ISSN 1977-0758

doi:10.3000/19770758.L_2014.024.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 24

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

57e jaargang
28 januari 2014


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) nr. 43/2014 van de Raad van 20 januari 2014 tot vaststelling, voor 2014, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn

1

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

28.1.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 24/1


VERORDENING (EU) Nr. 43/2014 VAN DE RAAD

van 20 januari 2014

tot vaststelling, voor 2014, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 43, lid 3, van het Verdrag is bepaald dat de Raad op voorstel van de Commissie maatregelen voor de vaststelling en de verdeling van de vangstmogelijkheden moet vaststellen.

(2)

Krachtens Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad (1) moeten, met inachtneming van het beschikbare wetenschappelijke, technische en economische advies, met inbegrip van, waar toepasselijk, de verslagen van het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV), instandhoudingsmaatregelen worden vastgesteld.

(3)

De Raad moet maatregelen voor de vaststelling en de verdeling van de vangstmogelijkheden vaststellen, inclusief bepaalde voorwaarden die daar functioneel verband mee houden. De vangstmogelijkheden moeten zo over de lidstaten worden verdeeld dat een relatieve stabiliteit van de visserijactiviteiten van elke lidstaat voor elk visbestand of elke visserijtak wordt gegarandeerd, mede met inachtneming van de in Verordening (EU) nr. 1380/2013 vastgestelde doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid.

(4)

De totale toegestane vangsten (total allowable catch - TAC's) moeten worden vastgesteld op basis van de beschikbare wetenschappelijke adviezen, met inachtneming van de biologische en sociaaleconomische aspecten, waarbij een gelijke behandeling van de visserijsectoren moet worden gegarandeerd, en in het licht van de standpunten die naar voren zijn gekomen tijdens de raadpleging van de belanghebbenden, met name op de bijeenkomsten van de betrokken regionale adviesraden.

(5)

Voor bestanden waarvoor specifieke meerjarenplannen gelden, moeten de TAC's overeenkomstig de in die plannen vervatte voorschriften worden vastgesteld. Bijgevolg moeten de TAC's voor de bestanden van zuidelijke heek en langoustine, tong in het westelijke Kanaal, schol en tong in de Noordzee, haring in de wateren ten westen van Schotland, kabeljauw in het Kattegat, de wateren ten westen van Schotland, de Ierse Zee, de Noordzee, het Skagerrak en het oostelijke Kanaal en blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee worden vastgesteld overeenkomstig de voorschriften die zijn vervat in Verordeningen van de Raad (EG) nr. 2166/2005 (2), (EG) nr. 509/2007 (3), (EG) nr. 676/2007 (4), (EG) nr. 1300/2008 (5), (EG) nr. 1342/2008 (6) (het "kabeljauwplan") en (EG) nr. 302/2009 (7).

Met betrekking tot de noordelijke heekbestanden (Verordening (EG) nr. 811/2004 van de Raad (8)) en de tongbestanden in de Golf van Biskaje (Verordening (EG) nr. 388/2006 van de Raad (9)) zijn de minimumdoelstellingen van de desbetreffende herstel- en beheerplannen evenwel bereikt en dienen derhalve de verstrekte wetenschappelijke adviezen te worden gevolgd om de TAC's op het niveau van de maximale duurzame opbrengst te brengen of te handhaven, naar gelang van het geval.

(6)

Voor bestanden waarvoor onvoldoende gegevens of geen betrouwbare gegevens voorhanden zijn om ramingen van de omvang te kunnen maken, moeten de beheersmaatregelen en de TAC-niveaus worden vastgesteld volgens de voorzorgsaanpak van het visserijbeheer als omschreven in artikel 4, lid 1, onder 8), van Verordening (EU) nr. 1380/2013, waarbij rekening wordt gehouden met bestandsspecifieke factoren, waaronder met name de beschikbare gegevens over de ontwikkelingen van de bestanden en overwegingen betreffende de gemengde visserij.

(7)

Overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 847/96 van de Raad (10) moet worden bepaald voor welke bestanden de verschillende, in die verordening bedoelde maatregelen van toepassing zijn.

(8)

Wanneer voor een bepaald bestand een TAC aan één enkele lidstaat wordt toegewezen, is het dienstig deze lidstaat overeenkomstig artikel 2, lid 1, van het Verdrag te machtigen het niveau van deze TAC vast te stellen. Er moeten regelingen worden getroffen om te garanderen dat de betrokken lidstaat bij het vaststellen van dit TAC-niveau volledig in overeenstemming met de beginselen en voorschriften van het gemeenschappelijk visserijbeleid handelt.

(9)

De maxima voor de visserijinspanning voor 2014 moeten worden vastgesteld overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 2166/2005, artikel 5 van Verordening (EG) nr. 509/2007, artikel 9 van Verordening (EG) nr. 676/2007, de artikelen 11 en 12 van Verordening (EG) nr. 1342/2008 en de artikelen 5 en 9 van Verordening (EG) nr. 302/2009, rekening houdend met Verordening (EG) nr. 754/2009 van de Raad (11).

(10)

In het licht van het meest recente wetenschappelijke advies van de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) en overeenkomstig de internationale verbintenissen in het kader van het Verdrag inzake de visserij in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (NEAFC) dient de visserijinspanning op bepaalde diepzeesoorten te worden beperkt.

(11)

Voor sommige soorten, zoals bepaalde haaiensoorten, kan zelfs een beperkte vorm van visserijactiviteit een ernstig risico voor de instandhouding van de soort inhouden. Voor dergelijke soorten moeten de vangstmogelijkheden derhalve tot nul worden herleid middels een totaalverbod op de visserij op deze soorten.

(12)

De bij deze verordening voor vaartuigen van de Unie vastgestelde vangstmogelijkheden moeten worden gebruikt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1224/2009 (12), en met name de artikelen 33 en 34 van die verordening betreffende de registratie van de vangsten en de visserijinspanning, respectievelijk de melding van gegevens over de uitputting van de vangstmogelijkheden. Derhalve dient te worden gepreciseerd welke codes de lidstaten moeten gebruiken wanneer zij gegevens met betrekking tot de aanlandingen van onder deze verordening vallende bestanden aan de Commissie doen toekomen.

(13)

Voor sommige TAC's dienen de lidstaten de mogelijkheid te krijgen om aan vaartuigen die deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij, extra toewijzingen toe te kennen. Met die proeven wordt beoogd een vangstquotaregeling te testen, d.w.z. een regeling waarbij alle vangsten moeten worden aangeland en op de quota afgeboekt, teneinde teruggooi en de daarmee gepaarde gaande verspilling van anders bruikbare visserijhulpbronnen te vermijden. Ongecontroleerde teruggooi van vis is een bedreiging voor de langetermijnduurzaamheid van vis als collectief goed en dus voor de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid. Inherent aan vangstquotaregelingen is dat zij de vissers een stimulans bieden om de vangstselectiviteit van hun activiteiten te optimaliseren. Om tot een rationeel beheer van de teruggooi te komen, moet een volledig gedocumenteerde visserij betrekking hebben op elke activiteit op zee in plaats van op de aanlandingen in de haven. Daarom moeten de voorwaarden waaronder de lidstaten dergelijke extra toewijzingen verlenen, de verplichting inhouden te garanderen dat gebruik wordt gemaakt van aan een sensorsysteem gekoppelde camera's in een gesloten televisiecircuit (close circuit television cameras - CCTV's) (hierna gezamenlijk "CCTV-systeem" genoemd). Hiermee moeten alle behouden en teruggegooide delen van de vangsten in detail kunnen worden geregistreerd. Een regeling met menselijke waarnemers die in realtime aan boord actief zijn, zou minder efficiënt, duurder en minder betrouwbaar zijn. Bijgevolg is het gebruik van CCTV-systemen vooralsnog een eerste vereiste voor het halen van de doelstellingen van regelingen tot verlaging van de teruggooi, waaronder de volledig gedocumenteerde visserij. Bij de toepassing van dergelijke systemen moeten de voorschriften van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (13) worden nageleefd.

(14)

Om te garanderen dat het potentieel van vangstquotaregelingen om de absolute visserijsterfte van de betrokken bestanden te beheersen, daadwerkelijk kan worden geëvalueerd aan de hand van proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij, dienen alle in het kader van deze proeven gevangen vissen, inclusief die welke kleiner zijn dan de minimale aanlandingsmaat, in mindering te worden gebracht op de totale toewijzing voor het deelnemende vaartuig en dienen de visserijactiviteiten te worden stopgezet wanneer deze totale toewijzing volledig door dat vaartuig is opgebruikt. Voorts is het passend overdrachten van toewijzingen tussen vaartuigen die deelnemen aan de proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij en niet-deelnemende vaartuigen toe te staan mits kan worden aangetoond dat de teruggooi door niet-deelnemende vaartuigen niet toeneemt.

(15)

In november 2013 heeft het WTECV het door de regionale adviesraad voor pelagische bestanden (PELRAC) opgestelde beheersplan voor het herstel van het haringbestand in de ICES-zones VIaS, VIIb en VIIc positief beoordeeld. De verspreiding van dit haringbestand overlapt met die van het naburige noordelijke bestand in een gemengde zone binnen ICES-zone VIa, gelegen tussen 56° NB and 57° 30′ NB. Teneinde voor beide bestanden de staat van instandhouding correct te kunnen evalueren en de visserijsterfte waarvan zij te lijden hebben, te kunnen bestrijden, moeten in deze gemengde zone alle vangsten verboden worden.

(16)

Volgens het advies van de ICES is het dienstig een systeem te handhaven, met de mogelijkheid tot herziening, voor het beheer van zandspieringen in de wateren van de Unie van de ICES-sectoren IIa en IIIa en ICES-deelgebied IV. Het wetenschappelijk advies van de ICES wordt pas in februari 2014 verwacht, en daarom is het raadzaam de TAC's en quota voorlopig op nul vast te stellen.

(17)

Aangezien niet wetenschappelijk is aangetoond dat de TAC-gebieden voor witte koolvis met verschillende biologische bestanden overeenstemmen, en deze soort voorkomt in een ononderbroken gebied van het noorden van de Britse eilanden tot het zuiden van het Iberisch schiereiland is het, met het oog op een volledige benutting van de vangstmogelijkheden, dienstig toestemming te verlenen om tussen sommige van deze TAC-gebieden een flexibele regeling te implementeren. In dezelfde zin is het dienstig meer flexibiliteit tussen bepaalde beheersgebieden toe te staan voor bestanden die tot dezelfde biologische bestanden behoren, maar over verschillende beheersgebieden voorkomen.

(18)

De Unie heeft, volgens de procedure die is vastgesteld in de overeenkomsten of protocollen inzake de visserijbetrekkingen met Noorwegen (14), de Faeröer (15) en IJsland (16), met deze partners overleg gepleegd over de visserijrechten. Het overleg met Noorwegen en de Faeröer over de regelingen voor 2014 is nog niet afgesloten. Om te voorkomen dat de visserijactiviteiten van de Unie worden onderbroken en tevens de nodige flexibiliteit mogelijk te maken voor het sluiten van deze regelingen begin 2014, moet de Unie de vangstmogelijkheden voor onder die regelingen vallende bestanden voorlopig vaststellen. Het overleg met IJsland over de visserijregeling voor 2014 kon nog niet worden afgesloten. In overeenstemming met de in de overeenkomst en het protocol inzake de visserijbetrekkingen met Groenland (17) bepaalde procedure, heeft het Gemengd Comité de concrete vangstmogelijkheden voor 2014 voor de Unie in Groenlandse wateren vastgesteld.

(19)

De Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (Iccat) heeft in 2013 tijdens haar jaarvergadering de bestaande TAC's en quota voor blauwvintonijn met een jaar verlengd, en de quota voor zwaardvis in het noordelijk deel van de Atlantische Oceaan, zwaardvis in het zuidelijk deel van de Atlantische Oceaan en witte tonijn in het noordelijk deel van de Atlantische Oceaan voor de periode 2014-2016 op het huidige niveau gehandhaafd. Hierdoor blijft het quotum van de Unie voor deze bestanden hetzelfde als in 2013. Ook de TAC voor witte tonijn in het zuidelijk deel van de Atlantische Oceaan wordt voor de periode 2014-2016 op het huidige niveau gehandhaafd, maar de individuele quota van de andere partijen, waaronder de Unie, zijn licht verlaagd, om ook aan een andere verdragsluitende partij een quotum te kunnen toewijzen. Al deze maatregelen moeten in Unierecht worden omgezet.

(20)

Ingevolge de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie in juli 2013 zijn in deze verordening bepalingen betreffende de vangstmogelijkheden voor Kroatië opgenomen.

(21)

Tijdens hun jaarlijkse vergadering in 2013 hebben de partijen bij de Commissie voor de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren (Commission for the Conservation of Antarctic Marine Living Resources - CCAMLR) vangstbeperkingen voor zowel doelsoorten als bijvangstsoorten aangenomen. Die maatregelen moeten in Unierecht worden omgezet.

(22)

Tijdens haar jaarvergadering in 2013 heeft de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC) een resolutie ter bescherming van de oceanische witpunthaai aangenomen, die van toepassing is op in de IOTC-lijst van vaartuigen met vergunning vermelde vissersvaartuigen en die, als voorlopige proefmaatregel, het aan boord houden, overladen, aanlanden of opslaan van volledige karkassen van oceanische witpunthaaien of delen daarvan verbiedt. De resolutie voorziet in een uitzondering voor ambachtelijke visserij, namelijk voor vissersvaartuigen die vissen binnen de exclusieve economische zones van de lidstaat waarvan zij de vlag voeren.

(23)

De tweede jaarlijkse vergadering van de Regionale Organisatie voor het visserijbeheer in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (South Pacific Regional Fisheries Management Organisation - SPRFMO) wordt van 27 januari tot en met 31 januari 2014 gehouden. In afwachting hiervan is het raadzaam de bestaande maatregelen vooralsnog te handhaven, en de TAC voor Chileense horsmakreel in het verdragsgebied van de SPRFMO voorlopig op het niveau van 2013 te houden.

(24)

Tijdens haar 84e jaarvergadering in 2013 heeft de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn (IATTC) haar instandhoudingsmaatregelen voor geelvintonijn, grootoogtonijn en gestreepte tonijn gehandhaafd. Voorts heeft de IATTC haar resolutie betreffende de instandhouding van oceanische witpunthaaien gehandhaafd. Deze maatregelen moeten in Unierecht blijven worden omgezet.

(25)

De Visserijorganisatie voor het zuidoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (South East Atlantic Fisheries Organisation - SEAFO) heeft in 2013 tijdens haar jaarvergadering een aanbeveling aangenomen voor nieuwe tweejarige TAC's voor zwarte Patagonische ijsheek en rode diepzeekrabben voor 2014 en 2015; de bestaande TAC's voor Atlantische slijmkop en Beryx spp., die zij tijdens haar jaarvergadering van 2012 voor 2013 en 2014 was overeengekomen, worden gehandhaafd. De door de SEAFO aangenomen maatregelen die momenteel op de toewijzing van vangstmogelijkheden van toepassing zijn, moeten in Unierecht worden omgezet.

(26)

De Commissie voor de visserij in de westelijke en centrale Stille Oceaan (Western and Central Pacific Fisheries Commission - WCPFC) heeft in 2013 tijdens haar tiende jaarvergadering haar maatregelen met betrekking tot de vangstmogelijkheden gewijzigd: voor het aantal dagen dat op volle zee kan worden gevist, is een totaal vastgesteld, en de sluitingsperiode voor de visserij met vis aantrekkende voorzieningen (fish aggregating devices - FAD) is aangepast. Nu de maatregel voor FAD-visserij is herzien, dient de Unie als partij bij het WCPFC-Verdrag een van de twee mogelijke opties te kiezen: de bestaande periode voor de sluiting van de FAD-visserij behouden, of het aantal toegestane FAD's beperken. In afwachting van een besluit hierover dient de vigerende sluiting, zoals die door de WCPFC is aangenomen, verder in Unierecht te worden omgezet.

(27)

De partijen bij de Overeenkomst voor de instandhouding en het beheer van de koolvisbestanden in het centrale gedeelte van de Beringzee hebben in 2013 tijdens hun jaarvergadering hun maatregelen betreffende vangstmogelijkheden niet gewijzigd. Die maatregelen moeten in Unierecht worden omgezet.

(28)

Tijdens haar 35e jaarvergadering in 2013 heeft de Visserijorganisatie voor het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan (North West Atlantic Fisheries Organisation - NAFO) een aantal vangstmogelijkheden voor 2014 vastgesteld voor bepaalde bestanden in de deelgebieden 1-4 van het NAFO-verdragsgebied. De NAFO heeft in dit verband een procedure ingesteld om de voor 2014 vastgestelde TAC voor witte heek in NAFO-deelsector 3NO te verhogen indien aan bepaalde voorwaarden met betrekking tot de toestand van dit bestand wordt voldaan. Een verdragsluitende partij bij de NAFO kan de uitvoerend secretaris van de NAFO melden dat voor het bestand van witte heek in NAFO-deelsector 3NO hogere vangsten per inspanningseenheid dan normaal zijn waargenomen. Indien de TAC-verhoging in de loop van het jaar 2014 wordt bekrachtigd door een positieve stemming in de NAFO, dient deze in Unierecht te worden omgezet en moeten de quota van de betrokken lidstaten worden verhoogd.

(29)

Bepaalde internationale maatregelen waarbij vangstmogelijkheden voor de Unie worden ingesteld of beperkt, worden aan het einde van het jaar door de betrokken regionale organisaties voor visserijbeheer (ROVB's) vastgesteld en worden vóór de inwerkingtreding van deze verordening van kracht. De bepalingen tot omzetting van deze maatregelen in Unierecht dienen derhalve met terugwerkende kracht van toepassing te zijn. Aangezien het visseizoen in het verdragsgebied van de CCAMLR loopt van 1 december tot en met 30 november en bepaalde vangstmogelijkheden of -verboden in het CCAMLR-verdragsgebied derhalve worden vastgesteld voor een periode die ingaat op 1 december 2013, dienen de desbetreffende bepalingen van deze verordening vanaf die datum van toepassing te zijn. Deze toepassing met terugwerkende kracht laat het beginsel van het gewettigd vertrouwen onverlet, aangezien CCAMLR-leden niet zonder machtiging in het CCAMLR-verdragsgebied mogen vissen.

(30)

Overeenkomstig de verklaring van de Unie gericht aan de Bolivariaanse republiek Venezuela over het toekennen van vangstmogelijkheden in wateren van de Unie aan vissersvaartuigen die onder de vlag van de Bolivariaanse republiek Venezuela in de exclusieve economische zone voor de kust van Frans-Guyana varen (18), moeten voor Venezuela vangstmogelijkheden worden vastgesteld voor het vissen op snappers in wateren van de Unie.

(31)

Ter waarborging van uniforme voorwaarden voor het verlenen aan afzonderlijke lidstaten van de toestemming om gebruik te maken van het systeem van beheer van de hun toegewezen visserijinspanning volgens een kilowattdagensysteem, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend.

(32)

Om uniforme voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend met betrekking tot de toekenning van extra zeedagen voor de definitieve beëindiging van visserijactiviteiten en voor de versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers, alsmede met betrekking tot de spreadsheetformats voor het verzamelen en doorsturen van informatie betreffende de overdracht van zeedagen tussen vissersvaartuigen die de vlag van dezelfde lidstaat voeren. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 (19).

(33)

Teneinde ervoor te zorgen dat de visserijactiviteiten niet worden onderbroken en het inkomen van de vissers in de Unie wordt veiliggesteld, dient deze verordening met ingang van 1 januari 2014 van toepassing te zijn, met uitzondering van de bepalingen betreffende de beperkingen van de visserijinspanning, die van toepassing moeten zijn vanaf 1 februari 2014, en sommige bepalingen voor bijzondere gebieden, waarvoor een specifieke toepassingsdatum moet gelden. Gezien de urgentie dient deze verordening onmiddellijk na de bekendmaking ervan in werking te treden.

(34)

De vangstmogelijkheden moeten in volledige overeenstemming met het toepasselijke recht van de Unie worden gebruikt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

TITEL I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Onderwerp

1.   Bij deze verordening worden de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden vastgesteld die in de wateren van de Unie en, voor vaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie beschikbaar zijn.

2.   De in lid 1 bedoelde vangstmogelijkheden omvatten:

a)

de vangstbeperkingen voor 2014 en, waar zulks in de onderhavige verordening is bepaald, voor 2015;

b)

de beperkingen van de visserijinspanning voor de periode van 1 februari 2014 tot en met 31 januari 2015;

c)

de vangstmogelijkheden voor de periode van 1 december 2013 tot en met 30 november 2014 voor bepaalde bestanden in het CCAMLR-verdragsgebied;

d)

de vangstmogelijkheden voor bepaalde bestanden in het IATTC-verdragsgebied voor de in artikel 32 genoemde periodes voor het jaar 2014 en, waar zulks in de onderhavige verordening is bepaald, het jaar 2015.

3.   In deze verordening worden ook voorlopige vangstmogelijkheden vastgesteld voor bepaalde visbestanden of groepen visbestanden die vallen onder de bilaterale visserijregelingen met Noorwegen en de Faeröer, in afwachting van de afloop van het overleg over de regelingen voor 2014.

Artikel 2

Werkingssfeer

Deze verordening is van toepassing op de volgende vaartuigen:

a)

vaartuigen van de Unie;

b)

vaartuigen van derde landen in wateren van de Unie.

Artikel 3

Definities

Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende definities:

a)   "vaartuig van de Unie": een vissersvaartuig dat de vlag van een lidstaat voert en in de Unie is geregistreerd;

b)   "vaartuig van een derde land": een vissersvaartuig dat de vlag voert van en is geregistreerd in een derde land;

c)   "wateren van de Unie": wateren onder de soevereiniteit of jurisdictie van de lidstaten, met uitzondering van wateren die grenzen aan de in bijlage II bij het Verdrag genoemde landen en gebieden overzee;

d)   "internationale wateren": wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van enige staat vallen;

e)   "totaal toegestane vangst (TAC)": de hoeveelheid van elk visbestand die elk jaar mag worden gevangen en aangeland;

f)   "quotum": een aan de Unie of een lidstaat toegewezen aandeel van de TAC;

g)   "analytische evaluaties": een kwantitatieve evaluatie van trends in een bepaald bestand, op basis van gegevens over de biologie en de exploitatie van het bestand waarvan na wetenschappelijke toetsing is gebleken dat zij van toereikende kwaliteit zijn om wetenschappelijke adviezen over opties voor toekomstige vangsten te verstrekken;

h)   "maaswijdte": de maaswijdte van visnetten als vastgesteld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 517/2008 van de Commissie (20);

i)   "vissersvlootregister van de Unie": het register dat door de Commissie is ingesteld overeenkomstig artikel 24, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1380/2013;

j)   "visserijlogboek": het logboek als bedoeld in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.

Artikel 4

Visserijzones

Voor de toepassing van deze verordening geldt de volgende afbakening van visserijzones:

a)   voor de ICES-zones (International Council for the Exploration of the Sea - Internationale Raad voor het onderzoek van de zee): de in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 218/2009 (21) gespecificeerde geografische gebieden;

b)   voor het Skagerrak: het geografische gebied dat in het westen wordt begrensd door een lijn van de vuurtoren van Hanstholm naar die van Lindesnes, en in het zuiden door een lijn van de vuurtoren van Skagen naar die van Tistlarna en vandaar naar het dichtstbijgelegen punt op de Zweedse kust;

c)   voor het Kattegat: het geografische gebied dat in het noorden wordt begrensd door een lijn van de vuurtoren van Skagen naar die van Tistlarna en vandaar naar het dichtstbijgelegen punt op de Zweedse kust, en in het zuiden door een lijn van Kaap Hasenøre naar Kaap Gniben, van Korshage naar Spodsbjerg en van Kaap Gilbjerg naar Kullen;

d)   voor functionele eenheid 16 van ICES-deelgebied VII: het geografische gebied dat wordt begrensd door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:

53° 30′ NB 15° 00′ WL,

53° 30′ NB 11° 00′ WL,

51° 30′ NB 11° 00′ WL,

51° 30′ NB 13° 00′ WL,

51° 00′ NB 13° 00′ WL,

51° 00′ NB 15° 00′ WL,

53° 30′ NB 15° 00′ WL;

e)   voor de Golf van Cadiz: het geografische gebied van ICES-sector IXa ten oosten van 7° 23′ 48'' WL;

f)   voor de CECAF-zones (Committee for Eastern Central Atlantic Fisheries - Visserijcommissie voor het centraaloostelijke deel van de Atlantische Oceaan): de in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 216/2009 van het Europees Parlement en de Raad (22) gespecificeerde geografische gebieden;

g)   voor de NAFO-zones (Northwest Atlantic Fisheries Organisation - Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan): de in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 217/2009 van het Europees Parlement en de Raad (23) gespecificeerde geografische gebieden;

h)   voor het SEAFO-verdragsgebied (South East Atlantic Fisheries Organisation - Organisatie voor de visserij in het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan): het in het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden in het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (24) omschreven geografische gebied;

i)   voor het ICCAT-verdragsgebied (International Commission for the Conservation of Atlantic Tunas - Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen): het in het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (25) omschreven geografische gebied;

j)   voor het CCAMLR-verdragsgebied (Commissie voor de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren): het in artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 601/2004 (26) omschreven geografische gebied;

k)   voor het IATTC-verdragsgebied (Inter-American Tropical Tuna Commission - Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn): het in het Verdrag ter versterking van de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn opgericht bij het Verdrag van 1949 tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Republiek Costa Rica ("het Verdrag van Antigua") (27) omschreven geografische gebied;

l)   voor het IOTC-verdragsgebied (Indian Ocean Tuna Commission - Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan): het in de Overeenkomst tot oprichting van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (28) omschreven geografische gebied;

m)   voor het SPRFMO-verdragsgebied (South Pacific Regional Fisheries Management Organisation - Regionale visserijorganisatie voor het zuidelijke deel van de Stille Oceaan): het gebied op open zee ten zuiden van 10° noorderbreedte, ten noorden van het CCAMLR-verdragsgebied, ten oosten van het SIOFA-verdragsgebied zoals omschreven in de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan (29), en ten westen van de gebieden die onder de visserijjurisdictie van de Zuid-Amerikaanse staten vallen;

n)   voor het WCPFC-verdragsgebied (Western and Central Pacific Fisheries Commission - Commissie voor de visserij in de westelijke en centrale Stille Oceaan): het in het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van over grote afstanden trekkende visbestanden in het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan (30) omschreven geografische gebied;

o)   voor de volle zee van de Beringzee: de geografische zone van de volle zee van de Beringzee vanaf 200 zeemijlen van de basislijnen vanwaar de breedte van de territoriale zee van de aan de Beringzee gelegen kuststaten wordt gemeten;

p)   voor het tussen de IATTC en de WCPFC overlappende gebied: het geografische gebied dat wordt begrensd door:

lengtegraad 150° WL,

lengtegraad 130° WL,

breedtegraad 4° ZB,

breedtegraad 50° ZB.

TITEL II

VANGSTMOGELIJKHEDEN VOOR VAARTUIGEN VAN DE UNIE

HOOFDSTUK I

Algemene bepalingen

Artikel 5

TAC's en toewijzingen

1.   De TAC's voor vaartuigen van de Unie in wateren van de Unie of bepaalde wateren buiten de Unie en de toewijzing van deze TAC's aan de lidstaten, alsmede de voorwaarden die er functioneel verband mee houden, worden vastgesteld in bijlage I.

2.   Vaartuigen van de Unie mogen, met inachtneming van de in bijlage I vastgestelde TAC's en de voorschriften van artikel 14 van en bijlage III bij de onderhavige verordening en van Verordening (EG) nr. 1006/2008 (31) en de uitvoeringsbepalingen daarvan, vissen in de wateren die onder de visserijjurisdictie van de Faeröer, Groenland, IJsland en Noorwegen vallen, en in de visserijzone rond Jan Mayen.

3.   Voor de toepassing van de bijzondere voorwaarde welke in bijlage IA is vastgesteld voor het zandspieringenbestand in de wateren van de Unie van de ICES-zones IIa, IIIa en IV gelden de in bijlage IID omschreven beheersgebieden.

Artikel 6

Door de lidstaten vast te stellen TAC's

1.   Voor bepaalde visbestanden worden de TAC's door de betrokken lidstaat vastgesteld. Deze bestanden worden opgesomd in bijlage I.

2.   De door een lidstaat vast te stellen TAC's:

a)

zijn consistent met de beginselen en voorschriften van het gemeenschappelijk visserijbeleid, en met name met het beginsel van duurzame exploitatie van de bestanden; en

b)

zijn zodanig gekozen dat:

i)

indien er analytische evaluaties beschikbaar zijn, de exploitatie van het bestand met een zo groot mogelijke waarschijnlijkheid vanaf 2015 met de maximale duurzame opbrengst overeenstemt;

ii)

indien er geen of onvolledige analytische evaluaties beschikbaar zijn, de exploitatie van het bestand voldoet aan de voorzorgsaanpak van het visserijbeheer.

3.   Elke betrokken lidstaat verstrekt de Commissie uiterlijk op 15 maart 2014 de volgende gegevens:

a)

de vastgestelde TAC's;

b)

de door de lidstaat verzamelde en beoordeelde gegevens waarop de vastgestelde TAC's zijn gebaseerd;

c)

nadere gegevens over hoe de vastgestelde TAC's aan lid 2 voldoen.

Artikel 7

Voorwaarden voor het aanlanden van vangsten en bijvangsten

Vis van bestanden waarvoor TAC's zijn vastgesteld, mag slechts aan boord worden gehouden of aangeland mits:

a)

die vis is gevangen met vaartuigen die de vlag voeren van een lidstaat die over een quotum beschikt, en dat quotum nog niet is opgebruikt; of

b)

de vangsten deel uitmaken van een quotum van de Unie dat niet in de vorm van quota aan de lidstaten is toegewezen, en dat quotum van de Unie nog niet is opgebruikt.

Artikel 8

Beperkingen van de visserijinspanning

Van 1 februari 2014 tot en met 31 januari 2015 zijn de volgende visserijinspanningsmaatregelen van toepassing:

a)

bijlage IIA voor het beheer van sommige kabeljauw-, tong- en scholbestanden in het Kattegat, het Skagerrak, het deel van ICES-sector IIIa dat niet behoort tot het Skagerrak en het Kattegat, ICES-deelgebied IV en ICES-sectoren VIa, VIIa en VIId en de wateren van de Unie van de ICES-sectoren IIa en Vb;

b)

bijlage IIB met het oog op het herstel van heek en langoustine in de ICES-sectoren VIIIc en IXa, met uitzondering van de Golf van Cadiz;

c)

bijlage IIC voor het beheer van de tongbestanden in ICES-sector VIIe.

Artikel 9

Vangst- en inspanningsbeperkingen voor de diepzeevisserij

1.   Artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2347/2002 (32), op grond waarvan vaartuigen in het bezit moeten zijn van een diepzeevisdocument, is van toepassing op Groenlandse heilbot (ook wel "zwarte heilbot" genoemd). Voor het vangen, aan boord houden, overladen en aanlanden van Groenlandse heilbot/zwarte heilbot gelden de voorwaarden van dat artikel.

2.   De lidstaten zorgen ervoor dat de voor 2014 geldende visserijinspanningsniveaus, gemeten in kilowattdagen buitengaats, van vaartuigen met diepzeevisdocumenten als bedoeld in artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2347/2002, niet meer bedragen dan 65 % van de gemiddelde jaarlijkse visserijinspanning die de vaartuigen van de betrokken lidstaat in 2003 hebben geleverd op reizen tijdens welke deze vaartuigen over diepzeevisdocumenten beschikten of diepzeesoorten, als opgesomd in de bijlagen I en II bij die verordening, hebben gevangen. Dit lid is alleen van toepassing op visreizen tijdens welke meer dan 100 kg andere diepzeesoorten dan grote zilvervis is gevangen.

Artikel 10

Bijzondere bepalingen inzake de toewijzing van vangstmogelijkheden

1.   De vangstmogelijkheden worden overeenkomstig deze verordening aan de lidstaten toegewezen onverminderd:

a)

het ruilen van vangstmogelijkheden op grond van artikel 16, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013;

b)

kortingen en nieuwe toewijzingen op grond van artikel 37 van Verordening (EG) nr. 1224/2009;

c)

nieuwe toewijzingen op grond van artikel 10, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1006/2008;

d)

het aanlanden van extra hoeveelheden op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96;

e)

de op grond van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 naar het volgende jaar overgedragen hoeveelheden;

f)

kortingen op grond van de artikelen 105, 106 en 107 van Verordening (EG) nr. 1224/2009;

g)

overdrachten en uitwisselingen van quota overeenkomstig artikel 20 van deze verordening.

2.   Tenzij anders vermeld in bijlage I bij deze verordening is artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 van toepassing op bestanden waarvoor voorzorgs-TAC's zijn vastgesteld, en zijn artikel 3, leden 2 en 3, en artikel 4 van die verordening van toepassing op bestanden waarvoor analytische TAC's zijn vastgesteld.

Artikel 11

Gesloten visseizoenen

1.   Van 1 mei tot en met 31 mei 2014 is het verboden om de volgende soorten op de Porcupine Bank te bevissen of aan boord te houden: kabeljauw, scharretongen, zeeduivels, schelvis, wijting, heek, langoustine, schol, witte koolvis, koolvis, roggen, tong, lom, blauwe leng, leng en doornhaai.

Voor de toepassing van dit artikel omvat de Porcupine Bank het geografische gebied dat wordt begrensd door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:

Punt

Breedtegraad

Lengtegraad

1

52° 27′ NB

12° 19′ WL

2

52° 40′ NB

12° 30′ WL

3

52° 47′ NB

12° 39,600′ WL

4

52° 47′ NB

12° 56′ WL

5

52° 13,5′ NB

13° 53,830′ WL

6

51° 22′ NB

14° 24′ WL

7

51° 22′ NB

14° 03′ WL

8

52° 10′ NB

13° 25′ WL

9

52° 32′ NB

13° 07,500′ WL

10

52° 43′ NB

12° 55′ WL

11

52° 43′ NB

12° 43′ WL

12

52° 38,800′ NB

12° 37′ WL

13

52° 27′ NB

12° 23′ WL

14

52° 27′ NB

12° 19′ WL

In afwijking van de eerste alinea is het vaartuigen toegestaan door de Porcupine Bank te varen met de in dat lid genoemde soorten aan boord, overeenkomstig artikel 50, leden 3, 4 en 5 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.

2.   De commerciële visserij op zandspiering met bodemtrawls, zegennetten of soortgelijk gesleept vistuig met een maaswijdte van minder dan 16 mm is in de ICES-sectoren IIa en IIIa en ICES-deelgebied IV verboden van 1 januari tot en met 31 maart 2014 en van 1 augustus tot en met 31 december 2014.

Het in de eerste alinea vervatte verbod geldt, tenzij anders is bepaald, tevens voor vaartuigen van derde landen die op zandspiering mogen vissen in de wateren van de Unie van ICES-deelgebied IV.

Artikel 12

Verbodsbepalingen

1.   Het is vaartuigen van de Unie verboden de onderstaande soorten te vangen, aan boord te houden, over te laden en aan te landen:

a)

reuzenhaai (Cetorhinus maximus) en witte haai (Carcharodon carcharias) in alle wateren;

b)

haringhaai (Lamna nasus) in alle wateren, tenzij in bijlage IA anders is bepaald;

c)

zee-engel (Squatina squatina) in de wateren van de Unie;

d)

vleetsoorten-complex (Dipturus batis-soorten-complex) (Dipturus cf. flossada en Dipturus cf. intermedia) in de wateren van de Unie van ICES-sector IIa en de ICES-deelgebieden III, IV, VI, VII, VIII, IX en X;

e)

golfrog (Raja undulata) in de wateren van de Unie van de ICES-deelgebieden VI, IX en X en witte rog (Raja alba) in de wateren van de Unie van de ICES-deelgebieden VI, VII, VIII, IX en X;

f)

gitaarroggen (Rhinobatidae) in de wateren van de Unie van de ICES-deelgebieden I, II, III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X en XII;

g)

reuzenmanta (Manta birostris) in alle wateren.

2.   Incidenteel gevangen vissen van de in lid 1 bedoelde soorten worden ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet.

Artikel 13

Toezending van gegevens

Wanneer de lidstaten overeenkomstig de artikelen 33 en 34 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 gegevens met betrekking tot de aanlanding van hoeveelheden gevangen vis aan de Commissie doen toekomen, gebruiken zij daarvoor de in bijlage I bij deze verordening vermelde bestandscodes.

HOOFDSTUK II

Extra toewijzingen voor vaartuigen die deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij

Artikel 14

Extra toewijzingen

1.   Voor bepaalde bestanden kan een lidstaat een extra toewijzing toekennen aan vaartuigen die zijn vlag voeren en die deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij. Deze bestanden worden opgesomd in bijlage I.

2.   De in lid 1 bedoelde extra toewijzing mag niet meer bedragen dan de algemene limiet die in bijlage I is bepaald als een percentage van het aan die lidstaat toegewezen quotum.

Artikel 15

Aan de extra toewijzingen verbonden voorwaarden

1.   Voor extra toewijzingen als bedoeld in lid 14 gelden de volgende voorwaarden:

a)

het vaartuig maakt gebruik van aan een sensorsysteem gekoppelde camera's in een gesloten televisiecircuit (CCTV) (gezamenlijk "het CCTV-systeem" genoemd) waarmee alle visserij- en verwerkingsactiviteiten die aan boord van de vaartuigen plaatsvinden, worden geregistreerd;

b)

de extra toewijzing die wordt toegekend aan een individueel vaartuig dat deelneemt aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij, bedraagt niet meer dan:

i)

75 % van de teruggooi van het bestand zoals die door de betrokken lidstaat is geraamd voor het vaartuigtype waartoe het betrokken vaartuig behoort;

ii)

30 % van de individuele toewijzing van het vaartuig vóór de deelname aan de proeven;

c)

alle vangsten van het vaartuig uit het bestand waarvoor de extra toewijzing is toegekend, inclusief vissen die kleiner zijn dan de minimale aanlandingsmaat zoals vastgesteld in bijlage XII bij Verordening (EG) nr. 850/98 (33) van de Raad worden in mindering gebracht op de individuele toewijzing voor het vaartuig welke resulteert uit de krachtens artikel 14 toegekende extra toewijzing;

d)

wanneer een vaartuig de individuele toewijzing voor een bestand waarvoor een extra toewijzing is toegekend volledig heeft opgebruikt, dienen alle visserijactiviteiten van dat vaartuig in het betrokken TAC-gebied te worden stopgezet;

e)

wat betreft de bestanden waarvoor dit artikel kan worden toegepast, kunnen de lidstaten overdrachten van de individuele toewijzing of een deel daarvan van vaartuigen die niet deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij aan deelnemende vaartuigen toestaan, op voorwaarde dat kan worden aangetoond dat de teruggooi van de niet-deelnemende vaartuigen niet toeneemt.

2.   Onverminderd lid 1, onder b), punt i), kan een lidstaat bij wijze van uitzondering aan een vaartuig dat zijn vlag voert, een extra toewijzing toekennen van meer dan 75 % van de voor het vaartuigtype waartoe het betrokken vaartuig behoort, geraamde teruggooi, op voorwaarde dat:

a)

het voor het betrokken vaartuigtype geraamde teruggooipercentage voor het betrokken bestand minder bedraagt dan 10 %;

b)

de opneming van dat vaartuigtype van belang is voor het evalueren van het potentieel van het CCTV-systeem voor controledoeleinden;

c)

een algemeen maximum van 75 % van de geraamde teruggooi door alle vaartuigen die aan de proeven deelnemen, niet wordt overschreden.

3.   Voordat een lidstaat de in artikel 14 bedoelde extra toewijzing toekent, deelt hij de Commissie de volgende gegevens mee:

a)

de lijst van de vaartuigen die zijn vlag voeren en deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij;

b)

de specificaties van de elektronische systemen voor toezicht op afstand die aan boord van die vaartuigen zijn geïnstalleerd;

c)

de capaciteit, het type en de specificaties van het vistuig dat door die vaartuigen wordt gebruikt;

d)

de geraamde teruggooi voor elk vaartuigtype dat aan de proeven deelneemt;

e)

de hoeveelheden die in 2013 door aan de proeven deelnemende vaartuigen zijn gevangen uit het bestand waarvoor de betrokken TAC geldt.

Artikel 16

Verwerking van persoonsgegevens

Voor zover het registreren van de overeenkomstig artikel 15, lid 1, onder a), verkregen gegevens de verwerking van persoonsgegevens in de zin van Richtlijn 95/46/EG behelst, is die richtlijn op de verwerking van die gegevens van toepassing.

Artikel 17

Intrekking van extra toewijzingen

Wanneer een lidstaat vaststelt dat een vaartuig dat deelneemt aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij, niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 15, trekt die lidstaat de extra toewijzing voor dat vaartuig onmiddellijk in en sluit hij dat vaartuig voor de rest van het jaar 2014 uit van deelname aan de proeven.

Artikel 18

Wetenschappelijke toetsing van de beoordelingen van de teruggooi

De Commissie kan iedere lidstaat die een beroep doet op dit hoofdstuk, verzoeken zijn beoordeling van de teruggooi per vaartuigtype ter evaluatie aan een wetenschappelijk adviesorgaan voor te leggen, teneinde toe te zien op de naleving van de in artikel 15, lid 1, onder b), punt i), gestelde voorwaarde. Bij ontstentenis van een beoordeling die deze teruggooi bevestigt, neemt de betrokken lidstaat passende maatregelen om aan die voorwaarde te voldoen en stelt hij de Commissie hiervan in kennis.

HOOFDSTUK III

Vismachtigingen in wateren van derde landen

Artikel 19

Vismachtigingen

1.   Het maximumaantal vismachtigingen voor vaartuigen van de Unie in wateren van derde landen wordt vastgesteld in bijlage III.

2.   Indien een lidstaat quota in de in bijlage III genoemde visserijzones op basis van artikel 16, lid 8, van Verordening (EU nr. 1380/2013 aan een andere lidstaat overdraagt (ruil of "swap"), worden daarbij ook de overeenkomstige vismachtigingen overgedragen en wordt de Commissie hiervan in kennis gesteld. Het in bijlage III vastgestelde totale aantal vismachtigingen per visserijzone mag echter niet worden overschreden.

HOOFDSTUK IV

Vangstmogelijkheden in wateren van regionale organisaties voor visserijbeheer

Artikel 20

Overdrachten en uitwisselingen van quota

1.   Wanneer volgens de voorschriften van een regionale organisatie voor visserijbeheer (ROVB) overdrachten en uitwisselingen van quota tussen de verdragsluitende partijen van een ROVB zijn toegestaan, kan een lidstaat (hierna "de betrokken lidstaat" genoemd) met een verdragsluitende partij bij de ROVB besprekingen aanknopen en, in voorkomend geval, mogelijke lijnen uitzetten voor een geplande overdracht of uitwisseling van quota.

2.   De betrokken lidstaat brengt de mogelijke lijnen voor een geplande overdracht of uitwisseling van quota die hij met de betreffende verdragsluitende partij bij de ROVB heeft besproken, ter kennis van de Commissie, die daaraan haar goedkeuring kan hechten. Vervolgens wisselt de Commissie onverwijld met de betreffende verdragsluitende partij bij de RVO de mededeling uit dat ermee wordt ingestemd gebonden te zijn door de overdracht of uitwisseling van quota. De Commissie brengt dan de overeengekomen overdracht of uitwisseling van quota ter kennis van het secretariaat van de ROVB overeenkomstig de voorschriften van deze organisatie.

3.   De Commissie brengt de lidstaten op de hoogte van de overeengekomen overdracht of uitwisseling van quota.

4.   De vangstmogelijkheden die in het kader van de overdracht of uitwisseling van quota worden ontvangen van of overgedragen aan de betreffende verdragsluitende partij bij de ROVB, worden beschouwd als quota die aan de betrokken lidstaat worden toegewezen dan wel in mindering worden gebracht op de toewijzing van de betreffende lidstaat, vanaf het tijdstip dat de overdracht of uitwisseling van quota in werking treedt overeenkomstig de bepalingen van de overeenkomst die met de betrokken verdragsluitende partij bij de ROVB is gesloten, of, in voorkomend geval, overeenkomstig de voorschriften van de betrokken ROVB. Overeenkomstig het beginsel van de relatieve stabiliteit van visserijactiviteiten wijzigt een dergelijke toewijzing de bestaande verdeelsleutel voor de toewijzing van vangstmogelijkheden aan lidstaten niet.

Afdeling 1

ICCAT-Verdragsgebied

Artikel 21

Beperkingen van de vangst-, kweek- en mestcapaciteit voor blauwvintonijn

1.   Het aantal met de hengel of de sleeplijn vissende vaartuigen van de Unie dat in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen, wordt beperkt overeenkomstig bijlage IV, punt 1.

2.   Het aantal in het kader van de ambachtelijke kustvisserij vissende vaartuigen van de Unie dat in de Middellandse Zee actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen, wordt beperkt overeenkomstig bijlage IV, punt 2.

3.   Het aantal vaartuigen van de Unie dat in de Adriatische Zee actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen voor kweekdoeleinden, wordt beperkt overeenkomstig bijlage IV, punt 3.

4.   Het aantal en de totale in brutotonnage uitgedrukte capaciteit van de vissersvaartuigen die in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee op blauwvintonijn mogen vissen, deze aan boord mogen houden en mogen overladen, vervoeren of aanlanden, worden beperkt overeenkomstig bijlage IV, punt 4.

5.   Het aantal tonnara's dat in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee wordt gebruikt bij de visserij op blauwvintonijn, wordt beperkt overeenkomstig bijlage IV, punt 5.

6.   De capaciteit voor het kweken en mesten van blauwvintonijn, alsmede de maximale hoeveelheid in het wild gevangen blauwvintonijn die wordt toegewezen aan kweek- en mestbedrijven in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee, worden beperkt overeenkomstig bijlage IV, punt 6.

Artikel 22

Recreatie- en sportvisserij

De lidstaten kennen een specifiek quotum van de hun in bijlage ID toegekende quota voor blauwvintonijn toe aan de recreatie- en sportvisserij.

Artikel 23

Haaien

1.   In alle visserijtakken geldt een verbod op het aan boord houden, overladen en aanlanden van delen van of volledige karkassen van grootoogvoshaaien (Alopias superciliosus).

2.   Het is verboden gericht te vissen op voshaaisoorten van het geslacht Alopias.

3.   In verband met de visserij in het ICCAT-verdragsgebied geldt een verbod op het aan boord houden, overladen en aanlanden van delen van of volledige karkassen van hamerhaaien van de familie Sphyrnidae (met uitzondering van Sphyrna tiburo).

4.   In alle visserijtakken geldt een verbod op het aan boord houden, overladen en aanlanden van delen van of volledige karkassen van oceanische witpunthaaien (Carcharhinus longimanus).

5.   In alle visserijtakken geldt een verbod op het aan boord houden van zijdehaaien (Carcharhinus falciformis).

Afdeling 2

CCAMLR-Verdragsgebied

Artikel 24

Verbodsbepalingen en vangstbeperkingen

1.   Gerichte visserij op de in bijlage V, deel A, vermelde soorten is verboden in de daarin aangegeven zones en perioden.

2.   Voor experimentele visserij worden de beperkingen van de TAC's en de bijvangsten per deelgebied vastgelegd in bijlage V, deel B.

Artikel 25

Experimentele visserij

1.   Alleen lidstaten die lid zijn van de CCAMLR, mogen in 2014 deelnemen aan de experimentele visserij met de beug op Dissostichus spp. in de FAO-deelgebieden 88.1 en 88.2 en de FAO-sectoren 58.4.1, 58.4.2 en 58.4.3a buiten gebieden onder nationale jurisdictie. Lidstaten die aan die voorwaarde voldoen en die voornemens zijn om aan die visserij deel te nemen, stellen het CCAMLR-secretariaat daarvan overeenkomstig de artikelen 7 en 7 bis van Verordening (EG) nr. 601/2004 uiterlijk op 1 juni 2014 in kennis.

2.   De beperkingen van de TAC's en de bijvangsten in de FAO-deelgebieden 88.1 en 88.2 en de FAO-sectoren 58.4.1, 58.4.2 en 58.4.3a en de verdeling daarvan over de kleine onderzoeksvakken (Small Scale Research Units, SSRU's) in elk gebied worden vastgesteld in bijlage V, deel B. De visserijactiviteiten in een SSRU worden stopgezet zodra de gemelde vangsten de geldende vangstbeperking hebben bereikt, waarna dit vak voor de rest van het seizoen voor de visserij wordt gesloten.

3.   De visserijactiviteiten vinden plaats in een zo groot mogelijk geografisch gebied en op zo veel mogelijk verschillende diepten om de nodige informatie te verzamelen voor het bepalen van het visserijpotentieel en om overconcentratie van vangsten en visserijinspanning te voorkomen. In de FAO-deelgebieden 88.1 en 88.2 en de FAO-sectoren 58.4.1, 58.4.2 en 58.4.3a is het echter verboden om te vissen op diepten van minder dan 550 m.

Artikel 26

Visserij op krielgarnaal in het visseizoen 2014/2015

1.   Alleen de lidstaten die lid zijn van de CCAMLR, mogen tijdens het visseizoen 2014/2015 in het CCAMLR-verdragsgebied op Antarctisch krill (Euphausia superba) vissen. Lidstaten die aan die voorwaarde voldoen en die voornemens zijn om in het CCAMLR-verdragsgebied op Antarctisch krill te vissen, stellen het CCAMLR-secretariaat, overeenkomstig artikel 5 bis van Verordening (EG) nr. 601/2004, en de Commissie uiterlijk op 1 juni 2014 in kennis van hun voornemen om op Antarctisch krill te vissen, waarbij zij gebruik maken van het in bijlage V, deel C, van deze verordening vastgestelde formulier.

2.   De in lid 1 van dit artikel bedoelde kennisgeving omvat de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 601/2004 bedoelde informatie voor elk vaartuig dat van de lidstaat toestemming krijgt om aan de visserij op Antarctisch krill deel te nemen.

3.   Een lidstaat die voornemens is om in het CCAMLR-verdragsgebied op Antarctisch krill te vissen, geeft alleen kennis van dit voornemen voor gemachtigde vaartuigen die ten tijde van de kennisgeving zijn vlag voeren of die de vlag van een ander CCAMLR-lid voeren, maar naar verwachting ten tijde van de genoemde visserijactiviteit de vlag van de lidstaat zullen voeren.

4.   De lidstaten mogen toestaan dat een ander vaartuig dan de overeenkomstig de leden 1, 2 en 3 van dit artikel aan het secretariaat van de CCAMLR gemelde vaartuigen, deelneemt aan de visserij op Antarctisch krill, wanneer een gemachtigd vaartuig om legitieme operationele redenen of vanwege overmacht niet aan die visserij kan deelnemen. De betrokken lidstaten brengen in dat geval het CCAMLR-secretariaat en de Commissie onverwijld op de hoogte, met opgave van:

a)

alle bijzonderheden over het vervangende vaartuig (of de vervangende vaartuigen), inclusief de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 601/2004 bedoelde informatie;

b)

een volledig overzicht van de redenen voor de vervanging, alsmede van alle relevante ondersteunende bewijsstukken of referenties.

5.   De lidstaten staan niet toe dat een vaartuig dat voorkomt op de door de CCAMLR vastgestelde lijsten van vaartuigen die illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserijactiviteiten verrichten (IOO-vaartuigen), aan de visserij op Antarctisch krill deelneemt.

Afdeling 3

IOTC-Verdragsgebied

Artikel 27

Beperking van de vangstcapaciteit van vaartuigen die in het IOTC-verdragsgebied vissen

1.   Het maximumaantal vaartuigen van de Unie dat in het IOTC-verdragsgebied op tropische tonijn vist, en de overeenkomstige in brutotonnage uitgedrukte capaciteit, worden vastgesteld in bijlage VI, punt 1.

2.   Het maximumaantal vaartuigen van de Unie dat in het IOTC-verdragsgebied op zwaardvis (Xiphias gladius) en witte tonijn (Thunnus alalunga) vist, en de overeenkomstige in brutotonnage uitgedrukte capaciteit, worden vastgesteld in bijlage VI, punt 2.

3.   De lidstaten kunnen vaartuigen die zijn toegewezen aan een van de twee in de leden 1 en 2 bedoelde visserijtakken, opnieuw toewijzen aan de andere visserijtak, mits zij ten genoegen van de Commissie kunnen aantonen dat deze wijziging niet tot een stijging van de visserijinspanning voor de betrokken visbestanden leidt.

4.   De lidstaten zorgen er bij een voorgestelde overdracht van capaciteit naar hun vloot voor dat de over te dragen vaartuigen voorkomen in het vaartuigenregister van de IOTC of van andere regionale tonijnvisserijorganisaties. Voorts mogen vaartuigen die voorkomen op de door een ROVB bijgehouden lijst van vaartuigen die illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserijactiviteiten verrichten (IOO-vaartuigen), niet worden overgedragen.

5.   Teneinde rekening te houden met de uitvoering van de bij de IOTC ingediende ontwikkelingsplannen mogen de lidstaten hun vangstcapaciteit slechts binnen de in die ontwikkelingsplannen bepaalde grenzen verhogen tot boven de in de leden 1 en 2 bedoelde maxima.

Artikel 28

Haaien

1.   In alle visserijtakken geldt een verbod op het aan boord houden, overladen en aanlanden van delen van of volledige karkassen van alle voshaaisoorten van de familie Alopiidae.

2.   In alle visserijtakken geldt een verbod op het aan boord houden, overladen en aanlanden van delen van of volledige karkassen van oceanische witpunthaaien (Carcharhinus longimanus), met uitzondering van vaartuigen met een lengte over alles van minder dan 24 m die uitsluitend vissen in de exclusieve economische zone (EEZ) van de lidstaat waarvan zij de vlag voeren en mits hun vangst uitsluitend voor plaatselijk verbruik is bestemd.

3.   Incidenteel gevangen vissen van de in lid 1 en lid 2 bedoelde soorten worden ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet.

Afdeling 4

SPRFMO-Verdragsgebied

Artikel 29

Pelagische visserij - capaciteitsbeperking

De lidstaten die in 2007, 2008 of 2009 actief pelagischevisserijactiviteiten hebben uitgeoefend in het SPRFMO-verdragsgebied, beperken de totale brutotonnage van de vaartuigen die hun vlag voeren en die in 2014 op pelagische bestanden vissen, tot de totale brutotonnage van de Unie van 78 600 in dat gebied.

Artikel 30

Pelagische visserij - TAC's

1.   Alleen de lidstaten die in 2007, 2008 of 2009 actief pelagischevisserijactiviteiten hebben uitgeoefend in het SPRFMO-verdragsgebied, zoals gespecificeerd in artikel 29, mogen in dat gebied op pelagische bestanden vissen met inachtneming van de in bijlage IJ vastgestelde TAC's.

2.   De in bijlage IJ vastgestelde vangstmogelijkheden mogen slechts worden benut op voorwaarde dat de lidstaten de Commissie, ter toezending aan het SPRFMO-secretariaat, de lijst sturen van vaartuigen die in het SPRFMO-verdragsgebied actief vissen of bij overlading zijn betrokken, alsmede gegevens van satellietvolgsystemen voor vissersvaartuigen (VMS-gegevens), maandelijkse vangstaangiften en, indien voorhanden, gegevens over aanloophavens, uiterlijk de vijfde dag van de maand na die waarop de gegevens betrekking hebben.

Artikel 31

Bodemvisserij

Lidstaten met een geregistreerde activiteit in de bodemvisserij of uit die visserij voortkomende vangsten in het SPRFMO-verdragsgebied in de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2006 beperken hun inspanning of vangsten tot:

a)

de gemiddelde vangsten of inspanningsparameters in die periode, en

b)

uitsluitend de delen van het SPRFMO-verdragsgebied waar in een eerder visseizoen bodemvisserijactiviteiten hebben plaatsgevonden.

Afdeling 5

IATTC-Verdragsgebied

Artikel 32

Ringzegenvisserij

1.   De visserij met ringzegens op geelvintonijn (Thunnus albacares), grootoogtonijn (Thunnus obesus) en gestreepte tonijn (Katsuwonus pelamis) is verboden:

a)

van 29 juli tot en met 28 september 2014, of van 18 november 2014 tot en met 18 januari 2015, in het gebied dat wordt begrensd door:

de kustlijnen van Amerika langs de Stille Oceaan,

lengtegraad 150° WL,

breedtegraad 40° NB,

breedtegraad 40° ZB;

b)

van 29 september tot en met 29 oktober 2014 in het gebied dat wordt begrensd door:

lengtegraad 96° WL,

lengtegraad 110° WL,

breedtegraad 4° NB,

breedtegraad 3° ZB.

2.   De betrokken lidstaten delen de Commissie vóór 1 april 2014 de in lid 1 bedoelde periode mee waarin de visserijactiviteiten worden stilgelegd. Alle ringzegenvaartuigen van de betrokken lidstaten zetten de visserij met de ringzegen in de in lid 1 beschreven gebieden en gedurende de geselecteerde periode stop.

3.   Ringzegenvaartuigen die in het IATTC-verdragsgebied op tonijn vissen, houden alle gevangen geelvintonijnen, grootoogtonijnen en gestreepte tonijnen aan boord en landen deze aan of laden deze over.

4.   Lid 3 geldt niet in de volgende gevallen:

a)

wanneer de vis om andere redenen dan de grootte niet geschikt wordt geacht voor menselijke consumptie, of

b)

wanneer er tijdens de laatste trek van een visreis onvoldoende ruimte is overgebleven om alle bij die trek gevangen tonijn op te slaan.

5.   Het is verboden in het IATTC-verdragsgebied te vissen op oceanische witpunthaaien (Carcharhinus longimanus) en in dat gebied delen van of volledige karkassen van oceanische witpunthaaien aan boord te houden, over te laden, op te slaan, voor verkoop aan te bieden, te verkopen of aan te landen.

6.   Bij incidentele vangsten van de in lid 5 bedoelde soort worden de vissen ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet door de exploitant van het vaartuig, die tevens:

a)

het aantal teruggezette exemplaren registreert, met vermelding van de toestand (levend of dood);

b)

de onder a) vermelde informatie meedeelt aan de lidstaat waarvan hij onderdaan is. De lidstaten delen deze informatie uiterlijk op 31 januari 2014 aan de Commissie mee.

Afdeling 6

SEAFO-Verdragsgebied

Artikel 33

Verbod op de visserij op diepzeehaaien

De gerichte visserij op de volgende diepzeehaaien in het SEAFO-verdragsgebied is verboden:

roggen (Rajidae),

doornhaai (Squalus acanthias),

gevlekte gladde lantaarnhaai (Etmopterus bigelowi),

kortstaartlantaarnhaai (Etmopterus brachyurus),

grote lantaarnhaai (Etmopterus princeps),

gladde lantaarnhaai (Etmopterus pusillus),

spookkathaai (Apristurus manis),

fluweelijshaai (Scymnodon squamulosus),

en diepzeehaaien van de Selachimorpha- superorde.

Afdeling 7

WCPFC-Verdragsgebied

Artikel 34

Voorwaarden voor de visserij op grootoogtonijn, geelvintonijn, gestreepte tonijn en in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan voorkomende witte tonijn

1.   De lidstaten zien erop toe dat niet meer dan 403 visdagen worden toegekend aan ringzegenvaartuigen die in het gedeelte van het WCPFC-verdragsgebied dat op volle zee tussen 20° NB en 20° ZB is gelegen, vissen op grootoogtonijn (Thunnus obesus), geelvintonijn (Thunnus albacares) en gestreepte tonijn (Katsuwonus pelamis).

2.   vaartuigen van de Unie vissen niet gericht op Zuid-Pacifische witte tonijn (Thunnus alalunga) in het WCPFC-verdragsgebied ten zuiden van 20° ZB.

Artikel 35

Gesloten gebied voor de visserij met vis aantrekkende voorzieningen (FAD's)

1.   In het gedeelte van het WCPFC-verdragsgebied tussen 20° NB en 20° ZB zijn visserijactiviteiten van ringzegenvaartuigen die gebruik maken van vis aantrekkende voorzieningen (fish aggregating devices - FAD's), verboden tussen 1 juli 2014 00.00 uur en 31 oktober 2014 24.00 uur. In die periode mogen ringzegenvaartuigen in dat gedeelte van het WCPFC-verdragsgebied alleen visserijactiviteiten verrichten indien zich aan boord een waarnemer bevindt die erop toeziet dat het vaartuig op geen enkel ogenblik:

a)

een FAD of soortgelijk elektronisch apparaat gebruikt of bedient;

b)

met behulp van FAD's op scholen vist.

2.   Alle ringzegenvaartuigen die in het in lid 1 bedoelde gedeelte van het WCPFC-verdragsgebied vissen, houden alle gevangen grootoogtonijnen, geelvintonijnen en gestreepte tonijnen aan boord en landen deze aan of laden deze over.

3.   Lid 2 geldt niet in de volgende gevallen:

a)

tijdens de laatste trek van een visreis, indien onvoldoende ruimte is overgebleven om al deze vis op te slaan;

b)

wanneer de vis om andere redenen dan de grootte niet geschikt is voor menselijke consumptie, of

c)

wanneer zich een ernstige storing van de koelinstallatie voordoet.

Artikel 36

Het tussen de IATTC en de WCPFC overlappende gebied

1.   Vaartuigen die uitsluitend in het WCPFC-register zijn ingeschreven, passen de in de artikelen 34 tot en met 37 vervatte maatregelen toe wanneer zij vissen in het in artikel 4, onder p), gedefinieerde tussen de IATTC en de WCPFC overlappende gebied.

2.   Vaartuigen die zowel in het WCPFC-register als in het IATTC-register zijn ingeschreven, en vaartuigen die uitsluitend in het IATTC-register zijn ingeschreven, passen de in artikel 32, lid 1, onder a), en de leden 2 tot en met 6, vervatte maatregelen toe wanneer zij vissen in het in artikel 4, onder p), gedefinieerde, tussen de IATTC en de WCPFC overlappende gebied.

Artikel 37

Beperking van het aantal vaartuigen van de Unie dat op zwaardvis mag vissen

Het maximumaantal vaartuigen van de Unie dat in de gebieden ten zuiden van 20° ZB van het WCPFC-verdragsgebied op zwaardvis (Xiphias gladius) mag vissen, wordt vastgesteld in bijlage VII.

Afdeling 8

Beringzee

Artikel 38

Verbod op de visserij in de volle zee van de Beringzee

De visserij op Alaskapollak (Theragra chalcogramma) in de volle zee van de Beringzee is verboden.

TITEL III

VANGSTMOGELIJKHEDEN VOOR VAARTUIGEN VAN DERDE LANDEN IN WATEREN VAN DE UNIE

Artikel 39

TAC's

Vissersvaartuigen die de vlag voeren van Noorwegen, alsook vissersvaartuigen die op de Faeröer zijn geregistreerd, mogen in wateren van de Unie vissen met inachtneming van de in bijlage I bij deze verordening vastgestelde TAC's en de in de onderhavige verordening en in hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 1006/2008 vastgestelde voorwaarden.

Artikel 40

Vismachtigingen

1.   Het maximumaantal vismachtigingen voor vaartuigen van derde landen die in wateren van de Unie vissen, wordt vastgesteld in bijlage VIII.

2.   Vis van bestanden waarvoor TAC's zijn vastgesteld, mag slechts aan boord worden gehouden of aangeland mits die vis is gevangen met vaartuigen van derde landen die een quotum hebben, en dat quotum niet is opgebruikt.

Artikel 41

Verbodsbepalingen

1.   Het is vaartuigen van derde landen verboden de onderstaande soorten te bevissen, aan boord te houden, over te laden en aan te landen:

a)

reuzenhaai (Cetorhinus maximus) en witte haai (Carcharodon carcharias) in wateren van de Unie;

b)

zee-engel (Squatina squatina) in de wateren van de Unie;

c)

vleetsoorten-complex (Dipturus batis-soorten-complex) (Dipturus cf. flossada en Dipturus cf. intermedia) in de wateren van de Unie van ICES-sector IIa en de ICES-deelgebieden III, IV, VI, VII, VIII, IX en X;

d)

golfrog (Raja undulata) in de wateren van de Unie van de ICES-deelgebieden VI, IX en X en witte rog (Raja alba) in de wateren van de Unie van de ICES-deelgebieden VI, VII, VIII, IX en X;

e)

haringhaai (Lamna nasus) in wateren van de Unie;

f)

gitaarroggen (Rhinobatidae) in de wateren van de Unie van de ICES-deelgebieden I, II, III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X en XII;

g)

reuzenmanta (Manta birostris) in wateren van de Unie.

2.   Incidenteel gevangen vissen van de in lid 1 bedoelde soorten worden ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet.

TITEL IV

SLOTBEPALINGEN

Artikel 42

Comitéprocedure

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het bij Verordening (EU) nr. 1380/2013 ingestelde Comité voor de visserij en de aquacultuur. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 43

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2014.

Artikel 8 is evenwel van toepassing met ingang van 1 februari 2014.

De in de artikelen 24, 25 en 26 en de bijlagen IE en V vastgestelde bepalingen inzake vangstmogelijkheden voor het CCAMLR-verdragsgebied zijn van toepassing met ingang van de aldaar vermelde data.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 januari 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

D. KOURKOULAS


(1)  Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

(2)  Verordening (EG) nr. 2166/2005 van de Raad van 20 december 2005 tot vaststelling van maatregelen voor het herstel van de bestanden van zuidelijke heek en langoustines in de Cantabrische Zee en ten westen van het Iberisch Schiereiland en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 850/98 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen (PB L 345 van 28.12.2005, blz. 5).

(3)  Verordening (EG) nr. 509/2007 van de Raad van 7 mei 2007 tot vaststelling van een meerjarenplan voor de duurzame exploitatie van het tongbestand in het westelijk Kanaal (PB L 122 van 11.5.2007, blz. 7).

(4)  Verordening (EG) nr. 676/2007 van de Raad van 11 juni 2007 tot vaststelling van een beheersplan voor de bevissing van de schol- en tongbestanden in de Noordzee (PB L 157 van 19.6.2007, blz. 1).

(5)  Verordening (EG) nr. 1300/2008 van de Raad van 18 december 2008 tot vaststelling van een meerjarenplan voor het haringbestand in het gebied ten westen van Schotland en de visserijen die dat bestand exploiteren (PB L 344 van 20.12.2008, blz. 6).

(6)  Verordening (EG) nr. 1342/2008 van de Raad van 18 december 2008 tot vaststelling van een langetermijnplan voor kabeljauwbestanden en de bevissing van deze bestanden, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 423/2004 (PB L 348 van 24.12.2008, blz. 20).

(7)  Verordening (EG) nr. 302/2009 van de Raad van 6 april 2009 betreffende een meerjarig herstelplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 43/2009 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1559/2007 (PB L 96 van 15.4.2009, blz. 1).

(8)  Verordening (EG) nr. 811/2004 van de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van herstelmaatregelen voor het noordelijke heekbestand (PB L 150 van 30.4.2004, blz. 1).

(9)  Verordening (EG) nr. 388/2006 van de Raad van 23 februari 2006 tot vaststelling van een meerjarenplan voor de duurzame exploitatie van het tongbestand in de Golf van Biskaje (PB L 65 van 7.3.2006, blz. 1).

(10)  Verordening (EG) nr. 847/96 van de Raad van 6 mei 1996 tot invoering van aanvullende voorwaarden voor het meerjarenbeheer van de TAC's en quota (PB L 115 van 9.5.1996, blz. 3).

(11)  Verordening (EG) nr. 754/2009 van de Raad van 27 juli 2009 tot uitsluiting van bepaalde groepen vaartuigen uit de visserijinspanningsregeling die is vastgesteld in hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 1342/2008 (PB L 214 van 19.8.2009, blz. 16).

(12)  Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).

(13)  Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).

(14)  Overeenkomst betreffende de visserij tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen (PB L 226 van 29.8.1980, blz. 48).

(15)  Overeenkomst betreffende de visserij tussen de Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de plaatselijke regering van de Faeröer, anderzijds (PB L 226 van 29.8.1980, blz. 12).

(16)  Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek IJsland inzake de visserij en het mariene milieu (PB L 161 van 2.7.1993, blz. 2).

(17)  Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de autonome regering van Groenland, anderzijds (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 4) en Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie als bedoeld in die overeenkomst (PB L 293 van 23.10.2012, blz. 5).

(18)  PB L 6 van 10.1.2012, blz. 9.

(19)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

(20)  Verordening (EG) nr. 517/2008 van de Commissie van 10 juni 2008 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 850/98 wat betreft de bepaling van de maaswijdte en de meting van de twijndikte van visnetten (PB L 151 van 11.6.2008, blz. 5).

(21)  Verordening (EG) nr. 218/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van lidstaten die in het noordoostelijke gedeelte van de Atlantische Oceaan vissen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 70).

(22)  Verordening (EG) nr. 216/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van lidstaten in bepaalde gebieden buiten de Noord-Atlantische Oceaan (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 1).

(23)  Verordening (EG) nr. 217/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de indiening van statistieken van de vangsten en de visserijactiviteit van de lidstaten die in het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan vissen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 42).

(24)  Gesloten bij Besluit 2002/738/EG van de Raad (PB L 234 van 31.8.2002, blz. 39).

(25)  De Unie is tot dit verdrag toegetreden bij Besluit 86/238/EEG van de Raad (PB L 162 van 18.6.1986, blz. 33).

(26)  Verordening (EG) nr. 601/2004 van de Raad van 22 maart 2004 tot vaststelling van bepaalde controlemaatregelen voor de visserij in het verdragsgebied van het Verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 3943/90, (EG) nr. 66/98 en (EG) nr. 1721/1999 (PB L 97 van 1.4.2004, blz. 16).

(27)  Gesloten bij Besluit 2006/539/EG van de Raad (PB L 224 van 16.8.2006, blz. 22).

(28)  De Unie is tot deze overeenkomst toegetreden bij Besluit 95/399/EG van de Raad (PB L 236 van 5.10.1995, blz. 24).

(29)  Gesloten bij Besluit 2008/780/EG van de Raad (PB L 268 van 9.10.2008, blz. 27).

(30)  De Unie is tot deze overeenkomst toegetreden bij Besluit 2005/75/EG van de Raad (PB L 32 van 4.2.2005, blz. 1).

(31)  Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad van 29 september 2009 betreffende machtigingen voor visserijactiviteiten van communautaire vissersvaartuigen buiten de communautaire wateren en de toegang van vaartuigen van derde landen tot de communautaire wateren, en houdende wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93 en (EG) nr. 1627/94 en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 3317/94 (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 33).

(32)  Verordening (EG) nr. 2347/2002 van de Raad van 16 december 2002 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de toegang tot diepzeebestanden en bij de visserij daarop in acht te nemen voorschriften (PB L 351 van 28.12.2002, blz. 6).

(33)  Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad van 30 maart 1998 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge mariene organismen (PB L 125 van 27.4.1998, blz. 1).


LIJST VAN BIJLAGEN

BIJLAGE I

:

Naar soort en gebied uitgesplitste TAC's voor vaartuigen van de Unie in gebieden waar TAC's gelden

BIJLAGE IA

:

Skagerrak, Kattegat, ICES-deelgebieden I, II, III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV, wateren van de Unie van CECAF en wateren van Frans-Guyana

BIJLAGE IB

:

Noordoostelijke Atlantische Oceaan en Groenland, ICES-deelgebieden I, II, V, XII en XIV en Groenlandse wateren van NAFO 1

BIJLAGE IC

:

Noordwestelijke Atlantische Oceaan - NAFO-verdragsgebied

BIJLAGE ID

:

Over grote afstanden trekkende soorten - alle gebieden

BIJLAGE IE

:

Antarctisch gebied - CCAMLR-verdragsgebied

BIJLAGE IF

:

Zuidoostelijke Atlantische oceaan - SEAFO-verdragsgebied

BIJLAGE IG

:

Zuidelijke blauwvintonijn - alle gebieden

BIJLAGE IH

:

WCPFC-verdragsgebied

BIJLAGE IJ

:

SPRFMO-verdragsgebied

BIJLAGE IIA

:

Visserijinspanning voor vaartuigen in het kader van het beheer van bepaalde kabeljauw-, schol- en tongbestanden in de ICES-sectoren IIIa, VIa, VIIa, VIId, ICES-deelgebied IV en de wateren van de Unie van de ICES-sectoren IIa en Vb

BIJLAGE IIB

:

Visserijinspanning voor vaartuigen in het kader van het herstel van bepaalde zuidelijke heekbestanden en langoustinebestanden in de ICES-sectoren VIIIc en IXa, met uitzondering van de Golf van Cadiz

BIJLAGE IIC

:

Visserijinspanning voor vaartuigen in het kader van het beheer van de tongbestanden in het westelijke Kanaal in ICES-sector VIIe

BIJLAGE ID

:

Beheersgebieden voor zandspieringen in de ICES-sectoren IIa en IIIa en in ICES-deelgebied IV

BIJLAGE III

:

Maximumaantal vismachtigingen voor vaartuigen van de Unie in wateren van derde landen

BIJLAGE IV

:

ICCAT-verdragsgebied

BIJLAGE V

:

CCAMLR-verdragsgebied

BIJLAGE VI

:

IOTC-verdragsgebied

BIJLAGE VII

:

WCPFC-verdragsgebied

BIJLAGE VIII

:

Kwantitatieve beperkingen inzake vismachtigingen voor vissersvaartuigen van derde landen die in de wateren van de Unie vissen


BIJLAGE I

NAAR SOORT EN GEBIED UITGESPLITSTE TAC'S VOOR VAARTUIGEN VAN DE UNIE IN GEBIEDEN WAAR TAC'S GELDEN

De tabellen in de bijlagen IA, IB, IC, ID, IE, IF, IG, IH en IJ bevatten de TAC's en quota (in ton levend gewicht, tenzij anders vermeld) per bestand en, in voorkomend geval, de voorwaarden die er functioneel verband mee houden.

Alle in deze bijlage vastgestelde vangstmogelijkheden vallen onder het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1224/2009, met name de artikelen 33 en 34.

Tenzij anders bepaald, zijn de verwijzingen naar visserijzones verwijzingen naar ICES-zones. Per gebied staan de visbestanden vermeld in alfabetische volgorde op de Latijnse naam van de vissoort. Voor regelgevingsdoeleinden worden de soorten uitsluitend middels hun Latijnse naam geïdentificeerd; hun gewone namen worden alleen gemakshalve vermeld.

Voor de toepassing van deze verordening staat in de volgende tabel naast de Latijnse naam de gewone naam vermeld:

Wetenschappelijke naam

Drielettercode

Gewone naam

Amblyraja radiata

RJR

Sterrog

Ammodytes spp.

SAN

Zandspieringen

Argentina silus

ARU

Grote zilvervis

Beryx spp.

ALF

Beryx spp.

Brosme brosme

USK

Lom

Caproidae

BOR

Evervissen

Centrophorus squamosus

GUQ

Schubzwelghaai

Centroscymnus coelolepis

CYO

Portugese ijshaai

Chaceon spp.

GER

Rode diepzeekrabben

Chaenocephalus aceratus

SSI

Scotiazee-ijsvis

Champsocephalus gunnari

ANI

IJsvis

Channichthys rhinoceratus

LIC

Langsnuitijsvis

Chionoecetes spp.

PCR

Pacifische sneeuwkrabben

Clupea harengus

HER

Haring

Coryphaenoides rupestris

RNG

Grenadiervis

Dalatias licha

SCK

Zwarte haai

Deania calcea

DCA

Spitssnuitsnavelhaai

Dipturus batis (Dipturus cf. flossada en Dipturus cf. intermedia)

RJB

Vleetsoorten-complex

Dissostichus eleginoides

TOP

Zwarte Patagonische ijsheek

Dissostichus mawsoni

TOA

Antarctische ijsheek

Dissostichus spp.

TOT

IJsheken

Engraulis encrasicolus

ANE

Ansjovis

Etmopterus princeps

ETR

Grote lantaarnhaai

Etmopterus pusillus

ETP

Gladde lantaarnhaai

Euphausia superba

KRI

Antarctisch krill

Gadus morhua

COD

Kabeljauw

Galeorhinus galeus

GAG

Ruwe haai

Glyptocephalus cynoglossus

WIT

Witje

Gobionotothen gibberifrons

NOG

Groene Zuidpoolkabeljauw

Hippoglossoides platessoides

PLA

Lange schar

Hippoglossus hippoglossus

HAL

Heilbot

Hoplostethus atlanticus

ORY

Atlantische slijmkop

Illex illecebrosus

SQI

Kortvinpijlinktvis

Lamna nasus

POR

Haringhaai

Lepidonotothen squamifrons

NOS

Grijze Zuidpoolkabeljauw

Lepidorhombus spp.

LEZ

Scharretongen

Leucoraja naevus

RJN

Grootoogrog

Limanda ferruginea

YEL

Geelstaartschar

Limanda limanda

DAB

Schar

Lophiidae

ANF

Zeeduivels

Macrourus spp.

GRV

Grenadiervissen

Makaira nigricans

BUM

Blauwe marlijn

Mallotus villosus

CAP

Lodde

Manta birostris

RMB

Reuzenmanta

Martialia hyadesi

SQS

Inktvis

Melanogrammus aeglefinus

HAD

Schelvis

Merlangius merlangus

WHG

Wijting

Merluccius merluccius

HKE

Heek

Micromesistius poutassou

WHB

Blauwe wijting

Microstomus kitt

LEM

Tongschar

Molva dypterygia

BLI

Blauwe leng

Molva molva

LIN

Leng

Nephrops norvegicus

NEP

Langoustine

Notothenia rossii

NOR

Gemarmerde ijsvis

Pandalus borealis

PRA

Noorse garnaal

Paralomis spp.

PAI

Krabben

Penaeus spp.

PEN

Peneïde garnalen

Platichthys flesus

FLE

Bot

Pleuronectes platessa

PLE

Schol

Pleuronectiformes

FLX

Platvissen

Pollachius pollachius

POL

Witte koolvis

Pollachius virens

POK

Koolvis

Psetta maxima

TUR

Tarbot

Pseudochaenichthys georgianus

SGI

Georgia-ijsvis

Raja alba

RJA

Witte rog

Raja brachyura

RJH

Blonde rog

Raja circularis

RJI

Zandrog

Raja clavata

RJC

Stekelrog

Raja fullonica

RJF

Kaardrog

Raja (Dipturus) nidarosiensis

JAD

Noorse rog

Raja microocellata

RJE

Kleinoogrog

Raja montagui

RJM

Gevlekte rog

Raja undulata

RJU

Golfrog

Rajiformes

SRX

Roggen

Reinhardtius hippoglossoides

GHL

Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

Scomber scombrus

MAC

Makreel

Scophthalmus rhombus

BLL

Griet

Sebastes spp.

RED

Roodbaarzen

Solea solea

SOL

Tong

Solea spp.

SOO

Tongen

Sprattus sprattus

SPR

Sprot

Squalus acanthias

DGS

Doornhaai

Tetrapturus albidus

WHM

Witte marlijn

Thunnus maccoyii

SBF

Zuidelijke blauwvintonijn

Thunnus obesus

BET

Grootoogtonijn

Thunnus thynnus

BFT

Blauwvintonijn

Trachurus murphyi

CJM

Chileense horsmakreel

Trachurus spp.

JAX

Horsmakrelen

Trisopterus esmarkii

NOP

Kever

Urophycis tenuis

HKW

Witte heek

Xiphias gladius

SWO

Zwaardvis

De onderstaande concordantietabel van gewone Nederlandse namen en Latijnse namen dient uitsluitend ter verduidelijking:

Beryx spp.

ALF

Beryx spp.

Lange schar

PLA

Hippoglossoides platessoides

Ansjovis

ANE

Engraulis encrasicolus

Zeeduivels

ANF

Lophiidae

Antarctische ijsheek

TOA

Dissostichus mawsoni

Heilbot

HAL

Hippoglossus hippoglossus

Grootoogtonijn

BET

Thunnus obesus

Spitssnuitsnavelhaai

DCA

Deania calcea

Scotiazee-ijsvis

SSI

Chaenocephalus aceratus

Blonde rog

RJH

Raja brachyura

Blauwe leng

BLI

Molva dypterygia

Blauwe marlijn

BUM

Makaira nigricans

Blauwe wijting

WHB

Micromesistius poutassou

Blauwvintonijn

BFT

Thunnus thynnus

Evervissen

BOR

Caproidae

Griet

BLL

Scophthalmus rhombus

Lodde

CAP

Mallotus villosus

Kabeljauw

COD

Gadus morhua

Schar

DAB

Limanda limanda

Vleetsoorten-complex

RJB

Dipturus batis (Dipturus cf. flossada en Dipturus cf. intermedia)

Tong

SOL

Solea solea

Krabben

PAI

Paralomis spp.

Grootoogrog

RJN

Leucoraja naevus

Rode diepzeekrabben

GER

Chaceon spp.

Bot

FLE

Platichthys flesus

Platvissen

FLX

Pleuronectiformes

Reuzenmanta

RMB

Manta birostris

Grote lantaarnhaai

ETR

Etmopterus princeps

Grote zilvervis

ARU

Argentina silus

Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

GHL

Reinhardtius hippoglossoides

Grenadiervissen

GRV

Macrourus spp.

Grijze Zuidpoolkabeljauw

NOS

Lepidonotothen squamifrons

Schelvis

HAD

Melanogrammus aeglefinus

Heek

HKE

Merluccius merluccius

Haring

HER

Clupea harengus

Horsmakrelen

JAX

Trachurus spp.

Groene Zuidpoolkabeljauw

NOG

Gobionotothen gibberifrons

Chileense horsmakreel

CJM

Trachurus murphyi

Zwarte haai

SCK

Dalatias licha

Antarctisch krill

KRI

Euphausia superba

Schubzwelghaai

GUQ

Centrophorus squamosus

Tongschar

LEM

Microstomus kitt

Leng

LIN

Molva molva

Makreel

MAC

Scomber scombrus

IJsvis

ANI

Champsocephalus gunnari

Gemarmerde ijsvis

NOR

Notothenia rossii

Scharretongen

LEZ

Lepidorhombus spp.

Noorse garnaal

PRA

Pandalus borealis

Langoustine

NEP

Nephrops norvegicus

Kever

NOP

Trisopterus esmarkii

Noorse rog

JAD

Raja (Dipturus) nidarosiensis

Atlantische slijmkop

ORY

Hoplostethus atlanticus

Zwarte Patagonische ijsheek

TOP

Dissostichus eleginoides

Peneïde garnalen

PEN

Penaeus spp.

Schol

PLE

Pleuronectes platessa

Witte koolvis

POL

Pollachius pollachius

Haringhaai

POR

Lamna nasus

Portugese ijshaai

CYO

Centroscymnus coelolepis

Roodbaarzen

RED

Sebastes spp.

Grenadiervis

RNG

Coryphaenoides rupestris

Koolvis

POK

Pollachius virens

Zandspieringen

SAN

Ammodytes spp.

Zandrog

RJI

Raja circularis

Kaardrog

RJF

Raja fullonica

Kortvinpijlinktvis

SQI

Illex illecebrosus

Roggen

SRX

Rajiformes

Kleinoogrog

RJE

Raja microocellata

Gladde lantaarnhaai

ETP

Etmopterus pusillus

Pacifische sneeuwkrabben

PCR

Chionoecetes spp.

Tongen

SOO

Solea spp.

Georgia-ijsvis

SGI

Pseudochaenichthys georgianus

Zuidelijke blauwvintonijn

SBF

Thunnus maccoyii

Gevlekte rog

RJM

Raja montagui

Sprot

SPR

Sprattus sprattus

Doornhaai

DGS

Squalus acanthias

Inktvis

SQS

Martialia hyadesi

Sterrog

RJR

Amblyraja radiata

Zwaardvis

SWO

Xiphias gladius

Stekelrog

RJC

Raja clavata

IJsheken

TOT

Dissostichus spp.

Ruwe haai

GAG

Galeorhinus galeus

Tarbot

TUR

Psetta maxima

Lom

USK

Brosme brosme

Golfrog

RJU

Raja undulata

Langsnuitijsvis

LIC

Channichthys rhinoceratus

Witte heek

HKW

Urophycis tenuis

Witte marlijn

WHM

Tetrapturus albidus

Witte rog

RJA

Raja alba

Wijting

WHG

Merlangius merlangus

Witje

WIT

Glyptocephalus cynoglossus

Geelstaartschar

YEL

Limanda ferruginea


BIJLAGE IA

SKAGERRAK, KATTEGAT, ICES-DEELGEBIEDEN I, II, III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X, XII EN XIV, WATEREN VAN DE UNIE VAN CECAF EN WATEREN VAN FRANS-GUYANA

Soort

:

Zandspieringen

Ammodytes spp.

Gebied

:

Noorse wateren van IV

(SAN/04-N.)

Denemarken

0

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Verenigd Koninkrijk

0

Unie

0

TAC

Niet relevant


Soort

:

Zandspieringen

Ammodytes spp.

Gebied

:

Wateren van de Unie van IIa, IIIa en IV (1)

Denemarken

0 (2)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Verenigd Koninkrijk

0 (2)

Duitsland

0 (2)

Zweden

0 (2)

Unie

0

TAC

0


Soort

:

Grote zilvervis

Argentina silus

Gebied

:

Wateren van de Unie en internationale wateren van I en II

(ARU/1/2.)

Duitsland

24

Analytische TAC

Frankrijk

8

Nederland

19

Verenigd Koninkrijk

39

Unie

90

TAC

90


Soort

:

Grote zilvervis

Argentina silus

Gebied

:

Wateren van de Unie van III en IV

(ARU/34-C)

Denemarken

911

Analytische TAC

Duitsland

9

Frankrijk

7

Ierland

7

Nederland

43

Zweden

35

Verenigd Koninkrijk

16

Unie

1 028

TAC

1 028


Soort

:

Grote zilvervis

Argentina silus

Gebied

:

Wateren van de Unie en internationale wateren van V, VI en VII

(ARU/567.)

Duitsland

329

Analytische TAC

Frankrijk

7

Ierland

305

Nederland

3 434

Verenigd Koninkrijk

241

Unie

4 316

TAC

4 316


Soort

:

Lom

Brosme brosme

Gebied

:

Wateren van de Unie en internationale wateren van I, II en XIV

(USK/1214EI)

Duitsland

6 (3)

Analytische TAC

Frankrijk

6 (3)

Verenigd Koninkrijk

6 (3)

Overige

3 (3)

Unie

21 (3)

TAC

21


Soort

:

Lom

Brosme brosme

Gebied

:

IIIa, wateren van de Unie van deelsectoren 22-32

(USK/3A/BCD)

Denemarken

15

Analytische TAC

Zweden

7

Duitsland

7

Unie

29

TAC

29


Soort

:

Lom

Brosme brosme

Gebied

:

Wateren van de Unie van IV

(USK/04-C.)

Denemarken

64

Analytische TAC

Duitsland

19

Frankrijk

44

Zweden

6

Verenigd Koninkrijk

96

Overige

6 (4)

Unie

235

TAC

235


Soort

:

Lom

Brosme brosme

Gebied

:

Wateren van de Unie en internationale wateren van V, VI en VII

(USK/567EI.)

Duitsland

8 (6)

Analytische TAC

Artikel 11 van deze verordening is van toepassing

Spanje

26 (6)

Frankrijk

312 (6)

Ierland

30 (6)

Verenigd Koninkrijk

151 (6)

Overige

8 (5)  (6)

Unie

535 (6)

TAC

3 860


Soort

:

Lom

Brosme brosme

Gebied

:

Noorse wateren van IV

(USK/04-N.)

België

0 (7)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Denemarken

0 (7)

Duitsland

0 (7)

Frankrijk

0 (7)

Nederland

0 (7)

Verenigd Koninkrijk

0 (7)

Unie

0 (7)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Evervis

Caproidae

Gebied

:

Wateren van de Unie en internationale wateren van VI, VII en VIII

(BOR/678-)

Denemarken

31 291

Voorzorgs-TAC

Ierland

88 115

Verenigd Koninkrijk

8 103

Unie

127 509

TAC

127 509


Soort

:

Haring (8)

Clupea harengus

Gebied

:

IIIa

(HER/03A.)

Denemarken

9 986 (9)  (10)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Duitsland

160 (9)  (10)

Zweden

10 446 (9)  (10)

Unie

20 592 (9)  (10)

TAC

Niet vastgesteld


Soort

:

Haring (11)

Clupea harengus

Gebied

:

Wateren van de Unie en Noorse wateren van IV ten noorden van 53° 30′ NB

(HER/4AB.)

Denemarken

48 390 (12)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Duitsland

32 639 (12)

Frankrijk

18 768 (12)

Nederland

45 647 (12)

Zweden

3 347 (12)

Verenigd Koninkrijk

48 609 (12)

Unie

197 400 (12)

TAC

Niet vastgesteld


Soort

:

Haring (14)

Clupea harengus

Gebied

:

Noorse wateren ten zuiden van 62° NB

(HER/04-N.)

Zweden

0 (14)  (15)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Unie

0 (15)

TAC

Niet vastgesteld


Soort

:

Haring (16)

Clupea harengus

Gebied

:

IIIa

(HER/03A-BC)

Denemarken

4 009 (17)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Duitsland

36 (17)

Zweden

645 (17)

Unie

4 690 (17)

TAC

Niet vastgesteld


Soort

:

Haring (18)

Clupea harengus

Gebied

:

IV, VIId en wateren van de Unie van IIa

(HER/2A47DX)

België

43 (19)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Denemarken

8 309 (19)

Duitsland

43 (19)

Frankrijk

43 (19)

Nederland

43 (19)

Zweden

41 (19)

Verenigd Koninkrijk

158 (19)

Unie

8 680 (19)

TAC

Niet vastgesteld


Soort

:

Haring (20)

Clupea harengus

Gebied

:

IVc, VIId (21)

(HER/4CXB7D)

België

8 158 (22)  (23)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Denemarken

620 (22)  (23)

Duitsland

418 (22)  (23)

Frankrijk

8 687 (22)  (23)

Nederland

15 026 (22)  (23)

Verenigd Koninkrijk

3 281 (22)  (23)

Unie

36 190 (23)

TAC

Niet vastgesteld


Soort

:

Haring

Clupea harengus

Gebied

:

Wateren van de Unie en internationale wateren van Vb, VIb en VIaN (24)

(HER/5B6ANB)

Duitsland

3 137 (25)

Analytische TAC

Frankrijk

594 (25)

Ierland

4 240 (25)

Nederland

3 137 (25)

Verenigd Koninkrijk

16 959 (25)

Unie

28 067 (25)

TAC

28 067


Soort

:

Haring

Clupea harengus

Gebied

:

VIaS (26), VIIb, VIIc

(HER/6AS7BC)

Ierland

3 342

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Nederland

334

Unie

3 676

TAC

3 676


Soort

:

Haring

Clupea harengus

Gebied

:

VI Clyde (27)

(HER/06ACL.)

Verenigd Koninkrijk

Vast te stellen (28)

Voorzorgs-TAC

Unie

Vast te stellen (29)

TAC

Vast te stellen (29)


Soort

:

Haring

Clupea harengus

Gebied

:

VIIa (30)

(HER/07/MM)

Ierland

1 367

Analytische TAC

Verenigd Koninkrijk

3 884

Unie

5 251

TAC

5 251


Soort:

:

Haring

Clupea harengus

Gebied

:

VIIe en VIIf

(HER/7EF.)

Frankrijk

465

Voorzorgs-TAC

Verenigd Koninkrijk

465

Unie

930

TAC

930


Soort

:

Haring

Clupea harengus

Gebied

:

VIIg (31), VIIh (31), VIIj (31) en VIIk (31)

(HER/7G-K.)

Duitsland

248

Analytische TAC

Frankrijk

1 380

Ierland

19 324

Nederland

1 380

Verenigd Koninkrijk

28

Unie

22 360

TAC

22 360


Soort

:

Ansjovis

Engraulis encrasicolus

Gebied

:

IX en X; wateren van de Unie van CECAF 34.1.1

(ANE/9/3411)

Spanje

4 198

Voorzorgs-TAC

Portugal

4 580

Unie

8 778

TAC

8 778


Soort

:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied

:

Skagerrak

(COD/03AN.)

België

7 (32)  (33)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Denemarken

2 118 (32)  (33)

Duitsland

53 (32)  (33)

Nederland

13 (32)  (33)

Zweden

371 (32)  (33)

Unie

2 562 (33)

TAC

Niet vastgesteld


Soort

:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied

:

Kattegat

(COD/03AS.)

Denemarken

62 (34)

Analytische TAC

Duitsland

1 (34)

Zweden

37 (34)

Unie

100 (34)

TAC

100 (34)


Soort

:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied

:

IV; wateren van de Unie van IIa; het gedeelte van IIIa dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort

(COD/2A3AX4)

België

548 (35)  (36)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Denemarken

3 146 (35)  (36)

Duitsland

1 995 (35)  (36)

Frankrijk

676 (35)  (36)

Nederland

1 778 (35)  (36)

Zweden

21 (35)  (36)

Verenigd Koninkrijk

7 218 (35)  (36)

Unie

15 382 (36)

TAC

Niet vastgesteld


Soort

:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied

:

Noorse wateren ten zuiden van 62° NB

(COD/04-N.)

Zweden

0 (37)  (38)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Unie

0 (38)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied

:

VIb; wateren van de Unie en internationale wateren van Vb ten westen van 12° 00′ WL en van XII en XIV

(COD/5W6-14)

België

0

Voorzorgs-TAC

Duitsland

1

Frankrijk

12

Ierland

16

Verenigd Koninkrijk

45

Unie

74

TAC

74


Soort

:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied

:

VIa; wateren van de Unie en internationale wateren van Vb ten oosten van 12° 00′ WL

(COD/5BE6A)

België

0

Analytische TAC

Duitsland

0

Frankrijk

0

Ierland

0

Verenigd Koninkrijk

0

Unie

0

TAC

0 (39)


Soort

:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied

:

VIIa

(COD/07A.)

België

3

Analytische TAC

Frankrijk

8

Ierland

150

Nederland

1

Verenigd Koninkrijk

66

Unie

228

TAC

228


Soort

:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied

:

VIIb, VIIc, VIIe-k, VIII, IX en X; wateren van de Unie van CECAF 34.1.1

(COD/7XAD34)

België

304

Analytische TAC

Artikel 11 van deze verordening is van toepassing

Frankrijk

4 977

Ierland

1 030

Nederland

1

Verenigd Koninkrijk

536

Unie

6 848

TAC

6 848


Soort

:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied

:

VIId

(COD/07D.)

België

46 (40)  (41)

Analytische TAC

Frankrijk

907 (40)  (41)

Nederland

27 (40)  (41)

Verenigd Koninkrijk

100 (40)  (41)

Unie

1 080 (41)

TAC

Niet vastgesteld


Soort

:

Haringhaai

Lamna nasus

Gebied

:

Wateren van Frans-Guyana, Kattegat; wateren van de Unie van het Skagerrak, I, II, III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV; wateren van de Unie van CECAF 34.1.1, 34.1.2 en 34.2

(POR/3-1234)

Denemarken

0 (42)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Frankrijk

0 (42)

Duitsland

0 (42)

Ierland

0 (42)

Spanje

0 (42)

Verenigd Koninkrijk

0 (42)

Unie

0 (42)

TAC

0 (42)


Soort

:

Scharretongen

Lepidorhombus spp.

Gebied

:

Wateren van de Unie van IIa en IV

(LEZ/2AC4-C)

België

6

Analytische TAC

Denemarken

5

Duitsland

5

Frankrijk

34

Nederland

27

Verenigd Koninkrijk

2 006

Unie

2 083

TAC

2 083


Soort

:

Scharretongen

Lepidorhombus spp.

Gebied

:

Wateren van de Unie en internationale wateren van Vb; VI; internationale wateren van XII en XIV

(LEZ/56-14)

Spanje

463

Analytische TAC

Frankrijk

1 805

Ierland

528

Verenigd Koninkrijk

1 278

Unie

4 074

TAC

4 074


Soort

:

Scharretongen

Lepidorhombus spp.

Gebied

:

VII

(LEZ/07.)

België

470 (43)

Analytische TAC

Artikel 11 van deze verordening is van toepassing

Spanje

5 216 (43)

Frankrijk

6 329 (43)

Ierland

2 878 (43)

Verenigd Koninkrijk

2 492 (43)

Unie

17 385

TAC

17 385


Soort

:

Scharretongen

Lepidorhombus spp.

Gebied

:

VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe

(LEZ/8ABDE.)

Spanje

950

Analytische TAC

Frankrijk

766

Unie

1 716

TAC

1 716


Soort

:

Scharretongen

Lepidorhombus spp.

Gebied

:

VIIIc, IX en X; wateren van de Unie van CECAF 34.1.1

(LEZ/8C3411)

Spanje

2 084

Analytische TAC

Frankrijk

104

Portugal

69

Unie

2 257

TAC

2 257


Soort

:

Schar en bot

Limanda limanda en Platichthys flesus

Gebied

:

Wateren van de Unie van IIa en IV

(DAB/2AC4-C) voor schar;

(FLE/2AC4-C) voor bot

België

503

Voorzorgs-TAC

Denemarken

1 888

Duitsland

2 832

Frankrijk

196

Nederland

11 421

Zweden

6

Verenigd Koninkrijk

1 588

Unie

18 434

TAC

18 434


Soort

:

Zeeduivels

Lophiidae

Gebied

:

Wateren van de Unie van IIa en IV

(ANF/2AC4-C)

België

277 (44)

Analytische TAC

Denemarken

610 (44)

Duitsland

298 (44)

Frankrijk

57 (44)

Nederland

209 (44)

Zweden

7 (44)

Verenigd Koninkrijk

6 375 (44)

Unie

7 833 (44)

TAC

7 833


Soort

:

Zeeduivels

Lophiidae

Gebied

:

Noorse wateren van IV

(ANF/04-N.)

België

0 (45)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Denemarken

0 (45)

Duitsland

0 (45)

Nederland

0 (45)

Verenigd Koninkrijk

0 (45)

Unie

0 (45)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Zeeduivels

Lophiidae

Gebied

:

VI; wateren van de Unie en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV

(ANF/56-14)

België

159

Voorzorgs-TAC

Duitsland

182

Spanje

170

Frankrijk

1 961

Ierland

443

Nederland

153

Verenigd Koninkrijk

1 364

Unie

4 432

TAC

4 432


Soort

:

Zeeduivels

Lophiidae

Gebied

:

VII

(ANF/07.)

België

3 097 (46)  (47)

Analytische TAC

Artikel 11 van deze verordening is van toepassing

Duitsland

345 (46)  (47)

Spanje

1 231 (46)  (47)

Frankrijk

19 875 (46)  (47)

Ierland

2 540 (46)  (47)

Nederland

401 (46)  (47)

Verenigd Koninkrijk

6 027 (46)  (47)

Unie

33 516 (46)

TAC

33 516 (46)


Soort

:

Zeeduivels

Lophiidae

Gebied

:

VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe

(ANF/8ABDE.)

Spanje

1 368

Analytische TAC

Frankrijk

7 612

Unie

8 980

TAC

8 980


Soort

:

Zeeduivels

Lophiidae

Gebied

:

VIIIc, IX en X; wateren van de Unie van CECAF 34.1.1

(ANF/8C3411)

Spanje

2 191

Analytische TAC

Frankrijk

2

Portugal

436

Unie

2 629

 

0

TAC

2 629


Soort

:

Schelvis

Melanogrammus aeglefinus

Gebied

:

IIIa, wateren van de Unie van deelsectoren 22-32

(HAD/3A/BCD)

België

8 (48)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Denemarken

1 328 (48)

Duitsland

84 (48)

Nederland

2 (48)

Zweden

157 (48)

Unie

1 579 (48)

TAC

Niet vastgesteld


Soort

:

Schelvis

Melanogrammus aeglefinus

Gebied

:

IV; wateren van de Unie van IIa

(HAD/2AC4.)

België

153 (49)

Analytische TAC

Denemarken

1 053 (49)

Duitsland

670 (49)

Frankrijk

1 168 (49)

Nederland

115 (49)

Zweden

106 (49)

Verenigd Koninkrijk

17 370 (49)

Unie

20 635 (49)

TAC

Niet vastgesteld


Soort

:

Schelvis

Melanogrammus aeglefinus

Gebied

:

Noorse wateren ten zuiden van 62° NB

(HAD/04-N.)

Zweden

0 (50)  (51)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Unie

0 (51)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Schelvis

Melanogrammus aeglefinus

Gebied

:

Wateren van de Unie en internationale wateren van VIb, XII en XIV

(HAD/6B1214)

België

3

Analytische TAC

Duitsland

3

Frankrijk

133

Ierland

95

Verenigd Koninkrijk

976

Unie

1 210

TAC

1 210


Soort

:

Schelvis

Melanogrammus aeglefinus

Gebied

:

Wateren van de Unie en internationale wateren van Vb en VIa

(HAD/5BC6A.)

België

4

Analytische TAC

Duitsland

5

Frankrijk

220

Ierland

653

Verenigd Koninkrijk

3 106

Unie

3 988

TAC

3 988


Soort

:

Schelvis

Melanogrammus aeglefinus

Gebied

:

VIIb-k, VIII, IX en X; wateren van de Unie van CECAF 34.1.1

(HAD/7X7A34)

België

105 (52)

Analytische TAC

Artikel 11 van deze verordening is van toepassing

Frankrijk

6 320 (52)

Ierland

2 106 (52)

Verenigd Koninkrijk

948 (52)

Unie

9 479 (52)

TAC

9 479


Soort

:

Schelvis

Melanogrammus aeglefinus

Gebied

:

VIIa

(HAD/07A.)

België

19

Analytische TAC

Frankrijk

85

Ierland

511

Verenigd Koninkrijk

566

Unie

1 181

TAC

1 181


Soort

:

Wijting

Merlangius merlangus

Gebied

:

IIIa

(WHG/03A.)

Denemarken

650 (53)

Voorzorgs-TAC

Nederland

2 (53)

Zweden

70 (53)

Unie

722 (53)

TAC

Niet vastgesteld


Soort

:

Wijting

Merlangius merlangus

Gebied

:

IV; wateren van de Unie van IIa

(WHG/2AC4.)

België

220 (54)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Denemarken

950 (54)

Duitsland

247 (54)

Frankrijk

1 427 (54)

Nederland

549 (54)

Zweden

2 (54)

Verenigd Koninkrijk

6 866 (54)

Unie

10 261 (54)

TAC

Niet vastgesteld


Soort

:

Wijting

Merlangius merlangus

Gebied

:

VI; wateren van de Unie en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV

(WHG/56-14)

Duitsland

2

Analytische TAC

Frankrijk

36

Ierland

87

Verenigd Koninkrijk

167

Unie

292

TAC

292


Soort

:

Wijting

Merlangius merlangus

Gebied

:

VIIa

(WHG/07A.)

België

0

Analytische TAC

Frankrijk

3

Ierland

46

Nederland

0

Verenigd Koninkrijk

31

Unie

80

TAC

80


Soort

:

Wijting

Merlangius merlangus

Gebied

:

VIIb, VIIc, VIId, VIIe, VIIf, VIIg, VIIh, VIIj en VIIk

(WHG/7X7A-C)

België

187 (55)

Analytische TAC

Artikel 11 van deze verordening is van toepassing

Frankrijk

11 498 (55)

Ierland

5 328 (55)

Nederland

93 (55)

Verenigd Koninkrijk

2 056 (55)

Unie

19 162 (55)

TAC

19 162


Soort

:

Wijting

Merlangius merlangus

Gebied

:

VIII

(WHG/08.)

Spanje

1 270

Voorzorgs-TAC

Frankrijk

1 905

Unie

3 175

TAC

3 175


Soort

:

Wijting

Merlangius merlangus

Gebied

:

IX en X; wateren van de Unie van CECAF 34.1.1

(WHG/9/3411)

Portugal

Vast te stellen (56)

Voorzorgs-TAC

Unie

Vast te stellen (57)

TAC

Vast te stellen (57)


Soort

:

Wijting en witte koolvis

Merlangius merlangus en Pollachius pollachius

Gebied

:

Noorse wateren ten zuiden van 62° NB

(WHG/04-N.) voor wijting;

(POL/04-N.) voor witte koolvis

Zweden

0 (58)  (59)

Voorzorgs-TAC

Unie

0 (59)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Heek

Merluccius merluccius

Gebied

:

IIIa, wateren van de Unie van deelsectoren 22-32

(HKE/3A/BCD)

Denemarken

2 273 (61)

Analytische TAC

Zweden

193 (61)

Unie

2 466

TAC

2 466 (60)


Soort

:

Heek

Merluccius merluccius

Gebied

:

Wateren van de Unie van IIa en IV

(HKE/2AC4-C)

België

41

Analytische TAC

Denemarken

1 661

Duitsland

191

Frankrijk

368

Nederland

95

Verenigd Koninkrijk

518

Unie

2 874

TAC

2 874 (62)


Soort

:

Heek

Merluccius merluccius

Gebied

:

VI en VII; wateren van de Unie en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV

(HKE/571214)

België

422 (63)  (65)

Analytische TAC

Artikel 11 van deze verordening is van toepassing

Spanje

13 529 (65)

Frankrijk

20 893 (63)  (65)

Ierland

2 532 (65)

Nederland

272 (63)  (65)

Verenigd Koninkrijk

8 248 (63)  (65)

Unie

45 896

TAC

45 896 (64)


Soort

:

Heek

Merluccius merluccius

Gebied

:

VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe

(HKE/8ABDE.)

België

14 (66)

Analytische TAC

Spanje

9 418

Frankrijk

21 151

Nederland

27 (66)

Unie

30 610

TAC

30 610 (67)


Soort

:

Heek

Merluccius merluccius

Gebied

:

VIIIc, IX en X; wateren van de Unie van CECAF 34.1.1

(HKE/8C3411)

Spanje

10 409

Analytische TAC

Frankrijk

999

Portugal

4 858

Unie

16 266

TAC

16 266


Soort

:

Blauwe wijting

Micromesistius poutassou

Gebied

:

Noorse wateren van II en IV

(WHB/24-N.)

Denemarken

0 (68)

Analytische TAC

Verenigd Koninkrijk

0 (68)

Unie

0 (68)

TAC

Niet vastgesteld


Soort

:

Blauwe wijting

Micromesistius poutassou

Gebied

:

Wateren van de Unie en internationale wateren van I, II, III, IV, V, VI, VII, VIIIa, VIIIb, VIIId, VIIIe, XII en XIV

(WHB/1X14)

Denemarken

24 069 (69)

Analytische TAC

Duitsland

9 358 (69)

Spanje

20 405 (69)  (70)

Frankrijk

16 750 (69)

Ierland

18 639 (69)

Nederland

29 350 (69)

Portugal

1 896 (69)  (70)

Zweden

5 954 (69)

Verenigd Koninkrijk

31 232 (69)

Unie

157 653 (69)

TAC

Niet vastgesteld


Soort

:

Blauwe wijting

Micromesistius poutassou

Gebied

:

VIIIc, IX en X; wateren van de Unie van CECAF 34.1.1

(WHB/8C3411)

Spanje

19 500 (71)

Analytische TAC

Portugal

4 875 (71)

Unie

24 375 (71)

TAC

Niet vastgesteld


Soort

:

Blauwe wijting

Micromesistius poutassou

Gebied

:

Wateren van de Unie van II, IVa, V, VI ten noorden van 56° 30′ NB en VII ten westen van 12° WL

(WHB/24A567)

Noorwegen

0

Analytische TAC

TAC

Niet vastgesteld


Soort

:

Tongschar en witje

Microstomus kitt en Glyptocephalus cynoglossus

Gebied

:

Wateren van de Unie van IIa en IV

(LEM/2AC4-C) voor tongschar;

(WIT/2AC4-C) voor witje

België

346

Voorzorgs-TAC

Denemarken

953

Duitsland

122

Frankrijk

261

Nederland

794

Zweden

11

Verenigd Koninkrijk

3 904

Unie

6 391

TAC

6 391


Soort

:

Blauwe leng

Molva dypterygia

Gebied

:

Wateren van de Unie en internationale wateren van Vb, VI en VII

(BLI/5B67-)

Duitsland

23 (73)

Analytische TAC

Artikel 11 van deze verordening is van toepassing

Estland

4 (73)

Spanje

73 (73)

Frankrijk

1 671 (73)

Ierland

6 (73)

Litouwen

1 (73)

Polen

1 (73)

Verenigd Koninkrijk

425 (73)

Overige

6 (72)  (73)

Unie

2 210 (73)

TAC

2 540


Soort

:

Blauwe leng

Molva dypterygia

Gebied

:

Internationale wateren van XII

(BLI/12INT-)

Estland

2 (74)

Voorzorgs-TAC

Spanje

665 (74)

Frankrijk

16 (74)

Litouwen

6 (74)

Verenigd Koninkrijk

6 (74)

Overige

2 (74)

Unie

697 (74)

TAC

697 (74)


Soort

:

Blauwe leng

Molva dypterygia

Gebied

:

Wateren van de Unie en internationale wateren van II en IV

(BLI/24-)

Denemarken

4

Voorzorgs-TAC

Duitsland

4

Ierland

4

Frankrijk

23

Verenigd Koninkrijk

14

Andere

4 (75)

Unie

53

TAC

53


Soort

:

Blauwe leng

Molva dypterygia

Gebied

:

Wateren van de Unie en internationale wateren van III

(BLI/03-)

Denemarken

3

Voorzorgs-TAC

Duitsland

2

Zweden

3

Unie

8

TAC

8


Soort

:

Leng

Molva molva

Gebied

:

Wateren van de Unie en internationale wateren van I en II

(LIN/1/2.)

Denemarken

8

Analytische TAC

Duitsland

8

Frankrijk

8

Verenigd Koninkrijk

8

Overige

4 (76)

Unie

36

TAC

36


Soort

:

Leng

Molva molva

Gebied

:

IIIa; wateren van de Unie van IIIbcd

(LIN/3A/BCD)

België

6 (77)

Analytische TAC

Denemarken

50

Duitsland

6 (77)

Zweden

19

Verenigd Koninkrijk

6 (77)

Unie

87

TAC

87


Soort

:

Leng

Molva molva

Gebied

:

Wateren van de Unie van IV

(LIN/04-C.)

België

12

Analytische TAC

Denemarken

194

Duitsland

120

Frankrijk

108

Nederland

4

Zweden

8

Verenigd Koninkrijk

1 496

Unie

1 942

TAC

1 942


Soort

:

Leng

Molva molva

Gebied

:

Wateren van de Unie en internationale wateren van V

(LIN/05EI.)

België

9

Voorzorgs-TAC

Denemarken

6

Duitsland

6

Frankrijk

6

Verenigd Koninkrijk

6

Unie

33

TAC

33


Soort

:

Leng

Molva molva

Gebied

:

Wateren van de Unie en internationale wateren van VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV

(LIN/6X14.)

België

27 (78)

Analytische TAC

Artikel 11 van deze verordening is van toepassing

Denemarken

5 (78)

Duitsland

100 (78)

Spanje

2 012 (78)

Frankrijk

2 145 (78)

Ierland

538 (78)

Portugal

5 (78)

Verenigd Koninkrijk

2 468 (78)

Unie

7 300 (78)

TAC

14 164


Soort

:

Leng

Molva molva

Gebied

:

Noorse wateren van IV

(LIN/04-N.)

België

0 (79)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Denemarken

0 (79)

Duitsland

0 (79)

Frankrijk

0 (79)

Nederland

0 (79)

Verenigd Koninkrijk

0 (79)

Unie

0 (79)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Langoustine

Nephrops norvegicus

Gebied

:

IIIa, wateren van de Unie van deelsectoren 22-32

(NEP/3A/BCD)

Denemarken

3 688

Analytische TAC

Duitsland

11

Zweden

1 320

Unie

5 019

TAC

5 019


Soort

:

Langoustine

Nephrops norvegicus

Gebied

:

Wateren van de Unie van IIa en IV

(NEP/2AC4-C)

België

811

Analytische TAC

Denemarken

811

Duitsland

12

Frankrijk

24

Nederland

417

Verenigd Koninkrijk

13 424

Unie

15 499

TAC

15 499


Soort

:

Langoustine

Nephrops norvegicus

Gebied

:

Noorse wateren van IV

(NEP/04-N.)

Denemarken

0 (80)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Duitsland

0 (80)

Verenigd Koninkrijk

0 (80)

Unie

0 (80)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Langoustine

Nephrops norvegicus

Gebied

:

VI; wateren van de Unie en internationale wateren van Vb

(NEP/5BC6.)

Spanje

31

Analytische TAC

Frankrijk

124

Ierland

207

Verenigd Koninkrijk

14 925

Unie

15 287

TAC

15 287


Soort

:

Langoustine

Nephrops norvegicus

Gebied

:

VII

(NEP/07.)

Spanje

1 259

Analytische TAC

Artikel 11 van deze verordening is van toepassing

Frankrijk

5 104

Ierland

7 741

Verenigd Koninkrijk

6 885

Unie

20 989

TAC

20 989

Bijzondere voorwaarde:

Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 

Functionele eenheid 16 van ICES-deelgebied VII

(NEP/*07U16):

Spanje

557

Frankrijk

349

Ierland

671

Verenigd Koninkrijk

271

Unie

1 848


Soort

:

Langoustine

Nephrops norvegicus

Gebied

:

VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe

(NEP/8ABDE.)

Spanje

234

Analytische TAC

Frankrijk

3 665

Unie

3 899

TAC

3 899


Soort

:

Langoustine

Nephrops norvegicus

Gebied

:

VIIIc

(NEP/08C.)

Spanje

64

Analytische TAC

Frankrijk

3

Unie

67

TAC

67


Soort

:

Langoustine

Nephrops norvegicus

Gebied

:

IX en X; wateren van de Unie van CECAF 34.1.1

(NEP/9/3411)

Spanje

55

Analytische TAC

Portugal

166

Unie

221

TAC

221


Soort

:

Noorse garnaal

Pandalus borealis

Gebied

:

IIIa

(PRA/03A.)

Denemarken

1 318 (81)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Zweden

710 (81)

Unie

2 028 (81)

TAC

Niet vastgesteld


Soort

:

Noorse garnaal

Pandalus borealis

Gebied

:

Wateren van de Unie van IIa en IV

(PRA/2AC4-C)

Denemarken

1 818

Analytische TAC

Nederland

17

Zweden

73

Verenigd Koninkrijk

538

Unie

2 446

TAC

2 446


Soort

:

Noorse garnaal

Pandalus borealis

Gebied

:

Noorse wateren ten zuiden van 62° NB

(PRA/04-N.)

Denemarken

0 (83)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Zweden

0 (82)  (83)

Unie

0 (83)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Peneïde garnalen

Penaeus spp.

Gebied

:

Wateren van Frans-Guyana

(PEN/FGU.)

Frankrijk

Vast te stellen (84)  (85)

Voorzorgs-TAC

Unie

Vast te stellen (85)  (86)

TAC

Vast te stellen (85)  (86)


Soort

:

Schol

Pleuronectes platessa

Gebied

:

Skagerrak

(PLE/03AN.)

België

43 (87)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Denemarken

5 555 (87)

Duitsland

29 (87)

Nederland

1 069 (87)

Zweden

298 (87)

Unie

6 994 (87)

TAC

Niet vastgesteld


Soort

:

Schol

Pleuronectes platessa

Gebied

:

Kattegat

(PLE/03AS.)

Denemarken

1 922

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Duitsland

22

Zweden

216

Unie

2 160

TAC

2 160


Soort

:

Schol

Pleuronectes platessa

Gebied

:

IV; wateren van de Unie van IIa; het gedeelte van IIIa dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort

(PLE/2A3AX4)

België

4 472 (88)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Denemarken

14 534 (88)

Duitsland

4 193 (88)

Frankrijk

839 (88)

Nederland

27 950 (88)

Verenigd Koninkrijk

20 683 (88)

Unie

72 671 (88)

TAC

Niet vastgesteld


Soort

:

Schol

Pleuronectes platessa

Gebied

:

VI; wateren van de Unie en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV

(PLE/56-14)

Frankrijk

9

Voorzorgs-TAC

Ierland

261

Verenigd Koninkrijk

388

Unie

658

TAC

658


Soort

:

Schol

Pleuronectes platessa

Gebied

:

VIIa

(PLE/07A.)

België

31

Analytische TAC

Frankrijk

14

Ierland

854

Nederland

9

Verenigd Koninkrijk

312

Unie

1 220

TAC

1 220


Soort

:

Schol

Pleuronectes platessa

Gebied

:

VIIb en VIIc

(PLE/7BC.)

Frankrijk

11

Voorzorgs-TAC

Artikel 11 van deze verordening is van toepassing

Ierland

63

Unie

74

TAC

74


Soort

:

Schol

Pleuronectes platessa

Gebied

:

VIId en VIIe

(PLE/7DE.)

België

871 (89)

Analytische TAC

Frankrijk

2 903 (89)

Verenigd Koninkrijk

1 548

Unie

5 322

TAC

5 322


Soort

:

Schol

Pleuronectes platessa

Gebied

:

VIIf en VIIg

(PLE/7FG.)

België

69

Analytische TAC

Frankrijk

125

Ierland

202

Verenigd Koninkrijk

65

Unie

461

TAC

461


Soort

:

Schol

Pleuronectes platessa

Gebied

:

VIIh, VIIj en VIIk

(PLE/7HJK.)

België

8

Analytische TAC

Artikel 11 van deze verordening is van toepassing

Frankrijk

17

Ierland

59

Nederland

34

Verenigd Koninkrijk

17

Unie

135

TAC

135


Soort

:

Schol

Pleuronectes platessa

Gebied

:

VIII, IX en X; wateren van de Unie van CECAF 34.1.1

(PLE/8/3411)

Spanje

66

Voorzorgs-TAC

Frankrijk

263

Portugal

66

Unie

395

TAC

395


Soort

:

Witte koolvis

Pollachius pollachius

Gebied

:

VI; wateren van de Unie en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV

(POL/56-14)

Spanje

6

Voorzorgs-TAC

Frankrijk

190

Ierland

56

Verenigd Koninkrijk

145

Unie

397

TAC

397


Soort

:

Witte koolvis

Pollachius pollachius

Gebied

:

VII

(POL/07.)

België

420 (90)

Voorzorgs-TAC

Artikel 11 van deze verordening is van toepassing

Spanje

25 (90)

Frankrijk

9 667 (90)

Ierland

1 030 (90)

Verenigd Koninkrijk

2 353 (90)

Unie

13 495 (90)

TAC

13 495


Soort

:

Witte koolvis

Pollachius pollachius

Gebied

:

VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe

(POL/8ABDE.)

Spanje

252

Voorzorgs-TAC

Frankrijk

1 230

Unie

1 482

TAC

1 482


Soort

:

Witte koolvis

Pollachius pollachius

Gebied

:

VIIIc

(POL/08C.)

Spanje

208

Voorzorgs-TAC

Frankrijk

23

Unie

231

TAC

231


Soort

:

Witte koolvis

Pollachius pollachius

Gebied

:

IX en X; wateren van de Unie van CECAF 34.1.1

(POL/9/3411)

Spanje

273 (91)

Voorzorgs-TAC

Portugal

9 (91)

Unie

282 (91)

TAC

282


Soort

:

Koolvis

Pollachius virens

Gebied

:

IIIa en IV; wateren van de Unie van IIa, IIIb, IIIc en deelsectoren 22-32

(POK/2A34.)

België

19 (92)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Denemarken

2 251 (92)

Duitsland

5 684 (92)

Frankrijk

13 375 (92)

Nederland

57 (92)

Zweden

309 (92)

Verenigd Koninkrijk

4 358 (92)

Unie

26 053 (92)

TAC

Niet vastgesteld


Soort

:

Koolvis

Pollachius virens

Gebied

:

VI; wateren van de Unie en internationale wateren van Vb, XII en XIV

(POK/56-14)

Duitsland

210 (93)

Analytische TAC

Frankrijk

2 082 (93)

Ierland

380 (93)

Verenigd Koninkrijk

2 959 (93)

Unie

5 631 (93)

TAC

Niet vastgesteld


Soort

:

Koolvis

Pollachius virens

Gebied

:

Noorse wateren ten zuiden van 62° NB

(POK/04-N.)

Zweden

0 (94)  (95)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Unie

0 (95)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Koolvis

Pollachius virens

Gebied

:

VII, VIII, IX en X; wateren van de Unie van CECAF 34.1.1

(POK/7/3411)

België

6

Voorzorgs-TAC

Artikel 11 van deze verordening is van toepassing

Frankrijk

1 245

Ierland

1 491

Verenigd Koninkrijk

434

Unie

3 176

TAC

3 176


Soort

:

Tarbot en griet

Psetta maxima en Scophthalmus rhombus

Gebied

:

Wateren van de Unie van IIa en IV

(TUR/2AC4-C) voor tarbot;

(BLL/2AC4-C) voor griet

België

340

Voorzorgs-TAC

Denemarken

727

Duitsland

186

Frankrijk

88

Nederland

2 579

Zweden

5

Verenigd Koninkrijk

717

Unie

4 642

TAC

4 642


Soort

:

Roggen

Rajiformes

Gebied

:

Wateren van de Unie van IIa en IV

(SRX/2AC4-C)

België

211 (96)  (97)  (98)

Voorzorgs-TAC

Denemarken

8 (96)  (97)  (98)

Duitsland

10 (96)  (97)  (98)

Frankrijk

33 (96)  (97)  (98)

Nederland

180 (96)  (97)  (98)

Verenigd Koninkrijk

814 (96)  (97)  (98)

Unie

1 256 (96)  (98)

TAC

1 256 (98)


Soort

:

Roggen

Rajiformes

Gebied

:

Wateren van de Unie van IIIa

(SRX/03A-C.)

Denemarken

37 (99)  (100)

Voorzorgs-TAC

Zweden

10 (99)  (100)

Unie

47 (99)  (100)

TAC

47 (100)


Soort

:

Roggen

Rajiformes

Gebied

:

Wateren van de Unie van VIa, VIb, VIIa-c en VIIe-k

(SRX/67AKXD)

België

725 (101)  (102)  (103)

Voorzorgs-TAC

Artikel 11 van deze verordening is van toepassing

Estland

4 (101)  (102)  (103)

Frankrijk

3 255 (101)  (102)  (103)

Duitsland

10 (101)  (102)  (103)

Ierland

1 048 (101)  (102)  (103)

Litouwen

17 (101)  (102)  (103)

Nederland

3 (101)  (102)  (103)

Portugal

18 (101)  (102)  (103)

Spanje

876 (101)  (102)  (103)

Verenigd Koninkrijk

2 076 (101)  (102)  (103)

Unie

8 032 (101)  (102)  (103)

TAC

8 032 (102)


Soort

:

Roggen

Rajiformes

Gebied

:

Wateren van de Unie van VIId

(SRX/07D.)

België

72 (104)  (105)  (106)

Voorzorgs-TAC

Frankrijk

602 (104)  (105)  (106)

Nederland

4 (104)  (105)  (106)

Verenigd Koninkrijk

120 (104)  (105)  (106)

Unie

798 (104)  (105)  (106)

TAC

798 (105)


Soort

:

Roggen

Rajiformes

Gebied

:

Wateren van de Unie van VIII en IX

(SRX/89-C.)

België

7 (107)  (108)

Voorzorgs-TAC

Frankrijk

1 298 (107)  (108)

Portugal

1 051 (107)  (108)

Spanje

1 057 (107)  (108)

Verenigd Koninkrijk

7 (107)  (108)

Unie

3 420 (107)  (108)

TAC

3 420 (108)


Soort

:

Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

Reinhardtius hippoglossoides

Gebied

:

Wateren van de Unie van IIa en IV; wateren van de Unie en internationale wateren van Vb en VI

(GHL/2A-C46)

Denemarken

11 (109)

Analytische TAC

Duitsland

20 (109)

Estland

11 (109)

Spanje

11 (109)

Frankrijk

185 (109)

Ierland

11 (109)

Litouwen

11 (109)

Polen

11 (109)

Verenigd Koninkrijk

729 (109)

Unie

1 000 (109)

TAC

2 000


Soort

:

Makreel

Scomber scombrus

Gebied

:

IIIa en IV; wateren van de Unie van IIa, IIIb, IIIc en deelsectoren 22-32

(MAC/2A34.)

België

492 (110)

Analytische TAC

Denemarken

16 892 (110)

Duitsland

513 (110)

Frankrijk

1 550 (110)

Nederland

1 561 (110)

Zweden

4 396 (110)

Verenigd Koninkrijk

1 446 (110)

Unie

26 850 (110)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Makreel

Scomber scombrus

Gebied

:

VI, VII, VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe; wateren van de Unie en internationale wateren van Vb; internationale wateren van IIa, XII en XIV

(MAC/2CX14-)

Duitsland

19 578 (111)

Analytische TAC

Spanje

21 (111)

Estland

163 (111)

Frankrijk

13 054 (111)

Ierland

65 260 (111)

Letland

120 (111)

Litouwen

120 (111)

Nederland

28 551 (111)

Polen

1 378 (111)

Verenigd Koninkrijk

179 471 (111)

Unie

307 716 (111)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Makreel

Scomber scombrus

Gebied

:

VIIIc, IX en X; wateren van de Unie van CECAF 34.1.1

(MAC/8C3411)

Spanje

29 020 (112)  (113)

Analytische TAC

Frankrijk

193 (112)  (113)

Portugal

5 998 (112)  (113)

Unie

35 211 (112)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Makreel

Scomber scombrus

Gebied

:

Noorse wateren van IIa en IVa

(MAC/2A4A-N)

Denemarken

12 085 (114)  (115)

Analytische TAC

Unie

12 085 (114)  (115)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Tong

Solea solea

Gebied

:

IIIa, wateren van de Unie van deelsectoren 22-32

(SOL/3A/BCD)

Denemarken

297

Analytische TAC

Duitsland

17 (116)

Nederland

28 (116)

Zweden

11

Unie

353

TAC

353


Soort

:

Tong

Solea solea

Gebied

:

Wateren van de Unie van IIa en IV

(SOL/24-C.)

België

987 (117)

Analytische TAC

Denemarken

451 (117)

Duitsland

790 (117)

Frankrijk

198 (117)

Nederland

8 916 (117)

Verenigd Koninkrijk

508 (117)

Unie

11 850 (117)

TAC

11 900


Soort

:

Tong

Solea solea

Gebied

:

VI; wateren van de Unie en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV

(SOL/56-14)

Ierland

46

Voorzorgs-TAC

Verenigd Koninkrijk

11

Unie

57

TAC

57


Soort

:

Tong

Solea solea

Gebied

:

VIIa

(SOL/07A.)

België

23

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Frankrijk

0

Ierland

41

Nederland

7

Verenigd Koninkrijk

24

Unie

95

TAC

95


Soort

:

Tong

Solea solea

Gebied

:

VIIb en VIIc

(SOL/7BC.)

Frankrijk

6

Voorzorgs-TAC

Artikel 11 van deze verordening is van toepassing

Ierland

36

Unie

42

TAC

42


Soort

:

Tong

Solea solea

Gebied

:

VIId

(SOL/07D.)

België

1 303

Analytische TAC

Frankrijk

2 605

Verenigd Koninkrijk

930

Unie

4 838

TAC

4 838


Soort

:

Tong

Solea solea

Gebied

:

VIIe

(SOL/07E.)

België

29 (118)

Analytische TAC

Frankrijk

313 (118)

Verenigd Koninkrijk

490 (118)

Unie

832

TAC

832


Soort

:

Tong

Solea solea

Gebied

:

VIIf en VIIg

(SOL/7FG.)

België

625

Analytische TAC

Frankrijk

63

Ierland

31

Verenigd Koninkrijk

282

Unie

1 001

TAC

1 001


Soort

:

Tong

Solea solea

Gebied

:

VIIh, VIIj en VIIk

(SOL/7HJK.)

België

32

Analytische TAC

Artikel 11 van deze verordening is van toepassing

Frankrijk

64

Ierland

171

Nederland

51

Verenigd Koninkrijk

64

Unie

382

TAC

382


Soort

:

Tong

Solea solea

Gebied

:

VIIIa en VIIIb

(SOL/8AB.)

België

47

Analytische TAC

Spanje

9

Frankrijk

3 483

Nederland

261

Unie

3 800

TAC

3 800


Soort

:

Tongen

Solea spp.

Gebied

:

VIIIc, VIIId, VIIIe, IX en X; wateren van de Unie van CECAF 34.1.1

(SOL/8CDE34)

Spanje

403

Voorzorgs-TAC

Portugal

669

Unie

1 072

TAC

1 072


Soort

:

Sprot en bijvangsten

Sprattus sprattus

Gebied

:

IIIa

(SPR/03A.)

Denemarken

15 610 (119)  (120)

Voorzorgs-TAC

Duitsland

33 (119)  (120)

Zweden

5 906 (119)  (120)

Unie

21 549 (120)

TAC

Niet vastgesteld


Soort

:

Sprot en bijvangsten

Sprattus sprattus

Gebied

:

Wateren van de Unie van IIa en IV

(SPR/2AC4-C)

België

1 407 (122)  (123)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Denemarken

111 324 (122)  (123)

Duitsland

1 407 (122)  (123)

Frankrijk

1 407 (122)  (123)

Nederland

1 407 (122)  (123)

Zweden

1 330 (121)  (122)  (123)

Verenigd Koninkrijk

4 642 (122)  (123)

Unie

122 924 (123)

TAC

144 000


Soort

:

Sprot

Sprattus sprattus

Gebied

:

VIId en VIIe

(SPR/7DE.)

België

26

Voorzorgs-TAC

Denemarken

1 674

Duitsland

26

Frankrijk

361

Nederland

361

Verenigd Koninkrijk

2 702

Unie

5 150

TAC

5 150


Soort

:

Doornhaai

Squalus acanthias

Gebied

:

Wateren van de Unie van IIIa

(DGS/03A-C.)

Denemarken

0

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Zweden

0

Unie

0

TAC

0


Soort

:

Doornhaai

Squalus acanthias

Gebied

:

Wateren van de Unie van IIa en IV

(DGS/2AC4-C)

België

0 (124)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Denemarken

0 (124)

Duitsland

0 (124)

Frankrijk

0 (124)

Nederland

0 (124)

Zweden

0 (124)

Verenigd Koninkrijk

0 (124)

Unie

0 (124)

TAC

0 (124)


Soort

:

Doornhaai

Squalus acanthias

Gebied

:

Wateren van de Unie en internationale wateren van I, V, VI, VII, VIII, XII en XIV

(DGS/15X14)

België

0 (125)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 11 van deze verordening is van toepassing.

Duitsland

0 (125)

Spanje

0 (125)

Frankrijk

0 (125)

Ierland

0 (125)

Nederland

0 (125)

Portugal

0 (125)

Verenigd Koninkrijk

0 (125)

Unie

0 (125)

TAC

0 (125)


Soort

:

Horsmakrelen en bijvangsten

Trachurus spp.

Gebied

:

Wateren van de Unie van IVb, IVc en VIId

(JAX/4BC7D)

België

30 (127)  (128)

Voorzorgs-TAC

Denemarken

13 228 (127)  (128)

Duitsland

1 168 (126)  (127)  (128)

Spanje

246 (127)  (128)

Frankrijk

1 097 (126)  (127)  (128)

Ierland

832 (127)  (128)

Nederland

7 963 (126)  (127)  (128)

Portugal

28 (127)  (128)

Zweden

75 (127)  (128)

Verenigd Koninkrijk

3 148 (126)  (127)  (128)

Unie

27 815 (127)

TAC

27 815


Soort

:

Horsmakrelen en bijvangsten

Trachurus spp.

Gebied

:

Wateren van de Unie van IIa, IVa; VI, VIIa-c,VIIe-k, VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe; wateren van de Unie en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV

(JAX/2A-14)

Denemarken

11 382 (129)  (131)  (132)

Analytische TAC

Duitsland

8 881 (129)  (130)  (131)  (132)

Spanje

12 113 (131)  (132)

Frankrijk

4 571 (129)  (130)  (131)  (132)

Ierland

29 578 (129)  (131)  (132)

Nederland

35 635 (129)  (130)  (131)  (132)

Portugal

1 167 (131)  (132)

Zweden

675 (129)  (131)  (132)

Verenigd Koninkrijk

10 710 (129)  (130)  (131)  (132)

Unie

114 712 (132)

TAC

116 912


Soort

:

Horsmakrelen

Trachurus spp.

Gebied

:

VIIIc

(JAX/08C.)

Spanje

16 582 (133)  (135)

Analytische TAC

Frankrijk

287 (133)

Portugal

1 639 (133)  (135)

Unie

18 508

TAC

18 508


Soort

:

Horsmakrelen

Trachurus spp.

Gebied

:

IX

(JAX/09.)

Spanje

9 055 (136)  (137)

Analytische TAC

Portugal

25 945 (136)  (137)

Unie

35 000

TAC

35 000


Soort

:

Horsmakrelen

Trachurus spp.

Gebied

:

X; wateren van de Unie van CECAF (138)

(JAX/X34PRT)

Portugal

Vast te stellen (139)  (140)

Voorzorgs-TAC

Unie

Vast te stellen (141)

TAC

Vast te stellen (141)


Soort

:

Horsmakrelen

Trachurus spp.

Gebied

:

Wateren van de Unie van CECAF (142)

(JAX/341PRT)

Portugal

Vast te stellen (143)  (144)

Voorzorgs-TAC

Unie

Vast te stellen (145)

TAC

Vast te stellen (145)


Soort

:

Horsmakrelen

Trachurus spp.

Gebied

:

Wateren van de Unie van CECAF (146)

(JAX/341SPN)

Spanje

Vast te stellen (147)

Voorzorgs-TAC

Unie

Vast te stellen (148)

TAC

Vast te stellen (148)


Soort

:

Kever en bijvangsten

Trisopterus esmarki

Gebied

:

IIIa; wateren van de Unie van IIa en IV

(NOP/2A3A4.)

Denemarken

103 404 (149)  (151)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Duitsland

20 (149)  (150)  (151)

Nederland

76 (149)  (150)  (151)

Unie

103 500 (149)  (151)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Kever en bijvangsten

Trisopterus esmarki

Gebied

:

Noorse wateren van IV

(NOP/04-N.)

Denemarken

0 (152)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Verenigd Koninkrijk

0 (152)

Unie

0 (152)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Industriële vis

Gebied

:

Noorse wateren van IV

(I/F/04-N.)

Zweden

0 (153)  (154)

Voorzorgs-TAC

Unie

0 (154)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Andere soorten

Gebied

:

Wateren van de Unie van Vb, VI en VII

(OTH/5B67-C)

Unie

Niet relevant

Voorzorgs-TAC

Noorwegen

0 (155)  (156)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Andere soorten

Gebied

:

Noorse wateren van IV

(OTH/04-N.)

België

0 (159)

Voorzorgs-TAC

Denemarken

0 (159)

Duitsland

0 (159)

Frankrijk

0 (159)

Nederland

0 (159)

Zweden

Niet relevant (157)  (159)

Verenigd Koninkrijk

0 (159)

Unie

0 (158)  (159)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Andere soorten

Gebied

:

Wateren van de Unie van IIa, IV en VIa ten noorden van 56° 30′ NB

(OTH/2A46AN)

Unie

Niet relevant

Voorzorgs-TAC

Noorwegen

0 (160)  (161)  (162)

TAC

Niet relevant


(1)  Exclusief wateren binnen 6 mijl van de basislijnen van het Verenigd Koninkrijk bij Shetland, Fair Isle en Foula.

(2)  Ten minste 98 % van de van dit quotum afgeboekte aangelande hoeveelheid moet bestaan uit zandspiering. Bijvangsten van schar, makreel en wijting worden in mindering gebracht op de resterende 2 % van het quotum (OT1/*2A3A4).

Bijzondere voorwaarde:

Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande beheersgebieden voor zandspieringen als bepaald in bijlage IID, niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

Gebied

:

Wateren van de Unie van de beheersgebieden voor zandspieringen

 

1

2

3

4

5

6

7

 

(SAN/234_1)

(SAN/234_2)

(SAN/234_3)

(SAN/234_4)

(SAN/234_5)

(SAN/234_6)

(SAN/234_7)

Denemarken

0

0

0

0

0

0

0

Verenigd Koninkrijk

0

0

0

0

0

0

0

Duitsland

0

0

0

0

0

0

0

Zweden

0

0

0

0

0

0

0

Unie

0

0

0

0

0

0

0

Totaal

0

0

0

0

0

0

0

(3)  Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

(4)  Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

(5)  Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

(6)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3

(7)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(8)  Aanlanding van haring gevangen met vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm.

(9)  Bijzondere voorwaarde: tot 50 % van deze hoeveelheid mag worden gevangen in wateren van de Unie van IV (HER/*04-C.).

(10)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(11)  Aanlanding van haring gevangen met vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm. Elke lidstaat moet zijn aanlanding van haring uitgesplitst naar IVa (HER/04A.) en IVb (HER/04B.) melden.

(12)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

Bijzondere voorwaarde:

binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 

Noorse wateren ten zuiden van 62° NB

(HER/*04N-) ()

Unie

0

()  Aanlanding van haring gevangen met vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm. Elke lidstaat moet zijn aanlanding van haring uitgesplitst naar IVa (HER/*4AN.) en IVb (HER/*4BN.) melden.

(13)  Aanlanding van haring gevangen met vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm. Elke lidstaat moet zijn aanlanding van haring uitgesplitst naar IVa (HER/*4AN.) en IVb (HER/*4BN.) melden.

(14)  Bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis, wijting en koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor deze soorten.

(15)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(16)  Uitsluitend voor aanlanding van haring gevangen als bijvangst met vistuig met een maaswijdte kleiner dan 32 mm.

(17)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3

(18)  Uitsluitend voor aanlanding van haring gevangen als bijvangst met vistuig met een maaswijdte kleiner dan 32 mm.

(19)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3

(20)  Uitsluitend voor aanlanding van haring gevangen met vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm.

(21)  Uitgezonderd het Blackwater-bestand: het gaat om het haringbestand van het zeegebied van de Theemsmonding in een gebied dat wordt begrensd door een loxodroom die rechtwijzend zuid gaat vanaf Landguard Point (51° 56′ NB, 1° 19,1′ OL) tot 51° 33′ NB en vandaar rechtwijzend west naar een punt op de kust van het Verenigd Koninkrijk.

(22)  Bijzondere voorwaarde: tot 50 % van dit quotum mag worden gevangen in IVb (HER/*04B.).

(23)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3

(24)  Bedoeld is het haringbestand in het deel van ICES-zone VIa ten oosten van 7° WL en ten noorden van 55° NB, of ten westen van 7° WL en ten noorden van 56° NB met uitzondering van de Clyde.

(25)  Het is verboden haring te vangen of aan boord te houden in het deel van de onder deze TAC vallende ICES-zones dat tussen 56° NB en 57° 30′ NB ligt, met uitzondering van een gordel van zes mijl gemeten vanaf de basislijn van de territoriale zee van het Verenigd Koninkrijk.

(26)  Bedoeld is het haringbestand in VIa ten zuiden van 56° 00° NB en ten westen van 07° 00° WL.

(27)  Clyde-bestand: bedoeld is het haringbestand in het zeegebied ten noordoosten van een lijn tussen:

Mull of Kintyre (55° 17,9′ NB, 05° 47,8′ WL);

een punt op positie (55° 04′ NB, 05° 23′ WL); en

Corsewall Point (55° 00,5′ NB, 05° 09,4′ WL).

(28)  Artikel 6 van deze verordening is van toepassing.

(29)  Wordt vastgesteld op dezelfde hoeveelheid als die welke overeenkomstig voetnoot 2 is bepaald.

(30)  Dit gebied wordt verminderd met het gebied dat wordt begrensd:

in het noorden door de breedtegraad 52° 30′ NB,

in het zuiden door de breedtegraad 52° 00′ NB,

in het westen door de kust van Ierland,

in het oosten door de kust van het Verenigd Koninkrijk.

(31)  Dit gebied wordt verminderd met het gebied dat wordt begrensd:

in het noorden door de breedtegraad 52°30′ NB,

in het zuiden door de breedtegraad 52°00′ NB,

in het westen door de kust van Ierland,

in het oosten door de kust van het Verenigd Koninkrijk.

(32)  De lidstaten mogen de vaartuigen die hun vlag voeren en die deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij, bovenop dit quotum extra toewijzingen toekennen voor een hoeveelheid die niet groter is dan 12 % van het aan de betrokken lidstaat toegewezen quotum, zulks overeenkomstig hoofdstuk II van titel II van deze verordening.

(33)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3

(34)  Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

(35)  De lidstaten mogen de vaartuigen die hun vlag voeren en die deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij, bovenop dit quotum extra toewijzingen toekennen voor een hoeveelheid die niet groter is dan 12 % van het aan de betrokken lidstaat toegewezen quotum, zulks overeenkomstig hoofdstuk II van titel II van deze verordening.

(36)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

Bijzondere voorwaarde:

binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 

Noorse wateren van IV

(COD/*04N-)

Unie

0

(37)  Bijvangsten van schelvis, witte koolvis, wijting en koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor deze soorten.

(38)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(39)  De bijvangst van kabeljauw in het gebied waarvoor deze TAC geldt, mag worden aangeland op voorwaarde dat zij per visreis niet meer dan 1,5 % uitmaakt van het levend gewicht van de totale aan boord gehouden vangsten.

(40)  De lidstaten mogen de vaartuigen die hun vlag voeren en die deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij, bovenop dit quotum extra toewijzingen toekennen voor een hoeveelheid die niet groter is dan 12 % van het aan de betrokken lidstaat toegewezen quotum, zulks overeenkomstig hoofdstuk II van titel II van deze verordening.

(41)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3

(42)  Als vissen van deze soort incidenteel worden gevangen, worden zij ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet.

(43)  De lidstaten mogen vaartuigen die hun vlag voeren en die deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij, bovenop dit quotum een extra toewijzing toekennen voor een hoeveelheid die niet groter is dan 1 % van het aan de betrokken lidstaat toegewezen quotum, zulks overeenkomstig hoofdstuk II van titel II van deze verordening.

(44)  Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevist in: VI; wateren van de Unie en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV (ANF/*56-14).

(45)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(46)  Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % in VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe worden gevangen (ANF/*8ABDE).

(47)  De lidstaten mogen vaartuigen die hun vlag voeren en die deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij, bovenop dit quotum een extra toewijzing toekennen voor een hoeveelheid die niet groter is dan 1 % van het aan de betrokken lidstaat toegewezen quotum, zulks overeenkomstig hoofdstuk II van titel II van deze verordening.

(48)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(49)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

Bijzondere voorwaarde:

Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 

Noorse wateren van IV

(HAD/*04N-)

Unie

0

(50)  Bijvangsten van kabeljauw, witte koolvis, wijting en koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor deze soorten.

(51)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(52)  De lidstaten mogen vaartuigen die hun vlag voeren en die deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij, bovenop dit quotum een extra toewijzing toekennen voor een hoeveelheid die niet groter is dan 5 % van het aan de betrokken lidstaat toegewezen quotum, zulks overeenkomstig hoofdstuk II van titel II van deze verordening.

(53)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(54)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

Bijzondere voorwaarde:

Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 

Noorse wateren van IV

(WHG/*04N-)

Unie

0

(55)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(56)  Artikel 6 van deze verordening is van toepassing.

(57)  Wordt vastgesteld op dezelfde hoeveelheid als die welke overeenkomstig voetnoot 1 is bepaald.

(58)  Bijvangsten van kabeljauw, schelvis en koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor deze soorten.

(59)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(60)  Binnen de volgende totale TAC voor het noordelijke heekbestand:

81 846

(61)  Van deze quota mogen overdrachten plaatsvinden naar wateren van de Unie van IIa en IV. Deze overdrachten moeten evenwel vooraf aan de Commissie worden gemeld.

(62)  Binnen de volgende totale TAC voor het noordelijke heekbestand:

81 846

(63)  Van deze quota mogen overdrachten plaatsvinden naar wateren van de Unie van IIa en IV. Deze overdrachten moeten evenwel vooraf aan de Commissie worden gemeld.

(64)  Binnen de volgende totale TAC voor het noordelijke heekbestand:

81 846

(65)  De lidstaten mogen vaartuigen die hun vlag voeren en die deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij, bovenop dit quotum een extra toewijzing toekennen voor een hoeveelheid die niet groter is dan 1 % van het aan de betrokken lidstaat toegewezen quotum, zulks overeenkomstig hoofdstuk II van titel II van deze verordening.

Bijzondere voorwaarde:

binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 

VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe

(HKE/*8ABDE)

België

55

Spanje

2 181

Frankrijk

2 181

Ierland

273

Nederland

27

Verenigd Koninkrijk

1 228

Unie

5 947

(66)  Van deze quota mogen overdrachten plaatsvinden naar zone IV en de wateren van de Unie van IIa. Deze overdrachten moeten evenwel vooraf aan de Commissie worden gemeld.

(67)  Binnen de volgende totale TAC voor het noordelijke heekbestand:

81 846

Bijzondere voorwaarde:

binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 

VI en VII; wateren van de Unie en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV

(HKE/*57-14)

België

3

Spanje

2 728

Frankrijk

4 911

Nederland

8

Unie

7 650

(68)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(69)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3

(70)  Van deze quota mogen overdrachten plaatsvinden naar zone VIIIc, IX en X; wateren van de Unie van CECAF 34.1.1. Deze overdrachten moeten evenwel vooraf aan de Commissie worden gemeld.

(71)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(72)  Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

(73)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(74)  Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

(75)  Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

(76)  Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

(77)  Dit quotum mag uitsluitend in de wateren van de Unie van IIIa en de wateren van de Unie van IIIbcd worden gevangen.

(78)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(79)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3

(80)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(81)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3

(82)  Bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis, wijting en koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor deze soorten.

(83)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(84)  Artikel 6 van deze verordening is van toepassing.

(85)  Vissen op garnalen van de soorten Penaeus subtilis en Penaeus brasiliensis is verboden in wateren met een diepte van minder dan 30 m.

(86)  Wordt vastgesteld op dezelfde hoeveelheid als die welke overeenkomstig voetnoot 2 is bepaald.

(87)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(88)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3

Bijzondere voorwaarde:

binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 

Noorse wateren van IV

(PLE/*04N-)

Unie

0

(89)  De lidstaten mogen vaartuigen die hun vlag voeren en die deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij, bovenop dit quotum een extra toewijzing toekennen voor een hoeveelheid die niet groter is dan 1 % van het aan de betrokken lidstaat toegewezen quotum, zulks overeenkomstig hoofdstuk II van titel II van deze verordening.

(90)  Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 2 % worden gevist in: VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe (POL/*8ABDE).

(91)  Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevist in de wateren van de Unie van VIIIc (POL/*08C.).

(92)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(93)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(94)  Bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis en wijting worden in mindering gebracht op de quota voor deze soorten.

(95)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(96)  Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/2AC4-C), stekelrog (Raja clavata) (RJC/2AC4-C), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/2AC4-C) en gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/2AC4-C) worden afzonderlijk gemeld.

(97)  Bijvangstquotum. Deze soorten mogen per visreis niet meer dan 25 % levend gewicht van de totale aan boord gehouden vangsten uitmaken. Deze voorwaarde geldt enkel voor vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 15 meter.

(98)  Niet van toepassing op vleetsoorten-complex (Dipturus-batis-soorten-complex) (Dipturus cf. flossada en Dipturus cf. intermedia) en sterrog (Amblyraja radiata). Als vissen van deze soorten incidenteel worden gevangen, worden zij ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet. De vissers worden aangemoedigd technieken en apparatuur te ontwikkelen en te gebruiken voor een snelle en behouden terugzetting van deze dieren.

(99)  Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/03A-C.), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/03A-C.) en gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/03A-C.) worden afzonderlijk gemeld.

(100)  Niet van toepassing op vleetsoorten-complex (Dipturus batis-soorten-complex) (Dipturus cf. flossada en Dipturus cf. intermedia), stekelrog (Raja clavata) en sterrog (Amblyraja radiata). Als vissen van deze soorten incidenteel worden gevangen, worden zij ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet. De vissers worden aangemoedigd technieken en apparatuur te ontwikkelen en te gebruiken voor een snelle en behouden terugzetting van deze dieren.

(101)  Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/67AKXD), stekelrog (Raja clavata) (RJC/67AKXD), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/67AKXD), gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/67AKXD), kleinoogrog (Raja microocellata) (RJE/67AKXD), zandrog (Raja circularis) (RJI/67AKXD) en kaardrog (Raja fullonica) (RJF/67AKXD) worden afzonderlijk gemeld.

(102)  Niet van toepassing op golfrog (Raja undulata), vleetsoorten-complex (Dipturus batis-soorten-complex) (Dipturus cf. flossada en Dipturus cf. intermedia), Noorse rog (Raja (Dipturus) nidarosiensis) en witte rog (Raja alba). Als vissen van deze soorten incidenteel worden gevangen, worden zij ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet. De vissers worden aangemoedigd technieken en apparatuur te ontwikkelen en te gebruiken voor een snelle en behouden terugzetting van deze dieren.

(103)  Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevist in de wateren van de Unie van VIId (SRX/*07D). Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/*07D.), stekelrog (Raja clavata) (RJC/*07D.), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/*07D.), gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/*07D.), kleinoogrog (Raja microocellata) (RJE/*07D.), zandrog (Raja circularis) (RJI/*07D.) en kaardrog (Raja fullonica) (RJF/*07D.) worden afzonderlijk gemeld.

(104)  Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/07D.), stekelrog (Raja clavata) (RJC/07D.), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/07D.), gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/07D.) en kleinoogrog (Raja microocellata) (RJE/07D.) worden afzonderlijk gemeld.

(105)  Niet van toepassing op vleetsoorten-complex (Dipturus batis-soorten-complex) (Dipturus cf. flossada en Dipturus cf. intermedia), golfrog (Raja undulata) en sterrog (Amblyraja radiata). Als vissen van deze soorten incidenteel worden gevangen, worden zij ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet. De vissers worden aangemoedigd technieken en apparatuur te ontwikkelen en te gebruiken voor een snelle en behouden terugzetting van deze dieren.

(106)  Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevist in de wateren van de Unie van VIa, VIb, VIIa-c en VIIe-k (SRX/*67AKD). Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/*67AKD), stekelrog (Raja clavata) (RJC/*67AKD), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/*67AKD), gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/*67AKD) en kleinoogrog (Raja microocellata) (RJE/*67AKD) worden afzonderlijk gemeld.

(107)  Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/89-C.), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/89-C.) en stekelrog (Raja clavata) (RJC/89-C.) worden afzonderlijk gemeld.

(108)  Niet van toepassing op golfrog (Raja undulata), vleetsoorten-complex (Dipturus batis-soorten-complex) (Dipturus cf. flossada en Dipturus cf. intermedia) en witte rog (Raja alba). Als vissen van deze soorten incidenteel worden gevangen, worden zij ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet. De vissers worden aangemoedigd technieken en apparatuur te ontwikkelen en te gebruiken voor een snelle en behouden terugzetting van deze dieren.

(109)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(110)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

Bijzondere voorwaarde:

Binnen de limieten van bovenstaande quota mag in de onderstaande zones niet meer worden gevangen dan de volgende hoeveelheden:

 

IIIa

(MAC/*03A.)

IIIa en IVbc

(MAC/*3A4BC)

IVb

(MAC/*04B.)

IVc

(MAC/*04C.)

VI, internationale wateren van IIa, van 1 januari tot en met 31 maart 2014 en in december 2014

(MAC/*2A6.)

Denemarken

0

4 130

0

0

9 105

Frankrijk

0

490

0

0

0

Nederland

0

490

0

0

0

Zweden

0

0

390

10

1 758

Verenigd Koninkrijk

0

490

0

0

0

Noorwegen

0

0

0

0

0

(111)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

Bijzondere voorwaarde:

Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden en perioden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 

Wateren van de Unie van IVa. Gedurende de perioden van 1 januari tot en met 15 februari 2014 en van 1 september tot en met 31 december 2014

(MAC/*4A-EN)

Noorse wateren van IIa

(MAC/*2AN-)

Duitsland

7 877

0

Frankrijk

5 252

0

Ierland

26 258

0

Nederland

11 487

0

Verenigd Koninkrijk

72 212

0

Unie

123 086

0

(112)  Bijzondere voorwaarde: de hoeveelheden die met andere lidstaten worden geruild, mogen in VIIIa, VIIIb en VIIId worden gevangen (MAC/*8ABD.). De door Spanje, Portugal of Frankrijk te ruil aangeboden hoeveelheden die in VIIIa, VIIIb en VIIId worden gevangen, mogen echter niet meer dan 25 % van de quota van de donorlidstaat bedragen.

(113)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

Bijzondere voorwaarde:

binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 

VIIIb

(MAC/*08B.)

Spanje

2 437

Frankrijk

16

Portugal

504

(114)  Vangsten in IIa (MAC/*02A.) en in IVa (MAC/*4A.) worden afzonderlijk gemeld.

(115)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(116)  Dit quotum mag uitsluitend in de wateren van de Unie van IIIa en van de deelsectoren 22-32 worden gevangen.

(117)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(118)  De lidstaten mogen vaartuigen die hun vlag voeren en die deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij, bovenop dit quotum een extra toewijzing toekennen voor een hoeveelheid die niet groter is dan 5 % van het aan de betrokken lidstaat toegewezen quotum, zulks overeenkomstig hoofdstuk II van titel II van deze verordening.

(119)  Ten minste 95 % van de van dit quotum afgeboekte aangelande hoeveelheid moet uit sprot bestaan. Bijvangsten van schar, wijting en schelvis worden in mindering gebracht op de resterende 5 % van het quotum (OTH/*03A.).

(120)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(121)  Inclusief zandspiering.

(122)  Ten minste 98 % van de van dit quotum afgeboekte aangelande hoeveelheid moet uit sprot bestaan. Bijvangsten van schar en wijting worden in mindering gebracht op de resterende 2 % van het quotum (OTH/*2AC4C).

(123)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(124)  Vangsten met beuglijnen van ruwe haai (Galeorhinus galeus), zwarte haai (Dalatias licha), spitssnuitdoornhaai (Deania calcea), donkere doornhaai (Centrophorus squamosus), grote lantaarnhaai (Etmopterus princeps), gladde lantaarnhaai (Etmopterus pusillus), Portugese ijshaai (Centroscymnus coelolepis) en doornhaai (Squalus acanthias) zijn inbegrepen. Als vissen van deze soorten incidenteel worden gevangen, worden zij ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet.

(125)  Vangsten met beuglijnen van ruwe haai (Galeorhinus galeus), zwarte haai (Dalatias licha), spitssnuitdoornhaai (Deania calcea), donkere doornhaai (Centrophorus squamosus), grote lantaarnhaai (Etmopterus princeps), gladde lantaarnhaai (Etmopterus pusillus), Portugese ijshaai (Centroscymnus coelolepis) en doornhaai (Squalus acanthias) zijn inbegrepen. Als vissen van deze soorten incidenteel worden gevangen, worden zij ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet.

(126)  Bijzondere voorwaarde: tot 5 % van wat voor dit quotum in sector VIId wordt gevangen, mag worden verrekend met de quota voor het gebied:-wateren van de Unie van IIa, IVa, VI, VIIa-c,VIIe-k, VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe; wateren van de Unie en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV (JAX/*2A-14).

(127)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(128)  Ten minste 95 % van de van dit quotum afgeboekte aangelande hoeveelheid moet uit horsmakreel bestaan. Bijvangsten van evervissen, schelvis, wijting en makreel worden in mindering gebracht op de resterende 5 % van het quotum (OTH/*4BC7D).

(129)  Bijzondere voorwaarde: tot 5 % van wat voor dit quotum vóór 30 juni 2014 in de wateren van de Unie van IIa of IVa wordt gevangen, mag worden verrekend met het quotum voor de wateren van de Unie van IVb, IVc en VIId (JAX/*4BC7D).

(130)  Bijzondere voorwaarde: tot 5 % van dit quotum mag worden gevangen in VIId (JAX/*07D.).

(131)  Ten minste 95 % van de van dit quotum afgeboekte aangelande hoeveelheid moet uit horsmakreel bestaan. Bijvangsten van evervis, schelvis, wijting en makreel worden in mindering gebracht op de resterende 5 % van het quotum (OTH/*2A-14).

(132)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(133)  Waarvan niet meer dan 5 % mag bestaan uit horsmakrelen van 12 tot 15 cm, ongeacht het bepaalde in artikel 19 van Verordening (EG) nr. 850/98 (). Voor de controle op die hoeveelheid wordt het gewicht van de betrokken aanvoer vermenigvuldigd met 1,20.

(134)  Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad van 30 maart 1998 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen (PB L 125 van 27.4.1998, blz. 1).

(135)  Bijzondere voorwaarde: tot 5 % van dit quotum mag worden gevangen in IX (JAX/*09.).

(136)  Waarvan niet meer dan 5 % mag bestaan uit horsmakrelen van 12 tot 15 cm, ongeacht het bepaalde in artikel 19 van Verordening (EG) nr. 850/98. Voor de controle op die hoeveelheid wordt het gewicht van de betrokken aanvoer vermenigvuldigd met 1,20.

(137)  Bijzondere voorwaarde: tot 5 % van dit quotum mag worden gevangen in VIIIc (JAX/*08C).

(138)  Wateren grenzend aan de Azoren.

(139)  Waarvan niet meer dan 5 % mag bestaan uit horsmakrelen van 12 tot 14 cm, ongeacht het bepaalde in artikel 19 van Verordening (EG) nr. 850/98. Voor de controle op die hoeveelheid wordt het gewicht van de betrokken aanvoer vermenigvuldigd met 1,20.

(140)  Artikel 6 van deze verordening is van toepassing.

(141)  Wordt vastgesteld op dezelfde hoeveelheid als die welke overeenkomstig voetnoot 3 is bepaald.

(142)  Wateren grenzend aan Madeira.

(143)  Waarvan niet meer dan 5 % mag bestaan uit horsmakrelen van 12 tot 14 cm, ongeacht het bepaalde in artikel 19 van Verordening (EG) nr. 850/98. Voor de controle op die hoeveelheid wordt het gewicht van de betrokken aanvoer vermenigvuldigd met 1,20.

(144)  Artikel 6 van deze verordening is van toepassing.

(145)  Wordt vastgesteld op dezelfde hoeveelheid als die welke overeenkomstig voetnoot 3 is bepaald.

(146)  Wateren grenzend aan de Canarische eilanden.

(147)  Artikel 6 van deze verordening is van toepassing.

(148)  Wordt vastgesteld op dezelfde hoeveelheid als die welke overeenkomstig voetnoot 2 is bepaald.

(149)  Ten minste 95 % van de van dit quotum afgeboekte aangelande hoeveelheid moet uit kever bestaan. Bijvangsten van schelvis en wijting worden in mindering gebracht op de resterende 5 % van het quotum (OT2/*2A3A4).

(150)  Het quotum mag uitsluitend worden gevangen in de wateren van de Unie van ICES-zones IIa, IIIa en IV.

(151)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(152)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(153)  Bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis, wijting en koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor deze soorten.

(154)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(155)  Uitsluitend vangsten met beuglijnen.

(156)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(157)  Door Noorwegen aan Zweden toegekend quotum op traditioneel niveau voor "andere soorten".

(158)  Met inbegrip van niet specifiek vermelde visserijen. Uitzonderingen kunnen in voorkomend geval worden opgenomen na overleg.

(159)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(160)  Beperkt tot IIa en IV (OTH/*2A4-C).

(161)  Met inbegrip van niet specifiek vermelde visserijen. Uitzonderingen kunnen in voorkomend geval worden opgenomen na overleg.

(162)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.


BIJLAGE IB

NOORDOOSTELIJKE ATLANTISCHE OCEAAN EN GROENLAND ICES-DEELGEBIEDEN I, II, V, XII EN XIV EN GROENLANDSE WATEREN VAN NAFO 1

Soort

:

Pacifische sneeuwkrabben

Chionoecetes spp.

Gebied

:

Groenlandse wateren van NAFO 1

(PCR/N1GRN.)

Ierland

25 (1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Spanje

175 (1)

Unie

200 (1)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Haring

Clupea harengus

Gebied

:

Wateren van de Unie, Noorse en internationale wateren van de deelgebieden I en II

(HER/1/2-)

België

9 (2)

Analytische TAC

Denemarken

9 346 (2)

Duitsland

1 637 (2)

Spanje

31 (2)

Frankrijk

403 (2)

Ierland

2 419 (2)

Nederland

3 345 (2)

Polen

473 (2)

Portugal

31 (2)

Finland

145 (2)

Zweden

3 463 (2)

Verenigd Koninkrijk

5 975 (2)

Unie

27 277 (2)

TAC

419 000


Soort

:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied

:

Noorse wateren van I en II

(COD/1N2AB)

Duitsland

0

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Griekenland

0

Spanje

0

Ierland

0

Frankrijk

0

Portugal

0

Verenigd Koninkrijk

0

Unie

0

TAC

Niet relevant


Soort

:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied

:

Groenlandse wateren van NAFO 1 en van XIV

(COD/N1GL14)

Duitsland

1 800 (3)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Verenigd Koninkrijk

400 (3)

Unie

2 200 (3)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied

:

I en IIb

(COD/1/2B.)

Duitsland

7 667 (6)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Spanje

14 260 (6)

Frankrijk

3 718 (6)

Polen

3 035 (6)

Portugal

2 806 (6)

Verenigd Koninkrijk

5 172 (6)

Andere lidstaten

250 (4)  (6)

Unie

36 908 (5)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Kabeljauw en schelvis

Gadus morhua en Melanogrammus aeglefinus

Gebied

:

Wateren van de Faeröer van Vb

(COD/05B-F.) voor kabeljauw;

(HAD/05-F.) voor schelvis

Duitsland

0 (7)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Frankrijk

0 (7)

Verenigd Koninkrijk

0 (7)

Unie

0 (7)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Heilbot

Hippoglossus hippoglossus

Gebied

:

Groenlandse wateren van V en XIV

(HAL/514GRN)

Portugal

118 (8)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Unie

118 (8)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Heilbot

Hippoglossus hippoglossus

Gebied

:

Groenlandse wateren van NAFO 1

(HAL/N01GRN.)

Unie

118 (9)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

TAC

Niet relevant


Soort

:

Grenadiervissen

Macrourus spp.

Gebied

:

Groenlandse wateren van V en XIV

(GRV/514GRN)

Unie

65 (10)  (11)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

TAC

Niet relevant


Soort

:

Grenadiervissen

Macrourus spp.

Gebied

:

Groenlandse wateren van NAFO 1

(GRV/N1GRN.)

Unie

65 (12)  (13)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

TAC

Niet relevant


Soort

:

Lodde

Mallotus villosus

Gebied

:

IIb

(CAP/02B.)

Unie

0

Analytische TAC

TAC

0


Soort

:

Lodde

Mallotus villosus

Gebied

:

Groenlandse wateren van V en XIV

(CAP/514GRN)

Denemarken

0

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Verenigd Koninkrijk

0

Zweden

0

Duitsland

0

Alle lidstaten

0 (14)

Unie

0 (15)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Schelvis

Melanogrammus aeglefinus

Gebied

:

Noorse wateren van I en II

(HAD/1N2AB.)

Duitsland

0 (16)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Frankrijk

0 (16)

Verenigd Koninkrijk

0 (16)

Unie

0 (16)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Blauwe wijting

Micromesistius poutassou

Gebied

:

Wateren van de Faeröer

(WHB/2A4AXF)

Denemarken

0 (17)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Duitsland

0 (17)

Frankrijk

0 (17)

Nederland

0 (17)

Verenigd Koninkrijk

0 (17)

Unie

0 (17)

TAC

0


Soort

:

Leng en blauwe leng

Molva molva en Molva dypterygia

Gebied

:

Wateren van de Faeröer van Vb

(LIN/05B-F.) voor leng;

(BLI/05B-F.) voor blauwe leng

Duitsland

0 (18)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Frankrijk

0 (18)

Verenigd Koninkrijk

0 (18)

Unie

0 (18)

TAC

0


Soort

:

Noorse garnaal

Pandalus borealis

Gebied

:

Groenlandse wateren van V en XIV

(PRA/514GRN)

Denemarken

1 295 (19)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Frankrijk

1 295 (19)

Unie

2 590 (19)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Noorse garnaal

Pandalus borealis

Gebied

:

Groenlandse wateren van NAFO 1

(PRA/N1GRN.)

Denemarken

1 700

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Frankrijk

1 700

Unie

3 400

TAC

Niet relevant


Soort

:

Koolvis

Pollachius virens

Gebied

:

Noorse wateren van I en II

(POK/1N2AB.)

Duitsland

0 (20)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Frankrijk

0 (20)

Verenigd Koninkrijk

0 (20)

Unie

0 (20)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Koolvis

Pollachius virens

Gebied

:

Internationale wateren van I en II

(POK/1/2INT)

Unie

0

Analytische TAC

TAC

Niet relevant


Soort

:

Koolvis

Pollachius virens

Gebied

:

Wateren van de Faeröer van Vb

(POK/05B-F.)

België

0 (21)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Duitsland

0 (21)

Frankrijk

0 (21)

Nederland

0 (21)

Verenigd Koninkrijk

0 (21)

Unie

0 (21)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

Reinhardtius hippoglossoides

Gebied

:

Noorse wateren van I en II

(GHL/1N2AB.)

Duitsland

0 (22)  (23)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Verenigd Koninkrijk

0 (22)  (23)

Unie

0 (22)  (23)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

Reinhardtius hippoglossoides

Gebied

:

Internationale wateren van I en II

(GHL/1/2INT)

Unie

0

Voorzorgs-TAC

TAC

Niet relevant


Soort

:

Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

Reinhardtius hippoglossoides

Gebied

:

Groenlandse wateren van NAFO 1

(GHL/N01GRN.)

Duitsland

1 700 (25)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Unie

1 700 (24)  (25)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

Reinhardtius hippoglossoides

Gebied

:

Groenlandse wateren van V en XIV

(GHL/514GRN)

Duitsland

3 591 (27)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Verenigd Koninkrijk

189 (27)

Unie

3 780 (26)  (27)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Roodbaarzen (ondiep water)

Sebastes spp.

Gebied

:

Wateren van de Unie en internationale wateren van V; internationale wateren van XII en XIV

(RED/51214S)

Estland

0

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Duitsland

0

Spanje

0

Frankrijk

0

Ierland

0

Letland

0

Nederland

0

Polen

0

Portugal

0

Verenigd Koninkrijk

0

Unie

0

TAC

0


Soort

:

Roodbaars (diep pelagisch)

Sebastes spp.

Gebied

:

Wateren van de Unie en internationale wateren van V; internationale wateren van XII en XIV

(RED/51214D)

Estland

93 (28)  (29)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Duitsland

1 883 (28)  (29)

Spanje

331 (28)  (29)

Frankrijk

176 (28)  (29)

Ierland

1 (28)  (29)

Letland

34 (28)  (29)

Nederland

1 (28)  (29)

Polen

170 (28)  (29)

Portugal

396 (28)  (29)

Verenigd Koninkrijk

5 (28)  (29)

Unie

3 090 (28)  (29)

TAC

20 000 (28)  (29)


Soort

:

Roodbaarzen

Sebastes spp.

Gebied

:

Noorse wateren van I en II

(RED/1N2AB.)

Duitsland

0 (30)  (31)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Spanje

0 (30)  (31)

Frankrijk

0 (30)  (31)

Portugal

0 (30)  (31)

Verenigd Koninkrijk

0 (30)  (31)

Unie

0 (30)  (31)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Roodbaarzen

Sebastes spp.

Gebied

:

Internationale wateren van I en II

(RED/1/2INT)

Unie

Niet relevant (32)  (33)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

TAC

19 300


Soort

:

Roodbaarzen (pelagisch)

Sebastes spp.

Gebied

:

Groenlandse wateren van NAFO 1F en Groenlandse wateren van V en XIV

(RED/N1G14P)

Duitsland

1 897 (34)  (35)  (36)  (37)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Frankrijk

10 (34)  (35)  (36)  (37)

Verenigd Koninkrijk

13 (34)  (35)  (36)  (37)

Unie

1 920 (34)  (35)  (36)  (37)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Roodbaarzen (demersaal)

Sebastes spp.

Gebied

:

Groenlandse wateren van NAFO 1F en Groenlandse wateren van V en XIV

(RED/N1G14D)

Duitsland

1 976 (38)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Frankrijk

10 (38)

Verenigd Koninkrijk

14 (38)

Unie

2 000 (38)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Roodbaarzen

Sebastes spp.

Gebied

:

IJslandse wateren van Va

(RED/05A-IS)

België

0 (39)  (40)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Duitsland

0 (39)  (40)

Frankrijk

0 (39)  (40)

Verenigd Koninkrijk

0 (39)  (40)

Unie

0 (39)  (40)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Roodbaarzen

Sebastes spp.

Gebied

:

Wateren van de Faeröer van Vb

(RED/05B-F.)

België

0 (41)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Duitsland

0 (41)

Frankrijk

0 (41)

Verenigd Koninkrijk

0 (41)

Unie

0 (41)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Andere soorten

Gebied

:

Noorse wateren van I en II

(OTH/1N2AB.)

Duitsland

0 (42)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Frankrijk

0 (42)

Verenigd Koninkrijk

0 (42)

Unie

0 (42)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Andere soorten (43)

Gebied

:

Wateren van de Faeröer van Vb

(OTH/05B-F.)

Duitsland

0 (44)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Frankrijk

0 (44)

Verenigd Koninkrijk

0 (44)

Unie

0 (44)

TAC

Niet relevant


Soort

:

Platvissen

Gebied

:

Wateren van de Faeröer van Vb

(FLX/05B-F.)

Duitsland

0 (45)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Frankrijk

0 (45)

Verenigd Koninkrijk

0 (45)

Unie

0 (45)

TAC

Niet relevant


(1)  De visserij is verboden van 1 januari tot 31 maart in de Groenlandse wateren van NAFO-deelgebied 1 ten noorden van 64° 15′ NB.

(2)  Bij het rapporteren van vangsten aan de Commissie worden tevens de in elk van de volgende gebieden gevangen hoeveelheden gerapporteerd: het gereglementeerde gebied van de NEAFC, de wateren van de Unie, de wateren van de Faeröer, de Noorse wateren, de visserijzone rond Jan Mayen, de visserijbeschermingszone rond Svalbard.

Bijzondere voorwaarde:

binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

Noorse wateren ten noorden van 62° NB en de visserijzone rond Jan Mayen (HER/*2AJMN)

0

(3)  Mag niet worden bevist van 1 april tot 31 mei 2014. Mag uitsluitend worden bevist in de Groenlandse wateren van NAFO 1F en ICES XIV in ten minste 2 van de volgende 4 gebieden:

Geografisch gebied

Geografische grenzen

1.

NAFO 1F

Ten westen van 44° 00′ WL en ten zuiden van 60° 45′ NB

2.

ICES XIVb

Ten oosten van 44° 00′ WL en ten zuiden van 62° 30′ NB

3.

ICES XIVb

Ten noorden van 62° 30′ NB en ten westen van 35° 15′ WL

4.

ICES XIVb

Ten oosten van 35° 15′ WL en ten zuiden van 67° 00′ NB

(4)  Met uitzondering van Duitsland, Spanje, Frankrijk, Polen, Portugal en het Verenigd Koninkrijk.

(5)  De toewijzing van het aandeel van het voor de Unie beschikbare kabeljauwbestand in de zone Spitsbergen en Bereneiland en de bijvangsten van schelvis laten de uit het Verdrag van Parijs van 1920 voortvloeiende rechten en verplichtingen geheel onverlet.

(6)  Bijvangsten van schelvis mogen per trek tot 19 % uitmaken. De totale hoeveelheid schelvis in bijvangst komt bovenop het quotum voor kabeljauw.

(7)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(8)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(9)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(10)  Bijzondere voorwaarde: grenadiervis (Coryphaenoides rupestris) (RNG/514GRN) en noordelijke grenadiervis (Macrourus berglax) (RHG/514GRN) mogen niet gericht worden bevist. Ze mogen enkel als bijvangst worden gevangen en moeten afzonderlijk worden gerapporteerd.

(11)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(12)  Bijzondere voorwaarde: grenadiervis (Coryphaenoides rupestris) (RNG/N1GRN.) en noordelijke grenadiervis (Macrourus berglax) (RHG/N1GRN.) mogen niet gericht worden bevist. Ze mogen enkel als bijvangst worden gevangen en moeten afzonderlijk worden gerapporteerd.

(13)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(14)  De lidstaten mogen pas gebruik maken van het quotum voor "alle lidstaten" wanneer hun eigen quotum is opgebruikt. Lidstaten waaraan meer dan 10 % van het quotum van de Unie is toegewezen, mogen het quotum voor "alle lidstaten" evenwel niet gebruiken.

(15)  Te vangen van 1 januari 2014 tot en met 30 april 2014.

(16)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(17)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(18)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(19)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(20)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(21)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(22)  Uitsluitend voor bijvangsten. Binnen dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

(23)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(24)  Moet worden gevangen ten zuiden van 68° NB.

(25)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(26)  Mag met niet meer dan zes vaartuigen tegelijkertijd worden gevangen.

(27)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(28)  Mag alleen worden gevangen binnen het gebied dat begrensd wordt door de lijnen die de punten met de volgende coördinaten met elkaar verbinden:

Punt

Breedtegraad

Lengtegraad

1

64° 45′ NB

28° 30′ WL

2

62° 50′ NB

25° 45′ WL

3

61° 55′ NB

26° 45′ WL

4

61° 00′ NB

26° 30′ WL

5

59° 00′ NB

30° 00′ WL

6

59° 00′ NB

34° 00′ WL

7

61° 30′ NB

34° 00′ WL

8

62° 50′ NB

36° 00′ WL

9

64° 45′ NB

28° 30′ WL

(29)  Mag niet worden gevangen van 1 januari tot en met 9 mei 2014.

(30)  Uitsluitend voor bijvangsten. Binnen dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

(31)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(32)  Er mag enkel worden gevist in de periode van 1 juli tot en met 31 december 2014. De visserij wordt gesloten wanneer de TAC volledig is opgebruikt door de verdragsluitende partijen bij de NEAFC. De Commissie stelt de lidstaten in kennis van de datum waarop het NEAFC-secretariaat de verdragsluitende partijen van de NEAFC heeft meegedeeld dat de TAC volledig is opgebruikt. Vanaf die datum wordt door de lidstaten het gericht vissen op roodbaarzen door vaartuigen die hun vlag voeren, verboden.

(33)  De vaartuigen beperken hun bijvangsten van roodbaarzen in andere visserijtakken tot maximaal 1 % van de totale aan boord gehouden vangst.

(34)  Mag uitsluitend in diep pelagisch water met een pelagische trawl worden bevist van 10 mei tot en met 31 december 2014.

(35)  Mag uitsluitend worden bevist in Groenlandse wateren binnen het beschermingsgebied voor roodbaarzen dat wordt begrensd door de lijnen die de punten met de volgende coördinaten met elkaar verbinden:

Punt

Breedtegraad

Lengtegraad

1

64° 45′ NB

28° 30′ WL

2

62° 50′ NB

25° 45′ WL

3

61° 55′ NB

26° 45′ WL

4

61° 00′ NB

26° 30′ WL

5

59° 00′ NB

30° 00′ WL

6

59° 00′ NB

34° 00′ WL

7

61° 30′ NB

34° 00′ WL

8

62° 50′ NB

36° 00′ WL

9

64° 45′ NB

28° 30′ WL

(36)  Bijzondere voorwaarde: dit quotum mag ook worden bevist in de internationale wateren van bovengenoemd beschermingsgebied voor roodbaarzen (RED/*5-14P).

(37)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(38)  Mag uitsluitend met trawls worden gevangen, en uitsluitend ten noorden en ten westen van de lijn die door de volgende coördinaten wordt bepaald:

Punt

Breedtegraad

Lengtegraad

1

59° 15′ NB

54° 26′ WL

2

59° 15′ NB

44° 00′ WL

3

59° 30′ NB

42° 45′ WL

4

60° 00′ NB

42° 00′ WL

5

62° 00′ NB

40° 30′ WL

6

62° 00′ NB

40° 00′ WL

7

62° 40′ NB

40° 15′ WL

8

63° 09′ NB

39° 40′ WL

9

63° 30′ NB

37° 15′ WL

10

64° 20′ NB

35° 00′ WL

11

65° 15′ NB

32° 30′ WL

12

65° 15′ NB

29° 50′ WL

(39)  Inclusief onvermijdelijke bijvangst (bijvangst van kabeljauw niet toegestaan).

(40)  Mag alleen tussen juli en december 2014 worden gevangen.

(41)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(42)  Uitsluitend voor bijvangsten. Binnen dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

(43)  Exclusief soorten zonder handelswaarde.

(44)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

(45)  Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.


BIJLAGE IC

NOORDWESTELIJKE ATLANTISCHE OCEAAN

NAFO-VERDRAGSGEBIED

Alle TAC′s en visserijvoorschriften zijn vastgesteld in het kader van de NAFO.

Soort

:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied

:

NAFO 2J3KL

(COD/N2J3KL)

Unie

0 (1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

TAC

0 (1)


Soort

:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied

:

NAFO 3NO

(COD/N3NO.)

Unie

0 (3)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

TAC

0 (3)


Soort

:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied

:

NAFO 3M

(COD/N3M.)

Estland

161

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Duitsland

676

Letland

161

Litouwen

161

Polen

552

Spanje

2 077

Frankrijk

290

Portugal

2 850

Verenigd Koninkrijk

1 353

Unie

8 281

TAC

14 521


Soort

:

Witje

Glyptocephalus cynoglossus

Gebied

:

NAFO 2J3KL

(WIT/N2J3KL)

Unie

0 (4)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

TAC

0 (4)


Soort

:

Witje

Glyptocephalus cynoglossus

Gebied

:

NAFO 3NO

(WIT/N3NO.)

Unie

0 (5)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

TAC

0 (5)


Soort

:

Lange schar

Hippoglossoides platessoides

Gebied

:

NAFO 3M

(PLA/N3M.)

Unie

0 (6)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

TAC

0 (6)


Soort

:

Lange schar

Hippoglossoides platessoides

Gebied

:

NAFO 3LNO

(PLA/N3LNO.)

Unie

0 (7)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

TAC

0 (7)


Soort

:

Kortvinpijlinktvis

Illex illecebrosus

Gebied

:

NAFO-deelgebieden 3 en 4

(SQI/N34.)

Estland

128 (8)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Letland

128 (8)

Litouwen

128 (8)

Polen

227 (8)

Unie

Niet relevant (8)  (9)

TAC

34 000


Soort

:

Geelstaartschar

Limanda ferruginea

Gebied

:

NAFO 3LNO

(YEL/N3LNO.)

Unie

0 (10)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

TAC

17 000


Soort

:

Lodde

Mallotus villosus

Gebied

:

NAFO 3NO

(CAP/N3NO.)

Unie

0 (11)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

TAC

0 (11)


Soort

:

Noorse garnaal

Pandalus borealis

Gebied

:

NAFO 3L (12)

(PRA/N3L.)

Estland

48

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Letland

48

Litouwen

48

Polen

48

Spanje

38

Portugal

10

Unie

240

TAC

4 300


Soort

:

Noorse garnaal

Pandalus borealis

Gebied

:

NAFO 3M (13)

(PRA/*N3M.)

TAC

Niet relevant (14)  (15)

Analytische TAC


Soort

:

Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

Reinhardtius hippoglossoides

Gebied

:

NAFO 3 LMNO

(GHL/N3LMNO)

Estland

310

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Duitsland

317

Letland

43

Litouwen

22

Spanje

4 243

Portugal

1 774

Unie

6 709

TAC

11 442


Soort

:

Rog

Rajidae

Gebied

:

NAFO 3LNO

(SKA/N3LNO.)

Estland

283

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Litouwen

62

Spanje

3 403

Portugal

660

Unie

4 408

TAC

7 000


Soort

:

Roodbaarzen

Sebastes spp.

Gebied

:

NAFO 3LN

(RED/N3LN.)

Estland

346

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Duitsland

238

Letland

346

Litouwen

346

Unie

1 276

TAC

7 000


Soort

:

Roodbaarzen

Sebastes spp.

Gebied

:

NAFO 3M

(RED/N3M.)

Estland

1 571 (16)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Duitsland

513 (16)

Letland

1 571 (16)

Litouwen

1 571 (16)

Spanje

233 (16)

Portugal

2 354 (16)

Unie

7 813 (16)

TAC

6 500 (16)


Soort

:

Roodbaarzen

Sebastes spp.

Gebied

:

NAFO 3O

(RED/N3O.)

Spanje

1 771

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Portugal

5 229

Unie

7 000

TAC

20 000


Soort

:

Roodbaarzen

Sebastes spp.

Gebied

:

NAFO-deelgebied 2, sectoren IF en 3K

(RED/N1F3K.)

Letland

0 (17)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Litouwen

0 (17)

Unie

0 (17)

TAC

0 (17)


Soort

:

Witte heek

Urophycis tenuis

Gebied

:

NAFO 3NO

(HKW/N3NO.)

Spanje

255

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Portugal

333

Unie

588 (18)

TAC

1 000


(1)  Binnen dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag binnen dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen met inachtneming van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1386/2007 vastgestelde beperkingen ().

(2)  Verordening (EG) nr. 1386/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 tot vaststelling van instandhoudings- en handhavingsmaatregelen in het gereglementeerde gebied van de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan (PB L 318 van 5.12.2007, blz. 1).

(3)  Binnen dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag binnen dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 000 kg of van 4 % indien dat meer is.

(4)  Binnen dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag binnen dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen met inachtneming van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1386/2007 vastgestelde beperkingen.

(5)  Binnen dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag binnen dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen met inachtneming van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1386/2007 vastgestelde beperkingen.

(6)  Binnen dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag binnen dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen met inachtneming van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1386/2007 vastgestelde beperkingen.

(7)  Binnen dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag binnen dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen met inachtneming van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1386/2007 vastgestelde beperkingen.

(8)  Te vangen van 1 juli tot 31 december 2014.

(9)  Aandeel van de Unie niet nader bepaald. Canada en de lidstaten van de Unie, met uitzondering van Estland, Letland, Litouwen en Polen, kunnen samen beschikken over de volgende hoeveelheid (in ton): 611

(10)  Binnen dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag binnen dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen met inachtneming van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1386/2007 vastgestelde beperkingen.

(11)  Binnen dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag binnen dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen met inachtneming van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1386/2007 vastgestelde beperkingen.

(12)  Met uitzondering van het vak dat wordt begrensd door de volgende coördinaten:

Punt

Noorderbreedte

Westerlengte

1

47° 20′ 0

46° 40′ 0

2

47° 20′ 0

46° 30′ 0

3

46° 00′ 0

46° 30′ 0

4

46° 00′ 0

46° 40′ 0

(13)  De vaartuigen mogen ook op dit bestand vissen in sector 3L, in het vak dat door de volgende coördinaten wordt begrensd:

Punt

Noorderbreedte

Westerlengte

1

47° 20′ 0

46° 40′ 0

2

47° 20′ 0

46° 30′ 0

3

46° 00′ 0

46° 30′ 0

4

46° 00′ 0

46° 40′ 0

Daarnaast wordt de visserij op garnaal van 1 juni tot en met 31 december 2014 verboden in het vak dat door de volgende coördinaten wordt begrensd:

Punt

Noorderbreedte

Westerlengte

1

47° 55′ 0

45° 00′ 0

2

47° 30′ 0

44° 15′ 0

3

46° 55′ 0

44° 15′ 0

4

46° 35′ 0

44° 30′ 0

5

46° 35′ 0

45° 40′ 0

6

47° 30′ 0

45° 40′ 0

7

47° 55′ 0

45° 00′ 0

(14)  Niet relevant. Visserijbeheer door middel van beperkingen van de visserijinspanning. De betrokken lidstaten geven vismachtigingen af voor hun vaartuigen die deze visserij uitoefenen en stellen de Commissie vóór het begin van de activiteiten van de vaartuigen in kennis van deze afgifte overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1224/2009.

Lidstaat

Maximumaantal vaartuigen

Maximumaantal visdagen

Denemarken

0

0

Estland

0

0

Spanje

0

0

Letland

0

0

Litouwen

0

0

Polen

0

0

Portugal

0

0

(15)  Gerichte visserij is niet toegestaan. Deze soort mag binnen dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen met inachtneming van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1386/2007 vastgestelde beperkingen.

(16)  Op voorwaarde dat de voor dit bestand voor alle NAFO-partijen vastgestelde TAC, zoals aangegeven, wordt nageleefd. Binnen die TAC mag vóór 1 juli 2014 niet meer dan de volgende tussentijdse hoeveelheid worden gevangen: 3 250

Wanneer de TAC of de tussentijdse hoeveelheid is opgebruikt, wordt de gerichte visserij op het bestand stopgezet, ongeacht het niveau van de vangsten.

(17)  Binnen dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag binnen dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen met inachtneming van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1386/2007 vastgestelde beperkingen.

(18)  Indien overeenkomstig voetnoot 27 van bijlage IA bij de instandhoudings- en nalevingsmaatregelen van de NAFO een TAC van 2 000 ton door de verdragsluitende partijen met een positieve stemming wordt bekrachtigd, worden de overeenkomstige quota van de Unie en de verschillende lidstaten voor 2014 geacht als volgt te zijn:

Spanje

509

Portugal

667

Unie

1 176


BIJLAGE ID

OVER GROTE AFSTANDEN TREKKENDE SOORTEN - ALLE GEBIEDEN

Deze TAC's worden vastgesteld in het kader van de internationale organisaties voor de tonijnvisserij, zoals de ICCAT.

Soort

:

Blauwvintonijn

Thunnus thynnus

Gebied

:

Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en Middellandse Zee

(BFT/AE45WM)

Cyprus

69,44 (4)  (7)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Griekenland

129,07 (7)

Spanje

2 504,45 (2)  (4)  (7)

Frankrijk

2 471,23 (2)  (3)  (4)  (7)

Kroatië

390,59 (6)  (7)

Italië

1 950,42 (4)  (5)  (7)

Malta

160,02 (4)  (7)

Portugal

235,5 (7)

Andere lidstaten

27,93 (1)  (7)

Unie

7 938,65 (2)  (3)  (4)  (5)  (7)

TAC

13 400


Soort

:

Zwaardvis

Xiphias gladius

Gebied

:

Atlantische Oceaan, ten noorden van 5° NB

(SWO/AN05N)

Spanje

6 886,05 (9)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Portugal

1 325,88 (9)

Andere lidstaten

135,58 (8)  (9)

Unie

8 347,51

TAC

13 700


Soort

:

Zwaardvis

Xiphias gladius

Gebied

:

Atlantische Oceaan, ten zuiden van 5° NB

(SWO/AS05N)

Spanje

4 699,18 (10)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Portugal

442,52 (10)

Unie

5 141,70

TAC

15 000


Soort

:

Noord-Atlantische witte tonijn

Thunnus alalunga

Gebied

:

Atlantische Oceaan, ten noorden van 5° NB

(ALB/AN05N)

Ierland

2 698,68 (13)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Spanje

13 756,51 (13)

Frankrijk

6 972,79 (13)

Verenigd Koninkrijk

334,08 (13)

Portugal

2 772,87 (13)

Unie

26 534,93 (11)

TAC

28 000


Soort

:

Zuid-Atlantische witte tonijn

Thunnus alalunga

Gebied

:

Atlantische Oceaan, ten zuiden van 5° NB

(ALB/AS05N)

Spanje

724,69

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Frankrijk

238,16

Portugal

507,15

Unie

1 470,0

TAC

24 000


Soort

:

Grootoogtonijn

Thunnus obesus

Gebied

:

Atlantische Oceaan

(BET/ATLANT)

Spanje

16 741,74

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Frankrijk

7 927,83

Portugal

4 797,54

Unie

29 467,10

TAC

85 000


Soort

:

Blauwe marlijn

Makaira nigricans

Gebied

:

Atlantische Oceaan

(BUM/ATLANT)

Spanje

27,2

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Frankrijk

397,6

Portugal

55,2

Unie

480,0

TAC

1 985


Soort

:

Witte marlijn

Tetrapturus albidus

Gebied

:

Atlantische Oceaan

(WHM/ATLANT)

Spanje

30,5

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Portugal

19,5

Unie

50,0

TAC

355


(1)  Met uitzondering van Cyprus, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Kroatië, Italië, Malta en Portugal, en uitsluitend als bijvangst.

(2)  Bijzondere voorwaarde: binnen deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm van de in bijlage IV, punt 1, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*8301):

Spanje

382,93

Frankrijk

172,77

Unie

555,71

(3)  Bijzondere voorwaarde: binnen deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn met een gewicht van ten minste 6,4 kg en een lengte van ten minste 70 cm van de in bijlage IV, punt 1, (BFT/*641) bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld:

Frankrijk

100,00

Unie

100,00

(4)  Bijzondere voorwaarde: binnen deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm van de in bijlage IV, punt 2, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*8302):

Spanje

50,09

Frankrijk

49,42

Italië

39,01

Cyprus

3,20

Malta

4,71

Unie

146,43

(5)  Bijzondere voorwaarde: binnen deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm van de in bijlage IV, punt 3, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*643):

Italië

39,01

Unie

39,01

(6)  Bijzondere voorwaarde: binnen deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm voor kweekdoeleinden van de in bijlage IV, punt 3, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*8303F):

Kroatië

351,53

Unie

351,53

(7)  In afwijking van artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 302/2009 is de blauwvintonijnvisserij met ringzegenvaartuigen in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee van 26 mei tot en met 24 juni 2014 toegestaan.

(8)  Met uitzondering van Spanje en Portugal, en uitsluitend als bijvangst.

(9)  Bijzondere voorwaarde: tot 2,39 % van deze hoeveelheid mag in de Atlantische Oceaan, ten zuiden van 5° NB worden gevangen (SWO/*AS05N).

(10)  Bijzondere voorwaarde: tot 3,86 % van deze hoeveelheid mag in de Atlantische Oceaan, ten noorden van 5° NB worden gevangen (SWO/*AN05N).

(11)  Het aantal vissersvaartuigen van de Unie dat op Noord-Atlantische witte tonijn als doelsoort vist, wordt overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 520/2007 () vastgesteld op: 1 253

(12)  Verordening (EG) nr. 520/2007 van de Raad van 7 mei 2007 tot vaststelling van technische maatregelen voor de instandhouding van bepaalde over grote afstanden trekkende visbestanden (PB L 123 van 12.5.2007, blz. 3).

(13)  Het maximumaantal vaartuigen dat de vlag van een lidstaat voert en gericht op Noord-Atlantische witte tonijn mag vissen, is overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 520/2007 als volgt over de lidstaten verdeeld:

Lidstaat

Maximumaantal vaartuigen

Ierland

50,00

Spanje

730,00

Frankrijk

151,00

Verenigd Koninkrijk

12,00

Portugal

310,00


BIJLAGE IE

ANTARCTISCH GEBIED

CCAMLR-VERDRAGSGEBIED

Deze door de CCAMLR vastgestelde TAC's worden niet aan de CCAMLR-leden toegewezen, zodat het aandeel van de Unie onbepaald is. De vangsten staan onder toezicht van het secretariaat van de CCAMLR, dat meedeelt wanneer de visserij moet worden stopgezet omdat de TAC is uitgeput.

Tenzij anders bepaald, zijn deze TAC's van toepassing voor de periode van 1 december 2013 tot en met 30 november 2014.

Soort

:

IJsvis

Champsocephalus gunnari

Gebied

:

FAO 48.3 Antarctische wateren

(ANI/F483.)

TAC

4 635

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing


Soort

:

IJsvis

Champsocephalus gunnari

Gebied

:

FAO 58.5.2 Antarctische wateren (1)

(ANI/F5852.)

TAC

1 267

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing


Soort

:

Scotiazee-ijsvis

Chaenocephalus aceratus

Gebied

:

FAO 48.3 Antarctische wateren

(SSI/F483.)

TAC

2 200 (2)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing


Soort

:

Langsnuitijsvis

Channichthys rhinoceratus

Gebied

:

FAO 58.5.2 Antarctische wateren

(LIC/F5852.)

TAC

150 (3)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing


Soort

:

Zwarte Patagonische ijsheek

Dissostichus eleginoides

Gebied

:

FAO 48.3 Antarctische wateren

(TOP/F483.)

TAC

2 400 (4)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Bijzondere voorwaarden:

Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande deelgebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

Beheersgebied A: 48° WL tot 43°30′ WL – 52° 30′ ZB tot 56° ZB

(TOP/*F483A)

0

Beheersgebied B: 43° 30′ WL tot 40° WL – 52° 30′ ZB tot 56° ZB

(TOP/*F483B)

720

Beheersgebied C: 40° WL tot 33° 30′ WL – 52° 30′ ZB tot 56° ZB

(TOP/*F483C)

1 680


Soort

:

Zwarte Patagonische ijsheek

Dissostichus eleginoides

Gebied

:

FAO 48.4 Noordelijke Antarctische wateren

(TOP/F484N.)

TAC

45 (5)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing


Soort

:

Antarctische ijsheek

Dissostichus mawsoni

Gebied

:

FAO 48.4 Zuidelijke Antarctische wateren

(TOA/F484S.)

TAC

24 (6)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing


Soort

:

Zwarte Patagonische ijsheek

Dissostichus eleginoides

Gebied

:

FAO 58.5.2 Antarctische wateren

(TOP/F5852.)

TAC

2 730 (7)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing


Soort

:

Antarctisch krill

Euphausia superba

Gebied

:

FAO 48

(KRI/F48.)

TAC

5 610 000

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Bijzondere voorwaarden:

Binnen de limieten van een totale gecombineerde vangst van 620 000 ton mag in de onderstaande deelgebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

Sector 48.1 (KRI/*F481.)

155 000

Sector 48.2 (KRI/*F482.)

279 000

Sector 48.3 (KRI/*F483.)

279 000

Sector 48.4 (KRI/*F484.)

93 000


Soort

:

Antarctisch krill

Euphausia superba

Gebied

:

FAO 58.4.1 Antarctische wateren

(KRI/F5841.)

TAC

440 000

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Bijzondere voorwaarden:

Binnen de limieten van het bovenstaande quotum mag in de onderstaande deelgebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

Sector 58.4.1 ten westen van 115° OL

(KRI/*F-41W)

277 000

Sector 58.4.1 ten oosten van 115° OL

(KRI/*F-41E)

163 000


Soort

:

Antarctisch krill

Euphausia superba

Gebied

:

FAO 58.4.2 Antarctische wateren

(KRI/F5842.)

TAC

2 645 000

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Bijzondere voorwaarden:

Binnen de limieten van het bovenstaande quotum mag in de onderstaande deelgebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

Sector 58.4.2 ten westen van 55° OL

(KRI/*F-42W)

260 000

Sector 58.4.2 ten oosten van 55° OL

(KRI/*F-42E)

192 000


Soort

:

Groene Zuidpoolkabeljauw

Gobionotothen gibberifrons

Gebied

:

FAO 48.3 Antarctische wateren

(NOG/F483.)

TAC

1 470 (8)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing


Soort

:

Grijze Zuidpoolkabeljauw

Lepidonotothen squamifrons

Gebied

:

FAO 48.3 Antarctische wateren

(NOS/F483.)

TAC

300 (9)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing


Soort

:

Grijze Zuidpoolkabeljauw

Lepidonotothen squamifrons

Gebied

:

FAO 58.5.2 Antarctische wateren

(NOS/F5852.)

TAC

80 (10)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing


Soort

:

Grenadiervissen

Macrourus spp.

Gebied

:

FAO 58.5.2 Antarctische wateren

(GRV/F5852.)

TAC

360 (11)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing


Soort

:

Grenadiervissen

Macrourus spp.

Gebied

:

FAO 48.3 Antarctische wateren

(GRV/F483.)

TAC

120 (12)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing


Soort

:

Gemarmerde ijsvis

Notothenia rossii

Gebied

:

FAO 48.3 Antarctische wateren

(NOR/F483.)

TAC

300 (13)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing


Soort

:

Krabben

Paralomis spp.

Gebied

:

FAO 48.3 Antarctische wateren

(PAI/F483.)

TAC

0

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing


Soort

:

Georgia-ijsvis

Pseudochaenichthys georgianus

Gebied

:

FAO 48.3 Antarctische wateren

(SGI/F483.)

TAC

300 (14)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing


Soort

:

Roggen

Rajiformes

Gebied

:

FAO 58.5.2 Antarctische wateren

(SRX/F5852.)

TAC

120 (15)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing


Soort

:

Roggen

Rajiformes

Gebied

:

FAO 48.3 Antarctische wateren

(SRX/F483.)

TAC

120 (16)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing


Soort

:

Andere soorten

Gebied

:

FAO 58.5.2 Antarctische wateren

(OTH/F5852.)

TAC

50 (17)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing


(1)  Binnen deze TAC mag visserij worden bedreven in het gedeelte van statistische sector 58.5.2 van de FAO dat is afgebakend door de lijn die loopt:

van het snijpunt van lengtegraad 72° 15′ OL met de grens als vastgesteld bij de overeenkomst inzake de afbakening van de wateren tussen Australië en Frankrijk ("Australia-France Maritime Delimitation Agreement") zuidwaarts langs deze lengtegraad tot het snijpunt daarvan met breedtegraad 53° 25’ ZB;

vervolgens oostwaarts langs deze breedtegraad tot het snijpunt ervan met lengtegraad 74° OL;

daarna langs een geodetische lijn in noordoostelijke richting naar het snijpunt van breedtegraad 52° 40′ ZB met lengtegraad 76° OL;

vervolgens noordwaarts langs deze lengtegraad tot het snijpunt ervan met breedtegraad 52° ZB;

daarna langs een geodetische lijn in noordwestelijke richting naar het snijpunt van breedtegraad 51° ZB met lengtegraad 74° 30′ OL; en

vervolgens langs een geodetische lijn in zuidwestelijke richting naar het beginpunt.

(2)  Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.

(3)  Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.

(4)  Deze TAC is van toepassing voor beugvisserij in de periode van 16 april tot en met 31 augustus 2014 en voor korfvisserij in de periode van 1 december 2013 tot en met 30 november 2014.

(5)  Deze TAC is van toepassing binnen het gebied begrensd door breedtegraden 55° 30′ ZB en 57° 20′ ZB en lengtegraden 25° 30′ WL en 29° 30′ WL.

(6)  Deze TAC is van toepassing binnen het gebied begrensd door breedtegraden 57° 20′ ZB en 60° 00′ ZB en lengtegraden 24° 30′ WL en 29° 00′ WL.

(7)  Deze TAC is uitsluitend van toepassing ten westen van 79° 20′ OL. Het is niet toegestaan ten oosten van deze lengtegraad in deze zone te vissen.

(8)  Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.

(9)  Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.

(10)  Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.

(11)  Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.

(12)  Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.

(13)  Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.

(14)  Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.

(15)  Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.

(16)  Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.

(17)  Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.


BIJLAGE IF

ZUIDOOST-ATLANTISCHE OCEAAN SEAFO-VERDRAGSGEBIED

Deze TAC's worden niet aan de SEAFO-leden toegewezen, zodat het aandeel van de Unie onbepaald is. De vangsten staan onder toezicht van het secretariaat van de SEAFO, dat meedeelt wanneer de visserij moet worden stopgezet omdat de TAC is uitgeput.

Soort

:

Beryx spp.

Beryx spp.

Gebied

:

SEAFO

(ALF/SEAFO)

TAC

200

Voorzorgs-TAC


Soort

:

Rode diepzeekrab

Chaceon spp.

Gebied

:

SEAFO-deelsector B1 (1)

(GER/F47NAM)

TAC

200

Voorzorgs-TAC


Soort

:

Rode diepzeekrab

Chaceon spp.

Gebied

:

SEAFO, met uitzondering van deelsector B1

(GER/F47X)

TAC

200

Voorzorgs-TAC


Soort

:

Zwarte Patagonische ijsheek

Dissostichus eleginoides

Gebied

:

SEAFO deelgebied D

(TOP/F47D)

TAC

276

Voorzorgs-TAC


Soort

:

Atlantische slijmkop

Hoplostethus atlanticus

Gebied

:

SEAFO-deelsector B1 (2)

(ORY/F47NAM)

TAC

0

Voorzorgs-TAC


Soort

:

Atlantische slijmkop

Hoplostethus atlanticus

Gebied

:

SEAFO, met uitzondering van deelsector B1

(ORY/F47X)

TAC

50

Voorzorgs-TAC


(1)  In het kader van deze TAC mag de visserij worden bedreven in het gebied dat wordt begrensd:

ten westen door de lengtegraad 0° OL,

ten noorden door de breedtegraad 20° ZB,

ten zuiden door de breedtegraad 28° ZB, en

ten oosten door de buitengrenzen van de EEZ van Namibië.

(2)  In het kader van deze bijlage mag de visserij worden bedreven in het gebied dat wordt begrensd:

ten westen door de lengtegraad 0° OL,

ten noorden door de breedtegraad 20° ZB,

ten zuiden door de breedtegraad 28° ZB, en

ten oosten door de buitengrenzen van de EEZ van Namibië.


BIJLAGE IG

ZUIDELIJKE BLAUWVINTONIJN - ALLE GEBIEDEN

Soort

:

Zuidelijke blauwvintonijn

Thunnus maccoyii

Gebied

:

Alle gebieden

(SBF/F41-81)

Unie

10 (1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

TAC

12 449


(1)  Uitsluitend voor bijvangsten. Binnen dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.


BIJLAGE IH

WCPFC-VERDRAGSGEBIED

Soort

:

Zwaardvis

Xiphias gladius

Gebied

:

WCFPC-gebied ten zuiden van 20° ZB

(SWO/F7120S)

Unie

3 170,36

Voorzorgs-TAC

TAC

Niet relevant


BIJLAGE IJ

SPRFMO-VERDRAGSGEBIED

Soort

:

Chileense horsmakreel

Trachurus murphyi

Gebied

:

SPRFMO-verdragsgebied

(CJM/SPRFMO)

Duitsland

7 808,07 (1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Nederland

8 463,14 (1)

Litouwen

5 433,05 (1)

Polen

9 341,74 (1)

Unie

31 046 (1)

TAC

Niet relevant


(1)  Voorlopig quotum in afwachting van het resultaat van de tweede jaarvergadering van de SPRFMO-Commissie op 27-31 januari 2014.


BIJLAGE IIA

VISSERIJINSPANNING VOOR VAARTUIGEN IN HET KADER VAN HET BEHEER VAN BEPAALDE KABELJAUW-, SCHOL- EN TONGBESTANDEN IN DE ICES-SECTOREN IIIA, VIA, VIIA, VIID, ICES-DEELGEBIED IV EN DE WATEREN VAN DE UNIE VAN DE ICES-SECTOREN IIA EN VB

1.   Toepassingsgebied

1.1.

Deze bijlage is van toepassing op vaartuigen van de Unie die één van de in bijlage I, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 1342/2008 bedoelde vistuigen aan boord hebben of gebruiken, en aanwezig zijn in één van de in punt 2 gespecificeerde geografische gebieden.

1.2.

Deze bijlage is niet van toepassing op vaartuigen met een lengte over alles van minder dan 10 meter. Deze vaartuigen hoeven niet in het bezit te zijn van een vismachtiging die is afgegeven overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1224/2009. De betrokken lidstaten beoordelen de visserijinspanning voor deze vaartuigen aan de hand van de inspanningsgroep waartoe zij behoren, en gebruiken daarvoor adequate bemonsteringsmethoden. In 2014 verzoekt de Commissie om wetenschappelijk advies teneinde de door deze vaartuigen verrichte inspanning te beoordelen en de betrokken vaartuigen later in de inspanningsregeling op te nemen.

2.   Gereglementeerd tuig en geografische gebieden

Voor de toepassing van deze bijlage gelden de in bijlage I, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 1342/2008 bedoelde vistuigcategorieën ("gereglementeerd vistuig") en de in punt 2 van die bijlage bedoelde groepen geografische gebieden.

3.   Machtigingen

Als een lidstaat dit passend acht om de duurzame uitvoering van deze visserijinspanningsregeling te versterken, kan hij het vissen met gereglementeerd vistuig in geografische gebieden waarop deze bijlage van toepassing is, verbieden voor vaartuigen die zijn vlag voeren, als die nog niet eerder dergelijke visserijactiviteiten hebben bedreven, tenzij hij ervoor zorgt dat in het betrokken gebied een gelijkwaardige capaciteit, gemeten in kilowatt, aan de visserij wordt onttrokken.

4.   Maximale toegestane visserijinspanning

4.1.

De voor de beheersperiode 2014, van 1 februari 2014 tot en met 31 januari 2015, geldende maximale toegestane visserijinspanning bedoeld in artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1342/2008 en in artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 676/2007, per inspanningsgroep en per lidstaat, staat vermeld in aanhangsel 1.

4.2.

De overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1954/2003 (1) vastgestelde maximumniveaus voor de jaarlijkse visserijinspanning laten de in deze bijlage bepaalde maximale toegestane visserijinspanning onverlet.

5.   Beheer

5.1.

De lidstaten beheren de maximale toegestane visserijinspanning overeenkomstig de voorwaarden van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 676/2007, de artikelen 4 en 13 tot en met 17 van Verordening (EG) nr. 1342/2008en de artikelen 26 tot en met 35 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.

5.2.

Een lidstaat mag beheersperioden vaststellen voor de toewijzing van de volledige maximale toegestane inspanning, of delen daarvan, aan afzonderlijke vaartuigen of groepen vaartuigen. In dat geval wordt het aantal dagen of uren tijdens welke een vaartuig gedurende een beheersperiode in het betrokken gebied aanwezig mag zijn, door de betrokken lidstaat zelf vastgesteld. Tijdens dergelijke beheersperioden kan de betrokken lidstaat de inspanning herverdelen tussen afzonderlijke vaartuigen of groepen vaartuigen.

5.3.

Lidstaten die de aanwezigheid van vaartuigen die hun vlag voeren, in een gebied per uur vaststellen, moeten de benutting van de dagen blijven meten overeenkomstig de in punt 5.1 bedoelde voorwaarden. Op verzoek van de Commissie moet de betrokken lidstaat aantonen welke voorzorgsmaatregelen hij heeft genomen ter voorkoming van excessieve benutting van de inspanning in het gebied wanneer een vaartuig zijn aanwezigheden in het gebied beëindigt vóór het einde van een periode van 24 uur.

6.   Visserijinspanningsverslag

Artikel 28 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 geldt voor vaartuigen die binnen het toepassingsgebied van deze bijlage vallen. Als het in dat artikel bedoelde geografische gebied wordt, voor kabeljauwbeheer, elk van de in punt 2 bedoelde geografische gebieden aangemerkt.

7.   Mededeling van relevante gegevens

De lidstaten zenden de gegevens over de visserijinspanning van hun vissersvaartuigen aan de Commissie toe overeenkomstig de artikelen 33 en 34 van Verordening (EG) nr. 1224/2009. De gegevens worden toegezonden via het systeem voor de uitwisseling van visserijgegevens (Fisheries Data Exchange System) of een ander door de Commissie in te voeren systeem voor de verzameling van gegevens.


(1)  Verordening (EG) nr. 1954/2003 van de Raad van 4 november 2003 betreffende het beheer van de visserijinspanning voor bepaalde vangstgebieden en visbestanden van de Gemeenschap (PB L 289 van 7.11.2003, blz. 1).

Aanhangsel 1 van bijlage IIA

Maximale toegestane visserijinspanning in kilowattdagen

a)   Kattegat:

Gereglementeerd vistuig

DK

DE

SE

TR1

197 929

4 212

16 610

TR2

830 041

5 240

327 506

TR3

441 872

0

490

BT1

0

0

0

BT2

0

0

0

GN

115 456

26 534

13 102

GT

22 645

0

22 060

LL

1 100

0

25 339


b)   Skagerrak, het gedeelte van ICES-sector IIIa dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort; ICES-deelgebied IV en de wateren van de Unie van ICES-sector IIa; ICES-sector VIId:

Gereglementeerd vistuig

BE

DK

DE

ES

FR

IE

NL

SE

UK

TR1

895

3 385 928

954 390

1 409

1 505 354

157

257 266

172 064

6 185 460

TR2

193 676

2 841 906

357 193

0

6 496 811

10 976

748 027

604 071

5 127 906

TR3

0

2 545 009

257

0

101 316

0

36 617

1 024

8 482

BT1

1 427 574

1 157 265

29 271

0

0

0

999 808

0

1 739 759

BT2

5 401 395

79 212

1 375 400

0

1 202 818

0

28 307 876

0

6 116 437

GN

163 531

2 307 977

224 484

0

342 579

0

438 664

74 925

546 303

GT

0

224 124

467

0

4 338 315

0

0

48 968

14 004

LL

0

56 312

0

245

125 141

0

0

110 468

134 880


c)   ICES-sector VIIa:

Gereglementeerd vistuig

BE

FR

IE

NL

UK

TR1

0

48 193

33 539

0

339 592

TR2

10 166

744

475 649

0

1 086 399

TR3

0

0

1 422

0

0

BT1

0

0

0

0

0

BT2

843 782

0

514 584

200 000

111 693

GN

0

471

18 255

0

5 970

GT

0

0

0

0

158

LL

0

0

0

0

70 614


d)   ICES-sector VIa en de wateren van de Unie van ICES-sector Vb:

Gereglementeerd vistuig

BE

DE

ES

FR

IE

UK

TR1

0

9 320

249 152

1 057 828

428 820

1 033 273

TR2

0

0

0

34 926

14 371

2 972 845

TR3

0

0

0

0

273

16 027

BT1

0

0

0

0

0

117 544

BT2

0

0

0

0

3 801

4 626

GN

0

35 442

13 836

302 917

5 697

213 454

GT

0

0

0

0

1 953

145

LL

0

0

1 402 142

184 354

4 250

630 040


BIJLAGE IIB

VISSERIJINSPANNING VOOR VAARTUIGEN IN HET KADER VAN HET HERSTEL VAN BEPAALDE ZUIDELIJKE HEEKBESTANDEN EN LANGOUSTINEBESTANDEN IN DE ICES-SECTOREN VIIIc EN IXa, MET UITZONDERING VAN DE GOLF VAN CADIZ

HOOFDSTUK I

Algemene bepalingen

1.   Toepassingsgebied

Deze bijlage is van toepassing op vaartuigen van de Unie met een lengte over alles van 10 meter of meer, die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2166/2005 trawls, Deense zegennetten of soortgelijk vistuig met een maaswijdte van 32 mm of meer en kieuwnetten met een maaswijdte van 60 mm of meer of grondbeugen aan boord hebben of gebruiken, en aanwezig zijn in de ICES-sectoren VIIIc en IXa, met uitzondering van de Golf van Cádiz.

2.   Definities

Voor de toepassing van deze bijlage wordt verstaan onder:

a)   "vistuiggroep": de groep die bestaat uit de volgende twee vistuigcategorieën:

i)

trawls, Deense zegennetten of soortgelijk vistuig met een maaswijdte van 32 mm of meer, en

ii)

kieuwnetten met een maaswijdte van 60 mm of meer en grondbeugen;

b)   "gereglementeerd tuig": vistuig van de twee vistuigcategorieën die tot de vistuiggroep behoren;

c)   "gebied": de ICES-sectoren VIIIc en IXa, met uitzondering van de Golf van Cádiz;

d)   "beheersperiode 2014": de periode van 1 februari 2014 tot en met 31 januari 2015;

e)   "bijzondere voorwaarden": de in punt 6.1 genoemde bijzondere voorwaarden.

3.   Activiteitsbeperkingen

Onverminderd artikel 29 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 zorgen de lidstaten ervoor dat vaartuigen van de Unie die hun vlag voeren, niet langer dan het in hoofdstuk III van deze bijlage bepaalde aantal dagen aanwezig zijn in het gebied wanneer zij gereglementeerd vistuig aan boord hebben.

HOOFDSTUK II

Machtigingen

4.   Gemachtigde vaartuigen

4.1.

Een lidstaat verleent vaartuigen die zijn vlag voeren, geen toestemming voor visserijactiviteiten met gereglementeerd vistuig in het gebied wanneer deze vaartuigen in dat gebied in de jaren 2002 tot en met 2013 geen visserijactiviteiten van die aard - de visserijactiviteiten ingevolge een overdracht van dagen tussen vissersvaartuigen niet meegerekend - hebben bedreven, tenzij hij ervoor zorgt dat een gelijkwaardige capaciteit, gemeten in kilowatt, aan de visserij in het gebied wordt onttrokken.

4.2.

Een vaartuig dat de vlag voert van een lidstaat die geen quota heeft in het gebied, mag in dat gebied niet vissen met gereglementeerd vistuig, tenzij het vaartuig na een overdracht een quotum krijgt toegewezen uit hoofde van artikel 20, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2371/2002 en zeedagen krijgt overeenkomstig punt 11 of punt 12 van deze bijlage.

HOOFDSTUK III

Aan vaartuigen van de unie toegewezen aantal dagen van aanwezigheid in het gebied

5.   Maximumaantal dagen

5.1.

Het maximumaantal zeedagen waarvoor een lidstaat tijdens de beheersperiode 2014 een onder zijn vlag varend vaartuig mag toestaan om in het gebied aanwezig te zijn met gereglementeerd vistuig aan boord, staat vermeld in tabel I.

5.2.

Wanneer een vaartuig kan aantonen dat zijn heekvangsten minder bedragen dan 4 % van het totale levende gewicht van de tijdens een bepaalde visreis gevangen vis, wordt aan de vlaggenlidstaat van het vaartuig toegestaan de met die visreis gepaard gaande zeedagen niet in mindering te brengen op het van toepassing zijnde maximumaantal zeedagen als vastgesteld in tabel I.

6.   Bijzondere voorwaarden voor de toewijzing van dagen

6.1.

Voor de vaststelling van het maximumaantal zeedagen dat een vaartuig van de Unie na toestemming van zijn vlaggenlidstaat in het gebied aanwezig mag zijn, gelden de onderstaande bijzondere voorwaarden overeenkomstig tabel I:

a)

de totale aanlanding van heek door het betrokken vaartuig in 2011 of 2012 moet minder dan 5 ton bedragen volgens de aanlanding in levend gewicht; en

b)

de totale aanlanding van langoustine door het betrokken vaartuig in 2011 of 2012 moet minder dan 2,5 ton bedragen volgens de aanlanding in levend gewicht.

6.2.

Wanneer een vaartuig een onbeperkt aantal dagen geniet omdat het voldoet aan de bijzondere voorwaarden, mag de aanlanding van het vaartuig in de beheersperiode 2014 niet meer bedragen dan 5 ton van de totale aanlanding in levend gewicht van heek en 2,5 ton van de totale aanlanding in levend gewicht van langoustine.

6.3.

Wanneer een vaartuig niet aan de betrokken bijzondere voorwaarde(n) voldoet, verliest het met onmiddellijke ingang het recht op de toewijzing van het aantal dagen dat met die bijzondere voorwaarde overeenstemt.

6.4.

De toepassing van de in punt 6.1 genoemde bijzondere voorwaarden kan worden overgedragen naar één of meer andere vaartuigen die dat vaartuig in de vloot vervangen, mits het vervangende vaartuig soortgelijk vistuig gebruikt en niet in enig eerder jaar grotere dan de in punt 6.1 vermelde hoeveelheden heek en langoustine heeft aangeland.

Tabel I

Maximumaantal dagen per jaar waarop een vaartuig in het gebied aanwezig mag zijn, per vistuig

Bijzondere voorwaarde

Gereglementeerd vistuig

Maximumaantal dagen

 

Bodemtrawls, Deense zegennetten en soortgelijke trawls met een maaswijdte ≥ 32 mm, kieuwnetten met een maaswijdte ≥ 60 mm en grondbeugen

ES

127

FR

121

PT

126

6.1.a) en 6.1.b)

Bodemtrawls, Deense zegennetten en soortgelijke trawls met een maaswijdte ≥ 32 mm, kieuwnetten met een maaswijdte ≥ 60 mm en grondbeugen

Onbeperkt

7.   Kilowattdagensysteem

7.1.

De lidstaten mogen de hun toegewezen visserijinspanning beheren aan de hand van een kilowattdagensysteem. Op grond van dat systeem mogen zij een vaartuig, met betrekking tot de in tabel I opgenomen soorten gereglementeerd vistuig en bijzondere voorwaarden, toestaan om gedurende een maximumaantal dagen dat verschilt van het in die tabel vastgestelde aantal, aanwezig te zijn in het gebied, mits het totale aantal kilowattdagen dat met het gereglementeerde vistuig en de bijzondere voorwaarden overeenstemt, in acht wordt genomen.

7.2.

Het totale aantal kilowattdagen is de som van alle individuele visserijinspanningen die zijn toegewezen aan de vaartuigen die de vlag van die lidstaat voeren en in aanmerking komen voor het gereglementeerde vistuig en, in voorkomend geval, de bijzondere voorwaarden. Deze individuele visserijinspanningen worden berekend in kilowattdagen door het motorvermogen van elk vaartuig te vermenigvuldigen met het aantal zeedagen waarover het betrokken vaartuig overeenkomstig tabel I zou beschikken als punt 7.1 niet werd toegepast. Zolang het aantal dagen overeenkomstig tabel I onbeperkt is, bedraagt het aantal dagen waarover het vaartuig zou beschikken, 360.

7.3.

Lidstaten die gebruik wensen te maken van het in punt 7.1 bedoelde systeem, dienen bij de Commissie een verzoek in met elektronische verslagen waarin voor de in tabel I vermelde vistuiggroep en bijzondere voorwaarden de uitvoerige berekening wordt vermeld op basis van:

a)

de lijst van vaartuigen die mogen vissen, met vermelding van hun nummer in het vissersvlootregister van de Unie (CFR) en hun motorvermogen;

b)

de vangstcijfers van dergelijke vaartuigen voor 2011 en 2012, waaruit de in de bijzondere voorwaarden als bedoeld in punt 6.1, onder a) of b), vastgestelde vangstsamenstelling blijkt, indien deze vaartuigen aan deze bijzondere voorwaarden voldoen;

c)

het aantal zeedagen dat elk vaartuig overeenkomstig tabel I oorspronkelijk had mogen vissen en het aantal zeedagen waarover elk vaartuig bij toepassing van punt 7.1 zou beschikken.

7.4.

Op basis van dit verzoek gaat de Commissie na of aan de in punt 7 bedoelde voorwaarden is voldaan en kan zij, indien van toepassing, de betrokken lidstaat toestemming verlenen om gebruik te maken van het in punt 7.1 bedoelde systeem.

8.   Toewijzing van extra dagen voor de definitieve beëindiging van visserijactiviteiten

8.1.

De Commissie kan een lidstaat extra zeedagen toekennen gedurende welke een vaartuig toestemming van zijn vlaggenlidstaat kan krijgen om in het gebied aanwezig te zijn met gereglementeerd vistuig aan boord, en wel op basis van de definitieve beëindiging van visserijactiviteiten tussen 1 februari 2013 en 31 januari 2014 overeenkomstig artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1198/2006 (1) of Verordening (EG) nr. 744/2008 (2). Definitieve beëindigingen ingevolge andere omstandigheden kunnen door de Commissie per geval in overweging worden genomen na een schriftelijk en naar behoren gemotiveerd verzoek van de betrokken lidstaat. In dat schriftelijk verzoek wordt vermeld om welke vaartuigen het gaat en wordt voor elk daarvan bevestigd dat zij niet opnieuw visserijactiviteiten zullen beginnen.

8.2.

De in kilowatt gemeten visserijinspanning die vaartuigen waarvan de activiteiten zijn beëindigd, in 2003 met het gereglementeerde vistuig hebben geleverd, wordt gedeeld door de inspanning die alle vaartuigen in 2003 met dat vistuig hebben geleverd. Het aantal extra zeedagen wordt vervolgens berekend door de aldus verkregen ratio te vermenigvuldigen met het aantal dagen dat overeenkomstig tabel I zou zijn toegewezen. Het resultaat van die berekening wordt afgerond op de meest nabije hele dag.

8.3.

De punten 8.1 en 8.2 zijn niet van toepassing wanneer een vaartuig overeenkomstig punt 3 of punt 6.4 is vervangen of wanneer de onttrekking reeds in de voorgaande jaren is benut om extra zeedagen te krijgen.

8.4.

Lidstaten die gebruik wensen te maken van de in punt 8.1 bedoelde toewijzingen, dienen uiterlijk op 15 juni 2014 bij de Commissie een verzoek in, vergezeld van elektronische verslagen waarin voor de in tabel I vermelde vistuiggroep en bijzondere voorwaarden de uitvoerige berekening wordt vermeld op basis van:

a)

de lijst van vaartuigen waarvan de activiteiten zijn beëindigd, met vermelding van hun nummer in het vissersvlootregister van de Unie (CFR) en hun motorvermogen;

b)

de in 2003 door die vaartuigen verrichte visserijactiviteit, berekend in zeedagen volgens vistuiggroep en, zo nodig, per bijzondere voorwaarde.

8.5.

Op basis van het verzoek van een lidstaat kan de Commissie aan die lidstaat middels uitvoeringshandelingen een aantal dagen bovenop het in punt 5.1 bedoelde aantal dagen toekennen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 42, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

8.6.

Tijdens de beheersperiode 2014 mag een lidstaat deze extra zeedagen herverdelen tussen alle of sommige vaartuigen die nog steeds deel uitmaken van de vloot en die voldoen aan de voorwaarde betreffende het gereglementeerde vistuig. Overdracht van extra dagen van een vaartuig waarvan de activiteiten zijn beëindigd en dat in aanmerking kwam voor één van de in punt 6.1, onder a) of b), genoemde bijzondere voorwaarden, naar een actief vaartuig dat niet in aanmerking komt voor een bijzondere voorwaarde, is niet toegestaan.

8.7.

Als de Commissie extra zeedagen toewijst wegens de definitieve beëindiging van visserijactiviteiten in de beheersperiode 2014, wordt het in tabel I vermelde maximumaantal dagen per lidstaat of vistuig dienovereenkomstig aangepast voor de beheersperiode 2014.

9.   Toewijzing van extra dagen voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers

9.1.

De Commissie kan op basis van een programma voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers in het kader van een partnerschap tussen wetenschappers en de visserijsector een lidstaat drie extra dagen van aanwezigheid in het gebied toewijzen voor vaartuigen met gereglementeerd vistuig aan boord. Dergelijke programma's hebben met name betrekking op teruggooiniveaus en vangstsamenstelling en gaan inzake gegevensverzameling verder dan de vereisten die zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 199/2008 (3) en de uitvoeringsbepalingen daarvan voor nationale programma's.

9.2.

De wetenschappelijke waarnemers zijn onafhankelijk van de eigenaar, van de kapitein van het vaartuig en van de bemanning.

9.3.

Een lidstaat die gebruik wenst te maken van de in punt 9.1 bedoelde toewijzingen, dient bij de Commissie ter goedkeuring een beschrijving van zijn programma voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers in.

9.4.

Op basis van die beschrijving en na overleg met het WTECV kan de Commissie aan de betrokken lidstaat middels uitvoeringshandelingen een aantal dagen toekennen bovenop het in punt 5.1 bedoelde aantal dagen voor die lidstaat en voor de vaartuigen, het gebied en het vistuig waarvoor het programma voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers geldt. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 42, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

9.5.

Wanneer een door een lidstaat ingediend programma voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers reeds in het verleden door de Commissie werd goedgekeurd en de betrokken lidstaat dit programma ongewijzigd wil blijven toepassen, stelt deze de Commissie vier weken vóór het begin van de periode waarvoor dit programma van toepassing is, in kennis van de voortzetting ervan.

HOOFDSTUK IV

Beheer

10.   Algemene verplichting

De lidstaten beheren de maximale toegestane visserijinspanning overeenkomstig de voorwaarden van artikel 8 van Verordening (EG) nr. 2166/2005 en de artikelen 26 tot en met 35 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.

11.   Beheersperioden

11.1.

Een lidstaat mag het in tabel I vermelde aantal dagen van aanwezigheid in het gebied verdelen over beheersperioden met een duur van één of meer kalendermaanden.

11.2.

Het aantal dagen of uren tijdens welke een vaartuig gedurende een beheersperiode in het betrokken gebied aanwezig mag zijn, wordt door de betrokken lidstaat vastgesteld.

11.3.

Lidstaten die de aanwezigheid van vaartuigen die hun vlag voeren in een gebied per uur vaststellen, blijven de benutting van de dagen meten overeenkomstig punt 10. Op verzoek van de Commissie moet de lidstaat aantonen welke voorzorgsmaatregelen hij heeft genomen ter voorkoming van een excessieve benutting van dagen in het gebied wanneer een vaartuig zijn aanwezigheden in het gebied beëindigt vóórdat een periode van 24 uur is afgelopen.

HOOFDSTUK V

Uitwisseling van toegewezen visserijinspanningen

12.   Overdracht van dagen tussen vissersvaartuigen die de vlag van dezelfde lidstaat voeren

12.1.

Een lidstaat kan vaartuigen die zijn vlag voeren, toestaan om dagen tijdens welke zij in het gebied aanwezig mogen zijn, voor hetzelfde gebied over te dragen aan een ander vaartuig dat zijn vlag voert, mits het product van het door een vaartuig ontvangen aantal dagen en het motorvermogen in kilowatt van dat vaartuig (kilowattdagen) gelijk is aan of kleiner is dan het product van het door het overdragende vaartuig overgedragen aantal dagen en het motorvermogen in kilowatt van dat vaartuig. Als motorvermogen in kilowatt van een vaartuig geldt het voor dat vaartuig in het vissersvlootregister van de Unie geregistreerde vermogen.

12.2.

Het product van het overeenkomstig punt 12.1 overgedragen totale aantal dagen van aanwezigheid in het betrokken gebied en het motorvermogen in kilowatt van het overdragende vaartuig mag niet groter zijn dan het product van het geregistreerde gemiddelde aantal dagen per jaar dat het overdragende vaartuig in 2011 en 2012 in het gebied heeft doorgebracht, zoals bevestigd in het visserijlogboek, en het motorvermogen in kilowatt van dat vaartuig.

12.3.

Het overdragen van dagen overeenkomstig punt 12.1 is toegestaan tussen vaartuigen die werken met gereglementeerd vistuig en gedurende dezelfde beheersperiode.

12.4.

Het overdragen van dagen is alleen toegestaan voor vaartuigen waaraan visdagen zijn toegewezen zonder toepassing van bijzondere voorwaarden.

12.5.

Op verzoek van de Commissie verstrekken de lidstaten informatie over de overdrachten die hebben plaatsgevonden. Spreadsheetformats voor het verzamelen en doorsturen van de in dit punt bedoelde informatie kunnen door de Commissie middels uitvoeringshandelingen worden opgesteld. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 42, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

13.   Overdracht van dagen tussen vissersvaartuigen die de vlag van verschillende lidstaten voeren

Elke lidstaat mag vissersvaartuigen die zijn vlag voeren, toestaan om dagen van aanwezigheid in het gebied binnen dezelfde beheersperiode en binnen hetzelfde gebied over te dragen aan een vissersvaartuig dat de vlag van een andere lidstaat voert, mits de punten 4.1 en 4.2 en 12 van overeenkomstige toepassing zijn. Wanneer een lidstaat besluit toestemming voor een dergelijke overdracht te verlenen, stelt hij de Commissie, voordat de overdracht plaatsvindt, in kennis van gedetailleerde gegevens over de overdracht, met name van het aantal over te dragen dagen, de visserijinspanning en, in voorkomend geval, de quota waarop de overdracht betrekking heeft.

HOOFDSTUK VI

Rapportageverplichtingen

14.   Visserijinspanningsverslag

Artikel 28 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 geldt voor vaartuigen die binnen het toepassingsgebied van deze bijlage vallen. Het in dat artikel bedoelde geografische gebied is het in punt 2 van deze bijlage bedoelde gebied.

15.   Verzameling van relevante gegevens

Op basis van de gegevens die worden gebruikt voor het beheer van de dagen van aanwezigheid in het gebied overeenkomstig deze bijlage, verzamelen de lidstaten voor ieder kwartaal de gegevens betreffende de totale visserijinspanning in het gebied voor gesleept vistuig en staand vistuig, de inspanning van vaartuigen die verschillende soorten vistuig gebruiken in het gebied, en het motorvermogen van deze vaartuigen in kilowattdagen.

16.   Mededeling van relevante gegevens

Op verzoek van de Commissie delen de lidstaten de in punt 15 vermelde gegevens in het in de tabellen II en III bedoelde format aan de Commissie mee door toezending van een spreadsheet aan het juiste e-mailadres, dat door de Commissie aan de lidstaten wordt meegedeeld. Op verzoek van de Commissie doen de lidstaten de Commissie ook gedetailleerde gegevens toekomen over de toegewezen en verrichte visserijinspanning voor het geheel of voor gedeelten van de beheersperioden 2013 en 2014, in het in de tabellen IV en V bedoelde gegevensformat.

Tabel II

Rapportageformat voor informatie betreffende de kW-dagen, per jaar

Lidstaat

Vistuig

Jaar

Aangifte van de cumulatieve inspanning

(1)

(2)

(3)

(4)


Tabel III

Gegevensformat voor informatie betreffende de kW-dagen, per jaar

Naam van het veld

Maximumaantal letters/cijfers

Richting (4)

L(inks)/R(echts)

Definitie en opmerkingen

(1)

Lidstaat

3

 

Lidstaat (ISO-drielettercode) waar het vaartuig is geregistreerd

(2)

Vistuig

2

 

Eén van de volgende vistuigtypes:

TR

=

trawlnetten, Deense zegens en soortgelijk vistuig ≥ 32 mm

GN

=

kieuwnetten ≥ 60 mm

LL

=

grondbeugen

(3)

Jaar

4

 

2006, 2007, 2008, 2009, 2010, 2011, 2012, 2013 of 2014

(4)

Aangifte van de cumulatieve inspanning

7

R

Cumulatieve visserijinspanning in kilowattdagen vanaf 1 januari tot en met 31 december van het betrokken jaar


Tabel IV

Rapportageformat voor vaartuiggerelateerde informatie

Lidstaat

CFR

Externe kentekens

Duur van de beheersperiode

Aangegeven vistuig

Bijzondere voorwaarde voor het aangegeven vistuig

Toegewezen aantal dagen per aangegeven vistuig

Aantal dagen waarop het aangegeven vistuig is gebruikt

Overgedragen dagen

Nr. 1

Nr. 2

Nr. 3

Nr. 1

Nr. 2

Nr. 3

Nr. 1

Nr. 2

Nr. 3

Nr. 1

Nr. 2

Nr. 3

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(5)

(5)

(5)

(6)

(6)

(6)

(6)

(7)

(7)

(7)

(7)

(8)

(8)

(8)

(8)

(9)


Tabel V

Gegevensformat voor vaartuiggerelateerde informatie

Naam van het veld

Maximumaantal letters/cijfers

Richting (5) L(inks)/R(echts)

Definitie en opmerkingen

(1)

Lidstaat

3

 

Lidstaat (ISO-drielettercode) waar het vaartuig is geregistreerd

(2)

CFR

12

 

Nummer in vissersvlootregister van de Unie (CFR)

Uniek identificatienummer van het vissersvaartuig.

Lidstaat (ISO-drielettercode) gevolgd door een identificatiereeks (9 tekens). Indien een reeks minder dan 9 tekens telt, moeten aan de linkerkant nullen worden toegevoegd.

(3)

Uitwendige kentekens

14

L

Overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 1381/87 (6)

(4)

Duur van de beheersperiode

2

L

Duur van de beheersperiode in maanden

(5)

Aangegeven vistuig

2

L

Eén van de volgende vistuigtypes:

TR

=

trawlnetten, Deense zegens en soortgelijk vistuig ≥ 32 mm

GN

=

kieuwnetten ≥ 60 mm

LL

=

grondbeugen

(6)

Bijzondere voorwaarde voor het aangegeven vistuig

2

L

Geef aan of, en zo ja welke, van de in punt 6.1, onder a) of b), van bijlage IIB genoemde bijzondere voorwaarden van toepassing zijn.

(7)

Toegewezen aantal dagen per aangegeven vistuig

3

L

Aantal dagen dat overeenkomstig bijlage IIB aan het vaartuig is toegewezen voor het aangegeven vistuig en de aangegeven beheersperiode.

(8)

Aantal dagen waarop het aangegeven vistuig is gebruikt

3

L

Aantal dagen dat het vaartuig effectief in het gebied heeft doorgebracht met gebruikmaking van het aangegeven vistuig gedurende de aangegeven beheersperiode.

(9)

Overgedragen dagen

4

L

Vermeld voor overgedragen dagen "– aantal overgedragen dagen" en voor ontvangen dagen "+ aantal overgedragen dagen".


(1)  Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

(2)  Verordening (EG) nr. 744/2008 van de Raad van 24 juli 2008 tot instelling van een tijdelijke specifieke actie ter bevordering van de herstructurering van de door de economische crisis getroffen vissersvloten van de Europese Gemeenschap (PB L 202 van 31.7.2008, blz. 1).

(3)  Verordening (EG) nr. 199/2008 van de Raad van 25 februari 2008 betreffende de instelling van een communautair kader voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector en voor de ondersteuning van wetenschappelijk advies over het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 60 van 5.3.2008, blz. 1).

(4)  Relevante informatie voor de verstrekking van gegevens volgens een format met vaste lengte.

(5)  Relevante informatie voor de verstrekking van gegevens volgens een format met vaste lengte.

(6)  Verordening (EEG) nr. 1381/87 van de Commissie van 20 mei 1987 inzake uitvoerings-bepalingen met betrekking tot kentekens voor vissersvaartuigen en met betrekking tot documenten aan boord van die vaartuigen (PB L 132 van 21.5.1987, blz. 9).


BIJLAGE IIC

VISSERIJINSPANNING VOOR VAARTUIGEN IN HET KADER VAN HET BEHEER VAN DE TONGBESTANDEN IN HET WESTELIJKE KANAAL IN ICES-SECTOR VIIe

HOOFDSTUK I

Algemene bepalingen

1.   Toepassingsgebied

1.1.

Deze bijlage is van toepassing op vaartuigen van de Unie met een lengte over alles van 10 meter of meer, die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 509/2007 boomkorren met een maaswijdte van 80 mm of meer en staande netten met inbegrip van kieuwnetten, schakelnetten en warrelnetten, met een maaswijdte van maximaal 220 mm aan boord hebben of gebruiken en die aanwezig zijn in ICES-sector VIIe. Voor de toepassing van deze bijlage wordt onder de beheersperiode 2014 verstaan de periode van 1 februari 2014 tot en met 31 januari 2015.

1.2.

Vaartuigen die vissen met staande netten met een maaswijdte van 120 mm of meer en die volgens hun visserijgegevens in de drie voorgaande jaren minder dan 300 kg levend gewicht aan tong per jaar hebben gevangen, zijn vrijgesteld van de toepassing van deze bijlage, mits:

a)

deze vaartuigen tijdens de beheersperiode 2014 minder dan 300 kg levend gewicht tong vangen;

b)

deze vaartuigen op zee geen vis overladen op een ander vaartuig;

c)

elke betrokken lidstaat uiterlijk op 31 juli 2014 en 31 januari 2015 bij de Commissie een verslag indient over de op tong betrekking hebbende vangstcijfers voor deze vaartuigen voor de laatste drie jaar, en over de tongvangst in 2014.

Wanneer aan één van deze voorwaarden niet is voldaan, zijn de betrokken vaartuigen met onmiddellijke ingang niet meer vrijgesteld van de toepassing van deze bijlage.

2.   Definities

Voor de toepassing van deze bijlage gelden de volgende definities:

a)   "vistuiggroep": de groep die bestaat uit de volgende twee vistuigcategorieën:

i)

boomkorren met een maaswijdte van 80 mm of meer, en

ii)

staande netten met inbegrip van kieuwnetten, schakelnetten en warrelnetten, met een maaswijdte van maximaal 220 mm;

b)   "gereglementeerd tuig": vistuig van de twee vistuigcategorieën die tot de vistuiggroep behoren;

c)   "gebied": ICES-sector VIIe;

d)   "beheersperiode 2014": de periode van 1 februari 2014 tot en met 31 januari 2015.

3.   Activiteitsbeperkingen

Onverminderd artikel 29 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 zorgen de lidstaten ervoor dat vaartuigen van de Unie die hun vlag voeren en in de Unie zijn geregistreerd, niet langer dan het in hoofdstuk III van deze bijlage bepaalde aantal dagen aanwezig zijn in het gebied wanneer zij gereglementeerd vistuig aan boord hebben.

HOOFDSTUK II

Machtigingen

4.   Gemachtigde vaartuigen

4.1

Een lidstaat mag vaartuigen die zijn vlag voeren, geen toestemming verlenen voor visserijactiviteiten in het betrokken gebied met gereglementeerd vistuig, als deze vaartuigen in de jaren 2002 tot en met 2013 nog niet eerder dergelijke visserijactiviteiten in het betrokken gebied hebben bedreven, tenzij hij ervoor zorgt dat een gelijkwaardige capaciteit, gemeten in kilowatt, aan de visserij in het gebied wordt onttrokken.

4.2

Aan vaartuigen die wel met gereglementeerd vistuig hebben gevist, kan evenwel toestemming worden verleend om een ander vistuig te gebruiken, mits het aantal dagen dat voor het laatstgenoemde vistuigtype is toegewezen, gelijk is aan of groter dan het aantal voor het gereglementeerde vistuig toegewezen dagen.

4.3

Een vaartuig dat de vlag voert van een lidstaat die geen quota heeft in het gebied, mag in dat gebied niet vissen met gereglementeerd vistuig, tenzij het vaartuig na een overdracht een quotum krijgt toegewezen uit hoofde van artikel 20, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2371/2002 en zeedagen krijgt overeenkomstig punt 10 of punt 11 van deze bijlage.

HOOFDSTUK III

Aan vaartuigen van de Unie toegewezen aantal dagen van aanwezigheid in het gebied

5.   Maximumaantal dagen

Het maximumaantal zeedagen waarvoor een lidstaat tijdens de beheersperiode 2014 een onder zijn vlag varend vaartuig mag toestaan om in het gebied aanwezig te zijn met gereglementeerd vistuig aan boord, staat vermeld in tabel I.

Tabel I

Maximumaantal dagen per jaar waarop een vaartuig in het gebied aanwezig mag zijn, per vistuig

Gereglementeerd vistuig

Maximumaantal dagen

Boomkorren met een maaswijdte ≥ 80 mm

BE

164

FR

175

UK

207

Staande netten met een maaswijdte ≤ 220 mm

BE

164

FR

178

UK

164

6.   Kilowattdagensysteem

6.1.

Tijdens de beheersperiode 2014 mogen de lidstaten de hun toegewezen visserijinspanningen beheren aan de hand van een kilowattdagensysteem. Op grond van dat systeem mogen zij een vaartuig, met betrekking tot de in tabel I opgenomen soorten gereglementeerd vistuig, toestaan om gedurende een maximumaantal dagen dat verschilt van het in die tabel vastgestelde aantal, aanwezig te zijn in het gebied, mits het totale aantal kilowattdagen dat met het gereglementeerde vistuig overeenstemt, in acht wordt genomen.

6.2.

Het totale aantal kilowattdagen is de som van alle individuele visserijinspanningen die zijn toegewezen aan de vaartuigen die de vlag van die lidstaat voeren en voldoen aan de voorwaarde betreffende het gereglementeerde vistuig. Deze individuele visserijinspanningen worden berekend in kilowattdagen door het motorvermogen van elk vaartuig te vermenigvuldigen met het aantal zeedagen waarover het betrokken vaartuig overeenkomstig tabel I zou beschikken als punt 6.1 niet werd toegepast.

6.3.

Lidstaten die gebruik wensen te maken van het in punt 6.1 bedoelde systeem, dienen bij de Commissie een verzoek in, vergezeld van elektronische verslagen waarin voor de in tabel I vermelde vistuiggroep de uitvoerige berekening wordt vermeld op basis van:

a)

de lijst van vaartuigen die mogen vissen, met vermelding van hun nummer in het vissersvlootregister van de Unie (CFR) en hun motorvermogen;

b)

het aantal zeedagen dat elk vaartuig overeenkomstig tabel I oorspronkelijk had mogen vissen en het aantal zeedagen waarover elk vaartuig bij toepassing van punt 6.1 zou beschikken.

6.4.

Op basis van dit verzoek gaat de Commissie na of aan de in punt 6 bedoelde voorwaarden is voldaan en kan zij, indien van toepassing, de betrokken lidstaat toestemming verlenen om gebruik te maken van het in punt 6.1 bedoelde systeem.

7.   Toewijzing van extra dagen voor de definitieve beëindiging van visserijactiviteiten

7.1.

De Commissie kan een lidstaat extra zeedagen toekennen gedurende welke een vaartuig toestemming van zijn vlaggenlidstaat kan krijgen om in het gebied aanwezig te zijn met gereglementeerd vistuig aan boord, en wel op basis van de definitieve beëindiging van visserijactiviteiten sinds 1 januari 2004 overeenkomstig artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1198/2006 of Verordening (EG) nr. 744/2008. Definitieve beëindigingen ingevolge andere omstandigheden kunnen door de Commissie per geval in overweging worden genomen na een schriftelijk en naar behoren gemotiveerd verzoek van de betrokken lidstaat. In dat schriftelijk verzoek wordt vermeld om welke vaartuigen het gaat en wordt voor elk daarvan bevestigd dat zij niet opnieuw visserijactiviteiten zullen beginnen.

7.2.

De in kilowattdagen gemeten visserijinspanning die vaartuigen waarvan de activiteiten zijn beëindigd, in 2003 met de betrokken vistuiggroep hebben geleverd, wordt gedeeld door de inspanning die alle vaartuigen in 2003 met die vistuiggroep hebben geleverd. Het aantal extra zeedagen wordt vervolgens berekend door de aldus verkregen ratio te vermenigvuldigen met het aantal dagen dat overeenkomstig tabel I zou zijn toegewezen. Het resultaat van die berekening wordt afgerond op de meest nabije hele dag.

7.3.

De punten 7.1 en 7.2 zijn niet van toepassing wanneer een vaartuig overeenkomstig punt 4.2 is vervangen of wanneer de onttrekking reeds in de voorgaande jaren is benut om extra zeedagen te krijgen.

7.4.

Lidstaten die gebruik wensen te maken van de in punt 7.1 bedoelde toewijzingen, dienen uiterlijk op 15 juni 2014 bij de Commissie een verzoek in, vergezeld van elektronische verslagen waarin voor de in tabel I vermelde vistuiggroep de uitvoerige berekening is vermeld op basis van:

a)

de lijst van vaartuigen waarvan de activiteiten zijn beëindigd, met vermelding van hun nummer in het vissersvlootregister van de Unie (CFR) en hun motorvermogen;

b)

de in 2003 door die vaartuigen verrichte visserijactiviteit, berekend in zeedagen per betrokken vistuiggroep.

7.5.

Op basis van het verzoek van een lidstaat kan de Commissie aan die lidstaat middels uitvoeringshandelingen een aantal dagen bovenop het in punt 5 bedoelde aantal dagen toekennen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 42, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

7.6.

Tijdens de beheersperiode 2014 mag een lidstaat deze extra zeedagen herverdelen tussen alle of sommige vaartuigen die nog steeds deel uitmaken van de vloot en die voldoen aan de voorwaarde betreffende het gereglementeerde vistuig.

7.7.

Extra dagen die voor de beheersperiode 2013 door de Commissie waren toegewezen vanwege de definitieve beëindiging van visserijactiviteiten, worden opgenomen in het maximumaantal dagen per lidstaat zoals vermeld in tabel I en toegewezen aan de in tabel I vermelde vistuiggroepen. Het aantal extra dagen wordt bijgesteld door toepassing van de uit deze verordening voor de beheersperiode 2014 voortvloeiende beperkingen van het aantal zeedagen.

7.8.

In afwijking van de punten 7.1 tot en met 7.5 kan de Commissie een lidstaat bij wijze van uitzondering extra dagen voor de beheersperiode 2014 toewijzen op basis van de definitieve beëindiging van visserijactiviteiten die hebben plaatsgevonden van 1 februari 2004 tot en met 31 januari 2013, mits daarvoor in de loop van bedoelde periode nog geen verzoek om extra dagen werd ingediend.

8.   Toewijzing van extra dagen voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers

8.1.

De Commissie kan op basis van een programma voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers in het kader van een partnerschap tussen wetenschappers en de visserijsector de lidstaten tussen 1 februari 2014 en 31 januari 2015 drie extra dagen van aanwezigheid in het gebied toewijzen voor vaartuigen met gereglementeerd vistuig aan boord. Dergelijke programma's hebben met name betrekking op teruggooiniveaus en vangstsamenstelling en gaan inzake gegevensverzameling verder dan de vereisten die zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 199/2008 en de uitvoeringsbepalingen daarvan voor nationale programma's.

8.2.

De wetenschappelijke waarnemers zijn onafhankelijk van de eigenaar, van de kapitein en van de bemanning van het vaartuig.

8.3.

Een lidstaat die gebruik wenst te maken van de in punt 8.1 bedoelde toewijzingen, dient bij de Commissie ter goedkeuring een beschrijving van zijn programma voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers in.

8.4.

Op basis van die beschrijving en na overleg met het WTECV kan de Commissie aan de betrokken lidstaat middels uitvoeringshandelingen een aantal dagen toekennen bovenop het in punt 5 bedoelde aantal dagen voor die lidstaat en voor de vaartuigen, het gebied en het vistuig waarvoor het programma voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers geldt. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 42, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

8.5.

Wanneer een door een lidstaat ingediend programma voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers reeds in het verleden door de Commissie werd goedgekeurd en de betrokken lidstaat dit programma ongewijzigd wil blijven toepassen, stelt deze de Commissie vier weken vóór het begin van de periode waarvoor dit programma van toepassing is, in kennis van de voortzetting ervan.

HOOFDSTUK IV

Beheer

9.   Algemene verplichting

De lidstaten beheren de maximale toegestane visserijinspanning overeenkomstig de artikelen 26 tot en met 35 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.

10.   Beheersperioden

10.1.

Een lidstaat mag het in tabel I vermelde aantal dagen van aanwezigheid in het gebied verdelen over beheersperioden met een duur van één of meer kalendermaanden.

10.2.

Het aantal dagen of uren tijdens welke een vaartuig gedurende een beheersperiode in het betrokken gebied aanwezig mag zijn, wordt door de betrokken lidstaat vastgesteld.

10.3.

Lidstaten die de aanwezigheid van vaartuigen die hun vlag voeren in een gebied per uur vaststellen, blijven de benutting van de dagen meten overeenkomstig punt 9. Op verzoek van de Commissie moet de lidstaat aantonen welke voorzorgsmaatregelen hij heeft genomen ter voorkoming van een excessieve benutting van dagen in het gebied wanneer een vaartuig zijn aanwezigheden in het gebied beëindigt vóórdat een periode van 24 uur is afgelopen.

HOOFDSTUK V

Uitwisseling van toegewezen visserijinspanningen

11.   Overdracht van dagen tussen vissersvaartuigen die de vlag van dezelfde lidstaat voeren

11.1.

Een lidstaat kan vaartuigen die zijn vlag voeren, toestaan om dagen tijdens welke zij in het gebied aanwezig mogen zijn, voor hetzelfde gebied over te dragen aan een ander vaartuig dat zijn vlag voert, mits het product van het door een vaartuig ontvangen aantal dagen en het motorvermogen in kilowatt van dat vaartuig (kilowattdagen) gelijk is aan of kleiner is dan het product van het door het overdragende vaartuig overgedragen aantal dagen en het motorvermogen in kilowatt van dat vaartuig. Als motorvermogen in kilowatt van een vaartuig geldt het voor dat vaartuig in het vissersvlootregister van de Unie geregistreerde vermogen.

11.2.

Het product van het overeenkomstig punt 11.1 overgedragen totale aantal dagen van aanwezigheid in het gebied en het motorvermogen in kilowatt van het overdragende vaartuig mag niet groter zijn dan het product van het geregistreerde gemiddelde aantal dagen per jaar dat het overdragende vaartuig in 2001, 2002, 2003, 2004 en 2005 in het gebied heeft doorgebracht, zoals bevestigd in het visserijlogboek, en het motorvermogen in kilowatt van dat vaartuig.

11.3.

Het overdragen van dagen overeenkomstig punt 11.1 is toegestaan tussen vaartuigen die werken met gereglementeerd vistuig en gedurende dezelfde beheersperiode.

11.4.

Op verzoek van de Commissie verstrekken de lidstaten informatie over de overdrachten die hebben plaatsgevonden. Spreadsheetformats voor het verzamelen en doorsturen van de in dit punt bedoelde informatie kunnen door de Commissie middels uitvoeringshandelingen worden opgesteld. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 42, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

12.   Overdracht van dagen tussen vissersvaartuigen die de vlag van verschillende lidstaten voeren

Elke lidstaat mag vissersvaartuigen die zijn vlag voeren, toestaan om dagen van aanwezigheid in het gebied binnen dezelfde beheersperiode en binnen hetzelfde gebied over te dragen aan een vissersvaartuig dat de vlag van een andere lidstaat voert, mits de punten 4.2, 4.4, 5, 6 en 10 van overeenkomstige toepassing zijn. Wanneer een lidstaat besluit toestemming voor een dergelijke overdracht te verlenen, stelt hij de Commissie, voordat de overdracht plaatsvindt, in kennis van gedetailleerde gegevens over de overdracht, met name van het aantal over te dragen dagen, de visserijinspanning en, in voorkomend geval, de quota waarop de overdracht betrekking heeft.

HOOFDSTUK VI

Rapportageverplichtingen

13.   Visserijinspanningsverslag

Artikel 28 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 geldt voor vaartuigen die binnen het toepassingsgebied van deze bijlage vallen. Het in dat artikel bedoelde geografische gebied is het in punt 2 van deze bijlage bedoelde gebied.

14.   Verzameling van relevante gegevens

Op basis van de gegevens die worden gebruikt voor het beheer van de dagen van aanwezigheid in het gebied overeenkomstig deze bijlage, verzamelen de lidstaten voor ieder kwartaal de gegevens betreffende de totale visserijinspanning in het gebied voor gesleept vistuig en staand vistuig, de inspanning van vaartuigen die verschillende soorten vistuig gebruiken in het gebied, en het motorvermogen van deze vaartuigen in kilowattdagen.

15.   Mededeling van relevante gegevens

Op verzoek van de Commissie delen de lidstaten de in punt 14 vermelde gegevens in het in de tabellen II en III bedoelde format aan de Commissie mee door toezending van een spreadsheet aan het juiste e-mailadres, dat door de Commissie aan de lidstaten wordt meegedeeld. Op verzoek van de Commissie doen de lidstaten de Commissie ook gedetailleerde gegevens toekomen over de toegewezen en verrichte visserijinspanning voor het geheel of voor gedeelten van de beheersperioden 2013 en 2014, in het in de tabellen IV en V bedoelde gegevensformat.

Tabel II

Rapportageformat voor informatie betreffende de kW-dagen, per jaar

Lidstaat

Vistuig

Jaar

Aangifte van de cumulatieve inspanning

(1)

(2)

(3)

(4)


Tabel III

Gegevensformat voor informatie betreffende de kW-dagen, per jaar

Naam van het veld

Maximumaantal letters/cijfers

Richting (1)

L(inks)/R(echts)

Definitie en opmerkingen

(1)

Lidstaat

3

 

Lidstaat (ISO-drielettercode) waar het vaartuig is geregistreerd

(2)

Vistuig

2

 

Eén van de volgende vistuigtypes:

BT

=

boomkorren ≥ 80 mm

GN

=

kieuwnetten < 220 mm

TN

=

schakelnetten of warrelnetten < 220 mm

(3)

Jaar

4

 

2006, 2007, 2008, 2009, 2010, 2011, 2012, 2013 of 2014

(4)

Aangifte van de cumulatieve inspanning

7

R

Cumulatieve visserijinspanning in kilowattdagen vanaf 1 januari tot en met 31 december van het betrokken jaar


Tabel IV

Rapportageformat voor vaartuiggerelateerde informatie

Lidstaat

CFR

Externe kentekens

Duur van de beheersperiode

Aangegeven vistuig

Toegewezen aantal dagen per aangegeven vistuig

Aantal dagen waarop het aangegeven vistuig is gebruikt

Overgedragen dagen

Nr. 1

Nr. 2

Nr. 3

Nr. 1

Nr. 2

Nr. 3

Nr. 1

Nr. 2

Nr. 3

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(5)

(5)

(5)

(6)

(6)

(6)

(6)

(7)

(7)

(7)

(7)

(8)


Tabel V

Gegevensformat voor vaartuiggerelateerde informatie

Naam van het veld

Maximumaantal letters/cijfers

Richting (2)

L(inks)/R(echts)

Definitie en opmerkingen

(1)

Lidstaat

3

 

Lidstaat (ISO-drielettercode) waar het vaartuig is geregistreerd

(2)

CFR

12

 

Nummer in vissersvlootregister van de Unie (CFR)

Uniek identificatienummer van het vissersvaartuig.

Lidstaat (ISO-drielettercode) gevolgd door een identificatiereeks (9 tekens). Indien een reeks minder dan 9 tekens telt, moeten aan de linkerkant nullen worden toegevoegd.

(3)

Uitwendige kentekens

14

L

Overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 1381/87

(4)

Duur van de beheersperiode

2

L

Duur van de beheersperiode in maanden

(5)

Aangegeven vistuig

2

L

Eén van de volgende vistuigtypes:

BT

=

boomkorren ≥ 80 mm

GN

=

kieuwnetten < 220 mm

TN

=

schakelnetten of warrelnetten < 220 mm

(6)

Bijzondere voorwaarde voor het aangegeven vistuig

3

L

Aantal dagen dat overeenkomstig bijlage IIC aan het vaartuig is toegewezen voor het aangegeven vistuig en de aangegeven beheersperiode.

(7)

Aantal dagen waarop het aangegeven vistuig is gebruikt

3

L

Aantal dagen dat het vaartuig effectief in het gebied heeft doorgebracht met gebruikmaking van het aangegeven vistuig gedurende de aangegeven beheersperiode.

(8)

Overgedragen dagen

4

L

Vermeld voor overgedragen dagen "– aantal overgedragen dagen" en voor ontvangen dagen "+ aantal overgedragen dagen".


(1)  Relevante informatie voor de verstrekking van gegevens volgens een format met vaste lengte.

(2)  Relevante informatie voor de verstrekking van gegevens volgens een format met vaste lengte.


BIJLAGE IID

Beheersgebieden voor zandspieringen in de ICES-sectoren IIa EN IIIa en in ICES-deelgebied IV

Ten behoeve van het beheer van de vangstmogelijkheden voor zandspiering in de ICES-sectoren IIa en IIIa en ICES-deelgebied IV, zoals vastgesteld in bijlage IA, worden de beheersgebieden waarbinnen specifieke vangstbeperkingen van toepassing zijn, hieronder omschreven en in het aanhangsel van deze bijlage afgebeeld:

Beheersgebied voor zandspieringen

Statistische ICES-vakken

1

31-34 E9-F2; 35 E9- F3; 36 E9-F4; 37 E9-F5; 38-40 F0-F5; 41 F5-F6

2

31-34 F3-F4; 35 F4-F6; 36 F5-F8; 37-40 F6-F8; 41 F7-F8

3

41 F1-F4; 42-43 F1-F9; 44 F1-G0; 45-46 F1-G1; 47 G0

4

38-40 E7-E9; 41-46 E6-F0

5

47-51 E6 + F0-F5; 52 E6-F5

6

41-43 G0-G3; 44 G1

7

47-51 E7-E9

Aanhangsel 1 van bijlage IID

BEHEERSGEBIEDEN VOOR ZANDSPIERINGEN

Image

BIJLAGE III

Maximumaantal vismachtigingen voor vaartuigen van de unie in wateren van derde landen

Visgebied

Visserijtak

Aantal vismachtigingen

Verdeling van de vismachtigingen over de lidstaten

Maximumaantal vaartuigen dat op elk moment in het gebied aanwezig mag zijn

Noorse wateren en visserijzone rond Jan Mayen

Haring, ten noorden van 62° 00′ NB

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Demersale soorten, ten noorden van 62° 00′ NB

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Makreel

Niet relevant

Niet relevant

Nog vast te stellen (1)

Soorten voor de industrievisserij, ten zuiden van 62° 00′ NB

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen


(1)  Onverminderd de aanvullende vergunningen die naar vaste praktijk door Noorwegen aan Zweden worden toegekend.


BIJLAGE IV

ICCAT-VERDRAGSGEBIED  (1)

1.

Maximumaantal met de hengel of de sleeplijn vissende vaartuigen van de Unie die in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mogen vissen

Spanje

60

Frankrijk

8

Unie

68

2.

Maximumaantal vaartuigen van de Unie dat in het kader van de ambachtelijke kustvisserij in de Middellandse Zee actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen

Spanje

119

Frankrijk

87

Italië

30

Cyprus

7

Malta

28

Unie

316

3.

Maximumaantal vaartuigen van de Unie dat in de Adriatische Zee actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen voor kweekdoeleinden

Kroatië

9

Italië

12

Unie

21

4.

Maximumaantal en totale in brutoton uitgedrukte capaciteit van de vissersvaartuigen van elke lidstaat die blauwvintonijn mogen bevissen, aan boord houden, overladen, vervoeren of aanlanden in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee

Tabel A

Aantal vissersvaartuigen (2)

 

Cyprus

Griekenland (3)

Kroatië

Italië

Frankrijk

Spanje

Malta (4)

Vaartuigen voor de visserij met de ringzegen

1

1

9

12

17

6

1

Vaartuigen voor de visserij met de beug

4 (5)

0

0

30

8

31

22

Met de hengel vissende vaartuigen

0

0

0

0

8

60

0

Vaartuigen voor de visserij met de handlijn

0

0

12

0

29

2

0

Trawlers

0

0

0

0

57

0

0

Vaartuigen voor andere ambachtelijke visserij (6)

0

16

0

0

87

32

0

Tabel B

Totale in brutoton uitgedrukte capaciteit

 

Cyprus

Kroatië

Griekenland

Italië

Frankrijk

Spanje

Malta

Vaartuigen voor de visserij met de ringzegen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Vaartuigen voor de visserij met de beug

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Met de hengel vissende vaartuigen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Met de handlijn vissende vaartuigen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Trawlers

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Vaartuigen voor andere ambachtelijke visserij

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

5.

Maximumaantal tonnara's dat elke lidstaat in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee mag toestaan voor de visserij op blauwvintonijn

 

Aantal tonnara's

Spanje

5

Italië

6

Portugal

1 (7)

6.

Maximumcapaciteit voor het kweken en mesten van blauwvintonijn voor elke lidstaat, en maximumhoeveelheid in het wild gevangen blauwvintonijn die elke lidstaat over zijn kweek- en mestbedrijven in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee mag verdelen

Tabel A

Maximumcapaciteit voor het kweken en mesten van tonijn

 

Aantal bedrijven

Capaciteit (in ton):

Spanje

14

11 852

Italië

15

13 000

Griekenland

2

2 100

Cyprus

3

3 000

Kroatië

7

7 880

Malta

8

12 300

Tabel B

Maximumhoeveelheid in het wild gevangen blauwvintonijn (in ton)

Spanje

5 855

Italië

3 764

Griekenland

785

Cyprus

2 195

Kroatië

2 947

Malta

8 768


(1)  De in de punten 1, 2 en 3 vermelde aantallen kunnen naar beneden worden bijgesteld om aan de internationale verplichtingen van de Unie te voldoen.

(2)  De in deze tabel A van punt 4 opgevoerde aantallen kunnen nog worden verhoogd, op voorwaarde dat aan de internationale verplichtingen van de Unie wordt voldaan.

(3)  Een middelgroot vaartuig voor de visserij met de ringzegen mag door niet meer dan 10 vaartuigen voor de visserij met de beug worden vervangen.

(4)  Een middelgroot vaartuig voor de visserij met de ringzegen mag door niet meer dan 10 vaartuigen voor de visserij met de beug worden vervangen.

(5)  Polyvalente vaartuigen, die gebruik maken van verschillende soorten vistuig.

(6)  Polyvalente vaartuigen, die gebruik maken van verschillende soorten vistuig (beug, handlijn, sleeplijn).

(7)  Dit aantal kan nog worden verhoogd, op voorwaarde dat aan de internationale verplichtingen van de Unie wordt voldaan.


BIJLAGE V

CCAMLR-VERDRAGSGEBIED

DEEL A

VERBOD OP GERICHTE VISSERIJ IN HET CCAMLR-VERDRAGSGEBIED

Doelsoorten

Gebied

Gesloten tijd

Haaien (alle soorten)

Verdragsgebied

Van 1 januari tot en met 31 december 2014

Notothenia rossii

FAO 48.1. Antarctische wateren, bij het Antarctisch Schiereiland

FAO 48.2. Antarctische wateren, rond de South Orkneys

FAO 48.3. Antarctische wateren, rond South Georgia

Van 1 januari tot en met 31 december 2014

Vinvis

FAO 48.1. Antarctische wateren (1)

FAO 48.2. Antarctische wateren (1)

Van 1 januari tot en met 31 december 2014

Gobionotothen gibberifrons

Chaenocephalus aceratus

Pseudochaenichthys georgianus

Lepidonotothen squamifrons

Patagonotothen guntheri

Electrona carlsbergi  (1)

FAO 48.3.

Van 1 januari tot en met 31 december 2014

Dissostichus spp.

FAO 48.5. Antarctische wateren

Van 1 december 2013 tot en met 30 november 2014

Dissostichus spp.

FAO 88.3. Antarctische wateren (1)

FAO 58.5.1. Antarctische wateren (1)  (2)

FAO 58.5.2. Antarctische wateren ten oosten van 79° 20′ OL en buiten de EEZ ten westen van 79° 20′ OL (1)

FAO 58.4.4. Antarctische wateren (1)  (2)

FAO 58.6. Antarctische wateren (1)

FAO 58.7. Antarctische wateren (1)

Van 1 januari tot en met 31 december 2014

Lepidonotothen squamifrons

FAO 58.4.4. (1)  (2)

Van 1 januari tot en met 31 december 2014

Alle soorten met uitzondering van Champsocephalus gunnari en Dissostichus eleginoides

FAO 58.5.2. Antarctische wateren

Van 1 december 2013 tot en met 30 november 2014

Dissostichus mawsoni

FAO 48.4. Antarctische wateren (1) binnen het gebied begrensd door breedtegraden 55° 30′ ZB en 57° 20′ ZB en lengtegraden 25° 30′ WL en 29° 30′ WL

Van 1 januari tot en met 31 december 2014

DEEL B

TAC's EN BIJVANGSTBEPERKINGEN VOOR EXPERIMENTELE VISSERIJ IN HET CCAMLR-VERDRAGSGEBIED IN 2013/2013

Deelgebied/Sector

Regio

Seizoen

SSRU

Vangstbeperking voor Dissostichus spp.

(in ton)

Bijvangstbeperking

(in ton) (3)

Roggen

Macrourus spp.

Andere soorten

58.4.1.

Gehele sector

1 december 2013 tot en met 30 november 2014

SSRU's A, B en F: 0

SSRU C: 257 (4)

SSRU D: 42 (4)

SSRU E: 315

SSRU G: 68 (4)

SSRU H: 42 (4)

Totaal 724

Alle

Sector: 50

Alle

Sector: 116

Alle

Sector: 20

58.4.2.

Gehele sector

1 december 2013 tot en met 30 november 2014

SSRU's A, B, C en D: 0

SSRU E: 35

Totaal 35

Alle

Sector: 50

Alle

Sector: 20

Alle

Sector: 20

58.4.3a.

Gehele sector

1 mei tot en met 31 augustus 2014

 

Totaal 32

Alle

Sector: 50

Alle

Sector: 20

Alle

Sector: 20

88.1.

Gehele deelgebied

1 december 2013 tot en met 31 augustus 2014

SSRU's A, D, E, F en M: 0

SSRU's B, C en G: 397

SSRU's H, I en K: 2 247

SSRU's J en L: 357

Totaal 3 044

152

SSRU's A, D, E, F en M: 0

SSRU's B, C en G: 50

SSRU's H, I en K: 112

SSRU's J en L: 50

430

SSRU's A, D, E, F en M: 0

SSRU's B, C en G: 40

SSRU's H, I en K: 320

SSRU's J en L: 70

160

SSRU's A, D, E, F en M: 0

SSRU's B, C en G: 60

SSRU's H, I en K: 60

SSRU's J en L: 40

88.2.

Ten zuiden van 65° ZB

1 december 2013 tot en met 31 augustus 2014

SSRU's A, B en I: 0

SSRU's C, D, E, F en G: 124

SSRU H: 266

Totaal 390

50

SSRU's A, B en I: 0

SSRU's C, D, E, F en G: 50

SSRU H: 50

62

SSRU's A, B en I: 0

SSRU's C, D, E, F en G: 20

SSRU H: 42

20

SSRU's A, B en I: 0

SSRU's C, D, E, F en G: 100

SSRU H: 20

Aanhangsel van bijlage V, deel B

LIJST VAN KLEINE ONDERZOEKSVAKKEN (SSRU'S)

Regio

SSRU

Grenslijn

48.6

A

Van 50° ZB 20° WL, pal oost naar 1° 30′ OL, pal zuid naar 60° ZB, pal west naar 20° WL, pal noord naar 50° ZB.

 

B

Van 60° ZB 20° WL, pal oost naar 10° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 20° WL, pal noord naar 60° ZB.

 

C

Van 60° ZB 10° WL, pal oost naar de 0°-lengtegraad, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 10° WL, pal noord naar 60° ZB.

 

D

Van 60° ZB 0°-lengtegraad, pal oost naar 10° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot de 0°-lengtegraad, pal noord naar 60° ZB.

 

E

Van 60° ZB 10° OL, pal oost naar 20° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 10° OL, pal noord naar 60° ZB.

 

F

Van 60° ZB 20° OL, pal oost naar 30° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 20° OL, pal noord naar 60° ZB.

 

G

Van 50° ZB 1° 30′ OL, pal oost naar 30° OL, pal zuid naar 60° ZB, pal west naar 1° 30′ OL, pal noord naar 50° ZB.

58.4.1

A

Van 55° ZB 86° OL, pal oost naar 150° OL, pal zuid naar 60° ZB, pal west naar 86° OL, pal noord naar 55° ZB.

 

B

Van 60° ZB 86° OL, pal oost naar 90° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 80° OL, pal noord naar 64° ZB, pal oost naar 86° OL, pal noord naar 60° ZB.

 

C

Van 60° ZB 90° OL, pal oost naar 100° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 90° OL, pal noord naar 60° ZB.

 

D

Van 60° ZB 100° OL, pal oost naar 110° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 100° OL, pal noord naar 60° ZB.

 

E

Van 60° ZB 110° OL, pal oost naar 120° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 110° OL, pal noord naar 60° ZB.

 

F

Van 60° ZB 120° OL, pal oost naar 130° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 120° OL, pal noord naar 60° ZB.

 

G

Van 60° ZB 130° OL, pal oost naar 140° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 130° OL, pal noord naar 60° ZB.

 

H

Van 60° ZB 140° OL, pal oost naar 150° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 140° OL, pal noord naar 60° ZB.

58.4.2

A

Van 62° ZB 30° OL, pal oost naar 40° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 30° OL, pal noord naar 62° ZB.

 

B

Van 62° ZB 40° OL, pal oost naar 50° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 40° OL, pal noord naar 62° ZB.

 

C

Van 62° ZB 50° OL, pal oost naar 60° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 50° OL, pal noord naar 62° ZB.

 

D

Van 62° ZB 60° OL, pal oost naar 70° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 60° OL, pal noord naar 62° ZB.

 

E

Van 62° ZB 70° OL, pal oost naar 73° 10′ OL, pal zuid naar 64° ZB, pal oost naar 80° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 70° OL, pal noord naar 62° ZB.

58.4.3a

A

Hele sector, van 56° ZB 60° OL, pal oost naar 73° 10′ OL, pal zuid naar 62° ZB, pal west naar 60° OL, pal noord naar 56° ZB.

58.4.3b

A

Van 56° ZB 73° 10′ OL, pal oost naar 79° OL, zuid tot 59° ZB, pal west naar 73° 10′ OL, pal noord naar 56° ZB.

 

B

Van 60° ZB 73° 10′ OL, pal oost naar 86° OL, zuid tot 64° ZB, pal west naar 73° 10′ OL, pal noord naar 60° ZB.

 

C

Van 59° ZB 73° 10′ OL, pal oost naar 79° OL, zuid tot 60° ZB, pal west naar 73° 10′ OL, pal noord naar 59° ZB.

 

D

Van 59° ZB 79° OL, pal oost naar 86° OL, zuid tot 60° ZB, pal west naar 79° OL, pal noord naar 59° ZB.

 

E

Van 56° ZB 79° OL, pal oost naar 80° OL, pal noord naar 55° ZB, pal oost naar 86° OL, zuid tot 59° ZB, pal west naar 79° OL, pal noord naar 56° ZB.

58.4.4

A

Van 51° ZB 40° OL, pal oost naar 42° OL, pal zuid naar 54° ZB, pal west naar 40° OL, pal noord naar 51° ZB.

 

B

Van 51° ZB 42° OL, pal oost naar 46° OL, pal zuid naar 54° ZB, pal west naar 42° OL, pal noord naar 51° ZB.

 

C

Van 51° ZB 46° OL, pal oost naar 50° OL, pal zuid naar 54° ZB, pal west naar 46° OL, pal noord naar 51° ZB.

 

D

Hele sector uitgezonderd SSRU's A, B en C, en met buitengrens van 50° ZB 30° OL, pal oost naar 60° OL, pal zuid naar 62° ZB, pal west naar 30° OL, pal noord naar 50° ZB.

58.6

A

Van 45° ZB 40° OL, pal oost naar 44° OL, pal zuid naar 48° ZB, pal west naar 40° OL, pal noord naar 45° ZB.

 

B

Van 45° ZB 44° OL, pal oost naar 48° OL, pal zuid naar 48° ZB, pal west naar 44° OL, pal noord naar 45° ZB.

 

C

Van 45° ZB 48° OL, pal oost naar 51° OL, pal zuid naar 48° ZB, pal west naar 48° OL, pal noord naar 45° ZB.

 

D

Van 45° ZB 51° OL, pal oost naar 54° OL, pal zuid naar 48° ZB, pal west naar 51° OL, pal noord naar 45° ZB.

58.7

A

Van 45° ZB 37° OL, pal oost naar 40° OL, pal zuid naar 48° ZB, pal west naar 37° OL, pal noord naar 45° ZB.

88.1

A

Van 60° ZB 150° OL, pal oost naar 170° OL, pal zuid naar 65° ZB, pal west naar 150° OL, pal noord naar 60° ZB.

 

B

Van 60° ZB 170° OL, pal oost naar 179° OL, pal zuid naar 66° 40′ ZB, pal west naar 170° OL, pal noord naar 60° ZB.

 

C

Van 60° ZB 179° OL, pal oost naar 170° WL, pal noord naar 70° ZB, pal west naar 178° WL, pal noord naar 66° 40′ ZB, pal west naar 179° OL, pal noord naar 60° ZB

 

D

Van 65° ZB 150° OL, pal oost naar 160° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 150° OL, pal noord naar 65° ZB.

 

E

Van 65° ZB 160° OL, pal oost naar 170° OL, pal zuid naar 68° 30′ ZB, pal west naar 160° OL, pal noord naar 65° ZB.

 

F

Van 68° 30′ ZB 160° OL, pal oost naar 170° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 160° OL, pal noord naar 68° 30′ ZB.

 

G

Van 66° 40′ ZB 170° OL, pal oost naar 178° WL, pal zuid naar 70° ZB, pal west naar 178° 50′ OL, pal zuid naar 70° 50′ ZB, pal west naar 170° OL, pal noord naar 66° 40′ ZB.

 

H

Van 70° 50′ ZB 170° OL, pal oost naar 178° 50′ OL, pal zuid naar 73° ZB, pal west naar de kust, noordwaarts langs de kust tot 170° OL, pal noord naar 70° 50′ ZB.

 

I

Van 70° ZB 178° 50′ OL, pal oost naar 170° WL, pal zuid naar 73° ZB, pal west naar 178° 50′ OL, pal noord naar 70° ZB.

 

J

Van 73° ZB aan de kust nabij 170° OL, pal oost naar 178° 50′ OL, pal zuid naar 80° ZB, pal west naar 170° OL, noordwaarts langs de kust tot 73° ZB.

 

K

Van 73° ZB 178° 50′ OL, pal oost naar 170° WL, pal zuid naar 76° ZB, pal west naar 178° 50′ OL, pal noord naar 73° ZB.

 

L

Van 76° ZB 178° 50′ OL, pal oost naar 170° WL, pal zuid naar 80° ZB, pal west naar 178° 50′ OL, pal noord naar 76° ZB.

 

M

Van 73° ZB aan de kust nabij 169° 30′ OL, pal oost naar 170° OL, pal zuid naar 80° ZB, pal west naar de kust, noordwaarts langs de kust tot 73° ZB.

88.2

A

Van 60° ZB 170° WL, pal oost naar 160° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 170° WL, pal noord naar 60° ZB.

 

B

Van 60° ZB 160° WL, pal oost naar 150° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 160° WL, pal noord naar 60° ZB.

 

C

Van 70° 50′ ZB 150° WL, pal oost naar 140° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 150° WL, pal noord naar 70° 50′ ZB.

 

D

Van 70° 50′ ZB 140° WL, pal oost naar 130° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 140° WL, pal noord naar 70° 50′ ZB.

 

E

Van 70° 50′ ZB 130° WL, pal oost naar 120° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 130° WL, pal noord naar 70° 50′ ZB.

 

F

Van 70° 50′ ZB 120° WL, pal oost naar 110° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 120° WL, pal noord naar 70° 50′ ZB.

 

G

Van 70° 50′ ZB 110° WL, pal oost naar 105° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 110° WL, pal noord naar 70° 50′ ZB.

 

H

Van 65° ZB 150° WL, pal oost naar 105° WL, pal zuid naar 70° 50′ ZB, pal west naar 150° WL, pal noord naar 65° ZB.

 

I

Van 60° ZB 150° WL, pal oost naar 105° WL, pal zuid naar 65° ZB, pal west naar 150° WL, pal noord naar 60° ZB.

88.3

A

Van 60° ZB 105° WL, pal oost naar 95° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 105° WL, pal noord naar 60° ZB.

 

B

Van 60° ZB 95° WL, pal oost naar 85° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 95° WL, pal noord naar 60° ZB.

 

C

Van 60° ZB 85° WL, pal oost naar 75° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 85° WL, pal noord naar 60° ZB.

 

D

Van 60° ZB 75° WL, pal oost naar 70° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 75° WL, pal noord naar 60° ZB.

DEEL C

BIJLAGE 21-03/A

KENNISGEVING VAN HET VOORNEMEN OM DEEL TE NEMEN AAN DE VISSERIJ OP EUPHAUSIA SUPERBA

Algemene informatie

Lid:_

Visseizoen:_

Naam van het vaartuig_

Verwacht vangstniveau (ton):_

Deelgebieden en sectoren voor de voorgenomen visserij

Deze instandhoudingsmaatregel geldt voor kennisgevingen van het voornemen om te vissen op Antarctisch krill in deelgebieden 48.1,48.2, 48.3 en 48.4 en sectoren 58.4.1 en 58.4.2. Van het voornemen om te vissen op Antarctisch krill in andere deelgebieden en sectoren moet kennis worden gegeven overeenkomstig instandhoudingsmaatregel 21-02.

Deelgebied/Sector

Kruis de passende vakjes aan

48.1

48.2

48.3

48.4

58.4.1

58.4.2


Vangsttechniek:

Kruis de passende vakjes aan

Conventioneel sleepnet

Continu vissysteem

Pomptechniek om de kuil leeg te maken

Andere methode: Gelieve te specifiëren

Productsoorten en methoden die worden gebruikt voor de directe raming van het onverwerkte gewicht aan gevangen Antarctisch krill

Productsoort

Methode die wordt gebruikt voor de directe raming van het onverwerkte gewicht aan gevangen Antarctisch krill, indien van toepassing (zie bijlage 21-03/B) (5)

Heel - bevroren

 

Gekookt

 

Meel

 

Olie

 

Ander product (gelieve te specifiëren)

 

Netconfiguratie

Netafmetingen

Net 1

Net 2

Ander net/andere netten

Netopening (mond)

 

 

 

Maximale verticale opening (m)

 

 

 

Maximale horizontale opening (m)

 

 

 

Netomtrek aan de mond (6) (m)

 

 

 

Oppervlakte mond (m2)

 

 

 

Gemiddelde maaswijdte (8) netpanelen (mm)

Buitenzijde (7)

Binnenzijde (7)

Buitenzijde (7)

Binnenzijde (7)

Buitenzijde (7)

Binnenzijde (7)

1e paneel

 

 

 

 

 

 

2e paneel

 

 

 

 

 

 

3e paneel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Eindpaneel (kuil)

 

 

 

 

 

 

Netdiagram(men):_

Voor elk gebruikt net of voor elke wijziging in de netconfiguratie, zie het betrokken netdiagram in de vistuigbibliotheek van de CCAMLR, indien beschikbaar (www.ccamlr.org/node/74407), of dien een gedetailleerd diagram en een gedetailleerde beschrijving in voor de volgende vergadering van de WGEMM. De netdiagrammen moeten de volgende informatie bevatten:

1.

lengte en breedte van elk paneel van het sleepnet (voldoende gedetailleerd om de berekening van de hoek van elk paneel met de waterstroom mogelijk te maken);

2.

de maaswijdte (binnenmaat van de gestrekte maas, op basis van de procedure in instandhoudingsmaatregel 22-01), vorm van de maas (bijv. diamantvorm) en materiaal (bijv. polypropyleen);

3.

de constructie van de mazen (bijv. geknoopt, gelast);

4.

nadere gegevens over de linten ("streamers") die in het sleepnet worden gebruikt (ontwerp, plaats op de panelen; vul "geen" in indien geen linten worden gebruikt); deze linten voorkomen dat Antarctisch krill de mazen verstopt of kan ontkomen.

Inrichting voor het weren van zeezoogdieren

Diagram(men) van de inrichting:_

Voor elk type inrichting dat wordt gebruikt of voor elke wijziging in de configuratie van de inrichting, zie het betrokken diagram in de vistuigbibliotheek van de CCAMLR, indien beschikbaar (www.ccamlr.org/node/74407), of dien een gedetailleerd diagram en een gedetailleerde beschrijving in voor de volgende vergadering van de WG-EMM.

Verzamelen van akoestische gegevens

Verstrek informatie over de echolood- en sonartoestellen die door het vaartuig worden gebruikt.

Type (bijv. echolood, sonar)

 

 

 

Fabrikant

 

 

 

Model

 

 

 

Transducerfrequenties (kHz)

 

 

 

Verzamelen van akoestische gegevens (gedetailleerde omschrijving):_

Beschrijf de maatregelen die zullen worden genomen voor het verzamelen van akoestische gegevens met het oog op het verstrekken van informatie over de verspreiding en de omvang van het bestand van Euphausia superba en andere pelagische soorten zoals Myctophidae en Salpidae (SC-CAMLR-XXX, punt 2.10).

BIJLAGE 21-03/B

RICHTSNOEREN VOOR DE RAMING VAN HET ONVERWERKTE GEWICHT AAN GEVANGEN ANTARCTISCH KRILL

Methode

Formule (kg)

Parameter

Omschrijving

Type

Ramingsmethode

Eenheid

Volume opslagtank

W*L*H*ρ*1 000

W= breedte tank

Constant

Meting bij de aanvang van de visserijactiviteit

m

L= lengte van de tank

Constant

Meting bij de aanvang van de visserijactiviteit

m

ρ= dichtheid van het monster

Variabel

Omzetting van volume naar massa

kg/liter

H= hoogte van Antarctisch krill in tank

Specifiek voor de trek

Directe waarneming

m

Doorstromingsmeter

V*F krill* ρ

V= volume van Antarctisch krill en water samen

Specifiek voor de trek (9)

Directe waarneming

liter

Fkrill= fractie van Antarctisch krill in het monster

Specifiek voor de trek

Volumecorrectie doorstromingsmeter

ρ= dichtheid van het Antarctisch krill in het monster

Variabel

Omzetting van volume naar massa

kg/liter

Bandweegschaal

M*(1–F)

M= massa van Antarctisch krill en water samen

Specifiek voor de trek (10)

Directe waarneming

kg

F= fractie van water in het monster

Variabel

Massacorrectie bandweegschaal

 

 

Mtray= massa van de lege opvangbak

Constant

Directe waarneming vóór het vissen

kg

Opvangbak

(MM tray)*N

M= gemiddelde massa van Antarctisch krill en opvangbak samen

Variabel

Directe waarneming, vóór het invriezen, uitgelekt

kg

 

 

N= aantal opvangbakken

Specifiek voor de trek

Directe waarneming

Omzetting in meel

M meal*MCF

Mmeal= massa geproduceerd meel

Specifiek voor de trek

Directe waarneming

kg

MCF= meelomzettingsfactor

Variabel

Omzetting van meel naar volledig krill

Volume van de kuil

W*H*L*ρ*π/4*1 000

W= breedte van de kuil

Constant

Meting bij de aanvang van de visserijactiviteit

m

H= hoogte van de kuil

Constant

Meting bij de aanvang van de visserijactiviteit

m

ρ= dichtheid van het monster

Variabel

Omzetting van volume naar massa

kg/liter

L= lengte van de kuil

Specifiek voor de trek

Directe waarneming

m

Andere

Gelieve te specifiëren

 

 

 

 

Stappen van de waarneming en frequentie

Volume opslagtank

Bij de aanvang van

Meet de breedte en de lengte van de opslagtank (indien de tank niet rechthoekig is, kunnen de visserijactiviteit bijkomende metingen nodig zijn; nauwkeurigheid ±0,05 m)

Elke maand (11)

Maak een raming van de omzetting van volume naar massa op basis van de uitgelekte massa Antarctisch krill in een bekend volume (bijv. 10 liter) dat uit de opslagtank is genomen.

Elke trek

Meet de hoogte van het Antarctisch krill in de tank (indien het Antarctisch krill tussen de trekken in de tank wordt bewaard, meet dan het verschil in hoogte: nauwkeurigheid ±0.1 m).

Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

Doorstromingsmeter

Vóór het vissen

Verifieer of de doorstromingsmeter volledig Antarctisch krill meet (d.w.z. vóór verwerking).

Elke maand (11)

Maak een raming van de omzetting van volume naar massa (ρ) op basis van de uitgelekte massa Antarctisch krill in een bekend volume (bijv. 10 liter) dat uit de doorstromingsmeter is genomen.

Elke trek (12)

Neem een monster uit de doorstromingsmeter en:

 

bepaal het volume (bijv. 10 liter) van Antarctisch krill en water samen;

 

maak een raming van de volumecorrectie van de doorstromingsmeter op basis van het uitgelekt volume aan Antarctisch krill.

 

Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

Bandweegschaal

Vóór het vissen

Zorg ervoor dat de bandweegschaal volledig Antarctisch krill meet (d.w.z. vóór verwerking).

Elke trek (12)

Neem een monster uit de bandweegschaal en:

 

bepaal de massa van Antarctisch krill en water samen;

 

maak een raming van de massacorrectie van de bandweegschaal op basis van het uitgelekt volume aan Antarctisch krill.

 

Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

Opvangbak

Vóór het vissen

Bepaal de massa van de opvangbak (indien er verschillende types opvangbakken zijn, moet de massa van elk type worden bepaald; nauwkeurigheid ±0,1 kg).

Elke trek

Bepaal de massa van Antarctisch krill en opvangbak samen (nauwkeurigheid ±0,1 kg).

Tel het aantal gebruikte opvangbakken (indien er verschillende types opvangbakken zijn, moet het aantal opvangbakken van elk type worden geteld).

Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

Omzetting in meel

Elke maand (11)

Maak een raming van de omzetting van meel naar volledig krill door 1 000 tot5 000 kg aan (uitgelekt) volledig Antarctisch krill te verwerken.

Elke trek

Bepaal de massa geproduceerd meel.

Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

Volume van de kuil

Bij de aanvang van

Meet de breedte en de hoogte van de kuil (nauwkeurigheid ± 0,1 m). de visserijactiviteit

Elke maand (11)

Maak een raming van de omzetting van volume naar massa op basis van de uitgelekte massa Antarctisch krill in een bekend volume (bijv. 10 liter) dat uit de kuil is genomen.

Elke trek

Meet de lengte van het gedeelte van de kuil dat Antarctisch krill bevat (nauwkeurigheid ± 0,1 m).

Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).


(1)  Behalve voor wetenschappelijk onderzoek.

(2)  Met uitzondering van wateren onder nationale jurisdictie (EEZ's).

(3)  Regels inzake vangstbeperkingen voor bijvangstsoorten per SSRU, die binnen de totale bijvangstbeperkingen per deelgebied van toepassing zijn:

roggen: 5 % van de in het kader van de vangstbeperking voor Dissostichus spp. vastgestelde hoeveelheid, of 50 ton, al naargelang welke hoeveelheid het grootst is;

Macrourus spp.: 16 % van de in het kader van de vangstbeperking voor Dissostichus spp. vastgestelde hoeveelheid, of 20 ton, al naargelang welke hoeveelheid het grootst is, met uitzondering van statistische sector 58.4.3a en statistisch deelgebied 88.1;

andere soorten samen: 20 ton per SSRU.

(4)  Met inbegrip van een vangstbeperking van 42 ton teneinde Spanje de mogelijkheid te bieden in 2013/2014 een experiment betreffende de uitputting van bestanden uit te voeren.

(5)  Geef een gedetailleerde beschrijving van de methode indien deze niet is vermeld in bijlage 21-03/B

(6)  Naar verwachting in operationele omstandigheden.

(7)  Wijdte van buitenmazen, en van binnenmazen wanneer een binnennet wordt gebruikt.

(8)  Binnenmaat van gestrekte maas op basis van de procedure in instandhoudingsmaatregel 22-01.

(9)  Individuele trek wanneer gebruik wordt gemaakt van een conventioneel sleepnet, of geïntegreerd over een periode van zes uur wanneer gebruik wordt gemaakt van een continu vissysteem.

(10)  Individuele trek wanneer gebruik wordt gemaakt van een conventioneel sleepnet, of per periode van twee uur wanneer gebruik wordt gemaakt van een continu vissysteem.

(11)  Ten minste maandelijks te meten (vaker indien haalbaar); een nieuwe periode van een maand vangt aan wanneer het vaartuig zich naar een nieuw deelgebied of een nieuwe sector begeeft.

(12)  Individuele trek wanneer gebruik wordt gemaakt van een conventioneel sleepnet, of geïntegreerd over een periode van zes uur wanneer gebruik wordt gemaakt van een continu vissysteem.


BIJLAGE VI

IOTC-VERDRAGSGEBIED

1.

Maximumaantal vaartuigen van de Unie dat in het IOTC-verdragsgebied op tropische tonijn mag vissen

Lidstaat

Maximumaantal vaartuigen

Capaciteit (brutotonnage)

Spanje

22

61 364

Frankrijk

22

33 604

Portugal

5

1 627

Unie

49

96 595

2.

Maximumaantal vaartuigen van de Unie dat in het IOTC-verdragsgebied op zwaardvis en witte tonijn mag vissen

Lidstaat

Maximumaantal vaartuigen

Capaciteit (brutotonnage)

Spanje

27

11 590

Frankrijk

41

5 382

Portugal

15

6 925

Verenigd Koninkrijk

4

1 400

Unie

87

25 297

3.

De in punt 1 vermelde vaartuigen mogen in het IOTC-verdragsgebied tevens op zwaardvis en witte tonijn vissen.

4.

De in punt 2 vermelde vaartuigen mogen in het IOTC-verdragsgebied tevens op tropische tonijn vissen.


BIJLAGE VII

WCPFC-VERDRAGSGEBIED

Maximumaantal vaartuigen van de Unie dat op zwaardvis mag vissen in het WCPFC-gebied ten zuiden van 20° ZB

Spanje

14

Unie

14


BIJLAGE VIII

KWANTITATIEVE BEPERKINGEN INZAKE VISMACHTIGINGEN VOOR VISSERSVAARTUIGEN VAN DERDE LANDEN DIE IN DE WATEREN VAN DE UNIE VISSEN

Vlaggenstaat

Visserijtak

Aantal vismachtigingen

Maximumaantal vaartuigen dat op elk moment in het gebied aanwezig mag zijn

Noorwegen

Haring, ten noorden van 62° 00′ NB

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Venezuela (1)

Snappers (wateren van Frans-Guyana)

45

45


(1)  Voordat deze vismachtigingen worden afgegeven, moet worden aangetoond dat er een geldig contract bestaat tussen de scheepseigenaar die de machtiging aanvraagt en een in het departement Frans-Guyana gevestigd verwerkingsbedrijf, en dat in dat contract staat dat ten minste 75 % van de door het betrokken vaartuig gevangen snappers in dat departement moet worden aangeland voor verwerking in dat bedrijf. Dit contract moet worden geviseerd door de Franse autoriteiten, die zich ervan moeten vergewissen dat het in overeenstemming is met zowel de capaciteit van het verwerkende bedrijf waarmee het is gesloten als met de doelstellingen voor de ontwikkeling van de economie in Frans-Guyana. Een afschrift van het naar behoren geviseerde contract moet bij de vismachtigingsaanvraag worden gevoegd. Wanneer bovenbedoelde bekrachtiging wordt geweigerd, maken de Franse autoriteiten deze weigering bekend en vermelden zij de redenen ervoor aan de betrokken partij en aan de Commissie.