ISSN 1977-0758

doi:10.3000/19770758.L_2011.327.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 327

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

54e jaargang
9 december 2011


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

 

 

2011/818/EU

 

*

Besluit van de Raad van 8 november 2011 betreffende de sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen over aanvullende handelspreferenties voor landbouwproducten op grond van artikel 19 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte

1

Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen over aanvullende handelspreferenties voor landbouwproducten op grond van artikel 19 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte

2

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) nr. 1276/2011 van de Commissie van 8 december 2011 tot wijziging van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de behandeling om levensvatbare parasieten in visserijproducten voor menselijke consumptie te doden ( 1 )

39

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1277/2011 van de Commissie van 8 december 2011 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong ( 1 )

42

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1278/2011 van de Commissie van 8 december 2011 tot goedkeuring van de werkzame stof bitertanol overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie en de bijlage bij Beschikking 2008/934/EG van de Commissie ( 1 )

49

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1279/2011 van de Commissie van 8 december 2011 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

56

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1280/2011 van de Commissie van 8 december 2011 tot wijziging van de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 971/2011 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten uit de sector suiker voor het verkoopseizoen 2011/12

58

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1281/2011 van de Commissie van 8 december 2011 inzake het minimumdouanerecht dat moet worden vastgesteld naar aanleiding van de eerste deelinschrijvingen in het kader van de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1239/2011 geopende openbare inschrijving

60

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit 2011/819/GBVB van de Raad van 8 december 2011 tot benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de Hoorn van Afrika

62

 

 

2011/820/EU

 

*

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 7 december 2011 tot wijziging van Richtlijn 2002/56/EG van de Raad wat betreft de in artikel 21, lid 3, vermelde datum tot wanneer de lidstaten de geldigheidsduur van besluiten betreffende de gelijkwaardigheid van pootaardappelen uit derde landen mogen verlengen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 8929)  ( 1 )

66

 

 

2011/821/EU

 

*

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 7 december 2011 betreffende de erkenning van Kaapverdië overeenkomstig Richtlijn 2008/106/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de opleiding en diplomering van zeevarenden (Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 8998)  ( 1 )

67

 

 

2011/822/EU

 

*

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 7 december 2011 betreffende de erkenning van Bangladesh overeenkomstig Richtlijn 2008/106/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de opleiding en diplomering van zeevarenden (Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 8999)  ( 1 )

68

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

9.12.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 327/1


BESLUIT VAN DE RAAD

van 8 november 2011

betreffende de sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen over aanvullende handelspreferenties voor landbouwproducten op grond van artikel 19 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte

(2011/818/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, juncto artikel 218, lid 6, onder a),

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 19 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte is bepaald dat de overeenkomstsluitende partijen zich verplichten tot voortzetting van hun inspanningen met het oog op de geleidelijke liberalisering van de onderlinge handel in landbouwproducten.

(2)

Overeenkomstig Besluit 2010/676/EU van de Raad (1) is de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen over aanvullende handelspreferenties voor landbouwproducten op grond van artikel 19 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de overeenkomst”) op 15 april 2011 ondertekend, onder voorbehoud van sluiting.

(3)

De overeenkomst dient te worden goedgekeurd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen over aanvullende handelspreferenties voor landbouwproducten op grond van artikel 19 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de overeenkomst”) wordt namens de Unie goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wijst de persoon aan die gemachtigd is om namens de Unie de in de overeenkomst genoemde akte van goedkeuring neer te leggen, waarmee de instemming van de Unie om door de overeenkomst gebonden te zijn tot uiting wordt gebracht (2).

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 8 november 2011.

Voor de Raad

De voorzitter

J. VINCENT-ROSTOWSKI


(1)  PB L 292 van 10.11.2010, blz. 1.

(2)  De datum van inwerkingtreding van de overeenkomst zal door het secretariaat-generaal van de Raad in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt.


OVEREENKOMST

in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen over aanvullende handelspreferenties voor landbouwproducten op grond van artikel 19 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte

Excellentie,

Ik heb de eer te verwijzen naar de onderhandelingen tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende bilaterale handel in landbouwproducten, die op 28 januari 2010 zijn afgesloten.

Op grond van artikel 19 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd) is een nieuwe ronde besprekingen over de handel in landbouwproducten tussen de Europese Commissie en Noorwegen gehouden om de verdere geleidelijke liberalisering van de handel in landbouwproducten tussen de Europese Unie en Noorwegen (hierna „de partijen” genoemd) te bevorderen door middel van preferentiële afspraken op basis van wederkerigheid en wederzijds voordeel. De onderhandelingen zijn gestructureerd verlopen, waarbij terdege rekening is gehouden met de ontwikkeling van het landbouwbeleid en de omstandigheden van beide partijen, en eveneens met de ontwikkeling van bilaterale handel, alsmede met de voorwaarden voor de handel met andere handelspartners wereldwijd.

Ik bevestig dat de onderhandelingen de volgende resultaten hebben opgeleverd:

1.

Noorwegen verbindt zich ertoe rechtenvrije toegang te verlenen aan de in bijlage I genoemde producten van oorsprong uit de Europese Unie.

2.

Noorwegen verbindt zich ertoe tariefcontingenten vast te stellen voor de in bijlage II genoemde producten van oorsprong uit de Europese Unie.

3.

Noorwegen verbindt zich ertoe de invoerrechten te verlagen voor de in bijlage III genoemde producten van oorsprong uit de Europese Unie.

4.

De Europese Unie verbindt zich ertoe rechtenvrije toegang te verlenen aan de in bijlage IV genoemde producten van oorsprong uit Noorwegen.

5.

De Europese Unie verbindt zich ertoe tariefcontingenten vast te stellen voor de in bijlage V genoemde producten van oorsprong uit Noorwegen.

6.

De tariefcodes in de bijlagen I tot en met V zijn die welke op 1 januari 2009 in de partijen van toepassing zijn.

7.

Wanneer een toekomstige WTO-overeenkomst op het gebied van de landbouw wordt uitgevoerd met verbintenissen voor nieuwe tariefcontingenten voor meest begunstigde landen, zullen de in bijlage II vastgestelde bilaterale tariefcontingenten voor de invoer in Noorwegen van varkensvlees van 600 ton, van pluimveevlees van 800 ton en van rundvlees van 900 ton, met dezelfde stappen afnemen als deze waarmee de WTO-contingenten voor dezelfde producten van toepassing worden.

8.

De partijen komen overeen zo spoedig mogelijk alle bilaterale concessies te consolideren (zowel de reeds bestaande als de bij de onderhavige briefwisseling vastgestelde) bij een nieuwe briefwisseling die de bestaande bilaterale landbouwovereenkomsten moet vervangen.

9.

De oorsprongsregels voor de tenuitvoerlegging van de in de bijlagen I tot en met V opgenomen concessies zijn die welke zijn vastgesteld in bijlage IV bij de briefwisseling van 2 mei 1992. Niettemin is bijlage II bij Protocol 4 bij de EER-overeenkomst van toepassing in plaats van het aanhangsel van bijlage IV bij de briefwisseling van 2 mei 1992.

10.

De partijen zullen maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de voordelen die zij elkaar toekennen, niet door andere beperkende invoermaatregelen in gevaar worden gebracht.

11.

De partijen komen overeen de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de tariefcontingenten zo worden beheerd dat de importen regelmatig kunnen plaatsvinden en dat de voor invoer overeengekomen hoeveelheden daadwerkelijk kunnen worden ingevoerd.

12.

De partijen stemmen ermee in het nodige te doen om de handel in producten met een geografische aanduiding te bevorderen. Zij komen overeen verdere bilaterale besprekingen te voeren met het oog op een beter begrip van elkaars regelgeving en registratieprocedures, om na te gaan hoe de bescherming van elkaars geografische aanduidingen op elkaars grondgebied kan worden verbeterd, en zij zullen de mogelijkheden van de sluiting van een bilaterale overeenkomst op dat gebied onderzoeken.

13.

De partijen komen overeen gegevens over de verhandelde producten, het beheer van de tariefcontingenten en de prijsnoteringen, alsmede alle nuttige gegevens over de respectieve interne markten en de tenuitvoerlegging van de resultaten van deze onderhandelingen met regelmatige tussenpozen uit te wisselen.

14.

Op verzoek van één van de partijen zal overleg worden gepleegd over ongeacht welk vraagstuk betreffende de tenuitvoerlegging van de resultaten van deze onderhandelingen. In geval van moeilijkheden bij de tenuitvoerlegging van de resultaten van deze onderhandelingen zal dit overleg zo spoedig mogelijk worden gepleegd met het oog op de vaststelling van passende correctiemaatregelen.

15.

De partijen nemen er nota van dat de Noorse douaneautoriteiten van plan zijn de structuur van hoofdstuk 6 van het Noorse douanetarief te herzien. Er zal met de Europese Commissie worden overlegd als de bilaterale preferenties door deze herziening worden beïnvloed. De partijen zijn het erover eens dat dit een technische exercitie zal zijn.

16.

De partijen bevestigen nogmaals zich overeenkomstig artikel 19 van de EER-overeenkomst te zullen blijven inspannen voor de geleidelijke liberalisering van de handel in landbouwproducten. Hiertoe komen de partijen overeen de voorwaarden voor de handel in landbouwproducten over twee jaar opnieuw te herzien om mogelijke concessies te onderzoeken.

17.

Wat betreft de huidige tariefcontingenten voor de invoer van 4 500 ton kaas in Noorwegen, komen de partijen overeen dat de huidige wijze van beheer van dit tariefcontingent op basis van historische rechten en het nieuwkomersbeginsel met ingang van 2014 moet worden vervangen door een ander beheerssysteem dan veiling, zoals door afgifte van vergunningen of door het systeem „wie het eerst komt, wie het eerst maalt”. De Noorse autoriteiten moeten de voorwaarden voor dit systeem opstellen na overleg met de Europese Commissie om tot wederzijdse overeenstemming te komen, zodat de tariefcontingenten zodanig zullen worden beheerd dat de invoer regelmatig kan plaatsvinden en dat de overeengekomen in te voeren hoeveelheden daadwerkelijk kunnen worden ingevoerd. Het huidige beheer op basis van een lijst van kaassoorten, zoals bedoeld in de briefwisseling van 11 april 1983, wordt afgeschaft.

De partijen komen overeen dat het beheer van het nieuwe tariefcontingent van 2 700 ton kaas bij invoer in Noorwegen onder een veilingsysteem zal vallen. Het beheer door veiling zal worden herzien overeenkomstig de vorige alinea's. Met name de benutting van de tariefcontingenten en de veilingheffingen zullen dan tegen het licht worden gehouden.

Het tariefcontingent voor de invoer van 7 200 ton kaas in de Europese Unie en in Noorwegen is van toepassing op alle soorten kaas.

18.

Bij verdere uitbreiding van de EU zullen de partijen de betekenis daarvan voor de bilaterale handel beoordelen om de bilaterale preferenties te kunnen aanpassen, zodat de eerdere preferentiële handelsstromen tussen Noorwegen en de toetredende landen kunnen worden voortgezet.

Deze overeenkomst in de vorm van een briefwisseling treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de laatste akte van goedkeuring is neergelegd.

Ik heb de eer u te bevestigen dat de Europese Unie met de inhoud van deze brief instemt.

Ik verzoek u te willen bevestigen dat uw regering met het bovenstaande instemt.

Hoogachtend,

Съставено в Брюксел на

Hecho en Bruselas, el

V Bruselu dne

Udfærdiget i Bruxelles, den

Geschehen zu Brüssel am

Brüssel,

Έγινε στις Βρυξέλλες, στις

Done at Brussels,

Fait à Bruxelles, le

Fatto a Bruxelles, addì

Briselē,

Priimta Briuselyje,

Kelt Brüsszelben,

Magħmul fi Brussell,

Gedaan te Brussel,

Sporządzono w Brukseli, dnia

Feito em Bruxelas,

Întocmit la Bruxelles,

V Bruseli

V Bruslju,

Tehty Brysselissä

Utfärdat i Bryssel den

Utferdiget i Brussel, den

Image

За Европейския съюз

Por la Unión Europea

Za Evropskou unii

For Den Europæiske Union

Für die Europäische Union

Euroopa Liidu nimel

Гια την Ευρωπαϊκή Ένωση

For the European Union

Pour l’Union européenne

Per l’Unione europea

Eiropas Savienības vārdā –

Europos Sąjungos vardu

Az Európai Unió részéről

Għall-Unjoni Ewropea

Voor de Europese Unie

W imieniu Unii Europejskiej

Pela União Europeia

Pentru Uniunea Europeană

Za Európsku úniu

Za Evropsko unijo

Euroopan unionin puolesta

För Europeiska unionen

For Den europeiske union

Image

BIJLAGE I

Rechtenvrije toegang bij invoer in Noorwegen van producten van oorsprong uit de Europese Unie

Noors douanetarief

Omschrijving

Hoofdstuk 01:   

Levende dieren

0106

Andere levende dieren

0106.39.10

Fazanten

Hoofdstuk 02:   

Vlees en eetbare slachtafvallen

0208

Ander vlees en andere eetbare slachtafvallen, vers, gekoeld of bevroren

0208.90.60

Kikkerbilletjes

Hoofdstuk 05:   

Andere producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen

0511

Producten van dierlijke oorsprong, niet elders genoemd noch elders onder begrepen; dode dieren van de soorten bedoeld bij hoofdstuk 1 of 3, niet geschikt voor menselijke consumptie

0511.99.21

Bloedpoeder, niet geschikt voor menselijke consumptie, andere dan voor voederdoeleinden

0511.99.40

Vlees en bloed, andere dan voor voederdoeleinden

Hoofdstuk 06:   

Levende planten en producten van de bloementeelt

0601

Bollen, knollen en wortelstokken, ook indien in blad of in bloei; cichoreiplanten en -wortels, andere dan die bedoeld bij post 1212

0601.10 01

Bollen en knollen voor tuinbouwkundige doeleinden

0601.10 02

Wortelstokken voor tuinbouwdoeleinden

0601.10 09

Andere

0601.20 00

Bollen, knollen en wortelstokken, in blad of in bloei; cichoreiplanten en -wortels

0602

Andere levende planten (wortels daaronder begrepen), stekken en enten; champignonbroed

0602.10.10

Stekken, zonder wortels of in vitro van groene planten, van 15 december tot en met 30 april, voor tuinbouwdoeleinden

0602.10.22

Stekken, zonder wortels of in vitro, van Saintpaulia, Scaevola en Streptocarpus, voor tuinbouwdoeleinden

0602.10.23

Stekken, zonder wortels of in vitro, van Dendranthema x grandiflora en Chrysanthemum x morifolium, van 1 april tot en met 15 oktober, voor tuinbouwdoeleinden

0602.10.91

Andere stekken zonder wortels dan stekken zonder wortels of in vitro voor tuinbouwdoeleinden

0602.10.92

Enten

0602.20.00

Bomen en heesters, voor de teelt van eetbare vruchten, ook indien geënt

0602.30.11

Kamerazalea (Azalea indica, Rhododendron simsii, Rhododendron indicum), bloeiend, ook indien geënt

0602.30.12

Kamerazalea (Azalea indica, Rhododendron simsii, Rhododendron indicum), niet-bloeiend, van 15 november tot en met 23 december, ook indien geënt

0602.30.90

Rhododendrons en azalea's, andere dan kamerazalea (Azalea indica, Rhododendron simsii, Rhododendron indicum), ook indien geënt

0602.90.20

Voorraden

0602.90.30

Buksboom (Buxus), Dracaena, Camellia, Araucaria, Hulst (Ilex), Laurier (Laurus) Kalmia, Magnolia, palm (Palmae), toverhazelaar (Hamamelis), Aucuba, Peris, Vuurdoorn (Pyracantha) en Stranvaesia, met aardkluit of ander teeltmedium

0602.90.41

Bomen en heesters, andere dan bovengenoemd, met aardkluit of ander teeltmedium

0602.90.42

Vaste planten, met aardkluit of ander teeltmedium

0602.90.50

Groene potplanten van 15 december tot en met 30 april, ook wanneer ingevoerd als onderdeel van een gemengde groep planten, met aardkluit of ander teeltmedium

0602.90.80

Andere, zonder aardkluit of ander teeltmedium

0604

Loof, bladeren, twijgen, takken en andere delen van planten, zonder bloemen, bloesems of bloemknoppen, alsmede grassen, mossen en korstmossen, voor bloemstukken of voor versiering, vers, gedroogd, gebleekt, geverfd, geïmpregneerd of op andere wijze geprepareerd

0604.10.00

Mossen en korstmossen

0604.91.91

Venushaar (Adianthum) en Asparagus van 1 november tot en met 31 mei, vers

0604.91.92

Kerstbomen, vers

0604.91.99

Loof, bladeren, twijgen, takken en andere delen van planten, zonder bloemen, bloesems of bloemknoppen, alsmede grassen, voor bloemstukken of voor versiering, vers, andere dan Venushaar (Adianthum), Asparagus en Kerstbomen

0604.99.00

Loof, bladeren, twijgen, takken en andere delen van planten, zonder bloemen, bloesems of bloemknoppen, alsmede grassen, voor bloemstukken of voor versiering, andere dan vers

Hoofdstuk 07:   

Groenten, planten, wortels en knollen, voor voedingsdoeleinden

0703

Uien, sjalotten, knoflook, prei en andere eetbare looksoorten, vers of gekoeld

ex 0703.90.01

Prei, van 20 februari tot en met 31 mei, vers of gekoeld

0704

Rode kool, wittekool, bloemkool, spruitjes, koolrabi, boerenkool en dergelijke eetbare kool van het geslacht „Brassica”, vers of gekoeld

0704.10.50

Broccoli, vers of gekoeld

0704.90.60

Chinese kool, vers of gekoeld

0704.90.94

Savooiekool, van 1 juli tot en met 30 november, vers of gekoeld

0704.90.96

Boerenkool, van 1 augustus tot en met 30 november, vers of gekoeld

0705

Sla (Lactuca sativa), andijvie, witlof en andere cichoreigroenten (Cichorium spp.), vers of gekoeld

0705 29 11

Andijvie, van 1 april tot en met 30 november, vers of gekoeld

0705 29 19

Cichorei, andere dan witlof en andijvie, van 1 april tot en met 30 november, vers of gekoeld

0708

Peulgroenten, ook indien gedopt, vers of gekoeld

0708.90.00

Andere peulgroenten dan bonen en erwten, vers of gekoeld

0709

Andere groenten, vers of gekoeld

ex 0709.40.20

Selderij, andere dan knolselderij, van 15 december tot en met 31 mei, vers of gekoeld

0709.70.10

Spinazie, Nieuw-Zeelandse spinazie en tuinmelde, van 1 mei tot en met 30 september, vers of gekoeld

0710

Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren

0710.30.00

Spinazie, Nieuw-Zeelandse spinazie en tuinmelde, bevroren

0710.80.10

Asperges en artisjokken, bevroren

0710.80.40

Paddenstoelen, bevroren

0710.80.94

Broccoli, bevroren

0712

Gedroogde groenten, ook indien in stukken of in schijven gesneden, dan wel fijngemaakt of in poedervorm, doch niet op andere wijze bereid

0712.20.00

Uien, gedroogd

0712.31.00

Paddenstoelen van het geslacht Agaricus, gedroogd

0712.32.00

Judasoren (Auricularia spp.), gedroogd

0712.33.00

Trilzwammen (Tremella spp.), gedroogd

0712.39.01

Truffels, gedroogd

0712.39.09

Andere gedroogde paddenstoelen, andere dan van het geslacht Agaricus

0713

Gedroogde zaden van peulgroenten, ook indien gepeld (bijvoorbeeld spliterwten) (1)

0713.31.00

Bonen van de soort Vigna mungo (L.) Hepper of Vigna radiata (L.) Wilczek, gedroogd en gepeld

0713.32.00

Bonen van de soort Phaseolus angularis of Vigna angularis (adzukibonen), gedroogd en gepeld

0713.33.00

Bonen van de soort Phaseolus vulgaris, gedroogd en gepeld

0713.39.00

Gedroogde en gepelde bonen, andere dan bonen van de soorten Vigna mungo (L.) Hepper, Vigna radiata (L.) Wilczek, Phaseolus angularis of Vigna angularis (adzukibonen) en Phaseolus vulgaris

0713.90.00

Gedroogde en gepelde peulgroenten, andere dan erwten, kekers, bonen, linzen, tuinbonen en paardenbonen

0714

Maniokwortel, arrowroot (pijlwortel), salepwortel, aardperen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke wortels en knollen met een hoog gehalte aan zetmeel of aan inuline, vers, gekoeld, bevroren of gedroogd, ook indien in stukken of in pellets; merg van de sagopalm

0714.10.90

Maniokwortel, andere dan voor voederdoeleinden

0714.20.90

Bataten (zoete aardappelen), andere dan voor voederdoeleinden

Hoofdstuk 08:   

Eetbaar fruit; schillen van citrusvruchten en van meloenen

0802

Andere noten, vers of gedroogd, ook zonder dop of schaal, al dan niet gepeld

0802.40.00

Kastanjes (Castanea spp.), vers of gedroogd

0802.50.00

Pistaches, vers of gedroogd

0802.60.00

Macadamianoten, vers of gedroogd

0802.90.10

Pecannoten, vers of gedroogd

0802.90.99

Andere noten dan amandelen, hazelnoten, walnoten, kastanjes, pistaches, macadamianoten, pecannoten en pijnboompitten, vers of gedroogd

0804

Dadels, vijgen, ananassen, advocaten (avocado's), guaves, manga's en manggistans, vers of gedroogd

0804.10.00

Dadels, vers of gedroogd

0804.20.10

Vijgen, vers

0804.50.01

Guaves, vers of gedroogd

0804.50.02

Manga's, vers of gedroogd

0804.50.03

Manggistans, vers of gedroogd

0805

Citrusvruchten, vers of gedroogd

0805.40.90

Pompelmoezen en pomelo's, andere dan voor voederdoeleinden, vers of gedroogd

0805.90.90

Citrusvruchten, vers of gedroogd, andere dan sinaasappelen, mandarijnen (tangerines en satsuma's daaronder begrepen), clementines, wilkings en dergelijke kruisingen van citrusvruchten, pompelmoezen en pomelo's, citroenen en lemmetjes, andere dan voor voederdoeleinden

0807

Meloenen (watermeloenen daaronder begrepen) en papaja's, vers

0807.20.00

Papaja's, vers

0808

Appelen, peren, kweeperen, vers

0808.20.60

Kweeperen, vers

0809

Abrikozen, kersen, perziken (nectarines daaronder begrepen), pruimen en sleepruimen, vers:

0809.40.60

Sleepruimen, vers

0810

Ander fruit, vers

0810.20.91

Bramen, vers

0810.20.99

Moerbeien en loganbessen, vers

0810.40.90

Veenbessen, bosbessen en andere vruchten van het geslacht Vaccinium, vers, andere dan rode bosbessen

0810.60.00

Doerians, vers

0810.90.90

Andere vruchten dan aardbeien, frambozen, bramen, moerbeien, loganbessen, veenbessen, bosbessen en andere vruchten van het geslacht Vaccinium, kiwi's, doerians, kruipbramen, kruisbessen, zwarte, witte en rode aalbessen, vers

0811

Vruchten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, al dan niet met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

0811.90.01

Rode bosbessen, bevroren

0811.90.02

Kruipbramen, bevroren

0811.90.04

Bosbessen, bevroren

0903

Maté

0903.00.00

Maté

0909

Anijszaad, steranijszaad, venkelzaad, korianderzaad, komijnzaad en karwijzaad; jeneverbessen

0909.10.00

Anijszaad en steranijszaad

0909.20.00

Korianderzaad

0909.30.00

Komijnzaad

0909.40.00

Karwijzaad

0909.50.10

Knolvenkel

0909.50.20

Jeneverbessen

0910

Gember, saffraan, kurkuma, tijm, laurierbladeren, kerrie en andere specerijen

0910.30.00

Kurkuma

0910.91.00

Mengsels bedoeld bij aantekening 1, onder b), op hoofdstuk 9

0910.99.90

Andere specerijen dan gember, saffraan, kurkuma, mengsels bedoeld bij aantekening 1, onder b), op hoofdstuk 9, laurierbessen, laurierbladeren, zaad van selderij en tijm

Hoofdstuk 10:   

Granen

1008

Boekweit, gierst (andere dan sorgho) en kanariezaad; andere granen

1008.30.90

Kanariezaad, andere dan voor voederdoeleinden

Hoofdstuk 11:   

Producten van de meelindustrie; mout; zetmeel; inuline; tarwegluten

1104

Op andere wijze bewerkte granen (bijvoorbeeld gepeld, geplet, in vlokken, gepareld, gesneden of gebroken); graankiemen, ook indien geplet, in vlokken of gemalen (m.u.v. meel van granen, m.u.v. gedopte rijst, halfwitte of volwitte rijst en breukrijst)

1104.29.02

Andere bewerkte korrels van boekweit dan geplet of in vlokken, andere dan voor voederdoeleinden

1104.29.04

Andere bewerkte korrels van gierst dan geplet of in vlokken, andere dan voor voederdoeleinden

1106

Meel, gries en poeder, van gedroogde zaden van peulgroenten bedoeld bij post 0713, van sago en van wortels of knollen bedoeld bij post 0714 en van vruchten bedoeld bij hoofdstuk 8

1106.10.90

Meel, gries en poeder van de bij post 0713 bedoelde gedroogde zaden van peulgroenten, andere dan voor voederdoeleinden

1106.30.90

Meel, gries en poeder van de in hoofdstuk 8 bedoelde producten, andere dan voor voederdoeleinden

1108

Zetmeel; inuline

1108.11.90

Tarwezetmeel, geen aardappelzetmeel bevattend, andere dan voor voederdoeleinden

1108.12.90

Maiszetmeel, geen aardappelzetmeel bevattend, andere dan voor voederdoeleinden

1108.14.90

Maniokzetmeel (cassave), geen aardappelzetmeel bevattend, andere dan voor voederdoeleinden

1108.19.10

Stijfsel

1108.19.90

Ander zetmeel dan tarwezetmeel, maiszetmeel, aardappelzetmeel, maniokzetmeel en stijfsel, geen aardappelzetmeel bevattend, andere dan voor voederdoeleinden

1108.20.90

Inuline, andere dan voor voederdoeleinden

1109

Tarwegluten, ook indien gedroogd

1109.00.90

Tarwegluten, andere dan voor voederdoeleinden

Hoofdstuk 12:   

Oliehoudende zaden en vruchten; allerlei zaden, zaadgoed en vruchten; planten voor industrieel en geneeskundig gebruik; stro en voeder

1207

Andere oliehoudende zaden en vruchten, ook indien gebroken

1207.50.90

Mosterdzaad, andere dan voor voederdoeleinden

1209

Zaaigoed, sporen daaronder begrepen

1209.10.00

Suikerbietenzaad

1209.91.10

Komkommer-, bloemkool-, wortel-, uien-, sjalotten-, prei-, peterselie-, andijvie- en slazaad

1209.91.91

Zaad van kool

1209.91.99

Zaad van andere groenten dan komkommer, bloemkool, wortel, uien, sjalotten, prei, peterselie, andijvie, sla en kool

1210

Hopbellen, vers of gedroogd, ook indien fijngemaakt, gemalen of in pellets; lupuline

1210.10.00

Hopbellen, niet fijngemaakt en niet gemalen, noch in pellets

1210.20.01

Hopbellen, fijngemaakt, gemalen of in pellets

1210.20.02

Lupuline

Hoofdstuk 13:   

Gommen, harsen en andere plantensappen en plantenextracten

1302

Opium, vanille-oleohars en andere uit plantaardige producten verkregen plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd

1302.11.00

Opium

1302.19.09

Andere plantensappen en -extracten dan mengsels van plantenextracten voor de bereiding van dranken en voedselbereidingen, andere dan sappen en extracten van aloë, Quassia amara, manna, pyretrum of van de wortels van rotenon bevattende planten; vanille-oleohars

Hoofdstuk 15:   

Vetten en oliën (dierlijke en plantaardige) en dissociatieproducten daarvan; bewerkt spijsvet; was van dierlijke of van plantaardige oorsprong

1502

Rund-, schapen- of geitenvet, andere dan dat bedoeld bij post 1503

1502.00.90

Rund-, schapen- of geitenvet, andere dan dat bedoeld bij post 1503, andere dan voor voederdoeleinden

1503

Varkensstearine, spekolie, oleostearine, oleomargarine en talkolie, niet geëmulgeerd, niet vermengd, noch op andere wijze bereid

1503.00.00

Varkensstearine, spekolie, oleostearine, oleomargarine en talkolie, niet geëmulgeerd, niet vermengd, noch op andere wijze bereid

1504

Vetten en oliën, van vis of van zeezoogdieren, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

1504.10.20

Oliën uit vislevers, andere dan voor voederdoeleinden, vaste fracties

1504.20.40

Vetten en oliën van vis, alsmede fracties daarvan, andere dan voor voederdoeleinden, vaste fracties

1504.20.99

Vetten en oliën van vis, alsmede fracties daarvan, andere dan voor voederdoeleinden, en andere dan vaste fracties

1504.30.21

Vetten van zeezoogdieren en hun fracties, niet voor voederdoeleinden

1505

Wolvet en daaruit verkregen vetstoffen

1505.00.00

Wolvet en daaruit verkregen vetstoffen, lanoline daaronder begrepen

1506

Andere dierlijke vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

1506.00.21

Beendervet, beenderolie en klauwenolie, andere dan voor voederdoeleinden

1506.00.30

Andere dierlijke vetten en oliën en fracties daarvan, andere dan beendervet, beenderolie en klauwenolie, vaste fracties, andere dan voor voederdoeleinden

1506.00.99

Andere dierlijke vetten en oliën en fracties daarvan, andere dan beendervet, beenderolie en klauwenolie, andere dan vaste fracties, andere dan voor voederdoeleinden

1507

Sojaolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

1507.90.90

Sojaolie en fracties daarvan, andere dan ruwe olie, andere dan voor voederdoeleinden

1508

Grondnotenolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

1508.10.90

Ruwe grondnotenolie en fracties daarvan, andere dan voor voederdoeleinden

1508.90.90

Grondnotenolie en fracties daarvan, andere dan ruwe olie, andere dan voor voederdoeleinden

1511

Palmolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

1511.90.20

Palmolie en fracties daarvan, andere dan ruwe olie, vaste fracties, andere dan voor voederdoeleinden

1512

Zonnebloemzaad-, saffloer- en katoenzaadolie, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

1512.11.90

Ruwe zonnebloemzaad- of saffloerzaadolie, andere dan voor voederdoeleinden

1512.19.90

Zonnebloemzaad- en saffloerzaadolie en fracties daarvan, andere dan ruwe olie, andere dan voor voederdoeleinden

1512.21.90

Ruwe katoenzaadolie, andere dan voor voederdoeleinden

1512.29.20

Katoenzaadolie en fracties daarvan, andere dan ruwe olie, vaste fracties, andere dan voor voederdoeleinden

1512.29.99

Katoenzaadolie en fracties daarvan, andere dan ruwe olie, andere dan vaste fracties, andere dan voor voederdoeleinden

1513

Kokosolie (kopraolie), palmpitten- en babassunotenolie, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

1513.11.90

Ruwe kokosolie (kopraolie) en fracties daarvan, andere dan voor voederdoeleinden

1513.19.20

Kokosolie (kopraolie) en fracties daarvan, andere dan ruwe olie, vaste fracties, andere dan voor voederdoeleinden

1513.19.99

Kokosolie (kopraolie) en fracties daarvan, andere dan ruwe olie, andere dan vaste fracties, andere dan voor voederdoeleinden

1513.21.90

Ruwe palmpitten- en babassunotenolie en fracties daarvan, andere dan voor voederdoeleinden

1513.29.20

Palmolie en babassunotenolie en fracties daarvan, andere dan ruwe olie, vaste fracties, andere dan voor voederdoeleinden

1513.29.99

Palmolie en babassunotenolie en fracties daarvan, andere dan ruwe olie, andere dan vaste fracties, andere dan voor voederdoeleinden

1514

Koolzaad-, raapzaad- en mosterdzaadolie, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

1514.19.90

Koolzaad- en raapzaadolie met een laag gehalte aan erucazuur, alsmede fracties daarvan, andere dan ruwe olie, andere dan voor voederdoeleinden

1514.99.90

Andere koolzaad-, raapzaad- en mosterdzaadolie, alsmede fracties daarvan, andere dan koolzaad- en raapzaadolie met een laag gehalte aan erucazuur, alsmede fracties daarvan, andere dan ruwe olie, andere dan voor voederdoeleinden

1515

Andere plantaardige vetten en vette oliën (jojobaolie daaronder begrepen), alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd:

1515.11.90

Ruwe lijnolie en fracties daarvan, andere dan voor voederdoeleinden

1515.19.90

Lijnolie en fracties daarvan, andere dan ruwe olie, andere dan voor voederdoeleinden

1515.21.90

Ruwe maisolie en fracties daarvan, andere dan voor voederdoeleinden

1515.29.90

Maisolie en fracties daarvan, andere dan ruwe olie, andere dan voor voederdoeleinden

1515.50.20

Ruwe sesamolie en fracties daarvan, andere dan voor voederdoeleinden

1515.50.99

Sesamolie en fracties daarvan, andere dan ruwe olie, andere dan voor voederdoeleinden

1515.90.70

Ruwe jojobaolie en fracties daarvan, andere dan voor voederdoeleinden

1515.90.80

Jojobaolie en fracties daarvan, andere dan ruwe olie, vaste fracties, andere dan voor voederdoeleinden

1515.90.99

Jojobaolie en fracties daarvan, andere dan ruwe olie, andere dan vaste fracties, andere dan voor voederdoeleinden

1516

Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid:

1516.10.20

Dierlijke vetten en oliën en fracties daarvan, andere dan voor voederdoeleinden, volledig gewonnen uit vis en zeezoogdieren

1516.10.99

Dierlijke vetten en oliën en fracties daarvan, andere dan voor voederdoeleinden, andere dan volledig gewonnen uit vis en zeezoogdieren

1516.20.99

Plantaardige oliën en vetten, alsmede fracties daarvan, andere dan voor voederdoeleinden, en andere dan gehydrogeneerde ricinusolie

1517

Margarine; mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten en oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 1516:

1517.90.21

Eetbare vloeibare mengsels van plantaardige oliën, andere van voor voederdoeleinden

1517.90.98

Eetbare mengsels of bereidingen van plantaardige en dierlijke vetten en oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën van hoofdstuk 15, andere dan eetbare vetten of oliën of fracties van post 1516, andere dan eetbare vloeibare mengsels van dierlijke en plantaardige oliën, voornamelijk bestaande uit plantaardige oliën, andere dan eetbare mengsels en bereidingen van de soort die gebruikt wordt als preparaat voor het insmeren van bakvormen, andere dan die meer dan 10 gewichtspercenten melkvetten bevatten, andere van voor voederdoeleinden

1518

Standolie en andere dierlijke of plantaardige oliën, alsmede fracties daarvan, gekookt, geoxideerd, gedehydreerd, gezwaveld, geblazen of op andere wijze chemisch gewijzigd, andere dan die bedoeld bij post 1516; mengsels en bereidingen van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, niet geschikt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen:

1518.00.31

Drogende oliën, andere dan voor voederdoeleinden

1518.00.41

Lijnolie, gekookt, andere dan voor voederdoeleinden

1518.00.99

Andere standolie en andere dierlijke of plantaardige oliën, alsmede fracties daarvan, gekookt, geoxideerd, gedehydreerd, gezwaveld, geblazen of op andere wijze chemisch gewijzigd, andere dan die bedoeld bij post 1516; mengsels en bereidingen van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij hoofdstuk 15, niet geschikt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen, andere dan tungolie en andere vergelijkbare houtoliën, oiticicaolie, drogende oliën, gekookte lijnolie en linoxyne, andere dan voor voederdoeleinden

Hoofdstuk 16:   

Bereidingen van vlees, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren

1602

Bereidingen en conserven, van vlees, van slachtafvallen of van bloed, andere dan worst van alle soorten en vleesextracten en -sappen:

1602.20.01

Van levers van ganzen of van eenden

1603

Extracten en sappen van vlees, van vis, van schaaldieren, van weekdieren en van andere ongewervelde waterdieren

1603.00.10

Walvisvleesextracten

1603.00.20

Extracten en sappen van vis, schaaldieren, weekdieren en andere ongewervelde waterdieren

Hoofdstuk 17:   

Suiker en suikerwerk

1701

Rietsuiker en beetwortelsuiker, alsmede chemisch zuivere sacharose, in vaste vorm

1701.11.90

Rietsuiker, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen, andere dan voor voederdoeleinden

1701.12.90

Beetwortelsuiker, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen, andere dan voor voederdoeleinden

1701.91.90

Andere rietsuiker en beetwortelsuiker en chemisch zuivere sacharose dan ruwe suiker, gearomatiseerd en met toegevoegde kleurstoffen, andere dan voor voederdoeleinden

1701.99.91

Andere rietsuiker en beetwortelsuiker, andere dan ruwe suiker en chemisch zuivere sacharose, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen, andere dan voor voederdoeleinden, in klontjes of poedervorm

1701.99.95

Andere rietsuiker en beetwortelsuiker, andere dan ruwe suiker en chemisch zuivere sacharose, niet in klontjes of poedervorm en niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen, andere dan voor voederdoeleinden, in kleinhandelsverpakkingen met een gewicht van niet meer dan 24 kg

1701.99.99

Andere rietsuiker en beetwortelsuiker, andere dan ruwe suiker en chemisch zuivere sacharose, niet in klontjes of poedervorm en niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen, andere dan voor voederdoeleinden, los of in groothandelsverpakkingen

1702

Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose (levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthoning, ook indien met natuurhoning vermengd; karamel

1702.90.40

Karamel, „kleurkaramel” daaronder begrepen, andere dan voor voederdoeleinden

Hoofdstuk 20:   

Bereidingen van groenten, van vruchten en van andere plantendelen

2003

Paddenstoelen en truffels, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur

2003.20.00

Truffels, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur

2003.90.09

Andere paddenstoelen dan paddenstoelen van het geslacht Agaricus, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, andere dan gekweekte

2005

Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006:

2005.40.03

Erwten (Pisum sativum), op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan producten van post 2006, andere dan voor voederdoeleinden

2005.91.00

Bamboescheuten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren

2006

Groenten, vruchten, vruchtenschillen en andere plantendelen, gekonfijt met suiker (uitgedropen, geglaceerd of uitgekristalliseerd)

2006.00.10

Gember, gekonfijt met suiker (uitgedropen, geglaceerd of uitgekristalliseerd)

2008

Vruchten, noten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen

2008.19.00

Noten en andere zaden, andere dan grondnoten, mengsels daaronder begrepen

ex 2008.92.09

Vruchten en notenmengsels, zonder bestanddelen van andere hoofdstukken dan hoofdstuk 8

2008.99.02

Pruimen, op andere wijze bereid of verduurzaamd

2009

Ongegiste vruchtensappen (druivenmost daaronder begrepen) en ongegiste groentesappen, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

2009.11.19

Sinaasappelsap, bevroren, bevattende toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een Brixwaarde van niet meer dan 67

2009.11.99

Sinaasappelsap, bevroren, geen suiker of andere zoetstoffen bevattende, andere dan in verpakkingen van 3 kg of meer (inclusief inhoud), geconcentreerd, met een Brixwaarde van niet meer dan 67

2009.19.19

Sinaasappelsap, niet bevroren, bevattende toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een Brixwaarde van meer dan 67

2009.19.99

Sinaasappelsap, niet bevroren, geen suiker of andere zoetstoffen bevattende, andere dan in verpakkingen van 3 kg of meer (inclusief inhoud), met een Brixwaarde van meer dan 67

2009.31.91

Sap van andere citrusvruchten dan sinaasappel en pompelmoes, met een Brixwaarde van niet meer dan 20, andere dan in verpakkingen van 3 kg of meer (inclusief inhoud), met toegevoegde suiker

2009.39.91

Sap van andere citrusvruchten dan sinaasappel en pompelmoes, met een Brixwaarde van meer dan 20, andere dan in verpakkingen van 3 kg of meer (inclusief inhoud), met toegevoegde suiker

2009.41.90

Ananassap, met een Brixwaarde van niet meer dan 20, andere dan in containers van 3 kg of meer (inclusief inhoud)

2009.49.90

Ananassap, met een Brixwaarde van meer dan 20, andere dan in containers van 3 kg of meer (inclusief inhoud)

2009.80.94

Perensap of abrikozensap

Hoofdstuk 21:   

Diverse producten voor menselijke consumptie

2106

Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen

2106.90.31

Suikerstroop, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen:

Hoofdstuk 23:   

Resten en afval van de voedselindustrie; bereid voedsel voor dieren

2301

Meel, poeder en pellets van vlees, van slachtafvallen, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren, ongeschikt voor menselijke consumptie; kanen

2301.20.10

Meel, poeder en pellets, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren, voor voederdoeleinden

2309

Bereidingen van de soort gebruikt voor het voederen van dieren

2309.10.11

Hondenvoer, opgemaakt voor de verkoop in het klein, bevattende vlees of slachtafvallen van landdieren, in luchtdichte verpakkingen

2309.10.12

Kattenvoer, opgemaakt voor de verkoop in het klein, bevattende vlees of slachtafvallen van landdieren, in luchtdichte verpakkingen

2309.90.11

Bereidingen voor het voederen van gezelschapsdieren, bevattende vlees of slachtafvallen van landdieren, in luchtdichte verpakkingen

BIJLAGE II

Tariefcontingenten bij invoer in Noorwegen van producten van oorsprong uit de Europese Unie

Noors douanetarief

Omschrijving

Geconsolideerde tariefcontingenten

(jaarlijkse hoeveelheid in ton)

Waarvan aanvullende contingenten

Recht binnen het contingent (NOK/kg)

0201/0202

Vlees van runderen

900 (2)

900

0

0201 10 00

Vlees van hele en halve runderen

0201 20 01

„Compensated quarters”, d.w.z. voorvoeten en achtervoeten van hetzelfde dier, tegelijkertijd gepresenteerd

0201 20 02

Andere voorvoeten

0201 20 03

Andere achtervoeten

0201 20 04

Zogenaamde „Pistola”-versnijdingen

0202 10 00

Hele en halve dieren

0202 20 01

„Compensated quarters”, d.w.z. voorvoeten en achtervoeten van hetzelfde dier, tegelijkertijd gepresenteerd

0202 20 02

Andere voorvoeten

0202 20 03

Andere achtervoeten

0202 20 04

Zogenaamde „Pistola”-versnijdingen

0203

Vlees van varkens:

600 (2)

600

0

0203 11 10

Vlees van varkens, vers of gekoeld, hele en halve varkens (huisdieren)

0203 21 10

Vlees van varkens, bevroren, hele en halve varkens (huisdieren)

0206 41 00

Levers van varkens, bevroren

350

100

5

0207

Vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee (bedoeld bij post 0105), vers, gekoeld of bevroren:

800 (2)

800

0

0207 11 00

van hanen of van kippen, niet in stukken gesneden, vers of gekoeld

0207 12 00

van hanen of van kippen, niet in stukken gesneden, bevroren

0207 24 00

van kalkoenen, niet in stukken gesneden, vers of gekoeld

0207 25 00

van kalkoenen, niet in stukken gesneden, bevroren

ex 0207 35 00

Eendenborst

100

100

30

0210 11 00 (3)

Hammen en schouders, alsmede delen daarvan, met been

400

200

0

0406

Kaas en wrongel

7 200 (4)

2 700

0

0511 99 11/0511 99 21

Bloedpoeder, niet geschikt voor menselijke consumptie

350

50

0

0701 90 22

Nieuwe aardappelen: van 1 april tot en met 14 mei

2 500

2 500

0

0705 11 12/11 19

IJsbergsla: van 1 maart tot en met 31 mei

400 (5)

400

0

0811 10 01/0811 10 09

Aardbeien, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren

2 200 (6)  (7)

300

0

1001 10 00

Harde tarwe (durum)

5 000 (8)

5 000

0

ex 1002 00 00

Hybride winterrogge

1 000 (9)

1 000

0

1005 90 10

Mais voor voederdoeleinden

10 000

10 000

0

1103 13 10

Gries en griesmeel van mais, voor voederdoeleinden

10 000

10 000

0

1209 23 00

Zwenkgraszaad

400 (10)

345

0

1209 24 00

Zaad van veldbeemdgras (Poa pratensis L.)

200 (10)

100

0

1601 00 00

Worst

400

200

0

1602 49 10

„Bacon crisp”

350

100

0

1602 50 01

Gehaktballen

200

50

0

2009 71 00/2009 79 00

Appelsap, inclusief concentraat

3 300 (6)

1 000

0

2005 20 91

Aardappelen, halfbewerkt voor de productie van snacks

3 000 (5)

3 000

0

2009 80 10/2009 80 20

Zwartebessensap

150 (6)

150

0

ex 2009 80 99

Bosbessenconcentraat

200 (6)

200

0

BIJLAGE III

Tariefverlagingen bij invoer in Noorwegen van producten van oorsprong uit de Europese Unie

Noors douanetarief

Omschrijving

Nieuw ad-valoremrecht

Nieuw specifiek recht

(NOK/kg)

0209 00 00

Varkensvet

 

10,50

0602 10 21

Begonia's, alle soorten

10 %

 

0602 10 24

Pelargonium

15 %

 

0602 90 62

Asplenium

15 %

 

0602 90 67

Begonia's, alle soorten

30 %

 

0603 11 20

Rozen (van 1 april tot en met 31 oktober)

150 %

 

0603 14 20

Chrysanten (van 16 maart tot en met 14 december)

150 %

 

0603 19 10

Gemengde boeketten enz. bevattende bloemen die zijn ingedeeld onder de goederencodes 06.03.1110 tot en met 06.03.1420, maar wanneer deze bloemen de boeketten niet hun essentiële karakter verlenen (niettemin blijven de planten die gespecificeerd zijn onder goederencodes 06.03.1921 tot en met 06.03.1998 onder hun respectieve codenummers ingedeeld)

150 %

 

0603 19 92

Tulpen (van 1 juni tot en met 30 april)

150 %

 

0603 19 93

Lelie

150 %

 

0603 19 94

Argyranthemum (van 1 mei tot en met 31 oktober)

150 %

 

0603 19 95

Gypsophila

150 %

 

0603 19 96

Alstroemeria

150 %

 

ex 0707 00 90

Augurken (van 1 januari tot en met 30 juni)

 

1,60

2008 99 01

Appelen

 

5,75

2009 80 91

Frambozensap

 

14,50

2009 80 92

Aardbeiensap

 

14,50

BIJLAGE IV

Rechtenvrije toegang bij invoer in de Europese Unie van producten van oorsprong uit Noorwegen

GN-code

Omschrijving

Hoofdstuk 2:   

Vlees en eetbare slachtafvallen

0208

Ander vlees en andere eetbare slachtafvallen, vers, gekoeld of bevroren

0208 90 70

Kikkerbilletjes

Hoofdstuk 5:   

Andere producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen

0511

Producten van dierlijke oorsprong, niet elders genoemd noch elders onder begrepen; dode dieren van de soorten bedoeld bij hoofdstuk 1 of 3, niet geschikt voor menselijke consumptie

0511 99 39

Producten van dierlijke oorsprong, niet elders genoemd noch elders onder begrepen; dode dieren van de soorten bedoeld bij hoofdstuk 1 of 3, niet geschikt voor menselijke consumptie; andere dan rundersperma; andere dan producten van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren; dode dieren van de soorten bedoeld bij hoofdstuk 3; andere dan pezen en zenen, snippers en dergelijk afval van ongelooide huiden of vellen; andere dan echte sponsen; andere dan ruw

Hoofdstuk 6:   

Levende planten en producten van de bloementeelt

0601

Bollen, knollen en wortelstokken, ook indien in blad of in bloei; cichoreiplanten en -wortels, andere dan die bedoeld bij post 1212.

0601 10 10

Hyacinten

0601 10 20

Narcissen

0601 10 30

Tulpen

0601 10 40

Gladiolen

0601 10 90

Andere bollen, knollen en wortelstokken, in rusttoestand:

0601 20 30

Orchideeën, hyacinten, narcissen en tulpen

0601 20 90

Andere bollen, knollen en wortelstokken, in blad of in bloei

0602

Andere levende planten (wortels daaronder begrepen), stekken en enten; champignonbroed

0602 90 10

Champignonbroed

0602 90 41

Woudbomen

0602 90 50

Andere planten voor de open grond

0602 90 91

Bloeiende planten (in knop of bloem), met uitzondering van cactussen

0602 90 99

Andere

0604

Loof, bladeren, twijgen, takken en andere delen van planten, zonder bloemen, bloesems of bloemknoppen, alsmede grassen, mossen en korstmossen, voor bloemstukken of voor versiering, vers, gedroogd, gebleekt, geverfd, geïmpregneerd of op andere wijze geprepareerd:

0604 10 90

Mossen en korstmossen, andere dan rendiermos

0604 91 20

Kerstbomen

0604 91 40

Takken en twijgen van naaldbomen

0604 99 90

Loof, bladeren, twijgen, takken en andere delen van planten, zonder bloemen, bloesems of bloemknoppen, alsmede grassen, vers, voor boeketten of sierdoeleinden (m.u.v. kerstbomen en takken en twijgen van naaldbomen)

Hoofdstuk 7:   

Groenten, planten, wortels en knollen, voor voedingsdoeleinden

0703

Uien, sjalotten, knoflook, prei en andere eetbare looksoorten, vers of gekoeld

0703 90 00

Prei en andere eetbare looksoorten

0704

Rode kool, wittekool, bloemkool, spruitjes, koolrabi, boerenkool en dergelijke eetbare kool van het geslacht „Brassica”, vers of gekoeld

ex 0704 10 00

Broccoli, vers of gekoeld

0704 90 10

Witte kool en rode kool

0704 90 90

Koolrabi, boerenkool en dergelijke eetbare kool van het geslacht Brassica, vers of gekoeld (m.u.v. bloemkool, spruitjes, wittekool en rode kool)

0705

Sla (Lactuca sativa), andijvie, witlof en andere cichoreigroenten (Cichorium spp.), vers of gekoeld

0705 29 00

Andere cichoreigroenten dan witlof

0708

Peulgroenten, ook indien gedopt, vers of gekoeld

0708 90 00

Andere peulgroenten dan erwten en bonen

0709

Andere groenten, vers of gekoeld

0709 40 00

Selderij, andere dan knolselderij

0709 70 00

Spinazie, Nieuw-Zeelandse spinazie en tuinmelde

0710

Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren:

071030.00

Spinazie, Nieuw-Zeelandse spinazie en tuinmelde, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren

0710 80 61

Paddenstoelen van het geslacht Agaricus

0710 80 69

Andere paddenstoelen

0710 80 80

Artisjokken

0710 80 85

Asperges

ex 0710 80 95

Broccoli, bevroren

0712

Gedroogde groenten, ook indien in stukken of in schijven gesneden, dan wel fijngemaakt of in poedervorm, doch niet op andere wijze bereid

0712 20 00

Uien

0712 31 00

Paddenstoelen van het geslacht Agaricus

0712 32 00

Judasoren (Auricularia spp.)

0712 33 00

Trilzwammen (Tremella spp.)

0712 39 00

Andere gedroogde paddenstoelen, andere dan van het geslacht Agaricus

0713

Gedroogde zaden van peulgroenten, ook indien gepeld (bijvoorbeeld spliterwten)

0713 50 00

Tuinbonen (Vicia faba var. major), paardenbonen (Vicia faba var. equina) en duivenbonen (Vicia faba var. minor)

0713.9000

Gedroogde en gepelde peulgroenten, ook indien gepeld (bijvoorbeeld spliterwten) (m.u.v. erwten, kekers, bonen, linzen, tuinbonen en paardenbonen)

0714

Maniokwortel, arrowroot (pijlwortel), salepwortel, aardperen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke wortels en knollen met een hoog gehalte aan zetmeel of aan inuline, vers, gekoeld, bevroren of gedroogd, ook indien in stukken of in pellets; merg van de sagopalm

0714 10 91

Maniokwortel, voor menselijke consumptie gebruikte types in onmiddellijke verpakkingen met een netto-inhoud van niet meer dan 28 kg, hetzij vers en in hun geheel, hetzij bevroren en zonder schil, ook indien in stukken gesneden

0714 10 98

Maniokwortel: andere

0714 20 10

Bataten (zoete aardappelen); vers, geheel, bestemd voor menselijke consumptie

0714 20 90

Bataten (zoete aardappelen); andere

Hoofdstuk 8:   

Eetbaar fruit; schillen van citrusvruchten en van meloenen

0802

Andere noten, vers of gedroogd, ook zonder dop of schaal, al dan niet gepeld

0802 40 00

Kastanjes (Castanea spp.)

0802 50 00

Pistaches

0802 60 00

Macadamianoten

0802 90 50

Pijnboompitten

0802 90 85

Andere noten dan amandelen, hazelnoten, walnoten, kastanjes, pistaches, macadamianoten, pecannoten en pijnboompitten

0804

Dadels, vijgen, ananassen, advocaten (avocado's), guaves, manga's en manggistans, vers of gedroogd

0804 10 00

Dadels

0804 20 10

Verse vijgen

0805

Citrusvruchten, vers of gedroogd

0805 40 00

Pompelmoezen en pomelo's

0805 90 00

Citrusvruchten, andere dan sinaasappelen, mandarijnen (tangerines en satsuma's daaronder begrepen), clementines, wilkings en dergelijke kruisingen van citrusvruchten, pompelmoezen en pomelo's, citroenen en lemmetjes

0806

Druiven, rozijnen en krenten

0806 10 10 (11)

Tafeldruiven

0806 10 90

Andere verse druiven

0808

Appelen, peren, kweeperen, vers

0808 20 90

Kweeperen

0809

Abrikozen, kersen, perziken (nectarines daaronder begrepen), pruimen en sleepruimen, vers:

0809 40 90

Sleepruimen

0810

Ander fruit, vers

0810 20 90

Bramen, moerbeien en loganbessen

0810 40 30

Blauwe bosbessen (vruchten van de Vaccinium myrtillus)

0810 40 50

Vruchten van de Vaccinium macrocarpon en van de Vaccinium corymbosum

0810 40 90

Veenbessen, bosbessen en andere vruchten van het geslacht Vaccinium, andere dan vruchten van de Vaccinium vitis-idaea, Vaccinium myrtillus, Vaccinium macrocarpon en Vaccinium corymbosum

0810 60 00

Doerians

0810 90 50

Zwarte aalbessen

0810 90 60

Rode aalbessen

0810 90 70

Witte aalbessen en kruisbessen, vers

0810 90 95

Vruchten, vers, geschikt voor menselijke consumptie (m.u.v. noten, bananen, dadels, vijgen, ananassen, avocado's, guaves, mango's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, nangka's (jackfruit), lychees, sapodilla's, passievruchten, carambola's, pitahaya's, citrusvruchten, druiven, meloenen)

0811

Vruchten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, al dan niet met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

0811 90 95

Rode bosbessen, kruipbramen, bosbessen, bevroren

Hoofdstuk 9:   

Koffie, thee, maté en specerijen

0904

Peper van het geslacht Piper; vruchten van de geslachten Capsicum en Pimenta, gedroogd, fijngemaakt of gemalen

0904 12 00

Peper van het geslacht Piper, fijngemaakt of gemalen

0904 20 10

Niet-scherpsmakende pepers, niet fijngemaakt en niet gemalen

0904 20 90

Vruchten van de geslachten Capsicum en Pimenta, fijngemaakt of gemalen

0905

Vanille

0905 00 00

Vanille

0907

Kruidnagels, moernagels en kruidnagelstelen

0907 00 00

Kruidnagels, moernagels en kruidnagelstelen

0910

Gember, saffraan, kurkuma, tijm, laurierbladeren, kerrie en andere specerijen

0910 20 90

Saffraan, fijngemaakt of gemalen

0910 91 90

Mengsels van diverse specerijen, fijngemaakt of gemalen

0910 99 33

Wilde tijm, thymus serpyllum (niet fijngemaakt of gemalen)

0910 99 39

Tijm (niet fijngemaakt en niet gemalen en m.u.v. wilde tijm (thymus serpyllum))

0910 99 50

Laurierbladeren

0910 99 99

Specerijen, fijngemaakt of gemalen (m.u.v. peper van het geslacht Piper; vruchten van de geslachten Capsicum en Pimenta; vanille; kaneel, kaneelknoppen; kruidnagels, moernagels, kruidnagelstelen; muskaatnoten, foelie, amomen, kardemom; anijszaad, steranijszaad, venkelzaad, korianderzaad, komijnzaad, karwijzaad; jeneverbessen; gember, saffraan, kurkuma, tijm, laurierbladeren, kerrie; fenegriekzaad; mengsels van diverse specerijen)

Hoofdstuk 11:   

Producten van de meelindustrie; mout; zetmeel; inuline; tarwegluten

1104

Op andere wijze bewerkte granen (bijvoorbeeld gepeld, geplet, in vlokken, gepareld, gesneden of gebroken); graankiemen, ook indien geplet, in vlokken of gemalen (m.u.v. meel van granen, m.u.v. gedopte rijst, halfwitte of volwitte rijst en breukrijst)

1104 29 01

Granen van gerst, gepeld

1104 29 03

Granen van gerst, gepeld en gesneden of gebroken (grutten)

1104 29 05

Granen van gerst, gepareld

1104 29 07

Granen van gerst, enkel gebroken

1104 29 09

Granen van gerst (andere dan gepeld, gepeld en gesneden of gebroken (grutten), gepareld of enkel gebroken)

1104 29 11

Granen van tarwe, gepeld

1104 29 18

Granen, gepeld, (m.u.v. granen van gerst, van haver, van mais, van rijst en van tarwe)

1104 29 30

Granen, gepareld (m.u.v. granen van gerst, van haver, van mais en van rijst)

1104 29 51

Granen van tarwe, enkel gebroken

1104 29 55

Granen van rogge, enkel gebroken

1104 29 59

Granen, enkel gebroken (andere dan granen van gerst, van haver, van mais, van tarwe en van rogge)

1104 29 81

Granen van tarwe (andere dan gepeld, gesneden of gebroken, gepareld of enkel gebroken)

1104 29 85

Granen van rogge (andere dan gepeld, al dan niet gesneden of gebroken; gepareld of enkel gebroken)

1104 29 89

Granen (andere dan granen van gerst, van haver, van mais, van tarwe, van rogge, gepeld, gesneden of gebroken, gepareld, enkel gebroken)

1106

Meel, gries en poeder, van gedroogde zaden van peulgroenten bedoeld bij post 0713, van sago en van wortels of knollen bedoeld bij post 0714 en van vruchten bedoeld bij hoofdstuk 8

1106 10 00

Meel, gries en poeder van erwten, kekers, bonen, linzen en andere gedroogde zaden van peulgroenten bedoeld bij post 0713

1106 30 10

Meel, gries en poeder van bananen

1106 30 90

Meel, gries en poeder van producten bedoeld bij hoofdstuk 8 „Fruit; schillen van citrusvruchten en van meloenen” (andere dan bananen)

1108

Zetmeel; inuline

1108 11 00

Tarwezetmeel

1108 12 00

Maiszetmeel

1108 14 00

Maniokzetmeel (cassave)

1108 19 10

Rijstzetmeel

1108 19 90

Zetmeel (niet van tarwe, mais, aardappelen, maniok of rijst)

1108 20 00

Inuline

1109

Tarwegluten, ook indien gedroogd

1109 00 00

Tarwegluten, ook indien gedroogd

Hoofdstuk 12:   

Oliehoudende zaden en vruchten; allerlei zaden, zaadgoed en vruchten; planten voor industrieel en geneeskundig gebruik; stro en voeder

1209

Zaaigoed, sporen daaronder begrepen

1209 10 00

Suikerbietenzaad

1209 91 10

Koolrabizaad, Brassica oleracea, var. caulorapa en gongylodes L., voor zaaidoeleinden

1209 91 30

Rodebietenzaad, „Beta vulgaris var. conditiva”, voor zaaidoeleinden

1209 91 90

Zaaizaad van groenten (m.u.v. koolrabizaad, Brassica oleracea, var. caulorapa en gongylodes L.)

1210

Hopbellen, vers of gedroogd, ook indien fijngemaakt, gemalen of in pellets; lupuline

1210 10 00

Hopbellen, vers of gedroogd (m.u.v. fijngemaakte en gemalen hopbellen; hopbellen in pellets)

1210 20 10

Hopbellen, fijngemaakt, gemalen of in pellets, met lupuline verrijkt; lupuline

1210 20 90

Hopbellen, fijngemaakt, gemalen of in pellets, (niet met lupuline verrijkt)

Hoofdstuk 13:   

Gommen, harsen en andere plantensappen en plantenextracten

1302

Opium, vanille-oleohars en andere uit plantaardige producten verkregen plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd

1302 19 05

Vanille-oleohars

Hoofdstuk 15:   

Vetten en oliën (dierlijke en plantaardige) en dissociatieproducten daarvan; bewerkt spijsvet; was van dierlijke of van plantaardige oorsprong

1502

Rund-, schapen- of geitenvet, andere dan dat bedoeld bij post 1503

1502 00 90

Rund-, schapen- of geitenvet (m.u.v. dat bestemd voor industrieel, technisch gebruik; varkensstearine, spekolie, oleostearine, oleomargarine en talkolie, niet geëmulgeerd, niet vermengd, noch op andere wijze bereid)

1503

Varkensstearine, spekolie, oleostearine, oleomargarine en talkolie, niet geëmulgeerd, niet vermengd, noch op andere wijze bereid

1503 00 19

Varkensstearine en oleostearine, niet geëmulgeerd, niet vermengd, noch op andere wijze bereid (m.u.v. bestemd voor industrieel gebruik)

1503 00 90

Spekolie, oleomargarine en talkolie, niet geëmulgeerd, niet vermengd, noch op andere wijze bereid (m.u.v. talkolie voor technisch gebruik in de industrie)

1504

Vetten en oliën, van vis of van zeezoogdieren, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

1504 10 10

Oliën uit vislevers en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, met een gehalte aan vitamine A van ≤ 2 500 internationale eenheden per gram

1504 10 99

Vetten en oliën van vis, alsmede vloeibare fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd (m.u.v. oliën uit vislevers)

1505

Wolvet en daaruit verkregen vetstoffen

1505 00 10

Ruw wolvet

1507

Sojaolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

1507 10 10

Sojaolie, ruw, ook indien ontgomd, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. gebruik voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie)

1507 10 90

Sojaolie, ruw, ook indien ontgomd (m.u.v. olie voor technisch of industrieel gebruik)

1507 90 10

Sojaolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. gebruik voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie en m.u.v. ruwe sojaolie)

1507 90 90

Sojaolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd (m.u.v. olie voor technisch of industrieel gebruik en m.u.v. ruwe sojaolie)

1508

Grondnotenolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

1508 10 90

Grondnotenolie, ruw (m.u.v. olie voor technisch of industrieel gebruik)

1508 90 10

Grondnotenolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. gebruik voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie en m.u.v. ruwe grondnotenolie)

1508 90 90

Grondnotenolie en fracties daarvan, geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd (m.u.v. olie voor technisch of industrieel gebruik)

1509

Olijfolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

1509 10 10

Lampolie

1509 10 90

Olijfolie, uitsluitend door middel van mechanische of fysische procedés en zonder aantasting van de kwaliteit van de olie uit de vruchten van de olijfboom verkregen, ruw (m.u.v. lampolie)

1509 90 00

Olijfolie en fracties daarvan, uitsluitend door middel van mechanische of fysische procedés en zonder aantasting van de kwaliteit van de olie uit de vruchten van de olijfboom verkregen, behandeld, doch chemisch ongewijzigd

1510

Andere olie en fracties daarvan, uitsluitend verkregen uit olijven, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd, mengsels daarvan met olijfolie of fracties daarvan, bedoeld bij post 1509, daaronder begrepen

1510 00 10

Ruwe olie

1510 00 90

Andere

1511

Palmolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

1511 10 90

Palmolie, ruw (m.u.v. olie voor technisch of industrieel gebruik)

1511 90 11

Fracties van palmolie, vast, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg

1511 90 19

Fracties van palmolie, vast, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg of op andere wijze opgemaakt

1511 90 91

Palmolie en vloeibare fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie en m.u.v. ruwe palmolie)

1511 90 99

Palmolie en vloeibare fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd (m.u.v. voor technisch en industrieel technisch gebruik en m.u.v. ruwe palmolie)

1512

Zonnebloemzaad-, saffloer- en katoenzaadolie, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

1512 11 10

Zonnebloemzaad- en saffloerolie, ruw, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie)

1512 11 91

Zonnebloemzaadolie, ruw (m.u.v. olie voor technisch of industrieel gebruik)

1512 11 99

Saffloerolie, ruw (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik)

1512 19 10

Zonnebloemzaad- en saffloerolie, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie en m.u.v. ruwe olie)

1512 19 90

Zonnebloemzaadolie en saffloerolie, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd (m.u.v. die voor technisch of industrieel gebruik en m.u.v. ruwe olie)

1512 21 10

Katoenzaadolie, ruw, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie)

1512 21 90

Katoenzaadolie, ruw, (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik)

1512 29 10

Katoenzaadolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie en m.u.v. ruwe katoenzaadolie)

1512 29 90

Katoenzaadolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik en m.u.v. ruwe katoenzaadolie)

1513

Kokosolie (kopraolie), palmpitten- en babassunotenolie, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

1513 11 10

Kokosolie „kopraolie”, ruw, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie)

1513 11 91

Kokosolie „kopraolie”, ruw, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik)

1513 11 99

Kokosolie „kopraolie”, ruw, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik)

1513 19 11

Fracties van kokosolie „kopraolie”, vast, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg

1513 19 19

Fracties van kokosolie „kopraolie”, vast, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg

1513 19 30

Kokosolie „kopraolie” en vloeibare fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie en m.u.v. ruwe kokosolie)

1513 19 91

Kokosolie „kopraolie” en vloeibare fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik en m.u.v. ruwe kokosolie)

1513 19 99

Kokosolie „kopraolie” en vloeibare fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik en m.u.v. ruwe kokosolie)

1513 21 10

Palmpittenolie en babassunotenolie, ruw, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie)

1513 21 30

Palmpittenolie en babassunotenolie, ruw, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik)

1513 21 90

Palmpitten- en babassunotenolie, ruw, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg (m.u.v. die bestemd voor technisch of industrieel gebruik)

1513 29 11

Fracties van palmpitten- en babassunotenolie, vast, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg

1513 29 19

Fracties van palmpitten- en babassunotenolie, vast, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg

1513 29 30

Palmpitten- en babassunotenolie en vloeibare fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie en m.u.v. ruwe olie)

1513 29 50

Palmpitten- en babassunotenolie en vloeibare fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik en m.u.v. ruwe olie)

1513 29 90

Palmpitten- en babassunotenolie en vloeibare fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg of op andere wijze opgemaakt (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik en m.u.v. ruwe olie)

1514

Koolzaad-, raapzaad- en mosterdzaadolie, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

1514 11 10

Koolzaad- en raapzaadolie, met een laag gehalte aan erucazuur „vaste olie met een gehalte aan erucazuur van < 2 %”, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. die voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie)

1514 11 90

Koolzaad- en raapzaadolie, met een laag gehalte aan erucazuur „vaste olie met een gehalte aan erucazuur van < 2 %”, ruw (m.u.v. die voor technisch of industrieel gebruik)

1514 19 10

Koolzaad- en raapzaadolie, met een laag gehalte aan erucazuur „vaste olie met een gehalte aan erucazuur van < 2 %”, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. die voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie en m.u.v. ruwe olie)

1514 19 90

Koolzaad- en raapzaadolie, met een laag gehalte aan erucazuur „vaste olie met een gehalte aan erucazuur van < 2 %”, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd (m.u.v. die voor technisch of industrieel gebruik en m.u.v. ruwe olie)

1514 91 10

Koolzaad- en raapzaadolie, met een hoog gehalte aan erucazuur „vaste olie met een gehalte aan erucazuur van ≥ 2 %” en mosterdzaadolie, ruw, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. die voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie)

1514 91 90

Koolzaad- en raapzaadolie, met een hoog gehalte aan erucazuur „vaste olie met een gehalte aan erucazuur van ≥ 2 %” en mosterdzaadolie, ruw (m.u.v. die voor technisch of industrieel gebruik)

1514 99 10

Koolzaad- en raapzaadolie, met een hoog gehalte aan erucazuur „vaste olie met een gehalte aan erucazuur van ≥ 2 %” en mosterdzaadolie, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. die voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie en m.u.v. ruwe olie)

1514 99 90

Koolzaad- en raapzaadolie, met een hoog gehalte aan erucazuur „vaste olie met een gehalte aan erucazuur van ≥ 2 %” en mosterdzaadolie, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd (m.u.v. die voor technisch of industrieel gebruik en m.u.v. ruwe olie)

1515

Andere plantaardige vetten en vette oliën (jojobaolie daaronder begrepen), alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

1515 11 00

Ruwe lijnolie

1515 19 10

Lijnolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie en m.u.v. ruwe olie)

1515 19 90

Lijnolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik en m.u.v. ruwe olie)

1515 21 10

Maisolie, ruw, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie)

1515 21 90

Maisolie, ruw (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik)

1515 29 10

Maisolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, voor industrieel gebruik (m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie en m.u.v. ruwe olie)

1515 29 90

Maisolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd (m.u.v. voor industrieel gebruik en m.u.v. ruwe olie)

1515 30 90

Ricinusolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd (m.u.v. olie voor de vervaardiging van amino-undekaanzuur hetwelk is bestemd voor de vervaardiging van synthetische textielvezels en van kunststof)

1515 50 11

Sesamolie, ruw, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie)

1515 50 19

Sesamolie, ruw (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik)

1515 50 91

Sesamolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. ruwe olie)

1515 50 99

Sesamolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik en m.u.v. ruwe olie)

1515 90 29

Tabakszaadolie, ruw (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik)

1515 90 39

Tabakszaadolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik en m.u.v. ruwe olie)

1515 90 40

Plantaardige vetten en vette oliën, ruw, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie en m.u.v. sojaolie, grondnotenolie, olijfolie, palmolie, babassunotenolie, raapzaad-, koolzaad-, mosterdzaadolie, lijnolie, maisolie, ricinusolie, tungolie, sesamolie, jojobaolie, oiticicaolie, myricawas, japanwas en tabakszaadolie)

1515 90 51

Plantaardige vetten en vette oliën, ruw, vast, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik en m.u.v. sojaolie, grondnotenolie, olijfolie, palmolie, zonnebloempittenolie, saffloerolie, katoenzaadolie, kokosolie „kopraolie”, palmpittenolie, babassunotenolie, raapzaad-, koolzaad- en mosterdzaadolie, lijnolie, maisolie, ricinusolie, tungolie, sesamolie, jojobaolie, oiticicaolie, myricawas, japanwas en tabakszaadolie)

1515 90 59

Plantaardige vetten en vette oliën, ruw, vast of vloeibaar (m.u.v. plantaardige vetten en vette oliën, vast, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg, m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik en m.u.v. sojaolie, grondnotenolie, olijfolie, palmolie, zonnebloempittenolie, saffloerolie, katoenzaadolie, kokosolie „kopraolie”, palmpittenolie, babassunotenolie, raapzaad-, koolzaad- en mosterdzaadolie, lijnolie, maiskiemolie, ricinusolie, tungolie, sesamolie, jojobaolie, oiticicaolie, myricawas, japanwas en tabakszaadolie)

1515 90 60

Plantaardige vetten en vette oliën, voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. ruwe oliën, m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie en m.u.v. sojaolie, grondnotenolie, olijfolie, palmolie, babassunotenolie, raapzaad-, koolzaad-, mosterdzaadolie, lijnolie, maiskiemolie, ricinusolie, tungolie, sesamolie, jojobaolie, oiticicaolie, myricawas, japanwas en tabakszaadolie)

1515 90 91

Plantaardige vetten en vette oliën, vast, fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg, n.e.g. (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik en m.u.v. ruwe vetten en oliën)

1515 90 99

Plantaardige vetten en vette oliën, vast, fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch chemisch ongewijzigd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg, n.e.g. (m.u.v. voor technisch of industrieel gebruik en m.u.v. ruwe vetten en oliën)

1516

Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid

1516 10 10

Dierlijke vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg (m.u.v. vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, verder bereid)

1516 10 90

Dierlijke vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, maar niet verder bereid, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg of op andere wijze opgemaakt

1516 20 91

Plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg (m.u.v. ricinusolie, gehydrogeneerd, zogenaamde „opal wax” en verder bereid)

1516 20 95

Koolzaad- en raapzaadolie, lijnolie, zonnebloemzaadolie, illipenotenolie, kariténotenolie, makoreolie, touloucounazadenolie en babassunotenolie, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, voor technisch of industrieel gebruik, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg of op andere wijze gepresenteerd (m.u.v. die voor de levensmiddelenfabricage)

1516 20 96

Grondnotenolie, katoenzaadolie, sojaolie en zonnebloemzaadolie, alsmede fracties daarvan (m.u.v. die bedoeld bij onderverdeling 1516.20.95); andere oliën alsmede fracties daarvan, met een gehalte aan vrije vetzuren van < 50 gewichtspercenten, in onmiddellijke verpakkingen met een nettogewicht van > 1 kg of op andere wijze gepresenteerd (m.u.v. palmpittenolie, illipenotenolie, kokosolie, koolzaad- en raapzaadolie, kopaivaolie en oliën bedoeld bij onderverdeling 1516.20.95)

1516 20 98

Plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg of op andere wijze gepresenteerd (m.u.v. vetten en oliën, fracties daarvan, die verder zijn bereid; ricinusolie, gehydrogeneerd en oliën bedoeld bij onderverdeling 1516.20.95 en 1516.20.96)

1517

Margarine; mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten en oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 1516:

1517 90 91

Mengsels van plantaardige oliën, vloeibaar, voor menselijke consumptie, met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van ≤ 10 gewichtspercenten (m.u.v. oliën, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, „ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid” en mengsels van olijfolie)

1517 90 99

Mengsels en bereidingen van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën, voor menselijke consumptie, met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van ≤ 10 % (m.u.v. mengsels van plantaardige oliën, vloeibaar, mengsels en bereidingen van de soorten gebruikt als preparaten voor het insmeren van bakvormen en m.u.v. vaste margarine)

1518

Standolie en andere dierlijke of plantaardige oliën, alsmede fracties daarvan, gekookt, geoxideerd, gedehydreerd, gezwaveld, geblazen of op andere wijze chemisch gewijzigd, andere dan die bedoeld bij post 1516; mengsels en bereidingen van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, niet geschikt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen:

1518 00 31

Mengsels van plantaardige oliën, vloeibaar, niet geschikt voor menselijke consumptie, n.e.g., voor technisch of industrieel gebruik, ruw (m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie)

1518 00 39

Mengsels van plantaardige oliën, vloeibaar, niet geschikt voor menselijke consumptie, n.e.g., voor technisch of industrieel gebruik (m.u.v. ruwe oliën en m.u.v. voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie)

1518 00 91

Standolie en andere dierlijke of plantaardige oliën, alsmede fracties daarvan, gekookt, geoxideerd, gedehydreerd, gezwaveld, geblazen of op andere wijze chemisch gewijzigd, andere dan die bedoeld bij post 1516

1518 00 95

Mengsels en bereidingen van dierlijke vetten en oliën of van dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, niet geschikt voor menselijke consumptie

1518 00 99

Andere

Hoofdstuk 16:   

Bereidingen van vlees, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren

1602

Bereidingen en conserven van vlees, van slachtafvallen of van bloed (m.u.v. worst van alle soorten en m.u.v. extracten en sappen van vlees)

1602 20 10

Van levers van ganzen of van eenden

1603

Extracten en sappen van vlees, van vis, van schaaldieren, van weekdieren en van andere ongewervelde waterdieren

1603 00 10

Extracten en sappen van vlees, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg

Hoofdstuk 20:   

Bereidingen van groenten, van vruchten en van andere plantendelen

2003

Paddenstoelen en truffels, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur

2003 20 00

Truffels, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur

2003 90 00

Paddenstoelen, andere dan van het geslacht Agaricus, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur

2005

Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006:

2005 40 00

Erwten (Pisum sativum), op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan voor voederdoeleinden

2005 91 00

Bamboescheuten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren

2008

Vruchten, noten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen

2008 19 11

Kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten en macadamianoten, incl. mengsels met een gehalte aan guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's, pitahaya's, kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten en macadamianoten van ≥ 50 gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg (m.u.v. die gekonfijt met suiker)

2008 19 13

Amandelen en pimpernoten „pistaches”, gebrand, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg

2008 19 19

Noten en andere zaden, incl. mengsels, bereid of verduurzaamd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg (m.u.v. die bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur; die gekonfijt met suiker, maar niet in stroop ingemaakt; jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven verkregen; grondnoten; gebrande amandelen en pimpernoten „pistaches”; kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten en macadamianoten, incl. mengsels daarvan met een gehalte aan tropische noten en tropische vruchten van ≥ 50 gewichtspercenten)

2008 19 91

Kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten en macadamianoten, incl. mengsels met een gehalte aan guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's, pitahaya's, kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten en macadamianoten van ≥ 50 gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg, n.e.g.

2008 19 93

Amandelen en pimpernoten „pistaches”, gebrand, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg

2008 19 95

Noten, gebrand, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg (m.u.v. grondnoten; amandelen en pimpernoten „pistaches”; kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten, macadamianoten)

2008 19 99

Noten en andere zaden, incl. mengsels, bereid of verduurzaamd, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg (m.u.v. die bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur; die gekonfijt met suiker, maar niet in stroop ingemaakt; jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven verkregen; grondnoten; gebrande noten; kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten en macadamianoten, incl. mengsels met een gehalte aan deze tropische noten en tropische vruchten van ≥ 50 gewichtspercenten)

2008 92 12

Mengsels van guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's en pitahaya's, incl. mengsels met een gehalte aan deze vruchten en kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten en macadamianoten van ≥ 50 gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd, met toegevoegde alcohol, met een suikergehalte van > 9 gewichtspercenten en met een effectief alcohol-massagehalte van ≤ 11,85 % mas

2008 92 14

Mengsels van vruchten of van andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd, met toegevoegde alcohol, met een suikergehalte van > 9 gewichtspercenten en met een effectief alcohol-massagehalte van ≤ 11,85 % mas (m.u.v. mengsels van noten, tropische vruchten en tropische vruchten/noten overeenkomstig aanvullende aantekeningen [GN] 7 en 8 bij hoofdstuk 20 met een gehalte van ≥ 50 gewichtspercenten; mengsels van grondnoten en andere zaden)

2008 92 16

Mengsels van guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's en pitahaya's, incl. mengsels met een gehalte aan deze vruchten en kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten en macadamianoten van ≥ 50 gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd, met toegevoegde alcohol, met een suikergehalte van > 9 gewichtspercenten en met een effectief alcohol-massagehalte van > 11,85 % mas

2008 92 18

Mengsels van vruchten of van andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd, met toegevoegde alcohol, met een suikergehalte van > 9 gewichtspercenten en met een effectief alcohol-massagehalte van > 11,85 % mas (m.u.v. mengsels van noten, tropische vruchten en tropische vruchten/noten overeenkomstig aanvullende aantekeningen [GN] 7 en 8 bij hoofdstuk 20 met een gehalte van ≥ 50 gewichtspercenten; mengsels van grondnoten en andere zaden)

2008 92 32

Mengsels van guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's en pitahaya's, incl. mengsels met een gehalte aan deze vruchten en kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten en macadamianoten van ≥ 50 gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd, met toegevoegde alcohol, met een effectief alcohol-massagehalte van ≤ 11,85 % mas (m.u.v. die met een suikergehalte van > 9 gewichtspercenten)

2008 92 34

Mengsels van vruchten of van andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd, met toegevoegde alcohol, en met een effectief alcohol-massagehalte van ≤ 11,85 % mas (m.u.v. met een suikergehalte van > 9 gewichtspercenten, mengsels van noten, tropische vruchten en tropische vruchten/noten overeenkomstig aanvullende aantekeningen [GN] 7 en 8 bij hoofdstuk 20 met een gehalte van ≥ 50 gewichtspercenten; mengsels van grondnoten en andere zaden)

2008 92 36

Mengsels van guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's en pitahaya's, incl. mengsels met een gehalte aan deze vruchten en kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten en macadamianoten van ≥ 50 gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd, met toegevoegde alcohol, met een effectief alcohol-massagehalte van > 11,85 % mas (m.u.v. die met een suikergehalte van > 9 gewichtspercenten)

2008 92 38

Mengsels van vruchten of van andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd, met toegevoegde alcohol, en met een effectief alcohol-massagehalte van > 11,85 % mas (m.u.v. met een suikergehalte van > 9 gewichtspercenten, mengsels van noten, tropische vruchten en tropische vruchten/noten overeenkomstig aanvullende aantekeningen [GN] 7 en 8 bij hoofdstuk 20 met een gehalte van ≥ 50 gewichtspercenten; mengsels van grondnoten en andere zaden)

2008 92 51

Mengsels van guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's en pitahaya's, incl. mengsels met een gehalte aan deze vruchten en kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten en macadamianoten van ≥ 50 gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde alcohol, doch met toegevoegde suiker, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg

2008 92 59

Mengsels van vruchten of van andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde alcohol, doch met toegevoegde suiker, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg (m.u.v. mengsels van noten, tropische vruchten en tropische vruchten/noten overeenkomstig aanvullende aantekeningen [GN] 7 en 8 bij hoofdstuk 20, met een gehalte van ≥ 50 gewichtspercenten; grondnoten en andere zaden; bereidingen van de soort „muesli” op basis van niet-geroosterde graanvlokken bedoeld bij onderverdeling 1904.20.10)

2008 92 72

Mengsels van guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's en pitahaya's, incl. mengsels met een gehalte aan deze vruchten en kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten en macadamianoten van ≥ 50 gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde alcohol, doch met toegevoegde suiker, waarin het gewicht van geen van de daarin aanwezige vruchtensoorten > 50 gewichtspercenten van het totaal gewicht van de vruchten is, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg

2008 92 74

Mengsels van vruchten waarin het gewicht van geen van de daarin aanwezige vruchtensoorten > 50 gewichtspercenten van het totale gewicht van de vruchten is, bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde alcohol, doch met toegevoegde suiker, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg (m.u.v. mengsels van noten, tropische vruchten en tropische vruchten/noten overeenkomstig aanvullende aantekeningen [GN] 7 en 8 bij hoofdstuk 20, met een gehalte van ≥ 50 gewichtspercenten; grondnoten en andere zaden; bereidingen van de soort „muesli” op basis van niet-geroosterde graanvlokken bedoeld bij onderverdeling 1904.20.10)

2008 92 76

Mengsels van guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's en pitahaya's, incl. mengsels met een gehalte aan deze vruchten en kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten en macadamianoten van ≥ 50 gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde alcohol, doch met toegevoegde suiker, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg (m.u.v. mengsels waarin het gewicht van geen van de daarin aanwezige vruchtensoorten > 50 gewichtspercenten van het totaal gewicht van de vruchten is)

2008 92 78

Mengsels van vruchten of van andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde alcohol, doch met toegevoegde suiker, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg (m.u.v. mengsels van noten, tropische vruchten en tropische vruchten/noten overeenkomstig aanvullende aantekeningen [GN] 7 en 8 bij hoofdstuk 20, met een gehalte van ≥ 50 gewichtspercenten; grondnoten en andere zaden; mengsels waarin het gewicht van geen van de daarin aanwezige vruchtensoorten > 50 gewichtspercenten van het totaal gewicht van de vruchten is; bereidingen van de soort „muesli” op basis van niet-geroosterde graanvlokken bedoeld bij onderverdeling 1904.20.10)

2008 92 92

Mengsels van guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's en pitahaya's, incl. mengsels met een gehalte aan deze vruchten en kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten en macadamianoten van ≥ 50 gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde alcohol of toegevoegde suiker, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≥ 5 kg

2008 92 93

Mengsels van vruchten of van andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde alcohol en zonder toegevoegde suiker, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≥ 5 kg, n.e.g. (m.u.v. mengsels van noten, tropische vruchten en tropische vruchten/noten overeenkomstig aanvullende aantekeningen [GN] 7 en 8 bij hoofdstuk 20, met een gehalte van ≥ 50 gewichtspercenten; grondnoten en andere zaden; bereidingen van de soort „muesli” op basis van niet-geroosterde graanvlokken bedoeld bij onderverdeling 1904.20.10)

2008 92 94

Mengsels van guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's en pitahaya's, incl. mengsels met een gehalte aan deze vruchten en kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten en macadamianoten van ≥ 50 gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde alcohol of toegevoegde suiker, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≥ 4,5 kg doch < 5 kg

2008 92 96

Mengsels van vruchten of van andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde alcohol en zonder toegevoegde suiker, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≥ 4,5 doch < 5 kg, n.e.g. (m.u.v. mengsels van noten, tropische vruchten en tropische vruchten/noten overeenkomstig aanvullende aantekeningen [GN] 7 en 8 bij hoofdstuk 20, met een gehalte van ≥ 50 gewichtspercenten; grondnoten en andere zaden; bereidingen van de soort „muesli” op basis van niet-geroosterde graanvlokken bedoeld bij onderverdeling 1904.20.10)

2008 92 97

Mengsels van guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's en pitahaya's, incl. mengsels met een gehalte aan deze vruchten en kokosnoten, cashewnoten, paranoten, arecanoten „betelnoten”, colanoten en macadamianoten van ≥ 50 gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde alcohol of toegevoegde suiker, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van < 4,5 kg

2008 92 98

Mengsels van vruchten of van andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde alcohol en zonder toegevoegde suiker, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van < 4,5 kg, n.e.g. (m.u.v. mengsels van noten, tropische vruchten overeenkomstig aanvullende aantekening [GN] 7 bij hoofdstuk 20, grondnoten en andere zaden, en bereidingen van de soort „muesli” op basis van niet-geroosterde graanvlokken bedoeld bij onderverdeling 1904.20.10)

2008 99 45

Pruimen, bereid of verduurzaamd, alcoholvrij, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van > 1 kg

2008 99 67

Vruchten en andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde alcohol, doch met toegevoegde suiker, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≤ 1 kg (m.u.v. die gekonfijt met suiker, maar niet in stroop ingemaakt; jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven verkregen; noten, grondnoten en andere zaden; ananas; citrusvruchten, peren; abrikozen; kersen; perziken; aardbeien; gember; passievruchten, guaves; manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, carambola's, pitahaya's)

2008 99 72

Pruimen, bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde alcohol, zonder toegevoegde suiker, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van ≥ 5 kg

2008 99 78

Pruimen, bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde alcohol, zonder toegevoegde suiker, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van < 5 kg

2009

Ongegiste vruchtensappen (druivenmost daaronder begrepen) en ongegiste groentesappen, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

2009 11 91

Sinaasappelsap, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, bevroren, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C, met een waarde van ≤ 30 EUR per 100 kg nettogewicht en met een gehalte aan toegevoegde suiker van > 30 gewichtspercenten

2009 11 99

Sinaasappelsap, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, bevroren, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C (m.u.v. die met een waarde van ≤ 30 EUR per 100 kg en met een gehalte aan toegevoegde suiker van > 30 gewichtspercenten)

2009 19 11

Sinaasappelsap, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een Brixwaarde van > 67 bij 20 °C en met een waarde van ≤ 30 EUR per 100 kg (m.u.v. bevroren sap)

2009 19 19

Sinaasappelsap, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een Brixwaarde van > 67 bij 20 °C en met een waarde van > 30 EUR per 100 kg (m.u.v. bevroren sap)

2009 31 11

Sap van citrusvruchten, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 20 bij 20 °C en met een waarde van > 30 EUR per 100 kg, toegevoegde suiker bevattend (m.u.v. mengsels, sinaasappelsap en sap van pompelmoezen of van pomelo's)

2009 31 51

Citroensap, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 20 bij 20 °C en met een waarde van ≤ 30 EUR per 100 kg, toegevoegde suiker bevattend

2009 31 91

Sap van citrusvruchten, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 20 bij 20 °C en met een waarde van > 30 EUR per 100 kg, toegevoegde suiker bevattend (m.u.v. mengsels, citroensap, sinaasappelsap en sap van pompelmoezen of van pomelo's)

2009 39 91

Sap van citrusvruchten, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van > 20 doch ≤ 67 bij 20 °C en met een waarde van ≤ 30 EUR per 100 kg, > 30 % toegevoegde suiker bevattend (m.u.v. mengsels, citroensap, sinaasappelsap en sap van pompelmoezen of van pomelo's)

2009 41 10

Ananassap, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 20 bij 20 °C en met een waarde van > 30 EUR per 100 kg, toegevoegde suiker bevattend

2009 41 91

Ananassap, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 20 bij 20 °C en met een waarde van ≤ 30 EUR per 100 kg, toegevoegde suiker bevattend

2009 41 99

Ananassap, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 20 bij 20 °C (m.u.v. sap dat toegevoegde suiker bevat)

2009 80 11

Perensap, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een Brixwaarde van > 67 bij 20 °C en met een waarde van ≤ 22 EUR per 100 kg

2009 80 19

Perensap, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een Brixwaarde van > 67 bij 20 °C en met een waarde van > 22 EUR per 100 kg

2009 80 34

Sap van guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's of pitahaya's, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een Brixwaarde van > 67 bij 20 °C en met een waarde van ≤ 30 EUR per 100 kg (m.u.v. mengsels)

2009 80 35

Sap van vruchten of van groenten, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een Brixwaarde van > 67 bij 20 °C en met waarde ≤ 30 EUR per 100 kg (m.u.v. mengsels, sap van citrusvruchten, guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's of pitahaya's, ananassap, tomatensap, druivensap „druivenmost daaronder begrepen”, appelsap en perensap)

2009 80 36

Sap van guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's of pitahaya's, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een Brixwaarde van > 67 bij 20 °C en met een waarde van > 30 EUR per 100 kg (m.u.v. mengsels)

2009 80 38

Sap van vruchten of van groenten, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een Brixwaarde van > 67 bij 20 °C en met een waarde van > 30 EUR per 100 kg (m.u.v. mengsels, sap van citrusvruchten, guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's of pitahaya's, ananassap, tomatensap, druivensap „druivenmost daaronder begrepen”, appelsap en perensap)

2009 80 50

Perensap, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C en met een waarde van > 18 EUR per 100 kg, toegevoegde suiker bevattend

2009 80 61

Perensap, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C en met een waarde van ≤ 18 EUR per 100 kg, > 30 % toegevoegde suiker bevattend

2009 80 63

Perensap, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C en met een waarde van ≤ 18 EUR per 100 kg, ≤ 30 % toegevoegde suiker bevattend

2009 80 69

Perensap, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C (m.u.v. sap met toegevoegde suiker)

2009 80 71

Kersensap, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C en met een waarde van > 30 EUR per 100 kg nettogewicht, toegevoegde suiker bevattend

2009 80 73

Sap van guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's of pitahaya's, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C en met een waarde van > 30 EUR per 100 kg nettogewicht, met toegevoegde suiker (m.u.v. mengsels)

2009 80 79

Sap van vruchten of van groenten, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C en met een waarde van > 30 EUR per 100 kg, met toegevoegde suiker (m.u.v. mengsels, sap van citrusvruchten, guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's of pitahaya's, ananassap, tomatensap, druivensap „druivenmost daaronder begrepen”, appelsap, perensap en kersensap)

2009 80 85

Sap van guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's of pitahaya's, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C en met een waarde van ≤ 30 EUR per 100 kg, met > 30 % toegevoegde suiker (m.u.v. mengsels)

2009 80 86

Sap van vruchten of van groenten, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C, met een waarde van ≤ 30 EUR per 100 kg en met een gehalte aan toegevoegde suiker van > 30 gewichtspercenten (m.u.v. mengsels, sap van citrusvruchten, guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's of pitahaya's, ananassap, tomatensap, druivensap „druivenmost daaronder begrepen”, appelsap en perensap)

2009 80 88

Sap van guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's of pitahaya's, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C en met een waarde van ≤ 30 EUR per 100 kg, met ≤ 30 % toegevoegde suiker (m.u.v. mengsels)

2009 80 89

Sap van vruchten of van groenten, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C, met een waarde van ≤ 30 EUR per 100 kg en met een gehalte aan toegevoegde suiker van ≤ 30 gewichtspercenten (m.u.v. mengsels, sap van citrusvruchten, guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's of pitahaya's, ananassap, tomatensap, druivensap „druivenmost daaronder begrepen”, appelsap en perensap)

2009 80 95

Vruchtensap van de soort Vaccinium macrocarpon, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C (m.u.v. sap met toegevoegde suiker)

2009 80 96

Kersensap, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C (m.u.v. sap met toegevoegde suiker)

2009 80 97

Sap van guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's of pitahaya's, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C (m.u.v. sap met toegevoegde suiker en mengsels)

2009 80 99

Sap van vruchten of van groenten, ongegist, zonder toegevoegde alcohol, met een Brixwaarde van ≤ 67 bij 20 °C (m.u.v. sap met toegevoegde suiker, mengsels, sap van citrusvruchten, guaves, manga's, manggistans, papaja's, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka's „jackfruit”, sapodilla's, passievruchten, carambola's of pitahaya's, ananassap, tomatensap, druivensap „druivenmost daaronder begrepen”, appelsap, perensap, kersensap en vruchtensap van de soort Vaccinium macrocarpon)

BIJLAGE V

Tariefcontingenten bij invoer in de Europese Unie van producten van oorsprong uit Noorwegen

GN-code

Beschrijving van het product

Geconsolideerde tariefcontingenten

(jaarlijkse hoeveelheid in ton)

Waarvan aanvullende hoeveelheden

Recht binnen het contingent

(EUR/kg)

0406

Kaas en wrongel

7 200 (12)

3 200

0

0810 20 10

Frambozen, vers

400

400

0

2005 20 20

Dunne schijven aardappelen, gebakken, ook indien gezouten of gearomatiseerd, luchtdicht verpakt, geschikt voor onmiddellijk verbruik

200

200

0

0809 20 05

0809 20 95

Kersen, vers (13)

900

0

0

2309 10 13

2309 10 15

2309 10 19

2309 10 33

2309 10 39

2309 10 51

2309 10 53

2309 10 59

2309 10 70

2309 10 90

Honden- en kattenvoer, opgemaakt voor de verkoop in het klein

13 000

13 000

0

Excellentie,

Ik heb de eer de ontvangst te bevestigen van uw brief van heden, welke als volgt luidt:

„Ik heb de eer te verwijzen naar de onderhandelingen tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende bilaterale handel in landbouwproducten, die op 28 januari 2010 zijn afgesloten.

Op grond van artikel 19 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd) is een nieuwe ronde besprekingen over de handel in landbouwproducten tussen de Europese Commissie en Noorwegen gehouden om de verdere geleidelijke liberalisering van de handel in landbouwproducten tussen de Europese Unie en Noorwegen (hierna „de partijen” genoemd) te bevorderen door middel van preferentiële afspraken op basis van wederkerigheid en wederzijds voordeel. De onderhandelingen zijn gestructureerd verlopen, waarbij terdege rekening is gehouden met de ontwikkeling van het landbouwbeleid en de omstandigheden van beide partijen, en eveneens met de ontwikkeling van bilaterale handel, alsmede met de voorwaarden voor de handel met andere handelspartners wereldwijd.

Ik bevestig dat de onderhandelingen de volgende resultaten hebben opgeleverd:

1.

Noorwegen verbindt zich ertoe rechtenvrije toegang te verlenen aan de in bijlage I genoemde producten van oorsprong uit de Europese Unie.

2.

Noorwegen verbindt zich ertoe tariefcontingenten vast te stellen voor de in bijlage II genoemde producten van oorsprong uit de Europese Unie.

3.

Noorwegen verbindt zich ertoe de invoerrechten te verlagen voor de in bijlage III genoemde producten van oorsprong uit de Europese Unie.

4.

De Europese Unie verbindt zich ertoe rechtenvrije toegang te verlenen aan de in bijlage IV genoemde producten van oorsprong uit Noorwegen.

5.

De Europese Unie verbindt zich ertoe tariefcontingenten vast te stellen voor de in bijlage V genoemde producten van oorsprong uit Noorwegen.

6.

De tariefcodes in de bijlagen I tot en met V zijn die welke op 1 januari 2009 in de partijen van toepassing zijn.

7.

Wanneer een toekomstige WTO-overeenkomst op het gebied van de landbouw wordt uitgevoerd met verbintenissen voor nieuwe tariefcontingenten voor meest begunstigde landen, zullen de in bijlage II vastgestelde bilaterale tariefcontingenten voor de invoer in Noorwegen van varkensvlees van 600 ton, van pluimveevlees van 800 ton en van rundvlees van 900 ton, met dezelfde stappen afnemen als deze waarmee de WTO-contingenten voor dezelfde producten van toepassing worden.

8.

De partijen komen overeen zo spoedig mogelijk alle bilaterale concessies te consolideren (zowel de reeds bestaande als de bij de onderhavige briefwisseling vastgestelde) bij een nieuwe briefwisseling die de bestaande bilaterale landbouwovereenkomsten moet vervangen.

9.

De oorsprongsregels voor de tenuitvoerlegging van de in de bijlagen I tot en met V opgenomen concessies zijn die welke zijn vastgesteld in bijlage IV bij de briefwisseling van 2 mei 1992. Niettemin is bijlage II bij Protocol 4 bij de EER-overeenkomst van toepassing in plaats van het aanhangsel van bijlage IV bij de briefwisseling van 2 mei 1992.

10.

De partijen zullen maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de voordelen die zij elkaar toekennen, niet door andere beperkende invoermaatregelen in gevaar worden gebracht.

11.

De partijen komen overeen de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de tariefcontingenten zo worden beheerd dat de importen regelmatig kunnen plaatsvinden en dat de voor invoer overeengekomen hoeveelheden daadwerkelijk kunnen worden ingevoerd.

12.

De partijen stemmen ermee in het nodige te doen om de handel in producten met een geografische aanduiding te bevorderen. Zij komen overeen verdere bilaterale besprekingen te voeren met het oog op een beter begrip van elkaars regelgeving en registratieprocedures, om na te gaan hoe de bescherming van elkaars geografische aanduidingen op elkaars grondgebied kan worden verbeterd, en zij zullen de mogelijkheden van de sluiting van een bilaterale overeenkomst op dat gebied onderzoeken.

13.

De partijen komen overeen gegevens over de verhandelde producten, het beheer van de tariefcontingenten en de prijsnoteringen, alsmede alle nuttige gegevens over de respectieve interne markten en de tenuitvoerlegging van de resultaten van deze onderhandelingen met regelmatige tussenpozen uit te wisselen.

14.

Op verzoek van één van de partijen zal overleg worden gepleegd over ongeacht welk vraagstuk betreffende de tenuitvoerlegging van de resultaten van deze onderhandelingen. In geval van moeilijkheden bij de tenuitvoerlegging van de resultaten van deze onderhandelingen zal dit overleg zo spoedig mogelijk worden gepleegd met het oog op de vaststelling van passende correctiemaatregelen.

15.

De partijen nemen er nota van dat de Noorse douaneautoriteiten van plan zijn de structuur van hoofdstuk 6 van het Noorse douanetarief te herzien. Er zal met de Europese Commissie worden overlegd als de bilaterale preferenties door deze herziening worden beïnvloed. De partijen zijn het erover eens dat dit een technische exercitie zal zijn.

16.

De partijen bevestigen nogmaals zich overeenkomstig artikel 19 van de EER-overeenkomst te zullen blijven inspannen voor de geleidelijke liberalisering van de handel in landbouwproducten. Hiertoe komen de partijen overeen de voorwaarden voor de handel in landbouwproducten over twee jaar opnieuw te herzien om mogelijke concessies te onderzoeken.

17.

Wat betreft de huidige tariefcontingenten voor de invoer van 4 500 ton kaas in Noorwegen, komen de partijen overeen dat de huidige wijze van beheer van dit tariefcontingent op basis van historische rechten en het nieuwkomersbeginsel met ingang van 2014 moet worden vervangen door een ander beheerssysteem dan veiling, zoals door afgifte van vergunningen of door het systeem „wie het eerst komt, wie het eerst maalt”. De Noorse autoriteiten moeten de voorwaarden voor dit systeem opstellen na overleg met de Europese Commissie om tot wederzijdse overeenstemming te komen, zodat de tariefcontingenten zodanig zullen worden beheerd dat de invoer regelmatig kan plaatsvinden en dat de overeengekomen in te voeren hoeveelheden daadwerkelijk kunnen worden ingevoerd. Het huidige beheer op basis van een lijst van kaassoorten, zoals bedoeld in de briefwisseling van 11 april 1983, wordt afgeschaft.

De partijen komen overeen dat het beheer van het nieuwe tariefcontingent van 2 700 ton kaas bij invoer in Noorwegen onder een veilingsysteem zal vallen. Het beheer door veiling zal worden herzien overeenkomstig de vorige alinea's. Met name de benutting van de tariefcontingenten en de veilingheffingen zullen dan tegen het licht worden gehouden.

Het tariefcontingent voor de invoer van 7 200 ton kaas in de Europese Unie en in Noorwegen is van toepassing op alle soorten kaas.

18.

Bij verdere uitbreiding van de EU zullen de partijen de betekenis daarvan voor de bilaterale handel beoordelen om de bilaterale preferenties te kunnen aanpassen, zodat de eerdere preferentiële handelsstromen tussen Noorwegen en de toetredende landen kunnen worden voortgezet.

Deze overeenkomst in de vorm van een briefwisseling treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de laatste akte van goedkeuring is neergelegd.”.

Ik heb de eer u te bevestigen dat de regering van Noorwegen met de inhoud van deze brief instemt.

Hoogachtend,

Utferdiget i Brussel, den

Съставено в Брюксел на

Hecho en Bruselas, el

V Bruselu dne

Udfærdiget i Bruxelles, den

Geschehen zu Brüssel am

Brüssel,

Έγινε στις Βρυξέλλες, στις

Done at Brussels,

Fait à Bruxelles, le

Fatto a Bruxelles, addì

Briselē,

Priimta Briuselyje,

Kelt Brüsszelben,

Magħmul fi Brussell,

Gedaan te Brussel,

Sporządzono w Brukseli, dnia

Feito em Bruxelas,

Întocmit la Bruxelles,

V Bruseli

V Bruslju,

Tehty Brysselissä

Utfärdat i Bryssel den

Image

For Kongeriket Norge

За Кралство Норвегия

Por el Reino de Noruega

Za Norské království

For Kongeriget Norge

Für das Königreich Norwegen

Norra Kuningriigi nimel

Гια τо Βασίλειо της Νορβηγίας

For the Kingdom of Norway

Pour le Royaume de Norvège

Per il Regno di Norvegia

Norvēģijas Karalistes vārdā

Norvegijos Karalystės vardu

A Norvég Királyság részéről

Ghar- Renju tan-Norveġja

Voor het Koninkrijk Noorwegen

W imieniu Królestwa Norwegii

Pelo Reino da Noruega

Pentru Regatul Norvegiei

Za Nórske kráľovstvo

Za Kraljevino Norveško

Norjan kuningaskunnan puolesta

För Konungariket Norge

Image


(1)  Deze producten worden rechtenvrij ingevoerd. Niettemin behoudt Noorwegen zich het recht voor om een recht in te stellen als deze producten worden ingevoerd voor voederdoeleinden.

(2)  Wanneer een toekomstige WTO-overeenkomst op het gebied van de landbouw wordt uitgevoerd met verbintenissen voor nieuwe tariefcontingenten voor meest begunstigde landen, zullen de bilaterale tariefcontingenten voor de invoer in Noorwegen met dezelfde stappen afnemen als deze waarmee de WTO-contingenten voor dezelfde producten van toepassing worden.

(3)  De toename van het contingent komt overeen met tariefcode 02.10.1100 ten tijde van de oorspronkelijke concessie in 2003.

(4)  Er zullen geen restricties meer zijn ten aanzien van de soorten kaas die in Noorwegen kunnen worden ingevoerd.

(5)  Noorwegen behoudt zich het recht voor om eindgebruikercriteria toe te passen: verwerkende industrie.

(6)  Noorwegen behoudt zich het recht voor om eindgebruikercriteria toe te passen: conservenindustrie (groenten en fruit).

(7)  Fusie van bestaande contingenten.

(8)  Eindgebruikerscriteria: pastaproductie.

(9)  Noorwegen behoudt zich het recht voor om eindgebruikercriteria toe te passen: als zaaigoed.

(10)  Noorwegen behoudt zich het recht voor om eindgebruikercriteria toe te passen: uitsluitend voor gazons.

(11)  Regeling invoerprijzen gehandhaafd.

(12)  Het tariefcontingent voor de invoer van 7 200 ton kaas in de Europese Unie is van toepassing op alle soorten kaas.

(13)  De contingentperiode van 16 juli tot en met 31 augustus is verlengd, en loopt nu van 16 juli tot en met 15 september.


VERORDENINGEN

9.12.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 327/39


VERORDENING (EU) Nr. 1276/2011 VAN DE COMMISSIE

van 8 december 2011

tot wijziging van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de behandeling om levensvatbare parasieten in visserijproducten voor menselijke consumptie te doden

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (1), en met name artikel 10, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 853/2004 stelt specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong voor exploitanten van levensmiddelenbedrijven vast. Zij bepaalt onder meer dat exploitanten van levensmiddelenbedrijven producten van dierlijke oorsprong alleen in de Europese Unie in de handel mogen brengen, indien ze uitsluitend bewerkt en gehanteerd zijn in inrichtingen die voldoen aan de toepasselijke voorschriften van bijlage III bij die verordening.

(2)

In bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, deel D, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 wordt bepaald dat exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten waarborgen dat bepaalde visserijproducten, waaronder producten die bestemd zijn om rauw of vrijwel rauw te worden verbruikt, een vriesbehandeling ondergaan om levensvatbare parasieten te doden die een gevaar voor de gezondheid van de consument kunnen opleveren.

(3)

In april 2010 heeft de Europese autoriteit voor voedselveiligheid een wetenschappelijk advies uitgebracht over de risicobeoordeling van parasieten in visserijproducten (2) („het advies van de EFSA”). Dat advies bevat informatie betreffende de gevallen waarin visserijproducten een gezondheidsrisico wat betreft de aanwezigheid van levensvatbare parasieten kunnen opleveren. Het advies van de EFSA onderzoekt ook de gevolgen van de diverse behandelingen om dergelijke parasieten in visserijproducten te doden.

(4)

Hoewel er in het advies van de EFSA op wordt gewezen dat bij alle in het wild gevangen zee- en zoetwatervis het gevaar bestaat dat deze levensvatbare parasieten bevatten die een risico voor de menselijke gezondheid met zich brengen indien deze producten rauw of vrijwel rauw worden gegeten, kan de bevoegde autoriteit, wanneer uit epidemiologische gegevens blijkt dat de visgronden geen gezondheidsrisico wat betreft de aanwezigheid van parasieten opleveren, nationale maatregelen vaststellen waarbij een afwijking wordt toegestaan van de vereiste vriesbehandeling van uit wilde vangst verkregen visserijproducten. De Commissie moet in kennis worden gesteld van deze nationale maatregelen.

(5)

Het advies van de EFSA concludeert dat wanneer Atlantische zalm wordt gekweekt in drijvende kooien of tanks op het land en gevoerd wordt met mengvoeders die naar alle waarschijnlijkheid geen levende parasieten bevatten, het risico van besmetting met Anisakidae-larven miniem is, tenzij er zich veranderingen in de kweekmethoden voordoen. Hoewel het advies concludeert dat er niet voldoende bewakingsgegevens beschikbaar zijn voor andere gekweekte vis, heeft de EFSA criteria vastgesteld om te bepalen wanneer visserijproducten geen gevaar voor de gezondheid opleveren wat de aanwezigheid van parasieten betreft.

(6)

Daarom kunnen andere gekweekte visserijproducten dan Atlantische zalm, indien dezelfde, op deze criteria gebaseerde kweekprocedures worden gevolgd, worden geacht een miniem risico op parasieten op te leveren die een gevaar voor de gezondheid van de consument kunnen inhouden. Daarom mogen dergelijke gekweekte visserijproducten ook worden vrijgesteld van de voorschriften inzake invriezen, zolang als het hoge niveau van gezondheidsbescherming wordt gewaarborgd.

(7)

Daarom moeten de voorschriften van bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, deel D, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 worden gewijzigd om recht te doen aan bepaalde aspecten van de nieuwe wetenschappelijke informatie in het advies van de EFSA en aan opgedane praktijkervaring.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 december 2011.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55.

(2)  EFSA Journal 2010; 8(4): 1543.


BIJLAGE

In bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 wordt deel D vervangen door:

„D.   VOORSCHRIFTEN MET BETREKKING TOT PARASIETEN

1.

Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die de volgende visserijproducten op basis van vinvis of koppotige weekdieren in de handel brengen:

a)

visserijproducten bestemd om rauw te worden verbruikt, of

b)

gemarineerde, gezouten en alle andere behandelde visserijproducten, indien de behandeling niet volstaat om de levensvatbare parasiet te doden,

moeten erop toezien dat het rauwe materiaal of het eindproduct een vriesbehandeling ondergaat om de levensvatbare parasieten te doden die een gevaar voor de gezondheid van de consument kunnen opleveren.

2.

Voor andere parasieten dan trematoden moet bij de vriesbehandeling de temperatuur in alle delen van het product worden verlaagd tot ten minste:

a)

– 20 °C gedurende ten minste 24 uur, of

b)

– 35 °C gedurende ten minste 15 uur.

3.

Exploitanten van levensmiddelenbedrijven hoeven de in punt 1 bedoelde vriesbehandeling niet uit te voeren voor visserijproducten:

a)

die voor verbruik een warmtebehandeling hebben ondergaan of bestemd zijn te ondergaan die de levensvatbare parasiet doodt. In het geval van andere parasieten dan trematoden wordt het product verwarmd tot een kerntemperatuur van 60 °C of meer gedurende ten minste één minuut;

b)

die lang genoeg als bevroren visserijproducten zijn bewaard om de levensvatbare parasieten te doden;

c)

afkomstig uit de wilde vangst, mits:

i)

er epidemiologische gegevens beschikbaar zijn waaruit blijkt dat de visgronden van oorsprong geen gevaar voor de gezondheid opleveren wat de aanwezigheid van parasieten betreft, en

ii)

de bevoegde autoriteit zulks toestaat;

d)

die afkomstig zijn uit de visteelt, gekweekt zijn uit embryo’s en die uitsluitend voeder hebben gekregen dat geen levensvatbare parasieten bevat die een gevaar voor de gezondheid opleveren, en indien aan een van de volgende vereisten wordt voldaan:

i)

ze zijn uitsluitend gekweekt in een omgeving die vrij is van levensvatbare parasieten, of

ii)

de exploitant van het levensmiddelenbedrijf controleert aan de hand van door de bevoegde autoriteit goedgekeurde procedures of de visserijproducten geen gevaar voor de gezondheid opleveren wat de aanwezigheid van levenvatbare parasieten betreft.

4.

a)

Behalve bij levering aan de eindverbruiker moeten de in punt 1 bedoelde visserijproducten, wanneer ze in de handel worden gebracht, vergezeld gaan van een door de exploitant van het levensmiddelenbedrijf die de vriesbehandeling heeft uitgevoerd, afgegeven document waarin het soort vriesbehandeling dat de producten hebben ondergaan is aangegeven.

b)

Alvorens de in de punt 3, onder c) en d), bedoelde visserijproducten in de handel te brengen die geen vriesbehandeling hebben ondergaan of die niet bestemd zijn om voor verbruik een behandeling te ondergaan die levensvatbare parasieten doodt die een gevaar voor de gezondheid opleveren, moet een exploitant van een levensmiddelenbedrijf erop toezien dat de visserijproducten afkomstig zijn van een visgrond of uit een viskwekerij die voldoet aan de in een of beide van die punten genoemde specifieke voorwaarden. Aan dit voorschrift kan worden voldaan door middel van informatie in het handelsdocument of door andere informatie die bij de visserijproducten wordt verstrekt.”.


9.12.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 327/42


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1277/2011 VAN DE COMMISSIE

van 8 december 2011

tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (1), en met name artikel 15, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie (2) worden voorschriften vastgesteld betreffende de meer uitgebreide officiële controles die op de punten van binnenkomst in de in de lijst van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 882/2004 opgenomen gebieden moeten worden uitgevoerd op de invoer van de in bijlage I bij die verordening vermelde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong („de lijst”).

(2)

Artikel 2 van Verordening (EG) nr. 669/2009 bepaalt dat de lijst regelmatig en ten minste op kwartaalbasis moet worden herzien, waarbij ten minste rekening wordt gehouden met de in dat artikel vermelde informatiebronnen.

(3)

De frequentie en de relevantie van via het systeem voor snelle waarschuwingen voor levensmiddelen en diervoeders (RASSF) gemelde incidenten met levensmiddelen, de bevindingen van de door het Voedsel- en Veterinair Bureau uitgevoerde inspectiebezoeken in derde landen, alsook de door de lidstaten overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EG) nr. 669/2009 bij de Commissie ingediende driemaandelijkse verslagen over zendingen van diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong tonen aan dat de lijst moet worden gewijzigd.

(4)

De lijst moet met name worden gewijzigd door de vermeldingen te schrappen voor goederen die — volgens die informatiebronnen — over het algemeen in toereikende mate aan de relevante veiligheidsvoorschriften van de EU-wetgeving voldoen en waarvoor meer uitgebreide officiële controles bijgevolg niet langer nodig zijn.

(5)

Bovendien moet de lijst worden gewijzigd door de frequentie van de officiële controles te verlagen voor goederen die — volgens die informatiebronnen — over het algemeen in toenemende mate aan de relevante veiligheidsvoorschriften van de EU-wetgeving voldoen en waarvoor het huidige aantal officiële controles bijgevolg niet langer nodig is.

(6)

De vermeldingen in de lijst voor bepaalde ingevoerde goederen uit Argentinië, de Dominicaanse Republiek, Egypte en India moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

Voor de duidelijkheid van de wetgeving van de Unie is het ook nodig dat in de lijst de vermeldingen voor de invoer van verse pepers uit Thailand en toevoegingsmiddelen voor diervoeders en voormengsels uit India nader worden gespecificeerd en dat de aard van de pepers uit de Dominicaanse Republiek, Egypte en Thailand wordt verduidelijkt.

(8)

De wijzigingen van de lijst waarbij verwijzingen naar goederen worden geschrapt en de frequentie van de controles wordt verlaagd, moeten zo snel mogelijk van toepassing worden, omdat de oorspronkelijke veiligheidsrisico’s niet langer bestaan. Die wijzigingen moeten bijgevolg van toepassing worden met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

(9)

Gezien het aantal wijzigingen dat in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 669/2009 moet worden aangebracht, is het raadzaam bijlage I te vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.

(10)

Verordening (EG) nr. 669/2009 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(11)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 669/2009 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing vanaf 1 januari 2012.

De wijzigingen van de volgende vermeldingen in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 669/2009 zijn echter van toepassing vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening:

a)

de schrapping van de volgende vermeldingen over:

i)

grondnoten, ongepeld of gepeld, pindakaas en grondnoten, op andere wijze bereid of verduurzaamd (levensmiddelen en diervoeders) uit Argentinië;

ii)

lauki (levensmiddelen) uit de Dominicaanse Republiek;

iii)

sperziebonen (levensmiddelen) uit Egypte;

b)

de verlaging van de frequentie van materiële en overeenstemmingscontroles voor gedroogde specerijen (levensmiddelen) uit India.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 december 2011.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1.

(2)  PB L 194 van 25.7.2009, blz. 11.


BIJLAGE

„BIJLAGE I

A)   Diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong die aan meer uitgebreide officiële controles op het aangewezen punt van binnenkomst worden onderworpen

Diervoeders en levensmiddelen

(beoogd gebruik)

GN-code (1)

Land van oorsprong

Gevaar

Frequentie van materiële en overeen-stemmings-controles

(%)

Hazelnoten

(in de dop of zonder dop)

0802 21 00; 0802 22 00

Azerbeidzjan (AZ)

Aflatoxinen

10

(Diervoeders en levensmiddelen)

Grondnoten in de dop

1202 41 00

Brazilië (BR)

Aflatoxinen

10

Grondnoten, gedopt

1202 42 00

Pindakaas

2008 11 10

Grondnoten, op andere wijze bereid of verduurzaamd

2008 11 91; 2008 11 96; 2008 11 98

(Diervoeders en levensmiddelen)

 

Gedroogde noedels

ex 1902

China (CN)

Aluminium

10

(Levensmiddelen)

Pomelo’s

ex 0805 40 00

China (CN)

Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (11)

20

(Levensmiddelen — vers)

Theebladeren (zwart en groen)

0902

China (CN)

Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (10)

10

(Levensmiddelen)

Kousenband

(Vigna unguiculata spp. sesquipedalis)

ex 0708 20 00; ex 0710 22 00

Dominicaanse Republiek (DO)

Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (3)

50

Bittermeloen

(Momordica charantia)

ex 0709 99 90; ex 0710 80 95

Pepers (zoete paprika’s en andere dan zoete paprika’s)

(Capsicum spp.)

0709 60 10; ex 0709 60 99; 0710 80 51; ex 0710 80 59

Aubergines

0709 30 00; ex 0710 80 95

(Levensmiddelen — verse, gekoelde of bevroren groenten)

 

Sinaasappelen (vers of gedroogd)

0805 10 20; 0805 10 80

Egypte (EG)

Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (7)

10

Perziken (exclusief nectarinen)

0809 30 90

Granaatappelen

ex 0810 90 75

Aardbeien

0810 10 00

(Levensmiddelen — verse vruchten en groenten)

 

Pepers (zoete paprika’s en andere dan zoete paprika’s) (Capsicum spp.)

0709 60 10; ex 0709 60 99; 0710 80 51; ex 0710 80 59

Egypte (EG)

Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (12)

10

(Levensmiddelen — vers, gekoeld of bevroren)

Grondnoten in de dop

1202 41 00

Ghana (GH)

Aflatoxinen

50

Grondnoten, gedopt

1202 42 00

Pindakaas

2008 11 10

(Diervoeders en levensmiddelen)

 

Kerrieblad (Bergera/Murraya koenigii)

ex 1211 90 85

India (IN)

Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden(5) (5)

10

(Levensmiddelen — verse kruiden)

Capsicum annuum, geheel

0904 21 10

India (IN)

Aflatoxinen

20

Capsicum annuum, fijngemaakt of gemalen

ex 0904 22 00

Kerrie (producten van Spaanse peper)

0910 91 05

Nootmuskaat

(Myristica fragrans)

0908 11 00, 0908 12 00

Foelie

(Myristica fragrans)

0908 21 00, 0908 22 00

Gember

(Zingiber officinale)

0910 11 00, 0910 12 00

Curcuma longa (kurkuma)

0910 30 00

(Levensmiddelen — gedroogde specerijen)  (13)

 

Grondnoten in de dop

1202 41 00

India (IN)

Aflatoxinen

20

Grondnoten, gedopt

1202 42 00

Pindakaas

2008 11 10

Grondnoten, op andere wijze bereid of verduurzaamd

2008 11 91; 2008 11 96; 2008 11 98

(Diervoeders en levensmiddelen)

 

Toevoegingsmiddelen voor diervoeders en voormengsels

ex 2309; 2917 19 90; ex 2817 00 00; ex 2820 90 10; ex 2820 90 90; ex 2821 10 00; ex 2825 50 00; ex 2833 21 00; ex 2833 25 00; ex 2833 29 20; ex 2833 29 80; ex 2835; ex 2836; ex 2839; 2936

India (IN)

Cadmium en lood

10

(Diervoeders)

Okra’s

ex 0709 99 90

India (IN)

Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (2)

10

(Levensmiddelen — vers)

Watermeloen (egusi, Citrullus lanatus) pitten en afgeleide producten

ex 1207 99 96; ex 1106 30 90; ex 2008 99 99

Nigeria (NG)

Aflatoxinen

50

(Levensmiddelen)

Capsicum annuum, geheel

0904 21 10

Peru (PE)

Aflatoxinen en ochratoxine A

10

Capsicum annuum, fijngemaakt of gemalen

ex 0904 22 00

(Levensmiddelen — gedroogde specerijen)

 

Pepers (andere dan zoete paprika’s) (Capsicum spp.)

ex 0709 60 99

Thailand (TH)

Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (9)

10

(Levensmiddelen — vers)

Korianderblad

ex 0709 99 90

Thailand (TH)

Salmonella (6)

10

Basilicum (heilig, zoet)

ex 1211 90 85

Munt

ex 1211 90 85

(Levensmiddelen — verse kruiden)

 

Korianderblad

ex 0709 99 90

Thailand (TH)

Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (4)

20

Basilicum (heilig, zoet)

ex 1211 90 85

(Levensmiddelen — verse kruiden)

 

Kousenband

(Vigna unguiculata spp. sesquipedalis)

ex 0708 20 00; ex 0710 22 00

Thailand (TH)

Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (4)

50

Aubergines

0709 30 00; ex 0710 80 95

Koolsoorten

0704; ex 0710 80 95

(Levensmiddelen — verse, gekoelde of bevroren groenten)

 

Zoete paprika’s (Capsicum annuum)

0709 60 10; 0710 80 51

Turkije (TR)

Residuen van bestrijdings-middelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidu-methoden op basis van GC-MS en LC-MS of met single-residu-methoden (8)

10

Tomaten

0702 00 00; 0710 80 70

(Levensmiddelen — verse, gekoelde of bevroren groenten)

 

Gedroogde druiven

0806 20

Oezbekistan (UZ)

Ochratoxine A

50

(Levensmiddelen)

Grondnoten in de dop

1202 41 00

Zuid-Afrika (ZA)

Aflatoxinen

10

Grondnoten, gedopt

1202 42 00

Pindakaas

2008 11 10

Grondnoten, op andere wijze bereid of verduurzaamd

2008 11 91; 2008 11 96; 2008 11 98

(Diervoeders en levensmiddelen)

 

Capsicum annuum, fijngemaakt of gemalen

ex 0904 22 00

Alle derde landen

Soedan-kleurstoffen

10

Kerrie (producten van Spaanse peper)

0910 91 05

Curcuma longa (kurkuma)

0910 30 00

(Levensmiddelen — gedroogde specerijen)

 

Rode palmolie

ex 1511 10 90

 

 

 

(Levensmiddelen)

B)   Definities

In deze bijlage worden onder „Soedan-kleurstoffen” de volgende chemische stoffen verstaan:

i)

Soedan I (CAS-nummer 842-07-9);

ii)

Soedan II (CAS-nummer 3118-97-6);

iii)

Soedan III (CAS-nummer 85-86-9);

iv)

Scarlet Red; of Soedan IV (CAS-nummer 85-83-6).”


(1)  Indien slechts bepaalde onder een GN-code vallende producten hoeven te worden onderzocht en in de goederennomenclatuur geen specifieke onderverdeling voor die code bestaat, is de GN-code aangegeven met „ex” (bijvoorbeeld ex 1006 30: alleen basmatirijst voor rechtstreekse menselijke consumptie).

(2)  Met name residuen van: acefaat, methamidofos, triazofos, endosulfan, monocrotofos.

(3)  Met name residuen van: amitraz, acefaat, aldicarb, benomyl, carbendazim, chloorfenapyr, chloorpyrifos, CS2 (dithiocarbamaten), diafenthiuron, diazinon, dichloorvos, dicofol, dimethoaat, endosulfan, fenamidone, imidacloprid, malathion, methamidofos, methiocarb, methomyl, monocrotofos, omethoaat, oxamyl, profenofos, propiconazool, thiabendazool, thiacloprid.

(4)  Met name residuen van: acefaat, carbaryl, carbendazin, carbofuran, chloorpyrifos, chloorpyrifos-methyl, dimethoaat, ethion, malathion, metalaxyl, methamidofos, methomyl, monocrotofos, omethoaat, profenofos, prothiofos, quinalfos, triadimefon, triazofos, dicrotofos, EPN, triforine.

(5)  Met name residuen van: triazofos, oxydemeton-methyl, chloorpyrifos, acetamiprid, thiamethoxam, clothianidin, methamidofos, acefaat, propargite, monocrotofos.

(6)  Referentiemethode EN/ISO 6579 of een ten opzichte van die methode gevalideerde gecertificeerde methode overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).

(7)  Met name residuen van: carbendazim, cyfluthrine, cyprodinil, diazinon, dimethoaat, ethion, fenitrothion, fenpropathrin, fludioxonil, hexaflumuron, lambda-cyhalothrin, methiocarb, methomyl, omethoaat, oxamyl, fenthoaat, thiofanaat-methyl.

(8)  Met name residuen van: methomyl, oxamyl, carbendazim, clofentezine, diafenthiuron, dimethoaat, formetanaat, malathion, procymidone, tetradifon, thiofanaat-methyl.

(9)  Met name residuen van: carbofuran, methomyl, omethoaat, dimethoaat, triazofos, malathion, profenofos, prothiofos, ethion, carbendazim, triforine, procymidon, formetanaat.

(10)  Met name residuen van: buprofezin; imidacloprid; fenvaleraat en esfenvaleraat (som van RS- en SR-isomeer); profenofos; trifluraline; triazofos; triadimefon en triadimenol (som van triadimefon en triadimenol), cypermethrin (cypermethrin inclusief andere mengsels van de samenstellende isomeren (som van de isomeren)).

(11)  Met name residuen van: triazofos, triadimefon en triadimenol (som van triadimefon en triadimenol), parathion-methyl, fenthoaat.

(12)  Met name residuen van: carbofuran (som), chloorpyrifos, cypermethrin (som), cyproconazool, dicofol (som), difenoconazool, dinotefuran, ethion, flusilazool, folpet, prochloraz, profenofos, propiconazool, thiofanaat-methyl en triforine.

(13)  De volgende GN-codes moeten worden gebruikt tussen de datum waarop deze wetgeving in werking treedt en de datum waarop zij van toepassing wordt (1 januari 2012):

Capsicum annuum, geheel: 0904 20 10

Capsicum annuum, fijngemaakt of gemalen: ex 0904 20 90

Nootmuskaat (Myristica fragrans): 0908 10 00

Foelie (Myristica fragrans): 0908 20 00

Gember (Zingiber officinale): 0910 10 00


9.12.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 327/49


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1278/2011 VAN DE COMMISSIE

van 8 december 2011

tot goedkeuring van de werkzame stof bitertanol overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie en de bijlage bij Beschikking 2008/934/EG van de Commissie

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 13, lid 2, en artikel 78, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 80, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 1107/2009 is Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (2) van toepassing op werkzame stoffen waarvan de volledigheid is vastgesteld overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG) nr. 33/2008 van de Commissie van 17 januari 2008 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de uitvoering van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad met betrekking tot een normale en een versnelde procedure voor de beoordeling van werkzame stoffen die deel uitmaakten van het in artikel 8, lid 2, van die richtlijn bedoelde werkprogramma, maar niet in bijlage I ervan (3) zijn opgenomen, wat de procedure en de goedkeuringsvoorwaarden betreft. Bitertanol is een werkzame stof waarvoor de volledigheid is vastgesteld overeenkomstig die verordening.

(2)

Bij Verordening (EG) nr. 451/2000 (4) en Verordening (EG) nr. 1490/2002 (5) van de Commissie zijn de bepalingen voor de uitvoering van de tweede en de derde fase van het in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG vermelde werkprogramma vastgesteld, evenals een lijst van werkzame stoffen die beoordeeld moeten worden met het oog op hun eventuele opname in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bitertanol is in die lijst opgenomen.

(3)

Overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1095/2007 van de Commissie van 20 september 2007 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1490/2002 houdende bepalingen voor de uitvoering van de derde fase van het werkprogramma zoals bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en Verordening (EG) nr. 2229/2004 houdende nadere bepalingen voor de uitvoering van de vierde fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (6) heeft de kennisgever zijn steun voor de opneming van die werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG binnen twee maanden na inwerkingtreding van die verordening ingetrokken. Bijgevolg werd Beschikking 2008/934/EG van de Commissie van 5 december 2008 betreffende de niet-opneming van bepaalde werkzame stoffen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en de intrekking van de toelating voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stoffen bevatten (7), goedgekeurd met betrekking tot de niet-opneming van bitertanol.

(4)

Krachtens artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft de oorspronkelijke kennisgever („de aanvrager”) een nieuwe aanvraag ingediend met het verzoek de versnelde procedure toe te passen overeenkomstig de artikelen 14 tot en met 19 van Verordening (EG) nr. 33/2008.

(5)

De aanvraag is ingediend bij het Verenigd Koninkrijk, dat bij Verordening (EG) nr. 1490/2002 als rapporteur-lidstaat was aangewezen. De termijn voor de versnelde procedure is nageleefd. De specificatie van de werkzame stof en de ondersteunde toepassingen zijn dezelfde als voor Beschikking 2008/934/EG. Die aanvraag voldoet ook aan de overige materiële en procedurele voorschriften van artikel 15 van Verordening (EG) nr. 33/2008.

(6)

Het Verenigd Koninkrijk heeft de door de aanvrager verstrekte aanvullende gegevens onderzocht en een aanvullend verslag opgesteld. Op 29 november 2009 heeft het dat verslag ingediend bij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) en bij de Commissie. De EFSA heeft het aanvullende verslag aan de andere lidstaten en de aanvrager toegezonden en de naar aanleiding daarvan ontvangen opmerkingen naar de Commissie doorgestuurd. Overeenkomstig artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 33/2008 en op verzoek van de Commissie heeft de EFSA op 6 oktober 2010 haar conclusie over bitertanol aan de Commissie doen toekomen (8). Het ontwerpbeoordelingsverslag, het aanvullende verslag en de conclusie van de EFSA zijn door de lidstaten en de Commissie in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid onderzocht en op 11 oktober 2011 afgerond in de vorm van het evaluatieverslag van de Commissie voor bitertanol.

(7)

Uit de verschillende onderzoeken is gebleken dat mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die bitertanol bevatten, in het algemeen voldoen aan de in artikel 5, lid 1, onder a) en b), van Richtlijn 91/414/EEG gestelde eisen, met name voor de toepassingen waarvoor zij zijn onderzocht en die zijn opgenomen in het evaluatieverslag van de Commissie. Daarom moet bitertanol overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 worden goedgekeurd.

(8)

Overeenkomstig artikel 13, lid 2, juncto artikel 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009, en in het licht van de stand van de wetenschappelijke en technische kennis, is het echter noodzakelijk bepaalde voorwaarden en beperkingen op te nemen.

(9)

Onverminderd de conclusie dat bitertanol moet worden goedgekeurd, is het met name nodig dat verdere bevestigende informatie wordt verlangd.

(10)

Er is bezorgdheid geuit betreffende het risicoprofiel van de werkzame stof, gezien de voorgestelde indeling daarvan als „voor de voortplanting toxische stof van categorie 1B” overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad (9). De gegevens en informatie betreffende het risicoprofiel van de werkzame stof zullen opnieuw beoordeeld moeten worden. Voorts dient rekening te worden gehouden met het voortschrijdende inzicht dat een hoge mate van de bescherming van de gezondheid van mens en dier en van een duurzaam milieu moeten worden gewaarborgd. Daarom wordt het zinvol geacht de goedkeuring te beperken tot een periode van drie en een half jaar. Deze periode wordt beschouwd als de kortst mogelijke periode waarbinnen de aanvrager een aanvraag om verlenging volgens de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1107/2009 kan indienen.

(11)

Er moet een redelijke termijn worden vastgesteld voordat goedkeuring wordt verleend, zodat de lidstaten en de belanghebbende partijen zich kunnen voorbereiden op de nieuwe eisen die uit de goedkeuring voortvloeien.

(12)

Onverminderd de verplichtingen uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1107/2009 ten gevolge van de goedkeuring en rekening houdend met de specifieke situatie die is ontstaan door de overgang van Richtlijn 91/414/EEG naar Verordening (EG) nr. 1107/2009, moet echter aan het volgende worden voldaan. De lidstaten moet een periode van zes maanden na de goedkeuring worden toegestaan om de toelatingen van gewasbeschermingsmiddelen die bitertanol bevatten, opnieuw te onderzoeken. De lidstaten moeten de bestaande toelatingen al naar het geval wijzigen, vervangen of intrekken. In afwijking van die termijn moet een langere termijn worden vastgesteld voor de indiening en beoordeling van de bijwerking van het volledige dossier conform bijlage III, zoals bepaald in Richtlijn 91/414/EEG, voor elk gewasbeschermingsmiddel en elke beoogde toepassing overeenkomstig de uniforme beginselen. Gezien de gevaarlijke eigenschappen van bitertanol mag de periode die de lidstaten krijgen om na te gaan of de gewasbeschermingsproducten die bitertanol als enige werkzame stof dan wel in combinatie met andere goedgekeurde werkzame stoffen bevatten aan de bepalingen van artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 voldoen, niet langer duren dan twee en een half jaar.

(13)

Uit de ervaring die is opgedaan met opnemingen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van werkzame stoffen die in het kader van Verordening (EEG) nr. 3600/92 van de Commissie van 11 december 1992 houdende bepalingen voor de uitvoering van de eerste fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (10) zijn onderzocht, is gebleken dat de uitlegging van de verplichtingen van houders van bestaande toelatingen wat de toegang tot gegevens betreft, tot problemen kan leiden. Om nog meer problemen te voorkomen, moeten de verplichtingen van de lidstaten worden verduidelijkt, en met name de plicht om te verifiëren of de houder van een toelating toegang verschaft tot een dossier dat voldoet aan de voorschriften van bijlage II bij die richtlijn. Deze verduidelijking legt de lidstaten of de houders van toelatingen echter ten opzichte van de tot nu toe goedgekeurde richtlijnen tot wijziging van bijlage I bij die richtlijn of de verordeningen tot goedkeuring van werkzame stoffen geen nieuwe verplichtingen op.

(14)

Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 moet de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (11) dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(15)

Beschikking 2008/934/EG voorziet in de niet-opneming van bitertanol en de intrekking van de toelating voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stof bevatten, uiterlijk op 31 december 2011. De regel betreffende bitertanol in de bijlage bij die beschikking moet worden geschrapt. Beschikking 2008/934/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(16)

Het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid heeft geen advies uitgebracht. Een uitvoeringshandeling is nodig geacht en de voorzitter heeft de ontwerpuitvoeringshandeling voor verder beraad aan het comité van beroep voorgelegd. Het comité van beroep heeft geen advies uitgebracht,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Goedkeuring van de werkzame stof

De werkzame stof bitertanol, als gespecificeerd in bijlage I, wordt goedgekeurd onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden.

Artikel 2

Herbeoordeling van gewasbeschermingsmiddelen

1.   Indien nodig moeten de lidstaten de bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die bitertanol als werkzame stof bevatten, uiterlijk op 30 juni 2012 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 wijzigen of intrekken.

Uiterlijk op die datum verifiëren zij met name of aan de voorwaarden van bijlage I bij deze verordening is voldaan, met uitzondering van de voorwaarden in deel B van de kolom betreffende de specifieke bepalingen van die bijlage, en of de houder van de toelating in het bezit is van of toegang heeft tot een dossier dat overeenkomstig de voorwaarden van artikel 13, leden 1 tot en met 4, van Richtlijn 91/414/EEG en artikel 62 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 aan de eisen van bijlage II bij voornoemde richtlijn voldoet.

2.   In afwijking van lid 1 voeren de lidstaten op basis van een dossier conform bijlage III bij Richtlijn 91/414/EEG en rekening houdend met deel B van de kolom betreffende de specifieke bepalingen van bijlage I bij deze verordening, overeenkomstig de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen, een nieuwe beoordeling uit voor elk toegelaten gewasbeschermingsmiddel dat bitertanol bevat als enige werkzame stof of als een van een aantal werkzame stoffen. Aan de hand van die beoordeling bepalen zij of het gewasbeschermingsmiddel voldoet aan de voorwaarden van artikel 29, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1107/2009.

Vervolgens zorgen de lidstaten ervoor dat de toelating zo nodig uiterlijk op 30 juni 2014 wordt gewijzigd of ingetrokken.

Artikel 3

Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

Artikel 4

Wijziging van Beschikking 2008/934/EG

In de bijlage bij Beschikking 2008/934/EG wordt de regel betreffende bitertanol geschrapt.

Artikel 5

Inwerkingtreding en toepassingsdatum

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2012.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 december 2011.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

(2)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

(3)  PB L 15 van 18.1.2008, blz. 5.

(4)  PB L 55 van 29.2.2000, blz. 25.

(5)  PB L 224 van 21.8.2002, blz. 23.

(6)  PB L 246 van 21.9.2007, blz. 19.

(7)  PB L 333 van 11.12.2008, blz. 11.

(8)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid: Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance bitertanol. EFSA Journal 2010; 8(10):1850. (63 blz.). doi:10.2903/j.efsa.2010.1850. Online te vinden op: www.efsa.europa.eu

(9)  PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1.

(10)  PB L 366 van 15.12.1992, blz. 10.

(11)  PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE I

Benaming, identificatienummers

IUPAC-benaming

Zuiverheid (1)

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

Bitertanol

CAS-nr.: 55179-31-2

CIPAC-nr.: 386

(1RS,2RS;1RS,2SR)-1-(biphenyl-4-yloxy)-3,3-dimethyl-1-(1H-1,2,4-triazool-1-yl)butaan-2-ol (20:80 verhouding van (1RS,2RS)- en (1RS,2SR)-isomeren)

≥ 970 g/kg (A ≥ 80, B ≤ 20)

RS + SR 80 – 90 %

RR + SS 10 – 20 %

1 januari 2012

30 juni 2015

DEEL A

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide voor zaadbehandeling.

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat in de toelatingen wordt bepaald dat zaadcoating alleen in professionele zaadverwerkingsinstallaties mag plaatsvinden en dat deze installaties de beste beschikbare technieken moeten toepassen zodat kan worden uitgesloten dat er tijdens opslag, vervoer en toepassing stofwolken vrijkomen.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over bitertanol (met name de aanhangsels I en II) dat op 11 oktober 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is afgerond.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

a)

bijzondere aandacht besteden aan het risico voor toedieners en werknemers en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden, indien nodig, het gebruik van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

b)

bijzondere aandacht besteden aan de blootstelling van de consument via de voeding aan de residuen van metabolieten van triazoolderivaten (TDM’s);

c)

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van vogels en zoogdieren.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De aanvrager moet bevestigende informatie indienen wat betreft:

1.

de toxicologische relevantie van de onzuiverheden BUE 1662, aldus aangeduid om redenen van vertrouwelijkheid, en 3-chloorfenoxyverbinding;

2.

het acute en kortetermijnrisico voor zaadetende vogels;

3.

het langetermijnrisico voor zaadetende zoogdieren;

4.

residuen van triazoolmetabolietderivaten in primaire gewassen, wisselgewassen en producten van dierlijke oorsprong;

5.

het mogelijke effect van de variabele isomeerverhouding in het technische materiaal en van de preferentiële afbraak en/of omzetting van het mengsel van isomeren op de beoordeling van de risico’s voor de werknemers, de beoordeling van de risico’s voor de consumenten en de beoordeling van de risico’s voor het milieu.

De aanvrager moet bij de Commissie, de lidstaten en de EFSA uiterlijk 30 juni 2012 de in punt 1 vermelde informatie, uiterlijk 31 december 2013 de in punt 2, 3 en 4 vermelde informatie en twee jaar na de goedkeuring van een specifieke handleiding de in punt 5 vermelde informatie indienen.


(1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.


BIJLAGE II

In deel B van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EG) nr. 540/2011 wordt de volgende vermelding toegevoegd:

Aantal

Benaming, identificatienummers

IUPAC-benaming

Zuiverheid (1)

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

„21

Bitertanol

CAS-nr.: 55179-31-2

CIPAC-nr.: 386

(1RS,2RS;1RS,2SR)-1-(biphenyl-4-yloxy)-3,3-dimethyl-1-(1H-1,2,4-triazool-1-yl)butaan-2-ol (20:80 verhouding van (1RS,2RS)- en (1RS,2SR)-isomeren)

≥ 970 g/kg (A ≥ 80, B ≤ 20)

RS + SR 80 – 90 %

RR + SS 10 – 20 %

1 januari 2012

30 juni 2015

DEEL A

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide voor zaadbehandeling.

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat in de toelatingen wordt bepaald dat zaadcoating alleen in professionele zaadverwerkingsinstallaties mag plaatsvinden en dat deze installaties de beste beschikbare technieken moeten toepassen zodat kan worden uitgesloten dat er tijdens opslag, vervoer en toepassing stofwolken vrijkomen.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over bitertanol (met name de aanhangsels I en II) dat op 11 oktober 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is afgerond.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

a)

bijzondere aandacht besteden aan het risico voor toedieners en werknemers en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden, indien nodig, het gebruik van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

b)

bijzondere aandacht besteden aan de blootstelling van de consument via de voeding aan de residuen van metabolieten van triazoolderivaten (TDM’s);

c)

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van vogels en zoogdieren.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De aanvrager moet bevestigende informatie indienen wat betreft:

1.

de toxicologische relevantie van de onzuiverheden BUE 1662, aldus aangeduid om redenen van vertrouwelijkheid, en 3-chloorfenoxyverbinding;

2.

het acute en kortetermijnrisico voor zaadetende vogels;

3.

het langetermijnrisico voor zaadetende zoogdieren;

4.

residuen van triazoolmetabolietderivaten in primaire gewassen, wisselgewassen en producten van dierlijke oorsprong;

5.

het mogelijke effect van de variabele isomeerverhouding in het technische materiaal en van de preferentiële afbraak en/of omzetting van het mengsel van isomeren op de beoordeling van de risico’s voor de werknemers, de beoordeling van de risico’s voor de consumenten en de beoordeling van de risico’s voor het milieu.

De aanvrager moet bij de Commissie, de lidstaten en de EFSA uiterlijk 30 juni 2012 de in punt 1 vermelde informatie, uiterlijk 31 december 2013 de in punt 2, 3 en 4 vermelde informatie en twee jaar na de goedkeuring van een specifieke handleiding de in punt 5 vermelde informatie indienen.”


(1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.


9.12.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 327/56


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1279/2011 VAN DE COMMISSIE

van 8 december 2011

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 9 december 2011.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 december 2011.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

AL

64,0

MA

59,8

TN

95,6

TR

87,5

ZZ

76,7

0707 00 05

EG

170,1

TR

114,5

ZZ

142,3

0709 90 70

MA

40,2

TR

133,7

ZZ

87,0

0805 10 20

AR

37,1

BR

41,5

MA

56,6

TR

48,7

UY

42,5

ZA

53,4

ZZ

46,6

0805 20 10

MA

69,5

ZZ

69,5

0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90

HR

32,0

IL

76,9

JM

129,1

TR

75,2

ZZ

78,3

0805 50 10

TR

57,8

ZZ

57,8

0808 10 80

CA

125,8

CL

90,0

CN

71,1

US

127,0

ZA

180,1

ZZ

118,8

0808 20 50

CN

48,8

TR

133,1

ZZ

91,0


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


9.12.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 327/58


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1280/2011 VAN DE COMMISSIE

van 8 december 2011

tot wijziging van de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 971/2011 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten uit de sector suiker voor het verkoopseizoen 2011/12

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad wat betreft de handel met derde landen in de sector suiker (2), en met name artikel 36, lid 2, tweede alinea, tweede zin,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2011/12 zijn vastgesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 971/2011 van de Commissie (3). Deze prijzen en rechten zijn laatstelijk gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1269/2011 van de Commissie (4).

(2)

Naar aanleiding van de gegevens waarover de Commissie momenteel beschikt, dienen deze bedragen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 951/2006 te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bij Verordening (EG) nr. 951/2006 voor het verkoopseizoen 2011/12 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 36 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 971/2011 bedoelde producten worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 9 december 2011.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 december 2011.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24.

(3)  PB L 254 van 30.9.2011, blz. 12.

(4)  PB L 324 van 7.12.2011, blz. 25.


BIJLAGE

Gewijzigde bedragen van de representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en producten van GN-code 1702 90 95 die gelden met ingang van 9 december 2011

(EUR)

GN-code

Representatieve prijs per 100 kg netto van het betrokken product

Aanvullend recht per 100 kg netto van het betrokken product

1701 11 10 (1)

39,86

0,00

1701 11 90 (1)

39,86

2,95

1701 12 10 (1)

39,86

0,00

1701 12 90 (1)

39,86

2,65

1701 91 00 (2)

45,89

3,70

1701 99 10 (2)

45,89

0,57

1701 99 90 (2)

45,89

0,57

1702 90 95 (3)

0,46

0,24


(1)  Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage IV, punt III, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

(2)  Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage IV, punt II, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

(3)  Vaststelling per procent sacharose.


9.12.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 327/60


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1281/2011 VAN DE COMMISSIE

van 8 december 2011

inzake het minimumdouanerecht dat moet worden vastgesteld naar aanleiding van de eerste deelinschrijvingen in het kader van de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1239/2011 geopende openbare inschrijving

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name artikel 187, juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1239/2011 van de Commissie (2) is een permanente openbare inschrijving geopend voor het verkoopseizoen 2011/2012 voor de invoer van suiker van GN-code 1701 tegen een verlaagd douanerecht.

(2)

Overeenkomstig artikel 6 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1239/2011 moet de Commissie, in het licht van de naar aanleiding van een deelinschrijving ontvangen offertes, besluiten al dan niet een minimumdouanerecht per achtcijferige GN-code vast te stellen.

(3)

Op basis van de voor de eerste deelinschrijving ontvangen offertes moet voor bepaalde onder GN-code 1701 vallende achtcijferige codes voor suiker een minimumdouanerecht worden vastgesteld en moet voor de overige onder die GN-code vallende achtcijferige codes voor suiker geen minimumdouanerecht worden vastgesteld.

(4)

Om de markt snel een signaal te geven en met het oog op een efficiënt beheer van de maatregel, moet de onderhavige verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(5)

Het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de eerste deelinschrijving in het kader van de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1239/2011 geopende openbare inschrijving, waarvan de termijn voor de indiening van offertes is verstreken op 7 december 2011, wordt voor de onder GN-code 1701 vallende achtcijferige codes voor suiker al dan niet een minimumdouanerecht vastgesteld, zoals is aangegeven in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 december 2011.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 318 van 1.12.2011, blz. 4.


BIJLAGE

Minimumdouanerechten

(EUR/t)

Achtcijferige GN-code

Minimumdouanerecht

1

2

1701 11 10

252,50

1701 11 90

1701 12 10

X

1701 12 90

X

1701 91 00

X

1701 99 10

1701 99 90

X

(—)

Geen vaststelling van een minimumdouanerecht (alle biedingen afgewezen).

(X)

Geen biedingen.


BESLUITEN

9.12.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 327/62


BESLUIT 2011/819/GBVB VAN DE RAAD

van 8 december 2011

tot benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de Hoorn van Afrika

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 28, artikel 31, lid 2, en artikel 33,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het is noodzakelijk dat de Unie een regionaal antwoord biedt op de complexe en met elkaar verband houdende uitdagingen in de Hoorn van Afrika.

(2)

De heer Alexander RONDOS moet worden benoemd tot speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) voor de Hoorn van Afrika voor de periode van 1 januari 2012 tot en met 30 juni 2012.

(3)

De SVEU zal zijn mandaat uitvoeren in een mogelijk verslechterende situatie die de verwezenlijking van de doelstellingen van het externe optreden van de Unie, als geformuleerd in artikel 21 van het Verdrag, kan hinderen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie

De heer Alexander RONDOS wordt benoemd tot speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) voor de Hoorn van Afrika voor de periode van 1 januari 2012 tot en met 30 juni 2012. Het mandaat van de SVEU kan eerder worden verlengd of beëindigd, indien de Raad daartoe besluit op voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV).

Voor de toepassing van het mandaat van de SVEU omvat de Hoorn van Afrika de Republiek Djibouti, de staat Eritrea, de Federale Democratische Republiek Ethiopië, de Republiek Kenia, Somalië, de Republiek Sudan, de Republiek Zuid-Sudan en de Republiek Uganda. Voor aangelegenheden met ruimere regionale implicaties, waaronder piraterij, zal de SVEU in voorkomend geval overleg plegen met landen en regionale entiteiten buiten de Hoorn van Afrika.

Vanwege de noodzaak van een regionale aanpak van de met elkaar verband houdende uitdagingen waarmee de regio te kampen heeft, zal de SVEU voor de Hoorn van Afrika nauw overleg moeten voeren met de SVEU voor Sudan en Zuid-Sudan, die deze twee landen zal blijven aansturen.

Artikel 2

Beleidsdoelstellingen

1.   Het mandaat van de SVEU berust op de beleidsdoelstellingen van de Europese Unie („de EU” of „de Unie”) met betrekking tot de Hoorn van Afrika, namelijk actief bijdragen tot de regionale en internationale inspanningen voor een duurzame vrede, veiligheid en ontwikkeling in de regio. Voorts zal de SVEU ernaar streven de kwaliteit, de intensiteit en het effect van het meervoudige engagement van de EU in de Hoorn van Afrika te vergroten.

2.   Aanvankelijk zal er voorrang worden gegeven aan Somalië, en aan de regionale dimensies van het conflict alsmede aan de piraterij, die diep geworteld is in de instabiliteit van Somalië.

3.   Wat Somalië betreft, beoogt het beleid van de EU via een gecoördineerd en doeltreffend gebruik van al haar instrumenten om Somalië en zijn bevolking terug op de weg naar vrede en welvaart te brengen. Daartoe zal de EU de rol van de Verenigde Naties (VN) bij het faciliteren van een geloofwaardig en inclusief, door Somalië geleid politiek proces ondersteunen, en zal zij, in samenwerking met regionale en internationale partners, actief blijven bijdragen tot de uitvoering van het vredesakkoord van Djibouti en de bijbehorende regeling voor de post-overgangsfase.

4.   Wat betreft piraterij die ontstaan is in Somalië, bestaat de rol van de SVEU in het leveren van een bijdrage tot het ontwikkelen en uitvoeren van een samenhangende, doeltreffende en evenwichtige EU-aanpak van piraterij, die alle aspecten van het EU-optreden omvat, met name op politiek, veiligheids- en ontwikkelingsgebied, en moet de SVEU de belangrijkste EU-gesprekspartner voor piraterij zijn. voor de internationale gemeenschap, met inbegrip van de regio Oost- en Zuidelijk Afrika en het Brits Indische Oceaanterritorium (ESA/IO-regio).

Artikel 3

Mandaat

1.   Ter verwezenlijking van de doelstellingen van het EU-beleid met betrekking tot de Hoorn van Afrika krijgt de SVEU het mandaat om:

a)

overleg te plegen met alle relevante belanghebbenden van de regio, regeringen, bestaande regionale autoriteiten, internationale en regionale organisaties, het middenveld en de diaspora, om de EU-doelstellingen vooruit te helpen en bij te dragen tot een beter begrip van de rol van de Unie in de regio;

b)

de Unie in de bevoegde internationale fora te vertegenwoordigen, en zorg te dragen voor de zichtbaarheid van de EU-steun voor crisisbeheersing en -preventie;

c)

doeltreffende politieke samenwerking en economische integratie in de regio aan te moedigen en te ondersteunen via het partnerschap van de EU met de Afrikaanse Unie (AU) en subregionale organisaties;

d)

bij te dragen tot de uitvoering van EU-beleid voor de Hoorn van Afrika, in nauwe samenwerking met de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) en de EU-delegaties in de regio, en met de Commissie;

e)

met betrekking tot Somalië, in nauw overleg met bevoegde regionale en internationale partners, actief bij te dragen tot acties en initiatieven die leiden tot de uitvoering van het vredesakkoord van Djibouti en de bijbehorende regeling voor de post-overgangsfase, en daarbij de institutionele opbouw, de rechtsstaat, en de totstandbrenging van bekwame bestuursstructuren op alle niveaus te ondersteunen; de veiligheidssituatie te verbeteren; zich in te zetten voor rechtsbedeling, nationale verzoening en eerbiediging van de mensenrechten; en de humanitaire toegang, met name in het centrum en het zuiden van Somalië, te verbeteren door het belang te bepleiten van eerbiediging van het internationaal humanitair recht en naleving van de humanitaire beginselen, te weten menselijkheid, neutraliteit, onpartijdigheid en onafhankelijkheid;

f)

nauw en actief te blijven samenwerken met de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN voor Somalië, deel te nemen aan de werkzaamheden van de internationale contactgroep voor Somalië en andere bevoegde fora, en werk te maken van een gecoördineerde en samenhangende, internationale aanpak voor Somalië, ook via de militaire missie van de Europese Unie die bijdraagt aan de opleiding van Somalische veiligheidstroepen (EUTM Somalië), EU NAVFOR Somalia (Atalanta), en de niet- aflatende steun van de EU voor de missie van de Afrikaanse Unie in Somalië (Amisom), en daarbij nauw met de lidstaten samen te werken;

g)

de regionale dimensie van de Somalische crisis, met inbegrip van terrorisme, wapensmokkel, vluchtelingen- en migratiestromen, maritieme veiligheid, piraterij en de desbetreffende financiële stromen, op de voet te volgen;

h)

met betrekking tot piraterij, zich te houden op alle EU-acties in het kader van de EDEO, de Commissie en de lidstaten, en regelmatig politieke contacten op hoog niveau te onderhouden met de landen in de regio die geconfronteerd worden met piraterij vanuit Somalië, de regionale organisaties, de VN-Contactgroep piraterij voor de kust van Somalië, de VN en andere belangrijke spelers, om een samenhangende en alomvattende aanpak van piraterij te garanderen en de belangrijke rol van de EU bij de internationale inspanningen ter bestrijding van piraterij te verzekeren. Dat betekent onder meer actieve ondersteuning door de EU van de regionale maritieme capaciteitsopbouw en van de berechting van piraten, en ervoor zorgen dat de dieperliggende oorzaken van piraterij in Somalië naar behoren worden aangepakt. Tevens behelst dit het onverminderd actief ondersteunen van de ESA/IO-regio bij de uitvoering van haar strategie en actieplan ter bestrijding van piraterij en de gedragscode van Djibouti;

i)

de politieke ontwikkelingen in de regio te volgen en bij te dragen tot de ontwikkeling van EU-beleid voor de regio, ook wat betreft het Ethiopisch-Eritrese grensconflict en de uitvoering van het akkoord van Algiers, het initiatief voor het Nijlbekken, en andere problemen in de regio die gevolgen hebben voor de veiligheid, de stabiliteit en de welvaart, waarbij er tevens voor moet worden gezorgd dat regeringen bij een uitbarsting van geweld of bij een politieke crisis ter verantwoording kunnen worden geroepen;

j)

grensoverschrijdende uitdagingen voor de Hoorn van Afrika, met inbegrip van de gevolgen van humanitaire crises op politiek en veiligheidgebied, op de voet te volgen;

k)

bij te dragen tot de uitvoering van het mensenrechtenbeleid van de EU in de Hoorn van Afrika, met inbegrip van de richtsnoeren van de EU inzake mensenrechten, met name de EU-richtsnoeren over kinderen en gewapende conflicten, alsook inzake geweld en uitbanning van discriminatie jegens vrouwen en meisjes, en het beleid van de EU betreffende vrouwen, vrede en veiligheid, onder meer door de ontwikkelingen te volgen, er verslag over uit te brengen en aanbevelingen ter zake te formuleren.

2.   Ter vervulling van zijn mandaat zal de SVEU onder meer:

a)

advies en verslag uitbrengen over de vaststelling van EU-standpunten in internationale fora met het oog op het proactief promoten van de alomvattende EU-beleidsaanpak voor de Hoorn van Afrika;

b)

zicht houden op alle activiteiten van de Unie en nauw samenwerken met alle betrokken EU-delegaties.

Artikel 4

Uitvoering van het mandaat

1.   De SVEU is onder het gezag van de HV belast met de uitvoering van het mandaat.

2.   Het Politiek en Veiligheidscomité („PVC”) onderhoudt een bevoorrechte relatie met de SVEU en vormt het eerste contactpunt van de SVEU met de Raad. Onverminderd de bevoegdheden van de HV zorgt het PVC binnen het kader van het mandaat voor strategische aansturing en politieke leiding ten behoeve van de SVEU.

3.   De SVEU werkt nauw samen met de EDEO.

Artikel 5

Financiering

1.   Het financieel referentiebedrag ter dekking van de kosten in verband met het mandaat van de SVEU voor de periode van1 januari 2012 tot en met 30 juni 2012 beloopt 670 000 EUR.

2.   De uitgaven worden beheerd volgens de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Unie.

3.   Voor het uitgavenbeheer wordt een overeenkomst gesloten tussen de SVEU en de Commissie. De SVEU legt van alle uitgaven verantwoording af aan de Commissie.

Artikel 6

Samenstelling van het team

1.   Binnen de grenzen van het mandaat van de SVEU en de daartoe vrijgemaakte financiële middelen is de SVEU verantwoordelijk voor het samenstellen van zijn team. In het team dient de door het mandaat vereiste deskundigheid inzake specifieke beleids- en veiligheidsvraagstukken aanwezig te zijn. De SVEU houdt de Raad en de Commissie voortdurend op de hoogte van de samenstelling van zijn team.

2.   De lidstaten, de instellingen van de Unie en de EDEO kunnen voorstellen personeel te detacheren bij de SVEU. De bezoldiging van het personeel dat door een lidstaat of een instelling van de Unie of de EDEO bij de SVEU wordt gedetacheerd, komt ten laste van respectievelijk de betrokken lidstaat, de betrokken instelling van de Unie of de EDEO. Deskundigen die door de lidstaten bij de instellingen van de Unie of de EDEO zijn gedetacheerd, kunnen eveneens aan de SVEU worden toegewezen. Internationaal aangeworven personeel moet de nationaliteit van een lidstaat hebben.

3.   Al het gedetacheerde personeel blijft onder het administratieve gezag van de detacherende lidstaat, van de instelling van de Unie of van de EDEO, en voert zijn taken uit en handelt in het belang van het mandaat van de SVEU.

Artikel 7

Voorrechten en immuniteiten van de SVEU en zijn personeel

De voorrechten, immuniteiten en andere garanties die noodzakelijk zijn voor de uitvoering en het goede verloop van de missie van de SVEU en van zijn personeelsleden, worden naargelang het geval met het ontvangende land of de ontvangende landen overeengekomen. De lidstaten en de Commissie verlenen daartoe alle nodige steun.

Artikel 8

Beveiliging van gerubriceerde EU-gegevens

De SVEU en de leden van zijn team leven de beginselen en minimumnormen inzake beveiliging na die zijn vastgelegd in Besluit 2011/292/EU van de Raad van 31 maart 2011 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (1).

Artikel 9

Toegang tot informatie en logistieke steun

1.   De lidstaten, de Commissie, de EDEO en het secretariaat-generaal van de Raad zorgen ervoor dat de SVEU toegang krijgt tot alle relevante informatie.

2.   De delegaties van de Unie en/of de lidstaten, naargelang van het geval, verlenen logistieke steun in de regio.

Artikel 10

Veiligheid

Overeenkomstig het EU-beleid inzake de veiligheid van personeel dat op grond van titel V van het Verdrag wordt ingezet in operaties buiten de Unie, neemt de SVEU alle redelijkerwijs haalbare maatregelen voor de beveiliging van het personeel dat rechtstreeks onder zijn gezag staat, in overeenstemming met zijn mandaat en de veiligheidssituatie in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is; met name:

a)

stelt hij een missiespecifiek veiligheidsplan op, dat onder meer missiespecifieke fysieke, organisatorische en procedurele beveiligingsmaatregelen voor het beheer van veilige personeelsbewegingen naar en binnen het missiegebied, het beheer van veiligheidsincidenten en een nood- en evacuatieplan voor de missie behelst;

b)

zorgt hij ervoor dat alle buiten de Unie ingezette personeelsleden gedekt zijn door een op de omstandigheden in het missiegebied afgestemde verzekering voor grote risico’s;

c)

zorgt hij ervoor dat alle buiten de Europese Unie ingezette leden van zijn team, ook het ter plaatse aangeworven personeel, voor of bij aankomst in het missiegebied een passende beveiligingsopleiding hebben genoten waarvan de inhoud is bepaald op basis van de risicoklasse waarin het missiegebied is ingedeeld;

d)

zorgt hij ervoor dat alle naar aanleiding van de geregelde beveiligingsbeoordelingen overeengekomen aanbevelingen worden opgevolgd, en brengt hij aan de Raad, de HV en de Commissie schriftelijk verslag uit over de uitvoering daarvan en over andere veiligheidskwesties in het kader van het tussentijds verslag en het verslag over de uitvoering van zijn mandaat.

Artikel 11

Rapportage

1.   De SVEU brengt geregeld mondeling en schriftelijk verslag uit aan de HV en het PVC. De SVEU brengt zo nodig tevens verslag uit aan de werkgroepen van de Raad. De geregelde schriftelijke verslagen worden verspreid via het COREU-netwerk. Op aanbeveling van de HV of het PVC kan de SVEU ook verslag uitbrengen aan de Raad Buitenlandse Zaken.

2.   De SVEU brengt verslag uit over de wijze waarop het best uitvoering kan worden gegeven aan de initiatieven van de Unie, zoals de bijdrage die de Unie levert aan hervormingen, en gaat daarbij mede in op de politieke aspecten van relevante ontwikkelingsprojecten van de Unie, in coördinatie met de EU-delegaties in de Hoorn van Afrika.

Artikel 12

Coördinatie

1.   De SVEU bevordert de algehele politieke coördinatie van de Unie en hij helpt de EU-delegaties ervoor te zorgen dat alle instrumenten van de Unie ter plaatse op coherente wijze worden ingezet om de EU-beleidsdoelstellingen te verwezenlijken. De activiteiten van de SVEU worden gecoördineerd met die van de EU-delegaties en de Commissie, en met die van andere SVEU’s die actief zijn in de regio, met name de SVEU voor Sudan en Zuid-Sudan en de SVEU voor de AU. De SVEU brengt regelmatig verslag uit aan de missies van de lidstaten en de delegaties van de Unie in de regio.

2.   Ter plaatse worden nauwe contacten onderhouden met de delegaties van de Unie en de missiehoofden van de lidstaten. Die doen alles wat in hun vermogen ligt om de SVEU te assisteren bij de uitvoering van zijn mandaat. De SVEU geeft de commandant van EUNAVFOR Atalanta en de commandant van de missie EUTM Somalia plaatselijke politieke sturing, in nauw overleg met de betrokken EU-delegaties. De SVEU en de operationele commandant van de EU plegen indien nodig overleg.

3.   De SVEU werkt nauw samen met de autoriteiten van de betrokken landen, de VN, de AU, de intergouvernementele autoriteit voor ontwikkeling (IGAD), en andere nationale, regionale en internationale belanghebbenden, en tevens met het maatschappelijk middenveld in de regio.

Artikel 13

Evaluatie

De toepassing van dit besluit en de consistentie ervan met andere bijdragen van de Unie in de regio worden op gezette tijden geëvalueerd. Aan het eind van zijn mandaat legt de SVEU aan de Raad, de HV en de Commissie een uitvoerig verslag voor over de uitvoering van het mandaat.

Artikel 14

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 8 december 2011.

Voor de Raad

De voorzitter

M. DOWGIELEWICZ


(1)  PB L 141 van 27.5.2011, blz. 17.


9.12.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 327/66


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 7 december 2011

tot wijziging van Richtlijn 2002/56/EG van de Raad wat betreft de in artikel 21, lid 3, vermelde datum tot wanneer de lidstaten de geldigheidsduur van besluiten betreffende de gelijkwaardigheid van pootaardappelen uit derde landen mogen verlengen

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 8929)

(Voor de EER relevante tekst)

(2011/820/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2002/56/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen (1), en met name artikel 21, lid 3, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Richtlijn 2002/56/EG is bepaald dat de lidstaten met ingang van bepaalde data niet meer zelf mogen vaststellen dat in derde landen geoogste pootaardappelen gelijkwaardig zijn aan pootaardappelen die in de Unie zijn geoogst en aan die richtlijn voldoen.

(2)

Aangezien de werkzaamheden voor de vaststelling van de gelijkwaardigheid voor de Unie van pootaardappelen uit alle betrokken derde landen nog niet waren voltooid, werden de lidstaten bij Richtlijn 2002/56/EG evenwel gemachtigd de geldigheidsduur van de besluiten betreffende de gelijkwaardigheid, die reeds waren genomen voor pootaardappelen uit bepaalde derde landen waarvoor de gelijkwaardigheid voor de Unie niet van toepassing is, tot en met 31 maart 2011 te verlengen. Deze datum is gekozen in verband met het einde van het verkoopseizoen van pootaardappelen.

(3)

Aangezien deze werkzaamheden nog steeds niet zijn voltooid en het nieuwe verkoopseizoen eind 2011 zal beginnen, is het noodzakelijk de lidstaten te machtigen de geldigheidsduur van hun nationale gelijkwaardigheidsbesluiten te verlengen.

(4)

Richtlijn 2002/56/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 21, lid 3, eerste alinea, van Richtlijn 2002/56/EG wordt „31 maart 2011” vervangen door „31 maart 2014”.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 7 december 2011.

Voor de Commissie

John DALLI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 193 van 20.7.2002, blz. 60.


9.12.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 327/67


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 7 december 2011

betreffende de erkenning van Kaapverdië overeenkomstig Richtlijn 2008/106/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de opleiding en diplomering van zeevarenden

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 8998)

(Voor de EER relevante tekst)

(2011/821/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2008/106/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 inzake het minimumopleidingsniveau van zeevarenden (1), en met name artikel 19, lid 3, eerste alinea,

Gezien het verzoek van Cyprus van 13 mei 2005,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van Richtlijn 2008/106/EG kunnen lidstaten besluiten door derde landen afgegeven passende vaarbevoegdheidsbewijzen te erkennen wanneer de betrokken landen door de Commissie zijn erkend. De betrokken derde landen dienen te voldoen aan alle vereisten van het Verdrag van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) betreffende de normen voor zeevarenden inzake opleiding, diplomering en wachtdienst van 1978 (het STCW-verdrag) (2), als herzien in 1995.

(2)

Bij brieven van 13 mei 2005 en 1 december 2005, heeft Cyprus gevraagd Kaapverdië te erkennen. Ingevolgde deze verzoeken heeft de Commissie de opleidings- en diplomeringssystemen voor zeevarenden in Kaapverdië onderzocht om na te gaan of dit land voldoet aan de vereisten van het STCW-verdrag en of gepaste maatregelen zijn getroffen om fraude met bewijzen te voorkomen. Deze beoordeling is gebaseerd op de resultaten van een inspectie door deskundigen van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid in juni 2006. Tijdens die inspectie zijn een aantal tekortkomingen van de opleidings- en diplomeringssystemen aan het licht gekomen.

(3)

De Commissie heeft de lidstaten een verslag bezorgd met de reulstaten van haar beoordeling.

(4)

Bij brieven van 2 februari 2009, 8 december 2009 en 17 september 2010 heeft de Commissie Kaapverdië gevraagd aan te tonen dat de geconstateerde tekortkomingen waren weggewerkt.

(5)

Bij brieven van 23 april 2009, 19 januari 2010, 4 december 2010, 25 februari 2011, 10 maart 2011 en 25 mei 2011, heeft Kaapverdië de gevraagde informatie en het bewijsmateriaal verstrekt betreffende de tenuitvoerlegging van gepaste en voldoende corrigerende maatregelen om het meerendeel van de tijdens de beoordeling geconstateerde tekortkomingen weg te werken.

(6)

De resterende terkortkomingen hebben enerzijds betrekking op het onbreken van bepaald opleidingsmateriaal in het belangrijkste maritieme onderwijs- en opleidingsinstituut van Kaapverdië en anderzijds het tekort aan bepaalde cursusinhoud met betrekking tot sectie A-III/2 van de STCW-code. Kaapverdië werd daarom verzocht hieromtrent verdere corrigerende maatregelen te nemen. Deze tekortkomingen rechtvaardigen echter niet dat het algemene niveau van naleving van de voorschriften van het STCW-verdrag inzake de opleiding en diplomering van zeevarenden door Kaapverdië in twijfel wordt getrokken.

(7)

Het resultaat van de beoordeling van de naleving en de evaluatie van de door de autoriteiten van Kaapverdië verstrekte informatie tonen aan dat Kaapverdië alle desbetreffende eisen van het STCW-verdrag naleeft en passende maatregelen heeft getroffen om fraude met bewijzen te verhinderen.

(8)

De in dit uitvoeringsbesluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité maritieme veiligheid en voorkoming van verontreiniging door schepen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de toepassing van artikel 19 van Richtlijn 2008/106/EG wordt Kaapverdië erkend wat betreft de opleiding en diplomering van zeevarenden.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 7 december 2011.

Voor de Commissie

Siim KALLAS

Vicevoorzitter


(1)  PB L 323 van 3.12.2008, blz. 33.

(2)  Aangenomen door de Internationale Maritieme Organisatie (IMO).


9.12.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 327/68


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 7 december 2011

betreffende de erkenning van Bangladesh overeenkomstig Richtlijn 2008/106/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de opleiding en diplomering van zeevarenden

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 8999)

(Voor de EER relevante tekst)

(2011/822/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2008/106/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 inzake het minimumopleidingsniveau van zeevarenden (1), en met name artikel 19, lid 3, eerste alinea,

Gezien het verzoek van Cyprus van 26 juli 2007, van Italië van 24 december 2007 en van België van 25 juni 2008,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van Richtlijn 2008/106/EG kunnen lidstaten besluiten door derde landen afgegeven passende vaarbevoegdheidsbewijzen te erkennen wanneer de betrokken landen door de Commissie zijn erkend. De betrokken derde landen dienen te voldoen aan alle vereisten van het Verdrag van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) betreffende de normen voor zeevarenden inzake opleiding, diplomering en wachtdienst van 1978 (het STCW-Verdrag) (2), als herzien in 1995.

(2)

Bij brieven van achtereenvolgens 26 juli 2007 (Cyprus), 24 december 2007 (Italië) en 25 juni 2008 (België), hebben deze landen gevraagd Bangladesh te erkennen. Ingevolge deze verzoeken heeft de Commissie de opleidings- en diplomeringssystemen voor zeevarenden in Bangladesh onderzocht om na te gaan of dit land voldoet aan de vereisten van het STCW-Verdrag en of gepaste maatregelen zijn getroffen om fraude met bewijzen te voorkomen. Deze beoordeling is gebaseerd op de resultaten van een inspectie door deskundigen van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid in februari 2008. Tijdens die inspectie zijn een aantal tekortkomingen van de opleidings- en diplomeringssystemen aan het licht gekomen.

(3)

De Commissie heeft de lidstaten een verslag bezorgd met de resultaten van haar beoordeling.

(4)

Bij brieven van 26 maart 2009, 9 december 2009 en 28 september 2010 heeft de Commissie Bangladesh gevraagd aan te tonen dat de geconstateerde tekortkomingen waren weggewerkt.

(5)

Bij brieven van 29 maart 2009, 21 mei 2009, 12 juli 2009, 4 januari 2010, 27 februari 2011 en 14 maart 2011, heeft Bangladesh de gevraagde informatie en het bewijsmateriaal verstrekt betreffende de tenuitvoerlegging van gepaste en voldoende corrigerende maatregelen om alle tijdens de beoordeling geconstateerde tekortkomingen weg te werken.

(6)

De resterende tekortkomingen hebben enerzijds betrekking op het ontbreken van bepaald opleidingsmateriaal in een van de maritieme onderwijs- en opleidingsinstituten van Bangladesh en anderzijds het tekort aan opleiding voor voorbereidende cursussen met betrekking tot sectie A-II/1 van de STCW-code. Bangladesh werd daarom verzocht hieromtrent verdere corrigerende maatregelen te nemen. Deze tekortkomingen rechtvaardigen echter niet dat het algemene niveau van naleving van de voorschriften van het STCW-Verdrag inzake de opleiding en diplomering van zeevarenden door Bangladesh in twijfel wordt getrokken.

(7)

Het resultaat van de beoordeling van de naleving en de evaluatie van de door de autoriteiten van Bangladesh verstrekte informatie tonen aan dat Bangladesh alle desbetreffende eisen van het STCW-Verdrag naleeft en passende maatregelen heeft getroffen om fraude met bewijzen te verhinderen.

(8)

De in dit uitvoeringsbesluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité maritieme veiligheid en voorkoming van verontreiniging door schepen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de toepassing van artikel 19 van Richtlijn 2008/106/EG wordt Bangladesh erkend wat betreft de opleiding en diplomering van zeevarenden.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 7 december 2011.

Voor de Commissie

Siim KALLAS

Vicevoorzitter


(1)  PB L 323 van 3.12.2008, blz. 33.

(2)  Aangenomen door de Internationale Maritieme Organisatie (IMO).