ISSN 1977-0758

doi:10.3000/19770758.L_2013.331.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 331

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

56e jaargang
10 december 2013


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) nr. 1253/2013 van de Commissie van 21 oktober 2013 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1089/2010 ter uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG betreffende de interoperabiliteit van verzamelingen ruimtelijke gegevens en van diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens

1

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

10.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 331/1


VERORDENING (EU) Nr. 1253/2013 VAN DE COMMISSIE

van 21 oktober 2013

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1089/2010 ter uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG betreffende de interoperabiliteit van verzamelingen ruimtelijke gegevens en van diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire) (1), en met name artikel 7, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) nr. 1089/2010 van 23 november 2010 ter uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van verzamelingen ruimtelijke gegevens en van diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens (2) zijn de technische voorschriften vastgesteld voor de interoperabiliteit van verzamelingen ruimtelijke gegevens die betrekking hebben op de in bijlage I bij Richtlijn 2007/2/EG vermelde ruimtelijkegegevensthema's.

(2)

Om de volledige interoperabiliteit van verzamelingen ruimtelijke gegevens te verzekeren, moeten technische voorschriften worden vastgesteld voor de interoperabiliteit van verzamelingen ruimtelijke gegevens die betrekking hebben op de in de bijlagen II en III bij Richtlijn 2007/2/EG vermelde ruimtelijkegegevensthema's.

(3)

Om de algemene samenhang van de in deze verordening vervatte technische voorschriften voor de interoperabiliteit van verzamelingen ruimtelijke gegevens te waarborgen, moeten de bestaande technische voorschriften voor de interoperabiliteit van verzamelingen ruimtelijke gegevens die betrekking hebben op de in bijlage I bij Richtlijn 2007/2/EG vermelde ruimtelijkegegevensthema's worden gewijzigd.

(4)

Ten eerste moeten de vereisten betreffende de codelijsten worden gewijzigd om te voorzien in een flexibele benadering voor de beschrijving van de waarden van de codelijsten op verschillende detailniveaus en om technische voorschriften in te voeren met het oog op het gezamenlijk gebruik van de uitgebreide codelijsten.

(5)

Ten tweede moet de bepaling met betrekking tot de beperking van ruimtelijke eigenschappen tot het ruimtelijke schema Simple Feature (“eenvoudig kenmerk”) worden versoepeld, teneinde de lidstaten toe te staan om ook 2.5D-gegevens beschikbaar te stellen.

(6)

Ten derde moet een aanvullend metagegevenselement worden ingevoerd om te kunnen vaststellen welk ruimtelijk weergavetype (“spatial representation type”) voor een gegevensverzameling is gebruikt.

(7)

Ten vierde moet het ruimtelijkegegevensthema “Geographische rastersystemen” worden uitgebreid, zodat het tevens een op geografische coördinaten gebaseerd multiresolutieraster omvat.

(8)

Ten vijfde moet het ruimtelijkegegevensthema “administratieve eenheden” worden uitgebreid, zodat daaronder ook maritieme administratieve eenheden komen te vallen.

(9)

Ten zesde moeten, ter voorkoming van overlappingen met ruimtelijke objecttypes die zijn omschreven voor in de bijlagen II en III bij Richtlijn 2007/2/EG vermelde thematische categorieën ruimtelijke gegevens, bepaalde kandidaattypes uit de ruimtelijkegegevensthema's “Administratieve eenheden” en “Hydrografie” worden geschrapt.

(10)

Verordening (EU) nr. 1089/2010 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(11)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 22 van Richtlijn 2007/2/EG ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) nr. 1089/2010 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de aanhef komt als volgt te luiden:

"Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende definities, alsook de themaspecifieke definities vermeld in de bijlagen:";

b)

punt 4 wordt geschrapt;

c)

in punt 6 wordt “ISO 19103” vervangen door “ISO/TS 19103:2005”;

d)

in punt 9 wordt “EN ISO 19135” vervangen door “EN ISO 19135:2007”;

e)

in punt 11 wordt “EN ISO 19128” vervangen door “EN ISO 19128:2008”;

f)

in punt 13 wordt “EN ISO 19115” vervangen door “EN ISO 19115:2005/AC:2008”;

g)

in punt 15 wordt “EN ISO 19135” vervangen door “EN ISO 19135:2007”;

h)

in punt 18 wordt “ISO 19103” vervangen door “ISO/TS 19103:2005”;

i)

de volgende punten 21 tot en met 30 worden toegevoegd:

“21.   “eigenschap” (“property”): een attribuut of een associatiefunctie,

22.   “eenheidstype” (“union type”): een type bestaand uit slechts één van meerdere alternatieven (weergegeven als Attributen van elementen), in overeenstemming met ISO/TS 19103:2005,

23.   “associatieklasse” (“association class”): een type dat aanvullende eigenschappen omschrijft bij een relatie tussen twee andere types,

24.   “coverage” (“coverage”): een ruimtelijk object in de vorm van een functie die waarden binnen haar bereik oplevert voor elke rechtstreekse positie binnen haar ruimtelijke, temporele of spatiotemporele domein, in overeenstemming met ISO 19123:2007,

25.   “domein” (“domain”): een welomschreven verzameling, in overeenstemming met ISO/TS 19103:2005,

26.   “bereik” (“range”): een verzameling attribuutwaarden die via een functie met de elementen van het domein van een coverage is geassocieerd, in overeenstemming met EN ISO 19123:2007,

27.   “gelijkmatig raster” (“rectified grid”): een raster waarvoor een affiene transformatie tussen de rastercoördinaten en de coördinaten van een coördinaatreferentiesysteem bestaat, in overeenstemming met EN ISO 19123:2007,

28.   “referentieel raster” (“referenceable grid”): een raster dat met een transformatie is geassocieerd die kan worden toegepast om waarden van rastercoördinaten in waarden om te zetten die naar een extern coördinaatreferentiesysteem verwijzen, in overeenstemming met EN ISO 19123:2007,

29.   “tessellatie” (“tessellation”): de onderverdeling van een ruimte in een verzameling aaneengrenzende subruimten die dezelfde omvang heeft als de onderverdeelde ruimte. Een tessellatie in een tweedimensionale ruimte bestaat uit een verzameling van elkaar niet overlappende polygonen die het betrokken gebied geheel bedekken,

30.   “subwaarde” (“narrower value”): een waarde die in een hiërarchische verhouding staat tot een meer algemene hoofdwaarde (“Hoofdwaarde”).”.

2)

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

“1.   Voor de uitwisseling en classificatie van ruimtelijke objecten uit gegevensverzamelingen die voldoen aan de voorwaarden vermeld in artikel 4 van Richtlijn 2007/2/EG gebruiken de lidstaten de ruimtelijke objecttypes en de geassocieerde gegevenstypes, opsommingen en codelijsten die in de bijlagen II, III en IV zijn gedefinieerd voor de ruimtelijkegegevensthema’s waarop de gegevensverzamelingen betrekking hebben.”;

b)

Alle verwijzingen naar "bijlage II" in de leden 2 en 3 worden vervangen door verwijzingen naar "de bijlagen";

c)

in lid 3 wordt de tweede volzin vervangen door: “De opsommings- en codelijstwaarden worden aangeduid met unieke, taalneutrale mnemonische codes voor computers. De waarden kunnen daarnaast eveneens worden aangeduid met een taalspecifieke naam voor menselijke communicatie.”.

3)

In artikel 5 wordt lid 4 geschrapt.

4)

Artikel 6 wordt vervangen door:

“Artikel 6

Codelijsten en opsommingen

1.   Codelijsten moeten worden opgesteld volgens een van de volgende, in de bijlagen gespecificeerde types:

a)

codelijsten waarvan de toegestane waarden alleen de in deze verordening gespecificeerde waarden omvatten;

b)

codelijsten waarvan de toegestane waarden de in deze verordening gespecificeerde waarden alsook door gegevensleveranciers gedefinieerde subwaarden omvatten;

c)

codelijsten waarvan de toegestane waarden de in deze verordening gespecificeerde waarden alsook door gegevensleveranciers gedefinieerde aanvullende waarden van om het even welk niveau omvatten;

d)

codelijsten waarvan de toegestane waarden door gegevensleveranciers gedefinieerde waarden van om het even welke aard omvatten.

Voor de toepassing van de punten b), c) en d) kunnen gegevensleveranciers naast de toegestane waarden ook gebruik maken van de waarden die zijn gespecificeerd in de desbetreffende technische richtsnoeren van INSPIRE (“INSPIRE Technical Guidance”), die beschikbaar zijn op de website van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek.

2.   Codelijsten kunnen hiërarchisch van aard zijn. De waarden van hiërarchische codelijsten in deze verordening kunnen onder meer algemene waarden vallen. Wanneer de geldige waarden van een hiërarchische codelijst in een tabel in deze verordening worden gespecificeerd, worden de bijbehorende hoofdwaarden in de laatste kolom vermeld.

3.   Wanneer een gegevensleverancier voor een attribuut met een codelijsttype als bedoeld in lid 1, onder b), c) of d), een waarde aangeeft die niet in deze verordening is gespecificeerd, wordt deze waarde samen met een definitie ervan beschikbaar gemaakt in een register.

4.   Attributen of associatiefuncties van ruimtelijke objecttypes of gegevenstypes met een codelijsttype, kunnen enkel waarden aannemen die toegestaan zijn volgens de specificatie van de codelijst.

5.   Attributen of associatiefuncties van ruimtelijke objecttypes of gegevenstypes met een opsommingstype kunnen enkel waarden aannemen uit de voor het opsommingstype gespecificeerde lijsten.”.

5)

In artikel 8, lid 2, en artikel 11, lid 1, worden de verwijzingen naar "bijlage II" vervangen door verwijzingen naar "de bijlagen".

6)

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

„1.   Het waardedomein van in deze verordening gedefinieerde ruimtelijke eigenschappen moet worden beperkt tot het ruimtelijke schema Simple Feature zoals gedefinieerd in Herring, John R. (ed.), OpenGIS® Implementation Standard for Geographic information – Simple feature access – Part 1: Common architecture, version 1.2.1, Open Geospatial Consortium, 2011, tenzij anders bepaald voor een specifiek ruimtelijkegegevensthema of een specifiek ruimtelijk gegevenstype.”.

b)

lid 2 wordt als volgt gewijzigd:

"SI-eenheden" wordt vervangen door "SI-eenheden of voor gebruik met het Internationaal Eenhedenstelsel toegestane niet-SI-eenheden".

7)

Aan artikel 13 wordt het volgende punt 6 toegevoegd:

“6.

Ruimtelijk weergavetype: de methode die wordt gebruikt om geografische informatie ruimtelijk weer te geven.”.

8)

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 2, onder b), wordt vervangen door:

“b)

het (de) ruimtelijke objecttype(s), of (een) subtype(s) daarvan, waaruit de laag bestaat.”;

b)

het volgende lid 3 wordt toegevoegd:

“3.   Voor ruimtelijke objecttypes die nader kunnen worden geclassificeerd aan de hand van een attribuut met codelijstwaarden, kunnen verschillende lagen worden gedefinieerd. Elk van deze lagen omvat de ruimtelijke objecten die met een specifieke codelijstwaarde overeenkomen. Bij de definitie van dergelijke verzamelingen lagen in de bijlagen II, III en IV moet aan elk van de volgende voorschriften worden voldaan:

a)

de plaatshouder <codelijstwaarde> staat voor de waarden van de betrokken codelijst (waarbij de eerste letter een hoofdletter is);

b)

de plaatshouder <human-readable name> staat voor de voor mensen leesbare naam van de codelijstwaarden;

c)

het ruimtelijke objecttype omvat tevens het relevante attribuut en de relevante codelijst tussen aanhalingstekens;

d)

van elke laag wordt één voorbeeld gegeven.”.

9)

Bijlage I wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.

10)

Bijlage II wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

11)

De tekst van bijlage III bij deze verordening wordt als bijlage III toegevoegd.

12)

De tekst van bijlage IV bij deze verordening wordt als bijlage IV toegevoegd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de [twintigste] dag volgend op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Brussel, 21 oktober 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 108 van 25.4.2007, blz. 1.

(2)  PB L 323 van 8.12.2010, blz. 11.


BIJLAGE I

Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1089/2010 wordt als volgt gewijzigd:

(1)

De titel wordt vervangen door: „Gemeenschappelijke types, definities en voorschriften”.

(2)

Tenzij in deze bijlage anders is bepaald, wordt de zin „Deze codelijst mag niet door de lidstaten worden uitgebreid.” in de gehele tekst vervangen door „De toegestane waarden van deze codelijst omvatten alleen de in de onderstaande tabel vermelde waarden.”

(3)

In de gehele tekst wordt in de kopjes van alle tabellen waarin codelijstwaarden worden gespecificeerd, de formulering „Toegestane waarden voor de codelijst” vervangen door „Waarden voor de codelijst”.

(4)

Paragraaf 1 wordt vervangen door onderstaande paragraaf:

„1.   TYPES GEDEFINIEERD IN EUROPESE EN INTERNATIONALE NORMEN

De hieronder genoemde gemeenschappelijke types, die worden gebruikt in definities van Attributen en associatierollen van ruimtelijke objecttypes of gegevenstypes, worden als volgt gedefinieerd:

(1)

Voor de types Any, Angle, Area, Boolean, CharacterString, Date, DateTime, Decimal, Distance, Integer, Length, Measure, Number, Probability, Real, RecordType, Sign, UnitOfMeasure, Velocity en Volume gelden de definities vermeld in ISO/TS 19103:2005.

(2)

Voor de types DirectPosition, GM_Boundary, GM_Curve, GM_MultiCurve, GM_MultiSurface, GM_Object, GM_Point, GM_Primitive, GM_Solid, GM_Surface and GM_Tin gelden de definities vermeld in EN ISO 19107:2005.

(3)

Voor de types TM_Duration, TM_GeometricPrimitive, TM_Instant, TM_Object, TM_Period and TM_Position gelden de definities vermeld in EN ISO 19108:2005/AC:2008.

(4)

Voor het type GF_PropertyType gelden de definities vermeld in EN ISO 19109:2006.

(5)

Voor de types CI_Citation, CI_Date, CI_RoleCode, EX_Extent, EX_VerticalExtent, MD_Distributor, MD_Resolution and URL gelden de definities vermeld in EN ISO 19115:2005/AC:2008.

(6)

Voor het type CV_SequenceRule gelden de definities vermeld in EN ISO 19123:2007.

(7)

Voor de types AbstractFeature, Quantity and Sign gelden de definities vermeld in EN ISO 19136:2009.

(8)

Voor de types LocalisedCharacterString, PT_FreeText and URI gelden de definities vermeld in CEN ISO/TS 19139:2009.

(9)

Voor het type LC_LandCoverClassificationSystem gelden de definities vermeld in ISO 19144-2:2012.

(10)

Voor de types GFI_Feature, Location, NamedValue, OM_Observation, OM_Process, SamplingCoverageObservation, SF_SamplingCurve, SF_SamplingPoint, SF_SamplingSolid, SF_SamplingSurface and SF_SpatialSamplingFeature gelden de definities vermeld in ISO 19156:2011.

(11)

Voor de types Category, Quantity, QuantityRange and Time gelden de definities vermeld in Robin, Alexandre (ed.), OGC®SWE Common Data Model Encoding Standard, version 2.0.0, Open Geospatial Consortium, 2011.

(12)

Voor de types TimeValuePair and Timeseries gelden de definities vermeld in Taylor, Peter (ed.), OGC® WaterML 2.0: Part 1 – Timeseries, v2.0.0, Open Geospatial Consortium, 2012.

(13)

Voor de types CGI_LinearOrientation and CGI_PlanarOrientation gelden de definities vermeld in CGI Interoperability Working Group, Geoscience Markup Language (GeoSciML), version 3.0.0, Commission for the Management and Application of Geoscience Information (CGI) of the International Union of Geological Sciences, 2011.”

(5)

Paragraaf 2 wordt als volgt gewijzigd:

(a)

In paragraaf 2.1 worden de volgende restricties geschrapt:

Restricties van het gegevenstype Identifier

De localId en de namespace mogen enkel de volgende tekens gebruiken: {„A” … „Z”, „a” … „z”, „0” … „9”, „_”, „.”, „–”}, m.a.w.: enkel letters uit het Latijnse alfabet, cijfers, liggend streepje, punt en gedachtestreep zijn toegelaten.”

(b)

De volgende paragrafen 2.2 tot en met 2.7 worden toegevoegd:

„2.2   Betrokkene (RelatedParty)

Een organisatie of persoon die uit hoofde van haar rol betrokken is bij een hulpbron.

Attributen van het gegevenstype RelatedParty

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

individualName

Naam van de betrokken persoon.

PT_FreeText

voidable

organisationName

Naam van de betrokken organisatie.

PT_FreeText

voidable

positionName

Functie van de betrokkene met betrekking tot een hulpbron, zoals afdelingshoofd.

PT_FreeText

voidable

contact

Contactgegevens van de betrokkene.

Contact

voidable

role

Rol(len) die de betrokkene speelt met betrekking tot een hulpbron, zoals eigenaar.

PartyRoleValue

voidable

Restricties van het gegevenstype RelatedParty

Op zijn minst moet de naam van de persoon, organisatie of functie worden aangegeven.

2.3   Contact (Contact)

Communicatiekanalen via welke contact kan worden opgenomen met een persoon of entiteit.

Attributen van het gegevenstype Contact

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

address

Een adres, verstrekt als vrije tekst.

AddressRepresentation

voidable

contactInstructions

Aanvullende instructies over de manier en de tijdstippen waarop een organisatie of persoon bereikbaar is.

PT_FreeText

voidable

electronicMailAddress

Adres van de elektronische mailbox van de persoon of organisatie.

CharacterString

voidable

hoursOfService

Tijden gedurende welke de organisatie of persoon bereikbaar is.

PT_FreeText

voidable

telephoneFacsimile

Nummer van de faxmachine van de organisatie of persoon.

CharacterString

voidable

telephoneVoice

Telefoonnummer van de organisatie of persoon.

CharacterString

voidable

website

Door de organisatie of persoon in het internet beschikbaar gemaakte webpagina's.

URL

voidable

2.4   Documentreferentie (DocumentCitation)

Referentie voor een eenduidige verwijzing naar een document.

Attributen van het gegevenstype DocumentCitation

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

name

Naam van het document.

CharacterString

 

shortName

Korte aanduiding of alternatieve titel van het document.

CharacterString

voidable

date

Datum van de opstelling, publicatie of herziening van het document.

CI_Date

voidable

link

Link naar een online versie van het document.

URL

voidable

specificReference

Verwijzing naar een specifiek deel van het document.

CharacterString

voidable

2.5   Wetgevingsreferentie (LegislationCitation)

Referentie voor een eenduidige verwijzing naar een wetsbesluit of een specifiek deel van een wetsbesluit.

Dit type is een subtype van DocumentCitation.

Attributen van het gegevenstype LegislationCitation

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

identificationNumber

Code die wordt gebruikt om het wetsinstrument aan te duiden.

CharacterString

 

officialDocumentNumber

Officieel documentnummer dat wordt gebruikt om het wetsinstrument op eenduidige wijze aan te duiden.

CharacterString

 

dateEnteredIntoForce

Datum van inwerkingtreding van het wetsinstrument.

TM_Position

 

dateRepealed

Datum van intrekking van het wetsinstrument.

TM_Position

 

level

Niveau waarop het wetsinstrument is vastgesteld.

LegislationLevelValue

 

journalCitation

Verwijzing naar de bekendmaking in het officiële publicatieblad.

OfficialJournalInformation

 

Restricties van het gegevenstype LegislationCitation

Indien het attribuut Link nietig („void”) is, dient de journalCitation te worden aangegeven.

2.6   Gegevens officieel publicatieblad (OfficialJournalInformation)

Volledige aanduiding van de plaats in het officiële publicatieblad waar de tekst van het wetsinstrument is gepubliceerd.

Attributen van het gegevenstype OfficialJournalInformation

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

officialJournalIdentification

Verwijzing naar de plaats in het officiële publicatieblad waar de tekst van het wetsinstrument is gepubliceerd. Deze verwijzing bestaat uit drie onderdelen:

titel van het officiële publicatieblad

de band en/of het serienummer

paginanummer(s)

CharacterString

 

ISSN

Het International Standard Serial Number (ISSN) is een achtcijferig nummer waarmee de periodieke publicatie wordt aangeduid waarin de tekst van het wetsinstrument is bekendgemaakt.

CharacterString

 

ISBN

Het Internationaal Standaard Boeknummer (ISBN) is een negencijferig nummer dat wordt gebruikt om op eenduidige wijze het boek aan te duiden waarin de tekst van het wetsinstrument is bekendgemaakt.

CharacterString

 

linkToJournal

Link naar de online versie van het officiële publicatieblad.

URL

 

2.7   Thematische indentifier (ThematicIdentifier)

Thematische identifier om het ruimtelijke object op unieke wijze te identificeren.

Attributen van het gegevenstype ThematicIdentifier

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

identifier

Unieke identifier gebruikt om het ruimtelijke object binnen het aangegeven identificatieschema te identificeren.

CharacterString

 

identifierScheme

Identifier die het gebruikte schema definieert om de identificatie toe te kennen.

CharacterString”

 

(6)

Paragraaf 4 wordt als volgt gewijzigd:

(a)

Paragraaf 4.1 wordt vervangen door:

„4.1   Toestand faciliteit (ConditionOfFacilityValue)

De status van een faciliteit met betrekking tot haar voltooiing en gebruik.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten de waarden in de onderstaande tabel en de door de gegevensleveranciers gedefinieerde subwaarden.

Waarden voor de codelijst ConditionOfFacilityValue

Waarde

Naam

Definitie

functional

functioneel

De faciliteit is functioneel.

projected

geprojecteerd

De faciliteit wordt ontworpen. De bouwwerkzaamheden zijn nog niet begonnen.

underConstruction

in aanbouw

De faciliteit is in aanbouw en nog niet functioneel. Dit is alleen van toepassing op de initiële bouw van de faciliteit en niet op onderhoudswerkzaamheden.

disused

buiten gebruik

De faciliteit wordt niet meer gebruikt, maar wordt niet of is niet ontmanteld.

decommissioned

ontmanteld

De faciliteit wordt niet meer gebruikt en wordt of is ontmanteld.”

(b)

In paragraaf 4.2 Landcode (CountryCode), wordt de zin „Deze codelijst mag niet worden uitgebreid door de lidstaten.” geschrapt.

(c)

De volgende paragrafen 4.3 tot en met 4.6 worden toegevoegd:

„4.3   Wetgevingsniveau (LegislationLevelValue)

Het niveau waarop een wet of verdrag is aangenomen.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten alle door gegevensleveranciers gedefinieerde waarden.

Gegevensleveranciers kunnen de waarde gebruiken zoals gespecificeerd in de technische richtsnoeren van INSPIRE met betrekking tot het het algemene conceptuele model van INSPIRE (INSPIRE Generic Conceptual Model).

4.4   Rol betrokkenen (PartyRoleValue)

Rollen van personen of organisaties betrokken bij of verantwoordelijk voor een hulpbron.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten de waarden van de volgende codelijsten of andere codelijsten zoals gespecificeerd door gegevensleveranciers:

Rol Code (CI_RoleCode): Functies uitgevoerd door een verantwoordelijke, zoals gespecificeerd in EN ISO 19115:2005/AC:2008.

Rol van een betrokkene (RelatedPartyRoleValue): Classificatie van de rollen van betrokkenen, zoals gespecificeerd in de onderstaande tabel.

Waarden for de code lijst RelatedPartyRoleValue

Waarde

Naam

Definitie

authority

autoriteit

Een betrokkene die wettelijk is verplicht om toe te zien op een hulpbron en/of bij een hulpbron betrokkenen.

operator

exploitant

Een betrokkene die een hulpbron beheert.

owner

eigenaar

Een betrokkene die een hulpbron bezit, d.w.z. aan wie een hulpbron wettelijk toebehoort.

4.5   Standaard Namen voor Klimaat en Weersverwachting (CFStandardNamesValue)

Definities van waargenomen fenomenen in de meteorologie en oceanografie.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten alle door gegevensleveranciers gedefinieerde waarden.

Gegevensleveranciers kunnen de waarden gebruiken die zijn gespecificeerd in de technische richtsnoeren van INSPIRE met betrekking tot het Algemene Conceptuele Model van INSPIRE.

4.6   Geslacht (GenderValue)

Geslacht van een persoon of groep van personen.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvat uitsluitend de waarden gespecificeerd in de onderstaande tabel.

Waarden voor de codelijst GenderValue

Waarde

Naam

Definitie

female

vrouw

Een persoon of groep van personen van het vrouwelijke geslacht.

male

man

Een persoon of groep van personen van het mannelijke geslacht.

unknown

onbekend

Een persoon of groep van personen met onbekend geslacht.”

(7)

De volgende paragrafen 6, 7 en 8 worden toegevoegd na paragraaf 5:

„6.   COVERAGE-MODEL(COVERAGE MODEL)

Het coverage-model van INSPIRE bestaat uit de volgende pakketten:

Coverages (Basis) (Coverages (Base))

Coverages (Domein en Bereik) (Coverages (Domain And Range))

6.1.   Coverages (Basis)

6.1.1.   Ruimtelijke objecttypes

Het pakket Coverages (Basis) bevat het ruimtelijke objecttype Coverage.

6.1.1.1.   Coverage (Coverage)

Ruimtelijk object in de vorm van een functie die waarden binnen haar bereik oplevert voor elke rechtstreekse positie binnen haar ruimtelijke, temporele of spatiotemporele domein

Dit type is abstract.

Attributen van het ruimtelijke object type Coverage

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

metadata

Applicatiespecifieke metadata van de coverage.

Any

 

rangeType

Beschrijving van de structuur van de waarden van het bereik.

RecordType

 

6.2.   Coverages (Domain And Range)

6.2.1.   Ruimtelijke objecttypes

Het pakket Coverages (Domein en Bereik) bevat de volgende ruimtelijke objecttypes:

Coverage (Weergave domein en bereik) (Coverage (Domain And Range Representation))

Coverage Gelijkmatig raster (Rectified Grid Coverage)

Coverage Referentieel raster (Referenceable Grid Coverage)

6.2.1.1.   Coverage (Weergave domein en bereik) (CoverageByDomainAndRange)

Coverage welke voorziet in het domein en bereik als afzonderlijke eigenschappen.

Dit type is een subtype van Coverage.

Dit type is abstract.

Attributen van het ruimtelijke objecttype CoverageByDomainAndRange

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

coverageFunction

Beschrijving van hoe bereikwaarden op locaties in het coverage domein kunnen worden verkregen.

CoverageFunction

 

domainSet

Configuratie van het domein van de coverage beschreven in termen van coördinaten.

Any

 

rangeSet

Verzameling waarden die door middel van een functie met de elementen van het domein van de coverage geassocieerd zijn.

Any

 

Restricties van het ruimtelijke objecttype CoverageByDomainAndRange

De rasterfunctie geldt alleen voor domeinen die rasters zijn.

6.2.1.2.   Gelijkmatig Raster Coverage (RectifiedGridCoverage)

Coverage waarvan het domein bestaat uit een gelijkmatig raster.

Dit type is een subtype van CoverageByDomainAndRange.

Restricties van het ruimtelijke objecttype RectifiedGridCoverage

Het domein moet een gelijkmatig raster zijn.

Rasterpunten van een RectifiedGridCoverage moeten op elk resolutieniveau samenvallen met de centra van cellen van de geografische rasters gedefinieerd in paragraaf 2.2 van bijlage II.

6.2.1.3.   Referentieel Raster Coverage (ReferenceableGridCoverage)

Coverage waarvan het domein bestaat uit een referentieel raster.

Dit type is een subtype van CoverageByDomainAndRange.

Restricties van het ruimtelijke objecttype ReferenceableGridCoverage

Het domein moet een referentieel raster zijn.

6.2.2.   Gegevenstypes

6.2.2.1.   Coverage-functie(CoverageFunction)

Beschrijving van hoe bereikwaarden op locaties in het coverage domein kunnen worden verkregen.

Dit type is een eenheidstype.

Attributen van het eenheidstype CoverageFunction

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

ruleDefinitie

Een formele of informele beschrijving van de coverage-functie als tekst.

CharacterString

 

ruleReference

Een formele of informele beschrijving van de coverage-functie als referentie.

URI

 

gridFunction

Kaartregel voor rastergeometrieën.

GridFunction

 

6.2.2.2.   Raster-functie (GridFunction)

Een expliciete kaartregel voor rastergeometrieën.

Attributen van het gegevenstype GridFunction

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

sequenceRule

Beschrijving van hoe de rasterpunten zijn geordend voor associatie met de elementen van de waarden in het ingestelde bereik van de coverage.

CV_SequenceRule

 

startPoint

Het rasterpunt dat moet worden geassocieerd met de eerste registratie in het ingestelde bereik van de coverage.

Integer

 

7.   OBSERVATIEMODEL (OBSERVATIONS MODEL)

Het observatiemodel van INSPIRE bestaat uit de volgende pakketten:

Observatiereferenties (Observation References)

Processen (Processes)

Waarneembare Eigenschappen (Observable Properties)

Gespecialiseerde Observaties (Specialised Observations)

7.1.   Observatiereferenties

7.1.1.   Ruimtelijke objecttypes

Het pakket Observatiereferenties bevat het ruimtelijke objecttype ObservationSet.

7.1.1.1.   Verzameling observaties (ObservationSet)

Koppelt een verzameling Observaties.

Attributen van het ruimtelijke objecttype ObservationSet

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

inspireId

Externe objectidentificatie van het ruimtelijke object.

Identifier

 

extent

Informatie over de ruimtelijke en temporale omvang.

EX_Extent

 

Associatierollen van het ruimtelijke objecttype ObservationSet

Associatierol

Definitie

Type

Voidability

member

Een element van de ObservationSet.

OM_Observation

 

7.2.   Processen

7.2.1.   Ruimtelijke objecttypes

Het pakket Processen bevat het ruimtelijke objecttype Proces.

7.2.1.1.   Proces (Process)

Beschrijving van een observatieproces.

Dit type is een subtype van OM_Process.

Attributen van het ruimtelijke objecttype Process

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

inspireId

Externe objectidentificatie van het ruimtelijke object.

Identifier

voidable

name

Naam van het Proces.

CharacterString

voidable

type

Type proces.

CharacterString

voidable

documentation

Nadere informatie (online/offline) in verband met het proces.

DocumentCitation

voidable

processParameter

Parameter die de applicatie van het proces, en dientengevolge zijn uitvoer, bepaalt.

ProcessParameter

voidable

responsibleParty

Individu of organisatie betrokken bij het proces.

RelatedParty

voidable

7.2.2.   Gegevenstypes

7.2.2.1.   Procesparameter (ProcessParameter)

Beschrijving van de gegeven parameter

Attributen van het gegevenstype ProcessParameter

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

name

Naam van de procesparameter.

ProcessParameterNaamValue

 

description

Beschrijving van de procesparameter.

CharacterString

 

7.2.3.   Codelijsten

7.2.3.1.   Naam procesparameter (ProcessParameterNameValue)

Een codelijst met namen van procesparameters.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten alle door gegevensleveranciers gedefinieerde waarden.

7.3.   Waarneembare eigenschappen

7.3.1.   Gegevenstypes

7.3.1.1.   Beperking (Constraint)

Een beperking op een bepaalde eigenschap, bijvoorbeeld golflengte = 200 nm.

Attributen van het gegevenstype Constraint

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

constrainedProperty

De eigenschap die wordt beperkt, bv. „kleur” wanneer de beperking is „kleur = blauw”.

PhenomenonTypeValue

 

label

Een voor mensen leesbare titel voor de beperking als geheel.

CharacterString

 

7.3.1.2.   Categoriebeperking(CategoryConstraint)

Een beperking gebaseerd op een bepaalde kwalificerende categorie, bijvoorbeeld kleur = „rood”.

Dit type is een subtype van Constraint.

Attributen van het gegevenstype CategoryConstraint

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

comparison

Een vergelijkingsoperator. In het geval van een categoriebeperking moet deze „gelijkAan” of „nietGelijkAan” zijn.

ComparisonOperatorValue

 

value

De waarde van de eigenschap die wordt beperkt, bv. „blauw” (wanneer de beperkte eigenschap kleur is).

CharacterString

 

7.3.1.3.   Bereikbeperking (RangeConstraint)

Een numerieke bereikbeperking voor een bepaalde eigenschap, bijvoorbeeld golflengte ≥ 300 nm en golflengte ≤ 600 nm.

Dit type is een subtype van Constraint.

Attributen van het gegevenstype RangeConstraint

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

value

Het bereik van de numerieke waarde van de eigenschap die wordt beperkt.

RangeBounds

 

uom

Maateenheden die worden gebruikt in de beperking.

UnitOfMeasure

 

7.3.1.4.   Bereikgrenzen (RangeBounds)

De grenswaarden ter afbakening van het begin en het eind van een numeriek bereik (bv. start ≥ 50, eind ≤ 99).

Attributen van het gegevenstype RangeBounds

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

startComparison

De comparator die wordt gebruikt voor de ondergrens van het bereik (bv. greaterThanOrEqualTo).

ComparisonOperatorValue

 

rangeStart

De ondergrens van het bereik.

Real

 

endComparison

De comparator die wordt gebruikt voor de bovengrens van het bereik (bv. lessThan).

ComparisonOperatorValue

 

rangeEnd

De bovengrens van het bereik.

Real

 

7.3.1.5.   Scalaire beperking (ScalarConstraint)

Een numerieke scalaire beperking voor een bepaalde eigenschap, bijvoorbeeld lengte ≥ 1 m.

Dit type is een subtype of Constraint.

Attributen van het datatype ScalarConstraint

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

value

De numerieke waarde van de eigenschap die wordt beperkt.

Real

 

comparison

De comparator die moet worden gebruikt in de beperking, bv. greaterThan.

ComparisonOperatorValue

 

uom

Maateenheden die worden gebruikt in de beperking.

UnitOfMeasure

 

7.3.1.6.   Overige beperking (OtherConstraint)

Een beperking die niet op een structurele wijze wordt gemodelleerd, maar kan worden beschreven met gebruik van het vrije-tekst-attribuut „description”.

Dit type is een subtype van Constraint.

Attributen van het gegevenstype OtherConstraint

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

description

Een beschrijving van de beperking.

CharacterString

 

7.3.1.7.   Statistische grootheid (StatisticalMeasure)

Een beschrijving van een bepaalde statistische grootheid, bijvoorbeeld „dagelijks maximum”.

Attributen van het gegevenstype StatisticalMeasure

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

label

Een voor mensen leesbare titel voor de statistische grootheid.

CharacterString

 

statisticalFunction

Een statistische functie, bv. het gemiddelde.

StatisticalFunctionTypeValue

 

aggregationTimePeriod

Een temporaal bereik waarover een statistiek wordt berekend, bv. een dag, een uur.

TM_Duration

 

aggregationLength

Een ééndimensionaal ruimtelijk bereik waarover een statistiek wordt berekend, bv. 1 meter.

Length

 

aggregationArea

Een tweedimensionaal ruimtelijk bereik waarover een statistiek wordt berekend, bv. 1 vierkante meter.

Area

 

aggregationVolume

Een driedimensionaal ruimtelijk bereik waarover een statistiek wordt berekend, bijvoorbeeld 1 kubieke meter.

Volume

 

otherAggregation

Elk andere soort aggregatie.

Any

 

Associatierol voor het gegevenstype StatisticalMeasure

Associatierol

Definitie

Type

Voidability

derivedFrom

De ene statistische grootheid kan zijn afgeleid van een andere,bv. maandelijkse maximale temperaturen kunnen zijn afgeleid van dagelijkse gemiddelde temperaturen.

StatisticalMeasure

 

7.3.2.   Opsommingen

7.3.2.1.   Vergelijkingsoperator (ComparisonOperatorValue)

Een opsomming van vergelijkingoperators (bijvoorbeeld „groter dan”)

Waarden voor de opsomming ComparisonOperatorValue

Waarde

Definitie

equalTo

exact gelijk aan

notEqualTo

niet exact gelijk aan

lessThan

minder dan

greaterThan

groter dan

lessThanOrEqualTo

minder dan of exact gelijk aan

greaterThanOrEqualTo

groter dan of exact gelijk aan

7.3.3.   Codelijsten

7.3.3.1.   Type fenomeen (PhenomenonTypeValue)

Een codelijst van fenomenen (bijvoorbeeld temperatuur, windsnelheid).

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten de waarden van de volgende codelijsten of van andere, door gegevensleveranciers gedefinieerde codelijsten:

Standaardnamen Klimaat en Weersverwachting (CFStandardNamesValue): definities van fenomenen waargenomen in de meteorologie en oceanografie, zoals gespecificeerd in paragraaf 4.5 van deze bijlage.

Naam parameter profielelement (ProfileElementParameterNameValue): eigenschappen die kunnen worden waargenomen om het profielelement te karakteriseren, zoals gespecificeerd in paragraaf 3.3.8 van bijlage IV.

Van Grond Afgeleide Object Parameternaam (SoilDerivedObjectParameterNameValue): eigenschappen met betrekking tot grond die kunnen worden afgeleid van grond en andere gegevens, zoals gespecificeerd in paragraaf 3.3.9 van bijlage IV.

Grond Profiel Parameternaam (SoilProfileParameterNameValue): eigenschappen die kunnen worden waargenomen om het grondprofiel te karakteriseren, zoals gespecificeerd in paragraaf 3.3.12 van bijlage IV.

Grondgebied Parameternaam (SoilSiteParameterNameValue): eigenschappen die kunnen worden waargenomen om het grondgebied te karakteriseren, zoals gespecificeerd in paragraaf 3.3.13 van bijlage IV.

EU Luchtkwaliteit Referentiecomponent (EU_AirQualityReferenceComponentValue): definities van fenomenen met betrekking tot luchtkwaliteit in de context van rapportage onder wetgeving van de Unie zoals gespecificeerd in paragraaf 13.2.1.1 van bijlage IV.

WMO-GRIB-code en -vlaggen Tabel 4.2 (GRIB_CodeTable4_2Value): definities van fenomenen waargenomen in de meteorologie, zoals gespecificeerd in paragraaf 13.2.1.2 van bijlage IV.

BODC P01 Parametergebruik (BODC_P01ParameterUsageValue): definities van fenomenen waargenomen in de oceanografie, zoals gespecificeerd in paragraaf 14.2.1.1 van bijlage IV.

7.3.3.2.   Statistisch functietype (StatisticalFunctionTypeValue)

Een codelijst van statistische functies (bijvoorbeeld maximum, minimum, gemiddelde).

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten alle door gegevensleveranciers gedefinieerde waarden.

7.4.   Gespecialiseerde waarnemingen

7.4.1.   Ruimtelijke objecttypes

Het pakket Gespecialiseerde waarnemingen bevat de volgende ruimtelijke objecttypes:

Raster Waarneming

Raster Reeks Waarneming

Punt Waarneming

Verzameling Punt Waarnemingen

Meervoudige Punt Waarneming

Punt Tijdreeks Waarneming

Profiel Waarneming

Traject Waarneming

7.4.1.1.   Rasterwaarneming (GridObservation)

Waarneming die een rasterveld op één bepaald tijdstip vertegenwoordigt.

Dit type is een subtype van SamplingCoverageObservation.

Restricties van het ruimtelijke objecttype GridObservation

featureOfInterest moet een SF_SamplingSolid of SF_SamplingSurface zijn.

phenomenonTime moet een TM_Instant zijn.

result moet een RectifiedGridCoverage of RefererencableGridCoverage zijn.

7.4.1.2.   Rasterreekswaarneming (GridSeriesObservation)

Waarneming die een zich ontwikkelend rasterveld op achtereenvolgende tijdstippen vertegenwoordigt.

Dit type is een subtype van SamplingCoverageObservation.

Restricties van het ruimtelijke objecttype GridSeriesObservation

featureOfInterest moet een SF_SamplingSolid zijn.

phenomenonTime moet een TM_Period zijn.

result moet een RectifiedGridCoverage of een ReferenceableGridCoverage zijn.

7.4.1.3.   Puntwaarneming (PointObservation)

Waarneming die een meting van een eigenschap op een enkel punt in tijd en ruimte vertegenwoordigt.

Dit type is een subtype van SamplingCoverageObservation.

Restricties van het ruimtelijke objecttype PointObservation

featureOfInterest moet een SF_SamplingPoint zijn.

phenomenonTime moet een TM_Instant zijn.

7.4.1.4.   Verzameling puntwaarnemingen (PointObservationCollection)

Een verzameling puntwaarnemingen.

Dit type is een subtype van ObservationSet.

Restricties van het ruimtelijke objecttype PointObservationCollection

Elk element moet een PointObservation zijn.

7.4.1.5.   Meervoudige puntwaarneming (MultiPointObservation)

Waarneming die een verzameling metingen vertegenwoordigt die op exact hetzelfde tijdstip maar op verschillende locaties zijn verricht.

Dit type is een subtype van SamplingCoverageObservation.

Restricties van het ruimtelijke objecttype MultiPointObservation

featureOfInterest moet een SF_SamplingCurve, SF_SamplingSurface of SF_SamplingSolid zijn.

phenomenonTime moet een TM_Instant zijn.

result moet een MultiPointCoverage zijn.

7.4.1.6.   Punt Tijdreeks Waarneming (PointTimeSeriesObservation)

Waarneming die een tijdreeks van puntmetingen van een eigenschap op een vaste locatie in de ruimte vertegenwoordigt.

Dit type is een subtype van SamplingCoverageObservation.

Restricties van het ruimtelijke objecttype PointTimeSeriesObservation

featureOfInterest moet een SF_SamplingPoint zijn.

phenomenonTime moet een TM_Period zijn.

result moet een Timeseries zijn.

7.4.1.7.   Profielwaarneming (ProfileObservation)

Waarneming die de meting van een eigenschap langs een verticaal profiel in de ruimte op een enkel tijdstip vertegenwoordigt.

Dit type is een subtype van SamplingCoverageObservation.

Restricties van het ruimtelijke objecttype ProfileObservation

featureOfInterest moet een SF_SamplingCurve zijn.

phenomenonTime moet een TM_Instant zijn.

result moet een ReferenceableGridCoverage of een RectifiedGridCoverage zijn.

Het ruimtelijke domein van het resultaat moet één as bevatten, die verticaal moet zijn.

7.4.1.8.   Traject Waarneming (TrajectoryObservation)

Waarneming die de meting van een eigenschap langs een meanderende kromme in tijd en ruimte vertegenwoordigt.

Dit type is een subtype van SamplingCoverageObservation.

Restricties van het ruimtelijke objecttype TrajectoryObservation

phenomenonTime moet een TM_Period zijn.

result moet een Timeseries zijn.

elk punt in het result moet een TimeLocationValueTriple zijn.

featureOfInterest moet een SF_Sampling Curve zijn.

7.4.2.   Gegevenstypes

7.4.2.1.   Drievoudige Tijd Locatie Waarde (TimeLocationValueTriple)

Een drievoudige set van tijd, locatie, waarde (meting). Bijvoorbeeld op een punt langs een traject.

Dit type is een subtype van TimeValuePair.

Attributen van het gegevenstype TimeLocationValueTriple

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

location

Geografische locatie waar de waarde geldig is.

GM_Position

 

7.5.   Vereisten voor waarnemingen

Waar het OM_Observation type of elk subtype daarvan wordt gebruikt om gegevens beschikbaar te stellen, moeten de volgende eisen van toepassing zijn:

(1)

Het type Process moet worden gebruikt om de procedure die in een OM_Observation wordt gebruikt aan te geven.

(2)

Waar wordt verwezen naar een EnvironmentalMonitoringFacility van een OM_Observation, moet worden voorzien in een parameterattribuut, waarvan het „name”-attribuut „relatedMonitoringFeature” is en waarvan het „value”-attribuut van het type AbstractMonitoringFeature is.

(3)

Voor alle coderingen die worden gebruikt voor alle of delen van een OM_Observation resultaat, moet een openbare Applicatie Programma-Interface (Application Programming Interface, API) beschikbaar worden gesteld om het gecodeerde bestand te kunnen lezen. Deze API moet in staat zijn om de informatie bloot te leggen die nodig is om INSPIRE ruimtelijke objecten te realiseren.

(4)

Wanneer het attribuut processParameter aanwezig is in de procedure-eigenschap van een object van het type OM_Observation, moet zijn waarde (een naam) worden opgenomen in het parameter-attribuut van het OM_Observation object.

8.   ACTIVITEITENCOMPLEXMODEL

Het activiteitencomplexmodel van INSPIRE bevat het pakket Activiteitencomplex.

8.1.   Activiteitencomplex

8.1.1.   Ruimtelijke objecttypes

Het pakket Activiteitencomplex bevat het ruimtelijke objecttype Activiteitencomplex.

8.1.1.1.   Activiteitencomplex (ActivityComplex)

Een enkele eenheid, zowel technisch als economisch, onder het beheer van een wettelijke entiteit (exploitant), die activiteiten verricht als vermeld in de Eurostat NACE-classificatie die is vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europese Parlement en de Raad (1). Onder Activiteitencomplex valt het gehele gebied dat door dezelfde exploitant op dezelfde locatie of op verschillende geografische locaties wordt beheerd, inclusief alle infrastructuur, apparatuur en materialen.

Attributen van het ruimtelijke objecttype ActivityComplex

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

inspireId

Externe objectidentificatie van het ruimtelijke object.

Identifier

 

thematicId

Thematische identifier van het activiteitencomplex.

ThematicIdentifier

 

geometry

De geometrie die wordt gebruikt om de omvang of de positie van het activiteitencomplex te definiëren.

GM_Object

 

function

Activiteiten uitgevoerd door het activiteitencomplex. De functie wordt beschreven door de activiteit en eventueel aangevuld met informatie over invoer en uitvoer als het resultaat ervan.

Function

 

name

Beschrijvende naam van het activiteitencomplex.

CharacterString

voidable

validFrom

Het tijdstip waarop het activiteitencomplex ging bestaan in de echte wereld.

DateTime

voidable

validTo

Het tijdstip waarop het activiteitencomplex niet langer meer bestaat in de echte wereld.

DateTime

voidable

beginLifespanVersion

Datum en tijdstip waarop deze versie van het ruimtelijke object was opgenomen of gewijzigd in de ruimtelijke gegevensverzameling.

DateTime

voidable

endLifespanVersion

Datum en tijdstip waarop deze versie van het ruimtelijke object werd vervangen of teruggetrokken in de ruimtelijke gegevensverzameling.

DateTime

voidable

8.1.2.   Gegevenstypes

8.1.2.1.   Functie (Function)

De functie van iets, uitgedrukt als een activiteit en eventuele invoer en/of uitvoer.

Attributen van het gegevenstype Function

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

activity

Gecategoriseerde beschrijving van een individuele of georganiseerde reeks van technisch verwante processen die worden uitgevoerd door een economische eenheid, met een particulier of openbaar karakter, al dan niet met winstoogmerk.

EconomicActivityValue

 

input

Elk overeenkomstig zijn functie geclassificeerd of geregistreerd materiaal dat een technische en economische eenheid binnenkomt.

InputOutputValue

voidable

output

Elk overeenkomstig zijn functie geclassificeerd of geregistreerd materiaal dat een technische en economische eenheid verlaat.

InputOutputValue

voidable

description

Een meer gedetailleerde beschrijving van de functie.

PT_FreeText

voidable

8.1.2.2.   Capaciteit (Capacity)

Een kwantificatie van een feitelijk of potentieel vermogen om een activiteit uit te voeren die in de regel niet verandert, niet vaak verandert, of niet in belangrijke mate verandert.

Attributen van het gegevenstype Capacity

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

activity

Gecategoriseerde beschrijving van een individuele of georganiseerde reeks van technisch verwante processen die worden uitgevoerd door een economische eenheid, met een particulier of openbaar karakter, al dan niet met winstoogmerk.

EconomicActivityValue

 

input

Meetbare informatie over elk overeenkomstig zijn functie geclassificeerd of geregistreerd materiaal dat een technische en economische eenheid binnenkomt.

InputOutputAmount

 

output

Meetbare informatie over elk overeenkomstig zijn functie geclassificeerd of geregistreerd materiaal dat een technische en economische eenheid verlaat.

InputOutputAmount

 

time

De tijdsduur waar de aangegeven capaciteit betrekking op heeft, zoals 1 jaar voor een jaarlijkse capaciteit.

TM_Duration

 

description

Een beschrijving van de capaciteit.

PT_FreeText

voidable

8.1.2.3.   Hoeveelheid invoer of uitvoer (InputOutputAmount)

Type en, waar mogelijk, meetbare hoeveelheid van een geclassificeerd of geregistreerd materiaal dat een technische en economische eenheid binnenkomt of verlaat.

Attributen van het gegevenstype InputOutputAmount

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

inputOutput

Een overeenkomstig zijn functie geclassificeerd of geregistreerd materiaal dat een technische en economische eenheid binnenkomt of verlaat.

InputOutputValue

 

amount

De hoeveelheid (zoals een volume of massa) van het geclassificeerde of geregistreerde materiaal dat een technische of economische eenheid binnenkomt of verlaat.

Measure

voidable

8.1.2.4.   Vergunning (Permission)

Officieel besluit (formele vergunning) waarbij toestemming wordt verleend om een Activiteitencomplex geheel of gedeeltelijk te exploiteren, mits wordt voldaan aan bepaalde voorwaarden die garanderen dat de installaties of delen van installaties op dezelfde site die door dezelfde exploitant worden geëxploiteerd, aan de eisen voldoen die zijn vastgesteld door een bevoegde autoriteit. Een vergunning kan betrekking hebben op een of meerdere functies en kan capaciteitsparameters vastleggen. De term kan worden uitgebreid naar andere soorten certificaten of documenten met speciale relevantie afhankelijk van de omvang (bijvoorbeeld ISO, EMAS, National Quality Standards, enz.).

Attributen van het gegevenstype Permission

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

id

Identificatiereferentie voor de vergunning.

DematicIdentifier

 

relatedParty

Betrokkenen in verband met de verleende vergunning voor het activiteitencomplex; hieronder kunnen vele verschillende rollen vallen, zoals onder andere die van bevoegde autoriteiten of bedrijven.

RelatedParty

voidable

decisionDate

Temporale referentie die de definitie van de vergunning aanvult.

DateTime

voidable

dateFrom

Een startdatum vanaf welke de vergunning van toepassing en geldig is.

DateTime

voidable

dateTo

Een datum tot waar de vergunning van toepassing en geldig is.

DateTime

voidable

description

Een beschrijving van de vergunning.

PT_FreeText

voidable

permittedFunction

Functie(s) waarvoor de vergunning is verleend.

Function

voidable

permittedCapacity

Maximale hoeveelheden aan invoer en/of uitvoer van activiteit overeenkomstig de vergunning.

Capacity

voidable

8.1.2.5.   Beschrijving activiteitencomplex (ActivityComplexDescription)

Extra informatie over een activiteitencomplex, waaronder een beschrijving ervan, het adres, de contactgegevens en de betrokkenen.

Attributen van het ruimtelijke objecttype ActivityComplexDescription

Associatierol

Definitie

Type

Voidability

description

Een aanvullende definitie van het „activiteitencomplex” en zijn kenmerken.

PT_FreeText

voidable

address

Een adres voor het activiteitencomplex, d.w.z. een adres waar de activiteiten plaatsvinden.

AddressRepresentation

voidable

contact

Contactgegevens voor het activiteitencomplex.

Contact

voidable

relatedParty

Informatie van betrokkenen met betrekking tot het activiteitencomplex. Hieronder kunnen vele verschillende rollen vallen, zoals die van eigenaars, exploitanten of bevoegde autoriteiten.

RelatedParty

voidable

8.1.3.   Codelijsten

8.1.3.1.   Economische activiteit (EconomicActivityValue)

Classificatie van economische activiteiten.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten de waarden van de volgende codelijsten of andere codelijsten aangegeven door gegevensleveranciers:

EU-classificatie van economische activiteiten (EconomicActivityNACEValue): economische activiteiten overeenkomstig de Eurostat NACE-classificatiewaarden, zoals gespecificeerd in Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad (2).

EU-afvalstatistiek classificatie economische activiteiten (EconomicActivityWasteStatisticsValue): classificatie van economische activiteiten overeenkomstig sectie 8 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2150/2002 (3).

EU-classificatie afvalterugwinning en -verwijdering (WasteRecoveryDisposalValue): classificatie van operaties voor afvalterugwinning en -verwijdering overeenkomstig de bijlagen I en II bij Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad (4).

8.1.3.2.   Invoer of uitvoer (InputOutputValue)

Classificatie van invoeren of uitvoeren.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten de waarden van de volgende codelijsten of andere codelijsten aangegeven door gegevensleveranciers.

EU-productclassificatie (ProductCPAValue): classificatie van producten gekoppeld aan economische activiteiten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 451/2008 van het Europees Parlement en de Raad (5).

EU-afvalclassificatie (WasteValue): classificatie van afval overeenkomstig Besluit 2000/532/EG (6).

8.2.   Vereisten inzake activiteitencomplexen

Wanneer een gegevensleverancier een subtype van ActivityComplex gebruikt om informatie ter beschikking te stellen over de status, fysische capaciteit, vergunningen en/of extra informatie, moeten de in het pakket ActivityComplex opgenomen relevante codelijsten en gegevenstypes (ConditionOfFacilityValue, Capacity, Permission, ActivityComplexDescription) worden gebruikt.”


(1)  PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1.

(2)  PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1.

(3)  PB L 332 van 9.12.2002, blz. 1.

(4)  PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3.

(5)  PB L 145 van 4.6.2008, blz. 65.

(6)  PB L 226 van 6.9.2000, blz. 3.


BIJLAGE II

Bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1089/2010 wordt als volgt gewijzigd:

(1)

In de gehele tekst wordt de zin „Deze codelijst mag niet door de lidstaten worden uitgebreid.” vervangen door de zin „De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten uitsluitend de waarden in de onderstaande tabel.”.

(2)

In de gehele tekst wordt in de kopregels van alle tabellen die codelijstwaarden specificeren de tekst „Toegestane waarden voor de codelijst” vervangen door de tekst „Waarden voor de codelijst”.

(3)

In paragraaf 1.1 worden de volgende streepjes toegevoegd:

„—   „gemiddeld zeeniveau” („mean sea level” (MSL)): de gemiddelde hoogte van het oppervlak van de zee op een getijdestation voor alle stadia van de getijden gedurende een periode van 19 jaar, normaliter bepaald uit uurlijkse hoogtemetingen gemeten vanaf een vast vooraf bepaald referentieniveau (kaartdatum).

—   „laagste astronomische tij” („lowest astronomical tide” (LAT)): het laagste getijdenniveau waarvan kan worden voorspeld dat het voorkomt onder gemiddelde meteorologische omstandigheden en onder elke combinatie van astronomische omstandigheden.”

(4)

Paragraaf 1.3.3 wordt als volgt gewijzigd:

a)

het tweede streepje wordt vervangen door:

„—

Voor de verticale component in de vrije atmosfeer moet de barometrische druk, omgezet naar hoogte met gebruik van ISO 2533:1975 Internationale Standaard Atmosfeer, of andere lineaire of parametrische referentiesystemen worden gebruikt. Waar andere parametrische referentiesystemen worden gebruikt, moeten deze worden beschreven in een toegankelijke referentie met gebruik van EN ISO 19111-2:2012.”

b)

de volgende streepjes worden toegevoegd:

„—

Voor de verticale component in zeegebieden waar een aanmerkelijk getijdenbereik is (getijdewateren), moet het laagste astronomische tij (LAT) worden gebruikt als het referentie-oppervlak.

Voor de verticale component in zeegebieden zonder een noemenswaardig getijdenbereik, in open oceanen en effectief in wateren die dieper zijn dan 200 meter, moet het gemiddelde zeeniveau (MSL) of een goed gedefinieerd referentieniveau dicht bij het MSL worden gebruikt als het referentie-oppervlak.”.

(5)

Paragraaf 2.2 wordt als volgt gewijzigd:

a)

De eerste paragraaf wordt vervangen door:

„Elk van de rasters met vaste en ondubbelzinnig gedefnineerde locaties gedefinieerd in de paragrafen 2.2.1 en 2.2.2 moeten worden gebruikt als een geo-referentieraamwerk om gerasterde gegevens ter beschikking te stellen in INSPIRE, behalve wanneer een van de volgende voorwaarden geldt:

(1)

Andere rasters kunnen worden gespecificeerd voor bepaalde ruimtelijke gegevensthema's in de bijlagen II tot en met IV. In dit geval moeten gegevens die zijn uitgewisseld met gebruik van een dergelijk thema-specifiek raster, normen gebruiken waarin de definitie van het raster ofwel is opgenomen in de gegevens, of middels een referentie is gekoppeld.

(2)

Voor het verwijzen naar rasters in gebieden buiten continentaal Europa kunnen lidstaten hun eigen raster definiëren op basis van een referentiesysteem met geodetische coördinaten in overeenstemming met ITRS en een Lambert-projectie van een azimutaal gelijk oppervlak, volgens dezelfde beginselen zoals vastgesteld voor het raster gespecificeerd in paragraaf 2.2.1. In dit geval moet een identifier voor het coördinatenreferentiesysteem worden gecreëerd.”

b)

Paragraaf 2.2.1 wordt als volgt gewijzigd:

(1)

de titel wordt vervangen door „Raster met gelijk oppervlak”.

(2)

de zinnen „Het in deze paragraaf gedefinieerde raster moet worden gebruikt als een kader voor geo-referencing waarbij rasters zijn vereist met vaste en ondubbelzinnig gedefinieerde locaties van rastercellen met gelijke oppervlakten.” en „De linkerbenedenhoek van de rastercel vormt het referentiepunt van een rastercel.” worden geschrapt.

c)

Paragraaf 2.2.2 wordt vervangen door:

„2.2.2.   Gezoneerd Geografisch Raster

1.

Wanneer gerasterde gegevens worden geleverd met gebruik van geodetische coördinaten zoals gespecificeerd in paragraaf 1.3. van deze bijlage, kan het multi-resolutie raster gedefinieerd in deze paragraaf worden gebruikt als een geo-referentie raamwerk.

2.

De resolutieniveaus worden gedefinieerd in tabel 1.

3.

Het raster moet zijn gebaseerd op het ETRS89-GRS80 geodetische coördinaten referentiesysteem.

4.

De oorsprong van het raster moet samenvallen met het snijpunt van de Evenaar met de Greenwich Meridiaan (GRS80 latitude φ=0; GRS80 longitude λ=0).

5.

De oriëntatie van het raster moet zuid-noord en west-oost zijn overeenkomstig het net dat wordt gedefinieerd door de meridianen en parallellen van de GRS80 ellipsoïde.

6.

Voor rasterverwijzingen in gebieden buiten continentaal Europa kunnen gegevensverstrekkers hun eigen raster definiëren op basis van een geodetische coördinaten referentiesysteem in overeenstemming met ITRS, volgens dezelfde beginselen zoals vastgesteld voor het Pan-Europese Grid_ETRS89-GRS80zn. In dit geval moet een identificatie voor het coördinaatreferentiesysteem en de overeenkomstige identificatie voor het raster worden gecreëerd.

7.

Dit raster moet worden onderverdeeld in zones. De zuid-noord resolutie van het raster moet gelijke hoekafstanden hebben. De west-oost resolutie van het raster moet worden vastgesteld als het product van een hoekafstand vermenigvuldigd met de factor van de zone zoals gedefinieerd in tabel 1.

8.

Het raster moet worden aangeduid als Grid_ETRS89-GRS80zn_res, waarbij n voor het nummer van de zone en res voor de celomvang in hoekeenheden staat, zoals gespecificeerd in tabel 1.

Tabel 1

Gemeenschappelijk Grid_ETRS89-GRS80: Latitude afstand (resolutieniveau) en longitude afstand voor elke zone

Resolutieniveaus

LATITUDE AFSTAND

(Arc seconden)

LONGITUDE AFSTAND (Arc seconden)

Celomvang

Zone 1

(Lat. 0°–50°)

Zone 2

(Lat. 50°–70°)

Zone 3

(Lat. 70°–75°)

Zone 4

(Lat. 75°–80°)

Zone 5

(Lat. 80°–90°)

NIVEAU 0

3 600

3 600

7 200

10 800

14 400

21 600

1 D

NIVEAU 1

3 000

3 000

6 000

9 000

12 000

18 000

50 M

NIVEAU 2

1 800

1 800

3 600

5 400

7 200

10 800

30 M

NIVEAU 3

1 200

1 200

2 400

3 600

4 800

7 200

20 M

NIVEAU 4

600

600

1 200

1 800

2 400

3 600

10 M

NIVEAU 5

300

300

600

900

1 200

1 800

5 M

NIVEAU 6

120

120

240

360

480

720

2 M

NIVEAU 7

60

60

120

180

240

360

1 M

NIVEAU 8

30

30

60

90

120

180

30 S

NIVEAU 9

15

15

30

45

60

90

15 S

NIVEAU 10

5

5

10

15

20

30

5 S

NIVEAU 11

3

3

6

9

12

18

3 S

NIVEAU 12

1,5

1,5

3

4,5

6

9

1 500 MS

NIVEAU 13

1

1

2

3

4

6

1 000 MS

NIVEAU 14

0,75

0,75

1,5

2,25

3

4,5

750 MS

NIVEAU 15

0,5

0,5

1

1,5

2

3

500 MS

NIVEAU 16

0,3

0,3

0,6

0,9

1,2

1,8

300 MS

NIVEAU 17

0,15

0,15

0,3

0,45

0,6

0,9

150 MS

NIVEAU 18

0,1

0,1

0,2

0,3

0,4

0,6

100 MS

NIVEAU 19

0,075

0,075

0,15

0,225

0,3

0,45

75 MS

NIVEAU 20

0,03

0,03

0,06

0,09

0,12

0,18

30 MS

NIVEAU 21

0,015

0,015

0,03

0,045

0,06

0,09

15 MS

NIVEAU 22

0,01

0,01

0,02

0,03

0,04

0,06

10 MS

NIVEAU 23

0,0075

0,0075

0,015

0,0225

0,03

0,045

7 500 MMS

NIVEAU 24

0,003

0,003

0,006

0,009

0,012

0,018

3 000 MMS

FACTOR

1

2

3

4

6

—”

(6)

Paragraaf 4 wordt vervangen door:

„4.   ADMINISTRATIEVE EENHEDEN

4.1.   Structuur van het ruimtelijkegegevensthema Administratieve eenheden

De types gespecificeerd voor het ruimtelijkegegevensthema Administratieve eenheden worden in de volgende pakketten gestructureerd:

Administratieve eenheden

Maritieme eenheden

4.2.   Administratieve eenheden

4.2.1.   Ruimtelijke objecttypes

Het pakket Administratieve eenheden bevat de volgende ruimtelijke objecttypes:

Administratieve grens

Administratieve eenheid

Condominium

4.2.1.1.   Administratieve grens (AdministrativeBoundary)

Een demarcatielijn tussen administratieve eenheden.

Attributen van het ruimtelijke objecttype AdministrativeBoundary

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

beginLifespanVersion

Datum en tijd waarop deze versie van het ruimtelijke object werd toegevoegd aan of gewijzigd in de verzameling ruimtelijke gegevens.

DateTime

voidable

country

Landcode bestaande uit twee letters in overeenstemming met de Interinstitutionele schrijfwijzer gepubliceerd door het Bureau voor publicaties van de Europese Unie.

CountryCode

 

endLifespanVersion

Datum en tijd waarop deze versie van het ruimtelijke object werd vervangen in of verwijderd uit de verzameling ruimtelijke gegevens.

DateTime

voidable

geometry

Geometrische weergave van een grenslijn.

GM_Curve

 

inspireId

Externe objectidentifier van het ruimtelijke object.

Identifier

 

legalStatus

Juridische status van deze administratieve grens.

LegalStatusValue

voidable

nationalLevel

De hiërarchische niveaus van alle aangrenzende administratieve eenheden die door deze grens worden afgebakend.

AdministrativeHierarchyLevel

 

technicalStatus

De technische status van de administratieve grens.

TechnicalStatusValue

voidable

Associatierollen van het ruimtelijke objecttype AdministrativeBoundary

Associatierol

Definitie

Type

Voidability

admUnit

De door deze administratieve grens gescheiden administratieve eenheden.

AdministrativeUnit

voidable

4.2.1.2.   Bestuurseenheid (AdministrativeUnit)

Bestuurlijke eenheid waarover een lidstaat rechtsbevoegdheid heeft en/of uitoefent, in het kader van lokaal, regionaal of nationaal bestuur.

Attributen van het ruimtelijke objecttype AdministrativeUnit

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

beginLifespanVersion

Datum en tijd waarop deze versie van het ruimtelijk object werd toegevoegd aan of gewijzigd in de verzameling ruimtelijke gegevens.

DateTime

voidable

country

Landcode bestaande uit twee letters in overeenstemming met de Interinstitutionele schrijfwijzer gepubliceerd door het Bureau voor publicaties van de Europese Unie.

CountryCode

 

endLifespanVersion

Datum en tijd waarop deze versie van het ruimtelijk object werd vervangen in of verwijderd uit de verzameling ruimtelijke gegevens.

DateTime

voidable

geometry

Geometrische weergave van ruimtelijk gebied afgedekt door deze bestuurseenheid.

GM_MultiSurface

 

inspireId

Externe objectidentifier van het ruimtelijk object.

Identifier

 

name

Officiële nationale geografische naam van de bestuurseenheid, vermeld in meerdere talen, waar vereist.

GeographicalName

 

nationalCode

Thematische identifier die overeenstemt met de in elk land gedefinieerde nationale bestuurscodes.

CharacterString

 

nationalLevel

Niveau in de nationale bestuurlijke hiërarchie waarop de bestuurseenheid geïnstalleerd is.

AdministrativeHierarchyLevel

 

nationalLevelName

Naam van het niveau in de nationale bestuurlijke hiërarchie waarop de bestuurseenheid geïnstalleerd is.

LocalisedCharacterString

voidable

residenceOfAuthority

Centrum voor nationaal of lokaal bestuur.

ResidenceOfAuthority

voidable

Associatierollen van het ruimtelijke objecttype AdministrativeUnit

Associatierol

Definitie

Type

Voidability

administeredBy

Bestuurseenheid op hetzelfde niveau van de nationale bestuurshiërarchie die deze bestuurseenheid bestuurt.

AdministrativeUnit

voidable

boundary

De bestuursgrenzen tussen deze bestuurseenheid en alle aangrenzende eenheden.

AdministrativeBoundary

voidable

coAdminister

Administratieve eenheid op hetzelfde niveau van de nationale bestuurshiërarchie die door deze bestuurseenheid wordt medebestuurd.

AdministrativeUnit

voidable

condominium

Condominium dat door deze bestuurseenheid bestuurd wordt.

Condominium

voidable

lowerLevelUnit

Eenheden op een lager niveau van de nationale bestuurshiërarchie die door de bestuurseenheid bestuurd worden.

AdministrativeUnit

voidable

upperLevelUnit

Eenheid op een hoger niveau van de nationale bestuurshiërarchie die deze bestuurseenheid bestuurt.

AdministrativeUnit

voidable

Restricties van het ruimtelijke objecttype AdministrativeUnit

De associatierol „condominium” geldt enkel voor bestuurseenheden met nationalLevel=„1st order” (landniveau).

Geen enkele eenheid op het laagste niveau kan eenheden op een lager niveau associëren.

Geen enkele eenheid op het hoogste niveau kan eenheden op een hoger niveau associëren.

4.2.1.3.   Condominium (Condominium)

Een bestuursgebied dat losstaat van elke nationale bestuurlijke gebiedsindeling en bestuurd wordt door twee of meer landen.

Attributen van het ruimtelijke objecttype Condominium

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

beginLifespanVersion

Datum en tijd waarop deze versie van het ruimtelijk object werd toegevoegd aan of gewijzigd in de verzameling ruimtelijke gegevens.

DateTime

voidable

endLifespanVersion

Datum en tijd waarop deze versie van het ruimtelijk object werd vervangen in of verwijderd uit de verzameling ruimtelijke gegevens.

DateTime

voidable

geometry

Geometrische weergave van ruimtelijk gebied afgedekt door dit condominium.

GM_MultiSurface

 

inspireId

Externe objectidentifier van het ruimtelijk object.

Identifier

 

name

Officiële geografische naam van dit condominium, vermeld in meerdere talen waar vereist.

GeographicalName

voidable

Associatierollen van het ruimtelijke objecttype Condominium

Associatierol

Definitie

Type

Voidability

admUnit

De bestuurseenheid die het condominium bestuurt.

AdministrativeUnit

voidable

4.2.2.   Gegevenstypes

4.2.2.1.   Plaats van bevoegdheid (ResidenceOfAuthority)

Gegevenstype dat de naam en ligging van een plaats van bevoegdheid weergeeft.

Attributen van het gegevenstype ResidenceOfAuthority

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

geometry

Ligging van de plaats van bevoegdheid.

GM_Point

voidable

name

Naam van de plaats van bevoegdheid.

GeographicalName

 

4.2.3.   Opsommingen

4.2.3.1.   Juridische status (LegalStatusValue)

Beschrijving van de juridische status van bestuursgrenzen.

Toegestane waarden voor de opsomming LegalStatusValue

Waarde

Definitie

agreed

De via edge-matching bepaalde grens tussen naburige bestuurseenheden is goedgekeurd en is nu stabiel.

notAgreed

De via edge-matching bepaalde grens tussen naburige bestuurseenheden werd nog niet goedgekeurd en kan nog gewijzigd worden.

4.2.3.2.   Technische status (TechnicalStatusValue)

Beschrijving van de technische status van bestuursgrenzen.

Toegestane waarden voor de opsomming TechnicalStatusValue

Waarde

Definitie

edgeMatched

De grenzen van naburige bestuurseenheden hebben dezelfde verzameling coördinaten.

notEdgeMatched

De grenzen van naburige bestuurseenheden hebben niet dezelfde verzameling coördinaten.

4.2.4.   Codelijsten

4.2.4.1.   Hiërarchisch bestuursniveau (AdministrativeHierarchyLevel)

Bestuursniveaus in de nationale bestuurshiërarchie. Deze codelijst reflecteert het niveau in de hiërarchische piramide van de bestuursstructuren, die gebaseerd is op een geometrische samenvoeging van territoria en niet noodzakelijk de ondergeschiktheid tussen de verbonden bestuursinstanties beschrijft.

Deze codelijst moet worden beheerd in een gemeenschappelijk codelijstregister.

4.3.   Maritieme eenheden

4.3.1.   Ruimtelijke objecttypes

Het pakket Maritieme eenheden bevat de volgende ruimtelijke objecttypes:

Basislijn

Maritieme grens

Maritieme Zone

4.3.1.1.   Basislijn (Baseline)

De lijn vanaf waar de buitengrenzen van de territoriale zee en bepaalde andere buitengrenzen worden gemeten.

Attributen van het ruimtelijke objecttype Baseline

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

inspireId

Externe objectidentifier van het ruimtelijke object.

Identifier

 

beginLifespanVersion

Datum en tijd waarop deze versie van het ruimtelijk object werd toegevoegd aan of gewijzigd in de verzameling ruimtelijke gegevens.

DateTime

voidable

endLifespanVersion

Datum en tijd waarop deze versie van het ruimtelijk object werd vervangen in of verwijderd uit de verzameling ruimtelijke gegevens.

DateTime

voidable

Associatierollen van het ruimtelijke objecttype Baseline

Associatierol

Definitie

Type

Voidability

segment

Segment van een basislijn.

BaselineSegment

 

4.3.1.2.   Maritieme grens (MaritimeBoundary)

Een lijn die de scheiding aangeeft van elk type maritieme rechtsbevoegdheid.

Attributen van het ruimtelijke objecttype MaritimeBoundary

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

inspireId

Externe objectidentifier van het ruimtelijke object.

Identifier

 

geometry

Geometrische weergave van de maritieme grens.

GM_Curve

 

country

Het land waar de maritieme zone van deze grens bij hoort.

CountryCode

 

legalStatus

Juridische status van deze maritieme grens.

LegalStatusValue

voidable

technicalStatus

De technische status van de maritieme grens.

TechnicalStatusValue

voidable

beginLifespanVersion

Datum en tijd waarop deze versie van het ruimtelijk object werd toegevoegd aan of gewijzigd in de verzameling ruimtelijke gegevens.

DateTime

voidable

endLifespanVersion

Datum en tijd waarop deze versie van het ruimtelijk object werd vervangen in of verwijderd uit de verzameling ruimtelijke gegevens.

DateTime

voidable

4.3.1.3.   Maritieme zone (MaritimeZone)

Een zone in de zee gedefinieerd door internationale overeenkomsten en verdragen, waarbij de kuststaat rechtsbevoegdheid uitoefent.

Attributen van het ruimtelijke objecttype MaritimeZone

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

inspireId

Externe objectidentifier van het ruimtelijke object.

Identifier

 

geometry

Geometrische weergave van het ruimtelijke gebied afgedekt door deze maritieme zone.

GM_MultiSurface

 

zoneType

Type van de maritieme zone.

MaritimeZoneTypeValue

 

country

Het land waar deze maritieme zone bijhoort.

CountryCode

 

name

Naam (namen) van de maritieme zone.

GeographicalName

voidable

beginLifeSpanVersion

Datum en tijd waarop deze versie van het ruimtelijk object werd toegevoegd aan of gewijzigd in de verzameling ruimtelijke gegevens.

DateTime

voidable

endLifepanVersion

Datum en tijd waarop deze versie van het ruimtelijk object werd vervangen in of verwijderd uit de verzameling ruimtelijke gegevens.

DateTime

voidable

Associatierollen van het ruimtelijke objecttype MaritimeZone

Associatierol

Definitie

Type

Voidability

baseline

Basislijn of basislijnen gebruikt voor de afbakening van deze maritieme zone.

Baseline

voidable

boundary

De grens of grenzen van deze maritieme zone.

MaritimeBoundary

voidable

4.3.2.   Gegevenstypes

4.3.2.1.   Basislijnsegment (BaselineSegment)

Segment van de basislijn vanaf waar de buitengrenzen van de territoriale zee en bepaalde andere buitengrenzen worden gemeten.

Attributen van het gegevenstype BaselineSegment

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

geometry

Geometrische weergave van het basislijnsegment.

GM_Curve

 

segmentType

Het basislijntype dat wordt gebruikt voor dit segment.

BaselineSegmentTypeValue

 

4.3.3.   Codelijsten

4.3.3.1.   Basislijnsegmenttype (BaselineSegmentTypeValue)

De basislijntypes die worden gebruikt om de breedte van de territoriale zee te meten.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten uitsluitend de waarden gespecificeerd in de onderstaande tabel.

Waarden voor de codelijst BaselineSegmentTypeValue

Waarde

Naam

Definitie

normal

normaal

De normale basislijn voor het meten van de breedte van de territoriale zee is de laagwaterlijn langs de kust zoals aangegeven op grootschalige kaarten die officieel worden erkend door de kuststaat.

straight

recht

De basislijn voor het meten van de breedte van de territoriale zee is de rechte basislijn vastgesteld door het verbinden van de toepasselijke punten.

archipelagic

eilandengroep

De basislijn voor het meten van de breedte van de territoriale zee is de rechte basislijn die de buitenste punten van de buitenste eilanden en droogvallende riffen van de eilandengroep verbindt.

4.3.3.2.   Maritime Zone Type (MaritimeZoneTypeValue)

Type martieme zone.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten uitsluitend de waarden gespecificeerd in de onderstaande tabel.

Waarden voor de codelijst MaritimeZoneTypeValue

Waarde

Naam

Definitie

internalWaters

Interne wateren

De wateren aan de landzijde van de basislijnen van de territoriale zee van de kuststaat.

territorialSea

Territoriale zee

Een zeezone met een gedefinieerde breedte van niet meer dan 12 zeemijlen gemeten vanaf de basislijnen die zijn bepaald in overeenstemming met het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee.

contiguousZone

Aangrenzende zone

Aan een territoriale zee grenzende zone van een kuststaat, die niet meer dan 24 zeemijlen mag uitstrekken vanaf de basislijnen waar vanaf de breedte van de territoriale zee wordt gemeten.

exclusiveEconomicZone

Exclusieve economische zone

Een gebied achter en grenzend aan de territoriale zee van een kuststaat, onderhevig aan het specifieke rechtsbewind, waaronder de rechten en het rechtsgebied van de kuststaat en de rechten en vrijheden van andere staten worden geregeld door de relevante bepalingen van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee.

continentalShelf

Continentale rand

Een maritieme zone achter en grenzend aan de territoriale zee van een kuststaat, waarvan de buitengrens wordt bepaald in overeenstemming met Artikel 76 van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee.

4.4.   Themaspecifieke vereisten

1.

Elk geval van het ruimtelijke objecttype AdministrativeUnit, behalve voor de landsniveau-eenheid die een lidstaat en medebestuurde eenheden weergeeft, moet exact verwijzen naar één eenheid op een hoger niveau van bestuurlijke hiërarchie. Deze overeenkomst moet worden uitgedrukt door de upperLevelUnit associatierol van het AdministrativeUnit ruimtelijke objecttype.

2.

Elk geval van het ruimtelijke objecttype AdministrativeUnit, behalve voor die op het laagste niveau, moet verwijzen naar hun respectieve eenheden op lager niveau. Deze overeenkomst moet worden uitgedrukt door de lowerLevelUnit associatierol van het AdministrativeUnit ruimtelijke objecttype.

3.

Wanneer een bestuurlijke eenheid wordt medebestuurd door twee of meer andere bestuurlijke eenheden moet de associatierol administeredBy worden gebruikt. De eenheden die deze eenheid medebesturen moeten de inverse functie coAdminister gebruiken.

4.

Bestuurlijke eenheden op hetzelfde niveau van bestuurlijke hiërarchie moeten niet conceptueel gemeenschappelijke ideeën delen.

5.

Gevallen van het ruimtelijke objecttype AdministrativeBoundary moeten overeenkomen met de randen in de topologische structuur van de volledige (inclusief alle niveaus) grensgrafiek.

6.

De ruimtelijke omvang van een condominium kan geen deel uitmaken van de geometrie die de ruimtelijke omvang van een bestuurlijke eenheid weergeeft.

7.

Condominiums kunnen uitsluitend worden bestuurd door bestuurlijke eenheden op landsniveau.

4.5.   Lagen

Lagen voor het ruimtelijke gegevensthema Administrative Units

Naam van de laag

Titel van de laag

Ruimtelijk objecttype

AU.AdministrativeUnit

Bestuurseenheid

AdministrativeUnit

AU.AdministrativeBoundary

Bestuursgrens

AdministrativeBoundary

AU.Condominium

Condominium

Condominium

AU.Baseline

Basislijn

Baseline

AU.<codelijstwaarde> (1)

Voorbeeld: AU.ContiguousZone

<voor mensen leesbare naam>

Voorbeeld: Aangrenzende zone

MaritimeZone (zoneType: MaritimeZoneTypeValue)

AU.MaritimeBoundary

Maritieme grens

MaritimeBoundary

(7)

Paragraaf 8 wordt als volgt gewijzigd:

(a)

In paragraaf 8.2 wordt het streepje „Hydro - rapportering” geschrapt.

(b)

In paragraaf 8.5.1 worden de volgende streepjes geschrapt:

waterkrachtcentrale

overstroomd land

oceaangebied

pijp

pompstation

(c)

In paragraaf 8.5.1.4 wordt de zin „Dit type is een kandidaattype dat in aanmerking kan komen voor het ruimtelijkegegevensthema Gebieden met natuurrisico's in bijlage III bij Richtlijn 2007/2/EG.” geschrapt.

(d)

Paragrafen 8.5.1.9 Waterkrachtcentrale (HydroPowerPlant), 8.5.1.10 Overstroomd land (InundatedLand), 8.5.1.14 Oceaangebied (OceanRegion), 8.5.1.15 Pijp (Pipe), 8.5.1.16 Pompstation (PumpingStation), 8.5.4.3 Overstroming (InundationValue) en 8.6 Hydro – Rapportering worden geschrapt.

(e)

Paragraaf 8.5.1.19 wordt als volgt gewijzigd:

De zin „Dit type is een kandidaattype dat in aanmerking kan komen voor het ruimtelijkegegevensthema Bodemgebruik in bijlage II bij Richtlijn 2007/2/EG.” wordt geschrapt.

De rij voor het attribuut „geometry” in de attribuuttabel wordt vervangen door de volgende rij:

geometry

De geometrie van de kust.

GM_MultiSurface

 

(f)

In paragraaf 8.5.1.24 wordt de volgende restrictie toegevoegd na „Restricties van het ruimtelijke objecttype Watercourse”:

„De kusten aan elke zijde van een waterloop moeten worden gegeven (met gebruik van de oever-eigenschap) als twee afzonderlijke Shore objecten.”

(g)

In paragraaf 8.5.1.25 wordt de zin „Dit type is een kandidaattype dat in aanmerking kan komen voor het ruimtelijkegegevensthema Bodemgebruik in bijlage II bij Richtlijn 2007/2/EG.” geschrapt.

(h)

In paragraaf 8.5.4.4 wordt de zin „Dit type is een kandidaattype dat in aanmerking kan komen voor het ruimtelijkegegevensthema Bodemgebruik in bijlage II bij Richtlijn 2007/2/EG.” geschrapt.

(i)

In paragraaf 8.8 wordt de tabel vervangen door de volgende tabel:

„Type laag

Titel van de laag

Ruimtelijk(e) objecttype(s)

HY.Network

Hydrografisch netwerk

HydroNode, WatercourseLink

HY.PhysicalWaters.Waterbodies

Waterlichamen

Watercourse, StandingWater

HY.PhysicalWaters.LandWaterBoundary

Land-watergrenzen

LandWaterBoundary

HY.PhysicalWaters.Catchments

Stroomgebieden

DrainageBasin, RiverBasin

HY.PhysicalWaters.HydroPointOfInterest

Nuttige hydroplaatsen

Rapids, Falls

HY.PhysicalWaters.ManMadeObject

Door de mens gemaakte objecten

Crossing, DamOrWeir, Embankment, Lock, Ford, ShorelineConstruction, Sluice

HY. PhysicalWaters.Wetland

Watergebieden

Wetland

HY. PhysicalWaters.Shore

Kusten

Shore”


(1)  Overeenkomstig artikel 14, lid 3, moet voor elke codelijstwaarde één laag beschikbaar worden gesteld.”


BIJLAGE III

De volgende bijlage III wordt toegevoegd aan Verordening (EG) nr. 1089/2010:

„BIJLAGE III

Eisen voor ruimtelijke gegevensthema's vermeld in bijlage II bij Richtlijn 2007/2/EG

1.   HOOGTE (ELEVATION)

1.1.   Definities

Behalve de definities vermeld in artikel 2 gelden ook de volgende definities:

(1)   „digitaal hoogtemodel”: („digital elevation model” (DEM)): Digitaal oppervlaktemodel („Digital Surface Model” (DSM)) of Digitaal terreinmodel („Digital Terrain Model” (DTM));

(2)   „digitaal oppervlaktemodel”: een oppervlak dat de driedimensionale vorm van het aardoppervlak beschrijft, waaronder alle statische kenmerken die daarop zijn aangebracht. Tijdelijke fenomenen maken geen deel uit van het oppervlak, maar door de technische moeilijkheden bij het verwijderen hiervan, kunnen enkele van deze kenmerken ook aanwezig zijn aan het oppervlak;

(3)   „digitaal terreinmodel”: een oppervlak dat de driedimensionale vorm van het kale aardoppervlak beschrijft, met zo mogelijk de uitsluiting van alle andere kenmerken die erop zijn aangebracht;

(4)   „hoogte” („elevation”): een in verticale richting beperkte dimensie-eigenschap van een ruimtelijk object bestaande uit een absolute maat gerefereerd aan een goed gedefinieerd oppervlak dat normaliter als oorsprong wordt genomen;

(5)   „hoogte” („height”): een hoogte-eigenschap gemeten langs een loodlijn in een richting tegengesteld aan het zwaartekrachtveld van de aarde (naar boven gericht);

(6)   „diepte” („depth”): een hoogte-eigenschap gemeten langs een loodlijn in een richting samenvallend met het zwaartekrachtveld van de aarde (naar onder gericht).

1.2.   Structuur van het ruimtelijke gegevensthema Hoogte

De types gespecificeerd voor het ruimtelijke gegvensthema Hoogte worden gestructureerd in de volgende pakketten:

Hoogte – Basistypes (Elevation - Base Type)

Hoogte – Raster-coverage (Elevation - Grid Coverage)

Hoogte – Vectorelementen (Elevation - Vector Elements)

Hoogte – TIN (Elevation - TIN)

Ruimtelijke gegevensverzamelingen die de morfologie van een landhoogte beschrijven moeten worden gegeven met ten minste het gebruik van de ruimtelijke objecttypes vervat in het pakket Elevation – Grid Coverage.

Ruimtelijke gegevensverzamelingen die de morfologie van bathymetrie beschrijven moeten worden gegeven met ten minste het gebruik van de ruimtelijke objecttypes vervat in ofwel het pakket Elevation – Grid Coverage of het pakket Elevation – Vector Elements.

1.3.   Hoogte – Basistypes

1.3.1.   Opsommingen

1.3.1.1.   Type Hoogte-eigenschap (ElevationPropertyTypeValue)

Opsommingstype dat de hoogte-eigenschap bepaalt die is gemeten of berekend.

Waarden voor de opsomming ElevationPropertyTypeValue

Waarde

Definitie

Height

Hoogte-eigenschap gemeten langs een loodlijn in een richting tegengesteld aan het zwaartekrachtveld van de aarde (naar boven gericht).

Depth

Hoogte-eigenschap gemeten langs een loodlijn in een richting samenvallend met het zwaartekrachtveld van de aarde (naar onder gericht).

1.3.1.2.   Oppervlaktetype (SurfaceTypeValue)

Opsommingstype welk het hoogte-oppervlak bepaalt met betrekking tot zijn relatieve aanhankelijkheid tot het kale aardoppervlak.

Waarden voor de opsomming SurfaceTypeValue

Waarde

Definitie

DTM

Digitaal terreinmodel.

DSM

Digitaal oppervlaktemodel.

1.4.   Hoogte – Raster-coverage.

1.4.1.   Ruimtelijke objecttypes

Het pakket Hoogte - Raster-coverage bevat het ruimtelijke objecttype Hoogte - raster-coverage.

1.4.1.1.   Hoogte raster-coverage (ElevationGridCoverage)

Continue coverage, die een systematische tessellatie gebruikt gebaseerd op regelmatig quadrilateraal raster om zijn domein af te dekken, waarbij de waarde van de hoogte-eigenschap normaliter bekend is voor elk van de rasterpunten die dit domein vormen.

Dit type is een subtype van RectifiedGridCoverage.

Attributen van het ruimtelijke objecttype ElevationGridCoverage

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

beginLifespanVersion

Datum en tijd waarop deze versie van het ruimtelijk object werd toegevoegd aan of gewijzigd in de verzameling ruimtelijke gegevens.

DateTime

voidable

domainExtent

Omtrek van het spatiotemporele domein van de coverage.

EX_Extent

 

endLifespanVersion

Datum en tijd waarop deze versie van het ruimtelijk object werd vervangen in of verwijderd uit de verzameling ruimtelijke gegevens.

DateTime

voidable

inspireId

Externe objectidentifier van het ruimtelijke object.

Identifier

 

propertyType

Attribuut dat de hoogte-eigenschap weergegeven door de hoogteraster-coverage bepaald

ElevationPropertyTypeValue

 

surfaceType

Attribuut dat het type hoogte-oppervlak aangeeft, dat de coverage beschrijft met betrekking tot het kale oppervlak van de aarde.

SurfaceTypeValue

 

Associatierollen van het ruimtelijke objecttype ElevationGridCoverage

Associatierol

Definitie

Type

Voidability

contributingElevationGridCoverage

Verwijzing naar de hoogteraster-coverages die een geaggregeerde hoogteraster-coverage vormen.

De associatie heeft bijkomende eigenschappen die zijn gedefinieerd in de associatieklasse ElevationGridCoverageAggregation.

ElevationGridCoverage

 

Restricties van het ruimtelijke objecttype ElevationGridCoverage

De rasterdimensie moet altijd 2 zijn voor een hoogteraster-coverage.

Het domainExtent moet ten minste zijn gevuld met een subtype van EX_GeographicExtent.

Het coördinaatreferentiesysteem dat wordt gebruikt om naar het raster te verwijzen moet worden gegeven.

Alle gevallen van ElevationGridCoverage, waar een geaggregeerd ElevationGridCoverage geval verwijst, moeten in elke richting dezelfde oriëntatie van rasterassen en dezelfde rasterafstand delen.

De oorsprong van het raster moet in twee dimensies worden beschreven.

De waarden in het ingestelde bereik moeten worden beschreven door het Float type.

1.4.2.   Gegevenstypes

1.4.2.1.   Hoogterastercoverage aggregatie (ElevationGridCoverageAggregation)

Geometrische kenmerken van de hoogterastercoverage aggregatie.

Dit type is een associatieklasse.

Attributen van het gegevenstype ElevationGridCoverageAggregation

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

contributingFootprint

Geometrische weergave die het geografische gebied van de hoogterastercoverage die bijdraagt aan de geaggregeerde hoogterastercoverage afbakent.

GM_MultiSurface

 

1.5.   Hoogte - Vectorelementen

1.5.1.   Ruimtelijke objecttypes

Het pakket Hoogte – Vectorelementen bevat de volgende ruimtelijke objecttypes:

Hoogtevectorobject

Plaatselijke hoogte

Hoogtelijn

Breuklijn

Leeg gebied

Geïsoleerd gebied

1.5.1.1.   Hoogtevectorobject (ElevationVectorObject)

Ruimtelijk object van Hoogte dat deel uitmaakt van een verzameling vectorgegevens, die deelneemt aan de beschrijving van de hoogte-eigenschap van een oppervlak uit de echte wereld. Het bestaat uit een identiteitsbasis voor alle vectorobjecten die kunnen worden vervat als deel van een hoogtegegevensverzameling.

Dit type is abstract.

Attributen van het ruimtelijke objecttype ElevationVectorObject

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

beginLifespanVersion

Datum en tijd waarop deze versie van het ruimtelijk object werd toegevoegd aan of gewijzigd in de verzameling ruimtelijke gegevens.

DateTime

voidable

endLifespanVersion

Datum en tijd waarop deze versie van het ruimtelijk object werd vervangen in of verwijderd uit de verzameling ruimtelijke gegevens.

DateTime

voidable

localDepthDatum

Identificatie van een plaatselijk referentiesysteem met verticale coördinaten dat niet in een register is vervat, dat wordt gebruikt om naar dieptemetingen te verwijzen.

ChartDatum

 

propertyType

Attribuut dat het hoogtevectorobject categoriseert als een landhoogte of een ruimtelijk object in bathymetrie. Het bepaalt de hoogte-eigenschap weergegeven door het object.

ElevationPropertyTypeValue

 

1.5.1.2.   Plaatselijke hoogte (SpotElevation)

Ruimtelijk puntobject dat de hoogte van het aardoppervlak op een specifieke locatie beschrijft. Het geeft een enkele hoogte-eigenschapwaarde.

Dit type is een subtype van ElevationVectorObject.

Attributen van het ruimtelijke objecttype SpotElevation

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

classification

Klasse van plaatselijke hoogte volgens de LAS specificatie van de American Society for Photogrammetry and Remote Sensing (ASPRS).

SpotElevationClassValue

voidable

geographicalName

Een geografische naam die wordt gebruikt om de bodemlocatie van een genoemd land of waterlichaam in de werkelijke wereld te identificeren, die wordt weergegeven door het ruimtelijke object plaatselijke hoogte.

GeographicalName

voidable

geometry

Weergave van de geometrische eigenschappen van het ruimtelijke object.

GM_Point

 

propertyValue

Waarde van de hoogte-eigenschap van het ruimtelijke object in relatie tot een specifiek referentiesysteem met verticale coördinaten.

DirectPosition

 

spotElevationType

Het type hoogteplaats.

SpotElevationTypeValue

voidable

Restricties voor het ruimtelijke objecttype SpotElevation

De dimensie van de coördinaat van de eigenschapwaarde moet 1 zijn.

De waarde van de eigenschap moet worden uitgedrukt met betrekking tot een referentiesysteem met verticale coördinaten.

1.5.1.3.   Hoogtelijn (ContourLine)

Lineair ruimtelijk object bestaande uit een verzameling aangrenzende locaties gekenmerkt doordat ze dezelfde waarde voor de hoogte-eigenschap hebben. Het beschrijft samen met andere hoogtelijnen die aanwezig zijn in het gebied, de plaatselijke morfologie van het aardoppervlak.

Dit type is een subtype van ElevationVectorObject.

Attributen van het ruimtelijke objecttype ContourLine

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

contourLineType

Het type hoogtelijn met betrekking tot het normale verticale interval van de hoogte (indien van toepassing).

ContourLineTypeValue

voidable

downRight

Eigenschap die aangeeft dat het ruimtelijke object hoogtelijn is gedigitaliseerd op een wijze dat de hoogte van het hoogte-oppervlak lager is aan de rechter zijde van de lijn.

Boolean

voidable

geometry

Geeft de geometrische eigenschappen van het ruimtelijke object weer.

GM_Curve

 

propertyValue

Waarde van de hoogte-eigenschap van het ruimtelijke object in relatie tot een specifiek referentiesysteem met verticale coördinaten.

DirectPosition

 

Restricties voor het ruimtelijke objecttype ContourLine

De dimensie van de coördinaat van de eigenschapwaarde moet 1 zijn.

De waarde van de eigenschap moet worden uitgedrukt met betrekking tot een verticaal coördinaatreferentiesysteem.

1.5.1.4.   Breuklijn (BreakLine)

Een lijn met een kritisch karakter, die de vorm van een hoogte-oppervlak beschrijft en een discontinuïteit in de helling van het oppervlak aangeeft (bijvoorbeeld een abrupte verandering in gradiënt). Driehoeken vervat in een TIN-model mogen ze nooit kruisen.

Dit type is een subtype van ElevationVectorObject.

Attributen van het ruimtelijke objecttype BreakLine

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

breakLineType

Het type breuklijn met betrekking tot het kenmerk van de natuurlijke of door mensen gemaakte echte wereld die het voorstelt, of de specifieke functie die ze heeft bij het berekenen van een digitaal hoogtemodel (DEM).

BreakLineTypeValue

 

geometry

Geeft de geometrische eigenschappen van het ruimtelijke object weer.

GM_Curve

 

manMadeBreak

Lijn die een hoogtebreuk voorstelt ten gevolge van een door mensen gemaakte constructie aanwezig op het terrein.

Boolean

voidable

1.5.1.5.   Leeg gebied (VoidArea)

Gebied op het aardoppervlak waar het hoogtemodel onbekend is vanwege missende invoergegevens. Dit gebied moet worden uitgesloten van een DEM.

Dit type is een subtype van ElevationVectorObject.

Attributen van het ruimtelijke objecttype VoidArea

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

geometry

Geeft de geometrische eigenschappen van het ruimtelijke object weer.

GM_Surface

 

1.5.1.6.   Geïsoleerd gebied (IsolatedArea)

Afbakening van een gebied aan het aardoppervlak waar een geïsoleerd deel van het hoogtemodel voorkomt. Zijn buitenste omgeving heeft geen hoogte-informatie.

Dit type is een subtype van ElevationVectorObject.

Attributen van het ruimtelijke objecttype IsolatedArea

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

geometry

Geeft de geometrische eigenschappen van het ruimtelijke object weer.

GM_Surface

 

1.5.2.   Gegevenstypes

1.5.2.1.   Kaartniveau (ChartDatum)

Referentiesysteem van plaatselijke verticale coördinaten dat wordt gebruikt om naar dieptemetingen te verwijzen als eigenschapswaarden en ze te portretteren.

Attributen van het gegevenstype ChartDatum

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

datumWaterLevel

Waterniveau dat de oorsprong bepaalt van de dieptemetingen voor het kaartniveau.

WaterLevelValue

 

offset

Relatief verschil tussen de hoogte van elk referentiepunt en de hoogte van het waterniveau dat het kaartniveau bepaalt.

Measure

 

referencePoint

Geografische positie(s) van: - Geval A: een enkel punt dat wordt gebruikt om te verwijzen naar dieptewaarden binnen de geografische omvang van het kaartniveau. - Geval B: een verzameling punten waar waterniveaumetingen zijn uitgevoerd om het waterniveau van het kaartniveau te bepalen.

GM_Point

 

scope

Geografische omvang waarin het plaatselijke diepteniveau praktisch wordt gebruikt.

EX_Extent

 

1.5.3.   Opsommingen

1.5.3.1.   Hoogtelijntype (ContourLineTypeValue)

Lijst van mogelijke categorieën van hoogtelijnen gebaseerd op de parameter voor gelijke afstand van de gegevensverzameling.

Waarden voor de opsomming ContourLineTypeValue

Value

Definitie

master

Hoogtelijn op een verticale afstand, die een veelvoud is van de parameter voor gelijke afstand (overeenkomend met een bepaald veelvoud van het normale verticale interval van de hoogtelijn) in verband met de nominale schaal.

ordinary

Hoogtelijn op de parameter voor gelijke afstand (overeenkomend met het normale verticale interval van de hoogtelijn) in verband met de nominale schaal, en die geen hoofdlijn is.

auxiliary

Een aanvullende hoogtelijn - niet overeenkomend met het normale verticale interval van de hoogtelijn - geschat of geïnterpoleerd uit omringende hoogtelijnen, gebruikt in gebieden waar onvoldoende hoogte-informatie is voor doelen om hoogte in kaart te brengen of om de vorming van een digitaal hoogtemodel te regelen.

1.5.4.   Codelijsten

1.5.4.1.   Breuklijntype (BreakLineTypeValue)

Lijst van mogelijke typewaarden voor breuklijnen op basis van de fysische eigenschappen van de breuklijn [in het hoogte-oppervlak].

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten de in de onderstaande tabel gespecificeerde waarden evenals subwaarden gedefinieerd door gegevensleveranciers.

Waarden voor de codelijst BreakLineTypeValue

Waarde

Naam

Definitie

bottomOfSlope

onderzijde van helling

Breuklijn die de ondergrens van een gebied met een constante helling in het terreinoppervlak weergeeft, kenmerkend variërend tussen ongeveer 2° en 40°.

changeInSlope

verandering in helling

Breuklijn die een verzameling aangrenzende punten weergeeft waar het terrein een abrupte verandering in helling heeft.

flatAreaBoundary

flat area boundary

Breuklijn die een geïsoleerd deel van het grondgebied aangeeft waar het hoogtemodel moet worden beperkt tot dezelfde hoogtewaarde.

formLine

form line

Breuklijn die een plaatselijke richting aangeeft, waarin het hoogte-oppervlak dat wordt beschreven de grootste helling neemt.

topOfSlope

top of slope

Breuklijn die de bovengrens van een gebied met een constante helling in het terreinoppervlak weergeeft, kenmerkend variërend tussen ongeveer 2° en 40°.

1.5.4.2.   Classificatie plaatselijke hoogte (SpotElevationClassValue)

Mogelijke classificatiewaarden voor plaatselijke hoogtes gebaseerd op de LAS specificatie onderhouden door de American Society for Photogrammetry and Remote Sensing (ASPRS).

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten alle door gegevensleveranciers gedefinieerde waarden.

Gegevensleveranciers kunnen de waarden gebruiken die zijn gespecificeerd in de technische richtsnoeren van INSPIRE met betrekking tot Hoogte.

1.5.4.3.   Plaatselijke hoogte-type (SpotElevationTypeValue)

Mogelijke waarden voor plaatselijke hoogte-punten die een bijzonderheid van het oppervlak beschrijven.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten de in de onderstaande tabel gespecificeerde waarden evenals subwaarden gedefinieerd door gegevensleveranciers.

Waarden voor de codelijst SpotElevationTypeValue

Waarde

Naam

Definitie

depression

depressie

Punt dat een deel van het reliëf van het landoppervlak of het bodemvlak van een waterlichaam weergeeft dat lager in hoogte is in vergelijking met zijn omringende punten.

formSpot

Vormplaats

Een aanvullende plaatselijke hoogte, geschat of geïnterpoleerd uit omringende hoogtes, in gebieden waar weinig hoogtelijnen of andere hoogte-informatie voorkomen.

generic

algemeen

Ruimtelijk object van plaatselijke hoogte dat niet voldoet aan de beschrijving van elk van de andere waarden in de huidige codelijst.

pass

pas

Laagste punt van een depressie in de lijn van een bergkam, in het algemeen geopend in de richting van de bergkam, die het passeren van één helling van het oppervlak naar de andere mogelijk maakt.

summit

piek

Hoogste punt van een uitsteeksel in het reliëf van een landoppervlak of het bodemvlak van een waterlichaam.

1.6.   Hoogte - TIN

1.6.1.   Spatial object types

Het pakket „Hoogte – TIN” bevat het ruimtelijke objecttype Hoogte TIN.

1.6.1.1.   Hoogte TIN (ElevationTIN)

Verzameling ruimtelijke objecten voor hoogte die een bepaalde tessellatie van de ruimte vormen gebaseerd op een Triangulated Irregular Network (TIN) (Driehoeksgemeten onregelmatig netwerk) volgens de geometrie GM_Tin zoals gedefinieerd in ISO 19107:2003. Haar componenten zijn een verzameling controlepunten waarvan de hoogte-eigenschap waarden bekend zijn, en een verzameling breuklijnen en stoplijnen.

Attributen van het ruimtelijke objecttype ElevationTIN

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

beginLifespanVersion

Datum en tijd waarop deze versie van het ruimtelijk object werd toegevoegd aan of gewijzigd in de verzameling ruimtelijke gegevens.

DateTime

voidable

endLifespanVersion

Datum en tijd waarop deze versie van het ruimtelijk object werd vervangen in of verwijderd uit de verzameling ruimtelijke gegevens.

DateTime

voidable

geometries

Geeft de verzameling geometrische eigenschappen weer van het hoogte TIN ruimtelijke object.

GM_Tin

 

inspireId

Externe objectidentifier van het ruimtelijke object.

Identifier

 

propertyType

Attribuut dat de hoogte-eigenschap bepaalt die wordt weergegeven door de hoogte TIN.

ElevationPropertyTypeValue

 

surfaceType

Attribuut dat het type hoogte-oppervlak aangeeft dat de hoogte TIN beschrijft in relatie tot het kale aardoppervlak.

SurfaceTypeValue

 

1.7.   Themaspecifieke vereisten

1.7.1.   Eisen voor externe objectidentifiers

(1)

Wanneer hoogtegegevens worden bijgewerkt op basis van nieuwe brongegevens, moeten de bijgewerkte objecten een nieuwe externe objectidentifier krijgen.

1.7.2.   Eisen voor hoogteraster coverages

(1)

In afwijking van de eis in Paragraaf 2.2 van bijlage II, kan elk raster dat verenigbaar is met een van de volgende coördinatenreferentiesystemen worden gebruikt om gerasterde hoogtegegevens te leveren:

twee-dimensionale geodetische coördinaten (breedtegraad en lengtegraad) gebaseerd op een datum gespecificeerd in 1.2 van bijlage II en met gebruik van de parameters van de GRS80 ellipsoïde;

vlakke coördinaten met gebruik van het ETRS89 Lambert hoekgetrouwe conische coördinaatreferentiesysteem;

vlakke coördinaten met gebruik van het ETRS89 transversale Mercator coördinaatreferentiesysteem.

Het raster gespecificeerd in Paragraaf 2.2.1 van bijlage II moet niet worden gebruikt.

(2)

Het attribuut domainExtent van elk ElevationGridCoverage geval moet ten minste zijn gevuld met een subtype van het EX_GeographicExtent type.

(3)

De waarden van de hoogte-eigenschap vervat in de verzameling van een enkele ElevationGridCoverage moet worden gerefereerd aan uitsluitend één verticaal coördinaatreferentiesysteem.

(4)

Alle ElevationGridCoverage waarnaar een geaggregeerd ElevationGridCoverage geval verwijst, moeten consistent zijn. Dit betekent dat ze hetzelfde bereiktype, coördinaatreferentiesysteem en dezelfde resolutie moeten delen. Ze moeten ook rasteruitlijning ondersteunen, dat wil zeggen dat de rasterpunten in één ElevationGridCoverage geval uitlijnen met rasterpunten van de andere ElevationGridCoverage gevallen, zodat rastercellen niet deels overlappen.

(5)

De bijdragende voetafdrukken van elke twee ElevationGridCoverage gevallen waarnaar wordt verwezen door hetzelfde geaggregeerde ElevationGridCoverage geval moeten ofwel naburig of disjunct zijn.

(6)

De vereniging van de bijdragende voetafdrukken van de ElevationGridCoverage gevallen waar naar wordt verwezen door hetzelfde geaggregeerde ElevationGridCoverage geval moeten de geografische mate (domainExtent) van het geaggregeerde ElevationGridCoverage geval bepalen.

(7)

Het ElevationGridCoverage pakket moet worden beperkt tot tweedimensionale geometrieën.

(8)

Informatie over de acquisitiedata van gegevens die in hoogteraster coverages zitten moet op ten minste één van de volgende wijzen worden gegeven:

(a)

door het geven van het metagegevenselement Tijdelijke referentie aan elk ruimtelijk object via het metagegevensattribuut van het ruimtelijke objecttype ElevationGridCoverage;

(b)

door het geven van het metagegevenselement Tijdelijke referentie vereist door Verordening (EG) nr. 1205/2008 als een tijdelijke mate.

1.7.3.   Eisen voor hoogtevectorgegevens

(1)

Waar hoogtevectorgegevens worden gegeven met gebruik van 2-D geometrieën, moet de verticale component (derde dimensie) worden gegeven als hoogte-eigenschap waarden binnen het attribuut propertyValue.

(2)

Waar hoogtevectorgegevens worden gegeven met gebruik van 2,5-D geometrieën, moeten de hoogte-eigenschap waarden uitsluitend worden vervat in de derde coördinaat (Z) van deze geometrieën.

1.7.4.   Eisen voor hoogte TINs

(1)

De eigenschapwaarden vervat in een enkel geval van het ElevationTIN ruimtelijke objecttype (TIN-model) moeten worden gerefereerd aan uitsluitend één verticale coördinaat referentiesysteem.

(2)

Driehoeken die een stoplijn snijden moeten worden verwijderd van een TIN-oppervlak, waarbij gaten in het oppervlak achterblijven. Wanneer coïncidentie optreedt bij driehoeken aan oppervlaktegrenzen, moet het resultaat een verandering van de oppervlaktegrens zijn.

(3)

De vector ruimtelijke objecten die worden gegeven als componenten van een TIN-verzameling moeten voldoen aan de algemene regels voor consistentie zoals gegeven voor vectorobjecten.

1.7.5.   Eisen voor referentiesystemen

(1)

Voor het meten van de diepte van de zeebodem waar een aanmerkelijk getijdenbereik is (getijdewateren), moet het laagste astronomische tij (LAT) worden gebruikt als het referentie-oppervlak.

(2)

Voor het meten van de diepte van de zeebodem in zeegebieden zonder een noemenswaardig getijdenbereik, in open oceanen en in wateren die dieper zijn dan 200 meter, moet de diepte van de zeebodem worden gerefereerd aan het gemiddelde zeeniveau (MSL) of aan een goed gedefinieerd referentieniveau dicht bij het MSL.

(3)

De hoogte van het referentieniveau ten opzichte waarvan de diepte van de bodem van een binnenwaterlichaam wordt gemeten, moet worden gerefereerd aan een verticaal referentiesysteem in relatie tot de zwaartekracht. Dit moet het Europese Verticale Referentiesysteem (European Vertical Reference System, EVRS) zijn voor de gebieden binnen het geografische bereik van EVRS, of het verticale referentiesysteem in relatie tot de zwaartekracht geïdentificeerd door de lidstaat buiten de omvang van EVRS.

(4)

Wanneer een geïntegreerd land-zee hoogtemodel wordt gegeven, moet slechts één hoogte-eigenschap (ofwel hoogte of diepte) worden gemodelleerd, en moeten haar waarden worden gerefereerd aan een enkel verticale coördinaat referentiesysteem.

1.7.6.   Eisen voor gegevenskwaliteit en consistentie

(1)

Wanneer andere maten dan maten met ISO gegevenskwaliteit zijn gebruikt om een hoogtegegevensverzameling te evalueren, dan moet het metagegevenselement Verwantschap informatie bevatten over die maten en, indien mogelijk, een referentie naar een online bron waar meer informatie te verkrijgen is.

(2)

Verbonden hoogtelijn ruimtelijke objecten moeten dezelfde hoogtewaarde hebben wanneer ze worden gerefereerd aan hetzelfde verticale coördinaat referentiesysteem.

(3)

Wanneer de hoogtewaarden van breuklijn ruimtelijke objecten worden gegeven als derde coördinaten (Z), dan moet het snijpunt van twee breuklijn ruimtelijke objecten dezelfde hoogtewaarde hebben.

(4)

Wanneer een hoogtelijn ruimtelijk object en een breuklijn ruimtelijk object gegeven in hetzelfde verticale coördinaat referentiesysteem elkaar snijden, moet het snijpunt dezelfde hoogtewaarde hebben (wanneer de hoogtewaarden van breuklijn ruimtelijke objecten wordt gegeven door de derde (Z) coördinaat).

(5)

Hoogtelijn ruimtelijke objecten met een verschillende hoogtewaarde mogen elkaar nooit snijden of raken wanneer ze worden gerefereerd naar hetzelfde verticale coördinaat referentiesysteem.

(6)

De grens van een geïsoleerd gebied ruimtelijk object mag niet raken aan de buitengrens van een leeg gebied ruimtelijk object wanneer ze worden gerefereerd naar hetzelfde verticale coördinaat referentiesysteem.

1.8.   Lagen

Lagen voor het ruimtelijke gegevensthema Hoogte

Naam van de laag

Titel van de laag

Ruimtelijk objecttype

EL.BreakLine

Breuklijn

BreakLine

EL.ContourLine

Hoogtelijn

ContourLine

EL.IsolatedArea

Geïsoleerd gebied

IsolatedArea

EL.SpotElevation

Plaatselijke hoogte

SpotElevation

EL.VoidArea

Leeg gebied

VoidArea

EL.ElevationGridCoverage

Raster coverage Hoogte

ElevationGridCoverage

EL.Elevation TIN

Hoogte TIN

ElevationTIN

2.   LANDBEDEKKING

2.1.   Definities

Behalve de definities vermeld in artikel 2 gelden ook de volgende definities:

(1)   „classificatiesysteem” („classification system”): een systeem voor het toekennen van objecten aan klassen, in overeenstemming met ISO 19144-1:2012;

(2)   „discrete coverage” („discrete coverage”): een coverage die dezelfde attribuutwaarden van kenmerken geeft voor elke directe positie binnen elk mogelijk ruimtelijk object, tijdelijk object of spatiotemporeel object in zijn domein, in overeenstemming met EN ISO 19123:2007;

(3)   „landbedekkingsobject” („land cover object”): een ruimtelijk object (punt, pixel of polygoon) waar de landbedekking is waargenomen;

(4)   „legenda” („legend”): de toepassing van een classificatie in een specifiek gebied met gebruik van een gedefinieerde kaartschaal en een specifieke gegevensverzameling;

(5)   „minimale kaarteenheid” („minimal mapping unit”): de kleinste toegestane gebiedsomvang van een polygoon om weer te worden weergegeven in een bepaalde landbedekking gegevensverzameling;

(6)   „situatie” („situation”): de toestand van een bepaald landbedekkingsobject op een bepaald punt in de tijd.

2.2.   Structuur van het ruimtelijke gegevensthema Landbedekking

De types gespecificeerd voor het ruimtelijke gegevensthema Landbedekking zijn onderverdeeld in de volgende pakketten:

Landbedekking nomenclatuur (Land Cover Nomenclature)

Landbedekking vector (Land Cover Vector)

Landbedekking raster (Land Cover Raster)

2.3.   Landbedekking Nomenclatuur

2.3.1.   Gegevenstypes

2.3.1.1.   Landbedekkingsnomenclatuur (LandCoverNomenclature)

Informatie nationale, institutionele of plaatselijke Landbedekkingsnomenclatuur.

Attributen van het gegevenstype LandCoverNomenclature

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

inspireId

Externe objectidentifier van het ruimtelijke object.

Identifier

 

responsibleParty

Verantwoordelijke voor het ontwikkelen en/of onderhouden van de nomenclatuur.

RelatedParty

 

externalDescription

Document dat de nomenclatuur die wordt gebruikt in deze gegevensverzameling beschrijft.

DocumentCitation

 

embeddedDescription

Een ingebedde codering van het classificatiesysteem in overeenstemming met ISO 19144-2.

LC_LandCoverClassificationSystem

voidable

nomenclatureCodeList

Een http URI die verwijst naar de codelijst die is gehecht aan de gebruikte nomenclatuur.

URI

 

Restricties van het gegevenstype LandCoverNomenclature

De ingebedde codering of de externe beschrijving moet worden gegeven.

2.3.2.   Codelijsten

2.3.2.1.   Landbedekkingsklasse (LandCoverClassValue)

Landbedekking codelijst of classificatie.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten alle door gegevensleveranciers gedefinieerde waarden.

Gegevensleveranciers kunnen de waarden en de integercodes (te gebruiken om specifieke landbedekkingsklassen in het bereik van de LandCoverGridCoverage objecten weer te geven) gebruiken die voor de codelijst Zuivere landbedekking component (PureLandCoverComponentValue) zijn gespecificeerd in de technische richtsnoeren van INSPIRE met betrekking tot Landbedekking.

2.4.   Landbedekking Vector

2.4.1.   Ruimtelijke objecttypes

Het pakket Landbdekkingsvector bevat de volgende ruimtelijke objecttypes:

Landbedekking gegevensverzameling

Landbedekkingseenheid

2.4.1.1.   Landbedekking gegevensverzameling (LandCoverDataset)

Een vectorweergave voor Landbedekkingsgegevens.

Attributen van het ruimtelijke objecttype LandCoverDataset

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

name

Naam van de Landbedekking gegevensverzameling.

CharacterString

 

inspireId

Externe objectidentifier van het ruimtelijke object.

Identifier

 

extent

Bevat de omvang van de gegevensverzameling.

EX_Extent

 

nomenclatureDocumentation

Informatie over de nomenclatuur die wordt gebruikt in deze gegevensverzameling.

LandCoverNomenclature

 

beginLifespanVersion

Datum en tijd waarop deze versie van het ruimtelijk object werd toegevoegd aan of gewijzigd in de verzameling ruimtelijke gegevens.

DateTime

voidable

endLifespanVersion

Datum en tijd waarop deze versie van het ruimtelijk object werd vervangen in of verwijderd uit de verzameling ruimtelijke gegevens.

DateTime

voidable

validFrom

Het tijdstip waarop het fenomeen begon te bestaan in de echte wereld.

DateTime

voidable

validTo

Het tijdstip waar vanaf het fenomeen niet langer bestaat in de echte wereld.

DateTime

voidable

Associatierollen van het ruimtelijke objecttype LandCoverDataset

Associatierol

Definitie

Type

Voidability

member

Een Landbedekkingseenheid die onderdeel is van de gegevensverzameling.

LandCoverUnit

 

2.4.1.2.   Landbedekkingseenheid (LandCoverUnit)

Een individueel element van de Landbedekking gegevensverzameling weergegeven door een punt of oppervlak.

Attributen van het ruimtelijke objecttype LandCoverUnit

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

inspireId

Externe objectidentifier van het ruimtelijke object.

Identifier

 

beginLifespanVersion

Datum en tijd waarop deze versie van het ruimtelijk object werd toegevoegd aan of gewijzigd in de verzameling ruimtelijke gegevens.

DateTime

voidable

endLifespanVersion

Datum en tijd waarop deze versie van het ruimtelijk object werd vervangen in of verwijderd uit de verzameling ruimtelijke gegevens.

DateTime

voidable

geometry

Ruimtelijke weergave van de landbedekkingsgegevens.

GM_Object

 

landCoverObservation

Landbedekkingsinformatie op een specifieke tijd en plaats.

LandCoverObservation

 

Restricties van het ruimtelijke objecttype LandCoverUnit

Geometrieën moeten punten of oppervlakken zijn.

2.4.2.   Gegevenstypes

2.4.2.1.   Landbedekkingswaarneming (LandCoverObservation)

Landbedekkingsinformatie geïnterpreteerd op een specifieke tijd en plaats.

Attributen van het gegevenstype LandCoverObservation

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

class

De toekenning van een landbedekkingsklasse aan een landbedekkingseenheid via een classificatiecode identifier.

LandCoverClassValue

 

observationDate

De waarnemingsdatum verbonden aan een waarneming.

DateTime

voidable

mosaic

Lijst van classificatiewaarden die in detail een landbedekkingseenheid beschrijven, verbonden met percentages.

LandCoverValue

voidable

Restricties van het ruimtelijke objecttype LandCoverObservation

De som van alle bedekkingspercentage (coveredPercentage) attributen verbonden met elke LandCoverObservation moet kleiner of gelijk aan 100 zijn.

2.4.2.2.   Landbedekking (LandCoverValue)

Algemene klasse die Landcoverwaarde en percentage ondersteunt.

Attributen van het gegevenstype LandCoverValue

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

class

De toekenning van een landbedekking ruimtelijk object aan een landbedekkingsklasse via een classificatiecode identifier.

LandCoverClassValue

 

coveredPercentage

Fractie van de LandCoverUnit die betrokken is bij de classificatiewaarde.

Integer

voidable

2.5.   Landbedekkingsraster

2.5.1.   Ruimtelijke objecttypes

Het pakket Landbedekkingsraster bevat het ruimtelijke objecttype Landbedekking rastercoverage.

2.5.1.1.   Landbedekking rastercoverage (LandCoverGridCoverage)

Een rasterweergave voor Landbedekkingsgegevens.

Dit type is een subtype van RectifiedGridCoverage.

Attributen van het ruimtelijke objecttype LandCoverGridCoverage

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

name

Naam van de landbedekkingscoverage.

CharacterString

 

inspireId

Externe objectidentifier van het ruimtelijke object.

Identifier

 

extent

Bevat de omvang van de gegevensverzameling.

EX_Extent

 

nomenclatureDocumentation

Informatie over de gebruikte nomenclatuur in deze coverage.

LandCoverNomenclature

 

beginLifespanVersion

Datum en tijd waarop deze versie van het ruimtelijk object werd toegevoegd aan of gewijzigd in de verzameling ruimtelijke gegevens.

DateTime

voidable

endLifespanVersion

Datum en tijd waarop deze versie van het ruimtelijk object werd vervangen in of verwijderd uit de verzameling ruimtelijke gegevens.

DateTime

voidable

validFrom

Het tijdstip waarop het fenomeen begon te bestaan in de echte wereld.

DateTime

voidable

validTo

Het tijdstip waar vanaf het fenomeen niet langer bestaat in de echte wereld.

DateTime

voidable

Restricties van het ruimtelijke objecttype LandCoverGridCoverage

De waarden in de verzameling worden beperkt tot Integer.

2.6.   Thema-specifieke eisen

Wanneer een „onlineDescription”-attribuut wordt gegeven voor een LandCoverNomenclature gegevenstype, moet de online beschrijving voor elke klasse ten minste een code, een naam, een definitie en een RGB waarde die voor de afbeelding wordt gebruikt, definiëren. Wanneer de online beschrijving de nomenclatuur beschrijft voor een LandCoverGridCoverage object, moet voor elke klasse ook een integer-rastercode worden gegeven. Deze code moet worden gebruikt in het bereik van de LandCoverGridCoverage om de desbetreffende klasse weer te geven.

2.7.   Lagen

Lagen voor het ruimtelijke gegevensthema Landbedekking

Naam van de laag

Titel van de laag

Ruimtelijk objecttype

LC.LandCoverPoints

Landbedekkingspunten

LandCoverUnit

LC.LandCoverSurfaces

Landbedekkingsoppervlakken

LandCoverUnit

LC.LandCoverRaster

Landbedekkingsraster

LandCoverGridCoverage

3.   ORTHOAFBEELDING (ORTHOIMAGERY)

3.1.   Definities

Behalve de definities vermeld in artikel 2 gelden ook de volgende definities:

(1)   „mozaïek” („mosaic”): een afbeelding bestaande uit meerdere overlappende of aangrenzende foto's of afbeeldingen die samen zijn gevoegd;

(2)   „orthoafbeelding aggregatie” („orthoimage aggregation”): een combinatie van subverzamelingen van meerdere homogene orthoafbeelding coverages die een nieuwe orthoafbeelding coverage vormen;

(3)   „raster” („raster”): een normaliter rechthoekig patron van parallelle scanlijnen die het display van een kathodestraalbuis vormen of daarmee overeenkomen, in overeenstemming met EN ISO 19123:2007.

3.2.   Ruimtelijke objecttypes

De volgende ruimtelijke objecttypes worden gespecificeerd voor het ruimtelijke gegevensthema orthoafbeelding:

Orthoafbeelding coverage (Orthoimage Coverage)

Mozaïekelement (Mosaic Element)

Enkelvoudig mozaïekelement (Single Mosaic Element)

Geaggregeerd mozaïekelement (Aggregated Mosaic Element)

3.2.1.   Orthoafbeelding Coverage (OrthoimageCoverage)

Rasterafbeelding van het aardoppervlak dat geometrisch gecorrigeerd („orthorectified”) is om de vervorming die wordt veroorzaakt door verschillen in hoogte, sensorhelling en, eventueel, door de sensoroptiek, te verwijderen.

Dit type is een subtype van RectifiedGridCoverage.

Attributen van het ruimtelijke objecttype OrthoimageCoverage

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

inspireId

Externe objectidentifier van het ruimtelijke object.

Identifier

 

domainExtent

Omvang van het spatiotemporele domein van de coverage.

EX_Extent

 

footprint

Geografisch gebied dat geldige gegevens van de orthoafbeelding coverage omsluit.

GM_MultiSurface

voidable

interpolationType

Wiskundige methode die moet worden gebruikt om een continue coverage te evalueren, d.w.z. de waarden van de coverage te bepalen op elke directe positie van het domein van de coverage.

InterpolationMethodValue

 

name

Naam in vrije tekst van de orthoafbeelding coverage.

CharacterString

voidable

phenomenonTime

Beschrijving van de mate van waarneming/acquisitie in de tijd van de ingevoerde afbeelding(en).

TM_Period

voidable

beginLifespanVersion

Tijdelijke positie waarop deze versie van het ruimtelijke object was opgenomen of veranderd in de verzameling ruimtelijke gegevens.

TM_Position

voidable

endLifespanVersion

Tijdelijke positie waarop deze versie van het ruimtelijke object werd vervangen in of verwijderd uit de verzameling ruimtelijke gegevens.

TM_Position

voidable

Associatierollen van het ruimtelijke objecttype OrthoimageCoverage

Associatierol

Definitie

Type

Voidability

contributingOrthoimageCoverage

Verwijzing naar de orthoafbeelding coverages waar een geaggregeerde orthoafbeelding coverage uit bestaat.

De associatie heeft bijkomende eigenschappen die zijn gedefinieerd in de associatieklasse OrthoimageAggregation.

OrthoimageCoverage

 

mosaicElement

Ruimtelijke weergave van de acquisitietijd van een orthoafbeelding coverage in mozaïek.

MosaicElement

voidable

Restricties van het ruimtelijke objecttype OrthoimageCoverage

De acquisitietijd van de orthoafbeelding coverage moet worden gegeven via het attribuut phenomenonTime of de associatie mosaicElement.

De dimensie van het gebruikte raster moet altijd 2 zijn.

Het attribuut domainExtent moet ten minste zijn gevuld met een subtype van EX_GeographicExtent.

Het coördinaat referentiesysteem dat wordt gebruikt om naar het raster te refereren moet worden gegeven.

Alle OrthoimageCoverage gevallen, waarop een geaggregeerd OrthoimageCoveragegeval betrekking heeft, moeten dezelfde oriëntatie van rasterassen en dezelfde rasterafstand in elke richting delen.

De oorsprong van het raster moet in twee dimensies worden beschreven.

De waarden in de verzameling moeten worden beschreven door het Integer-type.

3.2.2.   Mozaïekelement (MosaicElement)

Abstract type dat zowel het deelnemende gebied en de acquisitietijd identificeert van een of meerdere gebruikte ingevoerde afbeeldingen om een mozaïekvormige orthoafbeelding coverage te genereren.

Dit type is abstract.

Attributen van het ruimtelijke objecttype MosaicElement

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

inspireId

Externe objectidentifier van het ruimtelijke object.

Identifier

 

geometry

Geometrische weergave die de datum en tijd van de acquisitie van de diverse ingevoerde afbeeldingen die bijdragen aan het mozaïek ruimtelijk afbakent.

GM_MultiSurface

 

phenomenonTime

Beschrijving van de omvang van de waarneming/acquisitie in de tijd van de ingevoerde afbeelding(en).

TM_Period

 

3.2.3.   Enkel Mozaïekelement (SingleMosaicElement)

Mozaïekelement dat betrekking heeft op een enkele ingevoerde afbeelding.

Dit type is een subtype van MosaicElement.

Attributen van het ruimtelijke objecttype SingleMosaicElement

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

imageSourceReference

Verwijzing naar de ingevoerde afbeelding.

CharacterString

voidable

3.2.4.   Geaggregeerd mozaïekelement (AggregatedMosaicElement)

Mozaïekelement dat betrekking heeft op meerdere ingevoerde afbeeldingen die dezelfde acquisitietijd delen op een bepaald niveau van definitie (bijvoorbeeld dag, maand).

Dit type is een subtype van MosaicElement.

3.3.   Gegevenstypes

3.3.1.   Orthoafbeeldingaggregatie (OrthoimageAggregation)

Geometrische kenmerken van de orthoafbeeldingaggregatie.

Dit type is een associatieklasse.

Attributen van het gegevenstype OrthoimageAggregation

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

contributingFootprint

Geometrische weergave die het geografische gebied van een orthoafbeelding coverage afbakent dat bijdraagt aan de geaggregeerde orthoafbeelding coverage.

GM_MultiSurface

 

3.4.   Codelijsten

3.4.1.   Interpolatiemethode (InterpolationMethodValue)

Lijst van codes die de interpolatiemethodes identificeren die kunnen worden gebruikt voor het evalueren van orthoafbeelding coverages.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten uitsluitend de waarden gespecificeerd in de onderstaande tabel.

Waarden voor de codelijst InterpolationTypeValue

Value

Name

Definitie

nearestNeighbour

Naaste buur

Naaste buur interpolatie

bilinear

bilineair

Bilineaire interpolatie

biquadratic

bikwadratisch

Bikwadratische interpolatie

bicubic

bikubisch

Bikubische interpolatie

3.5.   Themaspecifieke vereisten

3.5.1.   Eisen voor externe objectidentifiers

(1)

Wanneer een orthoafbeelding wordt bijgewerkt op basis van nieuwe brongegevens, moeten de bijgewerkte objecten een nieuwe externe objectidentifier krijgen.

3.5.2.   Eisen voor Orthoafbeelding coverages

(1)

In afwijking van de eisen in Paragraaf 2.2 van bijlage II, kan elk raster dat verenigbaar is met een van de volgende coördinatenreferentiesystemen worden gebruikt om gerasterde orthoafbeeldinggegevens te leveren:

twee-dimensionale geodetische coördinaten (breedtegraad en lengtegraad) gebaseerd op een datum gespecificeerd in 1.2 van bijlage II en met gebruik van de parameters van de GRS80 ellipsoïde;

vlakke coördinaten met gebruik van het ETRS89 Lambert hoekgetrouwe conische coördinaatreferentiesysteem;

vlakke coördinaten met gebruik van het ETRS89 transversale Mercator coördinaatreferentiesysteem.

Het raster gespecificeerd in Paragraaf 2.2.1 van bijlage II mag niet worden gebruikt.

(2)

De voetafdruk van een OrthoimageCoverage geval moet ruimtelijk worden vervat in zijn geografische omvang die wordt beschreven via de domainExtent eigenschap.

(3)

Het waardetype van de metagegevenseigenschap die wordt gevoerd door het ruimtelijke objecttype OrhtoimageCoverage moet worden ingesteld op OM_Observation wanneer het Observation and Measurement metagegevensmodel gedefinieerd in ISO 19156:2011 wordt gebruikt.

(4)

Alle OrthoimageCoverage gevallen, waarop een geaggregeerd OrthoimageCoverage geval betrekking heeft, moeten consistent zijn. Dit betekent dat ze hetzelfde bereiktype, coördinaat referentiesysteem en resolutie moeten delen. Ze moeten ook rasteruitlijning ondersteunen, dat wil zeggen dat de rasterpunten in één OrthoimageCoverage geval samenvallen met rasterpunten van de andere OrthoimageCoverage gevallen, zodat rastercellen niet deels overlappen.

(5)

De bijdragende voetafdruk van een OrthoimageCoverage geval waarnaar wordt verwezen door een geaggregeerd OrthoimageCoverage geval moet ruimtelijk worden vervat in zijn eigen voetafdruk.

(6)

De bijdragende voetafdrukken van elke twee OrthoimageCoverage gevallen waarnaar wordt verwezen door hetzelfde geaggregeerde OrthoimageCoverage geval moeten ofwel naburig of disjunct zijn.

(7)

De vereniging van de bijdragende voetafdrukken van de OrthoimageCoverage gevallen waarnaar wordt verwezen door hetzelfde geaggregeerde OrthoimageCoverage geval moeten de voetafdruk van het geaggregeerde OrthoimageCoverage geval bepalen.

3.5.3.   Eisen voor mozaïekelementen

(1)

Alle mozaïekelementen in verband met een OrthoimageCoverage geval moeten van hetzelfde type zijn, dat wil zeggen ofwel SingleMosaicElement of AggregatedMosaicElement.

(2)

De geometrieën die elke twee MosaicElement gevallen afbakenen in verband met hetzelfde OrthoimageCoverage geval moeten ofwel naburig of dusjunct zijn.

(3)

De vereniging van de geometrieën die alle MosaicElement gevallen met betrekking tot hetzelfde OrthoimageCoverage geval afbakenen moet zijn voetafdruk omvatten en zijn vervat in zijn geografische domeinomvang.

3.5.4.   Eisen voor referentiesystemen

(1)

Gegevens in verband met het ruimtelijke gegevensthema Orthoafbeelding moeten worden beperkt tot twee-dimensionale geometrieën.

(2)

Er moeten uitsluitend twee-dimensionale coördinaat referentiesystemen wordne gebruikt om INSPIRE orthoafbeelding gegevensverzamelingen weer te geven.

3.5.5.   Eisen voor gegevenskwaliteit

(1)

De maten „kwadratisch gemiddelde van de fout in X” („root mean square error in X”, RMSE-x) en „kwadratisch gemiddelde van de fout in Y” („root mean square error in Y”, RMSE-y) moeten gezamenlijk worden gegeven wanneer ze worden gebruikt om de positie van gerasterde gegevens van orthoafbeelding gegevens te beoordelen.

3.6.   Lagen

Lagen voor het ruimtelijke gegevensthema Orthoafbeelding

Naam van de laag

Titel van de laag

Spatial object type

OI.OrthoimageCoverage

orthoafbeelding coverage

OrthoimageCoverage

OI.MosaicElement

mozaïekelement

MosaicElement

4.   GEOLOGIE

4.1.   Structuur van het ruimtelijke gegevensthema Geologie

De types gespecificeerd voor het ruimtelijke gegevensthema Geologie zijn onderverdeeld in de volgende pakketten:

Geologie (Geology)

Geofysica (Geophysics)

Hydrogeologie (Hydrogeology)

4.2.   Geologie

4.2.1.   Ruimtelijke objecttypes

Het pakket Geologie bevat de volgende ruimtelijke objecttypes:

Antropogeen geomorfologisch kenmerk

Boorgat

Plooi

Geologische verzameling

Geologische gebeurtenis

Geologisch kenmerk

Geologische structuur

Geologische eenheid

Geomorfologisch kenmerk

Kaartkenmerk

Kaartinterval

Natuurlijk geomorfologisch kenmerk

Afschuivingsstructuur

4.2.1.1.   Antropogeen geomorfologisch kenmerk (AnthropogenicGeomorphologicFeature)

Een geomorfologisch kenmerk (dat wil zeggen landvorm) dat is gevormd door menselijke activiteit.

Dit type is een subtype van GeomorphologicFeature.

Attributen van het ruimtelijke objecttype AnthropogenicGeomorphologicFeature

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

anthropogenicGeomorphologicFeatureType

Termen die het type van een geomorfologisch kenmerk beschrijven.

AnthropogenicGeomorphologicFeatureTypeValue

 

4.2.1.2.   Boorgat (Borehole)

Een boorgat is de algemene term voor elke in de grond geboorde nauwe schacht.

Attributen van het ruimtelijke objecttype Borehole

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

inspireId

Externe objectidentifier van het ruimtelijke object.

Identifier

 

boreholeLength

De afstand langs een boorgat.

Quantity

voidable

elevation

De verticale hoogte boven de nullijn van de kraag van het boorgat.

DirectPosition

voidable

location

De locatie van de kraag van het boorgat.

GM_Point

 

purpose

Het doel waarvoor het boorgat was geboord.

BoreholePurposeValue

voidable

downholeGeometry

De geometrie in het gat van het boorgat.

GM_Curve

voidable

Associatierollen van het ruimtelijke objecttype Borehole

Associatierol

Definitie

Type

Voidability

logElement

1-D MappedFeature gevallen die vastgelegde (geïnterpreteerd) intervallen zijn in een boorgat.

MappedInterval

voidable

4.2.1.3.   Plooi (Fold)

Een of meerdere systematisch gekromde lagen, oppervlakken of lijnen in een rotsformatie.

Dit type is een subtype van GeologicStructure.

Attributen van het ruimtelijke objecttype Fold

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

profileType

Het type plooi.

FoldProfileTypeValue

voidable

4.2.1.4.   Geologische verzameling (GeologicCollection)

Een verzameling van geologische of geofysische objecten.

Attributen van het ruimtelijke objecttype GeologicCollection

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

inspireId

Externe objectidentifier van het ruimtelijke object.

Identifier

 

name

De naam van de verzameling.

CharacterString

 

collectionType

Het type van de verzameling.

CollectionTypeValue

 

reference

Een referentie voor de verzameling.

DocumentCitation

voidable

beginLifespanVersion

Datum en tijd waarop deze versie van het ruimtelijk object werd toegevoegd aan of gewijzigd in de verzameling ruimtelijke gegevens.

DateTime

voidable

endLifespanVersion

Datum en tijd waarop deze versie van het ruimtelijk object werd vervangen in of verwijderd uit de verzameling ruimtelijke gegevens.

DateTime

voidable

Associatierollen van het ruimtelijke objecttype GeologicCollection

Associatierol

Definitie

Type

Voidability

geophObjectSet

Een GeophObjectSet-element van de geologische verzameling.

GeophObjectSet

voidable

geophObjectMember

Een GeophObjectMember van de geologische verzameling.

GeophObject

voidable

boreholeMember

Een Borehole-element van een geologische verzameling.

Borehole

voidable

mapMember

Een MappedFeature-element van een geologische verzameling.

MappedFeature

voidable

4.2.1.5.   Geologische gebeurtenis (GeologicEvent)

Een te identificeren gebeurtenis gedurende welke een of meerdere geologische processen optreden om geologische entiteiten te modificeren.

Attributen van het ruimtelijke objecttype GeologicEvent

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

name

De naam van de geologische gebeurtenis.

CharacterString

voidable

eventEnvironment

De fysieke omgeving waarin de geologische gebeurtenis plaatsvindt.

EventEnvironmentValue

voidable

eventProcess

Het proces of de processen die optraden tijdens de geologische gebeurtenis.

EventProcessValue

voidable

olderNamedAge

Oudere grens dan de leeftijd van de geologische gebeurtenis.

GeochronologicEraValue

voidable

youngerNamedAge

Jongere grens dan de leeftijd van de geologische gebeurtenis.

GeochronologicEraValue

voidable

4.2.1.6.   Geologisch kenmerk (GeologicFeature)

Een conceptueel geologisch kenmerk dat wordt verondersteld coherent in de wereld te bestaan.

Dit type is abstract.

Attributen van het ruimtelijke objecttype GeologicFeature

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

inspireId

Externe objectidentifier van het ruimtelijke object.

Identifier

 

name

De naam van het geologische kenmerk.

CharacterString

voidable

Associatierollen van het ruimtelijke objecttype GeologicFeature

Associatierol

Definitie

Type

Voidability

themeClass

Een thematische classificatie van het geologische kenmerk.

ThematicClass

voidable

geologicHistory

Een associatie die een of meerdere geologische gebeurtenissen relateert aan een geologisch kenmerk om hun leeftijd of geologische historie te beschrijven.

GeologicEvent

voidable

4.2.1.7.   Geologische structuur (GeologicStructure)

Een configuratie van materiaal in de aarde op basis van beschrijfbare inhomogeniteit, een patroon of breuk in een aardmateriaal.

Dit type is een subtype van GeologicFeature.

Dit type is abstract.

4.2.1.8.   Geologische eenheid (GeologicUnit)

Een rotsvolume met duidelijke kenmerken.

Dit type is een subtype van GeologicFeature.

Attributen van het ruimtelijke objecttype GeologicUnit

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

geologicUnitType

Het type van de geologische eenheid.

GeologicUnitTypeValue

 

Associatierollen van het ruimtelijke objecttype GeologicUnit

Associatierol

Definitie

Type

Voidability

composition

Beschrijft de samenstelling van de geologische eenheid.

CompositionPart

voidable

4.2.1.9.   Geomorfologisch kenmerk (GeomorphologicFeature)

Een abstract ruimtelijk objecttype dat de vorm en aard van het landoppervlak van de aarde beschrijft (dat wil zeggen een landvorm).

Dit type is een subtype van GeologicFeature.

Dit type is abstract.

4.2.1.10.   Kaartkenmerk (MappedFeature)

Een ruimtelijke weergaven van een GeologicFeature.

Attributen van het ruimtelijke objecttype MappedFeature

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

shape

De geometrie van een kaartkenmerk.

GM_Object

 

mappingFrame

Het oppervlak waarop het kaartkenmerk is geprojecteerd.

MappingFrameValue

 

Associatierollen van het ruimtelijke objecttype MappedFeature

Associatierol

Definitie

Type

Voidability

specification

Een beschrijvingsassociatie die het kaartkenmerk koppelt aan een denkbeeldig geologisch kenmerk.

GeologicFeature

 

4.2.1.11.   Kaartinterval (MappedInterval)

Een bijzonder soort kaartkenmerk waarvan de vorm een 1-D interval is en dat gebruik maakt van het ruimtelijk referentiesysteem van het omhullende boorgat.

Dit type is een subtype van MappedFeature.

4.2.1.12.   Natuurlijk geomorfologisch kenmerk (NaturalGeomorphologicFeature)

Een geomorfologisch kenmerk (dat wil zeggen landvorm) dat is gevormd door natuurlijke aardprocessen.

Dit type is een subtype van GeomorphologicFeature.

Attributen van het ruimtelijke objecttype NaturalGeomorphologicFeature

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

naturalGeomorphologicFeatureType

Het type van het natuurlijke geomorfologische kenmerk.

NaturalGeomorphologicFeatureTypeValue

 

activity

Het niveau aan activiteit van het natuurlijke geomorfologische kenmerk.

GeomorphologicActivityValue

voidable

4.2.1.13.   Afschuivingsstructuur (ShearDisplacementStructure)

Structuren van breekbare of vervormbare aard waarlangs zich een verschuiving heeft voorgedaan.

Dit type is een subtype van GeologicStructure.

Attributen van het ruimtelijke objecttype ShearDisplacementStructure

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

faultType

Heeft betrekking op een vocabulaire van termen die het type van de shear verplaatsingsstructuur beschrijven.

FaultTypeValue

 

4.2.2.   Gegevenstypes

4.2.2.1.   Samenstellingsgedeelte (CompositionPart)

De samenstelling van een geologische eenheid in termen van lithologische bestanddelen.

Attributen van het gegevenstype CompositionPart

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

material

Het materiaal waaruit een deel of het geheel van de geologische eenheid bestaat.

LithologyValue

 

proportion

Hoeveelheid die de fractie van de geologische eenheid bestaande uit het materiaal specificeert.

QuantityRange

voidable

role

De relatie van het samenstellingsgedeelte met de samenstelling van de geologische eenheid als geheel.

CompositionPartRoleValue

 

4.2.2.2.   Thematische klasse (ThematicClass)

Een algemene thematische classificatie om het herclassificeren mogelijk te maken van geologische kenmerken met door de gebruiker gedefinieerde klassen die geschikt zijn voor thematische kaarten.

Attributen van het gegevenstype ThematicClass

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

themeClass

De waarde van de thematische klasse.

ThematicClassValue

 

themeClassification

De gebruikte classificatie

ThematicClassificationValue

 

4.2.3.   Codelijsten

4.2.3.1.   Antropogeen geomorfologisch kenmerktype (AnthropogenicGeomorphologicFeatureTypeValue)

Types van antropogene geomorfologische kenmerken.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten de in de onderstaande tabel gespecificeerde waarden en aanvullende waarden die voor elk willekeurig niveau zijn gedefinieerd door gegevensleveranciers.

Waarden voor de codelijst AnthropogenicGeomorphologicFeatureTypeValue

Waarde

Naam

Definitie

artificialCollapsedDepression

kunstmatig ingestorte laagte

Een ingestort bassin, normaliter een afgesloten laagte, die het directe resultaat is van het verzakken van het oppervlak in verband met mijnbouw of tunnelbouw onder het oppervlak.

artificialDrainage

kunstmatige afvoer

Door mensen gemaakt netwerk dat primair is gebouwd om het plaatselijke waterpeil te verlagen of te regelen.

artificialLevee

kunstmatige wal

Een kunstmatige wal die is geconstrueerd langs de oever van een waterlichaam of een zeearm, om het land tegen overstroming te beschermen of om de stroom tot zijn kanaal te beperken.

dredgedChannel

gedregd kanaal

Een grofweg lineair gebied van diep water gevormd door baggerwerken ten behoeve van navigatie

dump

puin

Een gebied van vloeiende of ongelijkmatige ophopingen of bergen afvalgesteente, aardmateriaal, of algemeen puin, dat zonder ingrijpende ontginning niet in staat is om plantegroei te ondersteunen.

fill

vulling

Door mensen geconstrueerd stort van natuurlijke aardmaterialen en/of afvalmaterialen die worden gebruikt om een laagte te vullen, om oeverland in een waterlichaam uit te breiden, of bij het bouwen van dammen.

impactCraterAnthropogenic

inslagkrater (antropogeen)

Een in het algemeen cirkelvormige of elliptische laagte gevormd door de inslag met grote snelheid van een experimenteel projectiel of van experimentele munitie in aardmateriaal of gesteente.

landfillSite

stortplaats

Afvalstortplaats die wordt gebruikt voor de gereguleerde afvoer van afval op of in het land.

levelledLand

uitgevlakt land

Een landgebied, normaliter een veld, dat mechanisch is uitgevlakt of glad gemaakt om de beheerspraktijk te vereenvoudigen, zoals overstromingsirrigatie.

openpitMine

open groeve

Een relatief grote verlaging als gevolg van het uitgraven van materiaal en herverdeling van de deklaag in verband met dagbouwbewerkingen.

pit

groeve

Een verlaging, greppel of schacht die is uitgegraven om grind, zand of andere materialen te winnen voor wegen of andere constructiedoeleinden; een type leengroeve.

quarry

steengroeve

Delvingsgebieden die blootstaan aan de lucht, normaliter voor het winnen van gesteente.

reclaimedLand

teruggewonnen land

Een landgebied bestaande uit aardeachtig vulmateriaal dat is aangebracht en gevormd tot bij benadering natuurlijke contouren, normaliter als onderdeel van inspanningen om land te reclameren na mijnbouwbewerkingen. Of een landgebied, normaliter ondergedompeld in zijn natieve toestand, dat wordt beschermd door kunstmatige structuren en wordt gedraineerd ten behoeve van landbouw en andere doeleinden.

reservoirLake

reservoirmeer

Een inlandig waterlichaam van permanent stilstaand en normaliter zoet water, dat een verlaging in het aaradoppervlak inneemt, afgesloten door een dam.

spoilBank

afvaldam

Een dam, wal of andere kunstmatige ophoping van rotsafval en aardeachtig puin verwijderd uit greppels, open groeves of andere afgravingen.

subsidenceAreaAnthropogenic

verzakkingsgebied (antropogeen)

Een gebied dat onderhevig is aan een proces van verzakking, veroorzaakt door antropogene activiteiten, bijvoorbeeld mijnbouw onder het oppervlak, tunnelbouw, productie van koolwaterstoffen of grondwater.

4.2.3.2.   Boorgatdoel (BoreholePurposeValue)

Doelen waarvoor een boorgat was geboord.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten de in de onderstaande tabel gespecificeerde waarden en aanvullende waarden die voor elk willekeurig niveau zijn gedefinieerd door gegevensleveranciers.

Deze codelijst is hiërarchisch.

Waarden voor de codelijst BoreholePurposeValue

Waarde

Naam

Definitie

Parent

geologicalSurvey

geologische inspectie

Algemeen onderzoek naar de geologische entiteiten van een gebied.

 

explorationExploitationRawMaterial

opsporing en ontginning van grondstoffen

De ontdekking en identificatie van minerale bronnen, met inbegrip van de beoordeling van hun belang en de evaluatie van hun economisch potentieel

 

explorationExploitationEnergyResources

opsporing en ontginning van energiebronnen

Onderzoek onder de oppervlakte met betrekking tot de beschikbaarheid van fossiele energiebronnen en de planning om ze te winnen.

 

hydrocarbonProduction

koolwaterstofproductie

Productie van aardolie en/of gas.

explorationExploitationRawMaterial

hydrocarbonExploration

opsporing van koolwaterstoffen

Opsporing in een niet bewezen gebied om te testen op een nieuw veld, een nieuwe ertslaag, een dieper reservoir, of een ondieper reservoir

explorationExploitationRawMaterial

hydrocarbonAppraisal

koolwaterstof waardebepaling

Beoordeling van de kenmerken van een bewezen ophoping van koolwaterstoffen.

explorationExploitationRawMaterial

geothermalEnergy

geothermische energie, geothermische warmtewisselaars

Opsporing in verband met de toepassing van geothermische energiebronnen en het ontwerp van geothermische warmtepompen.

explorationExploitationRawMaterial

heatStorage

warmteopslag

Bron die het mogelijk maakt om de ondergrond te gebruiken voor de opslag van warmte.

geothermalEnergy

mineralExplorationExtraction

minerale opsporing en winning

Bron die is geboord voor het lokaliseren en/of winnen van minerale bronnen onder het oppervlak, normaliter door middel van de injectie en/of winning van mineralenbevattende vloeistoffen.

explorationExploitationRawMaterial

explorationExploitationNonmetallicMineralDeposits

opsporing en exploitatie van niet-metallische minerale afzettingen

Opsporing met betrekking tot de beschikbaarheid en planning voor de afgraving van niet-metallische minerale afzettingen, voornamelijk ten behoeve van de bouw, en de natuursteen-, cement-, aardewerk- of glasindustrie.

explorationExploitationRawMaterial

disposal

opslag van afval

Een bron, vaak een uitgeputte olie- of gasbron, waarin afvalvloeistoffen kunnen worden geïnjecteerd voor veilige opslag van afval.

 

explorationNaturalUndergroundStorage

opsporing van natuurlijke ondergrondse opslagruimte

Onderzoek naar het vermogen van de ondergrond om diverse materialen op te slaan.

 

waterSupply

watervooziening

Watervoorziening in het algemeen.

 

drinkingWaterSupply

drinkwatervoorziening

Constructie van bronnen voor drinkwater.

waterSupply

industrialWaterSupply

Industriële watervoorziening

Constructie van bronnen voor industriële watervoorziening.

waterSupply

aquaculture

watercultuur

Om water te leveren ten behoeve van aquacultuur.

waterSupply

irrigation

irrigatie

Constructie van bronnen ten behoeve van irrigatie.

waterSupply

emergencyWaterSupply

noodwatervoorziening

Constructie van bronnen ten behoeve van noodwatervoorziening.

waterSupply

contingencyWaterSupply

reservewatervoorziening

Stand-by watervoorziening in geval van watergebrek.

waterSupply

geophysicalSurvey

geofysisch onderzoek

Onderzoek naar de geofysische eigenschappen van de ondergrond.

 

shotHole

schietgat

In verband met seismisch onderzoek worden explosieven in schietgaten gestopt.

geophysicalSurvey

flowingShot

stromend schietgat

Een stromend schietgat is een geboord gat voor seismische doeleinden dat een ondergrondse waterbron heeft geraakt die voldoende druk heeft om het gat te laten „overstromen”.

shotHole

hydrogeologicalSurvey

hydrogeologisch onderzoek, water management

Onderzoek naar grondwaterstroming, de chemische eigenschappen van grondwater, en transport van deeltjes, opgeloste stoffen en energie, evenals het management van het duurzame gebruik van grondwaterbronnen.

 

geotechnicalSurvey

geotechnisch onderzoek, bouwplaats karakterisering

Geotechnisch onderzoek uitgevoerd om informatie te verkrijgen over de fysische en mechanische eigenschappen van grond en gesteente rond een plaats om aardwerkzaamheden en funderingen te ontwerpen ten behoeve van voorgestelde bouwwerken en ten behoeve van de reparatie van beschadigingen veroorzaakt door ondergrondse omstandigheden.

 

geochemicalSurvey

geochemisch onderzoek, analyses

Onderzoek naar de chemische eigenschappen van de gesteenteformatie en/of de porositeitsvloeistoffen.

 

pedologicalSurvey

pedologisch onderzoek

Onderzoek om types van grond te karakteriseren.

 

environmentalMonitoring

milieu monitoring

De grondwaterchemie en het grondwaterniveau worden gemonitord.

 

pollutionMonitoring

vervuilingsmonitoring

Monitoring van bekende vervuilde plaatsen.

environmentalMonitoring

waterQualityMonitoring

monitoring waterkwaliteit

Monitoring om de aard en verdeling van vervuilende stoffen en verontreinigingen in grondwater te beoordelen; de aard en verdeling van natuurlijk voorkomende chemische bestanddelen; ondergrondse hydrologische omstandigheden, en hydraulische eigenschappen van lagen met betrekking tot de beweging van vervuiling en verontreiniging.

environmentalMonitoring

groundwaterLevelMonitoring

monitoring grondwaterniveau

Constructie van een meter voor het registreren van veranderingen in het grondwaterniveau.

environmentalMonitoring

dewatering

ontwatering

Ontwatering is het verwijderen van water uit vast materiaal of grond door middel van natte classificatie, centrifugeren, filtreren, of vergelijkbare vaste stof-vloeistof scheidingsprocessen. Het verwijderen of draineren van water uit een rivierbed, bouwplaats, caisson of mijnschacht door middel van pompen of verdamping.

 

mitigation

mitigatie

Verlagen van het grondwaterniveau om te voorkomen dat het grondwaterniveau vervuilde plaatsen bereikt.

dewatering

remediation

sanering

Sanering in het algemeen. Het verwijderen van vervuiling of verontreinigingen uit groundwater, grond en ander gesteente.

 

thermalCleaning

begassing, thermische reiniging

Een soort saneren. In situ reinigen van grond met gebruik van warmte, stoom.

remediation

recharge

herladen

(a)

Bronnen om aquifers te herladen: gebruikt om uitgeputte aquifers te herladen door het injecteren van water uit diverse bronnen zoals meren, stromen, huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallaties, andere aquifers, enz.

(b)

Barrièrebronnen tegen het binnendringen van zout water: gebruikt om water te injecteren in zoet water aquifers om het binnendringen van zout water in zoetwateraquifers te voorkomen.

(c)

Bronnen om grondverzakking te bedwingen: gebruikt om vloeistoffen te injecteren in een niet olie- of gasproducerende zone om verzakking in verband met een overschot aan zoet water te verminderen of te elimineren.

 

4.2.3.3.   Type verzameling (CollectionTypeValue)

Types van verzamelingen van geologische en geofysische objecten.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten de in de onderstaande tabel gespecificeerde waarden en aanvullende waarden die voor elk willekeurig niveau zijn gedefinieerd door gegevensleveranciers.

Waarden voor de codelijst CollectionTypeValue

Waarde

Naam

Definitie

boreholeCollection

boorgat verzameling

Verzameling van boorgaten

geologicalModel

geologisch model

Verzameling van objecten voor een 3D geologisch ruimtelijk model

geologicalMap

geologische kaart

Verzameling van kenmerken voor een geologische kaart, die geologische eenheden beschrijft, geomorfologische kenmerken structureert, enz.

geophysicalObjectCollection

verzameling geofysische objecten

Verzameling van geofysische objecten

4.2.3.4.   Rol van samenstellend onderdeel (CompositionPartRoleValue)

Rollen die een samenstellend onderdeel speelt in een geologische eenheid.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten de in de onderstaande tabel gespecificeerde waarden en aanvullende waarden die voor elk willekeurig niveau zijn gedefinieerd door gegevensleveranciers.

Deze codelijst is hiërarchisch.

Waarden voor de codelijst CompositionPartRoleValueWaarde

Naam

Definitie

Parent

onlyPart

enig onderdeel

Volledige beschreven eenheid bestaat uit een enkel onderdeel of bestanddeel.

 

partOf

onderdeel van

De rol van het onderdeel van de geologische eenheid is niet bekend in elk groter detail.

 

facies

faciës

Stelt een bepaald stuk gesteente voor dat een laterale variant is van een lithostratigrafische eenheid, of een variant van een lithodemische eenheid.

partOf

inclusion

insluiting

Het bestanddeel van de geologische eenheid is aanwezig als hoeveelheden met in het algemeen scherpe grenzen omsloten in een matrix van enig ander materiaal.

partOf

lithosome

lithosoom

Een soort rotsformatie dat meerdere keren voorkomt in een enkele geologische eenheid. Een hoeveelheid rots met een uniform karakter, gekenmerkt door geometrie, samenstelling en interne structuur.

partOf

stratigraphicPart

stratigrafisch gedeelte

Een gedeelte van een geologische eenheid dat een bepaalde stratigrafische positie inneemt in een geologische eenheid.

partOf

unspecifiedPartRole

rol van ongespecificeerd gedeelte

Een gedeelte van een geologische eenheid met een ongespecificeerde rol.

partOf

4.2.3.5.   Omgeving van een gebeurtenis (EventEnvironmentValue)

Termen voor de geologische omgevingen waarin geologische gebeurtenissen plaatsvinden.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten de in de onderstaande tabel gespecificeerde waarden en aanvullende waarden die voor elk willekeurig niveau zijn gedefinieerd door gegevensleveranciers.

Gegevensleveranciers kunnen ook de subwaarden gebruiken die voor deze codelijst zijn gespecificeerd in de technische richtsnoeren van INSPIRE met betrekking tot geologie.

Waarden voor de codelijst EventEnvironmentValue

Waarde

Naam

Definitie

earthInteriorSetting

afzetting aardinterieur

Geologische omgevingen in de aardkorst.

earthSurfaceSetting

afzetting aardoppervlak

Geologische omgevingen aan het oppervlak van de aardkorst.

extraTerrestrialSetting

buitenaardse afzetting

Materiaal afkomstig van buiten de aarde of zijn atmosfeer.

tectonicallyDefinedSetting

tectonisch gedefineerde afzetting

Afzetting gedefinieerd in verband met tectonische platen op of in de aarde.

4.2.3.6.   Proces van gebeurtenis (EventProcessValue)

Termen die het proces of de processen die optraden tijdens een gebeurtenis specificeren.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten de in de onderstaande tabel gespecificeerde waarden en aanvullende waarden die voor elk willekeurig niveau zijn gedefinieerd door gegevensleveranciers.

Gegevensleveranciers kunnen ook de subwaarden gebruiken die voor deze codelijst zijn gespecificeerd in de technische richtsnoeren van INSPIRE met betrekking tot geologie.

Waarden voor de codelijst EventProcessValue

Waarde

Naam

Definitie

bolideImpact

vuurbal inslag

De inslag van een buitenaards lichaam aan het oppervlak van de aarde.

deepWaterOxygenDepletion

zuurstofdepletie in diep water

Proces van het verwijderen van zuurstof uit de diepe delen van een waterlichaam.

deformation

deformatie

Beweging van gesteenteformaties door verplaatsing op breuk- of afschuifzones, of verandering van de vorm van een formatie van aardmateriaal.

diageneticProcess

diagenetisch proces

Elk chemisch, fysisch of biologisch proces dat een gesedimenteerd aardmateriaal beïnvloedt na de initiële afzetting, en tijdens of na lithificatie, met uitzondering van verwering en metamorfisme.

extinction

uitsterving

Proces van het verdwijnen van een soort of hoger taxon, zodat ze nergens meer voorkomt of later als fossiel materiaal kan worden teruggevonden.

geomagneticProcess

geomagnetisch proces

Proces dat leidt tot een verandering in het magnetisch veld van de aarde.

humanActivity

menselijke activiteit

Proces van verandering van de aarde door mensen om geologische kenmerken te produceren.

magmaticProcess

magmaproces

Een proces waarbij gesmolten gesteente (magma) is betrokken.

metamorphicProcess

metamorf proces

Mineralogische, chemische en structurele aanpassing van vast gesteente aan fyische en chemische omstandigheden die verschillen van de omstandigheden waaronder de betreffende gesteenten ontstonden, en in het algemeen worden opgelegd op diepte, onder de oppervlaktezones van verwering en cementering.

seaLevelChange

verandering zeeniveau

Proces van verandering van het gemiddelde zeeniveau in vergelijking met een bepaald referentieniveau.

sedimentaryProcess

sedimentatieproces

Een fenomeen dat de verdeling of fysische eigenschappen van sediment op of nabij het aardoppervlak verandert.

speciation

speciatie

Proces dat leidt tot het ontstaan van nieuwe soorten.

tectonicProcess

tectonisch proces

Processen in verband met de interactie tussen of de vervorming van rigide platen die de aardkorst vormen.

weathering

verwering

Het proces of de groep van processen waardoor aardmaterialen blootgesteld aan atmosferische invloeden op of nabij het aardoppervlak worden gewijzigd in kleur, textuur, samenstelling, stevigheid of vorm, zonder noemenswaardig transport van het losgemaakte of veranderde materiaal. Processen omvatten kenmerkend oxidatie, hydratie en het uitlekken van oplosbare bestanddelen.

4.2.3.7.   Breuktype (FaultTypeValue)

Termen die het type structuur door afschuivingsverplaatsing beschrijven.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten de in de onderstaande tabel gespecificeerde waarden en aanvullende waarden die voor elk willekeurig niveau zijn gedefinieerd door gegevensleveranciers.

Gegevensleveranciers kunnen ook de subwaarden gebruiken die voor deze codelijst zijn gespecificeerd in de technische richtsnoeren van INSPIRE met betrekking tot geologie.

Deze codelijst is hiërarchisch.

Waarden voor de codelijst FaultTypeValue

Waarde

Naam

Definitie

Parent

fault

breuk

Een afzonderlijk oppervlak, of zone van discrete oppervlakken, met een bepaalde dikte, dat twee gesteentemassa's scheidt, waarbij de ene massa over de andere is geschoven.

 

extractionFault

extractiebreuk

Een breuk waarvan de twee zijden elkaar hoofdzakelijk zijn genaderd in de richting loodrecht op de breuk.

fault

highAngleFault

breuk met grote hoek

Breuk met een hellingshoek van ten minste 45 graden over meer dan de helft van zijn erkende omvang, waarvan de verschuiving of de scheiding niet expliciet is gespecificeerd.

fault

lowAngleFault

breuk met kleine hoek

Breuk met een hellingshoek van minder dan 45 graden over meer dan de helft van de erkende omvang van de breuk.

fault

obliqueSlipFault

schuine verschuivingsbreuk

Breuk met een verschuivingsvector die een verhouding van de verschuiving parallel aan de dip ten opzichte van de verschuiving parallel aan de strekking vertoont van tussen 10 tot 1 en 1 tot 10 op ten minste één locatie langs het in kaart gebrachte traject van de breuk.

fault

reverseFault

omgekeerde breuk

Breuk met een parallel aan de dip lopende verplaatsingscomponent van de verschuivingsvector van meer dan 10 maal de parallel aan de strekking lopende component van de verschuivingsvector op ten minste één locatie langs het in kaart gebrachte traject van de breuk en de breuk helt constant naar dezelfde kant, waarbij de hangende wand omhoog wordt verplaatst ten opzichte van de onderwal over tenminste de helft van het in kaart gebrachte traject van de breuk.

fault

scissorFault

schaarbreuk

Een breuk die, gemeten vanaf een beginpunt zonder verplaatsing, langs de strekking vanaf een toenemende verplaatsing of scheiding vertoont, met een tegenovergesteld gerichte verplaatsing in de tegenovergestelde richting.

fault

strikeSlipFault

slagverschuivingsbreuk

Breuk met een parallel aan de strekking lopende verplaatsingscomponent van de verschuivingsvector van 10 maal de parallel aan de dip lopende component van de verschuivingsvector op ten minste één locatie langs het in kaart gebrachte traject van de breuk.

fault

4.2.3.8.   Type plooiprofiel (FoldProfileTypeValue)

Termen die het type fold specificeren.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten de in de onderstaande tabel gespecificeerde waarden en aanvullende waarden die voor elk willekeurig niveau zijn gedefinieerd door gegevensleveranciers.

Waarden voor de codelijst FoldProfileTypeValue

Waarde

Naam

Definitie

anticline

anticlinaal

Een plooi, in het algemeen naar boven convex, waarvan de kern de stratigrafisch oudere gesteenten bevat.

antiform

antivorm

Elke naar boven convexe, naar onder concave plooi.

syncline

syncline

Een plooi waarvan de kern de stratigrafisch jongere gesteentes bevat; zij is in het algemeen concaaf naar boven.

synform

synvorm

Elke plooi waarvan de flanken op de bodem aansluiten.

4.2.3.9.   Geochronologisch tijdperk (GeochronologicEraValue)

Termen die erkende geologische tijdseenheden specificeren.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten de waarden gespecificeerd in Cohen, K.M., Finney, S. & Gibbard, P.L., International Chronostratigraphic Chart, August 2012, International Commission on Stratigraphy of the International Union of Geological Sciences, 2012 en extra waarden op elk niveau zoals gedefinieerd door gegevensleveranciers.

Gegevensleveranciers kunnen de extra waarden voor Pre-Cambriaans gesteente en Kwaternaire eenheden gebruiken die zijn gespecificeerd in de technische richtsnoeren van INSPIRE met betrekking tot geologie.

4.2.3.10.   Type geologische eenheid (GeologicUnitTypeValue)

Termen die het type geologische eenheid beschrijven.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten de in de onderstaande tabel gespecificeerde waarden en aanvullende waarden die voor elk willekeurig niveau zijn gedefinieerd door gegevensleveranciers.

Deze codelijst is hiërarchisch.

Waarden voor de codelijst GeologicUnitTypeValue

Waarde

Naam

Definitie

Parent

geologicUnit

geologische eenheid

Type geologische eenheid die onbekend, ongespecificeerd, irrelevant is, of een bepaald type dat niet in de vocabulaire is vervat.

 

allostratigraphicUnit

allostratigrafische eenheid

Geologische eenheid die wordt gedefinieerd door begrenzende oppervlakken. Niet noodzakelijk gelaagd.

geologicUnit

alterationUnit

veranderingseenheid

Geologische eenheid gedefinieerd door een veranderingsproces.

geologicUnit

biostratigraphicUnit

biostratigrafische eenheid

Geologische eenheid gedefinieerd op basis van gehalte aan fossielen.

geologicUnit

chronostratigraphicUnit

chronostratigrafische eenheid

Geologische eenheid die alle gesteenten gevormd tijdens een specifiek interval van geologische tijd omvat.

geologicUnit

geophysicalUnit

geofysische eenheid

Geologische eenheid gedefinieerd door zijn geofysische kenmerken.

geologicUnit

magnetostratigraphicUnit

magnetostratigrafische eenheid

Geologische eenheid gedefinieerd door magnetische kenmerken.

geophysicalUnit

lithogeneticUnit

lithogenetische eenheid

Geologische eenheid gedefinieerd op basis van vorming. De vorming blijkt uit materiaaleigenschappen, maar het materiaal is niet de definiërende eigenschap.

geologicUnit

artificialGround

kunstmatige grond

Geologische eenheid gefedinieerd door vorming die directe menselijke activiteit behelst om materiaal af te zetten of te modificeren.

lithogeneticUnit

excavationUnit

uitgravingseenheid

Geologische eenheid gedefinieerd door vorming door menselijke activiteit, die afgraving inhoudt.

lithogeneticUnit

massMovementUnit

eenheid van massabeweging

Geologische eenheid gevormd door materiaal dat naar beneden wordt verplaatst onder invloed van de zwaartekracht en wordt gekenmerkt door het type beweging dat aanleiding geeft tot de afzetting, en door hoe de individuele bewegingstypes die aanwezig zijn in de afzetting met elkaar samenhangen in tijd en ruimte.

lithogeneticUnit

lithologicUnit

lithologische eenheid

Geologische eenheid gedefinieerd door lithologie, onafhankelijk van de samenhang met andere eenheden.

geologicUnit

lithostratigraphicUnit

lithostratigrafische eenheid

Geologische eenheid gedefinieerd op basis van waarneembare en duidelijke lithologische eigenschappen of combinaties van lithologische eigenschappen en stratigrafische verhoudingen.

geologicUnit

lithodemicUnit

lithodemische eenheid

Lithostratigrafische eenheid die gelaagdheid mist.

lithostratigraphicUnit

lithotectonicUnit

lithotectonische eenheid

Geologische eenheid gedefinieerd op basis van structurele of deformatiekenmerken, wederzijdse verhoudingen, oorsprong of historische evolutie. Het materiaal dat erin zit kan stollingsgesteente, sediment of metamorf gesteente zijn.

geologicUnit

deformationUnit

deformatie eenheid

Lithotectonische eenheid gedefinieerd door de deformatiestijl of de kenmerkende geologische structuur die waar te nemen is in dagzomende aardlagen.

lithotectonicUnit

pedostratigraphicUnit

pedostratigrafische eenheid

Geologische eenheid die een enkelvoudige pedologische horizon voorstelt in een reeks lagen (geconsolideerd of niet geconsolideerd).

geologicUnit

polarityChronostratigraphicUnit

gepolariseerde chronostratigrafische eenheid

Geologische eenheid die wordt gedefinieerd door de registratie van voornamelijk magnetische polariteit aangebracht op het moment dat het gesteente was afgezet of gekristalliseerd tijdens een specifiek interval van geologische tijd.

geologicUnit

4.2.3.11.   Geomorfologische activiteit (GeomorphologicActivityValue)

Termen die het niveau van activiteit van een geomorfologisch kenmerk aangeven.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten de in de onderstaande tabel gespecificeerde waarden en aanvullende waarden die voor elk willekeurig niveau zijn gedefinieerd door gegevensleveranciers.

Waarden voor de codelijst GeomorphologicActivityValue

Waarde

Naam

Definitie

active

actief

Een geomorfologisch proces dat momenteel in een actieve toestand verkeert, of dat gereactiveerd is sinds een conventioneel korte tijdsperiode.

dormant

slapend

Een geomorfologisch proces dat sinds een conventioneel korte tijdsperiode geen tekenen van activiteit heeft getoond, en dat zou kunnen worden gereactiveerd door zijn oorspronkelijke oorzaken, of worden getriggerd door geïnduceerde oorzaken zoals antropogene activiteiten.

reactivated

gereactiveerd

Een gereactiveerd geomorfologisch proces is een actief geomorfologisch proces dat slapend is geweest.

stabilised

gestabiliseerd

Een gestabiliseerd geomorfologisch proces is een inactief proces dat is beschermd tegen zijn oorspronkelijke oorzaken door herstelmaatregelen.

Inactive

inactief

Een relict of fossiel geomorfologisch proces.

4.2.3.12.   Lithology (LithologyValue)

Termen die de lithologie beschrijven.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten de in de onderstaande tabel gespecificeerde waarden en aanvullende waarden die voor elk willekeurig niveau zijn gedefinieerd door gegevensleveranciers.

Gegevensleveranciers kunnen ook de subwaarden gebruiken die voor deze codelijst zijn gespecificeerd in de technische richtsnoeren van INSPIRE met betrekking tot geologie.

Deze codelijst is hiërarchisch.

Waarden voor de codelijst LithologyValue

Waarde

Naam

Definitie

Parent

compoundMaterial

materiaal van bestanddeel

Een aardmateriaal bestaande uit een aggregatie van deeltjes van aardmateriaal, waarbij mogelijk andere bestanddelen worden omvat.

 

anthropogenicMaterial

antropogeen materiaal

Materiaal waarvan bekend is dat het een kunstmatige oorsprong heeft (in verband met menselijke activiteit); onvoldoende informatie om in meer detail te classificeren.

compoundMaterial

anthropogenicConsolidatedMaterial

anthropogeen geconsolodeerd materiaal

Geconsolideerd materiaal waarvan bekend is dat het een kunstmatige oorsprong heeft (in verband met menselijke activiteit).

anthropogenicMaterial

anthropogenicUnconsolidatedMaterial

anthropogeen niet geconsolodeerd materiaal

Niet geconsolideerd materiaal waarvan bekend is dat het een kunstmatige oorsprong heeft (in verband met menselijke activiteit).

anthropogenicMaterial

breccia

breccië

Grofkorrelig materiaal bestaande uit ruw gebroken rotsfragmenten; de fragmenten hebben kenmerkend scherpe randen en niet verweerde hoeken.

compoundMaterial

compositeGenesisMaterial

composiet gevormd materiaal

Materiaal met een ongespecificeerde consolidatietoestand gevormd door geologische modificatie van vroeger bestaande materialen buiten het domein van stollings- en afzettingsprocessen.

compoundMaterial

compositeGenesisRock

composiet gevormd gesteente

Gesteente gevormd door geologische modificatie van vroeger bestaand gesteente buiten het domein van stollings- en afzettingsprocessen.

compositeGenesisMaterial

faultRelatedMaterial

materiaal in verband met breuken

Materiaal gevormd als het resultaat van broze breukvorming, bestaande uit meer dan 10 procent matrix; matrix is fijnkorrelig materiaal dat ontstaan is door tectonische korrelgroottereductie.

compositeGenesisMaterial

impactGeneratedMaterial

door inslag gevormd materiaal

Materiaal dat kenmerken bevat die een indicatie zijn van schokmetamorfisme, zoals microscopische kenmerken van planaire vervorming binnen korrels of splinters, waarvan wordt aangenomen dat dit het resultaat is van de inslag van buitenaardse meteorieten. Omvat breccië en gesmolten gesteente.

compositeGenesisMaterial

materialFormedInSurficialEnvironment

materiaal gevormd aan het aardoppervlak

Materiaal dat het product is van verweringsprocessen die inwerken op vroeger bestaand gesteente of afzettingen, analoog aan hydrothermisch of metasomatisch gesteente, maar gevormd bij de omgevingstemperatuur en druk aan het aardoppervlak.

compositeGenesisMaterial

rock

gesteente

Geconsolideerd aggregaat van een of meerdere aardmaterialen, of een massa van ongedifferentieerde minerale materie, of van vast organisch materiaal.

compoundMaterial

aphanite

afaniet

Gesteente dat te fijnkorrelig is om in meer detail te kunnen indelen.

rock

sedimentaryRock

afzettingsgesteente

Gesteente gevormd door accumulatie en cementatie van vast gefragmenteerd materiaal, afgezet door lucht, water of ijs, of als het gevolg van andere natuurlijke agentia, zoals precipitatie uit oplossing, de accumulatie van organisch materiaal, of uit biogene processen, waaronder secretie door organismen.

rock

tuffite

tuffiet

Gesteente bestaand uit meer dan 50 procent deeltjes van onbepaalde pyroclastische of epiclastische oorsprong en minder dan 75 procent deeltjes van duidelijk pyroclastische oorsprong.

rock

sedimentaryMaterial

sedimentair materiaal

Materiaal gevormd door de accumulatie van vast gefragmenteerd materiaal, afgezet door lucht, water of ijs, of als het gevolg van andere natuurlijke factoren, zoals precipitatie uit oplossing, de accumulatie van organisch materiaal, of uit biogene processen, waaronder secretie door organismen.

compoundMaterial

carbonateSedimentaryMaterial

carbonaathoudend sedimentair materiaal

Sedimentair materiaal waarin ten minste 50 procent van de primaire en/of geherkristalliseerde bestanddelen bestaan uit een (of meerdere) van de carbonaatmineralen calciet, aragoniet en dolomiet, in deeltjes van intrabasinale oorsprong.

sedimentaryMaterial

chemicalSedimentaryMaterial

chemisch sedimentair materiaal

Sedimentair materiaal dat bestaat uit ten minste 50 procent materiaal gevormd door anorganisch-chemische processen in het bassin van de afzetting. Omvat anorganische silicaat, carbonaat, evaporiet, ijzerrijke en fosfaat sedimentklassen.

sedimentaryMaterial

clasticSedimentaryMaterial

clastisch sedimentair materiaal

Sedimentair materiaal met een ongespecificeerde consolidatietoestand, waarin ten minste 50 procent van de deeltjes voortkwamen uit erosie, verwering of aardverschuivingen van vroeger bestaande aardmaterialen, en dat getransporteerd is naar de plaats van afzetting door mechanische factoren zoals water, wind, ijs en zwaartekracht.

sedimentaryMaterial

nonClasticSiliceousSedimentaryMaterial

niet-clastisch silicaathoudend sedimentair materiaal

Sedimentair materiaal dat bestaat uit ten minste 50 procent silicaathoudend mineraal materiaal, direct afgezet door chemische of biologische processen aan het afzettingsoppervlak, of in deeltjes gevormd door chemische of biologische processen in het afzettingsbassin.

sedimentaryMaterial

organicRichSedimentaryMaterial

organisch rijk sedimentair materiaal

Sedimentair materiaal, waarin 50 procent of meer van het primaire sedimentaire materiaal uit organisch koolstof bestaat.

sedimentaryMaterial

igneousMaterial

stollingsmateriaal

Aardmateriaal gevormd als het gevolg van stollingsprocessen, bv. de intrusie en afkoeling van magma in de aardkorst, vulkanische uitbarsting.

compoundMaterial

fragmentalIgneousMaterial

gefragmenteerd stollingsmateriaal

Stollingsmateriaal met een ongedefinieerde consolidatietoestand, waarin meer dan 75 procent van het gesteente bestaat uit fragmenten gevormd als gevolg van een stollend gesteente-vormend proces.

igneousMaterial

acidicIgneousMaterial

zuur stollingsmateriaal

Stollingsmateriaal met meer dan 63 procent SiO2.

igneousMaterial

basicIgneousMaterial

alkalisch stollingsmateriaal

Stollingsmateriaal met 45 tot 52 procent SiO2.

igneousMaterial

igneousRock

stollingsgesteente

Gesteente gevormd als het gevolg van stollingsprocessen, bv. de intrusie en afkoeling van magma in de aardkorst, vulkanische uitbarsting.

igneousMaterial

intermediateCompositionIgneousMaterial

stollingsmateriaal met intermediaire samenstelling

Stollingsmateriaal met 52 tot 63 procent SiO2.

igneousMaterial

unconsolidatedMaterial

ongeconsolideerd materiaal

CompoundMaterial bestaande uit een aggregatie van deeltjes die niet voldoende sterk aan elkaar hechten dat het aggregaat op zichzelf als een vaste stof kan worden beschouwd.

compoundMaterial

naturalUnconsolidatedMaterial

natuurlijk onconsolideerd materiaal

Ongeconsolideerd materiaal, waarvan bekend is dat het een natuurlijke, d.w.z. niet door mensen gemaakte, oorsprong heeft.

unconsolidatedMaterial

sediment

sediment

Ongeconsolideerd materiaal, bestaande uit een aggregatie van deeltjes getransporteerd door lucht, water of ijs, of die zijn geaccumuleerd door andere natuurlijke factoren, zoals chemische precipitatie, en dat vormt in lagen aan het aardoppervlak.

naturalUnconsolidatedMaterial

4.2.3.13.   Kaartkader (MappingFrameValue)

Termen die het oppervlak aangeven waarop het MappedFeature wordt geprojecteerd.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten de in de onderstaande tabel gespecificeerde waarden en aanvullende waarden die voor elk willekeurig niveau zijn gedefinieerd door gegevensleveranciers.

Waarden voor de codelijst MappingFrameValue

Waarde

Naam

Definitie

baseOfQuaternary

basis van kwaternair

Basis van het voornamelijk ongeconsolideerde sedimentaire materiaal van kwaternaire leeftijd.

surfaceGeology

oppervlaktegeologie

Moedergesteente en oppervlakkige afzettingen die zichtbaar zouden zijn wanneer de bovenliggende grond was verwijderd of zijn blootgesteld aan het topografische oppervlak.

topOfBasement

top van ondergrond

Het oppervlak van de aardkorst onder sedimentaire of vulkanische afzettingen, of tectonisch verplaatste gesteentes.

topOfBedrock

top van moedergesteente

Bovenste oppervlak van het normaliter vaste gesteente dat ofwel kan zijn blootgesteld aan het topografische oppervlak of bedekt door andere niet geconsolideerde afzettingen.

4.2.3.14.   Type natuurlijk geomorfologisch kenmerk (NaturalGeomorphologicFeatureTypeValue)

Termen die het type natuurlijk geomorfologisch kenmerk beschrijven.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten de in de onderstaande tabel gespecificeerde waarden en aanvullende waarden die voor elk willekeurig niveau zijn gedefinieerd door gegevensleveranciers.

Waarden voor de codelijst NaturalGeomorphologicFeatureTypeValue

Waarde

Naam

Definitie

naturalGeomorphologicFeature

natuurlijk geomorfologisch kenmerk

Een geomorfologisch kenmerk gevormd door de natuurlijke dynamiek.

drainagePattern

afwateringspatroon

De configuratie of inrichting van het stroomverloop in een gebied, waaronder bergkloven of eerste-orde gekanaliseerde stroomgebieden, hogere orde zijrivieren en hoofdstromen.

constructionalFeature

opbouwend kenmerk

Plaats van een landvorm die zijn oorsprong, vorm, positie of algemene karakter dankt aan afzettingsprocessen, zoals de accumulatie van sediment.

destructionalFeature

destructief kenmerk

Plaats van een landvorm die zijn oorsprong, vorm, positie of algemene karakter dankt aan het verwijderen van materiaal door erosie- en verweringsprocessen (degradatie) als gevolg van slijtage van het landoppervlak.

degradationFeature

afbraakkenmerk

Een geomorfologisch kenmerk als gevolg van het afslijten of wegslijten, en de algemene verlaging of vermindering, van het aardoppervlak door natuurlijke processen van verwering en erosie, waaronder in voorkomend geval ook de processen van het verplaatsen van sediment.

relic

relict

Een landvorm die verval of verwering heeft overleefd, of een die is achtergebleven na het verdwijnen van het grootste deel van zijn materiaal zoals het restant van een eiland.

exhumedFeature

opgegraven kenmerk

Voormalig begraven landvormen, geomorfologische oppervlakken, of paleosolen die opnieuw zijn blootgelegd door erosie van de bedekkende mantel.

buriedFeature

begraven kenmerk

Landvormen, geomorfologische oppervlakken of paleosolen die zijn bedekt door jongere sedimenten.

pediment

pediment

Een licht hellend eroderend oppervlak ontwikkeld aan de voet van een terugwijkende heuvel- of berghelling, normaliter met een eingszins concaaf naar boven gericht profiel, dat lagen gesteente of sediment kruist die zich onder aangrenzende plateaus uitstrekken.

erosional

erosiekenmerken

Een landoppervlak gevormd door de werking van erosie, in het bijzonder door stromend water.

hill

heuvel

Een algemene term voor een verhoogd gebied van het landoppervlak, dat tenminste 30 meter tot en met 300 meter boven het omringende laagland uitsteekt, normaliter met een nominaal gebied met een hoogste niveau in vergelijking met aangrenzende hellingen, een goed gedefinieerde afgeronde omtrek en hellingen die in het algemeen 15 procent overschrijden.

interfluve

interfluve

Een geomorfologisch bestanddeel van heuvels bestaande uit het bovenste, naar verhouding vlakke of licht hellende gebied van een heuvel; schouders van terugverwerende heuvelhellingen kunnen het hoogland verkleinen of laten samenvallen, leidend tot een sterk convexe vorm.

crest

kam

Een geomorfologische component van heuvels bestaande uit de convexe hellingen (loodrecht op het contour) die het smalle, grofweg lineaire topgebied van een heuvel, rug, of ander hoogland vormen, waarbij schouders zijn geconvergeerd tot een mate waarin bijna of geen hoogste niveau overblijft; overheerst door erosie, wegspoelen van hellingen en processen van aardverschuiving en sedimenten.

headSlope

kophelling

Een geomorfologische component van heuvels bestaande uit een lateraal concaaf gebied van een heuvelgebied, in het bijzonder aan de kop van een afwateringsweg, leidend tot een convergerende waterstroming over land.

sideSlope

zijhelling

Een geomorfologische component van heuvels bestaande uit een lateraal vlak deel van een heuvelgebied, leidend tot voornamelijk parallelle waterstroming over land. Hoogtelijnen vormen in het algemeen rechte lijnen.

noseSlope

neushelling

Een geomorfologische component van heuvels bestaande uit het uitstekende eind (lateraal convex gebied) van een heuvelgebied, leidend tot een voornamelijk divergente waterstroming over land; Hoogtelijnen vormen in het algemeen convexe krommingen.

freeFace

stijle flank

Een geomorfologisch bestanddeel van heuvels en bergen bestaande uit een dagzomende laag kale rots waar rotsfragmenten en andere sedimenten vanaf vallen, en gewoonlijk steiler is dan de hellingshoek van de helling van het neergestorte materiaal eronder; meest algemeen aangetroffen op schouder- en rughelling posities, en kan een deel of het geheel van een neushelling of zijhelling omvatten.

baseSlope

basishelling

Een geomorfologisch bestanddeel van heuvels bestaande uit de concave tot lineaire helling (loodrecht op de hoogtelijn) dat, ongeacht de laterale vorm, een gebied is dat een apron of keg vormt aan de onderzijde van een heuvelgebied, overheerst door processen van instorten en wegspoelen van hellingen en sedimenten.

mountain

berg

Een algemene term voor een verhoogd gebied van het landoppervlak, dat meer dan 300 meter boven het omringende laagland uitsteekt, normaliter met een nominaal gebied met een hoogste niveau in vergelijking met aangrenzende hellingen, en in het algemeen met steile flanken (meer dan 25 procent helling), met of zonder blootstelling van aanzienlijke hoeveelheden kaal gesteente.

mountaintop

bergtop

Een geomorfologische component van bergen bestaande uit het bovenste, naar verhouding vlakke of licht hellende gebied van bergen, gekenmerkt door relatief korte, eenvoudige hellingen bestaande uit kaal gesteente, residu of over korte afstand neergestorte sedimenten.

mountainslope

berghelling

Een gedeelte van een berg tussen de hoogste top en de voet.

mountainflank

bergflank

Een geomorfologische component van bergen gekenmerkt door zeer lange, complexe rughellingen met naar verhouding hoge hellingsgradiënten en bestaande uit zeer diverse mantels van neergestort sediment, aders van gesteente of structurele terrassen.

mountainbase

bergvoet

Een geomorfologische component van bergen bestaande uit het sterk of licht concave apron of keg van neergestort materiaal aan de voet van berghellingen.

depression

laagte

Elk relatief verlaagd gedeelte van het aardoppervlak; in het bijzonder een laag liggend gebied omringd door hoger terrein.

plain

vlakte

Elk vlak gebied, klein of groot, op een kleine hoogte; specifiek een uitgebreid gebied van relatief glad en vlak of licht glooiend land, met weinig tot geen prominente onregelmatigheden in het oppervlak, maar welk soms een aanzienlijke helling heeft, en normaliter op een lage hoogte in vergelijking met de omringende gebieden.

tectonicStructural

tectonische en structurele kenmerken

Geomorfologische landschappen en landvormen in verband met regionale of lokale structuren van het moedergesteente, of beweging van de aardkorst; en geomorfologische landschappen en landvormen voornamelijk in verband met watererosie, maar met uitzondering van erosie door plantengroei, kanaalstroming (d.w.z. rivieren, gletsjers), of winderosie.

volcanic

vulkanische eigenschappen

Geomorfologische landschappen en landvormen in verband met de diep gesitueerde (stollings)processen waardoor magma en daarmee verbonden gassen door de aardkorst opstijgen en op het aardoppervlak en in de atmosfeer worden geëxtrudeerd.

hydrothermal

hydrothermische kenmerken

Geomorfologische landschappen en landvormen in verband met hydrothermische processen.

erosionSurface

erosieoppervlak

Geomorfologische landschappen en landvormen voornamelijk in verband met watererosie, maar met uitzondering van erosie door plantengroei, kanaalstroming (d.w.z. rivieren, gletsjers), of winderosie.

slopeGravitational

helling- en zwaartekrachtkenmerken

Geomorfologische landschappen en landvormen in verband met hellende omgevingen; geomorfologische landschappen en landvormen ontwikkeld onder invloed van de zwaartekracht.

nivalPeriglacialPermafrost

nivale, periglaciale en permafrost kenmerken

Geomorfologische landschappen en landvormen in verband met sneeuw, niet glaciale omgevingen met een koud klimaat; geomorfologische landschappen en landvormen die voorkomen in de nabijheid van gletsjers en ijskappen; Geomorfologische landschappen en landvormen in verband met grond, aarde of gesteente dat gedurende ten minste 2 jaar bij of onder 0° C blijft.

glacial

glaciale, glaciofluviale, glaciolacustrine en glaciomarine kenmerken

Geomorfologische landschappen en landvormen in verband met glaciale, glaciofluviale, glaciolacustrine en glaciomarine omgevingen.

eolian

windkenmerken

Geomorfologische landschappen en landvormen in verband met door wind gedomineerde omgevingen.

marineLittoralCoastalWetland

kenmerken van marine, littorale en kustgebieden

Geomorfologische landschappen en landvormen in verband met golven- of getijdendynamiek ontwikkeld in omgevingen van de zee, ondiepe zee, dicht bij de kust en littorale zones, en die in verband met begroeide en/of ondiepe natte gebieden

karstChemicalWeathering

kenmerken van karst en chemische verwering

Geomorfologische landschappen en landvormen gedomineerd door het oplossen van mineralen, en gewoonlijk afwatering onder het oppervlak.

alluvialFluvial

alluviale en fluviale kenmerken

Geomorfologische landschappen en landvormen voornamelijk in verband met geconcentreerde waterstroming (kanaalstroming).

lacustrine

Lacustriene kenmerken

Geomorfologische landschappen en landvormen in verband met inlandige permanente waterlichamen (meren).

impact

inslagkenmerken

Geomorfologische landschappen en landvormen in verband met de inslag van buitenaards materiaal aan het oppervlak van de aarde.

4.2.3.15.   Thematische klasse (ThematicClassValue)

Waarden voor de thematische classificatie van geologische kenmerken.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten alle door gegevensleveranciers gedefinieerde waarden.

4.2.3.16.   Thematische classificatie (ThematicClassificationValue)

Lijst van thematische classificaties voor geologische kenmerken.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten alle door gegevensleveranciers gedefinieerde waarden.

4.3.   Geofysica (Geophysics)

4.3.1.   Ruimtelijke objecttypes

Het pakket Geofysica bevat de volgende ruimtelijk objecttypes:

Campagne

Geofysische meting

Geofysisch object

Verzameling geofysische objecten

Geofysisch profiel

Geofysisch station

Geofysische swath

4.3.1.1.   Campagne (Campaign)

Geofysische activiteit die zich over een beperkte tijd en een beperkt gebied uitstrekt voor het produceren van vergelijkbare metingen, verwerkingsresultaten of modellen.

Dit type is een subtype van GeophObjectSet.

Attributen van het ruimtelijke objecttype Campaign

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

campaignType

Type activiteit om gegevens te produceren.

CampaignTypeValue

 

surveyType

Type geofysisch onderzoek.

SurveyTypeValue

 

client

Partij waarvoor de gegevens waren gecreëerd.

RelatedParty

voidable

contractor

Partij waardoor de gegevens werden gecreëerd.

RelatedParty

voidable

Restricties van het ruimtelijke objecttype Campaign

Het vormattribuut moet van het type GM_Surface zijn.

4.3.1.2.   Geofysisch object (GeophObject)

Een algemene klasse voor geofysische objecten.

Dit type is een subtype van SF_SpatialSamplingFeature.

Dit type is abstract.

Attributen van het ruimtelijke objecttype GeophObject

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

inspireId

Externe objectidentifier van het ruimtelijke object.

Identifier

 

citation

Aanhaling van geofysische documentatie.

DocumentCitation

 

projectedGeometry

2D projectie van het kenmerk op het grondvlak (als een representatief punt, curve of begrenzende polygoon) die kan worden gebruikt door een INSPIRE viewservice om de lokatie van het ruimtelijke object op een kaart te tonen.

GM_Object

 

verticalExtent

Verticale omvang van het betreffende bereik.

EX_VerticalExtent

voidable

distributionInfo

Distributie metagegevens.

MD_Distributor

voidable

largerWork

Identifier van de gegevensverzameling van een groter werk, kenmerkend een campagne of project.

Identifier

voidable

Restricties van het ruimtelijke objecttype GeophObject

Het attribuut projectedGeometry moet van het type GM_Point, GM_Curve of GM_Surface zijn.

4.3.1.3.   Geofysische meting (GeophMeasurement)

Een algemeen ruimtelijk objecttype voor geofysische metingen.

Dit type is een subtype van GeophObject.

Dit type is abstract.

Attributen van het ruimtelijke objecttype GeophMeasurement

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

relatedModel

Identifier van het geofysische model dat werd gecreëerd uit de meting.

Identifier

voidable

platformType

Platform vanaf waar de meting werd uitgevoerd.

PlatformTypeValue

 

relatedNetwork

Naam van een nationaal of internationaal observatienetwerk waarbij de faciliteit behoort, of waaraan de gemeten gegevens worden gerapporteerd.

NetworkNameValue

voidable

4.3.1.4.   Verzameling geofysische objecten (GeophObjectSet)

Een algemene klasse voor verzamelingen van geofysische objecten.

Dit type is een subtype van SF_SpatialSamplingFeature.

Attributen van het ruimtelijke objecttype GeophObjectSet

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

inspireId

Externe objectidentifier van het ruimtelijke object.

Identifier

 

citation

Aanhaling van geofysische documentatie.

DocumentCitation

 

verticalExtent

Verticale omvang van het betreffende bereik.

EX_VerticalExtent

voidable

distributionInfo

Distributie metagegevens.

MD_Distributor

voidable

projectedGeometry

2D projectie van het kenmerk op het grondvlak (als een representatief punt, curve of begrenzende polygoon) die kan worden gebruikt door een INSPIRE viewservice om het ruimtelijke object op een kaart te tonen.

GM_Object

 

largerWork

Identifier van de gegevensverzameling van een groter werk.

Identifier

voidable

Restricties van het ruimtelijke objecttype GeophObjectSet

Het attribuut projectedGeometry moet van het type GM_Point, GM_Curve of GM_Surface zijn.

4.3.1.5.   Geofysisch profiel (GeophProfile)

Een geofysische meting die ruimtelijk wordt gerefereerd aan een curve.

Dit type is een subtype van GeophMeasurement.

Attributen van het ruimtelijke objecttype GeophProfile

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

profileType

Type geofysisch profiel.

ProfileTypeValue

 

Restricties van het ruimtelijke objecttype GeophProfile

De vormattribuut moet van het type GM_Curve zijn.

4.3.1.6.   Geofysisch station (GeophStation)

Geofysische meting die ruimtelijk wordt gerefereerd aan een enkele-puntlokatie.

Dit type is een subtype van GeophMeasurement.

Attributen van het ruimtelijke objecttype GeophStation

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

stationType

Type geofysisch station.

StationTypeValue

 

stationRank

Geofysische stations kunnen onderdeel zijn van een hiërarchisch systeem. De rang is evenredig aan het belang van een station.

StationRankValue

voidable

Restricties van het ruimtelijke objecttype GeophStation

Het vormattribuut moet van het type GM_Point zijn.

4.3.1.7.   Geofysische swath (GeophSwath)

Een geofysische meting die ruimtelijk wordt gerefereerd aan een oppervlak.

Dit type is een subtype van GeophMeasurement.

Attributen van het ruimtelijke objecttype GeophSwath

Attribuut

Definitie

Type

Voidability

swathType

Type geofysische swath.

SwathTypeValue

 

Restricties van het ruimtelijke objecttype GeophSwath

Het vormattribuut moet van het type GM_Surface zijn.

4.3.2.   Codelijsten

4.3.2.1.   Type campagne (CampaignTypeValue)

Een type geofysische campagne.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten de in de onderstaande tabel gespecificeerde waarden en aanvullende waarden die voor elk willekeurig niveau zijn gedefinieerd door gegevensleveranciers.

Waarden voor de codelijst CampaignTypeValue

Waarde

Naam

Definitie

measurement

meting

Campagne voor de acqusitie van gegevens in het veld.

4.3.2.2.   Netwerknaam (NetworkNameValue)

Een naam van een geofysisch netwerk.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten de in de onderstaande tabel gespecificeerde waarden en aanvullende waarden die voor elk willekeurig niveau zijn gedefinieerd door gegevensleveranciers.

Waarden voor de codelijst NetworkNameValue

Waarde

Naam

Definitie

GSN

GSN

Global Seismographic Network

IMS

IMS

IMS Seismological network

INTERMAGNET

INTERMAGNET

International Real-time Magnetic Observatory Network

UEGN

UEGN

Unified European Gravity Network

WDC

WDC

World Data Center

4.3.2.3.   Type platform (PlatformTypeValue)

Een platform waarop de acquisitie van gegevens werd uitgevoerd.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten de in de onderstaande tabel gespecificeerde waarden en aanvullende waarden die voor elk willekeurig niveau zijn gedefinieerd door gegevensleveranciers.

Waarden voor de codelijst PlatformTypeValue

Waarde

Naam

Definitie

ground

grond

Grondgebaseerde meting.

landVehicle

landvoertuig

Meting uitgevoerd vanaf een landvoertuig.

fixedWingAirplane

vaste-vleugel vliegtuig

Meting uitgevoerd vanaf een vliegtuig met een vaste vleugel.

helicopter

helicopter

Meting uitgevoerd vanaf een helicopter.

seafloor

Zeebodem

Zeebodem-gebaseerde meting.

researchVessel

onderzoeksvaartuig

Meting uitgevoerd vanaf een schip.

satellite

satelliet

Meting uitgevoerd vanaf een satelliet.

4.3.2.4.   Type profiel (ProfileTypeValue)

Type geofysisch profiel.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten de in de onderstaande tabel gespecificeerde waarden en aanvullende waarden die voor elk willekeurig niveau zijn gedefinieerd door gegevensleveranciers.

Waarden voor de codelijst ProfileTypeValue

Waarde

Naam

Definitie

boreholeLogging

loggen van boorgat

Geofysische meting langs de as van een boorgat, uitgevoerd met een speciaal registratie-instrument.

multielectrodeDCProfile

multi-elektrode dc profiel

DC weerstand en/of oplaadbaarheid (IP) meting uitgevoerd langs een profiel met een grote verzameling elektrodes. Ook bekend als 2D weerstandstomografie.

seismicLine

seismische lijn

Geofysische meting gebruikt om de akoestische respons op te nemen van seismische bronnen langs een lijn om de seismische eigenschappen in een doorsnede van de aarde te definiëren.

4.3.2.5.   Rang van een station (StationRankValue)

Een rang van een geofysisch station.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten de in de onderstaande tabel gespecificeerde waarden en aanvullende waarden die voor elk willekeurig niveau zijn gedefinieerd door gegevensleveranciers.

Waarden voor de codelijst StationRankValue

Waarde

Naam

Definitie

observatory

observatorium

Permanente monitoringfaciliteit met een continu observatieschema.

secularStation

seculier station

Basisstation om tijdsvariaties op de lange termijn van het geobserveerde fysische veld op te nemen.

1stOrderBase

1ste orde basis

Basisstation met de hoogste precisie, onderhouden door een bepaalde autoriteit. Het wordt gebruikt om relatieve metingen te verbinden met een absoluut netwerk door waarnemende derde partijen.

2ndOrderBase

2e orde basis

Basisstation met een hoge precisie van een kleiner belang, onderhouden door een autoriteit. Het wordt gebruikt om relatieve metingen te verbinden met een absoluut netwerk door waarnemende derde partijen.

4.3.2.6.   Type station (StationTypeValue)

Een type geofysisch station.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten de in de onderstaande tabel gespecificeerde waarden en aanvullende waarden die voor elk willekeurig niveau zijn gedefinieerd door gegevensleveranciers.

Waarden voor de codelijst StationTypeValue

Waarde

Naam

Definitie

gravityStation

zwaartekrachtstation

Geofysisch station om het zwaartekrachtveld waar te nemen.

magneticStation

magnetisch station

Geofysisch station om het magnetisch veld waar te nemen.

seismologicalStation

seismologisch station

Geofysisch station om seismologische gebeurtenissen met sterke beweging (aardbevingen) of omgevingsruis te observeren.

verticalElectricSounding

verticale elektrische peiling

Geofysisch station om via weerstand en/of oplaadbaarheid (IP) ondergrondse veranderingen in diepte te meten met gebruik van 4 elektroden (AMNB) en gelijkstroom. Ook bekend als VES.

magnetotelluricSounding

magnetotelluric sounding

Geofysisch station om ondergrondse veranderingen in elektrische weerstand te meten met gebruik van natuurlijke variaties van het elektromagnetische veld. Ook bekend als MT sounding.

4.3.2.7.   Type onderzoek (SurveyTypeValue)

Een type geofysisch onderzoek of gegevensverzameling.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten de in de onderstaande tabel gespecificeerde waarden en aanvullende waarden die voor elk willekeurig niveau zijn gedefinieerd door gegevensleveranciers.

Waarden voor de codelijst SurveyTypeValue

Waarde

Naam

Definitie

airborneGeophysicalSurvey

geofysisch onderzoek in de lucht

Campagne van geofysische metingen in de lucht.

groundGravitySurvey

onderzoek zwaartekracht op de grond

Campagne van zwaartekrachtmetingen op de grond.

groundMagneticSurvey

magnetisch onderzoek op de grond

Campagne van magnetische metingen op de grond.

3DResistivitySurvey

ondezoek 3D weerstand

Campagne van 3D multi-elektrode DC metingen.

seismologicalSurvey

seismologisch onderzoek

Campagne van seismologische metingen.

4.3.2.8.   Type swath (SwathTypeValue)

Een type geofysische swath.

De toegestane waarden voor deze codelijst omvatten de in de onderstaande tabel gespecificeerde waarden en aanvullende waarden die voor elk willekeurig niveau zijn gedefinieerd door gegevensleveranciers.

Waarden voor de codelijst SwathTypeValue

Waarde

Naam

Definitie

3DSeismics

3d seismisch

Geofysische meting gebruikt om de akoestische respons van seismische bronnen in een gebied op te nemen om de verdeling van 3D seismische eigenschappen in een volume van de aarde te definiëren.

4.4.   Hydrogeologie (Hydrogeology)

4.4.1.   Ruimtelijke objecttypes

Het pakket Hydrogeologie bevat de volgende ruimtelijke objecttypes:

Actieve put

Aquiclude

Aquifer

Aquifersysteem

Aquitard

Grondwaterlichaam

Hydrogeologisch object

Door mensen gemaakt hydrogeologisch object

Natuurlijk hydrogeologisch object