ISSN 1725-2598 doi:10.3000/17252598.L_2010.057.dut |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 57 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
53e jaargang |
Inhoud |
|
II Niet-wetgevingshandelingen |
Bladzijde |
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
* |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
6.3.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 57/1 |
VERORDENING (EU) NR. 164/2010 VAN DE COMMISSIE
van 25 januari 2010
betreffende de technische specificaties voor elektronische scheepsrapportering voor de binnenvaart als bedoeld in artikel 5 van Richtlijn 2005/44/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende geharmoniseerde River Information Services (RIS) op de binnenwateren in de Gemeenschap
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gelet op Richtlijn 2005/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende geharmoniseerde River Information Services (RIS) op de binnenwateren in de Gemeenschap (1), en met name op artikel 5, lid 1, onder b),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
RIS dient te worden ontwikkeld en uitgevoerd op een geharmoniseerde, interoperabele en vrij toegankelijke manier. |
(2) |
De technische specificaties voor elektronische scheepsrapportering in de binnenvaart dienen te worden gedefinieerd. |
(3) |
De technische specificaties voor elektronische scheepsrapportering in de binnenvaart dienen gebaseerd te zijn op de technische principes die beschreven zijn in bijlage II bij de richtlijn. |
(4) |
De technische specificaties dienen de werkzaamheden in acht te nemen die door betreffende internationale organisaties zijn verricht. De samenhang met de verkeerbeheersdiensten van andere vervoerswijzen, in het bijzonder met het maritieme verkeersbeheer en de informatiediensten van maritiem scheepsverkeer, dient te worden gegarandeerd. |
(5) |
Zij dienen ook de werkzaamheden in acht te nemen die zijn uitgevoerd door de deskundigengroep op het gebied van elektronische scheepsrapportering, die bestaat uit vertegenwoordigers van de instanties van de lidstaten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van elektronische scheepsrapportering en officiële leden van andere overheidsinstanties en waarnemers uit de sector. |
(6) |
De technische specificaties dienen overeen te stemmen met de huidige stand van de techniek. Ervaring die opgedaan werd door de toepassing van Richtlijn 2005/44/EG en toekomstige technische vooruitgang kunnen het noodzakelijk maken om de technische specificaties te wijzigen. Wijzigingen aan de technische specificaties dienen de werkzaamheden die uitgevoerd zijn door de deskundigengroep op het gebied van elektronische scheepsrapportering voldoende in acht te nemen. |
(7) |
De maatregelen die in deze Verordening worden gegeven, stemmen overeen met de opvattingen van het comité dat is opgericht als gevolg van artikel 7 van Richtlijn 91/672/EEG van de Raad van 16 december 1991 inzake de wederzijdse erkenning van de nationale vaarbewijzen voor het besturen van schepen in het goederen- en personenvervoer over de binnenwateren (2), |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De technische specificaties voor elektronische scheepsrapportering in de binnenvaart worden gedefinieerd in de bijlage.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 25 januari 2010.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 255 van 30.9.2005, blz. 152.
(2) PB L 373 van 31.12.1991, blz. 29.
BIJLAGE
INHOUDSOPGAVE
1. |
Deel 1: Conventie voor de handleiding voor de toepassing van berichten |
1.1. |
Inleiding |
1.2. |
Structuur UN/EDIFACT-bericht |
1.2.1. |
Beschrijving van de segmenten en data-elementen |
1.2.2. |
Syntaxis |
1.2.2.1. |
Tekenreeksen |
1.2.2.2. |
Uitwisselingsstructuren |
1.2.2.3. |
Uitwisseling |
1.2.2.4. |
Volgorde van segmenten en groepen van segmenten binnen een bericht |
1.2.2.5. |
Segmentstructuur |
1.2.2.6. |
Structuur van data-elementen |
1.2.2.7. |
Comprimeren |
1.2.2.8. |
Weergave van de waarde van numerieke data-elementen |
1.3. |
Berichten |
1.3.1. |
ERINOT |
1.3.2. |
PAXLST |
1.3.3. |
ERIRSP |
1.3.4. |
BERMAN |
1.4. |
Wijzigingsprocedures |
2. |
Deel II: Codes en referenties |
2.1. |
Inleiding |
2.2. |
Verklaringen |
2.2.1. |
Terminologie |
2.2.2. |
WDO en het GS |
2.3. |
Definities |
2.4. |
Classificaties en beschrijvingen van codes |
2.4.1. |
Bijwerking van codes en referentietabellen |
2.4.2. |
Beschrijvingen van de codetabellen |
2.4.2.1. |
Type schip en samenstel |
2.4.2.2. |
Officieel scheepsnummer (OFS) |
2.4.2.3. |
IMO-scheepsidentificatienummer |
2.4.2.4. |
Elektronisch rapporteringsnummer (voor de identificatie van schepen) ERN |
2.4.2.5. |
Uniek Europees scheepsidentificatienummer |
2.4.2.6. |
Code geharmoniseerd systeem (GS) |
2.4.2.7. |
Gecombineerde nomenclatuur (GN) |
2.4.2.8. |
Uniforme goederennomenclatuur voor de vervoersstatistiek/herzien (NST) 2000 |
2.4.2.9. |
VN-code gevaarlijke goederen (UNDG) |
2.4.2.10. |
Internationale Code voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over zee (IMDG) |
2.4.2.11. |
ADN/R/D |
2.4.2.12. |
VN-landcode |
2.4.2.13. |
VN-locatiecode — UNLOCODE |
2.4.2.14. |
Code vaarwegsecties |
2.4.2.15. |
Terminalcode |
2.4.2.16. |
Code voor containerafmetingen en containertypes |
2.4.2.17. |
Containeridentificatiecode |
2.4.2.18. |
Verpakkingstype |
2.4.2.19. |
Overslaginstructies |
2.4.2.20. |
Doel van aanroep |
2.4.2.21. |
Aard van de lading |
2.5. |
Uniek Europees scheepsidentificatienummer |
2.6. |
Definitie van de ERI-scheepstypes |
2.7. |
Locatiecodes |
2.7.1. |
Data-elementen |
2.7.2. |
Voorbeeld |
Afkortingen
Aanhangsels |
Handleidingen voor de toepassing van berichten |
Aanhangsel 1 |
Rapportering over (gevaarlijke) goederen (IFTDGN) — ERINOT |
Aanhangsel 2 |
Lijst van passagiers en bemanningsleden (PAXLST) |
Aanhangsel 3 |
ERINOT-antwoord- en -ontvangstbericht (APERAK) — ERIRSP |
Aanhangsel 4 |
Kadebeheer en havenaanmelding (BERMAN) |
1. DEEL 1: CONVENTIE VOOR DE HANDLEIDING VOOR DE TOEPASSING VAN BERICHTEN
1.1. Inleiding
De technische specificaties definiëren de structuur van vier berichten voor elektronische scheepsrapportering in de binnenvaart op basis van de UN/EDIFACT-berichtstructuur (zie ook hoofdstuk 1.2) en indien nodig aangepast aan de binnenscheepvaart.
Wanneer de nationale of internationale wetgeving elektronische scheepsrapportering voor de binnenvaart eist, dienen deze technische specificaties te worden toegepast.
De berichten zijn:
1) |
Rapportering over (gevaarlijke) goederen (IFTDGN) — ERINOT |
2) |
Lijst van passagiers en bemanningsleden (PAXLST) |
3) |
ERINOT-antwoord- en -ontvangstbericht (APERAK) — ERIRSP |
4) |
Kadebeheer en havenaanmelding (BERMAN) |
In de aanhangsels (Praktische handleidingen voor berichten) wordt het precieze gebruik van de berichten, de data-elementen en de codes vastgelegd om te garanderen dat deze berichten door iedereen op dezelfde wijze worden geïnterpreteerd en gebruikt.
Het gebruik van XML-technologie is een andere mogelijkheid. De normalisatie van de definitie van XML-berichten voor de elektronische scheepsrapportering in de binnenvaart wordt behandeld door de relevante werkgroep die het comité bijstaat en die is opgericht als gevolg van artikel 7 van Richtlijn 91/672/EEG van de Raad van 16 december 1991 inzake de wederzijdse erkenning van de nationale vaarbewijzen voor het besturen van schepen in het goederen- en personenvervoer over de binnenwateren.
1.2. Structuur UN/EDIFACT-bericht
De volgende details zijn gebaseerd op ISO 9735.
De UN/EDIFACT-berichten zijn samengesteld uit verschillende segmenten. De structuur van een bericht wordt beschreven in een boomdiagram dat de positie en de onderlinge relatie van segmenten en segmentgroepen aangeeft.
Voor elk segment worden de data-elementen gedefinieerd die in een bericht zullen worden gebruikt. Sommige data-elementen worden gecombineerd tot samengestelde data-elementen. De berichten worden opgesteld volgens vaste syntactische regels zoals gedefinieerd in ISO 9735.
Een segment en een data-element in een segment zijn ofwel verplicht ofwel facultatief. De verplichte segmenten en/of data-elementen bevatten belangrijke gegevens voor de ontvangende applicatie en dienen te worden ingevuld met zinvolle, met andere woorden, geldige gegevens. De facultatieve elementen hoeven niet noodzakelijk aanwezig te zijn in een bericht.
Elk bericht start met twee of drie segmenten, de „uitwisselkop” of „interchange header” (UNB) en de „berichtenkop” of „message header” (UNH). Indien noodzakelijk wordt ook het „service string advice” (UNA) gebruikt als eerste segment om te definiëren welke tekenreeksen in het bericht gebruikt worden. Elk bericht eindigt met de segmenten „kenmerk einde bericht” of „message trailer” (UNT) en „kenmerk einde uitwisseling” of „interchange trailer” (UNZ). Zo maakt elk bericht deel uit van één uitwisseling en bevat een uitwisseling slechts één bericht.
1.2.1. Beschrijving van de segmenten en data-elementen
In de beschrijvingen van het bericht worden de volgende indicatoren gebruikt:
Kolom 1 bevat de naam in de vorm van een acroniem (TAG) van de , zoals weergegeven in de hiërarchie van segmentnamen op hogere niveaus. Deze indicatie is afgeleid van het boomdiagram.
Kolom 2 bevat de naam in de vorm van het acroniem (TAG) van het , het nummer van het en het nummer van het .
Kolom 3 geeft het aan waarop het segment zich bevindt in het boomdiagram.
Kolom 4 geeft aan of het segment of data-element (M) is of (C).
Kolom 5 definieert het van het data-element.
Kolom 6 geeft de UN/EDIFACT- van het data-element. De namen van de segmenten worden in vetgedrukte hoofdletters geschreven, de namen van de samengestelde data-elementen worden in gewone hoofdletters geschreven en de namen van data-elementen worden in gewone kleine letters geschreven.
Kolom 7 geeft een van de data-elementen (velden). Wanneer u een vaste waarde dient te gebruiken, wordt die waarde tussen aanhalingstekens vermeld.
1.2.2. Syntaxis
De volledige beschrijving van de data-elementen in de servicesegmenten maakt deel uit van ISO 7372 (TDED) Overzicht van data-elementen voor de handel.
1.2.2.1. Tekenreeksen
Voor de tekens in de onderstaande reeksen dienen de 7-bitscodes in de basis codetabellen in ISO 646 gebruikt te worden, tenzij de uitwisselende partners in een UNA-segment specifieke afspraken hebben gemaakt over de overeenstemmende 8-bitscodes in ISO 6937 en ISO 8859 of andere bitscodes.
Tekenreeks van niveau A:
Omschrijving |
Code |
Opmerkingen |
Letters |
Hoofdletters A tot Z |
|
Cijfers |
0 tot 9 |
|
Spatie |
|
|
Punt |
. |
|
Komma |
, |
|
Koppelteken/minteken |
— |
|
Openend haakje |
( |
|
Sluitend haakje |
) |
|
Schuine streep (slash) |
/ |
|
Gelijkheidsteken |
= |
|
Apostrof |
' |
Voorbehouden voor gebruik als afsluitingskenmerk |
Plusteken |
+ |
Voorbehouden voor gebruik als segmenttag en scheidingsteken voor data-elementen |
Dubbele punt |
: |
Voorbehouden voor gebruik als scheidingsteken tussen component data-elementen |
Vraagteken |
? |
Voorbehouden voor gebruik als herstelteken ? wanneer dit onmiddellijk voorafgaat aan een van de tekens ' + : ? herstelt de normale betekenis ervan. Bijvoorbeeld, 10? + 10 = 20 betekent 10 + 10 = 20. Het vraagteken wordt weergegeven door??. |
De volgende tekens maken ook deel uit van de tekenreeks van niveau A.
Omschrijving |
Code |
Uitroepteken |
! |
Aanhalingsteken |
" |
Procentteken |
% |
Ampersand |
& |
Asterisk |
* |
Kommapunt |
; |
„Is kleiner dan”-teken |
< |
„Is groter dan”-teken |
> |
1.2.2.2. Uitwisselingsstructuren
Het segment UNA, service string advice, en de servicesegmenten UNB tot UNZ dienen voor te komen in de volgorde die vermeld is in een uitwisseling. Zie hoofdstuk 1.2.2.3.
Binnen een uitwisseling kunnen verscheidene functionele groepen bestaan.
Een bericht bestaat uit segmenten. De structuren van segmenten en van data-elementen daarin worden getoond in hoofdstuk 1.2.2.5.
1.2.2.3. Uitwisseling
Een uitwisseling bestaat uit:
Service String Advice UNA facultatief
- - - - - - - - - - Uitwisselkop UNB verplicht
| - - - - - - Berichtenkop UNH verplicht
| | Te gebruiken data segmenten beschreven in de bijlage praktische handleiding
| - - - - - - Kenmerk einde bericht UNT verplicht
- - - - - - - - - - Kenmerk einde uitwisseling UNZ verplicht
1.2.2.4. Volgorde van segmenten en groepen van segmenten binnen een bericht
De berichtstructuurdiagrammen en de volgorde van de segmenten volgens de verwerkingsregels vindt u in de aanhangsels.
1.2.2.5. Segmentstructuur
Segmenttag: verplicht
Segmentcode: verplicht component data-element
Scheidingsteken component D.E.: facultatief
Indicatie voor nesting en herhaling: facultatief/ve component data-element(en)
Scheidingsteken tussen data-elementen: verplicht
Enkelvoudige of samengestelde data-elementen: verplicht of facultatief zoals gespecificeerd in de relevante segmentendirectory en de toepassingshandleiding
Afsluitingskenmerk van segment: verplicht
1.2.2.6. Structuur van data-elementen
Enkelvoudig data-element:
verplicht of facultatief zoals gespecificeerd in de relevante circulaire.
Samengesteld data-element:
conform de segmentendirectory en zoals beschreven in de toepassingshandleiding.
Componentdata-elementen en scheidingstekens tussen componentdata-elementen:
verplicht (zie beperking hierna)
Scheidingsteken tussen data-elementen: verplicht (zie beperking hierna)
Beperking:
Er mag geen scheidingsteken tussen componentdata-elementen staan na het laatste componentdata-element in een samengesteld data-element en geen scheidingsteken na het laatste data-element in een segment.
1.2.2.7. Comprimeren
In data-elementen waarvoor de directory van data-elementen een variabele lengte bepaalt, zullen onbelangrijke tekenposities weggelaten worden wanneer er geen andere beperkingen zijn. Bij onbelangrijke tekens worden nullen vooraan en spaties achteraan weggelaten.
Een enkele nul voor een decimaalteken is echter van belang en een nul kan belangrijk zijn (bv. om een temperatuur aan te duiden) wanneer dat vermeld wordt in de specificatie van de data-elementen in de toepassingshandleidingen.
Wanneer berichten worden gecomprimeerd, dienen de volgende regels te worden gevolgd.
a) Uitsluiting van segmenten
Facultatieve segmenten die geen data bevatten, dienen weggelaten te worden (met inbegrip van hun segmenttags).
b) Uitsluiting van data-elementen door weglating
Data-elementen worden geïdentificeerd aan de hand van hun positie in de opeenvolging binnen het segment zoals vermeld in de segmentendirectory. Wanneer een facultatief data-element wordt weggelaten dat gevolgd wordt door een ander data-element, dan dient u de positie ervan aan te duiden door het scheidingssteken tussen de data-elementen te behouden.
Tag+DE+DE+++DE+DE+DE'
|_|_______________ Deze twee data-elementen worden weggelaten.
c) Uitsluiting van data-elementen door inkorten
Wanneer één of meer facultatieve data-elementen op het einde van het segment worden weggelaten, kan het segment worden ingekort met behulp van het beëindigingsteken van het segment, d.w.z. opeenvolgende scheidingstekens tussen data-elementen aan het einde ervan hoeft u niet door te zenden.
Tag+DE+DE+++DE' In het voorbeeld uit 2.2.7 b zijn de laatste twee data-elementen weggelaten en met behulp van ‘ |____ is het segment ingekort.
d) Uitsluiting van component data-elementen door weglating
Component data-elementen worden geïdentificeerd aan de hand van hun opgegeven positie in de opeenvolging binnen een samengesteld data-element. Wanneer een facultatief component data-element wordt weggelaten en wordt gevolgd door een ander component data-element, dient de opgegeven positie te worden weergegeven door het scheidingsteken tussen de componentdata-elementen te behouden.
Tag+DE+CE:CE+CE:::CE'
|_|_____ Twee component data- elementen weggelaten in het laatste samengesteld data
e) Uitsluiting van componentdata-elementen door truncering
Een of meer facultatieve component data-elementen mogen op het einde van een samengesteld data-element worden uitgesloten door inkorting met behulp van het scheidingsteken tussen de data-elementen of, op het einde van een segment, het beëindigingsteken van het segment.
Tag+DE+CE+CE' Het laatste component data-element in het eerste samengesteld data-element |___|___ is weggelaten, evenals drie component data-elementen in het laatste samengesteld data-element. In beide gevallen zijn de samengestelde data-elementen ingekort; in het eerste geval is dat aangegeven met behulp van het scheidingsteken tussen data-elementen en in het tweede geval met behulp van het beëindigingsteken van segmenten.
1.2.2.8. Weergave van de waarde van numerieke data-elementen
a) Decimaalteken
De ISO-weergave van een decimaalteken is de komma (,), maar een punt op de lijn (.) is toegelaten (zie ISO 31-0: 1981). Deze beide tekens maken deel uit van de reeksen van niveau A en B. Bij gebruik van UNA (service string advice) bepaalt het derde teken van dat segment het teken dat in de uitwisseling wordt gebruikt. Er wordt echter ten sterkste aangeraden om standaard in alle omstandigheden de (,) te gebruiken om een decimaalteken weer te geven. Het decimaalteken mag niet meegeteld worden als een teken van de waarde voor de berekening van de maximale veldlengte van een data-element. Men dient echter wel rekening te houden met dit teken voor de transmissie en ontvangst. Wanneer een decimaalteken wordt doorgezonden, dient er ten minste een cijfer voor en na het decimaalteken te staan. Voor waarden die alleen worden weergegeven met gehele getallen, worden er noch een decimaalteken, noch decimale nullen gebruikt, behalve wanneer dat nodig is om de nauwkeurigheid aan te duiden.
Bij voorkeur: 0,5 en 2 en 2,0 Niet toegelaten: ,5 of .5 of 2, of 2.
b) Scheidingsteken tussen groepen van drie cijfers
Voor de uitwisseling worden geen scheidingstekens gebruikt tussen groepen van drie cijfers.
Toegelaten: 2500000 Niet toegelaten: 2,500,000 of 2.500.000 of 2 500 000
c) Teken
De waarde van numerieke data-elementen dient als positief te worden beschouwd. Hoewel een aftrekking in principe negatief is, wordt deze weergegeven met behulp van een positieve waarde en dienen dergelijke gevallen aangeduid te worden in de directory van data-elementen. Wanneer aangeduid moet worden dat een waarde negatief is, wordt die waarde voor de transmissie onmiddellijk voorafgegaan door een minteken, bv. -112. Het minteken dient niet te worden meegeteld als een teken van de waarde voor de berekening van de maximale veldlengte van een data-element. Wel dient echter rekening gehouden te worden met dit teken voor de transmissie en ontvangst.
Legende:
Ref.
De numerieke referentietag voor het data-element die vermeld wordt in ISO 7372 UNTDED en, wanneer die wordt voorafgegaan door S, referentie voor een samengesteld data-element dat wordt gebruikt in servicesegmenten.
Naam
|
Naam van SAMENGESTELD DATA-ELEMENT in hoofdletters |
|
Naam van DATA-ELEMENT in hoofdletters |
|
Naam van componentdata-element in kleine letters |
Weerg.
|
Weergave datawaarde: |
|
a - alfabetische tekens |
|
n - numerieke tekens |
|
an - alfanumerieke tekens |
|
a3 - 3 alfabetische tekens, vaste lengte |
|
n3 - 3 numerieke tekens, vaste lengte |
|
an3 - 3 alfanumerieke tekens, vaste lengte |
|
a..3 - maximaal 3 alfabetische tekens |
|
n..3 - maximaal 3 numerieke tekens |
|
an..3 - maximaal 3 alfanumerieke tekens |
|
M - verplicht element |
|
C - facultatief element. |
Wanneer er gebruik gemaakt wordt van een samengesteld data-element, dient er een verplicht component data-element voor te komen in een facultatief samengesteld data-element.
Wanneer in de toepassingshandleidingen voor berichten een kleiner aantal tekens wordt gebruikt dan de ISO-norm vereist, dan zal dat tussen haakjes vermeld worden. De resterende ruimte in een data-element dient te worden opgevuld met spaties.
De gebruiksindicatoren in de toepassingshandleidingen voor berichten zijn als volgt:
Gebruik in UNSM |
Gebruik |
Indicator in deze toepassingshandleiding voor berichten |
Verplicht (M) |
Verplicht (M) |
Verplicht (M) |
Facultatief (C) |
Vereist (R) |
Altijd vereist (M) |
Facultatief (C) |
Aanbevolen (A) |
Het gebruik van bv. een bepaalde codereeks wordt sterk aanbevolen. |
Facultatief (C) |
Afhankelijk (D) |
Het gebruik van de eenheid gebeurt slechts onder welomschreven voorwaarden. |
Facultatief (C) |
Optioneel (O) |
Wordt gebruikt naargelang de behoefte of het goeddunken van de afzender van het bericht. |
Facultatief (C) |
Niet gebruikt (X). |
Wordt niet gebruikt (n.v.t.). |
In de toepassingshandleidingen voor berichten wordt expliciet gebruik gemaakt van de gebruiksindicatoren om een eenduidig gebruik te garanderen binnen de elektronische scheepsrapportering in de binnenvaart. In het hele document wordt verwezen naar indicatoren (M, R, A, D, O en X) die worden getoond naast data-items en die de afgesproken gebruikswijze van de eenheden voor het bericht voorschrijven.
In de volgende tabel worden de indicatoren en hun respectievelijke gebruik beschreven:
Status (S) waarde |
Omschrijving |
Opmerking |
M |
Verplicht |
Geeft aan dat dit item verplicht voorkomt in een standaardbericht. |
R |
Vereist |
Geeft aan dat dit item dient te worden verzonden in deze berichtenapplicatie en dat het gebruik ervan hier verplicht is. |
A |
Aanbevolen |
Geeft aan dat sterk wordt aanbevolen om in deze toepassing gebruik te maken van een internationaal erkende codereeks, d.w.z. een codereeks van de VN of een ISO- of ERI-codereeks in plaats van een lokale code. |
D |
Conditioneel |
Geeft aan dat het gebruik van het item afhangt van een welomschreven voorwaarde of reeks van voorwaarden. Deze voorwaarden dienen duidelijk te worden omschreven in de betreffende circulaire. |
O |
Optioneel |
Geeft aan dat deze eenheid wordt gebruikt naar behoefte of eigen goeddunken van de afzender van het bericht. |
X |
|
Mag niet worden gebruikt in deze berichtentoepassing (n.v.t.). |
1.3. Berichten
1.3.1. ERINOT
U dient het ERI-kennisgevingsbericht (ERI notification message of ERINOT) te gebruiken voor de rapportering van informatie in verband met de reis en informatie over gevaarlijke en ongevaarlijke ladingen die aan boord zijn van de schepen die varen op de binnenwateren. De ERI-kennisgeving is een specifieke toepassing van het UN/EDIFACT „International Forwarding and Transport Dangerous Goods Notification (IFTDGN)”-bericht dat is ontwikkeld binnen de organisatie PROTECT (1). De ERI-kennisgeving is gebaseerd op de EDIFACT-directory 98.B en de PROTECT-toepassing versie 1.0.
Voor de data en codes in de berichtentoepassingen op basis van deze berichtenspecificaties is gebruikgemaakt van de UN Directory D98B.
Van het ERI-kennisgevingsbericht bestaan de volgende types:
— |
transport-kennisgeving van het schip naar de autoriteit (identificatiecode „VES”), van schip naar wal, |
— |
transport-kennisgeving van vervoerder naar autoriteit (identificatiecode „CAR”), van wallocatie naar wallocatie, |
— |
passage-kennisgeving (identificatiecode „PAS”), van autoriteit naar autoriteit. |
De volgende berichtfuncties tonen welke soort berichten u kunt verwachten:
— |
nieuw bericht (identificatiecode „9”), |
— |
wijziging van een bericht (identificatiecode „5”), |
— |
annulering van een bericht (identificatiecode „1”). |
1.3.2. PAXLST
Het PAXLST-bericht is gebaseerd op het UN/EDIFACT-bericht PAXLST. Het dient te worden gebruikt voor de uitwisseling van gegevens in de binnenvaart tussen de kapitein/schipper of vervoerder en de daartoe aangewezen instanties zoals ISPS-terminals, douanekantoren, immigratiediensten en politie.
Het bericht dient ook te worden gebruikt om gegevens over passagiers / bemanningsleden door te zenden van een daartoe aangewezen instantie in het land van vertrek naar de daartoe aangewezen instanties in het land van aankomst van het vervoermiddel.
1.3.3. ERIRSP
Het ERI response message (ERIRSP) of ERI-antwoordbericht is afgeleid van het UN/EDIFACT APERAK-bericht. Het kan bijvoorbeeld aangemaakt worden door een RIS-centrum. De antwoordberichten met betrekking tot de verschillende functies (nieuw bericht, wijziging of annulering) van het ERI-kennisgevingsbericht dienen allemaal dezelfde structuur te hebben. Het antwoord op een „wijziging” of een „annulering” bevat informatie over de vraag of de „wijziging” of „annulering” al dan niet is verwerkt door het ontvangende systeem.
1.3.4. BERMAN
Het Berth Management (BERMAN)-bericht is een combinatie van de kennisgeving voor aankomst en de algemene verklaring, in een enkel bericht dat gebaseerd is op het EDIFACT-bericht BERMAN van de UN/EDIFACT directory D04B. De praktische handleiding is gebaseerd op de richtlijnen die vastgelegd zijn door de PROTECT-groep.
Het BERMAN-bericht dient te worden verzonden door vaartuigen die varen op binnenwateren voor zij aankomen in of vertrekken vanuit een aanlegplaats of een haven en geeft informatie over het tijdstip van aankomst en de dienstverlening die vereist is om een vlotte afhandeling te garanderen, ter ondersteuning van de procedures en om controles te vereenvoudigen.
Het bericht omvat de wettelijke vereisten in verband met de melding van een schip naar een haven. Het ondersteunt één aanvraag voor het schip - hetzij om de haven binnen te varen, hetzij om aan te leggen bij aankomst van het schip, hetzij om de aanlegplaats te verlaten bij vertrek van het schip, hetzij om binnen de haven van aanlegplaats te veranderen, hetzij voor de doorvaart door het havengebied. Het aankomst- en doorvaartbericht bevat alle details over de bewegingen van het schip van buiten het havengebied tot de eerste aanlegplaats in het havengebied of bij doorvaart tot het punt waarop het schip de haven verlaat.
De vereiste aanvullende diensten noodzakelijk voor aankomst bij een ligplaats kunnen worden vermeld. Het verwachte tijdstip van aankomst (ETA) op de plaats van binnenkomst en, indien van toepassing, de plaats van vertrek en de vorige plaats waar het schip is aangelopen, zijn vereiste informatie-elementen.
1.4. Wijzigingsprocedures
Voorstellen voor wijzigingen in de toepassingshandleidingen voor berichten dienen te worden verzonden naar de voorzitter van de deskundigengroep voor elektronische rapportering, met daarbij een verklaring waarom de wijziging noodzakelijk is.
De voorzitter dient het voorstel te verspreiden onder de leden van de deskundigengroep en de Europese Commissie.
Voor de deskundigengroep gelden de relevante procedures die vastgelegd zijn in het mandaat van de deskundigengroep voor elektronische rapportering.
De Europese Commissie zal de wijziging verder verwerken overeenkomstig de procedures die vastgelegd zijn in de RIS-richtlijn. In dit geval zal zij voldoende rekening houden met het werk van de deskundigengroep.
2. DEEL II: CODES EN REFERENTIES
2.1. Inleiding
In deel II worden de diverse codes en referenties gedefinieerd die men dient te gebruiken in de elektronische scheepsrapportering voor de binnenvaart. Het gebruik van codes en referentienummers heeft als doelstelling, eenduidigheid in de berichtgeving te bewerkstelligen Het gebruik van codes en referenties zal leiden tot minder foutieve interpretaties en de berichten kunnen gemakkelijk in iedere taal worden vertaald. Daarom is het gebruik van codes en referenties verplicht voor die codes welke vermeld zijn in de berichten en die in dit document zijn opgenomen. Het gebruik van codes en referenties is sterk aanbevolen telkens wanneer andere gegevens dienen te worden uitgewisseld tussen verschillende computerapplicaties en tussen partijen die verschillende talen gebruiken, op voorwaarde dat er voor het betreffende data-element een codewaarde bestaat en is gepubliceerd. Hierna worden de definities en beschrijvingen van de gebruikte codes en referenties beschreven; voor de feitelijke codetabellen zal worden verwezen naar de relevante hoofdstukken van deze bijlage of indien nodig zal een URL (internetadres) worden gegeven.
2.2. Verklaringen
2.2.1. Terminologie
De volgende verklaringen dienen om zeker te stellen dat de betekenis van de gebruikte informatie-elementen in de elektronische scheepsrapportering duidelijk en ondubbelzinnig is en dat het onderhoud van gegevens en referenties via duidelijke beschrijvingen wordt mogelijk gemaakt en gewaarborgd.
1) Data dictionary:
Een data dictionary is in essentie een centrale opslagplaats van informatie over gegevens zoals de betekenis, koppelingen met andere gegevens, de bron, het gebruik en de classificatie ervan. De dictionary wordt gebruikt voor een efficiënte planning, beheer en evaluatie van het verzamelen, registreren en gebruik van gegevens. De data dictionary of het lexicon is eerst en vooral een boek dat woorden bevat die in alfabetische volgorde zijn gerangschikt met definities en etymologische en andere informatie.
2) Directory van data-elementen:
Een directory van data-elementen is in essentie een boek met instructies, dat namen en details opsomt van een specifieke groep informatie-elementen. In de informatietechnologie is het ook een tabel met identificatiesymbolen en verwijzingen naar de data die ermee overeenstemmen. De TDED (Trade Data Elements Directory) ISO 7372 bevat een goedgekeurde reeks standaard data-elementen voor diverse toepassingsgebieden. Het bevat een nummer, de naam van een data-element, een beschrijving van het concept om de overeengekomen betekenis uit te leggen zodat men de inhoud van de met het data-element te geven informatie kan bepalen (datawaarde). Er wordt een beschrijving gegeven van de tekenweergave van de datawaarde, met vermelding van de ruimte (aantal tekens), samen met de synoniemen van namen van data-elementen wanneer dit van toepassing is en wordt gebruikt
3) Bewaarplaats van gegevens:
Een bewaarplaats van gegevens is in essentie een plaats waar zaken worden opgeslagen, bv. een gegevensopslagplaats (warehouse). Heel vaak wordt de term data warehouse gebruikt om een opslagplaats van gemeenschappelijke gegevens aan te duiden. De bewaarplaats van gegevens wordt gebruikt in de ontwikkeling van XML en ebXML om de opslagplaats aan te duiden van zogenaamde kerncomponenten. De eerste catalogi van kerncomponenten zijn beschikbaar als ontwerpvoorstellen voor standaards, zie ook . In ebXML wordt een bewaarplaatsbestandsdeel geassocieerd met een reeks standaard metadata die gedefinieerd worden als attributen van de klasse registerobjecten. Deze attributen bevinden zich buiten de feitelijke bewaarplaats en geven beschrijvende informatie over het in de bewaarplaats gedefinieerde bestandsdeel.
4) Glossarium:
Een lijst en de verklaring van bv. moeilijke technische termen; een glossarium wordt vaak beschreven als een deelwoordenboek. De termen worden vaak alfabetisch gerangschikt, zodat zij kunnen worden gebruikt als naslagwerk voor projecten, boeken of studies.
5) Vocabularium:
Een lijst van woorden en vaak zinsneden, afkortingen enz. die gewoonlijk alfabetisch gerangschikt zijn en worden gedefinieerd of op een andere wijze geïdentificeerd zoals in een woordenboek of een glossarium.
2.2.2. WDO en het GS
De Wereld Douane Organisatie (WDO) heeft een aantal standaardrichtlijnen uitgewerkt in verband met de uitwisseling van gegevens op het gebied van de aangifte van goederen en ladingen.
De WDO onderhoudt het geharmoniseerd systeem (GS) dat een classificatiesysteem van zes cijfers biedt voor goederen en grondstoffen. Het GS wordt gebruikt voor de classificatie van goederen en bevat meer dan 5 000 beschrijvingen van producten of groepen van producten die het meeste worden geproduceerd en verhandeld. De structuur van dit numerieke systeem is van die aard dat het een juridische en logische structuur biedt die de producten van een groep of categorieën van producten onderbrengt in rubrieken, hoofdstukken en secties.
Het kan worden gebruikt door de douane, maar is ook bedoeld voor statistieken, fabrikanten, vervoerders en de import en export.
De structuur is als volgt
XX |
Rubriek |
XXXX |
Geharmoniseerd systeem |
XXXX.XX |
GS-code |
Voor bijkomend lokaal gebruik kan de code als volgt worden uitgebreid
XXXX.XX.XX |
Code voor gecombineerde nomenclatuur |
XXXX.XX.XX.XX |
Statistieknummer |
XXXX.XXXX.XXX |
TARIC-code |
Bovendien zijn er nog andere lokale onderverdelingen van maximaal 21 posities waarmee bv. de nationale fiscale code kan worden vermeld.
De Overeenkomst van Kyoto van de WDO beschrijft in detail de procedures en processen en de informatie-elementen voor doorvoer- en import- en exportaangiftes.
2.3. Definities
De volgende definities (2) worden gebruikt voor deze technische specificaties.
Een agent verwijst naar elke persoon die gemandateerd is of de bevoegdheid heeft gekregen om op te treden voor of informatie te geven in naam van de exploitant van het schip.
Een asynchroon bericht is een bericht dat de afzender kan leveren zonder direct op de afhandeling van het bericht door de ontvanger te moeten wachten. De ontvanger beslist wanneer het bericht afgehandeld wordt.
Berichtcode: een unieke alfabetische referentie van zes tekens die het berichttype aangeeft.
Bevoegde autoriteit verwijst naar de autoriteiten en organisaties die door de overheden gemachtigd zijn om de informatie die gerapporteerd werd als gevolg van deze standaard te ontvangen en door te geven.
Circulaire verwijst naar een handleiding waarin in detail beschreven wordt hoe een bepaald standaardbericht zal worden uitgevoerd en welke segmenten, data-elementen, codes en referenties zullen worden gebruikt en hoe.
Code verwijst naar een tekenreeks die wordt gebruikt als afkorting voor a) registratie of identificatie van informatie, b) om informatie weer te geven of te identificeren met behulp van een symbolische vorm die herkenbaar is voor een computer [ISO TC154/SC1].
Data-element verwijst naar een gegevenseenheid die in een bepaalde context wordt beschouwd als ondeelbaar en waarvoor de identificatie, de beschrijving en de weergave van de waarde zijn vastgelegd.
Een duwbak is een vaartuig dat geen aandrijving heeft van zichzelf.
EDI-nummer verwijst naar het elektronische adres van de afzender of ontvanger van een bericht (bv. de afzender en ontvanger van de lading). Dat kan een e-mailadres zijn, een overeengekomen identificatiecode of bv. een nummer van de European Article Numbering Association (EAN-nummer).
Elektronische gegevensuitwisseling of Electronic Data Interchange (EDI) verwijst naar de overdracht langs elektronische weg van gestructureerde gegevens met behulp van afgesproken standaards van applicaties op de computer van een partij naar applicaties op de computer van een andere partij.
Expediteur(forwarder) verwijst naar de partij die het vervoer van goederen regelt, optreedt als ketenregisseur in het vervoer en/of de bijbehorende formaliteiten regelt namens de verlader en de ontvanger.
Exploitant betekent de eigenaar of beheerder van het schip.
Gevaarlijke goederen verwijst naar: (3)
— |
goederen die geclassificeerd zijn in de UNDG-code, |
— |
goederen die geclassificeerd zijn in de ADN/ADNR-code, |
— |
goederen die geclassificeerd zijn in de IMDG-code, |
— |
gevaarlijke vloeistoffen welke omschreven zijn in de IBC-code, |
— |
vloeibare gassen welke omschreven zijn in de IGC-code, |
— |
vaste stoffen waarnaar verwezen wordt in aanhangsel B van de BC-code. |
De gezagvoerder is de persoon aan boord van het schip die de leiding heeft en de bevoegdheid om alle beslissingen te nemen die te maken hebben met navigatie en de leiding op het schip (Synoniem: kapitein, schipper).
Kwalificerend element verwijst naar een data-element waarvan de waarde dient te worden uitgedrukt als een code die een specifieke betekenis geeft aan de functie van een ander data-element of een segment [ISO 9735].
Locatie verwijst naar om het even welke geografische plaats met een naam, zoals een haven, een goederenterminal in het binnenland, een luchthaven, een containervrachtstation, een terminal of om het even welke andere plaats waar de in- en uitklaring en/of de regelmatige ontvangst of levering van goederen kan plaatsvinden, met permanente faciliteiten die worden gebruikt voor verplaatsingen van goederen die te maken hebben met internationale handel/transport en die vaak voor dat doel gebruikt worden. De locatie dient als dusdanig erkend te worden door een bevoegd nationaal orgaan.
Logistiek verwijst naar de planning, uitvoering en controle van de verplaatsing en beweging van personen en/of goederen en van de ondersteunende activiteiten die te maken hebben met deze verplaatsing en beweging binnen een systeem dat georganiseerd is om specifieke doelstellingen te bereiken.
Een manifest is een document waarin de specificaties worden opgesomd van goederen, inclusief materieel dat geladen is in een vervoermiddel. Een manifest vertegenwoordigt vaak een verzameling vrachtbrieven voor officiële en administratieve doeleinden.
Meekijken (Monitoring) betekent met behulp van verschillende apparatuur de voortgang en het gedrag van schepen volgen en de verantwoordelijke partijen op de hoogte brengen bij afwijkingen van de verwachte of geplande voortgang en uitvoering.
Multimodaal vervoer verwijst naar het transport van goederen (containers) met behulp van ten minste twee verschillende vervoerswijzen.
Nautische ondersteuning is ondersteuning gegeven door sleepboten of roeiers om te assisteren bij het veilig navigeren en aanmeren.
Navigatie-informatie is informatie die gegeven wordt aan de schipper aan boord om hem te helpen beslissingen aan boord te nemen.
Navigatie-ondersteuning is ondersteuning die wordt gegeven door loodsen aan boord of in bijzondere omstandigheden aan de wal (loodsen vanaf de wal) om gevaarlijke nautische verkeerssituaties te vermijden.
Ontvanger (consignee) verwijst naar de partij die wordt genoemd in het vervoersdocument als degene die de goederen, de lading of de containers dient te ontvangen.
Opsporen is de activiteit van het zoeken naar informatie over de plaats waar een lading, onderdelen van ladingen, zendingen of materieel zich bevinden.
Procedure betekent de opeenvolging van handelingen die men moet verrichten om een formaliteit te vervullen, met inbegrip van de tijdsplanning, het formaat en de verzendingsmethode voor indiening van de vereiste informatie.
Radar verwijst naar een van de diverse systemen of apparaten die gebruikmaken van verzonden en teruggekaatste radiogolven om een weerkaatsend object, zoals een schip waar te nemen, waardoor de positie, de afstand, de snelheid en de vaarrichting van dat object kunnen worden bepaald. Radar kan worden gebruikt voor navigatie en waarneming.
Een referentienummer dient om te verwijzen naar een relatie of, indien van toepassing, een beperking of om deze te vermelden.
Risico (douane) betekent de mate van waarschijnlijkheid dat een gebeurtenis zich kan voordoen in de internationale handel en transport van goederen die de veiligheid van de Gemeenschap in gevaar brengt en een risico vormt voor de openbare gezondheid en de consumenten.
Risicobeheer (douane) betekent de systematische vaststelling en uitvoering van alle maatregelen die nodig zijn om de blootstelling aan risico's te beperken. Dat houdt activiteiten in zoals het verzamelen van gegevens en informatie, de analyse en beoordeling van risico's waarbij maatregelen worden voorgeschreven en genomen en een geregelde controle en inspectie van het proces en de resultaten daarvan op basis van internationale, communautaire en nationale bronnen en strategieën.
Schadelijke (vervuilende) stoffen betekent: (3)
— |
oliën als omschreven in het MARPOL-Verdrag, bijlage I, |
— |
schadelijke vloeistoffen als omschreven in het Marpol-Verdrag, bijlage II, |
— |
schadelijke stoffen als omschreven in het Marpol-Verdrag, bijlage III. |
Segment (EDI) verwijst naar een vooraf gedefinieerde en geïdentificeerde reeks waarden van data-elementen die functioneel met elkaar verband houden en die worden geïdentificeerd aan de hand van hun opeenvolgende positie in de reeks. Een segment begint met een segmenttag en eindigt met een segmentafsluitingskenmerk. Het kan een servicesegment zijn of een gebruikers gegevenssegment.
Een segmentcode is een code die elk segment op unieke wijze identificeert zoals bepaald in een segmentdirectory [ISO 9735].
Een Single Window is een faciliteit waar de betrokken partijen in de handel en het transport gestandaardiseerde informatie kunnen plaatsen, door middel van een enkel aanspreekpunt waar zij alle reglementaire verplichtingen kunnen nakomen. Wanneer de informatie in elektronische vorm is, hoeven de afzonderlijke data-elementen slechts eenmaal ingevoerd te worden (4).
Een tag is een unieke identificatiecode voor een segment of data-element [ISO 9735].
Transportkennisgeving is de aankondiging van een geplande reis van een schip aan een bevoegde autoriteit.
Transportmiddel: vertegenwoordigt het type voertuig dat wordt gebruikt voor het vervoer van goederen zoals binnenschip, vrachtwagen, zeeschip of trein.
UN/EDIFACT verwijst naar de regels van de VN voor de elektronische gegevensuitwisseling voor overheden, handel en transport (Electronic Data Interchange for Administration, Commerce and Transport). Zij bestaan uit een reeks standaarden, directories en richtlijnen voor de elektronische uitwisseling van gestructureerde gegevens, welke gerelateerd zijn aan de handel in goederen of diensten tussen onafhankelijke informatiesystemen. Deze regels worden aanbevolen in het kader van de VN en zijn goedgekeurd en gepubliceerd door de VNECE in de Trade Data Interchange Directory (UNTDID) van de VN en worden volgens overeengekomen procedures bijgehouden.
Vaartuig (synoniem: schip) verwijst naar een schip voor de binnenwateren of een zeeschip. In de binnenscheepvaart omvat deze term ook kleine vaartuigen, veerboten en drijvende constructies.
Een verkeersbegeleidingsdienst is een dienst die ten doel heeft gevaarlijke nautische verkeerssituaties te voorkomen door het plannen en regelen van verkeersbewegingen. Daarnaast is deze dienst van belang voor het waarborgen van de veiligheid en doorstroming van het scheepvaartverkeer binnen het VTS-gebied.
Verlader zie verzender.
Vervoerswijze verwijst naar een vervoermethode die wordt gebruikt voor de levering van goederen bv. per spoor, over de weg, over zee, over de binnenwateren.
Verzender(consignor) verwijst naar de handelaar door wie of in wiens naam of voor wiens rekening een vervoersovereenkomst is afgesloten met een reder of met om het even welke partij en die de goederen daadwerkelijk aflevert of in zijn naam of namens zichzelf laat afleveren bij de ontvanger waarmee de vervoersovereenkomst afgesloten is (Synoniemen: verlader, afzender).
Vessel Support Services verwijst naar de diensten die worden verleend aan de schipper door bv. bunkerstations en herstellingsbedrijven.
Vessel Traffic Monitoring verwijst naar het leveren van mondelinge en elektronische informatie en het geven van aanwijzingen in samenwerking met en als reactie op schepen in een verkeersstroom, ter ondersteuning van een soepele (efficiënte) en veilige doorstroom van het verkeer.
Vessel Traffic Services (VTS) is een dienst die is ingesteld door een bevoegde autoriteit en bedoeld om de veiligheid en efficiency van het scheepvaartverkeer te ondersteunen en het milieu te beschermen. De dienst dient een mogelijkheid voor interactie met het verkeer te hebben en moet kunnen inspelen op de verkeerssituaties die zich in het gebied ontwikkelen.
Volgen is de functie van het bijhouden van statusinformatie, met inbegrip van de huidige locatie van de lading, onderdelen van de lading, zendingen of materieel (volle of lege containers).
VTS-diensten verwijzen naar een informatiedienst, maar kunnen ook andere diensten omvatten, zoals een navigatieassistentiedienst of een verkeersbegeleidingsdienst, of beide.
VTS-gebied verwijst naar het afgebakende, formeel omschreven werkgebied van een VTS. Een VTS-gebied kan in deelgebieden of sectoren zijn onderverdeeld.
2.4. Classificaties en codeomschrijvingen
Om de verwerking door de ontvangers van berichten tot een minimum te beperken, dient men zo veel mogelijk gebruik te maken van classificaties en codelijsten. Er dient gebruik gemaakt te worden van bestaande codes om het extra werk te vermijden van het samenstellen en bijhouden van nieuwe codelijsten.
De volgende classificaties dienen gebruikt te worden voor scheepsrapportering in de binnenvaart:
1. |
Scheeps- of samensteltype (VN-aanbeveling 28) |
2. |
Officieel scheepsnummer (OFS) |
3. |
Het IMO-scheepsidentificatienummer (IMO) is het nummer dat gepubliceerd is in het Lloyds Register voor elk zeewaardig schip zonder de letters LR |
4. |
ERI-scheepsidentificatienummer |
5. |
ENI European Navigation Identification (uniek Europees scheepsnummer) |
6. |
Geharmoniseerd Systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen (GS, goederen) |
7. |
Gecombineerde Nomenclatuur (GN, goederen) |
8. |
Standaardgoederenclassificatie voor vervoersstatistieken (goederen) |
9. |
VN-code gevaarlijke goederen (UNDG) |
10. |
Internationale code voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over zee (IMDG) |
11. |
ADN/ADNR |
12. |
VN-code voor land en nationaliteit |
13. |
VN-code voor plaatsnamen ten behoeve van handel en transport (UN code for trade and transport locations of UNLOCODE) |
14. |
Code vaarwegsecties |
15. |
Terminalcode |
16. |
Code voor containerafmetingen en containertypes |
17. |
Containeridentificatiecode |
18. |
Code voor het type verpakking |
19. |
Behandelingsinstructies (overslaginstructies) |
20. |
Reden van bezoek |
21. |
Aard van de lading. |
Hierna wordt meer informatie gegeven, alsook opmerkingen over de toepassing van deze codes voor de binnenvaart, evenals gebruikersinstructies. De typecodes voor schepen en samenstellen worden in de codetabellen beschreven in verschillende talen. De combinatie van de elementen van de bovenvermelde codes 12 tot en met 15 wordt gedefinieerd in hoofdstuk 2.7.
2.4.1. Onderhoud en bewerking van codes en referentietabellen
De noodzaak om eenduidige codes en referenties bij te houden en de strikte vereiste om de diverse tabellen stabiel en eenduidig te houden, maakt stringente procedures en processen noodzakelijk voor het onderhoud, de publicatie en het gebruik van de diverse codes.
Om het onderhoud van alle codes en referentietabellen die gebruikt worden in elektronische rapporteringsberichten te vereenvoudigen, worden de codes en referenties in zes categorieën onderverdeeld.
Categorie A
Internationale codes en referenties die bijgehouden worden door een officiële organisatie en op slechts één manier worden gebruikt. Nieuwe of gewijzigde codes zullen door de internationale organisatie gepubliceerd worden en deze zal ook aangeven op welk tijdstip de nieuwe codes dienen te worden toegepast. De toepassing van wijzigingen in de tabellen wordt door deze organisatie gecoördineerd, maar voor de rapportering volgens de specificaties voor elektronische scheepsrapportering, dient de ERI-deskundigengroep te bepalen vanaf wanneer de codes in de berichten dienen te worden gebruikt. Voorbeelden zijn de UNDG (5)-, de IMDG (6)-, de ADN/ADNR/D (7)- en de GS/TARIC (8)-code.
Categorie B
Internationale codes en referenties die worden bijgehouden door een erkende internationale organisatie zoals ISO of VN/ECE; de publicatie van wijzigingen in de tabellen vindt met geregelde tussenpozen plaats als gevolg van behoeften van gebruikers. De wijzigingen worden gecoördineerd door de gebruikersgemeenschappen. Voorbeelden zijn de UN/LOCODES (9), het type vervoermiddel, vervoerswijze, land- en valutacodes, vrachtkosten.
Categorie C
Sectorgebonden codes en referenties die worden onderhouden door een private of publiek-private organisatie zoals EAN, Lloyds, PROTECT. Voorbeelden zijn de IMO-nummers, de EAN-adrescodes.
Categorie D
Regionale codes en referenties die worden onderhouden door een publieke organisatie voor gebruik in een bepaald domein. Voorbeelden zijn codes vaarwegsecties, ECDIS-referenties.
Categorie E
Nationale codes en referenties die worden onderhouden door een publieke of publiek-private samenwerking. Voorbeelden zijn NST/R.
Categorie F
Standaardcodes en -referenties die worden gebruikt voor de rapportering en die deel uitmaken van het standaardbericht en die in het bericht zelf worden beschreven. Wijzigingen dienen te worden gecoördineerd door de toezichthoudende organen. Voorbeelden zijn kwalificerende elementen, syntactische codes, identificatiecodes, functiecodes.
De internationale codes en referenties van categorie A vinden hun oorsprong meestal bij de verlader van de goederen. De codes dienen verplicht te worden aangeleverd in overeenstemming met de vereiste wettelijke regels en voorschriften om controle door de bevoegde autoriteiten en noodmaatregelen mogelijk te maken en te vergemakkelijken.
Voor alle andere categorieën wordt vaak een deelreeks bijgehouden door de controlerende instantie; deze deelreeks bestaat uit de codes en de referenties die worden gebruikt voor de elektronische rapportering en andere berichten voor vervoer over de binnenwateren. Op die manier kunnen het geharmoniseerde gebruik en de toepassing van nieuwe en gewijzigde items in deze codetabellen op een gecoördineerde wijze worden uitgevoerd.
De controlerende instantie van de diverse berichten zijn te vinden onder UNH data-element 0051 of in de praktische handleidingen voor berichten zelf of in de respectievelijke codetabellen die hieronder worden gegeven.
2.4.2. Beschrijvingen van de codetabellen
2.4.2.1. Type schip en samenstel
VOLLEDIGE TITEL |
Codes voor types van vervoermiddelen Bijlage 2, hoofdstuk 2.5: Vervoer over de binnenwateren |
AFKORTING |
VN-aanbeveling 28 |
INSTANTIE VAN OORSPRONG |
UNECE/CEFACT http://www.unece.org/cefact |
WETTELIJKE BASIS |
VN-aanbeveling 28, ECE/Trade/276; 2001/23 |
HUIDIGE STATUS |
Operationeel |
DATUM VAN UITVOERING |
Maart 2001 |
WIJZIGING(EN) |
UN/CEFACT 2002 |
STRUCTUUR |
Alfanumerieke code van 4 cijfers: |
|
1 cijfer: „1” voor zeevaart, „8” voor „binnenscheepvaart” |
|
2 cijfers voor het schip of samenstel |
|
1 cijfer voor de onderverdeling zoals nader omschreven in hoofdstuk 6 |
BEKNOPTE OMSCHRIJVING |
Deze aanbeveling legt een gemeenschappelijke codelijst vast voor de identificatie van het type vervoermiddel. Hij is in het bijzonder relevant voor vervoersorganisaties en verleners van transportdiensten, douanekantoren en andere instanties, bureaus voor statistiek, expediteurs, verladers, ontvangers en andere partijen die te maken hebben met het transport. |
VERWANTE CLASSIFICATIES |
VN-aanbeveling nr. 19 |
BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA |
http://www.unece.org/cefact/recommendations/rec_index.htm http://www.RISexpertgroups.org |
TALEN |
Engels |
ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU |
EC |
OPMERKINGEN |
De belangrijkste reeks codewaarden wordt geregeld door een internationaal orgaan (VN/ECE). Om harmonisatie te garanderen, kan slechts een enkele reeks codewaarden worden gebruikt voor alle RIS-toepassingen, die ook bijkomende types schepen vertegenwoordigt. |
Voorbeeld |
|
8010 |
Motorvrachtschip (binnenwateren) |
1500 |
Algemeen vrachtschip (zeevaart) |
Gebruik in de praktische handleidingen |
TDT/C228/8179 (samenstel) |
|
EQD(B)/C224/8155 (schip) |
Bijlagen |
|
Aanbeveling nr. 28 van de UNECE: codes voor types van vervoermiddelen, codelijst voor de binnenscheepvaart met omschrijving in verschillende talen zoals nationaal vereist. |
2.4.2.2. Officieel scheepsnummer (OFS)
VOLLEDIGE TITEL |
Officieel scheepsnummer |
AFKORTING |
OFS |
INSTANTIE VAN OORSPRONG |
Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCNR) |
WETTELIJKE BASIS |
§ 2.18 Rheinschiffsuntersuchungsordnung |
HUIDIGE STATUS |
Operationeel |
DATUM VAN UITVOERING |
------ |
WIJZIGING(EN) |
------ |
STRUCTUUR |
Landcode van 2 cijfers (an) |
|
Registernr. Van 5 cijfers (an) |
|
Landcodes: |
|
01 – 19 Frankrijk |
|
20 – 39 Nederland |
|
40 – 49 Duitsland |
|
60 – 69 België |
|
70 – 79 Zwitserland |
|
80 – 99 Andere landen |
BEKNOPTE OMSCHRIJVING |
----- |
VERWANTE CLASSIFICATIES |
----- |
GEBRUIK |
Binnenvaart |
BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA |
----- |
TALEN |
----- |
ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU |
Central Commission for the Navigation of the Rhine, 2, Place de la Republique, F-67082 Strasbourg Cedex, |
OPMERKINGEN |
Deze code werd vervangen door het Europees scheepsidentificatienummer dat gedefinieerd werd in de Rheinschiffsuntersuchungsordnung en in artikel 2.18 van bijlage II bij Richtlijn 2006/87/EG (10) |
Voorbeeld |
|
4112345 |
Duitsland, Gerda |
Gebruik in de praktische handleidingen |
TDT/C222/8213 |
|
EQD(1)/C237/8260 |
|
SGP/C237/8260 |
2.4.2.3. IMO-scheepsidentificatienummer
VOLLEDIGE TITEL |
IMO-scheepsidentificatienummer |
AFKORTING |
IMO-nr. |
INSTANTIE VAN OORSPRONG |
Internationale Maritieme Organisatie / Lloyds |
WETTELIJKE BASIS |
IMO-Resolutie A.600(15), SOLAS hoofdstuk XI, verordening 3 |
HUIDIGE STATUS |
Operationeel |
DATUM VAN UITVOERING |
----- |
WIJZIGING(EN) |
Dagelijks bijgewerkt |
STRUCTUUR |
Lloyd’s Register of Shipping (LR) nummer (zeven cijfers). |
BEKNOPTE OMSCHRIJVING |
De IMO-resolutie heeft tot doel een permanent nummer toe te kennen aan elk schip om het te kunnen identificeren. |
VERWANTE CLASSIFICATIES |
----- |
GEBRUIK |
Voor zeewaardige schepen |
BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA |
www.ships-register.com. |
TALEN |
Engels |
ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU |
Internationale Maritieme Organisatie 4 Albert Embankment London SE1 7SR United Kingdom |
Voorbeeld |
|
Vaartuig dwt 2774 |
Danchem East 9031624 |
Gebruik in de praktische handleidingen |
TDT/C222/8213 |
|
EQD(1)/C237/8260 |
|
SGP/C237/8260 |
2.4.2.4. Elektronisch rapporteringsnummer (voor de identificatie van schepen) ERN
VOLLEDIGE TITEL |
Elektronisch rapporteringsnummer (voor de identificatie van schepen) |
AFKORTING |
ERN |
INSTANTIE VAN OORSPRONG |
Rijkswaterstaat, Nederland |
WETTELIJKE BASIS |
----- |
HUIDIGE STATUS |
Operationeel |
DATUM VAN UITVOERING |
----- |
BEPERKT TOT DE OPERATIONELE LEVENSDUUR |
----- |
WIJZIGING(EN) |
----- |
STRUCTUUR |
Getal van 8 cijfers |
BEKNOPTE OMSCHRIJVING |
----- |
VERWANTE CLASSIFICATIES |
----- |
GEBRUIK |
Voor de elektronische rapportering in verband met schepen die niet over een OFS- of IMO-nummer beschikken |
BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA |
www.risexpertgroups.org |
TALEN |
|
ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU |
ERI-helpdesk@risexpertgroups.org |
OPMERKING |
Deze code zal vervangen worden door het Europese scheepsidentificatienummer als gedefinieerd in artikel 2.18 van bijlage II bij Richtlijn 2006/87/EG |
Voorbeeld |
|
12345678 |
Renate |
Gebruik in de praktische gidsen |
TDT/C222/8213 |
|
EQD(1)/C237/8260 |
|
SGP/C237/8260 |
2.4.2.5. Uniek Europees scheepsidentificatienummer
VOLLEDIGE TITEL |
Uniek Europees scheepsidentificatienummer |
||||||
AFKORTING |
ENI |
||||||
INSTANTIE VAN OORSPRONG |
Europese Unie |
||||||
WETTELIJKE BASIS |
Richtlijn 2006/87/EG; Richtlijn 2005/44/EG |
||||||
HUIDIGE STATUS |
----- |
||||||
DATUM VAN UITVOERING |
----- |
||||||
BEPERKT TOT DE OPERATIONELE LEVENSDUUR |
----- |
||||||
WIJZIGING(EN) |
Doorlopend |
||||||
STRUCTUUR |
Getal van 8 cijfers |
||||||
BEKNOPTE OMSCHRIJVING |
De unieke Europese navigatie-identificatie of het unieke Europese scheepsidentificatienummer heeft tot doel aan elke scheepsromp een permanent nummer toe te kennen om deze te identificeren. |
||||||
VERWANTE CLASSIFICATIES |
IMO-nummer, ERN-nummer, OFS-nummer |
||||||
GEBRUIK |
Voor de elektronische scheepsrapportering, voor tracking en tracing en voor de certificatie van schepen voor de binnenvaart. |
||||||
BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA |
|
||||||
TALEN |
----- |
||||||
ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU |
EU-lidstaten en de contracterende partijen bij de Mannheim-conventie |
||||||
OPMERKING |
Het unieke Europese scheepsidentificatienummer ENI bestaat uit acht Arabische cijfers. De eerste drie cijfers zijn de code van de toewijzende bevoegde instantie. De volgende vijf cijfers zijn het serienummer. Zie ook hoofdstuk 2.5. |
Voorbeeld 12345678 |
|
Gebruik in de praktische handleidingen |
TDT, EQD (V1 en V2-V15) CNI/GID en CNI/GID/DGS, Tag 1311 |
2.4.2.6. Code geharmoniseerd systeem (GS)
VOLLEDIGE TITEL |
Geharmoniseerd Systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen |
AFKORTING |
GS; geharmoniseerd systeem |
INSTANTIE VAN OORSPRONG |
Wereld Douaneorganisatie |
WETTELIJKE BASIS |
Internationaal verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codificatie van goederen |
HUIDIGE STATUS |
Operationeel |
DATUM VAN UITVOERING |
1-1-2007 |
WIJZIGING(EN) |
In principe om de vijf jaar herzien. |
STRUCTUUR |
7 466 rubrieken, georganiseerd in vier hiërarchische niveaus |
|
Niveau 1: secties met een code in Romeinse cijfers (I tot XXI) |
|
Niveau 2: de hoofdstukken hebben er een numerieke code van 2 cijfers |
|
Niveau 3: titels met een numerieke code van 4 cijfers |
|
Niveau 4: ondertitels gekenmerkt door een numerieke code van 6 cijfers |
BEKNOPTE OMSCHRIJVING |
De GS-conventie is een classificatie van goederen volgens criteria die gebaseerd zijn op grondstoffen en het productiestadium van grondstoffen en goederen. Het GS is het hart van het hele harmonisatieproces van internationale economische classificaties dat gezamenlijk wordt geleid door de Afdeling Statistiek van de Verenigde Naties en Eurostat. De artikelen en onderartikelen ervan zijn de basistermen waaronder industriële goederen worden geïdentificeerd in productclassificaties. Doelstellingen: de volgende zaken te harmoniseren: a) externe handelsclassificaties om een directe overeenstemming te garanderen; en b) externe handelsstatistieken van landen om te garanderen dat die internationaal vergelijkbaar zijn. |
VERWANTE CLASSIFICATIES |
Gecombineerde nomenclatuur (GN), volledige overeenstemming op het niveau van 6 cijfers; |
|
NST/R op het niveau van 3 cijfers. |
GEBRUIK |
Producten |
BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA |
Wereld Douaneorganisatie Nijverheidsstraat 26-39 B-1040 Brussel www.wcoomd.org Internationale Douaneraad, Brussel |
TALEN |
Nederlands, Engels, Frans, Duits enz. |
ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU |
Een deelreeks van de codes die worden gebruikt voor elektronische rapportering zal bijgehouden worden door de ERI-deskundigengroep. |
OPMERKINGEN |
De GS-classificatie wordt verder onderverdeeld op het niveau van de Europese Unie in een classificatie die gecombineerde nomenclatuur genoemd wordt (GN). |
Voorbeeld |
|
730110 |
Damwandprofielen van ijzer of van staal |
310210 |
Minerale of chemische meststoffen, ammoniumsulfaat |
Gebruik in de praktische handleidingen |
CNI/GID/FTX(1)/C108/4440 CNI/GID/FTX(2)/C108/4440 |
2.4.2.7. Gecombineerde nomenclatuur (GN)
VOLLEDIGE TITEL |
Gecombineerde Nomenclatuur |
AFKORTING |
GN |
INSTANTIE VAN OORSPRONG |
Europese Commissie, Bureau voor statistiek Eurostat |
WETTELIJKE BASIS |
Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 |
HUIDIGE STATUS |
Operationeel |
DATUM VAN UITVOERING |
----- |
WIJZIGING(EN) |
Jaarlijkse herziening op 1 januari |
STRUCTUUR |
Numerieke code van 8 cijfers: |
|
19581 rubrieken georganiseerd in vijf hiërarchische niveaus: |
|
Niveau 1: secties met een code in Romeinse cijfers (I tot XXI) |
|
Niveau 2: de hoofdstukken hebben er een numerieke code van 2 cijfers |
|
Niveau 3: titels met een numerieke code van 4 cijfers |
|
Niveau 4: ondertitels gekenmerkt door een numerieke code van 6 cijfers |
|
Niveau 5: categorieën met numerieke codes van 8 cijfers |
BEKNOPTE OMSCHRIJVING |
De gecombineerde nomenclatuur is de goederenclassificatie die in de EU gebruikt wordt ten behoeve van de statistieken over buitenlandse handel. Zij wordt ook gebruikt door de EU voor douanerechten. Deze classificatie is gebaseerd op het geharmoniseerd systeem (GS), dat het indien nodig verder onderverdeelt ten behoeve van de buitenlandse handel, de landbouwreglementering en douanerechten. De GN werd in 1988 samen met het GS ingevoerd. |
VERWANTE CLASSIFICATIES |
GS-code: volledige overeenstemming op het niveau van 6 cijfers NST/R op het niveau van 3 cijfers |
GEBRUIK |
Producten |
BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA |
http: //ec.europa.eu/taxation_customs |
TALEN |
Alle talen van de EU |
ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU |
Europese Commissie, DG TAXUD |
OPMERKINGEN |
----- |
Gebruik in de praktische handleidingen |
Indirect via de GS-code |
2.4.2.8. Uniforme goederennomenclatuur voor de vervoersstatistiek/herzien (NST) 2000
VOLLEDIGE TITEL |
Uniforme goederennomenclatuur voor de vervoersstatistiek/herzien |
AFKORTING |
NST 2000 |
INSTANTIE VAN OORSPRONG |
Europese Commissie (Bureau voor statistiek/Eurostat) |
WETTELIJKE BASIS |
EU-verordening over statistiek |
HUIDIGE STATUS |
----- |
DATUM VAN UITVOERING |
1.1.2007 |
WIJZIGING(EN) |
Geregeld, om de twee jaar |
STRUCTUUR |
NST 2000 van 2 cijfers Niveau 1: een CPA-onderdeel van twee cijfers |
BEKNOPTE OMSCHRIJVING |
GS-code in een richting (GS > NST), goederennomenclatuur voor transportstatistiek in Europa (CSTE) |
VERWANTE CLASSIFICATIES |
Producten GS-code in een richting (GS > NST) |
GEBRUIK |
Producten |
BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA |
http://ec.europa.eu/comm/eurostat/ramon/nomenclatures/index.cfm?TargetUrl=LST_NOM_DTL&StrNom=NSTR_1967&StrLanguageCode=EN&IntPcKey |
TALEN |
Nederlands, Engels, Frans, Duits enz. |
ADRES VAN VERANTWOOR-DELIJK BUREAU |
Statistical Office of the European Communities (Eurostat) Unit C2 Bâtiment BECH A3/112 L-2920 Luxembourg |
OPMERKINGEN |
----- |
a) Uniforme goederennomenclatuur voor de vervoersstatistiek/herzien (NST/R)
VOLLEDIGE TITEL |
Uniforme goederennomenclatuur voor de vervoersstatistiek/herzien |
AFKORTING |
NST / R |
INSTANTIE VAN OORSPRONG |
Europese Commissie (Bureau voor statistiek/Eurostat) |
WETTELIJKE BASIS |
------ |
HUIDIGE STATUS |
Operationeel, maar wordt op dit ogenblik herzien |
DATUM VAN UITVOERING |
1-1-1967 |
WIJZIGING(EN) |
Geregeld, om de twee jaar |
STRUCTUUR |
Numerieke code van 3 cijfers. |
Niveau 1: 10 hoofdstukken, met een numerieke code van 1 cijfer (0 tot 9) |
|
Niveau 2: 52 groepen met numerieke codes van 2 cijfers |
|
Niveau 3: 176 rubrieken met numerieke codes van 3 cijfers |
|
BEKNOPTE OMSCHRIJVING |
De NST/R is ontworpen door Eurostat voor de harmonisering van de statistiek over nationaal en internationaal transport in de lidstaten van de Europese Gemeenschappen |
VERWANTE CLASSIFICATIES |
Goederennomenclatuur voor transportstatistiek in Europa (CSTE), |
|
GS-code in een richting (GS > NST/R) |
GEBRUIK |
Producten |
BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA |
http://ec.europa.eu/comm/eurostat/ramon/nomenclatures/index.cfm?TargetUrl=LST_NOM_DTL&StrNom=NSTR_1967&StrLanguageCode=EN&IntPcKey |
TALEN |
Nederlands, Engels, Frans, Duits enz. |
ADRES VAN VERANTWOOR-DELIJK BUREAU |
Bureau voor statistiek van de Europese Gemeenschappen (Eurostat) Unit C2 Bâtiment BECH A3/112 L-2920 Luxembourg |
OPMERKINGEN |
----- |
Voorbeeld |
|
729 |
Mengmeststoffen en andere gefabriceerde meststoffen |
321 |
Benzine |
Gebruik in de praktische handleidingen |
CNI/GID/FTX(2)/C108/4440 |
b) Uniforme goederennomenclatuur voor de vervoersstatistiek/herzien — Nederland (NST/R NL)
VOLLEDIGE TITEL |
Uniforme goederennomenclatuur voor de vervoersstatistiek/herzien — Nederland |
AFKORTING |
NST/R-NL |
INSTANTIE VAN OORSPRONG |
----- |
WETTELIJKE BASIS |
----- |
HUIDIGE STATUS |
Operationeel |
DATUM VAN UITVOERING |
----- |
WIJZIGING(EN) |
Geregeld, om de twee jaar |
STRUCTUUR |
Numerieke code van 4 cijfers |
BEKNOPTE OMSCHRIJVING |
De NST/R-NL is gebaseerd op de NST/R-nomenclatuur van 3 cijfers van Eurostat |
VERWANTE CLASSIFICATIES |
NST/R, GS-code in een richting (GS > NST/R) |
GEBRUIK |
Statistieken |
BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA |
----- |
TALEN |
Nederlands |
ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU |
----- |
OPMERKINGEN |
Op niveau 4 niet compatibel met NST/R-FR en NST/R-DE |
Voorbeeld |
|
7290 |
Mengmeststoffen en andere gefabriceerde meststoffen |
3210 |
Benzine |
Gebruik in de praktische handleidingen |
CNI/GID/FTX(2)/C108/4440 |
c) Uniforme goederennomenclatuur voor de vervoersstatistiek/herzien — Frankrijk (NST/R FR)
VOLLEDIGE TITEL |
Uniforme goederennomenclatuur voor de vervoersstatistiek |
AFKORTING |
NST/R-FR |
INSTANTIE VAN OORSPRONG |
----- |
WETTELIJKE BASIS |
----- |
HUIDIGE STATUS |
Operationeel |
DATUM VAN UITVOERING |
----- |
WIJZIGING(EN) |
Geregeld, om de twee jaar |
STRUCTUUR |
Numerieke code van 4 cijfers |
BEKNOPTE OMSCHRIJVING |
De NST/R-FR is gebaseerd op de NST/R-nomenclatuur van 3 cijfers van Eurostat |
VERWANTE CLASSIFICATIES |
NST/R, GS-code in een richting (GS > NST/R) |
GEBRUIK |
Facturering van waterwegheffingen, statistieken |
BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA |
----- |
TALEN |
Frans |
ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU |
----- |
OPMERKINGEN |
Op niveau 4 niet compatibel met NST/R-NL en NST/R-DE |
Voorbeeld |
|
7291 |
Mengmeststoffen en andere gefabriceerde meststoffen |
3210 |
Benzine |
Gebruik in de praktische handleidingen |
CNI/GID/FTX(2)/C108/4440 |
d) Uniforme goederennomenclatuur voor de vervoersstatistiek/herzien — Duitsland (NST/R DE)
VOLLEDIGE TITEL |
Goederennomenclatuur voor het verkeer op de Duitse binnenwateren |
AFKORTING |
GV-Binnenwasserstraßen; NST/R-DE |
INSTANTIE VAN OORSPRONG |
Wasser- und Schifffahrtsdirektion West, Münster |
WETTELIJKE BASIS |
In opdracht van het ministerie van Transport, Duitsland |
HUIDIGE STATUS |
Operationeel |
DATUM VAN UITVOERING |
1-1-1986 |
WIJZIGING(EN) |
Geregeld, om de twee jaar |
STRUCTUUR |
Numerieke code van 4 cijfers |
Niveau 1: 10 hoofdstukken met een numerieke code van 1 cijfer (0 tot 9) |
|
Niveau 2: 52 groepen met numerieke codes van 2 cijfers |
|
Niveau 3: 176 rubrieken met numerieke codes van 3 cijfers |
|
Niveau 4: amendement met 1 cijfer dat bestemd is voor facturering en statistieken |
|
BEKNOPTE OMSCHRIJVING |
De „GV-Binnenwasserstraßen” is gebaseerd op de NST/R-nomenclatuur van 3 cijfers van Eurostat en het „Güterverzeichnis 1969” van het Statistisches Bundesamt |
VERWANTE CLASSIFICATIES |
NST/R, GS-code in een richting (GS > NST/R) |
|
Güterverzeichnis für die Verkehrsstatistik (GV) |
GEBRUIK |
Facturering van waterwegheffingen, statistieken |
BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA |
WSD West, Münster |
TALEN |
Duits |
ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU |
Zie hoger |
OPMERKINGEN |
Op niveau 4 niet compatibel met NST/R-FR en NST/R-NL |
Voorbeeld |
|
7290 |
Minerale mengmeststoffen |
3210 |
Benzine |
Gebruik in de praktische handleidingen |
CNI/GID/FTX(2)/C108/4440 |
2.4.2.9. VN-code gevaarlijke goederen (UNDG)
VOLLEDIGE TITEL |
VN-aanbevelingen over het vervoer van gevaarlijke goederen, bijlage „Modelverordeningen” Deel 3 „Lijst van gevaarlijke goederen” Aanhangsel A „lijst van generische verzendbenamingen en de verzendbenamingen eigen aan de N.O.S.” |
||||||||
AFKORTING |
Modelverordeningen van de VN; UNDG |
||||||||
INSTANTIE VAN OORSPRONG |
UNECE |
||||||||
WETTELIJKE BASIS |
----- |
||||||||
HUIDIGE STATUS |
Operationeel |
||||||||
DATUM VAN UITVOERING |
Vanaf 1956, de modelverordeningen vanaf 1996 |
||||||||
WIJZIGING(EN) |
|
||||||||
STRUCTUUR |
Numerieke code van 4 cijfers |
||||||||
BEKNOPTE OMSCHRIJVING |
De VN-aanbevelingen voor het vervoer van gevaarlijke goederen behandelen de volgende hoofdgebieden:
|
||||||||
VERWANTE CLASSIFICATIES |
IMDG-code |
||||||||
GEBRUIK |
Vervoer van gevaarlijke goederen |
||||||||
BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA |
http: //www.unece.org/trans/danger/publi/unrec/ |
||||||||
TALEN |
Engels |
||||||||
ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU |
Transport Division United Nations Economic Commission for Europe Palais des nations CH-1211 Genève 10 www.unece.org |
||||||||
OPMERKINGEN |
In deze standaard wordt alleen gebruikgemaakt van het VN-nummer van 4 cijfers (niet van de klasse en de afdeling). |
Voorbeeld |
|
1967 |
Gasmonster, niet onder druk, giftig |
Gebruik in de praktische handleidingen |
CNI/GID/DGS/C234/7124 |
2.4.2.10. Internationale Code voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over zee (IMDG)
VOLLEDIGE TITEL |
Internationale code voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over zee |
AFKORTING |
IMDG-code |
INSTANTIE VAN OORSPRONG |
Internationale Maritieme Organisatie (IMO) |
WETTELIJKE BASIS |
----- |
HUIDIGE STATUS |
Operationeel |
DATUM VAN UITVOERING |
18 mei 1965 |
WIJZIGING(EN) |
1.1.2001 (30e amendement), bijna om de twee jaar |
STRUCTUUR |
Numerieke code van 2 cijfers: |
getal van 1 cijfer voor de klasse |
|
getal van 1 cijfer voor de afdeling. |
|
BEKNOPTE OMSCHRIJVING |
De IMDG-code regelt het grootste deel van de verzendingen van gevaarlijke stoffen over het water. Aan overheden wordt aanbevolen om deze code in te voeren als basis voor hun nationale reglementering in combinatie met de SOLAS-Conventie. |
VERWANTE CLASSIFICATIES |
Deze code is gebaseerd op de VN-aanbevelingen voor het vervoer van gevaarlijke goederen (UNDG). |
GEBRUIK |
Vervoer over zee van gevaarlijke en schadelijke goederen |
BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA |
www.imo.org |
TALEN |
Nederlands, Engels, Frans, Duits |
ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU |
International Maritime Organization 4 Albert Embankment London SE1 7SR United Kingdom |
OPMERKINGEN |
Voor de binnenvaart kan de IMO-code worden gebruikt, aangezien deze code vaak reeds bekend is, en indien nodig voert men nog een ADN/R-code in die overeenstemt met de IMDG-code |
Voorbeeld |
|
32 |
Ontvlambare vloeistof, niet nader omschreven (ethanol) |
Gebruik in de praktische handleidingen |
CNI/GID/DGS/C205/8351 |
2.4.2.11. ADN/R/D
VOLLEDIGE TITEL |
Europees Verdrag inzake het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (van de Rijn, de Donau) |
||
AFKORTING |
ADN/R/D |
||
INSTANTIE VAN OORSPRONG |
Centrale Commissie voor de Rijnvaart Donaucommissie Economische Commissie van de Verenigde Naties voor Europa |
||
WETTELIJKE BASIS |
----- |
||
HUIDIGE STATUS |
Operationeel |
||
DATUM VAN UITVOERING |
Operationeel |
||
WIJZIGING(EN) |
Geregeld, om de twee jaar zoals vermeld |
||
STRUCTUUR |
Voor goederen op een vrachtschip voor droge lading: |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
Voor goederen op vrachtschepen |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
BEKNOPTE OMSCHRIJVING |
De ADN, de Europese overeenkomst over het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren, die de verschillende regionale overeenkomsten zal vervangen. |
||
VERWANTE CLASSIFICATIES |
ADN, ADR |
||
GEBRUIK |
Vervoer van gevaarlijke goederen in de binnenvaart |
||
BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA |
www.ccr-zkr.org www.danubecom-intern.org http://www.unece.org/trans/danger/publi/adn/adn_treaty.html |
||
TALEN |
Nederlands, Frans, Duits |
||
ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU |
Central Commission for the Navigation on the Rhine, 2, Place de la Republique, F-67082 Strasbourg Cedex UN Economic Commission for Europe, Palais des Nations, CH-1211 Genève 10, Suisse |
||
OPMERKINGEN |
De bepalingen van de ADN-overeenkomst, de Europese overeenkomst over het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (ADN), zijn van toepassing op de Rijn (ADNR) en op de Donau (ADND). Editie 2007 van ADR/RID/ADN is geharmoniseerd met de 14e herziene editie van de Modelverordeningen van de VN en is op 1 januari 2007 van kracht geworden. |
Voorbeeld |
|
Voor een vrachtschip voor droge lading: |
Voor een tankschip: |
1203; benzine; 3; F1; III; 3 |
1203; benzine;3;; III; |
Gebruik in de praktische handleidingen |
CNI/GID/DGS/C205/8078 |
2.4.2.12. VN-landcode
VOLLEDIGE TITEL |
Internationale standaardcodes voor het weergeven van de namen van landen |
AFKORTING |
ISO 3166-1 |
INSTANTIE VAN OORSPRONG |
Internationale Organisatie voor Normalisatie (ISO) |
WETTELIJKE BASIS |
VN-aanbeveling 3 (Codes voor het weergeven van de namen van landen) |
HUIDIGE STATUS |
Operationeel |
DATUM VAN UITVOERING |
1974 |
WIJZIGING(EN) |
Volgens ISO 3166-1 |
STRUCTUUR |
Alfabetische code van 2 letters (principieel te gebruiken) |
Numerieke code van 3 cijfers (als alternatief) |
|
BEKNOPTE OMSCHRIJVING |
ISO geeft een unieke code van twee letters voor elk land op de lijst, evenals een numerieke code van 3 cijfers die bedoeld is als alternatief voor alle toepassingen die onafhankelijk van het alfabet dienen te werken. |
VERWANTE CLASSIFICATIES |
UNLOCODE |
GEBRUIK |
Deze code wordt gebruikt als één element in de gecombineerde locatiecode van deze standaard |
BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA |
UNECE www.unece.org/locode |
TALEN |
Engels |
ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU |
http://www.unece.org/cefact |
OPMERKINGEN |
Zie hoofdstuk 2.7 voor de combinatie van de alfabetische landcode met de locatiecode |
Voorbeeld |
|
BE |
België |
Gebruik in de praktische handleidingen |
ERI-mededelingsbericht: |
|
TDT/C222/8453 |
|
NAD(1)/3207 |
|
NAD(2)/3207 |
|
ERI-antwoordbericht |
|
NAD(1)/3207 |
2.4.2.13. VN-locatiecode — UNLOCODE
VOLLEDIGE TITEL |
VN-code voor handels- en vervoerslocaties |
AFKORTING |
UN/LOCODE |
INSTANTIE VAN OORSPRONG |
UNECE/CEFACT |
WETTELIJKE BASIS |
VNECE-aanbeveling 16 |
HUIDIGE STATUS |
Operationeel |
DATUM VAN UITVOERING |
1980 |
WIJZIGING(EN) |
2006-2 |
STRUCTUUR |
ISO 3166-1 landcode (alfabetisch, twee tekens) gevolgd door een spatie en een alfabetische code van 3 tekens voor de plaatsnamen (5 tekens) |
Plaatsnaam (a …29) |
|
Onderafdeling ISO 3166-2, optioneel (a..3) |
|
Functie, verplicht (an5) |
|
Opmerkingen, optioneel (an..45) |
|
Geografische coördinaten (000N 0000 W, 000 S 00000 E) |
|
BEKNOPTE OMSCHRIJVING |
De VN beveelt een alfabetische code van vijf letters aan om de namen af te korten van locaties die van belang zijn voor de internationale handel, zoals havens, luchthavens, binnenlandse vrachtterminals en andere locaties waar de in- en uitklaring van goederen kan plaatsvinden en waarvan de namen ondubbelzinnig dienen te worden weergegeven in de gegevensuitwisseling tussen deelnemers aan de internationale handel. |
VERWANTE CLASSIFICATIES |
VN-landcode |
GEBRUIK |
Deze code wordt gebruikt als één element in de gecombineerde locatiecode van deze standaard. |
BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA |
www.unece.org/locode |
TALEN |
Engels |
ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU |
VNECE |
OPMERKINGEN |
Zie hoofdstuk 2.7 voor de combinatie van elementen in de locatiecode. |
Voorbeeld |
|
BEBRU |
België Brussel |
Gebruik in de praktische handleidingen |
TDT/LOC (1..9)/C517/3225 |
|
CNI/LOC(1..2) /C517/3225 |
Zie: |
Dit document en praktische handleidingen „Definitie van de herziene locatie- en terminalcode” door het ministerie van Transport en Openbare werken Adviesdienst voor verkeer en transport Mei 2002 |
2.4.2.14. Code vaarwegsecties
VOLLEDIGE TITEL |
Code vaarwegsecties |
AFKORTING |
|
INSTANTIE VAN OORSPRONG |
Nationale administraties van vaarwegen |
WETTELIJKE BASIS |
----- |
HUIDIGE STATUS |
Operationeel |
DATUM VAN UITVOERING |
----- |
WIJZIGING(EN) |
----- |
STRUCTUUR |
Numerieke code van 5 cijfers |
BEKNOPTE OMSCHRIJVING |
Het vaarwegennetwerk is onderverdeeld in secties. Dat kunnen zowel hele rivieren en kanalen zijn van verscheidene honderden kilometers als kleine stukken ervan. De positie van een locatie binnen een sectie kan opgegeven worden aan de hand van de hectometer of met de naam (code) van een terminal of controlepunt. |
VERWANTE CLASSIFICATIES |
UNLOCODE |
GEBRUIK |
Nummering van de waterwegen in een nationaal netwerk. Deze code wordt gebruikt als één element in de gecombineerde locatiecode van deze standaard. |
BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA |
----- |
TALEN |
----- |
ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU |
Nationale administraties van waterwegen. Coördinatie via de ERI-deskundigengroep. |
OPMERKINGEN |
Zie hoofdstuk 2.7 voor de combinatie van elementen in de locatiecode |
Voorbeeld |
|
03937 |
Rijn, Rüdesheimer Fahrwasser |
02552 |
Oude Maas te Dordrecht |
Gebruik in de praktische handleidingen |
TDT/LOC/C517/3225 |
|
CNI/LOC/C517/3225 |
Zie: |
Zie dit document en praktische handleidingen |
|
Definitie van de herziene locatie- en terminalcode |
Opmerking 1: |
Wanneer er geen vaarwegcode bestaat, dient het veld nullen te bevatten |
Opmerking 2: |
Zie hoofdstuk 2.7 voor de combinatie van elementen in de locatiecode. |
2.4.2.15. Terminalcode
VOLLEDIGE TITEL |
Terminalcode |
AFKORTING VAN |
----- |
AFKOMSTIG VAN |
Nationale vaarwegbeheerders |
WETTELIJKE BASIS |
----- |
HUIDIGE STATUS |
Versie 2, april 2000 |
DATUM VAN UITVOERING |
----- |
WIJZIGING(EN) |
Geregeld |
STRUCTUUR |
Type terminal (getal van 1 cijfer) Nummer van terminal (als een numerieke code van 5 tekens) |
BEKNOPTE OMSCHRIJVING |
Een verdere specificatie van de locatie van een terminal binnen de locatie van de haven in het land. |
VERWANTE CLASSIFICATIES |
UNLOCODE |
GEBRUIK |
Deze code wordt gebruikt als één element in de gecombineerde locatiecode van deze standaard. Zie hoofdstuk 2.7 voor de combinatie van elementen in de locatiecode en de regels voor onderhoud van de respectievelijke codereeksen. |
BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA |
www.risexpertgroups.org |
TALEN |
----- |
ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU |
Nationale administraties van waterwegen. Coördinatie via de ERI-deskundigengroep. |
OPMERKINGEN |
Het is van het allergrootste belang dat het onderhoud van de codes zo wordt uitgevoerd dat men een maximale stabiliteit en consistentie bereikt om te garanderen dat er geen wijzigingen nodig zijn, afgezien van toevoegingen en schrappingen. Zie hoofdstuk 2.7 voor de combinatie van elementen in de locatiecode. |
Voorbeeld |
|
LEUVE |
Leuvehaven te Rotterdam, NL |
Gebruik in de praktische handleidingen |
TDT/LOC/C517/3225 |
|
CNI/LOC/C517/3225 |
Zie: |
Praktische handleidingen en dit document |
|
Definitie van de herziene locatie- en terminalcode |
Opmerking 1: |
Wanneer er geen terminalcode beschikbaar is, dient u het veld in te vullen met nullen. |
Opmerking 2: |
Elk land is verantwoordelijk voor zijn eigen gegevens. De coördinatie en de centrale verspreiding zullen worden uitgevoerd door Rijkswaterstaat uit Nederland. |
Opmerking 3: |
Op dit ogenblik wordt er een terminalcode bijgehouden door Bureau Telematica voor Rijkswaterstaat |
2.4.2.16. Code voor containerafmetingen en containertypes
VOLLEDIGE TITEL |
Vrachtcontainers — codering, identificatie en markering |
AFKORTING |
----- |
INSTANTIE VAN OORSPRONG |
Internationale Organisatie voor Normalisatie (ISO) |
WETTELIJKE BASIS |
ISO 6346, hoofdstuk 4 en bijlagen D en E |
HUIDIGE STATUS |
Operationeel |
DATUM VAN UITVOERING |
----- |
WIJZIGING(EN) |
3e editie van 1.12.1995 |
STRUCTUUR |
Containerafmetingen; twee alfanumerieke tekens (het eerste voor de lengte, het tweede voor de combinatie van hoogte en breedte) |
|
Containertype: twee alfanumerieke tekens |
BEKNOPTE OMSCHRIJVING |
Codes voor afmetingen en types vastgelegd voor elke soort container |
VERWANTE CLASSIFICATIES |
ISO 6346 coderingsidentificatie en markering |
GEBRUIK |
Wanneer dit bekend is en vermeld in de commerciële uitwisseling van informatie |
BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA |
www.iso.ch/iso/en |
TALEN |
Engels |
ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU |
http: //www.bic-code.org/ |
OPMERKINGEN |
De afmetingen- en typecodes worden zichtbaar op de containers aangebracht en zullen dan ook gebruikt worden voor de elektronische rapportering wanneer zij beschikbaar zijn vanuit andere uitgewisselde informatie, bv. tijdens de boeking. De codes voor containerafmetingen en containertypes dienen in hun geheel te worden gebruikt, d.w.z. informatie mag niet opgesplitst worden in de samenstellende delen ervan (ISO 6346:1995). |
Voorbeeld voor afmetingen |
|
42 |
Lengte: 40 ft. (ca. 12,20 m); hoogte:8 ft. 6 in. (ca. 2,62 m); breedte: 8 ft. (ca. 2,44 m) |
Voorbeeld voor type |
|
GP |
Container voor algemeen gebruik |
BU |
Container voor droge massalading |
Gebruik in de praktische handleidingen |
Indien van toepassing EQD-segment |
2.4.2.17. Containeridentificatiecode
VOLLEDIGE TITEL |
Vrachtcontainers — codering, identificatie en markering |
AFKORTING |
ISO-codes voor containerafmetingen en containertypes |
INSTANTIE VAN OORSPRONG |
Internationale Organisatie voor Normalisatie |
WETTELIJKE BASIS |
ISO 6 346, hoofdstuk 3, bijlage A |
HUIDIGE STATUS |
Toegepast in de hele wereld op alle vrachtcontainers |
DATUM VAN UITVOERING |
1995 |
WIJZIGING(EN) |
----- |
STRUCTUUR |
Code eigenaar: drie letters |
|
Identificatiecode materieelcategorie: één letter |
|
Volgnummer: zes cijfers; |
|
Controleteken: één cijfer |
BEKNOPTE OMSCHRIJVING |
Het identificatiesysteem is bedoeld voor algemene toepassing, bijvoorbeeld ter documentatie, voor controles en communicatie (met inbegrip van automatische gegevensverwerkingssystemen), evenals voor het markeren van de containers zelf. |
VERWANTE CLASSIFICATIES |
ISO 668, ISO 1496, ISO 8323 |
GEBRUIK |
----- |
BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA |
www.iso.ch/iso/en http: //www.bic-code.org/ |
TALEN |
Engels |
ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU |
Bureau International des Conteneurs (BIC), 167 rue de Courcelles, F-75017 Paris, France http: //www.bic-code.org/ |
OPMERKINGEN |
----- |
Voorbeeld |
|
KNLU4713308 |
NEDLLOYD maritieme vrachtcontainer met volgnummer 471330, (8 is het controlegetal) |
Gebruik in de praktische handleidingen |
CNI/GID/DGS/SGP/C237/8260 |
2.4.2.18. Verpakkingstype
VOLLEDIGE TITEL |
Codes voor verpakkingstypes en verpakkingsmaterialen |
AFKORTING |
VNECE-aanbeveling 21 |
INSTANTIE VAN OORSPRONG |
UN CEFACT |
WETTELIJKE BASIS |
----- |
HUIDIGE STATUS |
Operationeel |
DATUM VAN UITVOERING |
Augustus 1994 (ECE/TRADE/195) |
WIJZIGING(EN) |
Trade/CEFACT/2002/24 |
STRUCTUUR |
Alfanumerieke codewaarde van 2 tekens |
|
Naam codewaarde |
|
Beschrijving numerieke codewaarde van 2 cijfers |
BEKNOPTE OMSCHRIJVING |
Een numeriek codesysteem dat het uitzicht van de goederen beschrijft die aangeboden worden voor vervoer om de identificatie, de registratie en de behandeling ervan en het vaststellen van behandelingstarieven mogelijk te maken. |
VERWANTE CLASSIFICATIES |
----- |
GEBRUIK |
----- |
BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA |
www.unece.org/cefact |
TALEN |
Engels, Frans, Duits |
ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU |
----- |
OPMERKINGEN |
De numerieke codewaarde wordt niet gebruikt in deze standaard. |
Voorbeeld |
|
BG |
Zak |
BX |
Doos |
Gebruik in de praktische handleidingen |
CNI/GID/C213/7065 |
2.4.2.19. Behandelingsinstructies
VOLLEDIGE TITEL |
Beschrijvingscode behandelingsinstructies |
AFKORTING |
UN/EDIFACT data-element 4079 |
INSTANTIE VAN OORSPRONG |
UN CEFACT |
WETTELIJKE BASIS |
----- |
HUIDIGE STATUS |
Operationeel |
DATUM VAN UITVOERING |
25 juli 2005 |
WIJZIGING(EN) |
Trade/CEFACT/2005/ |
STRUCTUUR |
Repr: an..3 |
|
Naam codewaarde |
|
Beschrijving alfabetische codewaarde van drie tekens |
BEKNOPTE OMSCHRIJVING |
Een alfabetisch codesysteem dat de overslaginstructies beschrijft van de taken die dienen te worden uitgevoerd in een haven om het lossen en laden van het schip mogelijk te maken en om overslagtarieven te kunnen vaststellen. |
VERWANTE CLASSIFICATIES |
----- |
GEBRUIK |
UN/EDIFACT-berichten |
BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA |
www.unece.org/cefact |
TALEN |
Engels |
ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU |
----- |
OPMERKINGEN |
De numerieke codewaarde wordt niet gebruikt in deze standaard. |
Voorbeeld |
|
LOA |
Laden |
DIS |
Lossen |
RES |
Herstuwen |
Gebruik in de praktische handleidingen |
LOC/HAN/C524/4079 |
2.4.2.20. Doel van bezoek
VOLLEDIGE TITEL |
Beschrijvende code van het doel van het bezoek van het vervoermiddel |
AFKORTING |
POC C525 |
INSTANTIE VAN OORSPRONG |
UN CEFACT |
WETTELIJKE BASIS |
----- |
HUIDIGE STATUS |
Operationeel |
DATUM VAN UITVOERING |
25 juli 2005 |
WIJZIGING(EN) |
Trade/CEFACT/2005 |
STRUCTUUR |
Repr an..3 |
|
Numerieke codewaarde van 2 tekens |
|
Naam codewaarde |
BEKNOPTE OMSCHRIJVING |
Een numeriek codesysteem om het doel te beschrijven van de aanroep van het schip teneinde identificatie en registratie mogelijk te maken. |
VERWANTE CLASSIFICATIES |
HAN |
GEBRUIK |
EDIFACT-berichten |
BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA |
www.unece.org/cefact |
TALEN |
Engels |
ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU |
----- |
OPMERKINGEN |
In deze standaard wordt de numerieke codewaarde gebruikt. |
Voorbeeld |
|
1 |
Lading behandelingswerkzaamheden |
23 |
Afvalverwijdering |
Gebruik in de praktische handleidingen |
TSR/POC/C525/8025 |
2.4.2.21. Aard van de lading
VOLLEDIGE TITEL |
Classificatiecode type lading |
AFKORTING |
UN/EDIFACT 7085 Type lading |
INSTANTIE VAN OORSPRONG |
UN CEFACT |
WETTELIJKE BASIS |
----- |
HUIDIGE STATUS |
Operationeel |
DATUM VAN UITVOERING |
25 juli 2005 |
WIJZIGING(EN) |
Trade/CEFACT/2005 |
STRUCTUUR |
AN..3 |
|
Numerieke codewaarde van 2 tekens |
|
Naam codewaarde |
|
Beschrijving numerieke codewaarde van 2 cijfers |
BEKNOPTE OMSCHRIJVING |
Een numeriek codesysteem dat de classificatie specificeert van een type lading dat vervoerd wordt teneinde de identificatie, registratie en overslag, evenals het vastleggen van tarieven ervoor mogelijk te maken. |
VERWANTE CLASSIFICATIES |
HAN |
GEBRUIK |
EDIFACT-berichten |
BESCHIKBAAR VIA DE VOLGENDE MEDIA |
www.unece.org/cefact |
TALEN |
Engels |
ADRES VAN VERANTWOORDELIJK BUREAU |
----- |
OPMERKINGEN |
In deze technische specificaties wordt de numerieke codewaarde gebruikt. |
Voorbeeld |
|
5 |
Andere, niet in containers |
30 |
Bulklading |
Gebruik in de praktische handleidingen |
TSR/LOC/HAN/C703/7085 |
2.5. Uniek Europees scheepsidentificatienummer
— |
Het uniek Europees scheepsidentificatienummer (ENI), hierna Europees scheepsidentificatienummer genoemd, wordt gedefinieerd in artikel 2.18 van bijlage II bij Richtlijn 2006/87/EG. |
— |
Behalve indien het vaartuig een Europees scheepsidentificatienummer bezit op het ogenblik wanneer het een Europees scheepsidentificatienummer nodig heeft om deel te nemen aan River Information Services (RIS), dient dat toegekend te worden aan dat vaartuig door de bevoegde instantie van de lidstaat waar het vaartuig geregistreerd is of zijn thuishaven heeft. |
— |
Voor zover het gaat om vaartuigen uit landen waar het toekennen van een Europees scheepsidentificatienummer niet mogelijk is, dient het Europees scheepsidentificatienummer te worden toegekend door de bevoegde instantie van de lidstaat waar het schip voor het eerst een Europees scheepsidentificatienummer nodig heeft om deel te nemen aan RIS. |
— |
De bevoegde instantie dient een certificaat uit te reiken, dat de toekenning van het Europees scheepsidentificatienummer staaft. |
— |
Aan een vaartuig kan slechts één Europees scheepsidentificatienummer toegekend worden. Het Europees scheepsidentificatienummer wordt slechts eenmaal uitgereikt en blijft onveranderd tijdens de hele nuttige levensduur van het vaartuig. |
— |
De eigenaar van een vaartuig of zijn vertegenwoordiger dient de toekenning van het Europees scheepsidentificatienummer aan te vragen bij de bevoegde instantie. De eigenaar of zijn vertegenwoordiger heeft ook als verantwoordelijkheid het Europees scheepsidentificatienummer te laten aanbrengen op het vaartuig. |
— |
Elke lidstaat dient de Commissie op de hoogte te brengen van de bevoegde instanties die verantwoordelijk zijn voor de toekenning van Europese scheepsidentificatienummers. De Commissie houdt een register bij van die bevoegde instanties en van bevoegde instanties die zijn meegedeeld door derde landen, en zij zal dat register ter beschikking stellen van de lidstaten. Op verzoek wordt dit register ook ter beschikking gesteld aan bevoegde instanties van derde landen. |
— |
Elke bevoegde instantie overeenkomstig de vorige paragraaf dient alle noodzakelijke maatregelen te nemen om alle andere bevoegde instanties die in het register vermeld zijn overeenkomstig de vorige paragraaf op de hoogte te houden van elk Europees scheepsidentificatienummer dat het toekent, evenals van de gegevens voor de identificatie van het schip zoals beschreven in aanhangsel IV van bijlage II bij Richtlijn 2006/87/EG. |
— |
Deze gegevens kunnen ter beschikking gesteld worden van bevoegde instanties van andere lidstaten, contracterende staten van de Rijnvaartakte en, voor zover een even grote mate van privacy gegarandeerd is, aan derde landen op basis van administratieve overeenkomsten om administratieve maatregelen uit te voeren voor het behoud van de veiligheid en het vlotte navigeren. |
2.6. Definitie van de ERI-scheepstypes
USEV/C |
M |
Code Subdiv |
Naam Omschrijving |
|
Neen |
8 |
00 |
0 |
Vaartuig, type onbekend |
|
|
|
|
Vaartuig van onbekend type. |
V |
8 |
01 |
0 |
Motorvrachtschip |
|
|
|
|
Gemotoriseerd vaartuig dat bedoeld is om stukgoederen te vervoeren. |
V |
8 |
02 |
0 |
Motortankschip |
|
|
|
|
Gemotoriseerd vaartuig dat bedoeld is om een lading in tanks te vervoeren. |
V |
8 |
02 |
1 |
Motortankschip, vloeibare lading, type N |
|
|
|
|
Gemotoriseerd vaartuig dat bedoeld is om een vloeibare lading te vervoeren. |
V |
8 |
02 |
2 |
Motortankschip, vloeibare lading, type C |
|
|
|
|
Gemotoriseerd vaartuig dat bedoeld is om speciale chemicaliën te vervoeren. |
V |
8 |
02 |
3 |
Motortankschip, droge lading |
|
|
|
|
Gemotoriseerd vaartuig dat bedoeld is om een droge lading te vervoeren alsof het om een vloeibare lading ging (bv. cement). |
V |
8 |
03 |
0 |
Containerschip |
|
|
|
|
Vaartuig dat bedoeld is om containers te vervoeren. |
V |
8 |
04 |
0 |
Gastanker |
|
|
|
|
Vaartuig met tanks die bedoeld zijn om gas te vervoeren. |
C |
8 |
05 |
0 |
Motorvrachtschip, sleepboot |
|
|
|
|
Gemotoriseerd vaartuig dat bedoeld is om lading te vervoeren en dat in staat is om te slepen. |
C |
8 |
06 |
0 |
Motortankschip, sleepboot |
|
|
|
|
Gemotoriseerd vaartuig dat bedoeld is om een vloeibare lading te vervoeren en dat in staat is om te slepen. |
C |
8 |
07 |
0 |
Motorvrachtschip met één of meer schepen langszij |
|
|
|
|
Gemotoriseerd vaartuig dat bedoeld is om stukgoederen te vervoeren dat één of meer vaartuigen langszij heeft. |
C |
8 |
08 |
0 |
Motorvrachtschip met tanker |
|
|
|
|
Gemotoriseerd vaartuig dat bedoeld is om stukgoederen te vervoeren dat naast een vaartuig ligt dat bedoeld is om een vloeibare lading te vervoeren. |
C |
8 |
09 |
0 |
Motorvrachtschip dat een of meer vrachtschepen voortduwt |
|
|
|
|
Gemotoriseerd vaartuig dat bedoeld is om stukgoederen te vervoeren en dat een of meer vaartuigen voortduwt die ook bedoeld zijn om stukgoederen te vervoeren. |
C |
8 |
10 |
0 |
Motorvrachtschip dat ten minste een tankschip voortduwt. |
|
|
|
|
Gemotoriseerd vaartuig dat bedoeld is om stukgoederen te vervoeren en dat ten minste een vaartuig voortduwt dat bedoeld is om een vloeibare lading te vervoeren. |
Neen |
8 |
11 |
0 |
Sleepboot, vrachtschip |
|
|
|
|
Vaartuig dat bedoeld is om een ander vaartuig voort te duwen of te trekken en dat ook stukgoederen kan vervoeren. |
Neen |
8 |
12 |
0 |
Sleepboot, tanker |
|
|
|
|
Vaartuig dat bedoeld is om een ander vaartuig voort te duwen of te trekken en dat ook een vloeibare lading kan vervoeren. |
C |
8 |
13 |
0 |
Gekoppeld sleep-vrachtschip |
|
|
|
|
Vaartuig dat bedoeld is om een ander vaartuig voort te duwen of te trekken en dat ook stukgoederen kan vervoeren en dat is vastgemaakt aan een of meer andere vaartuigen. |
C |
8 |
14 |
0 |
Gekoppeld sleep-vracht/tankschip |
|
|
|
|
Vaartuig dat bedoeld is om een ander vaartuig voort te duwen of te trekken en dat ook ofwel stukgoederen ofwel een vloeibare lading kan vervoeren en dat is vastgemaakt aan een of meer andere vaartuigen. |
V |
8 |
15 |
0 |
Vrachtduwbak |
|
|
|
|
Lichter die bedoeld is voor het vervoeren van stukgoederen. |
V |
8 |
16 |
0 |
Tankduwbak |
|
|
|
|
Lichter die bedoeld is voor het vervoeren van een lading in tanks. |
V |
8 |
16 |
1 |
Tankduwbak, vloeibare lading, type N |
|
|
|
|
Lichter die bedoeld is voor het vervoeren van een vloeibare lading. |
V |
8 |
16 |
2 |
Tankduwbak, vloeibare lading, type C |
|
|
|
|
Lichter die bedoeld is om speciale chemicaliën te vervoeren. |
V |
8 |
16 |
3 |
Tankduwbak, droge lading |
|
|
|
|
Lichter die bedoeld is voor het vervoeren van droge lading alsof het om een vloeibare lading ging (bv. cement). |
V |
8 |
17 |
0 |
Vrachtduwbak met containers |
|
|
|
|
Lichter die bedoeld is voor het vervoeren van containers. |
V |
8 |
18 |
0 |
Gas-tankduwbak |
|
|
|
|
Lichter die bedoeld is voor het vervoeren van gas. |
C |
8 |
21 |
0 |
Duwboot met een vrachtduwbak |
|
|
|
|
Vaartuig dat bedoeld is om te duwen/slepen waardoor het voortbewegen van een vrachtduwbak wordt mogelijk gemaakt. |
C |
8 |
22 |
0 |
Duwboot met twee vrachtduwbakken |
|
|
|
|
Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen, waardoor het voortbewegen van twee vrachtduwbakken wordt mogelijk gemaakt. |
C |
8 |
23 |
0 |
Duwboot met drie vrachtduwbakken |
|
|
|
|
Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen, waardoor het voortbewegen van drie vrachtduwbakken wordt mogelijk gemaakt. |
C |
8 |
24 |
0 |
Duwboot met vier vrachtduwbakken |
|
|
|
|
Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen, waardoor het voortbewegen van vier vrachtduwbakken wordt mogelijk gemaakt. |
C |
8 |
25 |
0 |
Duwboot met vijf vrachtduwbakken |
|
|
|
|
Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen, waardoor het voortbewegen van vijf vrachtduwbakken wordt mogelijk gemaakt. |
C |
8 |
26 |
0 |
Duwboot met zes vrachtduwbakken |
|
|
|
|
Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen, waardoor het voortbewegen van zes vrachtduwbakken wordt mogelijk gemaakt. |
C |
8 |
27 |
0 |
Duwboot met zeven vrachtduwbakken |
|
|
|
|
Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen, waardoor het voortbewegen van zeven vrachtduwbakken wordt mogelijk gemaakt. |
C |
8 |
28 |
0 |
Duwboot met acht vrachtduwbakken |
|
|
|
|
Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen, waardoor het voortbewegen van acht vrachtduwbakken wordt mogelijk gemaakt. |
C |
8 |
29 |
0 |
Duwboot met negen vrachtduwbakken |
|
|
|
|
Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen, waardoor het voortbewegen van negen vrachtduwbakken wordt mogelijk gemaakt. |
C |
8 |
31 |
0 |
Duwboot met een vrachtduwbak met gas/tank |
|
|
|
|
Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen en die een tanker of gasduwbak in beweging brengt. |
C |
8 |
32 |
0 |
Duwboot met twee vrachtduwbakken, waarvan minstens een tanker of gasduwbak |
|
|
|
|
Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen en die twee duwbakken in beweging brengt, waarvan er minstens één een tanker of gasduwbak is. |
C |
8 |
33 |
0 |
Duwboot met drie vrachtduwbakken, waarvan minstens een tanker of gasduwbak |
|
|
|
|
Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen en die drie duwbakken in beweging brengt, waarvan er ten minste één een tanker of een gasduwbak is. |
C |
8 |
34 |
0 |
Duwboot met vier vrachtduwbakken, waarvan ten minste één tanker of gasduwbak. |
|
|
|
|
Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen, waardoor het voortbewegen van vier duwbakken wordt mogelijk gemaakt, waaronder minstens één tanker of gasduwbak. |
C |
8 |
35 |
0 |
Duwboot met vijf vrachtduwbakken, waarvan minstens één tanker of gasduwbak |
|
|
|
|
Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen, waardoor het voortbewegen van vijf duwbakken wordt mogelijk gemaakt, waarvan minstens één tanker of gasduwbak. |
C |
8 |
36 |
0 |
Duwboot met zes vrachtduwbakken, waarvan minstens één tanker of gasduwbak |
|
|
|
|
Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen, waardoor het voortbewegen van zes duwbakken wordt mogelijk gemaakt, waarvan minstens één tanker of gasduwbak. |
C |
8 |
37 |
0 |
Duwboot met zeven vrachtduwbakken, waarvan minstens één tanker of gasduwbak |
|
|
|
|
Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen, waardoor het voortbewegen van zeven duwbakken wordt mogelijk gemaakt, waarvan minstens één tanker of gasduwbak. |
C |
8 |
38 |
0 |
Duwboot met acht vrachtduwbakken, waarvan minstens één tanker of gasduwbak |
|
|
|
|
Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen, waardoor het voortbewegen van acht duwbakken wordt mogelijk gemaakt, waarvan minstens één tanker of gasduwbak. |
C |
8 |
39 |
0 |
Duwboot met negen of meer vrachtduwbakken, waarvan minstens één tanker of gasduwbak |
|
|
|
|
Combinatie die bedoeld is om te duwen/slepen, waardoor het voortbewegen van negen of meer duwbakken wordt mogelijk gemaakt, waarvan minstens één tanker of gasduwbak. |
V |
8 |
40 |
0 |
Sleepboot, losvarend |
|
|
|
|
Vaartuig dat bedoeld is om een ander vaartuig voort te duwen dat de enige boot is die wordt gebruikt om te slepen. |
Neen |
8 |
41 |
0 |
Sleepboot met één of meer aanhangen |
|
|
|
|
Vaartuig dat bedoeld is om een ander vaartuig voort te duwen dat betrokken is bij een of meer sleepacties. |
C |
8 |
42 |
0 |
Assisterend sleepboot |
|
|
|
|
Vaartuig dat bedoeld is om een ander vaartuig voort te duwen dat een vaartuig of een combinatie van vaartuigen of sleepboten en vaartuigen assistentie verleent. |
V |
8 |
43 |
0 |
Duwboot, losvarend |
|
|
|
|
Voertuig dat bedoeld is om te duwen. |
V |
8 |
44 |
0 |
Passagiersschip, veerboot, Rode Kruisschip, cruiseschip |
|
|
|
|
Vaartuigen die bedoeld zijn om passagiers in het algemeen te vervoeren. |
V |
8 |
44 |
1 |
Veerboot |
|
|
|
|
Vaartuig dat bedoeld is om passagiers en/of voertuigen te vervoeren over vaste korte trajecten. |
V |
8 |
44 |
2 |
Rode Kruisschip Vaartuig dat bedoeld is om zieke en/of gehandicapte personen te vervoeren. |
V |
8 |
44 |
3 |
Cruiseschip |
|
|
|
|
Vaartuig dat bedoeld is om passagiers te vervoeren die aan boord logeren. |
V |
8 |
44 |
4 |
Passagiersschip zonder accommodatie |
|
|
|
|
Vaartuig dat bedoeld is om passagiers te vervoeren, maar zonder accommodatie zoals hutten enz. |
V |
8 |
45 |
0 |
Dienstvaartuig, politiepatrouilleboot, havendiensten |
|
|
|
|
Vaartuig dat bedoeld is om specifieke gespecialiseerde diensten te verlenen. |
V |
8 |
46 |
0 |
Werkvaartuig, drijvende giek, kabelschip, drijvende boei, baggermachine |
|
|
|
|
Vaartuig dat bedoeld is om een specifieke soort werkzaamheden uit te voeren. |
C |
8 |
47 |
0 |
Niet nader gespecificeerd gesleept object |
|
|
|
|
Een object dat gesleept wordt en dat niet verder gespecificeerd is. |
V |
8 |
48 |
0 |
Vissersvaartuig |
|
|
|
|
Vaartuig dat bedoeld is om te vissen. |
V |
8 |
49 |
0 |
Bunkerschip |
|
|
|
|
Vaartuig dat bedoeld is om bunkers te vervoeren en af te leveren. |
V |
8 |
50 |
0 |
Duwbak, tanker, chemisch |
|
|
|
|
Vaartuig dat bedoeld is om vloeibare chemische chemicaliën of chemicaliën in bulk te vervoeren. |
C |
8 |
51 |
0 |
Niet nader gespecificeerd object |
|
|
|
|
Een drijvend object dat niet nader gespecificeerd is. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Extra codes voor vervoermiddelen over zee |
|
|
|
|
|
V |
1 |
50 |
0 |
Vrachtschip (zee) |
|
|
|
|
Vaartuig dat bedoeld is om stukgoederen te vervoeren. |
V |
1 |
51 |
0 |
Containerschip (zee) |
|
|
|
|
Vaartuig bedoeld is om containers te vervoeren. |
V |
1 |
52 |
0 |
Bulkcarrier (zee) |
|
|
|
|
Vaartuig dat bedoeld is om bulkgoederen te vervoeren. |
V |
1 |
53 |
0 |
Tanker |
|
|
|
|
Vaartuig dat uitsluitend is uitgerust met tanks om droge goederen te vervoeren. |
V |
1 |
54 |
0 |
Gastanker |
|
|
|
|
Tanker die bedoeld is om vloeibaar gas te vervoeren. |
V |
1 |
85 |
0 |
Groot recreatievaartuig, meer dan 20 m |
|
|
|
|
Vaartuig dat bedoeld is voor recreatie en langer is dan 20 m. |
V |
1 |
90 |
0 |
Snel schip |
|
|
|
|
Snel polyvalent vaartuig |
V |
1 |
91 |
0 |
Draagvleugelboot |
|
|
|
|
Vaartuig met een vleugelachtige structuur dat op hoge snelheid kan over het water scheren. |
V |
1 |
92 |
0 |
Snelle catamaran |
|
|
|
|
Snel vaartuig dat uitgevoerd is met twee evenwijdige kielen. |
Bron: VNECE. |
2.7. Locatiecodes
2.7.1. Data-elementen
De locatiecode bestaat uit de volgende afzonderlijke elementen:
Element Nr. |
Omschrijving |
1 |
VN-landcode (2 tekens) |
2 |
VN-locatiecode (3 tekens) |
3 |
Vaarwegsectienr. (5 tekens) |
4 |
Terminalcode of code passagepunt (5 tekens) |
5 |
Vaarwegsectiehectometer (5 tekens), in de databank behandeld als een attribuut van het vaarwegsectienummer. |
De gevraagde locatie dient altijd te worden weergegeven met een unieke code. Dat kan op verschillende manieren gebeuren naargelang het doel van de rapportering en de situatie ter plaatse.
De UNLOCODE bestaat altijd uit een land- en locatiecode, samen gebruikt maakt deze combinatie de UNLOCODE uniek.
2.7.2. Voorbeeld
Doel |
Voorbeeld |
Gebruikte elementen |
Code |
|||||||||
|
Nr. |
Volle tekst |
1 VN-landcode |
2 VN-locatiecode |
3 Vaarweg-sectienummer |
4 Terminalcode |
5 Vaarweg-hectometer |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
Vervoerbericht, factuurverklaring |
||||||||||||
|
Plaats van vertrek/bestemming |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1 |
Duitsland; Mainz; Rijn; Frankenbach; |
x |
x |
x |
X |
|
DE |
MAI |
03901 |
00FRB |
00000 |
|
2 |
Nederland; Rotterdam; Sectie 2552 (Oude Maas); Leuvehaven |
x |
x |
x |
X |
|
NL |
RTM |
02552 |
LEUVE |
00000 |
|
3 |
Nederland; Sectie 2552 (Oude Maas); km 2,2 |
x |
|
x |
|
x |
NL |
XXX |
05552 |
00000 |
00022 |
|
4 |
Duitsland; Rijn; km 502,3 |
x |
|
x |
|
x |
DE |
XXX |
03900 |
00000 |
05023 |
Verkeersbericht |
||||||||||||
|
Controlepunt |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5 |
Duitsland; Rijn; km 502,3 |
x |
|
x |
|
x |
DE |
XXX |
03900 |
00000 |
05023 |
|
6 |
Duitsland; Oberwesel; Rijn; Verkeerscentrum; |
x |
x |
x |
X |
|
DE |
OWE |
03901 |
TRACE |
00000 |
|
7 |
Duitsland; Trier; Mose; lock; |
x |
X |
x |
X |
|
DE |
TRI |
03201 |
LOCK |
00000 |
Afkortingen
Afkortingen |
Omschrijving |
ADN |
Europese overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (Richtlijn 94/95/EG van de Raad) |
ADNR |
Réglement pour le transport de matières dangereuses sur le Rhin |
AIS |
Automatic Identification System (Automatisch identificatiesysteem) |
BERMAN |
Berth Management (beheer van aanlegplaatsen — EDI-bericht) |
CCNR |
Centrale Commissie voor de Rijnvaart |
GN |
Combined nomenclature of gecombineerde nomenclatuur (voor goederen) van het geharmoniseerde systeem |
DWT |
Dead Weight of laadvermogen |
EAN |
European Article Numbering Association |
ECDIS |
Electronic Chart Display and Information System |
EDI |
Electronic Data Interchange (elektronische gegevensuitwisseling) |
ENI |
European Vessel Identification Number |
ERI |
Electronic Reporting International |
ERINOT |
ERI Notification of ERI-mededeling (bericht) |
ERIRSP |
ERI Response of ERI-antwoord (bericht) |
ERN |
Electronic Reporting Number of elektronisch rapporteringsnummer |
ETA |
Estimated Time of Arrival of geschatte tijdstip van aankomst |
ETD |
Estimated Time of Departure of geschatte tijdstip van vertrek |
FAL |
IMO Facilitation convention of IMO-facilitatieverdrag |
GPS |
Global Positioning System of wereldomvattend plaatsbepalingssysteem |
GS-code |
Harmonised Commodity Description and Coding System of WCO of geharmoniseerd systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen van de WDO |
HTML |
Hyper Text Markup Language |
IFTDGN |
International Forwarding and Transport Dangerous Goods Notification (bericht) |
IMDG |
International Maritime Dangerous Goods Code of Internationale code voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over zee (nummer) |
IMO |
International Maritime Organization |
IMO-FAL |
Verdrag inzake het vergemakkelijken van het internationale verkeer ter zee, 1965, met wijzigingen van genoemde Overeenkomst |
ISO |
International Standardisation Organisation of Internationale Organisatie voor Normalisatie |
ISPS |
International Ship and Port facility Security of veiligheid voor het schip en de havenfaciliteit (code) |
LOCODE |
Locatiecode van de VNECE voor havens en vrachtstations |
NST 2000 |
Standard Goods Classification for Transport Statistics of standaardgoederenclassificatie ten behoeve van vervoersstatistieken (te gebruiken vanaf 2007) |
NST/R |
Standaard goederenclassificatie ten behoeve van vervoersstatistieken / herzien |
OFS |
Officieel scheepsnummer |
PAXLST |
Passagierslijst (bericht) |
PROTECT |
Internationale Organisatie van Noord-Europese havens die de uitvoering behandelt van berichten over gevaarlijke goederen |
PCS |
Port Community System of Havengemeenschapsysteem |
RIS |
River Information Services |
SCAC |
Standard Carrier Alpha Code |
SOLAS |
Safety of Lives At Sea of Veiligheid van levens op zee — IMO-Verdrag |
UN/CEFACT |
UN Centre for Trade Facilitation and Electronic Business (het onderdeel van de Verenigde Naties dat zich richt op de vereenvoudigingen van handelsprocedures en afspraken met betrekking tot elektronische gegevensuitwisseling) |
VN/ECE |
United Nations Economic Commission for Europe of de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties |
UN/EDIFACT |
Electronic Data Interchange for Administration, Commerce and Transport |
UN/LOCODE |
United Nations Location Code of locatiecode van de Verenigde Naties |
UNDG |
United Nations Dangerous Goods of VN-code van gevaarlijke goederen (nummer) |
UNTDID |
United Nations Trade Data Interchange Directory |
URL |
Uniform Resource Allocator (internetadres) |
VTM |
Vessel Traffic Management (verkeersbeheer scheepvaart) |
VTS |
Vessel Traffic Services (beheerssysteem voor de scheepvaart) |
WDO |
Wereld Douaneorganisatie |
XML |
Extended Markup Language |
(1) PROTECT: Een organisatie van een aantal Europese zeehavens die gemeenschappelijke circulaires hebben uitgewerkt voor standaardberichten. Deze richtsnoeren vormen de basis van de toepassingshandleidingen in de technische specificaties voor elektronische rapportering.
(2) UN/EDIFACT-glossarium, onder redactie van de UNECE (www.unece.org/trade/untdid/texts/d300_d.htm); Glossarium transport & logistiek, O&O-projecten in het kader van Europese kaderprogramma's voor OTO — INDRIS (FP4), COMPRIS (FP5), MARNIS (FP6).
(3) Bron: Richtlijn 2002/59/EG.
(4) Bron: UNECE-aanbeveling 33.
(5) Over wijzigingen in de codes wordt om twee jaar een akkoord bereikt en dat wordt gepubliceerd door de VN.
(6) Wijzigingen in de codes worden om de twee jaar door de IMO gepubliceerd.
(7) Over wijzigingen in de codes wordt om de twee jaar een akkoord bereikt en dat wordt gepubliceerd door de respectievelijke verantwoordelijke organisaties.
(8) Wijzigingen in de volledige reeks codes worden om de vier jaar gepubliceerd door de WDO, de deelreeks wordt aangepast op basis van wijzigingsverzoeken van de ERI-deskundigengroep.
(9) De invoering van nieuwe of gewijzigde codes dient te worden gecoördineerd door de ERI-deskundigengroep.
(10) Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen en tot intrekking van Richtlijn 82/714/EEG van de Raad, PB L 389 van 30.12.2006, blz. 1.
Aanhangsel 1
Rapportering over (gevaarlijke) goederen (IFTDGN) — ERINOT
INHOUDSOPGAVE
1. |
ERI-kennisgeving |
1.1. |
Segmententabel |
1.2. |
Boomdiagram (ERI-mededeling) |
1.3. |
ERINOT-berichtstructuur |
1.4. |
Dummysegmenten |
1.5. |
Lege vaartuigen |
1.6. |
Containertransport met ongevaarlijke goederen |
1.7. |
Containers waarvan de inhoud onbekend is of lege containers |
1.8. |
Uitwisseling van informatie tussen RIS-autoriteiten |
1.9. |
Annuleren van een kennisgeving |
1. ERI-KENNISGEVING
De ERI-kennisgeving (ERINOT) is een specifieke toepassing van het UN/EDIFACT „International Forwarding and Transport Dangerous Goods Notification (IFTDGN)”-bericht. Het werd ontwikkeld binnen de PROTECT-organisatie. De ERI-kennisgeving is gebaseerd op de EDIFACT-directory 98.B en de PROTECT-toepassing versie 1.0.
De segmententabel van het ERINOT-bericht vindt u in hoofdstuk 1.1. Het boomdiagram van het ERINOT-bericht vindt u in hoofdstuk 1.2.
Om ervoor te zorgen dat het bericht ook in bijzondere omstandigheden, zoals een samenstel van schepen, kan worden gebruikt, is een aantal additionele aanduidingen geïntroduceerd voor de RFF-segmenten in de TDT-groep.
1.1. Segmententabel
|
|
ERI |
||||||||||
Tag |
Name |
S |
R |
|
S |
|
R |
|
|
|
|
|
Message header |
M |
1 |
|
M |
|
1 |
|
|
|
|
|
|
Beginning of message |
M |
1 |
|
M |
|
1 |
|
|
|
|
|
|
Date/time/period |
C |
9 |
|
C |
|
0 |
|
|
|
|
|
|
Free text |
C |
9 |
|
C |
|
3 |
|
|
|
|
|
|
Handling instructions |
C |
1 |
|
D |
|
1 |
|
|
|
|
|
|
|
-------Segment Group 1------- |
C |
9 |
--- |
C |
|
3 |
--- |
--- |
--- |
--- |
--| |
Reference |
M |
1 |
|
M |
|
1 |
|
|
|
|
| |
|
Date/time/period |
C |
9 |
--- |
----- |
--- |
0 |
--- |
--- |
--- |
--- |
--| |
|
|
-------Segment Group 2------- |
C |
1 |
--- |
M |
|
1 |
--- |
--- |
--- |
--- |
--| |
Details of transport |
M |
1 |
|
M |
|
1 |
|
|
|
|
|
|
Reference |
C |
9 |
|
M |
|
9 |
|
|
|
|
|
|
Place/location identification |
C |
1 |
0 |
M |
|
9 |
|
|
|
|
|
|
Date/time/period |
C |
2 |
--- |
C |
--- |
2 |
--- |
--- |
--- |
--- |
--| |
|
|
-------Segment Group 3------- |
C |
9 |
--- |
M |
--- |
2 |
--- |
--- |
--- |
--- |
--| |
Name and address |
M |
1 |
|
M |
|
1 |
|
|
|
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| |
|
-------Segment Group 4------- |
C |
9 |
--- |
M |
--- |
2 |
--- |
--- |
--- |
| |
| |
Contact information |
M |
1 |
|
M |
|
1 |
|
|
|
| |
| |
|
Communciation contact |
C |
9 |
--- |
C |
--- |
4 |
--- |
--- |
--- |
|-- |
--| |
|
|
-------Segment Group 5------- |
C |
999 |
--- |
M |
-1 |
9 |
--- |
--- |
--- |
| |
|
Equipment details |
M |
1 |
|
M |
|
1 |
|
|
|
| |
|
|
Measurements |
C |
9 |
--- |
M |
--- |
5 |
--- |
--- |
--- |
| |
|
|
|
-------Segment Group 6------- |
M |
999 |
--- |
M |
99 |
9 |
--- |
--- |
--- |
--- |
--| |
Consignment information |
M |
1 |
|
M |
|
1 |
|
|
|
|
| |
|
Handling instructions |
C |
1 |
|
D |
|
1 |
|
|
|
|
| |
|
Date/time/period |
C |
4 |
|
C |
|
2 |
|
|
|
|
| |
|
Place/location identification |
C |
4 |
|
C |
|
2 |
|
|
|
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| |
|
-------Segment Group 7------- |
C |
1 |
--- |
C |
|
0 |
--| |
|
|
|
| |
Details of transport |
M |
1 |
|
M |
|
1 |
| |
|
|
|
| |
|
Reference |
C |
9 |
--- |
C |
|
0 |
--| |
|
|
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| |
|
-------Segment Group 8------- |
C |
2 |
--- |
C |
|
2 |
--- |
--| |
|
|
| |
Name and address |
M |
1 |
|
M |
|
1 |
|
| |
|
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| |
|
|
| |
|
-------Segment Group 9------- |
C |
1 |
|
C |
|
0 |
--| |
| |
|
|
| |
Contact information |
M |
1 |
|
M |
|
1 |
| |
| |
|
|
| |
|
Communciation contact |
C |
1 |
|
C |
|
0 |
--| |
| |
|
|
| |
|
Reference |
C |
1 |
|
C |
|
0 |
--- |
--| |
|
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| |
|
-------Segment Group 10----- |
M |
9 |
9- |
M |
9 |
9 |
--- |
--- |
--| |
|
| |
Goods item details |
M |
1 |
|
M |
|
1 |
|
|
| |
|
| |
|
Free text |
C |
2 |
|
C |
|
2 |
|
|
| |
|
| |
|
Package identification |
C |
1 |
|
C |
|
0 |
|
|
| |
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| |
|
| |
|
-------Segment Group 11----- |
C |
9 |
9- |
C |
9 |
9 |
--- |
--| |
| |
|
| |
Split goods placement |
M |
1 |
|
M |
|
1 |
|
| |
| |
|
| |
|
Measurements |
C |
9 |
|
M |
|
2 |
--- |
--| |
| |
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| |
|
| |
|
-------Segment Group 12----- |
M |
1 |
--- |
M |
--- |
--- |
--- |
--| |
| |
|
| |
Dangerous goods |
M |
1 |
|
M |
|
1 |
|
| |
| |
|
| |
|
Free text |
M |
9 |
|
M |
|
2 |
|
| |
| |
|
| |
|
Measurements |
M |
9 |
|
M |
|
1 |
|
| |
| |
|
| |
|
Place/location identification |
C |
99 |
|
C |
|
0 |
|
| |
| |
|
| |
|
Reference |
C |
9 |
|
C |
|
0 |
|
| |
| |
|
| |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| |
| |
|
| |
|
-------Segment Group 13----- |
C |
99 |
|
C |
9 |
9 |
--| |
| |
| |
|
| |
Split goods placement |
M |
1 |
|
M |
|
1 |
| |
| |
| |
|
| |
|
Place/location identification |
C |
1 |
|
C |
|
1 |
| |
| |
| |
|
| |
|
Measurements |
C |
2 |
|
M |
|
2 |
--- |
--| |
--| |
--- |
--| |
|
Message trailer |
M |
1 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1.2. Boomdiagram (ERI-kennisgeving)
BGM begin van het bericht; CNI informatie over de zending; COM contactpersoon voor communicatie; CTA contactinformatie; DGS gevaarlijke goederen; DTM datum/tijdstip/periode; EQD gegevens over het materieel; FTX vrije tekst; GID gegevens over de artikelen; HAN instructies voor laden en lossen; LOC identificatie van plaats/locatie; MEA metingen; NAD naam en adres; PCI identificatie van verpakking; RFF referentie; SGP gesplitste plaatsing van de goederen; TDT gegevens over het transport; UNH berichtkop; UNT kenmerk einde bericht; SG segmentgroep; M mandatory (verplicht); C conditional (facultatief); Bases: UNTD98.B, PROTECT 1.0
1.3. ERINOT-berichtstructuur
Tabel 1 bepaalt de structuur van de segmenten en de data-elementen van de ERI-kennisgeving
Tabel 1: ERI-mededeling (ERINOT) |
||||||
Segmentgroep |
Segment Samengesteld data-element (C) Data-element TAG |
Niveau |
Verplicht (mandatory — M) Facultatief (conditional — C) |
Formaat |
Naam |
Omschrijving Aanduidingen in notatietekens |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
|
UNB |
0 |
M |
|
INTERCHANGE HEADER |
|
|
S001 |
|
M |
|
SYNTAX IDENTIFIER |
|
|
0001 |
|
M |
a4 |
Syntax identifier |
„UNOA” controlebureau niveau A |
|
0002 |
|
M |
n1 |
Syntax version number |
„2” |
|
S002 |
|
M |
|
INTERCHANGE SENDER |
|
|
0004 |
|
M |
an..35 (an25) |
Sender identification |
Postbusnummer of unieke benaming |
|
0007 |
|
C |
an..4 |
Partner identification code qualifier |
n.v.t. |
|
0008 |
|
C |
an..14 |
Address for reverse routing |
n.v.t. |
|
S003 |
|
M |
|
INTERCHANGE RECIPIENT |
|
|
0010 |
|
M |
an..35 (an25) |
Recipient identification |
Postbusnummer of unieke benaming |
|
0007 |
|
C |
an..4 |
Partner identification code qualifier |
n.v.t. |
|
0014 |
|
C |
an..14 |
Routing address |
n.v.t. |
|
S004 |
|
M |
|
DATE / TIME OF PREPARATION |
|
|
0017 |
|
M |
n6 |
Date |
Aanmaakdatum, JJMMDD |
|
0019 |
|
M |
n4 |
Time |
Aanmaaktijdstip, UUMM |
|
0020 |
|
M |
an..14 |
Interchange control reference |
De eerste 14 tekens van het referentienummer van het bericht. |
|
S005 |
|
C |
|
RECIPIENTS REFERENCE, PASSWORD |
n.v.t. |
|
0022 |
|
|
an..14 |
Recipient’s reference / password |
n.v.t. |
|
0025 |
|
|
an2 |
Recipient’s reference, password qualifier |
n.v.t. |
|
0026 |
|
|
an..14 |
Application reference |
n.v.t. |
|
0029 |
|
|
a1 |
Processing priority code |
n.v.t. |
|
0031 |
|
C |
n1 |
Acknowledgement request |
„1” = De afzender verzoekt om ontvangstbevestiging, d.w.z. UNB- en UNZ-segmenten ontvangen en geïdentificeerd |
|
0032 |
|
|
an..35 |
Communications agreement id |
n.v.t. |
|
0035 |
|
C |
n1 |
Test indicator |
„1” = De uitwisseling betreft een testbericht |
|
|
|
|
|
|
|
|
UNH |
0 |
M |
|
MESSAGE HEADER |
Identificatie, specificatie en kop van een bericht |
|
0062 |
|
M |
an..14 |
Message reference number |
De eerste 14 tekens van het referentienummer van het bericht. |
|
S009 |
|
M |
|
MESSAGE IDENTIFIER |
|
|
0065 |
|
M |
an..6 |
Message type |
Bericht van het type „IFTDGN” |
|
0052 |
|
M |
an..3 |
Message version number |
„D”, |
|
0054 |
|
M |
an..3 |
Message release number |
„98B” |
|
0051 |
|
M |
an..2 |
Controlling agency |
„UN”, |
|
0057 |
|
M |
an..6 |
Association assigned code |
„ERI12”, ERI versie 1.2 |
|
0068 |
|
O |
an..35 |
Common access reference |
De referentiecode die een gemeenschappelijke noemer levert voor alle berichten in verband met dezelfde reis. |
|
S010 |
|
|
|
STATUS OF THE TRANSFER |
n.v.t. |
|
0070 |
|
|
n..2 |
Sequence of transfers |
n.v.t. |
|
0073 |
|
|
a1 |
First and last transfer |
n.v.t. |
|
|
|
|
|
|
|
|
BGM |
0 |
M |
|
BEGINNING OF MESSAGE |
Aanduiding van de aard en functie van het bericht |
|
C002 |
|
M |
|
DOCUMENT / MESSAGE NAME |
|
|
1001 |
|
M |
an..3 |
Document / message name code |
Type bericht: „VES”, bericht van schip naar RIS-autoriteit; „CAR”, bericht van vervoerder naar RIS-autoriteit „PAS”, passageverslag van RIS-autoriteit naar RIS-autoriteit (zie ook hoofdstuk 0) |
|
1131 |
|
|
an..3 |
Code list qualifier |
n.v.t. |
|
3055 |
|
|
an..3 |
Code list responsible agency |
n.v.t. |
|
1000 |
|
|
an..35 |
Document / message name |
n.v.t. |
|
C106 |
|
M |
|
DOCUMENT / MESSAGE IDENTIFICATION |
|
|
1004 |
|
M |
an..35 (an15) |
Document identifier |
Referentienummer bericht. Dit nummer dient zo uniek mogelijk te zijn, zowel voor de afzender als voor de ontvanger. Wanneer u een bericht ontvangt en dat doorzendt naar een andere ontvanger, dient u het oorspronkelijke referentienummer van het bericht te gebruiken. Het overgangssysteem mag in dit geval geen nieuw referentienummer genereren. |
|
1056 |
|
|
an..9 |
Version |
n.v.t. |
|
1060 |
|
|
an..6 |
Revision number |
n.v.t. |
|
1225 |
|
M |
an..3 |
Message function code |
Functie bericht: „1” = annuleringsbericht, „9” = nieuw bericht, (origineel) „5” = wijzigingsbericht |
|
4343 |
|
C |
an..3 |
Response type code |
AQ |
|
|
|
|
|
|
|
|
FTX (1) |
1 |
C |
|
FREE TEXT |
Om het aantal personen aan boord en het aantal blauwe kegels mee te delen |
|
4451 |
|
M |
an..3 |
Text subject code qualifier |
„SAF” voor uitleg veiligheid |
|
4453 |
|
|
an..3 |
Free text function code |
n.v.t. |
|
C107 |
|
|
|
TEXT REFERENCE |
|
|
4441 |
|
|
an..17 |
Free text identification |
n.v.t. |
|
1131 |
|
|
an..3 |
Code list qualifier |
n.v.t. |
|
3055 |
|
|
an..3 |
Code list responsible agency |
n.v.t. |
|
C108 |
|
M |
|
TEXT LITERAL |
Tekst |
|
4440 |
|
M |
an.. 70 (n4) |
Free text |
Totaal aantal personen aan boord |
|
4440 |
|
C |
an.. 70 (an1) |
Free text |
„0”, „1”, „2”, „3” voor aantal kegels (binnenschip), „B” voor rode vlag (zeeschip), „V” voor speciale vergunning |
|
4440 |
|
C |
an.. 70 (n4) |
Free text |
Aantal passagiers |
|
4440 |
|
|
an.. 70 |
Free text |
n.v.t. |
|
4440 |
|
|
an.. 70 |
Free text |
n.v.t. |
|
3453 |
|
|
an.. 3 |
Language, coded |
n.v.t. |
|
4447 |
|
|
an..3 |
Text formatting, coded |
n.v.t. |
|
|
|
|
|
|
|
|
FTX (2) |
1 |
C |
|
FREE TEXT |
Om aan te duiden of de ontvanger de informatie van het bericht mag doorzenden naar andere autoriteiten |
|
4451 |
|
M |
an..3 |
Text subject code qualifier |
„ACK” voor „Privacyverklaring” of „Vertrouwelijk” |
|
4453 |
|
|
an..3 |
Free text function code |
n.v.t. |
|
C107 |
|
|
|
TEXT REFERENCE |
|
|
4441 |
|
|
an..17 |
Free text identification |
n.v.t. |
|
1131 |
|
|
an..3 |
Code list qualifier |
n.v.t. |
|
3055 |
|
|
an..3 |
Code list responsible agency |
n.v.t. |
|
C108 |
|
M |
|
TEXT LITERAL |
|
|
4440 |
|
M |
an..70 (a1) |
Free text |
„Y” = ja, „N” = neen |
|
4440 |
|
|
an..70 |
Free text |
n.v.t. |
|
4440 |
|
|
an..70 |
Free text |
n.v.t. |
|
4440 |
|
|
an..70 |
Free text |
n.v.t. |
|
4440 |
|
|
an..70 |
Free text |
n.v.t. |
|
3453 |
|
|
an..3 |
Language, coded |
n.v.t. |
|
4447 |
|
|
an..3 |
Text formatting, coded |
n.v.t. |
|
|
|
|
|
|
|
|
FTX |
|
C |
|
Free text |
Reden voor annulering |
|
4451 |
|
M |
an..3 |
Text subject code qualifier |
„ACD” reden voor annulering |
|
4453 |
|
|
an..3 |
Free text function code |
n.v.t. |
|
C107 |
|
M |
|
TEXT REFERENCE |
Identificatie tekst |
|
4441 |
|
M |
an..17 |
Free text identification |
„CAM” fout in mededeling „CAO” transport gaat niet door „CAV” de belangrijkste bestemming van het transport is gewijzigd „CHD” het tijdstip van aankomst is gewijzigd |
|
1131 |
|
|
an..3 |
Code list qualifier |
n.v.t. |
|
3055 |
|
|
an..3 |
Code list responsible agency |
n.v.t. |
|
C108 |
|
M |
|
|
Tekst |
|
4440 |
|
M |
an..70 |
Free text |
Vrije omschrijving van de reden |
|
4440 |
|
C |
an..70 |
Free text |
Vrije tekst voor verdere uitleg |
|
4440 |
|
C |
an..70 |
Free text |
Vrije tekst voor verdere uitleg |
|
4440 |
|
C |
an..70 |
Free text |
Vrije tekst voor verdere uitleg |
|
4440 |
|
C |
an..70 |
Free text |
Vrije tekst voor verdere uitleg |
|
3453 |
|
C |
an..3 |
Language, coded |
n.v.t. |
|
4447 |
|
C |
an..3 |
Text formatting, coded |
n.v.t. |
|
|
|
|
|
|
|
|
HAN(1) |
1 |
D |
|
|
|
|
C524 |
|
M |
|
HANDLING INSTRUCTIONS |
|
|
4079 |
|
M |
|
Handling instructions, coded |
Standaard „T” T = Transit (doorvoer) LLO = Loading (laden) LDI = Unloading (lossen) TSP = Transit in the same port (doorvoer binnen dezelfde haven) |
|
1131 |
|
C |
|
Code list qualifier |
n.v.t. |
|
3055 |
|
C |
|
Code list responsible agency, coded |
n.v.t. |
|
4078 |
|
C |
|
Handling intructions |
n.v.t. |
|
C218 |
|
C |
|
HAZERDOUS MATERIAL |
n.v.t. |
|
7419 |
|
C |
|
Hazardous material class code, indentification |
n.v.t. |
|
1131 |
|
C |
|
Code list qualifier |
n.v.t. |
|
3055 |
|
C |
|
Code list responsible agency, coded |
n.v.t. |
|
7418 |
|
C |
|
Hazerdous material class |
n.v.t. |
|
|
|
|
|
|
|
|
RFF (1) |
1 |
C |
|
REFERENCE |
Verwijzing naar het bericht dat het huidige bericht vervangt. Verplicht indien het bericht een wijzigings-bericht of een annuleringsbericht is |
|
C506 |
|
M |
|
REFERENCE |
|
|
1153 |
|
M |
an..3 |
Reference qualifier |
„ACW” voor referentienummer van het vorige bericht |
|
1154 |
|
M |
an..35 15 |
Reference number |
Referentienummer van BGM, TAG 1004 van het bericht dat dit bericht vervangt. |
|
1156 |
|
|
an..6 |
Line number |
n.v.t. |
|
4000 |
|
|
an..35 |
Reference version number |
n.v.t. |
|
1060 |
|
|
an..6 |
Revision number |
n.v.t. |
|
|
|
|
|
|
|
|
RFF (2) |
1 |
C |
|
REFERENCE |
Referentie van vervoersdocument |
|
C506 |
|
M |
|
REFERENCE |
|
|
1153 |
|
M |
an..3 |
Reference qualifier |
„FF” voor „referentienummer bevrachter” |
|
1154 |
|
M |
an..35 |
Reference number |
Referentienummer van het vervoersdocument |
|
1156 |
|
|
an..6 |
Line number |
n.v.t. |
|
4000 |
|
|
an..35 |
Reference version number |
n.v.t. |
|
1060 |
|
|
an..6 |
Revision number |
n.v.t. |
|
|
|
|
|
|
|
|
RFF (3) |
1 |
C |
|
REFERENCE |
Referentie van een testscenario |
|
C506 |
|
M |
|
REFERENCE |
|
|
1153 |
|
M |
an..3 |
Reference qualifier |
„ADD” voor testnummer |
|
1154 |
|
M |
an..35 |
Reference number |
Identificatie testscenario, die de ontvanger dient te kennen |
|
1156 |
|
|
an..6 |
Line number |
n.v.t. |
|
4000 |
|
|
an..35 |
Reference version number |
n.v.t. |
|
1060 |
|
|
an..6 |
Revision number |
n.v.t. |
|
|
|
|
|
|
|
TDT |
TDT |
1 |
M |
|
DETAILS OF TRANSPORT |
Specificatie van het vervoermiddel, het schip dat zijn naam aan het samenstel geeft, (een enkel schip zonder duwbak is in deze context ook een samenstel) |
|
8051 |
|
M |
an..3 |
Transport stage code qualifier |
„20” hoofdtransport |
|
8028 |
|
C |
an..17 |
Conveyance reference number |
Reisnummer, bepaald door afzender van bericht |
|
C220 |
|
M |
|
MODE OF TRANSPORT |
|
|
8067 |
|
M |
an..3 |
Mode of transport, coded |
„8” voor vervoer over de binnenwateren, „1” voor vervoer over zee (zie UN/ECE Rec. 19) |
|
8066 |
|
|
an..17 |
Mode of transport |
n.v.t. |
|
C228 |
|
M |
|
TRANSPORT MEANS |
|
|
8179 |
|
M |
an..8 (an4) |
Type of means of transport identification, convoy type |
Code voor scheeps- en samensteltypes van vervoermiddelen uit UN/CEFACT Rec. 28, zie deel 2, hoofdstuk 4.2.1 |
|
8178 |
|
|
an..17 |
Type of means of transport |
n.v.t. |
|
C040 |
|
|
|
CARRIER |
n.v.t. |
|
3127 |
|
|
an..17 |
Carrier identification |
n.v.t. |
|
1131 |
|
|
an..3 |
Code list qualifier |
n.v.t. |
|
3055 |
|
|
an..3 |
Code list responsible agency |
n.v.t. |
|
3128 |
|
|
an..35 |
Carrier name |
n.v.t. |
|
8101 |
|
|
an..3 |
Transit direction, coded |
n.v.t. |
|
C401 |
|
|
|
EXCESS TRANSPORTATION INFORMATION |
|
|
8457 |
|
|
an..3 |
Excess transportation reason |
n.v.t. |
|
8459 |
|
|
an..3 |
Excess transportation responsibility |
n.v.t. |
|
7130 |
|
|
an..17 |
Customer authorization number |
n.v.t. |
|
C222 |
|
M |
|
TRANSPORT IDENTIFICATION |
|
|
8213 |
|
M |
an..9 (an7..8) |
ID. of means of transport identification |
Vaartuignummer: 7 tekens voor OFS- of IMO-aanduiding, 8 tekens voor ERN-aanduiding en uniek Europees scheepsidentificatienummer |
|
1131 |
|
M |
an..3 |
Code list qualifier |
„OFS” voor een Officieel Scheepsnummer van het CCNR-systeem, zie deel 2, hoofdstuk 4.2.2 „IMO” voor een IMO-nummer, zie deel 2, hoofdstuk 4.2.3 „ERN” voor alle andere schepen (Internationaal elektronisch rapportagenummer), zie deel 2, hoofdstuk 4.2.4 „ENI” voor een uniek Europees scheepsidentificatienummer, zie deel 2, hoofdstuk 4.2.5 |
|
3055 |
|
|
an..3 |
Code list responsible agency |
n.v.t. |
|
8212 |
|
M |
an..35 |
Id. Of the means of transport |
Naam van het schip. Indien de naam van het vaartuig meer dan 35 tekens telt, moet hij worden afgekort. |
|
8453 |
|
M |
an..3 |
Nationality of means of transport |
De landcode ISO 3166-1 alfa-2, zie deel 2, hoofdstuk 4.2.12. Wanneer de nationaliteit van het vervoermiddel onbekend is, dient men de code van drie tekens te gebruiken van de bevoegde instantie die het Europees scheepsidentificatienummer heeft uitgereikt. |
|
8281 |
|
|
an..3 |
Transport ownership |
n.v.t. |
|
|
|
|
|
|
|
TDT |
RFF (1) |
2 |
M |
|
REFERENCE |
Afmetingen van het vervoermiddel, lengte |
|
C506 |
|
M |
|
REFERENCE |
|
|
1153 |
|
M |
an..3 |
Reference qualifier |
„LEN” = lengte |
|
1154 |
|
M |
an..35 (n..5) |
Reference number |
Totale lengte van het duwstel t in centimeter |
|
1156 |
|
|
an..6 |
Line number |
n.v.t. |
|
4000 |
|
|
an..35 |
Reference version number |
n.v.t. |
|
1060 |
|
|
an..6 |
Revision number |
n.v.t. |
|
|
|
|
|
|
|
TDT |
RFF (2) |
2 |
M |
|
REFERENCE |
Afmetingen van het vervoermiddel, breedte |
|
C506 |
|
M |
|
REFERENCE |
|
|
1153 |
|
M |
an..3 |
Reference qualifier |
„WID” |
|
1154 |
|
M |
an..35 (n..4) |
Reference number |
Totale breedte van het duwstel in centimeter |
|
1156 |
|
|
an..6 |
Line number |
n.v.t. |
|
4000 |
|
|
an..35 |
Reference version number |
n.v.t. |
|
1060 |
|
|
an..6 |
Revision number |
n.v.t. |
|
|
|
|
|
|
|
TDT |
RFF (3) |
2 |
M |
|
REFERENCE |
Afmetingen van het vervoermiddel, diepgang |
|
C506 |
|
M |
|
REFERENCE |
|
|
1153 |
|
M |
an..3 |
Reference qualifier |
„DRA” |
|
1154 |
|
M |
an..35 (n..4) |
Reference number |
Diepgang van de duwstel in centimeter |
|
1156 |
|
|
an..6 |
Line number |
n.v.t. |
|
4000 |
|
|
an..35 |
Reference version number |
n.v.t. |
|
1060 |
|
|
an..6 |
Revision number |
n.v.t. |
|
|
|
|
|
|
|
TDT |
RFF (4) |
2 |
C |
|
REFERENCE |
Afmetingen van het vervoermiddel, de hoogte |
|
C506 |
|
M |
|
REFERENCE |
|
|
1153 |
|
M |
an..3 |
Reference qualifier |
„HGT” |
|
1154 |
|
M |
an..35 (n..4) |
Reference number |
Hoogte van het duwstel boven de waterlijn in centimeter |
|
1156 |
|
|
an..6 |
Line number |
n.v.t. |
|
4000 |
|
|
an..35 |
Reference version number |
n.v.t. |
|
1060 |
|
|
an..6 |
Revision number |
n.v.t. |
|
|
|
|
|
|
|
TDT |
RFF (5) |
2 |
M |
|
REFERENCE |
Afmetingen van het vervoermiddel, tonnage |
|
C506 |
|
M |
|
REFERENCE |
Referentie |
|
1153 |
|
M |
an..3 |
Reference qualifier |
„TON” |
|
1154 |
|
M |
an..35 (n..5) |
Reference number |
Maximumcapaciteit van het duwstel in metrische ton |
|
1156 |
|
|
an..6 |
Line number |
n.v.t. |
|
4000 |
|
|
an..35 |
Reference version number |
n.v.t. |
|
1060 |
|
|
an..6 |
Revision number |
n.v.t. |
|
|
|
|
|
|
|
TDT |
RFF (6) |
2 |
C |
|
REFERENCE |
Nationale reisreferentie, België |
|
C506 |
|
M |
|
REFERENCE |
Referentie |
|
1153 |
|
M |
an..3 |
Reference qualifier |
„GNB” |
|
1154 |
|
M |
an..35 |
Reference number |
Overheidsreferentie van België |
|
1156 |
|
|
an..6 |
Line number |
n.v.t. |
|
4000 |
|
|
an..35 |
Reference version number |
n.v.t. |
|
1060 |
|
|
an..6 |
Revision number |
n.v.t. |
|
|
|
|
|
|
|
TDT |
RFF (7) |
2 |
C |
|
REFERENCE |
Nationale reisreferentie, Frankrijk |
|
C506 |
|
M |
|
REFERENCE |
Referentie |
|
1153 |
|
M |
an..3 |
Reference qualifier |
„GNF” |
|
1154 |
|
M |
an..35 |
Reference number |
Overheidsreferentie van Frankrijk |
|
1156 |
|
|
an..6 |
Line number |
n.v.t. |
|
4000 |
|
|
an..35 |
Reference version number |
n.v.t. |
|
1060 |
|
|
an..6 |
Revision number |
n.v.t. |
|
|
|
|
|
|
|
TDT |
RFF (8) |
2 |
C |
|
REFERENCE |
Nationale reisreferentie, Duitsland |
|
C506 |
|
M |
|
REFERENCE |
Referentie |
|
1153 |
|
M |
an..3 |
Reference qualifier |
„GNG” |
|
1154 |
|
M |
an..35 |
Reference number |
Overheidsreferentie van Duitsland |
|
1156 |
|
|
an..6 |
Line number |
n.v.t. |
|
4000 |
|
|
an..35 |
Reference version number |
n.v.t. |
|
1060 |
|
|
an..6 |
Revision number |
n.v.t. |
|
|
|
|
|
|
|
TDT |
RFF (9) |
2 |
C |
|
REFERENCE |
Nationale reisreferentie, gereserveerd 1 |
|
C506 |
|
M |
|
REFERENCE |
Referentie |
|
1153 |
|
M |
an..3 |
Reference qualifier |
„GN1” |
|
1154 |
|
M |
an..35 |
Reference number |
Overheidsreferentie, gereserveerd 1 |
1 |
1156 |
|
|
an..6 |
Line number |
n.v.t. |
|
4000 |
|
|
an..35 |
Reference version number |
n.v.t. |
|
1060 |
|
|
an..6 |
Revision number |
n.v.t. |
|
|
|
|
|
|
|
TDT |
LOC (1) |
2 |
M |
|
PLACE/LOCATION IDENTIFICATION |
Vertrekhaven, de haven waar het transport begint |
|
3227 |
|
M |
an..3 |
Place / location qualifier |
„5” vertrekplaats |
|
C517 |
|
M |
|
LOCATION IDENTIFICATION |
|
|
3225 |
|
M |
an..25 (an5) |
Place / location identification |
UN/ECE-locatiecode (Rec. 16), zie deel 2, hoofdstuk 4.2.13 |
|
1131 |
|
|
an..3 |
Code list qualifier |
n.v.t. |
|
3055 |
|
|
an..3 |
Code list responsible agency |
n.v.t. |
|
3224 |
|
C |
an..70 (an..17) |
Place / location |
Volledige naam van de locatie van de haven |
|
C519 |
|
C |
|
RELATED LOCATION ONE IDENTIFICATION |
|
|
3223 |
|
M |
an..25 (an..5) |
Related place / location one identification |
Terminalcode, zie deel 2, hoofdstuk 4.2.15 |
|
1131 |
|
|
an..3 |
Code list qualifier |
n.v.t. |
|
3055 |
|
|
an..3 |
Code list responsible agency |
n.v.t. |
|
3222 |
|
|
an..70 |
Related place / location one |
Volledige naam van de terminal |
|
C553 |
|
C |
|
RELATED LOCATION TWO IDENTIFICATION |
|
|
3233 |
|
M |
an..25 (an5) |
Related place / location two identification |
Vaarwegsectiecode, zie deel 2, hoofdstuk 4.2.14 |
|
1131 |
|
|
an..3 |
Code list qualifier |
|
|
3055 |
|
|
an..3 |
Code list responsible agency |
n.v.t. |
|
3232 |
|
C |
an..70 (an..5) |
Related place / location two |
Vaarwegsectiehectometeraanduiding |
|
5479 |
|
|
an..3 |
Relation |
n.v.t. |
|
|
|
|
|
|
|
TDT |
LOC (2) |
2 |
C |
|
PLACE/LOCATION IDENTIFICATION |
Controlepunt waar het schip al eens voorbijgevaren is. Dit segment en het TDT/DTM(2)-segment met aanduiding 186 zijn verplicht voor passagerapporten. |
|
3227 |
|
M |
an..3 |
Place / location qualifier |
„172” voor controlepunt |
|
C517 |
|
M |
|
LOCATION IDENTIFICATION |
|
|
3225 |
|
M |
an..25 (an5) |
Place / location identification |
UN/ECE-locatiecode (Rec. 16) van het controlepunt (sluis, brug, verkeerscentrum), zie deel 2, hoofdstuk 4.2.13 |
|
1131 |
|
|
an..3 |
Code list qualifier |
n.v.t. |
|
3055 |
|
|
an..3 |
Code list responsible agency |
n.v.t. |
|
3224 |
|
C |
an..70 (an..17) |
Place / location |
Volledige naam van het controlepunt |
|
C519 |
|
C |
|
RELATED LOCATION ONE IDENTIFICATION |
|
|
3223 |
|
M |
an..25 (an..5) |
Related place / location one identification |
Code controlepunt |
|
1131 |
|
|
an..3 |
Code list qualifier |
n.v.t. |
|
3055 |
|
|
an..3 |
Code list responsible agency |
n.v.t. |
|
3222 |
|
|
an..70 |
Related place / location one |
n.v.t. |
|
C553 |
|
C |
|
RELATED LOCATION TWO IDENTIFICATION |
|
|
3233 |
|
M |
an..25 (an5) |
Related place / location two identification |
Vaarwegsectiecode, zie deel 2, hoofdstuk 4.2.14 |
|
1131 |
|
|
an..3 |
Code list qualifier |
|
|
3055 |
|
|
an..3 |
Code list responsible agency |
n.v.t. |
|
3232 |
|
C |
an..70 (an..5) |
Related place / location two |
Vaarwegsectiehectometeraanduiding |
|
5479 |
|
|
an..3 |
Relation |
n.v.t. |
|
|
|
|
|
|
|
TDT |
LOC (3) |
2 |
C |
|
PLACE/LOCATION IDENTIFICATION |
Volgende controlepunt |
|
3227 |
|
M |
an..3 |
Place / location qualifier |
„61” voor volgende aanloophaven |
|
C517 |
|
M |
|
LOCATION IDENTIFICATION |
|
|
3225 |
|
M |
an..25 (an5) |
Place / location identification |
UN/ECE-locatiecode (Rec. 16) van het controlepunt (sluis, brug, VTS-centrum), zie deel 2, hoofdstuk 4.2.13 |
|
1131 |
|
|
an..3 |
Code list qualifier |
n.v.t. |
|
3055 |
|