ISSN 1725-2598

doi:10.3000/17252598.L_2011.035.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 35

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

54e jaargang
9 februari 2011


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

BESLUITEN

 

 

2011/65/EU

 

*

Besluit van de Europese Centrale Bank van 11 november 2010 betreffende de jaarrekening van de Europese Centrale Bank (ECB/2010/21)

1

 

 

2011/66/EU

 

*

Besluit van de Europese Centrale Bank van 25 november 2010 inzake de toedeling van monetaire inkomsten van de nationale centrale banken van lidstaten die de euro als munt hebben (ECB/2010/23)

17

 

 

2011/67/EU

 

*

Besluit van de Europese Centrale Bank van 13 december 2010 betreffende de uitgifte van eurobankbiljetten (ECB/2010/29)

26

 

 

RICHTSNOEREN

 

 

2011/68/EU

 

*

Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 11 november 2010 betreffende het juridische kader ten behoeve van de financiële administratie en verslaglegging in het Europees Stelsel van Centrale Banken (ECB/2010/20)

31

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

BESLUITEN

9.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 35/1


BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 11 november 2010

betreffende de jaarrekening van de Europese Centrale Bank

(herschikking)

(ECB/2010/21)

(2011/65/EU)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de „ESCB-statuten”), inzonderheid artikel 26.2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Besluit ECB/2006/17 van 10 november 2006 betreffende de jaarrekening van de Europese Centrale Bank (1) (ECB) is verscheidene malen aanzienlijk gewijzigd. Aangezien verdere wijzigingen moeten worden gemaakt, inzonderheid met betrekking tot het afdekken van renterisico’s, is omwille van de duidelijkheid een herschikking noodzakelijk.

(2)

Richtsnoer ECB/2006/16 van 10 november 2006 betreffende het juridische kader ten behoeve van de financiële administratie en verslaglegging in het Europees Stelsel van centrale banken (2) waar Besluit ECB/2006/17 naar verwijst, is herschikt en ingetrokken bij Richtsnoer ECB/2010/20 van 11 november 2010 betreffende het juridische kader ten behoeve van de financiële administratie en verslaglegging in het Europees Stelsel van centrale banken (3),

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Definities

1.   De in artikel 1 van Richtsnoer ECB/2010/20 gedefinieerde termen hebben in dit besluit dezelfde betekenis.

2.   Overige in dit besluit gebruikte technische termen hebben dezelfde betekenis als in bijlage II bij Richtsnoer ECB/2010/20.

Artikel 2

Toepassingsgebied

De in dit besluit vastgelegde regels zijn van toepassing op de jaarrekening van de ECB, bestaande uit de balans, de posten die buiten de balans in de boeken van de ECB zijn vastgelegd, de winst-en-verliesrekening en de toelichtingen bij de jaarrekening van de ECB.

Artikel 3

Uitgangspunten inzake de financiële administratie

De uitgangspunten inzake de financiële administratie in artikel 3 van Richtsnoer ECB/2010/20 zijn ook voor dit besluit van toepassing.

Artikel 4

Verantwoording van activa en passiva

Financiële of andere activa/passiva worden alleen verantwoord op de balans van de ECB overeenkomstig artikel 4 van Richtsnoer ECB/2010/20.

Artikel 5

Economische en kasbasisbenadering

De in artikel 5 van Richtsnoer ECB/2010/20 bepaalde regels zijn van toepassing op dit besluit.

HOOFDSTUK II

SAMENSTELLING VAN BALANS EN BALANSWAARDERINGSREGELS

Artikel 6

Balansindeling

De indeling van de balans is gebaseerd op het in bijlage I weergegeven schema.

Artikel 7

Voorziening voor wisselkoers-, rente-, krediet- en goudprijsrisico’s

Rekening houdend met de aard van de activiteiten van de ECB, kan de Raad van bestuur een voorziening voor wisselkoers-, rente-, krediet- en goudprijsrisico’s opvoeren op de balans van de ECB. De Raad van bestuur bepaalt de omvang en het gebruik van de voorziening op basis van een met redenen omklede raming van de potentiële risico’s voor de ECB.

Artikel 8

Balanswaarderingsregels

1.   Ten behoeve van de waardering worden de actuele marktkoersen en -prijzen op de balansdatum gebruikt, tenzij anders aangegeven in bijlage I.

2.   De herwaardering van goud, instrumenten in vreemde valuta, effecten m.u.v. effecten geclassificeerd als tot de vervaldag aangehouden en niet-verhandelbare effecten, alsook financiële instrumenten, zowel op de balans als buiten de balans, vindt plaats per jaarultimo tegen het gemiddelde van marktbied- en laatkoersen en -prijzen.

3.   Er wordt voor goud geen onderscheid gemaakt tussen prijs- en valutaherwaarderingsverschillen, maar er wordt één herwaarderingsverschil voor goud bepaald, gebaseerd op de prijs in euro per gewichtseenheid goud berekend aan de hand van de EUR/USD-koers op de driemaandelijkse herwaarderingsdatum. De herwaardering van valuta geschiedt per valutasoort, inclusief transacties binnen en buiten de balans. Ten behoeve van dit artikel, worden aangehouden SDR’s, met inbegrip van voorraden aangewezen individuele deviezen die deel uitmaken van de SDR, als één deelneming behandeld. Herwaardering van waardepapieren geschiedt per fondscode, d.w.z. hetzelfde ISIN-nummer/type. Waardepapieren die aangehouden worden voor monetaire beleidsdoeleinden of onder de posten „Overige financiële activa” of „Diversen” worden opgenomen, worden behandeld als afzonderlijke deelnemingen.

4.   Waardepapieren die ingedeeld zijn als tot de vervaldag aangehouden papieren, worden als afzonderlijke deelnemingen behandeld, gewaardeerd tegen de aanschaffingswaarde verminderd met de afschrijvingen en zijn onderworpen aan bijzondere waardevermindering. Dezelfde behandeling geldt voor niet-verhandelbare waardepapieren. Waardepapieren die ingedeeld zijn als tot de vervaldag aangehouden papieren, kunnen in elk van de volgende omstandigheden voor de vervaldatum worden verkocht:

a)

indien de verkochte hoeveelheid niet significant wordt geacht vergeleken met het totale bedrag van de portefeuille van tot de vervaldatum aangehouden waardepapieren;

b)

indien de waardepapieren worden verkocht in de maand van de vervaldatum;

c)

in uitzonderlijke omstandigheden, zoals een significante verslechtering van de kredietwaardigheid van de emittent, of na een expliciete monetaire beleidsbeslissing van de Raad van bestuur.

Artikel 9

Transacties met wederinkoopverplichting

Transacties met wederinkoopverplichting worden administratief verwerkt overeenkomstig artikel 8 van Richtsnoer ECB/2010/20.

Artikel 10

Verhandelbare waardepapieren

Verhandelbare waardepapieren worden administratief verwerkt overeenkomstig artikel 9 van Richtsnoer ECB/2010/20.

Artikel 11

Afdekken van het renterisico op waardepapieren met derivaten

Het afdekken van het renterisico wordt administratief verwerkt overeenkomstig artikel 10 van Richtsnoer ECB/2010/20.

Artikel 12

Synthetische instrumenten

Synthetische instrumenten worden administratief verwerkt overeenkomstig artikel 11 van Richtsnoer ECB/2010/20.

HOOFDSTUK III

RESULTAATBEPALING

Artikel 13

Resultaatbepaling

1.   De leden 1, 2, 3, 5, en 7 van artikel 13 van Richtsnoer ECB/2010/20 zijn van toepassing op de resultaatbepaling.

2.   Het op specifieke herwaarderingsrekeningen aangehoudene, resulterende uit bijdragen overeenkomstig artikel 48.2 van de ESCB-statuten met betrekking tot centrale banken van lidstaten wier derogatie is ingetrokken, wordt, voordat dergelijke verliezen overeenkomstig artikel 33.2 van de ESCB-statuten worden gedekt, verrekend met ongerealiseerde winsten, indien zij eerdere in de overeenkomstige standaardherwaarderingsrekening geboekte herwaarderingswinsten te boven gaan, zoals vastgelegd in artikel 13, lid 1, onder c), van Richtsnoer ECB/2010/20. Het op specifieke herwaarderingsrekeningen aangehouden goud, de valuta’s en waardepapieren wordt pro rata teruggebracht indien de aangehouden activa worden verminderd.

Artikel 14

Transactiekosten

Artikel 14 van Richtsnoer ECB/2010/20 is van toepassing op dit besluit.

HOOFDSTUK IV

REGELS INZAKE FINANCIËLE ADMINISTRATIE VOOR NIET IN DE BALANS OPGENOMEN INSTRUMENTEN

Artikel 15

Algemene regels

Artikel 15 van Richtsnoer ECB/2010/20 is van toepassing op dit besluit.

Artikel 16

Deviezentermijntransacties

Deviezentermijntransacties worden administratief verwerkt overeenkomstig artikel 16 van Richtsnoer ECB/2010/20.

Artikel 17

Deviezenswaps

Deviezenswaps worden administratief verwerkt overeenkomstig artikel 17 van Richtsnoer ECB/2010/20.

Artikel 18

Futurescontracten

Futurescontracten worden administratief verwerkt overeenkomstig artikel 18 van Richtsnoer ECB/2010/20.

Artikel 19

Renteswaps

Renteswaps worden administratief verwerkt overeenkomstig artikel 19 van Richtsnoer ECB/2010/20. Ongerealiseerde verliezen die aan het eind van het jaar worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, worden in de daaropvolgende jaren afgeschreven volgens de lineaire methode. Bij renteswaps op termijn begint de afschrijving vanaf de valutadatum van de transactie.

Artikel 20

Rentetermijncontracten

Rentetermijncontracten worden administratief verwerkt overeenkomstig artikel 20 van Richtsnoer ECB/2010/20.

Artikel 21

Termijntransacties in effecten

Termijntransacties in effecten worden administratief verwerkt overeenkomstig artikel 21, lid 1, van Richtsnoer ECB/2010/20.

Artikel 22

Opties

Opties worden administratief verwerkt overeenkomstig artikel 22 van Richtsnoer ECB/2010/20.

HOOFDSTUK V

JAARLIJKS GEPUBLICEERDE BALANSEN EN WINST-EN-VERLIESREKENINGEN

Artikel 23

Indelingen

1.   De opstelling en indeling van de gepubliceerde jaarbalans van de ECB komen overeen met de opstelling en indeling in bijlage II.

2.   De opstelling en indeling van de gepubliceerde winst-en-verliesrekening van de ECB komen overeen met de opstelling en indeling in bijlage III.

HOOFDSTUK VI

SLOTBEPALINGEN

Artikel 24

Ontwikkeling, toepassing en interpretatie van de regels

1.   Bij de interpretatie van dit besluit dient rekening te worden gehouden met het hiertoe verrichte voorbereidende werk, de door de Uniewetgeving geharmoniseerde regels inzake waardering en resultaatbepaling en de desbetreffende internationaal aanvaarde standaarden.

2.   Indien een specifieke vorm van administratieve verwerking niet in dit besluit is vastgelegd en bij gebreke van een andersluidend besluit van de Raad van bestuur, volgt de ECB waarderingsgrondslagen in overeenstemming met internationale regels inzake waardering en resultaatbepaling („IAS”) zoals goedgekeurd door de Europese Unie met betrekking tot de activiteiten en rekeningen van de ECB.

Artikel 25

Intrekking

Besluit ECB/2006/17 wordt hierbij ingetrokken. Verwijzingen naar het ingetrokken besluit worden geïnterpreteerd als verwijzingen naar dit besluit en worden gelezen overeenkomstig de concordantietabel in bijlage V.

Artikel 26

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 31 december 2010.

Gedaan te Frankfurt am Main, 11 november 2010.

De president van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  PB L 348 van 11.12.2006, blz. 38.

(2)  PB L 348 van 11.12.2006, blz. 1.

(3)  Zie bladzijde 31 van dit Publicatieblad.


BIJLAGE I

SAMENSTELLING VAN BALANS EN BALANSWAARDERINGSREGELS

NB: De nummering verwijst naar het balansschema in bijlage II.

ACTIVA

Balanspost

Indeling van de balansposten

Waarderingsgrondslag

1

Goud en goudvorderingen

Fysiek goud, d.w.z. baren, munten, platen, klompjes, in voorraad of „nog te ontvangen”. Niet-fysiek goud, zoals direct opvraagbare tegoeden op gouddepositorekeningen (niet-verbijzonderde rekeningen), termijndeposito’s, alsmede goudvorderingen die voortkomen uit één van de volgende transacties: i) op- of afwaarderingen en ii) goudlocatie of swaps gericht op het verkrijgen van fysiek goud met een ander goudgehalte, indien het verschil tussen vrijgave en ontvangst meer dan één werkdag is

Marktwaarde

2

Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

Vorderingen op tegenpartijen buiten het eurogebied, inclusief internationale en supranationale instellingen en centrale banken van buiten het eurogebied luidende in vreemde valuta

 

2.1

Vorderingen op het Internationaal Monetair Fonds (IMF)

a)

Trekkingsrechten binnen de reservepositie (netto)

Nationale quota minus de saldi in euro die ter beschikking staan van het IMF. Rekening nr. 2 van het IMF (eurorekening voor algemene beheerskosten) kan ofwel in deze positie worden opgenomen of onder de post „Verplichtingen jegens niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro”

a)

Trekkingsrechten binnen de reservepositie (netto)

Nominale waarde, omrekening tegen koers op deviezenmarkt

b)

Bijzondere trekkingsrechten

Aangehouden SDR’s (bruto)

b)

Bijzondere trekkingsrechten

Nominale waarde, omrekening tegen koers op deviezenmarkt

c)

Overige vorderingen

Algemene leningsovereenkomsten, leningen krachtens bijzondere leningsovereenkomstenloans, deposito’s in door het IMF beheerde trusts

c)

Overige vorderingen

Nominale waarde, omrekening tegen koers op deviezenmarkt

2.2

Tegoeden bij banken en beleggingen in waardepapieren, externe leningen en overige externe activa

a)

Tegoeden bij banken buiten het eurogebied m.u.v. deze onder actiefpost 11.3 „Andere financiële activa”

Rekeningen-courant, termijndeposito’s, daggeld, repotransacties met wederverkoopverplichting

a)

Tegoeden bij banken buiten het eurogebied

Nominale waarde, omrekening tegen koers op deviezenmarkt

b)

Beleggingen in waardepapieren buiten het eurogebied m.u.v. beleggingen onder de actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”

Promessen en obligaties, wissels, nulcouponobligaties, geldmarktpapier, als een deel van de externe reserves aangehouden effecten, allemaal uitgegeven door niet-ingezetenen van het eurogebied

b)

i)

Verhandelbare papieren m.u.v. tot de vervaldag aangehouden papieren

Marktprijs en koers op de deviezenmarkt

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

ii)

Verhandelbare papieren ingedeeld als tot de vervaldag aangehouden papieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering en koers op de deviezenmarkt

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

iii)

Niet-verhandelbare waardepapieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering en koers op de deviezenmarkt

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

iv)

Verhandelbare waardepapieren

Marktprijs en koers op de deviezenmarkt

c)

Externe leningen (desposito’s) aan niet-ingezetenen van het eurogebied m.u.v. leningen onder de actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”

c)

Externe leningen

Deposito’s tegen nominale waarde, omgerekend tegen koers op deviezenmarkt

d)

Overige externe activa

Bankbiljetten en munten die niet tot het eurogebied behoren

d)

Overige externe activa

Nominale waarde, omrekening tegen koers op deviezenmarkt

3

Vorderingen op ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

a)

Beleggingen in effecten binnen het eurogebied m.u.v. effecten onder de actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”

Promessen en obligaties, wissels, nulcouponobligaties, geldmarktpapier, als een deel van de externe reserves aangehouden effecten, allemaal uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied

a)

i)

Verhandelbare papieren m.u.v. tot de vervaldag aangehouden papieren

Marktprijs en koers op de deviezenmarkt

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

ii)

Verhandelbare papieren ingedeeld als tot de vervaldag aangehouden papieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering en koers op de deviezenmarkt

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

iii)

Niet-verhandelbare waardepapieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering en koers op de deviezenmarkt

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

iv)

Verhandelbare waardepapieren

Marktprijs en koers op de deviezenmarkt

b)

Andere vorderingen op ingezetenen van het eurogebied m.u.v. de vorderingen onder de actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”

Leningen, deposito’s, reverse repo’s, diverse verstrekte leningen

b)

Overige vorderingen

Deposito’s en overige kredietverlening tegen nominale waarde, omgerekend tegen koers op deviezenmarkt

4

Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

 

 

4.1

Tegoeden bij banken, beleggingen in waardepapieren en leningen

a)

Tegoeden bij banken buiten het eurogebied m.u.v. deze onder actiefpost 11.3 „Andere financiële activa”

Rekeningen-courant, termijndeposito’s, daggeld, repotransacties met wederverkoopverplichting in verband met het beheer van waardepapieren, luidende in euro

a)

Tegoeden bij banken buiten het eurogebied

Nominale waarde

b)

Beleggingen in waardepapieren buiten het eurogebied m.u.v. beleggingen onder de actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”

Door niet-ingezetenen van het eurogebied uitgegeven effecten en obligaties, wissels, nulcouponobligaties en geldmarktpapier

b)

i)

Verhandelbare papieren m.u.v. tot de vervaldag aangehouden papieren

Marktprijs

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

ii)

Verhandelbare papieren ingedeeld als tot de vervaldag aangehouden papieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

iii)

Niet-verhandelbare waardepapieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

iv)

Verhandelbare waardepapieren

Marktprijs

c)

Leningen aan niet-ingezetenen van het eurogebied m.u.v. leningen onder de actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”

c)

Leningen buiten het eurogebied

Deposito’s tegen nominale waarde

d)

Waardepapieren uitgegeven door entiteiten buiten het eurogebied m.u.v. papieren onder de actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”

Door supranationale of internationale organisaties, bv. de Europese Investeringsbank, uitgegeven waardepapieren, ongeacht het land van vestiging

d)

i)

Verhandelbare papieren m.u.v. tot de vervaldag aangehouden papieren

Marktprijs

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

ii)

Verhandelbare papieren ingedeeld als tot de vervaldag aangehouden papieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

iii)

Niet-verhandelbare waardepapieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

4.2

Vorderingen uit hoofde van de kredietfaciliteit ingevolge het ERM II

Kredietverlening overeenkomstig de ERM II-voorwaarden

Nominale waarde

5

Kredietverlening aan kredietinstellingen in het eurogebied in verband met monetaire beleidsoperaties, luidende in euro

Posten 5.1 t/m 5.5: transacties overeenkomstig de respectieve monetaire beleidsinstrumenten beschreven in bijlage I bij Richtsnoer ECB/2000/7 van 31 augustus 2000 betreffende monetaire beleidsinstrumenten en procedures van het Eurosysteem (1)

 

5.1

Basis-herfinancieringstransacties

Regelmatige liquiditeitsverruimende transacties met wederinkoopverplichting, met een wekelijkse frequentie en gewoonlijk een looptijd van een week

Nominale waarde of repokostprijs

5.2

Langerlopende herfinancieringstransacties

Regelmatige liquiditeitsverruimende transacties met wederinkoopverplichting, met een maandelijkse frequentie en gewoonlijk een looptijd van drie maanden

Nominale waarde of repokostprijs

5.3

„Fine-tuning”-transacties met wederinkoop

Transacties met wederinkoopverplichting, uitgevoerd op ad-hocbasis met fine-tuning oogmerk

Nominale waarde of repokostprijs

5.4

Structurele transacties met wederinkoop

Transacties met wederinkoopverplichting die de structurele positie van het Eurosysteem t.o.v. de financiële sector beïnvloeden

Nominale waarde of repokostprijs

5.5

Marginale beleningsfaciliteit

Faciliteit voor het verkrijgen van krediet tot de volgende ochtend tegen een van tevoren vastgestelde rentevoet, op onderpand van beleenbare activa (permanente faciliteit)

Nominale waarde of repokostprijs

5.6

Kredieten uit hoofde van margestortingen

Aanvullend krediet voor kredietinstellingen op grond van waardestijgingen van onderliggende activa ten behoeve van ander aan deze kredietinstellingen verleend krediet

Nominale waarde of kostprijs

6

Overige vorderingen op kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro

Rekeningen-courant, termijndeposito’s, daggeld, repotransacties met wederverkoopverplichting in verband met het beheer van effectenportefeuilles onder actiefpost 7 „Waardepapieren van ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro”, waaronder begrepen transacties die het gevolg zijn van de omzetting van de voormalige deviezenreserves van het eurogebied, en overige vorderingen. Correspondentrekeningen bij kredietinstellingen die in het buitenland zijn gevestigd, maar binnen het eurogebied. Overige vorderingen en transacties die niet samenhangen met monetaire beleidstransacties van het Eurosysteem

Nominale waarde of kostprijs

7

Waardepapieren uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

 

 

7.1

Voor doeleinden van monetair beleid aangehouden waardepapieren

Voor doeleinden van monetair beleid aangehouden waardepapieren uitgegeven binnen het eurogebied Voor fine-tuning aangekochte ECB-schuldbewijzen

a)

Verhandelbare papieren m.u.v. tot de vervaldag aangehouden papieren

Marktprijs

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

b)

Verhandelbare papieren ingedeeld als tot de vervaldag aangehouden papieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering (kostprijs wanneer de waardevermindering wordt gedekt door een voorziening onder passiefpost 13 b) „Voorzieningen”)

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

c)

Niet-verhandelbare waardepapieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

7.2

Overige waardepapieren

Effecten m.u.v. de effecten onder actiefpost 7.1 „Voor doeleinden van monetair beleid aangehouden effecten” en onder actiefpost 11.3 „andere financiele activa”: promessen en obligaties, wissels, nulcouponobligaties, geldmarktpapier dat op termijnbasis („outright”) wordt aangehouden, waaronder begrepen overheidsobligaties van vóór de EMU, luidende in euro. Waardepapieren

a)

Verhandelbare papieren m.u.v. tot de vervaldag aangehouden papieren

Marktprijs

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

b)

Verhandelbare papieren ingedeeld als tot de vervaldag aangehouden papieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

c)

Niet-verhandelbare waardepapieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

d)

Verhandelbare waardepapieren

Marktprijs

8

Overheidsschuld, luidende in euro

Vorderingen op overheden van vóór de EMU (niet-verhandelbare waardepapieren, leningen)

Deposito’s/leningen tegen nominale waarde, niet-verhandelbare waardepapieren tegen kostprijs

9

Vorderingen binnen het Eurosysteem

 

 

9.1

Vorderingen ingevolge de uitgifte van ECB-schuldbewijzen

Vorderingen binnen het Eurosysteem jegens NCB’s die voortvloeien uit de uitgifte van ECB-schuldbewijzen

Kostprijs

9.2

Vorderingen uit hoofde van de toedelingen van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem

Vorderingen uit hoofde van de uitgifte van bankbiljetten door de ECB overeenkomstig Besluit ECB/2010/29 van 13 december 2010 betreffende de uitgifte van eurobankbiljetten (2)

Nominale waarde

9.3

Overige vorderingen binnen het Eurosysteem (netto)

Nettopositie van de volgende subposten:

 

a)

nettovorderingen uit hoofde van tegoeden op Target2-rekeningen en correspondentrekeningen van NCB’s, d.w.z. het nettobedrag aan vorderingen en verplichtingen. Zie ook passiefpost 10.2 „Overige verplichtingen binnen het Eurosysteem (netto)”

a)

Nominale waarde

b)

overige in euro luidende vorderingen binnen het Eurosysteem, waaronder de tussentijdse verdeling van de inkomsten van de ECB aan de NCB’s

b)

Nominale waarde

10

Vereveningsposten

Saldi van vereveningsrekeningen (vorderingen), waaronder begrepen vorderingen uit hoofde van te incasseren cheques

Nominale waarde

11

Overige activa

 

 

11.1

Munten uit het eurogebied

Euromuntstukken

Nominale waarde

11.2

Materiële en immateriële vaste activa

Grond en gebouwen, meubilair en inventaris, inclusief computerapparatuur, software

Kostprijs minus afschrijving

Afschrijving is de systematische toedeling van het af te schrijven bedrag van een actief over de levensduur ervan. De levensduur is de periode waarin een vast actief verwacht wordt beschikbaar te zijn voor gebruik door de entiteit. De levensduur van individuele vaste activa kan systematisch worden herzien, indien verwachtingen afwijken van eerdere schattingen. Belangrijke activa kunnen bestaan uit compenenten met verschillende levensduur. De levensduur dient voor elk van dergelijke componenten individueel te worden beoordeeld.

De kostprijs van immateriële activa omvat de aanschafprijs van het immateriële actief. Overige directe of indirecte kosten dienen als uitgaven te worden geboekt.

Kapitalisering van kosten: op basis van limiet (minder dan 10 000 EUR, excl. btw: geen kapitalisering)

11.3

Overige financiële activa

Deelnemingen en beleggingen in dochtermaatschappijen, aandelen aangehouden voor strategische en beleidsoogmerken

Waardepapieren met inbegrip van aandelen, en overige financiële instrumenten en tegoeden met inbegrip van deposito’s met vaste looptijd en rekeningen-courant, aangehouden als een geoormerkte portefeuille

Repotransacties met wederverkoopverplichting met kredietinstellingen in verband met het beheer van effectenportefeuilles onder deze post

a)

Verhandelbare effecten

Marktwaarde

b)

Deelnemingen en niet-liquide gewone aandelen, en als permanente investeringen aangehouden andere waardepapieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

c)

Beleggingen in dochtermaatschappijen of significante belangen

Nettowaarde van het actief

d)

Verhandelbare papieren m.u.v. tot de vervaldag aangehouden papieren

Marktprijs

Agio’s/disagio’s worden afgeschreven

e)

Verhandelbare papieren ingedeeld als aangehouden tot de vervaldag of aangehouden als een permanente investering

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

f)

Niet-verhandelbare waardepapieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

g)

Tegoeden bij banken en leningen

Nominale waarde, omgerekend tegen de koers op de deviezenmarkt, indien de tegoeden/desposito’s luiden in vreemde valuta’s

11.4

Herwaarderingsverschillen op instrumenten buiten de balans

Resultaten van de waardering van deviezentermijnaffaires, deviezenswaps, renteswaps, rentetermijncontracten, termijntransacties in effecten, contante deviezentransacties vanaf de transactiedatum tot de afwikkelingsdatum

Nettopositie tussen termijn en contant, tegen koers op deviezenmarkt

11.5

Overlopende activa en vooruitbetaalde kosten

Inkomsten die in de verslagperiode niet opeisbaar zijn, maar er wel aan moeten worden toegeschreven. Vooruitbetaalde kosten en lopende interest, d.w.z. lopende interest gekocht met een waardepapier

Nominale waarde; deviezen worden omgerekend tegen de marktkoers

11.6

Diversen

a)

Vooruitbetalingen, leningen, andere kleinere posten. Leningen op trustbasis

a)

Nominale waarde of kostprijs

b)

Beleggingen in verband met gouddeposito’s van rekeninghouders

b)

Marktwaarde

c)

Nettopensioenactiva

c)

Conform artikel 24, lid 2

d)

Openstaande aanspraken die voortvloeien uit het in gebreke blijven van tegenpartijen van het Eurosysteem in het kader van krediettransacties van het Eurosysteem

d)

Nominale/realiseerbare waarde (voor/na verrekening van verliezen)

e)

Activa of vorderingen (jegens derden) die toegeëigend en/of verkregen zijn in het kader van de uitwinning van door in gebreke gebleven tegenpartijen van het Eurosysteem geleverd onderpand

e)

Kostprijs (geconverteerd tegen de koers op de deviezenmarkt op het tijdstip van de verwerving indien financiële activa in vreemde valuta luiden)

12

Verlies over het boekjaar

 

Nominale waarde


PASSIVA

Balanspost

Indeling van de balansposten

Waarderingsgrondslag

1

Bankbiljetten in omloop

Eurobankbiljetten uitgegeven door de ECB overeenkomstig Besluit ECB/2010/29

Nominale waarde

2

Verplichtingen aan kredietinstellingen van het eurogebied in verband met monetaire beleidsoperaties, luidende in euro

Posten 2.1, 2.2, 2.3 en 2.5: deposito’s in euro zoals beschreven in bijlage I bij Richtsnoer ECB/2000/7

 

2.1

Rekeningen-courant (met inbegrip van reserveverplichtingen)

Eurorekeningen van kredietinstellingen die zijn opgenomen in de lijst van financiële instellingen die overeenkomstig de ESCB-statuten minimumreserves moeten aanhouden. Deze post bevat hoofdzakelijk rekeningen voor het aanhouden van minimumreserves

Nominale waarde

2.2

Depositofaciliteit

Deposito’s met een looptijd tot de volgende ochtend, tegen een van tevoren vastgestelde rentevoet (permanente faciliteit)

Nominale waarde

2.3

Termijndeposito’s

Wegens „fine-tuning”-transacties aangetrokken voor het verkrappen van liquiditeit

Nominale waarde

2.4

„Fine-tuning”-transacties met wederinkoop

Monetaire beleidstransacties gericht op het verkrappen van liquiditeit

Nominale waarde of repokostprijs

2.5

Deposito’s uit hoofde van margestortingen

Deposito’s van kredietinstellingen die voortkomen uit waardedalingen van onderliggende activa inzake aan deze kredietinstellingen verstrekte kredieten

Nominale waarde

3

Overige verplichtingen aan kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro

Repotransacties in verband met gelijktijdige repotransacties met wederverkoopverplichting voor het beheer van effectenportefeuilles onder actiefpost 7 „Waardepapieren van ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro”. Overige transacties die geen verband houden met monetaire beleidstransacties van het eurosysteem. Geen rekeningen-courant van kredietinstellingen

Nominale waarde of repokostprijs

4

Uitgegeven ECB-schuldbewijzen

Schuldbewijzen zoals beschreven in bijlage I bij Richtsnoer ECB/2000/7. Discontopapier dat is uitgegeven om liquiditeit te verkrappen

Kostprijs

Disagio’s worden afgeschreven

5

Verplichtingen aan overige ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

 

 

5.1

Overheid

Rekeningen-courant, termijndeposito’s, direct opvraagbare deposito’s

Nominale waarde

5.2

Overige verplichtingen

Rekeningen-courant van personeel, bedrijven en cliënten, waaronder financiële instellingen die zijn vrijgesteld van het aanhouden van minimumreserves (zie passiefpost 2.1); termijndeposito’s, direct opvraagbare deposito’s

Nominale waarde

6

Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

Rekeningen-courant, termijndeposito’s, direct opvraagbare deposito’s waaronder rekeningen voor betalingsdoeleinden en voor het beheer van reserves: van andere banken, centrale banken, internationale/supranationale instellingen waaronder de Commissie; rekeningen-courant van overige depositanten. Repotransacties in verband met gelijktijdige repotransacties met wederverkoopverplichting voor het beheer van waardepapieren, luidende in euro Saldi van Target2-rekeningen van centrale banken van lidstaten die de euro niet als munt hebben

Nominale waarde of repokostprijs

7

Verplichtingen aan ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

Rekeningen-courant. Verplichtingen uit hoofde van repotransacties; gewoonlijk beleggingen waarbij gebruik wordt gemaakt van deviezen of goud

Nominale waarde; omrekening tegen koers op deviezenmarkt per jaarultimo

8

Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

 

 

8.1

Deposito’s, tegoeden en overige verplichtingen

Rekeningen-courant. Verplichtingen uit hoofde van repotransacties; gewoonlijk beleggingen waarbij gebruik wordt gemaakt van deviezen of goud

Nominale waarde; omrekening tegen koers op deviezenmarkt per jaarultimo

8.2

Verplichtingen uit hoofde van de kredietfaciliteit ingevolge het ERM II

Kredietverlening overeenkomstig de ERM II-voorwaarden

Nominale waarde; omrekening tegen koers op deviezenmarkt per jaarultimo

9

Tegenwaarde van toegewezen bijzondere trekkingsrechten in het IMF

In SDR luidende post, die de SDR’s aangeeft die oorspronkelijk aan het/de desbetreffende land/NCB waren toegewezen

Nominale waarde; omrekening tegen koers op deviezenmarkt per jaarultimo

10

Verplichtingen binnen het eurosysteem

 

 

10.1

Verplichtingen uit hoofde van de overdracht van externe reserves

Post op de balans van de ECB, luidende in euro

Nominale waarde

10.2

Overige verplichtingen binnen het Eurosysteem (netto)

Nettopositie van de volgende subposten:

 

a)

nettoverplichtingen uit hoofde van tegoeden op Target2-rekeningen en correspondentrekeningen van NCB’s, d.w.z. het nettobedrag aan vorderingen en verplichtingen. Zie ook actiefpost 9.3 „Overige vorderingen binnen het Eurosysteem (netto)”

a)

Nominale waarde

b)

overige in euro luidende verplichtingen binnen het Eurosysteem, waaronder de tussentijdse verdeling van de inkomsten van de ECB aan de NCB’s

b)

Nominale waarde

11

Vereveningsposten

Saldi van vereveningsrekeningen (verplichtingen), waaronder schulden uit hoofde van af te wikkelen girale overboekingen

Nominale waarde

12

Overige verplichtingen

 

 

12.1

Herwaarderingsverschillen op instrumenten buiten de balans

Resultaten van de waardering van deviezentermijnaffaires, deviezenswaps, renteswaps, rentetermijncontracten, termijntransacties in effecten, contante deviezentransacties vanaf de transactiedatum tot de afwikkelingsdatum

Nettopositie tussen termijn en contant, tegen koers op deviezenmarkt

12.2

Overlopende passiva

Kosten die in een toekomstige periode invorderbaar worden, maar betrekking hebben op de verslagperiode. Inkomsten die in de verslagperiode zijn ontvangen, maar betrekking hebben op een toekomstige periode

Nominale waarde; deviezen worden omgerekend tegen de marktkoers

12.3

Diversen

a)

Belastingtussenrekeningen. Deviezenkrediet- of waarborgrekeningen. Repotransacties met kredietinstellingen in verband met gelijktijdige repotransacties met wederverkoopverplichting voor het beheer van effectenportefeuilles onder actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”. Verplichte deposito’s, behalve reservedeposito’s. Overige kleinere posten. Verplichtingen op trustbasis

a)

Nominale waarde of (repo)kostprijs

b)

Gouddeposito’svan rekeninghouders

b)

Marktwaarde

c)

Netto pensioenverplichtingen

c)

Conform artikel 24, lid 2

13

Voorzieningen

a)

Voor wisselkoers-, rente-, krediet- en goudprijsrisico’s, en voor andere doeleinden, bv. verwachte toekomstige uitgaven en bijdragen uit hoofde van artikel 48.2 van de ESCB-statuten met betrekking tot centrale banken van lidstaten wier derogatie is ingetrokken

a)

Kostprijs/nominale waarde

b)

Voor uit monetaire beleidstransacties voortvloeiende tegenpartij- of kredietrisico’s

b)

Nominale waarde (gebaseerd op een waardering per jaarultimo door de Raad van bestuur van de ECB)

14

Herwaarderingsrekeningen

a)

Herwaarderingsrekeningen voor de verwerking van prijsontwikkelingen voor goud, voor elk type in euro luidend waardepapier, voor elk type in vreemde valuta luidend waardepapier, voor opties; voor verschillen in marktwaardering betreffende renterisicoderivaten; herwaarderingsrekeningen voor de koersontwikkelingen van deviezen voor elke nettopositie in valuta, met inbegrip van deviezenswaps/deviezentermijnaffaires en SDR’s

b)

Specifieke herwaarderingsrekeningen in verband met bijdragen uit hoofde van artikel 48.2 van de ESCB-statuten met betrekking tot centrale banken van lidstaten wier derogatie is ingetrokken. Zie artikel 13, lid 2

Herwaarderingsverschil tussen gemiddelde kostprijs en marktwaarde; deviezen worden omgerekend tegen de marktkoers

15

Kapitaal en reserves

 

 

15.1

Kapitaal

Volgestort kapitaal

Nominale waarde

15.2

Reserves

Wettelijke reserves overeenkomstig artikel 33 van de ESCB-statuten en bijdragen uit hoofde van artikel 48.2 van de ESCB-statuten met betrekking tot centrale banken van lidstaten wier derogatie is ingetrokken

Nominale waarde

16

Winst over het boekjaar

 

Nominale waarde


(1)  PB L 310 van 11.12.2000, blz. 1.

(2)  Zie bladzijde 26 van dit Publicatieblad. Besluit ECB/2010/29 vastgesteld voor publicatie van Besluit ECB/2010/21.


BIJLAGE II

JAARBALANS VAN DE ECB

(miljoen EUR)

Activa (2)

Verslagjaar

Vorig jaar

Passiva

Verslagjaar

Vorig jaar

1.

Goud en goudvorderingen

2.

Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

2.1

Vorderingen op het IMF

2.2

Tegoeden bij banken en beleggingen in waardepapieren, externe leningen en overige externe activa

3.

Vorderingen op ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

4.

Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

4.1

Tegoeden bij banken, beleggingen in waardepapieren en leningen

4.2

Vorderingen uit hoofde van de kredietfaciliteit ingevolge het ERM II

5.

Kredietverlening aan kredietinstellingen in het eurogebied in verband met monetaire beleidsoperaties, luidende in euro

5.1

Basisherfinancieringstransacties

5.2

Langerlopende herfinancieringstransacties

5.3

„Fine-tuning”-transacties met wederinkoop

5.4

Structurele transacties met wederinkoop

5.5

Marginale beleningsfaciliteit

5.6

Kredieten uit hoofde van margestortingen

6.

Overige vorderingen op kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro

7.

Waardepapieren uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

7.1

Voor doeleinden van monetair beleid aangehouden waardepapieren

7.2

Overige waardepapieren

8.

Overheidsschuld, luidende in euro

9.

Vorderingen binnen het Eurosysteem

9.1

Vorderingen ingevolge de uitgifte van ECB-schuldbewijzen

9.2

Vorderingen uit hoofde van de toedelingen van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem

9.3

Overige vorderingen binnen het Eurosysteem (netto)

10.

Vereveningsposten

11.

Overige activa

11.1

Munten uit het eurogebied

11.2

Materiële en immateriële vaste activa

11.3

Overige financiële activa

11.4

Herwaarderingsverschillen op instrumenten buiten de balans

11.5

Overlopende activa

11.6

Diversen

12.

Verlies over het boekjaar

 

 

1.

Bankbiljetten in omloop

2.

Verplichtingen aan kredietinstellingen van het eurogebied in verband met monetaire beleidsoperaties, luidende in euro

2.1

Rekeningen-courant (met inbegrip van reserveverplichtingen)

2.2

Depositofaciliteit

2.3

Termijndeposito’s

2.4

„Fine-tuning”-transacties met wederinkoop

2.5

Deposito’s uit hoofde van margestortingen

3.

Overige verplichtingen aan kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro

4.

Uitgegeven ECB-schuldbewijzen

5.

Verplichtingen aan overige ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

5.1

Overheid

5.2

Overige verplichtingen

6.

Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

7.

Verplichtingen aan ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

8.

Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

8.1

Deposito’s, tegoeden en overige verplichtingen

8.2

Verplichtingen uit hoofde van de kredietfaciliteit ingevolge het ERM II

9.

Tegenwaarde van toegewezen bijzondere trekkingsrechten in het IMF

10.

Verplichtingen binnen het eurosysteem

10.1

Verplichtingen uit hoofde van de overdracht van externe reserves

10.2

Overige verplichtingen binnen het Eurosysteem (netto)

11.

Vereveningsposten

12.

Overige verplichtingen

12.1

Herwaarderingsverschillen op instrumenten buiten de balans

12.2

Overlopende passiva

12.3

Diversen

13.

Voorzieningen

14.

Herwaarderingsrekeningen

15.

Kapitaal en reserves

15.1

Kapitaal

15.2

Reserves

16.

Winst over het boekjaar

 

 

Totaal activa

Totaal passiva

 

 


(1)  De ECB mag hetzij exacte bedragen in euro publiceren, hetzij op een andere manier afgeronde bedragen.

(2)  De tabel van activa mag ook voor de tabel van passiva worden gepubliceerd.


BIJLAGE III

GEPUBLICEERDE WINST-EN-VERLIESREKENING VAN DE ECB

(miljoen EUR)

Winst-en-verliesrekening voor het boekjaar dat eindigt op 31 december …

Verslagleggingsjaar

Vorig jaar

1.1.1.

Rentebaten uit externe reserves

 

 

1.1.2.

Rentebaten uit de toedeling van eurobankbiljetten binnen het eurosysteem

 

 

1.1.3.

Overige rentebaten

 

 

1.1.

Rentebaten

 

 

1.2.1.

Remuneratie van vorderingen van NCB’s in verband met overgedragen externe reserves

 

 

1.2.2.

Overige rentelasten

 

 

1.2.

Rentelasten

 

 

1.

Netto rentebaten

 

 

2.1.

Gerealiseerde winsten/verliezen uit financiële transacties

 

 

2.2.

Afwaarderingen van financiële activa en posities

 

 

2.3.

Overdracht naar/uit voorzieningen voor wisselkoers-, rente-, krediet- en goudprijsrisico’s

 

 

2.

Nettobaten uit financiële transacties, afwaarderingen en voorzieningen voor risico’s

 

 

3.1.

Provisie- en commissiebaten

 

 

3.2.

Provisie- en commissielasten

 

 

3.

Netto baten/lasten uit provisies en commissies (2)

 

 

4.

Inkomsten uit gewone aandelen en deelnemingen

 

 

5.

Overige baten

 

 

Totaal netto baten

 

 

6.

Personeelskosten (3)

 

 

7.

Administratiekosten (3)

 

 

8.

Afschrijvingen op (im)materiële vaste activa

 

 

9.

Diensten van bankbiljettenproductie (4)

 

 

10.

Overige kosten

 

 

(Verlies)/Winst over het boekjaar

 

 


(1)  De ECB mag hetzij exacte bedragen in euro publiceren, hetzij op een andere manier afgeronde bedragen.

(2)  De uitsplitsing naar baten en lasten mag bij wijze van alternatief worden opgenomen in de toelichting bij de jaarrekening.

(3)  Hiertoe behoren administratieve voorzieningen.

(4)  Deze post wordt gebruikt wanneer de productie van bankbiljetten wordt uitbesteed (voor de kosten van de diensten van externe ondernemingen die namens de centrale banken met de productie van bankbiljetten zijn belast). Aanbevolen wordt de kosten die gemaakt worden in verband met de uitgifte van eurobankbiljetten, te boeken op de winst-en-verliesrekening wanneer zij worden gefactureerd of anderszins worden gemaakt, zie ook Richtsnoer ECB/2010/20.


BIJLAGE IV

INGETROKKEN BESLUIT EN OPEENVOLGENDE WIJZIGINGEN

Besluit ECB/2006/17

PB L 348 van 11.12.2006, blz. 38.

Besluit ECB/2007/21

PB L 42 van 16.2.2008, blz. 83.

Besluit ECB/2008/22

PB L 36 van 5.2.2009, blz. 22.

Besluit ECB/2009/19

PB L 202 van 4.8.2009, blz. 54.

Besluit ECB/2009/29

PB L 348 van 29.12.2009, blz. 57.


BIJLAGE V

CONCORDANTIETABEL

Besluit ECB/2006/17

Dit besluit

Artikel 11

Artikel 10a

Artikel 12

Artikel 11

Artikel 13

Artikel 12

Artikel 14

Artikel 13

Artikel 15

Artikel 14

Artikel 16

Artikel 15

Artikel 17

Artikel 16

Artikel 18

Artikel 17

Artikel 19

Artikel 18

Artikel 20

Artikel 19

Artikel 21

Artikel 20

Artikel 22

Artikel 21

Artikel 23

Artikel 22

Artikel 24

Artikel 23

Artikel 25

Artikel 24

Artikel 26


9.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 35/17


BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 25 november 2010

inzake de toedeling van monetaire inkomsten van de nationale centrale banken van lidstaten die de euro als munt hebben

(herschikking)

(ECB/2010/23)

(2011/66/EU)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de „ESCB-statuten”), inzonderheid artikel 32,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Besluit ECB/2001/16 van 6 december 2001 inzake de toedeling van monetaire inkomsten van de nationale centrale banken van de deelnemende lidstaten met ingang van het boekjaar 2002 (1) is verscheidene malen aanzienlijk gewijzigd (2). Aangezien verdere wijzigingen noodzakelijk zijn, dient duidelijkheidshalve een herschikking plaats te vinden.

(2)

Krachtens artikel 32.1 van de ESCB-statuten zijn monetaire inkomsten de inkomsten die de NCB's bij de uitoefening van de monetaire beleidstaken verkrijgen. Op grond van artikel 32.2 van de ESCB-statuten zijn de monetaire inkomsten van elke NCB gelijk aan de jaarinkomsten die zij verkrijgt uit de activa die worden aangehouden als tegenwaarde voor de in omloop zijnde bankbiljetten en de verplichtingen jegens kredietinstellingen uit hoofde van deposito's. Deze activa worden door de NCB's geoormerkt volgens door de Raad van bestuur vast te stellen richtsnoeren. NCB's dienen de activa die voortvloeien uit de uitoefening van de monetaire beleidstaken te oormerken als activa die worden aangehouden als tegenwaarde voor de in omloop zijnde bankbiljetten en de verplichtingen jegens kredietinstellingen uit hoofde van deposito's. Krachtens artikel 32.4 van de ESCB-statuten worden op het bedrag van de monetaire inkomsten van elke NCB de rentelasten in mindering gebracht die door de betrokken NCB zijn betaald over de verplichtingen jegens kredietinstellingen uit hoofde van deposito's overeenkomstig artikel 19.

(3)

Krachtens artikel 32.5 van de ESCB-statuten wordt de som van de monetaire inkomsten van de NCB's aan hen toegedeeld naar rato van hun gestorte aandeel in het kapitaal van de Europese Centrale Bank (ECB).

(4)

Krachtens artikel 32.6 en artikel 32.7 van de ESCB-statuten is de Raad van bestuur bevoegd om richtsnoeren vast te stellen voor de verrekening en afwikkeling door de ECB van de saldi afkomstig van de toedeling van monetaire inkomsten en treft de Raad alle andere maatregelen die voor de toepassing van artikel 32 nodig zijn.

(5)

Krachtens artikel 10 van Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro (3), brengen de ECB en de NCB's in euro luidende bankbiljetten in omloop. Artikel 15 van genoemde verordening bepaalt dat in de nationale munteenheid luidende bankbiljetten binnen hun territoriale grenzen wettig betaalmiddel blijven tot uiterlijk zes maanden na de respectieve datum waarop naar de chartale euro wordt omgeschakeld. Het jaar waarin naar de chartale euro wordt omgeschakeld, dient derhalve als een speciaal jaar te worden beschouwd, omdat bankbiljetten in omloop die luiden in de nationale munteenheden, nog een aanzienlijk deel kunnen uitmaken van de in omloop zijnde bankbiljetten.

(6)

Artikel 15, lid 1 van Richtsnoer ECB/2006/9 van 14 juli 2006 inzake bepaalde voorbereidingen voor de omschakeling naar de chartale euro en inzake bevoorrading vooraf en verdere bevoorrading vooraf met eurobankbiljetten en -muntstukken buiten het eurogebied (4) bepaalt dat voor eurobankbiljetten die vooraf aan in aanmerking komende tegenpartijen worden verstrekt, de rekeningen van die tegenpartijen bij hun NCB met de nominale waarde van die eurobankbiljetten als volgt lineair worden gedebiteerd: het totale bedrag van vooraf verstrekte eurobankbiljetten wordt in drie gelijke termijnbedragen gedebiteerd, op de vereveningsdatum van de eerste, vierde en vijfde basis-herfinancieringstransactie van het Eurosysteem, volgend op de datum waarop naar de chartale euro wordt omgeschakeld. Bij het berekenen van de monetaire inkomsten voor het jaar waarin naar de chartale euro wordt omgeschakeld, dient rekening te worden gehouden met dit „lineaire model van debiteren”.

(7)

Dit besluit houdt verband met Besluit ECB/2010/29 van 13 december 2010 betreffende de uitgifte van eurobankbiljetten (5), dat bepaalt dat de ECB en de NCB's eurobankbiljetten uitgeven. Besluit ECB/2010/29 stelt de toedeling van in omloop zijnde eurobankbiljetten aan de NCB's vast naar rato van hun gestorte aandeel in het kapitaal van de ECB. Hetzelfde besluit deelt 8 % van de totale waarde van in omloop zijnde eurobankbiljetten toe aan de ECB. De toedeling van eurobankbiljetten aan leden van het Eurosysteem leidt tot tegoeden binnen het Eurosysteem. De rentevergoeding op deze tegoeden binnen het Eurosysteem betreffende eurobankbiljetten in omloop heeft een direct effect op de inkomsten van elk lid van het Eurosysteem, en dient daarom op grond van het huidige besluit te worden geregeld. De inkomsten die de ECB in verband met haar aandeel in eurobankbiljetten in omloop verkrijgt uit de rentevergoeding op haar vorderingen binnen het Eurosysteem op NCB's dienen in beginsel in hetzelfde boekjaar waarin de inkomsten worden verkregen, aan de NCB's te worden uitgedeeld naar rato van hun aandeel in de verdeelsleutel voor het geplaatste kapitaal overeenkomstig Besluit ECB/2010/24 van 25 november 2010 inzake de tussentijdse verdeling van de inkomsten van de Europese Centrale Bank uit in omloop zijnde eurobankbiljetten en uit effecten aangekocht uit hoofde van het programma voor de effectenmarkten (6).

(8)

Op het nettosaldo van de vorderingen en verplichtingen binnen het Eurosysteem betreffende eurobankbiljetten in omloop dient een vergoeding te worden betaald door toepassing van een objectief criterium ter bepaling van de kosten van geld. In dit verband wordt het door het Eurosysteem bij zijn tenders op basis-herfinancieringstransacties gebruikte tarief als geëigend beschouwd.

(9)

De nettoverplichtingen binnen het Eurosysteem betreffende eurobankbiljetten in omloop dienen te worden opgenomen in de referentiepassiva voor het berekenen van de monetaire inkomsten van de NCB's op grond van artikel 32.2 van de ESCB-statuten daar zij equivalent zijn aan bankbiljetten in omloop. De verrekening van rente op tegoeden binnen het Eurosysteem betreffende eurobankbiljetten in omloop zal bijgevolg resulteren in de verdeling van een aanzienlijk bedrag van de monetaire inkomsten van het Eurosysteem onder NCB's naar rato van hun gestorte aandeel in het kapitaal van de ECB. Deze tegoeden binnen het Eurosysteem dienen te worden aangepast om een geleidelijke aanpassing van de balans en winst-en-verliesrekening van de NCB's mogelijk te maken. De aanpassingen dienen gebaseerd te zijn op de waarde van de in omloop zijnde bankbiljetten van iedere NCB in een periode vóór de invoering van eurobankbiljetten. Deze aanpassingen dienen op jaarbasis te worden toegepast overeenkomstig een vaste formule gedurende niet meer dan vijf jaar daarna.

(10)

De aanpassingen van de tegoeden binnen het Eurosysteem betreffende eurobankbiljetten in omloop zijn berekend om eventuele belangrijke veranderingen in de inkomensposities van de NCB's tengevolge van de invoering van eurobankbiljetten en de eropvolgende toedeling van monetaire inkomsten te compenseren.

(11)

De in artikel 32 van de ESCB-statuten neergelegde algemene regels zijn ook van toepassing op de inkomsten die resulteren uit de afschrijving van eurobankbiljetten die uit circulatie zijn genomen.

(12)

Artikel 32.5 van de ESCB-statuten specificeert dat de som van de monetaire inkomsten van de NCB's aan de NCB's wordt toegedeeld naar rato van hun gestorte aandeel in het kapitaal van de ECB. Krachtens artikel 32.7 van de ESCB-statuten, treft de Raad van bestuur alle andere maatregelen die voor de toepassing van artikel 32 nodig zijn. Dit omvat de bevoegdheid om andere factoren in aanmerking te nemen bij de beslissing over de toedeling van inkomsten uit de afschrijving van uit circulatie genomen eurobankbiljetten. In deze context vereisen de beginselen van gelijke behandeling en billijkheid dat rekening wordt gehouden met de periode waarin de uit circulatie genomen eurobankbiljetten werden uitgegeven. De verdeelsleutel voor deze specifieke inkomsten moet daarom zowel het desbetreffende aandeel in het kapitaal van de ECB, alsook de duur van de uitgiftefase weerspiegelen.

(13)

Het uit circulatie nemen van eurobankbiljetten moet worden geregeld door aparte besluiten krachtens artikel 5 van Besluit ECB/2003/4 van 20 maart 2003 betreffende de denominaties, specificaties, reproductie, vervanging en het uit circulatie nemen van eurobankbiljetten (7),

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

In dit besluit wordt bedoeld met:

a)   „NCB”: de nationale centrale bank van een lidstaat die de euro als munt heeft;

b)   „referentiepassiva”: de relevante passiva, op de balans van elke NCB, gespecificeerd in overeenstemming met bijlage I van dit besluit;

c)   „te oormerken activa”: het bedrag aan activa dat als tegenwaarde wordt aangehouden voor de referentiepassiva, op de balans van elke NCB, gespecificeerd in overeenstemming met bijlage II van dit besluit;

d)   „tegoeden binnen het Eurosysteem betreffende eurobankbiljetten in omloop”: de vorderingen en verplichtingen tussen een NCB en de ECB en tussen een NCB en de andere NCB's die voortvloeien uit de toepassing van artikel 4 van ECB/2010/29;

e)   „verdeelsleutel voor het geplaatste kapitaal”: de aandelen van de NCB's, uitgedrukt in percentages, in het geplaatste kapitaal van de ECB die resulteren uit de toepassing op de NCB's van de wegingen in de verdeelsleutel zoals bedoeld in artikel 29.1 van de ESCB-statuten en zoals van toepassing voor het relevante boekjaar;

f)   „kredietinstelling”: hetzij a) een kredietinstelling in de zin van artikel 2 en artikel 4, lid 1, onder a) van Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (8), zoals uitgevoerd in nationale wetgeving, die onderworpen is aan toezicht door een bevoegde autoriteit; of b) een andere kredietinstelling in de zin van artikel 123, lid 2 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie die onderworpen is aan toezicht dat vergelijkbaar is met de standaarden voor toezicht door een bevoegde autoriteit;

g)   „GB”: de geharmoniseerde balans zoals uiteengezet in bijlage VIII van Richtsnoer ECB/2010/20 van 11 november 2010 betreffende het juridische kader voor de financiële administratie en verslaglegging in het Europees Stelsel van centrale banken (9);

h)   „referentierente”: de meest recente marginale rentevoet die door het Eurosysteem wordt gebruikt bij zijn tenders op basis-herfinancieringstransacties uit hoofde van paragraaf 3.1.2 van bijlage I bij Richtsnoer ECB/2000/7 van 31 augustus 2000 betreffende monetaire beleidsinstrumenten en -procedures van het Eurosysteem (10). Indien meer dan één basis-herfinancieringstransactie op dezelfde dag wordt afgewikkeld, wordt een eenvoudig gemiddelde genomen van de rentevoeten van de parallel afgewikkelde transacties;

i)   „datum waarop naar de chartale euro wordt omgeschakeld”: de datum waarop eurobankbiljetten en -muntstukken de status van wettig betaalmiddel krijgen in een lidstaat die de euro als munt heeft;

j)   „referentieperiode”: een periode van 24 maanden beginnende 30 maanden vóór de datum waarop naar de chartale euro wordt omgeschakeld;

k)   „jaar waarin naar de chartale euro wordt omgeschakeld”: een periode van twaalf maanden beginnende op de datum waarop naar de chartale euro wordt omgeschakeld;

l)   „dagelijkse referentiewisselkoers”: dagelijkse referentiewisselkoers die is gebaseerd op de dagelijkse overlegprocedure tussen centrale banken binnen en buiten het Europees Stelsel van centrale banken die normaliter om 14.15 uur Midden-Europese tijd plaatsvindt;

m)   „uit circulatie genomen eurobankbiljetten”: een type of serie bij besluit van de Raad van bestuur krachtens artikel 5 van Besluit ECB/2003/4 uit circulatie genomen eurobankbiljetten;

n)   „uitgiftesleutel”: de gemiddelde verdeelsleutel voor het geplaatste kapitaal gedurende de uitgiftefase van een type of serie uit circulatie genomen eurobankbiljetten;

o)   „uitgiftefase”, met betrekking tot een type of serie eurobankbiljetten: de periode vanaf de datum waarop de eerste uitgifte van een eurobankbiljet van dit type of deze serie werd opgenomen in de referentiepassiva, tot de datum waarop de laatste uitgifte van een eurobankbiljet van dit type of deze serie werd opgenomen in de referentiepassiva;

p)   „afschrijven”: uit circulatie genomen eurobankbiljetten uit de balanspost „bankbiljetten in omloop” verwijderen.

Artikel 2

Tegoeden binnen het Eurosysteem betreffende eurobankbiljetten in omloop

1.   De tegoeden binnen het Eurosysteem betreffende eurobankbiljetten in omloop worden op maandbasis berekend en op de eerste werkdag van de maand in de boeken van de ECB en de NCB's opgenomen met als valutadatum de laatste werkdag van de voorbije maand.

Indien een lidstaat de euro aanneemt, wordt de berekening van de tegoeden binnen het Eurosysteem betreffende eurobankbiljetten in omloop krachtens de eerste alinea opgenomen in de boeken van de ECB en de NCB's met als valutadatum de datum waarop naar de chartale euro wordt omgeschakeld.

De tegoeden binnen het Eurosysteem betreffende eurobankbiljetten in omloop worden voor de periode van 1 tot en met 31 januari van het eerste jaar met ingang waarvan elke vijfjaarlijkse aanpassing overeenkomstig artikel 29.3 van de ESCB-statuten van toepassing is, berekend op basis van de aangepaste verdeelsleutel voor het geplaatste kapitaal die wordt toegepast op de tegoeden betreffende het totale aantal op 31 december van het voorafgaande jaar in omloop zijnde eurobankbiljetten.

2.   Op de tegoeden binnen het Eurosysteem betreffende eurobankbiljetten in omloop, met inbegrip van de tegoeden die voortvloeien uit de toepassing van artikel 4, wordt een rente vergoed tegen de referentierente.

3.   De in lid 2 bedoelde rentevergoeding wordt op kwartaalbasis verrekend door middel van betalingen via TARGET2.

Artikel 3

Methode ter bepaling van de monetaire inkomsten

1.   Het bedrag van de monetaire inkomsten van elke NCB wordt bepaald door de feitelijke inkomsten vast te stellen die verkregen worden uit de in de boeken van de betreffende NCB opgenomen te oormerken activa. Als uitzondering hierop wordt goud geacht geen inkomsten te genereren, en worden op grond van Besluit ECB/2009/16 van 2 juli 2009 houdende de tenuitvoerlegging van het programma voor de aankoop van gedekte obligaties (11) voor doeleinden van monetair beleid aangehouden waardepapieren geacht inkomsten te genereren tegen de referentierente.

2.   Als de waarde van te oormerken activa van een NCB hoger of lager is dan de waarde van haar referentiepassiva, wordt het verschil verrekend door de referentierente toe te passen op het verschil.

Artikel 4

Aanpassingen van tegoeden binnen het Eurosysteem

1.   Ter berekening van monetaire inkomsten worden de tegoeden van elke NCB binnen het Eurosysteem betreffende eurobankbiljetten in omloop aangepast met een compenserend bedrag dat bepaald wordt volgens de volgende formule:

C = (K – A) × S

met:

C

het compenserende bedrag,

K

voor elke NCB het bedrag in euro dat volgt uit de toepassing van de verdeelsleutel voor het geplaatste kapitaal op het gemiddelde bedrag van in de referentieperiode in omloop zijnde bankbiljetten, waarbij het bedrag aan in omloop zijnde bankbiljetten luidend in de nationale munteenheid van een lidstaat die de euro aanneemt, tegen de dagelijkse referentiewisselkoers tijdens de referentieperiode wordt omgerekend in euro,

A

voor iedere NCB het gemiddelde bedrag in euro van tijdens de referentieperiode in omloop zijnde tegen de dagelijkse referentiewisselkoers in euro omgerekende bankbiljetten,

S

de volgende coëfficiënt voor ieder boekjaar, met ingang van de datum waarop naar de chartale euro wordt omgeschakeld:

Boekjaar

Coëfficiënt

Jaar waarin naar de chartale euro wordt omgeschakeld

1

Jaar waarin naar de chartale euro wordt omgeschakeld plus één jaar

0,8606735

Jaar waarin naar de chartale euro wordt omgeschakeld plus twee jaar

0,7013472

Jaar waarin naar de chartale euro wordt omgeschakeld plus drie jaar

0,5334835

Jaar waarin naar de chartale euro wordt omgeschakeld plus vier jaar

0,3598237

Jaar waarin naar de chartale euro wordt omgeschakeld plus vijf jaar

0,1817225

2.   De som van de compenserende bedragen van de NCB's is 0.

3.   Telkens wanneer een lidstaat de euro aanneemt of wanneer de verdeelsleutel voor het geplaatste kapitaal van de ECB verandert, worden de compenserende bedragen berekend.

4.   Wanner een NCB toetreedt tot het Eurosysteem, wordt het compenserende bedrag van die NCB toegedeeld aan de overige NCB's naar rato van de respectieve aandelen van de overige NCB's in de verdeelsleutel voor het geplaatste kapitaal, met omkering van het teken (+/–), welk compenserend bedrag voor de overige NCB's reeds geldende compenserende bedragen aanvult.

5.   De compenserende bedragen en de administratieve boekingsposten ter saldering van die compenserende bedragen worden op aparte rekeningen binnen het Eurosysteem in de boeken van elke NCB opgenomen met als valutadatum de datum waarop naar de chartale euro wordt omgeschakeld, en met dezelfde valutadatum in elk daaropvolgend jaar van de aanpassingsperiode. De administratieve boekingsposten ter saldering van de compenserende bedragen worden niet vergoed.

6.   Indien zich specifieke gebeurtenissen voordoen met betrekking tot veranderingen in patronen van in omloop zijnde bankbiljetten, zoals beschreven in bijlage III bij dit besluit, worden de tegoeden binnen het Eurosysteem van elke NCB betreffende eurobankbiljetten in omloop in afwijking van lid 1 overeenkomstig de in die bijlage uiteengezette bepalingen aangepast.

7.   De in dit artikel vastgelegde aanpassingen van tegoeden binnen het Eurosysteem gelden niet langer vanaf de eerste dag van het zesde jaar volgend op het desbetreffende jaar waarin naar de chartale euro wordt omgeschakeld.

Artikel 5

Berekening en toedeling van monetaire inkomsten

1.   De monetaire inkomsten van elke NCB worden door de ECB op een dagelijkse basis berekend. Hierbij wordt uitgegaan van de administratieve gegevens die de deelnemende NCB's aan de ECB verstrekken. Ieder kwartaal informeert de ECB de NCB's over de gecumuleerde bedragen.

2.   Op het bedrag van de monetaire inkomsten van elke NCB wordt de rente in mindering gebracht die is ontvangen of betaald over in de referentiepassiva opgenomen passiva en overeenkomstig een besluit van de Raad van bestuur uit hoofde van de tweede alinea van artikel 32.4 van de ESCB-statuten.

3.   De som van de monetaire inkomsten van elke NCB wordt toegedeeld naar rato van de verdeelsleutel voor het geplaatste kapitaal en vindt plaats aan het eind van ieder boekjaar.

Artikel 6

Berekening en toedeling van inkomsten uit de afschrijving van eurobankbiljetten

1.   Uit circulatie genomen eurobankbiljetten blijven deel uitmaken van de referentiepassiva tot ze vervangen of afgeschreven worden, afhankelijk van hetgeen het eerst gebeurt.

2.   De Raad van bestuur kan beslissen uit circulatie genomen eurobankbiljetten af te schrijven, in welk geval zij de afschrijvingsdatum en het totale bedrag van de te treffen voorziening voor deze uit circulatie genomen, naar verwachting nog te vervangen eurobankbiljetten vaststelt.

3.   Uit circulatie genomen eurobankbiljetten worden als volgt afgeschreven:

a)

Op de afschrijvingsdatum worden de balansposten „bankbiljetten in omloop” van de ECB en de NCB's verminderd met het totale bedrag van de uit circulatie genomen, nog in omloop zijnde eurobankbiljetten. Daartoe wordt het actuele bedrag van de uit de circulatie genomen, in omloop gebrachte eurobankbiljetten aangepast aan de pro-ratabedragen die werden berekend overeenkomstig de uitgiftesleutel, en de verschillen worden verevend tussen de ECB en de NCB's.

b)

Het aangepaste bedrag van uit circulatie genomen eurobankbiljetten wordt afgeschreven op de balanspost „bankbiljetten in omloop” op de winst-en-verliesrekeningen van de NCB's.

c)

Elke NCB treft een voorziening voor uit circulatie genomen, naar verwachting nog te vervangen eurobankbiljetten. De voorziening is gelijk aan het aandeel van de desbetreffende NCB in het totale bedrag van de op basis van de uitgiftesleutel berekende voorziening.

4.   Uit circulatie genomen eurobankbiljetten die na de afschrijvingsdatum worden vervangen, worden opgenomen in de boeken van de NCB die ze in ontvangst heeft genomen. De instroom van uit circulatie genomen eurobankbiljetten wordt minstens éénmaal per jaar onder de NCB's herverdeeld door toepassing van de uitgiftesleutel en de verschillen worden tussen hen verevend. Alle NCB's verrekenen het pro-ratabedrag met hun voorziening, of, indien de instroom hoger is dan de voorziening, nemen zij een overeenkomstige uitgave op in hun winst-en-verliesrekening.

5.   De Raad van bestuur herziet jaarlijks het totale bedrag van de voorziening.

Artikel 7

Intrekking

Besluit ECB/2001/16 wordt hierbij ingetrokken. Verwijzingen naar het ingetrokken besluit gelden als verwijzingen naar dit besluit en worden gelezen overeenkomstig de concordantietabel in bijlage V.

Artikel 8

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 31 december 2010.

Gedaan te Frankfurt am Main, 25 november 2010.

De president van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  PB L 337 van 20.12.2001, blz. 55.

(2)  Zie bijlage IV.

(3)  PB L 139 van 11.5.1998, blz. 1.

(4)  PB L 207 van 28.7.2006, blz. 39.

(5)  Zie bladzijde 26 van dit Publicatieblad. Besluit ECB/2010/29 vastgesteld voor de publicatie van Besluit ECB/2010/23.

(6)  Nog niet gepubliceerd in het Publicatieblad. Besluit ECB/2010/29 vastgesteld voor de publicatie van Besluit ECB/2010/23.

(7)  PB L 78 van 25.3.2003, blz. 16.

(8)  PB L 177 van 30.6.2006, blz. 1.

(9)  Zie bladzijde 31 van dit Publicatieblad.

(10)  PB L 310 van 11.12.2000, blz. 1.

(11)  PB L 175 van 4.7.2009, blz. 18.


BIJLAGE I

SAMENSTELLING VAN DE REFERENTIEPASSIVA

A.

De referentiepassiva omvatten uitsluitend:

1.

Bankbiljetten in omloop

In het kader van deze bijlage, omvat, voor elke NCB die toetreedt tot het Eurosysteem, in het jaar waarin wordt omgeschakeld naar de chartale euro „Bankbiljetten in omloop”:

a)

door de NCB uitgegeven en in de nationale munteenheid luidende bankbiljetten tot „bankbiljetten in omloop” gerekend, en

b)

verminderd met de waarde van de renteloze leningen in verband met vooraf verstrekte eurobankbiljetten die nog niet zijn gedebiteerd (deel van actiefpost 6 van de GB).

Na het betreffende jaar van omschakeling naar de chartale euro, betekent „bankbiljetten in omloop” voor elke NCB uitsluitend in euro luidende bankbiljetten.

Indien de datum van de omschakeling naar de chartale euro een dag is waarop TARGET2 is gesloten, maakt de verplichting van een NCB die voortvloeit uit krachtens Richtsnoer ECB/2006/9 verstrekte en voor de datum van de chartale omschakeling in circulatie gebrachte eurobankbiljetten, deel uit van de referentiepassiva (als deel van de correspondentrekeningen onder passiefpost 10.4 van de GB) totdat de verplichting deel wordt van de uit TARGET2-transacties voortvloeiende verplichtingen binnen het Eurosysteem.

2.

Verplichtingen jegens kredietinstellingen in het eurogebied in verband met in euro luidende monetaire beleidstransacties, met inbegrip van:

a)

rekeningen-courant, waarbij inbegrepen reserveverplichtingen uit hoofde van artikel 19.1 van de ESCB-statuten (passiefpost 2.1 van de GB);

b)

deposito’s uit hoofde van de Eurosysteem-depositofaciliteit (passiefpost 2.2 van de GB);

c)

termijndeposito’s (passiefpost 2.3 van de GB);

d)

verplichtingen afkomstig van „fine-tuning”-transacties met wederinkoop (passiefpost 2.4 van de GB);

e)

deposito’s uit hoofde van margestortingen (passiefpost 2.5 van de GB).

3.

Depositoverplichtingen aan in gebreke gebleven tegenpartijen van het Eurosysteem die niet langer worden ingedeeld onder passiefpost 2.1 van de GB.

4.

Verplichtingen van NCB’s binnen het Eurosysteem afkomstig van de uitgifte van ECB-schuldbewijzen uit hoofde van hoofdstuk 3.3 van bijlage I bij Richtsnoer ECB/2000/7 (passiefpost 10.2 van de GB).

5.

Nettoverplichtingen binnen het Eurosysteem betreffende eurobankbiljetten in omloop, met inbegrip van de verplichtingen die het gevolg zijn van de toepassing van artikel 4 van dit besluit (deel van passiefpost 10.3 van de GB).

6.

Nettoverplichtingen binnen het Eurosysteem afkomstig van TARGET2-transacties waarop rente vergoed wordt tegen de referentierente (deel van passiefpost 10.4 van de GB).

B.

Het bedrag van de referentiepassiva van elke NCB wordt berekend in overeenstemming met de geharmoniseerde grondslagen en regels inzake administratieve verantwoording en verslaglegging zoals vastgelegd in Richtsnoer ECB/2010/20.


BIJLAGE II

TE OORMERKEN ACTIVA

A.

Te oormerken activa omvatten uitsluitend:

1.

Kredietverlening aan kredietinstellingen in het eurogebied inzake in euro luidende monetaire beleidstransacties (actiefpost 5 van de GB).

2.

Voor doeleinden van monetair beleid aangehouden waardepapieren (actiefpost 7.1 van de GB).

3.

Vorderingen binnen het Eurosysteem ter grootte van de overdracht van externe reserves aan de ECB met uitzondering van goud op grond van artikel 30 van de ESCB-statuten (deel van actiefpost 9.2 van de GB).

4.

Nettovorderingen binnen het Eurosysteem betreffende eurobankbiljetten in omloop, met inbegrip van de vorderingen die het gevolg zijn van de toepassing van artikel 4 van dit besluit (deel van passiefpost 9.4 van de GB).

5.

Nettovorderingen binnen het Eurosysteem afkomstig van TARGET2-transacties waarop rente vergoed wordt tegen de referentierente (deel van passiefpost 9.5 van de GB).

6.

Goud, waarbij inbegrepen vorderingen uit hoofde van aan de ECB overgedragen goud, voor een bedrag dat iedere NCB toestaat een gedeelte van haar goud te oormerken naar rato van haar aandeel in de verdeelsleutel voor het geplaatste kapitaal toegepast op het totale bedrag van het door alle NCB’s geoormerkte goud (actiefpost 1 en deel van actiefpost 9.2 van de GB).

In het kader van dit besluit wordt goud gewaardeerd op basis van de goudprijs in euro per fine ounce op 31 december 2002.

7.

Vorderingen die voortvloeien uit bij de bevoorrading vooraf krachtens Richtsnoer ECB/2006/9 verstrekte eurobankbiljetten, welke eurobankbiljetten voor de datum waarop naar de chartale euro werd omgeschakeld, in omloop zijn gekomen (deel van actiefpost 4.1 van de GB tot de datum waarop naar de chartale euro werd omgeschakeld en vervolgens deel van de correspondentrekeningen onder actiefpost 9.5 van de GB), evenwel uitsluitend tot een dergelijke vordering deel wordt van de vorderingen binnen het Eurosysteem die voortvloeien uit TARGET2-transacties.

8.

Openstaande vorderingen die voortvloeien uit het in gebreke blijven van tegenpartijen van het Eurosysteem in het kader van krediettransacties van het Eurosysteem, en/of financiële activa of vorderingen (jegens derden) die toegeëigend en/of verkregen zijn in het kader van de uitwinning van door in gebreke gebleven tegenpartijen van het Eurosysteem in het kader van krediettransacties van het Eurosysteem geleverd onderpand dat niet langer wordt ingedeeld onder actiefpost 5 van de GB (deel van actiefpost 11.6 van de GB).

B.

De waarde van de te oormerken activa van elke NCB wordt berekend in overeenstemming met de geharmoniseerde grondslagen en regels inzake administratieve verantwoording en verslaglegging zoals vastgelegd in Richtsnoer ECB/2010/20.


BIJLAGE III

A.   Eerste mogelijke aanpassing

Indien in een jaar waarin naar de chartale euro wordt omgeschakeld, het gemiddelde totale bedrag van in omloop zijnde bankbiljetten lager is dan het gemiddelde totale bedrag in euro van in de referentieperiode in omloop zijnde bankbiljetten (waaronder de bankbiljetten luidende in de nationale munteenheid van de lidstaat die de euro heeft aangenomen en omgerekend in euro tegen de dagelijkse referentiewisselkoers tijdens de referentieperiode), wordt de coëfficiënt „S”, die overeenkomstig het eerste lid van artikel 4 van toepassing is in het jaar waarin naar de chartale euro wordt omgeschakeld, met terugwerkende kracht verlaagd evenredig met de afname in het totale gemiddelde bedrag van in omloop zijnde bankbiljetten.

De verlaging mag niet leiden tot een coëfficiënt die lager is dan 0,8606735. Na toepassing van deze afwijking wordt een kwart van de resulterende vermindering van de compenserende bedragen (C) die in het jaar waarin naar de chartale euro wordt omgeschakeld, op de NCB’s van toepassing zijn, toegevoegd aan het compenserende bedrag van elke NCB dat op grond van het eerste lid van artikel 4 van toepassing is in het tweede tot en met vijfde jaar volgend op het jaar waarin naar de chartale euro wordt omgeschakeld.

B.   Tweede mogelijke aanpassing

Indien de NCB’s waarvoor het in het eerste lid van artikel 4 bedoelde compenserende bedrag positief is, een nettovergoeding betalen op tegoeden binnen het Eurosysteem betreffende bankbiljetten in omloop, zodat dit bij toevoeging aan de post „nettobaten van het poolen van monetaire inkomsten” op hun winst-en-verliesrekening aan het eind van het jaar resulteert in een nettolast, wordt de coëfficiënt „S” die overeenkomstig het eerste lid van artikel 4 van toepassing is in het jaar waarin naar de chartale euro wordt omgeschakeld, verlaagd voor zover nodig is om deze situatie te voorkomen.

De verlaging mag niet leiden tot een coëfficiënt die lager is dan 0,8606735. Na toepassing van deze afwijking wordt een kwart van de resulterende vermindering van de compenserende bedragen (C) die in het jaar waarin naar de chartale euro wordt omgeschakeld, op de NCB’s van toepassing zijn, toegevoegd aan het compenserende bedrag van elke NCB dat op grond van het eerste lid van artikel 4 van toepassing is in het tweede tot en met vijfde jaar volgend op het jaar waarin naar de chartale euro wordt omgeschakeld.


BIJLAGE IV

INGETROKKEN BESLUIT EN OPEENVOLGENDE WIJZIGINGEN

Besluit ECB/2001/16

PB L 337 van 20.12.2001, blz. 55.

Besluit ECB/2003/22

PB L 9 van 15.1.2004, blz. 39.

Besluit ECB/2006/7

PB L 148 van 2.6.2006, blz. 56.

Besluit ECB/2007/15

PB L 333 van 19.12.2007, blz. 86.

Besluit ECB/2009/27

PB L 339 van 22.12.2009, blz. 55.


BIJLAGE V

CONCORDANTIETABEL

Besluit ECB/2001/16

Dit besluit

Artikel 5 bis

Artikel 6

Artikel 6

Artikel 7


9.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 35/26


BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 13 december 2010

betreffende de uitgifte van eurobankbiljetten

(herschikking)

(ECB/2010/29)

(2011/67/EU)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, inzonderheid artikel 128, lid 1,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de „ESCB-statuten”), inzonderheid artikel 16,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van artikel 128, lid 1, van het Verdrag en artikel 16 van de ESCB-statuten heeft de Raad van bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB) het alleenrecht machtiging te geven tot de uitgifte van eurobankbiljetten binnen de Unie. Op grond van deze bepalingen kunnen de ECB en de NCB’s eurobankbiljetten uitgeven die als enige de hoedanigheid van wettig betaalmiddel hebben binnen de lidstaten die de euro als munt hebben. Het recht van de Unie voorziet in een systeem van meerdere instellingen die bankbiljetten uitgeven. De ECB en de NCB’s geven eurobankbiljetten uit.

(2)

Krachtens artikel 10 van Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro (1), hebben de ECB en de NCB’s op 1 januari 2002 in euro luidende bankbiljetten in omloop gebracht. Eurobankbiljetten zijn uitdrukkingen van dezelfde gemeenschappelijke munt en onderworpen aan gemeenschappelijke wettelijke regels.

(3)

Aan de uitgifte van eurobankbiljetten hoeven geen kwantitatieve of andere beperkingen te worden opgelegd, omdat het in omloop brengen van bankbiljetten een door vraag gestuurd proces is.

(4)

Besluit ECB/2003/4 van 20 maart 2003 betreffende de denominaties, specificaties, reproductie, vervanging en het uit circulatie nemen van eurobankbiljetten (2) bevat gemeenschappelijke regels betreffende eurobankbiljetten. De ECB heeft gemeenschappelijke technische specificaties voor eurobankbiljetten vastgesteld, alsook maatregelen ter controle van de kwaliteit om te verzekeren dat de eurobankbiljetten aan die specificaties voldoen. Dientengevolge hebben alle eurobankbiljetten dezelfde fysieke verschijningsvorm en hetzelfde kwaliteitsniveau en is er geen onderscheid tussen bankbiljetten van dezelfde denominatie.

(5)

De leden van het Eurosysteem dienen aan alle eurobankbiljetten dezelfde eisen op te leggen wat betreft aanvaarding en vervaardiging, ongeacht wie de bankbiljetten in omloop brengt. De huidige praktijk van repatriëring van in de nationale munteenheid luidende bankbiljetten naar de uitgevende centrale bank is niet van toepassing op eurobankbiljetten. Het systeem voor de uitgifte van de eurobankbiljetten is gebaseerd op het beginsel dat eurobankbiljetten niet worden gerepatrieerd.

(6)

Krachtens artikel 29.1 van de ESCB-statuten wordt aan elke centrale bank die deel uitmaakt van Europees Stelsel van centrale banken, een weging toegekend in de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de ECB, zoals vastgelegd in Besluit ECB/2008/23 van 12 december 2008 inzake het procentuele aandeel van de nationale centrale banken in de verdeelsleutel voor het kapitaal van de Europese Centrale Bank (3); deze weging is gebaseerd op de bevolking en op het bruto binnenlands product van iedere lidstaat en bepaalt de bijdragen aan het kapitaal van de ECB, de overdrachten van de externe reserves van de NCB’s aan de ECB, de toedeling van monetaire inkomsten van de NCB’s, en de verdeling van winsten en het delen van verliezen van de ECB.

(7)

Eurobankbiljetten zijn wettig betaalmiddel in alle lidstaten die de euro als munt hebben, circuleren vrijelijk binnen het eurogebied, worden opnieuw uitgegeven door de leden van het Eurosysteem, en kunnen ook worden opgeslagen of gebruikt buiten het eurogebied. De verplichtingen voortvloeiend uit de uitgifte van het totale bedrag aan in omloop zijnde eurobankbiljetten dienen daarom volgens een objectief criterium aan de leden van het Eurosysteem te worden toegewezen. Een passend criterium is het aandeel van elke NCB in het volgestorte kapitaal van de ECB. Dit aandeel vloeit voort uit een evenredige toepassing op NCB’s van de kapitaalverdeelsleutel zoals bedoeld in artikel 29.1 van de ESCB-statuten. Aangezien dit criterium niet van toepassing is op de ECB, stelt de Raad van bestuur het procentuele aandeel van door de ECB uit te geven eurobankbiljetten vast.

(8)

Op grond van het beginsel van decentralisatie voor transacties van het Eurosysteem, zoals vastgelegd in artikel 9.2 en artikel 12.1 van de ESCB-statuten, wordt het in omloop brengen en uit circulatie nemen van alle eurobankbiljetten, met inbegrip van de door de ECB uitgegeven eurobankbiljetten, toevertrouwd aan de NCB’s. Overeenkomstig dit beginsel is de fysieke verwerking van eurobankbiljetten eveneens in handen van de NCB’s.

(9)

Het verschil tussen de waarde van de eurobankbiljetten die aan iedere NCB zijn toegedeeld volgens de verdeelsleutel voor de toedeling van eurobankbiljetten, en de waarde van de eurobankbiljetten die een dergelijke NCB in omloop brengt, leidt tot tegoeden binnen het Eurosysteem. Aangezien de ECB geen eurobankbiljetten in omloop brengt, houdt ze binnen het Eurosysteem vorderingen op de NCB’s ter waarde van het door haar uitgegeven aandeel aan eurobankbiljetten. De rentevergoeding op deze tegoeden binnen het Eurosysteem heeft invloed op de inkomensposities van NCB’s, zodat het op artikel 32 van de ESCB-statuten gebaseerde Besluit ECB/2010/23 van 25 november 2010 inzake de toedeling van monetaire inkomsten van de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben (4) daarop van toepassing is.

(10)

Ingevolge artikel 1 van Besluit 2010/416/EU van de Raad van 13 juli 2010, overeenkomstig artikel 140, lid 2, van het Verdrag betreffende de aanneming van de euro door Estland op 1 januari 2011 (5), voldoet Estland aan de noodzakelijke voorwaarden voor de aanneming van de euro en zal de ingevolge artikel 4 van het Toetredingsverdrag (6) van 2003 aan Estland verleende derogatie met ingang van 1 januari 2011 worden ingetrokken.

(11)

Aangezien Estland op 1 januari 2011 de euro zal aannemen, dient Besluit ECB/2001/15 van 6 december 2001 betreffende de uitgifte van eurobankbiljetten (7) te worden gewijzigd, teneinde de met ingang van 1 januari 2011 van toepassing zijnde verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten te bepalen. Omdat Besluit ECB/2001/15 al verscheidene malen is gewijzigd, dient duidelijkheidshalve een herschikking plaats te vinden,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

In dit besluit wordt bedoeld met:

a)   „NCB”: de nationale centrale bank van een lidstaat die de euro als munt heeft;

b)   „eurobankbiljetten”: bankbiljetten die voldoen aan de vereisten van Besluit ECB/2003/4 en aan de door de Raad van bestuur vastgestelde technische specificaties;

c)   „verdeelsleutel voor het geplaatste kapitaal”: de aandelen van de NCB’s (uitgedrukt in percentages) in het geplaatste kapitaal van de ECB die resulteren uit de toepassing op de NCB’s van de wegingen in de verdeelsleutel zoals bedoeld in artikel 29.1 van de ESCB-statuten en zoals van toepassing voor het relevante boekjaar;

d)   „verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten”: de percentages die voortvloeien uit de procedure waarbij het aandeel van de ECB in de totale uitgifte aan eurobankbiljetten in aanmerking wordt genomen en de verdeelsleutel voor het geplaatste kapitaal (afgerond op het dichtstbijzijnde veelvoud van 0,0005 procentpunt) wordt toegepast op het aandeel van de NCB’s in dit totaal. Indien het totaal van de resulterende percentages niet 100 % is, wordt het verschil weggewerkt door i) als het totaal minder is dan 100 % het kleinste aandeel met 0,0005 procentpunt te verhogen, eventueel gevolgd door eenzelfde verhoging van het op een na kleinste aandeel, enz. totdat het totaal precies 100 % bedraagt; of ii) als het totaal meer dan 100 % bedraagt, het grootste aandeel met 0,0005 procentpunt te verlagen, eventueel gevolgd door eenzelfde verlaging van het op een na grootste aandeel, enz. totdat het totaal precies 100 % bedraagt. Bijlage I bij dit besluit legt de met ingang van 1 januari 2011 toepasselijke verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten vast.

Artikel 2

Uitgifte van eurobankbiljetten

De ECB en de NCB’s geven eurobankbiljetten uit.

Artikel 3

Verplichtingen van emittenten

1.   Alle eurobankbiljetten, met inbegrip van de door de ECB uitgegeven eurobankbiljetten, worden door NCB’s in omloop gebracht en uit circulatie genomen; de fysieke verwerking van die bankbiljetten worden eveneens door NCB’s verricht.

2.   Op verzoek van de houder accepteren NCB’s alle eurobankbiljetten ter inwisseling voor eurobankbiljetten van dezelfde waarde of, in het geval van rekeninghouders, ter creditering van bij de ontvangende NCB aangehouden rekeningen.

3.   NCB’s behandelen alle door hen geaccepteerde eurobankbiljetten als passiva en verwerken ze op een gelijke manier.

4.   NCB’s dragen door hen geaccepteerde eurobankbiljetten niet over aan andere NCB’s en houden dergelijke eurobankbiljetten beschikbaar voor heruitgifte. Als uitzondering hierop en overeenkomstig eventuele door de Raad van bestuur van de ECB vastgestelde regels:

a)

mogen beschadigde, versleten of ingetrokken eurobankbiljetten door de ontvangende NCB worden vernietigd; en

b)

mogen door NCB’s aangehouden eurobankbiljetten om logistieke redenen in grote hoeveelheden worden herverdeeld binnen het Eurosysteem.

Artikel 4

Toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem

1.   De totale waarde aan in omloop zijnde eurobankbiljetten wordt aan de leden van het Eurosysteem toegedeeld door toepassing van de verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten.

2.   Het verschil tussen de waarde van aan iedere NCB overeenkomstig de verdeelsleutel voor toedeling van bankbiljetten toegedeelde eurobankbiljetten en de waarde van de door de betreffende NCB in omloop gebrachte eurobankbiljetten resulteert in tegoeden binnen het Eurosysteem. Binnen het Eurosysteem houdt de ECB vorderingen ter waarde van de door haar uitgegeven eurobankbiljetten op de NCB’s naar rato van hun aandeel in de verdeelsleutel voor het geplaatste kapitaal.

Artikel 5

Intrekking

Besluit ECB/2001/15 wordt ingetrokken. Verwijzingen naar het ingetrokken besluit gelden als verwijzingen naar dit besluit.

Artikel 6

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt op 1 januari 2011 in werking.

Gedaan te Frankfurt am Main, 13 december 2010.

De president van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  PB L 139 van 11.5.1998, blz. 1.

(2)  PB L 78 van 25.3.2003, blz. 16.

(3)  PB L 21 van 24.1.2009, blz. 66.

(4)  Nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad.

(5)  PB L 196 van 28.7.2010, blz. 24.

(6)  Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond (PB L 236 van 23.9.2003, blz. 33).

(7)  PB L 337 van 20.12.2001, blz. 52.


BIJLAGE I

VERDEELSLEUTEL VOOR TOEDELING VAN BANKBILJETTEN VANAF 1 JANUARI 2011

Europese Centrale Bank

8,0000 %

Nationale Bank van België/Banque Nationale de Belgique

3,1895 %

Deutsche Bundesbank

24,8995 %

Eesti Pank

0,2355 %

Banc Ceannais na hÉireann/Central Bank of Ireland

1,4605 %

Bank of Greece

2,5835 %

Banco de España

10,9185 %

Banque de France

18,6985 %

Banca d’Italia

16,4310 %

Central Bank of Cyprus

0,1800 %

Banque centrale du Luxembourg

0,2295 %

Bank Centrali ta’ Malta/Central Bank of Malta

0,0830 %

De Nederlandsche Bank

5,2440 %

Oesterreichische Nationalbank

2,5530 %

Banco de Portugal

2,3015 %

Banka Slovenije

0,4325 %

Národná banka Slovenska

0,9115 %

Suomen Pankki

1,6485 %

TOTAAL

100,0000 %


BIJLAGE II

INGETROKKEN BESLUIT EN OPEENVOLGENDE WIJZIGINGEN

Besluit ECB/2001/15

PB L 337 van 20.12.2001, blz. 52.

Besluit ECB/2003/23

PB L 9 van 15.1.2004, blz. 40.

Besluit ECB/2004/9

PB L 205 van 9.6.2004, blz. 17.

Besluit ECB/2006/25

PB L 24 van 31.1.2007, blz. 13.

Besluit ECB/2007/19

PB L 1 van 4.1.2008, blz. 7.

Besluit ECB/2008/26

PB L 21 van 24.1.2009, blz. 75.


RICHTSNOEREN

9.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 35/31


RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 11 november 2010

betreffende het juridische kader ten behoeve van de financiële administratie en verslaglegging in het Europees Stelsel van Centrale Banken

(herschikking)

(ECB/2010/20)

(2011/68/EU)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de „ESCB-statuten” genoemd), inzonderheid artikel 12, lid 1, artikel 14, lid 3 en artikel 26, lid 4,

Gezien de bijdrage van de Algemene Raad van de Europese Centrale Bank (ECB) als bedoeld in het tweede en derde streepje van artikel 46, lid 2 van de ESCB-statuten,

Overwegende:

(1)

Richtsnoer ECB/2006/16 van 10 november 2006 betreffende het juridische kader ten behoeve van de financiële administratie en verslaglegging in het Europees Stelsel van centrale banken (1) is verscheidene malen aanzienlijk gewijzigd. Aangezien verdere wijzigingen moeten worden gemaakt, inzonderheid met betrekking tot het afdekken van renterisico’s en de herwaardering van bijzondere trekkingsrechten (SDR’s), is omwille van de duidelijkheid een herschikking noodzakelijk.

(2)

Het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) is onderworpen aan de in artikel 15 van de ESCB-statuten vermelde rapportageverplichtingen.

(3)

Voor analytische en operationele doeleinden stelt de directie, overeenkomstig artikel 26, lid 3, van de ESCB-statuten, een geconsolideerde balans van het ESCB op.

(4)

Overeenkomstig artikel 26, lid 4, van de ESCB-statuten stelt de Raad van bestuur voor de toepassing van artikel 26 de nodige regels vast ter standaardisatie van de financiële administratie en verslaglegging van door de NCB’s uitgevoerde werkzaamheden.

(5)

De bekendmaking in verband met eurobankbiljetten in omloop, in verband met de vergoeding van de netto vorderingen/verplichtingen binnen het Eurosysteem als gevolg van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem en tevens in verband met de monetaire inkomsten dient te worden geharmoniseerd in de door NCB’s gepubliceerde jaarrekeningen,

HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Definities

1.   Voor de toepassing van dit richtsnoer wordt verstaan onder:

a)

   „NCB” de nationale centrale bank van een lidstaat die de euro als munt heeft;

b)

   „financiële administratie- en verslagleggingsdoelstellingen van het Eurosysteem” de doelstellingen waarvoor de ECB overeenkomstig de artikelen 15 en 26 van de ESCB-statuten de in bijlage I opgesomde financiële overzichten opstelt;

c)

   „rapporterende entiteit” de ECB of een NCB;

d)

   „kwartaal-herwaarderingsdatum” de datum van de laatste werkdag van een kwartaal;

e)

   „consolidatie” het zodanig administratief samenvoegen van de financiële cijfers van verscheidene afzonderlijke juridische entiteiten alsof ze één entiteit vormen;

f)

   „jaar waarin naar de chartale euro wordt omgeschakeld” een periode van twaalf maanden vanaf de datum waarop eurobankbiljetten en -muntstukken in een lidstaat die de euro als munt heeft, de status van wettig betaalmiddel krijgen;

g)

   „verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten” de percentages die voortvloeien uit de procedure waarbij het aandeel van de ECB in de totale uitgifte aan eurobankbiljetten in aanmerking wordt genomen en de verdeelsleutel voor het geplaatste kapitaal wordt toegepast op het aandeel van de NCB’s in dit totaal, zulks krachtens Besluit ECB/2010/29 van 13 december 2010 betreffende de uitgifte van eurobankbiljetten (2);

h)

   „kredietinstelling” a) een kredietinstelling in de zin van artikel 2 en 4, lid 1, onder a), van Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (3), zoals uitgevoerd in nationale wetgeving, die onderworpen is aan toezicht door een bevoegde autoriteit; of b) een andere kredietinstelling in de zin van artikel 123, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie die onderworpen is aan toezicht dat vergelijkbaar is met de standaarden voor toezicht door een bevoegde autoriteit.

2.   Definities van andere in dit richtsnoer gebruikte technische termen zijn opgenomen in bijlage II.

Artikel 2

Toepassingsgebied

1.   Dit richtsnoer is van toepassing op de ECB en de NCB’s voor de financiële administratie en verslaglegging van het Eurosysteem.

2.   Het toepassingsgebied van dit richtsnoer is beperkt tot de financiële administratie en verslaglegging van het Eurosysteem zoals vastgelegd door de ESCB-statuten. Als gevolg is het niet van toepassing op de nationale rapportage en financiële rekeningen van NCB’s. Omwille van consistentie en vergelijkbaarheid tussen het Eurosysteem en de nationale stelsels, zij aanbevolen dat de NCB’s, voor zover mogelijk, voor hun nationale rapportage en financiële rekeningen de in dit richtsnoer gestipuleerde regels volgen.

Artikel 3

Uitgangspunten inzake de financiële administratie

De volgende uitgangspunten inzake de financiële administratie zijn van toepassing:

a)   economische realiteit en transparantie: de methoden van administreren en de financiële verslaglegging weerspiegelen de economische realiteit, zij zijn transparant en voldoen aan de gestelde eisen van inzichtelijkheid, relevantie, betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid. Transacties worden geboekt en weergegeven rekening houdend met hun inhoud en economische realiteit en niet uitsluitend met inachtneming van hun juridische vorm;

b)   voorzichtigheidsbeginsel: bij de waardering van activa en passiva en de verantwoording van baten en lasten dient het voorzichtigheidsbeginsel te worden toegepast. In het kader van dit richtsnoer betekent dit dat ongerealiseerde winsten niet als baten worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening, maar direct worden opgenomen in een herwaarderingsrekening en dat niet-gerealiseerde verliezen per jaarultimo ten laste van de winst-en-verliesrekening worden gebracht indien zij eerder op de desbetreffende herwaarderingsrekening geboekte herwaarderingswinsten te boven gaan. Stille reserves of het opzettelijk onjuist weergeven van posten op de balans en winst-en-verliesrekening zijn onverenigbaar met het voorzichtigheidsbeginsel;

c)   Gebeurtenissen na de balansdatum: activa en passiva moeten worden aangepast rekening houdend met gebeurtenissen die zich voordoen tussen de balansdatum en de datum waarop de jaarrekening door de betrokken instanties wordt vastgesteld, indien en voor zover de activa en passiva door deze gebeurtenissen beïnvloed worden. Gebeurtenissen na de balansdatum die geen invloed hebben op de activa en passiva op de balansdatum, doch wel van belang zijn voor beoordelingen en het gebruik van de jaarrekening dienen openbaar gemaakt te worden;

d)   materialiteitsbeginsel: afwijkingen van de regels van financiële administratie, met inbegrip van die welke een invloed hebben op de berekening van de winst-en-verliesrekeningen van de afzonderlijke NCB’s en van de ECB, zijn alleen toegestaan, indien ze redelijkerwijs als niet relevant mogen worden beschouwd in de algehele context en presentatie van de financiële rekeningen van de rapporterende instelling;

e)   het continuïteitsbeginsel: de rekeningen worden conform het continuïteitsbeginsel opgesteld;

f)   de periodetoerekeningsgrondslag: baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben en niet aan de periode waarin de inkomsten worden ontvangen of de uitgaven worden betaald;

g)   consistentie en vergelijkbaarheid: de regels van waardering en resultaatbepaling dienen inzake continuïteit en gemeenschappelijkheid van benadering consequent te worden toegepast teneinde de vergelijkbaarheid van de gegevens in de financiële overzichten binnen het Eurosysteem te waarborgen.

Artikel 4

Verantwoording van activa en passiva

Activa en passiva worden alleen verantwoord op de balans van de rapporterende entiteit wanneer aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

a)

het waarschijnlijk is dat in de toekomst enig economisch nut in de vorm van een bate of een last, verbonden zal zijn aan de betreffende actief- of passiefpost voor de rapporterende entiteit;

b)

in wezen alle risico’s en voordelen verbonden aan de desbetreffende actief- of passiefpost voor rekening komen van de rapporterende entiteit;

c)

de kostprijs of de waarde van de actiefpost voor de rapporterende entiteit of de omvang van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld.

Artikel 5

Economische en kasbasisbenadering

1.   De economische benadering wordt gebruikt als grondslag voor het verwerken van deviezentransacties, in vreemde valuta luidende financiële instrumenten en ermee verband houdende overlopende posten. Om deze benadering in te voeren zijn twee verschillende technieken ontwikkeld:

a)

de „reguliere benadering” zoals uiteengezet in hoofdstuk III en IV en bijlage III, en

b)

de „alternatieve benadering” zoals uiteengezet in bijlage III.

2.   Effectentransacties, met inbegrip van in vreemde valuta luidende effecten mogen verder worden verwerkt conform de kasbasisbenadering. De corresponderende lopende rente met inbegrip van agio of disagio wordt dagelijks vanaf de contante afwikkelingsdatum verwerkt.

3.   NCB’s mogen de economische of de kasbasisbenadering gebruiken voor het verwerken van specifieke in euro luidende transacties, financiële instrumenten en ermee verband houdende overlopende posten.

4.   Met uitzondering van financieel-administratieve aanpassingen per kwartaal- en jaarultimo en van posten die zijn opgenomen onder „Overige activa” en „Overige passiva”, tonen bedragen die deel uitmaken van de dagelijkse financiële verslaglegging binnen het kader van de financiële verslaglegging van het Eurosysteem, alleen kasmutaties in balansposten.

HOOFDSTUK II

SAMENSTELLING VAN BALANS EN BALANSWAARDERINGSREGELS

Artikel 6

Balansindeling

De indeling van de balans van de ECB en NCB’s binnen het kader van financiële verslaglegging van het Eurosysteem is gebaseerd op het in bijlage IV weergegeven schema.

Artikel 7

Balanswaarderingsregels

1.   Ten behoeve van de waardering worden de actuele marktkoersen en -prijzen op de balansdatum gebruikt, tenzij anders aangegeven in bijlage IV.

2.   De herwaardering van goud, instrumenten in vreemde valuta, effecten m.u.v. effecten ingedeeld als tot de vervaldag aangehouden en niet-verhandelbare effecten, alsook financiële instrumenten, zowel op de balans als buiten de balans, vindt plaats zoals op de driemaandelijkse herwaarderingsdatum tegen het gemiddelde van marktbied- en laatkoersen en -prijzen. Dit neemt niet weg dat de rapporterende entiteiten hun portefeuilles frequenter kunnen herwaarderen voor interne doeleinden, op voorwaarde dat ze tijdens het kwartaal balansposten alleen tegen de transactiewaarde rapporteren.

3.   Er wordt voor goud geen onderscheid gemaakt tussen prijs- en valutaherwaarderingsverschillen, maar er wordt één herwaarderingsverschil voor goud bepaald, gebaseerd op de prijs in euro per gewichtseenheid goud berekend aan de hand van de EUR/USD-koers op de driemaandelijkse herwaarderingsdatum. De herwaardering van valuta geschiedt per valutasoort, inclusief transacties binnen en buiten de balans. Ten behoeve van dit artikel, worden aangehouden SDR’s, met inbegrip van voorraden aangewezen individuele deviezen die deel uitmaken van de SDR, als één deelneming behandeld. Herwaardering van waardepapieren geschiedt per fondscode, d.w.z. hetzelfde ISIN-nummer/type. Waardepapieren die aangehouden worden voor monetaire beleidsdoeleinden of onder de posten „Overige financiële activa” of „Diversen” worden opgenomen, worden behandeld als afzonderlijke deelnemingen.

4.   Herwaarderingsboekingen worden aan het einde van het volgende kwartaal tegengeboekt, met uitzondering van de ongerealiseerde verliezen die per jaarultimo in de winst-en-verliesrekening worden opgenomen; tijdens het kwartaal worden transacties gerapporteerd tegen de transactieprijzen en -koersen.

5.   Waardepapieren die ingedeeld zijn als tot de vervaldag aangehouden papieren, worden als afzonderlijke deelnemingen behandeld, gewaardeerd tegen de aanschaffingswaarde verminderd met de afschrijvingen en zijn onderworpen aan bijzondere waardevermindering. Dezelfde behandeling geldt voor niet-verhandelbare waardepapieren. Waardepapieren die ingedeeld zijn als tot de vervaldag aangehouden papieren, kunnen in elk van de volgende omstandigheden voor de vervaldatum worden verkocht:

a)

indien de verkochte hoeveelheid niet significant wordt geacht vergeleken met het totale bedrag van de portefeuille van tot de vervaldatum aangehouden waardepapieren;

b)

indien de waardepapieren worden verkocht in de maand van de vervaldatum;

c)

in uitzonderlijke omstandigheden, zoals een significante verslechtering van de kredietwaardigheid van de emittent, of na een expliciete monetaire beleidsbeslissing van de Raad van bestuur.

Artikel 8

Transacties met wederinkoopverplichting

1.   Een transactie met wederinkoopverplichting krachtens een repo-overeenkomst wordt op de passiefzijde van de balans geboekt als een door onderpand gedekt ontvangen deposito, terwijl het onderpand als actiefpost geboekt blijft. Verkochte waardepapieren met wederinkoopverplichting krachtens een repo-overeenkomst, worden door de rapporterende entiteit, die de effecten dient terug te kopen, behandeld alsof de desbetreffende activa nog steeds deel uitmaken van de portefeuille waaruit ze werden verkocht.

2.   Een transactie met wederinkoopverplichting krachtens een repo-overeenkomst met wederverkoopverplichting wordt op de actiefzijde van de balans geboekt als een op basis van onderpand verstrekte lening voor het bedrag van de lening. Waardepapieren verkregen in het kader van repo-overeenkomsten met wederverkoopverplichting worden niet geherwaardeerd en daaruit voortvloeiende winst of verlies wordt door de rapporterende entiteit die de fondsen verstrekt, niet opgenomen in de winst-en-verliesrekening.

3.   In geval van transacties inzake verstrekte effectenleningen, blijven de effecten op de balans van de overdragende partij. Dergelijke transacties worden administratief verwerkt als repo-overeenkomsten. Echter, indien effecten die door de als overnemende partij optredende rapporterende entiteit bij deze transactie zijn betrokken, per jaarultimo niet op diens bewaarnemingsrekening aangehouden worden, dient de overnemende partij een voorziening voor verliezen aan te leggen indien de marktwaarde van de onderliggende effecten sinds de contractdatum van de leningtransactie gestegen is. De overnemende partij neemt een verplichting in de balans op voor de heroverdracht van de effecten indien de effecten intussen zijn vervreemd.

4.   Goudtransacties op basis van onderpand worden behandeld als repo-overeenkomsten. De goudmutaties die verband houden met deze transacties worden niet in de financiële overzichten weergegeven en het verschil tussen de contante koers en de termijnkoers van de transactie wordt op transactiebasis toegerekend aan de periode waarop deze betrekking heeft.

5.   Transacties met wederinkoopverplichting, waaronder effectenleningstransacties, die worden uitgevoerd krachtens een geautomatiseerd programma voor effectenleningstransacties, worden uitsluitend op de balans geboekt indien liquide onderpand geplaatst op de bankrekening van de desbetreffende NCB of de ECB, wordt verschaft.

Artikel 9

Verhandelbare waardepapieren

1.   Dit artikel is van toepassing op verhandelbare effecten, d.w.z. gewone aandelen of aandelenbeleggingsfondsen, indien de transacties direct door een rapporterende entiteit of diens gevolmachtigde worden uitgevoerd, met uitzondering van activiteiten ten behoeve pensioenfondsen, deelnemingen, beleggingen in dochterondernemingen of significante belangen.

2.   In vreemde valuta luidende effecten die opgevoerd zijn onder „overige activa”, maken geen deel uit van de totale valutapositie, maar van afzonderlijke valutaposities. De gerelateerde deviezenwinsten en -verliezen kunnen worden berekend middels de gemiddelde nettokostprijs, dan wel middels de gemiddelde kostprijs.

3.   De herwaardering van effectenportfolio’s geschiedt overeenkomstig artikel 7, lid 2. Herwaardering geschiedt per afzonderlijke post. Voor aandelen-beleggingsfondsen geschiedt prijsherwaardering op nettobasis en niet per afzonderlijk aandeel. Er vindt geen saldering plaats tussen de verschillende gewone aandelen of tussen verschillende aandelenbeleggingsfondsen.

4.   Transacties worden tegen de transactieprijs op de balans opgenomen.

5.   Makelaarscourtage wordt hetzij geboekt als in de kosten van het activum op te nemen transactiekosten, hetzij als kosten in de winst-en-verliesrekening.

6.   Het gekochte dividend wordt opgenomen in de prijs van het waardepapier. Het gekochte dividend mag op de ex-dividend datum als aparte post behandeld worden tot de ontvangst van de betaling van het dividend.

7.   Overlopende activa in verband met dividenden worden aan het einde van de periode niet geboekt, omdat zij, behoudens voor ex-dividend aandelen, al zijn opgenomen in de marktprijs van de effecten.

8.   Uitgiften van rechten worden bij uitgifte behandeld als een afzonderlijk activum. De berekening van de aanschaffingswaarde is gebaseerd op de bestaande gemiddelde kostprijs van de aandelen, op de uitoefenprijs van de nieuw aangeschafte aandelen, en op de verhouding tussen bestaande en nieuwe aandelen. Dan wel, de waarde van het recht kan worden gebaseerd op zijn marktwaarde, de bestaande gemiddelde kostprijs van aandelen en de marktprijs van aandelen voor de uitgifte van het recht.

Artikel 10

Afdekken van het renterisico op waardepapieren met derivaten

1.   Het met een derivaat afdekken van het renterisico op een waardepapier betekent het aanwijzen van een derivaat zodat de verandering in de reële waarde ervan de verwachte verandering in de reële waarde van het afgedekte waardepapier tengevolge van renteschommelingen compenseert.

2.   Afgedekte instrumenten en afdekinstrumenten worden overeenkomstig de in dit richtsnoer vastgelegde algemene bepalingen, waarderingsregels, resultaatbepalings- en instrument-specifieke vereisten verantwoord en behandeld.

3.   In afwijking van artikel 3, onder b), artikel 7, lid 3, artikel 13, lid 1 en lid 2, artikel 14, lid 1, onder b) en lid 2, onder d) en artikel 15, lid 2, kan de volgende alternatieve behandeling worden toegepast op de waardering van een afgedekt waardepapier en van een hedgingderivaat:

a)

Het waardepapier en het derivaat worden beide tegen hun marktwaarde geherwaardeerd en opgenomen op de balans per het einde van elk kwartaal. De volgende asymmetrische waarderingsmethode wordt toegepast op het netto bedrag van ongerealiseerde winst/verlies op de afgedekte instrumenten en de afdekinstrumenten:

i)

een netto ongerealiseerd verlies wordt per jaarultimo ten laste van het resultaat gebracht en aanbevolen wordt het af te schrijven over de resterende looptijd van het afgedekte instrument, en

ii)

een netto ongerealiseerde winst wordt op een herwaarderingsrekening geboekt en op de volgende herwaarderingsdatum teruggeboekt.

b)

Afdekking van een al in bezit zijnd waardepapier: Indien de gemiddelde kostprijs van een afgedekt waardepapier bij het afsluiten van de afdekkingstransactie afwijkt van de marktprijs van het waardepapier, wordt de volgende behandeling toegepast:

i)

op die datum ongerealiseerde winsten op het waardepapier worden geboekt op een herwaarderingsrekening, terwijl ongerealiseerde verliezen ten laste van het resultaat worden gebracht, en

ii)

de bepalingen onder a) zijn van toepassing op de wijzigingen in marktwaarden na de afsluitingsdatum van de afdekkingsrelatie.

c)

Aanbevolen wordt het saldo van, per de datum dat de afdekking werd opgezet, nog af te schrijven premies en kortingen af te schrijven over de resterende looptijd van het afgedekte instrument.

4.   Wanneer hedge accounting wordt beëindigd, worden het waardepapier en het derivaat die in de boeken van de rapporterende entiteit zijn blijven staan, per de datum van beëindiging gewaardeerd als losstaande instrumenten overeenkomstig de algemene regels in dit richtsnoer.

5.   De in lid 3 vastgelegde alternatieve behandeling mag slechts worden toegepast indien aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

a)

Bij het afsluiten van de afdekkingstransactie worden de afdekkingsrelatie en de doelstelling en strategie ten aanzien van risicobeheer voor het aangaan van de afdekkingstransactie formeel gedocumenteerd. Die documentatie omvat al het volgende: i) aanduiding van het derivaat dat gebruikt wordt als afdekkingsinstrument; ii) aanduiding van het betreffende afgedekte waardepapier; en iii) een beoordeling van hoe effectief het derivaat is in het compenseren van het risico van veranderingen in de reële waarde van het waardepapier toe te rekenen aan het renterisico.

b)

De afdekking is naar verwachting zeer effectief en de effectiviteit van de afdekking kan betrouwbaar worden bepaald. Zowel prospectieve als retrospectieve effectiviteit moeten worden beoordeeld. Aanbevolen wordt dat:

i)

de prospectieve effectiviteit wordt bepaald door historische veranderingen in de reële waarde van de afgedekte positie te vergelijken met historische veranderingen in de reële waarde van het afdekkingsinstrument, of door een hoge statistische correlatie aan te tonen tussen de reële waarde van de afgedekte positie en de reële waarde van het afdekkingsinstrument, en

ii)

de retrospectieve effectiviteit is aangetoond indien de ratio van de daadwerkelijke winst/het daadwerkelijk verlies op de afgedekte possitie en het daadwerkelijk verlies/de daadwerkelijke winst op het afdekkingsinstrument tussen 80 % en 125 % ligt.

6.   Het volgende is van toepassing op het afdekken van een groep waardepapieren: waardepapieren met vergelijkbare rentevoeten mogen worden samengevoegd en afgedekt als een groep, mits aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de waardepapieren hebben een vergelijkbare looptijd;

b)

de groep waardepapieren voldoet zowel prospectief als retrospectief aan de effectiviteitstest;

c)

de aan het afgedekte risico toe te rekenen verandering in de reële waarde voor elk waardepapier van de groep wordt verwacht ongeveer evenredig te zijn aan de totale verandering in de reële waarde die is toe te rekenen aan het afgedekte risico van de groep waardepapieren.

Artikel 11

Synthetische instrumenten

1.   Verzamelde instrumenten die een synthetisch instrument vormen, worden overeenkomstig de in dit richtsnoer vastgelegde algemene bepalingen, waarderingsregels, resultaatbepalings- en instrument-specifieke vereisten als aparte instrumenten verantwoord en behandeld.

2.   In afwijking van artikel 3, onder b), artikel 7, lid 3, artikel 13, lid 1 en artikel 15, lid 2 kan de volgende alternatieve behandeling worden toegepast op de waardering van synthetische instrumenten:

a)

ongerealiseerde winsten en verliezen van verzamelde instrumenten die een synthetisch instrument vormen, worden per jaarultimo gesaldeerd. Daarbij worden netto ongerealiseerde winsten op een herwaarderingsrekening geboekt. Netto ongerealiseerde verliezen worden ten laste van het resultaat gebracht, indien zij hoger uitvallen dan eerdere netto op de desbetreffende herwaarderingsrekening geboekte herwaarderingswinsten;

b)

als deel van een synthetisch instrument gehouden effecten behoren niet tot de totale portefeuille van dergelijke effecten, maar vormen een aparte portefeuille;

c)

ongerealiseerde verliezen worden per jaarultimo ten laste van het resultaat gebracht en de overeenstemmende ongerealiseerde winsten worden in opeenvolgende jaren apart afgeschreven.

3.   Indien een van de verzamelde instrumenten afloopt, verkocht, opgezegd of wordt uitgeoefend, stopt de rapporterende entiteit daarna de in lid 2 vastgelegde alternatieve behandeling en enige niet-afgeschreven waarderingswinsten die in voorgaande jaren in de winst-en-verliesrekening werden opgenomen, worden direct teruggeboekt.

4.   De in lid 2 vastgelegde alternatieve behandeling mag slechts worden toegepast indien aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de individuele instrumenten worden beheerd en hun rendement wordt op basis van hetzij een risicobeheerstrategie of een beleggingsstrategie als een gecombineerd instrument beoordeeld;

b)

bij de eerste boeking worden de individuele instrumenten als een synthetisch instrument gestructureerd en aangemerkt;

c)

de toepassing van de alternatieve behandeling elimineert een waarderingsinconsistentie (waarderingsmismatch) die optreedt bij het toepassen van in dit richtsnoer uiteengezette algemene regels op het niveau van een individueel instrument, dan wel vermindert deze aanzienlijk;

d)

er is officiële documentatie beschikbaar die het mogelijk maakt te verifiëren dat aan de in a), b) en c) vastgelegde voorwaarden is voldaan.

Artikel 12

Bankbiljetten

1.   Voor de tenuitvoerlegging van artikel 49 van de ESCB-statuten, worden door een NCB aangehouden bankbiljetten van andere lidstaten die de euro als munt hebben, niet verantwoord als bankbiljetten in omloop, maar als tegoeden binnen het Eurosysteem. Voor de behandeling van bankbiljetten van andere lidstaten die de euro als munt hebben geldt de volgende procedure:

a)

de NCB die door een andere NCB uitgegeven bankbiljetten, luidende in nationale eurogebied valuta-eenheden, ontvangt, stelt de emitterende NCB dagelijks in kennis van de waarde van de ter inwisseling gestorte bankbiljetten, tenzij een bepaald dagvolume laag is. De emitterende NCB doet via Target2 een overeenkomstige betaling aan de ontvangende NCB, en

b)

de bedragen aan „bankbiljetten in omloop” worden in de boeken van de emitterende NCB aangepast bij ontvangst van de bovenvermelde kennisgeving.

2.   Het bedrag aan „bankbiljetten in omloop” op de balans van de NCB’s behelst drie componenten

a)

de niet-aangepaste waarde aan eurobankbiljetten in omloop, met inbegrip van de in nationale eurogebied valuta-eenheden luidende bankbiljetten van het jaar waarin naar de chartale euro wordt omgeschakeld, voor de NCB die de euro aanneemt, te berekenen volgens een van de twee onderstaande methodes:

Methode A

:

B = P - D - N - S

Methode B

:

B = I - R - N

Hierbij is:

B

de niet-aangepaste waarde van „bankbiljetten in omloop”

P

de waarde van de geproduceerde of van de drukker of andere NCB’s ontvangen bankbiljetten

D

de waarde van vernietigde bankbiljetten

N

de waarde van door andere NCB’s aangehouden nationale bankbiljetten van de uitgevende NCB (waarvan de laatste in kennis is gesteld, maar die nog niet gerepatrieerd zijn)

I

de waarde van in omloop gebrachte bankbiljetten

R

de waarde van ontvangen bankbiljetten

S

de waarde van bankbiljetten in voorraad of in kluizen;

b)

minus het bedrag van de niet-geremunereerde vordering op de ECI-bank in verband met het uitgebreide proefprogramma chartale depots, in het geval van een eigendomsoverdracht van de met het uitgebreide proefprogramma chartale depots verband houdende bankbiljetten;

c)

plus/minus de aanpassingen ten gevolge van de toepassing van de verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten

HOOFDSTUK III

RESULTAATBEPALING

Artikel 13

Resultaatbepaling

1.   Inzake de resultaatbepaling gelden de volgende regels:

a)

gerealiseerde winsten en gerealiseerde verliezen worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen;

b)

ongerealiseerde winsten worden niet als baten verantwoord, maar rechtstreeks in een herwaarderingsrekening opgenomen;

c)

ongerealiseerde verliezen per jaarultimo worden ten laste van het resultaat gebracht indien zij ongerealiseerde herwaarderingswinsten, zoals opgenomen in de desbetreffende herwaarderingsrekening, te boven gaan;

d)

geen compensatie van ten laste van het resultaat gebrachte ongerealiseerde verliezen met eventuele ongerealiseerde winsten in latere jaren;

e)

ongerealiseerde verliezen op waardepapieren, valuta’s of aangehouden goud worden niet gesaldeerd met ongerealiseerde winsten uit andere waardepapieren, valuta’s of goud;

f)

verliezen per jaarultimo uit bijzondere waardeverminderingen worden ten laste van het resultaat gebracht en worden in daaropvolgende jaren niet gecompenseerd, tenzij de waardevermindering afneemt en de afname in verband kan worden gebracht met een waarneembare gebeurtenis die plaatsvond nadat de waardevermindering voor het eerst werd geregistreerd.

2.   Agio’s of disagio’s bij uitgegeven of aangekochte waardepapieren worden berekend en weergegeven als een deel van de rentebaten en worden afgeschreven over de resterende looptijd van de waardepapieren, hetzij volgens de lineaire methode, hetzij volgens de IRR-methode („internal rate of return”). De IRR-methode is evenwel verplicht voor waardepapieren op discontobasis die op het moment van de aankoop een resterende looptijd van meer dan een jaar hebben.

3.   In vreemde valuta luidende overlopende financiële activa en passiva, bijv. te betalen rente en geamortiseerde agio/disagio, worden dagelijks bepaald en verantwoord, op basis van de meest recente beschikbare tarieven. In euro luidende overlopende financiële activa en passiva worden ten minste elk kwartaal bepaald en verantwoord. Overige overlopende posten worden ten minste jaarlijks bepaald en verantwoord.

4.   Ongeacht de frequentie waarmee overlopende posten worden bepaald, maar met inachtneming van de in artikel 5, lid 4 bedoelde uitzonderingen, rapporteren rapporterende entiteiten gegevens tijdens het kwartaal tegen transactieprijzen.

5.   In vreemde valuta luidende overlopende posten worden omgerekend tegen de wisselkoers op de verwerkingsdatum en hebben een effect op de deviezenpositie.

6.   In het algemeen, voor de berekening van overlopende posten in de loop van het jaar mag de lokale praktijk worden toegepast, d.w.z. berekening tot hetzij de laatste werkdag of de laatste kalenderdag van het kwartaal. Per jaarultimo is 31 december echter de verplichte referentiedatum.

7.   Deviezenverkopen die een wijziging van de positie in een bepaalde valuta teweegbrengen, kunnen gerealiseerde valutawinsten of -verliezen genereren.

Artikel 14

Transactiekosten

1.   Op transactiekosten zijn de volgende algemene regels van toepassing:

a)

De gemiddelde-kostprijs methode wordt op dagelijkse basis gebruikt voor het bepalen van de aanschaffingswaarde van verkocht goud, verkochte deviezeninstrumenten en waardepapieren, rekening houdend met de invloed van wisselkoers- en/of prijsontwikkelingen.

b)

De gemiddelde kostprijs/koers van de desbetreffende activa/passiva wordt verminderd/vermeerderd met de ongerealiseerde verliezen die per jaarultimo ten laste van de winst-en-verliesrekening worden gebracht.

c)

In geval van verwerving van obligaties met coupons, wordt het bedrag aan verworven couponopbrengsten als een afzonderlijke post behandeld. In geval van effecten, luidende in vreemde valuta, wordt het bedrag opgenomen onder die deviezenpositie, maar het heeft geen effect op de kostprijs of waarde van de desbetreffende actiefpost voor het bepalen van de gemiddelde kostprijs, noch op de kostprijs van die valuta.

2.   Op waardepapieren zijn de volgende speciale regels van toepassing:

a)

Transacties worden geboekt tegen de transactieprijs en verantwoord tegen de zuivere prijs;

b)

Bewaarnemings- en beheerskosten, rekening-courantkosten en andere indirecte kosten worden niet beschouwd als transactiekosten en worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening; Zij zijn niet van invloed op de gemiddelde kostprijs van een bepaalde actiefpost;

c)

Baten worden bruto geboekt, waarbij terugvorderbare inhoudingen en andere belastingen afzonderlijk worden opgenomen;

d)

Voor het berekenen van de gemiddelde kostprijs van waardepapieren, worden hetzij i) alle tijdens de dag verrichte aankopen tegen de kostprijs toegevoegd aan het saldo van de voorafgaande dag om aldus een nieuwe gewogen gemiddelde koers vast te stellen alvorens de verkopen van dezelfde dag te verwerken, of ii) afzonderlijke aan- en verkopen van waardepapieren worden verwerkt in de volgorde waarin ze tijdens de dag hebben plaatsgevonden, met het oog op het berekenen van de herziene gemiddelde prijs.

3.   Op goud en deviezen zijn de volgende speciale regels van toepassing:

a)

Transacties in een vreemde valuta die geen wijziging in de positie in die valuta teweegbrengen, worden omgerekend in euro op basis van de wisselkoers op de contract- of afwikkelingsdatum en hebben geen invloed op de aanschaffingswaarde van dat deviezenbezit;

b)

Transacties in een vreemde valuta die een wijziging in de positie in die valuta teweegbrengen, worden omgerekend in euro tegen de wisselkoers op de contractdatum;

c)

De afwikkeling van de hoofdsommen voortvloeiend uit transacties met wederinkoopverplichting in waardepapieren, luidende in een vreemde valuta, of in goud worden geacht geen wijziging teweeg te brengen in de positie van die valuta of dat goud;

d)

Feitelijke ontvangsten en betalingen in contanten worden omgerekend tegen de wisselkoers op de dag waarop de afwikkeling geschiedt;

e)

In geval van long posities, worden netto-aankopen van deviezen en goud gedurende de dag, tegen de gemiddelde kostprijs van de aankopen van de dag voor iedere respectieve valuta en voor goud, toegevoegd aan het saldo van de voorafgaande dag, teneinde een nieuwe gewogen gemiddelde koers/goudprijs vast te stellen. In geval van nettoverkopen is de berekening van de gerealiseerde winsten of verliezen gebaseerd op de gemiddelde kostprijs van het respectieve deviezen- of goudbezit van de voorafgaande dag zodat de gemiddelde kostprijs onveranderd blijft. Verschillen in de gemiddelde koers/goudprijs tussen in- en uitstroom tijdens de dag leiden eveneens tot gerealiseerde winsten of verliezen. Wanneer een schuldpositie optreedt in vreemde valuta of goud wordt de omgekeerde werkwijze van de voornoemde benadering toegepast. De gemiddelde kostprijs van de schuldpositie wordt derhalve beïnvloed door de nettoverkopen, terwijl de nettoaankopen de schuldpositie verminderen tegen de bestaande gewogen gemiddelde koers/goudprijs en leiden tot gerealiseerde winsten of verliezen;

f)

De kosten van deviezentransacties en andere algemene kosten worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen.

HOOFDSTUK IV

REGELS INZAKE FINANCIËLE ADMINISTRATIE VOOR NIET IN DE BALANS OPGENOMEN INSTRUMENTEN

Artikel 15

Algemene regels

1.   Deviezentermijntransacties, termijndelen van deviezenswaps, en andere deviezeninstrumenten die een omwisseling van een bepaalde valuta tegen een andere valuta op een toekomstige datum inhouden, worden opgenomen in de netto-deviezenposities voor het berekenen van gemiddelde kostprijzen en koerswinsten en -verliezen.

2.   Renteswaps, futures, rentetermijncontracten en andere rente-instrumenten worden per instrument geboekt en geherwaardeerd. Deze instrumenten worden gescheiden behandeld van in de balans opgenomen instrumenten.

3.   Winsten en verliezen voortvloeiend uit instrumenten buiten de balans worden op soortgelijke wijze geboekt en behandeld als die welke voortvloeien uit in de balans opgenomen instrumenten.

Artikel 16

Deviezentermijntransacties

1.   Termijnaankopen en -verkopen worden, vanaf de transactiedatum tot de afwikkelingsdatum, buiten de balans verantwoord, tegen de contante koers van de termijntransactie. Gerealiseerde winsten en verliezen op verkooptransacties worden berekend op basis van de gemiddelde kostprijs van de deviezenpositie op de transactiedatum overeenkomstig de dagelijkse salderingsprocedure voor aan- en verkopen.

2.   Het verschil tussen de contante en de termijnkoers wordt behandeld als te betalen of te ontvangen rente die wordt toegerekend aan de periode waarop ze betrekking heeft.

3.   Op de afwikkelingsdatum worden de rekeningen buiten de balans tegengeboekt.

4.   Termijntransacties beïnvloeden de deviezenpositie vanaf de transactiedatum tegen de contante koers.

5.   De waardering van termijnposities wordt gerelateerd aan de contante positie van dezelfde valuta, waarbij eventuele verschillen die binnen één deviezenpositie kunnen ontstaan, worden gecompenseerd. Een nettoverliessaldo wordt ten laste van de winst-en-verliesrekening gebracht wanneer het hoger is dan eerdere op de herwaarderingsrekening geboekte herwaarderingswinsten. Voor nettowinstsaldos wordt de herwaarderingsrekening gecrediteerd.

Artikel 17

Deviezenswaps

1.   Termijntransacties en contante transacties worden op de afwikkelingsdatum verantwoord in de balans.

2.   Termijntransacties en contante transacties worden, vanaf de transactiedatum tot de afwikkelingsdatum buiten de balans verantwoord tegen de contante koers van de transacties.

3.   Verkooptransacties worden tegen de contante koers van de transactie geboekt. Winsten en verliezen worden derhalve niet gegenereerd.

4.   Het verschil tussen de contante koers en de termijnkoers wordt zowel bij aan- als verkopen behandeld als te betalen of te ontvangen rente die wordt toegerekend aan de periode waarop ze betrekking heeft.

5.   Op de afwikkelingsdatum worden de rekeningen buiten de balans tegengeboekt.

6.   De deviezenpositie verandert alleen als gevolg van in vreemde valuta luidende overlopende posten.

7.   De waardering van de termijnpositie wordt gerelateerd aan de contante positie.

Artikel 18

Futures-contracten

1.   Futures-contracten worden op de transactiedatum buiten de balans geboekt.

2.   De initiële marge wordt geboekt als een afzonderlijk actief indien dit bedrag in contanten wordt gedeponeerd. Indien deze in de vorm van waardepapieren wordt gedeponeerd, blijft de balans onveranderd.

3.   Dagelijkse wijzigingen in de variatiemarges worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening en beïnvloeden de deviezenpositie. Dezelfde procedure geldt op de slotdag van de open positie, ongeacht of levering plaatsvindt of niet. Indien de levering plaatsvindt, wordt de aan- of verkoop tegen de marktprijs geboekt.

4.   Provisies worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen.

Artikel 19

Renteswaps

1.   Renteswaps worden op de transactiedatum buiten de balans geboekt.

2.   De lopende rentebetalingen of -ontvangsten worden toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Betalingen kunnen worden afgewikkeld op nettobasis per renteswap, maar lopende renteinkomsten en onkosten worden op brutobasis gerapporteerd.

3.   Renteswaps worden individueel gewaardeerd en, zo nodig, omgerekend in euro tegen de contante deviezenkoers. Aanbevolen zij dat ongerealiseerde verliezen die per jaarultimo worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, in daaropvolgende jaren worden afgeschreven, dat bij renteswaps op termijn de afschrijving begint vanaf de valutadatum van de transactie en dat lineair wordt afgeschreven, Voor ongerealiseerde herwaarderingswinsten wordt een herwaarderingsrekening gecrediteerd.

4.   Provisies worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen.

Artikel 20

Rentetermijncontracten

1.   Rentetermijncontracten worden op de transactiedatum buiten de balans geboekt.

2.   De betaling van de vergoeding die de ene partij aan de andere verschuldigd is op de afwikkelingsdatum wordt op deze datum opgenomen in de winst-en-verliesrekening. De betalingen worden niet geboekt conform de periodetoerekeningsgrondslag.

3.   Indien rentetermijncontracten worden aangehouden in een vreemde valuta, hebben betalingen van vergoedingen invloed op de deviezenpositie. Betalingen van vergoedingen worden omgerekend in euro tegen de contante koers op de afwikkelingsdatum.

4.   Alle rentetermijncontracten worden individueel gewaardeerd en, zo nodig, omgerekend in euro tegen de contante deviezenkoers. Ongerealiseerde verliezen die aan het eind van het jaar worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, worden in de daaropvolgende jaren niet gecompenseerd met ongerealiseerde winsten, tenzij het instrument vervallen of beëindigd is. Voor ongerealiseerde herwaarderingswinsten wordt een herwaarderingsrekening gecrediteerd.

5.   Provisies worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen.

Artikel 21

Termijntransacties in effecten

Termijntransacties in effecten worden geboekt volgens één van de volgende twee methoden:

1.

Methode A:

a)

Termijntransacties in effecten worden vanaf de transactiedatum tot de afwikkelingsdatum buiten de balans tegen de termijnkoers van de desbetreffende termijntransactie verantwoord,

b)

De gemiddelde kostprijs van de nettopositie in het verhandelde effect wordt niet beïnvloed tot de afwikkeling plaatsvindt; de weerslag van termijnverkopen op de winst-en-verliesrekening wordt berekend op de afwikkelingsdatum.

c)

Op de afwikkelingsdatum worden de rekeningen buiten de balans tegengeboekt en wordt het eventuele saldo in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Het gekochte effect wordt geboekt tegen de contante koers op de vervaldatum (de actuele marktkoers), terwijl het verschil vergeleken met de oorspronkelijke termijnkoers wordt opgevoerd als een gerealiseerde winst dan wel een gerealiseerd verlies.

d)

In geval van effecten, luidende in een vreemde valuta, wordt de gemiddelde kostprijs van de nettodeviezenpositie niet beïnvloed als de rapporterende entiteit reeds een positie in die valuta aanhoudt. Indien de op termijn gekochte obligatie luidt in een valuta waarin de rapporterende entiteit geen positie aanhoudt, hetgeen noopt tot aankoop van de betrokken valuta, zijn de in artikel 14, lid 3, onder e), uiteengezette regels voor de aankoop van vreemde valuta’s van toepassing;

e)

Termijnposities worden afzonderlijk gewaardeerd tegen de termijnmarktkoers voor de resterende looptijd van de transactie. Een herwaarderingsverlies per jaarultimo wordt ten laste gebracht van de winst-en-verliesrekening en voor een herwaarderingswinst wordt de herwaarderingsrekening gecrediteerd. Ongerealiseerde verliezen die aan het eind van het jaar worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, worden in de daaropvolgende jaren niet gecompenseerd met ongerealiseerde winsten, tenzij het instrument vervallen of beëindigd is.

2.

Methode B:

a)

Termijntransacties in effecten worden vanaf de transactiedatum tot de afwikkelingsdatum buiten de balans tegen de termijnkoers van de termijntransactie geboekt. Op de afwikkelingsdatum worden de rekeningen buiten de balans tegengeboekt.

b)

Aan het eind van het kwartaal wordt een effect geherwaardeerd op basis van de nettopositie die resulteert uit de balans en uit de buiten de balans geboekte verkopen van hetzelfde effect. Het bedrag van de herwaardering is gelijk aan het verschil tussen deze nettopositie gewaardeerd tegen de herwaarderingsprijs en dezelfde positie gewaardeerd tegen de gemiddelde kostprijs van de balanspositie. Op het kwartaalultimo worden termijnverkopen onderworpen aan de in artikel 7 beschreven herwaarderingsprocedure. Het herwaarderingsresultaat is gelijk aan het verschil tussen de contante koers en de gemiddelde kostprijs van de aankoopverplichtingen;

c)

Het resultaat van een termijnverkoop wordt geboekt in het boekjaar waarin de verplichting werd aangegaan. Dit resultaat is gelijk aan het verschil tussen de oorspronkelijke termijnkoers en de gemiddelde kostprijs van de balanspositie (of de gemiddelde kostprijs van de aankoopverplichtingen buiten de balans, indien de balanspositie ontoereikend is) op het ogenblik van de verkoop.

Artikel 22

Opties

1.   Opties worden buiten de balans verantwoord vanaf de transactiedatum tot de uitoefen- of expiratiedatum tegen de uitoefenprijs van het onderliggende instrument.

2.   In vreemde valuta luidende premies worden omgerekend in euro tegen de wisselkoers op de contract- of afwikkelingsdatum. De betaalde premie wordt als een afzonderlijk actief verantwoord, terwijl de ontvangen premie als een afzonderlijk passief wordt verantwoord.

3.   Indien de optie wordt uitgeoefend, wordt het onderliggende instrument op de balans opgenomen tegen de uitoefenprijs plus of minus de oorspronkelijke premiewaarde. Het oorspronkelijke bedrag van de optiepremie wordt aangepast op basis van ongerealiseerde verliezen die aan het eind van het jaar worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening.

4.   Indien de optie niet wordt uitgeoefend, wordt het bedrag van de optiepremie, aangepast op basis van ongerealiseerde verliezen aan het eind van het voorgaande jaar, opgenomen in de winst-en-verliesrekening na te zijn omgerekend tegen de op de expiratiedatum beschikbare wisselkoers.

5.   De deviezenpositie wordt beïnvloed door de dagelijkse variatiemarge voor opties met het karakter van futures, door een afwaardering van de optiepremie aan het eind van het jaar, door de onderliggende handel op de uitoefendatum of, op de expiratiedatum, door de optiepremie. Dagelijkse wijzigingen in de variatiemarge worden in de en winst-en-verliesrekening opgenomen.

6.   Elk optiecontract wordt individueel geherwaardeerd. Ten laste van het resultaat gebrachte ongerealiseerde verliezen worden niet gecompenseerd met eventuele ongerealiseerde winsten in latere jaren. Voor ongerealiseerde herwaarderingswinsten wordt een herwaarderingsrekening gecrediteerd. Ongerealiseerde verliezen op een optie worden niet gesaldeerd met ongerealiseerde winsten uit een andere optie.

7.   Voor de toepassing van lid 6 zijn de marktwaarden de genoteerde prijzen wanneer dergelijke prijzen verkrijgbaar zijn van een effectenbeurs, handelaar, makelaar, of soortgelijke entiteiten. Wanneer geen genoteeerde prijzen beschikbaar zijn, wordt de marktwaarde bepaald via een waarderingstechniek. Deze waarderingstechniek wordt in de tijd op een consistente manier gebruikt en het kan aangetoond worden dat de techniek betrouwbare schattingen van prijzen oplevert die in werkelijke markttransacties zouden worden verkregen.

8.   Provisies worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen.

HOOFDSTUK V

VERSLAGLEGGINGSVERPLICHTINGEN

Artikel 23

Rapportagevorm

1.   De NCB’s rapporteren in het kader van de financiële verslaglegging van het Eurosysteem gegevens aan de ECB overeenkomstig dit richtsnoer.

2.   De rapportagevorm van het Eurosysteem omvat alle in bijlage IV gespecificeerde posten De indeling van de posten die in de verschillende balansopstellingen moeten worden opgenomen, is eveneens in bijlage IV beschreven.

3.   De opstelling en indeling van de verschillende financiële overzichten voldoen aan alle volgende bijlagen:

a)   Bijlage V: de externe geconsolideerde weekstaten van het Eurosysteem per kwartaalultimo;

b)   Bijlage VI: de externe geconsolideerde weekstaten van het Eurosysteem tijden het kwartaal;

c)   Bijlage VII: de geconsolideerde jaarbalans van het Eurosysteem.

HOOFDSTUK VI

JAARLIJKS GEPUBLICEERDE BALANSEN EN WINST-EN-VERLIESREKENINGEN

Artikel 24

Gepubliceerde balans en winst-en-verliesrekening

Aanbevolen zij, dat de NCB’s hun gepubliceerde jaarbalans en winst-en-verliesrekening overeenkomstig respectievelijk bijlage VIII en IX opstellen.

HOOFDSTUK VII

CONSOLIDATIEREGELS

Artikel 25

Algemene consolidatievoorschriften

1.   De geconsolideerde balansen van het Eurosysteem omvatten alle posten van de balansen van de ECB en de NCB’s.

2.   De geconsolideerde verslagen dienen op consistente wijze te zijn samengesteld. Alle financiële overzichten van het Eurosysteem worden op gelijke wijze, dit wil zeggen door toepassing van dezelfde consolidatietechnieken en -processen, opgesteld.

3.   De geconsolideerde balansen van het Eurosysteem worden opgesteld door de ECB. Deze balansen zijn gebaseerd op uniforme uitgangspunten en administratieve technieken, en houden rekening met de eis van geharmoniseerde verslagperioden in het Eurosysteem. Voorts wordt bij het opstellen van de geconsolideerde balansen rekening gehouden met uit transacties en posities binnen het Eurosysteem resulterende consolidatiecorrecties en wijzigingen in de samenstelling van het Eurosysteem.

4.   Afzonderlijke balansposten, met uitzondering van de tegoeden van de NCB’s en ECB binnen het Eurosysteem, worden ten behoeve van consolidatie geaggregeerd.

5.   De tegoeden van de NCB’s en de ECB ten aanzien van derden worden in de consolidatie bruto verantwoord.

6.   Tegoeden binnen het Eurosysteem worden in de balansen van de ECB en de NCB’s overeenkomstig bijlage IV weergegeven.

HOOFDSTUK VIII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 26

Ontwikkeling, toepassing en interpretatie van de regels

1.   Het Comité voor administratieve verslagleggingsvraagstukken en monetaire inkomsten (AMICO) van het ESCB rapporteert aan de Raad van bestuur, via de directie, omtrent de ontwikkeling, toepassing en invoering van de ESCB-regels inzake waardering en resultaatbepaling, financiële administratie en verslaglegging.

2.   Bij de interpretatie van dit richtsnoer wordt rekening gehouden met het hiertoe verrichte voorbereidende werk, de door wetgeving van de Unie geharmoniseerde principes inzake financiële administratie, waardering en resultaatbepaling en de algemeen aanvaarde internationale standaarden.

Artikel 27

Overgangsregels

1.   NCB’s herwaarderen alle financiële activa en passiva per de datum waarop zij lid worden van het Eurosysteem. Ongerealiseerde verliezen die optraden voor of op die datum, worden gescheiden van de ongerealiseerde waarderingswinsten die eventueel daarna optreden, en zij vervallen aan de NCB’s. De marktprijzen en koersen die de NCB’s hanteerden in hun openingsbalans bij de start van hun deelname aan het Eurosysteem, worden beschouwd als de gemiddelde kostprijzen van de activa en passiva van deze NCB’s.

2.   Het verdient aanbeveling dat ongerealiseerde winsten die optraden voordat of op het moment dat een NCB lid werd van het Eurosysteem, niet worden beschouwd als uitkeerbaar op het ogenblik van de overgang en dat ze uitsluitend worden behandeld als realiseerbaar/uitkeerbaar in het kader van transacties die na de toetreding tot het Eurosysteem plaatsvinden.

3.   Winsten en verliezen op deviezen en goud en koerswinsten en -verliezen als gevolg van de overdracht van activa van NCB’s naar de ECB worden beschouwd als gerealiseerd.

4.   Dit artikel doet geen afbreuk aan besluiten die op grond van artikel 30 van de ESCB-statuten worden genomen.

Artikel 28

Intrekking

Richtsnoer ECB/2006/16 wordt hierbij ingetrokken. Verwijzingen naar het ingetrokken richtsnoer worden geïnterpreteerd als verwijzingen naar dit richtsnoer en worden gelezen overeenkomstig de concordantietabel in bijlage XI.

Artikel 29

Inwerkingtreding

Dit richtsnoer wordt van kracht op 31 december 2010.

Artikel 30

Geadresseerden

Dit richtsnoer geldt voor alle centrale banken van het Eurosysteem.

Gedaan te Frankfurt am Main, 11 november 2010.

Namens de Raad van bestuur van de ECB

De president van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  PB L 348 van 11.12.2006, blz. 1.

(2)  Zie bladzijde 26 van dit Publicatieblad. Besluit 2010/29 vastgesteld voor publicatie van Richtsnoer ECB/2010/20.

(3)  PB L 177 van 30.6.2006, blz. 1.


BIJLAGE I

FINANCIËLE OVERZICHTEN VOOR HET EUROSYSTEEM

Soort verslag

Intern/gepubliceerd

Rechtsgrond

Doel van het verslag

1

Dagstaat van het Eurosysteem

Intern

Geen

Hoofdzakelijk voor liquiditeitsbeheer voor de tenuitvoerlegging van artikel 12.1 van de ESCB-statuten

Een deel van de gegevens uit de weekstaat wordt gebruikt voor de berekening van de monetaire inkomsten

2

Gedesaggregeerde weekstaat

Intern

Geen

Grondslag voor het opstellen van de geconsolideerde weekstaat van het Eurosysteem

3

Geconsolideerde weekstaat van het Eurosysteem

Gepubliceerd

Artikel 15.2 van de ESCB-statuten.

Geconsolideerd overzicht ten behoeve van monetaire en economische analyse. De geconsolideerde weekstaat van het Eurosysteem wordt afgeleid van de dagstaat van de rapportagedag.

4

Maandelijks en driemaandelijks financieel overzicht van het Eurosysteem

Gepubliceerd en intern (1)

Statistische voorschriften volgens welke MFI’s gegevens moeten verstrekken

Statistische analyse

5

Geconsolideerde jaarbalans van het Eurosysteem

Gepubliceerd

Artikel 26,3 van de ESCB-statuten.

Geconsolideerde balans voor analytische en operationele doeleinden


(1)  De maandelijkse gegevens die worden toegevoegd aan de gepubliceerde geaggregeerde statistische gegevens die de monetaire financiële instellingen (MFI’s) in de Europese Unie dienen te verstrekken. Bovendien moeten de centrale banken in hun hoedanigheid van MFI’s op kwartaalbasis ook informatie verstrekken die gedetailleerder is dan die welke op maandbasis wordt verstrekt.


BIJLAGE II

VERKLARENDE BEGRIPPENLIJST

—   Afschrijving: de in de financiële administratie vastgelegde systematische verlaging van een agio/disagio of van de waarde van activa gedurende een periode.

—   Toeëigening: de handeling waarbij waardepapieren, leningen of activa die door een rapporterende entiteit als onderpand zijn ontvangen, in eigendom worden genomen als middel om betaling van de oorspronkelijke vordering af te dwingen.

—   Activa: middelen die als gevolg van gebeurtenissen in het verleden door een rapporterende entiteit worden gecontroleerd en waarvan voor de toekomst economisch nut voor een rapporterende entiteit wordt verwacht.

—   Geautomatiseerd programma voor effectenleningstranacties („ASLP”): een financiële operatie bestaande uit een combinatie van repotransacties en repotransacties met wederverkoopverplichting, waarbij specifiek onderpand wordt beleend tegen algemeen onderpand. Deze kredietverlenings- en kredietopnametransacties creëren inkomen door de verschillende repoprijzen van de twee transacties (d.w.z. de gerealiseerde marge). De operatie kan worden uitgevoerd krachtens een opdrachtgever-schema, d.w.z. de bank die dit schema aanbiedt wordt beschouwd als de uiteindelijke tegenpartij, of krachtens een gevolmachtigde-schema, d.w.z. de bank die dit schema aanbiedt, treedt slechts als gevolmachtigde op, en de uiteindelijke tegenpartij is de instelling waarmee de effectenbeleningstransacties effectief worden uitgevoerd.

—   Gemiddelde kostprijs: methode van voortschrijdend (of gewogen) gemiddelde, waarbij de kostprijs van elke aankoop bij de boekwaarde wordt opgeteld, teneinde een nieuw gewogen gemiddelde vast te stellen.

—   Kasbasisbenadering: methode van financiële administratie waarbij administratieve gebeurtenissen op de afwikkelingsdatum worden vastgelegd.

—   Zuivere prijs: transactieprijs exclusief rentevermindering en lopende interest, maar inclusief transactiekosten die in de prijs zijn opgenomen.

—   Disagio: het verschil tussen de nominale waarde van een waardepapier en de koers ervan wanneer deze beneden pari is.

—   Waardepapier op discontobasis: waardepapier waarop geen couponrente wordt ontvangen en waarvan het rendement ontstaat door vermogenstoename, omdat dit waardepapier met disagio is uitgegeven of gekocht.

—   Geoormerkte portefeuille: geoormerkte investering aangehouden op de actiefzijde van de balans als tegenpost bestaande uit effecten, waardepapieren, deposito’s met vaste looptijd en rekeningen-courant, deelnemingen en/of investeringen in dochterondernemingen. Het correspondeert met een aanwijsbare post aan de passiefzijde van de balans, ongeacht of er een juridische, wettelijke of andere beperking gelden.

—   Economische benadering: methode van financiële administratie waarbij transacties op de transactiedatum worden vastgelegd.

—   Waardepapieren: effecten die dividend genereren, d.w.z. gewone aandelen, en effecten die een belegging in een aandelen-beleggingsfonds belichamen.

—   Wisselkoers: de waarde van een valuta voor de omrekening in een andere valuta.

—   Wisselkoersmechanisme II (ERM II): de procedures voor een wisselkoersmechanisme in de derde fase van de economische en monetaire unie (EMU).

—   Uitgebreide programma chartale depots: een programma dat bestaat uit een depot buiten het eurogebied dat beheerd wordt door een commerciële bank en waarin eurobankbiljetten in bewaring worden gehouden namens het Eurosysteem voor de levering en ontvangst van eurobankbiljetten.

—   Financiële actiefpost: elk middel dat a) contant geld is; of b) een contractueel recht op contant geld of een ander financieel instrument van een andere onderneming; of c) een contractueel recht tot het uitwisselen van financiële instrumenten met een andere onderneming onder potentieel gunstige voorwaarden; of d) een aandeelbewijs van een andere onderneming.

—   Financiële passiefpost: elke passiefpost die een wettelijke verplichting inhoudt tot de levering van contant geld of een ander financieel instrument aan een andere onderneming, of tot het uitwisselen van financiële instrumenten met een andere onderneming onder voorwaarden die potentieel ongunstig zijn.

—   Aangehouden deviezen: de nettopositie in de desbetreffende valuta. Wat deze definitie betreft, worden SDR’s beschouwd als een aparte valuta; transacties die een wijziging van de nettopositie in SDR’s teweegbrengen zijn hetzij in SDR luidende transacties, of transacties in buitenlandse valuta die de samenstelling van de SDR-valutamand repliceren (volgens de respectieve definitie van de mand en gewichten daarin).

—   Deviezentermijnaffaire: een contract waarin is overeengekomen dat een bepaald in vreemde valuta luidend bedrag tegen een andere valuta, gewoonlijk de nationale, rechtstreeks zal worden gekocht of verkocht en dat het desbetreffende bedrag op een vastgestelde datum in de toekomst, maar meer dan twee werkdagen na de contractdatum, tegen een gegeven prijs zal worden geleverd. De termijnvalutakoers bestaat uit de actuele contante koers plus/minus een overeengekomen agio/disagio.

—   Deviezenswap: de gelijktijdige contante aan-/verkoop van een valuta tegen een andere („short leg”) en de termijnverkoop/-aankoop van dezelfde hoeveelheid van deze valuta tegen de andere valuta („long leg”).

—   Rentetermijncontract: een contract waarin twee partijen de rentevoet overeenkomen die op een vastgestelde dag in de toekomst over een nominaal deposito met vastgestelde looptijd moet worden betaald. Op de afwikkelingsdatum moet de ene partij aan de andere een vergoeding betalen ter hoogte van het verschil tussen de in het contract vastgelegde rentevoet en de marktrente.

—   Termijntransacties in effecten: OTC-contracten waarin op de contractdatum de aan- of verkoop van een rente-instrument, gewoonlijk een obligatie of promesse, is overeengekomen, dat op een tijdstip in de toekomst tegen een bepaalde prijs zal worden geleverd.

—   Opties met het karakter van futures: beursgenoteerde opties op futures waarbij dagelijks een variatiemarge wordt betaald of ontvangen.

—   Tot de vervaldag aangehouden effecten: effecten met vaste of bepaalbare betalingen en een vaste looptijd, die de rapporterende entiteit voornemens is tot de einddatum aan te houden.

—   Bijzondere waardevermindering: een afname van de realiseerbare waarde tot beneden de boekwaarde.

—   Rentetermijncontract: een ter beurze verhandeld termijncontract. Bij een dergelijk contract wordt op de contractdatum de aan- of verkoop van een rente-instrument, bijv. een obligatie, overeengekomen, dat op een tijdstip in de toekomst tegen een bepaalde prijs zal worden geleverd. Gewoonlijk vindt geen feitelijke levering plaats. In de regel wordt het contract vóór het verstrijken van de overeengekomen looptijd beëindigd.

—   Internal rate of return: de discontovoet waarbij de boekwaarde van een waardepapier gelijk is aan de contante waarde van de toekomstige cashflow.

—   Renteswap: een contractuele overeenkomst met een tegenpartij voor de uitwisseling van cashflows, zijnde stromen van periodieke rentebetalingen, hetzij in één valuta of, in het geval van transacties waarbij verschillende valuta’s zijn betrokken, in twee verschillende valuta’s.

—   Internationale standaarden voor jaarrekeningen: Internationale standaarden voor jaarrekeningen (IAS), Internationale standaarden voor financiële verslaglegging (IFRS) en daarmee verband houdende interpretaties (SIC-IFRIC interpretaties), latere wijzigingen van die standaarden en verband houdende interpretaties, toekomstige standaarden en verband houdende interpretaties, die zijn goedgekeurd door de Europese Unie.

—   ISIN (International securities identification number): het nummer dat door de bevoegde instantie van afgifte wordt afgegeven.

—   Passiva: huidige verplichting van de onderneming die is ontstaan uit gebeurtenissen in het verleden, waarvan de verevening naar verwachting zal leiden tot een uitstroom van middelen die economische baten vertegenwoordigen.

—   Marktprijs: de prijs waartegen een goud- of deviezeninstrument of een waardepapier gewoonlijk genoteerd staat, exclusief lopende interest of rentevermindering, hetzij op een gereguleerde markt, bijv. effectenbeurs of een niet-gereguleerde markt, bijv. OTC-markt.

—   Vervaldatum: de dag waarop de nominale waarde/hoofdsom opeisbaar wordt en volledig aan de houder voldaan moet worden.

—   Middenkoers: gemiddelde van de bied- en laatkoers van een bepaald waardepapier, gebaseerd op noteringen voor transacties van normale marktomvang, door erkende marketmakers of erkende handelsbeurzen ten behoeve van de driemaandelijkse herwaarderingsprocedure.

—   Gemiddelde marktkoers: de euro wisselreferentiekoersen die in het algemeen worden gebaseerd op het regelmatige overleg tussen centrale banken binnen en buiten het ESCB, dat gewoonlijk plaatsvindt om 14.15 uur Centraal Europese Tijd, en die worden gehanteerd voor de driemaandelijkse herwaarderingsprocedure.

—   Optie: een contract dat de houder het recht geeft, maar niet de verplichting oplegt, een bepaalde hoeveelheid aandelen, grondstoffen, deviezen, indexgerelateerde effecten, of schulden te kopen of te verkopen, tegen een bepaalde prijs gedurende een bepaalde periode of op de expiratiedatum.

—   Agio: het verschil tussen de nominale waarde van een waardepapier en de koers ervan wanneer deze boven pari is.

—   Voorzieningen: bedragen die worden gepassiveerd voordat het winst- of verliescijfer wordt bepaald, ter dekking van een bekende of verwachte verplichting of een bekend of verwacht risico waarvan de kosten niet nauwkeurig kunnen worden vastgesteld (vgl. „Reserves”). Voorzieningen voor toekomstige verplichtingen en lasten mogen niet worden aangewend voor het aanpassen van de waarde van activa.

—   Gerealiseerde winsten/verliezen: winsten/verliezen die voortkomen uit het verschil tussen de verkoopprijs van een balanspost en de aangepaste kosten ervan.

—   Reserves: een bedrag dat op de uitkeerbare winst wordt ingehouden, dat niet bestemd is ter dekking van enigerlei specifieke verplichting, onvoorziene uitgaven of een verwachte vermindering van de waarde van activa die op de balansdatum bekend zijn.

—   Herwaarderingsrekeningen: balansrekeningen voor de registratie van het verschil tussen enerzijds de aangepaste kosten die aan de aanschaf van een actief- of passiefpost zijn verbonden en anderzijds de waardering van die actief- of passiefpost tegen de marktkoers aan het einde van een gegeven periode, in het geval van activa wanneer laatstgenoemde hoger is dan eerstgenoemde, en bij passiva wanneer laatstgenoemde lager is dan eerstgenoemde. Deze omvatten zowel verschillen in prijsnoteringen als in wisselkoersen.

—   Repo-overeenkomst met wederverkoopverplichting: contract krachtens welke een houder van contant geld akkoord gaat met de aankoop van een actief en tegelijkertijd de verplichting op zich neemt het actief tegen een overeengekomen prijs weer te verkopen, hetzij op verzoek of op een vastgesteld tijdstip, of in het geval zich een onvoorziene omstandigheid van bijzondere aard voordoet. In sommige gevallen wordt een op een repo-overeenkomst gebaseerde transactie via een derde partij overeengekomen (tripartiete repo).

—   Transactie met wederinkoop: een transactie waarbij een rapporterende entiteit activa koopt (omgekeerde repo) of verkoopt (repo) krachtens een repo-overeenkomst, dan wel tegen onderpand krediet verstrekt.

—   Waardepapieren aangehouden als een geoormerkte portefeuille: geoormerkte investeringen die aangehouden worden als tegenposten bestaande uit effecten, waardepapieren, deelnemingen en/of investeringen in dochterondernemingen en corresponderen met een aanwijsbare post aan de passiefzijde van de balans, ongeacht of er een juridische, wettelijke of andere beperking geldt, bijv. pensioenfondsen, sociaal plan, voorzieningen, kapitaal, reserves.

—   Afwikkeling: handeling waarmee verplichtingen worden afgedaan met betrekking tot financiële middelen of activa die tussen twee of meer partijen zijn overgedragen. In het kader van transacties binnen het Eurosysteem heeft afwikkeling betrekking op de eliminatie van de nettosaldi die door transacties binnen het Eurosysteem ontstaan, en vereist de overdracht van activa.

—   Afwikkelingsdatum: de datum waarop de laatste en onherroepelijke overdracht van waarde in de boeken van de verevenende instelling wordt vastgelegd. Het tijdstip van afwikkeling kan onmiddellijk zijn (real-time), dezelfde dag (eind van de dag) of op een overeengekomen datum na de dag waarop de verbintenis is aangegaan.

—   Bijzonder trekkingsrecht (SDR): een rentedragende door het IMF in 1969 gecreëerde internationale reserve ter aanvulling van andere reserves van lidstaten.

—   Contante koers: de koers waartegen een transactie wordt afgewikkeld op de contante afwikkelingsdatum. Wat betreft deviezentermijntransacties is de contante koers de koers waarop de termijnpunten worden toegepast om de termijnkoers af te leiden.

—   Contante afwikkelingsdatum: de datum waarop een contante transactie in een financieel instrument wordt afgewikkeld overeenkomstig de geldende marktvoorwaarden voor dat financieel instrument.

—   Lineaire afschrijving: afschrijvingsmethode waarbij de hoogte van de afschrijving over een bepaalde periode wordt vastgesteld door de aanschaffingsprijs van het activum, minus de geschatte restwaarde, pro rata temporis door de geschatte levensduur van het actief te delen.

—   Uitoefenprijs: de bij een optiecontract gespecificeerde prijs waarop het contract kan worden uitgeoefend.

—   Synthetisch instrument: een door het verzamelen van twee of meer instrumenten kunstmatig gecreëerd financieel instrument voor het repliceren van de cash flow en de waarderingspatronen van een ander instrument. Normaliter geschiedt dat via een financiele tussenpersoon.

—   TARGET2: het geautomatiseerde trans-Europees „real-time” bruto-vereveningssysteem ingevolge Richtsnoer ECB/2007/2 van 26 april 2007 betreffende een geautomatiseerd trans-Europees „real-time” bruto-vereveningssysteem (Target2) (1).

—   Transactiekosten: kosten die verband houden met een specifieke transactie.

—   Transactieprijs: de prijs die de partijen bij het afsluiten van een contract zijn overeengekomen.

—   Ongerealiseerde winsten/verliezen: winsten/verliezen uit hoofde van de herwaardering van activa ten opzichte van de aangepaste aanschafkosten van deze activa.


(1)  PB L 237 van 8.9.2007, blz. 1.


BIJLAGE III

BESCHRIJVING VAN DE ECONOMISCHE BENADERING

(met inbegrip van de in artikel 5 bedoelde „reguliere” en „alternatieve” benaderingen)

1.   Verantwoording op de transactiedatum

1.1.   Verantwoording op de transactiedatum kan worden uitgevoerd via de „reguliere benadering” of de „alternatieve benadering”.

1.2.   Artikel 5, lid 1, onder a), betreft de „reguliere benadering”.

1.2.1.   Transacties worden op de transactiedatum buiten de balans geboekt. Op de afwikkelingsdatum worden de buiten de balans geboekte posten tegengeboekt, en worden de transacties in balansrekeningen verantwoord.

1.2.2.   Op de transactiedatum ontstaan gevolgen voor de deviezenposities. Derhalve worden uit nettoverkopen gerealiseerde winsten en verliezen eveneens op de transactiedatum bepaald. Nettoaankopen van deviezen beïnvloeden de gemiddelde kostprijs van de aangehouden deviezen op de transactiedatum.

1.3.   Artikel 5, lid 1, onder b), betreft de „alternatieve benadering”.

1.3.1.   In tegenstelling tot de „reguliere benadering” worden de overeengekomen op een latere datum af te wikkelen transacties niet dagelijks buiten de balans geboekt. De resultaatbepaling en de berekening van de nieuwe gemiddelde kostprijs (voor deviezenaankopen) en gemiddelde prijzen (voor effectenaankopen) geschiedt op de afwikkelingsdatum (1).

1.3.2.   Inzake in één jaar overeengekomen transacties met een vervaldatum in een volgend jaar geschiedt de resultaatbepaling conform de „reguliere benadering”. Zulks betekent dat gerealiseerde verkoopresultaten de winst-en-verliesrekening van het jaar waarin de transactie werd overeengekomen, beïnvloeden en dat aankopen de gemiddelde koersen van een deelneming beïnvloeden in het jaar waarin de transactie werd overeengekomen.

1.4.   De hiernavolgende tabel bevat de hoofdkenmerken van de twee technieken voor specifieke deviezeninstrumenten en voor effecten.

VERANTWOORDING OP DE TRANSACTIEDATUM

„Reguliere benadering”

„Alternatieve benadering”

Contante deviezentransacties — verwerking in de loop van het jaar

Deviezenaankopen worden op de transactiedatum buiten de balans geboekt en beïnvloeden de gemiddelde kostprijs van de deviezenpositie vanaf deze datum

Winsten en verliezen uit verkopen worden geacht te zijn gerealiseerd op de transactiedatum Op de afwikkelingsdatum worden de posten buiten de balans tegengeboekt en worden posten in de balans opgenomen

Deviezenaankopen worden op de afwikkelingsdatum op de balans geboekt en beïnvloeden de gemiddelde kostprijs van de deviezenpositie vanaf deze datum

Winsten en verliezen uit verkopen worden geacht te zijn gerealiseerd op de afwikkelingsdatum Op de transactiedatum wordt geen post in de balans opgenomen

Deviezentermijnaffaires — verwerking in de loop van het jaar

Zelfde behandeling als boven beschreven voor contante transacties onder verantwoording tegen de contante prijs van de transactie

Deviezenaankopen worden op de contante afwikkelingsdatum van de transactie buiten de balans geboekt en beïnvloeden de gemiddelde kostprijs van de deviezenpositie vanaf deze datum tegen de contante koers van de transactie

Deviezenverkopen worden op de contante afwikkelingsdatum van de transactie buiten de balans geboekt. Winsten en verliezen worden geacht te zijn gerealiseerd op de contante afwikkelingsdatum van de transactie

Op de afwikkelingsdatum worden de posten buiten de balans tegengeboekt en worden posten in de balans opgenomen

Inzake de behandeling aan het einde van de periode, zie hierna

Deviezentermijn- en contante transacties die in jaar 1 geïnitieerd worden met de contante afwikkelingsdatum voor de transactie in jaar 2

Geen specifieke regeling is vereist, omdat de transacties op de transactiedatum worden verantwoord, en winsten en verliezen op die datum worden geboekt

Behandeling conform de „reguliere benadering” (2):

Deviezenverkopen worden in jaar 1 buiten de balans geboekt om de deviezenwinsten/-verliezen in het boekjaar te verantwoorden waarin de transactie werden overeenkomen

Deviezenaankopen worden in jaar 1 buiten de balans geboekt en beïnvloeden de gemiddelde kostprijs van de deviezenpositie vanaf deze datum

Herwaardering van de deviezenpositie per jaarultimo dient nettoaankopen/-verkopen met een contante afwikkelingsdatum in het volgende boekjaar in aanmerking te nemen

Behandeling van effectentransacties in de loop van het jaar

Op de transactiedatum worden aan- en verkopen buiten de balans verantwoord. Winsten en verliezen worden ook op deze datum verantwoord. Op de afwikkelingsdatum worden de posten buiten de balans tegengeboekt en worden posten in de balans opgenomen, d.w.z. dezelfde behandeling als contante deviezentransacties

Alle transacties worden op de afwikkelingsdatum geboekt; zie evenwel hierna voor de behandeling op periode-ultimo’s. Derhalve wordt het effect op de gemiddelde kostprijzen, in het geval van aankopen, en voor winsten/verliezen, in het geval van verkopen, op de afwikkelingsdatum verantwoord

Effectentransacties die in jaar 1 geïnitieerd worden met de contante afwikkelingsdatum voor de transactie in jaar 2

Geen specifieke behandeling vereist daar transacties en effecten al op de transactiedatum worden geboekt

Gerealiseerde winsten en verliezen worden in jaar 1 aan het einde van de periode geboekt, d.w.z. dezelfde behandeling als contante deviezentransacties, en aankopen worden in de herwaardering aan het einde van het jaar opgenomen (3)

2.   Dagelijkse verantwoording van overlopende interest, waaronder agio’s en disagio’s

2.1.   Overlopende interest, agio of disagio in verband met financiële instrumenten, luidende in vreemde valuta, wordt dagelijks bepaald en verantwoord, los van de werkelijke cash flow. Zulks houdt in dat de verantwoording deze overlopende interest de deviezenpositie beïnvloedt, in tegenstelling tot verantwoording van de interest bij ontvangst of betaling (4).

2.2.   Overlopende couponrente en afschrijvingen van agio of disagio worden bepaald en verantwoord vanaf de afwikkelingsdatum van de aankoop van het effect tot de verkoopafwikkelingsdatum of tot de vervaldatum.

2.3.   De hiernavolgende tabel schetst het effect van de dagelijkse verantwoording van overlopende posten op de aangehouden deviezen, bijv. de verschuldigde rente en afgeschreven agio’s/disagio’s:

Dagelijkse verantwoording van overlopende rente conform de economische benadering

Overlopende posten voor instrumenten, luidende in vreemde valuta, worden dagelijks berekend en verantwoord tegen de wisselkoers van de dag van verwerking

Effect op aangehouden deviezen

Overlopende posten beïnvloeden de deviezenpositie wanneer ze worden geboekt, omdat ze later niet worden tegengeboekt. De overlopende post wordt gezuiverd, wanneer het eigenlijke bedrag in contanten is ontvangen of betaald. Op de afwikkelingsdatum ontstaan de deviezenpositie dus niet beïnvloed, omdat de overlopende post in de periodieke positieherwaardering is opgenomen


(1)  Bij deviezentermijntransacties wordt de deviezenpositie beïnvloed op de datum van de contante transactie (i.e. normaliter transactiedatum + twee dagen).

(2)  Zoals gebruikelijk kan het materialiteitsbeginsel worden toegepast voor transacties die de deviezenpositie en/of de winst-en-verliesrekening in geringe mate beïnvloeden.

(3)  Het materialiteitsbeginsel kan worden toegepast voor transacties die de deviezenpositie en/of de winst-en-verliesrekening in geringe mate beïnvloeden.

(4)  Er zijn twee benaderingen voor de verantwoording van overlopende posten. De eerste is de „kalenderdag-methode” volgens welke de overlopende posten iedere kalenderdag worden geboekt, ongeacht of het daarbij gaat om een dag in het weekeinde, een officiële feestdag of een werkdag. De tweede is de „werkdag-benadering” volgens welke overlopende posten alleen op werkdagen worden geboekt. Er is geen voorkeur voor één van deze benaderingen. Indien de laatste dag van het jaar evenwel geen werkdag is dient deze dag mee te tellen voor de berekening van de overlopende posten, ongeacht de benadering.


BIJLAGE IV

SAMENSTELLING VAN DE BALANS EN BALANSWAARDERINGSREGELS  (1)

ACTIVA

Balanspost (3)

Indeling van de balansposten

Waarderingsgrondslag

Werkingssfeer (4)

1

1

Goud en goudvorderingen

Fysiek goud, d.w.z. baren, munten, platen, klompjes, in voorraad of „nog te ontvangen”. Niet-fysiek goud, zoals direct opvraagbare tegoeden op gouddepositorekeningen (niet-verbijzonderde rekeningen), termijndeposito’s, alsmede goudvorderingen die voortkomen uit één van de volgende transacties: i) op- of afwaarderingen en ii) goudlocatie of swaps gericht op het verkrijgen van fysiek goud met een ander goudgehalte, indien het verschil tussen vrijgave en ontvangst meer dan één werkdag is.

Marktwaarde

Verplicht

2

2

Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

Vorderingen op tegenpartijen buiten het eurogebied, inclusief internationale en supranationale instellingen en centrale banken van buiten het eurogebied luidende in vreemde valuta.

 

 

2.1

2.1

Vorderingen op het Internationaal Monetair Fonds (IMF)

a)

Trekkingsrechten binnen de reservepositie (netto)

Nationale quota minus de saldi in euro die ter beschikking staan van het IMF. Rekening nr. 2 van het IMF (eurorekening voor algemene beheerskosten) kan ofwel in deze positie worden opgenomen of onder de post „Verplichtingen jegens niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro”.

a)

Trekkingsrechten binnen de reservepositie (netto)

Nominale waarde, omrekening tegen koers op deviezenmarkt

Verplicht

b)

bijzondere trekkingsrechten

Aangehouden SDR’s (bruto)

b)

bijzondere trekkingsrechten

Nominale waarde, omrekening tegen koers op deviezenmarkt

Verplicht

c)

Overige vorderingen

Algemene leningsovereenkomsten, leningen krachtens bijzondere leningsovereenkomsten, deposito’s in door het IMF beheerde trusts

c)

Overige vorderingen

Nominale waarde, omrekening tegen koers op deviezenmarkt

Verplicht

2.2

2.2

Tegoeden bij banken en beleggingen in waardepapieren, externe leningen en overige externe activa

a)

Tegoeden bij banken buiten het eurogebied m.u.v. deze onder actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”

Rekeningen-courant, termijndeposito’s, daggeld, repotransacties met wederverkoopverplichting.

a)

Tegoeden bij banken buiten het eurogebied

Nominale waarde, omrekening tegen koers op deviezenmarkt

Verplicht

b)

Beleggingen in waardepapieren buiten het eurogebied m.u.v. beleggingen onder de actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”

Promessen en obligaties, wissels, nulcouponobligaties, geldmarktpapier, als een deel van de externe reserves aangehouden effecten, allemaal uitgegeven door niet-ingezetenen van het eurogebied

b)

i)

Verhandelbare papieren m.u.v. tot de vervaldag aangehouden papieren

Marktprijs en koers op de deviezenmarkt

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

ii)

Verhandelbare papieren ingedeeld als tot de vervaldag aangehouden papieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering en koers op de deviezenmarkt

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

iii)

Niet-verhandelbare effecten

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering en koers op de deviezenmarkt

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

iv)

Verhandelbare effecten

Marktprijs en koers op de deviezenmarkt

Verplicht

c)

Externe leningen (deposito’s) buiten het eurogebied m.u.v. leningen onder actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”.

c)

Externe leningen

Deposito’s tegen nominale waarde, omgerekend tegen koers op de deviezenmarkt

Verplicht

d)

Overige externe activa

Bankbiljetten en munten die niet tot het eurogebied behoren.

d)

Overige externe activa

Nominale waarde, omrekening tegen koers op deviezenmarkt

Verplicht

3

3

Vorderingen op ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

a)

Beleggingen in effecten binnen het eurogebied m.u.v. effecten onder de actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”

Promessen en obligaties, wissels, nulcouponobligaties, geldmarktpapier, als een deel van de externe reserves aangehouden effecten, allemaal uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied

a)

i)

Verhandelbare papieren m.u.v. tot de vervaldag aangehouden papieren

Marktprijs en koers op de deviezenmarkt

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

ii)

Verhandelbare papieren ingedeeld als tot de vervaldag aangehouden papieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering en koers op de deviezenmarkt

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

iii)

Niet-verhandelbare effecten

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering en koers op de deviezenmarkt

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

iv)

Verhandelbare effecten

Marktprijs en koers op de deviezenmarkt

Verplicht

b)

Andere vorderingen op ingezetenen van het eurogebied m.u.v. de vorderingen onder de actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”.

Leningen, deposito’s, reverse repo’s, diverse verstrekte leningen

b)

Overige vorderingen

Deposito’s en overige kredietverlening tegen nominale waarde, omgerekend tegen koers op deviezenmarkt

Verplicht

4

4

Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

 

 

 

4.1

4.1

Tegoeden bij banken, beleggingen in waardepapieren en leningen

a)

Tegoeden bij banken buiten het eurogebied m.u.v. deze onder actiefpost 11.3 „Andere financiële activa”

Rekeningen-courant, termijndeposito’s, daggeld. Repotransacties met wederverkoopverplichting in verband met het beheer van waardepapieren, luidende in euro

a)

Tegoeden bij banken buiten het eurogebied

Nominale waarde

Verplicht

b)

Beleggingen in waardepapieren buiten het eurogebied m.u.v. beleggingen onder de actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”

Door niet-ingezetenen van het eurogebied uitgegeven effecten en obligaties, wissels, nulcouponobligaties en geldmarktpapier.

b)

i)

Verhandelbare papieren m.u.v. tot de vervaldag aangehouden papieren

Marktprijs

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

ii)

Verhandelbare papieren ingedeeld als tot de vervaldag aangehouden papieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

iii)

Niet-verhandelbare effecten

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

iv)

Verhandelbare effecten

Marktprijs

Verplicht

c)

Leningen buiten het eurogebied m.u.v. leningen onder de actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”

c)

Leningen buiten het eurogebied

Deposito’s tegen nominale waarde

Verplicht

d)

Waardepapieren m.u.v. waardepapieren onder actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”, uitgegeven door entiteiten buiten het eurogebied

Door supranationale of internationale organisaties, bijv. de Europese Investeringsbank, uitgegeven waardepapieren, ongeacht het land van vestiging.

d)

i)

Verhandelbare papieren m.u.v. tot de vervaldag aangehouden papieren

Marktprijs

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

ii)

Verhandelbare papieren ingedeeld als tot de vervaldag aangehouden papieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

iii)

Niet-verhandelbare effecten

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

4.2

4.2

Vorderingen uit hoofde van de kredietfaciliteit ingevolge het ERM II

Kredietverlening onder de voorwaarden van het ERM II.

Nominale waarde

Verplicht

5

5

Kredietverlening aan kredietinstellingen in het eurogebied in verband met monetaire beleidsoperaties, luidende in euro

Posten 5.1 t/m 5.5: transacties volgens de respectieve monetaire beleidsinstrumenten beschreven in bijlage I bij Richtsnoer ECB/2000/7 van 31 augustus 2000 betreffende monetaire beleidsinstrumenten en procedures van het Eurosysteem (5)

 

 

5.1

5.1

Basis-herfinancieringstransacties

Regelmatige liquiditeitsverruimende transacties met wederinkoopverplichting, met een wekelijkse frequentie en gewoonlijk een looptijd van een week.

Nominale waarde of repokostprijs

Verplicht

5.2

5.2

Langerlopende herfinancieringstransacties

Regelmatige liquiditeitsverruimende transacties met wederinkoopverplichting, met een maandelijkse frequentie en gewoonlijk een looptijd van drie maanden

Nominale waarde of repokostprijs

Verplicht

5.3

5.3

„Finetuning”-transacties met wederinkoop

Transacties met wederinkoopverplichting, uitgevoerd op ad-hocbasis met finetuning oogmerk.

Nominale waarde of repokostprijs

Verplicht

5.4

5.4

Structurele transacties met wederinkoop

Transacties met wederinkoopverplichting die de structurele positie van het Eurosysteem t.o.v. de financiële sector beïnvloeden.

Nominale waarde of repokostprijs

Verplicht

5.5

5.5

Marginale beleningsfaciliteit

Faciliteit voor het verkrijgen van krediet tot de volgende ochtend tegen een van tevoren vastgestelde rentevoet, op onderpand van beleenbare activa (permanente faciliteit).

Nominale waarde of repokostprijs

Verplicht

5.6

5.6

Kredieten uit hoofde van margestortingen

Aanvullend krediet voor kredietinstellingen op grond van waardestijgingen van onderliggende activa ten behoeve van ander aan deze kredietinstellingen verleend krediet.

Nominale waarde of kostprijs

Verplicht

6

6

Overige vorderingen op kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro

Rekeningen-courant, termijndeposito’s, daggeld, repotransacties met wederverkoopverplichting in verband met het beheer van effectenportefeuilles onder actiefpost „Waardepapieren van ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro”, waaronder begrepen transacties die het gevolg zijn van de omzetting van de voormalige deviezenreserves van het eurogebied, en overige vorderingen. Correspondentrekeningen bij kredietinstellingen die in het buitenland zijn gevestigd, maar binnen het eurogebied. Overige vorderingen en transacties die niet samenhangen met monetaire beleidstrans-acties van het Eurosysteem. Vorderingen uit hoofde van monetaire beleidstransacties, die werden geïnitieerd door een NCB voor toetreding tot het Eurosysteem

Nominale waarde of kostprijs

Verplicht

7

7

Waardepapieren uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

 

 

 

7.1

7.1

Voor doeleinden van monetair beleid aangehouden waardepapieren

Voor doeleinden van monetair beleid aangehouden waardepapieren uitgegeven binnen het eurogebied Voor finetuning aangekochte ECB-schuldbewijzen

a)

Verhandelbare papieren m.u.v. tot de vervaldag aangehouden papieren

Marktprijs

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

b)

Verhandelbare papieren ingedeeld als tot de vervaldag aangehouden papieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering (kostprijs wanneer de waardevermindering wordt gedekt door een voorziening van het Eurosysteem onder passiefpost 13 (b) „Voorzieningen”)

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

c)

Niet-verhandelbare waardepapieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

7.2

7.2

Overige waardepapieren

Waardepapieren m.u.v. waardepapieren onder actiefpost 7.1 „Voor doeleinden van monetair beleid aangehouden waardepapiren” en onder actiefpost 11.3 „Overige financiele activa”; promessen en obligaties, wissels, nulcouponobligaties, geldmarktpapier dat op termijnbasis („outright” ) wordt aangehouden, waaronder begrepen overheidsobligaties van vóór de EMU, luidende in euro. Waardepapieren

a)

Verhandelbare papieren m.u.v. tot de vervaldag aangehouden papieren

Marktprijs

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

b)

Verhandelbare papieren ingedeeld als tot de vervaldag aangehouden papieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

c)

Niet-verhandelbare waardepapieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Verplicht

d)

Verhandelbare waardepapieren

Marktprijs

Verplicht

8

8

Overheidsschuld, luidende in euro

Vorderingen op overheden van vóór de EMU (niet-verhandelbare waardepapieren, leningen)

Deposito’s/leningen tegen nominale waarde, niet-verhandelbare waardepapieren tegen kostprijs

Verplicht

9

Vorderingen binnen het Eurosysteem+)

 

 

 

9.1

Deelnemingen in de ECB+)

Alleen een post op de balans van de NCB’s.

Het aandeel van elke NCB in het kapitaal van de ECB, overeenkomstig het Verdrag en de respectieve verdeelsleutel en bijdragen overeenkomstig artikel 48.2 van de statuten van het ESCB

Kostprijs

Verplicht

9.2

Vorderingen uit hoofde van overdracht van externe reserves+)

Alleen een post op de balans van de NCB’s.

Vorderingen op de ECB, luidende in euro, uit hoofde van initiële en aanvullende overdrachten van externe reserves ingevolge artikel 30 van de ESCB-statuten

Nominale waarde

Verplicht

9.3

Vorderingen ingevolge de uitgifte van ECB-schuldbewijzen+)

Alleen een post op de balans van de ECB

Vorderingen binnen het Eurosysteem jegens NCB’s die voortvloeien uit de uitgifte van ECB-schuldbewijzen

Kostprijs

Verplicht

9.4

Netto vorderingen uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem+)  (2)

Voor de NCB’s: nettovordering in verband met de toepassing van de verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten, d.w.z. met inbegrip van de tegoeden binnen het Eurosysteem verband houdend met de uitgifte van bankbiljetten door de ECB, het compenserende bedrag en de administratieve boekingsposten ter saldering van het compenserende bedrag, zoals bepaald bij Besluit ECB/2010/23 van 25 november 2010 inzake de toedeling van monetaire inkomsten van de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben (herschikking) (6)

Voor de ECB vorderingen uit hoofde van de uitgifte van bankbiljetten door de ECB overeenkomstig Besluit ECB/2010/29

Nominale waarde

Verplicht

9.5

Overige vorderingen binnen het Eurosysteem (netto)+)

Nettopositie van de volgende subposten:

 

 

a)

nettovorderingen uit hoofde van tegoeden op TARGET2-rekeningen en correspondentrekeningen van NCB’s, d.w.z. het nettocijfer van vorderingen en verplichtingen — zie tevens passiefpost 10.4 „Overige verplichtingen binnen het Eurosysteem (netto)”.

a)

Nominale waarde

Verplicht

b)

vordering ingevolge het verschil tussen monetaire inkomsten die gepooled en herverdeeld moeten worden. Slechts relevant voor de periode tussen het verantwoorden van de monetaire inkomsten binnen het kader van de jaarultimo procedures, en de afwikkeling ervan op de laatste werkdag in januari van elk jaar

b)

Nominale waarde

Verplicht

c)

overige in euro luidende vorderingen binnen het Eurosysteem, waaronder de tussentijdse verdeling van de inkomsten van de ECB (2)

c)

Nominale waarde

Verplicht

9

10

Vereveningsposten

Saldi van vereveningsrekeningen (vorderingen), waaronder begrepen vorderingen uit hoofde van te incasseren cheques

Nominale waarde

Verplicht

9

11

Overige activa

 

 

 

9

11.1

Munten uit het eurogebied

Euromuntstukken, indien een NCB niet de wettige uitgever is

Nominale waarde

Verplicht

9

11.2

Materiële en immateriële vaste activa

Grond en gebouwen, meubilair en inventaris, inclusief computerapparatuur, software

Kostprijs minus afschrijving

Afschrijvingstermijnen:

Computers en aanverwante hard- en software, en motorvoertuigen: 4 jaar

Inventaris, meubilair en installaties: 10 jaar

Gebouwen en aanzienlijke gekapitaliseerde herinrichtingskosten: 25 jaar

Kapitalisering van kosten: op basis van limiet (minder dan 10 000 EUR, excl. btw: geen kapitalisering)

Aanbevolen

9

11.3

Overige financiële activa

Deelnemingen en beleggingen in dochtermaatschappijen; aandelen aangehouden voor strategische en beleidsoogmerken

Effecten met inbegrip van aandelen, en andere financiële instrumenten en tegoeden (bijv. deposito’s met vaste looptijd en rekeningen-courant), aangehouden als een geoormerkte portefeuille

Repotransacties met wederverkoopverplichting met kredietinstellingen in verband met het beheer van effectenportefeuilles onder deze post.

a)

Verhandelbare waardepapieren

Marktprijs

Aanbevolen

b)

Deelnemingen en niet-liquide gewone aandelen, en als permanente investeringen aangehouden andere waardepapieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Aanbevolen

c)

Beleggingen in dochtermaatschappijen of significante belangen

Nettowaarde van het actief

Aanbevolen

d)

Verhandelbare papieren m.u.v. tot de vervaldag aangehouden papieren

Marktprijs

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Aanbevolen

e)

Verhandelbare papieren ingedeeld als aangehouden tot de vervaldag of aangehouden als een permanente investering

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Aanbevolen

f)

Niet-verhandelbare waardepapieren

Kostprijs behoudens bijzondere waardevermindering

Enige premie of disagio wordt afgeschreven

Aanbevolen

g)

Tegoeden bij banken en leningen

Nominale waarde, omgerekend tegen de koers op de deviezenmarkt, indien de tegoeden of deposito’s in vreemde valuta luiden

Aanbevolen

9

11.4

Herwaarderingsverschillen op instrumenten buiten de balans

Resultaten van de waardering van deviezentermijnaffaires, deviezenswaps, renteswaps, rentetermijncontracten, termijntransacties in effecten, contante deviezentransacties vanaf de transactiedatum tot de afwikkelingsdatum

Nettopositie tussen termijn en contant, tegen koers op deviezenmarkt

Verplicht

9

11.5

Overlopende activa en vooruitbetaalde kosten

Inkomsten die in de verslagperiode niet opeisbaar zijn, maar er wel aan moeten worden toegeschreven. Vooruitbetaalde kosten en lopende interest (d.w.z. lopende interest gekocht met een waardepapier)

Nominale waarde; deviezen worden omgerekend tegen de marktkoers

Verplicht

9

11.6

Diversen

Vooruitbetalingen, leningen, andere kleinere posten.

Tussenrekening voor de registratie van herwaarderingsverschillen (uitsluitend balanspost gedurende het jaar: ongerealiseerde verliezen op herwaarderingsdata gedurende het jaar, die niet worden gedekt door de desbetreffende herwaarderingsrekening onder passiefpost „Herwaarderingsrekeningen“). Leningen op trustbasis. Beleggingen in verband met gouddeposito’s van rekeninghouders. Munten, luidende in nationale eurogebied munteenheden. Lopende kosten (netto geaccumuleerde verliezen), verliezen van het voorafgaande jaar vóór dekking. Nettopensioenactiva

Nominale waarde of kostprijs

Aanbevolen

Tussenrekening voor herwaarderingsverschillen

Herwaarderingsverschil tussen gemiddelde kostprijs en marktwaarde; deviezen worden omgerekend tegen de marktkoers.

Verplicht

Beleggingen in verband met gouddeposito’s van rekeninghouders

Marktwaarde

Verplicht

Openstaande aanspraken die voortvloeien uit het in gebreke blijven van tegenpartijen van het Eurosysteem in het kader van krediettransacties van het Eurosysteem

Openstaande aanspraken (vanwege verzuim)

Nominale/realiseerbare waarde (voor/na verrekening van verliezen)

Verplicht

Activa of vorderingen (jegens derden) die toegeëigend en/of verkregen zijn in het kader van de uitwinning van door in gebreke gebleven tegenpartijen van het Eurosysteem geleverd onderpand

Activa of aanspraken (vanwege verzuim)

Kostprijs (geconverteerd tegen de koers op de deviezenmarkt op het tijdstip van de verwerving indien financiële activa in vreemde valuta luiden)

Verplicht

12

Verlies over het boekjaar

 

Nominale waarde

Verplicht


PASSIVA

Balanspost (8)

Indeling van de balansposten

Waarderingsgrondslag

Werkingssfeer (9)

1

1

Bankbiljetten in omloop  (7)

a)

Eurobankbiljetten, plus/minus correcties in verband met de toepassing van de sleutel voor de toedeling van bankbiljetten volgens Richtsnoer ECB/2010/23 en Besluit ECB/2001/29

a)

Nominale waarde

Verplicht

b)

Bankbiljetten luidende in nationale eurogebied munteenheden in het jaar waarin naar de chartale euro wordt omgeschakeld.

b)

Nominale waarde

Verplicht

2

2

Verplichtingen aan kredietinstellingen van het eurogebied in verband met monetaire beleidsoperaties, luidende in euro

Posten 2.1, 2.2, 2.3 en 2.5: deposito’s in euro zoals beschreven in bijlage I bij Richtsnoer ECB/2000/7

 

 

2.1

2.1

Rekeningen-courant (met inbegrip van reserveverplichtingen):

Eurorekeningen van kredietinstellingen die zijn opgenomen in de lijst van financiële instellingen die overeenkomstig de ESCB-statuten minimumreserves moeten aanhouden. Deze post bevat hoofdzakelijk rekeningen voor het aanhouden van minimumreserves

Nominale waarde

Verplicht

2.2

2.2

Depositofaciliteit

Deposito’s met een looptijd tot de volgende ochtend, tegen een van tevoren vastgestelde rentevoet (permanente faciliteit).

Nominale waarde

Verplicht

2.3

2.3

Termijndeposito’s

Wegens „finetuning” -transacties aangetrokken voor het verkrappen van liquiditeit.

Nominale waarde

Verplicht

2.4

2.4

„Finetuning” -transacties met wederinkoop

Monetaire beleidstransacties gericht op het verkrappen van liquiditeit.

Nominale waarde of repokostprijs

Verplicht

2.5

2.5

Deposito’s uit hoofde van margestortingen

Deposito’s van kredietinstellingen die voortkomen uit waardedalingen van onderliggende activa inzake aan deze kredietinstellingen verstrekte kredieten.

Nominale waarde

Verplicht

3

3

Overige verplichtingen aan kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro

Repotransacties in verband met gelijktijdige repotransacties met wederverkoopverplichting voor het beheer van effectenportefeuilles onder actiefpost 7 „Waardepapieren van ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro”. Overige transacties die geen verband houden met monetaire beleidstransacties van het eurosysteem. Geen rekeningen-courant van kredietinstellingen. Verplichtingen/deposito’s uit hoofde van monetaire beleidstransacties geïnitieerd door een centrale bank voor toetreding tot het Eurosysteem

Nominale waarde of repokostprijs

Verplicht

4

4

Uitgegeven schuldbewijzen

Alleen een post op de balans van de ECB — voor de NCB’s is dit een transitorische balanspost.

Schuldbewijzen zoals beschreven in bijlage I bij Richtsnoer ECB/2000/7. Discontopapier dat is uitgegeven om liquiditeit te verkrappen.

Kostprijs

Disagio’s worden afgeschreven

Verplicht

5

5

Verplichtingen aan overige ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

 

 

 

5.1

5.1

Overheid

Rekeningen-courant, termijndeposito’s, direct opvraagbare deposito’s.

Nominale waarde

Verplicht

5.2

5.2

Overige verplichtingen

Rekeningen-courant van personeel, bedrijven en cliënten, waaronder financiële instellingen die zijn vrijgesteld van het aanhouden van minimumreserves (zie passiefpost 2.1); termijndeposito’s, direct opvraagbare deposito’s.

Nominale waarde

Verplicht

6

6

Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

Rekeningen-courant, termijndeposito’s, direct opvraagbare deposito’s waaronder rekeningen voor betalingsdoeleinden en voor het beheer van reserves: van andere banken, centrale banken, internationale/supranationale instellingen waaronder de Commissie; rekeningen-courant van overige depositanten. Repotransacties in verband met gelijktijdige repotransacties met wederverkoopverplichting voor het beheer van waardepapieren, luidende in euro.

Saldi van TARGET2-rekeningen van centrale banken van lidstaten die de euro niet als munt hebben.

Nominale waarde of repokostprijs

Verplicht

7

7

Verplichtingen aan ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

Rekeningen-courant. Verplichtingen uit hoofde van repotransacties; gewoonlijk beleggingen waarbij gebruik wordt gemaakt van deviezen of goud.

Nominale waarde, omrekening tegen koers op deviezenmarkt

Verplicht

8

8

Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

 

 

 

8.1

8.1

Deposito’s, tegoeden en overige verplichtingen

Rekeningen-courant. Verplichtingen uit hoofde van repo-transacties; gewoonlijk beleggingen waarbij gebruik wordt gemaakt van deviezen of goud.

Nominale waarde, omrekening tegen koers op deviezenmarkt

Verplicht

8.2

8.2

Verplichtingen uit hoofde van de kredietfaciliteit ingevolge het ERM II

Kredietverlening overeenkomstig de ERM II-voorwaarden

Nominale waarde, omrekening tegen koers op deviezenmarkt

Verplicht

9

9

Tegenwaarde van toegewezen bijzondere trekkingsrechten in het IMF

In SDR-luidende post die het bedrag aan SDR’s aangeeft dat oorspronkelijk aan het/de desbetreffende land/NCB was toegewezen.

Nominale waarde, omrekening tegen de marktkoers

Verplicht

10

Verplichtingen binnen het eurosysteem+)

 

 

 

10.1

Verplichtingen uit hoofde van de overdracht van externe reserves+)

Alleen een post op de balans van de ECB, luidende in euro.

Nominale waarde

Verplicht

10.2

Verplichtingen ingevolge de uitgifte van ECB-schuldbewijzen+)

Alleen een post op de balans van de NCB’s.

Verplichtingen binnen het Eurosysteem jegens de ECB die voortvloeien uit de uitgifte van ECB-schuldbewijzen

Kostprijs

Verplicht

10.3

Netto verplichtingen uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem+)  (7)

Alleen een post op de balans van de NCB’s.

Voor de NCB’s: nettoverplichting in verband met de toepassing van de verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten, d.w.z. met inbegrip van de tegoeden binnen het Eurosysteem uit hoofde van de uitgifte van bankbiljetten door de ECB, het compenserende bedrag en de administratieve boekingspost ter saldering van het compenserende bedrag, zoals bepaald bij Besluit ECB/2010/23

Nominale waarde

Verplicht

10.4

Overige verplichtingen binnen het Eurosysteem (netto)+)

Nettopositie van de volgende subposten:

 

 

a)

nettoverplichtingen uit hoofde van tegoeden op TARGET2-rekeningen en correspondentrekeningen van NCB’s, d.w.z. het nettobedrag aan vorderingen en verplichtingen — zie tevens actiefpost 9.5 „Overige verplichtingen binnen het Eurosysteem (netto)”

a)

Nominale waarde

Verplicht

b)

verplichting ingevolge het verschil tussen monetaire inkomsten die gepooled en herverdeeld moeten worden. Slechts relevant voor de periode tussen het verantwoorden van de monetaire inkomsten binnen het kader van de jaarultimo procedures, en de afwikkeling ervan op de laatste werkdag in januari van elk jaar

b)

Nominale waarde

Verplicht

c)

overige in euro luidende verplichtingen binnen het Eurosysteem, waaronder de tussentijdse verdeling van de inkomsten van de ECB (7)

c)

Nominale waarde

Verplicht

10

11

Vereveningsposten

Saldi van vereveningsrekeningen (verplichtingen), waaronder schulden uit hoofde van af te wikkelen girale overboekingen.

Nominale waarde

Verplicht

10

12

Overige verplichtingen

 

 

 

10

12.1

Herwaarderingsverschillen op instrumenten buiten de balans

Resultaten van de waardering van deviezentermijnaffaires, deviezenswaps, renteswaps, rentetermijncontracten, termijntransacties in effecten, contante deviezentransacties vanaf de transactiedatum tot de afwikkelingsdatum

Nettopositie tussen termijn en contant, tegen koers op deviezenmarkt

Verplicht

10

12.2

Overlopende passiva

Kosten die in een toekomstige periode invorderbaar worden, maar betrekking hebben op de verslagperiode. Inkomsten die in de verslagperiode zijn ontvangen, maar betrekking hebben op een toekomstige periode.

Nominale waarde; deviezen worden omgerekend tegen de marktkoers

Verplicht

10

12.3

Diversen

Belastingtussenrekeningen. Deviezenkrediet- of waarborgrekeningen. Repotransacties met kredietinstellingen in verband met gelijktijdige repotransacties met wederverkoopverplichting voor het beheer van effectenportefeuilles onder actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”. Verplichte deposito’s, behalve reservedeposito’s. Overige kleinere posten. Lopende inkomsten (netto geaccumuleerde winst), winst van het voorafgaande jaar vóór uitkering. Verplichtingen op trustbasis. Gouddeposito’s van rekeninghouders Munten in omloop, indien een NCB de wettige uitgever is. Bankbiljetten in omloop luidende in nationale eurogebied valuta-eenheden die niet langer wettig betaalmiddel zijn, maar nog wel in omloop na het jaar van omschakeling naar de chartale euro, indien niet verantwoord onder de passiefpost „Voorzieningen”. Netto pensioenverplichtingen.

Nominale waarde of (repo)kostprijs

Aanbevolen

Gouddeposito’s van rekeninghouders.

Marktwaarde

Gouddeposito’s van rekeninghouders: verplicht

10

13

Voorzieningen

a)

Voor pensioenen, voor wisselkoers-, rente-, krediet- en goudprijsrisico’s, en voor andere doeleinden, bijv. verwachte toekomstige uitgaven, voorzieningen voor nationale eurogebied munteenheden die niet langer wettig betaalmiddel zijn, maar nog wel in omloop na het jaar van omschakeling naar de chartale euro, indien deze bankbiljetten niet zijn verantwoord onder passiefpost 12.3 „Overige verplichtingen/Diversen”.

De bijdragen van NCB’s aan de ECB overeenkomstig artikel 48.2 van de ESCB-statuten worden geconsolideerd met de respectieve bedragen opgenomen onder actiefpost 9.1 „Deelnemingen in de ECB”+)

a)

Kostprijs/nominale waarde

Aanbevolen

b)

Voor uit monetaire beleidstransacties voortvloeiende tegenpartij- of kredietrisico’s

b)

Nominale waarde (in verhouding tot de verdeelsleutel van het geplaatste ECB kapitaal; op basis van een waardering per jaarultimo door de Raad van bestuur van de ECB)

Verplicht

11

14

Herwaarderingsrekeningen

Herwaarderingsrekeningen voor de verwerking van prijsontwikkelingen voor goud, voor elk type in euro luidend waardepapier, voor elk type in vreemde valuta luidend waardepapier, voor opties; voor verschillen in marktwaardering betreffende renterisicoderivaten; herwaarderingsrekeningen voor de koersontwikkelingen van deviezen voor elke nettopositie in valuta, met inbegrip van deviezenswaps/deviezentermijnaffaires en SDR’s.

De bijdragen van NCB’s aan de ECB overeenkomstig artikel 48.2 van de ESCB-statuten worden geconsolideerd met de respectieve bedragen opgenomen onder actiefpost 9.1 „Deelnemingen in de ECB”+)

Herwaarderingsverschil tussen gemiddelde kostprijs en marktwaarde; deviezen worden omgerekend tegen de marktkoers.

Verplicht

12

15

Kapitaal en reserves

 

 

 

12

15.1

Kapitaal

Volgestort kapitaal - het kapitaal van de ECB wordt geconsolideerd met de aandelen in het kapitaal van de NCB’s

Nominale waarde

Verplicht

12

15.2

Reserves

Wettelijke en overige reserves Ingehouden winst.

De bijdragen van NCB’s aan de ECB overeenkomstig artikel 48.2 van de ESCB-statuten worden geconsolideerd met de respectieve bedragen opgenomen onder actiefpost 9.1 „Deelnemingen in de ECB”+)

Nominale waarde

Verplicht

10

16

Winst over het boekjaar

 

Nominale waarde

Verplicht


(1)  De bekendmaking in verband met eurobankbiljetten in omloop, in verband met de vergoeding van de netto vorderingen/verplichtingen binnen het Eurosysteem als gevolg van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem en tevens in verband met de monetaire inkomsten dient te worden geharmoniseerd in door NCB’s gepubliceerde jaarrekeningen. De te harmoniseren posten zijn in de bijlagen IV, VIII en IX van een asterisk voorzien.

(2)  Te harmoniseren posten. Zie overweging 5 van dit richtsnoer.

(3)  De nummering in de eerste kolom heeft betrekking op de balansopstellingen zoals gegeven in de bijlagen V, VI en VII (weekstaten en geconsolideerde jaarbalans van het Eurosysteem). De nummering in de tweede kolom heeft betrekking op de balansopstelling zoals gegeven in bijlage VIII (jaarbalans van een centrale bank). De posten die met een „+)” zijn gemarkeerd, worden in de weekstaten van het Eurosysteem geconsolideerd.

(4)  De grondslagen voor samenstelling en waardering die in deze bijlage staan opgesomd, worden geacht verplicht te zijn voor de rekeningen van de ECB en voor alle materiële activa en passiva in de rekeningen van de NCB’s die voor de werking van het Eurosysteem van belang zijn.

(5)  PB L 310 van 11.12.2000, blz. 1.

(6)  Zie bladzijde 17 van dit Publicatieblad. Besluit ECB/2010/23 vastgesteld voor publicatie van Richtsnoer ECB/2010/20.

(7)  Te harmoniseren posten. Zie overweging 5 van dit richtsnoer.

(8)  De nummering in de eerste kolom heeft betrekking op de balansopstellingen zoals gegeven in de bijlagen V, VI en VII (weekstaten en geconsolideerde jaarbalans van het Eurosysteem). De nummering in de tweede kolom heeft betrekking op de balansopstelling zoals gegeven in bijlage VIII (jaarbalans van een centrale bank). De posten die met een „+)” zijn gemarkeerd, worden in de weekstaten van het Eurosysteem geconsolideerd.

(9)  De grondslagen voor samenstelling en waardering die in deze bijlage staan opgesomd, worden geacht verplicht te zijn voor de rekeningen van de ECB en voor alle materiële activa en passiva in de rekeningen van de NCB’s die voor de werking van het Eurosysteem van belang zijn.


BIJLAGE V

Geconsolideerde weekstaat van het Eurosysteem: de opstelling en indeling die voor publicatie na afloop van het kwartaal moet worden gebruikt

(miljoen EUR)

Activa (1)

Stand per …

Verschil ten opzichte van vorige week ingevolge

Passiva

Stand per …

Verschil ten opzichte van vorige week ingevolge

transacties

kwartaalultimo correcties

transacties

kwartaalultimo correcties

1.

Goud en goudvorderingen

2.

Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

2.1

Vorderingen op het IMF

2.2

Tegoeden bij banken en beleggingen in waardepapieren, externe leningen en overige externe activa

3.

Vorderingen op ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

4.

Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

4.1

Tegoeden bij banken, beleggingen in waardepapieren en leningen

4.2

Vorderingen uit hoofde van de kredietfaciliteit ingevolge het ERM II

5.

Kredietverlening aan kredietinstellingen in het eurogebied in verband met monetaire beleidsoperaties, luidende in euro

5.1

Basisherfinancieringstransacties

5.2

Langerlopende herfinancieringstransacties

5.3

„Finetuning”-transacties met wederinkoop

5.4

Structurele transacties met wederinkoop

5.5

Marginale beleningsfaciliteit

5.6

Kredieten uit hoofde van margestortingen

6.

Overige vorderingen op kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro

7.

Waardepapieren uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

7.1

Voor doeleinden van monetair beleid aangehouden waardepapieren

7.2

Overige waardepapieren

8.

Overheidsschuld, luidende in euro

9.

Overige activa

 

 

 

1.

Bankbiljetten in omloop

2.

Verplichtingen aan kredietinstellingen van het eurogebied in verband met monetaire beleidsoperaties, luidende in euro

2.1

Rekeningen-courant (met inbegrip van reserveverplichtingen):

2.2

Depositofaciliteit

2.3

Termijndeposito’s

2.4

„Finetuning”-transacties met wederinkoop

2.5.

Deposito’s uit hoofde van margestortingen

3.

Overige verplichtingen aan kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro

4.

Uitgegeven schuldbewijzen

5.

Verplichtingen aan overige ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

5.1

Overheid

5.2

Overige verplichtingen

6.

Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

7.

Verplichtingen aan ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

8.

Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

8.1

Deposito’s, tegoeden en overige verplichtingen

8.2

Verplichtingen uit hoofde van de kredietfaciliteit ingevolge het ERM II

9.

Tegenwaarde van toegewezen bijzondere trekkingsrechten in het IMF

10.

Overige verplichtingen

11.

Herwaarderingsrekeningen

12.

Kapitaal en reserves

 

 

 

Totaal activa

 

 

 

Totaal passiva

 

 

 

Totalen/subtotalen kunnen door afronding enigszins verschillen.


(1)  De tabel van activa mag ook voor de tabel van passiva worden gepubliceerd.


BIJLAGE VI

Geconsolideerde weekstaat van het Eurosysteem: de opstelling en indeling die voor publicatie gedurende het kwartaal moet worden gebruikt

(miljoen EUR)

Activa (1)

Stand per

Verschil ten opzichte van vorige week ingevolge transacties

Passiva

Stand per …

Verschil ten opzichte van vorige week ingevolge transacties

1.

Goud en goudvorderingen

2.

Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

2.1

Vorderingen op het IMF

2.2

Tegoeden bij banken en beleggingen in waardepapieren, externe leningen en overige externe activa

3.

Vorderingen op ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

4.

Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

4.1

Tegoeden bij banken, beleggingen in waardepapieren en leningen

4.2

Vorderingen uit hoofde van de kredietfaciliteit ingevolge het ERM II

5.

Kredietverlening aan kredietinstellingen in het eurogebied in verband met monetaire beleidsoperaties, luidende in euro

5.1

Basis-herfinancieringstransacties

5.2

Langerlopende herfinancieringstransacties

5.3

„Finetuning”-transacties met wederinkoop

5.4

Structurele transacties met wederinkoop

5.5

Marginale beleningsfaciliteit

5.6

Kredieten uit hoofde van margestortingen

6.

Overige vorderingen op kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro

7.

Waardepapieren uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

7.1

Voor doeleinden van monetair beleid aangehouden waardepapieren

7.2

Overige waardepapieren

8.

Overheidsschuld, luidende in euro

9.

Overige activa

 

 

1.

Bankbiljetten in omloop

2.

Verplichtingen aan kredietinstellingen van het eurogebied in verband met monetaire beleidsoperaties, luidende in euro

2.1

Rekeningen-courant (met inbegrip van reserveverplichtingen):

2.2

Depositofaciliteit

2.3

Termijndeposito’s

2.4

„Finetuning”-transacties met wederinkoop

2.5

Deposito’s uit hoofde van margestortingen

3.

Overige verplichtingen aan kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro

4.

Uitgegeven schuldbewijzen

5.

Verplichtingen aan overige ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

5.1

Overheid

5.2

Overige verplichtingen

6.

Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

7.

Verplichtingen aan ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

8.

Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

8.1

Deposito’s, tegoeden en overige verplichtingen

8.2

Verplichtingen uit hoofde van de kredietfaciliteit ingevolge het ERM II

9.

Tegenwaarde van toegewezen bijzondere trekkingsrechten in het IMF

10.

Overige verplichtingen

11.

Herwaarderingsrekeningen

12.

Kapitaal en reserves

 

 

Totaal activa

 

 

Totaal passiva

 

 

Totalen/subtotalen kunnen door afronding enigszins verschillen.


(1)  De tabel van activa mag ook voor de tabel van passiva worden gepubliceerd.


BIJLAGE VII

Geconsolideerde weekstaat van het Eurosysteem

(miljoen EUR)

Activa (1)

Verslagjaar

Vorig jaar

Passiva

Verslagjaar

Vorig jaar

1.

Goud en goudvorderingen

2.

Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

2.1

Vorderingen op het IMF

2.2

Tegoeden bij banken en beleggingen in waardepapieren, externe leningen en overige externe activa

3.

Vorderingen op ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

4.

Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

4.1

Tegoeden bij banken, beleggingen in waardepapieren en leningen

4.2

Vorderingen uit hoofde van de kredietfaciliteit ingevolge het ERM II

5.

Kredietverlening aan kredietinstellingen in het eurogebied in verband met monetaire beleidsoperaties, luidende in euro

5.1

Basis-herfinancieringstransacties

5.2

Langerlopende herfinancieringstransacties

5.3

„Finetuning”-transacties met wederinkoop

5.4

Structurele transacties met wederinkoop

5.5

Marginale beleningsfaciliteit

5.6

Kredieten uit hoofde van margestortingen

6.

Overige vorderingen op kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro

7.

Waardepapieren uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

7.1

Voor doeleinden van monetair beleid aangehouden waardepapieren

7.2

Overige waardepapieren

8.

Overheidsschuld, luidende in euro

9.

Overige activa

 

 

1.

Bankbiljetten in omloop

2.

Verplichtingen aan kredietinstellingen van het eurogebied in verband met monetaire beleidsoperaties, luidende in euro

2.1

Rekeningen-courant (met inbegrip van reserveverplichtingen):

2.2

Depositofaciliteit

2.3

Termijndeposito’s

2.4

„Finetuning”-transacties met wederinkoop

2.5

Deposito’s uit hoofde van margestortingen

3.

Overige verplichtingen aan kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro

4.

Uitgegeven schuldbewijzen

5.

Verplichtingen aan overige ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

5.1

Overheid

5.2

Overige verplichtingen

6.

Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

7.

Verplichtingen aan ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

8.

Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

8.1

Deposito’s, tegoeden en overige verplichtingen

8.2

Verplichtingen uit hoofde van de kredietfaciliteit ingevolge het ERM II

9.

Tegenwaarde van toegewezen bijzondere trekkingsrechten in het IMF

10.

Overige verplichtingen

11.

Herwaarderingsrekeningen

12.

Kapitaal en reserves

 

 

Totaal activa

 

 

Totaal passiva

 

 

Totalen/subtotalen kunnen door afronding enigszins verschillen.


(1)  De tabel van activa mag ook voor de tabel van passiva worden gepubliceerd.


BIJLAGE VIII

Jaarbalans van een centrale bank  (2)

(miljoen EUR)

Activa (4)

Verslagjaar

Vorig jaar

Passiva

Verslagjaar

Vorig jaar

1.

Goud en goudvorderingen

2.

Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

2.1

Vorderingen op het IMF

2.2

Tegoeden bij banken en beleggingen in waardepapieren, externe leningen en overige externe activa

3.

Vorderingen op ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

4.

Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

4.1

Tegoeden bij banken, beleggingen in waardepapieren en leningen

4.2

Vorderingen uit hoofde van de kredietfaciliteit ingevolge het ERM II

5.

Kredietverlening aan kredietinstellingen in het eurogebied in verband met monetaire beleidsoperaties, luidende in euro

5.1

Basis-herfinancieringstransacties

5.2

Langerlopende herfinancieringstransacties

5.3

„Finetuning”-transacties met wederinkoop

5.4

Structurele transacties met wederinkoop

5.5

Marginale beleningsfaciliteit

5.6

Kredieten uit hoofde van margestortingen

6.

Overige vorderingen op kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro

7.

Waardepapieren uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

7.1

Voor doeleinden van monetair beleid aangehouden waardepapieren

7.2

Overige waardepapieren

8.

Overheidsschuld, luidende in euro

9.

Vorderingen binnen het Eurosysteem

9.1

Deelnemingen in de ECB

9.2

Vorderingen uit hoofde van overdracht van externe reserves

9.3

Vorderingen ingevolge de uitgifte van ECB-schuldbewijzen

9.4

Netto vorderingen uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem

9.5

Overige vorderingen binnen het Eurosysteem (netto)

10.

Vereveningsposten

11.

Overige activa

11.1

Munten uit het eurogebied

11.2

Materiële en immateriële vaste activa

11.3

Overige financiële activa

11.4

Herwaarderingsverschillen op instrumenten buiten de balans

11.5

Overlopende activa

11.6

Diversen

12.

Verlies over het boekjaar

 

 

1.

Bankbiljetten in omloop (1)

2.

Verplichtingen aan kredietinstellingen van het eurogebied in verband met monetaire beleidsoperaties, luidende in euro

2.1

Rekeningen-courant (met inbegrip van reserveverplichtingen):

2.2

Depositofaciliteit

2.3

Termijndeposito’s

2.4

„Finetuning”-transacties met wederinkoop

2.5

Deposito’suit hoofde van margestortingen

3.

Overige verplichtingen aan kredietinstellingen in het eurogebied, luidende in euro

4.

Uitgegeven schuldbewijzen

5.

Verplichtingen aan overige ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

5.1

Overheid

5.2

Overige verplichtingen

6.

Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro

7.

Verplichtingen aan ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

8.

Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta

8.1

Deposito’s, tegoeden en overige verplichtingen

8.2

Verplichtingen uit hoofde van de kredietfaciliteit ingevolge het ERM II

9.

Tegenwaarde van toegewezen bijzondere trekkingsrechten in het IMF

10.

Verplichtingen binnen het eurosysteem

10.1

Verplichtingen uit hoofde van de overdracht van externe reserves

10.2

Verplichtingen ingevolge de uitgifte van ECB-schuldbewijzen

10.3

Netto verplichtingen uit hoofde van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem

10.4

Overige verplichtingen binnen het Eurosysteem (netto)

11.

Vereveningsposten

12.

Overige verplichtingen

12.1

Herwaarderingsverschillen op instrumenten buiten de balans

12.2

Overlopende passiva

12.3

Diversen

13.

Voorzieningen

14.

Herwaarderingsrekeningen

15.

Kapitaal en reserves

15.1

Kapitaal

15.2

Reserves

16.

Winst over het boekjaar

 

 

Totaal activa

 

 

Totaal passiva

 

 

Totalen/subtotalen kunnen door afronding enigszins verschillen.


(1)  Te harmoniseren posten. Zie overweging 5 van dit richtsnoer.

(2)  De bekendmaking in verband met eurobankbiljetten in omloop, in verband met de vergoeding van de netto vorderingen/verplichtingen binnen het Eurosysteem als gevolg van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem en tevens in verband met de monetaire inkomsten dient te worden geharmoniseerd in door NCB’s gepubliceerde jaarrekeningen. De te harmoniseren posten zijn in de bijlagen IV, VIII en IX van een asterisk voorzien.

(3)  Centrale Banken mogen hetzij exacte bedragen in euro, hetzij op een andere manier afgeronde bedragen publiceren.

(4)  De tabel van activa mag ook voor de tabel van passiva worden gepubliceerd.


BIJLAGE XI

Gepubliceerde winst-en-verliesrekening van een centrale bank  (2)  (3)

(miljoen EUR)

Winst-en-verliesrekening voor het boekjaar dat eindigt op 31 december …

Verslaglegging jaar

Vorig jaar

1.1.

Rentebaten  (1)

 

 

1.2.

Rentelasten  (1)

 

 

1.

Netto rentebaten

 

 

2.1.

Gerealiseerde winsten/verliezen uit financiële transacties

 

 

2.2.

Afwaarderingen van financiële activa en posities

 

 

2.3.

Overdracht naar/uit voorzieningen voor wisselkoers-, rente-, krediet- en goudprijsrisico’s

 

 

2.

Netto baten uit financiële transacties, afwaarderingen en voorzieningen voor risico’s

 

 

3.1.

Provisie- en commissiebaten

 

 

3.2.

Provisie- en commissielasten

 

 

3.

Netto baten uit provisies en commissies

 

 

4.

Inkomsten uit gewone aandelen en deelnemingen (1)

 

 

5.

Netto resultaat van pooling van monetaire inkomsten (1)

 

 

6.

Overige baten

 

 

Totaal netto baten

 

 

7.

Personeelskosten (5)

 

 

8.

Administratiekosten (5)

 

 

9.

Afschrijvingen op (im)materiële vaste activa

 

 

10.

Diensten van bankbiljettenproductie (6)

 

 

11.

Overige kosten

 

 

12.

Inkomstenbelasting en overige belastingen op het inkomen

 

 

(Verlies)/Winst over het boekjaar

 

 


(1)  Te harmoniseren posten. Zie overweging 5 van dit richtsnoer.

(2)  Voor de winst-en-verliesrekening van de ECB wordt een iets andere vorm gehanteerd. Zie bijlage III bij Besluit ECB/2010/21.

(3)  De bekendmaking in verband met eurobankbiljetten in omloop, in verband met de vergoeding van de netto vorderingen/verplichtingen binnen het Eurosysteem als gevolg van de toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem en tevens in verband met de monetaire inkomsten dient te worden geharmoniseerd in door NCB’s gepubliceerde jaarrekeningen. De te harmoniseren posten zijn in de bijlagen IV, VIII en IX van een asterisk voorzien.

(4)  Centrale banken mogen hetzij exacte bedragen in euro, hetzij op een andere manier afgeronde bedragen publiceren.

(5)  Inclusief beheersvoorzieningen.

(6)  Deze post wordt gebruikt wanneer de productie van bankbiljetten wordt uitbesteed (voor de kosten van de diensten van externe ondernemingen die namens de centrale banken met de productie van bankbiljetten zijn belast). Het wordt aanbevolen dat de kosten gemaakt in verband met de uitgifte van zowel nationale, alsmede eurobankbiljetten wordt geboekt in de winst-en-verliesrekening wanneer zij worden gefactureerd of anderszins worden gedragen.


BIJLAGE X

Ingetrokken Richtsnoer met een lijst van de opeenvolgende wijzigingen ervan

Richtsnoer ECB/2006/16

PB L 348 van 11.12.2006, blz. 1.

Richtsnoer ECB/2007/20

PB L 42 van 16.2.2008, blz. 85.

Richtsnoer ECB/2008/21

PB L 36 van 5.2.2009, blz. 46.

Richtsnoer ECB/2009/18

PB L 202 van 4.8.2009, blz. 65.

Richtsnoer ECB/2009/28

PB L 348 van 29.12.2009, blz. 75.


BIJLAGE XI

CONCORDANTIETABEL

Richtsnoer ECB/2006/16

Dit richtsnoer

Artikel 10

Artikel 9a

Artikel 11

Artikel 10

Artikel 12

Artikel 11

Artikel 13

Artikel 12

Artikel 14

Artikel 13

Artikel 15

Artikel 14

Artikel 16

Artikel 15

Artikel 17

Artikel 16

Artikel 18

Artikel 17

Artikel 19

Artikel 18

Artikel 20

Artikel 19

Artikel 21

Artikel 20

Artikel 22

Artikel 21

Artikel 23

Artikel 22

Artikel 24

Artikel 23

Artikel 25

Artikel 24

Artikel 26

Artikel 25

Artikel 27

Artikel 26

Artikel 28

Artikel 27

Artikel 29