ISSN 1725-2598 doi:10.3000/17252598.L_2011.030.nld |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 30 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
54e jaargang |
Inhoud |
|
II Niet-wetgevingshandelingen |
Bladzijde |
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
BESLUITEN |
|
|
|
2011/77/EU |
|
|
* |
||
|
|
2011/78/EU |
|
|
* |
Besluit van de Commissie van 3 februari 2011 tot vaststelling van bepaalde maatregelen om het overbrengen van het virus van de Afrikaanse varkenspest uit Rusland naar de Unie te voorkomen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 503) ( 1 ) |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
4.2.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 30/1 |
VERORDENING (EU) Nr. 90/2011 VAN DE COMMISSIE
van 3 februari 2011
tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake de regeling van uitvoercertificaten in de sector slachtpluimvee
(codificatie)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name artikel 161, lid 3, artikel 170 en artikel 192, lid 2, in combinatie met artikel 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 633/2004 van de Commissie van 30 maart 2004 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake de regeling van uitvoercertificaten in de sector slachtpluimvee (2) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (3). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze verordening te worden overgegaan. |
(2) |
Er moeten specifieke uitvoeringsbepalingen worden vastgesteld voor de uitvoercertificaten in de sector slachtpluimvee en met name de voorschriften inzake de indiening van de aanvragen en de in de aanvragen en certificaten te vermelden gegevens, waarbij voorts Verordening (EG) nr. 376/2008 van de Commissie van 23 april 2008 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten (4) moet worden aangevuld. |
(3) |
Met het oog op een doeltreffend beheer van de regeling van uitvoercertificaten, moet het bedrag van de in het kader van die regeling te stellen zekerheid voor de uitvoercertificaten worden vastgesteld. Gezien het aan de regeling in de sector slachtpluimvee inherente speculatierisico, mogen de marktdeelnemers slechts onder nauwkeurig bepaalde voorwaarden voor die regeling in aanmerking komen en moet worden bepaald dat de uitvoercertificaten niet kunnen worden overgedragen. |
(4) |
In artikel 169 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 is bepaald dat de inachtneming van de verplichtingen ten aanzien van het uitvoervolume die voortvloeien uit de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde gesloten overeenkomsten, door middel van de uitvoercertificaten wordt gewaarborgd. Derhalve moet een nauwkeurig schema voor de indiening van de certificaataanvragen en de afgifte van de certificaten worden vastgesteld. |
(5) |
Bovendien moet worden bepaald dat de beslissingen over de certificaataanvragen pas na een bepaalde bedenktijd worden meegedeeld. De Commissie moet daardoor de gelegenheid krijgen, de aangevraagde hoeveelheden en de betrokken uitgaven te beoordelen en eventueel, met name ten aanzien van de aanvragen die in behandeling zijn, bijzondere maatregelen te nemen. In het belang van de marktdeelnemers moet worden bepaald dat de certificaataanvraag kan worden ingetrokken nadat een aanvaardingscoëfficiënt is vastgesteld. |
(6) |
De Commissie moet voor het beheer van de regeling beschikken over nauwkeurige gegevens inzake de ingediende certificaataanvragen en het gebruik van de afgegeven certificaten. Met het oog op een doeltreffende administratie, dienen de lidstaten de informatiesystemen te gebruiken in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 792/2009 van de Commissie van 31 augustus 2009 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de kennisgeving door de lidstaten aan de Commissie van de informatie en de documenten ter uitvoering van de gemeenschappelijke marktordening, de regeling voor rechtstreekse betalingen, de afzetbevordering voor landbouwproducten en de regelingen voor de ultraperifere gebieden en de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee (5). |
(7) |
Het is opportuun toe te staan dat de uitvoercertificaten voor aanvragen voor 25 ton of minder op verzoek van de marktdeelnemer onmiddellijk worden afgegeven. Er dient echter te worden bepaald dat die certificaten alleen worden afgegeven voor handelstransacties op korte termijn, om te voorkomen dat het in deze verordening aangegeven mechanisme wordt omzeild. |
(8) |
Ter verzekering van een zeer precies beheer van de uit te voeren hoeveelheden, moet worden afgeweken van de in Verordening (EG) nr. 376/2008 vastgestelde tolerantieregels. |
(9) |
Op grond van artikel 167, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 kan voor eendagskuikens een uitvoerrestitutie worden verleend op basis van een achteraf afgegeven uitvoercertificaat. Hiervoor moeten derhalve uitvoeringsbepalingen worden vastgesteld die ook een doeltreffende controle omvatten op de nakoming van de verplichtingen die voortvloeien uit de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde gesloten overeenkomsten. Voor deze na de uitvoer afgegeven certificaten lijkt echter geen zekerheid te hoeven worden geëist. |
(10) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor alle uitvoer van producten in de sector slachtpluimvee waarvoor een uitvoerrestitutie wordt gevraagd, met uitzondering van kuikens van de GN-codes 0105 11, 0105 12 en 0105 19, moet een uitvoercertificaat met vaststelling vooraf van de restitutie worden ingediend overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 2 tot en met 8.
Artikel 2
1. De uitvoercertificaten zijn geldig gedurende 90 dagen te rekenen vanaf de dag van de feitelijke afgifte in de zin van artikel 22, lid 2, van Verordening (EG) nr. 376/2008.
2. In de certificaataanvragen en de certificaten moet in vak 15 de omschrijving van het product, en in vak 16 de uit twaalf cijfers bestaande productcode van de nomenclatuur van de landbouwproducten voor de uitvoerrestituties worden aangebracht.
3. De in artikel 13, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 376/2008 bedoelde productcategorieën en de bedragen van de zekerheid voor de uitvoercertificaten zijn aangegeven in bijlage I.
4. In vak 20 van de certificaataanvragen en van de certificaten moet ten minste een van de in bijlage II opgenomen vermeldingen worden aangebracht.
5. In afwijking van het bepaalde in lid 1 zijn certificaten voor de in bijlage I bedoelde categorie 6 a) 15 dagen geldig vanaf de dag van de feitelijke afgifte in de zin van artikel 22, lid 2, van Verordening (EG) nr. 376/2008.
6. Voor certificaten voor producten van categorie 6 a), zoals bedoeld in bijlage I is uitvoer naar het in vak 7 aangegeven land van bestemming of naar een ander, in bijlage VIII vermeld land verplicht.
Te dien einde moeten de certificaataanvragen en de certificaten ten minste één van de in bijlage III opgenomen vermeldingen bevatten.
7. Voor certificaten voor producten van categorie 6 b), zoals bedoeld in bijlage I is uitvoer naar het in vak 7 aangegeven land van bestemming of naar een ander, niet in bijlage VIII vermeld land verplicht.
Te dien einde moeten de certificaataanvragen en de certificaten ten minste één van de in bijlage IV opgenomen vermeldingen bevatten.
Artikel 3
1. De aanvragen voor uitvoercertificaten kunnen van maandag tot en met vrijdag van elke week bij de bevoegde instanties worden ingediend.
2. De aanvrager van een uitvoercertificaat moet een natuurlijke persoon of een rechtspersoon zijn die, bij de indiening van de aanvraag, ten genoegen van de bevoegde instanties van de lidstaten kan bewijzen dat hij sedert ten minste twaalf maanden een handelsactiviteit in de sector slachtpluimvee uitoefent. Kleinhandelaars of restauranthouders die hun producten aan de eindverbruiker verkopen, mogen evenwel geen aanvraag indienen.
3. De uitvoercertificaten worden op de eerste woensdag na de in lid 1 bedoelde periode afgegeven, voor zover intussen door de Commissie geen enkele van de in lid 4 bedoelde bijzondere maatregelen is getroffen.
4. Wanneer de afgifte van de uitvoercertificaten zou leiden of dreigen te leiden tot overschrijding van de beschikbare begrotingsmiddelen of tot uitputting van de maximumhoeveelheden die gedurende de betrokken periode met een restitutie kunnen worden uitgevoerd, rekening gehouden met de in artikel 169 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde maxima, of tot gevolg zou hebben dat de continuïteit van de uitvoer gedurende de rest van de betrokken periode niet kan worden gewaarborgd, kan de Commissie:
a) |
een eenvormig percentage voor de aanvaarding van de gevraagde hoeveelheden vaststellen; |
b) |
de aanvragen waarvoor nog geen uitvoercertificaten zijn toegekend, afwijzen; |
c) |
de indiening van aanvragen voor uitvoercertificaten gedurende maximaal vijf werkdagen schorsen, met de mogelijkheid van een langere schorsing, vastgesteld volgens de in artikel 195, lid 2 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde procedure. |
De tijdens de schorsingsperiode ingediende aanvragen voor uitvoercertificaten zijn niet ontvankelijk.
De in de eerste alinea bedoelde maatregelen kunnen worden genomen of gedifferentieerd naar gelang van de productcategorie en van de bestemming.
5. De in lid 4 bedoelde maatregelen kunnen worden vastgesteld wanneer de aanvragen voor uitvoercertificaten betrekking hebben op hoeveelheden die de normale afzet voor een bestemming overschrijden of dreigen te overschrijden, en afgifte van de aangevraagde certificaten een risico inhoudt op speculatie, op vervalsing van de mededinging tussen marktdeelnemers of op verstoring van het betrokken handelsverkeer of van de interne markt.
6. Ingeval een aanvraag voor de volledige gevraagde hoeveelheid wordt afgewezen of op de aangevraagde hoeveelheid een vermindering wordt toegepast, wordt de zekerheid onmiddellijk vrijgegeven voor de hoeveelheid waarvoor niet op de aanvraag wordt ingegaan.
7. In afwijking van lid 3 wordt het certificaat uiterlijk de elfde werkdag na de bekendmaking van het eenvormige aanvaardingspercentage in het Publicatieblad van de Europese Unie afgegeven, ingeval dit percentage lager is dan 80 %. De marktdeelnemer kan uiterlijk tien werkdagen na de bekendmaking:
— |
ofwel zijn aanvraag intrekken, in welk geval de zekerheid onmiddellijk wordt vrijgegeven; |
— |
ofwel om onmiddellijke afgifte van het certificaat verzoeken, in welk geval de bevoegde instantie het certificaat onverwijld afgeeft, doch op zijn vroegst op de normale dag van afgifte voor de betrokken week. |
8. In afwijking van lid 3, kan de Commissie voor de afgifte van de uitvoercertificaten een andere dag dan woensdag vaststellen, wanneer afgifte van certificaten op die dag onmogelijk is.
Artikel 4
1. Op verzoek van de marktdeelnemer worden voor certificaataanvragen die betrekking hebben op niet meer dan 25 ton, de in artikel 3, lid 4, bedoelde bijzondere maatregelen niet toegepast en worden de gevraagde certificaten onmiddellijk afgegeven.
In afwijking van artikel 2, leden 1 en 5, zijn de certificaten in dat geval slechts geldig gedurende vijf werkdagen vanaf de dag van de feitelijke afgifte in de zin van artikel 22, lid 2, van Verordening (EG) nr. 376/2008, en in vak 20 van de aanvragen en de certificaten wordt dan ten minste één van de in bijlage V opgenomen vermeldingen aangebracht.
2. De Commissie kan, indien nodig, de toepassing van dit artikel opschorten.
Artikel 5
De afgegeven uitvoercertificaten zijn niet overdraagbaar.
Artikel 6
1. Voor de uitgevoerde hoeveelheid binnen de in artikel 7, lid 4, van Verordening (EG) nr. 376/2008 bedoelde tolerantie kan geen aanspraak worden gemaakt op een restitutie.
2. In vak 22 wordt ten minste een van de in bijlage VI opgenomen vermeldingen aangebracht.
Artikel 7
1. De lidstaten delen de Commissie wekelijks, ten laatste op vrijdag, de volgende gegevens mee:
a) |
de in artikel 1 bedoelde aanvragen voor uitvoercertificaten, die zijn ingediend van maandag tot en met vrijdag van dezelfde week, waarbij vermeld wordt of zij al dan niet onder artikel 4 vallen; |
b) |
de hoeveelheden waarvoor op de voorafgaande woensdag uitvoercertificaten zijn afgegeven, met uitzondering van de op grond van artikel 4 onmiddellijk afgegeven certificaten; |
c) |
de hoeveelheden waarvoor de certificaataanvragen, in het in artikel 3, lid 7, bedoelde geval, in de voorafgaande week zijn ingetrokken. |
2. Bij de mededeling van de in lid 1, onder a), bedoelde aanvragen moet worden aangegeven:
a) |
de hoeveelheid in productgewicht voor elke in artikel 2, lid 3, bedoelde categorie; |
b) |
de verdeling van de hoeveelheid naar bestemming voor elke categorie, ingeval een naar gelang van de bestemming gedifferentieerde restitutie geldt; |
c) |
de restitutie die van toepassing is; |
d) |
het totale vooraf vastgestelde restitutiebedrag in euro per productcategorie. |
3. De lidstaten delen de Commissie, na afloop van de geldigheidsduur van de certificaten, elke maand mee, voor welke hoeveelheid uitvoercertificaten niet zijn gebruikt.
Artikel 8
1. Voor kuikens van de GN-codes 0105 11, 0105 12 en 0105 19 verklaren de marktdeelnemers bij het vervullen van de douaneformaliteiten bij uitvoer dat zij een uitvoerrestitutie zullen aanvragen.
2. De marktdeelnemers dienen de aanvraag van achteraf afgegeven uitvoercertificaten voor de kuikens uiterlijk de tweede werkdag na de uitvoer bij de bevoegde instanties in. In vak 20 van de certificaataanvragen en de certificaten moet de vermelding „achteraf afgegeven” worden aangebracht en moeten het douanekantoor waar de douaneformaliteiten zijn vervuld en de dag van uitvoer in de zin van artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 612/2009 van de Commissie (6) worden vermeld.
In afwijking van artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 376/2008 behoeft geen zekerheid te worden gesteld.
3. De lidstaten delen de Commissie wekelijks, ten laatste op vrijdag, het aantal „achteraf afgegeven” uitvoercertificaten mee dat die week is aangevraagd, inclusief de mededeling „nihil”. In de mededelingen worden, indien van toepassing, de in artikel 7, lid 2, bedoelde gegevens vermeld.
4. De „achteraf afgegeven” uitvoercertificaten worden de daaropvolgende woensdag afgegeven, voor zover de Commissie na de betrokken uitvoer geen enkele van de in artikel 3, lid 4, bedoelde bijzondere maatregelen getroffen heeft. In het tegenovergestelde geval gelden die maatregelen voor uitvoertransacties die reeds plaatsgevonden hebben.
Het certificaat geeft recht op de restitutie die geldt op de dag van uitvoer in de zin van artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 612/2009.
5. Artikel 23 van Verordening (EG) nr. 376/2008 is niet van toepassing op de in de leden 1 tot en met 4 van dit artikel bedoelde achteraf afgegeven certificaten.
Deze certificaten worden door de belanghebbende rechtstreeks overgelegd aan de met de betaling van de uitvoerrestitutie belaste instantie. Deze instantie verricht de afboekingen en viseert het certificaat.
Artikel 9
De in deze verordening bedoelde mededelingen, inclusief de mededeling „nihil”, worden gedaan overeenkomstig Verordening (EG) nr. 792/2009.
Artikel 10
Verordening (EG) nr. 633/2004 wordt ingetrokken.
Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage X.
Artikel 11
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 3 februari 2011.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 100 van 6.4.2004, blz. 8.
(3) Zie bijlage IX.
(4) PB L 114 van 26.4.2008, blz. 3.
(5) PB L 228 van 1.9.2009, blz. 3.
(6) PB L 186 van 17.7.2009, blz. 1.
BIJLAGE I
Code van de landbouwproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties (1) |
Categorie |
Bedrag van de zekerheid (EUR/100 kg nettogewicht) |
0105 11 11 9000 0105 11 19 9000 0105 11 91 9000 0105 11 99 9000 |
1 |
— |
0105 12 00 9000 0105 19 20 9000 |
2 |
— |
0207 12 10 9900 0207 12 90 9990 0207 12 90 9190 |
3 |
6 (2) 6 (3) 6 (4) |
0207 25 10 9000 0207 25 90 9000 |
5 |
3 |
0207 14 20 9900 0207 14 60 9900 0207 14 70 9190 0207 14 70 9290 |
6 a) (4) |
2 |
0207 14 20 9900 0207 14 60 9900 0207 14 70 9190 0207 14 70 9290 |
6 b) (5) |
2 |
0207 27 10 9990 |
7 |
3 |
0207 27 60 9000 0207 27 70 9000 |
8 |
3 |
(1) Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), deel 7.
(2) Voor de in bijlage VII aangegeven bestemmingen.
(3) Andere dan de in de bijlagen VII en VIII aangegeven bestemmingen.
(4) In bijlage VIII aangegeven bestemmingen.
(5) Andere dan de in bijlage VIII aangegeven bestemmingen.
BIJLAGE II
In artikel 2, lid 4, bedoelde vermeldingen
— |
: |
In het Bulgaars |
: |
Регламент (ЕC) № 90/2011 |
— |
: |
In het Spaans |
: |
Reglamento (UE) no 90/2011 |
— |
: |
In het Tsjechisch |
: |
Nařízení (EU) č. 90/2011 |
— |
: |
In het Deens |
: |
Forordning (EU) nr. 90/2011 |
— |
: |
In het Duits |
: |
Verordnung (EU) Nr. 90/2011 |
— |
: |
In het Ests |
: |
Määrus (EL) nr 90/2011 |
— |
: |
In het Grieks |
: |
Κανονισμός (ΕE) αριθ. 90/2011 |
— |
: |
In het Engels |
: |
Regulation (EU) No 90/2011 |
— |
: |
In het Frans |
: |
Règlement (UE) no 90/2011 |
— |
: |
In het Italiaans |
: |
Regolamento (UE) n. 90/2011 |
— |
: |
In het Lets |
: |
Regula (ES) Nr. 90/2011 |
— |
: |
In het Litouws |
: |
Reglamentas (ES) Nr. 90/2011 |
— |
: |
In het Hongaars |
: |
90/2011/EU rendelet |
— |
: |
In het Maltees |
: |
Regolament (UE) Nru 90/2011 |
— |
: |
In het Nederlands |
: |
Verordening (EU) nr. 90/2011 |
— |
: |
In het Pools |
: |
Rozporządzenie (UE) nr 90/2011 |
— |
: |
In het Portugees |
: |
Regulamento (UE) n.o 90/2011 |
— |
: |
In het Roemeens |
: |
Regulamentul (UE) nr. 90/2011 |
— |
: |
In het Slowaaks |
: |
Nariadenie (EÚ) č. 90/2011 |
— |
: |
In het Sloveens |
: |
Uredba (EU) št. 90/2011 |
— |
: |
In het Fins |
: |
Asetus (EU) N:o 90/2011 |
— |
: |
In het Zweeds |
: |
Förordning (EU) nr 90/2011 |
BIJLAGE III
In artikel 2, lid 6, tweede alinea, bedoelde vermeldingen
a) |
in vak 20:
|
b) |
in vak 22:
|
BIJLAGE IV
In artikel 2, lid 7, tweede alinea, bedoelde vermeldingen
a) |
in vak 20:
|
b) |
in vak 22:
|
BIJLAGE V
In artikel 4, lid 1, tweede alinea, bedoelde vermeldingen
— |
: |
In het Bulgaars |
: |
Лицензия, валидна пет работни дни |
— |
: |
In het Spaans |
: |
Certificado válido durante cinco días hábiles |
— |
: |
In het Tsjechisch |
: |
Licence platná pět pracovních dní |
— |
: |
In het Deens |
: |
Licens, der er gyldig i fem arbejdsdage |
— |
: |
In het Duits |
: |
Fünf Arbeitstage gültige Lizenz |
— |
: |
In het Ests |
: |
Litsents kehtib viis tööpäeva |
— |
: |
In het Grieks |
: |
Πιστοποιητικό που ισχύει για πέντε εργάσιμες ημέρες |
— |
: |
In het Engels |
: |
Licence valid for 5 working days |
— |
: |
In het Frans |
: |
Certificat valable cinq jours ouvrables |
— |
: |
In het Italiaans |
: |
Titolo valido cinque giorni lavorativi |
— |
: |
In het Lets |
: |
Licences derīguma termiņš ir piecas darba dienas |
— |
: |
In het Litouws |
: |
Licencijos galioja penkias darbo dienas |
— |
: |
In het Hongaars |
: |
Öt munkanapig érvényes tanúsítvány |
— |
: |
In het Maltees |
: |
Liċenza valida għal ħamest ijiem tax-xogħol |
— |
: |
In het Nederlands |
: |
Certificaat met een geldigheidsduur van vijf werkdagen |
— |
: |
In het Pools |
: |
Pozwolenie ważne pięć dni roboczych |
— |
: |
In het Portugees |
: |
Certificado de exportação válido durante cinco dias úteis |
— |
: |
In het Roemeens |
: |
Licență valabilă timp de cinci zile lucrătoare |
— |
: |
In het Slowaaks |
: |
Licencia platí päť pracovných dní |
— |
: |
In het Sloveens |
: |
Dovoljenje velja 5 delovnih dni |
— |
: |
In het Fins |
: |
Todistus on voimassa viisi työpäivää |
— |
: |
In het Zweeds |
: |
Licensen är giltig fem arbetsdagar |
BIJLAGE VI
In artikel 6, lid 2, bedoelde vermeldingen
— |
: |
In het Bulgaars |
: |
Възстановяване, валидно за […] тона (количество, за което е издадена лицензията). |
— |
: |
In het Spaans |
: |
Restitución válida por […] toneladas (cantidad por la que se expida el certificado). |
— |
: |
In het Tsjechisch |
: |
Náhrada platná pro […] tun (množství, pro které je licence vydána). |
— |
: |
In het Deens |
: |
Restitutionen omfatter […] t (den mængde, licensen vedrører). |
— |
: |
In het Duits |
: |
Erstattung gültig für […] Tonnen (Menge, für welche die Lizenz ausgestellt wurde). |
— |
: |
In het Ests |
: |
Eksporditoetus kehtib […] tonni kohta (kogus, millele on antud ekspordilitsents). |
— |
: |
In het Grieks |
: |
Επιστροφή ισχύουσα για […] τόνους (ποσότητα για την οποία έχει εκδοθεί το πιστοποιητικό). |
— |
: |
In het Engels |
: |
Refund valid for […] tonnes (quantity for which the licence is issued). |
— |
: |
In het Frans |
: |
Restitution valable pour […] tonnes (quantité pour laquelle le certificat est délivré). |
— |
: |
In het Italiaans |
: |
Restituzione valida per […] t (quantitativo per il quale il titolo è rilasciato). |
— |
: |
In het Lets |
: |
Kompensācija ir spēkā attiecībā uz […] tonnām (daudzums, par kuru ir izsniegta licence). |
— |
: |
In het Litouws |
: |
Grąžinamoji išmoka galioja […] tonoms (kiekis, kuriam išduota licencija). |
— |
: |
In het Hongaars |
: |
A visszatérítés […] tonnára érvényes (azt a mennyiséget kell feltüntetni, amelyre az engedélyt kiadták). |
— |
: |
In het Maltees |
: |
Rifużjoni valida għal […] tunnellati (kwantità li għaliha tinħareġ il-liċenza). |
— |
: |
In het Nederlands |
: |
Restitutie geldig voor […] ton (hoeveelheid waarvoor het certificaat wordt afgegeven). |
— |
: |
In het Pools |
: |
Refundacja ważna dla […] ton (ilość, dla której zostało wydane pozwolenie). |
— |
: |
In het Portugees |
: |
Restituição válida para […] toneladas (quantidade relativamente à qual é emitido o certificado). |
— |
: |
In het Roemeens |
: |
Restituire valabilă pentru […] tone (cantitatea pentru care a fost eliberată licența). |
— |
: |
In het Slowaaks |
: |
Náhrada je platná pre […] ton (množstvo, pre ktoré bolo vydané povolenie). |
— |
: |
In het Sloveens |
: |
Nadomestilo velja za […] ton (količina, za katero je bilo dovoljenje izdano). |
— |
: |
In het Fins |
: |
Tuki on voimassa […] tonnille (määrä, jolle todistus on myönnetty). |
— |
: |
In het Zweeds |
: |
Ger rätt till exportbidrag för […] ton (den kvantitet för vilken licensen utfärdats). |
BIJLAGE VII
Angola
Bahrein
Iran
Irak
Jordanië
Koeweit
Libanon
Oman
Qatar
Saoedi-Arabië
Verenigde Arabische Emiraten
Jemen
BIJLAGE VIII
Armenië
Azerbeidzjan
Belarus
Georgië
Kazachstan
Kirgizië
Moldavië
Rusland
Tadzjikistan
Turkmenistan
Oekraïne
Oezbekistan
BIJLAGE IX
Ingetrokken verordening met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan
Verordening (EG) nr. 633/2004 van de Commissie |
|
Verordening (EG) nr. 1498/2004 van de Commissie |
|
Verordening (EG) nr. 1713/2006 van de Commissie |
Uitsluitend artikel 15 |
Verordening (EU) nr. 557/2010 van de Commissie |
Uitsluitend artikel 3 |
BIJLAGE X
Concordantietabel
Verordening (EG) nr. 633/2004 |
De onderhavige verordening |
Artikel 1 |
Artikel 1 |
Artikel 2, leden 1, 2 en 3 |
Artikel 2, leden 1, 2 en 3 |
Artikel 2, lid 4, aanhef |
Artikel 2, lid 4 |
Artikel 2, lid 4, eerste t/m elfde streepje |
Bijlage II |
Artikel 2, lid 5 |
Artikel 2, lid 5 |
Artikel 2, lid 6, eerste alinea |
Artikel 2, lid 6, eerste alinea |
Artikel 2, lid 6, tweede alinea, aanhef |
Artikel 2, lid 6, tweede alinea |
Artikel 2, lid 6, tweede alinea, onder a), eerste t/m elfde streepje en onder b), eerste t/m elfde streepje |
Bijlage III |
Artikel 2, lid 7, eerste alinea |
Artikel 2, lid 7, eerste alinea |
Artikel 2, lid 7, tweede alinea, aanhef |
Artikel 2, lid 7, tweede alinea |
Artikel 2, lid 7, tweede alinea, onder a), eerste t/m elfde streepje en onder b), eerste t/m elfde streepje |
Bijlage IV |
Artikel 3, leden 1 t/m 4 |
Artikel 3, leden 1 t/m 4 |
Artikel 3, lid 4 bis |
Artikel 3, lid 5 |
Artikel 3, lid 5 |
Artikel 3, lid 6 |
Artikel 3, lid 6 |
Artikel 3, lid 7 |
Artikel 3, lid 7 |
Artikel 3, lid 8 |
Artikelen 4 en 5 |
Artikelen 4 en 5 |
Artikel 6, lid 1 |
Artikel 6, lid 1 |
Artikel 6, lid 2, aanhef |
Artikel 6, lid 2 |
Artikel 6, lid 2, eerste t/m elfde streepje |
Bijlage VI |
Artikelen 7 en 8 |
Artikelen 7 en 8 |
Artikel 8 bis |
Artikel 9 |
Artikel 9 |
— |
— |
Artikel 10 |
Artikel 10 |
Artikel 11 |
Bijlage I |
Bijlage I |
Bijlage I bis |
Bijlage V |
Bijlage III |
Bijlage VII |
Bijlage IV |
Bijlage VIII |
Bijlage V |
— |
Bijlage VI |
— |
— |
Bijlage IX |
— |
Bijlage X |
4.2.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 30/15 |
VERORDENING (EU) Nr. 91/2011 VAN DE COMMISSIE
van 2 februari 2011
houdende inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Hofer Rindfleischwurst (BGA))
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 7, lid 4, eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 6, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 510/2006 is de door Duitsland ingediende aanvraag tot registratie van de benaming „Hofer Rindfleischwurst” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (2). |
(2) |
Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006, moet deze benaming worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in de bijlage vermelde benaming wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 2 februari 2011.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
Dacian CIOLOŞ
Lid van de Commissie
(1) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.
(2) PB C 138 van 28.5.2010, blz. 37.
BIJLAGE
In bijlage I bij het Verdrag genoemde landbouwproducten voor menselijke consumptie:
Categorie 1.2. Vleesproducten (verhit, gepekeld, gerookt, enz.)
DUITSLAND
Hofer Rindfleischwurst (BGA)
4.2.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 30/17 |
VERORDENING (EU) Nr. 92/2011 VAN DE COMMISSIE
van 3 februari 2011
houdende goedkeuring van niet-minimale wijzigingen van het productdossier van een benaming die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen [Salame Piacentino (BOB)]
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 7, lid 4, eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 9, lid 1, eerste alinea, en artikel 17, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 heeft de Commissie de aanvraag van Italië onderzocht voor de goedkeuring van wijzigingen van het productdossier van de beschermde oorsprongsbenaming „Salame Piacentino” die bij Verordening (EG) nr. 1107/96 van de Commissie (2), zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1263/96 (3), is geregistreerd. |
(2) |
Aangezien de betrokken wijzigingen niet minimaal zijn in de zin van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 510/2006, heeft de Commissie de wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, eerste alinea, van die verordening bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (4). Aangezien aan de Commissie geen enkel bezwaar overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 is meegedeeld, moeten de wijzigingen worden goedgekeurd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte wijzigingen van het productdossier met betrekking tot de in de bijlage bij deze verordening vermelde benaming worden goedgekeurd.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 3 februari 2011.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
Dacian CIOLOŞ
Lid van de Commissie
(1) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.
(2) PB L 148 van 21.6.1996, blz. 1.
(3) PB L 163 van 2.7.1996, blz. 19.
(4) PB C 122 van 11.5.2010, blz. 17.
BIJLAGE
In bijlage I bij het Verdrag genoemde landbouwproducten voor menselijke consumptie:
Categorie 1.2. Vleesproducten (verhit, gepekeld, gerookt, enz.)
ITALIË
Salame Piacentino (BOB)
4.2.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 30/19 |
VERORDENING (EU) Nr. 93/2011 VAN DE COMMISSIE
van 3 februari 2011
houdende goedkeuring van niet-minimale wijzigingen van het productdossier van een benaming die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen [Fontina (BOB)]
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 7, lid 4, eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 9, lid 1, eerste alinea, en artikel 17, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 heeft de Commissie de aanvraag van Italië onderzocht voor de goedkeuring van wijzigingen van het productdossier van de beschermde oorsprongsbenaming „Fontina”, die op grond van Verordening (EG) nr. 1107/96 van de Commissie (2) is geregistreerd. |
(2) |
Aangezien de betrokken wijzigingen niet minimaal zijn in de zin van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 510/2006, heeft de Commissie de wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, eerste alinea, van die verordening bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (3). Aangezien aan de Commissie geen enkel bezwaar overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 is meegedeeld, moeten de wijzigingen worden goedgekeurd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte wijzigingen van het productdossier met betrekking tot de in de bijlage bij deze verordening vermelde benaming worden goedgekeurd.
artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 3 februari 2011.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
Dacian CIOLOŞ
Lid van de Commissie
(1) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.
(2) PB L 148 van 21.6.1996, blz. 1.
(3) PB C 123 van 12.5.2010, blz. 18.
BIJLAGE
In bijlage I bij het Verdrag genoemde landbouwproducten voor menselijke consumptie:
Categorie 1.3. Kaas
ITALIË
Fontina (BOB)
4.2.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 30/21 |
VERORDENING (EU) Nr. 94/2011 VAN DE COMMISSIE
van 3 februari 2011
houdende inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen [Carciofo Spinoso di Sardegna (BOB)]
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 7, lid 4, eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 6, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 510/2006 is de door Italië ingediende aanvraag tot registratie van de benaming „Carciofo Spinoso di Sardegna” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (2). |
(2) |
Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006, moet deze benaming worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in de bijlage vermelde benaming wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 3 februari 2011.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
Dacian CIOLOŞ
Lid van de Commissie
(1) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.
(2) PB C 149 van 8.6.2010, blz. 9.
BIJLAGE
In bijlage I bij het Verdrag genoemde landbouwproducten voor menselijke consumptie:
Categorie 1.6 – Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt
ITALIË
Carciofo Spinoso di Sardegna (BOB)
4.2.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 30/23 |
VERORDENING (EU) Nr. 95/2011 VAN DE COMMISSIE
van 3 februari 2011
houdende inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen [Arancia di Ribera (BOB)]
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 7, lid 4, eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 6, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 510/2006 is de door Italië ingediende aanvraag tot registratie van de benaming „Arancia di Ribera” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (2). |
(2) |
Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006, moet deze benaming worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in de bijlage vermelde benaming wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 3 februari 2011.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
Dacian CIOLOŞ
Lid van de Commissie
(1) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.
(2) PB C 135 van 26.5.2010, blz. 29.
BIJLAGE
In bijlage I bij het Verdrag genoemde landbouwproducten voor menselijke consumptie:
Categorie 1.6: Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt
ITALIË
Arancia di Ribera (BOB)
4.2.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 30/25 |
VERORDENING (EU) Nr. 96/2011 VAN DE COMMISSIE
van 3 februari 2011
houdende inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen [Limone di Siracusa (BGA)]
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 7, lid 4, eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 6, lid 2, eerste alinea, en artikel 17, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 is de door Italië ingediende aanvraag tot registratie van de benaming „Limone di Siracusa” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (2). |
(2) |
Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006, moet deze benaming worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in de bijlage vermelde benaming wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 3 februari 2011.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
Dacian CIOLOŞ
Lid van de Commissie
(1) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.
(2) PB C 135 van 26.5.2010, blz. 25.
BIJLAGE
In bijlage I bij het Verdrag genoemde landbouwproducten voor menselijke consumptie:
Categorie 1.6. Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt
ITALIË
Limone di Siracusa (BGA)
4.2.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 30/27 |
VERORDENING (EU) Nr. 97/2011 VAN DE COMMISSIE
van 3 februari 2011
houdende goedkeuring van niet-minimale wijzigingen van het productdossier van een benaming die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen [Welsh Beef (BGA)]
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 7, lid 4, eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 9, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 510/2006 heeft de Commissie de aanvraag van het Verenigd Koninkrijk onderzocht voor de goedkeuring van wijzigingen van het productdossier van de beschermde geografische aanduiding „Welsh Beef”, die is geregistreerd bij Verordening (EG) nr. 2400/96 van de Commissie (2), als gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2066/2002 (3). |
(2) |
Aangezien de betrokken wijzigingen niet minimaal zijn in de zin van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 510/2006, heeft de Commissie de wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, eerste alinea, van die verordening bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (4). Aangezien aan de Commissie geen enkel bezwaar overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 is meegedeeld, moeten de wijzigingen worden goedgekeurd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte wijzigingen van het productdossier met betrekking tot de in de bijlage bij deze verordening vermelde benaming worden goedgekeurd.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 3 februari 2011.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
Dacian CIOLOŞ
Lid van de Commissie
(1) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.
(2) PB L 327 van 18.12.1996, blz. 11.
(3) PB L 318 van 21.11.2002, blz. 4.
(4) PB C 158 van 18.6.2010, blz. 12.
BIJLAGE
In bijlage I bij het Verdrag genoemde landbouwproducten voor menselijke consumptie:
Categorie 1.1 – Vers vlees (en verse slachtafvallen)
VERENIGD KONINKRIJK
Welsh Beef (BGA)
4.2.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 30/29 |
VERORDENING (EU) Nr. 98/2011 VAN DE COMMISSIE
van 3 februari 2011
tot 144e wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al-Qa‘ida-netwerk en de Taliban
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al-Qa‘ida-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad tot instelling van een verbod op de uitvoer van bepaalde goederen en diensten naar Afghanistan, tot versterking van het verbod op vluchten en verlenging van de bevriezing van tegoeden en andere financiële middelen ten aanzien van de Taliban van Afghanistan (1), en met name artikel 7, lid 1, onder a), en artikel 7 bis, lid 5 (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 worden de personen, groepen en entiteiten opgesomd waarvan de tegoeden en economische middelen krachtens die verordening worden bevroren. |
(2) |
Het Sanctiecomité van de VN-Veiligheidsraad heeft op 17 januari 2011 besloten tot wijziging van de identificatiegegevens betreffende één natuurlijke persoon van de lijst van personen, groepen en entiteiten waarvan de tegoeden en economische middelen moeten worden bevroren. Het Sanctiecomité van de VN-Veiligheidsraad heeft op 22 januari 2011 besloten twee natuurlijke personen van die lijst te schrappen. |
(3) |
Bijlage I dient daarom dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag die volgt op haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 3 februari 2011.
Voor de Commissie
Catherine ASHTON
Vicevoorzitster
(1) PB L 139 van 29.5.2002, blz. 9.
(2) Artikel 7 bis is ingevoegd bij Verordening (EU) nr. 1286/2009 (PB L 346 van 23.12.2009, blz. 42).
BIJLAGE
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 wordt als volgt gewijzigd:
(1) |
De volgende vermeldingen worden geschrapt van de lijst „Natuurlijke personen”:
|
(2) |
De vermelding: „Tufail, Mohammed (ook bekend als Tufail, S.M.; ook bekend als Tufail, Sheik Mohammed); Pakistaans staatsburger” wordt vervangen door: „Mohammed Tufail (ook bekend als a) Tufail, S.M., b) Tufail, Sheik Mohammed). Geboortedatum: 5.5.1930. Nationaliteit: Pakistaans. Overige informatie: werkzaam geweest als directeur van Ummah Tameer e-Nau (UTN). Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 24.12.2001.” |
4.2.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 30/31 |
VERORDENING (EU) Nr. 99/2011 VAN DE COMMISSIE
van 3 februari 2011
tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (2), en met name op artikel 138, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
Bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XV, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 4 februari 2011.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 3 februari 2011.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
José Manuel SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.
BIJLAGE
Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
IL |
91,2 |
JO |
85,0 |
|
MA |
58,0 |
|
TN |
125,1 |
|
TR |
102,9 |
|
ZZ |
92,4 |
|
0707 00 05 |
JO |
87,5 |
MA |
100,1 |
|
TR |
182,6 |
|
ZZ |
123,4 |
|
0709 90 70 |
MA |
52,1 |
TR |
127,0 |
|
ZA |
57,4 |
|
ZZ |
78,8 |
|
0709 90 80 |
EG |
82,2 |
ZZ |
82,2 |
|
0805 10 20 |
AR |
41,5 |
BR |
41,5 |
|
EG |
53,5 |
|
IL |
67,8 |
|
MA |
58,4 |
|
TN |
58,3 |
|
TR |
69,5 |
|
ZA |
41,5 |
|
ZZ |
54,0 |
|
0805 20 10 |
IL |
171,2 |
MA |
63,9 |
|
TR |
79,6 |
|
ZZ |
104,9 |
|
0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90 |
CN |
57,1 |
EG |
57,7 |
|
IL |
98,7 |
|
JM |
82,9 |
|
MA |
108,1 |
|
PK |
51,1 |
|
TR |
64,1 |
|
US |
79,6 |
|
ZZ |
74,9 |
|
0805 50 10 |
AR |
45,3 |
EG |
41,5 |
|
MA |
56,7 |
|
TR |
58,6 |
|
UY |
45,3 |
|
ZZ |
49,5 |
|
0808 10 80 |
BR |
55,2 |
CL |
90,0 |
|
CN |
82,1 |
|
MK |
42,6 |
|
US |
114,4 |
|
ZZ |
76,9 |
|
0808 20 50 |
CN |
49,7 |
US |
130,5 |
|
ZA |
120,7 |
|
ZZ |
100,3 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.
4.2.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 30/33 |
VERORDENING (EU) Nr. 100/2011 VAN DE COMMISSIE
van 3 februari 2011
tot vaststelling van de minimumverkoopprijs voor mageremelkpoeder voor de 15e bijzondere inschrijving in het kader van de bij Verordening (EU) nr. 447/2010 geopende openbare inschrijving
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name artikel 43, onder j), juncto artikel 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EU) nr. 447/2010 van de Commissie (2) is overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1272/2009 van de Commissie van 11 december 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat betreft de aankoop en de verkoop van landbouwproducten in het kader van de openbare interventie (3) een openbare inschrijving geopend voor de verkoop van mageremelkpoeder. |
(2) |
Op grond van artikel 46, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1272/2009 moet de Commissie op basis van de voor elke bijzondere inschrijving ontvangen inschrijvingen een minimumverkoopprijs vaststellen of besluiten geen minimumverkoopprijs vast te stellen. |
(3) |
Op grond van de voor de 15e bijzondere inschrijving ontvangen inschrijvingen moet een minimumverkoopprijs worden vastgesteld. |
(4) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de 15e bijzondere inschrijving in het kader van de bij Verordening (EU) nr. 447/2010 geopende openbare inschrijving voor de verkoop van mageremelkpoeder, waarvoor de termijn voor de indiening van inschrijvingen op 1 februari 2011 is verstreken, wordt de minimumverkoopprijs vastgesteld op 240,00 EUR per 100 kg.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 4 februari 2011.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 3 februari 2011.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
José Manuel SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 126 van 22.5.2010, blz. 19.
(3) PB L 349 van 29.12.2009, blz. 1.
BESLUITEN
4.2.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 30/34 |
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
van 7 december 2010
tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland
(2011/77/EU)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme (1), en met name artikel 3, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Ierland is onlangs onder steeds grotere druk komen te staan op de financiële markten als gevolg van de toenemende bezorgdheid over de houdbaarheid van de Ierse overheidsfinanciën in het licht van de aanzienlijke maatregelen die de overheid heeft genomen om de verzwakte financiële sector te ondersteunen. Wegens zijn buitensporige blootstelling aan vastgoed- en bouwprojecten heeft het binnenlandse bankstelsel grote verliezen geleden in de nasleep van de ineenstorting van die sectoren. De heersende crisis in de economische en bancaire sector heeft ook dramatische gevolgen gehad voor de Ierse overheidsfinanciën, hetgeen het effect van de recessie nog heeft verergerd. Dalende belastingontvangsten en stijgende conjunctuurgebonden uitgaven, met name wegens een toenemende werkloosheid, hebben bijgedragen tot een hoog overheidstekort en een forse stijging van de schuld in vergelijking met het gunstige niveau van vóór de crisis, en dat ondanks het feit dat sinds medio 2008 vijf belangrijke budgettaire consolidatiepakketten ten uitvoer zijn gelegd. De maatregelen ter ondersteuning van de banksector omvatten aanzienlijke kapitaalinjecties en hebben in ruime mate tot de verslechtering van de overheidsfinanciën bijgedragen. Momenteel maakt de markt zich vooral zorgen over het feit dat de solvabiliteit van de Ierse overheid en die van het bankstelsel tijdens de crisis onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn geraakt; dit heeft geleid tot een forse stijging van het rendement van de Ierse overheidsobligaties, terwijl het binnenlandse bankwezen in feite geen toegang meer heeft tot internationale marktfinanciering. |
(2) |
In het licht van deze ernstige economische en financiële verstoringen als gevolg van buitengewone gebeurtenissen die de overheid niet kan beheersen, hebben de Ierse autoriteiten op 21 november 2010 officieel om financiële bijstand van de Europese Unie, de lidstaten die de euro als munt hebben en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) verzocht om de economie wederom op een duurzaam groeipad te helpen brengen, ervoor te zorgen dat het bankstelsel weer naar behoren functioneert, en de financiële stabiliteit in de Unie en de eurozone te vrijwaren. Op 28 november 2010 is op technisch niveau overeenstemming bereikt over een veelomvattend beleidspakket voor de periode 2010-2013. |
(3) |
Met het ontwerp van economisch en financieel aanpassingsprogramma („het programma”) dat bij de Raad en de Commissie is ingediend, wordt beoogd het vertrouwen op de financiële markten in de Ierse banksector en de overheid te herstellen, zodat de economie wederom op een duurzaam groeipad terechtkomt. Om deze doelstellingen te verwezenlijken, voorziet het programma in een drieledige strategie. Ten eerste wordt er een strategie voor de financiële sector uitgestippeld, waarbij onder meer een ingrijpende afslanking, afbouw van de schuldhefboom en reorganisatie van de banksector wordt nagestreefd, aangevuld met een passende herkapitalisatie. Ten tweede wordt een ambitieuze budgettaire consolidatiestrategie geformuleerd, waarbij wordt voortgebouwd op het nationale herstelplan 2011-2014, dat op 24 november 2010 door de autoriteiten is bekendgemaakt. Het plan bevat gedetailleerde budgettaire consolidatiemaatregelen waarmee wordt beoogd de brutoschuld van de overheid op middellange termijn op een sterk neerwaarts pad te brengen. De autoriteiten hebben zich ertoe verbonden het tekort terug te dringen tot minder dan 3 % van het bbp in 2015, de herziene termijn die op 7 december 2010 door de Raad is vastgesteld. Ten derde bevat het programma, eveneens voortbouwend op het nationaal herstelplan, een ambitieuze agenda voor structurele hervormingen, met name op de arbeidsmarkt, teneinde de aanpassing te vergemakkelijken en het groeipotentieel van de economie te versterken. De autoriteiten verzoeken om financiële bijstand van de Unie en de lidstaten die de euro als munt hebben, alsook om bilaterale leningen van het Verenigd Koninkrijk, Zweden, Denemarken en het IMF ter ondersteuning van dit ambitieuze beleidspakket. |
(4) |
Volgens de huidige Commissieprognoses voor de nominale bbp-groei (1,4 % in 2011, 2,7 % in 2012 en 3,8 % in 2013) zou het budgettaire aanpassingstraject dat in de aanbeveling van de Raad van 7 december 2010 om het buitensporige tekort in Ierland te verhelpen wordt uitgestippeld, resulteren in een schuldquote van 98,9 % in 2010, 113,5 % in 2011, 120,0 % in 2012 en 121,8 % in 2013. De schuldquote zou derhalve in 2013 worden gestabiliseerd en daarna op een neerwaarts pad worden gebracht, mits verdere vorderingen worden gemaakt bij de tekortreductie. De schulddynamiek wordt beïnvloed door diverse transacties „onder de streep”, die naar verwachting een verhogend effect op de schuldquote zullen sorteren van 5,3 procentpunten van het bbp in 2011 en 0,8 procentpunt van het bbp in 2012, en een verlagend effect van 1,3 procentpunten van het bbp in 2013. Deze transacties omvatten kapitaalinjecties in banken in 2011, verminderingen van kasreserves en verschillen tussen rentebetalingen op transactiebasis en op kasbasis. |
(5) |
De Commissie is in overleg met de Europese Centrale Bank (ECB) tot de slotsom gekomen dat Ierland in de periode tussen december 2010 en eind 2013 behoefte heeft aan een totaal financieringsbedrag ter waarde van 85 miljard EUR. Ondanks de aanzienlijke budgettaire aanpassingsinspanning kan het financieringstekort van de overheid tijdens de programmaperiode oplopen tot 50 miljard EUR. Daarbij wordt uitgegaan van een doorrolpercentage van de vervallende langlopende schuld van 0 % tot eind 2011, 20 % in 2012 en 80 % in 2013. Ook ten aanzien van de kortlopende schuld zijn voorzichtige schattingen van de doorrolpercentages gehanteerd. De in het programma geschetste strategie met betrekking tot de financiële sector waarmee wordt beoogd het vertrouwen in het Ierse bankwezen op duurzame wijze te herstellen, voorziet in een steunregeling voor de banksector ter grootte van ten hoogste 35 miljard EUR. Daarin is een onmiddellijke kapitaalinjectie van maximaal 10 miljard EUR in een aantal banken begrepen, die moet dienen om hun core tier 1-ratio tot 12 % op te trekken, om in een vroeg stadium getroffen maatregelen ter ondersteuning van de afbouw van de schuldhefboom te financieren en om rekening te houden met de reductiefactoren (haircuts) op de aanvullende leningen die naar het National Asset Management Agency (NAMA) moeten worden overgeheveld. Verdere voorwaardelijke kapitaalverstrekkingen ter waarde van 25 miljard EUR moeten garanderen dat banken in staat blijken aan hun huidige en toekomstige kapitaalvereisten te voldoen. De feitelijke financieringsbehoeften kunnen evenwel aanzienlijk lager liggen, vooral indien de marktvoorwaarden aanzienlijk verbeteren en er zich tijdens de programmaperiode geen grote onverwachte bankverliezen voordoen. |
(6) |
Het programma zou worden gefinancierd met bijdragen uit externe bronnen en door gebruik te maken van Ierse financiële buffers. De bijstand van de Unie aan Ierland in het kader van het bij Verordening (EU) nr. 407/2010 ingestelde Europees financieel stabilisatiemechanisme (EFSM) zou ten hoogste 22,5 miljard EUR belopen. Dit bedrag zou deel uitmaken van een totaal bijstandspakket van de Europese partners van Ierland ter grootte van 45 miljard EUR. Afgezien van de EFSM-bijstand zouden de leningen van EU-partnerlanden van Ierland bestaan uit bijdragen van de Europese faciliteit voor financiële stabiliteit (17,7 miljard EUR) en bilaterale bijstand in de vorm van leningen van het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Denemarken (4,8 miljard EUR in totaal). Daarnaast heeft Ierland het IMF om een lening van 19,5 miljard special drawing rights (SDR) (circa 22,5 miljard EUR) verzocht in het kader van een uitgebreide Fondsfaciliteit. De Ierse bijdrage zou 17,5 miljard EUR bedragen en afkomstig zijn van bestaande kasreserves van de Schatkist en bijdragen van het nationale pensioenreservefonds (National Pensions Reserve Fund). De EFSM-bijstand moet worden verleend tegen soortgelijke voorwaarden als die welke door het IMF worden gesteld. |
(7) |
De Raad dient het economische beleid van Ierland periodiek aan een evaluatie te onderwerpen, met name in het kader van de jaarlijkse beoordeling van de Ierse actualisering van het stabiliteitsprogramma en van de uitvoering van het nationale hervormingsprogramma, alsook in het kader van de buitensporigtekortprocedure. |
(8) |
De financiële bijstand van de Unie moet door de Commissie worden beheerd. De concrete economische beleidsvoorwaarden die met Ierland zijn afgesproken, dienen in een memorandum van overeenstemming betreffende specifieke economische voorwaarden („memorandum van overeenstemming”) te worden vastgelegd. De nadere financiële voorwaarden moeten in een leningsovereenkomst worden vastgelegd. |
(9) |
De Commissie dient, in overleg met de ECB, op gezette tijden door middel van bezoeken ter plaatse en regelmatige driemaandelijkse verslaggeving door de Ierse autoriteiten na te gaan of voldaan wordt aan de economische beleidsvoorwaarden die aan de bijstand verbonden zijn. |
(10) |
Gedurende de hele uitvoering van het programma dient de Commissie op specifieke gebieden ook aanvullend beleidsadvies te verstrekken en technische bijstand te verlenen. |
(11) |
De operaties die de financiële bijstand van de Unie helpt financieren, moeten verenigbaar zijn met het uniale beleid en stroken met de uniale wetgeving. Interventies ter ondersteuning van financiële instellingen moeten in overeenstemming zijn met de uniale mededingingsregels. De Commissie heeft de intentie om, in samenwerking met de ECB en het IMF, de lidstaten indien nodig te betrekken bij het ontwerp en de uitvoering van prudentiële likwiditeitsbeoordeling en in de uitwerking van een strategie voor de toekomstige structuur, werking en leefbaarheid van de Ierse kredietinstellingen. |
(12) |
De bijstand moet worden verleend met het oog op de ondersteuning van een succesvolle tenuitvoerlegging van het programma, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
1. De Unie stelt Ierland een lening van maximaal 22,5 miljard EUR met een maximale gemiddelde looptijd van 7,5 jaar ter beschikking.
2. De financiële bijstand wordt gedurende een periode van drie jaar beschikbaar gesteld, en wel met ingang van de eerste dag na de inwerkingtreding van dit besluit.
3. De Commissie stelt de financiële bijstand van de Unie in maximaal 13 tranches beschikbaar aan Ierland. Een tranche kan in één of meer deeltranches worden uitbetaald. De looptijden van de deeltranches in het kader van de eerste tranche kunnen langer zijn dan de in lid 1 bedoelde maximale gemiddelde looptijd. In dergelijke gevallen worden de looptijden van verdere deeltranches zodanig vastgesteld dat de in lid 1 bedoelde maximale gemiddelde looptijd wordt bereikt als alle tranches zijn uitgekeerd.
4. De vrijgave van de eerste tranche hangt af van de inwerkingtreding van de leningsovereenkomst en het memorandum van overeenstemming. De vrijgave van de volgende tranches wordt afhankelijk gesteld van een gunstige driemaandelijkse beoordeling door de Commissie, in overleg met de ECB, van Ierlands naleving van de in dit besluit en het memorandum van overeenstemming opgenomen algemene economische beleidsvoorwaarden.
5. Ierland betaalt de feitelijke financieringskosten van de Unie voor elke deeltranche, vermeerderd met een marge van 292,5 basispunten, hetgeen resulteert in soortgelijke voorwaarden als die welke voor de IMF-bijstand worden gesteld.
6. Daarnaast komen de in artikel 7 van Verordening (EU) nr. 407/2010 bedoelde kosten voor rekening van Ierland.
7. Een voorzichtig gebruik van renteswaps met tegenpartijen die de hoogste kredietwaardigheid bezitten, is toegestaan indien dit nodig is om de lening te financieren.
8. De Commissie beslist over de omvang en vrijgave van verdere tranches. De Commissie beslist over de omvang van de deeltranches.
Artikel 2
1. De Commissie beheert de bijstand op een wijze die aansluit bij de verbintenissen van Ierland en bij de aanbevelingen van de Raad, met name de tot Ierland gerichte aanbevelingen in het kader van de uitvoering van zijn nationaal hervormingsprogramma en in het kader van de tenuitvoerlegging van het stabiliteits- en groeipact.
2. De Commissie komt, in overleg met de ECB, met de Ierse autoriteiten de concrete economische beleidsvoorwaarden overeen die overeenkomstig artikel 3 aan de financiële bijstand worden verbonden. Die voorwaarden worden vastgelegd in een door de Commissie en Ierland te ondertekenen memorandum van overeenstemming dat aansluit bij de verbintenissen en aanbevelingen als bedoeld in lid 1. De nadere financiële voorwaarden worden vastgelegd in een met de Commissie te sluiten leningsovereenkomst.
3. De Commissie gaat, in overleg met de ECB, op gezette tijden na of wordt voldaan aan de economische beleidsvoorwaarden die aan de bijstand zijn verbonden, en geeft verslag aan het Economisch en financieel comité over de uitbetaling van elke tranche. Hiertoe werken de Ierse autoriteiten volledig met de Commissie en de ECB samen en stellen hen alle noodzakelijke informatie ter beschikking. De Commissie houdt het Economisch en financieel comité op de hoogte van een eventuele herfinanciering van de leningen of een eventuele herstructurering van de financiële voorwaarden.
4. Ierland stelt aanvullende consolidatiemaatregelen vast en voert deze uit om de macrofinanciële stabiliteit te waarborgen, mochten dergelijke maatregelen tijdens het bijstandsprogramma noodzakelijk blijken. Vóór de vaststelling van die aanvullende maatregelen winnen de Ierse autoriteiten advies in bij de Commissie en de ECB.
Artikel 3
1. Het door de Ierse autoriteiten opgestelde economische en financiële aanpassingsprogramma („het programma”) wordt hierbij goedgekeurd.
2. Elke volgende tranche wordt alleen uitgekeerd bij een bevredigende tenuitvoerlegging van het programma dat dient te worden opgenomen in het stabiliteitsprogramma van Ierland, het nationale hervormingsprogramma, en meer in het bijzonder van de concrete economische beleidsvoorwaarden die in het memorandum van overeenstemming zijn vastgelegd. Deze omvatten onder meer de maatregelen die in de leden 4 tot en met 9 van dit artikel worden opgesomd.
3. Het overheidstekort mag niet hoger zijn dan 10,6 % van het verwachte bbp in 2011, 8,6 % van het bbp in 2012 en 7,5 % van het bbp in 2013 teneinde Ierland op schema te brengen om het tekort uiterlijk in 2015 tot minder dan 3 % van het bbp terug te dringen. In het geplande jaarlijkse tekorttraject wordt geen rekening gehouden met de mogelijke directe gevolgen van potentiële maatregelen ter ondersteuning van het bankwezen in de context van de overheidsstrategie met betrekking tot de financiële sector zoals die is uitgestippeld in het Memorandum of Economic and Financial Policies (MEFP) en is beschreven in het memorandum van overeenstemming. Dit traject is bovendien in overeenstemming met het voorlopig standpunt van de Commissie (Eurostat) ten aanzien van de boekhoudkundige behandeling conform het ESR 1995 van het tijdstip van registratie van rentebetalingen op promessen aan de Anglo Irish Bank (2), zodat een herziening van dat standpunt in een herziening van het tekorttraject zou resulteren.
4. Ierland stelt de in de leden 7 tot en met 9 beschreven maatregelen vast voordat het aangegeven jaar is verstreken, waarbij de exacte termijnen voor de jaren 2011-2013 worden gespecificeerd in het memorandum van overeenstemming. Ierland staat klaar om aanvullende consolidatiemaatregelen te treffen teneinde het tekort uiterlijk in 2015 tot minder dan 3 % van het bbp terug te dringen indien de in lid 3 van dit artikel beschreven neerwaartse risico’s voor de tekortdoelstellingen zich manifesteren.
5. Teneinde het vertrouwen in de financiële sector te herstellen, gaat Ierland over tot een afdoende herkapitalisatie, een snelle afbouw van de schuldhefboom en een grondige herstructurering van het bankstelsel, zoals in het memorandum van overeenstemming is uiteengezet. In dit verband ontwerpt Ierland, in overleg met de Commissie, de ECB en het IMF, een strategie voor de toekomstige structuur, werking en leefbaarheid van de Ierse kredietinstellingen; in deze strategie wordt aangegeven hoe zal worden verzekerd dat deze zonder verdere staatssteun kunnen werken. Ierland doet in het bijzonder het volgende:
a) |
actie ondernemen om ervoor te zorgen dat Allied Irish Banks, Bank of Ireland, Educational Building Society en Irish Life and Permanent worden geherkapitaliseerd, met aandelenkapitaal indien nodig, teneinde te garanderen dat het minimumkapitaalvereiste van 10,5 % core tier 1-kapitaal wordt gehandhaafd, waarbij rekening wordt gehouden met de uitkomsten van de Prudential Capital Adequacy Review voor 2011; |
b) |
deelnemingen in banken welke tijdens de crisis zijn verworven, zo spoedig mogelijk afstoten op een wijze die in overeenstemming is met overwegingen op het gebied van de financiële stabiliteit en de overheidsfinanciën; |
c) |
een concreet plan ten uitvoer leggen voor de ontbinding van de Anglo Irish Bank en de Irish Nationwide Building Society, waarbij ernaar wordt gestreefd de uit de ontbinding van deze niet-levensvatbare kredietinstellingen voortvloeiende kapitaalverliezen tot een minimum te beperken; |
d) |
uiterlijk eind 2010 een ontwerp van wetgevingshandeling voorleggen aan de Oireachtas (Parlement) betreffende de financiële stabilisering en herstructurering van de kredietinstellingen dat met name het probleem van de lastenverdeling onder de houders van ondergeschikte leningen aanpakt; |
e) |
uiterlijk eind maart 2011, een ontwerp van wetgevingshandeling voorleggen aan de Oireachtas betreffende het speciale ontbindingsstelsel voor banken, building societies, en betreffende verbeterde procedures voor de vroege interventie van de Centrale Bank van Ierland in banken die in moeilijkheden verkeren. |
6. Ierland neemt de volgende maatregelen vóór eind 2010:
Vaststellen van een begroting voor 2011 met budgettaire consolidatiemaatregelen ter waarde van in totaal 6 miljard EUR, waarmee wordt beoogd het overheidstekort binnen het in lid 3 vastgestelde tijdschema terug te dringen. De begroting bevat maatregelen aan de ontvangstenzijde die in 2011 ten minste 1 400 miljoen EUR opbrengen, zoals onder meer een verlaging van de belastingschijven en heffingskortingen bij de personenbelasting of soortgelijke maatregelen die in 2 011 945 000 000 EUR moeten opleveren; een reductie van de belastingverlaging voor pensioenen en pensioengerelateerde aftrekken die in 2 011 155 000 000 EUR moet opleveren; een vermindering van de algemene belastinguitgaven die in 2 011 220 000 000 EUR moet opleveren; verhogingen van accijnzen en diverse andere belastingmaatregelen die in 201 180 000 000 EUR moeten opleveren. Voorts wordt in de begroting vermeld dat de regering methoden zal uitwerken om eenmalige en andere maatregelen te nemen die in 2011 ten minste 700 000 000 EUR moeten opleveren. De begroting voorziet tevens in een vermindering van de lopende uitgaven in 2011 met ten minste 2,09 miljard EUR door middel van onder meer: reducties van de socialezekerheidsuitgaven; een inkrimping van het ambtenarenbestand; een progressieve verlaging van de huidige ambtenarenpensioenen met gemiddeld meer dan 4 %; andere uitgavenreducties zoals onder meer bezuinigingen op de uitgaven voor goederen en diensten en andere overdrachten; een verlaging van de kapitaaluitgaven van de overheid met ten minste 1,8 miljard EUR ten opzichte van de bestaande plannen voor 2011. In buitengewone omstandigheden worden in nauw overleg met de Commissie andere maatregelen met vergelijkbare opbrengsten overwogen.
7. In lijn met de bepalingen van het memorandum van overeenstemming, neemt Ierland de volgende maatregelen in de loop van 2011:
a) |
doorvoeren van een loonsverlaging met 10 % voor nieuwe ambtenaren. De Ierse overheid overweegt tevens een adequate aanpassing, ook van de loonsom bij de overheid, om mogelijke tegenvallers op te vangen bij de geplande besparingen als gevolg van een grotere administratieve efficiëntie en inkrimpingen van het ambtenarenbestand; |
b) |
vaststellen van een begroting voor 2012 met budgettaire consolidatiemaatregelen ten belope van ten minste 3,6 miljard EUR, waarmee wordt beoogd het overheidstekort binnen het in artikel 3, lid 3, vastgestelde tijdschema terug te dringen. De ontwerpbegroting bevat in het bijzonder maatregelen aan de ontvangstenzijde die in een volledig jaar 1,5 miljard EUR opbrengen, zoals onder meer een verlaging van de belastingschijven en heffingskortingen bij de personenbelasting; een reductie van de belastingverlaging voor particuliere pensioenen; een vermindering van de algemene belastinguitgaven; een nieuwe vastgoedbelasting; een hervorming van de vermogenswinstbelasting en van de belasting op schenkingen en erfenissen; en een verhoging van de koolstofheffing. De begroting voorziet in een uitgavenreductie in 2012 ten belope van 2,1 miljard EUR, onder meer door een verlaging van de sociale uitgaven; inkrimpingen van het ambtenarenbestand; aanpassingen van de ambtenarenpensioenen en van andere in het programma vermelde uitgaven; en verminderingen van de kapitaaluitgaven; |
c) |
afronden van een onafhankelijke beoordeling van de overdracht van de verantwoordelijkheid voor de watervoorziening van de lokale overheden aan een waterbedrijf, en uitwerken van voorstellen voor het doorvoeren ervan teneinde vanaf 2012/2013 met de inning van inkomsten te beginnen; |
d) |
vaststellen van wetgeving tot verhoging van de pensioenleeftijd voor ambtenaren tot 66 jaar in 2014, 67 jaar in 2021 en 68 jaar in 2028 teneinde de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn te bevorderen. Daarnaast worden de pensioenrechten voor nieuwe ambtenaren met ingang van 2011 hervormd. Deze hervorming omvat een herziening van de vervroegde pensionering voor sommige categorieën ambtenaren en een indexering van de pensioenen op basis van de consumentenprijzen. De pensioenen worden gebaseerd op het middelloon. De pensioenleeftijd van nieuwkomers op de arbeidsmarkt wordt gebaseerd op de pensioenleeftijd van ambtenaren; |
e) |
goedkeuren van maatregelen om tot een geloofwaardiger begrotingsstrategie te komen en het begrotingskader te versterken. Ierland gaat over tot de aanneming en toepassing van de budgettaire regel dat inkomstenmeevallers in de periode 2011-2015 voor tekort- en schuldreductie worden aangewend. Overeenkomstig het voorstel dat in het nationale herstelplan 2011-2014 is opgenomen, stelt Ierland een adviesraad voor de begroting in om voor een onafhankelijke evaluatie van de budgettaire situatie en prognoses van de overheid te zorgen. Ierland neemt een Fiscal Responsibility Law aan waarbij een uitgavenkader voor de middellange termijn wordt ingevoerd met bindende meerjarenplafonds voor de uitgaven op elk gebied. Daarbij wordt rekening gehouden met hervormingen van de economische governance op uniaal niveau en voortgebouwd op reeds doorgevoerde hervormingen; |
f) |
Ierland brengt wijzigingen in de wetgeving aan om beperkingen op de handel en de mededinging in afgeschermde sectoren, zoals onder meer juridische beroepen, medische diensten en het apothekersberoep, weg te nemen; |
g) |
herkapitaliseren van de Ierse binnenlandse banken om de core tier 1-ratio te verhogen tot een initieel niveau van 12 %, om rekening te houden met de haircuts op de aanvullende leningen die naar het NAMA moeten worden overgeheveld en om een snelle afbouw van de schuldhefboom te financieren door 10 miljard EUR ter beschikking te stellen voor het bankstelsel. Bij de herkapitalisatie wordt gebruikgemaakt van aandelenkapitaal (of van gelijkwaardige instrumenten voor de Educational Building Society); |
h) |
invoeren van wetgeving om het minimumloon op zodanige wijze te hervormen dat werkgelegenheidsschepping in de hand wordt gewerkt, en optreden om door sectorale minimumlonen teweeggebrachte verstoringen te voorkomen; in overleg met de Commissie overgaan tot een onafhankelijke evaluatie van de algemene Registered Employment Agreements en Employment Regulation Orders; |
i) |
het stelsel van werkloosheidsuitkeringen hervormen teneinde de prikkels voor een vroegtijdige uitstroom uit de werkloosheid te versterken. De activeringsmaatregelen worden versterkt door beter op de behoeften van werkzoekenden in te spelen, indienstnemingen te bevorderen, en in sancties te voorzien om ervoor te zorgen dat de begunstigden een baan zoeken of een beroepsopleiding volgen; deze ingrepen worden door een effectieve controle onderbouwd. Het sanctiemechanisme wordt zodanig opgezet dat het resulteert in een daadwerkelijk inkomensverlies zonder al te bestraffend te zijn; |
j) |
publiceren van een diepgaand onderzoek naar de wettelijke regeling voor persoonlijke leningen en aanvatten van werkzaamheden om de wetgeving zodanig te hervormen dat een beter evenwicht tussen de belangen van crediteuren en debiteuren wordt bewerkstelligd; |
k) |
opstellen van een verslag waarin een onafhankelijke evaluatie wordt gemaakt van de elektriciteits- en gassectoren om de behoefte aan overheidsfinanciering te helpen bepalen en een scherpere concurrentie tot stand te brengen. De Ierse autoriteiten overleggen met de Commissie over de resultaten van deze beoordeling teneinde passende doelstellingen vast te stellen: |
l) |
ter bevordering van de mededinging op open markten wordt de wetgeving zodanig hervormd dat deze een geloofwaardiger ontradend effect heeft door te voorzien in mogelijke boetes en andere sancties in mededingingszaken. Daarnaast zal van de mededingingsautoriteiten worden verlangd dat zij nagaan welke sectoren in werkelijkheid niet door het mededingingsrecht worden bestreken en dat zij procedures voorstellen om deze lacunes aan te pakken; |
m) |
om de groei in de detailhandel te stimuleren, zal de overheid een studie uitvoeren naar het economische effect van de afschaffing van de huidige beperking op de omvang van detailhandelszaken met de bedoeling de concurrentie te bevorderen en ervoor te zorgen dat consumenten lagere prijzen betalen. De tenuitvoerlegging van het beleid waartoe de studie aanleiding geeft, zal met de Commissie worden besproken. |
8. In lijn met de bepalingen van het memorandum van overeenstemming neemt Ierland in de loop van 2012 de volgende maatregelen:
a) |
vaststellen van een begroting voor 2013 met budgettaire consolidatiemaatregelen ter waarde van ten minste 3,1 miljard EUR, waarmee wordt beoogd het overheidstekort binnen het in lid 3 van dit artikel vastgestelde tijdschema terug te dringen. De begroting bevat in het bijzonder maatregelen aan de ontvangstenzijde die ten minste 1,1 miljard EUR opbrengen (met inbegrip van de overloopeffecten van 2012), zoals onder meer: een verlaging van de belastingschijven en heffingskortingen bij de personenbelasting, een reductie van de belastingverlaging voor particuliere pensioenen, een vermindering van de algemene belastinguitgaven en de invoering van een vastgoedbelasting. De begroting voorziet tevens in een vermindering van de uitgaven in 2013 met ten minste 2 miljard EUR door middel van onder meer: reducties van de sociale uitgaven, een inkrimping van het ambtenarenbestand, aanpassingen van de ambtenarenpensioenen, bezuinigingen op andere programmauitgaven, en verminderingen van de kapitaaluitgaven; |
b) |
indienen bij de Oireachtas van wetgeving om de wettelijke regeling voor persoonlijke leningen te hervormen teneinde een beter evenwicht tussen de belangen van crediteuren en debiteuren te waarborgen. |
9. Om te zorgen voor een soepele uitvoering van de programmavoorwaarden en op duurzame wijze bij te dragen aan de correctie van de onevenwichtigheden, verleent de Commissie verder advies en verdere bijstand inzake budgettaire hervormingen, hervormingen van de financiële markten en structurele hervormingen. Voorts beoordeelt zij in het kader van de aan Ierland te verlenen bijstand samen met het IMF en in contact met de ECB op gezette tijden hoe doeltreffend de overeengekomen maatregelen zijn en welk economisch en sociaal effect zij sorteren, waarna zij de nodige correcties aanbeveelt om de groei en werkgelegenheidsschepping te bevorderen, de vereiste budgettaire consolidatie te verzekeren en de nadelige sociale gevolgen voor met name de meest kwetsbare leden van de Ierse samenleving tot een minimum te beperken.
Artikel 4
Ierland opent een speciale rekening bij de Central Bank of Ireland voor het beheer van de financiële bijstand van de Unie.
Artikel 5
Dit besluit is gericht tot Ierland.
Artikel 6
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 7 december 2010.
Voor de Raad
De voorzitster
J. SCHAUVLIEGE
(1) PB L 118 van 12.5.2010, blz. 1.
(2) Zie http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/government_finance_statistics/methodology/advice_member_states.
4.2.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 30/40 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 3 februari 2011
tot vaststelling van bepaalde maatregelen om het overbrengen van het virus van de Afrikaanse varkenspest uit Rusland naar de Unie te voorkomen
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 503)
(Voor de EER relevante tekst)
(2011/78/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 97/78/EG van de Raad van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (1), en met name artikel 22, lid 1, derde streepje,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Afrikaanse varkenspest is een zeer besmettelijke virusinfectie bij als landbouwhuisdier gehouden varkens en wilde varkens, die zich zeer snel en op zeer grote schaal over de nationale grenzen heen kan verspreiden. |
(2) |
Sinds 2007 heeft Rusland melding gemaakt van talrijke uitbraken van Afrikaanse varkenspest bij varkens en wilde varkens in het gehele land. |
(3) |
In januari 2011 is een uitbraak van Afrikaanse varkenspest gemeld dicht bij de grens met de Unie in de regio Sint-Petersburg. De aanwezigheid van die ziekte dicht bij de grens met de Unie vormt een ernstig risico voor de veestapel in de Unie. |
(4) |
De vervoerder moet ervoor zorgen dat voor elk voertuig dat voor het vervoer van dieren wordt gebruikt, overeenkomstig Richtlijn 64/432/EEG van de Raad (2) een register met informatie over de reiniging en de ontsmetting wordt bijgehouden gedurende een periode van minimaal drie jaar. |
(5) |
De invoer van varkens en varkensvleesproducten uit Rusland is niet toegestaan; het virus dat de ziekte veroorzaakt, komt echter ook voor in een besmette omgeving buiten het gastdier en kan in de Unie worden binnengebracht met voertuigen die varkens hebben vervoerd. |
(6) |
Daarom moeten bepaalde beschermende maatregelen op het niveau van de Unie worden genomen, rekening houdend met het risico van de verspreiding van de ziekte, de overleving van het virus in de omgeving en de mogelijke routes voor het overbrengen daarvan. Met name moet ervoor worden gezorgd dat voertuigen die varkens hebben vervoerd en de Unie uit Rusland binnenkomen, naar behoren worden gereinigd en ontsmet. |
(7) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de uitvoering van dit besluit wordt onder „transportvoertuig voor dieren” verstaan elk voertuig dat wordt of is gebruikt voor het vervoer van varkens.
Artikel 2
De lidstaten zorgen ervoor dat de exploitant of bestuurder van een transportvoertuig voor dieren bij aankomst uit Rusland op het punt van binnenkomst op het grondgebied van de Unie aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat informatie verstrekt waaruit blijkt dat het voertuig is gereinigd en ontsmet na de laatste keer dat varkens zijn uitgeladen.
Die informatie kan worden verstrekt in de vorm van een verklaring als vastgesteld in bijlage I of in een andere gelijkwaardige vorm. Als de verklaring in een andere vorm wordt ingediend, heeft zij betrekking op de in die bijlage vermelde punten. Het origineel van de verklaring wordt door de bevoegde autoriteit en de kopie daarvan door de exploitant/bestuurder van het transportvoertuig voor dieren bewaard.
Artikel 3
De bevoegde autoriteit van de lidstaat van het punt van binnenkomst in de Unie controleert de transportvoertuigen die het grondgebied van de Unie uit Rusland binnenkomen om vast te stellen of zij voldoende gereinigd en ontsmet zijn.
Als de reiniging en de ontsmetting op bevredigende wijze zijn uitgevoerd, geeft de bevoegde autoriteit een certificaat af overeenkomstig het model in bijlage II. Het origineel van het certificaat wordt door de exploitant/bestuurder van het transportvoertuig voor dieren en de kopie daarvan door de bevoegde autoriteit bewaard.
Als de reiniging en de ontsmetting niet op bevredigende wijze zijn uitgevoerd, mag de bevoegde autoriteit:
a) |
de binnenkomst van het transportvoertuig voor dieren op het grondgebied van de Unie weigeren, of |
b) |
het transportvoertuig voor dieren naar behoren laten reinigen en ontsmetten op een door de bevoegde autoriteit aangewezen plaats die zo dicht mogelijk bij het punt van binnenkomst op het grondgebied van de Unie in de betrokken lidstaat ligt. |
Artikel 4
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 3 februari 2011.
Voor de Commissie
John DALLI
Lid van de Commissie
(1) PB L 24 van 30.1.1998, blz. 9.
(2) PB 121 van 29.7.1964, blz. 1977/64.
BIJLAGE I
Door de exploitant/bestuurder van het transportvoertuig voor dieren te verstrekken modelverklaring
Ondergetekende, exploitant/bestuurder van het transportvoertuig voor dieren … verklaart dat:
(kentekennummer invullen)
— |
de dieren de laatste keer zijn uitgeladen in:
|
— |
het transportvoertuig na het uitladen van de dieren is gereinigd en ontsmet. De reiniging en de ontsmetting omvatten het compartiment voor de dieren, de laadbrug, de wielen en de cabine van de bestuurder en de beschermende kleding/laarzen die bij het uitladen zijn gebruikt. De reiniging en ontsmetting vond plaats:
|
— |
het ontsmettingsmiddel is gebruikt in de door de producent aanbevolen concentraties (stof en concentratie aangeven): …
|
BIJLAGE II
Reinigings- en ontsmettingscertificaat voor transportvoertuigen voor het vervoer van varkens, die uit Rusland de Unie binnenkomen
Ondergetekende verklaart dat hij:
1. |
het(de) transportvoertuig(en) voor dieren met het(de) kenteken(s) … vandaag heeft gecontroleerd en bij een visuele inspectie heeft geconstateerd dat de laadruimte op bevredigende wijze is gereinigd. (kentekennummer(s) invullen) |
2. |
de informatie heeft gecontroleerd die is ingediend in de vorm van een verklaring, als vastgesteld in bijlage I bij Besluit 2011/78/EU van de Commissie, of in een andere gelijkwaardige vorm met betrekking tot de punten in bijlage I bij Besluit 2011/78/EU.
|
(1) De kleur van het stempel en de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst.