ISSN 1977-0758

doi:10.3000/19770758.L_2014.015.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 15

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

57e jaargang
20 januari 2014


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

 

 

2014/20/EU

 

*

Besluit van de Raad van 23 september 2013 betreffende de ondertekening namens de Unie en de voorlopige toepassing van de samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, inzake de Europese satellietnavigatieprogramma's

1

 

 

Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, inzake de Europese satellietnavigatieprogramma's

3

 

 

VERORDENINGEN

 

 

2014/42/EU

 

*

Verordening van de Raad van 20 januari 2014 tot wijziging van Verordening (EU) Nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran

18

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit 2014/21/GBVB van de Raad van 20 januari 2014 houdende wijziging van Besluit 2010/413/GBVB van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen Iran

22

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

20.1.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 15/1


BESLUIT VAN DE RAAD

van 23 september 2013

betreffende de ondertekening namens de Unie en de voorlopige toepassing van de samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, inzake de Europese satellietnavigatieprogramma's

(2014/20/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 172, in samenhang met artikel 218, lid 5,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij besluit van 29 juni 2010 hebben de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, de Commissie gemachtigd onderhandelingen te openen met Zwitserland over de vaststelling van een samenwerkingsovereenkomst inzake de Europese satellietnavigatieprogramma's ("de overeenkomst").

(2)

Over de overeenkomst is onderhandeld door de Commissie, namens de Unie en haar lidstaten.

(3)

De overeenkomst maakt de deelname van Zwitserland aan de Europese satellietnavigatieprogramma's mogelijk. In ruil daarvoor zal Zwitserland een financiële bijdrage aan deze programma's leveren.

(4)

De onderhandelingen werden succesvol afgerond met de parafering van de overeenkomst respectievelijk op 6 en 12 maart 2013 door de Commissie en de Zwitserse Bondsstaat.

(5)

De overeenkomst moet namens de Unie worden ondertekend, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum.

(6)

Met het oog op onmiddellijke tenuitvoerlegging en passende deelname van Zwitserland aan de Europese satellietnavigatieprogramma's, moeten onderdelen die onder de bevoegdheid van de Unie vallen, voorlopig worden toegepast overeenkomstig artikel 27, lid 2, van de overeenkomst.

(7)

Overeenkomstig artikel 27, lid 1, moet de overeenkomst door de Unie en haar lidstaten worden goedgekeurd overeenkomstig hun interne procedures.

(8)

Voor besluiten die rechtsgevolgen hebben of die de toepassing van de overeenkomst opschorten, wordt het standpunt van de Unie in het gemengd comité, op voorstel van de Commissie, door de Raad vastgesteld.

(9)

Daarnaast moet, voor door het gemengd comité te behandelen vraagstukken die geen rechtsgevolgen hebben, de Commissie het standpunt van de Unie met de lidstaten coördineren,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De ondertekening namens de Unie van de samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, inzake de Europese satellietnavigatieprogramma's wordt namens de Unie goedgekeurd onder voorbehoud van de sluiting van die overeenkomst.

De tekst van de overeenkomst is bij dit besluit gevoegd.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de overeenkomst namens de Unie te ondertekenen.

Artikel 3

De overeenkomst wordt overeenkomstig artikel 27, lid 2, ervan voorlopig toegepast in afwachting van de voltooiing van de procedures voor sluiting (1).

Artikel 4

De voorzitter van de Raad verricht namens de Unie de in artikel 27, lid 2, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 23 september 2013.

Voor de Raad

De voorzitter

V. JUKNA


(1)  De datum vanaf welke de overeenkomst voorlopig wordt toegepast wordt door het secretariaat-generaal van de Raad bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.


20.1.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 15/3


SAMENWERKINGSOVEREENKOMST

tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, inzake de Europese satellietnavigatieprogramma's

DE EUROPESE UNIE

en

HET KONINKRIJK BELGIË,

DE REPUBLIEK BULGARIJE,

DE TSJECHISCHE REPUBLIEK,

HET KONINKRIJK DENEMARKEN,

DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,

DE REPUBLIEK ESTLAND,

IERLAND,

DE HELLEENSE REPUBLIEK,

HET KONINKRIJK SPANJE,

DE FRANSE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK KROATIË,

DE ITALIAANSE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK CYPRUS,

DE REPUBLIEK LETLAND,

DE REPUBLIEK LITOUWEN,

HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG,

HONGARIJE,

DE REPUBLIEK MALTA,

HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN,

DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,

DE REPUBLIEK POLEN,

DE PORTUGESE REPUBLIEK,

ROEMENIË,

DE REPUBLIEK SLOVENIË,

DE SLOWAAKSE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK FINLAND,

HET KONINKRIJK ZWEDEN,

HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,

partijen bij het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, hierna "lidstaten" genoemd, enerzijds,

en

de ZWITSERSE BONDSSTAAT, hierna "Zwitserland" genoemd, anderzijds, hierna "partij" of "partijen" genoemd,

GEZIEN het gemeenschappelijke belang bij de ontwikkeling van een mondiaal navigatiesatellietsysteem (hierna "GNSS" genoemd) dat specifiek voor civiele doeleinden is ontworpen,

ERKENNENDE het belang van de Europese GNSS-programma's als een bijdrage tot de navigatie- en informatie-infrastructuur in de Europese Unie en Zwitserland,

GEZIEN de toenemende ontwikkeling van GNSS-toepassingen in de Europese Unie, Zwitserland en andere gebieden in de wereld,

GEZIEN het gemeenschappelijke belang bij de samenwerking op lange termijn tussen de Europese Unie, haar lidstaten en Zwitserland op het gebied van satellietnavigatie,

ERKENNENDE de nauwe deelname van Zwitserland aan de Galileo- en Egnos-programma's sinds de definitiefasen ervan,

GEZIEN de resoluties van de Ruimteraad, met name "Resolutie betreffende het Europees ruimtevaartbeleid", vastgesteld op 22 mei 2007, en "Vooruitgang boeken met het Europees ruimtevaartbeleid", vastgesteld op 29 september 2008, waarin de Europese Unie, het Europees Ruimteagentschap (hierna "ESA" genoemd) en hun respectieve lidstaten als de drie belangrijkste actoren van het Europees ruimtevaartbeleid worden erkend, alsmede "Mondiale uitdagingen: volledig benutten van de Europese ruimtesystemen", vastgesteld op 25 november 2010, waarin de Europese Commissie en ESA worden verzocht de procedure voor deelname aan alle fasen van de samenwerkingsprogramma's voor lidstaten die geen lid van zowel de Europese Unie als ESA zijn, te vereenvoudigen,

GEZIEN de mededeling van de Commissie "Naar een ruimtevaartstrategie van de Europese Unie ten dienste van de burger" van 4 april 2011,

WENSENDE formeel samenwerking wat alle aspecten van de Europese GNSS-programma's betreft tot stand te brengen,

ERKENNENDE dat Zwitserland belang heeft bij alle GNSS-diensten, zoals door EGNOS en Galileo aangeboden, met inbegrip van de overheidsdienst ("Public Regulated Service", hierna "PRS" genoemd),

GEZIEN de overeenkomst van 25 juni 2007 inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds,

ERKENNENDE de overeenkomst van 28 april 2008 tussen de Zwitserse Bondsstaat en de Europese Unie inzake beveiligingsprocedures voor de uitwisseling van gerubriceerde gegevens (hierna "beveiligingsovereenkomst" genoemd),

OVERWEGENDE de voordelen van een gelijkwaardig niveau van bescherming van de Europese GNSS en de diensten ervan op de grondgebieden van de partijen,

ERKENNENDE de verplichtingen van de partijen volgens het internationaal recht, met name de verplichtingen van Zwitserland als permanente neutrale staat,

ERKENNENDE dat in Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende de voortzetting van de uitvoering van de Europese programma's voor navigatie per satelliet (EGNOS en Galileo) (1) is bepaald dat de Europese Gemeenschap alle materiële en immateriële activa in eigendom heeft die worden gecreëerd of ontwikkeld in het kader van de Europese GNSS-programma's, als omschreven in die verordening,

GEZIEN Verordening (EU) nr. 912/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 tot oprichting van het Europese GNSS-Agentschap (2),

GEZIEN Besluit nr. 1104/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de voorwaarden voor toegang tot de overheidsdienst (publiek gereguleerde dienst) die wordt aangeboden door het wereldwijde satellietnavigatiesysteem dat is ingevoerd door het Galileo-programma (3),

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

DEEL I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Doel

1.   Het doel van deze overeenkomst is het stimuleren, vergemakkelijken en versterken van de samenwerking op lange termijn tussen de partijen op het gebied van satellietnavigatie onder civiele controle, en met name door deelname van Zwitserland aan de Europese GNSS-programma's.

2.   De vorm van en de voorwaarden voor de deelname van Zwitserland aan de programma's worden in deze overeenkomst vastgesteld.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

1.

"Europese mondiale navigatiesatellietsystemen" (Europese GNSS): de door het Galileo-programma ingevoerde systemen en de European Geostationary Navigation Overlay Service (EGNOS);

2.

"augmentatie": regionale of lokale mechanismen zoals EGNOS, die de gebruikers van mondiale GNSS in staat stellen een verbeterde prestatie te verkrijgen, zoals verhoogde nauwkeurigheid, beschikbaarheid, integriteit en betrouwbaarheid;

3.

"Galileo": een autonoom Europees mondiaal satellietnavigatie- en tijdbepalingssysteem onder civiele leiding, voor de aanbieding van GNSS-diensten die zijn ontworpen en ontwikkeld door de Europese Unie, ESA en hun respectieve lidstaten. De exploitatie van Galileo kan aan een private partij worden overgedragen. Galileo voorziet in een open dienst, een commerciële dienst, een dienst beveiliging van levens en een opsporings- en reddingsdienst naast een beveiligde overheidsdienst met beperkte toegang die specifiek is ontworpen om te voldoen aan de behoeften van geautoriseerde gebruikers uit de overheidssector;

4.

"lokale elementen van Galileo": lokale mechanismen die aan de gebruikers van satellietgebaseerde navigatie- en tijdbepalingssignalen van Galileo extra inputinformatie aanbieden bovenop de informatie die afkomstig is van de voornaamste in gebruik zijnde constellatie. Lokale elementen kunnen worden ingezet voor extra prestatie rondom luchthavens, zeehavens en in stedelijke of andere in geografisch opzicht moeilijke omgevingen. Galileo zal generieke modellen voor lokale elementen aanbieden;

5.

"apparatuur voor mondiale navigatie, plaatsbepaling en tijdbepaling": alle civiele eindgebruikersapparatuur bestemd om satellietgebaseerde navigatie- of tijdbepalingssignalen uit te zenden, te ontvangen of te verwerken voor het aanbieden van een dienst, of om te exploiteren met een regionale augmentatie;

6.

"overheidsdienst" (PRS): een dienst die wordt verleend door het door het Galileo-programma ingevoerde systeem die uitsluitend aan door de overheid gemachtigde gebruikers wordt geleverd, voor gevoelige toepassingen die een doeltreffende toegangscontrole en grote continuïteit van de dienstverlening vereisen;

7.

"regulerende maatregel": een wet, regeling, beleid, regel, procedure, beslissing of soortgelijke administratieve handeling door een partij;

8.

"interoperabiliteit": de geschiktheid van mondiale en regionale navigatiesatellietsystemen en augmentaties, en de erdoor geleverde diensten, om samen gebruikt te kunnen worden, zodat op gebruikersniveau meer mogelijkheden worden geboden dan wanneer uitsluitend op de open dienst van één systeem vertrouwd wordt;

9.

"intellectuele eigendom": de betekenis die deze term heeft in artikel 2, punt viii), van het Verdrag tot oprichting van de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom, ondertekend te Stockholm op 14 juli 1967;

10.

"gerubriceerde informatie": informatie in elke vorm die bescherming vereist tegen onbevoegde openbaarmaking waardoor de wezenlijke belangen, waaronder de nationale veiligheid, van de partijen of van afzonderlijke lidstaten in verschillende mate zouden kunnen worden geschaad. De rubricering ervan wordt aangeduid met een rubriceringsmarkering. Dergelijke informatie wordt door de partijen gerubriceerd in overeenstemming met de van toepassing zijnde wet- en regelgeving en moet tegen elk verlies van vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid worden beschermd.

Artikel 3

Beginselen van de samenwerking

De partijen passen de volgende beginselen toe op onder deze overeenkomst vallende samenwerkingsactiviteiten:

1.

wederzijds voordeel op basis van een algemeen evenwicht van rechten en verplichtingen, met inbegrip van bijdragen en toegang tot alle diensten, in overeenstemming met artikel 15;

2.

wederzijdse mogelijkheden om aan samenwerkingsactiviteiten in de Europese Unie en in het kader van Zwitserse GNSS-projecten deel te nemen;

3.

tijdige uitwisseling van informatie die van invloed kan zijn op de samenwerkingsactiviteiten;

4.

adequate en effectieve bescherming van intellectuele eigendomsrechten zoals bedoeld in artikel 9;

5.

vrijheid om satellietnavigatiediensten te verlenen op de grondgebieden van de partijen;

6.

onbeperkte handel in Europese GNSS-goederen op de grondgebieden van de partijen.

DEEL II

BEPALINGEN INZAKE SAMENWERKING

Artikel 4

Samenwerkingsactiviteiten

1.   De volgende sectoren komen in aanmerking voor samenwerkingsactiviteiten op het gebied van satellietnavigatie en tijdbepaling: radiospectrum, wetenschappelijk onderzoek en opleiding, industriële samenwerking, overheidsopdrachten, intellectuele eigendomsrechten, exportcontrole, handels- en marktontwikkeling, normen, certificering en regulerende maatregelen, veiligheid, uitwisseling van gerubriceerde informatie, uitwisseling van personeel en toegang tot diensten. De partijen kunnen deze lijst van sectoren overeenkomstig artikel 25 wijzigen.

2.   Deze overeenkomst is niet van invloed op de institutionele autonomie van de Europese Unie bij de regulering van de Europese GNSS-programma's, noch op de ten behoeve van de activiteiten van de Europese GNSS-programma's door de Europese Unie ingestelde structuur. Deze overeenkomst is evenmin van invloed op de toepasselijke regulerende maatregelen ter uitvoering van non-proliferatieverbintenissen, exportcontrole, controles van immateriële overdrachten van technologie. Zij is evenmin van invloed op nationale veiligheidsmaatregelen.

3.   Behoudens hun toepasselijke regulerende maatregelen bevorderen de partijen zoveel mogelijk de samenwerkingsactiviteiten op grond van deze overeenkomst met het oog op het bieden van vergelijkbare kansen voor deelname aan hun activiteiten in de in lid 1 bedoelde sectoren.

Artikel 5

Radiospectrum

1.   De partijen zetten de samenwerking en wederzijdse steun in radiospectrumkwesties in het kader van de Internationale Telecommunicatie-unie (hierna "ITU" genoemd) voort, rekening houdend met "Memorandum of Understanding on the Management of ITU filings of the Galileo radio-navigation satellite service system" van 5 november 2004.

2.   De partijen wisselen informatie uit over frequentieaanvragen en beschermen adequate frequentietoewijzingen voor Galileo om de beschikbaarheid van Galileo-diensten ten voordele van gebruikers over de hele wereld, en met name in Zwitserland en de Europese Unie, te verzekeren.

3.   Om het radionavigatiespectrum te beschermen tegen verstoring en interferentie, sporen de partijen bronnen van interferentie op en streven zij wederzijds aanvaardbare oplossingen na om interferentie te bestrijden.

4.   Niets in deze overeenkomst mag aldus worden geïnterpreteerd dat afbreuk wordt gedaan aan de toepasselijke bepalingen van de ITU, inclusief de ITU-radioreglementen.

Artikel 6

Wetenschappelijk onderzoek en opleiding

1.   De partijen bevorderen gezamenlijke onderzoeks- en opleidingsactiviteiten op het gebied van Europese GNSS via EU- en Zwitserse onderzoeksprogramma's en andere relevante onderzoeksprogramma's van de partijen. De gezamenlijke onderzoeksactiviteiten moeten bijdragen aan het plannen van de toekomstige ontwikkelingen van Europese GNSS.

2.   De partijen definiëren het passende mechanisme om voor effectieve contacten en deelname aan de relevante onderzoeksprogramma's te zorgen.

Artikel 7

Overheidsopdrachten

1.   Voor aankopen in verband met de Europese GNSS-programma's gelden voor de partijen de verplichtingen die zij zijn aangegaan uit hoofde van de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten (hierna "GPA" genoemd) van de Wereldhandelsorganisatie (hierna "WTO" genoemd) en de Overeenkomst van 21 juni 1999 tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat betreffende sommige aspecten van overheidsopdrachten.

2.   Onverminderd het bepaalde in artikel XXIII van de GPA (artikel III van de herziene GPA), hebben Zwitserse entiteiten het recht deel te nemen aan overheidsopdrachten voor de levering van diensten in verband met de Europese GNSS-programma's.

Artikel 8

Industriële samenwerking

De partijen stimuleren en steunen de samenwerking tussen hun industrieën, via middelen zoals joint ventures en Zwitserse deelname aan relevante Europese industriële verenigingen alsmede deelname van de Europese Unie aan relevante Zwitserse industriële verenigingen, met het oog op de goede werking van de Europese satellietnavigatiesystemen en bevordering van het gebruik en de ontwikkeling van Galileo-toepassingen en -diensten.

Artikel 9

Intellectuele eigendomsrechten

Ter vergemakkelijking van industriële samenwerking verlenen en verzekeren de partijen, in overeenstemming met de strengste internationale normen die zijn vastgesteld in de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (TRIPS) van de WTO, adequate en effectieve bescherming van de intellectuele eigendomsrechten betreffende de gebieden en sectoren die relevant zijn voor de ontwikkeling en exploitatie van de Europese GNSS, inclusief effectieve middelen om dergelijke normen te handhaven.

Artikel 10

Exportcontrole

1.   Om de toepassing van een uniform beleid van exportcontrole en non-proliferatie betreffende de Europese GNSS-programma's tussen de partijen te verzekeren, neemt Zwitserland, binnen zijn rechtsgebied en in overeenstemming met zijn nationale wetgeving en procedures, tijdig maatregelen voor exportcontrole en non-proliferatie van technologieën, gegevens en artikelen, en handhaaft het deze. Deze maatregelen moeten een niveau van exportcontrole en non-proliferatie verzekeren dat gelijkwaardig is aan dat van de Europese Unie.

2.   Mocht zich een gebeurtenis voordoen waarbij een gelijkwaardig niveau van exportcontrole en non-proliferatie als bedoeld in lid 1 van dit artikel niet kan worden bereikt, dan is de procedure van artikel 22 van toepassing.

Artikel 11

Handels- en marktontwikkeling

1.   De partijen stimuleren handel en investeringen in EU- en Zwitserse satellietnavigatie-infrastructuur en apparatuur voor mondiale navigatie, plaatsbepaling en tijdbepaling, inclusief lokale elementen van Galileo en toepassingen die relevant zijn voor de Europese GNSS-programma's.

2.   Voor de toepassing van lid 1 geven de partijen voorlichting over Galileo-satellietnavigatieactiviteiten, wijzen zij potentiële belemmeringen aan voor de groei in GNSS-toepassingen en nemen zij passende maatregelen om deze groei te bevorderen.

3.   Om de gebruikersbehoeften vast te stellen en er effectief op in te spelen, kunnen entiteiten van de partijen gebruikmaken van het toekomstige GNSS-gebruikersforum.

4.   Deze overeenkomst heeft geen invloed op de rechten en verplichtingen van de partijen uit hoofde van de Overeenkomst tot oprichting van de WTO.

Artikel 12

Normen, certificering en regulerende maatregelen

1.   De partijen, die het belang erkennen van het coördineren van de benaderingen in internationale normalisatie- en certificeringsfora betreffende mondiale satellietnavigatiediensten, steunen gezamenlijk de ontwikkeling van Galileo- en Egnos-normen en bevorderen wereldwijd de toepassing ervan, waarbij de klemtoon wordt gelegd op de interoperabiliteit met andere GNSS-systemen.

Een van de doelstellingen van deze coördinatie is het bevorderen van het brede en innovatieve gebruik van de Galileo-diensten voor open, commerciële en aan beveiliging van levens gerelateerde doeleinden als wereldwijde navigatie- en tijdbepalingsnorm. De partijen creëren gunstige omstandigheden voor de ontwikkeling van Galileo-toepassingen.

2.   Ter bevordering en implementatie van de doelstellingen van deze overeenkomst, werken de partijen waar passend samen inzake alle GNSS-aangelegenheden die met name aan de orde komen in de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie, de Internationale Maritieme Organisatie en de ITU.

3.   De partijen zorgen ervoor dat maatregelen inzake technische normen, certificering en vergunningseisen en -procedures betreffende Europese GNSS geen onnodige handelsbelemmeringen vormen. Binnenlandse eisen zijn gebaseerd op objectieve, niet-discriminerende, vooraf vastgestelde transparante criteria.

4.   De partijen nemen de nodige regulerende maatregelen om het volledige gebruik mogelijk te maken van ontvangers, het grond- en het ruimtesegment van Galileo op de onder hun jurisdictie vallende grondgebieden. In dat verband geeft de regering van Zwitserland op het onder haar jurisdictie vallende grondgebied aan Galileo geen minder gunstige behandeling dan aan andere soortgelijke systemen voor radionavigatiesatellietdiensten.

Artikel 13

Beveiliging

1.   Om de Europese GNSS-systemen tegen bedreigingen zoals misbruik, interferentie, verstoring en vijandige handelingen te beschermen, doen de partijen alle praktisch uitvoerbare stappen om de continuïteit, veiligheid en beveiliging van de satellietnavigatiediensten en gerelateerde infrastructuur en kritieke voorzieningen op hun grondgebieden te verzekeren, onverminderd het bepaalde in artikel 4, lid 2.

2.   Voor de toepassing van lid 1 neemt Zwitserland, binnen zijn rechtsgebied en in overeenstemming met zijn nationale wetgeving en procedures, tijdig maatregelen die in een gelijkwaardig niveau van beveiliging en veiligheid voorzien als die welke in de Europese Unie van toepassing zijn met betrekking tot bescherming, controle en beheer van gevoelige voorzieningen, informatie en technologieën van de Europese GNSS-programma's wat betreft bedreigingen en ongewenste proliferatie.

3.   Mocht zich een gebeurtenis voordoen waarbij een gelijkwaardig niveau van beveiliging en veiligheid als bedoeld in lid 2 van dit artikel niet kan worden bereikt, dan is de procedure van artikel 22 van toepassing.

Artikel 14

Uitwisseling van gerubriceerde informatie

1.   Uitwisseling en bescherming van gerubriceerde informatie van de Europese Unie moeten in overeenstemming zijn met de beveiligingsovereenkomst alsmede met de uitvoeringsregelingen van de beveiligingsovereenkomst.

2.   Zwitserland kan gerubriceerde informatie met een nationaal rubriceringsmerk betreffende Europese GNSS-programma's uitwisselen met die lidstaten waarmee het met het oog daarop bilaterale overeenkomsten heeft gesloten.

3.   De partijen streven ernaar een algemeen en coherent rechtskader in te stellen op grond waarvan uitwisselingen van gerubriceerde informatie betreffende het Galileo-programma tussen alle partijen mogelijk zijn.

Artikel 15

Toegang tot diensten

Zwitserland heeft toegang tot alle Europese GNSS-diensten die onder deze overeenkomst vallen en tot de PRS die onder een afzonderlijke overeenkomst vallen.

Zwitserland heeft belangstelling getoond voor de PRS en beschouwt deze als een belangrijk element van zijn deelname aan de Europese GNSS-programma's. De partijen streven ernaar een PRS-overeenkomst te sluiten om de Zwitserse deelname aan de PRS te waarborgen, zodra een verzoek hiertoe wordt ingediend door Zwitserland en de procedure van artikel 218 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is afgerond.

Artikel 16

Deelname aan het Europese GNSS-Agentschap

Zwitserland heeft het recht deel te nemen aan het Europese GNSS-Agentschap onder de in een overeenkomst tussen de Europese Unie en Zwitserland vast te leggen voorwaarden. Deze onderhandelingen gaan van start zodra een verzoek hiertoe wordt ingediend door Zwitserland en de nodige procedures aan de kant van de Europese Unie zijn voltooid.

Artikel 17

Deelname aan comités

Vertegenwoordigers van Zwitserland worden uitgenodigd om als waarnemers deel te nemen aan de comités die zijn ingesteld voor beheer, ontwikkeling en uitvoering van de activiteiten in het kader van de Europese GNSS-programma's, in overeenstemming met de desbetreffende regels en procedures en zonder stemrecht. Dit omvat met name de deelname aan het comité voor de GNSS-programma's en de GNSS-Beveiligingsraad, met inbegrip van de werkgroepen en taskforces van deze comités.

DEEL III

FINANCIËLE BEPALINGEN

Artikel 18

Financiering

Zwitserland draagt bij aan de financiering van de Europese GNSS-programma's. De Zwitserse bijdrage wordt berekend op basis van de evenredigheidsfactor die wordt bepaald door de verhouding vast te stellen tussen het bruto binnenlands product van Zwitserland tegen marktprijzen en de som van de bruto binnenlandse producten van de lidstaten tegen marktprijzen.

Voor de periode 2008-2013 bedraagt de bijdrage van Zwitserland aan de Europese GNSS-programma's 80 050 870 EUR.

Dit bedrag wordt als volgt betaald:

 

2013: 60 000 000 EUR

 

2014: 20 050 870 EUR.

Voor de periode 2014 en daarna wordt de Zwitserse bijdrage jaarlijks betaald.

DEEL IV

SLOTBEPALINGEN

Artikel 19

Aansprakelijkheid

Aangezien Zwitserland de Europese GNSS niet in eigendom zal hebben, draagt het geen enkele aansprakelijkheid die voortvloeit uit de eigendom.

Artikel 20

Gemengd comité

1.   Hierbij wordt een gemengd comité onder de naam "GNSS-comité Europese Unie/Zwitserland" opgericht. Het bestaat uit vertegenwoordigers van de partijen en is verantwoordelijk voor het beheer en de juiste uitvoering van deze overeenkomst. Hiertoe formuleert het aanbevelingen. Het neemt besluiten in de gevallen waarin deze overeenkomst voorziet; de partijen voeren deze besluiten volgens hun eigen regels uit. Het gemengd comité neemt besluiten bij onderlinge overeenstemming.

2.   Het gemengd comité stelt zijn reglement van orde op, waarin onder meer bepalingen voor het bijeenroepen van vergaderingen, het aanwijzen van de voorzitter en het vaststellen van diens mandaat zijn vervat.

3.   Het gemengd comité komt bijeen wanneer dat nodig is. De Europese Unie of Zwitserland kan verzoeken een vergadering te beleggen. Het gemengd comité komt bijeen binnen vijftien dagen na de indiening van het in artikel 22, lid 2, bedoelde verzoek.

4.   Het gemengd comité kan naar eigen inzicht besluiten tot de oprichting van werkgroepen of groepen van deskundigen om het bij de vervulling van zijn taken bij te staan.

5.   Het gemengd comité kan besluiten bijlage I te wijzigen.

Artikel 21

Raadplegingen

1.   Met het oog op een goede uitvoering van deze overeenkomst wisselen de partijen regelmatig informatie uit en plegen zij, wanneer één van de partijen daarom vraagt, overleg binnen het gemengd comité.

2.   Op verzoek van één van de partijen wordt door de partijen onmiddellijk overleg gepleegd over iedere vraag die voortvloeit uit de interpretatie of toepassing van deze overeenkomst.

Artikel 22

Vrijwaringsmaatregelen

1.   Elke partij kan, na overleg binnen het gemengd comité, passende vrijwaringsmaatregelen nemen, met inbegrip van de schorsing van een of meerdere samenwerkingsactiviteiten, als zij van oordeel is dat een gelijkwaardig niveau van exportcontrole of beveiliging niet langer is gewaarborgd tussen de partijen. Wanneer uitstel de goede werking van GNSS in gevaar dreigt te brengen, mogen zonder voorafgaand overleg voorlopige beschermende maatregelen worden genomen, op voorwaarde dat er onmiddellijk nadat die maatregelen zijn genomen, overleg plaatsvindt.

2.   De reikwijdte en de duur van de in lid 1 bedoelde maatregelen moeten beperkt blijven tot wat nodig is om de situatie te regelen en een juist evenwicht tussen de uit deze overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen te garanderen. De andere partij kan het gemengd comité verzoeken overleg over de evenredigheid van die maatregelen op gang te brengen. Indien het niet mogelijk is het geschil binnen zes maanden te regelen, kan het door elk van beide partijen worden voorgelegd voor bindende arbitrage, overeenkomstig de in bijlage I vastgestelde procedure. Kwesties betreffende de uitlegging van bepalingen van deze overeenkomst die identiek zijn aan overeenkomstige bepalingen van het recht van de Europese Unie kunnen in dat kader niet worden geregeld.

Artikel 23

Geschillenbeslechting

Onverminderd het bepaalde in artikel 22 worden alle geschillen betreffende de interpretatie of toepassing van deze overeenkomst beslecht middels overleg binnen het gemengd comité.

Artikel 24

Bijlagen

De bijlagen bij deze overeenkomst maken integrerend deel uit van de overeenkomst.

Artikel 25

Herziening

Deze overeenkomst kan te allen tijde met instemming van de partijen worden gewijzigd en uitgebreid.

Artikel 26

Opzegging

1.   De Europese Unie of Zwitserland kan deze overeenkomst opzeggen door de andere partij daarvan in kennis te stellen. De geldigheid van deze overeenkomst verstrijkt zes maanden na de datum van een dergelijke kennisgeving.

2.   Het opzeggen van deze overeenkomst heeft geen invloed op de geldigheid of duur van in het kader van de overeenkomst getroffen regelingen of op specifieke rechten en verplichtingen die op het gebied van intellectuele eigendom zijn ontstaan.

3.   In geval van opzegging van deze overeenkomst doet het gemengd comité een voorstel om de partijen in staat te stellen nog resterende kwesties af te ronden, met inbegrip van de financiële gevolgen, waarbij rekening wordt gehouden met het beginsel van pro rata temporis.

Artikel 27

Inwerkingtreding

1.   Deze overeenkomst wordt door de partijen volgens hun eigen interne procedures goedgekeurd. Zij treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum van de laatste kennisgeving van goedkeuring.

2.   Onverminderd het bepaalde in lid 1, stemmen Zwitserland en de Europese Unie, wat betreft onderdelen van deze overeenkomst die binnen de bevoegdheid van de Europese Unie vallen, ermee in deze overeenkomst voorlopig toe te passen vanaf de eerste dag van de maand volgende op de tweede kennisgeving waarin wordt bevestigd dat de hiertoe vereiste procedures zijn voltooid.

Tijdens de voorlopige toepassing van deze overeenkomst bestaat het in artikel 20 bedoelde gemengd comité uit vertegenwoordigers van Zwitserland en de Europese Unie.

3.   Deze overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.

4.   Deze overeenkomst is opgesteld in twee exemplaren in de Bulgaarse, Deense, Duitse, Engelse, Estse, Finse, Franse, Griekse, Hongaarse, Italiaanse, Kroatische, Letse, Litouwse, Maltese, Nederlandse, Poolse, Portugese, Roemeense, Sloveense, Slowaakse, Spaanse, Tsjechische en Zweedse taal, zijnde alle teksten authentiek.

Voor het Koninkrijk België

Pour le Royaume de Belgique

Für das Königreich Belgien

Image

За Релублика България

Image

Za Českou republiku

Image

For Kongeriget Danmark

Image

Für die Bundesrepublik Deutschland

Image

Eesti Vabariigi nimel

Image

Thar cheann Na hÉireann

For Ireland

Image

Για την Ελληνική Δημοκρατία

Image

Por el Reino de España

Image

Pour la République française

Image

Za Republiku Hrvatsku

Image

Per la Repubblica italiana

Image

Για την Κυπριακή Δημοκρατία

Image

Latvijas Republikas vārdā –

Image

Lietuvos Respublikos vardu

Image

Pour le Grand-Duché de Luxembourg

Image

Magyarország részéről

Image

Gћar-Repubblika ta' Malta

Image Image

Voor het Koninkrijk der Nederlanden

Image

Für die Republik Österreich

Image

W imieniu Rzeczypospolitej Polskiej

Image

Pela República Portuguesa

Image

Pentru România

Image

Za Republiko Slovenijo

Image

Za Slovenskú republiku

Image

Suomen tasavallan puolesta

För Republiken Finland

Image

För Konungariket Sverige

Image

For the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland

Image

За Европейския съюз

Por la Unión Europea

Za Evropskou unii

For Den Europæiske Union

Für die Europäische Union

Euroopa Liidu nimel

Για την Ευρωπαϊκή Ένωση

For the European Union

Pour l'Union européenne

Za Europsku uniju

Per l'Unione europea

Eiropas Savienības vārdā –

Europos Sąjungos vardu

Az Európai Unió részéről

Għall-Unjoni Ewropea

Voor de Europese Unie

W imieniu Unii Europejskiej

Pela União Europeia

Pentru Uniunea Europeană

Za Európsku úniu

Za Evropsko unijo

Euroopan unionin puolesta

För Europeiska unionen

Image

Für die Schweizerische Eidgenossenschaft

Pour la Confédération suisse

Per la Confederazione Svizzera

Image


(1)  PB L 196 van 24.7.2008, blz. 1.

(2)  PB L 276 van 20.10.2010, blz. 11.

(3)  PB L 287 van 4.11.2011, blz. 1.


BIJLAGE I

ARBITRAGEPROCEDURE

Indien een geschil aan arbitrage wordt onderworpen, worden drie arbiters aangewezen, tenzij de partijen anders besluiten.

Elke partij stelt binnen 30 dagen één arbiter.

De beide aldus aangewezen arbiters wijzen in onderlinge overeenstemming een hoofdarbiter aan die geen onderdaan is van een van beide partijen. Als de arbiters het binnen een termijn van twee maanden na hun aanwijzing niet eens kunnen worden, kiezen zij de hoofdarbiter uit een lijst van zeven personen die door het gemengd comité wordt opgesteld. Het gemengd comité stelt deze lijst op en werkt ze bij conform zijn reglement van orde.

Tenzij de partijen anders besluiten, stelt de arbitrage-instantie zelf haar procedureregels vast. Zij besluit bij meerderheid van stemmen.


BIJLAGE II

FINANCIËLE BIJDRAGE VAN ZWITSERLAND AAN DE EUROPESE GNSS-PROGRAMMA'S

1.

Voor de periode 2008-2013 bedraagt de financiële bijdrage van Zwitserland aan de begroting van de Europese Unie met het oog op deelname aan de Europese GNSS-programma's (in euro):

2013

2014

60 000 000

20 050 870

Voor de periode 2014 en daarna wordt de Zwitserse bijdrage jaarlijks betaald.

2.

Het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Unie (1) en de desbetreffende uitvoeringsvoorschriften (2) zijn van toepassing, met name op het beheer van de bijdrage van Zwitserland.

3.

De reis- en verblijfkosten van de vertegenwoordigers en deskundigen van Zwitserland in het kader van hun deelname aan door de Commissie georganiseerde vergaderingen over de uitvoering van de programma's worden door de Commissie vergoed op dezelfde basis en volgens de procedures die gelden voor de deskundigen van de lidstaten.

4.

De Commissie richt aan Zwitserland verzoeken tot storting die overeenkomen met de bijdrage van Zwitserland in het budget van de programma's volgens deze overeenkomst.

Deze bijdrage wordt uitgedrukt in euro en wordt op een in euro gestelde bankrekening van de Commissie gestort.

5.

De betalingen geschieden op de volgende wijze:

a)

in 2013, na de voorlopige inwerkingtreding van deze overeenkomst, betaalt Zwitserland zijn bijdrage uiterlijk dertig dagen na ontvangst van het verzoek tot storting;

b)

in 2014 betaalt Zwitserland zijn bijdrage (voor de periode 2008-2013 en voor 2014) uiterlijk dertig dagen na ontvangst van het verzoek tot storting; Het verzoek tot storting wordt niet vóór 1 juli gedaan;

c)

in 2015 en de daaropvolgende jaren betaalt Zwitserland zijn bijdrage uiterlijk op 1 april indien het verzoek tot storting uiterlijk op 1 maart door Zwitserland wordt ontvangen. Aan een na 1 maart door Zwitserland ontvangen verzoek tot storting wordt uiterlijk dertig dagen na ontvangst voldaan.

Voor elke te laat betaalde bijdrage betaalt Zwitserland achterstandsrente op het vanaf de vervaldatum verschuldigde bedrag. De rente wordt berekend op basis van de door de Europese Centrale Bank op haar belangrijkste herfinancieringsoperaties toegepaste en in het Publicatieblad van de Europese Unie, reeks C, bekendgemaakte rentevoet die gold op de eerste kalenderdag van de maand waarin de vervaldatum valt, vermeerderd met 3,5 procentpunt.


(1)  Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB EU L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

(2)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB EU L 362 van 31.12.2012, blz. 1).


VERORDENINGEN

20.1.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 15/18


VERORDENING VAN DE RAAD

van 20 januari 2014

tot wijziging van Verordening (EU) Nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran

(2014/42/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit 2010/413/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2007/140/GBVB (1),

Gezien het gezamenlijk voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad (2) geeft uitvoering aan Besluit 2010/413/GBVB.

(2)

Op 24 november 2013 hebben China, Frankrijk, Duitsland, de Russische Federatie, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, gesteund door de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, met Iran overeenstemming bereikt over een gezamenlijk actieplan waarin wordt geschetst hoe een alomvattende langetermijnoplossing voor de Iraanse nucleaire kwestie zou moeten worden bereikt. Overeengekomen is dat het proces dat tot deze alomvattende oplossing moet leiden, als een eerste stap, initiële, wederzijds overeengekomen maatregelen dient te omvatten die door beide partijen voor een duur van zes maanden worden genomen en met wederzijdse instemming kunnen worden verlengd.

(3)

In het kader van deze eerste stap zou Iran een aantal vrijwillige maatregelen treffen die gespecificeerd zijn in het gezamenlijk actieplan. In ruil zouden een aantal vrijwillige maatregelen getroffen worden, die, wat de Unie betreft, de schorsing zouden inhouden van de onderstaande beperkende maatregelen voor een duur van zes maanden, waarin de desbetreffende overeenkomsten zouden moeten worden uitgevoerd:

het verbod op het aanbieden van verzekeringen en herverzekeringen en het vervoeren van Iraanse ruwe olie;

het verbod op het invoeren, aanschaffen of vervoeren van Iraanse petrochemische producten en op de verstrekking van daarmee verband houdende diensten;

het verbod op de handel in goud en edele metalen met de regering van Iran, haar overheidsinstanties en de centrale bank van Iran, of met namens hen optredende personen en entiteiten.

(4)

Bovendien voorziet het gezamenlijk actieplan in een vertienvoudiging van de maxima voor overdrachten van middelen naar en uit Iran waarvoor toestemming moet worden verleend.

(5)

Op 20 januari 2014 heeft de Raad Besluit 2014/21/GBVB (3) houdende wijziging van Besluit 2010/413/GBVB vastgesteld.

(6)

De bovenvermelde maatregelen vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag en derhalve is regelgeving op het niveau van de Unie noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging ervan, met name ook om de uniforme toepassing ervan door marktdeelnemers in alle lidstaten te verzekeren.

(7)

Verordening (EU) Nr. 267/2012 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) Nr. 267/2012 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 11 worden de volgende leden 3 en 4 toegevoegd:

"3.   Het verbod in lid 1, onder c), wordt geschorst wat de in bijlage XI vermelde producten betreft.

4.   Het verbod in lid 1, onder d), wordt geschorst voor zover het betrekking heeft op het aanbieden van verzekeringen of herverzekeringen in verband met het invoeren, aanschaffen of vervoeren van de in bijlage XI vermelde producten.".

2)

Aan artikel 13 wordt het volgende lid 3 toegevoegd:

"3.   De verboden in lid 1, onder a), b), c) en d), worden geschorst.".

3)

Aan artikel 15 wordt het volgende lid 3 toegevoegd:

"3.   De verboden in lid 1, onder a), b) en c), worden geschorst wat de in bijlage XII vermelde producten betreft.".

4)

Het volgende artikel 28 ter wordt ingevoegd:

"Artikel 28 ter

1.   In afwijking van artikel 23, leden 2 en 3, kunnen de bevoegde autoriteiten op door hen passend geachte voorwaarden de vrijgave van economische middelen of de beschikbaarstelling van tegoeden of economische middelen, direct of indirect, aan het Ministerie van Olie zoals vermeld in bijlage IX, toestaan, nadat zij hebben vastgesteld dat die tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor de uitvoering van overeenkomsten over het invoeren of aanschaffen van de in bijlage V vermelde petrochemische producten die van Iraanse oorsprong zijn of uit Iran zijn ingevoerd.

2.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie binnen vier weken in kennis van uit hoofde van dit artikel verleende toestemmingen.".

5)

Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 3, onder a), wordt

i)

de vermelding "100 000 EUR" vervangen door "1 000 000 EUR";

ii)

de vermelding "40 000 EUR" vervangen door "400 000 EUR";

b)

in lid 3, onder b), wordt

i)

de vermelding "100 000 EUR" vervangen door "1 000 000 EUR";

ii)

de vermelding "40 000 EUR" vervangen door "400 000 EUR";

c)

in lid 3, onder c), wordt de vermelding "10 000 EUR" vervangen door "100 000 EUR".

6)

Artikel 30 bis wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1, onder b), wordt de vermelding "40 000 EUR" vervangen door "400 000 EUR";

b)

in lid 1, onder c), wordt de vermelding "40 000 EUR" vervangen door "400 000 EUR".

7)

Aan artikel 37 ter wordt het volgende lid 3 toegevoegd:

"3.   Het verbod in lid 1 wordt geschorst.".

8)

In artikel 45, onder b), worden de woorden "wijzigt de bijlagen III, IV, IV bis, V, VI, VI bis, VI ter, VII, VII bis, VII ter en X" vervangen door de woorden " wijzigt de bijlagen III, IV, IV bis, V, VI, VI bis, VI ter, VII, VII bis, VII ter, X, XI en XII".

9)

Bijlage I en bijlage II bij deze verordening worden toegevoegd als respectievelijk bijlage XI en bijlage XII.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 januari 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

C. ASHTON


(1)  PB L 195 van 27.7.2010, blz. 39.

(2)  Verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 961/2010 (PB L 88 van 24.3.2012, blz. 1).

(3)  Zie bladzijde 22 van dit Publicatieblad.


BIJLAGE I

„BIJLAGE XI

Lijst van producten bedoeld in artikel 11, lid 3 en lid 4

GS-code

Omschrijving

2709 00

Ruwe aardolie en ruwe olie uit bitumineuze mineralen”.


BIJLAGE II

"BIJLAGE XII

LIJST VAN PRODUCTEN BEDOELD IN ARTIKEL 15, LID 3

GS-code

Omschrijving

7106

Zilver (verguld zilver en geplatineerd zilver daaronder begrepen), onbewerkt, halfbewerkt of in poedervorm

7108

Goud (geplatineerd goud daaronder begrepen), onbewerkt, halfbewerkt of in poedervorm

7109

Onedele metalen en zilver, geplateerd met goud, onbewerkt of half bewerkt

7110

Platina, onbewerkt, halfbewerkt of in poedervorm

7111

Onedele metalen, zilver en goud, geplateerd met platina, onbewerkt of halfbewerkt

7112

Resten en afval, van edele metalen of van metalen geplateerd met edele metalen; andere resten en afval, bevattende edele metalen of verbindingen van edele metalen, van de soort hoofdzakelijk gebruikt voor het terugwinnen van edele metalen".


BESLUITEN

20.1.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 15/22


BESLUIT 2014/21/GBVB VAN DE RAAD

van 20 januari 2014

houdende wijziging van Besluit 2010/413/GBVB van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen Iran

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 26 juli 2010 heeft de Raad Besluit 2010/413/GBVB (1) betreffende beperkende maatregelen tegen Iran vastgesteld.

(2)

Op 24 november 2013 hebben China, Frankrijk, Duitsland, de Russische Federatie, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, gesteund door de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, met Iran overeenstemming bereikt over een gezamenlijk actieplan waarin wordt geschetst hoe een alomvattende langetermijnoplossing voor de Iraanse nucleaire kwestie zou moeten worden bereikt. Overeengekomen is dat het proces dat tot deze alomvattende oplossing moet leiden, als een eerste stap, initiële, wederzijds overeengekomen maatregelen dient te omvatten die door beide partijen voor een duur van zes maanden worden genomen en met wederzijdse instemming kunnen worden verlengd.

(3)

In het kader van deze eerste stap zou Iran een aantal vrijwillige maatregelen treffen die gespecificeerd zijn in het gezamenlijk actieplan. In ruil zouden een aantal vrijwillige maatregelen getroffen worden, die, wat de Unie betreft, de schorsing zouden inhouden van de onderstaande beperkende maatregelen: het verbod op het aanbieden van verzekeringen en herverzekeringen en het vervoeren van Iraanse ruwe olie, het verbod op het invoeren, aanschaffen of vervoeren van Iraanse petrochemische producten en op de verstrekking van daarmee verband houdende diensten, en het verbod op de handel in goud en edele metalen met de regering van Iran, haar overheidsinstanties en de Centrale Bank van Iran, of met namens hen optredende personen en entiteiten. De schorsing van die beperkende maatregelen zou voor een duur van zes maanden moeten gelden, waarin de desbetreffende overeenkomsten zouden moeten worden uitgevoerd.

(4)

Bovendien voorziet het gezamenlijk actieplan in een vertienvoudiging van de maxima voor overdrachten van middelen naar en uit Iran waarvoor toestemming moet worden verleend.

(5)

Voor de uitvoering van een aantal in dit besluit genoemde maatregelen is een nader optreden van de Unie vereist.

(6)

Besluit 2010/413/GBVB dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In Besluit 2010/413/GBVB wordt het volgende artikel ingevoegd:

"Artikel 26 bis

1.   Het verbod in artikel 3 bis, lid 1, wordt geschorst tot en met 20 juli 2014 wat betreft het vervoer van Iraanse ruwe olie.

2.   Het verbod in artikel 3 bis, lid 2, wordt geschorst tot en met 20 juli 2014 wat betreft het verschaffen van verzekeringen en herverzekeringen verwant aan de invoer, de aanschaf of het vervoer van Iraanse ruwe olie.

3.   Het verbod in artikel 3 ter wordt geschorst tot en met 20 juli 2014.

4.   Het verbod in artikel 4 quater wordt geschorst tot en met 20 juli 2014 wat betreft goud en edele metalen.

5.   In artikel 10, lid 3, worden de punten a), b) en c) tot en met 20 juli 2014 vervangen door:

"a)

overdrachten van middelen die verschuldigd zijn uit hoofde van transacties met betrekking tot voedsel, gezondheidszorg, medische uitrusting of voor landbouw- of humanitaire doeleinden van minder dan 1 000 000 EUR, alsmede overdrachten van middelen met betrekking tot persoonlijke geldtransacties ten bedrage van minder dan 400 000 EUR worden verricht zonder voorafgaande toestemming. De overdracht wordt aan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat gemeld indien het om meer dan 10 000 EUR gaat;

b)

overdrachten van middelen die verschuldigd zijn uit hoofde van transacties met betrekking tot voedsel, gezondheidszorg, medische uitrusting of voor landbouw- of humanitaire doeleinden van meer dan 1 000 000 EUR, alsmede overdrachten van middelen met betrekking tot persoonlijke geldtransacties ten bedrage van meer dan 400 000 EUR worden verricht met voorafgaande toestemming van de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten in kennis van elke toestemming die hij verleent;

c)

voor alle overige overdrachten ten bedrage van meer dan 100 000 EUR is de voorafgaande toestemming van de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat vereist. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten in kennis van elke toestemming die hij verleent.".

6.   In artikel 10, lid 4, worden de punten b) en c) tot en met 20 juli 2014 vervangen door:

"b)

alle overige overdrachten ten bedrage van minder dan 400 000 EUR worden zonder voorafgaande toestemming verricht. De overdracht wordt aan de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat gemeld indien het om meer dan 10 000 EUR gaat;

c)

voor alle overige overdrachten ten bedrage van meer dan 400 000 EUR is de voorafgaande toestemming van de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat vereist. Indien de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat binnen een termijn van vier weken geen bezwaar heeft gemaakt, wordt de toestemming geacht te zijn verleend. De betrokken lidstaat stelt de overige lidstaten in kennis van iedere geweigerde toestemming.".

7.   De verboden in artikel 18 ter worden geschorst tot en met 20 juli 2014.

8.   De in artikel 20, lid 1, punten b) en c), en in artikel 20, lid 2, genoemde maatregelen tegen het ministerie van Olie, dat vermeld staat in bijlage II, worden tot en met 20 juli 2014 geschorst, voor zover dat nodig is voor de uitvoering, tot en met 20 juli 2014, van de overeenkomsten betreffende de invoer of aankoop van Iraanse petrochemische producten.".

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 20 januari 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

C. ASHTON


(1)  PB L 195 van 27.7.2010, blz. 39.