ISSN 1977-0758

doi:10.3000/19770758.L_2012.019.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 19

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

55e jaargang
24 januari 2012


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 54/2012 van de Raad van 23 januari 2012 houdende uitvoering van Verordening (EU) nr. 961/2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran

1

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 55/2012 van de Raad van 23 januari 2012 houdende uitvoering van artikel 33, lid 1, van Verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië

6

 

*

Verordening (EU) nr. 56/2012 van de Raad van 23 januari 2012 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 961/2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran

10

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 57/2012 van de Commissie van 23 januari 2012 tot schorsing van de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1239/2011 geopende permanente openbare inschrijving

12

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 58/2012 van de Commissie van 23 januari 2012 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

13

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 59/2012 van de Commissie van 23 januari 2012 tot wijziging van de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 971/2011 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten uit de sector suiker voor het verkoopseizoen 2011/2012

15

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit 2012/33/GBVB van de Raad van 23 januari 2012 houdende benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor het vredesproces in het Midden-Oosten

17

 

*

Besluit 2012/34/GBVB van de Raad van 23 januari 2012 houdende benoeming van de voorzitter van het Militair Comité van de Europese Unie

21

 

*

Besluit 2012/35/GBVB van de Raad van 23 januari 2012 houdende wijziging van Besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran

22

 

*

Besluit 2012/36/GBVB van de Raad van 23 januari 2012 tot wijziging van Besluit 2010/639/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Belarus

31

 

*

Uitvoeringsbesluit 2012/37/GBVB van de Raad van 23 januari 2012 tot uitvoering van Besluit 2011/782/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië

33

 

 

RICHTSNOEREN

 

 

2012/38/EU

 

*

Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 21 december 2011 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2010/20 betreffende het juridische kader ten behoeve van de financiële administratie en verslaglegging in het Europees Stelsel van Centrale Banken (ECB/2011/27)

37

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

24.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 19/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 54/2012 VAN DE RAAD

van 23 januari 2012

houdende uitvoering van Verordening (EU) nr. 961/2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 961/2010 van de Raad van 25 oktober 2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (1), en met name artikel 36, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 25 oktober 2010 Verordening (EU) nr. 961/2010 vastgesteld.

(2)

De Raad heeft op 1 december 2011 herhaald dat hij zich steeds ernstiger zorgen maakt over het karakter van het nucleaire programma van Iran, en in het bijzonder over de bevindingen betreffende de Iraanse activiteiten in verband met de ontwikkeling van nucleaire technologie voor militair gebruik, waarvan gewag wordt gemaakt in het jongste verslag van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA). In het licht van die bezorgdheid en in overeenstemming met de verklaring van de Europese Raad van 23 oktober 2011 is de Raad overeengekomen om bestaande sancties te verbreden.

(3)

De Europese Raad heeft op 9 december 2011 de conclusies van de Raad van 1 december 2011 onderschreven en de Raad verzocht om bij voorrang verder te werken aan het vergroten van de reikwijdte van de beperkende maatregelen van de EU tegen Iran.

(4)

Overeenkomstig Besluit 2012/35/GBVB van de Raad van 23 januari 2012 houdende wijziging van Besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (2) moeten bijkomende personen en entiteiten worden geplaatst op de lijst van personen en entiteiten waarop de beperkende maatregelen van bijlage VIII bij Verordening (EU) nr. 961/2010 van toepassing zijn. Voorts dienen de vermeldingen voor bepaalde personen en entiteiten in bijlage VIII bij Verordening (EU) nr. 961/2010 te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De personen en entiteiten in bijlage I bij deze verordening worden opgenomen in de lijst in bijlage VIII bij Verordening (EU) nr. 961/2010.

2.   De entiteit genoemd in bijlage II bij deze verordening wordt geschrapt van de lijst in bijlage VIII bij Verordening (EU) nr. 961/2010.

3.   De vermeldingen in bijlage VIII bij Verordening (EU) nr. 961/2010 worden gewijzigd overeenkomstig bijlage III bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 januari 2012.

Voor de Raad

De voorzitster

C. ASHTON


(1)  PB L 281 van 27.10.2010, blz. 1.

(2)  Zie bladzijde 22 van dit Publicatieblad.


BIJLAGE I

Lijst van in artikel 1, lid 1, bedoelde personen en entiteiten

I.   Personen en entiteiten die betrokken zijn bij nucleaire activiteiten of activiteiten in verband met ballistische raketten

B.   Entiteiten

 

Naam

Identificatiegegevens

Redenen

Datum van plaatsing op de lijst

1.

Central Bank of Iran (ook bekend als Central Bank of the Islamic Republic of Iran)

Postal Address: Mirdamad Blvd., NO.144, Tehran, Islamic Republic of Iran

P.O. Box: 15875 / 7177

Switchboard: +98 21 299 51

Cable Address: MARKAZBANK

Telex: 216 219-22

MZBK IR SWIFT Address: BMJIIRTH

Web Site: http://www.cbi.ir

E-mail: G.SecDept@cbi.ir

Betrokkenheid bij activiteiten om sancties tegen Iran te ontwijken.

23.1.2012

2.

Bank Tejarat

Postal Address: Taleghani Br. 130, Taleghani Ave.

P.O.Box: 11365 - 5416, Tehran

Tel.: 88826690

Tlx.: 226641 TJTA IR.

Fax: 88893641

Website: http://www.tejaratbank.ir

De Bank Tejarat is een staatsbank. Zij heeft de nucleaire inspanningen van Iran rechtstreeks gefaciliteerd. Zo heeft de Bank Tejarat in 2011 het verkeer van tientallen miljoenen dollar gefaciliteerd om de op de VN-lijst geplaatste Atomic Energy Organisation of Iran bij te staan in haar inspanningen om uraniumconcentraat (gele koek) te verwerven. De AEOI is de belangrijkste Iraanse organisatie voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van nucleaire technologie, en beheert programma's voor de productie van splijtstof.

De Bank Tejarat heeft ook een verleden inzake het bijstaan van op de lijst geplaatste Iraanse banken om internationale sancties te ontwijken, bijvoorbeeld door tussenbeide te komen in zaken met dekmantelbedrijven van de door de VN op de lijst geplaatste Shahid Hemmat Industrial Group.

Via haar financiële dienstverlening aan door de EU op de lijst geplaatste Bank Mellat en de Export Development Bank of Iran (EDBI) in de voorbije jaren heeft de Bank Tejarat ook de activiteiten ondersteund van afdelingen en ondergeschikten van de Iraanse Revolutionaire Garde, de door de VN op de lijst geplaatste Defense Industries Organisation en het door de VN op de lijst geplaatste MODAFL.

23.1.2012

3.

Tidewater (ook bekend als Tidewater Middle East Co.)

Postal address: No. 80, Tidewater Building, Vozara Street, Next to Saie Park, Tehran, Iran

In eigendom of onder zeggenschap van de IRGC.

23.1.2012

4.

Turbine Engineering Manufacturing (TEM) (ook bekend als T.E.M. Co.)

Postal address: Shishesh Mina Street, Karaj Special Road, Tehran, Iran

Gebruikt als dekmantelbedrijf door het op de lijst geplaatste Iran Aircraft Industries (IACI) voor verholen aanbestedingswerkzaamheden.

23.1.2012

5.

Sad Export Import Company (ook bekend als SAD Import & Export Company)

Postal address: Haftom Tir Square, South Mofte Avernue, Tour Line No; 3/1, Tehran, Iran

P.O. Box 1584864813 Tehran, Iran

Gebruikt als dekmantelbedrijf door het op de lijst geplaatste Defence Industries Organization (DIO). Betrokken bij wapenoverdracht naar Syrië. Het bedrijf was ook betrokken bij illegale wapenoverdracht aan boord van de M/V Monchegorsk.

23.1.2012

6.

Rosmachin

Postal address: Haftom Tir Square, South Mofte Avenue, Tour Line No; 3/1, Tehran, Iran

P.O. Box 1584864813 Tehran, Iran

Dekmantelbedrijf van Sad Export Import Company. Betrokken bij illegale wapenoverdracht aan boord van de M/V Monchegorsk.

23.1.2012

II.   Islamitische Revolutionaire Garde (IRGC)

A.   Personen

 

Naam

Identificatiegegevens

Redenen

Datum van plaatsing op de lijst

1.

Ali Ashraf NOURI

 

Plaatsvervangend bevelhebber bij de IRGC. Hoofd Politiek bureau van de IRGC.

23.1.2012

2.

Hojatoleslam Ali SAIDI (alias Hojjat- al-Eslam Ali Saidi of Saeedi

 

Vertegenwoordiger van de opperste leider bij de IRGC.

23.1.2012

3.

Amir Ali Haji ZADEH (alias Amir Ali Hajizadeh)

 

Bevelhebber bij de luchtmacht van de IRGC, brigade-generaal.

23.1.2012


B.   Entiteiten

 

Naam

Identificatiegegevens

Redenen

Datum van plaatsing op de lijst

1.

Behnam Sahriyari Trading Company

Postal address: Ziba Buidling, 10th Floor, Northern Sohrevardi Street, Tehran, Iran

Heeft in mei 2007 twee containers met vuurwapens van verschillende types van Iran naar Syrië verscheept, hetgeen een schending betekent van punt 5 van Resolutie 1747 (2007) van de VN-Veiligheidsraad

23.1.2012

III.   Islamic Republic of Iran Shipping Lines (IRISL)

B.   Entiteiten

 

Naam

Identificatiegegevens

Redenen

Datum van plaatsing op de lijst

1.

BIIS Maritime Limited

Postal address: 147/1 St. Lucia, Valletta, Malta

In eigendom van of onder zeggenschap van het op de lijst geplaatste Irano Hind.

23.1.2012

2.

Darya Delalan Sefid Khazar Shipping Company (Iran) (alias Khazar Sea Shipping Lines of Darya-ye Khazar Shipping Company of Khazar Shipping Co. of KSSL of Daryaye Khazar (Caspian Sea) Co. of Darya-e-khazar shipping Co.

Postal address: M. Khomeini St., Ghazian, Bandar Anzil, Gilan, IranNo. 1, End of Shahid Mostafa Khomeini St., Tohid Square, Bandar Anzali, 1711-324, Iran

In eigendom van of onder zeggenschap van IRISL.

23.1.2012


BIJLAGE II

In artikel 1, lid 2, bedoelde entiteit

Syracuse S.L


BIJLAGE III

In artikel 1, lid 3, bedoelde vermeldingen

 

Naam

Identificatiegegevens

Redenen

Datum van plaatsing op de lijst

1.

Hanseatic Trade Trust & Shipping (HTTS) GmbH

Postal address: Schottweg 7, 22087 Hamburg, Duitsland; Opp 7th Alley, Zarafshan St, Eivanak St, Qods Township; HTTS GmbH

Onder zeggenschap van en/of handelend namens IRISL. HTTS staat geregistreerd op hetzelfde adres als IRISL Europe GmbH in Hamburg, waarvan de zaakvoerder, Naser Baseni, eerder in dienst was bij IRISL.

23.1.2012

2.

Oasis Freight Agency

Postal address: Al Meena Street, Opposite Dubai Ports & Customs, 2nd Floor, Sharaf Building, Dubai UAE; Sharaf Building, 1st Floor, Al Mankhool St., Bur Dubai, P.O. Box 5562, Dubai, United Arab Emirates; Sharaf Building, No. 4, 2nd Floor, Al Meena Road, Opposite Customs, Dubai, United Arab Emirates, Kayed Ahli Building, Jamal Abdul Nasser Road (Parallel to Al Wahda St.), P.O. Box 4840, Sharjah, United Arab Emirates

Handelde namens IRISL in de VAE. Is vervangen door Good Luck Shipping Company, die ook op de lijst is geplaats omdat die namens IRISL handelde.

23.1.2012


24.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 19/6


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 55/2012 VAN DE RAAD

van 23 januari 2012

houdende uitvoering van artikel 33, lid 1, van Verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien Verordening (EU) nr. 36/2012 van de Raad van 18 januari 2012 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 442/2011 (1), met name artikel 33, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 18 januari 2012 heeft de Raad Verordening (EU) nr. 36/2012 vastgesteld.

(2)

Gelet op de ernst van de situatie in Syrië en overeenkomstig Uitvoeringsbesluit 2012/37/GBVB van de Raad van 23 januari 2012 tot uitvoering van Besluit 2011/782/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië (2), moeten personen en entiteiten worden toegevoegd aan de lijst van aan beperkende maatregelen onderworpen personen, entiteiten en lichamen in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 36/2012,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in de bijlage bij deze verordening genoemde personen en entiteiten worden toegevoegd aan de lijst in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 36/2012.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 januari 2012.

Voor de Raad

De voorzitster

C. ASHTON


(1)  PB L 16, 19.1.2012, blz. 1

(2)  Zie bladzijde 33 van dit Publicatieblad.


BIJLAGE

Personen en entiteiten bedoeld in artikel 1

 

Naam

Identificatiegegevens

Redenen

Datum van plaatsing op de lijst

1.

Brigadegeneraal

Jawdat Ibrahim Safi

Bevelhebber van het 154e regiment

Heeft troepen het bevel gegeven te schieten op demonstranten in en rond Damascus, en in Mo'adamiyeh, Douma, Abasiyeh, Duma.

23.1.2012

2.

Generaal-majoor

Muhammad Ali Durgham

Bevelhebber bij de 4e divisie

Heeft troepen het bevel gegeven te schieten op demonstranten in en rond Damascus, en in Mo'adamiyeh, Douma, Abasiyeh, Duma.

23.1.2012

3.

Generaal-majoor

Ramadan Mahmoud Ramadan

Bevelhebber van het 35e regiment special forces

Heeft troepen het bevel gegeven te schieten op demonstranten in Baniyas en Deraa.

23.1.2012

4.

Brigadegeneraal

Ahmed Yousef Jarad

Bevelhebber van de 132e brigade

Heeft troepen het bevel gegeven te schieten op demonstranten in Deraa, waarbij gebruik is gemaakt van machinegeweren en luchtafweergeschut.

23.1.2012

5.

Generaal-majoor

Naim Jasem Suleiman

Bevelhebber van de 3e divisie

Heeft troepen het bevel gegeven te schieten op demonstranten in Douma.

23.1.2012

6.

Brigadegeneraal

Jihad Mohamed Sultan

Bevelhebber van de 65e brigade

Heeft troepen het bevel gegeven te schieten op demonstranten in Douma.

23.1.2012

7.

Generaal-majoor

Fo'ad Hamoudeh

Bevelhebber van de militaire operaties in Idlib

Heeft begin september 2011 troepen het bevel gegeven te schieten op demonstanten in Idlib.

23.1.2012

8.

Generaal-majoor

Bader Aqel

Bevelhebber van de special forces

Heeft de soldaten het bevel gegeven de lijken op te halen en over te dragen aan de mukhabarat (geheime dienst); is verantwoordelijk voor het geweld in Bukamal.

23.1.2012

9.

Brigadegeneraal

Ghassan Afif

Bevelhebber van het 45e regiment

Bevelhebber van de militaire operaties in Homs, Baniyas en Idlib

23.1.2012

10.

Brigadegeneraal

Mohamed Maaruf

Bevelhebber van het 45e regiment

Bevelhebber van de militaire operaties in Homs. Gaf het bevel te schieten op demonstranten in Homs.

23.1.2012

11.

Brigadegeneraal

Yousef Ismail

Bevelhebber van de 134e brigade

Heeft troepen het bevel gegeven te schieten op huizen en op mensen op daken tijdens een begrafenis in Talbiseh van demonstranten die de dag daarvoor waren gedood.

23.1.2012

12.

Brigadegeneraal

Jamal Yunes

Bevelhebber van het 555e regiment

Heeft troepen het bevel gegeven te schieten op demonstranten in Mo'adamiyeh.

23.1.2012

13.

Brigadegeneraal

Mohsin Makhlouf

 

Heeft troepen het bevel gegeven te schieten op demonstranten in Al-Herak.

23.1.2012

14.

Brigadegeneraal

Ali Dawwa

 

Heeft troepen het bevel gegeven te schieten op demonstranten in Al-Herak

23.1.2012

15.

Brigadegeneraal

Mohamed Khaddor

Bevelhebber van de 106e brigade, presidentiële wacht

Heeft troepen het bevel gegeven de demonstranten uiteen te ranselen en vervolgens te arresteren. Is verantwoordelijk voor de repressie tegen vreedzame demonstranten in Douma.

23.1.2012

16.

Generaal-majoor

Suheil Salman Hassan

Bevelhebber van de 5e divisie

Heeft troepen het bevel gegeven te schieten op de demonstranten in het gouvernement Deraa.

23.1.2012

17.

Wafiq Nasser

Hoofd van de regionale afdeling van Suwayda (militaire inlichtingendienst)

Als hoofd van de afdeling van Suwayda van de militaire inlichtingendienst verantwoordelijk voor de willekeurige opsluiting en de marteling van gevangenen in Suwayda.

23.1.2012

18.

Ahmed Dibe

Hoofd van de regionale afdeling van Deraa (directoraat algemene veiligheid)

Als hoofd van de regionale afdeling van Deraa van het directoraat algemene veiligheid verantwoordelijk voor de willekeurige opsluiting en de marteling van gevangenen in Deraa.

23.1.2012

19.

Makhmoud al-Khattib

Hoofd van de afdeling onderzoek (directoraat politieke veiligheid)

Als hoofd van de afdeling onderzoek van het directoraat politieke veiligheid verantwoordelijk voor de opsluiting en marteling van gevangenen.

23.1.2012

20.

Mohamed Heikmat Ibrahim

Hoofd van de afdeling operaties (directoraat politieke veiligheid)

Als hoofd van de afdeling operaties van het directoraat politieke veiligheid verantwoordelijk voor de opsluiting en marteling van gevangenen.

23.1.2012

21.

Nasser Al-Ali

Hoofd van de regionale afdeling van Deraa (directoraat politieke veiligheid)

Als hoofd van de regionale afdeling van het directoraat politieke veiligheid verantwoordelijk voor de opsluiting en marteling van gevangenen.

23.1.2012

22.

Mehran (of Mahran) Khwanda

Eigenaar van de vervoersmaatschappij Qadmous Transport Co. Geboren op 11/05/1938 Paspoorten: nr. 3298 858, verlopen op 09/05/2004, nr. 001452904, verlopen op 29/11/2011, nr. 006283523, zal verlopen op 28/06/2017.

Verleent logistieke steun aan de gewelddadige repressie tegen de burgerbevolking in de actiegebieden van de pro-regeringsmilities die bij het geweld betrokken zijn ("chabbiha's").

23.1.2012

23.

Industrial Bank

Dar Al Muhanisen Building, 7th Floor, Maysaloun Street, P.O. Box 7572 Damascus, Syrië.

Tel: +963 11-222-8200. +963 11-222-7910

Fax: +963 11-222-8412

Overheidsbank.

Betrokken bij de financiering van het regime.

23.1.2012

24.

Popular Credit Bank

Dar Al Muhanisen Building, 6th Floor, Maysaloun Street, Damascus, Syrië.

Tel: +963 11-222-7604. +963 11-221-8376

Fax: +963 11-221-0124

Overheidsbank.

Betrokken bij de financiering van het regime.

23.1.2012

25.

Saving Bank

Syrië -Damascus – Merjah – Al-Furat St. P.O. Box: 5467

Fax: 224 4909 – 245 3471

Tel: 222 8403

e-mail: s.bank@scs-net.org post-gm@net.sy

Overheidsbank.

Betrokken bij de financiering van het regime.

23.1.2012

26.

Agricultural Cooperative Bank

Agricultural Cooperative Bank Building, Damascus Tajhez, P.O. Box 4325, Damascus, Syrië.

Tel: +963 11-221-3462; +963 11-222-1393

Fax: +963 11-224-1261

Website: www.agrobank.org

Overheidsbank.

Betrokken bij de financiering van het regime.

23.1.2012

27.

Syrian Lebanese

Commercial Bank

Syrian Lebanese Commercial Bank Building, 6th Floor, Makdessi Street, Hamra, P.O. Box 11-8701, Beirut, Libanon.

Tel: +961 1-741666

Fax: +961 1-738228; +961 1-753215; +961 1-736629

Website: www.slcb.com.lb

Filiaal van de reeds in de lijst opgenomen Commercial Bank of Syria.

Betrokken bij de financiering van het regime.

23.1.2012

28.

Deir ez-Zur

Petroleum Company

Dar Al Saadi Building 1st, 5th, and 6th Floor Zillat Street Mazza Area P.O. Box 9120 Damascus Syrië

Tel: +963 11-662-1175; +963 11-662-1400

Fax: +963 11-662-1848

Joint venture van de GPC. Verleent financiële steun aan het regime.

23.1.2012

29.

Ebla Petroleum Company

Hoofdkantoor Mazzeh Villat Ghabia Dar Es Saada 16 Damascus, Syrië

Tel: +963 116691100

P.O. Box 9120

Joint venture van de GPC. Verleent financiële steun aan het regime.

23.1.2012

30.

Dijla Petroleum Company

Building No. 653 – 1st Floor, Daraa Highway, P.O. Box 81, Damascus, Syrië

Joint venture van de GPC. Verleent financiële steun aan het regime.

23.1.2012


24.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 19/10


VERORDENING (EU) Nr. 56/2012 VAN DE RAAD

van 23 januari 2012

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 961/2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit 2012/35/GBVB van de Raad van 23 januari 2012 tot wijziging van Besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (1),

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 25 oktober 2010 heeft de Raad Verordening (EU) nr. 961/2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (2) vastgesteld ter bevestiging van de beperkende maatregelen die sinds 2007 waren genomen en tot instelling van aanvullende beperkende maatregelen tegen Iran overeenkomstig Resolutie 1929 (2010) van de VN-Veiligheidsraad en van begeleidende maatregelen als gevraagd door de Europese Raad in zijn verklaring van 17 juni 2010.

(2)

De maatregelen omvatten de bevriezing van tegoeden van bepaalde personen en entiteiten.

(3)

Op 23 januari 2012 heeft de Raad Besluit 2012/35/GBVB aangenomen, waarbij hij aan de lijst van beoogde personen of entiteiten een financiële instelling heeft toegevoegd in verband waarmee specifieke afwijkingen werden vastgesteld betreffende de financiering van de handel.

(4)

Sommige van deze maatregelen vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en derhalve is regelgeving op het niveau van de Unie noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging ervan, met name om te garanderen dat zij in alle lidstaten op uniforme wijze door de marktdeelnemers worden toegepast.

(5)

Om de bovengenoemde afwijkingen te kunnen opnemen, moet derhalve Verordening (EU) nr. 961/2010 worden gewijzigd.

(6)

Teneinde de effectiviteit van de maatregelen waarin deze verordening voorziet te waarborgen, dient deze verordening op de dag van haar bekendmaking in werking te treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) nr. 961/2010 wordt als volgt gewijzigd:

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 19 bis

1.   De verbodsbepalingen in artikel 16 zijn niet van toepassing op:

a)

i)

een overdracht door of via de Centrale Bank van Iran van bevroren tegoeden of economische middelen die zij heeft ontvangen nadat zij op die lijst is geplaatst, of

ii)

een overdracht van tegoeden of economische middelen naar of via de Centrale Bank van Iran, indien de overdracht verband houdt met een betaling door een persoon of entiteit die niet is opgenomen in bijlage VII of VIII en verschuldigd is uit hoofde van een specifiek handelscontract,

mits de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat per geval heeft vastgesteld dat de betaling niet direct of indirect ten goede komt van een andere in bijlage VII of VIII vermelde persoon of entiteit; of

b)

een overdracht door of via de Centrale Bank van Iran van bevroren tegoeden of economische middelen teneinde financiële instellingen die onder het rechtsgebied van de lidstaten vallen te voorzien van liquiditeit voor de financiering van de handel, mits de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat met de overdracht heeft ingestemd.

2.   De verboden in artikel 16 beletten niet dat de Bank Tejarat gedurende een periode van 2 maanden vanaf de datum waarop zij op een lijst werd geplaatst, een betaling verricht uit bevroren tegoeden of economische middelen die zij heeft ontvangen na de datum waarop zij op een lijst is geplaatst, dan wel een betaling te ontvangen na de datum waarop zij op een lijst is geplaatst, indien:

a)

de betaling verschuldigd is in verband met een specifiek handelscontract; en

b)

de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat heeft vastgesteld dat in dit geval de betaling niet rechtstreeks of onrechtstreeks is ontvangen door een persoon of entiteit die is opgenomen in bijlage VII of VIII.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 januari 2012.

Voor de Raad

De voorzitster

C. ASHTON


(1)  Zie bladzijde 22 van dit Publicatieblad.

(2)  PB L 281 van 27.10.2010, blz. 1.


24.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 19/12


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 57/2012 VAN DE COMMISSIE

van 23 januari 2012

tot schorsing van de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1239/2011 geopende permanente openbare inschrijving

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name artikel 187 juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1239/2011 van de Commissie (2) is een permanente openbare inschrijving voor het verkoopseizoen 2011/2012 geopend voor de invoer van suiker van GN-code 1701 tegen een verlaagd douanerecht.

(2)

Aangezien het aanbod op de suikermarkt van de Unie is verbeterd, is geen verdere verlaging van het invoerrecht nodig en moet de indiening van offertes worden geschorst.

(3)

Om de markt snel een signaal te geven en met het oog op een efficiënt beheer van de maatregel, moet de onderhavige verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(4)

Het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Overeenkomstig artikel 2, lid 3, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1239/2011 wordt de indiening van offertes geschorst voor de deelinschrijvingen die aflopen op 25 januari 2012, 1 februari 2012 en 15 februari 2012.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 januari 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 318 van 1.12.2011, blz. 4.


24.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 19/13


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 58/2012 VAN DE COMMISSIE

van 23 januari 2012

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 januari 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

IL

260,5

MA

62,0

TN

92,5

TR

117,3

ZZ

133,1

0707 00 05

JO

229,9

MA

148,6

TR

182,5

ZZ

187,0

0709 91 00

EG

129,3

ZZ

129,3

0709 93 10

MA

123,7

TR

138,5

ZZ

131,1

0805 10 20

AR

41,5

BR

41,5

EG

52,1

MA

54,4

TN

63,3

TR

63,7

ZA

41,5

ZZ

51,1

0805 20 10

MA

95,0

ZZ

95,0

0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90

CN

61,5

IL

87,2

KR

91,8

MA

120,2

TR

88,3

ZZ

89,8

0805 50 10

TR

58,3

UY

45,3

ZZ

51,8

0808 10 80

AR

78,5

CA

126,3

CL

58,2

CN

110,9

MK

30,8

US

153,3

ZZ

93,0

0808 30 90

CN

70,2

TR

116,3

US

119,8

ZZ

102,1


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


24.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 19/15


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 59/2012 VAN DE COMMISSIE

van 23 januari 2012

tot wijziging van de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 971/2011 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten uit de sector suiker voor het verkoopseizoen 2011/2012

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad wat betreft de handel met derde landen in de sector suiker (2), en met name artikel 36, lid 2, tweede alinea, tweede zin,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2011/2012 zijn vastgesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 971/2011 van de Commissie (3). Deze prijzen en rechten zijn laatstelijk gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 25/2012 van de Commissie (4).

(2)

Naar aanleiding van de gegevens waarover de Commissie momenteel beschikt, dienen deze bedragen te worden gewijzigd overeenkomstig artikel 36 van Verordening (EG) nr. 951/2006.

(3)

Omdat ervoor moet worden gezorgd dat deze maatregel zo snel mogelijk na de terbeschikkingstelling van de geactualiseerde gegevens van toepassing wordt, moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 971/2011 voor het verkoopseizoen 2011/2012 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 36 van Verordening (EG) nr. 951/2006 bedoelde producten worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 januari 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24.

(3)  PB L 254 van 30.9.2011, blz. 12.

(4)  PB L 9 van 13.1.2012, blz. 9.


BIJLAGE

Gewijzigde bedragen van de representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en producten van GN-code 1702 90 95 die gelden met ingang van 24 januari 2012

(in EUR)

GN-code

Representatieve prijs per 100 kg netto van het betrokken product

Aanvullend recht per 100 kg netto van het betrokken product

1701 12 10 (1)

44,47

0,00

1701 12 90 (1)

44,47

1,27

1701 13 10 (1)

44,47

0,00

1701 13 90 (1)

44,47

1,56

1701 14 10 (1)

44,47

0,00

1701 14 90 (1)

44,47

1,56

1701 91 00 (2)

50,09

2,44

1701 99 10 (2)

50,09

0,00

1701 99 90 (2)

50,09

0,00

1702 90 95 (3)

0,50

0,22


(1)  Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage IV, punt III, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

(2)  Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage IV, punt II, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

(3)  Vaststelling per procent sacharose.


BESLUITEN

24.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 19/17


BESLUIT 2012/33/GBVB VAN DE RAAD

van 23 januari 2012

houdende benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor het vredesproces in het Midden-Oosten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 28, artikel 31, lid 2, en artikel 33,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 21 juli 2003 heeft de Raad Gemeenschappelijk Optreden 2003/537/GBVB (1) aangenomen, houdende benoeming van de heer Marc OTTE tot speciaal vertegenwoordiger van de Europese Unie („SVEU”) voor het vredesproces in het Midden-Oosten.

(2)

De heer Andreas REINICKE dient te worden benoemd tot SVEU voor het vredesproces in het Midden-Oosten voor het tijdvak van 1 februari 2012 tot en met 30 juni 2013.

(3)

De SVEU zal zijn mandaat uitvoeren in een mogelijk verslechterende situatie die de verwezenlijking van de in artikel 21 van het Verdrag uiteengezette doelstellingen van het extern optreden van de Unie kan belemmeren,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie

De heer Andreas REINICKE wordt benoemd tot speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie („SVEU”) voor het vredesproces in het Midden-Oosten („vredesproces”) voor het tijdvak van 1 februari 2012 tot en met 30 juni 2013. Het mandaat van de SVEU kan eerder worden beëindigd, indien de Raad daartoe op voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid („HV”) besluit.

Artikel 2

Beleidsdoelstellingen

1.   Het mandaat van de SVEU is gebaseerd op de beleidsdoelstellingen van de Unie ten aanzien van het vredesproces.

2.   Deze doelstellingen zijn, onder meer:

a)

een alomvattende vrede die moet worden verwezenlijkt op basis van de desbetreffende resoluties van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties („VN”), de beginselen van Madrid, de routekaart, de eerder door de partijen bereikte akkoorden en het Arabisch vredesinitiatief;

b)

een oplossing met twee staten, dat wil zeggen Israël en een democratische, aaneengesloten, levensvatbare, vreedzame en soevereine Palestijnse staat, die binnen veilige en erkende grenzen naast elkaar leven en met hun buurlanden normale betrekkingen onderhouden overeenkomstig de Resoluties 242 (1967), 338 (1973), 1397 (2002) en 1402 (2002) van de VN-Veiligheidsraad en de beginselen van Madrid;

c)

een oplossing van de conflicten Israël-Syrië en Israël-Libanon;

d)

een oplossing voor de status van Jeruzalem als toekomstige hoofdstad van twee staten en een rechtvaardige, levensvatbare en overeengekomen oplossing van het probleem van de Palestijnse vluchtelingen;

e)

de follow-up van het vredesproces, leidend tot een akkoord over een definitieve status en de oprichting van een Palestijnse staat, met als onderdeel daarvan een sterkere rol voor het Kwartet voor het Midden-Oosten („het Kwartet”) als hoeder van de routekaart, in het bijzonder om toe te zien op de uitvoering van de verplichtingen die beide partijen krachtens die routekaart hebben en in overeenstemming met alle internationale bemoeienis om tot een alomvattende vredesregeling tussen Israël en de Arabische landen te komen.

3.   Deze doelstellingen zijn gebaseerd op het streven van de Unie om met de partijen en met de partners in de internationale gemeenschap samen te werken, in het bijzonder binnen het kader van het Kwartet, teneinde al het mogelijke te doen met het oog op vrede en een redelijke toekomst voor alle mensen in de regio.

4.   De SVEU ondersteunt de werkzaamheden van de HV in het gebied, mede in het kader van het Kwartet.

Artikel 3

Mandaat

Met het oog op de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen omvat het mandaat van de SVEU het volgende:

a)

een actieve en efficiënte bijdrage van de Unie te leveren tot acties en initiatieven die leiden tot een definitieve regeling van het conflict tussen Israël en Palestina en van het conflict Israël-Syrië en Israël-Libanon;

b)

nauwe contacten te vergemakkelijken en te onderhouden met alle partijen bij het vredesproces, met andere landen in de regio, de leden van het Kwartet en andere betrokken landen en met de VN en andere betrokken internationale organisaties, teneinde met hen samen te werken aan de versterking van het vredesproces;

c)

te zorgen voor de voortdurende aanwezigheid van de Unie in bevoegde internationale fora, en bij te dragen tot crisisbeheersing en -preventie;

d)

de vredesonderhandelingen tussen de partijen waar te nemen en namens de Unie voorstellen voor te leggen in het kader van deze onderhandelingen;

e)

desgevraagd bij te dragen tot de uitvoering van de internationale overeenkomsten die de partijen hebben bereikt, en op het diplomatieke vlak met hen in contact te treden indien men zich niet houdt aan de voorwaarden van deze overeenkomsten;

f)

bijzondere aandacht te schenken aan factoren die gevolgen hebben voor de regionale dimensie van het vredesproces;

g)

constructieve gesprekken te voeren met de ondertekenaars van overeenkomsten in het kader van het vredesproces, teneinde de inachtneming van de basisnormen van de democratie te bevorderen, waaronder de eerbiediging van de mensenrechten en van de rechtsstaat;

h)

voorstellen te doen voor interventie van de Unie in het vredesproces, en over de wijze waarop het best uitvoering kan worden gegeven aan de initiatieven van de Unie en de lopende activiteiten van de Unie in verband met het vredesproces, zoals de bijdrage van de Unie aan de Palestijnse hervormingen, waaronder de politieke aspecten van de ontwikkelingsprojecten van de Unie;

i)

toezicht te houden op handelingen van beide partijen met betrekking tot de uitvoering van de routekaart en vraagstukken die het resultaat van de onderhandelingen betreffende de permanente status nadelig zouden kunnen beïnvloeden, opdat het Kwartet de naleving door de partijen beter kan beoordelen;

j)

als gezant bij het Kwartet, verslag uit te brengen over de vooruitgang en het verloop van de onderhandelingen en bij te dragen aan de voorbereiding van bijeenkomsten van gezanten van het Kwartet op basis van standpunten van de Unie en in coördinatie met andere leden van het Kwartet;

k)

bij te dragen aan de uitvoering van het mensenrechtenbeleid van de Unie, met inbegrip van de richtsnoeren van de Unie inzake de mensenrechten, met name de EU-richtsnoeren over kinderen en gewapende conflicten, alsmede inzake geweld tegen vrouwen en de bestrijding van alle vormen van discriminatie van vrouwen, en het beleid van de Unie inzake Resolutie 1325 (2000) van de VN-Veiligheidsraad met betrekking tot vrouwen, vrede en veiligheid, mede door de ontwikkelingen op dat gebied te volgen, er verslag over uit te brengen en aanbevelingen ter zake te formuleren;

l)

bij te dragen tot een beter begrip van de rol van de Unie onder de opiniemakers in de regio.

Artikel 4

Uitvoering van het mandaat

1.   De SVEU is onder het gezag van de HV verantwoordelijk voor de uitvoering van het mandaat. Om zijn mandaat en zijn specifieke taken ter plaatse te kunnen uitvoeren legt de SVEU zich volledig toe op de missie.

2.   Het Politiek en Veiligheidscomité („PVC”) onderhoudt een bevoorrechte relatie met de SVEU en vormt het eerste contactpunt van de SVEU met de Raad. Onverminderd de bevoegdheden van de HV zorgt het PVC binnen het kader van het mandaat voor strategische aansturing en politieke leiding ten behoeve van de SVEU.

3.   De SVEU werkt nauw samen met de Europese dienst voor extern optreden („EDEO”).

4.   Met name tijdens zijn missies werkt de SVEU nauw samen met het bureau van de EU-vertegenwoordiger in Jeruzalem, met de delegatie van de Unie in Tel. Aviv, alsook met alle andere betrokken Uniedelegaties in de regio.

Artikel 5

Financiering

1.   Het financieel referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met het mandaat van de SVEU voor de periode van 1 februari 2012 tot en met 30 juni 2013 bedraagt 1 300 000 EUR.

2.   Uitgaven die uit het in lid 1 genoemde bedrag worden gefinancierd, komen voor financiering in aanmerking vanaf 1 februari 2012. De uitgaven worden beheerd volgens de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Unie.

3.   Voor het uitgavenbeheer wordt een overeenkomst gesloten tussen de SVEU en de Commissie. De SVEU legt van alle uitgaven verantwoording af aan de Commissie.

Artikel 6

Vorming en samenstelling van het team

1.   Binnen de grenzen van zijn mandaat en de daartoe vrijgemaakte financiële middelen is de SVEU verantwoordelijk voor het samenstellen van zijn team. In het team dient de door het mandaat vereiste deskundigheid inzake specifieke beleidsvraagstukken aanwezig te zijn. De SVEU houdt de Raad en de Commissie onmiddellijk en regelmatig op de hoogte van de samenstelling van zijn team.

2.   De lidstaten, de instellingen van de Unie en de EDEO kunnen voorstellen personeel te detacheren bij de SVEU. De bezoldiging van het gedetacheerde personeel komt ten laste van respectievelijk de lidstaat, de betrokken instelling van de Unie of de EDEO. Door de lidstaten bij de instellingen van de Unie of de EDEO gedetacheerde deskundigen kunnen eveneens ter beschikking worden gesteld om samen te werken met de SVEU. Internationaal aangeworven personeel moet de nationaliteit van een lidstaat hebben.

3.   Al het gedetacheerde personeel blijft onder het administratieve gezag van de detacherende lidstaat, van de instelling van de Unie of van de EDEO, en voert zijn taken uit en handelt in het belang van het mandaat van de SVEU.

Artikel 7

Voorrechten en immuniteiten van de SVEU en zijn medewerkers

De voorrechten, immuniteiten en andere garanties die noodzakelijk zijn voor de uitvoering en het goede verloop van de missie van de SVEU en van zijn medewerkers, worden met de ontvangende partij(en) naargelang van het geval overeengekomen. De lidstaten en de Commissie verlenen daartoe alle nodige steun.

Artikel 8

Beveiliging van gerubriceerde EU-informatie

De SVEU en de leden van zijn team leven de beveiligingsbeginselen en -minimumnormen na die zijn vastgelegd in Besluit 2011/292/EU van de Raad van 31 maart 2011 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (2).

Artikel 9

Toegang tot informatie en logistieke steun

1.   De lidstaten, de Commissie en het secretariaat-generaal van de Raad zorgen ervoor dat de SVEU toegang krijgt tot alle relevante informatie.

2.   De delegaties van de Unie en/of de lidstaten, naargelang van het geval, verlenen logistieke steun in de regio.

Artikel 10

Veiligheid

Overeenkomstig het beleid van de Unie inzake de veiligheid van personeel dat op grond van titel V van het Verdrag wordt ingezet in operaties buiten de Unie, neemt de SVEU alle redelijkerwijs haalbare maatregelen voor de beveiliging van het personeel dat rechtstreeks onder zijn gezag staat, in overeenstemming met zijn mandaat en de veiligheidssituatie in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is; met name:

a)

stelt hij een missiespecifiek veiligheidsplan op, dat gebaseerd is op richtsnoeren van de EDEO en dat onder meer missiespecifieke fysieke, organisatorische en procedurele beveiligingsmaatregelen voor het beheer van veilige personeelsbewegingen naar en binnen het missiegebied, het beheer van veiligheidsincidenten en een nood- en evacuatieplan van de missie behelst;

b)

zorgt hij ervoor dat alle buiten de Unie ingezette personeelsleden gedekt zijn door een op de omstandigheden in het missiegebied afgestemde verzekering voor grote risico’s;

c)

zorgt hij ervoor dat alle buiten de Unie ingezette leden van zijn team, ook het ter plaatse aangeworven personeel, voor of bij aankomst in het missiegebied een passende beveiligingsopleiding hebben genoten waarvan de inhoud is bepaald op basis van de risicoklasse waarin het missiegebied door de EDEO is ingedeeld;

d)

zorgt hij ervoor dat alle naar aanleiding van de geregelde beveiligingsbeoordelingen overeengekomen aanbevelingen worden opgevolgd, en brengt hij aan de HV, de Raad en de Commissie schriftelijk verslag uit over de uitvoering daarvan en over andere veiligheidskwesties in het kader van het tussentijds verslag en het verslag over de uitvoering van zijn mandaat.

Artikel 11

Rapportage

De SVEU brengt geregeld mondeling en schriftelijk verslag uit aan de HV en aan het PVC. De SVEU brengt zo nodig tevens verslag uit aan de werkgroepen van de Raad. De geregelde schriftelijke verslagen worden verspreid via het COREU-netwerk. Op aanbeveling van de HV of het PVC brengt de SVEU ook verslag uit aan de Raad Buitenlandse Zaken.

Artikel 12

Coördinatie

1.   De SVEU bevordert de algemene politieke coördinatie van de Unie. Hij helpt ervoor te zorgen dat alle EU-instrumenten ter plaatse op coherente wijze worden ingezet om de beleidsdoelstellingen van de Unie te verwezenlijken. Daartoe worden de activiteiten van de SVEU gecoördineerd met die van de Commissie, en in voorkomend geval met die van de andere SVEU’s die actief zijn in de regio, waaronder de SVEU van het zuidelijk Middellandse Zeegebied. De SVEU brengt regelmatig verslag uit aan de missies van de lidstaten en de delegaties van de Unie.

2.   Ter plaatse worden nauwe contacten onderhouden met het hoofd van de delegatie van de Unie en de hoofden van de missies van de lidstaten. Zij doen alles wat in hun vermogen ligt om de SVEU bij te staan in de uitvoering van zijn mandaat. De SVEU geeft, in nauwe coördinatie met het hoofd van de delegatie van de Unie in Tel. Aviv, op lokaal niveau politieke aansturing aan de missiehoofden van de politiemissie van de Europese Unie voor de Palestijnse Gebieden (EUPOL COPPS) en de missie van de Europese Unie voor bijstandverlening inzake grensbeheer aan de grensovergang bij Rafah (EU BAM Rafah). De SVEU en de civiele operationele commandant plegen indien nodig overleg. De SVEU onderhoudt eveneens contacten met andere internationale en regionale actoren ter plaatse.

Artikel 13

Evaluatie

De toepassing van dit besluit en de samenhang ervan met andere bijdragen van de Unie in de regio worden op gezette tijden geëvalueerd. De SVEU legt de HV, de Raad en de Commissie vóór eind november 2012 een voortgangsverslag, en aan het eind van zijn mandaat een uitvoerig verslag over de uitvoering van het mandaat voor.

Artikel 14

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 23 januari 2012.

Voor de Raad

De voorzitster

C. ASHTON


(1)  PB L 184 van 23.7.2003, blz. 45.

(2)  PB L 141 van 27.5.2011, blz. 17.


24.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 19/21


BESLUIT 2012/34/GBVB VAN DE RAAD

van 23 januari 2012

houdende benoeming van de voorzitter van het Militair Comité van de Europese Unie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 240,

Herinnerend aan Besluit 2001/79/GBVB houdende instelling van het Militair Comité van de Europese Unie (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Besluit 2001/79/GBVB wordt de voorzitter van het Militair Comité van de Europese Unie ("het Militair Comité") benoemd door de Raad op aanbeveling van het comité dat vergadert op het niveau van de Chefs Defensiestaf. Overeenkomstig artikel 3, lid 2, van genoemd besluit is de ambtstermijn van de voorzitter drie jaar, tenzij de Raad anders besluit.

(2)

Op 8 december 2008 heeft de Raad Generaal Håkan SYRÉN voor een periode van drie jaar ingaande op 6 november 2009, benoemd tot voorzitter van het Militair Comité (2).

(3)

In de vergadering van 22 november 2011 heeft het Militair Comité op het niveau van de Chefs Defensiestaf aanbevolen generaal Patrick de ROUSIERS te benoemen tot voorzitter van het Militair Comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Generaal Patrick de ROUSIERS wordt met ingang van 6 november 2012 voor een periode van drie jaar benoemd tot voorzitter van het Militair Comité van de Europese Unie.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 23 januari 2012.

Voor de Raad

De voorzitster

C. ASHTON


(1)  PB L 27 van 30.1.2001, blz. 4.

(2)  Besluit 2009/22/EG van de Raad van 8 december 2008 houdende benoeming van de voorzitter van het Militair Comité van de Europese Unie (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 51).


24.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 19/22


BESLUIT 2012/35/GBVB VAN DE RAAD

van 23 januari 2012

houdende wijziging van Besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 27 februari 2007 Gemeenschappelijk Standpunt 2007/140/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (1) vastgesteld ter uitvoering van Resolutie 1737 (2006) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties ("VNVR-Resolutie").

(2)

De Raad heeft op 23 april 2007 Gemeenschappelijk Standpunt 2007/246/GBVB (2) vastgesteld ter uitvoering van VNVR-Resolutie 1747 (2007).

(3)

De Raad heeft op 7 augustus 2008 Gemeenschappelijk Standpunt 2008/652/GBVB (3) vastgesteld ter uitvoering van VNVR-Resolutie 1803 (2008).

(4)

De Raad heeft op 26 juli 2010 Besluit 2010/413/GBVB (4) vastgesteld, waarbij VNVR-Resolutie 1929 (2010) ten uitvoer wordt gelegd.

(5)

De Raad heeft op 1 december 2011 herhaald dat hij zich steeds ernstiger zorgen maakt over het karakter van het nucleaire programma van Iran, en in het bijzonder over de bevindingen betreffende de Iraanse activiteiten in verband met de ontwikkeling van nucleaire technologie voor militair gebruik, waarvan gewag wordt gemaakt in het jongste verslag van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA). In het licht van die bezorgdheid en in overeenstemming met de verklaring van de Europese Raad van 23 oktober 2011, is de Raad overeengekomen om bestaande sancties te verbreden en daartoe, in nauwe coördinatie met de internationale partners, te onderzoeken of aanvullende maatregelen kunnen worden genomen, onder meer maatregelen die het Iraanse financiële stelsel zwaar zullen treffen, maatregelen in de transportsector, in de energiesector, maatregelen tegen de Islamitische Revolutionaire Garde (IRG), alsmede maatregelen op andere gebieden.

(6)

De Europese Raad heeft op 9 december 2011 de conclusies van de Raad van 1 december 2011 onderschreven en de Raad verzocht om bij voorrang verder te werken aan het vergroten van de reikwijdte van de beperkende maatregelen van de Unie tegen Iran.

(7)

In dit verband is het dienstig de levering, de verkoop of de overdracht aan Iran van verdere voorwerpen, materieel, uitrusting, goederen en technologie die een bijdrage zouden kunnen leveren tot de activiteiten van Iran in verband met de verrijking of opwerking van uranium of met zwaar water, tot de ontwikkeling van overbrengingssystemen voor nucleaire wapens, tot de uitoefening van activiteiten in verband met andere punten waarover de IAEA haar bezorgdheid heeft uitgesproken of heeft verklaard dat er nog geen duidelijkheid bestaat, dan wel tot andere programma's voor massavernietigingswapens te verbieden of te controleren. Dit verbod moet goederen en technologieën voor tweeërlei gebruik omvatten.

(8)

Gezien het mogelijke verband tussen inkomsten van Iran uit zijn energiesector en de financiering van Iraanse proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten, en het feit dat uitrusting en materiaal voor chemische processen in de petrochemische industrie veel gelijkenissen vertonen met de uitrusting en het materiaal voor bepaalde gevoelige splijtstofcyclusactiviteiten, waarop in VNVR-Resolutie 1929 (2010) wordt gewezen, moeten de verkoop, levering of overdracht aan Iran van verdere belangrijke uitrusting en technologie, die kunnen worden gebruikt in sleutelsectoren van de aardolie- en aardgasindustrie, of in de petrochemische industrie, worden verboden. Voorts moeten de lidstaten nieuwe investeringen in deze sectoren in Iran verbieden.

(9)

Het zou bovendien verboden moeten zijn ruwe olie en petroleumproducten alsmede petrochemische producten uit Iran aan te schaffen, in te voeren of te vervoeren.

(10)

Voorts moet een verbod worden ingesteld op de verkoop, de aankoop en het vervoer van en de tussenhandel in goud, edele metalen en diamanten aan, van of voor de regering van Iran.

(11)

Voorts moet de levering van onuitgegeven of nieuw gedrukte of geslagen bankbiljetten en munten in de Iraanse munteenheid aan of ten behoeve van de Centrale Bank van Iran worden verboden.

(12)

Tevens dienen beperkende maatregelen worden opgelegd aan de Centrale Bank van Iran voor haar betrokkenheid bij activiteiten om de sancties tegen Iran te ontduiken.

(13)

De toegangsbeperkingen en de bevriezing van tegoeden en economische middelen moeten worden uitgebreid tot andere personen en entiteiten die de regering van Iran steun verlenen voor proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten of de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens, met name personen en entiteiten die de Iraanse regering financiële, logistieke of materiële steun verlenen.

(14)

De toegangsbeperkingen en de bevriezing van tegoeden die gelden voor leden van de IRG moeten niet langer worden beperkt tot hooggeplaatste leden maar kunnen ook van toepassing zijn op andere leden van de IRG.

(15)

Bovendien kunnen andere personen en entiteiten worden opgenomen in de lijst van personen en entiteiten die zijn onderworpen aan de beperkende maatregelen als bedoeld in bijlage II van Besluit 2010/413/GBVB.

(16)

Voor de uitvoering van bepaalde maatregelen is nieuw optreden van de Unie nodig,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit 2010/413/GBVB van de Raad wordt als volgt gewijzigd:

1)

artikel 1, lid 1, onder e), wordt vervangen door:

"e)

andere, niet onder punt a) vallende goederen en technologieën voor tweeërlei gebruik die zijn opgenomen in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik (5), met uitzondering van categorie 5 - deel 1 en categorie 5 - deel 2 in bijlage I bij die verordening.

2)

de volgende artikelen worden ingevoegd:

"Artikel 3 bis

1.   Het is verboden om Iraanse ruwe olie of petroleumproducten in te voeren, aan te schaffen, of te vervoeren.

De Unie neemt de nodige maatregelen om te bepalen welke voorwerpen onder deze bepaling vallen.

2.   Het is verboden om al dan niet rechtstreeks financiering of financiële dienstverlening te verschaffen, waaronder ook financiële derivaten, alsmede verzekeringen of herverzekeringen, verwant aan de invoer, de aanschaf of het vervoer van Iraanse ruwe olie of petroleumproducten.

Artikel 3 ter

1.   Het is verboden om Iraanse petrochemische producten in te voeren, aan te schaffen of te vervoeren.

De Unie neemt de nodige maatregelen om te bepalen welke voorwerpen onder deze bepaling moeten vallen.

2.   Het is verboden om al dan niet rechtstreeks financiering of financiële dienstverlening te verschaffen, alsmede verzekeringen of herverzekeringen, verwant aan de invoer, de aanschaf en het vervoer van Iraanse petrochemische producten.

Artikel 3 quater

1.   De in artikel 3 bis bedoelde verboden laten onverlet dat tot en met 1 juli 2012 contracten worden uitgevoerd die vóór 23 januari 2012 zijn gesloten, of uit aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van deze verplichtingen en die uiterlijk 1 juli 2012 moeten zijn gesloten en uitgevoerd.

2.   De in artikel 3 bis bedoelde verboden laten onverlet dat verplichtingen worden uitgevoerd die voortvloeien uit contracten die vóór 23 januari 2012 zijn gesloten of uit aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van deze verplichtingen indien de levering van ruwe olie en petroleumproducten of de opbrengst van de levering ervan bedoeld is als betaling van uitstaande bedragen in verband met contracten die gesloten zijn voor 23 januari 2012 uit Iran aan personen of entiteiten op het grondgebied of onder de rechtsmacht van de lidstaten.

Artikel 3 quinquies

1.   De in artikel 3 ter bedoelde verboden laten onverlet dat tot en met 1 mei 2012 contracten worden uitgevoerd die vóór 23 januari 2012 zijn gesloten of uit aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van deze contracten, en die uiterlijk 1 mei 2012 moeten zijn gesloten en uitgevoerd.

2.   De in artikel 3 ter bedoelde verboden laten onverlet dat verplichtingen worden uitgevoerd die voortvloeien uit contracten die voor 23 januari 2012 zijn gesloten, of uit aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van deze verplichtingen, indien de levering van petrochemische producten of de opbrengst van de levering van deze producten bedoeld is als betaling van uitstaande bedragen in verband met contracten die gesloten zijn voor 23 januari 2012 aan personen of entiteiten op het grondgebied of onder de rechtsmacht van de lidstaten, en deze contracten uitdrukkelijk voorzien in deze betaling.";

3)

de volgende artikelen worden ingevoegd:

„Artikel 4 bis

1.   De verkoop, levering of overdracht van sleuteluitrusting en sleuteltechnologie aan de petrochemische industrie in Iran of aan Iraanse ondernemingen of ondernemingen in Iraans bezit die buiten Iran in die sector actief zijn, door onderdanen van de lidstaten of vanaf het grondgebied van de lidstaten - ongeacht of de goederen daar oorspronkelijk vandaan komen - of met gebruik van onder de rechtsmacht van de lidstaten vallende schepen of vliegtuigen, is verboden.

De Unie neemt de nodige maatregelen om te bepalen welke voorwerpen onder deze bepaling moeten vallen.

2.   Het is verboden om het volgende aan te bieden aan Iraanse ondernemingen of ondernemingen in Iraans bezit die actief zijn in de Iraanse petrochemische industrie of aan Iraanse ondernemingen of aan ondernemingen in Iraans bezit die buiten Iran in die industrie actief zijn:

a)

technische bijstand of opleiding of andere diensten met betrekking tot sleuteluitrusting en sleuteltechnologie als bepaald overeenkomstig lid 1;

b)

financieringsmiddelen of financiële bijstand voor elke verkoop, levering, overdracht of uitvoer van sleuteluitrusting en technologie als bepaald overeenkomstig lid 1 of voor het aanbieden van daarmee verband houdende technische bijstand of opleiding.

3.   Het is verboden om bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben de in de leden 1 en 2 bedoelde verbodsbepalingen worden omzeild.

Artikel 4 ter

1.   Het verbod in artikel 4, lid 1, laat onverlet dat een verplichting in verband met de levering van goederen als bedoeld in contracten die zijn gesloten voor 26 juli 2010, wordt uitgevoerd.

2.   De verboden in artikel 4 laten onverlet dat een verplichting die voortvloeit uit contracten die zijn gesloten voor 26 juli 2010 en die verband houden met investeringen die voor deze datum in Iran zijn verricht door ondernemingen in de lidstaten, wordt uitgevoerd.

3.   Het verbod in artikel 4 bis, lid 1, laat onverlet dat een verplichting in verband met de levering van goederen als bedoeld in contracten die zijn gesloten voor 23 januari 2012, wordt uitgevoerd.

4.   De verboden in artikel 4 bis laten onverlet dat een verplichting die voortvloeit uit contracten die zijn gesloten voor 23 januari 2012 en die verband houden met investeringen die voor die datum in Iran zijn verricht door ondernemingen in de lidstaten, wordt uitgevoerd.

Artikel 4 quater

De rechtstreekse of onrechtstreekse verkoop en aankoop en het vervoer van en de tussenhandel in goud, edele metalen en diamanten aan, van of voor de Iraanse regering, Iraanse overheidsorganen, -bedrijven en -agentschappen, en de Centrale Bank van Iran, alsook aan, van en voor personen en entiteiten die namens hen of op hun aanwijzing handelen, of aan, van en voor entiteiten waarvan de eigendom of de zeggenschap bij hen berust, is verboden.

De Unie neemt de nodige maatregelen om te bepalen welke voorwerpen onder deze bepaling moeten vallen.

Artikel 4 quinquies

De levering van onuitgegeven of nieuw gedrukte of geslagen bankbiljetten en munten in de Iraanse munteenheid aan of ten behoeve van de Centrale Bank van Iran is verboden.”;

4)

de volgende artikelen worden ingevoegd:

"Artikel 6 bis

Het volgende wordt verboden:

a)

de verstrekking van een financiële lening of krediet aan ondernemingen in Iran die actief zijn in de Iraanse petrochemische industrie of aan Iraanse ondernemingen of ondernemingen in Iraans bezit die buiten Iran in deze industrie actief zijn;

b)

de verwerving of de uitbreiding van een deelneming in ondernemingen in Iran die actief zijn in de Iraanse petrochemische industrie, of aan Iraanse ondernemingen of ondernemingen in Iraans bezit die buiten Iran in deze industrie actief zijn, waaronder de volledige verwerving van deze ondernemingen en de verwerving van aandelen en effecten die een deelnemingsrecht vertegenwoordigen;

c)

het oprichten van een joint venture met ondernemingen in Iran die actief zijn in de Iraanse petrochemische industrie met een dochteronderneming of filiaal onder hun zeggenschap.";

5)

artikel 7 wordt vervangen door:

"Artikel 7

1.   De verboden in de artikelen 6 bis en 6 ter:

i)

laten onverlet dat een verplichting die voortvloeit uit contracten die zijn uitgevoerd voor 26 juli 2010, wordt uitgevoerd;

ii)

staat niet in de weg aan de uitbreiding van een deelneming, indien deze deelneming een verplichting vormt krachtens een contract dat is gesloten voor 26 juli 2010.

2.   De verboden in de artikelen 6 bis, onder a) en b):

i)

laten onverlet dat een verplichting die voortvloeit uit contracten die zijn uitgevoerd voor 23 januari 2012 wordt uitgevoerd;

ii)

belet niet dat een deelneming wordt uitgebreid, indien deze deelneming een verplichting vormt krachtens een contract dat is gesloten voor 23 januari 2012.";

6)

artikel 19, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt b) wordt vervangen door:

"b)

andere personen die niet onder bijlage I vallen en die zich bezighouden met, rechtstreeks betrokken zijn bij, dan wel steun verlenen aan de proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten van Iran of de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens, mede doordat zij betrokken zijn bij de aanschaf van verboden voorwerpen, goederen, uitrusting, materialen en technologie, of personen die handelen namens hen of op hun aanwijzing, of personen die op een lijst geplaatste personen of entiteiten hebben geholpen bij het ontwijken of schenden van de bepalingen van VN-Resoluties 1737 (2006), 1747 (2007), 1803 (2008) en 1929 (2010) of van dit besluit, alsmede andere leden van de IRG, als vermeld in bijlage II.";

b)

het volgende punt wordt toegevoegd:

"c)

andere, niet onder bijlage I vallende personen die de regering van Iran ondersteunen en personen die banden met hen hebben, die op de lijst in bijlage II vermeld zijn.";

7)

artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

i)

punt b) wordt vervangen door:

"b)

personen en entiteiten die niet onder bijlage I vallen en die zich bezig houden met, rechtsreeks betrokken zijn bij, dan wel steun verlenen aan de proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten van Iran of de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens, mede doordat zij betrokken zijn bij de aanschaf van verboden voorwerpen, goederen, uitrusting, materialen en technologie, of personen of entiteiten die handelen namens hen of op hun aanwijzing, of entiteiten waarvan zij de eigendom of de zeggenschap hebben, ook op illegale wijze, dan wel personen of entiteiten die op een lijst geplaatste personen of entiteiten hebben bijgestaan bij het ontwijken of schenden van de bepalingen van VNVR-Resoluties 1737 (2006), UNSCR 1747 (2007), 1803 (2008) en 1929 (2010) of van dit besluit, alsmede andere leden en entiteiten van de IRG en IRISL en entiteiten die hun eigendom zijn of die onder hun zeggenschap staan of die namens hen handelen, zoals genoemd in bijlage II.";

ii)

het volgende punt wordt toegevoegd:

"c)

andere, niet onder bijlage I vallende personen en entiteiten die de regering van Iran ondersteunen en personen en entiteiten die banden met hen hebben, die op de lijst in bijlage II vermeld zijn.";

b)

het volgende lid wordt ingevoegd:

"4 bis.   Tevens kunnen met betrekking tot op de lijst in bijlage II vermelde personen en entiteiten uitzonderingen worden toegestaan voor tegoeden en economische middelen die gestort zullen worden op of betaald zullen worden van een rekening van een diplomatieke of consulaire missie of een internationale organisatie die bescherming geniet op grond van het internationaal recht, voor zover die betalingen bestemd zijn voor de officiële doelen van de diplomatieke of consulaire missie of de internationale organisatie.";

c)

de volgende leden worden toegevoegd:

„7.   De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op een betaling door of via de Centrale Bank van Iran van tegoeden of economische middelen die zijn ontvangen of bevroren na de datum waarop zij op de lijst is geplaatst of op een betaling van tegoeden of economische middelen aan of via de Centrale Bank van Iran na de datum waarop zij op de lijst is geplaatst, indien deze betaling verband houdt met een betaling door een niet op de lijst geplaatste financiële instelling en verschuldigd is in verband met een specifiek handelscontract, mits de betrokken lidstaat van geval tot geval heeft vastgesteld dat de betaling niet rechtstreeks of onrechtstreeks is ontvangen door een persoon of entiteit bedoeld in lid 1.

8.   Lid 1 is niet van toepassing op een betaling door of via de Centrale Bank van Iran van bevroren tegoeden of economische middelen, indien deze betaling bedoeld is om liquiditeiten te verschaffen aan financiële instellingen die onder de rechtsmacht van lidstaten vallen, met het oog op de financiering van de handel, op voorwaarde dat de betaling is goedgekeurd door de betrokken lidstaat.;

9.   Lid 2 laat onverlet dat betalingen worden gedaan aan de Centrale Bank van Iran in verband met de uitvoering van contracten overeenkomstig de artikelen 3 bis, 3 ter, 3 quater of 3 quinquies.

10.   Lid 1 laat onverlet dat de in bijlage II genoemde Bank Tejarat gedurende een periode van 2 maanden na de datum waarop zij op de lijst is geplaatst, een betaling verricht van tegoeden of economische middelen die zijn ontvangen en bevroren na de datum waarop zij op de lijst is geplaatst, of een betaling ontvangt na de datum waarop zij op de lijst is geplaatst, indien deze betaling is verschuldigd in verband met een specifiek handelscontact, op voorwaarde dat de betrokken lidstaat van geval tot geval heeft vastgesteld dat de betaling niet rechtstreeks of onrechtstreeks is ontvangen door een persoon of entiteit bedoeld in lid 1.

11.   De punten 7, 8 en 9 laten de leden 3, 4, 4 bis, 5 en 6 van dit artikel en artikel 10, lid 3, onverlet.”;

8)

artikel 24, lid 2, wordt vervangen door:

"2.   Wanneer de Raad besluit een persoon of entiteit te onderwerpen aan de in artikel 19, lid 1, onder b) en onder c), en artikel 20, lid 1, onder b) en onder c), bedoelde maatregelen, wijzigt hij bijlage II dienovereenkomstig.";

9)

artikel 25, lid 2, wordt vervangen door:

"2.   De bijlagen I en II bevatten, wanneer beschikbaar, informatie die wat betreft bijlage I door de Veiligheidsraad of het Comité is verstrekt, en die nodig is om de betrokken personen of entiteiten te kunnen identificeren. Met betrekking tot personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend) en functie of beroep. Met betrekking tot entiteiten kan die informatie namen, plaats en datum van registerinschrijving, registratienummer en de plaats van vestiging omvatten. De bijlagen I en II vermelden tevens de datum van plaatsing op een lijst.";

10)

in artikel 26 worden de leden 2 en 3 vervangen door:

"2.   De in artikel 3 bis vervatte maatregelen betreffende het verbod op de invoer, de aankoop of het vervoer van Iraanse ruwe olie of petroleumproducten worden uiterlijk 1 mei 2012 opnieuw bezien, in het bijzonder rekening houdend met de beschikbaarheid en de financiële voorwaarden voor de levering van ruwe olie en petroleumproducten die worden geproduceerd in andere landen dan Iran, met het oog op het verzekeren van de continuïteit van de energievoorziening van de lidstaten.

3.   De in artikel 19, lid 1, onder b) en onder c), en in artikel 20, lid 1, onder b) en onder c), bedoelde maatregelen worden met regelmatige tussenpozen en ten minste om de 12 maanden opnieuw bezien. Zij zijn niet meer van toepassing ten aanzien van de betrokken personen of entiteiten indien de Raad volgens de in artikel 24 bedoelde procedure vaststelt dat de voorwaarden voor de toepassing ervan niet langer vervuld zijn.".

Artikel 2

1.   De in bijlage I bij dit besluit genoemde personen en entiteiten worden toegevoegd aan de lijst in bijlage II bij Besluit 2010/413/GBVB.

2.   De in bijlage II bij dit besluit genoemde entiteit wordt geschrapt van de lijst in bijlage II bij Besluit 2010/413/GBVB.

3.   De vermeldingen in bijlage II bij Besluit 2010/413/GBVB worden gewijzigd zoals aangegeven in bijlage III bij dit besluit.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 23 januari 2012.

Voor de Raad

De voorzitster

C. ASHTON


(1)  PB L 61 van 28.2.2007, blz. 49.

(2)  PB L 106 van 24.4.2007, blz. 67.

(3)  PB L 213 van 8.8.2008, blz. 58.

(4)  PB L 195 van 27.7.2010, blz. 39.

(5)  PB L 134 van 29.5.2009, blz. 1.";


BIJLAGE I

Lijst van in artikel 2, lid 1, bedoelde personen en entiteiten

I.   Personen en entiteiten die betrokken zijn bij nucleaire activiteiten of activiteiten in verband met ballistische raketten

B.   Entiteiten

 

Naam

Identificatiegegevens

Redenen

Datum van plaatsing op de lijst

1.

Central Bank of Iran (ook bekend als Central Bank of the Islamic Republic of Iran)

Postal Address: Mirdamad Blvd., NO.144, Tehran, Islamic Republic of Iran

P.O. Box: 15875 / 7177

Switchboard: +98 21 299 51

Cable Address: MARKAZBANK

Telex: 216 219-22

MZBK IR SWIFT Address: BMJIIRTH

Web Site: http://www.cbi.ir

E-mail: G.SecDept@cbi.ir

Betrokkenheid bij activiteiten om sancties tegen Iran te ontwijken.

23.1.2012

2.

Bank Tejarat

Postal Address: Taleghani Br. 130, Taleghani Ave.

P.O.Box: 11365 - 5416, Tehran

Tel.: 88826690

Tlx.: 226641 TJTA IR.

Fax: 88893641

Website: http://www.tejaratbank.ir

De Bank Tejarat is een staatsbank. Zij heeft de nucleaire inspanningen van Iran rechtstreeks gefaciliteerd. Zo heeft de Bank Tejarat in 2011 het verkeer van tientallen miljoenen dollar gefaciliteerd om de op de VN-lijst geplaatste Atomic Energy Organisation of Iran bij te staan in haar inspanningen om uraniumconcentraat (gele koek) te verwerven. De AEOI is de belangrijkste Iraanse organisatie voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van nucleaire technologie, en beheert programma's voor de productie van splijtstof.

De Bank Tejarat heeft ook een verleden inzake het bijstaan van op de lijst geplaatste Iraanse banken om internationale sancties te ontwijken, bijvoorbeeld door tussenbeide te komen in zaken met dekmantelbedrijven van de door de VN op de lijst geplaatste Shahid Hemmat Industrial Group.

Via haar financiële dienstverlening aan door de EU op de lijst geplaatste Bank Mellat en de Export Development Bank of Iran (EDBI) in de voorbije jaren heeft de Bank Tejarat ook de activiteiten ondersteund van afdelingen en ondergeschikten van de Iraanse Revolutionaire Garde, de door de VN op de lijst geplaatste Defense Industries Organisation en het door de VN op de lijst geplaatste MODAFL.

23.1.2012

3.

Tidewater (ook bekend als Tidewater Middle East Co.)

Postal address: No. 80, Tidewater Building, Vozara Street, Next to Saie Park, Tehran, Iran

In eigendom of onder zeggenschap van de IRGC.

23.1.2012

4.

Turbine Engineering Manufacturing (TEM) (ook bekend als T.E.M. Co.)

Postal address: Shishesh Mina Street, Karaj Special Road, Tehran, Iran

Gebruikt als dekmantelbedrijf door het op de lijst geplaatste Iran Aircraft Industries (IACI) voor verholen aanbestedingswerkzaamheden.

23.1.2012

5.

Sad Export Import Company (ook bekend als SAD Import & Export Company)

Postal address: Haftom Tir Square, South Mofte Avernue, Tour Line No; 3/1, Tehran, Iran

P.O. Box 1584864813 Tehran, Iran

Gebruikt als dekmantelbedrijf door het op de lijst geplaatste Defence Industries Organization (DIO). Betrokken bij wapenoverdracht naar Syrië. Het bedrijf was ook betrokken bij illegale wapenoverdracht aan boord van de M/V Monchegorsk.

23.1.2012

6.

Rosmachin

Postal address: Haftom Tir Square, South Mofte Avenue, Tour Line No; 3/1, Tehran, Iran

P.O. Box 1584864813 Tehran, Iran

Dekmantelbedrijf van Sad Export Import Company. Betrokken bij illegale wapenoverdracht aan boord van de M/V Monchegorsk.

23.1.2012

II.   Islamitische Revolutionaire Garde (IRGC)

A.   Personen

 

Naam

Identificatiegegevens

Redenen

Datum van plaatsing op de lijst

1.

Ali Ashraf NOURI

 

Plaatsvervangend bevelhebber bij de IRGC. Hoofd Politiek bureau van de IRGC.

23.1.2012

2.

Hojatoleslam Ali SAIDI (alias Hojjat- al-Eslam Ali Saidi of Saeedi

 

Vertegenwoordiger van de opperste leider bij de IRGC.

23.1.2012

3.

Amir Ali Haji ZADEH (alias Amir Ali Hajizadeh)

 

Bevelhebber bij de luchtmacht van de IRGC, brigade-generaal.

23.1.2012


B.   Entiteiten

 

Naam

Identificatiegegevens

Redenen

Datum van plaatsing op de lijst

1.

Behnam Sahriyari Trading Company

Postal address: Ziba Buidling, 10th Floor, Northern Sohrevardi Street, Tehran, Iran

Heeft in mei 2007 twee containers met vuurwapens van verschillende types van Iran naar Syrië verscheept, hetgeen een schending betekent van punt 5 van Resolutie 1747 (2007) van de VN-Veiligheidsraad

23.1.2012

III.   Islamic Republic of Iran Shipping Lines (IRISL)

B.   Entiteiten

 

Naam

Identificatiegegevens

Redenen

Datum van plaatsing op de lijst

1.

BIIS Maritime Limited

Postal address: 147/1 St. Lucia, Valletta, Malta

In eigendom van of onder zeggenschap van het op de lijst geplaatste Irano Hind.

23.1.2012

2.

Darya Delalan Sefid Khazar Shipping Company (Iran) (alias Khazar Sea Shipping Lines of Darya-ye Khazar Shipping Company of Khazar Shipping Co. of KSSL of Daryaye Khazar (Caspian Sea) Co. of Darya-e-khazar shipping Co.

Postal address: M. Khomeini St., Ghazian, Bandar Anzil, Gilan, IranNo. 1, End of Shahid Mostafa Khomeini St., Tohid Square, Bandar Anzali, 1711-324, Iran

In eigendom van of onder zeggenschap van IRISL.

23.1.2012


BIJLAGE II

In artikel 2, lid 2, bedoelde entiteit

Syracuse S.L


BIJLAGE III

In artikel 2, lid 3, bedoelde vermeldingen

 

Naam

Identificatiegegevens

Redenen

Datum van plaatsing op de lijst

1.

Hanseatic Trade Trust & Shipping (HTTS) GmbH

Postal address: Schottweg 7, 22087 Hamburg, Duitsland; Opp 7th Alley, Zarafshan St, Eivanak St, Qods Township; HTTS GmbH,

Onder zeggenschap van en/of handelend namens IRISL. HTTS staat geregistreerd op hetzelfde adres als IRISL Europe GmbH in Hamburg, waarvan de zaakvoerder, Naser Baseni, eerder in dienst was bij IRISL.

23.1.2012

2

Oasis Freight Agency

Postal address: Al Meena Street, Opposite Dubai Ports & Customs, 2nd Floor, Sharaf Building, Dubai UAE; Sharaf Building, 1st Floor, Al Mankhool St., Bur Dubai, P.O. Box 5562, Dubai, United Arab Emirates; Sharaf Building, No. 4, 2nd Floor, Al Meena Road, Opposite Customs, Dubai, United Arab Emirates, Kayed Ahli Building, Jamal Abdul Nasser Road (Parallel to Al Wahda St.), P.O. Box 4840, Sharjah, United Arab Emirates

Handelde namens IRISL in de VAE. Is vervangen door Good Luck Shipping Company, die ook op de lijst is geplaats omdat die namens IRISL handelde.

23.1.2012


24.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 19/31


BESLUIT 2012/36/GBVB VAN DE RAAD

van 23 januari 2012

tot wijziging van Besluit 2010/639/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Belarus

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 25 oktober 2010 Besluit 2010/639/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Belarus (1) vastgesteld.

(2)

De Raad heeft de bestaande beperkende maatregelen bij Besluit 2011/666/GBVB van 10 oktober 2011 (2) verlengd tot en met 31 oktober 2012.

(3)

Gelet op de ernst van de situatie in Belarus moeten tegen het land aanvullende beperkende maatregelen worden vastgesteld.

(4)

De inreisbeperkingen en de bevriezing van tegoeden en economische middelen dienen te worden toegepast op personen die verantwoordelijk zijn voor ernstige mensenrechtenschendingen of voor onderdrukking van het maatschappelijk middenveld en de democratische oppositie, met name personen in een leidinggevende positie, alsook op personen en entiteiten die baat hebben bij of steun verlenen aan het beleid van het Loekasjenko-regime, met name personen en entiteiten die financiële of materiële steun aan het regime bieden.

(5)

Besluit 2010/639/GBVB moet dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit 2010/639/GBVB wordt als volgt gewijzigd:

1.

aan artikel 1, lid 1, worden de volgende punten toegevoegd:

„e)

verantwoordelijk zijn voor ernstige mensenrechtenschendingen en voor het onderdrukken van het maatschappelijk middenveld en de democratische oppositie; de lijst van deze personen staat in bijlage V;

f)

en personen of entiteiten die baat hebben bij of steun verlenen aan het beleid van het Loekasjenko-regime; de lijst van deze personen en entiteiten staat in bijlage V.”;

2.

aan artikel 2, lid 1, worden de volgende punten toegevoegd:

„c)

voor ernstige mensenrechtenschendingen en voor het onderdrukken van het maatschappelijk middenveld en de democratische oppositie als vermeld in bijlage V;

d)

en personen of entiteiten die baat hebben bij of steun verlenen aan het beleid van het Loekasjenko-regime als vermeld in bijlage V.”;

3.

artikel 2, lid 2, wordt vervangen door:

„2.   Aan of ten behoeve van de in de bijlagen IIIA, IV en V genoemde personen mogen geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking worden gesteld.”;

4.

in artikel 3, lid 1, wordt punt a) vervangen door:

„a)

nodig zijn ter dekking van de basisbehoeften van de in de bijlagen IIIA, IV of V genoemde personen en de familieleden die van hen afhankelijk zijn, zoals voedsel, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of openbare nutsvoorzieningen;”.

Artikel 2

De bijlage bij dit besluit wordt als bijlage V bij Besluit 2010/639/GBVB gevoegd.

Artikel 3

Dit besluit wordt van kracht op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 23 januari 2012.

Voor de Raad

De voorzitster

C. ASHTON


(1)  PB L 280 van 26.10.2010, blz. 18.

(2)  PB L 265 van 11.10.2011, blz. 17.


BIJLAGE

„BIJLAGE V

Lijst van personen en entiteiten als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder e) en f), en in artikel 2, lid 1, onder c) en d)

 

Personen

 

Entiteiten”


24.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 19/33


UITVOERINGSBESLUIT 2012/37/GBVB VAN DE RAAD

van 23 januari 2012

tot uitvoering van Besluit 2011/782/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie,

Gezien Besluit 2011/782/GBVB van de Raad van 1 december 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië en tot intrekking van Besluit 2011/273/GBVB (1), en met name artikel 21, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 1 december 2011 Besluit 2011/782/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië vastgesteld.

(2)

Gezien de ernst van de situatie in Syrië moeten meer personen en entiteiten worden opgenomen op de lijst van aan beperkende maatregelen onderworpen personen en entiteiten in bijlage I bij Besluit 2011/782/GBVB,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De in de bijlage bij dit besluit genoemde personen en entiteiten worden toegevoegd aan de lijst in bijlage I bij Besluit 2011/782/GBVB.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 23 januari 2012.

Voor de Raad

De voorzitster

C. ASHTON


(1)  PB L 319 van 2.12.2011, blz. 56.


BIJLAGE

In artikel 1 bedoelde personen en entiteiten

 

Naam

Identificatiegegevens

Redenen

Datum van plaatsing op de lijst

1.

Brigadegeneraal

Jawdat Ibrahim Safi

Bevelhebber van het 154e regiment

Heeft troepen het bevel gegeven te schieten op demonstranten in en rond Damascus, en in Mo'adamiyeh, Douma, Abasiyeh, Duma.

23.1.2012

2.

Generaal-majoor

Muhammad Ali Durgham

Bevelhebber bij de 4e divisie

Heeft troepen het bevel gegeven te schieten op demonstranten in en rond Damascus, en in Mo'adamiyeh, Douma, Abasiyeh, Duma.

23.1.2012

3.

Generaal-majoor

Ramadan Mahmoud Ramadan

Bevelhebber van het 35e regiment special forces

Heeft troepen het bevel gegeven te schieten op demonstranten in Baniyas en Deraa.

23.1.2012

4.

Brigadegeneraal

Ahmed Yousef Jarad

Bevelhebber van de 132e brigade

Heeft troepen het bevel gegeven te schieten op demonstranten in Deraa, waarbij gebruik is gemaakt van machinegeweren en luchtafweergeschut.

23.1.2012

5.

Generaal-majoor

Naim Jasem Suleiman

Bevelhebber van de 3e divisie

Heeft troepen het bevel gegeven te schieten op demonstranten in Douma.

23.1.2012

6.

Brigadegeneraal

Jihad Mohamed Sultan

Bevelhebber van de 65e brigade

Heeft troepen het bevel gegeven te schieten op demonstranten in Douma.

23.1.2012

7.

Generaal-majoor

Fo'ad Hamoudeh

Bevelhebber van de militaire operaties in Idlib

Heeft begin september 2011 troepen het bevel gegeven te schieten op demonstanten in Idlib.

23.1.2012

8.

Generaal-majoor

Bader Aqel

Bevelhebber van de special forces

Heeft de soldaten het bevel gegeven de lijken op te halen en over te dragen aan de mukhabarat (geheime dienst); is verantwoordelijk voor het geweld in Bukamal.

23.1.2012

9.

Brigadegeneraal

Ghassan Afif

Bevelhebber van het 45e regiment

Bevelhebber van de militaire operaties in Homs, Baniyas en Idlib

23.1.2012

10.

Brigadegeneraal

Mohamed Maaruf

Bevelhebber van het 45e regiment

Bevelhebber van de militaire operaties in Homs. Gaf het bevel te schieten op demonstranten in Homs.

23.1.2012

11.

Brigadegeneraal

Yousef Ismail

Bevelhebber van de 134e brigade

Heeft troepen het bevel gegeven te schieten op huizen en op mensen op daken tijdens een begrafenis in Talbiseh van demonstranten die de dag daarvoor waren gedood.

23.1.2012

12.

Brigadegeneraal

Jamal Yunes

Bevelhebber van het 555e regiment

Heeft troepen het bevel gegeven te schieten op demonstranten in Mo'adamiyeh.

23.1.2012

13.

Brigadegeneraal

Mohsin Makhlouf

 

Heeft troepen het bevel gegeven te schieten op demonstranten in Al-Herak.

23.1.2012

14.

Brigadegeneraal

Ali Dawwa

 

Heeft troepen het bevel gegeven te schieten op demonstranten in Al-Herak

23.1.2012

15.

Brigadegeneraal

Mohamed Khaddor

Bevelhebber van de 106e brigade, presidentiële wacht

Heeft troepen het bevel gegeven de demonstranten uiteen te ranselen en vervolgens te arresteren. Is verantwoordelijk voor de repressie tegen vreedzame demonstranten in Douma.

23.1.2012

16.

Generaal-majoor

Suheil Salman Hassan

Bevelhebber van de 5e divisie

Heeft troepen het bevel gegeven te schieten op de demonstranten in het gouvernement Deraa.

23.1.2012

17.

Wafiq Nasser

Hoofd van de regionale afdeling van Suwayda (militaire inlichtingendienst)

Als hoofd van de afdeling van Suwayda van de militaire inlichtingendienst verantwoordelijk voor de willekeurige opsluiting en de marteling van gevangenen in Suwayda.

23.1.2012

18.

Ahmed Dibe

Hoofd van de regionale afdeling van Deraa (directoraat algemene veiligheid)

Als hoofd van de regionale afdeling van Deraa van het directoraat algemene veiligheid verantwoordelijk voor de willekeurige opsluiting en de marteling van gevangenen in Deraa.

23.1.2012

19.

Makhmoud al-Khattib

Hoofd van de afdeling onderzoek (directoraat politieke veiligheid)

Als hoofd van de afdeling onderzoek van het directoraat politieke veiligheid verantwoordelijk voor de opsluiting en marteling van gevangenen.

23.1.2012

20.

Mohamed Heikmat Ibrahim

Hoofd van de afdeling operaties (directoraat politieke veiligheid)

Als hoofd van de afdeling operaties van het directoraat politieke veiligheid verantwoordelijk voor de opsluiting en marteling van gevangenen.

23.1.2012

21.

Nasser Al-Ali

Hoofd van de regionale afdeling van Deraa (directoraat politieke veiligheid)

Als hoofd van de regionale afdeling van het directoraat politieke veiligheid verantwoordelijk voor de opsluiting en marteling van gevangenen.

23.1.2012

22.

Mehran (of Mahran) Khwanda

Eigenaar van de vervoersmaatschappij Qadmous Transport Co. Geboren op 11.05.1938 Paspoorten: nr. 3298 858, verlopen op 09.05.2004, nr. 001452904, zal verlopen op 29.11.2011, nr. 006283523, zal verlopen op 28.06.2017.

Verleent logistieke steun aan de gewelddadige repressie tegen de burgerbevolking in de actiegebieden van de pro-regeringsmilities die bij het geweld betrokken zijn ("chabbiha's").

23.1.2012

23.

Industrial Bank

Dar Al Muhanisen Building, 7th Floor, Maysaloun Street,

P.O. Box 7572 Damascus, Syrië.

Tel: +963 11-222-8200. +963 11-222-7910

Fax: +963 11-222-8412

Overheidsbank.

Betrokken bij de financiering van het regime.

23.1.2012

24.

Popular Credit Bank

Dar Al Muhanisen Building, 6th Floor, Maysaloun Street, Damascus, Syrië.

Tel: +963 11-222-7604. +963 11-221-8376

Fax: +963 11-221-0124

Overheidsbank.

Betrokken bij de financiering van het regime.

23.1.2012

25.

Saving Bank

Syrië -Damascus – Merjah – Al-Furat St.

P.O. Box: 5467

Fax: 224 4909 – 245 3471

Tel: 222 8403

e-mail: s.bank@scs-net.org post-gm@net.sy

Overheidsbank.

Betrokken bij de financiering van het regime.

23.1.2012

26.

Agricultural Cooperative Bank

Agricultural Cooperative Bank Building, Damascus Tajhez,

P.O. Box 4325, Damascus, Syrië.

Tel: +963 11-221-3462; +963 11-222-1393

Fax: +963 11-224-1261

Website: www.agrobank.org

Overheidsbank.

Betrokken bij de financiering van het regime.

23.1.2012

27.

Syrian Lebanese Commercial Bank

Syrian Lebanese Commercial Bank Building, 6th Floor, Makdessi Street, Hamra,

P.O. Box 11-8701, Beirut, Libanon.

Tel: +961 1-741666

Fax: +961 1-738228; +961 1-753215; +961 1-736629

Website: www.slcb.com.lb

Filiaal van de reeds in de lijst opgenomen Commercial Bank of Syria.

Betrokken bij de financiering van het regime.

23.1.2012

28.

Deir ez-Zur Petroleum Company

Dar Al Saadi Building 1st, 5th, and 6th Floor Zillat Street Mazza Area

P.O. Box 9120 Damascus Syrië

Tel: +963 11-662-1175; +963 11-662-1400

Fax: +963 11-662-1848

Joint venture van de GPC. Verleent financiële steun aan het regime.

23.1.2012

29.

Ebla Petroleum Company

Hoofdkantoor Mazzeh Villat Ghabia Dar Es Saada 16 Damascus, Syrië

Tel: +963 116691100

P.O. Box 9120

Joint venture van de GPC. Verleent financiële steun aan het regime.

23.1.2012

30.

Dijla Petroleum Company

Building No. 653 – 1st Floor, Daraa Highway,

P.O. Box 81, Damascus, Syrië

Joint venture van de GPC. Verleent financiële steun aan het regime.

23.1.2012


RICHTSNOEREN

24.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 19/37


RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 21 december 2011

tot wijziging van Richtsnoer ECB/2010/20 betreffende het juridische kader ten behoeve van de financiële administratie en verslaglegging in het Europees Stelsel van Centrale Banken

(ECB/2011/27)

(2012/38/EU)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid artikel 12.1, artikel 14.3 en artikel 26.4,

Gezien de bijdrage van de Algemene Raad van de Europese Centrale Bank als bedoeld in het tweede en derde streepje van artikel 46.2 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank,

Overwegende:

(1)

Richtsnoer ECB/2010/20 van 11 november 2010 betreffende het juridische kader ten behoeve van de financiële administratie en verslaglegging in het Europees Stelsel van centrale banken (1) stelt de nodige regels vast ter standaardisatie van de financiële administratie en verslaglegging van de door de nationale centrale banken uitgevoerde werkzaamheden.

(2)

Gezien de diversiteit van monetaire-beleidstransacties dient in bijlage IV bij Richtsnoer ECB/2010/20 te worden verduidelijkt dat met monetaire-beleidstransacties verband houdende voorzieningen kunnen verschillen, d.w.z. onder passivapost 13 geboekte en onder activapost 7.1 genoemde voorzieningen zijn niet noodzakelijkerwijze voorzieningen van het Eurosysteem.

(3)

Richtsnoer ECB/2010/20 dient dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging

Richtsnoer ECB/2010/20 wordt als volgt gewijzigd:

Bijlage IV bij Richtsnoer ECB/2010/20 wordt vervangen door de bijlage bij dit richtsnoer.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Dit richtsnoer treedt op 31 december 2011 in werking.

Artikel 3

Geadresseerden

Dit richtsnoer geldt voor alle centrale banken van het Eurosysteem.

Gedaan te Frankfurt am Main, 21 december 2011.

Namens de Raad van bestuur van de ECB

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  PB L 35 van 9.2.2011, blz. 31.


BIJLAGE

„BIJLAGE IV

SAMENSTELLING VAN DE BALANS EN BALANSWAARDERINGSREGELS  (1)

ACTIVA

Balanspost (3)

Indeling van de balansposten

Waarderingsgrondslag

Werkingssfeer (4)

1

1

Goud en goudvorderingen

Fysiek goud, d.w.z. baren, munten, platen, klompjes, in voorraad of „nog te ontvangen”. Niet-fysiek goud, zoals direct opvraagbare tegoeden op gouddepositorekeningen (niet-verbijzonderde rekeningen), termijndeposito’s, alsmede goudvorderingen die voortkomen uit één van de volgende transacties: i) op- of afwaarderingen en ii) goudlocatie of swaps gericht op het verkrijgen van fysiek goud met een ander goudgehalte, indien het verschil tussen vrijgave en ontvangst meer dan één werkdag is

Marktwaarde

Verplicht

2

2

Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

Vorderingen op tegenpartijen buiten het eurogebied, inclusief internationale en supranationale instellingen en centrale banken van buiten het eurogebied luidende in vreemde valuta

 

 

2.1

2.1

Vorderingen op het Internationaal Monetair Fonds (IMF)

a)   Trekkingsrechten binnen de reservepositie (netto)

Nationale quota minus de saldi in euro die ter beschikking staan van het IMF. Rekening nr. 2 van het IMF (eurorekening voor algemene beheerskosten) kan ofwel in deze positie worden opgenomen of onder de post „Verplichtingen jegens niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro”

a)   Trekkingsrechten binnen de reservepositie (netto)

Nominale waarde, omrekening tegen koers op deviezenmarkt

Verplicht

b)   Bijzondere trekkingsrechten

Aangehouden SDR’s (bruto)

b)   Bijzondere trekkingsrechten

Nominale waarde, omrekening tegen koers op deviezenmarkt

Verplicht

c)   Overige vorderingen

Algemene leningsovereenkomsten, leningen krachtens bijzondere leningsovereenkomsten, deposito’s in door het IMF beheerde trusts

c)   Overige vorderingen

Nominale waarde, omrekening tegen koers op deviezenmarkt

Verplicht

2.2

2.2

Tegoeden bij banken en beleggingen in waardepapieren, externe leningen en overige externe activa

a)   Tegoeden bij banken buiten het eurogebied m.u.v. deze onder actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”

Rekeningen-courant, termijndeposito’s, daggeld, repotransacties met wederverkoopverplichting.

a)   Tegoeden bij banken buiten het eurogebied

Nominale waarde, omrekening tegen koers op deviezenmarkt

Verplicht

b)   Beleggingen in waardepapieren buiten het eurogebied m.u.v. beleggingen onder de actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”

Promessen en obligaties, wissels, nulcouponobligaties, geldmarktpapier, als een deel van de externe reserves aangehouden effecten, allemaal uitgegeven door niet-ingezetenen van het eurogebied

i)   Verhandelbare papieren m.u.v. tot de vervaldag aangehouden papieren

Marktprijs en koers op de deviezenmarkt

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

ii)   Verhandelbare papieren ingedeeld als tot de vervaldag aangehouden papieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering en koers op de deviezenmarkt

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

iii)   Niet-verhandelbare effecten

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering en koers op de deviezenmarkt

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

iv)   Verhandelbare effecten

Marktprijs en koers op de deviezenmarkt

Verplicht

c)   Externe leningen (deposito’s) buiten het eurogebied m.u.v. leningen onder actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”

c)   Externe leningen

Deposito’s tegen nominale waarde, omgerekend tegen koers op de deviezenmarkt

Verplicht

d)   Overige externe activa

Bankbiljetten en munten die niet tot het eurogebied behoren

d)   Overige externe activa

Nominale waarde, omrekening tegen koers op deviezenmarkt

Verplicht

3

3

Vorderingen op ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

a)   Beleggingen in effecten binnen het eurogebied m.u.v. effecten onder de actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”

Promessen en obligaties, wissels, nulcouponobligaties, geldmarktpapier, als een deel van de externe reserves aangehouden effecten, allemaal uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied

i)   Verhandelbare papieren m.u.v. tot de vervaldag aangehouden papieren

Marktprijs en koers op de deviezenmarkt

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

ii)   Verhandelbare papieren ingedeeld als tot de vervaldag aangehouden papieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering en koers op de deviezenmarkt

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

iii)   Niet-verhandelbare effecten

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering en koers op de deviezenmarkt

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

iv)   Verhandelbare effecten

Marktprijs en koers op de deviezenmarkt

Verplicht

b)   Andere vorderingen op ingezetenen van het eurogebied m.u.v. de vorderingen onder de actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”

Leningen, deposito’s, reverse repo’s, diverse verstrekte leningen

b)   Overige vorderingen

Deposito’s en overige kredietverlening tegen nominale waarde, omgerekend tegen koers op deviezenmarkt

Verplicht

4

4

Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

 

 

 

4.1

4.1

Tegoeden bij banken, beleggingen in waardepapieren en leningen

a)   Tegoeden bij banken buiten het eurogebied m.u.v. deze onder actiefpost 11.3 „Andere financiële activa”

Rekeningen-courant, termijndeposito’s, daggeld. Repotransacties met wederverkoopverplichting in verband met het beheer van waardepapieren, luidende in euro

a)   Tegoeden bij banken buiten het eurogebied

Nominale waarde

Verplicht

b)   Beleggingen in waardepapieren buiten het eurogebied m.u.v. beleggingen onder de actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”

Door niet-ingezetenen van het eurogebied uitgegeven effecten en obligaties, wissels, nulcouponobligaties en geldmarktpapier

i)   Verhandelbare papieren m.u.v. tot de vervaldag aangehouden papieren

Marktprijs

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

ii)   Verhandelbare papieren ingedeeld als tot de vervaldag aangehouden papieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

iii)   Niet-verhandelbare effecten

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

iv)   Verhandelbare effecten

Marktprijs

Verplicht

c)   Leningen buiten het eurogebied m.u.v. leningen onder de actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”

c)   Leningen buiten het eurogebied

Deposito’s tegen nominale waarde

Verplicht

d)   Waardepapieren m.u.v. waardepapieren onder actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”, uitgegeven door entiteiten buiten het eurogebied

Door supranationale of internationale organisaties, bv. de Europese Investeringsbank, uitgegeven waardepapieren, ongeacht het land van vestiging

i)   Verhandelbare papieren m.u.v. tot de vervaldag aangehouden papieren

Marktprijs

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

ii)   Verhandelbare papieren ingedeeld als tot de vervaldag aangehouden papieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

iii)   Niet-verhandelbare effecten

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

4.2

4.2

Vorderingen uit hoofde van de kredietfaciliteit ingevolge het ERM II

Kredietverlening onder de voorwaarden van het ERM II

Nominale waarde

Verplicht

5

5

Kredietverlening aan kredietinstellingen in het eurogebied in verband met monetaire beleidsoperaties, luidende in euro

Posten 5.1 t/m 5.5: transacties volgens de respectieve monetaire beleidsinstrumenten beschreven in bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/2014 van 20 september 2011 betreffende monetaire beleidsinstrumenten en procedures van het Eurosysteem (5)

 

 

5.1

5.1

Basis-herfinancieringstransacties

Regelmatige liquiditeitsverruimende transacties met wederinkoopverplichting, met een wekelijkse frequentie en gewoonlijk een looptijd van een week

Nominale waarde of repokostprijs

Verplicht

5.2

5.2

Langerlopende herfinancieringstransacties

Regelmatige liquiditeitsverruimende transacties met wederinkoopverplichting, met een maandelijkse frequentie en gewoonlijk een looptijd van drie maanden

Nominale waarde of repokostprijs

Verplicht

5.3

5.3

„Fine-tuning”-transacties met wederinkoop

Transacties met wederinkoopverplichting, uitgevoerd op ad-hoc-basis met fine-tuning oogmerk

Nominale waarde of repokostprijs

Verplicht

5.4

5.4

Structurele transacties met wederinkoop

Transacties met wederinkoopverplichting die de structurele positie van het Eurosysteem t.o.v. de financiële sector beïnvloeden

Nominale waarde of repokostprijs

Verplicht

5.5

5.5

Marginale beleningsfaciliteit

Faciliteit voor het verkrijgen van krediet tot de volgende ochtend tegen een van tevoren vastgestelde rentevoet, op onderpand van beleenbare activa (permanente faciliteit)

Nominale waarde of repokostprijs

Verplicht

5.6

5.6

Kredieten uit hoofde van margestortingen

Aanvullend krediet voor kredietinstellingen op grond van waardestijgingen van onderliggende activa ten behoeve van ander aan deze kredietinstellingen verleend krediet

Nominale waarde of kostprijs

Verplicht

6

6

Overige vorderingen op kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro

Rekeningen-courant, termijndeposito’s, daggeld, repotransacties met wederverkoopverplichting in verband met het beheer van effectenportefeuilles onder actiefpost „Waardepapieren van ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro”, waaronder begrepen transacties die het gevolg zijn van de omzetting van de voormalige deviezenreserves van het eurogebied, en overige vorderingen. Correspondentrekeningen bij kredietinstellingen die in het buitenland zijn gevestigd, maar binnen het eurogebied. Overige vorderingen en transacties die niet samenhangen met monetaire beleidstrans-acties van het Eurosysteem. Vorderingen uit hoofde van monetaire beleidstransacties, die werden geïnitieerd door een NCB voor toetreding tot het Eurosysteem

Nominale waarde of kostprijs

Verplicht

7

7

Waardepapieren uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

 

 

 

7.1

7.1

Voor doeleinden van monetair beleid aangehouden waardepapieren

Voor doeleinden van monetair beleid aangehouden waardepapieren uitgegeven binnen het eurogebied Voor finetuning aangekochte ECB-schuldbewijzen

a)   Verhandelbare papieren m.u.v. tot de vervaldag aangehouden papieren

Marktprijs

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

b)   Verhandelbare papieren ingedeeld als tot de vervaldag aangehouden papieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering (kostprijs wanneer de waardevermindering wordt gedekt door een voorziening onder passiefpost 13 b) „Voorzieningen”)

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

c)   Niet-verhandelbare waardepapieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

7.2

7.2

Overige waardepapieren

Waardepapieren m.u.v. waardepapieren onder actiefpost 7.1 „Voor doeleinden van monetair beleid aangehouden waardepapieren” en onder actiefpost 11.3 „Overige financiele activa”; promessen en obligaties, wissels, nulcouponobligaties, geldmarktpapier dat op termijnbasis („outright”) wordt aangehouden, waaronder begrepen overheidsobligaties van vóór de EMU, luidende in euro. Waardepapieren

a)   Verhandelbare papieren m.u.v. tot de vervaldag aangehouden papieren

Marktprijs

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

b)   Verhandelbare papieren ingedeeld als tot de vervaldag aangehouden papieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

c)   Niet-verhandelbare waardepapieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

d)   Verhandelbare waardepapieren

Marktprijs

Verplicht

8

8

Overheidsschuld, luidende in euro

Vorderingen op overheden van vóór de EMU (niet-verhandelbare waardepapieren, leningen)

Deposito’s/leningen tegen nominale waarde, niet-verhandelbare waardepapieren tegen kostprijs

Verplicht

9

Vorderingen binnen het Eurosysteem+)

 

 

 

9.1

Deelnemingen in de ECB+)

Alleen een post op de balans van de NCB’s.

Het aandeel van elke NCB in het kapitaal van de ECB, overeenkomstig het Verdrag en de respectieve verdeelsleutel en bijdragen overeenkomstig artikel 48.2 van de statuten van het ESCB

Kostprijs

Verplicht

9.2

Vorderingen uit hoofde van overdracht van externe reserves+)

Alleen een post op de balans van de NCB’s.

Vorderingen op de ECB, luidende in euro, uit hoofde van initiële en aanvullende overdrachten van externe reserves ingevolge artikel 30 van de ESCB-statuten

Nominale waarde

Verplicht

9.3

Vorderingen ingevolge de uitgifte van ECB-schuldbewijzen+)

Alleen een post op de balans van de ECB

Vorderingen binnen het Eurosysteem jegens NCB’s die voortvloeien uit de uitgifte van ECB-schuldbewijzen

Kostprijs

Verplicht

9.4

Netto vorderingen uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem+), (2)

Voor de NCB’s: nettovordering in verband met de toepassing van de verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten, d.w.z. met inbegrip van de tegoeden binnen het Eurosysteem verband houdend met de uitgifte van bankbiljetten door de ECB, het compenserende bedrag en de administratieve boekingsposten ter saldering van het compenserende bedrag, zoals bepaald bij Besluit ECB/2010/23 van 25 november 2010 inzake de toedeling van monetaire inkomsten van de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben (6)

Voor de ECB vorderingen uit hoofde van de uitgifte van bankbiljetten door de ECB overeenkomstig Besluit ECB/2010/29

Nominale waarde

Verplicht

9.5

Overige vorderingen binnen het Eurosysteem (netto)+)

Nettopositie van de volgende subposten:

 

 

a)

nettovorderingen uit hoofde van tegoeden op TARGET2-rekeningen en correspondentrekeningen van NCB’s, d.w.z. het nettocijfer van vorderingen en verplichtingen — zie tevens passiefpost 10.4 „Overige verplichtingen binnen het Eurosysteem (netto)”

a)

Nominale waarde

Verplicht

b)

vordering ingevolge het verschil tussen monetaire inkomsten die gepooled en herverdeeld moeten worden. Slechts relevant voor de periode tussen het verantwoorden van de monetaire inkomsten binnen het kader van de jaarultimo procedures, en de afwikkeling ervan op de laatste werkdag in januari van elk jaar

b)

Nominale waarde

Verplicht

c)

overige in euro luidende vorderingen binnen het Eurosysteem, waaronder de tussentijdse verdeling van de inkomsten van de ECB (2)

c)

Nominale waarde

Verplicht

9

10

Vereveningsposten

Saldi van vereveningsrekeningen (vorderingen), waaronder begrepen vorderingen uit hoofde van te incasseren cheques

Nominale waarde

Verplicht

9

11

Overige activa

 

 

 

9

11.1

Munten uit het eurogebied

Euromuntstukken, indien een NCB niet de wettige uitgever is

Nominale waarde

Verplicht

9

11.2

Materiële en immateriële vaste activa

Grond en gebouwen, meubilair en inventaris, inclusief computerapparatuur, software

Kostprijs minus afschrijving

Afschrijvingstermijnen:

Computers en aanverwante hard- en software, en motorvoertuigen: 4 jaar

Inventaris, meubilair en installaties: 10 jaar

Gebouwen en aanzienlijke gekapitaliseerde herinrichtingskosten: 25 jaar

Kapitalisering van kosten: op basis van limiet (minder dan 10 000 EUR, excl. btw: geen kapitalisering)

Aanbevolen

9

11.3

Overige financiële activa

Deelnemingen en beleggingen in dochtermaatschappijen; aandelen aangehouden voor strategische en beleidsoogmerken

Effecten met inbegrip van aandelen, en andere financiële instrumenten en tegoeden (bv. deposito’s met vaste looptijd en rekeningen-courant), aangehouden als een geoormerkte portefeuille

Repotransacties met wederverkoopverplichting met kredietinstellingen in verband met het beheer van effectenportefeuilles onder deze post.

a)   Verhandelbare waardepapieren

Marktprijs

Aanbevolen

b)   Deelnemingen en niet-liquide gewone aandelen, en als permanente investeringen aangehouden andere waardepapieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Aanbevolen

c)   Beleggingen in dochtermaatschappijen of significante belangen

Nettowaarde van het actief

Aanbevolen

d)   Verhandelbare papieren m.u.v. tot de vervaldag aangehouden papieren

Marktprijs

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Aanbevolen

e)   Verhandelbare papieren ingedeeld als aangehouden tot de vervaldag of aangehouden als een permanente investering

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Aanbevolen

f)   Niet-verhandelbare waardepapieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Aanbevolen

g)   Tegoeden bij banken en leningen

Nominale waarde, omgerekend tegen de koers op de deviezenmarkt, indien de tegoeden of deposito’s in vreemde valuta luiden

Aanbevolen

9

11.4

Herwaarderingsverschillen op instrumenten buiten de balans

Resultaten van de waardering van deviezentermijnaffaires, deviezenswaps, renteswaps, rentetermijncontracten, termijntransacties in effecten, contante deviezentransacties vanaf de transactiedatum tot de afwikkelingsdatum

Nettopositie tussen termijn en contant, tegen koers op deviezenmarkt

Verplicht

9

11.5

Overlopende activa en vooruitbetaalde kosten

Inkomsten die in de verslagperiode niet opeisbaar zijn, maar er wel aan moeten worden toegeschreven. Vooruitbetaalde kosten en lopende interest (d.w.z. lopende interest gekocht met een waardepapier)

Nominale waarde; deviezen worden omgerekend tegen de marktkoers

Verplicht

9

11.6

Diversen

Vooruitbetalingen, leningen, andere kleinere posten.

Tussenrekening voor de registratie van herwaarderingsverschillen (uitsluitend balanspost gedurende het jaar: ongerealiseerde verliezen op herwaarderingsdata gedurende het jaar, die niet worden gedekt door de desbetreffende herwaarderingsrekening onder passiefpost „Herwaarderingsrekeningen”). Leningen op trustbasis. Beleggingen in verband met gouddeposito’s van rekeninghouders. Munten, luidende in nationale eurogebied munteenheden. Lopende kosten (netto geaccumuleerde verliezen), verliezen van het voorafgaande jaar vóór dekking. Nettopensioenactiva

Nominale waarde of kostprijs

Aanbevolen

Tussenrekening voor herwaarderingsverschillen

Herwaarderingsverschil tussen gemiddelde kostprijs en marktwaarde; deviezen worden omgerekend tegen de marktkoers.

Verplicht

Beleggingen in verband met gouddeposito’s van rekeninghouders

Marktwaarde

Verplicht

Openstaande aanspraken die voortvloeien uit het in gebreke blijven van tegenpartijen van het Eurosysteem in het kader van krediettransacties van het Eurosysteem

Openstaande aanspraken (vanwege verzuim)

Nominale/realiseerbare waarde (voor/na verrekening van verliezen)

Verplicht

Activa of vorderingen (jegens derden) die toegeëigend en/of verkregen zijn in het kader van de uitwinning van door in gebreke gebleven tegenpartijen van het Eurosysteem geleverd onderpand

Activa of aanspraken (vanwege verzuim)

Kostprijs (geconverteerd tegen de koers op de deviezenmarkt op het tijdstip van de verwerving indien financiële activa in vreemde valuta luiden)

Verplicht

12

Verlies over het boekjaar

 

Nominale waarde

Verplicht


PASSIVA

Balanspost (8)

Indeling van de balansposten

Waarderingsgrondslag

Werkingssfeer (9)

1

1

Bankbiljetten in omloop  (7)

a)

Eurobankbiljetten, plus/minus correcties in verband met de toepassing van de sleutel voor de toedeling van bankbiljetten volgens Richtsnoer ECB/2010/23 en Besluit ECB/2001/29

a)

Nominale waarde

Verplicht

b)

Bankbiljetten luidende in nationale eurogebied munteenheden in het jaar waarin naar de chartale euro wordt omgeschakeld.

b)

Nominale waarde

Verplicht

2

2

Verplichtingen aan kredietinstellingen van het eurogebied in verband met monetaire beleidsoperaties, luidende in euro

Posten 2.1, 2.2, 2.3 en 2.5: deposito’s in euro zoals beschreven in bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14

 

 

2.1

2.1

Rekeningen-courant (met inbegrip van reserveverplichtingen):

Eurorekeningen van kredietinstellingen die zijn opgenomen in de lijst van financiële instellingen die overeenkomstig de ESCB-statuten minimumreserves moeten aanhouden. Deze post bevat hoofdzakelijk rekeningen voor het aanhouden van minimumreserves

Nominale waarde

Verplicht

2.2

2.2

Depositofaciliteit

Deposito’s met een looptijd tot de volgende ochtend, tegen een van tevoren vastgestelde rentevoet (permanente faciliteit)

Nominale waarde

Verplicht

2.3

2.3

Termijndeposito’s

Wegens „fine-tuning”-transacties aangetrokken voor het verkrappen van liquiditeit

Nominale waarde

Verplicht

2.4

2.4

„Fine-tuning”-transacties met wederinkoop

Monetaire beleidstransacties gericht op het verkrappen van liquiditeit

Nominale waarde of repokostprijs

Verplicht

2.5

2.5

Deposito’s uit hoofde van margestortingen

Deposito’s van kredietinstellingen die voortkomen uit waardedalingen van onderliggende activa inzake aan deze kredietinstellingen verstrekte kredieten

Nominale waarde

Verplicht

3

3

Overige verplichtingen aan kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro

Repotransacties in verband met gelijktijdige repotransacties met wederverkoopverplichting voor het beheer van effectenportefeuilles onder actiefpost 7 „Waardepapieren van ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro”. Overige transacties die geen verband houden met monetaire beleidstransacties van het eurosysteem. Geen rekeningen-courant van kredietinstellingen. Verplichtingen/deposito’s uit hoofde van monetaire beleidstransacties geïnitieerd door een centrale bank voor toetreding tot het Eurosysteem

Nominale waarde of repokostprijs

Verplicht

4

4

Uitgegeven schuldbewijzen

Alleen een post op de balans van de ECB — voor de NCB’s is dit een transitorische balanspost

Schuldbewijzen zoals beschreven in bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/2014. Discontopapier dat is uitgegeven om liquiditeit te verkrappen

Kostprijs

Disagio’s worden afgeschreven

Verplicht

5

5

Verplichtingen aan overige ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

 

 

 

5.1

5.1

Overheid

Rekeningen-courant, termijndeposito’s, direct opvraagbare deposito’s

Nominale waarde

Verplicht

5.2

5.2

Overige verplichtingen

Rekeningen-courant van personeel, bedrijven en cliënten, waaronder financiële instellingen die zijn vrijgesteld van het aanhouden van minimumreserves (zie passiefpost 2.1); termijndeposito’s, direct opvraagbare deposito’s

Nominale waarde

Verplicht

6

6

Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

Rekeningen-courant, termijndeposito’s, direct opvraagbare deposito’s waaronder rekeningen voor betalingsdoeleinden en voor het beheer van reserves: van andere banken, centrale banken, internationale/supranationale instellingen waaronder de Europese Commissie; rekeningen-courant van overige depositanten. Repotransacties in verband met gelijktijdige repotransacties met wederverkoopverplichting voor het beheer van waardepapieren, luidende in euro

Saldi van TARGET2-rekeningen van centrale banken van lidstaten die de euro niet als munt hebben

Nominale waarde of repokostprijs

Verplicht

7

7

Verplichtingen aan ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

Rekeningen-courant. Verplichtingen uit hoofde van repotransacties; gewoonlijk beleggingen waarbij gebruik wordt gemaakt van deviezen of goud

Nominale waarde, omrekening tegen koers op deviezenmarkt

Verplicht

8

8

Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

 

 

 

8.1

8.1

Deposito’s, tegoeden en overige verplichtingen

Rekeningen-courant. Verplichtingen uit hoofde van repo-transacties; gewoonlijk beleggingen waarbij gebruik wordt gemaakt van deviezen of goud

Nominale waarde, omrekening tegen koers op deviezenmarkt

Verplicht

8.2

8.2

Verplichtingen uit hoofde van de kredietfaciliteit ingevolge het ERM II

Kredietverlening overeenkomstig de ERM II-voorwaarden

Nominale waarde, omrekening tegen koers op deviezenmarkt

Verplicht

9

9

Tegenwaarde van toegewezen bijzondere trekkingsrechten in het IMF

In SDR-luidende post die het bedrag aan SDR’s aangeeft dat oorspronkelijk aan het/de desbetreffende land/NCB was toegewezen

Nominale waarde, omrekening tegen de marktkoers

Verplicht

10

Verplichtingen binnen het eurosysteem+)

 

 

 

10.1

Verplichtingen uit hoofde van de overdracht van externe reserves+)

Alleen een post op de balans van de ECB, luidende in euro

Nominale waarde

Verplicht

10.2

Verplichtingen ingevolge de uitgifte van ECB-schuldbewijzen+)

Alleen een post op de balans van de NCB’s

Verplichtingen binnen het Eurosysteem jegens de ECB die voortvloeien uit de uitgifte van ECB-schuldbewijzen

Kostprijs

Verplicht

10.3

Netto verplichtingen uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem+)  (7)

Alleen een post op de balans van de NCB’s

Voor de NCB’s: nettoverplichting in verband met de toepassing van de verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten, d.w.z. met inbegrip van de tegoeden binnen het Eurosysteem uit hoofde van de uitgifte van bankbiljetten door de ECB, het compenserende bedrag en de administratieve boekingspost ter saldering van het compenserende bedrag, zoals bepaald bij Besluit ECB/2010/23

Nominale waarde

Verplicht

10.4

Overige verplichtingen binnen het Eurosysteem (netto)+)

Nettopositie van de volgende subposten:

 

 

a)

nettoverplichtingen uit hoofde van tegoeden op TARGET2-rekeningen en correspondentrekeningen van NCB’s, d.w.z. het nettobedrag aan vorderingen en verplichtingen - zie tevens actiefpost 9.5 „Overige verplichtingen binnen het Eurosysteem (netto)”

a)

Nominale waarde

Verplicht

b)

verplichting ingevolge het verschil tussen monetaire inkomsten die gepooled en herverdeeld moeten worden. Slechts relevant voor de periode tussen het verantwoorden van de monetaire inkomsten binnen het kader van de jaarultimo procedures, en de afwikkeling ervan op de laatste werkdag in januari van elk jaar

b)

Nominale waarde

Verplicht

c)

overige in euro luidende verplichtingen binnen het Eurosysteem, waaronder de tussentijdse verdeling van de inkomsten van de ECB (7)

c)

Nominale waarde

Verplicht

10

11

Vereveningsposten

Saldi van vereveningsrekeningen (verplichtingen), waaronder schulden uit hoofde van af te wikkelen girale overboekingen

Nominale waarde

Verplicht

10

12

Overige verplichtingen

 

 

 

10

12.1

Herwaarderingsverschillen op instrumenten buiten de balans

Resultaten van de waardering van deviezentermijnaffaires, deviezenswaps, renteswaps, rentetermijncontracten, termijntransacties in effecten, contante deviezentransacties vanaf de transactiedatum tot de afwikkelingsdatum

Nettopositie tussen termijn en contant, tegen koers op deviezenmarkt

Verplicht

10

12.2

Overlopende passiva

Kosten die in een toekomstige periode invorderbaar worden, maar betrekking hebben op de verslagperiode. Inkomsten die in de verslagperiode zijn ontvangen, maar betrekking hebben op een toekomstige periode

Nominale waarde; deviezen worden omgerekend tegen de marktkoers

Verplicht

10

12.3

Diversen

Belastingtussenrekeningen. Deviezenkrediet- of waarborgrekeningen. Repotransacties met kredietinstellingen in verband met gelijktijdige repotransacties met wederverkoopverplichting voor het beheer van effectenportefeuilles onder actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”. Verplichte deposito’s, behalve reservedeposito’s. Overige kleinere posten. Lopende inkomsten (netto geaccumuleerde winst), winst van het voorafgaande jaar vóór uitkering. Verplichtingen op trustbasis. Gouddeposito’s van rekeninghouders Munten in omloop, indien een NCB de wettige uitgever is. Bankbiljetten in omloop luidende in nationale eurogebied valuta-eenheden die niet langer wettig betaalmiddel zijn, maar nog wel in omloop na het jaar van omschakeling naar de chartale euro, indien niet verantwoord onder de passiefpost „Voorzieningen”. Netto pensioenverplichtingen

Nominale waarde of (repo)kostprijs

Aanbevolen

Gouddeposito’s van rekeninghouders

Marktwaarde

Gouddeposito’s van rekeninghouders: verplicht

10

13

Voorzieningen

a)

Voor pensioenen, voor wisselkoers-, rente-, krediet- en goudprijsrisico’s, en voor andere doeleinden, bv. verwachte toekomstige uitgaven, voorzieningen voor nationale eurogebied munteenheden die niet langer wettig betaalmiddel zijn, maar nog wel in omloop na het jaar van omschakeling naar de chartale euro, indien deze bankbiljetten niet zijn verantwoord onder passiefpost 12.3 „Overige verplichtingen/Diversen”

De bijdragen van NCB’s aan de ECB overeenkomstig artikel 48.2 van de ESCB-statuten worden geconsolideerd met de respectieve bedragen opgenomen onder actiefpost 9.1 „Deelnemingen in de ECB”+)

a)

Kostprijs/nominale waarde

Aanbevolen

b)

Voor uit monetaire beleidstransacties voortvloeiende tegenpartij- of kredietrisico’s

b)

Nominale waarde

Verplicht

11

14

Herwaarderingsrekeningen

Herwaarderingsrekeningen voor de verwerking van prijsontwikkelingen voor goud, voor elk type in euro luidend waardepapier, voor elk type in vreemde valuta luidend waardepapier, voor opties; voor verschillen in marktwaardering betreffende renterisicoderivaten; herwaarderingsrekeningen voor de koersontwikkelingen van deviezen voor elke nettopositie in valuta, met inbegrip van deviezenswaps/deviezentermijnaffaires en SDR’s

De bijdragen van NCB’s aan de ECB overeenkomstig artikel 48.2 van de ESCB-statuten worden geconsolideerd met de respectieve bedragen opgenomen onder actiefpost 9.1 „Deelnemingen in de ECB”+)

Herwaarderingsverschil tussen gemiddelde kostprijs en marktwaarde; deviezen worden omgerekend tegen de marktkoers

Verplicht

12

15

Kapitaal en reserves

 

 

 

12

15.1

Kapitaal

Volgestort kapitaal — het kapitaal van de ECB wordt geconsolideerd met de aandelen in het kapitaal van de NCB’s

Nominale waarde

Verplicht

12

15.2

Reserves

Wettelijke en overige reserves Ingehouden winst.

De bijdragen van NCB’s aan de ECB overeenkomstig artikel 48.2 van de ESCB-statuten worden geconsolideerd met de respectieve bedragen opgenomen onder actiefpost 9.1 „Deelnemingen in de ECB”+)

Nominale waarde

Verplicht

10

16

Winst over het boekjaar

 

Nominale waarde

Verplicht


(1)  De bekendmaking in verband met eurobankbiljetten in omloop, in verband met de vergoeding van de netto vorderingen/verplichtingen binnen het Eurosysteem als gevolg van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem en tevens in verband met de monetaire inkomsten dient te worden geharmoniseerd in door NCB’s gepubliceerde jaarrekeningen. De te harmoniseren posten zijn in de bijlagen IV, VIII en IX van een asterisk voorzien

(2)  Te harmoniseren posten. Zie overweging 5 van dit richtsnoer.

(3)  De nummering in de eerste kolom heeft betrekking op de balansopstellingen zoals gegeven in de bijlagen V, VI en VII (weekstaten en geconsolideerde jaarbalans van het Eurosysteem). De nummering in de tweede kolom heeft betrekking op de balansopstelling zoals gegeven in bijlage VIII (jaarbalans van een centrale bank). De posten die met een „+)” zijn gemarkeerd, worden in de weekstaten van het Eurosysteem geconsolideerd.

(4)  De grondslagen voor samenstelling en waardering die in deze bijlage staan opgesomd, worden geacht verplicht te zijn voor de rekeningen van de ECB en voor alle materiële activa en passiva in de rekeningen van de NCB’s die voor de werking van het Eurosysteem van belang zijn.

(5)  PB L 331 van 14.12.2011, blz. 1.

(6)  PB L 35 van 9.2.2011, blz. 17.

(7)  Te harmoniseren posten. Zie overweging 5 van dit richtsnoer.

(8)  De nummering in de eerste kolom heeft betrekking op de balansopstellingen zoals gegeven in de bijlagen V, VI en VII (weekstaten en geconsolideerde jaarbalans van het Eurosysteem). De nummering in de tweede kolom heeft betrekking op de balansopstelling zoals gegeven in bijlage VIII (jaarbalans van een centrale bank). De posten die met een „+)” zijn gemarkeerd, worden in de weekstaten van het Eurosysteem geconsolideerd.

(9)  De grondslagen voor samenstelling en waardering die in deze bijlage staan opgesomd, worden geacht verplicht te zijn voor de rekeningen van de ECB en voor alle materiële activa en passiva in de rekeningen van de NCB’s die voor de werking van het Eurosysteem van belang zijn.”