ISSN 1725-2598 doi:10.3000/17252598.L_2009.167.dut |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 167 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
52e jaargang |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is
VERORDENINGEN
29.6.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 167/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 543/2009 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 18 juni 2009
betreffende gewasstatistieken en houdende intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 837/90 en (EEG) nr. 959/93 van de Raad
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 285, lid 1,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Handelend overeenkomstig de procedure van artikel 251 van het Verdrag (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EEG) nr. 837/90 van de Raad van 26 maart 1990 inzake door de lidstaten te verstrekken statistische informatie over de graanproductie (2) en Verordening (EEG) nr. 959/93 van de Raad van 5 april 1993 betreffende door de lidstaten te verstrekken statistische informatie over andere gewassen dan granen (3) zijn meermaals gewijzigd. Aangezien er nu verdere wijzigingen en vereenvoudigingen nodig zijn, moeten deze verordeningen om redenen van duidelijkheid worden vervangen door een enkele verordening, overeenkomstig het nieuwe beleid inzake vereenvoudiging van de Gemeenschapswetgeving en betere regelgeving (4). |
(2) |
Gewasstatistieken zijn van essentieel belang voor het beheer van de communautaire markten. Ook is het zeer belangrijk dat naast statistieken van granen en andere akkerbouwgewassen statistieken van groenten en meerjarige teelten in de Gemeenschapswetgeving worden opgenomen. |
(3) |
Om ervoor te zorgen dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid naar behoren wordt beheerd, verlangt de Commissie regelmatig dat gegevens over het areaal, de opbrengst en de productie van gewassen regelmatig worden verstrekt. |
(4) |
Verordening (EG) nr. 1166/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende enquêtes naar de structuur van de landbouwbedrijven en de enquête naar de productiemethoden in de landbouw (5) voorziet in een programma van communautaire enquêtes om tot 2016 statistieken van de structuur van landbouwbedrijven te verschaffen. |
(5) |
Krachtens Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) (6) moet voor alle statistieken die de lidstaten aan de Commissie toezenden en die naar territoriale eenheden zijn ingedeeld, de NUTS worden gebruikt. Met het oog op de opstelling van vergelijkbare regionale statistieken moeten de territoriale eenheden daarom worden gedefinieerd overeenkomstig de NUTS. |
(6) |
Om de last voor de lidstaten te beperken, mogen de eisen ten aanzien van de regionale gegevens niet verder gaan dan de eisen die zijn vastgelegd in vroegere wetgeving (tenzij in de tussentijd nieuwe regionale niveaus tot stand zijn gekomen). Bijgevolg moet worden toegestaan dat regionale statistische gegevens voor Duitsland en het Verenigd Koninkrijk alleen voor de territoriale eenheden op NUTS-1-niveau worden verstrekt. |
(7) |
Teneinde de uitvoering van deze verordening te vergemakkelijken, is nauwe samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie noodzakelijk, met name met het permanent comité voor de landbouwstatistiek, dat is opgericht bij Besluit 72/279/EEG van de Raad van 31 juli 1972 (7). |
(8) |
Om een soepele overgang vanuit de krachtens de Verordeningen (EEG) nr. 837/90 en (EEG) nr. 959/93 toepasselijke regelingen mogelijk te maken, moet deze verordening het mogelijk maken aan lidstaten een ontheffing voor een periode van ten hoogste twee jaar toe te staan, wanneer de toepassing van deze verordening op hun nationaal statistisch systeem grote aanpassingen met zich mee zou brengen en wellicht tot aanzienlijke praktische problemen zou leiden. |
(9) |
De in deze verordening bepaalde maatregelen voor de productie van statistieken zijn nodig voor de vervulling van de taken van de Gemeenschap. Aangezien de doelstelling van deze verordening, namelijk de vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor de systematische productie van statistieken over bebouwd areaal, opbrengst en productie in de lidstaten van granen en andere gewassen dan granen, niet voldoende kan worden verwezenlijkt door de lidstaten en derhalve beter door de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap maatregelen nemen overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel. Overeenkomstig het in dat artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken. |
(10) |
Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek (8) vormt het referentiekader voor de bepalingen van deze verordening, met name met betrekking tot de naleving van normen inzake onpartijdigheid, betrouwbaarheid, relevantie, kosteneffectiviteit, statistische geheimhouding en doorzichtigheid en voor de toezending en bescherming van vertrouwelijke statistische gegevens zoals bepaald in deze verordening, teneinde ervoor te zorgen dat bij de productie en verspreiding van communautaire statistieken geen sprake is van onrechtmatige openbaarmaking of niet-statistisch gebruik. |
(11) |
De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (9). |
(12) |
In het bijzonder moet de Commissie de bevoegdheid worden gegeven om de indieningstabellen te wijzigen. Daar het maatregelen van algemene strekking betreft tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van deze verordening, onder meer door haar aan te vullen met nieuwe niet-essentiële onderdelen, moeten zij worden vastgesteld volgens de in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG bepaalde regelgevingsprocedure met toetsing. |
(13) |
Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten (10) voorziet in de verplichting om relevante statistische gegevens als bepaald in het kader van het Communautair Statistisch Programma, aan de Commissie toe te sturen. Aangezien wordt onderkend dat er behoefte is aan een systematische productie van communautaire statistieken inzake biologische productie en landbouw, wordt verwacht dat de Commissie passende maatregelen, waaronder de indiening van een wetgevingsvoorstel, zal nemen om deze kwestie adequaat aan te pakken. |
(14) |
Deze verordening laat het door de lidstaten vrijwillig verstrekken van de statistieken van de eerste ramingen voor plantaardige productie (Early Estimates for Crop Products — EECP), onverlet. |
(15) |
Het permanent comité voor de landbouwstatistiek is geraadpleegd, |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Onderwerp
Deze verordening stelt een gemeenschappelijk kader vast voor de systematische productie van communautaire statistieken van het bodemgebruik voor de landbouw en de gewasproductie.
Artikel 2
Definities en verduidelijkingen
1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a) |
„oogstjaar”: het kalenderjaar waarin de oogst begint; |
b) |
„oppervlakte cultuurgrond”: het totale areaal aan bouwland, blijvend grasland, meerjarige teelten en tuinen voor eigen gebruik van de bedrijven, ongeacht de exploitatievorm of de vraag of het als gemeenschappelijke grond wordt gebruikt; |
c) |
„beteeld areaal”: het areaal dat overeenstemt met het totale ingezaaide areaal; na de oogst evenwel zijn vernietigde arealen (bv. door natuurrampen) niet inbegrepen; |
d) |
„gewasareaal”: het areaal dat overeenstemt met het totale areaal dat is ingezaaid met het oog op de productie van een specifiek gewas in een bepaald jaar; |
e) |
„geoogst areaal”: het geoogste deel van het gewasareaal. Dit kan daarom gelijk zijn aan of kleiner zijn dan het gewasareaal; |
f) |
„productieareaal”: voor meerjarige teelten het areaal dat in aanmerking komt om in het referentie-oogstjaar te worden geoogst. Niet inbegrepen zijn alle niet-productieve oppervlakten, zoals nieuwe aanplant die nog niet productief is; |
g) |
„geoogste productie”: de productie die de verloren gegane hoeveelheden, de direct op de boerderij geconsumeerde hoeveelheden en de in de handel gebrachte hoeveelheden, uitgedrukt in gewichtseenheden van het basisproduct, omvat; |
h) |
„opbrengst”: de geoogste productie per beteeld areaal; |
i) |
„gewassen onder glas of andere (betreedbare) beschermingsafdekking”: gewassen die gedurende hun gehele vegetatieve cyclus of voor het grootste deel daarvan onder staand glas of onder een andere hoge vaste of verplaatsbare afdekking (glas of hard of zacht plastic) worden geteeld. Hieronder vallen niet het bedekken van grond met plastic folie en gewassen onder stolpen of in niet voor mensen betreedbare tunnels of onder draagbare glazen ramen. Arealen met gewassen die tijdelijk onder glas en tijdelijk in de open lucht worden geteeld, worden uitsluitend bij het areaal onder glas in aanmerking genomen, behalve wanneer ze maar een zeer korte tijd onder staand glas staan; |
j) |
„hoofdareaal”: voor een gegeven perceel, het areaal van dat perceel, dat gedurende een bepaald oogstjaar slechts eenmaal wordt gebruikt, en dat ondubbelzinnig door dat gebruik wordt bepaald. |
2. De uitdrukking „elkaar opvolgende gewassen” heeft betrekking op een perceel bouwland dat tijdens een bepaald oogstjaar meer dan eens, maar telkens voor slechts één gewas wordt gebruikt. Dat areaal geldt als beteeld areaal voor elk van de gewassen. De begrippen hoofdareaal en nevenareaal zijn in dit verband niet van toepassing.
De uitdrukking „gecombineerde gewassen” heeft betrekking op een combinatie van gewassen die tegelijkertijd op een perceel bouwland worden geteeld. Het beteelde areaal wordt in dit geval proportioneel tussen de gewassen verdeeld naar het grondoppervlak dat zij innemen. De begrippen hoofdareaal en nevenareaal zijn in dit verband niet van toepassing.
„Gewassen met een tweeledig doel”, zijnde gewassen die meer dan één doel hebben, worden volgens de afspraak beschouwd als primair gewas voor hun hoofdgebruik en als secundair gewas voor hun nevengebruik.
Artikel 3
Dekking
1. De lidstaten produceren statistieken van de in de bijlage genoemde gewassen die op de oppervlakte cultuurgrond op hun grondgebied worden geproduceerd.
2. De statistieken zijn representatief voor ten minste 95 % van de volgende arealen:
a) |
totaal beteeld areaal aan akkerbouwgewassen (tabel 1); |
b) |
totaal geoogst areaal aan groenten, meloenen en aardbeien (tabel 2); |
c) |
totaal productieareaal met meerjarige teelten (tabel 3); |
d) |
oppervlakte cultuurgrond (tabel 4). |
3. Variabelen die in een lidstaat weinig of niet voorkomen, mogen van de statistieken worden uitgesloten, mits de betrokken lidstaat de Commissie uiterlijk aan het eind van het kalenderjaar dat onmiddellijk aan elk van de referentieperioden voorafgaat, op de hoogte stelt van alle desbetreffende gewassen en van de drempel die wordt toegepast voor het geringe voorkomen van elk van die gewassen.
Artikel 4
Frequentie en referentieperiode
De lidstaten verstrekken de Commissie jaarlijks de in de bijlage bedoelde gegevens. De referentieperiode is het oogstjaar. Het eerste referentiejaar is 2010.
Artikel 5
Nauwkeurigheidseisen
1. Lidstaten die steekproefenquêtes houden met het oog op het opstellen van statistieken, nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de gegevens in tabel 1 aan de volgende nauwkeurigheidseisen voldoen: de variatiecoëfficiënt van de gegevens die op 30 september van het jaar n + 1 moeten worden verstrekt, bedraagt (op nationaal niveau) ten hoogste 3 % van het beteelde areaal voor elk van de volgende voornaamste gewasgroepen: granen voor korrelwinning (inclusief zaaizaad), drooggeoogste peulvruchten en eiwitrijke gewassen voor korrelwinning (inclusief zaaizaad en mengsels van granen en peulvruchten), wortelgewassen, handelsgewassen en groen geoogste gewassen.
2. De lidstaten zien erop toe dat, wanneer zij beslissen andere bronnen van statistische informatie dan statistische enquêtes te gebruiken, deze informatie uit zulke bronnen ten minste van dezelfde kwaliteit is als de informatie uit statistische enquêtes.
3. Een lidstaat die besluit gebruik te maken van administratieve bronnen, stelt de Commissie vooraf in kennis en levert nadere gegevens aan over de te gebruiken methoden en de kwaliteit van de gegevens van die administratieve bronnen.
Artikel 6
Indiening bij de Commissie
1. De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) de in de bijlage bedoelde gegevens binnen de voor elke tabel voorgeschreven termijn.
2. De in de bijlage bedoelde indieningstabellen mogen door de Commissie worden aangepast. Deze maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen, onder meer door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 9, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
Artikel 7
Regionale statistieken
1. De gegevens voor de met „R” gemarkeerde gewassen in de bijlage worden voor de territoriale eenheden op NUTS-1- en NUTS-2-niveau, zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 1059/2003 verstrekt. Bij wijze van uitzondering kunnen zij voor Duitsland en het Verenigd Koninkrijk voor de territoriale eenheden op NUTS-1-niveau worden verstrekt.
2. Variabelen die in een lidstaat weinig of niet voorkomen, mogen van de statistieken worden uitgesloten, mits de lidstaat de Commissie uiterlijk aan het eind van het kalenderjaar dat onmiddellijk aan elk van de referentieperioden voorafgaat, op de hoogte stelt van alle desbetreffende gewassen en van de drempel die wordt toegepast voor het geringe voorkomen van elk van die gewassen.
Artikel 8
Statistische kwaliteit en verslag
1. Ten behoeve van deze verordening zijn de volgende kwaliteitscriteria van toepassing op de in te dienen statistieken:
a) |
„relevantie” dat betrekking heeft op de mate waarin de statistieken voorzien in de huidige en potentiële behoeften van de gebruikers; |
b) |
„nauwkeurigheid” dat betrekking heeft op de mate waarin de schattingen de onbekende werkelijke waarden benaderen; |
c) |
„actualiteit” dat betrekking heeft op het tijdsverloop tussen de beschikbaarheid van de informatie en de gebeurtenis die of het verschijnsel dat door de informatie wordt beschreven; |
d) |
„stiptheid” heeft betrekking op het tijdsverloop tussen de datum van de publicatie van de gegevens en de beoogde datum (de datum waarop ze hadden moeten worden gepubliceerd); |
e) |
„toegankelijkheid” en „duidelijkheid” die betrekking hebben op de voorwaarden en modaliteiten waaronder de gebruikers de gegevens kunnen verkrijgen, gebruiken en interpreteren; |
f) |
„vergelijkbaarheid” dat betrekking heeft op de meting van het effect van verschillen in de toegepaste statistische begrippen, meetinstrumenten en meetprocedures wanneer statistieken tussen geografische gebieden of sectoren of over een periode worden vergeleken; |
g) |
„coherentie” dat betrekking heeft op de mate waarin de gegevens geschikt zijn om op betrouwbare wijze op verschillende manieren en voor verschillende doeleinden te worden gecombineerd. |
2. De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) elke drie jaar, en voor de eerste keer uiterlijk 1 oktober 2011, een verslag over de kwaliteit van de toegezonden gegevens.
3. In het verslag over de kwaliteit wordt aan de hand van de in lid 1 bedoelde kwaliteitscriteria het volgende beschreven:
a) |
de opzet van en de toegepaste methodiek over de in deze verordening bedoelde enquêtes; |
b) |
de nauwkeurigheidsniveaus die bij de in deze verordening bedoelde steekproefenquêtes zijn bereikt;en |
c) |
de kwaliteit van andere gebruikte bronnen dan enquêtes. |
4. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van elke methodologische of andere verandering die de statistieken aanzienlijk zou kunnen beïnvloeden. Dit geschiedt uiterlijk drie maanden nadat deze verandering in werking is getreden.
5. Daarbij wordt het beginsel in acht genomen dat de extra kosten en lasten binnen de grenzen van het redelijke moeten blijven.
Artikel 9
Comitéprocedure
1. De Commissie wordt bijgestaan door het Permanent Comité voor de landbouwstatistiek, dat is opgericht bij artikel 1 van Besluit 72/279/EEG.
2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.
De termijn bedoeld in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG wordt op drie maanden vastgesteld.
3. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.
Artikel 10
Ontheffing
1. Wanneer de toepassing van deze verordening op het nationale statistisch systeem van een lidstaat grote aanpassingen met zich meebrengt en wellicht tot aanzienlijke praktische problemen leidt, kan de Commissie overeenkomstig de in artikel 9, lid 2, bedoelde beheersprocedure een ontheffing van de toepassing ervan toestaan tot en met 31 december 2010 of tot en met 31 december 2011.
2. Uiterlijk op 31 juli 2009 dient een lidstaat daartoe een met redenen omkleed verzoek in bij de Commissie.
Artikel 11
Intrekking
1. Onverminderd lid 2 worden de Verordeningen (EEG) nr. 837/90 en (EEG) nr. 959/93 op 1 januari 2010 ingetrokken.
Verwijzingen naar de ingetrokken verordeningen gelden als verwijzingen naar deze verordening.
2. In afwijking van artikel 12, tweede alinea, blijven de lidstaten waaraan een ontheffing overeenkomstig artikel 10 is toegestaan, de bepalingen van de Verordeningen (EEG) nr. 837/90 en (EEG) nr. 959/93 gedurende de toegestane ontheffing toepassen.
Artikel 12
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2010. Artikel 10 is evenwel van toepassing met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 18 juni 2009.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
H.-G. PÖTTERING
Voor de Raad
De voorzitter
Š. FÜLE
(1) Advies van het Europees Parlement van 19 februari 2009 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 8 juni 2009.
(2) PB L 88 van 3.4.1990, blz. 1.
(3) PB L 98 van 24.4.1993, blz. 1.
(4) Interinstitutioneel Akkoord „Beter wetgeven” (PB C 321 van 31.12.2003, blz. 1).
(5) PB L 321 van 1.12.2008, blz. 14.
(6) PB L 154 van 21.6.2003, blz. 1.
(7) PB L 179 van 7.8.1972, blz. 1.
(8) PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164.
(9) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.
(10) PB L 189 van 20.7.2007, blz. 1.
BIJLAGE
Tabel 1
Akkerbouwgewassen
(n.e.g.= niet elders genoemd)
DEEL A
|
Beteeld areaal (1 000 ha) |
Geoogste productie (1 000 t) |
Opbrengst (100 kg/ha) |
|||||||||
Indieningstermijnen |
31-jan |
30-jun |
31-aug |
30-sept |
31-jan |
30-sept |
30-sept |
31-okt |
31-jan |
30-sept |
31-aug |
|
jaar n |
jaar n |
jaar n |
jaar n |
jaar n + 1 |
jaar n + 1 |
jaar n |
jaar n |
jaar n + 1 |
jaar n + 1 |
jaar n |
||
|
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
8 |
9 |
10 |
11 |
|
|
LS boven de drempel |
LS boven de drempel |
LS boven de drempel |
Alle LS |
Alle LS |
Alle LS |
Alle LS |
Alle LS |
Alle LS |
Alle LS |
LS boven de drempel |
|
Granen voor korrelwinning (inclusief zaden) (1) |
— |
— |
— |
— |
X |
R |
— |
— |
X |
R |
— |
|
Granen (met uitzondering van rijst) (1) |
— |
— |
— |
— |
X |
X |
— |
— |
X |
X |
— |
|
Zachte tarwe en spelt (1), waarvan: |
— |
X |
X |
X |
X |
R |
X |
X |
X |
R |
X |
|
Wintertarwe (1) |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
|
Harde tarwe (1) |
X |
X |
X |
X |
X |
R |
X |
X |
X |
R |
X |
|
Rogge en mengkoren (1) |
X |
X |
X |
X |
X |
R |
X |
X |
X |
R |
X |
|
Gerst (1) waarvan: |
— |
X |
X |
X |
X |
R |
X |
X |
X |
R |
X |
|
Wintergerst (1) |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
|
Haver (1) |
— |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
|
Andere graanmengsels dan mengkoren (1) |
— |
— |
— |
— |
X |
X |
— |
— |
X |
X |
— |
|
Korrelmaïs en zaad-spil-mengsel (1) |
— |
X |
X |
X |
X |
R |
X |
X |
X |
R |
X |
|
Sorghum (1) |
— |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
|
Triticale (1) |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
|
Gierst, boekweit, kanariezaad (1) |
— |
— |
— |
— |
X |
X |
— |
— |
X |
X |
— |
|
Rijst (1) |
— |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
|
waaronder: |
Indica |
— |
— |
— |
— |
X |
X |
— |
— |
X |
X |
— |
Japonica |
— |
— |
— |
— |
X |
X |
— |
— |
X |
X |
— |
DEEL B
|
Beteeld areaal (1 000 ha) |
Geoogste productie (1 000 t) |
Opbrengst (100 kg/ha) |
||||||||
Indieningstermijnen |
31-jan |
30-jun |
31-aug |
30-sept |
31-jan |
30-sept |
30-sept |
31-okt |
31-jan |
30-sept |
31-aug |
jaar n |
jaar n |
jaar n |
jaar n |
jaar n + 1 |
jaar n + 1 |
jaar n |
jaar n |
jaar n + 1 |
jaar n + 1 |
jaar n |
|
|
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
8 |
9 |
10 |
11 |
|
LS boven de drempel |
LS boven de drempel |
LS boven de drempel |
Alle LS |
Alle LS |
Alle LS |
Alle LS |
Alle LS |
Alle LS |
Alle LS |
LS boven de drempel |
Drooggeoogste peulvruchten en eiwitrijke gewassen voor korrelwinning (inclusief zaden en mengsels van granen en peulvruchten) (1) |
— |
— |
— |
— |
X |
R |
— |
— |
X |
X |
— |
Erwten (1) |
— |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Tuin- en veldbonen (1) |
— |
X |
X |
X |
X |
X |
— |
X |
X |
X |
— |
Niet-bittere lupinen (1) |
— |
— |
— |
— |
X |
X |
— |
— |
X |
X |
— |
Andere drooggeoogste peulvruchten, n.e.g. |
— |
— |
— |
— |
X |
X |
— |
— |
— |
— |
— |
Hakvruchten |
— |
— |
— |
— |
X |
X |
— |
— |
X |
X |
— |
Aardappelen (inclusief primeurs en pootaardappelen) |
— |
X |
X |
X |
X |
X |
— |
X |
X |
X |
— |
Suikerbieten (exclusief zaaizaad) |
— |
X |
X |
X |
X |
R |
— |
X |
X |
R |
— |
Andere hakvruchten, n.e.g. |
— |
— |
— |
— |
X |
X |
— |
— |
— |
— |
— |
Gewassen voor industrieel gebruik |
— |
— |
— |
— |
X |
X |
— |
— |
X |
X |
— |
Kool- en raapzaad (1) |
— |
X |
X |
X |
X |
R |
X |
X |
X |
R |
X |
waaronder: winterraap |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Zonnebloempitten (1) |
— |
X |
X |
X |
X |
R |
X |
X |
X |
R |
X |
Lijnzaad (1) |
— |
— |
— |
— |
X |
R |
— |
— |
X |
X |
— |
Sojabonen (1) |
— |
X |
X |
X |
X |
R |
X |
X |
X |
R |
X |
Katoenzaad (1) |
— |
— |
— |
— |
— |
— |
— |
— |
X |
X |
— |
Andere oliehoudende gewassen (1) |
— |
— |
— |
— |
X |
X |
— |
— |
— |
— |
— |
Vezelvlas |
— |
— |
— |
— |
X |
R |
— |
— |
X |
X |
— |
Hennep |
— |
— |
— |
— |
X |
X |
— |
— |
X |
X |
— |
Katoenvezel |
— |
— |
— |
— |
X |
R |
— |
— |
X |
X |
— |
Hop |
— |
— |
— |
— |
X |
X |
— |
— |
X |
X |
— |
Tabak |
— |
— |
— |
— |
X |
R |
— |
— |
X |
R |
— |
Aromatische planten, geneeskrachtige kruiden en specerijen |
— |
— |
— |
— |
X |
X |
— |
— |
— |
— |
— |
Energiegewassen n.e.g. |
— |
— |
— |
— |
X |
X |
— |
— |
X |
X |
— |
Groen geoogste gewassen |
— |
— |
— |
— |
X |
X |
— |
— |
— |
— |
— |
Eenjarige groen geoogste gewassen |
— |
— |
— |
— |
X |
X |
— |
— |
X |
X |
— |
waarvan: Snijmaïs |
— |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
X |
Andere eenjarige groen geoogste gewassen, waarvan: |
— |
— |
— |
— |
X |
X |
— |
— |
X |
X |
— |
Peulvruchten |
— |
— |
— |
— |
X |
X |
— |
— |
— |
— |
— |
Tijdelijk grasland en begrazing |
— |
— |
— |
— |
X |
X |
— |
— |
— |
— |
— |
NB: De schattingen voor de kolommen 1, 2, 3 en 11 zijn verplicht voor lidstaten met een jaarlijkse gemiddelde nationale productie in de afgelopen 3 jaar van meer dan:
3 000 000 t voor zachte tarwe,
1 000 000 t voor harde tarwe,
900 000 t voor gerst,
100 000 t voor rogge en mengkoren,
1 500 000 t voor korrelmaïs,
200 000 t voor triticale,
150 000 t voor haver,
150 000 t voor sorghum,
150 000 t voor rijst,
70 000 t voor erwten,
50 000 t voor veldbonen,
300 000 t voor raapzaad,
200 000 t voor zonnebloempitten,
60 000 t voor soja,
700 000 t voor aardappelen,
2 500 000 t voor suikerbieten,
en 4 500 000 t voor snijmaïs.
Tabel 2
Groenten, meloenen en aardbeien
|
Geoogst areaal (1 000 ha) |
Geoogste productie (1 000 t) |
Indieningstermijnen |
31-maart jaar n + 1 |
31-maart jaar n + 1 |
|
1 |
2 |
GROENTEN, MELOENEN EN AARDBEIEN |
X |
|
Kool |
||
Bloemkool en broccoli |
X |
X |
Witte kool |
X |
X |
Blad- en stengelgroenten |
||
Selderij |
X |
X |
Prei |
X |
X |
Sla |
X |
X |
waarvan onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking (2) |
X |
|
Andijvie |
X |
X |
Spinazie |
X |
X |
Asperges |
X |
X |
Witloof |
X |
X |
Artisjokken |
X |
X |
Groenten geteeld voor hun vruchten |
||
Tomaten |
X |
X |
waarvan tomaten voor verse consumptie |
X |
X |
waarvan onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking (2) |
X |
|
Komkommers |
X |
X |
waarvan onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking (2) |
X |
|
Augurken |
X |
X |
Meloenen |
X |
X |
Watermeloenen |
X |
X |
Aubergines |
X |
X |
Courgettes |
X |
X |
Rode peper, capsicum |
X |
X |
waarvan onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking (2) |
X |
|
Wortel, knol- en bolgewassen |
||
Wortels |
X |
X |
Knoflook |
X |
X |
Uien |
X |
X |
Sjalotten |
X |
X |
Knolselderij |
X |
X |
Radijs |
X |
X |
Peulvruchten |
X |
|
Erwten |
X |
X |
Bonen |
X |
X |
Aardbeien |
X |
X |
waarvan onder glas of andere betreedbare beschermingsafdekking (2) |
X |
|
Gekweekte paddestoelen |
X |
X |
Tabel 3
Meerjarige teelten
|
Productieareaal (1 000 ha) |
Geoogste productie (1 000 t) |
||
Indieningstermijnen |
31 maart jaar n + 1 |
31 maart jaar n + 1 |
30-sept jaar n + 1 |
|
|
1 |
2 |
3 |
|
MEERJARIGE TEELTEN |
X |
|
|
|
Fruit van gematigde breedten |
||||
Appels |
X |
X |
|
|
waarvan appels voor verse consumptie |
|
X |
|
|
Peren |
X |
X |
|
|
Abrikozen |
X |
X |
|
|
Perziken |
X |
X |
|
|
Nectarines |
X |
X |
|
|
Kersen, waarvan: |
X |
X |
|
|
Zure kersen |
X |
X |
|
|
Pruimen |
X |
X |
|
|
Kleinfruit |
||||
Zwarte aalbessen |
X |
X |
|
|
Frambozen |
X |
X |
|
|
Noten (3) |
||||
Walnoten |
X |
X |
|
|
Hazelnoten |
X |
X |
|
|
Amandelen |
X |
X |
|
|
Kastanjes |
X |
X |
|
|
Fruit van subtropische breedten |
||||
Vijgen |
X |
X |
|
|
Kiwi’s |
X |
X |
|
|
Avocado’s |
X |
X |
|
|
Bananen |
X |
X |
|
|
Citrusvruchten (3) |
X |
|
|
|
Pompelmoezen en pomelo’s |
X |
|
X |
|
Citroenen en limoenen |
X |
|
X |
|
Sinaasappelen |
X |
|
X |
|
Kleine citrusvruchten |
X |
|
X |
|
Satsuma’s |
X |
|
X |
|
Clementines |
X |
|
X |
|
Druiven (3) |
X |
X |
|
|
Druiven voor wijn waarvan: |
X |
X |
|
|
|
Wijn met beschermde oorsprongsbenaming |
X |
X |
|
Wijn met beschermde geografische aanduiding |
X |
X |
|
|
Andere wijn |
X |
X |
|
|
Tafeldruiven |
X |
X |
|
|
Rozijnen |
X |
X |
|
|
Olijven (3) |
||||
Tafelolijven |
X |
X |
|
|
Olijven voor het vervaardigen van olie |
X |
X |
|
Tabel 4
Bodemgebruik voor de landbouw
|
Hoofdareaal (1 000 ha) |
|
Indieningstermijn |
30-sept jaar n + 1 |
|
Oppervlakte cultuurgrond |
R |
|
Bouwland |
R |
|
Granen voor korrelwinning (inclusief zaaizaad) |
X |
|
Drooggeoogste peulvruchten en eiwitrijke gewassen voor korrelwinning (inclusief zaden en mengsels van granen en peulvruchten) |
X |
|
Aardappelen (inclusief primeurs en pootaardappelen) |
X |
|
Suikerbieten (exclusief zaaizaad) |
X |
|
Gewassen voor industrieel gebruik |
X |
|
Verse groenten, meloenen en aardbeien |
X |
|
Bloemen en sierplanten (exclusief boomkwekerijgewassen) |
X |
|
Groen geoogste gewassen |
X |
|
Overige gewassen op bouwland |
X |
|
Braakland |
R |
|
Blijvend grasland |
R |
|
Blijvende gewassen |
X |
|
Meerjarige teelten waarvan: |
Boomgaarden en kleinfruit |
R |
Olijfboomgaarden |
R |
|
Wijngaarden |
R |
|
Boomkwekerijgewassen |
X |
(1) De productiecijfers voor deze producten wordt vermeld in gemiddelde vochtigheidsgraad, waarvan elke lidstaat de Commissie in januari/maart van ieder jaar n + 1(kolom 9) in kennis stelt.
(2) De schattingen zijn verplicht voor lidstaten met een geoogst areaal van 500 ha of meer.
(3) De schattingen zijn verplicht voor lidstaten met een nationaal productieareaal van 500 ha of meer.
29.6.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 167/12 |
VERORDENING (EG) nr. 544/2009 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 18 juni 2009
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 717/2007 betreffende roaming op openbare mobiele telefoonnetwerken binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 2002/21/EG inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Na raadpleging van het Comité van de Regio’s,
Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 717/2007 (3) zijn uitzonderlijke en tijdelijke plafonds vastgesteld voor de tarieven die exploitanten van mobiele netwerken op wholesale- en retailniveau in rekening mogen brengen voor internationale roamingdiensten voor telefoongesprekken met opbouw en afgifte binnen de Gemeenschap. Bij die verordening zijn tevens regels ingevoerd ter verhoging van de prijstransparantie en ter verbetering van de informatieverstrekking over tarieven aan gebruikers van roamingdiensten in de Gemeenschap. |
(2) |
De Commissie heeft overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EG) nr. 717/2007 een evaluatie uitgevoerd waarbij zij diende na te gaan of de doelstellingen van die verordening verwezenlijkt waren, de ontwikkeling moest evalueren van de wholesale- en retailtarieven voor de levering aan roamende klanten van spraaktelefonie- en datacommunicatiediensten, met inbegrip van sms en mms, en zo nodig aanbevelingen diende te formuleren met betrekking tot de noodzaak van regulering van deze diensten. In haar verslag aan het Europees Parlement en de Raad, zoals vervat in haar mededeling van 23 september 2008 over de evaluatie van de resultaten van Verordening (EG) nr. 717/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2007 betreffende roaming op openbare mobiele telefoonnetwerken binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 2002/21/EG, kwam de Commissie tot de conclusie dat de geldigheid van Verordening (EG) nr. 717/2007 na 30 juni 2010 diende te worden verlengd. |
(3) |
Voorts stelde de Commissie vast dat de werkingssfeer van Verordening (EG) nr. 717/2007 moet worden uitgebreid tot de levering van sms- en dataroamingdiensten in de Gemeenschap. De bijzondere kenmerken van de internationale roamingmarkten die het vaststellen van Verordening (EG) nr. 717/2007 en het opleggen van verplichtingen aan mobiele exploitanten met betrekking tot het verrichten van diensten op het gebied van roaminggesprekken binnen de Gemeenschap rechtvaardigden, gelden nu evenzeer voor de levering van sms- en dataroamingdiensten in de Gemeenschap. Evenals gespreksroamingdiensten, worden sms- en dataroamingdiensten niet onafhankelijk op nationaal niveau aangekocht, maar maken zij slechts deel uit van een breder retailpakket dat klanten van hun thuisaanbieder kopen, zodat de concurrentie op dit gebied wordt beperkt. Gelet voorts op de grensoverschrijdende aard van de diensten in kwestie, zijn de nationale regelgevende instanties die verantwoordelijk zijn voor de bescherming en bevordering van de belangen van klanten van mobiele netwerken die op hun grondgebied woonachtig zijn, niet in staat het gedrag te controleren van de exploitanten van het bezochte netwerk die zich in andere lidstaten bevinden. |
(4) |
In een echte interne markt voor mobiele communicatiediensten, die nog geen voldongen feit is maar het ultieme doel van elk regelgevingskader zou moeten zijn, zouden structurele problemen met betrekking tot roamingdiensten gemakkelijker op te lossen zijn. |
(5) |
De nationale regelgevende instanties, handelend binnen de Europese Groep van regelgevende instanties (ERG) zoals opgericht bij Besluit 2002/627/EG van de Commissie (4), deden in hun reactie op de openbare raadpleging over de evaluatie van Verordening (EG) nr. 717/2007 nogmaals een oproep aan de Commissie om op communautair niveau op te treden, zowel wat de verlenging van de geldigheid van de verordening als wat de regulering van sms- en dataroamingdiensten betreft. |
(6) |
Uit de gegevens over de prijsontwikkeling van de diensten voor spraaktelefonie met roaming in de Gemeenschap, met name de gegevens van de nationale regelgevende instanties die sedert de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 717/2007 ieder kwartaal in het kader van de ERG worden meegedeeld, blijkt onvoldoende dat er na juni 2010 zonder regelgeving sprake zal zijn van duurzame concurrentie op retail- of wholesaleniveau. Uit deze gegevens blijkt dat de retail- en wholesaletarieven rond de bij Verordening (EG) nr. 717/2007 vastgestelde plafonds liggen en dat er onder deze plafonds slechts beperkte concurrentie is. |
(7) |
Het verstrijken in juni 2010 van de geldigheid van de prijsplafonds die op grond van Verordening (EG) nr. 717/2007 van toepassing zijn op gespreksroamingdiensten op wholesale- en retailniveau binnen de Gemeenschap zou derhalve een groot risico inhouden dat het gebrek aan concurrentiedruk op de markt voor spraaktelefonie met roaming en de prikkel voor exploitanten van mobiele netwerken om hun inkomsten uit roaming te maximaliseren, zouden leiden tot retail- en wholesaletarieven voor roaming in de Gemeenschap die geen redelijke weerspiegeling vormen van de onderliggende kosten van de levering van de dienst, waardoor de doelstellingen van Verordening (EG) nr. 717/2007 in het gedrang zouden komen. Verordening (EG) nr. 717/2007 moet derhalve na 30 juni 2010 worden verlengd met een periode van twee jaar om te zorgen voor de soepele werking van de interne markt, zodat consumenten geen, in vergelijking met concurrerende nationale tarieven, buitensporige tarieven worden aangerekend wanneer zij een gereguleerd roaminggesprek initiëren of ontvangen, en tegelijkertijd voldoende tijd wordt geboden om de concurrentie te ontwikkelen. |
(8) |
De in deze verordening vastgestelde verplichtingen mogen de concurrentievoorwaarden voor exploitanten van mobiele diensten binnen de Gemeenschap niet verstoren en niet tot enig concurrentievoordeel leiden met name op grond van de omvang, het type roamingverkeer of de thuismarkt van de aanbieder van roamingdiensten. |
(9) |
Het niveau van de maximale gemiddelde wholesaletarieven voor gereguleerde roaming als vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 717/2007 zou tijdens de verlengde geldigheidsduur van de verordening moeten blijven dalen ter afspiegeling van de dalende kosten, met inbegrip van verlagingen van de gereguleerde mobiele afgiftetarieven in de lidstaten, om te zorgen voor een soepele werking van de interne markt terwijl tegelijkertijd wordt voldaan aan de tweeledige doelstelling om zowel buitensporige prijzen af te schaffen als exploitanten in staat te stellen te concurreren en te innoveren. |
(10) |
Om duurzame concurrentie van de verschillende roamingdiensten te bevorderen en te versterken, moeten de nationale regelgevende instanties, met name op het vlak van de berekening van wholesaletarieven, controleren of er tussen grote en kleine exploitanten wordt gediscrimineerd. |
(11) |
De datum in 2009 waarop de verlaging van de maximumbedragen voor gereguleerde roaminggesprekken op zowel wholesale- als retailniveau van kracht wordt, moet worden vervroegd van 30 augustus naar 1 juli om te zorgen voor samenhang met de invoering van de verplichtingen ten aanzien van het vaststellen van de prijzen voor gereguleerde sms-berichten overeenkomstig deze verordening. Op deze wijze zullen gebruikers van zowel gespreks- als sms-roamingdiensten kunnen profiteren van de nieuwe tarieven tijdens de periode waarin de vraag naar deze diensten het grootst is. |
(12) |
Wanneer de tariefplafonds niet in euro worden uitgedrukt, moeten de aanvankelijk vastgestelde tariefplafonds en de herziene waarden van die plafonds vastgesteld worden in de betrokken munteenheid door middel van toepassing van de referentiewisselkoersen die op de in deze verordening bepaalde data worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. Indien er op de betrokken datum geen bekendmaking plaatsvindt, dienen de referentiewisselkoersen toegepast te worden die zijn bekendgemaakt in het eerste Publicatieblad van de Europese Unie volgende op die datum waarin dergelijke referentiewisselkoersen zijn opgenomen. |
(13) |
Omdat de inachtneming van het plafond voor wholesaletarieven dat is vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 717/2007 wordt gemeten aan de hand van de gemiddelde wholesaleprijs van twee willekeurige exploitanten over een periode van 12 maanden, moet worden verduidelijkt dat de periode korter kan zijn, bijvoorbeeld wanneer de datum van een geplande verlaging van het maximale gemiddelde wholesaletarief vóór het eind van de periode van 12 maanden valt. |
(14) |
Sommige exploitanten van mobiele netwerken factureren wholesalesgeprekken op roamingniveau op basis van een minimumperiode die oploopt tot 60 seconden, terwijl de meeste tarieven voor wholesaleverbindingen per seconde worden vastgesteld. Hierdoor ontstaat een verstoring van de concurrentie tussen deze exploitanten en de exploitanten die andere methodes hanteren voor de facturering, en wordt de consequente toepassing van de wholesale-prijsplafonds die bij Verordening (EG) nr. 717/2007 zijn ingevoerd, ondermijnd. Bovendien vormt dit een extra element dat de wholesalekosten verhoogt en daardoor negatieve gevolgen heeft voor de prijsstelling van spraaktelefoniediensten met roaming op retailniveau. Exploitanten van mobiele netwerken moeten derhalve worden verplicht de levering op wholesale-niveau van gereguleerde oproepen met roaming per seconde te factureren. |
(15) |
De plafonds voor het Eurotarief (zowel voor gesprekken die worden geïnitieerd als voor gesprekken die worden ontvangen) moeten tijdens de verlengde geldigheidsperiode van Verordening (EG) nr. 717/2007 jaarlijks blijven dalen op soortgelijke wijze als tijdens de aanvankelijke geldigheidsperiode van de verordening, ter afspiegeling van de voortdurende verlagingen van binnenlandse mobiele tarieven en de voortdurende dalingen in de onderliggende kosten van de levering van gereguleerde roaminggesprekken. Zo kan die verordening effect blijven sorteren. |
(16) |
Met de toegenomen marges tussen de maximale wholesale- en retailtarieven die in deze verordening zijn vastgesteld moeten exploitanten meer ruimte krijgen om te concurreren op het niveau van de retailprijzen, hetgeen de kans vergroot op het ontstaan van een markt met vrije concurrentie. |
(17) |
Sommige exploitanten hebben te maken met hogere wholesalekosten dan anderen ten gevolge van geografische of andere omstandigheden, zoals moeilijke terreinvoorwaarden, regio’s met een lage bevolkingsdichtheid en een grote instroom van toeristen binnen korte perioden. |
(18) |
Volgens ramingen van de ERG leidt de praktijk van exploitanten van mobiele netwerken om intervallen van meer dan één seconde te factureren wanneer zij roamingdiensten op retailniveau in rekening brengen, tot een verhoging van een doorsnee Eurotariefrekening met 24 % voor geïnitieerde en 19 % voor ontvangen oproepen. Tevens verklaarde de ERG dat deze verhogingen een vorm van verborgen kosten zijn, omdat zij voor de meeste consumenten niet transparant zijn. De ERG doet dan ook de dringende aanbeveling een oplossing te zoeken voor de verschillende factureringspraktijken die op retailniveau op het Eurotarief worden toegepast. |
(19) |
Hoewel Verordening (EG) nr. 717/2007 door middel van het Eurotarief in de Gemeenschap heeft voorzien in een gemeenschappelijke aanpak om ervoor te zorgen dat roamende klanten voor gereguleerde roaminggesprekken geen buitensporige prijzen worden aangerekend, wordt een consequente toepassing ervan ernstig ondermijnd door de verschillende factureringspraktijken van de exploitanten van mobiele netwerken. Dit betekent ook dat er ondanks de communautaire omvang en de grensoverschrijdende aard van roamingdiensten binnen de Gemeenschap verschillende aanpakken bestaan voor de facturering van gereguleerde roaminggesprekken die de concurrentievoorwaarden in de interne markt verstoren. |
(20) |
Het verdient dus aanbeveling gemeenschappelijke voorschriften in te voeren met betrekking tot de facturering van Eurotariefeenheden op retailniveau om de interne markt verder te versterken en consumenten van roamingdiensten in de Gemeenschap een gemeenschappelijk niveau van bescherming te bieden in de hele Gemeenschap. |
(21) |
Exploitanten die gereguleerde roaminggesprekken op retailniveau aanbieden, moeten derhalve verplicht worden hun klanten alle gesprekken waarvoor een Eurotarief geldt per seconde te factureren met alleen de mogelijkheid een minimumaanvangsperiode te factureren van ten hoogste 30 seconden voor geïnitieerde oproepen. Op deze manier kunnen exploitanten redelijke kosten voor de totstandbrenging van de verbinding dekken en wordt flexibiliteit geboden zodat zij kunnen concurreren door kortere tariferingsperiodes aan te bieden. Voor inkomende gesprekken waarvoor het Eurotarief geldt, is een dergelijke aanvangstariferingsperiode echter niet gerechtvaardigd, omdat de onderliggende wholesalekosten per seconde in rekening worden gebracht en eventuele specifieke kosten voor de totstandbrenging van de verbinding reeds door mobiele afgiftetarieven zijn gedekt. |
(22) |
Op bezochte netwerken ontvangen voicemailberichten dienen de klant niet in rekening te worden gebracht, omdat hij op de duur van deze berichten geen invloed heeft. Dit geldt niet voor andere voicemailkosten, bijvoorbeeld kosten voor het beluisteren. |
(23) |
Wat SMS-roamingdiensten betreft, blijkt uit de marktgegevens die sedert de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 717/2007 door de ERG en de Commissie bijeen zijn gebracht, dat de Gemeenschap nog steeds een situatie kent waarin de wholesaletarieven voor deze diensten in het algemeen stabiel zijn gebleven en geen logische relatie hebben met de onderliggende kosten. Evenals bij gespreksroamingdiensten het geval is, lijkt er onvoldoende concurrentiedruk te zijn op exploitanten om de wholesaleprijzen omlaag te brengen. Ook de retailprijzen voor sms-roamingdiensten zijn in het algemeen stabiel gebleven en worden, zonder duidelijke rechtvaardiging, gekenmerkt door hoge marges en tarieven die aanzienlijk hoger liggen dan voor de equivalente binnenlandse sms-diensten. |
(24) |
Evenals in het geval van gespreksroamingdiensten, is er een aanzienlijk risico dat het opleggen van verplichte wholesaleprijzen op zich niet automatisch zou leiden tot lagere tarieven voor retailklanten. Anderzijds zouden maatregelen om het niveau van de retailprijzen omlaag te brengen zonder iets te doen aan het niveau van de wholesalekosten die verband houden met de levering van deze diensten de positie van een aantal exploitanten, met name kleinere exploitanten, in gevaar kunnen brengen, omdat het risico van tariefuitholling toeneemt. |
(25) |
Gezien de specifieke structuur en de grensoverschrijdende aard van de roamingmarkt heeft het regelgevingskader van 2002 de nationale regelgevende instanties bovendien niet de geschikte instrumenten geboden om de concurrentieproblemen die ten grondslag liggen aan het hoge niveau van de wholesale- en retailprijzen voor gereguleerde sms-roamingdiensten aan te pakken. Op deze wijze kan niet worden gezorgd voor de soepele werking van de interne markt, hetgeen dus moet worden rechtgetrokken. |
(26) |
In zijn antwoord op de openbare raadpleging door de Commissie over de evaluatie van de werking van Verordening (EG) nr. 717/2007 verklaarde de ERG ook dat regulering van sms-roamingdiensten noodzakelijk was op zowel wholesale- als retailniveau om de prijzen beter af te stemmen op de kosten en de binnenlandse prijzen. Hij was van oordeel dat regelingen zoals die voor gespreksroamingdiensten geschikt zouden zijn. Meer specifiek deed de ERG de aanbeveling een plafond in te voeren voor het gemiddelde wholesaletarief dat de ene exploitant de andere voor sms-roaming in rekening brengt, en de Eurotariefverplichting zodanig te wijzigen dat sms-roaming wordt aangeboden tegen een tarief dat niet hoger is dan een vastgesteld maximum. |
(27) |
Regelgevingsverplichtingen moeten derhalve worden opgelegd voor gereguleerde sms-roamingdiensten op wholesaleniveau zodat een betere verhouding ontstaat tussen wholesaletarieven en de onderliggende kosten, en op retailniveau om de belangen van roamende consumenten te beschermen. |
(28) |
Deze regelgevingsverplichtingen moeten zo spoedig mogelijk van kracht worden, terwijl de exploitanten in kwestie tegelijkertijd voldoende tijd moeten krijgen om hun prijzen en dienstenaanbod aan te passen zodat zij de regelgeving kunnen naleven. |
(29) |
De meest doelmatige en evenredige aanpak om het prijsniveau voor gereguleerde sms-roamingdiensten op retailniveau te reguleren is het op communautair niveau vaststellen van een gemiddeld maximumtarief per sms-bericht dat verzonden wordt vanuit een bezocht netwerk. Het gemiddelde wholesaletarief moet gedurende een specifieke periode worden toegepast tussen alle exploitanten van mobiele netwerken binnen de Gemeenschap. |
(30) |
De maximum-wholesaleprijs voor gereguleerde sms-roamingdiensten moet alle kosten omvatten van de aanbieder van de wholesaledienst, met inbegrip van onder meer de kosten van gespreksopbouw, transit en de niet gedekte afgiftekosten van sms-roamingberichten op het bezochte netwerk. Om te zorgen voor consequente toepassing van de bij deze verordening vastgestelde regels mogen wholesaleaanbieders van gereguleerde sms-roamingdiensten derhalve geen afzonderlijk bedrag in rekening brengen voor de afgifte van sms-roamingberichten op hun netwerk. |
(31) |
De meest doelmatige en evenredige aanpak om het retailprijsniveau voor sms-roamingberichten in de Gemeenschap te reguleren is de invoering van een verplichting voor exploitanten van mobiele netwerken om hun roamende klanten een Euro-sms-tarief aan te bieden dat een bepaalde prijslimiet niet overschrijdt. Het Euro-sms-tarief moet worden vastgesteld op een niveau dat de exploitanten voldoende marge biedt en tegelijkertijd zorgt voor een meer getrouwe afspiegeling van de onderliggende retailkosten. |
(32) |
Deze regelgevingsaanpak moet ervoor zorgen dat gereguleerde sms-roamingberichten een betere afspiegeling zijn van de onderliggende kosten voor de levering van deze dienst dan voorheen het geval was. Het maximum Euro-sms-tarief dat roamende klanten kan worden aangeboden, moet derhalve een redelijke marge inhouden met betrekking tot de kosten die gepaard gaan met de levering van een gereguleerde sms-roamingdienst, terwijl exploitanten kunnen concurreren door hun aanbod te variëren en door de prijsstructuur aan te passen aan de marktomstandigheden en de voorkeur van de consumenten. Deze regelgevingsaanpak mag niet van toepassing zijn op sms-diensten met toegevoegde waarde. |
(33) |
Roamende klanten mogen niet verplicht worden een aanvullend bedrag te betalen voor de ontvangst van een gereguleerd sms- of voicemailbericht met roaming op een bezocht netwerk, omdat de afgiftekosten reeds zijn doorberekend in de retailkosten voor de verzending van een sms- of voicemailbericht met roaming. |
(34) |
Een Euro-sms-tarief moet automatisch van toepassing zijn op elke nieuwe of bestaande roamende klant die niet vrijwillig kiest of heeft gekozen voor een bijzonder sms-roamingtarief of een pakket voor roamingdiensten met inbegrip van gereguleerde sms-roamingdiensten. |
(35) |
Om te zorgen voor eind-tot-eindverbindingen en interoperabiliteit voor roamende klanten van gereguleerde sms-roamingdiensten, moeten de nationale regelgevende instanties tijdig ingrijpen wanneer een exploitant van een terrestrisch mobiel netwerk in een lidstaat bij zijn nationale regelgevende instantie een klacht indient dat zijn abonnees geen gereguleerde sms-roamingberichten kunnen versturen naar of ontvangen van abonnees van een terrestrisch mobiel netwerk dat in een andere lidstaat is gevestigd, omdat de twee exploitanten er niet in slagen overeenstemming te bereiken. Deze ingreep moet in overeenstemming zijn met het bepaalde in artikel 5 van Richtlijn 2002/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de toegang tot en interconnectie van elektronische-communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten (Toegangsrichtlijn) (5), op gecoördineerde basis en in overeenstemming met het bepaalde in artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 717/2007 en artikel 21 van Richtlijn 2002/21/EG (6). |
(36) |
Een sms-bericht is een „Short Message Service”-tekstbericht en onderscheidt zich duidelijk van andere berichten zoals mms-berichten of e-mails. Om ervoor te zorgen dat deze verordening niet van zijn nuttig effect wordt beroofd en de doelstellingen ervan ten volle worden verwezenlijkt, moeten eventuele wijzigingen van de technische parameters van een sms-roamingbericht, waardoor het gedifferentieerd wordt van een binnenlands sms-bericht, worden verboden. |
(37) |
Uit gegevens die bijeen zijn gebracht door de nationale regelgevende instanties blijkt dat de gemiddelde wholesaletarieven voor dataroamingdiensten die worden aangerekend door de exploitanten van bezochte netwerken aan de thuisaanbieders van roamende klanten een neerwaartse trend vertonen, hoewel de hoge prijzen voor wholesale dataroamingdiensten blijven aanhouden. |
(38) |
Het hoge niveau van de retailprijzen voor dataroamingdiensten blijft zorgen baren en geeft aan dat de concurrentie op het gebied van deze diensten nog onvoldoende is. In tegenstelling tot wat voor gespreks- en sms-roamingdiensten geldt, is er op retailniveau echter wel concurrentiedruk, omdat retailklanten wanneer zij in het buitenland vertoeven over alternatieven beschikken om toegang te krijgen tot datadiensten, zoals openbare draadloze toegang tot het internet, zonder beperkingen wat de nummering betreft. In dit stadium zou het derhalve voorbarig zijn om de prijzen op retailniveau te reguleren. Voorts is voor elke verbinding met een roamingnetwerk toestemming van de gebruiker nodig. Bijgevolg mogen zonder voorafgaande toestemming van de gebruiker of zonder verzoek zijnerzijds geen roaminggegevens worden gedownload, met inbegrip van het updaten van computerprogramma’s of het bekijken van e-mails, tenzij hij heeft aangegeven geen gebruik te willen maken van deze bescherming. |
(39) |
Thuisaanbieders mogen de roamende klant geen kosten in rekening brengen voor gereguleerde dataroamingdiensten, zolang de roamende klant niet akkoord is gegaan met de levering van de dienst. |
(40) |
Wel moeten maatregelen worden ingevoerd om de transparantie van retailprijzen voor dataroamingdiensten te verbeteren, met name om het probleem van astronomisch hoge rekeningen, die een obstakel vormen voor de soepele werking van de interne markt, uit de weg te ruimen en roamende klanten de instrumenten te verschaffen die zij nodig hebben om hun uitgaven voor dataroamingdiensten te bewaken en te beheersen. Evenmin mag de ontwikkeling van toepassingen of technologieën worden belemmerd die roamingdiensten kunnen vervangen of er een alternatief voor kunnen vormen, zoals WiFi, Voice over Internet Protocol (VoIP) en Instant Messaging-diensten. De consument moet hiervan op de hoogte worden gesteld, zodat hij met kennis van zaken een keuze kan maken. |
(41) |
Exploitanten van mobiele netwerken moeten hun roamende klanten met name gepersonaliseerde tariefinformatie verschaffen over de kosten van dataroamingdiensten die voor deze klanten gelden telkens wanneer zij in een andere lidstaat gebruikmaken van een dataroamingdienst. Deze informatie moet zodanig op hun mobiele telefoon of ander mobiel toestel worden verstrekt dat ze eenvoudig te ontvangen en te begrijpen is. |
(42) |
Om het voor de klant gemakkelijker te maken inzicht te krijgen in de financiële gevolgen van het gebruik van gereguleerde dataroamingdiensten en hem in staat te stellen zijn uitgaven te bewaken en te beheersen, dienen de thuisaanbieders voorbeelden te geven van dataroamingtoepassingen, zoals e-mail, afbeeldingen en web-browsing, door hun omvang in termen van datagebruik bij benadering aan te geven. |
(43) |
Om astronomisch hoge rekeningen te voorkomen moeten exploitanten van mobiele netwerken bovendien een of meer financiële en/of volumeplafonds vaststellen met betrekking tot hun openstaande rekeningen voor dataroamingdiensten, in de valuta waarin de roamende klant de rekening ontvangt, die zij aan al hun roamende klanten gratis moeten aanbieden en waarbij een passende kennisgeving wordt gedaan wanneer men in de buurt komt van dit plafond. Wanneer dit plafond wordt bereikt, mag de klant deze diensten niet meer ontvangen en mogen deze hem niet meer in rekening worden gebracht, behalve wanneer hij specifiek om voortzetting van deze diensten verzoekt overeenkomstig de voorwaarden zoals vermeld in de kennisgeving. Roamende klanten moeten binnen een redelijke termijn voor een van deze financiële of volumeplafonds kunnen kiezen of zich tegen een dergelijk plafond uitspreken. Tenzij de klant iets anders te kennen geeft, moeten de plafonds standaard op hem worden toegepast. |
(44) |
Deze transparantiemechanismen moeten worden gezien als een minimumbescherming voor roamende klanten en mogen exploitanten van mobiele netwerken niet beletten hun klanten een reeks andere faciliteiten aan te bieden om hen te helpen hun uitgaven voor dataroamingdiensten te voorspellen en te beheersen. Tal van exploitanten zijn bijvoorbeeld bezig met de ontwikkeling van een nieuw forfaitair retailtarief voor roaming. Met een dergelijk tarief zijn dataroamingdiensten mogelijk voor een specifieke prijs gedurende een specifieke periode tot een redelijke gebruikslimiet. Ook zijn zij bezig met de ontwikkeling van systemen aan de hand waarvan hun roamende klanten in realtime precies op de hoogte kunnen zijn van hun uitgaven voor datadiensten met roaming. Om te kunnen zorgen voor een soepele werking van de interne markt, moet in de geharmoniseerde regels rekening worden gehouden met deze ontwikkelingen op de binnenlandse markten. |
(45) |
Dat het niveau van de wholesaletarieven voor dataroamingdiensten nog steeds erg hoog ligt, kan voornamelijk worden toegeschreven aan de hoge wholesaletarieven die worden aangerekend door exploitanten van niet-preferentiële netwerken. Deze tarieven zijn het gevolg van beperkingen in verband met verkeerssturing, waardoor de exploitanten geen prikkel hebben om hun wholesaletarieven eenzijdig te verlagen, omdat het dataverkeer hoe dan ook wordt ontvangen, ongeacht de prijs die in rekening wordt gebracht. Dit leidt tot extreme variaties in de wholesalekosten. In sommige gevallen zijn de prijzen voor dataroaming op wholesaleniveau die van toepassing zijn op niet-preferentiële netwerken, 30 maal hoger dan die welke van toepassing zijn op het preferentiële netwerk. Deze buitensporig hoge wholesaletarieven voor dataroamingdiensten leiden tot een aanzienlijke verstoring van de concurrentievoorwaarden tussen exploitanten van mobiele netwerken in de Gemeenschap, die de soepele werking van de interne markt ondermijnt. Zij maken het voorts moeilijker voor thuisaanbieders om hun wholesalekosten te voorspellen en hun klanten transparante en concurrerende retailprijspakketten aan te bieden. Omdat de nationale regelgevende instanties deze problemen op nationaal niveau minder doelmatig kunnen aanpakken, moet een plafond worden vastgesteld voor wholesaleprijzen voor dataroamingdiensten. Het plafond voor wholesaleprijzen moet worden vastgesteld op een dusdanig niveau dat een duidelijke veiligheidsmarge in acht wordt genomen boven de laagste wholesaleprijzen die momenteel op de markt beschikbaar zijn, teneinde de concurrentievoorwaarden te verbeteren, de ontwikkeling van een tendens tot concurrentie op de markt mogelijk te maken en te zorgen voor een betere werking van de interne markt ten gunste van de consument. Door de buitensporige wholesaletarieven voor dataroaming die nog altijd op de markt bestaan, uit te bannen, moet deze veiligheidsmarge gedurende de gehele toepassingsperiode van Verordening (EG) nr. 717/2007 het ontstaan van concurrentieverstoring of -beperking tussen exploitanten van mobiele communicatiediensten voorkomen. |
(46) |
Om rekening te houden met ontwikkelingen op de markt en het regelgevingskader dat van toepassing is op elektronische communicatie, moet worden verwezen naar „openbare communicatienetwerken” in plaats van „openbare telefoonnetwerken”. Met het oog op de samenhang moet artikel 1, lid 5, van Richtlijn 2002/21/EG dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(47) |
Aangezien de doelstellingen van deze verordening — namelijk Verordening (EG) nr. 717/2007 en Richtlijn 2002/21/EG te wijzigen om gemeenschappelijke regels te handhaven en verder te ontwikkelen, zodat gebruikers van openbare mobiele communicatienetwerken wanneer zij binnen de Gemeenschap reizen geen buitensporig hoge prijzen moeten betalen voor roamingdiensten in de Gemeenschap (ongeacht of het om spraaktelefonie, sms-berichten of datatransmissie gaat) waardoor wordt bijgedragen tot een soepele werking van de interne markt en een hoog niveau van consumentenbescherming en tegelijkertijd de concurrentie tussen exploitanten van mobiele netwerken wordt gewaarborgd — niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt op een veilige en geharmoniseerde wijze en tijdig, en derhalve, wegens de omvang en de gevolgen ervan, beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken. |
(48) |
Deze gemeenschappelijke aanpak moet niettemin gedurende een beperkte periode worden gehandhaafd, maar kan in het licht van een door de Commissie uit te voeren evaluatie verder worden verlengd of gewijzigd, dan wel vervangen door alternatieve regelgevingsopties, op basis van daartoe strekkende aanbevelingen van de Commissie. |
(49) |
De Commissie dient de doeltreffendheid van Verordening (EG) nr. 717/2007, gewijzigd bij deze verordening, te evalueren in het licht van de doelstellingen daarvan en de bijdrage tot de uitvoering van het regelgevend kader en het soepel functioneren van de interne markt. In dit verband moet de Commissie de gevolgen nagaan voor de concurrentiepositie van de aanbieders van mobiele communicatiediensten van uiteenlopende omvang en uit verschillende delen van de Gemeenschap, de ontwikkelingen, trends en de transparantie van retail- en wholesaletarieven, de verhouding daarvan tot de feitelijke kosten, de mate waarin de aannames die in de effectbeoordeling bij deze verordening zijn bevestigd, en de compliancekosten van de exploitanten en de gevolgen voor de investeringen. De Commissie dient in het licht van de technologische ontwikkelingen voorts aandacht te schenken aan de beschikbaarheid en de kwaliteit van diensten die een alternatief vormen voor roaming (zoals VoIP). |
(50) |
De Commissie dient, voordat bovenbedoelde evaluatie plaatsvindt en om ervoor te zorgen dat voortdurend toezicht wordt gehouden op de roamingdiensten in de Gemeenschap, een tussentijds verslag voor het Europees Parlement en de Raad op te stellen met een algemene samenvatting van de laatste trends op het gebied van roamingdiensten en een tussentijdse beoordeling van de vooruitgang die geboekt is bij het behalen van de doelstellingen van Verordening (EG) nr. 717/2007, zoals gewijzigd bij deze verordening, en de mogelijke alternatieve opties om deze doelstellingen te bereiken. |
(51) |
Alvorens passende aanbevelingen te formuleren, dient de Commissie dient tevens na te gaan of de regulering van roamingdiensten adequaat kan plaatsvinden binnen het regelgevingskader voor elektronische communicatie. Zij dient een degelijke evaluatie te verrichten van alternatieve methodes om de doelstellingen van Verordening (EG) nr. 717/2007 te bereiken, zoals:
|
Met name dient de Commissie in overleg met een orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie een onderzoek in te stellen naar en een beoordeling te maken van de concurrentiestructuur van de markt voor mobiele communicatiediensten die leidt tot weinig concurrerende roamingprijzen, en aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit te brengen over haar conclusies alsook voorstellen te doen om de structurele problemen op de markt voor mobiele communicatiediensten, en vooral de belemmeringen bij binnenkomst op de markt en expansie, aan te pakken.
(52) |
Verordening (EG) nr. 717/2007 en Richtlijn 2002/21/EG dienen derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen in Verordening (EG) nr. 717/2007
Verordening (EG) nr. 717/2007 wordt als volgt gewijzigd
1. |
de titel wordt vervangen door: |
2. |
artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
|
3. |
artikel 2, lid 2, wordt als volgt gewijzigd:
|
4. |
artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
|
5. |
artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
|
6. |
de volgende artikelen worden ingevoegd: „Artikel 4 bis Wholesaletarieven voor gereguleerde roaming sms-berichten 1. Met ingang van 1 juli 2009 mag het gemiddelde wholesaletarief dat de exploitant van een bezocht netwerk de exploitant van het thuisnetwerk van een roamende klant mag aanrekenen voor de levering van een gereguleerd roaming sms-bericht dat is opgebouwd op dat bezochte netwerk, niet meer bedragen dan 0,04 EUR per sms-bericht. 2. Het gemiddelde wholesaletarief als bedoeld in lid 1 wordt in alle gevallen toegepast tussen twee exploitanten en berekend over een tijdvak van twaalf maanden of elk korter tijdvak tot het aflopen van deze verordening. 3. Het gemiddelde wholesaletarief als bedoeld in lid 1 wordt berekend door de in totaal door de exploitant van het bezochte netwerk van elke exploitant van een thuisnetwerk ontvangen wholesale-inkomsten voor de opbouw en verzending van gereguleerde roaming sms-berichten binnen de Gemeenschap in het relevante tijdvak te delen door het totale aantal sms-berichten dat is opgebouwd en verzonden namens de desbetreffende exploitant van een thuisnetwerk in dat tijdvak. 4. De exploitant van een bezocht netwerk rekent de exploitant van het thuisnetwerk van een roamende klant geen andere kosten aan dan het in lid 1 bedoelde tarief voor de afgifte van een gereguleerd roaming sms-bericht dat wordt verzonden naar een roamende klant die op dat bezochte netwerk aan het roamen is. Artikel 4 ter Retailtarieven voor gereguleerde roaming sms-berichten 1. De thuisaanbieders bieden een Euro-sms-tarief als bepaald in lid 2 op duidelijke en transparante wijze aan al hun roamende klanten aan. Aan dit Euro-sms-tarief is geen abonnement of zijn geen andere vaste of terugkerende kosten verbonden en het kan worden gecombineerd met om het even welk retailtarief, met inachtneming van de overige bepalingen van dit artikel. 2. Met ingang van 1 juli 2009 mag het retailtarief, exclusief btw, van een Euro-sms-tarief dat een thuisaanbieder zijn roamende klant in rekening mag brengen voor een gereguleerd roaming sms-bericht dat door die roamende klant is verzonden, voor elk roaming sms-bericht verschillend zijn maar niet hoger liggen dan 0,11 EUR. 3. Thuisaanbieders mogen hun roamende klanten geen kosten aanrekenen wanneer deze een gereguleerd roaming sms-bericht ontvangen. 4. Met ingang van 1 juli 2009 passen thuisaanbieders automatisch een Euro-sms-tarief toe op alle bestaande roamende klanten, met uitzondering van roamende klanten die al vrijwillig hebben gekozen voor een specifiek roamingtarief of -pakket waardoor zij een ander tarief voor gereguleerde roaming sms-berichten genieten dan het tarief dat hun zou zijn aangeboden indien zij deze keuze niet hadden gemaakt. 5. Met ingang van 1 juli 2009 passen thuisaanbieders een Euro-sms-tarief toe op alle nieuwe roamende klanten die niet vrijwillig hebben gekozen voor een ander sms-roamingtarief of een tariefpakket voor roamingdiensten dat een ander tarief hanteert voor gereguleerde roaming sms-berichten. 6. Een roamende klant kan op elk moment verzoeken om over te stappen naar of van een Euro-sms-tarief. Elke overstap geschiedt binnen één werkdag na ontvangst van de aanvraag en is kosteloos en zonder dat er voorwaarden of beperkingen worden opgelegd op grond van elementen van het abonnement die geen betrekking hebben op roaming. Een thuisaanbieder mag deze overstap uitstellen totdat het voorgaande roamingtarief voor een gespecificeerde minimumperiode van kracht is geweest. Deze minimumperiode mag niet langer zijn dan drie maanden. Een Euro-sms-tarief kan altijd gecombineerd worden met een Eurotarief. 7. Thuisaanbieders brengen al hun roamende klanten uiterlijk op 30 juni 2009 persoonlijk op de hoogte van het Euro-sms-tarief, van het feit dat dit tarief uiterlijk vanaf 1 juli 2009 geldt voor alle roamende klanten die niet vrijwillig hebben gekozen voor een speciaal tarief of pakket dat van toepassing is op gereguleerde sms-berichten, en van hun recht om hiervan of hiernaar over te stappen overeenkomstig lid 6. Artikel 4 quater Technische kenmerken van gereguleerde roaming sms-berichten Thuisaanbieders of exploitanten van een bezocht netwerk mogen de technische kenmerken van gereguleerde roaming sms-berichten niet zodanig wijzigen dat zij afwijken van de technische kenmerken van sms-berichten op hun binnenlandse markt.”; |
7. |
artikel 5 wordt geschrapt; |
8. |
artikel 6 wordt vervangen door: „Artikel 6 Transparantie van de retailtarieven voor gereguleerde roamingoproepen en sms-berichten 1. Om een roamende klant attent te maken op het feit dat hij roamingkosten zal moeten betalen wanneer hij een oproep initieert of ontvangt of wanneer hij een sms-bericht verzendt, verstrekt elke thuisaanbieder, behalve wanneer de klant hem heeft laten weten dat hij deze dienst niet wenst te gebruiken, de klant, zodra deze een andere lidstaat dan die van zijn thuisnetwerk binnengaat, automatisch, zonder onnodige vertraging en kosteloos via een berichtendienst basale gepersonaliseerde prijsinformatie over de roamingtarieven (inclusief btw) die van toepassing zijn op het initiëren en ontvangen van oproepen en op het verzenden van sms-berichten door deze klant in de bezochte lidstaat. Deze basale gepersonaliseerde prijsinformatie omvat de maximumtarieven die de klant op grond van zijn tariefplan in rekening kunnen worden gebracht voor:
Zij omvat verder het in lid 2 bedoelde gratis telefoonnummer waar de klant meer gedetailleerde informatie kan verkrijgen en informatie over de mogelijkheid nooddiensten te bereiken door het gratis Europese alarmnummer 112 te kiezen. Een klant die kenbaar heeft gemaakt geen gebruik te willen maken van deze automatische berichtendienst, heeft het recht om op elk moment en kosteloos de verstrekking van de dienst door de thuisaanbieder opnieuw te verlangen. Op verzoek verstrekken de thuisaanbieders aan blinde of slechtziende klanten automatisch, door middel van een telefoongesprek en kosteloos deze basale gepersonaliseerde prijsinformatie. 2. In aanvulling op het bepaalde in lid 1 heeft de klant, waar in de Gemeenschap hij zich ook bevindt, het recht om door middel van een mobiel telefoongesprek of via sms kosteloos meer gedetailleerde gepersonaliseerde prijsinformatie over de in het bezochte netwerk toepasselijke roamingtarieven voor telefoongesprekken, sms, mms en andere datacommunicatiediensten alsmede informatie over de op grond van deze verordening toepasselijke transparantiemaatregelen te vragen en te ontvangen. Voor een dergelijk verzoek wordt een gratis nummer gebruikt dat de thuisaanbieder voor dat doel beschikbaar stelt. 3. De thuisaanbieders verstrekken alle gebruikers bij het nemen van hun abonnement alle informatie over de door hen gehanteerde roamingtarieven, met name over het Eurotarief en het Euro-sms-tarief. Zij geven aan hun roamende klanten ook zonder onnodige vertraging, telkens wanneer er een wijziging is, een actualisering van de gehanteerde tarieven. De thuisaanbieders nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat al hun roamende klanten zich bewust zijn van de beschikbaarheid van het Eurotarief en het Euro-sms-tarief. Met name stellen zij al hun roamende klanten uiterlijk op 30 juli 2007 in kennis van de voorwaarden met betrekking tot het Eurotarief en uiterlijk op 30 juni 2009 van de voorwaarden met betrekking tot het Euro-sms-tarief, telkens op duidelijke en ondubbelzinnige wijze. Zij sturen daarna met redelijke tussenpozen een herinnering aan alle klanten die voor een ander tarief hebben gekozen.”; |
9. |
het volgende artikel wordt ingevoegd: „Artikel 6 bis Transparantie en preventieve mechanismen voor gereguleerde dataroamingdiensten 1. In overeenstemming met de leden 2 en 3 zorgen thuisaanbieders ervoor dat hun roamende klanten zowel vóór als na de sluiting van een overeenkomst naar behoren worden voorgelicht over de tarieven die van toepassing zijn op hun gebruik van gereguleerde dataroamingdiensten, zodat deze een beter inzicht krijgen in de financiële gevolgen van dat gebruik en hun uitgaven voor gereguleerde dataroamingdiensten kunnen bewaken en beheersen. Waar nodig stellen thuisaanbieders hun klanten vóór de sluiting van een overeenkomst en vervolgens met regelmatige tussenpozen op de hoogte van het risico dat automatisch en ongecontroleerd een dataroamingverbinding tot stand komt en data worden gedownload. Voorts leggen thuisaanbieders hun klanten op duidelijke en gemakkelijk te begrijpen wijze uit, hoe zij deze automatische dataroamingverbinding kunnen uitschakelen om te voorkomen dat dataroamingdiensten op ongecontroleerde wijze worden afgenomen. 2. Met ingang van uiterlijk 1 juli 2009 wordt de roamende klant via een automatisch bericht van de thuisaanbieder meegedeeld dat hij aan het roamen is en ontvangt hij basale gepersonaliseerde informatie over de tarieven die van toepassing zijn op de levering van gereguleerde dataroamingdiensten aan hem in de desbetreffende lidstaat, behalve wanneer de klant zijn thuisaanbieder heeft laten weten dat hij deze informatie niet wenst te ontvangen. De roamende klant ontvangt dergelijke gepersonaliseerde basale tariefinformatie op zijn mobiele telefoon of een ander toestel, bijvoorbeeld via een sms-bericht, een e-mail of een pop-upvenster op de computer, telkens wanneer hij een andere lidstaat binnengaat dan die van zijn thuisnetwerk en aldaar voor het eerst gebruik begint te maken van een gereguleerde dataroamingdienst. De informatie wordt kosteloos, verstrekt op het moment dat de roamende klant gebruik begint te maken van een gereguleerde dataroamingdienst, op zodanige wijze dat de ontvangst en het begrip ervan worden vergemakkelijkt. Een klant die zijn thuisaanbieder kenbaar heeft gemaakt deze automatische tariefinformatie niet te willen ontvangen, heeft het recht om op elk moment en kosteloos de verstrekking van deze dienst door de thuisaanbieder opnieuw te verlangen. 3. Uiterlijk op 1 maart 2010 verschaft iedere thuisaanbieder al zijn roamende klanten de gelegenheid vrijwillig en kosteloos te kiezen voor een faciliteit die informatie geeft over de totale consumptie uitgedrukt in hoeveelheden of in de munteenheid waarin de roamende klant wordt gefactureerd voor gereguleerde dataroamingdiensten, en die waarborgt dat de totale uitgaven voor gereguleerde dataroamingdiensten in een gespecificeerde gebruiksperiode zonder de uitdrukkelijke toestemming van de klant een bepaald maximumbedrag niet overschrijden. Hiertoe stelt de thuisaanbieder één of meer maximumbedragen voorspecifieke gebruiksperiodes voor, mits de klant vooraf op de hoogte wordt gesteld van de daarmee overeenkomende volumes. Eén van deze maximumbedragen (het standaard maximumbedrag) ligt in de nabijheid van 50 EUR aan verschuldigde kosten per maandelijkse factureringsperiode (exclusief btw) zonder dit te overschrijden. Een andere mogelijkheid is dat de thuisaanbieder in volumes uitgedrukte plafonds bepaalt, mits de klant vooraf op de hoogte wordt gesteld van de dienovereenkomstige financiële bedragen. Eén van deze maxima (het standaard volumeplafond) stemt overeen met een bedrag dat 50 EUR verschuldigde kosten per maandelijkse factureringsperiode (exclusief btw) niet overschrijdt. De thuisaanbieder kan zijn roamende klanten tevens andere plafonds aanbieden met andere, dat wil zeggen hogere of lagere, maandelijkse maximumbedragen. Uiterlijk op 1 juli 2010 geldt het in de tweede en derde alinea bedoelde standaardplafond voor alle klanten die niet hebben gekozen voor een ander plafond. Elke thuisaanbieder zorgt er eveneens voor dat een passende kennisgeving naar de mobiele telefoon of een ander toestel van de roamende klant, bijvoorbeeld een sms-bericht, een e-mail of een pop-upvenster op de computer, wordt verstuurd wanneer de dataroamingdiensten 80 % van het overeengekomen financiële of volumeplafond hebben bereikt. Klanten hebben het recht van hun exploitanten te verlangen dat zij stoppen met het versturen van dergelijke kennisgevingen en het recht om te allen tijde en kosteloos van de thuisaanbieder te verlangen dat hij de levering van de dienst hervat. Als dit financiële of volumeplafond dreigt te worden overschreden, wordt een kennisgeving gestuurd naar de mobiele telefoon of een ander toestel van de roamende klant. Deze kennisgeving vermeldt welke procedure moet worden gevolgd, indien de klant voortzetting van de levering van die diensten wenst, alsook de kosten die verbonden zijn aan elke extra af te nemen eenheid. Indien de roamende klant niet reageert op de ontvangen kennisgeving, stopt de thuisaanbieder onmiddellijk met de levering en de facturering van gereguleerde dataroamingdiensten aan de roamende klant, tenzij en totdat de roamende klant verzoekt om voortzetting of hervatting van de levering van deze diensten. Wanneer een roamende klant vraagt om een „financiële of volumebeperkende”-faciliteit of om verwijdering ervan, vindt deze wijziging met ingang van 1 november 2010 kosteloos plaats binnen één werkdag na ontvangst van het verzoek, zonder dat voorwaarden of beperkingen op grond van andere elementen van het abonnement worden opgelegd. 4. Met ingang van 1 juli 2009:
|
10. |
artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
|
11. |
artikel 9 wordt vervangen door: „Artikel 9 Sancties De lidstaten stellen de regels vast betreffende de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om te waarborgen dat zij ten uitvoer worden gelegd. Deze sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op 30 maart 2008 of, in het geval van de aanvullende door Verordening (EG) nr. 544/2009 (7) vastgestelde voorschriften van artikel 3, leden 2 en 3, artikel 4, leden 2 en 4, en de artikelen 4 bis, 4 ter, 4 quater, 6, 6 bis en 7, niet later dan 30 maart 2010, in kennis van deze regels en brengen haar bij latere wijzigingen daarvan onverwijld op de hoogte. |
12. |
artikel 11 wordt vervangen door: „Artikel 11 Evaluatie 1. De Commissie evalueert de resultaten van deze verordening en brengt daarover, na inspraak van het publiek, uiterlijk op 30 juni 2011 verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad. De Commissie beoordeelt met name of de doelstellingen van deze verordening verwezenlijkt zijn. In dit verband evalueert zij onder meer het volgende:
De Commissie evalueert eveneens andere methodes dan prijsregulering die kunnen worden gehanteerd ter verwezenlijking van een concurrerende interne roamingmarkt, en houdt daarbij rekening met een onafhankelijke analyse van een orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie. Op grond van deze evaluatie doet de Commissie adequate aanbevelingen. 2. Bovendien legt de Commissie uiterlijk op 30 juni 2010 een tussentijds verslag voor aan het Europees Parlement en de Raad met daarin een overzicht van het toezicht op de levering van roamingdiensten in de Gemeenschap en een beoordeling van de vooruitgang die geboekt is bij de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening, waarbij ook de in lid 1 bedoelde zaken aan de orde komen.”; |
13. |
in artikel 12 wordt de tekst „uiterlijk op 30 augustus 2007” geschrapt; |
14. |
in artikel 13 wordt „2010” vervangen door „2012”. |
Artikel 2
Wijziging in Richtlijn 2002/21/EG
Artikel 1, lid 5, van Richtlijn 2002/21/EG wordt vervangen door:
„5. Deze richtlijn en de bijzondere richtlijnen laten de specifieke maatregelen onverlet die zijn genomen met het oog op de regulering van internationale roaming op openbare mobiele communicatienetwerken binnen de Gemeenschap.”.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag na haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 18 juni 2009.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
H.-G. PÖTTERING
Voor de Raad
De voorzitter
Š. FÜLE
(1) Advies van 15 januari 2009 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) Advies van het Europees Parlement van 22 april 2009 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 8 juni 2009.
(3) PB L 171 van 29.6.2007, blz. 32.
(4) PB L 200 van 30.7.2002, blz. 38.
(5) PB L 108 van 24.4.2002, blz. 7.
(6) PB L 108 van 24.4.2002, blz. 33.
(7) PB L 167, 29 juni 2009, blz. 12.”;
29.6.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 167/24 |
VERORDENING (EG) nr. 545/2009 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 18 juni 2009
tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 95/93 betreffende gemeenschappelijke regels voor de toewijzing van „slots” op communautaire luchthavens
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Na raadpleging van het Comité van de Regio’s,
Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De mondiale economische en financiële crisis treft de activiteiten van de luchtvaartmaatschappijen nu zwaar. De crisis heeft tijdens de winterdienstregelingsperiode 2008/2009 tot een opvallende daling van het luchtverkeer geleid. Ook de zomerdienstregelingsperiode 2009 zal door deze economische crisis worden getroffen. |
(2) |
Opdat de luchtvaartmaatschappijen door voor de zomerdienstregelingsperiode 2009 toegewezen slots niet te gebruiken hun recht op die slots niet verliezen, dient duidelijk en ondubbelzinnig te worden aangegeven dat deze dienstregelingsperiode door de genoemde economische crisis wordt getroffen. |
(3) |
De Commissie moet de impact van de economische crisis op de luchtvaartsector blijven analyseren. Indien de economische situatie vóór de winterdienstregelingsperiode 2009/2010 blijft verslechteren, zou de Commissie een voorstel kunnen indienen om de in deze verordening vervatte regeling voor de winterdienstregelingsperiode 2010/2011 te verlengen. Een dergelijk voorstel moet worden voorafgegaan door een volledige effectbeoordeling waarin de mogelijke gevolgen voor de mededinging en voor de consument worden geanalyseerd, en moet slechts worden gepresenteerd indien het deel uitmaakt van een voorstel voor een algehele herziening van Verordening (EEG) nr. 95/93 van de Raad van 18 januari 1993 betreffende gemeenschappelijke regels voor de toewijzing van „slots” op communautaire luchthavens (3), met als doel de huidige ondoelmatigheden bij de toewijzing van slots op te lossen en voor een optimaal gebruik van de schaarse capaciteit op overbelaste luchthavens te zorgen. |
(4) |
Verordening (EEG) nr. 95/93 moet dan ook dringend dienovereenkomstig worden gewijzigd. Deze wijziging doet in geen geval afbreuk aan de bevoegdheden van de Commissie uit hoofde van de toepassing van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag, |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EEG) nr. 95/93 wordt als volgt gewijzigd:
1. |
artikel 10 bis wordt vervangen door: „Artikel 10 bis Voor de toepassing van artikel 10, lid 2, aanvaarden de coördinatoren dat de luchtvaartmaatschappijen voor de zomerdienstregelingsperiode van 2010 recht hebben op de reeksen slots die hun overeenkomstig deze verordening aan het begin van de zomerdienstregelingsperiode van 2009 waren toegewezen.”; |
2. |
artikel 10 ter wordt geschrapt. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag volgend op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 18 juni 2009.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
H.-G. PÖTTERING
Voor de Raad
De voorzitter
Š. FÜLE
(1) Advies van 24 maart 2009 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) Advies van het Europees Parlement van 7 mei 2009 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 8 juni 2009.
(3) PB L 14 van 22.1.1993, blz. 1.
29.6.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 167/26 |
VERORDENING (EG) Nr. 546/2009 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 18 juni 2009
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 159, derde alinea,
Gelet op het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Gezien het advies van het Comité van de Regio’s (2),
Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (3),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 (4) is een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) opgericht, met het doel de Gemeenschap in staat te stellen om steun te verlenen aan en solidariteit te tonen met werknemers die ontslagen zijn als gevolg van door de globalisering veroorzaakte ingrijpende structurele veranderingen van de wereldhandelspatronen. |
(2) |
In haar mededeling van 2 juli 2008 heeft de Commissie, overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1927/2006, het eerste jaarverslag ingediend bij het Europees Parlement en de Raad. De Commissie concludeert dat het nuttig zou zijn het effect van het EFG op het creëren van banen en opleidingsmogelijkheden voor de Europese werknemers te versterken. |
(3) |
De „Gemeenschappelijke beginselen inzake flexizekerheid” die de Europese Raad op 14 december 2007 heeft bevestigd en de mededeling van de Commissie over „Nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen: anticipatie op en onderlinge afstemming van arbeidsmarktbehoeften en behoeften aan vaardigheden” benadrukken beide de doelstellingen van het bevorderen van het continue aanpassingsvermogen en de inzetbaarheid van werknemers door betere opleidingsmogelijkheden op alle niveaus en door strategieën voor de ontwikkeling van vaardigheden die aansluiten op de behoeften van de economie, zoals bijvoorbeeld de vaardigheden die nodig zijn voor de overgang naar een koolstofarme en een kenniseconomie. |
(4) |
De Commissie heeft op 26 november 2008 een mededeling over een Europees economisch herstelplan goedgekeurd, dat gebaseerd is op de fundamentele beginselen van solidariteit en sociale rechtvaardigheid. In het kader van de reactie op de crisis dienen de regels van het EFG herzien te worden teneinde in een afwijking te voorzien om de reikwijdte van het EFG tijdelijk te vergroten en het in staat te stellen om sneller te reageren. lidstaten die krachtens deze afwijking een EFG-bijdrage aanvragen, moeten een rechtstreeks verband aantonen tussen de gedwongen ontslagen en de financiële en economische crisis. |
(5) |
Om te waarborgen dat de criteria voor bijstandsverlening op transparante wijze worden toegepast, dient het begrip „gedwongen ontslagen” nader gedefinieerd te worden. Teneinde de lidstaten meer flexibiliteit te bieden wat het indienen van aanvragen betreft en de solidariteitsdoelstelling beter te verwezenlijken, dient in deze definitie de drempel verlaagd te worden. |
(6) |
Overeenkomstig de doelstelling van billijke en niet-discriminerende behandeling moeten alle ontslagen werknemers waarvan het collectieve ontslag duidelijk met dezelfde gebeurtenis verband houdt, kunnen profiteren van het pakket van individuele dienstverlening waarvoor een EFG-bijdrage wordt aangevraagd. |
(7) |
Technische bijstand op initiatief van de Commissie dient te worden benut om de uitvoering van de bijstandsverlening van het EFG te vergemakkelijken. |
(8) |
Om tijdens de periode van financiële en economische crisis extra EFG-bijstand te kunnen leveren, dient het medefinancieringspercentage tijdelijk verhoogd te worden. |
(9) |
Om de kwaliteit van de acties te verbeteren en voldoende tijd te laten opdat de maatregelen effect kunnen sorteren wat betreft het weer aan het werk helpen van de meest kwetsbare werknemers, dient de periode waarbinnen de subsidiabele acties uitgevoerd moeten worden, verlengd en verduidelijkt te worden. |
(10) |
Het functioneren van het EFG dient herzien te worden, met inbegrip van een tijdelijke uitzondering om ondersteuning van werknemers die ontslagen worden als gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis mogelijk te maken. |
(11) |
Verordening (EG) nr. 1927/2006 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 1927/2006 wordt als volgt gewijzigd:
1. |
in artikel 1 wordt het volgende lid ingevoegd: „1 bis. In afwijking van lid 1 verleent het EFG ook steun aan werknemers die worden ontslagen als rechtstreeks gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis, op voorwaarde dat de aanvragen voldoen aan de in artikel 2, onder a), b) of c), aangegeven criteria. lidstaten die krachtens deze afwijking een EFG-bijdrage aanvragen, tonen aan dat er een rechtstreeks verband is tussen de gedwongen ontslagen en de financiële en economische crisis. Deze uitzondering is van toepassing op alle aanvragen die vóór 31 december 2011 worden ingediend.”; |
2. |
artikel 2 wordt vervangen door: „Artikel 2 Criteria voor steunverlening Een financiële bijdrage uit het EFG wordt toegekend als grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen leiden tot een ernstige ontwrichting van de economie, zoals een substantiële toename van de invoer naar de Europese Unie, een snelle daling van het marktaandeel van de Europese Unie in een bepaalde sector, of verplaatsing van bedrijfsactiviteiten naar derde landen, met als gevolg:
Voor de berekening van het aantal gedwongen ontslagen als bedoeld onder de bovenstaande punten a), b) en c) wordt een ontslag meegeteld vanaf:
Voor elke onderneming die tot ontslagen overgaat, specificeert/specificeren de lidstaat/lidstaten in de aanvraag hoe het aantal ontslagen is berekend. |
3. |
het volgende artikel wordt ingevoegd: „Artikel 3 bis In aanmerking komende personen De lidstaten kunnen door het EFG medegefinancierde individuele diensten aanbieden aan getroffen werknemers, waaronder:
|
4. |
artikel 5, lid 2, onder a), wordt vervangen door:
|
5. |
artikel 8 wordt vervangen door: „Artikel 8 Technische bijstand op initiatief van de Commissie
|
6. |
artikel 10, lid 1, wordt vervangen door: „1. Op basis van de overeenkomstig artikel 5, lid 5, uitgevoerde beoordeling, voert de Commissie, aan de hand van onder andere het aantal te ondersteunen werknemers, de voorgestelde acties en de geraamde kosten, een evaluatie uit en doet zo snel mogelijk een voorstel inzake de hoogte van de eventuele financiële bijdrage die kan worden verstrekt binnen de grenzen van de beschikbare middelen. Dit bedrag mag niet hoger zijn dan 50 % van de totale geraamde kosten zoals bedoeld in artikel 5, lid 2, onder d). Voor aanvragen die vóór de in artikel 1, lid 1 bis, genoemde datum zijn ingediend, mag het bedrag niet hoger zijn dan 65 % van die kosten.”; |
7. |
aan artikel 11 wordt de volgende alinea toegevoegd: „Bij subsidies komen op forfaitaire basis gedeclareerde indirecte kosten tot maximaal 20 % van de directe kosten van een actie in aanmerking voor een bijdrage uit hoofde van het EFG, mits die indirecte kosten worden gemaakt overeenkomstig de nationale voorschriften, waaronder boekhoudregels.”; |
8. |
artikel 13, lid 2, wordt vervangen door: „2. De lidsta(a)t(en) voert/voeren alle in het gecoördineerde pakket van individuele diensten opgenomen subsidiabele acties zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 24 maanden na de in artikel 5 bedoelde datum van de aanvraag uit, of na de aanvangsdatum van deze maatregelen, mits laatstgenoemde datum niet later valt dan drie maanden na de datum van aanvraag.”; |
9. |
in artikel 20 wordt na de eerste alinea de volgende alinea ingevoegd: „Het Europees Parlement en de Raad kunnen deze verordening, met inbegrip van de in artikel 1, lid 1 bis, bepaalde tijdelijke afwijking, herzien op basis van een voorstel van de Commissie.”. |
Artikel 2
Overgangsbepalingen
Deze verordening is van toepassing op alle aanvragen voor bijstand uit hoofde van het EFG die met ingang van 1 mei 2009 worden ingediend. Op voor die datum ontvangen aanvragen blijven gedurende de gehele looptijd van de EFG-bijstand de voorschriften van toepassing welke op de datum van aanvraag van kracht waren.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 18 juni 2009.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
H.-G. PÖTTERING
Voor de Raad
De voorzitter
Š. FÜLE
(1) Advies van 24 maart 2009 (nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt).
(2) Advies van 22 april 2009 (nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt).
(3) Advies van het Europees Parlement van 6 mei 2009 (nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt) en besluit van de Raad van 11 juni 2009.
(4) PB L 48 van 22.2.2008, blz. 82.
(5) PB L 225 van 12.8.1998, blz. 16.”;