ISSN 1977-0758

doi:10.3000/19770758.L_2013.213.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 213

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

56e jaargang
8 augustus 2013


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 759/2013 van de Commissie van 30 april 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 809/2004 ten aanzien van de openbaarmakingsvereisten voor converteerbare en omwisselbare obligaties ( 1 )

1

 

*

Verordening (EU) nr. 760/2013 van de Commissie van 6 augustus 2013 tot vaststelling van een verbod op de visserij op blauwvintonijn in de Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en in de Middellandse Zee door vaartuigen en tonnara's die de vlag voeren van Portugal of daar geregistreerd zijn

10

 

*

Verordening (EU) nr. 761/2013 van de Commissie van 6 augustus 2013 tot vaststelling van een verbod op de visserij op zandspiering en bijvangsten in de EU-wateren van IIa, IIIa en IV en de EU-wateren van de beheersgebieden voor zandspiering 1, 2, 3, 4 en 6, uitgezonderd de wateren binnen 6 zeemijl van de basislijnen van het Verenigd Koninkrijk bij Shetland, Fair Isle en Foula, voor vaartuigen die de vlag van het Verenigd Koninkrijk voeren

12

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 762/2013 van de Commissie van 7 augustus 2013 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de verlenging van de geldigheidsduur voor de werkzame stoffen chloorpyrifos, chloorpyrifos-methyl, mancozeb, maneb, MCPA, MCPB en metiram ( 1 )

14

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 763/2013 van de Commissie van 7 augustus 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 637/2009 wat betreft de indeling van bepaalde landbouwgewassen teneinde de geschiktheid van rasbenamingen te beoordelen ( 1 )

16

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 764/2013 van de Commissie van 7 augustus 2013 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

18

 

 

RICHTLIJNEN

 

*

Uitvoeringsrichtlijn 2013/45/EU van de Commissie van 7 augustus 2013 tot wijziging van de Richtlijnen 2002/55/EG en 2008/72/EG van de Raad en van Richtlijn 2009/145/EG van de Commissie wat betreft de botanische benaming van tomaten ( 1 )

20

 

 

BESLUITEN

 

 

2013/427/EU

 

*

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 2 augustus 2013 betreffende een financiële bijdrage van de Unie aan het uitvoeren van noodvaccinatie tegen klassieke varkenspest in Letland en Belarus en aan het uitvoeren van surveillancemaatregelen in Letland, Litouwen en Belarus in het kader van de spoedmaatregelen ter bestrijding van deze ziekte (Kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 4980)

22

 

 

 

*

Bericht aan de lezer — Verordening (EU) nr. 216/2013 van de Raad van 7 maart 2013 betreffende de elektronische publicatie van het Publicatieblad van de Europese Unie (zie bladzijde 3 van de omslag)

s3

 

*

Bericht aan de lezer — Wijze van vermelden van de handelingen(zie bladzijde 3 van de omslag)

s3

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

8.8.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 213/1


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 759/2013 VAN DE COMMISSIE

van 30 april 2013

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 809/2004 ten aanzien van de openbaarmakingsvereisten voor converteerbare en omwisselbare obligaties

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (1), en met name artikel 7, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 809/2004 van de Commissie van 29 april 2004 tot uitvoering van Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de in het prospectus te verstrekken informatie, de vormgeving van het prospectus, de opneming van informatie door middel van verwijzing, de publicatie van het prospectus en de verspreiding van advertenties betreft (2), legt voor verschillende soorten effecten vast welke informatie ten minste in een prospectus moet worden opgenomen om te voldoen aan artikel 7, lid 1, van Richtlijn 2003/71/EG.

(2)

Het schema voor het registratiedocument voor aandelen dient niet alleen van toepassing te zijn op aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen verhandelbare effecten, maar ook op andere effecten die via conversie of omwisseling toegang tot het kapitaal van de uitgevende instelling verlenen indien de onderliggende aandelen niet reeds tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten.

(3)

Indien de uitgevende instelling van de onderliggende aandelen tot dezelfde groep behoort als de uitgevende instelling van de converteerbare of omwisselbare obligaties, maar de onderliggende aandelen niet tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, is informatie over de uitgevende instelling niet gemakkelijk beschikbaar voor beleggers. Derhalve moet het schema voor de registratie van aandelen voor op die onderliggende aandelen gelden en moet het worden toegevoegd aan de combinaties die worden gebruikt voor het opstellen van het prospectus.

(4)

Indien effecten met warrant of derivaten het recht inhouden om de aandelen van de uitgevende instelling of de groep te verwerven en die aandelen niet tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, moet de relevante informatie die in het schema voor de verrichtingsnota voor derivaten is opgenomen aan de beleggers worden verstrekt.

(5)

Indien obligaties omwisselbaar zijn of converteerbaar zijn in aandelen die reeds tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, is de informatie over de onderliggende aandelen reeds beschikbaar voor de aandeelhouders en beleggers in het algemeen. Derhalve moet worden verduidelijkt dat het voldoende is een overzicht toe te voegen waarin het soort onderliggende waarde en gegevens zijn opgenomen over waar in de combinaties die gebruikt worden voor het opstellen van de verrichtingsnota van het prospectus informatie over de onderliggende waarde kan worden verkregen.

(6)

Indien obligaties converteerbaar of omwisselbaar zijn in aandelen die worden of zullen worden uitgegeven door de uitgevende instelling van het effect of door een entiteit die tot haar groep behoort en deze onderliggende aandelen niet reeds tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, moet aan de beleggers eveneens een verklaring inzake het werkkapitaal en een overzicht van de kapitalisatie en de schuldenlast van de uitgevende instelling van de onderliggende aandelen worden verstrekt. Met die verklaringen wordt aan beleggers in de verrichtingsnota dezelfde informatie over het vermogen van de uitgevende instelling van de onderliggende aandelen om haar continuïteit te waarborgen en over haar schuldenlast vergeleken met haar kapitalisatie verstrekt als aan rechtstreekse beleggers in aandelen.

(7)

Indien de onderliggende aandelen door een derde worden uitgegeven en niet tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, hebben de beleggers niet gemakkelijk toegang tot een beschrijving van die onderliggende aandelen. Derhalve moet de aanvullende bouwsteen waarin het onderliggende aandeel wordt beschreven worden toegevoegd aan de combinaties die worden gebruikt voor het opstellen van de verrichtingsnota van het prospectus.

(8)

Om redenen van rechtszekerheid is het noodzakelijk in de tabel van bijlage XVIII bij Verordening (EG) nr. 809/2004 de wijze te verduidelijken waarop bij het opstellen van een prospectus schema’s en bouwstenen moeten worden gecombineerd, daaronder begrepen indien slechts enkele informatierubrieken van schema’s en bouwstenen vereist zijn, indien in bepaalde gevallen wegens specifieke combinaties van schema’s en bouwstenen sommige informatierubrieken mogelijk niet van toepassing zijn en indien de uitgevende instelling, aanbieder of persoon die om toelating tot de handel op een gereglementeerde markt vraagt kan kiezen tussen verschillende schema’s en bouwstenen overeenkomstig specifieke drempels, zoals de minimumdenominatie van obligaties, of de voorwaarden die zijn opgenomen in Verordening (EG) nr. 809/2004.

(9)

Met het oog op de consistentie van de terminologie in de Engelse versie van Verordening (EG) nr. 809/2004 moet „bonds” door „debt securities” worden vervangen.

(10)

De toepassing van de pro forma financiële informatiebouwblok van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 809/2004 is afhankelijk van een brutowijziging van betekenis van de grootte van de uitgevende instelling; derhalve moeten de woorden „(indien van toepassing)” worden toegevoegd aan de titel van de kolom „BOUWSTENEN” die van toepassing is op het registratiedocument in bijlage XVIII bij die verordening teneinde de voorwaardelijke toepasselijkheid van bijlage II bij die verordening tot uitdrukking te brengen.

(11)

Converteerbare of omwisselbare obligaties kunnen toegang verlenen tot nieuwe aandelen van de uitgevende instelling wanneer de rechten waarvoor kan worden ingeschreven door de houders ervan worden uitgeoefend. Dienovereenkomstig moet voor uitgiften van rechten van obligaties die converteerbaar of omwisselbaar zijn in nieuwe aandelen van de uitgevende instelling eveneens de evenredige openbaarmakingsregeling van artikel 26 bis van Verordening (EG) nr. 809/2004 gelden mits de onderliggende aandelen nieuwe aandelen zijn die zijn uitgegeven door de entiteit die de obligaties uitgeeft. Voor het prospectus voor de aanbieding of de toelating tot de handel op een gereglementeerde markt van obligaties die converteerbaar of omwisselbaar zijn in aandelen van de uitgevende instelling die door kleine en middelgrote ondernemingen en ondernemingen met beperkte marktkapitalisatie worden uitgegeven, moet eveneens de evenredige openbaarmakingsregeling van artikel 26 ter van Verordening (EG) nr. 809/2004 gelden. Dienovereenkomstig moet de combinatie van schema’s en bouwstenen die van toepassing is op uitgiften van rechten van obligaties die converteerbaar of omwisselbaar zijn in aandelen van de uitgevende instelling of op converteerbare of omwisselbare obligaties die door kleine en middelgrote ondernemingen en ondernemingen met beperkte marktkapitalisatie worden uitgegeven in bijlage XVIII worden opgenomen.

(12)

Gelet op de noodzaak uitgevende instellingen een overgangsperiode te laten om zich aan de nieuwe, bij deze verordening ingevoerde voorschriften aan te passen, moet deze verordening slechts van toepassing zijn op prospectussen en basisprospectussen die op of na de datum van inwerkingtreding van deze verordening door een bevoegde autoriteit zijn goedgekeurd.

(13)

Verordening (EG) nr. 809/2004 moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 809/2004

Verordening (EG) nr. 809/2004 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 6 wordt het volgende lid 3 toegevoegd:

„3.   Indien aandelen met warrant het recht inhouden om de aandelen van de uitgevende instelling te verwerven en die aandelen niet tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, wordt eveneens de informatie vereist bij het schema van bijlage XII met uitzondering van rubriek 4.2.2 verstrekt.”.

2)

In artikel 8 worden de volgende leden 3, 4 en 5 toegevoegd:

„3.   Indien obligaties omwisselbaar of converteerbaar zijn in aandelen die reeds tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, wordt de bij rubriek 4.2.2 van het schema van bijlage XII vereiste informatie eveneens verstrekt.

4.   Indien obligaties converteerbaar of inwisselbaar zijn in aandelen die worden of zullen worden uitgegeven door de uitgevende instelling van de obligatie of door een entiteit die tot haar groep behoort en deze onderliggende aandelen niet reeds tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, wordt eveneens informatie verstrekt over de uitgevende instelling van de onderliggende aandelen overeenkomstig de rubrieken 3.1 en 3.2 van het schema van bijlage III of, naargelang van het geval, van het evenredige schema van bijlage XXIV.

5.   Indien obligaties met warrant het recht inhouden om de aandelen van de uitgevende instelling te verwerven en die aandelen niet tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, wordt eveneens de informatie vereist bij het schema van bijlage XII met uitzondering van rubriek 4.2.2 verstrekt.”.

3)

Artikel 15, lid 2, wordt vervangen door:

„2.   Het schema is van toepassing op effecten die niet binnen het toepassingsgebied van de in de artikelen 6, 8 en 16 bedoelde andere schema’s voor verrichtingsnota’s vallen, met uitzondering van de gevallen als vermeld in artikel 6, lid 3, artikel 8, leden 3 en 5, en artikel 16, leden 3 en 5. Het schema is van toepassing op bepaalde effecten waarvoor de verplichting tot betaling en/of levering afhankelijk is van een onderliggende waarde.”.

4)

Aan artikel 16 worden de volgende leden 3, 4 en 5 toegevoegd:

„3.   Indien obligaties omwisselbaar of converteerbaar zijn in aandelen die reeds tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, wordt de bij rubriek 4.2.2 van het schema van bijlage XII vereiste informatie eveneens verstrekt.

4.   Indien obligaties converteerbaar of omwisselbaar zijn in aandelen die worden of zullen worden uitgegeven door de uitgevende instelling van de obligatie of door een entiteit die tot haar groep behoort en deze onderliggende aandelen niet reeds tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, wordt eveneens informatie verstrekt over de uitgevende instelling van de onderliggende aandelen overeenkomstig de rubrieken 3.1 en 3.2 van het schema van bijlage III of, naargelang van het geval, van het evenredige schema van bijlage XXIV.

5.   Indien obligaties met warrant het recht inhouden om de aandelen van de uitgevende instelling te verwerven en die aandelen niet tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, wordt eveneens de informatie vereist bij het schema van bijlage XII met uitzondering van rubriek 4.2.2 verstrekt.”.

5)

In artikel 17, lid 2, wordt punt 2 vervangen door:

„2.

mits deze aandelen of andere met aandelen gelijk te stellen verhandelbare effecten zijn of zullen worden uitgegeven door de instelling die het effect uitgeeft, door een entiteit die tot de groep van deze uitgevende instelling behoort of door een derde en op het tijdstip van de goedkeuring van het op de effecten betrekking hebbende prospectus nog niet op een gereglementeerde of gelijkwaardige markt buiten de Unie worden verhandeld, en mits de onderliggende aandelen of andere met aandelen gelijk te stellen verhandelbare effecten kunnen worden geleverd met materiële afwikkeling.”.

6)

De titel van bijlage XIV wordt vervangen door:

Aanvullende bouwsteen voor het onderliggende aandeel”.

7)

Bijlage XVIII wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Overgangsbepaling

1.   Deze verordening is niet van toepassing op de goedkeuring van een aanvulling op een prospectus of basisprospectus indien het prospectus of basisprospectus vóór de in artikel 3 bedoelde datum is goedgekeurd.

2.   Wanneer de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst overeenkomstig artikel 18 van Richtlijn 2003/71/EG de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst in kennis stelt van een certificaat van goedkeuring met betrekking tot een vóór de in artikel 3 bedoelde datum goedgekeurd prospectus of basisprospectus, vermeldt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst in het certificaat duidelijk en uitdrukkelijk dat het prospectus of het basisprospectus vóór de in artikel 3 bedoelde datum is goedgekeurd.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 april 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 345 van 31.12.2003, blz. 64.

(2)  PB L 149 van 30.4.2004, blz. 1.


BIJLAGE

„BIJLAGE XVIII

DEEL I

Tabel van de combinaties van schema’s en bouwstenen

Nr.

BIJLAGE XVIII

Deel I

REGISTRATIEDOCUMENT

SCHEMA’S

BOUWSTENEN

SCHEMA’S

TYPE EFFECT

Aandelen

Obligaties en derivaten

(< 100 000 EUR)

Obligaties en derivaten

(> of = 100 000 EUR)

Door activa gedekte waardepap.

Banc. obligaties en derivaten

Pro forma informatie

(indien van toepassing)

Instellingen voor collectieve belegging van het „closed-end”- type

Staten en hun regionale en plaatselijke overheden

Openbare internationale instellingen (Obligaties met garantie van een lidstaat van de OESO)

1

Aandelen (preferente aandelen, aflosbare aandelen, aandelen met voorkeurrechten enz.)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2

Obligaties (gewone obligaties, inkomsten-obligaties, gestructureerde obligaties enz.) met een nominale waarde per eenheid van minder dan 100 000 EUR

 

OF

 

 

OF

 

 

 

 

3

Obligaties (gewone obligaties, inkomsten-obligaties, gestructureerde obligaties enz.) met een nominale waarde per eenheid van ten minste 100 000 EUR

 

 

OF

 

OF

 

 

 

 

4

Obligaties met garantie van een derde

 

OF

OF

 

OF

 

 

 

 

5

Derivaten met garantie van een derde

 

OF

OF

 

OF

 

 

 

 

6

Door activa gedekte waardepapieren

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7

Obligaties die omwisselbaar of converteerbaar zijn in aandelen van derden, aandelen van de uitgevende instelling of groepsaandelen die tot een gereglementeerde markt zijn toegelaten

 

OF

OF

 

OF

 

 

 

 

8

Obligaties die omwisselbaar of converteerbaar zijn in aandelen van derden die niet tot een gereglementeerde markt zijn toegelaten

Uitgevende instelling van omwisselbare of converteerbare obligaties

 

OF

OF

 

OF

 

 

 

 

Uitgevende instelling van (onderliggende) aandelen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9

Obligaties die omwisselbaar of converteerbaar zijn in aandelen van de uitgevende instelling welke niet tot een gereglementeerde markt zijn toegelaten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

10

Obligaties die omwisselbaar of converteerbaar zijn in groepsaandelen welke niet tot een gereglementeerde markt zijn toegelaten

Uitgevende instelling van omwisselbare of converteerbare obligaties

 

OF

OF

 

OF

 

 

 

 

Uitgevende instelling van (onderliggende) aandelen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

11

Obligaties met warrants voor het verwerven van aandelen van de uitgevende instelling welke niet tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

12

Aandelen met warrants voor het verwerven van aandelen van de uitgevende instelling welke niet tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

13

Derivaten die recht geven op de inschrijving op of verwerving van aandelen van de uitgevende instelling welke niet tot een gereglementeerde markt zijn toegelaten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

14

Derivaten die recht geven op de verwerving van niet tot een gereglementeerde markt toegelaten groepsaandelen

 

OF

OF

 

OF

 

 

 

 

15

Derivaten die recht geven op de inschrijving op of verwerving van aandelen van de uitgevende instelling of groepsaandelen die tot een gereglementeerde markt zijn toegelaten en derivaten die gekoppeld zijn aan een andere onderliggende waarde dan aandelen van de uitgevende instelling of groepsaandelen die niet tot een gereglementeerde markt zijn toegelaten (met inbegrip van derivaten die recht geven op een afwikkeling in contanten)

 

OF

OF

 

OF

 

 

 

 


Nr.

BIJLAGE XVIII

Deel I

VERRICHTINGSNOTA

SCHEMA’S

AANVULLENDE BOUWSTENEN

TYPE EFFECT

Aandelen

Obligaties

(< 100 000 EUR)

Obligaties

(> of = 100 000 EUR)

Derivaten

Garanties

Door activa gedekte waardepapieren

Onderliggend aandeel

1

Aandelen (preferente aandelen, aflosbare aandelen, aandelen met voorkeurrechten enz.)

 

 

 

 

 

 

 

2

Obligaties (gewone obligaties, inkomsten-obligaties, gestructureerde obligaties enz.) met een nominale waarde per eenheid van minder dan 100 000 EUR

 

 

 

 

 

 

 

3

Obligaties (gewone obligaties, inkomsten-obligaties, gestructureerde obligaties enz.) met een nominale waarde per eenheid van ten minste 100 000 EUR

 

 

 

 

 

 

 

4

Obligaties met garantie van een derde

 

OF

OF

 

 

 

 

5

Derivaten met garantie van een derde

 

 

 

 

 

 

 

6

Door activa gedekte waardepapieren

 

OF

OF

 

 

 

 

7

Obligaties die omwisselbaar of converteerbaar zijn in aandelen van derden, aandelen van de uitgevende instelling of groepsaandelen die tot een gereglementeerde markt zijn toegelaten

 

OF

OF

en alle en rubriek 4.2.2

 

 

 

8

Obligaties die omwisselbaar of converteerbaar zijn in aandelen van derden die niet tot een gereglementeerde markt zijn toegelaten

Omwisselbare of converteerbare obligaties

 

OF

OF

 

 

 

 

(Onderliggende) aandelen

 

 

 

 

 

 

en met uitzondering van rubriek 2

9

Obligaties die omwisselbaar of converteerbaar zijn in aandelen van de uitgevende instelling welke niet tot een gereglementeerde markt zijn toegelaten

en alleen rubrieken 3.1 en 3.2

OF

OF

 

 

 

 

10

Obligaties die omwisselbaar of converteerbaar zijn in groepsaandelen welke niet tot een gereglementeerde markt zijn toegelaten

Omwisselbare of converteerbare obligaties

 

OF

OF

 

 

 

 

(Onderliggende) aandelen

en alleen rubrieken 3.1 en 3.2

 

 

 

 

 

 

11

Obligaties met warrants voor het verwerven van aandelen van de uitgevende instelling welke niet tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten

 

OF

OF

En met uitzondering van rubriek 4.2.2

 

 

 

12

Aandelen met warrants voor het verwerven van aandelen van de uitgevende instelling welke niet tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten

 

 

 

en met uitzondering van rubriek 4.2.2

 

 

 

13

Derivaten die recht geven op de inschrijving op of verwerving van aandelen van de uitgevende instelling welke niet tot een gereglementeerde markt zijn toegelaten

 

 

 

en met uitzondering van rubriek 4.2.2

 

 

 

14

Derivaten die recht geven op de verwerving van niet tot een gereglementeerde markt toegelaten groepsaandelen

 

 

 

en met uitzondering van rubriek 4.2.2

 

 

 

15

Derivaten die recht geven op de inschrijving op of verwerving van aandelen van de uitgevende instelling of groepsaandelen die tot een gereglementeerde markt zijn toegelaten en derivaten die gekoppeld zijn aan een andere onderliggende waarde dan aandelen van de uitgevende instelling of groepsaandelen die niet tot een gereglementeerde markt zijn toegelaten (met inbegrip van derivaten die recht geven op een afwikkeling in contanten)

 

 

 

 

 

 

 

DEEL II

Tabel van combinaties betreffende uitgiften van rechten van obligaties die converteerbaar of omwisselbaar zijn in aandelen en obligaties van de uitgevende instelling welke converteerbaar of omwisselbaar zijn in aandelen van de uitgevende instelling indien dergelijke uitgiften van rechten en obligaties uitgaan van kleine en middelgrote ondernemingen („kmo’s”) of ondernemingen met beperkte marktkapitalisatie(„smallcaps”) (evenredige informatieregeling)

De uitgevers mogen evenwel besluiten het prospectus overeenkomstig de volledige informatieregeling op te stellen.

Nr.

BIJLAGE XVIII

Deel II: EIR

REGISTRATIEDOCUMENT

SCHEMA’S

BOUWSTENEN

SCHEMA’S

TYPE EFFECT

Aandelen

Obligaties en derivaten

(< 100 000 EUR)

Obligaties en derivaten

(> of = 100 000 EUR)

Door activa gedekte waardepap.

Banc. obligaties en derivaten

Pro forma informatie

(indien van toepassing)

Instellingen voor collectieve belegging van het closed-end type

Staten en hun regionale en plaatselijke overheden

Openbare internationale instellingen (Obligaties met garantie van een lidstaat van de OESO)

1

Uitgiften van rechten van obligaties die converteerbaar of omwisselbaar zijn in aandelen van de uitgevende instelling, wanneer de uitgevende instelling aandelen van dezelfde klasse heeft die reeds tot een gereglementeerde markt of MTF zijn toegelaten, als de voorwaarden in artikel 26 bis, lid 2, zijn vervuld.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2

Obligaties van kmo’s en smallcaps die omwisselbaar of converteerbaar zijn in aandelen van derden of aandelen van de uitgevende instelling of groepsaandelen die tot een gereglementeerde markt zijn toegelaten

 

OF

OF

 

OF

 

 

 

 

3

Obligaties van kmo’s en smallcaps die omwisselbaar of converteerbaar zijn in aandelen van derden die niet tot een gereglementeerde markt zijn toegelaten

Omwisselbare of converteerbare obligaties

 

OF

OF

 

OF

 

 

 

 

(Onderliggende) aandelen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4

Obligaties van kmo’s en smallcaps die omwisselbaar of converteerbaar zijn in aandelen van de uitgevende instelling die niet tot een gereglementeerde markt zijn toegelaten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5

Obligaties van kmo’s en smallcaps die omwisselbaar of converteerbaar zijn in groepsaandelen die niet tot een gereglementeerde markt zijn toegelaten

Omwisselbare of converteerbare obligaties

 

OF

OF

 

OF

 

 

 

 

(Onderliggende) aandelen

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Nr.

BIJLAGE XVIII

Deel II: EIR

VERRICHTINGSNOTA

SCHEMA’S

AANVULLENDE BOUWSTENEN

TYPE EFFECT

Aandelen

Obl.

(< 100 000 EUR)

Obl.

(> of = 100 000 EUR)

Derivaten

Garanties

Door activa gedekte waardepapieren

Onderliggend aandeel

1

Uitgiften van rechten van obligaties die omwisselbaar of converteerbaar zijn in aandelen van de uitgevende instelling, wanneer de uitgevende instelling aandelen van dezelfde klasse heeft die reeds tot een gereglementeerde markt of MTF zijn toegelaten, als de voorwaarden in artikel 26 bis, lid 2, zijn vervuld.

en alleen rubrieken 3.1 en 3.2

OF

OF

 

 

 

en met uitzondering van rubriek 2

2

Obligaties van kmo’s en smallcaps die omwisselbaar of converteerbaar zijn in aandelen van derden of aandelen van de uitgevende instelling of groepsaandelen die tot een gereglementeerde markt zijn toegelaten

 

OF

OF

en alleen rubriek 4.2.2

 

 

 

3

Obligaties van kmo’s en smallcaps die omwisselbaar of converteerbaar zijn in aandelen van derden die niet tot een gereglementeerde markt zijn toegelaten

Omwisselbare of converteerbare obligaties

 

OF

OF

 

 

 

 

Onderliggende aandelen

 

 

 

 

 

 

en met uitzondering van rubriek 2

4

Obligaties van kmo’s en smallcaps die omwisselbaar of converteerbaar zijn in aandelen van de uitgevende instelling die niet tot een gereglementeerde markt zijn toegelaten

en alleen rubrieken 3.1 en 3.2

OF

OF

 

 

 

 

5

Obligaties van kmo’s en smallcaps die omwisselbaar of converteerbaar zijn in groepsaandelen die niet tot een gereglementeerde markt zijn toegelaten

Obligaties

 

OF

OF

 

 

 

 

(Onderliggende) aandelen

en alleen rubrieken 3.1 en 3.2”

 

 

 

 

 

 


8.8.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 213/10


VERORDENING (EU) Nr. 760/2013 VAN DE COMMISSIE

van 6 augustus 2013

tot vaststelling van een verbod op de visserij op blauwvintonijn in de Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en in de Middellandse Zee door vaartuigen en tonnara's die de vlag voeren van Portugal of daar geregistreerd zijn

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), en met name artikel 36, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) nr. 40/2013 van de Raad van 21 januari 2013 tot vaststelling, voor 2013, van de vangstmogelijkheden in de EU-wateren en, voor EU-vaartuigen, in bepaalde niet-EU-wateren, voor sommige visbestanden en groepen visbestanden waarvoor internationale onderhandelingen worden gevoerd of internationale overeenkomsten gelden (2) zijn quota voor 2013 vastgesteld.

(2)

Uit door de Commissie ontvangen informatie blijkt dat, gezien de vangsten van het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen en tonnara’s die de vlag van de in die bijlage vermelde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, het betrokken, voor 2013 toegewezen quotum is opgebruikt.

(3)

Daarom moet de visserij op dat bestand worden verboden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het opgebruiken van het quotum

Het quotum dat voor 2013 aan de in de bijlage bij deze verordening genoemde lidstaat is toegewezen voor de visserij op het in die bijlage vermelde bestand, wordt met ingang van de in die bijlage opgenomen datum als opgebruikt beschouwd.

Artikel 2

Verbodsbepalingen

De visserij op het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen of tonnara’s die de vlag van de in die bijlage genoemde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, is verboden met ingang van de in die bijlage opgenomen datum. Na die datum is het ook verboden om vis uit dit bestand die door deze vaartuigen of tonnara’s is gevangen, aan boord te hebben, te verplaatsen, te kooien voor afmesting of voor de viskweek, te oogsten, op een ander voertuig of vaartuig over te laden of aan te landen.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 augustus 2013.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Lowri EVANS

Directeur-generaal Maritieme Zaken en Visserij


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.

(2)  PB L 23 van 25.1.2013, blz. 54.


BIJLAGE

Nr.

16/TQ40

Lidstaat

Portugal

Bestand

BFT/AE45WM

Soort

Blauwvintonijn (Thunnus thynnus)

Gebied

Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en Middellandse Zee

Datum

4.7.2013


8.8.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 213/12


VERORDENING (EU) Nr. 761/2013 VAN DE COMMISSIE

van 6 augustus 2013

tot vaststelling van een verbod op de visserij op zandspiering en bijvangsten in de EU-wateren van IIa, IIIa en IV en de EU-wateren van de beheersgebieden voor zandspiering 1, 2, 3, 4 en 6, uitgezonderd de wateren binnen 6 zeemijl van de basislijnen van het Verenigd Koninkrijk bij Shetland, Fair Isle en Foula, voor vaartuigen die de vlag van het Verenigd Koninkrijk voeren

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), en met name artikel 36, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) nr. 40/2013 van de Raad van 21 januari 2013 tot vaststelling, voor 2013, van de vangstmogelijkheden in de EU-wateren en, voor EU-vaartuigen, in bepaalde niet-EU-wateren, voor sommige visbestanden en groepen visbestanden waarvoor internationale onderhandelingen worden gevoerd of internationale overeenkomsten gelden (2) zijn quota voor 2013 vastgesteld.

(2)

Uit door de Commissie ontvangen informatie blijkt dat, gezien de vangsten van het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage vermelde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, het betrokken, voor 2013 toegewezen quotum is opgebruikt.

(3)

Daarom moet de visserij op dat bestand worden verboden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het opgebruiken van het quotum

Het quotum dat voor 2013 aan de in de bijlage bij deze verordening genoemde lidstaat is toegewezen voor de visserij op het in die bijlage vermelde bestand, wordt met ingang van de in die bijlage opgenomen datum als opgebruikt beschouwd.

Artikel 2

Verbodsbepalingen

De visserij op het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage genoemde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, is verboden met ingang van de in die bijlage opgenomen datum. Na die datum is het ook verboden om vis uit dit bestand die door deze vaartuigen is gevangen, aan boord te hebben, te verplaatsen, over te laden of aan te landen.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 augustus 2013.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Lowri EVANS

Directeur-generaal Maritieme Zaken en Visserij


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.

(2)  PB L 23 van 25.1.2013, blz. 54.


BIJLAGE

Nr.

17/TQ40

Lidstaat

Verenigd Koninkrijk

Bestand

SAN/2A3A4. en beheersgebieden SAN/123_1, _2, _3, _4, _6

Soort

Zandspiering en bijvangsten (Ammodytes spp.)

Gebied

EU-wateren van IIa, IIIa en IV en EU-wateren van de beheersgebieden voor zandspiering 1, 2, 3, 4 en 6 (uitgezonderd de wateren binnen 6 zeemijl van de basislijnen van het Verenigd Koninkrijk bij Shetland, Fair Isle en Foula)

Datum

4.7.2013


8.8.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 213/14


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 762/2013 VAN DE COMMISSIE

van 7 augustus 2013

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de verlenging van de geldigheidsduur voor de werkzame stoffen chloorpyrifos, chloorpyrifos-methyl, mancozeb, maneb, MCPA, MCPB en metiram

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 17, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (2) bevat de werkzame stoffen die geacht worden krachtens Verordening (EG) nr. 1107/2009 te zijn goedgekeurd.

(2)

De goedkeuring van de werkzame stoffen chloorpyrifos, chloorpyrifos-methyl, mancozeb, maneb, MCPA, MCPB en metiram verstrijkt tussen 30 april 2016 en 30 juni 2016. Er zijn aanvragen ingediend voor de verlenging van de goedkeuring van deze werkzame stoffen. Aangezien de voorschriften van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 van de Commissie van 18 september 2012 tot vaststelling van de nodige bepalingen voor de uitvoering van de verlengingsprocedure voor werkzame stoffen, als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (3) van toepassing zijn op die werkzame stoffen, moet de aanvragers voldoende tijd worden geboden om de verlengingsprocedure overeenkomstig die verordening af te ronden. Daardoor zal de goedkeuring van die werkzame stoffen waarschijnlijk verstrijken voordat een besluit over de verlenging ervan is genomen. Daarom moet de geldigheidsduur voor die stoffen worden verlengd.

(3)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

Gezien het doel van artikel 17, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 zal de Commissie in gevallen waarin geen aanvullend dossier overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 wordt ingediend uiterlijk 30 maanden vóór de respectieve vervaldatum, als vastgesteld in de bijlage bij deze verordening, de vervaldatum vaststellen op dezelfde datum als vóór deze verordening of op de vroegste datum daarna.

(5)

Gezien het doel van artikel 17, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 zal de Commissie in gevallen waarin zij bij verordening bepaalt dat de goedkeuring van een in de bijlage bij deze verordening genoemde werkzame stof niet wordt verlengd omdat niet aan de criteria voor goedkeuring wordt voldaan, de vervaldatum vaststellen op dezelfde datum als vóór deze verordening of, indien dat later is, op de datum van inwerkingtreding van de verordening waarbij wordt bepaald dat de goedkeuring van de werkzame stof niet wordt verlengd.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 augustus 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

(2)  PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1.

(3)  PB L 252 van 19.9.2012, blz. 26.


BIJLAGE

Deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt als volgt gewijzigd:

1.

in de zesde kolom, geldigheidsduur, van rij 107, MCPA, wordt de datum 30 april 2016 vervangen door 31 oktober 2017;

2.

in de zesde kolom, geldigheidsduur, van rij 108, MCPB, wordt de datum 30 april 2016 vervangen door 31 oktober 2017;

3.

in de zesde kolom, geldigheidsduur, van rij 111, chloorpyrifos, wordt de datum 30 juni 2016 vervangen door 31 januari 2018;

4.

in de zesde kolom, geldigheidsduur, van rij 112, chloorpyrifos-methyl, wordt de datum 30 juni 2016 vervangen door 31 januari 2018;

5.

in de zesde kolom, geldigheidsduur, van rij 113, maneb, wordt de datum 30 juni 2016 vervangen door 31 januari 2018;

6.

in de zesde kolom, geldigheidsduur, van rij 114, mancozeb, wordt de datum 30 juni 2016 vervangen door 31 januari 2018;

7.

in de zesde kolom, geldigheidsduur, van rij 115, metiram, wordt de datum 30 juni 2016 vervangen door 31 januari 2018.


8.8.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 213/16


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 763/2013 VAN DE COMMISSIE

van 7 augustus 2013

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 637/2009 wat betreft de indeling van bepaalde landbouwgewassen teneinde de geschiktheid van rasbenamingen te beoordelen

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2002/53/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst van landbouwgewassen (1), en met name artikel 9, lid 6,

Gezien Richtlijn 2002/55/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van groentezaad (2), en met name artikel 9, lid 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Voor bepaalde gewassen moeten de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 637/2009 van de Commissie van 22 juli 2009 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen betreffende de geschiktheid van rasbenamingen voor landbouw- en groentegewassen (3) vermelde categorieën worden gewijzigd om rekening te houden met wijzigingen in de internationale botanische classificatie. Die wijzigingen werden in november 2012 reeds door het Communautair Bureau voor plantenrassen opgenomen in de „Guidelines with explanatory notes on Article 63 of Council Regulation (EC) No 2100/94 of 27 July 1994 on Community Plant Variety Rights”.

(2)

Verordening (EG) nr. 637/2009 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 637/2009 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 augustus 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 193 van 20.7.2002, blz. 1.

(2)  PB L 193 van 20.7.2002, blz. 33.

(3)  PB L 191 van 23.7.2009, blz. 10.


BIJLAGE

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 637/2009 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In tabel 1 (Categorieën binnen één geslacht) worden de rijen die betrekking hebben op de categorieën 4.1 en 4.2 vervangen door:

Categorieën

Wetenschappelijke namen

„Categorie 4.1

Solanum tuberosum

Categorie 4.2

Solanum lycopersicum, onderstammen van tomaat en interspecifieke hybriden

Categorie 4.3

Solanum melongena

Categorie 4.4

Solanum met uitzondering van de categorieën 4.1, 4.2, 4.3”.

2)

In tabel 2 (Categorieën die meer dan één geslacht omvatten) worden de rijen die betrekking hebben op de categorieën 201 en 203 vervangen door:

Categorieën

Wetenschappelijke namen

„Categorie 201

Secale, Triticum, xTriticosecale

Categorie 203 (*)

Agrostis, Dactylis, Festuca, xFestulolium, Lolium, Phalaris, Phleum en Poa”.


8.8.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 213/18


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 764/2013 VAN DE COMMISSIE

van 7 augustus 2013

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 augustus 2013.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0709 93 10

TR

140,7

ZZ

140,7

0805 50 10

AR

87,9

BO

85,6

CL

99,9

TR

71,0

UY

86,0

ZA

100,0

ZZ

88,4

0806 10 10

EG

190,1

MA

180,7

TR

160,6

ZZ

177,1

0808 10 80

AR

155,3

BR

97,9

CL

126,0

CN

88,2

NZ

127,7

US

144,3

ZA

104,6

ZZ

120,6

0808 30 90

AR

134,7

CL

161,4

NZ

194,4

TR

153,4

ZA

108,5

ZZ

150,5

0809 29 00

TR

369,1

ZZ

369,1

0809 30

TR

146,0

ZZ

146,0

0809 40 05

BA

44,4

MK

61,9

TR

92,3

XS

57,7

ZZ

64,1


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


RICHTLIJNEN

8.8.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 213/20


UITVOERINGSRICHTLIJN 2013/45/EU VAN DE COMMISSIE

van 7 augustus 2013

tot wijziging van de Richtlijnen 2002/55/EG en 2008/72/EG van de Raad en van Richtlijn 2009/145/EG van de Commissie wat betreft de botanische benaming van tomaten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2002/55/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van groentezaad (1), en met name artikel 2, lid 2, artikel 44, lid 2, artikel 45 en artikel 48, lid 1, onder b),

Gezien Richtlijn 2008/72/EG van de Raad van 15 juli 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van zaad (2), en met name artikel 1, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In het licht van de ontwikkeling van de wetenschappelijke kennis is de Internationale Code voor de botanische nomenclatuur (ICBN) herzien, met name ten aanzien van de botanische benaming van tomaten.

(2)

Om rekening te houden met die ontwikkeling moeten de Richtlijnen 2002/55/EG en 2008/72/EG van de Raad en Richtlijn 2009/145/EG van de Commissie van 26 november 2009 tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor de toelating van landrassen en rassen van groenten die van oudsher op bepaalde plaatsen en in bepaalde gebieden worden gekweekt en die door genetische erosie worden bedreigd, en van groenterassen die geen intrinsieke waarde hebben voor de commerciële productie van gewassen maar die ontwikkeld zijn voor teelt onder bijzondere omstandigheden, en voor het in de handel brengen van zaaizaad van die landrassen en rassen (3), dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(3)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Richtlijn 2002/55/EG

Richtlijn 2002/55/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 2, lid 1, onder b), worden de woorden „Lycopersicon esculentum Mill.” vervangen door de woorden „Solanum lycopersicum L.”.

2)

In bijlage II, punt 3, onder a), worden in de tabel de woorden „Lycopersicon esculentum” vervangen door de woorden „Solanum lycopersicum L.”.

3)

In bijlage III, punt 2, worden in de tabel de woorden „Lycopersicon esculentum” vervangen door de woorden „Solanum lycopersicum L.”.

Artikel 2

Wijziging van Richtlijn 2008/72/EG

In bijlage II bij Richtlijn 2008/72/EG worden in de tabel de woorden „Lycopersicon esculentum Mill.” vervangen door de woorden „Solanum lycopersicum L.”.

Artikel 3

Wijziging van Richtlijn 2009/145/EG

Richtlijn 2009/145/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

In bijlage I worden in de tabel de woorden „Lycopersicon esculentum Mill.” vervangen door de woorden „Solanum lycopersicum L.”.

2)

In bijlage II worden in de tabel de woorden „Lycopersicon esculentum Mill.” vervangen door de woorden „Solanum lycopersicum L.”.

Artikel 4

Omzetting

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 maart 2014 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 5

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 6

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 7 augustus 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 193 van 20.7.2002, blz. 33.

(2)  PB L 205 van 1.8.2008, blz. 28.

(3)  PB L 312 van 27.11.2009, blz. 44.


BESLUITEN

8.8.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 213/22


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 2 augustus 2013

betreffende een financiële bijdrage van de Unie aan het uitvoeren van noodvaccinatie tegen klassieke varkenspest in Letland en Belarus en aan het uitvoeren van surveillancemaatregelen in Letland, Litouwen en Belarus in het kader van de spoedmaatregelen ter bestrijding van deze ziekte

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 4980)

(Slechts de teksten in de Letse en de Litouwse taal zijn authentiek)

(2013/427/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Beschikking 2009/470/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (1), en met name artikel 3, leden 3 en 6, en artikel 8,

Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (2), en met name artikel 84,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Aangezien het goedgekeurde Uitvoeringsbesluit 2013/90/EU van de Commissie (3) een voldoende gedetailleerd kader vormt in de zin van artikel 94 van de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (4), vormt dit besluit een financieringsbesluit voor de dekking van de uitgaven waarin het werkprogramma voor subsidies voorziet.

(2)

Klassieke varkenspest is een besmettelijke virale ziekte bij als landbouwhuisdier gehouden varkens en wilde varkens die het handelsverkeer in de Unie en de uitvoer naar derde landen verstoort.

(3)

Bij een uitbraak van klassieke varkenspest bestaat het risico dat de ziekteverwekker naar andere varkenshouderijen in die lidstaat of via de handel in levende varkens, producten daarvan, sperma, eicellen en embryo’s naar andere lidstaten en naar derde landen wordt verspreid.

(4)

Richtlijn 2001/89/EG van de Raad van 23 oktober 2001 betreffende maatregelen van de Gemeenschap ter bestrijding van klassieke varkenspest (5) voorziet in maatregelen die bij een uitbraak van de ziekte moeten worden toegepast om verdere verspreiding van het virus te voorkomen.

(5)

Wanneer de aanwezigheid van het virus van klassieke varkenspest bij wilde varkens wordt bevestigd en wanneer uit de epizoötiologische gegevens blijkt dat de ziekte zich dreigt te verspreiden, is orale vaccinatie van wilde varkens in het besmette gebied de meest effectieve en efficiënte maatregel om de verspreiding van de ziekte tegen te gaan.

(6)

Op 20 november 2012 heeft Letland twee primaire haarden van klassieke varkenspest bij wilde varkens gemeld in de provincies Dagda en Zilupe, zeer dicht bij de grens met Belarus en Rusland.

(7)

In verband met die uitbraken heeft Letland een programma voor toezicht op klassieke varkenspest bij wilde varkens en vervolgens bij als landbouwhuisdier gehouden varkens ingevoerd in kleine landbouwbedrijven in de gebieden rond de primaire haarden om het besmette gebied te kunnen bepalen.

(8)

Bij Uitvoeringsbesluit 2013/90/EU is het door Letland ingediende plan voor de uitroeiing van klassieke varkenspest en de noodvaccinatie van wilde varkens goedgekeurd wanneer de milieuomstandigheden in de betrokken gebieden dit toelaten overeenkomstig artikel 16, lid 1, en artikel 20, lid 2, vierde alinea, van Richtlijn 2001/89/EG.

(9)

Overeenkomstig de Letse wetgeving wordt de uitbraak van klassieke varkenspest als een noodsituatie beschouwd en met de instemming van de ministerraad werd de urgentieprocedure voor de aanschaf van het vaccin zonder openbare aanbesteding toegepast om de beschikbaarheid van het vaccin voor de voorjaarscampagne van 2013 te garanderen.

(10)

Vanwege de nabijheid van het besmette gebied tot Belarus kan niet worden uitgesloten dat besmette wilde varkens de grens tussen Letland en Belarus overschrijden, en ook het communautair veterinair noodteam heeft na bezoek ter plaatse in februari 2013 geadviseerd om het vaccinatiegebied tot een 50 km lange bufferzone langs de Letse grens in Belarussisch grondgebied uit te breiden.

(11)

Om de epidemiologische ontwikkeling van de ziekte bij wilde varkens en door particulieren gehouden varkens in de risicogebieden te bepalen moeten er dringend bewakingsactiviteiten en epidemiologische onderzoeken worden vastgesteld op basis van serologische en virologische laboratoriumproeven voor het virus van klassieke varkenspest bij als landbouwhuisdier gehouden varkens en wilde varkens in bepaalde risicogebieden in de nabijheid van de besmette gebieden in zowel Letland, Belarus als Litouwen.

(12)

Letland heeft de geraamde kosten gepresenteerd van het plan van noodvaccinatie tegen klassieke varkenspest bij wilde varkens, en heeft bij benadering het aantal vaccindoses opgegeven dat nodig is voor het grondgebied van Letland en de bufferzone voor vaccinatie in Belarus, alsook een kostenraming voor het uitvoeren van deze vaccinaties. De geraamde kosten voor noodvaccinatie bedragen 221 800 EUR.

(13)

In de eerste week van april 2013 hebben Letland en Litouwen een eerste schatting ingediend van de kosten voor de uitvoering van een epidemiologisch onderzoek en surveillancemaatregelen voor klassieke varkenspest in het kader van de spoedmaatregelen ter bestrijding van deze ziekte op het grondgebied van Letland, Litouwen en Belarus. De geraamde kosten voor de surveillancemaatregelen bedragen 227 000 EUR in Letland en Belarus en 17 000 EUR in Litouwen.

(14)

De subsidiabiliteit met terugwerkende kracht van de door Letland sinds de datum van de melding van de uitbraak en de door Litouwen en Belarus sinds de datum van het uitvoeren van surveillanceactiviteiten gemaakte kosten is gerechtvaardigd omdat deze acties essentieel zijn voor het bepalen van het vaccinatiegebied en voor het uitroeien van de ziekte.

(15)

Artikel 3, lid 6, van Besluit 2009/470/EG bepaalt dat de financiële bijdrage van de Unie 100 % van de kosten voor de levering van het vaccin en 50 % van de kosten voor het uitvoeren van de vaccinatie bedragen. Echter, om buitensporige uitgaven voor de begroting van de Unie te voorkomen, moeten er maximumbedragen worden vastgesteld die een redelijke vergoeding voor de kosten van de levering van het vaccin en de gemaakte kosten voor het uitvoeren van de vaccinatie vormen. Een redelijke vergoeding is een vergoeding voor een product of een dienst tegen een evenredige prijs in vergelijking met de marktprijs. In afwachting van de door de Commissie ter plekke uitgevoerde controles is het nu noodzakelijk dat de specifieke financiële bijdrage van de Unie voor Letland wordt goedgekeurd en dat het bedrag voor de betaling van de eerste tranche van de financiële bijdrage van de Unie wordt vastgesteld.

(16)

Krachtens Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 inzake de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (6) moeten veterinaire maatregelen uit het Europees Landbouwgarantiefonds worden gefinancierd. Met het oog op de financiële controle zijn de artikelen 9, 36 en 37 van die verordening van toepassing.

(17)

De betaling van de financiële bijdrage wordt verricht op voorwaarde dat de geplande acties daadwerkelijk worden uitgevoerd en de autoriteiten alle noodzakelijke informatie aan de Commissie verstrekken.

(18)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   In het kader van de spoedmaatregelen ter bestrijding van klassieke varkenspest in 2013 heeft Letland recht op een specifieke bijdrage van de Unie aan het in Letland en Belarus uitgevoerde noodvaccinatieprogramma voor wilde varkens tegen klassieke varkenspest ten bedrage van:

a)

100 % van de kosten (btw niet inbegrepen) voor de levering van de vaccindoses;

b)

50 % van de kosten van salarissen en honoraria van het personeel dat de vaccinaties verricht in Letland en 50 % van de kosten (btw niet inbegrepen) van de uitgaven die direct verband houden met de vaccinaties in Letland.

2.   De maximaal te vergoeden bedragen aan Letland voor de in lid 1 bedoelde kosten zullen niet meer bedragen dan:

a)

0,91 EUR gemiddeld per dosis voor de levering van het vaccin;

b)

0,18 EUR gemiddeld per vaccindosis voor de verspreiding van vaccinaties in Letland;

c)

130 800 EUR voor de vaccinatiekosten in Letland;

d)

91 000 EUR voor de vaccinatiekosten in Belarus.

Artikel 2

1.   In het kader van de spoedmaatregelen ter bestrijding van klassieke varkenspest hebben Letland en Litouwen recht op een financiële bijdrage van de Unie aan de kosten die gemaakt zijn voor de op 1 april 2013 in Litouwen en Belarus en de op 20 november 2012 in Letland uitgevoerde laboratoriumtests voor serologische en virologische surveillancemaatregelen voor als landbouwhuisdier gehouden varkens en wilde varkens.

2.   De financiële bijdrage van de Unie voor de in lid 1 bedoelde activiteiten bedraagt 50 % van de door Letland en Litouwen te maken kosten, en bedraagt niet meer dan:

i)

227 000 EUR voor Letland;

ii)

17 000 EUR voor Litouwen.

3.   De in lid 1 bedoelde activiteiten bedragen niet meer dan de gemiddelde maximale vergoeding die aan Letland en Litouwen wordt uitgekeerd:

i)

0,50 EUR per bemonsterd als landbouwhuisdier gehouden varken;

ii)

5 EUR per bemonsterd wild varken;

iii)

2 EUR per Elisa-test;

iv)

10 EUR per PCR-test;

v)

10 EUR per virologische test.

Artikel 3

Afhankelijk van de resultaten van de ter plekke uitgevoerde controles overeenkomstig artikel 11, lid 1, van Besluit 2009/470/EG wordt als volgt een eerste tranche aan Letland betaald:

a)

ten hoogste 224 300 EUR;

b)

als onderdeel van de in artikelen 1 en 2 voorziene financiële bijdrage van de Unie.

Die betaling wordt verricht op grond van het door Letland ingediende officiële verzoek om vergoeding.

Artikel 4

De uitgaven die in aanmerking komen voor een financiële bijdrage van de Unie voor de in de artikelen 1 en 2 bedoelde maatregelen zijn beperkt tot de door de lidstaten gemaakte kosten voor de in de punten 1 tot en met 4 vastgestelde maatregelen.

1.

Bemonstering:

a)

personeel, ongeacht de status, dat geheel of gedeeltelijk specifiek is belast met de uitvoering van de bemonstering; de kosten worden beperkt tot de feitelijke salarissen plus sociale premies en andere wettelijke loonkosten, en

b)

algemene kosten, gelijk aan 7 % van de som van de onder a) bedoelde kosten.

2.

Laboratoriumtests:

a)

de aankoop van testkits, reagentia en alle identificeerbare benodigdheden die speciaal worden gebruikt voor de uitvoering van de laboratoriumtests;

b)

personeel, ongeacht de status, dat geheel of gedeeltelijk specifiek is belast met de uitvoering van de tests in het laboratorium; de kosten worden beperkt tot de feitelijke salarissen plus sociale premies en andere wettelijke loonkosten, en

c)

algemene kosten, gelijk aan 7 % van de som van de onder a) en b) bedoelde kosten.

3.

De aankoop en opslag van vaccindoses en/of vaccin en aaspakketjes voor in het wild levende dieren.

4.

De verspreiding van vaccins en aaspakketjes voor in het wilde levende dieren:

a)

personeel, ongeacht de status, dat geheel of gedeeltelijk specifiek is belast met de verspreiding van de aaspakketjes met vaccin; de kosten worden beperkt tot de feitelijke salarissen plus sociale premies en andere wettelijke loonkosten.

b)

algemene kosten, gelijk aan 7 % van de som van de onder a) bedoelde kosten.

Artikel 5

1.   De in de artikelen 1 en 2 bedoelde financiële bijdrage van de Unie wordt betaald op basis van:

a)

een technisch eindverslag overeenkomstig bijlage I inzake de technische uitvoering van de noodvaccinatie, inclusief de behaalde resultaten in de periode van 1 april 2013 tot en met 31 december 2013;

b)

een technisch eindverslag overeenkomstig bijlage II inzake de technische uitvoering van de surveillancemaatregelen, inclusief de behaalde resultaten in de periode van 20 november 2012 in Letland en van 1 april 2013 tot en met 31 december 2013 in Litouwen;

c)

een financieel eindverslag, in elektronische vorm overeenkomstig bijlage III, over de door Letland gemaakte kosten in de periode van 20 november 2012 tot en met 31 december 2013 en door Litouwen in de periode van 1 april 2013 tot en met 31 december 2013;

d)

de resultaten van ter plekke uitgevoerde controles overeenkomstig artikel 11, lid 1, van Besluit 2009/470/EG.

De onder a) tot en met c) bedoelde bewijsstukken van de verslagen worden ter beschikking gesteld voor de door de Commissie ter plekke uitgevoerde controles, als bedoeld onder d).

2.   Het technische eindverslag en het financiële eindverslag, als bedoeld in lid 1, onder a) tot en met c), worden uiterlijk op 1 april 2014 ingediend. Bij niet-naleving van deze termijn, behalve als er naar behoren gemotiveerde redenen voor deze vertraging bestaan, wordt de specifieke financiële bijdrage van de Unie per kalendermaand vertraging verlaagd met 25 %.

Artikel 6

Dit besluit is gericht tot de Republiek Letland en de Republiek Litouwen.

Gedaan te Brussel, 2 augustus 2013.

Voor de Commissie

Tonio BORG

Lid van de Commissie


(1)  PB L 155 van 18.6.2009, blz. 30.

(2)  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

(3)  PB L 47 van 20.2.2013, blz. 70.

(4)  PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1.

(5)  PB L 316 van 1.12.2001, blz. 5.

(6)  PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1.


BIJLAGE I

Technisch eindverslag over de noodvaccinatie tegen klassieke varkenspest bij wilde varkens

Lidstaat: …

Datum: …

1.

Technische evaluatie van de situatie:

1.1.

Epizoötiologische kaarten:

2.

Informatie over vaccinatie:

2.1.

Beschrijving van het gebruikte vaccin:

2.2.

Aantal verspreide vaccindoses:

Lidstaat of derde land regio/gebied

Aantal vaccindoses Lente 2013

Aantal vaccindoses Zomer 2013

Aantal vaccindoses Herfst 2013

TOTAAL aantal vaccindoses 2013

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totalen

 

 

 

 

3.

Bereikte doelstellingen en technische problemen:


BIJLAGE II

Technisch eindverslag over surveillancemaatregelen ten aanzien van klassieke varkenspest bij wilde varkens en als landbouwhuisdier gehouden varkens

Lidstaat: …

Datum: …

1.

Technische evaluatie van de situatie:

1.1.

Epizoötiologische kaarten:

1.2.

Informatie over het programma voor toezicht:

Lidstaat of derde land regio/gebied

Aantal bemonsterde als landbouwhuisdier gehouden varkens

Aantal bemonsterde wilde varkens

Type test (1)

Aantal tests

Aantal besmette als landbouwhuisdier gehouden varkens

Aantal besmette wilde varkens

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totalen 2013

 

 

 

 

 

 

2.

Bereikte doelstellingen en technische problemen:

3.

Aanvullende epizoötiologische informatie: epizoötiologisch onderzoek, dood gevonden dieren, leeftijdsverdeling van positieve reagerende dieren, geconstateerde laesies enz:


(1)  Vermelden: Elisa, PCR, Ag-Elisa, isolatie, overige (a.u.b. specificeren).


BIJLAGE III

Financieel eindverslag

Lidstaat: …

Datum: …

1.

Noodvaccinatie tegen klassieke varkenspest bij wilde varkens:

 

Aantal verspreide vaccindoses

(1)

Kosten voor de levering van verspreide vaccindoses (1)

(2)

Kosten van de salarissen en honoraria (speciaal aangeworven personeel) voor de verspreiding van vaccins (1)

(3)

Overheadkosten (7 %) (1)

Formula

Totale kosten (1)

Formula

Lente (dubbel: 2 × distributiecampagne)

 

 

 

 

 

Zomer (dubbel: 2 × distributiecampagne)

 

 

 

 

 

Herfst (dubbel: 2 × distributiecampagne)

 

 

 

 

 

Totaal 2013

 

 

 

 

 

2.

Surveillancemaatregelen ten aanzien van klassieke varkenspest bij wilde en als landbouwhuisdier gehouden varkens:

Laboratoriumtests

 

Aantal uitgevoerde tests

Kosten van de tests (2)

Laboratoriumtest

(1)

Personeel

(2)

Overheadkosten

Formula

Totaal Kosten

Formula

Sereologische tests

(Elisa)

 

 

 

 

 

PCR-tests

 

 

 

 

 

Virologische tests

 

 

 

 

 

Steekproef

 

 

Kosten van de bemonstering (2)

Personeel

(1)

Overheadkosten

Formula

Totale kosten

Formula

Aantal bemonsterde als landbouwhuisdier gehouden varkens

 

 

 

 

Aantal bemonsterde wilde varkens

 

 

 

 

Ondergetekende verklaart dat:

deze uitgaven reëel zijn, naar behoren verantwoord zijn en subsidiabel zijn overeenkomstig de bepalingen van dit besluit,

alle bewijsstukken met betrekking tot de uitgaven beschikbaar zijn voor controledoeleinden;

er geen andere bijdrage van de Unie is gevraagd voor deze maatregelen en alle inkomsten uit werkzaamheden in het kader hiervan die bij de Commissie zijn gedeclareerd,

het programma wordt uitgevoerd overeenkomstig de desbetreffende wetgeving van de Unie,

controleprocedures van toepassing zijn, met name om de juistheid van de gedeclareerde bedragen te verifiëren en om onregelmatigheden te voorkomen, op te sporen en te corrigeren.

Datum:

Naam en handtekening van de operationele directeur:


(1)  Alle bedragen zijn exclusief btw.

(2)  Alle bedragen zijn exclusief btw.


8.8.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 213/s3


BERICHT AAN DE LEZER

Verordening (EU) nr. 216/2013 van de Raad van 7 maart 2013 betreffende de elektronische publicatie van het Publicatieblad van de Europese Unie

Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 216/2013 van de Raad van 7 maart 2013 betreffende de elektronische publicatie van het Publicatieblad van de Europese Unie (PB L 69 van 13.3.2013, blz. 1) zal, met ingang van 1 juli 2013, enkel de elektronische editie van het Publicatieblad authentiek zijn en rechtsgevolgen hebben.

Indien het door onvoorziene en uitzonderlijke omstandigheden niet mogelijk is de elektronische editie van het Publicatieblad te publiceren, zal de gedrukte editie authentiek zijn en rechtsgevolgen hebben overeenkomstig de bepalingen van artikel 3 van Verordening (EU) nr. 216/2013.


8.8.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 213/s3


BERICHT AAN DE LEZER — WIJZE VAN VERMELDEN VAN DE HANDELINGEN

Vanaf 1 juli 2013 is de wijze van vermelden van de handelingen veranderd.

Gedurende een overgangsperiode zal zowel de oude als de nieuwe manier worden gebruikt.