ISSN 1725-2598

doi:10.3000/17252598.L_2010.112.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 112

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

53e jaargang
5 mei 2010


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) nr. 379/2010 van de Commissie van 4 mei 2010 tot wijziging van de bijlagen I, II en III bij Verordening (EEG) nr. 3030/93 betreffende een gemeenschappelijke regeling voor de invoer van bepaalde textielproducten uit derde landen

1

 

*

Verordening (EU) nr. 380/2010 van de Commissie van 30 april 2010 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

4

 

 

Verordening (EU) nr. 381/2010 van de Commissie van 4 mei 2010 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

6

 

 

BESLUITEN

 

 

2010/256/EU

 

*

Besluit van de Commissie van 30 april 2010 tot wijziging van Beschikking 92/216/EEG wat betreft de bekendmaking van de lijst van de coördinerende autoriteiten voor paardenwedstrijden (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 2630)  ( 1 )

8

 

 

2010/257/EU

 

*

Besluit van de Commissie van 30 april 2010 inzake de goedkeuring van de rekeningen van de betaalorganen van Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Malta, Polen en Slowakije betreffende de door het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) gefinancierde uitgaven op het gebied van maatregelen voor plattelandsontwikkeling over het begrotingsjaar 2009 (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 2825)

10

 

 

2010/258/EU

 

*

Besluit van de Commissie van 30 april 2010 inzake de goedkeuring van de rekeningen van de betaalorganen van de lidstaten betreffende de door het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) gefinancierde uitgaven over het begrotingsjaar 2009 (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 2828)

17

 

 

2010/259/EU

 

*

Besluit van de Commissie van 4 mei 2010 tot machtiging van de Franse Republiek om een overeenkomst met het Vorstendom Monaco te sluiten zodat geldovermakingen tussen de Franse Republiek en het Vorstendom Monaco overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1781/2006 van het Europees Parlement en de Raad als geldovermakingen binnen de Franse Republiek worden behandeld (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 2634)

23

 

 

2010/260/EU

 

*

Besluit van de Commissie van 4 mei 2010 betreffende het beveiligingsplan voor de werking van het Visuminformatiesysteem

25

 

 

2010/261/EU

 

*

Besluit van de Commissie van 4 mei 2010 betreffende het beveiligingsplan voor het centrale SIS II en de communicatie-infrastructuur

31

 

 

IV   Handelingen die vóór 1 december 2009 zijn aangenomen krachtens het EG-Verdrag, het EU-Verdrag en het Euratom-Verdrag

 

 

2010/262/EG

 

*

Beschikking van de Commissie van 28 oktober 2009 betreffende steunmaatregel C 14/08 (ex NN 1/08) door het Verenigd Koninkrijk ten uitvoer gelegd ten faveure van Northern Rock (Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 8102)  ( 1 )

38

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

5.5.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 112/1


VERORDENING (EU) Nr. 379/2010 VAN DE COMMISSIE

van 4 mei 2010

tot wijziging van de bijlagen I, II en III bij Verordening (EEG) nr. 3030/93 betreffende een gemeenschappelijke regeling voor de invoer van bepaalde textielproducten uit derde landen

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3030/93 van de Raad van 12 oktober 1993 betreffende een gemeenschappelijke regeling voor de invoer van bepaalde textielproducten uit derde landen (1), en met name op artikel 19,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De gemeenschappelijke regels voor de invoer van bepaalde textielproducten uit derde landen moeten worden bijgewerkt om rekening te houden met een aantal recente ontwikkelingen.

(2)

De bilaterale overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Oezbekistan betreffende de handel in textielproducten is afgelopen op 31 december 2004. Teneinde de textiel- en kledingsector binnen de werkingssfeer van de partnerschaps- en samenwerkingovereenkomst te brengen, dient het systeem van toezicht te worden afgeschaft.

(3)

Verordening (EEG) nr. 3030/93 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité textielproducten, dat werd ingesteld bij artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 3030/93,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen I, II en III bij Verordening (EEG) nr. 3030/93 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 5 mei 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 mei 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 275 van 8.11.1993, blz. 1.


BIJLAGE

De bijlagen I, II en III bij Verordening (EEG) nr. 3030/93 worden als volgt gewijzigd:

1)

Voetnoot 1 in bijlage I wordt vervangen door:

„(1)

N.B.: Betreft alleen de categorieën 1 tot en met 114, behalve voor Rusland en Servië, waarvoor de categorieën 1 tot en met 161 gelden.”.

2)

Bijlage II wordt vervangen door:

„BIJLAGE II

LIJST VAN EXPORTERENDE LANDEN BEDOELD IN ARTIKEL 1

Rusland

Servië”;

3)

Bijlage III wordt als volgt gewijzigd:

a)

artikel 28, lid 6, wordt vervangen door:

„6.   Dit volgnummer is als volgt samengesteld:

twee letters die het land van uitvoer aangeven:

=

Servië

=

RS

twee letters die de beoogde lidstaat van bestemming, of de groep van dergelijke lidstaten, aangeven:

=

AT

=

Oostenrijk

=

BG

=

Bulgarije

=

BL

=

Benelux

=

CY

=

Cyprus

=

CZ

=

Tsjechië

=

DE

=

Duitsland

=

DK

=

Denemarken

=

EE

=

Estland

=

GR

=

Griekenland

=

ES

=

Spanje

=

FI

=

Finland

=

FR

=

Frankrijk

=

GB

=

Verenigd Koninkrijk

=

HU

=

Hongarije

=

IE

=

IE = Ierland

=

IT

=

Italië

=

LT

=

Litouwen

=

LV

=

Letland

=

MT

=

Malta

=

PL

=

Polen

=

PT

=

Portugal

=

RO

=

Roemenië

=

SE

=

Zweden

=

SI

=

Slovenië

=

SK

=

Slowakije

een cijfer dat het contingentjaar of, in geval van de in tabel A van deze bijlage vermelde producten, het jaar van registratie aangeeft, overeenkomend met het laatste cijfer van het betrokken jaar, bijvoorbeeld „9” voor 2009 en „0” voor 2010;

een getal van twee cijfers dat het kantoor van afgifte in het land van uitvoer aanduidt;

een uit vijf cijfers bestaand volgnummer uit de reeks 00001-99999, dat aan de lidstaat van bestemming wordt toegekend.”;

b)

tabel A wordt vervangen door:

Tabel is geschrapt.”.


5.5.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 112/4


VERORDENING (EU) Nr. 380/2010 VAN DE COMMISSIE

van 30 april 2010

tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de statistiek- en tariefnomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1), en met name op artikel 9, lid 1, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om de uniforme toepassing te waarborgen van de gecombineerde nomenclatuur die als bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 is gevoegd, moeten bepalingen worden vastgesteld voor de indeling van de in de bijlage bij onderhavige verordening vermelde goederen.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 zijn de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur vastgesteld. Deze regels zijn ook van toepassing op iedere andere nomenclatuur die geheel of gedeeltelijk of met toevoeging van onderverdelingen op de gecombineerde nomenclatuur is gebaseerd en die bij specifieke EU-wetgeving is vastgesteld met het oog op de toepassing van tariefmaatregelen en andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer.

(3)

Volgens deze algemene regels moeten de in kolom 1 van de tabel in de bijlage beschreven goederen worden ingedeeld onder de in kolom 2 van die tabel vermelde GN-code, om de in kolom 3 vermelde redenen.

(4)

Er moet worden bepaald dat de houder van een door de douane van een lidstaat afgegeven bindende tariefinlichting inzake de indeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur die in strijd is met deze verordening, deze inlichting nog drie maanden mag blijven gebruiken op grond van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (2).

(5)

De bepalingen van deze verordening zijn in overeenstemming met het advies van het Comité Douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in kolom 1 van de tabel in de bijlage beschreven goederen worden in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld onder de in kolom 2 van die tabel vermelde GN-codes.

Artikel 2

Op een door de douane van een lidstaat verstrekte bindende tariefinlichting die niet in overeenstemming is met de bepalingen van deze verordening, kan nog gedurende drie maanden een beroep worden gedaan overeenkomstig artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 april 2010.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Algirdas ŠEMETA

Lid van de Commissie


(1)  PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.

(2)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.


BIJLAGE

Omschrijving

Indeling

(GN-code)

Motivering

(1)

(2)

(3)

Tabletten van 1 772 mg, opgemaakt voor de verkoop in het klein; een tablet bestaat uit (in gewichtspercenten):

calciumcarbonaat (komt overeen met 630 mg calcium)

88,9

zetmeel

3,5

hydroxypropylmethylcellulose

2,7

crospovidon

1,9

maltodextrine

1,3

minerale olie

1,2.

Bovendien bevat een tablet 7 μg = 284 IU (internationale eenheden) vitamine D3 (cholecalciferol). Andere stoffen zijn aanwezig in hoeveelheden van minder dan 1,0 gewichtspercent.

De op het etiket vermelde aanbevolen dagelijkse dosis is een tablet per dag.

Volgens de informatie op het etiket wordt het product gebruikt als preventieve behandeling bijvoorbeeld tegen osteoporose en ter versterking van de botten.

2106 90 92

De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aantekening 1 op hoofdstuk 28, aanvullende aantekening 1 op hoofdstuk 30 en de tekst van de GN-codes 2106, 2106 90 en 2106 90 92.

Gelet op de aanwezigheid van stoffen die niet onder aantekening 1 a), d) of e) op hoofdstuk 28 vallen, moet het product van dat hoofdstuk worden uitgesloten.

Het gehalte aan opgenomen mineralen of vitamines (calcium en vitamine D3) is volgens de op het etiket vermelde aanbevolen dagelijkse dosis niet aanzienlijk hoger dan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voor het behoud van de algemene gezondheid of van het algemene welzijn. Het product voldoet dan ook niet aan het vereiste van aanvullende aantekening 1 op hoofdstuk 30, laatste alinea, en kan dus niet worden ingedeeld onder post 3004 (zie ook de toelichting bij hoofdstuk 30 van de gecombineerde nomenclatuur, aanvullende aantekening 1, punt 3).

Gelet op de kenmerken moet het product daarom worden ingedeeld als een product voor menselijke consumptie van post 2106.


5.5.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 112/6


VERORDENING (EU) Nr. 381/2010 VAN DE COMMISSIE

van 4 mei 2010

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (2), en met name op artikel 138, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

Bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XV, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 5 mei 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 mei 2010.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

JO

68,6

MA

75,0

TN

121,9

TR

85,4

ZZ

87,7

0707 00 05

MA

64,9

MK

64,0

TR

122,1

ZZ

83,7

0709 90 70

TR

89,0

ZZ

89,0

0805 10 20

EG

40,9

IL

59,0

MA

46,9

TN

47,4

TR

55,5

ZZ

49,9

0805 50 10

TR

70,5

ZA

71,6

ZZ

71,1

0808 10 80

AR

87,9

BR

74,6

CL

80,4

CN

75,4

MK

22,1

NZ

121,7

US

124,1

UY

82,7

ZA

86,8

ZZ

84,0


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


BESLUITEN

5.5.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 112/8


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 30 april 2010

tot wijziging van Beschikking 92/216/EEG wat betreft de bekendmaking van de lijst van de coördinerende autoriteiten voor paardenwedstrijden

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 2630)

(Voor de EER relevante tekst)

(2010/256/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Richtlijn 90/428/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake het handelsverkeer in voor wedstrijden bestemde paardachtigen en houdende vaststelling van de voorwaarden voor deelneming aan deze wedstrijden (1), en met name op artikel 4, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Richtlijn 90/428/EEG worden de voorwaarden vastgesteld voor het handelsverkeer in voor wedstrijden bestemde paardachtigen, alsmede de voorwaarden voor deelneming van deze paardachtigen aan deze wedstrijden. Met name artikel 4, lid 2, voorziet in mogelijkheden voor de lidstaten om via de daartoe officieel goedgekeurde of erkende organisaties voor bepaalde wedstrijden of wedstrijdtypes, als bedoeld in dat artikel, een bepaald percentage van de prijzen of winsten te bestemmen voor het behoud, de ontwikkeling en de verbetering van de fokkerij.

(2)

Overeenkomstig artikel 1, lid 2, van Beschikking 92/216/EEG van de Commissie van 26 maart 1992 met betrekking tot het verzamelen van de gegevens over wedstrijden voor paardachtigen als bedoeld in artikel 4, lid 2, van Richtlijn 90/428/EEG van de Raad (2) moeten de lidstaten aan de Commissie de naam en het adres meedelen van de coördinerende autoriteit die is aangewezen voor verzameling van de nodige gegevens over wedstrijden en de verdeling van de middelen, als bedoeld in artikel 4, lid 2, van Richtlijn 90/428/EEG. De Commissie maakt die gegevens bekend.

(3)

Richtlijn 2008/73/EG van de Raad van 15 juli 2008 tot vereenvoudiging van de procedures voor het opstellen en publiceren van lijsten met informatie op veterinair en zoötechnisch gebied (3) heeft onder meer artikel 4, lid 2, van Richtlijn 90/428/EEG gewijzigd door de lidstaten de verplichting op te leggen de onder hun verantwoordelijkheid gegenereerde informatie bekend te maken.

(4)

Overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Richtlijn 90/428/EEG is het nu de verantwoordelijkheid van elke lidstaat om de andere lidstaten en het publiek in kennis te stellen van het gebruik van de mogelijkheden, bedoeld in artikel 4, lid 2, eerste streepje, van die richtlijn, en van de criteria voor de verdeling van de middelen, als bedoeld in artikel 4, lid 2, tweede streepje.

(5)

Zoals op andere gebieden van de wetgeving van de Europese Unie waar bij Richtlijn 2008/73/EG webgebaseerde informatieprocedures zijn ingevoerd, wordt het nodig geacht dat de Commissie de lidstaten en het publiek bijstaat bij het verlenen van toegang tot dergelijke informatie door het opzetten van een website waarvoor de lidstaten een link naar hun nationale website verstrekken.

(6)

De lidstaten moeten voldoende tijd hebben om hun nationale website op te zetten. Bijgevolg moeten de bij dit besluit ingevoerde wijzigingen met ingang van 1 mei 2010 van toepassing zijn.

(7)

Beschikking 92/216/EEG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Zoötechnisch Comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 1, lid 2 van Beschikking 92/216/EEG wordt vervangen door:

„2.   Elke lidstaat maakt de naam en het adres van de coördinerende autoriteit die overeenkomstig lid 1 is aangewezen, op een website bekend aan de Commissie, de andere lidstaten en het publiek.

3.   Om de lidstaten bij te staan bij het bekendmaken van deze informatie stelt de Commissie een website beschikbaar waarvoor de lidstaten een link met hun overeenkomstig lid 2 opgezette website verstrekken.

De lidstaten verstrekken die link uiterlijk op 30 april 2010 aan de Commissie.”.

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing met ingang van 1 mei 2010.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 30 april 2010.

Voor de Commissie

John DALLI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 224 van 18.8.1990, blz. 60.

(2)  PB L 104 van 22.4.1992, blz. 77.

(3)  PB L 219 van 14.8.2008, blz. 40.


5.5.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 112/10


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 30 april 2010

inzake de goedkeuring van de rekeningen van de betaalorganen van Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Malta, Polen en Slowakije betreffende de door het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) gefinancierde uitgaven op het gebied van maatregelen voor plattelandsontwikkeling over het begrotingsjaar 2009

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 2825)

(Slechts de teksten in de Engelse, de Estse, de Griekse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Poolse en de Slowaakse taal zijn authentiek)

(2010/257/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (1), en met name op de artikelen 30 en 39,

Na raadpleging van het Comité voor de landbouwfondsen,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op basis van de door Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Malta, Polen en Slowakije ingediende jaarrekeningen betreffende de uitgaven op het gebied van maatregelen voor plattelandsontwikkeling, vergezeld van de nodige gegevens, moeten de rekeningen van de betrokken betaalorganen zoals bedoeld in artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 worden goedgekeurd. Bij de goedkeuring worden de volledigheid, de juistheid en de waarheidsgetrouwheid van de ingediende rekeningen beoordeeld in het licht van de door de certificerende instanties opgestelde rapporten.

(2)

De termijn waarover Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Malta, Polen en Slowakije op grond van artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 885/2006 van de Commissie van 21 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad met betrekking tot de erkenning van de betaalorganen en andere instanties en de goedkeuring van de rekeningen inzake het ELGF en het ELFPO (2) beschikten voor de indiening bij de Commissie van de stukken zoals bedoeld in artikel 8, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 1290/2005 en in artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 885/2006 (3), is verstreken.

(3)

De Commissie heeft de verstrekte gegevens gecontroleerd en heeft Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Malta, Polen en Slowakije vóór 31 maart 2010 in kennis gesteld van de resultaten van haar verificaties en van de aan te brengen wijzigingen.

(4)

Voor de uitgaven inzake plattelandsontwikkeling die vallen onder artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 27/2004 van de Commissie van 5 januari 2004 houdende overgangsbepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad met betrekking tot de financiering door het EOGFL, afdeling Garantie, van de maatregelen voor plattelandsontwikkeling in Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (4), moet het resultaat van het goedkeuringsbesluit worden afgetrokken van of opgeteld bij de latere betalingen door de Commissie.

(5)

De verrichte verificaties in aanmerking genomen, stellen voor sommige betaalorganen de jaarrekeningen en de begeleidende stukken de Commissie in staat om een besluit te nemen over de volledigheid, de juistheid en de waarheidsgetrouwheid van de ingediende rekeningen. Nadere bijzonderheden over de betrokken bedragen zijn te vinden in het syntheseverslag dat samen met dit besluit aan het Comité voor de landbouwfondsen werd voorgelegd.

(6)

De verrichte verificaties in aanmerking genomen, zijn de door sommige betaalorganen verstrekte gegevens van dien aard dat nog aanvullend onderzoek nodig is, zodat de rekeningen van die betaalorganen niet bij dit besluit kunnen worden goedgekeurd.

(7)

Voor de uitgaven voor plattelandsontwikkeling die onder Verordening (EG) nr. 27/2004 vallen, moeten de op grond van het besluit tot boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen in te vorderen of te betalen bedragen worden afgetrokken van of opgeteld bij de latere betalingen.

(8)

Overeenkomstig artikel 30, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 staat het onderhavige besluit niet in de weg aan latere besluiten van de Commissie waarbij uitgaven die niet overeenkomstig de EU-voorschriften blijken te zijn gedaan, alsnog aan EU-financiering worden onttrokken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Onverminderd artikel 2, worden de rekeningen van de betaalorganen van de lidstaten betreffende de door het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) gefinancierde uitgaven op het gebied van plattelandsontwikkeling over het begrotingsjaar 2009 goedgekeurd.

De bedragen die op grond van dit besluit moeten worden ingevorderd bij of betaald aan elke lidstaat in het kader van de in Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Malta, Polen en Slowakije toegepaste maatregelen voor plattelandsontwikkeling, worden vastgesteld in de bijlagen I en II.

Artikel 2

Voor het begrotingsjaar 2009 worden de rekeningen betreffende de in Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Malta, Polen en Slowakije toegepaste maatregelen voor plattelandsontwikkeling die zijn ingediend door de in bijlage III genoemde betaalorganen van de lidstaten, afgesplitst van het onderhavige besluit; over die rekeningen wordt later een goedkeuringsbesluit gegeven.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Malta, de Republiek Polen en de Slowaakse Republiek.

Gedaan te Brussel, 30 april 2010.

Voor de Commissie

Dacian CIOLOŞ

Lid van de Commissie


(1)  PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1.

(2)  PB L 171 van 23.6.2006, blz. 90.

(3)  Vgl. voetnoot 2.

(4)  PB L 5 van 9.1.2004, blz. 36.


BIJLAGE I

GOEDKEURING VAN DE REKENINGEN VAN DE BETAALORGANEN

BEGROTINGSJAAR 2009 — UITGAVEN VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING UIT HET ELGF IN DE NIEUWE LIDSTATEN

Bij de lidstaat in te vorderen of aan de lidstaat te betalen bedrag

LS

 

2009 - Uitgaven van de betaalorganen waarvan de rekeningen worden

Totaal a + b

Verlagingen

Totaal

Tussentijdse betalingen aan de lidstaat voor het begrotingsjaar

Bij de lidstaat in te vorderen (-) of aan de lidstaat te betalen (+) bedrag (1)

goedgekeurd

afgesplitst

= in de jaarlijkse declaratie opgenomen uitgaven

= totaal van de tussentijdse betalingen aan de lidstaat voor het begrotingsjaar

 

 

a

b

c = a + b

d

e = c + d

f

g = e – f

EE

EUR

 

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

CY

EUR

9 474 074,82

 

9 474 074,82

0,00

9 474 074,82

0,00

9 474 074,82

LV

EUR

2 607 932,10

 

2 607 932,10

0,00

2 607 932,10

0,00

2 607 932,10

LT

EUR

4 033 561,97

 

4 033 561,97

0,00

4 033 561,97

0,00

4 033 561,97

MT

EUR

5 102 120,76

 

5 102 120,76

0,00

5 102 120,76

457 469,86

4 644 650,90

PL

EUR

12 361 738,57

 

12 361 738,57

0,00

12 361 738,,57

0,00

12 361 738,57

SK

EUR

7 348 431,19

 

7 348 431,19

0,00

7 348 431,19

0,00

7 348 431,19


LS

Betaalde maar nog te verrekenen voorschotten voor de uitvoering van het programma [artikel 32 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad]

EE

EUR

24 080 000,00

CY

EUR

11 968 000,00

LV

EUR

52 496 000,00

LT

EUR

78 320 000,00

MT

EUR

4 304 000,00

PL

EUR

458 624 000,00

SK

EUR

63 536 000,00


(1)  Voor alle betrokken lidstaten zal het saldo bij de afsluiting van het programma worden geregeld omdat de betalingen 95 % van de in het financieringsplan bepaalde totale bijdrage hebben bereikt.


BIJLAGE II

GOEDGEKEURDE UITGAVEN IN HET BEGROTINGSJAAR 2009 IN DE NIEUWE LIDSTATEN PER DOOR HET ELGF GEFINANCIERDE MAATREGEL VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING

VERSCHILLEN TUSSEN DE JAARREKENINGEN EN DE UITGAVENDECLARATIES

CYPRUS

Nr.

Maatregel

Uitgaven 2009 Bijlage I, kolom „a”

Verlagingen Bijlage I, kolom „d”

Voor 2009 goedgekeurd bedrag Bijlage I, kolom „e”

 

 

i

ii

Iii = i + ii

1

Steun voor investeringen voor het beheer van dierlijk afval

2 171 324,36

 

2 171 324,36

2

Bevordering van verbetering en ontwikkeling

2 808 953,00

 

2 808 953,00

3

Bevordering van de oprichting van producentengroeperingen

100 000,00

 

100 000,00

4

Bevordering van beroepsopleiding van landbouwers

214 482,99

 

214 482,99

5

Technische en adviesdiensten voor landbouwers

114 647,20

 

114 647,20

6

Vervroegde uittreding

119 962,87

 

119 962,87

7

Steun voor de vestiging van jonge landbouwers

1 355 000,00

 

1 355 000,00

8

Voldoen aan EU-normen

1 059 306,78

 

1 059 306,78

9

Vaststelling van agromilieumaatregelen

–35 501,90

 

–35 501,90

10

Agromilieuacties ter bescherming van natuurwaarden

–30 271,74

 

–30 271,74

11

Bebossing

2 371,79

 

2 371,79

12

Verbetering van infrastructuur voor de ontwikkeling van de veehouderij

0,00

 

0,00

13

Probleemgebieden

1 040,45

 

1 040,45

14

Steun voor kwaliteitsregelingen

276 389,31

 

276 389,31

15

Steun voor kleinschalige traditionele verwerking

271 178,37

 

271 178,37

16

Bescherming van landbouw- en traditionele landschappen

152 497,44

 

152 497,44

17

Bescherming tegen bosbrand en andere natuurrampen

369 758,71

 

369 758,71

18

Bebossing van andere dan landbouwgrond

295 623,90

 

295 623,90

19

Verbetering van het oogstproces

– 854,30

 

– 854,30

20

Technische steun voor de uitvoering, toezicht

62 239,78

 

62 239,78

21

Technische steun voor collectieve initiatieven op lokaal niveau

165 925,81

 

165 925,81

 

Totaal

9 474 074,82

0,00

9 474 074,82


LETLAND

Nr.

Maatregel

Uitgaven 2009 Bijlage I, kolom „a”

Verlagingen Bijlage I, kolom „d”

Voor 2009 goedgekeurd bedrag Bijlage I, kolom „e”

 

 

i

ii

iii = i + ii

1

Vervroegde uittreding

–1 195,73

 

–1 195,73

2

Producentengroeperingen

0,00

 

0,00

3

Steun voor semi-zelfvoorzieningsbedrijven

– 264,78

 

– 264,78

4

Voldoen aan normen

423 612,67

 

423 612,67

5

Agromilieusteun

1 853 096,73

 

1 853 096,73

6

Probleemgebieden

–13 412,76

 

–13 412,76

7

Technische bijstand

391 805,87

 

391 805,87

8

Overgedragen verplichtingen uit de vorige programmerings-periode

0,00

 

0,00

9

Toewijzing van middelen voor de enkele areaalbetalingen

–45 709,90

 

–45 709,90

 

Totaal

2 607 932,10

0,00

2 607 932,10


LITOUWEN

Nr.

Maatregel

Uitgaven 2009 Bijlage I, kolom „a”

Verlagingen Bijlage I, kolom „d”

Voor 2009 goedgekeurd bedrag Bijlage I, kolom „e”

 

 

i

ii

iii = i + ii

1

Agromilieusteun

3 561 291,02

 

3 561 291,02

2

Probleemgebieden en gebieden met milieubeperkingen

–2 954,63

 

–2 954,63

3

Voldoen aan normen

– 204 331,89

 

– 204 331,89

4

Bebossing van landbouwgrond

30 628,19

 

30 628,19

5

Vervroegde uittreding

104 338,87

 

104 338,87

6

Steun voor semi-zelfvoorzieningsbedrijven die worden geherstructureerd

–8 179,78

 

–8 179,78

7

Andere maatregelen

96 659,66

 

96 659,66

8

Technische bijstand

455 049,09

 

455 049,09

9

Aanvullende nationale rechtstreekse betalingen

1 061,44

 

1 061,44

 

Totaal

4 033 561,97

0,00

4 033 561,97


MALTA

Nr.

Maatregel

Uitgaven 2009 Bijlage I, kolom „a”

Verlagingen Bijlage I, kolom „d”

Voor 2009 goedgekeurd bedrag Bijlage I, kolom „e”

 

 

i

ii

iii = i + ii

1

Probleemgebieden

–5 448,47

 

–5 448,47

2

Agromilieusteun

1 635 984,94

 

1 635 984,94

3

Voldoen aan normen

1 098 668,34

 

1 098 668,34

4

Producentengroeperingen

0,00

 

0,00

5

Technische bijstand

865 308,32

 

865 308,32

6

Aanvulling staatssteun

0,00

 

0,00

7

Ad-hocmaatregel voltijdlandbouwers/-veehouders

1 507 607,63

 

1 507 607,63

 

Totaal

5 102 120,76

0,00

5 102 120,76


POLEN

Nr.

Maatregel

Uitgaven 2009 Bijlage I, kolom „a”

Verlagingen Bijlage I, kolom „d”

Voor 2009 goedgekeurd bedrag Bijlage I, kolom „e”

 

 

i

ii

iii = i + ii

1

Vervroegde uittreding

– 115 562,12

 

– 115 562,12

2

Steun voor semi-zelfvoorzieningsbedrijven

– 782 545,72

 

– 782 545,72

3

Probleemgebieden

–3 314 036,52

 

–3 314 036,52

4

Agromilieuverbintenissen en dierenwelzijn

– 449 096,77

 

– 449 096,77

5

Bebossing

–68 801,15

 

–68 801,15

6

Voldoen aan EU-normen

–2 128 574,31

 

–2 128 574,31

7

Producentengroeperingen

0,00

 

0,00

8

Technische bijstand

19 304 548,86

 

19 304 548,86

9

Aanvullingen op rechtstreekse betalingen

–80 324,22

 

–80 324,22

10

In het kader van Verordening (EG) nr. 1268/1999 goedgekeurde projecten

–3 869,48

 

–3 869,48

 

Totaal

12 361 738,57

0,00

12 361 738,57


SLOWAKIJE

Nr.

Maatregel

Uitgaven 2009 Bijlage I, kolom „a”

Verlagingen Bijlage I, kolom „d”

Voor 2009 goedgekeurd bedrag Bijlage I, kolom „e”

 

 

i

ii

iii = i + ii

1

Investeringen in landbouwbedrijven

320 353,71

 

320 353,71

2

Opleiding

8 185,24

 

8 185,24

3

Probleemgebieden en gebieden met milieubeperkingen

16 450,87

 

16 450,87

4

Voldoen aan normen

405 119,68

 

405 119,68

5

Agromilieusteun

0,00

 

0,00

6

Verbetering v.d. verwerking en afzet van landbouwproducten

151 516,81

 

151 516,81

7

Bosbeheer

0,00

 

0,00

8

Bebossing van landbouwgrond

126 911,56

 

126 911,56

9

Ruilverkaveling

30 933,37

 

30 933,37

10

Diversificatie van landbouwactiviteiten

0,00

 

0,00

11

Steun voor semi-zelfvoorzieningsbedrijven

248 306,32

 

248 306,32

12

Producentengroeperingen

1 308 323,39

 

1 308 323,39

13

Technische bijstand inclusief evaluatie

4 128 723,81

 

4 128 723,81

14

Aanvullingen op rechtstreekse betalingen

9 051,97

 

9 051,97

901

Investeringen in landbouwbedrijven, V. 1268/1999

0,00

 

0,00

905

Agromilieusteun — in het kader van V. 1268/1999 goedgekeurde projecten

594 554,46

 

594 554,46

907

Bosbeheer — in het kader van V. 1268/1999 goedgekeurde projecten

0,00

 

0,00

912

Producentengroeperingen — in het kader van V. 1268/1999 goedgekeurd project

0,00

 

0,00

 

Totaal

7 348 431,19

0,00

7 348 431,19


BIJLAGE III

GOEDKEURING VAN DE REKENINGEN VAN DE BETAALORGANEN

BEGROTINGSJAAR 2009 — DOOR HET ELGF GEFINANCIERDE UITGAVEN VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING IN DE NIEUWE LIDSTATEN

Lijst van de betaalorganen waarvan de rekeningen worden afgesplitst en het voorwerp van een later goedkeuringsbesluit zullen vormen

Lidstaat

Betaalorgaan

Estland

PRIA


5.5.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 112/17


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 30 april 2010

inzake de goedkeuring van de rekeningen van de betaalorganen van de lidstaten betreffende de door het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) gefinancierde uitgaven over het begrotingsjaar 2009

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 2828)

(2010/258/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (1), en met name op de artikelen 30 en 32,

Na raadpleging van het Comité voor de landbouwfondsen,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 keurt de Commissie de rekeningen van de in artikel 6 van die verordening bedoelde betaalorganen goed op basis van de door de lidstaten ingediende jaarrekeningen, vergezeld van de voor de goedkeuring van de rekeningen benodigde gegevens en van de accountantsverklaringen over de volledigheid, de juistheid en de waarheidsgetrouwheid van de rekeningen en de accountantsrapporten die door de certificerende instanties werden opgesteld.

(2)

Op grond van artikel 5, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 883/2006 van de Commissie van 21 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad met betrekking tot het bijhouden van de rekeningen van de betaalorganen, de declaraties van uitgaven en ontvangsten en de voorwaarden voor de vergoeding van uitgaven in het kader van het ELGF en het ELFPO (2) worden voor het begrotingsjaar 2009 de uitgaven in aanmerking genomen die de lidstaten hebben gedaan in de periode van 16 oktober 2008 tot en met 15 oktober 2009.

(3)

De Commissie heeft de door de lidstaten verstrekte gegevens gecontroleerd en heeft de lidstaten vóór 31 maart 2010 in kennis gesteld van de resultaten van haar verificaties en van de aan te brengen wijzigingen.

(4)

Voor sommige betaalorganen stellen de jaarrekeningen en de begeleidende stukken de Commissie in staat een besluit te nemen over de volledigheid, de juistheid en de waarheidsgetrouwheid van de ingediende jaarrekeningen. Bijlage I geeft een overzicht van de goedgekeurde bedragen per lidstaat en van de bij de lidstaten in te vorderen of aan de lidstaten te betalen bedragen.

(5)

De door sommige andere betaalorganen verstrekte gegevens zijn van dien aard dat nog aanvullend onderzoek nodig is, zodat de rekeningen van die betaalorganen niet bij dit besluit kunnen worden goedgekeurd. Bijlage II bevat de lijst van de betrokken betaalorganen.

(6)

Overeenkomstig artikel 9, lid 4, van Verordening (EG) nr. 883/2006 moet met eventuele overschrijdingen van betalingstermijnen in de maanden augustus, september en oktober rekening worden gehouden in het besluit tot boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen. Een deel van de door sommige lidstaten voor die maanden van het jaar 2009 gedeclareerde uitgaven was na de uiterste betalingsdatum verricht. Daarom moeten de desbetreffende verlagingen bij dit besluit worden vastgesteld.

(7)

De Commissie heeft reeds op grond van artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 en artikel 9 van Verordening (EG) nr. 883/2006 een aantal van de als uitgaven voor het begrotingsjaar 2009 te boeken maandelijkse betalingen verlaagd of geschorst. Om te voorkomen dat de betrokken bedragen te vroeg of slechts tijdelijk worden vergoed, is het dienstig die bedragen niet bij dit besluit te erkennen en ze verder te onderzoeken volgens de bij artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 vastgestelde procedure tot conformiteitsgoedkeuring van rekeningen.

(8)

Overeenkomstig artikel 32, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 worden de financiële gevolgen van het achterwege blijven van een in verband met onregelmatigheden te verrichten invordering voor 50 % door de betrokken lidstaat gedragen, indien invordering niet heeft plaatsgevonden binnen vier jaar na de datum van het eerste administratieve of gerechtelijke proces-verbaal, of binnen acht jaar na die datum als over de terugvordering een zaak is aangespannen bij nationale rechtbanken. In artikel 32, lid 3, van die verordening is bepaald dat de lidstaten de Commissie bij de indiening van de jaarrekeningen een samenvattend overzicht van de in verband met onregelmatigheden ingeleide terugvorderingsprocedures moeten bezorgen. Uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de verplichting voor de lidstaten de nog niet teruggekregen bedragen mee te delen zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 885/2006 van de Commissie (3). In bijlage III bij die verordening is de tabel opgenomen die de lidstaten in 2010 moesten indienen. Op basis van de door de lidstaten ingevulde tabellen moet de Commissie een besluit vaststellen over de financiële gevolgen van het na respectievelijk vier of acht jaar nog steeds achterwege blijven van invordering van in verband met onregelmatigheden terug te betalen bedragen. Een dergelijk besluit staat niet in de weg aan latere conformiteitsbesluiten op grond van artikel 32, lid 8, van Verordening (EG) nr. 1290/2005.

(9)

Overeenkomstig artikel 32, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 kunnen de lidstaten besluiten de terugvordering niet voort te zetten. Een dergelijk besluit kan alleen worden genomen indien het totaal van de reeds gemaakte en de nog te verwachten terugvorderingskosten hoger is dan het terug te vorderen bedrag of indien de invordering onmogelijk blijkt als gevolg van de overeenkomstig het nationale recht geconstateerde en erkende insolventie van de debiteur of van de personen die juridisch aansprakelijk zijn voor de onregelmatigheid. Als dat besluit is genomen binnen vier jaar na de datum van het eerste administratieve of gerechtelijke proces-verbaal, of binnen acht jaar na die datum indien over de terugvordering een zaak is aangespannen bij nationale rechtbanken, worden de financiële gevolgen van het achterwege blijven van de invordering voor 100 % door de Gemeenschapsbegroting gedragen. De bedragen waarvoor de lidstaten hebben besloten de terugvordering niet voort te zetten, en de redenen voor dat besluit moeten worden vermeld in het in artikel 32, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde samenvattende overzicht. Die bedragen worden niet ten laste van de betrokken lidstaten gebracht en worden bijgevolg gedragen door de Gemeenschapsbegroting. Het desbetreffende besluit staat niet in de weg aan latere conformiteitsbesluiten op grond van artikel 32, lid 8, van de genoemde verordening.

(10)

Overeenkomstig artikel 30, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 doet het onderhavige besluit geen afbreuk aan latere besluiten van de Commissie waarbij uitgaven die niet overeenkomstig de EU-voorschriften blijken te zijn gedaan, alsnog aan EU-financiering worden onttrokken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De rekeningen van de betaalorganen van de lidstaten betreffende de door het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) gefinancierde uitgaven over het begrotingsjaar 2009, met uitzondering van die van de in artikel 2 bedoelde betaalorganen, worden goedgekeurd.

De bedragen die op grond van dit besluit moeten worden ingevorderd bij of betaald aan elke lidstaat, met inbegrip van de bedragen die voortvloeien uit de toepassing van artikel 32, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1290/2005, worden vastgesteld in bijlage I.

Artikel 2

Voor het begrotingsjaar 2009 worden de rekeningen betreffende de door het ELGF gefinancierde uitgaven die zijn ingediend door de in bijlage II genoemde betaalorganen van lidstaten, afgesplitst van het onderhavige besluit; over die rekeningen wordt later een goedkeuringsbesluit vastgesteld.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 30 april 2010.

Voor de Commissie

Dacian CIOLOŞ

Lid van de Commissie


(1)  PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1.

(2)  PB L 171 van 23.6.2006, blz. 1.

(3)  PB L 171 van 23.6.2006, blz. 90.


BIJLAGE I

GOEDKEURING VAN DE REKENINGEN VAN DE BETAALORGANEN

BEGROTINGSJAAR 2009

NB: Nomenclatuur 2010: 05 07 01 06, 05 02 16 02, 6701, 6702, 6803

Bij de lidstaat in te vorderen of aan de lidstaat te betalen bedrag

LS

 

2009 — Uitgaven/bestemmingsontvangsten van de betaalorganen waarvan de rekeningen worden

Totaal a + b

Verlagingen en schorsingen voor het hele begrotingsjaar (1)

Verlagingen overeenkomstig artikel 32 van Verordening (EG) nr. 1290/2005

Totaal na verlagingen en schorsingen

Betalingen aan de lidstaat voor het begrotingsjaar

Bij de lidstaat in te vorderen (–) of aan de lidstaat te betalen (+) bedrag (2)

goedgekeurd

afgesplitst

= in de jaarlijkse declaratie opgenomen uitgaven/bestemmingsontvangsten

= totaal van de in de maandelijkse declaraties opgenomen uitgaven/bestemmingsontvangsten

 

 

a

b

c = a + b

d

e

f = c + d + e

g

h = f – g

BE

EUR

787 979 123,50

0,00

787 979 123,50

– 369 703,64

– 464 520,05

787 144 899,81

787 398 266,69

– 253 366,88

BG

EUR

220 774 471,11

0,00

220 774 471,11

0,00

0,00

220 774 471,11

220 995 609,16

– 221 138,05

CZ

EUR

506 176 216,20

0,00

506 176 216,20

0,00

0,00

506 176 216,20

506 185 267,69

–9 051,49

DK

DKK

0,00

0,00

0,00

0,00

– 805 769,98

– 805 769,98

0,00

– 805 769,98

DK

EUR

924 610 973,79

0,00

924 610 973,79

–3 921,96

0,00

924 607 051,83

924 309 000,47

298 051,36

DE

EUR

5 235 842 777,85

654 682 281,26

5 890 525 059,11

–1 989 043,44

– 461 916,14

5 888 074 099,53

5 888 016 608,23

57 491,30

EE

EUR

54 532 997,07

0,00

54 532 997,07

0,00

0,00

54 532 997,07

54 532 997,07

0,00

IE

EUR

1 319 888 602,56

0,00

1 319 888 602,56

– 133 757,17

– 169 220,35

1 319 585 625,04

1 318 985 522,43

600 102,61

EL

EUR

2 448 777 557,15

0,00

2 448 777 557,15

–8 813 778,63

– 394 282,85

2 439 569 495,67

2 443 278 830,80

–3 709 335,13

ES

EUR

6 068 452 138,54

0,00

6 068 452 138,54

–4 759 740,96

–3 785 162,40

6 059 907 235,18

6 067 513 907,29

–7 606 672,11

FR

EUR

9 040 383 523,43

0,00

9 040 383 523,43

–2 526 945,78

–5 990 134,76

9 031 866 442,89

9 037 172 967,68

–5 306 524,79

IT

EUR

1 945 287 961,84

2 782 810 861,76

4 728 098 823,60

0,00

–2 430 132,07

4 725 668 691,53

4 728 063 868,22

–2 395 176,69

CY

EUR

36 926 483,63

0,00

36 926 483,63

– 320 385,91

0,00

36 606 097,72

36 606 097,72

0,00

LV

EUR

109 931 833,57

0,00

109 931 833,57

0,00

0,00

109 931 833,57

109 975 523,36

–43 689,79

LT

LTL

0,00

0,00

0,00

0,00

–18,50

–18,50

0,00

–18,50

LT

EUR

221 723 843,05

0,00

221 723 843,05

0,00

0,00

221 723 843,05

221 715 676,12

8 166,93

LU

EUR

34 886 290,40

0,00

34 886 290,40

0,00

–4 560,61

34 881 729,79

34 693 249,95

188 479,84

HU

EUR

930 754 775,93

0,00

930 754 775,93

0,00

0,00

930 754 775,93

930 434 925,76

319 850,17

MT

EUR

3 563 547,18

0,00

3 563 547,18

0,00

0,00

3 563 547,18

3 564 387,18

– 840,00

NL

EUR

1 046 983 725,26

0,00

1 046 983 725,26

0,00

– 677 834,96

1 046 305 890,30

1 046 370 034,94

–64 144,64

AT

EUR

708 684 112,26

0,00

708 684 112,26

0,00

– 169 195,85

708 514 916,41

708 571 648,36

–56 731,95

PL

EUR

1 855 200 357,31

0,00

1 855 200 357,31

0,00

0,00

1 855 200 357,31

1 855 245 584,31

–45 227,00

PT

EUR

724 724 520,34

0,00

724 724 520,34

– 382 516,50

–8 047 049,82

716 294 954,02

723 611 900,95

–7 316 946,93

RO

EUR

0,00

575 930 420,08

575 930 420,08

0,00

0,00

575 930 420,08

575 930 420,08

0,00

SI

EUR

102 542 439,28

0,00

102 542 439,28

0,00

0,00

102 542 439,28

102 613 790,15

–71 350,87

SK

EUR

252 970 915,01

0,00

252 970 915,01

0,00

0,00

252 970 915,01

252 901 885,76

69 029,25

FI

EUR

599 673 974,61

0,00

599 673 974,61

0,00

–10 920,77

599 663 053,84

599 685 951,54

–22 897,70

SE

SEK

0,00

0,00

0,00

0,00

– 107 975,40

– 107 975,40

0,00

– 107 975,40

SE

EUR

724 143 091,81

0,00

724 143 091,81

–13 177,13

0,00

724 129 914,68

724 281 824,45

– 151 909,77

UK

GBP

0,00

0,00

0,00

0,00

–86 696,06

–86 696,06

0,00

–86 696,06

UK

EUR

3 292 001 049,95

0,00

3 292 001 049,95

–3 779 242,68

0,00

3 288 221 807,27

3 294 688 038,59

–6 466 231,32


LS

 

Uitgaven (3)

Bestemmingsontvangsten (3)

Suikerfonds

Artikel 32 (= e)

Totaal (= h)

Uitgaven (4)

Bestemmingsontvangsten (4)

05 07 01 06

6701

05 02 16 02

6803

6702

 

 

i

j

k

l

m

n = i + j + k + l + m

BE

EUR

211 153,17

0,00

0,00

0,00

– 464 520,05

– 253 366,88

BG

EUR

–6 044,39

– 215 093,66

0,00

0,00

0,00

– 221 138,05

CZ

EUR

–9 051,49

0,00

0,00

0,00

0,00

–9 051,49

DK

DKK

0,00

0,00

0,00

0,00

– 805 769,98

– 805 769,98

DK

EUR

298 051,36

0,00

0,00

0,00

0,00

298 051,36

DE

EUR

519 407,44

0,00

0,00

0,00

– 461 916,14

57 491,30

EE

EUR

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

IE

EUR

1 988 434,35

–1 219 111,39

0,00

0,00

– 169 220,35

600 102,61

EL

EUR

–3 313 301,75

–1 750,53

0,00

0,00

– 394 282,85

–3 709 335,13

ES

EUR

–3 782 850,58

–38 659,13

0,00

0,00

–3 785 162,40

–7 606 672,11

FR

EUR

683 609,97

0,00

0,00

0,00

–5 990 134,76

–5 306 524,79

IT

EUR

34 955,38

0,00

0,00

0,00

–2 430 132,07

–2 395 176,69

CY

EUR

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

LV

EUR

–41 844,99

–1 844,80

0,00

0,00

0,00

–43 689,79

LT

LTL

0,00

0,00

0,00

0,00

–18,50

–18,50

LT

EUR

8 166,93

0,00

0,00

0,00

0,00

8 166,93

LU

EUR

193 040,45

0,00

0,00

0,00

–4 560,61

188 479,84

HU

EUR

319 850,17

0,00

0,00

0,00

0,00

319 850,17

MT

EUR

0,00

– 840,00

0,00

0,00

0,00

– 840,00

NL

EUR

613 690,32

0,00

0,00

0,00

– 677 834,96

–64 144,64

AT

EUR

112 463,90

0,00

0,00

0,00

– 169 195,85

–56 731,95

PL

EUR

–42 965,36

–2 261,64

0,00

0,00

0,00

–45 227,00

PT

EUR

730 102,89

0,00

0,00

0,00

–8 047 049,82

–7 316 946,93

RO

EUR

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

SI

EUR

–71 350,87

0,00

0,00

0,00

0,00

–71 350,87

SK

EUR

69 071,36

–42,11

0,00

0,00

0,00

69 029,25

FI

EUR

–11 976,93

0,00

0,00

0,00

–10 920,77

–22 897,70

SE

SEK

0,00

0,00

0,00

0,00

– 107 975,40

– 107 975,40

SE

EUR

– 151 909,77

0,00

0,00

0,00

0,00

– 151 909,77

UK

GBP

0,00

0,00

0,00

0,00

–86 696,06

–86 696,06

UK

EUR

–6 175 353,20

– 290 878,12

0,00

0,00

0,00

–6 466 231,32


(1)  De verlagingen en schorsingen omvatten die welke in het kader van de regeling voor de betalingen zijn verricht, en voorts met name de correcties wegens de in de maanden augustus, september en oktober 2009 geconstateerde overschrijdingen van de betalingstermijn.

(2)  Het bedrag waarvan is uitgegaan bij de berekening van het bij de lidstaat in te vorderen of aan de lidstaat te betalen bedrag, is het totaal van de jaarlijkse declaratie (kolom a), respectievelijk het totaal van de maandelijkse declaraties in het geval van de afgesplitste uitgaven (kolom b).

Toe te passen wisselkoers: artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 883/2006.

(3)  Een eventuele aanpassing van de bestemmingsontvangsten in het voordeel van de lidstaat moet worden gedeclareerd ten laste van post 05 07 01 06.

(4)  Een eventuele aanpassing van de bestemmingsontvangsten voor het Suikerfonds in het voordeel van de lidstaat moet worden gedeclareerd ten laste van post 05 02 16 02.

NB: Nomenclatuur 2010: 05 07 01 06, 05 02 16 02, 6701, 6702, 6803


BIJLAGE II

GOEDKEURING VAN DE REKENINGEN VAN DE BETAALORGANEN

BEGROTINGSJAAR 2009 — ELGF

Lijst van de betaalorganen waarvan de rekeningen worden afgesplitst en het voorwerp van een later goedkeuringsbesluit zullen vormen

Lidstaat

Betaalorgaan

Duitsland

Baden-Württemberg

Hessen

IBH

Helaba

Italië

AGEA

ARBEA

Roemenië

PIAA


5.5.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 112/23


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 4 mei 2010

tot machtiging van de Franse Republiek om een overeenkomst met het Vorstendom Monaco te sluiten zodat geldovermakingen tussen de Franse Republiek en het Vorstendom Monaco overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1781/2006 van het Europees Parlement en de Raad als geldovermakingen binnen de Franse Republiek worden behandeld

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 2634)

(Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek)

(2010/259/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1781/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie over de betaler (1), en met name op artikel 17,

Gezien het verzoek van de Franse Republiek,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 28 november 2007 heeft de Franse Republiek om een afwijking uit hoofde van artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1781/2006 verzocht voor de geldovermakingen tussen het Vorstendom Monaco en de Franse Republiek.

(2)

Overeenkomstig artikel 17, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1781/2006 worden geldovermakingen tussen het Vorstendom Monaco en de Franse Republiek sinds 4 december 2007 tijdelijk als geldovermakingen binnen de Franse Republiek behandeld.

(3)

Tijdens de vergadering van het Comité voor de voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme van 17 december 2009 werden de lidstaten ervan in kennis gesteld dat de Commissie meende alle benodigde gegevens voor de beoordeling van het verzoek van de Franse Republiek te hebben ontvangen.

(4)

Het Vorstendom Monaco behoort niet tot het in artikel 52 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 355 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie omschreven grondgebied van de Gemeenschap, maar heeft een monetaire overeenkomst gesloten met de Europese Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Franse Republiek. Op grond van de overeenkomst van 26 december 2001 heeft het Vorstendom Monaco het recht om de euro als zijn officiële munteenheid te gebruiken en om aan eurobankbiljetten en -munten de status van wettig betaalmiddel toe te kennen. Het Vorstendom Monaco voldoet derhalve aan het criterium van artikel 17, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1781/2006.

(5)

De betalingsdienstaanbieders van het Vorstendom Monaco nemen rechtstreeks deel aan de betalings- en afwikkelingssystemen van de Franse Republiek, namelijk CORE, Target2-Banque de France of ESES France (Euro Settlement for Euronext-zone Securities). Zij voldoen derhalve aan het criterium van artikel 17, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1781/2006.

(6)

Het Vorstendom Monaco heeft in zijn rechtsorde voorschriften opgenomen die overeenstemmen met die van Verordening (EG) nr. 1781/2006, met name door middel van Ordonnance Souveraine nr. 1630 van 30 april 2008 tot wijziging van Ordonnance Souveraine nr. 631 van 10 augustus 2006 betreffende de deelneming van financiële instellingen aan de strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme.

(7)

Met de Ordonnances Souveraines nr. 1674 en nr. 1675 van 10 juni 2008 betreffende het bevriezen van activa in de strijd tegen de financiering van terrorisme zijn in het Vorstendom Monaco afdoende maatregelen getroffen om financiële sancties op te leggen aan de entiteiten of personen die op de lijst van de Verenigde Naties of de Europese Unie voorkomen.

(8)

Wet nr. 1162 van 7 juli 1993 betreffende de deelneming van financiële instellingen aan de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme werd ingetrokken en vervangen door wet nr. 1362 van 3 augustus 2009 betreffende de strijd tegen het witwassen van geld, de financiering van terrorisme en de corruptie (Loi no 1362 du 3 août 2009 relative à la lutte contre le blanchiment de capitaux, le financement du terrorisme et la corruption). Met deze nieuwe wet en Ordonnance Souveraine nr. 2318 van 3 augustus 2009 worden de tekortkomingen verholpen die werden vastgesteld in het verslag van 2008 over de derde wederzijdse evaluatie van het Vorstendom Monaco, dat is opgesteld door MONEYVAL (het Beperkt Comité van deskundigen inzake de evaluatie van maatregelen ter bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme). De nieuwe wet en Ordonnance Souveraine nr. 2318 garanderen dat het Vorstendom Monaco voor geldovermakingen over een antiwitwasregeling beschikt die gelijkwaardig is aan die welke op het Franse grondgebied van toepassing is.

(9)

Het Vorstendom Monaco heeft derhalve dezelfde voorschriften uitgevaardigd als die welke bij Verordening (EG) nr. 1781/2006 zijn vastgesteld en verlangt van zijn betalingsdienstaanbieders dat zij deze voorschriften toepassen. Het voldoet daarmee aan het criterium van artikel 17, lid 1, onder c), van genoemde verordening.

(10)

Het is bijgevolg dienstig de Franse Republiek de gevraagde afwijking toe te staan.

(11)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Franse Republiek wordt gemachtigd een overeenkomst met het Vorstendom Monaco te sluiten zodat geldovermakingen tussen het Vorstendom Monaco en de Franse Republiek voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1781/2006 als geldovermakingen binnen de Franse Republiek worden behandeld.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Franse republiek.

Gedaan te Brussel, 4 mei 2010.

Voor de Commissie

Michel BARNIER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 345 van 8.12.2006, blz. 1.


5.5.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 112/25


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 4 mei 2010

betreffende het beveiligingsplan voor de werking van het Visuminformatiesysteem

(2010/260/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening) (1), en met name op artikel 32,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 32, lid 3, van Verordening (EG) nr. 767/2008 wordt bepaald dat de beheersautoriteit de nodige maatregelen dient te nemen ter verwezenlijking van de doelstellingen, zoals bedoeld in artikel 32, lid 2, ten aanzien van de werking van het VIS, met inbegrip van de vaststelling van een beveiligingsplan.

(2)

In artikel 26, lid 4, van Verordening (EG) nr. 767/2008 wordt bepaald dat tijdens de overgangsperiode die aan de aanvang van de werkzaamheden van de beheersautoriteit voorafgaat, de Commissie met het operationele beheer van het VIS is belast.

(3)

Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (2) is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door de Commissie bij het uitvoeren van haar taken op het gebied van het operationele beheer van het VIS.

(4)

In artikel 26, lid 7, van Verordening (EG) nr. 767/2008 wordt bepaald dat indien de Commissie haar taken delegeert tijdens de overgangsperiode die aan de aanvang van de werkzaamheden van de beheersautoriteit voorafgaat, zij dient te waarborgen dat de delegatie niet ten koste gaat van de doeltreffendheid van de controlemechanismen van het EU-recht, ongeacht of het gaat om controle door het Hof van Justitie, de Rekenkamer of de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.

(5)

De beheersautoriteit dient, zodra zij haar werkzaamheden heeft aangevangen, haar eigen beveiligingsplan voor het VIS vast te stellen.

(6)

In Beschikking 2008/602/EG van de Commissie van 17 juni 2008 tot vaststelling van de fysieke architectuur van en de vereisten voor de nationale interfaces en de communicatie-infrastructuur tussen het centrale VIS en de nationale interfaces gedurende de ontwikkelingsfase (3) worden de vereiste beveiligingsdiensten beschreven die op het VIS-netwerk van toepassing zijn.

(7)

In artikel 27 van Verordening (EG) nr. 767/2008 wordt bepaald dat het hoofdsysteem van het centrale VIS, dat voor technisch toezicht en beheer zorgt, in Straatsburg in Frankrijk wordt gevestigd, en een vervangingssysteem voor het centrale VIS, dat alle functies van het hoofdsysteem kan overnemen wanneer dit uitvalt, in St. Johann im Pongau in Oostenrijk.

(8)

De taken van de beveiligingsfunctionarissen dienen te worden vastgesteld om te waarborgen dat op veiligheidsincidenten en meldingen daarvan doeltreffend en snel wordt gereageerd.

(9)

Er dient een beveiligingsbeleid te worden vastgesteld, waarin alle technische en organisatorische details overeenkomstig dit besluit aan de orde komen.

(10)

Er dienen maatregelen te worden vastgesteld om voor de werking van het VIS een passend beveiligingsniveau te waarborgen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Onderwerp

Dit besluit betreft de organisatie van en de maatregelen voor de beveiliging (het beveiligingsplan) als bedoeld in artikel 32, lid 3, van Verordening (EG) nr. 767/2008.

HOOFDSTUK II

ORGANISATIE, TAKEN EN INCIDENTBEHEERSING

Artikel 2

Taken van de Commissie

1.   De Commissie voert de in dit besluit bedoelde beveiligingsmaatregelen voor het centrale VIS en de communicatie-infrastructuur uit en houdt toezicht op de effectiviteit van die beveiligingsmaatregelen.

2.   De Commissie wijst onder haar ambtenaren een systeembeveiligingsfunctionaris aan. De systeembeveiligingsfunctionaris wordt benoemd door de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Justitie, vrijheid en veiligheid van de Commissie. De taken van de systeembeveiligingsfunctionaris omvatten in het bijzonder:

a)

formuleren, bijwerken en evalueren van het beveiligingsbeleid als omschreven in artikel 7 van dit besluit;

b)

toezicht houden op de doeltreffende uitvoering van de beveiligingsprocedures voor het centrale VIS en de communicatie-infrastructuur;

c)

bijdragen aan de verslaglegging over de beveiliging als bedoeld in artikel 50, leden 3 en 4, van Verordening (EG) nr. 767/2008;

d)

coördinatie- en bijstandstaken in verband met de controles en audits die worden uitgevoerd door de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, als bedoeld in artikel 42 van Verordening (EG) nr. 767/2008;

e)

erop toezien dat dit besluit en het beveiligingsbeleid correct en volledig worden toegepast door alle contractanten en subcontractanten die op welke wijze ook bij het beheer en de werkzaamheden van het VIS betrokken zijn;

f)

bijhouden van een lijst van centrale nationale contactpunten voor de beveiliging van het VIS en delen van deze lijst met de plaatselijke beveiligingsfunctionarissen voor het centrale VIS en de communicatie-infrastructuur.

Artikel 3

Plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor het centrale VIS

1.   De Commissie wijst onder haar ambtenaren een plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor het centrale VIS aan, onverminderd het bepaalde in artikel 8. Belangenconflicten tussen de taken van de plaatselijke beveiligingsfunctionaris en andere officiële verplichtingen worden vermeden. De plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor het centrale VIS wordt benoemd door de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Justitie, vrijheid en veiligheid van de Commissie.

2.   De plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor het centrale VIS ziet erop toe dat de in dit besluit bedoelde beveiligingsmaatregelen worden uitgevoerd en dat de beveiligingsprocedures in het hoofdsysteem van het centrale VIS worden nageleefd. Wat het vervangingssysteem voor het centrale VIS betreft, ziet de plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor het centrale VIS erop toe dat de in dit besluit bedoelde beveiligingsmaatregelen, met uitzondering van die in artikel 10, worden uitgevoerd en dat de daarmee samenhangende beveiligingsprocedures worden nageleefd.

3.   De plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor het centrale VIS kan elk van zijn taken uitbesteden aan ondergeschikt personeel. Belangenconflicten tussen deze taken en andere officiële verplichtingen worden vermeden. De plaatselijke beveiligingsfunctionaris of zijn dienstdoende plaatsvervanger is te allen tijde op hetzelfde telefoonnummer en adres bereikbaar.

4.   De plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor het centrale VIS voert de taken uit die voortvloeien uit de beveiligingsmaatregelen die op de hoofdlocatie en de plaatsvervangende locatie van het centrale VIS moeten worden genomen, met inachtneming van lid 1, en die in het bijzonder omvatten:

a)

taken uitvoeren inzake de plaatselijke operationele beveiliging, zoals audit van de firewall en regelmatige beveiligingstests, -audits en -verslagen;

b)

toezicht houden op de effectiviteit van het bedrijfscontinuïteitsplan en op geregelde beveiligingsoefeningen;

c)

informatie verzamelen en rapporteren aan de systeembeveiligingsfunctionaris over alle incidenten die gevolgen kunnen hebben voor de veiligheid van het centrale VIS of de communicatie-infrastructuur;

d)

de systeembeveiligingsfunctionaris informeren indien het beveiligingsbeleid moet worden gewijzigd;

e)

erop toezien dat dit besluit en het beveiligingsbeleid worden toegepast door alle contractanten en subcontractanten die op welke wijze ook bij het beheer en de werkzaamheden van het centrale VIS betrokken zijn;

f)

erop toezien dat alle personeelsleden op hun verplichtingen worden gewezen, en toezicht houden op de toepassing van het beveiligingsbeleid;

g)

ontwikkelingen op het gebied van IT-beveiliging volgen en ervoor zorgen dat het personeel op dit gebied wordt opgeleid;

h)

ondersteunende informatie en opties verzamelen voor de formulering, bijwerking en evaluatie van het beveiligingsbeleid overeenkomstig artikel 7.

Artikel 4

Plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor de communicatie-infrastructuur

1.   De Commissie wijst onder haar ambtenaren een plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor de communicatie-infrastructuur aan, onverminderd het bepaalde in artikel 8. Belangenconflicten tussen de taken van de plaatselijke beveiligingsfunctionaris en andere officiële verplichtingen worden vermeden. De plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor de communicatie-infrastructuur wordt benoemd door de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Justitie, vrijheid en veiligheid van de Commissie.

2.   De plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor de communicatie-infrastructuur bewaakt het functioneren van de communicatie-infrastructuur en ziet erop toe dat de beveiligingsmaatregelen worden uitgevoerd en de beveiligingsprocedures nageleefd.

3.   De plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor de communicatie-infrastructuur kan elk van zijn taken uitbesteden aan ondergeschikt personeel. Belangenconflicten tussen deze taken en andere officiële verplichtingen worden vermeden. De plaatselijke beveiligingsfunctionaris of zijn dienstdoende plaatsvervanger is te allen tijde op hetzelfde telefoonnummer en adres bereikbaar.

4.   De plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor de communicatie-infrastructuur voert de taken uit die voortvloeien uit de beveiligingsmaatregelen met betrekking tot de communicatie-infrastructuur, in het bijzonder:

a)

alle operationele beveiligingstaken met betrekking tot de communicatie-infrastructuur, zoals audit van de firewall en regelmatige beveiligingstests, -audits en -verslagen;

b)

toezicht houden op de effectiviteit van het bedrijfscontinuïteitsplan en op geregelde beveiligingsoefeningen;

c)

informatie verzamelen en rapporteren aan de systeembeveiligingsfunctionaris over alle incidenten die gevolgen kunnen hebben voor de veiligheid van de communicatie-infrastructuur of van het centrale VIS of de nationale systemen;

d)

de systeembeveiligingsfunctionaris informeren indien het beveiligingsbeleid moet worden gewijzigd;

e)

erop toezien dat dit besluit en het beveiligingsbeleid worden toegepast door alle contractanten en subcontractanten die op welke wijze ook bij het beheer van de communicatie-infrastructuur betrokken zijn;

f)

erop toezien dat alle personeelsleden op hun verplichtingen worden gewezen, en toezicht houden op de toepassing van het beveiligingsbeleid;

g)

ontwikkelingen op het gebied van IT-beveiliging volgen en ervoor zorgen dat het personeel op dit gebied wordt opgeleid;

h)

ondersteunende informatie en opties verzamelen voor de formulering, bijwerking en evaluatie van het beveiligingsbeleid overeenkomstig artikel 7.

Artikel 5

Veiligheidsincidenten

1.   Elke gebeurtenis die gevolgen heeft of kan hebben voor de veiligheid van de werkzaamheden van het VIS en het VIS schade of verlies kan toebrengen, wordt beschouwd als een veiligheidsincident, met name wanneer toegang tot gegevens kan zijn verkregen of wanneer de beschikbaarheid, de integriteit en de vertrouwelijkheid van gegevens in gevaar is gekomen of kan zijn gekomen.

2.   Als onderdeel van het beveiligingsbeleid worden procedures opgezet voor herstel na een incident. De beheersing van veiligheidsincidenten is gericht op een snelle, effectieve en passende respons overeenkomstig het beveiligingsbeleid.

3.   Informatie over een veiligheidsincident dat gevolgen heeft of kan hebben voor de werking van het VIS in een lidstaat of voor de beschikbaarheid, de integriteit en de vertrouwelijkheid van door een lidstaat ingevoerde VIS-gegevens wordt verstrekt aan de betrokken lidstaat. Veiligheidsincidenten worden gemeld aan de gegevensbeschermingsfunctionaris van de Commissie.

Artikel 6

Incidentbeheersing

1.   Alle personeelsleden en contractanten die betrokken zijn bij de ontwikkeling, het beheer en de werking van het VIS zijn verplicht alle geconstateerde of vermoede beveiligingslacunes bij de werking van het VIS te melden aan de systeembeveiligingsfunctionaris of aan de plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor het centrale VIS dan wel de communicatie-infrastructuur.

2.   Bij constatering van een incident dat gevolgen heeft of kan hebben voor de veiligheid van de werking van het VIS, meldt de plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor het VIS dan wel de plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor de communicatie-infrastructuur dit zo snel mogelijk schriftelijk, of in uiterst spoedeisende gevallen via andere communicatiekanalen, aan de systeembeveiligingsfunctionaris en, waar van toepassing, het centrale nationale contactpunt voor de beveiliging van het VIS, indien zo’n contactpunt in de betrokken lidstaat bestaat. De melding omvat een beschrijving van het veiligheidsincident, het risiconiveau, de mogelijke gevolgen en de maatregelen die zijn of zouden moeten worden getroffen om het risico te verminderen.

3.   Alle bewijsmateriaal betreffende het veiligheidsincident wordt door de plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor het VIS dan wel de plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor de communicatie-infrastructuur onmiddellijk verzameld. Indien dat overeenkomstig de toepasselijke bepalingen inzake gegevensbescherming mogelijk is, wordt dit bewijsmateriaal desgevraagd ter beschikking gesteld van de systeembeveiligingsfunctionaris.

4.   Er worden terugkoppelingsprocessen opgezet om te waarborgen dat informatie over de resultaten wordt meegedeeld zodra het incident is afgehandeld en afgesloten.

HOOFDSTUK III

BEVEILIGINGSMAATREGELEN

Artikel 7

Beveiligingsbeleid

1.   De directeur-generaal van het Directoraat-generaal Justitie, vrijheid en veiligheid stelt overeenkomstig dit besluit een bindend beveiligingsbeleid op, werkt dit bij en evalueert het regelmatig. Het beveiligingsbeleid voorziet in gedetailleerde procedures en maatregelen ter bescherming tegen bedreigingen voor de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van het VIS, alsmede in noodplannen om het door dit besluit voorgeschreven veiligheidsniveau te waarborgen. Het beveiligingsbeleid is in overeenstemming met dit besluit.

2.   Het beveiligingsbeleid wordt gebaseerd op een beoordeling van het risico. De door het beveiligingsbeleid voorgeschreven maatregelen zijn evenredig met de vastgestelde risico’s.

3.   De risicobeoordeling en het beveiligingsbeleid worden bijgesteld indien technologische veranderingen, vaststelling van nieuwe bedreigingen of andere omstandigheden zulks noodzakelijk maken. Het beveiligingsbeleid wordt in ieder geval jaarlijks opnieuw bekeken om te waarborgen dat het een passende respons kan geven op de meest recente risicobeoordeling en op alle andere geconstateerde technologische veranderingen, bedreigingen of andere relevante omstandigheden.

4.   Het beveiligingsbeleid wordt geformuleerd door de systeembeveiligingsfunctionaris, in coördinatie met de plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor het VIS en de plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor de communicatie-infrastructuur.

Artikel 8

Tenuitvoerlegging van de beveiligingsmaatregelen

1.   De tenuitvoerlegging van de taken en vereisten die bij dit besluit en in het beveiligingsbeleid zijn vastgesteld, met inbegrip van de aanwijzing van een plaatselijke beveiligingsfunctionaris, mag worden uitbesteed of toevertrouwd aan particuliere of openbare instanties.

2.   Indien dat het geval is, waarborgt de Commissie door middel van een juridisch bindende overeenkomst dat volledig wordt beantwoord aan de vereisten die in dit besluit en in het beveiligingsbeleid zijn vastgelegd. Indien de aanwijzing van een plaatselijke beveiligingsfunctionaris wordt gedelegeerd of uitbesteed, waarborgt de Commissie door middel van een juridisch bindende overeenkomst dat zij wordt geraadpleegd over de persoon die als plaatselijk beveiligingsfunctionaris zal worden aangewezen.

Artikel 9

Controle op de toegang tot de faciliteiten

1.   Ter bescherming van gebieden waar zich faciliteiten voor gegevensverwerking bevinden, worden veiligheidszones ingesteld met passende fysieke barrières en toegangscontroles.

2.   Binnen de veiligheidszones worden veilige gebieden aangewezen ter bescherming van de fysieke componenten, met inbegrip van hardware, gegevensdragers en werkstations, plannen en andere documenten betreffende het VIS, alsmede kantoren en andere arbeidsplaatsen van het personeel dat bij de werkzaamheden van het VIS betrokken is. Deze veilige gebieden worden beveiligd met passende toegangscontroles om te waarborgen dat slechts bevoegd personeel toegang heeft. Werkzaamheden binnen de veilige gebieden zijn onderworpen aan de gedetailleerde beveiligingsvoorschriften die onderdeel zijn van het beveiligingsbeleid.

3.   Kantoren, andere vertrekken en faciliteiten worden fysiek beveiligd. Toegangspunten, zoals los- en laadplaatsen en andere plaatsen waarlangs onbevoegden het terrein kunnen betreden, moeten onder toezicht staan en zo mogelijk worden geïsoleerd van de gegevensverwerkingsfaciliteiten, teneinde ongeoorloofde toegang te voorkomen.

4.   De veiligheidsbarrières worden, op een wijze die evenredig is met het risico, beschermd tegen schade door natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen.

5.   Alle uitrusting wordt beschermd tegen fysieke bedreigingen en milieurisico’s en tegen de mogelijkheid van ongeoorloofde toegang.

6.   De Commissie voegt aan de lijst bedoeld in artikel 2, lid 2, onder f), een centraal contactpunt toe voor het toezicht op de tenuitvoerlegging van dit artikel op het terrein waar het vervangende systeem van het centrale VIS is gehuisvest.

Artikel 10

Controle van fysieke componenten en gegevensdragers

1.   Verwijderbare gegevensdragers waarop gegevens zijn opgenomen, worden beschermd tegen ongeoorloofde toegang, misbruik of gegevensverminking; tijdens de gehele levensduur van de gegevens wordt de leesbaarheid van de gegevens gegarandeerd.

2.   Gegevensdragers worden, wanneer zij niet langer benodigd zijn, veilig verwijderd overeenkomstig de in het beveiligingsbeleid opgenomen gedetailleerde procedures.

3.   Door middel van inventarisatie wordt gewaarborgd dat informatie over de opslaglocatie, de toepasselijke bewaartermijn en de toegangsbevoegdheden beschikbaar is.

4.   Alle belangrijke componenten van het centrale VIS en de communicatie-infrastructuur worden geïdentificeerd, zodat zij overeenkomstig hun belang kunnen worden beschermd. Van relevante IT-uitrusting wordt een geactualiseerd register bijgehouden.

5.   Inzake het centrale VIS en de communicatie-infrastructuur is geactualiseerde documentatie beschikbaar. Deze documentatie wordt tegen ongeoorloofde toegang beveiligd.

Artikel 11

Controle van opslag

1.   Er worden passende maatregelen genomen om de correcte opslag van informatie te waarborgen en ongeoorloofde toegang tot die informatie te voorkomen.

2.   Alle uitrustingonderdelen die gegevensdragers bevatten, worden gecontroleerd om te waarborgen dat gevoelige gegevens voor de verwijdering van de drager zijn gewist of volledig overschreven, of worden veilig vernietigd.

Artikel 12

Wachtwoordcontrole

1.   Alle wachtwoorden worden veilig bewaard en als vertrouwelijk behandeld. Wanneer het vermoeden bestaat dat een wachtwoord bekend is geraakt, wordt het wachtwoord onmiddellijk gewijzigd of het gebruikersaccount gedeactiveerd. Alle gebruikersidentiteiten zijn uniek en individueel.

2.   Ter voorkoming van ongeoorloofde toegang worden in het beveiligingsbeleid procedures voor aanmelding en afmelding opgenomen.

Artikel 13

Toegangscontrole

1.   Het beveiligingsbeleid voorziet in een formele procedure voor de inschrijving en uitschrijving van personeel, waarmee de toegangsrechten voor de apparatuur en programmatuur van het VIS in het centrale VIS kunnen worden toegekend en ingetrokken met het oog op het operationele beheer. De toewijzing en het gebruik van passende toegangscodes (wachtwoorden en andere geschikte middelen) wordt gecontroleerd door middel van een formeel beheersproces, dat in het beveiligingsbeleid wordt vastgelegd.

2.   De toegang tot de apparatuur en de programmatuur van het VIS op de locatie van het centrale VIS:

i)

wordt beperkt tot bevoegde personen;

ii)

wordt slechts toegestaan indien een legitiem doel als bedoeld in artikel 42 en artikel 50, lid 2, van Verordening (EG) nr. 767/2008 kan worden vastgesteld;

iii)

mag niet langer duren en niet meer omvatten dan voor het doel van de toegang vereist is, en

iv)

mag slechts plaatsvinden in overeenstemming met een in het veiligheidbeleid vast te leggen toegangscontrolebeleid.

3.   In het centrale VIS worden slechts werkstations en programmatuur gebruikt die door de plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor het centrale VIS zijn toegestaan. Het gebruik van systeemhulpprogramma’s waarmee de systeem- en toepassingscontroles kunnen worden omzeild, wordt beperkt en gecontroleerd. Er worden procedures ingesteld om de installatie van programmatuur te controleren.

Artikel 14

Communicatiecontrole

De communicatie-infrastructuur staat onder controle teneinde de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van de informatie-uitwisseling te waarborgen. Ter bescherming van de gegevens die via de communicatie-infrastructuur worden doorgegeven, wordt gebruikgemaakt van versleuteling.

Artikel 15

Controle op de invoer van gegevens

Op de accounts van personen die toegangsbevoegdheid hebben tot de VIS-programmatuur vanuit het centrale VIS, wordt toezicht uitgeoefend door de plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor het centrale VIS. Het gebruik van deze accounts, met inbegrip van de tijdsduur en de identiteit van de gebruiker, wordt geregistreerd.

Artikel 16

Controle op doorgifte en vervoer

1.   In het beveiligingsbeleid worden passende maatregelen opgenomen om te voorkomen dat persoonsgegevens tijdens de doorgifte van of naar het VIS of tijdens het vervoer van gegevensdragers ongeoorloofd worden gelezen, gekopieerd, gewijzigd of gewist. In het beveiligingsbeleid worden bepalingen opgenomen betreffende de toegestane wijzen van verzending of vervoer en de procedures voor de verantwoording van het vervoer van voorwerpen en de aankomst op de plaats van bestemming. Gegevensdragers mogen naast de te verzenden gegevens geen andere gegevens bevatten.

2.   Door derden verleende diensten die de toegang tot of de verwerking of verzending van gegevens of het beheer van gegevensverwerkingsfaciliteiten, dan wel aanvullende producten of diensten voor gegevensverwerkingsfaciliteiten omvatten, zijn voorzien van passende geïntegreerde veiligheidscontroles.

Artikel 17

Beveiliging van de communicatie-infrastructuur

1.   De communicatie-infrastructuur wordt op passende wijze beheerd en gecontroleerd om deze te beschermen tegen bedreigingen en de veiligheid te waarborgen van de communicatie-infrastructuur zelf en van het centrale VIS, met inbegrip van de via deze systemen uitgewisselde gegevens.

2.   De beveiligingskenmerken, het dienstverleningsniveau en de beheersvereisten worden voor alle netwerkdiensten vastgelegd in de netwerkdienstenovereenkomst met de dienstverlener.

3.   Niet alleen de toegangspunten tot het VIS, maar ook alle aanvullende door de communicatie-infrastructuur gebruikte diensten worden beschermd. Hiertoe worden passende maatregelen vastgelegd in het beveiligingsbeleid.

Artikel 18

Monitoring

1.   Informatie betreffende alle toegang tot het centrale VIS en betreffende alle gegevensverwerkende handelingen in het centrale VIS, zoals bedoeld in artikel 34, lid 1, van Verordening (EG) nr. 767/2008, wordt geregistreerd en veilig opgeslagen op de locaties van het hoofdsysteem en het vervangende systeem van het centrale VIS en toegankelijk gemaakt vanaf die locaties, gedurende de periode bedoeld in artikel 34, lid 2, van Verordening (EG) nr. 767/2008.

2.   In het beveiligingsbeleid worden procedures opgenomen voor het toezicht op het gebruik van de gegevensverwerkingsfaciliteiten en voor het opsporen van fouten in die faciliteiten; de resultaten van deze toezicht- en opsporingsactiviteiten worden regelmatig getoetst. Indien nodig worden passende maatregelen getroffen.

3.   De faciliteiten voor de registratie en de registratiebestanden worden beschermd tegen ongeoorloofde wijziging en ongeoorloofde toegang, teneinde te voldoen aan de eisen inzake verzameling en bewaring van bewijsmateriaal gedurende de voorgeschreven periode.

Artikel 19

Versleuteling

Waar nodig wordt ter bescherming van informatie versleuteling toegepast. De toepassing daarvan, alsmede het doel en de voorwaarden, worden door de systeembeveiligingsfunctionaris van tevoren goedgekeurd.

HOOFDSTUK IV

BEVEILIGING VAN PERSONEEL

Artikel 20

Personeelsprofielen

1.   In het beveiligingsbeleid worden de taken en verantwoordelijkheden vastgelegd van de personen die toegang hebben tot het VIS, met inbegrip van de communicatie-infrastructuur.

2.   De beveiligingstaken en -verantwoordelijkheden van Commissiepersoneel, contractanten en personeel dat bij het operationele beheer is betrokken, worden vastgesteld en gedocumenteerd en aan de betrokkenen meegedeeld. Voor personeel van de Commissie worden deze taken en verantwoordelijkheden in de functieomschrijving en de doelstellingen opgenomen; voor contractanten in het contract of de overeenkomst inzake het dienstverleningsniveau.

3.   Met alle personen op wie geen overheidsdienstvoorschriften van de Europese Unie of een lidstaat van toepassing zijn, wordt een vertrouwelijkheids- en geheimhoudingsovereenkomst gesloten. Personeel dat met VIS-gegevens moet werken, dient te beschikken over de noodzakelijke veiligheidsmachtiging of -certificatie overeenkomstig de in het beveiligingsbeleid opgenomen gedetailleerde procedures.

Artikel 21

Informatie van personeel

1.   Alle personeelsleden en in voorkomend geval contractanten krijgen een passende opleiding op het gebied van beveiligingsbewustzijn, juridische vereisten, beleid en procedures, voor zover noodzakelijk voor de uitvoering van hun taken.

2.   In het beveiligingsbeleid wordt vastgelegd welke plichten bij beëindiging van het dienstverband of het contract rusten op personeelsleden en contractanten wat verandering van werkzaamheden of beëindiging van de arbeidsrelatie betreft, en welke procedures gelden voor de teruggave van apparatuur en de intrekking van toegangsbevoegdheden.

HOOFDSTUK V

SLOTBEPALING

Artikel 22

Toepasselijkheid

1.   Dit besluit is van toepassing met ingang van de datum die door de Commissie wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 48, lid 1, van Verordening (EG) nr. 767/2008.

2.   Dit besluit komt te vervallen wanneer de beheersautoriteit met haar werkzaamheden begint.

Gedaan te Brussel, 4 mei 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60.

(2)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

(3)  PB L 194 van 23.7.2008, blz. 3.


5.5.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 112/31


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 4 mei 2010

betreffende het beveiligingsplan voor het centrale SIS II en de communicatie-infrastructuur

(2010/261/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (1), en met name op artikel 16,

Gelet op Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (2), en met name op artikel 16,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en artikel 16 van Besluit 2007/533/JBZ wordt bepaald dat de beheersautoriteit, voor het centrale SIS II, en de Commissie, voor de communicatie-infrastructuur, de nodige maatregelen dienen te nemen, waartoe ook een beveiligingsplan behoort.

(2)

In artikel 15, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en artikel 15, lid 4, van Besluit 2007/533/JBZ wordt bepaald dat tijdens de overgangsperiode die aan de aanvang van de werkzaamheden van de beheersautoriteit voorafgaat, de Commissie met het operationele beheer van het centrale SIS II is belast.

(3)

Aangezien de beheersautoriteit nog niet is ingesteld, dient het door de Commissie goed te keuren beveiligingsplan gedurende de overgangsperiode ook op het centrale SIS II van toepassing te zijn.

(4)

Verordening (EG) nr. 45/2001van het Europees Parlement en de Raad (3) is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door de Commissie bij het uitvoeren van haar taken op het gebied van het operationele beheer van SIS II.

(5)

In artikel 15, lid 7, van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en artikel 15, lid 7, van Besluit 2007/533/JBZ wordt bepaald dat indien de Commissie haar taken delegeert tijdens de overgangsperiode die aan de aanvang van de werkzaamheden van de beheersautoriteit voorafgaat, zij dient te waarborgen dat de delegatie niet ten koste gaat van de doeltreffendheid van de controlemechanismen van het EU-recht, ongeacht of het gaat om controle door het Hof van Justitie, de Rekenkamer of de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.

(6)

De beheersautoriteit dient, zodra zij haar werkzaamheden heeft aangevangen, haar eigen beveiligingsplan voor het centrale SIS II vast te stellen. Dat beveiligingsplan dient derhalve buiten werking te treden wanneer de beheersautoriteit haar werkzaamheden heeft aangevangen, voor zover het betrekking heeft op het centrale SIS II.

(7)

In artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en artikel 4, lid 3, van Besluit 2007/533/JBZ wordt bepaald dat CS-SIS, dat voor technisch toezicht en beheer zorgt, zich in Straatsburg (Frankrijk) bevindt en een vervangend CS-SIS, dat alle functies van het hoofdsysteem van CS-SIS kan overnemen wanneer dit uitvalt, in Sankt Johann im Pongau (Oostenrijk).

(8)

Het beveiligingsplan dient te voorzien in een systeembeveiligingsfunctionaris, die belast wordt met beveiligingstaken voor zowel het centrale SIS II als de communicatie-infrastructuur, en twee plaatselijke beveiligingsfunctionarissen, die belast worden met beveiligingstaken voor respectievelijk het centrale SIS II en de communicatie-infrastructuur. De taken van de beveiligingsfunctionarissen dienen te worden vastgesteld om te waarborgen dat op veiligheidsincidenten en meldingen daarvan doeltreffend en snel wordt gereageerd.

(9)

Er dient een beveiligingsbeleid te worden vastgesteld, waarin alle technische en organisatorische details overeenkomstig dit besluit aan de orde komen.

(10)

Er dienen maatregelen te worden vastgesteld om voor de werking van het centrale SIS II en de communicatie-infrastructuur een passend beveiligingsniveau te waarborgen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Onderwerp

1.   Dit besluit betreft de organisatie van en de maatregelen voor de beveiliging (het beveiligingsplan) die vereist zijn ter bescherming van het centrale SIS II en de daarin verwerkte gegevens tegen bedreigingen van de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid daarvan, als bedoeld in artikel 16, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en artikel 16, lid 1, van Besluit 2007/533/JBZ betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) gedurende een overgangsperiode, totdat de beheersautoriteit haar werkzaamheden aanvangt.

2.   Dit besluit betreft de organisatie van en de maatregelen voor de beveiliging (het beveiligingsplan) die vereist zijn ter bescherming van de communicatie-infrastructuur tegen bedreigingen van de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid daarvan, als bedoeld in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en artikel 16 van Besluit 2007/533/JBZ betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II).

HOOFDSTUK II

ORGANISATIE, TAKEN EN INCIDENTBEHEERSING

Artikel 2

Taken van de Commissie

1.   De Commissie voert de in dit besluit bedoelde beveiligingsmaatregelen voor het centrale SIS II uit en houdt toezicht op de effectiviteit van die beveiligingsmaatregelen.

2.   De Commissie voert de in dit besluit bedoelde beveiligingsmaatregelen voor de communicatie-infrastructuur uit en houdt toezicht op de effectiviteit van die beveiligingsmaatregelen.

3.   De Commissie wijst onder haar ambtenaren een systeembeveiligingsfunctionaris aan. De systeembeveiligingsfunctionaris wordt benoemd door de directeur-generaal van het directoraat-generaal Justitie, vrijheid en veiligheid van de Commissie. De taken van de systeembeveiligingsfunctionaris omvatten in het bijzonder:

a)

formuleren van het beveiligingsbeleid als omschreven in artikel 7 van dit besluit;

b)

toezicht houden op de doeltreffende uitvoering van de beveiligingsprocedures voor het centrale SIS II;

c)

toezicht houden op de doeltreffende uitvoering van de beveiligingsprocedures voor de communicatie-infrastructuur;

d)

bijdragen aan de verslaglegging over de beveiliging als bedoeld in artikel 50 van Verordening (EG) nr. 1987/2008 en artikel 66 van Besluit 2007/533/JBZ;

e)

coördinatie- en bijstandstaken in verband met de controles en audits die worden uitgevoerd door de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, als bedoeld in artikel 45 van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en artikel 61 van Besluit 2007/533/JBZ, alsmede melden van incidenten als bedoeld in artikel 5, lid 2, aan de systeembeveiligingsfunctionaris van de Commissie;

f)

erop toezien dat dit besluit en het beveiligingsbeleid correct en volledig worden toegepast door alle contractanten en subcontractanten die op welke wijze ook bij het beheer van het centrale SIS II betrokken zijn;

g)

erop toezien dat dit besluit en het beveiligingsbeleid correct en volledig worden toegepast door alle contractanten en subcontractanten die op welke wijze ook bij het beheer van de communicatie-infrastructuur betrokken zijn;

h)

bijhouden van een lijst van centrale nationale contactpunten voor de beveiliging van SIS II en delen van deze lijst met de plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor de communicatie-infrastructuur.

i)

delen van de onder h) bedoelde lijst met de plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor het centrale SIS II.

Artikel 3

Plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor het centrale SIS II

1.   De Commissie wijst onder haar ambtenaren een plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor het centrale SIS II aan, onverminderd het bepaalde in artikel 8. Belangenconflicten tussen de taken van de plaatselijke beveiligingsfunctionaris en andere officiële verplichtingen worden vermeden. De plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor het centrale SIS II wordt benoemd door de directeur-generaal van het directoraat-generaal Justitie, vrijheid en veiligheid van de Commissie.

2.   De plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor het centrale SIS II ziet erop toe dat de in dit besluit bedoelde beveiligingsmaatregelen worden uitgevoerd en dat de beveiligingsprocedures in het hoofdsysteem van CS-SIS worden nageleefd. Wat het vervangingssysteem voor CS-SIS betreft, ziet de plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor het centrale SIS II erop toe dat de in dit besluit bedoelde beveiligingsmaatregelen, met uitzondering van die in artikel 9, worden uitgevoerd en dat de daarmee samenhangende beveiligingsprocedures worden nageleefd.

3.   De plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor het centrale SIS II kan elk van zijn taken uitbesteden aan ondergeschikt personeel. Belangenconflicten tussen deze taken en andere officiële verplichtingen worden vermeden. De plaatselijke beveiligingsfunctionaris of zijn dienstdoende plaatsvervanger is te allen tijde op hetzelfde telefoonnummer en adres bereikbaar.

4.   De plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor het centrale SIS II voert de taken uit die voortvloeien uit de beveiligingsmaatregelen die op de hoofdlocatie en de plaatsvervangende locatie van CS-SIS moeten worden genomen, met inachtneming van lid 1, en die in het bijzonder omvatten:

a)

taken uitvoeren inzake de plaatselijke operationele beveiliging, zoals audit van de firewall en regelmatige beveiligingstests, -audits en -verslagen;

b)

toezicht houden op de effectiviteit van het bedrijfscontinuïteitsplan en op geregelde beveiligingsoefeningen;

c)

informatie verzamelen en rapporteren aan de systeembeveiligingsfunctionaris over alle incidenten die gevolgen kunnen hebben voor de veiligheid van het centrale SIS II of de communicatie-infrastructuur;

d)

de systeembeveiligingsfunctionaris informeren indien het beveiligingsbeleid moet worden gewijzigd;

e)

erop toezien dat dit besluit en het beveiligingsbeleid worden toegepast door alle contractanten en subcontractanten die op welke wijze ook bij het operationele beheer van het centrale SIS II betrokken zijn;

f)

erop toezien dat alle personeelsleden op hun verplichtingen worden gewezen, en toezicht houden op de toepassing van het beveiligingsbeleid;

g)

ontwikkelingen op het gebied van IT-beveiliging volgen en ervoor zorgen dat het personeel op dit gebied wordt opgeleid;

h)

ondersteunende informatie en opties verzamelen voor de formulering, bijwerking en evaluatie van het beveiligingsbeleid overeenkomstig artikel 7.

Artikel 4

Plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor de communicatie-infrastructuur

1.   De Commissie wijst onder haar ambtenaren een plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor de communicatie-infrastructuur aan, onverminderd het bepaalde in artikel 8. Belangenconflicten tussen de taken van de plaatselijke beveiligingsfunctionaris en andere officiële verplichtingen worden vermeden. De plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor de communicatie-infrastructuur wordt benoemd door de directeur-generaal van het directoraat-generaal Justitie, vrijheid en veiligheid van de Commissie.

2.   De plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor de communicatie-infrastructuur bewaakt het functioneren van de communicatie-infrastructuur en ziet erop toe dat de beveiligingsmaatregelen worden uitgevoerd en de beveiligingsprocedures nageleefd.

3.   De plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor de communicatie-infrastructuur kan elk van zijn taken uitbesteden aan ondergeschikt personeel. Belangenconflicten tussen deze taken en andere officiële verplichtingen worden vermeden. De plaatselijke beveiligingsfunctionaris of zijn dienstdoende plaatsvervanger is te allen tijde op hetzelfde telefoonnummer en adres bereikbaar.

4.   De plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor de communicatie-infrastructuur voert de taken uit die voortvloeien uit de beveiligingsmaatregelen voor de communicatie-infrastructuur, in het bijzonder:

a)

alle operationele beveiligingstaken met betrekking tot de communicatie-infrastructuur, zoals audit van de firewall en regelmatige beveiligingstests, -audits en -verslagen;

b)

toezicht houden op de effectiviteit van het bedrijfscontinuïteitsplan en op geregelde beveiligingsoefeningen;

c)

informatie verzamelen en rapporteren aan de systeembeveiligingsfunctionaris over alle incidenten in de communicatie-infrastructuur die gevolgen kunnen hebben voor de veiligheid van het centrale SIS II of de communicatie-infrastructuur;

d)

de systeembeveiligingsfunctionaris informeren indien het beveiligingsbeleid moet worden gewijzigd;

e)

erop toezien dat dit besluit en het beveiligingsbeleid worden toegepast door alle contractanten en subcontractanten die op welke wijze ook bij het beheer van de communicatie-infrastructuur betrokken zijn;

f)

erop toezien dat alle personeelsleden op hun verplichtingen worden gewezen, en toezicht houden op de toepassing van het beveiligingsbeleid;

g)

ontwikkelingen op het gebied van IT-beveiliging volgen en ervoor zorgen dat het personeel op dit gebied wordt opgeleid;

h)

ondersteunende informatie en opties verzamelen voor de formulering, bijwerking en evaluatie van het beveiligingsbeleid overeenkomstig artikel 7.

Artikel 5

Veiligheidsincidenten

1.   Elke gebeurtenis die gevolgen heeft of kan hebben voor de veiligheid van SIS II en die SIS II schade of verlies kan toebrengen, wordt beschouwd als een veiligheidsincident, met name wanneer toegang tot gegevens kan zijn verkregen of wanneer de beschikbaarheid, de integriteit en de vertrouwelijkheid van gegevens in gevaar is gekomen of kan zijn gekomen.

2.   De beheersing van veiligheidsincidenten is gericht op een snelle, effectieve en passende respons overeenkomstig het beveiligingsbeleid. Er worden procedures opgezet voor herstel na een incident.

3.   Informatie over een veiligheidsincident dat gevolgen heeft of kan hebben voor de werking van SIS II in een lidstaat of voor de beschikbaarheid, de integriteit en de vertrouwelijkheid van door een lidstaat ingevoerde of verzonden gegevens wordt verstrekt aan de betrokken lidstaat. Veiligheidsincidenten worden gemeld aan de gegevensbeschermingsfunctionaris van de Commissie.

Artikel 6

Incidentbeheersing

1.   Alle personeelsleden en contractanten die betrokken zijn bij de ontwikkeling, het beheer en de werking van SIS II zijn verplicht alle geconstateerde of vermoede beveiligingslacunes in de communicatie-infrastructuur te melden aan de systeembeveiligingsfunctionaris of de plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor de communicatie-infrastructuur.

2.   Bij constatering van een incident dat gevolgen heeft of kan hebben voor de veiligheid van SIS II, meldt de plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor de communicatie-infrastructuur dit zo snel mogelijk schriftelijk, of in uiterst spoedeisende gevallen via andere communicatiekanalen, aan de systeembeveiligingsfunctionaris en, waar van toepassing, het centrale nationale contactpunt voor de beveiliging van SIS II, indien zo’n contactpunt in de betrokken lidstaat bestaat. De melding omvat een beschrijving van het veiligheidsincident, het risiconiveau, de mogelijke gevolgen en de maatregelen die zijn of zouden moeten worden getroffen om het risico te verminderen.

3.   Alle bewijsmateriaal betreffende het veiligheidsincident wordt door de plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor de communicatie-infrastructuur onmiddellijk verzameld. Indien dat overeenkomstig de toepasselijke bepalingen inzake gegevensbescherming mogelijk is, wordt dit bewijsmateriaal desgevraagd ter beschikking gesteld van de systeembeveiligingsfunctionaris.

4.   In het beveiligingsbeleid wordt voorzien in terugkoppelingsprocessen om te waarborgen dat informatie over de aard, de afhandeling en de gevolgen van een veiligheidsincident wordt meegedeeld aan de systeembeveiligingsfunctionaris en de plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor de communicatie-infrastructuur, zodra het incident is afgehandeld en afgesloten.

5.   De leden 1 tot en met 4 zijn van overeenkomstige toepassing op incidenten bij het centrale SIS II. De verwijzingen in de leden 1 tot en met 4 naar de plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor de communicatie-infrastructuur worden in dat verband gelezen als verwijzingen naar de plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor het centrale SIS II.

HOOFDSTUK III

BEVEILIGINGSMAATREGELEN

Artikel 7

Beveiligingsbeleid

1.   De directeur-generaal van het directoraat-generaal Justitie, vrijheid en veiligheid stelt overeenkomstig dit besluit een bindend beveiligingsbeleid op, werkt dit bij en evalueert het regelmatig. Het beveiligingsbeleid voorziet in gedetailleerde procedures en maatregelen ter bescherming tegen bedreigingen voor de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van de communicatie-infrastructuur, alsmede in noodplannen om het door dit besluit voorgeschreven veiligheidsniveau te waarborgen. Het beveiligingsbeleid is in overeenstemming met dit besluit.

2.   Het beveiligingsbeleid wordt gebaseerd op een beoordeling van het risico. De door het beveiligingsbeleid voorgeschreven maatregelen zijn evenredig met de vastgestelde risico’s.

3.   De risicobeoordeling en het beveiligingsbeleid worden bijgesteld indien technologische veranderingen, vaststelling van nieuwe bedreigingen of andere omstandigheden zulks noodzakelijk maken. Het beveiligingsbeleid wordt in ieder geval jaarlijks opnieuw bekeken om te waarborgen dat het een passende respons kan geven op de meest recente risicobeoordeling en op alle andere geconstateerde technologische veranderingen, bedreigingen of andere relevante omstandigheden.

4.   Het beveiligingsbeleid wordt geformuleerd door de systeembeveiligingsfunctionaris, in coördinatie met de plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor het centrale SIS II en de plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor de communicatie-infrastructuur.

5.   De leden 1 tot en met 4 zijn van overeenkomstige toepassing op het beveiligingsbeleid voor het centrale SIS II. De verwijzingen in de leden 1 tot en met 4 naar de plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor de communicatie-infrastructuur worden in dat verband gelezen als verwijzingen naar de plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor het centrale SIS II.

Artikel 8

Tenuitvoerlegging van de beveiligingsmaatregelen

1.   De tenuitvoerlegging van de taken en vereisten die bij dit besluit en in het beveiligingsbeleid zijn vastgesteld, met inbegrip van de aanwijzing van een plaatselijke beveiligingsfunctionaris, mag worden uitbesteed of toevertrouwd aan particuliere of openbare instanties.

2.   Indien dat het geval is, waarborgt de Commissie door middel van een juridisch bindende overeenkomst dat volledig wordt beantwoord aan de vereisten die in dit besluit en in het beveiligingsbeleid zijn vastgelegd. Indien de aanwijzing van een plaatselijke beveiligingsfunctionaris wordt gedelegeerd of uitbesteed, waarborgt de Commissie door middel van een juridisch bindende overeenkomst dat zij wordt geraadpleegd over de persoon die als plaatselijk beveiligingsfunctionaris zal worden aangewezen.

Artikel 9

Controle op de toegang tot de faciliteiten

1.   Ter bescherming van gebieden waar zich faciliteiten voor gegevensverwerking bevinden, worden veiligheidszones ingesteld met passende fysieke barrières en toegangscontroles.

2.   Binnen de veiligheidszones worden veilige gebieden aangewezen ter bescherming van de fysieke componenten, met inbegrip van hardware, gegevensdragers en werkstations, plannen en andere documenten betreffende SIS II, alsmede kantoren en andere arbeidsplaatsen van het personeel dat bij de werkzaamheden van SIS II betrokken is. Deze veilige gebieden worden beveiligd met passende toegangscontroles om te waarborgen dat slechts bevoegd personeel toegang heeft. Werkzaamheden binnen de veilige gebieden zijn onderworpen aan de gedetailleerde beveiligingsvoorschriften die onderdeel zijn van het beveiligingsbeleid.

3.   Kantoren, andere vertrekken en faciliteiten worden fysiek beveiligd. Toegangspunten, zoals los- en laadplaatsen en andere plaatsen waarlangs onbevoegden het terrein kunnen betreden, moeten onder toezicht staan en zo mogelijk worden geïsoleerd van de gegevensverwerkingsfaciliteiten, teneinde ongeoorloofde toegang te voorkomen.

4.   De veiligheidsbarrières worden, op een wijze die evenredig is met het risico, beschermd tegen schade door natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen.

5.   Alle uitrusting wordt beschermd tegen fysieke bedreigingen en milieurisico’s en tegen de mogelijkheid van ongeoorloofde toegang.

6.   De Commissie voegt aan de lijst bedoeld in artikel 2, lid 3, onder f), een centraal contactpunt toe voor het toezicht op de tenuitvoerlegging van dit artikel op het terrein waar het vervangende systeem van CS-SIS is gehuisvest.

Artikel 10

Controle van fysieke componenten en gegevensdragers

1.   Verwijderbare gegevensdragers waarop gegevens zijn opgenomen, worden beschermd tegen ongeoorloofde toegang, misbruik of gegevensverminking; tijdens de gehele levensduur van de gegevens wordt de leesbaarheid van de gegevens gegarandeerd.

2.   Gegevensdragers worden, wanneer zij niet langer benodigd zijn, veilig verwijderd overeenkomstig de in het beveiligingsbeleid opgenomen gedetailleerde procedures.

3.   Door middel van inventarisatie wordt gewaarborgd dat informatie over de opslaglocatie, de toepasselijke bewaartermijn en de toegangsbevoegdheden beschikbaar is.

4.   Alle belangrijke componenten van de communicatie-infrastructuur worden geïdentificeerd, zodat zij overeenkomstig hun belang kunnen worden beschermd. Van relevante IT-uitrusting wordt een geactualiseerd register bijgehouden.

5.   Inzake de communicatie-infrastructuur is geactualiseerde documentatie beschikbaar. Deze documentatie wordt tegen ongeoorloofde toegang beveiligd.

6.   De leden 1 tot en met 5 zijn van overeenkomstige toepassing op het centrale SIS II. Verwijzingen naar de communicatie-infrastructuur worden in dat verband gelezen als verwijzingen naar het centrale SIS II.

Artikel 11

Controle van opslag

1.   Er worden passende maatregelen genomen om de correcte opslag van gegevens te waarborgen en ongeoorloofde toegang tot die informatie te voorkomen.

2.   Alle uitrustingonderdelen die gegevensdragers bevatten, worden gecontroleerd om te waarborgen dat gevoelige gegevens voor de verwijdering van de drager zijn gewist of volledig overschreven, of worden veilig vernietigd.

Artikel 12

Wachtwoordcontrole

1.   Alle wachtwoorden worden veilig bewaard en als vertrouwelijk behandeld. Wanneer het vermoeden bestaat dat een wachtwoord bekend is geraakt, wordt het wachtwoord onmiddellijk gewijzigd of het betrokken account gedeactiveerd. Alle gebruikersidentiteiten zijn uniek en individueel.

2.   Ter voorkoming van ongeoorloofde toegang worden in het beveiligingsbeleid procedures voor aanmelding en afmelding opgenomen.

Artikel 13

Toegangscontrole

1.   Het beveiligingsbeleid voorziet in een formele procedure voor de inschrijving en uitschrijving van personeel, waarmee de toegangsrechten voor de apparatuur en programmatuur van SIS II kunnen worden toegekend en ingetrokken met het oog op het operationele beheer. De toewijzing en het gebruik van passende toegangscodes (wachtwoorden en andere geschikte middelen) wordt gecontroleerd door middel van een formeel beheersproces, dat in het beveiligingsbeleid wordt vastgelegd.

2.   De toegang tot de apparatuur en de programmatuur van SIS II op de locatie van CS-SIS:

i)

wordt beperkt tot bevoegde personen;

ii)

wordt slechts toegestaan indien een legitiem doel als bedoeld in artikel 45 van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en artikel 61 van Besluit 2007/533/JBZ of artikel 50, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en artikel 66, lid 2, van Besluit 2007/533/JBZ kan worden vastgesteld;

iii)

mag niet langer duren en niet meer omvatten dan voor het doel van de toegang vereist is, en

iv)

mag slechts plaatsvinden in overeenstemming met een in het veiligheidbeleid vast te leggen toegangscontrolebeleid.

3.   In CS-SIS worden slechts werkstations en programmatuur gebruikt die door de plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor het centrale SIS II zijn toegestaan. Het gebruik van systeemhulpprogramma’s waarmee de systeem- en toepassingscontroles kunnen worden omzeild, wordt beperkt en gecontroleerd. Er worden procedures ingesteld om de installatie van programmatuur te controleren.

Artikel 14

Communicatiecontrole

De communicatie-infrastructuur staat onder controle teneinde de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van de informatie-uitwisseling te waarborgen. Ter bescherming van de gegevens die via de communicatie-infrastructuur worden doorgegeven, wordt gebruikgemaakt van versleuteling.

Artikel 15

Inputcontrole

Op de accounts van personen die toegangsbevoegdheid hebben tot de SIS II-programmatuur vanuit CS-SIS wordt toezicht uitgeoefend door de plaatselijke beveiligingsfunctionaris voor het centrale SIS II. Het gebruik van deze accounts, met inbegrip van de tijdsduur en de identiteit van de gebruiker, wordt geregistreerd.

Artikel 16

Controle op doorgifte en vervoer

1.   In het beveiligingsbeleid worden passende maatregelen opgenomen om te voorkomen dat persoonsgegevens tijdens de doorgifte van of naar SIS II of tijdens het vervoer van gegevensdragers ongeoorloofd worden gelezen, gekopieerd, gewijzigd of gewist. In het beveiligingsbeleid worden bepalingen opgenomen betreffende de toegestane wijzen van verzending of vervoer en de procedures voor de verantwoording van het vervoer van voorwerpen en de aankomst op de plaats van bestemming. Gegevensdragers mogen naast de te verzenden gegevens geen andere gegevens bevatten.

2.   Door derden verleende diensten die de toegang tot of de verwerking of verzending van gegevens of het beheer van gegevensverwerkingsfaciliteiten, dan wel aanvullende producten of diensten voor gegevensverwerkingsfaciliteiten omvatten, zijn voorzien van passende geïntegreerde veiligheidscontroles.

Artikel 17

Beveiliging van de communicatie-infrastructuur

1.   De communicatie-infrastructuur wordt op passende wijze beheerd en gecontroleerd om deze te beschermen tegen bedreigingen en de veiligheid te waarborgen van de communicatie-infrastructuur zelf en van het centrale SIS II, met inbegrip van de via deze systemen uitgewisselde gegevens.

2.   De beveiligingskenmerken, het dienstverleningsniveau en de beheersvereisten worden voor alle netwerkdiensten vastgelegd in de netwerkdienstenovereenkomst met de dienstverlener.

3.   Niet alleen de toegangspunten tot SIS II, maar ook alle aanvullende door de communicatie-infrastructuur gebruikte diensten worden beschermd. Hiertoe worden passende maatregelen vastgelegd in het beveiligingsbeleid.

Artikel 18

Monitoring

1.   Informatie betreffende alle toegang tot CS-SIS en betreffende alle uitwisseling van persoonsgegevens binnen CS-SIS, zoals bedoeld in artikel 18, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en artikel 18, lid 1, van Besluit 2007/533/JBZ, wordt geregistreerd en veilig opgeslagen op de locaties van het hoofdsysteem en het vervangende systeem van CS-SIS en toegankelijk gemaakt vanaf die locaties, gedurende de periode bedoeld in artikel 18, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en artikel 18, lid 3, van Besluit 2007/533/JBZ.

2.   In het beveiligingsbeleid worden procedures opgenomen voor het toezicht op het gebruik van de gegevensverwerkingsfaciliteiten en voor het opsporen van fouten in die faciliteiten; de resultaten van deze toezicht- en opsporingsactiviteiten worden regelmatig getoetst. Indien nodig worden passende maatregelen getroffen.

3.   De faciliteiten voor de registratie en de registratiebestanden worden beschermd tegen ongeoorloofde wijziging en ongeoorloofde toegang, teneinde te voldoen aan de eisen inzake verzameling en bewaring van bewijsmateriaal gedurende de voorgeschreven periode.

Artikel 19

Versleuteling

Waar nodig wordt ter bescherming van informatie versleuteling toegepast. De toepassing daarvan, alsmede het doel en de voorwaarden, worden door de systeembeveiligingsfunctionaris van tevoren goedgekeurd.

HOOFDSTUK IV

BEVEILIGING VAN PERSONEEL

Artikel 20

Personeelsprofielen

1.   In het beveiligingsbeleid worden de taken en verantwoordelijkheden vastgelegd van de personen die toegang hebben tot het centrale SIS II.

2.   In het beveiligingsbeleid worden de taken en verantwoordelijkheden vastgelegd van de personen die toegang hebben tot de communicatie-infrastructuur.

3.   De beveiligingstaken en -verantwoordelijkheden van Commissiepersoneel, contractanten en personeel dat bij het operationele beheer is betrokken, worden vastgesteld en gedocumenteerd en aan de betrokkenen meegedeeld. Voor personeel van de Commissie worden deze taken en verantwoordelijkheden in de functieomschrijving en de doelstellingen opgenomen; voor contractanten in het contract of de overeenkomst inzake het dienstverleningsniveau.

4.   Met alle personen op wie geen overheidsdienstvoorschriften van de Europese Unie of een lidstaat van toepassing zijn, wordt een vertrouwelijkheids- en geheimhoudingsovereenkomst gesloten. Personeel dat met SIS II-gegevens moet werken, dient te beschikken over de noodzakelijke veiligheidsmachtiging of -certificatie overeenkomstig de in het beveiligingsbeleid opgenomen gedetailleerde procedures.

Artikel 21

Informatie van personeel

1.   Alle personeelsleden en contractanten krijgen een passende opleiding op het gebied van beveiligingsbewustzijn, juridische vereisten, beleid en procedures, voor zover noodzakelijk voor de uitvoering van hun taken.

2.   In het beveiligingsbeleid wordt vastgelegd welke plichten bij beëindiging van het dienstverband of het contract rusten op personeelsleden en contractanten wat verandering van werkzaamheden of beëindiging van de arbeidsrelatie betreft, en welke procedures gelden voor de teruggave van apparatuur en de intrekking van toegangsbevoegdheden.

HOOFDSTUK V

SLOTBEPALING

Artikel 22

Toepasselijkheid

1.   Dit besluit is van toepassing met ingang van de datum die door de Raad wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 55, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en artikel 71, lid 2, van Besluit 2007/533/JBZ.

2.   Artikel 1, lid 1, artikel 2, lid 1, artikel 2, lid 3, onder b), d), f) en i), artikel 3, artikel 6, lid 5, artikel 7, lid 5), artikel 9, lid 6), artikel 10, lid 6, artikel 13, leden 2 en 3, artikel 15, artikel 18 en artikel 20, lid 1, komen te vervallen wanneer de beheersautoriteit met haar werkzaamheden begint.

Gedaan te Brussel, 4 mei 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4.

(2)  PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63.

(3)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


IV Handelingen die vóór 1 december 2009 zijn aangenomen krachtens het EG-Verdrag, het EU-Verdrag en het Euratom-Verdrag

5.5.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 112/38


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 28 oktober 2009

betreffende steunmaatregel C 14/08 (ex NN 1/08) door het Verenigd Koninkrijk ten uitvoer gelegd ten faveure van Northern Rock

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 8102)

(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2010/262/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 88, lid 2, eerste alinea,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name op artikel 62, lid 1, onder a),

Na de belanghebbenden overeenkomstig de genoemde artikelen te hebben aangemaand hun opmerkingen te maken (1)  (2), en gezien deze opmerkingen,

Overwegende hetgeen volgt:

1.   DE PROCEDURE

(1)

In haar besluit van 5 december 2007 (3) kwam de Commissie tot de bevinding dat de liquiditeitsfaciliteit die de Bank of England op 14 september 2007 ten faveure van Northern Rock ten uitvoer heeft gelegd, geen staatssteun vormde. De Commissie concludeerde voorts dat de garanties voor retaildeposito′s die de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk tussen 17 en 20 september 2007 en op 9 oktober 2007 hadden verleend, staatssteun behelsden die als reddingssteun voor een periode van zes maanden (tot en met 17 maart 2008) met de gemeenschappelijke markt verenigbaar was, overeenkomstig de communautaire richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden (4). In haar besluit drong de Commissie er ook op aan dat binnen zes maanden een herstructureringsplan zou worden ingediend of dat anders de steun diende te worden terugbetaald.

(2)

Bij schrijven van 21 december 2007 hebben de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk de Commissie in kennis gesteld van de verlenging van die garantieregelingen. Op 8 januari, 24 januari, 6 februari, 13 februari en 10 maart 2008 vonden bijeenkomsten plaats van vertegenwoordigers van het Verenigd Koninkrijk met de diensten van de Commissie.

(3)

Op 17 februari 2008 kondigden de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk aan dat Northern Rock zou worden genationaliseerd. Bij schrijven van 17 maart 2008 deed het Verenigd Koninkrijk de Commissie een herstructureringsplan voor Northern Rock toekomen en deelde het de staatssteunmaatregelen mee die dat plan zouden flankeren en ervoor zouden zorgen dat het ten uitvoer kon worden gelegd. Bij schrijven van 31 maart 2008 heeft het Verenigd Koninkrijk een gedetailleerder en licht aangepast herstructureringsplan gezonden.

(4)

Bij schrijven van 2 april 2008 heeft de Commissie het Verenigd Koninkrijk in kennis gesteld van haar besluit de procedure van artikel 88, lid 2, van het Verdrag in te leiden ten aanzien van de steun (hierna het „besluit tot inleiding van de procedure” genoemd).

(5)

Het besluit tot inleiding van de procedure werd in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt (5). De Commissie heeft belanghebbenden uitgenodigd hun opmerkingen over de betrokken steunmaatregel te maken.

(6)

Bij schrijven van 2 mei 2008 heeft het Verenigd Koninkrijk geantwoord op het besluit tot inleiding van de procedure. De Commissie heeft ook van belanghebbenden opmerkingen ter zake ontvangen. De Commissie heeft deze bij schrijven van 15 juli 2008, dat op 31 juli 2008 werd ontvangen, voor een reactie doorgezonden aan het Verenigd Koninkrijk en bij schrijven van 29 augustus 2008 diens opmerkingen ontvangen.

(7)

Bij schrijven van 25 april 2008 heeft de Commissie vragen bij het op 31 maart 2008 ingediende herstructureringsplan gezonden. Het Verenigd Koninkrijk heeft hierop geantwoord bij schrijven van 6 juni 2008. Op 30 juni 2008 heeft een bijeenkomst van de diensten van de Commissie met de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk plaatsgevonden. Na die bijeenkomst hebben de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk additionele informatie verschaft bij brieven van 8 juli en 13 augustus 2008.

(8)

Op 5 augustus 2008 heeft de regering van het Verenigd Koninkrijk publiek aangekondigd dat zij voornemens was tot 3 miljard GBP leningen aan Northern Rock om te zetten in aandelenkapitaal. De autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk hadden de Commissie vooraf van die aankondiging in kennis gesteld.

(9)

Op 11 november 2008, 15 januari 2009 en 4 februari 2009 hebben de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk de Commissie ervan in kennis gesteld dat zij plannen voor de herstructurering van Northern Rock aan het onderzoeken waren, die, door de impact van de financiële crisis, sterk afweken van de plannen die zij in maart 2008 hadden aangemeld; zij schetsten ook hoe deze nieuwe plannen er zouden uitzien.

(10)

Op 20 februari 2009 hebben de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk additionele informatie verschaft om Northern Rock in twee op te splitsen. Een gedetailleerder plan werd aangemeld bij brieven van 31 maart en 2 april 2009.

(11)

Bij schrijven van 7 mei 2009 heeft de Commissie het Verenigd Koninkrijk ervan in kennis gesteld dat zij besloten had de procedure van artikel 88, lid 2, van het Verdrag uit te breiden zodat deze ook op het in maart 2009 bij de Commissie ingediende herstructureringsplan zag (hierna „het besluit tot uitbreiding van de procedure” genoemd).

(12)

Het besluit tot uitbreiding van de onderzoekprocedure is in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt (6) en belanghebbenden is verzocht hun opmerkingen over de steun te maken.

(13)

Het Verenigd Koninkrijk antwoordde op dit besluit tot uitbreiding van de procedure bij brief van 22 juni 2009. De Commissie heeft ook van belanghebbenden opmerkingen ter zake ontvangen. De Commissie heeft deze bij schrijven van 14 augustus 2009 voor een reactie doorgezonden aan het Verenigd Koninkrijk en heeft bij schrijven van 17 augustus 2009 diens opmerkingen ontvangen.

(14)

Op 10 juni 2009 heeft het Verenigd Koninkrijk een geactualiseerd herstructureringsplan voor Northern Rock ingediend, dat met de diensten van de Commissie werd besproken op bijeenkomsten op 26 juni en 21 augustus 2009. Het Verenigd Koninkrijk heeft ook verdere informatie verschaft op 22 en 26 juni, 15 juli, 17 en 18 augustus, 4, 17, 18, 21, 22 en 30 september 2009.

2.   BESCHRIJVING VAN DE STEUN

2.1.   DE BEGUNSTIGDE ONDERNEMING EN HAAR MOEILIJKHEDEN

(15)

Vooraleer de moeilijkheden van Northern Rock in de tweede helft van 2007 begonnen, was zij de op vier na grootste hypotheekbank in het Verenigd Koninkrijk, met een balanstotaal van 113,5 miljard GBP per 30 juni 2007 en van 109,3 miljard GBP per ultimo 2007. In 2006 had zij een balanstotaal van 101 miljard GBP, met bijna 5 miljard GBP rentebaten. Northern Rock boekte 443 miljoen GBP winst over 2006. In 2006 had de bank 6 000 medewerkers, met 77 bankkantoren over het hele Verenigd Koninkrijk; zij was ook aanwezig in Ierland, in Denemarken en op Guernsey.

(16)

De kernactiviteit van Northern Rock was en is het verstrekken van woonhypotheken. Deze activiteit is goed voor meer dan 90 % van alle uitstaande kredieten aan cliënten. In het eerste halfjaar 2007 had de bank in het Verenigd Koninkrijk een marktaandeel van 9,7 % op de markt voor bruto hypotheekverstrekking en van 18,9 % voor netto hypotheekverstrekking (7). Northern Rock financierde het grootste deel van haar langlopende hypotheken door de uitgifte van Residential Mortgage Backed Securities (RMBS) en covered bonds, terwijl haar funding steeds minder via retaildeposito’s verliep. Op 30 juni 2007 bedroegen haar retaildeposito’s slechts 24 miljard GBP bij een balanstotaal van 113 miljard GBP. In maart 2001 zette Northern Rock, onder de naam Granite, een master trust effectiseringsstructuur op waarvan zij sindsdien intensief heeft gebruikgemaakt. Meer informatie over Northern Rock is te vinden in punt 2.1 van het besluit van 2 april 2008 tot inleiding van de procedure.

(17)

Northern Rocks afhankelijkheid van wholesale funding zorgde voor problemen in de tweede helft van 2007 toen de markt voor de effectisering van hypotheken instortte, zoals in punt 2.2 van het besluit tot inleiding van de procedure nader is beschreven. De fundingproblemen van Northern Rock brachten de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk ertoe kredieten en garanties af te geven, die de Commissie bij besluit van 5 december 2007 tijdelijk — tot en met 17 maart 2008 — als reddingssteun heeft goedgekeurd. In punt 2.3.1 van het besluit tot inleiding van de procedure worden de omstandigheden beschreven die de staat ertoe hebben gebracht om op 18 december 2007 additionele garanties te verschaffen, die door de Commissie als verenigbare reddingssteun werden goedgekeurd (punt 4.5.2 van het besluit tot inleiding van de procedure).

(18)

Begin 2008 probeerden Northern Rock en de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk een oplossing uit te werken via de particuliere sector. In het kader daarvan werden bij de regering voor Northern Rock businessplannen ingediend door Virgin en door het management van Northern Rock; deze plannen zijn beschreven in de punten 2.3.2 en 2.3.3 van het besluit tot inleiding van de procedure. Deze poging om een oplossing via de particuliere sector te vinden mislukte, waarop Northern Rock op 22 februari 2008 werd genationaliseerd op basis van wetgeving die de dagen voordien was ingevoerd (punt 2.3.4 van het besluit tot inleiding van de procedure) (8).

(19)

De verdieping van de wereldwijde financiële crisis na het omvallen van Lehman Brothers en de daaruit resulterende economische crisis en crisis op de huizenmarkt hebben de defaults voor Northern Rocks uitstaande leningen doen oplopen en hebben de bank gedwongen voor 2008 en de eerste jaarhelft van 2009 aanzienlijke impairment charges voor kredietverliezen te boeken die veel hoger liggen dan het gemiddelde voor andere banken. De reden daarvan is het feit dat Northern Rock talrijke risicovolle kredieten had verstrekt, met name via kredieten met een hoge loan-to-value (hierna „LTV” genoemd), waarvan een aanzienlijk deel uit Together-kredieten (hypotheken met een LTV […] (9) van 125 %, gecombineerd met een niet-afgedekte krediet) bestond.

(20)

Deze impairment charges voor kredietverliezen van Northern Rock hadden een zodanige negatieve impact op de kapitaalratio’s van Northern Rock dat de bank in juli 2008 van de toezichthouder in het Verenigd Koninkrijk, de Financial Services Authority (hierna „de FSA” genoemd), een ontheffing kreeg waardoor zij zonder enige beperking alle beschikbare Tier 2-kapitaal in haar kapitaal kon meerekenen, om zo te kunnen voldoen aan het minimaal vereiste toetsingsvermogen. Die ontheffing werd verleend nadat het ministerie van Financiën (HM Treasury) aan de FSA een verbintenis had afgegeven dat Northern Rock boven het minimaal vereiste toetsingsvermogen zou opereren.

(21)

In haar verslagen over het eerste kwartaal 2009 meldde Northern Rock dat zij verwachtte over 2009 aanzienlijke verliezen te maken. Daardoor zou haar kapitaalbasis krimpen tot een niveau dat onder het minimaal vereiste toetsingsvermogen zou liggen. Op 1 juli 2009 kondigde Northern Rock aan dat de FSA had bevestigd dat zij, rekening houdende met de verbintenis van het ministerie van Financiën om een toereikend kapitaalniveau te verschaffen, niet voornemens was de activiteiten van Northern Rock in te perken.

(22)

Tabel 1 bevat informatie over de financiële prestaties van Northern Rock in de periode van 2006 tot het eind van het eerste halfjaar 2009.

Tabel 1

Financiële resultaten Northern Rock voor 2006-2008  (10) en het eerste halfjaar 2009  (11)

(miljard GBP)

 

2006

2007

2008

1ste halfjaar 2009

Balanstotaal

101,0

109,3

104,3

88,7

Saldo retaildeposito’s

22,6

10,5

19,6

18,4

Nieuw verstrekte kredieten — bruto

32,9

32,3

3,0

1,3

Nieuw verstrekte kredieten — netto

16,6

12,2

(25,4)

(5,0)

Rentebaten

4,9

6,9

5,7

1,1

Nettowinst (verlies)

0,443

(0,199)

(1,3)

(0,269)

2.2.   DE HERSTRUCTURERINGSPLANNEN

(23)

Na de nationalisering van Northern Rock in februari 2008 hebben de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk een herstructureringsplan ingediend (hierna „het initiële herstructureringsplan” genoemd), waarvan de inhoud nader is beschreven in punt 2.3.5 van het besluit tot inleiding van de procedure en ook in punt 2.2 van het besluit tot uitbreiding van de procedure. Kort samengevat werd in het initiële herstructureringsplan in de volgende maatregelen voorzien:

i)

verkorting van de balans van Northern Rock van 109,3 miljard GBP in 2007 tot 48 à 53 miljard GBP eind 2011 via een stimuleringsprogramma voor de aflossing van hypotheken en beperking van nieuwe kredietverlening;

ii)

totstandbrenging van een nieuw evenwicht in de fundingmix door het aandeel retaildeposito’s op te trekken van 15-20 % in 2008 tot 48-52 % in 2012;

iii)

stopzetting van de Deense activiteiten van Northern Rock;

iv)

versnelde aflossing van kredieten van de overheid en afstand van overheidsgaranties tegen eind 2011, en

v)

beperkingen op gedragsgebied met onder meer een plafond op de productie van nieuwe hypotheken, een Competitive Framework  (12) en de terugtrekking uit de sector van unsecured persoonlijke leningen en zakelijke kredieten gedurende de herstructureringsperiode.

(24)

Het stimuleringsprogramma voor de aflossing van hypotheken, de beperkingen inzake verstrekking van nieuwe kredieten, het stopzetten van de Deense activiteiten van Northern Rock en de verbintenissen op gedragsgebied zijn door het Verenigd Koninkrijk onmiddellijk ten uitvoer gelegd, zonder voor het herstructureringsplan de goedkeuring van de Commissie af te wachten.

(25)

Northern Rock kreeg in het laatste kwartaal 2008 sterk te lijden van de verslechtering van de toestand op de financiële markt en in de reële economie, waardoor de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk gedwongen waren het initiële herstructureringsplan te herzien. Daarom hebben de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk een nieuw herstructureringsplan ingediend (hierna „het aangepaste herstructureringsplan” genoemd), waarvan in punt 2.3 van het besluit tot uitbreiding van de procedure een beschrijving te vinden is. Het aangepaste herstructureringsplan bestaat in wezen uit de opsplitsing van Northern Rock in:

i)

BankCo waaraan de volgende activa van Northern Rock zouden worden overgedragen: haar portefeuille retaildeposito’s (zo’n 19,5 miljard GBP), corresponderend met [9-12] miljard GBP activa in contanten (13), en ongeveer [7-10] miljard GBP van Northern Rocks best presterende, onbezwaarde hypothecaire activa; wholesaledeposito’s, die momenteel zo’n [0,5-3] miljard GBP bedragen, corresponderend met activa in contanten; het platform van Northern Rock voor de productie en het beheer van hypotheken; de bijkantoren van Northern Rock, de medewerkers en de systemen daarvan, en de GIC-rekeningen (14), aangevuld met contante activa voor een gelijkwaardig bedrag (ongeveer [3,5-6] miljard GBP). De openingsbalans van BankCo zou [22-26] miljard GBP bedragen;

ii)

AssetCo zal de bestaande onderneming Northern Rock plc zijn, waarin de bestaande pool van woninghypotheken en Northern Rocks instrumenten voor wholesale funding (haar belang in het Granite-effectiseringsvehikel en haar verplichtingen in het kader van de covered bonds- en EMTN-programma’s (15), samen met de daarmee verbonden afdekkingstransacties) achterblijven, alsmede de verplichtingen en het hybride kapitaal die daaraan verbonden zijn. AssetCo blijft ook aansprakelijk voor de bestaande overheidslening aan Northern Rock, die wordt verhoogd met tot 10 miljard GBP tot een totaal van 23 miljard GBP, om de tenuitvoerlegging van de herstructurering mogelijk te maken. Voorts krijgt AssetCo een werkkapitaalfaciliteit van tot 5 miljard GBP om ervoor te zorgen dat zij over afdoende liquiditeit beschikt […]. De (openings)balans van AssetCo zou [82-85] miljard GBP bedragen.

(26)

In het aangepaste herstructureringsplan werd ook voorzien in kapitaalinjecties in BankCo en AssetCo, een aanpassing van de kredietverleningsstrategie, de stopzetting van het stimuleringsprogramma voor de aflossing van hypotheken en aanpassingen van het Competitive Framework; dit alles zou de mogelijkheden van Northern Rock inzake kredietverschaffing in 2009 en 2010 met in totaal 14 miljard GBP moeten verruimen.

(27)

Na de goedkeuring van het besluit tot uitbreiding van de procedure werd het aangepaste herstructureringsplan door het Verenigd Koninkrijk gewijzigd om een deel van de twijfel weg te nemen die de Commissie en derden hadden geformuleerd (hierna „het definitieve herstructureringsplan” genoemd). Daardoor zou het openingssaldo van BankCo met [1,7-4,2] miljard GBP worden verminderd ten opzichte van de actualisering van het aangepaste herstructureringsplan van 10 juni 2009, door het weghalen van [1,5-3] miljard GBP op de GIC-rekeningen en de overdracht van nog eens [0,2-0,8] miljard GBP hypotheken van AssetCo aan BankCo. BankCo zal in 2009 een openingsbalans van [21-24] miljard GBP hebben die tegen 2013 zal oplopen tot [31-34] miljard GBP, in plaats van, onderscheidenlijk, [22-26] miljard GBP en [38-41] miljard GBP in het aangepaste herstructureringsplan. Daarnaast zal [600-900] miljoen GBP van de aanvankelijk geplande nieuwe kredietverschaffing van BankCo in 2009 worden vervangen door een back book van lagere kwaliteit (16). Daardoor zal de gewogen gemiddelde LTV van BankCo gelijk zijn aan [62-67] %, bestaande uit de gemiddelde LTV van de bestaande hypotheekportefeuille ([66-69] %) en in 2009 nieuw verschafte kredieten ([58-61] %). In figuur A worden de openingsbalansen van BankCo en AssetCo nà de opsplitsing weergegeven, terwijl tabel 2 de meeste relevante financiële parameters voor BankCo geeft.

(28)

BankCo zal van bij de opsplitsing ook aangepaste premies betalen omdat de garanties op retail- en wholesaledeposito’s blijven doorlopen (zie punt 2.3).

Tabel 2

Belangrijkste financiële parameters voor BankCo nà de splitsing (basisscenario)

(miljard GBP)

 

2009

2010

2011

2012

2013

Balanstotaal

[21-24]

[23-25]

[27-30]

[28-31]

[31-34]

Netto rentebaten

n.v.t.

[0-0,7]

[0-0,7]

[0-0,7]

[0-0,7]

Nieuw verstrekte kredieten — bruto

n.v.t.

[6-9]

[6-8]

[6-8]

[6-8]

Portefeuille hypotheken

[7-11]

[13-20]

[19-25]

[22-26]

[23-28]

Retaildeposito’s

19,3

[18-21]

[19-22]

[22-25]

[24-27]

Wholesaledeposito’s

[1-3]

[1-7]

[3-10]

[3-8]

[2-8]

(29)

Het Verenigd Koninkrijk deed voorts de volgende verbintenissen:

i)

een verbintenis om de volledige operationele scheiding tussen BankCo en AssetCo zo snel mogelijk en uiterlijk tegen eind 2010 door te voeren;

ii)

een verbintenis dat BankCo het volume van haar nieuw verstrekte kredieten zal beperken tot 4 miljard GBP in 2009, tot 9 miljard GBP in 2010 en tot 8 miljard GBP in 2011. Ingeval BankCo na 2011 in temporary public ownership (tijdelijk overheidseigendom — hierna „de TPO-regeling” genoemd) blijft, blijft het plafond voor kredietverschaffing van 8 miljard GBP in 2011 gelden tot en met 31 december 2013 of, indien dat voordien gebeurt, totdat de bank niet langer tijdelijk overheidseigendom is;

iii)

een verbintenis dat BankCo haar saldo retaildeposito’s in het Verenigd Koninkrijk, in Ierland en op Guersney in de periode tot 31 december 2011 beperkt tot in totaal 20 miljard GBP. Ingeval BankCo ook in 2012 en 2013 in de TPO-regeling blijft, geldt voor retaildeposito’s een plafond van 23 miljard GBP in 2012 en van 26 miljard GBP in 2013;

iv)

een verbintenis dat BankCo niet tot de top drie behoort in de Moneyfacts hypotheekcategorieën voor twee, drie of vijf jaar vast of voor variabele hypotheken (met uitzondering van hypotheken met een LTV-ratio van meer dan 80 % en producten bestemd voor woningstarters) in de periode tot 31 december 2011 of, indien dat voordien gebeurt, totdat de bank uit de TPO-regeling is gestapt;

v)

een verbintenis dat het Verenigd Koninkrijk zijn meerderheidsbelang opgeeft in BankCo […]. In dat verband wordt de TPO-regeling geacht te zijn beëindigd indien het Verenigd Koninkrijk ten minste 50 % + 1 aandeel van de aandelen-BankCo heeft verkocht aan een entiteit (of entiteiten) die geen eigendom is (of zijn) van of die niet onder de zeggenschap staat (of staan) van de staat, en het Verenigd Koninkrijk niet langer zeggenschap over BankCo heeft in de zin van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (17);

vi)

een verbintenis dat […] BankCo publiek aankondigt dat aan de door het Verenigd Koninkrijk afgegeven retaildepositogarantie een eind komt tegen […] en dat de regelingen voor wholesalegaranties ten behoeve van BankCo tegen 31 december 2010 door het Verenigd Koninkrijk worden opgeheven;

vii)

een verbintenis dat bestaande achtergestelde schulden binnen AssetCo blijven, en dit totdat AssetCo […]. AssetCo lost geen hoofdsommen af noch doet zij couponbetalingen op achtergestelde schuldinstrumenten voor zover zij daartoe contractueel de mogelijkheid heeft;

viii)

een verbintenis dat BankCo, zolang zij zich in de TPO-regeling bevindt, en AssetCo, […], geen aandelen in andere ondernemingen verwerven of uitpakken met de regelingen inzake overheidsgaranties of het eigendom door de overheid;

ix)

een verbintenis dat AssetCo geen nieuwe economische activiteiten ontwikkelt tenzij de activiteiten die noodzakelijk zijn om BankCo operationele ondersteuning te bieden totdat de operationele splitsing is voltooid, […].

2.3.   DE IN DEZE BESCHIKKING BEOORDEELDE OVERHEIDSMAATREGELEN

(30)

Northern Rock heeft diverse steunmaatregelen ontvangen, namelijk (18):

i)

de liquiditeitsfaciliteit van de Bank of England, die nadien werd verlengd door het ministerie van Financiën (hierna „de BoE/HMT-liquiditeitsfaciliteit” genoemd);

ii)

de overheidsgarantie voor retaildeposito’s van Northern Rock die niet onder het depositogarantiestelsel van het Verenigd Koninkrijk (Financial Stability Compensation Scheme — „FSCS”) vallen;

iii)

de overheidsgarantie voor wholesaledeposito’s van Northern Rock.

 

Voor Northern Rock:

iv)

de retroactieve toepassing van een lagere premie voor de BoE/HMT-liquiditeitsfaciliteit vanaf 1 april 2008 en de daaropvolgende terugbetaling aan Northern Rock van 156,4 miljoen GBP na de eindbeschikking van de Commissie (19);

v)

de door het ministerie van Financiën aan de FSA gegeven verbintenis dat Northern Rock (namelijk haar rechtsopvolgers) zou opereren boven het vereiste toetsingsvermogen (20).

 

Voor BankCo:

vi)

het na de opsplitsing laten doorlopen van de garanties voor retail- en wholesaledeposito’s (dus de in de punten ii) en iii) van de in overweging 30 bedoelde maatregelen) tot in 2010 ten behoeve van BankCo tegen aangepaste voorwaarden (21);

vii)

de herkapitalisatie van 1,4 miljard GBP van BankCo na de opsplitsing, in de vorm van gewone aandelen (22);

viii)

de voorwaardelijke liquiditeitsfaciliteit van 1,5 miljard GBP.

 

Voor AssetCo:

ix)

het laten doorlopen na de opsplitsing van de wholesalegarantie (dus maatregel iii)) […] (23);

x)

het laten doorlopen en optrekken van de BoE/HMT-liquiditeitsfaciliteit (maatregel i) dus) met 10 miljard GBP tot 23 miljard GBP (24);

xi)

de herkapitalisatie van AssetCo met tot 1,6 miljard GBP in de vorm van een omzetting van schulden in aandelenkapitaal (25);

xii)

de werkkapitaalfaciliteit van 2,5 miljard GBP (26).

(31)

Wat de maatregelen i) en ii) betreft, tekent de Commissie aan dat zij deze reeds heeft beoordeeld in het kader van eerdere besluiten in deze zaak en dat deze als reddingssteun zijn aangemerkt (27). Naast deze reddingsmaatregelen heeft het Verenigd Koninkrijk bij de Commissie aanmelding gedaan van additionele maatregelen die de herstructurering van Northern Rock mogelijk moeten maken, nl. de maatregelen iv) tot en met xii).

(32)

De maatregelen inzake reddingssteun (de maatregelen i), ii) en iii)) zijn na de opsplitsing blijven doorlopen. Toch zullen de entiteiten waarvoor deze zijn bestemd, de rechtsopvolgers van Northern Rock zijn en zullen de aan die maatregelen verbonden voorwaarden veranderen.

(33)

Ten aanzien van de maatregelen die het Verenigd Koninkrijk heeft genomen in het kader van de herstructurering van Northern Rock (de maatregelen iv) en v)), de premie die Northern Rock voor de BoE/HMT-liquiditeitsfaciliteit heeft betaald, zal retroactief worden verlaagd. Daardoor zal Northern Rock retroactief 156,4 miljoen GBP terugbetaald krijgen van de premies die haar voor de BoE/HMT-liquiditeitsfaciliteit werden berekend. Deze terugbetaling kwam er nadat het Verenigd Koninkrijk de premies in april 2008 had doorgelicht. Voorts heeft het ministerie van Financiën de FSA de verzekering gegeven dat Northern Rock zal opereren boven het toetsingsvermogen, zodat de bank beneden het vereiste toetsingsvermogen kan blijven functioneren.

(34)

De herstructureringsmaatregelen ten behoeve van BankCo (de maatregelen vi), vii) en viii)) omvatten de voortzetting van de garanties voor retail- en wholesaledeposito’s […]. De premies voor en de looptijd van deze garanties zullen echter worden gewijzigd ten opzichte van de goedgekeurde reddingssteun. Voor de garantie op de retaildeposito’s die niet onder het depositogarantiestelsel van het Verenigd Koninkrijk vallen, betaalt BankCo een uniforme premie van [15-70] basispunten. Voor de garantie op wholesaledeposito’s betaalt BankCo een premie die in lijn is met de kredietgarantieregeling van het Verenigd Koninkrijk (Credit Guarantee Scheme — „CGS”) (28). Voorts ontvangt BankCo na de opsplitsing een herkapitalisatie van 1,2 miljard GBP in de vorm van gewone aandelen en een voorwaardelijke liquiditeitsfaciliteit van 2,5 miljard GBP. Voor de voorwaardelijke liquiditeitsfaciliteit betaalt zij een maandelijkse commitment fee van [80-150] basispunten over het niet-opgenomen saldo. Ingeval BankCo een beroep doet op deze faciliteit, is zij daarvoor een eenmalige premie van [120-240] basispunten verschuldigd op het opgenomen bedrag en een rente van 1 maands LIBOR met een opslag van [200-600] basispunten op het opgenomen saldo.

(35)

AssetCo blijft tot […] een garantie genieten op wholesaledeposito’s (maatregel ix)). Voor de garantiepremie die AssetCo verschuldigd is, zijn geen veranderingen voorzien. AssetCo ziet ook de BoE/HMT-liquiditeitsfaciliteit (maatregel x)) met tot 10 miljard GBP opgetrokken (waardoor de faciliteit in totaal 23 miljard GBP beloopt), samen met een aanpassing van de voorwaarden van de faciliteit (LIBOR met een opslag van [10-60] basispunten, in plaats van het basistarief van de Bank of England, met een opslag van 150 basispunten en een premie van 10 basispunten voor de faciliteit). AssetCo krijgt ook een werkkapitaalfaciliteit van 2,5 miljard GBP (maatregel xii)) waarvoor zij de 1 maands LIBOR plus een opslag van [10-60] basispunten zal betalen, en mogelijk een herkapitalisatie van tot 1,6 miljard GBP in de vorm van een omzetting van schulden in aandelenkapitaal (maatregel xii)).

(36)

Aangezien de herstructureringssteun die Northern Rock wordt verleend, bestaat uit de voortzetting van maatregelen gecombineerd met aanvullende maatregelen, zullen deze maatregelen in de onderhavige beschikking tezamen worden beoordeeld. Tabel 3 geeft een overzicht van zowel de maatregelen die doorlopen, als de nieuw genomen maatregelen.

Tabel 3

Overzicht van steunmaatregelen voor Northern Rock, BankCo en AssetCo

Nr.

Soort maatregel

Bedrag

Vergoeding

Redding

i

BoE/HMT-liquiditeitsfaciliteiten

25 mld GBP

BoE-tarief + 150 basispunten (bp) + faciliteits premie van 10 bp

ii

Garantie retaildeposito's Northern Rock niet gedekt door FSCS

max. 20 mld GBP (29)

[15-70] bp op totale depositobedrag

iii

Garantie wholesaledeposito's Northern Rock

ca. 10 mld GBP

[0,5-3] mln GBP maandpremie

Herstructurering

Northern Rock

iv

Lagere premie berekend voor BoE/HMT-liquiditeitsfaciliteit, en retrocatieve terugbetaling aan Northern Rock

156,4 mln GBP

(n.v.t.)

v

Verzekering MinFin aan FSA dat Northern Rock boven toetsingsvermogen zal functioneren

(n.v.t.)

(n.v.t.)

BankCo

vi

Voortzetting garantie op retaildeposito′s

max, 20 mld GBP (29)

[15-70] bp uniforme premie

 

Voortzetting garantie op wholesaledeposito′s

1,6 mld GBP

in lijn met CGS

vii

Herkapitalisatie BankCo na opsplitsing

1,4 mld GBP

gewone aandelen

viii

Voorwaardelijke liquiditeitsfaciliteit voor BankCo

1,5 mld GBP

maandelijkse commitment fee van [80-150] bp + eenmalige gebruikspremie van [120-240] bp voor alle opgenomen bedragen + rente 1 maands LIBOR + opslag [200-600] bp op opgenomen saldo

AssetCo

ix

Voortzetting wholesaledeposito′s

ca. 8,3 mld GBP

[0,5-3] mln GBP maandpremie

x

Voortzetting en uitbreiding BoE/HMT-liquiditeitsfaciliteit

totaal 23 mld GBP

maands LIBOR + [10-60] bp

xi

Herkapitalisatie AssetCo in stressscenario (debt-equity swap)

1,6 mld GBP

gewone aandelen

xii

Werkkapitaalfaciliteit voor AssetCo

2,5 mld GBP

1 maands LIBOR + [10-60] bp

3.   REDENEN VOOR HET INLEIDEN VAN DE PROCEDURE

(37)

De Commissie heeft in deze zaak op 2 april 2008 eerst de formele onderzoekprocedure ingeleid ten aanzien van het initiële herstructureringsplan. Nadien is dit initiële herstructureringsplan ingrijpend gewijzigd door de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk. Daardoor diende de Commissie de procedure uit te breiden zodat deze ook op het aangepaste herstructureringsplan zag. De meeste punten van twijfel uit het besluit tot inleiding van de procedure betroffen specifiek het initiële herstructureringsplan. Wat het besluit tot inleiding van de procedure betreft, alleen de punten van twijfel die nog van belang zijn voor de beoordeling van het aangepaste herstructureringsplan, worden in punt 3.1 van de onderhavige beschikking besproken.

3.1.   HET BESLUIT TOT INLEIDING VAN DE ONDERZOEKPROCEDURE

(38)

In punt 91 van haar besluit tot inleiding van de procedure gaf de Commissie aan dat de brief van het ministerie van Financiën aan de FSA waarin het ministerie zijn voornemen bevestigt te garanderen dat Northern Rock boven het minimaal vereiste toetsingsvermogen zal functioneren, staatssteun kon vormen.

(39)

Volgens punt 94 van datzelfde besluit lijkt de voorgenomen retroactieve terugbetaling van de premies die het Verenigd Koninkrijk in de periode tussen 17 maart 2008 en de eindbeschikking te veel heeft berekend, additionele herstructureringssteun te vormen.

(40)

In punt 96 van het besluit tot inleiding van de procedure wordt twijfel geformuleerd of de steun kan worden gekwantificeerd aan de hand van benchmarks zoals de credit default swaps-tarieven voor Northern Rock of de rentevoet voor kredietfaciliteiten die Northern Rock na 17 september 2007 van particuliere banken aangeboden kreeg, omdat in deze tarieven al wordt rekening gehouden met het feit dat de staat de bank redt.

3.2.   HET BESLUIT TOT UITBREIDING VAN DE PROCEDURE

(41)

In de punten 47 en 48 van haar besluit tot uitbreiding van de procedure heeft de Commissie aangegeven dat de opsplitsing van de bank te vergelijken valt met een maatregel voor activaondersteuning (asset relief) die onder de toepassing valt van de mededeling van de Commissie betreffende de behandeling van aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa in de communautaire banksector (30) (hierna „de mededeling besmette activa” genoemd). Daarom verzocht zij de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk meer informatie over deze kwestie te verschaffen.

(42)

In punt 58 van het besluit tot uitbreiding van de procedure toonde de Commissie zich positief over het feit dat BankCo dankzij de door het Verenigd Koninkrijk voorgestelde maatregel een levensvatbare bank lijkt te worden en niet met dezelfde liquiditeitsproblemen dreigt te worden geconfronteerd als Northern Rock. Zij tekende echter ook aan dat er geen businessplan was ingediend waaruit bleek hoe BankCo op middellange tot lange termijn een levensvatbare entiteit kan worden, en dat daarom de levensvatbaarheid van BankCo niet kon worden aangetoond.

(43)

In de punten 59 en 58 van het besluit tot uitbreiding van de procedure deed de Commissie opmerken dat de steun die BankCo zou worden verleend, van die aard en omvang was dat BankCo daarmee bevrijd werd van alle risicovolle leningen die Northern Rock in het verleden was aangegaan, en van de verplichting om het door de overheid verstrekte krediet terug te betalen, terwijl de bank toch activa van goede kwaliteit en een aanzienlijke hoeveelheid cash kon behouden. Voorts tekende de Commissie aan dat de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk erin toestemmen om de verliezen van AssetCo, waarvan de hypotheekportefeuille tegen boekwaarde was gewaardeerd in plaats van tegen de reële waarde in het economisch verkeer, volledig te financieren. De Commissie had dan ook ernstige twijfel of de steun wel tot het minimum was beperkt.

(44)

Wat de eigen bijdrage van Northern Rock betreft, formuleerde de Commissie in punt 60 van het besluit tot uitbreiding van de procedure twijfel of deze bijdrage voldoende was, aangezien een deel van de maatregelen uit het eerste herstructureringsplan die als eigen bijdrage konden worden beschouwd, in het aangepaste herstructureringsplan niet waren overgenomen, met name het stimuleringsbeleid inzake de aflossing van hypotheken en het plafond op nieuw te verstrekken kredieten.

(45)

In punt 62 van het besluit tot uitbreiding van de procedure vroeg de Commissie zich af of BankCo met de funding waarover zij na de opsplitsing van Northern Rock de beschikking heeft, concurrenten uit de hypotheekmarkt zou kunnen drukken, hetgeen dus tot negatieve overloopeffecten zou kunnen leiden.

(46)

Wat betreft maatregelen om de concurrentiedistorsie te beperken, formuleerde de Commissie in de punten 63 tot en met 66 van het besluit tot uitbreiding van de procedure stellige twijfel of de voorgenomen maatregelen wel afdoende waren. Ten eerste deed de Commissie opmerken dat BankCo uit de opsplitsing van Northern Rock zal oprijzen als een zeer sterke en concurrerende bank die niet gebukt gaat onder de risicovolle leningen die Northern Rock in het verleden is aangegaan. Daarom betwijfelde de Commissie of het feit dat BankCo een bank met een korte balans zal zijn, een compensatie is voor de concurrentiedistorsie.

(47)

Voorts deed de Commissie opmerken dat het, rekening houdende met het grote bedrag dat Northern Rock aan steun had ontvangen, onzeker was of voldoende maatregelen ten uitvoer konden worden gelegd om buitensporige concurrentiedistorsie te voorkomen zonder daarbij de levensvatbaarheid van Northern Rock in het gedrang te brengen. Ten slotte deed zij opmerken dat sommige maatregelen ter beperking van de concurrentiedistorsie waren gewijzigd of geschrapt.

4.   OPMERKINGEN VAN BELANGHEBBENDEN

(48)

Na de bekendmaking van het besluit tot inleiding van de procedure en het besluit tot uitbreiding van de procedure heeft de Commissie opmerkingen van derden ontvangen.

(49)

Wat het besluit tot inleiding van de procedure betreft, heeft de Commissie opmerkingen ontvangen van Unite the Union, van de Building Societies Association (hierna „BSA” genoemd), SRM Global Master Fund LP, Alliance & Leicester Building Society, British Banking Association, van Jim Cousins en Doug Henderson (twee parlementsleden in het Verenigd Koninkrijk) en van de autoriteiten van Newcastle. Hoewel die opmerkingen geen betrekking hebben op het aangepaste herstructureringsplan waarop het besluit tot uitbreiding van de procedure zag, kunnen zij wel relevant zijn in het ruimere kader van deze zaak; daarom komen zij kort ter sprake in punt 4.1 van de onderhavige beschikking, voor zover het om algemene opmerkingen gaat.

(50)

Ten aanzien van het besluit tot uitbreiding van de procedure werden opmerkingen ontvangen van Leeds Building Society, van de BSA en van een burger van het Verenigd Koninkrijk.

4.1.   HET BESLUIT TOT INLEIDING VAN DE PROCEDURE

(51)

De opmerkingen die van belanghebbenden met betrekking tot het besluit tot inleiding van de procedure werden ontvangen, gingen in hoofdzaak in op de concurrentiedistorsies die worden veroorzaakt door de garanties voor de retail- en wholesaledeposito’s van Northern Rock. De toename van de retaildepositobasis van Northern Rock in de eerste maanden van 2008 was een bijzondere bron van zorg omdat belanghebbenden aangaven dat Northern Rock, gedekt door een overheidsgarantie, een hogere spaarrente bood, hetgeen een concurrentienadeel voor Northern Rocks concurrenten deed ontstaan. De belanghebbenden merkten op dat het Competitive Framework een deel van deze punten van zorg leek af te zwakken. Andere opmerkingen betroffen het belang van Northern Rock als een grote werkgever in Noordoost-Engeland en de schadevergoeding die aandeelhouders van Northern Rock zouden moeten krijgen na de nationalisatie door het Verenigd Koninkrijk.

4.2.   HET BESLUIT TOT UITBREIDING VAN DE PROCEDURE

(52)

Leeds Building Society liet zich in haar verklaring bezorgd uit over de concurrentiedistorsie die Northern Rock mogelijk zou veroorzaken, door te beklemtonen dat de eigen bijdrage van Northern Rock volgens haar ontoereikend was en dat het Competitive Framework dat was opgezet, slechts in zeer beperkte mate de concurrentiedistorsie door Northern Rock voorkomt. De instelling was ook van mening dat de korte balans van BankCo na de opsplitsing geen voldoende compensatie vormt voor de concurrentiedistorsies, aangezien BankCo niet de verliezen behoeft te absorberen die het gevolg zijn van de risicovolle kredietverlening van Northern Rock in het verleden, en toegang heeft tot de winst op AssetCo’s balans.

(53)

BSA diende gedetailleerde opmerkingen in. Zij was van oordeel dat de kans groot is dat BankCo op middellange tot langere termijn een levensvatbare bank wordt omdat zij na de opsplitsing een sterke positie op de hypotheekmarkt zal hebben met beperkte non-performing kredieten en ruime funding om nieuwe kredieten toe te staan. BSA beklemtoonde het verschil tussen building societies (bouwspaarkassen) en banken (beperkingen inzake funding en kredietverschaffing voor building societies, die niet gelden voor banken). BSA gaf ook aan dat het weinig waarschijnlijk is dat het Competitive Framework doeltreffend genoeg is om concurrentiedistorsies te voorkomen. Voorts deed zij een aantal voorstellen voor mogelijke maatregelen om de concurrentiedistorsie te beperken:

i)

BankCo zou een vergoeding moeten betalen voor de bescherming die zij dankzij de oprichting van AssetCo heeft gekregen. Of anders zou de initiële kredietportefeuille BankCo kenmerken moeten vertonen die sterk overeenkomen met die van een gemiddelde concurrent;

ii)

de overheidsgaranties voor retail- en wholesaledeposito’s dienen zo snel mogelijk te worden ingetrokken. Of anders zou BankCo een tarief moeten betalen dat in overeenstemming is met het tarief dat andere banken betalen die van deze kredietgarantieregeling van de overheid gebruikmaken;

iii)

indien de maatregelen uit de punten i) en ii) niet ten uitvoer kunnen worden gelegd, is misschien directere controle op de activiteiten van BankCo nodig;

iv)

BankCo dient een aanzienlijk deel van haar nieuwe kredieten te verstrekken in segmenten van de hypotheekmarkt waar kredietverschaffers uit de particuliere sector momenteel geen kredieten verstrekken (bijvoorbeeld tegen hoge LTV-percentages, of specifiek voor woningstarters);

v)

in sectoren van de hypotheekmarkt waar BankCo met kredietverschaffers van de particuliere sector concurreert, dienen haar mogelijkheden om op de prijs te concurreren te worden beperkt, eventueel door voor hypotheken niet voor te komen in de „beste koop”-tabellen van Moneyfacts, dus niet voor te komen in de top vijf kredietverstrekkers;

vi)

in afwachting dat de garantie voor retaildeposito’s wordt ingetrokken, dient BankCo niet voor te komen in de top vijf voor spaarrekeningen van Moneyfacts „beste koop”-tabellen.

(54)

Ten slotte hadden de opmerkingen van de burger van het Verenigd Koninkrijk betrekking op couponbetalingen op door Northern Rock uitgegeven achtergestelde schuldinstrumenten en de effecten welke een opschorting van die betalingen zou hebben op personen welke in het bezit zijn van die instrumenten.

5.   OPMERKINGEN VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

(55)

De opmerkingen van belanghebbenden ten aanzien van het besluit tot inleiding van de procedure zoals die in de onderhavige beschikking zijn beschreven, betreffen alleen kwesties die voor de beoordeling van het aangepaste herstructureringsplan van belang kunnen zijn. De opmerkingen van het Verenigd Koninkrijk ten aanzien van het besluit tot inleiding van de procedure zoals die in punt 5.1 worden uiteengezet, blijven dan ook tot die kwesties beperkt.

5.1.   OPMERKINGEN VAN HET VERENIGD KONINKRIJK TEN AANZIEN VAN DE IN HET BESLUIT TOT INLEIDING VAN DE PROCEDURE GEFORMULEERDE TWIJFEL

(56)

Ten aanzien van de in punt 91 van het besluit tot inleiding van de procedure geformuleerde twijfel, verklaren de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk dat […]. Daarom kan deze niet als steun worden aangemerkt. Zelfs indien dat het geval was, zou deze toch niet als onbeperkt kunnen worden beschreven.

(57)

Ten aanzien van punt 94 van het besluit tot inleiding van de procedure betwisten de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk niet dat het antedateren van de rente op de nieuwe lening en de fee-regelingen tot 1 april 2008 — nà de goedkeuring van de staatssteun — verdere herstructureringssteun vormt. Zij voeren echter aan dat dit het noodzakelijke minimum is om ervoor te zorgen dat Northern Rock aan het vereiste toetsingsvermogen blijft voldoen.

(58)

Ten aanzien van de in punt 96 van het besluit tot inleiding van de procedure geformuleerde twijfel voert het Verenigd Koninkrijk in de eerste plaats aan dat het kunstmatig zou zijn om de door de staat verstrekte faciliteiten en de door de staatsgaranties gedekte bedragen voor het volledige bedrag als steun aan te merken. Northern Rock blijft namelijk nog steeds eigenaar van activa van hoge kwaliteit en er dient ook rekening te worden gehouden met de zekerheden van goede kwaliteit die ten tijde van de faciliteit en de garantieregelingen ten faveure van de staat werden gesteld. Het Verenigd Koninkrijk gelooft dat de minst kunstmatige methodiek erin bestaat de maatregelen te kwantificeren aan de hand van benchmarks zoals de ingediende financieringsvoorstellen, de cds-percentages en de spreads voor achtergestelde schulden. Hoogstens kan het volume steun worden berekend aan de hand van het officiële referentiepercentage van de Commissie zoals dat sinds 1 juli 2008 geldt.

5.2.   OPMERKINGEN VAN HET VERENIGD KONINKRIJK TEN AANZIEN VAN DE IN HET BESLUIT TOT UITBREIDING VAN DE PROCEDURE GEFORMULEERDE TWIJFEL

(59)

Ten aanzien van de toepasselijkheid van de mededeling besmette activa op de opsplitsing van de bank, hebben de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk aangegeven dat zij de analyse van de Commissie om de volgende redenen niet delen. Ten eerste is Northern Rock volledig in handen van de overheid en kan het Verenigd Koninkrijk, anders dan in andere zaken waar de staat de verliezen op aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa van een particuliere bank overneemt door deze activa op te kopen of daarvoor een garantie af te geven, deze aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa niet opkopen, omdat het al de eigenaar ervan is. Ten tweede zijn de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk van mening dat de mededeling besmette activa in de eerste plaats is bedoeld om situaties aan te pakken waarin er aanzienlijke onzekerheid bestaat ten aanzien van de blootstelling van banken aan complexe en weinig doorzichtige aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa. De hypotheekproducten van Northern Rock, haar mortgage-backed securities (MBS) en schatkistpapier vallen, volgens het Verenigd Koninkrijk, niet onder deze categorie. Ten slotte voeren de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk aan dat de mededeling besmette activa is geconcentreerd op het beginsel van de lastenverdeling, waarbij de bank in de eerste plaats een deel first loss voor haar rekening neemt. In het geval van Northern Rock is dit niet mogelijk, omdat de staat al vóór de opsplitsing eigenaar is van alle activa.

(60)

De autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk geven in hun opmerkingen aan dat zij de Commissie informatie hebben verschaft die aantoont dat BankCo levensvatbaar is in het businessplan dat op 10 juni 2009 bij de Commissie is ingediend (31). In het businessplan is de levensvatbaarheid van BankCo in een stresstest met een scenario van een zware recessie onderzocht (werkloosheid die in 2011 oploopt tot 3,6 miljoen mensen en huizenprijzen die dalen tot 50 % van hun piekprijs). Uit deze stresstest blijkt dat BankCo levensvatbaar is, zelfs in een scenario met een zware recessie.

(61)

Wat betreft de twijfel van de Commissie of de aan Northern Rock verleende steun tot het noodzakelijke minimum beperkt blijft, betwist het Verenigd Koninkrijk dat met het aangepaste herstructureringsplan een „superconcurrerende” bank tot stand komt. Het Verenigd Koninkrijk wijst er op dat de kapitaalstructuur en de funding van BankCo met zorg zodanig zijn vormgegeven dat zij zelfs in een stressscenario levensvatbaar zijn.

(62)

Volgens het Verenigd Koninkrijk is het niet zo dat de staat ermee zal instemmen om de verliezen van AssetCo volledig te financieren en te ondersteunen. Het Verenigd Koninkrijk wijst erop dat de staat geen garantie heeft afgegeven voor de activa van AssetCo. De autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk hebben evenwel aangegeven dat, […], verdere steun nodig kan zijn […].

(63)

Wat betreft de eigen bijdrage van Northern Rock in de herstructurering wijzen de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk er op dat de beperkingen inzake kredietverschaffing en het stimuleringsbeleid voor de aflossing van hypotheken in het initiële herstructureringsplan bedoeld waren als compenserende maatregelen, ter vervanging van de eigen bijdrage. Wat betreft het plafond voor hypotheekverstrekking voert het Verenigd Koninkrijk aan dat de hypotheekmarkt in het Verenigd Koninkrijk beperkt is in capaciteit als gevolg van de financiële en economische crisis en dat de voorgestelde toename in de kredietverlenging van BankCo beperkt blijft en haar concurrenten niet ongunstig beïnvloedt. Wat betreft het stimuleringsprogramma voor de aflossing van hypotheken, dat versterkte de krapte in het hypotheekaanbod op de markt in het Verenigd Koninkrijk (verantwoordelijk voor 40 % van de daling in nieuw verstrekte hypotheken). Het Verenigd Koninkrijk is van mening dat Northern Rock een bijdrage heeft geleverd in de herstructurering door de verkoop van haar portfolio Home Equity Release Mortgage (HERM) voor ongeveer 2,2 miljard GBP, door de herstructureringsverliezen die zij voor haar rekening heeft genomen, en […].

(64)

Het Verenigd Koninkrijk geeft in haar verklaring aan te geloven dat het weinig waarschijnlijk is dat de voor BankCo verwachte toegenomen kredietverstrekking enige invloed op de hypotheekmarkt of op de concurrenten van BankCo zal hebben, omdat de capaciteit op de markt beperkt is. De toename van de mogelijkheden van BankCo inzake kredietverschaffing zouden deze bezwaren enigszins kunnen verzachten, maar laten genoeg vraag voor anderen over. Het Verenigd Koninkrijk is ook van mening dat niet te verwachten valt dat BankCo na de opsplitsing en nadat zij de TPO-regeling heeft verlaten, haar kredietverstrekking snel zal uitbreiden, omdat de bank nog steeds de nodige funding moet krijgen om de nieuwe verstrekte kredieten te kunnen financieren. Ten slotte tekent het Verenigd Koninkrijk ook aan dat BankCo geen bevoorrechte toegang krijgt tot de bij AssetCo achterblijvende pool cliënten.

(65)

Wat het steunbedrag betreft, het Verenigd Koninkrijk is het niet eens met de suggestie van de Commissie dat dit kan worden bepaald door de marktwaarde van de activa van AssetCo op hun boekwaarde in mindering te brengen. Een dergelijke methodiek zou, volgens het Verenigd Koninkrijk, het bedrag van de aan BankCo verleende steun overschatten. Het Verenigd Koninkrijk is van mening dat dient te worden onderscheiden tussen de steun die aan BankCo wordt verleend en die voor AssetCo, en dat steun aan AssetCo niet noodzakelijk aan BankCo ten goede komt. Het steunbedrag voor BankCo dient een afspiegeling te zijn van de impact van BankCo op haar concurrenten, hetgeen in de door de Commissie voorgestelde methodiek niet tot uiting komt.

(66)

Wat AssetCo betreft, is de door de Commissie voorgestelde methodiek — volgens het Verenigd Koninkrijk — gebaseerd op de aanname dat het Verenigd Koninkrijk het verschil zou dekken tussen de boekwaarde en de marktwaarde van de activa. Dit is niet correct aangezien de garanties van het Verenigd Koninkrijk het verschil dekken tussen de uiteindelijke waarde van de activa van AssetCo en de boekwaarde van haar verplichtingen (indien de activa onvoldoende opbrengen om alle verplichtingen te dekken, zal het Verenigd Koninkrijk het verschil dekken).

(67)

Volgens het Verenigd Koninkrijk is de correcte methodiek om het aan BankCo verleende steunbedrag vast te stellen, de som te maken van de boekwaarde van alle directe kapitaalinjecties, vermeerderd met de waarde van alle lopende garanties, rekening houdende met de premies die daarvoor worden betaald, plus de waarde van de winst voor BankCo van haar portefeuille hypotheken van hoge kwaliteit, vermeerderd met de incrementele waarde van BankCo door de overname van de portefeuille retaildeposito’s van Northern Rock.

(68)

Het steunbedrag van AssetCo is — volgens het Verenigd Koninkrijk — het verschil tussen de totale waarde van de aan Northern Rock verleende steun, minus de steun die BankCo via AssetCo verleend krijgt.

5.3.   OPMERKINGEN VAN HET VERENIGD KONINKRIJK BIJ DE OPMERKINGEN VAN BELANGHEBBENDEN TEN AANZIEN VAN HET BESLUIT TOT INLEIDING VAN DE PROCEDURE

(69)

Ten aanzien van de bezwaren die belanghebbenden hebben geformuleerd met betrekking tot de toename van retaildeposito’s, heeft het Verenigd Koninkrijk de volgende opmerkingen ingediend.

(70)

Volgens het Verenigd Koninkrijk wordt in de opmerkingen van belanghebbenden over de prijszetting voor spaarproducten geen rekening gehouden met de uitgeholde retaildepositobasis van Northern Rock na de bank-run van september 2007. Om de balans van Northern Rock te stabiliseren, dient de bank de mogelijkheid te krijgen om haar retaildepositobasis op te bouwen. Het Verenigd Koninkrijk wijst er op dat voor de markten in het Verenigd Koninkrijk een plafond geldt van een marktaandeel van 1,5 % voor retaildeposito’s. Dit plafond moet voorkomen dat Northern Rock een te agressief prijsbeleid gaat voeren en moet tegelijk de impact van Northern Rock op de spaarmarkt beperken. Het Verenigd Koninkrijk voert voorts aan dat Northern Rock voor haar retaildepositoproducten geen agressief prijsbeleid heeft gevoerd, zoals mag blijken uit het feit dat Northern Rock, sinds de invoering van het Competitive Framework, niet meer voorkomt in de top drie van de tabellen voor spaarproducten van Moneyfacts.

(71)

Daarnaast voert het Verenigd Koninkrijk aan dat het vaststellen van verdere beperkingen bij de tarifering van spaarproducten Northern Rock zou verhinderen de funding aan te trekken die nodig is om de geplande nieuwe kredietverschaffing te ondersteunen. Een en ander zou ook de mogelijkheden van Northern Rock in gevaar brengen om haar verplichtingen in het kader van de TPO-regeling te voldoen en zou de bank beletten om te reageren op gebeurtenissen die haar fundingpositie ongunstig kunnen beïnvloeden.

(72)

Wat betreft het Competitive Framework dat sinds 31 maart 2008 van kracht is, hebben de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk aangegeven dat de gedragsbeperkingen in het kader van dat Framework Northern Rock afdoende inperken in de wijze waarop zij op de markten in het Verenigd Koninkrijk concurreert.

5.4.   OPMERKINGEN VAN HET VERENIGD KONINKRIJK BIJ DE OPMERKINGEN VAN BELANGHEBBENDEN TEN AANZIEN VAN HET BESLUIT TOT UITBREIDING VAN DE PROCEDURE

(73)

Om de bezwaren van de Commissie weg te nemen die in het besluit tot uitbreiding van de procedure en in de opmerkingen van derden zijn geformuleerd, hebben de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk het aangepaste herstructureringsplan gewijzigd. Die veranderingen zijn nader uiteengezet in punt 2.2 van de onderhavige beschikking (in de overwegingen 27, 28 en 29).

6.   BEOORDELING

6.1.   DE VRAAG OF ER SPRAKE IS VAN STAATSSTEUN

(74)

De Commissie dient na te gaan of de maatregelen die met het aangepaste herstructureringsplan zijn geïntroduceerd of gewijzigd, staatssteun vormen. Overeenkomstig artikel 87, lid 1, van het Verdrag zijn steunmaatregelen van de staten of in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen, onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt, voor zover deze steun het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt.

(75)

Wat betreft de maatregelen die de Commissie in haar twee eerdere besluiten met betrekking tot deze zaak reeds als reddingssteun heeft goedgekeurd (namelijk de maatregelen i), ii) en iii) uit overweging 30, de garanties voor retail- en wholesaledeposito’s en de BoE/HMT-liquiditeitsfaciliteit), is de Commissie al voordien tot de bevinding gekomen dat deze maatregelen staatssteun ten faveure van Northern Rock vormen. De Commissie doet ook opmerken dat BankCo toegang zal krijgen tot de regelingen die het Verenigd Koninkrijk tijdens de financiële crisis voor banken heeft ingesteld en die al door de Commissie zijn goedgekeurd, in de mate dat die regelingen ook na de opsplitsing nog steeds van kracht zijn (32).

(76)

De maatregelen die in het kader van de onderhavige beschikking moeten worden beoordeeld om te bepalen of deze staatssteun vormen, zijn al in overweging 30 van de onderhavige beschikking beschreven. De betrokken maatregelen zijn voor Northern Rock de maatregelen iv) en v), voor BankCo de maatregelen vi), vii) en viii), en voor AssetCo de maatregelen ix) tot en met xii).

(77)

Al die maatregelen worden uit staatsmiddelen gefinancierd aangezien de maatregelen bestaat uit overheidsleningen, subsidies en door de staat gefinancierde garanties (33).

(78)

De Commissie dient ook na te gaan of met de maatregelen een selectief voordeel wordt verleend aan de begunstigde of begunstigden van de steun. De betrokken maatregelen zijn selectief aangezien zij alleen aan Northern Rock, BankCo en AssetCo ten goede komen.

(79)

Met de maatregelen wordt een voordeel verleend ten behoeve van de economische activiteiten van Northern Rock zoals die tot de opsplitsing door Northern Rock en nadien door haar rechtsopvolgers BankCo en AssetCo worden verricht.

(80)

Northern Rock wordt begunstigd doordat zij retroactief lagere premies berekend krijgt voor de BoE/HMT-liquiditeitsfaciliteit en vervolgens, na goedkeuring door de Commissie, ook 156,4 miljoen GBP terugbetaald krijgt (maatregel iv)). Daarmee wordt aan Northern Rock een voordeel verleend aangezien die premies onder het markttarief liggen.

(81)

Northern Rock haalt ook aanzienlijke voordelen uit de verbintenis van het ministerie van Financiën ten opzichte van de FSA dat de bank boven het toetsingsvermogen zal opereren (maatregel v)) aangezien de FSA daardoor: 1) niet hoefde te eisen dat Northern Rock na de nationalisering werd geherkapitaliseerd; 2) Northern Rock daardoor in juni 2008 Tier 2-kapitaal in haar wettelijke kapitaalpositie kon laten meetellen, en 3) Northern Rock daardoor vanaf juli 2009 tot aan de opsplitsing beneden het vereiste toetsingsvermogen kon opereren.

(82)

Wat betreft de maatregelen ten faveure van BankCo, de Commissie is, toen zij de garantie voor retaildeposito’s als reddingssteun (maatregel vi)) heeft goedgekeurd, al tot de bevinding gekomen dat met die garantie een voordeel wordt verleend aan de begunstigde ervan, in casu BankCo. Ook al zal de garantie […] worden ingetrokken, het voordeel voor BankCo blijft bestaan zolang de garantie van kracht blijft. De aanpassing van de premie die BankCo zal betalen, is niet marktconform. In dat verband ligt de cds-spread van Northern Rock ver boven 50 basispunten. De conclusie moet dan ook zijn dat met de maatregel een voordeel aan BankCo wordt verleend.

(83)

Wat betreft het feit dat de wholesalegaranties voor BankCo na de opsplitsing blijven doorlopen tot 31 december 2010 (maatregel vi)), is de Commissie, toen zij deze maatregel als reddingssteun voor Northern Rock heeft goedgekeurd, al tot de bevinding gekomen dat hier sprake is van een voordeel. Wat betreft de aanpassing van de premies, BankCo betaalt vanaf de opsplitsing een vergoeding die in lijn is met de vergoeding die andere banken betalen in het kader van de kredietgarantieregeling GCS van het Verenigd Koninkrijk. Aangezien de door de Commissie voor deze garantieregeling geaccepteerde vergoeding onder de marktprijs ligt (maar wel in lijn is met de aanbevelingen van de Europese Centrale Bank), wordt daarmee een voordeel aan BankCo verleend.

(84)

Voorts wordt met de kapitaalinjectie van 1,4 miljard GBP in BankCo in de vorm van gewone aandelen (maatregel vii)) aan BankCo een voordeel verleend, aangezien BankCo zonder dat kapitaal haar activiteiten niet kon opstarten.

(85)

Met de voorwaardelijke liquiditeitsfaciliteit van 1,5 miljard GBP die BankCo wordt verleend (maatregel viii)), wordt aan BankCo een voordeel verleend omdat zij daarmee de beschikking krijgt over een andere bron van liquiditeit die niet voor andere banken beschikbaar is. Deze voorwaardelijke liquiditeitsfaciliteit moet BankCo voldoende fundingbronnen verschaffen, totdat zij door het Verenigd Koninkrijk is verkocht of totdat andere fundinglijnen zijn gevonden.

(86)

Wat AssetCo betreft, is de Commissie in haar besluit tot inleiding van de procedure en in haar besluit tot uitbreiding van de procedure tot de conclusie gekomen dat de wholesalegaranties (maatregel ix)) staatssteun vormen. De verlenging van de wholesalegarantie […] behelst dus een verder voordeel voor AssetCo.

(87)

In haar voorgaande besluiten (34) had de Commissie al geconcludeerd dat de BoE/HMT-liquiditeitsfaciliteit staatssteun vormde. Die conclusie geldt ook in de nieuwe situatie waarbij het door de staat aan AssetCo verschafte kredietbedrag met 10 miljard GBP is opgetrokken en de looptijd ervan tot na 2020 is verlengd (maatregel x)). Wat de vergoeding voor de faciliteit betreft, AssetCo betaalt daarvoor een lagere vergoeding (LIBOR met een opslag van [10-60] basispunten, ten opzichte van voorheen het basistarief van de Bank of England, met een opslag van 150 basispunten en een premie van 10 basispunten voor de faciliteit), die onder het markttarief ligt en waarmee dus een voordeel aan AssetCo wordt verleend. Voorts profiteert BankCo ook van de verruiming van de BoE/HMT-liquiditeitsfaciliteit, aangezien een aanzienlijk aandeel van het aldus verruimde bedrag in contanten van AssetCo aan BankCo zal worden overgedragen.

(88)

Met de voorgestelde kapitaalinjectie in AssetCo ten belope van 1,6 miljard GBP (maatregel xi)) in de vorm van een omzetting van schulden in aandelen, wordt een voordeel aan AssetCo verleend.

(89)

Voorts zal de werkkapitaalfaciliteit van 2,5 miljard GBP (maatregel xii)) AssetCo ten goede komen omdat zij de beschikking krijgt over afdoende liquiditeit […] om haar verplichtingen te voldoen op de vervaldag. Voor deze faciliteit betaalt AssetCo 1 maands LIBOR + [10-60] basispunten, hetgeen ruim onder het markttarief ligt, aangezien AssetCo een bank is die nauwelijks over enig kapitaal beschikt.

(90)

Ten slotte kan het beginsel van een particuliere investeerder handelend in een markteconomie niet op deze maatregelen worden toegepast, aangezien deze maatregelen er komen na diverse maatregelen voor reddingssteun ten faveure van Northern Rock. Bovendien zou aan dit beginsel, zelfs als het van toepassing was, niet voldaan zijn aangezien er geen marktinvesteerder bereid zou zijn al deze maatregelen te nemen om de opsplitsing van BankCo en […] AssetCo mogelijk te maken. Geen enkele marktspeler die met een situatie te maken krijgt als die waarmee de staat te maken heeft gekregen, zou in staat zijn geweest de economische activiteit (van Northern Rock) in stand te houden zonder een aanzienlijke kapitaalverhoging door te voeren (de FSA had haar normale kapitaalvereisten alleen versoepeld omdat de staat had toegezegd kapitaal te verschaffen). Rekening houdende met de situatie op de markten, was het voor een marktspeler niet mogelijk om dergelijke financiering aan te trekken. Een en ander wordt bevestigd door de overnamevoorstellen voor Northern Rock die zowel Virgin als het management van Northern Rock in februari 2008 hebben ingediend, en die in het besluit tot inleiding van de procedure nader zijn beschreven. Beide overnamevoorstellen waren afhankelijk van het doorlopen van de staatssteunmaatregelen, hetgeen een aanwijzing is dat zonder staatssteun geen enkele particuliere investeerder bereid was geweest Northern Rock over te nemen.

(91)

Voorts is de conclusie dat de maatregelen iv) tot en met xii) in overweging 30 in staat waren de mededinging te verstoren en het handelsverkeer tussen lidstaten ongunstig te beïnvloeden.

(92)

De maatregelen maken ook […] mogelijk van bepaalde activa van Northern Rock, die in AssetCo zijn ondergebracht, hetgeen een noodzakelijk voorwaarde is om BankCo op te richten en haar businessplan ten uitvoer te leggen. BankCo zal, als rechtsopvolger van Northern Rock, de activiteiten van Northern Rock kunnen voortzetten zonder dat zij zich zorgen behoeft te maken over mogelijke bijzondere waardeverminderingen op de activa van geringere kwaliteit, aangezien deze op de balans van AssetCo blijven staan. Daardoor beschikt BankCo over een voordeel ten opzichte van haar concurrenten die te maken krijgen met bijzondere waardeverminderingen op activa van geringere kwaliteit, die dezen wel moeten absorberen, hetgeen het kapitaal beperkt dat voor het verschaffen van nieuwe kredieten beschikbaar is. BankCo, daarentegen, ziet haar kapitaalbasis niet aangetast door deze bijzondere waardeverminderingen en de dalende waarde van haar hypothekenportefeuille. Dit is een voordeel, gelet op de hoge kosten die momenteel aan leningen op de financiële markten verbonden zijn. Bovendien krijgt BankCo voor de financiering van nieuw te verstrekken kredieten veel contante middelen ter beschikking. Daarom is de conclusie dat de maatregelen iv) tot en met xiii) in overweging 30 resulteren in een verstoring van de mededinging.

(93)

BankCo zal ook een bank zijn die — onder meer — op de retaildepositomarkt en de hypotheekmarkt in het Verenigd Koninkrijk zal concurreren. Op deze beide markten zijn sommige concurrenten dochterondernemingen van buitenlandse banken. Daarom kunnen deze maatregelen het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloeden.

(94)

De Commissie tekent aan dat het Verenigd Koninkrijk voornemens is nieuwe steunmaatregelen in te voeren en bestaande maatregelen te veranderen. Deze maatregelen moeten de opsplitsing van Northern Rock in twee rechtspersonen — BankCo en AssetCo — mogelijk maken. Zonder de steun voor AssetCo zou de overdracht van de kredietportefeuille van Northern Rock aan AssetCo niet mogelijk zijn. Dankzij de steun aan AssetCo kan BankCo de economische activiteiten van Northern Rock voortzetten, nu zij niet langer gebukt gaat onder het overgrote deel van de kredietportefeuille van Northern Rock die bij AssetCo blijft. Bovendien ontvangt zij van AssetCo een groot bedrag in contanten (die deze laatste dan weer van de staat heeft ontvangen). Daarom kan BankCo worden aangemerkt als de begunstigde van alle overheidsmaatregelen, daaronder begrepen de maatregelen ten faveure van AssetCo.

(95)

In het gewijzigde herstructureringsplan zal AssetCo slechts beperkt kredieten verstrekken voor zover bestaande contractuele verplichtingen dat vereisen, hetgeen dus het aantal situaties waarin zij met andere banken zal concurreren, tot een minimum beperkt. Haar bankvergunning wordt na de opsplitsing ingetrokken, waarna zij verder actief zal blijven op basis van haar vergunning als hypotheekverstrekker. Daardoor kan zij opereren onder het wettelijk vereiste vermogen dat lager ligt (1 %) dan dat voor banken. AssetCo zal, volgens de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk, haar activa pas te gelde maken bij hun vervaldag of door deze op de markt te verkopen. AssetCo zal de opbrengsten van deze verkopen gebruiken voor de terugbetaling van haar schulden bij de vervaldag en voor de financiering van haar lopende operationele kosten en eventuele historische verplichtingen die zij nog overhoudt.

(96)

Om […] mogelijk te maken, zal AssetCo financiële activiteiten verrichten zoals de verkoop van haar activa en het schuldmanagement voor haar portfolio. Voorts zal […] voor een bepaalde tijd (ten minste tot eind 2010) diensten verlenen aan […]. Dit is noodzakelijk omdat […] na de opsplitsing niet over bepaalde operationele functies zal beschikken die bij […] achterblijven zoals het beheer van de uitstaande hypotheken (na de voltooiing van de opsplitsing), het schuldmanagement en de IT-infrastructuur en -ondersteuning. Deze diensten zullen door […] aan […] worden geleverd op zakelijke basis (hetgeen betekent dat […] een vergoeding aan […] zal betalen) en op arm’s length-basis. […] Daarom is de conclusie dat AssetCo na de opsplitsing een beperkt aantal financiële activiteiten zal blijven verrichten en dus als een begunstigde van de steunmaatregelen dient te worden beschouwd.

(97)

Wat Northern Rock betreft, de bank is vóór de voorgenomen opsplitsing in staat gebleken te functioneren dankzij garanties ten behoeve van haar retail- en wholesaledeposito’s, een BoE/HMT-liquiditeitsfaciliteit van de overheid en de toezegging van de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk aan de FSA dat zij zouden garanderen dat Northern Rock boven het vereiste toetsingsvermogen zou blijven functioneren. Dankzij deze toezegging van het Verenigd Koninkrijk kon Northern Rock — tot aan de opsplitsing — tijdelijk beneden het vereiste toetsingsvermogen blijven functioneren. Northern Rock is dan ook de begunstigde van die maatregelen. Zoals in overweging 92 is aangegeven, worden de economische activiteiten van Northern Rock door BankCo voortgezet.

(98)

Op basis van het voorgaande is de conclusie dat de maatregelen iv) tot en met xii) in overweging 30 staatssteun vormen.

6.2.   HET BEDRAG VAN DE STEUN

(99)

Wat betreft het bedrag van de steun hebben de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk in hun reacties op het besluit tot inleiding van de procedure en op het besluit tot uitbreiding van de procedure verschillende verklaringen ingediend over de vraag hoe het steunbedrag dient te worden berekend. Wat betreft de suggestie van het Verenigd Koninkrijk ten aanzien van het in het besluit tot inleiding van de procedure genoemde steunbedrag, tekent de Commissie aan dat die verklaringen ten dele zijn gebaseerd op de steunmaatregelen uit het initiële herstructureringsplan. In de voorstellen van het Verenigd Koninkrijk, daaronder begrepen het gebruik van cds-spreads en spreads op achtergestelde schulden, wordt ook geen rekening gehouden met het feit dat in die spreads de staatssteun aan Northern Rock en haar aansluitende nationalisering al is verdisconteerd. Die spreads geven dus niet het intrinsieke risico, zonder aanzienlijke overheidssteun, weer.

(100)

Wat betreft de in de reactie op het besluit tot uitbreiding van de procedure geformuleerde voorstellen van het Verenigd Koninkrijk over de vraag hoe het steunbedrag te berekenen, tekent de Commissie aan dat die voorstellen geen rekening lijken te houden met de huidige situatie op de financiële markten.

(101)

In dat verband is het zo dat geen van de partijen betwist dat Northern Rock en haar rechtsopvolgers een zeer aanzienlijk steunbedrag hebben ontvangen en nog zullen ontvangen, hetgeen een indicatie is dat een verregaande herstructurering nodig is en tegelijk de garantie biedt dat de aanwezigheid van de bank op de markt zeer sterk wordt ingekrompen.

6.3.   DE VERENIGBAARHEID VAN DE STEUN

6.3.1.   RECHTSGRONDSLAG VOOR DE BEOORDELING VAN DE VERENIGBAARHEID

(102)

Zoals aangegeven in het besluit tot uitbreiding van de procedure (punt 4.2.1), heeft de Commissie artikel 87, lid 3, onder b), van het Verdrag niet toegepast in haar besluit van 5 december 2007 ten aanzien van de aan Northern Rock verleende reddingssteun (35) noch in haar besluit tot inleiding van de procedure. De steun die toentertijd werd verleend, leek namelijk niet te zijn bedoeld om een ernstige verstoring op het volledige grondgebied van een lidstaat op te heffen, maar was daarentegen specifiek bedoeld om individuele problemen aan te pakken die specifiek waren voor de situatie van Northen Rock (36). Onder die omstandigheden, en in overeenstemming met de rechtspraak (37), heeft de Commissie geconcludeerd dat artikel 87, lid 3, onder b), van het Verdrag niet van toepassing was.

(103)

Sindsdien heeft de Commissie evenwel erkend dat de wereldwijde financiële crisis tot een ernstige verstoring in de economie van lidstaten kan leiden en dat met maatregelen om banken te ondersteunen, deze verstoring kan worden opgeheven; zij deed dat met name in haar mededeling betreffende de toepassing van de staatssteunregels op maatregelen in het kader van de huidige wereldwijde financiële crisis genomen met betrekking tot financiële instellingen (38) (hierna „de bankenmededeling” genoemd), in haar mededeling „De herkapitalisatie van financiële instellingen in de huidige financiële crisis: beperking van steun tot het noodzakelijke minimum en bescherming tegen buitensporige mededingingverstoringen” (39) (hierna „de herkapitalisatiemededeling” genoemd), in haar mededeling besmette activa en in haar mededeling betreffende het herstel van de levensvatbaarheid en de beoordeling van de herstructureringsmaatregelen in de financiële sector in de huidige crisis met inachtneming van de staatssteunregels (40) (hierna „de herstructureringsmededeling” genoemd). Het Verenigd Koninkrijk zag hiervan bevestiging in het feit dat de Commissie diverse maatregelen heeft goedgekeurd die het Verenigd Koninkrijk ter bestrijding van de financiële crisis heeft genomen (41). Daarom dient, zoals in het besluit tot uitbreiding van de procedure was aangegeven, de rechtsgrondslag voor de beoordeling van de steunmaatregelen artikel 87, lid 3, onder b), van het Verdrag te zijn.

6.3.2.   BEOORDELING VAN DE VERENIGBAARHEID

(104)

De Commissie heeft kunnen vaststellen dat Northern Rock, BankCo en AssetCo diverse steunmaatregelen zullen genieten. Die maatregelen zijn verschillend van aard. De opsplitsing van Northern Rock valt te vergelijken met een maatregel ten behoeve van aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa, terwijl de kapitaalinjecties herkapitalisaties zijn. Vooraleer een beoordeling uit te voeren van het door het Verenigd Koninkrijk ingediende definitieve herstructureringsplan dat ook die maatregelen bevat, zal de Commissie de opsplitsing van Northern Rock eerst onderzoeken in het kader van de mededeling besmette activa en de herkapitalisaties in het kader van de herkapitalisatiemededeling, ten einde te kunnen nagaan of die maatregelen in lijn zijn met die mededelingen.

(105)

In haar besluit tot uitbreiding van de procedure had de Commissie aangegeven dat de opsplitsing van Northern Rock kon worden gezien als een soort maatregel voor activaondersteuning ten behoeve van de economische activiteiten van Northern Rock die via BankCo op de markt blijven. Het Verenigd Koninkrijk heeft in dat verband een aantal opmerkingen ingediend in haar opmerkingen ten aanzien van het besluit tot uitbreiding van de procedure. Met name wees het er op dat Northern Rock volledig was genationaliseerd, dat het plan voor de opsplitsing alleen in een latere fase was opgesteld en dat vóór de opsplitsing de activa in handen van de overheid waren. Die feiten staat er niet aan in de weg dat de mededeling besmette activa wordt toegepast, aangezien de gevolgen van de steunmaatregelen door het Verenigd Koninkrijk hebben geleid tot de oprichting van een bank (BankCo) die bevrijd is van de aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa van haar voorganger (Northern Rock).

(106)

De specifieke voorwaarden die gelden voor maatregelen voor activaondersteuning, zijn vastgelegd in de mededeling besmette activa (42). In lijn met punt 5.2 van deze mededeling moet een maatregel voor activaondersteuning de volgende elementen bevatten: volledige transparantie vooraf, een passende lastenverdeling gevolgd door een correcte waardering van de in aanmerking komende activa, en een correcte vergoeding van de staat voor de maatregel inzake activaondersteuning, om de verantwoordelijkheid van de aandeelhouders te garanderen.

(107)

Transparantie vooraf houdt in dat duidelijk is om welke activa het gaat en wat de risicopositie is. Dit is noodzakelijk om het in de maatregel voor activaondersteuning vervatte steunbedrag te bepalen en na te gaan of de steun noodzakelijk is om een tijdelijk probleem op te lossen dan wel of de bank, technisch gesproken, insolvent is.

(108)

Wat betreft de waardering van aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa is in punt 38 van de mededeling besmette activa bepaald dat, wanneer de waardering van activa bijzonder complex blijkt te zijn, alternatieve benaderingen kunnen worden overwogen, zoals de oprichting van een good bank of een overheidsbelang in een bank (daaronder begrepen nationalisatie). In dat laatste geval is geen voorafgaande waardering van activa vereist mits de waardering nadien in het kader van de herstructurering of de liquidatie plaatsvindt.

(109)

Northern Rock is namelijk genationaliseerd, waardoor het Verenigd Koninkrijk, als eigenaar van Northern Rock, de gelegenheid kreeg om alle activa van Northern Rock door te lichten en te onderzoeken.

(110)

Volgens de mededeling besmette activa is het doel van de berekening van het steunbedrag — en aldus ook de omvang van de mededingingsdistorsie — te kunnen bepalen hoe ingrijpend de herstructurering wel moet zijn. In dit geval kan de herstructurering als zeer ingrijpend worden beschouwd. Een voorafgaande waardering van activa zou er in dit geval niet toe leiden dat de Commissie additionele voorwaarden oplegt ten aanzien van de omvang van de herstructurering.

(111)

Gelet op deze beide elementen behoeft vóór de opsplitsing geen waardering te worden gemaakt. Wat betreft de na verloop van tijd uit te voeren waardering van de activa, zal de […] er toe leiden dat de markt mettertijd een waardering voor die activa zal bepalen.

(112)

In punt 41 van de mededeling besmette activa wordt ten aanzien van de waarde bij overdracht van aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa opgemerkt dat bij de verkoop van activa of bij maatregelen om activa te verzekeren de waarde bij overdracht dient te zijn gebaseerd op de reële waarde in het economisch verkeer van die activa. Bovendien dient voor een passende vergoeding van de staat te worden gezorgd. Wanneer de lidstaten het nodig achten om, met name ter voorkoming van technische insolventie, een waarde bij overdracht te gebruiken die hoger ligt dan de reële waarde in het economisch verkeer, is het in de maatregel vervatte steunbestanddeel dienovereenkomstig groter. Een en ander kan alleen worden aanvaard wanneer daaraan een ingrijpende herstructurering is gekoppeld en voorwaarden worden gesteld waardoor deze aanvullende steun in een later stadium kan worden teruggevorderd, bijvoorbeeld door middel van terugvorderingsmechanismen. De activa van Northern Rock worden tegen boekwaarde aan Northern Rock overgedragen. De reële waarde in het economisch verkeer van de betrokken activa ligt, als gevolg van de bijzondere waardeverminderingen, lager dan hun waarde bij overdracht. Daarom is het activaondersteunende effect aanzienlijk aangezien BankCo niet onder die verliezen gebukt gaat. Overeenkomstig punt 41 van de mededeling besmette activa is dan ook een ingrijpende herstructurering van de bank vereist.

(113)

In dit verband staat het buiten kijf dat Northern Rock, zonder de steun, technisch gesproken insolvent was geweest. Northern Rock is genationaliseerd toen de pogingen van het Verenigd Koninkrijk om de bank aan derden te verkopen, mislukten. Dit blijkt voorts uit de ontheffingen die Northern Rock van de FSA heeft gekregen, eerst om al haar Tier 2-kapitaal te laten meetellen voor haar wettelijke kapitaalpositie en nadien om beneden het vereiste toetsingsvermogen te opereren. Uit de verklaring van de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk blijkt dat, indien de bank niet was opgesplitst, een kapitaalinjectie van ten minste 6 miljard GBP (ter vergelijking: vóór de crisis bedroeg het kapitaal van de bank minder dan 2 miljard GBP) nodig was geweest om de bank levensvatbaar te maken. Zonder de staatsinterventie zouden de opsplitsing van Northern Rock en nadien de voortzetting van de economische activiteiten van de bank door BankCo niet mogelijk zijn geweest. Doordat de meeste activa van Northern Rock bij AssetCo blijven, krijgt BankCo de kans om de verliezen op die activa — en de daardoor veroorzaakte erosie van haar kapitaal — te vermijden.

(114)

De voorwaarden van punt 41 van de mededeling besmette activa zijn vervuld aangezien een ingrijpende herstructurering wordt doorgevoerd (43) doordat de economische activiteiten van Northern Rock die BankCo voortzet, met meer dan 75 % zullen worden ingekrompen. Bovendien is het zo dat het Verenigd Koninkrijk de bank in februari 2008 heeft genationaliseerd — en dus eigenaar is van àlle aandelen. Door de good bank te bevrijden van de slechte hypotheken, doet de staat de waarde van die good bank, die hij binnen […] wil verkopen, stijgen. Daardoor komt het uit het asset relief resulterende voordeel minstens ten dele bij de staat terecht in de vorm van een hogere verkoopprijs voor de good bank.

(115)

Wat betreft de lastenverdeling tussen de staat, de aandeelhouders en de crediteuren op het punt van de aan de aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa verbonden kosten, zowel de voormalige aandeelhouders als de houders van hybride kapitaal zullen in de ruimst mogelijke mate bijdragen in de herstructurering van de bank aangezien de eerstgenoemden zijn uitgeschakeld (zij hebben namelijk een aanzienlijk deel van hun belegging verloren) door de nationalisering van Northern Rock. De houders van hybride kapitaal zullen […] AssetCo. Bijgevolg zullen zij geen couponbetalingen ontvangen die discretionair zijn en […]. Additionele lastenverdeling is dus niet vereist (zie ook de overwegingen 150 en 151).

(116)

Wat betreft de vergoeding die voor de activaondersteuning wordt betaald, volgens de mededeling besmette activa dienen banken een zekere vergoeding te betalen voor het capital relief dat via maatregelen ten behoeve van aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa tot stand komt. Het doel van een verplichte vergoeding is dubbel: zorgen voor lastenverdeling en de concurrentiedistorsie tot een minimum beperken. In dit geval wordt de lastenverdeling bereikt door de nationalisering van Northern Rock (zie ook de overwegingen 148 en 149). Wat de tweede doelstelling betreft, de concurrentiedistorsie kan worden geacht tot een minimum te zijn beperkt door de aanzienlijke inkrimping van Northern Rock in het kader van een diepgaande herstructurering (zie ook de overwegingen 156 e.v.). Voorts zal een voordeel dat BankCo dankzij de maatregel voor activaondersteuning eventueel ontvangt, ten minste ten dele worden gerecupereerd via een hogere verkoopprijs. Onder dergelijke uitzonderlijke omstandigheden is het acceptabel dat de opbrengsten van de verkoop van de bank een vorm van vergoeding van de staat zijn, aangezien daardoor de totale reddingskosten lager uitkomen.

(117)

De aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa die bij AssetCo blijven, worden uitsluitend door AssetCo beheerd, die los staat van en organisatorisch onafhankelijk is van BankCo.

(118)

Daarom is de conclusie dat de activaondersteuning ten faveure van BankCo, gezien de voorgenomen ingrijpende herstructurering, met de mededeling besmette activa in overeenstemming is.

(119)

Voor zowel BankCo als AssetCo zijn er herkapitalisaties gepland. Volgens de herkapitalisatiemededeling dient voor herkapitalisaties een passende vergoeding te worden betaald.

(120)

Zo zal BankCo een kapitaalinjectie van 1,4 miljard GBP ontvangen in de vorm van gewone aandelen. Wat betreft de voor deze gewone aandelen verschuldigde vergoeding, het Verenigd Koninkrijk zal op het tijdstip van de opsplitsing reeds alle aandelen-BankCo in handen hebben. Een verdere kapitaalinjectie in de vorm van gewone aandelen zal het belang van het Verenigd Koninkrijk in BankCo niet veranderen. Zoals reeds in overweging 114 ten aanzien van de maatregel voor activaondersteuning werd opgemerkt, heeft het Verenigd Koninkrijk Northern Rock genationaliseerd en is het dus eigenaar van 100 % van de aandelen. Voorts zullen de geïnjecteerde middelen ten minste ten dele terugvloeien door de vergoeding over de aandelen en door de verkoop van BankCo.

(121)

AssetCo zal alleen in een stresscenario een kapitaalinjectie van 1,6 miljard GBP nodig hebben. Zij betaalt geen vergoeding voor de herkapitalisatie, indien die plaatsvindt. Aangezien AssetCo […], zal zij activa op de markt verkopen. De opbrengsten van die verkopen zal zij gebruiken om de staat, die als gevolg van de BoE/HMT-liquiditeitsfaciliteit een van haar senior crediteuren is, terug te betalen Deze opbrengsten komen niet ten goede aan de economische activiteiten van AssetCo. Daarom is de vergoeding van de staat inherent […].

(122)

Bijgevolg dient te worden geconcludeerd dat de herkapitalisaties in lijn zijn met herkapitalisatiemededeling.

(123)

In de herstructureringsmededeling wordt uiteengezet welke staatssteunvoorschriften in de huidige crisis van toepassing zijn bij de herstructurering van financiële instellingen. Volgens de herstructureringsmededeling dient de herstructurering van een financiële instelling, wil deze met artikel 87, lid 3, onder b), van het Verdrag verenigbaar zijn, in het kader van de huidige financiële crisis:

i)

tot een herstel van de levensvatbaarheid van de bank te leiden;

ii)

een eigen bijdrage van de begunstigde onderneming te omvatten (lastenverdeling);

iii)

voldoende maatregelen ter beperking van de verstoring van de mededinging te bevatten.

i)   Het herstel van de levensvatbaarheid op lange termijn

(124)

Volgens de punten 9, 10 en 11 van de herstructureringsmededeling dient de lidstaat een omvattend en gedetailleerd herstructureringsplan te bevatten dat volledige informatie over het businessmodel moet bevatten. Dat plan dient ook te vermelden wat de oorzaken van de problemen zijn waarmee de betrokken financiële instelling te kampen heeft, en wat de alternatieven zijn voor het voorgestelde herstructureringsplan.

(125)

De door het Verenigd Koninkrijk verschafte informatie voldoet aan de voorwaarden van de herstructureringsmededeling aangezien daarin informatie wordt verschaft over de moeilijkheden waarmee Northern Rock te kampen heeft, de oorzaak van die moeilijkheden wordt gegeven en informatie wordt verschaft over het businessmodel van BankCo.

(126)

In haar besluit tot uitbreiding van de procedure heeft de Commissie aangegeven dat het er naar uitziet dat BankCo na de opsplitsing een levensvatbare bank zal worden. Aangezien zij echter geen businessplan had ontvangen waaruit de levensvatbaarheid van BankCo daadwerkelijk blijkt, kon zij op dat punt nog geen eindconclusie trekken. Op 10 juni 2009 heeft het Verenigd Koninkrijk een gedetailleerd businessplan ingediend.

(127)

Volgens dat businessplan zal BankCo na de opsplitsing zowel in een basis- als in een stressscenario een levensvatbare bank zijn. Zij zal starten met een aanzienlijk kleinere balans van [21-24] miljard GBP, ten opzichte van Northern Rock (104,3 miljard GBP per ultimo 2008), die in 2013 zal groeien tot [31-34] miljard GBP. De balans bevat activa van hoge kwaliteit ([9-12] miljard GBP contanten en voor [7-11] miljard GBP onbezwaarde hypotheken). De hypotheekportefeuille die aan BankCo wordt overgedragen, zal een gemiddelde LTV van [62-67] % hebben. De verplichtingen van BankCo bestaan in hoofdzaak uit de retaildeposito’s van Northern Rock (19,3 miljard GBP) en zeer beperkte wholesaledeposito’s ([1-3] miljard GBP).

(128)

De zakelijke strategie van BankCo zal voorzichtiger zijn dan die van Northern Rock. Zij zal zich alleen op de retailmarkt van het Verenigd Koninkrijk toeleggen. BankCo zal als hypotheek- en spaarbank actief zijn. Haar risicobereidheid zal laag zijn, in lijn met haar zakelijke strategie. BankCo zal uitsluitend naar een A/P1-rating streven.

(129)

Wat betreft de aanwezigheid van BankCo op de spaar- en hypotheekmarkt in het Verenigd Koninkrijk, BankCo zal haar aanwezigheid op die markt niet uitbreiden. Door de herstructurering zal de omvang van BankCo één derde zijn van de oorspronkelijke grootte van Northern Rock. Het volume van haar nieuw te verstrekken kredieten blijft beperkt tot 9 miljard GBP in 2010, ten opzichte van 32,2 miljard GBP in 2007, hetgeen een marktaandeel van ongeveer 1,5 % vertegenwoordigt. Het marktaandeel van BankCo voor bruto kredietverlening zal rond [3-6] % liggen, tegenover 9,7 % vóór de staatsinterventie.

(130)

De funding die wordt gebruikt voor het produceren van woninghypotheken, blijft in hoofdzaak gebaseerd op retaildeposito’s, waarbij aanvankelijk in 2009 ongeveer [92-95] % van de totale funding van deposito’s afkomstig is, en dit percentage daalt tot ten minste ongeveer [68-71] % in 2013 (ten opzichte van minder dan 30 % vóór de crisis). De afhankelijkheid van BankCo van wholesale funding wordt beperkt tot ongeveer [22-35] % van haar hypotheekactiva.

(131)

Ook streeft BankCo voor nieuw te verstrekken kredieten een gewogen gemiddelde LTV van minder dan [68-71] % na, waarbij de kredieten niet uitkomen boven een LTV van [94-97] %. Zij zal zich toeleggen op hypotheken voor door de eigenaar bewoonde woningen (rond […] % van het totale kredietvolume) en zal ook een deel kredieten verstrekken voor aankoop met het oog op verhuring (rond […] %). Zij zal niet langer de Together-producten verkopen (hypotheken met een LTV van […] 125 %, gecombineerd met een niet-afgedekt krediet) en zal geen zakelijke kredieten verstrekken. Het kredietverstrekkingsbeleid van BankCo wordt, zonder rekening te houden met verbintenissen op gedragsgebied, ingeperkt doordat zij voor de financiering van haar kredietverstrekking afhankelijk is van retaildeposito’s. BankCo is voornemens in 2010 voor [6-9] miljard GBP kredieten te verstrekken en in 2011, 2012 en 2013 jaarlijks telkens [6-8] miljard GBP.

(132)

De verwachting is dat BankCo, volgens het door het Verenigd Koninkrijk ingediende businessplan, opnieuw winstgevend wordt in […] waarbij de nettorentebaten in een basisscenario toenemen van […] miljoen GBP in 2009 tot […] miljoen GBP in 2013, de winst (verlies) na belastingen oploopt van –[…] miljoen GBP in 2009 tot […] miljoen GBP in 2013, en de Return on Equity (hierna „RoE” genoemd) na belastingen toeneemt van –[…] % in 2009 tot rond [9-12] % in 2013. In een stresscenario zouden de nettorentebaten toenemen van […] miljoen GBP in 2009 tot [0,1-0,6] miljoen GBP in 2013, zou de winst (verlies) na belastingen stijgen van –[…] miljoen GBP in 2009 tot […] miljoen GBP in 2013, en zou de RoE stijgen van –[…] % in 2009 tot […] % in 2013. Voorts liggen deze cijfers, volgens het Verenigd Koninkrijk, niet boven het gemiddelde waarop de building societies, BankCo’s belangrijkste concurrenten, uitkomen.

(133)

Wat betreft BankCo’s wettelijke kapitaalpositie, de bank is dankzij de herkapitalisatie van 1,4 miljard GBP na de opsplitsing afdoende gekapitaliseerd. Dit zal, samen met het aanzienlijke bedrag aan contanten dat zij ontvangt, resulteren in een Tier 1-kapitaalratio van meer dan [48-53] % op het tijdstip van de opsplitsing, die afneemt tot rond [16-21] % in 2013, wanneer BankCo haar volume verstrekte kredieten heeft opgedreven door gebruik te maken van de grote hoeveelheden contanten die zij heeft ontvangen en door nieuwe funding aan te trekken. BankCo is ook afdoende gekapitaliseerd […]. Volgens het businessplan kan […] BankCo voor […] miljard GBP — in een probleemscenario […] miljard GBP — en toch levensvatbaar blijven.

(134)

Wat ten slotte de liquiditeit betreft, BankCo is voornemens om in de periode 2009-2013 een liquiditeitsratio (contanten/activa) van meer dan [19-20] % aan te houden, hetgeen volgens het Verenigd Koninkrijk in lijn is met de ratio die building societies aanhouden en hoger ligt dan het gemiddelde van meer gediversifieerde banken in het Verenigd Koninkrijk (liquiditeitsratio tussen 5 en 10 %). De core liquiditeit die BankCo aanhoudt, dekt [17-20] % van de retaildeposito’s en rond [6-3] maanden van de wholesale maturities.

(135)

Het plan bevat ook informatie over de uitstap van BankCo uit de TPO-regeling, waardoor de staat mogelijk de in Northern Rock, BankCo en AssetCo geïnjecteerde middelen geheel of gedeeltelijk zal terugkrijgen.

(136)

Op basis van het voorgaande is de resterende twijfel van de Commissie ten aanzien van de levensvatbaarheid van BankCo weggenomen. Deze conclusie is in lijn met de aanvankelijke beoordeling van de Commissie en de opmerkingen die in het kader van het besluit tot uitbreiding van de procedure van derden zijn ontvangen.

ii)   Eigen bijdrage/lastenverdeling

(137)

Volgens de herstructureringsmededeling moet de begunstigde onderneming een passende bijdrage leveren zodat de steun tot het minimum beperkt blijft en de mededingingsdistorsies en de moral hazard worden aangepakt. Met het oog daarop: a) dienen zowel de kosten van de herstructurering als het steunbedrag beperkt te blijven, en b) is een aanzienlijke eigen bijdrage noodzakelijk.

(138)

De beginselen met betrekking tot de eigen bijdrage van de begunstigde bank in de herstructureringsfase zijn uiteengezet in deel 3 van de herstructureringsmededeling. De voorwaarden zijn dat: i) de herstructureringssteun beperkt blijft tot het minimum dat nodig is om de kosten te dekken die nodig zijn voor het herstel van de levensvatbaarheid; ii) de begunstigde bank zoveel mogelijk eigen vermogen moet gebruiken om de herstructurering te financieren, via bijvoorbeeld de verkoop van activa, en iii) de kosten van de herstructurering ook in passende mate worden gedragen door wie in de bank heeft belegd, door verliezen te laten absorberen door het beschikbare kapitaal en door een passende vergoeding voor staatsinterventies te betalen. De doelstelling van deze lastenverdeling is dubbel: de mededingingsdistorsies beperken en het probleem van moral hazard aanpakken (44).

(139)

De twijfel van de Commissie of de steun wel beperkt is tot het minimum dat noodzakelijk is om de levensvatbaarheid van Northern Rock (BankCo) op lange termijn te herstellen, is weggenomen (zie ook overweging 141). Volgens het definitieve herstructureringsplan is het namelijk niet langer zo dat het volume nieuw te verstrekken krediet boven niveaus van vóór de crisis uitkomt of dat nieuwe activiteiten worden geacquireerd.

(140)

De contanten die AssetCo bij de opsplitsing aan BankCo overdraagt, zullen vooral worden gebruikt om voor 2010 een doelstelling inzake kredietverschaffing van [6-9] miljard GBP te halen. Het Verenigd Koninkrijk is van oordeel dat het behalen van dit volume kredietverschaffing noodzakelijk is met het oog op de stabilisering van de hypotheekmarkt in het Verenigd Koninkrijk, die te lijden heeft gehad van aanbodbeperkingen (met name door de negatieve nettokredietverschaffing van Northern Rock als gevolg van haar stimuleringsprogramma voor de aflossing van hypotheken), hetgeen de val van de huizenprijzen in het Verenigd Koninkrijk nog heeft versterkt. Voor 2011 zal de kredietverschaffingsdoelstelling van BankCo verder dalen tot [6-8] miljard GBP. Rekening houdende met dit alles, zijn de kosten van de herstructurering tot het noodzakelijke minimum beperkt.

(141)

Bij de vormgeving van het herstructureringsplan heeft het Verenigd Koninkrijk gekozen voor een oplossing die minder steun vereiste dan het initiële herstructureringsplan. Zoals in overweging 23 werd vermeld, zou het alternatief voor de opsplitsing van Northern Rock zijn geweest Northern Rock te laten voortbestaan, hetgeen een kapitaalinjectie van minstens 6 miljard GBP had gevergd (ten opzichte van maximaal 3 miljard GBP in een stressscenario in het definitieve herstructureringsplan). Door de opsplitsing is voor BankCo en AssetCo samen minder kapitaal nodig, aangezien AssetCo uitsluitend als hypotheekverstrekker zal opereren en daardoor een lager vereist toetsingsvermogen in acht moet nemen dan een gewone bank. Met de opsplitsing wordt de steun die nodig is om de levensvatbaarheid van Northern Rock te verzekeren, beperkt.

(142)

Voorts zal, als gevolg van de opsplitsing, de hypotheekportefeuille van BankCo een LTV-ratio hebben die hoger ligt dan die van de meeste building societies, die als haar naaste concurrenten kunnen worden beschouwd, en zal de RoE van BankCo aanzienlijk lager liggen dan die van banken en building societies in het Verenigd Koninkrijk in de periode tot 2013.

(143)

Daarnaast dienen in de heersende marktomstandigheden de uitkomsten van de stresstests mee in rekening te worden genomen om de levensvatbaarheid van de bank te bepalen (45). In dit verband hebben de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk bevestigd dat de 1,4 miljard GBP voor BankCo het door de FSA minimaal vereiste toetsingsvermogen is. Voorts BankCo […]. Het Verenigd Koninkrijk heeft aangetoond dat, indien meer aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa aan BankCo zouden worden overgedragen, dit zou moeten worden gecompenseerd door een nieuwe, door de staat door te voeren kapitaalinjectie, wil de levensvatbaarheid van de bank niet in gevaar komen en de beperkte kredietverschaffing aan de reële economie toch worden gehandhaafd.

(144)

De herstructureringskosten worden zoveel mogelijk door de bank zelf gedragen via de aflossing en de verkoop van activa. Ten eerste heeft Northern Rock het vereiste steunbedrag beperkt door in de periode van april 2008 tot begin 2009 haar bestaande cliënten actief te stimuleren hun kredieten af te lossen en deze bij concurrenten te herfinancieren. Op die wijze is Northern Rock cliënten van hoge kwaliteit — cliënten die in staat zijn gebleken een bank te vinden die bereid is hun krediet te verlenen — kwijtgeraakt. De opbrengsten van dit stimuleringsprogramma voor de aflossing van hypotheken zijn gebruikt om de staat terug te betalen. Daardoor is de BoE/HMT-liquiditeitsfaciliteit gedaald van 27 miljard GBP (eind 2007) tot 14,5 miljard GBP (30 juni 2009).

(145)

Ten tweede heeft Northern Rock haar HERM-portefeuille voor ongeveer 2,2 miljard GBP verkocht. Deze maatregel heeft middelen gegenereerd die zijn gebruikt om een deel van de BoE/HMT-liquiditeitsfaciliteit terug te betalen. De instroom van middelen is verzekerd aangezien de maatregel ten uitvoer is gelegd.

(146)

Northern Rock heeft ook de vereiste steun verminderd door in 2008 en 2009 een zeer beperkte hoeveelheid nieuwe hypotheken te produceren (3 miljard GBP in 2008 en 1,3 miljard GBP tot 30 juni 2009 — ten opzichte van 32,3 miljard GBP in 2007).

(147)

In het licht van het voorgaande is de conclusie dat de twijfel van de Commissie ten aanzien van de vraag of de steun beperkt blijft, weggenomen en dat de eigen bijdrage van Northern Rock voldoende is.

(148)

Ten aanzien van de lastenverdeling wordt in de herstructureringsmededeling geëist dat de herstructureringskosten niet alleen door de staat worden gedragen, maar ook door wie vroeger in de bank heeft belegd, en door de vroegere aandeelhouders.

(149)

Wat Northern Rock betreft, de bank was genationaliseerd en haar vroegere aandeelhouders zullen alleen worden vergoed op basis van de waarde van de onderneming zonder de staatssteun mee te rekenen (46). Bijgevolg is de kans groot dat deze vergoeding in de buurt van nul ligt. Dit betekent dat de vroegere aandeelhouders zijn uitgeschakeld en dus kunnen worden geacht voldoende de gevolgen van het faillissement van Northern Rock te hebben gedragen.

(150)

Voorts blijven de houders van de achtergestelde schulden van Northern Rock bij AssetCo. Dit betekent dat zij worden vergoed uit de bedragen die voor de activa van AssetCo worden ontvangen. Als houders van achtergestelde schulden, […]. Daarentegen is de staat een senior crediteur op basis van de leningen (de BoE/HMT-liquiditeitsfaciliteit en de werkkapitaalfaciliteit) die deze AssetCo heeft verstrekt. Daarom, […]. Bovendien heeft Northern Rock recent besloten couponbetalingen en betalingen op de hoofdsom van alle Tier 2- en verwante Tier 1-instrumenten uit te stellen wanneer zij daartoe de discretionaire bevoegdheid heeft. Het Verenigd Koninkrijk heeft voorts een verbintenis gedaan dat AssetCo ook na de opsplitsing deze betalingen zal blijven uitstellen. […].

(151)

Bijgevolg is het probleem van de moral hazard afdoende aangepakt door de eigen bijdrage van de vroegere houders van kapitaal van de bank.

(152)

De conclusie is dan ook dat Northern Rock en de eigenaren van haar kapitaal maximaal aan de herstructurering hebben bijgedragen.

iii)   Maatregelen ter beperking van de verstoring van de mededinging

(153)

In haar besluit tot uitbreiding van de procedure had de Commissie twijfel of de maatregelen die het Verenigd Koninkrijk voorstelde om de mededingingsdistorsie te beperken, afdoende waren om de mededingingsdistorsie te compenseren die wordt veroorzaakt doordat de economische activiteiten van Northern Rock via BankCo in de markt blijven. Dit bezwaar werd gedeeld door derden, die wezen op BankCo’s sterke positie op de hypotheek- en spaarmarkt in het Verenigd Koninkrijk en die maatregelen voorstelden om de door BankCo veroorzaakte mededingingsdistorsie aan te pakken.

(154)

Wat betreft de maatregelen om de concurrentiedistorsie te beperken, geeft de herstructureringsmededeling aan dat de Commissie bij haar beoordeling rekening dient te houden met het steunbedrag, de mate waarin de lasten worden verdeeld, en de positie die de financiële instelling na de herstructurering op de markt zal hebben. Op basis van die analyse dienen dan passende compenserende maatregelen te worden uitgewerkt.

(155)

De door Northern Rock veroorzaakte mededingingsdistorsie is aanzienlijk. Northern Rocks rechtsopvolger BankCo zal een bank zijn die over voldoende middelen beschikt en niet gebukt gaat onder de lasten van de risicovolle kredietverstrekking van Northern Rock in het verleden. Om Northern Rock vanaf september 2007 in bedrijf te houden en de opsplitsing te faciliëren, was een groot volume steun nodig, en dat zal ook in de toekomst zo zijn. Niettemin wordt Northern Rock een veel kleinere bank en heeft het Verenigd Koninkrijk voldoende maatregelen uitgewerkt om de mededingingsdistorsie te beperken.

(156)

Ten eerste zal Northern Rock niet langer dezelfde economische entiteit zijn als vóór de staatsinterventie. De bank is genationaliseerd en is zeer ingrijpend geherstructureerd. Daardoor zal een veel kleinere bank dan Northern Rock (BankCo) op de retailmarkt in het Verenigd Koninkrijk concurreren. Na de opsplitsing zal de balans van BankCo ongeveer [17-22] % bedragen van de balans van Northern Rock in 2007. Omdat de bank echter, vanaf het tijdstip van de opsplitsing, over zeer veel contanten zal beschikken en zij nagenoeg uitsluitend wordt gefinancierd uit retaildeposito’s, waardoor zij de eerstkomende jaren snel zal kunnen groeien, is het billijker de „gestabiliseerde” situatie aan het eind van de herstructureringsperiode te hanteren om de omvang van de inkrimping te beoordelen. Op dat tijdstip zal de balans minder dan [30-35] % bedragen van het oorspronkelijke balanstotaal van Northern Rock in 2007. Wat betreft de omvang van de bank op de markten na de herstructurering, het marktaandeel (op basis van bruto nieuw verstrekte kredieten) op de markt voor woninghypotheken zal in de periode tot 2013 rond [3-6] % liggen ([6-9] miljard GBP) — ten opzichte van 8 % (32,2 miljard GBP) in 2007. Op de markt voor retaildeposito’s in het Verenigd Koninkrijk zal het marktaandeel van BankCo in de periode tot na 2013 niet boven 1,5 % (23 miljard GBP) uitkomen — ten opzichte van 1,9 % vóór de bank-run van september 2007. Een en ander laat zien dat BankCo een betrekkelijk kleine bank zal zijn — geen marktleider. Een verdere inkrimping van de aanwezigheid van BankCo op de hypotheek- en spaarmarkt in het Verenigd Koninkrijk zou de levensvatbaarheid van de bank in gevaar hebben gebracht.

(157)

In 2008 en 2009 heeft Northern Rock haar kredietverschaffing vrijwillig ingekrompen tot zeer lage niveaus (3 miljard GBP in 2008 en 1,3 miljard GBP in het eerste halfjaar 2009 — ten opzichte van 32,2 miljard GBP in 2007 (zie tabel 1)) als gevolg van de in het Competitive Framework voor haar kredietverschaffing vastgestelde plafonds en door cliënten in het kader van haar stimuleringsprogramma voor de aflossing van hypotheken aan te moedigen hun kredieten over te sluiten bij concurrenten. Die laatste maatregel heeft ervoor gezorgd dat de nettokredietverschaffing in 2008 is gedaald tot 25,4 miljard GBP. Geconcludeerd dient te worden dat Northern Rock haar marktaanwezigheid op de hypotheekmarkt heeft ingekrompen zodra het Competitive Framework aan het eind van het eerste kwartaal 2008 werd aangekondigd.

(158)

Ten tweede heeft het Verenigd Koninkrijk, in vergelijking met het aangepaste herstructureringsplan, maatregelen genomen om de balans van BankCo te versmallen, met minder contanten en meer risicovolle activa, waardoor deze met ongeveer 4 miljard GBP is gekrompen. BankCo zal over minder contanten beschikken en over meer hypotheken, van bovendien lagere kwaliteit. Met minder contanten ter beschikking wordt BankCo beperkt in haar mogelijkheden om hypotheken te verstrekken. De aanpassingen die het Verenigd Koninkrijk aan de balans heeft aangebracht, dragen bij tot het aanpakken van de punten waartegen derden bezwaar hadden gemaakt (zie punt 4.2).

(159)

Ten derde heeft het Verenigd Koninkrijk tegenover de Commissie diverse verbintenissen gedaan om de marktaanwezigheid van BankCo in te perken; deze zijn in punt 5.4 nader beschreven. Er zijn plafonds vastgelegd voor de retaildeposito’s en hypotheekverstrekking van BankCo. Die plafonds blijven ten minste tot eind 2011 van kracht, ongeacht of BankCo uit de TPO-regeling stapt, en mogelijk zelfs langer indien de uitstap uit die regeling pas na 2011 plaatsvindt. Deze plafonds beperken de mogelijkheden van BankCo voor een agressieve expansie op de markt.

(160)

In dat verband is het noodzakelijk dat deze plafonds van toepassing blijven zelfs indien er vóór 2011 een uitstap uit de TPO-regeling komt, aangezien BankCo nog steeds de staatssteun geniet die haar en AssetCo is verleend om de opsplitsing van Northern Rock te faciliëren. De aldus verleende steun zorgt ervoor dat BankCo zich na de opsplitsing in een goede uitgangspositie bevindt. Zij is bevrijd van de risicovolle kredieten uit het verleden en heeft een aanzienlijke hoeveelheid contanten ontvangen. BankCo zal ook na de opsplitsing van de steun blijven profiteren. Een snelle uitstap uit de TPO-regeling compenseert niet volledig de mededingingsdistorsie door BankCo, hetgeen dus rechtvaardigt dat de plafonds ten minste tot eind 2011 van kracht blijven.

(161)

Wat betreft de bezwaren die derden formuleerden ten aanzien van de mogelijkheden van BankCo om concurrenten door een agressief tariefbeleid uit de markt te drukken, heeft het Verenigd Koninkrijk de verbintenis gegeven dat BankCo uit de top drie-tabellen van Moneyfacts zal blijven voor de courante hypotheekproducten (met uitzondering van hypotheken met een LTV-ratio van meer dan 80 % of van producten voor woningstarters). De Moneyfacts-tabellen bevatten gegevens over de top vijf hypotheken in diverse segmenten die op een bepaald tijdstip als de beste koop op de markt gelden. Voor kleinere banken is het belangrijk om in de Moneyfacts-tabel te verschijnen, aangezien dit een doeltreffend middel is om met cliënten in contact te komen. De verbintenis van het Verenigd Koninkrijk zorgt ervoor dat BankCo, weliswaar nog steeds zichtbaar is, maar niet het beste tarief op de markt kan aanbieden. Aldus wordt gedurende de jaren dat BankCo het sterkst afhankelijk is van staatssteun, het risico beperkt dat concurrenten worden weggedrukt.

(162)

Voorts heeft het Verenigd Koninkrijk een verbintenis gedaan om BankCo […] te verkopen. De verkoop van BankCo biedt de staat de mogelijkheid om (een deel van) de in Northern Rock geïnjecteerde middelen terug te krijgen. Bovendien zorgt een snelle uitstap uit de TPO-regeling ervoor dat derden de kans krijgen BankCo over te nemen. In dat verband hebben concurrenten van Northern Rock vooral erover geklaagd dat, zolang Northern Rock in de TPO-regeling zit, het voor de bank gemakkelijker is om retaildeposito’s aan te trekken aangezien consumenten ervan op de hoogte zijn dat de bank door de staat wordt ondersteund. Wordt aan deze TPO-regeling een eind gemaakt, dan valt ook deze vorm van concurrentieverstoring weg.

(163)

Het Verenigd Koninkrijk heeft ook de verbintenis gedaan dat de garanties op retail- en wholesaledeposito’s voor BankCo zullen worden ingetrokken tegen […]. Daardoor bevindt BankCo zich, wat retail- en wholesaledeposito’s betreft, niet in een gunstigere positie ten opzichte van haar concurrenten. Met die verbintenis worden dus de bezwaren van derden weggenomen ten aanzien van het blijven doorlopen van de garanties.

(164)

Wat de gedragsbeperkingen betreft, BankCo wordt in haar activiteiten beperkt door een overnameverbod en een verbod om met de staatsgaranties en de TPO-regeling uit te pakken. Die maatregelen blijven doorlopen tot er een eind komt aan de TPO-regeling.

(165)

De terugtrekking van Northern Rock uit Denemarken kan worden beschouwd als een maatregel die de mededingingsdistorsie beperkt, aangezien Northern Rock — en dus ook BankCo — niet langer op deze markt zullen concurreren.

(166)

Ten slotte zijn eventuele concurrentiedistorsies door AssetCo, als gevolg van haar beperkte economisch activiteiten, gering zoals wordt bevestigd door de in punt ix) van overweging 29, bedoelde verbintenis van het Verenigd Koninkrijk. […], zal haar economische activiteiten inkrimpen — en dus zal ook de potentiële mededingingsdistorsie afnemen.

(167)

Volgens punt 46 van de herstructureringsmededeling zijn regelmatige, gedetailleerde verslagen van de lidstaat noodzakelijk om te kunnen nagaan of het herstructureringsplan correct wordt uitgevoerd. Bijgevolg dienen de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk bij de Commissie dit soort verslagen om de zes maanden, te rekenen vanaf het tijdstip van de onderhavige beschikking, in te dienen.

7.   CONCLUSIE

(168)

De voortzetting van de maatregelen i), ii) en iii) na de opsplitsing van Northern Rock, alsmede de in overweging 30 bedoelde maatregelen iv) tot en met xii) worden beschouwd als herstructureringssteun die met artikel 87, lid 3, onder b), van het Verdrag verenigbaar dient te worden verklaard,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De volgende steunmaatregelen die het Verenigd Koninkrijk ten faveure van Northern Rock, BankCo en AssetCo ten uitvoer heeft gelegd, zijn met de gemeenschappelijke markt verenigbaar, op de in artikel 2 uiteengezette voorwaarden:

i)

de retroactieve toepassing van een lagere premie op de liquiditeitsfaciliteit van de Bank of England die nadien door het ministerie van Financiën is verlengd (hierna „de BoE/HMT-liquiditeitsfaciliteit” genoemd) en de terugbetaling van de te veel betaalde premies aan Northern Rock na de opsplitsing van Northern Rock in BankCo en AssetCo;

ii)

de verzekering die het ministerie van Financiën aan de Financial Services Authority heeft gegeven dat Northern Rock boven het vereiste toetsingsvermogen zal opereren;

iii)

het blijven doorlopen van de staatsgarantie voor retaildeposito’s van BankCo;

iv)

het blijven doorlopen van de staatsgarantie voor wholesaledeposito’s van BankCo;

v)

de herkapitalisatie van BankCo ten belope van 1,4 miljard GBP;

vi)

de voorwaardelijke liquiditeitsfaciliteit van 1,5 miljard GBP voor BankCo;

vii)

het blijven doorlopen van de staatsgarantie voor wholesaledeposito’s van AssetCo;

viii)

het optrekken van de BoE/HMT-liquiditeitsfaciliteit met 10 miljard GBP tot maximaal 23 miljard GBP;

ix)

de herkapitalisatie van AssetCo met tot 1,6 miljard GBP, en

x)

de werkkapitaalfaciliteit van 2,5 miljard GBP voor AssetCo.

Artikel 2

De in artikel 1 bedoelde voorwaarden zijn als volgt:

i)

de volledige operationele scheiding tussen BankCo en AssetCo komt er zo snel mogelijk en uiterlijk tegen eind 2010;

ii)

het volume nieuw door BankCo te verstrekken kredieten wordt beperkt tot 4 miljard GBP in 2009, tot 9 miljard GBP in 2010 en tot 8 miljard GBP in 2011. Ingeval BankCo na 2011 tijdelijk overheidseigendom blijft (hierna „de TPO-regeling” genoemd), blijft het plafond voor kredietverschaffing van 8 miljard GBP in 2011 gelden tot en met 31 december 2013 of, indien dat vroeger gebeurt, totdat de bank uit de TPO-regeling stapt;

iii)

het totale saldo van BankCo voor retaildeposito’s in het Verenigd Koninkrijk, in Ierland en op Guersney blijft tot en met 31 december 2011 beperkt tot 20 miljard GBP. Ingeval BankCo ook in 2012 en 2013 in de TPO-regeling blijft, geldt voor retaildeposito’s een plafond van 23 miljard GBP in 2012 en van 26 miljard GBP in 2013 of een uitstap uit de TPO-regeling;

iv)

BankCo behoort niet tot de top drie in de Moneyfacts hypotheekcategorieën voor twee, drie of vijf jaar vast of voor variabele hypotheken (met uitzondering van hypotheken met een loan-to-value ratio van meer dan 80 % en producten bestemd voor woningstarters) in de periode tot 31 december 2011 of, indien dat voordien gebeurt, totdat de bank uit de TPO-regeling stapt;

v)

de regering van het Verenigd Koninkrijk moet haar meerderheidsbelang in BankCo opgeven […]. In dat verband wordt de TPO-regeling geacht te zijn beëindigd indien het Verenigd Koninkrijk ten minste 50 % + 1 aandeel van de aandelen-BankCo heeft verkocht aan een entiteit (of entiteiten) die geen eigendom is (of zijn) van of die niet onder de zeggenschap staat (of staan) van de staat, en het Verenigd Koninkrijk niet langer zeggenschap over BankCo heeft in de zin van Verordening (EG) nr. 139/2004;

vi)

BankCo […] kondigt publiek aan dat aan de door het Verenigd Koninkrijk afgegeven retaildepositogarantie een eind komt tegen […] en dat de regelingen voor wholesalegaranties ten behoeve van BankCo tegen 31 december 2010 door het Verenigd Koninkrijk worden opgeheven;

vii)

bestaande achtergestelde schulden blijven binnen AssetCo en er worden geen hoofdsommen afgelost noch couponbetalingen gedaan op achtergestelde schuldinstrumenten voor zover AssetCo daartoe contractueel de mogelijkheid heeft, […];

viii)

BankCo en AssetCo verwerven geen aandelen in andere ondernemingen of pakken niet uit met de regelingen inzake overheidsgaranties of het eigendom door de overheid;

ix)

AssetCo ontwikkelt geen nieuwe economische activiteiten tenzij de activiteiten die noodzakelijk zijn om BankCo operationele ondersteuning te bieden totdat de operationele splitsing van BankCo en AssetCo is voltooid […].

Artikel 3

Het Verenigd Koninkrijk deelt de Commissie binnen twee maanden vanaf de kennisgeving van deze beschikking mee welke maatregelen het heeft genomen om hieraan te voldoen. Voorts dient het Verenigd Koninkrijk vanaf de vaststelling van de onderhavige beschikking om de zes maanden gedetailleerde verslagen in over de maatregelen die het heeft genomen om aan deze beschikking te voldoen.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.

Gedaan te Brussel, 28 oktober 2009.

Voor de Commissie

Neelie KROES

Lid van de Commissie


(1)  PB C 135 van 3.6.2008, blz. 21.

(2)  PB C 149 van 1.7.2009, blz. 16.

(3)  PB C 43 van 16.2.2008, blz. 1.

(4)  PB C 244 van 1.10.2004, blz. 2.

(5)  Zie voetnoot 1.

(6)  Zie voetnoot 2.

(7)  „Bruto kredietverschaffing” omvat alle voorschotten, terwijl „netto kredietverschaffing” de voorschotten omvat minus aflossingen en terugbetalingen.

(8)  Alle beschrijvende informatie uit het besluit tot inleiding van de procedure wordt in de onderhavige beschikking weliswaar niet herhaald, maar wordt niettemin in aanmerking genomen bij de beoordeling verderop in deze beschikking.

(9)  Bedrijfsgevoelige informatie. Getallen of percentages zijn, voor zover mogelijk, vervangen door bandbreedtes tussen vierkante haken.

(10)  Geconsolideerd.

(11)  Niet door accountants gecontroleerd.

(12)  Northern Rock heeft dit Competitive Framework ten uitvoer gelegd na de nationalisatie door de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk. Dit Framework moet ervoor zorgen dat Northern Rock niet langer in staat is haar overheidssteun te gebruiken voor oneerlijke concurrentie op de markt. Het bevat verbintenissen van Northern Rock om haar aanwezigheid op de hypotheek- en spaarmarkt in het Verenigd Koninkrijk te beperken. Zie ook de beschrijving van dit Competitive Framework in punt 81 van het besluit tot inleiding van de procedure (voetnoot 1).

(13)  Hierna „activa in contanten” genoemd, bestaande uit contanten en. Schatkistpapier wordt hierna „activa in contanten” of „contanten” genoemd.

(14)  Dit zijn bankrekeningen op naam van de Granite-effectiseringsstructuur die bij Northern Rock werden aangehouden.

(15)  Een programma voor covered bonds bestaande uit verschillende tranches van schuldemissies.

(16)  Portefeuille van in het verleden door Northern Rock geproduceerde hypotheken.

(17)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.

(18)  De Commissie zal bij het beoordelen van de maatregelen, ter wille van de duidelijkheid, de nummering aanhouden die bij de beschrijving van de maatregelen in de overwegingen 30 en 31 wordt gebruikt.

(19)  Zie punt 94 van het besluit tot inleiding van de procedure.

(20)  Zie punt 91 van het besluit tot inleiding van de procedure en punt 28 van het besluit tot uitbreiding van de procedure.

(21)  Zie de punten 32 en 39 van het besluit tot uitbreiding van de procedure.

(22)  Zie de punten 26 en 49 van het besluit tot uitbreiding van de procedure.

(23)  Zie de punten 33 en 46 van het besluit tot uitbreiding van de procedure.

(24)  Zie punt 22, onder ii), van het besluit tot uitbreiding van de procedure.

(25)  Zie punt 26 van het besluit tot uitbreiding van de procedure.

(26)  Zie voetnoot 23.

(27)  Zie het besluit van de Commissie betreffende steunmaatregel NN 70/07 — Northern Rock (PB C 43 van 16.2.2008, blz. 1); het besluit van de Commissie betreffende steunmaatregel C 14/08 (ex NN 1/08) — Herstructureringssteun ten behoeve van Northern Rock (PB C 135 van 3.6.2008, blz. 21) (besluit tot inleiding van de procedure) en het besluit van de Commissie betreffende steunmaatregel C 14/08 — Herstructureringssteun voor Northern Rock (PB C 149 van 1.7.2009, blz. 16).

(28)  Deze premie is door de Commissie goedgekeurd in haar besluit betreffende steunmaatregel N 507/08 — Financial support measures for the banking industry in the UK (PB C 290 van 13.11.2008, blz. 4).

(29)  Het vermelde bedrag geeft het totale bedrag retaildeposito′s weer en houdt geen rekening met het depositogarantiestelsel FSCS.

(30)  PB C 72 van 26.3.2009, blz. 1.

(31)  Dit businessplan werd op 18.9.2009 geactualiseerd om rekening te houden met de bezwaren die de Commissie en belanghebbenden hadden geformuleerd ten aanzien van de door de steun veroorzaakte concurrentiedistorsies.

(32)  Bijvoorbeeld de CGS-kredietgarantieregeling; zie voetnoot 15.

(33)  Wat betreft de verbintenis van het ministerie van Financiën ten aanzien van de FSA dat Northern Rock boven de kapitaalvereisten zal opereren, deze kan worden beschouwd als gelijk te stellen met een verbintenis de bank in de toekomst te kapitaliseren welke de vorm zal aannemen van een kapitaalinjectie van BankCo na de opsplitsing.

(34)  Zie voetnoot 14.

(35)  Besluit van de Commissie betreffende steunmaatregel NN 70/07 — Rescue aid to Northern Rock (PB C 43 van 16.2.2008, blz. 1).

(36)  Zie de punten 100 en 101 van het besluit tot inleiding van de procedure.

(37)  Zie, voor dit beginsel, het arrest van 15 december 1999, gevoegde zaken T-132/96 en T-143/96, Freistaat Sachsen, Volkswagen AG en Volkswagen Sachsen GmbH/Commissie, Jurispr. 1999, blz. II-3663, punt 167. Deze benadering is toegepast in Beschikking 98/490/EG van de Commissie betreffende de door Frankrijk aan de groep Crédit Lyonnais verleende steun (PB L 221 van 8.8.1998, blz. 28), punt 10.1; Beschikking 2005/345/EG van de Commissie betreffende herstructureringssteun van Duitsland ten gunste van Bankgesellschaft Berlin AG (PB L 116 van 4.5.2005, blz. 1), de overwegingen 153 e.v., en Beschikking 2008/263/EG van de Commissie betreffende steunmaatregel C 50/06, BAWAG (PB L 83 van 26.3.2008, blz. 7), de overwegingen 166 e.v. Zie ook het besluit van de Commissie betreffende steunmaatregel NN 70/07, Northern Rock (PB C 43 van 16.2.2008, blz. 1), en het besluit van de Commissie betreffende steunmaatregel NN 25/08, Risikoabschirmung WestLB (PB C 189 van 26.7.2008, blz. 3).

(38)  PB C 270 van 25.10.2008, blz. 8.

(39)  PB C 10 van 15.1.2009, blz. 2.

(40)  PB C 195 van 19.8.2009, blz. 9.

(41)  Zie o.a. het besluit van de Commissie van 13 oktober 2008 betreffende steunmaatregel N 507/08, Financial Support Measures to the Banking Industry in the UK (PB C 290 van 13.11.2008, blz. 4); het besluit van de Commissie betreffende steunmaatregel N 650/08, Notification of modifications to the financial support measures to the banking industry in the UK (PB C 54 van 7.3.2009, blz. 3), en het besluit van de Commissie betreffende steunmaatregel N 193/09, Extension of credit guarantee scheme (CGS) (PB C 145 van 25.6.2009, blz. 3).

(42)  De mededeling besmette activa geeft criteria om een maatregel voor activaondersteuning zowel binnen een reddingsscenario als binnen een herstructureringsscenario te beoordelen. In een reddingsscenario is de aanname dat, wanneer een bank een tijdelijke maatregel waarvan het bedrag beperkt is, nodig heeft om de crisis aan te pakken, zij haar levensvatbaarheid kan herstellen zodra de toestand op de markten stabiliseert en dat geen verdere structurele aanpassingen of herstructurering nodig zijn. In gevallen waarin de bank daarentegen aanzienlijke steunbedragen nodig heeft of niet kan zorgen voor een passende lastenverdeling, is een verdergaande herstructurering van de bank noodzakelijk. Voor dat laatste geval worden in deel 6 van de mededeling besmette activa specifiekere vereisten vastgesteld ten aanzien van de voorwaarde dat lasten moeten worden verdeeld.

(43)  Zie, voor de toetsing van het herstructureringsplan aan de herstructureringsmededeling, de overwegingen 123 e.v.

(44)  Zie punt 22 van de herstructureringsmededeling.

(45)  Zie punt 13 van de herstructureringsmededeling.

(46)  Zie punt 90 van het besluit tot inleiding van de procedure.