ISSN 1725-2598

doi:10.3000/17252598.L_2011.190.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 190

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

54e jaargang
21 juli 2011


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU, Euratom) nr. 699/2011 van de Raad van 18 juli 2011 tot wijziging van de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Europese Unie

1

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 700/2011 van de Commissie van 20 juli 2011 tot toevoeging van bepaalde hoeveelheden die in 2010 op grond van artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 847/96 van de Raad zijn ingehouden, aan de visserijquota van 2011

2

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 701/2011 van de Commissie van 20 juli 2011 tot rectificatie van Verordening (EU) nr. 1004/2010 tot verlaging van bepaalde vangstquota voor 2010 wegens overbevissing in het voorgaande jaar

26

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 702/2011 van de Commissie van 20 juli 2011 tot goedkeuring van de werkzame stof prohexadion overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie ( 1 )

28

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 703/2011 van de Commissie van 20 juli 2011 tot goedkeuring van de werkzame stof azoxystrobin overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie ( 1 )

33

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 704/2011 van de Commissie van 20 juli 2011 tot goedkeuring van de werkzame stof azimsulfuron overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie ( 1 )

38

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 705/2011 van de Commissie van 20 juli 2011 tot goedkeuring van de werkzame stof imazalil overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie ( 1 )

43

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 706/2011 van de Commissie van 20 juli 2011 tot goedkeuring van de werkzame stof profoxydim overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie ( 1 )

50

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 707/2011 van de Commissie van 20 juli 2011 tot vaststelling van het definitieve steunbedrag voor gedroogde voedergewassen voor het verkoopseizoen 2010/2011

54

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 708/2011 van de Commissie van 20 juli 2011 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

55

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 709/2011 van de Commissie van 20 juli 2011 tot vaststelling van de uitvoerrestituties in de sector melk en zuivelproducten

57

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 710/2011 van de Commissie van 20 juli 2011 tot vaststelling van de uitvoerrestituties in de sector eieren

61

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 711/2011 van de Commissie van 20 juli 2011 tot vaststelling van de representatieve prijzen in de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede van ovoalbumine, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1484/95

63

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 712/2011 van de Commissie van 20 juli 2011 tot vaststelling van de uitvoerrestituties in de sector varkensvlees

65

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 713/2011 van de Commissie van 20 juli 2011 houdende vaststelling van de restituties die van toepassing zijn op melk en zuivelproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen

67

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 714/2011 van de Commissie van 20 juli 2011 houdende vaststelling van de restituties die van toepassing zijn op eieren en eigeel, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen

70

 

 

BESLUITEN

 

 

2011/434/EU

 

*

Besluit van de Raad van 19 juli 2011 betreffende de start van de geautomatiseerde uitwisseling van dactyloscopische gegevens in Tsjechië

72

 

 

2011/435/EU

 

*

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 19 juli 2011 inzake de erkenning van de Roundtable of Sustainable Biofuels EU RED-regeling voor het aantonen van de naleving van de duurzaamheidscriteria onder Richtlijnen 2009/28/EG en 2009/30/EG van het Europees Parlement en de Raad

73

 

 

2011/436/EU

 

*

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 19 juli 2011 inzake de erkenning van de Abengoa RED Bioenergy Sustainability Assurance-regeling voor het aantonen van de naleving van de duurzaamheidscriteria onder Richtlijnen 2009/28/EG en 2009/30/EG van het Europees Parlement en de Raad

75

 

 

2011/437/EU

 

*

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 19 juli 2011 inzake de erkenning van de Biomass Biofuels Sustainability voluntary scheme-regeling voor het aantonen van de naleving van de duurzaamheidscriteria onder Richtlijnen 2009/28/EG en 2009/30/EG van het Europees Parlement en de Raad

77

 

 

2011/438/EU

 

*

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 19 juli 2011 inzake de erkenning van de International Sustainability and Carbon Certification-regeling voor het aantonen van de naleving van de duurzaamheidscriteria onder Richtlijnen 2009/28/EG en 2009/30/EG van het Europees Parlement en de Raad

79

 

 

2011/439/EU

 

*

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 19 juli 2011 inzake de erkenning van de Bonsucro EU-regeling voor het aantonen van de naleving van de duurzaamheidscriteria onder Richtlijnen 2009/28/EG en 2009/30/EG van het Europees Parlement en de Raad

81

 

 

2011/440/EU

 

*

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 19 juli 2011 inzake de erkenning van de Round Table on Responsible Soy EU RED-regeling voor het aantonen van de naleving van de duurzaamheidscriteria onder Richtlijnen 2009/28/EG en 2009/30/EG van het Europees Parlement en de Raad

83

 

 

2011/441/EU

 

*

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 19 juli 2011 inzake de erkenning van de Greenergy Brazilian Bioethanol verification programme-regeling voor het aantonen van de naleving van de duurzaamheidscriteria onder Richtlijnen 2009/28/EG en 2009/30/EG van het Europees Parlement en de Raad

85

 

 

AANBEVELINGEN

 

 

2011/442/EU

 

*

Aanbeveling van de Commissie van 18 juli 2011 betreffende toegang tot een elementaire betaalrekening ( 1 )

87

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

21.7.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 190/1


VERORDENING (EU, EURATOM) Nr. 699/2011 VAN DE RAAD

van 18 juli 2011

tot wijziging van de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Europese Unie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Unie, vastgesteld bij Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 (1), en met name artikel 64 en artikel 65, lid 2, van het Statuut en de bijlagen VII, XI en XIII bij dat Statuut, alsmede artikel 20, eerste alinea, en de artikelen 64 en 92 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

In de periode gaande van juni tot en met december 2010 heeft zich in Estland een aanzienlijke stijging van de kosten van levensonderhoud voorgedaan, derhalve moeten de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Europese Unie worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Met ingang van 1 januari 2011 bedragen de aanpassingscoëfficiënten die krachtens artikel 64 van het Statuut van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden die werkzaam zijn in het hierna genoemde land:

Estland: 78,5.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 juli 2011.

Voor de Raad

De voorzitter

M. DOWGIELEWICZ


(1)  PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1.


21.7.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 190/2


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 700/2011 VAN DE COMMISSIE

van 20 juli 2011

tot toevoeging van bepaalde hoeveelheden die in 2010 op grond van artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 847/96 van de Raad zijn ingehouden, aan de visserijquota van 2011

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 847/96 van de Raad van 6 mei 1996 tot invoering van aanvullende voorwaarden voor het meerjarenbeheer van de TAC's en quota (1), en met name op artikel 4, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 847/96 kunnen de lidstaten de Commissie vóór 31 oktober van het jaar waarvoor het visserijquotum geldt, verzoeken een gedeelte van hun quotum, dat ten hoogste 10 % mag bedragen, in te houden en over te dragen naar het volgende jaar. De Commissie verhoogt het betrokken quotum voor het volgende jaar met het ingehouden gedeelte.

(2)

In Verordening (EG) nr. 1359/2008 van de Raad van 28 november 2008 tot vaststelling, voor 2009 en 2010, van de vangstmogelijkheden voor vaartuigen van de Gemeenschap voor bepaalde bestanden van diepzeevissen (2), Verordening (EG) nr. 1226/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling, voor 2010, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden in de Oostzee en van de bij die visserij in acht te nemen voorschriften (3), Verordening (EG) nr. 1287/2009 van de Raad van 27 november 2009 tot vaststelling, voor 2010, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden welke in de Zwarte Zee van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften (4), en Verordening (EG) nr. 53/2010 van de Raad van 14 januari 2010 tot vaststelling, voor 2010, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de EU en, voor vaartuigen van de EU, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn (5), zijn voor bepaalde bestanden quota voor 2010 vastgesteld en is gespecificeerd welke bestanden onder de bij Verordening (EG) nr. 847/96 vastgestelde maatregelen kunnen vallen.

(3)

Voor bepaalde bestanden zijn voor 2011 quota vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1225/2010 van de Raad van 13 december 2010 tot vaststelling, voor 2011 en 2012, van de vangstmogelijkheden voor EU-vaartuigen voor visbestanden van bepaalde diepzeevissoorten (6), Verordening (EU) nr. 1124/2010 van de Raad van 29 november 2010 tot vaststelling, voor 2011, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de Oostzee van toepassing zijn (7), Verordening (EU) nr. 1256/2010 van de Raad van 17 december 2010 tot vaststelling, voor 2011, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden welke in de Zwarte Zee van toepassing zijn (8), en Verordening (EU) nr. 57/2011 van de Raad van 18 januari 2011 tot vaststelling, voor 2011, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de EU-wateren en, voor EU-vaartuigen, in bepaalde wateren buiten de EU, van toepassing zijn (9).

(4)

Sommige lidstaten hebben vóór 31 oktober 2010 op grond van artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 847/96 verzocht een gedeelte van hun quota voor 2010 in te houden en naar het volgende jaar over te dragen. Met inachtneming van de in die verordening vermelde grenzen moeten de quota voor 2011 met de ingehouden hoeveelheden worden verhoogd.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de visserij en de aquacultuur,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De visserijquota die voor 2011 zijn vastgesteld in de Verordeningen (EU) nr. 1225/2010, (EU) nr. 1124/2010, (EU) nr. 1256/2010 en (EU) nr. 57/2011, worden overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening verhoogd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 juli 2011.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 115 van 9.5.1996, blz. 3.

(2)  PB L 352 van 31.12.2008, blz. 1.

(3)  PB L 330 van 16.12.2009, blz. 1.

(4)  PB L 347 van 24.12.2009, blz. 3.

(5)  PB L 21 van 26.1.2010, blz. 1.

(6)  PB L 336 van 21.12.2010, blz. 1.

(7)  PB L 318 van 4.12.10, blz. 1.

(8)  PB L 343 van 29.12.2010, blz. 2.

(9)  PB L 24 van 27.1.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Code lidstaat

Code bestand

Soort

Gebied (namen van 2010)

Definitief quotum 2010

Marge

Vangsten 2010

Vangsten 2010 (BV)

Percentage definitief quotum

Overgedragen hoeveelheid

Oorspronkelijk quotum 2011

Herzien quotum 2011

Nieuwe code 2011

BEL

ANF/07.

Zeeduivel

VII

2 836

 

643,4

1,1

22,7 %

283,60

2 984

3 268

 

BEL

COD/07D

Kabeljauw

VIId

94

 

51,7

 

55,0 %

9,40

67

76

 

BEL

COD/07A.

Kabeljauw

VIIa

32

 

18,4

 

57,5 %

3,20

7

10

 

BEL

COD/7XAD34

Kabeljauw

VIIb, VIIc, VIIe-k, VIII, IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1

161

 

49,4

 

30,7 %

16,10

167

183

 

BEL

HAD/2AC4.

Schelvis

EU-wateren van IIa en IV

100

 

77,8

 

77,8 %

10,00

196

206

 

BEL

HAD/6B1214

Schelvis

VIb, XII, XIV

11

 

0,0

 

0,0 %

1,10

8

9

 

BEL

HAD/7X7A34

Schelvis

VIIb-k, VII, IX en X

175

 

120,7

 

69,0 %

17,50

148

166

 

BEL

HER/1/2.

Haring

EU- wateren van I en II

34

 

0,0

 

0,0 %

3,40

22

25

HER/1/2-

BEL

HKE/2AC4-C

Heek

EU-wateren van IIa en IV

57

 

47,1

 

82,6 %

5,70

28

34

 

BEL

HKE/571214

Heek

VI, VII; EU-wateren van Vb, internationale wateren van XII en XIV

122

 

11,6

 

9,5 %

12,20

284

296

 

BEL

HKE/8ABDE.

Heek

VIIIa, b, d, e

10

 

1,3

 

13,0 %

1,00

9

10

 

BEL

JAX/4BC7D

Horsmakreel

EU-wateren van IVb, IVc, VIId

68

 

14,8

 

21,8 %

6,80

47

54

 

BEL

LIN/04.

Leng

EU-wateren van IV

17

 

14,4

 

84,7 %

1,70

16

18

LIN/04-C.

BEL

LIN/05.

Leng

EU-wateren van V

10

 

0,0

 

0,0 %

1,00

9

10

LIN/05EI.

BEL

LIN/6X14.

Leng

EU-wateren en internationale wateren van VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV

34

 

21,7

 

63,8 %

3,40

29

32

 

BEL

NEP/07.

Langoustine

VII

15

 

14,1

 

94,0 %

0,90

 

1

 

BEL

NEP/2AC4-C

Langoustine

EU-wateren van IIa en IV

1 176

 

211,3

 

18,0 %

117,60

1 227

1 345

 

BEL

NEP/8ABDE.

Langoustine

VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe

5

 

1,3

 

26,0 %

0,50

 

1

 

BEL

PLE/07A.

Schol

VIIa

382

 

115,1

 

30,1 %

38,20

42

80

 

BEL

PLE/7DE.

Schol

VIId en VIIe

1 121

 

1 080,4

 

96,4 %

40,60

763

804

 

BEL

PLE/7FG.

Schol

VIIf en VIIg

195

 

178,6

 

91,6 %

16,40

56

72

 

BEL

PLE/7HJK.

Schol

VIIh, VIIj en VIIk

7

 

0,6

 

8,6 %

0,70

12

13

 

BEL

SOL/07A.

Tong

VIIa

312

 

188,8

 

60,5 %

31,20

179

210

 

BEL

SOL/07D.

Tong

VIId

1 311

 

1 174,8

 

89,6 %

131,10

1 306

1 437

 

BEL

SOL/07E.

Tong

VIIe

23

 

13,0

 

56,5 %

2,30

25

27

 

BEL

SOL/24.

Tong

EU-wateren van II en IV

1 439

 

1 248,8

 

86,8 %

143,90

1 171

1 315

SOL/24-C.

BEL

SOL/7FG.

Tong

VIIf en VIIg

694

 

570,4

 

82,2 %

69,40

775

844

 

BEL

SOL/8AB.

Tong

VIIIa en b

443

 

131,7

 

29,7 %

44,30

53

97

 

BEL

SRX/07D.

Roggen

EU-wateren van VIId

69

60,4

88,3

 

40,4 %

6,90

80

87

 

BEL

SRX/67AKXD

Roggen

EU-wateren van VIa, VIb, VIIa-c en VIIe-k

1 209

 

909,7

61

80,3 %

120,90

1 027

1 148

 

BEL

SRX/89-C.

Roggen

EU-wateren van VIII en IX

11

 

0,0

 

0,0 %

1,10

9

10

 

BEL

WHG/07A.

Wijting

VIIa

10

 

3,9

 

39,0 %

1,00

 

1

 

BEL

WHG/7X7A.

Wijting

VIIb, VIIc, VIId, VIIe, VIIf, VIIg, VIIh en VIIk

189

 

162,3

 

85,9 %

18,90

158

177

WHG/7X7A-C

DNK

BLI/03-

Blauwe leng

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van III

5

 

0,2

 

4,0 %

0,50

4

5

 

DNK

COD/03AS.

Kabeljauw

IIIa Kattegat

270

 

110,9

 

41,1 %

27,00

118

145

 

DNK

DGS/2AC4-C

Doornhaai/hondshaai

EU-wateren van IIa en IV

5

 

3,4

 

68,0 %

0,50

0

1

 

DNK

HAD/2AC4.

Schelvis

EU-wateren van IIa en IV

920

 

723,0

 

78,6 %

92,00

1 349

1 441

 

DNK

HER/1/2.

Haring

EU- wateren van I en II

29 336

26 772

13,5

26 772,3

91,3 %

2 550,20

22 039

24 589

 

DNK

HKE/2AC4-C

Heek

EU-wateren van IIa en IV

1 195

 

603,7

 

50,5 %

119,50

1 119

1 239

 

DNK

HKE/3A/BCD

Heek

IIIa; EU-wateren van IIIb, IIIc en IIId

1 685

 

345,3

 

20,5 %

168,50

1 531

1 700

 

DNK

JAX/2A-14

Horsmakreel

EU-wateren van IIa, IVa, VI, VIIa-c, VIIe-k, VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe; EU-wateren en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV

6 550

 

3 002,4

 

45,8 %

655,00

15 562

16 217

 

DNK

JAX/4BC7D

Horsmakreel

EU-wateren van IVb, IVc, VIId

5 107

 

0,1

 

0,0 %

510,70

20 447

20 958

 

DNK

LIN/03.

Leng

IIIa; EU-wateren van IIIb, IIIc en IIId

64

 

57,8

 

90,3 %

6,20

51

57

LIN/3A/BCD

DNK

LIN/04.

Leng

EU-wateren van IV

269

 

56,3

 

20,9 %

26,90

243

270

LIN/04-C.

DNK

LIN/05.

Leng

EU-wateren van V

7

 

0,0

 

0,0 %

0,70

6

7

LIN/05EI.

DNK

LIN/1/2.

Leng

EU-wateren en internationale wateren van I en II

8

 

0,0

 

0,0 %

0,80

8

9

 

DNK

LIN/6X14.

Leng

EU-wateren en internationale wateren van VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV

6

 

0,0

 

0,0 %

0,60

5

6

 

DNK

NEP/2AC4-C

Langoustine

EU-wateren van IIa en IV

1 436

 

302,0

 

21,0 %

143,60

1 227

1 371

 

DNK

PRA/2AC4-C

Noordse garnaal

EU-wateren van IIa en IV

3 540

 

0,0

 

0,0 %

354,00

2 673

3 027

 

DNK

SOL/24.

Tong

EU-wateren van II en IV

761

 

403,6

 

53,0 %

76,10

535

611

SOL/24-C.

DNK

SOL/3A/BCD

Tong

IIIa; EU-wateren van IIIb, IIIc en IIId

664

 

466,5

 

70,3 %

66,40

704

770

 

DNK

SRX/03-C

Roggen

EU-wateren van IIIa

45

 

0,0

 

0,0 %

4,50

45

50

SRX/03A-C

DNK

SRX/2AC4-C

Roggen

EU-wateren van IIa en IV

10

 

9,5

 

95,0 %

0,50

9

10

 

DNK

USK/03-C.

Torsk

EU-wateren van III

14

 

0,8

 

5,7 %

1,40

12

13

USK/3A/BCD

DNK

USK/04-C.

Torsk

EU-wateren van IV

60

 

1,6

 

2,7 %

6,00

53

59

 

DNK

WHB/1X14

Blauwe wijting

EU-wateren en internationale wateren van I, II, III, IV, V, VI, VII, VIIIa, b, d, e, XII en XIV

135

 

133,1

 

98,6 %

1,90

1 533

1 535

 

DEU

ANF/07.

Zeeduivel

VII

365

 

256,0

 

70,1 %

36,50

333

370

 

DEU

BSF/56712-

Zwarte haarstaartvis

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van V, VI, VII en XII

29

 

0,0

 

0,0 %

2,90

27

30

 

DEU

COD/03AS.

Kabeljauw

IIIa Kattegat

6

 

0,3

 

5,0 %

0,60

2

3

 

DEU

GFB/1234-

Gaffelkabeljauw

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van I, II, III en IV

9

 

0,0

 

0,0 %

0,90

9

10

 

DEU

GFB/567-

Gaffelkabeljauw

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van V, VI en VII

11

 

1,8

 

16,4 %

1,10

10

11

 

DEU

GHL/2A-C46

Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

EU-wateren van IIa en IV; EU-wateren en internationale wateren van Vb en VI

6

 

0,0

 

0,0 %

0,60

3

4

 

DEU

HAD/5BC6A.

Schelvis

EU-wateren en internationale wateren van de ICES-gebieden VIb, XII en XIV

5

 

1,3

 

26,0 %

0,50

3

4

 

DEU

HAD/6B1214

Schelvis

EU-wateren en internationale wateren van de ICES-gebieden VIb, XII en XIV

15

 

0,0

 

0,0 %

1,50

10

12

 

DEU

HER/1/2.

Haring

EU- wateren van I en II

11 106

4 686,3

6 418,2

4 686,3

57,8 %

1 110,60

3 859

4 970

HER/1/2-

DEU

HKE/2AC4-C

Heek

EU-wateren van IIa en IV

166

 

131,3

 

79,1 %

16,60

128

145

 

DEU

JAX/2A-14

Horsmakreel

EU-wateren van IIa, IVa, VI, VIIa-c, VIIe-k, VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe; EU-wateren en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV

19 524

 

17 579,6

 

90,0 %

1 944,40

12 142

14 086

 

DEU

JAX/4BC7D

Horsmakreel

EU-wateren van IVb, IVc, VIId

4 228,7

 

3 803,9

 

90,0 %

422,87

1 805

2 228

 

DEU

LIN/04.

Leng

EU-wateren van IV

106

 

24,9

 

23,5 %

10,60

150

161

LIN/04-C.

DEU

LIN/05.

Leng

EU-wateren en internationale wateren van V

7

 

0,0

 

0,0 %

0,70

6

7

LIN/05EI.

DEU

LIN/1/2.

Leng

EU-wateren en internationale wateren van I en II

10

 

0,0

 

0,0 %

1,00

8

9

 

DEU

LIN/6X14.

Leng

EU-wateren en internationale wateren van VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV

123

 

13,3

 

10,8 %

12,30

106

118

 

DEU

NEP/2AC4-C

Langoustine

EU-wateren van IIa en IV

465

 

374,4

 

80,5 %

46,50

18

65

 

DEU

POK/561.214

Koolvis

VI; EU-wateren en internationale wateren van Vb; EU-wateren en internationale wateren van XII en XIV

285

 

256,9

 

90,1 %

28,10

543

571

POK/56-14

DEU

RNG/03-

Grenadiervis

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van III

5

 

0,0

 

0,0 %

0,50

5

6

 

DEU

RNG/5B67-

Grenadiervis

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van Vb, VI en VIII

7

 

0,0

 

0,0 %

0,70

5

6

 

DEU

RNG/8X14-

Grenadiervis

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van VIII, IX, X, XII en XIV

37

 

0,0

 

0,0 %

3,70

30

34

 

DEU

SOL/24.

Tong

EU-wateren van II en IV

641

 

533,6

 

83,2 %

64,10

937

1 001

SOL/24-C.

DEU

SOL/3A/BCD

Tong

IIIa; EU-wateren van IIIb, IIIc en IIId

33

 

26,2

 

79,4 %

3,30

41

44

 

DEU

SRX/2AC4-C

Roggen

EU-wateren van IIa en IV

33

 

28,0

 

84,8 %

3,30

12

15

 

DEU

SRX/67AKXD

Roggen

EU-wateren van VIa, VIb, VIIa-c en VIIe-k

16

 

0,3

 

1,9 %

1,60

14

16

 

DEU

USK/03-C.

Torsk

EU-wateren van III

7

 

0,0

 

0,0 %

0,70

6

7

USK/3A/BCD

DEU

USK/04-C.

Torsk

EU-wateren van IV

18

 

0,7

 

3,9 %

1,80

16

18

 

DEU

USK/1214EI

Torsk

EU-wateren en internationale wateren van I, II en XIV

6

 

0,0

 

0,0 %

0,60

6

7

 

DEU

WHB/1X14

Blauwe wijting

EU-wateren en internationale wateren van I, II, III, IV, V, VI, VII, VIIIa, b, d, e, XII en XIV

9 854

 

9 067,7

1,8

92,0 %

784,50

596

1 381

 

DEU

WHG/561214

Wijting

VI; EU-wateren en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV

9

 

0,0

 

0,0 %

0,90

2

3

WHG/56-14

IRL

ANF/07.

Zeeduivel

VII

3 646

 

3 527,1

 

96,7 %

118,86

2 447

2 566

 

IRL

COD/07A.

Kabeljauw

VIIa

325

 

290,5

 

89,4 %

32,50

332

365

 

IRL

COD/5B6A-C

Kabeljauw

VIa EU-wateren en internationale wateren van Vb ten oosten van 12o 00 WL

53

 

48,7

 

92,0 %

4,26

40

44

COD/5BE6A

IRL

DGS/15X14

Doornhaai/hondshaai

EU-wateren en internationale wateren van I, V, VI, VII, VIII, XII en XIV

29

 

24,6

 

84,8 %

2,90

0

3

 

IRL

GFB/567-

Gaffelkabeljauw

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van V, VI en VII

181

 

9,5

 

5,2 %

18,10

260

278

 

IRL

HAD/5BC6A.

Schelvis

EU-wateren van Vb en VIa

447

 

396,1

 

88,6 %

44,70

328

373

 

IRL

HAD/6B1214

Schelvis

VIb, XII en XIV

243

 

169,0

 

69,5 %

24,30

295

319

 

IRL

HAD/7X7A34

Schelvis

VIIb-k, VIII, IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1

2 815

 

2 608,4

 

92,7 %

206,60

2 959

3 166

 

IRL

HER/1/2.

Haring

EU-wateren en internationale wateren van I en II

8 563

8 060,7

8 060,7

8 060,7

94,1 %

502,30

5 705

6 207

HER/1/2-

IRL

HER/5B6ANB

Haring

EU-wateren en internationale wateren van Vb, VIb en VIaN

3 096

 

2 651,9

 

85,7 %

309,60

3 286

3 596

 

IRL

HER/6AS7BC

Haring

VIaS, VIIbc

8 510

 

7 196,7

 

84,6 %

851,00

4 065

4 916

 

IRL

HER/7G-K.

Haring

VIIg, h, j, k

9 051

 

8 343,4

 

92,2 %

707,59

11 407

12 115

 

IRL

HKE/571214

Heek

VI, VII; EU-wateren van Vb, internationale wateren van XII en XIV

2 111

 

2 047,6

 

97,0 %

63,40

1 704

1 767

 

IRL

JAX/2AX14-

Horsmakreel

EU-wateren van IIa, IVa, VI, VIIa-c, VIIe-k, VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe; EU-wateren en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV

47 685

 

44 489,3

 

93,3 %

3 195,66

40 439

43 635

JAX/2A-14

IRL

LIN/6X14.

Leng

EU-wateren en internationale wateren van VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV

659

 

612,1

 

92,9 %

46,86

575

622

 

IRL

NEP/07.

Langoustine

VII

8 595

 

7 708,5

 

89,7 %

859,50

8 025

8 885

 

IRL

NEP/5BC6.

Langoustine

VI; EU-wateren van Vb

76

 

44,6

 

58,7 %

7,60

185

193

 

IRL

PLE/07A.

Schol

VIIa

827

 

89,3

 

10,8 %

82,70

1 063

1 146

 

IRL

PLE/7BC

Schol

VIIb en VIIc

72

 

26,9

 

37,4 %

7,20

62

69

 

IRL

PLE/7FG.

Schol

VII f, g

69

 

63,1

 

91,4 %

5,90

200

206

 

IRL

PLE/7HJK

Schol

VIIh, VIIj en VIIk

124

 

65,5

 

52,8 %

12,40

81

93

 

IRL

RNG/5B67-

Grenadiervis

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van Vb, VI en VIII

245

 

0,0

 

0,0 %

24,50

190

215

 

IRL

RNG/8X14-

Grenadiervis

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van VIII, IX, X, XII en XIV

8

 

0,0

 

0,0 %

0,80

6

7

 

IRL

SOL/07A.

Tong

VIIa

51

 

47,3

 

92,7 %

3,70

73

77

 

IRL

SOL/7FG.

Tong

VII f, g

30

 

26,8

 

89,3 %

3,00

39

42

 

IRL

USK/567EI.

Torsk

EU-wateren en internationale wateren van V, VI en VII

11

 

9,5

 

86,4 %

1,10

17

18

 

IRL

WHG/07A.

Wijting

VIIa

104

 

96,9

 

93,2 %

7,10

68

75

 

IRL

WHG/561.214

Wijting

VI; EU-wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV

118

 

100,6

 

85,3 %

11,80

97

109

WHG/56-14

IRL

WHG/7X7A

Wijting

VIIb, VIIc, VIId, VIIe, VIIf, VIIg, VIIh en VIIk

4 589

 

4 330,4

 

94,4 %

258,64

4 865

5 124

WHG/7X7A-C

ESP

ALF/3X14-

Alfonsinos

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV

66

 

65,2

 

98,8 %

0,80

74

75

 

ESP

ANE/9/3411

Ansjovis

IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1

4 247

 

3 815,8

 

89,8 %

424,70

3 635

4 060

 

ESP

ANF/07.

Zeeduivel

VII

3 145

 

2 321,2

 

73,8 %

314,50

1 186

1 501

 

ESP

ANF/8ABDE.

Zeeduivel

VIIIa, b, d, e

1 481

 

733,4

 

49,5 %

148,10

1 318

1 466

 

ESP

ANF/8C3411

Zeeduivel

VIIIc, IX en X, EU-wateren van CECAF 34.1.1

1 180

 

1 176,8

 

99,7 %

3,20

1 310

1 313

 

ESP

DGS/15X14

Doornhaai/hondshaai

EU-wateren en internationale wateren van I, V, VII, VIII, XII en XIV

5

 

4,5

 

90,0 %

0,50

 

1

 

ESP

GFB/567-

Gaffelkabeljauw

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van V, VI en VII

597

 

587,8

 

98,5 %

9,20

588

597

 

ESP

HAD/7X7A34

Schelvis

VIIb-k, VIII, IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1

150

 

143,8

 

95,9 %

6,20

 

6

 

ESP

HKE/571214

Heek

VI, VII; EU-wateren van Vb, internationale wateren van XII en XIV

12 618

1 289,2

11 152,2

53,2

78,6 %

1 261,80

9 109

10 371

 

ESP

HKE/8ABDE.

Heek

VIIIa, b, d, e

7 779

53,2

5 658,5

1 289,2

88,6 %

777,90

6 341

7 119

 

ESP

HKE/8C3411

Heek

VIIIc, IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1

5 962

 

5 900,1

 

99,0 %

61,90

6 844

6 906

 

ESP

JAX/08C.

Horsmakreel

VIIIc

22 708

 

22 699,8

 

100,0 %

8,20

22 521

22 529

 

ESP

JAX/09.

Horsmakreel

IX

8 068

 

8 062,7

 

99,9 %

5,30

7 654

7 659

 

ESP

JAX/2A-14

Horsmakreel

 

2 040

 

1 730,7

 

84,8 %

204,00

16 562

16 766

 

ESP

LEZ/8C3411

Schartongen

VIIIc, IX, X, EU-wateren van CECAF 34.1.1

1 113

 

1 111,2

 

99,8 %

1,80

1 010

1 012

 

ESP

LIN/6X14.

Leng

EU-wateren en internationale wateren van VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV

2 483

 

1 117,1

 

45,0 %

248,30

2 150

2 398

 

ESP

NEP/07.

Langoustine

VII

1 494

 

357,5

 

23,9 %

149,40

1 306

1 455

 

ESP

NEP/08C.

Langoustine

VIIIc

87

 

42,1

 

48,4 %

8,70

87

96

 

ESP

NEP/5BC6.

Langoustine

VI; EU-wateren van Vb

37

 

0,5

 

1,4 %

3,70

28

32

 

ESP

NEP/8ABDE.

Langoustine

VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe

34

 

1,7

 

5,0 %

3,40

234

237

 

ESP

RNG/8X14-

Grenadiervis

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van VIII, IX, X, XII en XIV

4 715

 

4 262,3

 

90,4 %

452,70

3 286

3 739

 

ESP

SBR/09-

Zeebrasem

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van IX

696

 

101,2

 

14,5 %

69,60

614

684

 

ESP

SBR/678-

Zeebrasem

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van VI, VII en VIII

152

 

151,0

 

99,3 %

1,00

172

173

 

ESP

SRX/67AKXD

Roggen

EU-wateren van VIa, VIb, VIIa-c en VIIe-k

1 460

 

1 044,5

 

71,5 %

146,00

1 241

1 387

 

ESP

SRX/89-C.

Roggen

EU-wateren van VIII en IX

1 618

 

1 165,2

 

72,0 %

161,80

1 435

1 597

 

ESP

WHB/1X14

Blauwe wijting

EU-wateren en internationale wateren van I, II, III, IV, V, VI, VII, VIIIa, b, d, e, XII en XIV

187

 

119,0

 

63,6 %

18,70

1 300

1 319

 

ESP

WHB/8C3 411

Blauwe wijting

VIIIc, IX, X, EU-wateren van CECAF 34.1.1

11 127

 

11 112,2

 

99,9 %

14,80

824

839

 

ESP

WHG/7X7A.

Wijting

VIIb, VIIc, VIId, VIIe, VIIf, VIIg, VIIh en VIIk

50

 

9,8

 

19,6 %

5,00

0

5

WHG/7X7A-C

FRA

ALF/3X14-

Alfonsinos

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV

32

 

19,2

 

60,0 %

3,20

20

23

 

FRA

ANF/07.

Zeeduivel

VII

19 044

 

10 414,2

 

54,7 %

1 904,40

19 149

21 053

 

FRA

ANF/8ABDE.

Zeeduivel

VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe

8 467

 

5 706,5

 

67,4 %

846,70

7 335

8 182

 

FRA

ANF/8C3411

Zeeduivel

VIIIc, IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1

34

 

12,8

 

37,6 %

3,40

1

4

 

FRA

BLI/67-

Blauwe leng

EG-wateren en internationale wateren van VI en VII

1 718

 

1 605,5

 

93,5 %

112,50

1 297

1 410

BLI/5B67-

FRA

BSF/1234-

Zwarte haarstaartvis

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van I, II, III en IV

5

 

2,9

 

58,0 %

0,50

4

5

 

FRA

BSF/56712-

Zwarte haarstaartvis

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van V, VI, VII en XII

2 269

 

2 110,1

 

93,0 %

158,90

1 884

2 043

 

FRA

BSF/8910-

Zwarte haarstaartvis

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van VIII, IX en X

27

 

10,9

 

40,4 %

2,70

26

29

 

FRA

COD/07A.

Kabeljauw

VIIa

26

 

0,7

 

2,7 %

2,60

19

22

 

FRA

COD/07D

Kabeljauw

VIId

1 735

 

1 564,8

 

90,2 %

170,20

1 313

1 483

 

FRA

COD/5B6A-C

Kabeljauw

VIa; EU-wateren en internationale wateren van Vb ten oosten van 12o 00 WL

67

 

52,9

 

79,0 %

6,70

29

36

COD/5BE6A

FRA

COD/7XAD34

Kabeljauw

VIIb-c, VIIe-k, VIII, IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1

3 029

 

1 937,1

 

64,0 %

302,90

2 735

3 038

 

FRA

GFB/1012-

Gaffelkabeljauw

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van X en XII

10

 

0,2

 

2,0 %

1,00

9

10

 

FRA

GFB/1234-

Gaffelkabeljauw

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van I, II, III en IV

10

 

1,5

 

15,0 %

1,00

9

10

 

FRA

GFB/567-

Gaffelkabeljauw

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van V, VI en VII

960

 

489,5

 

51,0 %

96,00

356

452

 

FRA

GFB/89-

Gaffelkabeljauw

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van VIII en IX

39

 

36,9

 

94,6 %

2,10

15

17

 

FRA

GHL/2A-C46

Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

EU-wateren van IIa en IV; EU-wateren en internationale wateren van VI

176

 

151,6

 

86,1 %

17,60

31

49

 

FRA

HAD/2AC4.

Schelvis

IV; EU-wateren van IIa

671

 

276,4

 

41,2 %

67,10

1 496

1 563

 

FRA

HAD/5BC6A.

Schelvis

EU-wateren van Vb en VIa

151

 

81,7

 

54,1 %

15,10

111

126

 

FRA

HAD/6B1214

Schelvis

EU-wateren en internationale wateren van de ICES-gebieden VIb, XII en XIV

621

 

0,7

 

0,1 %

62,10

413

475

 

FRA

HAD/7X7A34

Schelvis

VIIb-k, VIII, IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1

8 318

 

6 422,2

 

77,2 %

831,80

8 877

9 709

 

FRA

HER/1/2.

Haring

EU-wateren en internationale wateren van I en II

158

 

0,0

 

0,0 %

15,80

951

967

HER/1/2-

FRA

HER/5B6ANB

Haring

EU-wateren en internationale wateren van VIb en VIaN

514

 

498,5

 

97,0 %

15,50

460

476

 

FRA

HER/7G-K.

Haring

VIIg, VIIh, VIIj en VIIk

640

 

636,4

 

99,4 %

3,60

815

819

 

FRA

HKE/2AC4-C

Heek

EU-wateren van IIa en IV

617

 

358,4

 

58,1 %

61,70

248

310

 

FRA

HKE/571214

Heek

VI en VII; EU-wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV

12 425

 

9 629,0

 

77,5 %

1 242,50

14 067

15 310

 

FRA

HKE/8ABDE.

Heek

VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe

14 778

 

10 578,2

 

71,6 %

1 477,80

14 241

15 719

 

FRA

HKE/8C3411

Heek

VIIIc, IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1

571

 

465,4

 

81,5 %

57,10

657

714

 

FRA

JAX/08C.

Horsmakreel

VIIIc

437

 

82,6

 

18,9 %

43,70

390

434

 

FRA

JAX/2AX14-

Horsmakreel

EU-wateren van IIa, IVa, VI, VIIa-c, VIIe-k, VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe; EU-wateren en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV

17 012

 

0,0

 

0,0 %

1 701,20

6 250

7 951

JAX/2A-14

FRA

JAX/4BC7D

Horsmakreel

EU-wateren van IVb, IVc, VIId

2 678

 

1 504,3

 

56,2 %

267,80

1 696

1 964

 

FRA

LEZ/8C3411

Schartongen

VIIIc, IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1

65

 

9,9

 

15,2 %

6,50

50

57

 

FRA

LIN/04.

Leng

EU-wateren van IV

190

 

55,5

 

29,2 %

19,00

135

154

LIN/04-C.

FRA

LIN/05.

Leng

EU-wateren en internationale wateren van V

7

 

1,0

 

14,3 %

0,70

6

7

LIN/05EI.

FRA

LIN/1/2.

Leng

EU-wateren en internationale wateren van I en II

9

 

1,9

 

21,1 %

0,90

8

9

 

FRA

LIN/6X14.

Leng

EU-wateren en internationale wateren van VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV

2 719

 

1 879,4

 

69,1 %

271,90

2 293

2 565

 

FRA

NEP/07.

Langoustine

VII

6 122

 

1 131,5

 

18,5 %

612,20

5 291

5 903

 

FRA

NEP/08C.

Langoustine

VIIIc

27

 

2,1

 

7,8 %

2,70

4

7

 

FRA

NEP/2AC4-C

Langoustine

EU-wateren van IIa en IV

42

 

0,5

 

1,2 %

4,20

36

40

 

FRA

NEP/5BC6.

Langoustine

VI; EU-wateren van Vb

147

 

0,0

 

0,0 %

14,70

111

126

 

FRA

NEP/8ABDE.

Langoustine

VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe

4 318

 

3 562,4

 

82,5 %

431,80

3 665

4 097

 

FRA

ORY/07-

Atlantische slijmkop

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van VII

6

 

0,0

 

0,0 %

0,60

0

1

 

FRA

PLE/07A.

Schol

VIIa

20

 

0,2

 

1,0 %

2,00

18

20

 

FRA

PLE/7BC.

Schol

VIIb en VIIc

18

 

6,5

 

36,1 %

1,80

16

18

 

FRA

PLE/7DE.

Schol

VIId en VIIe

2 177

 

2 163,0

 

99,4 %

14,00

2 545

2 559

 

FRA

PLE/7FG.

Schol

VIIf en VIIg

142

 

135,8

 

95,6 %

6,20

101

107

 

FRA

POK/561.214

Koolvis

VI; EU-wateren en internationale wateren van Vb; EU-wateren en internationale wateren van XII en XIV

6 539

 

2 011,4

 

30,8 %

653,90

5 393

6 047

POK/56-14

FRA

RNG/1245A-

Grenadiervis

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van I, II, IV en Va

12

 

3,1

 

25,8 %

1,20

9

10

RNG/124-

FRA

RNG/5B67-

Grenadiervis

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van Vb, VI en VII

3 102

 

1 514,1

 

48,8 %

310,20

2 409

2 719

 

FRA

RNG/8X14-

Grenadiervis

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van VIII, IX, XII en XIV

191

 

2,1

 

1,1 %

19,10

151

170

 

FRA

SOL/07D.

Tong

VIId

2 595

 

2 398,8

 

92,4 %

196,20

2 613

2 809

 

FRA

SOL/07E.

Tong

VIIe

259

 

252,8

 

97,6 %

6,20

267

273

 

FRA

SOL/24.

Tong

EU-wateren van II en IV

917

 

621,2

 

67,7 %

91,70

234

326

SOL/24-C.

FRA

SOL/7FG.

Tong

VIIf en VIIg

69

 

44,7

 

64,8 %

6,90

78

85

 

FRA

SOL/8AB.

Tong

VIIIa en b

4 857

 

4 268,6

 

87,9 %

485,70

3 895

4 381

 

FRA

SRX/07D.

Roggen

EU-wateren van VIId

670

 

601,3

 

89,7 %

67,00

670

737

 

FRA

SRX/2AC4-C

Roggen

EU-wateren van IIa en IV

99

 

91,8

 

92,7 %

7,20

37

44

 

FRA

SRX/67AKXD

Roggen

EU-wateren van VIa, VIb, VIIa-c en VIIe-k

5 599

 

4 332,9

 

77,4 %

559,90

4 612

5 172

 

FRA

SRX/89-C.

Roggen

EU-wateren van VIII en IX

2 190

 

1 560,7

 

71,3 %

219,00

1 760

1 979

 

FRA

USK/04-C.

Torsk

EU-wateren van IV

37

 

8,3

 

22,4 %

3,70

37

41

 

FRA

USK/1214EI

Torsk

EU-wateren en internationale wateren van I, II en XIV

7

 

5,4

 

77,1 %

0,70

6

7

 

FRA

WHB/1X14

Blauwe wijting

EU-wateren en internationale wateren van I, II, III, IV, V, VI, VII en VIIIa VIIIb, VIIId, VIIIe, XII en XIV

11 217

 

10 000,0

 

89,2 %

1 121,70

1 067

2 189

 

FRA

WHG/07A.

Wijting

VIIa

6

 

1,5

 

25,0 %

0,60

4

5

 

FRA

WHG/561.214

Wijting

VI; EU-wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV

59

 

4,2

 

7,1 %

5,90

39

45

WHG/56-14

FRA

WHG/7X7A.

Wijting

VIIb, VIIc, VIId, VIIe, VIIf, VIIg, VIIh en VIIk

9 679

 

8 862,8

 

91,6 %

816,20

9 726

10 542

WHG/7X7A-C

NED

ANF/07.

Zeeduivel

VII

195

 

5,4

 

2,8 %

19,50

386

406

 

NED

COD/07D

Kabeljauw

VIId

54

 

11,3

 

20,9 %

5,40

39

44

 

NED

HAD/2AC4.

Schelvis

IV; EU-wateren van IIa

50

 

43,2

 

86,4 %

5,00

147

152

 

NED

HAD/7X7A34

Schelvis

VIIb-k, VIII, IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1

5

 

0,4

 

8,0 %

0,50

0

1

 

NED

HER/1/2.

Haring

EU-wateren en internationale wateren van I en II

24 829

10 619

24 698,1

10 619

99,5 %

130,90

7 886

8 017

HER/1/2-

NED

HER/5B6ANB.

Haring

EU-wateren en internationale wateren van Vb, VIb en VIaN

3 376

 

3 221,6

 

95,4 %

154,40

2 432

2 586

 

NED

HER/7G-K.

Haring

VIIg, h, j, k

510

 

491,3

 

96,3 %

18,70

815

834

 

NED

HKE/2AC4-C

Heek

EU-wateren van IIa en IV

69

 

60,4

 

87,5 %

6,90

64

71

 

NED

HKE/571214

Heek

VI en VII; EU-wateren en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV

183

6

181,8

 

96,1 %

7,20

183

190

 

NED

HKE/8ABDE

Heek

VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe

20

 

1,5

6

37,5 %

2,00

18

20

 

NED

JAX/2AX14-

Horsmakreel

EU-wateren van IIa, IVa, VI, VIIa-c, VIIe-k, VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe; EU-wateren en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV

66 185

 

62 343,3

 

94,2 %

3 841,70

48 719

52 561

JAX/2A-14

NED

JAX/4BC7D.

Horsmakreel

EU-wateren van IVb, IVc and VIId

27 257

 

16 202,4

 

59,4 %

2 725,70

12 310

15 036

 

NED

LIN/04.

Leng

EU-wateren van IV

6

 

0,8

 

13,3 %

0,60

5

6

LIN/04-C.

NED

LIN/6X14.

Leng

EU-wateren en internationale wateren van VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV

5

 

0,2

 

4,0 %

0,50

 

1

 

NED

NEP/2AC4-C

Langoustine

EU-wateren van IIa en IV

921

 

709,4

 

77,0 %

92,10

631

723

 

NED

PLE/07A.

Schol

VIIa

14

 

0,0

 

0,0 %

1,40

13

14

 

NED

PLE/7DE.

Schol

VIId en VIIe

38

 

12,4

 

32,6 %

3,80

 

4

 

NED

PLE/7HJK.

Schol

VIIh, VIIj en VIIk

16

 

0,0

 

0,0 %

1,60

46

48

 

NED

PRA/2AC4-C

Noordse garnaal

EU-wateren van IIa en IV

33

 

0,0

 

0,0 %

3,30

25

28

 

NED

SOL/24.

Tong

EU-wateren van II en IV

10 142

 

8 736,4

 

86,1 %

1 014,20

10 571

11 585

SOL/24-C.

NED

SOL/3A/BCD

Tong

IIIa; EU-wateren van IIIbcd

34

 

3,6

 

10,6 %

3,40

68

71

 

NED

SRX/07D.

Roggen

EU-wateren van VIId

12

 

0,7

 

5,8 %

1,20

4

5

 

NED

SRX/2AC4-C

Roggen

EU-wateren van IIa en IV

396

 

393,3

 

99,3 %

2,70

201

204

 

NED

SRX/67AKXD

Roggen

EU-wateren van VIa, VIb, VIIa-c en VIIe-k

5

 

0,0

 

0,0 %

0,50

4

5

 

NED

WHB/1X14

Blauwe wijting

EU-wateren en internationale wateren van I, II, III, IV, V, VI VII, VIIIa, VIIIb, VIIId, VIIe, XII en XIV

36 159

 

33 911,6

11,5

93,8 %

2 235,90

1 869

4 105

 

NED

WHG/7X7A.

Wijting

VIIb, VIIc, VIId, VIIe, VIIf, VIIg, VIIh en VIIk

437

 

102,8

 

23,5 %

43,70

79

123

WHG/7X7A-C

PRT

ANE/9/3411

Ansjovis

IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1

4 174

 

129,8

 

3,1 %

417,40

3 965

4 382

 

PRT

BSF/C3412-

Zwarte haarstaartvis

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van CECAF 34.1.2

4 714

 

1 860,0

 

39,5 %

471,40

4 071

4 542

 

PRT

GFB/1012-

Gaffelkabeljauw

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van X en XII

40

 

13,8

 

34,5 %

4,00

36

40

 

PRT

HKE/8C3411

Heek

VIIIc, IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1

2 777

 

2 419,0

 

87,1 %

277,70

3 194

3 472

 

PRT

JAX/08C.

Horsmakreel

VIIIc

2 468

 

809,4

 

32,8 %

246,80

2 226

2 473

 

PRT

JAX/09.

Horsmakreel

IX

25 425

 

14 040,8

 

55,2 %

2 542,50

21 931

24 474

 

PRT

NEP/9/3411

Langoustine

IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1

251

 

150,1

 

59,8 %

25,10

227

252

 

PRT

SBR/09-

Zeebrasem

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van IX

186

 

116,3

 

62,5 %

18,60

166

185

 

PRT

SBR/10-

Zeebrasem

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van X

1 125

 

684,2

 

60,8 %

112,50

1 116

1 229

 

PRT

SRX/89-C.

Roggen

EU-wateren van VIII en IX

1 628

 

1 476,3

 

90,7 %

151,70

1 426

1 578

 

PRT

WHB/8C3 411

Blauwe wijting

VIIIc, IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1

2 774

 

1 541,3

 

55,6 %

277,40

206

483

 

FIN

HER/30/31.

Haring

Deelsectoren 30-31

92 295

 

59 242,2

 

64,2 %

9 229,50

85 568

94 798

 

SWE

COD/03AS.

Kabeljauw

Kattegat

161

 

40,6

 

25,2 %

16,10

70

86

 

SWE

HAD/2AC4.

Schelvis

IV; EU-wateren van IIa

16

 

12,0

 

75,0 %

1,60

136

138

 

SWE

HER/30/31.

Haring

Deelsectoren 30-31

20 278

 

3 182,4

 

15,7 %

2 027,80

18 801

20 829

 

SWE

HKE/3A/BCD

Heek

IIIa; EU-wateren van IIIb, IIIc en IIId

142

 

43,7

 

30,8 %

14,20

130

144

 

SWE

JAX/2AX14-

Horsmakreel

EU-wateren van IIa, IVa, VI, VIIa-c, VIIe-k, VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe; EU-wateren en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV

75

 

2,3

 

3,1 %

7,50

675

683

JAX/2A-14

SWE

JAX/4BC7D

Horsmakreel

EU-wateren van IVb, IVc and VIId

75

 

0,0

 

0,0 %

7,50

75

83

 

SWE

LIN/03.

Leng

EU-wateren van III

21

 

20,5

 

97,6 %

0,50

20

21

LIN/3A/BCD

SWE

LIN/04.

Leng

EU-wateren van IV

11

 

0,5

 

4,5 %

1,10

10

11

LIN/04-C.

SWE

PRA/2AC4-C

Noordse garnaal

EU-wateren van IIa en IV

142

 

0,0

 

0,0 %

14,20

108

122

 

SWE

SOL/3A/BCD

Tong

IIIa; EU-wateren van IIIb, IIIc en IIId

55

 

46,5

 

84,5 %

5,50

27

33

 

SWE

USK/03-C.

Torsk

EU-wateren van III

7

 

2,8

 

40,0 %

0,70

6

7

USK/3A/BCD

SWE

USK/04-C.

Torsk

EU-wateren van IV

6

 

0,0

 

0,0 %

0,60

5

6

 

GBR

ALF/3X14-

Alfonsinos

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV

11

 

1,0

 

9,1 %

1,10

10

11

 

GBR

ANF/07.

Zeeduivel

VII

6 079

 

5 570,6

101,6

93,3 %

406,80

5 807

6 214

 

GBR

BLI/67-

Blauwe leng

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van VI en VII

142

 

135,5

 

95,4 %

6,50

330

337

BLI/5B67-

GBR

BSF/1234-

Zwarte haarstaartvis

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van I, II, III en IV

5

 

0,0

 

0,0 %

0,50

4

5

 

GBR

BSF/56712-

Zwarte haarstaartvis

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van V, VI, VII en XII

80

 

73,3

 

91,6 %

6,70

134

141

 

GBR

COD/07A.

Kabeljauw

VIIa

387

 

283,1

 

73,2 %

38,70

146

185

 

GBR

COD/07D

Kabeljauw

VIId

197

 

111,4

 

56,5 %

19,70

145

165

 

GBR

COD/5B6A-C

Kabeljauw

VIa EU-wateren en internationale wateren van Vb ten oosten van 12o 00 WL

139

 

115,6

 

83,2 %

13,90

110

124

COD/5BE6A

GBR

COD/7XAD34

Kabeljauw

VIIb-c, VIIe-k, VIII, IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1

326

 

280,2

 

86,0 %

32,60

295

328

 

GBR

GFB/1012-

Gaffelkabeljauw

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van X en XII

10

 

0,0

 

0,0 %

1,00

9

10

 

GBR

GFB/1234-

Gaffelkabeljauw

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van I, II, III en IV

15

 

1,3

 

8,7 %

1,50

13

15

 

GBR

GFB/567-

Gaffelkabeljauw

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van V, VI en VII

442

 

249,8

 

56,5 %

44,20

814

858

 

GBR

GHL/2A-C46

Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

EU-wateren van IIa en IV; EU-wateren en internationale wateren van Vb en VI

83

 

82,1

 

98,9 %

0,90

123

124

 

GBR

HAD/2AC4.

Schelvis

IV; EU-wateren van IIa

25 367

 

24 962,1

 

98,4 %

404,90

22 250

22 655

 

GBR

HAD/5BC6A.

Schelvis

EU-wateren van Vb en VIa

2 468

 

2 379,8

 

96,4 %

88,20

1 561

1 649

 

GBR

HAD/6B1214

Schelvis

EU-wateren en internationale wateren van de ICES-gebieden VIb, XII en XIV

4 761

 

2 854,3

 

60,0 %

476,10

3 022

3 498

 

GBR

HAD/7X7A34

Schelvis

VIIb-k, VIII, IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1

944

 

817,8

 

86,6 %

94,40

1 332

1 426

 

GBR

HER/07A/MM.

Haring

VIIa

5 030

 

4 981,1

 

99,0 %

48,90

3 906

3 955

 

GBR

HER/5B6ANB

Haring

EU-wateren en internationale wateren van VIb en VIaN

12 165,7

 

12 068,3

 

99,2 %

97,40

13 145

13 242

 

GBR

HER/7G-K.

Haring

VIIg, VIIh, VIIj en VIIk

14

 

0,5

 

3,6 %

1,40

16

17

 

GBR

HKE/2AC4-C

Heek

EU-wateren van IIa en IV

1 989,4

 

1 896,6

 

95,3 %

92,80

348

441

 

GBR

HKE/571214

Heek

VI en VII; EU-wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV

4 046,6

 

3 604,2

116,1

91,9 %

326,30

5 553

5 879

 

GBR

JAX/2AX14-

Horsmakreel

EU-wateren van IIa, IVa, VI, VIIa-c, VIIe-k, VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe; EU-wateren en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV

15 652

 

14 078,1

 

89,9 %

1 565,20

14 643

16 208

JAX/2A-14

GBR

JAX/4BC7D.

Horsmakreel

EU-wateren van IVb, IVc and VIId

4 396,3

 

1 879,5

 

42,8 %

439,63

4 866

5 306

 

GBR

LIN/03.

Leng

IIIa; EU-wateren van IIIb, IIIc en IIId

8

 

0,0

 

0,0 %

0,80

7

8

LIN/3A/BCD

GBR

LIN/04.

Leng

EU-wateren van IV

2 080

 

1 939,5

 

93,2 %

140,50

1 869

2 010

LIN/04-C.

GBR

LIN/05.

Leng

EU-wateren en internationale wateren van V

7

 

0,3

 

4,3 %

0,70

6

7

LIN/05EI.

GBR

LIN/1/2.

Leng

EU-wateren en internationale wateren van I en II

9

 

1,0

 

11,1 %

0,90

8

9

 

GBR

LIN/6X14.

Leng

EU-wateren en internationale wateren van VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV

2 974

 

2 216,5

 

74,5 %

297,40

2 641

2 938

 

GBR

NEP/07.

Langoustine

VII

8 831

 

7 404,8

 

83,9 %

883,10

7 137

8 020

 

GBR

NEP/2AC4-C

Langoustine

EU-wateren van IIa en IV

22 835

 

18 607,9

 

81,5 %

2 283,50

20 315

22 599

 

GBR

NEP/5BC6.

Langoustine

VI; EU-wateren van Vb

17 907

 

12 045,4

 

67,3 %

1 790,70

13 357

15 148

 

GBR

PLE/07A.

Schol

VIIa

548

 

147,7

 

27,0 %

54,80

491

546

 

GBR

PLE/7DE.

Schol

VIId en VIIe

1 361

 

1 331,9

 

97,9 %

29,10

1 357

1 386

 

GBR

PLE/7FG.

Schol

VIIf en VIIg

60

 

52,2

 

87,0 %

6,00

53

59

 

GBR

PLE/7HJK.

Schol

VIIh, VIIj en VIIk

48

 

34,3

 

71,5 %

4,80

23

28

 

GBR

POK/561.214

Koolvis

VI; EU-wateren en internationale wateren van Vb; EU-wateren en internationale wateren van XII en XIV

3 718

 

3 129,1

 

84,2 %

371,80

3 317

3 689

POK/56-14

GBR

PRA/2AC4-C

Noordse garnaal

EU-wateren van IIa en IV

1 017

 

0,3

 

0,0 %

101,70

792

894

 

GBR

RNG/5B67-

Grenadiervis

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van Vb, VI en VIII

181

 

23,3

 

12,9 %

18,10

141

159

 

GBR

RNG/8X14-

Grenadiervis

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van VIII, IX, X, XII en XIV

17

 

0,0

 

0,0 %

1,70

13

15

 

GBR

SBR/10-

Zeebrasem

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van X

11

 

0,0

 

0,0 %

1,10

10

11

 

GBR

SBR/678-

Zeebrasem

EU-wateren en wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van derde landen vallen, van VI, VII en VIII

15

 

0,0

 

0,0 %

1,50

22

24

 

GBR

SOL/07A.

Tong

VIIa

94

 

11,9

 

12,7 %

9,40

80

89

 

GBR

SOL/07D.

Tong

VIId

913

 

671,5

 

73,5 %

91,30

933

1 024

 

GBR

SOL/07E.

Tong

VIIe

365

 

360,5

 

98,8 %

4,50

418

423

 

GBR

SOL/24.

Tong

EU-wateren van II en IV

1 207

 

936,2

 

77,6 %

120,70

602

723

SOL/24-C.

GBR

SOL/7FG.

Tong

VIIf en VIIg

310

 

176,3

 

56,9 %

31,00

349

380

 

GBR

SRX/07D.

Roggen

EU-wateren van VIId

136

30,5

129,3

 

72,6 %

13,60

133

147

 

GBR

SRX/2AC4-C

Roggen

EU-wateren van IIa en IV

677

 

651,3

 

96,2 %

25,70

903

929

 

GBR

SRX/67AKXD

Roggen

EU-wateren van VIa, VIb, VIIa-c en VIIe-k

3 460

 

1 920,0

30,5

56,4 %

346,00

2 941

3 287

 

GBR

SRX/89-C.

Roggen

EU-wateren van VIII en IX

12

 

0,4

 

3,3 %

1,20

10

11

 

GBR

USK/04-C.

Torsk

EU-wateren van IV

95

 

82,4

 

86,7 %

9,50

80

90

 

GBR

USK/1214EI.

Torsk

EU-wateren en internationale wateren van I, II en XIV

7

 

0,5

 

7,1 %

0,70

6

7

 

GBR

USK/567EI.

Torsk

EU-wateren en internationale wateren van V, VI en VII

61

 

60,5

 

99,2 %

0,50

83

84

 

GBR

WHB/1X14

Blauwe wijting

EU-wateren en internationale wateren van I, II, III, IV, V, VI VII, VIIIa, VIIIb, VIIId, VIIIe, XII en XIV

7 622

 

7 009,2

 

92,0 %

612,80

1 990

2 603

 

GBR

WHG/07A.

Wijting

VIIa

60

 

16,7

 

27,8 %

6,00

46

52

 

GBR

WHG/561.214

Wijting

VI; EU-wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV

304

 

252,8

 

83,2 %

30,40

185

215

WHG/56-14

GBR

WHG/7X7A.

Wijting

VIIb, VIIc, VIId, VIIe, VIIf, VIIg, VIIh en VIIk

1 153

 

815,5

 

70,7 %

115,30

1 740

1 855

WHG/7X7A-C


21.7.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 190/26


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 701/2011 VAN DE COMMISSIE

van 20 juli 2011

tot rectificatie van Verordening (EU) nr. 1004/2010 tot verlaging van bepaalde vangstquota voor 2010 wegens overbevissing in het voorgaande jaar

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeen-schappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (1), en met name artikel 105, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In de bijlage bij Verordening (EU) nr. 1004/2010 van de Commissie (2) moeten twee regels worden gecorrigeerd omdat aanlandingen van Estse schepen in Spanje en Denemarken onjuist zijn opgegeven.

(2)

Verordening (EU) nr. 1004/2010 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gerectificeerd.

(3)

De correcties moeten ingaan op de datum van inwerkingtreding van Verordening (EU) nr. 1004/2010 voor zover deze voordelig zijn voor de betrokken individuen.

(4)

De correcties moeten ingaan op de datum van inwerkingtreding van de onderhavige verordening, voor zover deze de betrokken individuen nadeel berokkenen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De tabel in de bijlage bij Verordening (EU) nr. 1004/2010 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De zevende regel wordt vervangen door:

„EST

RED

N3M

Roodbaars

NAFO 3M

j

1 540,00

0,0

1 540,00

0,0

1 642,76

1 642,76

106,7 %

– 102,7

1 571,00

 

1 468”.

 

2)

De achtste regel:

„EST

SPR

03A.

Sprot

IIIa

j

0,00

0,0

0,00

0,0

0,00

0,00

0,0 %

0,00

0,00

– 150,00

 

150”

wordt geschrapt.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 juli 2011.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.

(2)  PB L 291 van 9.11.2010, blz. 31.


21.7.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 190/28


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 702/2011 VAN DE COMMISSIE

van 20 juli 2011

tot goedkeuring van de werkzame stof prohexadion overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 13, lid 2, en artikel 78, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 80, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1107/2009 is Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (2) van toepassing op werkzame stoffen die zijn opgenomen in de lijst van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 737/2007 van de Commissie van 27 juni 2007 tot vaststelling van de procedure voor de verlenging van de opneming van een eerste groep werkzame stoffen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en tot opstelling van de lijst van die stoffen (3), wat de procedure en de goedkeuringsvoorwaarden betreft. Prohexadion (voorheen prohexadion-calcium) is opgenomen in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 737/2007.

(2)

De goedkeuring van prohexadion, zoals aangegeven in deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (4), verstrijkt op 31 december 2011. Er is een kennisgeving overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 737/2007 binnen de in dat artikel vastgestelde termijn ingediend voor de verlenging van de opneming van prohexadion in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG.

(3)

Die kennisgeving is aanvaardbaar bevonden bij Beschikking 2008/656/EG van de Commissie van 28 juli 2008 inzake de aanvaardbaarheid van de kennisgevingen betreffende de verlenging van de opneming in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van de werkzame stoffen azimsulfuron, azoxystrobin, fluroxypyr, imazalil, kresoxim-methyl, prohexadion en spiroxamine en tot vaststelling van de lijst van betrokken kennisgevers (5).

(4)

De kennisgever heeft de vereiste gegevens overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EG) nr. 737/2007 tezamen met een toelichting wat betreft de relevantie van elke nieuwe ingediende studie binnen de in dat artikel vastgestelde termijn verstrekt.

(5)

De rapporteur-lidstaat heeft in overleg met de corapporteur-lidstaat een beoordelingsverslag opgesteld en op 5 juni 2009 ingediend bij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) en de Commissie. Naast de beoordeling van de werkzame stof omvat dat verslag een lijst van de studies waarop de rapporteur-lidstaat zijn beoordeling heeft gebaseerd.

(6)

De EFSA heeft het beoordelingsverslag voor commentaar aan de kennisgever en de lidstaten toegezonden en de ontvangen opmerkingen naar de Commissie doorgestuurd. De EFSA heeft het beoordelingsverslag ook bekendgemaakt.

(7)

Op verzoek van de Commissie is het beoordelingsverslag door de lidstaten en de EFSA intercollegiaal getoetst. De EFSA heeft haar conclusie over de intercollegiale toetsing van de risicobeoordeling van prohexadion (6) op 12 maart 2010 aan de Commissie voorgelegd. Het evaluatieverslag en de conclusie van de EFSA zijn door de lidstaten en de Commissie in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid onderzocht en op 17 juni 2011 afgerond in de vorm van het evaluatieverslag van de Commissie voor prohexadion.

(8)

Uit de verschillende onderzoeken is gebleken dat mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die prohexadion bevatten, in het algemeen zullen voldoen aan de in artikel 5, lid 1, onder a) en b), van Richtlijn 91/414/EEG gestelde eisen, met name wat betreft de toepassingen die zijn onderzocht en die zijn opgenomen in het evaluatieverslag van de Commissie. Daarom moet prohexadion worden goedgekeurd.

(9)

Er moet worden voorzien in een redelijke termijn voordat de werkzame stof wordt goedgekeurd, zodat de lidstaten en de belanghebbende partijen zich kunnen voorbereiden op de inachtneming van de nieuwe eisen die uit de goedkeuring voortvloeien.

(10)

Onverminderd de verplichtingen uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1107/2009 als gevolg van de goedkeuring en rekening houdend met de specifieke situatie die is ontstaan door de overgang van Richtlijn 91/414/EEG naar Verordening (EG) nr. 1107/2009 is het volgende echter van toepassing. De lidstaten moet een periode van zes maanden na de goedkeuring worden toegestaan om de toelatingen van gewasbeschermingsmiddelen die prohexadion bevatten, opnieuw te onderzoeken. De lidstaten moeten naargelang het geval de toelatingen wijzigen, vervangen of intrekken. In afwijking van die termijn moet een langere termijn worden vastgesteld voor de indiening en evaluatie van de bijwerking van het volledige dossier conform bijlage III, als vastgesteld in Richtlijn 91/414/EEG, voor elk gewasbeschermingsmiddel en elke beoogde toepassing overeenkomstig de uniforme beginselen.

(11)

Uit de ervaring met opnemingen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van werkzame stoffen die in het kader van Verordening (EEG) nr. 3600/92 van de Commissie van 11 december 1992 houdende bepalingen voor de uitvoering van de eerste fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (7) zijn onderzocht, is gebleken dat de uitlegging van de verplichtingen van houders van bestaande toelatingen wat de toegang tot gegevens betreft, tot problemen kan leiden. Om nog meer problemen te voorkomen, moeten de verplichtingen van de lidstaten worden verduidelijkt, en met name de plicht om te verifiëren of de houder van een toelating toegang verschaft tot een dossier dat voldoet aan de voorschriften van bijlage II bij die richtlijn. Deze verduidelijking legt de lidstaten of de houders van toelatingen echter ten opzichte van de tot nu toe goedgekeurde richtlijnen tot wijziging van bijlage I bij die richtlijn of de verordeningen tot goedkeuring van werkzame stoffen geen nieuwe verplichtingen op.

(12)

Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 moet de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(13)

Voor de duidelijkheid moet Richtlijn 2010/56/EU van de Commissie van 20 augustus 2010 tot wijziging van bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG met het oog op de verlenging van de opneming van prohexadion als werkzame stof (8) worden ingetrokken.

(14)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Goedkeuring van de werkzame stof

De werkzame stof prohexadion, als gespecificeerd in bijlage I, wordt goedgekeurd onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden.

Artikel 2

Herbeoordeling van gewasbeschermingsmiddelen

1.   De lidstaten moeten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009, zo nodig, bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die prohexadion als werkzame stof bevatten, uiterlijk op 30 juni 2012 wijzigen of intrekken.

Vóór die datum gaan zij met name na of is voldaan aan de voorwaarden in bijlage I bij deze verordening, met uitzondering van die in deel B van de kolom over de specifieke bepalingen van die bijlage, en of de houder van de toelating in het bezit is van of toegang heeft tot een dossier dat voldoet aan de voorschriften van artikel 13, leden 1 tot en met 4, van Richtlijn 91/414/EEG en artikel 62 van Verordening (EG) nr. 1107/2009.

2.   In afwijking van lid 1 voeren de lidstaten op basis van een dossier conform bijlage III bij Richtlijn 91/414/EEG en rekening houdend met deel B van de kolom over de specifieke bepalingen van bijlage I bij deze verordening, overeenkomstig de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen een nieuwe beoordeling uit voor elk toegelaten gewasbeschermingsmiddel dat prohexadion bevat als enige werkzame stof of als een van een aantal werkzame stoffen die alle uiterlijk op 31 december 2011 in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 zijn opgenomen. Aan de hand van die beoordeling bepalen zij of het gewasbeschermingsmiddel nog steeds voldoet aan de voorwaarden van artikel 29, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1107/2009.

Daarna zorgen de lidstaten ervoor dat:

a)

als prohexadion de enige werkzame stof in het gewasbeschermingsmiddel is, de toelating indien nodig uiterlijk op 31 december 2015 wordt gewijzigd of ingetrokken, of

b)

als het gewasbeschermingsmiddel naast prohexadion nog een of meer andere werkzame stoffen bevat, de toelating indien nodig uiterlijk op 31 december 2015 of, als dat later is, op de datum die voor een dergelijke wijziging of intrekking is vastgesteld in de rechtshandelingen waarbij die stoffen aan bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG zijn toegevoegd of zijn goedgekeurd, wordt gewijzigd of ingetrokken.

Artikel 3

Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

Artikel 4

Intrekking

Richtlijn 2010/56/EU wordt ingetrokken.

Artikel 5

Inwerkingtreding en toepassingsdatum

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2012.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 juli 2011.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

(2)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

(3)  PB L 169 van 29.6.2007, blz. 10.

(4)  PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1.

(5)  PB L 214 van 9.8.2008, blz. 70.

(6)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid; Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance prohexadione on request from the European Commission EFSA Journal 2010; 8(3):1555.

(7)  PB L 366 van 15.12.1992, blz. 10.

(8)  PB L 220 van 21.8.2010, blz. 71.


BIJLAGE I

Benaming, identificatienummers

IUPAC-naam

Zuiverheid (1)

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

Prohexadion

CAS-nr. 127277-53-6 (prohexadion-calcium)

CIPAC-nr. 567 (prohexadion)

Nr. 567 020 (prohexadion-calcium)

3,5-dioxo-4-propionylcyclo-hexaancarbonzuur

≥ 890 g/kg

(uitgedrukt als prohexadion-calcium)

1 januari 2012

31 december 2021

DEEL A

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als plantengroeiregulator.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over prohexadion (met name de aanhangsels I en II), dat op 17 juni 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is afgerond.


(1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.


BIJLAGE II

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In deel A wordt de vermelding betreffende prohexadion geschrapt.

2)

In deel B wordt de volgende vermelding toegevoegd:

 

Benaming, identificatienummers

IUPAC-naam

Zuiverheid (1)

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

„6

Prohexadion

CAS-nr. 127277-53-6 (prohexadion-calcium)

CIPAC-nr. 567 (prohexadion)

Nr. 567 020 (prohexadion-calcium)

3,5-dioxo-4-propionylcyclo-hexaancarbonzuur

≥ 890 g/kg

(uitgedrukt als prohexadion-calcium)

1 januari 2012

31 december 2021

DEEL A

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als plantengroeiregulator.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over prohexadion (met name de aanhangsels I en II), dat op 17 juni 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is afgerond.”.


(1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.


21.7.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 190/33


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 703/2011 VAN DE COMMISSIE

van 20 juli 2011

tot goedkeuring van de werkzame stof azoxystrobin overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 13, lid 2, en artikel 78, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 80, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1107/2009 is Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (2), wat de procedure en de goedkeuringsvoorwaarden betreft, van toepassing op werkzame stoffen die zijn opgenomen in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 737/2007 van de Commissie van 27 juni 2007 tot vaststelling van de procedure voor de verlenging van de opneming van een eerste groep werkzame stoffen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en tot opstelling van de lijst van die stoffen (3). Azoxystrobin is opgenomen in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 737/2007.

(2)

De goedkeuring van azoxystrobin, zoals aangegeven in deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (4), verstrijkt op 31 december 2011. Er is een kennisgeving overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 737/2007 binnen de in dat artikel vastgestelde termijn ingediend voor de verlenging van de opneming van azoxystrobin in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG.

(3)

Die kennisgeving is aanvaardbaar bevonden bij Beschikking 2008/656/EG van de Commissie van 28 juli 2008 inzake de aanvaardbaarheid van de kennisgevingen betreffende de verlenging van de opneming in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van de werkzame stoffen azimsulfuron, azoxystrobin, fluroxypyr, imazalil, kresoxim-methyl, prohexadion-calcium en spiroxamine en tot vaststelling van de lijst van betrokken kennisgevers (5).

(4)

De kennisgever heeft de vereiste gegevens overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EG) nr. 737/2007 tezamen met een toelichting wat betreft de relevantie van elke nieuwe ingediende studie binnen de in dat artikel vastgestelde termijn verstrekt.

(5)

De rapporteur-lidstaat heeft in overleg met de corapporteur-lidstaat een beoordelingsverslag opgesteld en dat op 10 juni 2009 ingediend bij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) en de Commissie. Naast de beoordeling van de werkzame stof omvat dat verslag een lijst van de studies waarop de als rapporteur optredende lidstaat zijn evaluatie heeft gebaseerd.

(6)

De EFSA heeft het beoordelingsverslag voor commentaar aan de kennisgever en de lidstaten toegezonden en de ontvangen opmerkingen naar de Commissie doorgestuurd. De EFSA heeft het beoordelingsverslag ook bekendgemaakt.

(7)

Op verzoek van de Commissie is het beoordelingsverslag door de lidstaten en de EFSA intercollegiaal getoetst. De EFSA heeft haar conclusie over de intercollegiale toetsing van de risicobeoordeling van azoxystrobin (6) op 12 maart 2010 aan de Commissie voorgelegd. Het beoordelingsverslag en de conclusie van de EFSA zijn door de lidstaten en de Commissie in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid onderzocht en op 17 juni 2011 afgerond in de vorm van het evaluatieverslag van de Commissie voor azoxystrobin.

(8)

Uit de verschillende onderzoeken is gebleken dat mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die azoxystrobin bevatten, in het algemeen zullen blijven voldoen aan de in artikel 5, lid 1, onder a) en b), van Richtlijn 91/414/EEG vastgestelde voorschriften, met name wat betreft de toepassingen die zijn onderzocht en die zijn opgenomen in het evaluatieverslag van de Commissie. Daarom moet azoxystrobin worden goedgekeurd.

(9)

Overeenkomstig artikel 13, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 in samenhang met artikel 6 daarvan en in het licht van de huidige wetenschappelijke en technische kennis is het echter nodig dat bepaalde voorwaarden en beperkingen worden opgenomen, waarin bij de eerste opneming in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG niet was voorzien.

(10)

Op grond van het evaluatieverslag, waarin wordt aangegeven dat voor de werkzame stof azoxystrobin waarvan kennis is gegeven door de belangrijkste indiener van gegevens de productiegerelateerde onzuiverheid tolueen van toxicologisch belang is, moet echter een maximumgehalte van 2 g/kg voor die onzuiverheid in het technische materiaal worden vastgesteld.

(11)

Uit de ingediende nieuwe gegevens blijkt dat azoxystrobin risico's voor in het water levende organismen kan veroorzaken. Onverminderd de conclusie dat azoxystrobin moet worden goedgekeurd, is het met name nodig dat verdere bevestigende informatie wordt verlangd.

(12)

Er moet worden voorzien in een redelijke termijn voordat de werkzame stof wordt goedgekeurd, zodat de lidstaten en de belanghebbende partijen zich kunnen voorbereiden op de inachtneming van de nieuwe eisen die uit de goedkeuring voortvloeien.

(13)

Onverminderd de verplichtingen uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1107/2009 als gevolg van de goedkeuring en rekening houdend met de specifieke situatie die is ontstaan door de overgang van Richtlijn 91/414/EEG naar Verordening (EG) nr. 1107/2009 is het volgende echter van toepassing. De lidstaten moet een periode van zes maanden na de goedkeuring worden toegestaan om de toelatingen van gewasbeschermingsmiddelen die azoxystrobin bevatten, opnieuw te onderzoeken. De lidstaten moeten naargelang het geval de toelatingen wijzigen, vervangen of intrekken. In afwijking van die termijn moet een langere termijn worden vastgesteld voor de indiening en evaluatie van de bijwerking van het volledige dossier conform bijlage III, als vastgesteld in Richtlijn 91/414/EEG, voor elk gewasbeschermingsmiddel en elke beoogde toepassing overeenkomstig de uniforme beginselen.

(14)

Uit de ervaring met opnemingen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van werkzame stoffen die in het kader van Verordening (EEG) nr. 3600/92 van de Commissie van 11 december 1992 houdende bepalingen voor de uitvoering van de eerste fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (7) zijn onderzocht, is gebleken dat de uitlegging van de verplichtingen van houders van bestaande toelatingen wat de toegang tot gegevens betreft, tot problemen kan leiden. Om nog meer problemen te voorkomen, moeten de verplichtingen van de lidstaten worden verduidelijkt, en met name de plicht om te verifiëren of de houder van een toelating toegang verschaft tot een dossier dat voldoet aan de voorschriften van bijlage II bij die richtlijn. Deze verduidelijking legt de lidstaten of de houders van toelatingen echter ten opzichte van de tot nu toe goedgekeurde richtlijnen tot wijziging van bijlage I bij die richtlijn of de verordeningen tot goedkeuring van werkzame stoffen geen nieuwe verplichtingen op.

(15)

Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 moet de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(16)

Voor de duidelijkheid moet Richtlijn 2010/55/EU van de Commissie van 20 augustus 2010 tot wijziging van bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG met het oog op de verlenging van de opneming van azoxystrobin als werkzame stof (8) worden ingetrokken.

(17)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Goedkeuring van de werkzame stof

De werkzame stof azoxystrobin, als gespecificeerd in bijlage I, wordt goedgekeurd onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden.

Artikel 2

Herbeoordeling van gewasbeschermingsmiddelen

1.   De lidstaten moeten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009, zo nodig, bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die azoxystrobin als werkzame stof bevatten, uiterlijk op 30 juni 2012 wijzigen of intrekken.

Vóór die datum gaan zij met name na of is voldaan aan de voorwaarden in bijlage I bij deze verordening, met uitzondering van die in deel B van de kolom over de specifieke bepalingen van die bijlage, en of de houder van de toelating in het bezit is van of toegang heeft tot een dossier dat voldoet aan de voorschriften van artikel 13, leden 1 tot en met 4, van Richtlijn 91/414/EEG en artikel 62 van Verordening (EG) nr. 1107/2009.

2.   In afwijking van lid 1 voeren de lidstaten op basis van een dossier conform bijlage III bij Richtlijn 91/414/EEG en rekening houdend met deel B van de kolom over de specifieke bepalingen van bijlage I bij deze verordening, overeenkomstig de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen een nieuwe beoordeling uit voor elk toegelaten gewasbeschermingsmiddel dat azoxystrobin bevat als enige werkzame stof of als een van een aantal werkzame stoffen die alle uiterlijk op 31 december 2011 in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 zijn opgenomen. Aan de hand van die beoordeling bepalen zij of het gewasbeschermingsmiddel nog steeds voldoet aan de voorwaarden van artikel 29, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1107/2009.

Daarna zorgen de lidstaten ervoor dat:

a)

als azoxystrobin de enige werkzame stof in het gewasbeschermingsmiddel is, de toelating indien nodig uiterlijk op 31 december 2015 wordt gewijzigd of ingetrokken, of

b)

als het gewasbeschermingsmiddel naast azoxystrobin nog één of meer andere werkzame stoffen bevat, de toelating indien nodig uiterlijk op 31 december 2015 of, als dat later is, op de datum die voor een dergelijke wijziging of intrekking is vastgesteld in de rechtshandelingen waarbij die stoffen aan bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG zijn toegevoegd of zijn goedgekeurd, wordt gewijzigd of ingetrokken.

Artikel 3

Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

Artikel 4

Intrekking

Richtlijn 2010/55/EU wordt ingetrokken.

Artikel 5

Inwerkingtreding en toepassingsdatum

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2012.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 juli 2011.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

(2)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

(3)  PB L 169 van 29.6.2007, blz. 10.

(4)  PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1.

(5)  PB L 214 van 9.8.2008, blz. 70.

(6)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid; Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance azoxystrobin. EFSA Journal 2010; 8(4):15421542. [110 blz.]. doi:10.2903/j.efsa.2010.1542. Online te vinden op: www.efsa.europa.eu

(7)  PB L 366 van 15.12.1992, blz. 10.

(8)  PB L 220 van 21.8.2010, blz. 67.


BIJLAGE I

Benaming, identificatienummers

IUPAC-naam

Zuiverheid (1)

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

Azoxystrobin

CAS-nr. 131860-33-8

CIPAC-nr. 571

methyl-(E)-2-{2-[6-(2-cyaanfenoxy)pyrimidine-4-yloxy]fenyl}-3-methoxyacrylaat

≥ 930 g/kg

Maximumgehalte tolueen 2 g/kg

Maximumgehalte Z-isomeer 25 g/kg

1 januari 2012

31 december 2021

DEEL A

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over azoxystrobin (met name de aanhangsels I en II), dat op 17 juni 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is afgerond.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

1.

het feit dat de specificatie van het technische materiaal, zoals commercieel vervaardigd, bevestigd en met passende analytische gegevens onderbouwd moet worden. Het in de toxiciteitsdossiers gebruikte testmateriaal moet worden vergeleken met deze specificatie van het technische materiaal en aan de hand daarvan worden gecontroleerd;

2.

de mogelijkheid van de verontreiniging van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt toegepast in regio's met kwetsbare bodem- en of klimaatomstandigheden;

3.

de bescherming van in het water levende organismen.

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden zo nodig risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten verzoeken om indiening van bevestigende informatie wat betreft de risicobeoordeling voor het grondwater en in het water levende organismen.

De kennisgever moet deze informatie uiterlijk op 31 december 2013 bij de lidstaten, de Commissie en de EFSA indienen.


(1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.


BIJLAGE II

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In deel A wordt de vermelding betreffende azoxystrobin geschrapt.

2)

In deel B wordt de volgende vermelding toegevoegd:

 

Benaming, Identificatienummers

IUPAC-naam

Zuiverheid (1)

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

„4

Azoxystrobin

CAS-nr. 131860-33-8

CIPAC-nr. 571

methyl-(E)-2-{2-[6-(2-cyaanfenoxy)pyrimidine-4-yloxy]fenyl}-3-methoxyacrylaat

≥ 930 g/kg

Maximumgehalte tolueen 2 g/kg

Maximumgehalte Z-isomeer 25 g/kg

1 januari 2012

31 december 2021

DEEL A

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over azoxystrobin (met name de aanhangsels I en II), dat op 17 juni 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is afgerond.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

1.

het feit dat de specificatie van het technische materiaal, zoals commercieel vervaardigd, bevestigd en met passende analytische gegevens onderbouwd moet worden. Het in de toxiciteitsdossiers gebruikte testmateriaal moet worden vergeleken met deze specificatie van het technische materiaal en aan de hand daarvan worden gecontroleerd;

2.

de mogelijkheid van de verontreiniging van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt toegepast in regio's met kwetsbare bodem- en of klimaatomstandigheden;

3.

de bescherming van in het water levende organismen.

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden zo nodig risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten verzoeken om indiening van bevestigende informatie wat betreft de risicobeoordeling voor het grondwater en in het water levende organismen.

De kennisgever moet deze informatie uiterlijk op 31 december 2013 bij de lidstaten, de Commissie en de EFSA indienen.”.


(1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.


21.7.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 190/38


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 704/2011 VAN DE COMMISSIE

van 20 juli 2011

tot goedkeuring van de werkzame stof azimsulfuron overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 13, lid 2, en artikel 78, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 80, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1107/2009 is Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (2), wat de procedure en de goedkeuringsvoorwaarden betreft, van toepassing op werkzame stoffen die zijn opgenomen in de lijst van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 737/2007 van de Commissie van 27 juni 2007 tot vaststelling van de procedure voor de verlenging van de opneming van een eerste groep werkzame stoffen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en tot opstelling van de lijst van die stoffen (3). Azimsulfuron is opgenomen in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 737/2007.

(2)

De goedkeuring van azimsulfuron, zoals aangegeven in deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (4), verstrijkt op 31 december 2011. Er is een kennisgeving overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 737/2007 binnen de in dat artikel vastgestelde termijn ingediend voor de verlenging van de opneming van azimsulfuron in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG.

(3)

Die kennisgeving is aanvaardbaar bevonden bij Beschikking 2008/656/EG van de Commissie van 28 juli 2008 inzake de aanvaardbaarheid van de kennisgevingen betreffende de verlenging van de opneming in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van de werkzame stoffen azimsulfuron, azoxystrobin, fluroxypyr, imazalil, kresoxim-methyl, prohexadion-calcium en spiroxamine en tot vaststelling van de lijst van betrokken kennisgevers (5).

(4)

De kennisgever heeft de vereiste gegevens overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EG) nr. 737/2007 tezamen met een toelichting wat betreft de relevantie van elke nieuwe ingediende studie binnen de in dat artikel vastgestelde termijn verstrekt.

(5)

De rapporteur-lidstaat heeft in overleg met de corapporteur-lidstaat een beoordelingsverslag opgesteld en op 1 juni 2009 ingediend bij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) en de Commissie. Naast de beoordeling van de werkzame stof omvat dat verslag een lijst van de studies waarop de rapporteur-lidstaat zijn beoordeling heeft gebaseerd.

(6)

De EFSA heeft het beoordelingsverslag voor commentaar aan de kennisgever en de lidstaten toegezonden en de ontvangen opmerkingen naar de Commissie doorgestuurd. De EFSA heeft het beoordelingsverslag ook bekendgemaakt.

(7)

Op verzoek van de Commissie is het beoordelingsverslag door de lidstaten en de EFSA intercollegiaal getoetst. De EFSA heeft haar conclusie over de intercollegiale toetsing van de risicobeoordeling van azimsulfuron (6) op 12 maart 2010 aan de Commissie voorgelegd. Het beoordelingsverslag en de conclusie van de EFSA zijn door de lidstaten en de Commissie in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid onderzocht en op 17 juni 2011 afgerond in de vorm van het evaluatieverslag van de Commissie voor azimsulfuron.

(8)

Uit de verschillende onderzoeken is gebleken dat mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die azimsulfuron bevatten, in het algemeen zullen voldoen aan de in artikel 5, lid 1, onder a) en b), van Richtlijn 91/414/EEG vastgestelde voorschriften, met name wat betreft de toepassingen die zijn onderzocht en die zijn opgenomen in het evaluatieverslag van de Commissie. Daarom moet azimsulfuron worden goedgekeurd.

(9)

Overeenkomstig artikel 13, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 in samenhang met artikel 6 en in het licht van de huidige wetenschappelijke en technische kennis is het echter nodig dat bepaalde voorwaarden en beperkingen worden opgenomen, waarin bij de eerste opneming in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG niet was voorzien.

(10)

Op grond van het evaluatieverslag waarin wordt aangegeven dat de productiegerelateerde onzuiverheid fenol van toxicologisch belang is, moet echter een maximumgehalte van 2 g/kg voor die onzuiverheid in het technische materiaal worden vastgesteld.

(11)

Uit de ingediende nieuwe gegevens blijkt dat azimsulfuron en de afbraakproducten daarvan door fotolyse in water risico’s voor in het water levende organismen kunnen veroorzaken. Onverminderd de conclusie dat azimsulfuron moet worden goedgekeurd, is het met name nodig dat verdere bevestigende informatie wordt verlangd.

(12)

Er moet worden voorzien in een redelijke termijn voordat de werkzame stof wordt goedgekeurd, zodat de lidstaten en de belanghebbende partijen zich kunnen voorbereiden op de inachtneming van de nieuwe eisen die uit de goedkeuring voortvloeien.

(13)

Onverminderd de verplichtingen uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1107/2009 als gevolg van de goedkeuring en rekening houdend met de specifieke situatie die is ontstaan door de overgang van Richtlijn 91/414/EEG naar Verordening (EG) nr. 1107/2009 is het volgende echter van toepassing. De lidstaten moet een periode van zes maanden na de goedkeuring worden toegestaan om de toelatingen van gewasbeschermingsmiddelen die azimsulfuron bevatten, opnieuw te onderzoeken. De lidstaten moeten naargelang het geval de toelatingen wijzigen, vervangen of intrekken. In afwijking van die termijn moet een langere termijn worden vastgesteld voor de indiening en evaluatie van de bijwerking van het volledige dossier conform bijlage III, als vastgesteld in Richtlijn 91/414/EEG, voor elk gewasbeschermingsmiddel en elke beoogde toepassing overeenkomstig de uniforme beginselen.

(14)

Uit de ervaring met opnemingen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van werkzame stoffen die in het kader van Verordening (EEG) nr. 3600/92 van de Commissie van 11 december 1992 houdende bepalingen voor de uitvoering van de eerste fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (7) zijn onderzocht, is gebleken dat de uitlegging van de verplichtingen van houders van bestaande toelatingen wat de toegang tot gegevens betreft, tot problemen kan leiden. Om nog meer problemen te voorkomen, moeten de verplichtingen van de lidstaten worden verduidelijkt, en met name de plicht om te verifiëren of de houder van een toelating toegang verschaft tot een dossier dat voldoet aan de voorschriften van bijlage II bij die richtlijn. Deze verduidelijking legt de lidstaten of de houders van toelatingen echter ten opzichte van de tot nu toe goedgekeurde richtlijnen tot wijziging van bijlage I bij die richtlijn of de verordeningen tot goedkeuring van werkzame stoffen geen nieuwe verplichtingen op.

(15)

Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 moet de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(16)

Voor de duidelijkheid moet Richtlijn 2010/54/EU van de Commissie van 20 augustus 2010 tot wijziging van bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG met het oog op de verlenging van de opneming van azimsulfuron als werkzame stof (8) worden ingetrokken.

(17)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Goedkeuring van de werkzame stof

De werkzame stof azimsulfuron, als gespecificeerd in bijlage I, wordt goedgekeurd onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden.

Artikel 2

Herbeoordeling van gewasbeschermingsmiddelen

1.   De lidstaten moeten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009, zo nodig, bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die azimsulfuron als werkzame stof bevatten, uiterlijk op 30 juni 2012 wijzigen of intrekken.

Vóór die datum gaan zij met name na of is voldaan aan de voorwaarden in bijlage I bij deze verordening, met uitzondering van die in deel B van de kolom over de specifieke bepalingen van die bijlage, en of de houder van de toelating in het bezit is van of toegang heeft tot een dossier dat voldoet aan de voorschriften van artikel 13, leden 1 tot en met 4, van Richtlijn 91/414/EEG en artikel 62 van Verordening (EG) nr. 1107/2009.

2.   In afwijking van lid 1 voeren de lidstaten op basis van een dossier conform bijlage III bij Richtlijn 91/414/EEG en rekening houdend met deel B van de kolom over de specifieke bepalingen van bijlage I bij deze verordening, overeenkomstig de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen een nieuwe beoordeling uit voor elk toegelaten gewasbeschermingsmiddel dat azimsulfuron bevat als enige werkzame stof of als een van een aantal werkzame stoffen die alle uiterlijk op 31 december 2011 in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 zijn opgenomen. Aan de hand van die beoordeling bepalen zij of het gewasbeschermingsmiddel nog steeds voldoet aan de voorwaarden van artikel 29, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1107/2009.

Daarna zorgen de lidstaten ervoor dat:

a)

als azimsulfuron de enige werkzame stof in het gewasbeschermingsmiddel is, de toelating indien nodig uiterlijk op 31 december 2015 wordt gewijzigd of ingetrokken, of

b)

als het gewasbeschermingsmiddel naast azimsulfuron nog één of meer andere werkzame stoffen bevat, de toelating indien nodig uiterlijk op 31 december 2015 of, als dat later is, op de datum die voor een dergelijke wijziging of intrekking is vastgesteld in de rechtshandelingen waarbij die stoffen aan bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG zijn toegevoegd of zijn goedgekeurd, wordt gewijzigd of ingetrokken.

Artikel 3

Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

Artikel 4

Intrekking

Richtlijn 2010/54/EU wordt ingetrokken.

Artikel 5

Inwerkingtreding en toepassingsdatum

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2012.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 juli 2011.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

(2)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

(3)  PB L 169 van 29.6.2007, blz. 10.

(4)  PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1.

(5)  PB L 214 van 9.8.2008, blz. 70.

(6)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid; Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance azimsulfuron. EFSA Journal 2010; 8(3):1554. [61 blz.]. doi:10.2903/j.efsa.2010.1554. Online te vinden op: www.efsa.europa.eu

(7)  PB L 366 van 15.12.1992, blz. 10.

(8)  PB L 220 van 21.8.2010, blz. 63.


BIJLAGE I

Benaming, identificatienummers

IUPAC-naam

Zuiverheid (1)

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

Azimsulfuron

CAS-nr. 120162-55-2

CIPAC-nr. 584

1-(4,6-dimethoxypyrimidine-2-yl)-3-[1-methyl-4-(2-methyl-2H-tetrazool-5-yl)-pyrazool-5-ylsulfonyl]ureum

≥ 980 g/kg

Maximumgehalte van de onzuiverheid fenol 2 g/kg

1 januari 2012

31 december 2021

DEEL A

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Toepassingen vanuit de lucht kunnen niet worden toegestaan.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over azimsulfuron (met name de aanhangsels I en II), dat op 17 juni 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is afgerond.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

1.

de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende planten;

2.

de mogelijkheid van de verontreiniging van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt toegepast in kwetsbare scenario’s en/of klimaatomstandigheden;

3.

de bescherming van in het water levende organismen.

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden zo nodig risicobeperkende maatregelen omvatten (bv. bufferzones, in de rijstteelt minimale wachttijden voor het lozen van het water).

De kennisgever moet bevestigende informatie verstrekken over:

a)

de risicobeoordeling voor in het water levende organismen;

b)

de identificatie van de afbraakproducten bij fotolyse van de stof in water.

De kennisgever moet deze informatie uiterlijk op 31 december 2013 bij de lidstaten, de Commissie en de EFSA indienen.


(1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.


BIJLAGE II

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In deel A wordt de vermelding betreffende azimsulfuron geschrapt.

2)

In deel B wordt de volgende vermelding toegevoegd:

 

Benaming, identificatienummers

IUPAC-naam

Zuiverheid (1)

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

„3

Azimsulfuron

CAS-nr. 120162-55-2

CIPAC-nr. 584

1-(4,6-dimethoxypyrimidine-2-yl)-3-[1-methyl-4-(2-methyl-2H-tetrazool-5-yl)-pyrazool-5-ylsulfonyl]ureum

≥ 980 g/kg

Maximumgehalte van de onzuiverheid fenol 2 g/kg

1 januari 2012

31 december 2021

DEEL A

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Toepassingen vanuit de lucht kunnen niet worden toegestaan.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over azimsulfuron (met name de aanhangsels I en II), dat op 17 juni 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is afgerond.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

1.

de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende planten;

2.

de mogelijkheid van de verontreiniging van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt toegepast in kwetsbare scenario's en/of klimaatomstandigheden;

3.

de bescherming van in het water levende organismen.

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden zo nodig risicobeperkingsmaatregelen omvatten (bv. bufferzones, in de rijstteelt minimale wachttijden voor het lozen van het water).

De kennisgever moet bevestigende informatie verstrekken over:

a)

de risicobeoordeling voor in het water levende organismen;

b)

de identificatie van de afbraakproducten bij fotolyse van de stof in water.

De kennisgever moet deze informatie uiterlijk op 31 december 2013 bij de lidstaten, de Commissie en de EFSA indienen.”


(1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.


21.7.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 190/43


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 705/2011 VAN DE COMMISSIE

van 20 juli 2011

tot goedkeuring van de werkzame stof imazalil overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 13, lid 2, en artikel 78, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 80, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1107/2009 is Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (2) wat de procedure en de goedkeuringsvoorwaarden betreft van toepassing op werkzame stoffen die zijn opgenomen in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 737/2007 van de Commissie van 27 juni 2007 tot vaststelling van de procedure voor de verlenging van de opneming van een eerste groep werkzame stoffen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en tot opstelling van de lijst van die stoffen (3). Imazalil is opgenomen in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 737/2007.

(2)

De goedkeuring van imazalil zoals aangegeven in deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (4) verstrijkt op 31 december 2011. Binnen de in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 737/2007 vastgestelde termijn is een kennisgeving overeenkomstig dat artikel ingediend met het oog op de verlenging van de opneming van imazalil in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG.

(3)

Die kennisgeving is aanvaardbaar bevonden bij Beschikking 2008/656/EG van de Commissie van 28 juli 2008 inzake de aanvaardbaarheid van de kennisgevingen betreffende de verlenging van de opneming in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van de werkzame stoffen azimsulfuron, azoxystrobin, fluroxypyr, imazalil, kresoxim-methyl, prohexadion-calcium en spiroxamine en tot vaststelling van de lijst van betrokken kennisgevers (5).

(4)

De kennisgever heeft de vereiste gegevens overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EG) nr. 737/2007 tezamen met een toelichting wat betreft de relevantie van elke nieuwe ingediende studie binnen de in dat artikel vastgestelde termijn verstrekt.

(5)

De rapporteur-lidstaat heeft in overleg met de corapporteur-lidstaat een beoordelingsverslag opgesteld en dat op 9 juni 2009 ingediend bij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) en de Commissie. Naast de beoordeling van de werkzame stof omvat dat verslag een lijst van de studies waarop de rapporteur-lidstaat zijn beoordeling heeft gebaseerd.

(6)

De EFSA heeft het beoordelingsverslag voor commentaar aan de kennisgever en de lidstaten toegezonden en de ontvangen opmerkingen naar de Commissie doorgestuurd. De EFSA heeft het beoordelingsverslag ook bekendgemaakt.

(7)

Op verzoek van de Commissie is het beoordelingsverslag door de lidstaten en de EFSA intercollegiaal getoetst. De EFSA heeft haar conclusie over de intercollegiale toetsing van de risicobeoordeling van imazalil (6) op 4 maart 2010 aan de Commissie voorgelegd. Het beoordelingsverslag en de conclusie van de EFSA zijn door de lidstaten en de Commissie in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid onderzocht en op 17 juni 2011 afgerond in de vorm van het evaluatieverslag van de Commissie voor imazalil.

(8)

Uit de verschillende onderzoeken is gebleken dat mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die imazalil bevatten, in het algemeen zullen blijven voldoen aan de in artikel 5, lid 1, onder a) en b), van Richtlijn 91/414/EEG vastgestelde voorschriften, met name wat betreft de toepassingen die zijn onderzocht en die zijn opgenomen in het evaluatieverslag van de Commissie. Daarom moet imazalil worden goedgekeurd.

(9)

Overeenkomstig artikel 13, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1107/2009, in samenhang met artikel 6 daarvan, en in het licht van de stand van de wetenschappelijke en technische kennis is het echter noodzakelijk bepaalde niet in de eerste opneming in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG gestelde voorwaarden en beperkingen op te nemen.

(10)

Op grond van het evaluatieverslag, dat een lager zuiverheidsgehalte dan het in deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 vastgestelde gehalte ondersteunt en gezien het feit dat geen toxicologisch of ecotoxicologisch significante onzuiverheden aanwezig zijn, moet het zuiverheidsgehalte worden gewijzigd.

(11)

Uit de ingediende nieuwe gegevens blijkt dat imazalil en de afbraakproducten daarvan in bodem- en oppervlaktewatersystemen risico’s voor bodemmicro-organismen en in het water levende organismen kunnen opleveren; verwaarloosbare blootstelling van het grondwater moet worden bevestigd; er is verder onderzoek nodig naar de aard van de residuen in verwerkte producten. Onverminderd de conclusie dat imazalil moet worden goedgekeurd, is het met name wenselijk nadere bevestigende informatie te verlangen.

(12)

Er moet een redelijke termijn worden vastgesteld voordat goedkeuring wordt verleend, zodat de lidstaten en de belanghebbende partijen zich kunnen voorbereiden op de nieuwe eisen die uit de goedkeuring voortvloeien.

(13)

Onverminderd de verplichtingen uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1107/2009 ten gevolge van de goedkeuring en rekening houdend met de specifieke situatie die is ontstaan door de overgang van Richtlijn 91/414/EEG naar Verordening (EG) nr. 1107/2009, moet echter aan het volgende worden voldaan. De lidstaten moeten na goedkeuring zes maanden de tijd krijgen om de bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die imazalil bevatten, opnieuw te onderzoeken. De lidstaten moeten de bestaande toelatingen al naar het geval wijzigen, vervangen of intrekken. In afwijking van die termijn moet een langere termijn worden vastgesteld voor de indiening en evaluatie van de bijwerking van het volledige dossier conform bijlage III, zoals bepaald in Richtlijn 91/414/EEG, voor elk gewasbeschermingsmiddel en elke beoogde toepassing overeenkomstig de uniforme beginselen.

(14)

Uit de ervaring die is opgedaan met opnemingen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van werkzame stoffen die in het kader van Verordening (EEG) nr. 3600/92 van de Commissie van 11 december 1992 houdende bepalingen voor de uitvoering van de eerste fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (7) zijn onderzocht, is gebleken dat de uitlegging van de verplichtingen van houders van bestaande toelatingen wat de toegang tot gegevens betreft, tot problemen kan leiden. Om nog meer problemen te voorkomen, moeten de verplichtingen van de lidstaten derhalve worden verduidelijkt, en met name de plicht om te verifiëren of de houder van een toelating toegang verschaft tot een dossier dat voldoet aan de voorschriften van bijlage II bij die richtlijn. Deze verduidelijking legt de lidstaten of de houders van toelatingen echter ten opzichte van de tot nu toe goedgekeurde richtlijnen tot wijziging van bijlage I bij die richtlijn of de verordeningen tot goedkeuring van werkzame stoffen geen nieuwe verplichtingen op.

(15)

Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 moet de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(16)

Voor de duidelijkheid moet Richtlijn 2010/57/EU van de Commissie van 26 augustus 2010 tot wijziging van bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG met het oog op de verlenging van de opneming van imazalil als werkzame stof (8) worden ingetrokken.

(17)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Goedkeuring van werkzame stof

De in bijlage I omschreven werkzame stof imazalil wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden goedgekeurd.

Artikel 2

Herbeoordeling van gewasbeschermingsmiddelen

1.   Indien nodig moeten de lidstaten de bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die imazalil als werkzame stof bevatten, uiterlijk op 30 juni 2012 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 wijzigen of intrekken.

Uiterlijk op die datum verifiëren zij met name of aan de voorwaarden van bijlage I bij deze verordening is voldaan, met uitzondering van de voorwaarden in deel B van de tekst betreffende de specifieke bepalingen van die bijlage, en of de houder van de toelating in het bezit is van of toegang heeft tot een dossier dat overeenkomstig de voorwaarden van artikel 13, leden 1 tot en met 4, van Richtlijn 91/414/EEG en artikel 62 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 aan de eisen van bijlage II bij voornoemde richtlijn voldoet.

2.   In afwijking van lid 1 voeren de lidstaten op basis van een dossier conform bijlage III bij Richtlijn 91/414/EEG en rekening houdend met deel B van de tekst betreffende de specifieke bepalingen van bijlage I bij die verordening, overeenkomstig de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen, een nieuwe beoordeling uit voor elk toegelaten gewasbeschermingsmiddel dat imazalil bevat als enige werkzame stof of als een van een aantal werkzame stoffen die alle uiterlijk op 31 december 2011 in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 zijn opgenomen. Aan de hand van die beoordeling bepalen zij of het gewasbeschermingsmiddel voldoet aan de voorwaarden van artikel 29, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1107/2009.

Daarna zorgen de lidstaten ervoor dat:

a)

als imazalil de enige werkzame stof in het gewasbeschermingsmiddel is, de toelating indien nodig uiterlijk op 31 december 2015 wordt gewijzigd of ingetrokken, of

b)

als het gewasbeschermingsmiddel naast imazalil nog één of meer andere werkzame stoffen bevat, de toelating indien nodig uiterlijk op 31 december 2015 of, als dat later is, op de datum die voor een dergelijke wijziging of intrekking is vastgesteld in de rechtshandelingen waarbij die stoffen aan bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG zijn toegevoegd of zijn goedgekeurd, wordt gewijzigd of ingetrokken.

Artikel 3

Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

Artikel 4

Intrekking

Richtlijn 2010/57/EU wordt ingetrokken.

Artikel 5

Inwerkingtreding en toepassingsdatum

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2012.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 juli 2011.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

(2)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

(3)  PB L 169 van 29.6.2007, blz. 10.

(4)  PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1.

(5)  PB L 214 van 9.8.2008, blz. 70.

(6)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid; Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance imazalil on request from the European Commission, EFSA Journal 2010; 8(3):1526.

(7)  PB L 366 van 15.12.1992, blz. 10.

(8)  PB L 225 van 27.8.2010, blz. 5.


BIJLAGE I

Benaming, identificatienummers

IUPAC-naam

Zuiverheid (1)

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

Imazalil

CAS-nr.: 35554-44-0

73790-28-0 (vervangen)

CIPAC-nr.: 335

(RS)-1-(β-allyloxy-2,4-dichloorfenylethyl) imidazool

of

allyl-(RS)-1-(2,4-dichloorfenyl)-2-imidazool-1-ylethylether

≥ 950 g/kg

1 januari 2012

31 december 2021

DEEL A

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over imazalil (met name de aanhangsels I en II), dat op 17 juni 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is afgerond.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

1.

bijzondere aandacht besteden aan het feit dat de specificatie van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd moet worden bevestigd en met passende analytische gegevens worden onderbouwd. Het in de toxiciteitsdossiers gebruikte testmateriaal moet worden vergeleken met deze specificatie van het technische materiaal en aan de hand daarvan worden gecontroleerd;

2.

bijzondere aandacht besteden aan de situatie inzake de acute blootstelling van de consumenten via de voeding met het oog op toekomstige herzieningen van de maximumresidugehalten;

3.

bijzondere aandacht besteden aan de veiligheid van de toedieners en werknemers. De toegelaten gebruiksvoorwaarden moeten de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen en risicobeperkende maatregelen ter vermindering van de blootstelling voorschrijven;

4.

zorgen voor passende afvalbeheerspraktijken voor de behandeling van de afvaloplossing die na de toepassing overblijft, zoals het reinigingswater van het besproeiingssysteem en de verwijdering van het verwerkingsafval. Preventie van accidentele verliezen van de behandelingsoplossing. De lidstaten die toestaan dat het afvalwater in de riolering wordt geloosd, zorgen ervoor dat een plaatselijke risicobeoordeling wordt uitgevoerd;

5.

bijzondere aandacht besteden aan het risico voor in het water levende organismen en bodemmicro-organismen en risico op de lange termijn voor zaadetende vogels en zoogdieren.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De kennisgever moet bevestigende informatie indienen wat betreft:

a)

het afbraaktraject van imazalil in bodem- en oppervlaktewatersystemen;

b)

milieugegevens ter ondersteuning van de beheersmaatregelen die de lidstaten hebben genomen om ervoor te zorgen dat de blootstelling van het grondwater verwaarloosbaar is;

c)

een hydrolysestudie naar de aard van de residuen in verwerkte producten.

De kennisgever moet uiterlijk op 31 december 2013 dergelijke informatie indienen bij de lidstaten, de Commissie en de EFSA.


(1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.


BIJLAGE II

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In deel A wordt de tekst betreffende imazalil geschrapt.

2)

Aan deel B wordt de volgende tekst toegevoegd:

 

Benaming, identificatienummers

IUPAC-naam

Zuiverheid (1)

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

„5

Imazalil

CAS-nr.: 35554-44-0

73790-28-0 (vervangen)

CIPAC-nr.: 335

(RS)-1-(β-allyloxy-2,4-dichloorfenylethyl) imidazool

of

allyl-(RS)-1-(2,4-dichloorfenyl)-2-imidazool-1-ylethylether

≥ 950 g/kg

1 januari 2012

31 december 2021

DEEL A

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over imazalil (met name de aanhangsels I en II), dat op 17 juni 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is afgerond.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

1.

bijzondere aandacht besteden aan het feit dat de specificatie van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd moet worden bevestigd en met passende analytische gegevens worden onderbouwd. Het in de toxiciteitsdossiers gebruikte testmateriaal moet worden vergeleken met deze specificatie van het technische materiaal en aan de hand daarvan worden gecontroleerd;

2.

bijzondere aandacht besteden aan de situatie inzake de acute blootstelling van de consumenten via de voeding met het oog op toekomstige herzieningen van de maximumresidugehalten;

3.

bijzondere aandacht besteden aan de veiligheid van de toedieners en werknemers. De toegelaten gebruiksvoorwaarden moeten de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen en risicobeperkende maatregelen ter vermindering van de blootstelling voorschrijven;

4.

zorgen voor passende afvalbeheerspraktijken voor de behandeling van de afvaloplossing die na de toepassing overblijft, zoals het reinigingswater van het besproeiingssysteem en de verwijdering van het verwerkingsafval. Preventie van accidentele verliezen van de behandelingsoplossing. De lidstaten die toestaan dat het afvalwater in de riolering wordt geloosd, zorgen ervoor dat een plaatselijke risicobeoordeling wordt uitgevoerd;

5.

bijzondere aandacht besteden aan het risico voor in het water levende organismen en bodemmicro-organismen en risico op de lange termijn voor zaadetende vogels en zoogdieren.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De kennisgever moet bevestigende informatie indienen wat betreft:

a)

het afbraaktraject van imazalil in bodem- en oppervlaktewatersystemen;

b)

milieugegevens ter ondersteuning van de beheersmaatregelen die de lidstaten hebben genomen om ervoor te zorgen dat de blootstelling van het grondwater verwaarloosbaar is;

c)

een hydrolysestudie naar de aard van de residuen in verwerkte producten.

De kennisgever moet uiterlijk op 31 december 2013 dergelijke informatie indienen bij de lidstaten, de Commissie en de EFSA.”.


(1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.


21.7.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 190/50


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 706/2011 VAN DE COMMISSIE

van 20 juli 2011

tot goedkeuring van de werkzame stof profoxydim overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 13, lid 2, en artikel 78, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 80, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1107/2009 is Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (2), wat de procedure en de goedkeuringsvoorwaarden betreft, van toepassing op werkzame stoffen waarvoor vóór 14 juni 2011 een besluit is vastgesteld overeenkomstig artikel 6, lid 3, van die richtlijn. Voor profoxydim is bij Beschikking 1999/43/EG van de Commissie (3) aan de voorwaarden van artikel 80, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1107/2009 voldaan.

(2)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft Spanje op 2 april 1998 een aanvraag van BASF SE ontvangen voor opneming van de werkzame stof profoxydim in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 1999/43/EG is bevestigd dat het dossier „volledig” is, dat wil zeggen dat het in beginsel geacht wordt te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij Richtlijn 91/414/EEG

(3)

Voor die werkzame stof zijn de uitwerking op de gezondheid van mens en dier en het milieueffect overeenkomstig artikel 6, leden 2 en 4, van Richtlijn 91/414/EEG beoordeeld voor de door de aanvrager voorgestelde toepassingen. De als rapporteur aangewezen lidstaat heeft op 28 maart 2001 een ontwerpbeoordelingsverslag ingediend.

(4)

Voor profoxydim is het ontwerpbeoordelingsverslag door de lidstaten en de Commissie onderzocht in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid. Het onderzoek is op 17 juni 2011 afgerond met het evaluatieverslag van de Commissie over profoxydim.

(5)

Uit de verschillende onderzoeken is gebleken dat mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die profoxydim bevatten, in het algemeen zullen voldoen aan de in artikel 5, lid 1, onder a) en b), en lid 3, van Richtlijn 91/414/EEG gestelde eisen, met name voor de toepassingen waarvoor zij zijn onderzocht en die zijn opgenomen in het evaluatieverslag van de Commissie. Daarom moet profoxydim worden goedgekeurd.

(6)

Onverminderd de verplichtingen uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1107/2009 als gevolg van de goedkeuring en rekening houdend met de specifieke situatie die is ontstaan door de overgang van Richtlijn 91/414/EEG naar Verordening (EG) nr. 1107/2009 is het volgende echter van toepassing. De lidstaten moet een periode van zes maanden na de goedkeuring worden toegestaan om de toelatingen van gewasbeschermingsmiddelen die profoxydim bevatten, opnieuw te onderzoeken. De lidstaten moeten naargelang het geval de toelatingen wijzigen, vervangen of intrekken. In afwijking van die termijn moet een langere termijn worden vastgesteld voor de indiening en evaluatie van de bijwerking van het volledige dossier conform bijlage III, als vastgesteld in Richtlijn 91/414/EEG, voor elk gewasbeschermingsmiddel en elke beoogde toepassing overeenkomstig de uniforme beginselen.

(7)

Uit de ervaring met opnemingen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van werkzame stoffen die in het kader van Verordening (EEG) nr. 3600/92 van de Commissie van 11 december 1992 houdende bepalingen voor de uitvoering van de eerste fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (4) zijn onderzocht, is gebleken dat de uitlegging van de verplichtingen van houders van bestaande toelatingen wat de toegang tot gegevens betreft, tot problemen kan leiden. Om nog meer problemen te voorkomen, moeten de verplichtingen van de lidstaten worden verduidelijkt, en met name de plicht om te verifiëren of de houder van een toelating toegang verschaft tot een dossier dat voldoet aan de voorschriften van bijlage II bij die richtlijn. Deze verduidelijking legt de lidstaten of de houders van toelatingen echter ten opzichte van de tot nu toe goedgekeurde richtlijnen tot wijziging van bijlage I bij die richtlijn of de verordeningen tot goedkeuring van werkzame stoffen geen nieuwe verplichtingen op.

(8)

Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 moet de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (5) dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

Voor de duidelijkheid moet Richtlijn 2011/14/EU van de Commissie van 24 februari 2011 tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad teneinde profoxydim op te nemen als werkzame stof (6) worden ingetrokken.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Goedkeuring van de werkzame stof

De werkzame stof profoxydim, als gespecificeerd in bijlage I, wordt goedgekeurd onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden.

Artikel 2

Herbeoordeling van gewasbeschermingsmiddelen

1.   De lidstaten moeten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009, zo nodig, bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die profoxydim als werkzame stof bevatten, uiterlijk op 31 januari 2012 wijzigen of intrekken.

Vóór die datum gaan zij met name na of is voldaan aan de voorwaarden in bijlage I bij deze verordening, met uitzondering van die in deel B van de kolom over de specifieke bepalingen van die bijlage, en of de houder van de toelating in het bezit is van of toegang heeft tot een dossier dat voldoet aan de voorschriften van bijlage II bij Richtlijn 91/414/EEG overeenkomstig de voorwaarden van artikel 13, leden 1 tot en met 4, van die richtlijn en artikel 62 van Verordening (EG) nr. 1107/2009.

2.   In afwijking van lid 1 voeren de lidstaten op basis van een dossier conform bijlage III bij Richtlijn 91/414/EEG en rekening houdend met deel B van de kolom over de specifieke bepalingen van bijlage I bij deze verordening, overeenkomstig de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen een nieuwe beoordeling uit voor elk toegelaten gewasbeschermingsmiddel dat profoxydim bevat als enige werkzame stof of als een van een aantal werkzame stoffen die alle uiterlijk op 31 juli 2011 in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 zijn opgenomen. Aan de hand van die beoordeling bepalen zij of het gewasbeschermingsmiddel voldoet aan de voorwaarden van artikel 29, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1107/2009.

Daarna zorgen de lidstaten ervoor dat:

a)

als profoxydim de enige werkzame stof in het gewasbeschermingsmiddel is, de toelating indien nodig uiterlijk op 31 januari 2013 wordt gewijzigd of ingetrokken, of

b)

als het gewasbeschermingsmiddel naast profoxydim nog een of meer andere werkzame stoffen bevat, de toelating indien nodig uiterlijk op 31 januari 2013 of, als dat later is, op de datum die voor een dergelijke wijziging of intrekking is vastgesteld in de rechtshandelingen waarbij die stoffen aan bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG zijn toegevoegd of zijn goedgekeurd, wordt gewijzigd of ingetrokken.

Artikel 3

Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

Artikel 4

Intrekking

Richtlijn 2011/14/EU wordt ingetrokken.

Artikel 5

Inwerkingtreding en toepassingsdatum

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 augustus 2011.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 juli 2011.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

(2)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

(3)  PB L 14 van 19.1.1999, blz. 30.

(4)  PB L 366 van 15.12.1992, blz. 10.

(5)  PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1.

(6)  PB L 51 van 25.2.2011, blz. 16.


BIJLAGE I

 

Benaming, identificatienummers

IUPAC-naam

Zuiverheid (1)

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

 

Profoxydim

CAS-nr. 139001-49-3

CIPAC-nr. 621

2-[(1 E/Z)-[(2 R S)-2-(4-chloorfenoxy) propoxyimino] butyl]-3- hydroxy-5-[(3 R S; 3 S R)-tetrahydro-2 H-thiopyran-3-yl] cyclohex-2-enon

≥ 940 g/kg

1 augustus 2011

31 juli 2021

DEEL A

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide in rijst.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over profoxydim (met name met aanhangsels I en II), dat op 17 juni 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is afgerond.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt toegepast in regio's met kwetsbare bodem- en/of klimaatomstandigheden;

het langetermijnrisico voor niet tot de doelsoorten behorende organismen.

De toelatingsvoorwaarden moeten indien nodig risicobeperkende maatregelen omvatten.


(1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van werkzame stoffen.


BIJLAGE II

In deel B van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt de volgende vermelding toegevoegd:

Nr.

Benaming, identificatienummers

IUPAC-naam

Zuiverheid (1)

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

„2

Profoxydim

CAS-nr. 139001-49-3

CIPAC-nr. 621

2-[(1 E/Z)-[(2 R S)-2-(4-chloorfenoxy)propoxyimino] butyl]-3-hydroxy-5-[(3 R S; 3 S R)-tetrahydro-2 H-thiopyran-3-yl] cyclohex-2-enon

≥ 940 g/kg

1 augustus 2011

31 juli 2021

DEEL A

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over profoxydim (met name de aanhangsels I en II), dat op 17 juni 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is afgerond.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt toegepast in regio's met kwetsbare bodem- en/of klimaatomstandigheden;

het langetermijnrisico voor niet tot de doelsoorten behorende organismen.

De toelatingsvoorwaarden moeten indien nodig risicobeperkende maatregelen omvatten.”


(1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van werkzame stoffen.


21.7.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 190/54


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 707/2011 VAN DE COMMISSIE

van 20 juli 2011

tot vaststelling van het definitieve steunbedrag voor gedroogde voedergewassen voor het verkoopseizoen 2010/2011

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name op artikel 90, onder c), juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 88, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 is het steunbedrag voor gedroogde voedergewassen vastgesteld dat aan de verwerkingsbedrijven moet worden betaald voor ten hoogste de in artikel 89 van die verordening vastgestelde gegarandeerde maximumhoeveelheid.

(2)

Overeenkomstig artikel 33, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 382/2005 van de Commissie van 7 maart 2005 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1786/2003 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen (2) hebben de lidstaten aan de Commissie meegedeeld voor welke hoeveelheden gedroogde voedergewassen het recht op steun voor het verkoopseizoen 2010/2011 is erkend. Uit deze mededelingen blijkt dat de gegarandeerde maximumhoeveelheid voor gedroogde voedergewassen niet is overschreden.

(3)

Het steunbedrag voor gedroogde voedergewassen bedraagt derhalve 33 EUR per ton, zoals is bepaald in artikel 88, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor het verkoopseizoen 2010/2011 wordt het definitieve steunbedrag voor gedroogde voedergewassen vastgesteld op 33 EUR per ton.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 juli 2011.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 61 van 8.3.2005, blz. 4.


21.7.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 190/55


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 708/2011 VAN DE COMMISSIE

van 20 juli 2011

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 21 juli 2011.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 juli 2011.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

AL

49,0

AR

19,4

EC

19,4

MK

41,0

ZZ

32,2

0707 00 05

AR

22,0

TR

105,8

ZZ

63,9

0709 90 70

AR

24,9

TR

110,8

ZZ

67,9

0805 50 10

AR

66,1

TR

62,0

UY

66,8

ZA

77,5

ZZ

68,1

0808 10 80

AR

124,7

BR

79,3

CL

92,2

CN

104,7

NZ

115,6

US

166,9

ZA

99,2

ZZ

111,8

0808 20 50

AR

81,6

CL

93,7

CN

54,5

NZ

149,7

ZA

100,0

ZZ

95,9

0809 10 00

TR

196,3

XS

143,2

ZZ

169,8

0809 20 95

TR

286,5

ZZ

286,5

0809 30

TR

158,2

ZZ

158,2

0809 40 05

BA

55,4

ZZ

55,4


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


21.7.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 190/57


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 709/2011 VAN DE COMMISSIE

van 20 juli 2011

tot vaststelling van de uitvoerrestituties in de sector melk en zuivelproducten

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1), en met name artikel 164, lid 2, en artikel 170, juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 162, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 kan het verschil tussen de prijzen van de in deel XVI van bijlage I bij die verordening bedoelde producten op de wereldmarkt en die in de Unie worden overbrugd door een restitutie bij uitvoer.

(2)

Gelet op de huidige situatie op de markt voor melk en zuivelproducten dienen uitvoerrestituties te worden vastgesteld in overeenstemming met de voorschriften en bepaalde criteria van de artikelen 162, 163, 164, 167 en 169 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

(3)

In artikel 164, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 is bepaald dat de uitvoerrestituties naargelang van de bestemming kunnen worden gedifferentieerd, met name indien dit noodzakelijk is wegens de situatie op de wereldmarkt, de specifieke vereisten van bepaalde markten of de verplichtingen die voortvloeien uit volgens artikel 300 van het Verdrag gesloten overeenkomsten.

(4)

De restituties mogen uitsluitend worden toegekend voor producten die voldoen aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1187/2009 van de Commissie van 27 november 2009 tot vaststelling van specifieke bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad inzake de uitvoercertificaten en de uitvoerrestituties in de sector melk en zuivelproducten (2).

(5)

De momenteel geldende restituties zijn vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 400/2011 van de Commissie (3). Aangezien nieuwe restituties moeten worden vastgesteld, moet die verordening worden ingetrokken.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 164 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde uitvoerrestituties worden voor de in de bijlage bij de onderhavige verordening vastgestelde producten en bedragen toegekend onder de voorwaarden van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1187/2009.

Artikel 2

Verordening (EU) nr. 400/2011 wordt ingetrokken.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op 21 juli 2011.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 juli 2011.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 318 van 4.12.2009, blz. 1.

(3)  PB L 105 van 21.4.2011, blz. 10.


BIJLAGE

Vanaf 21 juli 2011 geldende uitvoerrestituties voor melk en zuivelproducten

Productcode

Bestemming

Meeteenheid

Bedrag van de restitutie

0401 30 31 9100

L20

EUR/100 kg

0,00

0401 30 31 9400

L20

EUR/100 kg

0,00

0401 30 31 9700

L20

EUR/100 kg

0,00

0401 30 39 9100

L20

EUR/100 kg

0,00

0401 30 39 9400

L20

EUR/100 kg

0,00

0401 30 39 9700

L20

EUR/100 kg

0,00

0401 30 91 9100

L20

EUR/100 kg

0,00

0401 30 99 9100

L20

EUR/100 kg

0,00

0401 30 99 9500

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 10 11 9000

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 10 19 9000

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 10 99 9000

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 21 11 9200

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 21 11 9300

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 21 11 9500

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 21 11 9900

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 21 17 9000

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 21 19 9300

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 21 19 9500

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 21 19 9900

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 21 91 9100

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 21 91 9200

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 21 91 9350

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 21 99 9100

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 21 99 9200

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 21 99 9300

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 21 99 9400

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 21 99 9500

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 21 99 9600

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 21 99 9700

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 29 15 9200

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 29 15 9300

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 29 15 9500

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 29 19 9300

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 29 19 9500

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 29 19 9900

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 29 99 9100

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 29 99 9500

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 91 10 9370

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 91 30 9300

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 91 99 9000

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 99 10 9350

L20

EUR/100 kg

0,00

0402 99 31 9300

L20

EUR/100 kg

0,00

0403 90 11 9000

L20

EUR/100 kg

0,00

0403 90 13 9200

L20

EUR/100 kg

0,00

0403 90 13 9300

L20

EUR/100 kg

0,00

0403 90 13 9500

L20

EUR/100 kg

0,00

0403 90 13 9900

L20

EUR/100 kg

0,00

0403 90 33 9400

L20

EUR/100 kg

0,00

0403 90 59 9310

L20

EUR/100 kg

0,00

0403 90 59 9340

L20

EUR/100 kg

0,00

0403 90 59 9370

L20

EUR/100 kg

0,00

0404 90 21 9120

L20

EUR/100 kg

0,00

0404 90 21 9160

L20

EUR/100 kg

0,00

0404 90 23 9120

L20

EUR/100 kg

0,00

0404 90 23 9130

L20

EUR/100 kg

0,00

0404 90 23 9140

L20

EUR/100 kg

0,00

0404 90 23 9150

L20

EUR/100 kg

0,00

0404 90 81 9100

L20

EUR/100 kg

0,00

0404 90 83 9110

L20

EUR/100 kg

0,00

0404 90 83 9130

L20

EUR/100 kg

0,00

0404 90 83 9150

L20

EUR/100 kg

0,00

0404 90 83 9170

L20

EUR/100 kg

0,00

0405 10 11 9500

L20

EUR/100 kg

0,00

0405 10 11 9700

L20

EUR/100 kg

0,00

0405 10 19 9500

L20

EUR/100 kg

0,00

0405 10 19 9700

L20

EUR/100 kg

0,00

0405 10 30 9100

L20

EUR/100 kg

0,00

0405 10 30 9300

L20

EUR/100 kg

0,00

0405 10 30 9700

L20

EUR/100 kg

0,00

0405 10 50 9500

L20

EUR/100 kg

0,00

0405 10 50 9700

L20

EUR/100 kg

0,00

0405 10 90 9000

L20

EUR/100 kg

0,00

0405 20 90 9500

L20

EUR/100 kg

0,00

0405 20 90 9700

L20

EUR/100 kg

0,00

0405 90 10 9000

L20

EUR/100 kg

0,00

0405 90 90 9000

L20

EUR/100 kg

0,00

0406 10 20 9640

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 10 20 9650

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 10 20 9830

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 10 20 9850

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 20 90 9913

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 20 90 9915

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 20 90 9917

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 20 90 9919

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 30 31 9730

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 30 31 9930

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 30 31 9950

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 30 39 9500

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 30 39 9700

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 30 39 9930

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 30 39 9950

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 40 50 9000

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 40 90 9000

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 90 13 9000

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 90 15 9100

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 90 17 9100

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 90 21 9900

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 90 23 9900

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 90 25 9900

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 90 27 9900

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 90 29 9100

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 90 29 9300

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 90 32 9119

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 90 35 9190

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 90 35 9990

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 90 37 9000

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 90 61 9000

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 90 63 9100

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 90 63 9900

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 90 69 9910

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 90 73 9900

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 90 75 9900

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 90 76 9300

L04

EUR/100 kg

0,00

L40

EUR/100 kg

0,00

0406 90 76 9400

L04

EUR/100 kg

0,00