ISSN 1977-0758 doi:10.3000/19770758.L_2011.327.nld |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 327 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
54e jaargang |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN
9.12.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 327/1 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 8 november 2011
betreffende de sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen over aanvullende handelspreferenties voor landbouwproducten op grond van artikel 19 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte
(2011/818/EU)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, juncto artikel 218, lid 6, onder a),
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In artikel 19 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte is bepaald dat de overeenkomstsluitende partijen zich verplichten tot voortzetting van hun inspanningen met het oog op de geleidelijke liberalisering van de onderlinge handel in landbouwproducten. |
(2) |
Overeenkomstig Besluit 2010/676/EU van de Raad (1) is de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen over aanvullende handelspreferenties voor landbouwproducten op grond van artikel 19 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de overeenkomst”) op 15 april 2011 ondertekend, onder voorbehoud van sluiting. |
(3) |
De overeenkomst dient te worden goedgekeurd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen over aanvullende handelspreferenties voor landbouwproducten op grond van artikel 19 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de overeenkomst”) wordt namens de Unie goedgekeurd.
De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wijst de persoon aan die gemachtigd is om namens de Unie de in de overeenkomst genoemde akte van goedkeuring neer te leggen, waarmee de instemming van de Unie om door de overeenkomst gebonden te zijn tot uiting wordt gebracht (2).
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 8 november 2011.
Voor de Raad
De voorzitter
J. VINCENT-ROSTOWSKI
(1) PB L 292 van 10.11.2010, blz. 1.
(2) De datum van inwerkingtreding van de overeenkomst zal door het secretariaat-generaal van de Raad in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt.
OVEREENKOMST
in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen over aanvullende handelspreferenties voor landbouwproducten op grond van artikel 19 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte
Excellentie,
Ik heb de eer te verwijzen naar de onderhandelingen tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende bilaterale handel in landbouwproducten, die op 28 januari 2010 zijn afgesloten.
Op grond van artikel 19 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd) is een nieuwe ronde besprekingen over de handel in landbouwproducten tussen de Europese Commissie en Noorwegen gehouden om de verdere geleidelijke liberalisering van de handel in landbouwproducten tussen de Europese Unie en Noorwegen (hierna „de partijen” genoemd) te bevorderen door middel van preferentiële afspraken op basis van wederkerigheid en wederzijds voordeel. De onderhandelingen zijn gestructureerd verlopen, waarbij terdege rekening is gehouden met de ontwikkeling van het landbouwbeleid en de omstandigheden van beide partijen, en eveneens met de ontwikkeling van bilaterale handel, alsmede met de voorwaarden voor de handel met andere handelspartners wereldwijd.
Ik bevestig dat de onderhandelingen de volgende resultaten hebben opgeleverd:
1. |
Noorwegen verbindt zich ertoe rechtenvrije toegang te verlenen aan de in bijlage I genoemde producten van oorsprong uit de Europese Unie. |
2. |
Noorwegen verbindt zich ertoe tariefcontingenten vast te stellen voor de in bijlage II genoemde producten van oorsprong uit de Europese Unie. |
3. |
Noorwegen verbindt zich ertoe de invoerrechten te verlagen voor de in bijlage III genoemde producten van oorsprong uit de Europese Unie. |
4. |
De Europese Unie verbindt zich ertoe rechtenvrije toegang te verlenen aan de in bijlage IV genoemde producten van oorsprong uit Noorwegen. |
5. |
De Europese Unie verbindt zich ertoe tariefcontingenten vast te stellen voor de in bijlage V genoemde producten van oorsprong uit Noorwegen. |
6. |
De tariefcodes in de bijlagen I tot en met V zijn die welke op 1 januari 2009 in de partijen van toepassing zijn. |
7. |
Wanneer een toekomstige WTO-overeenkomst op het gebied van de landbouw wordt uitgevoerd met verbintenissen voor nieuwe tariefcontingenten voor meest begunstigde landen, zullen de in bijlage II vastgestelde bilaterale tariefcontingenten voor de invoer in Noorwegen van varkensvlees van 600 ton, van pluimveevlees van 800 ton en van rundvlees van 900 ton, met dezelfde stappen afnemen als deze waarmee de WTO-contingenten voor dezelfde producten van toepassing worden. |
8. |
De partijen komen overeen zo spoedig mogelijk alle bilaterale concessies te consolideren (zowel de reeds bestaande als de bij de onderhavige briefwisseling vastgestelde) bij een nieuwe briefwisseling die de bestaande bilaterale landbouwovereenkomsten moet vervangen. |
9. |
De oorsprongsregels voor de tenuitvoerlegging van de in de bijlagen I tot en met V opgenomen concessies zijn die welke zijn vastgesteld in bijlage IV bij de briefwisseling van 2 mei 1992. Niettemin is bijlage II bij Protocol 4 bij de EER-overeenkomst van toepassing in plaats van het aanhangsel van bijlage IV bij de briefwisseling van 2 mei 1992. |
10. |
De partijen zullen maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de voordelen die zij elkaar toekennen, niet door andere beperkende invoermaatregelen in gevaar worden gebracht. |
11. |
De partijen komen overeen de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de tariefcontingenten zo worden beheerd dat de importen regelmatig kunnen plaatsvinden en dat de voor invoer overeengekomen hoeveelheden daadwerkelijk kunnen worden ingevoerd. |
12. |
De partijen stemmen ermee in het nodige te doen om de handel in producten met een geografische aanduiding te bevorderen. Zij komen overeen verdere bilaterale besprekingen te voeren met het oog op een beter begrip van elkaars regelgeving en registratieprocedures, om na te gaan hoe de bescherming van elkaars geografische aanduidingen op elkaars grondgebied kan worden verbeterd, en zij zullen de mogelijkheden van de sluiting van een bilaterale overeenkomst op dat gebied onderzoeken. |
13. |
De partijen komen overeen gegevens over de verhandelde producten, het beheer van de tariefcontingenten en de prijsnoteringen, alsmede alle nuttige gegevens over de respectieve interne markten en de tenuitvoerlegging van de resultaten van deze onderhandelingen met regelmatige tussenpozen uit te wisselen. |
14. |
Op verzoek van één van de partijen zal overleg worden gepleegd over ongeacht welk vraagstuk betreffende de tenuitvoerlegging van de resultaten van deze onderhandelingen. In geval van moeilijkheden bij de tenuitvoerlegging van de resultaten van deze onderhandelingen zal dit overleg zo spoedig mogelijk worden gepleegd met het oog op de vaststelling van passende correctiemaatregelen. |
15. |
De partijen nemen er nota van dat de Noorse douaneautoriteiten van plan zijn de structuur van hoofdstuk 6 van het Noorse douanetarief te herzien. Er zal met de Europese Commissie worden overlegd als de bilaterale preferenties door deze herziening worden beïnvloed. De partijen zijn het erover eens dat dit een technische exercitie zal zijn. |
16. |
De partijen bevestigen nogmaals zich overeenkomstig artikel 19 van de EER-overeenkomst te zullen blijven inspannen voor de geleidelijke liberalisering van de handel in landbouwproducten. Hiertoe komen de partijen overeen de voorwaarden voor de handel in landbouwproducten over twee jaar opnieuw te herzien om mogelijke concessies te onderzoeken. |
17. |
Wat betreft de huidige tariefcontingenten voor de invoer van 4 500 ton kaas in Noorwegen, komen de partijen overeen dat de huidige wijze van beheer van dit tariefcontingent op basis van historische rechten en het nieuwkomersbeginsel met ingang van 2014 moet worden vervangen door een ander beheerssysteem dan veiling, zoals door afgifte van vergunningen of door het systeem „wie het eerst komt, wie het eerst maalt”. De Noorse autoriteiten moeten de voorwaarden voor dit systeem opstellen na overleg met de Europese Commissie om tot wederzijdse overeenstemming te komen, zodat de tariefcontingenten zodanig zullen worden beheerd dat de invoer regelmatig kan plaatsvinden en dat de overeengekomen in te voeren hoeveelheden daadwerkelijk kunnen worden ingevoerd. Het huidige beheer op basis van een lijst van kaassoorten, zoals bedoeld in de briefwisseling van 11 april 1983, wordt afgeschaft. De partijen komen overeen dat het beheer van het nieuwe tariefcontingent van 2 700 ton kaas bij invoer in Noorwegen onder een veilingsysteem zal vallen. Het beheer door veiling zal worden herzien overeenkomstig de vorige alinea's. Met name de benutting van de tariefcontingenten en de veilingheffingen zullen dan tegen het licht worden gehouden. Het tariefcontingent voor de invoer van 7 200 ton kaas in de Europese Unie en in Noorwegen is van toepassing op alle soorten kaas. |
18. |
Bij verdere uitbreiding van de EU zullen de partijen de betekenis daarvan voor de bilaterale handel beoordelen om de bilaterale preferenties te kunnen aanpassen, zodat de eerdere preferentiële handelsstromen tussen Noorwegen en de toetredende landen kunnen worden voortgezet. |
Deze overeenkomst in de vorm van een briefwisseling treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de laatste akte van goedkeuring is neergelegd.
Ik heb de eer u te bevestigen dat de Europese Unie met de inhoud van deze brief instemt.
Ik verzoek u te willen bevestigen dat uw regering met het bovenstaande instemt.
Hoogachtend,
Съставено в Брюксел на
Hecho en Bruselas, el
V Bruselu dne
Udfærdiget i Bruxelles, den
Geschehen zu Brüssel am
Brüssel,
Έγινε στις Βρυξέλλες, στις
Done at Brussels,
Fait à Bruxelles, le
Fatto a Bruxelles, addì
Briselē,
Priimta Briuselyje,
Kelt Brüsszelben,
Magħmul fi Brussell,
Gedaan te Brussel,
Sporządzono w Brukseli, dnia
Feito em Bruxelas,
Întocmit la Bruxelles,
V Bruseli
V Bruslju,
Tehty Brysselissä
Utfärdat i Bryssel den
Utferdiget i Brussel, den
За Европейския съюз
Por la Unión Europea
Za Evropskou unii
For Den Europæiske Union
Für die Europäische Union
Euroopa Liidu nimel
Гια την Ευρωπαϊκή Ένωση
For the European Union
Pour l’Union européenne
Per l’Unione europea
Eiropas Savienības vārdā –
Europos Sąjungos vardu
Az Európai Unió részéről
Għall-Unjoni Ewropea
Voor de Europese Unie
W imieniu Unii Europejskiej
Pela União Europeia
Pentru Uniunea Europeană
Za Európsku úniu
Za Evropsko unijo
Euroopan unionin puolesta
För Europeiska unionen
For Den europeiske union
BIJLAGE I
Rechtenvrije toegang bij invoer in Noorwegen van producten van oorsprong uit de Europese Unie
Noors douanetarief |
Omschrijving |
Hoofdstuk 01: Levende dieren |
|
0106 |
Andere levende dieren |
0106.39.10 |
Fazanten |
Hoofdstuk 02: Vlees en eetbare slachtafvallen |
|
0208 |
Ander vlees en andere eetbare slachtafvallen, vers, gekoeld of bevroren |
0208.90.60 |
Kikkerbilletjes |
Hoofdstuk 05: Andere producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen |
|
0511 |
Producten van dierlijke oorsprong, niet elders genoemd noch elders onder begrepen; dode dieren van de soorten bedoeld bij hoofdstuk 1 of 3, niet geschikt voor menselijke consumptie |
0511.99.21 |
Bloedpoeder, niet geschikt voor menselijke consumptie, andere dan voor voederdoeleinden |
0511.99.40 |
Vlees en bloed, andere dan voor voederdoeleinden |
Hoofdstuk 06: Levende planten en producten van de bloementeelt |
|
0601 |
Bollen, knollen en wortelstokken, ook indien in blad of in bloei; cichoreiplanten en -wortels, andere dan die bedoeld bij post 1212 |
0601.10 01 |
Bollen en knollen voor tuinbouwkundige doeleinden |
0601.10 02 |
Wortelstokken voor tuinbouwdoeleinden |
0601.10 09 |
Andere |
0601.20 00 |
Bollen, knollen en wortelstokken, in blad of in bloei; cichoreiplanten en -wortels |
0602 |
Andere levende planten (wortels daaronder begrepen), stekken en enten; champignonbroed |
0602.10.10 |
Stekken, zonder wortels of in vitro van groene planten, van 15 december tot en met 30 april, voor tuinbouwdoeleinden |
0602.10.22 |
Stekken, zonder wortels of in vitro, van Saintpaulia, Scaevola en Streptocarpus, voor tuinbouwdoeleinden |
0602.10.23 |
Stekken, zonder wortels of in vitro, van Dendranthema x grandiflora en Chrysanthemum x morifolium, van 1 april tot en met 15 oktober, voor tuinbouwdoeleinden |
0602.10.91 |
Andere stekken zonder wortels dan stekken zonder wortels of in vitro voor tuinbouwdoeleinden |
0602.10.92 |
Enten |
0602.20.00 |
Bomen en heesters, voor de teelt van eetbare vruchten, ook indien geënt |
0602.30.11 |
Kamerazalea (Azalea indica, Rhododendron simsii, Rhododendron indicum), bloeiend, ook indien geënt |
0602.30.12 |
Kamerazalea (Azalea indica, Rhododendron simsii, Rhododendron indicum), niet-bloeiend, van 15 november tot en met 23 december, ook indien geënt |
0602.30.90 |
Rhododendrons en azalea's, andere dan kamerazalea (Azalea indica, Rhododendron simsii, Rhododendron indicum), ook indien geënt |
0602.90.20 |
Voorraden |
0602.90.30 |
Buksboom (Buxus), Dracaena, Camellia, Araucaria, Hulst (Ilex), Laurier (Laurus) Kalmia, Magnolia, palm (Palmae), toverhazelaar (Hamamelis), Aucuba, Peris, Vuurdoorn (Pyracantha) en Stranvaesia, met aardkluit of ander teeltmedium |
0602.90.41 |
Bomen en heesters, andere dan bovengenoemd, met aardkluit of ander teeltmedium |
0602.90.42 |
Vaste planten, met aardkluit of ander teeltmedium |
0602.90.50 |
Groene potplanten van 15 december tot en met 30 april, ook wanneer ingevoerd als onderdeel van een gemengde groep planten, met aardkluit of ander teeltmedium |
0602.90.80 |
Andere, zonder aardkluit of ander teeltmedium |
0604 |
Loof, bladeren, twijgen, takken en andere delen van planten, zonder bloemen, bloesems of bloemknoppen, alsmede grassen, mossen en korstmossen, voor bloemstukken of voor versiering, vers, gedroogd, gebleekt, geverfd, geïmpregneerd of op andere wijze geprepareerd |
0604.10.00 |
Mossen en korstmossen |
0604.91.91 |
Venushaar (Adianthum) en Asparagus van 1 november tot en met 31 mei, vers |
0604.91.92 |
Kerstbomen, vers |
0604.91.99 |
Loof, bladeren, twijgen, takken en andere delen van planten, zonder bloemen, bloesems of bloemknoppen, alsmede grassen, voor bloemstukken of voor versiering, vers, andere dan Venushaar (Adianthum), Asparagus en Kerstbomen |
0604.99.00 |
Loof, bladeren, twijgen, takken en andere delen van planten, zonder bloemen, bloesems of bloemknoppen, alsmede grassen, voor bloemstukken of voor versiering, andere dan vers |
Hoofdstuk 07: Groenten, planten, wortels en knollen, voor voedingsdoeleinden |
|
0703 |
Uien, sjalotten, knoflook, prei en andere eetbare looksoorten, vers of gekoeld |
ex 0703.90.01 |
Prei, van 20 februari tot en met 31 mei, vers of gekoeld |
0704 |
Rode kool, wittekool, bloemkool, spruitjes, koolrabi, boerenkool en dergelijke eetbare kool van het geslacht „Brassica”, vers of gekoeld |
0704.10.50 |
Broccoli, vers of gekoeld |
0704.90.60 |
Chinese kool, vers of gekoeld |
0704.90.94 |
Savooiekool, van 1 juli tot en met 30 november, vers of gekoeld |
0704.90.96 |
Boerenkool, van 1 augustus tot en met 30 november, vers of gekoeld |
0705 |
Sla (Lactuca sativa), andijvie, witlof en andere cichoreigroenten (Cichorium spp.), vers of gekoeld |
0705 29 11 |
Andijvie, van 1 april tot en met 30 november, vers of gekoeld |
0705 29 19 |
Cichorei, andere dan witlof en andijvie, van 1 april tot en met 30 november, vers of gekoeld |
0708 |
Peulgroenten, ook indien gedopt, vers of gekoeld |
0708.90.00 |
Andere peulgroenten dan bonen en erwten, vers of gekoeld |
0709 |
Andere groenten, vers of gekoeld |
ex 0709.40.20 |
Selderij, andere dan knolselderij, van 15 december tot en met 31 mei, vers of gekoeld |
0709.70.10 |
Spinazie, Nieuw-Zeelandse spinazie en tuinmelde, van 1 mei tot en met 30 september, vers of gekoeld |
0710 |
Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren |
0710.30.00 |
Spinazie, Nieuw-Zeelandse spinazie en tuinmelde, bevroren |
0710.80.10 |
Asperges en artisjokken, bevroren |
0710.80.40 |
Paddenstoelen, bevroren |
0710.80.94 |
Broccoli, bevroren |
0712 |
Gedroogde groenten, ook indien in stukken of in schijven gesneden, dan wel fijngemaakt of in poedervorm, doch niet op andere wijze bereid |
0712.20.00 |
Uien, gedroogd |
0712.31.00 |
Paddenstoelen van het geslacht Agaricus, gedroogd |
0712.32.00 |
Judasoren (Auricularia spp.), gedroogd |
0712.33.00 |
Trilzwammen (Tremella spp.), gedroogd |
0712.39.01 |
Truffels, gedroogd |
0712.39.09 |
Andere gedroogde paddenstoelen, andere dan van het geslacht Agaricus |
0713 |
Gedroogde zaden van peulgroenten, ook indien gepeld (bijvoorbeeld spliterwten) (1) |
0713.31.00 |
Bonen van de soort Vigna mungo (L.) Hepper of Vigna radiata (L.) Wilczek, gedroogd en gepeld |
0713.32.00 |
Bonen van de soort Phaseolus angularis of Vigna angularis (adzukibonen), gedroogd en gepeld |
0713.33.00 |
Bonen van de soort Phaseolus vulgaris, gedroogd en gepeld |
0713.39.00 |
Gedroogde en gepelde bonen, andere dan bonen van de soorten Vigna mungo (L.) Hepper, Vigna radiata (L.) Wilczek, Phaseolus angularis of Vigna angularis (adzukibonen) en Phaseolus vulgaris |
0713.90.00 |
Gedroogde en gepelde peulgroenten, andere dan erwten, kekers, bonen, linzen, tuinbonen en paardenbonen |
0714 |
Maniokwortel, arrowroot (pijlwortel), salepwortel, aardperen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke wortels en knollen met een hoog gehalte aan zetmeel of aan inuline, vers, gekoeld, bevroren of gedroogd, ook indien in stukken of in pellets; merg van de sagopalm |
0714.10.90 |
Maniokwortel, andere dan voor voederdoeleinden |
0714.20.90 |
Bataten (zoete aardappelen), andere dan voor voederdoeleinden |
Hoofdstuk 08: Eetbaar fruit; schillen van citrusvruchten en van meloenen |
|
0802 |
Andere noten, vers of gedroogd, ook zonder dop of schaal, al dan niet gepeld |
0802.40.00 |
Kastanjes (Castanea spp.), vers of gedroogd |
0802.50.00 |
Pistaches, vers of gedroogd |
0802.60.00 |
Macadamianoten, vers of gedroogd |
0802.90.10 |
Pecannoten, vers of gedroogd |
0802.90.99 |
Andere noten dan amandelen, hazelnoten, walnoten, kastanjes, pistaches, macadamianoten, pecannoten en pijnboompitten, vers of gedroogd |
0804 |
Dadels, vijgen, ananassen, advocaten (avocado's), guaves, manga's en manggistans, vers of gedroogd |
0804.10.00 |
Dadels, vers of gedroogd |
0804.20.10 |
Vijgen, vers |
0804.50.01 |
Guaves, vers of gedroogd |
0804.50.02 |
Manga's, vers of gedroogd |
0804.50.03 |
Manggistans, vers of gedroogd |
0805 |
Citrusvruchten, vers of gedroogd |
0805.40.90 |
Pompelmoezen en pomelo's, andere dan voor voederdoeleinden, vers of gedroogd |
0805.90.90 |
Citrusvruchten, vers of gedroogd, andere dan sinaasappelen, mandarijnen (tangerines en satsuma's daaronder begrepen), clementines, wilkings en dergelijke kruisingen van citrusvruchten, pompelmoezen en pomelo's, citroenen en lemmetjes, andere dan voor voederdoeleinden |
0807 |
Meloenen (watermeloenen daaronder begrepen) en papaja's, vers |
0807.20.00 |
Papaja's, vers |
0808 |
Appelen, peren, kweeperen, vers |
0808.20.60 |
Kweeperen, vers |
0809 |
Abrikozen, kersen, perziken (nectarines daaronder begrepen), pruimen en sleepruimen, vers: |
0809.40.60 |
Sleepruimen, vers |
0810 |
Ander fruit, vers |
0810.20.91 |
Bramen, vers |
0810.20.99 |
Moerbeien en loganbessen, vers |
0810.40.90 |
Veenbessen, bosbessen en andere vruchten van het geslacht Vaccinium, vers, andere dan rode bosbessen |
0810.60.00 |
Doerians, vers |
0810.90.90 |
Andere vruchten dan aardbeien, frambozen, bramen, moerbeien, loganbessen, veenbessen, bosbessen en andere vruchten van het geslacht Vaccinium, kiwi's, doerians, kruipbramen, kruisbessen, zwarte, witte en rode aalbessen, vers |
0811 |
Vruchten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, al dan niet met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen |
0811.90.01 |
Rode bosbessen, bevroren |
0811.90.02 |
Kruipbramen, bevroren |
0811.90.04 |
Bosbessen, bevroren |
0903 |
Maté |
0903.00.00 |
Maté |
0909 |
Anijszaad, steranijszaad, venkelzaad, korianderzaad, komijnzaad en karwijzaad; jeneverbessen |
0909.10.00 |
Anijszaad en steranijszaad |
0909.20.00 |
Korianderzaad |
0909.30.00 |
Komijnzaad |
0909.40.00 |
Karwijzaad |
0909.50.10 |
Knolvenkel |
0909.50.20 |
Jeneverbessen |
0910 |
Gember, saffraan, kurkuma, tijm, laurierbladeren, kerrie en andere specerijen |
0910.30.00 |
Kurkuma |
0910.91.00 |
Mengsels bedoeld bij aantekening 1, onder b), op hoofdstuk 9 |
0910.99.90 |
Andere specerijen dan gember, saffraan, kurkuma, mengsels bedoeld bij aantekening 1, onder b), op hoofdstuk 9, laurierbessen, laurierbladeren, zaad van selderij en tijm |
Hoofdstuk 10: Granen |
|
1008 |
Boekweit, gierst (andere dan sorgho) en kanariezaad; andere granen |
1008.30.90 |
Kanariezaad, andere dan voor voederdoeleinden |
Hoofdstuk 11: Producten van de meelindustrie; mout; zetmeel; inuline; tarwegluten |
|
1104 |
Op andere wijze bewerkte granen (bijvoorbeeld gepeld, geplet, in vlokken, gepareld, gesneden of gebroken); graankiemen, ook indien geplet, in vlokken of gemalen (m.u.v. meel van granen, m.u.v. gedopte rijst, halfwitte of volwitte rijst en breukrijst) |
1104.29.02 |
Andere bewerkte korrels van boekweit dan geplet of in vlokken, andere dan voor voederdoeleinden |
1104.29.04 |
Andere bewerkte korrels van gierst dan geplet of in vlokken, andere dan voor voederdoeleinden |
1106 |
Meel, gries en poeder, van gedroogde zaden van peulgroenten bedoeld bij post 0713, van sago en van wortels of knollen bedoeld bij post 0714 en van vruchten bedoeld bij hoofdstuk 8 |
1106.10.90 |
Meel, gries en poeder van de bij post 0713 bedoelde gedroogde zaden van peulgroenten, andere dan voor voederdoeleinden |
1106.30.90 |
Meel, gries en poeder van de in hoofdstuk 8 bedoelde producten, andere dan voor voederdoeleinden |
1108 |
Zetmeel; inuline |
1108.11.90 |
Tarwezetmeel, geen aardappelzetmeel bevattend, andere dan voor voederdoeleinden |
1108.12.90 |
Maiszetmeel, geen aardappelzetmeel bevattend, andere dan voor voederdoeleinden |
1108.14.90 |
Maniokzetmeel (cassave), geen aardappelzetmeel bevattend, andere dan voor voederdoeleinden |
1108.19.10 |
Stijfsel |
1108.19.90 |
Ander zetmeel dan tarwezetmeel, maiszetmeel, aardappelzetmeel, maniokzetmeel en stijfsel, geen aardappelzetmeel bevattend, andere dan voor voederdoeleinden |
1108.20.90 |
Inuline, andere dan voor voederdoeleinden |
1109 |
Tarwegluten, ook indien gedroogd |
1109.00.90 |
Tarwegluten, andere dan voor voederdoeleinden |
Hoofdstuk 12: Oliehoudende zaden en vruchten; allerlei zaden, zaadgoed en vruchten; planten voor industrieel en geneeskundig gebruik; stro en voeder |
|
1207 |
Andere oliehoudende zaden en vruchten, ook indien gebroken |
1207.50.90 |
Mosterdzaad, andere dan voor voederdoeleinden |
1209 |
Zaaigoed, sporen daaronder begrepen |
1209.10.00 |
Suikerbietenzaad |
1209.91.10 |
Komkommer-, bloemkool-, wortel-, uien-, sjalotten-, prei-, peterselie-, andijvie- en slazaad |
1209.91.91 |
Zaad van kool |
1209.91.99 |
Zaad van andere groenten dan komkommer, bloemkool, wortel, uien, sjalotten, prei, peterselie, andijvie, sla en kool |
1210 |
Hopbellen, vers of gedroogd, ook indien fijngemaakt, gemalen of in pellets; lupuline |
1210.10.00 |
Hopbellen, niet fijngemaakt en niet gemalen, noch in pellets |
1210.20.01 |
Hopbellen, fijngemaakt, gemalen of in pellets |
1210.20.02 |
Lupuline |
Hoofdstuk 13: Gommen, harsen en andere plantensappen en plantenextracten |
|
1302 |
Opium, vanille-oleohars en andere uit plantaardige producten verkregen plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd |
1302.11.00 |
Opium |
1302.19.09 |
Andere plantensappen en -extracten dan mengsels van plantenextracten voor de bereiding van dranken en voedselbereidingen, andere dan sappen en extracten van aloë, Quassia amara, manna, pyretrum of van de wortels van rotenon bevattende planten; vanille-oleohars |
Hoofdstuk 15: Vetten en oliën (dierlijke en plantaardige) en dissociatieproducten daarvan; bewerkt spijsvet; was van dierlijke of van plantaardige oorsprong |
|
1502 |
Rund-, schapen- of geitenvet, andere dan dat bedoeld bij post 1503 |
1502.00.90 |
Rund-, schapen- of geitenvet, andere dan dat bedoeld bij post 1503, andere dan voor voederdoeleinden |
1503 |
Varkensstearine, spekolie, oleostearine, oleomargarine en talkolie, niet geëmulgeerd, niet vermengd, noch op andere wijze bereid |
1503.00.00 |
Varkensstearine, spekolie, oleostearine, oleomargarine en talkolie, niet geëmulgeerd, niet vermengd, noch op andere wijze bereid |
1504 |
Vetten en oliën, van vis of van zeezoogdieren, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd |
1504.10.20 |
Oliën uit vislevers, andere dan voor voederdoeleinden, vaste fracties |
1504.20.40 |
Vetten en oliën van vis, alsmede fracties daarvan, andere dan voor voederdoeleinden, vaste fracties |
1504.20.99 |
Vetten en oliën van vis, alsmede fracties daarvan, andere dan voor voederdoeleinden, en andere dan vaste fracties |
1504.30.21 |
Vetten van zeezoogdieren en hun fracties, niet voor voederdoeleinden |
1505 |
Wolvet en daaruit verkregen vetstoffen |
1505.00.00 |
Wolvet en daaruit verkregen vetstoffen, lanoline daaronder begrepen |
1506 |
Andere dierlijke vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd |
1506.00.21 |
Beendervet, beenderolie en klauwenolie, andere dan voor voederdoeleinden |
1506.00.30 |
Andere dierlijke vetten en oliën en fracties daarvan, andere dan beendervet, beenderolie en klauwenolie, vaste fracties, andere dan voor voederdoeleinden |
1506.00.99 |
Andere dierlijke vetten en oliën en fracties daarvan, andere dan beendervet, beenderolie en klauwenolie, andere dan vaste fracties, andere dan voor voederdoeleinden |
1507 |
Sojaolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd |
1507.90.90 |
Sojaolie en fracties daarvan, andere dan ruwe olie, andere dan voor voederdoeleinden |
1508 |
Grondnotenolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd |
1508.10.90 |
Ruwe grondnotenolie en fracties daarvan, andere dan voor voederdoeleinden |
1508.90.90 |
Grondnotenolie en fracties daarvan, andere dan ruwe olie, andere dan voor voederdoeleinden |
1511 |
Palmolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd |
1511.90.20 |
Palmolie en fracties daarvan, andere dan ruwe olie, vaste fracties, andere dan voor voederdoeleinden |
1512 |
Zonnebloemzaad-, saffloer- en katoenzaadolie, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd |
1512.11.90 |
Ruwe zonnebloemzaad- of saffloerzaadolie, andere dan voor voederdoeleinden |
1512.19.90 |
Zonnebloemzaad- en saffloerzaadolie en fracties daarvan, andere dan ruwe olie, andere dan voor voederdoeleinden |
1512.21.90 |
Ruwe katoenzaadolie, andere dan voor voederdoeleinden |
1512.29.20 |
Katoenzaadolie en fracties daarvan, andere dan ruwe olie, vaste fracties, andere dan voor voederdoeleinden |
1512.29.99 |
Katoenzaadolie en fracties daarvan, andere dan ruwe olie, andere dan vaste fracties, andere dan voor voederdoeleinden |
1513 |
Kokosolie (kopraolie), palmpitten- en babassunotenolie, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd |
1513.11.90 |
Ruwe kokosolie (kopraolie) en fracties daarvan, andere dan voor voederdoeleinden |
1513.19.20 |
Kokosolie (kopraolie) en fracties daarvan, andere dan ruwe olie, vaste fracties, andere dan voor voederdoeleinden |
1513.19.99 |
Kokosolie (kopraolie) en fracties daarvan, andere dan ruwe olie, andere dan vaste fracties, andere dan voor voederdoeleinden |
1513.21.90 |
Ruwe palmpitten- en babassunotenolie en fracties daarvan, andere dan voor voederdoeleinden |
1513.29.20 |
Palmolie en babassunotenolie en fracties daarvan, andere dan ruwe olie, vaste fracties, andere dan voor voederdoeleinden |
1513.29.99 |
Palmolie en babassunotenolie en fracties daarvan, andere dan ruwe olie, andere dan vaste fracties, andere dan voor voederdoeleinden |
1514 |
Koolzaad-, raapzaad- en mosterdzaadolie, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd |
1514.19.90 |
Koolzaad- en raapzaadolie met een laag gehalte aan erucazuur, alsmede fracties daarvan, andere dan ruwe olie, andere dan voor voederdoeleinden |
1514.99.90 |
Andere koolzaad-, raapzaad- en mosterdzaadolie, alsmede fracties daarvan, andere dan koolzaad- en raapzaadolie met een laag gehalte aan erucazuur, alsmede fracties daarvan, andere dan ruwe olie, andere dan voor voederdoeleinden |
1515 |
Andere plantaardige vetten en vette oliën (jojobaolie daaronder begrepen), alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd: |
1515.11.90 |
Ruwe lijnolie en fracties daarvan, andere dan voor voederdoeleinden |
1515.19.90 |
Lijnolie en fracties daarvan, andere dan ruwe olie, andere dan voor voederdoeleinden |
1515.21.90 |
Ruwe maisolie en fracties daarvan, andere dan voor voederdoeleinden |
1515.29.90 |
Maisolie en fracties daarvan, andere dan ruwe olie, andere dan voor voederdoeleinden |
1515.50.20 |
Ruwe sesamolie en fracties daarvan, andere dan voor voederdoeleinden |
1515.50.99 |
Sesamolie en fracties daarvan, andere dan ruwe olie, andere dan voor voederdoeleinden |
1515.90.70 |
Ruwe jojobaolie en fracties daarvan, andere dan voor voederdoeleinden |
1515.90.80 |
Jojobaolie en fracties daarvan, andere dan ruwe olie, vaste fracties, andere dan voor voederdoeleinden |
1515.90.99 |
Jojobaolie en fracties daarvan, andere dan ruwe olie, andere dan vaste fracties, andere dan voor voederdoeleinden |
1516 |
Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid: |
1516.10.20 |
Dierlijke vetten en oliën en fracties daarvan, andere dan voor voederdoeleinden, volledig gewonnen uit vis en zeezoogdieren |
1516.10.99 |
Dierlijke vetten en oliën en fracties daarvan, andere dan voor voederdoeleinden, andere dan volledig gewonnen uit vis en zeezoogdieren |
1516.20.99 |
Plantaardige oliën en vetten, alsmede fracties daarvan, andere dan voor voederdoeleinden, en andere dan gehydrogeneerde ricinusolie |
1517 |
Margarine; mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten en oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 1516: |
1517.90.21 |
Eetbare vloeibare mengsels van plantaardige oliën, andere van voor voederdoeleinden |
1517.90.98 |
Eetbare mengsels of bereidingen van plantaardige en dierlijke vetten en oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën van hoofdstuk 15, andere dan eetbare vetten of oliën of fracties van post 1516, andere dan eetbare vloeibare mengsels van dierlijke en plantaardige oliën, voornamelijk bestaande uit plantaardige oliën, andere dan eetbare mengsels en bereidingen van de soort die gebruikt wordt als preparaat voor het insmeren van bakvormen, andere dan die meer dan 10 gewichtspercenten melkvetten bevatten, andere van voor voederdoeleinden |
1518 |
Standolie en andere dierlijke of plantaardige oliën, alsmede fracties daarvan, gekookt, geoxideerd, gedehydreerd, gezwaveld, geblazen of op andere wijze chemisch gewijzigd, andere dan die bedoeld bij post 1516; mengsels en bereidingen van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, niet geschikt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen: |
1518.00.31 |
Drogende oliën, andere dan voor voederdoeleinden |
1518.00.41 |
Lijnolie, gekookt, andere dan voor voederdoeleinden |
1518.00.99 |
Andere standolie en andere dierlijke of plantaardige oliën, alsmede fracties daarvan, gekookt, geoxideerd, gedehydreerd, gezwaveld, geblazen of op andere wijze chemisch gewijzigd, andere dan die bedoeld bij post 1516; mengsels en bereidingen van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij hoofdstuk 15, niet geschikt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen, andere dan tungolie en andere vergelijkbare houtoliën, oiticicaolie, drogende oliën, gekookte lijnolie en linoxyne, andere dan voor voederdoeleinden |
Hoofdstuk 16: Bereidingen van vlees, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren |
|
1602 |
Bereidingen en conserven, van vlees, van slachtafvallen of van bloed, andere dan worst van alle soorten en vleesextracten en -sappen: |
1602.20.01 |
Van levers van ganzen of van eenden |
1603 |
Extracten en sappen van vlees, van vis, van schaaldieren, van weekdieren en van andere ongewervelde waterdieren |
1603.00.10 |
Walvisvleesextracten |
1603.00.20 |
Extracten en sappen van vis, schaaldieren, weekdieren en andere ongewervelde waterdieren |
Hoofdstuk 17: Suiker en suikerwerk |
|
1701 |
Rietsuiker en beetwortelsuiker, alsmede chemisch zuivere sacharose, in vaste vorm |
1701.11.90 |
Rietsuiker, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen, andere dan voor voederdoeleinden |
1701.12.90 |
Beetwortelsuiker, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen, andere dan voor voederdoeleinden |
1701.91.90 |
Andere rietsuiker en beetwortelsuiker en chemisch zuivere sacharose dan ruwe suiker, gearomatiseerd en met toegevoegde kleurstoffen, andere dan voor voederdoeleinden |
1701.99.91 |
Andere rietsuiker en beetwortelsuiker, andere dan ruwe suiker en chemisch zuivere sacharose, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen, andere dan voor voederdoeleinden, in klontjes of poedervorm |
1701.99.95 |
Andere rietsuiker en beetwortelsuiker, andere dan ruwe suiker en chemisch zuivere sacharose, niet in klontjes of poedervorm en niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen, andere dan voor voederdoeleinden, in kleinhandelsverpakkingen met een gewicht van niet meer dan 24 kg |
1701.99.99 |
Andere rietsuiker en beetwortelsuiker, andere dan ruwe suiker en chemisch zuivere sacharose, niet in klontjes of poedervorm en niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen, andere dan voor voederdoeleinden, los of in groothandelsverpakkingen |
1702 |
Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose (levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthoning, ook indien met natuurhoning vermengd; karamel |
1702.90.40 |
Karamel, „kleurkaramel” daaronder begrepen, andere dan voor voederdoeleinden |
Hoofdstuk 20: Bereidingen van groenten, van vruchten en van andere plantendelen |
|
2003 |
Paddenstoelen en truffels, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur |
2003.20.00 |
Truffels, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur |
2003.90.09 |
Andere paddenstoelen dan paddenstoelen van het geslacht Agaricus, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, andere dan gekweekte |
2005 |
Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006: |
2005.40.03 |
Erwten (Pisum sativum), op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan producten van post 2006, andere dan voor voederdoeleinden |
2005.91.00 |
Bamboescheuten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren |
2006 |
Groenten, vruchten, vruchtenschillen en andere plantendelen, gekonfijt met suiker (uitgedropen, geglaceerd of uitgekristalliseerd) |
2006.00.10 |
Gember, gekonfijt met suiker (uitgedropen, geglaceerd of uitgekristalliseerd) |
2008 |
Vruchten, noten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen |
2008.19.00 |
Noten en andere zaden, andere dan grondnoten, mengsels daaronder begrepen |
ex 2008.92.09 |
Vruchten en notenmengsels, zonder bestanddelen van andere hoofdstukken dan hoofdstuk 8 |
2008.99.02 |
Pruimen, op andere wijze bereid of verduurzaamd |
2009 |
Ongegiste vruchtensappen (druivenmost daaronder begrepen) en ongegiste groentesappen, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen |
2009.11.19 |
Sinaasappelsap, bevroren, bevattende toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een Brixwaarde van niet meer dan 67 |
2009.11.99 |
Sinaasappelsap, bevroren, geen suiker of andere zoetstoffen bevattende, andere dan in verpakkingen van 3 kg of meer (inclusief inhoud), geconcentreerd, met een Brixwaarde van niet meer dan 67 |
2009.19.19 |
Sinaasappelsap, niet bevroren, bevattende toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een Brixwaarde van meer dan 67 |
2009.19.99 |
Sinaasappelsap, niet bevroren, geen suiker of andere zoetstoffen bevattende, andere dan in verpakkingen van 3 kg of meer (inclusief inhoud), met een Brixwaarde van meer dan 67 |
2009.31.91 |
Sap van andere citrusvruchten dan sinaasappel en pompelmoes, met een Brixwaarde van niet meer dan 20, andere dan in verpakkingen van 3 kg of meer (inclusief inhoud), met toegevoegde suiker |
2009.39.91 |
Sap van andere citrusvruchten dan sinaasappel en pompelmoes, met een Brixwaarde van meer dan 20, andere dan in verpakkingen van 3 kg of meer (inclusief inhoud), met toegevoegde suiker |
2009.41.90 |
Ananassap, met een Brixwaarde van niet meer dan 20, andere dan in containers van 3 kg of meer (inclusief inhoud) |
2009.49.90 |
Ananassap, met een Brixwaarde van meer dan 20, andere dan in containers van 3 kg of meer (inclusief inhoud) |
2009.80.94 |
Perensap of abrikozensap |
Hoofdstuk 21: Diverse producten voor menselijke consumptie |
|
2106 |
Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen |
2106.90.31 |
Suikerstroop, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen: |
Hoofdstuk 23: Resten en afval van de voedselindustrie; bereid voedsel voor dieren |
|
2301 |
Meel, poeder en pellets van vlees, van slachtafvallen, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren, ongeschikt voor menselijke consumptie; kanen |
2301.20.10 |
Meel, poeder en pellets, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren, voor voederdoeleinden |
2309 |
Bereidingen van de soort gebruikt voor het voederen van dieren |
2309.10.11 |
Hondenvoer, opgemaakt voor de verkoop in het klein, bevattende vlees of slachtafvallen van landdieren, in luchtdichte verpakkingen |
2309.10.12 |
Kattenvoer, opgemaakt voor de verkoop in het klein, bevattende vlees of slachtafvallen van landdieren, in luchtdichte verpakkingen |
2309.90.11 |
Bereidingen voor het voederen van gezelschapsdieren, bevattende vlees of slachtafvallen van landdieren, in luchtdichte verpakkingen |
BIJLAGE II
Tariefcontingenten bij invoer in Noorwegen van producten van oorsprong uit de Europese Unie
Noors douanetarief |
Omschrijving |
Geconsolideerde tariefcontingenten (jaarlijkse hoeveelheid in ton) |
Waarvan aanvullende contingenten |
Recht binnen het contingent (NOK/kg) |
0201/0202 |
Vlees van runderen |
900 (2) |
900 |
0 |
0201 10 00 |
Vlees van hele en halve runderen |
|||
0201 20 01 |
„Compensated quarters”, d.w.z. voorvoeten en achtervoeten van hetzelfde dier, tegelijkertijd gepresenteerd |
|||
0201 20 02 |
Andere voorvoeten |
|||
0201 20 03 |
Andere achtervoeten |
|||
0201 20 04 |
Zogenaamde „Pistola”-versnijdingen |
|||
0202 10 00 |
Hele en halve dieren |
|||
0202 20 01 |
„Compensated quarters”, d.w.z. voorvoeten en achtervoeten van hetzelfde dier, tegelijkertijd gepresenteerd |
|||
0202 20 02 |
Andere voorvoeten |
|||
0202 20 03 |
Andere achtervoeten |
|||
0202 20 04 |
Zogenaamde „Pistola”-versnijdingen |
|||
0203 |
Vlees van varkens: |
600 (2) |
600 |
0 |
0203 11 10 |
Vlees van varkens, vers of gekoeld, hele en halve varkens (huisdieren) |
|||
0203 21 10 |
Vlees van varkens, bevroren, hele en halve varkens (huisdieren) |
|||
0206 41 00 |
Levers van varkens, bevroren |
350 |
100 |
5 |
0207 |
Vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee (bedoeld bij post 0105), vers, gekoeld of bevroren: |
800 (2) |
800 |
0 |
0207 11 00 |
van hanen of van kippen, niet in stukken gesneden, vers of gekoeld |
|||
0207 12 00 |
van hanen of van kippen, niet in stukken gesneden, bevroren |
|||
0207 24 00 |
van kalkoenen, niet in stukken gesneden, vers of gekoeld |
|||
0207 25 00 |
van kalkoenen, niet in stukken gesneden, bevroren |
|||
ex 0207 35 00 |
Eendenborst |
100 |
100 |
30 |
0210 11 00 (3) |
Hammen en schouders, alsmede delen daarvan, met been |
400 |
200 |
0 |
0406 |
Kaas en wrongel |
7 200 (4) |
2 700 |
0 |
0511 99 11/0511 99 21 |
Bloedpoeder, niet geschikt voor menselijke consumptie |
350 |
50 |
0 |
0701 90 22 |
Nieuwe aardappelen: van 1 april tot en met 14 mei |
2 500 |
2 500 |
0 |
0705 11 12/11 19 |
IJsbergsla: van 1 maart tot en met 31 mei |
400 (5) |
400 |
0 |
0811 10 01/0811 10 09 |
Aardbeien, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren |
300 |
0 |
|
1001 10 00 |
Harde tarwe (durum) |
5 000 (8) |
5 000 |
0 |
ex 1002 00 00 |
Hybride winterrogge |
1 000 (9) |
1 000 |
0 |
1005 90 10 |
Mais voor voederdoeleinden |
10 000 |
10 000 |
0 |
1103 13 10 |
Gries en griesmeel van mais, voor voederdoeleinden |
10 000 |
10 000 |
0 |
1209 23 00 |
Zwenkgraszaad |
400 (10) |
345 |
0 |
1209 24 00 |
Zaad van veldbeemdgras (Poa pratensis L.) |
200 (10) |
100 |
0 |
1601 00 00 |
Worst |
400 |
200 |
0 |
1602 49 10 |
„Bacon crisp” |
350 |
100 |
0 |
1602 50 01 |
Gehaktballen |
200 |
50 |
0 |
2009 71 00/2009 79 00 |
Appelsap, inclusief concentraat |
3 300 (6) |
1 000 |
0 |
2005 20 91 |
Aardappelen, halfbewerkt voor de productie van snacks |
3 000 (5) |
3 000 |
0 |
2009 80 10/2009 80 20 |
Zwartebessensap |
150 (6) |
150 |
0 |
ex 2009 80 99 |
Bosbessenconcentraat |
200 (6) |
200 |
0 |
BIJLAGE III
Tariefverlagingen bij invoer in Noorwegen van producten van oorsprong uit de Europese Unie
Noors douanetarief |
Omschrijving |
Nieuw ad-valoremrecht |
Nieuw specifiek recht (NOK/kg) |
0209 00 00 |
Varkensvet |
|
10,50 |
0602 10 21 |
Begonia's, alle soorten |
10 % |
|
0602 10 24 |
Pelargonium |
15 % |
|
0602 90 62 |
Asplenium |
15 % |
|
0602 90 67 |
Begonia's, alle soorten |
30 % |
|
0603 11 20 |
Rozen (van 1 april tot en met 31 oktober) |
150 % |
|
0603 14 20 |
Chrysanten (van 16 maart tot en met 14 december) |
150 % |
|
0603 19 10 |
Gemengde boeketten enz. bevattende bloemen die zijn ingedeeld onder de goederencodes 06.03.1110 tot en met 06.03.1420, maar wanneer deze bloemen de boeketten niet hun essentiële karakter verlenen (niettemin blijven de planten die gespecificeerd zijn onder goederencodes 06.03.1921 tot en met 06.03.1998 onder hun respectieve codenummers ingedeeld) |
150 % |
|
0603 19 92 |
Tulpen (van 1 juni tot en met 30 april) |
150 % |
|
0603 19 93 |
Lelie |
150 % |
|
0603 19 94 |
Argyranthemum (van 1 mei tot en met 31 oktober) |
150 % |
|
0603 19 95 |
Gypsophila |
150 % |
|
0603 19 96 |
Alstroemeria |
150 % |
|
ex 0707 00 90 |
Augurken (van 1 januari tot en met 30 juni) |
|
1,60 |
2008 99 01 |
Appelen |
|
5,75 |
2009 80 91 |
Frambozensap |
|
14,50 |
2009 80 92 |
Aardbeiensap |
|
14,50 |
BIJLAGE IV
Rechtenvrije toegang bij invoer in de Europese Unie van producten van oorsprong uit Noorwegen
GN-code |
Omschrijving |
Hoofdstuk 2: Vlees en eetbare slachtafvallen |
|
0208 |
Ander vlees en andere eetbare slachtafvallen, vers, gekoeld of bevroren |
0208 90 70 |
Kikkerbilletjes |
Hoofdstuk 5: Andere producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen |
|
0511 |
Producten van dierlijke oorsprong, niet elders genoemd noch elders onder begrepen; dode dieren van de soorten bedoeld bij hoofdstuk 1 of 3, niet geschikt voor menselijke consumptie |
0511 99 39 |
Producten van dierlijke oorsprong, niet elders genoemd noch elders onder begrepen; dode dieren van de soorten bedoeld bij hoofdstuk 1 of 3, niet geschikt voor menselijke consumptie; andere dan rundersperma; andere dan producten van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren; dode dieren van de soorten bedoeld bij hoofdstuk 3; andere dan pezen en zenen, snippers en dergelijk afval van ongelooide huiden of vellen; andere dan echte sponsen; andere dan ruw |
Hoofdstuk 6: Levende planten en producten van de bloementeelt |
|
0601 |
Bollen, knollen en wortelstokken, ook indien in blad of in bloei; cichoreiplanten en -wortels, andere dan die bedoeld bij post 1212. |
0601 10 10 |
Hyacinten |
0601 10 20 |
Narcissen |
0601 10 30 |
Tulpen |
0601 10 40 |
Gladiolen |
0601 10 90 |
Andere bollen, knollen en wortelstokken, in rusttoestand: |
0601 20 30 |
Orchideeën, hyacinten, narcissen en tulpen |
0601 20 90 |
Andere bollen, knollen en wortelstokken, in blad of in bloei |
0602 |
Andere levende planten (wortels daaronder begrepen), stekken en enten; champignonbroed |
0602 90 10 |
Champignonbroed |
0602 90 41 |
Woudbomen |
0602 90 50 |
Andere planten voor de open grond |
0602 90 91 |
Bloeiende planten (in knop of bloem), met uitzondering van cactussen |
0602 90 99 |
Andere |
0604 |
Loof, bladeren, twijgen, takken en andere delen van planten, zonder bloemen, bloesems of bloemknoppen, alsmede grassen, mossen en korstmossen, voor bloemstukken of voor versiering, vers, gedroogd, gebleekt, geverfd, geïmpregneerd of op andere wijze geprepareerd: |
0604 10 90 |
Mossen en korstmossen, andere dan rendiermos |
0604 91 20 |
Kerstbomen |
0604 91 40 |
Takken en twijgen van naaldbomen |
0604 99 90 |
Loof, bladeren, twijgen, takken en andere delen van planten, zonder bloemen, bloesems of bloemknoppen, alsmede grassen, vers, voor boeketten of sierdoeleinden (m.u.v. kerstbomen en takken en twijgen van naaldbomen) |
Hoofdstuk 7: Groenten, planten, wortels en knollen, voor voedingsdoeleinden |
|
0703 |
Uien, sjalotten, knoflook, prei en andere eetbare looksoorten, vers of gekoeld |
0703 90 00 |
Prei en andere eetbare looksoorten |
0704 |
Rode kool, wittekool, bloemkool, spruitjes, koolrabi, boerenkool en dergelijke eetbare kool van het geslacht „Brassica”, vers of gekoeld |
ex 0704 10 00 |
Broccoli, vers of gekoeld |
0704 90 10 |
Witte kool en rode kool |
0704 90 90 |
Koolrabi, boerenkool en dergelijke eetbare kool van het geslacht Brassica, vers of gekoeld (m.u.v. bloemkool, spruitjes, wittekool en rode kool) |
0705 |
Sla (Lactuca sativa), andijvie, witlof en andere cichoreigroenten (Cichorium spp.), vers of gekoeld |
0705 29 00 |
Andere cichoreigroenten dan witlof |
0708 |
Peulgroenten, ook indien gedopt, vers of gekoeld |
0708 90 00 |
Andere peulgroenten dan erwten en bonen |
0709 |
Andere groenten, vers of gekoeld |
0709 40 00 |
Selderij, andere dan knolselderij |
0709 70 00 |
Spinazie, Nieuw-Zeelandse spinazie en tuinmelde |
0710 |
Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren: |
071030.00 |
Spinazie, Nieuw-Zeelandse spinazie en tuinmelde, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren |
0710 80 61 |
Paddenstoelen van het geslacht Agaricus |
0710 80 69 |
Andere paddenstoelen |
0710 80 80 |
Artisjokken |
0710 80 85 |
Asperges |
ex 0710 80 95 |
Broccoli, bevroren |
0712 |
Gedroogde groenten, ook indien in stukken of in schijven gesneden, dan wel fijngemaakt of in poedervorm, doch niet op andere wijze bereid |
0712 20 00 |
Uien |
0712 31 00 |
Paddenstoelen van het geslacht Agaricus |
0712 32 00 |
Judasoren (Auricularia spp.) |
0712 33 00 |
Trilzwammen (Tremella spp.) |
0712 39 00 |
Andere gedroogde paddenstoelen, andere dan van het geslacht Agaricus |
0713 |
Gedroogde zaden van peulgroenten, ook indien gepeld (bijvoorbeeld spliterwten) |
0713 50 00 |
Tuinbonen (Vicia faba var. major), paardenbonen (Vicia faba var. equina) en duivenbonen (Vicia faba var. minor) |
0713.9000 |
Gedroogde en gepelde peulgroenten, ook indien gepeld (bijvoorbeeld spliterwten) (m.u.v. erwten, kekers, bonen, linzen, tuinbonen en paardenbonen) |
0714 |
Maniokwortel, arrowroot (pijlwortel), salepwortel, aardperen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke wortels en knollen met een hoog gehalte aan zetmeel of aan inuline, vers, gekoeld, bevroren of gedroogd, ook indien in stukken of in pellets; merg van de sagopalm |
0714 10 91 |
Maniokwortel, voor menselijke consumptie gebruikte types in onmiddellijke verpakkingen met een netto-inhoud van niet meer dan 28 kg, hetzij vers en in hun geheel, hetzij bevroren en zonder schil, ook indien in stukken gesneden |
0714 10 98 |
Maniokwortel: andere |
0714 20 10 |
Bataten (zoete aardappelen); vers, geheel, bestemd voor menselijke consumptie |
0714 20 90 |
Bataten (zoete aardappelen); andere |
Hoofdstuk 8: Eetbaar fruit; schillen van citrusvruchten en van meloenen |
|
0802 |
Andere noten, vers of gedroogd, ook zonder dop of schaal, al dan niet gepeld |
0802 40 00 |
Kastanjes (Castanea spp.) |
0802 50 00 |
Pistaches |
0802 60 00 |
Macadamianoten |
0802 90 50 |
Pijnboompitten |
0802 90 85 |
Andere noten dan amandelen, hazelnoten, walnoten, kastanjes, pistaches, macadamianoten, pecannoten en pijnboompitten |
0804 |
Dadels, vijgen, ananassen, advocaten (avocado's), guaves, manga's en manggistans, vers of gedroogd |
0804 10 00 |
Dadels |
0804 20 10 |
Verse vijgen |
0805 |
Citrusvruchten, vers of gedroogd |
0805 40 00 |
Pompelmoezen en pomelo's |
0805 90 00 |
Citrusvruchten, andere dan sinaasappelen, mandarijnen (tangerines en satsuma's daaronder begrepen), clementines, wilkings en dergelijke kruisingen van citrusvruchten, pompelmoezen en pomelo's, citroenen en lemmetjes |
0806 |
Druiven, rozijnen en krenten |
0806 10 10 (11) |
Tafeldruiven |
0806 10 90 |
Andere verse druiven |
0808 |
Appelen, peren, kweeperen, vers |
0808 20 90 |
Kweeperen |
0809 |
Abrikozen, kersen, perziken (nectarines daaronder begrepen), pruimen en sleepruimen, vers: |
0809 40 90 |
Sleepruimen |
0810 |
Ander fruit, vers |
0810 20 90 |
Bramen, moerbeien en loganbessen |
0810 40 30 |
Blauwe bosbessen (vruchten van de Vaccinium myrtillus) |
0810 40 50 |
Vruchten van de Vaccinium macrocarpon en van de Vaccinium corymbosum |
0810 40 90 |
Veenbessen, bosbessen en andere vruchten van het geslacht Vaccinium, andere dan vruchten van de Vaccinium vitis-idaea, Vaccinium myrtillus, Vaccinium macrocarpon en Vaccinium corymbosum |
0810 60 00 |
Doerians |
0810 90 50 |
Zwarte aalbessen |
0810 90 60 |
Rode aalbessen |
0810 90 70 |
Witte aalbessen en kruisbessen, vers |
0810 90 95 |
Vruchten, vers, geschikt voor menselijke consumptie (m.u.v. noten, bananen, dadels, vijgen, ananassen, avocado's, guaves, mango's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, nangka's (jackfruit), lychees, sapodilla's, passievruchten, carambola's, pitahaya's, citrusvruchten, druiven, meloenen) |
0811 |
Vruchten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, al dan niet met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen |
0811 90 95 |
Rode bosbessen, kruipbramen, bosbessen, bevroren |
Hoofdstuk 9: Koffie, thee, maté en specerijen |
|
0904 |
Peper van het geslacht Piper; vruchten van de geslachten Capsicum en Pimenta, gedroogd, fijngemaakt of gemalen |
0904 12 00 |
Peper van het geslacht Piper, fijngemaakt of gemalen |
0904 20 10 |
Niet-scherpsmakende pepers, niet fijngemaakt en niet gemalen |
0904 20 90 |
Vruchten van de geslachten Capsicum en Pimenta, fijngemaakt of gemalen |
0905 |
Vanille |
0905 00 00 |
Vanille |
0907 |
Kruidnagels, moernagels en kruidnagelstelen |
0907 00 00 |
Kruidnagels, moernagels en kruidnagelstelen |
0910 |
Gember, saffraan, kurkuma, tijm, laurierbladeren, kerrie en andere specerijen |
0910 20 90 |
Saffraan, fijngemaakt of gemalen |
0910 91 90 |
Mengsels van diverse specerijen, fijngemaakt of gemalen |
0910 99 33 |
Wilde tijm, thymus serpyllum (niet fijngemaakt of gemalen) |
0910 99 39 |
Tijm (niet fijngemaakt en niet gemalen en m.u.v. wilde tijm (thymus serpyllum)) |
0910 99 50 |
Laurierbladeren |
0910 99 99 |
Specerijen, fijngemaakt of gemalen (m.u.v. peper van het geslacht Piper; vruchten van de geslachten Capsicum en Pimenta; vanille; kaneel, kaneelknoppen; kruidnagels, moernagels, kruidnagelstelen; muskaatnoten, foelie, amomen, kardemom; anijszaad, steranijszaad, venkelzaad, korianderzaad, komijnzaad, karwijzaad; jeneverbessen; gember, saffraan, kurkuma, tijm, laurierbladeren, kerrie; fenegriekzaad; mengsels van diverse specerijen) |
Hoofdstuk 11: Producten van de meelindustrie; mout; zetmeel; inuline; tarwegluten |
|
1104 |
Op andere wijze bewerkte granen (bijvoorbeeld gepeld, geplet, in vlokken, gepareld, gesneden of gebroken); graankiemen, ook indien geplet, in vlokken of gemalen (m.u.v. meel van granen, m.u.v. gedopte rijst, halfwitte of volwitte rijst en breukrijst) |
1104 29 01 |
Granen van gerst, gepeld |
1104 29 03 |
Granen van gerst, gepeld en gesneden of gebroken (grutten) |
1104 29 05 |
Granen van gerst, gepareld |
1104 29 07 |
Granen van gerst, enkel gebroken |
1104 29 09 |
Granen van gerst (andere dan gepeld, gepeld en gesneden of gebroken (grutten), gepareld of enkel gebroken) |
1104 29 11 |
Granen van tarwe, gepeld |
1104 29 18 |
Granen, gepeld, (m.u.v. granen van gerst, van haver, van mais, van rijst en van tarwe) |
1104 29 30 |
Granen, gepareld (m.u.v. granen van gerst, van haver, van mais en van rijst) |
1104 29 51 |
Granen van tarwe, enkel gebroken |
1104 29 55 |
Granen van rogge, enkel gebroken |
1104 29 59 |
Granen, enkel gebroken (andere dan granen van gerst, van haver, van mais, van tarwe en van rogge) |
1104 29 81 |
Granen van tarwe (andere dan gepeld, gesneden of gebroken, gepareld of enkel gebroken) |
1104 29 85 |
Granen van rogge (andere dan gepeld, al dan niet gesneden of gebroken; gepareld of enkel gebroken) |
1104 29 89 |
Granen (andere dan granen van gerst, van haver, van mais, van tarwe, van rogge, gepeld, gesneden of gebroken, gepareld, enkel gebroken) |
1106 |
Meel, gries en poeder, van gedroogde zaden van peulgroenten bedoeld bij post 0713, van sago en van wortels of knollen bedoeld bij post 0714 en van vruchten bedoeld bij hoofdstuk 8 |
1106 10 00 |
Meel, gries en poeder van erwten, kekers, bonen, linzen en andere gedroogde zaden van peulgroenten bedoeld bij post 0713 |
1106 30 10 |
Meel, gries en poeder van bananen |
1106 30 90 |
Meel, gries en poeder van producten bedoeld bij hoofdstuk 8 „Fruit; schillen van citrusvruchten en van meloenen” (andere dan bananen) |
1108 |
Zetmeel; inuline |
1108 11 00 |
Tarwezetmeel |
1108 12 00 |
Maiszetmeel |
1108 14 00 |
Maniokzetmeel (cassave) |
1108 19 10 |
Rijstzetmeel |
1108 19 90 |
Zetmeel (niet van tarwe, mais, aardappelen, maniok of rijst) |
1108 20 00 |
Inuline |
1109 |
Tarwegluten, ook indien gedroogd |
1109 00 00 |
Tarwegluten, ook indien gedroogd |
Hoofdstuk 12: Oliehoudende zaden en vruchten; allerlei zaden, zaadgoed en vruchten; planten voor industrieel en geneeskundig gebruik; stro en voeder |
|
1209 |
Zaaigoed, sporen daaronder begrepen |
1209 10 00 |
Suikerbietenzaad |
1209 91 10 |
Koolrabizaad, Brassica oleracea, var. caulorapa en gongylodes L., voor zaaidoeleinden |
1209 91 30 |
Rodebietenzaad, „Beta vulgaris var. conditiva”, voor zaaidoeleinden |
1209 91 90 |
Zaaizaad van groenten (m.u.v. koolrabizaad, Brassica oleracea, var. caulorapa en gongylodes L.) |
1210 |
Hopbellen, vers of gedroogd, ook indien fijngemaakt, gemalen of in pellets; lupuline |
1210 10 00 |
Hopbellen, vers of gedroogd (m.u.v. fijngemaakte en gemalen hopbellen; hopbellen in pellets) |
1210 20 10 |
Hopbellen, fijngemaakt, gemalen of in pellets, met lupuline verrijkt; lupuline |
1210 20 90 |
Hopbellen, fijngemaakt, gemalen of in pellets, (niet met lupuline verrijkt) |
Hoofdstuk 13: Gommen, harsen en andere plantensappen en plantenextracten |
|
1302 |
Opium, vanille-oleohars en andere uit plantaardige producten verkregen plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd |
1302 19 05 |
Vanille-oleohars |
Hoofdstuk 15: Vetten en oliën (dierlijke en plantaardige) en dissociatieproducten daarvan; bewerkt spijsvet; was van dierlijke of van plantaardige oorsprong |
|
1502 |
Rund-, schapen- of geitenvet, andere dan dat bedoeld bij post 1503 |
1502 00 90 |
Rund-, schapen- of geitenvet (m.u.v. dat bestemd voor industrieel, technisch gebruik; varkensstearine, spekolie, oleostearine, oleomargarine en talkolie, niet geëmulgeerd, niet vermengd, noch op andere wijze bereid) |
1503 |
Varkensstearine, spekolie, oleostearine, oleomargarine en talkolie, niet geëmulgeerd, niet vermengd, noch op andere wijze bereid |
1503 00 19 |
Varkensstearine en oleostearine, niet geëmulgeerd, niet vermengd, noch op andere wijze bereid (m.u.v. bestemd voor industrieel gebruik) |
1503 00 90 |
Spekolie, oleomargarine en talkolie, niet geëmulgeerd, niet vermengd, noch op andere wijze bereid (m.u.v. talkolie voor technisch gebruik in de industrie) |
1504 |
Vetten en oliën, van vis of van zeezoogdieren, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd |
1504 10 10 |
Oliën uit vislevers en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, met een gehalte aan vitamine A van ≤ 2 500 internationale eenheden per gram |
1504 10 99 |
Vetten en oliën van vis, alsmede vloeibare fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd (m.u.v. oliën uit vislevers) |
1505 |
Wolvet en daaruit verkregen vetstoffen |
1505 00 10 |
Ruw wolvet |
1507 |
Sojaolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd |
1507 10 10 |
Sojaolie, ruw, ook indien ontgomd, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. gebruik voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie) |
1507 10 90 |
Sojaolie, ruw, ook indien ontgomd (m.u.v. olie voor technisch of industrieel gebruik) |
1507 90 10 |
Sojaolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. gebruik voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie en m.u.v. ruwe sojaolie) |
1507 90 90 |
Sojaolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd (m.u.v. olie voor technisch of industrieel gebruik en m.u.v. ruwe sojaolie) |
1508 |
Grondnotenolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd |
1508 10 90 |
Grondnotenolie, ruw (m.u.v. olie voor technisch of industrieel gebruik) |
1508 90 10 |
Grondnotenolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. gebruik voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie en m.u.v. ruwe grondnotenolie) |
1508 90 90 |
Grondnotenolie en fracties daarvan, geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd (m.u.v. olie voor technisch of industrieel gebruik) |
1509 |
Olijfolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd |
1509 10 10 |
Lampolie |
1509 10 90 |
Olijfolie, uitsluitend door middel van mechanische of fysische procedés en zonder aantasting van de kwaliteit van de olie uit de vruchten van de olijfboom verkregen, ruw (m.u.v. lampolie) |
1509 90 00 |
Olijfolie en fracties daarvan, uitsluitend door middel van mechanische of fysische procedés en zonder aantasting van de kwaliteit van de olie uit de vruchten van de olijfboom verkregen, behandeld, doch chemisch ongewijzigd |
1510 |
Andere olie en fracties daarvan, uitsluitend verkregen uit olijven, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd, mengsels daarvan met olijfolie of fracties daarvan, bedoeld bij post 1509, daaronder begrepen |
1510 00 10 |
Ruwe olie |
1510 00 90 |
Andere |
1511 |
Palmolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd |
1511 10 90 |
Palmolie, ruw (m.u.v. olie voor technisch of industrieel gebruik) |
1511 90 11 |
Fracties van palmolie, vast, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg |
1511 90 19 |
Fracties van palmolie, vast, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg of op andere wijze opgemaakt |
1511 90 91 |
Palmolie en vloeibare fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie en m.u.v. ruwe palmolie) |
1511 90 99 |
Palmolie en vloeibare fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd (m.u.v. voor technisch en industrieel technisch gebruik en m.u.v. ruwe palmolie) |
1512 |
Zonnebloemzaad-, saffloer- en katoenzaadolie, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd |
1512 11 10 |
Zonnebloemzaad- en saffloerolie, ruw, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie) |
1512 11 91 |
Zonnebloemzaadolie, ruw (m.u.v. olie voor technisch of industrieel gebruik) |
1512 11 99 |
Saffloerolie, ruw (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik) |
1512 19 10 |
Zonnebloemzaad- en saffloerolie, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie en m.u.v. ruwe olie) |
1512 19 90 |
Zonnebloemzaadolie en saffloerolie, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd (m.u.v. die voor technisch of industrieel gebruik en m.u.v. ruwe olie) |
1512 21 10 |
Katoenzaadolie, ruw, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie) |
1512 21 90 |
Katoenzaadolie, ruw, (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik) |
1512 29 10 |
Katoenzaadolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie en m.u.v. ruwe katoenzaadolie) |
1512 29 90 |
Katoenzaadolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik en m.u.v. ruwe katoenzaadolie) |
1513 |
Kokosolie (kopraolie), palmpitten- en babassunotenolie, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd |
1513 11 10 |
Kokosolie „kopraolie”, ruw, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie) |
1513 11 91 |
Kokosolie „kopraolie”, ruw, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik) |
1513 11 99 |
Kokosolie „kopraolie”, ruw, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik) |
1513 19 11 |
Fracties van kokosolie „kopraolie”, vast, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg |
1513 19 19 |
Fracties van kokosolie „kopraolie”, vast, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg |
1513 19 30 |
Kokosolie „kopraolie” en vloeibare fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie en m.u.v. ruwe kokosolie) |
1513 19 91 |
Kokosolie „kopraolie” en vloeibare fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik en m.u.v. ruwe kokosolie) |
1513 19 99 |
Kokosolie „kopraolie” en vloeibare fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik en m.u.v. ruwe kokosolie) |
1513 21 10 |
Palmpittenolie en babassunotenolie, ruw, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie) |
1513 21 30 |
Palmpittenolie en babassunotenolie, ruw, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik) |
1513 21 90 |
Palmpitten- en babassunotenolie, ruw, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg (m.u.v. die bestemd voor technisch of industrieel gebruik) |
1513 29 11 |
Fracties van palmpitten- en babassunotenolie, vast, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg |
1513 29 19 |
Fracties van palmpitten- en babassunotenolie, vast, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg |
1513 29 30 |
Palmpitten- en babassunotenolie en vloeibare fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie en m.u.v. ruwe olie) |
1513 29 50 |
Palmpitten- en babassunotenolie en vloeibare fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik en m.u.v. ruwe olie) |
1513 29 90 |
Palmpitten- en babassunotenolie en vloeibare fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg of op andere wijze opgemaakt (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik en m.u.v. ruwe olie) |
1514 |
Koolzaad-, raapzaad- en mosterdzaadolie, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd |
1514 11 10 |
Koolzaad- en raapzaadolie, met een laag gehalte aan erucazuur „vaste olie met een gehalte aan erucazuur van < 2 %”, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. die voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie) |
1514 11 90 |
Koolzaad- en raapzaadolie, met een laag gehalte aan erucazuur „vaste olie met een gehalte aan erucazuur van < 2 %”, ruw (m.u.v. die voor technisch of industrieel gebruik) |
1514 19 10 |
Koolzaad- en raapzaadolie, met een laag gehalte aan erucazuur „vaste olie met een gehalte aan erucazuur van < 2 %”, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. die voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie en m.u.v. ruwe olie) |
1514 19 90 |
Koolzaad- en raapzaadolie, met een laag gehalte aan erucazuur „vaste olie met een gehalte aan erucazuur van < 2 %”, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd (m.u.v. die voor technisch of industrieel gebruik en m.u.v. ruwe olie) |
1514 91 10 |
Koolzaad- en raapzaadolie, met een hoog gehalte aan erucazuur „vaste olie met een gehalte aan erucazuur van ≥ 2 %” en mosterdzaadolie, ruw, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. die voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie) |
1514 91 90 |
Koolzaad- en raapzaadolie, met een hoog gehalte aan erucazuur „vaste olie met een gehalte aan erucazuur van ≥ 2 %” en mosterdzaadolie, ruw (m.u.v. die voor technisch of industrieel gebruik) |
1514 99 10 |
Koolzaad- en raapzaadolie, met een hoog gehalte aan erucazuur „vaste olie met een gehalte aan erucazuur van ≥ 2 %” en mosterdzaadolie, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. die voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie en m.u.v. ruwe olie) |
1514 99 90 |
Koolzaad- en raapzaadolie, met een hoog gehalte aan erucazuur „vaste olie met een gehalte aan erucazuur van ≥ 2 %” en mosterdzaadolie, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd (m.u.v. die voor technisch of industrieel gebruik en m.u.v. ruwe olie) |
1515 |
Andere plantaardige vetten en vette oliën (jojobaolie daaronder begrepen), alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd |
1515 11 00 |
Ruwe lijnolie |
1515 19 10 |
Lijnolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie en m.u.v. ruwe olie) |
1515 19 90 |
Lijnolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik en m.u.v. ruwe olie) |
1515 21 10 |
Maisolie, ruw, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie) |
1515 21 90 |
Maisolie, ruw (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik) |
1515 29 10 |
Maisolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, voor industrieel gebruik (m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie en m.u.v. ruwe olie) |
1515 29 90 |
Maisolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd (m.u.v. voor industrieel gebruik en m.u.v. ruwe olie) |
1515 30 90 |
Ricinusolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd (m.u.v. olie voor de vervaardiging van amino-undekaanzuur hetwelk is bestemd voor de vervaardiging van synthetische textielvezels en van kunststof) |
1515 50 11 |
Sesamolie, ruw, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie) |
1515 50 19 |
Sesamolie, ruw (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik) |
1515 50 91 |
Sesamolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. ruwe olie) |
1515 50 99 |
Sesamolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik en m.u.v. ruwe olie) |
1515 90 29 |
Tabakszaadolie, ruw (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik) |
1515 90 39 |
Tabakszaadolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik en m.u.v. ruwe olie) |
1515 90 40 |
Plantaardige vetten en vette oliën, ruw, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie en m.u.v. sojaolie, grondnotenolie, olijfolie, palmolie, babassunotenolie, raapzaad-, koolzaad-, mosterdzaadolie, lijnolie, maisolie, ricinusolie, tungolie, sesamolie, jojobaolie, oiticicaolie, myricawas, japanwas en tabakszaadolie) |
1515 90 51 |
Plantaardige vetten en vette oliën, ruw, vast, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik en m.u.v. sojaolie, grondnotenolie, olijfolie, palmolie, zonnebloempittenolie, saffloerolie, katoenzaadolie, kokosolie „kopraolie”, palmpittenolie, babassunotenolie, raapzaad-, koolzaad- en mosterdzaadolie, lijnolie, maisolie, ricinusolie, tungolie, sesamolie, jojobaolie, oiticicaolie, myricawas, japanwas en tabakszaadolie) |
1515 90 59 |
Plantaardige vetten en vette oliën, ruw, vast of vloeibaar (m.u.v. plantaardige vetten en vette oliën, vast, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg, m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik en m.u.v. sojaolie, grondnotenolie, olijfolie, palmolie, zonnebloempittenolie, saffloerolie, katoenzaadolie, kokosolie „kopraolie”, palmpittenolie, babassunotenolie, raapzaad-, koolzaad- en mosterdzaadolie, lijnolie, maiskiemolie, ricinusolie, tungolie, sesamolie, jojobaolie, oiticicaolie, myricawas, japanwas en tabakszaadolie) |
1515 90 60 |
Plantaardige vetten en vette oliën, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. ruwe oliën, m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie en m.u.v. sojaolie, grondnotenolie, olijfolie, palmolie, babassunotenolie, raapzaad-, koolzaad-, mosterdzaadolie, lijnolie, maiskiemolie, ricinusolie, tungolie, sesamolie, jojobaolie, oiticicaolie, myricawas, japanwas en tabakszaadolie) |
1515 90 91 |
Plantaardige vetten en vette oliën, vast, fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg, n.e.g. (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik en m.u.v. ruwe vetten en oliën) |
1515 90 99 |
Plantaardige vetten en vette oliën, vast, fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg, n.e.g. (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik en m.u.v. ruwe vetten en oliën) |
1516 |
Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid |
1516 10 10 |
Dierlijke vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg (m.u.v. vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, verder bereid) |
1516 10 90 |
Dierlijke vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, maar niet verder bereid, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg of op andere wijze opgemaakt |
1516 20 91 |
Plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg (m.u.v. ricinusolie, gehydrogeneerd, zogenaamde „opal wax” en verder bereid) |
1516 20 95 |
Koolzaad- en raapzaadolie, lijnolie, zonnebloemzaadolie, illipenotenolie, kariténotenolie, makoreolie, touloucounazadenolie en babassunotenolie, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, voor technisch of industrieel gebruik, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg of op andere wijze gepresenteerd (m.u.v. die voor de levensmiddelenfabricage) |
1516 20 96 |
Grondnotenolie, katoenzaadolie, sojaolie en zonnebloemzaadolie, alsmede fracties daarvan (m.u.v. die bedoeld bij onderverdeling 1516.20.95); andere oliën alsmede fracties daarvan, met een gehalte aan vrije vetzuren van < 50 gewichtspercenten, in onmiddellijke verpakkingen met een nettogewicht van > 1 kg of op andere wijze gepresenteerd (m.u.v. palmpittenolie, illipenotenolie, kokosolie, koolzaad- en raapzaadolie, kopaivaolie en oliën bedoeld bij onderverdeling 1516.20.95) |
1516 20 98 |
Plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg of op andere wijze gepresenteerd (m.u.v. vetten en oliën, fracties daarvan, die verder zijn bereid; ricinusolie, gehydrogeneerd en oliën bedoeld bij onderverdeling 1516.20.95 en 1516.20.96) |
1517 |
Margarine; mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten en oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 1516: |
1517 90 91 |
Mengsels van plantaardige oliën, vloeibaar, voor menselijke consumptie, met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van ≤ 10 gewichtspercenten (m.u.v. oliën, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, „ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid” en mengsels van olijfolie) |
1517 90 99 |
Mengsels en bereidingen van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën, voor menselijke consumptie, met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van ≤ 10 % (m.u.v. mengsels van plantaardige oliën, vloeibaar, mengsels en bereidingen van de soorten gebruikt als preparaten voor het insmeren van bakvormen en m.u.v. vaste margarine) |
1518 |
Standolie en andere dierlijke of plantaardige oliën, alsmede fracties daarvan, gekookt, geoxideerd, gedehydreerd, gezwaveld, geblazen of op andere wijze chemisch gewijzigd, andere dan die bedoeld bij post 1516; mengsels en bereidingen van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, niet geschikt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen: |
1518 00 31 |
Mengsels van plantaardige oliën, vloeibaar, niet geschikt voor menselijke consumptie, n.e.g., voor technisch of industrieel gebruik, ruw (m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie) |
1518 00 39 |
Mengsels van plantaardige oliën, vloeibaar, niet geschikt voor menselijke consumptie, n.e.g., voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. ruwe oliën en m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie) |
1518 00 91 |
Standolie en andere dierlijke of plantaardige oliën, alsmede fracties daarvan, gekookt, geoxideerd, gedehydreerd, gezwaveld, geblazen of op andere wijze chemisch gewijzigd, andere dan die bedoeld bij post 1516 |
1518 00 95 |
Mengsels en bereidingen van dierlijke vetten en oliën of van dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, niet geschikt voor menselijke consumptie |
1518 00 99 |
Andere |
Hoofdstuk 16: Bereidingen van vlees, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren |
|
1602 |
Bereidingen en conserven van vlees, van slachtafvallen of van bloed (m.u.v. worst van alle soorten en m.u.v. extracten en sappen van vlees) |
1602 20 10 |
Van levers van ganzen of van eenden |
1603 |
Extracten en sappen van vlees, van vis, van schaaldieren, van weekdieren en van andere ongewervelde waterdieren |
1603 00 10 |
Extracten en sappen van vlees, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg |
Hoofdstuk 20: Bereidingen van groenten, van vruchten en van andere plantendelen |
|
2003 |
Paddenstoelen en truffels, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur |
2003 20 00 |
Truffels, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur |
2003 90 00 |
Paddenstoelen, andere dan van het geslacht Agaricus, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur |
2005 |
Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006: |
2005 40 00 |
Erwten (Pisum sativum), op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan voor voederdoeleinden |
2005 91 00 |
Bamboescheuten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren |
2008 |
Vruchten, noten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen |
2008 19 11 |
Kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten en macadamianoten, incl. mengsels met een gehalte aan guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's, pitahaya's, kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten en macadamianoten van ≥ 50 gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg (m.u.v. die gekonfijt met suiker) |
2008 19 13 |
Amandelen en pimpernoten „pistaches”, gebrand, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg |
2008 19 19 |
Noten en andere zaden, incl. mengsels, bereid of verduurzaamd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg (m.u.v. die bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur; die gekonfijt met suiker, maar niet in stroop ingemaakt; jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven verkregen; grondnoten; gebrande amandelen en pimpernoten „pistaches”; kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten en macadamianoten, incl. mengsels daarvan met een gehalte aan tropische noten en tropische vruchten van ≥ 50 gewichtspercenten) |
2008 19 91 |
Kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten en macadamianoten, incl. mengsels met een gehalte aan guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's, pitahaya's, kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten en macadamianoten van ≥ 50 gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg, n.e.g. |
2008 19 93 |
Amandelen en pimpernoten „pistaches”, gebrand, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg |
2008 19 95 |
Noten, gebrand, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg (m.u.v. grondnoten; amandelen en pimpernoten „pistaches”; kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten, macadamianoten) |
2008 19 99 |
Noten en andere zaden, incl. mengsels, bereid of verduurzaamd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg (m.u.v. die bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur; die gekonfijt met suiker, maar niet in stroop ingemaakt; jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven verkregen; grondnoten; gebrande noten; kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten en macadamianoten, incl. mengsels met een gehalte aan deze tropische noten en tropische vruchten van ≥ 50 gewichtspercenten) |
2008 92 12 |
Mengsels van guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's en pitahaya's, incl. mengsels met een gehalte aan deze vruchten en kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten en macadamianoten van ≥ 50 gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd, met toegevoegde alcohol, met een suikergehalte van > 9 gewichtspercenten en met een effectief alcohol-massagehalte van ≤ 11,85 % mas |
2008 92 14 |
Mengsels van vruchten of van andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd, met toegevoegde alcohol, met een suikergehalte van > 9 gewichtspercenten en met een effectief alcohol-massagehalte van ≤ 11,85 % mas (m.u.v. mengsels van noten, tropische vruchten en tropische vruchten/noten overeenkomstig aanvullende aantekeningen [GN] 7 en 8 bij hoofdstuk 20 met een gehalte van ≥ 50 gewichtspercenten; mengsels van grondnoten en andere zaden) |
2008 92 16 |
Mengsels van guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's en pitahaya's, incl. mengsels met een gehalte aan deze vruchten en kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten en macadamianoten van ≥ 50 gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd, met toegevoegde alcohol, met een suikergehalte van > 9 gewichtspercenten en met een effectief alcohol-massagehalte van > 11,85 % mas |
2008 92 18 |
Mengsels van vruchten of van andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd, met toegevoegde alcohol, met een suikergehalte van > 9 gewichtspercenten en met een effectief alcohol-massagehalte van > 11,85 % mas (m.u.v. mengsels van noten, tropische vruchten en tropische vruchten/noten overeenkomstig aanvullende aantekeningen [GN] 7 en 8 bij hoofdstuk 20 met een gehalte van ≥ 50 gewichtspercenten; mengsels van grondnoten en andere zaden) |
2008 92 32 |
Mengsels van guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's en pitahaya's, incl. mengsels met een gehalte aan deze vruchten en kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten en macadamianoten van ≥ 50 gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd, met toegevoegde alcohol, met een effectief alcohol-massagehalte van ≤ 11,85 % mas (m.u.v. die met een suikergehalte van > 9 gewichtspercenten) |
2008 92 34 |
Mengsels van vruchten of van andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd, met toegevoegde alcohol, en met een effectief alcohol-massagehalte van ≤ 11,85 % mas (m.u.v. met een suikergehalte van > 9 gewichtspercenten, mengsels van noten, tropische vruchten en tropische vruchten/noten overeenkomstig aanvullende aantekeningen [GN] 7 en 8 bij hoofdstuk 20 met een gehalte van ≥ 50 gewichtspercenten; mengsels van grondnoten en andere zaden) |
2008 92 36 |
Mengsels van guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's en pitahaya's, incl. mengsels met een gehalte aan deze vruchten en kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten en macadamianoten van ≥ 50 gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd, met toegevoegde alcohol, met een effectief alcohol-massagehalte van > 11,85 % mas (m.u.v. die met een suikergehalte van > 9 gewichtspercenten) |
2008 92 38 |
Mengsels van vruchten of van andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd, met toegevoegde alcohol, en met een effectief alcohol-massagehalte van > 11,85 % mas (m.u.v. met een suikergehalte van > 9 gewichtspercenten, mengsels van noten, tropische vruchten en tropische vruchten/noten overeenkomstig aanvullende aantekeningen [GN] 7 en 8 bij hoofdstuk 20 met een gehalte van ≥ 50 gewichtspercenten; mengsels van grondnoten en andere zaden) |
2008 92 51 |
Mengsels van guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's en pitahaya's, incl. mengsels met een gehalte aan deze vruchten en kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten en macadamianoten van ≥ 50 gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde alcohol, doch met toegevoegde suiker, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg |
2008 92 59 |
Mengsels van vruchten of van andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde alcohol, doch met toegevoegde suiker, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg (m.u.v. mengsels van noten, tropische vruchten en tropische vruchten/noten overeenkomstig aanvullende aantekeningen [GN] 7 en 8 bij hoofdstuk 20, met een gehalte van ≥ 50 gewichtspercenten; grondnoten en andere zaden; bereidingen van de soort „muesli” op basis van niet-geroosterde graanvlokken bedoeld bij onderverdeling 1904.20.10) |
2008 92 72 |
Mengsels van guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's en pitahaya's, incl. mengsels met een gehalte aan deze vruchten en kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten en macadamianoten van ≥ 50 gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde alcohol, doch met toegevoegde suiker, waarin het gewicht van geen van de daarin aanwezige vruchtensoorten > 50 gewichtspercenten van het totaal gewicht van de vruchten is, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg |
2008 92 74 |
Mengsels van vruchten waarin het gewicht van geen van de daarin aanwezige vruchtensoorten > 50 gewichtspercenten van het totale gewicht van de vruchten is, bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde alcohol, doch met toegevoegde suiker, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg (m.u.v. mengsels van noten, tropische vruchten en tropische vruchten/noten overeenkomstig aanvullende aantekeningen [GN] 7 en 8 bij hoofdstuk 20, met een gehalte van ≥ 50 gewichtspercenten; grondnoten en andere zaden; bereidingen van de soort „muesli” op basis van niet-geroosterde graanvlokken bedoeld bij onderverdeling 1904.20.10) |
2008 92 76 |
Mengsels van guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's en pitahaya's, incl. mengsels met een gehalte aan deze vruchten en kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten en macadamianoten van ≥ 50 gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde alcohol, doch met toegevoegde suiker, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg (m.u.v. mengsels waarin het gewicht van geen van de daarin aanwezige vruchtensoorten > 50 gewichtspercenten van het totaal gewicht van de vruchten is) |
2008 92 78 |
Mengsels van vruchten of van andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde alcohol, doch met toegevoegde suiker, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg (m.u.v. mengsels van noten, tropische vruchten en tropische vruchten/noten overeenkomstig aanvullende aantekeningen [GN] 7 en 8 bij hoofdstuk 20, met een gehalte van ≥ 50 gewichtspercenten; grondnoten en andere zaden; mengsels waarin het gewicht van geen van de daarin aanwezige vruchtensoorten > 50 gewichtspercenten van het totaal gewicht van de vruchten is; bereidingen van de soort „muesli” op basis van niet-geroosterde graanvlokken bedoeld bij onderverdeling 1904.20.10) |
2008 92 92 |
Mengsels van guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's en pitahaya's, incl. mengsels met een gehalte aan deze vruchten en kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten en macadamianoten van ≥ 50 gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde alcohol of toegevoegde suiker, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≥ 5 kg |
2008 92 93 |
Mengsels van vruchten of van andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde alcohol en zonder toegevoegde suiker, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≥ 5 kg, n.e.g. (m.u.v. mengsels van noten, tropische vruchten en tropische vruchten/noten overeenkomstig aanvullende aantekeningen [GN] 7 en 8 bij hoofdstuk 20, met een gehalte van ≥ 50 gewichtspercenten; grondnoten en andere zaden; bereidingen van de soort „muesli” op basis van niet-geroosterde graanvlokken bedoeld bij onderverdeling 1904.20.10) |
2008 92 94 |
Mengsels van guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's en pitahaya's, incl. mengsels met een gehalte aan deze vruchten en kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten en macadamianoten van ≥ 50 gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde alcohol of toegevoegde suiker, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≥ 4,5 kg doch < 5 kg |
2008 92 96 |
Mengsels van vruchten of van andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde alcohol en zonder toegevoegde suiker, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≥ 4,5 doch < 5 kg, n.e.g. (m.u.v. mengsels van noten, tropische vruchten en tropische vruchten/noten overeenkomstig aanvullende aantekeningen [GN] 7 en 8 bij hoofdstuk 20, met een gehalte van ≥ 50 gewichtspercenten; grondnoten en andere zaden; bereidingen van de soort „muesli” op basis van niet-geroosterde graanvlokken bedoeld bij onderverdeling 1904.20.10) |
2008 92 97 |
Mengsels van guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's en pitahaya's, incl. mengsels met een gehalte aan deze vruchten en kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten en macadamianoten van ≥ 50 gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde alcohol of toegevoegde suiker, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van < 4,5 kg |
2008 92 98 |
Mengsels van vruchten of van andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde alcohol en zonder toegevoegde suiker, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van < 4,5 kg, n.e.g. (m.u.v. mengsels van noten, tropische vruchten overeenkomstig aanvullende aantekening [GN] 7 bij hoofdstuk 20, grondnoten en andere zaden, en bereidingen van de soort „muesli” op basis van niet-geroosterde graanvlokken bedoeld bij onderverdeling 1904.20.10) |
2008 99 45 |
Pruimen, bereid of verduurzaamd, alcoholvrij, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg |
2008 99 67 |
Vruchten en andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde alcohol, doch met toegevoegde suiker, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg (m.u.v. die gekonfijt met suiker, maar niet in stroop ingemaakt; jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven verkregen; noten, grondnoten en andere zaden; ananas; citrusvruchten, peren; abrikozen; kersen; perziken; aardbeien; gember; passievruchten, guaves; manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, carambola's, pitahaya's) |
2008 99 72 |
Pruimen, bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde alcohol, zonder toegevoegde suiker, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≥ 5 kg |
2008 99 78 |
Pruimen, bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde alcohol, zonder toegevoegde suiker, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van < 5 kg |
2009 |
Ongegiste vruchtensappen (druivenmost daaronder begrepen) en ongegiste groentesappen, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen |
2009 11 91 |
Sinaasappelsap, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, bevroren, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C, met een waarde van ≤ 30 EUR per 100 kg nettogewicht en met een gehalte aan toegevoegde suiker van > 30 gewichtspercenten |
2009 11 99 |
Sinaasappelsap, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, bevroren, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C (m.u.v. die met een waarde van ≤ 30 EUR per 100 kg en met een gehalte aan toegevoegde suiker van > 30 gewichtspercenten) |
2009 19 11 |
Sinaasappelsap, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een Brixwaarde van > 67 bij 20 °C en met een waarde van ≤ 30 EUR per 100 kg (m.u.v. bevroren sap) |
2009 19 19 |
Sinaasappelsap, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een Brixwaarde van > 67 bij 20 °C en met een waarde van > 30 EUR per 100 kg (m.u.v. bevroren sap) |
2009 31 11 |
Sap van citrusvruchten, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 20 bij 20 °C en met een waarde van > 30 EUR per 100 kg, toegevoegde suiker bevattend (m.u.v. mengsels, sinaasappelsap en sap van pompelmoezen of van pomelo's) |
2009 31 51 |
Citroensap, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 20 bij 20 °C en met een waarde van ≤ 30 EUR per 100 kg, toegevoegde suiker bevattend |
2009 31 91 |
Sap van citrusvruchten, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 20 bij 20 °C en met een waarde van > 30 EUR per 100 kg, toegevoegde suiker bevattend (m.u.v. mengsels, citroensap, sinaasappelsap en sap van pompelmoezen of van pomelo's) |
2009 39 91 |
Sap van citrusvruchten, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van > 20 doch ≤ 67 bij 20 °C en met een waarde van ≤ 30 EUR per 100 kg, > 30 % toegevoegde suiker bevattend (m.u.v. mengsels, citroensap, sinaasappelsap en sap van pompelmoezen of van pomelo's) |
2009 41 10 |
Ananassap, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 20 bij 20 °C en met een waarde van > 30 EUR per 100 kg, toegevoegde suiker bevattend |
2009 41 91 |
Ananassap, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 20 bij 20 °C en met een waarde van ≤ 30 EUR per 100 kg, toegevoegde suiker bevattend |
2009 41 99 |
Ananassap, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 20 bij 20 °C (m.u.v. sap dat toegevoegde suiker bevat) |
2009 80 11 |
Perensap, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een Brixwaarde van > 67 bij 20 °C en met een waarde van ≤ 22 EUR per 100 kg |
2009 80 19 |
Perensap, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een Brixwaarde van > 67 bij 20 °C en met een waarde van > 22 EUR per 100 kg |
2009 80 34 |
Sap van guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's of pitahaya's, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een Brixwaarde van > 67 bij 20 °C en met een waarde van ≤ 30 EUR per 100 kg (m.u.v. mengsels) |
2009 80 35 |
Sap van vruchten of van groenten, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een Brixwaarde van > 67 bij 20 °C en met waarde ≤ 30 EUR per 100 kg (m.u.v. mengsels, sap van citrusvruchten, guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's of pitahaya's, ananassap, tomatensap, druivensap „druivenmost daaronder begrepen”, appelsap en perensap) |
2009 80 36 |
Sap van guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's of pitahaya's, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een Brixwaarde van > 67 bij 20 °C en met een waarde van > 30 EUR per 100 kg (m.u.v. mengsels) |
2009 80 38 |
Sap van vruchten of van groenten, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een Brixwaarde van > 67 bij 20 °C en met een waarde van > 30 EUR per 100 kg (m.u.v. mengsels, sap van citrusvruchten, guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's of pitahaya's, ananassap, tomatensap, druivensap „druivenmost daaronder begrepen”, appelsap en perensap) |
2009 80 50 |
Perensap, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C en met een waarde van > 18 EUR per 100 kg, toegevoegde suiker bevattend |
2009 80 61 |
Perensap, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C en met een waarde van ≤ 18 EUR per 100 kg, > 30 % toegevoegde suiker bevattend |
2009 80 63 |
Perensap, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C en met een waarde van ≤ 18 EUR per 100 kg, ≤ 30 % toegevoegde suiker bevattend |
2009 80 69 |
Perensap, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C (m.u.v. sap met toegevoegde suiker) |
2009 80 71 |
Kersensap, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C en met een waarde van > 30 EUR per 100 kg nettogewicht, toegevoegde suiker bevattend |
2009 80 73 |
Sap van guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's of pitahaya's, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C en met een waarde van > 30 EUR per 100 kg nettogewicht, met toegevoegde suiker (m.u.v. mengsels) |
2009 80 79 |
Sap van vruchten of van groenten, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C en met een waarde van > 30 EUR per 100 kg, met toegevoegde suiker (m.u.v. mengsels, sap van citrusvruchten, guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's of pitahaya's, ananassap, tomatensap, druivensap „druivenmost daaronder begrepen”, appelsap, perensap en kersensap) |
2009 80 85 |
Sap van guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's of pitahaya's, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C en met een waarde van ≤ 30 EUR per 100 kg, met > 30 % toegevoegde suiker (m.u.v. mengsels) |
2009 80 86 |
Sap van vruchten of van groenten, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C, met een waarde van ≤ 30 EUR per 100 kg en met een gehalte aan toegevoegde suiker van > 30 gewichtspercenten (m.u.v. mengsels, sap van citrusvruchten, guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's of pitahaya's, ananassap, tomatensap, druivensap „druivenmost daaronder begrepen”, appelsap en perensap) |
2009 80 88 |
Sap van guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's of pitahaya's, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C en met een waarde van ≤ 30 EUR per 100 kg, met ≤ 30 % toegevoegde suiker (m.u.v. mengsels) |
2009 80 89 |
Sap van vruchten of van groenten, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C, met een waarde van ≤ 30 EUR per 100 kg en met een gehalte aan toegevoegde suiker van ≤ 30 gewichtspercenten (m.u.v. mengsels, sap van citrusvruchten, guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's of pitahaya's, ananassap, tomatensap, druivensap „druivenmost daaronder begrepen”, appelsap en perensap) |
2009 80 95 |
Vruchtensap van de soort Vaccinium macrocarpon, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C (m.u.v. sap met toegevoegde suiker) |
2009 80 96 |
Kersensap, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C (m.u.v. sap met toegevoegde suiker) |
2009 80 97 |
Sap van guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's of pitahaya's, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C (m.u.v. sap met toegevoegde suiker en mengsels) |
2009 80 99 |
Sap van vruchten of van groenten, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C (m.u.v. sap met toegevoegde suiker, mengsels, sap van citrusvruchten, guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's of pitahaya's, ananassap, tomatensap, druivensap „druivenmost daaronder begrepen”, appelsap, perensap, kersensap en vruchtensap van de soort Vaccinium macrocarpon) |
BIJLAGE V
Tariefcontingenten bij invoer in de Europese Unie van producten van oorsprong uit Noorwegen
GN-code |
Beschrijving van het product |
Geconsolideerde tariefcontingenten (jaarlijkse hoeveelheid in ton) |
Waarvan aanvullende hoeveelheden |
Recht binnen het contingent (EUR/kg) |
0406 |
Kaas en wrongel |
7 200 (12) |
3 200 |
0 |
0810 20 10 |
Frambozen, vers |
400 |
400 |
0 |
2005 20 20 |
Dunne schijven aardappelen, gebakken, ook indien gezouten of gearomatiseerd, luchtdicht verpakt, geschikt voor onmiddellijk verbruik |
200 |
200 |
0 |
0809 20 05 0809 20 95 |
Kersen, vers (13) |
900 |
0 |
0 |
2309 10 13 2309 10 15 2309 10 19 2309 10 33 2309 10 39 2309 10 51 2309 10 53 2309 10 59 2309 10 70 2309 10 90 |
Honden- en kattenvoer, opgemaakt voor de verkoop in het klein |
13 000 |
13 000 |
0 |
Excellentie,
Ik heb de eer de ontvangst te bevestigen van uw brief van heden, welke als volgt luidt:
„Ik heb de eer te verwijzen naar de onderhandelingen tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende bilaterale handel in landbouwproducten, die op 28 januari 2010 zijn afgesloten.
Op grond van artikel 19 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd) is een nieuwe ronde besprekingen over de handel in landbouwproducten tussen de Europese Commissie en Noorwegen gehouden om de verdere geleidelijke liberalisering van de handel in landbouwproducten tussen de Europese Unie en Noorwegen (hierna „de partijen” genoemd) te bevorderen door middel van preferentiële afspraken op basis van wederkerigheid en wederzijds voordeel. De onderhandelingen zijn gestructureerd verlopen, waarbij terdege rekening is gehouden met de ontwikkeling van het landbouwbeleid en de omstandigheden van beide partijen, en eveneens met de ontwikkeling van bilaterale handel, alsmede met de voorwaarden voor de handel met andere handelspartners wereldwijd.
Ik bevestig dat de onderhandelingen de volgende resultaten hebben opgeleverd:
1. |
Noorwegen verbindt zich ertoe rechtenvrije toegang te verlenen aan de in bijlage I genoemde producten van oorsprong uit de Europese Unie. |
2. |
Noorwegen verbindt zich ertoe tariefcontingenten vast te stellen voor de in bijlage II genoemde producten van oorsprong uit de Europese Unie. |
3. |
Noorwegen verbindt zich ertoe de invoerrechten te verlagen voor de in bijlage III genoemde producten van oorsprong uit de Europese Unie. |
4. |
De Europese Unie verbindt zich ertoe rechtenvrije toegang te verlenen aan de in bijlage IV genoemde producten van oorsprong uit Noorwegen. |
5. |
De Europese Unie verbindt zich ertoe tariefcontingenten vast te stellen voor de in bijlage V genoemde producten van oorsprong uit Noorwegen. |
6. |
De tariefcodes in de bijlagen I tot en met V zijn die welke op 1 januari 2009 in de partijen van toepassing zijn. |
7. |
Wanneer een toekomstige WTO-overeenkomst op het gebied van de landbouw wordt uitgevoerd met verbintenissen voor nieuwe tariefcontingenten voor meest begunstigde landen, zullen de in bijlage II vastgestelde bilaterale tariefcontingenten voor de invoer in Noorwegen van varkensvlees van 600 ton, van pluimveevlees van 800 ton en van rundvlees van 900 ton, met dezelfde stappen afnemen als deze waarmee de WTO-contingenten voor dezelfde producten van toepassing worden. |
8. |
De partijen komen overeen zo spoedig mogelijk alle bilaterale concessies te consolideren (zowel de reeds bestaande als de bij de onderhavige briefwisseling vastgestelde) bij een nieuwe briefwisseling die de bestaande bilaterale landbouwovereenkomsten moet vervangen. |
9. |
De oorsprongsregels voor de tenuitvoerlegging van de in de bijlagen I tot en met V opgenomen concessies zijn die welke zijn vastgesteld in bijlage IV bij de briefwisseling van 2 mei 1992. Niettemin is bijlage II bij Protocol 4 bij de EER-overeenkomst van toepassing in plaats van het aanhangsel van bijlage IV bij de briefwisseling van 2 mei 1992. |
10. |
De partijen zullen maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de voordelen die zij elkaar toekennen, niet door andere beperkende invoermaatregelen in gevaar worden gebracht. |
11. |
De partijen komen overeen de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de tariefcontingenten zo worden beheerd dat de importen regelmatig kunnen plaatsvinden en dat de voor invoer overeengekomen hoeveelheden daadwerkelijk kunnen worden ingevoerd. |
12. |
De partijen stemmen ermee in het nodige te doen om de handel in producten met een geografische aanduiding te bevorderen. Zij komen overeen verdere bilaterale besprekingen te voeren met het oog op een beter begrip van elkaars regelgeving en registratieprocedures, om na te gaan hoe de bescherming van elkaars geografische aanduidingen op elkaars grondgebied kan worden verbeterd, en zij zullen de mogelijkheden van de sluiting van een bilaterale overeenkomst op dat gebied onderzoeken. |
13. |
De partijen komen overeen gegevens over de verhandelde producten, het beheer van de tariefcontingenten en de prijsnoteringen, alsmede alle nuttige gegevens over de respectieve interne markten en de tenuitvoerlegging van de resultaten van deze onderhandelingen met regelmatige tussenpozen uit te wisselen. |
14. |
Op verzoek van één van de partijen zal overleg worden gepleegd over ongeacht welk vraagstuk betreffende de tenuitvoerlegging van de resultaten van deze onderhandelingen. In geval van moeilijkheden bij de tenuitvoerlegging van de resultaten van deze onderhandelingen zal dit overleg zo spoedig mogelijk worden gepleegd met het oog op de vaststelling van passende correctiemaatregelen. |
15. |
De partijen nemen er nota van dat de Noorse douaneautoriteiten van plan zijn de structuur van hoofdstuk 6 van het Noorse douanetarief te herzien. Er zal met de Europese Commissie worden overlegd als de bilaterale preferenties door deze herziening worden beïnvloed. De partijen zijn het erover eens dat dit een technische exercitie zal zijn. |
16. |
De partijen bevestigen nogmaals zich overeenkomstig artikel 19 van de EER-overeenkomst te zullen blijven inspannen voor de geleidelijke liberalisering van de handel in landbouwproducten. Hiertoe komen de partijen overeen de voorwaarden voor de handel in landbouwproducten over twee jaar opnieuw te herzien om mogelijke concessies te onderzoeken. |
17. |
Wat betreft de huidige tariefcontingenten voor de invoer van 4 500 ton kaas in Noorwegen, komen de partijen overeen dat de huidige wijze van beheer van dit tariefcontingent op basis van historische rechten en het nieuwkomersbeginsel met ingang van 2014 moet worden vervangen door een ander beheerssysteem dan veiling, zoals door afgifte van vergunningen of door het systeem „wie het eerst komt, wie het eerst maalt”. De Noorse autoriteiten moeten de voorwaarden voor dit systeem opstellen na overleg met de Europese Commissie om tot wederzijdse overeenstemming te komen, zodat de tariefcontingenten zodanig zullen worden beheerd dat de invoer regelmatig kan plaatsvinden en dat de overeengekomen in te voeren hoeveelheden daadwerkelijk kunnen worden ingevoerd. Het huidige beheer op basis van een lijst van kaassoorten, zoals bedoeld in de briefwisseling van 11 april 1983, wordt afgeschaft. De partijen komen overeen dat het beheer van het nieuwe tariefcontingent van 2 700 ton kaas bij invoer in Noorwegen onder een veilingsysteem zal vallen. Het beheer door veiling zal worden herzien overeenkomstig de vorige alinea's. Met name de benutting van de tariefcontingenten en de veilingheffingen zullen dan tegen het licht worden gehouden. Het tariefcontingent voor de invoer van 7 200 ton kaas in de Europese Unie en in Noorwegen is van toepassing op alle soorten kaas. |
18. |
Bij verdere uitbreiding van de EU zullen de partijen de betekenis daarvan voor de bilaterale handel beoordelen om de bilaterale preferenties te kunnen aanpassen, zodat de eerdere preferentiële handelsstromen tussen Noorwegen en de toetredende landen kunnen worden voortgezet. |
Deze overeenkomst in de vorm van een briefwisseling treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de laatste akte van goedkeuring is neergelegd.”.
Ik heb de eer u te bevestigen dat de regering van Noorwegen met de inhoud van deze brief instemt.
Hoogachtend,
Utferdiget i Brussel, den
Съставено в Брюксел на
Hecho en Bruselas, el
V Bruselu dne
Udfærdiget i Bruxelles, den
Geschehen zu Brüssel am
Brüssel,
Έγινε στις Βρυξέλλες, στις
Done at Brussels,
Fait à Bruxelles, le
Fatto a Bruxelles, addì
Briselē,
Priimta Briuselyje,
Kelt Brüsszelben,
Magħmul fi Brussell,
Gedaan te Brussel,
Sporządzono w Brukseli, dnia
Feito em Bruxelas,
Întocmit la Bruxelles,
V Bruseli
V Bruslju,
Tehty Brysselissä
Utfärdat i Bryssel den
For Kongeriket Norge
За Кралство Норвегия
Por el Reino de Noruega
Za Norské království
For Kongeriget Norge
Für das Königreich Norwegen
Norra Kuningriigi nimel
Гια τо Βασίλειо της Νορβηγίας
For the Kingdom of Norway
Pour le Royaume de Norvège
Per il Regno di Norvegia
Norvēģijas Karalistes vārdā
Norvegijos Karalystės vardu
A Norvég Királyság részéről
Ghar- Renju tan-Norveġja
Voor het Koninkrijk Noorwegen
W imieniu Królestwa Norwegii
Pelo Reino da Noruega
Pentru Regatul Norvegiei
Za Nórske kráľovstvo
Za Kraljevino Norveško
Norjan kuningaskunnan puolesta
För Konungariket Norge
(1) Deze producten worden rechtenvrij ingevoerd. Niettemin behoudt Noorwegen zich het recht voor om een recht in te stellen als deze producten worden ingevoerd voor voederdoeleinden.
(2) Wanneer een toekomstige WTO-overeenkomst op het gebied van de landbouw wordt uitgevoerd met verbintenissen voor nieuwe tariefcontingenten voor meest begunstigde landen, zullen de bilaterale tariefcontingenten voor de invoer in Noorwegen met dezelfde stappen afnemen als deze waarmee de WTO-contingenten voor dezelfde producten van toepassing worden.
(3) De toename van het contingent komt overeen met tariefcode 02.10.1100 ten tijde van de oorspronkelijke concessie in 2003.
(4) Er zullen geen restricties meer zijn ten aanzien van de soorten kaas die in Noorwegen kunnen worden ingevoerd.
(5) Noorwegen behoudt zich het recht voor om eindgebruikercriteria toe te passen: verwerkende industrie.
(6) Noorwegen behoudt zich het recht voor om eindgebruikercriteria toe te passen: conservenindustrie (groenten en fruit).
(7) Fusie van bestaande contingenten.
(8) Eindgebruikerscriteria: pastaproductie.
(9) Noorwegen behoudt zich het recht voor om eindgebruikercriteria toe te passen: als zaaigoed.
(10) Noorwegen behoudt zich het recht voor om eindgebruikercriteria toe te passen: uitsluitend voor gazons.
(11) Regeling invoerprijzen gehandhaafd.
(12) Het tariefcontingent voor de invoer van 7 200 ton kaas in de Europese Unie is van toepassing op alle soorten kaas.
(13) De contingentperiode van 16 juli tot en met 31 augustus is verlengd, en loopt nu van 16 juli tot en met 15 september.
VERORDENINGEN
9.12.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 327/39 |
VERORDENING (EU) Nr. 1276/2011 VAN DE COMMISSIE
van 8 december 2011
tot wijziging van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de behandeling om levensvatbare parasieten in visserijproducten voor menselijke consumptie te doden
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (1), en met name artikel 10, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 853/2004 stelt specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong voor exploitanten van levensmiddelenbedrijven vast. Zij bepaalt onder meer dat exploitanten van levensmiddelenbedrijven producten van dierlijke oorsprong alleen in de Europese Unie in de handel mogen brengen, indien ze uitsluitend bewerkt en gehanteerd zijn in inrichtingen die voldoen aan de toepasselijke voorschriften van bijlage III bij die verordening. |
(2) |
In bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, deel D, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 wordt bepaald dat exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten waarborgen dat bepaalde visserijproducten, waaronder producten die bestemd zijn om rauw of vrijwel rauw te worden verbruikt, een vriesbehandeling ondergaan om levensvatbare parasieten te doden die een gevaar voor de gezondheid van de consument kunnen opleveren. |
(3) |
In april 2010 heeft de Europese autoriteit voor voedselveiligheid een wetenschappelijk advies uitgebracht over de risicobeoordeling van parasieten in visserijproducten (2) („het advies van de EFSA”). Dat advies bevat informatie betreffende de gevallen waarin visserijproducten een gezondheidsrisico wat betreft de aanwezigheid van levensvatbare parasieten kunnen opleveren. Het advies van de EFSA onderzoekt ook de gevolgen van de diverse behandelingen om dergelijke parasieten in visserijproducten te doden. |
(4) |
Hoewel er in het advies van de EFSA op wordt gewezen dat bij alle in het wild gevangen zee- en zoetwatervis het gevaar bestaat dat deze levensvatbare parasieten bevatten die een risico voor de menselijke gezondheid met zich brengen indien deze producten rauw of vrijwel rauw worden gegeten, kan de bevoegde autoriteit, wanneer uit epidemiologische gegevens blijkt dat de visgronden geen gezondheidsrisico wat betreft de aanwezigheid van parasieten opleveren, nationale maatregelen vaststellen waarbij een afwijking wordt toegestaan van de vereiste vriesbehandeling van uit wilde vangst verkregen visserijproducten. De Commissie moet in kennis worden gesteld van deze nationale maatregelen. |
(5) |
Het advies van de EFSA concludeert dat wanneer Atlantische zalm wordt gekweekt in drijvende kooien of tanks op het land en gevoerd wordt met mengvoeders die naar alle waarschijnlijkheid geen levende parasieten bevatten, het risico van besmetting met Anisakidae-larven miniem is, tenzij er zich veranderingen in de kweekmethoden voordoen. Hoewel het advies concludeert dat er niet voldoende bewakingsgegevens beschikbaar zijn voor andere gekweekte vis, heeft de EFSA criteria vastgesteld om te bepalen wanneer visserijproducten geen gevaar voor de gezondheid opleveren wat de aanwezigheid van parasieten betreft. |
(6) |
Daarom kunnen andere gekweekte visserijproducten dan Atlantische zalm, indien dezelfde, op deze criteria gebaseerde kweekprocedures worden gevolgd, worden geacht een miniem risico op parasieten op te leveren die een gevaar voor de gezondheid van de consument kunnen inhouden. Daarom mogen dergelijke gekweekte visserijproducten ook worden vrijgesteld van de voorschriften inzake invriezen, zolang als het hoge niveau van gezondheidsbescherming wordt gewaarborgd. |
(7) |
Daarom moeten de voorschriften van bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, deel D, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 worden gewijzigd om recht te doen aan bepaalde aspecten van de nieuwe wetenschappelijke informatie in het advies van de EFSA en aan opgedane praktijkervaring. |
(8) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 8 december 2011.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55.
(2) EFSA Journal 2010; 8(4): 1543.
BIJLAGE
In bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 wordt deel D vervangen door:
„D. VOORSCHRIFTEN MET BETREKKING TOT PARASIETEN
1. |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die de volgende visserijproducten op basis van vinvis of koppotige weekdieren in de handel brengen:
moeten erop toezien dat het rauwe materiaal of het eindproduct een vriesbehandeling ondergaat om de levensvatbare parasieten te doden die een gevaar voor de gezondheid van de consument kunnen opleveren. |
2. |
Voor andere parasieten dan trematoden moet bij de vriesbehandeling de temperatuur in alle delen van het product worden verlaagd tot ten minste:
|
3. |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven hoeven de in punt 1 bedoelde vriesbehandeling niet uit te voeren voor visserijproducten:
|
4. |
|
9.12.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 327/42 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1277/2011 VAN DE COMMISSIE
van 8 december 2011
tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (1), en met name artikel 15, lid 5,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie (2) worden voorschriften vastgesteld betreffende de meer uitgebreide officiële controles die op de punten van binnenkomst in de in de lijst van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 882/2004 opgenomen gebieden moeten worden uitgevoerd op de invoer van de in bijlage I bij die verordening vermelde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong („de lijst”). |
(2) |
Artikel 2 van Verordening (EG) nr. 669/2009 bepaalt dat de lijst regelmatig en ten minste op kwartaalbasis moet worden herzien, waarbij ten minste rekening wordt gehouden met de in dat artikel vermelde informatiebronnen. |
(3) |
De frequentie en de relevantie van via het systeem voor snelle waarschuwingen voor levensmiddelen en diervoeders (RASSF) gemelde incidenten met levensmiddelen, de bevindingen van de door het Voedsel- en Veterinair Bureau uitgevoerde inspectiebezoeken in derde landen, alsook de door de lidstaten overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EG) nr. 669/2009 bij de Commissie ingediende driemaandelijkse verslagen over zendingen van diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong tonen aan dat de lijst moet worden gewijzigd. |
(4) |
De lijst moet met name worden gewijzigd door de vermeldingen te schrappen voor goederen die — volgens die informatiebronnen — over het algemeen in toereikende mate aan de relevante veiligheidsvoorschriften van de EU-wetgeving voldoen en waarvoor meer uitgebreide officiële controles bijgevolg niet langer nodig zijn. |
(5) |
Bovendien moet de lijst worden gewijzigd door de frequentie van de officiële controles te verlagen voor goederen die — volgens die informatiebronnen — over het algemeen in toenemende mate aan de relevante veiligheidsvoorschriften van de EU-wetgeving voldoen en waarvoor het huidige aantal officiële controles bijgevolg niet langer nodig is. |
(6) |
De vermeldingen in de lijst voor bepaalde ingevoerde goederen uit Argentinië, de Dominicaanse Republiek, Egypte en India moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(7) |
Voor de duidelijkheid van de wetgeving van de Unie is het ook nodig dat in de lijst de vermeldingen voor de invoer van verse pepers uit Thailand en toevoegingsmiddelen voor diervoeders en voormengsels uit India nader worden gespecificeerd en dat de aard van de pepers uit de Dominicaanse Republiek, Egypte en Thailand wordt verduidelijkt. |
(8) |
De wijzigingen van de lijst waarbij verwijzingen naar goederen worden geschrapt en de frequentie van de controles wordt verlaagd, moeten zo snel mogelijk van toepassing worden, omdat de oorspronkelijke veiligheidsrisico’s niet langer bestaan. Die wijzigingen moeten bijgevolg van toepassing worden met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening. |
(9) |
Gezien het aantal wijzigingen dat in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 669/2009 moet worden aangebracht, is het raadzaam bijlage I te vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening. |
(10) |
Verordening (EG) nr. 669/2009 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(11) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 669/2009 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing vanaf 1 januari 2012.
De wijzigingen van de volgende vermeldingen in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 669/2009 zijn echter van toepassing vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening:
a) |
de schrapping van de volgende vermeldingen over:
|
b) |
de verlaging van de frequentie van materiële en overeenstemmingscontroles voor gedroogde specerijen (levensmiddelen) uit India. |
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 8 december 2011.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1.
(2) PB L 194 van 25.7.2009, blz. 11.
BIJLAGE
„BIJLAGE I
A) Diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong die aan meer uitgebreide officiële controles op het aangewezen punt van binnenkomst worden onderworpen
Diervoeders en levensmiddelen (beoogd gebruik) |
GN-code (1) |
Land van oorsprong |
Gevaar |
Frequentie van materiële en overeen-stemmings-controles (%) |
||||
Hazelnoten (in de dop of zonder dop) |
0802 21 00; 0802 22 00 |
Azerbeidzjan (AZ) |
Aflatoxinen |
10 |
||||
(Diervoeders en levensmiddelen) |
||||||||
|
|
Brazilië (BR) |
Aflatoxinen |
10 |
||||
|
|
|||||||
|
|
|||||||
|
|
|||||||
(Diervoeders en levensmiddelen) |
|
|||||||
Gedroogde noedels |
ex 1902 |
China (CN) |
Aluminium |
10 |
||||
(Levensmiddelen) |
||||||||
Pomelo’s |
ex 0805 40 00 |
China (CN) |
Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (11) |
20 |
||||
(Levensmiddelen — vers) |
||||||||
Theebladeren (zwart en groen) |
0902 |
China (CN) |
Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (10) |
10 |
||||
(Levensmiddelen) |
||||||||
|
|
Dominicaanse Republiek (DO) |
Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (3) |
50 |
||||
|
|
|||||||
|
|
|||||||
|
|
|||||||
(Levensmiddelen — verse, gekoelde of bevroren groenten) |
|
|||||||
|
|
Egypte (EG) |
Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (7) |
10 |
||||
|
|
|||||||
|
|
|||||||
|
|
|||||||
(Levensmiddelen — verse vruchten en groenten) |
|
|||||||
Pepers (zoete paprika’s en andere dan zoete paprika’s) (Capsicum spp.) |
0709 60 10; ex 0709 60 99; 0710 80 51; ex 0710 80 59 |
Egypte (EG) |
Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (12) |
10 |
||||
(Levensmiddelen — vers, gekoeld of bevroren) |
||||||||
|
|
Ghana (GH) |
Aflatoxinen |
50 |
||||
|
|
|||||||
|
|
|||||||
(Diervoeders en levensmiddelen) |
|
|||||||
Kerrieblad (Bergera/Murraya koenigii) |
ex 1211 90 85 |
India (IN) |
Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden(5) (5) |
10 |
||||
(Levensmiddelen — verse kruiden) |
||||||||
|
|
India (IN) |
Aflatoxinen |
20 |
||||
|
|
|||||||
|
|
|||||||
|
|
|||||||
|
|
|||||||
|
|
|||||||
|
|
|||||||
(Levensmiddelen — gedroogde specerijen) (13) |
|
|||||||
|
|
India (IN) |
Aflatoxinen |
20 |
||||
|
|
|||||||
|
|
|||||||
|
|
|||||||
(Diervoeders en levensmiddelen) |
|
|||||||
Toevoegingsmiddelen voor diervoeders en voormengsels |
ex 2309; 2917 19 90; ex 2817 00 00; ex 2820 90 10; ex 2820 90 90; ex 2821 10 00; ex 2825 50 00; ex 2833 21 00; ex 2833 25 00; ex 2833 29 20; ex 2833 29 80; ex 2835; ex 2836; ex 2839; 2936 |
India (IN) |
Cadmium en lood |
10 |
||||
(Diervoeders) |
||||||||
Okra’s |
ex 0709 99 90 |
India (IN) |
Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (2) |
10 |
||||
(Levensmiddelen — vers) |
||||||||
Watermeloen (egusi, Citrullus lanatus) pitten en afgeleide producten |
ex 1207 99 96; ex 1106 30 90; ex 2008 99 99 |
Nigeria (NG) |
Aflatoxinen |
50 |
||||
(Levensmiddelen) |
||||||||
|
|
Peru (PE) |
Aflatoxinen en ochratoxine A |
10 |
||||
|
|
|||||||
(Levensmiddelen — gedroogde specerijen) |
|
|||||||
|
ex 0709 60 99 |
Thailand (TH) |
Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (9) |
10 |
||||
(Levensmiddelen — vers) |
||||||||
|
|
Thailand (TH) |
Salmonella (6) |
10 |
||||
|
|
|||||||
|
|
|||||||
(Levensmiddelen — verse kruiden) |
|
|||||||
|
|
Thailand (TH) |
Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (4) |
20 |
||||
|
|
|||||||
(Levensmiddelen — verse kruiden) |
|
|||||||
|
|
Thailand (TH) |
Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (4) |
50 |
||||
|
|
|||||||
|
|
|||||||
(Levensmiddelen — verse, gekoelde of bevroren groenten) |
|
|||||||
|
|
Turkije (TR) |
Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (8) |
10 |
||||
|
|
|||||||
(Levensmiddelen — verse, gekoelde of bevroren groenten) |
|
|||||||
Gedroogde druiven |
0806 20 |
Oezbekistan (UZ) |
Ochratoxine A |
50 |
||||
(Levensmiddelen) |
||||||||
|
|
Zuid-Afrika (ZA) |
Aflatoxinen |
10 |
||||
|
|
|||||||
|
|
|||||||
|
|
|||||||
(Diervoeders en levensmiddelen) |
|
|||||||
|
|
Alle derde landen |
Soedan-kleurstoffen |
10 |
||||
|
|
|||||||
|
|
|||||||
(Levensmiddelen — gedroogde specerijen) |
|
|||||||
|
|
|
|
|
||||
(Levensmiddelen) |
B) Definities
In deze bijlage worden onder „Soedan-kleurstoffen” de volgende chemische stoffen verstaan:
i) |
Soedan I (CAS-nummer 842-07-9); |
ii) |
Soedan II (CAS-nummer 3118-97-6); |
iii) |
Soedan III (CAS-nummer 85-86-9); |
iv) |
Scarlet Red; of Soedan IV (CAS-nummer 85-83-6).” |
(1) Indien slechts bepaalde onder een GN-code vallende producten hoeven te worden onderzocht en in de goederennomenclatuur geen specifieke onderverdeling voor die code bestaat, is de GN-code aangegeven met „ex” (bijvoorbeeld ex 1006 30: alleen basmatirijst voor rechtstreekse menselijke consumptie).
(2) Met name residuen van: acefaat, methamidofos, triazofos, endosulfan, monocrotofos.
(3) Met name residuen van: amitraz, acefaat, aldicarb, benomyl, carbendazim, chloorfenapyr, chloorpyrifos, CS2 (dithiocarbamaten), diafenthiuron, diazinon, dichloorvos, dicofol, dimethoaat, endosulfan, fenamidone, imidacloprid, malathion, methamidofos, methiocarb, methomyl, monocrotofos, omethoaat, oxamyl, profenofos, propiconazool, thiabendazool, thiacloprid.
(4) Met name residuen van: acefaat, carbaryl, carbendazin, carbofuran, chloorpyrifos, chloorpyrifos-methyl, dimethoaat, ethion, malathion, metalaxyl, methamidofos, methomyl, monocrotofos, omethoaat, profenofos, prothiofos, quinalfos, triadimefon, triazofos, dicrotofos, EPN, triforine.
(5) Met name residuen van: triazofos, oxydemeton-methyl, chloorpyrifos, acetamiprid, thiamethoxam, clothianidin, methamidofos, acefaat, propargite, monocrotofos.
(6) Referentiemethode EN/ISO 6579 of een ten opzichte van die methode gevalideerde gecertificeerde methode overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).
(7) Met name residuen van: carbendazim, cyfluthrine, cyprodinil, diazinon, dimethoaat, ethion, fenitrothion, fenpropathrin, fludioxonil, hexaflumuron, lambda-cyhalothrin, methiocarb, methomyl, omethoaat, oxamyl, fenthoaat, thiofanaat-methyl.
(8) Met name residuen van: methomyl, oxamyl, carbendazim, clofentezine, diafenthiuron, dimethoaat, formetanaat, malathion, procymidone, tetradifon, thiofanaat-methyl.
(9) Met name residuen van: carbofuran, methomyl, omethoaat, dimethoaat, triazofos, malathion, profenofos, prothiofos, ethion, carbendazim, triforine, procymidon, formetanaat.
(10) Met name residuen van: buprofezin; imidacloprid; fenvaleraat en esfenvaleraat (som van RS- en SR-isomeer); profenofos; trifluraline; triazofos; triadimefon en triadimenol (som van triadimefon en triadimenol), cypermethrin (cypermethrin inclusief andere mengsels van de samenstellende isomeren (som van de isomeren)).
(11) Met name residuen van: triazofos, triadimefon en triadimenol (som van triadimefon en triadimenol), parathion-methyl, fenthoaat.
(12) Met name residuen van: carbofuran (som), chloorpyrifos, cypermethrin (som), cyproconazool, dicofol (som), difenoconazool, dinotefuran, ethion, flusilazool, folpet, prochloraz, profenofos, propiconazool, thiofanaat-methyl en triforine.
(13) De volgende GN-codes moeten worden gebruikt tussen de datum waarop deze wetgeving in werking treedt en de datum waarop zij van toepassing wordt (1 januari 2012):
— |
Capsicum annuum, geheel: 0904 20 10 |
— |
Capsicum annuum, fijngemaakt of gemalen: ex 0904 20 90 |
— |
Nootmuskaat (Myristica fragrans): 0908 10 00 |
— |
Foelie (Myristica fragrans): 0908 20 00 |
— |
Gember (Zingiber officinale): 0910 10 00 |
9.12.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 327/49 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1278/2011 VAN DE COMMISSIE
van 8 december 2011
tot goedkeuring van de werkzame stof bitertanol overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie en de bijlage bij Beschikking 2008/934/EG van de Commissie
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 13, lid 2, en artikel 78, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 80, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 1107/2009 is Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (2) van toepassing op werkzame stoffen waarvan de volledigheid is vastgesteld overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG) nr. 33/2008 van de Commissie van 17 januari 2008 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de uitvoering van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad met betrekking tot een normale en een versnelde procedure voor de beoordeling van werkzame stoffen die deel uitmaakten van het in artikel 8, lid 2, van die richtlijn bedoelde werkprogramma, maar niet in bijlage I ervan (3) zijn opgenomen, wat de procedure en de goedkeuringsvoorwaarden betreft. Bitertanol is een werkzame stof waarvoor de volledigheid is vastgesteld overeenkomstig die verordening. |
(2) |
Bij Verordening (EG) nr. 451/2000 (4) en Verordening (EG) nr. 1490/2002 (5) van de Commissie zijn de bepalingen voor de uitvoering van de tweede en de derde fase van het in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG vermelde werkprogramma vastgesteld, evenals een lijst van werkzame stoffen die beoordeeld moeten worden met het oog op hun eventuele opname in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bitertanol is in die lijst opgenomen. |
(3) |
Overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1095/2007 van de Commissie van 20 september 2007 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1490/2002 houdende bepalingen voor de uitvoering van de derde fase van het werkprogramma zoals bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en Verordening (EG) nr. 2229/2004 houdende nadere bepalingen voor de uitvoering van de vierde fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (6) heeft de kennisgever zijn steun voor de opneming van die werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG binnen twee maanden na inwerkingtreding van die verordening ingetrokken. Bijgevolg werd Beschikking 2008/934/EG van de Commissie van 5 december 2008 betreffende de niet-opneming van bepaalde werkzame stoffen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en de intrekking van de toelating voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stoffen bevatten (7), goedgekeurd met betrekking tot de niet-opneming van bitertanol. |
(4) |
Krachtens artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft de oorspronkelijke kennisgever („de aanvrager”) een nieuwe aanvraag ingediend met het verzoek de versnelde procedure toe te passen overeenkomstig de artikelen 14 tot en met 19 van Verordening (EG) nr. 33/2008. |
(5) |
De aanvraag is ingediend bij het Verenigd Koninkrijk, dat bij Verordening (EG) nr. 1490/2002 als rapporteur-lidstaat was aangewezen. De termijn voor de versnelde procedure is nageleefd. De specificatie van de werkzame stof en de ondersteunde toepassingen zijn dezelfde als voor Beschikking 2008/934/EG. Die aanvraag voldoet ook aan de overige materiële en procedurele voorschriften van artikel 15 van Verordening (EG) nr. 33/2008. |
(6) |
Het Verenigd Koninkrijk heeft de door de aanvrager verstrekte aanvullende gegevens onderzocht en een aanvullend verslag opgesteld. Op 29 november 2009 heeft het dat verslag ingediend bij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) en bij de Commissie. De EFSA heeft het aanvullende verslag aan de andere lidstaten en de aanvrager toegezonden en de naar aanleiding daarvan ontvangen opmerkingen naar de Commissie doorgestuurd. Overeenkomstig artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 33/2008 en op verzoek van de Commissie heeft de EFSA op 6 oktober 2010 haar conclusie over bitertanol aan de Commissie doen toekomen (8). Het ontwerpbeoordelingsverslag, het aanvullende verslag en de conclusie van de EFSA zijn door de lidstaten en de Commissie in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid onderzocht en op 11 oktober 2011 afgerond in de vorm van het evaluatieverslag van de Commissie voor bitertanol. |
(7) |
Uit de verschillende onderzoeken is gebleken dat mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die bitertanol bevatten, in het algemeen voldoen aan de in artikel 5, lid 1, onder a) en b), van Richtlijn 91/414/EEG gestelde eisen, met name voor de toepassingen waarvoor zij zijn onderzocht en die zijn opgenomen in het evaluatieverslag van de Commissie. Daarom moet bitertanol overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 worden goedgekeurd. |
(8) |
Overeenkomstig artikel 13, lid 2, juncto artikel 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009, en in het licht van de stand van de wetenschappelijke en technische kennis, is het echter noodzakelijk bepaalde voorwaarden en beperkingen op te nemen. |
(9) |
Onverminderd de conclusie dat bitertanol moet worden goedgekeurd, is het met name nodig dat verdere bevestigende informatie wordt verlangd. |
(10) |
Er is bezorgdheid geuit betreffende het risicoprofiel van de werkzame stof, gezien de voorgestelde indeling daarvan als „voor de voortplanting toxische stof van categorie 1B” overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad (9). De gegevens en informatie betreffende het risicoprofiel van de werkzame stof zullen opnieuw beoordeeld moeten worden. Voorts dient rekening te worden gehouden met het voortschrijdende inzicht dat een hoge mate van de bescherming van de gezondheid van mens en dier en van een duurzaam milieu moeten worden gewaarborgd. Daarom wordt het zinvol geacht de goedkeuring te beperken tot een periode van drie en een half jaar. Deze periode wordt beschouwd als de kortst mogelijke periode waarbinnen de aanvrager een aanvraag om verlenging volgens de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1107/2009 kan indienen. |
(11) |
Er moet een redelijke termijn worden vastgesteld voordat goedkeuring wordt verleend, zodat de lidstaten en de belanghebbende partijen zich kunnen voorbereiden op de nieuwe eisen die uit de goedkeuring voortvloeien. |
(12) |
Onverminderd de verplichtingen uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1107/2009 ten gevolge van de goedkeuring en rekening houdend met de specifieke situatie die is ontstaan door de overgang van Richtlijn 91/414/EEG naar Verordening (EG) nr. 1107/2009, moet echter aan het volgende worden voldaan. De lidstaten moet een periode van zes maanden na de goedkeuring worden toegestaan om de toelatingen van gewasbeschermingsmiddelen die bitertanol bevatten, opnieuw te onderzoeken. De lidstaten moeten de bestaande toelatingen al naar het geval wijzigen, vervangen of intrekken. In afwijking van die termijn moet een langere termijn worden vastgesteld voor de indiening en beoordeling van de bijwerking van het volledige dossier conform bijlage III, zoals bepaald in Richtlijn 91/414/EEG, voor elk gewasbeschermingsmiddel en elke beoogde toepassing overeenkomstig de uniforme beginselen. Gezien de gevaarlijke eigenschappen van bitertanol mag de periode die de lidstaten krijgen om na te gaan of de gewasbeschermingsproducten die bitertanol als enige werkzame stof dan wel in combinatie met andere goedgekeurde werkzame stoffen bevatten aan de bepalingen van artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 voldoen, niet langer duren dan twee en een half jaar. |
(13) |
Uit de ervaring die is opgedaan met opnemingen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van werkzame stoffen die in het kader van Verordening (EEG) nr. 3600/92 van de Commissie van 11 december 1992 houdende bepalingen voor de uitvoering van de eerste fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (10) zijn onderzocht, is gebleken dat de uitlegging van de verplichtingen van houders van bestaande toelatingen wat de toegang tot gegevens betreft, tot problemen kan leiden. Om nog meer problemen te voorkomen, moeten de verplichtingen van de lidstaten worden verduidelijkt, en met name de plicht om te verifiëren of de houder van een toelating toegang verschaft tot een dossier dat voldoet aan de voorschriften van bijlage II bij die richtlijn. Deze verduidelijking legt de lidstaten of de houders van toelatingen echter ten opzichte van de tot nu toe goedgekeurde richtlijnen tot wijziging van bijlage I bij die richtlijn of de verordeningen tot goedkeuring van werkzame stoffen geen nieuwe verplichtingen op. |
(14) |
Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 moet de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (11) dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(15) |
Beschikking 2008/934/EG voorziet in de niet-opneming van bitertanol en de intrekking van de toelating voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stof bevatten, uiterlijk op 31 december 2011. De regel betreffende bitertanol in de bijlage bij die beschikking moet worden geschrapt. Beschikking 2008/934/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(16) |
Het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid heeft geen advies uitgebracht. Een uitvoeringshandeling is nodig geacht en de voorzitter heeft de ontwerpuitvoeringshandeling voor verder beraad aan het comité van beroep voorgelegd. Het comité van beroep heeft geen advies uitgebracht, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Goedkeuring van de werkzame stof
De werkzame stof bitertanol, als gespecificeerd in bijlage I, wordt goedgekeurd onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden.
Artikel 2
Herbeoordeling van gewasbeschermingsmiddelen
1. Indien nodig moeten de lidstaten de bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die bitertanol als werkzame stof bevatten, uiterlijk op 30 juni 2012 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 wijzigen of intrekken.
Uiterlijk op die datum verifiëren zij met name of aan de voorwaarden van bijlage I bij deze verordening is voldaan, met uitzondering van de voorwaarden in deel B van de kolom betreffende de specifieke bepalingen van die bijlage, en of de houder van de toelating in het bezit is van of toegang heeft tot een dossier dat overeenkomstig de voorwaarden van artikel 13, leden 1 tot en met 4, van Richtlijn 91/414/EEG en artikel 62 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 aan de eisen van bijlage II bij voornoemde richtlijn voldoet.
2. In afwijking van lid 1 voeren de lidstaten op basis van een dossier conform bijlage III bij Richtlijn 91/414/EEG en rekening houdend met deel B van de kolom betreffende de specifieke bepalingen van bijlage I bij deze verordening, overeenkomstig de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen, een nieuwe beoordeling uit voor elk toegelaten gewasbeschermingsmiddel dat bitertanol bevat als enige werkzame stof of als een van een aantal werkzame stoffen. Aan de hand van die beoordeling bepalen zij of het gewasbeschermingsmiddel voldoet aan de voorwaarden van artikel 29, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1107/2009.
Vervolgens zorgen de lidstaten ervoor dat de toelating zo nodig uiterlijk op 30 juni 2014 wordt gewijzigd of ingetrokken.
Artikel 3
Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.
Artikel 4
Wijziging van Beschikking 2008/934/EG
In de bijlage bij Beschikking 2008/934/EG wordt de regel betreffende bitertanol geschrapt.
Artikel 5
Inwerkingtreding en toepassingsdatum
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2012.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 8 december 2011.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.
(2) PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.
(3) PB L 15 van 18.1.2008, blz. 5.
(4) PB L 55 van 29.2.2000, blz. 25.
(5) PB L 224 van 21.8.2002, blz. 23.
(6) PB L 246 van 21.9.2007, blz. 19.
(7) PB L 333 van 11.12.2008, blz. 11.
(8) Europese Autoriteit voor voedselveiligheid: Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance bitertanol. EFSA Journal 2010; 8(10):1850. (63 blz.). doi:10.2903/j.efsa.2010.1850. Online te vinden op: www.efsa.europa.eu
(9) PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1.
(10) PB L 366 van 15.12.1992, blz. 10.
(11) PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1.
BIJLAGE I
Benaming, identificatienummers |
IUPAC-benaming |
Zuiverheid (1) |
Datum van goedkeuring |
Geldigheidsduur |
Specifieke bepalingen |
||||||||||||||||
Bitertanol CAS-nr.: 55179-31-2 CIPAC-nr.: 386 |
(1RS,2RS;1RS,2SR)-1-(biphenyl-4-yloxy)-3,3-dimethyl-1-(1H-1,2,4-triazool-1-yl)butaan-2-ol (20:80 verhouding van (1RS,2RS)- en (1RS,2SR)-isomeren) |
≥ 970 g/kg (A ≥ 80, B ≤ 20) RS + SR 80 – 90 % RR + SS 10 – 20 % |
1 januari 2012 |
30 juni 2015 |
DEEL A De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide voor zaadbehandeling. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat in de toelatingen wordt bepaald dat zaadcoating alleen in professionele zaadverwerkingsinstallaties mag plaatsvinden en dat deze installaties de beste beschikbare technieken moeten toepassen zodat kan worden uitgesloten dat er tijdens opslag, vervoer en toepassing stofwolken vrijkomen. DEEL B Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over bitertanol (met name de aanhangsels I en II) dat op 11 oktober 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is afgerond. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:
De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten. De aanvrager moet bevestigende informatie indienen wat betreft:
De aanvrager moet bij de Commissie, de lidstaten en de EFSA uiterlijk 30 juni 2012 de in punt 1 vermelde informatie, uiterlijk 31 december 2013 de in punt 2, 3 en 4 vermelde informatie en twee jaar na de goedkeuring van een specifieke handleiding de in punt 5 vermelde informatie indienen. |
(1) Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.
BIJLAGE II
In deel B van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EG) nr. 540/2011 wordt de volgende vermelding toegevoegd:
Aantal |
Benaming, identificatienummers |
IUPAC-benaming |
Zuiverheid (1) |
Datum van goedkeuring |
Geldigheidsduur |
Specifieke bepalingen |
||||||||||||||||
„21 |
Bitertanol CAS-nr.: 55179-31-2 CIPAC-nr.: 386 |
(1RS,2RS;1RS,2SR)-1-(biphenyl-4-yloxy)-3,3-dimethyl-1-(1H-1,2,4-triazool-1-yl)butaan-2-ol (20:80 verhouding van (1RS,2RS)- en (1RS,2SR)-isomeren) |
≥ 970 g/kg (A ≥ 80, B ≤ 20) RS + SR 80 – 90 % RR + SS 10 – 20 % |
1 januari 2012 |
30 juni 2015 |
DEEL A De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide voor zaadbehandeling. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat in de toelatingen wordt bepaald dat zaadcoating alleen in professionele zaadverwerkingsinstallaties mag plaatsvinden en dat deze installaties de beste beschikbare technieken moeten toepassen zodat kan worden uitgesloten dat er tijdens opslag, vervoer en toepassing stofwolken vrijkomen. DEEL B Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over bitertanol (met name de aanhangsels I en II) dat op 11 oktober 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is afgerond. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:
De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten. De aanvrager moet bevestigende informatie indienen wat betreft:
De aanvrager moet bij de Commissie, de lidstaten en de EFSA uiterlijk 30 juni 2012 de in punt 1 vermelde informatie, uiterlijk 31 december 2013 de in punt 2, 3 en 4 vermelde informatie en twee jaar na de goedkeuring van een specifieke handleiding de in punt 5 vermelde informatie indienen.” |
(1) Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.
9.12.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 327/56 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1279/2011 VAN DE COMMISSIE
van 8 december 2011
tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),
Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 9 december 2011.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 8 december 2011.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
José Manuel SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.
BIJLAGE
Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
AL |
64,0 |
MA |
59,8 |
|
TN |
95,6 |
|
TR |
87,5 |
|
ZZ |
76,7 |
|
0707 00 05 |
EG |
170,1 |
TR |
114,5 |
|
ZZ |
142,3 |
|
0709 90 70 |
MA |
40,2 |
TR |
133,7 |
|
ZZ |
87,0 |
|
0805 10 20 |
AR |
37,1 |
BR |
41,5 |
|
MA |
56,6 |
|
TR |
48,7 |
|
UY |
42,5 |
|
ZA |
53,4 |
|
ZZ |
46,6 |
|
0805 20 10 |
MA |
69,5 |
ZZ |
69,5 |
|
0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90 |
HR |
32,0 |
IL |
76,9 |
|
JM |
129,1 |
|
TR |
75,2 |
|
ZZ |
78,3 |
|
0805 50 10 |
TR |
57,8 |
ZZ |
57,8 |
|
0808 10 80 |
CA |
125,8 |
CL |
90,0 |
|
CN |
71,1 |
|
US |
127,0 |
|
ZA |
180,1 |
|
ZZ |
118,8 |
|
0808 20 50 |
CN |
48,8 |
TR |
133,1 |
|
ZZ |
91,0 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.
9.12.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 327/58 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1280/2011 VAN DE COMMISSIE
van 8 december 2011
tot wijziging van de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 971/2011 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten uit de sector suiker voor het verkoopseizoen 2011/12
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),
Gezien Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad wat betreft de handel met derde landen in de sector suiker (2), en met name artikel 36, lid 2, tweede alinea, tweede zin,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2011/12 zijn vastgesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 971/2011 van de Commissie (3). Deze prijzen en rechten zijn laatstelijk gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1269/2011 van de Commissie (4). |
(2) |
Naar aanleiding van de gegevens waarover de Commissie momenteel beschikt, dienen deze bedragen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 951/2006 te worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bij Verordening (EG) nr. 951/2006 voor het verkoopseizoen 2011/12 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 36 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 971/2011 bedoelde producten worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 9 december 2011.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 8 december 2011.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
José Manuel SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24.
(3) PB L 254 van 30.9.2011, blz. 12.
(4) PB L 324 van 7.12.2011, blz. 25.
BIJLAGE
Gewijzigde bedragen van de representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en producten van GN-code 1702 90 95 die gelden met ingang van 9 december 2011
(EUR) |
||
GN-code |
Representatieve prijs per 100 kg netto van het betrokken product |
Aanvullend recht per 100 kg netto van het betrokken product |
1701 11 10 (1) |
39,86 |
0,00 |
1701 11 90 (1) |
39,86 |
2,95 |
1701 12 10 (1) |
39,86 |
0,00 |
1701 12 90 (1) |
39,86 |
2,65 |
1701 91 00 (2) |
45,89 |
3,70 |
1701 99 10 (2) |
45,89 |
0,57 |
1701 99 90 (2) |
45,89 |
0,57 |
1702 90 95 (3) |
0,46 |
0,24 |
(1) Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage IV, punt III, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.
(2) Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage IV, punt II, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.
(3) Vaststelling per procent sacharose.
9.12.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 327/60 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1281/2011 VAN DE COMMISSIE
van 8 december 2011
inzake het minimumdouanerecht dat moet worden vastgesteld naar aanleiding van de eerste deelinschrijvingen in het kader van de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1239/2011 geopende openbare inschrijving
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name artikel 187, juncto artikel 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1239/2011 van de Commissie (2) is een permanente openbare inschrijving geopend voor het verkoopseizoen 2011/2012 voor de invoer van suiker van GN-code 1701 tegen een verlaagd douanerecht. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 6 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1239/2011 moet de Commissie, in het licht van de naar aanleiding van een deelinschrijving ontvangen offertes, besluiten al dan niet een minimumdouanerecht per achtcijferige GN-code vast te stellen. |
(3) |
Op basis van de voor de eerste deelinschrijving ontvangen offertes moet voor bepaalde onder GN-code 1701 vallende achtcijferige codes voor suiker een minimumdouanerecht worden vastgesteld en moet voor de overige onder die GN-code vallende achtcijferige codes voor suiker geen minimumdouanerecht worden vastgesteld. |
(4) |
Om de markt snel een signaal te geven en met het oog op een efficiënt beheer van de maatregel, moet de onderhavige verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
(5) |
Het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de eerste deelinschrijving in het kader van de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1239/2011 geopende openbare inschrijving, waarvan de termijn voor de indiening van offertes is verstreken op 7 december 2011, wordt voor de onder GN-code 1701 vallende achtcijferige codes voor suiker al dan niet een minimumdouanerecht vastgesteld, zoals is aangegeven in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 8 december 2011.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
José Manuel SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 318 van 1.12.2011, blz. 4.
BIJLAGE
Minimumdouanerechten
(EUR/t) |
|||||
Achtcijferige GN-code |
Minimumdouanerecht |
||||
1 |
2 |
||||
1701 11 10 |
252,50 |
||||
1701 11 90 |
— |
||||
1701 12 10 |
X |
||||
1701 12 90 |
X |
||||
1701 91 00 |
X |
||||
1701 99 10 |
— |
||||
1701 99 90 |
X |
||||
|
BESLUITEN
9.12.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 327/62 |
BESLUIT 2011/819/GBVB VAN DE RAAD
van 8 december 2011
tot benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de Hoorn van Afrika
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 28, artikel 31, lid 2, en artikel 33,
Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het is noodzakelijk dat de Unie een regionaal antwoord biedt op de complexe en met elkaar verband houdende uitdagingen in de Hoorn van Afrika. |
(2) |
De heer Alexander RONDOS moet worden benoemd tot speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) voor de Hoorn van Afrika voor de periode van 1 januari 2012 tot en met 30 juni 2012. |
(3) |
De SVEU zal zijn mandaat uitvoeren in een mogelijk verslechterende situatie die de verwezenlijking van de doelstellingen van het externe optreden van de Unie, als geformuleerd in artikel 21 van het Verdrag, kan hinderen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie
De heer Alexander RONDOS wordt benoemd tot speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) voor de Hoorn van Afrika voor de periode van 1 januari 2012 tot en met 30 juni 2012. Het mandaat van de SVEU kan eerder worden verlengd of beëindigd, indien de Raad daartoe besluit op voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV).
Voor de toepassing van het mandaat van de SVEU omvat de Hoorn van Afrika de Republiek Djibouti, de staat Eritrea, de Federale Democratische Republiek Ethiopië, de Republiek Kenia, Somalië, de Republiek Sudan, de Republiek Zuid-Sudan en de Republiek Uganda. Voor aangelegenheden met ruimere regionale implicaties, waaronder piraterij, zal de SVEU in voorkomend geval overleg plegen met landen en regionale entiteiten buiten de Hoorn van Afrika.
Vanwege de noodzaak van een regionale aanpak van de met elkaar verband houdende uitdagingen waarmee de regio te kampen heeft, zal de SVEU voor de Hoorn van Afrika nauw overleg moeten voeren met de SVEU voor Sudan en Zuid-Sudan, die deze twee landen zal blijven aansturen.
Artikel 2
Beleidsdoelstellingen
1. Het mandaat van de SVEU berust op de beleidsdoelstellingen van de Europese Unie („de EU” of „de Unie”) met betrekking tot de Hoorn van Afrika, namelijk actief bijdragen tot de regionale en internationale inspanningen voor een duurzame vrede, veiligheid en ontwikkeling in de regio. Voorts zal de SVEU ernaar streven de kwaliteit, de intensiteit en het effect van het meervoudige engagement van de EU in de Hoorn van Afrika te vergroten.
2. Aanvankelijk zal er voorrang worden gegeven aan Somalië, en aan de regionale dimensies van het conflict alsmede aan de piraterij, die diep geworteld is in de instabiliteit van Somalië.
3. Wat Somalië betreft, beoogt het beleid van de EU via een gecoördineerd en doeltreffend gebruik van al haar instrumenten om Somalië en zijn bevolking terug op de weg naar vrede en welvaart te brengen. Daartoe zal de EU de rol van de Verenigde Naties (VN) bij het faciliteren van een geloofwaardig en inclusief, door Somalië geleid politiek proces ondersteunen, en zal zij, in samenwerking met regionale en internationale partners, actief blijven bijdragen tot de uitvoering van het vredesakkoord van Djibouti en de bijbehorende regeling voor de post-overgangsfase.
4. Wat betreft piraterij die ontstaan is in Somalië, bestaat de rol van de SVEU in het leveren van een bijdrage tot het ontwikkelen en uitvoeren van een samenhangende, doeltreffende en evenwichtige EU-aanpak van piraterij, die alle aspecten van het EU-optreden omvat, met name op politiek, veiligheids- en ontwikkelingsgebied, en moet de SVEU de belangrijkste EU-gesprekspartner voor piraterij zijn. voor de internationale gemeenschap, met inbegrip van de regio Oost- en Zuidelijk Afrika en het Brits Indische Oceaanterritorium (ESA/IO-regio).
Artikel 3
Mandaat
1. Ter verwezenlijking van de doelstellingen van het EU-beleid met betrekking tot de Hoorn van Afrika krijgt de SVEU het mandaat om:
a) |
overleg te plegen met alle relevante belanghebbenden van de regio, regeringen, bestaande regionale autoriteiten, internationale en regionale organisaties, het middenveld en de diaspora, om de EU-doelstellingen vooruit te helpen en bij te dragen tot een beter begrip van de rol van de Unie in de regio; |
b) |
de Unie in de bevoegde internationale fora te vertegenwoordigen, en zorg te dragen voor de zichtbaarheid van de EU-steun voor crisisbeheersing en -preventie; |
c) |
doeltreffende politieke samenwerking en economische integratie in de regio aan te moedigen en te ondersteunen via het partnerschap van de EU met de Afrikaanse Unie (AU) en subregionale organisaties; |
d) |
bij te dragen tot de uitvoering van EU-beleid voor de Hoorn van Afrika, in nauwe samenwerking met de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) en de EU-delegaties in de regio, en met de Commissie; |
e) |
met betrekking tot Somalië, in nauw overleg met bevoegde regionale en internationale partners, actief bij te dragen tot acties en initiatieven die leiden tot de uitvoering van het vredesakkoord van Djibouti en de bijbehorende regeling voor de post-overgangsfase, en daarbij de institutionele opbouw, de rechtsstaat, en de totstandbrenging van bekwame bestuursstructuren op alle niveaus te ondersteunen; de veiligheidssituatie te verbeteren; zich in te zetten voor rechtsbedeling, nationale verzoening en eerbiediging van de mensenrechten; en de humanitaire toegang, met name in het centrum en het zuiden van Somalië, te verbeteren door het belang te bepleiten van eerbiediging van het internationaal humanitair recht en naleving van de humanitaire beginselen, te weten menselijkheid, neutraliteit, onpartijdigheid en onafhankelijkheid; |
f) |
nauw en actief te blijven samenwerken met de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN voor Somalië, deel te nemen aan de werkzaamheden van de internationale contactgroep voor Somalië en andere bevoegde fora, en werk te maken van een gecoördineerde en samenhangende, internationale aanpak voor Somalië, ook via de militaire missie van de Europese Unie die bijdraagt aan de opleiding van Somalische veiligheidstroepen (EUTM Somalië), EU NAVFOR Somalia (Atalanta), en de niet- aflatende steun van de EU voor de missie van de Afrikaanse Unie in Somalië (Amisom), en daarbij nauw met de lidstaten samen te werken; |
g) |
de regionale dimensie van de Somalische crisis, met inbegrip van terrorisme, wapensmokkel, vluchtelingen- en migratiestromen, maritieme veiligheid, piraterij en de desbetreffende financiële stromen, op de voet te volgen; |
h) |
met betrekking tot piraterij, zich te houden op alle EU-acties in het kader van de EDEO, de Commissie en de lidstaten, en regelmatig politieke contacten op hoog niveau te onderhouden met de landen in de regio die geconfronteerd worden met piraterij vanuit Somalië, de regionale organisaties, de VN-Contactgroep piraterij voor de kust van Somalië, de VN en andere belangrijke spelers, om een samenhangende en alomvattende aanpak van piraterij te garanderen en de belangrijke rol van de EU bij de internationale inspanningen ter bestrijding van piraterij te verzekeren. Dat betekent onder meer actieve ondersteuning door de EU van de regionale maritieme capaciteitsopbouw en van de berechting van piraten, en ervoor zorgen dat de dieperliggende oorzaken van piraterij in Somalië naar behoren worden aangepakt. Tevens behelst dit het onverminderd actief ondersteunen van de ESA/IO-regio bij de uitvoering van haar strategie en actieplan ter bestrijding van piraterij en de gedragscode van Djibouti; |
i) |
de politieke ontwikkelingen in de regio te volgen en bij te dragen tot de ontwikkeling van EU-beleid voor de regio, ook wat betreft het Ethiopisch-Eritrese grensconflict en de uitvoering van het akkoord van Algiers, het initiatief voor het Nijlbekken, en andere problemen in de regio die gevolgen hebben voor de veiligheid, de stabiliteit en de welvaart, waarbij er tevens voor moet worden gezorgd dat regeringen bij een uitbarsting van geweld of bij een politieke crisis ter verantwoording kunnen worden geroepen; |
j) |
grensoverschrijdende uitdagingen voor de Hoorn van Afrika, met inbegrip van de gevolgen van humanitaire crises op politiek en veiligheidgebied, op de voet te volgen; |
k) |
bij te dragen tot de uitvoering van het mensenrechtenbeleid van de EU in de Hoorn van Afrika, met inbegrip van de richtsnoeren van de EU inzake mensenrechten, met name de EU-richtsnoeren over kinderen en gewapende conflicten, alsook inzake geweld en uitbanning van discriminatie jegens vrouwen en meisjes, en het beleid van de EU betreffende vrouwen, vrede en veiligheid, onder meer door de ontwikkelingen te volgen, er verslag over uit te brengen en aanbevelingen ter zake te formuleren. |
2. Ter vervulling van zijn mandaat zal de SVEU onder meer:
a) |
advies en verslag uitbrengen over de vaststelling van EU-standpunten in internationale fora met het oog op het proactief promoten van de alomvattende EU-beleidsaanpak voor de Hoorn van Afrika; |
b) |
zicht houden op alle activiteiten van de Unie en nauw samenwerken met alle betrokken EU-delegaties. |
Artikel 4
Uitvoering van het mandaat
1. De SVEU is onder het gezag van de HV belast met de uitvoering van het mandaat.
2. Het Politiek en Veiligheidscomité („PVC”) onderhoudt een bevoorrechte relatie met de SVEU en vormt het eerste contactpunt van de SVEU met de Raad. Onverminderd de bevoegdheden van de HV zorgt het PVC binnen het kader van het mandaat voor strategische aansturing en politieke leiding ten behoeve van de SVEU.
3. De SVEU werkt nauw samen met de EDEO.
Artikel 5
Financiering
1. Het financieel referentiebedrag ter dekking van de kosten in verband met het mandaat van de SVEU voor de periode van1 januari 2012 tot en met 30 juni 2012 beloopt 670 000 EUR.
2. De uitgaven worden beheerd volgens de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Unie.
3. Voor het uitgavenbeheer wordt een overeenkomst gesloten tussen de SVEU en de Commissie. De SVEU legt van alle uitgaven verantwoording af aan de Commissie.
Artikel 6
Samenstelling van het team
1. Binnen de grenzen van het mandaat van de SVEU en de daartoe vrijgemaakte financiële middelen is de SVEU verantwoordelijk voor het samenstellen van zijn team. In het team dient de door het mandaat vereiste deskundigheid inzake specifieke beleids- en veiligheidsvraagstukken aanwezig te zijn. De SVEU houdt de Raad en de Commissie voortdurend op de hoogte van de samenstelling van zijn team.
2. De lidstaten, de instellingen van de Unie en de EDEO kunnen voorstellen personeel te detacheren bij de SVEU. De bezoldiging van het personeel dat door een lidstaat of een instelling van de Unie of de EDEO bij de SVEU wordt gedetacheerd, komt ten laste van respectievelijk de betrokken lidstaat, de betrokken instelling van de Unie of de EDEO. Deskundigen die door de lidstaten bij de instellingen van de Unie of de EDEO zijn gedetacheerd, kunnen eveneens aan de SVEU worden toegewezen. Internationaal aangeworven personeel moet de nationaliteit van een lidstaat hebben.
3. Al het gedetacheerde personeel blijft onder het administratieve gezag van de detacherende lidstaat, van de instelling van de Unie of van de EDEO, en voert zijn taken uit en handelt in het belang van het mandaat van de SVEU.
Artikel 7
Voorrechten en immuniteiten van de SVEU en zijn personeel
De voorrechten, immuniteiten en andere garanties die noodzakelijk zijn voor de uitvoering en het goede verloop van de missie van de SVEU en van zijn personeelsleden, worden naargelang het geval met het ontvangende land of de ontvangende landen overeengekomen. De lidstaten en de Commissie verlenen daartoe alle nodige steun.
Artikel 8
Beveiliging van gerubriceerde EU-gegevens
De SVEU en de leden van zijn team leven de beginselen en minimumnormen inzake beveiliging na die zijn vastgelegd in Besluit 2011/292/EU van de Raad van 31 maart 2011 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (1).
Artikel 9
Toegang tot informatie en logistieke steun
1. De lidstaten, de Commissie, de EDEO en het secretariaat-generaal van de Raad zorgen ervoor dat de SVEU toegang krijgt tot alle relevante informatie.
2. De delegaties van de Unie en/of de lidstaten, naargelang van het geval, verlenen logistieke steun in de regio.
Artikel 10
Veiligheid
Overeenkomstig het EU-beleid inzake de veiligheid van personeel dat op grond van titel V van het Verdrag wordt ingezet in operaties buiten de Unie, neemt de SVEU alle redelijkerwijs haalbare maatregelen voor de beveiliging van het personeel dat rechtstreeks onder zijn gezag staat, in overeenstemming met zijn mandaat en de veiligheidssituatie in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is; met name:
a) |
stelt hij een missiespecifiek veiligheidsplan op, dat onder meer missiespecifieke fysieke, organisatorische en procedurele beveiligingsmaatregelen voor het beheer van veilige personeelsbewegingen naar en binnen het missiegebied, het beheer van veiligheidsincidenten en een nood- en evacuatieplan voor de missie behelst; |
b) |
zorgt hij ervoor dat alle buiten de Unie ingezette personeelsleden gedekt zijn door een op de omstandigheden in het missiegebied afgestemde verzekering voor grote risico’s; |
c) |
zorgt hij ervoor dat alle buiten de Europese Unie ingezette leden van zijn team, ook het ter plaatse aangeworven personeel, voor of bij aankomst in het missiegebied een passende beveiligingsopleiding hebben genoten waarvan de inhoud is bepaald op basis van de risicoklasse waarin het missiegebied is ingedeeld; |
d) |
zorgt hij ervoor dat alle naar aanleiding van de geregelde beveiligingsbeoordelingen overeengekomen aanbevelingen worden opgevolgd, en brengt hij aan de Raad, de HV en de Commissie schriftelijk verslag uit over de uitvoering daarvan en over andere veiligheidskwesties in het kader van het tussentijds verslag en het verslag over de uitvoering van zijn mandaat. |
Artikel 11
Rapportage
1. De SVEU brengt geregeld mondeling en schriftelijk verslag uit aan de HV en het PVC. De SVEU brengt zo nodig tevens verslag uit aan de werkgroepen van de Raad. De geregelde schriftelijke verslagen worden verspreid via het COREU-netwerk. Op aanbeveling van de HV of het PVC kan de SVEU ook verslag uitbrengen aan de Raad Buitenlandse Zaken.
2. De SVEU brengt verslag uit over de wijze waarop het best uitvoering kan worden gegeven aan de initiatieven van de Unie, zoals de bijdrage die de Unie levert aan hervormingen, en gaat daarbij mede in op de politieke aspecten van relevante ontwikkelingsprojecten van de Unie, in coördinatie met de EU-delegaties in de Hoorn van Afrika.
Artikel 12
Coördinatie
1. De SVEU bevordert de algehele politieke coördinatie van de Unie en hij helpt de EU-delegaties ervoor te zorgen dat alle instrumenten van de Unie ter plaatse op coherente wijze worden ingezet om de EU-beleidsdoelstellingen te verwezenlijken. De activiteiten van de SVEU worden gecoördineerd met die van de EU-delegaties en de Commissie, en met die van andere SVEU’s die actief zijn in de regio, met name de SVEU voor Sudan en Zuid-Sudan en de SVEU voor de AU. De SVEU brengt regelmatig verslag uit aan de missies van de lidstaten en de delegaties van de Unie in de regio.
2. Ter plaatse worden nauwe contacten onderhouden met de delegaties van de Unie en de missiehoofden van de lidstaten. Die doen alles wat in hun vermogen ligt om de SVEU te assisteren bij de uitvoering van zijn mandaat. De SVEU geeft de commandant van EUNAVFOR Atalanta en de commandant van de missie EUTM Somalia plaatselijke politieke sturing, in nauw overleg met de betrokken EU-delegaties. De SVEU en de operationele commandant van de EU plegen indien nodig overleg.
3. De SVEU werkt nauw samen met de autoriteiten van de betrokken landen, de VN, de AU, de intergouvernementele autoriteit voor ontwikkeling (IGAD), en andere nationale, regionale en internationale belanghebbenden, en tevens met het maatschappelijk middenveld in de regio.
Artikel 13
Evaluatie
De toepassing van dit besluit en de consistentie ervan met andere bijdragen van de Unie in de regio worden op gezette tijden geëvalueerd. Aan het eind van zijn mandaat legt de SVEU aan de Raad, de HV en de Commissie een uitvoerig verslag voor over de uitvoering van het mandaat.
Artikel 14
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 8 december 2011.
Voor de Raad
De voorzitter
M. DOWGIELEWICZ
(1) PB L 141 van 27.5.2011, blz. 17.
9.12.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 327/66 |
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 7 december 2011
tot wijziging van Richtlijn 2002/56/EG van de Raad wat betreft de in artikel 21, lid 3, vermelde datum tot wanneer de lidstaten de geldigheidsduur van besluiten betreffende de gelijkwaardigheid van pootaardappelen uit derde landen mogen verlengen
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 8929)
(Voor de EER relevante tekst)
(2011/820/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2002/56/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen (1), en met name artikel 21, lid 3, tweede alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Richtlijn 2002/56/EG is bepaald dat de lidstaten met ingang van bepaalde data niet meer zelf mogen vaststellen dat in derde landen geoogste pootaardappelen gelijkwaardig zijn aan pootaardappelen die in de Unie zijn geoogst en aan die richtlijn voldoen. |
(2) |
Aangezien de werkzaamheden voor de vaststelling van de gelijkwaardigheid voor de Unie van pootaardappelen uit alle betrokken derde landen nog niet waren voltooid, werden de lidstaten bij Richtlijn 2002/56/EG evenwel gemachtigd de geldigheidsduur van de besluiten betreffende de gelijkwaardigheid, die reeds waren genomen voor pootaardappelen uit bepaalde derde landen waarvoor de gelijkwaardigheid voor de Unie niet van toepassing is, tot en met 31 maart 2011 te verlengen. Deze datum is gekozen in verband met het einde van het verkoopseizoen van pootaardappelen. |
(3) |
Aangezien deze werkzaamheden nog steeds niet zijn voltooid en het nieuwe verkoopseizoen eind 2011 zal beginnen, is het noodzakelijk de lidstaten te machtigen de geldigheidsduur van hun nationale gelijkwaardigheidsbesluiten te verlengen. |
(4) |
Richtlijn 2002/56/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(5) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In artikel 21, lid 3, eerste alinea, van Richtlijn 2002/56/EG wordt „31 maart 2011” vervangen door „31 maart 2014”.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 7 december 2011.
Voor de Commissie
John DALLI
Lid van de Commissie
(1) PB L 193 van 20.7.2002, blz. 60.
9.12.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 327/67 |
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 7 december 2011
betreffende de erkenning van Kaapverdië overeenkomstig Richtlijn 2008/106/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de opleiding en diplomering van zeevarenden
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 8998)
(Voor de EER relevante tekst)
(2011/821/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2008/106/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 inzake het minimumopleidingsniveau van zeevarenden (1), en met name artikel 19, lid 3, eerste alinea,
Gezien het verzoek van Cyprus van 13 mei 2005,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op grond van Richtlijn 2008/106/EG kunnen lidstaten besluiten door derde landen afgegeven passende vaarbevoegdheidsbewijzen te erkennen wanneer de betrokken landen door de Commissie zijn erkend. De betrokken derde landen dienen te voldoen aan alle vereisten van het Verdrag van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) betreffende de normen voor zeevarenden inzake opleiding, diplomering en wachtdienst van 1978 (het STCW-verdrag) (2), als herzien in 1995. |
(2) |
Bij brieven van 13 mei 2005 en 1 december 2005, heeft Cyprus gevraagd Kaapverdië te erkennen. Ingevolgde deze verzoeken heeft de Commissie de opleidings- en diplomeringssystemen voor zeevarenden in Kaapverdië onderzocht om na te gaan of dit land voldoet aan de vereisten van het STCW-verdrag en of gepaste maatregelen zijn getroffen om fraude met bewijzen te voorkomen. Deze beoordeling is gebaseerd op de resultaten van een inspectie door deskundigen van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid in juni 2006. Tijdens die inspectie zijn een aantal tekortkomingen van de opleidings- en diplomeringssystemen aan het licht gekomen. |
(3) |
De Commissie heeft de lidstaten een verslag bezorgd met de reulstaten van haar beoordeling. |
(4) |
Bij brieven van 2 februari 2009, 8 december 2009 en 17 september 2010 heeft de Commissie Kaapverdië gevraagd aan te tonen dat de geconstateerde tekortkomingen waren weggewerkt. |
(5) |
Bij brieven van 23 april 2009, 19 januari 2010, 4 december 2010, 25 februari 2011, 10 maart 2011 en 25 mei 2011, heeft Kaapverdië de gevraagde informatie en het bewijsmateriaal verstrekt betreffende de tenuitvoerlegging van gepaste en voldoende corrigerende maatregelen om het meerendeel van de tijdens de beoordeling geconstateerde tekortkomingen weg te werken. |
(6) |
De resterende terkortkomingen hebben enerzijds betrekking op het onbreken van bepaald opleidingsmateriaal in het belangrijkste maritieme onderwijs- en opleidingsinstituut van Kaapverdië en anderzijds het tekort aan bepaalde cursusinhoud met betrekking tot sectie A-III/2 van de STCW-code. Kaapverdië werd daarom verzocht hieromtrent verdere corrigerende maatregelen te nemen. Deze tekortkomingen rechtvaardigen echter niet dat het algemene niveau van naleving van de voorschriften van het STCW-verdrag inzake de opleiding en diplomering van zeevarenden door Kaapverdië in twijfel wordt getrokken. |
(7) |
Het resultaat van de beoordeling van de naleving en de evaluatie van de door de autoriteiten van Kaapverdië verstrekte informatie tonen aan dat Kaapverdië alle desbetreffende eisen van het STCW-verdrag naleeft en passende maatregelen heeft getroffen om fraude met bewijzen te verhinderen. |
(8) |
De in dit uitvoeringsbesluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité maritieme veiligheid en voorkoming van verontreiniging door schepen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de toepassing van artikel 19 van Richtlijn 2008/106/EG wordt Kaapverdië erkend wat betreft de opleiding en diplomering van zeevarenden.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 7 december 2011.
Voor de Commissie
Siim KALLAS
Vicevoorzitter
(1) PB L 323 van 3.12.2008, blz. 33.
(2) Aangenomen door de Internationale Maritieme Organisatie (IMO).
9.12.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 327/68 |
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 7 december 2011
betreffende de erkenning van Bangladesh overeenkomstig Richtlijn 2008/106/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de opleiding en diplomering van zeevarenden
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 8999)
(Voor de EER relevante tekst)
(2011/822/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2008/106/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 inzake het minimumopleidingsniveau van zeevarenden (1), en met name artikel 19, lid 3, eerste alinea,
Gezien het verzoek van Cyprus van 26 juli 2007, van Italië van 24 december 2007 en van België van 25 juni 2008,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op grond van Richtlijn 2008/106/EG kunnen lidstaten besluiten door derde landen afgegeven passende vaarbevoegdheidsbewijzen te erkennen wanneer de betrokken landen door de Commissie zijn erkend. De betrokken derde landen dienen te voldoen aan alle vereisten van het Verdrag van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) betreffende de normen voor zeevarenden inzake opleiding, diplomering en wachtdienst van 1978 (het STCW-Verdrag) (2), als herzien in 1995. |
(2) |
Bij brieven van achtereenvolgens 26 juli 2007 (Cyprus), 24 december 2007 (Italië) en 25 juni 2008 (België), hebben deze landen gevraagd Bangladesh te erkennen. Ingevolge deze verzoeken heeft de Commissie de opleidings- en diplomeringssystemen voor zeevarenden in Bangladesh onderzocht om na te gaan of dit land voldoet aan de vereisten van het STCW-Verdrag en of gepaste maatregelen zijn getroffen om fraude met bewijzen te voorkomen. Deze beoordeling is gebaseerd op de resultaten van een inspectie door deskundigen van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid in februari 2008. Tijdens die inspectie zijn een aantal tekortkomingen van de opleidings- en diplomeringssystemen aan het licht gekomen. |
(3) |
De Commissie heeft de lidstaten een verslag bezorgd met de resultaten van haar beoordeling. |
(4) |
Bij brieven van 26 maart 2009, 9 december 2009 en 28 september 2010 heeft de Commissie Bangladesh gevraagd aan te tonen dat de geconstateerde tekortkomingen waren weggewerkt. |
(5) |
Bij brieven van 29 maart 2009, 21 mei 2009, 12 juli 2009, 4 januari 2010, 27 februari 2011 en 14 maart 2011, heeft Bangladesh de gevraagde informatie en het bewijsmateriaal verstrekt betreffende de tenuitvoerlegging van gepaste en voldoende corrigerende maatregelen om alle tijdens de beoordeling geconstateerde tekortkomingen weg te werken. |
(6) |
De resterende tekortkomingen hebben enerzijds betrekking op het ontbreken van bepaald opleidingsmateriaal in een van de maritieme onderwijs- en opleidingsinstituten van Bangladesh en anderzijds het tekort aan opleiding voor voorbereidende cursussen met betrekking tot sectie A-II/1 van de STCW-code. Bangladesh werd daarom verzocht hieromtrent verdere corrigerende maatregelen te nemen. Deze tekortkomingen rechtvaardigen echter niet dat het algemene niveau van naleving van de voorschriften van het STCW-Verdrag inzake de opleiding en diplomering van zeevarenden door Bangladesh in twijfel wordt getrokken. |
(7) |
Het resultaat van de beoordeling van de naleving en de evaluatie van de door de autoriteiten van Bangladesh verstrekte informatie tonen aan dat Bangladesh alle desbetreffende eisen van het STCW-Verdrag naleeft en passende maatregelen heeft getroffen om fraude met bewijzen te verhinderen. |
(8) |
De in dit uitvoeringsbesluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité maritieme veiligheid en voorkoming van verontreiniging door schepen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de toepassing van artikel 19 van Richtlijn 2008/106/EG wordt Bangladesh erkend wat betreft de opleiding en diplomering van zeevarenden.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 7 december 2011.
Voor de Commissie
Siim KALLAS
Vicevoorzitter
(1) PB L 323 van 3.12.2008, blz. 33.
(2) Aangenomen door de Internationale Maritieme Organisatie (IMO).