ISSN 1977-0758

doi:10.3000/19770758.L_2013.032.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 32

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

56e jaargang
1 februari 2013


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) nr. 85/2013 van de Raad van 31 januari 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1210/2003 betreffende bepaalde specifieke restricties op de economische en financiële betrekkingen met Irak

1

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 86/2013 van de Raad van 31 januari 2013 tot uitvoering van artikel 11, lid 4, van Verordening (EU) nr. 753/2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, groepen, ondernemingen en entiteiten in verband met de situatie in Afghanistan

5

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 87/2013 van de Commissie van 31 januari 2013 tot rectificatie van de Poolse versie van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 29/2012 betreffende de handelsnormen voor olijfolie

7

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 88/2013 van de Commissie van 31 januari 2013 tot wijziging van Beschikking 2007/777/EG en Verordening (EG) nr. 798/2008 wat betreft de gegevens voor Oekraïne in de lijsten van derde landen waaruit bepaalde soorten vlees, vleesproducten, eieren en eiproducten in de Unie mogen worden binnengebracht ( 1 )

8

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 89/2013 van de Commissie van 31 januari 2013 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

11

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 90/2013 van de Commissie van 31 januari 2013 tot vaststelling van de invoerrechten in de sector granen van toepassing vanaf 1 februari 2013

13

 

 

BESLUITEN

 

 

2013/68/EU

 

*

Besluit van de Raad van 28 januari 2013 houdende benoeming van een Belgisch lid en een Belgische plaatsvervanger van het Comité van de Regio’s

16

 

 

2013/69/EU

 

*

Besluit van de Raad van 28 januari 2013 houdende benoeming van een Tsjechische plaatsvervanger in het Comité van de Regio’s

17

 

 

2013/70/EU

 

*

Besluit van de Raad van 28 januari 2013 houdende benoeming van een Italiaans lid van het Comité van de Regio’s

18

 

*

Besluit 2013/71/GBVB van de Raad van 31 januari 2013 betreffende de tijdelijke opvang van een aantal Palestijnen door lidstaten van de Europese Unie

19

 

*

Besluit 2013/72/GBVB van de Raad van 31 januari 2013 tot wijziging van Besluit 2011/72/GBVB betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Tunesië

20

 

*

Uitvoeringsbesluit 2013/73/GBVB van de Raad van 31 januari 2013 tot uitvoering van Besluit 2011/486/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, groepen, ondernemingen en entiteiten in verband met de situatie in Afghanistan

21

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Richtlijn 2009/16/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende havenstaatcontrole (PB L 131 van 28.5.2009)

23

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

1.2.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 32/1


VERORDENING (EU) Nr. 85/2013 VAN DE RAAD

van 31 januari 2013

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1210/2003 betreffende bepaalde specifieke restricties op de economische en financiële betrekkingen met Irak

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit 2012/812/GBVB van de Raad van 20 december 2012 tot wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2003/495/GBVB inzake Irak (1),

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig Resolutie 1483 (2003) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties worden bij artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1210/2003 van de Raad van 7 juli 2003 betreffende bepaalde specifieke restricties op de economische en financiële betrekkingen met Irak (2) meer bepaald de tegoeden en economische middelen van Saddam Hussein en andere belangrijke figuren van het voormalige Iraakse regime bevroren.

(2)

Overeenkomstig punt 23 van Resolutie 1483 (2003) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties staat artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1210/2003 de lidstaten toe dergelijke tegoeden en economische middelen vrij te geven om deze aan het Ontwikkelingsfonds voor Irak over te dragen.

(3)

Op 15 december 2010 hechtte de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties zijn goedkeuring aan Resolutie 1956 (2010), waarin in punt 5 is besloten dat de volledige opbrengst van het Ontwikkelingsfonds voor Irak overgemaakt dient te worden op de rekening of rekeningen van de opvolgingsregelingen van de regering van Irak en dat het Ontwikkelingsfonds uiterlijk 30 juni 2011 dient te worden opgeheven.

(4)

Verordening (EG) nr. 1210/2003 dient bijgevolg te worden gewijzigd, teneinde de overdracht van bevroren tegoeden, andere financiële tegoeden of economische middelen naar de opvolgingsregelingen van het Ontwikkelingsfonds voor Irak, ingesteld door de regering van Irak, mogelijk te maken, overeenkomstig de voorwaarden van de Resoluties 1483 (2003) en 1956 (2010) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.

(5)

Het is ook dienstig Verordening (EG) nr. 1210/2003 te actualiseren met recente informatie die door de lidstaten is verstrekt, met betrekking tot de bevoegde autoriteiten en het adres voor kennisgevingen aan de Commissie.

(6)

Verordening (EG) nr. 1210/2003 dient daarom dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1210/2003 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 6, lid 2, wordt vervangen door:

„2.   In alle andere omstandigheden worden tegoeden, economische middelen en opbrengsten uit economische middelen die op grond van artikel 4 zijn bevroren, slechts vrijgegeven met het oog op overdracht aan de opvolgingsregelingen van het Ontwikkelingsfonds voor Irak, ingesteld door de regering van Irak, onder de voorwaarden die zijn neergelegd in de Resoluties 1483 (2003) en 1956 (2010) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.”.

2)

Bijlage V wordt vervangen door de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 januari 2013.

Voor de Raad

De voorzitter

C. ASHTON


(1)  PB L 352 van 21.12.2012, blz. 54.

(2)  PB L 169 van 8.7.2003, blz. 6.


BIJLAGE

„BIJLAGE V

Websites voor informatie over de in de artikelen 6, 7 en 8 bedoelde bevoegde autoriteiten en adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie

A.   Bevoegde autoriteiten van de lidstaten:

BELGIË

http://www.diplomatie.be/eusanctions

BULGARIJE

http://www.mfa.bg/en/pages/135/index.html

TSJECHIË

http://www.mfcr.cz/mezinarodnisankce

DENEMARKEN

http://um.dk/da/politik-og-diplomati/retsorden/sanktioner/

DUITSLAND

http://www.bmwi.de/DE/Themen/Aussenwirtschaft/aussenwirtschaftsrecht,did=404888.html

ESTLAND

http://www.vm.ee/est/kat_622/

IERLAND

http://www.dfa.ie/home/index.aspx?id=28519

GRIEKENLAND

http://www.mfa.gr/en/foreign-policy/global-issues/international-sanctions.html

SPANJE

http://www.maec.es/es/MenuPpal/Asuntos/Sanciones%20Internacionales/Paginas/Sanciones_%20Internacionales.aspx

FRANKRIJK

http://www.diplomatie.gouv.fr/autorites-sanctions/

ITALIË

http://www.esteri.it/MAE/IT/Politica_Europea/Deroghe.htm

CYPRUS

http://www.mfa.gov.cy/sanctions

LETLAND

http://www.mfa.gov.lv/en/security/4539

LITOUWEN

http://www.urm.lt/sanctions

LUXEMBURG

http://www.mae.lu/sanctions

HONGARIJE

http://www.kulugyminiszterium.hu/kum/hu/bal/Kulpolitikank/nemzetkozi_szankciok/

MALTA

http://www.doi.gov.mt/EN/bodies/boards/sanctions_monitoring.asp

NEDERLAND

www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internationale-vrede-en-veiligheid/sancties

OOSTENRIJK

http://www.bmeia.gv.at/view.php3?f_id=12750&LNG=en&version=

POLEN

http://www.msz.gov.pl

PORTUGAL

http://www.min-nestrangeiros.pt

ROEMENIË

http://www.mae.ro/node/1548

SLOVENIË

http://www.mzz.gov.si/si/zunanja_politika_in_mednarodno_pravo/zunanja_politika/mednarodna_varnost/omejevalni_ukrepi/

SLOWAKIJE

http://www.foreign.gov.sk

FINLAND

http://formin.finland.fi/kvyhteistyo/pakotteet

ZWEDEN

http://www.ud.se/sanktioner

VERENIGD KONINKRIJK

www.fco.gov.uk/competentauthorities

B.   Adres voor kennisgevingen of andere mededelingen aan de Europese Commissie:

Europese Commissie

Dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid (FPI)

EEAS 02/309

1049 Brussel

BELGIË

E-mailadres: relex-sanctions@ec.europa.eu”


1.2.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 32/5


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 86/2013 VAN DE RAAD

van 31 januari 2013

tot uitvoering van artikel 11, lid 4, van Verordening (EU) nr. 753/2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, groepen, ondernemingen en entiteiten in verband met de situatie in Afghanistan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 753/2011 van de Raad van 1 augustus 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, groepen, ondernemingen en entiteiten in verband met de situatie in Afghanistan (1), en met name artikel 11, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 1 augustus 2011 Verordening (EU) nr. 753/2011 vastgesteld.

(2)

Het comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, ingesteld krachtens punt 30 van Resolutie 1988 (2011) van de Veiligheidsraad, heeft op 19 en 28 december 2012 en op 15 januari 2013 de lijst van personen, groepen, ondernemingen en entiteiten waarvoor beperkende maatregelen gelden, gewijzigd.

(3)

Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 753/2011 dient dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 753/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 januari 2013.

Voor de Raad

De voorzitter

C. ASHTON


(1)  PB L 199 van 2.8.2011, blz. 1.


BIJLAGE

I.   De vermeldingen op de lijst in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 753/2011 betreffende de onderstaande persoon worden vervangen door de onderstaande vermeldingen.

A.   Met de Taliban verbonden personen

Badruddin Haqqani (ook bekend als Atiqullah)

Adres: Miram Shah, Pakistan. Geboortedatum: omstreeks 1975-1979. Geboorteplaats: Miram Shah, Noord-Waziristan, Pakistan. Andere informatie: a) operationeel bevelhebber van het Haqqani-netwerk en lid van de Taliban-raad in Miram Shah; b) heeft meegewerkt aan de leiding van aanvallen tegen doelwitten in Zuidoost-Afghanistan; c) zoon van Jalaluddin Haqqani, broer van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani en Nasiruddin Haqqani, neef van Khalil Ahmed Haqqani; d) zou zijn overleden eind augustus 2012. Datum van plaatsing op de VN-lijst:11.5.2011.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Badruddin Haqqani is operationeel commandant van het Haqqani-netwerk, een aan de Taliban gelieerde groep strijders die opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Het Haqqani-netwerk heeft steeds een prominente rol gespeeld onder de opstandelingen in Afghanistan, en is verantwoordelijk voor diverse opvallende aanslagen. De leiding van het Haqqani-netwerk wordt gevormd door de oudste drie zoons van oprichter Jalaluddin Haqqani, die zich halverwege de jaren negentig achter het Taliban-regime van Moellah Mohammed Omar schaarde. Badruddin is een zoon van Jalaluddin en een broer van Nasiruddin Haqqani en Sirajuddin Haqqani, en een neef van Khalil Ahmed Haqqani.

Badruddin gidst de met de Taliban samenwerkende opstandelingen en buitenlandse strijders naar doelwitten in Zuidoost-Afghanistan. Hij heeft zitting in de Taliban-shura van Miram Shah, waaronder de activiteiten van het Haqqani-netwerk ressorteren.

Aangenomen wordt dat Badruddin binnen het Haqqani-netwerk, dat ongeveer duizend strijders onder zijn commando heeft, een van de belangrijkste militaire leiders en een van de belangrijkste planners van zelfmoordaanslagen is. Het Haqqani-netwerk is verantwoordelijk voor een groot aantal aanslagen in Oost-Afghanistan en Kabul. Badruddin wordt geacht rechtstreeks te zijn betrokken bij aanslagen tegen zowel buitenlandse als Afghaanse strijdmachten alsook tegen burgers; hij werkt nauw samen met andere terroristische organisaties zoals Al-Qaida en de Islamitische Beweging van Oezbekistan.

Badruddin zou ook de man zijn achter ontvoeringen door het Haqqani-netwerk. Tal van Afghanen en buitenlanders zijn in de Afghaans-Pakistaanse grensstreek onder zijn verantwoordelijkheid ontvoerd.

II.   De vermeldingen op de lijst in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 753/2011 betreffende de onderstaande personen worden geschrapt.

A.   Met de Taliban verbonden personen

1.

Abdul Razaq Ekhtiyar Mohammad

2.

Zabihullah Hamidi (ook bekend als Taj Mir)

3.

Abdul Wahab Abdul Ghafar (ook bekend als Abdul Wahab).


1.2.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 32/7


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 87/2013 VAN DE COMMISSIE

van 31 januari 2013

tot rectificatie van de Poolse versie van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 29/2012 betreffende de handelsnormen voor olijfolie

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name artikel 113, lid 1, onder a), en artikel 121, eerste alinea, onder a), juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In de Poolse versie van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 29/2012 van 13 januari 2012 betreffende de handelsnormen voor olijfolie (2) is een fout geslopen. In de eerste van de twee etiketteksten van punt d) van de tweede alinea van artikel 3 van die verordening is abusievelijk sprake van „het afval verkregen na de winning van olijfolie” in plaats van „het product verkregen na de winning van olijfolie”. Als gevolg daarvan overlappen de betekenissen van de twee etiketten elkaar in de Poolse versie van de verordening.

(2)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 29/2012 moet derhalve op dat punt worden gerectificeerd.

(3)

Om te voorkomen dat ondernemers die zich aan de onterechte verplichting van de Poolse versie van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 29/2012 hebben gehouden daarvan schade zouden ondervinden, moeten zij gedurende een bepaalde periode gebruik kunnen blijven maken van de onjuiste etiketten. Om die periode zo kort mogelijk te houden, moet deze verordening op de dag na die van de bekendmaking ervan in werking treden.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Betreft alleen de Poolse versie.

Artikel 2

Producten die overeenkomstig de Poolse versie van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 29/2012 en vóór de inwerkingtreding van deze verordening in de Unie zijn vervaardigd en geëtiketteerd of in de Unie zijn ingevoerd en in het vrije verkeer zijn gebracht, mogen tot en met 2 februari 2014 worden verhandeld.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 januari 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 12 van 14.1.2012, blz. 14.


1.2.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 32/8


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 88/2013 VAN DE COMMISSIE

van 31 januari 2013

tot wijziging van Beschikking 2007/777/EG en Verordening (EG) nr. 798/2008 wat betreft de gegevens voor Oekraïne in de lijsten van derde landen waaruit bepaalde soorten vlees, vleesproducten, eieren en eiproducten in de Unie mogen worden binnengebracht

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (1), en met name artikel 8, inleidende zin, punt 1, eerste alinea, en punt 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (2), en met name artikel 11, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Beschikking 2007/777/EG van de Commissie van 29 november 2007 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschriften en het model van de certificaten voor bepaalde uit derde landen ingevoerde vleesproducten en behandelde magen, blazen en darmen voor menselijke consumptie en tot intrekking van Beschikking 2005/432/EG (3) stelt voorschriften vast voor de invoer in, de doorvoer door en de opslag in de Unie van zendingen vleesproducten en van zendingen behandelde magen, blazen en darmen, zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (4).

(2)

Deel 2 van bijlage II bij Beschikking 2007/777/EG bevat de lijst van derde landen of delen daarvan waaruit vleesproducten en behandelde magen, blazen en darmen in de Unie mogen worden binnengebracht, mits die goederen de in die lijst bedoelde behandeling hebben ondergaan. Wanneer derde landen voor de opneming in die lijst worden geregionaliseerd, worden hun geregionaliseerde gebieden aangegeven in deel 1 van die bijlage.

(3)

Deel 4 van bijlage II bij Beschikking 2007/777/EG beschrijft de in deel 2 van die bijlage vermelde behandelingen, waarbij aan elk van die behandelingen een code wordt toegekend. Dat deel beschrijft een niet-specifieke behandeling „A” en specifieke behandelingen „B” tot en met „F” in afnemende volgorde van intensiteit.

(4)

Verordening (EG) nr. 798/2008 van de Commissie van 8 augustus 2008 tot vaststelling van een lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit pluimvee en pluimveeproducten mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Gemeenschap, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (5) bepaalt dat bepaalde producten alleen mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Unie uit de derde landen, gebieden, zones of compartimenten die zijn vermeld in de tabel in deel 1 van bijlage I bij die verordening. Ook zijn in die verordening de voorschriften inzake veterinaire certificering van die producten vastgesteld.

(5)

Oekraïne is momenteel in de lijst van deel 2 van bijlage II bij Beschikking 2007/777/EG niet opgenomen als land waaruit vleesproducten en behandelde magen, blazen en darmen van pluimvee, gekweekt vederwild, gekweekte loopvogels en vrij vederwild in de Unie mogen worden binnengebracht. Bovendien is Oekraïne niet opgenomen in de lijst van deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008.

(6)

Oekraïne heeft de Commissie om toelating verzocht voor de invoer in de Unie van vleesproducten en behandelde magen, blazen en darmen van pluimvee, gekweekt vederwild, gekweekte loopvogels en vrij vederwild die een niet-specifieke behandeling „A” hebben ondergaan overeenkomstig deel 4 van bijlage II bij Beschikking 2007/777/EG. Bovendien heeft Oekraïne de Commissie om toelating verzocht voor de invoer in de Unie van vlees van pluimvee, gekweekte loopvogels voor menselijke consumptie en vrij vederwild, eieren en eiproducten.

(7)

Deskundigen van de Commissie hebben een aantal audits in Oekraïne uitgevoerd. Uit deze audits is gebleken dat de bevoegde veterinaire autoriteit van dat derde land afdoende garanties biedt voor de naleving van de voorschriften van de Unie inzake de invoer van vleesproducten en behandelde magen, blazen en darmen van pluimvee, gekweekt vederwild, gekweekte loopvogels en vrij vederwild, van vlees van pluimvee, gekweekte loopvogels voor menselijke consumptie en vrij vederwild, alsmede van eieren en eiproducten in de Unie. Daarom moeten deel 2 van bijlage II bij Beschikking 2007/777/EG en deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 worden gewijzigd om de invoer van dergelijke producten in de Unie toe te staan.

(8)

Daarnaast biedt Oekraïne afdoende veterinairrechtelijke garanties voor de naleving van de voorschriften inzake de invoer in de Unie van eieren en heeft het een nationaal salmonellabestrijdingsprogramma ingediend als bedoeld in Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bestrijding van salmonella en andere specifieke door voedsel overgedragen zoönoseverwekkers (6). Dit programma is echter nog niet goedgekeurd. Daarom is alleen de invoer van eieren van Gallus gallus uit Oekraïne toegestaan als vermeld onder „S4” in deel 2 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008.

(9)

Beschikking 2007/777/EG en Verordening (EG) nr. 798/2008 moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II bij Beschikking 2007/777/EG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.

Artikel 2

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 januari 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 18 van 23.1.2003, blz. 11.

(2)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 206.

(3)  PB L 312 van 30.11.2007, blz. 49.

(4)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55.

(5)  PB L 226 van 23.8.2008, blz. 1.

(6)  PB L 325 van 12.12.2003, blz. 1.


BIJLAGE I

In deel 2 van bijlage II bij Beschikking 2007/777/EG worden de gegevens voor Oekraïne vervangen door:

„UA

Oekraïne

XXX

XXX

XXX

XXX

A

A

A

XXX

XXX

XXX

A

A

XXX”


BIJLAGE II

In deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 worden de volgende nieuwe gegevens voor Oekraïne ingevoegd tussen de gegevens voor Turkije en die voor de Verenigde Staten van Amerika:

„UA — Oekraïne

UA-0

Het hele land

E, EP, POU, RAT, WGM

 

 

 

 

 

 

S4”


1.2.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 32/11


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 89/2013 VAN DE COMMISSIE

van 31 januari 2013

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 januari 2013.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MA

52,4

PS

161,2

TN

66,6

TR

128,7

ZZ

102,2

0707 00 05

EG

206,0

MA

124,7

TR

148,4

ZZ

159,7

0709 91 00

EG

82,2

ZZ

82,2

0709 93 10

EG

194,1

MA

62,0

TR

151,0

ZZ

135,7

0805 10 20

EG

54,1

MA

48,6

TN

49,8

TR

62,2

ZZ

53,7

0805 20 10

MA

85,8

ZZ

85,8

0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90

CN

153,7

IL

115,6

KR

135,8

MA

104,3

TR

79,2

ZZ

117,7

0805 50 10

TR

71,6

ZZ

71,6

0808 10 80

AR

86,6

BR

86,6

CN

81,6

MK

36,4

US

178,8

ZZ

94,0

0808 30 90

CN

82,6

TR

177,0

US

140,8

ZA

105,9

ZZ

126,6


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


1.2.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 32/13


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 90/2013 VAN DE COMMISSIE

van 31 januari 2013

tot vaststelling van de invoerrechten in de sector granen van toepassing vanaf 1 februari 2013

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Verordening (EU) nr. 642/2010 van de Commissie van 20 juli 2010 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad ten aanzien van de invoerrechten in de sector granen (2), en met name artikel 2, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 136, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 is bepaald dat het invoerrecht voor de producten van de GN-codes 1001 19 00, 1001 11 00, ex 1001 91 20 (zachte tarwe, zaaigoed), ex 1001 99 00 (zachte tarwe van hoge kwaliteit, andere dan zaaigoed), 1002 10 00, 1002 90 00, 1005 10 90, 1005 90 00, 1007 10 90 en 1007 90 00, gelijk is aan de interventieprijs voor deze producten bij de invoer, verhoogd met 55 % en verminderd met de cif-invoerprijs voor de betrokken zending. Dit invoerrecht mag echter niet hoger zijn dan het recht van het gemeenschappelijk douanetarief.

(2)

In artikel 136, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 is bepaald dat voor de berekening van het in lid 1 van dat artikel bedoelde invoerrecht regelmatig representatieve cif-invoerprijzen voor de betrokken producten worden vastgesteld.

(3)

Overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 642/2010 is de prijs die in aanmerking moet worden genomen voor de berekening van het invoerrecht voor de producten van de GN-codes 1001 19 00, 1001 11 00, ex 1001 91 20 (zachte tarwe, zaaigoed), ex 1001 99 00 (zachte tarwe van hoge kwaliteit, andere dan zaaigoed), 1002 10 00, 1002 90 00, 1005 10 90, 1005 90 00, 1007 10 90 en 1007 90 00, de dagelijkse representatieve cif-invoerprijs die wordt bepaald volgens de methode van artikel 5 van die verordening.

(4)

Er dienen invoerrechten te worden vastgesteld voor de periode vanaf 1 februari 2013, die van toepassing zullen zijn tot er nogmaals nieuwe invoerrechten worden vastgesteld en in werking treden.

(5)

Omdat ervoor moet worden gezorgd dat deze maatregel zo snel mogelijk na de terbeschikkingstelling van de geactualiseerde gegevens van toepassing wordt, moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde invoerrechten in de sector granen die van toepassing zijn vanaf 1 februari 2013, worden in bijlage I bij de onderhavige verordening vastgesteld op basis van de in bijlage II vermelde elementen.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 januari 2013.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 187 van 21.7.2010, blz. 5.


BIJLAGE I

Vanaf 1 februari 2013 geldende invoerrechten voor de in artikel 136, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde producten

GN-code

Omschrijving

Invoerrecht (1)

(EUR/t)

1001 19 00

1001 11 00

HARDE TARWE van hoge kwaliteit

0,00

van gemiddelde kwaliteit

0,00

van lage kwaliteit

0,00

ex 1001 91 20

ZACHTE TARWE, zaaigoed

0,00

ex 1001 99 00

ZACHTE TARWE van hoge kwaliteit, andere dan zaaigoed

0,00

1002 10 00

1002 90 00

ROGGE

0,00

1005 10 90

MAÏS, zaaigoed, ander dan hybriden

0,00

1005 90 00

MAÏS, andere dan zaaigoed (2)

0,00

1007 10 90

1007 90 00

GRAANSORGHO, andere dan hybriden bestemd voor zaaidoeleinden

0,00


(1)  Krachtens artikel 2, lid 4, van Verordening (EU) nr. 642/2010 komt de importeur in aanmerking voor een verlaging van de invoerrechten met:

3 EUR per ton, indien de loshaven aan de Middellandse Zee (voorbij de Straat van Gibraltar) of de Zwarte Zee ligt en het product via de Atlantische Oceaan of het Suezkanaal wordt aangevoerd,

2 EUR per ton, als de loshaven in Denemarken, Estland, Ierland, Letland, Litouwen, Polen, Finland, Zweden, het Verenigd Koninkrijk of aan de Atlantische kust van het Iberisch Schiereiland ligt en het product via de Atlantische Oceaan wordt aangevoerd.

(2)  De importeur komt in aanmerking voor een forfaitaire verlaging van het invoerrecht met 24 EUR per ton als aan de in artikel 3, van Verordening (EU) nr. 642/2010 vastgestelde voorwaarden is voldaan.


BIJLAGE II

Elementen voor de berekening van de in bijlage I vastgestelde rechten

16.1.2013-30.1.2013

1.

Gemiddelden over de in artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) nr. 642/2010 bedoelde referentieperiode:

(EUR/t)

 

Zachte tarwe (1)

Maïs

Harde tarwe van hoge kwaliteit

Harde tarwe tarwe van gemiddelde kwaliteit (2)

Harde tarwe van lage kwaliteit (3)

Beurs

Minnéapolis

Chicago

Notering

251,63

214,02

Fob-prijs VSA

296,41

286,41

266,41

Golfpremie

73,66

15,71

Grote-Merenpremie

2.

Gemiddelden over de in artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) nr. 642/2010 bedoelde referentieperiode:

Vrachtkosten: Golf van Mexico-Rotterdam:

14,53 EUR/t

Vrachtkosten: Grote Meren-Rotterdam:

— EUR/t


(1)  Premie van 14 EUR per ton inbegrepen (artikel 5, lid 3, van Verordening (EU) nr. 642/2010).

(2)  Korting van 10 EUR per ton (artikel 5, lid 3, van Verordening (EU) nr. 642/2010).

(3)  Korting van 30 EUR per ton (artikel 5, lid 3, van Verordening (EU) nr. 642/2010).


BESLUITEN

1.2.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 32/16


BESLUIT VAN DE RAAD

van 28 januari 2013

houdende benoeming van een Belgisch lid en een Belgische plaatsvervanger van het Comité van de Regio’s

(2013/68/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 305,

Gezien de voordracht van de Belgische regering,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 22 december 2009 respectievelijk 18 januari 2010 heeft de Raad Besluit 2009/1014/EU (1) en Besluit 2010/29/EU (2) houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2010 tot en met 25 januari 2015 vastgesteld.

(2)

In het Comité van de Regio’s is een zetel van lid vrijgekomen door het verstrijken van het mandaat van de heer Jos CHABERT.

(3)

Een zetel van plaatsvervanger in het Comité van de Regio’s zal vrijkomen door de benoeming van de heer Jean-Luc VANRAES tot lid van het Comité van de Regio’s,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Worden benoemd voor de resterende duur van de ambtstermijn, te weten tot en met 25 januari 2015:

a)

tot lid:

de heer Jean-Luc VANRAES, Brussels Volksvertegenwoordiger in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement

en

b)

tot plaatsvervanger:

mevrouw Brigitte GROUWELS, minister van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 28 januari 2013.

Voor de Raad

De voorzitter

S. COVENEY


(1)  PB L 348 van 29.12.2009, blz. 22.

(2)  PB L 12 van 19.1.2010, blz. 11.


1.2.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 32/17


BESLUIT VAN DE RAAD

van 28 januari 2013

houdende benoeming van een Tsjechische plaatsvervanger in het Comité van de Regio’s

(2013/69/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 305,

Gezien de voordracht van de Tsjechische regering,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 22 december 2009 en 18 januari 2010 heeft de Raad de Besluiten 2009/1014/EU (1) en 2010/29/EU (2) houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2010 tot en met 25 januari 2015 vastgesteld.

(2)

In het Comité van de Regio’s is een zetel van plaatsvervanger vrijgekomen door het verstrijken van het mandaat van de heer David RATH,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In het Comité van de Regio’s wordt voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2015, benoemd tot plaatsvervanger:

de heer Václav NOVOTNÝ, radní hl. města Prahy.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 28 januari 2013.

Voor de Raad

De voorzitter

S. COVENEY


(1)  PB L 348 van 29.12.2009, blz. 22.

(2)  PB L 12 van 19.1.2010, blz. 11.


1.2.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 32/18


BESLUIT VAN DE RAAD

van 28 januari 2013

houdende benoeming van een Italiaans lid van het Comité van de Regio’s

(2013/70/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 305,

Gezien de voordracht van de Italiaanse regering,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 22 december 2009 en 18 januari 2010 heeft de Raad de Besluiten 2009/1014/EU (1) en 2010/29/EU (2) houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio’s voor de periode van 26 januari 2010 tot en met 25 januari 2015 vastgesteld.

(2)

In het Comité van de Regio’s is een zetel van lid vrijgekomen door het verstrijken van het mandaat van de heer Francesco MUSOTTO,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Wordt benoemd tot lid van het Comité van de Regio’s voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2015:

de heer Rosario CROCETTA, Presidente della Regione Siciliana.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 28 januari 2013.

Voor de Raad

De voorzitter

S. COVENEY


(1)  PB L 348 van 29.12.2009, blz. 22.

(2)  PB L 12 van 19.1.2010, blz. 11.


1.2.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 32/19


BESLUIT 2013/71/GBVB VAN DE RAAD

van 31 januari 2013

betreffende de tijdelijke opvang van een aantal Palestijnen door lidstaten van de Europese Unie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29 en artikel 31, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 16 december 2011 is Besluit 2011/845/GBVB betreffende de tijdelijke opvang van een aantal Palestijnen door lidstaten van de Europese Unie (1) vastgesteld, op grond waarvan de geldigheid van hun nationale vergunningen om het grondgebied van de in Gemeenschappelijk Standpunt 2002/400/GBVB van de Raad van 21 mei 2002 betreffende de tijdelijke opvang van een aantal Palestijnen door lidstaten van de Europese Unie (2) bedoelde lidstaten te betreden en daar te verblijven, met nog eens twaalf maanden werd verlengd.

(2)

Op basis van een evaluatie van de toepassing van Gemeenschappelijk Standpunt 2002/400/GBVB acht de Raad het gepast de geldigheidsduur van die vergunningen met nog eens twaalf maanden te verlengen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 2 van Gemeenschappelijk Standpunt 2002/400/GBVB bedoelde lidstaten verlengen de geldigheidsduur van overeenkomstig artikel 3 van het gemeenschappelijk standpunt verleende nationale vergunningen om hun grondgebied te betreden en daar te verblijven met nog eens twaalf maanden.

Artikel 2

De Raad evalueert de toepassing van Gemeenschappelijk Standpunt 2002/400/GBVB uiterlijk zes maanden na de vaststelling van dit besluit.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 31 januari 2013.

Voor de Raad

De voorzitter

C. ASHTON


(1)  PB L 335 van 17.12.2011, blz. 78.

(2)  PB L 138 van 28.5.2002, blz. 33.


1.2.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 32/20


BESLUIT 2013/72/GBVB VAN DE RAAD

van 31 januari 2013

tot wijziging van Besluit 2011/72/GBVB betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Tunesië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 31 januari 2011 Besluit 2011/72/GBVB (1) vastgesteld.

(2)

De beperkende maatregelen van Besluit 2011/72/GBVB zijn van toepassing tot en met 31 januari 2013. Na toetsing van dat besluit dienen de restrictieve maatregelen te worden verlengd tot en met 31 januari 2014.

(3)

Besluit 2011/72/GBVB moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 5 van Besluit 2011/72/GBVB wordt vervangen door:

"Artikel 5

Dit besluit is van toepassing tot en met 31 januari 2014. Het wordt voortdurend geëvalueerd. Het kan zo nodig worden verlengd of gewijzigd indien de Raad van oordeel is dat de doelstellingen ervan niet zijn verwezenlijkt.".

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 31 januari 2013.

Voor de Raad

De voorzitter

C. ASHTON


(1)  PB L 28 van 2.2.2011, blz. 62.


1.2.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 32/21


UITVOERINGSBESLUIT 2013/73/GBVB VAN DE RAAD

van 31 januari 2013

tot uitvoering van Besluit 2011/486/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, groepen, ondernemingen en entiteiten in verband met de situatie in Afghanistan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 31, lid 2,

Gezien Besluit 2011/486/GBVB van de Raad van 1 augustus 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, groepen, ondernemingen en entiteiten in verband met de situatie in Afghanistan (1), en met name artikel 5 en artikel 6, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 1 augustus 2011 Besluit 2011/486/GBVB vastgesteld.

(2)

Het comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, ingesteld krachtens punt 30 van Resolutie 1988 (2011) van de Veiligheidsraad, heeft op 19 en 28 december 2012 en op 15 januari 2013 de lijst van personen, groepen, ondernemingen en entiteiten waarvoor beperkende maatregelen gelden, gewijzigd.

(3)

De bijlage bij Besluit 2011/486/GBVB moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Besluit 2011/486/GBVB wordt gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 31 januari 2013.

Voor de Raad

De voorzitter

C. ASHTON


(1)  PB L 199 van 2.8.2011, blz. 57.


BIJLAGE

I.   De vermelding in de lijst in de bijlage bij Besluit 2011/486/GBVB betreffende de volgende persoon wordt vervangen door de onderstaande vermelding.

A.   Met de Taliban verbonden personen

Badruddin Haqqani (ook bekend als Atiqullah)

Adres: Miram Shah, Pakistan. Geboortedatum: omstreeks 1975-1979. Geboorteplaats: Miram Shah, Noord-Waziristan, Pakistan. Andere informatie: a) operationeel bevelhebber van het Haqqani-netwerk en lid van de Taliban-raad in Miram Shah; b) heeft meegewerkt aan de leiding van aanvallen tegen doelwitten in Zuidoost-Afghanistan; c) zoon van Jalaluddin Haqqani, broer van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani en Nasiruddin Haqqani, neef van Khalil Ahmed Haqqani; d) zou zijn overleden eind augustus 2012. Datum van plaatsing op de VN-lijst:11.5.2011.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Badruddin Haqqani is operationeel commandant van het Haqqani-netwerk, een aan de Taliban gelieerde groep strijders die opereert vanuit het agentschap Noord-Waziristan binnen de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Het Haqqani-netwerk heeft steeds een prominente rol gespeeld onder de opstandelingen in Afghanistan, en is verantwoordelijk voor diverse opvallende aanslagen. De leiding van het Haqqani-netwerk wordt gevormd door de oudste drie zoons van oprichter Jalaluddin Haqqani, die zich halverwege de jaren negentig achter het Taliban-regime van Moellah Mohammed Omar schaarde. Badruddin is een zoon van Jalaluddin en een broer van Nasiruddin Haqqani en Sirajuddin Haqqani, en een neef van Mohammed Ibrahim Omari en Khalil Ahmed Haqqani.

Badruddin gidst de met de Taliban samenwerkende opstandelingen en buitenlandse strijders naar doelwitten in Zuidoost-Afghanistan. Hij heeft zitting in de Talibanraad van Miram Shah, waaronder de activiteiten van het Haqqani-netwerk ressorteren.

Aangenomen wordt dat Badruddin binnen het Haqqani-netwerk, dat ongeveer duizend strijders onder zijn commando heeft, een van de belangrijkste militaire leiders en een van de belangrijkste planners van zelfmoordaanslagen is. Het Haqqani-netwerk is verantwoordelijk voor een groot aantal aanslagen in Oost-Afghanistan en Kabul. Badruddin zou rechtstreeks betrokken zijn bij aanslagen tegen de buitenlandse en Afghaanse strijdkrachten en op burgers; hij werkt nauw samen met andere terroristische organisaties zoals Al Qaida en de Islamitische Beweging van Oezbekistan.

Badruddin zou ook de man zijn achter ontvoeringen door het Haqqani-netwerk. Tal van Afghanen en buitenlanders zijn in de Afghaans-Pakistaanse grensstreek onder zijn verantwoordelijkheid ontvoerd.

II.   De vermeldingen in de lijst in de bijlage bij Besluit 2011/486/GBVB betreffende de onderstaande personen worden geschrapt.

A.   Met de Taliban verbonden personen

1.

Abdul Razaq Ekhtiyar Mohammad

2.

Zabihullah Hamidi (ook bekend als Taj Mir)

3.

Abdul Wahab Abdul Ghafar (ook bekend als Abdul Wahab).


Rectificaties

1.2.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 32/23


Rectificatie van Richtlijn 2009/16/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende havenstaatcontrole

( Publicatieblad van de Europese Unie L 131 van 28 mei 2009 )

1.

Bladzijde 59, overweging 31:

in plaats van:

„… een toegangsverbod …”,

te lezen:

„… een weigering van toegang …”.

2.

Bladzijde 62, artikel 2, onder 16):

in plaats van:

„ „Weigering van de toegang”:”,

te lezen:

„ „Besluit tot weigering van toegang”:”.

3.

Bladzijde 64, artikel 9, lid 1:

in plaats van:

„… overeenkomstig artikel 13 …”,

te lezen:

„… overeenkomstig artikel 14 …”.

4.

Bladzijde 66, artikel 14, lid 1, vierde streepje:

in plaats van:

„… een weigering van toegang …”,

te lezen:

„… een besluit tot weigering van toegang …”.

5.

Bladzijde 67, artikel 16, lid 1, tweede alinea:

in plaats van:

„… en waar een weigering van toegang werd uitgevaardigd”,

te lezen:

„… en waar een besluit tot weigering van toegang werd uitgevaardigd”.

6.

Bladzijde 67, artikel 16, lid 2:

in plaats van:

„De weigering van toegang …”,

te lezen:

„Het besluit tot weigering van toegang …”.

7.

Bladzijde 67, artikel 16, lid 3, tweede zin:

in plaats van:

„Deze derde weigering van de toegang kan uitsluitend worden opgeheven …”,

te lezen:

„Dit derde besluit tot weigering van toegang kan uitsluitend worden ingetrokken …”.

8.

Bladzijde 68, artikel 19, lid 9:

in plaats van:

„… om een aangehouden schip naar een andere haven te verplaatsen …”,

te lezen:

„… om een aangehouden schip naar een ander deel van de haven te verplaatsen …”.

9.

Bladzijde 68, artikel 20, lid 4, eerste zin:

in plaats van:

„… een aanhoudingsbevel of weigering van toegang wordt opgeheven of gewijzigd:”,

te lezen:

„… een aanhoudingsbevel of besluit tot weigering van toegang wordt ingetrokken of gewijzigd:”.

10.

Bladzijde 68, artikel 20, lid 4, onder b):

in plaats van:

„… de weigering van toegang …”,

te lezen:

„… het besluit tot weigering van toegang …”.

11.

Bladzijde 85, bijlage VIII, punt 1, eerste zin:

in plaats van:

„… een weigering van toegang …”,

te lezen:

„… een besluit tot weigering van toegang …”.

12.

Bladzijde 85, bijlage VIII, punt 1, tweede zin:

in plaats van:

„Het toegangsverbod … ”,

te lezen:

„Het besluit tot weigering van toegang …”.

13.

Bladzijde 85, bijlage VIII, punt 2, eerste zin:

in plaats van:

„… de weigering van toegang …”,

te lezen:

„… het besluit tot weigering van toegang …”.

14.

Bladzijde 85, bijlage VIII, punt 3, eerste zin:

in plaats van:

„Om het toegangsverbod te laten opheffen moet de eigenaar of de exploitant een formeel verzoek indienen bij de bevoegde instantie van de lidstaat die het toegangsverbod heeft opgelegd.”,

te lezen:

„Om het besluit tot weigering van toegang te laten intrekken moet de eigenaar of de exploitant een formeel verzoek indienen bij de bevoegde instantie van de lidstaat die het besluit tot weigering van toegang heeft opgelegd.”.

15.

Bladzijde 85, bijlage VIII, punt 4, eerste zin:

in plaats van:

„Het verzoek om het toegangsverbod op te heffen, …”,

te lezen:

„Het verzoek om het besluit tot weigering van toegang in te trekken, …”.

16.

Bladzijde 85, bijlage VIII, punt 5, eerste zin:

in plaats van:

„Het toegangsverbod kan slechts worden opgeheven …”,

te lezen:

„Het besluit tot weigering van toegang kan slechts worden ingetrokken …”.

17.

Bladzijde 85, bijlage VIII, punt 5, tweede zin:

in plaats van:

„… het toegangsverbod …”,

te lezen:

„… het besluit tot weigering van toegang …”.

18.

Bladzijde 85, bijlage VIII, punt 5, derde zin:

in plaats van:

„… totdat de weigering van toegang is ingetrokken.”,

te lezen:

„… totdat het besluit tot weigering van toegang is ingetrokken.”.

19.

Bladzijde 85, bijlage VIII, punt 6:

in plaats van:

„Indien de aanhouding op grond waarvan een toegangsverbod is uitgevaardigd onder meer gebaseerd is op structurele tekortkomingen aan het schip, kan de bevoegde instantie die de weigering van toegang heeft uitgevaardigd eisen dat bepaalde ruimtes, waaronder laadruimtes en tanks, worden vrijgemaakt voor onderzoek tijdens een nieuwe inspectie.”,

te lezen:

„Indien de aanhouding op grond waarvan een besluit tot weigering van toegang is uitgevaardigd onder meer gebaseerd is op structurele tekortkomingen aan het schip, kan de bevoegde instantie die het besluit tot weigering van toegang heeft uitgevaardigd eisen dat bepaalde ruimtes, waaronder laadruimtes en tanks, worden vrijgemaakt voor onderzoek tijdens een nieuwe inspectie.”.

20.

Bladzijde 85, bijlage VIII, punt 7, eerste zin:

in plaats van:

„… de weigering van toegang …”,

te lezen:

„… het besluit tot weigering van toegang …”.

21.

Bladzijde 85, bijlage VIII, punt 10:

in plaats van:

„… moet het toegangsverbod worden opgeheven …”,

te lezen:

„… moet het besluit tot weigering van toegang worden ingetrokken …”.

22.

Bladzijde 87, bijlage X, tweede zin:

in plaats van:

„Punt 3 bevat een niet-limitatieve lijst van tekortkomingen die op zich aanhouding van het betrokken schip kunnen rechtvaardigen (artikel 19, lid 4).”,

te lezen:

„Punt 3 bevat een niet-limitatieve lijst van tekortkomingen die op zich aanhouding van het betrokken schip kunnen rechtvaardigen (artikel 19, lid 3).”.