Σλανκίδης, Βασίλειος

Σλιαράς, Αργύριος

Σταματελάτος, Σπυρίδων

Σταυρινουδάκης, Νικόλαος

Σταυρουλάκης, Γεώργιος

Στελιάτος, Δημήτριος

Στουπάκης, Μάριος

Στουπάκης, Μιχαήλ

Στρατηγάκης, Διονύσιος-Γεώργιος

Σωτηροπούλου, Ελένη

Ταφειάδης, Νικόλαος

Τετράδη, Γεωργία

Τζεσούρης, Γεώργιος

Τζιόλας, Ιωάννης

Τοπάλογλου, Κωνσταντίνος

Τρίχας, Χρήστος

Τσαγκάρης Θεόφιλος

Τσανδήλας Παναγιώτης

Τσαπατσάρης, Νικόλαος

Τσαχπάζης, Δημήτριος

Τσέλης, Ανδρέας

Τσιμηρίκα, Αγγελική

Τσιούλκας, Γεώργιος

Φίλιππα, Ευαγγελία

Φλωράκης, Νικόλαος

Φραγκούλης, Ιωάννης

Φραζής, Εμμανουήλ

Φρυσούλης, Νικόλαος

Φωτεινός, Σταμάτιος

Φωτιάδης, Στέφανος

Χαριτάκης, Ανδρέας

Χαριτάκης, Ιωάννης

Χασανίδης, Γεώργιος

Χατζηνικήτα, Γεωργία

Χατζηπασχάλης, Κωνσταντίνος

Χρηστέας, Κυριάκος

Ψαρογιάννης, Αθανάσιος

Ψαρράς, Άγγελος

Ψηλός, Κωνσταντίνος

Spanje

Acuña Barros, José Antonio

Almagro Carrobles, Jorge

Alonso Sánchez, Beatriz

Álvarez Gómez, Marco Antonio

Amunárriz Emazabel, Sebastián

Arteaga Sánchez, Ana

Avedillo Contreras, Buenaventura

Barandalla Hernando, Eduardo

Boy Carmona, Esther

Bravo Téllez, Guillermo

Calderón Gómez, José Gabriel

Carmona Castano Francisco de Borja

Carmona Mazaira, Manuel

Carro Martínez, Pedro

Ceballos Pérez-Canales, Alba

Chamizo Catalán, Carlos

Climent de Castro, Luis Miguel

Cortés Fernández, Natalia

Couce Prieto, Carlos

Criado Bará, Bernardo

De la Rosa Cano, Franscico Javier

Del Castillo Jurado, Ángeles

Del Hierro Suanzes, Javier

Elices López, Juan Manuel

Fariña Clavero, Irene

Fernández Costas, Antonio

Ferreño Martínez, José Antonio

Fontán Aldereguía, Manuel

Fontanet Domenech, Felipe

García Antoni, Mónica

García González, Francisco Javier

Genovés Ferriols, José Carlos

Gómez Delgado, Raquel

Gómez Cayuelas, Carmen

González Fernández, Manuel A.

González Fernández, Marta

Guerrero Claros, María

Guisado Sancho, María Jesús

Gundín Payero, Laura

Iglesias Prada, Juan Antonio

Jimenez Álvarez, Ignacio

Lado Codesido, Beatriz

Lastra Torre, Ruth

Lestón Leal, Juan Manuel

López González, María

Lorenzo Sentis, José Manuel

Marra-López Porta, Julio

Martínez González, Jesús

Martínez Velasco, Carolina

Mayoral Vázquez, Fernando

Mayoral Vázquez, Gonzalo

Mayordomo Montiel, Jaime

Medina García, Estebán

Méndez-Villamil Mata, María

Miranda Almón, Fernando

Munguia Corredor, Noemi

Ochando Ramos, Ana María

Orgueira Pérez Vanessa

Ortigueira Gil, Adolfo

Ossorio González, Carlos

Ovejero González, David

Pérez González, Virgilio

Perujo Dávalos, Florencio

Piñón Lourido, Jesús

Ponte Fernández, Gerardo

Prieto Estévez, Laura

Ríos Cidrás, Manuel

Ríos Cidrás, Xosé

Rodríguez Bonet, Jordi

Rodríguez Moreno, Alberto

Rodríguez Muñiz, José Manuel

Rueda Aguirre, Luzdivina

Ruiz Gómez, Sonia

Rull Del Águila, Laura

Saavedra España, Jesús

Sáenz Arteche, Idoia

Sánchez Sánchez, Esmeralda

Santalices López, Marta

Santas Barge, Verònica

Santos Pinilla, Beatriz

Sendra Gamero, Ma Esther

Serrano Sánchez, Daniel

Sieira Rodríguez, José

Tenorio Rodríguez, José Luis

Torre González, Miguel A.

Tubío Rodríguez, Xosé

Valcarce Arenas, Paula Isabel

Váquez Pérez Ivan

Vicente Castro, José

Vidal Maneiro, Juan Manuel

Yeregui Velasco, Pablo

Zamora de Pedro, Carlos

Frankrijk

Allanic, Gilles

Ardohain, Michel

Baillet, Bertrand

Belz, Jean-Pierre

Ben Khemis, Patricia

Beyaert, Frédéric

Bigot, Jean-Paul

Boittelle, Catherine

Bon, Philippe

Bouniol, Anthony

Bourbigot, Jean-Marc

Cacitti, Raymond

Caillat, Marc

Celton Arnaud

Ceres, Michel

Chaigneau, Gaëlle

Charbonnier, Alexandre

Cluzel, Stéphane

Crochard, Thierry

Croville, Serge

Curaudeau, Patrick

Daden, Nicolas

Dambron, François

Darsu, Philippe

Davies, Philippe

Dechaine, Frédéric

Deric, William

Desforges, Jean-Luc

Desson, Patrick

Dolou, Claude

Donnart, Christian

Ducrocq, Philippe

Fernandez, Gabriel

Fortier, Eric

Fouchet, Michel

Fournier, Philippe

Garbe, Steeve

Gauvain, Benoît

Gehanne, Laurent

Gloaguen, Maurice

Gomez, Sébastien

Goron, Xavier

Guillemette, Jean Luc

Guittet-Dupont, Gaëtan

Hitier, Sébastien

Isore, Pascal

Kersale, Yves

Lacombe, Thomas

Le Berrigaud, Thierry

Le Corre, Joseph

Le Cousin, Jean-Luc

Le Dreau, Gilbert

Le Mentec, Arnaud

Lecul, Mathieu

Legouedec, Loïg

Lenormand, Daniel

Lescroel, Yann

Loarer, Melaine

Maingraud, Dominique

Malassigne, Jean-Paul

Masseaux, Yanick

Menuge, Gilles

Moussaron, Hervé

Moussay, David

Ogor, Bernard

Pasquereau, Rebecca

Peron, Olivier

Peron, Pascal

Petit, François

Potier, Pauline

Radius, Caroline

Raguet, José

Richou, Fabrice

Robin, Yannick

Rondeau, Arnold

Rousselet, Pascal

Schneider, Frédéric

Semelin, Gérard

Serna, Mathieu

Sottiaux, David

Trividic, Bernard

Turquet de Beauregard, Guillaume

Urvoy, Jonathan

Vesque Arnaud

Vilbois, Pierre

Villenave, Patrick

Villenave, Yorrick

Kroatië

Aćimov, Dejan

Aunedi, Jurica

Bašić, Vicko

Brlek, Neda

Dolić, Nedjeljko

Franceschi, Jenko

Jeftimijades, Ivor

Kuzmanić Zupan, Andrea

Lešić, Lidija

Miletić, Ivana

Novak, Danijel

Paparić, Neven

Pupić-Bakrač, Marko

Škorjanec, Mario

Skroza, Nikica

Strinović, Boris

Verzon, Nikola

Vuletić, Ivo

Italië

Abate, Massimiliano

Abbate, Marco

Affinita, Enrico

Albani, Emidio

Ambrosio, Salvatore

Annicchiarico, Dario

Antonioli, Giacomo

Apollonio, Cristian

Aprile, Giulio

Aquilano, Donato

Arena, Enrico

Astelli, Gabriele

Barraco, Francesco

Basile, Giuseppe

Basile, Marco

Battista, Filomena

Benvenuto, Salvatore Giovanni

Bernadini, Stefano

Biondo, Fortunato

Bizzari, Simona

Bizzarro, Federico

Boccoli, Fabrizio

Bongermino, Onofrio

Bonsignore, Antonino

Borghi, Andrea

Bove, Gian Luigi

Buccioli, Andrea

Burlando, Michele

Caforio, Cosimo

Caiazzo, Luigia

Calandrino, Salvatore

Cambareri, Michelangelo

Camicia, Ciro

Cappelli, Salvatore

Carafa, Simone

Carini, Vito

Carta, Sebastiano

Castellano, Sergio

Cau, Dario

Cesareo, Michele

Chionchio, Alessandro

Cianci, Vincenzo

Cignini, Innocenzo

Clemente, Cosimo

Colarossi, Mauro

Colazzo, Massimiliano

Colucciello, Roberto

Comuzzi, Alberto

Conte, Fabio

Conte, Plinio

Corallo, Domenico

Cormio, Carlo

Cortese, Raffaele

Costanzo, Antonino

Criscuolo, Enrico

Croce, Aldo

Cuciniello, Luigi

Cuscela, Michele

D'Acunto, Francesco

D'Agostino, Gianluca

D'Amato, Fabio

Dammicco, Luigi

D'Arrigo, Antonio

De Crescenzo, Salvatore

De Pinto, Giuseppe

De Quarto, Enrico

Del Monaco, Ettore

D'Erchia, Alessandro

De Santis, Antonio

Di Benedetto, Luigi

Di Domenico, Marco

Di Donato, Eliana

Di Matteo, Michele

Di Santo, Giovanni

Doria, Angelo

D'Orsi, Francesco Paolo

Errante, Domenico

Esibini, Daniele

Esposito, Francesco

Esposito Robertino

Fanizzi, Tommaso

Fava, Antonello

Ferioli, Debora

Ferrara, Manfredo

Fiore, Fabrizio

Fiorentino, Giovanni

Fogliano, Pasquale

Folliero, Alessandro

Francolino, Giuseppe

Fuggetta, Pasquale

Gallo, Antonio

Gangemi, Roberto Francesco

Genchi, Paolo

Giannone, Giuseppe Claudio

Giovannone, Vittorio

Golizia, Pasquale

Graziani, Walter

Greco, Giuseppe

Guida, Giuseppe

Guido, Alessandro

Guzzi, Davide

Iemma, Oreste

Isaia, Sergio

L'Abbate, Giuseppe

La Porta, Santi Alessandro

Lambertucci, Alessandro

Lanza, Alfredo

Leto, Antonio

Limetti, Fabio

Lo Pinto, Nicola

Loggia, Carlo

Lombardi, Pasquale

Longo, Pierino Paolo

Luperto, Giuseppe

Maggio, Giuseppe

Magnolo, Lorenzo Giovanni

Maio, Giuseppe

Malaponti, Salvatore Francesco

Mariotti, Massimiliano

Marrello Luigi

Martina, Francesco

Martire, Antonio

Mastrobattista, Giovanni Eligio

Matera, Riccardo

Messina, Gianluca Gabriele

Minò, Alessandro

Monaco, Paolo

Morelli, Alessio

Mostacci, Sergio Massimo

Mugnaini, Dany

Mule, Vincenzo

Musella, Stefano

Nacarlo, Amadeo

Nardelli, Giuseppe

Negro, Mirco

Novaro, Giovanni

Pagan, Francesco

Palombella, Fabio Luigi

Panconi, Federico

Pantaleo, Cosimo

Paoletti, Dario

Paolillo, Francesco

Patalano, Andrea

Pepe, Angelo

Pino, Filippo

Pipino, Leonardo

Piroddi, Paola

Pisano, Paolo

Piscopello, Luciano

Pisino, Tommaso

Poli, Mario

Porru, Massimiliano

Postiglione, Vito

Praticò, Daniele

Puca, Michele

Puddinu, Fabrizio

Puleo, Isidoro

Quinci, Gianbattista

Rallo, Tommaso

Randis, Orazio Roberto

Ravanelli, Marco

Restuccia, Marco

Romanazzi, Francesco

Romanazzi, Valentina

Ronca, Gianluca

Rossano, Michele

Russo, Aniello

Sacco, Giuseppe

Salce, Paolo

Sarpi, Stefano

Sassanelli, Michele

Schiattino, Andrea

Scuccimarri, Gianluca

Sebastio, Luciano

Siano, Gianluca

Signanini, Claudio

Silvia, Salvatore

Siniscalchi, Francesco

Soccorso, Alessandro

Solidoro, Sergio Antonio

Spagnuolo, Matteo

Stramandino, Rosario

Strazzulla, Francesco

Sufrà, Emanuele

Tersigni, Tonino

Tesauro, Antonio

Tescione, Francesco

Tesone, Luca

Tordoni, Maurizio

Torrisi, Ivano

Trapani, Salvatore

Triolo, Alessandro

Troiano, Primiano

Tumbarello, Davide

Tumminello, Salvatore

Turiano, Giuseppe

Uopi, Alessandro

Vangelo, Pietro

Vellucci, Alfredo

Vero, Pietro

Virdis, Antonio

Vitali, Daniele

Zaccaro, Giuseppe Saverio

Zippo, Luigi

Cyprus

Apostolou, Antri

Avgousti, Antonis

Christodoulou, Lakis

Christoforou, Christiana

Christou, Nikoletta

Flori, Panayiota

Fylaktou, Anthi

Georgiou, Markella

Heracleous, Andri

Ioannou, Georgios

Ioannou, Theodosis

Karayiannis, Christos

Konnaris, Kostas

Korovesis, Christos

Kyriacou, Kyriacos

Kyriacou, Yiannos

Manitara, Yiannis

Michael, Michael

Nicolaou Nicolas

Pavlou George

Prodromou, Pantelis

Savvides, Andreas

Letland

Barsukovs, Vladislavs

Brants, Jānis

Brente, Elmārs

Feldmane, Gundega

Freimanis, Marks

Gronska, Ieva

Holštroms, Artūrs

Junkurs, Andris

Kalējs, Rūdolfs

Kalņiņa, Ingūna

Kaptelija, Liene

Labzars, Māris

Leja Jānis

Naumova, Daina

Priediens, Ainārs

Pūsilds, Aigars

Putniņš, Raitis

Smane Jolanta

Štraubis, Valērijs

Tīģeris, Ģirts

Upmale, Sarmīte

Vāsbergs, Janis

Veide, Andris

Veinbergs, Miks

Litouwen

Balnis, Algirdas

Dambrauskis, Tomas

Jonaitis, Arūnas

Kairyté, Lina

Kazlauskas, Tomas

Lendzbergas, Erlandas

Vaitkus, Giedrius

Zartun, Vitalij

Luxemburg

n.v.t.

Hongarije

n.v.t.

Malta

Abela, Claire

Attard, Glen

Attard, Godwin

Baldacchino, Duncan

Balzan, Gilbert

Borg, Benjamin

Borg, Jonathan

Borg, Robert

Cachia, Pierre

Calleja, Martin

Camilleri, Aldo

Camilleri, Christopher

Carabott, Paul

Caruana, Raymond

Caruana, Gary

Caruana, Maria Christina

Cassar, Gaetano

Cassar Jonathan

Cassar Lucienne

Cauchi David

Cuschieri, Roderick

Farrugia, Omar

Farrugia, Emanuel

Fenech, Melvin

Fenech, Paul

Gatt, Glen

Gatt, Joseph

Gatt, Mervin

Gatt, William

Grima, Paul

Micallef, Rundolf

Muscat, Christian

Muscat, Simon

Musu, Matthew

Piscopo, Christine

Psaila, Kevin

Psaila, Mark Anthony

Sammut, Adem

Sciberras, Christopher

Sciberras, Norman

Seguna, Marvin

Tabone, Mark

Vassallo, Benjamin

Vella, Anthony

Vella, Charlie

Zahra, Dione

Nederland

Bakker, Jan

Bastinaan, Robert W.

Beij, Willem H.

Boone, Jan Cees

de Boer, Meindert

de Mol, Gert

Dieke, Richard

Duinstra, Jacob

Freke, Hans

Kleczewski-Schoon, Anneke

Kleinen, Tom H.J.T.T.

Koenen, Gerard C.J.

Kraaijenoord, Jaap

Kramer, Willem

Meijer, Cor

Meijer, Willem

Miedema, Anco

Parlevliet, Koos J.D.L.

Ros, Michel

Schneider, Leendert

van den Berg, Dirk

van der Veer, Siemen

Velt, Eddy

Wijbenga, Arjan J.

Wijkhuisen, Eddy

Zegel, Gerrit

Zevenbergen, Jan

Oostenrijk

n.v.t.

Polen

Augustynowicz, Mariusz

Bartczak, Tomasz

Belej, Konrad

Chrostowski, Pawel

Dębski, Jarosław

Domachowski, Marian

Górski, Marcin

Jamioł, Waldemar

Jóźwiak, Marek

Kasperek, Stanisław

Kołodziejczak, Michał

Konefał, Szymon

Korthals, Jakub

Kościelny, Jarosław

Kowalska, Justyna

Kozłowski, Piotr

Kucharski, Tadeusz

Kunachowicz, Tomasz

Letki, Paweł

Lisiak, Agnieszka

Litwin, Ireneusz

Łukaszewicz, Paweł

Łuczkiewicz, Tomasz

Maciejewski, Maciej

Mystek, Marcin

Niewiadomski, Piotr

Nowak, Włodzimierz

Pankowski, Piotr

Patyk, Konrad

Prażanowski, Krystian

Sikora, Marek

Skibior, Sławomir

Słowiński, Roman

Smolarski, Łukasz

Sokołowski, Paweł

Stankiewicz, Marcin

Szumicki, Tomasz

Tomaszewski, Tomasz

Trzepacz, Michał

Wereszczyński, Leszek

Wiliński, Adam

Zacharzewski, Dawid

Zięba, Marcin

Portugal

Albuquerque, José

Brabo, Rui

Canato, Francisco

Cabeçadas, Paula

Coelho, Alexandre

Diogo, João

Escudeiro, João

Ferreira, Carlos

Fonseca, Álvaro

Matos, André

Moura, Nuno

Pedroso, Rui

Quintans, Miguel

Silva, António Miguel

Roemenië

Bârsan, Marilena

Bucatos, Radu

Chiriac, Marian

Conțolencu, Radu

Ghergișan, Cristinel George

Larie, Gabriel

Novac, Vasile

Rusu, Laurenţiu

Serștiuc, Mihai Dorin

Țăranu, Sorin

Slovenië

Smoje, Robert

Smoje, Vinko

Slowakije

n.v.t.

Finland

Heikkinen, Pertti

Hiltunen, Jouni

Koivisto, Kare

Komulainen, Unto

Koskinen, Aki

Lähde, Jukka

Leskinen, Jari

Linder, Jukka

Moilanen, Jouko

Nousiainen, Kyösti

Pyykönen, Pekka

Ruotsalainen, Eeva

Savola, Petri

Sundqvist, Lars

Suominen, Ari

Suominen, Paavo

Ulenius, Niklas

Vanninen, Vesa

Zweden

Åberg, Christian

Ahnlund, Jenny

Almström, Petter

Andersson, Karin

Andersson, Per-Olof

Andersson, Per-Olof Vidar

Andersson, Roger

Antonsson, Jan-Eric

Bäckman, Johan

Baltzer, Martin

Bergman, Daniel

Bjerner, Martin

Borg, Calle

Brännström, Lennart

Cardell, Christina

Carlsson, Christian

Dagbro, Carina

Englund, Raymond

Erlandsson, Björn

Falk, David

Frejd, Maud

Fristedt, David

Göransson, Roger

Hansson, Erling

Hartman Bergqvist, Désirée

Havh, Johan

Hedman, Elin

Hellberg, Stefan

Hellqvist, Johan

Holmer, Johanna

Hortlund, David

Höglund, Jan

Jakobsson, Magnus

Jansson, Anders

Jeppsson, Tobias

Johansson, Daniel

Johansson, Klas

Johansson, Thomas

Jönsson, Dennis

Joxelius, Paul

Karlsson, Kent

Kempe, Clas

Kjällgren, Curt

Koivula, Mikael

Kurtsson, Morgan

Laine, Sirpa

Larsson, Mats

Lilja, Filip

Lindström, Jakob

Lindved, Martin

Lundh, Emelie

Lundkvist, Mats

Lundqvist, Annica

Malmström, John

Martini, Martin

Mattson, Olof

Montan, Anders

Nilsson, Pierre

Nilsson, Stefan

Nyberg, Linda

Näsman, Lars

Olson, Magnus

Olsson, Kenneth

Olsson, Lars

Penson, Lena

Persson, Göran

Persson, Mats

Peterson, Jan

Petterson, Joel

Petterson, Johan

Philipsson, Gunnar

Piltonen, Janne

Podsedkowski, Zenek

Rendahl, Malin

Reuterljung, Thomas

Rinaldo, Joakim

Rönnlund, Agneta

Sjödin, Ronny

Snäckerström, Leif

Stålnacke, Erik

Strandberg, Magnus

Stührenberg, Björn

Sundberg, Andreas

Sundberg, Patrick

Svärd, Lars-Erik

Svensson, Rutger

Svensson, Tony

Timan, Hans

Toresson, Martin

Turesson, Andreas

Uppman, Kerstin

Werner, Lars

Westerlund, Emma

Westmark, Zineth

Wilson, Pierre

Verenigd Koninkrijk

Adamson, Gary

Alexander, Stephen

Anderson, Reid

Ashby, Peter

Bailey Roberta

Barclay, Michael

Barrow, Charlie

Bell, Stuart

Bennett, Neil

Billing, Mark

Billson, Carol

Bland, Darren

Bourne, Adam

Bowers, Claire

Boyce, Sean

Broad, James

Brough, Derek

Bruce, John

Caldwell, Mark

Campbell, Colin

Campbell, Iain

Campbell, Jonathan

Campbell, Murray

Clark, Craig

Cook, David

Corner, Nigel

Cowan, Christopher

Craig, Ian

Craig, Stephen

Critchlow, Amy

Croucher, Tim

Crowe, Michael

Cunningham, George

Davis, Danielle

Dawkins, Matthew

Dawson, Liam

Deadman, Ross

Dewing, Will

Dixon-Lack, Emma

Douglas, Sean

Draper, Peter

Dunkerely, Sabrina

Ebdy, Jim

Eccles, David

Ellison, Peter

Elson, Carley

Evans, David

Farbridge, Joshua

Faulds, Mike

Fenwick, Peter

Ferguson, Adam

Ferguson, Simon

Ferrari, Richard

Filewod, Roger

Fitzpatrick, DeeAnn

Fletcher, Norman

Fletcher, Paul

Flint, Toby

Fordham, Philip

Ford-Keyte, Graham

Foster, Pam

Foy, Jacqueline

Fraser, Uilleam

Fullerton, Gareth

Furniss, Sam

Gibson, Philip

Gillett, David

Gooding, Colin

Goodwin, Aaron

Gough, Callum

Graham, Chris

Gray, Neil

Gregor, Stuart

Griffin, Stuart

Griffiths, Greg

Harradine, Sam

Hamilton, Ian

Harris, William

Hay, David

Hay, John

Hazeldine, Oliver

Henning, Alan

Hepburn, Ian

Hepburn, Jim

Hepples, Stephen

Hewitt, Richard

Higgins, Frank

Hill, Katie

Holbrook, Joanna

Howarth, Dan

Hudson, John

Hughes, Greta

Irish, Rachel

John, Barrie

Johnson, Matthew

Johnson, Paul

Johnston, Steve

Johnston, Isobel

Kelly, Kevin

Kemp, Gareth

Laird, Iain

Lander, Ben

Law, Garry

Legge, James

Lindsay, Andrew

Lister, Jane

Livingston, Andrew

Lockwood, Mark

MacCallum, Archie

MacEachan, Iain

MacGregor, Duncan

MacIver, Roderick

MacLean, Paula

MacLean, Robin

Marshall, Phil

Mason, Liam

Mason, Rachel

Mason, Roger

Matheson, Louise

McAlister, Gerald

McBain, Billy

McCaughan, Mark

McComiskey, Stephen

McCowan, Alisdair

McCrindle, John

McCubbin, Stuart

McCusker, Simon

McHardy, Adam

McKay, Andrew

McKenzie, Gregor

McKeown, Nick

McMillan, Robert

McQuillan, David

Merrilees, Kenny

Milligan, David

Mills, John

Mitchell,Hugh

Mitchell, John

Morris, Chris

Morrison, Donald

Muir, James

Mynard, Nick

Nelson, Paul

Newlands, Andrew

O'Hare, Jonathon

Owen, Gary

Page, Chris

Parr, Jonathan

Pateman, Jason

Paterson, Craig

Paterson, Kelly

Paton, Robert

Perry, Andrew

Phillips, Michael

Pole Mark

Poulding, Daniel

Preece, David

Pringle, Geoff

Quinn, Barry

Raine, Katherine

Ray, Daniel

Reeves, Adam

Reid, Adam

Reid, Ian

Reid, Peter

Rendall, Colin

Renwick, Lee

Rhodes, Glen

Richardson, David

Richens, Scott

Riley, Joanne

Roberts, Joel

Roberts, Julian

Robertson, Tom

Robinson, Neil

Routlege, Piers

Rylah, Joshua

Scarrf, David

Sharp, Chris

Skelton, Richard

Skillen, Damien

Smart, Barrie

Smith, Don

Smith, Matthew

Smith, Pam

Sooben, Jeremy

Steele, Gordon

Stipetic, John

Strang, Nicol

Stray, Sloyan

Styles, Mario

Sutton, Andrew

Taylor, Mark

Templeton, John

Thain, Marc

Thompson, Dan

Thompson, Gerald

Thompson, Luke

Turnbull, James

Turner, Alun

Turner, Patrick

Tyack, Paul

Wardle, Daniel

Ward, Daniel

Ward, Mark

Warren, John

Watson, Stacey

Watt, Barbara

Watt, James

Wellum, Neil

Wensley, Phil

Weychan, Paul

Whelton, Karen

Whitby, Phil

White, Clare

Wilkinson, Dave

Williams, Carolyn

Williams, Justin

Wilson, Tom

Windebank, James

Wood, Ben

Worsnop, Mark

Wright, Nicholas

Young, Ally

Young, James

Yuille, Derek

Europese Commissie

Aláez Pons, Ester

Casier, Maarten

Goldmanis, Edgars

Griffin Robert

Janiak, Katarzyna

Janakakisz, Marta

Jury, Justine

Kelterbaum, Richard

Lansley, Jon

Libioulle, Jean-Marc

Linkute, Ula

Markovic, Laurent

Mitrakis, Nikolaos

Martins E Amorim, Sergio Luis

Nordstrom Saba

Pagliarani, Giuliano

Peyronnet, Arnaud

Rodriguez Alfaro, Sebastian

Scalco, Silvia

Schutyser Frederik

Serna, Matthieu

Skountis Vasileios

Skrey, Hans

Spezzani, Aronne

Stulgis, Maris

Van den Bossche, Koen

Verborgh, Jacques

Wolff, Gunnar

Europees Bureau voor visserijcontrole

Allen, Patrick

Cederrand, Stephen

Chapel, Vincent

De Almeida Pires, Maria Teresa

Del Hierro, Belén

Del Zompo, Michele

Dias Garçao, José

Fulton, Grant

Lesueur, Sylvain

Mueller, Wolfgang

Papaioannou, Themis

Pinto, Pedro

Quelch, Glenn

Roobrouck, Christ

Sorensen, Svend

Spaniol, Petra

Stewart, William

Tahon, Sven


24.4.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 106/79


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2015/646 VAN DE COMMISSIE

van 23 april 2015

krachtens artikel 3, lid 3, van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot bacterieculturen die bestemd zijn voor de vermindering van organische stoffen en die voor dat doel in de handel worden gebracht

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (1), en met name artikel 3, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 1 april 2014 heeft Ierland krachtens artikel 3, lid 3, van Verordening (EU) nr. 528/2012 de Commissie verzocht te besluiten of twee uit bacterieculturen bestaande producten die bestemd zijn voor de vermindering van organische stoffen en die voor dat doel in de handel worden gebracht, biociden zijn in de zin van artikel 3, lid 1, onder a), van die verordening.

(2)

Volgens de verstrekte informatie zorgt het eerste product voor de ontbinding van organisch slib, de verlaging van het waterstofsulfide- en ammoniakstikstofgehalte, en de zuivering van het water van vijvers en lagunes, en zorgt het tweede product voor een snellere biologische oxidatie van vast organisch afval en een snellere biologische organische afbraak, de verbetering van de aërobe verteringsefficiëntie, de vermindering van organisch bodemslib in meren, vijvers en afvalwatersystemen, en de vermindering van de gasvormige stankproductie.

(3)

Deze producten hebben als nevenwerking dat zij de algenontwikkeling in water afremmen maar zij zijn niet voor dat doel bestemd en er is niet geclaimd dat zij daarvoor kunnen worden gebruikt.

(4)

Overeenkomstig artikel 3, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 528/2012 zijn enkel producten die als doel hebben een schadelijk organisme te vernietigen, af te schrikken, onschadelijk te maken, de effecten daarvan te voorkomen of op een andere dan louter fysieke of mechanische wijze te bestrijden, biociden.

(5)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor biociden,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de vermindering van organische stoffen bestemde bacterieculturen die voor dat doel in de handel gebracht zijn en die slechts als nevenwerking de algenontwikkeling in water afremmen (een doel waarvoor zij niet bestemd zijn), zijn geen biociden in de zin van artikel 3, lid 1, onder a) van Verordening EU nr. 528/2012.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 23 april 2015.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1.