ISSN 1725-2598

doi:10.3000/17252598.L_2009.095.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 95

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

52e jaargang
9 april 2009


Inhoud

 

I   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

 

Verordening (EG) nr. 291/2009 van de Commissie van 8 april 2009 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

1

 

 

Verordening (EG) nr. 292/2009 van de Commissie van 8 april 2009 tot vaststelling van de toewijzingscoëfficiënt die moet worden toegepast op de invoercertificaataanvragen die in de periode van 27 maart tot en met 3 april 2009 zijn ingediend uit hoofde van deelcontingent III in het kader van het bij Verordening (EG) nr. 1067/2008 geopende communautaire tariefcontingent voor zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit

3

 

 

Verordening (EG) nr. 293/2009 van de Commissie van 8 april 2009 tot vaststelling van het maximumbedrag van de uitvoerrestitutie voor boter in het kader van de in Verordening (EG) nr. 619/2008 bedoelde permanente inschrijving

4

 

 

Verordening (EG) nr. 294/2009 van de Commissie van 8 april 2009 tot vaststelling van het maximumbedrag van de uitvoerrestitutie voor mageremelkpoeder in het kader van de in Verordening (EG) nr. 619/2008 bedoelde permanente inschrijving

6

 

*

Verordening (EG) nr. 295/2009 van de Commissie van 18 maart 2009 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

7

 

*

Verordening (EG) nr. 296/2009 van de Commissie van 8 april 2009 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de administratieve bijstand bij de uitvoer van sommige aan de contingenteringsregeling onderworpen kaassoorten die onder speciale voorwaarden in de Verenigde Staten van Amerika mogen worden ingevoerd (Herschikking)

9

 

*

Verordening (EG) nr. 297/2009 van de Commissie van 8 april 2009 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1277/2005 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake drugsprecursoren en van Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren

13

 

*

Verordening (EG) nr. 298/2009 van de Commissie van 8 april 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 474/2006 tot opstelling van de communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Gemeenschap ( 1 )

16

 

*

Verordening (EG) nr. 299/2009 van de Commissie van 8 april 2009 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

37

 

 

Verordening (EG) nr. 300/2009 van de Commissie van 8 april 2009 tot vaststelling van de toewijzingscoëfficiënt die moet worden toegepast op de aanvragen voor invoercertificaten die in de periode van 27 maart tot en met 3 april 2009 zijn ingediend in het kader van het bij Verordening (EG) nr. 955/2005 geopende tariefcontingent voor rijst van oorsprong uit Egypte

39

 

 

Verordening (EG) nr. 301/2009 van de Commissie van 8 april 2009 tot vaststelling van de maximumaankoopprijs voor boter voor de tweede bijzondere inschrijving in het kader van de bij Verordening (EG) nr. 186/2009 geopende openbare inschrijving

40

 

 

II   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

 

 

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

 

 

Raad

 

 

2009/320/EG

 

*

Besluit van de Raad van 30 maart 2009 houdende goedkeuring van het Europees masterplan inzake luchtverkeersbeveiliging in het kader van het ATM-onderzoeksproject (SESAR) voor het gemeenschappelijk Europees luchtruim

41

 

 

Commissie

 

 

2009/321/EG

 

*

Beschikking van de Commissie van 8 april 2009 tot vaststelling van een nieuwe termijn voor de indiening van dossiers voor bepaalde stoffen die in het kader van het in artikel 16, lid 2, van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad bedoelde tienjarige werkprogramma dienen te worden beoordeeld (Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 2564)  ( 1 )

42

 

 

2009/322/EG

 

*

Beschikking van de Commissie van 8 april 2009 betreffende de niet-opneming van bepaalde stoffen in bijlage I, IA of IB bij Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van biociden (Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 2593)  ( 1 )

44

 

 

III   Besluiten op grond van het EU-Verdrag

 

 

BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

 

*

Besluit 2009/323/JBZ van de Raad van 6 april 2009 inzake de aanpassing van de basissalarissen en vergoedingen van personeelsleden van Europol

46

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

VERORDENINGEN

9.4.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 95/1


VERORDENING (EG) Nr. 291/2009 VAN DE COMMISSIE

van 8 april 2009

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (2), en met name op artikel 138, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

Bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XV, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 9 april 2009.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 april 2009.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

JO

88,9

MA

58,0

SN

208,5

TN

129,8

TR

109,6

ZZ

119,0

0707 00 05

JO

155,5

MA

51,1

TR

125,0

ZZ

110,5

0709 90 70

JO

220,7

MA

64,6

TR

104,7

ZZ

130,0

0709 90 80

EG

60,4

ZZ

60,4

0805 10 20

CN

39,7

EG

42,7

IL

60,9

MA

47,0

TN

57,2

TR

70,5

ZZ

53,0

0805 50 10

TR

48,3

ZZ

48,3

0808 10 80

AR

98,0

BR

78,3

CA

110,7

CL

85,8

CN

75,3

MK

24,7

NZ

118,5

US

130,5

UY

69,8

ZA

81,0

ZZ

87,3

0808 20 50

AR

80,5

CL

73,4

CN

59,2

UY

46,7

ZA

96,3

ZZ

71,2


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


9.4.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 95/3


VERORDENING (EG) Nr. 292/2009 VAN DE COMMISSIE

van 8 april 2009

tot vaststelling van de toewijzingscoëfficiënt die moet worden toegepast op de invoercertificaataanvragen die in de periode van 27 maart tot en met 3 april 2009 zijn ingediend uit hoofde van deelcontingent III in het kader van het bij Verordening (EG) nr. 1067/2008 geopende communautaire tariefcontingent voor zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (2), en met name op artikel 7, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1067/2008 van de Commissie (3) is een jaarlijks tariefcontingent geopend voor de invoer van 2 989 240 t zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit. Dit contingent bestaat uit drie deelcontingenten.

(2)

Bij artikel 3, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1067/2008 is de hoeveelheid van deelcontingent III (volgnummer 09.4125) in vier kwartaaltranches verdeeld en is de hoeveelheid voor tranche 2 vastgesteld op 594 597 t voor de periode van 1 april tot en met 30 juni 2009.

(3)

Uit de overeenkomstig artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1067/2008 gedane mededeling blijkt dat de overeenkomstig artikel 4, lid 1, tweede alinea, van die verordening in de periode van 27 maart 2009, vanaf 13.00 uur tot en met 3 april 2009 om 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) ingediende aanvragen de beschikbare hoeveelheden overschrijden. Bijgevolg dient door vaststelling van de op de aangevraagde hoeveelheden toe te passen toewijzingscoëfficiënt te worden bepaald voor welke hoeveelheden invoercertificaten kunnen worden afgegeven.

(4)

Ook moet worden bepaald dat in het kader van het in Verordening (EG) nr. 1067/2008 bedoelde deelcontingent III geen invoercertificaten meer mogen worden afgegeven voor de lopende tranche,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Voor elke invoercertificaataanvraag in het kader van het in Verordening (EG) nr. 1067/2008 bedoelde deelcontingent III die in de periode van 27 maart 2009, vanaf 13.00 uur tot en met 3 april 2009 om 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) is ingediend, wordt een certificaat afgegeven voor de gevraagde hoeveelheid, vermenigvuldigd met een toewijzingscoëfficiënt van 18,527184 %.

2.   De afgifte van certificaten in het kader van het in Verordening (EG) nr. 1067/2008 bedoelde deelcontingent III, waarvoor de aanvraag is ingediend met ingang van 3 april 2009 om 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel), wordt voor de lopende tranche geschorst.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 april 2009.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.

(3)  PB L 290 van 31.10.2008, blz. 3.


9.4.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 95/4


VERORDENING (EG) Nr. 293/2009 VAN DE COMMISSIE

van 8 april 2009

tot vaststelling van het maximumbedrag van de uitvoerrestitutie voor boter in het kader van de in Verordening (EG) nr. 619/2008 bedoelde permanente inschrijving

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1), en met name op artikel 164, lid 2, juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 619/2008 van de Commissie van 27 juni 2008 tot opening van een permanente inschrijving voor de vaststelling van de uitvoerrestituties voor bepaalde zuivelproducten (2) voorziet in een permanente inschrijving.

(2)

Krachtens artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1454/2007 van de Commissie van 10 december 2007 houdende gemeenschappelijke bepalingen betreffende inschrijvingen voor de vaststelling van uitvoerrestituties voor bepaalde landbouwproducten (3) moet, na bestudering van de offertes die in het kader van de inschrijving zijn ingediend, een maximumbedrag van de uitvoerrestitutie worden vastgesteld voor de inschrijvingsperiode die eindigt op 7 april 2009.

(3)

Het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In het kader van de bij Verordening (EG) nr. 619/2008 geopende permanente inschrijving wordt voor de inschrijvingsperiode die eindigt op 7 april 2009, het maximumbedrag van de uitvoerrestitutie voor de in artikel 1, onder a) en b), en artikel 2, van die verordening vermelde producten en bestemmingen, vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 9 april 2009.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 april 2009.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 168 van 28.6.2008, blz. 20.

(3)  PB L 325 van 11.12.2007, blz. 69.


BIJLAGE

(EUR/100 kg)

Product

Productcodes

Maximumuitvoerrestitutie voor uitvoer naar de in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 619/2008 vermelde bestemmingen

Boter

ex ex 0405 10 19 9700

60,00

Butteroil

ex ex 0405 90 10 9000

73,00


9.4.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 95/6


VERORDENING (EG) Nr. 294/2009 VAN DE COMMISSIE

van 8 april 2009

tot vaststelling van het maximumbedrag van de uitvoerrestitutie voor mageremelkpoeder in het kader van de in Verordening (EG) nr. 619/2008 bedoelde permanente inschrijving

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1), en met name op artikel 164, lid 2, juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 619/2008 van de Commissie van 27 juni 2008 tot opening van een permanente inschrijving voor de vaststelling van de uitvoerrestituties voor bepaalde zuivelproducten (2) voorziet in een permanente inschrijving.

(2)

Krachtens artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1454/2007 van de Commissie van 10 december 2007 houdende gemeenschappelijke bepalingen betreffende inschrijvingen voor de vaststelling van uitvoerrestituties voor bepaalde landbouwproducten (3) moet, na bestudering van de offertes die in het kader van de inschrijving zijn ingediend, een maximumbedrag van de restitutie worden vastgesteld voor de inschrijvingsperiode die eindigt op 7 april 2009.

(3)

Het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In het kader van de bij Verordening (EG) nr. 619/2008 geopende permanente inschrijving wordt voor de inschrijvingsperiode die eindigt op 7 april 2009, het maximumbedrag van de restitutie voor de in artikel 1, onder c), en artikel 2, van die verordening bedoelde producten en bestemmingen vastgesteld op 22,00 EUR/100 kg.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 9 april 2009.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 april 2009.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 168 van 28.6.2008, blz. 20.

(3)  PB L 325 van 11.12.2007, blz. 69.


9.4.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 95/7


VERORDENING (EG) Nr. 295/2009 VAN DE COMMISSIE

van 18 maart 2009

tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de statistiek- en tariefnomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1), en met name op artikel 9, lid 1, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om de uniforme toepassing te waarborgen van de gecombineerde nomenclatuur die als bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 is gevoegd, moeten bepalingen worden vastgesteld voor de indeling van de in de bijlage bij onderhavige verordening vermelde goederen.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 zijn de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur vastgesteld. Deze regels zijn ook van toepassing op iedere andere nomenclatuur die geheel of gedeeltelijk of met toevoeging van onderverdelingen op de gecombineerde nomenclatuur is gebaseerd en die bij specifieke Gemeenschapswetgeving is vastgesteld met het oog op de toepassing van tariefmaatregelen en andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer.

(3)

Volgens deze algemene regels moeten de in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen worden ingedeeld onder de in kolom 2 vermelde GN-code om de in kolom 3 genoemde redenen.

(4)

Er moet worden bepaald dat de houder van een door de douane van een lidstaat afgegeven bindende tariefinlichting inzake de indeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur die in strijd is met deze verordening, deze inlichting nog drie maanden mag blijven gebruiken op grond van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (2).

(5)

De bepalingen van deze verordening zijn in overeenstemming met het advies van het Comité Douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De goederen die zijn omschreven in kolom 1 van de tabel in de bijlage worden onder de in kolom 2 van die tabel vermelde GN-code in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld.

Artikel 2

Op een door de douane van een lidstaat verstrekte bindende tariefinlichting die niet in overeenstemming is met de bepalingen van deze verordening kan nog gedurende drie maanden een beroep worden gedaan overeenkomstig artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 maart 2009.

Voor de Commissie

László KOVÁCS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.

(2)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.


BIJLAGE

Omschrijving

Indeling

(GN-code)

Motivering

(1)

(2)

(3)

Een set opgemaakt voor de verkoop in het klein bestaande uit een digitaal apparaat in een eigen behuizing bestemd voor het opnemen en weergeven van geluid en beeld in verschillende formaten, geschikt om gegevens te ontvangen van verschillende bronnen (bijvoorbeeld ontvangtoestel voor satelliettelevisie, automatische gegevensverwerkende machines, videocamera-opnametoestellen) en verschillende elementen zoals verbindingskabels, een cd-rom, een handleiding, schroeven en een schroevendraaier.

Het apparaat bevat een gedrukte schakeling met actieve en passieve elementen (nodig voor het opnemen en weergeven van geluid en beeld), waaronder een microprocessor.

Het is uitgerust met de volgende interfaces:

een USB-poort,

VGA, en

audio- en videopoorten.

Het is ook uitgerust met bedieningsknoppen (aan/uit, spelen, pauze, volume) en een infraroodontvanger voor afstandsbediening.

Het apparaat is ontworpen om een harde schijf te bevatten.

8521 90 00

De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1, 2 a), 3 b) en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aanvullende aantekening 1 bij hoofdstuk XVI, en de tekst van de GN-codes 8521 en 8521 90 00.

Omdat het apparaat alle noodzakelijke elektronica bevat voor het uitvoeren van de functies van post 8521, met uitzondering van de harde schijf, en omdat deze componenten, zelfs bij afwezigheid van de harde schijf, niet voor enige andere functie kunnen worden gebruikt dan het opnemen en weergeven van geluid en beeld, moet het apparaat worden geacht, met toepassing van algemene regel 2 a), de essentiële kenmerken van een compleet of afgewerkt product van post 8521 te hebben. Het feit dat het apparaat geen harde schijf bevat is geen beletsel om het als een compleet of afgewerkt product in te delen.

Indeling onder post 8522 als een deel dat uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd is voor gebruik met een apparaat van post 8521 is daarom uitgesloten.

Het apparaat moet daarom onder post 8521 worden ingedeeld als een video-opname- en videoweergave-apparaat.

De schroevendraaier, voor de assemblage of het onderhoud van het apparaat, moet met het apparaat worden ingedeeld op grond van aanvullende aantekening 1 op afdeling XVI.


9.4.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 95/9


VERORDENING (EG) Nr. 296/2009 VAN DE COMMISSIE

van 8 april 2009

houdende uitvoeringsbepalingen inzake de administratieve bijstand bij de uitvoer van sommige aan de contingenteringsregeling onderworpen kaassoorten die onder speciale voorwaarden in de Verenigde Staten van Amerika mogen worden ingevoerd

(Herschikking)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening) (1), en met name op artikel 172, lid 2, juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EEG) nr. 2248/85 van de Commissie van 25 juli 1985 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de administratieve bijstand bij de uitvoer van aan de contingenteringsregeling onderworpen Emmentalkaas die onder speciale voorwaarden in de Verenigde Staten van Amerika mag worden ingevoerd (2) is herhaaldelijk ingrijpend gewijzigd (3). Aangezien nieuwe wijzigingen noodzakelijk zijn, dient ter wille van de duidelijkheid tot herschikking van deze richtlijn te worden overgegaan.

(2)

De Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika zijn in het kader van de GATT overeengekomen om met ingang van 1 januari 1980 invoer in de Verenigde Staten van Amerika toe te staan van kaas van communautaire oorsprong die onderworpen is aan de contingenteringsregeling. Deze overeenkomst is bij Besluit 80/272/EEG van de Raad (4) goedgekeurd.

(3)

De Verenigde Staten van Amerika hebben zich ertoe verbonden alle maatregelen te nemen die nodig zijn voor een op de volledige benutting van dit contingent gericht beheer. In het licht van de opgedane ervaring lijkt het nuttig de administratieve samenwerking met de Verenigde Staten van Amerika te versterken om te waarborgen dat de voor sommige kaassoorten van communautaire oorsprong geldende contingenten volledig worden benut. De betrokken kaassoorten moeten derhalve vergezeld gaan van een door de bevoegde instanties in de Gemeenschap afgegeven certificaat.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bij uitvoer naar de Verenigde Staten van Amerika (met inbegrip van Puerto Rico en de Hawaii-eilanden) van de kaassoorten „Swiss or Emmentaler cheese with eye formation” die onder de posten 0406.90.44 tot en met 0406.90.48 van de „Harmonised Tariff Schedule of the United States” vallen en waarvoor een contingenteringsregeling geldt, geeft de bevoegde instantie van de lidstaat van uitvoer, op verzoek van de exporteur, een met het model in bijlage I overeenstemmend certificaat af.

Artikel 2

1.   De in artikel 1 bedoelde formulieren moeten in de Engelse taal worden gedrukt op wit papier van het formaat 210 × 296 mm. Ieder certificaat wordt door de instantie van afgifte voorzien van een volgnummer. De lidstaten van uitvoer mogen eisen dat certificaten die op hun grondgebied worden afgegeven, behalve in het Engels, ook in (één van) hun officiële talen worden opgemaakt.

2.   Van de certificaten worden een origineel en ten minste twee kopieën opgemaakt. Het origineel en de kopieën hebben hetzelfde volgnummer. Het origineel en de kopieën worden met de schrijfmachine of met de hand ingevuld; in het laatste geval moeten zij met inkt en in blokletters worden ingevuld.

Artikel 3

1.   Certificaat en kopieën worden door de daartoe door elke lidstaat van uitvoer aangewezen instantie afgegeven.

2.   De instantie van afgifte behoudt een kopie van het certificaat. Het origineel en de andere kopie worden overgelegd bij het douanekantoor in de Gemeenschap waar de aangifte ten uitvoer wordt overgelegd.

3.   Het in lid 2 bedoelde douanekantoor vult op het origineel het daartoe bestemde vak in en geeft dit originele certificaat terug aan de exporteur of zijn vertegenwoordiger. Het douanekantoor behoudt de kopie.

Artikel 4

Het certificaat is slechts geldig nadat het door het bevoegde douanekantoor behoorlijk is geviseerd. Het certificaat geldt voor de daarin vermelde hoeveelheid kaas en moet aan de douaneautoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika worden overgelegd. Een hoeveelheid die de in het certificaat aangegeven hoeveelheid evenwel met niet meer dan 5 % overschrijdt, wordt geacht door het certificaat te zijn gedekt.

Artikel 5

De lidstaten treffen alle maatregelen die nodig zijn met het oog op de controle van de oorsprong, het type, de samenstelling en de kwaliteit van de kaassoorten waarvoor certificaten worden afgegeven.

Artikel 6

Verordening (EEG) nr. 2248/85 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage III.

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 april 2009.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 210 van 7.8.1985, blz. 9.

(3)  Zie bijlage II.

(4)  PB L 71 van 17.3.1980, blz. 129.


BIJLAGE I

EUROPEAN COMMUNITY

Image


BIJLAGE II

Ingetrokken verordening met de opeenvolgende wijzigingen ervan

Verordening (EEG) nr. 2248/85 van de Commissie

(PB L 210 van 7.8.1985, blz. 9)

 

Verordening (EEG) nr. 2651/85 van de Commissie

(PB L 251 van 20.9.1985, blz. 40)

 

Verordening (EEG) nr. 222/88 van de Commissie

(PB L 28 van 1.2.1988, blz. 1)

Alleen artikel 29

Verordening (EG) nr. 3450/93 van de Commissie

(PB L 316 van 17.12.1993, blz. 4)

Alleen artikel 2


BIJLAGE III

Concordantietabel

Verordening (EEG) nr. 2248/85

Deze verordening

De artikelen 1 tot en met 5

De artikelen 1 tot en met 5

Artikel 6

Artikel 6

Artikel 7

Bijlage I

Bijlage II

Bijlage I

Bijlage II

Bijlage III


9.4.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 95/13


VERORDENING (EG) Nr. 297/2009 VAN DE COMMISSIE

van 8 april 2009

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1277/2005 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake drugsprecursoren en van Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad van 22 december 2004 houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren (1), en met name op artikel 11, lid 1, en artikel 12, lid 1, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 1277/2005 van de Commissie (2) zijn de derde landen van bestemming vastgesteld waarvoor specifieke toezichtmaatregelen moeten worden genomen wanneer drugsprecursoren uit de Gemeenschap worden uitgevoerd. In bijlage IV bij die verordening zijn lijsten van landen opgenomen die voor alle geregistreerde stoffen van de categorieën 2 en 3 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 111/2005 een voorafgaande kennisgeving van uitvoer vereisen. Deze lijsten omvatten derde landen die om voorafgaande kennisgeving van uitvoer hebben verzocht in overeenstemming met artikel 12, lid 10, van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen van 1988.

(2)

Roemenië is opgenomen in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1277/2005. Aangezien Roemenië een lidstaat is geworden, moet het worden geschrapt.

(3)

In bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1277/2005 zijn niet alle derde landen opgenomen die sinds de inwerkingtreding van die verordening om voorafgaande kennisgeving van uitvoer hebben verzocht. Canada, de Maldiven, Oman en de Republiek Korea hebben sinds 2005 een dergelijk verzoek ingediend en moeten daarom worden toegevoegd.

(4)

Verordening (EG) nr. 1277/2005 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 30, lid 1, van Verordening (EG) nr. 111/2005 ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1277/2005 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 april 2009.

Voor de Commissie

László KOVÁCS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 22 van 26.1.2005, blz. 1.

(2)  PB L 202 van 3.8.2005, blz. 7.


BIJLAGE

„BIJLAGE IV

1.

Lijst van de in artikel 20 bedoelde landen waarvoor een voorafgaande kennisgeving van uitvoer is vereist bij de uitvoer van geregistreerde stoffen van categorie 2 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 111/2005

Stof

Bestemming

Azijnzuuranhydride

Kaliumpermanganaat

Alle derde landen

Antranilzuur

Antigua en Barbuda

Benin

Bolivia

Brazilië

Canada

Caymaneilanden

Chili

Colombia

Costa Rica

Dominicaanse Republiek

Ecuador

Ethiopië

Haïti

India

Indonesië

Jordanië

Kazachstan

Libanon

Madagaskar

Maleisië

Maldiven

Mexico

Nigeria

Oman

Paraguay

Peru

Filipijnen

Moldavië

Russische Federatie

Saudi-Arabië

Zuid-Afrika

Tadzjikistan

Turkije

Verenigde Arabische Emiraten

Tanzania

Venezuela

Fenylazijnzuur

Piperidine

Antigua en Barbuda

Benin

Bolivia

Brazilië

Canada

Caymaneilanden

Chili

Colombia

Costa Rica

Dominicaanse Republiek

Ecuador

Ethiopië

Haïti

India

Indonesië

Jordanië

Kazachstan

Libanon

Madagaskar

Maleisië

Maldiven

Mexico

Nigeria

Oman

Paraguay

Peru

Filipijnen

Moldavië

Russische Federatie

Saudi-Arabië

Tadzjikistan

Turkije

Verenigde Arabische Emiraten

Tanzania

Verenigde Staten van Amerika

Venezuela

2.

Lijst van de in de artikelen 20 en 22 bedoelde landen waarvoor een voorafgaande kennisgeving van uitvoer en een uitvoervergunning zijn vereist bij de uitvoer van geregistreerde stoffen van categorie 3 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 111/2005

Stof

Bestemming

Methylethylketon  (1)

Tolueen  (1)

Aceton  (1)

Ethylether  (1)

Antigua en Barbuda

Argentinië

Benin

Bolivia

Brazilië

Canada

Caymaneilanden

Chili

Colombia

Costa Rica

Dominicaanse Republiek

Ecuador

Egypte

El Salvador

Ethiopië

Guatemala

Haïti

Honduras

India

Jordanië

Kazachstan

Libanon

Madagaskar

Maleisië

Maldiven

Mexico

Nigeria

Oman

Pakistan

Paraguay

Peru

Filipijnen

Moldavië

Republiek Korea

Russische Federatie

Saudi-Arabië

Tadzjikistan

Turkije

Verenigde Arabische Emiraten

Tanzania

Uruguay

Venezuela

Zoutzuur

Zwavelzuur

Bolivia

Chili

Colombia

Ecuador

Peru

Turkije

Venezuela


(1)  Dit omvat zouten van deze stoffen wanneer deze kunnen voorkomen.”


9.4.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 95/16


VERORDENING (EG) Nr. 298/2009 VAN DE COMMISSIE

van 8 april 2009

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 474/2006 tot opstelling van de communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Gemeenschap

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2111/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2005 betreffende de vaststelling van een communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod binnen de Gemeenschap is opgelegd en het informeren van luchtreizigers over de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij, en tot intrekking van artikel 9 van Richtlijn 2004/36/EG (1), en met name op artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 474/2006 van de Commissie van 22 maart 2006 is de in hoofdstuk II van Verordening (EG) nr. 2111/2005 (2) bedoelde communautaire lijst opgesteld van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Gemeenschap.

(2)

Overeenkomstig artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2111/2005 heeft een aantal lidstaten de Commissie informatie verstrekt die relevant is voor de bijwerking van de communautaire lijst. Ook derde landen hebben relevante informatie meegedeeld. De communautaire lijst moet op basis daarvan worden bijgewerkt.

(3)

De Commissie heeft alle betrokken luchtvaartmaatschappijen rechtstreeks of, wanneer dit praktisch niet mogelijk was, via de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor regelgevend toezicht op die maatschappijen, in kennis gesteld van de essentiële feiten en overwegingen die aan de basis liggen van haar beslissing om aan deze luchtvaartmaatschappijen een exploitatieverbod op te leggen in de Gemeenschap of om de voorwaarden te wijzigen van een exploitatieverbod voor een luchtvaartmaatschappij op de communautaire lijst.

(4)

De Commissie heeft de betrokken luchtvaartmaatschappijen de gelegenheid gegeven om de door de lidstaten verstrekte documenten te raadplegen, om schriftelijke opmerkingen in te dienen en om binnen tien werkdagen een mondelinge uiteenzetting te geven aan de Commissie en aan het bij Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad van 16 december 1991 inzake de harmonisatie van technische voorschriften en administratieve procedures op het gebied van de burgerluchtvaart ingestelde Comité inzake veiligheid van de luchtvaart (3).

(5)

De autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de uitoefening van het regelgevend toezicht op de betrokken luchtvaartmaatschappijen zijn door de Commissie en, in specifieke gevallen, door een aantal lidstaten geraadpleegd.

(6)

Verordening (EG) nr. 474/2006 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

Sommige lidstaten hebben bepaalde handhavingsmaatregelen genomen op basis van de resultaten van SAFA-platforminspecties van luchtvaartuigen van bepaalde communautaire luchtvaartmaatschappijen en op basis van de inspecties en audits van specifieke aspecten die door hun nationale luchtvaartautoriteiten zijn uitgevoerd. Zij hebben de Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart in kennis gesteld van deze maatregelen. De bevoegde autoriteiten van Zweden hebben het Air Operator Certificate (AOC) van de maatschappij Nordic Regional ingetrokken en die van de maatschappijen Fly Excellent en Aero Syncro opgeschort; de bevoegde autoriteiten van Spanje hebben het AOC en de exploitatievergunning van de maatschappij Bravo Airlines ingetrokken; de bevoegde autoriteiten van Portugal hebben de opschorting van het AOC van de maatschappij Luzair op 22 januari 2009 opgeheven na gecontroleerd te hebben of de maatschappij met succes corrigerende maatregelen ten uitvoer had gelegd; de bevoegde autoriteiten van Griekenland hebben de opschorting van het AOC van de maatschappij Hellenic Imperial Airways op 18 december 2008 opgeheven na gecontroleerd te hebben of de maatschappij met succes corrigerende maatregelen ten uitvoer had gelegd, en hebben het AOC van de maatschappij Euroair Ltd op 28 januari 2009 opgeschort omdat deze maatschappij daarom had verzocht en omdat de goedkeuring van de organisatie voor het beheer van de permanente luchtwaardigheid van deze maatschappij was opgeschort.

(8)

Uit verificaties is gebleken dat zich ernstige veiligheidstekortkomingen voordoen bij het in Kazachstan gecertificeerde Starline KZ. Deze tekortkomingen zijn door Bulgarije en door andere ECAC-lidstaten vastgesteld tijdens in het kader van het SAFA-programma uitgevoerde platforminspecties (4). Het feit dat deze gevallen van niet-naleving zich bij herhaling hebben voorgedaan wijst op systemische veiligheidstekortkomingen op het gebied van de exploitatie en het onderhoud.

(9)

Starline KZ heeft niet tijdig en adequaat gereageerd op een vraag van de Bulgaarse burgerluchtvaartautoriteiten in verband met de veiligheid van zijn activiteiten. Het feit dat de maatschappij geen adequaat antwoord heeft gegeven op de correspondentie van deze lidstaat wijst op gebrekkige communicatie. Starline KZ heeft blijk gegeven van een gebrek aan vermogen om deze veiligheidstekortkomingen te verhelpen, waardoor deze nog steeds blijven voortduren.

(10)

Gelet op de bovenvermelde tekortkomingen heeft de Commissie op 27 januari 2009, in overleg met de bevoegde autoriteiten van Kazachstan, haar ernstige bezorgdheid uitgesproken over de veiligheid van de activiteiten van Starline KZ, en overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 2111/2005 om nadere informatie gevraagd over de maatregelen die de bevoegde autoriteiten en de maatschappij hebben genomen om deze tekortkomingen te verhelpen.

(11)

De autoriteiten hebben niet adequaat en tijdig gereageerd op een vraag van de Commissie over het veiligheidstoezicht op Starline KZ; na het verstrijken van de termijn had de Commissie de gevraagde informatie, met name het AOC van de maatschappij en de volledige exploitatiespecificaties en de voorschriften en beperkingen die daarop van toepassing zijn, nog steeds niet ontvangen.

(12)

Op 24 maart 2009 is Starline KZ op eigen verzoek gehoord door het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart. Deze hoorzitting leverde echter onvoldoende bewijs op dat de corrigerende maatregelen naar behoren waren uitgevoerd. Tijdens de hoorzitting hebben de bevoegde autoriteiten van Kazachstan aan de Commissie meegedeeld dat zij op 4 februari 2009 besloten hebben dat Starline KZ alleen nog buiten het Europese luchtruim activiteiten mag uitoefenen.

(13)

Gezien het bovenstaande wordt op basis van de gemeenschappelijke criteria geoordeeld dat Starline KZ niet aan de relevante veiligheidsnormen voldoet en derhalve in bijlage A moet worden opgenomen.

(14)

Uit verificaties is gebleken dat zich ernstige veiligheidstekortkomingen voordoen bij het in Kazachstan gecertificeerde East Wing. Deze tekortkomingen zijn door Frankrijk en Roemenië vastgesteld tijdens in het kader van het SAFA-programma uitgevoerde platforminspecties (5). Het feit dat deze veiligheidstekortkomingen bij herhaling zijn vastgesteld, wijst erop dat zij systemisch zijn.

(15)

East Wing heeft niet tijdig en adequaat gereageerd op een vraag van de Franse burgerluchtvaartautoriteiten in verband met de veiligheid van zijn activiteiten. Het feit dat de maatschappij geen adequaat antwoord heeft gegeven op de correspondentie van deze lidstaat wijst op gebrekkige communicatie. East Wing heeft blijk gegeven van een gebrek aan vermogen om deze veiligheidstekortkomingen te verhelpen, waardoor deze nog steeds blijven voortduren.

(16)

Gelet op de bovenvermelde tekortkomingen heeft de Commissie, in overleg met de bevoegde autoriteiten van Kazachstan, haar ernstige bezorgdheid uitgesproken over de veiligheid van de activiteiten van East Wing en om nadere informatie gevraagd over de maatregelen die de bevoegde autoriteiten en de maatschappij hebben genomen om deze tekortkomingen te verhelpen.

(17)

Er zijn bewijzen van het feit dat East Wing de activiteiten heeft overgenomen van GST Aero, een luchtvaartmaatschappij die op 22 maart 2006 in bijlage A is opgenomen (6) en daaruit is geschrapt nadat de bevoegde autoriteiten van Kazachstan de Commissie hadden meegedeeld dat het AOC van die maatschappij in maart 2007 was ingetrokken (7).

(18)

De bevoegde autoriteiten van Kazachstan hebben meegedeeld dat zij op 4 februari 2009 hebben besloten dat East alleen nog buiten het Europese luchtruim activiteiten mag uitoefenen. Deze autoriteiten hebben echter niet tijdig en adequaat gereageerd op een vraag van de Commissie over het veiligheidstoezicht op East Wing; zij hebben immers geen passend bewijsmateriaal ingediend met betrekking tot het AOC van de maatschappij en de volledige exploitatiespecificaties, de voorschriften en de beperkingen die daarop van toepassing zijn.

(19)

Op 24 maart 2009 is East Wing op eigen verzoek gehoord door het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart. Deze hoorzitting leverde echter onvoldoende bewijs op dat de corrigerende maatregelen naar behoren zijn uitgevoerd; bovendien is tijdens de hoorzitting aan het licht gekomen dat de maatschappij geen weet heeft van het feit dat zij geen activiteiten mag uitoefenen in het Europese luchtruim. Gezien het bovenstaande wordt op basis van de gemeenschappelijke criteria geoordeeld dat East Wing niet aan de relevante veiligheidsnormen voldoet en derhalve in bijlage A moet worden opgenomen.

(20)

Uit verificaties is gebleken dat zich ernstige veiligheidstekortkomingen voordoen bij het in Kazachstan gecertificeerde ATMA Airlines. Deze tekortkomingen zijn vastgesteld door Duitsland, Noorwegen en Turkije tijdens in het kader van het SAFA-programma uitgevoerde platforminspecties (8). Het feit dat deze veiligheidstekortkomingen bij herhaling zijn vastgesteld, wijst erop dat zij systemisch zijn.

(21)

ATMA Airlines heeft niet tijdig en adequaat gereageerd op een vraag van de Duitse en Noorse burgerluchtvaartautoriteiten in verband met de veiligheid van zijn activiteiten. Het feit dat de maatschappij geen adequaat antwoord heeft gegeven op de correspondentie van deze lidstaten wijst op gebrekkige communicatie. ATMA Airlines heeft blijk gegeven van een gebrek aan vermogen om deze veiligheidstekortkomingen te verhelpen, waardoor deze nog steeds blijven voortduren.

(22)

Gelet op de bovenvermelde tekortkomingen heeft de Commissie, in overleg met de bevoegde autoriteiten van Kazachstan, haar ernstige bezorgdheid uitgesproken over de veiligheid van de activiteiten van ATMA Airlines en om nadere informatie gevraagd over de maatregelen die de bevoegde autoriteiten en de maatschappij hebben genomen om deze tekortkomingen te verhelpen.

(23)

De bevoegde autoriteiten van Kazachstan hebben meegedeeld dat zij op 4 februari 2009 hebben besloten dat ATMA Airlines alleen nog buiten het Europese luchtruim activiteiten mag uitoefenen. Deze autoriteiten hebben echter niet tijdig en adequaat gereageerd op een vraag van de Commissie over het veiligheidstoezicht op ATMA Airlines; zij hebben immers geen passend bewijsmateriaal ingediend met betrekking tot het AOC van de maatschappij en de volledige exploitatiespecificaties, de voorschriften en de beperkingen die daarop van toepassing zijn.

(24)

Op 24 maart 2009 is ATMA Airlines op eigen verzoek gehoord door het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart. Deze hoorzitting leverde echter onvoldoende bewijs op dat de corrigerende maatregelen naar behoren waren uitgevoerd.

(25)

Gezien het bovenstaande wordt op basis van de gemeenschappelijke criteria geoordeeld dat ATMA Airlines niet aan de relevante veiligheidsnormen voldoet en derhalve in bijlage A moet worden opgenomen.

(26)

Uit verificaties is gebleken dat zich ernstige veiligheidstekortkomingen voordoen bij het in Kazachstan gecertificeerde Berkut Air. Deze tekortkomingen zijn door Frankrijk en Roemenië vastgesteld tijdens in het kader van het SAFA-programma uitgevoerde platforminspecties (9). Het feit dat deze veiligheidstekortkomingen bij herhaling zijn vastgesteld, wijst erop dat zij systemisch zijn.

(27)

Berkut Air heeft niet tijdig en adequaat gereageerd op een vraag van de Roemeense burgerluchtvaartautoriteiten in verband met de veiligheid van zijn activiteiten. Het feit dat de maatschappij geen adequaat antwoord heeft gegeven op de correspondentie van deze lidstaat wijst op gebrekkige communicatie. Berkut Air heeft blijk gegeven van een gebrek aan vermogen om deze veiligheidstekortkomingen te verhelpen, waardoor deze nog steeds blijven voortduren.

(28)

Gelet op de bovenvermelde tekortkomingen heeft de Commissie, in overleg met de bevoegde autoriteiten van Kazachstan, haar ernstige bezorgdheid uitgesproken over de veiligheid van de activiteiten van Berkut Air en om nadere informatie gevraagd over de maatregelen die de bevoegde autoriteiten hebben genomen om deze tekortkomingen te verhelpen.

(29)

De bevoegde autoriteiten van Kazachstan hebben meegedeeld dat zij het AOC van BEK Air, voorheen Berkut Air, in februari 2009 hebben opgeschort. Deze autoriteiten hebben echter niet tijdig en adequaat gereageerd op een vraag van de Commissie over het veiligheidstoezicht op Berkut Air; ze hebben de gevraagde informatie niet ingediend en hebben niet met documenten aangetoond dat handhavingsmaatregelen zijn genomen.

(30)

Gezien het bovenstaande wordt op basis van de gemeenschappelijke criteria geoordeeld dat Berkut Air niet aan de relevante veiligheidsnormen voldoet en derhalve in bijlage A moet worden opgenomen.

(31)

Uit verificaties is gebleken dat zich ernstige veiligheidstekortkomingen voordoen bij het in Kazachstan gecertificeerde Air Company Kokshetau. Deze tekortkomingen zijn door Italië vastgesteld tijdens in het kader van het SAFA-programma uitgevoerde platforminspecties (10). Deze tekortkomingen hebben betrekking op luchtvaartuigen van het type IL-62 die niet zijn uitgerust met TAWS (E-GPWS), harnassen, zuurstofmaskers die snel kunnen worden opgezet tijdens vluchten boven vluchtniveau 250, en passende systemen voor het verlichten van de nooduitgangsroute.

(32)

Air Company Kokshetau heeft niet tijdig en adequaat gereageerd op een vraag van de Italiaanse burgerluchtvaartautoriteiten in verband met de veiligheid van zijn activiteiten. Het feit dat de maatschappij geen adequaat antwoord heeft gegeven op de correspondentie van deze lidstaat wijst op gebrekkige communicatie. Air Company Kokshetau heeft blijk gegeven van een gebrek aan vermogen om deze veiligheidstekortkomingen te verhelpen, waardoor deze nog steeds blijven voortduren.

(33)

Gelet op de bovenvermelde tekortkomingen heeft de Commissie, in overleg met de bevoegde autoriteiten van Kazachstan, haar ernstige bezorgdheid uitgesproken over de veiligheid van de activiteiten van Air Company Kokshetau en om nadere informatie gevraagd over de maatregelen die de bevoegde autoriteiten hebben genomen om deze tekortkomingen te verhelpen.

(34)

De bevoegde autoriteiten van Kazachstan hebben de Commissie meegedeeld dat ze op 13 februari 2009 hebben besloten de luchtvaartuigen van het type IL-62M met serienummers 1138234 en 1748445 te schrappen uit het AOC van Air Company Kokshetau, en dat ze voornemens zijn het AOC van deze maatschappij met ingang van 24 maart in te trekken omdat de maatschappij failliet is. Deze autoriteiten hebben echter niet adequaat gereageerd op de vraag van de Commissie om bewijzen van de intrekking van het AOC in te dienen.

(35)

Gezien het bovenstaande wordt op basis van de gemeenschappelijke criteria geoordeeld dat Air Company Kokshetau niet aan de relevante veiligheidsnormen voldoet en derhalve in bijlage A moet worden opgenomen.

(36)

Uit verificaties is gebleken dat zich ernstige veiligheidstekortkomingen voordoen bij het in Kazachstan gecertificeerde Sayat Air. Deze tekortkomingen zijn door een ECAC-lidstaat vastgesteld tijdens in het kader van het SAFA-programma uitgevoerde platforminspecties (11). Deze tekortkomingen hebben betrekking op luchtvaartuigen van het type IL-62 die niet zijn uitgerust met a) TAWS (E-GPWS), b) zuurstofmaskers die snel kunnen worden opgezet door de bemanning, c) drijfinrichtingen en d) een passend systeem voor het verlichten van de nooduitgangsroute. Bovendien werd het luchtvaartuig geexploiteerd zonder noodcontrolelijsten aan boord, met een NAV-gegevensbank die al meer dan 2 jaar niet meer was bijgewerkt en zonder onderhoudsdocument.

(37)

Sayat Air heeft blijk gegeven van een gebrek aan vermogen om deze veiligheidstekortkomingen te verhelpen, waardoor deze nog steeds blijven voortduren.

(38)

De bevoegde autoriteiten van Kazachstan hebben niet adequaat en tijdig geantwoord op een vraag van de Commissie over het veiligheidstoezicht op Sayat Air; het feit dat de maatschappij geen adequaat antwoord heeft gegeven op de correspondentie van de Commissie, en met name haar AOC en haar volledige exploitatiespecificaties, de voorschriften en de beperkingen die daarop van toepassing zijn, niet heeft meegedeeld, wijst op gebrekkige communicatie.

(39)

De bevoegde autoriteiten van Kazachstan hebben niet aangetoond dat ze passend toezicht uitoefenen op deze maatschappij, overeenkomstig hun verplichtingen uit hoofde van het Verdrag van Chicago.

(40)

Gezien het bovenstaande wordt op basis van de gemeenschappelijke criteria geoordeeld dat Sayat Air niet voldoet aan de relevante veiligheidsnormen en derhalve moet worden opgenomen in bijlage A.

(41)

Uit verificaties is gebleken dat zich ernstige veiligheidstekortkomingen voordoen bij het in Kazachstan gecertificeerde Scat. Met name het luchtvaartuig van het type Yak-42 met registratiekenteken UP-Y4205 is niet uitgerust met TAWS (E-GPWS), zoals vereist krachtens de ICAO-voorschriften. Deze tekortkomingen zijn door een ECAC-lidstaat vastgesteld tijdens een platforminspectie in het kader van het SAFA-programma (12).

(42)

Gezien de bovenvermelde tekortkomingen heeft de Commissie overleg gepleegd met de bevoegde autoriteiten van Kazachstan, heeft zij haar ernstige bezorgdheid uitgedrukt over de veiligheid van de activiteiten van Scat en heeft zij om meer informatie gevraagd over de maatregelen die de bevoegde autoriteiten van Kazachstan hebben genomen om deze tekortkomingen te verhelpen.

(43)

De bevoegde autoriteiten van Kazachstan hebben het bewijs geleverd dat zij het luchtvoertuig van het type Yak-42 met registratiekenteken UP-Y4205 uit hun register hebben geschrapt.

(44)

Scat heeft gevraagd om door het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart te worden gehoord; tijdens deze hoorzitting, op 24 maart 2009, heeft Scat bevestigd dat dit luchtvaartuig niet meer wordt geëxploiteerd.

(45)

De Commissie is dan ook van oordeel dat geen verdere maatregelen hoeven te worden genomen ten aanzien van deze maatschappij.

(46)

De Commissie heeft de aandacht van de bevoegde autoriteiten van Kazachstan gevestigd op het feit dat het toezicht op de prestaties van een aantal andere in Kazachstan geregistreerde luchtvaartmaatschappijen nog steeds verontrustende resultaten oplevert tijdens platforminspecties. De bevoegde autoriteiten van Kazachstan werden verzocht verduidelijking te verschaffen en indien nodig passende maatregelen te nemen.

(47)

De bevoegde autoriteiten van Kazachstan hebben een reeks handhavingsmaatregelen meegedeeld die zij ten aanzien van een aantal Kazachse maatschappijen hebben genomen. Deze autoriteiten hebben met name meegedeeld dat ze Investavia, Skybus en Aytirau Aye Zholy op 4 februari 2009 hebben verboden nog activiteiten uit te oefenen in het Europese luchtruim. De Commissie zal dringend overleg plegen met de Kazachse autoriteiten en zal de procedure van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 2111/2005 inleiden met betrekking tot deze maatschappijen.

(48)

De Commissie verzoekt de bevoegde autoriteiten van Kazachstan met aandrang om krachtiger inspanningen te leveren om het burgerluchtvaartsysteem te hervormen en het veiligheidstoezicht op alle in dit land gecertificeerde maatschappijen te versterken. De Commissie zal het overleg met deze autoriteiten voortzetten teneinde de situatie van de Kazachse maatschappijen te beoordelen, en is klaar om samen met de lidstaten al het tijdig ingediende bewijsmateriaal te analyseren.

(49)

Ingevolge het ongeval met One Two Go-vlucht OG 269 in Phuket op 16 september 2007, met het total loss van het luchtvaartuig van het type MD-80 en 90 doden, waaronder veel Europese passagiers, tot gevolg, heeft de Commissie overleg gepleegd met de bevoegde autoriteiten van Thailand die bevoegd zijn voor het veiligheidstoezicht op deze maatschappij.

(50)

Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 2111/2005 heeft de Commissie op 5 maart 2009 een brief naar deze maatschappijen gestuurd.

(51)

De bevoegde autoriteiten van Thailand (het Thaise burgerluchtvaartdepartement) hebben de Commissie meegedeeld dat uit het onderzoek na het ongeval is gebleken dat zowel Orient Thai als haar dochteronderneming One Two Go de wet op de luchtnavigatie hadden overtreden, met name door de bekwaamheidsbewijzen van negen piloten te vervalsen. Het Thaise burgerluchtvaartdepartement heeft daarop de activiteiten met MD-80 van One Two Go en Orient Thai opgeschort en de maatschappijen gevraagd een reeks corrigerende maatregelen te nemen.

(52)

Het Thaise burgerluchtvaartdepartement heeft de Commissie ervan in kennis gesteld dat het op 25 november 2008 het AOC van One Two Go opnieuw heeft geactiveerd. Moedermaatschappij Orient Thai had op 7 oktober 2008 al de toestemming gekregen om haar activiteiten met luchtvaartuigen van het type MD-80 te hervatten.

(53)

Een team van Europese deskundigen heeft van 10 tot 13 maart 2009 een inspectiebezoek gebracht aan het Koninkrijk Thailand, gericht op de exploitatie van vluchten en de licenties van de bemanningen, teneinde na te gaan of de luchtvaartmaatschappijen de corrigerende acties hebben uitgevoerd die nodig zijn om de eerder door het Thaise burgerluchtvaartdepartement vastgestelde tekortkomingen te corrigeren. Het team kwam tot de vaststelling dat One Two Go geen luchtvaartactiviteiten meer exploiteert. One Two Go is verantwoordelijk voor de verkoop van vluchten die in het kader van een wetleaseovereenkomst worden geëxploiteerd door Orient Thai, waarbij One Two Go de huurder is en Orient Thai de verhuurder. Orient Thai stelt luchtvaartuigen, volledige bemanningen, onderhoudswerkzaamheden en verzekeringen ter beschikking van One Two Go. Alle personeelsleden die betrokken zijn bij de activiteiten die in opdracht van One Two go door Orient Thai worden uitgevoerd, zijn werknemers van Orient Thai.

(54)

Uit het verslag van het inspectiebezoek blijkt ook dat de luchtvaartmaatschappij Thai Orient corrigerende maatregelen heeft genomen en dat het Thaise burgerluchtvaartdepartement maatregelen heeft genomen om de eerder vastgestelde veiligheidstekortkomingen te verhelpen. De Commissie zal van nabij toezicht houden op de veiligheidssituatie van Orient Thai. Daartoe moet het Thaise burgerluchtvaartdepartement de Commissie uiterlijk over twee maanden alle nodige informatie verstrekken betreffende de doeltreffendheid van de vermelde maatregelen.

(55)

Op 19 maart 2009 heeft het Thaise burgerluchtvaartdepartement de Commissie meegedeeld dat One Two Go voornemens is met ingang van juli 2009 zelf luchtvaartactiviteiten uit te voeren. Uit het verslag van het EU-team blijkt dat de Thaise burgerluchtvaartautoriteiten One Two Go een AOC hebben verstrekt, ondanks het feit dat ze niet bij machte waren om na te gaan of deze maatschappij in staat is veilig luchtvaartactiviteiten uit te voeren; deze maatschappij heeft immers nooit de gedetailleerde bewijsstukken ingediend die vereist zijn uit hoofde van de Thaise verordeningen tot uitvoering van de ICAO-normen. Het Thaise burgerluchtvaartdepartement heeft ook aangekondigd voornemens te zijn het AOC van One Two Go op 29 maart 2009 in te trekken; de maatschappij zal op basis van haar Air Operator Licence echter geregelde vluchten blijven charteren bij Orient Thai.

(56)

Op basis van de gemeenschappelijke criteria wordt hieruit geconcludeerd dat One Two Go niet voldoet aan de geldende veiligheidsnormen. Er moet een exploitatieverbod worden opgelegd aan deze maatschappij, die dus moet worden opgenomen in bijlage A.

(57)

Uit verificaties is gebleken dat de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de in Benin geregistreerde luchtvaartmaatschappijen niet in staat zijn de veiligheidstekortkomingen te verhelpen; dit is aan het licht gekomen tijdens de audit van Benin die in maart 2007 door de ICAO is uitgevoerd in het kader van haar Universal Safety Oversight Audit Programme (USOAP). Deze audit heeft een groot aantal belangrijke tekortkomingen aan het licht gebracht, waaruit blijkt dat de burgerluchtvaartautoriteiten van Benin onvoldoende in staat zijn om hun taken inzake toezicht op de veiligheid van de luchtvaart uit te voeren. Op het ogenblik dat de ICAO-audit werd uitgevoerd, werd 80,22 % van de ICAO-normen niet toegepast. Op bepaalde kritieke gebieden, zoals de bepalingen inzake gekwalificeerd technisch personeel, werd meer dan 98 % van de ICAO-normen niet doeltreffend toegepast. Wat het verhelpen van veiligheidstekortkomingen betreft, werd meer dan 93 % van de ICAO-normen niet doeltreffend toegepast.

(58)

Er zijn aanwijzingen dat de bevoegde autoriteiten van Benin onvoldoende in staat zijn om door de ICAO vastgestelde gevallen van niet-naleving efficiënt te verhelpen; in haar eindverslag van december 2007 is de ICAO namelijk van oordeel dat een aanzienlijk gedeelte van de door deze autoriteiten voorgestelde of uitgevoerde corrigerende maatregelen eigenlijk geen betrekking hebben op de vastgestelde tekortkomingen. Met name op het gebied van de exploitatie van luchtvaartuigen werd 50 % van de door Benin voorgestelde maatregelen niet volledig aanvaardbaar geacht door de ICAO.

(59)

Gelet op het eindverslag van de ICAO heeft de Commissie overleg gepleegd met de bevoegde autoriteiten van Benin, haar ernstige bezorgdheid uitgesproken over de veiligheid van de activiteiten van de in dat land geregistreerde luchtvaartmaatschappijen en om nadere informatie verzocht over de maatregelen die de bevoegde autoriteiten van Benin hebben genomen als reactie op de ICAO-bevindingen en de vaststellingen met betrekking tot de aanvaardbaarheid van de corrigerende maatregelen.

(60)

Tijdens de hoorzitting voor het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart op 25 maart 2009 hebben de bevoegde autoriteiten van Benin aangegeven dat de corrigerende maatregelen die in 2008 moesten worden uitgevoerd, eigenlijk zijn uitgesteld tot augustus/december 2009.

(61)

Uit de documenten die de bevoegde autoriteiten van Benin hebben voorgelegd, blijkt dat het AOC dat is afgegeven aan maatschappijen die in Benin zijn gecertificeerd, niet voldoet aan de ICAO-normen voor internationale vluchten, hetgeen bevestigt dat de door de ICAO vastgestelde tekortkomingen nog niet zijn verholpen. Een nieuw onderzoek van de AOC’s en de bijgevoegde exploitatiespecificaties van de luchtvaartmaatschappijen Aero Benin, Africa Airways, Benin Golf Air, Benin Littoral Airways, Cotair, Royal Air en Trans Air Benin heeft ernstige problemen aan het licht gebracht. Het AOC van Africa Airways werd niet voorgelegd. In de andere AOC’s wordt geen melding gemaakt van de toepasselijke verordeningen die als basis voor de certificering zijn gebruikt; deze AOC’s staan activiteiten over de hele wereld toe, hoewel de bevoegde autoriteiten van Benin bevestigen dat ze beperkt zijn tot Benin en/of de subregio. Bovendien lijken Aero Benin, Benin Golf Air, Benin Littoral Airways, Cotair en Trans Air Benin alleen activiteiten volgens zichtvliegvoorschriften uit te voeren, wat niet volstaat om veilig vluchten te exploiteren in Europa; deze maatschappijen beschikken ook niet over de specifieke vergunningen inzake RVSM (gereduceerde verticale separatieminima), RNAV (gebiedsnavigatie) en RNP (vereiste navigatieprestatie) die nodig zijn voor de navigatie in het Europese luchtruim. De bevoegde autoriteiten van Benin hebben aangegeven dat ze de geldigheid van deze AOC’s beperkt hebben tot zes maanden en dat ze voornemens zijn snel duidelijkheid te scheppen in deze situatie. Zolang de verwachte hercertificering van deze maatschappijen, in volledige overeenstemming met de ICAO-normen, niet heeft plaatsgevonden, is de Commissie van oordeel dat op basis van de gemeenschappelijke criteria een exploitatieverbod moet worden opgelegd aan deze maatschappijen en dat ze derhalve in bijlage A moeten worden opgenomen.

(62)

De maatschappij Alafia JET heeft verzocht gehoord te worden door het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart. Op 24 maart 2009 kreeg Alafia JET de gelegenheid een mondelinge presentatie te geven voor het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart; bij die gelegenheid heeft deze maatschappij schriftelijke documenten betreffende haar activiteiten overgemaakt. De maatschappij verklaarde tijdens haar presentatie dat haar activiteiten in de Europese Unie beperkt zijn tot het op verzoek exploiteren van medische noodvluchten; de maatschappij heeft ook informatie verstrekt over een reeks maatregelen die zij heeft genomen om de tekortkomingen te verhelpen die door Frankrijk waren vastgesteld tijdens platforminspecties in het kader van het SAFA-programma (13). Het feit dat de platforminspecties van luchtvaartuigen waarmee naar de Gemeenschap wordt gevlogen bij herhaling ernstige veiligheidstekortkomingen aan het licht heeft gebracht, wijst er echter op dat deze tekortkomingen systemisch zijn en gevolgen hebben voor de activiteiten van die maatschappij. De maatregelen die de maatschappij tot op heden heeft genomen, volstonden niet om deze tekortkomingen te verhelpen.

(63)

Rekening houdende met de talrijke en herhaalde veiligheidstekortkomingen die zijn vastgesteld tijdens platforminspecties van luchtvaartuigen die door Alafia JET worden geëxploiteerd, en met het feit dat de bevoegde autoriteiten van Benin onvoldoende in staat zijn om passend toezicht uit te oefenen op de in Benin gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen, is de Commissie van oordeel dat Alafia JET geen toestemming mag krijgen om nog langer vluchten naar de Gemeenschap te exploiteren. Op basis van de gemeenschappelijke criteria wordt dan ook geoordeeld dat Alafia JET in bijlage A moet worden opgenomen.

(64)

De Commissie verleent haar volledige steun aan de inspanningen van de bevoegde autoriteiten van Benin om het veiligheidstoezicht op hun luchtvaartmaatschappijen te verbeteren, en is van oordeel dat de door de Wereldbank aangekondigde aanzienlijke schenking aan de Republiek Benin een betere naleving van de ICAO-normen mogelijk zal maken.

(65)

Sinds juli 2008 mag Gabon Airlines alleen vluchten in de Europese Unie exploiteren met het luchtvaartuig van het type Boeing 767-200 met registratiekenteken TR-LHP, onder de voorwaarden van overweging (15) van Verordening (EG) nr. 715/2008 (14).

(66)

Sindsdien is uit verificaties gebleken dat zich veiligheidstekortkomingen voordoen bij het in Gabon gecertificeerde Gabon Airlines. Deze tekortkomingen zijn vastgesteld door Frankrijk tijdens in het kader van het SAFA-programma uitgevoerde platforminspecties (15).

(67)

Gabon Airlines heeft adequaat en tijdig gereageerd op vragen van de Franse burgerluchtvaartautoriteit in verband met de veiligheid van zijn activiteiten.

(68)

Op 25 maart 2009 is Gabon Airlines op eigen verzoek gehoord door het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart. De Commissie heeft nota genomen van het feit dat de bevoegde autoriteiten van Gabon in februari 2009 een hercertificeringsaudit van Gabon Airlines hebben uitgevoerd, die bepaalde gevallen van niet-naleving aan het licht heeft gebracht; op het ogenblik van de hoorzitting kon echter niet worden aangetoond dat deze bevindingen waren gesloten. De bevoegde autoriteiten van Gabon hebben aangegeven dat het luchtvaartuig met registratiekenteken TR-LHP momenteel aan de grond wordt gehouden voor onderhoud en dat zij voornemens zijn na te gaan of de tijdens de audit vastgestelde bevindingen zijn gesloten alvorens dit luchtvaartuig eventueel opnieuw in gebruik wordt genomen.

(69)

Gezien het voorgaande oordeelt de Commissie, op basis van de gemeenschappelijke criteria, dat Gabon Airlines in bijlage B vermeld moeten blijven en dat deze bijlage moet worden gewijzigd teneinde de situatie van het luchtvaartuig met registratiekenteken TR-LHP weer te geven en te garanderen dat het huidige niveau van de activiteiten in de Gemeenschap blijft behouden.

(70)

Sinds juli 2008 mag het in Gabon gecertificeerde Afrijet alleen activiteiten in de Gemeenschap uitoefenen met een aantal luchtvaartuigen van het type Falcon 50 met registratiekentekens TR-LGV en TR-LGY en met het luchtvaartuig van het type Falcon 900 met registratiekenteken TR-AFJ, onder de voorwaarden van overweging (15) van Verordening (EG) nr. 715/2008 (16).

(71)

Uit verificaties is gebleken dat zich sindsdien ernstige veiligheidstekortkomingen hebben voorgedaan bij Afrijet. Deze tekortkomingen zijn vastgesteld door Frankrijk tijdens in het kader van het SAFA-programma uitgevoerde platforminspecties (17).

(72)

Afrijet heeft adequaat en tijdig gereageerd op vragen van de Franse burgerluchtvaartautoriteit in verband met de veiligheid van zijn activiteiten.

(73)

De Commissie heeft nota genomen van het feit dat de bevoegde autoriteiten van Gabon in januari 2009 een hercertificeringsaudit van Afrijet hebben uitgevoerd. Nadat gecontroleerd was of alle tijdens de audit gedane bevindingen waren gesloten, kreeg de maatschappij in februari 2009 een nieuw AOC, waarin een tweede luchtvaartuig van het type Falcon 900 met registratiekenteken TR-AFR is vermeld.

(74)

Gezien het voorgaande oordeelt de Commissie, op basis van de gemeenschappelijke criteria, dat Afrijet in bijlage B vermeld moeten blijven en dat deze bijlage moet worden gewijzigd teneinde de wijziging van het AOC weer te geven en te garanderen dat het huidige niveau van de activiteiten in de Gemeenschap behouden blijft.

(75)

Op 25 maart 2009 is SN2AG op eigen verzoek gehoord door het Comité inzake de veiligheid van de luchtvaart. De Commissie heeft nota genomen van het feit dat deze luchtvaartmaatschappij haar reorganisatie heeft voortgezet en een reeks corrigerende maatregelen heeft genomen om beter te voldoen aan de internationale normen. De Commissie heeft nota genomen van het feit dat de bevoegde autoriteiten van Gabon in februari 2009 een hercertificeringsaudit van SN2AG hebben uitgevoerd. Nadat gecontroleerd was of alle tijdens de audit gedane bevindingen waren gesloten, kreeg de maatschappij in februari 2009 een nieuw AOC.

(76)

Uit verificaties is gebleken dat nog steeds niet voldaan is aan bepaalde veiligheidseisen van de ICAO. Op het ogenblik van de hoorzitting had de maatschappij bijvoorbeeld de vereiste vluchtgegevenscontrole nog niet toegepast op het luchtvaartuig van het type Fokker 28-0100 (Fokker 100).

(77)

Uit verificaties is gebleken dat SN2AG niet tijdig en onvoldoende transparant antwoord heeft gegeven op vragen van de Commissie. SN2AG heeft verklaard dat het nog niet het voorwerp is geweest van verslagen over ernstige veiligheidstekortkomingen die zijn vastgesteld tijdens platforminspecties in het kader van het SAFA-programma (Safety Assessment of Foreign Aircraft), terwijl Frankrijk toch diverse tekortkomingen heeft vastgesteld tijdens platforminspecties in het kader van het SAFA-programma (18).

(78)

Op basis van de gemeenschappelijke criteria wordt dan ook geoordeeld dat SN2AG in bijlage A vermeld moet blijven.

(79)

De Commissie is echter bereid de situatie van deze maatschappij opnieuw te beoordelen in het licht van nieuwe ontwikkelingen, wanneer er voldoende aanwijzingen zijn dat de veiligheidstekortkomingen zijn verholpen.

(80)

De Commissie neemt er nota van dat de nieuwe bevoegde autoriteit van Gabon („Agence Nationale de l’Aviation Civile”, hierna ANAC genoemd), die in juli 2008 door de Republiek Gabon is opgericht, haar activiteiten op 23 januari 2009 heeft aangevat. ANAC staat nog maar aan het begin van zijn ontwikkeling en is momenteel bezig voldoende financiële middelen te verzamelen en voldoende gekwalificeerd technisch personeel in dienst te nemen om zijn verantwoordelijkheden tegenover de ICAO efficiënt te kunnen opnemen.

(81)

De Commissie heeft de aandacht van de bevoegde autoriteiten van Gabon gevestigd op het feit dat, ondanks de versterking van het toezicht op deze autoriteiten, de bewaking van de prestaties van de in Gabon geregistreerde luchtvaartmaatschappijen nog steeds verontrustende resultaten oplevert tijdens platforminspecties. De bevoegde autoriteiten van Gabon werden verzocht verduidelijking te verschaffen en de nodige maatregelen te nemen.

(82)

De Commissie steunt de inspanningen van de bevoegde autoriteiten van Gabon om het burgerluchtvaartsysteem te hervormen en met name de aan de gang zijnde hercertificering van alle luchtvaartmaatschappijen, teneinde volledige overeenstemming met de ICAO-veiligheidsnormen te garanderen. De Commissie is bereid te zijner tijd een bezoek ter plaatse te brengen teneinde de geboekte vooruitgang te controleren.

(83)

Uit verificaties is gebleken dat zich ernstige veiligheidstekortkomingen voordoen bij het in Oekraïne gecertificeerde Motor Sich. Deze tekortkomingen zijn door Frankrijk en een ECAC-lidstaat (Turkije) vastgesteld tijdens in het kader van het SAFA-programma uitgevoerde platforminspecties (19). Het feit dat deze veiligheidstekortkomingen herhaaldelijk zijn vastgesteld, wijst erop dat zij systemisch zijn.

(84)

De bevoegde autoriteiten van Turkije hebben op 27 november 2008 besloten onmiddellijk een exploitatieverbod op te leggen aan deze luchtvaartmaatschappij.

(85)

Motor Sich heeft op de vragen van de burgerluchtvaartautoriteit van Turkije geantwoord dat het besloten heeft de exploitatie van vluchten met het luchtvaartuig van het type AN-24 naar Turkije stop te zetten, en heeft dit ook gedaan.

(86)

Motor Sich heeft tijdig geantwoord op een vraag van de burgerluchtvaartautoriteit van Frankrijk en heeft aangegeven welke corrigerende maatregelen zijn genomen naar aanleiding van de op 12 maart 2008 door Frankrijk uitgevoerde platforminspectie. Dit antwoord was echter niet adequaat omdat de luchtvaartmaatschappij geen bewijsmateriaal heeft ingediend.

(87)

De Commissie heeft van de bevoegde autoriteiten van Turkije informatie ontvangen waaruit blijkt dat de bevoegde autoriteiten van Oekraïne, na een niet-geplande inspectie van de exploitant, besloten hebben het AOC van de exploitant in te trekken. Deze autoriteiten hebben achteraf beslist om Motor Sich toestemming te geven zijn activiteiten in dit land voort te zetten, zij het met enkele beperkingen wat de exploitatie van de AN-24 betreft.

(88)

Op 16 maart 2009 hebben de bevoegde autoriteiten van Oekraïne op een vraag van de Commissie over het veiligheidstoezicht op Motor Sich geantwoord dat het AOC van deze maatschappij op 22 januari was ingetrokken en dat de nationale luchtvaartadministratie deze maatschappij, nadat zij de corrigerende maatregelen volledig had uitgevoerd, toestemming heeft gegeven haar activiteiten voor te zetten, behalve wat het luchtvaartuig van het type AN-24 betreft. Er is echter geen datum vastgesteld voor de afgifte van een AOC met beperkingen, en er zijn geen aanwijzingen dat een inspectie van de maatschappij heeft plaatsgevonden om te garanderen dat de volledige vloot beantwoordt aan de relevante veiligheidseisen. Volgens de bovenvermelde correspondentie van de nationale luchtvaartadministratie hebben deze autoriteiten, na inspecties waaruit bleek dat de maatschappij de tekortkomingen van de AN-24 had verholpen, in het nieuwe AOC vermeld dat de maatschappij activiteiten met dit luchtvaartuig mag uitvoeren.

(89)

De informatie in deze correspondentie wordt niet als een adequaat antwoord beschouwd omdat ze niet beantwoordt aan de informatie die op 2 februari 2009 door de bevoegde autoriteiten van Oekraïne is verstrekt; volgens deze laatste informatie is het AOC van Motor Sich Airlines, dat op 8 november 2008 is afgegeven, geldig tot 8 november 2010, en zijn de exploitatiespecificaties, die op 23 december 2008 zijn afgegeven, geldig tot 8 november 2010.

(90)

Op 24 maart 2009 is Motor Sich op eigen verzoek gehoord door de Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart. Tijdens de presentatie voor het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart bleek dat Motor Sich, door een gebrek aan transparantie en adequate communicatie over zijn activiteiten in de Gemeenschap, onvoldoende in staat is de vastgestelde veiligheidstekortkomingen te verhelpen.

(91)

Gezien het bovenstaande is de Commissie van oordeel dat de bevoegde autoriteiten van Oekraïne onvoldoende in staat zijn om overeenkomstig hun verplichtingen uit hoofde van het Verdrag van Chicago toezicht te houden op de activiteiten van deze luchtvaartmaatschappij.

(92)

Op basis van de gemeenschappelijke criteria wordt geconcludeerd dat Motor Sich niet heeft aangetoond in staat te zijn alle vereiste maatregelen te nemen om aan de relevante veiligheidsnormen te voldoen; Motor Sich wordt derhalve opgenomen in bijlage A.

(93)

Op 24 maart 2009 is Ukraine Cargo Airways (UCA) op eigen verzoek gehoord door de Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart.

(94)

Uit de documenten die de maatschappij op 16 maart 2009 bij de Commissie heeft ingediend, blijkt dat de maatschappij maatregelen heeft genomen om eerder vastgestelde tekortkomingen van de luchtvaartuigen waarmee ze naar de Gemeenschap vliegt, te verhelpen. Volgens de door UCA ingediende informatie heeft de nationale luchtvaartadministratie van Oekraïne in november 2008 een audit uitgevoerd van deze maatschappij. Ingevolge deze audit is het AOC verlengd voor een periode van twee jaar, tot november 2010. Vóór het AOC van deze maatschappij werd verlengd, had de Commissie van de bevoegde autoriteiten van Oekraïne echter geen informatie ontvangen over de wijze waarop deze audit is uitgevoerd, noch over de resultaten van de audit.

(95)

Bovendien heeft UCA tijdens zijn presentatie aan de Commissie en het Comité inzake de veiligheid van de luchtvaart meegedeeld dat verscheidene lidstaten haar hebben bevestigd dat de door de inspectieautoriteiten van die lidstaten vastgestelde veiligheidstekortkomingen adequaat waren verholpen. Deze verklaring van UCA werd echter niet bevestigd door de betrokken lidstaten, met uitzondering van de verklaring van één lidstaat over de exploitatie van een luchtvaartuig van het type AN-12, dat uit het AOC is geschrapt.

(96)

De Commissie is van oordeel dat een bezoek ter plaatse moet worden gebracht om volledig te kunnen beoordelen of deze maatschappij in staat is een passend plan met corrigerende maatregelen op te stellen en effectief ten uitvoer te leggen. Door het gebrek aan samenwerking vanwege de bevoegde autoriteiten van Oekraïne heeft een dergelijk bezoek spijtig genoeg niet kunnen plaatsvinden vóór de vergadering van het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart van 24 maart 2009. Tijdens deze vergadering van het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart van 24 maart 2009 heeft de nationale luchtvaartadministratie van Oekraïne verklaard bereid te zijn dit inspectiebezoek door de Commissie en de lidstaten te ondergaan. De Commissie zal het exploitatieverbod dat aan deze maatschappij is opgelegd eventueel wijzigen op basis van de bewijzen die tijdens dat bezoek worden verzameld.

(97)

Daarom oordeelt de Commissie dat deze luchtvaartmaatschappij, op basis van de gemeenschappelijke criteria, in dit stadium niet kan worden geschrapt uit bijlage A.

(98)

Op 24 maart 2009 is Ukrainian Mediterranean Airlines (UMAir) op eigen verzoek gehoord door de Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart.

(99)

Uit de documenten die de maatschappij op 16 oktober 2008 bij de Commissie heeft ingediend, blijkt dat ze maatregelen heeft genomen om eerder vastgestelde tekortkomingen van de luchtvaartuigen waarmee ze naar de Gemeenschap vliegt, te verhelpen.

(100)

De bevoegde autoriteiten van Oekraïne hebben de Commissie op 5 november 2008 een brief gestuurd waarin zij meedeelden dat de geldigheid van het AOC van de luchtvaartmaatschappij was verlengd tot 15 december 2008, in afwachting van de voltooiing van de procedure voor de vernieuwing van het AOC voor een periode van twee jaar, tot 15 december 2010. Samen met deze brief hebben zij ook een document verstuurd met het certificeringsbesluit van UMAir dat na een audit op 31 oktober 2008 is opgesteld. Noch de maatschappij, noch de bevoegde autoriteiten van Oekraïne hebben echter het auditverslag voor de afgifte van het AOC van de maatschappij ingediend.

(101)

Bovendien heeft de maatschappij in zijn presentatie aan de Commissie en het Comité voor de veiligheid van de luchtvaart verklaard dat zij de nodige maatregelen heeft genomen om alle veiligheidtekortkomingen te verhelpen die aanleiding hadden gegeven tot het opleggen van het exploitatieverbod in september 2007.

(102)

De Commissie is van oordeel dat een bezoek ter plaatse moet worden gebracht om volledig te kunnen beoordelen of deze maatschappij in staat is een passend plan met corrigerende maatregelen op te stellen en effectief ten uitvoer te leggen. Door het gebrek aan samenwerking van de kant van de bevoegde autoriteiten van Oekraïne heeft een dergelijk bezoek spijtig genoeg niet kunnen plaatsvinden vóór de vergadering van het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart van 24 maart 2009. Tijdens deze vergadering van het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart van 24 maart 2009 heeft de nationale luchtvaartadministratie van Oekraïne verklaard bereid te zijn dit inspectiebezoek door de Commissie en de lidstaten te ondergaan. De Commissie zal het exploitatieverbod dat aan deze maatschappij is opgelegd eventueel wijzigen op basis van de bewijzen die tijdens dat bezoek worden verzameld.

(103)

Daarom oordeelt de Commissie dat deze luchtvaartmaatschappij, op basis van de gemeenschappelijke criteria, in dit stadium niet kan worden geschrapt uit bijlage A.

(104)

De Commissie heeft de aandacht van de bevoegde autoriteiten van Oekraïne gevestigd op het feit dat, ondanks de versterking van het toezicht door deze autoriteiten, de bewaking van de prestaties van de in Oekraïne geregistreerde luchtvaartmaatschappijen nog steeds verontrustende resultaten oplevert tijdens platforminspecties. Tijdens de vergadering van het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart in november 2008 werden de bevoegde autoriteiten van Oekraïne verzocht verduidelijking te verschaffen en de nodige maatregelen te nemen; deze autoriteiten hadden ermee ingestemd een veiligheidsbeoordeling te ondergaan die door de Commissie, in samenwerking met de lidstaten, zou worden georganiseerd. De nationale luchtvaartadministratie van Oekraïne heeft het voortgangsverslag over de tenuitvoerlegging van het actieplan met corrigerende maatregelen, dat is opgesteld om het veiligheidstoezicht in Oekraïne te verbeteren en te versterken en dat overeenkomstig Verordening (EG) nr. 715/2008 (20) om de drie maanden moet worden ingediend, echter niet ingediend.

(105)

De bevoegde autoriteiten hebben ook onvoldoende wil tot samenwerking getoond tijdens de voorbereiding van deze beoordeling, zoals blijkt uit het niet indienen van de vereiste luchtwaardigheidsdocumenten en de afwijzing van het door de Commissie voorgestelde bezoekprogramma. De Commissie moest dan ook de van 9 tot en met 13 februari 2009 geplande veiligheidsbeoordeling afgelasten.

(106)

De Commissie neemt nota van de verklaringen van de bevoegde autoriteiten van Oekraïne waarin zij akkoord gaan met een gezamenlijk bezoek van de Commissie, de lidstaten en het EASA en bevestigen bereid te zijn mee te werken aan de succesvolle organisatie van een dergelijke veiligheidsbeoordeling, teneinde aan te tonen dat zij in staat zijn om in volledige overeenstemming met de toepasselijke ICAO-eisen toezicht te houden op alle in Oekraïne geregistreerde luchtvaartmaatschappijen.

(107)

Van 10 tot en met 13 maart 2009 heeft een team van Europese deskundigen een inspectiebezoek gebracht aan het Koninkrijk Thailand om feitelijke informatie te verzamelen over het huidige veiligheidsniveau van de exploitatienormen van de maatschappij Bangkok Airways, en over het toezicht van het Thaise burgerluchtvaartdepartement op deze maatschappij. Dit bezoek had met name tot doel na te gaan of luchtvaartuigen van deze maatschappij worden geëxploiteerd door Siem Reap Airways International, dat geregistreerd is door de bevoegde autoriteiten van het Koninkrijk Cambodja en dat is opgenomen in de communautaire lijst van bijlage A bij Verordening (EG) nr. 1131/2008 van de Commissie van 14 november 2008 (21).

(108)

Uit het verslag blijkt dat de luchtvaartmaatschappij momenteel de feitelijke controle uitoefent over haar activiteiten en dat alle personeelsleden over een licentie van de bevoegde autoriteiten van Thailand beschikken. Bovendien blijkt uit het verslag dat het Thaise burgerluchtvaartdepartement adequaat toezicht houdt op de activiteiten van de maatschappij. De Commissie is dan ook van oordeel dat, op basis van de gemeenschappelijke criteria, in dit stadium geen verdere maatregelen hoeven te worden genomen.

(109)

De bevoegde autoriteiten van Cambodja hebben de Commissie meegedeeld dat ze voortgang boeken bij de tenuitvoerlegging van het actieplan dat tot doel heeft de door de ICAO in haar laatste USOAP-verslag vastgestelde tekortkomingen te verhelpen, en met name aandacht besteden aan tekortkomingen met betrekking tot de exploitatie, teneinde te garanderen dat het veiligheidstoezicht op de luchtvaartmaatschappijen in Cambodja voldoet aan de ICAO-normen.

(110)

De bevoegde autoriteiten van Cambodja hebben de Commissie meegedeeld dat ze het AOC van de volgende luchtvaartmaatschappijen hebben opgeschort: Siem Reap Airways International in december 2008 en Cambodia Angkor Airways in februari 2009. Ze hebben voorts ook bevestigd dat alle afgegeven AOC’s nu zijn ingetrokken of opgeschort, met uitzondering van Helicopter Cambodia en Sokha Airlines.

(111)

Siem Reap Airways International heeft gevraagd de opschorting van zijn AOC op te heffen. Aangezien de bevoegde autoriteiten van Cambodja echter hebben verklaard dat ze de naleving van de toepasselijke eisen nog niet volledig hebben beoordeeld, blijft deze luchtvaartmaatschappij opgenomen in bijlage A.

(112)

Bij schrijven van 4 maart 2009 heeft de directeur-generaal voor burgerluchtvaart van de Democratische Republiek Congo de Commissie meegedeeld dat bepaalde in bijlage A bij Verordening (EG) nr. 1131/2008 van de Commissie opgenomen luchtvaartmaatschappijen niet meer actief zijn en dat de volgende maatschappijen een AOC hebben gekregen: Air Katanga, Busy Bee Congo, Entreprise World Airways (EWA), Gilembe Air Soutenance (Gisair), Kin Avia, Swala Aviation. De maatschappijen die nog steeds luchtvaartactiviteiten exploiteren, zullen worden beoordeeld met het oog op de vernieuwing van hun AOC.

(113)

Gezien het bovenstaande moet bijlage A van de communautaire lijst worden bijgewerkt om de luchtvaartmaatschappijen waaraan de bevoegde autoriteiten van de Democratische Republiek Congo een AOC hebben afgegeven, erin op te nemen. Aangezien echter geen bewijzen zijn geleverd van de intrekking, schrapping of inlevering van het AOC van de luchtvaartmaatschappijen die hun activiteiten hebben stopgezet, kan geen van deze maatschappijen worden geschrapt uit de communautaire lijst.

(114)

Voorts heeft de directeur-generaal voor burgerluchtvaart van de Democratische Republiek Congo de Commissie in zijn brief ook verzocht om de maatschappij Hewa Bora van bijlage A naar bijlage B te verplaatsen, en deze maatschappij toestemming te verlenen haar activiteiten op de route tussen Kinshasa en Brussel te hervatten met één luchtvaartuig van het type Boeing 767 met registratiekenteken 9Q-CJD. Aangezien geen bewijzen zijn geleverd dat de exploitant en de autoriteit die verantwoordelijk is voor regelgevend en veiligheidstoezicht de relevante veiligheidsnormen naleven, kan in dit stadium geen beslissing worden genomen en blijft Hewa Bora vermeld in bijlage A.

(115)

De bevoegde autoriteiten van Angola hebben verzocht aan de Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart een voortgangsverslag te mogen presenteren over de tenuitvoerlegging van het plan met corrigerende maatregelen dat zij hebben opgesteld om de door de ICAO in het kader van haar Universal Safety Oversight Audit Programme (USOAP) vastgestelde veiligheidstekortkomingen te verhelpen. In hun presentatie op 26 maart 2009 hebben de bevoegde autoriteiten van Angola informatie verstrekt over de wijzigingen van de primaire wetgeving en de wetgeving inzake de burgerluchtvaart, over de organisatie, de structuur en het personeel van de autoriteiten, over vaststelling van normen op het gebied van personeelslicenties en opleiding en over de exploitatie en luchtwaardigheid van luchtvaartuigen. Ze zijn al begonnen met het proces van hercertificering van alle in Angola gevestigde luchtvaartmaatschappijen. Voorts hebben de bevoegde autoriteiten ook informatie verstrekt over wijzigingen in hun wetgeving met betrekking tot het onderzoek van ongevallen en incidenten.

(116)

De bevoegde autoriteiten van Angola hebben ook verklaard dat de maatschappij TAAG nog steeds aanzienlijke wijzigingen ondergaat op diverse niveaus, zoals: exploitatie, management, kwaliteit en kostenrationalisering.

(117)

De Commissie neemt nota van het door de bevoegde autoriteiten van Angola ingediende voortgangsverslag en zal de situatie van de in Angola gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen bestuderen tijdens een volgende vergadering van het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart.

(118)

Ingevolge de goedkeuring van de nieuwe luchtvaartwet op 12 januari 2009 hebben de bevoegde autoriteiten van Indonesië de toepasselijke veiligheidsverordeningen voor de burgerluchtvaart (Civil Aviation Safety Regulations, CASR’s) naar de Commissie gestuurd, alsook een gedetailleerde update van de voortgang bij de tenuitvoerlegging van het actieplan met corrigerende maatregelen dat tot doel heeft de door de ICAO in het kader van haar Universal Safety Oversight Audit Program (USOAP) vastgestelde bevindingen te verhelpen.

(119)

Op verzoek van het Indonesisch directoraat-generaal voor de burgerluchtvaart heeft een team van Europese deskundigen van 23 tot en met 27 februari 2009 een inspectiebezoek gebracht aan Indonesië. In dit kader zijn ook vier maatschappijen (Garuda Indonesia, Mandala Airlines, Airfast Indonesia en Ekspres Transportasi Antarbenua) bezocht, teneinde na te gaan of het Indonesisch directoraat-generaal voor de burgerluchtvaart in staat is het veiligheidstoezicht op deze maatschappijen te garanderen overeenkomstig de relevante normen.

(120)

Uit het verslag van het bezoek blijkt dat aanzienlijke verbeteringen op het gebied van de structuur en het personeel van het Indonesisch directoraat-generaal voor de burgerluchtvaart zijn geboekt, die dit directoraat-generaal in staat lijken te stellen om zijn regelgevende en toezichthoudende taken op passende wijze uit te voeren. Uit het verslag blijkt echter ook dat, ondanks deze verbeteringen, de toezichtsactiviteiten op dit ogenblik nog niet volledig worden uitgevoerd. Op basis van het huidige systeem voor de toezichtsactiviteiten kan geen adequaat gevolg worden gegeven aan de bevindingen van het Indonesisch directoraat-generaal voor de burgerluchtvaart met betrekking tot een Indonesische luchtvaartmaatschappij. Het Indonesisch directoraat-generaal voor de burgerluchtvaart lijkt momenteel niet in staat te zijn om na te gaan welke de streefdatum voor het afsluiten van een bevinding en de werkelijke datum van afsluiting zijn, noch om na te gaan of een verlenging voor de afsluiting is toegestaan. Het toezicht van het Indonesisch directoraat-generaal voor de burgerluchtvaart wordt in dit stadium nog steeds onvoldoende efficiënt geacht en moet worden verbeterd.

(121)

De Commissie neemt nota van de afwijkingen van bijlage 6 bij het Verdrag van Chicago die Indonesië op 20 februari 2009 aan de ICAO heeft meegedeeld. Deze afwijkingen hebben onder meer betrekking op de gebrekkige toepassing van een aantal in bijlage 6 vermelde ICAO-eisen die, in sommige gevallen, rechtstreeks gevolgen hebben voor de veiligheid van de activiteiten van Indonesische luchtvaartmaatschappijen. De Commissie neemt er echter ook nota van dat de maatschappijen die door het team van Europese deskundigen zijn bezocht, zich vrijwillig hebben uitgerust overeenkomstig de ICAO-voorschriften (op enkele uitzonderingen na, die betrekking hebben op specifieke luchtvaartuigen).

(122)

Op basis van de gemeenschappelijke criteria wordt geoordeeld dat de toezichtsactiviteiten van het Indonesisch directoraat-generaal voor de burgerluchtvaart momenteel niet efficiënt genoeg zijn om de adequate handhaving van de relevante veiligheidsnormen en de naleving daarvan door in Indonesië gecertificeerde luchtvaartmaatschappijen te garanderen. Derhalve kan op dit moment geen enkele Indonesische maatschappij uit de communautaire lijst worden geschrapt. De Commissie zal nauw overleg plegen met de bevoegde autoriteiten van Indonesië teneinde de efficiëntie van de toezichtsactiviteiten opnieuw te kunnen beoordelen op de volgende vergadering van het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart.

(123)

De autoriteiten van Indonesië hebben bij de Commissie ook een bijgewerkte lijst van luchtvaartmaatschappijen met een AOC ingediend. Momenteel zijn de volgende luchtvaartmaatschappijen in Indonesië gecertificeerd: Garuda Indonesia, Merpati Nusantara, Kartika Airlines, Mandala Airlines, Trigana Air Service, Metro Batavia, Pelita Air Service, Indonesia Air Asia, Lion Mentari Airlines, Wing Adabi Nusantara, Riau Airlines, Transwisata Prima Aviation, Tri MG Airlines, Ekspress Transportasi Antar Benua, Manunggal Air Service, Megantara Airlines, Linus Airways, Indonesia Air Transport, Sriwijaya Air, Cardig Air, Travel Ekspress Aviation Service, Republic Expres Airlines, KAL Star, Airfast Indonesia, Sayap Garuda Indah, Survei Udara Penas, Nusantara Buana Air, Nyaman Air, Travira Utama, Derazona Air Service, National Utility Helicopter, Deraya Air Taxi, Dirgantara Air Service, SMAC, Kura-Kura Aviation, Gatari Air Service, Intan Angkasa Air Service, Air Pacific Utama, Transwisata Prima Aviation, Asco Nusa Air, Atlas Delta Satya, Pura Wisata Baruna, Penerbangan Angkasa Semesta, ASI Pudjiastuti, Aviastar Mandiri, Dabi Air, Balai Kalibrasi Penerbangan, Sampoerna Air Nusantara, Mimika Air, Alfa Trans Dirgantara en Eastindo. De communautaire lijst moet dienovereenkomstig worden bijgewerkt en deze maatschappijen moeten in bijlage A worden opgenomen.

(124)

Ondanks specifieke verzoeken van de Commissie is zij niet in kennis gesteld van bewijzen dat de overige luchtvaartmaatschappijen die in de communautaire lijst van 14 november 2008 zijn vermeld en de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor regelgevend toezicht op die luchtvaartmaatschappijen, passende corrigerende maatregelen volledig hebben uitgevoerd. Op basis van de gemeenschappelijke criteria wordt geoordeeld dat het exploitatieverbod (bijlage A) of de exploitatiebeperkingen (bijlage B) die aan deze luchtvaartmaatschappijen zijn opgelegd, moeten worden gehandhaafd.

(125)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 474/2006 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Bijlage A wordt vervangen door bijlage A bij deze Verordening.

2.

Bijlage B wordt vervangen door bijlage B bij deze Verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 april 2009.

Voor de Commissie

Antonio TAJANI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 344 van 27.12.2005, blz. 15.

(2)  PB L 84 van 23.3.2006, blz. 14.

(3)  PB L 373 van 31.12.1991, blz. 4.

(4)  DGCATR-2007-357, DGCATR-2007-359, DGCATR-2008-166, BUL-2008-8, BUL-2008-9.

(5)  DGAC/F-2007-2509, RCAARO-2008-36, RCAARO-2008-54.

(6)  Overwegingen (38) tot en met (43) van Verordening (EG) nr. 474/2006 van 22 maart 2006, PB L 84 van 23.3.2006, blz. 14.

(7)  Overweging (17) van Verordening (EG) nr. 235/2007 van 5 maart 2007, PB L 66 van 6.3.2007, blz. 3.

(8)  LBA/D-2008-13, CAA-N-2007-137, DGCATR-2008-25.

(9)  RCAARO-2008-35, RCAARO-2008-37, RCAARO-2008-75.

(10)  ENAC-IT-2007-785.

(11)  SDAT-2007-36.

(12)  GDCA-2008-10.

(13)  DGAC/F-2008-2143, DGAC/F-2009-368, DGAC/F-2009-434, DGAC/F-2009-582.

(14)  Verordening (EG) nr. 715/2008 van 24 juli 2008, PB L 197 van 25.7.2008, blz. 36.

(15)  DGAC/F-2008-1757, DGAC/F-2008-2126, DGAC/F-2008-2127, DGAC/F-2008-2451, DGAC/F-2009-140, DGAC/F-2009-161.

(16)  Verordening (EG) nr. 715/2008 van 24 juli 2008, PB L 197 van 25.7.2008, blz. 36.

(17)  DGAC/F-2008-564, DGATR-2008-572.

(18)  DGAC/F-2007-1325, DGAC/F-2008-174.

(19)  DGAC/F-2008-564, DGCATR-2008-512.

(20)  PB L 197 van 25.7.2008, blz. 36.

(21)  PB L 306 van 15.11.2008, blz. 47.


BIJLAGE A

LIJST VAN LUCHTVAARTMAATSCHAPPIJEN WAARAAN EEN VOLLEDIG EXPLOITATIEVERBOD IS OPGELEGD IN DE GEMEENSCHAP  (1)

Naam van de juridische entiteit van de luchtvaartmaatschappij, zoals vermeld op het Air Operator Certificate (AOC) (en handelsnaam, indien verschillend)

Nummer van het Air Operator’s Certificate (AOC) of van de exploitatievergunning

ICAO-identificatienummer van de luchtvaartmaatschappij

Land waar de maatschappij is geregistreerd

AIR COMPANY KOKSHETAU

AK-0357-08

KRT

Republiek Kazachstan

Air Koryo

Onbekend

KOR

Democratische Volksrepubliek Korea

Air West Co. Ltd

004/A

AWZ

Republiek Soedan

Ariana Afghan Airlines

009

AFG

Islamitische Republiek Afghanistan

ATMA AIRLINES

AK-0372-08

AMA

Republiek Kazachstan

BERKUT AIR/BEK AIR

AK-0311-07

BKT

Republiek Kazachstan

EAST WING

AK-0332-07

EWZ

Republiek Kazachstan

MOTOR SICH

025

MSI

Oekraïne

ONE TWO GO AIRLINES COMPANY LIMITED

15/2549

OTG

Koninkrijk Thailand

SAYAT AIR

AK-0351-08

SYM

Republiek Kazachstan

SIEM REAP AIRWAYS INTERNATIONAL

AOC/013/00

SRH

Koninkrijk Cambodja

Silverback Cargo Freighters

Onbekend

VRB

Republiek Rwanda

STARLINE KZ

AK-0373-08

LMZ

Republiek Kazachstan

UKRAINE CARGO AIRWAYS

145

UKS

Oekraïne

UKRAINIAN MEDITERRANEAN AIRLINES

164

UKM

Oekraïne

VOLARE AVIATION ENTREPRISE

143

VRE

Oekraïne

Alle luchtvaartmaatschappijen die gecertificeerd zijn door de autoriteiten van Angola welke verantwoordelijk zijn voor regelgevend toezicht, waaronder

 

 

Republiek Angola

AEROJET

Onbekend

Onbekend

Republiek Angola

AIR26

Onbekend

Onbekend

Republiek Angola

AIR GEMINI

02/2008

Onbekend

Republiek Angola

Air Gicango

Onbekend

Onbekend

Republiek Angola

AIR JET

Onbekend

Onbekend

Republiek Angola

AIR NAVE

Onbekend

Onbekend

Republiek Angola

ALADA

Onbekend

Onbekend

Republiek Angola

ANGOLA AIR SERVICES

Onbekend

Onbekend

Republiek Angola

Diexim

Onbekend

Onbekend

Republiek Angola

GIRA GLOBO

Onbekend

Onbekend

Republiek Angola

HELIANG

Onbekend

Onbekend

Republiek Angola

HELIMALONGO

11/2008

Onbekend

Republiek Angola

MAVEWA

Onbekend

Onbekend

Republiek Angola

RUI & CONCEICAO

Onbekend

Onbekend

Republiek Angola

SAL

Onbekend

Onbekend

Republiek Angola

SONAIR

14/2008

Onbekend

Republiek Angola

TAAG ANGOLA AIRLINES

001

DTA

Republiek Angola

Alle luchtvaartmaatschappijen die gecertificeerd zijn door de autoriteiten van Benin welke verantwoordelijk zijn voor regelgevend toezicht, waaronder

 

 

Republiek Benin

AERO BENIN

PEA No 014/MDCTTTATP-PR/ANAC/DEA/SCS

Onbekend

Republiek Benin

AFRICA AIRWAYS

Onbekend

Onbekend

Republiek Benin

ALAFIA JET

PEA No 014/ANAC/MDCTTTATP-PR/DEA/SCS

IGA

Republiek Benin

BENIN GOLF AIR

PEA No 012/MDCTTP-PR/ANAC/DEA/SCS.

Onbekend

Republiek Benin

BENIN LITTORAL AIRWAYS

PEA No 013/MDCTTTATP-PR/ANAC/DEA/SCS.

BLA

Republiek Benin

COTAIR

PEA No 015/MDCTTTATP-PR/ANAC/DEA/SCS.

Onbekend

Republiek Benin

ROYAL AIR

PEA No 11/ANAC/MDCTTP-PR/DEA/SCS

Onbekend

Republiek Benin

TRANS AIR BENIN

PEA No 016/MDCTTTATP-PR/ANAC/DEA/SCS

TNB

Republiek Benin

Alle luchtvaartmaatschappijen die gecertificeerd zijn door de autoriteiten van de Democratische Republiek Congo die verantwoordelijk zijn voor regelgevend toezicht, waaronder

 

 

Democratische Republiek Congo

Africa One

409/CAB/MIN/TC/0114/2006

CFR

Democratische Republiek Congo

AFRICAN AIR SERVICES COMMUTER

409/CAB/MIN/TVC/051/09

Onbekend

Democratische Republiek Congo

AIGLE AVIATION

409/CAB/MIN/TC/0042/2006

Onbekend

Democratische Republiek Congo

AIR BENI

409/CAB/MIN/TC/0019/2005

Onbekend

Democratische Republiek Congo

AIR BOYOMA

409/CAB/MIN/TC/0049/2006

Onbekend

Democratische Republiek Congo

AIR INFINI

409/CAB/MIN/TC/006/2006

Onbekend

Democratische Republiek Congo

AIR KASAI

409/CAB/MIN/TVC/036/08

Onbekend

Democratische Republiek Congo

AIR KATANGA

409/CAB/MIN/TVC/031/08

Onbekend

Democratische Republiek Congo

AIR NAVETTE

409/CAB/MIN/TC/015/2005

Onbekend

Democratische Republiek Congo

AIR TROPIQUES

409/CAB/MIN/TVC/029/08

Onbekend

Democratische Republiek Congo

BEL GLOB AIRLINES

409/CAB/MIN/TC/0073/2006

Onbekend

Democratische Republiek Congo

BLUE AIRLINES

409/CAB/MIN/TVC/028/08

BUL

Democratische Republiek Congo

BRAVO AIR CONGO

409/CAB/MIN/TC/0090/2006

Onbekend

Democratische Republiek Congo

BUSINESS AVIATION

409/CAB/MIN/TVC/048/09

Onbekend

Democratische Republiek Congo

BUSY BEE CONGO

409/CAB/MIN/TVC/052/09

Onbekend

Democratische Republiek Congo

BUTEMBO AIRLINES

409/CAB/MIN/TC/0056/2006

Onbekend

Democratische Republiek Congo

CARGO BULL AVIATION

409/CAB/MIN/TC/0106/2006

Onbekend

Democratische Republiek Congo

CETRACA AVIATION SERVICE

409/CAB/MIN/TVC/026/08

CER

Democratische Republiek Congo

CHC STELLAVIA

409/CAB/MIN/TC/0050/2006

Onbekend

Democratische Republiek Congo

COMAIR

409/CAB/MIN/TC/0057/2006

Onbekend

Democratische Republiek Congo

COMPAGNIE AFRICAINE D’AVIATION (CAA)

409/CAB/MIN/TVC/035/08

Onbekend

Democratische Republiek Congo

DOREN AIR CONGO

409/CAB/MIN/TVC/0032/08

Onbekend

Democratische Republiek Congo

EL SAM AIRLIFT

409/CAB/MIN/TC/0002/2007

Onbekend

Democratische Republiek Congo

ENTREPRISE WORLD AIRWAYS (EWA)

409/CAB/MIN/TVC/003/08

Onbekend

Democratische Republiek Congo

ESPACE AVIATION SERVICE

409/CAB/MIN/TC/0003/2007

Onbekend

Democratische Republiek Congo

FilaIR

409/CAB/MIN/TVC/037/08

Onbekend

Democratische Republiek Congo

FREE AIRLINES

409/CAB/MIN/TC/0047/2006

Onbekend

Democratische Republiek Congo

GALAXY KAVATSI

409/CAB/MIN/TVC/027/08

Onbekend

Democratische Republiek Congo

GILEMBE AIR SOUTENANCE (GISAIR)

409/CAB/MIN/TVC/053/09

Onbekend

Democratische Republiek Congo

GOMA EXPRESS

409/CAB/MIN/TC/0051/2006

Onbekend

Democratische Republiek Congo

GOMAIR

409/CAB/MIN/TVC/045/09

Onbekend

Democratische Republiek Congo

GREAT LAKE BUSINESS COMPANY

409/CAB/MIN/TC/0048/2006

Onbekend

Democratische Republiek Congo

HEWA BORA AIRWAYS (HBA)

409/CAB/MIN/TVC/038/08

ALX

Democratische Republiek Congo

International Trans Air Business (ITAB)

409/CAB/MIN/TVC/033/08

Onbekend

Democratische Republiek Congo

KATANGA AIRWAYS

409/CAB/MIN/TC/0088/2006

Onbekend

Democratische Republiek Congo

KIN AVIA

409/CAB/MIN/TVC/042/09

Onbekend

Democratische Republiek Congo

KIVU AIR

409/CAB/MIN/TC/0044/2006

Onbekend

Democratische Republiek Congo

Lignes Aériennes Congolaises (LAC)

Ministerial signature (ordonnance No 78/205)

LCG

Democratische Republiek Congo

MALU AVIATION

409/CAB/MIN/TVC/04008

Onbekend

Democratische Republiek Congo

Malila Airlift

409/CAB/MIN/TC/0112/2006

MLC

Democratische Republiek Congo

MANGO AVIATION

409/CAB/MIN/TVC/034/08

Onbekend

Democratische Republiek Congo

PIVA AIRLINES

409/CAB/MIN/TC/0001/2007

Onbekend

Democratische Republiek Congo

RWAKABIKA BUSHI EXPRESS

409/CAB/MIN/TC/0052/2006

Onbekend

Democratische Republiek Congo

SAFARI LOGISTICS SPRL

409/CAB/MIN/TC/0076/2006

Onbekend

Democratische Republiek Congo

SAFE AIR COMPANY

409/CAB/MIN/TVC/025/08

Onbekend

Democratische Republiek Congo

SERVICES AIR

409/CAB/MIN/TVC/030/08

Onbekend

Democratische Republiek Congo

SUN AIR SERVICES

409/CAB/MIN/TC/0077/2006

Onbekend

Democratische Republiek Congo

SWALA AVIATION

409/CAB/MIN/TVC/050/09

Onbekend

Democratische Republiek Congo

TEMBO AIR SERVICES

409/CAB/MIN/TC/0089/2006

Onbekend

Democratische Republiek Congo

Thom’s airways

409/CAB/MIN/TC/0009/2007

Onbekend

Democratische Republiek Congo

TMK AIR COMMUTER

409/CAB/MIN/TVC/044/09

Onbekend

Democratische Republiek Congo

TRACEP CONGO AVIATION

409/CAB/MIN/TVC/046/09

Onbekend

Democratische Republiek Congo

TRANS AIR CARGO SERVICES

409/CAB/MIN/TVC/024/08

Onbekend

Democratische Republiek Congo

TRANSPORTS AERIENS CONGOLAIS (TRACO)

409/CAB/MIN/TC/0105/2006

Onbekend

Democratische Republiek Congo

VIRUNGA AIR CHARTER

409/CAB/MIN/TC/018/2005

Onbekend

Democratische Republiek Congo

WIMBI DIRA AIRWAYS

409/CAB/MIN/TVC/039/08

WDA

Democratische Republiek Congo

ZAABU INTERNATIONAL

409/CAB/MIN/TVC/049/09

Onbekend

Democratische Republiek Congo

Alle luchtvaartmaatschappijen die gecertificeerd zijn door de autoriteiten van Equatoriaal-Guinea welke verantwoordelijk zijn voor regelgevend toezicht, waaronder

 

 

Equatoriaal Guinea

Cronos AIRLINES

Onbekend

Onbekend

Equatoriaal Guinea

CEIBA INTERCONTINENTAL

Onbekend

CEL

Equatoriaal Guinea

EGAMS

Onbekend

EGM

Equatoriaal Guinea

EUROGUINEANA DE AVIACION y transportes

2006/001/MTTCT/DGAC/SOPS

EUG

Equatoriaal Guinea

General work aviacion

002/ANAC

n/a

Equatoriaal Guinea

GETRA — Guinea Ecuatorial de Transportes Aereos

739

GET

Equatoriaal Guinea

GUINEA AIRWAYS

738

n/a

Equatoriaal Guinea

STAR EQUATORIAL AIRLINES

Onbekend

Onbekend

Equatoriaal Guinea

UTAGE — Union de Transport Aereo de Guinea Ecuatorial

737

UTG

Equatoriaal Guinea

Alle luchtvaartmaatschappijen die gecertificeerd zijn door de autoriteiten van Indonesië welke verantwoordelijk zijn voor regelgevend toezicht, waaronder

 

 

Republiek Indonesië

AIR PACIFIC UTAMA

135-020

Onbekend

Republiek Indonesië

AIRFAST INDONESIA

135-002

AFE

Republiek Indonesië

ALFA TRANS DIRGANTATA

135-012

Onbekend

Republiek Indonesië

ASCO NUSA AIR TRANSPORT

135-022

Onbekend

Republiek Indonesië

ASI PUDJIASTUTI

135-028

Onbekend

Republiek Indonesië

ATLAS DELTA SATYA

135-023

Onbekend

Republiek Indonesië

AVIASTAR MANDIRI

135-029

Onbekend

Republiek Indonesië

BALAI KALIBRASI FASITAS PENERBANGAN

135-031

Onbekend

Republiek Indonesië

CARDIG AIR

121-013

Onbekend

Republiek Indonesië

DABI AIR

135-030

Onbekend

Republiek Indonesië

DERAYA AIR TAXI

135-013

DRY

Republiek Indonesië

DERAZONA AIR SERVICE

135-010

Onbekend

Republiek Indonesië

DIRGANTARA AIR SERVICE

135-014

DIR

Republiek Indonesië

EASTINDO

135-038

Onbekend

Republiek Indonesië

EKSPRESS

TRANSPORTASI ANTAR BENUA

135-032

Onbekend

Republiek Indonesië

GARUDA INDONESIA

121-001

GIA

Republiek Indonesië

GATARI AIR SERVICE

135-018

GHS

Republiek Indonesië

INDONESIA AIR ASIA

121-009

AWQ

Republiek Indonesië

INDONESIA AIR TRANSPORT

135-017

IDA

Republiek Indonesië

INTAN ANGKASA AIR SERVICE

135-019

Onbekend

Republiek Indonesië

KAL STAR

121-037

Onbekend

Republiek Indonesië

KARTIKA AIRLINES

121-003

KAE

Republiek Indonesië

KURA-KURA AVIATION

135-016

Onbekend

Republiek Indonesië

LION MENTARI ARILINES

121-010

LNI

Republiek Indonesië

LINUS AIRWAYS

121-029

Onbekend

Republiek Indonesië

MANDALA AIRLINES

121-005

MDL

Republiek Indonesië

MANUNGGAL AIR SERVICE

121-020

Onbekend

Republiek Indonesië

MEGANTARA AIRLINES

121-025

Onbekend

Republiek Indonesië

MERPATI NUSANTARA AIRLINES

121-002

MNA

Republiek Indonesië

METRO BATAVIA

121-007

BTV

Republiek Indonesië

MIMIKA AIR

135-007

Onbekend

Republiek Indonesië

NATIONAL UTILITY HELICOPTER

135-011

Onbekend

Republiek Indonesië

NUSANTARA BUANA AIR

135-041

Onbekend

Republiek Indonesië

NYAMAN AIR

135-042

Onbekend

Republiek Indonesië

PELITA AIR SERVICE

121-008

PAS

Republiek Indonesië

PENERBANGAN ANGKASA SEMESTA

135-026

Onbekend

Republiek Indonesië

PURA WISATA BARUNA

135-025

Onbekend

Republiek Indonesië

REPUBLIC EKSPRESS

121-040

RPH

Republiek Indonesië

RIAU AIRLINES

121-017

RIU

Republiek Indonesië

SAMPOERNA AIR NUSANTARA

135-036

Onbekend

Republiek Indonesië

SAYAP GARUDA INDAH

135-004

Onbekend

Republiek Indonesië

SMAC

135-015

SMC

Republiek Indonesië

SRIWIJAYA AIR

121-035

SJY

Republiek Indonesië

SURVEI UDARA PENAS

135-006

Onbekend

Republiek Indonesië

TRANSWISATA PRIMA AVIATION

135-021

Onbekend

Republiek Indonesië

TRAVEL EKSPRESS AVIATION SERVICE

121-038

XAR

Republiek Indonesië

TRAVIRA UTAMA

135-009

Onbekend

Republiek Indonesië

TRI MG INTRA AIRLINES

121-018

TMG

Republiek Indonesië

TRIGANA AIR SERVICE

121-006

TGN

Republiek Indonesië

WING ABADI NUSANTARA

121-012

WON

Republiek Indonesië

Alle luchtvaartmaatschappijen die gecertificeerd zijn door de autoriteiten van Kirgizië welke verantwoordelijk zijn voor regelgevend toezicht, waaronder

 

 

Kirgizië

AIR MANAS

17

MBB

Kirgizië

Avia Traffic Company

23

AVJ

Kirgizië

AEROSTAN (EX Bistair-FEZ Bishkek)

08

BSC

Kirgizië

Click Airways

11

CGK

Kirgizië

DAMES

20

DAM

Kirgizië

EASTOK AVIA

15

Onbekend

Kirgizië

Golden Rule Airlines

22

GRS

Kirgizië

ITEK Air

04

IKA

Kirgizië

KYRGYZ TRANS AVIA

31

KTC

Kirgizië

Kyrgyzstan

03

LYN

Kirgizië

MAX Avia

33

MAI

Kirgizië

S GROUP AVIATION

6

Onbekend

Kirgizië

Sky Gate International Aviation

14

SGD

Kirgizië

Sky Way air

21

SAB

Kirgizië

Tenir Airlines

26

TEB

Kirgizië

Trast Aero

05

TSJ

Kirgizië

VALOR AIR

07

Onbekend

Kirgizië

Alle luchtvaartmaatschappijen die gecertificeerd zijn door de autoriteiten van Liberia welke verantwoordelijk zijn voor regelgevend toezicht

 

 

Liberia

Alle luchtvaartmaatschappijen die gecertificeerd zijn door de autoriteiten van de Republiek Gabon die verantwoordelijk zijn voor regelgevend toezicht, met uitzondering van Gabon Airlines en Afrijet, waaronder

 

 

Republiek Gabon

AIR SERVICES SA

0002/MTACCMDH/SGACC/DTA

Onbekend

Republiek Gabon

AIR TOURIST (ALLEGIANCE)

0026/MTACCMDH/SGACC/DTA

NIL

Republiek Gabon

NATIONALE ET REGIONALE TRANSPORT (NATIONALE)

0020/MTACCMDH/SGACC/DTA

NRT

Republiek Gabon

NOUVELLE AIR AFFAIRES GABON (SN2AG)

CTA 0003/MTAC/ANAC-G/DSA

NVS

Republiek Gabon

SCD AVIATION

0022/MTACCMDH/SGACC/DTA

Onbekend

Republiek Gabon

SKY GABON

0043/MTACCMDH/SGACC/DTA

SKG

Republiek Gabon

SOLENTA AVIATION GABON

0023/MTACCMDH/SGACC/DTA

Onbekend

Republiek Gabon

Alle luchtvaartmaatschappijen die gecertificeerd zijn door de autoriteiten van Sierra Leone welke verantwoordelijk zijn voor regelgevend toezicht, waaronder

 

 

Sierra Leone

AIR RUM, Ltd

Onbekend

RUM

Sierra Leone

DESTINY AIR SERVICES, Ltd

Onbekend

DTY

Sierra Leone

HEAVYLIFT CARGO

Onbekend

Onbekend

Sierra Leone

ORANGE AIR SIERRA LEONE LTD

Onbekend

ORJ

Sierra Leone

PARAMOUNT AIRLINES, Ltd

Onbekend

PRR

Sierra Leone

SEVEN FOUR EIGHT AIR SERVICES LTD

Onbekend

SVT

Sierra Leone

TEEBAH AIRWAYS

Onbekend

Onbekend

Sierra Leone

Alle luchtvaartmaatschappijen die gecertificeerd zijn door de autoriteiten van Swaziland welke verantwoordelijk zijn voor regelgevend toezicht, waaronder

 

 

Swaziland

AERO AFRICA (PTY) LTD

Onbekend

RFC

Swaziland

Jet Africa Swaziland

Onbekend

OSW

Swaziland

ROYAL SWAZI NATIONAL AIRWAYS CORPORATION

Onbekend

RSN

Swaziland

SCAN AIR CHARTER, Ltd

Onbekend

Onbekend

Swaziland

SWAZI EXPRESS AIRWAYS

Onbekend

SWX

Swaziland

SWAZILAND AIRLINK

Onbekend

SZL

Swaziland


(1)  De in bijlage A vermelde luchtvaartmaatschappijen kunnen toestemming krijgen om verkeersrechten uit te oefenen door luchtvaartuigen met bemanning te huren („wet lease”) van luchtvaartmaatschappijen waaraan geen exploitatieverbod is opgelegd, voor zover de geldende veiligheidsvoorschriften worden nageleefd.


BIJLAGE B

LIJST VAN LUCHTVAARTMAATSCHAPPIJEN WAARAAN EXPLOITATIEBEPERKINGEN ZIJN OPGELEGD IN DE GEMEENSCHAP  (1)

Naam van de juridische entiteit van de luchtvaartmaatschappij, zoals vermeld op het Air Operator Certificate (AOC) (en handelsnaam, indien verschillend)

Nummer van het Air Operator Certificate (AOC)

ICAO-identificatienummer van de luchtvaartmaatschappij

Land waar de maatschappij is geregistreerd

Type luchtvaartuig

Registratiemerkteken(s) en, voor zover beschikbaar, constructieserienummer(s)

Land van registratie

AFRIJET (2)

CTA 0002/MTAC/ANAC-G/DSA

 

Republiek Gabon

De volledige vloot, met uitzondering van: 2 luchtvaartuigen van het type Falcon 50; 1 luchtvaartuig van het type Falcon 900

De volledige vloot, met uitzondering van: TR-LGV; TR-LGY; TR-AFJ

Republiek Gabon

Air Bangladesh

17

BGD

Bangladesh

B747-269B

S2-ADT

Bangladesh

Air Service Comores

06-819/TA-15/DGACM

KMD

Comoren

De volledige vloot, met uitzondering van: LET 410 UVP

De volledige vloot, met uitzondering van: D6-CAM (851336)

Comoren

GABON AIRLINES (3)

CTA 0001/MTAC/ANAC

GBK

Republiek Gabon

De volledige vloot, met uitzondering van: 1 luchtvaartuig van het type Boeing B-767-200

De volledige vloot, met uitzondering van: TR-LHP

Republiek Gabon


(1)  De in bijlage B vermelde luchtvaartmaatschappijen kunnen toestemming krijgen om verkeersrechten uit te oefenen door luchtvaartuigen met bemanning te huren („wet lease”) van luchtvaartmaatschappijen waaraan geen exploitatieverbod is opgelegd, voor zover de geldende veiligheidsnormen worden nageleefd.

(2)  Afrijet mag voor zijn huidige activiteiten in de Europese Unie alleen gebruikmaken van de gespecificeerde luchtvaartuigen.

(3)  Gabon Airlines mag voor zijn huidige activiteiten in de Europese Unie alleen gebruikmaken van het gespecificeerde luchtvaartuig.


9.4.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 95/37


VERORDENING (EG) Nr. 299/2009 VAN DE COMMISSIE

van 8 april 2009

tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de statistiek- en tariefnomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1), en met name op artikel 9, lid 1, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om de uniforme toepassing te waarborgen van de gecombineerde nomenclatuur die als bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 is gevoegd, moeten bepalingen worden vastgesteld voor de indeling van de in de bijlage bij onderhavige verordening vermelde goederen.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 zijn de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur vastgesteld. Deze regels zijn ook van toepassing op iedere andere nomenclatuur die geheel of gedeeltelijk of met toevoeging van onderverdelingen op de gecombineerde nomenclatuur is gebaseerd en die bij specifieke Gemeenschapswetgeving is vastgesteld met het oog op de toepassing van tariefmaatregelen en andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer.

(3)

Volgens deze algemene regels moeten de in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen worden ingedeeld onder de in kolom 2 vermelde GN-code om de in kolom 3 genoemde redenen.

(4)

Er moet worden bepaald dat de houder van een door de douane van een lidstaat afgegeven bindende tariefinlichting inzake de indeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur die in strijd is met deze verordening, deze inlichting nog drie maanden mag blijven gebruiken op grond van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (2).

(5)

De bepalingen van deze verordening zijn in overeenstemming met het advies van het Comité Douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De goederen die zijn omschreven in kolom 1 van de tabel in de bijlage worden onder de in kolom 2 van die tabel vermelde GN-code in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld.

Artikel 2

Op een door de douane van een lidstaat verstrekte bindende tariefinlichting die niet in overeenstemming is met de bepalingen van deze verordening kan nog gedurende drie maanden een beroep worden gedaan overeenkomstig artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 april 2009.

Voor de Commissie

László KOVÁCS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.

(2)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.


BIJLAGE

Omschrijving

Indeling

(GN-code)

Motivering

(1)

(2)

(3)

Een set opgemaakt voor de verkoop in het klein, in een kartonnen doos, bestaande uit:

verschillende plastic kralen en imitatiejuwelen, om te rijgen,

een rolletje synthetisch rijgdraad,

magnetische blokjes,

een handleiding, en

een met een koord dicht te trekken geweven zakje.

De set is bedoeld voor kinderen die daarmee fancybijouterieën kunnen maken die met behulp van de magnetische blokjes van vorm kunnen worden veranderd.

Het zakje kan worden gebruikt om de verschillende stukken en de aaneengeregen fancybijouterieën op te bergen.

9503 00 70

De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de tekst van de GN-codes 9503 00 en 9503 00 70.

Uit de wijze waarop het product wordt aangeboden en de waarde van de verschillende componenten blijkt duidelijk dat het om speelgoed gaat (zie de GS-toelichting op post 9503, voorlaatste alinea).

Indeling onder fancybijouterieën van post 7117 is uitgesloten, omdat het product, als het eenmaal in elkaar is geregen, het voorkomen en de kenmerken van speelgoed vertoont.

De set moet daarom onder GN-code 9503 00 70 als „ander speelgoed, aangeboden in assortimenten of in stellen” worden ingedeeld.


9.4.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 95/39


VERORDENING (EG) Nr. 300/2009 VAN DE COMMISSIE

van 8 april 2009

tot vaststelling van de toewijzingscoëfficiënt die moet worden toegepast op de aanvragen voor invoercertificaten die in de periode van 27 maart tot en met 3 april 2009 zijn ingediend in het kader van het bij Verordening (EG) nr. 955/2005 geopende tariefcontingent voor rijst van oorsprong uit Egypte

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening) (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (2), en met name op artikel 7, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 955/2005 van de Commissie (3) is een jaarlijks tariefcontingent geopend voor de invoer van 5 605 ton rijst van GN-code 1006 van oorsprong uit Egypte (volgnummer 09.4097).

(2)

Uit de overeenkomstig artikel 5, onder a), van Verordening (EG) nr. 955/2005 verstrekte gegevens blijkt dat de aanvragen die overeenkomstig artikel 4, lid 1, van die verordening in de periode van 27 maart om 13.00 uur Brusselse tijd tot en met 3 april 2009 om 13.00 uur Brusselse tijd zijn ingediend, betrekking hebben op een grotere hoeveelheid dan die welke beschikbaar is. Bijgevolg moet worden bepaald voor welke hoeveelheden invoercertificaten kunnen worden afgegeven, door de toewijzingscoëfficiënt vast te stellen die op de gevraagde hoeveelheden moet worden toegepast.

(3)

Ook moet, overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 955/2005, het indienen van nieuwe invoercertificaataanvragen op grond van die verordening worden geschorst tot het einde van de lopende contingentperiode,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Op grond van de aanvragen voor certificaten voor de invoer van rijst van oorsprong uit Egypte in het kader van het in Verordening (EG) nr. 955/2005 bedoelde contingent die zijn ingediend in de periode van 27 maart om 13.00 uur Brusselse tijd tot en met 3 april 2009 om 13.00 uur Brusselse tijd, worden certificaten afgegeven voor de aangevraagde hoeveelheden, vermenigvuldigd met een toewijzingscoëfficiënt van 23,68421 %.

2.   De indiening van nieuwe invoercertificaataanvragen wordt vanaf vrijdag 3 april 2009 om 13.00 uur Brusselse tijd tot het einde van de lopende contingentperiode geschorst.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 april 2009.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.

(3)  PB L 164 van 24.6.2005, blz. 5.


9.4.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 95/40


VERORDENING (EG) Nr. 301/2009 VAN DE COMMISSIE

van 8 april 2009

tot vaststelling van de maximumaankoopprijs voor boter voor de tweede bijzondere inschrijving in het kader van de bij Verordening (EG) nr. 186/2009 geopende openbare inschrijving

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1), en met name op artikel 43, juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 186/2009 (2) is overeenkomstig Verordening (EG) nr. 105/2008 van 5 februari 2008, houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de interventiemaatregelen op de markt voor boter (3) een openbare inschrijving geopend voor de aankoop van boter voor de periode die afloopt op 31 augustus 2009.

(2)

Krachtens artikel 16, lid 2, van Verordening (EG) nr. 105/2008 moet op grond van de offertes die voor elke bijzondere inschrijving worden ontvangen, een maximumaankoopprijs worden vastgesteld of worden besloten geen gevolg aan de inschrijving te geven.

(3)

Op grond van de voor de tweede bijzondere inschrijving ontvangen offertes moet een maximumaankoopprijs worden vastgesteld.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de tweede bijzondere inschrijving die in het kader van de bij Verordening (EG) nr. 186/2009 geopende openbare inschrijving voor de aankoop van boter is geopend en waarvoor de termijn voor de indiening van offertes op 7 april 2009 is verstreken, wordt de maximumaankoopprijs vastgesteld op 220,00 EUR/100 kg.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 9 april 2009.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 april 2009.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 64 van 10.3.2009, blz. 3.

(3)  PB L 32 van 6.2.2008, blz. 3.


II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

Raad

9.4.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 95/41


BESLUIT VAN DE RAAD

van 30 maart 2009

houdende goedkeuring van het Europees masterplan inzake luchtverkeersbeveiliging in het kader van het ATM-onderzoeksproject (SESAR) voor het gemeenschappelijk Europees luchtruim

(2009/320/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 219/2007 van 27 februari 2007 betreffende de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (SESAR) (1),

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien de resolutie van de Raad van 30 maart 2009 houdende goedkeuring van het Europees masterplan inzake luchtverkeersbeveiliging in het kader van het ATM-overheidsproject (SESAR) voor het gemeenschappelijk Europees luchtruim.

Overwegende dat het Europees masterplan inzake luchtverkeersbeveiliging dat het resultaat is van de definitiefase van het SESAR-project, met aanzienlijke bijdragen van relevante privédeelnemers, de basis vormt voor de opstelling van het werkprogramma van de gemeenschappelijke onderneming van SESAR en de ontwikkelingsfase van het SESAR-project, onder voorbehoud van de sluiting van voldoende lidmaatschapsovereenkomsten,

BESLUIT:

Enig artikel

Het Europees masterplan inzake luchtverkeersbeveiliging in het kader van het ATM-onderzoeksproject (SESAR) voor het gemeenschappelijk Europees luchtruim wordt hierbij goedgekeurd.

Gedaan te Brussel, 30 maart 2009.

Voor de Raad

De voorzitter

P. BENDL


(1)  PB L 64 van 2.3.2007, blz. 1.


Commissie

9.4.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 95/42


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 8 april 2009

tot vaststelling van een nieuwe termijn voor de indiening van dossiers voor bepaalde stoffen die in het kader van het in artikel 16, lid 2, van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad bedoelde tienjarige werkprogramma dienen te worden beoordeeld

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 2564)

(Voor de EER relevante tekst)

(2009/321/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 betreffende het op de markt brengen van biociden (1), en met name op artikel 16, lid 2, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 1451/2007 van de Commissie van 4 december 2007 inzake de tweede fase van het in artikel 16, lid 2, van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van biociden bedoelde tienjarige werkprogramma (2) is een lijst vastgesteld van werkzame stoffen die met het oog op een mogelijke opneming daarvan in bijlage I, IA of IB bij Richtlijn 98/8/EG dienen te worden beoordeeld.

(2)

Voor een aantal stof/productsoortcombinaties op die lijst hebben alle deelnemers zich teruggetrokken of had de voor de beoordeling aangewezen rapporterende lidstaat bij het verstrijken van de in artikel 9, lid 2, onder c), van Verordening (EG) nr. 1451/2007 vastgestelde termijn geen dossier ontvangen.

(3)

De Commissie heeft dit derhalve overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1451/2007 aan de lidstaten meegedeeld. Deze mededeling is ook op 18 januari 2008 langs elektronische weg bekendgemaakt.

(4)

Binnen drie maanden na de elektronische bekendmaking van deze mededeling is er overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1451/2007 belangstelling getoond voor het overnemen van de taak van deelnemer voor sommige van deze stoffen en productsoorten.

(5)

Derhalve moet er overeenkomstig artikel 12, lid 3, tweede alinea, van deze verordening een nieuwe termijn voor de indiening van dossiers voor deze stoffen en productsoorten worden vastgesteld.

(6)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor biociden,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Voor de in de bijlage opgenomen stoffen en productsoorten is 31 mei 2010 de nieuwe termijn voor de indiening van dossiers.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 8 april 2009.

Voor de Commissie

Stavros DIMAS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 123 van 24.4.1998, blz. 1.

(2)  PB L 325 van 11.12.2007, blz. 3.


BIJLAGE

STOFFEN EN PRODUCTSOORTEN WAARVOOR 31 MEI 2010 DE NIEUWE TERMIJN VOOR DE INDIENING VAN DOSSIERS IS

Naam

EG-nummer

CAS-nummer

Productsoort

RLS

Margosa extract

283-644-7

84696-25-3

19

DE

Reactieproduct van dimethyladipaat, dimethylglutaraat, dimethylsuccinaat met waterstofperoxide/Perestane

432-790-1

4

HU


9.4.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 95/44


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 8 april 2009

betreffende de niet-opneming van bepaalde stoffen in bijlage I, IA of IB bij Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van biociden

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 2593)

(Voor de EER relevante tekst)

(2009/322/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 betreffende het op de markt brengen van biociden (1), en met name op artikel 16, lid 2, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 1451/2007 van de Commissie van 4 december 2007 inzake de tweede fase van het in artikel 16, lid 2, van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van biociden bedoelde tienjarige werkprogramma (2) is een lijst vastgesteld van werkzame stoffen die met het oog op een mogelijke opneming daarvan in bijlage I, IA of IB bij Richtlijn 98/8/EG dienen te worden beoordeeld.

(2)

Voor een aantal stof/productsoortcombinaties op die lijst hebben alle deelnemers zich uit het beoordelingsprogramma teruggetrokken of had de voor de beoordeling aangewezen rapporterende lidstaat bij het verstrijken van de in artikel 9 en artikel 12, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1451/2007 vastgestelde termijn geen volledig dossier ontvangen.

(3)

De Commissie heeft dit derhalve overeenkomstig artikel 11, lid 2, artikel 12, lid 1, en artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1451/2007 aan de lidstaten meegedeeld. Deze mededeling is ook op 18 januari 2008 langs elektronische weg bekendgemaakt.

(4)

Er heeft binnen drie maanden na deze bekendmaking geen persoon of lidstaat belangstelling getoond voor het overnemen van de taak van deelnemer voor deze stoffen en productsoorten.

(5)

Krachtens artikel 12, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1451/2007 mogen deze stoffen en productsoorten derhalve niet in bijlage I, IA of IB bij Richtlijn 98/8/EG worden opgenomen.

(6)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor biociden,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De in de bijlage bij deze beschikking genoemde stoffen en productsoorten worden niet in bijlage I, IA of IB bij Richtlijn 98/8/EG opgenomen.

Artikel 2

Voor de doeleinden van artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1451/2007 is deze beschikking met ingang van 1 maart 2009 van toepassing.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 8 april 2009.

Voor de Commissie

Stavros DIMAS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 123 van 24.4.1998, blz. 1.

(2)  PB L 325 van 11.12.2007, blz. 3.


BIJLAGE

Stoffen en productsoorten die niet in bijlage I, IA of IB bij Richtlijn 98/8/EG worden opgenomen

Naam

EG-nummer

CAS-nummer

Productsoort

RLS

Ethanol

200-578-6

64-17-5

3

EL

N-(Trichloormethylthio)ftalimide/Folpet

205-088-6

133-07-3

6

IT

Fluometuron

218-500-4

2164-17-2

6

EL

Fluometuron

218-500-4

2164-17-2

13

EL

Lignine

232-682-2

9005-53-2

1

EL

Lignine

232-682-2

9005-53-2

2

EL

Lignine

232-682-2

9005-53-2

3

EL

Lignine

232-682-2

9005-53-2

4

EL

Lignine

232-682-2

9005-53-2

6

EL

Lignine

232-682-2

9005-53-2

13

EL

Reactieproduct van dimethyladipaat, dimethylglutaraat, dimethylsuccinaat met waterstofperoxide/Perestane

432-790-1

-

3

HU

N-Didecyl-N-dipolyethoxyammoniumboraat/didecylpolyoxethylammoniumboraat

Polymeer

214710-34-6

2

EL

N-Didecyl-N-dipolyethoxyammoniumboraat/didecylpolyoxethylammoniumboraat

Polymeer

214710-34-6

6

EL

N-Didecyl-N-dipolyethoxyammoniumboraat/didecylpolyoxethylammoniumboraat

Polymeer

214710-34-6

13

EL

Polyvinylpyrrolidonjood

Polymeer

25655-41-8

2

SE

Polyvinylpyrrolidonjood

Polymeer

25655-41-8

4

SE

Polyvinylpyrrolidonjood

Polymeer

25655-41-8

5

SE

Polyvinylpyrrolidonjood

Polymeer

25655-41-8

6

SE


III Besluiten op grond van het EU-Verdrag

BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

9.4.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 95/46


BESLUIT 2009/323/JBZ VAN DE RAAD

van 6 april 2009

inzake de aanpassing van de basissalarissen en vergoedingen van personeelsleden van Europol

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Besluit van de Raad van 3 december 1998 houdende vaststelling van het Statuut voor de personeelsleden van Europol (1), („het Statuut”), en met name op artikel 44,

Gezien het initiatief van de Franse Republiek,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Gezien het onderzoek van de raad van bestuur van Europol naar de bezoldiging van de functionarissen van Europol,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De raad van bestuur heeft in het onderzoek naar de bezoldiging van de functionarissen van Europol rekening gehouden met de wijzigingen van de kosten van levensonderhoud in Nederland, alsmede met de wijzigingen in de salarissen van het overheidspersoneel in de lidstaten.

(2)

Uit de onderzoeksperiode, die liep van 1 juli 2006 tot en met 30 juni 2007, blijkt dat een verhoging van 1,7 % van de bezoldiging gerechtvaardigd is voor de periode ingaande op 1 juli 2007 en eindigend op 30 juni 2008.

(3)

Op basis van dit onderzoek moet de Raad met eenparigheid van stemmen beslissen over een aanpassing van de basissalarissen en de vergoedingen van de Europolfunctionarissen,

BESLUIT:

Artikel 1

Het statuut wordt als volgt gewijzigd:

Met ingang van 1 juli 2007:

a)

wordt de in artikel 45 opgenomen tabel van het maandelijkse basissalaris vervangen door navolgende tabel:

 

„1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

1

15 394,26

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2

13 823,39

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

9 487,89

9 732,93

9 977,99

10 241,90

10 505,80

10 782,24

11 057,44

11 347,77

11 639,94

11 947,84

12 252,56

4

8 262,62

8 482,54

8 699,33

8 928,67

9 158,01

9 399,91

9 638,68

9 893,17

10 147,63

10 414,69

10 681,73

5

6 808,03

6 987,10

7 163,03

7 351,54

7 540,05

7 741,11

7 939,03

8 149,53

8 356,88

8 576,79

8 796,72

6

5 834,13

5 988,03

6 142,00

6 305,37

6 465,58

6 635,24

6 804,89

6 983,97

7 163,03

7 351,54

7 540,05

7

4 863,32

4 992,14

5 117,80

5 252,90

5 387,97

5 529,37

5 670,73

5 821,54

5 969,20

6 126,29

6 283,37

8

4 134,46

4 244,42

4 351,22

4 467,48

4 580,56

4 699,96

4 819,34

4 948,16

5 073,82

5 208,91

5 340,85

9

3 644,36

3 741,74

3 839,15

3 939,65

4 040,21

4 147,02

4 253,84

4 366,94

4 476,94

4 596,29

4 712,53

10

3 160,54

3 245,38

3 327,04

3 414,99

3 499,84

3 594,09

3 688,33

3 785,72

3 879,97

3 983,66

4 084,19

11

3 063,15

3 144,84

3 223,36

3 308,20

3 393,01

3 484,12

3 572,10

3 666,35

3 760,60

3 861,15

3 958,50

12

2 431,69

2 497,62

2 560,45

2 626,45

2 692,43

2 764,67

2 836,94

2 912,34

2 984,59

3 063,15

3 141,69

13

2 089,21

2 145,77

2 199,18

2 258,88

2 315,43

2 378,25

2 437,95

2 503,92

2 566,78

2 635,88

2 701,84”

b)

wordt in artikel 59, lid 3, het bedrag „1 019,43 EUR” vervangen door „1 036,76 EUR”;

c)

wordt in artikel 59, lid 3, het bedrag „2 038,85 EUR” vervangen door „2 073,51 EUR”;

d)

wordt in artikel 60, lid 1, het bedrag „271,86 EUR” vervangen door „276,48 EUR”;

e)

wordt in artikel 2, lid 1, van aanhangsel 5, het bedrag „284,20 EUR” vervangen door „289,03 EUR”;

f)

wordt in artikel 3, lid 1, van aanhangsel 5, het bedrag „12 356,67 EUR” vervangen door „12 566,73 EUR”;

g)

wordt in artikel 3, lid 1, van aanhangsel 5, het bedrag „2 780,26 EUR” vervangen door „2 827,52 EUR”;

h)

wordt in artikel 3, lid 2, van aanhangsel 5, het bedrag „16 681,50 EUR” vervangen door „16 965,09 EUR”;

i)

wordt in artikel 4, lid 1, van aanhangsel 5, het bedrag „1 235,67 EUR” vervangen door „1 256,68 EUR”;

j)

wordt in artikel 4, lid 1, van aanhangsel 5, het bedrag „926,77 EUR” vervangen door „942,53 EUR”;

k)

wordt in artikel 4, lid 1, van aanhangsel 5, het bedrag „617,83 EUR” vervangen door „628,33 EUR”;

l)

wordt in artikel 4, lid 1, van aanhangsel 5, het bedrag „494,26 EUR” vervangen door „502,66 EUR”;

m)

wordt in artikel 5, lid 3, van aanhangsel 5, het bedrag „1 743,78 EUR” vervangen door „1 773,42 EUR”;

n)

wordt in artikel 5, lid 3, van aanhangsel 5, het bedrag „2 325,04 EUR” vervangen door „2 364,57 EUR”;

o)

wordt in artikel 5, lid 3, van aanhangsel 5, het bedrag „2 906,29 EUR” vervangen door „2 955,70 EUR”;

Artikel 2

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 3

Dit besluit wordt van kracht op de dag volgende op die van zijn aanneming.

Gedaan te Luxemburg, 6 april 2009.

Voor de Raad

De voorzitter

J. POSPÍŠIL


(1)  PB C 26 van 30.1.1999, blz. 23.