ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 315

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

57e jaargang
1 november 2014


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1170/2014 van de Commissie van 29 oktober 2014 tot rectificatie van de Sloveense versie van Verordening (EG) nr. 504/2008 van de Commissie ter uitvoering van de Richtlijnen 90/426/EEG en 90/427/EEG van de Raad wat betreft methoden voor de identificatie van paardachtigen ( 1 )

1

 

*

Verordening (EU) nr. 1171/2014 van de Commissie van 31 oktober 2014 tot wijziging en rectificatie van de bijlagen I, III, VI, IX, XI en XVII bij Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd ( 1 )

3

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1172/2014 van de Commissie van 31 oktober 2014 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

13

 

 

BESLUITEN

 

 

2014/768/EU

 

*

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 30 oktober 2014 tot vaststelling van de soort, de opmaak en de frequentie van de door de lidstaten te verstrekken informatie over technieken voor geïntegreerd emissiebeheer die in aardolie- en gasraffinaderijen worden toegepast, overeenkomstig Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 7517)  ( 1 )

15

 

 

2014/769/EU

 

*

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 30 oktober 2014 ter bevestiging of wijziging van de gemiddelde specifieke CO2-emissies en specifieke emissiedoelstellingen voor fabrikanten van nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen voor het kalenderjaar 2013 overeenkomstig Verordening (EU) nr. 510/2011 van het Europees Parlement en de Raad (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 7863)

19

 

 

2014/770/EU

 

*

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 30 oktober 2014 ter bevestiging of wijziging van de gemiddelde specifieke CO2-emissies en specifieke emissiedoelstellingen voor fabrikanten van personenauto's voor het kalenderjaar 2013 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 7877)

30

 

 

2014/771/EU

 

*

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 31 oktober 2014 betreffende de vaststelling van Universal Business Language versie 2.1 als referentie bij openbare aanbestedingen ( 1 )

44

 

 

HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN

 

 

2014/772/EU

 

*

Besluit van het Gemengd Comité douanesamenwerking opgericht bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Regering van de Volksrepubliek China betreffende samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken van 16 mei 2014 inzake de wederzijdse erkenning van het AEO-programma (Authorised Economic Operators) van de Europese Unie en het MCME-programma (Measures on Classified Management of Enterprises) van de Volksrepubliek China

46

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

1.11.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 315/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1170/2014 VAN DE COMMISSIE

van 29 oktober 2014

tot rectificatie van de Sloveense versie van Verordening (EG) nr. 504/2008 van de Commissie ter uitvoering van de Richtlijnen 90/426/EEG en 90/427/EEG van de Raad wat betreft methoden voor de identificatie van paardachtigen

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2009/156/EG van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het verkeer van paardachtigen en de invoer van paardachtigen uit derde landen (1), en met name artikel 4, lid 4,

Gezien Richtlijn 90/427/EEG van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van zoötechnische en genealogische voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in paardachtigen (2), en met name artikel 4, lid 2, onder c) en d), artikel 6, lid 2, tweede streepje, en artikel 8, punt 1, eerste alinea,

Gezien Richtlijn 94/28/EG van de Raad van 23 juni 1994 tot vaststelling van de beginselen inzake de zoötechnische en genealogische voorschriften voor de invoer uit derde landen van dieren, alsmede van sperma, eicellen en embryo's en tot wijziging van Richtlijn 77/504/EEG betreffende raszuivere fokrunderen (3), en met name artikel 3, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In de Sloveense taalversie van Verordening (EG) nr. 504/2008 van de Commissie (4) is de zinsnede „alle vormen, met inbegrip van VEE” onjuist en daarom is een rectificatie van de Sloveense taalversie nodig. Met de overige taalversies zijn er geen problemen.

(2)

Verordening (EG) nr. 504/2008 moet daarom dienovereenkomstig worden gerectificeerd.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid en het Permanent Zoötechnisch Comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Betreft alleen de Sloveense taalversie.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 29 oktober 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 192 van 23.7.2010, blz. 1.

(2)  PB L 224 van 18.8.1990, blz. 55.

(3)  PB L 178 van 12.7.1994, blz. 66.

(4)  Verordening (EG) nr. 504/2008 van de Commissie van 6 juni 2008 ter uitvoering van de Richtlijnen 90/426/EEG en 90/427/EEG van de Raad wat betreft methoden voor de identificatie van paardachtigen (PB L 149 van 7.6.2008, blz. 3).


1.11.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 315/3


VERORDENING (EU) Nr. 1171/2014 VAN DE COMMISSIE

van 31 oktober 2014

tot wijziging en rectificatie van de bijlagen I, III, VI, IX, XI en XVII bij Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (Kaderrichtlijn) (1), en met name artikel 39, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Richtlijn 2007/46/EG is een geharmoniseerd kader vastgesteld dat de administratieve bepalingen en algemene technische voorschriften voor nieuwe voertuigen omvat. Bij Richtlijn 2007/46/EG werd de EG-typegoedkeuring van gehele voertuigen verplicht gesteld voor alle voertuigcategorieën, met inbegrip van in meer fasen gebouwde voertuigen, overeenkomstig het tijdschema in bijlage XIX bij die richtlijn.

(2)

Het is noodzakelijk om de voorschriften van bijlage XVII bij Richtlijn 2007/46/EG inzake de procedure voor de EG-meerfasentypegoedkeuring aan te vullen om deze procedure volledig operationeel te maken. De bijlagen I, III en IX bij Richtlijn 2007/46/EG moeten eveneens worden gewijzigd om het verband tussen de verschillende bouwfasen van een in meer fasen gebouwd voertuig te waarborgen.

(3)

Verordening (EG) nr. 661/2009 van het Europees Parlement en de Raad (2) voorzag in de intrekking van een aantal richtlijnen en hun vervanging door de overeenkomstige reglementen van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE). Aangezien het merendeel van deze richtlijnen met ingang van 1 november 2014 bij Verordening (EG) nr. 661/2009 wordt ingetrokken, moeten de relevante gegevens in bijlage VI bij Richtlijn 2007/46/EG worden bijgewerkt.

(4)

Het is passend bijlage IX bij Richtlijn 2007/46/EG te rectificeren om te zorgen voor samenhang in de nummering die in de verschillende modellen van het certificaat van overeenstemming wordt gebruikt voor de vermeldingen betreffende de massa in rijklare toestand en de feitelijke massa. Daarnaast is het noodzakelijk om in bijlage XI te verduidelijken dat hoofdsteunen alleen verplicht zijn voor voertuigen van categorie M1.

(5)

Richtlijn 2007/46/EG moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

Het is noodzakelijk om de fabrikanten voldoende tijd te geven voor de aanpassing van hun voertuigen aan de nieuwe voorschriften betreffende de meerfasentypegoedkeuringsprocedure en het wijzigen van het certificaat van overeenstemming, zoals voorgeschreven in deze verordening.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het technisch comité motorvoertuigen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De bijlagen I, III, VI, IX en XI bij Richtlijn 2007/46/EG worden gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.

2.   Bijlage XVII bij Richtlijn 2007/46/EG wordt vervangen door de tekst in bijlage II bij deze verordening.

Artikel 2

Typegoedkeuringen van nieuwe voertuigtypen worden verleend overeenkomstig Richtlijn 2007/46/EG, zoals gewijzigd bij deze verordening.

De fabrikanten geven voor alle nieuwe voertuigen certificaten van overeenstemming af overeenkomstig Richtlijn 2007/46/EG, zoals gewijzigd bij deze verordening.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2016. Zij kan vóór deze datum van toepassing zijn indien de fabrikanten daarom verzoeken bij de goedkeuringsinstantie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 oktober 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 263 van 9.10.2007, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 661/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende typegoedkeuringsvoorschriften voor de algemene veiligheid van motorvoertuigen, aanhangwagens daarvan en daarvoor bestemde systemen, onderdelen en technische eenheden (PB L 200 van 31.7.2009, blz. 1).


BIJLAGE I

Richtlijn 2007/46/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

a)

het volgende punt 0.2.2 wordt ingevoegd:

„0.2.2.

Voor in meer fasen goedgekeurde voertuigen, typegoedkeuringsinformatie van het basisvoertuig/het voertuig van de voorafgaande fase (vermeld de gegevens voor elke fase; dit kan met een matrix worden gedaan)

Type:

Variant(en):

Uitvoering(en):

Typegoedkeuringsnummer, inclusief uitbreidingsnummer”

;

b)

het volgende punt 0.5.1 wordt ingevoegd:

„0.5.1.

Voor in meer fasen goedgekeurde voertuigen, bedrijfsnaam en adres van de fabrikant van het basisvoertuig/het voertuig van de voorafgaande fase”

.

2)

Bijlage III wordt als volgt gewijzigd:

a)

het volgende punt 0.2.2 wordt ingevoegd:

„0.2.2.

Voor in meer fasen goedgekeurde voertuigen, typegoedkeuringsinformatie van het basisvoertuig/het voertuig van de voorafgaande fase (vermeld de gegevens voor elke fase; dit kan met een matrix worden gedaan):

Type:

Variant(en):

Uitvoering(en):

Typegoedkeuringsnummer, inclusief uitbreidingsnummer”

;

b)

het volgende punt 0.5.1 wordt ingevoegd:

„0.5.1.

Voor in meer fasen goedgekeurde voertuigen, bedrijfsnaam en adres van de fabrikant van het basisvoertuig/het voertuig van de voorafgaande fase”

;

c)

de volgende punten 2.17, 2.17.1 en 2.17.2 worden ingevoegd:

„2.17.

Voertuig dat voor meerfasentypegoedkeuring ter beschikking wordt gesteld (alleen voor incomplete of voltooide voertuigen van categorie N1 binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 715/2007): ja/neen (1)

2.17.1.

Massa van het basisvoertuig in rijklare toestand: kg.

2.17.2.

Standaard toegevoegde massa, berekend overeenkomstig punt 5 van bijlage XII bij Verordening (EG) nr. 692/2008: kg.”

.

3)

Bijlage VI wordt als volgt gewijzigd:

a)

in model A wordt punt 0.5 als volgt gewijzigd:

„0.5.

Bedrijfsnaam en adres van de fabrikant van het complete/voltooide voertuig (1)”

;

b)

in model A wordt het volgende punt 0.5.1 ingevoegd:

„0.5.1.

Voor in meer fasen goedgekeurde voertuigen, bedrijfsnaam en adres van de fabrikant van het basisvoertuig/het voertuig van de voorafgaande fase”

;

c)

in model A wordt het aanhangsel vervangen door:

„Aanhangsel

Lijst van regelgevingen waaraan het voertuigtype voldoet

(alleen invullen in het geval van typegoedkeuring overeenkomstig artikel 6, lid 3)

Onderwerp (1)

Regelgeving (1)

Gewijzigd bij

Van toepassing op varianten

1.

Toelaatbaar geluidsniveau

 

 

 

2.

Emissies

 

 

 

3.

Brandstoftanks/beschermings-inrichtingen aan de achterzijde

 

 

 

 

 

 

.

4)

Bijlage IX wordt als volgt gewijzigd:

a)

deel I, complete en voltooide voertuigen, wordt als volgt gewijzigd:

i)

in „Model B — Bladzijde 1 — Voltooide voertuigen — EG-certificaat van overeenstemming” wordt punt 0.2.2 vervangen door:

„0.2.2.

Voor in meer fasen goedgekeurde voertuigen, typegoedkeuringsinformatie van het basisvoertuig/het voertuig van de voorafgaande fasen (vermeld de gegevens voor elke fase):

Type:

Variant (a):

Uitvoering (a):

Typegoedkeuringsnummer, uitbreidingsnummer”

;

ii)

in „Model B — Bladzijde 1 — Voltooide voertuigen — EG-certificaat van overeenstemming” wordt punt 0.5.1 vervangen door:

„0.5.1.

Voor in meer fasen goedgekeurde voertuigen, bedrijfsnaam en adres van de fabrikant van het basisvoertuig/het voertuig van de voorafgaande fase”

;

iii)

in „Bladzijde 2 — Voertuigcategorieën O3 en O4 (complete en voltooide voertuigen)” wordt het volgende punt 13.2 ingevoegd:

„13.2.

Feitelijke massa van het voertuig: kg”

;

b)

deel II, incomplete voertuigen, wordt als volgt gewijzigd:

i)

in „Model C1 — Bladzijde 1, incomplete voertuigen, EG-certificaat van overeenstemming”, wordt het volgende punt 0.2.2 ingevoegd:

„0.2.2.

Voor in meer fasen goedgekeurde voertuigen, typegoedkeuringsinformatie van het basisvoertuig/het voertuig van de voorafgaande fasen (vermeld de gegevens voor elke fase):

Type:

Variant (a):

Uitvoering (a):

Typegoedkeuringsnummer, uitbreidingsnummer”

;

ii)

in „Model C1 — Bladzijde 1, incomplete voertuigen, EG-certificaat van overeenstemming”, wordt het volgende punt 0.5.1. ingevoegd:

„0.5.1.

Voor in meer fasen goedgekeurde voertuigen, bedrijfsnaam en adres van de fabrikant van het basisvoertuig/het voertuig van de voorafgaande fase”

;

iii)

in „Bladzijde 2 — Voertuigcategorie M1 (incomplete voertuigen)” wordt punt 13.2 geschrapt;

iv)

in „Bladzijde 2 — Voertuigcategorie M1 (incomplete voertuigen)” wordt punt 14 vervangen door:

„14.

Massa in rijklare toestand van het incomplete voertuig: … kg”

;

v)

in „Bladzijde 2 — Voertuigcategorie M1 (incomplete voertuigen)” wordt het volgende punt 14.2 ingevoegd:

„14.2.

Feitelijke massa van het incomplete voertuig: … kg”

;

vi)

in „Bladzijde 2 — Voertuigcategorie M2 (incomplete voertuigen)” wordt punt 14 vervangen door:

„14.

Massa in rijklare toestand van het incomplete voertuig: … kg”

;

vii)

in „Bladzijde 2 — Voertuigcategorie M2 (incomplete voertuigen)” wordt het volgende punt 14.2 ingevoegd:

„14.2.

Feitelijke massa van het incomplete voertuig: … kg”

;

viii)

in „Bladzijde 2 — Voertuigcategorie M3 (incomplete voertuigen)” wordt punt 14 vervangen door:

„14.

Massa in rijklare toestand van het incomplete voertuig: … kg”

;

ix)

in „Bladzijde 2 — Voertuigcategorie M3 (incomplete voertuigen)” wordt het volgende punt 14.2 ingevoegd:

„14.2.

Feitelijke massa van het incomplete voertuig: … kg”

;

x)

in „Bladzijde 2 — Voertuigcategorie N1 (incomplete voertuigen)” wordt punt 13 geschrapt;

xi)

in „Bladzijde 2 — Voertuigcategorie N1 (incomplete voertuigen)” wordt punt 14 vervangen door:

„14.

Massa in rijklare toestand van het incomplete voertuig: … kg”

;

xii)

in „Bladzijde 2 — Voertuigcategorie N1 (incomplete voertuigen)” wordt het volgende punt 14.2 ingevoegd:

„14.2.

Feitelijke massa van het incomplete voertuig: … kg”

;

xiii)

in „Bladzijde 2 — Voertuigcategorie N2 (incomplete voertuigen)” wordt punt 14 vervangen door:

„14.

Massa in rijklare toestand van het incomplete voertuig: … kg”

;

xiv)

in „Bladzijde 2 — Voertuigcategorie N2 (incomplete voertuigen)” wordt het volgende punt 14.2 ingevoegd:

„14.2.

Feitelijke massa van het incomplete voertuig: … kg”

;

xv)

in „Bladzijde 2 — Voertuigcategorie N3 (incomplete voertuigen)” wordt punt 14 vervangen door:

„14.

Massa in rijklare toestand van het incomplete voertuig: … kg”

;

xvi)

in „Bladzijde 2 — Voertuigcategorie N3 (incomplete voertuigen)” wordt het volgende punt 14.2 ingevoegd:

„14.2.

Feitelijke massa van het incomplete voertuig: … kg”

;

xvii)

in „Bladzijde 2 — Voertuigcategorieën O1 en O2 (incomplete voertuigen)” wordt punt 14 vervangen door:

„14.

Massa in rijklare toestand van het incomplete voertuig: … kg”

;

xviii)

in „Bladzijde 2 — Voertuigcategorieën O1 en O2 (incomplete voertuigen)” wordt het volgende punt 14.2 ingevoegd:

„14.2.

Feitelijke massa van het incomplete voertuig: … kg”

;

xix)

in „Bladzijde 2 — Voertuigcategorieën O3 en O4 (incomplete voertuigen)” wordt punt 14 vervangen door:

„14.

Massa in rijklare toestand van het incomplete voertuig: … kg”

;

xx)

in „Bladzijde 2 — Voertuigcategorieën O3 en O4 (incomplete voertuigen)” wordt het volgende punt 14.2 ingevoegd:

„14.2.

Feitelijke massa van het incomplete voertuig: … kg”

;

xxi)

in de toelichting bij bijlage IX wordt voetnoot (e) vervangen door:

„e)

Punten 4 en 4.1. worden ingevuld in overeenstemming met respectievelijk definitie 25 (wielbasis) en definitie 26 (afstand tussen de assen) van Verordening (EU) nr. 1230/2012.”

.

5)

Bijlage XI wordt als volgt gewijzigd:

a)

in aanhangsel 1 wordt vermelding 38A als volgt gewijzigd:

„38A

Al dan niet in voertuigstoelen ingebouwde hoofdsteunen

Verordening (EG) nr. 661/2009

VN/ECE-Reglement nr. 25

D

G+D”

 

 

b)

in aanhangsel 4 wordt vermelding 38A geschrapt.


(1)  Overeenkomstig bijlage IV bij deze richtlijn”


BIJLAGE II

BIJLAGE XVII

PROCEDURES VOOR DE MEERFASEN-EG-TYPEGOEDKEURING

1.   VERPLICHTINGEN VAN FABRIKANTEN

1.1.

Het goede verloop van een meerfasen-EG-typegoedkeuring hangt af van samenwerking door alle betrokken fabrikanten. Met het oog hierop zorgen de goedkeuringsinstanties ervoor dat er, voordat goedkeuring aan de eerste of latere fase wordt verleend, goede afspraken zijn gemaakt tussen de desbetreffende fabrikanten wat betreft de levering en uitwisseling van documenten en gegevens, zodat het voltooide voertuigtype voldoet aan de technische voorschriften van alle relevante regelgevingen zoals voorgeschreven in bijlage IV of XI. Dergelijke informatie omvat gegevens met betrekking tot relevante goedkeuringen van systemen, onderdelen en afzonderlijke technische eenheden, alsmede van voertuigdelen die bij het incomplete voertuig behoren, maar nog niet zijn goedgekeurd. De fabrikant van de voorafgaande fase verstrekt informatie aan de fabrikant van de volgende fase over elke wijziging die invloed kan hebben op de typegoedkeuringen van een systeem of de typegoedkeuringen van gehele voertuigen. Dergelijke informatie wordt verstrekt zodra de nieuwe uitbreiding van het gehele voertuigtype is afgegeven en uiterlijk op de startdatum van de productie van het incomplete voertuig.

1.2.

Iedere bij een meerfasen-EG-typegoedkeuring betrokken fabrikant is verantwoordelijk voor de goedkeuring en overeenstemming van de productie van alle systemen, onderdelen of afzonderlijke technische eenheden die door hem zijn vervaardigd dan wel door hem aan de vorige bouwfase zijn toegevoegd. De fabrikant van de volgende fase is niet verantwoordelijk voor aspecten die in een vroegere fase zijn goedgekeurd, behalve wanneer hij de desbetreffende delen zo sterk wijzigt dat de eerder verleende goedkeuring ongeldig wordt.

1.3.

De meerfasenprocedure kan door één enkele fabrikant worden gebruikt. De meerfasenprocedure wordt echter niet gebruikt ter omzeiling van de voorschriften die van toepassing zijn op in één fase gebouwde voertuigen. Met name worden op deze manier goedgekeurde voertuigen niet beschouwd als in meer fasen gebouwde voertuigen in de context van punt 3.4 van deze bijlage en de artikelen 22, 23 en 27 van deze richtlijn (beperkingen voor kleine series en restantvoorraden).

2.   VERPLICHTINGEN VAN DE TYPEGOEDKEURINGSINSTANTIE

2.1.

De typegoedkeuringsinstantie gaat als volgt te werk:

a)

zij verifieert of alle EG-typegoedkeuringscertificaten, die volgens de van toepassing zijnde regelgevingen voor voertuigtypegoedkeuring zijn verstrekt, het voertuigtype dekken in zijn staat van voltooiing en overeenkomen met de voorgeschreven vereisten;

b)

zij zorgt ervoor dat alle relevante gegevens, al naar gelang van de staat van voltooiing van het voertuig, opgenomen worden in het informatiedossier;

c)

zij vergewist zich er aan de hand van de verstrekte documentatie van dat de voertuigspecificatie(s) en gegevens van deel I van het voertuiginformatiedossier zich ook bij de gegevens van de informatiepakketten en in de EG-typegoedkeuringscertificaten bevinden, met betrekking tot de relevante regelgevingen; indien bij een voltooid voertuig een punt van deel I van het informatiedossier niet vermeld is in de informatiedossiers voor de regelgevingen, vergewist zij zich ervan dat het desbetreffende onderdeel of kenmerk in overeenstemming is met de gegevens van het informatiedossier;

d)

zij verricht inspecties, of laat deze verrichten, van onderdelen en systemen van een aantal representatieve exemplaren van het goed te keuren type voertuig om te controleren of het (de) voertuig(en) gebouwd is (zijn) overeenkomstig de desbetreffende gegevens in het gewaarmerkte informatiepakket met betrekking tot alle toepasselijke regelgevingen;

e)

zij verricht, indien van toepassing, relevante controles, of laat deze verrichten, met betrekking tot de installatie van technische eenheden.

2.2.

Het aantal in de zin van punt 2.1, onder d), te inspecteren voertuigen moet voldoende zijn om, rekening houdend met de staat van voltooiing van het voertuig en volgens onderstaande criteria, een adequate controle mogelijk te maken van de verschillende combinaties waarvoor EG-typegoedkeuring moet worden verleend:

motor,

versnellingsbak,

aangedreven assen (aantal, plaats en onderlinge verbinding),

gestuurde assen (aantal en plaats),

carrosserievormen,

aantal deuren,

kant van het stuur,

aantal zitplaatsen,

niveau van de uitrusting.

3.   TOEPASSELIJKE VOORSCHRIFTEN

3.1.

De overeenkomstig deze bijlage verleende EG-typegoedkeuringen zijn afgestemd op de staat van voltooiing van het voertuigtype en omvatten alle voor eerdere fasen verleende goedkeuringen.

3.2.

Voor de typegoedkeuring voor het gehele voertuig is de wetgeving (met name de voorschriften van bijlage II en de specifieke regelgevingen die in bijlage IV en bijlage XI bij deze richtlijn worden genoemd) op dezelfde wijze van toepassing als wanneer de goedkeuring zou zijn verleend (of verlengd) aan de fabrikant van het basisvoertuig.

3.2.1.

Indien een voertuigsysteem/onderdeeltype niet is gewijzigd, blijft de in de voorgaande fase verleende goedkeuring voor het systeem/onderdeel geldig zolang de datum voor de eerste registratie zoals bepaald in de desbetreffende regelgeving nog niet is bereikt.

3.2.2.

Wanneer een voertuigsysteemtype in de volgende fase zodanig is gewijzigd dat het opnieuw moet worden getest ten behoeve van de typegoedkeuring, moet de beoordeling worden beperkt tot uitsluitend de delen van het systeem die zijn gewijzigd of die gevolgen hebben ondervonden van de wijzigingen.

3.2.3.

Wanneer een voertuigsysteem of een type voor een geheel voertuig door een andere fabrikant in de volgende fase dusdanig is gewijzigd dat, met uitzondering van de naam van de fabrikant, het nog steeds kan worden beschouwd als hetzelfde type, dan kunnen de voor bestaande typen geldende voorschriften nog steeds worden gebruikt zolang de datum voor de eerste registratie zoals bepaald in de desbetreffende regelgeving nog niet is bereikt.

3.2.4.

Wanneer de voertuigcategorie wordt veranderd, moet aan de desbetreffende voorschriften van de nieuwe categorie worden voldaan. De typegoedkeuringscertificaten van de voorgaande categorie kunnen worden aanvaard mits de voorschriften waaraan het voertuig voldoet hetzelfde of strenger zijn dan die van toepassing zijn op de nieuwe categorie.

3.3.

Als de goedkeuringsinstantie hiermee instemt, hoeft een aan de fabrikant van de volgende fase verleende typegoedkeuring van een geheel voertuig niet te worden verlengd of herzien wanneer een verlenging voor het voertuig van de voorgaande fase geen invloed heeft op de latere fase of de technische gegevens van het voertuig. Echter, het typegoedkeuringsnummer inclusief de verlenging van het voertuig van de voorgaande fase(n) moet worden gekopieerd in punt 0.2.2 van het certificaat van overeenstemming van het voertuig van een volgende fase.

3.4.

Wanneer de laadruimte van een compleet of voltooid voertuig van categorie N of O is gewijzigd door een andere fabrikant voor de toevoeging van verwijderbare bevestigingsmiddelen voor opslag en bevestiging van de lading (bijvoorbeeld voering van de laadbak, opslagrekken en imperialen), kunnen dergelijke onderdelen worden behandeld als deel van de nuttige massa en is een goedkeuring niet nodig, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a)

de wijzigingen hebben geen invloed op de typegoedkeuring van het voertuig, behalve een toename van de feitelijke massa van het voertuig;

b)

de toegevoegde bevestigingsmiddelen kunnen worden verwijderd zonder het gebruik van speciaal gereedschap.

4.   IDENTIFICATIE VAN HET VOERTUIG

4.1.

Het bij Verordening (EU) nr. 19/2011 (1) voorgeschreven identificatienummer van het basisvoertuig (VIN) wordt tijdens alle daaropvolgende fasen van het typegoedkeuringsproces behouden om de „traceerbaarheid” ervan te waarborgen.

4.2.

In de tweede en latere fasen bevestigt iedere fabrikant ter aanvulling van de bij Verordening (EU) nr. 19/2011 voorgeschreven plaat nog een plaat op het voertuig, waarvan in het aanhangsel bij deze bijlage een model wordt gegeven. Deze plaat wordt vast bevestigd op een in het oog springende en gemakkelijk toegankelijke plaats op een onderdeel dat normaal niet wordt vervangen zolang het voertuig in gebruik is. Hierop moeten duidelijk en onuitwisbaar in de onderstaande volgorde de volgende gegevens worden vermeld:

naam van de fabrikant,

de delen 1, 3 en 4 van het EG-typegoedkeuringsnummer,

goedkeuringsfase,

voertuigidentificatienummer van het basisvoertuig,

de technisch toelaatbare maximummassa van het voertuig in beladen toestand wanneer deze waarde tijdens de lopende goedkeuringsfase is veranderd,

de technisch toelaatbare maximummassa in beladen toestand van de combinatie (wanneer deze waarde tijdens de lopende goedkeuringsfase is veranderd of indien het voertuig een aanhangwagen mag trekken). „0” worden gebruikt indien het voertuig geen aanhangwagen mag trekken,

de technisch toelaatbare maximummassa op elke as, waarbij de assen in volgorde van voren naar achteren worden vermeld, wanneer deze waarde tijdens de lopende goedkeuringsfase is veranderd,

in het geval van een oplegger of middenasaanhangwagen, de technisch toelaatbare maximummassa op het koppelpunt, wanneer deze waarde tijdens de lopende goedkeuringsfase is veranderd.

Tenzij hierboven anders vermeld, moet de plaat aan de voorschriften van bijlage I en bijlage II bij Verordening (EU) nr. 19/2011 voldoen.

Aanhangsel

MODEL VAN DE EXTRA PLAAT VAN DE FABRIKANT

Onderstaand voorbeeld dient uitsluitend ter indicatie.

NAAM VAN DE FABRIKANT (fase 3)

e2*2007/46*2609

Fase 3

WD9VD58D98D234560

1 500 kg

2 500 kg

1-700 kg

2-810 kg


(1)  Verordening (EU) nr. 19/2011 van de Commissie van 11 januari 2011 betreffende typegoedkeuringsvoorschriften voor de voorgeschreven constructieplaat en voor het voertuigidentificatienummer van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 661/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende typegoedkeuringsvoorschriften voor de algemene veiligheid van motorvoertuigen, aanhangwagens daarvan en daarvoor bestemde systemen, onderdelen en technische eenheden (PB L 8 van 12.1.2011, blz. 1).


1.11.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 315/13


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1172/2014 VAN DE COMMISSIE

van 31 oktober 2014

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 oktober 2014.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

AL

62,5

MA

74,2

MK

57,9

ZZ

64,9

0707 00 05

AL

74,3

MK

80,7

TR

126,5

ZZ

93,8

0709 93 10

MA

64,8

TR

135,9

ZZ

100,4

0805 50 10

AR

72,8

TR

89,7

UY

29,5

ZZ

64,0

0806 10 10

BR

292,6

MD

36,9

PE

376,1

TR

147,9

US

400,6

ZZ

250,8

0808 10 80

BR

53,2

CA

88,6

CL

87,4

NZ

145,6

US

207,7

ZA

169,6

ZZ

125,4

0808 30 90

CN

68,8

TR

99,6

ZZ

84,2


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


BESLUITEN

1.11.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 315/15


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 30 oktober 2014

tot vaststelling van de soort, de opmaak en de frequentie van de door de lidstaten te verstrekken informatie over technieken voor geïntegreerd emissiebeheer die in aardolie- en gasraffinaderijen worden toegepast, overeenkomstig Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 7517)

(Voor de EER relevante tekst)

(2014/768/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) (1), en met name artikel 72, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Uitvoeringsbesluit 2014/738/EU van de Commissie (2) worden conclusies over de beste beschikbare technieken („BBT-conclusies”) voor het raffineren van aardolie en gas vastgesteld. Met de in dat besluit vastgestelde BBT-conclusies 57 en 58 worden de lidstaten in staat gesteld een techniek voor geïntegreerd emissiebeheer toe te passen voor emissies van stikstofoxiden (NOx) en zwaveldioxide (SO2) door bepaalde technische eenheden.

(2)

Aardolie- en gasraffinaderijen zijn belangrijke emissiebronnen van luchtverontreinigende stoffen, met name zwaveldioxide en stikstofoxiden. Als raffinaderijen een techniek voor geïntegreerd emissiebeheer zouden gebruiken, zou dit de belangrijkste bepalende factor voor de milieuprestaties van deze raffinaderijen worden.

(3)

Er moeten specifieke verslagleggingsvereisten worden vastgesteld teneinde de Commissie in staat te stellen om te beoordelen of BBT 57 en BBT 58 correct zijn toegepast en meer in het bijzonder om na te gaan of de techniek voor geïntegreerde emissiebeheer dusdanig is ontworpen, wordt uitgevoerd en wordt geëxploiteerd dat aan de beginselen van een gelijkwaardige milieuresultaat wordt voldaan zoals beschreven in die BBT-conclusies.

(4)

De soort informatie die de lidstaten betreffende de uitvoering van de in BBT 57 en BBT 58 beschreven technieken voor geïntegreerd emissiebeheer moeten verstrekken, moet worden vastgesteld en moet onder meer een beschrijving van de belangrijkste ontwerpkenmerken van de toegepaste technieken omvatten, alsmede de vastgestelde geassocieerde emissiegrenswaarden, het daarmee verbonden monitoringsysteem en de resultaten daarvan.

(5)

Uit hoofde van artikel 72, lid 1, van Richtlijn 2010/75/EU moeten de lidstaten de gegevens over de toepassing van de beste beschikbare technieken elektronisch toezenden. Om de consistentie en samenhang van de door de lidstaten beschikbaar te stellen informatie te waarborgen, moeten zij gebruikmaken van het elektronische verslagleggingsformaat dat de Commissie, bijgestaan door het Europees Milieuagentschap, voor dat doel heeft ontwikkeld.

(6)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 75, lid 1, van Richtlijn 2010/75/EU ingestelde comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Verslaglegging door de lidstaten

1.   De lidstaten verstrekken de Commissie de informatie over de uitvoering van de technieken voor geïntegreerd emissiebeheer die in de bij Uitvoeringsbesluit 2014/738/EU vastgestelde BBT 57 en BBT 58 zijn beschreven.

De in de eerste alinea bedoelde informatie wordt overeenkomstig de bijlage beschikbaar gesteld en heeft betrekking op de jaren 2017, 2018 en 2019. Die informatie moet voor elke aardolie- en gasraffinaderij beschikbaar worden gesteld waar een in BBT 57 of BBT 58 beschreven techniek voor een geïntegreerd emissiebeheer wordt toegepast voor emissies in de lucht van stikstofoxiden (NOx) en zwaveldioxide (SO2).

2.   De in lid 1 bedoelde informatie wordt uiterlijk op 30 september 2020 met behulp van het daarvoor bedoelde elektronische verslagleggingsformaat aan de Commissie ter beschikking gesteld.

Artikel 2

Adressaten

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 30 oktober 2014.

Voor de Commissie

Janez POTOČNIK

Lid van de Commissie


(1)  PB L 334 van 17.12.2010, blz. 17.

(2)  Uitvoeringsbesluit 2014/738/EU van de Commissie van 9 oktober 2014 tot vaststelling van de BBT-conclusies (beste beschikbare technieken) op grond van Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad voor het raffineren van aardolie en gas (PB L 307 van 28.10.2014, blz. 38).


BIJLAGE

Soort informatie die aan de Commissie moet worden verstrekt over technieken voor geïntegreerd emissiebeheer in aardolie- en gasraffinaderijen

1.   Algemene informatie

1.1.

Referentienummer van de installatie: uniek installatie-identificatienummer in het kader van Richtlijn 2010/75/EU.

1.2.

Naam van de installatie.

1.3.

Naam van de exploitant.

1.4.

Adres van de installatie: straat en huisnummer, postcode, plaats en land.

2.   Informatie over het toepassingsgebied van de technieken voor geïntegreerd emissiebeheer en de toepasselijke emissiegrenswaarden

2.1.

Lijst en beschrijving van de stook- en proceseenheden waarop de technieken voor geïntegreerd emissiebeheer voor NOx en SO2 van toepassing zijn, met name:

a)

soort eenheid (stookeenheid, wervelbedkraker, eenheid voor de terugwinning van zwavel uit rookgas);

b)

nominaal thermisch ingangsvermogen (voor stookeenheden);

c)

soort(en) gestookte brandstof (voor stookeenheden);

d)

nieuwe of bestaande eenheid;

e)

aanzienlijke en structurele veranderingen, bv. in de werking of het brandstofgebruik, tijdens de verslagperiode, die van invloed waren op de toepasselijke met de BBT geassocieerde emissieniveaus (BBT-GEN's).

2.2.

In het kader van de technieken voor geïntegreerd emissiebeheer toepasselijke emissiegrenswaarden voor NOx en SO2, waarbij het volgende moet worden gespecificeerd:

a)

waarden, eenheden, middelingstijden en referentieomstandigheden;

b)

hoe deze grenswaarden zijn vastgesteld in verband met de in de conclusies uit hoofde van Uitvoeringsbesluit 2014/738/EU vastgelegde BBT 57 en BBT 58;

c)

welke emissieconcentraties voor elke betrokken eenheid zijn onderzocht in verband met BBT 57 en BBT 58 en in vergelijking met de afzonderlijke BBT-GEN's en met de BBT geassocieerde milieuprestatieniveaus (BBT-GMPN's) voor eenheden voor de terugwinning van zwavel uit rookgas;

d)

welk rookgasbediet (of andere factoren) als wegingsfactor voor elke eenheid is gebruikt en hoe dit is bepaald;

e)

welke andere elementen of factoren voor de vaststelling van de grenswaarden zijn gebruikt.

3.   Informatie over het monitoringsysteem

3.1.

Beschrijving van het monitoringsysteem dat bij toepassing van de technieken voor geïntegreerd emissiebeheer voor de bepaling van de emissies wordt gebruikt.

3.2.

Bijzonderheden over de gemeten en berekende parameters, de gebruikte soort (directe, indirecte) metingen en meetmethoden, de gebruikte berekeningsfactoren (en redenen daarvoor) en de monitoringfrequentie.

4.   Informatie over de resultaten van de monitoring

Overzicht van de resultaten van de monitoring om aan te tonen dat aan de toepasselijke in BBT 57 en BBT 58 vastgelegde BBT-GEN's is voldaan en dat de daaruit voortvloeiende emissies gelijk zijn aan of lager zijn dan de emissies bij de toepassing van de toepasselijke BBT-GEN's en met de BBT geassocieerde milieuprestatieniveaus op het niveau van de afzonderlijke eenheid, waarin in elk geval het volgende moet worden vermeld:

a)

gemiddelde concentratie van de emissies in alle betrokken eenheden (mg/Nm3, alle maandelijkse gemiddelden over een heel jaar);

b)

totale maandelijkse emissie in alle betrokken eenheden (ton/maand);

c)

gemiddelde concentratie van de emissies per betrokken eenheid (mg/Nm3, alle maandelijkse gemiddelden over een heel jaar);

d)

rookgasdebiet per betrokken eenheid (Nm3/uur, alle maandelijkse gemiddelden over een heel jaar).


1.11.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 315/19


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 30 oktober 2014

ter bevestiging of wijziging van de gemiddelde specifieke CO2-emissies en specifieke emissiedoelstellingen voor fabrikanten van nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen voor het kalenderjaar 2013 overeenkomstig Verordening (EU) nr. 510/2011 van het Europees Parlement en de Raad

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 7863)

(Slechts de teksten in de Duitse, de Engelse, de Franse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese en de Zweedse taal zijn authentiek)

(2014/769/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 510/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2011 tot vaststelling van emissienormen voor nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen in het kader van de geïntegreerde benadering van de Unie om de CO2-emissies van lichte voertuigen te beperken (1), en met name artikel 8, lid 6, en artikel 10, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 8, lid 6, van Verordening (EU) nr. 510/2011 moet de Commissie elk jaar de gemiddelde specifieke CO2-emissies en de specifieke emissiedoelstellingen bevestigen of wijzigen voor alle fabrikanten van lichte bedrijfsvoertuigen in de Unie. Op basis daarvan moet de Commissie vaststellen of de fabrikanten en overeenkomstig artikel 7, lid 1, van die verordening gevormde groepen van fabrikanten hun specifieke emissiedoelstellingen overeenkomstig artikel 4 van die verordening hebben nageleefd.

(2)

Voor de kalenderjaren 2012 en 2013 zijn de specifieke emissiedoelstellingen niet bindend, zodat de Commissie indicatieve doelstellingen moet berekenen. Aangezien die indicatieve doelstellingen voor de fabrikanten als indicatie dienen voor de inspanningen die zij nog moeten leveren om de verplichte doelstelling in 2014 te bereiken, dienen de gemiddelde specifieke CO2-emissies van fabrikanten voor 2012 en 2013 te worden bepaald overeenkomstig de voorschriften van artikel 4, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 510/2011 en dient 70 % van de in die jaren geregistreerde nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen van een fabrikant in aanmerking te worden genomen.

(3)

De gedetailleerde gegevens die moeten worden gebruikt voor de berekening van de gemiddelde specifieke CO2-emissies en de specifieke emissiedoelstellingen zijn opgenomen in deel A, punt 1, van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 510/2011 en zijn gebaseerd op de registraties van nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen in de lidstaten.

(4)

Wanneer voor lichte bedrijfsvoertuigen typegoedkeuring is verleend in een meerfasenprocedure, schrijft deel B, punt 7, van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 510/2011 voor dat de fabrikant van het basisvoertuig de verantwoordelijkheid draagt voor de CO2-emissies van het voltooide voertuig. In afwachting van de toepassing vanaf 1 januari 2014 van de in punt 5 van bijlage XII bij Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie (2) vastgestelde procedure om voor deze categorie van voertuigen CO2-emissies te bepalen, moet de Commissie de specifieke emissiedoelstelling voor fabrikanten van basisvoertuigen berekenen door gebruik te maken van de massa in rijklare toestand van het voltooide voertuig als gedefinieerd in artikel 3, lid 1, onder g), van Verordening (EU) nr. 510/2011 en moet zij overeenkomstig artikel 4, tweede alinea, van die verordening de specifieke CO2-emissies van het basisvoertuig gebruiken.

(5)

De gegevens voor 2013 werden door alle lidstaten (behalve Kroatië) overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) nr. 510/2011 uiterlijk op 28 februari 2014 bij de Commissie ingediend. Indien uit de controle bleek dat bepaalde gegevens ontbraken of onjuist waren, heeft de Commissie contact opgenomen met de betrokken lidstaten en, met de toestemming van deze lidstaten, de gegevens aangepast of aangevuld. Indien geen overeenstemming kon worden bereikt met een lidstaat, werden de voorlopige gegevens van die lidstaat niet in aangepast.

(6)

Er dient te worden opgemerkt dat verscheidene lidstaten er niet in geslaagd zijn om in hun huidige monitoringsystemen een onderscheid te maken tussen complete en voltooide lichte bedrijfsvoertuigen. Bijgevolg moeten de gegevens voor 2013 inzake lichte bedrijfsvoertuigen als onvolledig worden beschouwd voor wat betreft de monitoring van voertuigen waarvoor typegoedkeuring is verleend in een meerfasenprocedure. Teneinde dit probleem aan te pakken moeten de monitoringsystemen van zowel de Unie als de lidstaten met ingang van 1 januari 2015 worden aangepast.

(7)

Op 21 mei 2014 heeft de Commissie overeenkomstig artikel 8, lid 4, van Verordening (EU) nr. 510/2011 de voorlopige gegevens inzake lichte bedrijfsvoertuigen gepubliceerd en 58 fabrikanten in kennis gesteld van de voorlopige berekeningen van hun gemiddelde specifieke CO2-emissies in 2013 en van hun specifieke emissiedoelstellingen. De fabrikanten werd gevraagd de gegevens te controleren en de Commissie overeenkomstig artikel 8, lid 5, van die verordening binnen drie maanden na ontvangst van de kennisgeving in kennis te stellen van eventuele fouten in de gegevens. 25 fabrikanten stelden de Commissie in kennis van fouten in de gegevens.

(8)

Voor de 33 fabrikanten die geen fouten in de gegevensbestanden hebben gemeld, moeten de voorlopige gegevens en de voorlopige berekeningen van de gemiddelde specifieke CO2-emissies en de specifieke emissiedoelstellingen ongewijzigd worden bevestigd.

(9)

De Commissie heeft de door de fabrikanten meegedeelde correcties en de respectieve redenen gecontroleerd en de gegevensbestanden zijn waar nodig gewijzigd.

(10)

Wanneer in de gegevens identificatieparameters ontbreken of fout zijn, zoals type, variant, uitvoeringscode of typegoedkeuringsnummer, moet rekening worden gehouden met het feit dat de fabrikanten die gegevens niet kunnen controleren of corrigeren. Daarom moet er een foutmarge worden toegepast op de CO2-emissies en massawaarden in die gegevens.

(11)

De foutmarge moet worden berekend als het verschil tussen de afstanden tot de specifieke emissiedoelstelling, die worden uitgedrukt als de gemiddelde emissies minus de specifieke emissiedoelstelling, berekend inclusief en exclusief de registraties die door de fabrikant niet kunnen worden gecontroleerd. De foutmarge moet de afstand tot de specifieke emissiedoelstelling van de fabrikant altijd verkleinen, ongeacht of dit verschil positief of negatief is.

(12)

De gemiddelde specifieke CO2-emissies van in 2013 geregistreerde nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen, de specifieke emissiedoelstellingen en het verschil tussen deze twee waarden moeten dienovereenkomstig worden bevestigd of gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De waarden van de prestaties van fabrikanten, als overeenkomstig artikel 8, lid 6, van Verordening (EU) nr. 510/2011 bevestigd of gewijzigd voor elke fabrikant van lichte bedrijfsvoertuigen en voor elke groep van fabrikanten van lichte bedrijfsvoertuigen met betrekking tot het kalenderjaar 2013, zijn gespecificeerd in de bijlage bij dit besluit.

De waarden zoals bedoeld in artikel 10, lid 1, onder a) tot en met e), van Verordening (EU) nr. 510/2011 zijn voor elke fabrikant van lichte bedrijfsvoertuigen en voor elke groep van fabrikanten van lichte bedrijfsvoertuigen met betrekking tot het kalenderjaar 2013 eveneens gespecificeerd in de bijlage bij dit besluit, met de in artikel 2, lid 4, van die verordening vastgestelde uitzondering voor de desbetreffende fabrikanten.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de volgende individuele fabrikanten en overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EU) nr. 510/2011 gevormde groepen:

(1)

Alke S.r.l.

via Vigonovese 123

35127 Padua

Italië

(2)

Audi AG

Berliner Ring 2

38436 Wolfsburg

Duitsland

(3)

Automobiles Citroen

Route de Gizy

78943 Vélizy-Villacoublay

Cedex Frankrijk

(4)

Automobiles Peugeot

Route de Gizy

78943 Vélizy-Villacoublay

Cedex Frankrijk

(5)

AVTOVAZ JSC

In de EU vertegenwoordigd door:

LADA France S.A.S.

13, Route Nationale 10

78310 Coignieres

Frankrijk

(6)

Bayerische Motoren Werke AG

Petuelring 130

80788 München

Duitsland

(7)

BMW M GmbH

Petuelring 130

80788 München

Duitsland

(8)

Chrysler Group LLC

In de EU vertegenwoordigd door:

Chrysler Management Austria GmbH

Bundesstraße 83

8071 Dörfla bei Graz

Oostenrijk

(9)

Automobile Dacia S.A.

Guyancourt

1 avenue du Golf

78288 Guyancourt Cedex

Frankrijk

(10)

Daimler AG

Mercedesstr 137/1 Zimmer 229

HPC F403

70327 Stuttgart

Duitsland

(11)

Dongfeng Motor Corporation

In de EU vertegenwoordigd door:

Giotti Victoria Srl

Via Pisana 11/a

50021 Barberino Val D' Elsa (Firenze)

Italië

(12)

DR Motor Company S.p.A.

S S 85, Venafrana km 37.500

86070 Macchia d'Isernia

Italië

(13)

Fiat Group Automobiles S.p.A.

c.so Settembrini 40 Gate 8

Building 5 Room A8N

10135 Torino

Italië

(14)

Ford Motor Company of Australia Ltd

In de EU vertegenwoordigd door:

Ford Werke GmbH

Niehl Plant, building Imbert 479

Henry-Ford-Straße 1

50735 Köln

Duitsland

(15)

Ford Motor Company

Niehl Plant, building Imbert 479

Henry-Ford-Straße 1

50735 Köln

Duitsland

(16)

Ford Werke GmbH

Niehl Plant, building Imbert 479

Henry-Ford-Straße 1

50735 Köln

Duitsland

(17)

Fuji Heavy Industries Ltd

In de EU vertegenwoordigd door:

Subaru Europe NV/SA

Leuvensesteenweg 555 B/8

1930 Zaventem

België

(18)

Mitsubishi Fuso Truck &Bus Corporation

In de EU vertegenwoordigd door:

Daimler AG,

Mercedesstr 137/1 Zimmer 229

HPC F403

70327 Stuttgart

Duitsland

(19)

GM Korea Company

Adam Opel AG

Bahnhofsplatz 1 IPC 39-12

65423 Rüsselsheim

Duitsland

(20)

GAC Gonow Auto Co., Ltd

In de EU vertegenwoordigd door:

Gonow Europe S.r.l.

Direzione Generale Via Aurelia 1250

00166 Roma

Italië

(21)

Great Wall Motor Company Ltd

In de EU vertegenwoordigd door:

International Motors Limited

I.M. House South Drive

Coleshill B46 1DF

Verenigd Koninkrijk

(22)

Hebei Zhongxing Automobile Co., Ltd

In de EU vertegenwoordigd door:

URSUS SA Lublin,

ul. Frezerów 7,

20-952 Lublin,

Polen

(23)

Honda of the UK Manufacturing Ltd

470 London Road

Slough Berkshire

SL3 8QY

Verenigd Koninkrijk

(24)

Hyundai Motor Company

In de EU vertegenwoordigd door:

Hyundai Motor Europe GmbH

Kaiserleipromenade 5

63067 Offenbach

Duitsland

(25)

Hyundai Assan Otomotiv Sanayi Ve Ticaret A.S.

In de EU vertegenwoordigd door:

Hyundai Motor Europe GmbH

Kaiserleipromenade 5

63067 Offenbach

Duitsland

(26)

Hyundai Motor Manufacturing Czech S.r.o.

Kaiserleipromenade 5

63067 Offenbach

Duitsland

(27)

Hyundai Motor India Ltd

In de EU vertegenwoordigd door:

Hyundai Motor Europe GmbH

Kaiserleipromenade 5

63067 Offenbach

Duitsland

(28)

Isuzu Motors Limited

In de EU vertegenwoordigd door:

Isuzu Motors Europe NV

Bist 12

2630 Aartselaar

België

(29)

IVECO S.p.A.

Via Puglia 35

10156 Torino

Italië

(30)

Jaguar Land Rover Limited

W 10/5 Abbey Road

Whitley Coventry CV3 4LF

Verenigd Koninkrijk

(31)

KIA Motors Corporation

In de EU vertegenwoordigd door:

Kia Motors Europe GmbH

Theodor-Heuss-Allee 11

60486 Frankfurt am Main

Duitsland

(32)

KIA Motors Slovakia S.r.o.

Theodor-Heuss-Allee 11

60486 Frankfurt am Main

Duitsland

(33)

LADA Automobile GmbH

Erlengrund 7-11

21614 Buxtehude

Duitsland

(34)

LADA France S.A.S.

13 Route Nationale 10

78310 Coignieres

Frankrijk

(35)

Magyar Suzuki Corporation Ltd

Suzuki International Europe GmbH

Legal Department Suzuki-Allee 7

64625 Bensheim

Duitsland

(36)

Mahindra & Mahindra Ltd

In de EU vertegenwoordigd door:

Mahindra Europe S.r.l.

Via Cancelliera 35

00040 Ariccia (Roma)

Italië

(37)

Maruti Suzuki India Ltd

In de EU vertegenwoordigd door:

Suzuki International Europe GmbH

Legal Department Suzuki-Allee 7

64625 Bensheim

Duitsland

(38)

Mazda Motor Corporation

In de EU vertegenwoordigd door:

Mazda Motor Europe GmbH

European R&D Centre

Hiroshimastr 1

D-61440 Oberursel/Ts

Duitsland

(39)

Mia Electric S.A.S.

45, rue des Pierrières BP 60324

79143 Ceriazay Cedex

Frankrijk

(40)

Mitsubishi Motors Corporation MMC

In de EU vertegenwoordigd door:

Mitsubishi Motors Europe bv MME

Mitsubishi Avenue 21

6121 SG Born

Nederland

(41)

Mitsubishi Motors Europe bv MME

Mitsubishi Avenue 21

6121 SG Born

Nederland

(42)

Mitsubishi Motors Thailand Co., Ltd MMTh

In de EU vertegenwoordigd door:

Mitsubishi Motors Europe BV MME

Mitsubishi Avenue 21

6121 SG Born

Nederland

(43)

Nissan International SA

In de EU vertegenwoordigd door:

Renault Nissan Representation Office

Kunstlaan 40

1040 Brussel

België

(44)

Adam Opel AG

Bahnhofsplatz 1IPC 39-12

65423 Rüsselsheim

Duitsland

(45)

Piaggio & C S.p.A.

Viale Rinaldo Piaggio 25

56025 Pontedera (PI)

Italië

(46)

Dr.Ing h.c.F.Porsche AG

Porscheplatz 1

70435 Stuttgart

Duitsland

(47)

Quattro GmbH

Berliner Ring 2

38436 Wolfsburg

Duitsland

(48)

Renault S.A.S.

Guyancourt 1 avenue du Golf

78288 Guyancourt Cedex

Frankrijk

(49)

Renault Trucks

99 Route de Lyon TER L10 0 01

69802 Saint Priest Cedex

Frankrijk

(50)

Seat SA

Berliner Ring 2

38436 Wolfsburg

Duitsland

(51)

Skoda Auto AS

Berliner Ring 2

38436 Wolfsburg

Duitsland

(52)

Ssangyong Motor Company

In de EU vertegenwoordigd door:

Ssangyong European Parts Center bv

IABC 5253/5254

4B14 RD Breda

Nederland

(53)

Suzuki Motor Corporation

In de EU vertegenwoordigd door:

Suzuki International Europe GmbH

Legal Department Suzuki-Allee 7

64625 Bensheim

Duitsland

(54)

Tata Motors Limited

In de EU vertegenwoordigd door:

Tata Motors European Technical Centre Plc.

Internal Automotive Research Centre

University of Warwick

Coventry CV4 7AL

Verenigd Koninkrijk

(55)

Toyota Motor Europe NV/SA

Bourgetlaan 60

1140 Brussel

België

(56)

Toyota Caetano Portugal S.A.

Avenida Vasco de Gama 1410

4431-956 Vila Nova de Gaia

Portugal

(57)

Volkswagen AG

Berliner Ring 2

38436 Wolfsburg

Duitsland

(58)

Volvo Car Corporation

VAK building Assar Gabrielssons väg

SE-405 31 Göteborg

Zweden

(59)

Groep voor: Ford-Werke GmbH

Niehl Plant, building Imbert 479

Henry-Ford-Straße 1

50735 Köln

Duitsland

(60)

Groep voor: Mitsubishi Motors

Mitsubishi Avenue 21

6121 SG Born

Nederland

Het wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 30 oktober 2014.

Voor de Commissie

Connie HEDEGAARD

Lid van de Commissie


(1)  PB L 145 van 31.5.2011, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie van 18 juli 2008 tot uitvoering en wijziging van Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie (PB L 199 van 28.7.2008, blz. 1).


BIJLAGE

Tabel 1

Waarden van de prestaties van fabrikanten als bedoeld in artikel 1

A

B

C

D

E

F

G

H

I

Naam fabrikant

Groepen fabrikanten en afwijkingen

Aantal registraties

Gecorrigeerde gemiddelde CO2 (70 %)

Specifieke emissiedoelstelling

Afstand tot de doelstelling

Aangepaste afstand tot de doelstelling

Gemiddelde massa

Gemiddelde CO2 (100 %)

ALKE SRL

 

3

0,000

176,767

– 176,767

– 176,767

1 725,00

0,000

AUDI AG

 

956

126,447

167,776

– 41,329

– 41,329

1 628,32

139,872

AUTOMOBILES CITROEN

 

130 216

132,088

165,747

– 33,659

– 33,659

1 606,51

153,024

AUTOMOBILES PEUGEOT

 

129 301

131,800

166,577

– 34,777

– 34,777

1 615,43

153,742

AVTOVAZ JSC

 

188

213,061

137,118

75,943

75,943

1 298,67

216,681

BAYERISCHE MOTOREN WERKE AG

 

1 400

107,298

142,422

– 35,124

– 35,124

1 355,70

118,907

BMW M GMBH

 

250

133,771

179,006

– 45,235

– 45,235

1 749,08

147,264

CHRYSLER GROUP LLC

 

975

203,633

210,290

– 6,657

– 6,657

2 085,46

214,657

AUTOMOBILE DACIA SA

 

17 056

118,698

134,724

– 16,026

– 16,026

1 272,93

132,385

DAIMLER AG

 

113 930

190,454

209,487

– 19,033

– 19,819

2 076,83

204,616

DONGFENG MOTOR CORPORATION

 

660

157,693

123,311

34,382

34,382

1 150,20

165,639

DR MOTOR COMPANY SRL

DMA

2

163,000

 

 

 

1 395,00

169,000

FIAT GROUP AUTOMOBILES SPA

 

113 326

141,438

170,671

– 29,233

– 29,233

1 659,45

157,488

FORD MOTOR COMPANY OF AUSTRALIA LIMITED

P1

8 306

213,047

218,129

– 5,082

– 5,788

2 169,75

227,220

FORD MOTOR COMPANY

P1

231

209,820

216,776

– 6,956

– 6,956

2 155,20

223,377

FORD-WERKE GMBH

P1

139 486

174,866

189,160

– 14,294

– 14,718

1 858,26

188,594

FUJI HEAVY INDUSTRIES LTD

DMA

12

151,250

 

 

 

1 617,50

158,083

MITSUBISHI FUSO TRUCK & BUS CORPORATION

 

509

243,728

218,545

25,183

25,183

2 174,23

252,462

GM KOREA COMPANY

 

190

132,797

167,210

– 34,413

– 34,413

1 622,24

146,321

GONOW AUTO CO LTD

A

81

201,536

156,933

44,603

44,603

1 511,73

217,111

GREAT WALL MOTOR COMPANY LIMITED

A

377

253,163

190,421

62,742

62,742

1 871,82

261,883

HEBEI ZHONGXING AUTOMOBILE CO Ltd

DMA

37

228,880

 

 

 

1 927,24

230,541

HONDA OF THE UK MANUFACTURING LTD

 

148

150,981

173,488

– 22,507

– 22,507

1 689,74

159,568

HYUNDAI MOTOR COMPANY

 

1 116

194,493

209,191

– 14,698

– 14,721

2 073,65

199,435

HYUNDAI ASSAN OTOMOTIV SANAYI VE

 

56

99,000

126,944

– 27,944

– 27,944

1 189,27

101,696

HYUNDAI MOTOR MANUFACTURING CZECH SRO

 

438

119,085

144,904

– 25,819

– 25,819

1 382,39

128,993

HYUNDAI MOTOR INDIA LTD

 

13

106,222

120,695

– 14,473

– 14,473

1 122,08

108,538

ISUZU MOTORS LIMITED

 

9 591

194,209

208,343

– 14,134

– 14,211

2 064,53

203,406

IVECO SPA

 

22 853

215,230

235,846

– 20,616

– 20,616

2 360,26

223,520

JAGUAR LAND ROVER LIMITED

A

11 351

268,105

204,771

63,334

63,304

2 026,12

276,175

KIA MOTORS CORPORATION

 

618

105,928

133,172

– 27,244

– 27,244

1 256,24

117,519

KIA MOTORS SLOVAKIA SRO

 

195

120,110

149,191

– 29,081

– 29,081

1 428,48

131,487

LADA AUTOMOBILE GMBH

 

24

225,000

134,817

90,183

90,183

1 273,92

225,000

LADA FRANCE SAS

 

17

179,000

140,634

38,366

38,366

1 336,47

181,706

MAGYAR SUZUKI CORPORATION LTD

DMA

48

117,485

 

 

 

1 293,85

124,208

MAHINDRA & MAHINDRA LTD

DMA

137

214,484

 

 

 

2 110,26

222,307

MARUTI SUZUKI INDIA LTD

DMA

4

99,000

 

 

 

930,00

99,000

MAZDA MOTOR CORPORATION

DMA

393

156,295

 

 

 

1 857,95

179,527

MIA ELECTRIC SAS

 

67

0,000

99,972

– 99,972

– 99,972

899,25

0,000

MITSUBISHI MOTORS CORPORATION MMC

P2/A

7 682

201,514

192,934

8,580

8,580

1 898,84

207,294

MITSUBISHI MOTORS EUROPE BV MME

P2/A

329

228,039

208,761

19,278

19,278

2 069,02

229,532

MITSUBISHI MOTORS THAILAND CO LTD MMTH

P2/A

3 332

202,931

201,498

1,433

1,433

1 990,92

206,960

NISSAN INTERNATIONAL SA

 

37 487

170,623

190,191

– 19,568

– 19,568

1 869,34

191,780

ADAM OPEL AG

 

67 369

164,033

176,676

– 12,643

– 12,655

1 724,02

177,764

PIAGGIO & C SPA

D

2 304

110,431

116,932

– 6,501

– 6,501

1 081,61

142,355

DR ING HCF PORSCHE AG

 

69

202,625

220,133

– 17,508

– 17,508

2 191,30

219,551

QUATTRO GMBH

 

5

236,667

186,160

50,507

50,507

1 826,00

241,600

RENAULT SAS

 

184 708

114,165

165,846

– 51,681

– 51,705

1 607,57

151,657

RENAULT TRUCKS

 

3 845

211,847

220,438

– 8,591

– 8,591

2 194,58

221,365

SEAT SA

 

1 132

99,999

128,148

– 28,149

– 28,201

1 202,21

105,428

SKODA AUTO AS

 

4 591

122,491

133,043

– 10,552

– 18,894

1 254,85

130,964

SSANGYONG MOTOR COMPANY

A

753

199,178

209,424

– 10,246

– 10,246

2 076,15

205,681

SUZUKI MOTOR CORPORATION

DMA

250

161,137

 

 

 

1 253,50

164,052

TATA MOTORS LIMITED

 

260

192,176

202,295

– 10,119

– 10,119

1 999,49

193,438

TOYOTA MOTOR EUROPE NV SA

 

24 281

179,208

194,259

– 15,051

– 17,217

1 913,09

191,346

TOYOTA CAETANO PORTUGAL SA

DMA

455

256,849

 

 

 

1 902,27

258,701

VOLKSWAGEN AG

 

163 306

164,829

186,358

– 21,529

– 21,810

1 828,13

180,171

VOLVO CAR CORPORATION

 

848

161,089

204,010

– 42,921

– 42,921

2 017,94

177,013


Tabel 2

Waarden van de prestaties van groepen fabrikanten als bedoeld in artikel 1

A

B

C

D

E

F

G

H

I

Naam van de groep

Groep

Aantal registraties

Gecorrigeerde gemiddelde CO2 (70 %)

Specifieke emissiedoelstelling

Afstand tot de doelstelling

Aangepaste afstand tot de doelstelling

Gemiddelde massa

Gemiddelde CO2 (100 %)

FORD-WERKE GMBH

P1

148 023

176,693

190,829

– 14,136

– 14,900

1 876,2

190,816

MITSUBISHI MOTORS

P2

11 343

201,872

195,908

5,964

5,964

1 930,82

207,841

Toelichting bij de tabellen 1 en 2

Kolom A:

Tabel 1: „Naam van de fabrikant”: de naam van de fabrikant zoals door de betrokken fabrikant aan de Commissie meegedeeld of, wanneer een dergelijke mededeling niet heeft plaatsgevonden, de door de registratieautoriteit van de lidstaat geregistreerde naam.

Tabel 2: „Naam van de groep”: de door de beheerder van de groep meegedeelde naam van de groep.

Kolom B:

„A”: overeenkomstig artikel 11, lid 3, van Verordening (EU) nr. 510/2011 is met ingang van het monitoringsjaar 2014 een afwijking toegekend voor een fabrikant van kleine aantallen, d.w.z. dat deze niet wordt meegenomen bij het berekenen van de prestatie in 2013.

„DMA”: een de-minimisafwijking is van toepassing, d.w.z. dat een fabrikant die met alle verbonden ondernemingen verantwoordelijk was voor minder dan 1 000 nieuwe geregistreerde voertuigen in 2013 niet hoeft te voldoen aan een specifieke emissiedoelstelling.

„P”: de fabrikant is lid van een overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EU) nr. 510/2011 gevormde (in tabel 2 vermelde) groep fabrikanten en de groepsovereenkomst is geldig voor het kalenderjaar 2013.

Kolom C:

„Aantal registraties”: het totale aantal nieuwe auto's dat door de lidstaten in een kalenderjaar is geregistreerd, zonder de registraties mee te tellen die betrekking hebben op gegevens waarin de waarden voor massa of CO2 ontbreken en de gegevens die de fabrikant niet kan identificeren. Het aantal door de lidstaten meegedeelde registraties mag voor het overige niet worden gewijzigd.

Kolom D:

„Gecorrigeerde gemiddelde CO2 (70 %)”: de gemiddelde specifieke CO2-emissies die zijn berekend op basis van de 70 % voertuigen met de laagste emissies in de vloot van de fabrikant overeenkomstig artikel 4, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 510/2011. In voorkomend geval moeten de gemiddelde specifieke CO2-emissies worden aangepast om rekening te houden met de door de betrokken fabrikant aan de Commissie meegedeelde correcties. Voor de berekening zijn die gegevens gebruikt welke een geldige waarde voor massa en CO2-emissies bevatten.

Kolom E:

„Specifieke emissiedoelstelling”: de emissiedoelstelling die op basis van de gemiddelde massa van alle aan een fabrikant toegeschreven voertuigen wordt berekend door de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 510/2011 vastgestelde formule toe te passen.

Kolom F:

„Afstand tot de doelstelling”: het verschil tussen de in kolom D gespecificeerde gemiddelde specifieke CO2-emissies en de specifieke emissiedoelstelling in kolom E. Wanneer de waarde in kolom F positief is, wil dat zeggen dat de gemiddelde CO2-emissies hoger zijn dan de doelstelling.

Kolom G:

„Aangepaste afstand tot de doelstelling”: wanneer de waarden in deze kolom verschillen van die in kolom F, zijn de waarden in die kolom aangepast om rekening te houden met een foutmarge. De foutmarge wordt berekend volgens de volgende formule:

Fout = absolute waarde van [(AC1 – TG1) – (AC2 – TG2)]

AC1= de gemiddelde specifieke CO2-emissies inclusief de niet-geïdentificeerde voertuigen (overeenkomstig kolom D);

TG1= de gemiddelde specifieke emissiedoelstelling inclusief de niet-geïdentificeerde voertuigen (overeenkomstig kolom E);

AC2= de gemiddelde specifieke CO2-emissies exclusief de niet-geïdentificeerde voertuigen;

TG2= de specifieke emissiedoelstelling exclusief de niet-geïdentificeerde voertuigen.

Kolom I:

„Gemiddelde CO2 (100 %)”: de gemiddelde specifieke emissies van CO2 die zijn berekend op basis van 100 % van de aan een fabrikant toegeschreven voertuigen. In voorkomend geval moeten de gemiddelde specifieke CO2-emissies worden aangepast om rekening te houden met de door de betrokken fabrikant aan de Commissie meegedeelde correcties. De voor de berekening gebruikte gegevens omvatten de gegevens die een geldige waarde voor massa en CO2-emissies bevatten maar geen rekening houden met de superkredieten bedoeld in artikel 5 van Verordening (EU) nr. 510/2011.


1.11.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 315/30


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 30 oktober 2014

ter bevestiging of wijziging van de gemiddelde specifieke CO2-emissies en specifieke emissiedoelstellingen voor fabrikanten van personenauto's voor het kalenderjaar 2013 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 7877)

(Slechts de teksten in de Duitse, de Engelse, de Franse, de Italiaanse, de Nederlandse en de Zweedse taal zijn authentiek)

(2014/770/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot vaststelling van emissienormen voor nieuwe personenauto's, in het kader van de communautaire geïntegreerde benadering om de CO2-emissies van lichte voertuigen te beperken (1), en met name artikel 8, lid 5, tweede alinea, en artikel 10, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 8, lid 5, van Verordening (EG) nr. 443/2009 moet de Commissie elk jaar de gemiddelde specifieke CO2-emissies en de specifieke emissiedoelstellingen bevestigen voor alle fabrikanten van personenauto's in de Unie alsmede voor alle overeenkomstig artikel 7, lid 1, van die verordening gevormde groepen fabrikanten. Op basis van die bevestiging moet de Commissie vaststellen of de fabrikanten en groepen van fabrikanten hebben voldaan aan de eisen van artikel 4 van die verordening.

(2)

Krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 443/2009 zijn de gemiddelde specifieke emissies van de fabrikanten voor 2013 berekend overeenkomstig de tweede alinea van dat artikel, rekening houdend met 75 % van de nieuwe voertuigen van die fabrikant die in dat jaar geregistreerd zijn.

(3)

De gedetailleerde gegevens die moeten worden gebruikt voor de berekening van de gemiddelde specifieke emissies en de specifieke emissiedoelstellingen zijn te vinden in deel A, punt 1, en in deel C van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 443/2009 en zijn gebaseerd op de registraties van nieuwe personenauto's in de lidstaten gedurende het voorgaande kalenderjaar.

(4)

Alle lidstaten (behalve Kroatië) hebben de gegevens voor 2013 aan de Commissie doorgegeven binnen de gestelde termijn van 28 februari 2014, overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 443/2009. Indien uit de controle bleek dat bepaalde gegevens ontbraken of kennelijk onjuist waren, heeft de Commissie contact opgenomen met de betrokken lidstaten en, met de toestemming van deze lidstaten, de gegevens aangepast of aangevuld. Indien geen overeenstemming kon worden bereikt met een lidstaat, werden de voorlopige gegevens voor die lidstaat niet aangepast.

(5)

Op 30 april 2014 heeft de Commissie overeenkomstig artikel 8, lid 4, van Verordening (EG) nr. 443/2009 de voorlopige gegevens gepubliceerd en 84 fabrikanten in kennis gesteld van de voorlopige berekeningen van hun gemiddelde specifieke CO2-emissies in 2013 en van hun specifieke emissiedoelstellingen. De fabrikanten werd gevraagd de gegevens te controleren en de Commissie overeenkomstig artikel 8, lid 5, eerste alinea, van die verordening en artikel 9, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1014/2010 van de Commissie (2) binnen drie maanden na ontvangst van de kennisgeving in kennis te stellen van eventuele fouten in de gegevens. Vijf fabrikanten gingen zonder correcties akkoord met de voorlopige gegevens, en 42 fabrikanten dienden binnen de vastgestelde termijn kennisgevingen betreffende fouten in.

(6)

Voor de overige 37 fabrikanten die geen fouten in de gegevensbestanden hebben gemeld of die niet gereageerd hebben, moeten de voorlopige gegevens en de voorlopige berekeningen van de gemiddelde specifieke emissies en de specifieke emissiedoelstellingen ongewijzigd worden bevestigd.

(7)

De Commissie heeft de door de fabrikanten meegedeelde correcties en de respectieve redenen gecontroleerd en de gegevensbestanden zijn waar nodig gewijzigd.

(8)

Wanneer in de gegevens identificatieparameters ontbreken of fout zijn, zoals type, variant, uitvoeringscode of typegoedkeuringsnummer, moet rekening worden gehouden met het feit dat de fabrikanten die gegevens niet kunnen controleren of corrigeren. Daarom moet er een foutmarge worden toegepast op de CO2-emissies en massawaarden in die gegevens.

(9)

De foutmarge moet worden berekend als het verschil tussen de afstanden tot de specifieke emissiedoelstelling, die worden uitgedrukt als de gemiddelde specifieke emissies minus de gemiddelde specifieke emissiedoelstelling, berekend inclusief en exclusief de registraties die door de fabrikant niet kunnen worden gecontroleerd. De foutmarge moet de afstand tot de emissiedoelstelling van de fabrikant altijd verkleinen, ongeacht of dit verschil positief of negatief is.

(10)

Overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 443/2009 moet een fabrikant worden geacht te voldoen aan zijn specifieke emissiedoelstelling als bedoeld in artikel 4 van die verordening wanneer de in dit besluit aangegeven gemiddelde emissies lager zijn dan de specifieke emissiedoelstelling, uitgedrukt als een negatieve afstand tot het doel. Wanneer de gemiddelde emissies hoger zijn dan de specifieke emissiedoelstelling, zal een bijdrage voor overtollige emissies worden opgelegd overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EG) nr. 443/2009, tenzij aan de betrokken fabrikant overeenkomstig artikel 2, lid 4, of artikel 11 van die verordening een afwijking van dat doel is toegekend, of de fabrikant lid is van een groep overeenkomstig artikel 7 van die verordening en de groep voldoet aan haar specifieke emissiedoelstelling. Op grond daarvan moeten twee fabrikanten worden geacht hun specifieke emissiedoelstellingen voor 2013 te hebben overschreden.

(11)

De gemiddelde specifieke CO2-emissies van in 2013 geregistreerde nieuwe personenauto's, de specifieke emissiedoelstellingen en het verschil tussen deze twee waarden moeten dienovereenkomstig worden bevestigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De waarden van de prestaties van fabrikanten, als overeenkomstig artikel 8, lid 5, van Verordening (EG) nr. 443/2009 bevestigd of gewijzigd voor elke fabrikant van personenauto's en voor elke groep van fabrikanten van personenauto's met betrekking tot het kalenderjaar 2013, zijn gespecificeerd in de bijlage bij dit besluit.

De waarden zoals bedoeld in artikel 10, lid 1, onder a) tot en met e), van Verordening (EG) nr. 443/2009 zijn voor elke fabrikant van personenauto's en voor elke groep van fabrikanten van personenauto's met betrekking tot het kalenderjaar 2013 zijn eveneens gespecificeerd in de bijlage bij dit besluit, met de in artikel 2, lid 4, van die verordening vastgestelde uitzondering voor de desbetreffende fabrikanten.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de volgende individuele fabrikanten en overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 443/2009 gevormde groepen:

1.

Alpina Burkard Bovensiepen GmbH + Co. KG

Alpenstraße 35-37

86807 Buchloe

Duitsland

2.

Aston Martin Lagonda Ltd

Gaydon Engineering Centre

Banbury Road

Gaydon Warwickshire CV35 0DB

Verenigd Koninkrijk

3.

Audi AG

Berliner Ring 2

38436 Wolfsburg

Duitsland

4.

Audi Hungaria Motor Kft.

Berliner Ring 2

38436 Wolfsburg

Duitsland

5.

Automobiles Citroën

Route de Gizy

78943 Vélizy-Villacoublay

Cedex

Frankrijk

6.

Automobiles Peugeot

Route de Gizy

78943 Vélizy-Villacoublay

Cedex

Frankrijk

7.

AVTOVAZ JSC

In de EU vertegenwoordigd door:

LADA France S.A.S.

13 Route Nationale 10

78310 Coignieres

Frankrijk

8.

Bentley Motors Ltd

Berliner Ring 2

38436 Wolfsburg

Duitsland

9.

Bayerische Motoren Werke AG

Petuelring 130

80788 München

Duitsland

10.

BMW M GmbH

Petuelring 130

80788 München

Duitsland

11.

Bugatti Automobiles S.A.S.

Berliner Ring 2

38436 Wolfsburg

Duitsland

12.

Caterham Cars Ltd

2 Kennet Road Dartford

Kent DA1 4QN

Verenigd Koninkrijk

13.

CECOMP S.G.A.

Via Ronchi 10

10040 La Loggia

Turin

Italië

14.

Chevrolet Italia S.p.A.

Bahnhofsplatz 1 IPC 39-12

65423 Rüsselsheim

Duitsland

15.

Chrysler Group LLC

In de EU vertegenwoordigd door:

Chrysler Management Austria GmbH

Bundesstraße 83

8071 Dörfla bei Graz

Oostenrijk

16.

CNG-Technic GmbH

Niehl Plant, building Imbert 479

Henry-Ford-Straße 1

50735 Köln

Duitsland

17.

Automobile Dacia SA

Technocentre

1 avenue du Golf

78288 Guyancourt Cedex

Frankrijk

18.

Daihatsu Motor Co Ltd

60, Avenue du Bourget

Bourgetlaan 60

1140 Brussel

België

19.

Daimler AG

Mercedesstr 137/1

Zimmer 229

70546 Stuttgart

Duitsland

20.

Donkervoort Automobielen BV

Pascallaan 96

8218 NJ

Lelystad

Nederland

21.

DR Motor Company S.p.A.

S.S. 85, Venafrana km 37.500

86070 Macchia d'Isernia,

Italië

22.

Ferrari S.p.A.

Via Emilia Est 1163

41122 Modena

Italië

23.

Fiat Group Automobiles S.p.A.

Corso Settembrini 40

Gate 8 Building 5 Room A8N

10135 Torino

Italië

24.

Fisker Automotive and Technology Group LLC

Fisker Automotive GmbH

Daimlerstraße 11a

85748 Garching

Duitsland

25.

Ford Motor Company

Niehl Plant, building Imbert 479

Henry-Ford-Straße 1

50735 Köln

Duitsland

26.

Ford Werke GmbH

Niehl Plant, building Imbert 479

Henry-Ford-Straße 1

50735 Köln

Duitsland

27.

Fuji Heavy Industries Ltd

In de EU vertegenwoordigd door:

Subaru Europe NV/SA

Leuvensesteenweg 555 B/8

1930 Zaventem

België

28.

General Motors Company

Adam Opel AG

Bahnhofsplatz 1 IPC 39-12

65423 Rüsselsheim

Duitsland

29.

GM Korea Company

Adam Opel AG

Bahnhofsplatz 1 IPC 39-12

65423 Rüsselsheim

Duitsland

30.

Great Wall Motor Company Ltd

In de EU vertegenwoordigd door:

International Motors Ltd

I.M. House South Drive

Coleshill B46 1DF

Verenigd Koninkrijk

31.

Honda Automobile (China) Co., Ltd

In de EU vertegenwoordigd door:

Honda Motor Europe Ltd

470 London Road

Slough Berkshire

SL3 8QY

Verenigd Koninkrijk

32.

Honda Motor Co., Ltd

470 London Road

Slough Berkshire

SL3 8QY

Verenigd Koninkrijk

33.

Honda Turkiye A.S.

In de EU vertegenwoordigd door:

Honda Motor Europe Ltd

470 London Road

Slough Berkshire

SL3 8QY

Verenigd Koninkrijk

34.

Honda of the UK Manufacturing Ltd

470 London Road

Slough Berkshire

SL3 8QY

Verenigd Koninkrijk

35.

Hyundai Motor Company

In de EU vertegenwoordigd door:

Hyundai Motor Europe GmbH

Kaiserleipromenade 5

63067 Offenbach

Duitsland

36.

Hyundai Motor Manufacturing Czech S.r.o.

Kaiserleipromenade 5

63067 Offenbach

Duitsland

37.

Hyundai Motor India Ltd

In de EU vertegenwoordigd door:

Hyundai Motor Europe GmbH

Kaiserleipromenade 5

63067 Offenbach

Duitsland

38.

Hyundai Assan Otomotiv Sanayi Ve Ticaret A.S.

In de EU vertegenwoordigd door:

Hyundai Motor Europe GmbH

Kaiserleipromenade 5

63067 Offenbach

Duitsland

39.

Jaguar Land Rover Ltd

Abbey Road

Whitley

Coventry CV3 4LF

Verenigd Koninkrijk

40.

Jiangling Motor Holding Co Ltd

In de EU vertegenwoordigd door:

LWMC Europe BV

Berenbroek 3

5707 DB Helmond

Nederland

41.

KIA Motors Corporation

Kia Motors Europe GmbH

Theodor-Heuss-Allee 11

60486 Frankfurt am Main

Duitsland

42.

KIA Motors Slovakia S.r.o.

Kia Motors Europe GmbH

Theodor-Heuss-Allee 11

60486 Frankfurt am Main

Duitsland

43.

KTM-Sportmotorcycle AG

Stallhofnerstraße 3

5230 Mattighofen

Oostenrijk

44.

LADA Automobile GmbH

Erlengrund 7-11

21614 Buxtehude

Duitsland

45.

LADA France S.A.S.

13 Route Nationale 10

78310 Coignieres

Frankrijk

46.

Automobili Lamborghini S.p.A.

Berliner Ring 2

38436 Wolfsburg

Duitsland

47.

Lotus Cars Ltd

Hethel Norwich

Norfolk NR14 8EZ

Verenigd Koninkrijk

48.

Magyar Suzuki Corporation Ltd

Legal Department

Suzuki Allee 7

64625 Bensheim

Duitsland

49.

Mahindra & Mahindra Ltd

In de EU vertegenwoordigd door:

Mahindra Europe S.r.l.

Via Cancelliera 35

00040 Ariccia (Roma)

Italië

50.

Maruti Suzuki India Ltd

In de EU vertegenwoordigd door:

Suzuki International Europe GmbH

Legal Department Suzuki Allee 7

64625 Bensheim

Duitsland

51.

Maserati S.p.A.

Viale Ciro Menotti 322

41122 Modena

Italië

52.

Mazda Motor Corporation

Mazda Motor Europe GmbH

European R&D Centre

Hiroshimastraße 1

61440 Oberursel/Ts

Duitsland

53.

McLaren Automotive Ltd

Chertsey Road

Woking

Surrey GU21 4YH

Verenigd Koninkrijk

54.

Mercedes-AMG GmbH

Mercedesstraße 137/1

Zimmer 229 HPC F 403

70327 Stuttgart,

Duitsland

55.

MG Motor UK Ltd

International HQ

Q Gate

Low Hill Lane

Birmingham B31 2BQ

Verenigd Koninkrijk

56.

Mia Electric S.A.S.

45 rue des Pierrières

BP 60324

79143 Cerizay Cedex

Frankrijk

57.

Mitsubishi Motors Corporation (MMC)

Mitsubishi Motors Europe BV MME

Mitsubishi Avenue 21

6121 SH Born

Nederland

58.

Mitsubishi Motors Europe BV MME

Mitsubishi Avenue 21

6121 SH Born

Nederland

59.

Mitsubishi Motors Thailand Co., Ltd MMTh

In de EU vertegenwoordigd door:

Mitsubishi Motors Europe BV MME

Mitsubishi Avenue 21

6121 SH Born

Nederland

60.

Morgan Motor Co.,Ltd

Pickersleigh Road Malvern Link

Worcestershire

WR14 2LL

Verenigd Koninkrijk

61.

Nissan International SA

Renault Nissan Representation Office

Kunstlaan 40

1040 Brussel

België

62.

Adam Opel AG

Bahnhofsplatz 1IPC 39-12

65423 Rüsselsheim

Duitsland

63.

PERODUA Manufacturing

In de EU vertegenwoordigd door:

KESMAN Ltd

Suite 7 Queensgate House 18 Cookham Road

Maidenhead, Berkshire SL6 8BD

Verenigd Koninkrijk

64.

Dr. Ing. h.c.F. Porsche AG

Porscheplatz 1

70435 Stuttgart

Duitsland

65.

Perushaan Otomobil Nasional Sdn Bhd.

In de EU vertegenwoordigd door:

Proton Cars UK Ltd

1-3 Crowley Way

Avonmouth Bristol, BS11 9YR

Verenigd Koninkrijk

66.

Qoros Automotive Co., Ltd

Martiusstraße 5

80802 München

Duitsland

67.

Quattro GmbH

Berliner Ring 2

38436 Wolfsburg

Duitsland

68.

Radical Motorsport Ltd

24 Ivatt Way

Business Park Westwood Peterborough PE3 7PG

Verenigd Koninkrijk

69.

Renault S.A.S.

Technocentre

1 avenue du Golf

78288 Guyancourt Cedex

Frankrijk

70.

Renault Trucks

99 Route de Lyon TER L10 0 01

69802 Saint Priest Cedex

Frankrijk

71.

Rolls-Royce Motor Cars Ltd

Petuelring 130

80788 München

Duitsland

72.

Seat S.A.

Berliner Ring 2

38436 Wolfsburg

Duitsland

73.

Secma S.A.S.

Rue Denfert Rochereau

59580 Aniche

Frankrijk

74.

Skoda Auto A.S.

Berliner Ring 2

38436 Wolfsburg

Duitsland

75.

Ssangyong Motor Company

In de EU vertegenwoordigd door:

SsangYong European Parts Center BV

IABC 5253/5254

4B14 RD Breda

Nederland

76.

Suzuki Motor Corporation

In de EU vertegenwoordigd door:

Suzuki International Europe GmbH

Legal Department

Suzuki Allee 7

64625 Bensheim

Duitsland

77.

Tata Motors Ltd

In de EU vertegenwoordigd door:

Tata Motors European Technical Centre Plc.

2nd Floor International Automotive Research Centre

University of Warwick

Coventry

CV4 7AL

Verenigd Koninkrijk

78.

Tazzari GL S.p.A.

VIA Selice Provinciale 42/E

40026 Imola

Bologna

Italië

79.

Tesla Motors Ltd

In de EU vertegenwoordigd door:

Tesla Motors NL

7-9 Atlasstraat

5047 RG Tilburg

Nederland

80.

Toyota Motor Europe NV/SA

Bourgetlaan 60

1140 Brussel

België

81.

Vehicules Electriques Pininfarina Bollore S.A.S.

31-32 Quai De Dion Bouton

92800 Puteaux

Frankrijk

82.

Volkswagen AG

Berliner Ring 2

38436 Wolfsburg

Duitsland

83.

Volvo Car Corporation

VAK building

Assar Gabrielssons väg

405 31 Göteborg

Zweden

84.

Wiesmann GmbH

An der Lehmkuhle 87

48249 Dülmen

Duitsland

85.

Groep voor: BMW Group BMW

Petuelring 130

80788 München

Duitsland

86.

Groep voor: Daimler AG

Mercedesstraße 137/1

Zimmer 229

70546 Stuttgart

Duitsland

87.

Groep voor: Fiat Group Automobiles S.p.A.

Corso Settembrini 40

Gate 8 Building 5 Room A8N

10135 Torino

Italië

88.

Groep voor: Ford -Werke GmbH

Niehl Plant, building Imbert 479

Henry Ford Straße 1

50725 Köln

Duitsland

89.

Groep voor: General Motors

Bahnhofsplatz 1 IPC 39-12

65423 Rüsselsheim

Duitsland

90.

Groep voor: Honda Motor Europe Ltd

470 London Road Slough

Berkshire SL3 8QY

Verenigd Koninkrijk

91.

Groep voor: Mitsubishi Motors

Mitsubishi Avenue 21

6121 SH Born

Nederland

92.

Pool Renault

Technocentre

1 Avenue du Golf

78288 Guyancourt Cedex

Frankrijk

93.

Suzuki Pool

Suzuki Allee 7

64625 Bensheim

Duitsland

94.

Groep voor: Tata Motors Ltd, Jaguar Cars Ltd, Land Rover

Abbey Road

Whitley

Coventry CV3 4LF

Verenigd Koninkrijk

95.

Groep voor: Toyota -Daihatsu Group

Bourgetlaan 60

1140 Brussel

België

96.

Groep voor: VW Group PC

Berliner Ring 2

38436 Wolfsburg

Duitsland

Het wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 30 oktober 2014.

Voor de Commissie

Connie HEDEGAARD

Lid van de Commissie


(1)  PB L 140 van 5.6.2009, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) nr. 1014/2010 van de Commissie van 10 november 2010 inzake de monitoring en rapportering van registratiegegevens van nieuwe personenauto's overeenkomstig Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad PB L 293 van 11.11.2010, blz. 15).


BIJLAGE

Tabel 1

Overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 443/2009 bevestigde waarden van de prestaties van fabrikanten

A

B

C

D

E

F

G

H

I

Naam fabrikant

Groepen fabrikanten en afwijkingen

Aantal registraties

Gecorrigeerde gemiddelde CO2 (75 %)

Specifieke emissiedoelstelling

Afstand tot de doelstelling

Aangepaste afstand tot de doelstelling

Gemiddelde massa

Gemiddelde CO2 (100 %)

ALPINA BURKARD BOVENSIEPEN GMBH E CO., KG

DMA

444

169,820

 

 

 

1 876,43

183,032

ASTON MARTIN LAGONDA LTD

A

1 579

313,688

318,000

– 4,312

– 4,312

1 813,29

326,017

AUDI AG

P12

650 919

121,881

138,319

– 16,438

– 16,438

1 554,03

133,277

AUDI HUNGARIA MOTOR KFT

P12

7 132

141,911

133,391

8,520

8,520

1 446,20

150,909

AUTOMOBILES CITROEN

 

587 504

106,856

129,275

– 22,419

– 22,419

1 356,14

116,461

AUTOMOBILES PEUGEOT

 

723 633

105,652

128,934

– 23,282

– 23,282

1 348,68

115,040

AVTOVAZ JSC

A

1 295

215,429

201,000

14,429

14,429

1 277,78

217,830

BENTLEY MOTORS LTD

P12

1 952

288,711

181,440

107,271

107,151

2497,60

308,795

BAYERISCHE MOTOREN WERKE AG

P1

758 080

123,541

138,592

– 15,051

– 15,179

1 560,00

133,866

BMW M GMBH

P1

4 307

239,855

153,566

86,289

85,498

1 887,67

253,097

BUGATTI AUTOMOBILES SAS

P12

11

539,000

161,670

377,330

377,330

2 065,00

544,182

CATERHAM CARS LIMITED

DMA

85

162,714

 

 

 

662,06

171,776

CECOMP S.G.A.

 

566

0,000

123,282

– 123,282

– 123,282

1 225,00

0,000

CHEVROLET ITALIA SPA

P5

746

112,021

119,423

– 7,402

– 7,402

1 140,56

117,095

CHRYSLER GROUP LLC

P3

46 131

183,732

161,282

22,450

22,398

2 056,51

194,511

CNG-TECHNIK GMBH

P4

85

19,235

137,855

– 118,620

– 118,620

1 543,89

64,165

AUTOMOBILE DACIA SA

P8

289 149

119,365

122,143

– 2,778

– 2,779

1 200,08

126,644

DAIHATSU MOTOR CO LTD

P11

487

148,923

124,189

24,734

24,734

1 244,85

156,561

DAIMLER AG

P2

661 318

119,834

139,386

– 19,552

– 19,570

1 577,38

136,551

SPYKER AUTOMOBIELEN BV

DMA

8

178,000

 

 

 

865,00

178,000

DR MOTOR COMPANY SRL

DMA

424

125,075

 

 

 

1 202,23

134,627

FERRARI S.G.A

A

2 049

304,561

303,000

1,561

1,561

1 722,29

323,199

FIAT GROUP AUTOMOBILES SPA

P3

646 554

110,620

119,633

– 9,013

– 9,026

1 145,15

116,263

FISKER AUTOMOTIVE INC

 

90

47,650

181,778

– 134,128

– 134,128

2 505,00

49,867

FORD MOTOR COMPANY

P4

2

194,000

164,526

29,474

29,474

2 127,50

194,000

FORD– WERKE GMBH

P4

891 562

111,513

128,620

– 17,107

– 17,109

1 341,80

121,603

FUJI HEAVY INDUSTRIES LTD

NA

26 962

151,086

164,616

– 13,530

– 13,530

1 564,99

159,492

GENERAL MOTORS COMPANY

P5

2 301

82,392

149,866

– 67,474

– 67,474

1 806,71

194,112

GM KOREA COMPANY

P5

135 377

124,192

131,530

– 7,338

– 7,338

1 405,47

135,875

GREAT WALL MOTOR COMPANY LIMITED

DMA

448

164,583

 

 

 

1 180,63

165,531

HONDA AUTOMOBILE CHINA CO., LTD

P6

14 183

124,104

119,617

4,487

4,487

1 144,79

125,345

HONDA MOTOR CO., LTD

P6

61 983

122,335

130,626

– 8,291

– 8,291

1 385,70

133,795

HONDA TURKIYE AS

P6

1 743

154,271

126,797

27,474

27,474

1 301,92

155,089

HONDA OF THE UK MANUFACTURING LTD

P6

53 052

134,040

137,886

– 3,846

– 3,846

1 544,57

145,122

HYUNDAI MOTOR COMPANY

 

44 551

134,693

143,242

– 8,549

– 8,549

1 661,77

146,184

HYUNDAI MOTOR MANUFACTURING CZECH SRO

 

220 348

130,549

132,489

– 1,940

– 1,940

1 426,46

138,081

HYUNDAI MOTOR INDIA LTD

 

72 184

108,201

114,154

– 5,953

– 5,953

1 025,25

111,015

HYUNDAI ASSAN OTOMOTIV SANAYI VE

 

62 241

110,201

117,953

– 7,752

– 7,752

1 108,38

112,343

JAGUAR LAND ROVER LIMITED

P10/NA

131 530

164,623

178,025

– 13,402

– 13,402

2 049,30

181,647

JIANGLING MOTOR HOLDING CO., LTD

DMA

23

140,000

 

 

 

1 378,48

143,652

KIA MOTORS CORPORATION

 

285 334

117,620

127,633

– 10,013

– 10,013

1 320,21

127,981

KIA MOTORS SLOVAKIA SRO

 

53 230

131,814

132,382

– 0,568

– 0,568

1 424,13

140,012

KTM-SPORTMOTORCYCLE AG

DMA

31

187,652

 

 

 

896,77

189,290

LADA AUTOMOBILE GMBH

DMA

386

225,000

 

 

 

1 285,00

225,000

SEFA FRANCE

P8

13

179,000

129,452

49,548

49,548

1 360,00

179,000

Automobili Lamborghini SpA

P12

404

340,558

144,718

195,840

195,840

1 694,06

349,171

LOTUS CARS LIMITED

A

491

197,899

280,000

– 82,101

– 82,101

1 228,42

207,505

MAGYAR SUZUKI CORPORATION LTD

P9/NA

98 295

118,793

123,114

– 4,321

– 4,321

1 151,00

125,554

MAHINDRA & MAHINDRA LTD

DMA

231

181,017

 

 

 

1 917,84

182,987

MARUTI SUZUKI INDIA LTD

P9/NA

26 564

98,182

123,114

– 24,932

– 24,933

932,05

99,438

Maserati SpA

P3

1 356

266,367

158,264

108,103

105,464

1 990,46

289,532

MAZDA MOTOR CORPORATION

NA

133 180

126,281

129,426

– 3,145

– 3,145

1 421,75

134,115

MCLAREN AUTOMOTIVE LIMITED

A

185

275,920

285,000

– 9,080

– 9,080

1 542,06

276,703

MERCEDES-AMG GMBH

P2

1 930

177,115

147,147

29,968

28,048

1 747,20

212,777

MG MOTOR UK LIMITED

A

488

147,645

151,600

– 3,955

– 3,955

1 437,34

154,408

MIA Electric SAS

 

257

0,000

108,278

– 108,278

– 108,278

896,68

0,000

MITSUBISHI MOTORS CORPORATION MMC

P7

54 367

89,125

140,783

– 51,658

– 51,658

1 607,95

128,371

MITSUBISHI MOTORS EUROPE BV MME

P7

6 648

118,295

121,228

– 2,933

– 2,933

1 180,06

126,313

MITSUBISHI MOTORS THAILAND CO LTD MMTH

P7

9 816

93,898

110,407

– 16,509

– 16,509

943,26

97,292

MORGAN MOTOR CO LTD

DMA

426

168,746

 

 

 

1 104,34

189,455

NISSAN INTERNATIONAL SA

 

411 671

115,711

131,240

– 15,529

– 15,529

1 399,14

130,854

ADAM OPEL AG

P5

804 072

122,121

133,249

– 11,128

– 11,128

1 443,09

132,096

PERODUA MANUFACTURING SDN BHD

DMA

200

137,000

 

 

 

1 011,84

138,180

DR ING HCF PORSCHE AG

P12

41 854

190,087

150,634

39,453

39,453

1 823,52

200,960

PERUSAHAAN OTOMOBIL NASIONAL SDN BHD

A

3

157,000

181,000

– 24,000

– 24,000

1 380,00

158,333

DAIHATSU MOTOR CO LTD

DMA

12

146,000

 

 

 

1 485,00

146,000

QUATTRO GMBH

P12

4 282

234,695

153,137

81,558

81,558

1 878,27

247,434

RADICAL MOTORSPORT LTD

DMA

4

229,000

 

 

 

850,00

229,000

RENAULT SAS

G8

793 038

96,384

124,965

– 28,581

– 28,583

1 261,83

109,981

RENAULT TRUCKS

DMA

18

193,000

 

 

 

2 130,56

199,056

ROLLS-ROYCE MOTOR CARS LTD

P1

420

324,203

181,767

142,436

141,929

2 504,75

330,490

SEAT SA

P12

280 310

111,316

123,574

– 12,258

– 12,361

1 231,39

118,771

SECMA S.A.S

DMA

39

131,000

 

 

 

658,00

131,000

SKODA AUTO AS

P12

480 729

115,924

125,226

– 9,302

– 9,332

1 267,54

124,653

SSANGYONG MOTOR COMPANY

A

4 937

171,485

180,000

– 8,515

– 8,515

1 856,76

182,062

SUZUKI MOTOR CORPORATION

P9/NA

21 742

158,668

123,114

35,554

35,501

1 337,48

166,586

TATA MOTORS LIMITED

P10/NA

883

130,428

178,025

– 47,597

– 47,597

1 339,85

140,574

TAZZARI GL SPA

DMA

2

0,000

 

 

 

735,00

0,000

TESLA MOTORS LTD

 

1 671

0,000

166,426

– 166,426

– 166,426

2 169,07

0,000

TOYOTA MOTOR EUROPE NV SA

P11

512 761

102,194

127,386

– 25,192

– 25,724

1 314,81

116,431

VEHICULES ELECTRIQUES PININFARINA-BOLLORE S.A.S.

 

72

0,000

123,282

– 123,282

– 123,282

1 225,00

0,000

VOLKSWAGEN AG

P12

1 486 188

115,735

130,442

– 14,707

– 14,827

1 381,67

127,279

VOLVO CAR CORPORATION

 

203 065

107,012

145,012

– 38,000

– 38,000

1 700,48

130,764

WIESMANN GMBH

DMA

37

281,815

 

 

 

1 440,81

286,459


Tabel 2

Overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 443/2009 bevestigde waarden van de prestaties van groepen

A

B

C

D

E

F

G

H

I

Naam van de groep

Groep

Aantal registraties

Gecorrigeerde gemiddelde CO2 (75 %)

Specifieke emissiedoelstelling

Afstand tot de doelstelling

Aangepaste afstand tot de doelstelling

Gemiddelde massa

Gemiddelde CO2 (100 %)

BMW GROUP

P1

762 807

123,685

138,700

– 15,015

– 15,141

1 562,37

134,648

DAIMLER AG

P2

663 248

119,873

139,409

– 19,536

– 19,555

1 577,88

136,773

FIAT GROUP AUTOMOBILES SPA

P3

694 041

111,31

122,477

– 11,167

– 11,197

1 207,38

121,803

FORD-WERKE GMBH

P4

891 649

111,492

128,621

– 17,129

– 17,130

1 341,82

121,598

GENERAL MOTORS

P5

942 497

121,937

133,032

– 11,095

– 11,095

1 438,34

132,778

HONDA MOTOR EUROPE LTD

P6

130 961

126,154

132,324

– 6,170

– 6,170

1 422,85

137,752

MITSUBISHI MOTORS

P7

70 831

89,973

134,738

– 44,765

– 44,765

1 475,67

123,871

GROEP RENAULT

P8

1 082 200

101,787

124,211

– 22,424

– 22,426

1 245,33

114,434

SUZUKI POOL

P9/NA

146 601

115,69

123,114

– 7,424

– 7,435

1 138,98

126,907

TATA MOTORS LTD, JAGUAR CARS LTD, LAND ROVER

P10/NA

132 413

164,303

178,025

– 13,722

– 13,722

2 044,57

181,373

TOYOTA — DAIHATSU GROUP

P11

513 248

102,214

127,384

– 25,170

– 25,703

1 314,75

116,469

VW GROUP PC

P12

2 953 781

116,868

131,039

– 14,171

– 14,254

1 394,74

128,793

Toelichting bij de tabellen 1 en 2

Kolom A:

Tabel 1: „Naam van de fabrikant”: de naam van de fabrikant zoals door de betrokken fabrikant aan de Commissie meegedeeld of, wanneer een dergelijke mededeling niet heeft plaatsgevonden, de door de registratieautoriteit van de lidstaat geregistreerde naam.

Tabel 2: „Naam van de groep”: de door de beheerder van de groep meegedeelde naam van de groep.

Kolom B:

„A”: overeenkomstig artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 443/2009 is voor het kalenderjaar 2013 een afwijking toegekend voor een fabrikant van kleine aantallen;

„NA”: overeenkomstig artikel 11, lid 4, van Verordening (EG) nr. 443/2009 is voor het kalenderjaar 2013 een afwijking toegekend voor een nichefabrikant;

„DMA”: een de-minimisafwijking is van toepassing, d.w.z. dat een fabrikant die met alle verbonden ondernemingen verantwoordelijk was voor minder dan 1 000 nieuwe geregistreerde voertuigen in 2013 niet hoeft te voldoen aan een bepaald emissiedoel;

„P”: de fabrikant is lid van een overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 443/2009 gevormde (in tabel 2 vermelde) groep fabrikanten en de groepsovereenkomst is geldig voor het kalenderjaar 2013.

Kolom C:

„Aantal registraties”: het totale aantal nieuwe auto's dat door de lidstaten in een kalenderjaar is geregistreerd, zonder de registraties mee te tellen die betrekking hebben op gegevens waarin de waarden voor massa of CO2 ontbreken en de gegevens die de fabrikant niet kan identificeren. Het aantal door de lidstaten meegedeelde registraties mag voor het overige niet worden gewijzigd.

Kolom D:

„Gecorrigeerde gemiddelde CO2 (75 %)”: de gemiddelde specifieke CO2-emissies die zijn berekend op basis van de 75 % voertuigen met de laagste emissies in de vloot van de fabrikant overeenkomstig artikel 4, tweede alinea, tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 443/2009 en punt 4 van de mededeling van de Commissie (COM(2010) 657 final). In voorkomend geval moeten de gemiddelde specifieke emissies worden aangepast om rekening te houden met de door de betrokken fabrikant aan de Commissie meegedeelde correcties. Voor de berekening zijn die gegevens gebruikt welke een geldige waarde voor massa en CO2-emissies bevatten.

Kolom E:

„Specifieke emissiedoelstelling”: de emissiedoelstelling die op basis van de gemiddelde massa van alle aan een fabrikant toegeschreven voertuigen wordt berekend door de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 443/2009 vastgestelde formule toe te passen.

Kolom F:

„Afstand tot de doelstelling”: het verschil tussen de in kolom D gespecificeerde gemiddelde specifieke emissies en de specifieke emissiedoelstelling in kolom E. Wanneer de waarde in kolom F positief is, wil dat zeggen dat de gemiddelde emissies hoger zijn dan de doelstelling.

Kolom G:

„Aangepaste afstand tot de doelstelling”: wanneer de waarden in deze kolom verschillen van die in kolom F, zijn de waarden in die kolom aangepast om rekening te houden met een foutmarge. De foutmarge geldt enkel indien de fabrikant de Commissie in kennis heeft gesteld van gegevens met foutcode B zoals vastgesteld in artikel 9, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1014/2010. De foutmarge wordt berekend volgens de volgende formule:

Fout = absolute waarde van [(AC1 – TG1) – (AC2 – TG2)]

AC1= de gemiddelde specifieke CO2-emissies inclusief de niet-geïdentificeerde voertuigen (overeenkomstig kolom D);

TG1= de gemiddelde specifieke emissiedoelstelling inclusief de niet-geïdentificeerde voertuigen (overeenkomstig kolom E);

AC2= de gemiddelde specifieke CO2-emissies exclusief de niet-geïdentificeerde voertuigen;

TG2= de specifieke emissiedoelstelling exclusief de niet-geïdentificeerde voertuigen.

Kolom I:

„Gemiddelde CO2 (100 %)”: de gemiddelde specifieke emissies van CO2 die zijn berekend op basis van 100 % van de aan een fabrikant toegeschreven voertuigen. In voorkomend geval moeten de gemiddelde specifieke emissies worden aangepast om rekening te houden met de door de betrokken fabrikant aan de Commissie meegedeelde correcties. De voor de berekening gebruikte gegevens omvatten de gegevens die een geldige waarde voor massa en CO2-emissies bevatten maar geen rekening houden met de superkredieten bedoeld in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 443/2009.


1.11.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 315/44


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 31 oktober 2014

betreffende de vaststelling van Universal Business Language versie 2.1 als referentie bij openbare aanbestedingen

(Voor de EER relevante tekst)

(2014/771/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (1), en met name artikel 13, lid 1,

Na raadpleging van het Europees multi-stakeholderplatform inzake ICT-normalisatie en sectorale deskundigen,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Normalisatie speelt een belangrijke rol bij de ondersteuning van de Europa 2020-strategie, zoals beschreven in de mededeling van de Commissie „Europa 2020: een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei” (2). Verschillende vlaggenschipinitiatieven van de Europa 2020-strategie benadrukken het belang van vrijwillige normalisatie in de markten voor producten en diensten teneinde de compatibiliteit en interoperabiliteit tussen diensten en producten te waarborgen, technische ontwikkelingen te stimuleren en innovatie te ondersteunen.

(2)

In de digitale samenleving worden normalisatieproducten onmisbaar om de interoperabiliteit tussen apparatuur, toepassingen, dataopslagplaatsen, diensten en netwerken te waarborgen. In de mededeling van de Commissie „Een strategische visie voor Europese normen: de duurzame groei van de Europese economie tussen nu en 2020 bevorderen en versnellen” (3) worden de specifieke omstandigheden van de normalisatie van informatie- en communicatietechnologieën (ICT) erkend, waarbij ICT-oplossingen, -toepassingen en -diensten vaak worden ontwikkeld door wereldwijde ICT-fora en -consortia die zich tot leidende organisaties voor de ontwikkeling van ICT-normen hebben ontpopt.

(3)

Verordening (EU) nr. 1025/2012 heeft tot doel het Europese kader voor normalisatie te moderniseren en te verbeteren. Er wordt een systeem opgezet waarbij de Commissie kan besluiten tot vaststelling van de relevantste en meest algemeen aanvaarde technische ICT-specificaties die zijn afgegeven door een organisatie die geen Europese, internationale of nationale normalisatieorganisatie is. De mogelijkheid om het volledige scala van technische ICT-specificaties te gebruiken bij de aankoop van hardware, software en informatietechnologiediensten maakt interoperabiliteit mogelijk, kan helpen te voorkomen dat overheidsdiensten aan een bepaalde technologie vast komen te zitten en bevordert de concurrentie bij de levering van interoperabele ICT-oplossingen.

(4)

De technische ICT-specificaties die in aanmerking kunnen komen als referentie bij openbare aanbestedingen, moeten voldoen aan de voorschriften van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1025/2012. Het voldoen aan deze voorschriften geeft de overheden de zekerheid dat de technische ICT-specificaties zijn vastgesteld in overeenstemming met de beginselen van openheid, eerlijkheid, objectiviteit en non-discriminatie, die op het gebied van de normalisatie door de Wereldhandelsorganisatie (WTO) zijn erkend.

(5)

Na raadpleging van het Europese multi-stakeholderplatform inzake ICT-normalisatie dat is opgericht bij Besluit van de Commissie (4), aangevuld met andere vormen van raadpleging van sectorale deskundigen, moet het besluit om de ICT-specificaties vast te stellen, worden goedgekeurd.

(6)

Op 22 mei 2014 heeft het Europese multi-stakeholderplatform inzake ICT-normalisatie Universal Business Language versie 2.1 (UBL 2.1) geëvalueerd aan de hand van de voorschriften van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1025/2012 en heeft het een positief advies uitgebracht om UBL 2.1 als referentie bij openbare aanbestedingen vast te stellen. De evaluatie van UBL 2.1 is vervolgens ter raadpleging aan sectorale deskundigen voorgelegd, die ook een positief advies over de identificatie ervan hebben uitgebracht.

(7)

UBL 2.1 is ontwikkeld door de Organization for the Advancement of Structured Information Standards (OASIS, organisatie ter bevordering van gestructureerde informatiestandaarden) en is een gratis bibliotheek van standaarddocumenten voor elektronische bedrijfsvoering in Extensible Markup Language (XML). UBL 2.1 is ontworpen om rechtstreeks aan te sluiten op bestaande zakelijke, juridische, controle- en archiefbeheerpraktijken en in een standaardbedrijfskader te werken zoals ISO 15000 (ebXML) om een volledige, op standaarden gebaseerde infrastructuur te bieden waarmee de voordelen van de bestaande systemen voor elektronische gegevensuitwisseling (EDI) kunnen worden uitgebreid tot ondernemingen van alle grootten,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Universal Business Language versie 2.1, die is ontwikkeld door de Organization for the Advancement of Structured Information Standards, komt in aanmerking als referentie bij openbare aanbestedingen.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 31 oktober 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12.

(2)  COM(2010) 2020 final van 3 maart 2010.

(3)  COM(2011) 311 final van 1 juni 2011.

(4)  Besluit van de Commissie van 28 november 2011 tot oprichting van een Europees multi-stakeholderplatform inzake ICT-normalisatie (PB L 349 van 30.11.2011, blz. 4).


HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN

1.11.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 315/46


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ DOUANESAMENWERKING OPGERICHT BIJ DE OVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE REGERING VAN DE VOLKSREPUBLIEK CHINA BETREFFENDE SAMENWERKING EN WEDERZIJDSE ADMINISTRATIEVE BIJSTAND IN DOUANEZAKEN

van 16 mei 2014

inzake de wederzijdse erkenning van het AEO-programma (Authorised Economic Operators) van de Europese Unie en het MCME-programma (Measures on Classified Management of Enterprises) van de Volksrepubliek China

(2014/772/EU)

HET GEMENGD COMITE DOUANESAMENWERKING (hierna „het Gemengd Comité” genoemd),

Gezien de op 8 december 2004 ondertekende Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van China betreffende samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken (hierna „de overeenkomst” genoemd), en met name artikel 21, lid 2, onder c);

Erkennende dat de Europese Unie (hierna „de Unie” genoemd) en de Volksrepubliek China (hierna „China” genoemd) zich ertoe hebben verbonden hun douanesamenwerking te intensiveren in overeenstemming met het strategische kader voor de douanesamenwerking tussen de Unie en China;

Bevestigende dat de Unie en China zich ertoe hebben verbonden om de handel te vergemakkelijken alsmede vereisten en formaliteiten te vereenvoudigen ten behoeve van een snelle vrijgave en in- en uitklaring van goederen;

Bevestigende dat de veiligheid en de facilitatie van de internationale toeleveringsketen aanzienlijk kunnen worden verbeterd door wederzijdse erkenning van hun respectieve programma's voor geautoriseerde marktdeelnemers (Authorised Economic Oparators Programme) (hierna „AEO” genoemd);

Bevestigende dat de programma's gebaseerd zijn op internationaal erkende veiligheidsnormen zoals voorgestaan door het Safe-Framework of Standards van de Werelddouaneorganisatie (hierna het „Safe-Framework” genoemd);

Overwegende dat het AEO-programma van de Unie en het MCME-programma (Measures on Classified Management of Enterprises — maatregelen voor het systematische beheer van ondernemingen) van China (hierna „de programma's” genoemd), initiatieven zijn op het gebied van veiligheid en naleving en dat uit een gezamenlijke evaluatie is gebleken dat de inzake veiligheid gestelde normen met elkaar verenigbaar zijn en tot gelijkwaardige resultaten leiden;

Overwegende dat wederzijdse erkenning de Unie en China in staat stelt faciliteiten te verlenen aan marktdeelnemers die inspanningen hebben geleverd op het gebied van naleving en veiligheid van de toeleveringsketen en als zodanig gecertificeerd zijn in het kader van hun respectieve programma's;

Gezien de noodzaak om, te dien einde, bepalingen vast te stellen overeenkomstig artikel 17, lid 5, van de overeenkomst,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Toepassingsgebied

Dit besluit heeft betrekking op de volgende programma's en entiteiten:

a)

het AEO-programma van de Unie, dat betrekking heeft op het AEO-certificaat veiligheid en het AEO-certificaat douanevereenvoudigingen/veiligheid zoals voorzien in Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie (1), samen met Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad (2);

b)

de maatregelen van de algemene douanediensten van de Volksrepubliek China (GACC) voor het systematische beheer van ondernemingen, vastgesteld bij decreet (GACC) nr. 170, gewijzigd bij decreet (GACC) nr. 197, (hierna „MCME-programma” genoemd), dat betrekking heeft op ondernemingen van klasse-AA; en

c)

marktdeelnemers die houder zijn van een AEO-certificaat in de Unie zoals bedoeld onder a), en ondernemingen met klasse AA-status in het kader van het MCME-programma in China, zoals bedoeld onder b) (hierna „programmadeelnemers” genoemd).

Artikel 2

Wederzijdse erkenning en verantwoordelijkheid voor de uitvoering

1.   De programma's van de Unie en van China worden wederzijds erkend als met elkaar verenigbaar en gelijkwaardig. De overeenkomstig deze programma's toegekende status van programmadeelnemer wordt wederzijds aanvaard.

2.   De in artikel 1, onder b), van de overeenkomst omschreven douaneautoriteiten (hierna „de douaneautoriteiten” genoemd) zijn belast met de uitvoering van dit besluit. Zij nemen maatregelen om dit besluit uit te voeren.

Artikel 3

Verenigbaarheid

1.   De douaneautoriteiten zien toe op de duurzame samenhang tussen de programma's. De in het kader van de programma's toegepaste normen dienen met elkaar verenigbaar te blijven ten aanzien van:

a)

de aanvraagprocedure voor deelname aan het programma;

b)

de beoordeling van de aanvragen? en

c)

de toelating tot deelname aan het programma en het beheer van de deelnemersstatus.

2.   De douaneautoriteiten garanderen dat de programma's aan het Safe-Framework voldoen.

Artikel 4

Voordelen

1.   Elke douaneautoriteit verleent vergelijkbare voordelen aan de programmadeelnemers van de andere douaneautoriteit.

Deze voordelen behelzen onder meer:

a)

de door de andere douaneautoriteit toegekende status van programmadeelnemer positief wordt meegewogen bij de risicobeoordeling voor het beperken van inspecties of controles en bij andere veiligheidsgerelateerde maatregelen;

b)

de door de andere douaneautoriteit toegekende status van programmadeelnemer wordt meegewogen om hem als veilige partner aan te merken wanneer de vereisten voor handelspartners worden beoordeeld in het kader van aanvragen voor het eigen programma;

c)

de door de andere douaneautoriteit toegekende status van programmadeelnemer wordt meegewogen om de zendingen waar de programmadeelnemer bij betrokken is, voorrang te verlenen, versneld af te handelen, aan vereenvoudigde formaliteiten te onderwerpen en versneld vrij te geven;

d)

wordt gestreefd naar een gemeenschappelijk bedrijfscontinuïteitsmechanisme om te kunnen inspelen op verstoringen van het handelsverkeer als gevolg van hogere alarmniveaus, grenssluitingen en/of natuurrampen, noodtoestanden of andere belangrijke gebeurtenissen, in het kader waarvan prioritaire ladingen van programmadeelnemers zo soepel en snel mogelijk door de douaneautoriteiten kunnen worden afgehandeld.

2.   Na de in artikel 7, lid 2, bedoelde toetsing kan elke douaneautoriteit verdere faciliteiten verlenen, met inbegrip van processtroomlijning en grotere voorspelbaarheid met betrekking tot de vrijgave van goederen, voor zover dat mogelijk is, in samenwerking met andere overheden.

3.   Elke douaneautoriteit behoudt de bevoegdheid om de op grond van dit besluit verleende voordelen aan deelnemers aan het programma van de andere douaneautoriteit te schorsen. Een dergelijke schorsing van voordelen door een douaneautoriteit wordt met opgave van redenen en onverwijld aan de andere douaneautoriteit meegedeeld met het oog op overleg en een passende evaluatie.

4.   Elke douaneautoriteit meldt de andere douaneautoriteit onregelmatigheden waarbij deelnemers aan het programma van die andere douaneautoriteit betrokken zijn, zodat onmiddellijk kan worden onderzocht of de door de andere douaneautoriteit verleende voordelen en status nog passend zijn.

Artikel 5

Uitwisseling van inlichtingen en communicatie

1.   De douaneautoriteiten intensiveren hun communicatie om dit besluit effectief te kunnen uitvoeren. Zij wisselen inlichtingen uit en bevorderen de communicatie over hun programma's door:

a)

elkaar de gegevens van hun programmadeelnemers te verstrekken, conform lid 4;

b)

elkaar tijdig de laatste gegevens over de werking en ontwikkeling van hun respectieve programma toe te zenden;

c)

inlichtingen over het beleid en de ontwikkelingen op het gebied van de veiligheid van de toeleveringsketen uit te wisselen;

d)

te zorgen voor doeltreffende communicatie tussen het directoraat-generaal Belastingen en douane-unie van de Europese Commissie en de algemene douanediensten van de Volksrepubliek China (GACC), met het oog op de versterking van risicobeheerpraktijken in verband met de veiligheid van de toeleveringsketen bij de programmadeelnemers.

2.   Artikel 17 van de overeenkomst is van toepassing op elke inlichtingenuitwisseling krachtens dit besluit.

3.   Inlichtingen en daarmee verband houdende gegevens worden op systematische wijze langs elektronische weg uitgewisseld.

4.   De gegevens die over de programmadeelnemers moeten worden uitgewisseld, zijn beperkt tot het volgende:

a)

de naam van de programmadeelnemer;

b)

het adres van de programmadeelnemer;

c)

de status van de programmadeelnemer;

d)

de datum van validering of van certificering;

e)

schorsingen en intrekkingen;

f)

het unieke certificeringsnummer (bijvoorbeeld EORI- of AEO-nummer), en

g)

andere gegevens die gezamenlijk door de douaneautoriteiten kunnen worden bepaald, behoudens, in voorkomend geval, noodzakelijke waarborgen.

Artikel 6

Gegevensverwerking

1.   Alle krachtens dit besluit uitgewisselde inlichtingen, daaronder begrepen persoonsgegevens, worden verkregen, gebruikt en verwerkt uitsluitend door de douaneautoriteiten en met als enig doel de uitvoering van dit besluit.

2.   Alle krachtens dit besluit verstrekte inlichtingen, in welke vorm ook, zijn vertrouwelijk overeenkomstig de regelgeving van elk van de overeenkomstsluitende partijen en vallen onder de geheimhoudingsplicht.

3.   De douaneautoriteiten zorgen ervoor dat de uitgewisselde inlichtingen juist zijn en regelmatig worden bijgewerkt, en dat er gepaste verwijderingsprocedures voorhanden zijn. Indien een douaneautoriteit tot de bevinding komt dat op grond van dit besluit verstrekte inlichtingen moeten worden gewijzigd, stelt de verstrekkende douaneautoriteit de ontvangende douaneautoriteit direct in kennis van dergelijke wijzigingen. De ontvangende douaneautoriteit registreert dergelijke wijzigingen onverwijld nadat deze haar ter kennis zijn gebracht. Inlichtingen mogen niet langer dan nodig is voor de uitvoering van dit besluit, worden verwerkt en bewaard.

4.   Wanneer inlichtingen met persoonsgegevens worden uitgewisseld overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van dit besluit, nemen de douaneautoriteiten ook passende maatregelen om de bescherming, beveiliging, vertrouwelijkheid en integriteit van die gegevens te waarborgen. De douaneautoriteiten zien er met name op toe dat:

a)

er beveiligingswaarborgen zijn (inclusief elektronische waarborgen) die de toegang tot de inlichtingen die op grond van dit besluit van de andere douaneautoriteit zijn verkregen, op een „need-to-know”-basis bewaken en ervoor zorgen dat deze inlichtingen alleen ten behoeve van dit besluit worden gebruikt;

b)

inlichtingen die op grond van dit besluit van de andere douaneautoriteit zijn verkregen, tegen ongeoorloofde toegang, verspreiding, wijziging, verwijdering of vernietiging worden beschermd, behalve voor zover passend om uitvoering te geven aan lid 3;

c)

inlichtingen die op grond van dit besluit van de andere douaneautoriteit zijn verkregen, niet aan enige andere partij, enig derde land of internationaal orgaan of enige andere publieke autoriteit van de ontvangende partij worden doorgegeven zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de douaneautoriteit die de inlichtingen heeft verstrekt. Alle met voorafgaande schriftelijke toestemming doorgegeven inlichtingen worden gebruikt in overeenstemming met de in dit besluit vastgestelde voorwaarden en met inachtneming van de beperkingen die zijn vastgesteld door de autoriteit die de inlichtingen heeft verstrekt;

d)

inlichtingen die op grond van dit besluit van de andere douaneautoriteit zijn verkregen, te allen tijde in veilige elektronische en/of papieren opslagsystemen worden opgeslagen. Elke toegang alsmede elke verwerking en elk gebruik van inlichtingen die van de andere douaneautoriteit zijn verkregen, worden geregistreerd of gedocumenteerd.

5.   Met betrekking tot persoonsgegevens die op grond van dit besluit kunnen worden uitgewisseld, kan een programmadeelnemer verzoeken om toegang tot, of rectificatie, afscherming of schrapping van dergelijke hem betreffende gegevens die door een douaneautoriteit worden verwerkt. Elke douaneautoriteit deelt zijn programmadeelnemers mee hoe zij in eerste instantie om toegang tot en rectificatie, afscherming of schrapping van gegevens kunnen verzoeken. De aangezochte douaneautoriteit corrigeert onjuiste of onvolledige gegevens.

6.   Met betrekking tot persoonsgegevens die op grond van dit besluit kunnen worden uitgewisseld, hebben programmadeelnemers het recht op doeltreffend administratief en gerechtelijk verhaal, ongeacht hun nationaliteit en staat van verblijf. In dit verband informeert elke douaneautoriteit de programmadeelnemers ook over de administratieve of gerechtelijke verhaalmogelijkheden.

7.   Op verzoek van de verstrekkende douaneautoriteit worden op grond van dit besluit ontvangen inlichtingen die onjuist of onvolledig zijn of waarvan de verzameling of verdere verwerking in strijd is met dit besluit of de overeenkomst, door de ontvangende douaneautoriteit bijgewerkt, gecorrigeerd, afgeschermd of gewist.

8.   Elke douaneautoriteit stelt de andere douaneautoriteit ervan in kennis als zij vaststelt dat essentiële inlichtingen die zij op grond van dit besluit aan de andere douaneautoriteit heeft verzonden of van de andere douaneautoriteit heeft ontvangen, onjuist, onbetrouwbaar of zeer twijfelachtig zijn. Wanneer een douaneautoriteit tot de bevinding komt dat de inlichtingen die zij op grond van dit besluit van de andere douaneautoriteit heeft ontvangen, onjuist zijn, neemt zij alle maatregelen die zij passend acht, daaronder begrepen het aanvullen, wissen of corrigeren van die inlichtingen, om te voorkomen dat er nog langer ten onrechte gebruik van wordt gemaakt.

9.   De naleving van de bepalingen in dit artikel door elke douaneautoriteit is onderworpen aan het toezicht en de beoordeling door de respectieve desbetreffende autoriteit. Voor de Unie zijn die autoriteiten, de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en de gegevensbeschermingsautoriteiten van de lidstaten van de Unie, en voor China zijn die autoriteiten de algemene douanediensten van China (GACC)). Die autoriteiten beschikken over doeltreffende bevoegdheden op het gebied van toezicht, onderzoek, interventie en inspectie, en zij zijn gemachtigd om, indien nodig, schendingen van de wet te renvooieren. Zij zorgen ervoor dat klachten over niet-naleving worden ontvangen, onderzocht, beantwoord en een passend gevolg krijgen.

10.   Het Gemengd Comité toetst de verwerking van persoonsgegevens in het kader van dit besluit. Deze toetsing vindt plaats op verzoek van elk van de douaneautoriteiten, of ten minste om de twee jaar. Elke douaneautoriteit verstrekt de noodzakelijke informatie over de door haar genomen maatregelen voor de handhaving van de naleving, verleent toegang tot de desbetreffende documenten, systemen en het personeel, en beëindigt elke verwerking waarvan blijkt dat deze in strijd is met dit besluit.

Artikel 7

Overleg en toetsing

1.   Alle aangelegenheden in verband met de uitvoering van dit besluit worden geregeld door overleg tussen de douaneautoriteiten in het kader van het Gemengd Comité.

2.   Het Gemengd Comité toetst regelmatig de uitvoering van dit besluit. De toetsing kan met name het volgende omvatten:

a)

gezamenlijke controles om de sterke en zwakke punten bij de toepassing van de wederzijdse erkenning vast te stellen;

b)

de uitwisseling van standpunten over uit te wisselen gegevens en toe te kennen voordelen, met inbegrip van die welke eventueel in de toekomst aan marktdeelnemers moeten worden toegekend overeenkomstig artikel 4, lid 2;

c)

de uitwisseling van standpunten over veiligheidsbepalingen zoals te volgen protocollen gedurende en na een ernstig veiligheidsincident (hervatting van de bedrijfsactiviteiten) of wanneer de omstandigheden rechtvaardigen dat de wederzijdse erkenning wordt geschorst;

d)

onderzoek van de schorsing van de voordelen, als bedoeld in artikel 4, lid 3, van dit besluit;

e)

toetsing van de uitvoering van artikel 6 van dit besluit.

Artikel 8

Aanvang en schorsing

1.   De samenwerking op grond van dit besluit vangt aan bij de ondertekening ervan.

2.   Elke douaneautoriteit kan de samenwerking op grond van dit besluit te allen tijde schorsen, mits zij dit ten minste dertig (30) dagen van tevoren schriftelijk meedeelt.

Gedaan te Peking, 16 mei 2014.

Voor het Gemengd Comité douanesamenwerking EU-China

Voor de Europese Commissie

Algirdas ŠEMETA

Voor de algemene douanediensten van de Volksrepubliek China

YU Guangzhou


(1)  Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).

(2)  Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1).