ISSN 1725-2598

doi:10.3000/17252598.L_2010.194.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 194

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

53e jaargang
24 juli 2010


Inhoud

 

I   Wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) nr. 640/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 tot vaststelling van een vangstdocumentatieprogramma voor blauwvintonijn Thunnus thynnus en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1984/2003 van de Raad

1

 

*

Verordening (EU) nr. 641/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 tot wijziging van verordening (EG) nr. 247/2006 van de raad houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie

23

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

24.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 194/1


VERORDENING (EU) Nr. 640/2010 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 7 juli 2010

tot vaststelling van een vangstdocumentatieprogramma voor blauwvintonijn Thunnus thynnus en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1984/2003 van de Raad

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Unie is verdragsluitende partij bij het Verdrag van de Verenigde Naties van 10 december 1982 inzake het recht van de zee, goedgekeurd bij Besluit 98/392/EG van de Raad (3), bij de Overeenkomst over de toepassing van de bepalingen van dat Verdrag die betrekking hebben op de instandhouding en het beheer van de grensoverschrijdende en de over grote afstanden trekkende visbestanden, geratificeerd bij Besluit 98/414/EG van de Raad (4), en bij de Overeenkomst om de naleving van de internationale instandhoudings- en beheersmaatregelen door vissersvaartuigen op de volle zee te bevorderen, aanvaard bij Besluit 96/428/EG van de Raad (5). In het kader van die internationale verplichtingen neemt de Unie deel aan inspanningen om het duurzame beheer van over grote afstanden trekkende visbestanden te garanderen.

(2)

De Unie is krachtens Besluit 86/238/EEG van de Raad (6) verdragsluitende partij bij het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (ICCAT-Verdrag). Bij het ICCAT-Verdrag is een kader vastgesteld voor de regionale samenwerking op het gebied van de instandhouding en het beheer van tonijn en tonijnachtigen in de Atlantische Oceaan en de aangrenzende zeeën, die verloopt via de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (ICCAT) en tot doel heeft aanbevelingen van toepassing voor het ICCAT-Verdragsgebied vast te stellen die bindend worden voor de verdragsluitende partijen, samenwerkende niet-verdragsluitende partijen, organisaties of visserijorganisaties (CPC’s).

(3)

De ICCAT-aanbevelingen 1992-01, 1993-03, 1996-10, 1997-04, 1998-12, 03-19 en 06-15 en de resoluties 1993-02, 1994-04 en 1994-05 over een programma voor een statistisch document inzake blauwvintonijn zijn uitgevoerd bij Verordening (EG) nr. 1984/2003 van de Raad van 8 april 2003 tot invoering in de Gemeenschap van een regeling voor de statistische registratie van blauwvintonijn, zwaardvis en grootoogtonijn (7).

(4)

Als onderdeel van de maatregelen voor het reguleren van de blauwvintonijnbestanden, het verbeteren van de kwaliteit en betrouwbaarheid van statistische gegevens teneinde de illegale visserij te voorkomen, te ontraden en te elimineren heeft de ICCAT tijdens haar jaarlijkse vergadering in Recife (Brazilië) op 15 november 2009 aanbeveling 09-11 tot wijziging van aanbeveling 08-12 inzake een vangstdocumentatieprogramma van de ICCAT voor blauwvintonijn aangenomen. Die aanbeveling is op 1 juni 2010 in werking getreden en zij moet door de Unie worden ten uitvoer gelegd.

(5)

Om de leesbaarheid en de uniforme toepassing van de bepalingen inzake het vangstdocumentatieprogramma van de ICCAT voor blauwvintonijn te garanderen, moeten de betrokken bepalingen van Verordening (EG) nr. 1984/2003 inzake het statistisch document voor blauwvintonijn en het wederuitvoercertificaat van de ICCAT worden geschrapt. Derhalve dient Verordening (EG) nr. 1984/2003 dienovereenkomstig te worden gewijzigd.

(6)

De Commissie moet de bevoegdheid krijgen om gedelegeerde handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ter omzetting van de nieuwe instandhoudingsmaatregelen van de ICCAT, en daarmee de bijlagen bij deze verordening te actualiseren en aan te vullen. Bij haar voorbereidende werkzaamheden is het van bijzonder belang dat de Commissie passend overleg pleegt, onder meer met deskundigen,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

Bij deze verordening wordt een uniaal vangstdocumentatieprogramma voor blauwvintonijn vastgesteld als ondersteuning bij de tenuitvoerlegging van de instandhoudings- en beheersmaatregelen die door de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (ICCAT) zijn aangenomen waarin de bepalingen van het ICCAT-vangstdocumentatieprogramma voor blauwvintonijn zijn overgenomen teneinde de herkomst van alle blauwvintonijn te kunnen vaststellen.

Artikel 2

Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a)   „blauwvintonijn”: vis van de soort Thunnus thynnus die onder de in bijlage I opgenomen codes van de gecombineerde nomenclatuur vallen;

b)   „interne verhandeling”:

i)

handel in een lidstaat of tussen twee of meer lidstaten in blauwvintonijn die in het ICCAT-Verdragsgebied is gevangen door een visserijvaartuig uit de Unie of met een tonnara uit de Unie en die is aangeland op het grondgebied van de Unie; en

ii)

handel in een lidstaat of tussen twee of meer lidstaten in gekweekte blauwvintonijn die in het ICCAT-Verdragsgebied is gevangen door een visserijvaartuig uit de Unie en op een kwekerij op het grondgebied van de Unie is gekooid;

c)   „uitvoer”: elke verplaatsing van blauwvintonijn die in het ICCAT-Verdragsgebied is gevangen door een vissersvaartuig uit de Unie of met een tonnara uit de Unie, naar een derde land, inclusief verplaatsingen vanaf het grondgebied van de Unie, vanuit derde landen of vanuit visgronden;

d)   „invoer”: het binnenbrengen op het grondgebied van de Unie van blauwvintonijn die in het ICCAT-Verdragsgebied door een tot een derde land behorend vissersvaartuig of met een tot een derde land behorende tonnara is gevangen, ook wanneer die blauwvintonijn bestemd is om te worden gekooid, gemest, gekweekt of overgeladen;

e)   „wederuitvoer”: elke verplaatsing van eerder op het grondgebied van de Unie ingevoerde blauwvintonijn vanaf dat grondgebied naar elders;

f)   „ICCAT-Verdragsgebied”: het gebied bepaald door het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen;

g)   „vlaggenlidstaat”: de lidstaat waarvan het visserijvaartuig de vlag voert;

h)   „tonnaralidstaat”: de lidstaat waar de tonnara zich bevindt;

i)   „kwekerijlidstaat”: de lidstaat waar de kwekerij is gevestigd;

j)   „CPC’s”: verdragsluitende partijen, samenwerkende niet-verdragsluitende partijen, organisaties en visserijorganisaties van de ICCAT;

k)   „partij”: een hoeveelheid blauwvintonijnproducten met dezelfde aanbiedingsvorm en afkomstig uit hetzelfde relevante geografische gebied en van hetzelfde vissersvaartuig of groep vissersvaartuigen dan wel dezelfde tonnara.

HOOFDSTUK II

VANGSTDOCUMENT VOOR BLAUWVINTONIJN

Artikel 3

Algemene bepalingen

1.   De lidstaten eisen een ingevuld vangstdocument voor blauwvintonijn („vangstdocument”) voor elke blauwvintonijn die in hun havens wordt aangeland of overgeladen, wordt gekooid zoals bepaald in bijlage IV en in hun kwekerijen wordt geoogst.

2.   Elke partij blauwvintonijn die intern wordt verhandeld, op het grondgebied van de Unie wordt ingevoerd of vanuit het grondgebied van de Unie wordt uitgevoerd, of wederuitgevoerd gaat vergezeld van een gewaarmerkt vangstdocument, behalve bij toepassing van artikel 4, lid 3, en, indien van toepassing, van een ICCAT-overhevelingsaangifte of een gewaarmerkt wederuitvoercertificaat voor blauwvintonijn („wederuitvoercertificaat”).

Het aanlanden, overladen, kooien, oogsten, intern verhandelen, invoeren, uitvoeren of wederuitvoeren van blauwvintonijn zonder een ingevuld en gewaarmerkt vangstdocument of, waar van toepassing, een wederuitvoercertificaat is verboden.

3.   De lidstaten mogen geen tonijn onderbrengen in een kwekerij die niet is erkend door een lidstaat of door CPC’s, of die niet is opgenomen in het ICCAT-register van kwekerijvoorzieningen die in het ICCAT-Verdragsgebied gevangen blauwvintonijn mogen kweken.

4.   Kwekerijlidstaten zorgen ervoor dat vangsten blauwvintonijn in aparte kooien of reeksen kooien worden geplaatst en per lidstaat of CPC van oorsprong worden gescheiden.

5.   In afwijking van lid 4 zorgen kwekerijlidstaten ervoor dat blauwvintonijn die wordt gevangen in het kader van een gezamenlijke visserijactiviteit als bedoeld in artikel 2, onder g), van Verordening (EG) nr. 302/2009 van de Raad van 6 april 2009 betreffende een meerjarig herstelplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee (8) in aparte kooien of reeksen kooien wordt geplaatst en per gezamenlijke visserijactiviteit wordt gescheiden.

6.   Kwekerijlidstaten zorgen ervoor dat blauwvintonijn op kwekerijen wordt geoogst in het vangstjaar of vóór het begin van het seizoen voor de ringzegenvisserij indien de tonijn in het volgende jaar wordt geoogst. Indien de oogst niet binnen die periode is voltooid, vullen de kwekerijlidstaten een jaarlijkse overhevelingsaangifte in en zenden deze binnen 10 dagen na het einde van die periode aan de Commissie. Deze aangifte bevat ten minste de volgende gegevens:

hoeveelheden (in kg) en aantal stuks die moeten worden overgeheveld,

vangstjaar,

groottesamenstelling,

vlaggenlidstaat of CPC, ICCAT-nummer en naam van het visserijvaartuig,

referentienummer van het vangstdocument overeenkomend met de overgehevelde vangsten,

naam en ICCAT-nummer van de mestvoorziening,

kooinummer, en

gegevens over geoogste hoeveelheden (in kg), indien de oogst voltooid is.

De Commissie zendt deze aangiften binnen 5 dagen door naar het ICCAT-secretariaat.

7.   Overeenkomstig lid 6 overgehevelde hoeveelheden worden op de kwekerij in aparte kooien of reeksen kooien geplaatst en per vangstjaar gescheiden.

8.   Vlaggen- of tonnaralidstaten stellen de vangstdocumentatieformulieren enkel ter beschikking aan hun eigen visserijvaartuigen en voor hun eigen tonnara’s waarmee in het ICCAT-Verdragsgebied op blauwvintonijn, inclusief als bijvangst, mag worden gevist.

9.   Elk vangstdocumentatieformulier heeft een uniek documentidentificatienummer. De documentnummers zijn specifiek voor de vlaggenlidstaat of de tonnaralidstaat en worden aan elk visserijvaartuig en voor elke tonnara toegewezen. Deze formulieren zijn niet overdraagbaar aan een ander visserijvaartuig of tonnara.

10.   Elke deelpartij van een gesplitste partij of van verwerkte producten gaat vergezeld van een kopie van het betrokken vangstdocument waarop, met het oog op de traceerbaarheid, het uniek documentidentificatienummer van het oorspronkelijk vangstdocument wordt vermeld.

11.   Interne verhandeling, invoer, uitvoer en wederuitvoer van delen van vis andere dan het visvlees (koppen, ogen, hom/kuit, ingewanden en staarten) zijn vrijgesteld van toepassing van de in deze verordening vastgestelde voorschriften.

Artikel 4

Waarmerking

1.   Kapiteins van visserijvaartuigen, exploitanten van tonnara’s, exploitanten van kwekerijen, verkopers, exporteurs, of hun gemachtigde vertegenwoordigers, vullen de vereiste gegevens in de juiste vakken van het vangstdocument in, indien mogelijk langs elektronische weg, en vragen bij elke aanlanding, overheveling, inkooiing, oogst, overlading, interne verhandeling of uitvoer van blauwvintonijn om waarmerking van deze gegevens overeenkomstig lid 2.

2.   Het vangstdocument wordt gewaarmerkt door een bevoegde autoriteit van de vlaggenlidstaat, de tonnaralidstaat, de kwekerijlidstaat of de lidstaat waar de verkoper of exporteur is gevestigd. Een lidstaat waarmerkt het vangstdocument voor blauwvintonijn slechts indien:

a)

het visserijvaartuig dat de blauwtonijn heeft gevangen, de vlag van de betrokken lidstaat voert, of de tonnara of kwekerij waarin de blauwvintonijn is gevangen, respectievelijk geoogst, zich in de betrokken lidstaat bevindt,

b)

naar aanleiding van de verificatie van de partij is geconstateerd dat alle in het vangstdocument opgenomen gegevens accuraat zijn,

c)

de te waarmerken som van de hoeveelheden van de voor elk beheersjaar bepaalde quota of vangstbeperkingen, inclusief eventuele individuele quota die aan visserijvaartuigen of voor tonnara’s zijn toegewezen, niet overschrijdt, en

d)

de blauwvintonijn voldoet aan de betrokken bepalingen van de ICCAT-maatregelen op het gebied van instandhouding en beheer.

3.   De in lid 2 van dit artikel bedoelde waarmerking is niet vereist wanneer alle voor verkoop beschikbare blauwvintonijn is voorzien van een in artikel 5 bedoeld merkteken, dat is aangebracht door de vlaggenlidstaat of de tonnaralidstaat die de blauwvintonijn heeft gevangen.

4.   Indien minder dan 1 t of drie stuks blauwvintonijn wordt gevangen en aangeland, mag het visserijlogboek of de verkoopfactuur als tijdelijk vangstdocument worden gebruikt in afwachting van de waarmerking van het vangstdocument binnen zeven dagen en vóór de interne verhandeling of de uitvoer.

5.   Het gewaarmerkte vangstdocument dient, in voorkomend geval, de in bijlage II bedoelde gegevens te bevatten.

6.   In bijlage III is een model voor een vangstdocument opgenomen. Wanneer een vak in het model voor een vangstdocument onvoldoende ruimte biedt om de verplaatsing van de blauwvintonijn van de vangst- naar de verhandelingsfase te traceren, kan dat informatievak naar behoefte worden uitgebreid en als bijlage worden bijgevoegd. De bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat waarmerkt de bijlage zo spoedig mogelijk, maar niet later dan de volgende verplaatsing van de blauwvintonijn.

7.   Instructies voor de afgifte, nummering, invulling en waarmerking van het vangstdocument zijn opgenomen in bijlage IV.

Artikel 5

Merken

1.   De lidstaten kunnen hun visserijvaartuigen of tonnara’s opleggen elke blauwvintonijn te merken, bij voorkeur bij het doden, maar niet later dan bij het aanlanden. De merktekens zijn voorzien van een uniek nummer van de betrokken lidstaat en zijn onvervalsbaar. Het nummer van het merkteken is gekoppeld aan het vangstdocument.

2.   Een samenvatting van de uitvoering van het merktekenprogramma wordt door de betrokken lidstaten bij de Commissie ingediend. De Commissie zendt deze samenvattingen binnen een redelijke termijn door naar het ICCAT-secretariaat.

3.   Het gebruik van merktekens wordt slechts toegestaan wanneer de som van de gevangen hoeveelheden de voor elk beheersjaar bepaalde quota of vangstbeperkingen, inclusief eventuele individuele quota die aan visserijvaartuigen of voor tonnara’s zijn toegewezen, niet overschrijdt.

HOOFDSTUK III

WEDERUITVOERCERTIFICAAT VOOR BLAUWVINTONIJN

Artikel 6

Algemene bepalingen

1.   De lidstaten zien erop toe dat elke partij blauwvintonijn die vanaf hun grondgebied wordt wederuitgevoerd, vergezeld gaat van een gewaarmerkt wederuitvoercertificaat.

Het wederuitvoercertificaat is niet van toepassing wanneer gekweekte blauwvintonijn levend wordt ingevoerd.

2.   De marktdeelnemer die verantwoordelijk is voor de wederuitvoer, vult de vereiste gegevens in de betrokken vakken van het wederuitvoercertificaat in en verzoekt om waarmerking van dat certificaat met het oog op de wederuitvoer van de partij blauwvintonijn. Ingevulde wederuitvoercertificaten gaan vergezeld van een kopie van de gewaarmerkte vangstdocumenten voor de eerder ingevoerde blauwvintonijn.

Artikel 7

Waarmerking van wederuitvoer

1.   De wederuitvoercertificaten worden gewaarmerkt door de bevoegde autoriteit van de wederuitvoerlidstaat.

2.   De bevoegde autoriteit waarmerkt de wederuitvoercertificaten voor alle blauwvintonijnproducten slechts indien:

a)

is geconstateerd dat alle in de wederuitvoercertificaten vermelde gegevens correct zijn,

b)

ter ondersteuning van wederuitvoercertificaten overgelegde vangstdocumenten zijn aanvaard voor de invoer van de op de wederuitvoercertificaten aangegeven producten,

c)

de voor wederuitvoer bestemde producten volledig of gedeeltelijk overeenstemmen met de op de gewaarmerkte vangstdocumenten opgenomen producten, en

d)

een kopie van de vangstdocumenten bij de gewaarmerkte wederuitvoercertificaten is gevoegd.

3.   De gewaarmerkte wederuitvoercertificaten dienen de in bijlage V bedoelde gegevens te bevatten.

HOOFDSTUK IV

MEDEDELING EN VERIFICATIE

Artikel 8

Mededeling en bewaring van gewaarmerkte documenten

1.   Zo spoedig mogelijk en in elk geval binnen vijf werkdagen na de waarmerkingsdatum, of onverwijld wanneer het vervoer naar verwachting niet langer duurt dan vijf werkdagen, leggen de lidstaten, behalve bij toepassing van artikel 4, lid 3, een elektronische kopie van alle gewaarmerkte vangstdocumenten of wederuitvoercertificaten over, aan:

a)

de Commissie,

b)

de bevoegde autoriteiten van de lidstaat of de CPC waar de blauwvintonijn intern zal worden verhandeld, zal worden gekweekt of zal worden ingevoerd, en

c)

het ICCAT-secretariaat.

2.   De lidstaten bewaren kopieën van de afgegeven of ontvangen vangstdocumenten en wederuitvoercertificaten ten minste twee jaar.

Artikel 9

Verificatie

1.   De lidstaten zien erop toe dat elke partij blauwvintonijn die hetzij op hun grondgebied wordt aangeland, overgeladen, intern verhandeld of ingevoerd, hetzij vanaf hun grondgebied wordt uitgevoerd of wederuitgevoerd, door hun bevoegde autoriteit wordt geverifieerd. De bevoegde autoriteit eist en onderzoekt de gewaarmerkte vangstdocumenten en gerelateerde documentatie met betrekking tot elke partij blauwvintonijn. Dit onderzoek omvat raadpleging van de waarmerkingsdatabank van het ICCAT-secretariaat.

2.   De bevoegde autoriteiten kunnen tevens de inhoud van de partij onderzoeken om de in de vangstdocumenten en de gerelateerde documentatie opgenomen gegevens te verifiëren en voeren, zo nodig, verificaties uit bij de betrokken marktdeelnemers.

3.   Indien uit de krachtens de leden 1 en 2 verrichte onderzoeken en verificaties blijkt dat twijfels bestaan over de in een vangstdocument opgenomen gegevens, werken de lidstaten met het oog op het wegwerken van dergelijke twijfels samen met de bevoegde autoriteit die het betrokken vangstdocument of wederuitvoercertificaat heeft gewaarmerkt.

4.   Indien een lidstaat vaststelt dat een partij niet vergezeld gaat van een vangstdocument, meldt deze lidstaat zijn bevindingen aan de lidstaat van verzending of aan de exporterende CPC en aan de vlaggenlidstaat of de vlaggen-CPC indien deze bekend is.

5.   In afwachting van de krachtens de leden 1 en 2 uit te voeren onderzoeken en verificaties verleent de lidstaat geen toestemming voor de interne verhandeling, de invoer of de uitvoer van de partij blauwvintonijn, of aanvaardt hij, in het geval van levende, voor kwekerijen bestemde blauwvintonijn, de overhevelingsaangifte niet.

6.   Indien een lidstaat naar aanleiding van krachtens lid 1 verrichte onderzoeken en verificaties en in samenwerking met de betrokken waarmerkingsautoriteit bepaalt dat een vangstdocument of een wederuitvoercertificaat ongeldig is, worden de interne verhandeling, de invoer, de uitvoer en de wederuitvoer van de betrokken partij blauwvintonijn verboden.

HOOFDSTUK V

TOEZENDING VAN GEGEVENS

Artikel 10

Informatie over waarmerking en contactpunten

1.   De lidstaten delen de Commissie de volgende gegevens mee:

a)

naam en volledige adres van hun autoriteiten die bevoegd zijn voor de waarmerking en verificatie van de vangstdocumenten of wederuitvoercertificaten,

b)

naam, titel en een afdruk van het stempel of zegel van de individueel gemachtigde waarmerkingsfunctionarissen,

c)

exemplaren van het merkteken, indien van toepassing.

2.   De kennisgeving bevat de datum waarop de in lid 1 bedoelde informatie van kracht wordt. Bijgewerkte gegevens van de waarmerkingsautoriteiten en -functionarissen worden tijdig aan de Commissie gemeld.

3.   De lidstaten stellen de Commissie in kennis van, met name, de naam van de contactpunten die op de hoogte moeten worden gebracht van vragen over vangstdocumenten of wederuitvoercertificaten.

4.   De Commissie zendt deze informatie onverwijld door aan het ICCAT-secretariaat.

Artikel 11

Jaarlijks programmaverslag

1.   De lidstaten leggen aan de Commissie uiterlijk op 15 september van elk jaar via elektronische weg een programmaverslag over, waarin onder meer de in bijlage VI bedoelde gegevens zijn opgenomen, met betrekking tot de periode van 1 juli van het vorige jaar tot en met 30 juni van dat jaar.

2.   De Commissie stelt een jaarlijks programmaverslag van de Unie op en zendt dit uiterlijk op 1 oktober van elk jaar toe aan het ICCAT-secretariaat.

HOOFDSTUK VI

SLOTBEPALINGEN

Artikel 12

Wijziging van de bijlagen

Ter uitvoering van de instandhoudingsmaatregelen van de ICCAT kan de Commissie overeenkomstig artikel 13 en behoudens het bepaalde in de artikelen 14 en 15, door middel van gedelegeerde handelingen wijzigingen aanbrengen in de bijlagen bij deze verordening.

De Commissie handelt bij het uitvaardigen van dergelijke gedelegeerde handelingen in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

Artikel 13

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1.   De bevoegdheid om de in artikel 12 bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een periode van 5 jaar te rekenen vanaf 14 augustus 2010. De Commissie stelt uiterlijk 6 maanden voor het einde van de termijn van 5 jaar een verslag op over de gedelegeerde bevoegdheid. De bevoegdheidsdelegatie wordt automatisch verlengd met dezelfde periode, tenzij het Europees Parlement of de Raad de delegatie intrekt overeenkomstig artikel 14.

2.   Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in kennis.

3.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie verleend onverminderd het bepaalde in de artikelen 14 en 15.

Artikel 14

Intrekking van de delegatie

1.   De in artikel 12 bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan te allen tijde door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken.

2.   De instelling die een interne procedure is begonnen om te besluiten of zij de bevoegdheidsdelegatie wenst in te trekken, brengt de andere instelling en de Commissie hiervan binnen een redelijke tijd voordat een definitief besluit wordt genomen, op de hoogte.

3.   Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheden. Het besluit treedt onmiddellijk in werking of op een latere in het besluit nader genoemde datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. Het besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 15

Bezwaar tegen gedelegeerde handelingen

1.   Het Europees Parlement en de Raad kunnen bezwaar aantekenen tegen de gedelegeerde handeling binnen twee maanden na de datum van kennisgeving.

Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad wordt deze termijn met twee maanden verlengd.

2.   Indien noch het Europees Parlement noch de Raad bij het verstrijken van deze termijn bezwaar hebben aangetekend tegen de gedelegeerde handeling, wordt deze bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en treedt zij in werking op de daarin vermelde datum.

3.   Indien het Europees Parlement of de Raad bezwaar aantekent tegen een gedelegeerde handeling, treedt deze niet in werking. De instelling die bezwaar aantekent tegen de gedelegeerde handeling, geeft aan om welke redenen zij dit doet.

Artikel 16

Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1984/2003

1.   Verordening (EG) nr. 1984/2003 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in de titel wordt het woord „blauwvintonijn” geschrapt;

b)

in artikel 1, onder a), worden de woorden „blauwvintonijn (Thunnus thynnus)” geschrapt;

c)

in artikel 2 wordt het woord „blauwvintonijn” geschrapt;

d)

in artikel 3 wordt punt a) geschrapt;

e)

artikel 4, lid 1, eerste streepje, wordt geschrapt;

f)

in artikel 4, lid 2, onder b) iii), wordt het woord „blauwvintonijn” geschrapt;

g)

artikel 5, lid 1, eerste streepje, wordt geschrapt;

h)

in artikel 6, lid 1, tweede alinea, wordt het bepaalde onder a) geschrapt;

i)

in artikel 8, onder a), wordt het woord „blauwvintonijn” geschrapt;

j)

in artikel 9, lid 2, wordt punt a) geschrapt;

k)

de bijlagen I, IV a, IX en XV worden ingetrokken.

2.   Verwijzingen naar de ingetrokken bepalingen van Verordening (EG) nr. 1984/2003 worden gelezen als verwijzingen naar de onderhavige verordening.

Artikel 17

Evaluatie

De Commissie evalueert deze verordening aan de hand van de door de ICCAT aangenomen aanbevelingen, rekening houdend met de geactualiseerde wetenschappelijke inzichten omtrent de omvang van de bestanden die aan de vergaderingen van de ICCAT worden voorgelegd, en stelt alle wijzigingen die nodig kunnen zijn voor.

Artikel 18

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 7 juli 2010.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

J. BUZEK

Voor de Raad

De voorzitter

O. CHASTEL


(1)  Advies van 17 maart 2010 (nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt).

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 17 juni 2010 (nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt) en besluit van de Raad van 29 juni 2010.

(3)  PB L 179 van 23.6.1998, blz. 1.

(4)  PB L 189 van 3.7.1998, blz. 14.

(5)  PB L 177 van 16.7.1996, blz. 24.

(6)  PB L 162 van 18.6.1986, blz. 33.

(7)  PB L 295 van 13.11.2003, blz. 1.

(8)  PB L 96 van 15.4.2009, blz. 1.


BIJLAGE I

IN ARTIKEL 2, ONDER a), BEDOELDE PRODUCTEN

Productomschrijving

Productcode van de gecombineerde nomenclatuur (1)

Levende blauwvintonijn (Thunnus thynnus)

0301 94 00

Blauwvintonijn (Thunnus thynnus), vers of gekoeld, andere dan visfilets en ander visvlees

0302 35 10

Blauwvintonijn (Thunnus thynnus), vers of gekoeld, andere dan visfilets en ander visvlees, niet bestemd voor de industriële vervaardiging van bereidingen en conserven van vis

0302 35 90

Blauwvintonijn (Thunnus thynnus) in gehele staat, bevroren, andere dan visfilets en ander visvlees, bestemd voor de industriële vervaardiging van bereidingen en conserven van vis

0303 45 11

Blauwvintonijn (Thunnus thynnus), bevroren, ontdaan van ingewanden en kieuwen, met uitzondering van visfilets en ander visvlees, bestemd voor de industriële vervaardiging van bereidingen en conserven van vis

0303 45 13

Blauwvintonijn (Thunnus thynnus), bevroren, andere dat blauwvintonijn in gehele staat of ontdaan van ingewanden en kieuwen, met uitzondering van visfilets en ander visvlees, bestemd voor de industriële vervaardiging van bereidingen en conserven van vis

0303 45 19

Blauwvintonijn (Thunnus thynnus), bevroren, met uitzondering van visfilets en ander visvlees, niet bestemd voor de industriële vervaardiging van bereidingen en conserven van vis

0303 45 90

Filets van blauwvintonijn (Thunnus thynnus), vers of gekoeld

ex 0304 19 39

Vlees, ander dan filets van blauwvintonijn (Thunnus thynnus), vers of gekoeld

ex 0304 19 39

Filets en ander vlees van blauwvintonijn (Thunnus thynnus), bevroren

ex 0304 29 45

Ander vlees van blauwvintonijn (Thunnus thynnus)

ex 0304 99 99

Filets van blauwvintonijn (Thunnus thynnus), gedroogd, gezouten of gepekeld, doch niet gerookt

ex 0305 30 90

Gerookte blauwvintonijn (Thunnus thynnus), inclusief filets

ex 0305 49 80

Gedroogde blauwvintonijn (Thunnus thynnus), al dan niet gezouten, doch niet gerookt

ex 0305 59 80

Blauwvintonijn (Thunnus thynnus), gezouten, doch niet gedroogd of gerookt, alsmede gepekelde blauwvintonijn

ex 0305 69 80

Blauwvintonijn (Thunnus thynnus), geheel of in stukken, doch niet fijngemaakt, bereid of geconserveerd in plantaardige olie

ex 1604 14 11

Blauwvintonijn (Thunnus thynnus), geheel of in stukken, doch niet fijngemaakt, bereid of geconserveerd in andere dan plantaardige olie, en filets, zogenaamde „loins”

ex 1604 14 16

Blauwvintonijn (Thunnus thynnus), geheel of in stukken, doch niet fijngemaakt, bereid of geconserveerd in andere dan plantaardige olie, en andere dan filets, zogenaamde „loins”

ex 1604 14 18

Blauwvintonijn (Thunnus thynnus), andere dan geheel of in stukken, doch niet fijngemaakt, bereid of geconserveerd

ex 1604 20 70


(1)  Bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).


BIJLAGE II

IN HET VANGSTDOCUMENT VOOR BLAUWVINTONIJN TE VERMELDEN GEGEVENS

1.   ICCAT-nummer van het vangstdocument voor blauwvintonijn

2.   Vangstgegevens

Beschrijving van het vaartuig of de tonnara

Naam van het vaartuig of van de tonnara

Vlaggenstaat of tonnarastaat

ICCAT-registratienummer van het vaartuig of de tonnara (indien van toepassing)

Omschrijving vangst

Vangstdatum, vangstgebied en voor de vangst gebruikt vistuig

Aantal stuks, totaal afgerond gewicht en gemiddeld gewicht (1)

Nummer van het merkteken (indien van toepassing)

ICCAT-registratienummer van de gezamenlijke visserijactiviteit (indien van toepassing)

Waarmerking door de overheid

Naam van de autoriteit en de ondertekenende persoon, functie, handtekening, zegel en datum

3.   Handelsinformatie voor de verhandeling van levende vis

Productomschrijving

Totaal levend gewicht, aantal stuks, vangstgebied

Informatie over de exporteur/verkoper

Plaats van uitvoer of vertrek

Naam en adres van het exportbedrijf, handtekening en datum

Kwekerij (naam en ICCAT-nummer) en land van bestemming

Beschrijving van de vervoermiddelen (betrokken documentatie bij te voegen)

Informatie over de importeur/koper

Plaats van invoer of bestemming

Naam en adres van het importbedrijf, handtekening en datum van handtekening

Waarmerking door de overheid

Naam van de autoriteit en de ondertekenende persoon, functie, handtekening, zegel en datum

4.   Informatie over de overheveling

Beschrijving van het sleepvaartuig

Nummer van de overhevelingsaangifte van de ICCAT

Naam en vlag van het vaartuig

ICCAT-registratienummer en nummer van de sleepkooi (indien van toepassing)

Aantal en totaalgewicht van tijdens de overheveling gestorven vissen

5.   Informatie over overlading

Beschrijving van het transportvaartuig

Naam

Vlaggenstaat

ICCAT-registratienummer

Datum

Haven (naam en land of positie)

Productomschrijving

(F/FR; RD/GG/DR/FL/OT)

Totaalgewicht (netto)

Waarmerking door de overheid

Naam van de autoriteit en de ondertekenende persoon, functie, handtekening, zegel en datum

6.   Informatie over de kwekerij

Beschrijving van de kwekerijvoorziening

Naam, kwekerijlidstaat

ICCAT FFB-nr. en locatie van de kwekerij

Deelname aan nationaal bemonsteringsprogramma (ja/nee)

Beschrijving van de kooi

Datum van het kooien, kooinummer

Beschrijving van de vis

Geraamd aantal stuks, totaalgewicht en gemiddeld gewicht (2)

Informatie over regionale waarnemers van de ICCAT

Naam, ICCAT-nummer, handtekening

Geraamde samenstelling naar grootte (< 8 kg, 8-30 kg, > 30 kg)

Waarmerking door de overheid

Naam van de autoriteit en de ondertekenende persoon, functie, handtekening, zegel en datum

7.   Oogstinformatie

Oogstbeschrijving

Datum van de oogst

Aantal stuks, totaal afgerond gewicht en gemiddeld gewicht

Nummer van de merktekens (indien van toepassing)

Informatie over regionale waarnemers van de ICCAT

Naam, ICCAT-nummer, handtekening

Waarmerking door de overheid

Naam van de autoriteit en de ondertekenende persoon, functie, handtekening, zegel en datum

8.   Handelsinformatie

Productomschrijving

F/FR; RD/GG/DR/FL/OT (gelieve bij vermelding van verschillende producttypes in dit deel het gewicht per producttype op te geven)

Totaalgewicht (netto)

Informatie over de exporteur/verkoper

Plaats van uitvoer of vertrek

Naam en adres van het exportbedrijf, handtekening en datum

Land van bestemming

Beschrijving van de vervoermiddelen (betrokken documentatie bij te voegen)

Waarmerking door de overheid

Naam van de autoriteit en de ondertekenende persoon, functie, handtekening, zegel en datum

Informatie over de importeur/koper

Plaats van invoer of bestemming

Naam en adres van het importbedrijf, handtekening en datum van handtekening


(1)  Gewicht wordt, indien beschikbaar als afgerond gewicht gerapporteerd. Indien geen afgerond gewicht wordt gebruikt, gelieve in de rubriek „totaalgewicht” en „gemiddeld gewicht” van het formulier het producttype te vermelden (bijv. GG).

(2)  Gewicht wordt, indien beschikbaar als afgerond gewicht gerapporteerd. Indien geen afgerond gewicht wordt gebruikt, gelieve in de rubriek „totaalgewicht” en „gemiddeld gewicht” van het formulier het producttype te vermelden (bijv. GG).


BIJLAGE III

MODEL VAN HET ICCAT VANGSTDOCUMENT VOOR BLAUWVINTONIJN

Image

Image


BIJLAGE IV

Instructies voor de afgifte, nummering, invulling en waarmerking van het vangstdocument

1.   ALGEMENE BEGINSELEN

(1)   Taal

Indien het vangstdocument wordt ingevuld in een andere taal dan een officiële ICCAT-taal (Engels, Frans en Spaans), gelieve de Engelse vertaling bij te voegen.

(2)   Nummering

De lidstaten dienen unieke nummeringssystemen voor vangstdocumenten te ontwikkelen waarbij zij gebruikmaken van hun tweeletterige ISO-landencode gecombineerd met een nummer van ten minste 8 cijfers waarvan ten minste twee cijfers het vangstjaar aangeven.

Bijvoorbeeld: FR-09-123456 (FR staat voor Frankrijk)

In geval van gesplitste partijen of verwerkte producten worden de kopieën van het originele vangstdocument genummerd door het nummer van de originele vangstdocumenten aan te vullen met een getal van twee cijfers.

Bijvoorbeeld: FR-09-123456-01, FR-09-123456-02, FR-09-123456-03, enz.

De nummering moet opeenvolgend en bij voorkeur gedrukt zijn. De serienummers van de afgegeven blanco vangstdocumenten worden naar gelang de naam van de ontvanger geregistreerd.

(3)   Waarmerking

Het model van het vangstdocument kan niet als vervanging dienen van de voorafgaande overhevelingsvergunning of van de kooivergunning.

2.   VANGSTGEGEVENS

(1)   Invulling

a)   Algemene beginselen

Deze rubriek is van toepassing op alle vangsten van blauwvintonijn.

De kapitein van het visserijvaartuig of de exploitant van de tonnara dan wel hun gemachtigde vertegenwoordiger of de gemachtigde vertegenwoordiger van de vlaggenlidstaat of de tonnaralidstaat is verantwoordelijk voor het invullen en het verzoek om waarmerking van de rubriek VANGSTINFORMATIE.

De rubriek VANGSTINFORMATIE moet uiterlijk voor het eind van de eerste overheveling naar sleepkooien, de eerste overlading of de eerste aanlanding worden ingevuld.

NB: in geval van gezamenlijke visserijacties moet de kapitein van elk visserijvaartuig dat bij de gezamenlijke visserijactie betrokken is een vangstdocument voor elke vangst invullen.

b)   Speciale instructies

„VLAG”: de vlaggenlidstaat of de tonnaralidstaat vermelden.

„ICCAT-registratienummer”: het ICCAT-nummer vermelden van het visserijvaartuig of de tonnara waarmee in het ICCAT-Verdragsgebied op blauwvintonijn mag worden gevist. Deze informatie geldt niet voor visserijvaartuigen waarmee op blauwvintonijn als bijvangst wordt gevist.

„VISTUIG”: het vistuig vermelden met behulp van de volgende codes

BB Hengel

GILL Kieuwnet

HAND Handlijn

HARP Harpoen

LL Beug

MWT Pelagische trawl

PS Zegennet

RR Hengel/reel

SURF Niet-gespecificeerde oppervlaktevisserij

TL Bewaakte lijn („tended line”)

TRAP Tonnaar

TROL Sleeplijn

UNCL Niet-gepreciseerde methodes

OT Andere

„TOTAAL GEWICHT”: het afgerond gewicht in kg vermelden. Indien op het moment van de vangst geen afgerond gewicht wordt gebruikt, het producttype (bijv. GG) vermelden. In geval van gezamenlijke visserijacties dient de gerapporteerde hoeveelheid overeen te komen met de verdeelsleutel die voor elk visserijvaartuig wordt vastgesteld.

„GEBIED”: Middellandse Zee, westelijk deel van de Atlantische Oceaan of oostelijk deel van de Atlantische Oceaan vermelden.

„Nr. MERKTEKEN (indien van toepassing)”: er mogen extra regels worden toegevoegd om de vermelding van het nummer van elk merkteken per afzonderlijke vis mogelijk te maken.

(2)   Waarmerking

De vlaggenlidstaat of de tonnaralidstaat is verantwoordelijk voor de waarmerking van de rubriek VANGSTINFORMATIE, tenzij blauwvintonijn overeenkomstig artikel 5 van deze verordening van een merkteken is voorzien.

Voor aangelande of overgeladen vis moet de waarmerking uiterlijk plaatsvinden aan het eind van de overlading of aanlanding.

Voor levend overgehevelde vis kan de waarmerking plaatsvinden op het moment van de eerste overheveling naar sleepkooien, maar de waarmerking moet in ieder geval uiterlijk plaatsvinden aan het eind van de inkooiing.

3.   HANDELSINFORMATIE VOOR DE VERHANDELING VAN LEVENDE VIS

(1)   Invulling

a)   Algemene beginselen:

Deze rubriek is alleen van toepassing op de interne verhandeling of de uitvoer van levende blauwvintonijn.

De kapitein van het visserijvaartuig of zijn gemachtigde vertegenwoordiger dan wel de gemachtigde vertegenwoordiger van de vlaggenlidstaat is verantwoordelijk voor het invullen en het verzoek om waarmerking van de rubriek HANDELSINFORMATIE VOOR DE VERHANDELING VAN LEVENDE VIS.

De rubriek HANDELSINFORMATIE VOOR DE VERHANDELING VAN LEVENDE VIS moet uiterlijk aan het eind van de eerste overheveling naar sleepkooien worden ingevuld.

NB: indien een hoeveelheid vis tijdens de overheveling sterft en intern wordt verhandeld of uitgevoerd, moet het originele vangstdocument (waarop de rubriek VANGSTINFORMATIE is ingevuld en, indien van toepassing, gewaarmerkt) worden gekopieerd en moet de rubriek HANDELSINFORMATIE van het gekopieerde vangstdocument worden ingevuld door de kapitein van het visserijvaartuig of zijn gemachtigde vertegenwoordiger dan wel de gemachtigde vertegenwoordiger van de vlaggenlidstaat en aan de interne koper/importeur worden overhandigd. Waarmerking van de kopie garandeert dat dit een eensluidende kopie is die door de autoriteiten van de betrokken lidstaat is geregistreerd.

Zonder waarmerking is een kopie van een vangstdocument ongeldig.

b)   Speciale instructies:

„GEBIED”: overhevelingsgebied, Middellandse Zee, westelijk deel van de Atlantische Oceaan of oostelijk deel van de Atlantische Oceaan vermelden.

„PLAATS VAN UITVOER/VERTREK”: Naam van de lidstaat of CPC vermelden van het visserijgebied waar de blauwvintonijn werd overgeheveld of anders „volle zee” vermelden.

„BESCHRIJVING VERVOERMIDDELEN”: relevante documentatie ter staving van de verhandeling bijvoegen.

(2)   Waarmerking

De vlaggenstaat mag geen vangstdocumenten waarmerken waarin de rubriek VANGSTINFORMATIE niet is ingevuld en, indien van toepassing, gewaarmerkt.

De waarmerking kan plaatsvinden op het moment van de eerste overheveling naar sleepkooien, maar moet in ieder geval uiterlijk plaatsvinden aan het eind van de inkooiing.

4.   INFORMATIE OVERHEVELING

(1)   Invulling

a)   Algemene beginselen:

Deze rubriek is alleen van toepassing op levende blauwvintonijn.

De kapitein van het visserijvaartuig of zijn gemachtigde vertegenwoordiger dan wel de gemachtigde vertegenwoordiger van de vlaggenlidstaat is verantwoordelijk voor het invullen van de rubriek INFORMATIE OVERHEVELING.

De rubriek INFORMATIE OVERHEVELING moet uiterlijk aan het eind van de eerste overheveling worden ingevuld.

Na de eerste overhevelingsverrichting moet de kapitein van het visserijvaartuig het vangstdocument (waarop de rubrieken VANGSTINFORMATIE, HANDELSINFORMATIE VOOR DE VERHANDELING VAN LEVENDE VIS en INFORMATIE OVERHEVELING zijn ingevuld en, indien van toepassing, gewaarmerkt) afgeven aan de kapitein van het sleepvaartuig.

De overgehevelde vis gaat tijdens het vervoer naar een kwekerij, met inbegrip van de overheveling van levende blauwvintonijn uit de transportkooi naar een andere transportkooi of de overheveling van dode blauwvintonijn uit de transportkooi naar een hulpvaartuig, vergezeld van het ingevulde en, indien van toepassing, gewaarmerkte vangstdocument.

NB: indien een hoeveelheid vis tijdens de overheveling sterft, moet het originele vangstdocument (waarop de rubrieken VANGSTINFORMATIE, HANDELSINFORMATIE VOOR DE VERHANDELING VAN LEVENDE VIS en INFORMATIE OVERHEVELING zijn ingevuld en, indien van toepassing, gewaarmerkt) worden gekopieerd en moet de rubriek HANDELSINFORMATIE van het gekopieerde vangstdocument worden ingevuld door de interne verkoper/exporteur of zijn gemachtigde vertegenwoordiger dan wel de gemachtigde vertegenwoordiger van de vlaggenlidstaat en aan de interne koper/importeur worden overhandigd. Waarmerking van de kopie garandeert dat dit een eensluidende kopie is die door de autoriteiten van de betrokken lidstaat is geregistreerd. Zonder waarmerking is een kopie van een vangstdocument ongeldig.

b)   Speciale instructies:

„AANTAL TIJDENS OVERHEVELING GESTORVEN VISSEN” en „TOTAAL GEWICHT DODE VISSEN”: gegevens worden (indien van toepassing) ingevuld door de kapitein van het sleepvaartuig.

„KOOINR.”: elk kooinummer vermelden in geval van een sleepvaartuig met meer dan een kooi.

(2)   Waarmerking

Waarmerking van deze rubriek is niet vereist.

5.   INFORMATIE OVERLADING

(1)   Invulling

a)   Algemene beginselen:

Deze rubriek is alleen van toepassing op dode blauwvintonijn.

De kapitein van het overladende vissersvaartuig of zijn gemachtigde vertegenwoordiger dan wel de gemachtigde vertegenwoordiger van de vlaggenlidstaat is verantwoordelijk voor het invullen en het verzoek om waarmerking van de rubriek INFORMATIE OVERLADING.

De rubriek INFORMATIE OVERLADING moet uiterlijk aan het eind van de overlading worden ingevuld.

b)   Speciale instructies:

„DATUM”: de datum van overlading vermelden.

„NAAM HAVEN”: de aangewezen haven van overlading vermelden.

„HAVENSTAAT”: de lidstaat of CPC van de aangewezen haven van overlading vermelden.

(2)   Waarmerking

De vlaggenstaat mag geen vangstdocumenten waarmerken waarin de rubriek VANGSTINFORMATIE niet is ingevuld en, indien van toepassing, gewaarmerkt.

De waarmerking moet uiterlijk plaatsvinden aan het eind van de overlading.

6.   INFORMATIE KWEKERIJ

(1)   Invulling

a)   Algemene beginselen:

Deze rubriek is alleen van toepassing op levende gekooide tonijn.

De kapitein van het sleepvaartuig moet het vangstdocument (waarop de rubrieken VANGSTINFORMATIE, HANDELSINFORMATIE VOOR DE VERHANDELING VAN LEVENDE VIS en INFORMATIE OVERHEVELING zijn ingevuld en, indien van toepassing, gewaarmerkt) op het moment van inkooiing afgeven aan de exploitant van de kwekerij.

De exploitant van de kwekerij of zijn gemachtigde vertegenwoordiger dan wel een gemachtigde vertegenwoordiger van de kwekerijlidstaat is verantwoordelijk voor het invullen en het verzoek om waarmerking van de rubriek INFORMATIE KWEKERIJ.

De rubriek INFORMATIE KWEKERIJ moet uiterlijk aan het eind van het kooien worden ingevuld.

b)   Speciale instructies:

„KOOINR.”: elk kooinummer vermelden.

„Informatie regionale waarnemers ICCAT”: naam en ICCAT-nummer vermelden en handtekening plaatsen.

(2)   Waarmerking

De kwekerijlidstaat is verantwoordelijk voor de waarmerking van de rubriek INFORMATIE KWEKERIJ.

De kwekerijlidstaat mag geen vangstdocumenten waarmerken waarin de rubrieken VANGSTINFORMATIE, HANDELSINFORMATIE VOOR DE VERHANDELING VAN LEVENDE VIS en INFORMATIE OVERHEVELING niet zijn ingevuld en, indien van toepassing, gewaarmerkt.

De waarmerking moet uiterlijk plaatsvinden aan het eind van het kooien.

7.   OOGSTINFORMATIE

(1)   Invulling

a)   Algemene beginselen:

Deze rubriek is alleen van toepassing op dode gekweekte tonijn.

De exploitant van de kwekerij of zijn gemachtigde vertegenwoordiger dan wel een gemachtigde vertegenwoordiger van de kwekerijlidstaat is verantwoordelijk voor het invullen en het verzoek om waarmerking van de rubriek OOGSTINFORMATIE.

De rubriek OOGSTINFORMATIE moet uiterlijk aan het eind van het oogsten worden ingevuld.

b)   Speciale instructies:

„Nr. MERKTEKEN (indien van toepassing)”: er mogen extra regels worden toegevoegd om de vermelding van elk nummer van het merkteken per afzonderlijke vis mogelijk te maken.

„Informatie regionale waarnemers ICCAT”: naam en ICCAT-nummer vermelden en handtekening plaatsen.

(2)   Waarmerking

De kwekerijlidstaat is verantwoordelijk voor de waarmerking van de rubriek OOGSTINFORMATIE.

De kwekerijlidstaat mag geen vangstdocumenten waarmerken waarin de rubrieken VANGSTINFORMATIE, HANDELSINFORMATIE VOOR DE VERHANDELING VAN LEVENDE VIS, INFORMATIE OVERHEVELING en OOGSTINFORMATIE niet zijn ingevuld en, indien van toepassing, gewaarmerkt.

De waarmerking moet uiterlijk plaatsvinden aan het eind van het oogsten.

8.   HANDELSINFORMATIE

(1)   Invulling

a)   Algemene beginselen:

Deze rubriek is van toepassing op de interne verhandeling of de uitvoer van dode blauwvintonijn.

De interne verkoper of exporteur of hun gemachtigde vertegenwoordiger dan wel een gemachtigde vertegenwoordiger van de lidstaat van de verkoper/exporteur is verantwoordelijk voor het invullen en het verzoek om waarmerking van de rubriek HANDELSINFORMATIE, met uitzondering van de subrubriek IMPORTEUR/KOPER.

De rubriek HANDELSINFORMATIE, met uitzondering van de subrubriek IMPORTEUR/KOPER, moet worden ingevuld voordat de vis intern wordt verhandeld of uitgevoerd.

In geval van interne verhandeling moet de subrubriek IMPORTEUR/KOPER worden ingevuld door de interne koper nadat de vis intern is verhandeld.

In geval van internationale verhandeling moet de subrubriek IMPORTEUR/KOPER worden ingevuld door de importeur.

b)   Speciale instructies:

„BESCHRIJVING VERVOERMIDDELEN”: relevante documentatie ter staving van de verhandeling bijvoegen.

(2)   Waarmerking

De lidstaat van de verkoper/exporteur is verantwoordelijk voor de waarmerking van de rubriek HANDELSINFORMATIE (uitgezonderd de subrubriek IMPORTEUR/KOPER), tenzij de blauwvintonijn overeenkomstig artikel 5 van deze verordening van een merkteken is voorzien.

NB: in gevallen waarin meer dan één interne verhandeling of export voortvloeit uit een enkel vangstdocument, moet een kopie van het originele vangstdocument worden gewaarmerkt door de lidstaat van de interne verkoper of exporteur en moet deze kopie als een origineel vangstdocument worden gebruikt en geaccepteerd. Waarmerking van de kopie garandeert dat dit een eensluidende kopie is die door de autoriteiten van de betrokken lidstaat is geregistreerd. Zonder waarmerking is een kopie van een vangstdocument ongeldig.

NB: In geval van wederuitvoer moet het WEDERUITVOERCERTIFICAAT worden gebruikt met het oog op het traceren van verdere verplaatsingen die via het originele vangstdocumentnummer gerelateerd moeten zijn aan de vangstinformatie van het originele vangstdocument.

Indien blauwvintonijn wordt gevangen door een visserijvaartuig dat de vlag voert van een lidstaat of CPC of een tonnara die zich in een lidstaat of CPC bevindt terwijl die lidstaat of CPC gebruik maakt van het systeem van merktekens, vervolgens dood wordt geëxporteerd en wederuitgevoerd, hoeft het vangstdocument dat het WEDERUITVOERCERTIFICAAT vergezelt niet te worden gewaarmerkt. Het WEDERUITVOERCERTIFICAAT moet echter wel worden gewaarmerkt.

Na invoer mag een blauwvintonijn in stukken worden verdeeld die vervolgens mogen worden uitgevoerd. In een dergelijk geval moet de wederuitvoerende lidstaat of CPC bevestigen dat het wederuitgevoerde stuk een deel vormt van de oorspronkelijke vis vergezeld van het vangstdocument.


BIJLAGE V

IN HET ICCAT-WEDERUITVOERCERTIFICAAT VOOR BLAUWVINTONIJN TE VERMELDEN GEGEVENS

1.   Documentnummer van het wederuitvoercertificaat

2.   Rubriek „Wederuitvoer”

Wederuitvoerende lidstaat

Plaats van wederuitvoer

3.   Omschrijving van de geïmporteerde blauwvintonijn

Producttype F/FR RD/GG/DR/FL/OT (gelieve bij vermelding van verschillende producttypes in deze rubriek het gewicht per producttype op te geven)

Nettogewicht (kg)

Nummer(s) vangstdocument(en) en datum/data van invoer

Vlag vissersvaartuig(en) of land waar de tonnara zich bevindt

4.   Omschrijving van de weder uit te voeren blauwvintonijn

Producttype F/FR RD/GG/DR/FL/OT (gelieve bij vermelding van verschillende producttypes in deze rubriek het gewicht per producttype op te geven)

Nettogewicht (kg)

Nummer(s) betrokken vangstdocument(en) als bedoeld in rubriek 3

Land van bestemming

5.   Verklaring van de wederuitvoerder

Naam

Adres

Handtekening

Datum

6.   Waarmerking door de autoriteiten

Naam en adres van de autoriteit

Naam en functie van de functionaris

Handtekening

Datum

Overheidszegel

7.   Rubriek „Invoer”

Verklaring door de importeur die de partij blauwvintonijn in de lidstaat of de CPC van invoer importeert

Naam en adres van de importeur

Naam en handtekening van de vertegenwoordiger van de importeur en datum van handtekening

Plaats van invoer: stad en CPC

NB - Kopieën van de vangstdocumenten en vervoerdocumenten moeten worden bijgevoegd.

Image

N.B. INDIEN DIT DOCUMENT WORDT INGEVULD IN EEN ANDERE TAAL DAN HET ENGELS, GELIEVE DAN EEN ENGELSE VERTALING BIJ TE VOEGEN.

N.B.: Gelieve geldige vervoerdocumenten en kopieën van de vangstdocumenten voor blauwvintonijn (BCD) bij te voegen.


BIJLAGE VI

VERSLAG OVER DE UITVOERING VAN HET VANGSTDOCUMENTATIEPROGRAMMA VOOR BLAUWVINTONIJN

Rapporterende lidstaat:

Referentieperiode: 1 juli [2XXX] tot en met 30 juni [2XXX]

1.   Informatie in verband met de vangstdocumenten

aantal gewaarmerkte vangstdocumenten,

aantal van andere lidstaten of CPC’s ontvangen gewaarmerkte vangstdocumenten

totale hoeveelheid intern verhandelde blauwvintonijn, uitgesplitst naar visserijgebied en vistuig,

totale hoeveelheid blauwvintonijn die is ingevoerd, uitgevoerd, overgeheveld naar kwekerijen en/of wederuitgevoerd, uitgesplitst naar CPC van oorsprong, wederuitvoer of bestemming, visserijgebied en vistuig,

aantal tot andere lidstaten of CPC’s gerichte verzoeken om verificatie van vangstdocumenten, en de beknopte resultaten daarvan,

aantal van andere lidstaten of CPC’s ontvangen verzoeken om verificatie van vangstdocumenten, en de beknopte resultaten daarvan,

totale hoeveelheid blauwvintonijnpartijen waarover een verbodsbesluit is genomen, uitgesplitst naar product, aard van de transactie (interne verhandeling, invoer, uitvoer, wederuitvoer, overheveling naar kwekerijen), motivering van het verbod en lidstaten, CPC’s en/of niet-verdragsluitende partijen van oorsprong of bestemming.

2.   Informatie over partijen in het kader van artikel 9, leden 1 en 2, van deze verordening

aantal partijen,

totale hoeveelheid blauwvintonijn, uitgesplitst naar product, aard van de transactie (interne verhandeling, invoer, uitvoer, wederuitvoer, overheveling naar kwekerijen) en lidstaten, CPC’s of andere landen als bedoeld in artikel 9, leden 1 en 2, van deze verordening.


24.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 194/23


VERORDENING (EU) Nr. 641/2010 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 7 juli 2010

tot wijziging van verordening (EG) nr. 247/2006 van de raad houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 42, artikel 43, lid 2, en artikel 349,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad (3) is het de Azoren toegestaan om over een periode van vier jaar meer dan de gebruikelijke hoeveelheid suiker naar de rest van de Unie te verzenden. Dergelijke diversificatie van de landbouw op de Azoren zou gunstige gevolgen kunnen hebben, en moet dan ook worden bevorderd, met name in het licht van de geleidelijke afschaffing van de melkquotaregeling; daarom moeten passende maatregelen worden genomen om de herstructurering van de suikersector in die regio te ondersteunen. Om de levensvatbaarheid van de plaatselijke suikerverwerkende industrie te verzekeren, is het daarom wenselijk om de herverzending van suiker in hogere dan de gebruikelijke hoeveelheden toe te staan voor een beperkte periode van vijf jaar, waarbij de jaarlijkse hoeveelheden geleidelijk worden verminderd.

(2)

Op grond van artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 247/2006 is de voorziening van de Azoren, Madeira en de Canarische Eilanden met C-suiker binnen de grenzen van de geraamde voorzieningsbalans voor de in artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (4) bedoelde periode vrijgesteld van invoerrechten. Na de suikerhervorming en de opneming van de suikersector in Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening) (5) dient artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 247/2006 te worden aangepast. Met name dienen de Azoren binnen de grenzen van hun geraamde voorzieningsbalans te worden vrijgesteld van invoerrechten voor ruwe rietsuiker.

(3)

Artikel 6 van Verordening (EG) nr. 247/2006 voorziet in een overgangsperiode waarin de Canarische Eilanden vooraf bepaalde hoeveelheden melkbereidingen van de GN-codes 1901 90 99 en 2106 90 92 bestemd voor industriële verwerking kunnen blijven invoeren. Deze overgangsperiode liep op 31 december 2009 af. Het product van GN-code 1901 90 99 - mageremelkpoeder met plantaardig vet - is echter een traditioneel product geworden voor de lokale consumenten, inclusief de meest behoeftigen. De voorziening hiermee heeft een specifieke lokale industrie gegenereerd die werkgelegenheid en een meerwaarde creëert. Daarom is het dienstig de voorziening met dit specifieke product, dat enkel voor plaatselijke consumptie wordt gebruikt, te handhaven.

(4)

In artikel 12, onder f), van Verordening (EG) nr. 247/2006 wordt verwezen naar bepalingen inzake controle en sancties in de door de lidstaten aan de Commissie ter goedkeuring voor te leggen communautaire steunprogramma’s voor de ultraperifere gebieden. In het licht van de door de Commissie opgedane ervaring en met het oog op een doeltreffende en adequate uitvoering van dergelijke steunprogramma’s dienen de verwijzingen in artikel 12, onder f), van die verordening naar controles en sancties te worden geschrapt. De Commissie moet evenwel nog steeds in kennis worden gesteld van dergelijke nationale maatregelen overeenkomstig artikel 27 van die verordening.

(5)

Artikel 18 van Verordening (EG) nr. 247/2006 voorziet in voorschriften inzake de toepasbaarheid van bijzondere voorschriften voor de wijnsector in de ultraperifere gebieden van de Unie. De gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt is gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad van 29 april 2008 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (6) en vervolgens opgenomen in Verordening (EG) nr. 1234/2007. Verwijzingen naar deze maatregelen dienen derhalve te worden geactualiseerd. Voorts zijn de Azoren, Madeira en de Canarische Eilanden op grond van artikel 85 duovicies, lid 7, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 expliciet vrijgesteld van de rooiregeling. Deze vrijstelling dient in Verordening (EG) nr. 247/2006 derhalve niet langer te worden vermeld.

(6)

Op grond van artikel 18, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 247/2006 moet de teelt op de percelen die zijn beplant met op de eigen onderstam groeiende hybride wijnstokrassen waarvan de teelt is verboden, op de Azoren en Madeira in de periode tot en met 31 december 2013 geleidelijk worden beëindigd. Overeenkomstig artikel 18, lid 2, derde alinea, van die verordening stelt Portugal de Commissie elk jaar in kennis van de vorderingen met de omschakeling en herstructurering van de arealen die zijn beplant met dergelijke wijnstokrassen. Deze bepalingen zijn strenger dan de voorschriften van artikel 120 bis, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1234/2007, op grond waarvan op de eigen onderstam groeiende hybride wijnstokrassen waarvan de teelt is verboden, moeten worden gerooid, behalve wanneer de betrokken wijn uitsluitend bestemd is om door de wijnbouwer en zijn gezin te worden geconsumeerd. De datum 31 december 2013 in artikel 18, lid 2, van Verordening (EG) nr. 247/2006 dient derhalve te worden geschrapt om de ongelijke behandeling tussen de Azoren en Madeira enerzijds en de rest van de Unie anderzijds op te heffen.

(7)

Ondanks de recente ontwikkeling van de lokale melkproductie in het Franse overzeese departement Réunion wordt de huidige behoefte aan consumptiemelk op het eiland niet voldoende gedekt. Bovendien zijn andere bronnen van rauwe melk door het afgelegen en insulaire karakter van dit gebied uitgesloten. Bijgevolg dient de in artikel 19, lid 4, van Verordening (EG) nr. 247/2006 aan Madeira verleende machtiging om uit melkpoeder van uniale oorsprong gereconstitueerde UHT-melk te produceren, te worden uitgebreid tot Réunion.

(8)

De mogelijkheden voor een verdere uitbreiding van de lokale melkproductie van de ultraperifere gebieden die in aanmerking komen voor de afwijking van artikel 19, lid 4, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 247/2006, zijn zeer beperkt vanwege de topografie van de betrokken eilanden. Ondanks de handhaving van de verplichting om te garanderen dat de lokale melkproductie wordt opgehaald en afgezet, is het dienstig de in de tweede alinea van vorengenoemd artikel vastgestelde verplichting voor de Commissie om voor te schrijven welke hoeveelheid lokaal geproduceerde verse melk moet worden verwerkt, te schrappen.

(9)

De toepassing met terugwerkende kracht van de bepalingen van deze verordening met ingang van 1 januari 2010 moet zorgen voor continuïteit in de specifieke maatregelen voor de landbouw in de ultraperifere regio’s van de Unie en zou tevens moeten voldoen aan de legitieme verwachtingen van de betrokken marktdeelnemers.

(10)

Verordening (EG) nr. 247/2006 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 247/2006 wordt als volgt gewijzigd:

1.

artikel 4, lid 3, wordt vervangen door:

„3.   In afwijking van lid 2, onder a), mogen de volgende maximumhoeveelheden suiker (GN-code 1701) jaarlijks van de Azoren naar de rest van de Unie worden verzonden, voor een periode van vijf jaar:

-

:

in 2011

:

3 000 t,

-

:

in 2012

:

2 500 t,

-

:

in 2013

:

2 000 t,

-

:

in 2014

:

1 500 t,

-

:

in 2015

:

1 000 t.”;

2.

artikel 5 wordt vervangen door:

„Artikel 5

Suiker

1.   Tijdens de in artikel 204, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening) (7) vastgestelde periode wordt de volgende buiten de in artikel 61 van die verordening bedoelde quota geproduceerde suiker binnen de grenzen van de in artikel 2 van deze verordening bedoelde geraamde voorzieningsbalans vrijgesteld van invoerrechten:

a)

suiker die op Madeira of de Canarische Eilanden in de vorm van witte suiker van GN-code 1701 wordt ingevoerd om er te worden verbruikt;

b)

suiker die in de vorm van ruwe suiker van GN-code 1701 12 10 (ruwe beetwortelsuiker) op de Azoren is ingevoerd om er te worden geraffineerd en verbruikt.

2.   Op de Azoren mogen de in lid 1 bedoelde hoeveelheden voor raffinagedoeleinden binnen de grenzen van de geraamde voorzieningsbalans worden aangevuld met ruwe suiker van GN-code 1701 11 10 (ruwe rietsuiker). Wat de voorziening van de Azoren met ruwe suiker betreft, worden de behoeften geraamd met inachtneming van de ontwikkeling van de lokale productie van suikerbieten. De hoeveelheden waarvoor de voorzieningsregeling geldt, worden op zodanige wijze bepaald dat op de Azoren jaarlijks in totaal niet meer dan 10 000 t suiker wordt geraffineerd.

3.

artikel 6 wordt vervangen door:

„Artikel 6

Melkbereidingen

In afwijking van artikel 2 kunnen de Canarische Eilanden melkbereidingen van de GN-code 1901 90 99 (mageremelkpoeder met plantaardig vet) bestemd voor industriële verwerking blijven invoeren, voor maximaal 800 t per jaar. De voor de invoer uit de Unie verleende steun met betrekking tot dit product bedraagt ten hoogste 210 EUR per ton en blijft binnen de in artikel 23 vastgestelde grens. Dit product is uitsluitend bestemd voor plaatselijk verbruik.”;

4.

in artikel 12 wordt punt f vervangen door:

„f)

de regelingen om voor een doeltreffende en adequate uitvoering van het programma te zorgen, met inbegrip van de regelingen inzake publiciteit, toezicht en evaluatie, alsmede de definitie van de voor de evaluatie van het programma te gebruiken gekwantificeerde indicatoren.”;

5.

artikel 18 wordt vervangen door:

„Artikel 18

Wijn

1.   De in de artikelen 103 tervicies, 103 quatervicies, 103 quinvicies en artikel 182 bis van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde maatregelen gelden niet voor de Azoren en Madeira.

2.   In afwijking van artikel 102 bis, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 mogen de op de Azoren en Madeira geoogste druiven van op de eigen onderstam groeiende hybride wijnstokrassen waarvan de teelt is verboden (Noah, Othello, Isabelle, Jacquez, Clinton en Herbemont), worden gebruikt voor de productie van wijn die alleen binnen die gebieden in het verkeer mag worden gebracht.

Portugal verwijdert geleidelijk de wijngaarden die beplant zijn met op de eigen onderstam groeiende hybride wijnstokrassen waarvan de teelt is verboden, waar passend met de steun waarin voorzien wordt in artikel 103 octodecies van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

3.   De in de artikelen 103 tervicies, 103 quatervicies, 103 sexvicies van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde maatregelen gelden niet voor de Canarische Eilanden.”;

6.

in artikel 19 wordt lid 4 vervangen door:

„4.   In afwijking van artikel 114, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 is binnen de grenzen van de behoeften voor lokale consumptie de productie van uit melkpoeder van uniale oorsprong gereconstitueerde UHT-melk op Madeira en in het Franse overzeese departement Réunion toegestaan, voor zover deze maatregel er niet aan in de weg staat dat de lokaal geproduceerde melk wordt opgehaald en afgezet. Dit product is uitsluitend bestemd voor plaatselijk verbruik.

Op het verkoopetiket wordt duidelijk aangegeven hoe de aldus gereconstitueerde UHT-melk is verkregen.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 7 juli 2010.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

J. BUZEK

Voor de Raad

De voorzitter

O. CHASTEL


(1)  Advies van 17 maart 2010 (nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt).

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 18 mei 2010 (nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt) en Besluit van de Raad van 29 juni 2010.

(3)  PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1.

(4)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1.

(5)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(6)  PB L 148 van 6.6.2008, blz. 1.

(7)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.”;