|
ISSN 1977-0758 doi:10.3000/19770758.L_2011.345.nld |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 345 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
54e jaargang |
|
Inhoud |
|
I Wetgevingshandelingen |
Bladzijde |
|
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
|
* |
||
|
|
|
RICHTLIJNEN |
|
|
|
* |
||
|
|
|
BESLUITEN |
|
|
|
* |
||
|
|
* |
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
|
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
|
29.12.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 345/1 |
VERORDENING (EU) Nr. 1386/2011 VAN DE RAAD
van 19 december 2011
houdende tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief op de invoer van bepaalde industrieproducten in de Canarische Eilanden
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 349,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),
Na raadpleging van het Comité van de Regio's,
Handelend volgens een bijzondere wetgevingsprocedure,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 704/2002 van de Raad van 25 maart 2002 tot tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief op de invoer van bepaalde industrieproducten en inzake de opening en het beheer van autonome communautaire tariefcontingenten voor de invoer van bepaalde visserijproducten op de Canarische Eilanden (3) zal de schorsing van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief ten aanzien van bepaalde kapitaalgoederen die voor commerciële en industriële doeleinden worden gebruikt, op 31 december 2011 verstrijken. |
|
(2) |
In september 2010 heeft de regering van Spanje namens de regering van de Canarische Eilanden in overeenstemming met artikel 349 van het Verdrag verzocht om een verlenging van de schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor een aantal producten. Zij motiveerde haar verzoek met het argument dat de marktdeelnemers, door de afgelegen ligging van die eilanden, op economisch en commercieel gebied ernstig benadeeld zijn, hetgeen weer ongunstige gevolgen heeft voor de demografische, sociale en economische ontwikkeling en de werkgelegenheid. |
|
(3) |
De recente economische crisis heeft de bouw- en industriesector op de Canarische Eilanden zwaar getroffen. De teruglopende bouwbedrijvigheid heeft op haar beurt negatief doorgewerkt in de volledige toeleveringsbranche die van de bouwsector afhankelijk is. Het ongunstige financiële klimaat had ernstige gevolgen voor vele takken van bedrijvigheid. Daarbovenop kwam de grote stijging van de werkloosheid in Spanje, die de terugval in de binnenlandse vraag, inclusief de vraag naar industrieproducten, nog versterkte. |
|
(4) |
De werkloosheid op de Canarische Eilanden lag de laatste tien jaar steeds boven het nationale Spaanse gemiddelde en sinds 2009 hebben de Canarische Eilanden het hoogste werkloosheidsniveau van heel Spanje (Eurostat: regionale statistieken — werkloosheidspercentage volgens NUTS 2-regio's, 1999-2009). Voorts wordt meer dan de helft van de industriële productie op de Canarische Eilanden ook daar verbruikt, wat een zeer ernstig probleem vormt omdat de vraag daar ook sterker is teruggevallen. |
|
(5) |
Om investeerders een perspectief op de lange termijn te bieden en marktdeelnemers in staat te stellen een niveau van industriële en commerciële activiteit te bereiken dat tot een stabiel economisch en sociaal klimaat op de Canarische Eilanden leidt, is het derhalve passend de schorsing van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor bepaalde goederen, zoals vermeld in de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 704/2002, integraal te verlengen met een periode van tien jaar. |
|
(6) |
In dezelfde context hebben de Spaanse autoriteiten ook voor drie nieuwe producten binnen de GN-codes 3902 10 , 3903 11 en 3906 10 om schorsing van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief verzocht. Dit verzoek is ingewilligd omdat deze schorsingen de economie van de Canarische Eilanden moeten versterken. |
|
(7) |
Om ervoor te zorgen dat alleen marktdeelnemers die op de Canarische Eilanden zijn gevestigd van deze tariefmaatregelen genieten, moeten de schorsingen afhankelijk zijn van het eindgebruik van de producten, overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (4) en Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (5). |
|
(8) |
In geval van een verlegging van het handelsverkeer en teneinde uniforme voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te verzekeren, dient de Commissie uitvoeringsbevoegdheden te krijgen zodat zij de schorsing tijdelijk kan intrekken. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (6). |
|
(9) |
Wijzigingen in de gecombineerde nomenclatuur kunnen geen aanleiding geven tot wezenlijke wijzigingen in de schorsing van de rechten. De Commissie moet derhalve gemachtigd worden om handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag, teneinde de nodige wijzigingen en technische aanpassingen aan te brengen in de lijst van goederen waarop een schorsing van toepassing is. De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze worden toegezonden aan de Raad. |
|
(10) |
Om ervoor te zorgen dat de maatregelen van deze verordening aansluiten op die van Verordening (EG) nr. 704/2002, moeten zij vanaf 1 januari 2012 worden toegepast, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2021 worden de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief die van toepassing zijn op de invoer in de Canarische Eilanden van kapitaalgoederen die onder de in bijlage I genoemde GN-codes vallen en voor commerciële of industriële doeleinden worden gebruikt, volledig geschorst.
Deze goederen worden overeenkomstig de relevante bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2913/92 en Verordening (EEG) nr. 2454/93 gedurende ten minste 24 maanden na het in het vrije verkeer brengen gebruikt door op de Canarische Eilanden gevestigde marktdeelnemers.
Artikel 2
Van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2021 worden de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief die van toepassing zijn op invoer in de Canarische Eilanden van grondstoffen, onderdelen en componenten die onder de in bijlage II genoemde GN-codes vallen en voor industriële verwerking of onderhoud op de Canarische Eilanden worden gebruikt, volledig geschorst.
Artikel 3
Als voorwaarde voor de in de artikelen 1 en 2 bedoelde schorsing van rechten geldt dat de goederen bestemd moeten zijn voor eindgebruik overeenkomstig de artikelen 21 en 82 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 en dat zij worden onderworpen aan de controles als bedoeld in de artikelen 291 tot en met 300 van Verordening (EEG) nr. 2454/93.
Artikel 4
1. Wanneer de Commissie redenen heeft om aan te nemen dat de bij deze verordening ingestelde schorsing voor een bepaald product tot een verlegging van het handelsverkeer heeft geleid, kan zij een uitvoeringshandeling vaststellen om die schorsing tijdelijk in te trekken voor een periode van ten hoogste twaalf maanden. Die uitvoeringshandeling wordt vastgesteld overeenkomstig de in artikel 8 bedoelde onderzoeksprocedure.
Voor de invoerrechten op producten waarvoor de schorsing tijdelijk is ingetrokken, wordt een zekerheid gesteld en de vrijgave voor het vrije verkeer van de betrokken producten in de Canarische Eilanden wordt afhankelijk gesteld van deze zekerheidstelling.
2. Wanneer de Raad volgens de procedure die is neergelegd in het Verdrag binnen een periode van twaalf maanden besluit dat de schorsing definitief wordt ingetrokken, worden de bedragen waarvoor zekerheid is gesteld definitief ingevorderd.
3. Indien binnen twaalf maanden geen definitief besluit overeenkomstig lid 2 is genomen, worden de als zekerheid gestelde bedragen vrijgegeven.
Artikel 5
De Commissie wordt gemachtigd om gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 6 vast te stellen betreffende de in de bijlagen I en II aan te brengen wijzigingen en technische aanpassingen die noodzakelijk zijn ingevolge wijzigingen in de gecombineerde nomenclatuur.
Artikel 6
1. De bevoegdheid tot vaststelling van gedelegeerde handelingen wordt aan de Commissie verleend onder de in dit artikel gestelde voorwaarden.
2. De in artikel 5 bedoelde bevoegdheid tot vaststelling van gedelegeerde handelingen wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van 1 januari 2012.
3. De in artikel 5 bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan door de Raad te allen tijde worden ingetrokken. Het besluit tot intrekking maakt een einde aan de delegatie van de bevoegdheid die in het besluit wordt vermeld. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het besluit laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, stelt zij de Raad daarvan in kennis.
5. Een krachtens artikel 5 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt pas in werking als de Raad binnen een termijn van twee maanden na de datum van kennisgeving van die handeling aan de Raad geen bezwaar heeft gemaakt tegen de gedelegeerde handeling, of als de Raad de Commissie voor het verstrijken van deze termijn heeft meegedeeld niet voornemens te zijn bezwaar te maken.
Artikel 7
De Commissie stelt het Europees Parlement in kennis van de door haar vastgestelde gedelegeerde handelingen, de mogelijke bezwaren die daartegen worden gemaakt of de intrekking van de bevoegdheidsdelegatie door de Raad.
Artikel 8
1. De Commissie wordt bijgestaan door het Comité douanewetboek dat is ingesteld bij artikel 247 bis, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2913/92. Het betreft een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
Artikel 9
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing vanaf 1 januari 2012.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 19 december 2011.
Voor de Raad
De voorzitter
M. KOROLEC
(1) Advies uitgebracht op 15 november 2011 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) Advies uitgebracht op 22 september 2011 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(3) PB L 111 van 26.4.2002, blz. 1.
(4) PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.
BIJLAGE I
Kapitaalgoederen die voor commerciële of industriële doeleinden worden gebruikt en onder de volgende GN-codes vallen (1)
|
4011 20 |
8450 20 |
8522 90 80 |
9006 53 80 |
|
4011 30 |
8450 90 |
8523 21 |
9006 59 |
|
4011 61 |
8469 00 91 |
|
9007 10 |
|
4011 62 |
8472 |
8523 29 39 |
9007 20 |
|
4011 63 |
|
8523 29 90 |
9008 50 |
|
4011 69 |
|
8523 49 99 |
|
|
4011 92 |
|
8523 51 99 |
|
|
4011 93 |
8473 |
8523 59 99 |
|
|
4011 94 |
|
8523 80 99 |
|
|
4011 99 |
8501 |
8525 50 |
9010 10 |
|
5608 |
|
8525 80 11 |
9010 50 |
|
6403 40 |
|
8525 80 19 |
9011 |
|
6403 51 05 |
|
8526 |
|
|
6403 59 05 |
|
|
|
|
6403 91 05 |
|
|
|
|
6403 99 05 |
|
|
9012 |
|
8415 |
|
|
|
|
|
|
|
9030 10 |
|
|
|
8701 |
|
|
|
|
|
9030 31 |
|
|
|
|
9030 33 |
|
|
|
8702 |
9106 |
|
|
|
8704 21 31 |
9107 |
|
8418 30 80 |
|
8704 21 39 |
9207 |
|
8418 40 80 |
|
8704 21 91 |
|
|
8418 50 |
|
8704 21 99 |
9506 91 90 |
|
8418 61 |
|
8704 22 |
9507 10 |
|
8418 69 |
|
8704 23 |
9507 20 90 |
|
8418 91 |
|
8704 31 31 |
9507 30 |
|
8418 99 |
|
8704 31 39 |
|
|
8427 |
|
8704 31 91 |
|
|
8431 20 |
|
8704 31 99 |
|
|
8443 31 |
|
|
|
|
|
|
8704 32 |
|
|
8443 32 |
8518 40 30 |
8704 90 |
|
|
8443 39 10 |
|
|
|
|
8443 39 39 |
8518 90 |
8705 |
|
|
|
8519 20 |
9006 10 |
|
|
8450 11 90 |
8519 81 51 |
|
|
|
8450 12 |
8521 10 95 |
9006 30 |
|
|
8450 19 |
8522 90 49 |
9006 52 |
|
(1) Zoals gedefinieerd in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1006/2011 van de Commissie van 27 september 2011 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 282 van 28.10.2011, blz. 1).
BIJLAGE II
Grondstoffen, onderdelen en componenten die voor landbouwdoeleinden, industriële verwerking of onderhoud worden gebruikt en onder de volgende GN-codes vallen (1)
|
3901 |
|
5501 |
|
|
3902 10 |
|
5502 |
|
|
3903 11 |
|
5503 |
8706 |
|
3904 10 |
|
5504 |
8707 |
|
3906 10 |
|
5505 |
8708 |
|
4407 21 |
|
|
8714 |
|
|
|
5506 |
|
|
4407 22 |
|
5507 |
|
|
|
5108 |
5508 10 10 |
|
|
4407 25 |
5110 |
5508 20 10 |
|
|
|
5111 |
5509 |
|
|
|
|
5510 |
|
|
4407 26 |
|
5512 |
|
|
|
|
5513 |
|
|
|
|
5514 |
9002 90 |
|
4407 29 |
|
5515 |
9006 91 |
|
|
|
5516 |
9007 91 |
|
|
|
6001 |
9007 92 |
|
|
|
6002 |
9008 90 |
|
|
5112 |
|
9010 90 |
|
|
|
6217 90 |
9104 |
|
4407 99 |
|
6305 |
9108 |
|
4410 |
|
|
9109 |
|
4412 |
|
|
|
|
|
5205 |
|
|
|
|
5208 |
|
9110 |
|
|
5209 |
|
|
|
|
5210 |
|
|
|
|
5212 |
6309 |
|
|
|
5401 10 12 |
6406 |
|
|
|
5401 10 14 |
7601 |
9111 |
|
|
5401 20 10 |
|
9112 |
|
|
5402 |
8529 10 80 |
9114 |
|
|
5403 |
8529 10 95 |
|
|
|
5404 11 |
8529 90 |
|
|
|
5404 90 |
|
|
|
|
5407 |
|
|
|
|
5408 |
|
|
(1) Zoals gedefinieerd in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1006/2011 van de Commissie van 27 september 2011 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 282 van 28.10.2011, blz. 1).
RICHTLIJNEN
|
29.12.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 345/8 |
RICHTLIJN 2011/96/EU VAN DE RAAD
van 30 november 2011
betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstaten
(herschikking)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 115,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),
Handelend volgens een bijzondere wetgevingsprocedure,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Richtlijn 90/435/EEG van de Raad van 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstaten (3) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (4). Aangezien nieuwe wijzigingen nodig zijn, dient ter wille van de duidelijkheid tot herschikking van deze richtlijn te worden overgegaan. |
|
(2) |
Gelet op het arrest van het Hof van Justitie van 6 mei 2008 in zaak C-133/06 (5), wordt een herformulering van artikel 4, lid 3, tweede alinea, van Richtlijn 90/435/EEG noodzakelijk geacht om duidelijk te maken dat de aldaar bedoelde bepalingen door de Raad worden vastgesteld overeenkomstig de in het Verdrag neergelegde procedure. Verder dienen de bijlagen van deze richtlijn te worden geactualiseerd. |
|
(3) |
Deze richtlijn strekt ertoe dividenden en andere winstuitkeringen van dochterondernemingen aan hun moedermaatschappijen vrij te stellen van bronbelasting en dubbele belastingheffing van zulke inkomsten op het niveau van de moedermaatschappij te elimineren. |
|
(4) |
Hergroeperingen van vennootschappen uit verschillende lidstaten kunnen noodzakelijk zijn teneinde in de Unie soortgelijke voorwaarden te scheppen als op een binnenlandse markt en daardoor de goede werking van de interne markt te verzekeren. Deze transacties mogen niet worden belemmerd door beperkingen, nadelen of distorsies die met name voortvloeien uit de fiscale voorschriften van de lidstaten. Er moet bijgevolg voor deze hergroeperingen in concurrentie-neutrale belastingvoorschriften worden voorzien om de ondernemingen in staat te stellen zich aan te passen aan de eisen van de interne markt, hun productiviteit te vergroten en hun concurrentiepositie op de internationale markt te versterken. |
|
(5) |
Deze hergroeperingen kunnen leiden tot de vorming van groepen van moeder- en dochtermaatschappijen. |
|
(6) |
Voor de inwerkingtreding van Richtlijn 90/435/EEG vertoonden de fiscale voorschriften betreffende de betrekkingen tussen moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstaten van land tot land aanzienlijke verschillen en waren deze in het algemeen minder gunstig dan de voorschriften voor de betrekkingen tussen moedermaatschappijen en dochterondernemingen van dezelfde lidstaat. De samenwerking tussen vennootschappen van verschillende lidstaten werd hierdoor benadeeld ten opzichte van de samenwerking tussen vennootschappen van dezelfde lidstaat. Deze benadeling moest worden opgeheven door invoering van een gemeenschappelijke regeling teneinde hergroeperingen van vennootschappen op Unieniveau aldus te vergemakkelijken. |
|
(7) |
Wanneer een moedermaatschappij als deelgerechtigde van haar dochteronderneming uitgekeerde winst ontvangt, moet de lidstaat van de moedermaatschappij zich onthouden van het belasten van deze winst, of die winst wel belasten, maar de moedermaatschappij dan toestaan het gedeelte van de belasting van de dochteronderneming dat op deze winst betrekking heeft, van haar eigen belasting af te trekken. |
|
(8) |
Voorts moet de winst, die een dochteronderneming aan haar moedermaatschappij uitkeert, van inhouding van een bronbelasting worden vrijgesteld teneinde de belastingneutraliteit te verzekeren. |
|
(9) |
De betaling van uitkeringen van winst aan, en de ontvangst ervan door een vaste inrichting van een moedermaatschappij moet op dezelfde wijze worden behandeld als betalingen tussen een dochteronderneming en een moedermaatschappij. Een en ander dient ook de situatie te omvatten waarin moedermaatschappij en dochteronderneming in dezelfde lidstaat zijn gevestigd, maar de vaste inrichting zich in een andere lidstaat bevindt. Anderzijds blijkt dat situaties waarin de vaste inrichting en de dochteronderneming in dezelfde lidstaat zijn gelegen, onverminderd de beginselen van het Verdrag, door de betrokken lidstaat kunnen worden behandeld op basis van zijn nationale wetgeving. |
|
(10) |
Wat de behandeling van vaste inrichtingen betreft, is het voor de lidstaten eventueel noodzakelijk de voorwaarden en de rechtsinstrumenten vast te stellen die vereist zijn voor de bescherming van hun belastingontvangsten en om omzeiling van de nationale wetgeving te voorkomen, overeenkomstig de beginselen van het Verdrag en rekening houdend met internationaal erkende belastingregels. |
|
(11) |
Wanneer groepen van ondernemingen in ketens zijn georganiseerd en winst via de keten van dochterondernemingen aan de moedermaatschappij wordt uitgekeerd, dient dubbele belastingheffing in deze gevallen te worden geëlimineerd, hetzij door een vrijstelling, hetzij door een belastingkrediet. De moedermaatschappij moet in het geval van een belastingkrediet iedere belasting van iedere dochteronderneming in de keten in mindering kunnen brengen, mits aan de voorwaarden van deze richtlijn is voldaan. |
|
(12) |
Deze richtlijn dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage II, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde richtlijnen onverlet te laten, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Elke lidstaat past deze richtlijn toe:
|
a) |
op uitkeringen van winst die door vennootschappen van die lidstaat zijn ontvangen van hun dochterondernemingen uit andere lidstaten; |
|
b) |
op winst die door vennootschappen van die lidstaat is uitgekeerd aan vennootschappen van andere lidstaten, waarvan zij dochterondernemingen zijn; |
|
c) |
op uitkeringen van winst die door in die lidstaat gelegen vaste inrichtingen van vennootschappen uit andere lidstaten zijn ontvangen van hun dochterondernemingen uit een andere lidstaat dan die waar de vaste inrichting is gevestigd; |
|
d) |
op winst die door vennootschappen van die staat wordt uitgekeerd aan in een andere lidstaat gevestigde vaste inrichtingen van vennootschappen van dezelfde lidstaat waarvan zij dochterondernemingen zijn. |
2. Deze richtlijn vormt geen beletsel voor de toepassing van nationale of verdragsrechtelijke voorschriften ter bestrijding van fraude en misbruiken.
Artikel 2
Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:
|
a) |
„vennootschap van een lidstaat” iedere vennootschap:
|
|
b) |
„vaste inrichting” een in een lidstaat gelegen vaste bedrijfsvestiging door middel waarvan een onderneming van een andere lidstaat haar bedrijf geheel of gedeeltelijk uitoefent, voor zover de winsten van die bedrijfsvestiging in de lidstaat waar zij is gevestigd, worden belast krachtens de toepasselijke bilaterale belastingovereenkomst of, bij ontstentenis van een dergelijke overeenkomst, krachtens de nationale wetgeving. |
Artikel 3
1. Voor de toepassing van deze richtlijn:
|
a) |
wordt de hoedanigheid van moedermaatschappij toegekend:
|
|
b) |
wordt onder „dochteronderneming” verstaan de vennootschap in het kapitaal waarvan de onder a) bedoelde deelneming wordt gehouden. |
2. In afwijking van lid 1 staat het de lidstaten vrij om:
|
a) |
bij wege van bilaterale overeenkomst het criterium „deelneming in het kapitaal” te vervangen door het criterium „bezit van stemrechten”; |
|
b) |
deze richtlijn niet toe te passen op de vennootschappen van die lidstaat die niet gedurende een ononderbroken periode van ten minste twee jaren een deelneming behouden welke recht geeft op de hoedanigheid van moedermaatschappij of op de vennootschappen waarin een vennootschap van een andere lidstaat niet gedurende een ononderbroken periode van ten minste twee jaren een dergelijke deelneming behoudt. |
Artikel 4
1. Wanneer een moedermaatschappij of haar vaste inrichting, op grond van de deelgerechtigdheid van de moedermaatschappij in haar dochteronderneming, uitgekeerde winst ontvangt, anders dan bij de liquidatie van de dochteronderneming, moeten de lidstaat van de moedermaatschappij en de lidstaat van haar vaste inrichting:
|
a) |
ofwel zich onthouden van het belasten van deze winst; |
|
b) |
ofwel de winst belasten, maar in dat geval de moedermaatschappij en de vaste inrichting toestaan van de verschuldigde belasting af te trekken het gedeelte van de belasting dat betrekking heeft op die winst en betaald is door de dochteronderneming en enigerlei kleindochteronderneming, op voorwaarde dat bij iedere schakel een vennootschap en haar kleindochteronderneming onder de in artikel 2 vastgestelde definities vallen en aan de in de artikel 3 gestelde eisen voldoen, tot het bedrag van de overeenstemmende verschuldigde belasting. |
2. Niets in deze richtlijn belet de lidstaat van de moedermaatschappij een dochteronderneming als fiscaal transparant aan te merken op grond van de door die lidstaat verrichte beoordeling van de wettelijke kenmerken van die dochteronderneming, zoals die voortvloeien uit het recht dat haar oprichting heeft beheerst, en derhalve de moedermaatschappij over haar aandeel in de winst van haar dochteronderneming te belasten, indien en voor zover er winst is. In dit geval onthoudt de lidstaat van de moedermaatschappij zich ervan de door de dochteronderneming uitgekeerde winst te belasten.
Wanneer de lidstaat van de moedermaatschappij het aandeel van de moedermaatschappij in de winst van haar dochteronderneming, voor zover er winst is, evalueert, verleent hij haar vrijstelling van belasting op die winst, dan wel staat hij haar toe van de verschuldigde belasting af te trekken het gedeelte van de belasting dat verband houdt met het winstaandeel van de moedermaatschappij en betaald is door haar dochteronderneming en enigerlei kleindochteronderneming, op voorwaarde dat bij iedere schakel een vennootschap en haar kleindochteronderneming onder de in artikel 2 vastgelegde definities vallen en aan de in artikel 3 gestelde eisen voldoen, tot het bedrag van de overeenstemmende verschuldigde belasting.
3. Iedere lidstaat blijft bevoegd om te bepalen dat lasten die betrekking hebben op de deelneming en waardeverminderingen die voortvloeien uit de uitkering van de winst van de dochteronderneming, niet aftrekbaar zijn van de belastbare winst van de moedermaatschappij.
Indien in dit geval de kosten van beheer met betrekking tot de deelneming forfaitair worden vastgesteld, mag het forfaitaire bedrag niet meer dan 5 % bedragen van de door de dochteronderneming uitgekeerde winst.
4. De leden 1 en 2 zijn van toepassing tot de datum van daadwerkelijke toepassing van een gemeenschappelijk stelsel van vennootschapsbelasting.
5. De Raad stelt met eenparigheid van stemmen volgens een bijzondere wetgevingsprocedure en na raadpleging van het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité te zijner tijd de bepalingen vast die met ingang van de datum van daadwerkelijke inwerkingtreding van een gemeenschappelijk stelsel van vennootschapsbelasting moeten worden toegepast.
Artikel 5
De door een dochteronderneming aan de moedermaatschappij uitgekeerde winst wordt vrijgesteld van bronbelasting.
Artikel 6
De lidstaat onder wiens wetgeving de moedermaatschappij ressorteert, mag geen bronbelasting heffen op de winst die deze maatschappij van haar dochteronderneming ontvangt.
Artikel 7
1. „Bronbelasting” in de zin van deze richtlijn omvat niet de vervroegde betaling of vooruitbetaling (voorheffing) van de vennootschapsbelasting aan de lidstaat waarin de dochteronderneming is gevestigd, die in samenhang met een uitkering van winst aan de moedermaatschappij wordt verricht.
2. Deze richtlijn laat onverlet de toepassing van nationale of verdragsbepalingen die gericht zijn op de afschaffing of vermindering van dubbele economische belasting van dividenden, in het bijzonder van de bepalingen betreffende de betaling van belastingkredieten aan de gerechtigde tot de dividenden.
Artikel 8
1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk 18 januari 2012 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het gebied waarop deze richtlijn van toepassing is, vaststellen, alsmede een transponeringstabel waarin wordt aangegeven in welke nationale bepalingen de bepalingen van deze richtlijn zijn verwerkt.
Artikel 9
Richtlijn 90/435/EEG, zoals gewijzigd bij de in bijlage II, deel A, genoemde handelingen, wordt ingetrokken, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage II, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde richtlijnen.
Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage III.
Artikel 10
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 11
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 30 november 2011.
Voor de Raad
De voorzitter
J. VINCENT-ROSTOWSKI
(1) Advies uitgebracht op 4 mei 2011 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) PB C 107 van 6.4.2011, blz. 73.
(3) PB L 225 van 20.8.1990, blz. 6.
(4) Zie bijlage II, deel A.
(5) Jurispr. 2008, blz. I-03189.
BIJLAGE I
DEEL A
Lijst van de in artikel 2, onder a), punt i), bedoelde vennootschappen
|
a) |
De vennootschappen opgericht overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raad van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE) (1), Richtlijn 2001/86/EG van de Raad van 8 oktober 2001 tot aanvulling van het statuut van de Europese vennootschap met betrekking tot de rol van de werknemers (2) en de coöperatieve vennootschappen opgericht overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1435/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut voor een Europese Coöperatieve Vennootschap (SCE) (3) en Richtlijn 2003/72/EG van de Raad van 22 juli 2003 tot aanvulling van het statuut van een Europese coöperatieve vennootschap met betrekking tot de rol van de werknemers (4). |
|
b) |
De vennootschappen naar Belgisch recht, geheten „société anonyme”/„naamloze vennootschap”, „société en commandite par actions”/„commanditaire vennootschap op aandelen”, „société privée à responsabilité limitée”/„besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid”, „société coopérative à responsabilité limitée”/„coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid”, „société coopérative à responsabilité illimitée”/„coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid”, „société en nom collectif”/„vennootschap onder firma”, „société en commandite simple”/„gewone commanditaire vennootschap”, de overheidsbedrijven die een van vorengenoemde rechtsvormen hebben aangenomen, alsmede andere vennootschappen die zijn opgericht naar Belgisch recht en die onder de Belgische vennootschapsbelasting vallen. |
|
c) |
De vennootschappen naar Bulgaars recht, geheten: „събирателно дружество”, „командитно дружество”, „дружество с ограничена отговорност”, „акционерно дружество”, „командитно дружество с акции”, „неперсонифицирано дружество”, „кооперации”, „кооперативни съюзи”, „държавни предприятия”, die zijn opgericht naar Bulgaars recht en commerciële activiteiten uitoefenen. |
|
d) |
De vennootschappen naar Tsjechisch recht, geheten: „akciová společnost”, „společnost s ručením omezeným”. |
|
e) |
De vennootschappen naar Deense recht, geheten „aktieselskab” en „anpartsselskab”, alsmede de overige overeenkomstig de wet op de vennootschapsbelasting belastingplichtige ondernemingen, voor zover hun belastbare inkomsten worden berekend en belast volgens de algemene fiscaalrechtelijke regels van toepassing op „aktieselskaber”. |
|
f) |
De vennootschappen naar Duits recht, geheten „Aktiengesellschaft”, „Kommanditgesellschaft auf Aktien”, „Gesellschaft mit beschränkter Haftung”, „Versicherungsverein auf Gegenseitigkeit”, „Erwerbs- und Wirtschaftsgenossenschaft”, „Betriebe gewerblicher Art von juristischen Personen des öffentlichen Rechts”, alsmede andere vennootschappen die zijn opgericht naar Duits recht en die onder de Duitse vennootschapsbelasting vallen. |
|
g) |
De vennootschappen naar Ests recht, geheten: „täisühing”, „usaldusühing”, „osaühing”, „aktsiaselts”, „tulundusühistu”. |
|
h) |
De vennootschappen die zijn opgericht naar of handelen onder Iers recht, de lichamen die zijn geregistreerd krachtens de Industrial and Provident Societies Act, de „building societies” die zijn opgericht onder de Building Societies ACTS, en de „trustee savings banks” in de zin van de Trustee Savings Banks Act van 1989. |
|
i) |
De vennootschappen naar Grieks recht, geheten „ανώνυμη εταιρεία”, „εταιρεία περιορισμένης ευθύνης (Ε.Π.Ε.)” alsmede andere vennootschappen die zijn opgericht naar Grieks recht en die onder de Griekse vennootschapsbelasting vallen. |
|
j) |
De vennootschappen naar Spaans recht, geheten: „sociedad anónima”, „sociedad comanditaria por acciones”, „sociedad de responsabilidad limitada”, de publiekrechtelijke lichamen die privaatrechtelijk werkzaam zijn. Andere naar Spaans recht opgerichte entiteiten die onderworpen zijn aan de Spaanse vennootschapsbelasting („impuesto sobre sociedades”). |
|
k) |
De vennootschappen naar Frans recht, geheten „société anonyme”, „société en commandite par actions”, „société à responsabilité limitée”, „sociétés par actions simplifiées”, „sociétés d'assurances mutuelles”, „caisses d'épargne et de prévoyance”, „sociétés civiles” die automatisch aan de vennootschapsbelasting onderworpen zijn, „coopératives”, „unions de coopératives”, de overheidsinstellingen en -bedrijven met een industrieel of commercieel karakter, alsmede andere vennootschappen die zijn opgericht naar Frans recht en die onder de Franse vennootschapsbelasting vallen. |
|
l) |
De vennootschappen naar Italiaans recht, geheten „società per azioni”, „società in accomandita per azioni”, „società a responsabilità limitata”, „società cooperative”, „società di mutua assicurazione”, alsook de particuliere en publieke lichamen met uitsluitend of hoofdzakelijk commerciële werkzaamheden. |
|
m) |
„εταιρείες” naar Cyprisch recht, als omschreven in de wet op de inkomstenbelastingen. |
|
n) |
De vennootschappen naar Lets recht, geheten: „akciju sabiedrība”, „sabiedrība ar ierobežotu atbildību”. |
|
o) |
De naar Litouws recht opgerichte vennootschappen. |
|
p) |
De vennootschappen naar Luxemburgs recht, geheten „société anonyme”, „société en commandite par actions”, „société à responsabilité limitée”, „société coopérative”, „société coopérative organisée comme une société anonyme”, „association d'assurances mutuelles”, „association d'épargne-pension”, „entreprise de nature commerciale, industrielle ou minière de l'Etat, des communes, des syndicats de communes, des établissements publics et des autres personnes morales de droit public”, alsmede andere vennootschappen die zijn opgericht naar Luxemburgs recht en die onder de Luxemburgse vennootschapsbelasting vallen. |
|
q) |
De vennootschappen naar Hongaars recht, geheten: „közkereseti társaság”, „betéti társaság”, „közös vállalat”, „korlátolt felelősségű társaság”, „részvénytársaság”, „egyesülés”, „szövetkezet”. |
|
r) |
De vennootschappen naar Maltees recht, geheten: „Kumpaniji ta’ Responsabilita' Limitata”, „Soċjetajiet en commandite li l-kapital tagħhom maqsum f'azzjonijiet”. |
|
s) |
De vennootschappen naar Nederlands recht, geheten „naamloze vennootschap”, „besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid”, „open commanditaire vennootschap”, „coöperatie”, „onderlinge waarborgmaatschappij”, „fonds voor gemene rekening”, „vereniging op coöperatieve grondslag”, en „vereniging welke op onderlinge grondslag als verzekeraar of kredietinstelling optreedt”, alsmede andere vennootschappen die zijn opgericht naar Nederlands recht en die onder de Nederlandse vennootschapsbelasting vallen. |
|
t) |
De vennootschappen naar Oostenrijks recht, geheten „Aktiengesellschaft”, „Gesellschaft mit beschränkter Haftung”, „Versicherungsvereine auf Gegenseitigkeit”, „Erwerbs- und Wirtschaftsgenossenschaften”, „Betriebe gewerblicher Art von Körperschaften des öffentlichen Rechts”, „Sparkassen”, alsmede andere vennootschappen die zijn opgericht naar Oostenrijks recht en die onder de Oostenrijkse vennootschapsbelasting vallen. |
|
u) |
De vennootschappen naar Pools recht, geheten: „spółka akcyjna”, „spółka z ograniczoną odpowiedzialnością”. |
|
v) |
De naar Portugees recht opgerichte handelsvennootschappen of burgerlijke vennootschappen met handelsvorm, coöperatieven en overheidsbedrijven. |
|
w) |
De vennootschappen naar Roemeens recht, geheten: „societăți pe acțiuni”, „societăți în comandită pe acțiuni”, „societăți cu răspundere limitată”. |
|
x) |
De vennootschappen naar Sloveens recht, geheten: „delniška družba”, „komanditna družba”, „družba z omejeno odgovornostjo”. |
|
y) |
De vennootschappen naar Slowaaks recht, geheten: „akciová spoločnosť”, „spoločnosť s ručením obmedzeným”, „komanditná spoločnosť”. |
|
z) |
De vennootschappen naar Fins recht geheten: „osakeyhtiö”/„aktiebolag”, „osuuskunta”/„andelslag”, „säästöpankki”/„sparbank” en „vakuutusyhtiö”/„försäkringsbolag”. |
|
aa) |
De vennootschappen naar Zweeds recht, geheten „aktiebolag”, „försäkringsaktiebolag”, „ekonomiska föreningar”, „sparbanker”, „ömsesidiga försäkringsbolag”; „försäkringsföreningar”. |
|
ab) |
De vennootschappen naar Brits recht. |
DEEL B
Lijst van de in artikel 2, onder a), punt iii), bedoelde belastingen
|
— |
impôt des sociétés/vennootschapsbelasting in België, |
|
— |
корпоративен данък in Bulgarije, |
|
— |
daň z příjmů právnických osob in Tsjechië, |
|
— |
selskabsskat in Denemarken, |
|
— |
Körperschaftssteuer in Duitsland, |
|
— |
tulumaks in Estland, |
|
— |
corporation tax in Ierland, |
|
— |
φόρος εισοδήματος νομικών προσώπων κερδοσκοπικού χαρακτήρα in Griekenland, |
|
— |
impuesto sobre sociedades in Spanje, |
|
— |
impôt sur les sociétés in Frankrijk, |
|
— |
imposta sul reddito delle società in Italië, |
|
— |
φόρος εισοδήματος in Cyprus, |
|
— |
uzņēmumu ienākuma nodoklis in Letland, |
|
— |
pelno mokestis in Litouwen, |
|
— |
impôt sur le revenu des collectivités in Luxemburg, |
|
— |
társasági adó, osztalékadó in Hongarije, |
|
— |
taxxa fuq l-income in Malta, |
|
— |
vennootschapsbelasting in Nederland, |
|
— |
Körperschaftssteuer in Oostenrijk, |
|
— |
podatek dochodowy od osób prawnych in Polen, |
|
— |
imposto sobre o rendimento das pessoas colectivas in Portugal, |
|
— |
impozit pe profit in Roemenië, |
|
— |
davek od dobička pravnih oseb in Slovenië, |
|
— |
daň z príjmov právnických osôb in Slowakije, |
|
— |
yhteisöjen tulovero/inkomstskatten för samfund in Finland, |
|
— |
statlig inkomstskatt in Zweden, |
|
— |
corporation tax in het Verenigd Koninkrijk. |
(1) PB L 294 van 10.11.2001, blz. 1.
(2) PB L 294 van 10.11.2001, blz. 22.
BIJLAGE II
DEEL A
Ingetrokken richtlijn met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan
(bedoeld in artikel 9)
|
Richtlijn 90/435/EEG van de Raad |
|
|
Punt XI.B.I.3 van bijlage I bij de Toetredingsakte van 1994 |
|
|
Richtlijn 2003/123/EG van de Raad |
|
|
Punt 9.8 van bijlage II bij de Toetredingsakte van 2003 |
|
|
Richtlijn 2006/98/EG van de Raad |
uitsluitend punt 7 van de bijlage |
DEEL B
Termijnen voor omzetting in nationaal recht
(bedoeld in artikel 9)
|
Richtlijn |
Omzettingstermijn |
|
90/435/EEG |
31 december 1991 |
|
2003/123/EG |
1 januari 2005 |
|
2006/98/EG |
1 januari 2007 |
BIJLAGE III
Concordantietabel
|
Richtlijn 90/435/EEG |
Deze richtlijn |
|
Artikel 1, lid 1, eerste tot en met vierde streepje |
Artikel 1, lid 1, onder a) tot en met d) |
|
Artikel 1, lid 2 |
Artikel 1, lid 2 |
|
Artikel 2, lid 1, eerste deel van de aanhef |
Artikel 2, aanhef |
|
Artikel 2, lid 1, tweede deel van de aanhef |
Artikel 2, onder a), aanhef |
|
Artikel 2, lid 1, onder a) |
Artikel 2, onder a), punt i) |
|
Artikel 2, lid 1, onder b) |
Artikel 2, onder a), punt ii) |
|
Artikel 2, lid 1, onder c), eerste alinea, aanhef, en tweede alinea |
Artikel 2, onder a), punt iii) |
|
Artikel 2, lid 1, onder c), eerste alinea, eerste tot en met zevenentwintigste streepje |
Bijlage I, deel B, eerste tot en met zevenentwintigste streepje |
|
Artikel 2, lid 2 |
Artikel 2, onder b) |
|
Artikel 3, lid 1, aanhef |
Artikel 3, lid 1, aanhef |
|
Artikel 3, lid 1, onder a), eerste alinea, eerste woorden |
Artikel 3, lid 1, onder a), aanhef |
|
Artikel 3, lid 1, onder a), eerste alinea, laatste woorden |
Artikel 3, lid 1, onder a), punt i) |
|
Artikel 3, lid 1, onder a), tweede alinea |
Artikel 3, lid 1, onder a), punt ii) |
|
Artikel 3, lid 1, onder a), derde alinea |
— |
|
Artikel 3, lid 1, onder a), vierde alinea |
— |
|
Artikel 3, lid 1, onder b) |
Artikel 3, lid 1, onder b) |
|
Artikel 3, lid 2, eerste en tweede streepje |
Artikel 3, lid 2, onder a) en b) |
|
Artikel 4, lid 1, eerste en tweede streepje |
Artikel 4, lid 1, onder a) en b) |
|
Artikel 4, lid 1 bis |
Artikel 4, lid 2 |
|
Artikel 4, lid 2, eerste zin |
Artikel 4, lid 3, eerste alinea |
|
Artikel 4, lid 2, tweede zin |
Artikel 4, lid 3, tweede alinea |
|
Artikel 4, lid 3, eerste alinea |
Artikel 4, lid 4 |
|
Artikel 4, lid 3, tweede alinea |
Artikel 4, lid 5 |
|
Artikelen 5, 6 en 7 |
Artikelen 5, 6 en 7 |
|
Artikel 8, lid 1 |
— |
|
Artikel 8, lid 2 |
Artikel 8 |
|
— |
Artikel 9 |
|
— |
Artikel 10 |
|
Artikel 9 |
Artikel 11 |
|
Bijlage |
Bijlage I, deel A |
|
— |
Bijlage II |
|
— |
Bijlage III |
BESLUITEN
|
29.12.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 345/17 |
BESLUIT Nr. 895/2011/EU VAN DE RAAD
van 19 december 2011
tot wijziging van Beschikking 2002/546/EG wat de toepassingsduur betreft
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 349,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Handelend volgens een bijzondere wetgevingsprocedure,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Krachtens Beschikking 2002/546/EG van de Raad (2) mag Spanje tot 31 december 2011 bepaalde producten die lokaal worden geproduceerd op de Canarische Eilanden, vrijstellen van de „Arbitrio sobre las Importaciones y Entregas de Mercancías en las islas Canarias” (AIEM-belasting) dan wel deze belasting verminderen. De bijlage bij die beschikking bevat een lijst van producten die in aanmerking komen voor vrijstelling en -vermindering van AIEM-belasting. Afhankelijk van het product mag het belastingverschil tussen lokaal vervaardigde producten en andere producten niet meer dan 5, 15 of 25 procentpunten bedragen. |
|
(2) |
Het is gerechtvaardigd de toepassingsduur van Beschikking 2002/546/EG met twee jaar te verlengen, aangezien de basiselementen, die de machtiging uit hoofde van deze beschikking rechtvaardigden, onveranderd zijn gebleven. De Commissie heeft in dit verband in haar verslag aan de Raad van 28 augustus 2008 over de uitvoering van de bijzondere regeling betreffende de AIEM-belasting die van toepassing is op de Canarische Eilanden, bevestigd dat deze regeling naar behoren functioneert en Beschikking 2002/546/EG niet moet worden aangepast. |
|
(3) |
Bovendien bevestigt het door de Spaanse autoriteiten aan de Commissie verstrekte rapport dat de belemmeringen die de toelating voor de gehele vrijstelling en gedeeltelijke vermindering van de AIEM-belasting rechtvaardigden voor een lijst van producten die lokaal geproduceerd worden op de Canarische Eilanden, nog steeds gelden. |
|
(4) |
Beschikking 2002/546/EG moet dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In artikel 1, lid 1, eerste zin, van Beschikking 2002/546/EG wordt 31 december 2011 vervangen door 31 december 2013.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Artikel 3
Dit besluit is gericht tot het Koninkrijk Spanje.
Gedaan te Brussel, 19 december 2011.
Voor de Raad
De voorzitter
M. KOROLEC
(1) Advies van 1 december 2011 (nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt).
|
29.12.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 345/18 |
BESLUIT Nr. 896/2011/EU VAN DE RAAD
van 19 december 2011
tot wijziging van Beschikking 2007/659/EG wat de toepassingsduur betreft en het jaarlijkse contingent dat in aanmerking komt voor het verlaagde accijnstarief
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 349,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Handelend volgens een bijzondere wetgevingsprocedure,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij Beschikking 2007/659/EG van de Raad van 9 oktober 2007 waarbij Frankrijk wordt gemachtigd een verlaagd accijnstarief op in de Franse overzeese departementen vervaardigde „traditionele” rum toe te passen (2) wordt Frankrijk gemachtigd in continentaal Frankrijk een verlaagd accijnstarief toe te passen op in de Franse overzeese departementen vervaardigde „traditionele” rum dat lager kan zijn dan het minimumtarief voor alcohol dat is vastgesteld bij Richtlijn 92/84/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de onderlinge aanpassing van de accijnstarieven op alcohol en alcoholhoudende dranken (3), maar niet meer dan 50 % lager dan het normale nationale accijnstarief voor alcohol. De „traditionele” rum waarop het verlaagde accijnstarief van toepassing is, wordt thans omschreven in bijlage II, punt 1, onder f), van Verordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende de definitie, de aanduiding, de presentatie, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken (4). Het verlaagde accijnstarief is beperkt tot een jaarlijks contingent van 108 000 hl zuivere alcohol. De afwijking loopt af op 31 december 2012. |
|
(2) |
Om de bepalingen van Beschikking 2007/659/EG aan te passen aan artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en indachtig het feit dat „traditionele” rum alleen vervaardigd wordt op Guadeloupe, in Frans-Guyana, op Martinique en op Réunion, moet in dit wijzigingsbesluit een verwijzing worden opgenomen naar uitsluitend deze vier ultraperifere gebieden. |
|
(3) |
De Franse autoriteiten hebben de Commissie op 29 juni 2010 het in artikel 4 van Beschikking 2007/659/EG bedoelde rapport gestuurd. Het rapport bevat twee verzoeken. De Franse autoriteiten vragen enerzijds het jaarlijkse contingent van 108 000 hl naar 125 000 hl zuivere alcohol (hza) te verhogen in het licht van de ontwikkeling van de EU-markt voor rum. Anderzijds vragen zij de toepassingsduur van Beschikking 2007/659/EG met een jaar te verlengen tot en met 31 december 2013 zodat het verstrijken ervan samenvalt met het verstrijken van de geldigheid van de staatssteunmaatregel over hetzelfde onderwerp die op 27 juni 2007 door de Commissie is genomen (5) (hierna „besluit staatssteun”). |
|
(4) |
Uit de informatie van de Franse autoriteiten blijkt dat de hoeveelheden „traditionele” rum die met een verlaagd accijnstarief op de markt worden gebracht, sinds de vaststelling van Beschikking 2007/659/EG zijn gestegen, namelijk van 96 100 hza in 2007 naar 105 700 hza in 2010, wat overeenkomt met een jaarlijkse stijging van 3,2 %. Als deze ontwikkeling in dit tempo doorgaat, zullen de hoeveelheden op de markt gebrachte „traditionele” rum in 2011 ongeveer 109 100 hza, in 2012 112 600 hza en in 2013 116 200 hza zijn, en daarmee het bij Beschikking 2007/659/EG vastgestelde contingent van 108 000 hza overschrijden. |
|
(5) |
In overweging 9 van Beschikking 2007/659/EG wordt onderstreept dat aangezien de concurrentiepositie van „traditionele” rum uit de overzeese departementen (DOM) op de markt van continentaal Frankrijk moet worden ondersteund om de bedrijvigheid van de sector rietsuiker-suiker-rum in deze departementen in stand te houden, het tijd is voor een herziening van de hoeveelheden traditionele rum uit de DOM die tegen een verlaagd accijnstarief in de handel mogen worden gebracht. Het bij Beschikking 2007/659/EG vastgestelde jaarlijkse contingent van 108 000 hl dient derhalve naar 120 000 hl te worden verhoogd, en deze verhoging dient, gelet op de voor 2011 voorspelde stijging, met het oog op de continuïteit reeds dit jaar in te gaan. Een dusdanige verhoging kan een jaarlijkse stijging van 4,3 % van de hoeveelheden op de markt gebrachte rum dekken, wat iets meer is dan de geconstateerde 3,2 % stijging in de periode 2007-2010. |
|
(6) |
Het is ook nodig de toepassingsduur van Beschikking 2007/659/EG met een jaar te verlengen, zodat de geldigheid van deze beschikking op hetzelfde tijdstip verstrijkt als de geldigheid van eerdergenoemde staatssteunmaatregel. |
|
(7) |
Beschikking 2007/659/EG moet dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Beschikking 2007/659/EG wordt als volgt gewijzigd:
|
1) |
De titel wordt vervangen door: „Beschikking van de Raad van 9 oktober 2007 waarbij Frankrijk wordt gemachtigd een verlaagd accijnstarief toe te passen op de op Guadeloupe, in Frans-Guyana, op Martinique of op Réunion vervaardigde „traditionele” rum”. |
|
2) |
Artikel 1 wordt vervangen door: „Artikel 1 In afwijking van artikel 110 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie wordt Frankrijk gemachtigd in continentaal Frankrijk een accijnstarief te blijven toepassen op de op Guadeloupe, in Frans-Guyana, op Martinique of op Réunion vervaardigde „traditionele” rum dat lager is dan het normale in artikel 3 van Richtlijn 92/84/EEG voor alcohol vastgestelde accijnstarief.”. |
|
3) |
Artikel 2 wordt vervangen door: „Artikel 2 De in artikel 1 bedoelde afwijking beperkt zich tot rum, als omschreven in bijlage II, punt 1, onder f), van Verordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende de definitie, de aanduiding, de presentatie, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken (*1), en vervaardigd op Guadeloupe, in Frans-Guyana, op Martinique of op Réunion van suikerriet dat is geoogst op de plaats van vervaardiging, met een gehalte aan andere vluchtige stoffen dan ethyl- en methylalcohol van ten minste 225 g per hectoliter zuivere alcohol en met een effectief alcoholgehalte van ten minste 40 % vol. |
|
4) |
In artikel 3 wordt lid 1 wordt vervangen door: „1. Het verlaagde accijnstarief dat van toepassing is op het in artikel 2 bedoelde product, is beperkt tot een jaarlijks contingent van 108 000 hl zuivere alcohol voor de periode tot en met 31 december 2010. Voor de periode tussen 1 januari 2011 en 31 december 2013 wordt het jaarlijkse contingent beperkt tot 120 000 hl.”. |
|
5) |
In artikel 5 wordt „31 december 2012” vervangen door „31 december 2013”. |
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Artikel 3
Dit besluit is gericht tot de Franse Republiek.
Gedaan te Brussel, 19 december 2011.
Voor de Raad
De voorzitter
M. KOROLEC
(1) Advies van 1 december 2011 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) PB L 270 van 13.10.2007, blz. 12.
(3) PB L 316 van 31.10.1992, blz. 29.
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
|
29.12.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 345/20 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1387/2011 VAN DE COMMISSIE
van 14 december 2011
tot rectificatie van de Finse, de Franse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Poolse, de Portugese, de Slowaakse en de Spaanse versie van Verordening (EG) nr. 951/2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006, wat betreft de handel met derde landen in de sector suiker
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name artikel 85 en artikel 161, lid 3, juncto artikel 4,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij de wijziging van Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie (2) door Verordening (EG) nr. 1055/2009 van de Commissie (3) werd opgemerkt dat de Finse, de Franse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Poolse, de Portugese, de Slowaakse en de Spaanse versie van Verordening (EG) nr. 951/2006 een fout bevatten in artikel 7 ter, lid 3, wat de begindatum voor de indiening van uitvoercertificaataanvragen betreft. |
|
(2) |
Verordening (EG) nr. 951/2006 moet daarom dienovereenkomstig worden gerectificeerd. |
|
(3) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Betreft alleen de Finse, de Franse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Poolse, de Portugese, de Slowaakse en de Spaanse versie.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 14 december 2011.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
BESLUITEN
|
29.12.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 345/21 |
BESLUIT VAN DE EUROPESE RAAD
van 19 december 2011
betreffende de benoeming van een lid van de directie van de Europese Centrale Bank
(2011/897/EU)
DE EUROPESE RAAD,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 283, lid 2,
Gezien het Protocol betreffende de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 11.2,
Gezien de aanbeveling van de Raad van de Europese Unie (1),
Gezien het advies van het Europees Parlement (2),
Gezien het advies van de Raad van bestuur van de Europese Centrale Bank (3),
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij brief van 10 november 2011 heeft de president van de Europese Centrale Bank, de heer Mario DRAGHI, kennis gegeven van het besluit van de heer Lorenzo BINI SMAGHI om met ingang van eind 31 december 2011 zijn functie in de directie neer te leggen. Er dient derhalve een nieuw lid van de directie van de Europese Centrale Bank te worden benoemd. |
|
(2) |
De Europese Raad wenst de heer Benoît COEURÉ te benoemen, die naar zijn oordeel voldoet aan alle eisen van artikel 283, lid 2, van het Verdrag, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De heer Benoît COEURÉ wordt benoemd tot lid van de directie van de Europese Centrale Bank voor een ambtstermijn van acht jaar die ingaat op 1 januari 2012.
Artikel 2
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 19 december 2011.
Voor de Europese Raad
De voorzitter
H. VAN ROMPUY
(1) Nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad.
(2) Advies uitgebracht op 14 december 2011 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(3) Advies uitgebracht op 8 december 2011 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
|
29.12.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 345/22 |
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 21 december 2011
tot wijziging van Beschikking 2009/852/EG tot vaststelling van overgangsmaatregelen uit hoofde van de Verordeningen (EG) nr. 852/2004 en (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de verwerking van rauwe melk die niet aan de voorschriften voldoet in bepaalde melkverwerkingsinrichtingen in Roemenië en de structurele voorschriften voor dergelijke inrichtingen
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 9562)
(Voor de EER relevante tekst)
(2011/898/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (1), en met name artikel 12, tweede alinea,
Gezien Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (2), en met name artikel 9,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Verordening (EG) nr. 852/2004 stelt algemene voorschriften voor exploitanten van levensmiddelenbedrijven vast inzake de hygiëne van levensmiddelen, die onder meer zijn gebaseerd op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten. Zij bepaalt dat de exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten voldoen aan bepaalde procedures die op deze beginselen zijn gebaseerd. |
|
(2) |
Verordening (EG) nr. 853/2004 stelt voor exploitanten van levensmiddelenbedrijven specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong vast en vult de voorschriften van Verordening (EG) nr. 852/2004 aan. De in Verordening (EG) nr. 852/2004 vastgestelde voorschriften omvatten structurele voorschriften voor melkverwerkingsinrichtingen en de in Verordening (EG) nr. 853/2004 vastgestelde voorschriften omvatten structurele voorschriften voor dergelijke inrichtingen, alsook hygiënevoorschriften betreffende rauwe melk en zuivelproducten. |
|
(3) |
Artikel 2 van Beschikking 2009/852/EG van de Commissie (3) bepaalt dat bepaalde structurele voorschriften van Verordening (EG) nr. 852/2004 en Verordening (EG) nr. 853/2004 tot en met 31 december 2011 niet van toepassing zijn op de in bijlage I bij die beschikking opgenomen melkverwerkingsinrichtingen in Roemenië. |
|
(4) |
Beschikking 2009/852/EG bepaalt ook dat in afwijking van de voorschriften van Verordening (EG) nr. 853/2004 de in bijlage II daarbij opgenomen melkverwerkingsinrichtingen tot en met 31 december 2011 melk die wel en melk die niet aan de voorschriften voldoet, mogen verwerken, mits deze verwerking in afzonderlijke productielijnen wordt uitgevoerd. |
|
(5) |
Bovendien bepaalt Beschikking 2009/852/EG dat de in bijlage III daarbij opgenomen melkverwerkingsinrichtingen melk die wel en melk die niet aan de voorschriften voldoet zonder afzonderlijke productielijnen tot en met 31 december 2011 mogen verwerken. |
|
(6) |
In september 2011 heeft Roemenië de Commissie ervan in kennis gesteld dat vanaf januari 2012 alle melkverwerkingsinrichtingen die momenteel zijn opgenomen in bijlage I bij Beschikking 2009/852/EG zullen voldoen aan de structurele voorschriften van de Verordeningen (EG) nr. 852/2004 en (EG) nr. 853/2004. Bijgevolg moet artikel 2 van Beschikking 2009/852/EG worden geschrapt. |
|
(7) |
De bijlagen II en III bij Beschikking 2009/852/EG moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
|
(8) |
Roemenië heeft de Commissie bovendien ervan in kennis gesteld dat sinds de inwerkingtreding van Beschikking 2009/852/EG het aandeel van de rauwe melk die voldoet aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 853/2004 en die wordt afgeleverd aan melkverwerkingsinrichtingen in die lidstaat, aanzienlijk is toegenomen. Roemenië heeft ook een actieplan opgesteld om ervoor te zorgen dat de gehele melkproductieketen in die lidstaat aan de EU-voorschriften voldoet. |
|
(9) |
Overeenkomstig het door Roemenië ingediende verslag op grond van artikel 6 van Beschikking 2009/852/EG en de door de Roemeense autoriteiten tijdens de vergadering van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid op 17 oktober 2011 verstrekte informatie is de situatie van de melksector in Roemenië echter nog niet in overeenstemming met de voorschriften van Verordening (EG) nr. 853/2004. |
|
(10) |
Rekening houdend met deze situatie en om te vermijden dat de inspanningen van de Roemeense autoriteiten worden gedwarsboomd, moet de toepassing van de in Beschikking 2009/852/EG vastgestelde maatregelen worden verlengd. |
|
(11) |
Roemenië moet doorgaan met het proces waarbij de door de in de bijlagen II en III bij Beschikking 2009/852/EG opgenomen inrichtingen verwerkte rauwe melk in overeenstemming wordt gebracht met de voorschriften van Verordening (EG) nr. 853/2004. |
|
(12) |
Roemenië moet met name doorgaan met de monitoring van de situatie en de indiening van regelmatige verslagen over de geboekte vooruitgang bij de volledige naleving van die voorschriften. Op basis van de conclusies van die verslagen moeten passende maatregelen worden genomen. |
|
(13) |
Beschikking 2009/852/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
|
(14) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Beschikking 2009/852/EG wordt als volgt gewijzigd:
|
1) |
Artikel 2 wordt geschrapt. |
|
2) |
In artikel 3 wordt de datum „31 december 2011” vervangen door „31 december 2013”. |
|
3) |
In artikel 4 wordt de datum „31 december 2011” vervangen door „31 december 2013”. |
|
4) |
Artikel 6 wordt vervangen door: „Artikel 6 1. Roemenië dient bij de Commissie jaarlijkse verslagen in over de vooruitgang die is geboekt bij het in overeenstemming brengen met Verordening (EG) nr. 853/2004 van:
Het eerste jaarlijkse verslag wordt uiterlijk op 31 december 2012 en het tweede jaarlijkse verslag uiterlijk op 31 oktober 2013 bij de Commissie ingediend. De verslagen worden ingediend met behulp van het formulier in bijlage IV. 2. De Commissie monitort nauwgezet het proces waarbij de door de in de bijlagen II en III opgenomen inrichtingen verwerkte rauwe melk in overeenstemming wordt gebracht met de voorschriften van Verordening (EG) nr. 853/2004. Indien de Commissie op basis van de door Roemenië ingediende verslagen van oordeel is dat de voorschriften waarschijnlijk niet uiterlijk op 31 december 2013 zullen worden nageleefd, stelt zij passende maatregelen voor om de situatie te verhelpen.”. |
|
5) |
In artikel 7 wordt de datum „31 december 2011” vervangen door „31 december 2013”. |
|
6) |
De bijlagen I, II en III worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit. |
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 21 december 2011.
Voor de Commissie
John DALLI
Lid van de Commissie
(1) PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1.
BIJLAGE
De bijlagen I, II en III bij Beschikking 2009/852/EG worden als volgt gewijzigd:
|
1) |
Bijlage I wordt geschrapt. |
|
2) |
De bijlagen II en III worden vervangen door: „BIJLAGE II LIJST VAN DE INRICHTINGEN, ALS BEDOELD IN ARTIKEL 3
„BIJLAGE III LIJST VAN DE INRICHTINGEN, ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4
|
|
29.12.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 345/28 |
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 21 december 2011
tot wijziging van Beschikking 2009/861/EG tot vaststelling van overgangsmaatregelen uit hoofde van Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de verwerking van rauwe melk die niet aan de voorschriften voldoet in bepaalde melkverwerkingsinrichtingen in Bulgarije
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 9568)
(Voor de EER relevante tekst)
(2011/899/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (1), en met name artikel 9,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Verordening (EG) nr. 853/2004 stelt specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong voor exploitanten van levensmiddelenbedrijven vast. Die voorschriften omvatten onder meer hygiënevoorschriften voor rauwe melk en zuivelproducten. |
|
(2) |
Beschikking 2009/861/EG van de Commissie (2) voorziet voor de in die beschikking opgenomen melkverwerkingsinrichtingen in Bulgarije in bepaalde afwijkingen van de voorschriften van bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, subhoofdstukken II en III, bij Verordening (EG) nr. 853/2004. Die beschikking is van toepassing tot en met 31 december 2011. |
|
(3) |
Dienovereenkomstig mogen bepaalde in bijlage I bij Beschikking 2009/861/EG opgenomen melkverwerkingsinrichtingen, in afwijking van de desbetreffende bepalingen van Verordening (EG) nr. 853/2004, melk die wel en melk die niet aan de voorschriften voldoet verwerken, mits de verwerking van de melk die wel en de melk die niet aan de voorschriften voldoet in afzonderlijke productielijnen wordt uitgevoerd. Bovendien mogen bepaalde in bijlage II bij die beschikking opgenomen melkverwerkingsinrichtingen melk die niet aan de voorschriften voldoet zonder afzonderlijke productielijnen verwerken. |
|
(4) |
Bulgarije heeft de Commissie ervan in kennis gesteld dat sinds de inwerkingtreding van Beschikking 2009/861/EG het aandeel van de rauwe melk die voldoet aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 853/2004 en die wordt afgeleverd aan melkverwerkingsinrichtingen in die lidstaat, aanzienlijk is toegenomen. Bulgarije heeft ook een actieplan opgesteld om ervoor te zorgen dat de gehele melkproductieketen in die lidstaat aan de EU-voorschriften voldoet. |
|
(5) |
Overeenkomstig het door Bulgarije ingediende verslag op grond van artikel 5 van Beschikking 2009/861/EG en de door de Bulgaarse autoriteiten tijdens de vergadering van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid op 17 oktober 2011 verstrekte informatie is de situatie van de melksector in Bulgarije echter nog niet in overeenstemming met de voorschriften van Verordening (EG) nr. 853/2004. |
|
(6) |
Rekening houdend met deze situatie en om te vermijden dat de inspanningen van de Bulgaarse autoriteiten worden gedwarsboomd, moet de toepassing van de in Beschikking 2009/861/EG vastgestelde maatregelen worden verlengd. |
|
(7) |
Bulgarije moet doorgaan met het proces waarbij de door de in de bijlagen bij Beschikking 2009/861/EG opgenomen inrichtingen verwerkte rauwe melk in overeenstemming wordt gebracht met de voorschriften van Verordening (EG) nr. 853/2004. |
|
(8) |
Bulagarije moet met name doorgaan met de monitoring van de situatie en de indiening van regelmatige verslagen over de geboekte vooruitgang bij de volledige naleving van die voorschriften. Op basis van de conclusies van die verslagen moeten passende maatregelen worden genomen. |
|
(9) |
Beschikking 2009/861/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
|
(10) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Beschikking 2009/861/EG wordt als volgt gewijzigd:
|
1) |
In artikel 2 wordt de datum „31 december 2011” vervangen door „31 december 2013”. |
|
2) |
In artikel 3 wordt de datum „31 december 2011” vervangen door „31 december 2013”. |
|
3) |
Artikel 5 wordt vervangen door: „Artikel 5 1. Bulgarije dient bij de Commissie jaarlijkse verslagen in over de vooruitgang die is geboekt bij het in overeenstemming brengen met Verordening (EG) nr. 853/2004 van:
Het eerste jaarlijkse verslag wordt uiterlijk 31 december 2012 en het tweede jaarlijkse verslag uiterlijk 31 oktober 2013 bij de Commissie ingediend. De verslagen worden ingediend met behulp van het formulier in bijlage III. 2. De Commissie monitort nauwgezet het proces waarbij de door de in de bijlagen I en II opgenomen inrichtingen verwerkte rauwe melk in overeenstemming wordt gebracht met de voorschriften van Verordening (EG) nr. 853/2004. Indien de Commissie op basis van de door Bulgarije ingediende verslagen van oordeel is dat de voorschriften waarschijnlijk niet uiterlijk 31 december 2013 zullen worden nageleefd, stelt zij passende maatregelen voor om de situatie te verhelpen.”. |
|
4) |
In artikel 6 wordt de datum „31 december 2011” vervangen door „31 december 2013”. |
|
5) |
De bijlagen I en II worden vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit. |
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 21 december 2011.
Voor de Commissie
John DALLI
Lid van de Commissie
BIJLAGE
„BIJLAGE I
Lijst van de melkinrichtingen die melk mogen verwerken die wel en die niet aan de voorschriften voldoet, als bedoeld in artikel 2
|
Nr. |
Veterinair nr. |
Naam van de inrichting |
Stad/straat of dorp/regio |
|
1 |
BG 0412010 |
„Bi Si Si Handel” OOD |
gr. Elena ul. „Treti mart” 19 |
|
2 |
BG 0612027 |
„Mlechen ray - 2” EOOD |
gr. Vratsa kv. „Bistrets” |
|
3 |
BG 0612043 |
ET „Zorov- 91 -Dimitar Zorov” |
gr. Vratsa Mestnost „Parshevitsa” |
|
4 |
BG 2012020 |
„Yotovi” OOD |
gr. Sliven kv. „Rechitsa” |
|
5 |
BG 2512020 |
„Mizia-Milk” OOD |
gr. Targovishte Industrialna zona |
|
6 |
BG 2112001 |
„Rodopeya - Belev” EOOD |
gr. Smolyan, Ul. „Trakya” 20 |
|
7 |
BG 1212001 |
„S i S - 7” EOOD |
gr. Montana „Vrachansko shose” 1 |
|
8 |
BG 2812003 |
„Balgarski yogurt” OOD |
s. Veselinovo, obl. Yambolska |
„BIJLAGE II
Lijst van de melkverwerkingsinrichtingen die melk mogen verwerken die niet aan de voorschriften voldoet, als bedoeld in artikel 3
|
Nr. |
Veterinair nr. |
Naam inrichting |
Stad/straat of dorp/regio |
|
1 |
BG 2412037 |
„Stelimeks” EOOD |
s. Asen |
|
2 |
0912015 |
„Anmar” OOD |
s. Padina obsht. Ardino |
|
3 |
0912016 |
OOD „Persenski” |
s. Zhaltusha obsht. Ardino |
|
4 |
1012014 |
ET „Georgi Gushterov DR” |
s. Yahinovo |
|
5 |
1012018 |
„Evro miyt end milk” EOOD |
gr. Kocherinovo obsht. Kocherinovo |
|
6 |
1112004 |
„Matev-Mlekoproduct” OOD |
s. Goran |
|
7 |
1112017 |
ET „Rima-Rumen Borisov” |
s. Vrabevo |
|
8 |
1312023 |
„Inter-D” OOD |
s. Kozarsko |
|
9 |
1612049 |
„Alpina -Milk” EOOD |
s. Zhelyazno |
|
10 |
1612064 |
OOD „Ikay” |
s. Zhitnitsa obsht. Kaloyanovo |
|
11 |
2112008 |
MK „Rodopa milk” |
s. Smilyan obsht. Smolyan |
|
12 |
2412039 |
„Penchev” EOOD |
gr. Chirpan ul. „Septemvriytsi” 58 |
|
13 |
2512021 |
„Keya-Komers-03” EOOD |
s. Svetlen |
|
14 |
0112014 |
ET „Veles-Kostadin Velev” |
gr. Razlog ul. „Golak” 14 |
|
15 |
2312041 |
„Danim-D.Stoyanov” EOOD |
gr. Elin Pelin m-st Mansarovo |
|
16 |
2712010 |
„Kamadzhiev-milk” EOOD |
s. Kriva reka obsht. N.Kozlevo |
|
17 |
0712001 |
„Ben Invest” OOD |
s. Kostenkovtsi obsht. Gabrovo |
|
18 |
1512012 |
ET „Ahmed Tatarla” |
s. Dragash voyvoda, obsht. Nikopol |
|
19 |
2212027 |
„Ekobalkan” OOD |
gr. Sofia bul „Evropa” 138 |
|
20 |
2312030 |
ET „Favorit- D.Grigorov” |
s. Aldomirovtsi |
|
21 |
2312031 |
ET „Belite kamani” |
s. Dragotintsi |
|
22 |
BG 1512033 |
ET „Voynov-Ventsislav Hristakiev” |
s. Milkovitsa obsht. Gulyantsi |
|
23 |
BG 1512029 |
„Lavena” OOD |
s. Dolni Dębnik obl. Pleven |
|
24 |
BG 1612028 |
ET „Slavka Todorova” |
s. Trud obsht. Maritsa |
|
25 |
BG 1612051 |
ET „Radev-Radko Radev” |
s. Kurtovo Konare obl. Plovdiv |
|
26 |
BG 1612066 |
„Lakti ko” OOD |
s. Bogdanitza |
|
27 |
BG 2112029 |
ET „Karamfil Kasakliev” |
gr. Dospat |
|
28 |
BG 0912004 |
„Rodopchanka” OOD |
s. Byal izvor obsht. Ardino |
|
29 |
0112003 |
ET „Vekir” |
s. Godlevo |
|
30 |
0112013 |
ET „Ivan Kondev” |
gr. Razlog Stopanski dvor |
|
31 |
0212037 |
„Megakomers” OOD |
s. Lyulyakovo obsht. Ruen |
|
32 |
0512003 |
SD „LAF-Velizarov i sie” |
s. Dabravka obsht. Belogradchik |
|
33 |
0612035 |
OOD „Nivego” |
s. Chiren |
|
34 |
0612041 |
ET „Ekoproduct-Megiya- Bogorodka Dobrilova” |
gr. Vratsa ul. „Ilinden” 3 |
|
35 |
0612042 |
ET „Mlechen puls - 95 - Tsvetelina Tomova” |
gr. Krivodol ul. „Vasil Levski” |
|
36 |
1012008 |
„Kentavar” OOD |
s. Konyavo obsht. Kyustendil |
|
37 |
1212022 |
„Milkkomm” EOOD |
gr. Lom ul. „Al.Stamboliyski” 149 |
|
38 |
1212031 |
„ADL” OOD |
s. Vladimirovo obsht. Boychinovtsi |
|
39 |
1512006 |
„Mandra” OOD |
s. Obnova obsht. Levski |
|
40 |
1512008 |
ET „Petar Tonovski-Viola” |
gr. Koynare ul. „Hr.Botev” 14 |
|
41 |
1512010 |
ET „Militsa Lazarova-90” |
gr. Slavyanovo, ul. „Asen Zlatarev” 2 |
|
42 |
1612024 |
SD „Kostovi - EMK” |
gr. Saedinenie ul. „L.Karavelov” 5 |
|
43 |
1612043 |
ET „Dimitar Bikov” |
s. Karnare obsht. „Sopot” |
|
44 |
1712046 |
ET „Stem-Tezdzhan Ali” |
gr. Razgrad ul. „Knyaz Boris”23 |
|
45 |
2012012 |
ET „Olimp-P.Gurtsov” |
gr. Sliven m-t „Matsulka” |
|
46 |
2112003 |
„Milk- inzhenering” OOD |
gr. Smolyan ul. „Chervena skala” 21 |
|
47 |
2112027 |
„Keri” OOD |
s. Borino, obsht. Borino |
|
48 |
2312023 |
„Mogila” OOD |
gr. Godech, ul. „Ruse” 4 |
|
49 |
2512018 |
„Biomak” EOOD |
gr. Omurtag ul. „Rodopi” 2 |
|
50 |
2712013 |
„Ekselans” OOD |
s. Osmar, obsht. V. Preslav |
|
51 |
2812018 |
ET „Bulmilk-Nikolay Nikolov” |
s. General Inzovo, obl. Yambolska |
|
52 |
2812010 |
ET „Mladost-2-Yanko Yanev” |
gr. Yambol, ul. „Yambolen” 13 |
|
53 |
BG 1012020 |
ET „Petar Mitov-Universal” |
s. Gorna Grashtitsa obsht. Kyustendil |
|
54 |
BG 1112016 |
Mandra „IPZHZ” |
gr. Troyan ul. „V.Levski” 281 |
|
55 |
BG 1712042 |
ET „Madar” |
s. Terter |
|
56 |
BG 2612042 |
„Bulmilk” OOD |
s. Konush obl. Haskovska |
|
57 |
BG 0912011 |
ET „Alada-Mohamed Banashak” |
s. Byal izvor obsht. Ardino |
|
58 |
1112026 |
„ABLAMILK” EOOD |
gr. Lukovit ul. „Yordan Yovkov” 13 |
|
59 |
1312005 |
„Ravnogor” OOD |
s. Ravnogor |
|
60 |
1712010 |
„Bulagrotreyd-chastna kompaniya” EOOD |
s. Yuper Industrialen kvartal |
|
61 |
1712013 |
ET „Deniz” |
s. Ezerche |
|
62 |
2012011 |
ET „Ivan Gardev 52” |
gr. Kermen ul. „Hadzhi Dimitar” 2 |
|
63 |
2012024 |
ET „Denyo Kalchev 53” |
gr. Sliven ul. „Samuilovsko shose” 17 |
|
64 |
2112015 |
OOD „Rozhen Milk” |
s. Davidkovo, obsht. Banite |
|
65 |
2112026 |
ET „Vladimir Karamitev” |
s. Varbina obsht. Madan |
|
66 |
2312007 |
ET „Agropromilk” |
gr. Ihtiman ul. „P.Slaveikov” 19 |
|
67 |
BG 1812008 |
„Vesi” OOD |
s. Novo selo |
|
68 |
BG 2512003 |
„Si Vi Es” OOD |
gr. Omurtag Promishlena zona |
|
69 |
BG 2612034 |
ET „Eliksir-Petko Petev” |
s. Gorski izvor |
|
70 |
BG 1812003 |
„Sirma Prista” AD |
gr. Ruse bul. „3-ti mart” 51 |
|
71 |
BG 2512001 |
„Mladost -2002” OOD |
gr. Targovishte bul.”29-ti yanuari” 7 |
|
72 |
0812030 |
„FAMA” AD |
gr. Dobrich bul. „Dobrudzha” 2 |
|
73 |
0912003 |
„Koveg-mlechni producti” OOD |
gr. Kardzhali Promishlena zona |
|
74 |
1412015 |
ET „Boycho Videnov - Elbokada 2000” |
s. Stefanovo obsht. Radomir |
|
75 |
1712017 |
„Diva 02” OOD |
gr. Isperih ul. „An.Kanchev” |
|
76 |
1712037 |
ET „Ali Isliamov” |
s. Yasenovets |
|
77 |
1712043 |
„Maxima milk” OOD |
s. Samuil |
|
78 |
1812005 |
„DAV - Viktor Simonov” EOOD |
gr. Vetovo ul. „Han Kubrat” 52 |
|
79 |
2012010 |
„Saray” OOD |
s. Mokren |
|
80 |
2012032 |
„Kiveks” OOD |
s.Kovachite |
|
81 |
2012036 |
„Minchevi” OOD |
s. Korten |
|
82 |
2212009 |
„Serdika -94” OOD |
gr. Sofia kv. Zheleznitza |
|
83 |
2312028 |
ET „Sisi Lyubomir Semkov” |
s. Anton |
|
84 |
2312033 |
„Balkan spetsial” OOD |
s. Gorna Malina |
|
85 |
2312039 |
EOOD „Laktoni” |
s. Ravno pole, obl. Sofiyska |
|
86 |
2412040 |
„Inikom” OOD |
gr. Galabovo ul. „G.S.Rakovski” 11 |
|
87 |
2512011 |
ET „Sevi 2000- Sevie Ibryamova” |
s. Krepcha obsht. Opaka |
|
88 |
2612015 |
ET „Detelina 39” |
s. Brod |
|
89 |
2812002 |
„Arachievi” OOD |
s. Kirilovo, obl. Yambolska’ |
|
90 |
BG 1612021 |
ET „Deni-Denislav Dimitrov-Ilias Islamov” |
s. Briagovo obsht. Gulyantsi |
|
91 |
BG 2012019 |
„Hemus-Milk komers” OOD |
gr. Sliven Promishlena zona Zapad |
|
92 |
2012008 |
„Raftis” EOOD |
s. Byala |
|
93 |
2112023 |
ET „Iliyan Isakov” |
s. Trigrad obsht. Devin |
|
94 |
2312020 |
„MAH 2003” EOOD |
gr. Etropole bul. „Al. Stamboliyski” 21 |
|
95 |
2712005 |
„Nadezhda” OOD |
s. Kliment |