ISSN 1977-0758

doi:10.3000/19770758.L_2014.029.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 29

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

57e jaargang
31 januari 2014


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 65/2014 van de Commissie van 1 oktober 2013 houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van huishoudelijke ovens en afzuigkappen ( 1 )

1

 

*

Verordening (EU) nr. 66/2014 van de Commissie van 14 januari 2014 tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad wat eisen inzake ecologisch ontwerp voor huishoudelijke ovens, kookplaten en afzuigkappen betreft ( 1 )

33

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

31.1.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 29/1


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 65/2014 VAN DE COMMISSIE

van 1 oktober 2013

houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van huishoudelijke ovens en afzuigkappen

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaardproductinformatie van energiegerelateerde producten (1), en met name artikel 10,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van Richtlijn 2010/30/EU moet de Commissie gedelegeerde handelingen vaststellen met betrekking tot de etikettering van energiegerelateerde producten die een significant potentieel voor energiebesparing bieden en die een soortgelijke werking hebben, maar sterk verschillen wat hun prestatieniveaus betreft.

(2)

Het energieverbruik van elektrische ovens vertegenwoordigt een belangrijk deel van het totale energiebehoefte in de Unie. Het energetisch rendement is weliswaar al verbeterd, maar het energieverbruik van deze toestellen kan nog aanzienlijk worden teruggedrongen.

(3)

Bij Richtlijn 2002/40/EG van de Commissie van 8 mei 2002 houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 92/75/EEG van de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van elektrische ovens voor huishoudelijk gebruik (2) zijn bepalingen betreffende het energieverbruik van huishoudelijke elektrische ovens vastgesteld.

(4)

In de afgelopen jaren heeft de technologie op het gebied van huishoudelijke kooktoestellen zich zich snel ontwikkeld. Uit de voorbereidende studies inzake ecologisch ontwerp is gebleken dat huishoudelijke gasovens en afzuigkappen over een groot energiebesparingspotentieel beschikken. Om ervoor te zorgen dat de energie-etikettering voor de leveranciers een dynamische stimulans vormt om de energie-efficiëntie van dergelijke toestellen verder te verbeteren en de markt sneller toe te leiden naar energie-efficiënte technologieën moet Richtlijn 2002/40/EG worden ingetrokken en moeten nieuwe voorschriften worden vastgesteld.

(5)

De bepalingen van deze verordening moeten gelden voor huishoudelijke elektrische en gasovens, inclusief wanneer geïntegreerd in fornuizen, en voor huishoudelijke elektrische afzuigkappen.

(6)

Bij deze verordening moet voor alle desbetreffende ovens een herziene energie-efficiëntieschaal worden ingevoerd, lopend van A+++ tot D, alsook een nieuwe energie-efficiëntieschaal voor huishoudelijke afzuigkappen, lopend van A tot G, waarbij aan de top van de schaal om de twee jaar een „+” wordt toegevoegd totdat de „A+++”-klasse wordt bereikt; deze hogere klassen worden toegevoegd om de marktpenetratie van zeer efficiënte toestellen te versnellen.

(7)

Naar verwachting zullen de in deze verordening in combinatie met Verordening (EU) nr. 66/2014 van de Commissie (3) betreffende de vereisten voor het milieukeur voor elektrische ovens, kookplaten en afzuigkappen voor huishoudelijk gebruik neergelegde eisen resulteren in een jaarlijkse primaire-energiebesparing van 27 PJ/jaar in 2020, wat kan oplopen tot 60 PJ/jaar in 2030.

(8)

Het geluidsniveau van een huishoudelijke afzuigkap kan voor eindgebruikers een belangrijke overweging zijn. Op het etiket van huishoudelijke afzuigkappen moet dus informatie over het geluidsniveau worden opgenomen om het voor de eindgebruiker mogelijk te maken een geïnformeerde beslissing te nemen.

(9)

De op de respectieve etiketten verstrekte informatie moet worden verkregen aan de hand van betrouwbare, nauwkeurige en reproduceerbare meet- en berekeningsmethoden die beantwoorden aan de erkende stand van de techniek voor meet- en rekenmethoden, met inbegrip van, voor zover beschikbaar, geharmoniseerde normen die door Europese normalisatie-instellingen zijn opgesteld, zoals opgesomd in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie (4).

(10)

Bij de onderhavige verordening moet een eenvormig model worden vastgesteld voor het ontwerp en de inhoud van het etiket voor huishoudelijke ovens, inclusief wanneer geïntegreerd in fornuizen, en huishoudelijke elektrische afzuigkappen.

(11)

In deze verordening moeten eisen worden vastgesteld voor de technische documentatie en de productkaart van huishoudelijke ovens, inclusief wanneer geïntegreerd in fornuizen, en huishoudelijke elektrische afzuigkappen, ook wanneer die voor niet-huishoudelijke doeleinden worden gebruikt.

(12)

Bij deze verordening moeten eisen worden vastgesteld inzake de informatie die moet worden verstrekt bij elke vorm van verkoop op afstand, reclame en technisch promotiemateriaal voor huishoudelijke ovens (ook wanneer die zijn geïntegreerd in fornuizen) en huishoudelijke elektrische afzuigkappen, ook wanneer die voor niet-huishoudelijke doeleinden worden gebruikt.

(13)

Het is passend te voorzien in een evaluatie van de bepalingen van deze verordening waarbij rekening wordt gehouden met de vooruitgang van de techniek en waarbij met name wordt gekeken naar de doeltreffendheid en geschiktheid van de aanpak die wordt gevolgd om de energie-efficiëntieklasse van een huishoudelijke oven te bepalen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

1.   Bij deze verordening worden eisen vastgesteld voor de etikettering van en het verstrekken van aanvullende productinformatie over huishoudelijke elektrische en gasovens (inclusief wanneer geïntegreerd in fornuizen) en huishoudelijke elektrische afzuigkappen, ook wanneer die voor niet-huishoudelijke doeleinden worden verkocht.

2.   Deze verordening is niet van toepassing op:

a)

ovens die andere energiebronnen gebruiken dan elektriciteit of gas;

b)

ovens die beschikken over een functie van verwarming met microgolven;

c)

kleine ovens;

d)

draagbare ovens;

e)

ovens met warmteopslag;

f)

ovens die verwarmd worden met stoom als voornaamste verwarmingsfunctie;

g)

toestellen die zijn ontworpen om uitsluitend gebruik te maken van gassen van de „derde familie” (propaan en butaan).

Artikel 2

Definities

In aanvulling op de in artikel 2 van Richtlijn 2010/30/EG vastgestelde definities gelden voor deze verordening de volgende definities:

1.   „oven”: een toestel of een deel van een toestel dat één of meer ovenruimten omvat en dat elektriciteit en/of gas gebruikt, waarin levensmiddelen worden bereid met gebruikmaking van de conventionele modus of de heteluchtmodus;

2.   „ovenruimte”: een afgesloten compartiment waarin de temperatuur kan worden gecontroleerd met het oog op de bereiding van voedsel;

3.   „oven met meerdere ovenruimten”: een oven met twee of meer ovenruimten die elk afzonderlijk worden verwarmd

4.   „kleine oven”: een oven waarvan alle ovenruimten een breedte en diepte hebben van minder dan 250 mm of een hoogte van minder dan 120 mm;

5.   „draagbare oven”: een oven die geen vaste oven is, met een productmassa van minder dan 18 kg, op voorwaarde dat die niet voor inbouw is ontworpen;

6.   „verwarming met microgolven”: de verwarming van voedsel met gebruikmaking van elektromagnetische energie;

7.   „conventionele modus”: de werkingsmodus van een oven waarbij uitsluitend natuurlijke convectie wordt gebruikt voor de circulatie van verwarmde lucht binnen de ovenruimte van de oven;

8.   „heteluchtmodus”: een modus waarbij een ingebouwde ventilator de verwarmde lucht doet circuleren binnen de ovenruimte van de oven;

9.   „cyclus”: de periode van verwarming van een standaardlading in de ovenruimte van een oven onder bepaalde vastgestelde voorwaarden;

10.   „fornuis”: een toestel dat bestaat uit een oven en een kookplaat die gas of elektriciteit gebruiken;

11.   „werkingsmodus”: de status van de oven of de kookplaat tijdens het gebruik ervan;

12.   „warmtebron”: de voornaamste energievorm voor de verwarming van een oven of kookplaat;

13.   „afzuigkap”: een toestel dat met een motor is uitgerust die door dat toestel wordt gecontroleerd, dat bedoeld is om vervuilde lucht van boven een kookplaat te verzamelen of dat een downdraft-systeem (een naar beneden afzuigend systeem) omvat, bedoeld voor installatie in de nabijheid van kookblokken, kookplaten en soortgelijke kooktoestellen, dat damp wegzuigt via een interne afvoerkoker;

14.   „automatische modus gedurende de kookperiode”: een conditie waarin de luchtstroom van de afzuigkap gedurende de kookperiode automatisch wordt gecontroleerd door een sensor of door sensoren die de vochtigheid, de temperatuur enz. meet/meten;

15.   „volledig automatische afzuigkap”: een afzuigkap waarin de luchtstroom en/of andere functies automatisch worden gecontroleerd door sensoren gedurende 24 uur, inclusief de kookperiode;

16.   „beste-efficiëntiepunt” (BEP): het werkingspunt van de afzuigkap met maximale hydrodynamische efficiëntie (FDEafzuigkap);

17.   „verlichtingsefficiëntie” (LEafzuigkap): de verhouding tussen de gemiddelde door het verlichtingssysteem van de huishoudelijke afzuigkap gegeven verlichting en het vermogen van het verlichtingssysteem, in lux/W;

18.   „vetfilteringsefficiëntie” (GFEafzuigkap): het relatieve aandeel van vet dat wordt vastgehouden in de vetfilters van de afzuigkap;

19.   „uit-stand”: een toestand waarin het toestel is verbonden met het net, maar waarin geen enkele functie actief is, of waarin uitsluitend functionaliteiten worden geleverd die bedoeld zijn om de elektromagnetische compatibiliteit overeenkomstig Richtlijn 2004/108/EG van het Europees Parlement en de Raad (5) te verzekeren;

20.   „stand-by-stand”: een toestand waarin het toestel is verbonden met het net, van energie-input via het net afhankelijk is om als bedoeld te werken en uitsluitend een reactiveringsfunctie biedt, dan wel een reactiveringsfunctie en uitsluitend een indicatie dat de reactiveringsfunctie ingeschakeld is, en/of een informatie- of statusweergave die voor een onbepaalde tijd kan aanhouden;

21.   „reactiveringsfunctie”: een functie die de activering van andere modi, inclusief de actieve modus, vergemakkelijkt via een schakelaar op afstand, inclusief afstandsbediening, interne sensor of timer, met overschakeling naar een toestand die extra functionaliteiten biedt, met inbegrip van de hoofdfunctie;

22.   „informatie- of statusweergave”: een continue functie die informatie verstrekt of de status van het apparaat aangeeft op een scherm, met inbegrip van klokken;

23.   „eindgebruiker”: een consument die een product koopt of voornemens is te kopen;

24.   „verkooppunt”: een fysieke locatie waar het product wordt uitgestald en/of te koop of te huur wordt aangeboden aan de eindgebruiker;

25.   „gelijkwaardig model”: een model dat in de handel wordt gebracht met dezelfde technische parameters als een ander model dat door dezelfde fabrikant of importeur in de handel wordt gebracht met een verschillend commercieel codenummer.

Artikel 3

Verantwoordelijkheden van leveranciers en tijdsschema

Leveranciers zien erop toe dat:

1.

Wat het etiket, de productkaart en de technische documentatie betreft:

a)

huishoudelijke ovens:

i)

elke huishoudelijke oven wordt geleverd met (een) gedrukt(e) etiket(ten) met informatie gedrukt in het in punt 1 van bijlage III omschreven formaat voor elke ovenruimte van de oven;

ii)

er wordt een productkaart, als omschreven in afdeling A van bijlage IV, beschikbaar gesteld voor in de handel gebrachte huishoudelijke ovens;

iii)

alle technische documentatie, als uiteengezet in afdeling A van bijlage V, wordt op verzoek beschikbaar gesteld aan de autoriteiten van de lidstaten;

iv)

in alle reclameadvertenties voor een specifiek model van huishoudelijke oven die energiegerelateerde of prijsinformatie bevat, wordt de energie-efficiëntieklasse vermeld;

v)

in al het technisch promotiemateriaal betreffende een specifiek model van huishoudelijke oven waarin de specifieke technische parameters zijn opgenomen, wordt de energie-efficiëntieklasse van dat model vermeld;

vi)

voor elke ovenruimte van elk model van huishoudelijke oven wordt een elektronisch etiket in het formaat en met de informatie als omschreven in punt 1 van bijlage III beschikbaar gesteld aan de desbetreffende handelaars;

vii)

voor elk model van huishoudelijke oven wordt een elektronische productkaart als omschreven in punt A van bijlage IV beschikbaar gesteld aan de desbetreffende handelaars;

b)

huishoudelijke afzuigkappen:

i)

elke huishoudelijke afzuigkap wordt geleverd met een gedrukt etiket met informatie gedrukt in het in punt 2 van bijlage III omschreven formaat;

ii)

er wordt een productkaart, als omschreven in punt B van bijlage IV, beschikbaar gesteld voor in de handel gebrachte huishoudelijke afzuigkappen;

iii)

alle technische documentatie, als uiteengezet in punt B van bijlage V, wordt op verzoek beschikbaar gesteld aan de autoriteiten van de lidstaten;

iv)

in alle reclameadvertenties voor een specifiek model van huishoudelijke afzuigkap die energiegerelateerde of prijsinformatie bevat, wordt de energie-efficiëntieklasse vermeld;

v)

in al het technisch promotiemateriaal betreffende een specifiek model van huishoudelijke afzuigkap waarin de specifieke technische parameters zijn opgenomen, wordt de energie-efficiëntieklasse van dat model vermeld;

vi)

voor elk model van huishoudelijke afzuigkap wordt een elektronisch etiket in het formaat en met de informatie als omschreven in punt 2 van bijlage III beschikbaar gesteld aan de desbetreffende handelaars;

vii)

voor elk model van huishoudelijke afzuigkap wordt een elektronische productkaart als omschreven in punt B van bijlage IV beschikbaar gesteld aan de desbetreffende handelaars.

2.

Wat de efficiëntieklassen betreft:

a)

wat huishoudelijke ovens betreft, wordt de energie-efficiëntieklasse van de ovenruimte bepaald overeenkomstig punt 1 van bijlage I en punt 1 van bijlage II;

b)

wat huishoudelijke afzuigkappen betreft, wordt:

i)

de energie-efficiëntieklasse bepaald overeenkomstig punt 2, onder a), van bijlage I en punt 2.1 van bijlage II;

ii)

de hydrodynamische-efficiëntieklasse bepaald overeenkomstig punt 2, onder b), van bijlage I en punt 2.2 van bijlage II;

iii)

de verlichtingsefficiëntie bepaald overeenkomstig punt 2, onder c), van bijlage I en punt 2.3 van bijlage II;

iv)

de vetfilteringsefficiëntie bepaald overeenkomstig punt 2, onder d), van bijlage I en punt 2.4 van bijlage II.

3.

Wat het formaat van de etiketten betreft:

a)

wat huishoudelijke ovens betreft, is, voor toestellen die vanaf 1 januari 2015 in de handel worden gebracht, het formaat van het etiket voor de ovenruimte van de oven als omschreven in punt 1 van bijlage III;

b)

wat huishoudelijke afzuigkappen betreft, is het formaat van het etiket bepaald in punt 2 van bijlage III, overeenkomstig het volgende tijdsschema:

i)

voor huishoudelijke afzuigkappen die vanaf 1 januari 2015 in de handel worden gebracht met energie-efficiëntieklassen A, B, C, D, E, F, G, is het etiket als vastgesteld in punt 2.1.1 van bijlage III (etiket 1) of, wanneer de leveranciers dit passend achten, in punt 2.1.2 van diezelfde bijlage (etiket 2);

ii)

voor huishoudelijke afzuigkappen die vanaf 1 januari 2016 in de handel worden gebracht met energie-efficiëntieklassen A+, A, B, C, D, E, F, is het etiket als vastgesteld in punt 2.1.2 van bijlage III (etiket 2) of, wanneer de leveranciers dit passend achten, in punt 2.1.3 van diezelfde bijlage (etiket 3);

iii)

voor huishoudelijke afzuigkappen die vanaf 1 januari 2018 in de handel worden gebracht met energie-efficiëntieklassen A++, A+, A, B, C, D, E, is het etiket als vastgesteld in punt 2.1.3 van bijlage III (etiket 3) of, wanneer de leveranciers dit passend achten, in punt 2.1.4 van diezelfde bijlage (etiket 4);

iv)

voor huishoudelijke afzuigkappen die vanaf 1 januari 2020 in de handel worden gebracht met energie-efficiëntieklassen A+++, A++, A+, A, B, C, D, is het etiket als vastgesteld in punt 2.1.4 van bijlage III (etiket 4).

Artikel 4

Verantwoordelijkheden van handelaars

Handelaars zien erop toe dat:

1.

Wat huishoudelijke ovens betreft:

a)

elke oven die in een verkooppunt wordt aangeboden, vergezeld gaat van een etiket voor elke ovenruimte, door de leveranciers verstrekt overeenkomstig artikel 3, lid 1, onder a), i), aangebracht vooraan of bovenop het toestel of in de onmiddellijke nabijheid van het toestel, zodat het duidelijk zichtbaar en herkenbaar is als het etiket dat bij het model hoort, zonder dat de merknaam of het modelnummer op het etiket hoeft te worden afgelezen;

b)

ovens die te koop, te huur of in huurkoop wordt aangeboden, waarbij de uiteindelijke eigenaar het product vermoedelijk niet uitgestald ziet, als gespecificeerd in artikel 7 van Richtlijn 2010/30/EU, in de handel worden gebracht met de overeenkomstig afdeling A van bijlage VI bij deze verordening door de leveranciers te verstrekken informatie, behalve wanneer het toestel via het internet wordt aangeboden, in welk geval de bepalingen van bijlage VII van toepassing zijn;

c)

in alle reclameadvertenties voor elke vorm of elk medium van verkoop op afstand en marketing betreffende een specifiek model van oven waarin energiegerelateerde of prijsinformatie is opgenomen, de energie-efficiëntieklasse wordt vermeld;

d)

in al het technisch promotiemateriaal betreffende een specifiek model waarin de specifieke technische parameters van een oven zijn opgenomen, de energie-efficiëntieklasse van dat model wordt vermeld.

2.

Wat huishoudelijke afzuigkappen betreft:

a)

elke huishoudelijke afzuigkap die in een verkooppunt wordt aangeboden, vergezeld gaat van een etiket, door de leveranciers verstrekt overeenkomstig artikel 3, lid 1, onder b), i), aangebracht vooraan of bovenop het toestel of in de onmiddellijke nabijheid van het toestel, zodat het duidelijk zichtbaar en herkenbaar is als het etiket dat bij het model hoort, zonder dat de merknaam of het modelnummer op het etiket hoeft te worden afgelezen;

b)

huishoudelijke afzuigkappen die te koop, te huur of in huurkoop worden aangeboden, waarbij de uiteindelijke eigenaar het product vermoedelijk niet uitgestald ziet, als gespecificeerd in artikel 7 van Richtlijn 2010/30/EU, in de handel worden gebracht met de overeenkomstig afdeling B van bijlage VI bij deze verordening door de leveranciers te verstrekken informatie, behalve wanneer het toestel via het internet wordt aangeboden, in welk geval de bepalingen van bijlage VII van toepassing zijn;

c)

in alle reclameadvertenties voor elke vorm of elk medium van verkoop op afstand en marketing betreffende een specifiek model van huishoudelijke afzuigkap waarin energiegerelateerde of prijsinformatie is opgenomen, de energie-efficiëntieklasse wordt vermeld;

d)

in al het technisch promotiemateriaal betreffende een specifiek model waarin de specifieke technische parameters van de huishoudelijke afzuigkap zijn opgenomen, de energie-efficiëntieklasse van dat model wordt vermeld.

Artikel 5

Meet- en berekeningsmethoden

De op grond van de artikelen 3 en 4 te verstrekken informatie wordt verkregen met behulp van betrouwbare, nauwkeurige en reproduceerbare meetmethoden, waarbij rekening wordt gehouden met de erkende meest recente berekenings- en meetmethoden.

Artikel 6

Controleprocedure met het oog op markttoezicht

Wanneer zij markttoezichtscontroles uitvoeren met het oog op de beoordeling van de overeenstemming met de eisen van deze verordening, passen de lidstaten de in bijlage VIII vastgelegde controleprocedure toe.

Artikel 7

Evaluatie

Uiterlijk op 1 januari 2021 evalueert de Commissie deze verordening in het licht van de vooruitgang van de technologie.

Artikel 8

Intrekking

Richtlijn 2002/40/EG van de Commissie wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2015.

Artikel 9

Overgangsbepalingen

1.   Huishoudelijke ovens die voldoen aan het bepaalde in deze verordening en die vóór 1 januari 2015 in de handel zijn gebracht of te koop, te huur of in huurkoop zijn aangeboden, worden geacht in overeenstemming te zijn met de eisen van Richtlijn 2002/40/EG.

2.   Van 1 januari tot en met 1 april 2015 mogen handelaars artikel 4, lid 1, onder b), toepassen op specifieke ovens die onder die bepaling vallen.

3.   Van 1 januari tot en met 1 april 2015 mogen handelaars artikel 4, lid 2, onder b), toepassen op specifieke afzuigkappen die onder die bepaling vallen.

Artikel 10

Inwerkingtreding en toepassing

1.   Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2.   Zij is met ingang van 1 januari 2015 van toepassing. Artikel 3, lid 1, onder a), iv) en v), artikel 3, lid 1, onder b), iv) en v), artikel 4, lid 1, onder b), c) en d), en artikel 4, lid 2, onder b), c) en d), zijn echter slechts van toepassing met ingang van 1 april 2015.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 oktober 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 153 van 18.6.2010, blz. 1.

(2)  PB L 128 van 15.5.2002, blz. 45.

(3)  Zie bladzijde 33 van dit Publicatieblad.

(4)  PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12.

(5)  Richtlijn 2004/108/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit en tot intrekking van Richtlijn 89/336/EEG (PB L 390 van 31.12.2004, blz. 24).


BIJLAGE I

Efficiëntieklasse

1.   HUISHOUDELIJKE OVENS

De energie-efficiëntieklasse van huishoudelijke ovens wordt voor elke ovenruimte afzonderlijk bepaald op basis van de in tabel 1 van deze bijlage opgenomen waarden. De energie-efficiëntie van huishoudelijke ovens wordt bepaald overeenkomstig bijlage II, punt 1.

Tabel 1

Energie-efficiëntieklassen van huishoudelijke ovens

Energie-efficiëntieklasse

Energie-efficiëntie-index (EEIovenruimte)

A+++ (meest efficiënt)

EEIovenruimte < 45

A++

45 ≤ EEIovenruimte < 62

A+

62 ≤ EEIovenruimte < 82

A

82 ≤ EEIovenruimte < 107

B

107 ≤ EEIovenruimte < 132

C

132 ≤ EEIovenruimte < 159

D (minst efficiënt)

EEIovenruimte ≥ 159

2.   HUISHOUDELIJKE AFZUIGKAPPEN

a)

De energie-efficiëntieklasse van huishoudelijke afzuigkappen wordt bepaald op basis van de in tabel 2 van deze bijlage opgenomen waarden. De energie-efficiëntie-index (EEIafzuigkap) van huishoudelijke afzuigkappen wordt berekend overeenkomstig bijlage II, punt 2.1.

Tabel 2

Energie-efficiëntieklassen van huishoudelijke afzuigkappen

Energie-efficiëntieklasse

Energie-efficiëntie-index (EEIafzuigkap)

Etiket 1

Etiket 2

Etikel 3

Etiket 4

A+++ (meest efficiënt)

 

 

 

EEIafzuigkap < 30

A++

 

 

EEIafzuigkap < 37

30 ≤ EEIafzuigkap < 37

A+

 

EEIafzuigkap < 45

37 ≤ EEIafzuigkap < 45

37 ≤ EEIafzuigkap < 45

A

EEIafzuigkap < 55

45 ≤ EEIafzuigkap < 55

45 ≤ EEIafzuigkap < 55

45 ≤ EEIafzuigkap < 55

B

55 ≤ EEIafzuigkap < 70

55 ≤ EEIafzuigkap < 70

55 ≤ EEIafzuigkap < 70

55 ≤ EEIafzuigkap < 70

C

70 ≤ EEIafzuigkap < 85

70 ≤ EEIafzuigkap < 85

70 ≤ EEIafzuigkap < 85

70 ≤ EEIafzuigkap < 85

D

85 ≤ EEIafzuigkap < 100

85 ≤ EEIafzuigkap < 100

85 ≤ EEIafzuigkap < 100

EEIafzuigkap ≥ 85

E

100 ≤ EEIafzuigkap < 110

100 ≤ EEIafzuigkap < 110

EEIafzuigkap ≥ 100

 

F

110 ≤ EEIafzuigkap < 120

EEIafzuigkap ≥ 110

 

 

G (minst efficiënt)

EEIafzuigkap ≥ 120

 

 

 

b)

De hydrodynamische-efficiëntieklasse van een huishoudelijke afzuigkap wordt bepaald op basis van de hydrodynamische efficiëntie (FDEafzuigkap) ervan, als neergelegd in tabel 3. De hydrodynamische efficiëntie wordt bepaald overeenkomstig bijlage II, punt 2.2.

Tabel 3

Hydrodynamische-efficiëntieklassen van huishoudelijke afzuigkappen

Hydrodynamische-efficiëntieklasse

Hydrodynamische efficiëntie (FDEafzuigkap)

A (meest efficiënt)

FDEafzuigkap > 28

B

23 < FDEafzuigkap ≤ 28

C

18 < FDEafzuigkap ≤ 23

D

13 < FDEafzuigkap ≤ 18

E

8 < FDEafzuigkap ≤ 13

F

4 < FDEafzuigkap ≤ 8

G (minst efficiënt)

FDEafzuigkap ≤ 4

c)

De verlichtingsefficiëntieklasse van een huishoudelijke afzuigkap wordt bepaald op basis van de verlichtingsefficiëntie (LEafzuigkap) ervan, als neergelegd in tabel 4. De verlichtingsefficiëntie van huishoudelijke afzuigkappen wordt bepaald overeenkomstig bijlage II, punt 2.3.

Tabel 4

Verlichtingsefficiëntieklassen van afzuigkappen

Verlichtingsefficiëntieklasse

Verlichtingsefficiëntie (LEafzuigkap)

A (meest efficiënt)

LEafzuigkap > 28

B

20 < LEafzuigkap ≤ 28

C

16 < LEafzuigkap ≤ 20

D

12 < LEafzuigkap ≤ 16

E

8 < LEafzuigkap ≤ 12

F

4 < LEafzuigkap ≤ 8

G (minst efficiënt)

LEafzuigkap ≤ 4

d)

De vetfilteringsefficiëntieklasse van een huishoudelijke afzuigkap wordt bepaald op basis van de vetfilteringsefficiëntie (GFEafzuigkap) ervan, als neergelegd in tabel 5. De vetfilteringsefficiëntie van huishoudelijke afzuigkappen wordt bepaald overeenkomstig bijlage II, punt 2.4.

Tabel 5

Vetfilteringsefficiëntieklassen van huishoudelijke afzuigkappen

Vetfilteringsefficiëntieklasse

Vetfilteringsefficiëntie (%)

A (meest efficiënt)

GFEafzuigkap > 95

B

85 < GFEafzuigkap ≤ 95

C

75 < GFEafzuigkap ≤ 85

D

65 < GFEafzuigkap ≤ 75

E

55 < GFEafzuigkap ≤ 65

F

45 < GFEafzuigkap ≤ 55

G (minst efficiënt)

GFEafzuigkap ≤ 45


BIJLAGE II

Metingen en berekeningen

Met het oog op de naleving en de controle op de naleving van de eisen van deze verordening dienen metingen en berekeningen te worden verricht met gebruikmaking van een betrouwbare, nauwkeurige en reproduceerbare methode die beantwoordt aan de algemeen erkende stand van de techniek op dit gebied, inclusief geharmoniseerde normen waarvan de referentienummers voor dat doel zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze methoden moeten aan de in deze bijlage vermelde technische definities, voorwaarden, formules en parameters beantwoorden.

1.   HUISHOUDELIJKE OVENS

Het energieverbruik van de ovenruimte van een huishoudelijke oven wordt gemeten voor één gestandaardiseerde cyclus, in de conventionele modus en, indien beschikbaar, in de heteluchtmodus, door verwarming van een in water gedrenkte standaardlading. Er wordt geverifieerd dat de temperatuur binnen de ovenruimte de temperatuurinstelling van de thermostaat en/of het controlepaneel van de oven bereikt binnen de tijdsduur van de testcyclus. Het energieverbruik per cyclus dat overeenstemt met de modus die het best presteert (conventioneel dan wel hetelucht) wordt gebruikt in de volgende berekeningen.

Voor elke ovenruimte van een huishoudelijke oven, wordt de energie-efficiëntie-index (EEIovenruimte) berekend met gebruikmaking van de volgende formules:

Voor huishoudelijke elektrische ovens:

Formula

Formula (in kWh)

Voor huishoudelijke gasovens:

Formula

Formula (in MJ)

Waarin:

—   EEIovenruimte = energie-efficiëntie-index voor elke ovenruimte van een huishoudelijke oven, afgerond tot op één decimaal;

—   SECelektrische ovenruimte = standaard energieverbruik (Specific Energy Consumption) (elektriciteit) vereist om een standaardlading in de ovenruimte van een huishoudelijke elektrisch verwarmde oven gedurende een cyclus te verwarmen, uitgedrukt in kWh, afgerond tot op twee decimalen;

—   SECgasovenruimte = standaard energieverbruik vereist om een standaardlading in de ovenruimte van een huishoudelijke gasoven gedurende een cyclus te verwarmen, uitgedrukt in MJ, afgerond tot op twee decimalen;

—   V= volume van de ovenruimte van de huishoudelijke oven in liter (L), afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal;

—   ECelektrische ovenruimte = energieverbruik vereist om een standaardlading in de ovenruimte van een huishoudelijke elektrisch verwarmde oven gedurende een cyclus te verwarmen, uitgedrukt in kWh, afgerond tot op twee decimalen;

—   ECgasovenruimte = energieverbruik vereist om een standaardlading in de ovenruimte van een huishoudelijke gasoven gedurende een cyclus te verwarmen, uitgedrukt in MJ, afgerond tot op twee decimalen.

2.   HUISHOUDELIJKE AFZUIGKAPPEN

2.1.   Berekening van de energie-efficiëntie-index (EEIafzuigkap)

De energie-efficiëntie-index (EEIafzuigkap ) wordt als volgt berekend:

Formula

met afronding tot op de eerste decimaal.

Waarin:

—   SAECafzuigkap = standaard jaarlijks energieverbruik (Standard Annual Energy consumption) van de huishoudelijke afzuigkap in kWh/jaar, afgerond tot op één decimaal;

—   AECafzuigkap = jaarlijks energieverbruik van de huishoudelijke afzuigkap in kWh/jaar, afgerond tot op één decimaal.

Het standaard jaarlijks energieverbruik (SAECafzuigkap ) van een huishoudelijke afzuigkap wordt als volgt berekend:

Formula

Waarin:

—   WBEP = het elektrisch opgenomen vermogen van de huishoudelijke afzuigkap op het beste-efficiëntiepunt, in Watt en afgerond tot op één decimaal;

—   WL = het nominale elektrisch opgenomen vermogen van het verlichtingssysteem van de huishoudelijk afzuigkap dat het kookoppervlak verlicht, in Watt en afgerond tot op één decimaal.

Het jaarlijkse energieverbruik (AECafzuigkap ) van een huishoudelijke afzuigkap wordt als volgt berekend:

i)

voor volledig automatische huishoudelijke afzuigkappen:

Formula

ii)

voor alle andere huishoudelijke afzuigkappen:

Formula

Waarin:

—   tL = de gemiddelde verlichtingstijd per dag, in minuten (tL = 120);

—   tH = de gemiddelde gebruikstijd per dag voor huishoudelijke afzuigkappen, in minuten (tH = 60);

—   Po = het elektrisch opgenomen vermogen in de uit-stand van de huishoudelijke afzuigkap, in Watt en afgerond tot op twee decimalen;

—   Ps = het elektrisch opgenomen vermogen in de stand-by-stand van de huishoudelijke afzuigkap, in Watt en afgerond tot op twee decimalen;

—   f= de tijdstoenamefactor, berekende en afgerond tot op één decimaal, als:

Formula

2.2.   Berekening van de hydrodynamische efficiëntie (FDEafzuigkap)

De FDEafzuigkap op het beste-efficiëntiepunt wordt berekend via de volgende formule, en wordt afgerond tot op één decimaal:

Formula

Waarin:

—   QBEP = het debiet van de huishoudelijke afzuigkap op het beste-efficiëntiepunt, uitgedrukt in m3/uur en afgerond tot op één decimaal;

—   PBEP = het statische drukverschil van de huishoudelijke afzuigkap op het beste-efficiëntiepunt, uitgedrukt in Pa en afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal;

—   WBEP = het elektrisch opgenomen vermogen van de huishoudelijke afzuigkap op het beste-efficiëntiepunt, uitgedrukt in Watt en afgerond tot op één decimaal.

2.3.   Berekening van de verlichtingsefficiëntie (LEafzuigkap)

De verlichtingsefficiëntie (LEafzuigkap) van een huishoudelijke afzuigkap is de verhouding tussen de gemiddelde verlichting en het nominale elektrisch opgenomen vermogen van het verlichtingssysteem. De verlichtingsefficiëntie wordt als volgt berekend, in lux per Watt en afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal:

Formula

Waarin:

—   Egemiddeld = de gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookoppervlak, gemeten onder standaardomstandigheden, in lux en afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal;

—   WL = het nominale elektrisch opgenomen vermogen van het verlichtingssysteem van een huishoudelijke afzuigkap op het kookoppervlak, in Watt en afgerond op de eerste decimaal.

2.4.   Berekening van de vetfilteringsefficiëntie (GFEafzuigkap)

De vetfilteringsefficiëntie (GFEafzuigkap) van een huishoudelijke afzuigkap is de relatieve hoeveelheid vet die wordt vastgehouden in de vetfilters van de afzuigkap. De vetfilteringsefficiëntie wordt als volgt berekend, afgerond op de eerste decimaal:

Formula

Waarin:

—   wg = de massa van het vet in de vetfilter, inclusief alle afneembare bedekkingen, in g en afgerond op de eerste decimaal;

—   wr = de massa van het vet dat wordt vastgehouden in de luchtkanalen van de afzuigkap, in g en afgerond op de eerste decimaal;

—   wt = de massa van het vet dat wordt vastgehouden in de absoluutfilter, in g en afgerond op de eerste decimaal.

2.5.   Geluidsniveau

Het geluidsniveau (in dB) wordt gemeten als de akoestische A-gewogen geluidsemissie in de lucht (gewogen gemiddelde — LWA) door de huishoudelijke afzuigkap in de hoogste stand voor normaal gebruik, afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal.


BIJLAGE III

Etiket

1.   ETIKET VOOR HUISHOUDELIJKE OVENS

1.1.   Huishoudelijke elektrische ovens

1.1.1.   Presentatie van het etiket — voor elke ovenruimte van een huishoudelijke elektrische oven

Image

1.1.2.   Op het etiket vermelde informatie — huishoudelijke elektrische ovens

De volgende informatie wordt op het etiket vermeld:

I.

de naam of het handelsmerk van de leverancier;

II.

de typeaanduiding van het model van de leverancier, d.w.z. de doorgaans alfanumerieke code waarmee een specifiek model huishoudelijke oven wordt onderscheiden van andere modellen met hetzelfde handelsmerk of dezelfde leveranciersnaam;

III.

de energiebron van de huishoudelijke oven;

IV.

de energie-efficiëntieklasse van de ovenruimte, zoals bepaald overeenkomstig bijlage I. De punt van de pijl die de indicator-letter bevat, wordt op dezelfde hoogte geplaatst als de punt van de pijl van de relevante energie-efficiëntieklasse;

V.

het nuttige volume van de ovenruimte in liter, afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal;

VI.

het energieverbruik per cyclus, uitgedrukt in kWh/cyclus (elektriciteitsverbruik) voor de verwarmingsfunctie(s) (conventioneel en, wanneer beschikbaar, hetelucht) van de ovenruimte, gebaseerd op een standaardlading en bepaald overeenkomstig de testprocedures, afgerond op de tweede decimaal (ECelektrische ovenruimte ).

1.1.3.   Ontwerp van het etiket — huishoudelijke elektrische ovens

Het etiket voor elke ovenruimte van een huishoudelijke elektrische oven wordt volgens onderstaande figuur ontworpen:

Image

Waarbij:

i)

het etiket is minimaal 85 mm breed en 170 mm hoog. Als het etiket op groter formaat wordt afgedrukt, moet de inhoud toch evenredig met bovenstaande specificaties blijven;

ii)

de achtergrond is wit;

iii)

de gebruikte kleuren zijn cyaan, magenta, geel en zwart en worden volgens het volgende voorbeeld gebruikt: 00-70-X-00: 0 % cyaan, 70 % magenta, 100 % geel, 0 % zwart;

iv)

het etiket moet aan de volgende vereisten voldoen (de cijfers verwijzen naar de bovenstaande figuur):

Image

Lijndikte van de rand: 4 pt — kleur: cyaan 100 % — afgeronde hoeken: 3 mm.

Image

EU-logo — kleuren: X-80-00-00 en 00-00-X-00.

Image

Energielogo: kleur: X-00-00-00; pictogram zoals afgebeeld: EU-logo + energielogo: breedte: 70 mm, hoogte: 14 mm.

Image

Rand sublogo’s: 1,5 pt — kleur: cyaan 100 % — lengte: 70 mm.

Image

Schaal energieklassen

Pijl: hoogte: 5,5 mm, tussenruimte: 1 mm — kleuren:

Hoogste klasse: X-00-X-00;

Tweede klasse: 70-00-X-00;

Derde klasse: 30-00-X-00;

Vierde klasse: 00-00-X-00;

Vijfde klasse: 00-30-X-00;

Zesde klasse: 00-70-X-00;

Laagste klasse: 00-X-X-00;

Tekst: calibri bold 18 pt, hoofdletters en wit; „+”-symbool: calibri bold 12 pt, wit, op één enkele lijn.

Image

Energie-efficiëntieklasse

Pijl: breedte: 20 mm, hoogte: 10 mm, 100 % zwart;

Tekst: calibri bold 24 pt, hoofdletters en wit; „+”-symbool: calibri bold 18 pt, wit, op één enkele lijn.

Image

Energieverbruik per cyclus

Rand: 1,5 pt — kleur: cyaan 100 % — afgeronde hoeken: 3 mm.

Waarde: calibri bold 19 pt, 100 % zwart; en calibri regular 10 pt, 100 % zwart.

Image

Volume

Rand: 1,5 pt — kleur: cyaan 100 % — afgeronde hoeken: 3 mm.

Waarde: calibri bold 20 pt, 100 % zwart; en calibri regular 10 pt, 100 % zwart.

Image

Asterisk: calibri regular 6 pt, 100 % zwart.

Image

Nummer van de verordening: calibri bold 10 pt, 100 % zwart

Image

Naam of handelsmerk van de leverancier

Image

Typeaanduideling van het model van de leverancier

Image

De informatie over de leverancier en het model moet passen in een ruimte van 70 × 13 mm.

1.2.   Huishoudelijke gasovens

1.2.1.   Presentatie van het etiket — voor elke ovenruimte van een huishoudelijke gasoven

Image

1.2.2.   Op het etiket vermelde informatie

De volgende informatie wordt op het etiket vermeld:

I.

de naam of het handelsmerk van de leverancier;

II.

de typeaanduiding van het model van de leverancier, d.w.z. de doorgaans alfanumerieke code waarmee een specifiek model huishoudelijke oven wordt onderscheiden van andere modellen met hetzelfde handelsmerk of dezelfde leveranciersnaam;

III.

de energiebron van de huishoudelijke oven;

IV.

de energie-efficiëntieklasse van de ovenruimte, zoals bepaald overeenkomstig bijlage I. De punt van de pijl die de indicator-letter bevat, wordt op dezelfde hoogte geplaatst als de punt van de pijl van de relevante energie-efficiëntieklasse;

V.

het nuttige volume van de ovenruimte in liter, afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal;

VI.

het energieverbruik per cyclus, uitgedrukt in MJ/cyclus en in kWh/cyclus (1) (gasverbruik) voor de verwarmingsfunctie(s) (conventioneel en, wanneer beschikbaar, hetelucht) van de ovenruimte, gebaseerd op een standaardlading en bepaald overeenkomstig de testprocedures, afgerond op de tweede decimaal (ECgasovenruimte ).

1.2.3.   Ontwerp van het etiket — Huishoudelijke gasovens

Het etiket voor elke ovenruimte van een huishoudelijke gasoven wordt volgens onderstaande figuur ontworpen:

Image

Waarbij:

i)

het etiket is minimaal 85 mm breed en 170 mm hoog. Als het etiket op groter formaat wordt afgedrukt, moet de inhoud toch evenredig met bovenstaande specificaties blijven;

ii)

de achtergrond is wit;

iii)

de gebruikte kleuren zijn cyaan, magenta, geel en zwart en worden volgens het volgende voorbeeld gebruikt: 00-70-X-00: 0 % cyaan, 70 % magenta, 100 % geel, 0 % zwart;

iv)

het etiket moet aan de volgende vereisten voldoen (de cijfers verwijzen naar de bovenstaande figuur):

Image

Lijndikte van de rand: 4 pt — kleur: cyaan 100 % — afgeronde hoeken: 3 mm.

Image

EU-logo — kleuren: X-80-00-00 en 00-00-X-00.

Image

Energielogo: kleur: X-00-00-00; pictogram zoals afgebeeld: EU-logo + energielogo: breedte: 70 mm, hoogte: 14 mm.

Image

Rand sublogo’s: 1,5 pt — kleur: cyaan 100 % — lengte: 70 mm.

Image

Schaal energieklassen

Pijl: hoogte: 5,5 mm, tussenruimte: 1 mm — kleuren:

Hoogste klasse: X-00-X-00;

Tweede klasse: 70-00-X-00;

Derde klasse: 30-00-X-00;

Vierde klasse: 00-00-X-00;

Vijfde klasse: 00-30-X-00;

Zesde klasse: 00-70-X-00;

Laagste klasse: 00-X-X-00;

Tekst: calibri bold 18 pt, hoofdletters en wit; „+”-symbool: calibri bold 12 pt, wit, op één enkele lijn.

Image

Energie-efficiëntieklasse

Pijl: breedte: 20 mm, hoogte: 10 mm, 100 % zwart;

Tekst: calibri bold 24 pt, hoofdletters en wit; „+”-symbool: calibri bold 18 pt, wit, op één enkele lijn.

Image

Energieverbruik per cyclus

Rand: 1,5 pt — kleur: cyaan 100 % — afgeronde hoeken: 3 mm.

Waarde: calibri bold 19 pt, 100 % zwart; en calibri regular 10 pt, 100 % zwart.

Image

Volume

Rand: 1,5 pt — kleur: cyaan 100 % — afgeronde hoeken: 3 mm.

Waarde: calibri bold 20 pt, 100 % zwart; en calibri regular 10 pt, 100 % zwart.

Image

Asterisk: calibri regular 6 pt, 100 % zwart.

Image

Nummer van de verordening: calibri bold 10 pt, 100 % zwart

Image

Naam of handelsmerk van de leverancier

Image

Typeaanduideling van het model van de leverancier

Image

De informatie over de leverancier en het model moet passen in een ruimte van 70 × 13 mm.

2.   ETIKET VOOR HUISHOUDELIJKE AFZUIGKAPPEN

2.1.   Formaten van het etiket

2.1.1.   Huishoudelijke afzuigkappen in energie-efficiëntieklassen A t/m G (etiket 1)

Image

2.1.2.   Huishoudelijke afzuigkappen in energie-efficiëntieklassen A + t/m F (etiket 2)

Image

2.1.3.   Huishoudelijke afzuigkappen in energie-efficiëntieklassen A++ t/m E (etiket 3)

Image

2.1.4.   Huishoudelijke afzuigkappen in energie-efficiëntieklassen A+++ t/m D (etiket 4)

Image

2.2.   Op het etiket vermelde informatie — huishoudelijke afzuigkappen

De volgende informatie wordt op het etiket vermeld:

I.

de naam of het handelsmerk van de leverancier;

II.

de typeaanduideling van het model van de leverancier, d.w.z. de doorgaans alfanumerieke code waarmee een specifiek model huishoudelijke afzuigkap wordt onderscheiden van andere modellen met hetzelfde handelsmerk of dezelfde leveranciersnaam;

III.

de energie-efficiëntieklasse van de huishoudelijke afzuigkap, zoals bepaald overeenkomstig bijlage I. De punt van de pijl die de energie-efficiëntieklasse van de huishoudelijke afzuigkap bevat, wordt op dezelfde hoogte geplaatst als de punt van de pijl van de relevante energie-efficiëntieklasse;

IV.

het jaarlijkse energieverbruik (AECafzuigkap), berekend overeenkomstig bijlage II, in kWh en afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal;

V.

de hydrodynamische-efficiëntieklasse, bepaald overeenkomstig bijlage I;

VI.

de verlichtingsefficiëntieklasse, bepaald overeenkomstig bijlage I;

VII.

de vetfilteringsefficiëntieklasse, bepaald overeenkomstig bijlage I;

VIII.

het geluidsniveau, bepaald overeenkomstig punt 2.5 van bijlage II, afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal.

2.3.   Ontwerp van het etiket — huishoudelijke afzuigkappen

Het etiket voor huishoudelijke afzuigkappen wordt volgens onderstaande figuur ontworpen:

Image

Waarbij:

i)

het etiket is minimaal 60 mm breed en 120 mm hoog. Als het etiket op groter formaat wordt afgedrukt, moet de inhoud toch evenredig met bovenstaande specificaties blijven;

ii)

de achtergrond is wit;

iii)

de gebruikte kleuren zijn cyaan, magenta, geel en zwart en worden volgens het volgende voorbeeld gebruikt: 00-70-X-00: 0 % cyaan, 70 % magenta, 100 % geel, 0 % zwart;

iv)

het etiket moet aan de volgende vereisten voldoen (de cijfers verwijzen naar de bovenstaande figuur):

Image

Lijndikte van de rand: 3 pt — kleur: cyaan 100 % — afgeronde hoeken: 2 mm.

Image

EU-logo: kleuren: X-80-00-00 en 00-00-X-00.

Image

Energielogo: kleur: X-00-00-00. Pictogram zoals afgebeeld: EU-logo + energielogo: breedte: 51 mm, hoogte: 10 mm.

Image

Rand sublogo’s: 1 pt — kleur: cyaan 100 % — lengte: 51 mm.

Image

Schaal energieklassen

Pijl: hoogte: 4 mm, tussenruimte: 0,75 mm — kleuren:

Hoogste klasse: X-00-X-00;

Tweede klasse: 70-00-X-00;

Derde klasse: 30-00-X-00;

Vierde klasse: 00-00-X-00;

Vijfde klasse: 00-30-X-00;

Zesde klasse: 00-70-X-00;

Laagste klasse: 00-X-X-00;

Tekst: calibri bold 10 pt, hoofdletters en wit; „+”-symbool: calibri bold 7 pt, wit, op één enkele lijn.

Image

Energie-efficiëntieklasse

Pijl: breedte: 15 mm, hoogte: 8 mm, 100 % zwart;

Tekst: calibri bold 17 pt, hoofdletters en wit; „+”-symbool: calibri bold 12 pt, wit, op één enkele lijn.

Image

Jaarlijks energieverbruik

Rand: 1 pt — kleur: cyaan 100 % — afgeronde hoeken: 2,5 mm.

Waarde: calibri bold 21 pt, 100 % zwart; en calibri regular 8 pt, 100 % zwart.

Image

Hydrodynamische efficiëntie

Pictogram zoals afgebeeld

Rand: 1 pt — kleur: cyaan 100 % — afgeronde hoeken: 2,5 mm.

Waarde: calibri regular 6 pt, 100 % zwart; en calibri bold 11,5 pt, 100 % zwart.

Image

Verlichtingsefficiëntie

Pictogram zoals afgebeeld

Rand: 1 pt — kleur: cyaan 100 % — afgeronde hoeken: 2,5 mm.

Waarde: calibri regular 6 pt, 100 % zwart; en calibri bold 11,5 pt, 100 % zwart.

Image

Vetfilteringsefficiëntie

Pictogram zoals afgebeeld

Rand: 1 pt — kleur: cyaan 100 % — afgeronde hoeken: 2,5 mm.

Waarde: calibri regular 10 pt, 100 % zwart; en calibri bold 14 pt, 100 % zwart.

Image

Geluidsniveau

Pictogram zoals afgebeeld

Rand: 1 pt — kleur: cyaan 100 % — afgeronde hoeken: 2,5 mm.

Waarde: calibri regular 6 pt, 100 % zwart; en calibri bold 11,5 pt, 100 % zwart.

Image

Nummer van de verordening: calibri bold 8 pt, 100 % zwart

Image

Naam of handelsmerk van de leverancier

Image

Typeaanduideling van het model van de leverancier

Image

De informatie over de leverancier en het model moet passen in een ruimte van 51 × 9 mm.


(1)  1 kWh/cyclus = 3,6 MJ/cyclus.


BIJLAGE IV

Productkaart

A.   PRODUCTKAART VOOR HUISHOUDELIJKE OVENS

1.

De informatie op de in artikel 3, lid 1, onder a), ii), bedoelde productkaart van de huishoudelijke oven wordt overeenkomstig onderstaande beschrijving en in de onderstaande volgorde verstrekt en opgenomen in de productbrochure of in andere schriftelijke informatie die samen met het product wordt geleverd:

a)

de naam van de leverancier of het handelsmerk;

b)

de typeaanduiding van het model van de leverancier, d.w.z. de doorgaans alfanumerieke code waarmee een specifiek model huishoudelijke oven wordt onderscheiden van andere modellen met hetzelfde handelsmerk of dezelfde leveranciersnaam en met verschillende opgegeven waarden voor de parameters die zijn opgenomen op het etiket voor huishoudelijke ovens (bijlage III, punt 1);

c)

de energie-efficiëntie-index (EEIovenruimte) voor elke ovenruimte van het model, berekend overeenkomstig bijlage II, punt 1, en afgerond op de eerste decimaal; de opgegeven energie-efficiëntie-index mag niet hoger liggen dan de index die is opgegeven in de technische documentatie als bedoeld in bijlage V;

d)

de energie-efficiëntieklasse van het model voor elke ovenruimte, als omschreven in bijlage I, tabel 1; de opgegeven klasse mag niet gunstiger zijn dan de klasse die is opgegeven in de technische documentatie als bedoeld in bijlage V;

e)

het energieverbruik per cyclus voor elke ovenruimte in conventionele modus en, wanneer beschikbaar, in hetelucht-modus; het gemeten energieverbruik wordt uitgedrukt in kWh (elektrische en gasovens) en in MJ (gasovens), afgerond op twee decimalen; de opgegeven waarde mag niet lager liggen dan de waarde die is opgegeven in de technische documentatie als bedoeld in bijlage V;

f)

het aantal ovenruimten; de verwarmingsbron(nen) per ovenruimte; en het volume van elke ovenruimte.

2.

Onverminderd enigerlei vereisten uit hoofde van het communautaire milieukeursysteem, mag wanneer aan een model een „milieukeur van de Europese Unie” overeenkomstig Verordening (EG) nr. 66/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 (1) is toegekend, een kopie van die milieukeur worden toegevoegd.

3.

Eén kaart kan betrekking hebben op meerdere modellen van huishoudelijke ovens die door dezelfde leverancier worden geleverd.

4.

De informatie op de kaart kan worden verstrekt in de vorm van een kopie van het etiket van elke ovenruimte (hetzij in kleur hetzij in zwart-wit). In dit geval wordt ook de nog niet op het etiket weergegeven informatie van punt 1 verstrekt.

B.   PRODUCTKAART VOOR HUISHOUDELIJKE AFZUIGKAPPEN

1.

De informatie op de in artikel 3, lid 1, onder b), ii), bedoelde productkaart van de huishoudelijke oven wordt overeenkomstig onderstaande beschrijving en in de onderstaande volgorde verstrekt en opgenomen in de productbrochure of in andere schriftelijke informatie die samen met het product wordt geleverd:

a)

de naam van de leverancier of het handelsmerk;

b)

de typeaanduiding van het model van de leverancier, d.w.z. de doorgaans alfanumerieke code waarmee een specifiek model huishoudelijke afzuigkap wordt onderscheiden van andere modellen met hetzelfde handelsmerk of dezelfde leveranciersnaam en met verschillende opgegeven waarden voor de parameters die zijn opgenomen op het etiket voor huishoudelijke afzuigkappen (bijlage III, punt 2);

c)

het jaarlijkse energieverbruik (AECafzuigkap) berekend overeenkomstig bijlage II punt 2, in kWh/jaar en afgerond op de eerste decimaal; de opgegeven waarde mag niet lager liggen dan de waarde die is opgegeven in de technische documentatie als bedoeld in bijlage V;

d)

de energie-efficiëntieklasse, als gedefinieerd in bijlage I, tabel 2; de opgegeven klasse mag niet gunstiger zijn dan de klasse die is opgegeven in de technische documentatie als bedoeld in bijlage V;

e)

de hydrodynamische efficiëntie (FDEafzuigkap), berekend overeenkomstig bijlage II, punt 2, afgerond op de eerste decimaal; de opgegeven waarde mag niet hoger liggen dan de waarde die is opgegeven in de technische documentatie als bedoeld in bijlage V;

f)

de hydrodynamische-efficiëntieklasse, als gedefinieerd in bijlage I, tabel 3; de opgegeven klasse mag niet beter zijn dan de klasse die is opgegeven in de technische documentatie als bedoeld in bijlage V;

g)

de verlichtingsefficiëntie (LEafzuigkap), berekend overeenkomstig bijlage II, punt 2, in lux/Watt en afgerond op de eerste decimaal; de opgegeven waarde mag niet hoger liggen dan de waarde die is opgegeven in de technische documentatie als bedoeld in bijlage V;

h)

de verlichtingsefficiëntieklasse, als gedefinieerd in bijlage I, tabel 4; de opgegeven klasse mag niet beter zijn dan de klasse die is opgegeven in de technische documentatie als bedoeld in bijlage V;

i)

de vetfilteringsefficiëntie, berekend overeenkomstig bijlage II, punt 2, in percent en afgerond op de eerste decimaal; de opgegeven waarde mag niet hoger liggen dan de waarde die is opgegeven in de technische documentatie als bedoeld in bijlage V;

j)

de vetfilteringsefficiëntieklasse, als gedefinieerd in bijlage I, tabel 5; de opgegeven klasse mag niet beter zijn dan de klasse die is opgegeven in de technische documentatie als bedoeld in bijlage V;

k)

de luchtstroom (in m3/uur en afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal), bij minimum- en maximumsnelheid bij normaal gebruik, intensieve of boostmodus uitgesloten; de opgegeven waarden mogen niet hoger liggen dan de waarden die zijn opgegeven in de technische documentatie als bedoeld in bijlage V;

l)

wanneer beschikbaar, de luchtstroom (in m3/uur en afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal) in de intensieve of boostmodus; de opgegeven waarde mag niet hoger liggen dan de waarde die is opgegeven in de technische documentatie als bedoeld in bijlage V;

m)

de akoestische A-gewogen geluidsemissie in de lucht (in dB, afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal) bij minimum- en maximumsnelheid bij normaal gebruik; de opgegeven waarde mag niet lager liggen dan de waarde die is opgegeven in de technische documentatie als bedoeld in bijlage V;

n)

wanneer beschikbaar, de akoestische A-gewogen geluidsemissie in de lucht (in dB, afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal) in de intensieve of boostmodus; de opgegeven waarde mag niet lager liggen dan de waarde die is opgegeven in de technische documentatie als bedoeld in bijlage V;

o)

wanneer van toepassing, het elektriciteitsverbruik in de uit-stand, (Po), in Watt en afgerond op de tweede decimaal; de opgegeven waarde mag niet lager liggen dan de waarde die is opgegeven in de technische documentatie als bedoeld in bijlage V;

p)

wanneer van toepassing, het elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand, (Ps), in Watt en afgerond op de tweede decimaal; de opgegeven waarde mag niet lager liggen dan de waarden die is opgegeven in de technische documentatie als bedoeld in bijlage V.

2.

Eén kaart kan betrekking hebben op meerdere modellen van huishoudelijke ovens die door dezelfde leverancier worden geleverd.

3.

De informatie op de kaart kan worden verstrekt in de vorm van een kopie van het etiket (hetzij in kleur hetzij in zwart-wit). In dit geval wordt ook de nog niet op het etiket weergegeven informatie van punt 1 verstrekt.


(1)  PB L 27 van 30.1.2010, blz. 1.


BIJLAGE V

Technische documentatie

A.   TECHNISCHE DOCUMENTATIE VOOR HUISHOUDELIJKE OVENS

1.

De technische documentatie, als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder a), iii), omvat minimaal:

a)

de naam en het adres van de leverancier;

b)

een algemene beschrijving van het model van het toestel, aan de hand waarvan dit eenduidig en gemakkelijk kan worden geïdentificeerd, met inbegrip van typeaanduiding van het model van de leverancier, d.w.z. de doorgaans alfanumerieke code waarmee een specifiek model huishoudelijke oven wordt onderscheiden van andere modellen met hetzelfde handelsmerk of dezelfde leveranciersnaam en met verschillende opgegeven waarden voor de parameters die zijn opgenomen op het etiket voor huishoudelijke ovens (bijlage III, punt 1);

c)

de technische parameters voor de metingen zijn als volgt:

i)

het aantal ovenruimten; het volume van elke ovenruimte; de warmtebron(nen) per ovenruimte; de verwarmingsfunctie(s) (conventioneel en/of hetelucht) per ovenruimte;

ii)

het energieverbruik per cyclus voor elke ovenruimte in conventionele modus en, wanneer beschikbaar, in hetelucht-modus; het gemeten energieverbruik wordt uitgedrukt in kWh (elektrische en gasovens) en in MJ (gasovens), afgerond op twee decimalen;

iii)

de energie-efficiëntie-index (EEIovenruimte) voor elke ovenruimte van de huishoudelijke oven, berekend overeenkomstig bijlage II, punt 1, en afgerond op de eerste decimaal;

iv)

de energie-efficiëntieklasse voor elke ovenruimte van de huishoudelijke oven, als gedefinieerd in bijlage I, tabel 1;

d)

een afschrift van de berekening en de resultaten van de berekeningen, uitgevoerd overeenkomstig bijlage II;

e)

in voorkomend geval de referenties van de toegepaste geharmoniseerde normen;

f)

in voorkomend geval de overige gebruikte technische normen en specificaties;

g)

de identificatie en handtekening van de persoon die gemachtigd is om de leverancier te binden.

2.

Aan het einde van de hierboven gegeven lijst mogen de leveranciers aanvullende informatie toevoegen.

B.   TECHNISCHE DOCUMENTATIE VOOR HUISHOUDELIJKE AFZUIGKAPPEN

1.

De technische documentatie, als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder b), iii), omvat minimaal:

a)

de naam en het adres van de leverancier;

b)

een algemene beschrijving van het model van het toestel, aan de hand waarvan dit eenduidig en gemakkelijk kan worden geïdentificeerd, met inbegrip van typeaanduiding van het model van de leverancier, d.w.z. de doorgaans alfanumerieke code waarmee een specifiek model huishoudelijke afzuigkap wordt onderscheiden van andere modellen met hetzelfde handelsmerk of dezelfde leveranciersnaam en met verschillende opgegeven waarden voor de parameters die zijn opgenomen op het etiket voor huishoudelijke afzuigkappen (bijlage III, punt 2);

c)

de technische parameters voor de metingen zijn als volgt:

1.

de energie-efficiëntie-index (EEIafzuigkap), berekend overeenkomstig bijlage II, punt 2, en afgerond op de eerste decimaal;

2.

de energie-efficiëntieklasse, als gedefinieerd in bijlage I, tabel 2;

3.

het jaarlijks energieverbruik (AECafzuigkap), berekend overeenkomstig bijlage II, punt 2, in kWh/jaar en afgerond op de eerste decimaal;

4.

de tijdstoenamefactor (f), overeenkomstig bijlage II, punt 2, en afgerond op de eerste decimaal;

5.

de hydrodynamische efficiëntie (FDEafzuigkap), berekend overeenkomstig bijlage II, punt 2, en afgerond op de eerste decimaal;

6.

de hydrodynamische-efficiëntieklasse, als gedefinieerd in bijlage I, tabel 3;

7.

het gemeten debiet van de huishoudelijke afzuigkap op het beste-efficiëntiepunt (QBEP), in m3/uur en afgerond op de eerste decimaal;

8.

de gemeten waarde van het statische drukverschil van de huishoudelijke afzuigkap op het beste-efficiëntiepunt (PBEP), in Pa en afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal;

9.

de gemeten waarde van het elektrisch opgenomen vermogen van de huishoudelijke afzuigkap op het beste-efficiëntiepunt (WBEP), in Watt en afgerond op de eerste decimaal;

10.

de gemiddelde verlichting van het kookoppervlak door het verlichtingssysteem (Egemiddeld) van de afzuigkap, in lux en afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal;

11.

het nominale opgenomen vermogen van het verlichtingssysteem op het kookoppervlak (WL), in Watt en afgerond op de eerste decimaal;

12.

de gemeten waarde van de verlichtingsefficiëntie (LEafzuigkap), berekend overeenkomstig bijlage II, punt 2, in lux/Watt en afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal;

13.

de verlichtingsefficiëntieklasse, als gedefinieerd in bijlage I, tabel 4;

14.

de gemeten waarde van de vetfilteringsefficiëntie (GFEafzuigkap), berekend overeenkomstig bijlage II, punt 2, en afgerond op de eerste decimaal;

15.

de vetfilteringsefficiëntieklasse, als gedefinieerd in bijlage I, tabel 5;

16.

in voorkomend geval, het elektriciteitsverbruik in de uit-stand, (Po), in Watt en afgerond op de tweede decimaal;

17.

in voorkomend geval, het elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand, (Ps), in Watt en afgerond op de tweede decimaal;

18.

de akoestische A-gewogen geluidsemissie in de lucht bij minimum- en maximumsnelheid bij normaal gebruik, in dB en afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal;

19.

wanneer beschikbaar, de akoestische A-gewogen geluidsemissie in de lucht in de intensieve of de boostmodus, in dB en afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal;

20.

de luchtstroomwaarden van de huishoudelijke afzuigkap bij minimum- en maximumsnelheid bij normaal gebruik, in m3/uur en afgerond op de eerste decimaal;

21.

wanneer beschikbaar, de luchtstroomwaarde van de huishoudelijke afzuigkap in de intensieve of de boostmodus, in m3/uur en afgerond op de eerste decimaal;

d)

een afschrift van de berekeningen en de resultaten van de berekeningen, uitgevoerd overeenkomstig bijlage II;

e)

in voorkomend geval de referenties van de toegepaste geharmoniseerde normen;

f)

in voorkomend geval de overige gebruikte technische normen en specificaties;

g)

de identificatie en handtekening van de persoon die gemachtigd is om de leverancier te binden.

2.

Aan het einde van de hierboven gegeven lijst mogen de leveranciers aanvullende informatie toevoegen.


BIJLAGE VI

Informatie die moet worden verstrekt in de gevallen waarin de eindgebruiker het uitgestalde product niet kan zien, tenzij op het internet

A.   HUISHOUDELIJKE OVENS

1.

De in artikel 4, lid 1, onder b), bedoelde informatie wordt in de volgende volgorde verstrekt:

a)

de naam of het handelsmerk van de leverancier;

b)

de typeaanduiding van het model van de leverancier, d.w.z. de typeaanduiding van de specifieke huishoudelijke oven waarvoor de hieronder bedoelde gegevens gelden;

c)

de energie-efficiëntieklasse van het model voor elke ovenruimte, als gedefinieerd in bijlage I, tabel 1; de opgegeven klasse mag niet gunstiger zijn dan de klasse die is vermeld in de in bijlage V bedoelde technische documentatie;

d)

het energieverbruik per cyclus voor elke ovenruimte in conventionele modus en, wanneer beschikbaar, in heteluchtmodus; het gemeten energieverbruik wordt uitgedrukt in kWh (elektrische en gasovens) en in MJ (gasovens), afgerond op twee decimalen; de opgegeven waarde mag niet lager liggen dan de waarde die is vermeld in de in bijlage V bedoelde technische documentatie;

e)

het aantal ovenruimten; de verwarmingsbron(nen) per ovenruimte; en het volume van elke ovenruimte.

2.

Wanneer daarnaast andere in de productkaart opgenomen informatie wordt verstrekt, gebeurt dit in de in bijlage IV vermelde vorm en volgorde.

3.

De in deze bijlage bedoelde informatie wordt in een leesbaar lettertype en op een leesbare grootte afgedrukt of getoond.

B.   HUISHOUDELIJKE AFZUIGKAPPEN

1.

De in artikel 4, lid 2, onder b), bedoelde informatie wordt in de volgende volgorde verstrekt:

a)

de naam of het handelsmerk van de leverancier;

b)

de typeaanduiding van het model van de leverancier, d.w.z. de typeaanduiding van de specifieke huishoudelijke afzuigkap waarvoor de hieronder bedoelde gegevens gelden;

c)

de energie-efficiëntieklasse van het model, als gedefinieerd in bijlage I, tabel 2; de opgegeven klasse mag niet gunstiger zijn dan de klasse die is vermeld in de in bijlage V bedoelde technische documentatie;

d)

het jaarlijkse energieverbruik van het model in kWh, als gedefinieerd in bijlage II, punt 2.1; de opgegeven waarde mag niet lager liggen dan de waarde die is vermeld in de in bijlage V bedoelde technische documentatie;

e)

de hydrodynamische-efficiëntieklasse van het model, als gedefinieerd in bijlage I, tabel 3; de opgegeven klasse mag niet gunstiger zijn dan de klasse die is vermeld in de in bijlage V bedoelde technische documentatie;

f)

de verlichtingsefficiëntieklasse van het model, als gedefinieerd in bijlage I, tabel 4; de opgegeven klasse mag niet gunstiger zijn dan de klasse die is vermeld in de in bijlage V bedoelde technische documentatie;

g)

de vetfilteringsefficiëntieklasse van het model, als gedefinieerd in bijlage I, tabel 5; de opgegeven klasse mag niet gunstiger zijn dan de klasse die is vermeld in de in bijlage V bedoelde technische documentatie;

h)

de akoestische A-gewogen geluidsemissie in de lucht (gewogen gemiddelde — LWA) van de huishoudelijke afzuigkap bij minimum- en maximumsnelheid bij normaal gebruik, in dB, afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal; de opgegeven waarde mag niet lager liggen dan de waarde die is vermeld in de in bijlage V bedoelde technische documentatie.

2.

Wanneer daarnaast andere in de productkaart opgenomen informatie wordt verstrekt, gebeurt dit in de in bijlage IV vermelde vorm en volgorde.

3.

De in deze bijlage bedoelde informatie wordt in een leesbaar lettertype en op een leesbare grootte afgedrukt of getoond.


BIJLAGE VII

Te verstrekken informatie in het geval van koop, huur of huurkoop via internet

1.

Voor de doeleinden van de punten 2 tot en met 5 van deze bijlage gelden de volgende definities:

a)   „weergavemechanisme”: ieder scherm, aanraakscherm of andere visuele technologie om internetinhoud weer te geven voor gebruikers;

b)   „geneste weergave”: visuele interface waarbij een beeld of gegevensreeks toegankelijk wordt door een muisklik, door er met de muis overheen te gaan of door uitvergroting op een aanraakscherm van een ander beeld of een andere gegevensreeks;

c)   „aanraakscherm”: een scherm dat reageert op aanraking, zoals dat van tabletcomputers, slatecomputers of smartphones;

d)   „alternatieve tekst”: tekst die wordt aangeboden als alternatief voor een grafische voorstelling, waardoor de informatie in een niet-grafische vorm kan worden weergegeven wanneer weergaveapparaten de betrokken voorstelling niet kunnen weergeven of ter ondersteuning van de toegankelijkheid, bijvoorbeeld als input voor spraaksynthesetoepassingen.

2.

Het passende etiket dat door de leveranciers beschikbaar wordt gesteld overeenkomstig artikel 3, lid 1, onder a), vi), of overeenkomstig artikel 3, lid 1, onder b), vi), wordt met het weergavemechanisme getoond in de nabijheid van de prijs van het product overeenkomstig het in artikel 3, lid 3, vastgestelde tijdsschema. Voor ovens wordt het passende etiket voor elke ovenruimte van de oven apart getoond. De afmetingen zijn zodanig dat het etiket duidelijk zichtbaar en leesbaar is en komen overeen met de in bijlage III gespecificeerde afmetingen. Het etiket kan worden weergegeven met gebruikmaking van een geneste weergave, in welk geval het beeld dat wordt gebruikt voor de toegang tot het etiket voldoet aan de in punt 3 van deze bijlage vastgestelde specificaties. Indien geneste weergave wordt toegepast, verschijnt het etiket bij de eerste muisklik, mouse roll-over of uitvergroting van het beeld op het aanraakscherm.

3.

Het beeld dat bij geneste weergave wordt gebruikt voor de toegang tot het etiket:

a)

is een pijl in de kleur die overeenkomt met de energie-efficiëntieklasse van het product op het etiket;

b)

geeft op de pijl de energie-efficiëntieklasse van het betrokken product in wit weer in een lettergrootte die even groot is als die van de prijs, en

c)

heeft één van de volgende twee formats:

Image

Image

4.

In het geval van een geneste weergave is de weergavevolgorde van het etiket als volgt:

a)

het in punt 3 bedoelde beeld wordt op het weergavemechanisme getoond in de nabijheid van de prijs van het product;

b)

het beeld vormt een link naar het etiket;

c)

het etiket wordt weergegeven na een muisklik, mouse roll-over of uitvergroting van het beeld op het aanraakscherm;

d)

het etiket wordt getoond in een pop-up, een nieuwe tab of bladzijde, of in een ingezette weergave op beeldscherm;

e)

voor de uitvergroting van het etiket op aanraakschermen gelden de apparatuurconventies voor uitvergroting op aanraakschermen;

f)

de weergave van het etiket wordt beëindigd door middel van een optie „sluiten” of door andere standaardafsluitingsmechanismen;

g)

de alternatieve tekst voor de grafische weergave, die moet worden weergegeven wanneer het etiket niet kan worden weergegeven, is de energie-efficiëntieklasse van het product in een lettergrootte die even groot is als die van de prijs.

5.

De passende productkaart die door de leveranciers beschikbaar wordt gesteld overeenkomstig artikel 3, lid 1, onder a), vii), of artikel 3, lid 1, onder b), vii), wordt met het weergavemechanisme getoond in de nabijheid van de prijs van het product. De afmeting daarvan is zodanig dat de productkaart duidelijk zichtbaar en leesbaar is. De productkaart kan worden weergegeven met gebruikmaking van een geneste weergave, waarbij het beeld dat wordt gebruikt voor de toegang tot de kaart duidelijk leesbaar het woord „Productkaart” toont. Indien geneste weergave wordt gebruikt, verschijnt de productkaart bij de eerste muisklik, mouse roll-over of uitvergroting van de link op het aanraakscherm.


BIJLAGE VIII

Procedure voor de controle van de productconformiteit door de met het markttoezicht belaste autoriteiten

Om de conformiteit van producten met de in deze verordening neergelegde eisen te evalueren, passen de autoriteiten van de lidstaten de volgende controleprocedure toe:

1.

De autoriteiten van de lidstaat testen één eenheid per model.

2.

Het model wordt geacht te voldoen aan de toepasselijke eisen:

a)

als de op het etiket en in de productkaart opgegeven waarden niet gunstiger zijn voor de leverancier dan de in de technische documentatie, inclusief de testrapporten, opgenomen waarden en;

b)

als uit tests in verband met de relevante parameters van het model, als genoemd in tabel 6, overeenstemming blijkt met al die parameters.

3.

Wanneer het in punt 2, onder a), bedoelde resultaat niet wordt behaald, worden het model en alle gelijkwaardige modellen geacht niet te voldoen aan deze verordening.

4.

Wanneer het in punt 2, onder b), bedoelde resultaat niet wordt behaald, selecteren de autoriteiten van de lidstaat drie extra te testen eenheden van hetzelfde model. Als alternatief mogen de drie extra geselecteerde eenheden van één of meer verschillende modellen zijn die in de technische documentatie van de leverancier als gelijkwaardig product zijn omschreven.

5.

Het model wordt geacht te voldoen aan de toepasselijke eisen wanneer uit tests met betrekking tot de relevante parameters van het model, als genoemd in tabel 6, overeenstemming blijkt met al die parameters.

6.

Indien de onder punt 5 bedoelde resultaten niet worden behaald, worden het model en alle gelijkwaardige modellen geacht niet aan deze verordening te voldoen. Binnen een maand na de vaststelling van het besluit dat het model niet voldoet, verstrekken de autoriteiten van de lidstaat de testresultaten en andere relevante informatie aan de autoriteiten van de overige lidstaten en aan de Commissie.

De autoriteiten van de lidstaten gebruiken de in bijlage II uiteengezette meet- en berekeningsmethoden.

De in deze bijlage aangegeven controletoleranties worden uitsluitend gebruikt voor de verificatie van de gemeten parameters door de autoriteiten van de lidstaten; zij vertegenwoordigen de toegestane variatie van de meetresultaten van de controletests, en mogen door de leverancier niet worden gebruikt voor de vaststelling van de in de technische documentatie opgenomen waarden of de interpretatie van deze waarden met het oog op het verkrijgen van een betere etiketteringsclassificatie of de bekendmaking via enig middel van betere prestaties.

Tabel 6

Controletoleranties

Gemeten parameters

Controletoleranties

Massa van de huishoudelijke oven (M)

De vastgestelde waarde mag de opgegeven waarde van M met niet meer dan 5 % overschrijden.

Volume van de ovenruimte van de huishoudelijke oven (V)

De vastgestelde waarde mag niet meer dan 5 % lager liggen de opgegeven waarde van V.

ECelektrische ovenruimte, ECgasovenruimte

De vastgestelde waarde mag de opgegeven waarde van ECelektrische ovenruimte, ECgasovenruimte met niet meer dan 5 % overschrijden.

WBEP, WL

De vastgestelde waarde mag de opgegeven waarde van WBEP, WL met niet meer dan 5 % overschrijden.

QBEP, PBEP

De vastgestelde waarde mag niet meer dan 5 % lager liggen dan de opgegeven waarde van QBEP, PBEP.

Qmax

De vastgestelde waarde mag de opgegeven waarde van Qmax met niet meer dan 8 % overschrijden.

Egemiddeld

De vastgestelde waarde mag niet meer dan 5 % lager liggen dan de opgegeven waarde van Egemiddeld.

GFEafzuigkap

De vastgestelde waarde mag niet meer dan 5 % lager liggen dan de opgegeven waarde van GFEafzuigkap.

Po, Ps

De vastgestelde waarde van het elektriciteitsverbruik Po en Ps mag de opgegeven waarde met niet meer dan 10 % overschrijden. De vastgestelde waarde van het elektriciteitsverbruik Po en Ps van maximaal 1,00 W mag de opgegeven waarde met niet meer dan 0,10 W overschrijden.

Geluidsniveau LWA

De vastgestelde waarde mag de opgegeven waarde niet overschrijden.


31.1.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 29/33


VERORDENING (EU) Nr. 66/2014 VAN DE COMMISSIE

van 14 januari 2014

tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad wat eisen inzake ecologisch ontwerp voor huishoudelijke ovens, kookplaten en afzuigkappen betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten (1), en met name artikel 15, lid 1,

Na raadpleging van het in artikel 18 van Richtlijn 2009/125/EG bedoelde Overlegforum,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens Richtlijn 2009/125/EG moet de Commissie eisen inzake ecologisch ontwerp vaststellen voor energiegerelateerde producten met een significant omzet- en handelsvolume, een significant milieueffect en een significant potentieel voor verbetering met betrekking tot het milieueffect, zonder dat dit buitensporige kosten meebrengt.

(2)

Krachtens artikel 16, lid 2, onder a), van Richtlijn 2009/125/EG moet de Commissie overeenkomstig de procedure van artikel 19, lid 3, en de criteria van artikel 15, lid 2, en na raadpleging van het Overlegforum, in voorkomend geval uitvoeringsmaatregelen vaststellen, te beginnen bij die producten welke een grote bijdrage kunnen leveren tot de kosteneffectieve beperking van broeikasgasemissies, zoals huishoudelijke toestellen, waaronder ovens, kookplaten en afzuigkappen.

(3)

De Commissie heeft een voorbereidende studie verricht waarin zij de technische, milieutechnische en economische aspecten van huishoudelijke kooktoestellen, zoals ovens, kookplaten en afzuigkappen heeft onderzocht. De studie is verricht in samenwerking met de belanghebbenden en de betrokken partijen uit de Unie en derde landen en de bevindingen ervan zijn openbaar gemaakt.

(4)

De voornaamste milieuaspecten van de producten in kwestie die voor de toepassing van deze verordening als significant worden beschouwd, zijn het energieverbruik tijdens de gebruiksfase.

(5)

De stand-by- en uit-standfuncties kunnen verantwoordelijk zijn voor een groot deel van het totale elektriciteitsverbruik van huishoudelijke kooktoestellen zoals ovens, kookplaten en afzuigkappen. Voor dergelijke toestellen maakt het elektriciteitsverbruik van deze functies deel uit van de minimale energieprestatie-eisen. De stand-by- en uit-stand-eisen voor huishoudelijke ovens en kookplaten zijn vastgesteld op basis van de eisen voor ecologisch ontwerp van Verordening (EG) nr. 1275/2008 van de Commissie van 17 december 2008 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft voorschriften inzake ecologisch ontwerp voor het elektriciteitsverbruik van elektrische en elektronische huishoud- en kantoorapparatuur in de stand-by-stand en de uit-stand (2).

(6)

Het jaarlijkse energieverbruik van huishoudelijke ovens, kookplaten en afzuigkappen is geraamd op 755 PJ (verbruik van primaire energie) in de EU in 2010. Wanneer er geen specifieke maatregelen worden genomen, wordt verwacht dat dit jaarlijkse elektriciteitsverbruik zal stijgen tot 779 PJ in 2020. Uit de voorbereidende studie blijkt dat het elektriciteitsverbruik van producten die onder deze verordening vallen, sterk kan worden teruggedrongen.

(7)

Naar verwachting zullen de in deze verordening neergelegde eisen inzake ecologisch ontwerp, in combinatie met de etiketteringseisen als vastgesteld in Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 65/2014 van de Commissie (3), resulteren in een jaarlijkse primaire-energiebesparing van 27 PJ/jaar in 2020, wat zou oplopen tot 60 PJ/jaar in 2030.

(8)

Uit de voorbereidende studie blijkt dat er geen eisen met betrekking tot andere parameters inzake ecologisch ontwerp, als genoemd in deel 1, punt 1.3, van bijlage I bij Richtlijn 2009/125/EG, vereist zijn aangezien het elektriciteits- en gasverbruik van huishoudelijke kookapparatuur zoals ovens, kookplaten en afzuigkappen in de gebruiksfase het belangrijkste milieuaspect is.

(9)

De efficiëntie van het elektriciteitsverbruik van producten die onder deze verordening vallen, moet worden verbeterd door bestaande, niet aan eigendomsrechten gebonden kosteneffectieve technologieën toe te passen die de gecombineerde kosten van de aankoop en het gebruik van deze producten doen dalen.

(10)

De eisen inzake ecologisch ontwerp mogen uit het oogpunt van de eindgebruiker geen negatieve invloed hebben op de goede werking van het product en mogen geen schadelijke gevolgen hebben voor de gezondheid, de veiligheid en het milieu. De voordelen van het beperken van het elektriciteitsverbruik tijdens het gebruik moeten ruimschoots opwegen tegen het mogelijk grotere milieueffect tijdens de productiefase en op het tijdstip dat het product wordt verwijderd.

(11)

De eisen inzake ecologisch ontwerp moeten geleidelijk in drie fasen worden ingevoerd, zodat fabrikanten voldoende tijd krijgen om het ontwerp van de onder deze verordening vallende producten te herzien. Het tijdschema dient zodanig te zijn dat negatieve effecten op de goede werking van reeds in de handel gebrachte producten worden voorkomen en dat rekening wordt gehouden met kosteneffecten voor eindgebruikers en fabrikanten, met name het midden- en kleinbedrijf, terwijl tevens wordt gegarandeerd dat de doelstellingen van deze verordening tijdig worden verwezenlijkt.

(12)

De productparameters moeten worden gemeten en berekend met gebruikmaking van betrouwbare, nauwkeurige en reproduceerbare methoden die beantwoorden aan de erkende stand van de techniek voor meet- en rekenmethoden, met inbegrip van, voor zover beschikbaar, geharmoniseerde normen die door Europese normalisatie-instellingen zijn opgesteld, zoals opgesomd in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie (4).

(13)

Overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 2009/125/EG moeten in deze verordening passende procedures voor overeenstemmingsbeoordeling worden gespecificeerd.

(14)

Om controles op de naleving te vergemakkelijken, moeten fabrikanten informatie vermelden in de in de bijlagen IV en V bij Richtlijn 2009/125/EG bedoelde technische documentatie, voor zover deze informatie betrekking heeft op de eisen van deze verordening.

(15)

Om een eerlijke mededinging te waarborgen en met het oog op het bereiken van de beoogde energiebesparingen en de accurate voorlichting van consumenten over de energieprestaties van producten, moet bij deze verordening duidelijk worden gemaakt dat de toleranties die zijn voorgeschreven voor de nationale marktbewakingsautoriteiten, wanneer die fysieke tests uitvoeren om vast te stellen of een specifiek model van een energiegerelateerd product in overeenstemming is met deze verordening, niet door de fabrikanten mogen worden gebruikt om ruimte te creëren voor de vermelding van een gunstigere prestatie van het model dan kan worden gerechtvaardigd op basis van de in de technische documentatie aangegeven resultaten van metingen en berekeningen.

(16)

Naast de in deze verordening vastgestelde juridisch bindende eisen, moeten indicatieve benchmarks voor de beste op de markt beschikbare toestellen worden vastgesteld om te garanderen dat informatie over de meest relevante milieuaspecten tijdens de levensduur van de onder deze verordening vallende producten op grote schaal beschikbaar en gemakkelijk toegankelijk is.

(17)

Het is passend te voorzien in een evaluatie van de bepalingen van deze verordening waarbij rekening wordt gehouden met de vooruitgang van de techniek en waarbij met name wordt gekeken naar de doeltreffendheid en geschiktheid van de aanpak die wordt gevolgd om de energie-efficiëntie van huishoudelijke ovens te bepalen.

(18)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 19, lid 1, van Richtlijn 2009/125/EG ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Doel en toepassingsgebied

1.   Bij deze verordening worden eisen inzake ecologisch ontwerp vastgesteld voor het in de handel brengen en in werking stellen van huishoudelijke ovens (inclusief wanneer die zijn geïntegreerd in fornuizen), huishoudelijke kookplaten en huishoudelijke elektrische afzuigkappen, ook wanneer die voor niet-huishoudelijke toepassingen worden verkocht.

2.   Deze verordening is niet van toepassing op:

a)

toestellen die andere energiebronnen gebruiken dan elektriciteit of gas;

b)

toestellen die beschikken over een functie van verwarming met microgolven;

c)

kleine ovens;

d)

draagbare ovens;

e)

ovens met warmteopslag;

f)

ovens die verwarmd worden met stoom als voornaamste verwarmingsfunctie;

g)

afgedekte gasbranders in kookplaten;

h)

kooktoestellen voor gebruik buitenshuis;

i)

toestellen die zijn ontworpen om uitsluitend gebruik te maken van gassen van de „derde familie” (propaan en butaan);

j)

grills.

Artikel 2

Definities

In aanvulling op de in artikel 2 van Richtlijn 2009/125/EG vastgestelde definities gelden voor deze verordening de volgende definities:

1.   „oven”: een toestel of een deel van een toestel dat één of meer ovenruimten omvat en dat elektriciteit en/of gas gebruikt, waarin levensmiddelen worden bereid met gebruikmaking van de conventionele modus of de hetelucht-modus;

2.   „ovenruimte”: een afgesloten compartiment waarin de temperatuur kan worden gecontroleerd met het oog op de bereiding van voedsel;

3.   „oven met meerdere ovenruimten”: een oven met twee of meer ovenruimten die elk afzonderlijk worden verwarmd;

4.   „kleine oven”: een oven waarvan alle ovenruimten een breedte en diepte hebben van minder dan 250 mm of een hoogte van minder dan 120 mm;

5.   „draagbare oven”: een oven met een productmassa van minder dan 18 kg, op voorwaarde dat die niet voor inbouw is ontworpen;

6.   „verwarming met microgolven”: de verwarming van voedsel met gebruikmaking van elektromagnetische energie;

7.   „conventionele modus”: de werkingsmodus van een oven waarbij uitsluitend natuurlijke convectie wordt gebruikt voor de circulatie van verwarmde lucht binnen de ovenruimte van de oven;

8.   „heteluchtmodus”: een modus waarbij een ingebouwde ventilator de verwarmde lucht doet circuleren binnen de ovenruimte van de oven;

9.   „cyclus”: de periode van verwarming van een standaardlading in de ovenruimte van een oven onder bepaalde vastgestelde voorwaarden;

10.   „fornuis”: een toestel dat bestaat uit een oven en een kookplaat die gas of elektriciteit gebruiken;

11.   „werkingsmodus”: de status van de oven of de kookplaat tijdens het gebruik ervan;

12.   „warmtebron”: de voornaamste energievorm voor de verwarming van een oven of kookplaat;

13.   „elektrische kookplaat”: een toestel of een deel van een toestel dat één of meer kookzones en/of kookgebieden omvat, een bedieningseenheid inbegrepen, met verwarming door elektriciteit;

14.   „gaskookplaat”: een toestel of een deel van een toestel dat één of meer kookzones omvat, een bedieningseenheid inbegrepen, met verwarming door gasbranders met een minimumvermogen van 1,16 kW;

15.   „kookplaat”: een „elektrische kookplaat”, een „gaskookplaat” of een „combikookplaat”;

16.   „afgedekte gasbranders”: afgesloten of afgedekte gasbranders, bedekt met een afdekplaat bestaande uit versterkt glas of ceramiek, waardoor een glad, naadloos kookoppervlak wordt gevormd;

17.   „combikookplaat”: een toestel met één of meer elektrisch verwarmde kookzones of -gebieden plus één of meer kookzones met verwarming door gasbranders;

18.   „kookzone”: een deel van een kookplaat met een diameter van minimaal 100 mm, waarop kookgerei wordt geplaatst en verwarmd, waarbij niet meer dan één stuk kookgerei tegelijk wordt verwarmd en waarbij de oppervlakte van de kookzone zichtbaar kan zijn gemarkeerd op het oppervlak van de kookplaat;

19.   „kookgebied”: een deel van een gebied van een elektrische kookplaat dat verwarmd wordt via een geïnduceerd magnetisch veld, waarop kookgerei voor verwarmingsdoeleinden wordt geplaatst en waar meer dan één item van kookgerei tegelijk kan worden gebruikt;

20.   „afzuigkap”: een toestel dat met een motor is uitgerust die door dat toestel wordt gecontroleerd, dat bedoeld is om vervuilde lucht van boven een kookplaat te verzamelen of dat een downdraftsysteem (een naar beneden afzuigend systeem) omvat, bedoeld voor installatie in de nabijheid van kookblokken, kookplaten en soortgelijke kooktoestellen, dat damp wegzuigt via een interne afvoerkoker;

21.   „automatische modus gedurende de kookperiode”: een conditie waarin de luchtstroom van de afzuigkap gedurende de kookperiode automatisch wordt gecontroleerd door een sensor of door sensoren die de vochtigheid, de temperatuur enz. meet/meten;

22.   „volledig automatische afzuigkap”: een afzuigkap waarin de luchtstroom en/of andere functies automatisch worden gecontroleerd door sensoren gedurende 24 uur, inclusief de kookperiode;

23.   „beste-efficiëntiepunt” (BEP): het werkingspunt van de afzuigkap met maximale hydrodynamische efficiëntie (FDEafzuigkap);

24.   „gemiddelde verlichting” (Egemiddeld): de gemiddelde verlichting van het kookoppervlak door het verlichtingssysteem van de afzuigkap, gemeten in lux;

25.   „uit-stand”: een toestand waarin het toestel is verbonden met het net, maar waarin geen enkele functie actief is, of waarin uitsluitend functionaliteiten worden geleverd die bedoeld zijn om de elektromagnetische compatibiliteit overeenkomstig Richtlijn 2004/108/EG van het Europees Parlement en de Raad (5) te verzekeren;

26.   „stand-by-stand”: een toestand waarin het toestel is verbonden met het net, van energie-input via het net afhankelijk is om als bedoeld te werken en uitsluitend een reactiveringsfunctie biedt, dan wel een reactiveringsfunctie en uitsluitend een indicatie dat de reactiveringsfunctie ingeschakeld is, en/of een informatie- of statusweergave die voor een onbepaalde tijd kan aanhouden;

27.   „reactiveringsfunctie”: een functie die de activering van andere modi, inclusief de actieve modus, vergemakkelijkt via een schakelaar op afstand, inclusief afstandsbediening, interne sensor of timer, met overschakeling naar een toestand die extra functionaliteiten biedt, met inbegrip van de hoofdfunctie;

28.   „informatie- of statusweergave”: een continue functie die informatie verstrekt of de status van het apparaat aangeeft op een scherm, met inbegrip van klokken;

29.   „eindgebruiker”: een consument die een product koopt of voornemens is te kopen;

30.   „gelijkwaardig model”: een model dat in de handel wordt gebracht met dezelfde technische parameters als een ander model dat door dezelfde fabrikant of importeur in de handel wordt gebracht met een verschillend commercieel codenummer.

Artikel 3

Eisen inzake ecologisch ontwerp en tijdschema

1.   De eisen inzake ecologisch ontwerp voor huishoudelijke ovens, kookplaten en afzuigkappen, inclusief het tijdschema daarvoor, zijn samen met het desbetreffende tijdschema opgenomen in bijlage I.

2.   De naleving van de eisen inzake ecologisch ontwerp wordt gemeten en berekend aan de hand van de in bijlage II uiteengezette methoden.

Artikel 4

Overeenstemmingsbeoordeling

1.   De in artikel 8 van Richtlijn 2009/125/EG vastgestelde procedure voor overeenstemmingsbeoordeling bestaat uit de in bijlage IV bij die richtlijn beschreven interne ontwerpcontrole of het in bijlage V bij die richtlijn beschreven beheersysteem.

2.   Voor de toepassing van de overeenstemmingsbeoordeling van artikel 8 van Richtlijn 2009/125/EG moet het technische documentatiedossier een afschrift van de resultaten van de berekeningen overeenkomstig bijlage II bij deze verordening bevatten.

3.   Wanneer de informatie in de technische documentatie voor een bepaald model is verkregen door berekeningen op basis van het ontwerp en/of de extrapolatie van gegevens van andere gelijkwaardige toestellen, dient de technische documentatie nadere bijzonderheden te bevatten over bedoelde berekeningen en/of extrapolaties en over tests die de fabrikant heeft uitgevoerd om de nauwkeurigheid van die berekeningen te controleren. In dergelijke gevallen bevat de technische documentatie ook een lijst van alle andere gelijkwaardige modellen waarover de informatie in de technische documentatie op soortgelijke wijze is verkregen.

4.   Als de fabrikant of importeur gelijkwaardige modellen in de handel brengt, voegt die fabrikant of importeur een lijst met alle gelijkwaardige modellen toe.

Artikel 5

Controleprocedure met het oog op markttoezicht

Bij het uitvoeren van de in artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2009/125/EG bedoelde markttoezichtcontroles met betrekking tot de naleving van de in bijlage I bij deze verordening beschreven eisen gebruiken de autoriteiten van de lidstaten de in bijlage III bij de onderhavige verordening beschreven controleprocedure.

Artikel 6

Indicatieve benchmarks

De indicatieve benchmarks voor best presterende toestellen die op de markt beschikbaar zijn op het ogenblik dat deze verordening van kracht wordt, zijn vastgelegd in bijlage IV.

Artikel 7

Evaluatie

De Commissie evalueert deze verordening in het licht van de technologische vooruitgang en legt het resultaat van deze evaluatie uiterlijk 7 jaar na de inwerkingtreding van de verordening voor aan het Overlegforum. Bij deze evaluatie wordt onder meer gekeken naar de haalbaarheid van potentiële eisen om de terugwinning en recycling van de toestellen te versterken; duurbaarheids- en levensduureisen; de opname van toestellen voor beroepsmatig en commercieel gebruik; en eisen voor de verwijdering van dampen en geuren.

Artikel 8

Inwerkingtreding en toepassing

1.   Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2.   Zij is van toepassing vanaf één jaar na de inwerkingtreding ervan.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 14 januari 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 285 van 31.10.2009, blz. 10.

(2)  PB L 339 van 18.12.2008, blz. 45.

(3)  Zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad.

(4)  PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12.

(5)  Richtlijn 2004/108/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit en tot intrekking van Richtlijn 89/336/EEG (PB L 390 van 31.12.2004, blz. 24).


BIJLAGE I

Eisen inzake ecologisch ontwerp

1.   EISEN INZAKE ENERGIE-EFFICIËNTIE, LUCHTSTROOM EN VERLICHTING

1.1.   Voor huishoudelijke ovens

Ovenruimten van huishoudelijke ovens (inclusief wanneer die zijn geïntegreerd in fornuizen) hebben maximale grenswaarden voor hun energie-efficiëntie-index als aangegeven in tabel 1.

Tabel 1

Grenswaarden voor de energie-efficiëntie-index voor de ovenruimten van huishoudelijke ovens (EEIovenruimte)

 

Huishoudelijke elektrische en gasovens

Vanaf één jaar na de inwerkingtreding

EEIovenruimte < 146

Vanaf 2 jaar na de inwerkingtreding

EEIovenruimte < 121

Vanaf 5 jaar na de inwerkingtreding

EEIovenruimte < 96

Wat ovens met meerdere ovenruimten (inclusief wanneer geïntegreerd in fornuizen) betreft, voldoet vanaf 5 jaar na de inwerkingtreding ten minste één ovenruimte aan de in tabel 1 vermelde maximale energie-efficiëntie-index voor de periode vanaf 5 jaar na de inwerkingtreding, terwijl de andere ovenruimten voldoen aan de in tabel 1 vermelde maximale energie-efficiëntie-index voor de periode vanaf 2 jaar na de inwerkingtreding.

1.2.   Voor huishoudelijke kookplaten

Voor huishoudelijke kookplaten gelden de maximale grenswaarden voor het energieverbruik voor elektrische kookplaten (ECelektrische kookplaat) en de volgende minimale grenswaarden voor de energie-efficiëntie voor gaskookplaten (EEgaskookplaat) als aangegeven in tabel 2.

Tabel 2

Grenswaarden voor de energie-efficiëntieprestaties voor huishoudelijk kookplaten (ECelektrische kookplaat en EEgaskookplaat)

 

Elektrische kookplaat

(ECelektrische kookplaat in Wh/kg)

Gaskookplaat

(EEgaskookplaat in %)

Vanaf één jaar na de inwerkingtreding

ECelektrische kookplaat < 210

EEgaskookplaat > 53

Vanaf 3 jaar na de inwerkingtreding

ECelektrische kookplaat < 200

EEgaskookplaat > 54

Vanaf 5 jaar na de inwerkingtreding

ECelektrische kookplaat < 195

EEgaskookplaat > 55

1.3.   Voor huishoudelijke afzuigkappen

1.3.1.   Energie-efficiëntie-index (EEIafzuigkap) en hydrodynamische efficiëntie (Fluid Dynamic Efficiency — FDEafzuigkap)

Voor huishoudelijke afzuigkappen gelden de maximale en de minimale grenswaarden (respectievelijk EEIafzuigkap en FDEafzuigkap) als aangegeven in tabel 3.

Tabel 3

Energie-efficiëntie-index (EEIafzuigkap) en hydrodynamische efficiëntie (FDEafzuigkap) voor huishoudelijk afzuigkappen

 

EEIafzuigkap

FDEafzuigkap

Vanaf één jaar na de inwerkingtreding

EEIafzuigkap < 120

FDEafzuigkap > 3

Vanaf 3 jaar na de inwerkingtreding

EEIafzuigkap < 110

FDEafzuigkap > 5

Vanaf 5 jaar na de inwerkingtreding

EEIafzuigkap < 100

FDEafzuigkap > 8

1.3.2.   Air flow

Vanaf één jaar na de inwerkingtreding schakelen huishoudelijk afzuigkappen met een maximale luchtstroom in elk van de beschikbare instellingen van meer dan 650 m3/uur na een tijd tlimit als gedefinieerd in bijlage II automatisch over naar een luchtstroom die ten hoogste 650 m3/uur bedraagt.

1.3.3.   Laagvermogensmodi voor huishoudelijke afzuigkappen

1.

Vanaf 18 maanden na de inwerkingtreding:

het elektriciteitsverbruik in de „uit-stand”: het elektriciteitsverbruik in elke uit-toestand bedraagt maximaal 1,00 W,

het elektriciteitsverbruik in de „stand-by-stand(en)”:

het elektriciteitsverbruik in elke toestand die uitsluitend een reactiveringsfunctie biedt, dan wel een reactiveringsfunctie en uitsluitend een indicatie dat de reactiveringsfunctie ingeschakeld is, bedraagt maximaal 1,00 W,

het elektriciteitsverbruik van apparatuur in elke functie die uitsluitend een informatie- of statusweergave biedt, dan wel uitsluitend een combinatie van de reactiveringsfunctie en een informatie- of statusweergave, bedraagt maximaal 2,00 W,

beschikbaarheid van de „uit-stand” en/of „stand-by-stand”: huishoudelijke afzuigkappen bieden een „uit-stand” en/of „stand-by-stand”, en/of een andere toestand waarbij de geldende grenswaarden voor het elektriciteitsverbruik in de „uit-stand” en/of „stand-by-stand” niet worden overschreden wanneer het toestel verbonden is met het net.

2.

Vanaf 3 jaar en zes maanden na de inwerkingtreding:

het elektriciteitsverbruik in de „uit-stand”: het elektriciteitsverbruik in elke uit-toestand bedraagt maximaal 0,50 W;

het elektriciteitsverbruik in de „stand-by-stand(en)”: het elektriciteitsverbruik in elke toestand die uitsluitend een reactiveringsfunctie biedt, dan wel een reactiveringsfunctie met uitsluitend een indicatie van de ingeschakelde reactiveringsfunctie, bedraagt maximaal 0,50 W.

Het elektriciteitsverbruik van apparatuur in elke functie die uitsluitend een informatie- of statusweergave biedt, dan wel uitsluitend een combinatie van de reactiveringsfunctie en een informatie- of statusweergave, bedraagt maximaal 1,00 W;

stroombeheer: wanneer huishoudelijke afzuigkappen hun hoofdfunctie niet uitvoeren, of wanneer andere energieverbruikende producten niet van de functies van die afzuigkappen afhangen, beschikken zij, tenzij dit onverenigbaar is met het beoogde gebruik, over een stroombeheerfunctie of een andere functie waarmee de toestellen na een minimale, met de gebruiksbestemming van de toestellen overeenstemmende tijd automatisch worden overgeschakeld naar:

hetzij de „stand-by-stand”,

hetzij de „uit-stand”,

hetzij een andere stand waarin de met het elektriciteitsnet verbonden apparatuur niet méér verbruikt dan de geldende voorschriften voor het elektriciteitsverbruik in de „uit-stand” en/of de „stand-by-stand”;

de stroombeheerfunctie wordt vóór de levering van het toestel ingeschakeld;

voor afzuigkappen met een automatische-functioneringsmodus gedurende de kookperiode en voor volledig automatische afzuigkappen, bedraagt de vertragingstijd waarna het product automatisch overschakelt naar de modi en de voorwaarden als vermeld in het vorige punt, één minuut nadat de motor en de verlichting beide zijn uitgeschakeld, automatisch dan wel handmatig.

1.3.4.   Verlichting

Vanaf één jaar na de inwerkingtreding bedraagt, voor afzuigkappen die voorzien in een verlichting van het kookoppervlak, de gemiddelde door het verlichtingssysteem afgegeven verlichting van het kookoppervlak (Egemiddeld) meer dan 40 lux wanneer gemeten onder standaardomstandigheden.

2.   PRODUCTINFORMATIE-EISEN

Vanaf één jaar na de inwerkingtreding wordt de volgende productinformatie verstrekt in de technische documentatie van het product, in de handleiding ervan en op de vrij toegankelijke websites van de fabrikanten van de huishoudelijke ovens, kookplaten en afzuigkappen, hun gemachtigde vertegenwoordigers en/of hun importeurs:

a)

een korte titel of verwijzing naar de meet- en berekeningsmethoden die gebruikt zijn om de overeenstemming met bovenstaande eisen vast te stellen;

b)

informatie die relevant is voor de gebruikers om het totale milieueffect (d.w.z. het energieverbruik) van het kookproces te verminderen.

Met ingang van één jaar na de inwerkingtreding bevat de technische documentatie en een voor professionele beoefenaars bestemde afdeling van de vrij toegankelijke websites van de fabrikanten, hun gemachtigde vertegenwoordigers en/of hun importeurs informatie die relevant is voor de niet-destructieve demontage voor onderhoudsdoeleinden en informatie die relevant is voor ontmantelingsdoeleinden, met name, in voorkomend geval, met betrekking tot de motor, eventuele accu’s, de recycling en terugwinning en de verwijdering op het einde van de levensduur.

2.1.   Voor huishoudelijke ovens

Tabel 4

Informatie met betrekking tot huishoudelijke ovens

 

Symbool

Waarde

Eenheid

Identificatie van het model

 

 

 

Type oven

 

 

 

Massa van het toestel

M

X,X

kg

Aantal ovenruimten

 

X

 

Warmtebron per ovenruimte (elektriciteit of gas)

 

 

 

Volume per ovenruimte

V

X

l

Energieverbruik (elektriciteit) bij verwarming van een standaardlading in de ovenruimte van een elektrisch verwarmde oven gedurende een cyclus in conventionele modus, per ovenruimte (elektrische eindenergie)

ECelektrische ovenruimte

X,XX

kWh/cyclus

Energieverbruik bij verwarming van een standaardlading in de ovenruimte van een elektrisch verwarmde oven gedurende een cyclus in hetelucht-modus, per ovenruimte (elektrische eindenergie)

ECelektrische ovenruimte

X,XX

kWh/cyclus

Energieverbruik bij verwarming van een standaardlading in de ovenruimte van een gasoven gedurende een cyclus in conventionele modus, per ovenruimte (gas-eindenergie)

ECgasovenruimte

X,XX

X,XX

MJ/cyclus

kWh/cyclus (1)

Energieverbruik bij verwarming van een standaardlading in de ovenruimte van een gasoven gedurende een cyclus in hetelucht-modus, per ovenruimte (gas-eindenergie)

ECgasovenruimte

X,XX

X,XX

MJ/cyclus

kWh/cyclus

Energie-efficiëntie-index per ovenruimte

EEIovenruimte

X,X

 

2.2.   Voor huishoudelijke kookplaten

2.2.1.   Huishoudelijke elektrische kookplaten

Tabel 5a

Informatie met betrekking tot huishoudelijke elektrische kookplaten

 

Symbool

Waarde

Eenheid

Identificatie van het model

 

 

 

Type kookplaat

 

 

 

Aantal kookzones en/of -gebieden

 

X

 

Verwarmingstechnologie (inductie-kookzones en -kookgebieden, keramische en halogeenkookzones, vaste kookplaten)

 

 

 

Voor cirkelvormige kookzones of -gebieden: diameter van de nuttige kookoppervlakte per elektrisch verwarmde kookzone, afgerond tot op 5 mm

Ø

X,X

cm

Voor niet-cirkelvormige kookzones of -gebieden: lengte en breedte van de nuttige kookoppervlakte per elektrisch verwarmd(e) kookzone of -gebied, afgerond tot op 5 mm

L

W

X,X

X,X

cm

Energieverbruik per kookzone of -gebied, berekend per kg

ECelektrisch koken

X,X

Wh/kg

Energieverbruik van de kookplaat, berekend per kg

ECelektrische kookplaat

X,X

Wh/kg

2.2.2.   Huishoudelijke gaskookplaten

Tabel 5b

Informatie met betrekking tot huishoudelijke gaskookplaten

 

Symbool

Waarde

Eenheid

Identificatie van het model

 

 

 

Type kookplaat

 

 

 

Aantal gasbranders

 

X

 

Energie-efficiëntie per gasbrander

EEgasbrander

X,X

 

Energie-efficiëntie van de gaskookplaat

EEgaskookplaat

X,X

 

2.2.3.   Huishoudelijke combikookplaten (gas + elektrisch)

Tabel 5c

Informatie met betrekking tot huishoudelijke combikookplaten

 

Symbool

Waarde

Eenheid

Identificatie van het model

 

 

 

Type kookplaat

 

 

 

Aantal kookzones en/of -gebieden

 

X

 

Verwarmingstechnologie (inductie-kookzones en -kookgebieden, keramische en halogeenkookzones, vaste kookplaten) per elektrisch verwarmd(e) kookzone en/of -gebied

 

 

 

Voor cirkelvormige kookzones of -gebieden: diameter van de nuttige kookoppervlakte per elektrisch verwarmde kookzone, afgerond tot op 5 mm

Ø

X,X

cm

Voor niet-cirkelvormige kookzones of -gebieden: lengte en breedte van de nuttige kookoppervlakte per elektrisch verwarmd(e) kookzone of -gebied, afgerond tot op 5 mm

L

W

X,X

X,X

cm

Energieverbruik per elektrisch verwarmd(e) kookzone of -gebied, berekend per kg

ECelektrisch koken

X

Wh/kg

Aantal gasbranders

 

X

 

Energie-efficiëntie per gasbrander

EEgasbrander

X,X

 

2.3.   Voor huishoudelijke afzuigkappen

Tabel 6

Informatie met betrekking tot huishoudelijke afzuigkappen

 

Symbool

Waarde

Eenheid

Identificatie van het model

 

 

 

Jaarlijks energieverbruik

AECafzuigkap

X,X

kWh/jaar

Tijdstoenamefactor

F

X,X

 

Hydrodynamische efficiëntie

FDEafzuigkap

X,X

 

Energie-efficiëntie-index

EEIafzuigkap

X,X

 

Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt

QBEP

X,X

m3/uur

Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt

PBEP

X

Pa

Maximale luchtstroom

Qmax

X,X

m3/uur

Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt

WBEP

X,X

W

Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem

WL

X,X

W

Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookoppervlak

Egemiddeld

X

lux

Gemeten stroomverbruik in de stand-by-stand

Ps

X,XX

W

Gemeten stroomverbruik in de uit-stand

Po

X,XX

W

Geluidsvermogensniveau

LWA

X

dB


(1)  1 kWh/cyclus = 3,6 MJ/cyclus


BIJLAGE II

Metingen en berekeningen

Met het oog op de naleving en de controle op de naleving van de eisen van deze verordening dienen metingen en berekeningen te worden verricht met gebruikmaking van een betrouwbare, nauwkeurige en reproduceerbare methode die beantwoordt aan de algemeen erkende stand van de techniek op dit gebied, inclusief geharmoniseerde normen waarvan de referentienummers voor dat doel zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze methoden moeten aan de in deze bijlage vermelde technische definities, voorwaarden, formules en parameters beantwoorden.

1.   HUISHOUDELIJKE OVENS

Het energieverbruik van de ovenruimte van een huishoudelijke oven wordt gemeten voor één gestandaardiseerde cyclus, in de conventionele modus en, indien beschikbaar, in de heteluchtmodus, door verwarming van een in water gedrenkte standaardlading. Er wordt geverifieerd dat de temperatuur binnen de ovenruimte de temperatuurinstelling van de oventhermostaat en/of het controlepaneel van de oven bereikt binnen de tijdsduur van de testcyclus. Het energieverbruik per cyclus dat overeenstemt met de modus die het best presteert (conventioneel dan wel hetelucht) wordt gebruikt in de volgende berekeningen.

Voor elke ovenruimte van een huishoudelijke oven wordt de energie-efficiëntie-index (EEIovenruimte) berekend met gebruikmaking van de volgende formules:

Voor huishoudelijke elektrische ovens:

Formula

Formula (in kWh)

Voor huishoudelijke gasovens:

Formula

Formula (in MJ)

Waarin:

—   EEIovenruimte = energie-efficiëntie-index voor elke ovenruimte van een huishoudelijke oven, afgerond tot op één decimaal;

—   SECelektrische ovenruimte = standaard energieverbruik (Standard Energy Consumption) (elektriciteit) vereist om een standaardlading in de ovenruimte van een huishoudelijke elektrisch verwarmde oven gedurende een cyclus te verwarmen, uitgedrukt in kWh, afgerond tot op twee decimalen;

—   SECgasovenruimte = standaard energieverbruik vereist om een standaardlading in de ovenruimte van een huishoudelijke gasoven gedurende een cyclus te verwarmen, uitgedrukt in MJ, afgerond tot op twee decimalen;

—   V= volume van de ovenruimte van de huishoudelijke oven in liter (L), afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal;

—   ECelektrische ovenruimte = energieverbruik vereist om een standaardlading in de ovenruimte van een huishoudelijke elektrisch verwarmde oven gedurende een cyclus te verwarmen, uitgedrukt in kWh, afgerond tot op twee decimalen;

—   ECgasovenruimte = energieverbruik vereist om een standaardlading in de ovenruimte van een huishoudelijke gasoven gedurende een cyclus te verwarmen, uitgedrukt in MJ, afgerond tot op twee decimalen.

2.   HUISHOUDELIJKE KOOKPLATEN

2.1.   Huishoudelijke elektrische kookplaten

Het energieverbruik van een huishoudelijke elektrische kookplaat (ECelektrische kookplaat) wordt gemeten in Wh per kg water verwarmd in een genormaliseerde meting (Wh/kg), waarbij alle stukken kookgerei onder gestandaardiseerde testomstandigheden worden beschouwd, afgerond tot op één decimaal.

2.2.   Huishoudelijke gaskookplaten

De energie-efficiëntie van de gasbranders van een huishoudelijk kookplaat wordt als volgt berekend:

Formula

Waarin:

—   EEgasbrander = de energie-efficiëntie van een gasbrander, in % en afgerond tot op één decimaal;

—   Egasbrander = de energie-inhoud van het verbruikte gas voor de voorgeschreven verwarming, in MJ en afgerond tot op één decimaal;

—   Etheoretisch = de theoretisch minimaal vereiste energie voor de desbetreffende voorgeschreven verwarming, in MJ en afgerond tot op één decimaal.

De energie-efficiëntie van de gaskookplaat (EEgaskookplaat ) wordt berekend als het gemiddelde van de energie-efficiënties van de verschillende gasbranders (EEgasbrander ) van de kookplaat.

2.3.   Huishoudelijke combikookplaten (elektrisch + gas)

Huishoudelijke combikookplaten (elektrisch + gas) worden, als er een meting op wordt uitgevoerd, behandeld als twee afzonderlijke toestellen. Wat de elektrische kookzones en kookgebieden van een huishoudelijke combikookplaat betreft, worden de bepalingen van de voorgaande afdeling 2.1 gebruikt, en wat de met gasbranders verwarmde kookzones betreft, wordt het bepaalde in afdeling 2.2 gebruikt.

3.   HUISHOUDELIJKE AFZUIGKAPPEN

3.1.   Berekening van de energie-efficiëntie-index (EEIafzuigkap)

De energie-efficiëntie-index (EEIafzuigkap ) wordt als volgt berekend:

Formula

met afronding tot op de eerste decimaal.

Waarin:

—   SAECafzuigkap = standaard jaarlijks energieverbruik (Standard Annual Energy consumption) van de huishoudelijke afzuigkap in kWh/jaar, afgerond tot op één decimaal;

—   AECafzuigkap = jaarlijks energieverbruik van de huishoudelijke afzuigkap in kWh/jaar, afgerond tot op één decimaal.

Het standaard jaarlijks energieverbruik (SAECafzuigkap ) van een huishoudelijke afzuigkap wordt als volgt berekend:

Formula

Waarin:

WBEP = het elektrisch opgenomen vermogen van de huishoudelijke afzuigkap op het beste-efficiëntiepunt, in Watt en afgerond tot op één decimaal;

WL = het nominale elektrisch opgenomen vermogen van het verlichtingssysteem van de huishoudelijk afzuigkap dat het kookoppervlak verlicht, in Watt en afgerond tot op één decimaal.

Het jaarlijkse energieverbruik (AECafzuigkap ) van een huishoudelijke afzuigkap wordt als volgt berekend:

i)

voor volledig automatische huishoudelijke afzuigkappen:

Formula

ii)

voor alle andere huishoudelijke afzuigkappen:

Formula

Waarin:

tL = de gemiddelde verlichtingstijd per dag, in minuten (tL = 120);

tH = de gemiddelde gebruikstijd per dag voor huishoudelijke afzuigkappen, in minuten (tH = 60);

Po = het elektrisch opgenomen vermogen in de uit-stand van de huishoudelijke afzuigkap, in Watt en afgerond tot op twee decimalen;

Ps = het elektrisch opgenomen vermogen in de stand-by-stand van de huishoudelijke afzuigkap, in Watt en afgerond tot op twee decimalen;

f = de tijdstoenamefactor, berekend en afgerond tot op één decimaal, als:

Formula

3.2.   Berekening van de hydrodynamische efficiëntie (FDEafzuigkap)

De FDEafzuigkap op het beste-efficiëntiepunt wordt berekend aan de hand van de volgende formule, en wordt afgerond tot op één decimaal:

Formula

Waarin:

QBEP = het debiet van de huishoudelijke afzuigkap op het beste-efficiëntiepunt, uitgedrukt in m3/uur en afgerond tot op één decimaal;

PBEP = het statische drukverschil van de huishoudelijke afzuigkap op het beste-efficiëntiepunt, uitgedrukt in Pa en afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal;

WBEP = het elektrisch opgenomen vermogen van de huishoudelijke afzuigkap op het beste-efficiëntiepunt, uitgedrukt in Watt en afgerond tot op één decimaal.

3.3.   Berekening inzake de beperking van de uitlaatlucht

3.3.1.

Huishoudelijk afzuigkappen met een maximale luchtstroom in elk van de beschikbare instellingen die meer bedraagt dan 650 m3/uur, schakelen na een tijd tlimit automatisch over naar een luchtstroom die maximaal 650 m3/uur bedraagt. Dit is de tijdsgrens voor het onttrekken van een luchtvolume van 100 m3 door de huishoudelijk afzuigkap die werkt met een luchtstroom die groter is dan 650 m3/uur, voordat de afzuigkap automatisch overschakelt naar een luchtstroom van maximaal 650 m3/uur. Die tijdsgrens wordt als volgt berekend, uitgedrukt in minuten en afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal:

Formula  (1)

Waarin:

Qmax = de maximale luchtstroom van de huishoudelijke afzuigkap, inclusief de intensieve/boost-modus als die aanwezig is, in m3/uur en afgerond tot op één decimaal.

Aan deze eis wordt niet geacht te zijn voldaan wanneer er alleen maar een knop aanwezig is waarmee de luchtstroom van het toestel manueel in een stand kan worden gebracht met een luchtstroom van maximaal 650 m3/uur.

3.3.2.

Voor huishoudelijke afzuigkappen met een automatische-functioneringsmodus gedurende de kookperiode:

kan de automatische-functioneringsmodus uitsluitend worden geactiveerd door een manuele handeling van de gebruiker, hetzij aan de afzuigkap, hetzij elders;

schakelt de automatische-functioneringsmodus over naar de manuele bediening na maximaal 10 minuten vanaf het moment dat de automatische functie de motor uitschakelt.

3.4.   Verlichting door het verlichtingssysteem (Egemiddeld)

De gemiddelde verlichting die het verlichtingssysteem afgeeft op het kookoppervlak (Egemiddeld ) wordt onder standaardomstandigheden gemeten in lux en afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal.

3.5.   Geluidsniveau

Het geluidsniveau (in dB) wordt gemeten als de akoestische A-gewogen geluidsemissie in de lucht (gewogen gemiddelde — LWA) door de huishoudelijke afzuigkap in de hoogste stand voor normaal gebruik, de intensieve of boost-stand uitgesloten, en afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal.


(1)  Zie Formula wat kan worden vereenvoudigd tot Formula

Waarin:

—   Vmax = het maximaal te onttrekken luchtvolume, vastgesteld op 100 m3;

—   Qmax = de maximale luchtstroom van de afzuigkap, inclusief intensieve/boost-modus indien beschikbaar;

—    t = de tijd uitgedrukt in minuten, afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal;

—    dt = de totale tijd totdat het luchtvolume van 100 m3 bereikt is;

—    tlimit = de tijdsgrens, uitgedrukt in minuten en afgerond tot het dichtstbijzijnde gehele getal, vereist om 100 m3 af te zuigen.


BIJLAGE III

Procedure voor de controle van de overeenstemming van het product door de markttoezichtsautoriteiten

Met het oog op de beoordeling van de overeenkomst van producten met de in deze verordening vervatte eisen, als bedoeld in artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2009/125/EG, passen de autoriteiten van de lidstaten de volgende procedure toe:

1.

de autoriteiten van de lidstaat testen één eenheid per model;

2.

het model wordt geacht te voldoen aan de toepasselijke eisen:

a)

als de waarden die zijn opgegeven in de productinformatie zoals vereist overeenkomstig deze verordening niet gunstiger zijn voor de fabrikant dan de in de technische documentatie, inclusief de testrapporten, opgenomen waarden en;

b)

als uit tests in verband met de relevante parameters van het model, als genoemd in tabel 7, overeenstemming blijkt met al die parameters;

3.

wanneer het in punt 2, onder a), bedoelde resultaat niet wordt behaald, worden het model en alle gelijkwaardige modellen geacht niet te voldoen aan deze verordening;

4.

wanneer het in punt 2, onder b), bedoelde resultaat niet wordt behaald, selecteren de autoriteiten van de lidstaat drie extra te testen eenheden van hetzelfde model. Als alternatief mogen de drie extra geselecteerde eenheden van één of meer verschillende modellen zijn die als gelijkwaardig product zijn beschreven in de technische documentatie van de leverancier;

5.

het model wordt geacht te voldoen aan de toepasselijke eisen wanneer uit tests met betrekking tot de relevante parameters van het model, als genoemd in tabel 7, overeenstemming blijkt met al die parameters;

6.

indien het onder punt 5 bedoelde resultaat niet wordt behaald, worden het model en alle gelijkwaardige modellen geacht niet aan deze verordening te voldoen. Binnen één maand nadat het besluit van niet-overeenstemming van het model is genomen, verstrekken de autoriteiten van de lidstaat de testresultaten en andere relevante informatie aan de autoriteiten van de overige lidstaten en aan de Commissie.

De autoriteiten van de lidstaat gebruiken de in bijlage II uiteengezette meet- en berekeningsmethoden.

De in deze bijlage aangegeven controletoleranties worden uitsluitend gebruikt voor de verificatie van de gemeten parameters door de autoriteiten van de lidstaten; zij vertegenwoordigen de toegestane variatie van de meetresultaten van de controletests, en mogen door de fabrikant niet worden gebruikt voor de vaststelling van de in de technische documentatie opgenomen waarden of de interpretatie van deze waarden met het oog op het verkrijgen van een betere etiketteringsclassificatie of de bekendmaking via enig middel van betere prestaties.

Tabel 7

Controletoleranties

Gemeten parameters

Controletoleranties

Massa van de huishoudelijke oven (M)

De vastgestelde waarde mag de opgegeven waarde van M met niet meer dan 5 % overschrijden.

Volume van de ovenruimte van de huishoudelijk oven (V)

De vastgestelde waarde mag niet meer dan 5 % lager liggen de opgegeven waarde van V.

ECelektrische ovenruimte, ECgasovenruimte

De vastgestelde waarde mag de opgegeven waarde van ECelektrische ovenruimte, ECgasovenruimte met niet meer dan 5 % overschrijden.

ECelektrische kookplaat

De vastgestelde waarde mag de opgegeven waarde van ECelektrische kookplaat met niet meer dan 5 % overschrijden.

EEgaskookplaat

De vastgestelde waarde mag niet meer dan 5 % lager liggen dan de opgegeven waarde van EEgaskookplaat.

WBEP, WL

De vastgestelde waarde mag de opgegeven waarde van WBEP, WL met niet meer dan 5 % overschrijden.

QBEP, PBEP

De vastgestelde waarde mag niet meer dan 5 % lager liggen dan de opgegeven waarde van QBEP, PBEP.

Qmax

De vastgestelde waarde mag de opgegeven waarde van Qmax met niet meer dan 8 % overschrijden.

Egemiddeld

De vastgestelde waarde mag niet meer dan 5 % lager liggen dan de opgegeven waarde van Egemiddeld.

Geluidsniveau LWA

De vastgestelde waarde mag de opgegeven waarde niet overschrijden.

Po, Ps

De vastgestelde waarde van het elektriciteitsverbruik Po en Ps mag de opgegeven waarde met niet meer dan 10 % overschrijden. De vastgestelde waarde van het elektriciteitsverbruik Po en Ps van maximaal 1,00 W mag de opgegeven waarde met niet meer dan 0,10 W overschrijden.


BIJLAGE IV

Indicatieve benchmarks

Op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze verordening beantwoordden de beste in de handel beschikbare huishoudelijke ovens, kookplaten en afzuigkappen, wat hun energieprestaties betreft, aan de volgende benchmark:

Huishoudelijke ovens

Elektrisch

EEIovenruimte = 70,7

Gas

EEIovenruimte = 75,4

Huishoudelijke kookplaten

Elektrisch

ECelektrisch koken = 169,3

Gas

EEgasbrander = 63,5 %

Huishoudelijke afzuigkappen

Luchtstroom

FDEafzuigkap = 22

Geluidsniveau

51 dB bij 550 m3/uur; 57 dB bij 750 m3/uur