ISSN 1977-0758 doi:10.3000/19770758.L_2013.144.nld |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 144 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
56e jaargang |
Inhoud |
|
III Andere handelingen |
Bladzijde |
|
|
EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE |
|
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
|
|
||
|
* |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
III Andere handelingen
EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE
30.5.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 144/1 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 1/2013
van 1 februari 2013
tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 456/2012 van de Commissie van 30 mei 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1266/2007 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Richtlijn 2000/75/EG van de Raad wat betreft bestrijding, monitoring, surveillance en beperkingen op de verplaatsingen van bepaalde dieren van vatbare soorten in verband met bluetongue (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Richtlijn 2012/5/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot wijziging van Richtlijn 2000/75/EG van de Raad wat vaccinatie tegen bluetongue betreft (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(3) |
Uitvoeringsbesluit 2012/204/EU van de Commissie van 19 april 2012 tot wijziging van de bijlagen bij Beschikking 2003/467/EG wat betreft de erkenning van Letland als officieel brucellosevrije lidstaat en van bepaalde regio’s van Italië, Polen en Portugal als regio’s die officieel vrij zijn van tuberculose, brucellose en zoötische boviene leukose (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(4) |
Uitvoeringsbesluit 2012/253/EU van de Commissie van 10 mei 2012 tot wijziging van bijlage II bij Richtlijn 2004/68/EG van de Raad wat betreft de fundamentele algemene criteria op grond waarvan een bepaald gebied als vrij van bluetongue wordt beschouwd (4) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(5) |
Uitvoeringsbesluit 2012/303/EU van de Commissie van 11 juni 2012 tot wijziging van Beschikking 2003/467/EG wat betreft de erkenning dat Litouwen officieel vrij is van enzoötische boviene leukose (5) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(6) |
Uitvoeringsbesluit 2012/304/EU van de Commissie van 11 juni 2012 tot erkenning van laboratoria in Kroatië en Mexico voor het uitvoeren van serologische tests om de doelmatigheid van antirabiësvaccins te controleren (6) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(7) |
Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake levende dieren, andere dan vissen en aquacultuurdieren. Wetgeving over deze aangelegenheden is niet van toepassing op IJsland, zoals vermeld in punt 2 van de inleiding van hoofdstuk I van bijlage I bij de EER-overeenkomst. Dit besluit is derhalve niet van toepassing op IJsland. |
(8) |
Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake veterinaire aangelegenheden. Wetgeving inzake veterinaire aangelegenheden is niet van toepassing op Liechtenstein, zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de sectorale aanpassingen van bijlage I bij de EER-overeenkomst. Dit besluit is derhalve niet van toepassing op Liechtenstein. |
(9) |
Bijlage I bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Hoofdstuk I van bijlage I bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In deel 3.1 wordt in punt 9a (Richtlijn 2000/75/EG van de Raad) het volgende streepje toegevoegd:
|
2) |
In deel 3.2 wordt in punt 40 (Verordening (EG) nr. 1266/2007 van de Commissie) het volgende streepje toegevoegd:
|
3) |
In deel 4.2 wordt na punt 54 (Beschikking 2000/258/EG van de Raad) het volgende ingevoegd:
|
4) |
In deel 4.2 worden in punt 70 (Beschikking 2003/467/EG van de Commissie) de volgende streepjes toegevoegd:
|
5) |
In deel 8.1 wordt in punt 16a (Richtlijn 2004/68/EG van de Raad) het volgende toegevoegd: „, gewijzigd bij:
|
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 456/2012, Richtlijn 2012/5/EU en de Uitvoeringsbesluiten 2012/204/EU, 2012/253/EU, 2012/303/EU en 2012/304/EU zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 2 februari 2013, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (7).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 1 februari 2013.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Gianluca GRIPPA
(1) PB L 141 van 31.5.2012, blz. 7.
(2) PB L 81 van 21.3.2012, blz. 1.
(3) PB L 109 van 21.4.2012, blz. 26.
(4) PB L 125 van 12.5.2012, blz. 51.
(5) PB L 152 van 13.6.2012, blz. 48.
(6) PB L 152 van 13.6.2012, blz. 50.
(7) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
30.5.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 144/3 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 2/2013
van 1 februari 2013
tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uitvoeringsbesluit 2012/489/EU van de Commissie van 24 augustus 2012 tot wijziging van Beschikking 2007/453/EG wat de BSE-status van België, Oostenrijk, Brazilië, Colombia, Kroatië en Nicaragua betreft (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake veterinaire aangelegenheden. Wetgeving inzake veterinaire aangelegenheden is niet van toepassing op Liechtenstein zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de sectorale aanpassingen van bijlage I bij de EER-overeenkomst. Dit besluit is derhalve niet van toepassing op Liechtenstein. |
(3) |
Bijlage I bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In deel 7.2 van hoofdstuk I van bijlage I bij de EER-overeenkomst wordt in punt 49 (Beschikking 2007/453/EG van de Commissie) het volgende streepje toegevoegd:
„— |
32012 D 0489: Uitvoeringsbesluit 2012/489/EU van de Commissie van 24 augustus 2012 (PB L 231 van 28.8.2012, blz. 13).”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsbesluit 2012/489/EU zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 2 februari 2013, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 1 februari 2013.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Gianluca GRIPPA
(1) PB L 231 van 28.8.2012, blz. 13.
(2) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
30.5.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 144/4 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 3/2013
van 1 februari 2013
tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 413/2012 van de Commissie van 15 mei 2012 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 496/2011 wat betreft het minimumgehalte van natriumbenzoaat als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor gespeende biggen (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 414/2012 van de Commissie van 15 mei 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 554/2008 wat betreft het minimumgehalte en de aanbevolen minimumdosis van een enzympreparaat van 6-fytase als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkalkoenen (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(3) |
Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake diervoeding. Wetgeving inzake diervoeding is niet van toepassing op Liechtenstein, zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de sectorale aanpassingen bij bijlage I bij de EER-overeenkomst. Dit besluit is derhalve niet van toepassing op Liechtenstein. |
(4) |
Bijlage I bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Hoofdstuk II van bijlage I bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In punt 1zzzzq (Verordening (EG) nr. 554/2008 van de Commissie) wordt het volgende streepje toegevoegd:
|
2) |
In punt 2ze (Uitvoeringsverordening (EU) nr. 496/2011 van de Commissie) wordt het volgende toegevoegd: „, gewijzigd bij:
|
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 413/2012 en (EU) nr. 414/2012 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 2 februari 2013, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (3).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 1 februari 2013.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Gianluca GRIPPA
(1) PB L 128 van 16.5.2012, blz. 4.
(2) PB L 128 van 16.5.2012, blz. 5.
(3) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
30.5.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 144/5 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 4/2013
van 1 februari 2013
tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uitvoeringsrichtlijn 2011/68/EU van de Commissie van 1 juli 2011 tot wijziging van de Richtlijnen 2003/90/EG en 2003/91/EG houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van respectievelijk Richtlijn 2002/53/EG en Richtlijn 2002/55/EG van de Raad, wat betreft de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouwgewassen en groentegewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Uitvoeringsbesluit 2012/340/EU van de Commissie van 25 juni 2012 betreffende het opzetten van een tijdelijk experiment uit hoofde van de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 2002/54/EG, 2002/55/EG en 2002/57/EG van de Raad ten aanzien van veldkeuringen onder officieel toezicht voor basiszaad en kwekerszaad van generaties die aan het basiszaad voorafgaan (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(3) |
Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake fytosanitaire aangelegenheden. Wetgeving inzake fytosanitaire aangelegenheden dient niet van toepassing te zijn op Liechtenstein, zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de sectorale aanpassingen van bijlage I bij de EER-overeenkomst. Dit besluit dient derhalve niet van toepassing te zijn op Liechtenstein. |
(4) |
Bijlage I bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Hoofdstuk III van bijlage I bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In deel 1 wordt in punt 14 (Richtlijn 2003/90/EG van de Commissie) en punt 15 (Richtlijn 2003/91/EG van de Commissie) het volgende streepje toegevoegd:
|
2) |
Na punt 82 (Besluit 2010/680/EU van de Commissie) wordt onder de titel „BESLUITEN WAARMEE DE EVA-LANDEN EN DE TOEZICHTHOUDENDE AUTORITEIT VAN DE EVA REKENING DIENEN TE HOUDEN” het volgende punt ingevoegd:
|
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsrichtlijn 2011/68/EU en Uitvoeringsbesluit 2012/340/EU zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 2 februari 2013, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (3).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 1 februari 2013.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Gianluca GRIPPA
(1) PB L 175 van 2.7.2011, blz. 17.
(2) PB L 166 van 27.6.2012, blz. 90.
(3) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
30.5.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 144/6 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 5/2013
van 1 februari 2013
tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) en bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 451/2012 van de Commissie van 29 mei 2012 tot het uit de handel nemen van bepaalde toevoegingsmiddelen voor diervoeding, behorend tot de functionele groep van toevoegingsmiddelen voor kuilvoer (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Verordening (EU) nr. 610/2012 van de Commissie van 9 juli 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 124/2009 van 10 februari 2009 tot vaststelling van maximumgehalten voor coccidiostatica en histomonostatica in levensmiddelen als gevolg van niet te voorkomen versleping van die stoffen naar niet-doeldiervoeders (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(3) |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 832/2012 van de Commissie van 17 september 2012 tot verlening van een vergunning voor een preparaat van ammoniumchloride als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestlammeren (vergunninghouder Latochema Co. Ltd) (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(4) |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 837/2012 van de Commissie van 18 september 2012 tot verlening van een vergunning voor 6-fytase (EC 3.1.3.26), geproduceerd door Aspergillus oryzae (DSM 22594), als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor pluimvee, gespeende biggen, mestvarkens en zeugen (vergunninghouder DSM Nutritional Products) (4) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(5) |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 838/2012 van de Commissie van 18 september 2012 tot verlening van een vergunning voor Lactobacillus brevis (DSMZ 21982) als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten (5) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(6) |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 839/2012 van de Commissie van 18 september 2012 tot verlening van een vergunning voor ureum als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor herkauwers (6) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(7) |
Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen. Wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen dient niet van toepassing te zijn op Liechtenstein, zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de sectorale aanpassingen bij bijlage I en de inleiding van hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-overeenkomst. Dit besluit dient derhalve niet van toepassing te zijn op Liechtenstein. |
(8) |
De bijlagen I en II bij de EER-overeenkomst dienen derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Hoofdstuk II van bijlage I bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In punt 1zzzzzb (Verordening (EG) nr. 124/2009 van de Commissie) wordt het volgende toegevoegd: „, gewijzigd bij:
|
2) |
Na punt 52 (Aanbeveling 2011/25/EU van de Commissie) worden de volgende punten ingevoegd:
|
Artikel 2
In hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt in punt 54zzzzc (Verordening (EG) nr. 124/2009 van de Commissie) het volgende toegevoegd:
„, gewijzigd bij:
— |
32012 R 0610: Verordening (EU) nr. 610/2012 van de Commissie van 9 juli 2012 (PB L 178 van 10.7.2012, blz. 1).”. |
Artikel 3
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 451/2012, Verordening (EU) nr. 610/2012, de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 832/2012, (EU) nr. 837/2012, (EU) nr. 838/2012 en (EU) nr. 839/2012 zijn authentiek.
Artikel 4
Dit besluit treedt in werking op 2 februari 2013, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (7).
Artikel 5
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 1 februari 2013.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Gianluca GRIPPA
(1) PB L 140 van 30.5.2012, blz. 55.
(2) PB L 178 van 10.7.2012, blz. 1.
(3) PB L 251 van 18.9.2012, blz. 27.
(4) PB L 252 van 19.9.2012, blz. 7.
(5) PB L 252 van 19.9.2012, blz. 9.
(6) PB L 252 van 19.9.2012, blz. 11.
(7) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
30.5.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 144/8 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 6/2013
van 1 februari 2013
tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) en bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 307/2012 van de Commissie van 11 april 2012 tot vaststelling van de uitvoeringsvoorschriften voor de toepassing van artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toevoeging van vitaminen en mineralen en bepaalde andere stoffen aan levensmiddelen (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Verordening (EU) nr. 322/2012 van de Commissie van 16 april 2012 tot wijziging van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen van clopyralid, dimethomorf, fenpyrazamine, folpet en pendimethalin in of op bepaalde producten (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(3) |
Verordening (EU) nr. 379/2012 van de Commissie van 3 mei 2012 tot weigering van een vergunning voor bepaalde gezondheidsclaims voor levensmiddelen die niet over ziekterisicobeperking en de ontwikkeling en de gezondheid van kinderen gaan (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(4) |
Verordening (EU) nr. 380/2012 van de Commissie van 3 mei 2012 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de gebruiksvoorwaarden en gebruiksniveaus voor aluminium bevattende levensmiddelenadditieven (4) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(5) |
Verordening (EU) nr. 432/2012 van de Commissie van 16 mei 2012 tot vaststelling van een lijst van toegestane gezondheidsclaims voor levensmiddelen die niet over ziekterisicobeperking en de ontwikkeling en gezondheid van kinderen gaan (5) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(6) |
Verordening (EU) nr. 441/2012 van de Commissie van 24 mei 2012 tot wijziging van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen van bifenazaat, bifenthrin, boscalid, cadusafos, chlorantraniliprole, chloorthalonil, clothianidin, cyproconazool, deltamethrin, dicamba, difenoconazool, dinocap, etoxazool, fenpyroximaat, flubendiamide, fludioxonil, glyfosaat, metalaxyl-M, meptyldinocap, novaluron, thiamethoxam en triazofos in of op bepaalde producten (6) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(7) |
Verordening (EU) nr. 470/2012 van de Commissie van 4 juni 2012 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat het gebruik van polydextrose (E 1200) in bier betreft (7) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(8) |
Verordening (EU) nr. 471/2012 van de Commissie van 4 juni 2012 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat het gebruik van lysozym (E 1105) in bier betreft (8) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(9) |
Verordening (EU) nr. 472/2012 van de Commissie van 4 juni 2012 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat het gebruik van glycerolesters van houthars (E 445) voor het bedrukken van suikergoedproducten met harde afdeklaag betreft (9) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(10) |
Verordening (EU) nr. 473/2012 van de Commissie van 4 juni 2012 tot wijziging van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad, wat de maximumgehalten aan residuen van spinetoram (XDE-175) in of op bepaalde producten betreft (10) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(11) |
Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake diervoeding en levensmiddelen. Wetgeving inzake diervoeding en levensmiddelen is niet van toepassing op Liechtenstein, zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de sectorale aanpassingen bij bijlage I en de inleiding bij hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-overeenkomst. Dit besluit is derhalve niet van toepassing op Liechtenstein. |
(12) |
De bijlagen I en II bij de EER-overeenkomst dienen derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In hoofdstuk II van bijlage I bij de EER-overeenkomst worden in punt 40 (Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad) de volgende streepjes toegevoegd:
„— |
32012 R 0322: Verordening (EU) nr. 322/2012 van de Commissie van 16 april 2012 (PB L 105 van 17.4.2012, blz. 1), |
— |
32012 R 0441: Verordening (EU) nr. 441/2012 van de Commissie van 24 mei 2012 (PB L 135 van 25.5.2012, blz. 4), |
— |
32012 R 0473: Verordening (EU) nr. 473/2012 van de Commissie van 4 juni 2012 (PB L 144 van 5.6.2012, blz. 25).”. |
Artikel 2
Hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In punt 54zzy (Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad) worden de volgende streepjes toegevoegd:
|
2) |
In punt 54zzzzr (Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad) worden de volgende streepjes toegevoegd:
|
3) |
Na punt 54zzzzzm (Verordening (EU) nr. 16/2011 van de Commissie) worden de volgende punten ingevoegd:
|
Artikel 3
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 307/2012 en de Verordeningen (EU) nr. 322/2012, (EU) nr. 379/2012, (EU) nr. 380/2012, (EU) nr. 432//2012, (EU) nr. 441/2012, (EU) nr. 470/2012, (EU) nr. 471/2012, (EU) nr. 472/2012 en (EU) nr. 473/2012 zijn authentiek.
Artikel 4
Dit besluit treedt in werking op 2 februari 2013, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (11).
Artikel 5
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 1 februari 2013.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Gianluca GRIPPA
(1) PB L 102 van 12.4.2012, blz. 2.
(2) PB L 105 van 17.4.2012, blz. 1.
(3) PB L 119 van 4.5.2012, blz. 12.
(4) PB L 119 van 4.5.2012, blz. 14.
(5) PB L 136 van 25.5.2012, blz. 1.
(6) PB L 135 van 25.5.2012, blz. 4.
(7) PB L 144 van 5.6.2012, blz. 16.
(8) PB L 144 van 5.6.2012, blz. 19.
(9) PB L 144 van 5.6.2012, blz. 22.
(10) PB L 144 van 5.6.2012, blz. 25.
(11) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
30.5.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 144/11 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 7/2013
van 1 februari 2013
tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Richtlijn 2009/19/EG van de Commissie van 12 maart 2009 tot wijziging van Richtlijn 72/245/EEG van de Raad betreffende door voertuigen veroorzaakte radiostoring (elektromagnetische compatibiliteit), met het oog op de aanpassing aan de technische vooruitgang (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Bijlage II bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In hoofdstuk I van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt in punt 11 (Richtlijn 72/245/EEG van de Raad) het volgende streepje toegevoegd:
„— |
32009 L 0019: Richtlijn 2009/19/EG van de Commissie van 12 maart 2009 (PB L 70 van 14.3.2009, blz. 17).”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn 2009/19/EG zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 2 februari 2013, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 1 februari 2013.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Gianluca GRIPPA
(1) PB L 70 van 14.3.2009, blz. 17.
(2) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
30.5.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 144/12 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 8/2013
van 1 februari 2013
tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 221/2012 van de Commissie van 14 maart 2012 tot wijziging van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 37/2010 betreffende farmacologisch werkzame stoffen en de indeling daarvan op basis van maximumwaarden voor residuen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, wat de stof closantel betreft (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 222/2012 van de Commissie van 14 maart 2012 tot wijziging van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 37/2010 betreffende farmacologisch werkzame stoffen en de indeling daarvan op basis van maximumwaarden voor residuen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, wat de stof triclabendazool betreft (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(3) |
Bijlage II bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In hoofdstuk XIII van bijlage II bij de EER-overeenkomst worden in punt 13 (Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie) de volgende streepjes toegevoegd:
„— |
32012 R 0221: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 221/2012 van de Commissie van 14 maart 2012 (PB L 75 van 15.3.2012, blz. 7), |
— |
32012 R 0222: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 222/2012 van de Commissie van 14 maart 2012 (PB L 75 van 15.3.2012, blz. 10).”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 221/2012 en (EU) nr. 222/2012 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 2 februari 2013, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (3).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 1 februari 2013.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Gianluca GRIPPA
(1) PB L 75 van 15.3.2012, blz. 7.
(2) PB L 75 van 15.3.2012, blz. 10.
(3) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
30.5.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 144/13 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 9/2013
van 1 februari 2013
tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) nr. 618/2012 van de Commissie van 10 juli 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, met het oog op de aanpassing aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Bijlage II bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In hoofdstuk XV van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt in punt 12zze (Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad) het volgende streepje toegevoegd:
„— |
32012 R 0618: Verordening (EU) nr. 618/2012 van de Commissie van 10 juli 2012 (PB L 179 van 11.7.2012, blz. 3).”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 618/2012 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 2 februari 2013, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 1 februari 2013.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Gianluca GRIPPA
(1) PB L 179 van 11.7.2012, blz. 3.
(2) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
30.5.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 144/14 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 10/2013
van 1 februari 2013
tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) en bijlage IV (Energie) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 392/2012 van de Commissie van 1 maart 2012 houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van huishoudelijke droogtrommels (1), gerectificeerd in PB L 124 van 11.5.2012, blz. 56, moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
De in de EER-overeenkomst opgenomen Richtlijn 95/13/EG (2) wordt bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 392/2012 ingetrokken en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt. |
(3) |
De bijlagen II en IV bij de EER-overeenkomst dienen derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Hoofdstuk IV van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1) |
De tekst van punt 4c (Richtlijn 95/13/EG van de Commissie) wordt vervangen door: „32012 R 0392: Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 392/2012 van de Commissie van 1 maart 2012 houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van huishoudelijke droogtrommels (PB L 123 van 9.5.2012, blz. 1), gerectificeerd in PB L 124 van 11.5.2012, blz. 56.”. |
2) |
De tekst van afdeling 3 van aanhangsel 1 en afdeling 3 van aanhangsel 2 wordt geschrapt. |
Artikel 2
Bijlage IV bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1) |
De tekst van punt 11c (Richtlijn 95/13/EG van de Commissie) wordt vervangen door: „32012 R 0392: Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 392/2012 van de Commissie van 1 maart 2012 houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van huishoudelijke droogtrommels (PB L 123 van 9.5.2012, blz. 1), gerectificeerd in PB L 124 van 11.5.2012, blz. 56 (3). |
2) |
De tekst van afdeling 3 van aanhangsel 5 en afdeling 3 van aanhangsel 6 wordt geschrapt. |
Artikel 3
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 392/2012, gerectificeerd in PB L 124 van 11.5.2012, blz. 56, zijn authentiek.
Artikel 4
Dit besluit treedt in werking op 2 februari 2013, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (4), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 217/2012 van het Gemengd Comité van de EER van 7 december 2012 (5), als dat later is.
Artikel 5
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 1 februari 2013.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Gianluca GRIPPA
(1) PB L 123 van 9.5.2012, blz. 1.
(2) PB L 136 van 21.6.1995, blz. 28.
(3) Hier alleen ter informatie opgenomen; zie voor de toepassing bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie).”.
(4) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
(5) PB L 81 van 21.3.2013, blz. 17.
30.5.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 144/15 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 11/2013
van 1 februari 2013
tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) en bijlage IV (Energie) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) nr. 1015/2010 van de Commissie van 10 november 2010 tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor huishoudelijke wasmachines (1), gerectificeerd in PB L 298 van 16.11.2010, blz. 87, moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Verordening (EU) nr. 1016/2010 van de Commissie van 10 november 2010 houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor huishoudelijke afwasmachines (2), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(3) |
Verordening (EU) nr. 327/2011 van de Commissie van 30 maart 2011 tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de eisen inzake ecologisch ontwerp voor door motoren aangedreven ventilatoren met een elektrisch ingangsvermogen tussen 125 W en 500 kW (3), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(4) |
Bijlagen II en IV bij de EER-overeenkomst dienen derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In hoofdstuk IV van bijlage II bij de EER-overeenkomst worden na punt 6a (Verordening (EU) nr. 206/2012 van de Commissie) de volgende punten ingevoegd:
„6b. |
32010 R 1015: Verordening (EU) nr. 1015/2010 van de Commissie van 10 november 2010 tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor huishoudelijke wasmachines (PB L 293 van 11.11.2010, blz. 21), gerectificeerd in PB L 298 van 16.11.2010, blz. 87. |
6c. |
32010 R 1016: Verordening (EU) nr. 1016/2010 van de Commissie van 10 november 2010 houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor huishoudelijke afwasmachines (PB L 293 van 11.11.2010, blz. 31). |
6d. |
32011 R 0327: Verordening (EU) nr. 327/2011 van de Commissie van 30 maart 2011 tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de eisen inzake ecologisch ontwerp voor door motoren aangedreven ventilatoren met een elektrisch ingangsvermogen tussen 125 W en 500 Kw (PB L 90 van 6.4.2011, blz. 8).”. |
Artikel 2
In bijlage IV bij de EER-overeenkomst worden na punt 26b (Verordening (EU) nr. 206/2012 van de Commissie) de volgende punten ingevoegd:
„26c. |
32010 R 1015: Verordening (EU) nr. 1015/2010 van de Commissie van 10 november 2010 tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor huishoudelijke wasmachines (PB L 293 van 11.11.2010, blz. 21), gerectificeerd in PB L 298 van 16.11.2010, blz. 87. |
26d. |
32010 R 1016: Verordening (EU) nr. 1016/2010 van de Commissie van 10 november 2010 houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor huishoudelijke afwasmachines (PB L 293 van 11.11.2010, blz. 31). |
26e. |
32011 R 0327: Verordening (EU) nr. 327/2011 van de Commissie van 30 maart 2011 tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de eisen inzake ecologisch ontwerp voor door motoren aangedreven ventilatoren met een elektrisch ingangsvermogen tussen 125 W en 500 Kw (PB L 90 van 6.4.2011, blz. 8).”. |
Artikel 3
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Verordeningen (EU) nr. 1015/2010, gerectificeerd in PB L 298 van 16.11.2010, blz. 87, (EU) nr. 1016/2010 en (EU) nr. 327/2011 zijn authentiek.
Artikel 4
Dit besluit treedt in werking op 2 februari 2013, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (4).
Artikel 5
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 1 februari 2013.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Gianluca GRIPPA
(1) PB L 293 van 11.11.2010, blz. 21.
(2) PB L 293 van 11.11.2010, blz. 31.
(3) PB L 90 van 6.4.2011, blz. 8.
(4) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
30.5.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 144/17 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 12/2013
van 1 februari 2013
tot wijziging van bijlage IV (Energie) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uitvoeringsbesluit 2011/877/EU van de Commissie van 19 december 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde rendementsreferentiewaarden voor de gescheiden productie van elektriciteit en warmte in toepassing van Richtlijn 2004/8/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 2007/74/EG van de Commissie (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
De in de EER-overeenkomst opgenomen Beschikking 2007/74/EG van de Commissie (2) wordt bij Uitvoeringsbesluit 2011/877/EU ingetrokken en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt. |
(3) |
Bijlage IV bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage IV bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Na punt 24a (Beschikking 2008/952/EG van de Commissie) wordt het volgende punt ingevoegd:
|
2) |
De tekst van punt 29 (Beschikking 2007/74/EG van de Commissie) wordt geschrapt. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsbesluit 2011/877/EU zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 2 februari 2013, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (3).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 1 februari 2013.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Gianluca GRIPPA
(1) PB L 343 van 23.12.2011, blz. 91.
(2) PB L 32 van 6.2.2007, blz. 183.
(3) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
30.5.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 144/18 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 13/2013
van 1 februari 2013
tot wijziging van bijlage IV (Energie) en bijlage XXI (Statistiek) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”) en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Richtlijn 2008/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende een communautaire procedure inzake de doorzichtigheid van de prijzen van gas en elektriciteit voor industriële eindverbruikers (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
De in de EER-overeenkomst opgenomen Richtlijn 90/377/EEG van de Raad (2) wordt bij Richtlijn 2008/92/EG ingetrokken en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt. |
(3) |
Bijlage IV en bijlage XXI bij de EER-overeenkomst dienen derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage IV bij de EER-overeenkomst wordt de tekst van punt 7 (Richtlijn 90/377/EEG van de Raad) vervangen door:
„32008 L 0092: Richtlijn 2008/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende een communautaire procedure inzake de doorzichtigheid van de prijzen van gas en elektriciteit voor industriële eindverbruikers (PB L 298 van 7.11.2008, blz. 9) (3).
Artikel 2
In bijlage XXI bij de EER-overeenkomst wordt de tekst van punt 26 (Richtlijn 90/377/EEG van de Raad) vervangen door:
„32008 L 0092: Richtlijn 2008/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende een communautaire procedure inzake de doorzichtigheid van de prijzen van gas en elektriciteit voor industriële eindverbruikers (PB L 298 van 7.11.2008, blz. 9).
De bepalingen van de richtlijn worden voor de toepassing van de EER-overeenkomst als volgt aangepast:
Liechtenstein wordt vrijgesteld van de verplichtingen die uit deze richtlijn voortvloeien, met uitzondering van de verplichting om de industriële prijsgegevens mee te delen voor industriële eindverbruikers voor verbruiksschijf IC voor elektriciteit en voor industriële eindverbruikers voor verbruiksschijf I3 voor gas. Deze gegevens (drie prijsniveaus: de prijzen exclusief belastingen en heffingen; de prijzen exclusief btw en andere terugvorderbare belastingen; de prijzen inclusief alle belastingen, heffingen en btw) moeten twee keer per jaar worden verstrekt, binnen twee maanden na de referentieperiode en met gebruikmaking van de door Eurostat verstrekte vragenlijsten.”.
Artikel 3
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn 2008/92/EG zijn authentiek.
Artikel 4
Dit besluit treedt in werking op 2 februari 2013, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (4).
Artikel 5
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 1 februari 2013.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Gianluca GRIPPA
(1) PB L 298 van 7.11.2008, blz. 9.
(2) PB L 185 van 17.7.1990, blz. 16.
(3) Hier alleen ter informatie opgenomen; zie voor toepassing bijlage XXI (Statistiek).”.
(4) Grondwettelijke vereisten aangegeven.
30.5.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 144/19 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 14/2013
van 1 februari 2013
tot wijziging van bijlage VI (Sociale zekerheid) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) nr. 465/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en Verordening (EG) nr. 987/2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Bijlage VI bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage VI bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In punt 1 (Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende streepje toegevoegd:
|
2) |
In punt 2 (Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende toegevoegd: „, gewijzigd bij:
|
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 465/2012 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 2 februari 2013, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 1 februari 2013.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Gianluca GRIPPA
(1) PB L 149 van 8.6.2012, blz. 4.
(2) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
30.5.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 144/20 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 15/2013
van 1 februari 2013
tot wijziging van bijlage VI (Sociale zekerheid) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) nr. 1244/2010 van de Commissie (1) wijzigt Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad (2). Beide verordeningen zijn in de EER-overeenkomst opgenomen en bijgevolg moet in punt 2 van bijlage VI naar Verordening (EU) nr. 1244/2010 worden verwezen. |
(2) |
Bijlage VI bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage VI bij de EER-overeenkomst wordt in punt 2 (Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad) het volgende streepje toegevoegd:
„— |
32010 R 1244: Verordening (EU) nr. 1244/2010 van de Commissie van 9 december 2010 (PB L 338 van 22.12.2010, blz. 35).”. |
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op 2 februari 2013, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (3).
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 1 februari 2013.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Gianluca GRIPPA
(1) PB L 338 van 22.12.2010, blz. 35.
(2) PB L 284 van 30.10.2009, blz. 1.
(3) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
30.5.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 144/21 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 16/2013
van 1 februari 2013
tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uitvoeringsbesluit 2012/194/EU van de Commissie van 11 april 2012 tot wijziging van Beschikking 2008/961/EG betreffende het gebruik door effectenuitgevende instellingen van derde landen van nationale standaarden voor jaarrekeningen van bepaalde derde landen en van de International Financial Reporting Standards voor de opstelling van hun geconsolideerde financiële overzichten (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Bijlagen IX bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage IX bij de EER-overeenkomst wordt in punt 23c (Beschikking 2008/961/EG van de Commissie) het volgende toegevoegd:
„, gewijzigd bij:
— |
32012 D 0194: Uitvoeringsbesluit 2012/194/EU van de Commissie van 11 april 2012 (PB L 103 van 13.4.2012, blz. 49).”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsbesluit 2012/194/EU zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 2 februari 2013, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 1 februari 2013.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Gianluca GRIPPA
(1) PB L 103 van 13.4.2012, blz. 49.
(2) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
30.5.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 144/22 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 17/2013
van 1 februari 2013
tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 310/2012 van de Commissie van 21 december 2011 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1569/2007 waarbij ter uitvoering van de Richtlijnen 2003/71/EG en 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad een mechanisme wordt opgezet voor het nemen van een besluit over de gelijkwaardigheid van standaarden voor jaarrekeningen die door effectenuitgevende instellingen van derde landen worden toegepast (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Bijlage IX bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage IX bij de EER-overeenkomst wordt in punt 29e (Verordening (EG) nr. 1569/2007 van de Commissie) het volgende toegevoegd:
„, gewijzigd bij:
— |
32012 D 0310: Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 310/2012 van de Commissie van 21 december 2011 (PB L 103 van 13.4.2012, blz. 11).”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 310/2012 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 2 februari 2013, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 1 februari 2013.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Gianluca GRIPPA
(1) PB L 103 van 13.4.2012, blz. 11.
(2) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
30.5.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 144/23 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 18/2013
van 1 februari 2013
tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) en Protocol nr. 37 (dat de in artikel 101 bedoelde lijst bevat) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name de artikelen 98 en 101,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Besluit 2010/C 326/07 van de Commissie van 2 november 2010 tot oprichting van een Europees multistakeholderforum inzake elektronische facturering (e-facturering) (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Met het oog op de goede werking van de EER-overeenkomst moet protocol nr. 37 bij de EER-overeenkomst worden uitgebreid tot het bij Besluit 2010/C 326/07 van de Commissie op te richten een Europees multistakeholderforum inzake elektronische facturering (e-facturering) en moet bijlage IX bij de EER-overeenkomst worden gewijzigd teneinde de procedures voor deelname aan dit forum vast te stellen. |
(3) |
Bijlage IX en Protocol nr. 37 dienen bijgevolg dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage IX bij de EER-overeenkomst wordt na punt 31ec (Besluit 2010/578/EU van de Commissie) het volgende ingevoegd:
„31ed. |
32010 D 1203(02): Besluit 2010/C 326/07 van de Commissie van 2 november 2010 tot oprichting van een Europees multistakeholderforum inzake elektronische facturering (e-facturering) (PB C 326 van 3.12.2010, blz. 13). Procedures voor deelname van de EVA-landen overeenkomstig artikel 101 van de overeenkomst: Elk EVA-land kan een persoon aanwijzen die als waarnemer deelneemt aan de vergaderingen van het Europees multistakeholderforum inzake elektronische facturering (e-facturering).”. |
Artikel 2
In Protocol nr. 37 bij de overeenkomst (dat de in artikel 101 bedoelde lijst bevat) wordt het volgende punt ingevoegd:
„38. |
Het Europees multistakeholderforum inzake elektronische facturering (e-facturering) (Besluit 2010/C 326/07 van de Commissie).”. |
Artikel 3
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Besluit 2010/C 326/07 van de Commissie zijn authentiek.
Artikel 4
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de laatste kennisgeving zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst (2).
Artikel 5
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 1 februari 2013.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Gianluca GRIPPA
(1) PB C 326 van 3.12.2010, blz. 13.
(2) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
30.5.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 144/24 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 19/2013
van 1 februari 2013
tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uitvoeringsbesluit 2011/665/EU van de Commissie van 4 oktober 2011 inzake het Europees register van goedgekeurde spoorwegvoertuigtypen (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage XIII bij de EER-overeenkomst wordt na punt 37dj (Verordening (EU) nr. 454/2011 van de Commissie) het volgende punt ingevoegd:
„37dk. |
32011 D 0665: Uitvoeringsbesluit 2011/665/EU van de Commissie van 4 oktober 2011 inzake het Europees register van goedgekeurde spoorwegvoertuigtypen (PB L 264 van 8.10.2011, blz. 32).”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsbesluit 2011/665/EU zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 2 februari 2013, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 1 februari 2013.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Gianluca GRIPPA
(1) PB L 264 van 8.10.2011, blz. 32.
(2) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
30.5.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 144/25 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 20/2013
van 1 februari 2013
tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”) en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Besluit 2012/226/EU van de Commissie van 23 april 2012 betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen voor het spoorwegsysteem (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Het reeds in de EER-overeenkomst opgenomen Besluit 2010/409/EU van de Commissie (2) wordt bij Besluit 2012/226/EU ingetrokken en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt. |
(3) |
Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage XIII bij de EER-overeenkomst (Besluit 2010/409/EU van de Commissie) wordt punt 42ed vervangen door:
„32012 D 0226: Besluit 2012/226/EU van de Commissie van 23 april 2012 betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen voor het spoorwegsysteem (PB L 115 van 27.4.2012, blz. 27).
De bepalingen van de richtlijn worden voor de toepassing van de EER-overeenkomst als volgt aangepast:
a) |
in de bijlage bij het besluit worden de tabellen als volgt aangevuld: in de tabel wordt in punt 1.1 het volgende toegevoegd:
in de tabel wordt in punt 1.2 het volgende toegevoegd:
in de tabel wordt in punt 1.3 het volgende toegevoegd:
in de tabel wordt in punt 1.4 het volgende toegevoegd:
in de tabel wordt in punt 1.5 het volgende toegevoegd:
in de tabel wordt in punt 1.6 het volgende toegevoegd:
|
b) |
de in dit besluit opgenomen maatregelen zijn niet van toepassing op de bestaande spoorweginfrastructuur op het grondgebied van Liechtenstein.”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Besluit 2012/226/EU zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 2 februari 2013, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (3).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 1 februari 2013.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Gianluca GRIPPA
(1) PB L 115 van 27.4.2012, blz. 27.
(2) PB L 189 van 22.7.2010, blz. 19.
(3) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
30.5.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 144/27 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 21/2013
van 1 februari 2013
tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 689/2012 van de Commissie van 27 juli 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 415/2007 van de Commissie inzake de technische specificaties voor tracking- en tracingsystemen voor schepen overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 2005/44/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende geharmoniseerde River Information Services (RIS) op de binnenwateren in de Gemeenschap (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage XIII bij de EER-overeenkomst wordt in punt 49ab (Verordening (EG) nr. 415/2007 van de Commissie) het volgende toegevoegd:
„, gewijzigd bij:
— |
32012 R 0689: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 689/2012 van de Commissie van 27 juli 2012 (PB L 202 van 28.7.2012, blz. 5).”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 689/2012 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 2 februari 2013, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 1 februari 2013.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Gianluca GRIPPA
(1) PB L 202 van 28.7.2012, blz. 5.
(2) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
30.5.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 144/28 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 22/2013
van 1 februari 2013
tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uitvoeringsbesluit 2012/505/EU van de Commissie van 17 september 2012 betreffende de erkenning van Egypte overeenkomstig Richtlijn 2008/106/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de opleiding en diplomering van zeevarenden (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage XIII bij de EER-overeenkomst wordt na punt 56jo (Uitvoeringsbesluit 2012/76/EU van de Commissie) het volgende punt ingevoegd:
„56jp. |
32012 D 0505: Uitvoeringsbesluit 2012/505/EU van de Commissie van 17 september 2012 betreffende de erkenning van Egypte overeenkomstig Richtlijn 2008/106/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de opleiding en diplomering van zeevarenden (PB L 252 van 19.9.2012, blz. 57).”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Uitvoeringsbesluit 2012/505/EU zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 2 februari 2013, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 1 februari 2013.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Gianluca GRIPPA
(1) PB L 252 van 19.9.2012, blz. 57.
(2) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
30.5.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 144/29 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 23/2013
van 1 februari 2013
tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 859/2011 van de Commissie van 25 augustus 2011 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 185/2010 houdende vaststelling van gedetailleerde maatregelen voor de toepassing van de gemeenschappelijke basisnormen op het gebied van de beveiliging van de luchtvaart, wat vracht en post betreft (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 173/2012 van de Commissie van 29 februari 2012 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 185/2010 voor wat betreft de verduidelijking en vereenvoudiging van bepaalde specifieke luchtvaartbeveiligingsmaatregelen (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(3) |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 711/2012 van de Commissie van 3 augustus 2012 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 185/2010 houdende vaststelling van gedetailleerde maatregelen voor de toepassing van de gemeenschappelijke basisnormen op het gebied van de beveiliging van de luchtvaart, met betrekking tot de methoden voor het uitvoeren van beveiligingsonderzoeken van personen die geen passagier zijn en van de voorwerpen die zij bij zich dragen (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(4) |
Uitvoeringsbesluit 2011/5862/EU van de Commissie van 17 augustus 2011 tot wijziging van Besluit 2010/774/EU van de Commissie houdende vaststelling van gedetailleerde maatregelen voor de toepassing van de gemeenschappelijke basisnormen op het gebied van de beveiliging van de luchtvaart, wat vracht en post betreft, moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(5) |
Uitvoeringsbesluit 2011/9407/EU van de Commissie van 21 december 2011 tot wijziging van Besluit 2010/774/EU van de Commissie inzake luchtvracht en -post moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(6) |
Uitvoeringsbesluit 2012/1228/EU van de Commissie van 29 februari 2012 tot wijziging van Besluit 2010/774/EU van de Commissie voor wat betreft de verduidelijking en vereenvoudiging van bepaalde specifieke luchtvaartbeveiligingsmaatregelen moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(7) |
Uitvoeringsbesluit 2012/5672/EU van de Commissie van 10 augustus 2012 tot wijziging van Besluit 2010/774/EU van de Commissie houdende vaststelling van gedetailleerde maatregelen voor de toepassing van de gemeenschappelijke basisnormen op het gebied van de beveiliging van de luchtvaart, wat vracht en post betreft, moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(8) |
Uitvoeringsbesluit 2012/5880/EU van de Commissie van 23 augustus 2012 tot wijziging van Besluit 2010/774/EU van de Commissie houdende vaststelling van gedetailleerde maatregelen voor de toepassing van de gemeenschappelijke basisnormen op het gebied van de beveiliging van de luchtvaart, met betrekking tot de methoden voor het uitvoeren van beveiligingsonderzoeken van personen die geen passagier zijn en van de voorwerpen die zij bij zich dragen, moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(9) |
Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In punt 66he (Verordening (EU) nr. 185/2010 van de Commissie) worden de volgende streepjes toegevoegd:
|
2) |
In punt 66hf (Beschikking C(2010) 774 final van de Commissie) worden de volgende streepjes toegevoegd:
|
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 859/2011, (EU) nr. 173/2012 en (EU) nr. 711/2012 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 2 februari 2013, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (4).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 1 februari 2013.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Gianluca GRIPPA
(1) PB L 220 van 26.8.2011, blz. 9.
(2) PB L 59 van 1.3.2012, blz. 1.
(3) PB L 209 van 4.8.2012, blz. 1.
(4) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
30.5.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 144/31 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 24/2013
van 1 februari 2013
tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Besluit 2012/49/EU van de Commissie van 26 januari 2012 tot wijziging van de Besluiten 2011/263/EU en 2011/264/EU teneinde rekening te houden met de ontwikkelingen in de classificatie van enzymen overeenkomstig bijlage I bij Richtlijn 67/548/EEG van de Raad en bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Bijlage XX bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage XX bij de EER-overeenkomst wordt in de punten 2e (Besluit 2011/264/EU van de Commissie) en 2h (Besluit 2011/263/EU van de Commissie) het volgende toegevoegd:
„, gewijzigd bij:
— |
32012 D 0049: Besluit 2012/49/EU van de Commissie van 26 januari 2012 (PB L 26 van 28.1.2012, blz. 36).”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Besluit 2012/49/EU zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 2 februari 2013, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 201/2012 van het Gemengd Comité van de EER van 26 oktober 2012 (3), als dat later is.
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-deel van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 1 februari 2013.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Gianluca GRIPPA
(1) PB L 26 van 28.1.2012, blz. 36.
(2) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
(3) PB L 21 van 24.1.2013, blz. 51.
30.5.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 144/32 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 26/2013
van 1 februari 2013
tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 1102/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 inzake het verbod op de uitvoer van metallisch kwik en andere kwikverbindingen en -mengsels en de veilige opslag van metallisch kwik (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Verordening (EG) nr. 1102/2008 wordt gelezen in het licht van het feit dat handel met derde landen buiten het toepassingsgebied van de EER-overeenkomst valt en dat de bepalingen van de Verordening die de uitvoer van kwik verbiedt, niet op de EVA-staten van toepassing zijn. Aangezien de bepalingen betreffende kwik als afval relevant zijn voor de EER, werken de EVA-staten evenwel samen om ervoor te zorgen dat het uitvoerverbod doeltreffend is. |
(3) |
Bijlage XX bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage XX bij de EER-overeenkomst wordt na punt 22 (Richtlijn 96/59/EG van de Raad) het volgende punt ingevoegd:
„22a. |
32008 R 1102: Verordening (EG) nr. 1102/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 inzake het verbod op de uitvoer van metallisch kwik en andere kwikverbindingen en -mengsels en de veilige opslag van metallisch kwik (PB L 304 van 14.11.2008, blz. 75). De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van de EER-overeenkomst als volgt gelezen:
|
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EG) nr. 1102/2008 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 2 februari 2013, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 1 februari 2013.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Gianluca GRIPPA
(1) PB L 304 van 14.11.2008, blz. 75.
(2) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
30.5.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 144/33 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 27/2013
van 1 februari 2013
tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) nr. 135/2012 van de Commissie van 16 februari 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de overbrenging van afvalstoffen om bepaalde niet-ingedeelde soorten afvalstoffen op te nemen in bijlage IIIB (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Bijlage XX bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage XX bij de EER-overeenkomst wordt in punt 32c (Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad) het volgende streepje toegevoegd:
„— |
32012 R 0135: Verordening (EU) nr. 135/2012 van de Commissie van 16 februari 2012 (PB L 46 van 17.2.2012, blz. 30).”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 135/2012 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 2 februari 2013, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 1 februari 2013.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Gianluca GRIPPA
(1) PB L 46 van 17.2.2012, blz. 30.
(2) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
30.5.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 144/34 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 28/2013
van 1 februari 2013
tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Richtlijn 2011/97/EU van de Raad van 5 december 2011 tot wijziging van Richtlijn 1999/31/EG met betrekking tot specifieke criteria voor opslag van metallisch kwik dat als afval wordt beschouwd (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Bijlage XX bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage XX bij de EER-overeenkomst wordt in punt 32d (Richtlijn 1999/31/EG van de Raad) het volgende toegevoegd:
„, gewijzigd bij:
— |
32011 L 0097: Richtlijn 2011/97/EU van de Raad van 5 december 2011 (PB L 328 van 10.12.2011, blz. 49).”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn 2011/97/EU zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 2 februari 2013, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 26/2013 van het Gemengd Comité van de EER van 1 februari 2013 (3), als dat later is.
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 1 februari 2013.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Gianluca GRIPPA
(1) PB L 328 van 10.12.2011, blz. 49.
(2) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
(3) Zie bladzijde 32 van dit Publicatieblad.
30.5.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 144/35 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 29/2013
van 1 februari 2013
tot wijziging van bijlage XXII (Vennootschapsrecht) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Richtlijn 2012/6/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot wijziging van Richtlijn 78/660/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Bijlage XXII bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage XXII bij de EER-overeenkomst wordt in punt 4 (Vierde Richtlijn 78/660/EEG van de Raad) het volgende streepje toegevoegd:
„— |
32012 L 0006: Richtlijn 2012/6/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 (PB L 81 van 21.3.2012, blz. 3).”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn 2012/6/EU zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 2 februari 2013, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (2).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 1 februari 2013.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Gianluca GRIPPA
(1) PB L 81 van 21.3.2012, blz. 3.
(2) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
30.5.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 144/36 |
BERICHT AAN DE LEZER
„Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 25/2013 werd vóór de vaststelling ervan ingetrokken en bestaat derhalve niet.”