ISSN 1725-2598 doi:10.3000/17252598.L_2009.123.nld |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 123 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
52e jaargang |
Inhoud |
|
I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is |
Bladzijde |
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
|
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
|
|
II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is |
|
|
|
BESLUITEN/BESCHIKKINGEN |
|
|
|
Raad |
|
|
|
2009/388/EG |
|
|
* |
||
|
|
Commissie |
|
|
|
2009/389/EG |
|
|
* |
Beschikking van de Commissie van 16 juli 2008 betreffende steunmaatregel C 25/2000 (ex N 149/99) die Italië voornemens is uit te voeren ten behoeve van het staalbedrijf Lucchini Siderurgica SpA (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 3515) ( 1 ) |
|
|
|
RICHTSNOEREN |
|
|
|
Europese Centrale Bank |
|
|
|
2009/390/EG |
|
|
* |
||
|
|
2009/391/EG |
|
|
* |
|
|
Rectificaties |
|
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is
VERORDENINGEN
19.5.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 123/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 406/2009 VAN DE COMMISSIE
van 18 mei 2009
tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (2), en met name op artikel 138, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
Bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XV, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 19 mei 2009.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 18 mei 2009.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.
BIJLAGE
Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
JO |
73,9 |
MA |
44,2 |
|
MK |
80,5 |
|
TN |
115,0 |
|
TR |
95,0 |
|
ZZ |
81,7 |
|
0707 00 05 |
EG |
131,0 |
JO |
155,5 |
|
MA |
32,7 |
|
TR |
135,1 |
|
ZZ |
113,6 |
|
0709 90 70 |
JO |
216,7 |
TR |
120,7 |
|
ZZ |
168,7 |
|
0805 10 20 |
EG |
44,0 |
IL |
55,5 |
|
MA |
48,4 |
|
TN |
49,2 |
|
TR |
107,8 |
|
US |
49,3 |
|
ZA |
56,7 |
|
ZZ |
58,7 |
|
0805 50 10 |
AR |
50,9 |
TR |
50,7 |
|
ZA |
51,7 |
|
ZZ |
51,1 |
|
0808 10 80 |
AR |
81,5 |
BR |
77,9 |
|
CL |
82,4 |
|
CN |
91,5 |
|
MK |
42,0 |
|
NZ |
101,5 |
|
US |
125,7 |
|
UY |
71,7 |
|
ZA |
83,4 |
|
ZZ |
84,2 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.
19.5.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 123/3 |
VERORDENING (EG) Nr. 407/2009 VAN DE COMMISSIE
van 14 mei 2009
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (1), en met name op artikel 19, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 338/97 bevat lijsten van dier- en plantensoorten waarvan het verhandelen aan beperkingen of toezicht onderworpen is. Die lijsten omvatten de lijsten die zijn opgenomen in de bijlagen bij de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten, hierna „de CITES-overeenkomst” genoemd. |
(2) |
De volgende soorten zijn op verzoek van China opgenomen in bijlage III bij de CITES-overeenkomst: Corallium elatius, Corallium japonicum, Corallium konjoi en Corallium secundum. |
(3) |
De soorten Crax daubentoni, Crax globulosa, Crax rubra, Ortalis vetula, Pauxi pauxi, Penelopina nigra, Arborophila campbelli, Arborophila charltonii, Lophura erythrophthalma, Lophura ignita, Semnornis ramphastinus, Baillonius bailloni, Pteroglossus castanotis, Ramphastos dicolorus en Selenidera maculirostris — die momenteel zijn opgenomen in bijlage B van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 338/97 — maken niet het voorwerp uit van zoveel internationale handel dat hun voortbestaan daardoor in het gedrang zou kunnen worden gebracht, maar zij zijn in bijlage III bij de CITES-overeenkomst opgenomen op verzoek van Colombia, Costa Rica, Guatemala, Honduras, Maleisië en Argentinië en dienen derhalve van bijlage B naar bijlage C van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 338/97 te worden overgeheveld. |
(4) |
Van de soorten Phyllomedusa sauvagii, Leptodactylus laticeps, Limnonectes macrodon, Rana shqiperica, Ranodon sibiricus, Bolitoglossa dofleini, Cynops ensicauda, Echinotriton andersoni, Pachytriton labiatus, Paramesotriton spp., Salamandra algira en Tylototriton spp. — die momenteel niet in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 338/97 zijn opgenomen — worden zodanig grote aantallen specimens in de Gemeenschap ingevoerd dat monitoring wenselijk is. Deze soorten dienen bijgevolg in bijlage D van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 338/97 te worden opgenomen. |
(5) |
Op de 14e Conferentie der Partijen bij CITES in juni 2007 zijn nieuwe standaardnomenclatuurwerken voor dieren aangenomen. Er zijn enkele inconsistenties aan het licht gekomen tussen de bijlagen bij de CITES-overeenkomst en deze standaardnomenclatuurwerken wat betreft de wetenschappelijke namen van de soorten Asarcornis scutulata en Pezoporus occidentalis, de families Rheobatrachidae en Phasianidae en de orde SCANDENTIA. Aangezien deze inconsistenties zich ook voordoen in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 338/97, dient die bijlage dienovereenkomstig te worden aangepast. |
(6) |
Gezien de omvang van de wijzigingen is het met het oog op de duidelijkheid dienstig de bijlage bij Verordening (EG) nr. 338/97 in haar geheel te vervangen. |
(7) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het krachtens artikel 18 van Verordening (EG) nr. 338/97 ingestelde Comité voor de handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Verordening (EG) nr. 338/97 wordt vervangen door de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 14 mei 2009.
Voor de Commissie
Stavros DIMAS
Lid van de Commissie
(1) PB L 61 van 3.3.1997, blz. 1.
BIJLAGE
„BIJLAGE
Opmerkingen over de interpretatie van de bijlagen A, B, C en D
1. |
De in de bijlagen A, B, C en D opgenomen soorten worden aangeduid:
|
2. |
De afkorting „spp.” dient ter aanduiding van alle soorten van een hoger taxon. |
3. |
Andere verwijzingen naar taxa van een hogere categorie dan de soort worden uitsluitend ter informatie of classificatie gegeven. |
4. |
Vetgedrukte soorten in bijlage A zijn daarin opgenomen overeenkomstig hun bescherming uit hoofde van Richtlijn 79/409/EEG van de Raad (de „Vogelrichtlijn”) of Richtlijn 92/43/EEG van de Raad (de „Habitatrichtlijn”). |
5. |
De volgende afkortingen worden gebruikt ter aanduiding van subspecifieke plantentaxa:
|
6. |
De tekens „(I)”, „(II)” en „(III)” achter de naam van een soort of hoger taxon verwijzen naar de bijlagen bij de overeenkomst waarin de betrokken soorten zijn opgenomen, zoals aangegeven in de opmerkingen 7 tot en met 9. Indien geen van deze tekens is aangebracht, zijn de betrokken soorten niet in de bijlagen bij de overeenkomst opgenomen. |
7. |
(I) achter de naam van een soort of hoger taxon betekent dat die soort of dat hogere taxon is opgenomen in bijlage I bij de overeenkomst. |
8. |
(II) achter de naam van een soort of hoger taxon betekent dat die soort of dat hogere taxon is opgenomen in bijlage II bij de overeenkomst. |
9. |
(III) achter de naam van een soort of hoger taxon betekent dat die soort of dat hogere taxon is opgenomen in bijlage III bij de overeenkomst. In dat geval wordt tevens het land aangegeven met betrekking waartoe de soort of het hogere taxon in bijlage III is opgenomen. |
10. |
Hybriden kunnen uitdrukkelijk in de bijlagen worden opgenomen, doch uitsluitend indien zij in de vrije natuur onderscheidbare, stabiele populaties vormen. Op hybride dieren die in de laatste vier vooroudergeneraties van de lijn één of meer specimens van enige in bijlage A of B opgenomen soort tellen, zijn de bepalingen van deze verordening van toepassing alsof zij tot die soort zelf behoorden, zelfs indien de betrokken hybride niet uitdrukkelijk in de bijlage(n) is opgenomen. |
11. |
Wanneer een soort in bijlage A, B of C is opgenomen, zijn ook alle delen en producten van die soort in dezelfde bijlage opgenomen, tenzij voor die soort door middel van een annotatie is aangegeven dat alleen specifieke delen en producten daarin zijn opgenomen. Conform artikel 2, onder t), van deze verordening dient het teken „#”, gevolgd door een cijfer, achter de naam van een in bijlage B of C opgenomen soort of hoger taxon om delen of producten te omschrijven die in dit verband ter fine van de verordening zijn vermeld, als volgt:
|
12. |
Aangezien voor geen van de in bijlage A opgenomen plantensoorten of hogere plantentaxa door middel van een annotatie is aangegeven dat op hybriden daarvan de bepalingen van artikel 4, lid 1, van de verordening van toepassing zijn, betekent dit dat kunstmatig gekweekte hybriden van een of meer van deze soorten of taxa verhandeld mogen worden met een certificaat van kunstmatige kweek, en dat zaden en pollen (met inbegrip van pollinia), afgesneden bloemen en in steriele recipiënten vervoerde invitrozaailing- en weefselculturen op een vaste of vloeibare voedingsbodem van deze hybriden niet onder de bepalingen van de verordening vallen. |
13. |
Urine, feces en grijze amber die excretieproducten zijn welke werden verkregen zonder dat het dier in kwestie werd gemanipuleerd, vallen niet onder de bepalingen van de verordening. |
14. |
Wat de in bijlage D opgenomen diersoorten betreft, zijn de bepalingen alleen van toepassing op levende specimens en complete of in essentie complete dode specimens, behalve voor de taxa die als volgt zijn geannoteerd om aan te geven dat die bepalingen ook gelden voor andere delen en producten:
|
15. |
Wat de in bijlage D opgenomen plantensoorten betreft, zijn de bepalingen alleen van toepassing op levende specimens, behalve voor de taxa die als volgt zijn geannoteerd om aan te geven dat die bepalingen ook gelden voor andere delen en producten:
|
|
Bijlage A |
Bijlage B |
Bijlage C |
Gewone naam |
FAUNA (DIEREN) |
||||
CHORDATA (CHORDADIEREN) |
||||
MAMMALIA |
|
|
|
Zoogdieren |
ARTIODACTYLA |
|
|
|
Evenhoevigen |
Antilocapridae |
|
|
|
Gaffelantilopen |
Antilocapra americana (I) (Alleen de populatie in Mexico; geen enkele andere populatie is in de bijlagen bij deze verordening opgenomen.) |
|
|
Gaffelantiloop (populatie in Mexico) |
|
Bovidae |
|
|
|
Holhoornigen |
Addax nasomaculatus (I) |
|
|
Addax of Mendes-antiloop |
|
|
Ammotragus lervia (II) |
|
Manenschaap |
|
|
|
Antilope cervicapra (III Nepal) |
Indische antiloop |
|
|
Bison bison athabascae (II) |
|
Bosbison |
|
Bos gaurus (I) (Met uitzondering van de gedomesticeerde vorm die Bos frontalis wordt genoemd, waarop de bepalingen van deze verordening niet van toepassing zijn) |
|
|
Gaur |
|
Bos mutus (I) (Met uitzondering van de gedomesticeerde vorm die Bos grunniens wordt genoemd, waarop de bepalingen van deze verordening niet van toepassing zijn) |
|
|
Wilde jak |
|
Bos sauveli (I) |
|
|
Kouprey |
|
|
|
Bubalus arnee (III Nepal) (Met uitzondering van de gedomesticeerde vorm die Bubalus bubalis wordt genoemd, waarop de bepalingen van deze verordening niet van toepassing zijn) |
Aziatische buffel |
|
Bubalus depressicornis (I) |
|
|
Laaglandbuffel |
|
Bubalus mindorensis (I) |
|
|
Tamarou |
|
Bubalus quarlesi (I) |
|
|
Berganoa |
|
|
Budorcas taxicolor (II) |
|
Takin |
|
Capra falconeri (I) |
|
|
Schroefhoorngeit |
|
Capricornis milneedwardsii (I) |
|
|
Chinese bosgems |
|
Capricornis rubidus (I) |
|
|
Rode bosgems |
|
Capricornis sumatraensis (I) |
|
|
Cambodjaanse bosgems |
|
Capricornis thar (I) |
|
|
Himalaya-bosgems |
|
|
Cephalophus brookei (II) |
|
Brookes duiker |
|
|
Cephalophus dorsalis (II) |
|
Zwartrugduiker |
|
Cephalophus jentinki (I) |
|
|
Jentinks duiker |
|
|
Cephalophus ogilbyi (II) |
|
Ogilby's duiker |
|
|
Cephalophus silvicultor (II) |
|
Geelrugduiker |
|
|
Cephalophus zebra (II) |
|
Zebraduiker |
|
|
Damaliscus pygargus pygargus (II) |
|
Bontebok |
|
Gazella cuvieri (I) |
|
|
Cuviers gazelle |
|
|
|
Gazella dorcas (III Algerije/Tunesië) |
Dorcasgazelle |
|
Gazella leptoceros (I) |
|
|
Duingazelle |
|
Hippotragus niger variani (I) |
|
|
Reuzenpaardantiloop |
|
|
Kobus leche (II) |
|
Litschie-waterbok |
|
Naemorhedus baileyi (I) |
|
|
Rode goral |
|
Naemorhedus caudatus (I) |
|
|
Langstaartgoral |
|
Naemorhedus goral (I) |
|
|
Gewone goral |
|
Naemorhedus griseus (I) |
|
|
Grijze goral |
|
Nanger dama (I) |
|
|
Damagazelle |
|
Oryx dammah (I) |
|
|
Algazelle |
|
Oryx leucoryx (I) |
|
|
Arabische oryx |
|
|
Ovis ammon (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen subspecies) |
|
Argali |
|
Ovis ammon hodgsonii (I) |
|
|
Nyan |
|
Ovis ammon nigrimontana (I) |
|
|
Argalischaap van de Zwarte Bergen |
|
|
Ovis canadensis (II) (Alleen de populatie in Mexico; geen enkele andere populatie is in de bijlagen bij deze verordening opgenomen.) |
|
Dikhoornschaap (Mexicaanse populatie) |
|
Ovis orientalis ophion (I) |
|
|
Cypriotische moeflon |
|
|
Ovis vignei (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen subspecies) |
|
Oerial of steppeschaap |
|
Ovis vignei vignei (I) |
|
|
Ladakh-oerial |
|
Pantholops hodgsonii (I) |
|
|
Tibetaanse antiloop |
|
|
Philantomba monticola (II) |
|
Blauwe duiker |
|
Pseudoryx nghetinhensis (I) |
|
|
Vietnamese antiloop |
|
Rupicapra pyrenaica ornata (I) |
|
|
Apennijnengems |
|
|
Saiga borealis (II) |
|
Mongoolse saiga-antiloop |
|
|
Saiga tatarica (II) |
|
Saiga-antiloop |
|
|
|
Tetracerus quadricornis (III Nepal) |
Vierhoornantiloop |
|
Camelidae |
|
|
|
Kameelachtigen |
|
Lama glama guanicoe (II) |
|
Goeanaco |
|
Vicugna vicugna (I) (Met uitzondering van de populaties in: Argentinië [de populaties in de provincies Jujuy en Catamarca en de halfwilde populaties in de provincies Jujuy, Salta, Catamarca, La Rioja en San Juan]; Bolivia [de hele populatie]; Chili [populatie in de Primera Región]; en Peru [de hele populatie]; deze populaties zijn opgenomen in bijlage B) |
Vicugna vicugna (II) (Uitsluitend de populaties in: Argentinië (1) [de populaties in de provincies Jujuy en Catamarca en de halfwilde populaties in de provincies Jujuy, Salta, Catamarca, La Rioja en San Juan]; Bolivia (2) [de hele populatie]; Chile (3) [populatie in de Primera Región]; Peru (4) [de hele populatie]; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage A.) |
|
Vicuña |
|
Cervidae |
|
|
|
Herten |
Axis calamianensis (I) |
|
|
Filipijns zwijnshert |
|
Axis kuhlii (I) |
|
|
Bawean-zwijnshert |
|
Axis porcinus annamiticus (I) |
|
|
Annam-zwijnshert |
|
Blastocerus dichotomus (I) |
|
|
Moerashert |
|
|
Cervus elaphus bactrianus (II) |
|
Afghaans edelhert |
|
|
|
Cervus elaphus barbarus (III Algerije/Tunesië) |
Noord-Afrikaans edelhert |
|
Cervus elaphus hanglu (I) |
|
|
Kasjmir-edelhert |
|
Dama dama mesopotamica (I) |
|
|
Iraans damhert |
|
Hippocamelus spp. (I) |
|
|
Andesherten |
|
|
|
Mazama temama cerasina (III Guatemala) |
Midden-Amerikaans spieshert |
|
Muntiacus crinifrons (I) |
|
|
Zwarte muntjak |
|
Muntiacus vuquangensis (I) |
|
|
Indochinese muntjak |
|
|
|
Odocoileus virginianus mayensis (III Guatemala) |
Guatemalteeks waaierstaarthert |
|
Ozotoceros bezoarticus (I) |
|
|
Pampahert |
|
|
Pudu mephistophiles (II) |
|
Ecuadoraanse poedoe |
|
Pudu puda (I) |
|
|
Chileense poedoe |
|
Rucervus duvaucelii (I) |
|
|
Barasingha |
|
Rucervus eldii (I) |
|
|
Lierhert |
|
Hippopotamidae |
|
|
|
Nijlpaarden |
|
Hexaprotodon liberiensis (II) |
|
Dwergnijlpaard |
|
|
Hippopotamus amphibius (II) |
|
Nijlpaard |
|
Moschidae |
|
|
|
Muskusherten |
Moschus spp. (I) (Alleen de populaties in Afghanistan, Bhutan, India, Myanmar, Nepal en Pakistan; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B.) |
Moschus spp. (II) (Met uitzondering van de populaties in Afghanistan, Bhutan, India, Myanmar, Nepal en Pakistan, die in bijlage A zijn opgenomen) |
|
Muskusherten |
|
Suidae |
|
|
|
Varkens |
Babyrousa babyrussa (I) |
|
|
Gouden babiroessa of hertzwijn |
|
Babyrousa bolabatuensis (I) |
|
|
Bola Batu-babiroessa |
|
Babyrousa celebensis (I) |
|
|
Sulawesi-babiroessa |
|
Babyrousa togeanensis (I) |
|
|
Malenge- of Togian-babiroessa |
|
Sus salvanius (I) |
|
|
Dwergzwijn |
|
Tayassuidae |
|
|
|
Pecari′s |
|
Tayassuidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species en met uitzondering van de populaties van Pecari tajacu in Mexico en de Verenigde Staten, die niet in de bijlagen bij deze verordening zijn opgenomen) |
|
Pecari′s |
|
Catagonus wagneri (I) |
|
|
Chaco-pecari |
|
CARNIVORA |
|
|
|
Roofdieren |
Ailuridae |
||||
|
Ailurus fulgens (I) |
|
|
Kleine panda |
Canidae |
|
|
|
Hondachtigen |
|
|
Canis aureus (III India) |
Goudjakhals |
|
Canis lupus (I/II) (Alle populaties behalve die in Spanje ten noorden van de Duero en die in Griekenland ten noorden van de 39e breedtegraad. De populaties in Bhutan, India, Nepal en Pakistan zijn opgenomen in bijlage I; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage II.) |
Canis lupus (II) (Populaties in Spanje ten noorden van de Duero en populaties in Griekenland ten noorden van de 39e breedtegraad) |
|
Wolf |
|
Canis simensis |
|
|
Ethiopische wolf |
|
|
Cerdocyon thous (II) |
|
Krabbenetende vos |
|
|
Chrysocyon brachyurus (II) |
|
Manenwolf |
|
|
Cuon alpinus (II) |
|
Aziatische boshond of dhole |
|
|
Lycalopex culpaeus (II) |
|
Andes-jakhalsvos |
|
|
Lycalopex fulvipes (II) |
|
Darwinvos |
|
|
Lycalopex griseus (II) |
|
Argentijnse jakhalsvos |
|
|
Lycalopex gymnocercus (II) |
|
Pampajakhalsvos |
|
Speothos venaticus (I) |
|
|
Zuid-Amerikaanse boshond |
|
|
|
Vulpes bengalensis (III India) |
Bengaalse vos |
|
|
Vulpes cana (II) |
|
Grijze vos |
|
|
Vulpes zerda (II) |
|
Fennek |
|
Eupleridae |
|
|
|
Madagaskar-civetkatten |
|
|
Cryptoprocta ferox (II) |
|
Fretkat of fossa |
|
|
Eupleres goudotii (II) |
|
Mierencivetkat of kleine falanoek |
|
|
Fossa fossana (II) |
|
Fanaloka of grote falanoek |
Felidae |
|
|
|
Katachtigen |
|
Felidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species. Op specimens van de gedomesticeerde vorm zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing) |
|
Katachtigen |
|
Acinonyx jubatus (I) (De volgende jaarlijkse exportquota voor levende specimens en jachttrofeeën zijn vastgesteld: Botswana: 5; Namibië: 150; Zimbabwe: 50. Voor de handel in deze specimens gelden de bepalingen van artikel 4, lid 1, van deze verordening.) |
|
|
Jachtluipaard of cheetah |
|
Caracal caracal (I) (Alleen de populatie in Azië; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B.) |
|
|
Aziatische caracal |
|
Catopuma temminckii (I) |
|
|
Aziatische goudkat |
|
Felis nigripes (I) |
|
|
Zwartvoetkat |
|
Felis silvestris (II) |
|
|
Wilde kat |
|
Leopardus geoffroyi (I) |
|
|
Geoffroys kat |
|
Leopardus jacobitus (I) |
|
|
Bergkat |
|
Leopardus pardalis (I) |
|
|
Ocelot |
|
Leopardus tigrinus (I) |
|
|
Oncilla of Amerikaanse tijgerkat |
|
Leopardus wiedii (I) |
|
|
Margay |
|
Lynx lynx (II) |
|
|
Euraziatische lynx |
|
Lynx pardinus (I) |
|
|
Pardellynx |
|
Neofelis nebulosa (I) |
|
|
Nevelpanter |
|
Panthera leo persica (I) |
|
|
Aziatische leeuw |
|
Panthera onca (I) |
|
|
Jaguar |
|
Panthera pardus (I) |
|
|
Luipaard |
|
Panthera tigris (I) |
|
|
Tijger |
|
Pardofelis marmorata (I) |
|
|
Marmerkat |
|
Prionailurus bengalensis bengalensis (I) (Alleen de populaties in Bangladesh, India en Thailand; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B.) |
|
|
Bengaalse kat |
|
Prionailurus iriomotensis (II) |
|
|
Iriomote-kat |
|
Prionailurus planiceps (I) |
|
|
Platkopkat |
|
Prionailurus rubiginosus (I) (Alleen de populatie in India; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B.) |
|
|
Roestkat |
|
Puma concolor coryi (I) |
|
|
Florida-poema |
|
Puma concolor costaricensis (I) |
|
|
Costa Ricaanse poema |
|
Puma concolor couguar (I) |
|
|
Oostelijke poema |
|
Puma yagouaroundi (I) (Alleen de populaties in Midden- en Noord-Amerika; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B.) |
|
|
Jaguaroendi |
|
Uncia uncia (I) |
|
|
Sneeuwpanter |
|
Herpestidae |
|
|
|
Mangoesten |
|
|
Herpestes fuscus (III India) |
Indische bruine mangoest |
|
|
|
Herpestes edwardsi (III India) |
Indische grijze mangoest |
|
|
|
Herpestes javanicus auropunctatus (III India) |
Indische mangoest |
|
|
|
Herpestes smithii (III India) |
Rode mangoest |
|
|
|
Herpestes urva (III India) |
Krabbenmangoest |
|
|
|
Herpestes vitticollis (III India) |
Gestreepte mangoest |
|
Hyaenidae |
|
|
|
Hyena’s |
|
|
Proteles cristata (III Botswana) |
Aardwolf |
|
Mephitidae |
|
|
|
Stinkdieren |
|
Conepatus humboldtii (II) |
|
Soerilho |
|
Mustelidae |
|
|
|
Marterachtigen |
Lutrinae |
|
|
|
Otters |
|
Lutrinae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Otters |
|
Aonyx capensis microdon (I) (Alleen de populaties in Kameroen en Nigeria; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B.) |
|
|
Congo-otter |
|
Enhydra lutris nereis (I) |
|
|
Zuidelijke zeeotter |
|
Lontra felina (I) |
|
|
Chungungo-otter |
|
Lontra longicaudis (I) |
|
|
Langstaartotter |
|
Lontra provocax (I) |
|
|
Zuidelijke rivierotter |
|
Lutra lutra (I) |
|
|
Euraziatische otter |
|
Lutra nippon (I) |
|
|
Japanese otter |
|
Pteronura brasiliensis (I) |
|
|
Reuzenotter |
|
Mustelinae |
|
|
|
Marters en wezels |
|
|
Eira barbara (III Honduras) |
Tayra |
|
|
|
Galictis vittata (III Costa Rica) |
Grison |
|
|
|
Martes flavigula (III India) |
Maleise bonte marter |
|
|
|
Martes foina intermedia (III India) |
Indiase steenmarter |
|
|
|
Martes gwatkinsii (III India) |
Zuid-Indiase marter |
|
|
|
Mellivora capensis (III Botswana) |
Honingdas of ratel |
|
Mustela nigripes (I) |
|
|
Zwartvoetbunzing |
|
Odobenidae |
|
|
|
Walrussen |
|
Odobenus rosmarus (III Canada) |
|
Walrus |
|
Otariidae |
|
|
|
Pelsrobben |
|
Arctocephalus spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Pelsrobben |
|
Arctocephalus philippii (II) |
|
|
Juan Fernandez-pelsrob |
|
Arctocephalus townsendi (I) |
|
|
Guadeloupe-pelsrob |
|
Phocidae |
|
|
|
Zeehonden, robben |
|
Mirounga leonina (II) |
|
Zuidelijke zeeolifant |
|
Monachus spp. (I) |
|
|
Monniksrobben |
|
Procyonidae |
|
|
|
Wasbeerachtigen |
|
|
Bassaricyon gabbii (III Costa Rica) |
Gabbi's slankbeer |
|
|
|
Bassariscus sumichrasti (III Costa Rica) |
Cacomistle |
|
|
|
Nasua narica (III Honduras) |
Neusbeer |
|
|
|
Nasua nasua solitaria (III Uruguay) |
Zuid-Braziliaanse neusbeer |
|
|
|
Potos flavus (III Honduras) |
Rolstaartbeer |
|
Ursidae |
|
|
|
Beren |
|
Ursidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Beren |
|
Ailuropoda melanoleuca (I) |
|
|
Grote panda |
|
Helarctos malayanus (I) |
|
|
Maleise beer |
|
Melursus ursinus (I) |
|
|
Lippenbeer |
|
Tremarctos ornatus (I) |
|
|
Brilbeer |
|
Ursus arctos (I/II) (Alleen de populaties in Bhutan, China, Mexico en Mongolië en de ondersoort Ursus arctos isabellinus zijn opgenomen in bijlage I; alle andere populaties en ondersoorten zijn opgenomen in bijlage II.) |
|
|
Bruine beer |
|
Ursus thibetanus (I) |
|
|
Kraagbeer |
|
Viverridae |
|
|
|
Echte civetkatten |
|
|
Arctictis binturong (III India) |
Binturong |
|
|
|
Civettictis civetta (III Botswana) |
Afrikaanse civetkat |
|
|
Cynogale bennettii (II) |
|
Ottercivetkat |
|
|
Hemigalus derbyanus (II) |
|
Bandcivetkat |
|
|
|
Paguma larvata (III India) |
Gemaskerde larvenroller |
|
|
|
Paradoxurus hermaphroditus (III India) |
Loeak |
|
|
|
Paradoxurus jerdoni (III India) |
Jerdons palmcivetkat |
|
|
Prionodon linsang (II) |
|
Gestreepte linsang |
|
Prionodon pardicolor (I) |
|
|
Gevlekte linsang |
|
|
|
Viverra civettina (III India) |
Grote gevlekte civetkat |
|
|
|
Viverra zibetha (III India) |
Aziatische civetkat |
|
|
|
Viverricula indica (III India) |
Kleine civetkat |
|
CETACEA |
|
|
|
Walvisachtigen |
CETACEA spp. (I/II) (5) |
|
|
Walvisachtigen |
|
CHIROPTERA |
|
|
|
Vleermuizen |
Phyllostomidae |
|
|
|
Bladneusvleermuizen |
|
|
Platyrrhinus lineatus (III Uruguay) |
Witstreepvampier |
|
Pteropodidae |
|
|
|
Vliegende honden |
|
Acerodon spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Schijnkalongs |
|
Acerodon jubatus (I) |
|
|
Filipijnse vliegende hond |
|
|
Pteropus spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Kalongs |
|
Pteropus insularis (I) |
|
|
Vliegende hond van Truk |
|
Pteropus livingstonii (II) |
|
|
Vliegende hond van de Comoren |
|
Pteropus loochoensis (I) |
|
|
Japanse vliegende hond |
|
Pteropus mariannus (I) |
|
|
Vliegende hond van de Marianen |
|
Pteropus molossinus (I) |
|
|
Vliegende hond van Pohnpei |
|
Pteropus pelewensis (I) |
|
|
Vliegende hond van Palau |
|
Pteropus pilosus (I) |
|
|
Grote vliegende hond van Palau |
|
Pteropus rodricensis (II) |
|
|
Vliegende hond van Rodriguez |
|
Pteropus samoensis (I) |
|
|
Vliegende hond van Samoa |
|
Pteropus tonganus (I) |
|
|
Pacifische vliegende hond |
|
Pteropus ualanus (I) |
|
|
Vliegende hond van Kosrae |
|
Pteropus voeltzkowi (II) |
|
|
Vliegende hond van Pemba |
|
Pteropus yapensis (I) |
|
|
Vliegende hond van Yap |
|
CINGULATA |
|
|
|
Gordeldierachtigen |
Dasypodidae |
|
|
|
Gordeldieren |
|
|
Cabassous centralis (III Costa Rica) |
Midden-Amerikaans kaalstaartgordeldier |
|
|
|
Cabassous tatouay (III Uruguay) |
Zuid-Amerikaans kaalstaartgordeldier |
|
|
Chaetophractus nationi (II) (Er is een jaarlijks exportquotum van nul exemplaren vastgesteld. Alle specimens worden beschouwd als specimens van een soort van bijlage A en op de handel daarin is de desbetreffende regelgeving van toepassing.) |
|
Boliviaans harig gordeldier |
|
Priodontes maximus (I) |
|
|
Reuzengordeldier |
|
DASYUROMORPHIA |
|
|
|
Roofbuideldieren |
Dasyuridae |
|
|
|
Echte roofbuideldieren |
Sminthopsis longicaudata (I) |
|
|
Langstaartsmalvoetbuidelmuis |
|
Sminthopsis psammophila (I) |
|
|
Smalvoetbuidelmuis |
|
Thylacinidae |
|
|
|
Buidelwolven |
Thylacinus cynocephalus (mogelijk uitgestorven) (I) |
|
|
Buidelwolf |
|
DIPROTODONTIA |
|
|
|
Klimbuideldieren, wombats en kangoeroes |
Macropodidae |
|
|
|
Kangoeroes en wallaby’s |
|
Dendrolagus inustus (II) |
|
Bruine boomkangoeroe |
|
|
Dendrolagus ursinus (II) |
|
Zwarte boomkangoeroe |
|
Lagorchestes hirsutus (I) |
|
|
Westelijke haaskangoeroe |
|
Lagostrophus fasciatus (I) |
|
|
Gestreepte haaskangoeroe |
|
Onychogalea fraenata (I) |
|
|
Geteugelde spoorstaartkangoeroe |
|
Onychogalea lunata (I) |
|
|
Halvemaanspoorstaartkangoeroe |
|
Phalangeridae |
|
|
|
Koeskoezen |
|
Phalanger intercastellanus (II) |
|
Oostelijke koeskoes |
|
|
Phalanger mimicus (II) |
|
Zuidelijke koeskoes |
|
|
Phalanger orientalis (II) |
|
Grijze koeskoes |
|
|
Spilocuscus kraemeri (II) |
|
Krämers koeskoes |
|
|
Spilocuscus maculatus (II) |
|
Gevlekte koeskoes |
|
|
Spilocuscus papuensis (II) |
|
Papoea-koeskoes |
|
Potoroidae |
|
|
|
Ratkangoeroes |
Bettongia spp. (I) |
|
|
Buidelkonijnen |
|
Caloprymnus campestris (mogelijk uitgestorven) (I) |
|
|
Woestijnratkangoeroe |
|
Vombatidae |
|
|
|
Wombats |
Lasiorhinus krefftii (I) |
|
|
Breedkopwombat |
|
LAGOMORPHA |
|
|
|
Haasachtigen |
Leporidae |
|
|
|
Hazen en konijnen |
Caprolagus hispidus (I) |
|
|
Borstelige haas of Assam-konijn |
|
Romerolagus diazi (I) |
|
|
Vulkaankonijn |
|
MONOTREMATA |
|
|
|
Eierleggende zoogdieren |
Tachyglossidae |
|
|
|
Mierenegels |
|
Zaglossus spp. (II) |
|
Vachtegels |
|
PERAMELEMORPHIA |
|
|
|
Buideldassen |
Chaeropodidae |
|
|
|
Varkenspootbuideldassen |
Chaeropus ecaudatus (mogelijk uitgestorven) (I) |
|
|
Varkenspootbuideldas |
|
Peramelidae |
|
|
|
Echte buideldassen |
|
Perameles bougainville (I) |
|
|
Gestreepte spitsneusbuideldas |
Thylacomyidae |
|
|
|
Langoorbuideldassen |
|
Macrotis lagotis (I) |
|
|
Grote langoorbuideldas |
|
Macrotis leucura (I) |
|
|
Kleine langoorbuideldas |
PERISSODACTYLA |
|
|
|
Onevenhoevigen |
Equidae |
|
|
|
Paardachtigen |
Equus africanus (I) (Met uitzondering van de gedomesticeerde vorm die Equus asinus wordt genoemd, waarop de bepalingen van deze verordening niet van toepassing zijn) |
|
|
Wilde ezel |
|
Equus grevyi (I) |
|
|
Grevyzebra |
|
Equus hemionus (I/II) (De soort is opgenomen in bijlage II maar de ondersoorten Equus hemionus hemionus en Equus hemionus khur zijn opgenomen in bijlage I) |
|
|
Koelan |
|
Equus kiang (II) |
|
|
Kiang |
|
Equus przewalskii (I) |
|
|
Przewalskipaard |
|
|
Equus zebra hartmannae (II) |
|
Hartmanns bergzebra |
|
Equus zebra zebra (I) |
|
|
Kaapse bergzebra |
|
Rhinocerotidae |
|
|
|
Neushoorns |
Rhinocerotidae spp. (I) (Met uitzondering van de in bijlage B opgenomen subspecies) |
|
|
Neushoorns |
|
|
Ceratotherium simum simum (II) (Alleen de populaties in Zuid-Afrika en Swaziland; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage A. Uitsluitend met het oog op het toestaan van internationaal verkeer van levende dieren, voor zover daaraan een passende en aanvaardbare bestemming is gegeven, alsook handel in jachttrofeeën. Alle andere specimens worden als specimens van een soort van bijlage A beschouwd en op de handel daarin is de desbetreffende regelgeving van toepassing.) |
|
Zuidelijke breedlipneushoorn |
|
Tapiridae |
|
|
|
Tapirs |
Tapiridae spp. (I) (Met uitzondering van de in bijlage B opgenomen species) |
|
|
Tapirs |
|
|
Tapirus terrestris (II) |
|
Zuid-Amerikaanse tapir |
|
PHOLIDOTA |
|
|
|
Schubdierachtigen |
Manidae |
|
|
|
Schubdieren |
|
Manis spp. (II) (Voor Manis crassicaudata, Manis culionensis, Manis javanica en Manis pentadactyla is een jaarlijks exportquotum van nul exemplaren vastgesteld voor aan de natuur onttrokken specimens die voor overwegend commerciële doeleinden in de handel worden gebracht) |
|
Schubdieren |
|
PILOSA |
|
|
|
Luiaarden en miereneters |
Bradypodidae |
|
|
|
Drievingerluiaards |
|
Bradypus variegatus (II) |
|
Westelijke drievingerluiaard |
|
Megalonychidae |
|
|
|
Tweevingerluiaards |
|
|
Choloepus hoffmanni (III Costa Rica) |
Costa Ricaanse tweevingerluiaard |
|
Myrmecophagidae |
|
|
|
Miereneters |
|
Myrmecophaga tridactyla (II) |
|
Reuzenmiereneter |
|
|
|
Tamandua mexicana (III Guatemala) |
Boommiereneter |
|
PRIMATES |
|
|
|
Opperdieren |
|
PRIMATES spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Opperdieren |
|
Atelidae |
|
|
|
Grijpstaartapen |
Alouatta coibensis (I) |
|
|
Coiba-brulaap |
|
Alouatta palliata (I) |
|
|
Mantelbrulaap |
|
Alouatta pigra (I) |
|
|
Guatemalteekse brulaap |
|
Ateles geoffroyi frontatus (I) |
|
|
Zwarthandslingeraap |
|
Ateles geoffroyi panamensis (I) |
|
|
Roodbuikslingeraap |
|
Brachyteles arachnoides (I) |
|
|
Spinaap |
|
Brachyteles hypoxanthus (I) |
|
|
Gele spinaap of gele muriqui |
|
Oreonax flavicauda (I) |
|
|
Geelstaartwolaap |
|
Cebidae |
|
|
|
Klauwaapjes |
Callimico goeldii (I) |
|
|
Springtamarin |
|
Callithrix aurita (I) |
|
|
Witoorpenseelaapje |
|
Callithrix flaviceps (I) |
|
|
Geelkoppenseelaapje |
|
Leontopithecus spp. (I) |
|
|
Leeuwaapjes |
|
Saguinus bicolor (I) |
|
|
Mantelaapje |
|
Saguinus geoffroyi (I) |
|
|
Geoffroys tamarin |
|
Saguinus leucopus (I) |
|
|
Witvoettamarin |
|
Saguinus martinsi (I) |
|
|
|
|
Saguinus oedipus (I) |
|
|
Pinché-aapje |
|
Saimiri oerstedii (I) |
|
|
Geel doodshoofdaapje |
|
Cercopithecidae |
|
|
|
Smalneusapen excl. mensapen |
Cercocebus galeritus (I) |
|
|
Kuifmangabey |
|
Cercopithecus diana (I) |
|
|
Dianameerkat |
|
Cercopithecus roloway (I) |
|
|
Roloway-meerkat |
|
Cercopithecus solatus (II) |
|
|
Zonstaartmeerkat |
|
Colobus satanas (II) |
|
|
Zwarte franjeaap |
|
Macaca silenus (I) |
|
|
Baardaap |
|
Mandrillus leucophaeus (I) |
|
|
Dril |
|
Mandrillus sphinx (I) |
|
|
Mandril |
|
Nasalis larvatus (I) |
|
|
Neusaap |
|
Piliocolobus foai (II) |
|
|
Centraal-Afrikaanse rode franjeaap |
|
Piliocolobus gordonorum (II) |
|
|
Uzungwa-franjeaap |
|
Piliocolobus kirkii (I) |
|
|
Zanzibar-franjeaap |
|
Piliocolobus pennantii (II) |
|
|
Pennants franjeaap |
|
Piliocolobus preussi (II) |
|
|
Preuss′ franjeaap |
|
Piliocolobus rufomitratus (I) |
|
|
Tana-franjeaap |
|
Piliocolobus tephrosceles (II) |
|
|
Oegandese rode franjeaap |
|
Piliocolobus tholloni (II) |
|
|
Thollons franjeaap |
|
Presbytis potenziani (I) |
|
|
Mentawai-langoer |
|
Pygathrix spp. (I) |
|
|
Doeklangoeren |
|
Rhinopithecus spp. (I) |
|
|
Stompneusapen |
|
Semnopithecus ajax (I) |
|
|
Kasjmir-hoelman |
|
Semnopithecus dussumieri (I) |
|
|
Dussumiers hoelman |
|
Semnopithecus entellus (I) |
|
|
Hoelman |
|
Semnopithecus hector (I) |
|
|
Tarai-hoelman |
|
Semnopithecus hypoleucos (I) |
|
|
Zwartvoethoelman |
|
Semnopithecus priam (I) |
|
|
Ceylon-hoelman |
|
Semnopithecus schistaceus (I) |
|
|
Berghoelman |
|
Simias concolor (I) |
|
|
Simakobou |
|
Trachypithecus delacouri (II) |
|
|
Delacours langoer |
|
Trachypithecus francoisi (II) |
|
|
Tonkin-langoer |
|
Trachypithecus geei (I) |
|
|
Goudlangoer |
|
Trachypithecus hatinhensis (II) |
|
|
Ha tinh-langoer |
|
Trachypithecus johnii (II) |
|
|
Nilgiri-langoer |
|
Trachypithecus laotum (II) |
|
|
Laos-langoer of witbrauwlangoer |
|
Trachypithecus pileatus (I) |
|
|
Kuiflangoer |
|
Trachypithecus poliocephalus (II) |
|
|
Witkoplangoer |
|
Trachypithecus shortridgei (I) |
|
|
Shortridges langoer |
|
Cheirogaleidae |
|
|
|
Dwerg- en katmaki′s |
Cheirogaleidae spp. (I) |
|
|
Dwergmaki′s, katmaki′s |
|
Daubentoniidae |
|
|
|
Vingerdieren |
Daubentonia madagascariensis (I) |
|
|
Vingerdier |
|
Hominidae |
|
|
|
Echte mensapen |
Gorilla beringei (I) |
|
|
Berggorilla |
|
Gorilla gorilla (I) |
|
|
Laaglandgorilla |
|
Pan spp. (I) |
|
|
Chimpansee en Bonobo |
|
Pongo abelii (I) |
|
|
Sumatraanse orang-oetan |
|
Pongo pygmaeus (I) |
|
|
Borneose orang-oetan |
|
Hylobatidae |
|
|
|
Gibbons |
Hylobatidae spp. (I) |
|
|
Gibbons |
|
Indriidae |
|
|
|
Indri′s, sifaka′s en wolmaki′s |
Indriidae spp. (I) |
|
|
Indri′s, sifaka′s en wolmaki′s |
|
Lemuridae |
|
|
|
Maki′s |
Lemuridae spp. (I) |
|
|
Maki′s |
|
Lepilemuridae |
|
|
|
Wezelmaki′s |
Lepilemuridae spp. (I) |
|
|
Wezelmaki′s |
|
Lorisidae |
|
|
|
Lori′s |
Nycticebus spp. (I) |
|
|
Plompe lori′s |
|
Pitheciidae |
|
|
|
Sakiachtigen |
Cacajao spp. (I) |
|
|
Oeakari′s |
|
Callicebus barbarabrownae (II) |
|
|
Noord-Bahiaanse blonde springaap |
|
Callicebus melanochir (II) |
|
|
|
|
Callicebus nigrifrons (II) |
|
|
|
|
Callicebus personatus (II) |
|
|
Zwartkopspringaap |
|
Chiropotes albinasus (I) |
|
|
Witneussaki |
|
Tarsiidae |
|
|
|
Spookdiertjes |
Tarsius spp. (II) |
|
|
Spookdiertjes |
|
PROBOSCIDEA |
|
|
|
Slurfdieren |
Elephantidae |
|
|
|
Olifanten |
Elephas maximus (I) |
|
|
Aziatische olifant |
|
Loxodonta africana (I) (Met uitzondering van de populaties in Botswana, Namibië, Zuid-Afrika en Zimbabwe, die zijn opgenomen in bijlage B) |
Loxodonta africana (II) (Alleen de populaties in Botswana, Namibië, Zuid-Afrika en Zimbabwe (6); alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage A.) |
|
Afrikaanse olifant |
|
RODENTIA |
|
|
|
Knaagdieren |
Chinchillidae |
|
|
|
Chinchilla′s |
Chinchilla spp. (I) (Op specimens van de gedomesticeerde vorm zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing.) |
|
|
Chinchilla′s |
|
Cuniculidae |
|
|
|
Paca′s |
|
|
Cuniculus paca (III Honduras) |
Laaglandpaca |
|
Dasyproctidae |
|
|
|
Agoeti′s |
|
|
Dasyprocta punctata (III Honduras) |
Midden-Amerikaanse agoeti |
|
Erethizontidae |
|
|
|
Boomstekelvarkens |
|
|
Sphiggurus mexicanus (III Honduras) |
Mexicaans boomstekelvarken |
|
|
|
Sphiggurus spinosus (III Uruguay) |
Paraguayaans boomstekelvarken |
|
Hystricidae |
|
|
|
Stekelvarkens |
Hystrix cristata |
|
|
Stekelvarken |
|
Muridae |
|
|
|
Muizen en ratten |
Leporillus conditor (I) |
|
|
Langoorhaasrat |
|
Pseudomys fieldi praeconis (I) |
|
|
Vale schijnmuis |
|
Xeromys myoides (I) |
|
|
Onechte waterrat |
|
Zyzomys pedunculatus (I) |
|
|
Macdonnells rotsrat |
|
Sciuridae |
|
|
|
Eekhoorns |
Cynomys mexicanus (I) |
|
|
Mexicaanse prairiehond |
|
|
|
Marmota caudata (III India) |
Langstaartmarmot |
|
|
|
Marmota himalayana (III India) |
Himalaya-marmot |
|
|
Ratufa spp. (II) |
|
Reuzeneekhoorns |
|
|
|
Sciurus deppei (III Costa Rica) |
Deppes eekhoorn |
|
SCANDENTIA |
|
|
|
Boomspitsmuizen |
|
|
SCANDENTIA spp. (II) |
|
Boomspitsmuizen |
SIRENIA |
|
|
|
Zeekoeien |
Dugongidae |
|
|
|
Doejongs |
Dugong dugon (I) |
|
|
Doejong |
|
Trichechidae |
|
|
|
Lamantijnen |
Trichechidae spp. (I/II) (Trichechus inunguis en Trichechus manatus zijn opgenomen in bijlage I. Trichechus senegalensis is opgenomen in bijlage II.) |
|
|
Lamantijnen |
|
AVES |
|
|
|
Vogels |
ANSERIFORMES |
|
|
|
Eendachtigen |
Anatidae |
|
|
|
Eenden, ganzen en zwanen |
Anas aucklandica (I) |
|
|
Auckland-taling |
|
|
Anas bernieri (II) |
|
Madagaskar-eend |
|
Anas chlorotis (I) |
|
|
Nieuw-Zeelandse bruine taling |
|
|
Anas formosa (II) |
|
Baikal-taling |
|
Anas laysanensis (I) |
|
|
Laysan-taling |
|
Anas nesiotis (I) |
|
|
Campbell Island-taling |
|
Anas oustaleti (I) |
|
|
Marianen-eend |
|
Anas querquedula |
|
|
Zomertaling |
|
Asarcornis scutulata (I) |
|
|
Witvleugelboseend |
|
Aythya innotata |
|
|
Madagaskar-witoogeend |
|
Aythya nyroca |
|
|
Witoogeend |
|
Branta canadensis leucopareia (I) |
|
|
Canadese gans (ondersoort van de Aleoeten) |
|
Branta ruficollis (II) |
|
|
Roodhalsgans |
|
Branta sandvicensis (I) |
|
|
Hawaii-gans |
|
|
|
Cairina moschata (III Honduras) |
Muskuseend |
|
|
Coscoroba coscoroba (II) |
|
Coscoroba |
|
|
Cygnus melancoryphus (II) |
|
Zwarthalszwaan |
|
|
Dendrocygna arborea (II) |
|
West-Indische fluiteend |
|
|
|
Dendrocygna autumnalis (III Honduras) |
Zwartbuikfluiteend |
|
|
|
Dendrocygna bicolor (III Honduras) |
Rosse fluiteend |
|
Mergus octosetaceus |
|
|
Braziliaanse zaagbek |
|
|
Oxyura jamaicensis |
|
Rosse stekelstaarteend |
|
Oxyura leucocephala (II) |
|
|
Witkopeend |
|
Rhodonessa caryophyllacea (mogelijk uitgestorven) (I) |
|
|
Rozekopeend |
|
|
Sarkidiornis melanotos (II) |
|
Knobbeleend |
|
Tadorna cristata |
|
|
Kuifcasarca |
|
APODIFORMES |
|
|
|
Salanganen, gierzwaluwen en kolobries |
Trochilidae |
|
|
|
Kolibries |
|
Trochilidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Kolibries |
|
Glaucis dohrnii (I) |
|
|
Bronsstaartheremietkolibrie |
|
CHARADRIIFORMES |
|
|
|
Steltlopers, meeuwen, sterns en alken |
Burhinidae |
|
|
|
Grielen |
|
|
Burhinus bistriatus (III Guatemala) |
Caribische griel |
|
Laridae |
|
|
|
Meeuwen en sterns |
Larus relictus (I) |
|
|
Mongoolse zwartkopmeeuw |
|
Scolopacidae |
|
|
|
Snippen, wulpen, ruiters en strandlopers |
Numenius borealis (I) |
|
|
Arctische wulp |
|
Numenius tenuirostris (I) |
|
|
Dunbekwulp |
|
Tringa guttifer (I) |
|
|
Gevlekte groenpootruiter |
|
CICONIIFORMES |
|
|
|
Reigers, ooievaars, ibissen en flamingo’s |
Ardeidae |
|
|
|
Reigers |
Ardea alba |
|
|
Grote zilverreiger |
|
Bubulcus ibis |
|
|
Koereiger |
|
Egretta garzetta |
|
|
Kleine zilverreiger |
|
Balaenicipitidae |
|
|
|
Schoenbekooievaars |
|
Balaeniceps rex (II) |
|
Schoenbekooievaar |
|
Ciconiidae |
|
|
|
Ooievaars |
Ciconia boyciana (I) |
|
|
Zwartsnavelooievaar |
|
Ciconia nigra (II) |
|
|
Zwarte ooievaar |
|
Ciconia stormi |
|
|
Storms ooievaar |
|
Jabiru mycteria (I) |
|
|
Jabiru |
|
Leptoptilos dubius |
|
|
Argala-maraboe of Indische maraboe |
|
Mycteria cinerea (I) |
|
|
Maleise nimmerzat |
|
Phoenicopteridae |
|
|
|
Flamingo′s |
|
Phoenicopteridae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Flamingo′s |
|
Phoenicopterus ruber (II) |
|
|
Rode flamingo |
|
Threskiornithidae |
|
|
|
Ibissen en lepelaars |
|
Eudocimus ruber (II) |
|
Rode ibis |
|
Geronticus calvus (II) |
|
|
Kaapse ibis |
|
Geronticus eremita (I) |
|
|
Kaalkopibis of heremietibis |
|
Nipponia nippon (I) |
|
|
Japanse kuifibis |
|
Platalea leucorodia (II) |
|
|
Lepelaar |
|
Pseudibis gigantea |
|
|
Reuzenibis |
|
COLUMBIFORMES |
|
|
|
Duifachtigen |
Columbidae |
|
|
|
Duiven |
Caloenas nicobarica (I) |
|
|
Manenduif |
|
Claravis godefrida |
|
|
Purperbandgrondduif |
|
Columba livia |
|
|
Rotsduif |
|
Ducula mindorensis (I) |
|
|
Mindoro-muskaatduif |
|
|
Gallicolumba luzonica (II) |
|
Luzon-dolksteekduif |
|
|
Goura spp. (II) |
|
Kroonduiven |
|
Leptotila wellsi |
|
|
Grenada-loopduif |
|
|
|
Nesoenas mayeri (III Mauritius) |
Mauritius-duif |
|
Streptopelia turtur |
|
|
Tortel |
|
CORACIIFORMES |
|
|
|
Scharrelvogels |
Bucerotidae |
|
|
|
Neushoornvogels |
|
Aceros spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Jaarvogels |
|
Aceros nipalensis (I) |
|
|
Himalaya-jaarvogel |
|
|
Anorrhinus spp. (II) |
|
Neushoornvogels |
|
|
Anthracoceros spp. (II) |
|
Neushoornvogels |
|
|
Berenicornis spp. (II) |
|
Neushoornvogels |
|
|
Buceros spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Neushoornvogels |
|
Buceros bicornis (I) |
|
|
Dubbelhoornige neushoornvogel |
|
|
Penelopides spp. (II) |
|
Neushoornvogels |
|
Rhinoplax vigil (I) |
|
|
Gehelmde neushoornvogel |
|
|
Rhyticeros spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species.) |
|
Neushoornvogels |
|
Rhyticeros subruficollis (I) |
|
|
Kleine jaarvogel |
|
CUCULIFORMES |
|
|
|
Koekoekachtigen |
Musophagidae |
|
|
|
Toerako′s |
|
Tauraco spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Helmtoerako′s |
|
Tauraco bannermani (II) |
|
|
Bannermans toerako |
|
FALCONIFORMES |
|
|
|
Dagroofvogels |
|
FALCONIFORMES spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species en één in bijlage C opgenomen soort van de familie Cathartidae; de overige species van die familie zijn niet in de bijlagen bij deze verordening opgenomen.) |
|
Dagroofvogels |
|
Accipitridae |
|
|
|
Haviken, arenden en gieren |
Accipiter brevipes (II) |
|
|
Balkansperwer |
|
Accipiter gentilis (II) |
|
|
Havik |
|
Accipiter nisus (II) |
|
|
Sperwer |
|
Aegypius monachus (II) |
|
|
Monniksgier |
|
Aquila adalberti (I) |
|
|
Spaanse keizersarend |
|
Aquila chrysaetos (II) |
|
|
Steenarend |
|
Aquila clanga (II) |
|
|
Bastaardarend |
|
Aquila heliaca (I) |
|
|
Keizersarend |
|
Aquila pomarina (II) |
|
|
Schreeuwarend |
|
Buteo buteo (II) |
|
|
Buizerd |
|
Buteo lagopus (II) |
|
|
Ruigpootbuizerd |
|
Buteo rufinus (II) |
|
|
Arendbuizerd |
|
Chondrohierax uncinatus wilsonii (I) |
|
|
Cubaanse langsnavelwouw |
|
Circaetus gallicus (II) |
|
|
Slangenarend |
|
Circus aeruginosus (II) |
|
|
Bruine kiekendief |
|
Circus cyaneus (II) |
|
|
Blauwe kiekendief |
|
Circus macrourus (II) |
|
|
Steppekiekendief |
|
Circus pygargus (II) |
|
|
Grauwe kiekendief |
|
Elanus caeruleus (II) |
|
|
Grijze wouw |
|
Eutriorchis astur (II) |
|
|
Madagaskar-slangenarend |
|
Gypaetus barbatus (II) |
|
|
Lammergier |
|
Gyps fulvus (II) |
|
|
Vale gier |
|
Haliaeetus spp. (I/II) (Haliaeetus albicilla is opgenomen in bijlage I; de andere soorten zijn opgenomen in bijlage II) |
|
|
Zeearenden |
|
Harpia harpyja (I) |
|
|
Harpij |
|
Hieraaetus fasciatus (II) |
|
|
Havikarend |
|
Hieraaetus pennatus (II) |
|
|
Dwergarend |
|
Leucopternis occidentalis (II) |
|
|
Salvins bonte buizerd |
|
Milvus migrans (II) |
|
|
Zwarte wouw |
|
Milvus milvus (II) |
|
|
Rode wouw |
|
Neophron percnopterus (II) |
|
|
Aasgier |
|
Pernis apivorus (II) |
|
|
Wespendief |
|
Pithecophaga jefferyi (I) |
|
|
Apenarend |
|
Cathartidae |
|
|
|
Gieren van de Nieuwe Wereld |
Gymnogyps californianus (I) |
|
|
Californische condor |
|
|
|
Sarcoramphus papa (III Honduras) |
Koningsgier |
|
Vultur gryphus (I) |
|
|
Andes-condor |
|
Falconidae |
|
|
|
Valken |
Falco araeus (I) |
|
|
Seychellen-torenvalk |
|
Falco biarmicus (II) |
|
|
Lannervalk |
|
Falco cherrug (II) |
|
|
Sakervalk |
|
Falco columbarius (II) |
|
|
Smelleken |
|
Falco eleonorae (II) |
|
|
Eleonora's valk |
|
Falco jugger (I) |
|
|
Indische lannervalk |
|
Falco naumanni (II) |
|
|
Kleine torenvalk |
|
Falco newtoni (I) (Alleen de populatie op de Seychellen) |
|
|
Madagaskar-torenvalk |
|
Falco pelegrinoides (I) |
|
|
Barbarijse valk |
|
Falco peregrinus (I) |
|
|
Slechtvalk |
|
Falco punctatus (I) |
|
|
Mauritius-torenvalk |
|
Falco rusticolus (I) |
|
|
Giervalk |
|
Falco subbuteo (II) |
|
|
Boomvalk |
|
Falco tinnunculus (II) |
|
|
Torenvalk |
|
Falco vespertinus (II) |
|
|
Roodpootvalk |
|
Pandionidae |
|
|
|
Visarenden |
Pandion haliaetus (II) |
|
|
Visarend |
|
GALLIFORMES |
|
|
|
Hoenderachtigen |
Cracidae |
|
|
|
Hokko’s en sjakohoenders |
|
|
Crax fasciolata |
|
Maskerhokko |
|
Crax alberti (III Colombia) |
|
|
Blauwknobbelhokko |
|
Crax blumenbachii (I) |
|
|
Roodsnavelhokko |
|
|
|
Crax daubentoni (III Colombia) |
Geelknobbelhokko |
|
|
|
Crax globulosa (III Colombia) |
Knobbelhokko |
|
|
|
Crax rubra (III Colombia, Costa Rica, Guatemala en Honduras) |
Bruine hokko |
|
Mitu mitu (I) |
|
|
Mesbekpauwies |
|
Oreophasis derbianus (I) |
|
|
Gehoornde goean |
|
|
Ortalis vetula (III Guatemala/Honduras) |
|
Bruine chachalaca |
|
|
Pauxi pauxi (III Colombia) |
|
Helmhokko |
|
Penelope albipennis (I) |
|
|
Witvleugelgoean |
|
|
|
Penelope purpurascens (III Honduras) |
Kuifsjakohoen |
|
|
|
Penelopina nigra (III Guatemala) |
Berggoean |
|
Pipile jacutinga (I) |
|
|
Spix′ fluitgoean |
|
Pipile pipile (I) |
|
|
Trinidad-blauwkeelgoean |
Megapodiidae |
|
|
|
Grootpoothoenders |
Macrocephalon maleo (I) |
|
|
Hamerhoen |
|
Phasianidae |
|
|
|
Fazantachtigen |
|
|
Arborophila campbelli (III Maleisië) |
Javaanse bospatrijs |
|
|
|
Arborophila charltonii (III Maleisië) |
Groenpootbospatrijs |
|
|
Argusianus argus (II) |
|
Argusfazant |
|
|
|
Caloperdix oculeus (III Maleisië) |
Gevlekte bospatrijs |
|
Catreus wallichii (I) |
|
|
Wallichs fazant |
|
Colinus virginianus ridgwayi (I) |
|
|
Noordwest-Mexicaanse boomkwartel |
|
Crossoptilon crossoptilon (I) |
|
|
Witte oorfazant |
|
Crossoptilon mantchuricum (I) |
|
|
Bruine oorfazant |
|
|
Gallus sonneratii (II) |
|
Sonnerats hoen |
|
|
Ithaginis cruentus (II) |
|
Bloedfazant |
|
Lophophorus impejanus (I) |
|
|
Himalaya-glansfazant |
|
Lophophorus lhuysii (I) |
|
|
Chinese glansfazant |
|
Lophophorus sclateri (I) |
|
|
Sclaters glansfazant |
|
Lophura edwardsi (I) |
|
|
Edwards’ fazant |
|
|
|
Lophura erythrophthalma (III Maleisië) |
Kuifloze vuurrugfazant |
|
|
Lophura hatinhensis |
|
Vietnamese vuurrugfazant |
|
|
|
Lophura ignita (III Maleisië) |
Gekuifde vuurrugfazant |
|
Lophura imperialis (I) |
|
|
Keizerfazant |
|
Lophura swinhoii (I) |
|
|
Swinhoe's fazant |
|
|
|
Melanoperdix niger (III Maleisië) |
Zwarte bospatrijs |
|
|
|
Meleagris ocellata (III Guatemala) |
Pauwkalkoen |
|
Odontophorus strophium |
|
|
Witkeeltandkwartel |
|
Ophrysia superciliosa |
|
|
Himalaya-patrijs |
|
|
Pavo muticus (II) |
|
Groene pauw |
|
|
Polyplectron bicalcaratum (II) |
|
Spiegelpauw |
|
|
Polyplectron germaini (II) |
|
Germains spiegelpauw |
|
|
|
Polyplectron inopinatum (III Maleisië) |
Rothschilds pauwfazant |
|
|
Polyplectron malacense (II) |
|
Maleise spiegelpauw |
|
Polyplectron napoleonis (I) |
|
|
Palawan-spiegelpauw |
|
|
Polyplectron schleiermacheri (II) |
|
Schleiermachers pauwfazant |
|
Rheinardia ocellata (I) |
|
|
Gekuifde argusfazant |
|
|
|
Rhizothera dulitensis (III Maleisië) |
Hoses bospatrijs |
|
|
|
Rhizothera longirostris (III Maleisië) |
Langsnavelpatrijs |
|
|
|
Rollulus rouloul (III Maleisië) |
Roelroel of gekuifde bospatrijs |
|
Syrmaticus ellioti (I) |
|
|
Elliots fazant |
|
Syrmaticus humiae (I) |
|
|
Humes fazant |
|
Syrmaticus mikado (I) |
|
|
Mikadofazant |
|
Tetraogallus caspius (I) |
|
|
Kaspisch berghoen |
|
Tetraogallus tibetanus (I) |
|
|
Tibetaans berghoen |
|
Tragopan blythii (I) |
|
|
Blyths saterhoen |
|
Tragopan caboti (I) |
|
|
Cabots saterhoen |
|
Tragopan melanocephalus (I) |
|
|
Westelijk saterhoen |
|
|
|
Tragopan satyra (III Nepal) |
Rood saterhoen |
|
Tympanuchus cupido attwateri (I) |
|
|
Attwaters prairiehoen |
|
GRUIFORMES |
|
|
|
Kraanvogels en rallen |
Gruidae |
|
|
|
Kraanvogels |
|
Gruidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Kraanvogels |
|
Grus americana (I) |
|
|
Trompetkraanvogel |
|
Grus canadensis (I/II) (De soort is opgenomen in bijlage II, maar de ondersoorten Grus canadensis nesiotes en Grus canadensis pulla zijn opgenomen in bijlage I) |
|
|
Canadese kraanvogel |
|
Grus grus (II) |
|
|
Kraanvogel |
|
Grus japonensis (I) |
|
|
Chinese kraanvogel |
|
Grus leucogeranus (I) |
|
|
Siberische witte kraanvogel |
|
Grus monacha (I) |
|
|
Monnikskraanvogel |
|
Grus nigricollis (I) |
|
|
Zwarthalskraanvogel |
|
Grus vipio (I) |
|
|
Withalskraanvogel |
|
Otididae |
|
|
|
Trappen |
|
Otididae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Trappen |
|
Ardeotis nigriceps (I) |
|
|
Indische trap |
|
Chlamydotis macqueenii (I) |
|
|
Macqueens kraagtrap |
|
Chlamydotis undulata (I) |
|
|
Kraagtrap |
|
Houbaropsis bengalensis (I) |
|
|
Baardtrap |
|
Otis tarda (II) |
|
|
Grote trap |
|
Sypheotides indicus (II) |
|
|
Kleine Indische trap |
|
Tetrax tetrax (II) |
|
|
Kleine trap |
|
Rallidae |
|
|
|
Rallen |
Gallirallus sylvestris (I) |
|
|
Lord Howe-ral |
|
Rhynochetidae |
|
|
|
Kagoes |
Rhynochetos jubatus (I) |
|
|
Kagoe |
|
PASSERIFORMES |
|
|
|
Zangvogels |
Atrichornithidae |
|
|
|
Doornkruipers |
Atrichornis clamosus (I) |
|
|
West-Australische doornkruiper |
|
Cotingidae |
|
|
|
Cotinga’s |
|
|
Cephalopterus ornatus (III Colombia) |
Amazone-parasolvogel |
|
|
|
Cephalopterus penduliger (III Colombia) |
Ecuadoraanse parasolvogel |
|
Cotinga maculata (I) |
|
|
Halsbandcotinga |
|
|
Rupicola spp. (II) |
|
Rotshanen |
|
Xipholena atropurpurea (I) |
|
|
Zwartpurperen cotinga |
|
Emberizidae |
|
|
|
Gorzen |
|
Gubernatrix cristata (II) |
|
Groene kardinaal |
|
|
Paroaria capitata (II) |
|
Geelsnavelkardinaal |
|
|
Paroaria coronata (II) |
|
Roodkuifkardinaal |
|
|
Tangara fastuosa (II) |
|
Veelkleurige tangara |
|
Estrildidae |
|
|
|
Astrilden |
|
Amandava formosa (II) |
|
Olijfastrilde |
|
|
Lonchura fuscata |
|
Bruine rijstvogel |
|
|
Lonchura oryzivora (II) |
|
Rijstvogel |
|
|
Poephila cincta cincta (II) |
|
Gordelamadine |
|
Fringillidae |
|
|
|
Vinken |
Carduelis cucullata (I) |
|
|
Kapoetsensijs |
|
|
Carduelis yarrellii (II) |
|
Geelwangsijs |
|
Hirundinidae |
|
|
|
Zwaluwen |
Pseudochelidon sirintarae (I) |
|
|
Siantara-zwaluw |
|
Icteridae |
|
|
|
Troepialen |
Xanthopsar flavus (I) |
|
|
Saffraantroepiaal |
|
Meliphagidae |
|
|
|
Honingeters |
Lichenostomus melanops cassidix (I) |
|
|
Helmhoningeter |
|
Muscicapidae |
|
|
|
Vliegenvangers |
Acrocephalus rodericanus (III Mauritius) |
|
|
Rodriguez-struikzanger |
|
|
Cyornis ruckii (II) |
|
Ruecks niltava |
|
Dasyornis broadbenti litoralis (mogelijk uitgestorven) (I) |
|
|
Borstelvogel |
|
Dasyornis longirostris (I) |
|
|
Westelijke borstelvogel |
|
|
Garrulax canorus (II) |
|
Witbrauwlijstergaai |
|
|
Leiothrix argentauris (II) |
|
Zilveroortimalia |
|
|
Leiothrix lutea (II) |
|
Japanse nachtegaal |
|
|
Liocichla omeiensis (II) |
|
Omei-timalia |
|
Picathartes gymnocephalus (I) |
|
|
Witnekkaalkopkraai |
|
Picathartes oreas (I) |
|
|
Grijsnekkaalkopkraai |
|
|
|
Terpsiphone bourbonnensis (III Mauritius) |
Mascarenen-paradijsvliegenvanger |
|
Paradisaeidae |
|
|
|
Paradijsvogels |
|
Paradisaeidae spp. (II) |
|
Paradijsvogels |
|
Pittidae |
|
|
|
Pitta’s |
|
Pitta guajana (II) |
|
Blauwstaartpitta |
|
Pitta gurneyi (I) |
|
|
Gurneys pitta |
|
Pitta kochi (I) |
|
|
Kochs pitta |
|
|
Pitta nympha (II) |
|
Chinese pitta |
|
Pycnonotidae |
|
|
|
Buulbuuls |
|
Pycnonotus zeylanicus (II) |
|
Geelkruinbuulbuul |
|
Sturnidae |
|
|
|
Spreeuwen |
|
Gracula religiosa (II) |
|
Beo |
|
Leucopsar rothschildi (I) |
|
|
Bali-spreeuw |
|
Zosteropidae |
|
|
|
Brilvogels |
Zosterops albogularis (I) |
|
|
Witkeelbrilvogel |
|
PELECANIFORMES |
|
|
|
Pelikaanachtigen |
Fregatidae |
|
|
|
Fregatvogels |
Fregata andrewsi (I) |
|
|
Witbuikfregatvogel |
|
Pelecanidae |
|
|
|
Pelikanen |
Pelecanus crispus (I) |
|
|
Kroeskoppelikaan |
|
Sulidae |
|
|
|
Jan-van-genten |
Papasula abbotti (I) |
|
|
Abbotts gent |
|
PICIFORMES |
|
|
|
Spechtachtigen |
Capitonidae |
|
|
|
Baardvogels |
|
|
Semnornis ramphastinus (III Colombia) |
Toekanbaardvogel |
|
Picidae |
|
|
|
Spechten |
Campephilus imperialis (I) |
|
|
Keizerspecht |
|
Dryocopus javensis richardsi (I) |
|
|
Witbuikspecht |
|
Ramphastidae |
|
|
|
Toekans |
|
|
Baillonius bailloni (III Argentinië) |
Goudtoekan |
|
|
Pteroglossus aracari (II) |
|
Zwarte toekan |
|
|
|
Pteroglossus castanotis (III Argentinië) |
Buinoorarassari |
|
|
Pteroglossus viridis (II) |
|
Groene arassari |
|
|
|
Ramphastos dicolorus (III Argentinië) |
Roodborsttoekan |
|
|
Ramphastos sulfuratus (II) |
|
Zwavelborsttoekan |
|
|
Ramphastos toco (II) |
|
Reuzentoekan |
|
|
Ramphastos tucanus (II) |
|
Roodsnaveltoekan |
|
|
Ramphastos vitellinus (II) |
|
Groefsnaveltoekan |
|
|
|
Selenidera maculirostris (III Argentinië) |
Vleksnavelpepervreter |
|
PODICIPEDIFORMES |
|
|
|
Futen |
Podicipedidae |
|
|
|
Futen |
Podilymbus gigas (I) |
|
|
Atitlan-fuut |
|
PROCELLARIIFORMES |
|
|
|
Stormvogelachtigen |
Diomedeidae |
|
|
|
Albatrossen |
Phoebastria albatrus (I) |
|
|
Stellers albatros |
|
PSITTACIFORMES |
|
|
|
Papegaaiachtigen |
|
PSITTACIFORMES spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species en met uitzondering van Agapornis roseicollis, Melopsittacus undulatus, Nymphicus hollandicus en Psittacula krameri, die niet in de bijlagen bij deze verordening zijn opgenomen) |
|
Papegaaiachtigen |
|
Cacatuidae |
|
|
|
Kaketoes |
Cacatua goffini (I) |
|
|
Goffins kaketoe |
|
Cacatua haematuropygia (I) |
|
|
Filipijnse kaketoe |
|
Cacatua moluccensis (I) |
|
|
Molukken-kaketoe |
|
Cacatua sulphurea (I) |
|
|
Kleine geelkuifkaketoe |
|
Probosciger aterrimus (I) |
|
|
Palmkaketoe |
|
Loriidae |
|
|
|
Lori′s |
Eos histrio (I) |
|
|
Diadeemlori |
|
Vini spp. (I/II) (Vini ultramarina is opgenomen in bijlage I, de andere soorten zijn opgenomen in bijlage II) |
|
|
Vinilori′s |
|
Psittacidae |
|
|
|
Papegaaien en parkieten |
Amazona arausiaca (I) |
|
|
Roodkeelamazone |
|
Amazona auropalliata (I) |
|
|
Geelnekamazone |
|
Amazona barbadensis (I) |
|
|
Geelvleugelamazone |
|
Amazona brasiliensis (I) |
|
|
Roodstaartamazone |
|
Amazona finschi (I) |
|
|
Finchs amazone |
|
Amazona guildingii (I) |
|
|
Sint Vincent- of koningsamazone |
|
Amazona imperialis (I) |
|
|
Keizeramazone |
|
Amazona leucocephala (I) |
|
|
Cubaanse amazone |
|
Amazona oratrix (I) |
|
|
Geelkopamazone |
|
Amazona pretrei (I) |
|
|
Roodbrilamazone |
|
Amazona rhodocorytha (I) |
|
|
Roodkruinamazone |
|
Amazona tucumana (I) |
|
|
Tucuman-amazone |
|
Amazona versicolor (I) |
|
|
Sint Lucia-amazone |
|
Amazona vinacea (I) |
|
|
Wijnkleurige amazone |
|
Amazona viridigenalis (I) |
|
|
Groenwangamazone |
|
Amazona vittata (I) |
|
|
Portoricaanse amazone |
|
Anodorhynchus spp. (I) |
|
|
Hyacinthara’s |
|
Ara ambiguus (I) |
|
|
Buffons ara |
|
Ara glaucogularis (I) |
|
|
Blauwkeelara |
|
Ara macao (I) |
|
|
Geelvleugelara |
|
Ara militaris (I) |
|
|
Soldatenara |
|
Ara rubrogenys (I) |
|
|
Roodwangara |
|
Cyanopsitta spixii (I) |
|
|
Spix′ ara |
|
Cyanoramphus cookii (I) |
|
|
|
|
Cyanoramphus forbesi (I) |
|
|
Geelvoorhoofdkakariki |
|
Cyanoramphus novaezelandiae (I) |
|
|
Roodvoorhoofdkakariki |
|
Cyanoramphus saisseti (I) |
|
|
|
|
Cyclopsitta diophthalma coxeni (I) |
|
|
Coxens dubbeloogvijgpapegaai |
|
Eunymphicus cornutus (I) |
|
|
Hoornparkiet |
|
Guarouba guarouba (I) |
|
|
Goudparkiet |
|
Neophema chrysogaster (I) |
|
|
Oranjebuikparkiet |
|
Ognorhynchus icterotis (I) |
|
|
Geeloorparkiet |
|
Pezoporus occidentalis (mogelijk uitgestorven) (I) |
|
|
Australische nachtpapegaai |
|
Pezoporus wallicus (I) |
|
|
Grondpapegaai |
|
Pionopsitta pileata (I) |
|
|
Roodkappapegaai |
|
Primolius couloni (I) |
|
|
Blauwkopara |
|
Primolius maracana (I) |
|
|
Illigers ara |
|
Psephotus chrysopterygius (I) |
|
|
Goudschouderparkiet |
|
Psephotus dissimilis (I) |
|
|
Kapparkiet |
|
Psephotus pulcherrimus (mogelijk uitgestorven) (I) |
|
|
Paradijsparkiet |
|
Psittacula echo (I) |
|
|
Mauritius-papegaai |
|
Pyrrhura cruentata (I) |
|
|
Blauwkeelconure |
|
Rhynchopsitta spp. (I) |
|
|
Dikbekpapegaaien |
|
Strigops habroptilus (I) |
|
|
Kakapo of uilpapegaai |
|
RHEIFORMES |
|
|
|
Nandoes |
Rheidae |
|
|
|
Nandoes |
Pterocnemia pennata (I) (Met uitzondering van Pterocnemia pennata pennata, die in bijlage B is opgenomen.) |
|
|
Darwins nandoe |
|
|
Pterocnemia pennata pennata (II) |
|
Darwins nandoe (Patagonische ondersoort) |
|
|
Rhea americana (II) |
|
Nandoe |
|
SPHENISCIFORMES |
|
|
|
Pinguïns |
Spheniscidae |
|
|
|
Pinguïns |
|
Spheniscus demersus (II) |
|
Zwartvoetpinguin |
|
Spheniscus humboldti (I) |
|
|
Humboldtpinguin |
|
STRIGIFORMES |
|
|
|
Uilen |
|
STRIGIFORMES spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Uilen |
|
Strigidae |
|
|
|
Echte uilen |
Aegolius funereus (II) |
|
|
Ruigpootuil |
|
Asio flammeus (II) |
|
|
Velduil |
|
Asio otus (II) |
|
|
Ransuil |
|
Athene noctua (II) |
|
|
Steenuil |
|
Bubo bubo (II) |
|
|
Oehoe |
|
Glaucidium passerinum (II) |
|
|
Dwerguil |
|
Heteroglaux blewitti (I) |
|
|
Bossteenuil |
|
Mimizuku gurneyi (I) |
|
|
Grote dwergooruil |
|
Ninox natalis (I) |
|
|
Christmas Island-valkuil |
|
Ninox novaeseelandiae undulata (I) |
|
|
Boeboek |
|
Nyctea scandiaca (II) |
|
|
Sneeuwuil |
|
Otus ireneae (II) |
|
|
Sokoke-dwergooruil |
|
Otus scops (II) |
|
|
Dwergooruil |
|
Strix aluco (II) |
|
|
Bosuil |
|
Strix nebulosa (II) |
|
|
Laplanduil |
|
Strix uralensis (II) |
|
|
Oeraluil |
|
Surnia ulula (II) |
|
|
Sperweruil |
|
Tytonidae |
|
|
|
Kerkuilen |
Tyto alba (II) |
|
|
Kerkuil |
|
Tyto soumagnei (I) |
|
|
Madagaskar-grasuil |
|
STRUTHIONIFORMES |
|
|
|
Struisvogels |
Struthionidae |
|
|
|
Struisvogels |
Struthio camelus (I) (Alleen de populaties in Algerije, Burkina Faso, Kameroen, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Tsjaad, Mali, Mauritanië, Marokko, Niger, Nigeria, Senegal en Soedan; geen enkele andere populatie is in de bijlagen bij deze verordening opgenomen.) |
|
|
Struisvogel |
|
TINAMIFORMES |
|
|
|
Tinamoes of stuithoenders |
Tinamidae |
|
|
|
Tinamoes of stuithoenders |
Tinamus solitarius (I) |
|
|
Kluizenaarstuithoen |
|
TROGONIFORMES |
|
|
|
Trogons |
Trogonidae |
|
|
|
Trogons |
Pharomachrus mocinno (I) |
|
|
Quetzal |
|
REPTILIA |
|
|
|
Reptielen |
CROCODYLIA |
|
|
|
Krokodilachtigen |
|
CROCODYLIA spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Krokodilachtigen |
|
Alligatoridae |
|
|
|
Alligators en kaaimannen |
Alligator sinensis (I) |
|
|
Chinese alligator |
|
Caiman crocodilus apaporiensis (I) |
|
|
Apaporis-brilkaaiman |
|
Caiman latirostris (I) (Met uitzondering van de populatie in Argentinië, die is opgenomen in bijlage B) |
|
|
Breedsnuitkaaiman |
|
Melanosuchus niger (I) (Met uitzondering van de populatie in Brazilië, die is opgenomen in bijlage B, en de populatie in Ecuador, die is opgenomen in bijlage B en waarvoor het jaarlijks exportquotum vastgesteld blijft op nul totdat door het CITES-secretariaat en de Crocodile Specialist Group van IUCN/SSC een jaarlijks exportquotum is goedgekeurd) |
|
|
Zwarte kaaiman |
|
Crocodylidae |
|
|
|
Krokodillen |
Crocodylus acutus (I) (Met uitzondering van de populatie in Cuba, die is opgenomen in bijlage B) |
|
|
Spitssnuitkrokodil |
|
Crocodylus cataphractus (I) |
|
|
Pantserkrokodil |
|
Crocodylus intermedius (I) |
|
|
Orinoco-krokodil |
|
Crocodylus mindorensis (I) |
|
|
Filipijnse krokodil |
|
Crocodylus moreletii (I) |
|
|
Bultkrokodil |
|
Crocodylus niloticus (I) (Met uitzondering van de populaties in Botswana, Ethiopië, Kenia, Madagaskar, Malawi, Mozambique, Namibië, Zuid-Afrika, Uganda, de Verenigde Republiek Tanzania [waarvoor een jaarlijks exportquotum is vastgesteld van ten hoogste 1600 aan de natuur onttrokken specimens, inclusief jachttrofeeën, naast de van ranching afkomstige specimens], Zambia en Zimbabwe; deze populaties zijn opgenomen in bijlage B.) |
|
|
Nijlkrokodil |
|
Crocodylus palustris (I) |
|
|
Moeraskrokodil |
|
Crocodylus porosus (I) (Met uitzondering van de populaties in Australië, Indonesië and Papoea-Nieuw-Guinea, die zijn opgenomen in bijlage B) |
|
|
Zeekrokodil |
|
Crocodylus rhombifer (I) |
|
|
Cubaanse of ruitkrokodil |
|
Crocodylus siamensis (I) |
|
|
Siamese krokodil |
|
Osteolaemus tetraspis (I) |
|
|
Breedvoorhoofdkrokodil |
|
Tomistoma schlegelii (I) |
|
|
Onechte gaviaal |
|
Gavialidae |
|
|
|
Gavialen |
Gavialis gangeticus (I) |
|
|
Ganges-gaviaal |
|
RHYNCHOCEPHALIA |
|
|
|
Brughagedisachtigen |
Sphenodontidae |
|
|
|
Brughagedissen |
Sphenodon spp. (I) |
|
|
Brughagedissen |
|
SAURIA |
|
|
|
Hagedissen |
Agamidae |
|
|
|
Agamen |
|
Uromastyx spp. (II) |
|
Doornstaartagamen |
|
Chamaeleonidae |
|
|
|
Kameleons |
|
Bradypodion spp. (II) |
|
Dwergkameleons |
|
|
Brookesia spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Kortstaartdwergkameleons |
|
Brookesia perarmata (I) |
|
|
Pantserdwergkameleon |
|
|
Calumma spp. (II) |
|
Madagaskar-kameleons |
|
|
Chamaeleo spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Echte kameleons |
|
Chamaeleo chamaeleon (II) |
|
|
Gewone kameleon |
|
|
Furcifer spp. (II) |
|
Madagaskar-kameleons |
|
Cordylidae |
|
|
|
Gordelstaarthagedissen |
|
Cordylus spp. (II) |
|
Echte gordelstaarthagedissen |
|
Gekkonidae |
|
|
|
Gekko’s |
|
Cyrtodactylus serpensinsula (II) |
|
Slangeneiland-gekko |
|
|
|
Hoplodactylus spp. (III Nieuw-Zeeland) |
Nieuw-Zeelandse gekko’s |
|
|
|
Naultinus spp. (III Nieuw-Zeeland) |
Nieuw-Zeelandse boomgekko’s |
|
|
Phelsuma spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Daggekko′s |
|
Phelsuma guentheri (II) |
|
|
Round Island-daggekko |
|
|
Uroplatus spp. (II) |
|
Platstaartgekko’s |
|
Helodermatidae |
|
|
|
Korsthagedissen |
|
Heloderma spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen subspecies) |
|
Gila-monster en Mexicaanse korsthagedis |
|
Heloderma horridum charlesbogerti (I) |
|
|
Guatemalteekse korsthagedis |
|
Iguanidae |
|
|
|
Leguanen |
|
Amblyrhynchus cristatus (II) |
|
Galapagos-zeeleguaan |
|
Brachylophus spp. (I) |
|
|
Fiji-leguanen |
|
|
Conolophus spp. (II) |
|
Galapagos-landleguanen |
|
Cyclura spp. (I) |
|
|
Ringstaartleguanen |
|
|
Iguana spp. (II) |
|
Leguanen |
|
|
Phrynosoma coronatum (II) |
|
Padhagedis |
|
Sauromalus varius (I) |
|
|
San Esteban-chuckwalla |
|
Lacertidae |
|
|
|
Echte hagedissen |
Gallotia simonyi (I) |
|
|
Simony's hagedis |
|
Podarcis lilfordi (II) |
|
|
Balearen-hagedis |
|
Podarcis pityusensis (II) |
|
|
Pityusen-hagedis |
|
Scincidae |
|
|
|
Skinks |
|
Corucia zebrata (II) |
|
Grijpstaartskink |
|
Teiidae |
|
|
|
Krokodilstaarthagedissen en teju’s |
|
Crocodilurus amazonicus (II) |
|
Krokodilstaarthagedis |
|
|
Dracaena spp. (II) |
|
Kaaimanteju′s |
|
|
Tupinambis spp. (II) |
|
Reuzenteju′s |
|
Varanidae |
|
|
|
Varanen |
|
Varanus spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Varanen |
|
Varanus bengalensis (I) |
|
|
Bengaalse varaan |
|
Varanus flavescens (I) |
|
|
Gele varaan |
|
Varanus griseus (I) |
|
|
Woestijnvaraan |
|
Varanus komodoensis (I) |
|
|
Komodo-varaan |
|
Varanus nebulosus (I) |
|
|
Nevelvaraan |
|
Varanus olivaceus (II) |
|
|
Grays varaan |
|
Xenosauridae |
|
|
|
Knobbelhagedissen |
|
Shinisaurus crocodilurus (II) |
|
Chinese krokodilstaarthagedis |
|
SERPENTES |
|
|
|
Slangen |
Boidae |
|
|
|
Boa′s |
|
Boidae spp. (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Boa′s |
|
Acrantophis spp. (I) |
|
|
Madagaskar-boa′s |
|
Boa constrictor occidentalis (I) |
|
|
Argentijnse boa constrictor |
|
Epicrates inornatus (I) |
|
|
Gewone slanke boa |
|
Epicrates monensis (I) |
|
|
Mona-boa |
|
Epicrates subflavus (I) |
|
|
Gele slanke boa |
|
Eryx jaculus (II) |
|
|
Kleine zandboa |
|
Sanzinia madagascariensis (I) |
|
|
Madagaskar-hondskopboa |
|
Bolyeriidae |
|
|
|
Round Island-boa’s |
|
Bolyeriidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Round Island-boa’s |
|
Bolyeria multocarinata (I) |
|
|
Round Island-boa |
|
Casarea dussumieri (I) |
|
|
Dussumiers boa |
|
Colubridae |
|
|
|
Ringslangen |
|
|
Atretium schistosum (III India) |
Indiase kielrugslang |
|
|
|
Cerberus rynchops (III India) |
Hondskopwaterslang |
|
|
Clelia clelia (II) |
|
Mussurana |
|
|
Cyclagras gigas (II) |
|
Reuzenwaterslang |
|
|
Elachistodon westermanni (II) |
|
Indische eierslang |
|
|
Ptyas mucosus (II) |
|
Oosterse rattenslang |
|
|
|
Xenochrophis piscator (III India) |
Visslang |
|
Elapidae |
|
|
|
Cobra’s en koraalslangen |
|
Hoplocephalus bungaroides (II) |
|
Breedkopslang |
|
|
|
Micrurus diastema (III Honduras) |
Atlantische koraalslang |
|
|
|
Micrurus nigrocinctus (III Honduras) |
Midden-Amerikaanse koraalslang |
|
|
Naja atra (II) |
|
Chinese brilslang |
|
|
Naja kaouthia (II) |
|
Indiase brilslang |
|
|
Naja mandalayensis (II) |
|
Burmese brilslang |
|
|
Naja naja (II) |
|
Brilslang of cobra |
|
|
Naja oxiana (II) |
|
Centraal-Aziatische brilslang |
|
|
Naja philippinensis (II) |
|
Filipijnse brilslang |
|
|
Naja sagittifera (II) |
|
Andamanen-brilslang |
|
|
Naja samarensis (II) |
|
Samar-brilslang |
|
|
Naja siamensis (II) |
|
Indochinese brilslang |
|
|
Naja sputatrix (II) |
|
Spuwende brilslang |
|
|
Naja sumatrana (II) |
|
Sumatraanse brilslang |
|
|
Ophiophagus hannah (II) |
|
Koningscobra |
|
Loxocemidae |
|
|
|
Spitskoppythons |
|
Loxocemidae spp. (II) |
|
Spitskoppythons |
|
Pythonidae |
|
|
|
Pythons |
|
Pythonidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Pythons |
|
Python molurus molurus (I) |
|
|
Tijgerpython |
|
Tropidophiidae |
|
|
|
Bosslangen |
|
Tropidophiidae spp. (II) |
|
Bosslangen |
|
Viperidae |
|
|
|
Adders |
|
|
Crotalus durissus (III Honduras) |
Zuid-Amerikaanse ratelslang |
|
|
Crotalus durissus unicolor |
|
Aruba-ratelslang |
|
|
|
Daboia russelii (III India) |
Russells adder |
|
Vipera latifii |
|
|
Latifi's adder |
|
Vipera ursinii (I) (Uitsluitend de populatie in Europa, met uitzondering van het grondgebied van de voormalige USSR; laatstgenoemde populaties zijn niet in de bijlagen bij deze verordening opgenomen.) |
|
|
Spitssnuitadder |
|
|
Vipera wagneri (II) |
|
Wagners adder |
|
TESTUDINES |
|
|
|
Schildpadden |
Carettochelyidae |
|
|
|
Nieuw-Guinese tweeklauwschildpadden |
|
Carettochelys insculpta (II) |
|
Nieuw-Guinese tweeklauwschildpad |
|
Chelidae |
|
|
|
Slangenhalsschildpadden |
|
Chelodina mccordi (II) |
|
Slangenhalsschildpad |
|
Pseudemydura umbrina (I) |
|
|
Onechte spitskopschildpad |
|
Cheloniidae |
|
|
|
Zeeschildpadden |
Cheloniidae spp. (I) |
|
|
Zeeschildpadden |
|
Chelydridae |
|
|
|
Bijtschildpadden |
|
|
Macrochelys temminckii (III Verenigde Staten van Amerika) |
Alligatorschildpad of gierschildpad |
|
Dermatemydidae |
|
|
|
Tabasco-schildpadden |
|
Dermatemys mawii (II) |
|
Tabasco-schildpad |
|
Dermochelyidae |
|
|
|
Lederschildpadden |
Dermochelys coriacea (I) |
|
|
Lederschildpad |
|
Emydidae |
|
|
|
Doos- en moerasschildpadden |
|
Chrysemys picta |
|
Westelijke sierschildpad |
|
|
Glyptemys insculpta (II) |
|
Amerikaanse bosschildpad |
|
Glyptemys muhlenbergii (I) |
|
|
Muhlenbergs schildpad |
|
|
|
Graptemys spp. (III Verenigde Staten van Amerika) |
Zaagrug- of landkaartschildpadden |
|
|
Terrapene spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Doosschildpadden |
|
Terrapene coahuila (I) |
|
|
Mexicaanse doosschildpad |
|
|
Trachemys scripta elegans |
|
Roodwangsierschildpad |
|
Geoemydidae |
|
|
|
Aardschildpadachtigen |
|
Batagur baska (I) |
|
|
Batagur of tuntong |
|
|
Callagur borneoensis (II) |
|
Bonte rivierschildpad |
|
|
Cuora spp. (II) |
|
Aziatische doosschildpadden |
|
Geoclemys hamiltonii (I) |
|
|
Driekielstraalschildpad |
|
|
|
Geoemyda spengleri (III China) |
Spenglers aardschildpad |
|
|
Heosemys annandalii (II) |
|
Tempelschildpad |
|
|
Heosemys depressa (II) |
|
Arakan-aardschildpad |
|
|
Heosemys grandis (II) |
|
Reuzenaardschildpad |
|
|
Heosemys spinosa (II) |
|
Gestekelde aardschildpad |
|
|
Kachuga spp. (II) |
|
Dakschildpadden |
|
|
Leucocephalon yuwonoi (II) |
|
Sulawesi-aardschildpad |
|
|
Malayemys macrocephala (II) |
|
Maleisische slakkeneter |
|
|
Malayemys subtrijuga (II) |
|
Rijstveldschildpad |
|
|
Mauremys annamensis (II) |
|
Annamese schildpad |
|
|
|
Mauremys iversoni (III China) |
Iversons moerasschildpad |
|
|
|
Mauremys megalocephala (III China) |
Grootkopdriekielschildpad |
|
|
Mauremys mutica (II) |
|
Gele moerasschildpad |
|
|
|
Mauremys nigricans (III China) |
Kwantung-moerasschildpad of Chinese roodkeelschildpad |
|
|
|
Mauremys pritchardi (III China) |
Pritchards moerasschildpad |
|
|
|
Mauremys reevesii (III China) |
Chinese driekielschildpad |
|
|
|
Mauremys sinensis (III China) |
Chinese streepnekschildpad |
|
Melanochelys tricarinata (I) |
|
|
Driekielaardschildpad |
|
Morenia ocellata (I) |
|
|
Achterindische pauwoogmoerasschildpad |
|
|
Notochelys platynota (II) |
|
Maleise platrugschildpad |
|
|
|
Ocadia glyphistoma (III China) |
Gleufbek-streepnekschildpad |
|
|
|
Ocadia philippeni (III China) |
Philippens streepnekschildpad |
|
|
Orlitia borneensis (II) |
|
Borneo-rivierschildpad |
|
|
Pangshura spp. (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Dakschildpadden |
|
Pangshura tecta (I) |
|
|
Indische dakschildpad |
|
|
|
Sacalia bealei (III China) |
Beales pauwoogschildpad |
|
|
|
Sacalia pseudocellata (III China) |
Chinese schijnoogschildpad |
|
|
|
Sacalia quadriocellata (III China) |
Vieroogschildpad |
|
|
Siebenrockiella crassicollis (II) |
|
Zwarte dikkopschildpad |
|
|
Siebenrockiella leytensis (II) |
|
Filipijnse aardschildpad |
Platysternidae |
|
|
|
Grootkopschildpadden |
|
Platysternon megacephalum (II) |
|
Grootkopschildpad |
|
Podocnemididae |
|
|
|
Scheenplaatschildpadden |
|
Erymnochelys madagascariensis (II) |
|
Madagaskar-scheenplaatschildpad |
|
|
Peltocephalus dumerilianus (II) |
|
Zuid-Amerikaanse grootkopschildpad |
|
|
Podocnemis spp. (II) |
|
Zuid-Amerikaanse scheenplaatschildpadden |
|
Testudinidae |
|
|
|
Landschildpadden |
|
Testudinidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species; voor Geochelone sulcata is een jaarlijks exportquotum van nul exemplaren vastgesteld voor aan de natuur onttrokken specimens die voor overwegend commerciële doeleinden in de handel worden gebracht.) |
|
Landschildpadden |
|
Astrochelys radiata (I) |
|
|
Stralenschildpad |
|
Astrochelys yniphora (I) |
|
|
Madagaskar-schildpad |
|
Chelonoidis nigra (I) |
|
|
Galapagos-landschildpad |
|
Gopherus flavomarginatus (I) |
|
|
Mexicaanse reuzengofferschildpad |
|
Malacochersus tornieri (II) |
|
|
Pannenkoekschildpad |
|
Psammobates geometricus (I) |
|
|
Geometrische landschildpad |
|
Pyxis arachnoides (I) |
|
|
Madagaskar-spinschildpad |
|
Pyxis planicauda (I) |
|
|
Madagaskar-platstaartschildpad |
|
Testudo graeca (II) |
|
|
Moorse landschildpad |
|
Testudo hermanni (II) |
|
|
Griekse landschildpad |
|
Testudo kleinmanni (I) |
|
|
Kleinmanns landschildpad |
|
Testudo marginata (II) |
|
|
Klokschildpad |
|
Trionychidae |
|
|
|
Drieklauw- en weekschildpadden |
|
Amyda cartilaginea (II) |
|
Zuidoost-Aziatische weekschildpad |
|
Apalone spinifera atra (I) |
|
|
Zwarte drieklauwschildpad |
|
Aspideretes gangeticus (I) |
|
|
Ganges-drieklauwschildpad |
|
Aspideretes hurum (I) |
|
|
Pauwoogdrieklauwschildpad |
|
Aspideretes nigricans (I) |
|
|
Heilige drieklauwschildpad |
|
|
Chitra spp. (II) |
|
Smalkopweekschildpadden |
|
|
Lissemys punctata (II) |
|
Indische klepweekschildpad |
|
|
Lissemys scutata (II) |
|
Burmese klepweekschildpad |
|
|
|
Palea steindachneri (III China) |
Halskwabweekschildpad |
|
|
Pelochelys spp. (II) |
|
Reuzenweekschildpadden |
|
|
|
Pelodiscus axenaria (III China) |
Hunan-weekschildpad |
|
|
|
Pelodiscus maackii (III China) |
Amoer-weekschildpad |
|
|
|
Pelodiscus parviformis (III China) |
Chinese weekschildpad |
|
|
|
Rafetus swinhoei (III China) |
Yangtze-weekschildpad |
|
AMPHIBIA |
|
|
|
Amfibieën |
ANURA |
|
|
|
Kikkers en padden |
Bufonidae |
|
|
|
Padden |
Altiphrynoides spp. (I) |
|
|
Malcolms Ethiopische padden |
|
Atelopus zeteki (I) |
|
|
Bonte klompvoetkikker |
|
Bufo periglenes (I) |
|
|
Gouden pad |
|
Bufo superciliaris (I) |
|
|
Wenkbrauwpad |
|
Nectophrynoides spp. (I) |
|
|
Levendbarende padden |
|
Nimbaphrynoides spp. (I) |
|
|
Nimba-padden |
|
Spinophrynoides spp. (I) |
|
|
Osgoods Ethiopische padden |
|
Dendrobatidae |
|
|
|
Gifkikkers |
|
Allobates femoralis (II) |
|
Dijvlekgifkikker |
|
|
Allobates zaparo (II) |
|
Zaparo-gifkikker |
|
|
Cryptophyllobates azureiventris (II) |
|
Blauwbuikgifkikker |
|
|
Dendrobates spp. (II) |
|
Boomgifkikkers |
|
|
Epipedobates spp. (II) |
|
Bodemgifkikkers |
|
|
Phyllobates spp. (II) |
|
Pijlgifkikkers |
|
Mantellidae |
|
|
|
Gouden prachtkikkers |
|
Mantella spp. (II) |
|
Gouden prachtkikkers |
|
Microhylidae |
|
|
|
Tomaatkikkers |
Dyscophus antongilii (I) |
|
|
Tomaatkikker |
|
|
Scaphiophryne gottlebei (II) |
|
Gottlebes smalbekkikker |
|
Ranidae |
|
|
|
Echte kikkers |
|
Conraua goliath |
|
Goliathkikker |
|
|
Euphlyctis hexadactylus (II) |
|
Zesteenkikker |
|
|
Hoplobatrachus tigerinus (II) |
|
Tijgerkikker |
|
|
Rana catesbeiana |
|
Stierkikker |
|
Rheobatrachidae |
|
|
|
Maagbroedende kikkers |
|
Rheobatrachus spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Maagbroedende kikkers |
|
Rheobatrachus silus (II) |
|
|
Zuidelijke maagbroedende kikker |
|
CAUDATA |
|
|
|
Salamanders |
Ambystomatidae |
|
|
|
Axolotls |
|
Ambystoma dumerilii (II) |
|
Achaque |
|
|
Ambystoma mexicanum (II) |
|
Axolotl |
|
Cryptobranchidae |
|
|
|
Reuzensalamanders |
Andrias spp. (I) |
|
|
Reuzensalamanders |
|
ELASMOBRANCHII |
|
|
|
Kraakbeenvissen |
LAMNIFORMES |
|
|
|
Haringhaaien |
Cetorhinidae |
|
|
|
Reuzenhaaien |
|
Cetorhinus maximus (II) |
|
Reuzenhaai |
|
Lamnidae |
|
|
|
Makreelhaaien |
|
Carcharodon carcharias (II) |
|
Mensenhaai |
|
ORECTOLOBIFORMES |
|
|
|
Bakerhaaien |
Rhincodontidae |
|
|
|
Walvishaaien |
|
Rhincodon typus (II) |
|
Walvishaai |
|
RAJIFORMES |
|
|
|
Roggen |
Pristidae |
|
|
|
Zaagroggen |
Pristidae spp. (I) (Met uitzondering van de in bijlage B opgenomen species) |
|
|
Zaagroggen |
|
|
Pristis microdon (II) (Uitsluitend met het oog op het toestaan van internationaal verkeer van levende dieren, hoofdzakelijk voor instandhoudingsdoelstellingen en voor zover deze dieren bestemd zijn voor passende en aanvaardbare aquaria. Alle andere specimens worden als specimens van een soort van bijlage A beschouwd en op de handel daarin is de desbetreffende regelgeving van toepassing.) |
|
Zoetwaterzaagrog |
|
ACTINOPTERYGII |
|
|
|
Straalvinnige vissen |
ACIPENSERIFORMES |
|
|
|
Steurachtigen |
|
|
ACIPENSERIFORMES spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Steurachtigen |
Acipenseridae |
|
|
|
Steuren |
Acipenser brevirostrum (I) |
|
|
Kortsnuitsteur |
|
Acipenser sturio (I) |
|
|
Gewone steur |
|
ANGUILLIFORMES |
|
|
|
Palingachtigen |
Anguillidae |
|
|
|
Palingen |
|
Anguilla anguilla (II) (Deze opneming wordt van kracht op 13 maart 2009.) |
|
Europese paling of aal |
|
CYPRINIFORMES |
|
|
|
Karperachtigen |
Catostomidae |
|
|
|
Zuigkarpers |
Chasmistes cujus (I) |
|
|
Zuigkarper |
|
Cyprinidae |
|
|
|
Echte karpers |
|
Caecobarbus geertsi (II) |
|
Afrikaanse blinde barbeel |
|
Probarbus jullieni (I) |
|
|
Julliens barbeel |
|
OSTEOGLOSSIFORMES |
|
|
|
Beentongvissen |
Osteoglossidae |
|
|
|
Echte beentongvissen |
|
Arapaima gigas (II) |
|
Arapaima |
|
Scleropages formosus (I) |
|
|
Aziatische beentongvis |
|
PERCIFORMES |
|
|
|
Baarsachtigen |
Labridae |
|
|
|
Lipvissen |
|
Cheilinus undulatus (II) |
|
Napoleonvis |
|
Sciaenidae |
|
|
|
Ombervissen |
Totoaba macdonaldi (I) |
|
|
Macdonalds trommelvis |
|
SILURIFORMES |
|
|
|
Meervalachtigen |
Pangasiidae |
|
|
|
Reuzenmeervallen |
Pangasianodon gigas (I) |
|
|
Reuzenmeerval |
|
SYNGNATHIFORMES |
|
|
|
Zeenaaldachtigen |
Syngnathidae |
|
|
|
Zeenaalden en zeepaardjes |
|
Hippocampus spp. (II) |
|
Zeepaardjes |
|
SARCOPTERYGII |
|
|
|
Kwastvinnige vissen |
CERATODONTIFORMES |
|
|
|
Australische longvissen |
Ceratodontidae |
|
|
|
Australische longvissen |
|
Neoceratodus forsteri (II) |
|
Australische longvis |
|
COELACANTHIFORMES |
|
|
|
Coelacantachtigen |
Latimeriidae |
|
|
|
Coelacanten |
Latimeria spp. (I) |
|
|
Coelacanten |
|
ECHINODERMATA (STEKELHUIDIGEN) |
||||
HOLOTHUROIDEA |
|
|
|
Zeekomkommers |
ASPIDOCHIROTIDA |
|
|
|
Zeekomkommers |
Stichopodidae |
|
|
|
Zeekomkommers |
|
|
Isostichopus fuscus (III Ecuador) |
Bruine zeekomkommer |
|
ARTHROPODA (GELEEDPOTIGEN) |
||||
ARACHNIDA |
|
|
|
Spinachtigen |
ARANEAE |
|
|
|
Spinnen |
Theraphosidae |
|
|
|
Vogelspinnen |
|
Aphonopelma albiceps (II) |
|
Tarantula |
|
|
Aphonopelma pallidum (II) |
|
Mexicaanse grijze tarantula |
|
|
Brachypelma spp. (II) |
|
Vogelspinnen |
|
SCORPIONES |
|
|
|
Schorpioenen |
Scorpionidae |
|
|
|
Schorpioenen |
|
Pandinus dictator (II) |
|
Dictatorschorpioen |
|
|
Pandinus gambiensis (II) |
|
Senegalese reuzenschorpioen |
|
|
Pandinus imperator (II) |
|
Keizerschorpioen |
|
INSECTA |
|
|
|
Insecten |
COLEOPTERA |
|
|
|
Kevers |
Lucanidae |
|
|
|
Vliegende herten |
|
|
Colophon spp. (III Zuid-Afrika) |
Kaapse vliegende herten |
|
LEPIDOPTERA |
|
|
|
Vlinders en motten |
Papilionidae |
|
|
|
Pages en pauwogen |
|
Atrophaneura jophon (II) |
|
Sri Lanka-roospage |
|
|
Atrophaneura palu |
|
Palu-roospage |
|
|
Atrophaneura pandiyana (II) |
|
Malabar-roospage |
|
|
Bhutanitis spp. (II) |
|
Bhutan-koninginnenpages |
|
|
Graphium sandawanum |
|
Apo-koninginnenpage |
|
|
Graphium stresemanni |
|
Seram-koninginnenpage |
|
|
Ornithoptera spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) |
|
Vogelvleugelvlinders |
|
Ornithoptera alexandrae (I) |
|
|
Alexandra's vogelvleugelvlinder |
|
|
Papilio benguetanus |
|
Filipijnse pauwoog |
|
Papilio chikae (I) |
|
|
Luzon-pauwoog |
|
|
Papilio esperanza |
|
Oaxacan-pauwoog |
|
Papilio homerus (I) |
|
|
Homeruspauwoog |
|
Papilio hospiton (I) |
|
|
Corsicaanse pauwoog |
|
|
Papilio morondavana |
|
Madagaskar-keizerpauwoog |
|
|
Papilio neumoegeni |
|
Sumba-pauwoog |
|
|
Parides ascanius |
|
Rio de Janeiro-pauwoog |
|
|
Parides hahneli |
|
Hahnels Amazone-pauwoog |
|
Parnassius apollo (II) |
|
|
Apollovlinder |
|
|
Teinopalpus spp. (II) |
|
Kaiser-i-hindvlinders |
|
|
Trogonoptera spp. (II) |
|
Vogelvleugelvlinders |
|
|
Troides spp. (II) |
|
Gouden vogelvleugelvlinders |
|
ANNELIDA (GELEDE WORMEN) |
||||
HIRUDINOIDEA |
|
|
|
Bloedzuigers |
ARHYNCHOBDELLIDA |
|
|
|
Bloedzuigers |
Hirudinidae |
|
|
|
Bloedzuigers |
|
Hirudo medicinalis (II) |
|
Medicinale bloedzuiger |
|
MOLLUSCA (WEEKDIEREN) |
||||
BIVALVIA |
|
|
|
Tweekleppigen |
MYTILOIDA |
|
|
|
Zeemossels |
Mytilidae |
|
|
|
Echte mossels |
|
Lithophaga lithophaga (II) |
|
Steenboorder |
|
UNIONOIDA |
|
|
|
Zoetwatermossels |
Unionidae |
|
|
|
Echte zoetwatermossels |
Conradilla caelata (I) |
|
|
Vogelvleugelparelmossel |
|
|
Cyprogenia aberti (II) |
|
Westelijke waaierschelp |
|
Dromus dromas (I) |
|
|
Dromedarisparelmossel |
|
Epioblasma curtisii (I) |
|
|
Curtis’ parelmossel |
|
Epioblasma florentina (I) |
|
|
Geelbloesemparelmossel |
|
Epioblasma sampsonii (I) |
|
|
Sampsons parelmossel |
|
Epioblasma sulcata perobliqua (I) |
|
|
Purperen kattenpootmossel |
|
Epioblasma torulosa gubernaculum (I) |
|
|
Groenbloesemparelmossel |
|
|
Epioblasma torulosa rangiana (II) |
|
Taanbloesemparelmossel |
|
Epioblasma torulosa torulosa (I) |
|
|
Knobbelbloesemparelmossel |
|
Epioblasma turgidula (I) |
|
|
Zwelbloesemparelmossel |
|
Epioblasma walkeri (I) |
|
|
Bruinbloesemparelmossel |
|
Fusconaia cuneolus (I) |
|
|
Fijnstraal-varkensteenparelmossel |
|
Fusconaia edgariana (I) |
|
|
Glanzende varkensteenparelmossel |
|
Lampsilis higginsii (I) |
|
|
Higgins’ oogparelmossel |
|
Lampsilis orbiculata orbiculata (I) |
|
|
Roze slijkmossel |
|
Lampsilis satur (I) |
|
|
Gewone boekparelmossel |
|
Lampsilis virescens (I) |
|
|
Alabama-lampmossel |
|
Plethobasus cicatricosus (I) |
|
|
Witte wrattenrugparelmossel |
|
Plethobasus cooperianus (I) |
|
|
Oranjevoetpuistmossel |
|
|
Pleurobema clava (II) |
|
Klompschelpparelmossel |
|
Pleurobema plenum (I) |
|
|
Ruige varkensteenparelmossel |
|
Potamilus capax (I) |
|
|
Dikboekparelmossel |
|
Quadrula intermedia (I) |
|
|
Cumberland-apensnoetparelmossel |
|
Quadrula sparsa (I) |
|
|
Appalachen-apensnoetparelmossel |
|
Toxolasma cylindrellus (I) |
|
|
Bleke lilliputparelmossel |
|
Unio nickliniana (I) |
|
|
Nicklins parelmossel |
|
Unio tampicoensis tecomatensis (I) |
|
|
Tampico-parelmossel |
|
Villosa trabalis (I) |
|
|
Cumberland-boonparelmossel |
|
VENEROIDA |
||||
Tridacnidae |
|
|
|
Doopvontschelpen |
|
Tridacnidae spp. (II) |
|
Doopvontschelpen |
|
GASTROPODA |
|
|
|
Buikpotigen of slakken |
ARCHAEOGASTROPODA |
||||
Haliotidae |
|
|
|
Zeeoren |
|
|
Haliotis midae (III Zuid-Afrika) |
Midasoor |
|
MESOGASTROPODA |
||||
Strombidae |
|
|
|
Kroonslakken |
|
Strombus gigas (II) |
|
Karko of roze vleugelhoorn |
|
STYLOMMATOPHORA |
||||
Achatinellidae |
|
|
|
Hawaï-boomslakken |
Achatinella spp. (I) |
|
|
Kleine agaatslakken |
|
Camaenidae |
|
|
|
Groenslakken |
|
Papustyla pulcherrima (II) |
|
Groenslak |
|
CNIDARIA (HOLTEDIEREN) |
||||
ANTHOZOA |
|
|
|
Koralen en zeeanemonen |
ANTIPATHARIA |
|
|
|
Doornkoralen |
|
|
ANTIPATHARIA spp. (II) |
|
Doornkoralen |
GORGONACEAE |
|
|
|
Hoornkoralen |
Coralliidae |
|
|
|
Bloedkoralen |
|
|
Corallium elatius (III China) |
Momo-bloedkoraal |
|
|
|
Corallium japonicum (III China) |
Japans bloedkoraal |
|
|
|
Corallium konjoi (III China) |
Konjoi-bloedkoraal |
|
|
|
Corallium secundum (III China) |
Engelhuidbloedkoraal |
|
HELIOPORACEA |
||||
Helioporidae |
|
|
|
Blauwe koralen |
|
Helioporidae spp. (II) (Omvat uitsluitend de soort Heliopora coerulea) (7) |
|
Blauwe koralen |
|
SCLERACTINIA |
|
|
|
Echte koralen |
|
|
SCLERACTINIA spp. (II) (7) |
|
Echte koralen |
STOLONIFERA |
|
|
|
Buiskoralen |
Tubiporidae |
|
|
|
Orgelpijpkoralen |
|
Tubiporidae spp. (II) (7) |
|
Orgelpijpkoralen |
|
HYDROZOA |
|
|
|
Poliepen |
MILLEPORINA |
||||
Milleporidae |
|
|
|
Brandkoralen of vuurkoralen |
|
Milleporidae spp. (II) (7) |
|
Brandkoralen of vuurkoralen |
|
STYLASTERINA |
||||
Stylasteridae |
|
|
|
Kantkoralen |
|
Stylasteridae spp. (II) (7) |
|
Kantkoralen |
|
FLORA (PLANTEN) |
||||
AGAVACEAE |
|
|
|
Agavefamilie |
Agave parviflora (I) |
|
|
Santa Cruz-streepagave |
|
|
Agave victoriae-reginae (II) #1 |
|
Koningin Victoria-agave |
|
|
Nolina interrata (II) |
|
San Diego-berengras |
|
AMARYLLIDACEAE |
|
|
|
Narcisfamilie |
|
Galanthus spp. (II) #1 |
|
Sneeuwklokjes |
|
|
Sternbergia spp. (II) #1 |
|
Leliën des velds |
|
APOCYNACEAE |
|
|
|
Maagdenpalmfamilie |
|
Hoodia spp. (II) #9 |
|
Hoodia’s |
|
|
Pachypodium spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) #1 |
|
Madagaskar-palmen |
|
Pachypodium ambongense (I) |
|
|
Olifantromppalm |
|
Pachypodium baronii (I) |
|
|
Sleutelbloempalm |
|
Pachypodium decaryi (I) |
|
|
Hanenspoorbloempalm |
|
|
Rauvolfia serpentina (II) #2 |
|
Slangenwortel-duivelspeper |
|
ARALIACEAE |
|
|
|
Klimopfamilie |
|
Panax ginseng (II) (Alleen de populatie in de Russische Federatie; geen enkele andere populatie is in de bijlagen bij deze verordening opgenomen.) #3 |
|
Ginseng |
|
|
Panax quinquefolius (II) #3 |
|
Amerikaanse ginseng |
|
ARAUCARIACEAE |
|
|
|
Araucariafamilie |
Araucaria araucana (I) |
|
|
Apenverdriet |
|
BERBERIDACEAE |
|
|
|
Berberisfamilie |
|
Podophyllum hexandrum (II) #2 |
|
Indische alruinwortel |
|
BROMELIACEAE |
|
|
|
Bromeliafamilie |
|
Tillandsia harrisii (II) #1 |
|
Harris′ tillandsia |
|
|
Tillandsia kammii (II) #1 |
|
Kamms tillandsia |
|
|
Tillandsia kautskyi (II) #1 |
|
Kautsky′s tillandsia |
|
|
Tillandsia mauryana (II) #1 |
|
Maury′s tillandsia |
|
|
Tillandsia sprengeliana (II) #1 |
|
Sprengels tillandsia |
|
|
Tillandsia sucrei (II) #1 |
|
Sucre-tillandsia |
|
|
Tillandsia xerographica (II) #1 |
|
Xerografie-tillandsia |
|
CACTACEAE |
|
|
|
Cactusfamilie |
|
CACTACEAE spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species en Pereskia spp., Pereskiopsis spp. en Quiabentia spp.) (8) #4 |
|
Cactussen |
|
Ariocarpus spp. (I) |
|
|
Levendesteencactussen |
|
Astrophytum asterias (I) |
|
|
Stercactus |
|
Aztekium ritteri (I) |
|
|
Aztekencactus |
|
Coryphantha werdermannii (I) |
|
|
Zwijnspeldenkussen |
|
Discocactus spp. (I) |
|
|
Schijfcactussen |
|
Echinocereus ferreirianus ssp. lindsayi (I) |
|
|
Lindsays egelcactus |
|
Echinocereus schmollii (I) |
|
|
Lamsstaartcactus |
|
Escobaria minima (I) |
|
|
Nellie Cory’s cactus |
|
Escobaria sneedii (I) |
|
|
Sneeds speldenkussen |
|
Mammillaria pectinifera (I) |
|
|
Biggencactus |
|
Mammillaria solisioides (I) |
|
|
Pitayta |
|
Melocactus conoideus (I) |
|
|
Kegelvormige Turksemutscactus |
|
Melocactus deinacanthus (I) |
|
|
Prachtborstelige Turksemutscactus |
|
Melocactus glaucescens (I) |
|
|
Wollige wassteel-Turksemutscactus |
|
Melocactus paucispinus (I) |
|
|
Geringstekelige Turksemutscactus |
|
Obregonia denegrii (I) |
|
|
Artisjokcactus |
|
Pachycereus militaris (I) |
|
|
Teddybeercactus |
|
Pediocactus bradyi (I) |
|
|
Brady’s speldenkussen |
|
Pediocactus knowltonii (I) |
|
|
Knowltons cactus |
|
Pediocactus paradinei (I) |
|
|
Paradines cactus |
|
Pediocactus peeblesianus (I) |
|
|
Peebles′ navajocactus |
|
Pediocactus sileri (I) |
|
|
Silers speldenkussen |
|
Pelecyphora spp. (I) |
|
|
Bijltjescactussen |
|
Sclerocactus brevihamatus ssp. tobuschii (I) |
|
|
Tobuschs vishaakcactus |
|
Sclerocactus erectocentrus (I) |
|
|
Acuña-cactus |
|
Sclerocactus glaucus (I) |
|
|
Uinta Basin-cactus |
|
Sclerocactus mariposensis (I) |
|
|
Lloyds vlindercactus |
|
Sclerocactus mesae-verdae (I) |
|
|
Mesa Verde-cactus |
|
Sclerocactus nyensis (I) |
|
|
Tonopah-vishaakcactus |
|
Sclerocactus papyracanthus (I) |
|
|
Papierstekelvishaakcactus |
|
Sclerocactus pubispinus (I) |
|
|
Great Basin-vishaakcactus |
|
Sclerocactus wrightiae (I) |
|
|
Wrights vishaakcactus |
|
Strombocactus spp. (I) |
|
|
Tolcactussen |
|
Turbinicarpus spp. (I) |
|
|
Turbinecactussen |
|
Uebelmannia spp. (I) |
|
|
Uebelmanns cactussen |
|
CARYOCARACEAE |
|
|
|
Caryocarfamilie |
|
Caryocar costaricense (II) #1 |
|
Knoflookboom |
|
COMPOSITAE (ASTERACEAE) |
|
|
|
Asterfamilie (composieten) |
Saussurea costus (I) (Ook S. lappa of Aucklandia costus genoemd.) |
|
|
Cost, kutki of kuth |
|
CRASSULACEAE |
|
|
|
Vetplantenfamilie |
|
Dudleya stolonifera (II) |
|
Laguna Beach-liveforever |
|
|
Dudleya traskiae (II) |
|
Santa Barbara-liveforever |
|
CUPRESSACEAE |
|
|
|
Cipresfamilie |
Fitzroya cupressoides (I) |
|
|
Alerce |
|
Pilgerodendron uviferum (I) |
|
|
Chileense cipres |
|
CYATHEACEAE |
|
|
|
Cyatheafamilie |
|
Cyathea spp. (II) #1 |
|
Cyathea’s (boomvarens) |
|
CYCADACEAE |
|
|
|
Cycaspalmenfamilie |
|
CYCADACEAE spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) #1 |
|
Cycaspalmen |
|
Cycas beddomei (I) |
|
|
Beddomes cycaspalm |
|
DICKSONIACEAE |
|
|
|
Dicksoniafamilie |
|
Cibotium barometz (II) #1 |
|
Kettingvaren, cibota of gou-ji |
|
|
Dicksonia spp. (II) (Alleen de Amerikaanse populaties; geen enkele andere populatie is in de bijlagen bij deze verordening opgenomen; omvat Dicksonia berteriana, D. externa, D. sellowiana en D. stuebelii ) #1 |
|
Dicksonia’s (boomvarens) |
|
DIDIEREACEAE |
|
|
|
Didiereafamilie |
|
DIDIEREACEAE spp. (II) #1 |
|
Madagaskar-boomvarens, aluaudia′s |
|
DIOSCOREACEAE |
|
|
|
Yamswortelfamilie |
|
Dioscorea deltoidea (II) #1 |
|
Olifantspoot |
|
DROSERACEAE |
|
|
|
Zonnedauwfamilie |
|
Dionaea muscipula (II) #1 |
|
Venusvliegenval |
|
EUPHORBIACEAE |
|
|
|
Wolfsmelkfamilie |
|
Euphorbia spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species; uitsluitend succulente species; op kunstmatig gekweekte specimens van cultivars van Euphorbia trigona, kunstmatig gekweekte kam- of waaiervormige mutanten of kleurmutanten van Euphorbia lactea die op een kunstmatig gekweekte onderstam van Euphorbia neriifolia zijn geënt, alsook op kunstmatig gekweekte specimens van cultivars van Euphorbia„Milii” die in partijen van 100 of meer planten worden verkocht en die gemakkelijk als kunstmatig gekweekte specimens herkenbaar zijn, zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing) #1 |
|
Euphorbia′s of wolfsmelken |
|
Euphorbia ambovombensis (I) |
|
|
Amovombe-wolfsmelk |
|
Euphorbia capsaintemariensis (I) |
|
|
Cap Sainte Marie-wolfsmelk |
|
Euphorbia cremersii (I) |
|
|
Cremers′ wolfsmelk |
|
Euphorbia cylindrifolia (I) |
|
|
Rondbladige wolfsmelk |
|
Euphorbia decaryi (I) |
|
|
Decary’s wolfsmelk |
|
Euphorbia francoisii (I) |
|
|
François’ wolfsmelk |
|
Euphorbia handiensis (II) |
|
|
|
|
Euphorbia lambii (II) |
|
|
Gomera-wolfsmelk |
|
Euphorbia moratii (I) |
|
|
|
|
Euphorbia parvicyathophora (I) |
|
|
|
|
Euphorbia quartziticola (I) |
|
|
|
|
Euphorbia stygiana (II) |
|
|
Daphne-vlaswolfsmelk |
|
Euphorbia tulearensis (I) |
|
|
|
|
FOUQUIERIACEAE |
|
|
|
Fouquieriafamilie |
|
Fouquieria columnaris (II) #1 |
|
Flesboom, boojumboom of grote waskaars |
|
Fouquieria fasciculata (I) |
|
|
Ocotillo |
|
Fouquieria purpusii (I) |
|
|
|
|
GNETACEAE |
|
|
|
Gnetumfamilie |
|
|
Gnetum montanum (III Nepal) #1 |
Melindjo, gam nui of sot nui |
|
JUGLANDACEAE |
|
|
|
Okkernootfamilie |
|
Oreomunnea pterocarpa (II) #1 |
|
Caribische walnoot |
|
LEGUMINOSAE (FABACEAE) |
|
|
|
Vlinderbloemigen |
|
Caesalpinia echinata (II) #10 |
|
Brazielhout of pernambuk |
|
Dalbergia nigra (I) |
|
|
Palissander |
|
|
|
Dalbergia retusa (III populatie in Guatemala) #5 |
Cocobolo |
|
|
|
Dalbergia stevensonii (III populatie in Guatemala) #5 |
Honduras-palissander |
|
|
|
Dipteryx panamensis (III Costa Rica/Nicaragua) |
Amandelboom |
|
|
Pericopsis elata (II) #5 |
|
Afrormosia |
|
|
Platymiscium pleiostachyum (II) #1 |
|
Christobal of ñambar |
|
|
Pterocarpus santalinus (II) #7 |
|
Rood sandelhout |
|
LILIACEAE |
|
|
|
Leliefamilie |
|
Aloe spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species en Aloe vera, ook genoemd Aloe barbadensis, die niet in de bijlagen bij deze verordening is opgenomen) #1 |
|
Aloë’s |
|
Aloe albida (I) |
|
|
Witte aloë |
|
Aloe albiflora (I) |
|
|
Witbloemaloë |
|
Aloe alfredii (I) |
|
|
Alfredi’s aloë |
|
Aloe bakeri (I) |
|
|
Kaapse aloë |
|
Aloe bellatula (I) |
|
|
Prachtaloë |
|
Aloe calcairophila (I) |
|
|
|
|
Aloe compressa (I) |
|
|
Korte aloë |
|
Aloe delphinensis (I) |
|
|
Dolfijnaloë |
|
Aloe descoingsii (I) |
|
|
Dwergaloë |
|
Aloe fragilis (I) |
|
|
Fragiele aloë |
|
Aloe haworthioides (I) |
|
|
Schijnspinaloë of kanten aloë |
|
Aloe helenae (I) |
|
|
Helena’s aloë |
|
Aloe laeta (I) |
|
|
Bonte aloë |
|
Aloe parallelifolia (I) |
|
|
Evenwijdigbladige aloë |
|
Aloe parvula (I) |
|
|
Kleinste aloë |
|
Aloe pillansii (I) |
|
|
Pijlkokerboom of Richtervelds aloë |
|
Aloe polyphylla (I) |
|
|
Spiraalaloë |
|
Aloe rauhii (I) |
|
|
Rauhs aloë |
|
Aloe suzannae (I) |
|
|
Suzannes aloë |
|
Aloe versicolor (I) |
|
|
Wisselkleurige aloë |
|
Aloe vossii (I) |
|
|
Voss’ aloë |
|
MAGNOLIACEAE |
|
|
|
Tulpenboomfamilie |
|
|
Magnolia liliifera var. obovata (III Nepal) #1 |
Safan |
|
MELIACEAE |
|
|
|
Mahoniefamilie |
|
|
Cedrela odorata (III Populatie in Colombia, populatie in Guatemala, populatie in Peru) #5 |
Spaanse ceder |
|
|
Swietenia humilis (II) #1 |
|
Mexicaanse mahonieboom |
|
|
Swietenia macrophylla (II) (Neotropische populaties, d.w.z. de populaties in Midden- en Zuid-Amerika en het Caribisch gebied) #6 |
|
Braziliaanse mahonieboom |
|
|
Swietenia mahagoni (II) #5 |
|
Cubaanse mahonieboom |
|
NEPENTHACEAE |
|
|
|
Bekerplantenfamilie |
|
Nepenthes spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) #1 |
|
Bekerplanten |
|
Nepenthes khasiana (I) |
|
|
Indiase bekerplant |
|
Nepenthes rajah (I) |
|
|
Reuzenbekerplant |
|
ORCHIDACEAE |
|
|
|
Orchideeënfamilie |
|
ORCHIDACEAE spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) (9) #1 |
|
Orchideeën |
|
Voor alle volgende soorten van bijlage A zijn op in vitro zaailing- of weefselculturen op een vaste of vloeibare voedingsbodem die in steriele recipiënten worden getransporteerd, de bepalingen van deze verordening niet van toepassing. |
|
|
|
|
Aerangis ellisii (I) |
|
|
Madagaskar-orchidee |
|
Cephalanthera cucullata (II) |
|
|
Kretenzisch nieskruid |
|
Cypripedium calceolus (II) |
|
|
Vrouwenschoentje |
|
Dendrobium cruentum (I) |
|
|
Bloedrode orchidee |
|
Goodyera macrophylla (II) |
|
|
Madeira-netbladorchidee |
|
Laelia jongheana (I) |
|
|
Jonghes lelie |
|
Laelia lobata (I) |
|
|
Gaffellelie |
|
Liparis loeselii (II) |
|
|
Groenknolorchis |
|
Ophrys argolica (II) |
|
|
Geoogde bijenorchis |
|
Ophrys lunulata (II) |
|
|
Halvemaanorchidee |
|
Orchis scopulorum (II) |
|
|
Madeira-orchis |
|
Paphiopedilum spp. (I) |
|
|
Venusschoentjes |
|
Peristeria elata (I) |
|
|
Heiligegeestorchidee |
|
Phragmipedium spp. (I) |
|
|
Zuid-Amerikaanse pantoffelorchideeën |
|
Renanthera imschootiana (I) |
|
|
Rode Vanda-orchidee |
|
Spiranthes aestivalis (II) |
|
|
Zomerschroeforchis |
|
OROBANCHACEAE |
|
|
|
Bremraapfamilie |
|
Cistanche deserticola (II) #1 |
|
Woestijnbremraap |
|
PALMAE (ARECACEAE) |
|
|
|
Palmenfamilie |
|
Beccariophoenix madagascariensis (II) #1 |
|
Manaranopalm |
|
Chrysalidocarpus decipiens (I) |
|
|
Vlinderpalm |
|
|
Lemurophoenix halleuxii (II) |
|
Rode makipalm |
|
|
Marojejya darianii (II) |
|
Grootbladpalm |
|
|
Neodypsis decaryi (II) #1 |
|
Triangelpalm |
|
|
Ravenea louvelii (II) |
|
Madagaskar-palm |
|
|
Ravenea rivularis (II) |
|
Majesteitpalm |
|
|
Satranala decussilvae (II) |
|
Satranabepalm |
|
|
Voanioala gerardii (II) |
|
Boskokosnoot |
|
PAPAVERACEAE |
|
|
|
Papaverfamilie |
|
|
Meconopsis regia (III Nepal) #1 |
Himalaya-klaproos |
|
PINACEAE |
|
|
|
Dennenfamilie |
Abies guatemalensis (I) |
|
|
Guatemala-spar |
|
PODOCARPACEAE |
|
|
|
Podocarpusfamilie |
|
|
Podocarpus neriifolius (III Nepal) #1 |
Geelhoutden |
|
Podocarpus parlatorei (I) |
|
|
Parlatore's podocarpus |
|
PORTULACACEAE |
|
|
|
Posteleinfamilie |
|
Anacampseros spp. (II) #1 |
|
Postelein |
|
|
Avonia spp. #1 |
|
Marentakcactus |
|
|
Lewisia serrata (II) #1 |
|
Maguires bitterwortel |
|
PRIMULACEAE |
|
|
|
Sleutelbloemfamilie |
|
Cyclamen spp. (II) (10) #1 |
|
Cyclamens |
|
PROTEACEAE |
|
|
|
Proteafamilie |
|
Orothamnus zeyheri (II) #1 |
|
Moerasroos |
|
|
Protea odorata (II) #1 |
|
Swartland-suikerbossie |
|
RANUNCULACEAE |
|
|
|
Ranonkelfamilie |
|
Adonis vernalis (II) #2 |
|
Voorjaarsadonis |
|
|
Hydrastis canadensis (II) #8 |
|
Goudzegel |
|
ROSACEAE |
|
|
|
Rozenfamilie |
|
Prunus africana (II) #1 |
|
Afrikaanse kers of roodstinkhout |
|
RUBIACEAE |
|
|
|
Walstrofamilie |
Balmea stormiae (I) |
|
|
Ayugue |
|
SARRACENIACEAE |
|
|
|
Trompetbekerplantenfamilie |
|
Sarracenia spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) #1 |
|
Trompetbekerplanten |
|
Sarracenia oreophila (I) |
|
|
Groene trompetbekerplant |
|
Sarracenia rubra ssp. alabamensis (I) |
|
|
Alabama-trompetbekerplant |
|
Sarracenia rubra ssp. jonesii (I) |
|
|
Zoete bergtrompetbekerplant |
|
SCROPHULARIACEAE |
|
|
|
Helmkruidfamilie |
|
Picrorhiza kurrooa (II) (met uitsluiting van Picrorhiza scrophulariiflora) #2 |
|
Katki |
|
STANGERIACEAE |
|
|
|
Stangeriafamilie |
|
Bowenia spp. (II) #1 |
|
Bowenia’s |
|
Stangeria eriopus (I) |
|
|
Hottentottenhoofd |
|
TAXACEAE |
|
|
|
Taxusfamilie |
|
Taxus chinensis (II) #2 |
|
Chinese taxus |
|
|
Taxus cuspidata (II) (11) #2 |
|
Japanse taxus |
|
|
Taxus fuana (II) #2 |
|
Tibetaanse taxus |
|
|
Taxus sumatrana (II) #2 |
|
Sumatraanse taxus |
|
|
Taxus wallichiana (II) #2 |
|
Himalaya-taxus |
|
THYMELEACEAE (AQUILARIACEAE) |
|
|
|
Peperboompjesfamilie |
|
Aquilaria spp. (II) #1 |
|
Agarhout |
|
|
Gonystylus spp. (II) #1 |
|
Ramin |
|
|
Gyrinops spp. (II) #1 |
|
Agarhout |
|
TROCHODENDRACEAE (TETRACENTRACEAE) |
|
|
|
Tetracentronfamilie |
|
|
Tetracentron sinense (III Nepal) #1 |
Spoorblad |
|
VALERIANACEAE |
|
|
|
Valeriaanfamilie |
|
Nardostachys grandiflora #2 |
|
|
|
WELWITSCHIACEAE |
|
|
|
Welwitschiafamilie |
|
Welwitschia mirabilis (II) #1 |
|
Welwitschia |
|
ZAMIACEAE |
|
|
|
Zamiafamilie |
|
ZAMIACEAE spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) #1 |
|
Zamiafamilie |
|
Ceratozamia spp. (I) |
|
|
Hoornkegelpalmen |
|
Chigua spp. (I) |
|
|
Chigua’s |
|
Encephalartos spp. (I) |
|
|
Broodbomen |
|
Microcycas calocoma (I) |
|
|
Kurkpalm |
|
ZINGIBERACEAE |
|
|
|
Gemberfamilie |
|
Hedychium philippinense (II) #1 |
|
Filipijnse guirlande of gemberlelie |
|
ZYGOPHYLLACEAE |
|
|
|
Pokhoutfamilie |
|
Guaiacum spp. (II) #2 |
|
Pokhout |
|
|
|
Bulnesia sarmientoi (III Argentinië) #11 |
Gayak |
|
Bijlage D |
Gewone naam |
FAUNA |
||
CHORDATA (CHORDADIEREN) |
||
MAMMALIA |
|
Zoogdieren |
CARNIVORA |
|
Roofdieren |
Canidae |
|
Hondachtigen |
Vulpes vulpes griffithi (III India) §1 |
Griffiths vos |
|
Vulpes vulpes montana (III India) §1 |
Indische bergvos |
|
Vulpes vulpes pusilla (III India) §1 |
Kleine rode vos |
|
Mustelidae |
|
Marterachtigen |
Mustela altaica (III India) §1 |
Bergwezel |
|
Mustela erminea ferghanae (III India) §1 |
Indische bergwezel |
|
Mustela kathiah (III India) §1 |
Geelbuikwezel |
|
Mustela sibirica (III India) §1 |
Siberische wezel |
|
DIPROTODONTIA |
|
Klimbuideldieren, wombats en kangoeroes |
Macropodidae |
|
Kangoeroes en wallaby’s |
Dendrolagus dorianus |
Doria's boomkangoeroe |
|
Dendrolagus goodfellowi |
Goodfellows boomkangoeroe |
|
Dendrolagus matschiei |
Matschies boomkangoeroe |
|
Dendrolagus pulcherrimus |
Goudmantelboomkangoeroe |
|
Dendrolagus stellarum |
Seri's boomkangoeroe |
|
AVES |
|
Vogels |
ANSERIFORMES |
|
Eendachtigen |
Anatidae |
|
Eenden, ganzen en zwanen |
Anas melleri |
Mellers eend |
|
COLUMBIFORMES |
|
Duifachtigen |
Columbidae |
|
Duiven |
Columba oenops |
Salvins duif |
|
Didunculus strigirostris |
Tandduif |
|
Ducula pickeringii |
Pickerings muskaatduif |
|
Gallicolumba crinigera |
Bartletts dolksteenduif |
|
Ptilinopus marchei |
Marche's jufferduif |
|
Turacoena modesta |
Timorese zwarte duif |
|
GALLIFORMES |
|
Hoenderachtigen |
Cracidae |
|
Hokko’s |
Crax alector |
Gewone of zwarte hokko |
|
Pauxi unicornis |
Hoornhokko |
|
Penelope pileata |
Witkuifsjakohoen |
|
Megapodiidae |
|
Grootpoothoenders |
Eulipoa wallacei |
Moluks boshoen |
|
Phasianidae |
|
Fazantachtigen |
Arborophila gingica |
Rickets bospatrijs |
|
Lophura bulweri |
Bulwers vuurrugfazant |
|
Lophura diardi |
Siamese vuurrugfazant |
|
Lophura inornata |
Salvadori's vuurrugfazant |
|
Lophura leucomelanos |
Kalij-vuurrugfazant |
|
Syrmaticus reevesii §2 |
Koningsfazant |
|
PASSERIFORMES |
|
Zangvogels |
Bombycillidae |
|
Pestvogels |
Bombycilla japonica |
Japanse pestvogel |
|
Corvidae |
|
Kraaiachtigen |
Cyanocorax caeruleus |
Azuurblauwe gaai |
|
Cyanocorax dickeyi |
Kroongaai |
|
Cotingidae |
|
Cotinga’s |
Procnias nudicollis |
Naaktkeelklokvogel |
|
Emberizidae |
|
Gorzen |
Dacnis nigripes |
Zwartpootpitpit |
|
Sporophila falcirostris |
Temmincks dikbekje |
|
Sporophila frontalis |
Reuzendikbekje |
|
Sporophila hypochroma |
Roodstuitdikbekje |
|
Sporophila palustris |
Moerasdikbekje |
|
Estrildidae |
|
Astrilden |
Amandava amandava |
Tijgervink |
|
Cryptospiza reichenovii |
Reichenows bergastrilde |
|
Erythrura coloria |
Mindanao-papegaaiamadine |
|
Erythrura viridifacies |
Manilla-papegaaiamadine |
|
Estrilda quartinia (Vaak verhandeld onder de naam Estrilda melanotis) |
Geelsnavelastrilde |
|
Hypargos niveoguttatus |
Rode druppelastrilde |
|
Lonchura griseicapilla |
Witkruinnon |
|
Lonchura punctulata |
Muskaatvink |
|
Lonchura stygia |
Zwarte rietvink |
|
Fringillidae |
|
Vinken |
Carduelis ambigua |
Yunnan-groenling |
|
Carduelis atrata |
Zwarte sijs |
|
Kozlowia roborowskii |
Tibetaanse roodmus |
|
Pyrrhula erythaca |
Grijskopgoudvink |
|
Serinus canicollis |
Geelkruinkanarie |
|
Serinus citrinelloides hypostictus (Vaak verhandeld onder de naam Serinus citrinelloides) |
Oost-Afrikaanse dunbekkanarie |
|
Icteridae |
|
Troepialen |
Sturnella militaris |
Zwartkopsoldatenspreeuw |
|
Muscicapidae |
|
Vliegenvangers en lijsters |
Cochoa azurea |
Javaanse blauwe cochoa |
|
Cochoa purpurea |
Purpercochoa |
|
Garrulax formosus |
Roodvleugellijstergaai |
|
Garrulax galbanus |
Geelbuiklijstergaai |
|
Garrulax milnei |
Roodstaartlijstergaai |
|
Niltava davidi |
Père Davids niltava |
|
Stachyris whiteheadi |
Whiteheads boomtimalia |
|
Swynnertonia swynnertoni (ook Pogonicichla swynnertoni genoemd) |
Swynnertons sterrenpaapje |
|
Turdus dissimilis |
Zwartborstlijster |
|
Pittidae |
|
Pitta’s |
Pitta nipalensis |
Blauwnekpitta |
|
Pitta steerii |
Steeres pitta |
|
Sittidae |
|
Boomklevers |
Sitta magna |
Reuzenboomklever |
|
Sitta yunnanensis |
Yunnan-boomklever |
|
Sturnidae |
|
Spreeuwen |
Cosmopsarus regius |
Koningsglansspreeuw |
|
Mino dumontii |
Papoea-maina |
|
Sturnus erythropygius |
Andamanen-spreeuw |
|
REPTILIA |
|
Reptielen |
TESTUDINES |
|
Schildpadden |
Geoemydidae |
|
Aardschildpadachtigen |
Melanochelys trijuga |
Indiase zwarte schildpad |
|
SAURIA |
|
Hagedissen |
Cordylidae |
|
Gordelstaarthagedissen |
Zonosaurus karsteni |
Karstens gordelhagedis |
|
Zonosaurus quadrilineatus |
Vierstreepgordelhagedis |
|
Gekkonidae |
|
Gekko’s |
Rhacodactylus auriculatus |
Ruwe reuzengekko |
|
Rhacodactylus ciliatus |
Gestekelde reuzengekko |
|
Rhacodactylus leachianus |
Nieuw-Caledonische reuzengekko |
|
Teratoscincus microlepis |
Kleinschubbige wondergekko |
|
Teratoscincus scincus |
Spookgekko |
|
Scincidae |
|
Skinks |
Tribolonotus gracilis |
Sierlijke helmskink of roodoogkrokodilskink |
|
Tribolonotus novaeguineae |
Nieuw-Guinese helmskink |
|
SERPENTES |
|
Slangen |
Colubridae |
|
Ringslangen |
Elaphe carinata §1 |
Taiwanese stinkslang |
|
Elaphe radiata §1 |
Sterrattenslang |
|
Elaphe taeniura §1 |
Taiwanese rattenslang |
|
Enhydris bocourti §1 |
Bocourts waterslang |
|
Homalopsis buccata §1 |
Mopsneusslang |
|
Langaha nasuta |
Madagaskar-bladneusslang |
|
Leioheterodon madagascariensis |
Madagaskar-haakneusslang |
|
Ptyas korros §1 |
Geelbuikrattenslang |
|
Rhabdophis subminiatus §1 |
Giftige waterslang |
|
Hydrophiidae |
|
Zeeslangen |
Lapemis curtus (Omvat ook Lapemis hardwickii) §1 |
Logge zeeslang |
|
Viperidae |
|
Adders |
Calloselasma rhodostoma §1 |
Maleise mocassinslang |
|
AMPHIBIA |
|
Amfibieën |
ANURA |
|
Kikkers en padden |
Hylidae |
|
Boomkikkers |
Phyllomedusa sauvagii |
Wasmakikikker |
|
Leptodactylidae |
|
Fluitkikkers |
Leptodactylus laticeps |
Santa Fe-fluitkikker |
|
Ranidae |
|
Echte kikkers |
Limnonectes macrodon |
Javaanse reuzenkikker of groottandkikker |
|
Rana shqiperica |
Albanese poelkikker |
|
CAUDATA |
|
Salamanders |
Hynobiidae |
|
Aziatische salamanders |
Ranodon sibiricus |
Siberische kikkertandsalamander of Semirechensk-salamander |
|
Plethodontidae |
|
Longloze salamanders |
Bolitoglossa dofleini |
Reuzenpalmsalamander |
|
Salamandridae |
|
Echte salamanders |
Cynops ensicauda |
Zwaardstaartsalamander |
|
Echinotriton andersoni |
Andersons krokodilsalamander |
|
Pachytriton labiatus |
Lipsalamander |
|
Paramesotriton spp. |
Wrattensalamanders |
|
Salamandra algira |
Noord-Afrikaanse vuursalamander |
|
Tylototriton spp. |
Krokodilsalamanders |
|
ACTINOPTERYGII |
|
Straalvinnige vissen |
PERCIFORMES |
|
Baarsachtigen |
Apogonidae |
||
|
Pterapogon kauderni |
Kardinaalbaars |
ARTHROPODA (GELEEDPOTIGEN) |
||
INSECTA |
|
Insecten |
LEPIDOPTERA |
|
Vlinders en motten |
Papilionidae |
|
Pages en pauwogen |
Baronia brevicornis |
Mexicaanse of kortsprietbaronia |
|
Papilio grosesmithi |
Madagaskar-pauwoog |
|
Papilio maraho |
Breedstaartpauwoog |
|
FLORA |
||
AGAVACEAE |
|
Agavefamilie |
Calibanus hookeri |
Mexicaanse rolsteenagave of sacamecate |
|
Dasylirion longissimum |
Berengras |
|
ARACEAE |
|
Aronskelkfamilie |
Arisaema dracontium |
Groenedraakaronskelk |
|
Arisaema erubescens |
Lichtrode aronskelk |
|
Arisaema galeatum |
Gehelmde aronskelk |
|
Arisaema nepenthoides |
|
|
Arisaema sikokianum |
Japanse cobralelie |
|
Arisaema thunbergii var. urashima |
Urashima-aronskelk |
|
Arisaema tortuosum |
Zweepkoordcobralelie |
|
Biarum davisii ssp. marmarisense |
Davis’ marmeraronskelk |
|
Biarum ditschianum |
Arfakaronskelk |
|
COMPOSITAE (ASTERACEAE) |
|
Asterfamilie (composieten) |
Arnica montana §3 |
Valkruid |
|
Othonna cacalioides |
Cacaliamadeliefje |
|
Othonna clavifolia |
Sleutelbladmadeliefje |
|
Othonna hallii |
Van Halls madeliefje |
|
Othonna herrei |
Herres madeliefje |
|
Othonna lepidocaulis |
Schubsteelmadeliefje |
|
Othonna retrorsa |
Treurmadeliefje |
|
ERICACEAE |
|
Heidefamilie |
Arctostaphylos uva-ursi §3 |
Berendruif |
|
GENTIANACEAE |
|
Gentiaanfamilie |
Gentiana lutea §3 |
Gele gentiaan |
|
LEGUMINOSAE (FABACEAE) |
|
Vlinderbloemigen |
Dalbergia granadillo §4 |
Cocobolo |
|
Dalbergia retusa (Met uitzondering van de populaties die zijn opgenomen in bijlage C) §4 |
Cocobolo |
|
Dalbergia stevensonii (Met uitzondering van de populaties die zijn opgenomen in bijlage C) §4 |
Honduras-palissander |
|
LYCOPODIACEAE |
|
Wolfsklauwfamilie |
Lycopodium clavatum §3 |
Grote wolfsklauw |
|
MELIACEAE |
|
Mahoniefamilie |
Cedrela fissilis §4 |
|
|
Cedrela lilloi (C. angustifolia) §4 |
|
|
Cedrela montana §4 |
Bergceder |
|
Cedrela oaxacensis §4 |
Oaxa-ceder |
|
Cedrela odorata (Met uitzondering van de populaties die zijn opgenomen in bijlage C) §4 |
Spaanse ceder |
|
Cedrela salvadorensis §4 |
Salvador-ceder |
|
Cedrela tonduzii §4 |
|
|
MENYANTHACEAE |
|
Watergentiaanfamilie |
Menyanthes trifoliata §3 |
Waterdrieblad |
|
PARMELIACEAE |
|
Parmeliakorstmossen |
Cetraria islandica §3 |
IJslands mos |
|
PASSIFLORACEAE |
|
Passiebloemfamilie |
Adenia glauca |
Blauwgele woestijnroos |
|
Adenia pechuelli |
Olifantsvoet |
|
PORTULACACEAE |
|
Posteleinfamilie |
Ceraria carrissoana |
Angolese postelein |
|
Ceraria fruticulosa |
Heesterpostelein |
|
LILIACEAE |
|
Leliefamilie |
Trillium pusillum |
Dwergdrieblad |
|
Trillium rugelii |
Stinkend drieblad |
|
Trillium sessile |
Aronskelkboslelie of paddenschaduw |
|
PEDALIACEAE |
|
Sesamfamilie |
Harpagophytum spp. §3 |
Duivelsklauw |
|
SELAGINELLACEAE |
|
Selaginellafamilie |
Selaginella lepidophylla |
Roos van Jericho” |
(1) Populatie in Argentinië (opgenomen in bijlage B):
Uitsluitend met het oog op het toestaan van internationale handel in wol geschoren van levende vicuña's van de in bijlage B opgenomen populaties, in daarvan vervaardigde weefsels, afgeleide fabricaten en andere handgemaakte artefacten. De achterkant van het weefsel moet zijn voorzien van het logo dat is aangenomen door de staten waar de soort voorkomt en die partij zijn bij de Convenio para la Conservación y Manejo de la Vicuña, en de zelfkant van het opschrift „VICUÑA-ARGENTINA”. Andere producten moeten voorzien zijn van een etiket met het logo en de vermelding „VICUÑA-ARGENTINA-ARTESANÍA”. Alle andere specimens dienen als specimens van een soort van bijlage A te worden beschouwd en de handel daarin dient in overeenstemming daarmee te worden gereguleerd.
(2) Populatie in Bolivia (opgenomen in bijlage B):
Uitsluitend met het oog op het toestaan van internationale handel in wol geschoren van levende vicuña's alsmede in daarvan vervaardigde weefsels en artikelen, met inbegrip van luxehandwerk en gebreide artikelen. De achterkant van het weefsel moet zijn voorzien van het logo dat is aangenomen door de staten waar de soort voorkomt en die partij zijn bij de Convenio para la Conservación y Manejo de la Vicuña, en de zelfkant van het opschrift „VICUÑA-BOLIVIA”. Andere producten moeten voorzien zijn van een etiket met het logo en de vermelding „VICUÑA-BOLIVIA-ARTESANÍA”. Alle andere specimens dienen als specimens van een soort van bijlage A te worden beschouwd en de handel daarin dient in overeenstemming daarmee te worden gereguleerd.
(3) Populatie in Chili (opgenomen in bijlage B):
Uitsluitend met het oog op het toestaan van internationale handel in wol geschoren van levende vicuña's van de in bijlage B opgenomen populaties, alsmede in daarvan vervaardigde weefsels en artikelen, met inbegrip van luxehandwerk en gebreide artikelen. De achterkant van het weefsel moet zijn voorzien van het logo dat is aangenomen door de staten waar de soort voorkomt en die partij zijn bij de Convenio para la Conservación y Manejo de la Vicuña, en de zelfkant van het opschrift „VICUÑA-CHILE”. Andere producten moeten voorzien zijn van een etiket met het logo en de vermelding „VICUÑA-CHILE-ARTESANÍA”. Alle andere specimens dienen als specimens van een soort van bijlage A te worden beschouwd en de handel daarin dient in overeenstemming daarmee te worden gereguleerd.
(4) Populatie in Peru (opgenomen in bijlage B):
Uitsluitend met het oog op het toestaan van internationale handel in wol geschoren van levende vicuña's en in de voorraad van 3 249 kg wol die bestond ten tijde van de negende vergadering van de Conferentie der Partijen (november 1994) alsmede in daarvan vervaardigde weefsels en artikelen, met inbegrip van luxehandwerk en gebreide artikelen. De achterkant van het weefsel moet zijn voorzien van het logo dat is aangenomen door de staten waar de soort voorkomt en die partij zijn bij de Convenio para la Conservación y Manejo de la Vicuña, en de zelfkant van het opschrift „VICUÑA-PERU”. Andere producten moeten voorzien zijn van een etiket met het logo en de vermelding „VICUÑA-PERU-ARTESANÍA”. Alle andere specimens dienen als specimens van een soort van bijlage A te worden beschouwd en de handel daarin dient in overeenstemming daarmee te worden gereguleerd.
(5) Alle soorten zijn opgenomen in bijlage II, met uitzondering van Balaena mysticetus, Eubalaena spp., Balaenoptera acutorostrata (met uitzondering van de West-Groenlandse populatie), Balaenoptera bonaerensis, Balaenoptera borealis, Balaenoptera edeni, Balaenoptera musculus, Balaenoptera physalus, Megaptera novaeangliae, Orcaella brevirostris, Sotalia spp., Sousa spp., Eschrichtius robustus, Lipotes vexillifer, Caperea marginata, Neophocaena phocaenoides, Phocoena sinus, Physeter catodon, Platanista spp., Berardius spp. en Hyperoodon spp., die zijn opgenomen in bijlage I. Specimens van de in bijlage II bij de overeenkomst vermelde soorten die door Groenlanders krachtens een door de betrokken bevoegde autoriteit verleende vergunning werden gevangen, met inbegrip van de producten en derivaten daarvan maar met uitzondering van de voor commerciële doeleinden bestemde vleesproducten, worden behandeld als vallend onder bijlage B. Er wordt een jaarlijks exportquotum van nul vastgesteld voor levende specimens van Tursiops truncatus afkomstig van de populatie van de Zwarte Zee die aan de natuur werden onttrokken en voor overwegend commerciële doeleinden in de handel worden gebracht.
(6) Populaties in Botswana, Namibië, Zuid-Afrika en Zimbabwe (opgenomen in bijlage B):
Uitsluitend met het oog op het toestaan van: a) niet-commercieel verkeer van jachttrofeeën; b) verkeer van levende dieren met een passende en aanvaardbare bestemming als omschreven in Res. Conf. 11.20 voor Botswana en Zimbabwe en ten behoeve van instandhoudingsprogramma’s in situ voor Namibië en Zuid-Afrika; c) handel in huiden; d) handel in haar; e) handel in lederwaren: commercieel en niet-commercieel verkeer in het geval van Botswana, Namibië en Zuid-Afrika en niet-commercieel verkeer in het geval van Zimbabwe; f) niet-commercieel verkeer van individueel gemerkte en gecertificeerde, in afgewerkte sieraden verwerkte ekipa’s voor Namibië en niet-commercieel verkeer van ivoorsnijwerk voor Zimbabwe; g) handel in geregistreerd onbewerkt ivoor (voor Botswana, Namibië, Zuid-Afrika en Zimbabwe: complete slagtanden en stukken), voor zover aan de volgende voorwaarden is voldaan: i) uitsluitend geregistreerde voorraden die eigendom zijn van de overheid en afkomstig zijn uit het betrokken land (met uitsluiting van in beslag genomen ivoor en ivoor van onbekende herkomst); ii) uitsluitend naar handelspartners waarvan door het Secretariaat in overleg met het Permanent Comité is vastgesteld dat zij over adequate nationale wetgeving en adequate interne mechanismen voor controle op de handel beschikken om te garanderen dat het ingevoerde ivoor niet wordt wederuitgevoerd en wordt beheerd conform alle eisen van Res. Conf. 10.10 (als herzien door CdP14) inzake de binnenlandse verwerking en handel; iii) niet alvorens het Secretariaat de toekomstige invoerende landen en de geregistreerde voorraden in overheidsbezit heeft gecontroleerd; iv) onbewerkt ivoor in het kader van de voorwaardelijke verkoop van geregistreerde ivoorvoorraden die eigendom zijn van de overheid, zoals overeengekomen op CdP12, ten belope van 20 000 kg (Botswana), 10 000 kg (Namibië) resp. 30 000 kg (Zuid-Afrika); v) bovenop de op CdP12 overeengekomen hoeveelheden mag ivoor in overheidsbezit van Botswana, Zimbabwe, Namibië en Zuid-Afrika, voor zover het vóór 31 januari 2007 werd geregistreerd en door het Secretariaat is gecontroleerd, samen met het onder g), iv), bedoeld ivoor worden verhandeld en verzonden in het kader van één enkele transactie per bestemming onder streng toezicht van het Secretariaat; vi) de opbrengst van de verkoop wordt uitsluitend gebruikt voor programma’s ter instandhouding van de olifant en voor het behoud en de ontwikkeling van gemeenschappen in of grenzend aan het verspreidingsgebied van de olifant; en vii) de onder g), v), bedoelde extra hoeveelheden worden alleen verhandeld nadat het Permanent Comité heeft bevestigd dat aan bovenvermelde voorwaarden is voldaan; h) er worden aan de Conferentie der Partijen geen verdere voorstellen tot toelating van handel in olifantenivoor afkomstig van reeds in bijlage B opgenomen populaties voorgelegd voor de periode die aanvangt met CdP14 en eindigt negen jaar na het tijdstip van de ene verkoop van ivoor die plaatsvindt overeenkomstig het bepaalde onder g), i), g), ii), g), iii), g), vi) en g), vii). Dergelijke verdere voorstellen worden voorts behandeld overeenkomstig de Besluiten 14.77 en 14.78. Op voorstel van het Secretariaat kan het Permanent Comité besluiten dit handelsverkeer geheel of gedeeltelijk stop te zetten indien de uitvoerende of invoerende landen de regels niet naleven of indien wordt aangetoond dat dit verkeer schadelijke gevolgen heeft voor andere olifantenpopulaties. Alle andere specimens dienen als specimens van een soort van bijlage A te worden beschouwd en de handel daarin dient in overeenstemming daarmee te worden gereguleerd.
(7) De bepalingen van deze verordening zijn niet van toepassing op:
|
fossielen; |
|
koraalzand, dat wil zeggen materiaal dat volledig of gedeeltelijk bestaat uit fijngemalen stukken dood koraal met een doorsnede van maximaal 2 mm, dat onder andere ook de resten van Foraminifera, schelpen van weekdieren, pantsers van schaaldieren en verkalkte wieren kan bevatten; |
|
koraalfragmenten (met inbegrip van grind en puin), dat wil zeggen losse stukken gebroken vingervormig dood koraal en ander materiaal met een doorsnede van 2 tot 30 mm. |
(8) Op kunstmatig gekweekte specimens van de volgende hybriden en/of cultivars zijn de bepalingen van de verordening niet van toepassing:
|
Hatiora x graeseri |
|
Schlumbergera x buckleyi |
|
Schlumbergera russelliana x Schlumbergera truncata |
|
Schlumbergera orssichiana x Schlumbergera truncata |
|
Schlumbergera opuntioides x Schlumbergera truncata |
|
Schlumbergera truncata (cultivars) |
|
Cactaceae spp.: de chlorofylloze kleurmutanten die zijn geënt op de volgende onderstammen: Harrisia„Jusbertii”, Hylocereus trigonus of Hylocereus undatus |
|
Opuntia microdasys (cultivars). |
(9) Op kunstmatig gekweekte specimens van hybriden van de genera Cymbidium, Dendrobium, Phalaenopsis en Vanda zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing indien aan de onder a) en b) gespecificeerde voorwaarden is voldaan:
a) |
zij kunnen gemakkelijk worden herkend als kunstmatig gekweekte specimens en vertonen geen tekenen dat zij aan de wilde natuur zijn onttrokken, zoals mechanische schade of sterke uitdroging als gevolg van het verzamelen, onregelmatige groei en heterogeniteit qua grootte en vorm binnen hetzelfde taxon en dezelfde partij, aan de bladeren klevende algen of andere epifyllen of door insecten of andere organismen veroorzaakte schade; en |
b) |
|
(10) Op kunstmatig gekweekte specimens van cultivars van Cyclamen persicum zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing. Deze vrijstelling geldt evenwel niet voor als slapende knollen verhandelde specimens.
(11) Op levende, kunstmatig gekweekte hybriden en cultivars van Taxus cuspidata in potten of andere kleine recipiënten, deel uitmakend van een zending die vergezeld gaat van een etiket of document waarop de naam van het taxon of de taxa en de tekst „artificially propagated/kunstmatig gekweekt” zijn vermeld, zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing.
19.5.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 123/62 |
VERORDENING (EG) Nr. 408/2009 VAN DE COMMISSIE
van 18 mei 2009
houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 793/2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (1), en met name op artikel 19, lid 4, tweede alinea, artikel 20, lid 2, en artikel 25,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uit de ervaring met de toepassing van Verordening (EG) nr. 793/2006 van de Commissie (2) blijkt dat de bepalingen van die verordening moeten worden aangepast. |
(2) |
Op grond van artikel 19, lid 4, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 247/2006 is binnen de grenzen van de behoeften voor lokale consumptie de productie, uitsluitend voor plaatselijk verbruik, van uit melkpoeder van communautaire oorsprong gereconstitueerde UHT-melk op Madeira toegestaan, voor zover deze maatregel garandeert dat de lokaal geproduceerde melk wordt opgehaald en afgezet. Voor de toepassing van die regel moeten uitvoeringsbepalingen worden vastgesteld. |
(3) |
Het is dienstig te voorzien in de uitvoeringsbepalingen voor de afzet van op Madeira geproduceerde verse koemelk en te bepalen hoeveel lokaal geproduceerde melk moet worden verwerkt in de voor plaatselijk verbruik bestemde gereconstitueerde UHT-melk. Uit ervaring is gebleken dat een minimumhoeveelheid van 15 % voldoende is om ervoor te zorgen dat de lokaal geproduceerde melk wordt opgehaald en afgezet. |
(4) |
Teneinde de consument correcte informatie te verschaffen en gelet op het uitzonderlijke karakter van deze afwijking, dient de manier waarop het product is verkregen, op het etiket te worden vermeld. |
(5) |
De in artikel 19, lid 4, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 247/2006 bedoelde toestemming geldt uitsluitend voor de vervaardiging van voor plaatselijk verbruik bestemde gereconstitueerde UHT-melk en moet derhalve vergezeld gaan van een uitvoerverbod voor gereconstitueerde melk. |
(6) |
Op grond van artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 247/2006 mogen de Franse overzeese departementen (DOM) en Madeira runderen van oorsprong uit derde landen, bestemd om te worden gemest en ter plaatse te worden geconsumeerd, invoeren zonder dat douanerechten worden toegepast, totdat het bestand van lokale jonge mannelijke runderen een niveau bereikt dat toereikend is voor de instandhouding en de ontwikkeling van de lokale vleesproductie. Deze voorziening mag alleen gelden voor jonge mannelijke mestrunderen. |
(7) |
Voor de toepassing van artikel 20, lid 2, van Verordening (EG) nr. 247/2006 zijn doeltreffende controles vereist op de specifieke bestemming van de ingevoerde dieren, en met name op de inachtneming van een minimumduur van de mestperiode. Teneinde te waarborgen dat de dieren gedurende deze periode in de hiervoor aangewezen bedrijven worden gemest, dient derhalve een zekerheid te worden gesteld. |
(8) |
Gelet op het technische karakter van de uitvoeringsbepalingen van de bovenbedoelde regeling dient te worden voorzien in een overgangsperiode voor de toepassing van deze bepalingen. |
(9) |
Overeenkomstig artikel 47, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 793/2006 verstrekken de bevoegde autoriteiten de Commissie met betrekking tot de specifieke voorzieningsregelingen uiterlijk op de vijftiende dag van de maand die volgt op het einde van elk kwartaal, de gegevens voor de voorafgaande maanden. In artikel 47, lid 1, tweede alinea, is evenwel gepreciseerd dat de in de eerste alinea bedoelde gegevens worden verstrekt op basis van de gebruikte certificaten. Anderzijds wordt de geldigheidsduur van het certificaat overeenkomstig artikel 10, lid 2, van diezelfde verordening vastgesteld in overeenstemming met de termijn waarbinnen het vervoer plaatsvindt, maar mag, gerekend vanaf de datum van afgifte van het certificaat, niet meer dan twee maanden bedragen. Tot slot moet het steuncertificaat overeenkomstig artikel 7 van diezelfde verordening worden overgelegd binnen dertig dagen na de datum waarop het steuncertificaat is afgeboekt. Aangezien van de marktdeelnemers niet kan worden verwacht dat zij de gebruikte hoeveelheden overdragen binnen een kortere dan de door de regelgeving toegestane termijn van maximaal drie maanden, te rekenen vanaf de datum van afgifte van het certificaat, zijn de maandelijkse gegevens voor het kwartaal, die moeten worden verstrekt op de vijftiende dag van de maand die volgt op dit kwartaal, onvermijdelijk onvolledig. Bijgevolg dient de termijn voor het verstrekken van deze gegevens te worden verschoven naar de laatste dag van de maand die volgt op dat kwartaal en dient te worden bepaald dat de op die datum beschikbare gegevens dienen te worden verstrekt. De voorlopige gegevens zullen via latere mededelingen worden vervangen door definitieve gegevens. |
(10) |
Met het oog op een homogeen en geharmoniseerd beheer van de gegevens betreffende de specifieke voorzieningsregelingen, die periodiek aan de Commissie moeten worden verstrekt, dienen de bevoegde autoriteiten een standaardformulier te gebruiken, dat in de bijlage bij deze verordening is opgenomen. |
(11) |
De in artikel 49 van Verordening (EG) nr. 793/2006 vastgestelde bepalingen voor de wijziging van de programma's dienen nauwkeuriger te zijn. De uiterste datum voor het indienen van de jaarlijkse aanvragen tot wijziging van de algemene programma's moet naar voren worden geschoven om te vermijden dat de goedkeuringsbesluiten te laat worden vastgesteld. Als gevolg van de begrotingsregels moeten de goedgekeurde wijzigingen worden toegepast met ingang van 1 januari van het jaar dat volgt op de wijzigingsaanvraag. Bovendien moeten bepaalde voorschriften met betrekking tot geringe wijzigingen die slechts voor kennisgeving aan de Commissie moeten worden gemeld, nader worden gepreciseerd. |
(12) |
Verordening (EG) nr. 793/2006 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(13) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rechtstreekse betalingen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 793/2006 wordt als volgt gewijzigd:
1. |
Aan titel IV wordt het volgende hoofdstuk III toegevoegd: „HOOFDSTUK III Dierlijke producten Artikel 46 bis Melk 1. In de in artikel 19, lid 4, van Verordening (EG) nr. 247/2006 bedoelde gereconstitueerde UHT-melk wordt ten minste 15 % lokaal geproduceerde verse koemelk verwerkt. Op het verkoopetiket wordt duidelijk aangegeven hoe de aldus gereconstitueerde UHT-melk is verkregen. 2. De in lid 1 bedoelde melk mag niet buiten de archipel van Madeira worden uitgevoerd. Artikel 46 ter Veehouderij 1. Totdat het bestand van lokale jonge mannelijke runderen een niveau bereikt dat toereikend is voor de instandhouding en de ontwikkeling van de lokale vleesproductie, bestaat de mogelijkheid om runderen van oorsprong uit derde landen van GN-code 0102 90 05, 0102 90 29 of 0102 90 49, die bestemd zijn om te worden gemest in de Franse overzeese departementen en op Madeira, in te voeren zonder dat douanerechten worden toegepast. 2. De in lid 1 bedoelde vrijstelling van douanerechten geldt op voorwaarde dat de ingevoerde dieren gedurende ten minste 120 dagen worden gemest in het ultraperifere gebied dat het invoercertificaat heeft afgegeven. 3. Vrijstelling van invoerrechten geldt uitsluitend wanneer:
4. Behoudens overmacht wordt de in lid 3, onder c), bedoelde zekerheid pas vrijgegeven als aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat het bewijs wordt geleverd dat de jonge runderen:
|
2. |
Artikel 47, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:
|
3. |
Artikel 49 wordt vervangen door: „Artikel 49 Wijziging van de programma's 1. Wijzigingen van de krachtens artikel 24, lid 2, van Verordening (EG) nr. 247/2006 goedgekeurde algemene programma's worden ter goedkeuring aan de Commissie voorgelegd en worden met redenen omkleed, met name aan de hand van de volgende gegevens:
Behalve bij overmacht of in uitzonderlijke omstandigheden dienen de lidstaten de aanvragen tot wijziging van de programma's niet vaker dan eens per kalenderjaar en per programma in. Deze wijzigingsaanvragen moeten uiterlijk op 1 augustus van elk jaar in het bezit zijn van de Commissie. Tenzij de Commissie verzet aantekent tegen de aangevraagde wijzigingen, worden de voorgenomen wijzigingen van toepassing met ingang van 1 januari na het jaar waarin zij zijn gemeld. Een vervroegde inwerkingtreding van dergelijke wijzigingen is mogelijk indien de Commissie de lidstaat vóór de in de derde alinea bedoelde datum er schriftelijk van in kennis stelt dat de gemelde wijzigingen in overeenstemming zijn met de Gemeenschapswetgeving. Indien de gemelde wijziging niet in overeenstemming is met de Gemeenschapswetgeving, stelt de Commissie de betrokken lidstaat daarvan in kennis en wordt de wijziging pas van toepassing wanneer de Commissie een wijziging ontvangt die als wel in overeenstemming met deze wetgeving wordt beschouwd. 2. In afwijking van lid 1 geldt voor de volgende wijzigingen dat de Commissie de voorstellen van de lidstaten binnen een termijn van uiterlijk vier maanden nadat deze zijn ingediend, beoordeelt en al dan niet goedkeurt overeenkomstig de in artikel 26, lid 2, van Verordening (EG) nr. 247/2006 bedoelde procedure:
De aldus goedgekeurde wijzigingen zijn van toepassing met ingang van 1 januari van het jaar dat volgt op dat van de wijzigingsaanvraag. 3. De lidstaten mogen, zonder gebruik te maken van de in lid 1 vastgestelde procedure, de volgende wijzigingen aanbrengen, op voorwaarde dat deze aan de Commissie worden gemeld:
De in de eerste alinea genoemde wijzigingen worden slechts van toepassing op de dag waarop de Commissie deze ontvangt. Zij moeten naar behoren worden toegelicht en met redenen omkleed, en zij worden slechts eenmaal per jaar ten uitvoer gelegd, behalve in de volgende gevallen:
|
4) |
De bijlagen VIII bis en VIII ter, waarvan de tekst is opgenomen in de bijlage bij de onderhavige verordening, worden ingevoegd. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 1, punt 1, is evenwel van toepassing met ingang van 1 januari 2010.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 18 mei 2009.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1.
(2) PB L 145 van 31.5.2006, blz. 1.
(3) PB L 205 van 3.8.1985, blz. 5.”.
(4) PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.”.
BIJLAGE
BIJLAGE VIII bis
ZEKERHEIDSBEDRAGEN
Mannelijke mestrunderen (GN-code) |
Bedrag per dier (in EUR) |
0102 90 05 |
28 |
0102 90 29 |
56 |
0102 90 49 |
105 |
BIJLAGE VIII ter
MODULES VOOR DE DRIEMAANDELIJKSE MEDEDELING VAN DE GEGEVENS BETREFFENDE DE SPECIFIEKE VOORZIENINGSREGELING
ARTIKEL 47, lid 1, onder a),
VAN VERORDENING (EG) Nr. 793/2006
Uit derde landen ingevoerde of uit de Gemeenschap geleverde hoeveelheden, uitgesplitst naar herkomst
„GEBIED”
PERIODE VAN „DD/MM/JJJJ TOT EN MET DD/MM/JJJJ”
Naam van het product |
GN-code |
Januari |
Februari |
Maart |
April |
Mei |
Juni |
||||||
Herkomst |
Geleverde hoeveelheid in ton |
Herkomst |
Geleverde hoeveelheid in ton |
Herkomst |
Geleverde hoeveelheid in ton |
Herkomst |
Geleverde hoeveelheid in ton |
Herkomst |
Geleverde hoeveelheid in ton |
Herkomst |
Geleverde hoeveelheid in ton |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Naam van het product |
GN-code |
Juli |
Augustus |
September |
Oktober |
November |
December |
Jaartotaal |
|||||||
Herkomst |
Geleverde hoeveelheid in ton |
Herkomst |
Geleverde hoeveelheid in ton |
Herkomst |
Geleverde hoeveelheid in ton |
Herkomst |
Geleverde hoeveelheid in ton |
Herkomst |
Geleverde hoeveelheid in ton |
Herkomst |
Geleverde hoeveelheid in ton |
Herkomst |
Geleverde hoeveelheid in ton |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ARTIKEL 47, lid 1, onder b),
VAN VERORDENING (EG) Nr. 793/2006
Steunbedrag en werkelijk betaalde kosten per product en, in voorkomend geval, per bijzondere bestemming
„GEBIED”
PERIODE VAN „DD/MM/JJJJ TOT EN MET DD/MM/JJJJ”
Naam van het product (1) |
GN-code |
Steunbedrag (EUR/ton) |
Betaald bedrag |
||||||||||||
Januari |
Februari |
Maart |
April |
Mei |
Juni |
Juli |
Augustus |
September |
Oktober |
November |
December |
Jaartotaal |
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ARTIKEL 47, lid 1, onder c),
VAN VERORDENING (EG) Nr. 793/2006
Hoeveelheden waarvoor de certificaten niet zijn gebruikt, uitgesplitst naar categorie van certificaten (steuncertificaten of vrijstellingscertificaten)
„GEBIED”
PERIODE VAN „DD/MM/JJJJ TOT EN MET DD/MM/JJJJ”
Naam van het product |
GN-code |
Soort certificaten |
Niet-gebruikte hoeveelheden |
||||||||||||
Januari |
Februari |
Maart |
April |
Mei |
Juni |
Juli |
Augustus |
September |
Oktober |
November |
December |
Jaartotaal |
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ARTIKEL 47, lid 1, onder d),
VAN VERORDENING (EG) Nr. 793/2006
Eventueel overeenkomstig artikel 16 opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden en eenheids- en totaalbedragen van de ingevorderde steun
„GEBIED”
PERIODE VAN „DD/MM/JJJJ TOT EN MET DD/MM/JJJJ”
Naam van het product |
GN-code |
Januari |
Februari |
Maart |
April |
||||||||
Opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden (in ton) |
Bedrag per eenheid |
Ingevorderde bedragen |
Opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden (in ton) |
Bedrag per eenheid |
Ingevorderde bedragen |
Opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden (in ton) |
Bedrag per eenheid |
Ingevorderde bedragen |
Opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden (in ton) |
Bedrag per eenheid |
Ingevorderde bedragen |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Naam van het product |
GN-code |
Mei |
Juni |
Juli |
Augustus |
||||||||
Opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden (in ton) |
Bedrag per eenheid |
Ingevorderde bedragen |
Opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden (in ton) |
Bedrag per eenheid |
Ingevorderde bedragen |
Opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden (in ton) |
Bedrag per eenheid |
Ingevorderde bedragen |
Opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden (in ton) |
Bedrag per eenheid |
Ingevorderde bedragen |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Naam van het product |
GN-code |
September |
Oktober |
November |
December |
Jaartotaal |
|||||||||
Opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden (in ton) |
Bedrag per eenheid |
Ingevorderde bedragen |
Opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden (in ton) |
Bedrag per eenheid |
Ingevorderde bedragen |
Opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden (in ton) |
Bedrag per eenheid |
Ingevorderde bedragen |
Opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden (in ton) |
Bedrag per eenheid |
Ingevorderde bedragen |
Opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden (in ton) |
Ingevorderde bedragen |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ARTIKEL 47, lid 1, onder e),
VAN VERORDENING (EG) Nr. 793/2006
Eventueel overeenkomstig artikel 18 na verwerking opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden
„GEBIED”
PERIODE VAN „DD/MM/JJJJ TOT EN MET DD/MM/JJJJ”
Naam van het product |
GN-code |
Opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden in ton |
||||||||||||
Januari |
Februari |
Maart |
April |
Mei |
Juni |
Juli |
Augustus |
September |
Oktober |
November |
December |
Jaartotaal |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ARTIKEL 47, lid 1, onder f),
VAN VERORDENING (EG) Nr. 793/2006
Overdrachten binnen een totale hoeveelheid voor een categorie producten en tussentijdse wijzigingen van de geraamde voorzieningsbalansen
„GEBIED”
PERIODE VAN „DD/MM/JJJJ TOT EN MET DD/MM/JJJJ”
Naam van het product |
GN-code |
1e kwartaal |
2e kwartaal |
3e kwartaal |
4e kwartaal |
Jaartotaal |
||||||||||
Tussentijdse balans (in ton) |
Overgedragen hoeveelheden |
Gewijzigde balans |
Tussentijdse balans (in ton) |
Overgedragen hoeveelheden |
Gewijzigde balans |
Tussentijdse balans (in ton) |
Overgedragen hoeveelheden |
Gewijzigde balans |
Tussentijdse balans (in ton) |
Overgedragen hoeveelheden |
Gewijzigde balans |
Tussentijdse balans (in ton) |
Overgedragen hoeveelheden |
Gewijzigde balans |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ARTIKEL 47, lid 1, onder g),
VAN VERORDENING (EG) Nr. 793/2006
Beschikbaar saldo en benuttingspercentage
„GEBIED”
PERIODE VAN „DD/MM/JJJJ TOT EN MET DD/MM/JJJJ”
Naam van het product |
GN-code |
Tussentijdse balans (in ton) |
Gebruikte hoeveelheden |
|||||||||||
Januari |
Februari |
Maart |
April |
Mei |
Juni |
Juli |
Augustus |
September |
Oktober |
November |
December |
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ARTIKEL 18
Naam van het product |
GN-code |
Tussentijdse balans (in ton) |
Gebruikte hoeveelheden |
||||||||||||||
Januari |
Februari |
Maart |
April |
Mei |
Juni |
Juli |
Augustus |
September |
Oktober |
November |
December |
Gebruikte hoeveelheden |
Saldo |
Benuttingspercentage |
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(1) geef aan of het rechtstreekse dan wel industriële consumptie betreft.
19.5.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 123/78 |
VERORDENING (EG) Nr. 409/2009 VAN DE COMMISSIE
van 18 mei 2009
tot vaststelling van communautaire omrekeningsfactoren en codes van aanbiedingsvormen voor de omzetting van verwerkt gewicht aan vis in levend gewicht aan vis, en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2807/83 van de Commissie
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (1), en met name op artikel 5,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De toepassing van Verordening (EEG) nr. 2807/83 van de Commissie van 22 september 1983 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de registratie van gegevens over de visvangst van de lidstaten (2) heeft bepaalde verschillen aan het licht gebracht die problemen geven bij de toepassing en de handhaving van de communautaire regelgeving en die moeten worden gecorrigeerd, met name door de omrekeningsfactoren voor verse vis in de lidstaten te harmoniseren. |
(2) |
Er moeten codes van aanbiedingsvormen voor verwerkte vis worden vastgesteld om dubbelzinnigheden bij de interpretatie van geregistreerde gegevens weg te nemen en zo een efficiëntere controle van de door de lidstaten gedane vangsten mogelijk te maken. |
(3) |
Geharmoniseerde communautaire omrekeningsfactoren zullen leiden tot een geharmoniseerde berekening van het quotumgebruik van alle lidstaten, een efficiënter toezicht op de naleving van de aangifteverplichtingen en een gestandaardiseerde berekening van de tolerantiemarge. |
(4) |
Met het oog op de correcte toepassing van de omrekeningsfactoren voor vis mogen uitsluitend de alfa-3-codes voor vissoorten worden gebruikt die door de FAO zijn vastgesteld. Verordening (EEG) nr. 2807/83 moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(5) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de visserij en de aquacultuur, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Onderwerp
Bij deze verordening worden communautaire omrekeningsfactoren en codes van aanbiedingsvormen voor verwerkte vis vastgesteld die het mogelijk maken om, met het oog op de controle van de vangsten, verwerkt gewicht aan vis om te zetten in levend gewicht aan vis.
Artikel 2
Werkingssfeer
Deze verordening geldt voor visserijproducten die aan boord zijn van of worden aangeland of overgeladen door communautaire vissersvaartuigen en vaartuigen van derde landen die in de wateren van de Europese Unie vissen.
Artikel 3
Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
a) „communautair vissersvaartuig”: een vissersvaartuig dat de vlag van een lidstaat voert en in de Gemeenschap is geregistreerd;
b) „vis”: een marien organisme waarvoor vangstbeperkingen gelden;
c) „aanbiedingsvorm”: de vorm van de vis na verwerking aan boord van het vissersvaartuig en vóór de aanlanding, als beschreven in bijlage I;
d) „collectieve aanbiedingsvorm”: een aanbiedingsvorm waarbij twee of meer van dezelfde vis afkomstige delen samen worden aangeboden;
e) „totaal toegestane vangsten (TAC's)”: de hoeveelheden die elk jaar van elk bestand mogen worden gevangen en aangeland;
f) „quotum”: een vast aandeel van de aan de Gemeenschap of de lidstaten toegewezen TAC's;
g) „staat van verwerking”: de wijze waarop de vis wordt bewaard (vers en vers gezouten).
Artikel 4
Algemene beginselen
1. De communautaire omrekeningsfactoren die in bijlage II en bijlage III worden vastgesteld, zijn van toepassing om verwerkt gewicht aan vis om te zetten in levend gewicht aan vis.
2. In afwijking van lid 1 zijn, als regionale organisaties voor visserijbeheer waarbij de Europese Gemeenschap overeenkomstsluitende partij of meewerkende niet-overeenkomstsluitende partij is, of regio’s of kustgebieden waarmee de Europese Gemeenschap een overeenkomst heeft gesloten op grond waarvan zij in de wateren van de betrokken derde landen mag vissen, regionale omrekeningsfactoren hebben vastgesteld, die factoren van toepassing.
3. Als voor een bepaalde soort of aanbiedingsvorm geen communautaire of regionale omrekeningsfactoren bestaan, is de door de vlaggenlidstaat vastgestelde omrekeningsfactor van toepassing.
Artikel 5
Berekeningsmethode
1. Het levend gewicht aan vis wordt verkregen door het verwerkt gewicht aan vis te vermenigvuldigen met de omrekeningsfactor voor elke soort en aanbiedingsvorm, als bedoeld in artikel 4.
2. Bij collectieve aanbiedingsvormen wordt slechts gebruikgemaakt van één omrekeningsfactor, die met een van de delen van de collectieve aanbiedingsvorm overeenkomt.
Artikel 6
Toepassing van de omrekeningsfactoren door de kapitein van het vissersvaartuig
1. De kapitein van een communautair vissersvaartuig past de in artikel 4 bedoelde omrekeningsfactoren toe in het in artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 2847/93 bedoelde logboek om:
a) |
het levend gewicht te ramen van de hoeveelheden die zich aan boord van het vissersvaartuig bevinden, en |
b) |
het levend gewicht te berekenen van de hoeveelheden die worden aangeland. |
2. Als de kapitein van het vissersvaartuig het nodig acht om in de in artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 2847/93 bedoelde aanlandingsaangifte of de in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 2807/83 bedoelde aangifte van overlading de code van de aanbiedingsvorm „OTH” (overige) te gebruiken, omschrijft de kapitein precies wat met de aanbiedingsvorm „overige” wordt bedoeld.
Artikel 7
Toepassing van de communautaire omrekeningsfactorendoor de autoriteiten van de lidstaten
De autoriteiten van de lidstaten passen de in artikel 4 bedoelde omrekeningsfactoren toe wanneer zij het levend gewicht van de aanlandingen berekenen met het oog op de controle van het quotumgebruik.
Artikel 8
Wijziging van Verordening (EEG) nr. 2807/83
Artikel 1, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2807/83 wordt vervangen door:
„4. Voor de vermelding van het gebruikte vistuig en de gevangen soorten in de desbetreffende rubrieken van het logboek worden de in bijlage VI opgenomen codes en de door de FAO voor de vissoorten vastgestelde alfa-3-codes gebruikt.”.
Artikel 9
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2010.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 18 mei 2009.
Voor de Commissie
Joe BORG
Lid van de Commissie
(1) PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1.
(2) PB L 276 van 10.10.1983, blz. 1.
BIJLAGE I
ALFA-3-CODES VAN DE AANBIEDINGSVORMEN
Alfa-3-code van de aanbiedingsvorm |
Aanbiedingsvorm |
Omschrijving |
FIL |
filets |
Ontdaan van kop, ingewanden, graten en vinnen. Elke vis levert twee filets op, die op geen enkele plaats aan elkaar zijn vastgehecht. |
FIS |
filet zonder huid |
Ontdaan van kop, ingewanden, graten, vinnen en huid. Elke vis levert twee filets op, die op geen enkele plaats aan elkaar zijn vastgehecht. |
GHT |
zonder ingewanden, kop of staart |
Ontdaan van ingewanden, kop en staart |
GUG |
zonder ingewanden en kieuwen |
Ontdaan van ingewanden en kieuwen |
GUH |
zonder ingewanden en kop |
Ontdaan van ingewanden en kop |
GUL |
zonder ingewanden, maar met lever |
Ontdaan van de ingewanden, behalve de lever |
GUS |
zonder ingewanden, kop en huid |
Ontdaan van ingewanden, kop en huid |
GUT |
zonder ingewanden |
Ontdaan van alle ingewanden |
HEA |
zonder kop |
Ontdaan van de kop |
LVR |
lever |
Uitsluitend de lever. Bij een collectieve aanbiedingsvorm moet de code LVR-C worden gebruikt. |
OTH |
overige |
Alle andere aanbiedingsvormen |
ROE |
kuit |
Uitsluitend kuit; bij een collectieve aanbiedingsvorm moet de code ROE-C worden gebruikt. |
SGT |
zonder ingewanden, gezouten |
Gezouten en ontdaan van de ingewanden |
TAL |
staart |
Uitsluitend de staart |
TNG |
tong |
Uitsluitend de tong. Bij een collectieve aanbiedingsvorm moet de code TNG-C worden gebruikt. |
WHL |
het hele dier |
Geen enkele vorm van verwerking |
WNG |
vleugels |
Uitsluitend de vleugels |
BIJLAGE II
COMMUNAUTAIRE OMREKENINGSFACTOREN VOOR VERSE VIS
Soort: witte tonijn Thunnus alalunga |
ALB |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,11 |
Soort: beryciden Beryx spp. |
ALF |
WHL |
1,00 |
Soort: ansjovis Engraulis encrasicholus |
ANE |
WHL |
1,00 |
Soort: zeeduivel Lophiidae |
ANF |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,22 |
GUH |
3,00 |
TAL |
3,00 |
Soort: ijsvis Champsocephalus gunnari |
ANI |
WHL |
1,00 |
Soort: grote zilvervis Argentina silus |
ARU |
WHL |
1,00 |
Soort: grootoogtonijn Thunnus obesus |
BET |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,10 |
GUH |
1,29 |
Soort: blauwe leng Molva dypterygia |
BLI |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,17 |
Soort: griet Scophthalmus rhombus |
BLL |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,09 |
Soort: zwarte haarstaartvis Aphanopus carbo |
BSF |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,24 |
HEA |
1,40 |
Soort: blauwe marlijn Makaira nigricans |
BUM |
WHL |
1,00 |
Soort: lodde Mallotus villosus |
CAP |
WHL |
1,00 |
Soort: kabeljauw Gadus morhua |
COD |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,17 |
GUH |
1,70 |
HEA |
1,38 |
FIL |
2,60 |
FIS |
2,60 |
Soort: schar Limanda limanda |
DAB |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,11 |
GUH |
1,39 |
Soort: doornhaai Squalus acanthias |
DGS |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,35 |
GUS |
2,52 |
Soort: bot Platichthys flesus |
FLE |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,08 |
GUS |
1,39 |
Soort: gaffelkabeljauw Phycis blennoides |
GFB |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,11 |
GUH |
1,40 |
Soort: zwarte heilbot Reinhardtius hippoglossoides |
GHL |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,08 |
Soort: schelvis Melanogrammus aeglefinus |
HAD |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,17 |
GUH |
1,46 |
Soort: heilbot Hippoglossus hippoglossus |
HAL |
WHL |
1,00 |
Soort: haring Clupea harengus |
HER |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,12 |
GUH |
1,19 |
Soort: heek Merluccius merluccius |
HKE |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,11 |
GUH |
1,40 |
Soort: witte heek Urophycis tenuis |
HKW |
WHL |
1,00 |
Soort: horsmakreel Trachurus spp. |
JAX |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,08 |
Soort: Antarctische krillgarnaal Euphausia superba |
KRI |
WHL |
1,00 |
Soort: tongschar Microstomus kitt |
LEM |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,05 |
Soort: schartong Lepidorhombus spp. |
LEZ |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,06 |
FIL |
2,50 |
Soort: langsnuitijsvis Channichthys rhinoceratus |
LIC |
WHL |
1,00 |
Soort: leng Molva molva |
LIN |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,14 |
GUH |
1,32 |
FIL |
2,64 |
Soort: makreel Scomber scombrus |
MAC |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,09 |
Soort: langoustine Nephrops norvegicus |
NEP |
WHL |
1,00 |
TAL |
3,00 |
Soort: groene zuidpoolkabeljauw Notothenia gibberifrons |
NOG |
WHL |
1,00 |
Soort: kever Trisopterus esmarkii |
NOP |
WHL |
1,00 |
Soort: gemarmerde ijsvis Notothenia rossii |
NOR |
WHL |
1,00 |
Soort: Atlantische slijmkop Hoplostethus atlanticus |
ORY |
WHL |
1,00 |
Soort: Pacifische sneeuwkrab Chionoecetes spp. |
PCR |
WHL |
1,00 |
Soort: penaeusgarnaal Penaeus spp. |
PEN |
WHL |
1,00 |
Soort: schol Pleuronectes platessa |
PLE |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,05 |
GUH |
1,39 |
FIL |
2,40 |
Soort: koolvis Pollachius virens |
POK |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,19 |
Soort: pollak Pollachius pollachius |
POL |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,17 |
Soort: noordse garnaal Pandalus borealis |
PRA |
WHL |
1,00 |
Soort: roodbaars Sebastes spp. |
RED |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,19 |
Soort: noordelijke grenadier Macrourus berglax |
RHG |
WHL |
1,00 |
Soort: grenadiervis Coryphaenoides rupestris |
RNG |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,11 |
GUH |
1,92 |
GHT |
3,20 |
Soort: zandspiering Ammodytes spp. |
SAN |
WHL |
1,00 |
Soort: zeebrasem Pagellus bogaraveo |
SBR |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,11 |
Soort: ruwe langsnuitsnavelhaai Deania histricosa |
SDH |
WHL |
1,00 |
Soort: pijlhoofdhondshaai Deania profundorum |
SDU |
WHL |
1,00 |
Soort: Georgia-ijsvis Pseudochaenichthys georgianus |
SGI |
WHL |
1,00 |
Soort: tong Solea solea |
SOL |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,04 |
Soort: sprot Sprattus sprattus |
SPR |
WHL |
1,00 |
Soort: noordse rode inktvis Illex illecebrosus |
SQI |
WHL |
1,00 |
Soort: pijlinktvis Martialia hyadesi |
SQS |
WHL |
1,00 |
Soort: rog Rajidae |
SRX |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,13 |
WNG |
2,09 |
Soort: zwaardvis Xiphias gladius |
SWO |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,11 |
GUH |
1,31 |
Soort: zwarte Patagonische ijsheek Dissostichus eleginoides |
TOP |
WHL |
1,00 |
Soort: tarbot Psetta maxima |
TUR |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,09 |
Soort: torsk Brosme brosme |
USK |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,14 |
Soort: blauwe wijting Micromesistius poutassou |
WHB |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,15 |
Soort: wijting Merlangius merlangus |
WHG |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,18 |
Soort: witte marlijn Tetrapturus albidus |
WHM |
WHL |
1,00 |
Soort: witje Glyptocephalus cynoglossus |
WIT |
WHL |
1,00 |
GUT |
1,06 |
Soort: geelstaartschar Limanda ferruginea |
YEL |
WHL |
1,00 |
BIJLAGE III
COMMUNAUTAIRE OMREKENINGSFACTOREN VOOR GEZOUTEN VERSE VIS
Soort: leng Molva molva |
LIN |
SGT |
2,80 |
II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is
BESLUITEN/BESCHIKKINGEN
Raad
19.5.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 123/86 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 11 mei 2009
houdende benoeming en vervanging van leden van de raad van bestuur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding
(2009/388/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 337/75 van de Raad van 10 februari 1975 houdende oprichting van een Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (1), en met name op artikel 4,
Gezien de voordracht van de LETSE regering,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij besluit van 18 september 2006 (2) heeft de Raad de leden van de raad van bestuur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding benoemd voor het tijdvak van 18 september 2006 tot en met 17 september 2009. |
(2) |
In de categorie regeringsvertegenwoordigers van de raad van bestuur van bovengenoemd centrum is één zetel van lid vrijgekomen door het aftreden van de heer Gunars KRUSTS. |
(3) |
Het Letse lid van de raad van bestuur van bovengenoemd centrum moet worden benoemd voor de resterende duur van de ambtstermijn, die op 17 september 2009 verstrijkt, |
BESLUIT:
Enig artikel
Wordt benoemd tot lid van de raad van bestuur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 17 september 2009:
REGERINGSVERTEGENWOORDIGER
LETLAND |
: |
de heer Jānis GAIGALS |
Gedaan te Brussel, 11 mei 2009.
Voor de Raad
De voorzitster
M. KOPICOVÁ
(1) PB L 39 van 13.2.1975, blz. 1.
(2) PB C 240 van 5.10.2006, blz. 1.
Commissie
19.5.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 123/87 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 16 juli 2008
betreffende steunmaatregel C 25/2000 (ex N 149/99) die Italië voornemens is uit te voeren ten behoeve van het staalbedrijf Lucchini Siderurgica SpA
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 3515)
(Slechts de tekst in de Italiaanse taal is authentiek)
(Voor de EER relevante tekst)
(2009/389/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 88, lid 2, eerste alinea,
Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name op artikel 62, lid 1, onder a),
Na de belanghebbenden overeenkomstig de genoemde artikelen te hebben aangemaand hun opmerkingen te maken (1), en gezien deze opmerkingen,
Overwegende hetgeen volgt:
1. PROCEDURE
(1) |
Op 21 december 2000 heeft de Commissie een negatieve eindbeschikking gegeven in zaak C 25/2000 Lucchini (ex N 145/99) betreffende milieusteun die Italië voornemens was te verlenen aan staalbedrijf Lucchini SpA („Lucchini”) (2). |
(2) |
Tegen deze beschikking is door de begunstigde bij het Gerecht van eerste aanleg beroep ingesteld. In zijn arrest van 19 september 2006 heeft het Gerecht van eerste aanleg de beschikking van de Commissie nietig verklaard waarin zij de steun ten belope van 2,7 miljard ITL (1,369 miljoen EUR), verleend voor de investeringen in de cokesinstallatie, en de steun ten belope van 1,38 miljard ITL (713 550 EUR), verleend voor de investeringen in het water- en rioolsysteem, onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt acht. Daarentegen werd de beschikking van de Commissie bekrachtigd wat de staalgieterij, de hoogoven en de rookafzuiginstallatie betreft (3). |
(3) |
Op 9 augustus 2007 zond de Commissie Italië een verzoek om inlichtingen, dat bij brief van 5 september 2007 werd beantwoord. Nadere gegevens werden vergaard tijdens een eenmalig bezoek (4) aan de productielocatie te Piombino, Toscane, op 10 september 2007. Een verder verzoek om inlichtingen van 3 oktober 2007 werd door Italië bij brief van 7 november 2007 beantwoord. |
2. OMSCHRIJVING
2.1. De ondernemingen en de installaties in kwestie
(4) |
Het staalbedrijf Lucchini is gevestigd in Piombino, Toscane (Italië), aan de Middellandse Zeekust. Aangezien de fabriek in een stedelijk gebied is gevestigd, op slechts een paar honderd meter van zwem- en viswater, is de plaatselijke bevolking slechts bereid de aanwezigheid van de fabriek te aanvaarden indien naar behoren met de gevolgen voor het milieu rekening wordt gehouden. |
(5) |
In de cokesinstallatie wordt steenkool gedistilleerd bij temperaturen tussen 1 240 °C en 1 250 °C om cokes te verkrijgen, dat vervolgens voor de productie van gietijzer wordt gebruikt. Een batterij cokesovens bestaat uit een reeks smalle, hoge en diepe ovens, die naast elkaar staan opgesteld; de ovens worden gescheiden door een met bakstenen beklede verbrandingskamer waarin gas wordt verbrand om de ovens te verhitten. De steenkolen worden door een vulopening in de bovenkant van de oven geladen. Om een cokesoven te legen worden de zijdeuren aan weerskanten van de oven opengezet en worden de cokes door de duwmachine naar buiten geduwd. |
(6) |
Het vercooksingsproces duurt ongeveer 24 uur. Een eventuele versnelling van de cokesproductie maakt het niet mogelijk het productieproces als geheel te versnellen of de hoeveelheid cokes die binnen een bepaalde tijdseenheid wordt geproduceerd, te verhogen. |
(7) |
De ovenbatterij waarop de aangemelde investeringen betrekking hebben, is in 1971 gebouwd. Destijds beschikte Lucchini Piombino over drie batterijen cokesovens, die bestonden uit 27, 43 respectievelijk 45 ovens. In november 1992 werd de cokesproductie onderbroken, in afwachting van een beslissing van de directie over de toekomstige cokesproductie binnen de fabriek. In maart 1993 is besloten de cokesproductie voort te zetten en werden de ovenbatterijen weer in bedrijf genomen. |
(8) |
Tijdens deze productieonderbreking werden de cokesovens zorgvuldig geleegd en langzaam naar een temperatuur tussen 900 °C en 950 °C afgekoeld. Italië heeft verklaard dat er, ook wanneer tijdens de onderbreking zorgvuldig toezicht wordt gehouden, onvermijdelijk enige schade aan de installaties ontstaat. |
(9) |
In 1996 werd besloten in verbetering van de cokesinstallatie te investeren. Wat de batterij in kwestie betreft, die van vrij goede kwaliteit was en nog in betrekkelijk goede staat verkeerde, werd besloten dat deze, met een adequate modernisering, nog tien jaar langer in bedrijf zou kunnen blijven. Met de investeringen werd in 1998 een begin gemaakt. De andere twee batterijen werden gesloten om te worden ontmanteld. |
(10) |
Het systeem in kwestie is een gesloten circuit voor het koelwater van de verschillende installaties van de fabriek. Het water komt niet rechtstreeks in fysiek contact met de installaties en ondergaat derhalve geen enkele verandering wat de chemische samenstelling ervan betreft. |
(11) |
Het water is afkomstig van een specifieke bron (bijvoorbeeld zeewater of grondwater) en vloeit na gebruik terug naar die bron. Voor de fabriek van Lucchini is de Middellandse Zee een belangrijke bron van koelwater. Het water wordt uit de zee gepompt, wordt gebruikt om de installaties te koelen en vervolgens met een hogere temperatuur naar zee teruggeleid. Dit is een probleem voor de mariene flora en fauna, zelfs al ligt de temperatuur onder het toegestane maximum van 35 °C. |
2.2. Steunmaatregelen
(12) |
Het merendeel van de steunmaatregelen waarop deze beoordeling betrekking heeft, betreffen de verschillende productiefasen van de cokesinstallatie. Elk van deze maatregelen wordt in onderstaande beoordeling meer gedetailleerd beschreven. Het totaalbedrag van de investeringen beliep 38,45 miljard ITL (ongeveer 19,2 miljoen EUR). |
(13) |
Met de investeringen in het water- en rioolsysteem werd beoogd een deel van het zeewater door water uit de gemeentelijke zuiveringsinstallatie te vervangen. Hoewel de investering geen effect had op de stijging van de temperatuur van het water als zodanig, daalde de hoeveelheid verwarmd water die in zee werd geloosd in aanzienlijke mate. De investering in het water- en rioolsysteem beliep 19,7 miljard ITL (ongeveer 9,85 miljoen EUR). |
3. HET ARREST VAN HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG
(14) |
In hoofdzaak is het Gerecht van eerste aanleg tot de bevinding gekomen dat de beschikking van de Commissie wat de nietig verklaarde delen betreft niet in toereikende mate gemotiveerd was (5). |
(15) |
Het Gerecht van eerste aanleg heeft bevestigd dat de specifieke voorwaarden betreffende milieusteun voor de ijzer- en staalindustrie zijn vastgelegd in de bijlage bij de zesde Staalsteuncode (6) en in de communautaire kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu (hierna: „de kaderregeling”) (7) die destijds van kracht waren (8). Relevant voor deze zaak waren preciezer gezegd de punten 3.2.1 en 3.2.3.B van de communautaire kaderregeling, zoals deze in het tweede deel van de bijlage bij de Staalsteuncode zijn gepreciseerd en aan de context van de EGKS-staalindustrie zijn aangepast. |
(16) |
In punt 3.2.1 van de kaderregeling is bepaald: „Wanneer steun ogenschijnlijk bedoeld is voor maatregelen tot bescherming van het milieu die in feite echter neerkomen op algemene investeringen, valt deze niet onder de kaderregeling.”. Dit bekrachtigt het in de bijlage bij de code vastgelegde beginsel, overeenkomstig welk de Commissie ten aanzien van alle gevallen van steunverlening ten behoeve van het milieu, al naargelang het geval, strikte voorwaarden zal opleggen en waarborgen zal eisen om te vermijden dat algemene investeringssteun voor nieuwe fabrieken of installaties op verdoken wijze wordt verleend. In dit soort gevallen wordt in het kader van de beoordeling allereerst nagegaan of de maatregel in kwestie niet „hoe dan ook” zou zijn uitgevoerd. Het Gerecht van eerste aanleg oordeelde dat, indien de lidstaat echter kan aantonen dat de doelstelling van de maatregel in kwestie milieubescherming is, een positief effect op de productie niet betekent dat deze niet subsidiabel is. In dit soort gevallen wordt een eventueel voordeel met betrekking tot de productie eenvoudigweg in mindering gebracht (9). |
(17) |
Wat de subsidiabiliteit betreft, wordt in de Staalsteuncode bepaald dat de investeringen „hoe dan ook” worden gedaan „op economische gronden of vanwege de ouderdom van de bestaande fabriek of installaties […]. Om in aanmerking te komen voor steun moet de resterende levensduur van de fabriek nog aanzienlijk (dat wil zeggen ten minste 25 %) zijn” (10). In het onderhavige geval heeft het Gerecht verklaard dat de Commissie het besluit om het door Italië overgelegde expertiserapport niet te aanvaarden waarin wordt gesteld dat de resterende levensduur van de installaties in kwestie ten minste 25 % bedroeg, niet voldoende heeft gemotiveerd (11). Anderzijds heeft het Gerecht van eerste aanleg bevestigd dat de investeringen die om technische redenen/productieredenen noodzakelijk waren „hoe dan ook” gedaan zouden zijn (12). |
(18) |
De Commissie en het Gerecht van eerste aanleg kwamen beide tot de conclusie dat de onderneming Lucchini te Piombino vóór de investeringen aan de verplichte normen voldeed. Punt 3.2.3.B van de kaderregeling heeft betrekking op gevallen van steun „om ondernemingen aan te moedigen verder te gaan dan de verplichte milieunormen”. Het Gerecht van eerste aanleg kwam tot de bevinding dat de investering in de cokesinstallatie verder ging dan „de verplichte milieunormen”: de twee projecten, die afzonderlijk waren aangemeld, hadden als één project moeten worden behandeld (13). De Commissie heeft onvoldoende gemotiveerd waarom zij de door Italië verstrekte uitleg niet heeft aanvaard. |
(19) |
Een voorwaarde voor de toepassing van deze bepaling is dat de investeerder aantoont „dat er een duidelijk besluit is genomen om voor striktere normen te kiezen die aanvullende investeringen noodzakelijk maken, dat wil zeggen dat een goedkopere oplossing waarbij aan de nieuwe milieunormen zou worden voldaan, voorhanden was” (14). Het Gerecht van eerste aanleg is, in het licht van de door Italië overgelegde documenten en bewijsstukken, tot de bevinding gekomen dat de Commissie niet heeft kunnen aantonen dat de oude milieubeschermingsinstallaties niet meer werkten (15). |
4. BEOORDELING
(20) |
De door Italië voorgenomen subsidies om de investeringen ten behoeve van het staalbedrijf te ondersteunen bestaan uit overheidsmiddelen die Lucchini een selectief voordeel verlenen en dreigen de concurrentie te vervalsen en het handelsverkeer tussen lidstaten ongunstig te beïnvloeden. Zij vormen derhalve staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag. |
(21) |
De Commissie heeft de twee groepen investeringen opnieuw onderzocht en heeft de verschillende maatregelen afzonderlijk geanalyseerd, waarbij zij met name trachtte na te gaan of zij, om economische redenen of wegens de ouderdom van de installaties in kwestie, hoe dan ook zouden zijn gedaan. |
4.1. De cokesinstallatie
4.1.1. Milieubezwaren ten aanzien van de cokesinstallatie
(22) |
Als gids voor de indeling van investeringsmaatregelen ten behoeve van de cokesinstallatie heeft de Commissie haar referentiedocument over de beste beschikbare technieken (Best available techniques, BAT) voor de productie van ijzer en staal van december 2001 gebruikt (16). Volgens dit document vormen emissies in de lucht een bijzonder ernstig probleem voor cokesovens. Veel van deze emissies komen uit verschillende bronnen, bijvoorbeeld uit ovendeksels, oven- en planeerdeuren en klimpijpen. Zij kunnen ook ontstaan bij bepaalde bewerkingen, zoals het vullen van de oven, het naar buiten duwen van de cokes en het blussen van de cokes. Bovendien ontstaan er vluchtige emissies in de reinigingsinstallatie voor cokesovengas. De voornaamste bron van emissie in lucht is het rookgas van het ondervuringsysteem. De meeste technieken die worden beschreven in verband met de bepaling van de beste beschikbare technieken hebben dan ook betrekking op het minimaliseren van de emissies in lucht. Daarbij is de nadruk gelegd op een soepele en ononderbroken werking en op het onderhoud van cokesfabrieken, een aspect dat essentieel blijkt te zijn. Ontzwaveling van cokesovengas om de emissie van SO2 te minimaliseren is een maatregel die een hoge prioriteit heeft, niet alleen bij de cokesfabriek zelf maar ook bij andere installaties waarin het cokesovengas als brandstof wordt gebruikt. |
4.1.2. In aanmerking komende maatregelen
(23) |
In haar beoordeling kwam de Commissie tot de conclusie dat Italië heeft aangetoond dat de investeringen ten belope van in totaal 29,93 miljard ITL daadwerkelijk met het oog op milieubescherming zijn gedaan. Voor deze maatregelen is de Commissie van oordeel dat Italië heeft aangetoond dat er duidelijk is besloten voor hogere milieubeschermingsnormen te kiezen. Voor elk van de delen van de installatie waarop de investering betrekking heeft kan ervan worden uitgegaan dat de resterende levensduur niet minder dan 25 % bedroeg. De juistheid van de door Italië gedane verklaring ter zake werd door de beoordeling van de Commissie bevestigd. Daarnaast wordt ervan uitgegaan dat er geen goedkopere oplossing voorhanden was dan voortzetting van het gebruik van de oude faciliteit, aangezien de investeringen die hieronder ter sprake komen uitsluitend milieumaatregelen zijn. |
(24) |
Deze maatregelen worden in onderstaande punten meer gedetailleerd beschreven. |
(25) |
Lucchini besloot 3 miljard ITL (circa 1,5 miljoen EUR) in een nieuwe transportband te investeren. De bestaande niet-overdekte transportband voor het vervoer van de steenkolen van de haven naar de cokesinstallatie was een aanzienlijke bron van stofemissie. Lucchini besloot derhalve deze door een nieuwe milieuvriendelijke, in een buisstructuur gemonteerde transportband te vervangen. |
(26) |
Om de stofemissie nog verder te verminderen installeerde Lucchini een bevochtigingsinstallatie. Het investeringsbedrag beliep 269 miljoen ITL (circa 135 000 EUR). |
(27) |
Door bevochtiging heeft steenkool de neiging samen te klonteren en een zodanige consistentie aan te nemen dat dit het vullen van de ovens belemmert. Om dit te voorkomen werden in de kolenopslagtorens verluchtingsinstallaties aangebracht. Het bedrag van deze investering beliep 295 miljoen ITL (circa 150 000 EUR). |
(28) |
De maatregelen hebben geen gevolgen voor de werking van de cokesinstallatie of van het staalbedrijf in het algemeen. |
(29) |
Lucchini besloot in totaal 14,3 miljard ITL (circa 5,9 miljoen EUR) te investeren ten behoeve van maatregelen ter vermindering van de emissies die zich tijdens het vullen van de ovens voordoen. |
(30) |
De cokesovens werden gevuld met behulp van laadwagens die langs de bovenkant van de batterij ovens reden. Eerst werd de steenkool van de kolenopslagtoren overgebracht naar de laadwagen, die zich onder de toren bevond. Vervolgens werd het kolenmengsel in de laadwagens op rails boven de batterij vervoerd en via de speciale openingen in de bovenkant van elke oven gelost. |
(31) |
Vóór de investering werd de steenkool zonder verdere beschermingsmaatregelen in de oven gestort, waarbij aanzienlijke gasemissies ontstonden. Met de investering werd beoogd een perfecte aansluiting te verkrijgen tussen de laadhoppers en de bovenkant van de oven, om een emissievrij laadproces mogelijk te maken. De investering bestaat uit drie componenten: 1. vervanging van de laadwagens, voor een bedrag van 5 miljard ITL (circa 2,5 miljoen EUR); 2. vervanging van de vulopeningen en nivellering van de bovenkant van de ovens (met andere woorden: volledige vernieuwing van dit gedeelte) — 7,7 miljard ITL (circa 3,3 miljoen EUR); 3. vervanging van de rails — 1,5 miljard ITL (circa 750 000 EUR). |
(32) |
De Commissie heeft met name geverifieerd of de hoge investeringsbedragen voor de eerste twee maatregelen gerechtvaardigd waren. De vervanging van de laadwagens is noodzakelijk gebleken omdat de nieuwe hoppers, die van betere kwaliteit zijn, hoger zijn dan de meer eenvoudige die eerst werden gebruikt. Indien de nieuwe hoppers op de bestaande laadwagens waren bevestigd, hadden zij de wagens te hoog gemaakt en zouden deze niet meer onder de kolenopslagtorens hebben gepast. De hoge kosten voor de vernieuwing van de bovenkant van de ovens vloeien voort uit het gebruik van speciaal vuurvast materiaal. |
(33) |
De maatregelen hebben geen effect op de productie. |
(34) |
Om de door de ovendeuren ontsnappende gasemissies tot een minimum te beperken is een aantal maatregelen genomen voor een totaalbedrag van 5 miljard ITL (circa 2,13 miljoen EUR). De oude deuren sloten niet hermetisch, waardoor er gas kon ontsnappen. Een behoorlijke sluiting werd verder belemmerd doordat gedurende het laden steeds teerafzetting op de deuren en de deurlijsten ontstond. Aangezien het niet mogelijk was de bestaande eenvoudige en stugge deuren te verbeteren, moesten alle 54 ovendeuren worden vervangen, wat 2,5 miljard ITL (circa 1,12 miljoen EUR) kostte. |
(35) |
Ten tweede moeten de deuren en deurlijsten regelmatig worden gereinigd om de teerresten, gemengd met andere gevaarlijke stoffen zoals fosfor en zwavel, te verwijderen. Dit werd oorspronkelijk eenmaal per week met de hand gedaan. Door de automatisering van de reiniging, die 2,1 miljard ITL (circa 1 miljoen EUR) kostte, kon Lucchini de reiniging na iedere lading, dat wil zeggen dagelijks en niet meer wekelijks, uitvoeren. Hierdoor kon de algemene vervuiling nog verder worden verminderd en de sluiting van de ovendeuren worden verbeterd. |
(36) |
Ten slotte wogen de nieuwe deuren 1,5 t meer dan de oorspronkelijke deuren, waardoor het voor de werknemers van de staalfabriek te gevaarlijk werd de deuren met het oude kettingmechanisme te openen en te sluiten. Om de veiligheid van de werknemers te vergroten werd derhalve een ander mechanisme geïnstalleerd, dat ongeveer 356 miljoen ITL (circa 175 000 EUR) kostte. De maatregel op zich had geen milieubeschermingsdoeleinden, maar aangezien deze door de installatie van de nieuwe deuren noodzakelijk werd, is de Commissie van mening dat het een aanvullende investering betreft die noodzakelijk is voor de toepassing van een milieubeschermingsmaatregel en aanvaardt zij derhalve dat de beide maatregelen als één pakket worden beschouwd. |
(37) |
De maatregelen hebben geen gevolgen voor het productieproces als geheel. |
(38) |
Lucchini investeerde 1 miljard ITL (circa 500 000 EUR) in de modernisering van de installatie voor het afzuigen van gas uit de ovens. Met de nieuwe installatie werd beoogd de snelheid van het gasafzuigmechanisme te regelen. De druk binnen de buizen varieert en wanneer deze te groot wordt, gaan de speciale kleppen open en kan de nodige hoeveelheid gas ontsnappen. Met de investering werd beoogd de gasstroom te reguleren zodat de kleppen minder vaak opengaan. |
(39) |
Daarnaast zijn de hoofdverzamelleiding, de klimpijpen en de verbindingsbuizen naar het afzuigsysteem volledig vervangen in het kader van een investeringsplan ten belope van 1,5 miljard ITL (circa 750 000) EUR). Het oude systeem werkte met stoom, er waren lekken in de verbindingspijpen waardoor er gas ontsnapte en de klimpijpen waren niet met hydraulische kleppen uitgerust. Bij het nieuwe systeem wordt het gas met behulp van ammoniak onder hoge druk gekoeld, waardoor, samen met het koelen, de milieuvervuilende stoffen in het gas verminderen. |
(40) |
In het kader van een andere investering werd de installatie voor de behandeling van het gas vernieuwd. In hoofdzaak werden de aanvoerlijnen vervangen en werden een nieuw systeem voor de verwijdering van naftaleen en een computergestuurd systeem voor de gaszuiveringsinstallatie toegevoegd. De investering beliep 1,5 miljard ITL (circa 750 000 EUR). |
(41) |
Het systeem van elektrostatische filters voor het verwijderen van de vluchtige bestanddelen van het gas werd aan een grondige revisie onderworpen om de capaciteit voor het filteren van teer te verhogen. De voorziene investering beliep 1,5 miljard ITL (circa 750 000 EUR). |
(42) |
De teer die tijdens het vercooksingsproces wordt uitgestoten, wordt op een temperatuur van 70 °C bewaard. Warme teer stoot kankerverwekkende gassen uit. Lucchini besloot 1,427 miljard ITL (circa 0,7 miljoen EUR) te investeren in een installatie voor het opvangen en de verbranding van kankerverwekkende gasemissies. De investering heeft geen effect op de productie. |
(43) |
Door de investeringen in het gaszuiveringssysteem zijn de hoeveelheid en de waarde van de chemische stoffen die worden gewonnen en verkocht licht gestegen. Anderzijds zijn aan de voortdurende controle die de nieuwe installatie vereist veel hogere kosten verbonden. Er is derhalve geen globale productiewinst die moet worden afgetrokken. |
(44) |
Om de SO2-emissies in de atmosfeer te controleren moest een metingssysteem worden geïnstalleerd. De investering werd uitsluitend om milieutechnische redenen gedaan en beliep 138 miljoen ITL (circa 70 000 EUR). De maatregel heeft geen effect op de productie. |
4.1.3. Maatregelen die hoe dan ook zouden zijn uitgevoerd
(45) |
De Commissie is ten aanzien van de maatregelen die hieronder worden beschreven tot de conclusie gekomen dat deze hoe dan ook zouden zijn uitgevoerd en dat zij derhalve niet voor milieusteun in aanmerking komen. De betrokken investeringen, die in totaal 8,52 miljard ITL belopen, kunnen derhalve niet als milieusteun worden aangemerkt aangezien zij geen enkele stimulerende werking hebben gehad. |
(46) |
Lucchini besloot 4,241 miljard ITL (circa 2,1 miljoen EUR) te investeren in de reparatie van de ovenkamers, door deze opnieuw te voegen of de bakstenen gedeeltelijk of geheel te vervangen. De Commissie is van oordeel dat de investering is uitgevoerd om redenen in verband met de productie. In de eerste plaats wijst de Commissie erop dat de batterij ovens geen deel uitmaakt van de „milieubeschermende installatie”, maar de kern van de cokesfabriek vormt. |
(47) |
Ten tweede valt reparatie door het opnieuw voegen van de bakstenen onder het normale onderhoud van een batterij cokesovens. |
(48) |
Daarnaast heeft Italië de Commissie meegedeeld dat de onderbreking van de activiteiten van de batterij in 1992-1993 het verval van de installatie heeft versneld en de levensduur aldus verminderd. Toen het bedrijf in 1999 besloot de batterij te renoveren, werd daarmee beoogd de werking van de installatie gedurende minstens nog eens tien jaar te garanderen. Het feit dat het nodig bleek de bakstenen te vervangen in plaats van deze opnieuw te voegen leidt tot de veronderstelling dat de wanden al in een gevorderde staat van verval waren. Als de ovenwanden in een slechte staat zijn, bestaat het risico dat deze naar binnen buigen waardoor de duwmachine de cokes niet meer uit de ovenkamer kan duwen. In dat geval zou de kamer onbruikbaar zijn geworden. Door deze vervorming zou ook de stabiliteit van de bovenkant van de ovens in gevaar komen. |
(49) |
Italië hield staande dat de maatregelen ten aanzien van de bakstenen om redenen van milieutechnische aard waren genomen. Indien gas tussen de ovenkamer en de verbrandingskamer had kunnen circuleren, zou de samenstelling van het verbrandingsgas veranderd zijn en zou er zwarte rook uit de schoorstenen zijn gekomen. |
(50) |
De Commissie aanvaardt de verklaring van Italië over de noodzaak van een hermetische afdichting tussen de ovenkamers en de verbrandingskamer maar is van oordeel dat deze verduidelijkingen niet aantonen dat de investeerder een duidelijk besluit heeft genomen om voor striktere normen te kiezen. De Commissie is, om de hierboven genoemde redenen, veeleer van mening dat de investeringen hoe dan ook zouden zijn gedaan. Bij brief van 3 oktober 2007 gaf de Commissie Italië de gelegenheid om haar opmerkingen te weerleggen, maar Italië heeft van deze mogelijkheid geen gebruikgemaakt. De Commissie is daarom van oordeel dat de maatregelen ten aanzien van de bakstenen van de ovenwanden hoe dan ook om economische redenen zouden zijn uitgevoerd, om de voortzetting van de productie van cokes in de fabriek mogelijk te maken. |
(51) |
Hoewel stroomonderbrekingen een negatief effect op het milieu hebben, is de Commissie van oordeel dat de installatie van een reservegenerator voornamelijk is uitgevoerd om redenen in verband met de productie. Stroomonderbrekingen hebben aanzienlijke negatieve gevolgen voor de productie en de reservegenerator zou hoe dan ook zijn geïnstalleerd. De investering beliep 1,8 miljard ITL (circa 0,9 miljoen EUR). |
(52) |
Lucchini heeft 220 miljoen ITL (circa 110 000 EUR) uitgegeven aan de aankoop van nieuwe filters voor het filteren van de stoom die vrijkomt bij het blussen van de cokes die uit de oven komen. Volgens de Commissie zouden de filters hoe dan ook zijn vervangen, omdat zij het eind van hun levensduur (20 jaar) hadden bereikt, zoals Italië tijdens het bezoek in situ heeft bevestigd. |
(53) |
Het planeren van de steenkool in de cokesoven heeft als zodanig een positief effect op het milieu. De investering in kwestie bestond echter gewoon uit de automatisering van een handeling die voorheen met de hand werd verricht. Deze automatisering heeft nauwelijks enig effect op de emissies. De maatregel zou op economische gronden hoe dan ook zijn uitgevoerd. Het aangemelde bedrag van de investering was 1,5 miljard ITL (circa 750 000 EUR). |
(54) |
De pijp waar het gas doorheen wordt geleid naar de verbrandingskamers voor de verhitting van de oven lekte, waardoor er gas ontsnapte. Die had hoe dan ook vervangen moeten worden omdat het gas in hoge mate explosief is en de lekken een ernstig gevaar voor de werknemers vormden. Het investeringsbedrag beliep 761 miljoen ITL (circa 380 000 EUR). |
4.2. Het water- en rioolsysteem
(55) |
Vóór de investering voldeed het water- en rioolsysteem van de fabriek aan de verplichte drempelwaarden. |
(56) |
Vóór de geplande investering werd 36 800 000 m3 water uit zee gehaald en vervolgens weer in zee geloosd en thans is dit nog slechts 26 000 000 m3. De investering diende voornamelijk voor de aanleg van een verbindingsleiding met de gemeentelijke zuiveringsinstallatie en om het buizensysteem te veranderen om de benodigde hoeveelheid water te verminderen. De Commissie is van oordeel dat de maatregel werkelijk milieubescherming tot doel had. |
(57) |
Door de investering konden de pompkosten jaarlijks met 206 712 euro worden verminderd. Het water uit de zuiveringsinstallatie wordt echter niet kosteloos geleverd, maar kost 0,15 euro per m3, wat tot extrakosten van 226 200 euro leidt. Het nieuwe systeem kost Lucchini derhalve 19 448 euro meer dan het oude. Er is derhalve geen productiewinst die moet worden afgetrokken. |
5. CONCLUSIES
(58) |
Gelet op het voorgaande is de Commissie tot de slotsom gekomen dat, wat de cokesinstallatie betreft, 29,93 miljard ITL aan investeringen (wat 72 % is van het totale in de cokesinstallatie geïnvesteerde bedrag) werkelijk milieubescherming tot doel hebben en dus, uit hoofde van de destijds geldende kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu uit 1994, subsidiabel zijn (zie punt (15)) (17). Er is geen productiewinst. Italië heeft een steunintensiteit van 7 % aangemeld. Het dienovereenkomstige steunbedrag, te weten 2,095 miljard ITL (wat gelijkstaat aan 1 081 977,2 EUR), kan derhalve als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt worden beschouwd. |
(59) |
Wat de overige investeringen in de cokesinstallatie betreft, voor een bedrag van 8,52 miljard ITL (circa 4,3 miljoen EUR), heeft de Commissie geconcludeerd dat deze hoe dan ook zouden zijn uitgevoerd, om economische redenen of om redenen in verband met de levensduur van de installatie. Aangezien regionale investeringssteun in de ijzer- en staalindustrie niet is toegestaan, is de betrokken steun, te weten 0,596 miljard ITL (wat gelijkstaat aan 307 808,31 EUR) niet verenigbaar met de gemeenschappelijke markt. |
(60) |
Ten aanzien van het water- en rioolsysteem kan de gehele maatregel worden aangemerkt als een maatregel die werkelijk milieubescherming tot doel heeft. Aangezien er geen productiewinst is, kan het gehele steunbedrag, te weten 1,379 miljard ITL (712 184,06 EUR), worden goedgekeurd (steunintensiteit van 7 %), |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
De staatssteun die Italië voornemens is aan het staalbedrijf Lucchini Siderurgica S.p.A te verlenen ten belope van 1 081 977,2 EUR (2,095 miljard ITL) voor investeringen met milieubeschermingsdoeleinden in de cokesinstallatie, respectievelijk 712 184,06 EUR (1,379 miljard ITL) voor investeringen met milieubeschermingsdoeleinden in het water- en rioolsysteem is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt.
Artikel 2
De steun die Italië voornemens is aan het staalbedrijf Lucchini Siderurgica S.p.A te verlenen ten belope van 307 808,31 EUR (0,569 miljard ITL) voor andere investeringen in de cokesinstallatie dan die welke in artikel 1 worden genoemd, is onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt.
Deze steun mag derhalve niet worden verleend.
Artikel 3
De onderhavige beschikking is gericht tot de Italiaanse Republiek.
Gedaan te Brussel, 16 juli 2008.
Voor de Commissie
Neelie KROES
Lid van de Commissie
(1) PB C 248 van 23.10.2007, blz. 25.
(2) PB L 163 van 20.6.2001, blz. 24.
(3) Zaak T-166/01, Lucchini/Commissie, Jurispr. 2006, blz. II-2875.
(4) Het bezoek in situ werd verricht door twee ambtenaren van DG Concurrentie en een staaldeskundige van DG Ondernemingen en industrie.
(5) Arrest van het Gerecht van eerste aanleg, punten 112 e.v.
(6) Beschikking nr. 2496/96/EGKS van de Commissie van 18 december 1996 houdende communautaire regels voor steun aan de ijzer- en staalindustrie (PB L 338 van 28.12.1996, blz. 42).
(7) PB C 72 van 10.3.1994, blz. 3.
(8) Arrest van het Gerecht van eerste aanleg, punten 59 e.v.
(9) Arrest van het Gerecht van eerste aanleg, punt 92.
(10) Idem.
(11) Arrest van het Gerecht van eerste aanleg, punt 103.
(12) Zo bekrachtigt het Gerecht van eerste aanleg bijvoorbeeld de beschikking van de Commissie wat de investeringen in de hoogoven betreft. De Commissie was tot de conclusie gekomen dat de modernisering van de hoogoven de oorspronkelijke milieubeschermingsinstallaties overbodig had gemaakt, zodat deze in ieder geval om redenen van productie vervangen hadden moeten worden.
(13) Arrest van het Gerecht van eerste aanleg, punten 107 e.v.
(14) Bijlage bij de Staalsteuncode, tweede deel, onder a): „In het geval van ondernemingen die besluiten aanzienlijk verder te gaan dan de wettelijk verplichte normen, dient de investeerder, in aanvulling op het bepaalde onder b), ii), aan te tonen dat er een duidelijk besluit is genomen om voor striktere normen te kiezen die aanvullende investeringen noodzakelijk maken, dat wil zeggen dat een goedkopere oplossing waarbij aan de nieuwe milieunormen zou worden voldaan, voorhanden was. Het hogere steunbedrag [30 %, tegenover 15 % dat destijds kon worden verleend om aan de verplichte normen te voldoen] kan hoe dan ook slechts van toepassing zijn op de aanvullende milieubescherming die wordt gerealiseerd.”.
(15) Arrest van het Gerecht van eerste aanleg, punten 104 e.v.
(16) http://www.envir.ee/ippc/docs/iron%20and%20steel.doc
(17) Dit staat los van de vraag of zij de beste beschikbare technieken verbeteren, zoals wordt bepaald in de huidige kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu (PB C 82 van 1.4.2008, blz. 1).
RICHTSNOEREN
Europese Centrale Bank
19.5.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 123/94 |
RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 7 mei 2009
tot wijziging van Richtsnoer ECB/2007/2 betreffende een geautomatiseerd trans-Europees realtimebruto-vereveningssysteem (TARGET2)
(ECB/2009/9)
(2009/390/EG)
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op het eerste streepje en het vierde streepje van artikel 105, lid 2,
Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid op artikel 3.1 en de artikelen 17, 18 en 22,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Raad van bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB) heeft Richtsnoer ECB/2007/2 van 26 april 2007 betreffende een geautomatiseerd trans-Europees realtimebruto-vereveningssysteem (TARGET2) (1), aangaande TARGET2, gekenmerkt door één technisch platform, het Single Shared Platform (SSP) genaamd, aangenomen. |
(2) |
Richtsnoer ECB/2007/2 dient te worden gewijzigd: a) gezien de invoering van de nieuwe versie van het SSP en gezien de noodzaak de nieuw ingevoerde systeemoverschrijdende afwikkeling te definiëren, en b) om toegang tot TARGET2 te geven aan kredietinstellingen die in handen zijn van de overheid en die gezien hun specifiek institutionele aard krachtens Gemeenschapsrecht onderworpen zijn aan toezicht dat vergelijkbaar is met de standaarden voor toezicht door bevoegde nationale autoriteiten, |
HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlagen II, III en IV, bij Richtsnoer ECB/2007/2 worden overeenkomstig de bijlage bij dit richtsnoer gewijzigd.
Artikel 2
Inwerkingtreding
1. Dit richtsnoer treedt in werking op 8 mei 2009.
2. Artikel 1 is met ingang van 11 mei 2009 van toepassing.
Artikel 3
Geadresseerden en uitvoeringsmaatregelen
1. Dit richtsnoer geldt voor alle centrale banken van het Eurosysteem.
2. De nationale centrale banken van de lidstaten die de euro aangenomen hebben stellen de ECB tegen 11 mei 2009 in kennis van de maatregelen waarmee zij voornemens zijn te voldoen aan dit richtsnoer.
Gedaan te Frankfurt am Main, 7 mei 2009.
Namens de Raad van bestuur van de ECB
De president van de ECB
Jean-Claude TRICHET
(1) PB L 237 van 8.9.2007, blz. 1.
BIJLAGE
1. |
Bijlage II bij Richtsnoer ECB/2007/2 wordt als volgt gewijzigd: De definitie van „kredietinstelling” in artikel 1 wordt als volgt vervangen:
|
2. |
Bijlage III bij Richtsnoer ECB/2007/2 wordt als volgt gewijzigd: De definitie van „kredietinstelling” in de lijst van definities van deze bijlage wordt als volgt vervangen:
|
3. |
Bijlage IV bij Richtsnoer ECB/2007/2 wordt als volgt gewijzigd:
|
19.5.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 123/99 |
RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 7 mei 2009
tot wijziging van Richtsnoer ECB/2000/7 betreffende monetaire beleidsinstrumenten en -procedures van het Eurosysteem
(ECB/2009/10)
(2009/391/EG)
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op het eerste streepje van artikel 105, lid 2,
Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid op artikel 12.1 en artikel 14.3 junctis het eerste streepje van artikel 3.1, artikel 18 en artikel 20, eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het verwezenlijken van een gemeenschappelijk monetair beleid vereist de definitie van de instrumenten en procedures voor gebruik door het Eurosysteem bestaande uit de nationale centrale banken (NCB’s) van de lidstaten die de euro hebben aangenomen (hierna de „deelnemende lidstaten”), en de Europese Centrale Bank (ECB), ter uniforme uitvoering van een dergelijk beleid in het eurogebied. |
(2) |
Richtsnoer ECB/2000/7 van 31 augustus 2000 betreffende monetaire beleidsinstrumenten en -procedures van het Eurosysteem (1) dient te worden gewijzigd om toegang tot openmarkttransacties en permanente faciliteiten van het Eurosysteem te geven aan kredietinstellingen in handen van de overheid en die gezien hun specifiek institutionele aard krachtens Gemeenschapsrecht onderworpen zijn aan toezicht dat vergelijkbaar is met de standaarden voor toezicht door bevoegde nationale autoriteiten, |
HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen van bijlage I bij Richtsnoer ECB/2000/7
In de eerste paragraaf van hoofdstuk 2.1 wordt de derde zin van het tweede gedachtenstreepje als volgt vervangen:
„Gezien hun specifieke institutionele aard krachtens Gemeenschapsrecht kunnen financieel gezonde instellingen in de zin van artikel 101, lid 2 van het Verdrag die onderworpen zijn aan toezicht dat vergelijkbaar is met de standaarden voor toezicht door bevoegde nationale autoriteiten, aanvaard worden als tegenpartijen. Financieel gezonde instellingen die onderworpen zijn aan niet-geharmoniseerd toezicht door nationale autoriteiten dat aan vergelijkbare normen voldoet als het geharmoniseerde Europese Unie/EER-toezicht kunnen ook als tegenpartijen worden aanvaard, bv. bijkantoren in het eurogebied van instellingen waarvan het hoofdkantoor zich buiten de EER bevindt.”.
Artikel 2
Inwerkingtreding
Dit richtsnoer treedt op 11 mei 2009 in werking.
Artikel 3
Geadresseerden en uitvoeringsmaatregelen
1. Dit richtsnoer is gericht tot de NCB’s van de deelnemende lidstaten.
2. De deelnemende NCB’s waarnaar wordt verwezen in lid 1 stellen de ECB tegen 11 mei 2009 in kennis van de maatregelen waarmee zij voornemens zijn te voldoen aan dit richtsnoer.
Gedaan te Frankfurt am Main, 7 mei 2009.
Namens de Raad van bestuur van de ECB
De president van de ECB
Jean-Claude TRICHET
(1) PB L 310 van 11.12.2000, blz. 1.
Rectificaties
19.5.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 123/100 |
Rectificatie van Verordening (EG) nr. 275/2009 van de Commissie van 2 april 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 872/2004 van de Raad inzake verdere restrictieve maatregelen ten aanzien van Liberia
( Publicatieblad van de Europese Unie L 91 van 3 april 2009 )
Bladzijde 19, punt 2 van de bijlage, onder c):
in plaats van:
„Ali Ramadan Kleilat Al-Delby”,
te lezen:
„Ali Ramadhan Kleilat Al-Delbi”.