ISSN 1725-2598

doi:10.3000/17252598.L_2010.312.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 312

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

53e jaargang
27 november 2010


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) nr. 1097/2010 van de Commissie van 26 november 2010 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 177/2008 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor ondernemingsregisters voor statistische doeleinden, wat de uitwisseling van vertrouwelijke gegevens tussen de Commissie (Eurostat) en de centrale banken betreft ( 1 )

1

 

*

Verordening (EU) nr. 1098/2010 van de Commissie van 26 november 2010 houdende inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Dresdner Christstollen/Dresdner Stollen/Dresdner Weihnachtsstollen (BGA))

7

 

*

Verordening (EU) nr. 1099/2010 van de Commissie van 26 november 2010 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 669/2009 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong ( 1 )

9

 

*

Verordening (EU) nr. 1100/2010 van de Commissie van 26 november 2010 houdende afwijking van Verordening (EG) nr. 891/2009, ten aanzien van de invoerrechten voor suiker CXL-concessies met de volgnummers 09.4317, 09.4318, 09.4319 en 09.4320, in het verkoopseizoen 2010/2011

14

 

 

Verordening (EU) nr. 1101/2010 van de Commissie van 26 november 2010 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

16

 

 

Verordening (EU) nr. 1102/2010 van de Commissie van 26 november 2010 inzake de verkoopprijzen voor granen in reactie op de 1e bijzondere inschrijving in het kader van de bij Verordening (EU) nr. 1017/2010 geopende openbare inschrijving

18

 

 

BESLUITEN

 

 

2010/719/EU, Euratom

 

*

Besluit van de Commissie van 26 november 2010 tot afwijzing van de door Oostenrijk voorgestelde oplossing overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad met betrekking tot de berekening van het onderdeel particulier gebruik van een compensatie voor de grondslag van de btw-middelen die voortvloeit uit de beperking van het recht op btw-aftrek overeenkomstig artikel 176 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 8206)

20

 

 

2010/720/EU, Euratom

 

*

Besluit van de Commissie van 26 november 2010 waarbij Portugal wordt gemachtigd om voor de berekening van de btw-grondslag van de eigen middelen gegevens over eerdere jaren dan het voorlaatste te gebruiken (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 8209)

22

 

 

2010/721/EU

 

*

Besluit van de Commissie van 26 november 2010 inzake de goedkeuring van de rekeningen van bepaalde betaalorganen in Frankrijk betreffende de door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) gefinancierde uitgaven over het begrotingsjaar 2008 (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 8220)

23

 

 

2010/722/EU

 

*

Besluit van de Commissie van 26 november 2010 inzake de goedkeuring van de rekeningen van bepaalde betaalorganen in Duitsland en Spanje betreffende de door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) gefinancierde uitgaven over het begrotingsjaar 2009 (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 8223)

25

 

 

2010/723/EU

 

*

Besluit van de Commissie van 26 november 2010 tot verlenging van de geldigheidsduur van Beschikking 2005/359/EG houdende afwijking van bepaalde bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad ten aanzien van stammen van eikenhout (Quercus L.) met bast, van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 8229)

30

 

 

2010/724/EU

 

*

Besluit van de Commissie van 26 november 2010 betreffende het standpunt van de Europese Unie over de wijzigingen in bijlage 6 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten

31

 

 

2010/725/EU

 

*

Besluit van de Commissie van 26 november 2010 tot wijziging van bijlage I bij Beschikking 2006/766/EG wat betreft de titel en de vermelding voor Chili in de lijst van derde landen waaruit levende, ingevroren of verwerkte tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en mariene buikpotigen voor menselijke consumptie mogen worden ingevoerd (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 8259)  ( 1 )

45

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Verordening (EG) nr. 640/2009 van de Commissie van 22 juli 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor elektromotoren (PB L 191 van 23.7.2009)

47

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

27.11.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 312/1


VERORDENING (EU) Nr. 1097/2010 VAN DE COMMISSIE

van 26 november 2010

tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 177/2008 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor ondernemingsregisters voor statistische doeleinden, wat de uitwisseling van vertrouwelijke gegevens tussen de Commissie (Eurostat) en de centrale banken betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 177/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor ondernemingsregisters voor statistische doeleinden en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2186/93 van de Raad (1), en met name artikel 12,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 177/2008 is een gemeenschappelijk kader voor ondernemingsregisters uitsluitend voor statistische doeleinden vastgesteld om ervoor te zorgen dat de ondernemingregisters zich in een geharmoniseerd kader verder kunnen ontwikkelen.

(2)

De uitwisseling van vertrouwelijke gegevens tussen de Commissie en de nationale centrale banken, en tussen de Commissie en de Europese Centrale Bank, uitsluitend voor statistische doeleinden, moet de kwaliteit van de informatie over multinationale ondernemingengroepen in de Europese Unie helpen garanderen. Daarom is het nodig het formaat, de veiligheids- en vertrouwelijkheidsmaatregelen en de procedure voor de toezending van deze vertrouwelijke gegevens aan de nationale centrale banken en de Europese Centrale Bank vast te stellen, om te waarborgen dat de toegezonden gegevens uitsluitend voor statistische doeleinden worden gebruikt.

(3)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2533/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot het verzamelen van statistische gegevens door de Europese Centrale Bank (2) mogen gegevens die door de ESS-autoriteiten aan leden van het ESCB worden verstrekt, uitsluitend voor statistische doeleinden worden gebruikt. De leden van het ESCB moeten alle nodige maatregelen namen om de fysieke en logische bescherming van de door de ESS-autoriteiten verstrekte vertrouwelijke gegevens te verzekeren. De ECB moet jaarlijks een rapport inzake vertrouwelijkheid publiceren over de maatregelen die zijn vastgesteld om de vertrouwelijkheid van deze statistische gegevens te waarborgen.

(4)

Ter wille van de consistentie moet voor de overeenkomstig deze verordening overgedragen gegevensreeksen gebruik worden gemaakt van dezelfde naamgevingsconventies, structuren en definities van velden als bedoeld in Verordening (EG) nr. 192/2009 van de Commissie van 11 maart 2009 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 177/2008 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor ondernemingsregisters voor statistische doeleinden, wat de uitwisseling van vertrouwelijke gegevens tussen de Commissie (Eurostat) en de lidstaten betreft (3).

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor het Europees statistisch systeem,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Formaat

1.   Het in deel A van de bijlage beschreven formaat wordt gebruikt voor de gegevens die krachtens artikel 12, lid 2, van Verordening (EG) nr. 177/2008 worden toegezonden.

2.   De gegevens en metagegevens worden toegezonden overeenkomstig de normen van het Europees statistisch systeem en de structuur die is gedefinieerd in de recentste versie van de handleiding met aanbevelingen voor ondernemingsregisters die bij de Commissie (Eurostat) verkrijgbaar is.

Artikel 2

Vertrouwelijkheidsmaatregelen

De in deel B van de bijlage gespecificeerde kenmerken, inclusief vertrouwelijkheidsvlaggen, mogen, uitsluitend voor statistische doeleinden, door de Commissie (Eurostat) aan de nationale centrale banken en de Europese Centrale Bank worden toegezonden, op voorwaarde dat de toezending uitdrukkelijk wordt toegestaan door de bevoegde nationale instantie en dat, wanneer gegevens aan een nationale centrale bank worden toegezonden, ten minste één eenheid van een multinationale ondernemingengroep is gevestigd op het grondgebied van de lidstaat van die nationale centrale bank.

Artikel 3

Veiligheidsmaatregelen

1.   Overdracht van vertrouwelijke gegevens uit hoofde van deze verordening aan leden van het ESCB gebeurt pas nadat de leden van het ESCB binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden de nodige maatregelen overeenkomstig artikel 8 bis en 8 ter van Verordening (EG) nr. 2533/98 hebben genomen om te zorgen:

voor de bescherming van deze gegevens, met name de opslag van als vertrouwelijk gemerkte gegevens in een beveiligde ruimte met beperkte en gecontroleerde toegang;

dat de gegevens uitsluitend voor statistische doeleinden worden gebruikt;

dat informatie over deze maatregelen deel uitmaakt van het jaarlijkse verslag inzake vertrouwelijkheid bedoeld in artikel 8 bis van Verordening (EG) nr. 2533/98 dan wel dat de nationale centrale banken of de Europese Centrale Bank de Commissie (Eurostat) en de desbetreffende nationale autoriteiten op andere wijze van deze maatregelen op de hoogte hebben gesteld.

2.   De gegevens worden in gecodeerde vorm toegezonden.

Artikel 4

Toezendingsprocedure

1.   De krachtens deze verordening toegezonden gegevens en metagegevens worden in elektronische vorm uitgewisseld.

2.   De gegevens en metagegevens worden toegezonden via het veilige medium dat door de Commissie (Eurostat) wordt gebruikt voor de overdracht van vertrouwelijke gegevens, of via een beveiligde toegang op afstand.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 november 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 61 van 5.3.2008, blz. 6.

(2)  PB L 318 van 27.11.1998, blz. 8.

(3)  PB L 67 van 12.3.2009, blz. 14.


BIJLAGE

A.   Structuur en formaat voor de toezending van gegevens

De volgende gegevensreeksen die vertrouwelijke informatie bevatten, worden opgenomen in het proces voor gegevenskwaliteitsbeheer van het EU-register van multinationale ondernemingengroepen en hun samenstellende eenheden (hierna „EuroGroupsregister” genoemd):

gegevensreeks met resultaten van het koppelingsproces;

gegevensreeksen met informatie over juridische eenheden;

gegevensreeksen met informatie over zeggenschap over en eigendom van eenheden;

gegevensreeksen met informatie over ondernemingen;

gegevensreeksen met informatie over internationale ondernemingengroepen;

gegevensreeksen met informatie over partiële ondernemingengroepen.

Aan het einde van elke gegevenskwaliteitsbeheerscyclus van het EuroGroupsregister wordt een gegevensreeks met de resultaten van de partiële en internationale ondernemingengroepen gegenereerd.

Voor die gegevensreeksen wordt het formaat gebruikt dat is vastgesteld in Verordening (EG) nr. 192/2009 voor de gegevensuitwisseling tussen de Commissie (Eurostat) en de bevoegde nationale instanties.

Om te garanderen dat een lidstaat consistente gegevensrecords ontvangt, past de Commissie (Eurostat) identieke naamgevingsconventies, structuren en definities van velden toe voor de gegevensreeksen die aan de bevoegde nationale instanties worden toegezonden, en voor de gegevensreeksen die aan de nationale centrale banken en de Europese Centrale Bank worden toegezonden.

Om de kwaliteit van de informatie over multinationale ondernemingengroepen in de Europese Unie te verbeteren en mits de nodige toestemmingen worden verleend, beoordeelt de desbetreffende nationale autoriteit de correcties en aanvullingen in de gegevensreeksen die zij van de nationale centrale banken heeft ontvangen, neemt deze zo nodig op in de gegevens die de autoriteit doorstuurt naar de Commissie (Eurostat) overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EG) nr. 177/2008.

Gegevens die door de nationale centrale banken of de Europese Centrale Bank als vertrouwelijk zijn gemerkt, worden door de Commissie (Eurostat) en door de desbetreffende nationale autoriteiten vertrouwelijk behandeld.

B.   Toezending van kenmerken

De Commissie (Eurostat) mag, met de uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde nationale instantie en uitsluitend voor statistische doeleinden, de volgende kenmerken, inclusief vertrouwelijkheidsvlaggen, betreffende multinationale ondernemingengroepen en hun samenstellende eenheden aan de nationale centrale banken en de Europese Centrale Bank toezenden, op voorwaarde dat, wanneer gegevens aan een nationale centrale bank worden toegezonden, ten minste één eenheid van de groep op het grondgebied van die lidstaat gevestigd is.

1.   JURIDISCHE EENHEID

Identificatiekenmerken

1.1

 

Identificatienummer

1.2a

 

Naam

1.2b

 

Volledig adres (inclusief postcode)

1.2c

Facultatief

Telefoon- en faxnummers, e-mailadres en informatie waardoor gegevens elektronisch kunnen worden verzameld

1.3

 

Btw-registratienummer of, als dat niet beschikbaar is, een ander administratief identificatienummer

Demografische kenmerken

1.4

 

Datum van juridische oprichting (rechtspersonen) of van administratieve erkenning als economisch subject (natuurlijke personen)

1.5

 

Datum waarop de juridische eenheid ophield deel uit te maken van een onderneming (zoals aangegeven in 3.3)

Economische/Stratificatiekenmerken

1.6

 

Rechtsvorm

Verbindingen met andere registers

1.7a

 

Verwijzing naar het register van deelnemers aan het goederenverkeer binnen de EU dat overeenkomstig Verordening (EG) nr. 638/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de communautaire statistieken van het goederenverkeer tussen de lidstaten (1) is aangelegd, alsmede verwijzing naar douaneregisters of naar het register van deelnemers aan het goederenverkeer buiten de EU

Band met ondernemingengroep

1.8

 

Identificatienummer van de partiële ondernemingengroep (4.1) waarvan de eenheid deel uitmaakt

1.9

 

Datum van toetreding tot de partiële groep

1.10

 

Datum van afscheiding van de partiële groep

Zeggenschap over eenheden

1.11a

 

Identificatienummer(s) van de ingezeten juridische eenheid (eenheden) waarover de juridische eenheid zeggenschap heeft

1.11b

 

Identificatienummer van de ingezeten juridische eenheid die zeggenschap heeft over de juridische eenheid

1.12a

 

Land(en) van registratie en identificatienummer(s) of naam (namen) en adres(sen) van de niet-ingezeten juridische eenheid (eenheden) waarover de juridische eenheid zeggenschap heeft

1.12b

Voorwaardelijk

Btw-nummer(s) van de niet-ingezeten juridische eenheid (eenheden) waarover de juridische eenheid zeggenschap heeft

1.13a

 

Land van registratie en identificatienummer of naam en adres van de niet-ingezeten juridische eenheid die zeggenschap heeft over de juridische eenheid

1.13b

Voorwaardelijk

Btw-nummer van de niet-ingezeten juridische eenheid die zeggenschap heeft over de juridische eenheid

Eigendom van eenheden

1.14a

Voorwaardelijk

a)

Identificatienummer(s) en

b)

aandelen (%)

van de ingezeten juridische eenheid (eenheden) die eigendom is (zijn) van de juridische eenheid

1.14b

Voorwaardelijk

a)

Identificatienummer(s) en

b)

aandelen (%)

van de ingezeten juridische eenheid (eenheden) die eigenaar is (zijn) van de juridische eenheid

1.15

Voorwaardelijk

a)

Land(en) van registratie en

b)

identificatienummer(s) of naam (namen), adres(sen) en btw-nummer(s) en

c)

aandelen (%)

van de niet-ingezeten juridische eenheid (eenheden) die eigendom is (zijn) van de juridische eenheid

1.16

Voorwaardelijk

a)

Land(en) van registratie en

b)

identificatienummer(s) of naam (namen), adres(sen) en btw-nummer(s) en

c)

aandelen (%)

van de niet-ingezeten juridische eenheid (eenheden) die eigenaar is (zijn) van de juridische eenheid


3.   ONDERNEMING

Identificatiekenmerken

3.1

 

Identificatienummer

3.2a

 

Naam

3.2b

Facultatief

Postadres, e-mailadres en webadres

3.3

 

Identificatienummer(s) van de juridische eenheid (eenheden) waaruit de onderneming bestaat

Demografische kenmerken

3.4

 

Datum van aanvang van de activiteiten

3.5

 

Datum van definitieve stopzetting van de activiteiten

Economische/Stratificatiekenmerken

3.6

 

Hoofdactiviteit volgens de viercijfercode van de NACE

3.8

 

Aantal werkzame personen

3.11

 

Institutionele sector en subsector overeenkomstig het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen

Band met ondernemingengroep

3.12

 

Identificatienummer van de partiële ondernemingengroep (4.1) waarvan de onderneming deel uitmaakt


4.   ONDERNEMINGENGROEP

Identificatiekenmerken

4.1

 

Identificatienummer van de partiële groep

4.2a

 

Naam van de partiële groep

4.2b

Facultatief

Postadres, e-mailadres en webadres van het hoofdkantoor van de partiële groep

4.3

Ten dele voorwaardelijk

Identificatienummer van het hoofd van de partiële groep (d.w.z. het identificatienummer van de juridische eenheid die aan het hoofd van de ingezeten groep staat)

Voorwaardelijk indien de eenheid die zeggenschap heeft een natuurlijk persoon is die geen economisch subject is; deze informatie wordt alleen geregistreerd wanneer zij in de administratieve bronnen beschikbaar is

4.4

 

Type ondernemingengroep: 2. partiële groep die onder binnenlandse zeggenschap valt; 3. partiële groep die onder buitenlandse zeggenschap valt

Demografische kenmerken

4.5

 

Datum van vorming van de partiële ondernemingengroep

4.6

 

Datum van ontbinding van de partiële ondernemingengroep

Economische/Stratificatiekenmerken

4.7

 

Hoofdactiviteit van de partiële ondernemingengroep volgens de tweecijfercode van de NACE

4.9

 

Aantal werkzame personen in de partiële groep

Identificatiekenmerken

4.11

 

Identificatienummer van de internationale groep

4.12a

 

Naam van de internationale groep

4.12b

Facultatief

Land van registratie, postadres, e-mailadres en webadres van het hoofdkantoor van de internationale groep

4.13a

 

Identificatienummer van het hoofd van de internationale groep, indien het groepshoofd ingezeten is (d.w.z. het identificatienummer van de juridische eenheid die groepshoofd is)

Indien het hoofd van de internationale groep niet ingezeten is, zijn land van registratie

4.13b

Facultatief

Identificatienummer van het hoofd van de internationale groep, of naam en adres als het hoofd niet ingezeten is

Economische/Stratificatiekenmerken

4.14

Facultatief

Aantal werkzame personen in de gehele internationale groep

4.16

Facultatief

Land waar het beslissingscentrum van de internationale groep is gevestigd

4.17

Facultatief

Landen waar ondernemingen of lokale eenheden gevestigd zijn


(1)  PB L 102 van 7.4.2004, blz. 1.


27.11.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 312/7


VERORDENING (EU) Nr. 1098/2010 VAN DE COMMISSIE

van 26 november 2010

houdende inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Dresdner Christstollen/Dresdner Stollen/Dresdner Weihnachtsstollen (BGA))

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 7, lid 4, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 510/2006 is de door Duitsland ingediende aanvraag tot registratie van de benaming „Dresdner Christstollen/Dresdner Stollen/Dresdner Weihnachtsstollen” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie  (2).

(2)

Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006, moet deze benaming worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in de bijlage vermelde benaming wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 november 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.

(2)  PB C 46 van 24.2.2010, blz. 17.


BIJLAGE

In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 510/2006 genoemde levensmiddelen:

Categorie 2.4.   Brood, gebak, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren

DUITSLAND

Dresdner Christstollen/Dresdner Stollen/Dresdner Weihnachtsstollen (BGA)


27.11.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 312/9


VERORDENING (EU) Nr. 1099/2010 VAN DE COMMISSIE

van 26 november 2010

tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 669/2009 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (1), en met name artikel 15, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie (2) worden voorschriften vastgesteld betreffende de meer uitgebreide officiële controles die op de punten van binnenkomst op de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 882/2004 opgenomen grondgebieden moeten worden uitgevoerd.

(2)

Artikel 2 van Verordening (EG) nr. 669/2009 bepaalt dat de lijst in bijlage I regelmatig en ten minste op kwartaalbasis wordt herzien, waarbij ten minste rekening wordt gehouden met de in dat artikel vermelde informatiebronnen.

(3)

De frequentie en relevantie van via het systeem voor snelle waarschuwingen voor levensmiddelen en diervoeders (RASSF) gemelde incidenten met levensmiddelen, de bevindingen van de verschillende door het Voedsel- en Veterinair Bureau uitgevoerde inspectiebezoeken, alsook de door de lidstaten overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EG) nr. 669/2009 bij de Commissie ingediende driemaandelijkse verslagen tonen de noodzaak aan om de lijst in bijlage I bij die verordening te herzien.

(4)

Bijlage I moet met name zodanig worden herzien dat de frequentie van de controles van de producten waarvan aan de hand van de hierboven vermelde informatiebronnen blijkt dat de desbetreffende wetgeving van de Unie beter is nageleefd en waarvoor de huidige officiële controle daarom niet langer nodig is, wordt verminderd, en dat de frequentie van de controles van andere producten waarvan aan de hand van dezelfde bronnen blijkt dat zij in een hogere mate niet aan de desbetreffende wetgeving van de Unie voldoen waardoor meer uitgebreide officiële controles gerechtvaardigd zijn, wordt verhoogd.

(5)

Verordening (EG) nr. 669/2009 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 669/2009 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 november 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1.

(2)  PB L 194 van 25.7.2009, blz. 11.


BIJLAGE

„BIJLAGE I

A.   Diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong die aan meer uitgebreide officiële controles op het aangewezen punt van binnenkomst worden onderworpen

Diervoeders en levensmiddelen

(beoogd gebruik)

GN-code (1)

Land van oorsprong

Risico

Frequentie van materiële en overeenstemmingscontroles

(%)

Grondnoten in de dop

1202 10 90

Argentinië

Aflatoxinen

10

Grondnoten, gedopt

1202 20 00

Pindakaas

2008 11 10

Grondnoten, op andere wijze bereid of verduurzaamd

2008 11 91; 2008 11 96; 2008 11 98

(Diervoeders en levensmiddelen)

 

Grondnoten in de dop

1202 10 90

Brazilië

Aflatoxinen

10

Grondnoten, gedopt

1202 20 00

Pindakaas

2008 11 10

Grondnoten, op andere wijze bereid of verduurzaamd

2008 11 91; 2008 11 96; 2008 11 98

(Diervoeders en levensmiddelen)

 

Gedroogde noedels

(Levensmiddelen)

ex 1902

China

Aluminium

10

Sporenelementen (2)

(Diervoeders en levensmiddelen)

ex 2817 00 00; ex 2820 90 10; ex 2820 90 90; ex 2821 10 00; ex 2825 50 00; ex 2833 25 00; ex 2833 29 20; ex 2833 29 80; ex 2836 99 11; ex 2836 99 17

China

Cadmium en lood

10

Mango's

(Levensmiddelen — vers of gekoeld)

ex 0804 50 00

Dominicaanse Republiek

Residuen van bestrijdingsmiddelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidumethoden op basis van GC-MS en LC-MS of met singleresidumethoden (3)

10

Kousenband (Vigna sesquipedalis)

ex 0708 20 00; ex 0710 22 00

Dominicaanse Republiek

Residuen van bestrijdingsmiddelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidumethoden op basis van GC-MS en LC-MS of met singleresidumethoden (3)

50

Bittermeloen (Momordica charantia)

ex 0709 90 90; ex 0710 80 95

Lauki (Lagenaria siceraria)

ex 0709 90 90; ex 0710 80 95

Paprika's

0709 60 10; 0709 60 99; 0710 80 51; 0710 80 59

Aubergines

0709 30 00; ex 0710 80 95

(Levensmiddelen — verse, gekoelde of bevroren groenten)

 

Sinaasappelen (vers of gedroogd)

0805 10 20; 0805 10 80

Egypte

Residuen van bestrijdingsmiddelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidumethoden op basis van GC-MS en LC-MS of met singleresidumethoden (7)

10

Perziken

0809 30 90

Granaatappelen

ex 0810 90 95

Aardbeien

0810 10 00

Groene bonen

ex 0708 20 00

(Levensmiddelen — verse vruchten en groenten)

 

Grondnoten in de dop

1202 10 90

Ghana

Aflatoxinen

50

Grondnoten, gedopt

1202 20 00

Pindakaas

2008 11 10

(Diervoeders en levensmiddelen)

 

Kerrieblad (Bergera/ Murraya koenigii)

(Levensmiddelen — verse kruiden)

ex 1211 90 85

India

Residuen van bestrijdingsmiddelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidumethoden op basis van GC-MS en LC-MS of met singleresidumethoden (5)

10

Spaanse peper (Capsicum annuum), geheel

ex 0904 20 10

India

Aflatoxinen

50

Spaanse peper (Capsicum annuum), fijngemaakt of gemalen

ex 0904 20 90

Producten van Spaanse peper (kerrie)

0910 91 05

Nootmuskaat (Myristica fragrans)

0908 10 00

Foelie (Myristica fragrans)

0908 20 00

Gember (Zingiber officinale)

0910 10 00

Curcuma longa (kurkuma)

0910 30 00

(Levensmiddelen — gedroogde specerijen)

 

Grondnoten in de dop

1202 10 90

India

Aflatoxinen

20

Grondnoten, gedopt

1202 20 00

Pindakaas

2008 11 10

Grondnoten, op andere wijze bereid of verduurzaamd

2008 11 91; 2008 11 96; 2008 11 98

(Diervoeders en levensmiddelen)

 

Watermeloenpitten (egusi, Citrullus lanatus) en afgeleide producten

(Levensmiddelen)

ex 1207 99 97; ex 1106 30 90; ex 2008 99 99;

Nigeria

Aflatoxinen

50

Basmatirijst voor rechtstreekse menselijke consumptie

(Levensmiddelen — volwitte rijst)

ex 1006 30

Pakistan

Aflatoxinen

20

Spaanse peper (Capsicum annuum), geheel

ex 0904 20 10

Peru

Aflatoxinen en ochratoxine A

10

Spaanse peper (Capsicum annuum), fijngemaakt of gemalen

ex 0904 20 90

(Levensmiddelen — gedroogde specerijen)

 

Korianderblad

ex 0709 90 90

Thailand

Salmonella (6)

10

Basilicum (heilig, zoet)

ex 1211 90 85

Munt

ex 1211 90 85

(Levensmiddelen — verse kruiden)

 

Korianderblad

ex 0709 90 90

Thailand

Residuen van bestrijdingsmiddelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidumethoden op basis van GC-MS en LC-MS of met singleresidumethoden (4)

20

Basilicum (heilig, zoet)

ex 1211 90 85

(Levensmiddelen — verse kruiden)

 

Kousenband (Vigna sesquipedalis)

ex 0708 20 00; ex 0710 22 00

Thailand

Residuen van bestrijdingsmiddelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidumethoden op basis van GC-MS en LC-MS of met singleresidumethoden (4)

50

Aubergines

0709 30 00; ex 0710 80 95

Koolsoorten

0704; ex 0710 80 95

(Levensmiddelenverse, gekoelde of bevroren groenten)

 

Paprika's

0709 60 10; 0709 60 99; 0710 80 51; 0710 80 59

Turkije

Residuen van bestrijdingsmiddelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidumethoden op basis van GC-MS en LC-MS of met singleresidumethoden (8)

10

Courgettes

0709 90 70; ex 0710 80 95

Tomaten

0702 00 00; 0710 80 70

(Levensmiddelen — verse, gekoelde of bevroren groenten)

 

Peren

(Levensmiddelen)

0808 20 10; 0808 20 50

Turkije

Bestrijdingsmiddel: amitraz

10

Gedroogde druiven

(Levensmiddelen)

0806 20

Oezbekistan

Ochratoxine A

50

Grondnoten in de dop

1202 10 90

Vietnam

Aflatoxinen

10

Grondnoten, gedopt

1202 20 00

Pindakaas

2008 11 10

Grondnoten, op andere wijze bereid of verduurzaamd

2008 11 91; 2008 11 96; 2008 11 98

(Diervoeders en levensmiddelen)

 

Spaanse peper (Capsicum annuum), fijngemaakt of gemalen

ex 0904 20 90

Alle derde landen

Soedankleurstoffen

20

Producten van Spaanse peper (kerrie)

0910 91 05

Curcuma longa (kurkuma)

0910 30 00

(Levensmiddelen — gedroogde specerijen)

 

Rode palmolie

ex 1511 10 90

(Levensmiddelen)

 

B.   Definities

In deze bijlage worden onder „Soedan-kleurstoffen” de volgende chemische stoffen verstaan:

i)

Soedan I (CAS-nummer 842-07-9);

ii)

Soedan II (CAS-nummer 3118-97-6);

iii)

Soedan III (CAS-nummer 85-86-9);

iv)

Scarlet Red; of Soedan IV (CAS-nummer 85-83-6).”


(1)  Indien slechts bepaalde onder een GN-code vallende producten hoeven te worden onderzocht en in de goederennomenclatuur geen specifieke onderverdeling voor die code bestaat, is de GN-code aangegeven met „ex” (bijvoorbeeld ex 1006 30: alleen basmatirijst voor rechtstreekse menselijke consumptie).

(2)  De hier bedoelde sporenelementen zijn de sporenelementen die behoren tot de functionele groep verbindingen van sporenelementen als bedoeld in punt 3, onder b), van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29). Zij dienen, ook wanneer zij worden ingevoerd voor gebruik in levensmiddelen, de in deze verordening meer uitgebreide controles te ondergaan.

(3)  Met name residuen van: amitraz, acefaat, aldicarb, benomyl, carbendazim, chloorfenapyr, chloorpyrifos, CS2 (dithiocarbamaten), diafenthiuron, diazinon, dichloorvos, dicofol, dimethoaat, endosulfan, fenamidone, imidacloprid, malathion, methamidofos, methiocarb, methomyl, monocrotofos, omethoaat, oxamyl, profenofos, propiconazool, thiabendazool, thiacloprid.

(4)  Met name residuen van: acefaat, carbaryl, carbendazim, carbofuran, chloorpyrifos, chloorpyrifos-methyl, dimethoaat, ethion, malathion, metalaxyl, methamidofos, methomyl, monocrotofos, omethoaat, profenofos, prothiofos, quinalfos, triadimefon, triazofos, dicrotofos, EPN, triforine.

(5)  Met name residuen van: triazofos, oxydemeton-methyl, chloorpyrifos, acetamiprid, thiamethoxam, clothianidin, methamidofos, acefaat, propargite, monocrotofos.

(6)  Referentiemethode EN/ISO 6579.

(7)  Met name residuen van: carbendazim, cyfluthrine, cyprodinil, diazinon, dimethoaat, ethion, fenitrothion, fenpropathrin, fludioxonil, hexaflumuron, lambda-cyhalothrin, methiocarb, methomyl, omethoaat, oxamyl, fenthoaat, thiofanaat-methyl.

(8)  Met name residuen van: methomyl en oxamyl.


27.11.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 312/14


VERORDENING (EU) Nr. 1100/2010 VAN DE COMMISSIE

van 26 november 2010

houdende afwijking van Verordening (EG) nr. 891/2009, ten aanzien van de invoerrechten voor suiker CXL-concessies met de volgnummers 09.4317, 09.4318, 09.4319 en 09.4320, in het verkoopseizoen 2010/2011

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1), en met name artikel 144, lid 1, en artikel 187, juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De wereldmarktprijzen voor ruwe rietsuiker lagen sinds het begin van het verkoopseizoen 2010/2011 op een constant, hoog niveau. Voorspellingen van de wereldmarktprijzen op basis van de termijnmarkt voor suiker van New York voor maart, mei en juli 2011 wijzen verder op een blijvend hoge wereldmarktprijs.

(2)

De voorspelde EU-suikerbalans voor het verkoopseizoen 2010/2011 vertoont een negatief verschil van 0,2 miljoen ton tussen het gebruik en wat beschikbaar had moeten zijn. Het gecumuleerde negatieve verschil tussen de beschikbaarheid en het gebruik wordt over de laatste twee verkoopseizoenen op 0,6 miljoen ton geraamd, hetgeen zou neerkomen op de laagste eindvoorraden sinds de uitvoering van de hervormingen van 2006. Verdere invoertekorten dreigen het aanbod op de suikermarkt van de Europese Unie te verstoren en de prijs voor suiker op de interne markt van de EU op te drijven.

(3)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 891/2009 van de Commissie van 25 september 2009 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten in de sector suiker (2) geldt voor de invoer van suiker CXL-concessies met de volgnummers 09.4317, 09.4318, 09.4319 en 09.4320 een contingentrecht van 98 euro per ton. Met het oog op de hoge wereldmarktprijzen voor ruwe rietsuiker wordt het invoeren van ruwe rietsuiker voor raffinage tegen een contingentrecht van 98 euro per ton onrendabel, waardoor het aanbod op de Europese markt dreigt te worden verstoord.

(4)

Aangezien deze situatie naar alle waarschijnlijkheid zal voortduren, moet het contingentrecht van 98 euro per ton voor de rest van het verkoopseizoen 2010/2011 worden geschorst. Daarom moet tevens worden bepaald dat alle belanghebbende marktdeelnemers de mogelijkheid krijgen om van 1 december 2010 tot en met 31 augustus 2011 certificaten voor de CXL-concessies tegen nulrecht aan te vragen.

(5)

Invoercertificaten die vóór 1 december 2010 voor de CXL-contingenten zijn afgegeven, moeten geldig blijven onder de voorwaarden die tijdens de aanvraagperiode van toepassing waren. Om hun gerechtvaardigde verwachtingen te beschermen, moeten de betrokken marktdeelnemers echter de mogelijkheid krijgen ongebruikte of gedeeltelijk gebruikte invoercertificaten aan de bevoegde autoriteit terug te geven zonder dat zij daarvoor de bij artikel 15, lid 1, van Verordening (EG) nr. 891/2009 vastgestelde boete hoeven te betalen.

(6)

Het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   In afwijking van artikel 3, lid 1, en artikel 10, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 891/2009, wordt het invoerrecht voor suiker CXL-concessies met de volgnummers 09.4317, 09.4318, 09.4319 en 09.4320 tot en met 31 augustus 2011 tot nul teruggebracht.

2.   Certificaten voor de suiker CXL-concessies die vóór 1 december 2010 zijn afgegeven, mogen verder worden gebruikt onder de voorwaarden die golden toen die certificaten werden aangevraagd. Ook mogen zij worden teruggegeven, en in dat geval wordt de bij artikel 15, lid 1, van Verordening (EG) nr. 891/2009 vastgestelde boete niet opgelegd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 december 2010.

Deze verordening vervalt op 31 augustus 2011.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 november 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 254 van 26.9.2009, blz. 82.


27.11.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 312/16


VERORDENING (EU) Nr. 1101/2010 VAN DE COMMISSIE

van 26 november 2010

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (2), en met name op artikel 138, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

Bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XV, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 27 november 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 november 2010.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

AL

62,4

MA

76,6

MK

45,6

TR

68,6

ZZ

63,3

0707 00 05

EG

140,2

TR

85,3

ZZ

112,8

0709 90 70

MA

71,3

TR

150,7

ZZ

111,0

0805 20 10

MA

64,3

ZZ

64,3

0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90

HR

60,9

IL

71,9

MA

61,9

TR

60,6

UY

58,6

ZZ

62,8

0805 50 10

AR

63,9

MA

68,0

TR

56,9

UY

57,1

ZA

51,7

ZZ

59,5

0808 10 80

AR

74,9

AU

167,9

BR

50,3

CA

113,1

CL

84,2

CN

82,6

CO

50,3

MK

24,7

NZ

137,9

US

89,7

ZA

114,5

ZZ

90,0

0808 20 50

CL

78,3

CN

85,8

ZZ

82,1


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


27.11.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 312/18


VERORDENING (EU) Nr. 1102/2010 VAN DE COMMISSIE

van 26 november 2010

inzake de verkoopprijzen voor granen in reactie op de 1e bijzondere inschrijving in het kader van de bij Verordening (EU) nr. 1017/2010 geopende openbare inschrijving

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name artikel 43, onder f), juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) nr. 1017/2010 van de Commissie (2) is overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2009 van de Commissie van 11 december 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat betreft de aankoop en de verkoop van landbouwproducten in het kader van de openbare interventie (3) een openbare inschrijving geopend voor de verkoop van granen.

(2)

Op grond van artikel 46, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1272/2009 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1017/2010 moet de Commissie op basis van de voor elke bijzondere inschrijving ontvangen inschrijvingen een minimumverkoopprijs vaststellen of besluiten geen minimumverkoopprijs vast te stellen.

(3)

Besloten is dat op grond van de voor de 1e bijzondere inschrijving ontvangen inschrijvingen een minimumverkoopprijs moet worden vastgesteld voor sommige granen en voor sommige lidstaten en dat geen minimumverkoopprijs hoeft te worden vastgesteld voor andere granen en andere lidstaten.

(4)

Om de markt snel een signaal te geven en met het oog op een efficiënt beheer van de maatregel, moet de onderhavige verordening van kracht worden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de 1e bijzondere inschrijving in het kader van de bij Verordening (EU) nr. 1017/2010 geopende openbare inschrijving voor de verkoop van granen, waarvoor de termijn voor de indiening van inschrijvingen op 24 november 2010 is verstreken, wordt de verkoopprijs per graansoort en per lidstaat vastgesteld in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 november 2010.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 293 van 11.11.2010, blz. 41

(3)  PB L 349 van 29.12.2009, blz. 1.


BIJLAGE

Besluiten over verkoop

(EUR/t)

Lidstaat

Minimumverkoopprijs

Zachte tarwe

Gerst

Mais

GN-code 1001 90

GN-code 1003 00

GN-code 1005 90 00

België/Belgique

X

X

X

България

X

X

X

Česká republika

209

X

Danmark

X

X

Deutschland

X

179

X

Eesti

X

171,5

X

Eire/Ireland

X

X

X

Ellάda

X

X

X

España

X

X

X

France

X

X

Italia

X

X

X

Κύproς

X

X

X

Latvija

X

X

X

Lietuva

X

172,2

X

Luxembourg

X

X

X

Magyarország

222,83

X

Malta

X

X

X

Nederland

X

X

X

Österreich

X

179,65

X

Polska

X

X

X

Portugal

X

X

X

România

X

X

X

Slovenija

X

X

X

Slovensko

X

175

X

Suomi/Finland

183

173

X

Sverige

X

175,5

X

United Kingdom

X

178,25

X

(—)

Geen minimumverkoopprijs vastgesteld (alle inschrijvingen afgewezen).

(°)

Geen inschrijvingen.

(X)

Geen granen beschikbaar voor verkoop.

(#)

Niet van toepassing.


BESLUITEN

27.11.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 312/20


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 26 november 2010

tot afwijzing van de door Oostenrijk voorgestelde oplossing overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad met betrekking tot de berekening van het onderdeel „particulier gebruik” van een compensatie voor de grondslag van de btw-middelen die voortvloeit uit de beperking van het recht op btw-aftrek overeenkomstig artikel 176 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 8206)

(Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)

(2010/719/EU, Euratom)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

Gezien Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad van 29 mei 1989 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 10, lid 2,

Na raadpleging van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De compensatie voor de grondslag van de btw-middelen is gebaseerd op artikel 6, lid 4, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89, dat bepaalt dat wanneer een lidstaat van artikel 176 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (2) gebruikmaakt om de uitoefening van de rechten op aftrek te beperken, de grondslag van de btw-middelen kan worden bepaald alsof de uitoefening van het recht op aftrek niet beperkt was. Dit geldt alleen voor de aankoop van personenauto’s en hun brandstof voor zakelijke doeleinden, en uitgaven met betrekking tot het leasen, huren, onderhouden en herstellen van dergelijke auto’s. Oostenrijk heeft een oplossing voorgesteld voor de berekening van het onderdeel „particulier gebruik” van een dergelijke compensatie voor de geharmoniseerde grondslag van de btw-middelen.

(2)

Overeenkomstig artikel 13, lid 3, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 heeft het Raadgevend Comité voor de eigen middelen tijdens zijn bijeenkomst van 26 oktober 2010 de door Oostenrijk voorgestelde oplossing onderzocht. Naar aanleiding van het onderzoek bleek er in het comité een meningsverschil te bestaan. Een ontwerpbesluit houdende afwijzing van de door Oostenrijk voorgestelde oplossing werd voorgelegd aan het Raadgevend Comité voor de eigen middelen, dat hierover op 26 oktober 2010 een positief advies heeft uitgebracht.

(3)

Voor de berekening van het particulier gebruik kunnen bij het ontbreken van concrete gegevens, alternatieve methoden worden gebruikt. Om te kunnen garanderen dat deze methoden bijdragen tot een eenvormige berekening van de compensatie, moeten zij op algemeen aanvaarde veronderstellingen gebaseerd zijn.

(4)

Oostenrijk wil dat belastingplichtigen concrete gegevens over het particulier gebruik van bedrijfswagens beheren. Met het oog op administratieve eenvoud heeft Oostenrijk evenwel een oplossing voorgesteld voor de berekening van het particulier gebruik waarbij gebruik wordt gemaakt van algemene statistische gegevens in combinatie met afschrijvingsregels, die niet specifiek ontworpen zijn om het particulier gebruik te bepalen. Aangezien de voorgestelde oplossing resulteert in een aandeel particulier gebruik dat aanzienlijk lager is dan het aandeel dat door andere lidstaten wordt gebruikt, druist de oplossing in tegen de vereiste eenvormigheid bij de berekening van de compensatie. De door Oostenrijk voorgestelde oplossing met betrekking tot de berekening van het percentage particulier gebruik van bedrijfswagens moet derhalve worden afgewezen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De door Oostenrijk voorgestelde oplossing met betrekking tot de berekening van het percentage particulier gebruik van bedrijfswagens wordt afgewezen.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Republiek Oostenrijk.

Gedaan te Brussel, 26 november 2010.

Voor de Commissie

Janusz LEWANDOWSKI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 155 van 7.6.1989, blz. 9.

(2)  PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1.


27.11.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 312/22


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 26 november 2010

waarbij Portugal wordt gemachtigd om voor de berekening van de btw-grondslag van de eigen middelen gegevens over eerdere jaren dan het voorlaatste te gebruiken

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 8209)

(Slechts de tekst in de Portugese taal is authentiek)

(2010/720/EU, Euratom)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

Gezien Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad van 29 mei 1989 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 4, lid 4, tweede alinea,

Na raadpleging van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Portugal heeft de Commissie verzocht om een machtiging om nationale rekeningen over eerdere jaren dan het voorlaatste te mogen gebruiken voor de berekening van de btw-grondslag van de eigen middelen voor het begrotingsjaar 2009.

(2)

Portugal is niet in staat om de indeling van de handelingen per statistische categorie, zoals bedoeld in artikel 4, lid 4, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89, te baseren op de nationale rekeningen welke betrekking hebben op het voorlaatste jaar dat voorafgaat aan het begrotingsjaar waarvoor de grondslag van de btw-middelen moet worden berekend, omdat slechts de nationale rekeningen met betrekking tot 2006 voldoende gedetailleerd zijn om de berekening van het gewogen gemiddelde tarief voor het begrotingsjaar 2009 mogelijk te maken. Portugal moet derhalve worden gemachtigd om nationale rekeningen met betrekking tot 2006 te gebruiken voor de berekening van het gewogen gemiddelde tarief voor het begrotingsjaar 2009,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Met het oog op de indeling van de handelingen per statistische categorie wordt Portugal gemachtigd om voor de berekening van de btw-grondslag van de eigen middelen voor het begrotingsjaar 2009 gebruik te maken van gegevens die zijn ontleend aan de nationale rekeningen betreffende 2006.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Portugese Republiek.

Gedaan te Brussel, 26 november 2010.

Voor de Commissie

Janusz LEWANDOWSKI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 155 van 7.6.1989, blz. 9.


27.11.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 312/23


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 26 november 2010

inzake de goedkeuring van de rekeningen van bepaalde betaalorganen in Frankrijk betreffende de door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) gefinancierde uitgaven over het begrotingsjaar 2008

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 8220)

(Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek)

(2010/721/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (1), en met name de artikelen 30 en 33,

Na raadpleging van het Comité voor de landbouwfondsen,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Beschikking 2009/373/EG (2) en Besluit 2010/59/EG van de Commissie (3) zijn voor het begrotingsjaar 2008 de rekeningen van alle betaalorganen goedgekeurd, behalve die van het Duitse betaalorgaan „Bayern”, het Griekse betaalorgaan „OPEKEPE”, het Franse betaalorgaan „ODARC” en het Italiaanse betaalorgaan „ARBEA”.

(2)

Nadat nieuwe gegevens zijn verstrekt en aanvullende controles zijn verricht, kan de Commissie nu een besluit nemen waarbij de door het Franse betaalorgaan ODARC ingediende rekeningen betreffende de door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) gefinancierde uitgaven als volledig, juist en waarheidsgetrouw worden aangemerkt.

(3)

Overeenkomstig artikel 30, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 staat dit besluit niet in de weg aan latere besluiten van de Commissie waarbij uitgaven die niet overeenkomstig de communautaire voorschriften blijken te zijn gedaan, alsnog aan communautaire financiering worden onttrokken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De rekeningen van het Franse betaalorgaan „ODARC” betreffende de door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) gefinancierde uitgaven over het begrotingsjaar 2008 worden goedgekeurd.

De bedragen die op grond van dit besluit in het kader van elk programma voor plattelandsontwikkeling moeten worden ingevorderd bij of betaald aan elke lidstaat, met inbegrip van de bedragen die voortvloeien uit de toepassing van artikel 33, lid 8, van Verordening (EG) nr. 1290/2005, worden vastgesteld in de bijlage.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Franse Republiek.

Gedaan te Brussel, 26 november 2010.

Voor de Commissie

Dacian CIOLOŞ

Lid van de Commissie


(1)  PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1.

(2)  PB L 116 van 9.5.2009, blz. 21.

(3)  PB L 34 van 5.2.2010, blz. 26.


BIJLAGE

GOEDKEURING VAN DE REKENINGEN BETREFFENDE DE ELFPO-UITGAVEN (AFGESPLITSTE UITGAVEN) OVER HET BEGROTINGSJAAR 2008 PER PLATTELANDSONTWIKKELINGSPROGRAMMA EN PER MAATREGEL

Bij de lidstaat in te vorderen of aan de lidstaat te betalen bedrag per programma

(in EUR)

CCI

Uitgaven 2008

Correcties

Totaal

Niet-herbruikbare bedragen

Voor het begrotingsjaar 2008 goedgekeurd bedrag

Voor het begrotingsjaar aan de lidstaat gedane tussentijdse betalingen

In het kader van de volgende declaratie bij de lidstaat in te vorderen (–) of aan de lidstaat te betalen (+) bedrag

FR: 2007FR06RPO002

i

ii

iii = i + ii

iv

v = iii – iv

vi

vii = v – vi

112

44 000,00

0,00

44 000,00

0,00

44 000,00

44 000,00

0,00

121

10 111,85

0,00

10 111,85

0,00

10 111,85

10 111,85

0,00

211

6 318 422,42

0,00

6 318 422,42

0,00

6 318 422,42

6 318 422,42

0,00

214

981 609,91

0,00

981 609,91

0,00

981 609,91

978 103,25

3 506,66

Totaal

7 354 144,18

0,00

7 354 144,18

0,00

7 354 144,18

7 350 637,52

3 506,66


27.11.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 312/25


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 26 november 2010

inzake de goedkeuring van de rekeningen van bepaalde betaalorganen in Duitsland en Spanje betreffende de door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) gefinancierde uitgaven over het begrotingsjaar 2009

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 8223)

(Slechts de teksten in de Duitse en de Spaanse taal zijn authentiek)

(2010/722/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (1), en met name de artikelen 30 en 33,

Na raadpleging van het Comité voor de landbouwfondsen,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Besluit 2010/263/EU van de Commissie (2) zijn voor het begrotingsjaar 2009 de rekeningen van alle betaalorganen goedgekeurd, behalve die van de Duitse betaalorganen „Baden-Württemberg”, „Bayern”, „Hessen”, „Rheinland-Pfalz”, „Thüringen”, „IBH” en „Helaba”, de Spaanse betaalorganen „Andalucia” en „Asturias”, het Italiaanse betaalorgaan „ARBEA” en het Roemeense betaalorgaan „PARDF”.

(2)

Nadat nieuwe gegevens zijn verstrekt en aanvullende controles zijn verricht, kan de Commissie nu een besluit nemen waarbij de rekeningen die met betrekking tot de door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) gefinancierde uitgaven zijn ingediend door de Duitse betaalorganen „Baden-Württemberg”, „Hessen”, „IBH”, „Helaba” en „Thüringen” en de Spaanse betaalorganen „Andalucia” en „Asturias”, als volledig, juist en waarheidsgetrouw worden aangemerkt.

(3)

Overeenkomstig artikel 30, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 staat het onderhavige besluit niet in de weg aan latere besluiten van de Commissie waarbij uitgaven die niet overeenkomstig de communautaire voorschriften blijken te zijn gedaan, alsnog aan communautaire financiering worden onttrokken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De rekeningen van de Duitse betaalorganen „Baden-Württemberg”, „Hessen”, „IBH”, „Helaba” en „Thüringen”, en de Spaanse betaalorganen „Andalucia” en „Asturias” betreffende de door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) gefinancierde uitgaven over het begrotingsjaar 2009 worden goedgekeurd.

De bedragen die op grond van dit besluit in het kader van elk programma voor plattelandsontwikkeling moeten worden ingevorderd bij of betaald aan elke lidstaat, met inbegrip van de bedragen die voortvloeien uit de toepassing van artikel 33, lid 8, van Verordening (EG) nr. 1290/2005, worden vastgesteld in de bijlage.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk Spanje.

Gedaan te Brussel, 26 november 2010.

Voor de Commissie

Dacian CIOLOŞ

Lid van de Commissie


(1)  PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1.

(2)  PB L 113 van 6.5.2010, blz. 14.


BIJLAGE

GOEDKEURING VAN DE AFGESPLITSTE UITGAVEN VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2009 PER PROGRAMMA VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING EN PER MAATREGEL

Bij de lidstaat in te vorderen of aan de lidstaat te betalen bedrag per programma

(in EUR)

CCI

Uitgaven 2009

Correcties

Totaal

Niet opnieuw te gebruiken bedragen

Voor het begrotingsjaar 2009 goedgekeurd bedrag

Tussentijdse betalingen aan de lidstaat voor het begrotingsjaar

Via de volgende declaratie bij de lidstaat in te vorderen (–) of aan de lidstaat te betalen (+) bedrag

DE: 2007DE06RPO003

i

ii

iii = i + ii

iv

v = iii – iv

vi

vii = v – vi

114

42 788,89

0,00

42 788,89

0,00

42 788,89

42 788,88

0,01

121

9 408 071,15

0,00

9 408 071,15

0,00

9 408 071,15

9 408 071,14

0,01

123

3 398 353,10

0,00

3 398 353,10

0,00

3 398 353,10

3 398 353,10

0,00

125

4 271 671,28

0,00

4 271 671,28

0,00

4 271 671,28

4 271 671,27

0,01

211

5 191 035,83

0,00

5 191 035,83

0,00

5 191 035,83

5 191 035,83

0,00

212

11 432 574,31

0,00

11 432 574,31

0,00

11 432 574,31

11 432 573,79

0,52

213

32 477,37

0,00

32 477,37

0,00

32 477,37

32 477,37

0,00

214

37 576 392,38

0,00

37 576 392,38

0,00

37 576 392,38

37 577 252,41

– 860,03

221

997,05

0,00

997,05

0,00

997,05

997,05

0,00

224

284 637,39

0,00

284 637,39

0,00

284 637,39

284 637,39

0,00

225

1 094 034,14

0,00

1 094 034,14

0,00

1 094 034,14

1 094 157,10

– 122,96

227

386 389,96

0,00

386 389,96

0,00

386 389,96

386 389,96

0,00

311

1 589 904,79

0,00

1 589 904,79

0,00

1 589 904,79

1 589 904,78

0,01

312

30 626,80

0,00

30 626,80

0,00

30 626,80

30 626,80

0,00

313

263 757,83

0,00

263 757,83

0,00

263 757,83

263 757,83

0,00

323

4 785 556,40

0,00

4 785 556,40

0,00

4 785 556,40

4 681 650,28

103 906,12

331

148 195,46

0,00

148 195,46

0,00

148 195,46

148 195,45

0,01

341

733 316,92

0,00

733 316,92

0,00

733 316,92

733 316,91

0,01

413

47 261,93

0,00

47 261,93

0,00

47 261,93

47 261,92

0,01

511

1 324 948,08

0,00

1 324 948,08

0,00

1 324 948,08

1 324 948,07

0,01

Totaal

82 042 991,06

0,00

82 042 991,06

0,00

82 042 991,06

81 940 067,33

102 923,73

DE: 2007DE06RPO010

i

ii

iii = i + ii

iv

v = iii – iv

vi

vii = v – vi

121

5 903 008,83

0,00

5 903 008,83

0,00

5 903 008,83

5 903 010,64

–1,81

123

254 179,00

0,00

254 179,00

0,00

254 179,00

254 179,00

0,00

125

1 194 378,41

0,00

1 194 378,41

0,00

1 194 378,41

1 194 378,53

–0,12

212

10 738 675,14

0,00

10 738 675,14

0,00

10 738 675,14

10 736 716,41

1 958,73

214

11 139 893,88

0,00

11 139 893,88

0,00

11 139 893,88

11 135 531,55

4 362,33

227

1 254 764,20

0,00

1 254 764,20

0,00

1 254 764,20

1 254 764,46

–0,26

311

230 760,90

0,00

230 760,90

0,00

230 760,90

230 760,92

–0,02

312

46 477,00

0,00

46 477,00

0,00

46 477,00

46 477,00

0,00

313

41 065,00

0,00

41 065,00

0,00

41 065,00

41 065,00

0,00

321

40 941,00

0,00

40 941,00

0,00

40 941,00

40 941,00

0,00

322

1 271 621,00

0,00

1 271 621,00

0,00

1 271 621,00

1 271 621,00

0,00

323

71 823,00

0,00

71 823,00

0,00

71 823,00

71 823,00

0,00

341

2 400,00

0,00

2 400,00

0,00

2 400,00

2 400,00

0,00

413

743 967,00

0,00

743 967,00

0,00

743 967,00

743 967,50

–0,50

431

184 676,00

0,00

184 676,00

0,00

184 676,00

184 676,00

0,00

511

200 206,02

0,00

200 206,02

0,00

130 395,72

200 206,03

–69 810,31

Totaal

33 318 836,38

0,00

33 318 836,38

0,00

33 318 836,38

33 312 518,04

6 318,34

DE: 2007DE06RPO023

i

ii

iii = i + ii

iv

v = iii – iv

vi

vii = v – vi

111

436 988,24

0,00

436 988,24

0,00

436 988,24

436 988,24

0,00

114

87 377,25

0,00

87 377,25

0,00

87 377,25

87 377,25

0,00

121

5 830 296,65

0,00

5 830 296,65

0,00

5 830 296,65

5 830 296,64

0,01

123

1 841 508,62

0,00

1 841 508,62

0,00

1 841 508,62

1 841 508,61

0,01

125

6 419 767,85

0,00

6 419 767,85

0,00

6 419 767,85

6 419 767,85

0,00

126

1 678 178,63

0,00

1 678 178,63

0,00

1 678 178,63

1 678 178,63

0,00

212

15 310 072,86

0,00

15 310 072,86

0,00

15 310 072,86

15 310 072,85

0,01

214

18 704 629,38

0,00

18 704 629,38

0,00

18 704 629,38

18 704 629,37

0,01

221

721 124,67

0,00

721 124,67

0,00

721 124,67

721 124,67

0,00

227

2 266 339,56

0,00

2 266 339,56

0,00

2 266 339,56

2 266 339,57

–0,01

311

1 358 229,41

0,00

1 358 229,41

0,00

1 358 229,41

1 358 229,41

0,00

313

205 622,04

0,00

205 622,04

0,00

205 622,04

205 622,04

0,00

321

4 064 300,00

0,00

4 064 300,00

0,00

4 064 300,00

4 064 300,00

0,00

322

6 547 891,93

0,00

6 547 891,93

0,00

6 547 891,93

6 547 891,93

0,00

323

953 717,71

0,00

953 717,71

0,00

953 717,71

953 717,70

0,01

331

1 111,50

0,00

1 111,50

0,00

1 111,50

1 111,50

0,00

341

34 770,11

0,00

34 770,11

0,00

34 770,11

34 770,11

0,00

411

1 530 160,00

0,00

1 530 160,00

0,00

1 530 160,00

1 530 160,00

0,00

413

2 822 171,91

0,00

2 822 171,91

0,00

2 822 171,91

2 822 171,91

0,00

431

791 769,18

0,00

791 769,18

0,00

791 769,18

791 769,18

0,00

511

1 515 573,70

0,00

1 515 573,70

0,00

1 515 573,70

1 515 573,69

0,01

Totaal

73 121 601,20

0,00

73 121 601,20

0,00

73 121 601,20

73 121 601,15

0,05

ES: 2007ES06RPO001

i

ii

iii = i + ii

iv

v = iii – iv

vi

vii = v – vi

112

430 020,11

0,00

430 020,11

0,00

430 020,11

430 020,09

0,02

113

379 771,01

0,00

379 771,01

0,00

379 771,01

379 771,79

–0,78

121

1 947 755,93

0,00

1 947 755,93

0,00

1 947 755,93

1 947 755,88

0,05

123

2 214 238,82

0,00

2 214 238,82

0,00

2 214 238,82

2 214 238,82

0,00

125

4 318 218,57

0,00

4 318 218,57

0,00

4 318 218,57

4 318 218,55

0,02

132

2 275 057,77

0,00

2 275 057,77

0,00

2 275 057,77

2 275 057,71

0,06

133

333 590,00

0,00

333 590,00

0,00

333 590,00

333 590,01

–0,01

211

9 543 191,93

0,00

9 543 191,93

0,00

9 543 191,93

9 543 206,61

–14,68

212

3 707 946,19

0,00

3 707 946,19

0,00

3 707 946,19

3 707 951,22

–5,03

214

46 444 177,05

0,00

46 444 177,05

0,00

46 444 177,05

46 444 167,44

9,61

221

13 026 236,41

0,00

13 026 236,41

0,00

13 026 236,41

13 026 231,88

4,53

511

201 308,14

0,00

201 308,14

0,00

201 308,14

201 308,13

0,01

Totaal

84 821 511,93

0,00

84 821 511,93

0,00

84 821 511,93

84 821 518,13

–6,20

ES: 2007ES06RPO003

i

ii

iii = i + ii

iv

v = iii – iv

vi

vii = v – vi

113

12 149 430,02

0,00

12 149 430,02

0,00

12 149 430,02

12 149 387,22

42,80

122

549 228,56

0,00

549 228,56

0,00

549 228,56

549 228,48

0,08

123

5 023 729,94

0,00

5 023 729,94

0,00

5 023 729,94

5 023 729,77

0,17

125

2 104 510,51

0,00

2 104 510,51

0,00

2 104 510,51

2 104 510,50

0,01

211

6 745 526,78

0,00

6 745 526,78

0,00

6 745 526,78

6 745 521,06

5,72

212

101 797,64

0,00

101 797,64

0,00

101 797,64

101 797,49

0,15

213

637 059,69

0,00

637 059,69

0,00

637 059,69

637 058,09

1,60

214

4 593 774,02

0,00

4 593 774,02

0,00

4 593 774,02

4 593 773,91

0,11

223

1 120 606,68

0,00

1 120 606,68

0,00

1 120 606,68

1 120 606,65

0,03

226

2 819 297,06

0,00

2 819 297,06

0,00

2 819 297,06

2 819 297,02

0,04

227

522 693,17

0,00

522 693,17

0,00

522 693,17

522 693,14

0,03

Totaal

36 367 654,07

0,00

36 367 654,07

0,00

36 367 654,07

36 367 603,33

50,74


27.11.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 312/30


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 26 november 2010

tot verlenging van de geldigheidsduur van Beschikking 2005/359/EG houdende afwijking van bepaalde bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad ten aanzien van stammen van eikenhout (Quercus L.) met bast, van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 8229)

(2010/723/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (1), en met name artikel 15, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens Richtlijn 2000/29/EG mogen stammen van eikenhout (Quercus L.) met bast (hierna „de stammen” genoemd), van oorsprong uit de Verenigde Staten, in beginsel niet in de Unie worden binnengebracht wegens het risico van de insleep van Ceratocystis fagacearum (Bretz) Hunt., de oorzaak van eikenverwelking.

(2)

Beschikking 2005/359/EG van de Commissie (2) machtigt de lidstaten onder specifieke voorwaarden te voorzien in afwijkingen van artikel 5, lid 1, van Richtlijn 2000/29/EG en van artikel 13, lid 1, onder i), derde streepje, van die richtlijn ten aanzien van bijlage IV, deel A, rubriek I, punt 3, bij die richtlijn wat stammen van oorsprong uit de Verenigde Staten betreft. Die beschikking verstrijkt op 31 december 2010.

(3)

Aangezien de omstandigheden die die machtiging rechtvaardigden, nog steeds van toepassing zijn en er geen nieuwe gegevens beschikbaar zijn die aanleiding geven tot herziening van de specifieke voorwaarden, moet de machtiging worden verlengd.

(4)

Op grond van de ervaring met de toepassing van Beschikking 2005/359/EG is het dienstig dat de machtiging met 10 jaar wordt verlengd.

(5)

De lidstaten die gebruikmaken van de afwijking moeten jaarlijks aan de Commissie en de andere lidstaten verslag uitbrengen over de toepassing daarvan, om het Permanent Plantenziektekundig Comité in staat te stellen te bekijken of dit besluit correct wordt uitgevoerd.

(6)

Beschikking 2005/359/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In Beschikking 2005/359/EG worden de artikelen 10 en 11 vervangen door:

„Artikel 10

De lidstaten die gebruik hebben gemaakt van de in artikel 1 vastgestelde afwijking brengen uiterlijk 30 juni van elk jaar voor de voorafgaande periode tussen 1 mei en 30 april aan de Commissie en de andere lidstaten verslag uit over de toepassing daarvan.

Het verslag bevat bijzonderheden over de ingevoerde hoeveelheden.

Artikel 11

Dit besluit verstrijkt op 31 december 2020.”

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 26 november 2010.

Voor de Commissie

John DALLI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1.

(2)  PB L 114 van 4.5.2005, blz. 14.


27.11.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 312/31


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 26 november 2010

betreffende het standpunt van de Europese Unie over de wijzigingen in bijlage 6 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten

(2010/724/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Besluit 2002/309/EG, Euratom van de Raad en, wat betreft de overeenkomst inzake Wetenschappelijke en Technologische Samenwerking, van de Commissie van 4 april 2002 betreffende de sluiting van zeven overeenkomsten met de Zwitserse Bondsstaat (1), en met name artikel 5, lid 2, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten (2) (hierna „de landbouwovereenkomst” genoemd) is op 1 juni 2002 in werking getreden.

(2)

Bij artikel 6 van de landbouwovereenkomst is een Gemengd Landbouwcomité opgericht dat is belast met het beheer van de overeenkomst en het toezicht op de goede werking ervan.

(3)

Artikel 11 van de landbouwovereenkomst stelt het Gemengd Comité in staat de bijlagen en aanhangsels van de bijlagen bij de overeenkomst door middel van een besluit te wijzigen.

(4)

Het Gemengd Comité heeft onlangs besloten om de artikelen 2 en 3 en de aanhangsels 1 tot en met 4 van bijlage 6 bij de landbouwovereenkomst te wijzigen.

(5)

Artikel 5, lid 2, van Besluit 2002/309/EG bepaalt dat de Commissie bij de vaststelling van het standpunt van de Unie over een besluit van het Gemengd Comité tot wijziging van bijlage 6 bij de landbouwovereenkomst de in de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van de Raad (3) vastgestelde procedure moet volgen. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 1 van Besluit 66/399/EEG van de Raad (4) ingestelde Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw.

(6)

Het door de Commissie in het Gemengd Landbouwcomité in te nemen standpunt van de Europese Unie betreffende de wijzigingen in bijlage 6 bij de landbouwovereenkomst moet bij dit besluit worden vastgesteld.

(7)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt van de Europese Unie dat de Commissie moet innemen in het Gemengd Landbouwcomité dat is opgericht bij artikel 6 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten, is gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerp-besluit van het Gemengd Landbouwcomité.

Artikel 2

Het besluit van het Gemengd Landbouwcomité wordt na goedkeuring bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 26 november 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 114 van 30.4.2002, blz. 1.

(2)  PB L 114 van 30.4.2002, blz. 132.

(3)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(4)  PB 125 van 11.7.1966, blz. 2289/66.


BIJLAGE

Voorstel voor

BESLUIT Nr. …/2010 VAN HET BIJ DE OVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE ZWITSERSE BONDSSTAAT INZAKE DE HANDEL IN LANDBOUWPRODUCTEN OPGERICHTE GEMENGD LANDBOUWCOMITÉ

van …

betreffende de wijzigingen in bijlage 6

(…/…/…)

HET GEMENGD LANDBOUWCOMITÉ,

Gezien de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten, en met name artikel 11,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De overeenkomst is op 1 juni 2002 in werking getreden.

(2)

Bijlage 6 heeft betrekking op zaaizaad van landbouwgewassen, groentegewassen, fruitgewassen, siergewassen en wijnstokken. Bijlage 6 wordt aangevuld met vier aanhangsels.

(3)

De aanhangsels van bijlage 6 zijn een eerste maal vervangen bij Besluit nr. 4/2004 van het Gemengd Landbouwcomité, dat als bijlage is opgenomen bij Besluit 2004/660/EG van de Commissie (1).

(4)

Aanhangsel 1, deel 1, heeft betrekking op de voorschriften van beide partijen en erkent dat de in deze voorschriften vastgestelde voorwaarden dezelfde effecten hebben.

(5)

Aanhangsel 2 bevat een lijst met de instanties van de partijen die belast zijn met de controle en de certificering van zaaizaad.

(6)

In aanhangsel 3 worden de door de Europese Unie en Zwitserland geaccepteerde afwijkende regelingen vermeld.

(7)

In aanhangsel 4 worden de door beide partijen erkende derde landen vermeld waaruit zaaizaad mag worden ingevoerd. Bovendien worden de gewassen en de reikwijdte van de erkenning gepreciseerd.

(8)

De partijen zijn van oordeel dat een vereenvoudiging van aanhangsel 2 met de in artikel 2, lid 3, en artikel 3, lid 1, vermelde instanties moet worden doorgevoerd.

(9)

De partijen zijn van oordeel dat hun respectieve wettelijke bepalingen inzake teeltmateriaal voor wijnstokken dezelfde effecten hebben.

(10)

De partijen hebben zich ertoe verbonden om ervoor te zorgen dat de grenscontroles voor zaaizaad van de soorten waarvoor de partijen de conformiteit van hun voorschriften, vermeld in aanhangsel 1, deel 1, hebben erkend, worden afgeschaft.

(11)

Sinds de inwerkingtreding op 1 juli 2004 van voornoemd besluit nr. 4 zijn de in de aanhangsels 1, 3 en 4 vermelde wettelijke bepalingen van de partijen gewijzigd op gebieden die de overeenkomst betreffen.

(12)

Ingevolge de uitbreiding van de Europese Unie moeten de lijsten van de door beide partijen erkende derde landen worden gewijzigd.

(13)

Daarom moeten de artikelen 2 en 3 en de aanhangsels 1 tot en met 4 van bijlage 6 worden gewijzigd om rekening te houden met deze veranderingen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 2, lid 3, wordt vervangen door:

„3.   De nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de toepassing van de wetgeving worden vermeld in aanhangsel 2. Een regelmatig bijgewerkte lijst met de voor de conformiteitscontroles verantwoordelijke instanties kan worden verkregen bij de in aanhangsel 2 genoemde autoriteiten.”.

Artikel 2

Artikel 3, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   Elke partij erkent voor zaaizaad van de soorten als bedoeld in de in aanhangsel 1, deel 2, vermelde voorschriften de in lid 2 omschreven certificaten die door de in artikel 2, lid 3, vermelde instanties zijn opgesteld overeenkomstig de voorschriften van de andere partij.”.

Artikel 3

De aanhangsels van bijlage 6 bij de overeenkomst worden vervangen door de bij dit besluit gevoegde teksten van de aanhangsels.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011.

Gedaan te Brussel, …

Voor het Gemengd Landbouwcomité

De voorzitter en het hoofd van de delegatie van de Europese Unie

Paul VAN GELDORP

Het hoofd van de Zwitserse delegatie

Jacques CHAVAZ

De secretaris van het Comité

Malgorzata SLIWINSKA-KLENNER

Aanhangsel 1

VOORSCHRIFTEN  (2)

Deel 1 (erkenning van de onderlinge conformiteit van de voorschriften)

A.   VOORSCHRIFTEN VAN DE UNIE

1.   Basisteksten

Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2298/66).

Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2309/66).

Richtlijn 68/193/EEG van de Raad van 9 april 1968 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken (PB L 93 van 17.4.1968, blz. 15).

Richtlijn 2002/53/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 1).

Richtlijn 2002/54/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 12).

Richtlijn 2002/56/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 60).

Richtlijn 2002/57/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 74).

2.   Uitvoeringsbesluiten

Beschikking 80/755/EEG van de Commissie van 17 juli 1980 houdende machtiging om de voorgeschreven gegevens op de verpakkingen van zaaigranen te vermelden (PB L 207 van 9.8.1980, blz. 37).

Beschikking 81/675/EEG van de Commissie van 28 juli 1981 houdende vaststelling dat bepaalde sluitingssystemen „sluitingssystemen die niet opnieuw kunnen worden gebruikt” zijn in de zin van de Richtlijnen 66/400/EEG, 66/401/EEG, 66/402/EEG, 69/208/EEG en 70/458/EEG van de Raad (PB L 246 van 29.8.1981, blz. 26).

Richtlijn 93/17/EEG van de Commissie van 30 maart 1993 tot vaststelling van communautaire klassen voor basispootgoed van aardappelen en van de daarvoor geldende eisen en aanduidingen (PB L 106 van 30.4.1993, blz. 7).

Beschikking 97/125/EG van de Commissie van 24 januari 1997 houdende machtiging om de voorgeschreven gegevens onuitwisbaar aan te brengen op de verpakkingen van zaaizaad van olie- en vezelgewassen en tot wijziging van Beschikking 87/309/EEG houdende machtiging om de voorgeschreven gegevens onuitwisbaar aan te brengen op de verpakkingen van zaaizaad van bepaalde soorten van voedergewassen (PB L 48 van 19.2.1997, blz. 35).

Beschikking 2003/17/EG van de Raad van 16 december 2002 betreffende de gelijkwaardigheid van in derde landen verrichte veldkeuringen van gewassen voor de teelt van zaaizaad en de gelijkwaardigheid van in derde landen voortgebracht zaaizaad (PB L 8 van 14.1.2003, blz. 10).

Richtlijn 2003/90/EG van de Commissie van 6 oktober 2003 houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van Richtlijn 2002/53/EG van de Raad met betrekking tot de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouwgewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek (PB L 254 van 8.10.2003, blz. 7).

Beschikking 2004/266/EG van de Commissie van 17 maart 2004 houdende machtiging om de voorgeschreven gegevens onuitwisbaar aan te brengen op de verpakkingen van zaaizaad van voedergewassen (PB L 83 van 20.3.2004, blz. 23).

Richtlijn 2004/29/EG van de Commissie van 4 maart 2004 de vaststelling van de kenmerken en de minimumeisen voor het onderzoek van de wijnstokrassen (PB L 71 van 10.3.2004, blz. 22).

Beschikking 2004/842/EG van de Commissie van 1 december 2004 tot vaststelling van uitvoeringsregels volgens welke de lidstaten toestemming kunnen geven voor het in de handel brengen van zaai- of pootgoed van rassen waarvoor de opname in de nationale rassenlijst voor landbouw- of groentegewassen is aangevraagd (PB L 362 van 9.12.2004, blz. 21).

Beschikking 2005/834/EG van de Raad van 8 november 2005 over de gelijkwaardigheid van in bepaalde derde landen verrichte controles op de instandhouding van rassen en tot wijziging van Beschikking 2003/17/EG (PB L 312 van 29.11.2005, blz. 51).

Richtlijn 2006/47/EG van de Commissie van 23 mei 2006 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden met betrekking tot de aanwezigheid van Avena fatua in zaaigranen (PB L 136 van 24.5.2006, blz. 18).

Richtlijn 2008/124/EG van de Commissie van 18 december 2008 waarbij de handel in zaaizaad van sommige soorten groenvoedergewassen, oliehoudende planten en vezelgewassen wordt beperkt tot zaaizaad dat officieel als „basiszaad” of als „gecertificeerd zaad” is goedgekeurd (PB L 340 van 19.12.2008, blz. 73).

Verordening (EG) nr. 637/2009 van de Commissie van 22 juli 2009 tot vaststelling van nadere bepalingen betreffende de geschiktheid van rasbenamingen voor landbouw- en groentegewassen (PB L 191 van 23.7.2009, blz. 10).

B.   VOORSCHRIFTEN VAN ZWITSERLAND (3)

Loi fédérale du 29 avril 1998 sur l’agriculture (RS 910.1).

Ordonnance du 7 décembre 1998 sur la production et la mise en circulation du matériel végétal de multiplication (RS 916 151).

Ordonnance du DFE du 7 décembre 1998 sur les semences et les plants des espèces de grandes cultures et de plantes fourragères (RS 916 151.1)

Ordonnance de l’OFAG du 7 décembre 1998 sur le catalogue des variétés de céréales, de pommes de terre, de plantes fourragères, de plants oléagineuses et à fibres ainsi que de betteraves (RS 916 151.6).

Ordonnance du DFE du 2 novembre 2006 sur la production et la mise en circulation du matériel végétal de multiplication (RS 916 151.3).

Deel 2 (wederzijdse erkenning van certificaten)

A.   VOORSCHRIFTEN VAN DE UNIE

1.   Basisteksten

2.   Uitvoeringsbesluiten

B.   VOORSCHRIFTEN VAN ZWITSERLAND

C.   BIJ INVOER VEREISTE CERTIFICATEN

Aanhangsel 2

IN ARTIKEL 2, LID 3, VERMELDE AUTORITEITEN

A.   EUROPESE UNIE

BELGIË

Bureau de Coordination Agricole/Landbouwbureau

BCA/LB

Rue du Progrès 50/Vooruitgangstraat 50

City Atrium, 6ème étage/6de verdieping

1210 BRUXELLES/BRUSSEL

e-mail: BCA-LB-COORD@spw.wallonie.be

BULGARIJE

Executive Agency of Variety Testing,

Field Inspection and Seed Control

125, Tzarigradsko Shosse Blvd.

1113 Sofia

BULGARIA

Tel. + 359 2 870 03 75

Fax 359 2 870 65 17

e-mail: iasas@iasas.government.bg

TSJECHIË

Central Institute for Supervising and Testing in Agriculture (Ústřední kontrolní a zkušební ústav zemědělský)

Division of Seed Materials and Planting Stock (Odbor osiv a sadby)

Za Opravnou 4

CZ-150 06 Praha 5 - Motol

DENEMARKEN

Ministry of Food, Agriculture and Fisheries

Plant Directorate

Skovbrynet 20

DK-2800 Kgs. Lyngby

Tel. + 45 45 26 36 00

Fax 45 45 26 36 10

e-mail: meb@pdir.dk

DUITSLAND

Bundessortenamt

Osterfelddamm 80

30627 Hannover

Tel. + 49511-9566-50

Fax 49511 9566-9600

e-mail: BSA@bundessortenamt.de

ESTLAND

Agricultural Board

Teaduse 2

Saku 75501 Harju county

ESTONIA

General fax 372 6712 604

GRIEKENLAND

Ministry of Rural Development and Food

Directorate of Plant Production Inputs

6, Kapnokoptiriou Str

Athens 10433

Greece

Tel. + 302102124199,

Fax 302102124137

e-mail: ax2u017@minagric.gr

SPANJE

Oficina Española de Variedades Vegetales

Ministerio de Medio Ambiente y Medio Rural y Marino

c/Alfonso XII, 62

28014 Madrid

Tel. + 34913476659

Fax 34913476703

FRANKRIJK

GNIS-Service Officiel de Contrôle et de Certification

44, rue du Louvre

F - 75001 PARIS

Tel. + 33 (0) 1 42 33 76 93

Fax 33 (0) 1 40 28 40 16

IERLAND

Department of Agriculture, Fisheries and Food

Seed Certification Division

Backweston Farm

Leixlip

Co. Kildare

Republic of Ireland

Tel. + 353 1 6302900

Fax 353 1 6280634

ITALIË

Ente Nazionale Sementi Elette (ENSE),

Via Ugo Bassi

N. 8 20159 MILAN

ITALY

e-mail: aff-gen@ense.it

CYPRUS

Ministry of Agriculture

Natural Resources and Environment,

Department of Agriculture

Email address: doagrg@da.moa.gov.cy

Tel. 00357 22 466249

Fax 00357 22 343419

LETLAND

State Plant Protection Service

Seed Control Department

Lielvardes street 36/38

Riga, LV - 1006

Tel. + 371-67113262

Fax 371-67113085

e-mail: info@vaad.gov.lv

LITOUWEN

Ministry of Agriculture

State Seed and Grain Service

Ozo 4A,

LT-08200 Vilnius

Tel./Fax (+ 370 5) 2375631

LUXEMBURG

Ministère de l'Agriculture

Administration des Services Techniques de l'Agriculture

Service de la Production Végétale

BP 1904

L-1019 Luxembourg

Tel. + 352-457172-234

Fax 352-457172-341

HONGARIJE

Central Agricultural Office

Directorate of Plant Production and Horticulture

1024 Budapest

Keleti Károly u. 24.

HUNGARY

Tel. + 36 06 1 336 9114

Fax 36 06 1 336 9011

MALTA

Ministry for Resources and Rural Affairs

Plant Health Department

Seeds and other Propagation Material Unit

National Research and Development Centre

Għammieri, Marsa MRS 3300

MALTA

Tel. + 356 25904153

Fax 356 25904120.

e-mail: spmu.mrra@gov.mt

NEDERLAND

Ministry of Agriculture, Nature and Food Quality

postbox 20401

2500 EK The Hague Netherlands

Tel. + 31 70 3785776

Fax 31 70 3786156

OOSTENRIJK

Federal Office for Food Safety (Bundesamt für Ernährungssicherheit),

Seed Certification Department

Spargelfeldstraße 191

A-1220 Vienna

Tel. + 43 50555 31121

Fax 43 50555 34808

e-mail: saatgut@baes.gv.at

POLEN

Plant Health and Seed Inspection Service

General Inspectorate

Al. Jana Pawła II 11, 00-828 Warszawa

Tel. 22 652-92-90, 22 620-28-24, 22 620-28-25

Fax 22 654-52-21

email: gi@piorin.gov.pl

PORTUGAL

Direcção-Geral de Agricultura e Desenvolvimento Rural

Direcção de Serviços de Fitossanidade e de Materiais de Propagação de Plantas

Edifício 1, Tapada da Ajuda

1349-018 Lisboa

Phone: + 351 21 361 20 00

Fax 351 21 361 32 77/22

ROEMENIË

National Inspection for Quality of Seeds

Ministry of Agriculture and Rural Development

24 Blvd. Carol I, 70044 Bucharest

Romania

Tel. + 40 21 3078663

Fax 40 21 3078663

Email: incs@madr.ro

SLOVENIË

Ministry for Agriculture,

Forestry and Food

Phytosanitary Administration of the Republic of Slovenia

Einspielerjeva 6

1000 Ljubljana

SLOWAKIJE

Seed inspection and certification body of the Slovak Republic

Ústredný kontrolný a skúšobný ústav poľnohospodársky v Bratislave (UKSUP),

odbor osív a sadív

Central Controlling and Testing Institute in Agriculture in Braislava,

Department of Seeds and Planting Materials

Matúškova 21

833 16 Bratislava

Slovenská Republika

Tel. + 421259880255

FINLAND

Ministry of Agriculture and Forestry

Department of Food and Health

PO Box 30

FI - 00023 GOVERNMENT

FINLAND

Tel. + 358-9-16001

Fax + 358-9-1605 3338

email: elo.kirjaamo@mmm.fi

ZWEDEN

Swedish Board of Agriculture (Jordbruksverket)

Seed Division

Box 83

SE-268 22 Svalöv

SWEDEN

Fax 46 - (0)36 - 15 83 08

e-mail: utsadeskontroll@jordbruksverket.se

VERENIGD KONINKRIJK

Food and Environment Research Agency

Seed Certification Team

Whitehouse Lane, Huntingdon Road

Cambridge CB3 0LF

Tel. + 44(0)1223 342379

Fax 44(0)1223 342386

e-mail: seed.cert@fera.gsi.gov.uk

B.   ZWITSERLAND

Federal Office for Agriculture FOAG

Certification, Plant Health and Variety Rights Service

CH - 3003 Bern

Tel. (41) 31 322 25 50

Fax (41) 31 322 26 34

Aanhangsel 3

AFWIJKENDE REGELINGEN

Door Zwitserland geaccepteerde afwijkende regelingen van de Europese Unie  (4)

a)

Beschikkingen tot vrijstelling van bepaalde lidstaten van de toepassing, ten aanzien van bepaalde gewassen, van de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 68/193/EEG, 2002/54/EG en 2002/57/EG van de Raad betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen, granen, wijnstokken, bieten en oliehoudende planten en vezelgewassen:

Beschikking 69/270/EEG van de Commissie (PB L 220 van 1.9.1969, blz. 8)

Beschikking 69/271/EEG van de Commissie (PB L 220 van 1.9.1969, blz. 9)

Beschikking 69/272/EEG van de Commissie (PB L 220 van 1.9.1969, blz. 10)

Beschikking 70/47/EEG van de Commissie (PB L 13 van 19.1.1970, blz. 26)

Beschikking 70/48/EEG van de Commissie (PB L 13 van 19.1.1970, blz. 27)

Beschikking 70/49/EEG van de Commissie (PB L 13 van 19.1.1970, blz. 28)

Beschikking 70/93/EEG van de Commissie (PB L 25 van 2.2.1970, blz. 16)

Beschikking 70/94/EEG van de Commissie (PB L 25 van 2.2.1970, blz. 17)

Beschikking 70/481/EEG van de Commissie (PB L 237 van 28.10.1970, blz. 29)

Beschikking 73/123/EEG van de Commissie (PB L 145 van 2.6.1973, blz. 43)

Beschikking 74/5/EEG van de Commissie (PB L 12 van 15.1.1974, blz. 13)

Beschikking 74/360/EEG van de Commissie (PB L 196 van 19.7.1974, blz. 18)

Beschikking 74/361/EEG van de Commissie (PB L 196 van 19.7.1974, blz. 19)

Beschikking 74/362/EEG van de Commissie (PB L 196 van 19.7.1974, blz. 20)

Beschikking 74/491/EEG van de Commissie (PB L 267 van 3.10.1974, blz. 18)

Beschikking 74/532/EEG van de Commissie (PB L 299 van 7.11.1974, blz. 14)

Beschikking 80/301/EEG van de Commissie (PB L 68 van 14.3.1980, blz. 30)

Beschikking 80/512/EEG van de Commissie (PB L 126 van 21.5.1980, blz. 15)

Beschikking 86/153/EEG van de Commissie (PB L 115 van 3.5.1986, blz. 26)

Beschikking 89/101/EEG van de Commissie (PB L 38 van 10.2.1989, blz. 37)

Beschikking 2005/325/EG van de Commissie (PB L 109 van 29.4.2005, blz. 1)

Beschikking 2005/886/EG van de Commissie (PB L 326 van 13.12.2005, blz. 39)

Beschikking 2005/931/EG van de Commissie (PB L 340 van 23.12.2005, blz. 67)

Beschikking 2008/462/EG van de Commissie (PB L 160 van 19.6.2008, blz. 33).

b)

Beschikkingen tot machtiging van sommige lidstaten om de handel in zaaizaad van bepaalde rassen te beperken (zie de gemeenschappelijke rassenlijst van landbouwgewassen, 28e volledige uitgave, kolom 4 (PB C 302 A van 12.12.2009, blz.1)).

c)

Beschikkingen tot machtiging van sommige lidstaten om strengere maatregelen te nemen met betrekking tot de aanwezigheid van Avena fatua in zaaigranen:

Beschikking 74/269/EEG van de Commissie (PB L 141 van 24.5.1974, blz. 20)

Beschikking 74/531/EEG van de Commissie (PB L 299 van 7.11.1974, blz. 13)

Beschikking 95/75/EG van de Commissie (PB L 60 van 18.3.1995, blz. 30)

Beschikking 96/334/EG van de Commissie (PB L 127 van 25.5.1996, blz. 39)

Beschikking 2005/200/EG van de Commissie (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 19).

d)

Beschikking tot machtiging van sommige lidstaten om, wat de handel in pootaardappelen betreft, voor hun gehele grondgebied of een gedeelte daarvan ten aanzien van bepaalde ziekten strengere maatregelen toe te passen dan op grond van de bijlagen I en II van Richtlijn 2002/56/EG van de Raad is vereist:

Beschikking 2004/3/EG van de Commissie (PB L 2 van 6.1.2004, blz. 47).

e)

Beschikking tot machtiging om ook op basis van de uitkomsten van tests van zaaizaad en zaailingen te beoordelen of voor zaaizaad van één kloon afkomstige apomictische rassen van Poa pratensis aan de raszuiverheidsnormen is voldaan:

Beschikking 85/370/EEG van de Commissie (PB L 209 van 6.8.1985, blz. 41).

f)

Beschikking tot vrijstelling van het Verenigd Koninkrijk van bepaalde verplichtingen om de Richtlijnen 66/402/EEG en 2002/57/EG van de Raad toe te passen ten aanzien van Avena strigosa Schreb.

Beschikking 2009/786/EG van de Commissie van 26 oktober 2009 (PB L 281 van 28.10.2009, blz. 5).

g)

Besluit tot vrijstelling van Letland van bepaalde verplichtingen om de Richtlijnen 66/402/EEG en 2002/57/EG van de Raad toe te passen ten aanzien van Avena strigosa Schreb., Brassica nigra (L.) Koch en Helianthus annuus L.

Besluit 2010/198/EU van de Commissie van 6 april 2010 (PB L 87 van 7.4.2010, blz. 34).

Aanhangsel 4

LIJST VAN DERDE LANDEN  (5)

 

Argentinië

 

Australië

 

Canada

 

Chili

 

Kroatië

 

Israël

 

Marokko

 

Nieuw-Zeeland

 

Servië en Montenegro

 

Zuid-Afrika

 

Turkije

 

Verenigde Staten van Amerika

 

Uruguay


(1)  PB L 301 van 28.9.2004, blz. 55.

(2)  Elke verwijzing naar een wetsbesluit geldt, tenzij anders aangegeven, als een verwijzing naar het desbetreffende besluit, als gewijzigd vóór 31.7.2010.

(3)  De voorschriften voorzien niet in plaatselijke rassen die in Zwitserland in de handel mogen worden gebracht.

(4)  Elke verwijzing naar een wetsbesluit geldt, tenzij anders aangegeven, als een verwijzing naar het desbetreffende besluit, als gewijzigd vóór 31 juli 2010.

(5)  Voor veldkeuringen van gewassen voor de teelt van zaaizaad en het geproduceerde zaaizaad is de erkenning gebaseerd op Beschikking 2003/17/EG van de Raad (PB L 8 van 14.1.2003, blz. 10) en voor de controles op de instandhouding van rassen op Beschikking 2005/834/EG van de Raad (PB L 312 van 29.11.2005, blz. 51). Voor Noorwegen geldt de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.


27.11.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 312/45


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 26 november 2010

tot wijziging van bijlage I bij Beschikking 2006/766/EG wat betreft de titel en de vermelding voor Chili in de lijst van derde landen waaruit levende, ingevroren of verwerkte tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en mariene buikpotigen voor menselijke consumptie mogen worden ingevoerd

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 8259)

(Voor de EER relevante tekst)

(2010/725/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (1), en met name artikel 11, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 854/2004 bepaalt dat producten van dierlijke oorsprong alleen mogen worden ingevoerd uit een derde land of een deel van een derde land dat op een overeenkomstig die verordening opgestelde lijst staat. Zij stelt ook bijzondere voorwaarden vast voor de invoer van tweekleppige weekdieren, manteldieren, stekelhuidigen en mariene buikpotigen uit derde landen.

(2)

Verordening (EG) nr. 854/2004 bepaalt dat een derde land slechts op dergelijke lijsten mag staan, als een controle van de Unie in dat land bevestigt dat de bevoegde autoriteit afdoende garanties biedt zoals vastgesteld in Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (2). Verordening (EG) nr. 882/2004 bepaalt met name dat derde landen alleen op dergelijke lijsten mogen voorkomen, als de bevoegde autoriteiten van die landen afdoende garanties bieden voor de naleving van of de gelijkwaardigheid met de wetgeving van de Unie inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid.

(3)

Beschikking 2006/766/EG van de Commissie van 6 november 2006 tot vaststelling van de lijsten van derde landen en gebieden waaruit tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren, mariene buikpotigen en visserijproducten mogen worden ingevoerd (3), bevat de lijsten van de derde landen die aan de in Verordening (EG) nr. 854/2004 bedoelde criteria voldoen en bijgevolg kunnen waarborgen dat die naar de Unie uitgevoerde producten voldoen aan de hygiënische voorwaarden die in de wetgeving van de Unie zijn vastgesteld om de gezondheid van de consumenten te beschermen. Bijlage I bij die beschikking bevat met name een lijst van derde landen waaruit levende, ingevroren of verwerkte tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en mariene buikpotigen voor menselijke consumptie mogen worden ingevoerd. Die lijst geeft ook de beperkingen betreffende de invoer van dergelijke producten uit bepaalde derde landen aan.

(4)

In de lijst van bijlage I bij Beschikking 2006/766/EG is Chili momenteel opgenomen als een derde land waaruit de invoer van tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en mariene buikpotigen voor menselijke consumptie is toegestaan, maar die invoer is beperkt tot ingevroren of verwerkte producten.

(5)

Uit controles van de Unie in Chili ter evaluatie van het bestaande controlesysteem voor de productie van voor uitvoer naar de Unie bestemde tweekleppige weekdieren (de laatste controle vond plaats in 2010) en de door de bevoegde autoriteit van Chili geboden garanties blijkt dat de in dat derde land geldende voorwaarden voor gekoelde en van de ingewanden ontdane tweekleppige weekdieren van de Pectinidae-familie, wild of in productiegebieden van klasse A geoogst en bestemd voor uitvoer naar de Europese Unie, gelijkwaardig zijn met de voorwaarden die in de desbetreffende wetgeving van de Unie zijn vastgesteld. Bijgevolg moet de invoer van dergelijke tweekleppige weekdieren uit Chili worden toegestaan.

(6)

Bijlage I bij Beschikking 2006/766/EG moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Beschikking 2006/766/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

De titel van bijlage I komt als volgt te luiden:

2)

De vermelding voor Chili komt als volgt te luiden:

„CL

CHILI

Alleen ingevroren of verwerkte tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en mariene buikpotigen, en gekoelde en van de ingewanden ontdane Pectinidae, wild of geoogst in productiegebieden die zijn ingedeeld in klasse A overeenkomstig Verordening (EG) nr. 854/2004, bijlage II, hoofdstuk II, punt A.3.”

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 26 november 2010.

Voor de Commissie

John DALLI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 206.

(2)  PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1.

(3)  PB L 320 van 18.11.2006, blz. 53.

(4)  Waaronder die welke vallen onder de definitie van visserijproducten in punt 3.1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55).”


Rectificaties

27.11.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 312/47


Rectificatie van Verordening (EG) nr. 640/2009 van de Commissie van 22 juli 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor elektromotoren

( Publicatieblad van de Europese Unie L 191 van 23 juli 2009 )

Bladzijde 28, artikel 2, punt 3:

in plaats van:

„3.   „klooiankermotor”: een elektromotor zonder borstels, commutatoren, sleepringen of elektrische verbindingen met de rotor;”,

te lezen:

„3.   „kooiankermotor”: een elektromotor zonder borstels, commutatoren, sleepringen of elektrische verbindingen met de rotor;”.