ISSN 1725-2598 doi:10.3000/17252598.L_2010.283.nld |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 283 |
|
![]() |
||
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
53e jaargang |
Inhoud |
|
I Wetgevingshandelingen |
Bladzijde |
|
|
RICHTLIJNEN |
|
|
* |
Richtlijn 2010/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten en tot intrekking van Richtlijn 2002/6/EG ( 1 ) |
|
|
Rectificaties |
|
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Wetgevingshandelingen
RICHTLIJNEN
29.10.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 283/1 |
RICHTLIJN 2010/65/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 20 oktober 2010
betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten en tot intrekking van Richtlijn 2002/6/EG
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 100, lid 2,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Gezien het advies van het Comité van de Regio’s (2),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uit hoofde van Richtlijn 2002/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 februari 2002 betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten van de Gemeenschap (4) zijn de lidstaten gehouden bepaalde gestandaardiseerde formulieren (FAL-formulieren) te aanvaarden om het verkeer te vergemakkelijken, zoals bepaald is in het Verdrag inzake het vergemakkelijken van het internationale verkeer ter zee van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) (FAL-Verdrag) van 9 april 1965, zoals gewijzigd. |
(2) |
Om het zeevervoer te vergemakkelijken en de administratieve lasten voor de scheepvaartmaatschappijen te verminderen, moeten de meldingsformaliteiten die in de rechtshandelingen van de Unie en de lidstaten worden voorgeschreven, zoveel mogelijk worden vereenvoudigd en geharmoniseerd. Deze richtlijn moet de aard en de inhoud van de gevraagde gegevens evenwel onverlet laten, en mag geen aanvullende meldingsverplichtingen invoeren voor schepen die niet reeds krachtens het in de lidstaten toepasselijke recht onder die verplichtingen vallen. In de richtlijn moet alleen worden geregeld hoe de informatieprocedures kunnen worden vereenvoudigd en geharmoniseerd, en hoe de gegevens doeltreffender kunnen worden verzameld. |
(3) |
De overdracht van informatie bij aankomst in en/of vertrek uit havens uit hoofde van Richtlijn 2000/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2000 betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen (5), Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende de invoering van een communautair monitoring- en informatiesysteem voor de zeescheepvaart (6), Verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (7), Richtlijn 2009/16/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende havenstaatcontrole (8), en, indien van toepassing, de in 1965 vastgestelde Internationale Code voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over zee, inclusief de vastgestelde en in werking getreden wijzigingen daarvan, heeft betrekking op de gegevens die in de FAL-formulieren worden verlangd. Indien die gegevens voldoen aan de in bovengenoemde rechtshandelingen neergelegde vereisten, moeten de FAL-formulieren dus worden aanvaard, omdat ze de benodigde gegevens bevatten. |
(4) |
Gezien de mondiale dimensie van de scheepvaart, moet er in de rechtshandelingen van de Unie rekening worden gehouden met de IMO vereisten om een vereenvoudiging te verzekeren. |
(5) |
Daartoe moeten de lidstaten de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten, zoals douane-, grenscontrole-, volksgezondheids- en transportautoriteiten, verdiepen om de meldingsformaliteiten in de Unie verder te vereenvoudigen en te harmoniseren, en om elektronische systemen voor gegevensoverdracht en informatieuitwisseling zo optimaal mogelijk te gebruiken, met het oog op een voor zover mogelijk gelijktijdige verwijdering van belemmeringen voor het zeevervoer en de instelling van een Europese maritieme ruimte zonder grenzen. |
(6) |
Er moeten gedetailleerde statistieken over zeevervoer beschikbaar komen om de doelmatigheid en de noodzaak te kunnen beoordelen van beleidsmaatregelen gericht op vergemakkelijking van het scheepvaartverkeer binnen de Unie, waarbij er rekening mee moet worden gehouden dat er geen onnodige extra vereisten rond de verzameling van statistische gegevens door de lidstaten mogen worden ingevoerd, en dat ten volle van Eurostat gebruik moet worden gemaakt. In het kader van deze richtlijn is het van belang, dat relevante gegevens worden verzameld omtrent het scheepsverkeer binnen de Unie en/of schepen die havens in derde landen of vrije zones aandoen. |
(7) |
Het moet voor scheepvaartbedrijven gemakkelijker worden om de status te verkrijgen van „toegelaten lijndienst”, overeenkomstig de bedoeling van de mededeling van de Commissie van 21 januari 2009 getiteld „Mededeling en actieplan met het oog op de instelling van een Europese maritieme ruimte zonder grenzen”. |
(8) |
Systemen voor de elektronische overdracht van gegevens moeten zo spoedig mogelijk en in ieder geval vanaf 1 juni 2015 worden gebruikt voor alle meldingsformaliteiten; waar mogelijk moet daarbij worden voortgebouwd op de internationale normen die in het kader van het FAL-Verdrag zijn ontwikkeld. Om de overdracht van soms zeer grote hoeveelheden informatie te stroomlijnen en te versnellen, moeten de meldingsformaliteiten waar mogelijk elektronisch worden vervuld. Binnen de Unie moet de aanlevering van gegevens via FAL-formulieren op papier voortaan tot de uitzonderingen behoren en mag deze alleen nog worden aanvaard gedurende een beperkte periode. De lidstaten worden aangemoedigd administratieve middelen te gebruiken, zoals economische stimuleringsmaatregelen, om het gebruik van melding in elektronische vorm meer ingang te doen vinden. Om bovenstaande redenen moet de informatie-uitwisseling tussen de bevoegde instanties van de lidstaten in elektronische vorm gebeuren. Om deze ontwikkeling te versnellen, moeten elektronische systemen in grotere mate technisch interoperabel zijn, en wel zo mogelijk vanaf hetzelfde moment, met het oog op een soepele werking van de Europese maritieme ruimte zonder grenzen. |
(9) |
De partijen bij handel en vervoer moeten gestandaardiseerde informatie en documenten via één elektronisch platform kunnen indienen om aan de meldingsformaliteiten te voldoen. Afzonderlijke gegevens hoeven slechts eenmaal te worden ingediend. |
(10) |
De SafeSeaNet-systemen die op nationaal en Unieniveau zijn opgezet, moeten de ontvangst, de uitwisseling en de verspreiding van de informatie met betrekking tot maritieme activiteiten tussen de informatiesystemen van de lidstaten bevorderen. Om het zeevervoer te vergemakkelijken en de administratieve lasten voor zeevervoer te verminderen, moet het SafeSeaNet-systeem interoperabel zijn met andere systemen van de Unie voor meldingsformaliteiten. Het SafeSeaNet-systeem moet worden gebruikt voor aanvullende informatie-uitwisseling om het zeevervoer te vergemakkelijken. Meldingsformaliteiten in verband met informatie voor louter nationale doeleinden dienen niet in het SafeSeaNet-systeem te worden opgenomen. |
(11) |
Bij de vaststelling van nieuwe Uniemaatregelen moet ervoor worden gezorgd dat de lidstaten kunnen vasthouden aan elektronische overdracht van gegevens, en niet verplicht worden om gebruik te maken van papier. |
(12) |
Van het elektronisch verzenden van data kan enkel optimaal worden geprofiteerd als er tussen SafeSeaNet, e-douane en de elektronische systemen waarmee gegevens worden ingevoerd of opgevraagd, vlotte en effectieve communicatie bestaat. Hierbij moeten in eerste instantie de toepasselijke standaarden gebruikt worden teneinde administratieve rompslomp te beperken. |
(13) |
De FAL-formulieren worden regelmatig geactualiseerd. Deze richtlijn moet derhalve verwijzen naar de geldende versie van deze formulieren. Gegevens die vereist zijn volgens wetgeving van lidstaten die verder gaat dan de vereisten van het FAL-Verdrag, moeten worden toegezonden in een vorm die op basis van normen van het FAL-Verdrag moet worden ontwikkeld. |
(14) |
Deze richtlijn doet geen afbreuk aan Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (9), Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (10), Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (11), of nationale wetgeving inzake de grenscontroles voor de lidstaten die het Schengenacquis betreffende grenscontroles niet toepassen, en Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautaire douanewetboek (gemoderniseerd douanewetboek) (12). |
(15) |
Ter wille van de standaardisatie van elektronische overdracht van gegevens, en om het zeevervoer te vergemakkelijken, dienen de lidstaten het gebruik van elektronische middelen voor het verzenden van gegevens uit te breiden volgens een passend tijdschema, en dienen zij in samenwerking met de Commissie na te gaan hoe het gebruik van elektronische middelen voor het verzenden van gegevens kan worden geharmoniseerd. Daartoe dient rekening te worden gehouden met het werk van de Stuurgroep op hoog niveau voor het SafeSeaNet-systeem wat betreft de SafeSeaNet-routekaart, zodra die is aangenomen, met de financiële middelen die concreet nodig zijn, en met de respectieve toewijzing van financiële middelen van de Unie voor de ontwikkeling van elektronische overdracht van gegevens. |
(16) |
Schepen die opereren tussen havens binnen het douanegebied van de Unie moeten worden vrijgesteld van de verplichting tot het indienen van de in de FAL-formulieren bedoelde informatie, wanneer deze schepen niet afkomstig zijn uit een haven buiten dit gebied of uit een vrije zone die onderworpen is aan de controleprocedure type I in de zin van de douanewetgeving, er niet aanmeren of er niet naar terugkeren, onverminderd de geldende rechtshandelingen van de Unie en het recht van de lidstaten om informatie te verlangen voor de bescherming van de binnenlandse orde en veiligheid en voor de handhaving van douane-, belasting-, immigratie-, milieu- en gezondheidswetgeving. |
(17) |
Vrijstellingen voor administratieve formaliteiten moeten ook toegelaten worden op basis van de lading van het schip, en niet enkel op basis van de bestemming en/of plaats van vertrek van dat schip. Dit is nodig om te kunnen zorgen dat de extra formaliteiten voor schepen die een haven in een derde land of vrije zone aandoen, tot een minimum beperkt blijven. De Commissie dient dit punt na te gaan in het kader van het verslag aan het Europees Parlement en de Raad betreffende de werking van deze richtlijn. |
(18) |
Er moet een nieuw tijdelijk formulier worden ingevoerd teneinde de in de voorafgaande veiligheidsverklaring als bepaald in Verordening (EG) nr. 725/2004 vereiste informatie te harmoniseren. |
(19) |
Nationale taalvereisten zijn vaak een beletsel voor de ontwikkeling van het kustvaartnetwerk. De lidstaten doen al het nodige om de schriftelijke en mondelinge communicatie in het scheepvaartverkeer tussen de lidstaten te vergemakkelijken, overeenkomstig de internationale praktijk, met als doel gemeenschappelijke communicatiemiddelen te vinden. |
(20) |
De Commissie dient de bevoegdheid te krijgen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie gedelegeerde handelingen vast te stellen ten aanzien van de bijlage bij deze richtlijn. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden passend overleg pleegt, onder meer met deskundigen. |
(21) |
De verschillende rechtshandelingen van de Unie die bijvoorbeeld formaliteiten inzake voorafgaande aanmelding bij aankomst in de haven voorschrijven, zoals Richtlijn 2009/16/EG, kunnen verschillende termijnen voorschrijven waarbinnen deze formaliteiten moeten worden vervuld. De Commissie moet nagaan of deze termijnen kunnen worden ingekort en geharmoniseerd, waarbij profijt moet worden getrokken uit de vorderingen die momenteel met elektronische gegevensverwerking worden gemaakt, in het kader van het verslag aan het Europees Parlement en de Raad betreffende de werking van deze richtlijn dat zo nodig een wetgevingsvoorstel moet bevatten. |
(22) |
De Commissie dient in het kader van verslag aan het Europees Parlement en de Raad betreffende de werking van deze richtlijn te onderzoeken in welke mate het doel van deze richtlijn, met name de vereenvoudiging van de administratieve formaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit een haven van de lidstaten, niet dient te worden uitgebreid tot het gebied in het achterland van die havens, met name tot de riviervaart, met het oog op een snellere en vlottere doorstroming van het maritiem verkeer naar het binnenland en een duurzame oplossing van de congestie in en rond de zeehavens. |
(23) |
Aangezien de doelstellingen van deze richtlijn, waaronder met name het vergemakkelijken van het zeevervoer in de gehele Unie op een geharmoniseerde wijze, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang en de gevolgen van het optreden beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken. |
(24) |
Overeenkomstig de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie is omzetting van de richtlijn, wanneer dat om geografische redenen zinloos is, niet verplicht. Daarom zijn bepalingen in deze richtlijn niet van belang voor lidstaten die geen havens hebben waarin onder de werkingssfeer van de richtlijn vallende schepen kunnen aanmeren. |
(25) |
De in deze richtlijn bepaalde maatregelen dragen bij tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Lissabon-agenda. |
(26) |
De toegang tot SafeSeaNet en tot andere elektronische systemen moet worden gereguleerd om commerciële en vertrouwelijke gegevens te beschermen, onverminderd de toepasselijke wetgeving inzake de bescherming van commerciële gegevens, en met betrekking tot persoonsgegevens, onverminderd Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (13) en onverminderd Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (14). De lidstaten en de instellingen en organen van de Unie moeten bijzondere aandacht schenken aan de nodige bescherming van commerciële en vertrouwelijke gegevens door middel van deugdelijke systemen voor toegangscontrole. |
(27) |
Overeenkomstig punt 34 van het Interinstitutioneel Akkoord „Beter wetgeven” (15) worden de lidstaten ertoe aangespoord voor zichzelf en in het belang van de Gemeenschap hun eigen tabellen op te stellen, en daarin, voor zover mogelijk, het verband weer te geven tussen deze richtlijn en de omzettingsmaatregelen, en deze tabellen openbaar te maken. |
(28) |
Ter wille van de duidelijkheid dient Richtlijn 2002/6/EG door deze richtlijn te worden vervangen, |
HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Voorwerp en toepassingsgebied
1. Deze richtlijn heeft ten doel de administratieve procedures die van toepassing zijn op het zeevervoer te vereenvoudigen en te harmoniseren door de algemene invoering van de elektronische overdracht van gegevens en door rationalisering van de meldingsformaliteiten.
2. Deze richtlijn is van toepassing op de meldingsformaliteiten betreffende het zeevervoer voor schepen die aankomen in en vertrekken uit havens van de lidstaten.
3. Deze richtlijn is niet van toepassing op schepen die zijn vrijgesteld van de meldingsformaliteiten.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:
a) „meldingsformaliteiten”: de in de bijlage bedoelde informatie die overeenkomstig het in een lidstaat toepasselijke recht voor administratieve en procedurele doeleinden moet worden verstrekt wanneer een schip in een haven van deze lidstaat aankomt of eruit vertrekt;
b) „FAL-Verdrag”: het Verdrag van de IMO inzake het vergemakkelijken van het internationale verkeer ter zee, vastgesteld op 9 april 1965, als gewijzigd;
c) „FAL-formulieren”: gestandaardiseerde formulieren, als bepaald in het FAL-Verdrag;
d) „schip”: zeeschip of -vaartuig;
e) „SafeSeaNet”: het systeem voor de uitwisseling van maritieme informatie van de Unie, als omschreven in Richtlijn 2002/59/EG;
f) „elektronische overdracht van gegevens”: het verzenden van digitaal gecodeerde gegevens, met gebruik van een wijzigbaar gestructureerd formaat dat rechtstreeks gebruikt kan worden voor opslag en verwerking door computers.
Artikel 3
Harmonisatie en coördinatie van de meldingsformaliteiten
1. Elke lidstaat neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de meldingsformaliteiten op een geharmoniseerde en gecoördineerde wijze in die lidstaat worden toegepast.
2. De Commissie ontwikkelt samen met de lidstaten mechanismen voor het harmoniseren en coördineren van meldingsformaliteiten binnen de Unie.
Artikel 4
Aanmelding vóór het aankomen in havens
Onverminderd specifieke bepalingen betreffende aanmelding opgenomen in de toepasselijke rechtshandelingen van de Unie of die krachtens internationale, voor de lidstaten bindende rechtsinstrumenten betreffende het zeevervoer, inclusief bepalingen over personen- en goederencontrole, van toepassing zijn, zorgen de lidstaten ervoor dat de kapitein of een door de exploitant van het schip naar behoren gemachtigd persoon, voordat het schip in de haven van een lidstaat aankomt, de in het kader van de meldingsformaliteiten vereiste informatie verstrekt aan de door die lidstaat aangewezen bevoegde instantie:
a) |
ten minste 24 uur voor aankomst; of |
b) |
uiterlijk op het tijdstip waarop het schip de vorige haven verlaat, indien de reisduur minder dan 24 uur bedraagt; of |
c) |
indien de aanloophaven nog niet bekend is of tijdens de reis wordt gewijzigd, zodra deze informatie bekend is. |
Artikel 5
Elektronische verzending van data
1. De lidstaten aanvaarden zo spoedig mogelijk, en in ieder geval vanaf 1 juni 2015, dat de meldingsformaliteiten langs elektronische weg via één elektronisch platform worden vervuld.
Dit elektronische platform, waarin SafeSeaNet, e-douane en andere elektronische systemen worden gekoppeld, is de plaats waar overeenkomstig deze richtlijn alle informatie eenmaal wordt gemeld en vervolgens beschikbaar wordt gesteld voor de verschillende bevoegde autoriteiten en de lidstaten.
2. Onverminderd de in het FAL-Verdrag bedoelde vorm moet de in lid 1 bedoelde vorm voldoen aan artikel 6.
3. Waar de rechtshandelingen van de Unie meldingsformaliteiten voorschrijft, en voor zover dit nodig is voor de goede werking van het ingevolge lid 1 ingestelde elektronische platform, moeten de in lid 1 bedoelde elektronische systemen interoperabel, toegankelijk en verenigbaar zijn met het overeenkomstig Richtlijn 2002/59/EG ingestelde SafeSeaNet-systeem en, indien van toepassing, met de bij Beschikking nr. 70/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende een papierloze omgeving voor douane en bedrijfsleven (16) ingevoerde informaticasystemen.
4. Onverminderd de specifieke bepalingen inzake douane- en grenscontroles als geregeld in Verordening (EEG) nr. 2913/92 respectievelijk Verordening (EG) nr. 562/2006 raadplegen de lidstaten het bedrijfsleven en stellen zij de Commissie in kennis van de vooruitgang die volgens de in Beschikking nr. 70/2008/EG bepaalde modaliteiten wordt geboekt.
Artikel 6
Uitwisseling van gegevens
1. De lidstaten zorgen ervoor dat informatie die wordt ontvangen in het kader van de door een rechtshandeling van de Unie voorgeschreven meldingsformaliteiten in hun nationale SafeSeaNet-systemen wordt opgenomen en zij stellen relevante delen van die informatie ter beschikking van de andere lidstaten via het SafeSeaNet-systeem. Tenzij een lidstaat anders bepaalt, geldt dit niet voor informatie die is ontvangen overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2913/92, Verordening (EEG) nr. 2454/93, Verordening (EG) nr. 562/2006 en Verordening (EG) nr. 450/2008.
2. De lidstaten zorgen ervoor dat de informatie, ontvangen overeenkomstig lid 1, desgevraagd toegankelijk is voor de bevoegde nationale instanties.
3. De onderliggende digitale vorm van de berichten die overeenkomstig lid 1 in de nationale SafeSeaNet-systemen worden opgenomen, wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 22 bis van Richtlijn 2002/59/EG.
4. De lidstaten kunnen passende toegang tot de in lid 1 bedoelde informatie verschaffen middels een nationale éénloketdienst, waarbij gebruik wordt gemaakt van een elektronisch informatieuitwisselingssysteem, of middels de nationale SafeSeaNet-systemen.
Artikel 7
Informatie in FAL-formulieren
De lidstaten aanvaarden FAL-formulieren voor het voldoen aan de meldingsformaliteiten. De lidstaten kunnen alleen tot 1 juni 2015 aanvaarden dat de bij rechtshandeling van de Unie voorgeschreven informatie op papier wordt aangeleverd.
Artikel 8
Vertrouwelijkheid
1. De lidstaten nemen overeenkomstig de toepasselijke rechtshandelingen van de Unie of het nationale recht de nodige maatregelen om de vertrouwelijkheid van de overeenkomstig deze richtlijn uitgewisselde commerciële en andere vertrouwelijke informatie te waarborgen.
2. De lidstaten dragen er in het bijzonder zorg voor dat commerciële gegevens die uit hoofde van deze Richtlijn worden verzameld worden beschermd. Waar het gaat om persoonsgegevens zien de lidstaten erop toe dat wordt voldaan aan Richtlijn 95/46/EG. De instellingen en organen van de Unie zien erop toe dat wordt voldaan aan Verordening (EG) nr. 45/2001.
Artikel 9
Vrijstellingen
De lidstaten zien erop toe dat schepen die vallen onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2002/59/EG en die opereren tussen havens binnen het douanegebied van de Unie, maar niet afkomstig zijn uit, niet aanmeren in of niet terugkeren naar een haven buiten dit gebied, of een vrije zone die onderworpen is aan de controleprocedure type I in de zin van de douanewetgeving, worden vrijgesteld van de verplichting om de FAL-formulieren in te dienen, onverminderd de toepasselijke rechtshandelingen van de Unie en het recht van de lidstaten om in de FAL-formulieren informatie te verlangen als bedoeld in de punten 1 tot en met 6 van deel B van de bijlage bij deze richtlijn die nodig is voor de bescherming van de binnenlandse orde en veiligheid en voor de handhaving van douane-, belasting-, immigratie-, milieu- en gezondheidswetgeving.
Artikel 10
Wijzigingsprocedure
1. De Commissie kan gedelegeerde handelingen vatstellen, overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, met betrekking tot de bijlage bij deze richtlijn, om ervoor te zorgen dat rekening gehouden wordt met alle relevante wijzigingen die door de IMO in de FAL-formulieren worden aangebracht. Zulke wijzigingen mogen niet tot gevolg hebben dat het toepassingsgebied van deze richtlijn wordt uitgebreid.
2. Op de in dit artikel bedoelde gedelegeerde handelingen zijn de procedures van de artikelen 11, 12 en 13 van toepassing.
Artikel 11
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
1. De bevoegdheid om de in artikel 10 bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie verleend voor een periode van vijf jaar na 18 november 2010. De Commissie stelt uiterlijk zes maanden voor het einde van de periode van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt automatisch verlengd met dezelfde periode, tenzij het Europees Parlement of de Raad de bevoegdheid intrekt overeenkomstig artikel 12.
2. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in kennis.
3. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie verleend onder de voorwaarden van de artikelen 12 en 13.
Artikel 12
Intrekking van de bevoegdheidsdelegatie
1. De in artikel 10 bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan te allen tijde door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken.
2. De instelling die een interne procedure is begonnen om te besluiten of zij de bevoegdheidsdelegatie wenst in te trekken, streeft ernaar de andere instelling en de Commissie hiervan binnen een redelijke tijd voordat het definitieve besluit wordt genomen op de hoogte te brengen en geeft daarbij aan welke gedelegeerde bevoegdheden mogelijk worden ingetrokken en waarom.
3. Het besluit tot intrekking maakt een einde aan de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheden. Het besluit treedt onmiddellijk of op een in dat besluit bepaalde latere datum in werking. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. Het besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 13
Bezwaar tegen gedelegeerde handelingen
1. Het Europees Parlement of de Raad kunnen tegen een gedelegeerde handeling bezwaar maken binnen een termijn van twee maanden na de datum van kennisgeving.
Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad wordt deze termijn met twee maanden verlengd.
2. Indien het Europees Parlement noch de Raad bij het verstrijken van de oorspronkelijke termijn van twee maanden of, in voorkomend geval, de verlengde termijn bezwaar heeft gemaakt tegen de gedelegeerde handeling, wordt deze bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en treedt zij in werking op de daarin vermelde datum.
De gedelegeerde handeling kan worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en vóór het verstrijken van de oorspronkelijke termijn van twee maanden of, in voorkomend geval, de verlengde termijn in werking treden indien het Europees Parlement en de Raad beide de Commissie hebben doen weten geen bezwaar te zullen maken.
3. Indien het Europees Parlement of de Raad bezwaar aantekent tegen de gedelegeerde handeling, treedt deze niet in werking. De instelling die bezwaar maakt, motiveert haar bezwaar tegen de gedelegeerde handeling.
Artikel 14
Omzetting
1. De lidstaten stellen uiterlijk 19 mei 2012 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.
Zij passen die bepalingen toe met ingang van 19 mei 2012.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 15
Verslag
De Commissie brengt uiterlijk 19 november 2013 aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de werking van deze richtlijn, waarin zij ook ingaat op de volgende punten:
a) |
mogelijkheid van uitbreiding van de door deze richtlijn ingevoerde vereenvoudigingen tot het binnenvaartvervoer; |
b) |
de vraag of het River Information System compatibel is met de in deze richtlijn bedoelde elektronische systemen voor doorgifte van gegevens; |
c) |
de voortgang die is gemaakt met de harmonisatie en coördinatie van de meldingsformaliteiten ingevolge artikel 3; |
d) |
de haalbaarheid van vermijding of vereenvoudiging van formaliteiten voor schepen die een haven in een derde land of vrije zone hebben aangedaan; |
e) |
beschikbare gegevens omtrent het scheepsverkeer binnen de Unie en/of naar havens in derde landen of vrije zones. |
Voor zover nodig zal het verslag vergezeld gaan van een wetgevingsvoorstel.
Artikel 16
Intrekking van Richtlijn 2002/6/EG
Richtlijn 2002/6/EG wordt ingetrokken met ingang van 19 mei 2012. Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn.
Artikel 17
Adressaten
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Straatsburg, 20 oktober 2010.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
J. BUZEK
Voor de Raad
De voorzitter
O. CHASTEL
(1) PB C 128 van 18.5.2010, blz. 131.
(2) PB C 211 van 4.9.2009, blz. 65.
(3) Standpunt van het Europees Parlement van 6 juli 2010 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 12 oktober 2010.
(4) PB L 67 van 9.3.2002, blz. 31.
(5) PB L 332 van 28.12.2000, blz. 81.
(6) PB L 208 van 5.8.2002, blz. 10.
(7) PB L 129 van 29.4.2004, blz. 6.
(8) PB L 131 van 28.5.2009, blz. 57.
(9) PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.
(10) PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.
(11) PB L 105 van 13.4.2006, blz. 1.
(12) PB L 145 van 4.6.2008, blz. 1.
(13) PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.
(14) PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.
(15) PB C 321 van 31.12.2003, blz. 1.
(16) PB L 23 van 26.1.2008, blz. 21.
BIJLAGE
LIJST VAN DE IN DEZE RICHTLIJN BEDOELDE MELDINGSFORMALITEITEN
A. Uit rechtshandelingen van de Unie voortvloeiende meldingsformaliteiten
Deze categorie meldingsformaliteiten betreft de informatie die overeenkomstig onderstaande bepalingen wordt verstrekt.
1. |
Aanmelding voor schepen die havens van de lidstaten binnenlopen en deze havens verlaten Artikel 4 van Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende de invoering van een communautair monitoring en informatiesysteem voor de zeescheepvaart (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 10). |
2. |
Grenscontrole op personen Artikel 7 van Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (PB L 105 van 13.4.2006, blz. 1). |
3. |
Aanmelding van gevaarlijke of verontreinigende stoffen aan boord Artikel 13 van Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende de invoering van een communautair monitoring en informatiesysteem voor de zeescheepvaart. |
4. |
Aanmelding van afval en residuen Artikel 6 van Richtlijn 2000/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 November 2000 betreffende de invoering van een communautair monitoring en informatiesysteem voor de zeescheepvaart (PB L 332 van 28.12.2000, blz. 81). |
5. |
Verschaffing van veiligheidsinlichtingen Artikel 6 van Verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (PB L 129 van 29.4.2004, blz. 6). Totdat er een op internationaal niveau geharmoniseerd formulier komt, wordt het formulier in het aanhangsel bij deze bijlage gebruikt voor de overdracht van de inlichtingen zoals vereist volgens artikel 6 van Verordening (EG) nr. 725/2004. Het formulier kan elektronisch worden verzonden. |
6. |
Summiere aangifte bij binnenbrengen Artikel 36 bis van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1) en artikel 87 van Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (gemoderniseerd douanewetboek) (PB L 145 van 4.6.2008, blz. 1). |
B. FAL-formulieren en uit internationale juridische instrumenten voortvloeiende formaliteiten
Deze categorie meldingsformaliteiten betreft de informatie die overeenkomstig het FAL-Verdrag en andere desbetreffende internationale juridische instrumenten wordt verstrekt.
1. |
FAL-formulier 1: Algemene melding |
2. |
FAL-formulier 2: Melding van de lading |
3. |
FAL-formulier 3: Melding van de scheepsvoorraden |
4. |
FAL-formulier 4: Melding van de bezittingen en goederen van de bemanningsleden |
5. |
FAL-formulier 5: Bemanningslijst |
6. |
FAL-formulier 6: Passagierslijst |
7. |
FAL-formulier 7: Gevaarlijke goederen |
8. |
Maritieme gezondheidsverklaring |
C. Desbetreffende nationale wetgeving
De lidstaten kunnen in deze categorie de overeenkomstig het nationale recht te verstrekken informatie opnemen. Deze informatie moet langs elektronische weg worden verzonden.
Aanhangsel
FORMULIER BEVEILIGINGSINFORMATIE VOOR SCHEPEN VÓÓR AANKOMST VOOR ALLE SCHEPEN VOORAFGAAND AAN DE AANKOMST IN EEN HAVEN VAN EEN EU-LIDSTAAT
(Voorschrift 9 van hoofdstuk XI-2 van het Internationaal Verdrag voor de Beveiliging van Mensenlevens op Zee van 1974 (SOLAS) en Artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 725/2004)
Inlichtingen over het schip en contactgegevens |
||||||||||||||
IMO-nummer |
|
Naam van het schip |
|
|||||||||||
Haven van registratie |
|
Vlaggenstaat |
|
|||||||||||
Scheepstype |
|
Roepnaam |
|
|||||||||||
Brutotonnage |
|
Inmarsat-oproepnummers (indien beschikbaar) |
|
|||||||||||
Naam en identificatie-nummer van de maatschappij |
|
Naam en 24-uurscontactgegevens van de BBF |
|
|||||||||||
Aankomsthaven |
|
Aankomsthavenfaciliteit (indien gekend) |
|
|||||||||||
Haven- en havenfaciliteitsinformatie |
||||||||||||||
Verwachte datum en tijd van aankomst van het schip in de haven (ETA) |
|
|||||||||||||
Voornaamste doel van de aanloop |
|
|||||||||||||
Volgens SOLAS-voorschrift 9.2.1 van hoofdstuk XI-2 vereiste informatie |
||||||||||||||
Heeft het schip een geldig internationaal scheepsbeveiligings certificaat (ISSC)? |
JA |
ISSC |
NEE — waarom niet? |
Afgegeven door (naam, instantie of EBB) |
Vervaldatum (dd/mm/jjjj) |
|||||||||
Heeft het schip een goedgekeurd scheepsbeveiligingsplan aan boord? |
JA |
NEE |
Huidig beveiligings niveau van het schip |
Beveiliging Niveau 1 |
Beveiliging Niveau 2 |
Beveiliging Niveau 3 |
||||||||
Locatie van het schip op het tijdstip waarop het verslag wordt opgemaakt |
|
|||||||||||||
Vermeld de laatste tien aanlopen in havenfaciliteiten in chronologische volgorde (meest recente aanloop eerst): |
||||||||||||||
Nr. |
Van (dd/mm/jjjj) |
Tot (dd/mm/jjjj) |
Haven |
Land |
UN/LOCODE (indien voorhanden) |
Haven faciliteit |
Beveiligingsniveau |
|||||||
1 |
|
|
|
|
|
|
BN = |
|||||||
2 |
|
|
|
|
|
|
BN = |
|||||||
3 |
|
|
|
|
|
|
BN = |
|||||||
4 |
|
|
|
|
|
|
BN = |
|||||||
5 |
|
|
|
|
|
|
BN = |
|||||||
6 |
|
|
|
|
|
|
BN = |
|||||||
7 |
|
|
|
|
|
|
BN = |
|||||||
8 |
|
|
|
|
|
|
BN = |
|||||||
9 |
|
|
|
|
|
|
BN = |
|||||||
10 |
|
|
|
|
|
|
BN = |
|||||||
Zijn er voor het schip speciale of aanvullende beveiligingsmaatregelen genomen, behalve die van het goedgekeurde scheepsbeveiligingsplan? Zo JA, vermeld hieronder de speciale of aanvullende beveiligingsmaatregelen voor het schip. |
JA |
NEE |
||||||||||||
Nr. (zoals hierboven) |
Speciale of aanvullende beveiligingsmaatregelen voor het schip |
|||||||||||||
1 |
|
|||||||||||||
2 |
|
|||||||||||||
3 |
|
|||||||||||||
4 |
|
|||||||||||||
5 |
|
|||||||||||||
6 |
|
|||||||||||||
7 |
|
|||||||||||||
8 |
|
|||||||||||||
9 |
|
|||||||||||||
10 |
|
|||||||||||||
Vermeld de schip-tot-schipactiviteiten, in chronologische volgorde (meest recente eerst), die tijdens de laatste tien aanlopen in de bovenvermelde havenfaciliteiten werden uitgevoerd. Breid de tabel hieronder zo nodig uit of ga verder op een afzonderlijke pagina — vermeld het totale aantal schip-tot-schipactiviteiten: |
||||||||||||||
Werden de in het goedgekeurde beveiligingsplan bepaalde beveiligingsprocedures gehandhaafd tijdens elk van deze schip-tot-schipactiviteiten? Zo NEE, verstrek in de laatste kolom details van de toegepaste beveiligingsmaatregelen. |
JA |
NEE |
||||||||||||
Nr. |
Van (dd/mm/jjjj) |
Tot (dd/mm/jjjj) |
Locatie of lengte- en breedtegraad |
Schip-tot-schipactiviteit |
Ter plaatse toegepaste beveiligingsmaatregelen |
|||||||||
1 |
|
|
|
|
|
|||||||||
2 |
|
|
|
|
|
|||||||||
3 |
|
|
|
|
|
|||||||||
4 |
|
|
|
|
|
|||||||||
5 |
|
|
|
|
|
|||||||||
6 |
|
|
|
|
|
|||||||||
7 |
|
|
|
|
|
|||||||||
8 |
|
|
|
|
|
|||||||||
9 |
|
|
|
|
|
|||||||||
10 |
|
|
|
|
|
|||||||||
Algemene omschrijving van de lading aan boord van het schip |
|
|||||||||||||
Bevat het schip gevaarlijke substanties die behoren tot de klassen 1, 2.1, 2.3, 3, 4.1, 5.1, 6.1, 6.2, 7 of 8 van de IMDG-code? |
JA |
NEE |
Zo JA, bevestig dat het Dangerous Goods Manifest (of het relevante uittreksel) als bijlage is toegevoegd |
|||||||||||
Bevestig dat een exemplaar van de bemanningslijst van het schip als bijlage is toegevoegd |
JA |
Bevestig dat een exemplaar van de passagierslijst van het schip als bijlage is toegevoegd |
JA |
|||||||||||
Andere veiligheidsinformatie |
||||||||||||||
Wenst u enige andere beveiligingskwesties te melden? |
JA |
Verstrek details: |
NEE |
|||||||||||
Agent van het schip in de vooropgestelde aankomsthaven |
||||||||||||||
Naam: |
Contactgegevens (telefoonnr.): |
|||||||||||||
Identificatie van de persoon die de informatie verstrekt |
||||||||||||||
Titel of functie (schrappen wat niet past): Kapitein/SBF/BBF/agent van het schip (als bovenvermeld) |
Naam: |
Handtekening: |
||||||||||||
Datum/tijdstip/plaats waar het verslag werd opgemaakt |
|
II Niet-wetgevingshandelingen
INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN
29.10.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 283/11 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 11 maart 2010
betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van de Samenwerkingsovereenkomst inzake satellietnavigatie tussen de Europese Unie en haar lidstaten en het Koninkrijk Noorwegen
(2010/652/EU)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 172, in samenhang met artikel 218, lid 5 en lid 8, eerste alinea,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Commissie heeft met het Koninkrijk Noorwegen onderhandeld over de Samenwerkingsovereenkomst inzake satellietnavigatie (hierna „de overeenkomst” genoemd), die op 17 juli 2009 is geparafeerd. |
(2) |
De overeenkomst moet ook door de lidstaten worden bekrachtigd. |
(3) |
Overeenkomstig haar artikel 12, lid 4, dient de overeenkomst door de Europese Unie, voor onderdelen die binnen haar bevoegdheid vallen, en door het Koninkrijk Noorwegen, in afwachting van haar inwerkingtreding voorlopig te worden toegepast, |
(4) |
De overeenkomst dient namens de Europese Unie te worden ondertekend en voorlopig te worden toegepast zoals bepaald in dit besluit, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De ondertekening van de Samenwerkingsovereenkomst inzake satellietnavigatie tussen de Europese Unie en haar lidstaten en het Koninkrijk Noorwegen wordt, onder voorbehoud van sluiting, namens de Unie goedgekeurd.
De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon/personen aan te wijzen die bevoegd is/zijn namens de Unie de Samenwerkingsovereenkomst inzake satellietnavigatie tussen de Europese Unie en haar lidstaten en het Koninkrijk Noorwegen te ondertekenen, onder voorbehoud van sluiting.
Artikel 3
Overeenkomstig artikel 12, lid 4, van de overeenkomst, wordt zij, voor onderdelen die binnen de bevoegdheid van de Unie vallen, in afwachting van haar inwerkingtreding voorlopig toegepast. De Commissie zal in het Publicatieblad van de Europese Unie een bericht publiceren met informatie over de datum van voorlopige toepassing van de overeenkomst.
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 11 maart 2010.
Voor de Raad
De voorzitter
J. BLANCO
SAMENWERKINGSOVEREENKOMST
inzake satellietnavigatie tussen de Europese Unie en haar lidstaten en het Koninkrijk Noorwegen
DE EUROPESE UNIE, hierna „de Unie” of „de EU” genoemd,
alsmede
HET KONINKRIJK BELGIË,
DE REPUBLIEK BULGARIJE,
DE TSJECHISCHE REPUBLIEK,
HET KONINKRIJK DENEMARKEN,
DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,
DE REPUBLIEK ESTLAND,
IERLAND,
DE HELLEENSE REPUBLIEK,
HET KONINKRIJK SPANJE,
DE FRANSE REPUBLIEK,
DE ITALIAANSE REPUBLIEK,
DE REPUBLIEK CYPRUS,
DE REPUBLIEK LETLAND,
DE REPUBLIEK LITOUWEN,
HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG,
DE REPUBLIEK HONGARIJE,
MALTA,
HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN,
DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,
DE REPUBLIEK POLEN,
DE PORTUGESE REPUBLIEK,
ROEMENIË,
DE REPUBLIEK SLOVENIË,
DE SLOWAAKSE REPUBLIEK,
DE REPUBLIEK FINLAND,
HET KONINKRIJK ZWEDEN,
HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,
de partijen bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, hierna „de lidstaten” genoemd,
enerzijds, alsmede
HET KONINKRIJK NOORWEGEN, hierna „Noorwegen” genoemd,
anderzijds,
De Europese Unie, de lidstaten en Noorwegen, hierna gezamenlijk „de partijen” genoemd,
ERKENNENDE de nauwe deelname van Noorwegen aan de Galileo- en EGNOS-programma’s sinds de definitiefasen van die programma’s,
ZICH BEWUST van de ontwikkeling in het bestuur, de eigendom en de financiering van de Europese GNSS-programma’s krachtens Verordening (EG) nr. 1321/2004 van de Raad van 12 juli 2004 inzake de beheerstructuren van de Europese programma’s voor radionavigatie per satelliet (1), de wijzigingen ervan en Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende de voortzetting van de uitvoering van de Europese programma’s voor navigatie per satelliet (EGNOS en Galileo) (2),
OVERWEGENDE de voordelen van een gelijkwaardig niveau van bescherming van Europese GNSS en de diensten ervan op de grondgebieden van de partijen,
ERKENNENDE het voornemen van Noorwegen om binnen zijn rechtsgebied tijdig maatregelen vast te stellen en te handhaven die voorzien in een gelijkwaardig niveau van beveiliging en veiligheid als die welke in de Europese Unie van toepassing zijn,
ERKENNENDE de verplichtingen van de partijen volgens het internationaal recht,
ERKENNENDE de belangstelling van Noorwegen voor alle Galileo-diensten, inclusief de publiek gereguleerde dienst („public regulated service” (PRS)),
ERKENNENDE de Overeenkomst tussen Noorwegen en de Europese Unie inzake beveiligingsprocedures voor de uitwisseling van gerubriceerde informatie,
WENSENDE formeel nauwe samenwerking wat alle aspecten van de Europese GNSS-programma’s betreft tot stand te brengen,
BESCHOUWENDE de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna de„EER-overeenkomst” genoemd) als een geschikte wettelijke en institutionele basis om samenwerking tussen de Europese Unie en Noorwegen op het gebied van satellietnavigatie tot stand te brengen,
WENSENDE de bepalingen van de EER-overeenkomst aan te vullen door middel van een bilaterale overeenkomst inzake satellietnavigatie in aangelegenheden die specifiek relevant zijn voor Noorwegen, de Unie en haar lidstaten,
HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OMTRENT DE VOLGENDE BEPALINGEN:
Artikel 1
Doel van de overeenkomst
Het hoofddoel van deze overeenkomst is de samenwerking tussen de partijen verder te versterken door de op satellietnavigatie toepasselijke bepalingen van de EER-overeenkomst aan te vullen.
Artikel 2
Definities
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
a) „European Global navigation satellite systems (GNSS)”: onder meer het Galileo-systeem en het European Geostationary Navigation Overlay System (EGNOS);
b) „Augmentatie”: regionale mechanismen zoals EGNOS. Die mechanismen stellen de gebruikers van GNSS in staat een verbeterde prestatie te verkrijgen, zoals verhoogde nauwkeurigheid, beschikbaarheid, integriteit en betrouwbaarheid;
c) „Galileo”: een autonoom civiel Europees mondiaal satellietnavigatie- en tijdbepalingssysteem onder civiele leiding, voor de aanbieding van GNSS-diensten die zijn ontworpen en ontwikkeld door de Unie en haar lidstaten. De exploitatie van Galileo kan aan een private partij worden overgedragen;
Galileo voorziet in open diensten, commerciële diensten, diensten voor beveiliging van mensenlevens en opsporings- en reddingsdiensten naast een beveiligde publiek gereguleerde dienst („public regulated service” (PRS)) met beperkte toegang om te voldoen aan de behoeften van geautoriseerde gebruikers uit de overheidssector;
d) „Regulerende maatregel”: een wet, regeling, beleid, regel, procedure, beslissing of soortgelijke administratieve handeling door een partij;
e) „Gerubriceerde informatie”: informatie in welke vorm ook die bescherming vereist tegen onbevoegde openbaarmaking waardoor de wezenlijke belangen, waaronder de nationale veiligheid, van de partijen of van afzonderlijke lidstaten in verschillende mate zouden kunnen worden geschaad. De rubricering ervan wordt aangeduid met een rubriceringsmarkering. Dergelijke informatie wordt door de partijen gerubriceerd in overeenstemming met de van toepassing zijnde wet- en regelgeving en moet tegen elk verlies van vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid worden beschermd.
Artikel 3
Beginselen van de samenwerking
1. De partijen komen overeen de volgende beginselen op onder deze overeenkomst vallende samenwerkingsactiviteiten toe te passen:
a) |
de EER-overeenkomst vormt de basis voor samenwerking op het gebied van satellietnavigatie tussen de partijen; |
b) |
vrijheid om satellietnavigatiediensten te verlenen op de grondgebieden van de partijen; |
c) |
vrijheid om alle Galileo- en EGNOS-diensten, inclusief PRS, te gebruiken, met inachtneming van de voorwaarden die op het gebruik ervan van toepassing zijn; |
d) |
nauwe samenwerking in GNSS-beveiligingsaangelegenheden door het nemen en handhaven van gelijkwaardige GNSS-beveiligingsmaatregelen zowel in de Unie als in Noorwegen; |
e) |
passende inachtneming van de internationale verplichtingen van de partijen met betrekking tot grondfaciliteiten van Europese GNSS. |
2. Deze overeenkomst is niet van invloed op de ten behoeve van de activiteiten van het Galileo-programma krachtens het recht van de Europese Unie ingestelde institutionele structuur. Deze overeenkomst is evenmin van invloed op de toepasselijke regulerende maatregelen ter uitvoering van non-proliferatieverbintenissen en exportcontrole, controles van immateriële overdrachten van technologie, noch op nationale veiligheidsmaatregelen.
Artikel 4
Radiospectrum
1. De partijen komen overeen in de Internationale Telecommunicatie-unie (ITU) samen te werken op het gebied van radiospectrumkwesties betreffende Europese satellietnavigatiesystemen, rekening houdend met het op 5 november 2004 ondertekende „Memorandum of Understanding on the Management of ITU filings of the Galileo radio-navigation satellite service system”.
2. In deze context beschermen de partijen adequate frequentietoewijzingen voor Europese satellietnavigatiesystemen om de beschikbaarheid van de diensten van deze systemen ten voordele van de gebruikers te verzekeren.
3. Bovendien erkennen de partijen het belang om het radionavigatiespectrum te beschermen tegen verstoring en interferentie. Daartoe sporen zij bronnen van interferentie op en streven zij wederzijds aanvaardbare oplossingen na om interferentie te bestrijden.
4. Niets in deze overeenkomst mag aldus worden geïnterpreteerd dat afbreuk wordt gedaan aan de toepasselijke bepalingen van de ITU, inclusief de ITU-radioreglementen.
Artikel 5
Grondfaciliteiten van Europese GNSS
1. Noorwegen neemt alle praktisch uitvoerbare maatregelen om de ontplooiing, het onderhoud en de vervanging van grondfaciliteiten van Europese GNSS („grondfaciliteiten”) op de onder zijn jurisdictie vallende grondgebieden te vergemakkelijken.
2. Noorwegen neemt alle praktisch uitvoerbare maatregelen om de bescherming en de ononderbroken en ongestoorde werking van grondfaciliteiten op zijn grondgebieden te verzekeren inclusief, in voorkomend geval, door het inzetten van zijn rechtshandhavingsinstanties. Noorwegen zet alle praktisch uitvoerbare middelen in om de faciliteiten vrij te houden van lokale radio-interferentie, hacking en pogingen tot afluisteren.
3. De contractuele relaties betreffende de grondfaciliteiten zullen worden overeengekomen tussen de Commissie en de houder van de eigendomsrechten. De Noorse autoriteiten zullen ten volle de speciale status van de grondfaciliteiten respecteren en streven telkens wanneer mogelijk voorafgaande overeenstemming met de Commissie na alvorens enige maatregel betreffende grondfaciliteiten wordt genomen.
4. Noorwegen staat ononderbroken en ongehinderde toegang tot de grondfaciliteiten toe aan alle aangewezen of op andere wijze door de Europese Unie gemachtigde personen. Daartoe richt Noorwegen een aanspreekpunt op dat informatie ontvangt over naar de grondfaciliteiten reizende personen en op andere wijze het verkeer en de activiteiten van dergelijke personen in de praktijk vergemakkelijkt.
5. De archieven en uitrusting van de grondfaciliteiten en documenten in doorvoer, ongeacht de vorm ervan, die een officieel zegel of merk dragen, worden niet onderworpen aan inspecties door douane of politie.
6. In geval van een bedreiging of gevaar voor de beveiliging van grondfaciliteiten of hun werking informeren Noorwegen en de Commissie elkaar zonder uitstel van de gebeurtenis en de stappen om de situatie te verhelpen. De Commissie kan een andere vertrouwensentiteit aanwijzen om voor dergelijke informatieverstrekking als aanspreekpunt met Noorwegen op te treden.
7. De partijen stellen in een afzonderlijke regeling nadere procedures vast betreffende de kwesties waarvan sprake in de leden 1 tot en met 6. Dergelijke procedures hebben onder meer betrekking op verduidelijkingen betreffende inspecties, taken van de aanspreekpunten, eisen voor koeriers en maatregelen tegen lokale radiofrequentie-interferentie en vijandige aanvallen.
Artikel 6
Beveiliging
1. De partijen zijn overtuigd van de noodzaak om mondiale navigatiesatellietsystemen te beschermen tegen bedreigingen zoals misbruik, interferentie, verstoring en vijandige handelingen. Dientengevolge doen de partijen alle praktisch uitvoerbare stappen, inclusief in voorkomend geval het sluiten van afzonderlijke overeenkomsten, om de continuïteit, veiligheid en beveiliging van de satellietnavigatiediensten en gerelateerde infrastructuur en kritieke voorzieningen op hun grondgebieden te verzekeren.
De Commissie is voornemens maatregelen te ontwikkelen om gevoelige voorzieningen, informatie en technologieën van de Europese GNSS-programma’s te beschermen, te controleren en te beheren wat betreft dergelijke bedreigingen en ongewenste proliferatie.
2. In deze context bevestigt Noorwegen zijn voornemen om binnen zijn rechtsgebied tijdig maatregelen te nemen en te handhaven die in een gelijkwaardig niveau van beveiliging en veiligheid voorzien als die welke in de Europese Unie van toepassing zijn.
Met het oog hierop behandelen de partijen GNSS-beveiligingskwesties inclusief accreditatie in de relevante comités van de bestuursstructuur van Europese GNSS. De praktische regelingen en procedures moeten in de reglementen van orde van de relevante comités worden vastgesteld; hierbij wordt mede rekening gehouden met het raamwerk van de EER-overeenkomst.
3. Mocht zich een gebeurtenis voordoen waarbij een dergelijk gelijkwaardig niveau van beveiliging en veiligheid niet kan worden bereikt, dat voeren de partijen overleg om de situatie te verhelpen. In voorkomend geval kan de reikwijdte van de samenwerking in deze sector dienovereenkomstig worden aangepast.
Artikel 7
Uitwisselingen van gerubriceerde informatie
1. De uitwisseling en bescherming van gerubriceerde informatie van de Unie gebeurt overeenkomstig de op 22 november 2004 ondertekende Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen inzake beveiligingsprocedures voor de uitwisseling van gerubriceerde gegevens (3) alsook de uitvoeringsregelingen van die overeenkomst.
2. Noorwegen kan gerubriceerde informatie met een nationaal rubriceringsmerk betreffende Galileo uitwisselen met die lidstaten waarmee het met het oog daarop bilaterale overeenkomsten heeft gesloten.
3. De partijen streven ernaar een algemeen en coherent rechtskader in te stellen op grond waarvan uitwisselingen van gerubriceerde informatie betreffende het Galileo-programma tussen hen mogelijk zijn.
Artikel 8
Exportcontrole
1. Om de toepassing van een uniform beleid van exportcontroles en non-proliferatie betreffende Galileo tussen de partijen te verzekeren, bevestigt Noorwegen zijn voornemen om binnen zijn rechtsgebied tijdig maatregelen te nemen en te handhaven die een gelijkwaardig niveau van exportcontrole en niet-proliferatie van Galileo-technologieën, -data en -artikelen verzekeren als die welke in de Unie en haar lidstaten van toepassing zijn.
2. Mocht zich een gebeurtenis voordoen waarbij een dergelijk gelijkwaardig niveau van exportcontrole en non-proliferatie niet kan worden bereikt, dan voeren de partijen overleg om de situatie te verhelpen. In voorkomend geval kan de reikwijdte van de samenwerking in deze sector dienovereenkomstig worden aangepast.
Artikel 9
Publiek gereguleerde dienst (PRS)
Noorwegen heeft belangstelling getoond voor de PRS van Galileo en beschouwt deze als een belangrijk element van zijn deelname aan de Europese GNSS-programma’s. De partijen komen overeen deze kwestie te behandelen zodra de beleidslijnen en operationele regelingen betreffende toegang tot de PRS zijn vastgesteld.
Artikel 10
Internationale samenwerking
1. De partijen erkennen de betekenis van het coördineren van de benaderingen in internationale normalisatie- en certificeringsforums betreffende mondiale satellietnavigatiediensten. Met name zullen de partijen gezamenlijk de ontwikkeling van Galileo-normen steunen en bevorderen zij gezamenlijk de toepassing ervan wereldwijd, waarbij zij de interoperabiliteit met andere GNSS benadrukken.
2. Bijgevolg werken de partijen, ter bevordering en implementatie van de doelstellingen van deze overeenkomst, waar passend samen inzake alle GNSS-aangelegenheden die met name aan de orde komen in de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie, de Internationale Maritieme Organisatie en de ITU.
Artikel 11
Overleg en oplossing van geschillen
De partijen voeren, op verzoek van een van hen, onmiddellijk overleg over elk punt van discussie dat voortkomt uit de interpretatie of toepassing van deze overeenkomst. Alle geschillen betreffende de interpretatie of de toepassing van deze overeenkomst worden beslecht door middel van overleg tussen de partijen.
Artikel 12
Inwerkingtreding en beëindiging
1. Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.
De kennisgevingen worden gezonden aan het secretariaat-generaal van de Raad, dat de depositaris van deze overeenkomst is.
2. Het verstrijken of opzeggen van deze overeenkomst heeft geen invloed op de geldigheid of duur van in het kader van deze overeenkomst getroffen regelingen of op specifieke rechten en verplichtingen die op het gebied van intellectuele-eigendomsrechten zijn ontstaan.
3. Deze overeenkomst kan worden gewijzigd wanneer de partijen daarover schriftelijk onderlinge overeenstemming bereiken. Wijzigingen treden in werking op de datum van ontvangst van de laatste diplomatieke nota waarin de andere partij wordt geïnformeerd dat hun respectieve voor de inwerkingtreding van bedoelde wijzigingen noodzakelijke interne procedures zijn voltooid.
4. Onverminderd lid 1, stemmen Noorwegen en de Europese Unie, wat betreft onderdelen die binnen haar bevoegdheid vallen, ermee in deze overeenkomst voorlopig toe te passen vanaf de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop zij elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.
5. Elke partij kan, doordat zij de andere partij daarvan zes maanden van tevoren schriftelijk in kennis stelt, deze overeenkomst opzeggen.
Deze overeenkomst is opgesteld in twee exemplaren in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Noorse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.
Voor het Koninkrijk België
Pour le Royaume de Belgique
Für das Königreich Belgien
За Република България
Za Českou republiku
På Kongeriget Danmarks vegne
Für die Bundesrepublik Deutschland
Eesti Vabariigi nimel
Thar cheann Na hÉireann
For Ireland
Για την Ελληνική Δημοκρατία
Por el Reino de España
Pour la République française
Per la Repubblica italiana
Για την Κυπριακή Δημοκρατία
Latvijas Republikas vārdā
Lietuvos Respublikos vardu
Pour le Grande-Duché de Luxembourg
A Magyar Köztársaság részéről
Għal Malta
Voor het Koninkrijk der Nederlanden
Für die Republik Österreich
W imieniu Rzeczypospolitej Polskiej
Pela República Portuguesa
Pentru România
Za Republiko Slovenijo
Za Slovenskú republiku
Suomen tasavallan puolesta
För Republiken Finland
För Konungariket Sverige
For the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland
За Европейския съюз
Por la Unión Europea
Za Evropskou unii
For Den Europæiske Union
Für die Europäische Union
Euroopa Liidu nimel
Για την Ευρωπαϊκή Ένωση
For the European Union
Pour l'Union européenne
Per l'Unione europea
Eiropas Savienības vārdā
Europos Sąjunga vardu
Az Európai Unió részéről
Għall-Unjoni Ewropea
Voor de Europese Unie
W imieniu Unii Europejskiej
Pela União Europeia
Pentru Uniunea Europeană
Za Európsku úniu
Za Evropsko unijo
Euroopan unionin puolesta
För Europeiska unionen
For Kongeriket Norge
(1) PB L 246 van 20.7.2004, blz. 1.
VERORDENINGEN
29.10.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 283/21 |
VERORDENING (EU) Nr. 970/2010 VAN DE COMMISSIE
van 28 oktober 2010
houdende inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Lapin Poron kuivaliha (BOB))
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 7, lid 4, eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 6, lid 2, eerste alinea, en artikel 17, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 is de door Finland ingediende aanvraag tot registratie van de benaming „Lapin Poron kuivaliha” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (2). |
(2) |
Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006, moet deze benaming worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in de bijlage vermelde benaming wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 28 oktober 2010.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.
(2) PB C 42 van 19.2.2010, blz. 12.
BIJLAGE
In bijlage I bij het Verdrag genoemde landbouwproducten voor menselijke consumptie
Categorie 1.2. Vleesproducten (verhit, gepekeld, gerookt, enz.)
FINLAND
Lapin Poron kuivaliha (BOB)
29.10.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 283/23 |
VERORDENING (EU) Nr. 971/2010 VAN DE COMMISSIE
van 28 oktober 2010
houdende inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Vastedda della valle del Belìce (BOB))
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 7, lid 4, eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 6, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 510/2006 is de door Italië ingediende aanvraag tot registratie van de benaming „Vastedda della valle del Belìce” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (2). |
(2) |
Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006, moet deze benaming worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in de bijlage vermelde benaming wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 28 oktober 2010.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.
(2) PB C 42 van 19.2.2010, blz. 16.
BIJLAGE
In bijlage I bij het Verdrag genoemde landbouwproducten voor menselijke consumptie:
Categorie 1.3. Kaas
ITALIË
Vastedda della valle del Belìce (BOB)
29.10.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 283/25 |
VERORDENING (EU) Nr. 972/2010 VAN DE COMMISSIE
van 28 oktober 2010
tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (2), en met name op artikel 138, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
Bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XV, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 29 oktober 2010.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 28 oktober 2010.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.
BIJLAGE
Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
AR |
51,6 |
MA |
79,3 |
|
MK |
62,0 |
|
TR |
77,0 |
|
XS |
73,2 |
|
ZZ |
68,6 |
|
0707 00 05 |
EG |
140,6 |
MK |
59,4 |
|
TR |
154,7 |
|
ZZ |
118,2 |
|
0709 90 70 |
TR |
140,9 |
ZZ |
140,9 |
|
0805 50 10 |
AR |
75,5 |
BR |
68,9 |
|
CL |
67,3 |
|
TR |
86,9 |
|
UY |
61,0 |
|
ZA |
70,8 |
|
ZZ |
71,7 |
|
0806 10 10 |
BR |
217,5 |
TR |
134,0 |
|
US |
217,9 |
|
ZA |
62,8 |
|
ZZ |
158,1 |
|
0808 10 80 |
AR |
75,7 |
BR |
64,9 |
|
CL |
113,3 |
|
CN |
85,1 |
|
MK |
26,7 |
|
NZ |
104,8 |
|
ZA |
76,7 |
|
ZZ |
78,2 |
|
0808 20 50 |
CN |
67,5 |
ZZ |
67,5 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.
RICHTLIJNEN
29.10.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 283/27 |
RICHTLIJN 2010/70/EU VAN DE COMMISSIE
van 28 oktober 2010
tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad wat betreft de geldigheidsduur van de opneming van de werkzame stof carbendazim in bijlage I
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), en met name artikel 6, lid 1, tweede alinea, tweede streepje,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Richtlijn 2006/135/EG (2) van de Commissie is carbendazim als werkzame stof opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Die opneming verstrijkt op 31 december 2010. |
(2) |
Op verzoek kan de opneming van een werkzame stof voor een periode van maximaal tien jaar worden verlengd. Op 6 augustus 2007 heeft de Commissie een verzoek van de kennisgever ontvangen betreffende de verlenging van de opneming voor deze stof. |
(3) |
Op 10 januari 2008 heeft de kennisgever ter staving van zijn verzoek bij de als rapporteur optredende lidstaat Duitsland een technisch dossier ingediend. Duitsland heeft zijn ontwerp-reëvaluatieverslag op 27 juli 2009 overgelegd. De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft vervolgens een intercollegiale toetsing uitgevoerd, die op 30 april 2010 is voltooid. |
(4) |
Aangezien het niet mogelijk is de verlengingsprocedure af te ronden vóór de datum waarop de opneming van carbendazim verstrijkt en aangezien het verzoek om verlenging tijdig is ingediend, moet overeenkomstig artikel 5, lid 5, van Richtlijn 91/414/EEG een verlenging worden toegekend voor de periode die nodig is voor de voltooiing van die procedure. |
(5) |
Richtlijn 91/414/EEG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(6) |
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG wordt in rij nr. 149 (carbendazim (niet-gespecificeerde stereochemie) CAS-nr. 10605-21-7 CIPAC-nr. 263) in de zesde kolom (geldigheidsduur) „31 december 2010” vervangen door „13 juni 2011”.
Artikel 2
De lidstaten dienen uiterlijk op 31 december 2010 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.
Zij passen die bepalingen toe vanaf 1 januari 2011.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publikatieblad van de Europese Unie.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 28 oktober 2010.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.
(2) PB L 349 van 12.12.2006, blz. 37.
BESLUITEN
29.10.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 283/28 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 21 oktober 2010
tot wijziging van bijlage II bij Beschikking 2009/861/EG tot vaststelling van overgangsmaatregelen uit hoofde van Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de verwerking van rauwe melk die niet aan de voorschriften voldoet in bepaalde melkverwerkingsinrichtingen in Bulgarije
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 7153)
(Voor de EER relevante tekst)
(2010/653/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (1), en met name artikel 9, eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 853/2004 zijn voor exploitanten van levensmiddelenbedrijven specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong vastgesteld. Die voorschriften omvatten onder meer hygiënevoorschriften voor rauwe melk en zuivelproducten. |
(2) |
Beschikking 2009/861/EG (2) van de Commissie voorziet voor de in die beschikking opgenomen melkverwerkingsinrichtingen in Bulgarije in bepaalde afwijkingen van de voorschriften van bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, subhoofdstukken II en III, bij Verordening (EG) nr. 853/2004. |
(3) |
Bijgevolg mogen bepaalde in bijlage II bij die beschikking opgenomen melkverwerkingsinrichtingen melk die niet aan de voorschriften voldoet tot en met 31 december 2011 zonder afzonderlijke productielijnen verwerken. |
(4) |
Bulgarije heeft de Commissie op 25 februari 2010 een herziene en geactualiseerde lijst van die melkverwerkingsinrichtingen toegezonden. Daarom moet de lijst van inrichtingen in bijlage II bij Beschikking 2009/861/EG worden gewijzigd. |
(5) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage II bij Beschikking 2009/861/EG wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 21 oktober 2010.
Voor de Commissie
John DALLI
Lid van de Commissie
(1) PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55.
(2) PB L 314 van 1.12.2009, blz. 83.
BIJLAGE
„BIJLAGE II
Lijst van de melkverwerkingsinrichtingen die melk mogen verwerken die niet aan de voorschriften voldoet, als bedoeld in artikel 3
Nr. |
Veterinair nr. |
Naam inrichting |
Stad/straat of dorp/regio |
1 |
BG 2412037 |
„Stelimeks” EOOD |
s. Asen |
2 |
0912015 |
„Anmar” OOD |
s. Padina obsht. Ardino |
3 |
0912016 |
OOD „Persenski” |
s. Zhaltusha obsht. Ardino |
4 |
1012014 |
ET „Georgi Gushterov DR” |
s. Yahinovo |
5 |
1012018 |
„Evro miyt end milk” EOOD |
gr. Kocherinovo obsht. Kocherinovo |
6 |
1112004 |
„Matev-Mlekoproduct” OOD |
s. Goran |
7 |
1112017 |
ET „Rima-Rumen Borisov” |
s. Vrabevo |
8 |
1312023 |
„Inter-D” OOD |
s. Kozarsko |
9 |
1612049 |
„Alpina-Milk” EOOD |
s. Zhelyazno |
10 |
1612064 |
OOD „Ikay” |
s. Zhitnitsa obsht. Kaloyanovo |
11 |
2112008 |
MK „Rodopa milk” |
s. Smilyan obsht. Smolyan |
12 |
2412039 |
„Penchev” EOOD |
gr. Chirpan ul. „Septemvriytsi” 58 |
13 |
2512021 |
„Keya-Komers-03” EOOD |
s. Svetlen |
14 |
1312002 |
„Milk Grup” EOOD |
s. Yunacite |
15 |
0112014 |
ET „Veles-Kostadin Velev” |
gr. Razlog ul. „Golak” 14 |
16 |
2312041 |
„Danim-D.Stoyanov” EOOD |
gr. Elin Pelin m-st Mansarovo |
17 |
2712010 |
„Kamadzhiev-milk” EOOD |
s. Kriva reka obsht. N.Kozlevo |
18 |
BG 1212029 |
SD „Voynov i sie” |
gr. Montana ul. „N.Yo.Vaptsarov” 8 |
19 |
0712001 |
„Ben Invest” OOD |
s. Kostenkovtsi obsht. Gabrovo |
20 |
1512012 |
ET „Ahmed Tatarla” |
s. Dragash voyvoda, obsht. Nikopol |
21 |
2212027 |
„Ekobalkan” OOD |
gr. Sofia bul „Evropa” 138 |
22 |
2312030 |
ET „Favorit-D.Grigorov” |
s. Aldomirovtsi |
23 |
2312031 |
ET „Belite kamani” |
s. Dragotintsi |
24 |
BG 1512033 |
ET „Voynov-Ventsislav Hristakiev” |
s. Milkovitsa obsht. Gulyantsi |
25 |
BG 1612020 |
ET „Bor-Chvor” |
s. Dalbok izvor obsht. Parvomay |
26 |
BG 1512029 |
„Lavena” OOD |
s. Dolni Dębnik obl. Pleven |
27 |
BG 1612028 |
ET „Slavka Todorova” |
s. Trud obsht. Maritsa |
28 |
BG 1612051 |
ET „Radev-Radko Radev” |
s. Kurtovo Konare obl. Plovdiv |
29 |
BG 1612066 |
„Lakti ko” OOD |
s. Bogdanitza |
30 |
BG 2112029 |
ET „Karamfil Kasakliev” |
gr. Dospat |
31 |
BG 0912004 |
„Rodopchanka” OOD |
s. Byal izvor obsht. Ardino |
32 |
0112003 |
ET „Vekir” |
s. Godlevo |
33 |
0112013 |
ET „Ivan Kondev” |
gr. Razlog Stopanski dvor |
34 |
0212037 |
„Megakomers” OOD |
s. Lyulyakovo obsht. Ruen |
35 |
0512003 |
SD „LAF-Velizarov i sie” |
s. Dabravka obsht. Belogradchik |
36 |
0612035 |
OOD „Nivego” |
s. Chiren |
37 |
0612041 |
ET „Ekoproduct-Megiya- Bogorodka Dobrilova” |
gr. Vratsa ul. „Ilinden” 3 |
38 |
0612042 |
ET „Mlechen puls-95-Tsvetelina Tomova” |
gr. Krivodol ul. „Vasil Levski” |
39 |
1012008 |
„Kentavar” OOD |
s. Konyavo obsht. Kyustendil |
40 |
1212022 |
„Milkkomm” EOOD |
gr. Lom ul. „Al.Stamboliyski” 149 |
41 |
1212031 |
„ADL” OOD |
s. Vladimirovo obsht. Boychinovtsi |
42 |
1512006 |
„Mandra” OOD |
s. Obnova obsht. Levski |
43 |
1512008 |
ET „Petar Tonovski-Viola” |
gr. Koynare ul. „Hr.Botev” 14 |
44 |
1512010 |
ET „Militsa Lazarova-90” |
gr. Slavyanovo, ul. „Asen Zlatarev” 2 |
45 |
1612024 |
SD „Kostovi-EMK” |
gr. Saedinenie ul. „L.Karavelov” 5 |
46 |
1612043 |
ET „Dimitar Bikov” |
s. Karnare obsht. „Sopot” |
47 |
1712046 |
ET „Stem-Tezdzhan Ali” |
gr. Razgrad ul. „Knyaz Boris” 23 |
48 |
2012012 |
ET „Olimp-P.Gurtsov” |
gr. Sliven m-t „Matsulka” |
49 |
2112003 |
„Milk- inzhenering” OOD |
gr.Smolyan ul. „Chervena skala” 21 |
50 |
2112027 |
„Keri” OOD |
s. Borino, obsht. Borino |
51 |
2312023 |
„Mogila” OOD |
gr. Godech, ul. „Ruse” 4 |
52 |
2512018 |
„Biomak” EOOD |
gr. Omurtag ul. „Rodopi” 2 |
53 |
2712013 |
„Ekselans” OOD |
s. Osmar, obsht. V. Preslav |
54 |
2812018 |
ET „Bulmilk-Nikolay Nikolov” |
s. General Inzovo, obl. Yambolska |
55 |
2812010 |
ET „Mladost-2-Yanko Yanev” |
gr. Yambol, ul. „Yambolen” 13 |
56 |
BG 1012020 |
ET „Petar Mitov-Universal” |
s. Gorna Grashtitsa obsht. Kyustendil |
57 |
BG 1112016 |
Mandra „IPZHZ” |
gr. Troyan ul. „V.Levski” 281 |
58 |
BG 1712042 |
ET „Madar” |
s. Terter |
59 |
BG 2612042 |
„Bulmilk” OOD |
s. Konush obl. Haskovska |
60 |
BG 0912011 |
ET „Alada-Mohamed Banashak” |
s. Byal izvor obsht. Ardino |
61 |
1112026 |
„ABLAMILK” EOOD |
gr. Lukovit, ul. „Yordan Yovkov” 13 |
62 |
1312005 |
„Ravnogor” OOD |
s. Ravnogor |
63 |
1712010 |
„Bulagrotreyd-chastna kompaniya” EOOD |
s. Yuper Industrialen kvartal |
64 |
1712013 |
ET „Deniz” |
s. Ezerche |
65 |
2012011 |
ET „Ivan Gardev 52” |
gr. Kermen ul. „Hadzhi Dimitar” 2 |
66 |
2012024 |
ET „Denyo Kalchev 53” |
gr. Sliven ul. „Samuilovsko shose” 17 |
67 |
2112015 |
OOD „Rozhen Milk” |
s. Davidkovo, obsht. Banite |
68 |
2112026 |
ET „Vladimir Karamitev” |
s. Varbina obsht. Madan |
69 |
2312007 |
ET „Agropromilk” |
gr. Ihtiman, ul. „P.Slaveikov” 19 |
70 |
2412041 |
„Mlechen svyat 2003” OOD |
s. Bratya Daskalovi obsht. Bratya Daskalovi |
71 |
2612038 |
„Bul Milk” EOOD |
gr. Haskovo Sev. industr. zona |
72 |
2612049 |
ET.„Todorovi-53” |
gr. Topolovgrad ul. „Bulgaria” 65 |
73 |
BG 1812008 |
„Vesi” OOD |
s. Novo selo |
74 |
BG 2512003 |
„Si Vi Es” OOD |
gr. Omurtag Promishlena zona |
75 |
BG 2612034 |
ET „Eliksir-Petko Petev” |
s. Gorski izvor |
76 |
BG 1812003 |
„Sirma Prista” AD |
gr. Ruse bul. „3-ti mart” 51 |
77 |
BG 2512001 |
„Mladost -2002” OOD |
gr. Targovishte bul.„29-ti yanuari” 7 |
78 |
0312002 |
ET „Mario” |
gr. Suvorovo |
79 |
0712015 |
„Rosta” EOOD |
s. M. Varshets |
80 |
0812030 |
„FAMA” AD |
gr. Dobrich bul. „Dobrudzha” 2 |
81 |
0912003 |
„Koveg-mlechni producti” OOD |
gr. Kardzhali Promishlena zona |
82 |
1412015 |
ET „Boycho Videnov - Elbokada 2000” |
s. Stefanovo obsht. Radomir |
83 |
1712017 |
„Diva 02” OOD |
gr. Isperih ul. „An.Kanchev” |
84 |
1712019 |
ET „Ivaylo-Milena Stancheva” |
gr. Isperih Parvi stopanski dvor |
85 |
1712037 |
ET „Ali Isliamov” |
s. Yasenovets |
86 |
1712043 |
„Maxima milk” OOD |
s. Samuil |
87 |
1812005 |
„DAV — Viktor Simonov” EOOD |
gr. Vetovo ul. „Han Kubrat” 52 |
88 |
2012010 |
„Saray” OOD |
s. Mokren |
89 |
2012032 |
„Kiveks” OOD |
s.Kovachite |
90 |
2012036 |
„Minchevi” OOD |
s. Korten |
91 |
2212009 |
„Serdika -94” OOD |
gr. Sofia kv. Zheleznitza |
92 |
2212023 |
„EL BI BULGARIKUM” EAD |
gr. Sofia ul. „Malashevska” 12 A |
93 |
2312028 |
ET „Sisi Lyubomir Semkov” |
s. Anton |
94 |
2312033 |
„Balkan spetsial” OOD |
s. Gorna Malina |
95 |
2312039 |
EOOD „Laktoni” |
s. Ravno pole, obl. Sofiyska |
96 |
2412040 |
„Inikom” OOD |
gr. Galabovo ul. „G.S.Rakovski” 11 |
97 |
2512011 |
ET „Sevi 2000- Sevie Ibryamova” |
s. Krepcha obsht. Opaka |
98 |
2612015 |
ET „Detelina 39” |
s. Brod |
99 |
2812002 |
„Arachievi” OOD |
s. Kirilovo, obl. Yambolska |
100 |
BG 1612021 |
ET „Deni-Denislav Dimitrov-Ilias Islamov” |
s. Briagovo obsht. Gulyantsi |
101 |
BG 2012019 |
„Hemus-Milk komers” OOD |
gr. Sliven Promishlena zona Zapad |
102 |
2012008 |
„Raftis” EOOD |
s. Byala |
103 |
2112023 |
ET „Iliyan Isakov” |
s. Trigrad obsht. Devin |
104 |
2312020 |
„MAH 2003” EOOD |
gr. Etropole bul. „Al. Stamboliyski” 21 |
105 |
2712005 |
„Nadezhda” OOD |
s. Kliment” |
29.10.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 283/34 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 27 oktober 2010
tot wijziging van Beschikking 2009/852/EG wat betreft de lijst van bepaalde melkverwerkingsinrichtingen in Roemenië waarvoor bepaalde overgangsmaatregelen gelden
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 7258)
(Voor de EER relevante tekst)
(2010/654/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (1), en met name artikel 12, tweede alinea,
Gezien Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (2), en met name artikel 9,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens Beschikking 2009/852/EG van de Commissie (3) zijn de structurele voorschriften van Verordening (EG) nr. 852/2004, bijlage II, hoofdstuk II, en van Verordening (EG) nr. 853/2004, bijlage III, sectie I, hoofdstukken II en III, sectie II, hoofdstukken II en III, en sectie V, hoofdstuk I, tot en met 31 december 2011 niet van toepassing op de in bijlage I bij die beschikking opgenomen melkverwerkingsinrichtingen in Roemenië. |
(2) |
In juli 2010 hebben de Roemeense autoriteiten de Commissie officieel meegedeeld dat sinds de inwerkingtreding van Beschikking 2009/852/EG vijf inrichtingen in bijlage I bij die beschikking zijn gesloten en één inrichting is erkend; één inrichting in bijlage II bij die beschikking melk die wel en melk die niet aan de voorschriften voldoet, niet langer in afzonderlijke productielijnen verwerkt en naar bijlage III bij die beschikking moet worden overgeheveld; vijf inrichtingen in bijlage III bij die beschikking voor handel binnen de Europese Unie zijn erkend, één inrichting is toegevoegd en één inrichting is gesloten. |
(3) |
In het licht van de aanhoudende structurele verbeteringen moeten de in de bijlagen I, II en III bij Beschikking 2009/852/EG opgenomen lijsten van inrichtingen dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(4) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De in de bijlagen I, II en III bij Beschikking 2009/852/EG opgenomen lijsten van melkverwerkingsinrichtingen in Roemenië („de inrichtingen”) worden vervangen door de lijsten van inrichtingen in de bijlagen I, II en III bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 27 oktober 2010.
Voor de Commissie
John DALLI
Lid van de Commissie
(1) PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1.
(2) PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55.
(3) PB L 312 van 27.11.2009, blz. 59.
BIJLAGE I
„BIJLAGE I
LIJST VAN INRICHTINGEN ZOALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, VAN BESCHIKKING 2009/852/EG
Nr. |
Veterinair nr. |
Naam van de inrichting |
Stad/straat of dorp/regio |
1 |
AB 641 |
SC Biomilk SRL |
Lopadea Nouă, județul Alba, 517395 |
2 |
AB 1256 |
SC Binal Mob SRL |
Râmetea, județul Alba, 517610 |
3 |
AB 3386 |
SC Lactate C.H. SRL |
Sânmiclăuș, județul Alba, 517761 |
4 |
AR 563 |
SC Silmar Prod SRL |
Sântana, județul Arad, 317280 |
5 |
AG 11 |
SC Agrolact Cosesti |
Cosești, județul Argeș, 115202 |
6 |
BC 2519 |
SC Marlact SRL |
Buhoci, județul Bacău, 607085 |
7 |
BH 4020 |
SC Moisi Serv Com SRL |
Borșa, nr. 8, județul Bihor, 417431 |
8 |
BN 2120 |
SC Eliezer SRL |
Lunca Ilvei, județul Bistrița-Năsăud, 427125 |
9 |
BN 2192 |
SC Simcodrin Com SRL |
Budești-Fânațe, județul Bistrița-Năsăud, 427021 |
10 |
BN 2399 |
SC Carmo-Lact Prod SRL |
Monor, județul Bistrița-Năsăud, 427175 |
11 |
BN 209 |
SC Calatis Group Prod SRL |
Bistrița, județul Bistrița-Năsăud, 427006 |
12 |
BN 2125 |
SC Sinelli SRL |
Milaș, județul Bistrița-Năsăud, 427165 |
13 |
BT 8 |
SC General Suhardo SRL |
Păltiniș, județul Botoșani, 717295 |
14 |
BT 11 |
SC Portas Com SRL |
Vlăsinești, județul Botoșani, 717465 |
15 |
BT 109 |
SC Lacto Mac SRL |
Bucecea, județul Botoșani, 717045 |
16 |
BT 115 |
SC Comintex SRL |
Dărăbani, județul Botoșani, 715100 |
17 |
BT 263 |
SC Cosmi SRL |
Săveni, județul Botoșani 715300 |
18 |
BT 50 |
SC Pris Com Univers SRL |
Flămânzi, județul Botoșani, 717155 |
19 |
BV 8 |
SC Prodlacta SA Homorod |
Homorod, județul Brașov, 507105 |
20 |
BV 2451 |
SC Prodlacta SA Fagaras |
Făgăraș, județul Brașov, 505200 |
21 |
BR 36 |
SC Hatman SRL |
Vădeni, județul Brăila, 817200 |
22 |
BR 63 |
SC Cas SRL |
Brăila, județul Brăila, 810224 |
23 |
BZ 0098 |
SC Meridian Agroind |
Râmnicu Sărat, județul Buzău, 125300 |
24 |
BZ 0627 |
SC Ianis Cos Lact SRL |
C.A. Rosetti, județul Buzău, 127120 |
25 |
BZ 2012 |
SC Zguras Lacto SRL |
Pogoanele, județul Buzău, 25200 |
26 |
CL 0044 |
SC Ianis Dim SRL |
Lehliu Gară, județul Călărași, 915300 |
27 |
CL 0368 |
SC Lacto GMG SRL |
Jegălia, județul Călărași, 917145 |
28 |
CJ 41 |
SC Kazal SRL |
Dej, județul Cluj, 405200 |
29 |
CJ 7584 |
SC Aquasala SRL |
Bobâlna, județul Cluj, 407085 |
30 |
CT 04 |
SC Lacto Baneasa SRL |
Băneasa, județul Constanța, 907035 |
31 |
CT 15 |
SC Nic Costi Trade SRL |
Dorobanțu, județul Constanța, 907211 |
32 |
CT 225 |
SC Mih Prod SRL |
Cobadin, județul Constanța, 907065 |
33 |
CT 256 |
SC Ian Prod SRL |
Târgușor, județul Constanța, 907275 |
34 |
CT 258 |
SC Binco Lact SRL |
Săcele, județul Constanța, 907260 |
35 |
CT 311 |
SC Alltocs Market SRL |
Pietreni, județul Constanța, 907112 |
36 |
CT 12203 |
SC Lacto Genimico SRL |
Hârșova, județul Constanța, 905400 |
37 |
CT 30 |
SC Eastern European Foods SRL |
Mihail Kogălniceanu, județul Constanța, 907195 |
38 |
CT 294 |
SC Suflaria Import Export SRL |
Cheia, județul Constanța, 907277 |
39 |
L9 |
SC Covalact SA |
Sfântu Gheorghe, județul Covasna, 520076 |
40 |
CV 2451 |
SC Agro Pan Star SRL |
Sfântu Gheorghe, județul Covasna, 520020 |
41 |
DJ 80 |
SC Duvadi Prod Com SRL |
Breasta, județul Dolj, 207115 |
42 |
DJ 730 |
SC Lactido SA |
Craiova, județul Dolj, 200378 |
43 |
GL 4136 |
SC Galmopan SA |
Galați, județul Galați, 800506 |
44 |
GR 5610 |
SC Lacta SA |
Giurgiu, județul Giurgiu, 080556 |
45 |
GJ 231 |
SC Sekam Prod SRL |
Novaci, județul Gorj, 215300 |
46 |
GJ 2202 |
SC Arte Import Export |
Târgu Jiu, județul Gorj, 210112 |
47 |
HR 383 |
SC Lactate Harghita SA |
Cristuru Secuiesc, județul Harghita, 535400 |
48 |
HR 119 |
SC Bomilact SRL |
Mădăraș, județul Harghita, 537071 |
49 |
HR 213 |
SC Paulact SA |
Mărtiniș, județul Harghita, 537175 |
50 |
HR 625 |
SC Lactis SRL |
Odorheiu Secuiesc, județul Harghita, 535600 |
51 |
HD 1014 |
SC Sorilact SA |
Râșculița, județul Hunedoara, 337012 |
52 |
IL 0750 |
SC Balsam Med SRL |
Țăndărei, județul Ialomița, 925200 |
53 |
IL 1167 |
SC Sanalact SRL |
Slobozia, județul Ialomița, 920002 |
54 |
IS 1540 |
SC Promilch SRL |
Podu Iloaiei, județul Iași, 707365 |
55 |
MM 793 |
SC Wromsal SRL |
Satulung, județul Maramureș, 437270 |
56 |
MM 6325 |
SC Ony SRL |
Larga, județul Maramureș, 437317 |
57 |
MM 1795 |
SC Calitatea SRL |
Tăuții Măgherăuș, județul Maramureș, 437349 |
58 |
MM 4714 |
SC Saturil SRL |
Giulești, județul Maramureș, 437162 |
59 |
MH 1304 |
SC IL SA Mehedinti |
Drobeta Turnu Severin, județul Mehedinți, 220167 |
60 |
MS 297 |
SC Rodos SRL |
Fărăgău, județul Mureș, 547225 |
61 |
MS 483 |
SC Heliantus Prod |
Reghin, județul Mureș, 545300 |
62 |
MS 532 |
SC Horuvio Service SRL |
Lunca Sântu, județul Mureș, 547375 |
63 |
MS 2462 |
SC Lucamex Com SRL |
Gornești, județul Mureș, 547280 |
64 |
MS 5554 |
SC Globivetpharm SRL |
Batoș, județul Mureș, 547085 |
65 |
L12 |
SC Camytex Prod SRL |
Târgu Neamț, județul Neamț, 615200 |
66 |
NT 900 |
SC Complex Agroalimentar SRL |
Bicaz, județul Neamț, 615100 |
67 |
PH 212 |
SC Vitoro SRL |
Ploiești, județul Prahova, 100537 |
68 |
SM 4189 |
SC Primalact SRL |
Satu Mare, județul Satu Mare, 440089 |
69 |
SV 1085 |
SC Bucovina SA Falticeni |
Fălticeni, județul Suceava, 725200 |
70 |
SV 1562 |
SC Bucovina SA Suceava |
Suceava, județul Suceava, 720290 |
71 |
SV 1888 |
SC Tocar Prod SRL |
Frătăuții Vechi, județul Suceava, 727255 |
72 |
SV 4909 |
SC Zada Prod SRL |
Horodnic de Jos, județul Suceava, 727301 |
73 |
SV 6159 |
SC Ecolact SRL |
Milișăuți, județul Suceava, 727360 |
74 |
TR 78 |
SC Interagro SRL |
Zimnicea, județul Teleorman, 145400 |
75 |
TR 27 |
SC Violact SRL |
Putineiu, județul Teleorman, 147285 |
76 |
TR 81 |
SC Big Family SRL |
Videle, județul Teleorman, 145300 |
77 |
TR 239 |
SC Comalact SRL |
Nanov, județul Teleorman, 147215 |
78 |
TR 241 |
SC Investrom SRL |
Sfințești, județul Teleorman, 147340 |
79 |
TL 965 |
SC Mineri SRL |
Mineri, județul Tulcea, 827211 |
80 |
VN 231 |
SC Vranlact SA |
Focșani, județul Vrancea, 620122 |
81 |
VN 348 |
SC Stercus Lacto SRL |
Ciorăști, județul Vrancea, 627082 |
82 |
VN 35 |
SC Monaco SRL |
Vrâncioaia, județul Vrancea, 627445” |
BIJLAGE II
„BIJLAGE II
LIJST VAN INRICHTINGEN ZOALS BEDOELD IN ARTIKEL 3 VAN BESCHIKKING 2009/852/EG
Nr. |
Veterinair nr. |
Naam van de inrichting |
Stad/straat of dorp/regio |
1 |
L35 |
SC Danone PDPA Romania SRL |
București, 032451” |
BIJLAGE III
„BIJLAGE III
LIJST VAN INRICHTINGEN ZOALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 VAN BESCHIKKING 2009/852/EG
Nr. |
Veterinair nr. |
Naam van de inrichting |
Stad/straat of dorp/regio |
1 |
L18 |
SC Depcoinf MBD SRL |
Târgu Trotuș, județul Bacău, 607630 |
2 |
L72 |
SC Lactomuntean SRL |
Teaca, județul Bistrița-Năsăud, 427345 |
3 |
L78 |
SC Romfulda Prod SRL |
Beclean, județul Bistrița-Năsăud, 425100 |
4 |
L107 |
SC Bendear Cris Prod Com SRL |
Șieu Măgheruș, județul Bistrița-Năsăud, 427295 |
5 |
L109 |
SC G&B Lumidan SRL |
Rodna, județul Bistrița-Năsăud, 427245 |
6 |
L110 |
SC Lech Lacto SRL |
Lechința, județul Bistrița-Năsăud, 427105 |
7 |
L3 |
SC Aby Impex SRL |
Șendriceni, județul Botoșani, 717380 |
8 |
L4 |
SC Spicul 2 SRL |
Dorohoi, județul Botoșani, 715200 |
9 |
L116 |
SC Ram SRL |
Ibănești, județul Botoșani, 717215 |
10 |
L73 |
SC Eurocheese Productie SRL |
București, 030608 |
11 |
L97 |
SC Terra Valahica SRL |
Berca, județul Buzău, 127035 |
12 |
L129 |
SC Bonas Import Export SRL |
Dezmir, județul Cluj, 407039 |
13 |
L84 |
SC Picolact Prodcom SRL |
Iclod, județul Cluj, 407335 |
14 |
L122 |
SC Napolact SA |
Cluj-Napoca, județul Cluj, 400236 |
15 |
L43 |
SC Lactocorv SRL |
Ion Corvin, județul Constanța, 907150 |
16 |
L40 |
SC Betina Impex SRL |
Ovidiu, județul Constanța, 905900 |
17 |
L41 |
SC Elda Mec SRL |
Topraisar, județul Constanța, 907210 |
18 |
L87 |
SC Niculescu Prod SRL |
Cumpăna, județul Constanța, 907105 |
19 |
L118 |
SC Assla Kar SRL |
Medgidia, județul Constanța, 905600 |
20 |
L130 |
SC Muntina Prod SRL |
Constanța, județul Constanța, 900735 |
21 |
L58 |
SC Lactate Natura SA (SC Industrializarea Laptelui SA) |
Târgoviște, județul Dâmbovița, 130062 |
22 |
L82 |
SC Totallact Group SA |
Dragodana, județul Dâmbovița, 137200 |
23 |
L91 |
SC Cosmilact SRL |
Schela, județul Galați, 807265 |
24 |
L55 |
SC Gordon Prod SRL |
Bisericani, județul Harghita, 535062 |
25 |
L65 |
SC Karpaten Milk |
Suseni, județul Harghita, 537305 |
26 |
L124 |
SC Primulact SRL |
Miercurea Ciuc, județul Harghita, 530242 |
27 |
L15 |
SC Teletext SRL |
Slobozia, județul Ialomița, 920066 |
28 |
L99 |
SC Valizvi Prod Com SRL |
Gârbovi, județul Ialomița, 927120 |
29 |
L47 |
SC Oblaza SRL |
Bârsana, județul Maramureș, 437035 |
30 |
L85 |
SC Avi-Seb Impex SRL |
Copalnic Mănăștur, județul Maramureș, 437103 |
31 |
L86 |
SC Zea SRL |
Boiu Mare, județul Maramureș, 437060 |
32 |
L16 |
SC Roxar Prod Com SRL |
Cernești, județul Maramureș, 437085 |
33 |
L54 |
SC Rodlacta SRL |
Fărăgău, județul Mureș, 547225 |
34 |
L21 |
SC Industrializarea Laptelui Mures SA |
Târgu Mureș, județul Mureș, 540390 |
35 |
L108 |
SC Lactex Reghin SRL |
Solovăstru, județul Mureș, 547571 |
36 |
L121 |
SC Mirdatod Prod SRL |
Ibănești, județul Mureș, 547325 |
37 |
L96 |
SC Prod A.B.C. Company SRL |
Grumăzești, județul Neamț, 617235 |
38 |
L101 |
SC 1 Decembrie SRL |
Târgu Neamț, județul Neamț, 615235 |
39 |
L106 |
SC Rapanu SR. COM SRL |
Petricani, județul Neamț, 617315 |
40 |
L6 |
SC Lacta Han Prod SRL |
Urecheni, județul Neamt, 617490 |
41 |
L123 |
SC ProCom Pascal SRL |
Păstrăveni, județul Neamț, 617300 |
42 |
L63 |
SC Zoe Gab SRL |
Fulga, județul Prahova, 107260 |
43 |
L100 |
SC Alto Impex SRL |
Provița de Jos, județul Prahova, 107477 |
44 |
L53 |
SC Friesland Romania SA |
Carei, județul Satu Mare, 445100 |
45 |
L93 |
SC Agrostar Company Lyc SRL |
Ciuperceni, județul Satu Mare, 447067 |
46 |
L88 |
SC Agromec Crasna SA |
Crasna, județul Sălaj, 457085 |
47 |
L89 |
SC Ovinex SRL |
Sărmășag, județul Sălaj, 457330 |
48 |
L71 |
SC Lacto Sibiana SA |
Șura Mică, județul Sibiu, 557270 |
49 |
L5 |
SC Niro Serv Com SRL |
Gura Humorului, județul Suceava, 725300 |
50 |
L36 |
SC Prolact Prod Com SRL |
Vicovu de Sus, județul Suceava, 727610 |
51 |
L83 |
SC Balaceana Prod SRL |
Bălăceana, județul Suceava, 727125 |
52 |
L128 |
SC Tudia SRL |
Grămești, județul Suceava, 727285 |
53 |
L68 |
SC Aida SRL |
Gălănești, județul Suceava, 727280 |
54 |
L80 |
SC Industrial Marian SRL |
Drănceni, județul Vaslui, 737220 |
55 |
L 136 |
SC Campaei Prest SRL |
Hidișeul de Sus, județul Bihor, 417277 |
56 |
L135 |
SC Multilact SRL |
Baia Mare, județul Maramureș, 430015 |
57 |
L81 |
SC Raraul SA |
Câmpulung Moldovenesc, județul Suceava, 727100 |
58 |
L146 |
SC Napolact SA |
Țaga, județul Cluj, 407565” |
Rectificaties
29.10.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 283/40 |
Rectificatie van Besluit 2010/651/EU van de Commissie van 26 oktober 2010 tot wijziging van Besluit 2010/89/EU wat betreft de lijst van bepaalde inrichtingen voor vlees, visserijproducten en eiproducten, en koelhuizen in Roemenië waarvoor overgangsmaatregelen betreffende de toepassing van bepaalde structurele voorschriften gelden
( Publicatieblad van de Europese Unie L 282 van 28 oktober 2010 )
Bladzijde 43, na bijlage I wordt de volgende bijlage II ingevoegd:
„BIJLAGE II
„BIJLAGE II
LIJST VAN VISSERIJPRODUCTINRICHTINGEN
Nr. |
Veterinair nr. |
Naam van de inrichting |
Stad/straat of dorp/regio |
Activiteiten |
|
VB |
VVVB |
||||
1 |
BR 184 |
SC ROFISH GROUP SRL (SC TAZZ TRADE SRL) (1) |
Brăila, str. Fata Portului nr. 2, jud. Brăila, 810529 |
X |
|
2 |
BR 185 |
SC ROFISH GROUP SRL (SC TAZZ TRADE SRL) (1) |
Brăila, str. Fata Portului nr. 2, jud. Brăila, 810529 |
X |
|
3 |
PH1817 |
SC DIVERTAS S.R.L. |
Comuna Fântânele nr. 578, jud. Prahova, 107240 |
X |
X |
VB |
= |
verwerkingsbedrijf |
VVVB |
= |
versevisverwerkingsbedrijf” |
(1) SC. TAZZ TRADE SRL heeft zijn naam veranderd in SC. ROFISH GROUP SRL.