ISSN 1977-0758 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 106 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
58e jaargang |
Inhoud |
|
I Wetgevingshandelingen |
Bladzijde |
|
|
RICHTLIJNEN |
|
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Wetgevingshandelingen
RICHTLIJNEN
24.4.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 106/1 |
RICHTLIJN (EU) 2015/637 VAN DE RAAD
van 20 april 2015
betreffende de coördinatie- en samenwerkingsmaatregelen ter vergemakkelijking van de consulaire bescherming van niet-vertegenwoordigde burgers van de Unie in derde landen en tot intrekking van Besluit 95/553/EG
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 23,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Handelend volgens een bijzondere wetgevingsprocedure,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het burgerschap van de Unie is de fundamentele status van onderdanen van de lidstaten. Het recht op bescherming van de diplomatieke en consulaire instanties van iedere andere lidstaat op het grondgebied van derde landen waar de lidstaat waarvan zij onderdaan zijn, niet vertegenwoordigd is, onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van die lidstaat, is een van de specifieke rechten die op grond van artikel 20, lid 2, onder c), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) aan burgers van de Unie zijn toegekend. |
(2) |
Het Verdrag van Lissabon heeft het burgerschap van de Unie en de daaraan verbonden rechten versterkt. Artikel 23 VWEU voorziet in de aanneming van richtlijnen tot vaststelling van coördinatie- en samenwerkingsmaatregelen die nodig zijn om de consulaire bescherming van niet-vertegenwoordigde burgers van de Unie te vergemakkelijken. |
(3) |
De waarden waarop de Unie is gegrondvest, zijn onder meer solidariteit, non-discriminatie en eerbiediging van de mensenrechten; in de betrekkingen met de rest van de wereld dient de Unie haar waarden te verdedigen en bij te dragen tot de bescherming van haar burgers. Het in artikel 46 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (het Handvest) neergelegde grondrecht op consulaire bescherming voor niet-vertegenwoordigde burgers van de Unie onder dezelfde voorwaarden als de eigen onderdanen, is een uiting van de Europese solidariteit. Het voegt een externe dimensie toe aan het concept burgerschap van de Unie en versterkt de identiteit van de Unie in derde landen. |
(4) |
Deze richtlijn heeft tot doel de samenwerkings- en coördinatiemaatregelen vast te stellen die nodig zijn om de consulaire bescherming van niet-vertegenwoordigde burgers van de Unie verder te vergemakkelijken. Deze maatregelen dienen de rechtszekerheid en de doeltreffende samenwerking en solidariteit tussen de consulaire instanties te versterken. |
(5) |
Overeenkomstig artikel 20, lid 2, onder c), VWEU en artikel 23 VWEU dienen de lidstaten niet-vertegenwoordigde burgers consulaire bescherming te bieden onder dezelfde voorwaarden als de eigen onderdanen. Deze richtlijn laat onverlet de bevoegdheid van de lidstaten om de reikwijdte van de bescherming van hun eigen onderdanen te bepalen. |
(6) |
Deze richtlijn laat onverlet de consulaire betrekkingen tussen lidstaten en derde landen, met name hun rechten en verplichtingen die voortvloeien uit internationale gebruiken en overeenkomsten, met name uit het Verdrag van Wenen van 24 april 1963 inzake consulair verkeer (het Verdrag van Wenen), die de lidstaten conform de Uniewetgeving toepassen. Volgens artikel 8 van het Verdrag van Wenen kunnen de lidstaten consulaire bescherming verlenen namens een andere lidstaat na passende kennisgeving, tenzij het betrokken derde land hiertegen bezwaar maakt. Met name kunnen zich moeilijkheden voordoen bij situaties waarin burgers die tevens onderdaan van het ontvangende land zijn, betrokken zijn. De lidstaten dienen, daarin gesteund door plaatselijke consulaire samenwerking, de nodige maatregelen met betrekking tot derde landen te nemen om ervoor te zorgen dat in alle gevallen consulaire bescherming namens andere lidstaten kan worden verleend. |
(7) |
Wanneer niet-vertegenwoordigde burgers in derde landen bescherming behoeven, is doeltreffende samenwerking en coördinatie vereist. De bijstandverlenende lidstaat die in een derde land aanwezig is en de lidstaat van nationaliteit van de burger dienen nauw samen te werken. Met name de plaatselijke consulaire samenwerking met betrekking tot niet-vertegenwoordigde burgers kan complex zijn omdat er coördinatie vereist is met instanties die ter plaatse niet zijn vertegenwoordigd, onder meer in voorkomend geval met de bevoegde ambassades of consulaten. Om de leemte als gevolg van het ontbreken van een ambassade of een consulaat van de eigen lidstaat van de burger op te vullen, dient te worden gezorgd voor een duidelijk en stabiel samenstel van regels. Tevens dienen bestaande maatregelen te worden verduidelijkt met het oog op effectieve bescherming. |
(8) |
Burgers van de Unie dienen als niet-vertegenwoordigde burgers in een derde land te worden beschouwd, als hun lidstaat van nationaliteit aldaar geen ambassade, consulaat of honorair consul heeft. Burgers dienen eveneens als niet-vertegenwoordigde burgers te worden beschouwd, als de ambassade, het consulaat of de honorair consul ter plaatse om welke reden dan ook in een bepaald geval niet in staat is de bescherming te verlenen waarop de betrokkene anders overeenkomstig de nationale wetgeving of de nationale praktijk recht zou hebben. Ambassades en consulaten dienen elkaar in kennis te stellen van eventuele uitzonderlijke omstandigheden die tijdelijk afbreuk kunnen doen aan hun capaciteit om consulaire bescherming te verlenen. Tevens dient rekening te worden gehouden met toegankelijkheid en nabijheid. Zo mag een burger die om consulaire bescherming of om bijstand van de ambassade of het consulaat van een andere lidstaat verzoekt, niet naar de ambassade, het consulaat of de honorair consul van de lidstaat van zijn eigen nationaliteit worden doorverwezen wanneer hij, vanwege plaatselijke omstandigheden of een gebrek aan middelen, deze laatstgenoemde instanties niet veilig kan bereiken of door hen bereikt kan worden, op een manier die het mogelijk maakt hem consulaire bescherming te verlenen. Het begrip „geen vertegenwoordiging” dient zo te worden geïnterpreteerd dat de doeltreffendheid van het recht van niet-vertegenwoordigde burgers op bescherming door de ambassade of het consulaat van een andere lidstaat, op niet-discriminerende wijze wordt gewaarborgd, rekening houdend met de omstandigheden per geval. Burgers die de nationaliteit van meer dan één lidstaat bezitten, dienen als niet-vertegenwoordigd te worden beschouwd als geen van de lidstaten van hun nationaliteit in het betrokken derde land is vertegenwoordigd. |
(9) |
Om te waarborgen dat het recht dat verankerd is in artikel 20, lid 2, onder c), VWEU, alsmede het recht op eerbiediging van privéleven, familie- en gezinsleven als erkend in artikel 7 van het Handvest, doeltreffend kunnen worden uitgeoefend, rekening houdend met het nationale recht en de nationale praktijk, dient een bijstandverlenende lidstaat mogelijkerwijs bescherming te verlenen aan uit derde landen afkomstige familieleden van burgers van de Unie, naargelang de omstandigheden van het concrete geval. Deze richtlijn sluit niet uit dat tijdens het overleg dat dient plaats te vinden voordat bijstand wordt verleend, de bijstandverlenende lidstaat en de lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger het in voorkomend geval eens kunnen worden over de mogelijkheid om de bijstand aan uit derde landen afkomstige familieleden van de niet-vertegenwoordigde burger van de Unie verder te doen reiken dan wat op grond van de wetgeving of de praktijk van de bijstandverlenende lidstaat vereist is, waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met verzoeken van de lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger, en voor zover hetgeen wordt overeengekomen niet in strijd is met de bepalingen van het Unierecht. Mogelijkerwijs zijn de lidstaten echter niet in staat bepaalde soorten consulaire bescherming te bieden, zoals de afgifte van noodreisdocumenten aan uit derde landen afkomstige familieleden. Wanneer het gaat om bijstand aan minderjarigen dienen de belangen van het kind een essentiële overweging te vormen, in overeenstemming met artikel 24 van het Handvest en zoals verankerd in het Verdrag van de Verenigde Naties van 20 november 1989 inzake de rechten van het kind. |
(10) |
Niet-vertegenwoordigde burgers dienen om consulaire bescherming van de ambassade of het consulaat van een lidstaat te kunnen verzoeken. Dit mag de lidstaten echter niet beletten praktische regelingen te treffen met het oog op het delen van de verantwoordelijkheden voor het verlenen van consulaire bescherming aan niet-vertegenwoordigde burgers overeenkomstig deze richtlijn. Zulke regelingen komen de burgers ten goede, aangezien de paraatheid erdoor wordt verhoogd en bijgevolg doeltreffende bescherming kan worden verleend. lidstaten die verzoeken om bescherming ontvangen dienen na te gaan of het in een concreet geval nodig is consulaire bescherming te verlenen, dan wel of de zaak kan worden verwezen naar de ambassade of het consulaat die c.q. dat volgens een reeds getroffen specifieke regeling als bevoegd is aangewezen. De lidstaten dienen de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) in kennis te stellen van deze regelingen, die door de Unie en de lidstaten dienen te worden bekendgemaakt teneinde transparantie voor niet-vertegenwoordigde burgers te waarborgen. |
(11) |
Deze richtlijn mag de lidstaat die niet in een derde land is vertegenwoordigd, niet beletten om consulaire bescherming te verlenen aan een van zijn onderdanen, bijvoorbeeld door indien nodig consulaire diensten online te verstrekken. De lidstaat van nationaliteit van een niet-vertegenwoordigde burger dient de lidstaat waarvan die burger consulaire bescherming vraagt of krijgt, te kunnen verzoeken om de aanvraag of de zaak door te geven, zodat hij zelf consulaire bescherming kan verlenen. Een dergelijke doorgifte mag er niet toe leiden dat de niet-vertegenwoordigde burger consulaire bescherming wordt ontzegd. |
(12) |
Niettegenstaande de verschillen in de tradities van de lidstaten in verband met de bevoegdheden van honoraire consuls, bieden honoraire consuls gewoonlijk niet hetzelfde scala aan diensten als ambassades of consulaten. Aangezien honoraire consuls hun opdracht vaak op vrijwillige basis vervullen, dient het aan elke lidstaat te worden overgelaten om te beslissen of deze richtlijn op zijn honoraire consuls van toepassing is. Van honoraire consuls kan worden verlangd dat zij consulaire bescherming verlenen aan niet-vertegenwoordigde burgers, naargelang de omstandigheden van het geval. |
(13) |
Verzoeken om bescherming dienen te worden behandeld indien de aanvragers een geldig paspoort of een geldige identiteitskaart van burger van de Unie kunnen overleggen. Het kan echter voorvallen dat niet-vertegenwoordigde burgers die consulaire bescherming behoeven, niet langer in het bezit zijn van hun identiteitsdocumenten. De fundamentele status van het burgerschap van de Unie wordt direct aan het recht van de Unie ontleend en identiteitsdocumenten hebben een louter declaratoire waarde. Wanneer aanvragers geen geldige identiteitsdocumenten kunnen overleggen, dienen zij bijgevolg in staat te worden gesteld hun identiteit te bewijzen met elk ander middel. Zo nodig kan de identiteit van de betrokkene worden geverifieerd bij het raadplegen van de instanties van de lidstaat waarvan de aanvrager stelt een onderdaan te zijn. Met betrekking tot uit derde landen afkomstige familieleden die de aanvrager vergezellen, dienen de instanties van de lidstaat van nationaliteit van de aanvrager de bijstandverlenende lidstaat te kunnen helpen bij het verifiëren van de identiteit en het bestaan van familiebanden met de aanvrager. |
(14) |
Om te bepalen welke coördinatie- en samenwerkingsmaatregelen noodzakelijk zijn, dient de werkingssfeer van consulaire bescherming uit hoofde van deze richtlijn nader te worden omschreven. Consulaire bescherming voor niet-vertegenwoordigde burgers dient bijstand te omvatten in een aantal typische situaties waarin lidstaten consulaire bescherming aan hun eigen onderdanen verlenen, naargelang de omstandigheden van het concrete geval, zoals bij arrestatie of detentie, ernstige ongevallen of ernstige ziekten en overlijden, alsmede hulp en repatriëring in noodsituaties, of de afgifte van nooddocumenten. Aangezien de bescherming die nodig is, steeds afhangt van de feitelijke situatie, mag consulaire bescherming niet worden beperkt tot de situaties die specifiek in deze richtlijn zijn vermeld. |
(15) |
Voor zover van toepassing dient naar behoren rekening te worden gehouden met de wensen van de burger, onder meer of en welke familieleden of andere verwanten moeten worden geïnformeerd. Ook dient in geval van overlijden naar behoren rekening te worden gehouden met de wensen van de naaste familie wat betreft de regelingen die moeten worden getroffen met betrekking tot het stoffelijk overschot van de overledene. De lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger dient voor deze contacten verantwoordelijk te zijn. |
(16) |
De instanties van de lidstaten dienen in een geest van wederzijds respect en solidariteit nauw samen te werken en hun werkzaamheden te coördineren met elkaar en met de Unie, met name met de Commissie en de EDEO. Om te komen tot een snelle en doeltreffende samenwerking, dienen de lidstaten informatie over de betrokken contactpunten in de lidstaten te verstrekken en permanent bij te werken via de beveiligde website van de EDEO (Consular OnLine). |
(17) |
De Unie wordt in derde landen vertegenwoordigd door de delegaties van de Unie, die in nauwe samenwerking met de diplomatieke en consulaire missies van de lidstaten helpen bij de toepassing van het recht van de burgers van de Unie op consulaire bescherming, zoals nader is bepaald in artikel 35 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Met deze richtlijn wordt de bijdrage die conform Besluit 2010/427/EU (2) en met name artikel 5, lid 10, daarvan, reeds wordt geleverd door de EDEO en de delegaties van de Unie, met name in crisissituaties, ten volle erkend en verder versterkt. |
(18) |
Wat de samenwerking ter plaatse betreft, dienen de bevoegdheden en respectieve taken van alle relevante actoren te worden verduidelijkt teneinde ervoor te zorgen dat niet-vertegenwoordigde burgers de bijstand krijgen waarop zij overeenkomstig het beginsel van non-discriminatie recht hebben. Bij plaatselijke consulaire samenwerking dient de nodige aandacht te worden besteed aan niet-vertegenwoordigde burgers, bijvoorbeeld door informatie over de betrokken contactpunten te verzamelen en regelmatig bij te werken, en deze te delen met de plaatselijke ambassades en consulaten van de lidstaten en met de delegatie van de Unie. |
(19) |
Tijdens vergaderingen over plaatselijke consulaire samenwerking, die worden georganiseerd in nauwe samenwerking met de delegatie van de Unie, dient regelmatig informatie te worden uitgewisseld over aangelegenheden die niet-vertegenwoordigde burgers aanbelangen, zoals de veiligheid van burgers, leefomstandigheden in gevangenissen, kennisgeving van en toegang tot consulaire diensten en samenwerking bij crises. In deze vergaderingen dienen vertegenwoordigde lidstaten, indien nodig, praktische regelingen overeen te komen om ervoor te zorgen dat niet-vertegenwoordigde burgers doeltreffend worden beschermd. Dergelijke overeenkomsten kunnen bijvoorbeeld niet nodig zijn als het aantal niet-vertegenwoordigde burgers gering is. |
(20) |
Een duidelijke taakverdeling tussen vertegenwoordigde en niet-vertegenwoordigde lidstaten en de delegatie van de Unie is van essentieel belang voor het garanderen van een passende crisisparaatheid en -beheersing. De noodplannen voor crisissituaties dienen derhalve te worden gecoördineerd en ten volle rekening te houden met niet-vertegenwoordigde burgers. Daartoe dienen de lidstaten die geen ambassade of consulaat ter plaatse hebben, in het kader van de plaatselijke crisisparaatheid alle beschikbare en relevante gegevens over hun burgers op het grondgebied te verstrekken. In het geval van een crisis dienen deze gegevens waar nodig te worden bijgewerkt. Bevoegde ambassades en consulaten en delegaties van de Unie dienen te worden geïnformeerd en in voorkomend geval te worden betrokken bij regelingen voor crisisparaatheid. Informatie over deze regelingen dient ter beschikking van niet-vertegenwoordigde burgers te worden gesteld. In het geval van een crisis moet (moeten) de leidende staat of de lidstaat (lidstaten) die de bijstand coördineert (coördineren), op niet-discriminerende basis zorgen voor de coördinatie van de steun aan niet-vertegenwoordigde burgers en van het gebruik van de beschikbare evacuatiecapaciteit, zulks aan de hand van de overeengekomen plannen en naargelang de ontwikkelingen ter plaatse. |
(21) |
De interoperabiliteit tussen consulair personeel en andere crisisbeheersingsdeskundigen dient te worden versterkt, met name door hen te laten deelnemen aan multidisciplinaire crisisteams, bijvoorbeeld in het kader van de structuren van de EDEO voor crisisrespons en operationele coördinatie en crisisbeheersing, en het Uniemechanisme voor civiele bescherming (3). |
(22) |
Om de steun van het Uniemechanisme voor civiele bescherming kan worden verzocht wanneer dit nodig is voor de consulaire bescherming van niet-vertegenwoordigde burgers. Om deze steun kan bijvoorbeeld worden verzocht door de leidende staat of de lidstaat (lidstaten) die de bijstand coördineert (coördineren). |
(23) |
Onder het in deze richtlijn gebruikte begrip „leidende staat” wordt verstaan één of meer in een bepaald derde land vertegenwoordigde lidstaten, die belast zijn met het coördineren en leiden van de bijstand van niet-vertegenwoordigde burgers tijdens crises. Het concept leidende staat, als vastgesteld in de relevante richtsnoeren van de Unie (4), kan verder worden ontwikkeld, met naleving van het recht van de Unie en in het bijzonder deze richtlijn. |
(24) |
Wanneer een lidstaat in kennis wordt gesteld van, of een verzoek ontvangt om consulaire bescherming van een persoon die stelt een niet-vertegenwoordigde burger te zijn, dient hij, behalve in extreem dringende gevallen, altijd onmiddellijk contact op te nemen met de lidstaat van nationaliteit van de burger en deze alle relevante informatie te verstrekken voordat hij enige bijstand verleent. De lidstaat van nationaliteit dient op zijn beurt onmiddellijk alle informatie die voor de zaak van belang is, te verstrekken. Deze raadpleging dient de lidstaat van nationaliteit in staat te stellen te verzoeken om de doorgifte van de aanvraag of de zaak, opdat hij zelf consulaire bescherming kan verlenen. Die raadpleging dient de betrokken lidstaten tevens in staat te stellen relevante informatie uit te wisselen met als doel er bijvoorbeeld voor te zorgen dat een niet-vertegenwoordigde burger geen misbruik maakt van zijn recht op consulaire bescherming overeenkomstig artikel 20, lid 2, onder c), VWEU. Op deze richtlijn kan geen beroep worden gedaan door burgers van de Unie indien er sprake is van misbruik. |
(25) |
Wederzijdse solidariteit en samenwerking hebben ook betrekking op financiële kwesties. De lidstaten die eigen burgers consulaire bescherming in de vorm van financiële bijstand verlenen, doen dit in laatste instantie en alleen in uitzonderlijke gevallen waarin burgers niet op enige andere wijze financiële middelen kunnen verkrijgen, bijvoorbeeld via overmakingen van familieleden, vrienden of werkgevers. Aan niet-vertegenwoordigde burgers dient financiële bijstand te worden verleend onder dezelfde voorwaarden als aan onderdanen van de bijstandverlenende lidstaat. Van de niet-vertegenwoordigde burger dient te worden verlangd dat hij een verbintenis ondertekent om de gemaakte kosten aan zijn lidstaat van nationaliteit terug te betalen, op voorwaarde dat onderdanen van de bijstandverlenende lidstaat er in dezelfde situatie toe worden verplicht deze kosten aan hun eigen lidstaat terug te betalen. De niet-vertegenwoordigde burger kan er vervolgens door zijn lidstaat van nationaliteit toe worden verplicht deze kosten terug te betalen, eventueel met inbegrip van toepasselijke consulaire leges. |
(26) |
Er dient met deze richtlijn te worden gezorgd voor de verdeling van de financiële lasten en vergoedingen. Wanneer consulaire bescherming aan een niet-vertegenwoordigde burger inhoudt dat er een verbintenis tot terugbetaling wordt ondertekend, dient de lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger de bijstandverlenende lidstaat de gemaakte kosten te vergoeden. Het is aan de bijstandverlenende lidstaat om te beslissen of hij om vergoeding van de gemaakte kosten verzoekt. De bijstandverlenende lidstaat en de lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger moeten onderling gedetailleerde afspraken kunnen maken over de vergoeding binnen bepaalde termijnen. |
(27) |
De consulaire bescherming die aan een niet-vertegenwoordigde burger bij arrestatie of detentie wordt verleend, kan ongewoon hoge reiskosten, verblijfskosten of vertaalkosten met zich brengen voor de diplomatieke of consulaire instanties van de bijstandverlenende lidstaat, naargelang de omstandigheden van het concrete geval. De lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger dient tijdens het overleg dat plaatsvindt voordat bijstand wordt verleend, in kennis te worden gesteld van zulke mogelijke kosten. De bijstandverlenende lidstaat dient de lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger om vergoeding van ongewoon hoge kosten te kunnen verzoeken. De lidstaat van nationaliteit van de burger dient de bijstandverlenende lidstaat de gemaakte kosten te vergoeden. De bijstandverlenende lidstaat en de lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger moeten onderling gedetailleerde afspraken kunnen maken over de vergoeding binnen bepaalde termijnen. De lidstaten van nationaliteit van niet-vertegenwoordigde burgers kunnen, in overeenstemming met het beginsel van non-discriminatie, niet van hun burgers verlangen die kosten te vergoeden die onderdanen van de bijstandverlenende lidstaat niet hoeven terug te betalen. |
(28) |
In het geval van crisissituaties dienen financiële procedures te worden vereenvoudigd. Gelet op de specifieke kenmerken van zulke situaties, zoals de noodzaak snel maatregelen te nemen voor een aanzienlijk aantal burgers, is het niet nodig dat de bijstandverlenende lidstaat over een verbintenis tot terugbetaling beschikt om terugbetaling te kunnen vragen en krijgen van de lidsta(a)t(en) van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger. lidstaten van nationaliteit van niet-vertegenwoordigde burgers dienen de bijstandverlenende lidsta(a)t(en) de gemaakte kosten te vergoeden. Het is aan de bijstandverlenende lidsta(a)t(en) om te beslissen of en in welke vorm om vergoeding van de gemaakte kosten wordt verzocht. De bijstandverlenende lidstaat en de lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger moeten onderling gedetailleerde afspraken kunnen maken over de vergoeding binnen bepaalde termijnen. In geval van een crisis die nadelige gevolgen heeft of mogelijkerwijs heeft gehad voor een significant aantal burgers van de Unie moeten de lidstaten van nationaliteit van niet-vertegenwoordigde burgers, op verzoek van de bijstandverlenende lidstaat, pro rata worden terugbetaald door de gemaakte kosten te delen door het aantal bijgestane burgers. |
(29) |
Deze richtlijn dient drie jaar na de termijn voor de omzetting ervan opnieuw te worden bezien. Met name dient, in het licht van de door de lidstaten te verstrekken informatie over de uitvoering en praktische toepassing van de richtlijn, onder meer aan de hand van relevante statistieken en gevallen, te worden nagegaan of de financiële procedures voor een passende verdeling van de lasten dienen te worden herzien. De Commissie dient een rapport op te stellen waarin zij dient na te gaan of er aanvullende maatregelen nodig zijn, onder meer door in voorkomend geval een wijziging van deze richtlijn voor te stellen teneinde de uitoefening van de rechten van burgers van de Unie op consulaire bescherming te vergemakkelijken. |
(30) |
Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (5) is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door de lidstaten in het kader van deze richtlijn. |
(31) |
Deze richtlijn dient gunstigere nationale bepalingen onverlet te laten voor zover die bepalingen ermee verenigbaar zijn. |
(32) |
Overeenkomstig de gezamenlijke politieke verklaring van de lidstaten en de Commissie over toelichtende stukken van 28 september 2011 (6) hebben de lidstaten toegezegd om in gerechtvaardigde gevallen de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen vergezeld te doen gaan van een of meer stukken waarin het verband tussen de onderdelen van een richtlijn en de overeenkomstige delen van de nationale omzettingsinstrumenten wordt toegelicht. Met betrekking tot deze richtlijn acht de wetgever de toezending van dergelijke stukken gerechtvaardigd. |
(33) |
Deze richtlijn heeft tot doel de consulaire bescherming zoals vastgelegd in het Handvest te bevorderen. Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name in het Handvest zijn vastgelegd, met name het beginsel van non-discriminatie, het recht op leven en op menselijke integriteit, het recht op eerbiediging van het privéleven en het familie- en gezinsleven, de rechten van het kind, het recht op verdediging en het recht op een onpartijdig gerecht. Deze richtlijn dient te worden toegepast overeenkomstig deze rechten en beginselen. |
(34) |
Conform het in het Handvest neergelegde discriminatieverbod dienen de lidstaten deze richtlijn uit te voeren zonder tussen de begunstigden van de richtlijn te discrimineren op grond van bijvoorbeeld geslacht, ras, kleur, etnische of sociale afkomst, genetische kenmerken, taal, godsdienst of overtuiging, politieke of andere denkbeelden, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid. |
(35) |
Besluit 95/553/EG van de Vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen (7) moet worden ingetrokken, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
HOOFDSTUK 1
ALGEMENE BEPALINGEN EN TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Voorwerp
1. In deze richtlijn worden de coördinatie- en samenwerkingsmaatregelen vastgesteld die nodig zijn ter vergemakkelijking van de uitoefening van het in artikel 20, lid 2, onder c), VWEU vastgelegde recht van burgers van de Unie op bescherming op het grondgebied van derde landen waar de lidstaat waarvan zij onderdaan zijn, niet vertegenwoordigd is, door de diplomatieke of consulaire instanties van een andere lidstaat, onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van die lidstaat en rekening houdend met de rol van de delegaties van de Unie in het waarborgen van dat recht.
2. Deze richtlijn heeft geen betrekking op de consulaire betrekkingen tussen lidstaten en derde landen.
Artikel 2
Algemeen beginsel
1. De ambassades of consulaten van de lidstaten verlenen consulaire bescherming aan niet-vertegenwoordigde burgers onder dezelfde voorwaarden als aan eigen onderdanen.
2. De lidstaten kunnen besluiten dat deze richtlijn toepasselijk is op de door honorair consuls krachtens artikel 23 VWEU verleende consulaire bescherming. De lidstaten zorgen ervoor dat niet-vertegenwoordigde burgers naar behoren in kennis gesteld worden van besluiten in die zin en van de mate waarin honorair consuls bevoegd zijn om in een bepaald geval bescherming te verlenen.
Artikel 3
Consulaire bescherming door de lidstaat van nationaliteit
De lidstaat van nationaliteit van een niet-vertegenwoordigde burger kan de lidstaat waarvan de niet-vertegenwoordigde burger consulaire bescherming vraagt of ontvangt, verzoeken de aanvraag of de zaak van de niet-vertegenwoordigde burger door te sturen naar de eigen lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger, opdat deze lidstaat van nationaliteit consulaire bescherming kan verlenen overeenkomstig diens nationale recht of nationale praktijk. De aangezochte lidstaat geeft de zaak door zodra de lidstaat van nationaliteit bevestigt dat deze de niet-vertegenwoordigde burger consulaire bescherming verleent.
Artikel 4
Niet-vertegenwoordigde burgers in derde landen
In het kader van deze richtlijn wordt onder „niet-vertegenwoordigde burgers” verstaan, elke burger die de nationaliteit bezit van een lidstaat die niet wordt vertegenwoordigd in een derde land als bedoeld in artikel 6.
Artikel 5
Familieleden van niet-vertegenwoordigde burgers in derde landen
Aan familieleden die zelf geen burger van de Unie zijn en die niet-vertegenwoordigde burgers in een derde land vergezellen, wordt consulaire bescherming verleend in dezelfde mate en onder dezelfde voorwaarden als aan de familieleden van burgers van de bijstandverlenende lidstaat die zelf geen burger van de Unie zijn, overeenkomstig het nationale recht en de nationale praktijk van die lidstaat.
Artikel 6
Geen vertegenwoordiging
Voor de toepassing van deze richtlijn is een lidstaat niet vertegenwoordigd in een derde land, indien hij er geen ambassade of consulaat op permanente basis heeft of indien zijn ambassade, consulaat of honorair consul ter plaatse niet werkelijk in staat is om in een bepaald geval consulaire bescherming te verlenen.
Artikel 7
Toegang tot consulaire bescherming en andere regelingen
1. Niet-vertegenwoordigde burgers hebben het recht te verzoeken om consulaire bescherming van de ambassade of het consulaat van een van de lidstaten.
2. Onverminderd artikel 2 kan een lidstaat een andere lidstaat op permanente basis vertegenwoordigen en kunnen de ambassades of consulaten van de lidstaten in voorkomend geval praktische regelingen overeenkomen betreffende het delen van verantwoordelijkheden voor het verlenen van consulaire bescherming aan niet-vertegenwoordigde burgers. De lidstaten stellen de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) in kennis van regelingen in die zin, die door de Unie en de lidstaten worden bekendgemaakt teneinde de transparantie voor niet-vertegenwoordigde burgers te waarborgen.
3. Indien een praktische regeling overeengekomen is conform lid 2, draagt een ambassade of consulaat waarvan de niet-vertegenwoordigde burger consulaire bescherming vraagt, er zorg voor dat, indien de ambassade of het consulaat niet als bevoegd is aangewezen volgens de toepasselijke specifieke regeling, de aanvraag van de burger wordt doorgestuurd naar de relevante ambassade of het relevante consulaat, tenzij de consulaire bescherming daardoor niet kan worden gewaarborgd, in het bijzonder indien de dringendheid van de zaak onmiddellijke actie vereist van de ambassade of het consulaat waarbij de aanvraag werd ingediend.
Artikel 8
Identificatie
1. Personen die een aanvraag voor consulaire bescherming doen tonen aan dat zij burger van de Unie zijn door hun paspoort of identiteitskaart over te leggen.
2. Indien de burger van de Unie geen geldig paspoort of geen geldige identiteitskaart kan overleggen, kan de nationaliteit worden bewezen met elk ander middel, indien nodig onder meer door verificatie bij de diplomatieke en consulaire instanties van de lidstaat waarvan de aanvrager stelt een onderdaan te zijn.
3. Wat de in artikel 5 bedoelde familieleden betreft, kunnen de identiteit en het bestaan van een familieband worden bewezen met elk middel, onder meer door verificatie door de bijstandverlenende lidstaat bij de diplomatieke of consulaire instanties van de lidstaat van nationaliteit van de in lid 1 bedoelde burgers.
Artikel 9
Soorten bijstand
De consulaire bescherming in de zin van artikel 2 kan bijstand omvatten, inter alia, in de volgende situaties:
a) |
bij arrestatie of detentie; |
b) |
wanneer de burger het slachtoffer van een misdrijf is; |
c) |
bij een ernstig ongeval of ernstige ziekte; |
d) |
bij overlijden; |
e) |
bij hulp en repatriëring in noodsituaties; |
f) |
bij behoefte aan noodreisdocumenten als bedoeld in Besluit 96/409/GBVB (8). |
HOOFDSTUK 2
COÖRDINATIE- EN SAMENWERKINGSMAATREGELEN
Artikel 10
Algemene regels
1. De diplomatieke en consulaire instanties van de lidstaten werken nauw samen en coördineren hun werkzaamheden met elkaar en met de Unie, om niet-vertegenwoordigde burgers overeenkomstig artikel 2 bescherming te garanderen.
2. Wanneer een lidstaat een verzoek om consulaire bescherming ontvangt van een persoon die stelt een niet-vertegenwoordigde burger te zijn, of in kennis wordt gesteld van een persoonlijke noodsituatie van een niet-vertegenwoordigde burger in de zin van artikel 9, raadpleegt hij onverwijld het ministerie van Buitenlandse Zaken van de lidstaat waarvan de persoon stelt een onderdaan te zijn, of, in voorkomend geval, de bevoegde ambassade of het bevoegde consulaat van die lidstaat, en verstrekt hij alle relevante informatie waarover hij beschikt, onder meer over de identiteit van de betrokkene, over de eventuele kosten van consulaire bescherming, en over familieleden aan wie mogelijkerwijs ook consulaire bescherming moet worden verleend. Behalve in extreem dringende gevallen vindt deze raadpleging plaats vóór bijstand wordt verleend. De bijstandverlenende lidstaat faciliteert tevens de uitwisseling van informatie tussen de betrokken burger en de instanties van de lidstaat van nationaliteit van de burger.
3. De lidstaat van nationaliteit van de burger verstrekt het ministerie van buitenlandse zaken of de bevoegde ambassade of het bevoegde consulaat van de bijstandverlenende lidstaat desgevraagd alle relevante informatie in de betrokken zaak. Hij is ook verantwoordelijk voor eventueel noodzakelijk contact met familieleden of andere relevante personen of instanties.
4. De lidstaten stellen de EDEO via diens beveiligde internetsite in kennis van het (de) bevoegde contactpunt(en) bij hun ministerie van Buitenlandse Zaken.
Artikel 11
De rol van de delegaties van de Unie
De delegaties van de Unie werken nauw samen en coördineren hun werkzaamheden met de ambassades en consulaten van de lidstaten om bij te dragen aan samenwerking en coördinatie op het lokale niveau en in crisissituaties, met name door beschikbare logistieke steun te verlenen, waaronder kantoorruimte en organisatorische faciliteiten, zoals tijdelijke accommodatie voor consulair personeel en voor interventieteams. De delegaties van de Unie en het hoofdkwartier van de EDEO faciliteren tevens de uitwisseling van informatie tussen de ambassades en consulaten van de lidstaten en, in voorkomend geval, met de lokale overheid. De delegaties van de Unie stellen ook informatie beschikbaar over de bijstand waarop niet-vertegenwoordigde burgers mogelijkerwijs recht hebben, met name over de overeengekomen praktische regelingen, indien toepasselijk.
Artikel 12
Samenwerking op plaatselijk niveau
Bij bijeenkomsten over plaatselijke samenwerking wordt regelmatig informatie uitgewisseld die relevant is voor niet-vertegenwoordigde burgers. Op deze bijeenkomsten komen de lidstaten in voorkomend geval praktische regelingen als bedoeld in artikel 7 overeen om een doeltreffende bescherming van niet-vertegenwoordigde burgers in het desbetreffende derde land te waarborgen. Tenzij de lidstaten anders overeenkomen, worden de bijeenkomsten voorgezeten door een vertegenwoordiger van een lidstaat, in nauwe samenwerking met de delegatie van de Unie.
Artikel 13
Crisisparaatheid en samenwerking
1. In plannen voor plaatselijke noodsituaties wordt ook rekening gehouden met niet-vertegenwoordigde burgers. De in een derde land vertegenwoordigde lidstaten coördineren hun plannen voor noodsituaties met elkaar en met de delegatie van de Unie, zodat niet-vertegenwoordigde burgers in een crisissituatie op volledige bijstand kunnen rekenen. De bevoegde ambassades of consulaten worden op passende wijze in kennis gesteld van regelingen betreffende crisisparaatheid en er in voorkomend geval bij betrokken.
2. Bij een crisis werken de Unie en de lidstaten nauw samen om niet-vertegenwoordigde burgers doeltreffend te kunnen bijstaan. Indien mogelijk stellen zij elkaar tijdig in kennis van beschikbare evacuatiecapaciteit. Op hun verzoek kunnen de lidstaten worden bijgestaan door bestaande interventieteams op het niveau van de Unie, met inbegrip van consulaire deskundigen, met name uit niet-vertegenwoordigde lidstaten.
3. De leidende staat of de bijstandcoördinerende lidstaat (lidstaten), is (zijn) verantwoordelijk voor de coördinatie van de hulpmaatregelen aan niet-vertegenwoordigde burgers, met de steun van de andere betrokken lidstaten, de delegatie van de Unie en het EDEO-hoofdkwartier. De lidstaten verstrekken de leidende staat of de bijstandcoördinerende lidstaat (lidstaten) alle relevante informatie over hun niet-vertegenwoordigde burgers die bij een crisissituatie zijn betrokken.
4. De leidende staat of de lidstaat (lidstaten) die de bijstand voor niet-vertegenwoordigde burgers coördineert (coördineren), kan (kunnen) in voorkomend geval om steun verzoeken van instrumenten zoals de structuren voor crisisbeheersing van de EDEO en het mechanisme voor civiele bescherming van de Unie.
HOOFDSTUK 3
FINANCIËLE PROCEDURES
Artikel 14
Algemene regels
1. De niet-vertegenwoordigde burgers verbinden zich ertoe de kosten van de consulaire bescherming terug te betalen aan hun lidstaat van nationaliteit onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van de bijstandverlenende lidstaat, met gebruikmaking van het standaardformulier in bijlage I. Niet-vertegenwoordigde burgers moeten zich alleen ertoe verbinden kosten terug te betalen die in dezelfde omstandigheden zouden moeten worden gedragen door onderdanen van de bijstandverlenende lidstaat.
2. De bijstandverlenende lidstaat kan verlangen dat de lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger de in lid 1 bedoelde gemaakte kosten vergoedt, met gebruikmaking van het standaardformulier in bijlage II. De lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger vergoedt deze kosten binnen een redelijke termijn van ten hoogste twaalf maanden. De lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger kan van de betrokken niet-vertegenwoordigde burger verlangen dat hij de gemaakte kosten vergoedt.
3. Wanneer de consulaire bescherming van een niet-vertegenwoordigde burger in het geval van een arrestatie of detentie uitzonderlijk hoge maar essentiële en gerechtvaardigde reiskosten, verblijfskosten of vertaalkosten met zich meebrengt voor de diplomatieke of consulaire instanties, kan de bijstandverlenende lidstaat verlangen dat die kosten vergoed worden door de lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger, die ze vergoedt binnen een redelijke termijn van ten hoogste twaalf maanden.
Artikel 15
Vereenvoudigde procedure in crisissituaties
1. In crisissituaties dient de bijstandverlenende lidstaat verzoeken om terugbetaling van de kosten voor hulpmaatregelen aan een niet-vertegenwoordigde burger in bij het ministerie van Buitenlandse Zaken van de lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger. De bijstandverlenende lidstaat kan terugbetaling verlangen zelfs wanneer de niet-vertegenwoordigde burger geen verbintenis tot terugbetaling in de zin van artikel 14, lid 1, heeft ondertekend. Dit belet niet dat de lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger terugbetaling vordert van de betrokken niet-vertegenwoordigde burger op grond van nationale regels.
2. De bijstandverlenende lidstaat kan verlangen dat de lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger de kosten pro rata terugbetaalt, door de volledige waarde van de werkelijk gemaakte kosten te delen door het aantal bijgestane burgers.
3. Wanneer de bijstandverlenende lidstaat voor de bijstand financiële steun heeft gekregen door middel van het mechanisme voor civiele bescherming van de Unie, wordt elke bijdrage van de lidstaat van nationaliteit van de niet-vertegenwoordigde burger, bepaald na aftrek van de bijdrage van de Unie.
HOOFDSTUK 4
SLOTBEPALINGEN
Artikel 16
Gunstiger behandeling
De lidstaten mogen bepalingen vaststellen of handhaven die gunstiger zijn dan die van deze richtlijn, voor zover zij daarmee verenigbaar zijn.
Artikel 17
Omzetting
1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 mei 2018 aan deze richtlijn te voldoen.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 18
Intrekking
Besluit 95/553/EG wordt ingetrokken met ingang van 1 mei 2018.
Artikel 19
Verslaglegging, evaluatie en toetsing
1. De lidstaten verstrekken de Commissie alle relevante informatie betreffende de uitvoering en toepassing van deze richtlijn. Uiterlijk op 1 mei 2021 dient de Commissie op basis van de verstrekte informatie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de uitvoering en toepassing van deze richtlijn.
2. In het in lid 1 bedoelde verslag evalueert de Commissie de gevolgen van deze richtlijn en bekijkt zij of aanvullende maatregelen nodig zijn, waaronder in voorkomend geval wijzigingen aan deze richtlijn teneinde de uitoefening van het recht van burgers van de Unie op consulaire bescherming.
Artikel 20
Inwerkingtreding
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 21
Adressaten
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Luxemburg, 20 april 2015.
Voor de Raad
De voorzitter
F. MOGHERINI
(1) Advies van 25 oktober 2012 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) Besluit 2010/427/EU van de Raad van 26 juli 2010 tot vaststelling van de organisatie en werking van de Europese dienst voor extern optreden (PB L 201 van 3.8.2010, blz. 30).
(3) Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).
(4) Richtsnoeren van de Europese Unie voor de toepassing van het concept leidende staat bij consulaire aangelegenheden (PB C 317 van 12.12.2008, blz. 6).
(5) Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).
(6) PB C 369 van 17.12.2011, blz. 14.
(7) Besluit 95/553/EG van de Vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 19 december 1995 betreffende bescherming van de burgers van de Europese Unie door de diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen (PB L 314 van 28.12.1995, blz. 73).
(8) Besluit 96/409/GBVB van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 25 juni 1996 betreffende de opstelling van een nood-reisdocument (PB L 168 van 6.7.1996, blz. 4).
BIJLAGE I
A. Gemeenschappelijk formulier voor de verbintenis tot terugbetaling van de kosten van consulaire bescherming in het geval van financiële bijstand
VERBINTENIS TOT TERUGBETALING VAN DE KOSTEN VAN CONSULAIRE BESCHERMING
(FINANCIËLE BIJSTAND) — (artikel 14, lid 1, van Richtlijn (EU) 2015/637)
Ik, ondergetekende (dhr./mevr.) (volledige naam in drukletters)
…
houder van paspoort nr. … afgegeven te …
erken hierbij te hebben ontvangen van de ambassade/het consulaat van …
… te …
het bedrag van …
bij wijze van voorschot voor …
… (inclusief de eventuele kosten)
en/of verbind mij ertoe om op verzoek aan het ministerie van Buitenlandse Zaken/de regering van [lidstaat van nationaliteit] …
overeenkomstig het nationale recht van die lidstaat het equivalent van dat bedrag terug te betalen of het equivalent van alle kosten die voor mij zijn betaald of mij zijn voorgeschoten, waaronder de kosten betaald voor mijn mij vergezellend(e) familielid/leden, in (valuta) …
tegen de wisselkoers van de dag waarop het voorschot werd uitbetaald of de kosten werden betaald.
Mijn adres (*) (in drukletters) (land) …
is: …
…
…
DATUM … HANDTEKENING …
B. Gemeenschappelijk formulier voor de verbintenis tot terugbetaling van de kosten van consulaire bescherming in het geval van repatriëring
VERBINTENIS TOT TERUGBETALING VAN DE KOSTEN VAN CONSULAIRE BESCHERMING
(REPATRIËRING) — (artikel 14, lid 1, van Richtlijn (EU) 2015/637)
Ik, ondergetekende (dhr./mevr.) (volledige naam in drukletters)
…
geboren te (gemeente) … in (land) …
op (datum) …
houder van paspoort nr. … afgegeven te …
op … en identiteitsnummer of socialezekerheidsnummer of bevoegde instantie (indien toepasselijk/waar passend) …
verbind mij ertoe om op verzoek aan de regering van …
overeenkomstig het nationale recht van die lidstaat het equivalent terug te betalen van alle kosten die voor mij zijn betaald of mij zijn voorgeschoten door de consulaire functionaris van de … regering te …
met het oog op of in samenhang met de repatriëring naar …
van mijzelf en de leden van mijn familie die mij vergezellen en alle consulaire kosten te voldoen die verband houden met de repatriëring.
Dat zijn:
i) (**) |
|
ii) (**) |
Alle bedragen die voor mij met het oog op of in samenhang met de repatriëring van mijzelf en de leden van mijn familie die mij vergezellen werden gemaakt, en die niet kunnen worden vastgesteld op het tijdstip dat deze verbintenis tot terugbetaling door mij wordt ondertekend. |
Mijn adres (***) (in drukletters) (land) …
is: …
…
…
DATUM … HANDTEKENING …
(*) hebt u geen vast adres, geeft dan een contactadres op.
(**) Doorhalen wat niet van toepassing is: de consulaire functionaris en de aanvrager moeten elke doorhaling in de kantlijn paraferen.
(***) Hebt u geen vast adres, geef dan een contactadres op.
BIJLAGE II
Formulier voor een verzoek om terugbetaling
VERZOEK OM TERUGBETALING (artikel 14, leden 2 en 3, van Richtlijn (EU) 2015/637)
1. |
Ambassade of consulaat van de verzoekende lidstaat |
2. |
Bevoegde ambassade of het bevoegde consulaat of ministerie van Buitenlandse Zaken van de lidstaat van nationaliteit van de bijgestane burger |
3. |
Omschrijving van de gebeurtenis (datum, plaats) |
4. |
Gegevens over de bijgestane burger(s) (afzonderlijk bij te voegen)
|
5. |
Totale kosten |
6. |
Bankrekening voor de terugbetaling |
7. |
Bijlage: verbintenis tot terugbetaling (indien van toepassing) |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
24.4.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 106/14 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/638 VAN DE COMMISSIE
van 22 april 2015
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1484/95 wat betreft de vaststelling van de representatieve prijzen voor de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede voor ovalbumine
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 183, onder b),
Gezien Verordening (EU) nr. 510/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 1216/2009 en (EG) nr. 614/2009 van de Raad (2), en met name artikel 5, lid 6, onder a),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1484/95 van de Commissie (3) zijn voor de sectoren slachtpluimvee en eieren, en voor ovalbumine, bepalingen voor de toepassing van de aanvullende invoerrechten, alsmede de representatieve prijzen vastgesteld. |
(2) |
Uit de regelmatige controle van de gegevens die worden gebruikt als basis voor het bepalen van de representatieve prijzen voor de producten van de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede voor ovalbumine, blijkt dat de representatieve prijzen voor de invoer van bepaalde producten moeten worden gewijzigd met inachtneming van naargelang van de oorsprong optredende prijsverschillen. |
(3) |
Verordening (EG) nr. 1484/95 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(4) |
Om ervoor te zorgen dat deze maatregel zo snel mogelijk na de terbeschikkingstelling van de bijgewerkte gegevens van toepassing wordt, dient de onderhavige verordening in werking te treden op de dag van de bekendmaking ervan, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1484/95 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 22 april 2015.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Jerzy PLEWA
Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.
(2) PB L 150 van 20.5.2014, blz. 1.
(3) Verordening (EG) nr. 1484/95 van de Commissie van 28 juni 1995 houdende bepalingen voor de toepassing van de aanvullende invoerrechten in de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede voor ovalbumine, en houdende vaststelling van representatieve prijzen en intrekking van Verordening nr. 163/67/EEG (PB L 145 van 29.6.1995, blz. 47).
BIJLAGE
„BIJLAGE I
GN-code |
Omschrijving |
Representatieve prijs (EUR/100 kg) |
In artikel 3 bedoelde zekerheid (EUR/100 kg) |
Oorsprong (1) |
0207 12 10 |
Geslachte kippen (zogenaamde kippen 70 %), bevroren |
135,5 |
0 |
AR |
0207 12 90 |
Geslachte kippen (zogenaamde kippen 65 %), bevroren |
151,2 |
0 |
AR |
1651 |
0 |
BR |
||
0207 14 10 |
Delen zonder been, van hanen of van kippen, bevroren |
324,1 |
0 |
AR |
2362 |
19 |
BR |
||
3561 |
0 |
CL |
||
3064 |
0 |
TH |
||
0207 14 50 |
Borsten van kippen, bevroren |
218,8 |
0 |
BR |
0207 27 10 |
Delen zonder been, van kalkoenen, bevroren |
332,5 |
0 |
BR |
3444 |
0 |
CL |
||
0408 91 80 |
Eieren uit de schaal, gedroogd |
381,1 |
0 |
AR |
1602 32 11 |
Bereidingen van hanen of van kippen, niet gekookt en niet gebakken |
279,4 |
2 |
BR |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „andere oorsprong”.”
24.4.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 106/16 |
VERORDENING (EU) 2015/639 VAN DE COMMISSIE
van 23 april 2015
tot wijziging van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat het gebruik van siliciumdioxide (E 551) in polyvinylalcohol-polyethyleenglycol-entcopolymeer (E 1209) betreft
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (1), en met name artikel 10, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 is een EU-lijst vastgesteld van voor gebruik in levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen, levensmiddelenaroma's en voedingsstoffen goedgekeurde levensmiddelenadditieven, en van de gebruiksvoorwaarden daarvoor. |
(2) |
Die lijst kan volgens de uniforme procedure van artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1331/2008 van het Europees Parlement en de Raad (2) hetzij op initiatief van de Commissie, hetzij ingevolge een aanvraag worden bijgewerkt. |
(3) |
Verordening (EU) nr. 685/2014 van de Commissie (3) staat het gebruik van polyvinylalcohol-polyethyleenglycol-entcopolymeer („PVA-PEG-entcopolymeer”) (E 1209) in vaste voedingssupplementen toe. |
(4) |
Om de vloei-eigenschappen van het polymeerpoeder te verbeteren wordt in PVA-PEG-entcopolymeer siliciumdioxide (E 551) gebruikt. De verwachte carry-over van siliciumdioxide in het uiteindelijke levensmiddel via het gebruik van PVA-PEG-entcopolymeer is 300-500 mg/kg. Siliciumdioxide heeft op dit niveau geen technologische functie in het voedingssupplement. |
(5) |
De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft de veiligheid van PVA-PEG-entcopolymeer bij gebruik als levensmiddelenadditief beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat het gebruik ervan als omhullingsmiddel in voedingssupplementen voor de voorgestelde toepassingen geen veiligheidsrisico oplevert (4). De veiligheidsbeoordeling omvatte ook het vermelde gebruik van siliciumdioxide in PVA-PEG-entcopolymeer. |
(6) |
Het is dan ook passend om het gebruik van siliciumdioxide in PVA-PEG-entcopolymeer toe te staan. |
(7) |
Bijlage III, deel 2, van Verordening (EG) nr. 1333/2008 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(8) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Deel 2 van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 23 april 2015.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16.
(2) Verordening (EG) nr. 1331/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma's (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 1).
(3) Verordening (EU) nr. 685/2014 van de Commissie van 20 juni 2014 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad en van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 231/2012 van de Commissie wat het gebruik van polyvinylalcohol-polyethyleenglycol-entcopolymeer in vaste voedingssupplementen betreft (PB L 182 van 21.6.2014, blz. 23).
(4) EFSA Journal 2013; 11 (8):3303.
BIJLAGE
In deel 2 van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 wordt de volgende vermelding ingevoegd na de derde vermelding voor levensmiddelenadditief E 551:
„E 551 |
siliciumdioxide |
5 000 mg/kg in het preparaat |
E 1209 polyvinylalcohol-polyethyleenglycol-entcopolymeer” |
24.4.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 106/18 |
VERORDENING (EU) 2015/640 VAN DE COMMISSIE
van 23 april 2015
betreffende aanvullende luchtwaardigheidsspecificaties voor een bepaald soort vluchtuitvoering en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 965/2012
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG van de Raad, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG (1), en met name artikel 5, lid 5, onder e), vi),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op grond van Verordening (EG) nr. 216/2008 dient de Commissie, daarin bijgestaan door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (hierna: „het Agentschap”), de nodige uitvoeringsvoorschriften vast te stellen voor gemeenschappelijke luchtwaardigheidseisen in de hele Unie. |
(2) |
Deze eisen bestrijken de volledige levensduur van luchtvaarproducten en omvatten luchtwaardigheidsspecificaties voor een bepaald soort vluchtuitvoering die na de toekenning van een typecertificaat ten behoeve van de veiligheid moeten worden toegepast. |
(3) |
De technische eisen van JAR-26 „Aanvullende luchtwaardigheidseisen voor vluchtuitvoeringen” (Additional Airworthiness Requirements for Operations), op 13 juli 1998 gepubliceerd door de gezamenlijke luchtvaartautoriteiten (JAA), als gewijzigd bij amendement 3 van 1 december 2005, moeten in het EU-recht worden opgenomen omdat de JAA op 30 juni 2009 is opgeheven en vluchtuitvoeringen sinds 20 februari 2008 tot de werkingssfeer van Verordening (EG) nr. 216/2008 behoren. |
(4) |
Teneinde de samenhang te waarborgen en de verplichtingen in verband met luchtwaardigheid te verduidelijken, moet in Verordening (EU) nr. 965/2012 van de Commissie (2) een verwijzing naar deze verordening worden opgenomen. |
(5) |
Teneinde een soepele overgang te waarborgen en storingen te vermijden, moet worden voorzien in passende overgangsmaatregelen. |
(6) |
De maatregelen in deze verordening zijn gebaseerd op het advies dat het Agentschap heeft uitgebracht overeenkomstig artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. 216/2008. |
(7) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 65 van Verordening (EG) nr. 216/2008 opgerichte comité van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Toepassingsgebied
Bij deze verordening worden gemeenschappelijke aanvullende luchtwaardigheidsspecificaties vastgesteld ter ondersteuning van de permanente luchtwaardigheid en het bevorderen van de veiligheid van:
a) |
in een lidstaat geregistreerde luchtvaartuigen; |
b) |
in een derde land geregistreerde luchtvaartuigen die worden gebruikt door een exploitant op wiens activiteiten een lidstaat toezicht uitoefent. |
Artikel 2
Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
a) „maximale operationele passagiersconfiguratie”: het met het oog op de exploitatie in het vluchthandboek vastgestelde maximumaantal zitplaatsen voor passagiers in een bepaald luchtvaartuig, zonder de zitplaatsen voor de cabinebemanning mee te rekenen;
b) „groot vliegtuig”: een vliegtuig waarvan de certificeringsbasis voldoet aan de certificeringsspecificaties voor grote vliegtuigen „CS-25” of gelijkwaardig.
Artikel 3
Aanvullende luchtwaardigheidsspecificaties voor een bepaald soort vluchtuitvoering
Exploitanten die onder het toezicht van de lidstaten vallen, dienen bij de exploitatie van luchtvaartuigen als bedoeld in artikel 1 te voldoen aan bijlage I.
Artikel 4
Wijziging van Verordening (EU) nr. 965/2012
Bijlage III bij Verordening (EU) nr. 965/2012 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij de onderhavige verordening teneinde deze aan te vullen met een verwijzing naar deze verordening.
Artikel 5
Overgangsbepaling
Luchtvaartuigen waarvan de exploitanten vóór de in artikel 6 bedoelde toepassingsdatum ten aanzien van de bevoegde autoriteit hebben aangetoond dat zij voldoen aan JAR-26 „aanvullende luchtwaardigheidseisen voor vluchtuitvoeringen” (hierna: „JAR-26-eisen”), door de gezamenlijke luchtvaartautoriteiten gepubliceerd op 13 juli 1998 en als gewijzigd bij amendement 3 van 1 december 2005, worden geacht te voldoen aan de in bijlage I bij deze verordening vastgestelde gelijkwaardige specificaties.
Luchtvaartuigen waarvan overeenkomstig de eerste alinea is aangetoond dat zij voldoen aan de JAR-26-eisen die gelijkwaardig zijn met de in de punten 26.50, 26.105, 26.110, 26.120, 26.150, 26.155, 26.160, 26.200 en 26.250 van bijlage I bij deze verordening vastgestelde specificaties, mogen naderhand geen wijzigingen ondergaan waardoor de conformiteit met de JAR-26-eisen in het gedrang komt.
Artikel 6
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 14 mei 2015.
De punten 26.50, 26.105, 26.110, 26.120, 26.150, 26.155, 26.160, 26.200 en 26.250 van bijlage I zijn echter van toepassing vanaf 14 mei 2017.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 23 april 2015.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1.
(2) Verordening (EU) nr. 965/2012 van de Commissie van 5 oktober 2012 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures voor vluchtuitvoering, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 296 van 25.10.2012, blz. 1).
BIJLAGE I
DEEL-26
AANVULLENDE LUCHTWAARDIGHEIDSSPECIFICATIES VOOR VLUCHTUITVOERINGEN
INHOUD
SUBDEEL A — |
ALGEMENE BEPALINGEN |
26.10 |
Bevoegde autoriteit |
26.20 |
Tijdelijke niet-functionerende uitrusting |
26.30 |
Bewijs van conformiteit |
SUBDEEL B — |
GROTE VLIEGTUIGEN |
26.50 |
Zitplaatsen, ligplaatsen, veiligheidsgordels en veiligheidstuigen |
26.100 |
Locatie van nooduitgangen |
26.105 |
Toegang tot nooduitgangen |
26.110 |
Aanduiding van nooduitgangen |
26.120 |
Noodverlichting in het interieur en bediening van de noodverlichting |
26.150 |
Interieurs van compartimenten |
26.155 |
Ontvlambaarheid van bekleding van vrachtcompartimenten |
26.160 |
Toiletten — bescherming tegen brand |
26.200 |
Landingsgestel — akoestisch geluidssignaal |
26.250 |
Deurbedieningssysteem cockpit — situatie waarbij één bemanningslid zijn taken niet meer kan uitvoeren |
SUBDEEL A
ALGEMENE BEPALINGEN
26.10 Bevoegde autoriteit
Voor het in deze bijlage vervatte deel, is de bevoegde autoriteit ten aanzien waaraan exploitanten de conformiteit met de specificaties dienen te bewijzen, de autoriteit die is aangewezen door de lidstaat waar het hoofdkantoor van de exploitant is gevestigd.
26.20 Tijdelijke niet-functionerende uitrusting
Een vlucht mag niet worden aangevat wanneer een van de in dit deel vereiste instrumenten, uitrustingsonderdelen of functies niet functioneert of ontbreekt, tenzij ontheffing is verleend in de door de bevoegde autoriteit goedgekeurde minimumuitrustingslijst van de exploitant als gedefinieerd in deel ORO.MLR.105.
26.30 Bewijs van conformiteit
a) |
Het Agentschap stelt overeenkomstig artikel 19, lid 2, van Verordening (EG) nr. 216/2008 certificeringsspecificaties op als gestandaardiseerde wijze om de conformiteit van producten met dit deel te bewijzen. De certificeringsspecificaties zijn voldoende gedetailleerd en specifiek om aan exploitanten duidelijk te maken onder welke voorwaarden de conformiteit met de eisen van dit deel kan worden aangetoond. |
b) |
Exploitanten kunnen de conformiteit met de eisen van dit deel aantonen door te voldoen aan:
|
SUBDEEL B
GROTE VLIEGTUIGEN
26.50 Zitplaatsen, ligplaatsen, veiligheidsgordels en veiligheidstuigen
Exploitanten van grote vliegtuigen die voor commerciële luchtvervoersactiviteiten worden gebruikt, waarvan het type op 1 januari 1958 of later is gecertificeerd, waarborgen dat alle zitplaatsen van de cockpit- of cabinebemanning geconfigureerd zijn op een manier die een optimale bescherming biedt bij noodlandingen en de die bemanningsleden tevens in staat stellen de nodige functies te vervullen en het toestel snel te verlaten.
26.100 Locatie van nooduitgangen
Behalve voor vliegtuigen waarvan de configuratie van de nooduitgangen vóór 1 april 1999 is ingericht en goedgekeurd, waarborgen exploitanten van grote vliegtuigen die voor commerciële luchtvaartactiviteiten worden gebruikt, met een maximale operationele passagiersconfiguratie van 19 of meer en waarvan één of meer nooduitgangen buiten dienst zijn, dat de overblijvende uitgangen volstaan om een effectieve evacuatie mogelijk maken.
26.105 Toegang tot nooduitgangen
Exploitanten van grote vliegtuigen die voor commerciële luchtvervoersactiviteiten worden gebruikt, voorzien in middelen om alle passagiers bij een noodevacuatie in staat te stellen vanaf hun zitplaats snel en vlot een nooduitgang te bereiken.
26.110 Aanduiding van nooduitgangen
Exploitanten van grote vliegtuigen die voor commerciële luchtvervoersactiviteiten worden gebruikt, dienen het volgende in acht te nemen:
a) |
er wordt voorzien in middelen die de in de cabine aanwezige personen in geval van bij een noodevacuatie te verwachten omstandigheden naar de nooduitgangen leiden en hen helpen om deze te bedienen; |
b) |
er wordt voorzien in middelen om personeel buiten het vliegtuig in geval van een noodevacuatie te helpen om de nooduitgangen te vinden en deze te bedienen. |
26.120 Noodverlichting in het interieur en bediening van de noodverlichting
Exploitanten van grote vliegtuigen die voor commerciële luchtvervoersactiviteiten worden gebruikt, voorzien in verlichte uitgangsbewegwijzering, algemene verlichting van de cabine en uitgang, en vloerverlichting van de looproute naar de uitgang om passagiers bij een noodevacuatie naar de uitgang te geleiden en de beweging van de passagiers te faciliteren.
26.150 Interieurs van compartimenten
Exploitanten van grote vliegtuigen die voor commerciële luchtvervoersactiviteiten worden gebruikt, dienen het volgende in acht te nemen:
a) |
alle in bemannings- en passagierscompartimenten gebruikte materialen en uitrusting hebben ontvlammingskenmerken die de gevolgen van branden aan boord zo veel mogelijk beperken en ervoor zorgen dat de in de cabine aanwezige personen kunnen overleven gedurende de tijd die nodig is om het luchtvaartuig te evacueren; |
b) |
het rookverbod wordt door middel van borden bekendgemaakt; |
c) |
bij het ontwerp van afvalbakken wordt ervoor gezorgd dat interne branden niet overslaan; op de afvalbakken moet met een symbool worden aangebracht dat er geen smeulend materiaal in mag worden geworpen. |
26.155 Ontvlambaarheid van de bekleding van vrachtcompartimenten
Exploitanten van grote vliegtuigen die voor commerciële luchtvervoersactiviteiten worden gebruikt, waarvan het type op 1 januari 1958 of later is gecertificeerd, waarborgen dat de bekleding van vrachtcompartimenten van klasse C of D vervaardigd is uit materialen die ervoor zorgen dat het luchtvaartuig en zijn inzittenden geen gevaar lopen bij een brand in het compartiment.
26.160 Toiletten — bescherming tegen brand
Exploitanten van grote vliegtuigen die voor commerciële luchtvervoersactiviteiten worden gebruikt en met een maximale operationele passagiersconfiguratie van 19 of meer, dienen te voldoen aan het volgende:
Toiletten worden uitgerust met:
a) |
rookmelders; |
b) |
voorzieningen om een brand in alle opvangreservoirs automatisch te blussen. |
26.200 Landingsgestel — akoestisch geluidssignaal
Exploitanten van grote vliegtuigen die voor commerciële luchtvervoersactiviteiten worden gebruikt, zorgen ervoor dat dat het toestel uitgerust is met apparatuur die een akoestisch geluidssignaal geeft zodat het risico op landingen met ingetrokken landingsgestel aanzienlijk wordt gereduceerd.
26.250 Deurbedieningssysteem cockpit — situatie waarbij één bemanningslid zijn taken niet meer kan uitvoeren
Exploitanten van grote vliegtuigen die voor commerciële luchtvervoersactiviteiten worden gebruikt, zorgen ervoor dat de bedieningssytemen van de cockpitdeur worden uitgerust met een alternatief middel om de deur te openen om cabinebemanningsleden toegang tot de cockpit te verschaffen wanneer één cockpitbemanningslid het vermogen verliest zijn/haar taken uit te voeren.
BIJLAGE II
In bijlage III (deel-ORO) van Verordening (EU) nr. 965/2012 wordt punt ORO.AOC.100, onder c), punt 1, vervangen door:
„1. |
zij voldoen aan alle eisen van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 216/2008, deze bijlage (deel-ORO), bijlage IV (deel-CAT) en bijlage V (deel-SPA) bij deze verordening en bijlage I (deel-26) bij Verordening (EU) 2015/640 (*); |
24.4.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 106/23 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/641 VAN DE COMMISSIE
van 23 april 2015
tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),
Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 23 april 2015.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Jerzy PLEWA
Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.
(2) PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.
BIJLAGE
Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
MA |
91,2 |
TN |
464,3 |
|
TR |
94,0 |
|
ZZ |
216,5 |
|
0707 00 05 |
AL |
59,9 |
EG |
191,6 |
|
MA |
176,1 |
|
TR |
125,6 |
|
ZZ |
138,3 |
|
0709 91 00 |
TR |
209,1 |
ZZ |
209,1 |
|
0709 93 10 |
MA |
123,9 |
TR |
144,8 |
|
ZZ |
134,4 |
|
0805 10 20 |
EG |
46,8 |
IL |
60,8 |
|
MA |
64,3 |
|
TN |
55,7 |
|
TR |
70,3 |
|
ZZ |
59,6 |
|
0805 50 10 |
BO |
97,3 |
TR |
68,6 |
|
ZZ |
83,0 |
|
0808 10 80 |
AR |
87,8 |
BR |
94,0 |
|
CL |
148,8 |
|
CN |
83,8 |
|
MK |
30,8 |
|
NZ |
142,6 |
|
US |
244,3 |
|
ZA |
120,4 |
|
ZZ |
119,1 |
|
0808 30 90 |
AR |
145,3 |
CL |
133,3 |
|
CN |
116,0 |
|
ZA |
125,4 |
|
ZZ |
130,0 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.
BESLUITEN
24.4.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 106/25 |
BESLUIT (EU) 2015/642 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 15 april 2015
betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (aanvraag EGF/2014/015 GR/Attica Uitgeverijen, Griekenland)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (1), en met name artikel 15, lid 4,
Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (2), en met name punt 13,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om steun te verlenen aan werknemers die werkloos zijn geworden en zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd als gevolg van uit de globalisering voortvloeiende grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, doordat de in Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad (3) behandelde wereldwijde financiële en economische crisis aanhoudt, of door een nieuwe wereldwijde financiële en economische crisis, en hen te helpen om op de arbeidsmarkt terug te keren. |
(2) |
Artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad (4) staat de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG toe binnen een jaarlijks maximum van 150 miljoen EUR (in prijzen van 2011) |
(3) |
Griekenland heeft op 4 september 2014 een aanvraag ingediend voor de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG in verband met gedwongen ontslagen in 46 ondernemingen die vallen onder NACE Rev. 2-afdeling 58 (uitgeverijen) (5) in de NUTS 2-regio Attica (EL 30) in Griekenland, en heeft overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1309/2013 aanvullende gegevens verstrekt. Deze aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage uit het EFG overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1309/2013. |
(4) |
Er moeten dan ook middelen uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage van 3 746 700 EUR te leveren voor de door Griekenland ingediende aanvraag, |
HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015 wordt een bedrag van 3 746 700 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering.
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 15 april 2015.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
M. SCHULZ
Voor de Raad
De voorzitter
Z. KALNIŅA-LUKAŠEVICA
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.
(2) PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.
(3) Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26).
(4) Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).
(5) Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden (PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1).
24.4.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 106/27 |
BESLUIT (EU) 2015/643 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 15 april 2015
betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (aanvraag EGF/2014/016 IE/Lufthansa Technik, Ierland)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (1), en met name artikel 15, lid 4,
Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (2), en met name punt 13,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om steun te verlenen aan werknemers die werkloos zijn geworden en zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd als gevolg van uit de globalisering voortvloeiende grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, doordat de in Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad (3) genoemde wereldwijde financiële en economische crisis aanhoudt, of door een nieuwe wereldwijde financiële en economische crisis, en om hen te helpen om op de arbeidsmarkt terug te keren. |
(2) |
Artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad (4) staat de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG toe binnen een jaarlijks maximum van 150 miljoen EUR (in prijzen van 2011). |
(3) |
Ierland heeft op 19 september 2014 een aanvraag ingediend om middelen uit het EFG ter beschikking te stellen voor ontslagen bij Lufthansa Technik Airmotive Ireland Ltd en twee leveranciers in Ierland en heeft overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1309/2013 aanvullende gegevens verstrekt. Deze aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage uit het EFG overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1309/2013. |
(4) |
Er moeten dan ook middelen uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage van 2 490 758 EUR te leveren voor de door Ierland ingediende aanvraag. |
HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015 wordt een bedrag van 2 490 758 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering.
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 15 april 2015.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
M. SCHULZ
Voor de Raad
De voorzitter
Z. KALNIŅA-LUKAŠEVICA
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.
(2) PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.
(3) Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26).
(4) Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).
24.4.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 106/29 |
BESLUIT (EU) 2015/644 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 15 april 2015
betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (aanvraag EGF/2014/018 GR/Attica omroepen, Griekenland)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (1), en met name artikel 15, lid 4,
Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (2), en met name punt 13,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om steun te verlenen aan werknemers die werkloos zijn geworden en zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd als gevolg van uit de globalisering voortvloeiende grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, doordat de in Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad (3) behandelde wereldwijde financiële en economische crisis aanhoudt, of door een nieuwe wereldwijde financiële en economische crisis, en hen te helpen om op de arbeidsmarkt terug te keren. |
(2) |
Artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad (4) staat de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG toe binnen een jaarlijks maximum van 150 miljoen EUR (in prijzen van 2011). |
(3) |
Griekenland heeft op 4 september 2014 een aanvraag ingediend voor de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG in verband met gedwongen ontslagen in 16 ondernemingen die actief zijn in NACE Rev. 2-afdeling 60 (uitzending van radio- en televisieprogramma's, abonneetelevisie) (5) in de NUTS II-regio Attica (EL 30) in Griekenland, en heeft overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1309/2013 aanvullende gegevens verstrekt. Deze aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage uit het EFG overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1309/2013. |
(4) |
Er moeten dan ook middelen uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage van 5 046 000 EUR te leveren voor de door Griekenland ingediende aanvraag, |
HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015 wordt een bedrag van 5 046 000 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering.
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 15 april 2015.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
M. SCHULZ
Voor de Raad
De voorzitter
Z. KALNIŅA-LUKAŠEVICA
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.
(2) PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.
(3) Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26).
(4) Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).
(5) Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden (PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1).
24.4.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 106/31 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2015/645 VAN DE COMMISSIE
van 20 april 2015
tot vaststelling van de lijst van EU-inspecteurs die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad inspecties mogen uitvoeren
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 2496)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (1), en met name artikel 79, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1224/2009 is een regeling voor controle, inspectie en handhaving vastgesteld, die moet garanderen dat de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid binnen de Unie worden nageleefd. In die verordening is bepaald dat, onverminderd de primaire verantwoordelijkheid van de kustlidstaten, de EU-inspecteurs overeenkomstig die verordening inspecties mogen uitvoeren in de wateren van de Unie en op vissersvaartuigen van de Unie buiten de wateren van de Unie. |
(2) |
In Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie (2) zijn bepalingen vastgesteld voor de toepassing van de bij Verordening (EG) nr. 1224/2009 vastgestelde controleregeling van de Unie. |
(3) |
In Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 is bepaald dat de lijst van EU-inspecteurs door de Commissie moet worden opgesteld aan de hand van de aanmeldingen door de lidstaten en door het Europees Bureau voor visserijcontrole (hierna „het Bureau” genoemd). |
(4) |
Een eerste lijst van EU-inspecteurs werd vastgesteld bij Uitvoeringsbesluit 2011/883/EU van de Commissie (3). Deze lijst werd tweemaal vervangen door een nieuwe lijst van EU-inspecteurs, die eerst was vastgesteld bij Uitvoeringsbesluit 2013/174/EU van de Commissie (4) en vervolgens bij Uitvoeringsbesluit 2014/120/EU van de Commissie (5). Overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 moeten de lidstaten en het Bureau, na de opstelling van de initiële lijst, de eventuele wijzigingen in de lijst die zij het volgende kalenderjaar willen invoeren, jaarlijks uiterlijk in oktober aanmelden en moet de Commissie de lijst uiterlijk op 31 december dienovereenkomstig aanpassen. |
(5) |
Een aantal lidstaten en het Europees Bureau voor visserijcontrole hebben wijzigingen aan de huidige lijst van inspecteurs aangemeld. Bijgevolg moet de bij Uitvoeringsbesluit 2014/120/EU vastgestelde lijst worden vervangen door een nieuwe lijst van EU-inspecteurs op basis van deze aanmeldingen. De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de visserij en de aquacultuur, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De lijst van EU-inspecteurs is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Uitvoeringsbesluit 2014/120/EU wordt ingetrokken.
Artikel 3
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 20 april 2015.
Voor de Commissie
Karmenu VELLA
Lid van de Commissie
(1) PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie van 8 april 2011 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 112 van 30.4.2011, blz. 1).
(3) Uitvoeringsbesluit 2011/883/EU van de Commissie van 21 december 2011 tot vaststelling van de lijst van EU-inspecteurs overeenkomstig artikel 79, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad (PB L 343 van 23.12.2011, blz. 123).
(4) Uitvoeringsbesluit 2013/174/EU van de Commissie van 8 april 2013 tot vaststelling van de lijst van EU-inspecteurs overeenkomstig artikel 79, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad (PB L 101 van 10.4.2013, blz. 31).
(5) Uitvoeringsbesluit 2014/120/EU van de Commissie van 4 maart 2014 tot vaststelling van de lijst van EU-inspecteurs overeenkomstig artikel 79, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad (PB L 66 van 6.3.2014, blz. 31).
BIJLAGE
Lijst van EU-inspecteurs als bedoeld in artikel 79, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1224/2009
Land |
Inspecteurs |
België |
De Vleeschouwer, Guy Devogel, Geert Lieben, Richard Monteyne, Ian |
Bulgarije |
Cholakov, Atanas Damyanov, Konstantin Iliev, Iliyan Ivanov, Todor Kerekov, Nikolay Raev, Yordan |
Tsjechië |
n.v.t. |
Denemarken |
Aasted, Lars Jerne Akselsen, Ole Andersen, Dan Søgård Andersen, Hanne Skjæmt Andersen, Lars Ole Andersen, Mogens Godsk Andersen, Niels Jørgen Anton Andersen, Peter Bunk Anderson, Jacob Edward Astrup, Iben Bache, René Bang, Mai Beck, Bjarne Baagø Bendtsen, Lars Kjærsgaard Bernholm, Kristian Burgwaldt Andersen, Martin Carl, Morten Hansen Christensen, Jesper Just Christensen, Peter Grim Christensen, Thomas Christiansen, Michael Koustrup Damsgaard, Kresten Degn, Jesper Leon Due-Boje, Thomas Zinck Dølling, Robert Ebert, Thomas Axel Regaard Eiersted, Jesper Bech Eilers, Bjarne Elnef, Frank Godt Fick, Carsten Frandsen, Rene Brian Frederiksen, Torben Broe Gotved, Jesper Hovby Groth, Niels Grupe, Poul Gaarde, Børge Handrup, Jacob Hansen, Bruno Ellekær Hansen, Gunnar Beck Hansen, Henning Skødt Hansen, Ina Kjærgaard Hansen, Jan Duval Hansen, John Daugaard Hansen, Martin Hansen, Martin Baldur Hansen, Ole Hansen, Thomas Harbo, Christen Christensen Harrison, Dorthe Kronborg Heldager, Peter Hestbek, Flemming Høgild, Lars Højrup, Torben Jaeger, Michael Wassermann Jensen, Anker Mark Jensen, Flemming Bergtorp Jensen, Hanne Juul Jensen, Jimmy Langelund Jensen, Jonas Krøyer Jensen, Lars Henrik Jensen, Lone A. Jensen, René Sandholt Jensen, Søren Palle Jespersen, René Johansen, Allan Juul, Torben Jørgensen, Kristian Sandal Jørgensen, Lasse Elmgren Jørgensen, Ole Holmberg Karlsen, Jesper Herning Knudsen, Malene Knudsen, Niels Christian Knudsen, Ole Hvid Kofoed, Kim Windahl Kokholm, Peder Kristensen, Henrik Kristensen, Jeanne Marie Kristensen, Peter Holmgaard Larsen, Michael Søeballe Larsen, Peter Hjort Larsen, Tim Bonde Lundbæk, Tommy Oldenborg Madsen, Arne Madsen, Jens-Erik Madsen, Johnny Gravesen Mortensen, Erik Mortensen, Jan Lindholdt Møller, Gert Nielsen, Christian Nielsen, Dan Randum Nielsen, Dion Nielsen, Hans Henrik Nielsen, Henrik Nielsen, Henrik Frühstück Nielsen, Henrik Kruse Nielsen, Jeppe Nielsen, Tage Kim Nielsen, Niels Kristian Nielsen, Steen Nielsen, Søren Nielsen, Søren Egelund Nielsen, Trine Fris Nørgaard, Max Reno Bang Paulsen, Kim Thor Pedersen, Claus Pedersen, Knud Jan Petersen, Christina Holmer Petersen, Henning Juul Petersen, Jimmy Torben Porsmose, Tommy Poulsen, Bue Poulsen, Janni Branderup Poulsen, John Ramm, Heine Risager, Preben Rømer, Jan Schjoldager, Tim Rasmussen Schmidt, Stefan Göttsche Schou, Kasper Schultz, Flemming Siegumfeldt, Jeanette Simonsen, Kjeld Simonsen, Morten Skrivergaard, Lennart Søholt, Finn Sørensen, Allan Lindgaard Thomsen, Bjarne Kondrup Thomsen, Klaus Ringive Solgaard Thorsen, Michael Trab, Jens Ole Vind, Finn Vistrup, Annette Klarlund Wille, Claus Wind, Bernt Paul Østergaard, Lars |
Duitsland |
Abs, Volker Angermann, Henry Barth, Mario Baumann, Jörg Bembenek, Jörg Bergmann, Udo Bernhagen, Sven Bieder, Mathias Birkholz, Siegfried Bloch, Ralf Borchardt, Erwin Bordolo, Jan Borowy, Matthias Bösherz, Andreas Brieger, Martin Brunnlieb, Jürgen Buchholz, Matthias Büttner, Harald Cassens, Enno Christiansen, Dirk Döhnert, Tilman Drenkhahn, Michael Dürbrock, Dierk Ehlers, Klaus Erdmann, Christian Fink, Jens Franke, Hermann Franz, Martin Frenz, Sandro Garbe, Robert Golz, Ulrich Gräfe, Roland Grawe, André Griemberg, Lars Haase, Christian Hannes, Chistoph Hänse, Dirk Hansen, Hagen Heidkamp, Max Heisler, Lars Herda, Heinrich Hickmann, Michael Homeister, Alfred Hoyer, Oliver Käding, Christian Keidel, Quirin Kersten, Mickel Klimeck, Uwe Köhn, Thorsten Kollath, Mark Kopec, Reinhard Kraack, Sönke Krüger, Martin Krüger, Torsten Kupfer, Christian Kutschke, Holger Lange, Michael Lehmann, Jan Lorenzen, Alexander Lübke, Torsten Lührs, Carsten Möhring, Torsten Mücher, Martin Mundt, Mario Nickel, Jörg Nitze, Andreas Nöckel, Stefan Pauls, Werner Perkuhn, Martin Pötzsch, Frank Raabe, Karsten Radzanowski, Sven Ramm, Jörg Reimers, Andre Remitz, Lutz Rutz, Dietmar Sauerwein, Dirk Schmidt, Harald Schmiedeberg, Christian Schuchardt, Karsten Schuler, Claas Sehne, Dirk Skrey, Erich Slabik, Peter Springer, Gunnar Stüber, Jan Sturm, Jochen Sween, Gorm Taubert, Christian Teetzmann, Julian Thieme, Stefan Thomas, Raik Vetterick, Arno Wagner, Ralf Welz, Henning Welz, Oliver Wendt, René Wessels, Heinz Wichert, Peter Wolken, Hans |
Estland |
Grossmann, Meit Kutsar, Andres Lasn, Margus Nigu, Silver Niinemaa, Endel Pai, Aare Parts, Erik Soll, Simon Torn, Kerdo Ulla, Indrek Varblane, Viljar |
Ierland |
Allan, Damien Amrien, Rudi Andersson, Kareen Ankers, Brian Barber, Kevin Barcoe, Michael Barrett, Elizabeth Breen, Kieran Brennan, Colm Brophy, James Browne, Brendan Brunicardi, Michael Buckley, Anthony Buckley, John Butler, John Byrne, Kenneth Byrne, Paul Cagney, Daniel Chute, Killian Chute, Richard Clarke, Tadhg Connaghan, Fintan Connery, Paul Connolly, Stephen Corish, Cormac Corrigan, Kevin Cotter, Jamie Coughlan, Susan Counihan, Martin Craven, Cormac Croke, Jason Cronin, Philip Cummins, William Cunningham, Diarmuid Curran, Donal Daly, Brendan Devaney, Michael Doherty, Anita Doherty, Patrick Donachie, Martin Donaldson, Stuart Duane, Paul Ducker, Nigel Duggan, Cian Dullea, Michael Falvey, John Fanning, Grace Farrelly, Emmett Fealy, Gerard Fenton, Gary Finegan, Ultan Fitzgerald, Brian, Fitzgerald, Richard Fitzpatrick, Gerard Fleming, David Flynn, Alan Foley, Brendan Foley, Connor Foley, Kevin Foran, Bryan Gallagher, Neil Gallagher, Paddy Gleeson, Marie Gormanly, Breda Greenwood, Mark Hamilton, Ken Hannon, Gary Hanrahan, Michael Harkin, Patrick Hastings, Brian Healy, Jeffrey Healy, John Hederman, John Heffernan, Bernard Hegarthy, Mark Henson, Marie Hewson, Kevin Hickey, Andrew Hickey, Adrian Humphries, Daniel Ivory, Sean Kavanagh, Paul Keeley, David Keirse, Gavin Kennedy, Liam, Keogh, Mark Kickham, Jon-Laurence Kinsella, Gordon Laide, Cathal Landy, Glenn Leahy, Brian Linehan, Sean Lynch, Gerard Lynch, Grainne MacGabhann, Declan Mackey, Eoin Maguire, Paul Mallon, Keith Maloney, Nessa Maunsell, Blaithin McCaffrey, Lesley McCarthy, Niall McCarthy, Paul McCoy, Sean McDermott, Paul McGee, Paul McGrath, Owen McGrath, Richard McGroary, Peter McKenna, David Mc Keown, Amelia McNamara, Ken McNamara, Paul McWilliams, Stuart Melvin, David Meredith, Helen Minehane, Ken Molloy, John Paul Moloney, Kara Mooney, Gerard Mooney, Keith Moore, Conor Mullane, Patrick Mullane, Paul Mullery, Alan Mundy, Brendan Murphy, Aidan Murphy, Barry Murphy, Claire Murphy, Christopher Murphy, Honor Murphy, John Murran, Sean Murray, Paul Nalty, Christopher Ni Cionnach Pic, Dubheasa Nolan, Brian O'Brien, Amanda O'Brien, Jason O'Brien, Paul O'Callaghan, Maria O'Ceallaigh, Kevin O'Donnell, Pearse O'Donovan, Bernard O'Dowd, Brendan O'Flynn, Aisling O'Grady, Vivienne O'Mahony, Karl O'Neill, Shane O'Regan, Alan O'Regan, Cliona O'Sullivan, Aileen Patterson, Adrienne Patterson, John Pender, Darragh Piper, David Pyke, Gavin Pyne, Alan Quigg, James Quigley, Declan Raferty, Damien Reidy, Patrick Ridge, Patrick Robinson, Niall Ryan, Fergal Ryan, Marcus Scalici, Fabio Shalloo, Jim Sills, Barry Sinnott, Lee Smyth, Eoin Snowdon, Edward Sweetnam, Vincent Troy, Ivan Valls Senties, Virginia Verling, Ronan Wall, Vanessa Wallace, Eugene Walsh, Conleth Walsh, Karen Weldon, James White, John Wise, James |
Griekenland |
Αβραμίδης, Παναγιώτης Αδαμαντιάδου, Γεωργία Αδαμοπούλου, Γεωργία Ακριβός, Δημήτριος Αλεξίου Νικόλαος Αλυφαντάκης, Εμμανουήλ Ανασότζης, Κωνσταντίνος Ανδριοπούλου, Μαρία Αντωνίου, Ευθύμιος Αποστολίδης, Δημήτριος Βαΐτσης, Γεώργιος Βαρδιδάκη, Ευρύκλεια Βαρελόπουλος, Ευάγγελος-Χρήστος Βαρλάς, Χρήστος Βασιλείου, Βάσω Βελισσαρόπουλος, Αλέξανδρος Βεργίνης, Αναστάσιος Βέρρας, Ανδρέας Βιδάλη, Μαρία Βορτελίνας, Γεώργιος Βουρλέτσης, Σωτήριος Γαβαλάς, Αντώνιος Γαλανάκης, Ανδρέας Γαλούζης, Γεώργιος Γεωργαντζόπουλος Θεόδωρος Γεωργατζής, Ιωάννης Γεωργιάδη, Μαρία Γιαννούσης, Βασίλειος Γκάζας, Γεώργιος Γκανατσούλα, Ελένη Γκορίτσας, Γεώργιος Γογοδώνης, Δημήτριος Γυπαράκης, Νικόλαος Δαδρώνης, Κωνσταντίνος Δημόπουλος, Απόστολος Διαμαντάκης, Αθανάσιος Δοκιανάκης, Κωνσταντίνος Δομαζινάκη, Αλεξάνδρα Δούνας, Προκόπιος Δούτσης, Δημήτριος Δρόλαπα, Ευθυμία Δροσάκης, Σπυρίδων Δρόσος, Ιάκωβος Δροσούνης, Στέφανος Ελευθερίου, Κωνσταντίνος Ευαγγελάτος, Νικόλαος Ευμορφούλης, Χαρίλαος Ζαβιτσάνος, Βασίλειος Ζακυνθινός, Κωνσταντίνος Ζαμπετάκης, Νικόλαος Ζαφειράκης, Διονύσιος Ζήσης, Μαρίνος Ζησιμόπουλος, Νεκτάριος Ζουριδάκης Μιλτιάδης Ζώγαλης Παναγιώτης Ηλίου Σπυρίδωνας Θεοδωράκη Βασιλική Θεοδωρούλη Αιμιλία Θεοχαρόπουλος Αθανάσιος Κάβουρας Ιωάννης Καλλίνικος, Κωνσταντίνος Καλογήρου, Νικόλαος Καπέλος Ιωάννης Καρακοντής Αντώνιος Καραπαναγιώτης Ευστράτιος Καραραμπατζάκης Ιωάννης Καρατζής Σπυρίδων Καρούντζος Ιωάννης Καρυστιανός Στέφανος Κάσση Βασιλική Καστάνης Χρήστος Κατσακούλης, Παράσχος Κατσάμπας, Νικόλαος Κάτσης, Αναστάσιος Κατσιγιάννης, Κωνσταντίνος Καψάσκης, Παρασκευάς Κιαγιάς, Χαράλαμπος Κοκκάλας, Νικόλαος Κοκολογιαννάκης, Ευάγγελος Κομνηνός, Δημήτριος Κοντοβάς, Γρηγόριος Κοντογιάννης, Κωνσταντίνος Κοντοπούλου, Ελένη Κοντός, Παναγιώτης Κορωναίος Γεώργιος Κοσμάς Στυλιανός Κοτρώτσος Αντώνιος Κουζίλου, Σταυρούλα Κουκάρας, Ευάγγελος Κουκλατζής, Δημήτριος Κουλαξίδης, Δρακούλης Κουμπανάκη, Θεοδώρα Κουρελή Ιωάννα Κουρούλης, Στυλιανός Κούτσικου Χριστίνα Κραουνάκης, Γεώργιος Κυριάκου Ιωάννης Κυρίτσης Ιωάννης Κωνσταντέλλος Θεόδωρος Κωστάκης, Μιχαήλ Λεκάκος Θεόδωρος Λεονταράκης Παναγιώτης Λυγκώνη Ελένη Λυμπέρης Σπυρίδων Μαΐλης, Στέφανος Μαλαμάκης Γεώργιος Μαλαφούρης, Σπυρίδων Μάλλιος, Γεώργιος Μανιάτη, Ανδριάνα Μανιδάκης, Δημήτριος Μανούσος, Αντώνιος Μαραγκού, Άννα Μαραθάκης, Κωνσταντίνος Μαργώνης, Γεώργιος Μαρινάκη, Βασιλική Μαρκέλος, Θεοδόσιος Μαρκουλάκη, Κυριακή Μαχαιρίδης, Νικόλαος Μηνάς, Σωκράτης Μήτρου, Παντελεήμων Μητσάκου, Ελένη Μήτσου, Σαπφώ Μόσχος, Δημήτριος Μουστάκας, Γρηγόριος Μπαλατσούκας, Θεοφάνης Μπαμπάνης, Ευάγγελος Μπαξεβανάκης, Γρηγόριος Μπάρλας, Αθανάσιος Μπαρούνης, Δημήτριος Μπαχλιτζανάκης, Μιχάλης Μπεζιργιάννης, Αντώνιος Μπεθάνης, Γεώργιος Μπεΐνταρης, Ιωάννης Μπισμπιρούλας, Δημήτριος Μπίχας, Βασίλειος Μπότσης, Παναγιώτης Μπουζουνιεράκης, Νικόλαος Μπουραζάνης, Ιωάννης Μπραουδάκης, Γεώργιος Μπρεζάτης, Ευάγγελος Μυλωνά, Ελένη Νάκη, Νικολέτα Νικολόπουλος, Ασημάκης Νικολόπουλος, Παναγιώτης Νταφούλης, Γεώργιος Ντέλλας, Ευάγγελος Οικονομάκος, Ιωάννης Ουζουνόγλου, Ραλλού Παναγιώτου Στυλιανός Παπακωνσταντίνου, Νικόλαος Παπανώτας Γεώργιος Παράβαλος Φαίδωνας Παρδάλης Αριστοτέλης Πασχαλάκης, Χρήστος Πατεράκης, Γεώργιος Πατίλας Κωνσταντίνος Πέγιος, Γεώργιος Πετροπούλου, Βασιλική Πέττας, Κωνσταντίνος Πιπιγκάκης Νικόλαος Πλατής, Κωνσταντίνος Πολιτίδης, Νικόλαος Ρηγούλης, Ζαχαρίας Σαραντάκος, Ιωάννης Σαραντίδης, Ιωάννης Σηφάκης, Μιχαήλ Σιάρμπας, Στυλιανός Σιγανός, Εμμανουήλ Σιολτζίδης, Σταύρος Σκαλίμης, Ευστάθιος Σκυλοδήμος, Βασίλειος Σλανκίδης, Βασίλειος Σλιαράς, Αργύριος Σταματελάτος, Σπυρίδων Σταυρινουδάκης, Νικόλαος Σταυρουλάκης, Γεώργιος Στελιάτος, Δημήτριος Στουπάκης, Μάριος Στουπάκης, Μιχαήλ Στρατηγάκης, Διονύσιος-Γεώργιος Σωτηροπούλου, Ελένη Ταφειάδης, Νικόλαος Τετράδη, Γεωργία Τζεσούρης, Γεώργιος Τζιόλας, Ιωάννης Τοπάλογλου, Κωνσταντίνος Τρίχας, Χρήστος Τσαγκάρης Θεόφιλος Τσανδήλας Παναγιώτης Τσαπατσάρης, Νικόλαος Τσαχπάζης, Δημήτριος Τσέλης, Ανδρέας Τσιμηρίκα, Αγγελική Τσιούλκας, Γεώργιος Φίλιππα, Ευαγγελία Φλωράκης, Νικόλαος Φραγκούλης, Ιωάννης Φραζής, Εμμανουήλ Φρυσούλης, Νικόλαος Φωτεινός, Σταμάτιος Φωτιάδης, Στέφανος Χαριτάκης, Ανδρέας Χαριτάκης, Ιωάννης Χασανίδης, Γεώργιος Χατζηνικήτα, Γεωργία Χατζηπασχάλης, Κωνσταντίνος Χρηστέας, Κυριάκος Ψαρογιάννης, Αθανάσιος Ψαρράς, Άγγελος Ψηλός, Κωνσταντίνος |
Spanje |
Acuña Barros, José Antonio Almagro Carrobles, Jorge Alonso Sánchez, Beatriz Álvarez Gómez, Marco Antonio Amunárriz Emazabel, Sebastián Arteaga Sánchez, Ana Avedillo Contreras, Buenaventura Barandalla Hernando, Eduardo Boy Carmona, Esther Bravo Téllez, Guillermo Calderón Gómez, José Gabriel Carmona Castano Francisco de Borja Carmona Mazaira, Manuel Carro Martínez, Pedro Ceballos Pérez-Canales, Alba Chamizo Catalán, Carlos Climent de Castro, Luis Miguel Cortés Fernández, Natalia Couce Prieto, Carlos Criado Bará, Bernardo De la Rosa Cano, Franscico Javier Del Castillo Jurado, Ángeles Del Hierro Suanzes, Javier Elices López, Juan Manuel Fariña Clavero, Irene Fernández Costas, Antonio Ferreño Martínez, José Antonio Fontán Aldereguía, Manuel Fontanet Domenech, Felipe García Antoni, Mónica García González, Francisco Javier Genovés Ferriols, José Carlos Gómez Delgado, Raquel Gómez Cayuelas, Carmen González Fernández, Manuel A. González Fernández, Marta Guerrero Claros, María Guisado Sancho, María Jesús Gundín Payero, Laura Iglesias Prada, Juan Antonio Jimenez Álvarez, Ignacio Lado Codesido, Beatriz Lastra Torre, Ruth Lestón Leal, Juan Manuel López González, María Lorenzo Sentis, José Manuel Marra-López Porta, Julio Martínez González, Jesús Martínez Velasco, Carolina Mayoral Vázquez, Fernando Mayoral Vázquez, Gonzalo Mayordomo Montiel, Jaime Medina García, Estebán Méndez-Villamil Mata, María Miranda Almón, Fernando Munguia Corredor, Noemi Ochando Ramos, Ana María Orgueira Pérez Vanessa Ortigueira Gil, Adolfo Ossorio González, Carlos Ovejero González, David Pérez González, Virgilio Perujo Dávalos, Florencio Piñón Lourido, Jesús Ponte Fernández, Gerardo Prieto Estévez, Laura Ríos Cidrás, Manuel Ríos Cidrás, Xosé Rodríguez Bonet, Jordi Rodríguez Moreno, Alberto Rodríguez Muñiz, José Manuel Rueda Aguirre, Luzdivina Ruiz Gómez, Sonia Rull Del Águila, Laura Saavedra España, Jesús Sáenz Arteche, Idoia Sánchez Sánchez, Esmeralda Santalices López, Marta Santas Barge, Verònica Santos Pinilla, Beatriz Sendra Gamero, Ma Esther Serrano Sánchez, Daniel Sieira Rodríguez, José Tenorio Rodríguez, José Luis Torre González, Miguel A. Tubío Rodríguez, Xosé Valcarce Arenas, Paula Isabel Váquez Pérez Ivan Vicente Castro, José Vidal Maneiro, Juan Manuel Yeregui Velasco, Pablo Zamora de Pedro, Carlos |
Frankrijk |
Allanic, Gilles Ardohain, Michel Baillet, Bertrand Belz, Jean-Pierre Ben Khemis, Patricia Beyaert, Frédéric Bigot, Jean-Paul Boittelle, Catherine Bon, Philippe Bouniol, Anthony Bourbigot, Jean-Marc Cacitti, Raymond Caillat, Marc Celton Arnaud Ceres, Michel Chaigneau, Gaëlle Charbonnier, Alexandre Cluzel, Stéphane Crochard, Thierry Croville, Serge Curaudeau, Patrick Daden, Nicolas Dambron, François Darsu, Philippe Davies, Philippe Dechaine, Frédéric Deric, William Desforges, Jean-Luc Desson, Patrick Dolou, Claude Donnart, Christian Ducrocq, Philippe Fernandez, Gabriel Fortier, Eric Fouchet, Michel Fournier, Philippe Garbe, Steeve Gauvain, Benoît Gehanne, Laurent Gloaguen, Maurice Gomez, Sébastien Goron, Xavier Guillemette, Jean Luc Guittet-Dupont, Gaëtan Hitier, Sébastien Isore, Pascal Kersale, Yves Lacombe, Thomas Le Berrigaud, Thierry Le Corre, Joseph Le Cousin, Jean-Luc Le Dreau, Gilbert Le Mentec, Arnaud Lecul, Mathieu Legouedec, Loïg Lenormand, Daniel Lescroel, Yann Loarer, Melaine Maingraud, Dominique Malassigne, Jean-Paul Masseaux, Yanick Menuge, Gilles Moussaron, Hervé Moussay, David Ogor, Bernard Pasquereau, Rebecca Peron, Olivier Peron, Pascal Petit, François Potier, Pauline Radius, Caroline Raguet, José Richou, Fabrice Robin, Yannick Rondeau, Arnold Rousselet, Pascal Schneider, Frédéric Semelin, Gérard Serna, Mathieu Sottiaux, David Trividic, Bernard Turquet de Beauregard, Guillaume Urvoy, Jonathan Vesque Arnaud Vilbois, Pierre Villenave, Patrick Villenave, Yorrick |
Kroatië |
Aćimov, Dejan Aunedi, Jurica Bašić, Vicko Brlek, Neda Dolić, Nedjeljko Franceschi, Jenko Jeftimijades, Ivor Kuzmanić Zupan, Andrea Lešić, Lidija Miletić, Ivana Novak, Danijel Paparić, Neven Pupić-Bakrač, Marko Škorjanec, Mario Skroza, Nikica Strinović, Boris Verzon, Nikola Vuletić, Ivo |
Italië |
Abate, Massimiliano Abbate, Marco Affinita, Enrico Albani, Emidio Ambrosio, Salvatore Annicchiarico, Dario Antonioli, Giacomo Apollonio, Cristian Aprile, Giulio Aquilano, Donato Arena, Enrico Astelli, Gabriele Barraco, Francesco Basile, Giuseppe Basile, Marco Battista, Filomena Benvenuto, Salvatore Giovanni Bernadini, Stefano Biondo, Fortunato Bizzari, Simona Bizzarro, Federico Boccoli, Fabrizio Bongermino, Onofrio Bonsignore, Antonino Borghi, Andrea Bove, Gian Luigi Buccioli, Andrea Burlando, Michele Caforio, Cosimo Caiazzo, Luigia Calandrino, Salvatore Cambareri, Michelangelo Camicia, Ciro Cappelli, Salvatore Carafa, Simone Carini, Vito Carta, Sebastiano Castellano, Sergio Cau, Dario Cesareo, Michele Chionchio, Alessandro Cianci, Vincenzo Cignini, Innocenzo Clemente, Cosimo Colarossi, Mauro Colazzo, Massimiliano Colucciello, Roberto Comuzzi, Alberto Conte, Fabio Conte, Plinio Corallo, Domenico Cormio, Carlo Cortese, Raffaele Costanzo, Antonino Criscuolo, Enrico Croce, Aldo Cuciniello, Luigi Cuscela, Michele D'Acunto, Francesco D'Agostino, Gianluca D'Amato, Fabio Dammicco, Luigi D'Arrigo, Antonio De Crescenzo, Salvatore De Pinto, Giuseppe De Quarto, Enrico Del Monaco, Ettore D'Erchia, Alessandro De Santis, Antonio Di Benedetto, Luigi Di Domenico, Marco Di Donato, Eliana Di Matteo, Michele Di Santo, Giovanni Doria, Angelo D'Orsi, Francesco Paolo Errante, Domenico Esibini, Daniele Esposito, Francesco Esposito Robertino Fanizzi, Tommaso Fava, Antonello Ferioli, Debora Ferrara, Manfredo Fiore, Fabrizio Fiorentino, Giovanni Fogliano, Pasquale Folliero, Alessandro Francolino, Giuseppe Fuggetta, Pasquale Gallo, Antonio Gangemi, Roberto Francesco Genchi, Paolo Giannone, Giuseppe Claudio Giovannone, Vittorio Golizia, Pasquale Graziani, Walter Greco, Giuseppe Guida, Giuseppe Guido, Alessandro Guzzi, Davide Iemma, Oreste Isaia, Sergio L'Abbate, Giuseppe La Porta, Santi Alessandro Lambertucci, Alessandro Lanza, Alfredo Leto, Antonio Limetti, Fabio Lo Pinto, Nicola Loggia, Carlo Lombardi, Pasquale Longo, Pierino Paolo Luperto, Giuseppe Maggio, Giuseppe Magnolo, Lorenzo Giovanni Maio, Giuseppe Malaponti, Salvatore Francesco Mariotti, Massimiliano Marrello Luigi Martina, Francesco Martire, Antonio Mastrobattista, Giovanni Eligio Matera, Riccardo Messina, Gianluca Gabriele Minò, Alessandro Monaco, Paolo Morelli, Alessio Mostacci, Sergio Massimo Mugnaini, Dany Mule, Vincenzo Musella, Stefano Nacarlo, Amadeo Nardelli, Giuseppe Negro, Mirco Novaro, Giovanni Pagan, Francesco Palombella, Fabio Luigi Panconi, Federico Pantaleo, Cosimo Paoletti, Dario Paolillo, Francesco Patalano, Andrea Pepe, Angelo Pino, Filippo Pipino, Leonardo Piroddi, Paola Pisano, Paolo Piscopello, Luciano Pisino, Tommaso Poli, Mario Porru, Massimiliano Postiglione, Vito Praticò, Daniele Puca, Michele Puddinu, Fabrizio Puleo, Isidoro Quinci, Gianbattista Rallo, Tommaso Randis, Orazio Roberto Ravanelli, Marco Restuccia, Marco Romanazzi, Francesco Romanazzi, Valentina Ronca, Gianluca Rossano, Michele Russo, Aniello Sacco, Giuseppe Salce, Paolo Sarpi, Stefano Sassanelli, Michele Schiattino, Andrea Scuccimarri, Gianluca Sebastio, Luciano Siano, Gianluca Signanini, Claudio Silvia, Salvatore Siniscalchi, Francesco Soccorso, Alessandro Solidoro, Sergio Antonio Spagnuolo, Matteo Stramandino, Rosario Strazzulla, Francesco Sufrà, Emanuele Tersigni, Tonino Tesauro, Antonio Tescione, Francesco Tesone, Luca Tordoni, Maurizio Torrisi, Ivano Trapani, Salvatore Triolo, Alessandro Troiano, Primiano Tumbarello, Davide Tumminello, Salvatore Turiano, Giuseppe Uopi, Alessandro Vangelo, Pietro Vellucci, Alfredo Vero, Pietro Virdis, Antonio Vitali, Daniele Zaccaro, Giuseppe Saverio Zippo, Luigi |
Cyprus |
Apostolou, Antri Avgousti, Antonis Christodoulou, Lakis Christoforou, Christiana Christou, Nikoletta Flori, Panayiota Fylaktou, Anthi Georgiou, Markella Heracleous, Andri Ioannou, Georgios Ioannou, Theodosis Karayiannis, Christos Konnaris, Kostas Korovesis, Christos Kyriacou, Kyriacos Kyriacou, Yiannos Manitara, Yiannis Michael, Michael Nicolaou Nicolas Pavlou George Prodromou, Pantelis Savvides, Andreas |
Letland |
Barsukovs, Vladislavs Brants, Jānis Brente, Elmārs Feldmane, Gundega Freimanis, Marks Gronska, Ieva Holštroms, Artūrs Junkurs, Andris Kalējs, Rūdolfs Kalņiņa, Ingūna Kaptelija, Liene Labzars, Māris Leja Jānis Naumova, Daina Priediens, Ainārs Pūsilds, Aigars Putniņš, Raitis Smane Jolanta Štraubis, Valērijs Tīģeris, Ģirts Upmale, Sarmīte Vāsbergs, Janis Veide, Andris Veinbergs, Miks |
Litouwen |
Balnis, Algirdas Dambrauskis, Tomas Jonaitis, Arūnas Kairyté, Lina Kazlauskas, Tomas Lendzbergas, Erlandas Vaitkus, Giedrius Zartun, Vitalij |
Luxemburg |
n.v.t. |
Hongarije |
n.v.t. |
Malta |
Abela, Claire Attard, Glen Attard, Godwin Baldacchino, Duncan Balzan, Gilbert Borg, Benjamin Borg, Jonathan Borg, Robert Cachia, Pierre Calleja, Martin Camilleri, Aldo Camilleri, Christopher Carabott, Paul Caruana, Raymond Caruana, Gary Caruana, Maria Christina Cassar, Gaetano Cassar Jonathan Cassar Lucienne Cauchi David Cuschieri, Roderick Farrugia, Omar Farrugia, Emanuel Fenech, Melvin Fenech, Paul Gatt, Glen Gatt, Joseph Gatt, Mervin Gatt, William Grima, Paul Micallef, Rundolf Muscat, Christian Muscat, Simon Musu, Matthew Piscopo, Christine Psaila, Kevin Psaila, Mark Anthony Sammut, Adem Sciberras, Christopher Sciberras, Norman Seguna, Marvin Tabone, Mark Vassallo, Benjamin Vella, Anthony Vella, Charlie Zahra, Dione |
Nederland |
Bakker, Jan Bastinaan, Robert W. Beij, Willem H. Boone, Jan Cees de Boer, Meindert de Mol, Gert Dieke, Richard Duinstra, Jacob Freke, Hans Kleczewski-Schoon, Anneke Kleinen, Tom H.J.T.T. Koenen, Gerard C.J. Kraaijenoord, Jaap Kramer, Willem Meijer, Cor Meijer, Willem Miedema, Anco Parlevliet, Koos J.D.L. Ros, Michel Schneider, Leendert van den Berg, Dirk van der Veer, Siemen Velt, Eddy Wijbenga, Arjan J. Wijkhuisen, Eddy Zegel, Gerrit Zevenbergen, Jan |
Oostenrijk |
n.v.t. |
Polen |
Augustynowicz, Mariusz Bartczak, Tomasz Belej, Konrad Chrostowski, Pawel Dębski, Jarosław Domachowski, Marian Górski, Marcin Jamioł, Waldemar Jóźwiak, Marek Kasperek, Stanisław Kołodziejczak, Michał Konefał, Szymon Korthals, Jakub Kościelny, Jarosław Kowalska, Justyna Kozłowski, Piotr Kucharski, Tadeusz Kunachowicz, Tomasz Letki, Paweł Lisiak, Agnieszka Litwin, Ireneusz Łukaszewicz, Paweł Łuczkiewicz, Tomasz Maciejewski, Maciej Mystek, Marcin Niewiadomski, Piotr Nowak, Włodzimierz Pankowski, Piotr Patyk, Konrad Prażanowski, Krystian Sikora, Marek Skibior, Sławomir Słowiński, Roman Smolarski, Łukasz Sokołowski, Paweł Stankiewicz, Marcin Szumicki, Tomasz Tomaszewski, Tomasz Trzepacz, Michał Wereszczyński, Leszek Wiliński, Adam Zacharzewski, Dawid Zięba, Marcin |
Portugal |
Albuquerque, José Brabo, Rui Canato, Francisco Cabeçadas, Paula Coelho, Alexandre Diogo, João Escudeiro, João Ferreira, Carlos Fonseca, Álvaro Matos, André Moura, Nuno Pedroso, Rui Quintans, Miguel Silva, António Miguel |
Roemenië |
Bârsan, Marilena Bucatos, Radu Chiriac, Marian Conțolencu, Radu Ghergișan, Cristinel George Larie, Gabriel Novac, Vasile Rusu, Laurenţiu Serștiuc, Mihai Dorin Țăranu, Sorin |
Slovenië |
Smoje, Robert Smoje, Vinko |
Slowakije |
n.v.t. |
Finland |
Heikkinen, Pertti Hiltunen, Jouni Koivisto, Kare Komulainen, Unto Koskinen, Aki Lähde, Jukka Leskinen, Jari Linder, Jukka Moilanen, Jouko Nousiainen, Kyösti Pyykönen, Pekka Ruotsalainen, Eeva Savola, Petri Sundqvist, Lars Suominen, Ari Suominen, Paavo Ulenius, Niklas Vanninen, Vesa |
Zweden |
Åberg, Christian Ahnlund, Jenny Almström, Petter Andersson, Karin Andersson, Per-Olof Andersson, Per-Olof Vidar Andersson, Roger Antonsson, Jan-Eric Bäckman, Johan Baltzer, Martin Bergman, Daniel Bjerner, Martin Borg, Calle Brännström, Lennart Cardell, Christina Carlsson, Christian Dagbro, Carina Englund, Raymond Erlandsson, Björn Falk, David Frejd, Maud Fristedt, David Göransson, Roger Hansson, Erling Hartman Bergqvist, Désirée Havh, Johan Hedman, Elin Hellberg, Stefan Hellqvist, Johan Holmer, Johanna Hortlund, David Höglund, Jan Jakobsson, Magnus Jansson, Anders Jeppsson, Tobias Johansson, Daniel Johansson, Klas Johansson, Thomas Jönsson, Dennis Joxelius, Paul Karlsson, Kent Kempe, Clas Kjällgren, Curt Koivula, Mikael Kurtsson, Morgan Laine, Sirpa Larsson, Mats Lilja, Filip Lindström, Jakob Lindved, Martin Lundh, Emelie Lundkvist, Mats Lundqvist, Annica Malmström, John Martini, Martin Mattson, Olof Montan, Anders Nilsson, Pierre Nilsson, Stefan Nyberg, Linda Näsman, Lars Olson, Magnus Olsson, Kenneth Olsson, Lars Penson, Lena Persson, Göran Persson, Mats Peterson, Jan Petterson, Joel Petterson, Johan Philipsson, Gunnar Piltonen, Janne Podsedkowski, Zenek Rendahl, Malin Reuterljung, Thomas Rinaldo, Joakim Rönnlund, Agneta Sjödin, Ronny Snäckerström, Leif Stålnacke, Erik Strandberg, Magnus Stührenberg, Björn Sundberg, Andreas Sundberg, Patrick Svärd, Lars-Erik Svensson, Rutger Svensson, Tony Timan, Hans Toresson, Martin Turesson, Andreas Uppman, Kerstin Werner, Lars Westerlund, Emma Westmark, Zineth Wilson, Pierre |
Verenigd Koninkrijk |
Adamson, Gary Alexander, Stephen Anderson, Reid Ashby, Peter Bailey Roberta Barclay, Michael Barrow, Charlie Bell, Stuart Bennett, Neil Billing, Mark Billson, Carol Bland, Darren Bourne, Adam Bowers, Claire Boyce, Sean Broad, James Brough, Derek Bruce, John Caldwell, Mark Campbell, Colin Campbell, Iain Campbell, Jonathan Campbell, Murray Clark, Craig Cook, David Corner, Nigel Cowan, Christopher Craig, Ian Craig, Stephen Critchlow, Amy Croucher, Tim Crowe, Michael Cunningham, George Davis, Danielle Dawkins, Matthew Dawson, Liam Deadman, Ross Dewing, Will Dixon-Lack, Emma Douglas, Sean Draper, Peter Dunkerely, Sabrina Ebdy, Jim Eccles, David Ellison, Peter Elson, Carley Evans, David Farbridge, Joshua Faulds, Mike Fenwick, Peter Ferguson, Adam Ferguson, Simon Ferrari, Richard Filewod, Roger Fitzpatrick, DeeAnn Fletcher, Norman Fletcher, Paul Flint, Toby Fordham, Philip Ford-Keyte, Graham Foster, Pam Foy, Jacqueline Fraser, Uilleam Fullerton, Gareth Furniss, Sam Gibson, Philip Gillett, David Gooding, Colin Goodwin, Aaron Gough, Callum Graham, Chris Gray, Neil Gregor, Stuart Griffin, Stuart Griffiths, Greg Harradine, Sam Hamilton, Ian Harris, William Hay, David Hay, John Hazeldine, Oliver Henning, Alan Hepburn, Ian Hepburn, Jim Hepples, Stephen Hewitt, Richard Higgins, Frank Hill, Katie Holbrook, Joanna Howarth, Dan Hudson, John Hughes, Greta Irish, Rachel John, Barrie Johnson, Matthew Johnson, Paul Johnston, Steve Johnston, Isobel Kelly, Kevin Kemp, Gareth Laird, Iain Lander, Ben Law, Garry Legge, James Lindsay, Andrew Lister, Jane Livingston, Andrew Lockwood, Mark MacCallum, Archie MacEachan, Iain MacGregor, Duncan MacIver, Roderick MacLean, Paula MacLean, Robin Marshall, Phil Mason, Liam Mason, Rachel Mason, Roger Matheson, Louise McAlister, Gerald McBain, Billy McCaughan, Mark McComiskey, Stephen McCowan, Alisdair McCrindle, John McCubbin, Stuart McCusker, Simon McHardy, Adam McKay, Andrew McKenzie, Gregor McKeown, Nick McMillan, Robert McQuillan, David Merrilees, Kenny Milligan, David Mills, John Mitchell,Hugh Mitchell, John Morris, Chris Morrison, Donald Muir, James Mynard, Nick Nelson, Paul Newlands, Andrew O'Hare, Jonathon Owen, Gary Page, Chris Parr, Jonathan Pateman, Jason Paterson, Craig Paterson, Kelly Paton, Robert Perry, Andrew Phillips, Michael Pole Mark Poulding, Daniel Preece, David Pringle, Geoff Quinn, Barry Raine, Katherine Ray, Daniel Reeves, Adam Reid, Adam Reid, Ian Reid, Peter Rendall, Colin Renwick, Lee Rhodes, Glen Richardson, David Richens, Scott Riley, Joanne Roberts, Joel Roberts, Julian Robertson, Tom Robinson, Neil Routlege, Piers Rylah, Joshua Scarrf, David Sharp, Chris Skelton, Richard Skillen, Damien Smart, Barrie Smith, Don Smith, Matthew Smith, Pam Sooben, Jeremy Steele, Gordon Stipetic, John Strang, Nicol Stray, Sloyan Styles, Mario Sutton, Andrew Taylor, Mark Templeton, John Thain, Marc Thompson, Dan Thompson, Gerald Thompson, Luke Turnbull, James Turner, Alun Turner, Patrick Tyack, Paul Wardle, Daniel Ward, Daniel Ward, Mark Warren, John Watson, Stacey Watt, Barbara Watt, James Wellum, Neil Wensley, Phil Weychan, Paul Whelton, Karen Whitby, Phil White, Clare Wilkinson, Dave Williams, Carolyn Williams, Justin Wilson, Tom Windebank, James Wood, Ben Worsnop, Mark Wright, Nicholas Young, Ally Young, James Yuille, Derek |
Europese Commissie |
Aláez Pons, Ester Casier, Maarten Goldmanis, Edgars Griffin Robert Janiak, Katarzyna Janakakisz, Marta Jury, Justine Kelterbaum, Richard Lansley, Jon Libioulle, Jean-Marc Linkute, Ula Markovic, Laurent Mitrakis, Nikolaos Martins E Amorim, Sergio Luis Nordstrom Saba Pagliarani, Giuliano Peyronnet, Arnaud Rodriguez Alfaro, Sebastian Scalco, Silvia Schutyser Frederik Serna, Matthieu Skountis Vasileios Skrey, Hans Spezzani, Aronne Stulgis, Maris Van den Bossche, Koen Verborgh, Jacques Wolff, Gunnar |
Europees Bureau voor visserijcontrole |
Allen, Patrick Cederrand, Stephen Chapel, Vincent De Almeida Pires, Maria Teresa Del Hierro, Belén Del Zompo, Michele Dias Garçao, José Fulton, Grant Lesueur, Sylvain Mueller, Wolfgang Papaioannou, Themis Pinto, Pedro Quelch, Glenn Roobrouck, Christ Sorensen, Svend Spaniol, Petra Stewart, William Tahon, Sven |
24.4.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 106/79 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2015/646 VAN DE COMMISSIE
van 23 april 2015
krachtens artikel 3, lid 3, van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot bacterieculturen die bestemd zijn voor de vermindering van organische stoffen en die voor dat doel in de handel worden gebracht
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (1), en met name artikel 3, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 1 april 2014 heeft Ierland krachtens artikel 3, lid 3, van Verordening (EU) nr. 528/2012 de Commissie verzocht te besluiten of twee uit bacterieculturen bestaande producten die bestemd zijn voor de vermindering van organische stoffen en die voor dat doel in de handel worden gebracht, biociden zijn in de zin van artikel 3, lid 1, onder a), van die verordening. |
(2) |
Volgens de verstrekte informatie zorgt het eerste product voor de ontbinding van organisch slib, de verlaging van het waterstofsulfide- en ammoniakstikstofgehalte, en de zuivering van het water van vijvers en lagunes, en zorgt het tweede product voor een snellere biologische oxidatie van vast organisch afval en een snellere biologische organische afbraak, de verbetering van de aërobe verteringsefficiëntie, de vermindering van organisch bodemslib in meren, vijvers en afvalwatersystemen, en de vermindering van de gasvormige stankproductie. |
(3) |
Deze producten hebben als nevenwerking dat zij de algenontwikkeling in water afremmen maar zij zijn niet voor dat doel bestemd en er is niet geclaimd dat zij daarvoor kunnen worden gebruikt. |
(4) |
Overeenkomstig artikel 3, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 528/2012 zijn enkel producten die als doel hebben een schadelijk organisme te vernietigen, af te schrikken, onschadelijk te maken, de effecten daarvan te voorkomen of op een andere dan louter fysieke of mechanische wijze te bestrijden, biociden. |
(5) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor biociden, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de vermindering van organische stoffen bestemde bacterieculturen die voor dat doel in de handel gebracht zijn en die slechts als nevenwerking de algenontwikkeling in water afremmen (een doel waarvoor zij niet bestemd zijn), zijn geen biociden in de zin van artikel 3, lid 1, onder a) van Verordening EU nr. 528/2012.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 23 april 2015.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1.