ISSN 1725-2598

doi:10.3000/17252598.L_2010.057.dut

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 57

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

53e jaargang
6 maart 2010


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) nr. 164/2010 van de Commissie van 25 januari 2010 betreffende de technische specificaties voor elektronische scheepsrapportering voor de binnenvaart als bedoeld in artikel 5 van Richtlijn 2005/44/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende geharmoniseerde River Information Services (RIS) op de binnenwateren in de Gemeenschap

1

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

6.3.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 57/1


VERORDENING (EU) NR. 164/2010 VAN DE COMMISSIE

van 25 januari 2010

betreffende de technische specificaties voor elektronische scheepsrapportering voor de binnenvaart als bedoeld in artikel 5 van Richtlijn 2005/44/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende geharmoniseerde River Information Services (RIS) op de binnenwateren in de Gemeenschap

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Richtlijn 2005/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende geharmoniseerde River Information Services (RIS) op de binnenwateren in de Gemeenschap (1), en met name op artikel 5, lid 1, onder b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

RIS dient te worden ontwikkeld en uitgevoerd op een geharmoniseerde, interoperabele en vrij toegankelijke manier.

(2)

De technische specificaties voor elektronische scheepsrapportering in de binnenvaart dienen te worden gedefinieerd.

(3)

De technische specificaties voor elektronische scheepsrapportering in de binnenvaart dienen gebaseerd te zijn op de technische principes die beschreven zijn in bijlage II bij de richtlijn.

(4)

De technische specificaties dienen de werkzaamheden in acht te nemen die door betreffende internationale organisaties zijn verricht. De samenhang met de verkeerbeheersdiensten van andere vervoerswijzen, in het bijzonder met het maritieme verkeersbeheer en de informatiediensten van maritiem scheepsverkeer, dient te worden gegarandeerd.

(5)

Zij dienen ook de werkzaamheden in acht te nemen die zijn uitgevoerd door de deskundigengroep op het gebied van elektronische scheepsrapportering, die bestaat uit vertegenwoordigers van de instanties van de lidstaten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van elektronische scheepsrapportering en officiële leden van andere overheidsinstanties en waarnemers uit de sector.

(6)

De technische specificaties dienen overeen te stemmen met de huidige stand van de techniek. Ervaring die opgedaan werd door de toepassing van Richtlijn 2005/44/EG en toekomstige technische vooruitgang kunnen het noodzakelijk maken om de technische specificaties te wijzigen. Wijzigingen aan de technische specificaties dienen de werkzaamheden die uitgevoerd zijn door de deskundigengroep op het gebied van elektronische scheepsrapportering voldoende in acht te nemen.

(7)

De maatregelen die in deze Verordening worden gegeven, stemmen overeen met de opvattingen van het comité dat is opgericht als gevolg van artikel 7 van Richtlijn 91/672/EEG van de Raad van 16 december 1991 inzake de wederzijdse erkenning van de nationale vaarbewijzen voor het besturen van schepen in het goederen- en personenvervoer over de binnenwateren (2),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De technische specificaties voor elektronische scheepsrapportering in de binnenvaart worden gedefinieerd in de bijlage.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 25 januari 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 255 van 30.9.2005, blz. 152.

(2)  PB L 373 van 31.12.1991, blz. 29.


BIJLAGE

INHOUDSOPGAVE

1.

Deel 1: Conventie voor de handleiding voor de toepassing van berichten

1.1.

Inleiding

1.2.

Structuur UN/EDIFACT-bericht

1.2.1.

Beschrijving van de segmenten en data-elementen

1.2.2.

Syntaxis

1.2.2.1.

Tekenreeksen

1.2.2.2.

Uitwisselingsstructuren

1.2.2.3.

Uitwisseling

1.2.2.4.

Volgorde van segmenten en groepen van segmenten binnen een bericht

1.2.2.5.

Segmentstructuur

1.2.2.6.

Structuur van data-elementen

1.2.2.7.

Comprimeren

1.2.2.8.

Weergave van de waarde van numerieke data-elementen

1.3.

Berichten

1.3.1.

ERINOT

1.3.2.

PAXLST

1.3.3.

ERIRSP

1.3.4.

BERMAN

1.4.

Wijzigingsprocedures

2.

Deel II: Codes en referenties

2.1.

Inleiding

2.2.

Verklaringen

2.2.1.

Terminologie

2.2.2.

WDO en het GS

2.3.

Definities

2.4.

Classificaties en beschrijvingen van codes

2.4.1.

Bijwerking van codes en referentietabellen

2.4.2.

Beschrijvingen van de codetabellen

2.4.2.1.

Type schip en samenstel

2.4.2.2.

Officieel scheepsnummer (OFS)

2.4.2.3.

IMO-scheepsidentificatienummer

2.4.2.4.

Elektronisch rapporteringsnummer (voor de identificatie van schepen) ERN

2.4.2.5.

Uniek Europees scheepsidentificatienummer

2.4.2.6.

Code geharmoniseerd systeem (GS)

2.4.2.7.

Gecombineerde nomenclatuur (GN)

2.4.2.8.

Uniforme goederennomenclatuur voor de vervoersstatistiek/herzien (NST) 2000

2.4.2.9.

VN-code gevaarlijke goederen (UNDG)

2.4.2.10.

Internationale Code voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over zee (IMDG)

2.4.2.11.

ADN/R/D

2.4.2.12.

VN-landcode

2.4.2.13.

VN-locatiecode — UNLOCODE

2.4.2.14.

Code vaarwegsecties

2.4.2.15.

Terminalcode

2.4.2.16.

Code voor containerafmetingen en containertypes

2.4.2.17.

Containeridentificatiecode

2.4.2.18.

Verpakkingstype

2.4.2.19.

Overslaginstructies

2.4.2.20.

Doel van aanroep

2.4.2.21.

Aard van de lading

2.5.

Uniek Europees scheepsidentificatienummer

2.6.

Definitie van de ERI-scheepstypes

2.7.

Locatiecodes

2.7.1.

Data-elementen

2.7.2.

Voorbeeld

Afkortingen

Aanhangsels

Handleidingen voor de toepassing van berichten

Aanhangsel 1

Rapportering over (gevaarlijke) goederen (IFTDGN) — ERINOT

Aanhangsel 2

Lijst van passagiers en bemanningsleden (PAXLST)

Aanhangsel 3

ERINOT-antwoord- en -ontvangstbericht (APERAK) — ERIRSP

Aanhangsel 4

Kadebeheer en havenaanmelding (BERMAN)

1.   DEEL 1: CONVENTIE VOOR DE HANDLEIDING VOOR DE TOEPASSING VAN BERICHTEN

1.1.   Inleiding

De technische specificaties definiëren de structuur van vier berichten voor elektronische scheepsrapportering in de binnenvaart op basis van de UN/EDIFACT-berichtstructuur (zie ook hoofdstuk 1.2) en indien nodig aangepast aan de binnenscheepvaart.

Wanneer de nationale of internationale wetgeving elektronische scheepsrapportering voor de binnenvaart eist, dienen deze technische specificaties te worden toegepast.

De berichten zijn:

1)

Rapportering over (gevaarlijke) goederen (IFTDGN) — ERINOT

2)

Lijst van passagiers en bemanningsleden (PAXLST)

3)

ERINOT-antwoord- en -ontvangstbericht (APERAK) — ERIRSP

4)

Kadebeheer en havenaanmelding (BERMAN)

In de aanhangsels (Praktische handleidingen voor berichten) wordt het precieze gebruik van de berichten, de data-elementen en de codes vastgelegd om te garanderen dat deze berichten door iedereen op dezelfde wijze worden geïnterpreteerd en gebruikt.

Het gebruik van XML-technologie is een andere mogelijkheid. De normalisatie van de definitie van XML-berichten voor de elektronische scheepsrapportering in de binnenvaart wordt behandeld door de relevante werkgroep die het comité bijstaat en die is opgericht als gevolg van artikel 7 van Richtlijn 91/672/EEG van de Raad van 16 december 1991 inzake de wederzijdse erkenning van de nationale vaarbewijzen voor het besturen van schepen in het goederen- en personenvervoer over de binnenwateren.

1.2.   Structuur UN/EDIFACT-bericht

De volgende details zijn gebaseerd op ISO 9735.

De UN/EDIFACT-berichten zijn samengesteld uit verschillende segmenten. De structuur van een bericht wordt beschreven in een boomdiagram dat de positie en de onderlinge relatie van segmenten en segmentgroepen aangeeft.

Voor elk segment worden de data-elementen gedefinieerd die in een bericht zullen worden gebruikt. Sommige data-elementen worden gecombineerd tot samengestelde data-elementen. De berichten worden opgesteld volgens vaste syntactische regels zoals gedefinieerd in ISO 9735.

Een segment en een data-element in een segment zijn ofwel verplicht ofwel facultatief. De verplichte segmenten en/of data-elementen bevatten belangrijke gegevens voor de ontvangende applicatie en dienen te worden ingevuld met zinvolle, met andere woorden, geldige gegevens. De facultatieve elementen hoeven niet noodzakelijk aanwezig te zijn in een bericht.

Elk bericht start met twee of drie segmenten, de „uitwisselkop” of „interchange header” (UNB) en de „berichtenkop” of „message header” (UNH). Indien noodzakelijk wordt ook het „service string advice” (UNA) gebruikt als eerste segment om te definiëren welke tekenreeksen in het bericht gebruikt worden. Elk bericht eindigt met de segmenten „kenmerk einde bericht” of „message trailer” (UNT) en „kenmerk einde uitwisseling” of „interchange trailer” (UNZ). Zo maakt elk bericht deel uit van één uitwisseling en bevat een uitwisseling slechts één bericht.

1.2.1.   Beschrijving van de segmenten en data-elementen

In de beschrijvingen van het bericht worden de volgende indicatoren gebruikt:

Kolom 1 bevat de naam in de vorm van een acroniem (TAG) van de , zoals weergegeven in de hiërarchie van segmentnamen op hogere niveaus. Deze indicatie is afgeleid van het boomdiagram.

Kolom 2 bevat de naam in de vorm van het acroniem (TAG) van het , het nummer van het en het nummer van het .

Kolom 3 geeft het aan waarop het segment zich bevindt in het boomdiagram.

Kolom 4 geeft aan of het segment of data-element (M) is of (C).

Kolom 5 definieert het van het data-element.

Kolom 6 geeft de UN/EDIFACT- van het data-element. De namen van de segmenten worden in vetgedrukte hoofdletters geschreven, de namen van de samengestelde data-elementen worden in gewone hoofdletters geschreven en de namen van data-elementen worden in gewone kleine letters geschreven.

Kolom 7 geeft een van de data-elementen (velden). Wanneer u een vaste waarde dient te gebruiken, wordt die waarde tussen aanhalingstekens vermeld.

1.2.2.   Syntaxis

De volledige beschrijving van de data-elementen in de servicesegmenten maakt deel uit van ISO 7372 (TDED) Overzicht van data-elementen voor de handel.

1.2.2.1.   Tekenreeksen

Voor de tekens in de onderstaande reeksen dienen de 7-bitscodes in de basis codetabellen in ISO 646 gebruikt te worden, tenzij de uitwisselende partners in een UNA-segment specifieke afspraken hebben gemaakt over de overeenstemmende 8-bitscodes in ISO 6937 en ISO 8859 of andere bitscodes.

Tekenreeks van niveau A:

Omschrijving

Code

Opmerkingen

Letters

Hoofdletters A tot Z

 

Cijfers

0 tot 9

 

Spatie

 

 

Punt

.

 

Komma

,

 

Koppelteken/minteken

 

Openend haakje

(

 

Sluitend haakje

)

 

Schuine streep (slash)

/

 

Gelijkheidsteken

=

 

Apostrof

'

Voorbehouden voor gebruik als afsluitingskenmerk

Plusteken

+

Voorbehouden voor gebruik als segmenttag en scheidingsteken voor data-elementen

Dubbele punt

:

Voorbehouden voor gebruik als scheidingsteken tussen component data-elementen

Vraagteken

?

Voorbehouden voor gebruik als herstelteken ? wanneer dit onmiddellijk voorafgaat aan een van de tekens ' + : ? herstelt de normale betekenis ervan. Bijvoorbeeld, 10? + 10 = 20 betekent 10 + 10 = 20. Het vraagteken wordt weergegeven door??.

De volgende tekens maken ook deel uit van de tekenreeks van niveau A.

Omschrijving

Code

Uitroepteken

!

Aanhalingsteken

"

Procentteken

%

Ampersand

&

Asterisk

*

Kommapunt

;

„Is kleiner dan”-teken

<

„Is groter dan”-teken

>

1.2.2.2.   Uitwisselingsstructuren

Het segment UNA, service string advice, en de servicesegmenten UNB tot UNZ dienen voor te komen in de volgorde die vermeld is in een uitwisseling. Zie hoofdstuk 1.2.2.3.

Binnen een uitwisseling kunnen verscheidene functionele groepen bestaan.

Een bericht bestaat uit segmenten. De structuren van segmenten en van data-elementen daarin worden getoond in hoofdstuk 1.2.2.5.

1.2.2.3.   Uitwisseling

Een uitwisseling bestaat uit:

Service String Advice UNA facultatief

- - - - - - - - - - Uitwisselkop UNB verplicht

| - - - - - - Berichtenkop UNH verplicht

| | Te gebruiken data segmenten beschreven in de bijlage praktische handleiding

| - - - - - - Kenmerk einde bericht UNT verplicht

- - - - - - - - - - Kenmerk einde uitwisseling UNZ verplicht

1.2.2.4.   Volgorde van segmenten en groepen van segmenten binnen een bericht

De berichtstructuurdiagrammen en de volgorde van de segmenten volgens de verwerkingsregels vindt u in de aanhangsels.

1.2.2.5.   Segmentstructuur

Segmenttag: verplicht

Segmentcode: verplicht component data-element

Scheidingsteken component D.E.: facultatief

Indicatie voor nesting en herhaling: facultatief/ve component data-element(en)

Scheidingsteken tussen data-elementen: verplicht

Enkelvoudige of samengestelde data-elementen: verplicht of facultatief zoals gespecificeerd in de relevante segmentendirectory en de toepassingshandleiding

Afsluitingskenmerk van segment: verplicht

1.2.2.6.   Structuur van data-elementen

Enkelvoudig data-element:

verplicht of facultatief zoals gespecificeerd in de relevante circulaire.

Samengesteld data-element:

conform de segmentendirectory en zoals beschreven in de toepassingshandleiding.

Componentdata-elementen en scheidingstekens tussen componentdata-elementen:

verplicht (zie beperking hierna)

Scheidingsteken tussen data-elementen: verplicht (zie beperking hierna)

Beperking:

Er mag geen scheidingsteken tussen componentdata-elementen staan na het laatste componentdata-element in een samengesteld data-element en geen scheidingsteken na het laatste data-element in een segment.

1.2.2.7.   Comprimeren

In data-elementen waarvoor de directory van data-elementen een variabele lengte bepaalt, zullen onbelangrijke tekenposities weggelaten worden wanneer er geen andere beperkingen zijn. Bij onbelangrijke tekens worden nullen vooraan en spaties achteraan weggelaten.

Een enkele nul voor een decimaalteken is echter van belang en een nul kan belangrijk zijn (bv. om een temperatuur aan te duiden) wanneer dat vermeld wordt in de specificatie van de data-elementen in de toepassingshandleidingen.

Wanneer berichten worden gecomprimeerd, dienen de volgende regels te worden gevolgd.

a)   Uitsluiting van segmenten

Facultatieve segmenten die geen data bevatten, dienen weggelaten te worden (met inbegrip van hun segmenttags).

b)   Uitsluiting van data-elementen door weglating

Data-elementen worden geïdentificeerd aan de hand van hun positie in de opeenvolging binnen het segment zoals vermeld in de segmentendirectory. Wanneer een facultatief data-element wordt weggelaten dat gevolgd wordt door een ander data-element, dan dient u de positie ervan aan te duiden door het scheidingssteken tussen de data-elementen te behouden.

Tag+DE+DE+++DE+DE+DE'

|_|_______________ Deze twee data-elementen worden weggelaten.

c)   Uitsluiting van data-elementen door inkorten

Wanneer één of meer facultatieve data-elementen op het einde van het segment worden weggelaten, kan het segment worden ingekort met behulp van het beëindigingsteken van het segment, d.w.z. opeenvolgende scheidingstekens tussen data-elementen aan het einde ervan hoeft u niet door te zenden.

Tag+DE+DE+++DE' In het voorbeeld uit 2.2.7 b zijn de laatste twee data-elementen weggelaten en met behulp van ‘ |____ is het segment ingekort.

d)   Uitsluiting van component data-elementen door weglating

Component data-elementen worden geïdentificeerd aan de hand van hun opgegeven positie in de opeenvolging binnen een samengesteld data-element. Wanneer een facultatief component data-element wordt weggelaten en wordt gevolgd door een ander component data-element, dient de opgegeven positie te worden weergegeven door het scheidingsteken tussen de componentdata-elementen te behouden.

Tag+DE+CE:CE+CE:::CE'

|_|_____ Twee component data- elementen weggelaten in het laatste samengesteld data

e)   Uitsluiting van componentdata-elementen door truncering

Een of meer facultatieve component data-elementen mogen op het einde van een samengesteld data-element worden uitgesloten door inkorting met behulp van het scheidingsteken tussen de data-elementen of, op het einde van een segment, het beëindigingsteken van het segment.

Tag+DE+CE+CE' Het laatste component data-element in het eerste samengesteld data-element |___|___ is weggelaten, evenals drie component data-elementen in het laatste samengesteld data-element. In beide gevallen zijn de samengestelde data-elementen ingekort; in het eerste geval is dat aangegeven met behulp van het scheidingsteken tussen data-elementen en in het tweede geval met behulp van het beëindigingsteken van segmenten.

1.2.2.8.   Weergave van de waarde van numerieke data-elementen

a)   Decimaalteken

De ISO-weergave van een decimaalteken is de komma (,), maar een punt op de lijn (.) is toegelaten (zie ISO 31-0: 1981). Deze beide tekens maken deel uit van de reeksen van niveau A en B. Bij gebruik van UNA (service string advice) bepaalt het derde teken van dat segment het teken dat in de uitwisseling wordt gebruikt. Er wordt echter ten sterkste aangeraden om standaard in alle omstandigheden de (,) te gebruiken om een decimaalteken weer te geven. Het decimaalteken mag niet meegeteld worden als een teken van de waarde voor de berekening van de maximale veldlengte van een data-element. Men dient echter wel rekening te houden met dit teken voor de transmissie en ontvangst. Wanneer een decimaalteken wordt doorgezonden, dient er ten minste een cijfer voor en na het decimaalteken te staan. Voor waarden die alleen worden weergegeven met gehele getallen, worden er noch een decimaalteken, noch decimale nullen gebruikt, behalve wanneer dat nodig is om de nauwkeurigheid aan te duiden.

Bij voorkeur: 0,5 en 2 en 2,0 Niet toegelaten: ,5 of .5 of 2, of 2.

b)   Scheidingsteken tussen groepen van drie cijfers

Voor de uitwisseling worden geen scheidingstekens gebruikt tussen groepen van drie cijfers.

Toegelaten: 2500000 Niet toegelaten: 2,500,000 of 2.500.000 of 2 500 000

c)   Teken

De waarde van numerieke data-elementen dient als positief te worden beschouwd. Hoewel een aftrekking in principe negatief is, wordt deze weergegeven met behulp van een positieve waarde en dienen dergelijke gevallen aangeduid te worden in de directory van data-elementen. Wanneer aangeduid moet worden dat een waarde negatief is, wordt die waarde voor de transmissie onmiddellijk voorafgegaan door een minteken, bv. -112. Het minteken dient niet te worden meegeteld als een teken van de waarde voor de berekening van de maximale veldlengte van een data-element. Wel dient echter rekening gehouden te worden met dit teken voor de transmissie en ontvangst.

Legende:

Ref.

De numerieke referentietag voor het data-element die vermeld wordt in ISO 7372 UNTDED en, wanneer die wordt voorafgegaan door S, referentie voor een samengesteld data-element dat wordt gebruikt in servicesegmenten.

Naam

 

Naam van SAMENGESTELD DATA-ELEMENT in hoofdletters

 

Naam van DATA-ELEMENT in hoofdletters

 

Naam van componentdata-element in kleine letters

Weerg.

 

Weergave datawaarde:

 

a - alfabetische tekens

 

n - numerieke tekens

 

an - alfanumerieke tekens

 

a3 - 3 alfabetische tekens, vaste lengte

 

n3 - 3 numerieke tekens, vaste lengte

 

an3 - 3 alfanumerieke tekens, vaste lengte

 

a..3 - maximaal 3 alfabetische tekens

 

n..3 - maximaal 3 numerieke tekens

 

an..3 - maximaal 3 alfanumerieke tekens

 

M - verplicht element

 

C - facultatief element.

Wanneer er gebruik gemaakt wordt van een samengesteld data-element, dient er een verplicht component data-element voor te komen in een facultatief samengesteld data-element.

Wanneer in de toepassingshandleidingen voor berichten een kleiner aantal tekens wordt gebruikt dan de ISO-norm vereist, dan zal dat tussen haakjes vermeld worden. De resterende ruimte in een data-element dient te worden opgevuld met spaties.

De gebruiksindicatoren in de toepassingshandleidingen voor berichten zijn als volgt:

Gebruik in UNSM

Gebruik

Indicator in deze toepassingshandleiding voor berichten

Verplicht (M)

Verplicht (M)

Verplicht (M)

Facultatief (C)

Vereist (R)

Altijd vereist (M)

Facultatief (C)

Aanbevolen (A)

Het gebruik van bv. een bepaalde codereeks wordt sterk aanbevolen.

Facultatief (C)

Afhankelijk (D)

Het gebruik van de eenheid gebeurt slechts onder welomschreven voorwaarden.

Facultatief (C)

Optioneel (O)

Wordt gebruikt naargelang de behoefte of het goeddunken van de afzender van het bericht.

Facultatief (C)

Niet gebruikt (X).

Wordt niet gebruikt (n.v.t.).

In de toepassingshandleidingen voor berichten wordt expliciet gebruik gemaakt van de gebruiksindicatoren om een eenduidig gebruik te garanderen binnen de elektronische scheepsrapportering in de binnenvaart. In het hele document wordt verwezen naar indicatoren (M, R, A, D, O en X) die worden getoond naast data-items en die de afgesproken gebruikswijze van de eenheden voor het bericht voorschrijven.

In de volgende tabel worden de indicatoren en hun respectievelijke gebruik beschreven:

Status (S) waarde

Omschrijving

Opmerking

M

Verplicht

Geeft aan dat dit item verplicht voorkomt in een standaardbericht.

R

Vereist

Geeft aan dat dit item dient te worden verzonden in deze berichtenapplicatie en dat het gebruik ervan hier verplicht is.

A

Aanbevolen

Geeft aan dat sterk wordt aanbevolen om in deze toepassing gebruik te maken van een internationaal erkende codereeks, d.w.z. een codereeks van de VN of een ISO- of ERI-codereeks in plaats van een lokale code.

D

Conditioneel

Geeft aan dat het gebruik van het item afhangt van een welomschreven voorwaarde of reeks van voorwaarden. Deze voorwaarden dienen duidelijk te worden omschreven in de betreffende circulaire.

O

Optioneel

Geeft aan dat deze eenheid wordt gebruikt naar behoefte of eigen goeddunken van de afzender van het bericht.

X

 

Mag niet worden gebruikt in deze berichtentoepassing (n.v.t.).

1.3.   Berichten

1.3.1.   ERINOT

U dient het ERI-kennisgevingsbericht (ERI notification message of ERINOT) te gebruiken voor de rapportering van informatie in verband met de reis en informatie over gevaarlijke en ongevaarlijke ladingen die aan boord zijn van de schepen die varen op de binnenwateren. De ERI-kennisgeving is een specifieke toepassing van het UN/EDIFACT „International Forwarding and Transport Dangerous Goods Notification (IFTDGN)”-bericht dat is ontwikkeld binnen de organisatie PROTECT (1). De ERI-kennisgeving is gebaseerd op de EDIFACT-directory 98.B en de PROTECT-toepassing versie 1.0.

Voor de data en codes in de berichtentoepassingen op basis van deze berichtenspecificaties is gebruikgemaakt van de UN Directory D98B.

Van het ERI-kennisgevingsbericht bestaan de volgende types:

transport-kennisgeving van het schip naar de autoriteit (identificatiecode „VES”), van schip naar wal,

transport-kennisgeving van vervoerder naar autoriteit (identificatiecode „CAR”), van wallocatie naar wallocatie,

passage-kennisgeving (identificatiecode „PAS”), van autoriteit naar autoriteit.

De volgende berichtfuncties tonen welke soort berichten u kunt verwachten:

nieuw bericht (identificatiecode „9”),

wijziging van een bericht (identificatiecode „5”),

annulering van een bericht (identificatiecode „1”).

1.3.2.   PAXLST

Het PAXLST-bericht is gebaseerd op het UN/EDIFACT-bericht PAXLST. Het dient te worden gebruikt voor de uitwisseling van gegevens in de binnenvaart tussen de kapitein/schipper of vervoerder en de daartoe aangewezen instanties zoals ISPS-terminals, douanekantoren, immigratiediensten en politie.

Het bericht dient ook te worden gebruikt om gegevens over passagiers / bemanningsleden door te zenden van een daartoe aangewezen instantie in het land van vertrek naar de daartoe aangewezen instanties in het land van aankomst van het vervoermiddel.

1.3.3.   ERIRSP

Het ERI response message (ERIRSP) of ERI-antwoordbericht is afgeleid van het UN/EDIFACT APERAK-bericht. Het kan bijvoorbeeld aangemaakt worden door een RIS-centrum. De antwoordberichten met betrekking tot de verschillende functies (nieuw bericht, wijziging of annulering) van het ERI-kennisgevingsbericht dienen allemaal dezelfde structuur te hebben. Het antwoord op een „wijziging” of een „annulering” bevat informatie over de vraag of de „wijziging” of „annulering” al dan niet is verwerkt door het ontvangende systeem.

1.3.4.   BERMAN

Het Berth Management (BERMAN)-bericht is een combinatie van de kennisgeving voor aankomst en de algemene verklaring, in een enkel bericht dat gebaseerd is op het EDIFACT-bericht BERMAN van de UN/EDIFACT directory D04B. De praktische handleiding is gebaseerd op de richtlijnen die vastgelegd zijn door de PROTECT-groep.

Het BERMAN-bericht dient te worden verzonden door vaartuigen die varen op binnenwateren voor zij aankomen in of vertrekken vanuit een aanlegplaats of een haven en geeft informatie over het tijdstip van aankomst en de dienstverlening die vereist is om een vlotte afhandeling te garanderen, ter ondersteuning van de procedures en om controles te vereenvoudigen.

Het bericht omvat de wettelijke vereisten in verband met de melding van een schip naar een haven. Het ondersteunt één aanvraag voor het schip - hetzij om de haven binnen te varen, hetzij om aan te leggen bij aankomst van het schip, hetzij om de aanlegplaats te verlaten bij vertrek van het schip, hetzij om binnen de haven van aanlegplaats te veranderen, hetzij voor de doorvaart door het havengebied. Het aankomst- en doorvaartbericht bevat alle details over de bewegingen van het schip van buiten het havengebied tot de eerste aanlegplaats in het havengebied of bij doorvaart tot het punt waarop het schip de haven verlaat.

De vereiste aanvullende diensten noodzakelijk voor aankomst bij een ligplaats kunnen worden vermeld. Het verwachte tijdstip van aankomst (ETA) op de plaats van binnenkomst en, indien van toepassing, de plaats van vertrek en de vorige plaats waar het schip is aangelopen, zijn vereiste informatie-elementen.

1.4.   Wijzigingsprocedures

Voorstellen voor wijzigingen in de toepassingshandleidingen voor berichten dienen te worden verzonden naar de voorzitter van de deskundigengroep voor elektronische rapportering, met daarbij een verklaring waarom de wijziging noodzakelijk is.

De voorzitter dient het voorstel te verspreiden onder de leden van de deskundigengroep en de Europese Commissie.

Voor de deskundigengroep gelden de relevante procedures die vastgelegd zijn in het mandaat van de deskundigengroep voor elektronische rapportering.

De Europese Commissie zal de wijziging verder verwerken overeenkomstig de procedures die vastgelegd zijn in de RIS-richtlijn. In dit geval zal zij voldoende rekening houden met het werk van de deskundigengroep.

2.   DEEL II: CODES EN REFERENTIES

2.1.   Inleiding

In deel II worden de diverse codes en referenties gedefinieerd die men dient te gebruiken in de elektronische scheepsrapportering voor de binnenvaart. Het gebruik van codes en referentienummers heeft als doelstelling, eenduidigheid in de berichtgeving te bewerkstelligen Het gebruik van codes en referenties zal leiden tot minder foutieve interpretaties en de berichten kunnen gemakkelijk in iedere taal worden vertaald. Daarom is het gebruik van codes en referenties verplicht voor die codes welke vermeld zijn in de berichten en die in dit document zijn opgenomen. Het gebruik van codes en referenties is sterk aanbevolen telkens wanneer andere gegevens dienen te worden uitgewisseld tussen verschillende computerapplicaties en tussen partijen die verschillende talen gebruiken, op voorwaarde dat er voor het betreffende data-element een codewaarde bestaat en is gepubliceerd. Hierna worden de definities en beschrijvingen van de gebruikte codes en referenties beschreven; voor de feitelijke codetabellen zal worden verwezen naar de relevante hoofdstukken van deze bijlage of indien nodig zal een URL (internetadres) worden gegeven.

2.2.   Verklaringen

2.2.1.   Terminologie

De volgende verklaringen dienen om zeker te stellen dat de betekenis van de gebruikte informatie-elementen in de elektronische scheepsrapportering duidelijk en ondubbelzinnig is en dat het onderhoud van gegevens en referenties via duidelijke beschrijvingen wordt mogelijk gemaakt en gewaarborgd.

1)   Data dictionary:

Een data dictionary is in essentie een centrale opslagplaats van informatie over gegevens zoals de betekenis, koppelingen met andere gegevens, de bron, het gebruik en de classificatie ervan. De dictionary wordt gebruikt voor een efficiënte planning, beheer en evaluatie van het verzamelen, registreren en gebruik van gegevens. De data dictionary of het lexicon is eerst en vooral een boek dat woorden bevat die in alfabetische volgorde zijn gerangschikt met definities en etymologische en andere informatie.

2)   Directory van data-elementen:

Een directory van data-elementen is in essentie een boek met instructies, dat namen en details opsomt van een specifieke groep informatie-elementen. In de informatietechnologie is het ook een tabel met identificatiesymbolen en verwijzingen naar de data die ermee overeenstemmen. De TDED (Trade Data Elements Directory) ISO 7372 bevat een goedgekeurde reeks standaard data-elementen voor diverse toepassingsgebieden. Het bevat een nummer, de naam van een data-element, een beschrijving van het concept om de overeengekomen betekenis uit te leggen zodat men de inhoud van de met het data-element te geven informatie kan bepalen (datawaarde). Er wordt een beschrijving gegeven van de tekenweergave van de datawaarde, met vermelding van de ruimte (aantal tekens), samen met de synoniemen van namen van data-elementen wanneer dit van toepassing is en wordt gebruikt

3)   Bewaarplaats van gegevens:

Een bewaarplaats van gegevens is in essentie een plaats waar zaken worden opgeslagen, bv. een gegevensopslagplaats (warehouse). Heel vaak wordt de term data warehouse gebruikt om een opslagplaats van gemeenschappelijke gegevens aan te duiden. De bewaarplaats van gegevens wordt gebruikt in de ontwikkeling van XML en ebXML om de opslagplaats aan te duiden van zogenaamde kerncomponenten. De eerste catalogi van kerncomponenten zijn beschikbaar als ontwerpvoorstellen voor standaards, zie ook . In ebXML wordt een bewaarplaatsbestandsdeel geassocieerd met een reeks standaard metadata die gedefinieerd worden als attributen van de klasse registerobjecten. Deze attributen bevinden zich buiten de feitelijke bewaarplaats en geven beschrijvende informatie over het in de bewaarplaats gedefinieerde bestandsdeel.

4)   Glossarium:

Een lijst en de verklaring van bv. moeilijke technische termen; een glossarium wordt vaak beschreven als een deelwoordenboek. De termen worden vaak alfabetisch gerangschikt, zodat zij kunnen worden gebruikt als naslagwerk voor projecten, boeken of studies.

5)   Vocabularium:

Een lijst van woorden en vaak zinsneden, afkortingen enz. die gewoonlijk alfabetisch gerangschikt zijn en worden gedefinieerd of op een andere wijze geïdentificeerd zoals in een woordenboek of een glossarium.

2.2.2.   WDO en het GS

De Wereld Douane Organisatie (WDO) heeft een aantal standaardrichtlijnen uitgewerkt in verband met de uitwisseling van gegevens op het gebied van de aangifte van goederen en ladingen.

De WDO onderhoudt het geharmoniseerd systeem (GS) dat een classificatiesysteem van zes cijfers biedt voor goederen en grondstoffen. Het GS wordt gebruikt voor de classificatie van goederen en bevat meer dan 5 000 beschrijvingen van producten of groepen van producten die het meeste worden geproduceerd en verhandeld. De structuur van dit numerieke systeem is van die aard dat het een juridische en logische structuur biedt die de producten van een groep of categorieën van producten onderbrengt in rubrieken, hoofdstukken en secties.

Het kan worden gebruikt door de douane, maar is ook bedoeld voor statistieken, fabrikanten, vervoerders en de import en export.

De structuur is als volgt

XX

Rubriek

XXXX

Geharmoniseerd systeem

XXXX.XX

GS-code

Voor bijkomend lokaal gebruik kan de code als volgt worden uitgebreid

XXXX.XX.XX

Code voor gecombineerde nomenclatuur

XXXX.XX.XX.XX

Statistieknummer

XXXX.XXXX.XXX

TARIC-code

Bovendien zijn er nog andere lokale onderverdelingen van maximaal 21 posities waarmee bv. de nationale fiscale code kan worden vermeld.

De Overeenkomst van Kyoto van de WDO beschrijft in detail de procedures en processen en de informatie-elementen voor doorvoer- en import- en exportaangiftes.

2.3.   Definities

De volgende definities (2) worden gebruikt voor deze technische specificaties.

Een agent verwijst naar elke persoon die gemandateerd is of de bevoegdheid heeft gekregen om op te treden voor of informatie te geven in naam van de exploitant van het schip.

Een asynchroon bericht is een bericht dat de afzender kan leveren zonder direct op de afhandeling van het bericht door de ontvanger te moeten wachten. De ontvanger beslist wanneer het bericht afgehandeld wordt.

Berichtcode: een unieke alfabetische referentie van zes tekens die het berichttype aangeeft.

Bevoegde autoriteit verwijst naar de autoriteiten en organisaties die door de overheden gemachtigd zijn om de informatie die gerapporteerd werd als gevolg van deze standaard te ontvangen en door te geven.

Circulaire verwijst naar een handleiding waarin in detail beschreven wordt hoe een bepaald standaardbericht zal worden uitgevoerd en welke segmenten, data-elementen, codes en referenties zullen worden gebruikt en hoe.

Code verwijst naar een tekenreeks die wordt gebruikt als afkorting voor a) registratie of identificatie van informatie, b) om informatie weer te geven of te identificeren met behulp van een symbolische vorm die herkenbaar is voor een computer [ISO TC154/SC1].

Data-element verwijst naar een gegevenseenheid die in een bepaalde context wordt beschouwd als ondeelbaar en waarvoor de identificatie, de beschrijving en de weergave van de waarde zijn vastgelegd.

Een duwbak is een vaartuig dat geen aandrijving heeft van zichzelf.

EDI-nummer verwijst naar het elektronische adres van de afzender of ontvanger van een bericht (bv. de afzender en ontvanger van de lading). Dat kan een e-mailadres zijn, een overeengekomen identificatiecode of bv. een nummer van de European Article Numbering Association (EAN-nummer).

Elektronische gegevensuitwisseling of Electronic Data Interchange (EDI) verwijst naar de overdracht langs elektronische weg van gestructureerde gegevens met behulp van afgesproken standaards van applicaties op de computer van een partij naar applicaties op de computer van een andere partij.

Expediteur(forwarder) verwijst naar de partij die het vervoer van goederen regelt, optreedt als ketenregisseur in het vervoer en/of de bijbehorende formaliteiten regelt namens de verlader en de ontvanger.

Exploitant betekent de eigenaar of beheerder van het schip.

Gevaarlijke goederen verwijst naar: (3)

goederen die geclassificeerd zijn in de UNDG-code,

goederen die geclassificeerd zijn in de ADN/ADNR-code,

goederen die geclassificeerd zijn in de IMDG-code,

gevaarlijke vloeistoffen welke omschreven zijn in de IBC-code,

vloeibare gassen welke omschreven zijn in de IGC-code,

vaste stoffen waarnaar verwezen wordt in aanhangsel B van de BC-code.

De gezagvoerder is de persoon aan boord van het schip die de leiding heeft en de bevoegdheid om alle beslissingen te nemen die te maken hebben met navigatie en de leiding op het schip (Synoniem: kapitein, schipper).

Kwalificerend element verwijst naar een data-element waarvan de waarde dient te worden uitgedrukt als een code die een specifieke betekenis geeft aan de functie van een ander data-element of een segment [ISO 9735].

Locatie verwijst naar om het even welke geografische plaats met een naam, zoals een haven, een goederenterminal in het binnenland, een luchthaven, een containervrachtstation, een terminal of om het even welke andere plaats waar de in- en uitklaring en/of de regelmatige ontvangst of levering van goederen kan plaatsvinden, met permanente faciliteiten die worden gebruikt voor verplaatsingen van goederen die te maken hebben met internationale handel/transport en die vaak voor dat doel gebruikt worden. De locatie dient als dusdanig erkend te worden door een bevoegd nationaal orgaan.

Logistiek verwijst naar de planning, uitvoering en controle van de verplaatsing en beweging van personen en/of goederen en van de ondersteunende activiteiten die te maken hebben met deze verplaatsing en beweging binnen een systeem dat georganiseerd is om specifieke doelstellingen te bereiken.

Een manifest is een document waarin de specificaties worden opgesomd van goederen, inclusief materieel dat geladen is in een vervoermiddel. Een manifest vertegenwoordigt vaak een verzameling vrachtbrieven voor officiële en administratieve doeleinden.

Meekijken (Monitoring) betekent met behulp van verschillende apparatuur de voortgang en het gedrag van schepen volgen en de verantwoordelijke partijen op de hoogte brengen bij afwijkingen van de verwachte of geplande voortgang en uitvoering.

Multimodaal vervoer verwijst naar het transport van goederen (containers) met behulp van ten minste twee verschillende vervoerswijzen.

Nautische ondersteuning is ondersteuning gegeven door sleepboten of roeiers om te assisteren bij het veilig navigeren en aanmeren.

Navigatie-informatie is informatie die gegeven wordt aan de schipper aan boord om hem te helpen beslissingen aan boord te nemen.

Navigatie-ondersteuning is ondersteuning die wordt gegeven door loodsen aan boord of in bijzondere omstandigheden aan de wal (loodsen vanaf de wal) om gevaarlijke nautische verkeerssituaties te vermijden.

Ontvanger (consignee) verwijst naar de partij die wordt genoemd in het vervoersdocument als degene die de goederen, de lading of de containers dient te ontvangen.

Opsporen is de activiteit van het zoeken naar informatie over de plaats waar een lading, onderdelen van ladingen, zendingen of materieel zich bevinden.

Procedure betekent de opeenvolging van handelingen die men moet verrichten om een formaliteit te vervullen, met inbegrip van de tijdsplanning, het formaat en de verzendingsmethode voor indiening van de vereiste informatie.

Radar verwijst naar een van de diverse systemen of apparaten die gebruikmaken van verzonden en teruggekaatste radiogolven om een weerkaatsend object, zoals een schip waar te nemen, waardoor de positie, de afstand, de snelheid en de vaarrichting van dat object kunnen worden bepaald. Radar kan worden gebruikt voor navigatie en waarneming.

Een referentienummer dient om te verwijzen naar een relatie of, indien van toepassing, een beperking of om deze te vermelden.

Risico (douane) betekent de mate van waarschijnlijkheid dat een gebeurtenis zich kan voordoen in de internationale handel en transport van goederen die de veiligheid van de Gemeenschap in gevaar brengt en een risico vormt voor de openbare gezondheid en de consumenten.

Risicobeheer (douane) betekent de systematische vaststelling en uitvoering van alle maatregelen die nodig zijn om de blootstelling aan risico's te beperken. Dat houdt activiteiten in zoals het verzamelen van gegevens en informatie, de analyse en beoordeling van risico's waarbij maatregelen worden voorgeschreven en genomen en een geregelde controle en inspectie van het proces en de resultaten daarvan op basis van internationale, communautaire en nationale bronnen en strategieën.

Schadelijke (vervuilende) stoffen betekent: (3)

oliën als omschreven in het MARPOL-Verdrag, bijlage I,

schadelijke vloeistoffen als omschreven in het Marpol-Verdrag, bijlage II,

schadelijke stoffen als omschreven in het Marpol-Verdrag, bijlage III.

Segment (EDI) verwijst naar een vooraf gedefinieerde en geïdentificeerde reeks waarden van data-elementen die functioneel met elkaar verband houden en die worden geïdentificeerd aan de hand van hun opeenvolgende positie in de reeks. Een segment begint met een segmenttag en eindigt met een segmentafsluitingskenmerk. Het kan een servicesegment zijn of een gebruikers gegevenssegment.

Een segmentcode is een code die elk segment op unieke wijze identificeert zoals bepaald in een segmentdirectory [ISO 9735].

Een Single Window is een faciliteit waar de betrokken partijen in de handel en het transport gestandaardiseerde informatie kunnen plaatsen, door middel van een enkel aanspreekpunt waar zij alle reglementaire verplichtingen kunnen nakomen. Wanneer de informatie in elektronische vorm is, hoeven de afzonderlijke data-elementen slechts eenmaal ingevoerd te worden (4).

Een tag is een unieke identificatiecode voor een segment of data-element [ISO 9735].

Transportkennisgeving is de aankondiging van een geplande reis van een schip aan een bevoegde autoriteit.

Transportmiddel: vertegenwoordigt het type voertuig dat wordt gebruikt voor het vervoer van goederen zoals binnenschip, vrachtwagen, zeeschip of trein.

UN/EDIFACT verwijst naar de regels van de VN voor de elektronische gegevensuitwisseling voor overheden, handel en transport (Electronic Data Interchange for Administration, Commerce and Transport). Zij bestaan uit een reeks standaarden, directories en richtlijnen voor de elektronische uitwisseling van gestructureerde gegevens, welke gerelateerd zijn aan de handel in goederen of diensten tussen onafhankelijke informatiesystemen. Deze regels worden aanbevolen in het kader van de VN en zijn goedgekeurd en gepubliceerd door de VNECE in de Trade Data Interchange Directory (UNTDID) van de VN en worden volgens overeengekomen procedures bijgehouden.

Vaartuig (synoniem: schip) verwijst naar een schip voor de binnenwateren of een zeeschip. In de binnenscheepvaart omvat deze term ook kleine vaartuigen, veerboten en drijvende constructies.

Een verkeersbegeleidingsdienst is een dienst die ten doel heeft gevaarlijke nautische verkeerssituaties te voorkomen door het plannen en regelen van verkeersbewegingen. Daarnaast is deze dienst van belang voor het waarborgen van de veiligheid en doorstroming van het scheepvaartverkeer binnen het VTS-gebied.

Verlader zie verzender.

Vervoerswijze verwijst naar een vervoermethode die wordt gebruikt voor de levering van goederen bv. per spoor, over de weg, over zee, over de binnenwateren.

Verzender(consignor) verwijst naar de handelaar door wie of in wiens naam of voor wiens rekening een vervoersovereenkomst is afgesloten met een reder of met om het even welke partij en die de goederen daadwerkelijk aflevert of in zijn naam of namens zichzelf laat afleveren bij de ontvanger waarmee de vervoersovereenkomst afgesloten is (Synoniemen: verlader, afzender).

Vessel Support Services verwijst naar de diensten die worden verleend aan de schipper door bv. bunkerstations en herstellingsbedrijven.

Vessel Traffic Monitoring verwijst naar het leveren van mondelinge en elektronische informatie en het geven van aanwijzingen in samenwerking met en als reactie op schepen in een verkeersstroom, ter ondersteuning van een soepele (efficiënte) en veilige doorstroom van het verkeer.

Vessel Traffic Services (VTS) is een dienst die is ingesteld door een bevoegde autoriteit en bedoeld om de veiligheid en efficiency van het scheepvaartverkeer te ondersteunen en het milieu te beschermen. De dienst dient een mogelijkheid voor interactie met het verkeer te hebben en moet kunnen inspelen op de verkeerssituaties die zich in het gebied ontwikkelen.

Volgen is de functie van het bijhouden van statusinformatie, met inbegrip van de huidige locatie van de lading, onderdelen van de lading, zendingen of materieel (volle of lege containers).

VTS-diensten verwijzen naar een informatiedienst, maar kunnen ook andere diensten omvatten, zoals een navigatieassistentiedienst of een verkeersbegeleidingsdienst, of beide.

VTS-gebied verwijst naar het afgebakende, formeel omschreven werkgebied van een VTS. Een VTS-gebied kan in deelgebieden of sectoren zijn onderverdeeld.

2.4.   Classificaties en codeomschrijvingen

Om de verwerking door de ontvangers van berichten tot een minimum te beperken, dient men zo veel mogelijk gebruik te maken van classificaties en codelijsten. Er dient gebruik gemaakt te worden van bestaande codes om het extra werk te vermijden van het samenstellen en bijhouden van nieuwe codelijsten.

De volgende classificaties dienen gebruikt te worden voor scheepsrapportering in de binnenvaart:

1.

Scheeps- of samensteltype (VN-aanbeveling 28)

2.

Officieel scheepsnummer (OFS)

3.

Het IMO-scheepsidentificatienummer (IMO) is het nummer dat gepubliceerd is in het Lloyds Register voor elk zeewaardig schip zonder de letters LR

4.

ERI-scheepsidentificatienummer

5.

ENI European Navigation Identification (uniek Europees scheepsnummer)

6.

Geharmoniseerd Systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen (GS, goederen)

7.

Gecombineerde Nomenclatuur (GN, goederen)

8.

Standaardgoederenclassificatie voor vervoersstatistieken (goederen)

9.

VN-code gevaarlijke goederen (UNDG)

10.

Internationale code voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over zee (IMDG)

11.

ADN/ADNR

12.

VN-code voor land en nationaliteit

13.

VN-code voor plaatsnamen ten behoeve van handel en transport (UN code for trade and transport locations of UNLOCODE)

14.

Code vaarwegsecties

15.

Terminalcode

16.

Code voor containerafmetingen en containertypes

17.

Containeridentificatiecode

18.

Code voor het type verpakking

19.

Behandelingsinstructies (overslaginstructies)

20.

Reden van bezoek

21.

Aard van de lading.

Hierna wordt meer informatie gegeven, alsook opmerkingen over de toepassing van deze codes voor de binnenvaart, evenals gebruikersinstructies. De typecodes voor schepen en samenstellen worden in de codetabellen beschreven in verschillende talen. De combinatie van de elementen van de bovenvermelde codes 12 tot en met 15 wordt gedefinieerd in hoofdstuk 2.7.

2.4.1.   Onderhoud en bewerking van codes en referentietabellen

De noodzaak om eenduidige codes en referenties bij te houden en de strikte vereiste om de diverse tabellen stabiel en eenduidig te houden, maakt stringente procedures en processen noodzakelijk voor het onderhoud, de publicatie en het gebruik van de diverse codes.

Om het onderhoud van alle codes en referentietabellen die gebruikt worden in elektronische rapporteringsberichten te vereenvoudigen, worden de codes en referenties in zes categorieën onderverdeeld.

Categorie A

Internationale codes en referenties die bijgehouden worden door een officiële organisatie en op slechts één manier worden gebruikt. Nieuwe of gewijzigde codes zullen door de internationale organisatie gepubliceerd worden en deze zal ook aangeven op welk tijdstip de nieuwe codes dienen te worden toegepast. De toepassing van wijzigingen in de tabellen wordt door deze organisatie gecoördineerd, maar voor de rapportering volgens de specificaties voor elektronische scheepsrapportering, dient de ERI-deskundigengroep te bepalen vanaf wanneer de codes in de berichten dienen te worden gebruikt. Voorbeelden zijn de UNDG (5)-, de IMDG (6)-, de ADN/ADNR/D (7)- en de GS/TARIC (8)-code.

Categorie B

Internationale codes en referenties die worden bijgehouden door een erkende internationale organisatie zoals ISO of VN/ECE; de publicatie van wijzigingen in de tabellen vindt met geregelde tussenpozen plaats als gevolg van behoeften van gebruikers. De wijzigingen worden gecoördineerd door de gebruikersgemeenschappen. Voorbeelden zijn de UN/LOCODES (9), het type vervoermiddel, vervoerswijze, land- en valutacodes, vrachtkosten.

Categorie C

Sectorgebonden codes en referenties die worden onderhouden door een private of publiek-private organisatie zoals EAN, Lloyds, PROTECT. Voorbeelden zijn de IMO-nummers, de EAN-adrescodes.

Categorie D

Regionale codes en referenties die worden onderhouden door een publieke organisatie voor gebruik in een bepaald domein. Voorbeelden zijn codes vaarwegsecties, ECDIS-referenties.

Categorie E

Nationale codes en referenties die worden onderhouden door een publieke of publiek-private samenwerking. Voorbeelden zijn NST/R.

Categorie F

Standaardcodes en -referenties die worden gebruikt voor de rapportering en die deel uitmaken van het standaardbericht en die in het bericht zelf worden beschreven. Wijzigingen dienen te worden gecoördineerd door de toezichthoudende organen. Voorbeelden zijn kwalificerende elementen, syntactische codes, identificatiecodes, functiecodes.

De internationale codes en referenties van categorie A vinden hun oorsprong meestal bij de verlader van de goederen. De codes dienen verplicht te worden aangeleverd in overeenstemming met de vereiste wettelijke regels en voorschriften om controle door de bevoegde autoriteiten en noodmaatregelen mogelijk te maken en te vergemakkelijken.

Voor alle andere categorieën wordt vaak een deelreeks bijgehouden door de controlerende instantie; deze deelreeks bestaat uit de codes en de referenties die worden gebruikt voor de elektronische rapportering en andere berichten voor vervoer over de binnenwateren. Op die manier kunnen het geharmoniseerde gebruik en de toepassing van nieuwe en gewijzigde items in deze codetabellen op een gecoördineerde wijze worden uitgevoerd.

De controlerende instantie van de diverse berichten zijn te vinden onder UNH data-element 0051 of in de praktische handleidingen voor berichten zelf of in de respectievelijke codetabellen die hieronder worden gegeven.

2.4.2.   Beschrijvingen van de codetabellen

2.4.2.1.   Type schip en samenstel

VOLLEDIGE TITEL

Codes voor types van vervoermiddelen

Bijlage 2, hoofdstuk 2.5: Vervoer over de binnenwateren

AFKORTING

VN-aanbeveling 28

INSTANTIE VAN OORSPRONG

UNECE/CEFACT http://www.unece.org/cefact

WETTELIJKE BASIS

VN-aanbeveling 28, ECE/Trade/276; 2001/23

HUIDIGE STATUS

Operationeel

DATUM VAN UITVOERING

Maart 2001

WIJZIGING(EN)

UN/CEFACT 2002

STRUCTUUR

Alfanumerieke code van 4 cijfers:

 

1 cijfer: „1” voor zeevaart, „8” voor „binnenscheepvaart”

 

2 cijfers voor het schip of samenstel

 

1 cijfer voor de onderverdeling zoals nader omschreven in hoofdstuk 6

BEKNOPTE OMSCHRIJVING

Deze aanbeveling legt een gemeenschappelijke codelijst vast voor de identificatie van het type vervoermiddel. Hij is in het bijzonder relevant voor vervoersorganisaties en verleners van transportdiensten, douanekantoren en andere instanties, bureaus voor statistiek, expediteurs, verladers, ontvangers en andere partijen die te maken hebben met het transport.

VERWANTE CLASSIFICATIES

VN-aanbeveling nr. 19

BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA

http://www.unece.org/cefact/recommendations/rec_index.htm

http://www.RISexpertgroups.org

TALEN

Engels

ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU

EC

OPMERKINGEN

De belangrijkste reeks codewaarden wordt geregeld door een internationaal orgaan (VN/ECE). Om harmonisatie te garanderen, kan slechts een enkele reeks codewaarden worden gebruikt voor alle RIS-toepassingen, die ook bijkomende types schepen vertegenwoordigt.


Voorbeeld

 

8010

Motorvrachtschip (binnenwateren)

1500

Algemeen vrachtschip (zeevaart)

Gebruik in de praktische handleidingen

TDT/C228/8179 (samenstel)

 

EQD(B)/C224/8155 (schip)

Bijlagen

 

Aanbeveling nr. 28 van de UNECE: codes voor types van vervoermiddelen, codelijst voor de binnenscheepvaart met omschrijving in verschillende talen zoals nationaal vereist.

2.4.2.2.   Officieel scheepsnummer (OFS)

VOLLEDIGE TITEL

Officieel scheepsnummer

AFKORTING

OFS

INSTANTIE VAN OORSPRONG

Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCNR)

WETTELIJKE BASIS

§ 2.18 Rheinschiffsuntersuchungsordnung

HUIDIGE STATUS

Operationeel

DATUM VAN UITVOERING

------

WIJZIGING(EN)

------

STRUCTUUR

Landcode van 2 cijfers (an)

 

Registernr. Van 5 cijfers (an)

 

Landcodes:

 

01 – 19 Frankrijk

 

20 – 39 Nederland

 

40 – 49 Duitsland

 

60 – 69 België

 

70 – 79 Zwitserland

 

80 – 99 Andere landen

BEKNOPTE OMSCHRIJVING

-----

VERWANTE CLASSIFICATIES

-----

GEBRUIK

Binnenvaart

BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA

-----

TALEN

-----

ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU

Central Commission for the Navigation of the Rhine, 2, Place de la Republique, F-67082 Strasbourg Cedex,

OPMERKINGEN

Deze code werd vervangen door het Europees scheepsidentificatienummer dat gedefinieerd werd in de Rheinschiffsuntersuchungsordnung en in artikel 2.18 van bijlage II bij Richtlijn 2006/87/EG (10)


Voorbeeld

 

4112345

Duitsland, Gerda

Gebruik in de praktische handleidingen

TDT/C222/8213

 

EQD(1)/C237/8260

 

SGP/C237/8260

2.4.2.3.   IMO-scheepsidentificatienummer

VOLLEDIGE TITEL

IMO-scheepsidentificatienummer

AFKORTING

IMO-nr.

INSTANTIE VAN OORSPRONG

Internationale Maritieme Organisatie / Lloyds

WETTELIJKE BASIS

IMO-Resolutie A.600(15), SOLAS hoofdstuk XI, verordening 3

HUIDIGE STATUS

Operationeel

DATUM VAN UITVOERING

-----

WIJZIGING(EN)

Dagelijks bijgewerkt

STRUCTUUR

Lloyd’s Register of Shipping (LR) nummer (zeven cijfers).

BEKNOPTE OMSCHRIJVING

De IMO-resolutie heeft tot doel een permanent nummer toe te kennen aan elk schip om het te kunnen identificeren.

VERWANTE CLASSIFICATIES

-----

GEBRUIK

Voor zeewaardige schepen

BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA

www.ships-register.com.

TALEN

Engels

ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU

Internationale Maritieme Organisatie

4 Albert Embankment

London SE1 7SR

United Kingdom


Voorbeeld

 

Vaartuig dwt 2774

Danchem East 9031624

Gebruik in de praktische handleidingen

TDT/C222/8213

 

EQD(1)/C237/8260

 

SGP/C237/8260

2.4.2.4.   Elektronisch rapporteringsnummer (voor de identificatie van schepen) ERN

VOLLEDIGE TITEL

Elektronisch rapporteringsnummer (voor de identificatie van schepen)

AFKORTING

ERN

INSTANTIE VAN OORSPRONG

Rijkswaterstaat, Nederland

WETTELIJKE BASIS

-----

HUIDIGE STATUS

Operationeel

DATUM VAN UITVOERING

-----

BEPERKT TOT DE OPERATIONELE LEVENSDUUR

-----

WIJZIGING(EN)

-----

STRUCTUUR

Getal van 8 cijfers

BEKNOPTE OMSCHRIJVING

-----

VERWANTE CLASSIFICATIES

-----

GEBRUIK

Voor de elektronische rapportering in verband met schepen die niet over een OFS- of IMO-nummer beschikken

BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA

www.risexpertgroups.org

TALEN

 

ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU

ERI-helpdesk@risexpertgroups.org

OPMERKING

Deze code zal vervangen worden door het Europese scheepsidentificatienummer als gedefinieerd in artikel 2.18 van bijlage II bij Richtlijn 2006/87/EG


Voorbeeld

 

12345678

Renate

Gebruik in de praktische gidsen

TDT/C222/8213

 

EQD(1)/C237/8260

 

SGP/C237/8260

2.4.2.5.   Uniek Europees scheepsidentificatienummer

VOLLEDIGE TITEL

Uniek Europees scheepsidentificatienummer

AFKORTING

ENI

INSTANTIE VAN OORSPRONG

Europese Unie

WETTELIJKE BASIS

Richtlijn 2006/87/EG; Richtlijn 2005/44/EG

HUIDIGE STATUS

-----

DATUM VAN UITVOERING

-----

BEPERKT TOT DE OPERATIONELE LEVENSDUUR

-----

WIJZIGING(EN)

Doorlopend

STRUCTUUR

Getal van 8 cijfers

BEKNOPTE OMSCHRIJVING

De unieke Europese navigatie-identificatie of het unieke Europese scheepsidentificatienummer heeft tot doel aan elke scheepsromp een permanent nummer toe te kennen om deze te identificeren.

VERWANTE CLASSIFICATIES

IMO-nummer, ERN-nummer, OFS-nummer

GEBRUIK

Voor de elektronische scheepsrapportering, voor tracking en tracing en voor de certificatie van schepen voor de binnenvaart.

BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA

a)

De bevoegde instanties dienen een register bij te houden. Dat zal toegankelijk zijn voor bevoegde instanties van andere lidstaten.

b)

Databank van Europese scheepsnummers

c)

Contracterende staten van de Rijnvaartakte en andere partijen op basis van administratieve overeenkomsten.

TALEN

-----

ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU

EU-lidstaten en de contracterende partijen bij de Mannheim-conventie

OPMERKING

Het unieke Europese scheepsidentificatienummer ENI bestaat uit acht Arabische cijfers. De eerste drie cijfers zijn de code van de toewijzende bevoegde instantie. De volgende vijf cijfers zijn het serienummer.

Zie ook hoofdstuk 2.5.


Voorbeeld

12345678

 

Gebruik in de praktische handleidingen

TDT, EQD (V1 en V2-V15)

CNI/GID en

CNI/GID/DGS, Tag 1311

2.4.2.6.   Code geharmoniseerd systeem (GS)

VOLLEDIGE TITEL

Geharmoniseerd Systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen

AFKORTING

GS; geharmoniseerd systeem

INSTANTIE VAN OORSPRONG

Wereld Douaneorganisatie

WETTELIJKE BASIS

Internationaal verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codificatie van goederen

HUIDIGE STATUS

Operationeel

DATUM VAN UITVOERING

1-1-2007

WIJZIGING(EN)

In principe om de vijf jaar herzien.

STRUCTUUR

7 466 rubrieken, georganiseerd in vier hiërarchische niveaus

 

Niveau 1: secties met een code in Romeinse cijfers (I tot XXI)

 

Niveau 2: de hoofdstukken hebben er een numerieke code van 2 cijfers

 

Niveau 3: titels met een numerieke code van 4 cijfers

 

Niveau 4: ondertitels gekenmerkt door een numerieke code van 6 cijfers

BEKNOPTE OMSCHRIJVING

De GS-conventie is een classificatie van goederen volgens criteria die gebaseerd zijn op grondstoffen en het productiestadium van grondstoffen en goederen. Het GS is het hart van het hele harmonisatieproces van internationale economische classificaties dat gezamenlijk wordt geleid door de Afdeling Statistiek van de Verenigde Naties en Eurostat. De artikelen en onderartikelen ervan zijn de basistermen waaronder industriële goederen worden geïdentificeerd in productclassificaties. Doelstellingen: de volgende zaken te harmoniseren: a) externe handelsclassificaties om een directe overeenstemming te garanderen; en b) externe handelsstatistieken van landen om te garanderen dat die internationaal vergelijkbaar zijn.

VERWANTE CLASSIFICATIES

Gecombineerde nomenclatuur (GN), volledige overeenstemming op het niveau van 6 cijfers;

 

NST/R op het niveau van 3 cijfers.

GEBRUIK

Producten

BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA

Wereld Douaneorganisatie

Nijverheidsstraat 26-39

B-1040 Brussel

www.wcoomd.org

Internationale Douaneraad, Brussel

TALEN

Nederlands, Engels, Frans, Duits enz.

ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU

Een deelreeks van de codes die worden gebruikt voor elektronische rapportering zal bijgehouden worden door de ERI-deskundigengroep.

OPMERKINGEN

De GS-classificatie wordt verder onderverdeeld op het niveau van de Europese Unie in een classificatie die gecombineerde nomenclatuur genoemd wordt (GN).


Voorbeeld

 

730110

Damwandprofielen van ijzer of van staal

310210

Minerale of chemische meststoffen, ammoniumsulfaat

Gebruik in de praktische handleidingen

CNI/GID/FTX(1)/C108/4440

CNI/GID/FTX(2)/C108/4440

2.4.2.7.   Gecombineerde nomenclatuur (GN)

VOLLEDIGE TITEL

Gecombineerde Nomenclatuur

AFKORTING

GN

INSTANTIE VAN OORSPRONG

Europese Commissie, Bureau voor statistiek Eurostat

WETTELIJKE BASIS

Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987

HUIDIGE STATUS

Operationeel

DATUM VAN UITVOERING

-----

WIJZIGING(EN)

Jaarlijkse herziening op 1 januari

STRUCTUUR

Numerieke code van 8 cijfers:

 

19581 rubrieken georganiseerd in vijf hiërarchische niveaus:

 

Niveau 1: secties met een code in Romeinse cijfers (I tot XXI)

 

Niveau 2: de hoofdstukken hebben er een numerieke code van 2 cijfers

 

Niveau 3: titels met een numerieke code van 4 cijfers

 

Niveau 4: ondertitels gekenmerkt door een numerieke code van 6 cijfers

 

Niveau 5: categorieën met numerieke codes van 8 cijfers

BEKNOPTE OMSCHRIJVING

De gecombineerde nomenclatuur is de goederenclassificatie die in de EU gebruikt wordt ten behoeve van de statistieken over buitenlandse handel. Zij wordt ook gebruikt door de EU voor douanerechten. Deze classificatie is gebaseerd op het geharmoniseerd systeem (GS), dat het indien nodig verder onderverdeelt ten behoeve van de buitenlandse handel, de landbouwreglementering en douanerechten. De GN werd in 1988 samen met het GS ingevoerd.

VERWANTE CLASSIFICATIES

GS-code: volledige overeenstemming op het niveau van 6 cijfers

NST/R op het niveau van 3 cijfers

GEBRUIK

Producten

BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA

http: //ec.europa.eu/taxation_customs

TALEN

Alle talen van de EU

ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU

Europese Commissie, DG TAXUD

OPMERKINGEN

-----


Gebruik in de praktische handleidingen

Indirect via de GS-code

2.4.2.8.   Uniforme goederennomenclatuur voor de vervoersstatistiek/herzien (NST) 2000

VOLLEDIGE TITEL

Uniforme goederennomenclatuur voor de vervoersstatistiek/herzien

AFKORTING

NST 2000

INSTANTIE VAN OORSPRONG

Europese Commissie (Bureau voor statistiek/Eurostat)

WETTELIJKE BASIS

EU-verordening over statistiek

HUIDIGE STATUS

-----

DATUM VAN UITVOERING

1.1.2007

WIJZIGING(EN)

Geregeld, om de twee jaar

STRUCTUUR

NST 2000 van 2 cijfers

Niveau 1: een CPA-onderdeel van twee cijfers

BEKNOPTE OMSCHRIJVING

GS-code in een richting (GS > NST), goederennomenclatuur voor transportstatistiek in Europa (CSTE)

VERWANTE CLASSIFICATIES

Producten GS-code in een richting (GS > NST)

GEBRUIK

Producten

BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA

http://ec.europa.eu/comm/eurostat/ramon/nomenclatures/index.cfm?TargetUrl=LST_NOM_DTL&StrNom=NSTR_1967&StrLanguageCode=EN&IntPcKey

TALEN

Nederlands, Engels, Frans, Duits enz.

ADRES VAN VERANTWOOR-DELIJK BUREAU

Statistical Office of the European Communities (Eurostat)

Unit C2 Bâtiment BECH A3/112

L-2920 Luxembourg

OPMERKINGEN

-----

a)   Uniforme goederennomenclatuur voor de vervoersstatistiek/herzien (NST/R)

VOLLEDIGE TITEL

Uniforme goederennomenclatuur voor de vervoersstatistiek/herzien

AFKORTING

NST / R

INSTANTIE VAN OORSPRONG

Europese Commissie (Bureau voor statistiek/Eurostat)

WETTELIJKE BASIS

------

HUIDIGE STATUS

Operationeel, maar wordt op dit ogenblik herzien

DATUM VAN UITVOERING

1-1-1967

WIJZIGING(EN)

Geregeld, om de twee jaar

STRUCTUUR

Numerieke code van 3 cijfers.

Niveau 1: 10 hoofdstukken, met een numerieke code van 1 cijfer (0 tot 9)

Niveau 2: 52 groepen met numerieke codes van 2 cijfers

Niveau 3: 176 rubrieken met numerieke codes van 3 cijfers

BEKNOPTE OMSCHRIJVING

De NST/R is ontworpen door Eurostat voor de harmonisering van de statistiek over nationaal en internationaal transport in de lidstaten van de Europese Gemeenschappen

VERWANTE CLASSIFICATIES

Goederennomenclatuur voor transportstatistiek in Europa (CSTE),

 

GS-code in een richting (GS > NST/R)

GEBRUIK

Producten

BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA

http://ec.europa.eu/comm/eurostat/ramon/nomenclatures/index.cfm?TargetUrl=LST_NOM_DTL&StrNom=NSTR_1967&StrLanguageCode=EN&IntPcKey

TALEN

Nederlands, Engels, Frans, Duits enz.

ADRES VAN VERANTWOOR-DELIJK BUREAU

Bureau voor statistiek van de Europese Gemeenschappen (Eurostat)

Unit C2 Bâtiment BECH A3/112

L-2920 Luxembourg

OPMERKINGEN

-----


Voorbeeld

 

729

Mengmeststoffen en andere gefabriceerde meststoffen

321

Benzine

Gebruik in de praktische handleidingen

CNI/GID/FTX(2)/C108/4440

b)   Uniforme goederennomenclatuur voor de vervoersstatistiek/herzien — Nederland (NST/R NL)

VOLLEDIGE TITEL

Uniforme goederennomenclatuur voor de vervoersstatistiek/herzien — Nederland

AFKORTING

NST/R-NL

INSTANTIE VAN OORSPRONG

-----

WETTELIJKE BASIS

-----

HUIDIGE STATUS

Operationeel

DATUM VAN UITVOERING

-----

WIJZIGING(EN)

Geregeld, om de twee jaar

STRUCTUUR

Numerieke code van 4 cijfers

BEKNOPTE OMSCHRIJVING

De NST/R-NL is gebaseerd op de NST/R-nomenclatuur van 3 cijfers van Eurostat

VERWANTE CLASSIFICATIES

NST/R, GS-code in een richting (GS > NST/R)

GEBRUIK

Statistieken

BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA

-----

TALEN

Nederlands

ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU

-----

OPMERKINGEN

Op niveau 4 niet compatibel met NST/R-FR en NST/R-DE


Voorbeeld

 

7290

Mengmeststoffen en andere gefabriceerde meststoffen

3210

Benzine

Gebruik in de praktische handleidingen

CNI/GID/FTX(2)/C108/4440

c)   Uniforme goederennomenclatuur voor de vervoersstatistiek/herzien — Frankrijk (NST/R FR)

VOLLEDIGE TITEL

Uniforme goederennomenclatuur voor de vervoersstatistiek

AFKORTING

NST/R-FR

INSTANTIE VAN OORSPRONG

-----

WETTELIJKE BASIS

-----

HUIDIGE STATUS

Operationeel

DATUM VAN UITVOERING

-----

WIJZIGING(EN)

Geregeld, om de twee jaar

STRUCTUUR

Numerieke code van 4 cijfers

BEKNOPTE OMSCHRIJVING

De NST/R-FR is gebaseerd op de NST/R-nomenclatuur van 3 cijfers van Eurostat

VERWANTE CLASSIFICATIES

NST/R, GS-code in een richting (GS > NST/R)

GEBRUIK

Facturering van waterwegheffingen, statistieken

BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA

-----

TALEN

Frans

ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU

-----

OPMERKINGEN

Op niveau 4 niet compatibel met NST/R-NL en NST/R-DE


Voorbeeld

 

7291

Mengmeststoffen en andere gefabriceerde meststoffen

3210

Benzine

Gebruik in de praktische handleidingen

CNI/GID/FTX(2)/C108/4440

d)   Uniforme goederennomenclatuur voor de vervoersstatistiek/herzien — Duitsland (NST/R DE)

VOLLEDIGE TITEL

Goederennomenclatuur voor het verkeer op de Duitse binnenwateren

AFKORTING

GV-Binnenwasserstraßen; NST/R-DE

INSTANTIE VAN OORSPRONG

Wasser- und Schifffahrtsdirektion West, Münster

WETTELIJKE BASIS

In opdracht van het ministerie van Transport, Duitsland

HUIDIGE STATUS

Operationeel

DATUM VAN UITVOERING

1-1-1986

WIJZIGING(EN)

Geregeld, om de twee jaar

STRUCTUUR

Numerieke code van 4 cijfers

Niveau 1: 10 hoofdstukken met een numerieke code van 1 cijfer (0 tot 9)

Niveau 2: 52 groepen met numerieke codes van 2 cijfers

Niveau 3: 176 rubrieken met numerieke codes van 3 cijfers

Niveau 4: amendement met 1 cijfer dat bestemd is voor facturering en statistieken

BEKNOPTE OMSCHRIJVING

De „GV-Binnenwasserstraßen” is gebaseerd op de NST/R-nomenclatuur van 3 cijfers van Eurostat en het „Güterverzeichnis 1969” van het Statistisches Bundesamt

VERWANTE CLASSIFICATIES

NST/R, GS-code in een richting (GS > NST/R)

 

Güterverzeichnis für die Verkehrsstatistik (GV)

GEBRUIK

Facturering van waterwegheffingen, statistieken

BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA

WSD West, Münster

TALEN

Duits

ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU

Zie hoger

OPMERKINGEN

Op niveau 4 niet compatibel met NST/R-FR en NST/R-NL


Voorbeeld

 

7290

Minerale mengmeststoffen

3210

Benzine

Gebruik in de praktische handleidingen

CNI/GID/FTX(2)/C108/4440

2.4.2.9.   VN-code gevaarlijke goederen (UNDG)

VOLLEDIGE TITEL

VN-aanbevelingen over het vervoer van gevaarlijke goederen, bijlage „Modelverordeningen”

Deel 3 „Lijst van gevaarlijke goederen”

Aanhangsel A „lijst van generische verzendbenamingen en de verzendbenamingen eigen aan de N.O.S.”

AFKORTING

Modelverordeningen van de VN; UNDG

INSTANTIE VAN OORSPRONG

UNECE

WETTELIJKE BASIS

-----

HUIDIGE STATUS

Operationeel

DATUM VAN UITVOERING

Vanaf 1956, de modelverordeningen vanaf 1996

WIJZIGING(EN)

 

STRUCTUUR

Numerieke code van 4 cijfers

BEKNOPTE OMSCHRIJVING

De VN-aanbevelingen voor het vervoer van gevaarlijke goederen behandelen de volgende hoofdgebieden:

lijst van de vaakst vervoerde gevaarlijke goederen en de identificatie en nomenclatuur ervan,

verzendingsprocedures,

standaarden voor verpakking, testprocedures en certificering,

standaarden voor multimodale tankcontainers, testprocedures en certificering.

VERWANTE CLASSIFICATIES

IMDG-code

GEBRUIK

Vervoer van gevaarlijke goederen

BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA

http: //www.unece.org/trans/danger/publi/unrec/

TALEN

Engels

ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU

Transport Division

United Nations Economic Commission for Europe

Palais des nations

CH-1211 Genève 10

www.unece.org

OPMERKINGEN

In deze standaard wordt alleen gebruikgemaakt van het VN-nummer van 4 cijfers (niet van de klasse en de afdeling).


Voorbeeld

 

1967

Gasmonster, niet onder druk, giftig

Gebruik in de praktische handleidingen

CNI/GID/DGS/C234/7124

2.4.2.10.   Internationale Code voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over zee (IMDG)

VOLLEDIGE TITEL

Internationale code voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over zee

AFKORTING

IMDG-code

INSTANTIE VAN OORSPRONG

Internationale Maritieme Organisatie (IMO)

WETTELIJKE BASIS

-----

HUIDIGE STATUS

Operationeel

DATUM VAN UITVOERING

18 mei 1965

WIJZIGING(EN)

1.1.2001 (30e amendement), bijna om de twee jaar

STRUCTUUR

Numerieke code van 2 cijfers:

getal van 1 cijfer voor de klasse

getal van 1 cijfer voor de afdeling.

BEKNOPTE OMSCHRIJVING

De IMDG-code regelt het grootste deel van de verzendingen van gevaarlijke stoffen over het water. Aan overheden wordt aanbevolen om deze code in te voeren als basis voor hun nationale reglementering in combinatie met de SOLAS-Conventie.

VERWANTE CLASSIFICATIES

Deze code is gebaseerd op de VN-aanbevelingen voor het vervoer van gevaarlijke goederen (UNDG).

GEBRUIK

Vervoer over zee van gevaarlijke en schadelijke goederen

BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA

www.imo.org

TALEN

Nederlands, Engels, Frans, Duits

ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU

International Maritime Organization

4 Albert Embankment

London SE1 7SR

United Kingdom

OPMERKINGEN

Voor de binnenvaart kan de IMO-code worden gebruikt, aangezien deze code vaak reeds bekend is, en indien nodig voert men nog een ADN/R-code in die overeenstemt met de IMDG-code


Voorbeeld

 

32

Ontvlambare vloeistof, niet nader omschreven (ethanol)

Gebruik in de praktische handleidingen

CNI/GID/DGS/C205/8351

2.4.2.11.   ADN/R/D

VOLLEDIGE TITEL

Europees Verdrag inzake het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (van de Rijn, de Donau)

AFKORTING

ADN/R/D

INSTANTIE VAN OORSPRONG

Centrale Commissie voor de Rijnvaart

Donaucommissie

Economische Commissie van de Verenigde Naties voor Europa

WETTELIJKE BASIS

-----

HUIDIGE STATUS

Operationeel

DATUM VAN UITVOERING

Operationeel

WIJZIGING(EN)

Geregeld, om de twee jaar zoals vermeld

STRUCTUUR

Voor goederen op een vrachtschip voor droge lading:

 

VN-nummer

 

Naam van de stof (volgens tabel A van deel 3 van ADNR)

 

Klasse

 

Gevaarsclassificatiecode

 

Verpakkingsgroep

 

Gevarensticker (label)

 

Voor goederen op vrachtschepen

 

VN-nummer

 

Naam van de stof (volgens tabel C van deel 3 van ADNR)

 

Klasse

 

Verpakkingsgroep

BEKNOPTE OMSCHRIJVING

De ADN, de Europese overeenkomst over het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren, die de verschillende regionale overeenkomsten zal vervangen.

VERWANTE CLASSIFICATIES

ADN, ADR

GEBRUIK

Vervoer van gevaarlijke goederen in de binnenvaart

BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA

www.ccr-zkr.org

www.danubecom-intern.org

http://www.unece.org/trans/danger/publi/adn/adn_treaty.html

TALEN

Nederlands, Frans, Duits

ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU

Central Commission for the Navigation on the Rhine, 2, Place de la Republique, F-67082 Strasbourg Cedex

UN Economic Commission for Europe, Palais des Nations, CH-1211 Genève 10, Suisse

OPMERKINGEN

De bepalingen van de ADN-overeenkomst, de Europese overeenkomst over het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (ADN), zijn van toepassing op de Rijn (ADNR) en op de Donau (ADND). Editie 2007 van ADR/RID/ADN is geharmoniseerd met de 14e herziene editie van de Modelverordeningen van de VN en is op 1 januari 2007 van kracht geworden.


Voorbeeld

 

Voor een vrachtschip voor droge lading:

Voor een tankschip:

1203; benzine; 3; F1; III; 3

1203; benzine;3;; III;

Gebruik in de praktische handleidingen

CNI/GID/DGS/C205/8078

2.4.2.12.   VN-landcode

VOLLEDIGE TITEL

Internationale standaardcodes voor het weergeven van de namen van landen

AFKORTING

ISO 3166-1

INSTANTIE VAN OORSPRONG

Internationale Organisatie voor Normalisatie (ISO)

WETTELIJKE BASIS

VN-aanbeveling 3 (Codes voor het weergeven van de namen van landen)

HUIDIGE STATUS

Operationeel

DATUM VAN UITVOERING

1974

WIJZIGING(EN)

Volgens ISO 3166-1

STRUCTUUR

Alfabetische code van 2 letters (principieel te gebruiken)

Numerieke code van 3 cijfers (als alternatief)

BEKNOPTE OMSCHRIJVING

ISO geeft een unieke code van twee letters voor elk land op de lijst, evenals een numerieke code van 3 cijfers die bedoeld is als alternatief voor alle toepassingen die onafhankelijk van het alfabet dienen te werken.

VERWANTE CLASSIFICATIES

UNLOCODE

GEBRUIK

Deze code wordt gebruikt als één element in de gecombineerde locatiecode van deze standaard

BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA

UNECE

www.unece.org/locode

TALEN

Engels

ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU

http://www.unece.org/cefact

OPMERKINGEN

Zie hoofdstuk 2.7 voor de combinatie van de alfabetische landcode met de locatiecode


Voorbeeld

 

BE

België

Gebruik in de praktische handleidingen

ERI-mededelingsbericht:

 

TDT/C222/8453

 

NAD(1)/3207

 

NAD(2)/3207

 

ERI-antwoordbericht

 

NAD(1)/3207

2.4.2.13.   VN-locatiecode — UNLOCODE

VOLLEDIGE TITEL

VN-code voor handels- en vervoerslocaties

AFKORTING

UN/LOCODE

INSTANTIE VAN OORSPRONG

UNECE/CEFACT

WETTELIJKE BASIS

VNECE-aanbeveling 16

HUIDIGE STATUS

Operationeel

DATUM VAN UITVOERING

1980

WIJZIGING(EN)

2006-2

STRUCTUUR

ISO 3166-1 landcode (alfabetisch, twee tekens) gevolgd door een spatie en een alfabetische code van 3 tekens voor de plaatsnamen (5 tekens)

Plaatsnaam (a …29)

Onderafdeling ISO 3166-2, optioneel (a..3)

Functie, verplicht (an5)

Opmerkingen, optioneel (an..45)

Geografische coördinaten (000N 0000 W, 000 S 00000 E)

BEKNOPTE OMSCHRIJVING

De VN beveelt een alfabetische code van vijf letters aan om de namen af te korten van locaties die van belang zijn voor de internationale handel, zoals havens, luchthavens, binnenlandse vrachtterminals en andere locaties waar de in- en uitklaring van goederen kan plaatsvinden en waarvan de namen ondubbelzinnig dienen te worden weergegeven in de gegevensuitwisseling tussen deelnemers aan de internationale handel.

VERWANTE CLASSIFICATIES

VN-landcode

GEBRUIK

Deze code wordt gebruikt als één element in de gecombineerde locatiecode van deze standaard.

BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA

www.unece.org/locode

TALEN

Engels

ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU

VNECE

OPMERKINGEN

Zie hoofdstuk 2.7 voor de combinatie van elementen in de locatiecode.


Voorbeeld

 

BEBRU

België Brussel

Gebruik in de praktische handleidingen

TDT/LOC (1..9)/C517/3225

 

CNI/LOC(1..2) /C517/3225

Zie:

Dit document en praktische handleidingen „Definitie van de herziene locatie- en terminalcode” door het ministerie van Transport en Openbare werken

Adviesdienst voor verkeer en transport

Mei 2002

2.4.2.14.   Code vaarwegsecties

VOLLEDIGE TITEL

Code vaarwegsecties

AFKORTING

 

INSTANTIE VAN OORSPRONG

Nationale administraties van vaarwegen

WETTELIJKE BASIS

-----

HUIDIGE STATUS

Operationeel

DATUM VAN UITVOERING

-----

WIJZIGING(EN)

-----

STRUCTUUR

Numerieke code van 5 cijfers

BEKNOPTE OMSCHRIJVING

Het vaarwegennetwerk is onderverdeeld in secties. Dat kunnen zowel hele rivieren en kanalen zijn van verscheidene honderden kilometers als kleine stukken ervan. De positie van een locatie binnen een sectie kan opgegeven worden aan de hand van de hectometer of met de naam (code) van een terminal of controlepunt.

VERWANTE CLASSIFICATIES

UNLOCODE

GEBRUIK

Nummering van de waterwegen in een nationaal netwerk. Deze code wordt gebruikt als één element in de gecombineerde locatiecode van deze standaard.

BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA

-----

TALEN

-----

ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU

Nationale administraties van waterwegen. Coördinatie via de ERI-deskundigengroep.

OPMERKINGEN

Zie hoofdstuk 2.7 voor de combinatie van elementen in de locatiecode


Voorbeeld

 

03937

Rijn, Rüdesheimer Fahrwasser

02552

Oude Maas te Dordrecht

Gebruik in de praktische handleidingen

TDT/LOC/C517/3225

 

CNI/LOC/C517/3225

Zie:

Zie dit document en praktische handleidingen

 

Definitie van de herziene locatie- en terminalcode

Opmerking 1:

Wanneer er geen vaarwegcode bestaat, dient het veld nullen te bevatten

Opmerking 2:

Zie hoofdstuk 2.7 voor de combinatie van elementen in de locatiecode.

2.4.2.15.   Terminalcode

VOLLEDIGE TITEL

Terminalcode

AFKORTING VAN

-----

AFKOMSTIG VAN

Nationale vaarwegbeheerders

WETTELIJKE BASIS

-----

HUIDIGE STATUS

Versie 2, april 2000

DATUM VAN UITVOERING

-----

WIJZIGING(EN)

Geregeld

STRUCTUUR

Type terminal (getal van 1 cijfer) Nummer van terminal (als een numerieke code van 5 tekens)

BEKNOPTE OMSCHRIJVING

Een verdere specificatie van de locatie van een terminal binnen de locatie van de haven in het land.

VERWANTE CLASSIFICATIES

UNLOCODE

GEBRUIK

Deze code wordt gebruikt als één element in de gecombineerde locatiecode van deze standaard. Zie hoofdstuk 2.7 voor de combinatie van elementen in de locatiecode en de regels voor onderhoud van de respectievelijke codereeksen.

BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA

www.risexpertgroups.org

TALEN

-----

ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU

Nationale administraties van waterwegen. Coördinatie via de ERI-deskundigengroep.

OPMERKINGEN

Het is van het allergrootste belang dat het onderhoud van de codes zo wordt uitgevoerd dat men een maximale stabiliteit en consistentie bereikt om te garanderen dat er geen wijzigingen nodig zijn, afgezien van toevoegingen en schrappingen.

Zie hoofdstuk 2.7 voor de combinatie van elementen in de locatiecode.


Voorbeeld

 

LEUVE

Leuvehaven te Rotterdam, NL

Gebruik in de praktische handleidingen

TDT/LOC/C517/3225

 

CNI/LOC/C517/3225

Zie:

Praktische handleidingen en dit document

 

Definitie van de herziene locatie- en terminalcode

Opmerking 1:

Wanneer er geen terminalcode beschikbaar is, dient u het veld in te vullen met nullen.

Opmerking 2:

Elk land is verantwoordelijk voor zijn eigen gegevens. De coördinatie en de centrale verspreiding zullen worden uitgevoerd door Rijkswaterstaat uit Nederland.

Opmerking 3:

Op dit ogenblik wordt er een terminalcode bijgehouden door Bureau Telematica voor Rijkswaterstaat

2.4.2.16.   Code voor containerafmetingen en containertypes

VOLLEDIGE TITEL

Vrachtcontainers — codering, identificatie en markering

AFKORTING

-----

INSTANTIE VAN OORSPRONG

Internationale Organisatie voor Normalisatie (ISO)

WETTELIJKE BASIS

ISO 6346, hoofdstuk 4 en bijlagen D en E

HUIDIGE STATUS

Operationeel

DATUM VAN UITVOERING

-----

WIJZIGING(EN)

3e editie van 1.12.1995

STRUCTUUR

Containerafmetingen; twee alfanumerieke tekens (het eerste voor de lengte, het tweede voor de combinatie van hoogte en breedte)

 

Containertype: twee alfanumerieke tekens

BEKNOPTE OMSCHRIJVING

Codes voor afmetingen en types vastgelegd voor elke soort container

VERWANTE CLASSIFICATIES

ISO 6346 coderingsidentificatie en markering

GEBRUIK

Wanneer dit bekend is en vermeld in de commerciële uitwisseling van informatie

BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA

www.iso.ch/iso/en

TALEN

Engels

ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU

http: //www.bic-code.org/

OPMERKINGEN

De afmetingen- en typecodes worden zichtbaar op de containers aangebracht en zullen dan ook gebruikt worden voor de elektronische rapportering wanneer zij beschikbaar zijn vanuit andere uitgewisselde informatie, bv. tijdens de boeking. De codes voor containerafmetingen en containertypes dienen in hun geheel te worden gebruikt, d.w.z. informatie mag niet opgesplitst worden in de samenstellende delen ervan (ISO 6346:1995).


Voorbeeld voor afmetingen

 

42

Lengte: 40 ft. (ca. 12,20 m); hoogte:8 ft. 6 in. (ca. 2,62 m); breedte: 8 ft. (ca. 2,44 m)

Voorbeeld voor type

 

GP

Container voor algemeen gebruik

BU

Container voor droge massalading

Gebruik in de praktische handleidingen

Indien van toepassing EQD-segment

2.4.2.17.   Containeridentificatiecode

VOLLEDIGE TITEL

Vrachtcontainers — codering, identificatie en markering

AFKORTING

ISO-codes voor containerafmetingen en containertypes

INSTANTIE VAN OORSPRONG

Internationale Organisatie voor Normalisatie

WETTELIJKE BASIS

ISO 6 346, hoofdstuk 3, bijlage A

HUIDIGE STATUS

Toegepast in de hele wereld op alle vrachtcontainers

DATUM VAN UITVOERING

1995

WIJZIGING(EN)

-----

STRUCTUUR

Code eigenaar: drie letters

 

Identificatiecode materieelcategorie: één letter

 

Volgnummer: zes cijfers;

 

Controleteken: één cijfer

BEKNOPTE OMSCHRIJVING

Het identificatiesysteem is bedoeld voor algemene toepassing, bijvoorbeeld ter documentatie, voor controles en communicatie (met inbegrip van automatische gegevensverwerkingssystemen), evenals voor het markeren van de containers zelf.

VERWANTE CLASSIFICATIES

ISO 668, ISO 1496, ISO 8323

GEBRUIK

-----

BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA

www.iso.ch/iso/en

http: //www.bic-code.org/

TALEN

Engels

ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU

Bureau International des Conteneurs (BIC), 167 rue de Courcelles, F-75017 Paris, France http: //www.bic-code.org/

OPMERKINGEN

-----


Voorbeeld

 

KNLU4713308

NEDLLOYD maritieme vrachtcontainer met volgnummer 471330, (8 is het controlegetal)

Gebruik in de praktische handleidingen

CNI/GID/DGS/SGP/C237/8260

2.4.2.18.   Verpakkingstype

VOLLEDIGE TITEL

Codes voor verpakkingstypes en verpakkingsmaterialen

AFKORTING

VNECE-aanbeveling 21

INSTANTIE VAN OORSPRONG

UN CEFACT

WETTELIJKE BASIS

-----

HUIDIGE STATUS

Operationeel

DATUM VAN UITVOERING

Augustus 1994 (ECE/TRADE/195)

WIJZIGING(EN)

Trade/CEFACT/2002/24

STRUCTUUR

Alfanumerieke codewaarde van 2 tekens

 

Naam codewaarde

 

Beschrijving numerieke codewaarde van 2 cijfers

BEKNOPTE OMSCHRIJVING

Een numeriek codesysteem dat het uitzicht van de goederen beschrijft die aangeboden worden voor vervoer om de identificatie, de registratie en de behandeling ervan en het vaststellen van behandelingstarieven mogelijk te maken.

VERWANTE CLASSIFICATIES

-----

GEBRUIK

-----

BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA

www.unece.org/cefact

TALEN

Engels, Frans, Duits

ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU

-----

OPMERKINGEN

De numerieke codewaarde wordt niet gebruikt in deze standaard.


Voorbeeld

 

BG

Zak

BX

Doos

Gebruik in de praktische handleidingen

CNI/GID/C213/7065

2.4.2.19.   Behandelingsinstructies

VOLLEDIGE TITEL

Beschrijvingscode behandelingsinstructies

AFKORTING

UN/EDIFACT data-element 4079

INSTANTIE VAN OORSPRONG

UN CEFACT

WETTELIJKE BASIS

-----

HUIDIGE STATUS

Operationeel

DATUM VAN UITVOERING

25 juli 2005

WIJZIGING(EN)

Trade/CEFACT/2005/

STRUCTUUR

Repr: an..3

 

Naam codewaarde

 

Beschrijving alfabetische codewaarde van drie tekens

BEKNOPTE OMSCHRIJVING

Een alfabetisch codesysteem dat de overslaginstructies beschrijft van de taken die dienen te worden uitgevoerd in een haven om het lossen en laden van het schip mogelijk te maken en om overslagtarieven te kunnen vaststellen.

VERWANTE CLASSIFICATIES

-----

GEBRUIK

UN/EDIFACT-berichten

BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA

www.unece.org/cefact

TALEN

Engels

ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU

-----

OPMERKINGEN

De numerieke codewaarde wordt niet gebruikt in deze standaard.


Voorbeeld

 

LOA

Laden

DIS

Lossen

RES

Herstuwen

Gebruik in de praktische handleidingen

LOC/HAN/C524/4079

2.4.2.20.   Doel van bezoek

VOLLEDIGE TITEL

Beschrijvende code van het doel van het bezoek van het vervoermiddel

AFKORTING

POC C525

INSTANTIE VAN OORSPRONG

UN CEFACT

WETTELIJKE BASIS

-----

HUIDIGE STATUS

Operationeel

DATUM VAN UITVOERING

25 juli 2005

WIJZIGING(EN)

Trade/CEFACT/2005

STRUCTUUR

Repr an..3

 

Numerieke codewaarde van 2 tekens

 

Naam codewaarde

BEKNOPTE OMSCHRIJVING

Een numeriek codesysteem om het doel te beschrijven van de aanroep van het schip teneinde identificatie en registratie mogelijk te maken.

VERWANTE CLASSIFICATIES

HAN

GEBRUIK

EDIFACT-berichten

BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA

www.unece.org/cefact

TALEN

Engels

ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU

-----

OPMERKINGEN

In deze standaard wordt de numerieke codewaarde gebruikt.


Voorbeeld

 

1

Lading behandelingswerkzaamheden

23

Afvalverwijdering

Gebruik in de praktische handleidingen

TSR/POC/C525/8025

2.4.2.21.   Aard van de lading

VOLLEDIGE TITEL

Classificatiecode type lading

AFKORTING

UN/EDIFACT 7085 Type lading

INSTANTIE VAN OORSPRONG

UN CEFACT

WETTELIJKE BASIS

-----

HUIDIGE STATUS

Operationeel

DATUM VAN UITVOERING

25 juli 2005

WIJZIGING(EN)

Trade/CEFACT/2005

STRUCTUUR

AN..3

 

Numerieke codewaarde van 2 tekens

 

Naam codewaarde

 

Beschrijving numerieke codewaarde van 2 cijfers

BEKNOPTE OMSCHRIJVING

Een numeriek codesysteem dat de classificatie specificeert van een type lading dat vervoerd wordt teneinde de identificatie, registratie en overslag, evenals het vastleggen van tarieven ervoor mogelijk te maken.

VERWANTE CLASSIFICATIES

HAN

GEBRUIK

EDIFACT-berichten

BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA

www.unece.org/cefact

TALEN

Engels

ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU

-----

OPMERKINGEN

In deze technische specificaties wordt de numerieke codewaarde gebruikt.


Voorbeeld

 

5

Andere, niet in containers

30

Bulklading

Gebruik in de praktische handleidingen

TSR/LOC/HAN/C703/7085

2.5.   Uniek Europees scheepsidentificatienummer

Het uniek Europees scheepsidentificatienummer (ENI), hierna Europees scheepsidentificatienummer genoemd, wordt gedefinieerd in artikel 2.18 van bijlage II bij Richtlijn 2006/87/EG.

Behalve indien het vaartuig een Europees scheepsidentificatienummer bezit op het ogenblik wanneer het een Europees scheepsidentificatienummer nodig heeft om deel te nemen aan River Information Services (RIS), dient dat toegekend te worden aan dat vaartuig door de bevoegde instantie van de lidstaat waar het vaartuig geregistreerd is of zijn thuishaven heeft.

Voor zover het gaat om vaartuigen uit landen waar het toekennen van een Europees scheepsidentificatienummer niet mogelijk is, dient het Europees scheepsidentificatienummer te worden toegekend door de bevoegde instantie van de lidstaat waar het schip voor het eerst een Europees scheepsidentificatienummer nodig heeft om deel te nemen aan RIS.

De bevoegde instantie dient een certificaat uit te reiken, dat de toekenning van het Europees scheepsidentificatienummer staaft.

Aan een vaartuig kan slechts één Europees scheepsidentificatienummer toegekend worden. Het Europees scheepsidentificatienummer wordt slechts eenmaal uitgereikt en blijft onveranderd tijdens de hele nuttige levensduur van het vaartuig.

De eigenaar van een vaartuig of zijn vertegenwoordiger dient de toekenning van het Europees scheepsidentificatienummer aan te vragen bij de bevoegde instantie. De eigenaar of zijn vertegenwoordiger heeft ook als verantwoordelijkheid het Europees scheepsidentificatienummer te laten aanbrengen op het vaartuig.

Elke lidstaat dient de Commissie op de hoogte te brengen van de bevoegde instanties die verantwoordelijk zijn voor de toekenning van Europese scheepsidentificatienummers. De Commissie houdt een register bij van die bevoegde instanties en van bevoegde instanties die zijn meegedeeld door derde landen, en zij zal dat register ter beschikking stellen van de lidstaten. Op verzoek wordt dit register ook ter beschikking gesteld aan bevoegde instanties van derde landen.

Elke bevoegde instantie overeenkomstig de vorige paragraaf dient alle noodzakelijke maatregelen te nemen om alle andere bevoegde instanties die in het register vermeld zijn overeenkomstig de vorige paragraaf op de hoogte te houden van elk Europees scheepsidentificatienummer dat het toekent, evenals van de gegevens voor de identificatie van het schip zoals beschreven in aanhangsel IV van bijlage II bij Richtlijn 2006/87/EG.

Deze gegevens kunnen ter beschikking gesteld worden van bevoegde instanties van andere lidstaten, contracterende staten van de Rijnvaartakte en, voor zover een even grote mate van privacy gegarandeerd is, aan derde landen op basis van administratieve overeenkomsten om administratieve maatregelen uit te voeren voor het behoud van de veiligheid en het vlotte navigeren.

2.6.   Definitie van de ERI-scheepstypes

USEV/C

M

Code Subdiv

Naam

Omschrijving

Neen

8

00

0

Vaartuig, type onbekend

 

 

 

 

Vaartuig van onbekend type.

V

8

01

0

Motorvrachtschip

 

 

 

 

Gemotoriseerd vaartuig dat bedoeld is om stukgoederen te vervoeren.

V

8

02

0

Motortankschip

 

 

 

 

Gemotoriseerd vaartuig dat bedoeld is om een lading in tanks te vervoeren.

V

8

02

1

Motortankschip, vloeibare lading, type N

 

 

 

 

Gemotoriseerd vaartuig dat bedoeld is om een vloeibare lading te vervoeren.

V

8

02

2

Motortankschip, vloeibare lading, type C

 

 

 

 

Gemotoriseerd vaartuig dat bedoeld is om speciale chemicaliën te vervoeren.

V

8

02

3

Motortankschip, droge lading

 

 

 

 

Gemotoriseerd vaartuig dat bedoeld is om een droge lading te vervoeren alsof het om een vloeibare lading ging (bv. cement).

V

8

03

0

Containerschip

 

 

 

 

Vaartuig dat bedoeld is om containers te vervoeren.

V

8

04

0

Gastanker

 

 

 

 

Vaartuig met tanks die bedoeld zijn om gas te vervoeren.

C

8

05

0

Motorvrachtschip, sleepboot

 

 

 

 

Gemotoriseerd vaartuig dat bedoeld is om lading te vervoeren en dat in staat is om te slepen.

C

8

06

0

Motortankschip, sleepboot

 

 

 

 

Gemotoriseerd vaartuig dat bedoeld is om een vloeibare lading te vervoeren en dat in staat is om te slepen.

C

8

07

0

Motorvrachtschip met één of meer schepen langszij

 

 

 

 

Gemotoriseerd vaartuig dat bedoeld is om stukgoederen te vervoeren dat één of meer vaartuigen langszij heeft.

C

8

08

0

Motorvrachtschip met tanker

 

 

 

 

Gemotoriseerd vaartuig dat bedoeld is om stukgoederen te vervoeren dat naast een vaartuig ligt dat bedoeld is om een vloeibare lading te vervoeren.

C

8

09

0

Motorvrachtschip dat een of meer vrachtschepen voortduwt

 

 

 

 

Gemotoriseerd vaartuig dat bedoeld is om stukgoederen te vervoeren en dat een of meer vaartuigen voortduwt die ook bedoeld zijn om stukgoederen te vervoeren.

C

8

10

0

Motorvrachtschip dat ten minste een tankschip voortduwt.

 

 

 

 

Gemotoriseerd vaartuig dat bedoeld is om stukgoederen te vervoeren en dat ten minste een vaartuig voortduwt dat bedoeld is om een vloeibare lading te vervoeren.

Neen

8

11

0

Sleepboot, vrachtschip

 

 

 

 

Vaartuig dat bedoeld is om een ander vaartuig voort te duwen of te trekken en dat ook stukgoederen kan vervoeren.

Neen

8

12

0

Sleepboot, tanker

 

 

 

 

Vaartuig dat bedoeld is om een ander vaartuig voort te duwen of te trekken en dat ook een vloeibare lading kan vervoeren.

C

8

13

0

Gekoppeld sleep-vrachtschip

 

 

 

 

Vaartuig dat bedoeld is om een ander vaartuig voort te duwen of te trekken en dat ook stukgoederen kan vervoeren en dat is vastgemaakt aan een of meer andere vaartuigen.

C

8

14

0

Gekoppeld sleep-vracht/tankschip

 

 

 

 

Vaartuig dat bedoeld is om een ander vaartuig voort te duwen of te trekken en dat ook ofwel stukgoederen ofwel een vloeibare lading kan vervoeren en dat is vastgemaakt aan een of meer andere vaartuigen.

V

8

15

0

Vrachtduwbak

 

 

 

 

Lichter die bedoeld is voor het vervoeren van stukgoederen.

V

8

16

0

Tankduwbak

 

 

 

 

Lichter die bedoeld is voor het vervoeren van een lading in tanks.

V

8

16

1

Tankduwbak, vloeibare lading, type N

 

 

 

 

Lichter die bedoeld is voor het vervoeren van een vloeibare lading.

V

8

16

2

Tankduwbak, vloeibare lading, type C

 

 

 

 

Lichter die bedoeld is om speciale chemicaliën te vervoeren.

V

8

16

3

Tankduwbak, droge lading

 

 

 

 

Lichter die bedoeld is voor het vervoeren van droge lading alsof het om een vloeibare lading ging (bv. cement).

V

8

17

0

Vrachtduwbak met containers

 

 

 

 

Lichter die bedoeld is voor het vervoeren van containers.

V

8

18

0

Gas-tankduwbak

 

 

 

 

Lichter die bedoeld is voor het vervoeren van gas.

C

8

21

0

Duwboot met een vrachtduwbak

 

 

 

 

Vaartuig dat bedoeld is om te duwen/slepen waardoor het voortbewegen van een vrachtduwbak wordt mogelijk gemaakt.

C

8

22

0

Duwboot met twee vrachtduwbakken

 

 

 

 

Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen, waardoor het voortbewegen van twee vrachtduwbakken wordt mogelijk gemaakt.

C

8

23

0

Duwboot met drie vrachtduwbakken

 

 

 

 

Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen, waardoor het voortbewegen van drie vrachtduwbakken wordt mogelijk gemaakt.

C

8

24

0

Duwboot met vier vrachtduwbakken

 

 

 

 

Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen, waardoor het voortbewegen van vier vrachtduwbakken wordt mogelijk gemaakt.

C

8

25

0

Duwboot met vijf vrachtduwbakken

 

 

 

 

Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen, waardoor het voortbewegen van vijf vrachtduwbakken wordt mogelijk gemaakt.

C

8

26

0

Duwboot met zes vrachtduwbakken

 

 

 

 

Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen, waardoor het voortbewegen van zes vrachtduwbakken wordt mogelijk gemaakt.

C

8

27

0

Duwboot met zeven vrachtduwbakken

 

 

 

 

Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen, waardoor het voortbewegen van zeven vrachtduwbakken wordt mogelijk gemaakt.

C

8

28

0

Duwboot met acht vrachtduwbakken

 

 

 

 

Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen, waardoor het voortbewegen van acht vrachtduwbakken wordt mogelijk gemaakt.

C

8

29

0

Duwboot met negen vrachtduwbakken

 

 

 

 

Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen, waardoor het voortbewegen van negen vrachtduwbakken wordt mogelijk gemaakt.

C

8

31

0

Duwboot met een vrachtduwbak met gas/tank

 

 

 

 

Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen en die een tanker of gasduwbak in beweging brengt.

C

8

32

0

Duwboot met twee vrachtduwbakken, waarvan minstens een tanker of gasduwbak

 

 

 

 

Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen en die twee duwbakken in beweging brengt, waarvan er minstens één een tanker of gasduwbak is.

C

8

33

0

Duwboot met drie vrachtduwbakken, waarvan minstens een tanker of gasduwbak

 

 

 

 

Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen en die drie duwbakken in beweging brengt, waarvan er ten minste één een tanker of een gasduwbak is.

C

8

34

0

Duwboot met vier vrachtduwbakken, waarvan ten minste één tanker of gasduwbak.

 

 

 

 

Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen, waardoor het voortbewegen van vier duwbakken wordt mogelijk gemaakt, waaronder minstens één tanker of gasduwbak.

C

8

35

0

Duwboot met vijf vrachtduwbakken, waarvan minstens één tanker of gasduwbak

 

 

 

 

Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen, waardoor het voortbewegen van vijf duwbakken wordt mogelijk gemaakt, waarvan minstens één tanker of gasduwbak.

C

8

36

0

Duwboot met zes vrachtduwbakken, waarvan minstens één tanker of gasduwbak

 

 

 

 

Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen, waardoor het voortbewegen van zes duwbakken wordt mogelijk gemaakt, waarvan minstens één tanker of gasduwbak.

C

8

37

0

Duwboot met zeven vrachtduwbakken, waarvan minstens één tanker of gasduwbak

 

 

 

 

Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen, waardoor het voortbewegen van zeven duwbakken wordt mogelijk gemaakt, waarvan minstens één tanker of gasduwbak.

C

8

38

0

Duwboot met acht vrachtduwbakken, waarvan minstens één tanker of gasduwbak

 

 

 

 

Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen, waardoor het voortbewegen van acht duwbakken wordt mogelijk gemaakt, waarvan minstens één tanker of gasduwbak.

C

8

39

0

Duwboot met negen of meer vrachtduwbakken, waarvan minstens één tanker of gasduwbak

 

 

 

 

Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen, waardoor het voortbewegen van negen of meer duwbakken wordt mogelijk gemaakt, waarvan minstens één tanker of gasduwbak.

V

8

40

0

Sleepboot, losvarend

 

 

 

 

Vaartuig dat bedoeld is om een ander vaartuig voort te duwen dat de enige boot is die wordt gebruikt om te slepen.

Neen

8

41

0

Sleepboot met één of meer aanhangen

 

 

 

 

Vaartuig dat bedoeld is om een ander vaartuig voort te duwen dat betrokken is bij een of meer sleepacties.

C

8

42

0

Assisterend sleepboot

 

 

 

 

Vaartuig dat bedoeld is om een ander vaartuig voort te duwen dat een vaartuig of een combinatie van vaartuigen of sleepboten en vaartuigen assistentie verleent.

V

8

43

0

Duwboot, losvarend

 

 

 

 

Voertuig dat bedoeld is om te duwen.

V

8

44

0

Passagiersschip, veerboot, Rode Kruisschip, cruiseschip

 

 

 

 

Vaartuigen die bedoeld zijn om passagiers in het algemeen te vervoeren.

V

8

44

1

Veerboot

 

 

 

 

Vaartuig dat bedoeld is om passagiers en/of voertuigen te vervoeren over vaste korte trajecten.

V

8

44

2

Rode Kruisschip

Vaartuig dat bedoeld is om zieke en/of gehandicapte personen te vervoeren.

V

8

44

3

Cruiseschip

 

 

 

 

Vaartuig dat bedoeld is om passagiers te vervoeren die aan boord logeren.

V

8

44

4

Passagiersschip zonder accommodatie

 

 

 

 

Vaartuig dat bedoeld is om passagiers te vervoeren, maar zonder accommodatie zoals hutten enz.

V

8

45

0

Dienstvaartuig, politiepatrouilleboot, havendiensten

 

 

 

 

Vaartuig dat bedoeld is om specifieke gespecialiseerde diensten te verlenen.

V

8

46

0

Werkvaartuig, drijvende giek, kabelschip, drijvende boei, baggermachine

 

 

 

 

Vaartuig dat bedoeld is om een specifieke soort werkzaamheden uit te voeren.

C

8

47

0

Niet nader gespecificeerd gesleept object

 

 

 

 

Een object dat gesleept wordt en dat niet verder gespecificeerd is.

V

8

48

0

Vissersvaartuig

 

 

 

 

Vaartuig dat bedoeld is om te vissen.

V

8

49

0

Bunkerschip

 

 

 

 

Vaartuig dat bedoeld is om bunkers te vervoeren en af te leveren.

V

8

50

0

Duwbak, tanker, chemisch

 

 

 

 

Vaartuig dat bedoeld is om vloeibare chemische chemicaliën of chemicaliën in bulk te vervoeren.

C

8

51

0

Niet nader gespecificeerd object

 

 

 

 

Een drijvend object dat niet nader gespecificeerd is.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Extra codes voor vervoermiddelen over zee

 

 

 

 

 

V

1

50

0

Vrachtschip (zee)

 

 

 

 

Vaartuig dat bedoeld is om stukgoederen te vervoeren.

V

1

51

0

Containerschip (zee)

 

 

 

 

Vaartuig bedoeld is om containers te vervoeren.

V

1

52

0

Bulkcarrier (zee)

 

 

 

 

Vaartuig dat bedoeld is om bulkgoederen te vervoeren.

V

1

53

0

Tanker

 

 

 

 

Vaartuig dat uitsluitend is uitgerust met tanks om droge goederen te vervoeren.

V

1

54

0

Gastanker

 

 

 

 

Tanker die bedoeld is om vloeibaar gas te vervoeren.

V

1

85

0

Groot recreatievaartuig, meer dan 20 m

 

 

 

 

Vaartuig dat bedoeld is voor recreatie en langer is dan 20 m.

V

1

90

0

Snel schip

 

 

 

 

Snel polyvalent vaartuig

V

1

91

0

Draagvleugelboot

 

 

 

 

Vaartuig met een vleugelachtige structuur dat op hoge snelheid kan over het water scheren.

V

1

92

0

Snelle catamaran

 

 

 

 

Snel vaartuig dat uitgevoerd is met twee evenwijdige kielen.

Bron: VNECE.

2.7.   Locatiecodes

2.7.1.   Data-elementen

De locatiecode bestaat uit de volgende afzonderlijke elementen:

Element Nr.

Omschrijving

1

VN-landcode (2 tekens)

2

VN-locatiecode (3 tekens)

3

Vaarwegsectienr. (5 tekens)

4

Terminalcode of code passagepunt (5 tekens)

5

Vaarwegsectiehectometer (5 tekens), in de databank behandeld als een attribuut van het vaarwegsectienummer.

De gevraagde locatie dient altijd te worden weergegeven met een unieke code. Dat kan op verschillende manieren gebeuren naargelang het doel van de rapportering en de situatie ter plaatse.

De UNLOCODE bestaat altijd uit een land- en locatiecode, samen gebruikt maakt deze combinatie de UNLOCODE uniek.

2.7.2.   Voorbeeld

Doel

Voorbeeld

Gebruikte elementen

Code

 

Nr.

Volle tekst

1

VN-landcode

2

VN-locatiecode

3

Vaarweg-sectienummer

4

Terminalcode

5

Vaarweg-hectometer

1

2

3

4

5

Vervoerbericht, factuurverklaring

 

Plaats van vertrek/bestemming

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

Duitsland; Mainz; Rijn; Frankenbach;

x

x

x

X

 

DE

MAI

03901

00FRB

00000

 

2

Nederland; Rotterdam; Sectie 2552 (Oude Maas); Leuvehaven

x

x

x

X

 

NL

RTM

02552

LEUVE

00000

 

3

Nederland; Sectie 2552 (Oude Maas); km 2,2

x

 

x

 

x

NL

XXX

05552

00000

00022

 

4

Duitsland; Rijn; km 502,3

x

 

x

 

x

DE

XXX

03900

00000

05023

Verkeersbericht

 

Controlepunt

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5

Duitsland; Rijn; km 502,3

x

 

x

 

x

DE

XXX

03900

00000

05023

 

6

Duitsland; Oberwesel; Rijn; Verkeerscentrum;

x

x

x

X

 

DE

OWE

03901

TRACE

00000

 

7

Duitsland; Trier; Mose; lock;

x

X

x

X

 

DE

TRI

03201

LOCK

00000

Afkortingen

Afkortingen

Omschrijving

ADN

Europese overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (Richtlijn 94/95/EG van de Raad)

ADNR

Réglement pour le transport de matières dangereuses sur le Rhin

AIS

Automatic Identification System (Automatisch identificatiesysteem)

BERMAN

Berth Management (beheer van aanlegplaatsen — EDI-bericht)

CCNR

Centrale Commissie voor de Rijnvaart

GN

Combined nomenclature of gecombineerde nomenclatuur (voor goederen) van het geharmoniseerde systeem

DWT

Dead Weight of laadvermogen

EAN

European Article Numbering Association

ECDIS

Electronic Chart Display and Information System

EDI

Electronic Data Interchange (elektronische gegevensuitwisseling)

ENI

European Vessel Identification Number

ERI

Electronic Reporting International

ERINOT

ERI Notification of ERI-mededeling (bericht)

ERIRSP

ERI Response of ERI-antwoord (bericht)

ERN

Electronic Reporting Number of elektronisch rapporteringsnummer

ETA

Estimated Time of Arrival of geschatte tijdstip van aankomst

ETD

Estimated Time of Departure of geschatte tijdstip van vertrek

FAL

IMO Facilitation convention of IMO-facilitatieverdrag

GPS

Global Positioning System of wereldomvattend plaatsbepalingssysteem

GS-code

Harmonised Commodity Description and Coding System of WCO of geharmoniseerd systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen van de WDO

HTML

Hyper Text Markup Language

IFTDGN

International Forwarding and Transport Dangerous Goods Notification (bericht)

IMDG

International Maritime Dangerous Goods Code of Internationale code voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over zee (nummer)

IMO

International Maritime Organization

IMO-FAL

Verdrag inzake het vergemakkelijken van het internationale verkeer ter zee, 1965, met wijzigingen van genoemde Overeenkomst

ISO

International Standardisation Organisation of Internationale Organisatie voor Normalisatie

ISPS

International Ship and Port facility Security of veiligheid voor het schip en de havenfaciliteit (code)

LOCODE

Locatiecode van de VNECE voor havens en vrachtstations

NST 2000

Standard Goods Classification for Transport Statistics of standaardgoederenclassificatie ten behoeve van vervoersstatistieken (te gebruiken vanaf 2007)

NST/R

Standaard goederenclassificatie ten behoeve van vervoersstatistieken / herzien

OFS

Officieel scheepsnummer

PAXLST

Passagierslijst (bericht)

PROTECT

Internationale Organisatie van Noord-Europese havens die de uitvoering behandelt van berichten over gevaarlijke goederen

PCS

Port Community System of Havengemeenschapsysteem

RIS

River Information Services

SCAC

Standard Carrier Alpha Code

SOLAS

Safety of Lives At Sea of Veiligheid van levens op zee — IMO-Verdrag

UN/CEFACT

UN Centre for Trade Facilitation and Electronic Business (het onderdeel van de Verenigde Naties dat zich richt op de vereenvoudigingen van handelsprocedures en afspraken met betrekking tot elektronische gegevensuitwisseling)

VN/ECE

United Nations Economic Commission for Europe of de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties

UN/EDIFACT

Electronic Data Interchange for Administration, Commerce and Transport

UN/LOCODE

United Nations Location Code of locatiecode van de Verenigde Naties

UNDG

United Nations Dangerous Goods of VN-code van gevaarlijke goederen (nummer)

UNTDID

United Nations Trade Data Interchange Directory

URL

Uniform Resource Allocator (internetadres)

VTM

Vessel Traffic Management (verkeersbeheer scheepvaart)

VTS

Vessel Traffic Services (beheerssysteem voor de scheepvaart)

WDO

Wereld Douaneorganisatie

XML

Extended Markup Language


(1)  PROTECT: Een organisatie van een aantal Europese zeehavens die gemeenschappelijke circulaires hebben uitgewerkt voor standaardberichten. Deze richtsnoeren vormen de basis van de toepassingshandleidingen in de technische specificaties voor elektronische rapportering.

(2)  UN/EDIFACT-glossarium, onder redactie van de UNECE (www.unece.org/trade/untdid/texts/d300_d.htm); Glossarium transport & logistiek, O&O-projecten in het kader van Europese kaderprogramma's voor OTO — INDRIS (FP4), COMPRIS (FP5), MARNIS (FP6).

(3)  Bron: Richtlijn 2002/59/EG.

(4)  Bron: UNECE-aanbeveling 33.

(5)  Over wijzigingen in de codes wordt om twee jaar een akkoord bereikt en dat wordt gepubliceerd door de VN.

(6)  Wijzigingen in de codes worden om de twee jaar door de IMO gepubliceerd.

(7)  Over wijzigingen in de codes wordt om de twee jaar een akkoord bereikt en dat wordt gepubliceerd door de respectievelijke verantwoordelijke organisaties.

(8)  Wijzigingen in de volledige reeks codes worden om de vier jaar gepubliceerd door de WDO, de deelreeks wordt aangepast op basis van wijzigingsverzoeken van de ERI-deskundigengroep.

(9)  De invoering van nieuwe of gewijzigde codes dient te worden gecoördineerd door de ERI-deskundigengroep.

(10)  Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen en tot intrekking van Richtlijn 82/714/EEG van de Raad, PB L 389 van 30.12.2006, blz. 1.

Aanhangsel 1

Rapportering over (gevaarlijke) goederen (IFTDGN) — ERINOT

INHOUDSOPGAVE

1.

ERI-kennisgeving

1.1.

Segmententabel

1.2.

Boomdiagram (ERI-mededeling)

1.3.

ERINOT-berichtstructuur

1.4.

Dummysegmenten

1.5.

Lege vaartuigen

1.6.

Containertransport met ongevaarlijke goederen

1.7.

Containers waarvan de inhoud onbekend is of lege containers

1.8.

Uitwisseling van informatie tussen RIS-autoriteiten

1.9.

Annuleren van een kennisgeving

1.   ERI-KENNISGEVING

De ERI-kennisgeving (ERINOT) is een specifieke toepassing van het UN/EDIFACT „International Forwarding and Transport Dangerous Goods Notification (IFTDGN)”-bericht. Het werd ontwikkeld binnen de PROTECT-organisatie. De ERI-kennisgeving is gebaseerd op de EDIFACT-directory 98.B en de PROTECT-toepassing versie 1.0.

De segmententabel van het ERINOT-bericht vindt u in hoofdstuk 1.1. Het boomdiagram van het ERINOT-bericht vindt u in hoofdstuk 1.2.

Om ervoor te zorgen dat het bericht ook in bijzondere omstandigheden, zoals een samenstel van schepen, kan worden gebruikt, is een aantal additionele aanduidingen geïntroduceerd voor de RFF-segmenten in de TDT-groep.

1.1.   Segmententabel

 

 

ERI

Tag

Name

S

R

 

S

 

R

 

 

 

 

 

Message header

M

1

 

M

 

1

 

 

 

 

 

Beginning of message

M

1

 

M

 

1

 

 

 

 

 

Date/time/period

C

9

 

C

 

0

 

 

 

 

 

Free text

C

9

 

C

 

3

 

 

 

 

 

Handling instructions

C

1

 

D

 

1

 

 

 

 

 

 

-------Segment Group 1-------

C

9

---

C

 

3

---

---

---

---

--|

Reference

M

1

 

M

 

1

 

 

 

 

|

Date/time/period

C

9

---

-----

---

0

---

---

---

---

--|

 

-------Segment Group 2-------

C

1

---

M

 

1

---

---

---

---

--|

Details of transport

M

1

 

M

 

1

 

 

 

 

 

Reference

C

9

 

M

 

9

 

 

 

 

 

Place/location identification

C

1

0

M

 

9

 

 

 

 

 

Date/time/period

C

2

---

C

---

2

---

---

---

---

--|

 

-------Segment Group 3-------

C

9

---

M

---

2

---

---

---

---

--|

Name and address

M

1

 

M

 

1

 

 

 

 

|

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

|

 

-------Segment Group 4-------

C

9

---

M

---

2

---

---

---

|

|

Contact information

M

1

 

M

 

1

 

 

 

|

|

Communciation contact

C

9

---

C

---

4

---

---

---

|--

--|

 

-------Segment Group 5-------

C

999

---

M

-1

9

---

---

---

|

 

Equipment details

M

1

 

M

 

1

 

 

 

|

 

Measurements

C

9

---

M

---

5

---

---

---

|

 

 

-------Segment Group 6-------

M

999

---

M

99

9

---

---

---

---

--|

Consignment information

M

1

 

M

 

1

 

 

 

 

|

Handling instructions

C

1

 

D

 

1

 

 

 

 

|

Date/time/period

C

4

 

C

 

2

 

 

 

 

|

Place/location identification

C

4

 

C

 

2

 

 

 

 

|

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

|

 

-------Segment Group 7-------

C

1

---

C

 

0

--|

 

 

 

|

Details of transport

M

1

 

M

 

1

|

 

 

 

|

Reference

C

9

---

C

 

0

--|

 

 

 

|

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

|

 

-------Segment Group 8-------

C

2

---

C

 

2

---

--|

 

 

|

Name and address

M

1

 

M

 

1

 

|

 

 

|

 

 

 

 

 

 

 

 

 

|

 

 

|

 

-------Segment Group 9-------

C

1

 

C

 

0

--|

|

 

 

|

Contact information

M

1

 

M

 

1

|

|

 

 

|

Communciation contact

C

1

 

C

 

0

--|

|

 

 

|

Reference

C

1

 

C

 

0

---

--|

 

 

|

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

|

 

-------Segment Group 10-----

M

9

9-

M

9

9

---

---

--|

 

|

Goods item details

M

1

 

M

 

1

 

 

|

 

|

Free text

C

2

 

C

 

2

 

 

|

 

|

Package identification

C

1

 

C

 

0

 

 

|

 

|

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

|

 

|

 

-------Segment Group 11-----

C

9

9-

C

9

9

---

--|

|

 

|

Split goods placement

M

1

 

M

 

1

 

|

|

 

|

Measurements

C

9

 

M

 

2

---

--|

|

 

|

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

|

 

|

 

-------Segment Group 12-----

M

1

---

M

---

---

---

--|

|

 

|

Dangerous goods

M

1

 

M

 

1

 

|

|

 

|

Free text

M

9

 

M

 

2

 

|

|

 

|

Measurements

M

9

 

M

 

1

 

|

|

 

|

Place/location identification

C

99

 

C

 

0

 

|

|

 

|

Reference

C

9

 

C

 

0

 

|

|

 

|

 

 

 

 

 

 

 

 

 

|

|

 

|

 

-------Segment Group 13-----

C

99

 

C

9

9

--|

|

|

 

|

Split goods placement

M

1

 

M

 

1

|

|

|

 

|

Place/location identification

C

1

 

C

 

1

|

|

|

 

|

Measurements

C

2

 

M

 

2

---

--|

--|

---

--|

Message trailer

M

1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.2.   Boomdiagram (ERI-kennisgeving)

BGM begin van het bericht; CNI informatie over de zending; COM contactpersoon voor communicatie; CTA contactinformatie; DGS gevaarlijke goederen; DTM datum/tijdstip/periode; EQD gegevens over het materieel; FTX vrije tekst; GID gegevens over de artikelen; HAN instructies voor laden en lossen; LOC identificatie van plaats/locatie; MEA metingen; NAD naam en adres; PCI identificatie van verpakking; RFF referentie; SGP gesplitste plaatsing van de goederen; TDT gegevens over het transport; UNH berichtkop; UNT kenmerk einde bericht; SG segmentgroep; M mandatory (verplicht); C conditional (facultatief); Bases: UNTD98.B, PROTECT 1.0

Image

1.3.   ERINOT-berichtstructuur

Tabel 1 bepaalt de structuur van de segmenten en de data-elementen van de ERI-kennisgeving

Tabel 1: ERI-mededeling (ERINOT)

Segmentgroep

Segment

Samengesteld data-element (C)

Data-element

TAG

Niveau

Verplicht (mandatory — M)

Facultatief (conditional — C)

Formaat

Naam

Omschrijving

Aanduidingen in notatietekens

1

2

3

4

5

6

7

 

UNB

0

M

 

INTERCHANGE HEADER

 

 

S001

 

M

 

SYNTAX IDENTIFIER

 

 

0001

 

M

a4

Syntax identifier

„UNOA” controlebureau niveau A

 

0002

 

M

n1

Syntax version number

„2”

 

S002

 

M

 

INTERCHANGE SENDER

 

 

0004

 

M

an..35

(an25)

Sender identification

Postbusnummer of unieke benaming

 

0007

 

C

an..4

Partner identification code qualifier

n.v.t.

 

0008

 

C

an..14

Address for reverse routing

n.v.t.

 

S003

 

M

 

INTERCHANGE RECIPIENT

 

 

0010

 

M

an..35

(an25)

Recipient identification

Postbusnummer of unieke benaming

 

0007

 

C

an..4

Partner identification code qualifier

n.v.t.

 

0014

 

C

an..14

Routing address

n.v.t.

 

S004

 

M

 

DATE / TIME OF PREPARATION

 

 

0017

 

M

n6

Date

Aanmaakdatum, JJMMDD

 

0019

 

M

n4

Time

Aanmaaktijdstip, UUMM

 

0020

 

M

an..14

Interchange control reference

De eerste 14 tekens van het referentienummer van het bericht.

 

S005

 

C

 

RECIPIENTS REFERENCE, PASSWORD

n.v.t.

 

0022

 

 

an..14

Recipient’s reference / password

n.v.t.

 

0025

 

 

an2

Recipient’s reference, password qualifier

n.v.t.

 

0026

 

 

an..14

Application reference

n.v.t.

 

0029

 

 

a1

Processing priority code

n.v.t.

 

0031

 

C

n1

Acknowledgement request

„1” = De afzender verzoekt om ontvangstbevestiging, d.w.z. UNB- en UNZ-segmenten ontvangen en geïdentificeerd

 

0032

 

 

an..35

Communications agreement id

n.v.t.

 

0035

 

C

n1

Test indicator

„1” = De uitwisseling betreft een testbericht

 

 

 

 

 

 

 

 

UNH

0

M

 

MESSAGE HEADER

Identificatie, specificatie en kop van een bericht

 

0062

 

M

an..14

Message reference number

De eerste 14 tekens van het referentienummer van het bericht.

 

S009

 

M

 

MESSAGE IDENTIFIER

 

 

0065

 

M

an..6

Message type

Bericht van het type „IFTDGN”

 

0052

 

M

an..3

Message version number

„D”,

 

0054

 

M

an..3

Message release number

„98B”

 

0051

 

M

an..2

Controlling agency

„UN”,

 

0057

 

M

an..6

Association assigned code

„ERI12”, ERI versie 1.2

 

0068

 

O

an..35

Common access reference

De referentiecode die een gemeenschappelijke noemer levert voor alle berichten in verband met dezelfde reis.

 

S010

 

 

 

STATUS OF THE TRANSFER

n.v.t.

 

0070

 

 

n..2

Sequence of transfers

n.v.t.

 

0073

 

 

a1

First and last transfer

n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

 

BGM

0

M

 

BEGINNING OF MESSAGE

Aanduiding van de aard en functie van het bericht

 

C002

 

M

 

DOCUMENT / MESSAGE NAME

 

 

1001

 

M

an..3

Document / message name code

Type bericht:

„VES”, bericht van schip naar RIS-autoriteit;

„CAR”, bericht van vervoerder naar RIS-autoriteit

„PAS”, passageverslag van RIS-autoriteit naar RIS-autoriteit (zie ook hoofdstuk 0)

 

1131

 

 

an..3

Code list qualifier

n.v.t.

 

3055

 

 

an..3

Code list responsible agency

n.v.t.

 

1000

 

 

an..35

Document / message name

n.v.t.

 

C106

 

M

 

DOCUMENT / MESSAGE IDENTIFICATION

 

 

1004

 

M

an..35 (an15)

Document identifier

Referentienummer bericht. Dit nummer dient zo uniek mogelijk te zijn, zowel voor de afzender als voor de ontvanger. Wanneer u een bericht ontvangt en dat doorzendt naar een andere ontvanger, dient u het oorspronkelijke referentienummer van het bericht te gebruiken. Het overgangssysteem mag in dit geval geen nieuw referentienummer genereren.

 

1056

 

 

an..9

Version

n.v.t.

 

1060

 

 

an..6

Revision number

n.v.t.

 

1225

 

M

an..3

Message function code

Functie bericht:

„1” = annuleringsbericht,

„9” = nieuw bericht, (origineel)

„5” = wijzigingsbericht

 

4343

 

C

an..3

Response type code

AQ

 

 

 

 

 

 

 

 

FTX (1)

1

C

 

FREE TEXT

Om het aantal personen aan boord en het aantal blauwe kegels mee te delen

 

4451

 

M

an..3

Text subject code qualifier

„SAF” voor uitleg veiligheid

 

4453

 

 

an..3

Free text function code

n.v.t.

 

C107

 

 

 

TEXT REFERENCE

 

 

4441

 

 

an..17

Free text identification

n.v.t.

 

1131

 

 

an..3

Code list qualifier

n.v.t.

 

3055

 

 

an..3

Code list responsible agency

n.v.t.

 

C108

 

M

 

TEXT LITERAL

Tekst

 

4440

 

M

an.. 70

(n4)

Free text

Totaal aantal personen aan boord

 

4440

 

C

an.. 70

(an1)

Free text

„0”, „1”, „2”, „3” voor aantal kegels (binnenschip),

„B” voor rode vlag (zeeschip),

„V” voor speciale vergunning

 

4440

 

C

an.. 70

(n4)

Free text

Aantal passagiers

 

4440

 

 

an.. 70

Free text

n.v.t.

 

4440

 

 

an.. 70

Free text

n.v.t.

 

3453

 

 

an.. 3

Language, coded

n.v.t.

 

4447

 

 

an..3

Text formatting, coded

n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

 

FTX (2)

1

C

 

FREE TEXT

Om aan te duiden of de ontvanger de informatie van het bericht mag doorzenden naar andere autoriteiten

 

4451

 

M

an..3

Text subject code qualifier

„ACK” voor „Privacyverklaring” of „Vertrouwelijk”

 

4453

 

 

an..3

Free text function code

n.v.t.

 

C107

 

 

 

TEXT REFERENCE

 

 

4441

 

 

an..17

Free text identification

n.v.t.

 

1131

 

 

an..3

Code list qualifier

n.v.t.

 

3055

 

 

an..3

Code list responsible agency

n.v.t.

 

C108

 

M

 

TEXT LITERAL

 

 

4440

 

M

an..70

(a1)

Free text

„Y” = ja, „N” = neen

 

4440

 

 

an..70

Free text

n.v.t.

 

4440

 

 

an..70

Free text

n.v.t.

 

4440

 

 

an..70

Free text

n.v.t.

 

4440

 

 

an..70

Free text

n.v.t.

 

3453

 

 

an..3

Language, coded

n.v.t.

 

4447

 

 

an..3

Text formatting, coded

n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

 

FTX

 

C

 

Free text

Reden voor annulering

 

4451

 

M

an..3

Text subject code qualifier

„ACD” reden voor annulering

 

4453

 

 

an..3

Free text function code

n.v.t.

 

C107

 

M

 

TEXT REFERENCE

Identificatie tekst

 

4441

 

M

an..17

Free text identification

„CAM” fout in mededeling

„CAO” transport gaat niet door

„CAV” de belangrijkste bestemming van het transport is gewijzigd

„CHD” het tijdstip van aankomst is gewijzigd

 

1131

 

 

an..3

Code list qualifier

n.v.t.

 

3055

 

 

an..3

Code list responsible agency

n.v.t.

 

C108

 

M

 

 

Tekst

 

4440

 

M

an..70

Free text

Vrije omschrijving van de reden

 

4440

 

C

an..70

Free text

Vrije tekst voor verdere uitleg

 

4440

 

C

an..70

Free text

Vrije tekst voor verdere uitleg

 

4440

 

C

an..70

Free text

Vrije tekst voor verdere uitleg

 

4440

 

C

an..70

Free text

Vrije tekst voor verdere uitleg

 

3453

 

C

an..3

Language, coded

n.v.t.

 

4447

 

C

an..3

Text formatting, coded

n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

 

HAN(1)

1

D

 

 

 

 

C524

 

M

 

HANDLING INSTRUCTIONS

 

 

4079

 

M

 

Handling instructions, coded

Standaard „T”

T = Transit (doorvoer)

LLO = Loading (laden)

LDI = Unloading (lossen)

TSP = Transit in the same port (doorvoer binnen dezelfde haven)

 

1131

 

C

 

Code list qualifier

n.v.t.

 

3055

 

C

 

Code list responsible agency, coded

n.v.t.

 

4078

 

C

 

Handling intructions

n.v.t.

 

C218

 

C

 

HAZERDOUS MATERIAL

n.v.t.

 

7419

 

C

 

Hazardous material class code, indentification

n.v.t.

 

1131

 

C

 

Code list qualifier

n.v.t.

 

3055

 

C

 

Code list responsible agency, coded

n.v.t.

 

7418

 

C

 

Hazerdous material class

n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

 

RFF (1)

1

C

 

REFERENCE

Verwijzing naar het bericht dat het huidige bericht vervangt. Verplicht indien het bericht een wijzigings-bericht of een annuleringsbericht is

 

C506

 

M

 

REFERENCE

 

 

1153

 

M

an..3

Reference qualifier

„ACW” voor referentienummer van het vorige bericht

 

1154

 

M

an..35

15

Reference number

Referentienummer van BGM, TAG 1004 van het bericht dat dit bericht vervangt.

 

1156

 

 

an..6

Line number

n.v.t.

 

4000

 

 

an..35

Reference version number

n.v.t.

 

1060

 

 

an..6

Revision number

n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

 

RFF (2)

1

C

 

REFERENCE

Referentie van vervoersdocument

 

C506

 

M

 

REFERENCE

 

 

1153

 

M

an..3

Reference qualifier

„FF” voor „referentienummer bevrachter”

 

1154

 

M

an..35

Reference number

Referentienummer van het vervoersdocument

 

1156

 

 

an..6

Line number

n.v.t.

 

4000

 

 

an..35

Reference version number

n.v.t.

 

1060

 

 

an..6

Revision number

n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

 

RFF (3)

1

C

 

REFERENCE

Referentie van een testscenario

 

C506

 

M

 

REFERENCE

 

 

1153

 

M

an..3

Reference qualifier

„ADD” voor testnummer

 

1154

 

M

an..35

Reference number

Identificatie testscenario, die de ontvanger dient te kennen

 

1156

 

 

an..6

Line number

n.v.t.

 

4000

 

 

an..35

Reference version number

n.v.t.

 

1060

 

 

an..6

Revision number

n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

TDT

TDT

1

M

 

DETAILS OF TRANSPORT

Specificatie van het vervoermiddel, het schip dat zijn naam aan het samenstel geeft, (een enkel schip zonder duwbak is in deze context ook een samenstel)

 

8051

 

M

an..3

Transport stage code qualifier

„20” hoofdtransport

 

8028

 

C

an..17

Conveyance reference number

Reisnummer, bepaald door afzender van bericht

 

C220

 

M

 

MODE OF TRANSPORT

 

 

8067

 

M

an..3

Mode of transport, coded

„8” voor vervoer over de binnenwateren, „1” voor vervoer over zee (zie UN/ECE Rec. 19)

 

8066

 

 

an..17

Mode of transport

n.v.t.

 

C228

 

M

 

TRANSPORT MEANS

 

 

8179

 

M

an..8

(an4)

Type of means of transport identification, convoy type

Code voor scheeps- en samensteltypes van vervoermiddelen uit UN/CEFACT Rec. 28, zie deel 2, hoofdstuk 4.2.1

 

8178

 

 

an..17

Type of means of transport

n.v.t.

 

C040

 

 

 

CARRIER

n.v.t.

 

3127

 

 

an..17

Carrier identification

n.v.t.

 

1131

 

 

an..3

Code list qualifier

n.v.t.

 

3055

 

 

an..3

Code list responsible agency

n.v.t.

 

3128

 

 

an..35

Carrier name

n.v.t.

 

8101

 

 

an..3

Transit direction, coded

n.v.t.

 

C401

 

 

 

EXCESS TRANSPORTATION INFORMATION

 

 

8457

 

 

an..3

Excess transportation reason

n.v.t.

 

8459

 

 

an..3

Excess transportation responsibility

n.v.t.

 

7130

 

 

an..17

Customer authorization number

n.v.t.

 

C222

 

M

 

TRANSPORT IDENTIFICATION

 

 

8213

 

M

an..9

(an7..8)

ID. of means of transport identification

Vaartuignummer: 7 tekens voor OFS- of IMO-aanduiding, 8 tekens voor ERN-aanduiding en uniek Europees scheepsidentificatienummer

 

1131

 

M

an..3

Code list qualifier

„OFS” voor een Officieel Scheepsnummer van het CCNR-systeem, zie deel 2, hoofdstuk 4.2.2

„IMO” voor een IMO-nummer, zie deel 2, hoofdstuk 4.2.3

„ERN” voor alle andere schepen (Internationaal elektronisch rapportagenummer), zie deel 2, hoofdstuk 4.2.4

„ENI” voor een uniek Europees scheepsidentificatienummer, zie deel 2, hoofdstuk 4.2.5

 

3055

 

 

an..3

Code list responsible agency

n.v.t.

 

8212

 

M

an..35

Id. Of the means of transport

Naam van het schip. Indien de naam van het vaartuig meer dan 35 tekens telt, moet hij worden afgekort.

 

8453

 

M

an..3

Nationality of means of transport

De landcode ISO 3166-1 alfa-2, zie deel 2, hoofdstuk 4.2.12. Wanneer de nationaliteit van het vervoermiddel onbekend is, dient men de code van drie tekens te gebruiken van de bevoegde instantie die het Europees scheepsidentificatienummer heeft uitgereikt.

 

8281

 

 

an..3

Transport ownership

n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

TDT

RFF (1)

2

M

 

REFERENCE

Afmetingen van het vervoermiddel, lengte

 

C506

 

M

 

REFERENCE

 

 

1153

 

M

an..3

Reference qualifier

„LEN” = lengte

 

1154

 

M

an..35

(n..5)

Reference number

Totale lengte van het duwstel t in centimeter

 

1156

 

 

an..6

Line number

n.v.t.

 

4000

 

 

an..35

Reference version number

n.v.t.

 

1060

 

 

an..6

Revision number

n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

TDT

RFF (2)

2

M

 

REFERENCE

Afmetingen van het vervoermiddel, breedte

 

C506

 

M

 

REFERENCE

 

 

1153

 

M

an..3

Reference qualifier

„WID”

 

1154

 

M

an..35

(n..4)

Reference number

Totale breedte van het duwstel in centimeter

 

1156

 

 

an..6

Line number

n.v.t.

 

4000

 

 

an..35

Reference version number

n.v.t.

 

1060

 

 

an..6

Revision number

n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

TDT

RFF (3)

2

M

 

REFERENCE

Afmetingen van het vervoermiddel, diepgang

 

C506

 

M

 

REFERENCE

 

 

1153

 

M

an..3

Reference qualifier

„DRA”

 

1154

 

M

an..35

(n..4)

Reference number

Diepgang van de duwstel in centimeter

 

1156

 

 

an..6

Line number

n.v.t.

 

4000

 

 

an..35

Reference version number

n.v.t.

 

1060

 

 

an..6

Revision number

n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

TDT

RFF (4)

2

C

 

REFERENCE

Afmetingen van het vervoermiddel, de hoogte

 

C506

 

M

 

REFERENCE

 

 

1153

 

M

an..3

Reference qualifier

„HGT”

 

1154

 

M

an..35

(n..4)

Reference number

Hoogte van het duwstel boven de waterlijn in centimeter

 

1156

 

 

an..6

Line number

n.v.t.

 

4000

 

 

an..35

Reference version number

n.v.t.

 

1060

 

 

an..6

Revision number

n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

TDT

RFF (5)

2

M

 

REFERENCE

Afmetingen van het vervoermiddel, tonnage

 

C506

 

M

 

REFERENCE

Referentie

 

1153

 

M

an..3

Reference qualifier

„TON”

 

1154

 

M

an..35

(n..5)

Reference number

Maximumcapaciteit van het duwstel in metrische ton

 

1156

 

 

an..6

Line number

n.v.t.

 

4000

 

 

an..35

Reference version number

n.v.t.

 

1060

 

 

an..6

Revision number

n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

TDT

RFF (6)

2

C

 

REFERENCE

Nationale reisreferentie, België

 

C506

 

M

 

REFERENCE

Referentie

 

1153

 

M

an..3

Reference qualifier

„GNB”

 

1154

 

M

an..35

Reference number

Overheidsreferentie van België

 

1156

 

 

an..6

Line number

n.v.t.

 

4000

 

 

an..35

Reference version number

n.v.t.

 

1060

 

 

an..6

Revision number

n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

TDT

RFF (7)

2

C

 

REFERENCE

Nationale reisreferentie, Frankrijk

 

C506

 

M

 

REFERENCE

Referentie

 

1153

 

M

an..3

Reference qualifier

„GNF”

 

1154

 

M

an..35

Reference number

Overheidsreferentie van Frankrijk

 

1156

 

 

an..6

Line number

n.v.t.

 

4000

 

 

an..35

Reference version number

n.v.t.

 

1060

 

 

an..6

Revision number

n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

TDT

RFF (8)

2

C

 

REFERENCE

Nationale reisreferentie, Duitsland

 

C506

 

M

 

REFERENCE

Referentie

 

1153

 

M

an..3

Reference qualifier

„GNG”

 

1154

 

M

an..35

Reference number

Overheidsreferentie van Duitsland

 

1156

 

 

an..6

Line number

n.v.t.

 

4000

 

 

an..35

Reference version number

n.v.t.

 

1060

 

 

an..6

Revision number

n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

TDT

RFF (9)

2

C

 

REFERENCE

Nationale reisreferentie, gereserveerd 1

 

C506

 

M

 

REFERENCE

Referentie

 

1153

 

M

an..3

Reference qualifier

„GN1”

 

1154

 

M

an..35

Reference number

Overheidsreferentie, gereserveerd 1

1

1156

 

 

an..6

Line number

n.v.t.

 

4000

 

 

an..35

Reference version number

n.v.t.

 

1060

 

 

an..6

Revision number

n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

TDT

LOC (1)

2

M

 

PLACE/LOCATION IDENTIFICATION

Vertrekhaven, de haven waar het transport begint

 

3227

 

M

an..3

Place / location qualifier

„5” vertrekplaats

 

C517

 

M

 

LOCATION IDENTIFICATION

 

 

3225

 

M

an..25

(an5)

Place / location identification

UN/ECE-locatiecode (Rec. 16), zie deel 2, hoofdstuk 4.2.13

 

1131

 

 

an..3

Code list qualifier

n.v.t.

 

3055

 

 

an..3

Code list responsible agency

n.v.t.

 

3224

 

C

an..70

(an..17)

Place / location

Volledige naam van de locatie van de haven

 

C519

 

C

 

RELATED LOCATION ONE IDENTIFICATION

 

 

3223

 

M

an..25

(an..5)

Related place / location one identification

Terminalcode, zie deel 2, hoofdstuk 4.2.15

 

1131

 

 

an..3

Code list qualifier

n.v.t.

 

3055

 

 

an..3

Code list responsible agency

n.v.t.

 

3222

 

 

an..70

Related place / location one

Volledige naam van de terminal

 

C553

 

C

 

RELATED LOCATION TWO IDENTIFICATION

 

 

3233

 

M

an..25

(an5)

Related place / location two identification

Vaarwegsectiecode, zie deel 2, hoofdstuk 4.2.14

 

1131

 

 

an..3

Code list qualifier

 

 

3055

 

 

an..3

Code list responsible agency

n.v.t.

 

3232

 

C

an..70

(an..5)

Related place / location two

Vaarwegsectiehectometeraanduiding

 

5479

 

 

an..3

Relation

n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

TDT

LOC (2)

2

C

 

PLACE/LOCATION IDENTIFICATION

Controlepunt waar het schip al eens voorbijgevaren is. Dit segment en het TDT/DTM(2)-segment met aanduiding 186 zijn verplicht voor passagerapporten.

 

3227

 

M

an..3

Place / location qualifier

„172” voor controlepunt

 

C517

 

M

 

LOCATION IDENTIFICATION

 

 

3225

 

M

an..25

(an5)

Place / location identification

UN/ECE-locatiecode (Rec. 16) van het controlepunt (sluis, brug, verkeerscentrum), zie deel 2, hoofdstuk 4.2.13

 

1131

 

 

an..3

Code list qualifier

n.v.t.

 

3055

 

 

an..3

Code list responsible agency

n.v.t.

 

3224

 

C

an..70

(an..17)

Place / location

Volledige naam van het controlepunt

 

C519

 

C

 

RELATED LOCATION ONE IDENTIFICATION

 

 

3223

 

M

an..25

(an..5)

Related place / location one identification

Code controlepunt

 

1131

 

 

an..3

Code list qualifier

n.v.t.

 

3055

 

 

an..3

Code list responsible agency

n.v.t.

 

3222

 

 

an..70

Related place / location one

n.v.t.

 

C553

 

C

 

RELATED LOCATION TWO IDENTIFICATION

 

 

3233

 

M

an..25

(an5)

Related place / location two identification

Vaarwegsectiecode, zie deel 2, hoofdstuk 4.2.14

 

1131

 

 

an..3

Code list qualifier

 

 

3055

 

 

an..3

Code list responsible agency

n.v.t.

 

3232

 

C

an..70

(an..5)

Related place / location two

Vaarwegsectiehectometeraanduiding

 

5479

 

 

an..3

Relation

n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

TDT

LOC (3)

2

C

 

PLACE/LOCATION IDENTIFICATION

Volgende controlepunt

 

3227

 

M

an..3

Place / location qualifier

„61” voor volgende aanloophaven

 

C517

 

M

 

LOCATION IDENTIFICATION

 

 

3225

 

M

an..25

(an5)

Place / location identification

UN/ECE-locatiecode (Rec. 16) van het controlepunt (sluis, brug, VTS-centrum), zie deel 2, hoofdstuk 4.2.13

 

1131

 

 

an..3

Code list qualifier

n.v.t.

 

3055